ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 278

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

50e jaargang
21 november 2007


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 278/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 278/02

Wisselkoersen van de euro

5

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2007/C 278/03

Griekse nationale procedure voor de toewijzing van beperkte luchtverkeersrechten

6

 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2007/C 278/04

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4973 — Oak Hill/Forgings International) — Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure ( 1 )

10

2007/C 278/05

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4964 — Sun Capital Funds/Mark IV) — Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure ( 1 )

11

2007/C 278/06

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4981 — AT&T/IBM) — Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure ( 1 )

12

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2007/C 278/07

Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

13

2007/C 278/08

Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

17

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 278/01)

Datum waarop het besluit is genomen

19.7.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 245/06

Lidstaat

Polen

Regio

Dolnośląskie

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

LG.Philips LCD Poland Sp. z o.o.

Rechtsgrondslag

(1)

Umowa Inwestycyjna zawarta dnia 9 września 2005 r. pomiędzy (i) Ministrem Gospodarki i Pracy Rzeczpospolitej Polskiej; (ii) Ministrem Finansów Rzeczpospolitej Polskiej; (iii) Ministrem Infrastruktury Rzeczpospolitej Polskiej; (iv) Ministrem Skarbu Państwa Rzeczpospolitej Polskiej; (v) Agencją Rozwoju Przemysłu SA; (vi) Agencją Nieruchomości Rolnych; (vii) Miastem Wrocław; (viii) Gminą Kobierzyce; (ix) powiatem wrocławskim; (x) samorządem województwa dolnośląskiego; (xi) Polską Agencją Informacji i Inwestycji Zagranicznych S.A. — z jednej strony a (xii) LG.Philips LCD Co., Ltd oraz (xiii) LG.Philips LCD Poland Sp. z o.o. — z drugiej strony

(2)

Art. 80 Ustawy z dnia 26 listopada 1998 r. o finansach publicznych (tekst jednolity: Dz.U. z 2003 r., nr 15, poz. 148 z późn. zm.)

(3)

Uchwała Rady Ministrów nr 228/2005 z dnia 6 września 2005 r.

(4)

Umowa o Grant między Ministrem Gospodarki i Pracy a LG.Philips LCD Poland Sp. z o.o. z dnia 6 września 2005 r.

(5)

Regulamin Tarnobrzeskiej Specjalnej Strefy Ekonomicznej EURO-PARK WISŁOSAN

(6)

§ 1, § 2.1 pkt 5, § 3, § 4, § 6 i § 7 Uchwały Sejmiku Województwa Dolnośląskiego z dnia 31 marca 2005 r. w sprawie określenia szczegółowych zasad i trybu umarzania wierzytelności Terenowego Funduszu Ochrony Gruntów Rolnych Województwa Dolnośląskiego z tytułu należności pieniężnych, do których nie stosuje się przepisów ustawy — Ordynacja podatkowa, udzielania innych ulg w spłacaniu tych należności oraz wskazania organów do tego uprawnionych (Dziennik Urzędowy Województwa Dolnośląskiego nr 79 poz. 1724)

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Regionale ontwikkeling, werkgelegenheid

Vorm van de steun

Directe subsidie, belastingvoordeel, transactie op niet-marktconforme voorwaarden

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 302,09 mln PLN

Maximale steunintensiteit

20,34 %

Looptijd

Tot 31.12.2017

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

25.6.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 828/06

Lidstaat

Polen

Regio

Zachoniopomorskie

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Ad hoc regional investment aid to Bridgestone Stargard Sp. z o.o.

Rechtsgrondslag

(1)

Umowa Inwestycyjna zawarta dnia 31 lipca 2006 r.

(2)

Art. 117 Ustawy z dnia 30 czerwca 2005 r. o finansach publicznych (Dz.U. z 2005 r., nr 249, poz. 2104, z późn. zm.)

(3)

Uchwała RM nr 178/2006 z dnia 24 października 2006 r.

(4)

Umowa o wypłatę pomocy publicznej w formie dotacji celowej zawarta pomiędzy Ministrem Gospodarki a Bridgestone Stargard Sp. z o.o. z dnia 16 listopada 2006 r.

(5)

Uchwała nr XXX/348/06 Sejmiku Woj. Zachodniopom. z dnia 19 czerwca 2006 r. w sprawie określenia szczegółowych zasad i trybu udzielania ulg w spłacaniu należności (...) (Dz. Urz. Województwa Zachodniopomorskiego nr 88, poz. 1629)

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Regionale ontwikkeling, werkgelegenheid

Vorm van de steun

Directe subsidie, transactie op niet-marktconforme voorwaarden

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 20 358 982 PLN

Maximale steunintensiteit

2,9 %

Looptijd

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerstwo Gospodarki

Plac Trzech Krzyży 3/5

PL-00-507 Warszawa

Samorząd Województwa Zachodniopomorskiego

ul. Korsarzy 34

PL-70-540 Szczecin

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

25.9.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 289/07

Lidstaat

Italië

Regio

Ancona

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Fiem S.r.l.

Rechtsgrondslag

Legge 14 maggio 2005 n. 80 (GURI 111, 14.5.2005 S.O.)

