ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 268

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

50e jaargang
10 november 2007


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 268/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4755 — Bayerische Landesbank/Hypo Alpe-Adria-Bank International) ( 1 )

1

2007/C 268/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4754 — Mondadori/Sanoma/JV) ( 1 )

1

2007/C 268/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4913 — Euraleo/Capitoloquattro/Sirti) ( 1 )

2

2007/C 268/04

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4684 — AIG/ORCO/Hospitality Invest) ( 1 )

2

2007/C 268/05

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4866 — Arques/Actebis) ( 1 )

3

2007/C 268/06

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4858 — Oaktree/Conbipel) ( 1 )

3

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 268/07

Wisselkoersen van de euro

4

2007/C 268/08

Benoeming van de leden van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij en vaststelling van een reservelijst

5

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2007/C 268/09

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

8

2007/C 268/10

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

13

 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2007/C 268/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4853 — PPG/SigmaKalon) ( 1 )

20

2007/C 268/12

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4943 — Groupe Norbert Dentressangle/Christian Salvesen) — Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure ( 1 )

21

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2007/C 268/13

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

22

2007/C 268/14

Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

28

2007/C 268/15

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

33

2007/C 268/16

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

36

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4755 — Bayerische Landesbank/Hypo Alpe-Adria-Bank International)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/01)

Op 5 september 2007 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32007M4755. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4754 — Mondadori/Sanoma/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/02)

Op 31 oktober 2007 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32007M4754. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4913 — Euraleo/Capitoloquattro/Sirti)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/03)

Op 30 oktober 2007 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32007M4913. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/2


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4684 — AIG/ORCO/Hospitality Invest)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/04)

Op 10 oktober 2007 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32007M4684. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4866 — Arques/Actebis)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/05)

Op 27 september 2007 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Duits en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32007M4866. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/3


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4858 — Oaktree/Conbipel)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/06)

Op 30 oktober 2007 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32007M4858. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/4


Wisselkoersen van de euro (1)

9 november 2007

(2007/C 268/07)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4683

JPY

Japanse yen

163,22

DKK

Deense kroon

7,4538

GBP

Pond sterling

0,70040

SEK

Zweedse kroon

9,2908

CHF

Zwitserse frank

1,6483

ISK

IJslandse kroon

88,31

NOK

Noorse kroon

7,8115

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5842

CZK

Tsjechische koruna

26,730

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

253,71

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7018

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,6365

RON

Roemeense leu

3,4122

SKK

Slowaakse koruna

33,144

TRY

Turkse lira

1,7536

AUD

Australische dollar

1,5993

CAD

Canadese dollar

1,3790

HKD

Hongkongse dollar

11,4198

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9056

SGD

Singaporese dollar

2,1171

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 331,45

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,6572

CNY

Chinese yuan renminbi

10,8813

HRK

Kroatische kuna

7,3385

IDR

Indonesische roepia

13 398,24

MYR

Maleisische ringgit

4,8726

PHP

Filipijnse peso

62,961

RUB

Russische roebel

35,9140

THB

Thaise baht

46,316


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/5


Benoeming van de leden van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij en vaststelling van een reservelijst

(2007/C 268/08)

Overeenkomstig artikel 3, lid 1, artikel 4, lid 1, en artikel 6, lid 1, van Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van een Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (1), heeft de Commissie besloten de in tabel 1 opgenomen personen met ingang van 1 november 2007 als leden van dit comité te benoemen.

Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Besluit 2005/629/EG wordt de in tabel 2 opgenomen reservelijst vastgesteld van kandidaten ter vervanging van leden die het WTECV verlaten overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Besluit 2005/629/EG.

Tabel 1

Lijst van wetenschappers die als lid van het WTECV worden benoemd

Lid

Instituut

1.

Abella J. Alvaro

Agenzia Regionale per la Protezione Ambientale della Toscana (ARPAT) — Risorse Ittiche e Biodiversità Marina

2.

Andersen Jesper Levring

Institute of Food and Resource Economics (FOI), Fisheries Economics and Management

3.

Bailey Nicholas

Fisheries Research Services Marine Laboratory, Aberdeen

4.

Balguerias Eduardo

Instituto Español de Oceanografía, Centro Oceanográfico de Canarias

5.

Cardinale Massimiliano

Fiskeriverket, Havsfiskelaboratoriet — Swedish Board of Fisheries, Institute of Marine Research

6.

Casey John

CEFAS Lowestoft, Fisheries Laboratory

7.

Curtis Hazel Clare

Seafish

8.

Daures Fabienne

IFREMER, Département d'Économie

9.

Di Natale Antonio

Aquastudio

10.

Didier Gascuel

Pôle Halieutique — Agrocampus Rennes — Unit «Study methods of fisheries system»

11.

Dobby Helen

Fisheries Research Services Marine Laboratory, Aberdeen

12.

Doring Ralf

University of Greifswald, Institute for sustainable development of landscapes of the earth — Botanical Institute

13.

Evelina Sabatella Carmen

IREPA Onlus, Istituto Ricerche Economiche per la Pesca e l'Acquacoltura

14.

Figueiredo da Silva Rosa Ivone Maria Ribeiro

IPIMAR

15.

Graham Norman

Irish Marine Institute — Fisheries Science Service

16.

Guillen Jordi Garcia

GEM, Universidad de Barcelona Facultad Económicas

17.

Gustavsson Tore Karl-Erik

Fiskeriverket, National Board of Fisheries

18.

Hatcher Aaron

University of Portsmouth, Centre for the Economics and Management of Aquatic Resources (CEMARE), Department of Economics

19.

Hoof Luc van

Wageningen IMARES — Netherlands Institute for Fisheries Research — Institute for Marine Resources and Ecosystem

20.

Kirkegaard Eskild

Fiskeriundersøgelser (DFU) — Danish Institute of Fisheries Research (DIFRES)

21.

Kraak Sarah

Wageningen IMARES — Netherlands Institute for Fisheries Research — Institute for Marine Resources and Ecosystem

22.

Kuikka Sakari

Finnish Game and Fisheries Research Institute

23.

Martin Paloma

CSIC Instituto de Ciencias del Mar

24.

Oostenbrugge Hans van

Landbouw Economisch Instituut — LEI, Fisheries Section

25.

Parkes Graeme

MRAG Marine Resources Assessment Group

26.

Polet Hans

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Zeevisserij — CLO Sea Fisheries Department

27.

Prellezzo Raul Iguaran

AZTI — Tecnalia/Unidad de Investigación Marina

28.

Ratz Hans-Joachim

Bundesforschungsanstalt für Fischerei — Institut für Seefischerei

29.

Σωμαράκης Στυλιανός (Somarakis Stylianos)

Τμήμα Βιολογίας, Πανεπιστήμιο Κρήτης (Department of Biology, University of Crete)

30.

Stransky Christoph

Bundesforschungsanstalt für Fischerei — Institut für Seefischerei

31.

Vanhee Willy

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Zeevisserij — CLO Sea Fisheries Department

32.

Virtanen Jarno

Finnish Game and Fisheries Research Institute

Tabel 2

Reservelijst van wetenschappers ter vervanging van de WTECV-deskundigen

Kandidaat

Instituut

1.

Adrian D. Rijnsdorp

Wageningen IMARES — Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

2.

Agnew David

MRAG Marine Resources Assessment Group

3.

Anderson John

Sea Fish Industry Authority

4.

Ardizzone Giandomenico

Dipartimento Biologia Animale e dell'Uomo — Università di Roma «La Sapienza»

5.

Arneri Enrico

Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR) — Istituto di Scienze Marine (ISMAR) — Sezione Pesca Marittima, Ancona

6.

Arrizabalaga Haritz

AZTI — Tecnalia/Unidad de Investigación Marina

7.

Aurizennea Hilario Murua

AZTI — Tecnalia/Marine Resources Division

8.

Baro Jorge Dominguez

Instituto Español de Oceanografía (IEO) — Centre Oceanográfico de Murcia

9.

Beddington John

MRAG Marine Resources Assessment Group

10.

Bertignac Michel

Ifremer Laboratoire Ressources Halieutiques de Lorient

11.

Bianchini Marco

Consiglio Nazionale delle Ricerche — Istituto Biologia Agroambientale e Forestale

12.

Cindy Van Damme

Wageningen IMARES — Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

13.

Clarke Elizabeth Diane

Fisheries Research Services Marine Laboratory, Aberdeen

14.

Clarke Maurice

Irish Marine Institute, Fisheries Science Service

15.

Farina Perez Antonio Celso

Instituto Español de Oceanografía, Centro Oceanográfico A Coruña

16.

Gårdmark Anna

Fiskeriverket — Kustlaboratoriet, Swedish Board of Fisheries — Institute of Coastal Research

17.

Grohsler Tomas

Federal Research Centre for Fisheries Research, Institute for Baltic Sea Fisheries

18.

Heessen Henk

Wageningen IMARES — Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

19.

Jensen Sverdrup Sten

Institute for Fisheries Management & Coastal Community Development

20.

Jos G.P. Smit

LEI-DLO, Agricultural Economics Research Institute

21.

Keatinge Michael

Bord Iascaigh Mhara — Irish Sea Fisheries Board

22.

Kjærsgaard Jens

Danish Research Institute of Food Economics, Fisheries Economics and Management Division

23.

Κουτράκης Εμμανουήλ (Koutrakis Emmanouil)

Ινστιτούτο Αλιευτικών Ερευνών — Εθνικό Ίδρυμα Αγροτικής Έρευνας (ΕΘ.Ι.ΑΓ.Ε.) (Fisheries Research Institute National Agricultural Research Foundation)

24.

Le Pape Olivier

Pôle Halieutique — Agrocampus Rennes — Unit «Study methods of fisheries system»

25.

Lopez Abellan Luis José

Instituto Español de Oceanografía (IEO) — Centro Oceanográfico de las Canarias

26.

Lorance Pascal

IFREMER — Département Écologie et Modèles pour l'Halieutique

27.

Malvarosa Loretta

IREPA Onlus, Istituto Ricerche Economiche per la Pesca e l'Acquacoltura

28.

Marchal Paul

IFREMER Département Halieutique de Manche Mer du Nord

29.

Massuti Sureda Enric

Instituto Español de Oceanografía (IEO) — Centro Oceanográfico de los Baleares

30.

O'Neill Finbar Gerard

Fisheries Research Services Marine Laboratory, Aberdeen

31.

Πετράκης Γεώργιος (Petrakis George)

Ελληνικό Κέντρο Θαλασσίων Ερευνών (ΕΛ.ΚΕ.Θ.Ε.) — Ινστιτούτο Θαλασσίων Βιολογικών Πόρων (ΙΘΒΠ) (Hellenic National Centre for Marine Research — Institute of Marine Biological Resources)

32.

Piet Gerjan

Wageningen IMARES — Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

33.

Placenti Vincenzo

ARGO

34.

Quincoces Inaki Abad

AZTI — Tecnalia/Marine Resources Division

35.

Sala Antonello

Consiglio Nazionale delle Ricerche (CNR) — Istituto di Scienze Marine (ISMAR) — Sezione Pesca Marittima, Ancona

36.

Ulrich-Rescan Clara

Danmarks Fiskeriundersøgelser (DFU)/Danish Institute of Fisheries Research (DIFRES)

37.

Ungaro Nicola

ARPA Puglia — Agenzia Regionale Protezione Ambiente (Regional Agency for the Environmental Protection)

38.

Wilson Douglas Clyde

Institute for Fisheries Management and Coastal Community Development North Sea Centre

39.

Wright John Peter

Fisheries Research Services Marine Laboratory, Aberdeen


(1)  PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18. Gerectificeerd in PB L 316 van 2.12.2005, blz. 23.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/8


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2007/C 268/09)

Nummer van de steun: XA 146/07

Lidstaat: Frankrijk

Regio: Département de la Vendée

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: «Fonds pour les manifestations agricoles ou agroalimentaires»: aides pluriannuelles en faveur de l'agriculture vendéenne au travers de soutiens aux manifestations agricoles ou agroalimentaires (assistance technique: promotion)

Rechtsgrond: Article L.1511-5 du Code général des collectivités territoriales

Convention cadre en cours entre l'État et le département de la Vendée

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 150 000 EUR per jaar.

