|
ISSN 1725-2474 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
50e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
II Mededelingen |
|
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Commissie |
|
|
2007/C 165/01 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
|
|
IV Informatie |
|
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
|
Commissie |
|
|
2007/C 165/02 |
||
|
2007/C 165/03 |
||
|
|
INITIATIEVEN VAN DE LIDSTATEN |
|
|
2007/C 165/04 |
||
|
2007/C 165/05 |
||
|
2007/C 165/06 |
Mededeling van de Commissie — Kennisgeving van opleidingstitels van medische specialisten en huisartsen ( 1 ) |
|
|
2007/C 165/07 |
Mededeling van de Commissie — Kennisgeving van titels in de gespecialiseerde tandheelkunde ( 1 ) |
|
|
2007/C 165/08 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 94/25/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten met betrekking tot pleziervaartuigen ( 1 ) |
|
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
|
Commissie |
|
|
2007/C 165/09 |
||
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
|
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/1 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/C 165/01)
|
Datum waarop het besluit is genomen |
22.3.2007 |
|||
|
Nummer van de steunmaatregel |
N 572/06 |
|||
|
Lidstaat |
Oostenrijk |
|||
|
Regio |
Steiermark |
|||
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Richtlinie für die Steirische Wirtschaftsförderung |
|||
|
Rechtsgrondslag |
Steiermärkisches Wirtschaftsförderungsgesetz |
|||
|
Type maatregel |
Steunregeling |
|||
|
Doelstelling |
Onderzoek en ontwikkeling, Milieubescherming, Herstructurering van ondernemingen in moeilijkheden |
|||
|
Vorm van de steun |
Directe subsidie, Garantie |
|||
|
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 100 mln EUR; Totaal van de voorziene steun: 700 mln EUR |
|||
|
Maximale steunintensiteit |
100 % |
|||
|
Looptijd |
tot 31.12.2013 |
|||
|
Economische sectoren |
Alle sectoren |
|||
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||
|
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
|
Datum waarop het besluit is genomen |
4.6.2007 |
|
Nummer van de steunmaatregel |
N 243/07 |
|
Lidstaat |
Duitsland |
|
Regio |
Hamburg |
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Filmförderung Hamburg — Verlängerung der Beihilferegelung N 411/04 |
|
Rechtsgrondslag |
Beschluss der Bürgschaft über die Feststellung des Haushaltsplanes/Richtlinien für Filmförderung der Filmförderung Hamburg GmbH |
|
Type maatregel |
Steunregeling |
|
Doelstelling |
Cultuurbevordering |
|
Vorm van de steun |
Terugvorderbare subsidie |
|
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 8,5 mln EUR; Totaal van de voorziene steun: 21,25 mln EUR |
|
Maximale steunintensiteit |
80 % |
|
Looptijd |
1.7.2007-31.12.2009 |
|
Economische sectoren |
Beperkt tot recreatie, cultuur en sport |
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
Filmförderung Hamburg GmbH |
|
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
|
Datum waarop het besluit is genomen |
4.6.2007 |
|
Nummer van de steunmaatregel |
N 248/07 |
|
Lidstaat |
Duitsland |
|
Regio |
Bayern |
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Filmförderung Bayern — Verlängerung der Beihilferegelung N 411/04 |
|
Rechtsgrondslag |
Haushaltsgesetz des Freistaates Bayern |
|
Type maatregel |
Steunregeling |
|
Doelstelling |
Cultuurbevordering |
|
Vorm van de steun |
Terugvorderbare subsidie, Directe subsidie, Rentesubsidie |
|
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 12,2 mln EUR; Totaal van de voorziene steun: 30,5 mln EUR |
|
Maximale steunintensiteit |
70 % |
|
Looptijd |
1.7.2007-31.12.2009 |
|
Economische sectoren |
Beperkt tot recreatie, cultuur en sport |
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
FilmFernsehFonds Bayern GmbH |
|
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
|
Datum waarop het besluit is genomen |
4.6.2007 |
|
Nummer van de steunmaatregel |
N 250/07 |
|
Lidstaat |
Duitsland |
|
Regio |
Schleswig-Holstein |
|
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Kulturelle Filmförderung Schleswig-Holstein — Verlängerung der Beihilferegelung N 411/04 |
|
Rechtsgrondslag |