Delibera CIPE n. 101 (GURI 227, 29.9.2005)

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Redding van ondernemingen in moeilijkheden

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 2,5 mln EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd

Tot 31.12.2012

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministero dello Sviluppo Economico

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

3.10.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 390/07

Lidstaat

Duitsland

Regio

Mecklenburg-Vorpommern

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Richtlinie für die Gewährung von Zuwendungen des Landes Mecklenburg-Vorpommern zur Umsetzung des Klimaschutzkonzeptes

Rechtsgrondslag

Richtlinie für die Gewährung von Zuwendungen des Landes Mecklenburg-Vorpommern zur Umsetzung des Aktionsplans Klimaschutz (Klimaschutz-Förderrichtlinie) vom 31.5.2007

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Energiebesparing, milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 3,7 mln EUR; totaal van de voorziene steun: 26 mln EUR

Maximale steunintensiteit

30 %

Looptijd

31.5.2007-31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerium für Wirtschaft, Arbeit und Tourismus des Landes Mecklenburg-Vorpommern

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/5


Wisselkoersen van de euro (1)

20 november 2007

(2007/C 278/02)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4785

JPY

Japanse yen

162,85

DKK

Deense kroon

7,4524

GBP

Pond sterling

0,71715

SEK

Zweedse kroon

9,2823

CHF

Zwitserse frank

1,6408

ISK

IJslandse kroon

92,96

NOK

Noorse kroon

7,9950

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5842

CZK

Tsjechische koruna

26,690

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

255,00

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6992

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,6870

RON

Roemeense leu

3,4980

SKK

Slowaakse koruna

33,203

TRY

Turkse lira

1,7650

AUD

Australische dollar

1,6657

CAD

Canadese dollar

1,4525

HKD

Hongkongse dollar

11,5063

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9433

SGD

Singaporese dollar

2,1402

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 363,47

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,9651

CNY

Chinese yuan renminbi

10,9731

HRK

Kroatische kuna

7,3378

IDR

Indonesische roepia

13 823,98

MYR

Maleisische ringgit

4,9715

PHP

Filipijnse peso

63,746

RUB

Russische roebel

36,0360

THB

Thaise baht

46,548


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/6


Griekse nationale procedure voor de toewijzing van beperkte luchtverkeersrechten

(2007/C 278/03)

In overeenstemming met artikel 6 van Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen publiceert de Europese Commissie de volgende nationale procedure voor de verdeling onder de in aanmerking komende communautaire luchtvaartmaatschappijen van luchtverkeersrechten in gevallen dat die beperkt zijn krachtens luchtvaartovereenkomsten met derde landen.

„Ministerie van Verkeer dienst Burgerluchtvaart — Directoraat-generaal Luchtvervoer — Directoraat Exploitatie luchtdiensten — Afdeling B — Bilaterale luchtvaartovereenkomsten — Referentienummer: d1/b/28178/2647

Athene, 19 juli 2007

Betreft: Goedkeuring van de verordening betreffende de aanwijzing van een in Griekenland gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappij voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten tussen Griekenland en landen buiten de Europese Unie

BESLUIT

De directeur

Gelet op:

(1)

het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944 en Wet nr. 211/1947 betreffende de internationale burgerluchtvaart;

(2)

het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 43,

(3)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, die op 2 mei 1992 in Porto ondertekend is en het Protocol tot aanpassing van die overeenkomst, dat op 17 maart 1993 in Brussel ondertekend is;

(4)

de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer, die op 21 juni 1999 in Luxemburg is ondertekend;

(5)

Verordening (EEG) nr. 2407/92 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen en Verordening (EEG) nr. 2408/92 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes;

(6)

Verordening (EG) nr. 847/2004 van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen, en met name de artikelen 5 en 6;

(7)

de verklaring over het recht tot vestiging, die de Raad Vervoer van de Europese Unie op 5 juni 2003 heeft aangenomen;

(8)

artikel 24 van Wetsdecreet 714/70 betreffende de oprichting van het directoraat Luchtvervoer en de organisatie van de dienst Burgerluchtvaart (DBLV), als vervangen bij artikel 13, lid 3, van Wet nr. 3082/2002 (Grieks Staatsblad nr. 316 A);

(9)

Wet nr. 1815/1988 betreffende het wetboek luchtvaartrecht, zoals die momenteel van kracht is;

(10)

artikel 29 bis van Wet nr. 1558/1885 betreffende de regering en de regeringsinstellingen (Grieks Staatsblad nr. 137 Α), als gewijzigd bij artikel 27 van Wet nr. 2081/1992 (Grieks Staatsblad nr. 154 Α) en vervangen bij artikel 1, lid 2, onder a), van Wet nr. 2469/1997 (Grieks Staatsblad nr. 38 Α);

(11)

het feit dat deze verordening geen kosten voor de nationale begroting met zich brengt,

BESLUIT:

De onderstaande verordening betreffende de aanwijzing van een in Griekenland gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappij voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten tussen Griekenland en landen buiten de Europese Unie wordt hierbij goedgekeurd:

„Verordening betreffende de aanwijzing van een in Griekenland gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappij voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten tussen Griekenland en landen buiten de Europese Unie”

Artikel 1

Doel van de Verordening

Deze verordening heeft tot doel de procedure en de criteria vast te stellen voor de aanwijzing van communautaire luchtvaartmaatschappijen die over een vestiging in Griekenland beschikken, voor de exploitatie, in het kader van de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomsten, van niet onder Verordening (EG) nr. 2408/92 vallende geregelde luchtdiensten tussen Griekenland en landen buiten de Europese Unie.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

aanwijzing: de toekenning aan een of meer geïnteresseerde communautaire luchtvaartmaatschappijen van het recht tot exploitatie van de in het kader van de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst afgesproken geregelde luchtdiensten tussen Griekenland en een derde land; deze toekenning wordt aan dat derde land bekendgemaakt via diplomatieke weg (tenzij anders is bepaald in de bilaterale luchtvaartovereenkomst);

b)

communautaire luchtvaartmaatschappij: een luchtvaartmaatschappij die overeenkomstig de desbetreffende communautaire regelgeving over een geldige exploitatievergunning beschikt.