Maximale steunintensiteit: Het „Fonds pour les manifestations agricoles ou agroalimentaires” (Evenementenfonds voor de landbouw- en de voedingsmiddelensector) verstrekt subsidies die op de omvang en geografische uitstraling van de evenementen zijn gebaseerd. De uitgaven die in aanmerking komen, moeten op ten minste 1 520 EUR zijn begroot en de subsidies bedragen maximaal:

750 EUR voor wedstrijden en evenementen;

4 500 EUR voor beurzen en tentoonstellingen;

9 000 EUR voor zeer grote beurzen (salons).

Er zal in alle gevallen met de reële uitgaven rekening worden gehouden: de uitgaven die het rechtstreekse gevolg zijn van de organisatie van of deelname aan evenementen, de werkelijke logistieke uitgaven zoals de aankoop en de huur van tentoonstellingmateriaal of de inrichting van de presentatiestands.

Het steunbedrag mag niet groter zijn dan 80 % van de uitgaven en kan naar verhouding worden herzien indien andere openbare instellingen eveneens aan de financiering van een actie bijdragen.

Datum van tenuitvoerlegging: Vanaf de ontvangst van het ontvangstbewijs van de Commissie.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Vijf jaar, met ingang van de datum van ontvangst van het bewijs dat de Commissie deze beknopte informatie heeft ontvangen.

Doelstelling van de steun: Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 komen de volgende werkzaamheden voor financiering in aanmerking: promotiecampagnes, de organisatie van of deelname aan beurzen en tentoonstellingen, pr-acties, enquêtes en marktonderzoeken.

De regeling heeft ten doel de organisatie van evenementen in de landbouw- of voedingsmiddelensector te ondersteunen met als doel de productie van lokale kwaliteitsproducten aan te moedigen en te bevorderen.

Het „Fonds pour les manifestations agricoles ou agroalimentaires” zal steun verlenen aan landbouwersgroeperingen, fokkers- en producentenverenigingen die producten uit de landbouw van de Vendée voortbrengen, en de steun zal bestemd zijn voor acties waarbij slechts de producten van het MKB betrokken zijn. Met dit voorbehoud wordt de steun zonder enige vorm van discriminatie en onder gelijke voorwaarden aangeboden aan alle belanghebbenden.

Alle steun wordt verleend in natura, in de vorm van gesubsidieerde dienstverlening. Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 met betrekking tot de van de aanmeldingsplicht vrijgestelde steun in de landbouwsector zal geen enkele begunstigde rechtstreekse geldelijke betalingen ontvangen.

De uitgaven die niet voor steunverlening in aanmerking komen, zijn de uitgaven voor proeverijen en voor het gratis verdelen van monsters, alsmede de uitgaven voor acties die op verkooppunten worden gevoerd of die in het algemeen tot de reclameacties gerekend moeten worden in de zin van punt 152 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector voor de periode 2007-2013.

Betrokken economische sector(en): De gehele landbouw- en voedingsmiddelensector voor zover het het MKB betreft in de zin van het communautaire recht.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Conseil Général de la Vendée

Direction de l'Environnement et de l'Aménagement

Service de l'Agriculture et de la Pêche

40, rue Maréchal Foch

F-85923 La Roche sur Yon Cedex 9

Website: www.vendee.fr (algemene site van het departement).

Rubriek: www.vendee.fr/conseil-general

Subrubriek: www.vendee.fr/conseil-general/guide-subventions

De beschrijving wordt gepubliceerd na registratie van deze beknopte informatie door de Europese Commissie.

Overige informatie: —

Nummer van de steun: XA 147/07

Lidstaat: Italië

Regio: Sardegna

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Misura n. 323 del PSR 2006/2013 «Tutela e riqualificazione del patrimonio rurale»

Azione 3 «Conservazione e recupero degli elementi architettonici tipici del paesaggio rurale della Sardegna»

Azione 4 «Riqualificazione delle strutture e del contesto paesaggistico nelle aziende agricole»

Rechtsgrond: Regolamento (CE) n. 1698/2005 del Consiglio, del 20 settembre 2005, sul sostegno allo sviluppo rurale da parte del Fondo europeo agricolo per lo sviluppo rurale (FEASR), articolo 57

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 10 miljoen EUR met ingang van 2009.

Maximale steunintensiteit: 75 % van de subsidiabele uitgaven (artikel 5 van de Verordening).

Datum van tenuitvoerlegging: Na ontvangst van de mededeling van de Europese Commissie.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: 1.1.2009-31.12.2013.

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB.

Betrokken economische sector(en): Landbouwproductie.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Regione autonoma della Sardegna

Assessorato dell'Agricoltura e riforma agropastorale

Via Pessagno, 4

I-09125 Cagliari

Website: http://intranet.sardegnaagricoltura.it/documenti/misura323/

Nadere gegevens mbt de toegang: gebruiker: intrasaa — paswoord: agripass.

Overige informatie: —

Alfonso Orefice

Directeur-generaal

Nummer van de steun: XA 148/07

Lidstaat: Litouwen

Regio: —

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Techninės paramos teikimas žemės ūkio sektoriuje

Rechtsgrond: Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministro 2007 m. gegužės 16 d. įsakymas Nr. 3D-237 „Dėl žemės ūkio veiklos subjektų lavinimo ir mokymo, mokslo žinių sklaidos, žemės ūkio parodų, mugių, žemės ūkio konkursų organizavimo finansavimo taisyklių patvirtinimo“ (décret ministériel no 3D-237 du 16 mai 2007)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 7 000 000 LTL tegen de officiële koers van de euro (2 027 340 EUR).

Maximale steunintensiteit:

1.

De subsidiabele uitgaven voor onderwijs- en opleidingsprogramma's voor in de landbouw werkzame personen worden als volgt vergoed:

tot 70 % van de subsidiabele uitgaven voor de „basisopleiding landbouwers” voor in de landbouw werkzame personen;

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven voor opleidingen voor het „besturen van TR1 en TR2 tractoren en gemotoriseerde landbouwmachines van de categorie SZ” voor in de landbouw werkzame personen;

tot 90 % van de subsidiabele uitgaven voor de organisatie van conferenties, seminars en opleidingen en voor de bekendmaking van publicaties.

2.

De subsidiabele uitgaven voor de organisatie van en deelname aan wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen worden tot 100 % vergoed.

3.

De subsidiabele uitgaven voor de verspreiding van wetenschappelijke kennis worden tot 90 % vergoed.

4.

De subsidiabele uitgaven voor catalogi, websites en andere publicaties worden tot 90 % vergoed.

Datum van tenuitvoerlegging: 1 juni 2007.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Steun voor het MKB.

Zorgen voor technische ondersteuning in de landbouwsector.

Artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 is van toepassing.

Subsidiabele uitgaven:

1.

Uitgaven voor onderwijs- en opleidingsprogramma's voor in de landbouw werkzame personen (de opleiding van in de landbouw werkzame personen in het kader van de „basisopleiding landbouwers” en de opleidingen voor het „besturen van TR1 en TR2 tractoren en gemotoriseerde landbouwmachines van de categorie SZ”; de organisatie van conferenties en seminars; de organisatie van opleidingen en andere met het beroep verband houdende activiteiten; de bekendmaking van publicaties):

salarissen van onderwijzend personeel, instructeurs, panelleden, examencommissies, organisatoren van evenementen en samenstellers van informatiemateriaal;

uitgaven voor communicatie (telefoon, post, internet);

vervoerkosten;

uitgaven voor dienstreizen;

huur van gebouwen en materiaal;

uitgaven voor uitrusting bij evenementen;

vertaalkosten;

uitgaven voor het verzamelen en samenstellen van informatie- en referentiemateriaal;

uitgaven voor de samenstelling, lay-out en bekendmaking van publicaties;

uitgaven voor de verspreiding van informatie (uitgaven voor de publicatie van materiaal met betrekking tot evenementen en voor de publicatie van de aankondiging, voor berichten in de pers en voor de voorbereiding van informatie voor radio en televisie en de uitzending ervan);

organisatiekosten die rechtstreeks verband houden met de onderwijs- en opleidingprogramma's voor in de landbouw werkzame personen.

2.

Uitgaven voor de organisatie van en deelname aan wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen:

deelnamekosten;

verplaatsingskosten;

publicatiekosten;

huur van het vloeroppervlak;

uitgaven voor symbolische prijzen in het kader van wedstrijden, die tot 250 EUR per prijs en per winnaar kunnen bedragen.

3.

Uitgaven voor de verspreiding van wetenschappelijke kennis, op voorwaarde dat geen specifieke ondernemingen of merken of een specifieke oorsprong worden genoemd (tenzij het producten betreft waarop Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen van toepassing is (PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1) (de organisatie van opleidingen en andere met het beroep verband houdende activiteiten; de bekendmaking van publicaties):

salarissen van onderwijzend personeel, instructeurs, panelleden, examencommissies, organisatoren van evenementen en samenstellers van informatiemateriaal;

uitgaven voor communicatie (telefoon, post, internet);

vervoerkosten;

uitgaven voor dienstreizen;

huur van gebouwen en materiaal;

uitgaven voor uitrusting bij evenementen;

vertaalkosten;

uitgaven voor het verzamelen en samenstellen van informatie- en referentiemateriaal;

uitgaven voor de samenstelling, lay-out en bekendmaking van publicaties;

uitgaven voor de verspreiding van informatie (uitgaven voor de publicatie van materiaal met betrekking tot evenementen en voor de publicatie van de aankondiging, voor berichten in de pers en voor de voorbereiding van informatie voor radio en televisie en de uitzending ervan);

organisatiekosten die rechtstreeks verband houden met de verspreiding van wetenschappelijke kennis.

4.

Uitgaven voor catalogi, websites en andere publicaties die feitelijke gegevens verschaffen over producenten in de betrokken regio of over het betrokken product, op voorwaarde dat deze informatie en de wijze waarop ze wordt verstrekt onpartijdig zijn en alle producenten dezelfde kansen krijgen om in dergelijke publicaties te worden vermeld:

uitgaven voor het samenstellen, de lay-out en de bekendmaking van publicaties;

uitgaven voor het verzamelen en samenstellen van informatie- en referentiemateriaal;

uitgaven voor communicatie (telefoon, post, internet);

vervoerkosten;

uitgaven voor dienstreizen;

vertaalkosten;

publicatiekosten;

organisatiekosten die rechtstreeks verband houden met de bekendmaking van catalogi, websites en andere publicaties.

Betrokken economische sector(en): Primaire productie van landbouwproducten.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministerija

Gedimino pr. 19 (Lelevelio g. 6)

LT-01103 Vilnius

Website: http://www.zum.lt/min/index.cfm?fuseaction=displayHTML&attributes.file=File_66.cfm&langparam=LT

Overige informatie: —

Nummer van de steun: XA 174/07

Lidstaat: Frankrijk

Regio: Al deze maatregelen kunnen worden gefinancierd door alle plaatselijke overheden (regionale en algemene raden), met inbegrip van de overzeese gebieden, die tot dergelijke financiering wensen over te gaan.

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Aides en faveur de la sélection dans le secteur de l'élevage

Rechtsgrond: Le code rural, en particulier le chapitre III du titre V du livre VI

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 15 miljoen EUR, op voorwaarde dat de nodige kredieten worden toegewezen.

Maximale steunintensiteit: Inachtneming van de maxima die zijn vastgesteld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006, m.a.w. maximum 100 % voor punt a), maximum 70 % voor punt b) en maximum 40 % voor punt c) van de acties die onder de rubriek „doelstelling van de steun” zijn beschreven:

Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van de datum van registratie van de beknopte informatie door de Commissie.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: 2007-2013

Doelstelling van de steun: De steun heeft betrekking op de punten a), b), en c), van lid 1, van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006. Hij heeft ten doel de genetische kwaliteit van het runder-, schapen-, geiten- en varkensbestand te verbeteren dankzij programma's voor rasverbetering, aangezien in Frankrijk zeer vele rassen, die in sterk verschillende aantallen vertegenwoordigd zijn, door elkaar worden gefokt:

De investeringssteun die kan worden voorgesteld om op de bedrijven gebruik te maken van innoverende foktechnieken of -methoden zal hoe dan ook op 31 december 2011 worden stopgezet.