Förderrichtlinien der kulturellen Filmförderung Schleswig-Holstein e.V. |
|
Type maatregel |
Steunregeling |
|
Doelstelling |
Cultuurbevordering |
|
Vorm van de steun |
Directe subsidie |
|
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven 0,2 mln EUR; Totaal van de voorziene steun 0,5 mln EUR |
|
Maximale steunintensiteit |
50 % |
|
Looptijd |
1.7.2007-31.12.2009 |
|
Economische sectoren |
Beperkt tot recreatie, cultuur en sport |
|
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
Verein kulturelle Filmförderung Schleswig-Holstein e.V. |
|
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
18 juli 2007
(2007/C 165/02)
1 euro=
|
|
Munteenheid |
Koers |
|
USD |
US-dollar |
1,3779 |
|
JPY |
Japanse yen |
168,3 |
|
DKK |
Deense kroon |
7,4412 |
|
GBP |
Pond sterling |
0,672 |
|
SEK |
Zweedse kroon |
9,172 |
|
CHF |
Zwitserse frank |
1,6572 |
|
ISK |
IJslandse kroon |
82,31 |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,9225 |
|
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
|
CYP |
Cypriotische pond |
0,5842 |
|
CZK |
Tsjechische koruna |
28,248 |
|
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
|
HUF |
Hongaarse forint |
245,93 |
|
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
|
LVL |
Letlandse lat |
0,6969 |
|
MTL |
Maltese lira |
0,4293 |
|
PLN |
Poolse zloty |
3,7593 |
|
RON |
Roemeense leu |
3,1281 |
|
SKK |
Slowaakse koruna |
33,157 |
|
TRY |
Turkse lira |
1,7608 |
|
AUD |
Australische dollar |
1,5702 |
|
CAD |
Canadese dollar |
1,4417 |
|
HKD |
Hongkongse dollar |
10,7766 |
|
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7405 |
|
SGD |
Singaporese dollar |
2,0931 |
|
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 262,43 |
|
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,6112 |
|
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,4224 |
|
HRK |
Kroatische kuna |
7,2885 |
|
IDR |
Indonesische roepia |
12 538,89 |
|
MYR |
Maleisische ringgit |
4,7565 |
|
PHP |
Filipijnse peso |
62,35 |
|
RUB |
Russische roebel |
35,082 |
|
THB |
Thaise baht |
41,668 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/5 |
Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 885/2006 inzake de instelling van een bemiddelingsprocedure in het kader van de goedkeuring van de rekeningen betreffende het ELGF en het ELFPO
(2007/C 165/03)
|
(1) |
De Commissie heeft de ambtstermijn van twee leden van het Bemiddelingsorgaan met een jaar verlengd (periode van 1 augustus 2007 tot en met 31 juli 2008):
|
|
(2) |
De Commissie heeft de heer Robert BURIAN (Oostenrijk), momenteel plaatsvervangend lid, tot lid van het Bemiddelingsorgaan benoemd. Zijn mandaat bestrijkt de periode van 1 augustus 2007 tot en met 31 juli 2010. |
INITIATIEVEN VAN DE LIDSTATEN
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/6 |
Door de lidstaten verstrekte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001
(2007/C 165/04)
Nummer van de steun: XA 23/07
Lidstaat: Slovenië
Regio: —
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Sofinanciranje zavarovalnih premij za zavarovanje kmetijske proizvodnje za leto 2007
Rechtsgrond: Uredba o sofinanciranju zavarovalnih premij za zavarovanje kmetijske proizvodnje za leto 2007 (Uradni list RS 138/2006)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: In totaal bedragen de voor 2007 geplande uitgaven 5 633 450 EUR
Maximale steunintensiteit: De cofinanciering dekt 40 % van de uitgaven voor verzekeringspremies om landbouwgewassen te beschermen tegen schade door hagelstormen, branden, blikseminslag, late vorst, orkanen of overstromingen. Voor de verzekeringen tegen de risico's van vernietiging, slachting op bevel van een veearts of (met economische gevolgen) van de overheid wegens ziekten, wordt de cofinanciering van de verzekeringspremies vastgesteld in absolute cijfers per diersoort en –categorie en mag ze niet meer bedragen dan 50 % van de bewezen uitgaven voor de verzekeringspremies
Datum van tenuitvoerlegging:
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun mag worden verleend tot en met 31 december 2007
Doelstelling van de steun: De steun wordt verleend overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening nr. 70/2001 (1) — Steun als bijdrage aan verzekeringspremies.