Artikel 3

Procedure

a)

De procedure voor de aanwijzing van een communautaire luchtvaartmaatschappij voor de exploitatie van niet onder Verordening (EEG) nr. 2408/92 vallende geregelde luchtdiensten tussen Griekenland en een land buiten de Europese Unie, wordt ingeleid op initiatief van de dienst Burgerluchtvaart (DBLV), dan wel na een aanvraag van een communautaire luchtvaartmaatschappij die overeenkomstig de desbetreffende communautaire regelgeving in Griekenland gevestigd is; deze procedure verloopt als volgt:

i)

De DBLV verzoekt de overeenkomstig de geldende communautaire regelgeving in Griekenland gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen blijken van belangstelling in te dienen voor de aanwijzing (telkens overeenkomstig de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst) van een of meer luchtvaartmaatschappijen voor de exploitatie, overeenkomstig de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst, van niet onder Verordening (EEG) nr. 2408/92 vallende geregelde luchtdiensten naar en van een land buiten de Europese Unie. Het directoraat Exploitatie luchtdiensten (D1) van de DBLV maakt dit verzoek tot het indienen van blijken van belangstelling bekend en stuurt het aan alle in Griekenland gevestigde communautaire luchtvaartmaatschappijen of verenigingen daarvan. In de bekendmaking worden ook de eventuele aanvragen om aanwijzing vermeld die reeds voor de betrokken luchtvaartroute zijn ingediend. Dit verzoek wordt ook bekendgemaakt op de website van de DBLV (www.hcaa.gr).

ii)

De termijn voor het indienen van blijken van belangstelling bedraagt twintig (20) kalenderdagen vanaf de bekendmaking van het verzoek.

Artikel 4

Vereiste documenten

a)

De communautaire luchtvaartmaatschappij die belangstelling heeft om te worden aangewezen voor een buiten Verordening (EEG) nr. 2408/92 vallende geregelde luchtdienst buiten de Europese Unie, dient daartoe bij de DBLV — directoraat Exploitatie luchtdiensten — een aanvraag in, vergezeld van een beoordelingsdossier dat de volgende documenten bevat:

i)

de exploitatievergunning en het „Air Operator's Certificate” met de daarbij gevoegde bijzondere voorwaarden;

ii)

gegevens waaruit blijkt dat de luchtvaartmaatschappij over een gemachtigd vertegenwoordiger (een vestiging) in Griekenland beschikt;

iii)

een vluchtschema dat een gedetailleerd overzicht bevat van de luchtdiensten, met vermelding van aantal, soort en capaciteit van de vliegtuigen en vervangende vliegtuigen die de luchtvaartmaatschappij van plan is in te zetten voor de exploitatie van de routes, de frequentie en de voorgestelde begindatum en duur van de luchtdiensten, en gegevens waaruit blijkt of de vliegtuigen eigendom zijn dan wel worden gehuurd;

iv)

een gedetailleerde raming over drie jaar van de economische resultaten voor de betrokken route, met gegevens voor de beoordeling van de levensvatbaarheid van de route (o.m. verwacht marktaandeel voor de betrokken route, brandstofprijzen, lonen, onderhoud, verzekeringspremies, belastingen, grondafhandeling, catering, verwachte inkomsten en uitgaven, enz.);

v)

de passagiers- en vrachtprijzen die voor de route zullen gelden;

vi)

eventuele handelspraktijken (code-sharing, allianties) die op de route zullen worden toegepast;

vii)

gegevens waaruit blijkt dat de luchtvaartmaatschappij overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2407/92 operationeel en economisch in staat is de route te exploiteren.

b)

Alleen aanvragen die van een volledig beoordelingsdossier vergezeld gaan, worden onderzocht.

c)

De aanvraag en de documenten moeten in het Grieks worden ingediend. In de aanvraag moet het adres in Griekenland worden vermeld dat de DBLV als correspondentieadres kan gebruiken.

d)

De DBLV kan, als hij dat nodig acht, aanvullende gegevens vragen, die de luchtvaartmaatschappij binnen vijftien (15) kalenderdagen moet voorleggen.

Artikel 5

Criteria voor de aanwijzing

a)

Voor de aanwijzing van een communautaire luchtvaartmaatschappij die een aanvraag heeft ingediend om te worden aangewezen voor de exploitatie van een niet onder Verordening (EEG) nr. 2408/92 vallende luchtdienst tussen Griekenland en landen buiten de Europese Unie, worden, rekening houdend met de bepalingen van elke betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst, de volgende criteria gehanteerd:

i)

een voldoende groot en toereikend dienstenaanbod, waarbij vooral wordt gelet op:

de mate waarin aan de vraag naar luchtvervoer wordt voldaan;

de aard van de diensten (rechtstreekse vluchten of vluchten met tussenlandingen) en de verbetering van de aan de reizigers aangeboden dienstverlening;

de frequentie van de vluchten;

de aangeboden capaciteit;

het prijzenbeleid (onder meer de hoogte van de voorgestelde prijzen voor passagiers- en vrachtvervoer, eventueel geplande differentiëring van de tarieven);

de datum waarop voor het eerst zal worden gevlogen;

de periode waarin de diensten worden verleend en de mogelijkheid om die permanent in de vorm van geregelde luchtdiensten te verschaffen, vooral op basis van de verwachte levensvatbaarheid van de route;

als de luchtvaartmaatschappij reeds voor een externe route is aangewezen: de betrouwbaarheid van die maatschappij om te voldoen aan de in artikel 7 van deze verordening omschreven verplichtingen;

ii)

de kwaliteit van de verleende diensten, waarbij vooral wordt gelet op:

aantal en soort vliegtuigen en vervangende vliegtuigen die voor de route zullen worden ingezet;

het bestaan van een verkoopnet ten dienste van de reizigers;

iii)

de marktsituatie, waarbij vooral wordt gelet op:

de gevolgen van elke aanwijzing voor de concurrentie op de specifieke markt en de toename van het marktaandeel van de communautaire luchtvaartmaatschappijen op de betrokken route;

de bijdrage aan de bevordering van de toeristische, economische en/of regionale ontwikkeling van Griekenland;

iv)

voorts worden de volgende criteria beoordeeld:

basiskennis van het Grieks bij het cabinepersoneel en het verkooppersoneel;

als verschillende aanvragen op basis van deze criteria een ex aequo-score halen, wordt voorrang gegeven aan een goed onderbouwde aanvraag tot aanwijzing voor de betrokken luchtdienst, op voorwaarde dat die aanvraag voor het eerst is ingediend na de publicatie van de betrokken oproep tot het indienen van blijken van belangstelling van de DBLV.