In het kader van de drie onderdelen van de vorengenoemde programma's voor rasverbetering zullen de fokkers geen rechtstreekse betalingen ontvangen; organisaties die van de Franse autoriteiten een opdracht voor gesubsidieerde diensten ontvangen en deze diensten verlenen onder de in deze beknopte informatie vermelde voorwaarden, ontvangen de betalingen.

Betrokken economische sector(en): Runder-, schapen-, geiten- en varkensfokkerij.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Ministère de l'Agriculture et de la Pêche, DGPEI

3, rue Barbet de Jouy

F-75349 Paris 07 SP

Office national interprofessionnel de l'élevage et de ses productions

80, avenue des Terroirs de France

F-75607 Paris Cedex 12

Website: http://www.office-elevage.fr/aides-nat/aides-nat.htm

Overige informatie: Indien de plaatselijke overheden steun verlenen ter aanvulling van de steun van het „Office de l'élevage”, dienen zij hierbij dezelfde voorwaarden in acht te nemen als door het „Office de l'élevage” zijn vastgesteld, en dienen zij erop toe te zien dat de toegestane maxima niet worden overschreden.

Nummer van de steun: XA 175/07

Lidstaat: Hongarije

Regio: Het gehele grondgebied van Hongarije

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: A 2007. évben tavaszi fagykárt szenvedett mezőgazdasági termelők hitelhez jutási lehetőségének támogatása

Rechtsgrond:

az Európai Bizottság 1860/2004/EK rendelete (2004. október 6.) az EK-Szerződés 87. és 88. cikkének csekélyösszegű (de minimis) támogatásokra való alkalmazásáról a mezőgazdasági és halászati ágazatban (HL L 325/4., 2004. 10.28.);

2006. évi LXXXVIII. törvény a nemzeti agrár-kárenyhítési rendszerről

A földművelésügyi és vidékfejlesztési miniszter /2007. (…..) FVM rendelete a 2007. évben tavaszi fagykárt szenvedett mezőgazdasági termelők hitelhez jutási lehetőségéről

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Geplande jaarlijkse begroting: 250 miljoen HUF.

Maximale steunintensiteit: De maximale intensiteit van de steun waarmee een deel van de schade wordt vergoed en van de steun in de vorm van leningen met rentesubsidie en met borgstelling bedraagt in totaal 80 % van het inkomensverlies.

Datum van tenuitvoerlegging: Met ingang van juli 2007.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2007.

Doelstelling van de steun: De steun heeft ten doel de landbouwers te vergoeden die in het voorjaar van 2007 ten gevolge van de ongunstige weersomstandigheden vorstschade hebben geleden. De landbouwers hebben een enorm inkomensverlies geleden (de productie ging voor 50 à 100 % verloren). Om dit inkomensverlies te compenseren — en tevens steun te verlenen om de schade te herstellen — kunnen de landbouwers aanspraak maken op leningen met rentesubsidie en met borgstelling.

Toepassing van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

De maximale steunintensiteit (steun om de schade te herstellen, rentesubsidie, borgstelling) bedraagt 80 % van het inkomensverlies.

Betrokken economische sector(en): Plantaardige productie (wijndruiven, fruit).

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Földművelésügyi és Vidékfejlesztési Minisztérium

H-1055 Budapest

Kossuth Lajos tér 11

Website: http://www.fvm.hu/main.php?folderID=1846&articleID=10748&ctag=articlelist&iid=1

Boedapest, 12 juli 2007

Dr. András Máhr

Staatssecretaris


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/13


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2007/C 268/10)

Nummer van de steun: XA 176/07

Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland

Regio: Freistaat Bayern

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Förderung des Einsatzes von Dorfhelferinnen, Betriebshelfern und Melkerhelfern

Rechtsgrond: Bayerisches Agrarwirtschaftsgesetz (BayAgrarWiG) vom 8. Dezember 2006

3 Zuwendungsbescheide an sozial tätige Dienstleistungsunternehmen

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 3,3 miljoen EUR voor de drie dienstverlenende ondernemingen die bedrijfsvervangingsdiensten aanbieden overeenkomstig artikel 15, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Maximale steunintensiteit: Tot 35 %

Datum van tenuitvoerlegging: Jaarlijkse goedkeuring.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Begrotingsjaar 2013.

Doelstelling van de steun: Oplossingen aanreiken voor sociale noodsituaties op bedrijven die zich toeleggen op land- en bosbouw door vaklui ter beschikking te stellen die hulpverlening aan bedrijven, aan dorpen of aan gezinnen als hoofdberoep hebben.

Rechtsgrond voor de steunverlening: artikel 15, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Betrokken economische sector(en): Landbouw en bosbouw: gesubsidieerde dienstverlening.

Referte: Nr. 179 van kaderregeling (2006/C 319/01).

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Bayerisches Staatsministerium für Landwirtschaft und Forsten

Referat B 1

Ludwigstr. 2

D-80539 München

Tel. (49-89) 2182-2222

Website: http://www.servicestelle.bayern.de/bayern_recht/recht_db.html?http://by.juris.de/by/gesamt/AgrarWiG_BY.htm#AgrarWiG_BY_rahmen

http://www.stmlf.bayern.de/agrarpolitik/programme/26373/foerdkath.pdf

http://www.stmlf.bayern.de/agrarpolitik/programme/26373/foerdev.pdf

http://www.stmlf.bayern.de/agrarpolitik/programme/26373/foerdmelk.pdf

Overige informatie: —

Nummer van de steun: XA 177/07

Lidstaat: Slovenië

Regio: Območje občine Dolenjske Toplice

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Ukrepi za ohranjanje in spodbujanje razvoja kmetijstva in podeželja v Občini Dolenjske Toplice za programsko obdobje 2007-2013

Rechtsgrond: Pravilnik o ohranjanju in spodbujanju razvoja kmetijstva in podeželja v Občini Dolenjske Toplice za programsko obdobje 2007-2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De gemiddelde jaarlijkse financiering voor de periode 2007-2013 wordt geraamd op 33 000 EUR.

Maximale steunintensiteit:

1.

Investeringen in bedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden;

tot 40 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de productie van landbouwproducten; meerjarige teelten; de verbetering van landbouw- en weidegrond.

2.

Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

investeringen in niet-productieve erfgoedelementen: tot 100 % van de werkelijke uitgaven;

investeringen in erfgoedelementen die deel uitmaken van de productieve activa: tot 75 % van de werkelijke uitgaven in probleemgebieden en tot 60 % in andere gebieden (bedrijfsgebouwen: graanschuren, droogrekken, bijenkorven, molens, houtzagerijen), op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit;

aanvullende steun mag worden verleend tot 100 % indien hij is bedoeld om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die worden gebruikt om de erfgoedelementen van gebouwen in stand te houden.

3.

Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

overeenkomstig het door de Sloveense overheid voor dit jaar goedgekeurde decreet betreffende de cofinanciering van premies voor verzekeringen van de landbouwproductie, bedraagt het steunpercentage tot 50 % van de subsidiabele uitgaven voor verzekeringspremies.

4.

Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

5.

Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de uitgaven voor marktonderzoek en productontwerp en -design, met inbegrip van de uitgaven voor de voorbereiding van aanvragen voor de erkenning van oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen of specifieke certificeringen, overeenkomstig de desbetreffende communautaire verordeningen;

de kosten voor de invoering van: kwaliteitsborgingsystemen; systemen op basis van risicoanalyse en kritische controlepunten; traceerbaarheidsystemen; systemen ter waarborging van echtheids- en handelsnormen of milieuauditsystemen, inclusief de opleidingskosten.

6.

Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de uitgaven voor: onderwijs en opleiding van landbouwers; adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties, catalogi en websites; de verspreiding van wetenschappelijke kennis.

Datum van tenuitvoerlegging: Juli 2007 (of de dag dat de regels in werking treden).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB.

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven:

Artikel 4: Investeringen in bedrijven die zich toeleggen op primaire productie

Artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen

Artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies

Artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen

Artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten

Artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: akkerbouw en veeteelt.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Občina Dolenjske Toplice, Zdraviliški trg 8, SLO-8350 Dolenjske Toplice

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200765&dhid=90765

Overige informatie: De steun als bijdrage aan premies om oogsten en producten te verzekeren heeft betrekking op de volgende ongunstige weersomstandigheden die als natuurrampen mogen worden beschouwd: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand door blikseminslag, orkanen en overstromingen.

De regels van de gemeente voldoen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeenten te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning van steun, cumulering, doorzichtigheid en controle van steun).

Handtekening van de bevoegde persoon:

Hoofd van het Gemeentebestuur van Dolenjske Toplice

Goran Udovč

Nummer van de steun: XA 178/07

Lidstaat: Slovenië

Regio: Območje občine Tolmin

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Podpore programom razvoja podeželja v občini Tolmin 2007-2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva ter podeželja v občini Tolmin (III. poglavje)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 35 063 EUR

 

2008: 50 000 EUR

 

2009: 55 000 EUR

 

2010: 60 000 EUR

 

2011: 65 000 EUR

 

2012: 70 000 EUR

 

2013: 75 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.

Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden;

tot 40 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden;

indien het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging, mag de steunintensiteit met 10 % worden verhoogd.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van de landbouwbedrijven, de aankoop van uitrusting voor de productie van landbouwproducten, meerjarige teelten en de verbetering van landbouw- en weidegrond.

2.

Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

investeringen in niet-productieve erfgoedelementen: tot 100 % van de werkelijke subsidiabele uitgaven;

investeringen in erfgoedelementen die tevens deel uitmaken van de productieve activa: tot 75 % van de werkelijke uitgaven in probleemgebieden of 60 % in andere gebieden, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit;

aanvullende steun mag worden verleend tot 100 % indien deze steun is bedoeld om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die met het oog op de instandhouding van de erfgoedelementen van landbouwbedrijven worden gebruikt.

3.

Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor: onderwijs en opleiding van landbouwers en werknemers op landbouwbedrijven; adviesdiensten; de organisatie van en deelname aan fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties (catalogi, websites); vervangingsdiensten; partnerschappen tussen bedrijven. De steun moet worden verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten; rechtstreekse geldelijke betalingen aan de producenten zijn niet toegestaan.

Datum van tenuitvoerlegging: Juli 2007 (of de datum waarop de regels in werking treden).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loop af op 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB.

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk III van de regels voor het verlenen van steun voor programma's voor plattelandsontwikkeling in de gemeente Tolmin bevat maatregelen die staatssteun zijn en in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

Artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven

Artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen

Artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: akkerbouw en veeteelt.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Občina Tolmin, Ulica padlih borcev 2, SLO-5220 Tolmin

Website: http://www.obcina.tolmin.si/datoteka/934815ad542a4a7c5e8a2dfa04fea9f5

Overige informatie: De regels van de gemeente voldoen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeenten te nemen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor het toekennen van steun, cumulering, doorzichtigheid en controle van steun).

Handtekening van bevoegde persoon:

Uroš Brežan

Burgemeester

Nummer van de steun: XA 179/07

Lidstaat: Slovenië

Regio: Območje občine Grosuplje

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Dodeljevanje pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Grosuplje za programsko obdobje 2007-2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Grosuplje za programsko obdobje 2007-2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 120 000 EUR

 

2008: 120 000 EUR

 

2009: 135 000 EUR

 

2010: 135 000 EUR

 

2011: 135 000 EUR

 

2012: 135 000 EUR

 

2013: 135 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.

Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % in probleemgebieden;

tot 40 % in andere gebieden.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van landbouwbedrijven, de aankoop van uitrusting voor de productie van landbouwproducten, meerjarige teelten en de verbetering van landbouw- en weidegrond.

2.

Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

investeringen in niet-productieve erfgoedelementen: tot 100 %;

investeringen in erfgoedelementen die tevens deel uitmaken van de productieve activa: tot 60 %, of tot 75 % in probleemgebieden, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit;

aanvullende steun mag worden verleend tot 100 % indien deze aanvullende steun is bedoeld om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die met het oog op de instandhouding van de erfgoedelementen van de gebouwen worden gebruikt.

3.

Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

het steunbedrag van de gemeente is het verschil tussen enerzijds het bedrag dat uit de nationale begroting wordt gecofinancierd en anderzijds het subsidiabele maximumbedrag van 50 % van de verzekeringspremies die worden betaald om planten en dieren te dekken tegen verliezen door ongunstige weersomstandigheden, plagen of ziekten.

4.

Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

5.

Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven in de vorm van gesubsidieerde dienstverlening; rechtstreekse geldelijke betalingen aan de producenten zijn niet toegestaan.

6.

Technische ondersteuning in de landbouwsector

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor: onderwijs en opleiding van landbouwers; door derden verleende advies- en vervangingsdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties, catalogi en websites.

7.

Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven, op voorwaarde dat de verplaatsing in het algemeen belang gewoon bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang de landbouwer modernere installaties oplevert, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — of ten minste 50 % in probleemgebieden — van de waardestijging die de betrokken installaties na de verplaatsing hebben ondergaan. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage met ten minste 55 % of 45 % overeenkomen;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang tot een verhoging van de productiecapaciteit leidt, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — of ten minste 50 % in probleemgebieden — van de met die verhoging gepaard gaande uitgaven. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage overeenkomen met ten minste 55 % of 45 %.

Datum van tenuitvoerlegging: Juli 2007 (of de datum waarop de regels van toepassing worden).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB.

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de regels voor het verlenen van steun voor de landbouw en plattelandsontwikkeling in de gemeente Grosuplje voor de periode 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

Artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven

Artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen

Artikel 6: Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang

Artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies

Artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen

Artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten

Artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: akkerbouw en veeteelt. Er wordt steun toegekend voor investeringen in akkerbouw en veeteelt, met uitzondering van investeringen in het fokken van warmbloedpaarden en in het kweken van pluimvee of konijnen. In probleemgebieden wordt steun toegekend voor het fokken van kleine herkauwers.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Občina Grosuplje, Taborska c. 2, SLO-1290 Grosuplje

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200765&dhid=90769

Overige informatie: De maatregel waarbij steun wordt verleend als bijdrage aan de premies die worden betaald om oogsten en producten te verzekeren, heeft betrekking op de volgende ongunstige weersomstandigheden die als natuurrampen mogen worden beschouwd: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, orkanen en overstromingen.

De regels van de gemeente voldoen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1857/2006 met betrekking tot de door de gemeenten te nemen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning van steun, cumulering, doorzichtigheid en controle van de steun).

Nummer van de steun: XA 180/07

Lidstaat: Slovenië

Regio: Območje občine Metlika

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Podpore ohranjanju in spodbujanju razvoja kmetijstva in podeželja v občini Metlika 2007-2013

Rechtsgrond: Pravilnik o ohranjanju in spodbujanju razvoja kmetijstva in podeželja občini Metlika za programsko obdobje 2007-2013 (II. Poglavje)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De jaarlijkse uitgaven voor de periode 2007-2013 worden op 40 000 EUR geraamd.

Maximale steunintensiteit:

1.

Investeringen in landbouwbedrijven:

tot 40 % van de waarde van de investeringen in probleemgebieden en andere gebieden.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van de noodzakelijke elementen van landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de productie van landbouwproducten; meerjarige teelten; agrarische innovaties.

2.

Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

investeringen in niet-productieve erfgoedelementen, tot 100 %;

investeringen in erfgoedelementen die tevens deel uitmaken van de productieve activa, tot 60 %, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit;

aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % wanneer de steun is bedoeld om de extra kosten te dekken die het gebruik van traditionele materialen, met zich meebrengt.

3.

Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

overeenkomstig het door de Sloveense overheid goedgekeurde decreet betreffende de cofinanciering van premies voor de verzekering van de landbouwproductie voor het huidige jaar, bedraagt de steun, na de door de gemeente verleende steun, maximaal 50 % van de subsidiabele premiebedragen die werden betaald om gewassen en producten tegen ongunstige weersomstandigheden en dieren tegen ziekten te verzekeren.

4.

Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

5.

Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de uitgaven voor het verbetering van de kwaliteit van landbouwproducten. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de bedrijven.

6.

Technische ondersteuning in de landbouwsector:

er wordt steun verleend tot 100 % van de uitgaven voor: onderricht en opleiding van landbouwers en werknemers op de landbouwbedrijven; door derden verleende advies- en vervangingsdiensten; de organisatie van fora; de verspreiding van wetenschappelijke kennis; publicaties zoals catalogi en websites. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de landbouwbedrijven.

Datum van tenuitvoerlegging: Juli 2007 (of de dag waarop de regels in werking treden).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB.

Verwijzingen naar artikelen in Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels betreffende de instandhouding en bevordering van de landbouw en plattelandsontwikkeling in de gemeente Metlika voor de periode 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

Artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven

Artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen

Artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies

Artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen

Artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten

Artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: Subsectoren: veeteelt (runderen, varkens, schapen en geiten, bijen) akkerbouw, blijvend grasland (boomgaarden) en tuinbouw.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Občina Metlika, Mestni trg 24, SLO-8330 Metlika

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200764&dhid=90697

Overige informatie: De maatregel waarbij steun wordt verleend als bijdrage aan verzekeringspremies heeft betrekking op de volgende ongunstige weersomstandigheden die als natuurrampen mogen worden beschouwd: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand door blikseminslag, orkanen en overstromingen.

De regels van de gemeente beantwoorden aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeenten te nemen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor het toekennen van steun, cumulering, doorzichtigheid en controle van steun).

Het hoofd van de gemeentelijke diensten

Danica Puljak

Nummer van de steun: XA 181/07

Lidstaat: Slovenië

Regio: Območje občine Semič

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Semič

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Semič (II. poglavje)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 26 290 EUR

 

2008: 26 380 EUR

 

2009: 26 460 EUR

 

2010: 26 530 EUR

 

2011: 26 600 EUR

 

2012: 26 670 EUR

 

2013: 26 740 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.

Investeringen in bedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden;

tot 40 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden.

De regeling heeft ten doel landbouwbedrijven te moderniseren en de weidegronden, landbouwgronden en toegangswegen tot de landbouwbedrijven te verbeteren.

2.

Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

voor niet-productieve erfgoedelementen, tot 100 % van de werkelijke uitgaven;

voor erfgoedelementen die tevens deel uitmaken van de productieve activa, tot 60 % van de werkelijke uitgaven, of tot 75 % in probleemgebieden, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een stijging van de productiecapaciteit;

aanvullende steun mag worden verleend tot 100 % indien de steun is bedoeld om de extra uitgaven te dekken voor het gebruik van traditionele materialen bij de instandhouding van de erfgoedelementen van de landbouwbedrijven.

3.

Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven indien de verplaatsing in het algemeen belang gewoon bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties. Wanneer de verplaatsing in het algemeen belang de landbouwer modernere installaties oplevert, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — ten minste 50 % in probleemgebieden — van de waardestijging die de betrokken installaties na de verplaatsing hebben ondergaan. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage overeenkomen met ten minste 55 % of 45 %;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang tot een verhoging van de productiecapaciteit leidt, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — ten minste 50 % in probleemgebieden — van de met die verhoging gepaard gaande uitgaven. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage overeenkomen met ten minste 55 % of 45 %.

4.

Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

overeenkomstig het door de Sloveense overheid goedgekeurde decreet betreffende de cofinanciering van premies voor de verzekering van de landbouwproductie voor het huidige jaar, bedraagt de steun, na de door de gemeente verleende steun, maximaal 50 % van de subsidiabele premiebedragen die werden betaald om gewassen en producten tegen ongunstige weersomstandigheden en dieren tegen ziekten te verzekeren.

5.

Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

6.

Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de uitgaven voor verbetering van de kwaliteit van landbouwproducten. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de bedrijven.

7.

Technische ondersteuning in de landbouwsector:

er wordt steun verleend tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor: onderricht en opleiding van landbouwers; advies- en vervangingsdiensten; de organisatie van fora voor landbouwbedrijven met als doel kennis uit te wisselen; de organisatie van wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; de verspreiding van wetenschappelijke kennis; publicaties zoals catalogi en websites. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan de producenten.

Datum van tenuitvoerlegging: Juli 2007 (of de datum waarop de regels in werking treden).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB.

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels voor het verlenen van steun voor milieubeheer, landbouw en plattelandsontwikkeling in de gemeente Semič bevat maatregelen die staatssteun zijn en in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

Artikel 4: Investeringen in bedrijven die zich toeleggen op primaire productie

Artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen

Artikel 6: Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang

Artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies

Artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen

Artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten

Artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: Akkerbouw en veeteelt.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent: Občina Semič, Štefanov trg 9, SLO-8333 Semič

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200765&dhid=90792

Overige informatie: De maatregel waarbij steun wordt verleend als bijdrage aan premies voor de verzekering van gewassen en producten heeft betrekking op de volgende ongunstige weersomstandigheden die als natuurrampen mogen worden beschouwd: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand door blikseminslag, orkanen en overstromingen.

De Regels van de gemeente voldoen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeenten te nemen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning van steun, cumulering, doorzichtigheid en controle van steun).

De burgemeester van Semič

Ivan Bukovec


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/20


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4853 — PPG/SigmaKalon)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/11)

1.

Op 5 november 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming PPG Industries, Inc. („PPG”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming SigmaKalon (BC) HoldCo B.V. („SigmaKalon”, Nederland) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor PPG: wereldwijde productie van coatings, dichtingsproducten, kleefstoffen, producten voor de voorbehandeling van metalen alsook industriële en fijnchemicaliën;

voor SigmaKalon: productie en distributie van decoratieve en beschermende coatings voor de industrie- en zeevaartsector in Europa en andere geselecteerde internationale markten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4853 — PPG/SigmaKalon, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie Fusiezaken

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4943 — Groupe Norbert Dentressangle/Christian Salvesen)

Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 268/12)

1.

Op 30 oktober 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming Groupe Norbert Dentressangle SA („GND”, Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming Christian Salvesen PLC („Christian Salvesen”, Verenigd Koninkrijk) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor GND: logistieke en vervoersdiensten, hoofdzakelijk op het Europese vasteland;

voor Christian Salvesen: logistieke diensten voor fabrikanten en detailhandelaars in de sectoren industrie, consumptiegoederen en levensmiddelen, hoofdzakelijk in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, de Benelux, Ierland, Portugal en Spanje.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) moet worden opgemerkt dat deze zaak in aanmerking komt voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4943 — Groupe Norbert Dentressangle/Christian Salvesen, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie Fusiezaken

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/22


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 268/13)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

AANVRAAG TOT REGISTRATIE VAN EEN GTS

VERORDENING (EG) Nr. 509/2006 VAN DE RAAD

„DWÓJNIAK”

EG-nummer: PL/TSG/007/036/06.09.2005

1.   Naam en adres van de aanvragende groepering

Naam:

Krajowa Rada Winiarstwa i Miodosytnictwa przy Stowarzyszeniu Naukowo — Technicznym Inżynierów i Techników Przemysłu Spożywczego

Adres:

ul. Czackiego 3/6

PL-00-043 Warszawa

Tel.

(48-22) 828 27 21

E-mailadres:

krwim@sitspoz.pl

2.   Lidstaat of derde land

Polen

3.   Productdossier

3.1.   Benaming waarvoor de registratie wordt aangevraagd

„Dwójniak”

Als het product op de markt wordt gebracht, mag het etiket de volgende informatie bevatten: „miód pitny wytworzony zgodnie ze staropolską tradycją” (volgens een oude Poolse traditie geproduceerde mede). Deze informatie moet in de andere officiële talen worden vertaald.