De betaling van een gedeelte van de verzekeringspremies is beoeld om de landbouwers ertoe aan te moedigen, zich tegen mogelijke verliezen door natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden of dierziekten te verzekeren en tezelfdertijd zelf de risico's op het gebied van akkerbouw en veeteelt te beperken
Betrokken economische sector(en): Landbouw — akkerbouw en veeteelt
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Ministrstvo za kmetijstvo, gozdarstvo in prehrano |
|
Dunajska 58 |
|
SLO-1000 Ljubljana |
|
Agencija RS za kmetijske trge in razvoj podeželja |
|
Dunajska 160 |
|
SLO-1000 Ljubljana |
Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=2006138&dhid=86719
Overige informatie: —
Nummer van de steun: XA 24/07
Lidstaat: Finland
Regio: De regio's die in 2006 het slachtoffer werden van ongunstige weersomstandigheden
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Tuki epäsuotuisten sääolojen aiheuttamien menetysten korvaamiseksi maatalousyrityksille vuonna 2006
Rechtsgrond: Laki satovahinkojen korvaamisesta (1214/2000)
Valtioneuvoston asetus satovahinkojen korvaamisesta (270/2003)
Maa- ja metsätalousministeriön asetus satovahinkojen korvaamisesta (364/2003)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: In 2006 bedragen de geplande uitgaven voor schadevergoedingen die ten gevolge van de mislukte oogst van specifieke gewassen zullen worden uitgekeerd 4,75 miljoen EUR
Maximale steunintensiteit: De vergoeding ingevolge artikel 2, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 wordt slechts uitgekeerd indien minstens één derde van de oogst van een bepaalde landbouwer van ieder in aanmerking komend gewas is vernietigd. De vergoeding is beperkt tot 90 % van het verlies bovenop het verlies dat voor rekening van de landbouwer komt, nl., 30 % van de normale oogst. Voor ieder afzonderlijk voor steun in aanmerking komend gewas bedraagt het aandeel in het totale verlies dat de landbouwer zelf moet dragen 30 %. Bij een vergelijking van oogsten wordt als een normale oogst aangemerkt, de gemiddelde oogst van de vijf jaren vóór het jaar waarin het verlies werd geleden; de jaren met het hoogste en het laagste cijfer — in vergelijking met de andere oogstjaren — worden bij deze berekening niet in aanmerking genomen. De omvang van het verlies wordt dan voor iedere landbouwer aan de hand van deze gegevens berekend. Deze berekeningswijze strookt derhalve met de bepalingen van artikel 11, lid 2, en lid 4, van Verordening (EG) nr. 1857/2006.
De waarde van de oogst waarvoor vergoeding wordt betaald wordt berekend op basis van de marktprijzen die in eerdere oogstjaren golden en de marktprijs die van kracht was in het jaar dat het verlies werd geleden; laatstgenoemde prijs wordt vastgesteld door het raadgevend comité voor oogstverlies op basis van de beschikbare informatie over de marktprijzen.
Het maximumbedrag aan verliezen die subsidiabel zijn moet worden verminderd met bedragen die in het kader van verzekeringen zijn uitgekeerd en met alle andere kosten en verliezen die niet het gevolg zijn van de ongunstige weersomstandigheden
Datum van tenuitvoerlegging: De steunregeling treedt niet vóór 28 maart 2007 in werking. De eerste mogelijke uitbetalingsdatum is 5 april 2007
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun wordt verleend voor schade die zich in 2006 heeft voorgedaan
Doelstelling van de steun: Steun voor land- en tuinbouwbedrijven die schade hebben geleden door ongunstige weersomstandigheden (artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006)
Betrokken economische sector(en): De steunregeling geldt voor een gebied dat in totaal 63 000 ha beslaat. In totaal zijn 32 verschillende gewassen beschadigd. De eigen bijdrage van de landbouwer in de vergoeding van de beschadigde oogst en in de waarde van deze oogst bedraagt minstens 30 %
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Maa- ja metsätalousministeriö |
|
PL 30 |
|
FIN-00023 Valtioneuvosto |
Website: www.mmm.fi, www.finlex.fi
Overige informatie: —
Nummer van de steun: XA 25/07
Lidstaat: Frankrijk
Regio: De territoriale gemeenschappen
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Programme pour l'installation et le développement des initiatives locales (PIDIL)
Rechtsgrond:
|
— |
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (2), |
|
— |
Verordening (EG) nr. 1974/2006 van de Commissie (3), |