Artikel 6

Beoordelingsprocedure en aanwijzing van de luchtvaartmaatschappij

a)

Het directoraat van de DBLV dat bevoegd is voor het toetsen van de aanvragen (directoraat Exploitatie luchtdiensten/afdeling Bilaterale luchtvaartovereenkomsten) onderzoekt overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van deze verordening de dossiers van de luchtvaartmaatschappijen. Binnen twee (2) maanden na de ontvangst van het laatste gegeven en/of bewijsstuk waarom in voorkomend geval is gevraagd, of anders binnen twee (2) maanden na het begin van het onderzoek van de aanvragen werkt het bevoegde directoraat een gemotiveerd voorstel voor de aanwijzing uit en legt het aan de directeur van de DBLV voor.

b)

Op basis van dit voorstel kiest de directeur van de DBLV binnen dertig (30) dagen na de indiening daarvan bij besluit de aan te wijzen communautaire luchtvaartmaatschappij(en).

c)

Dat besluit bevat de voorwaarden voor de exploitatie van de betrokken route (onder meer de frequentie van de vluchten, de capaciteit en eventuele andere bepalingen op grond van de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst). Als een aanvraag wordt verworpen, gebeurt dit met een soortgelijk besluit. De genoemde besluiten worden meegedeeld aan alle luchtvaartmaatschappijen die hun belangstelling voor een aanwijzing hebben laten blijken en worden bekendgemaakt op de officiële website van de DBLV.

d)

Tegen de in punt b genoemde besluiten kan beroep worden aangetekend bij het ministerie van Verkeer.

e)

De aanwijzing van de geselecteerde luchtvaartmaatschappij ten aanzien van de autoriteiten van de betrokken niet EU-staat verloopt volgens de bepalingen van de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst.

f)

Als een luchtvaartmaatschappij een aanvraag indient voor een verhoging van de frequentie van de diensten op de route waarvoor zij is aangewezen, legt zij een dossier voor met de gegevens die in artikel 4, onder a), de punten iii), iv) en v), van deze verordening zijn vermeld, en met de eventuele aanpassingen/wijzigingen/toevoegingen van of aan de in artikel 4, onder a), de punten i) en ii), vermelde gegevens. Binnen twee (2) maanden na de datum van indiening van de aanvraag werkt het bevoegde directoraat overeenkomstig de ingediende aanvraag een gemotiveerd voorstel voor een wijziging van het aanwijzingsbesluit uit en legt het aan de directeur van de DBLV voor.

Artikel 7

Verplichtingen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij

a)

De aangewezen luchtvaartmaatschappij treft de nodige voorbereidingen voor de exploitatie van de route waarvoor zij is aangewezen, zodat de diensten uiterlijk zes (6) maanden na de datum van aanwijzing van start kunnen gaan zonder dat van het ingediende vluchtschema wordt afgeweken, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden.

b)

De aangewezen luchtvaartmaatschappij stelt het bevoegde directoraat van de DBLV in kennis van elke wijziging in het vluchtschema voor de route waarvoor zij is aangewezen.

c)

Bij het verlenen van de diensten op de routes waarvoor zij is aangewezen, leeft de aangewezen luchtvaartmaatschappij nauwgezet de nationale en de internationale regelgeving inzake de exploitatie van internationale luchtvervoerdiensten na, alsmede de procedures en richtsnoeren die zijn vastgesteld door de luchtvaartautoriteit van het land waar zij overeenkomstig de betrokken bilaterale luchtvaartovereenkomst is aangewezen.

d)

De verkeersrechten mogen niet aan een andere luchtvaartmaatschappij worden overgedragen.

Artikel 8

Herbeoordeling van de aangewezen luchtvaartmaatschappij — Intrekking van de aanwijzing

a)

Als zich fundamentele wijzigingen voordoen in de operationele, commerciële, economische of overige gegevens op basis waarvan de luchtvaartmaatschappij(en) overeenkomstig deze verordening is/zijn aangewezen, of als de luchtvaartmaatschappij(en) niet aan de bepalingen van deze verordening voldoet/voldoen, kan de DBLV op elk ogenblik de luchtvaartmaatschappij(en) overeenkomstig deze verordening opnieuw beoordelen, hetzij met het oog op de afgifte van een vernieuwd aanwijzingsbesluit, hetzij met het oog op de intrekking van de aanwijzing, en kan hij een nieuwe oproep tot het indienen van blijken van belangstelling bij de luchtvaartmaatschappijen bekend maken.

b)

Als met name de verkeersrechten gedurende meer dan zes (6) maanden niet of slechts gedeeltelijk worden gebruikt, wat niet in overeenstemming is met artikel 7, onder a), van deze verordening, als de luchtvaartmaatschappij de exploitatie van de route gedurende meer dan zes (6) maanden onderbreekt, of als de luchtvaartmaatschappij een schriftelijke aanvraag indient om de exploitatie van de betrokken route te mogen stopzetten, is dat telkens een voldoende reden om de aanwijzing in te trekken en kan de DBLV een nieuwe oproep tot het indienen van blijken van belangstelling bij de luchtvaartmaatschappijen bekendmaken.

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de datum van bekendmaking in het Staatsblad.

Deze verordening wordt bekendgemaakt in het Staatsblad.

De Directeur

Ιoannis ANDRIANOPOULOS


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/10


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4973 — Oak Hill/Forgings International)

Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 278/04)

1.

Op 13 november 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming Oak Hill Capital Management, LLC („Oak Hill”, Caymaneilanden), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming Forgings International L.P. die de volledige zeggenschap heeft over de onderneming Firth Rixson Limited („Firth Rixson”, Verenigd Koninkrijk) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Oak Hill: beheer van private-equitykapitaal;

voor Firth Rixson: productie en levering van gesmede producten en speciale legeringen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) moet worden opgemerkt dat deze zaak in aanmerking komt voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4973 — Oak Hill/Forgings International, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie Fusiezaken

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/11


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4964 — Sun Capital Funds/Mark IV)

Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 278/05)

1.