3.2.   De benaming

Image

is zelf specifiek

Image

brengt de specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel tot uitdrukking

De naam „dwójniak” is afgeleid van het getal „2” (PL: „dwa”) en houdt rechtstreeks verband met de in het verleden bepaalde samenstelling en bereidingswijze van „dwójniak” — de verhouding tussen honing en water in de most voor de medebereiding is één deel honing op één deel water. De naam brengt daarom de specificiteit van het product tot uitdrukking. Omdat de term „dwójniak” uitsluitend wordt gebruikt om een specifieke soort van mede aan te duiden, moet die naam ook worden beschouwd als zelf specifiek.

3.3.   Aanvraag tot registratie met of zonder reservering overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 509/2006

Image

Registratie met reservering van de benaming

Image

Registratie zonder reservering van de benaming

3.4.   Productcategorie

Categorie 1.8 — Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten

3.5.   Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel waarvoor de in punt 3.1 vermelde benaming geldt

„Dwójniak” is een mede (of honingwijn), een heldere drank die is bereid door vergisting van honingmost en wordt gekenmerkt door een karakteristiek honingaroma en de smaak van de gebruikte grondstof.

De smaak van „dwójniak” kan worden verrijkt door de smaak van de gebruikte specerijen. De kleur van „dwójniak” varieert van goudkleurig tot donker amberkleurig afhankelijk van de soort honing die voor de productie ervan is gebruikt.

De voor „dwójniak” typische fysisch-chemische indicatoren zijn:

alcoholgehalte: 15-18 % vol;

reducerende suikers na inversie: 175-230 g/l;

totaal zuurgehalte, uitgedrukt in appelzuur: 3,5-8 g/l;

gehalte aan vluchtige zuren, uitgedrukt in azijnzuur: ten hoogste 1,4 g/l;

som van totaal suikergehalte (g) en werkelijk alcoholgehalte (in % vol), vermenigvuldigd met 18: ten minste 490;

suikervrij extract: niet minder dan:

25 g/l;

30 g/l in het geval van vruchtenmede (melomel);

asgehalte: ten minste 1,3 g/l — in het geval van vruchtenmede.

Bij de productie van „dwójniak” is het gebruik van bewaarmiddelen, stabilisatoren en kunstmatige kleur- en smaakstoffen verboden.

3.6.   Beschrijving van de methode waarmee het landbouwproduct of het levensmiddel met de in punt 3.1 vermelde benaming wordt geproduceerd

Grondstoffen

natuurhoning met de volgende parameters:

watergehalte: ten hoogste 20 massaprocenten;

gehalte aan reducerende suikers: ten minste 70 massaprocenten;

gecombineerd sucrose- en melezitosegehalte: ten hoogste 5 massaprocenten;

totaal zuurgehalte — voor neutralisering benodigde NaOH-oplossing (1 mol/liter) per 100 g honing: binnen de bandbreedte 1-5 ml;

gehalte aan 5-hydroxy-methyl-furfurol (HMF): ten hoogste 4,0 mg per 100 g honing;

gist voor medebereiding tot een hoge vergistingsgraad — m.a.w. gist die geschikt is om in de most waaraan deze is toegevoegd, een hoog percentage van de aanwezige suikers in alcohol om te zetten;

kruiden en specerijen: kruidnagel, kaneel, nootmuskaat of gember;

natuurlijke vruchtensappen of verse vruchten;

ethylalcohol uit landbouwproducten (eventueel).

Productiemethode

Stadium 1

De honingmost wordt gekookt bij een temperatuur van 95-105 °C. Voor „dwójniak” is de vereiste verhouding tussen honing en water in het eindproduct één deel honing op één deel water (of met vruchtensap vermengd water). Omdat de gist bij die suikerconcentratie niet werkzaam is, wordt een most bereid die bestaat uit één deel honing op twee delen water en waaraan kruiden of specerijen kunnen zijn toegevoegd. In het geval van vruchtenmede moet ten minste 30 % van het water zijn vervangen door vruchtensap. Om te komen tot de verhouding tussen honing en water die kenmerkend is voor „dwójniak”, wordt de rest van de honing toegevoegd in het eindstadium van de gisting of tijdens de rijping.

Aan de verhouding tussen water en honing moet strikt de hand worden gehouden en om de benodigde suikeroplossing te verkrijgen moet een ketel worden gebruikt die is voorzien van een stoommantel. Bij deze wijze van koken wordt karamellisering van de suikers voorkomen.

Stadium 2

De most wordt gekoeld tot 20-22 °C, de optimale temperatuur voor de vermeerdering van de gist. De most moet worden gekoeld op de dag zelf waarop deze is geproduceerd, en de koeltijd is afhankelijk van de efficiëntie van de koelinrichting. Door de koeling wordt de microbiologische veiligheid van de most gegarandeerd.

Stadium 3

In een gistingstank wordt aan de most een gistoplossing toegevoegd.

Stadium 4

A.

Hoofdgisting: 6-10 dagen. Door de temperatuur op maximaal 28 °C te houden wordt ervoor gezorgd dat het gistingsproces naar behoren verloopt.

B.

Nagisting: 3-6 weken. Door de nagisting worden de vereiste fysisch-chemische parameters bereikt.

In dit stadium kan de resterende hoeveelheid honing worden toegevoegd om de voor „dwójniak” vereiste verhouding te realiseren.

Stadium 5

De gegiste most moet worden geklaard.

Nadat een alcoholgehalte van ten minste 12 % vol is bereikt, moet het verkregen product voor de rijping wordt geklaard. Dit garandeert dat de mede de passende fysisch-chemische en organoleptische eigenschappen zal hebben. Als de most na de nagisting op de gistdrab zou worden gelaten, zou de autolyse van de gist een nadelig effect hebben op de organoleptische eigenschappen van de mede.

Stadium 6

Het product moet tijdens de rijping zo vaak als nodig is worden overgeheveld om te voorkomen dat zich in de gistdrab ongewenste processen voordoen (autolyse van de gist). Ook mogen tijdens de rijping behandelingen worden uitgevoerd zoals pasteurisatie en filtrering.

In dit stadium kan, als dat niet in het eindstadium van de gisting is gedaan, de resterende hoeveelheid honing worden toegevoegd om de voor „dwójniak” vereiste verhouding te realiseren. Dit stadium is van essentieel belang om ervoor te zorgen dat het product de juiste organoleptische eigenschappen krijgt.

De minimale rijpingstijd voor „dwójniak” bedraagt twee jaar.

Stadium 7

In het stadium van het op smaak brengen (aanpassing van de samenstelling) gaat het erom een eindproduct te bereiden dat de voor „dwójniak” passende organoleptische en fysisch-chemische eigenschappen bezit zoals aangegeven in punt 3.5 — Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel. Om ervoor te zorgen dat de vereiste waarden worden bereikt, kunnen de organoleptische en fysisch-chemische eigenschappen worden gecorrigeerd door:

honing toe te voegen om de mede zoeter te maken;

kruiden en specerijen toe te voegen;

ethylalcohol uit landbouwproducten toe te voegen.

Doel van dit stadium is een product te verkrijgen met de voor „dwójniak” karakteristieke geur en smaak.

Stadium 8

Bij een temperatuur van of 18-25 °C wordt het product in de individuele recipiënten gedaan. Aanbevolen wordt om voor „dwójniak” traditionele verpakkingen te gebruiken zoals: mandflessen, keramische recipiënten of eikenhouten vaten.

3.7.   Specificiteit van het landbouwproduct of het levensmiddel

De specificiteit van „dwójniak” is te danken aan:

de bereiding van de most (samenstelling en verhouding tussen de grondstoffen);

de rijping;

de fysisch-chemische en organoleptische eigenschappen.

Bereiding van de most (samenstelling en verhouding tussen de grondstoffen)

De specificiteit van „dwójniak” is vooral te danken aan het feit dat strikt de hand wordt gehouden aan de vastgestelde verhouding tussen honing en water: één deel honing op één deel water. Deze verhouding is de bepalende factor die „dwójniak” zijn unieke eigenschappen verleent.

Rijping

Zoals uit de oude, traditionele Poolse receptuur blijkt, is het karakter van dergelijke producten afhankelijk van de tijd dat zij hebben gerijpt. In het geval van „dwójniak” bedraagt deze rijpingstijd ten minste twee jaar.

Fysisch-chemische en organoleptische kenmerken

Een correcte uitvoering van alle in het productdossier beschreven productiestadia zorgt ervoor dat een product met een unieke smaak en aroma wordt verkregen. De unieke smaak en geur van „dwójniak” zijn het resultaat van een passend suiker- en alcoholgehalte:

reducerende suikers na inversie: 175-230 g/l;

som van totaal suikergehalte (g) en werkelijk alcoholgehalte (in % vol), vermenigvuldigd met 18: ten minste 490;

alcoholgehalte: 15-18 % vol.

Als gevolg van de strikt vastgestelde verhouding tussen de ingrediënten die bij de productie van „dwójniak” worden gebruikt, bezit dit product een enigszins stroperige en dikvloeibare consistentie die typisch is en het van andere soorten mede onderscheidt.

3.8.   Traditioneel karakter van het landbouwproduct of het levensmiddel

Traditionele productiemethode

Al meer dan duizend jaar worden in Polen allerlei soorten mede geproduceerd. Die verscheidenheid is ontstaan door de ontwikkeling en de verbetering van de productiemethode in de loop der eeuwen. De geschiedenis van de productie van mede gaat terug tot het begin van de staatsvorming in Polen. In 966 schreef de Spaanse diplomaat, handelaar en reiziger Ibrahim ibn Yaqub het volgende: „In het land van Mieszko I is naast voedsel, vlees en akkerland ook mede in overvloed te vinden, zo worden de Slavische wijnen en sterke dranken genoemd”. (Mieszko I was de eerste historische koning van Polen). De kronieken van Gallus Anonymus, die omstreeks de overgang van de 11e naar de 12e eeuw de Poolse geschiedenis heeft opgetekend, bevat eveneens talrijke verwijzingen naar de productie van mede.

Het Poolse nationale epos „Pan Tadeusz” van Adam Mickiewicz, dat het verhaal van de adel in 1811 en 1812 vertelt, verschaft heel wat informatie over de productie en het verbruik van mede en over de verschillende soorten mede. Vermeldingen van mede zijn ook te vinden in de gedichten van Tomasz Zan (1796-1855) en in de trilogie van Henryk Sienkiewicz waarin de gebeurtenissen in Polen in de 17e eeuw worden beschreven („Ogniem i mieczem”, gepubliceerd in 1884, „Potop”, gepubliceerd in 1886, en „Pan Wołodyjowski”, gepubliceerd in 1887 en 1888).

Bronnenmateriaal dat de Poolse culinaire tradities van de 17e en de 18e eeuw beschrijft, bevat niet alleen algemene verwijzingen naar mede, maar ook verwijzingen naar verschillende soorten mede. Afhankelijk van de productiemethode werden deze respectievelijk „półtorak”, „dwójniak”, „trójniak” en „czwórniak” genoemd, waarbij de verschillen betrekking hadden op de verhouding tussen honing en water of sap en de rijpingstijd. De productietechniek voor „dwójniak” wordt, afgezien van geringe aanpassingen, al eeuwenlang gebruikt.

Traditionele samenstelling

De traditionele indeling van de soorten mede in „półtorak”, „dwójniak”, „trójniak” en „czwórniak” bestaat in Polen dus al eeuwenlang en is tot op de dag van vandaag bekend bij de consumenten. Na de tweede wereldoorlog zijn pogingen ondernomen om die indeling in vier categorieën te reguleren. Uiteindelijk is een en ander in 1948 in het Poolse recht vastgelegd door middel van de wet op de productie van wijn, wijnmost en mede en op de handel in dergelijke producten (staatsblad van de Republiek Polen van 18 november 1948). Die wet bevat regels voor de productie van mede, waarbij de verhouding tussen honing en water en de technologische eisen zijn gespecificeerd. De verhouding tussen honing en water voor „dwójniak” is als volgt bepaald: „Alleen mede die is geproduceerd met behulp van één deel natuurhoning op één deel water, mag „dwójniak” worden genoemd”.