|
— |
Verordening (EG) nr. 1857/2006, artikel 15, |
|
— |
Articles R 343-34 et suivants du Code rural |
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 7 000 000 EUR
Maximale steunintensiteit:
|
— |
Technisch-economische ondersteuning voor jonge landbouwers, maximum 80 % van de uitgaven met een maximum van 1 500 EUR per jaar en per landbouwer, alle financieringen samengenomen (centrale en plaatselijke overheid); de steun kan in de loop van de eerste vijf jaar van de vestiging worden verleend. |
|
— |
Tenlasteneming van diagnosekosten, maximum 80 % van de uitgaven met een maximum van 1 500 EUR, alle financieringen samengenomen (centrale en plaatselijke overheid). |
|
— |
Steun voor opleiding, 60 EUR per dag; kan worden toegekend door de centrale overheid gedurende 100 dagen en kan worden aangevuld door de plaatselijke overheid met eenzelfde bedrag, met als maxiumum de gedane uitgaven. |
|
— |
Vergoeding van de stageperiode, volgens het uurloon dat is vastgesteld voor stages in het kader van de beroepsopleiding (het maandelijkse minimumbedrag vastgesteld bij de Code du travail (arbeidswetgeving) bedraagt 652,02 EUR per 1 december 2006. |
|
— |
Stimulering en voorlichting, steunintensiteit 100 % |
Datum van tenuitvoerlegging: In 2007, met ingang van de datum van publicatie van deze beknopte informatie in het Publicatieblad van de Europese Unie
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met december 2013
Doelstelling van de steun:
I. Steun voor advies
Er zijn verschillende categorieën jonge landbouwers. Jongeren die niet uit het landbouwersmilieu komen, jongeren die zich vestigen op een landbouwbedrijf dat niet aan hun familie behoort en de kinderen van landbouwers die over een bedrijf beschikken dat hun niet in staat stelt zich onder economisch bevredigende omstandigheden te vestigen, hebben meer moeite om een carrière in de landbouw uit te bouwen. Acties ten gunste van deze groep zijn dan ook noodzakelijk.
Met name moeten — overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — de kosten voor technische ondersteuning door een landbouwvereniging of producentenvereniging (honoraria van deskundigen of adviseurs) ten laste worden genomen.
Deze steun wordt de jonge landbouwers toegekend gedurende de eerste vijf jaren van hun vestiging en wordt gefinancierd door de centrale en de lokale overheid.
|
— |
Technisch-economische ondersteuning voor jonge landbouwers: Om de levensvatbaarheid van het bedrijf te garanderen moet de beroepsbekwaamheid van de jonge landbouwer bijgeschaafd worden zodat hij zijn persoonlijke carrière in de landbouw kan uitbouwen. Voor de jongere kan dus technisch-economische ondersteuning op touw worden gezet. Deze maatregel is in het bijzonder gericht op innoverende projecten, op projecten waarbij landbouwbedrijven worden opgericht en op projecten die gebaseerd zijn op diversificatie of aanzienlijke moderniseringskosten met zich meebrengen. Indien een groep bij het project betrokken is, kan de ondersteuning ook een module omvatten betreffende de arbeidsorganisatie en de arbeidsrelaties in het kader van de bedrijfsactiviteiten. |
|
— |
Tenlasteneming van diagnosekosten: de steun kan worden verleend voor een diagnose van het bedrijf dat wordt verkocht of gekocht of voor een marktstudie voor specifieke producten dan wel producten die rechtstreeks worden verkocht (bioproducten bijvoorbeeld). De steun wordt krachtens artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 aan de dienstverlener betaald zodra de vestiging van de jonge landbouwer door de bevoegde administratieve autoriteit is vastgesteld of eerstgenoemde — na zijn vestiging — zijn productie heroriënteert. De diagnose is ook noodzakelijk om de overstap van verkoop van het bedrijf naar vestiging van de jonge landbouwer vlotter te laten verlopen; het resultaat van de diagnose vergezelt — in voorkomend geval — de inschrijving van de verkoper in het register „vertrek-vestiging” indien het de verkoper is die om de diagnose heeft verzocht. In dat geval geniet de verkoper de steun. |
II. Steun voor opleiding
Steun voor opleiding kan worden verleend door de centrale en de lokale overheid hetzij met het oog op de voorbereiding van de vestiging, hetzij nà de vestiging om de aanvankelijke opleiding van de jonge landbouwer te vervolledigen. De bedoeling is de jongere te helpen om een stage te volgen.