Op 13 november 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is meegedeeld dat Sun Capital Partners V, L.P. en Sun Capital Partners IV, L.P. („Sun Capital Funds”, Verenigde Staten), die deel uitmaken van het Sun Capital Partners-concern in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening zeggenschap verkrijgen over Mark IV Industries, Inc. („Mark IV”, Verenigde Staten) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Sun Capital Funds: particuliere-investeringenmaatschappij;

voor Mark IV: fabrikant van hoogtechnologische systemen en componenten voor de vervoersinfrastructuur, voertuigen en uitrusting.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) moet worden opgemerkt dat deze zaak in aanmerking komt voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4964 — Sun Capital Funds/Mark IV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie Fusiezaken

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/12


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4981 — AT&T/IBM)

Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 278/06)

1.

Op 13 november 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming AT&T Corp. („AT&T”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening zeggenschap verkrijgt over delen van de onderneming International Business Machines Inc. („IBM”, Verenigde Staten) door de aankoop van activa.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor AT&T: internationale spraak- en datacommunicatiediensten;

voor IBM: IT-oplossingen: software, hardware en diensten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) moet worden opgemerkt dat deze zaak in aanmerking komt voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4981 — AT&T/IBM, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie Fusiezaken

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/13


Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 278/07)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaren moeten de Commissie binnen zes maanden na deze bekendmaking bereiken.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„JIHOČESKÁ NIVA”

EG-nummer: CZ/PGI/005/0405/20.10.2004

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Úřad průmyslového vlastnictví

Adres:

Antonína Čermáka 2a

CZ-160 68 Praha 6-Bubeneč

Tel.

(420) 220 383 111

Fax

(420) 224 324 718

E-mail:

posta@upv.cz

2.   Groepering:

Naam:

MADETA a.s.

Adres:

Rudolfovská 246/83

CZ-37050 České Budějovice

Tel.

(420) 389 136 111

Fax

(420) 387 411 944

E-mail:

info@madeta.cz


Productiebedrijf:

MADETA a.s., závod Český Krumlov, Česká republika

Tel.

(420) 380 779 111

Fax

(420) 380 711 485

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( )

Doel van deze aanvraag is een afwijking te krijgen van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 510/2006, aangezien dit product door slechts één producent in de regio wordt vervaardigd. Aan de voorschriften van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1898/2006 van de Commissie wordt voldaan.

3.   Productcategorie:

Categorie 1.3: Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Jihočeská Niva”.

4.2.   Beschrijving: De basisgrondstof voor de productie van deze schimmelkaas is verwerkte koemelk. De kaas wordt uitsluitend met uit het afgebakende gebied afkomstige melk vervaardigd.

Buitenkant: Een wiel kaas heeft een doormeter van 180-200 mm, is ca. 10 cm hoog en weegt ongeveer 2,8 kg. Sporen van het wassen of schrapen van de korst, blauwgroene schimmel doorheen de kaas en een wasachtige laag op de kaas worden niet als tekortkomingen beschouwd. De buitenkant van de kaas kan romig tot lichtbruin gekleurd zijn.

Binnenkant: Binnenin is deze kaas romig wit tot boterkleurig en vertoont hij herkenbare priksporen en een groene tot blauwgroene marmering als gevolg van de in de kaas aanwezige schimmel.

Vastheid: Zacht, brokkelig, gelijkmatig gerijpt; de aanwezigheid van uitwendige schimmel is verboden.

Smaak, aroma: De zouten, pikante, aromatische en scherpe afsmaak is typisch voor de schimmelcultuur Penicillium roqueforti.

Aanbiedingsvorm: In de vorm van de hierboven vermelde wielen van ongeveer 2,8 kg, in halve wielen van ongeveer 1,2 kg en in porties van 115 tot 220 g.

Fysische en chemische vereisten

gehalte aan droge stof: 52 %;

toegestane afwijking naar beneden: – 1;

afwijkingen naar boven worden niet als tekortkomingen beschouwd;

vetgehalte in de droge stof: 50 %;

toegestane afwijkingsmarge: 50 % tot < 55 %;

zoutgehalte: 3-5,5 %.

Microbiologische eigenschappen: De kaas bevat culturen van de schimmel Penicillium roqueforti PY of PV, CB of PR1 (tot PR4). Bovendien voldoet de kaas op het gebied van microbiologische vereisten aan de standaardcriteria voor voedselveiligheid en hygiëne van het productieproces.

Verpakking: De verpakking moet schoon en intact zijn, het product volledig bedekken en de voorgeschreven vermeldingen bevatten.

4.3.   Geografisch gebied: De streek in Zuid-Bohemen binnen de grenzen die zijn vastgesteld bij de laatste versie van Besluit nr. 36/1960 inzake de territoriale verdeling van het grondgebied.

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Naast de standaardcontroles ondergaat elke tank geleverde melk een controle om na te gaan of geen resten van schimmelwerende producten in de tank aanwezig zijn. De individuele partijen worden tijdens het volledige rijpings- en verpakkingsproces gemarkeerd. Op elke partij worden gedurende het volledige proces laboratoriumtests uitgevoerd, beginnend met de melk tot de kaas die aan de distributeur wordt geleverd. Alle tests worden nauwkeurig gedocumenteerd.

Bovendien wordt een centraal register van de melkleveranciers en de kopers van de eindproducten bijgehouden.

Alle grondstoffen die in het productieproces worden gebruikt, moeten overeenstemmen met de specificaties van de betrokken producent (leverancier). Deze specificaties worden bijgewerkt. De leveranciers van de grondstoffen moeten aan de producent twee verklaringen overleggen waarin respectievelijk staat dat de grondstoffen geen genetisch gemodificeerde organismen bevatten en welke allergenen erin aanwezig zijn.

De gebruikte verpakking is geschikt voor contact met levensmiddelen.