3.9.   Minimumeisen en procedures voor de controle van de specificiteit

De verplichte controles betreffen:

de inachtneming van de vastgestelde verhouding tussen de ingrediënten in de honingmost;

de inachtneming van de duur van de rijpingstijd;

de organoleptische eigenschappen van het eindproduct (smaak, geur, kleur, helderheid);

de fysisch-chemische indicatoren van het eindproduct: alcoholgehalte, totaal suikergehalte, gehalte aan reducerende suikers na inversie, totaal zuurgehalte, gehalte aan vluchtige zuren, suikervrij extract en, in het geval van vruchtenmede, asgehalte — de waarden moeten in overeenstemming zijn met de in punt 3.5 van het productdossier vermelde waarden.

De verplichte controles worden ten minste éénmaal per jaar verricht.

Aanbevolen wordt ook controles te verrichten tijdens de hierna genoemde productiestadia. Het is niet verplicht in die productiestadia controles te verrichten, maar het wordt aangeraden omdat dergelijke controles mogelijke fouten in de verschillende productiestadia helpen te voorkomen.

Stadium 4

Gedurende het gistingsproces dienen regelmatig laboratoriumtests te worden uitgevoerd naar de organoleptische eigenschappen (smaak en geur) en naar fysisch-chemische parameters zoals het alcoholgehalte en het gehalte aan tijdens de alcoholische gisting aan verandering onderhevige suikers.

Stadium 6

Tijdens de rijping dienen regelmatig controles te worden verricht met betrekking tot de elementaire organoleptische eigenschappen van het product en fysisch-chemische indicatoren zoals het alcoholgehalte, het totale suikergehalte, het totale zuurgehalte en het gehalte aan vluchtige zuren.

Stadium 8

Voor het bottelen dienen controles te worden verricht met betrekking tot de verschillende fysisch-chemische en organoleptische parameters die zijn genoemd in punt 3.5 — Beschrijving van het landbouwproduct of het levensmiddel.

4.   Autoriteiten of organen die de naleving van het productdossier controleren

4.1.   Naam en adres

Naam:

Główny Inspektorat Jakości Handlowej Artykułów Rolno — Spożywczych

Adres:

ul. Wspólna 30

PL-00-930 Warszawa

Tel.

(48-22) 623 29 00

Fax

(48-22) 623 29 98

E-mailadres:


Image

Openbaar

Image

Particulier

4.2.   Specifieke taken van de autoriteit of het orgaan

De bovengenoemde controleautoriteit is verantwoordelijk voor de controle met betrekking tot het gehele productdossier.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 1.


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/28


Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 268/14)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„AFUEGA'L PITU”

EG-nummer: ES/PDO/005/0307/20.08.2003

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Subdirección General de Calidad Agroalimentaria y Agricultura Ecológica. Dirección General de Industria Agroalimentaria y Alimentación. Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación de España

Adres:

Infanta Isabel, 1

E-28071 Madrid

Tel.

(34) 91 347 53 94

Fax

(34) 91 347 54 10

E-mail:

sgcaproagro@mapya.es

2.   Aanvragende groepering:

Naam:

Quesería La Borbolla, C.B. y otros

Adres:

La Borbolla, 9

E-33820 Grado

Tel.

(34) 985 75 08 10

Fax

(34) 985 75 08 10

E-mail:

queseríalaborbolla@hotmail.com

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.3 — Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam van het product: „Afuega'l Pitu”.

4.2.   Beschrijving: Dit is een verse of gerijpte vette kaas die met volle, gepasteuriseerde koeienmelk is bereid, bestaat uit een zachte massa en wordt verkregen door stremming van de melk. De kaas heeft een witte kleur of is oranjeachtig rood als er paprikapoeder aan is toegevoegd. In tegenstelling tot wat hierboven is gezegd, is pasteurisatie van de melk voor kaas met een rijpingsperiode van 60 dagen geen absolute eis.

De kaas heeft de vorm van een afgeknotte kegel of een courgette, weegt tussen 200 en 600 g, is tussen ca. 5 en 12 cm hoog, heeft onderaan een doormeter tussen 8 en 14 cm en een natuurlijke korst waarvan de stevigheid variabel is, afhankelijk van de rijpingsgraad en de toevoeging van paprikapoeder.

Er bestaan vier traditionele benamingen voor evenveel soorten van deze kaas die uiteindelijk alle vier vergelijkbare kenmerken hebben:

atroncau blancu: vorm afgeknotte kegel, niet omgeroerd, kleur wit;

atroncau roxu: vorm afgeknotte kegel, omgeroerd, kleur oranjeachtig rood;

trapu blancu: vorm courgette, omgeroerd, kleur wit;

trapu roxu: vorm courgette, omgeroerd, kleur oranjeachtig rood.

Wat de chemische kenmerken betreft, heeft deze kaas een minimumgehalte aan droge stof van 30 %, een minimaal vet- en eiwitgehalte van de droge stof van respectievelijk 45 % en 35 % en een pH-waarde tussen 4,1 en 5.

De kaas heeft een witte tot — voor de rijpere soorten — gelige kleur of is oranjeachtig rood als paprikapoeder is toegevoegd. De smaak van de kaas is enigszins zuur, niet of weinig zout, romig en tamelijk droog; in de rode kaas is de smaak sterker en pikanter. De geur is zacht en wordt sterker naarmate de rijping vordert. De kaasmassa is min of meer zacht, tot harder voor de rijpere soorten.

4.3.   Geografisch gebied: Het afgebakende gebied dat de beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu” voor deze soorten van kaas mag voeren, bestaat uit de volgende gemeenten: Morcín, Riosa, Santo Adriano, Grado, Salas, Pravia, Tineo, Belmonte, Cudillero, Candamo, Las Regueras, Muros del Nalón en Soto del Barco. Alle verwerkingsfasen, inclusief de rijping en de productie van de als grondstof gebruikte melk, vinden in dit gebied plaats.

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Het certificeringsproces bestaat in het verrichten van visuele inspecties, het onderzoeken van documenten en het nemen van productmonsters. De beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu” mag alleen worden gebruikt voor kazen die zijn bereid uit melk afkomstig van geregistreerde veehouderijen. Bovendien moeten de kazen zijn geproduceerd in de kaasmakerijen die bij de Consejo Regulador staan ingeschreven, overeenkomstig de in dit document, het reglement van de beschermde oorsprongsbenaming en het handboek inzake kwaliteit en procedures beschreven voorwaarden, en moeten zij overeenkomstig de vastgestelde controles zijn geïnspecteerd en gecertificeerd door technisch personeel van de Consejo Regulador.

De kazen die de certificering verkrijgen, worden voorzien van een genummerd contra-etiket met het logo van de beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu”, dat door de Consejo Regulador ter beschikking wordt gesteld.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De melk die voor de bereiding van de beschermde kazen wordt gebruikt, is afkomstig van Friese koeien en koeien van het ras Asturiana de los Valles of van kruisingen tussen beide rassen en moet geproduceerd zijn in hygiënische omstandigheden met inachtneming van de geldende wetgeving.

Traditiegetrouw bestaat het voeder van het melkvee uit wat de dieren het hele jaar op de weiden vinden, aangevuld met op het eigen bedrijf geproduceerd vers gras, hooi en silovoeder.

De dieren verblijven het grootste deel van de dag op de weide, worden bij het vallen van de avond gemolken en blijven dan op stal tot na de eerste melking 's ochtends. Tijdens het melken wordt het voeder aangevuld met op het eigen bedrijf verkregen vers voeder, hooi, silovoer en af en toe kleine hoeveelheden graan- en peulvruchtenconcentraat wanneer de weersomstandigheden slecht zijn.

In de wrongelbak wordt een kleine hoeveelheid vloeibaar stremsel toegevoegd, en melkfermenten wanneer het gepasteuriseerde melk betreft. De temperatuur in de wrongelbak bedraagt tussen 22 en 32 °C. De coagulatietijd bedraagt 15 tot 20 uur.

Na de coagulatie van de koeienmelk wordt de wrongel in geperforeerde, voor levensmiddelen geschikte kunststofvormen overgebracht om gedurende ca. 12 uur uit te lekken.

De gedeeltelijk uitgelekte wrongel wordt vervolgens naar een kleinere vorm overgebracht en van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om zout op het oppervlak van de kaas aan te brengen. Na verloop van twaalf uur wordt de kaas uit de vorm gehaald en op geperforeerde platen gelegd om hem definitief te laten uitlekken. Na dit proces gaat de kaas naar de rijpingskamer.

Voor de kazen die uit een omgeroerde massa worden bereid, vindt het uitlekken plaats in kunststofbakken van een groter formaat, met behulp van kaasdoek. Na ongeveer vierentwintig uur gaat de massa naar de kneedmachine. Tijdens het omroeren wordt zout toegevoegd. Voor „trapu roxu” wordt naast zout ook paprikapoeder in het mengsel geroerd in een verhouding van 1/100. Later wordt de omgeroerde massa, met of zonder paprikapoeder, naar vormen en/of kaasdoeken overgebracht, waar zij nog eens vierentwintig uur kan uitlekken.

Afhankelijk van de rijpingstijd, die voor verse kaas korter is dan voor de gerijpte soort, duurt het verblijf in de rijpingskamers tussen vijf en zestig dagen.

De kaas wordt in een toegestane en met een etiket voorziene verpakking bij een temperatuur tussen 4 en 10 °C in koelruimten bewaard tot het moment van verkoop.

4.6.   Verband:

Historisch verband

Eerdere getuigenissen ontbreken, maar de „Afuega'l Pitu” verschijnt in geschreven documenten zeker al sedert de 18e eeuw als middel om belasting te betalen, hoewel hij tot de 19e eeuw quesu de puñu of Afueg'l Pitu wordt genoemd. Aan het eind van de 19e eeuw noemt Félix Aramburu y Zuloaga hem „de oorspronkelijke puñu- of afuegakaas die in bijna alle gemeenten van Asturië bekend is”. Ongeveer in dezelfde periode wordt in het boek Asturias van Octavio Bellmunt en Fermín Canella gewezen op de verspreiding van deze kazen en worden zij genoemd als „bekende kazen die overal afuega el pitu heten of met andere namen worden aangeduid”.

Een afgebakend productiegebied wordt in deze bibliografische referenties niet genoemd, wellicht omdat de kaas in een groot aantal gemeenten werd geproduceerd. Meer recente documenten, de volkskennis en het register van de eerste bedrijven die deze kaas verwerkten, geven wel uitsluitsel over het precieze productiegebied.

De etymologie van deze kaasbenaming blijft onzeker. Letterlijk betekent „Afuega'l Pitu” in het Spaans „ahogar el pollo” (de kip wurgen), een eigenaardige naam waarvoor tal van betekenissen zijn gezocht. Vanaf de toespeling op het dichtbinden van de hals van de zak waarin de kaas uitlekt, tot de problemen die hij in sommige gevallen kan opleveren wanneer hij is ingeslikt, tot aan de versie dat hij traditioneel als kippenvoer werd gebruikt.

In de districten langs de oevers van de Narcea en de Nalón, waar deze kazen het meest voorkomen, was onder de naam Afuega'l Pitu een reeks kazen bekend met tamelijk heterogene kenmerken en eigenaardigheden, zowel wat rijpingsperiode als wat smaak betreft.

Uiteindelijk bleven vier soorten met evenveel traditionele benamingen over, met het gebruik van paprikapoeder en de vorm (courgette of afgeknotte kegel) als enige verschilpunten.

Natuurlijk verband

Het afgebakende gebied heeft een zeeklimaat met het hele jaar door overvloedige en zachte neerslag, gematigde zonneschijn en veel bewolking. Deze omstandigheden hebben een invloed op het voeder en dus ook op de melkproductie van het vee en het eindproduct:

zij zijn bevorderlijk voor de snelle ontwikkeling van de hoogwaardige weidesoorten die in het rijke natuurlijke grasland van het gebied voorkomen en die bijgevolg als voorraad kunnen dienen om naast het op vers voeder gebaseerde dieet te worden vervoederd in tijden met slechtere weersomstandigheden;

zij maken het mogelijk om een jaarlijks rotatieprogramma op te stellen dat gebaseerd is op het gebruik van het grasland voor beweiding en/of oogst;

zij bieden het vee de kans om nagenoeg het hele jaar in de open lucht door te brengen.