De productie van „Jihočeská Niva” vindt plaats overeenkomstig het HACCP-systeem en wordt gecontroleerd aan de hand van de regeling die is vastgesteld in de richtsnoeren inzake goede hygiënische productiemethoden. Alle uitgevoerde tests worden gedocumenteerd (in laboratoriumlogboeken, technische dossiers, elektronische LAB-systeemregisters en testregisters).

Het eindproduct moet voldoen aan de desbetreffende hygiënenormen.

De controleautoriteit, de voor Zuid-Bohemen bevoegde Krajská veterinární správa (de regionale veterinaire dienst), oefent permanent toezicht uit op alle productieactiviteiten en op de naleving van de specificaties.

Naast andere gegevens wordt informatie over de producent (naam en adres van het bedrijf) op de verpakking aangegeven.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De verwerkte melk met een vetgehalte van 3,45 % wordt in de kaasmachine gegoten, waarna culturen worden toegevoegd die algemeen worden gebruikt voor een goede verzuring in het hele productie- en rijpingsproces. De typische smaak van „Jihočeská Niva” is afkomstig van de reeds tientallen jaren in de voedingsindustrie gebruikte schimmelcultuur Penicillium roqueforti (zie punt 4.2). Wanneer de melk na toevoeging van het stremsel gecoaguleerd is, wordt de gestremde massa in wielvormige vormen gegoten. De volgende fasen zijn het uitlekken van de wei en de ontwikkeling van de microfloracultuur bij een beperkte temperatuur. De kaas wordt in twee fasen gepekeld: eerst in een zoutwaterpekel en vervolgens door inwrijven met grofkorrelig zout. Vroeger vond de rijping plaats in uit de kalkrots gehouwen rijpingskelders. Vanwege de toenemende productie van dit soort kaas werden in 2005 rijpingskelders gebouwd die zijn uitgerust met lucht-, temperatuur- en vochtigheidsregeling. De kaas moet ten minste vier weken in deze kelders rijpen. De korst van de gerijpte kaas wordt gewassen of geschraapt, waarna de kaas in aluminiumfolie of een speciaal zuurstofdoorlatend materiaal wordt verpakt. Een deel van de productie wordt in porties verdeeld en in plastic emmers met een bedrukt plastic deksel verpakt. De verpakking moet intact, schoon en correct gemarkeerd zijn.

Vanwege zijn biotechnologische eigenschappen moet de kaas onmiddellijk in het productiebedrijf worden verpakt. Dit is ook nodig om de kaas kwalitatief goed, hygiënisch en schoon te houden, te voorkomen dat hij wordt verward met kaas uit een andere regio, en, niet in het minst, om hem beter te kunnen traceren.

4.6.   Verband: Deze kaas wordt reeds sinds 1951 op steeds dezelfde wijze geproduceerd in het bedrijf Český Krumlov. De kaas ontleent zijn naam aan de Zuid-Boheemse weiden en het grasland van Šumava, één van de minst verontreinigde regio's in het land en leverancier van de belangrijkste grondstof voor de kaas, de koemelk. Deze weiden liggen in de beschermde gebieden Novohradské Hory, Blanský les en Šumava en geven met hun unieke flora een lekkere smaak aan de melk.

De flora is niet alleen typisch voor de streek, maar ook zeer gevarieerd: een groot aantal soorten kortstengelige planten (nardu, zwenkgras, enz.) komen voor naast zeldzame soorten die kenmerkend zijn voor de regio. Een andere bijzondere endemische plant is Phyteuma nigrum. Voorts vindt men er Gentiana pannonica, Ligusticum mutellina, Arnica montana, Gentianella praecox subsp. Bohemica en sommige soorten terrestrische orchideeën, om er maar enkele te noemen.

De milieuomstandigheden in dit gevarieerde, woeste gebied zijn zeer zuiver, vooral in de regio Český Krumlov en de heuvels van Šumava (in 1990 door de UNESCO uitgeroepen tot biosfeerreservaat). Dat de natuur in Zuid-Bohemen uitermate waardevol is, wordt bewezen door de talrijke landschappen die als officieel beschermd gebied zijn ingedeeld en waarvan er twee onder de bescherming van de UNESCO vallen.

Vanzelfsprekend is ook dat de expertise die de plaatselijke bevolking in de productie van deze blauwe kaas heeft opgedaan en van generatie aan generatie heeft doorgegeven, bepalend is geweest voor de kwaliteit en de kenmerken van „Jihočeská Niva”.

Deze kaas geniet een zeer goed reputatie, zowel bij de gewone Tsjech als bij de industriële zuivelspecialist. Op nationale kaasbeurzen deelde de vakjury „Jihočeská Niva” steevast in bij de allerbeste schimmelkazen:

1999: tweede plaats;

2000: tweede plaats;

2002: derde plaats;

2004: derde plaats;

2005: eerste plaats;

2007: eerste plaats.

Maar ook de leek slaat „Jihočeská Niva” zeer hoog aan.

Het verkoopvolume bewijst de populariteit van „Jihočeská Niva” bij consumenten van blauwe kaas. De gegevens van de producent geven geen merkbare daling van de verkoop te zien:

2003: 2 341 884 kg verkocht;

2004: 2 256 793 kg verkocht;

2005: 2 386 668 kg verkocht;

2006: 2 568 764 kg verkocht.

Het verkoopvolume wijst op een stabiele populariteit van dit product bij consumenten uit heel Tsjechië.

Niet voor niets wordt „Jihočeská Niva” in een korte reclamefilm over Zuid-Bohemen opgevoerd als één van de typische plaatselijke producten.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Krajská veterinární správa pro Jihočeský kraj

Adres:

Inspektorát Český Krumlov

Domoradice 126

CZ-381 25 Český Krumlov

Tel.

(420) 380 711 333, (420) 380 711 941

Fax

(420) 380 711 759

E-mail:

insp.cesky-krumlov.kvsc@svscr.cz

4.8.   Etikettering: —


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


21.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 278/17


Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 278/08)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen het wijzigingsverzoek. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9 en artikel 17, lid 2

„LAGUIOLE”

EG-nummer: FR/PDO/117/0120/18.02.2004

BOB ( X ) BGA ( )

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Image

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Image

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Image

Verband

Image

Etikettering

Image

Nationale eisen

Image

Andere [om aan de geven]

2.   Aard van de wijziging(en)

Image

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Image

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Image

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en)

Geografisch gebied

Uitbreiding van het geografisch gebied met drie gemeenten van het departement Cantal: Fridefont, Maurines en Saint-Martial, die voldoen aan de voor deze benaming gedefinieerde natuurlijke en menselijke criteria.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

De werkwijze voor het verkrijgen van het product wordt met volgende paragrafen aangevuld:

 

„Het concentreren van de melk door de gedeeltelijke verwijdering vóór de stremming van het waterige gedeelte is verboden.”

 

„Naast de als grondstof gebruikte melk zijn de enige ingrediënten, technische hulpmiddelen of additieven die aan de melk mogen worden toegevoegd of die tijdens de bereiding mogen worden gebruikt: leb, onschadelijke culturen van bacteriën, gist en schimmels en zout.”

 

„Het is verboden de als grondstof gebruikte melk, producten in bereiding, wrongel en verse kaas onder het vriespunt te bewaren.”

 

„Het is verboden verse en rijpende kazen onder gemodificeerde atmosfeer te bewaren.”

Er bestaat een algemene reglementering voor bewerkingen van en additieven voor kazen.

Er is evenwel geconstateerd dat nieuwe technieken, waarvan er een aantal op bewerkingen en additieven betrekking hebben, zoals microfiltratie, gedeeltelijke concentratie van melk of rijpingsenzymen, gevolgen kunnen hebben voor de kenmerken van kazen met een oorsprongsbenaming. Sommige enzymatische additieven lijken immers afbeuk te doen aan de essentiële kenmerken van producten met een BOB.

Het is derhalve noodzakelijk gebleken in het productdossier inzake oorsprongsbenamingen onder de rubriek „Werkwijze voor het verkrijgen van het product” de huidige werkwijzen inzake het gebruik van behandelingen en additieven bij melk en bij de bereiding van kazen te preciseren om te vermijden dat toekomstige niet-gereglementeerde werkwijzen afbreuk doen aan de kenmerken van kazen met een oorsprongsbenaming.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„LAGUIOLE”

EG-nummer: FR/PDO/117/0120/18.02.2004

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Institut National de l'origine et de la qualité (INAO)

Adres:

51, rue Anjou

F-75008 Paris

Tel.

(33) 153 89 80 00

Fax

(33) 153 89 80 60

E-mail:

info@inao.gouv.fr

2.   Groepering die de aanvraag indient:

Naam:

Syndicat de Défense et de Promotion du fromage de Laguiole

Adres:

Coopérative fromagère Jeune Montagne

Route de Saint Flour

F-12210 Laguiole

Tel.

(33) 565 44 35 54

Fax

(33) 565 44 47 57

E-mail:

coop.jm@wanadoo.fr

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.3 — Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Laguiole”.

4.2.   Beschrijving: Kaas van koemelk, met geperst, niet-gekookt zuivel en met een dikke gedroogde en geborstelde korst; cilindervormig met een diameter van 30 tot 40 cm, 40 cm hoog en met een gewicht van 25 tot 50 kilogrammen, minstens 45 % vetgehalte na volledige droging en minstens 58 % droge stof.

Het zuivel van de kaas is geel en zijn witachtige en oranje korst wordt amberbruin tijdens de rijping.

De verkoop van „geraspte Laguiole” is verboden.

Als de kaas voorverpakt wordt verkocht, moeten de stukken gedeeltelijk bedekt zijn met de korst die kenmerkend is voor de benaming.

4.3.   Geografisch gebied: Een zestigtal gemeenten op het plateau van Aubrac, aan de grens tussen de departementen Aveyron, Cantal en Lozère.

Departement Aveyron

Arrondissement Rodez:

kanton Entraygues-sur-Truyère: de gemeenten Entraygues-sur-Truyère (rechteroever van de Lot en linkeroever van de Truyère, stroomopwaarts van de plaats waar Lot en Truyère samenvloeien);

kanton Espalion: de gemeenten Castelnau-de-Mandailles, Le Cayrol, Espalion (rechteroever van de Lot), Saint-Côme-d'Olt (rechteroever van de Lot);

kanton Estaing: de gemeenten Coubisou, Estaing, Le Nayrac;

kanton Laguiole; kanton Saint-Amans-des-Cots; kanton Saint-Chély-d'Aubrac;

kanton Saint-Geniez-d'Olt: de gemeenten Aurelle-Verlac, Pomayrols, Prades-d'Aubrac, Sainte-Euladie-d'Olt (rechteroever van de Lot), Saint-Geniez-d'Olt (rechteroever van de Lot);

kanton Sainte-Geneviève-sur-Argence.

Arrondissement Millau:

kanton Campagnac: Saint-Laurent-d'Olt (rechteroever van de Lot).

Departement Cantal

Kanton Chaudes-Aigues: de gemeenten Anterrieux, Chaudes-Aigues, Deux-Verges, Espinasse, Fridefont, Jabrun, Lieutadès, Maurines, Saint-Martial, Saint-Rémy-de-Chaudes-Aigues, Saint-Urcize, La Trinitat.

Departement Lozère

Arrondissement Mende:

kanton Aumont-Aubra: de gemeenten Aumont-Aubrac, La Chaze-de-Peyre, Fau-de-Peyre, Sainte-Colombe-de-Peyre;

kanton Fournels: de gemeenten Brion, Chauchailles, Fournels, La Fage-Montivernoux, Noalhac, Saint-Laurent-de-Veyrès, Termes;

kanton Marvejols: de gemeente Saint-Laurent-de-Muret;

kanton Nasbinals;

kanton Saint-Chély-d'Apcher: de gemeenten La Fage-Saint-Julien, Les Bessons;

kanton Saint-Germain-du-Teil: de gemeenten Les Hermaux, Les Salces, Trélans, Saint-Germain-du-Teil, Saint-Pierre-de-Nogaret;

kanton La Canourgue: Canilhac (rechteroever van de Lot), Banassac (rechteroever van de Lot).