Al deze factoren samen zorgen voor een overvloedige, hoogwaardige melkproductie met een specifieke samenstelling, vooral op het gebied van vetzuren en organische zuren, die de kaas zijn bijzondere organoleptische kenmerken geeft, vooral qua aroma en smaak.

Het klimaat werkt eveneens door in het product zelf, via het verwerkingsproces. Het product wordt in de loop van het ambachtelijke productieproces namelijk vooral tijdens het uitlekken en vormen blootgesteld aan de omgevingsfactoren in dit zeer vochtige gebied met zijn zachte temperaturen. Daaraan, en tevens aan het vakmanschap van de verwerkers, die het proces aan deze klimaatomstandigheden aanpasten, ontleent de kaas zijn speciale textuur.

Algemeen gesproken kenmerkt de orografie van dit geografische gebied zich door sterk glooiende hellingen binnen de korte afstand tussen de laaggelegen kuststrook en de waterscheiding op grote hoogte. Meer dan de helft van het gebied ligt op meer dan 400 meter hoogte. Meer dan een vierde daarvan zelfs hoger dan 800 meter.

Deze geografische gesteldheid is bijzonder geschikt voor de veehouderij dankzij de hoogwaardige natuurlijke rijkdommen op de meest hellende oppervlakten die per definitie minder geëigend zijn voor landbouwdoeleinden, en dankzij de uitgestrekte graslanden, vooral in de valleien die worden bevloeid door de Nalón, de Narcea en hun bijrivieren.

De kaasproductie bood de veehouders in deze ooit ontoegankelijke gebieden de gelegenheid om hun overtollige melkproductie aan de hand van spontane verzuring op een eenvoudige manier te verwerken. De geleidelijke ontsluiting van de dorpen heeft zonder enige twijfel ook een invloed gehad op de kaasproductie, en vooral op de afzet ervan, omdat het product naar grote bevolkingscentra kon worden vervoerd die weliswaar geografisch gezien niet ver van de productiedorpen lagen, maar vanwege de slechte verbindingen toch uitermate moeilijk bereikbaar waren.

Een andere bepalende factor is de bodem. In het algemeen is deze licht zuur van aard (pH 6,9-6,5), met een hoog gehalte aan organisch materiaal en een tamelijk evenwichtig stikstof-, fosfor-, magnesium- en kaliumgehalte. Deze bodemomstandigheden zorgen voor een vrij evenwichtige en specifieke minerale samenstelling die wellicht mede bepalend is voor het verschil tussen de weiden in het afgebakende gebied en die in andere geografische zones.

De botanische samenstelling van de plaatselijke weidegronden laat een grote verscheidenheid zien, omdat zij in hoofdzaak bestaan uit soorten van agronomisch belang, zoals grassen, peulvruchten, en lipbloemigen die aan deze gronden optimale voedingskwaliteiten voor rundvee verlenen.

De regelmatige en permanente beweiding op het grasland heeft een directe invloed op de bodemsamenstelling en de botanische samenstelling, aangezien het gehalte organisch materiaal mede dankzij de bijna permanente aanwezigheid van het vee op de weiden kan toenemen.

De hierboven genoemde weidesoorten zijn als gevolg van de beweidingscyclus en de zaden in de veemest in de loop der tijden bewaard gebleven.

Menselijk verband

Vanouds zijn de landbouwbedrijven in dit gebied kleinschalige ondernemingen die probeerden met hun teelten en de producten van hun runderen en schapen (wol) in de eigen behoeften te voorzien.

De overtollige melk werd verwerkt tot de vier hierboven genoemde soorten kaas die elk over een bijzondere textuur en een speciale, unieke smaak beschikken. Volgens Enric Canut, een groot kenner van Spaanse kazen, „weet elke Spanjaard, zelfs als hij de benaming afuega'l pitu nog nooit heeft gehoord, precies wat je bedoelt als je eraan toevoegt dat deze kaas uit Asturië komt”.

De ambachtelijke traditie is tot vandaag van generatie op generatie, telkens van vrouw tot vrouw, doorgegeven, aangezien deze kaas in familiebedrijven wordt gemaakt en het meestal de vrouwen zijn die de productie op traditionele wijze voortzetten.

Dankzij de komst van markten, vooral die van Grado, waar alle lokale kaas die niet voor eigen gebruik bestemd was, werd aangeboden, en dankzij de geleidelijke ontsluiting van het gebied, begon het product aan zijn opmars buiten het productiegebied en buiten Asturië.

In de tweede helft van de vorige eeuw werd als gevolg van de Spaanse regelgeving, die het pasteuriseren van melk oplegde voor kazen met een rijpingstijd van minder dan 60 dagen, een speciaal ferment ontwikkeld dat het mogelijk maakt deze kaas met gepasteuriseerde melk te produceren mét behoud van de organoleptische en reologische eigenschappen van de met rauwe melk en in gegarandeerd hygiënische omstandigheden geproduceerde kaas.

De stammen van deze specifieke schimmel zijn in staat een hoog diacetylgehalte in de gepasteuriseerde melk te produceren. Precies dat diacetylaroma is typisch voor de wrongel van deze kaas en het eindproduct.

Sinds 1981 wordt in Morcín de wedstrijd van de Afuega'l Pitu gehouden waarnaar alle plaatselijke producenten komen afgezakt. Dit evenement werd opgezet door een groep jongeren, met steun van de „Hermandad de la Probe” (vereniging voor de verdediging van het algemeen belang op verschillende gebieden, o.a. de afzet van de plaatselijke kaasproducten), om de productie van deze toen tamelijk onbekend kaas te bevorderen. Een en ander heeft ertoe geleid dat deze voor eigen gebruik geproduceerde kaas, die later de weg naar de markt van Grado vond, nu in tal van huiskamers en restaurants in Asturië en heel Spanje op tafel staat en zelfs de nationale grenzen heeft overschreden.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Consejo Regulador de la DOP Afuega'l Pitu

Adres:

Polígono ind. Silvota, C/ Peñamayor, Par. 96

E-33192 Llanera

Tel.

(34) 985 26 42 00

Fax

(34) 985 26 56 82

E-mail:

info@alcecalidad.com

De Consejo Regulador, het orgaan voor het certificeren van levensmiddelen, voert zijn taken uit overeenkomstig de in de norm EN 45011 vastgelegde criteria.

4.8.   Etikettering: De door de beschermde oorsprongsbenaming „Afuega'l Pitu” beschermde, voor de consumptie bestemde kaas wordt geïdentificeerd met een etiket of genummerd contra-etiket dat is goedgekeurd, gecontroleerd en verstrekt door de Consejo Regulador, overeenkomstig de eisen die in het kwaliteitshandboek worden beschreven. Op het etiket en het contra-etiket van de beschermde kaas moet, naast de gegevens en eisen die in de desbetreffende wetgeving worden gevraagd resp. gesteld, duidelijk worden vermeld „Denominación de Origen Protegida — Afuega'l Pitu”.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/33


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 268/15)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CHOURIÇA DOCE DE VINHAIS”

EG-nummer: PT/PGI/005/0461/20.04.2005

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Gabinete de Planeamento e Políticas

Adres:

Rua Padre António Vieira, n.o 1-8o

P-1099-073 Lisboa

Tel.

(351) 213 819 300

Fax

(351) 213 876 635

E-mail:

gppaa@gppaa.min-agricultura.pt

2.   Groepering:

Naam:

ANCSUB — Associação Nacional de Criadores de Suínos de Raça Bísara

Adres:

Edifício da Casa do Povo — Largo do Toural

P-5320-311 Vinhais

Tel.

(351) 273 771 340

Fax

(351) 273 770 048

E-mail:

ancsub@bisaro.info

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.2: Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

4.   Productdossier:

(samenvatting van de eisen als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

4.1.

   Naam „Chouriça Doce de Vinhais”.

4.2.

   Beschrijving Gerookte worst, bereid uit vlees van bísaro-varkens of hybriden daarvan (meer dan 50 % bísaro; F1-dieren, verkregen door het kruisen van raszuivere, in het stamboek ingeschreven bísaro-varkens, met varkens van andere rassen), brood uit de streek en olijfolie uit Trás-os-Montes (noodzakelijk voor de specifieke smaak en textuur van het product), varkensbloed, honing, walnoten of amandelen, in de dunne darm van koeien of varkens. De worst is hoefijzervorming, heeft een lengte van 20 à 25 cm en een diameter van 2 à 3 cm; de worst is donker van kleur, maar niet overal, en ook het worstdeeg vertoont lichtere vlekken, namelijk op de plaatsen waar de stukjes vlees en de gedroogde vruchten zichtbaar zijn. De darm sluit mooi aan rond het worstdeeg, en door de darm heen zijn stukjes vlees, walnoten en amandelen zichtbaar. Het eindproduct heeft een gewicht van ongeveer 150 g.

4.3.

   Geografisch gebied In verband met de traditionele productiemethode, de voeding van de dieren, de traditionele knowhow van de plaatselijke bevolking op het gebied van de dierhouderij, en de bodemomstandigheden die bepalend zijn voor de basisvoeding en dus voor het verkrijgen van een grondstof van onberispelijke kwaliteit, is het gebied waar de voor de productie van Chouriça Doce de Vinhais gebruikte varkens (bísaro en hybriden) worden geboren, opgefokt, gemest, geslacht en versneden, beperkt tot de gemeenten Alfândega da Fé, Bragança, Carrazeda de Anciães, Freixo de Espada à Cinta, Macedo de Cavaleiros, Miranda do Douro, Mirandela, Mogadouro, Torre de Moncorvo, Vila Flor, Vimioso en Vinhais in het district Bragança en de gemeenten Alijó, Boticas, Chaves, Mesão Frio, Mondim de Basto, Montalegre, Murça, Régua, Ribeira de Pena, Sabrosa, Santa Marta de Penaguião, Valpaços, Vila Pouca de Aguiar en Vila Real in het district Vila Real, omdat alleen in dat gebied de vereiste voedermiddelen en houderijmethoden aanwezig zijn.

In verband met de voor de productie van Alheira de Vinhais vereiste specifieke klimatologische omstandigheden, de know-how van de bevolking en de authentieke en onveranderlijke plaatselijke werkwijzen, is het geografische productiegebied beperkt tot de gemeenten Alfândega da Fé, Bragança, Carrazeda de Ansiães, Freixo de Espada à Cinta, Macedo de Cavaleiros, Miranda do Douro, Mirandela, Mogadouro, Torre de Moncorvo, Vila Flor, Vimioso en Vinhais, in het dictrict Bragança.

4.4.

   Bewijs van de oorsprong Chouriça Doce de Vinhais mag enkel worden geproduceerd in erkende verwerkingsbedrijven in het omschreven productiegebied. Het gehele productieproces is onderworpen aan een streng controlesysteem dat ook een volledige traceerbaarheid van het product garandeert. De grondstof is afkomstig van varkens van het bísaro-ras die zijn ingeschreven in het zoötechnische register van het ras, of van varkens die zijn verkregen door kruising (F1) tussen dieren waarbij één van de ouderdieren van het bísaro-ras is en is ingeschreven in het zoötechnische register, afdeling volwassen dieren; de betrokken dieren worden gefokt op veehouderijbedrijven die over een areaal beschikken dat groot genoeg is voor de toepassing van traditionele, semi-extensieve houderijmethoden en waar ook traditioneel diervoeder kan worden geproduceerd. Opgemerkt moet worden dat de varkens aanzienlijke hoeveelheden kastanjes eten, waardoor het vlees zijn specifieke organoleptische kenmerken krijgt. De varkens worden geslacht en versneden in erkende slachthuizen en uitsnijderijen, gelegen in het geografische productiegebied. De verwerking vindt plaats in door de groepering erkende bedrijven waarover het controleorgaan een gunstig advies heeft uitgebracht. Het certificeringsmerk dat op elke worst wordt aangebracht, is genummerd met het oog op volledige traceerbaarheid tot het landbouwbedrijf dat het product heeft geproduceerd. De oorsprong van het product moet in elk stadium van de productieketen worden gegarandeerd door middel van het volgnummer, dat verplicht deel uitmaakt van het certificeringsmerk.

4.5.

   Werkwijze voor het verkrijgen van het product Het magere vlees, het kopvlees, het vlees van de lende en het buikvlees wordt in middelgrote stukken gesneden en in een recipiënt overgebracht; na toevoeging van water en zout wordt het vlees goed gekookt. Het brood, met de korst, wordt in dunne plakjes gesneden en geweekt in het kookvocht met het vlees. Aan het worstvlees worden dan de kruiderijen, de reepjes vlees, de olie, het bloed, de honing en de amandelen en/of walnoten toegevoegd. Onmiddellijk daarna worden de varkensdarmen gevuld met het worstdeeg. De worst wordt boven een licht brandend vuurtje (eik of kastanje) gerookt en vervolgens gerijpt of gestabiliseerd (meer dan 15 dagen). Het product wordt als volledige worst op de markt gebracht en altijd voorverpakt op de plaats van oorsprong. Vanwege de aard en samenstelling van het product kan het niet in stukken of plakken worden gesneden. Voor het verpakken van het product wordt daarvoor geschikt, inert materiaal gebruikt, dat onschadelijk is wanneer het in contact komt met het product. Het product kan gewoon worden verpakt, of er kan gebruik worden gemaakt van CA- of vacuümverpakking. Met het oog op de traceerbaarheid en de controle en om wijzigingen in de smaak en de microbiologische eigenschappen van het product te voorkomen, mag het product alleen worden verpakt in het productiegebied.

4.6.

   Verband Dat de varkenshouderij in het gebied reeds lang bestaat en zeer belangrijk is, blijkt uit het bestaan van diverse standbeelden van dieren en verwijzingen in diverse stadsregisters naar de varkenshouderij en de producten daarvan. Het verband tussen dit product en het geografisch gebied vloeit voort uit het ras van de (inheemse) dieren, het feit dat deze met plaatselijke producten worden gevoederd, de gespecialiseerde kennis wat betreft het selecteren van de stukken varkensvlees, het roken van het vlees boven een licht brandend vuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van hout uit de streek, en de rijping in een, voor de streek typische, koude en droge omgeving.

4.7.

   Controlestructuur

Naam:

Tradição e Qualidade — Associação Interprofissional para Produtos Agro-Alimentares de Trás-os-Montes

Adres:

Av. 25 de Abril, 273 S/L

P-5370-202 Mirandela

Tel.

(351) 278 261 410

Fax

(351) 278 261 410

E-mail:

tradição-qualidade@clix.pt

„Tradição e Qualidade” voldoet aan de eisen van norm 45011:2001.

4.8.

   Etikettering Op het etiket moeten de volgende vermeldingen worden aangebracht: „Chouriça Doce de Vinhais — Indicação Geográfica Protegida”, het desbetreffende communautaire logo en het logo van de producten van Vinhais, volgens het onderstaande model. Op het etiket moet verder ook een certificeringsmerk worden aangebracht, bestaande uit de naam van het product en de respectieve vermelding, de naam van de controledienst en het volgnummer (numerieke of alfanumerieke code aan de hand waarvan het product kan worden getraceerd).


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


10.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 268/36


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 268/16)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„BUTELO DE VINHAIS” of „BUCHO DE VINHAIS” of „CHOURIÇO DE OSSOS DE VINHAIS”

EG-nummer: PT/PGI/005/0459/20.04.2005

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Gabinete de Planeamento e Políticas

Adres:

Rua Padre António Vieira, n.o 1-8o

P-1099-073 Lisboa

Tel.

(351) 213 819 300

Fax

(351) 213 876 635

E-mail:

gppaa@gppaa.min-agricultura.pt

2.   Groepering:

Naam:

ANCSUB — Associação Nacional de Criadores de Suínos de Raça Bísara

Adres:

Edifício da Casa do Povo

Largo do Toural

P-5320-311 Vinhais

Tel.

(351) 273 771 340

Fax

(351) 273 770 048

E-mail:

ancsub@bisaro.info

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.2: Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

4.   Productdossier:

(samenvatting van de eisen als bedoeld in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

4.1.   Naam: „Butelo de Vinhais” of „Bucho de Vinhais” of „Chouriço de Ossos de Vinhais”.

4.2.   Beschrijving: Gerookte worst, bereid uit vlees, vet, beenderen en kraakbeen, afkomstig van de ribben en de wervelkolom van bísaro-varkens of hybriden daarvan (meer dan 50 % bísaro; F1-dieren, verkregen door het kruisen van raszuivere, in het stamboek ingeschreven bísaro-varkens, met varkens van andere rassen), waarbij het worstdeeg in de maag („bucho”), de blaas of de dikke darm („palaio”) van het varken wordt geperst. De kleur van de worst varieert van geelachtig over roodachtig tot donker kastanjebruin, het gewicht bedraagt 1 à 2 kg, en de vorm is rond, ovaal of cilindervormig; de afmetingen zijn afhankelijk van het gebruikte omhulsel (diameter van 10 à 15 cm bij gebruik van maag of blaas, lengte van ongeveer 20 cm en diameter van 10 à 15 cm bij gebruik van de dikke darm) en door het omhulsel heen is de aanwezigheid van beenderen zichtbaar.

4.3.   Geografisch gebied: In verband met de traditionele productiemethode, de voeding van de dieren, de traditionele knowhow van de plaatselijke bevolking op het gebied van de dierhouderij, en de bodemomstandigheden die bepalend zijn voor de basisvoeding en dus voor het verkrijgen van een grondstof van onberispelijke kwaliteit, is het gebied waar de voor de productie van Butelo de Vinhais gebruikte varkens (bísaro en hybriden) worden geboren, opgefokt, gemest, geslacht en versneden, beperkt tot de gemeenten Alfândega da Fé, Bragança, Carrazeda de Anciães, Freixo de Espada à Cinta, Macedo de Cavaleiros, Miranda do Douro, Mirandela, Mogadouro, Torre de Moncorvo, Vila Flor, Vimioso en Vinhais in het district Bragança en de gemeenten Alijó, Boticas, Chaves, Mesão Frio, Mondim de Basto, Montalegre, Murça, Régua, Ribeira de Pena, Sabrosa, Santa Marta de Penaguião, Valpaços, Vila Pouca de Aguiar en Vila Real in het district Vila Real, omdat alleen in dat gebied de vereiste voedermiddelen en houderijmethoden aanwezig zijn. In verband met de voor de productie van Butelo de Vinhais vereiste specifieke klimatologische omstandigheden, de know-how van de bevolking en de authentieke en onveranderlijke plaatselijke werkwijzen, is het geografische productiegebied beperkt tot de gemeenten Alfândega da Fé, Bragança, Carrazeda de Ansiães, Freixo de Espada à Cinta, Macedo de Cavaleiros, Miranda do Douro, Mirandela, Mogadouro, Torre de Moncorvo, Vila Flor, Vimioso en Vinhais, in het dictrict Bragança.

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Butelo de Vinhais mag enkel worden geproduceerd in erkende verwerkingsbedrijven in het omschreven productiegebied. Het gehele productieproces is onderworpen aan een streng controlesysteem dat ook een volledige traceerbaarheid van het product garandeert. De grondstof is afkomstig van varkens van het bísaro-ras die zijn ingeschreven in het zoötechnisch register van het ras, of van varkens die zijn verkregen door kruising (F1) tussen dieren waarbij één van de ouderdieren van het bísaro-ras is en is ingeschreven in het zoötechnische register, afdeling volwassen dieren; de betrokken dieren worden gefokt op veehouderijbedrijven die over een areaal beschikken dat groot genoeg is voor de toepassing van traditionele, semi-extensieve houderijmethoden en waar ook traditioneel diervoeder kan worden geproduceerd. Opgemerkt moet worden dat de varkens aanzienlijke hoeveelheden kastanjes eten, waardoor het vlees zijn specifieke organoleptische kenmerken krijgt. De varkens worden geslacht en versneden in erkende slachthuizen en uitsnijderijen, gelegen in het geografische productiegebied. De verwerking vindt plaats in door de groepering erkende bedrijven waarover het controleorgaan een gunstig advies heeft uitgebracht. Het certificeringsmerk dat op elke worst wordt aangebracht, is genummerd met het oog op volledige traceerbaarheid tot het landbouwbedrijf dat het product heeft geproduceerd. De oorsprong van het product moet in elk stadium van de productieketen worden gegarandeerd door middel van het volgnummer, dat verplicht deel uitmaakt van het certificeringsmerk.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: Het vlees, de beenderen en het kraakbeen worden in kleine stukjes gesneden en in een recipiënt overgebracht; daaraan worden zout, knoflook, paprika, laurierbladen, water en streekwijn toegevoegd en het geheel wordt goed gemengd. De „body” en de zuurheid van de wijn zijn bepalend voor de kwaliteit van de marinade („adoba”) en dus ook die van het eindproduct. Het mengsel — plaatselijk „adoba” genoemd — moet een tot drie dagen kunnen trekken. Na toevoeging van de laatste kruiderijen wordt het worstdeeg in de dikke darm, de maag of de blaas geperst; deze zijn vooraf aan één uiteinde met katoendraad dichtgenaaid of dichtgeknoopt, en het andere uiteinde wordt dichtgeknoopt na het vullen. De worst wordt vervolgens boven een licht brandend vuurtje gerookt met eikenhout en/of kastanjehout, traditioneel gedurende ten minste 15 dagen; nadien volgt een rijpingsperiode in een koele ruimte. Het product wordt als volledige worst op de markt gebracht en altijd voorverpakt op de plaats van oorsprong. Vanwege de aard en samenstelling van het product kan het niet in stukken of plakken worden gesneden. Voor het verpakken van het product wordt daarvoor geschikt, inert materiaal gebruikt, dat onschadelijk is wanneer het in contact komt met het product. Het product kan gewoon worden verpakt, of er kan gebruik worden gemaakt van CA- of vacuümverpakking. Met het oog op de traceerbaarheid en de controle en om wijzigingen in de smaak en microbiologische eigenschappen van het product te voorkomen, mag het product alleen worden verpakt in het productiegebied.

4.6.   Verband: Dat de varkenshouderij in het gebied reeds lang bestaat en zeer belangrijk is, blijkt uit het bestaan van diverse standbeelden van dieren en verwijzingen in diverse stadsregisters naar de varkenshouderij en de producten daarvan. Het verband tussen dit product en het geografisch gebied vloeit voort uit het ras van de (inheemse) dieren, het feit dat deze met plaatselijke producten worden gevoederd, de gespecialiseerde kennis wat betreft het selecteren van de stukken varkensvlees, het zachtjes roken van het vlees boven een licht brandend vuur, waarbij gebruik wordt gemaakt van hout uit de streek, en de rijping in een, voor de streek typische, koude en droge omgeving.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Tradição e Qualidade — Associação Interprofissional para Produtos Agro-Alimentares de Trás-os-Montes

Adres:

Av. 25 de Abril, 273 S/L

P-5370-202 Mirandela

Tel.

(351) 278 261 410

Fax

(351) 278 261 410

E-mail:

tradição-qualidade@clix.pt

„Tradição e Qualidade” voldoet aan de eisen van norm 45011:2001.

4.8.   Etikettering: Op het etiket moeten de volgende vermeldingen worden aangebracht: „Butelo de Vinhais — Indicação Geográfica Protegida” of „Bucho de Vinhais — Indicação Geográfica Protegida” of „Chouriço de ossos de Vinhais — Indicação Geográfica Protegida”, het desbetreffende communautaire logo en het logo van de producten van Vinhais, volgens het onderstaande model. Op het etiket moet verder ook een certificeringsmerk worden aangebracht, bestaande uit de naam van het product en de respectieve vermelding, de naam van de controledienst en het volgnummer (numerieke of alfanumerieke code aan de hand waarvan het product kan worden getraceerd).


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.