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Elke marktdeelnemer moet bij de diensten van het INAO worden geregistreerd aan de hand van een „bekwaamheidsverklaring” waarmee alle marktdeelnemers kunnen worden geïdentificeerd. De marktdeelnemers moeten voor het INAO niet alleen registers bijhouden, maar ook alle documenten die nodig zijn om de oorsprong, de kwaliteit en de productievoorwaarden van de melk en de kaas te controleren.

De kwaliteit en de typische kenmerken van een product met een oorsprongsbenaming worden gecontroleerd aan de hand van een analytisch en organoleptisch onderzoek.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De melkproductie, de productie en de rijping van de kazen moeten plaatsvinden in het geografisch gebied.

De melk moet afkomstig zijn van koeien van de rassen Simmental of Aubrac.

De koeien krijgen voer dat, behoudens slechte weersomstandigheden, in het geografisch gebied is geproduceerd, namelijk: in de zomer gras waarop het vee gedurende ten minste 120 dagen wordt geweid, in de winter ten minste 30 % hooi en voorgedroogd ingekuild gras; het voer van de melkkoeien mag geen ingekuilde maïs bevatten.

Op het bedrijf mag de melkproductie per koe niet meer bedragen dan 6 000 literen per jaar;

Naast de als grondstof gebruikte melk zijn de enige ingrediënten, technische hulpmiddelen of additieven die aan de melk mogen worden toegevoegd of die tijdens de bereiding mogen worden gebruikt: leb, onschadelijke culturen van bacteriën, gist en schimmels en zout.

De kaas wordt uitsluitend op basis van rauwe, volle koemelk bereid. De toevoeging van stremsel gebeurt uiterlijk 48 uur na de eerste melkbeurt bij een temperatuur tussen 30 °C en 35 °C. Voor de eerste rijping wordt de wrongel gebroken en uitgeperst. Hij moet minstens vijf keer worden omgedraaid. Vervolgens wordt de wrongel een tweede keer gemalen, in de massa gezouten, in een vorm gegoten en een tweede keer lang en alsmaar harder uitgeperst. Rijping in koude (6 °C tot 12 °C) en vochtige kelders gedurende ten minste vier maanden.

4.6.   Verband: In deze streek werd al in de vierde eeuw kaas geproduceerd. Vanaf de twaalfde eeuw zorgden de abdijen van Aubrac en Bonneval voor de kaasproductie om met de 's zomers geproduceerde melk de pelgrims in de winter van voedsel te kunnen voorzien. De landbouwers uit de streek volgden hun voorbeeld. Naar het voorbeeld van zijn land van oorsprong, roept de kaas herinneringen op aan een van de stenen die de pijlers vormen van de romaanse kerken in het Centraal Massief; net als zij getuigt hij van de passie van de mensen op weg naar Santiago de Compostela. In 1897 verenigden de landbouwers in de bergen zich in een verkoopsgroepering (Syndicat de vente), die in 1939 werd omgedoopt tot een belangengroepering (Syndicat de défense). In 1961 kwam de benaming tot stand.

De regio Aubrac vertoont erg uitgesproken kenmerken (bodemtype en grillig klimaat, grote hoogte en reliëf dat voor natuurlijke begrenzing zorgt). De rijke, aromatische en overvloedige flora in de streek dragen bij tot de volheid en de smaak van de melk. De technieken en de knowhow van de producenten in het verleden bleven ongewijzigd, waardoor de traditionele productie is bewaard, met name de trage en zorgvuldige rijping in koude en vochtige kelders.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Institut National de l'origine et de la qualité (INAO)

Adres:

51, rue Anjou

F-75008 Paris

Tel.

(33) 153 89 80 00

Fax

(33) 153 89 80 60

E-mail:

info@inao.gouv.fr

Het Institut National des Appellations d'Origine is een openbare instelling van bestuurlijke aard met rechtspersoonlijkheid, die onder toezicht staat van het ministerie van Landbouw.

Het INAO is verantwoordelijk voor de controle van de productievoorwaarden van de producten die aanspraak maken op de oorsprongsbenaming.

Als de grenzen van het productiegebied of een van deze productievoorwaarden niet in acht worden genomen, is het gebruik van de oorsprongsbenaming, onder welke vorm of met welk doel dan ook, verboden.

Naam:

Direction Générale de la Concurrence, de la Consommation et de la Répression des Fraudes (DGCCRF)

Adres:

59, Boulevard Vincent Auriol

F-75703 Paris Cedex 13

Tel.

(33) 144 87 17 17

Fax

(33) 144 97 30 37

E-mail:

C3@dgccrf.finances.gouv.fr

Het DGCCRF is een dienst van het ministerie van Economie, Financiën en Industrie.

4.8.   Etikettering: Naast de naam van de benaming en de vermelding „Appellation d'Origine”, die in letters moeten worden geschreven waarvan de afmetingen minstens twee derde bedragen van de grootste letters op het etiket, moet op het etiket van de kazen die recht hebben op de oorsprongsbenaming een logo zijn afgebeeld met de afkorting INAO, de vermelding „Appellation d'Origine Contrôlée” en de naam van de benaming. Als dit logo wordt aangebracht met een stempelkussen, dan moet het minstens twee keer op de omtrek van elke kaas komen te staan.

De vermeldingen „buron” en „fermier” zijn onder bepaalde voorwaarden toegestaan.

De kaas is ook herkenbaar aan een op de kaas aangebrachte afdruk in reliëf waarop de stier van Laguiole en het woord „Laguiole” zijn afgebeeld.

De etikettering mag worden vervangen door directe opdruk op de korst van de kaas.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.