|
— |
Steun voor opleiding: wordt verleend aan jongeren die zich vestigen en hetzij behoefte hebben aan een aanvullende opleiding die aan hun plannen is aangepast, hetzij in een geleidelijk tempo een diploma niveau IV wensen te behalen (conform de voorschriften van het programma voor de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen). De steun heeft ten doel de begunstigde in staat te stellen zich op het bedrijf, waarvan hij de bezitter is, te laten vervangen zodat hij de aanvullende opleiding kan volgen gedurende 5 jaar, of gedurende 3 jaar, indien het zijn bedoeling is de nodige beroepsbekwaamheid te verwerven om in aanmerking te komen voor de vestigingssteun. |
|
— |
Vergoeding van de stageperiode: in deze steun is voorzien voor de periode die de jongere doorbrengt bij een landbouwer die van plan is zijn activiteiten in het kader van een „beschermheerschap” stop te zetten. Een jongere wordt als „benadeelde werknemer” beschouwd in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2204/2002 (4) omdat deze jongere, indien het beschermheerschap ontbreekt, en vooral indien hij niet uit een landbouwersmilieu komt, „het moeilijk heeft om zonder hulp tot de arbeidsmarkt toe te treden” (cf. artikel 2, lid f, van Verordening (EG) nr. 2204/2002). De steun is bedoeld om de jongere als „benadeelde werknemer” in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2204/2002, enerzijds technisch en economisch advies en anderzijds een algemene opleiding bedrijfsbeheer te verschaffen zodat hij op deze wijze een duurzame arbeidsplaats verwerft in een levensvatbaar bedrijf dat anders, bij gebrek aan een overnemer, aan verkaveling ten prooi zou kunnen vallen. Op deze wijze wordt de „beschermheer” immers aangespoord om zijn bedrijf aan de jongere over te laten. De steun wordt de jongere die de opleiding volgt gedurende een periode van 3 tot 12 maanden uitbetaald door de centrale of de plaatselijke overheid. Deze periode kan met eenzelfde termijn worden verlengd indien dat voor de voltooiing van de opleiding van de jongere noodzakelijk blijkt te zijn. Gedurende de periode dat de jongere het beschermheerschap geniet heeft hij het statuut van iemand die in het kader van een beroepsopleiding stage loopt. Op deze maatregel kan eveneens een beroep worden gedaan door een jongere die het beschermheerschap wenst van een vennoot zodat een bestaand landbouwbedrijf kan worden geïntegreerd. Het verloop van de stage wordt opgevolgd door het CFPPA (centre de formation professionnelle et de promotion agricole) of de ADASEA (association départementale pour l'aménagement des structures des exploitations agricoles) van het departement waar de zetel van het bedrijf is gevestigd en/of van een erkend regionaal centrum. De stage onder een beschermheer kan dezelfde waarde hebben als de volledige stage in het kader van de beroepsopleiding die de jongere moet volgen alvorens hij zich kan vestigen. |
III. Stimulering en voorlichting
De beroepsorganisaties voor de landbouw, de ADASEA of andere structuren zorgen voor stimulering en voorlichting van de leerlingen van onderwijsinstellingen en opleidingsinrichtingen (jongeren die aan het lycée professionnel (beroepslyceum) of een andere instelling een opleiding hebben genoten), in de vorm van studies, communicatie (brochures, pers, lezingen in scholen, informatiecentra „vestiging — overdracht”, enz.) en begeleiding met betrekking tot het beroep van landbouwer.
Voorts leveren zij deskundigheid en sporen zij bedrijven op die in de komende jaren zullen vrijkomen; zij verstrekken advies in het kader van door hen in plattelandsgemeenten georganiseerde vergaderingen die ten doel hebben oudere landbouwers te informeren en bewust te maken; op deze wijze hopen zij de aandacht van deze landbouwers te vestigen op jongeren die op zoek zijn naar een bedrijf dat zij kunnen overnemen. Een informatiedienst op regionaal niveau kan zorgen voor het bijeenbrengen van de informatie in verband met deze dienstverlening.
Opdat met deze acties het beoogde doel zou worden bereikt, draagt de overheid bij aan de financiering ervan, onder de in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 vermelde voorwaarden. Hiertoe wordt jaarlijks een budget verdeeld over de regio's.
Deze middelen kunnen worden aangevuld met een financiering door de plaatselijke overheid om specifieke acties tot een goed einde te brengen.
Deze acties worden uitgevoerd in het kader van overeenkomsten die onder de bevoegheid van de prefecten vallen en die op departementaal of regionaal niveau worden gesloten; de betaling wordt verricht op grond van een jaarlijks verslag over de verrichte werkzaamheden
Betrokken economische sector(en): De gehele landbouwsector
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Ministère de l'agriculture et de la pêche |
|
78, rue de Varenne |
|
F-75349 Paris 07 SP |
Website: www.agriculture.gouv.fr (Er zal een PIDIL — inlichtingenblad worden toegevoegd aan de informatie met betrekking tot de vestiging als landbouwer zodra het programma is goedgekeurd)
Overige informatie: De acties die reeds werden goedgekeurd in het kader van het vorige PIDIL (regeling N 184/03 door de Commissie goedgekeurd op 9.7.2003) worden voortgezet
Nummer van de steun: XA 27/07
Lidstaat: Verenigd Koninkrijk
Regio: Wales
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Wales Catchment Sensitive Farming Project
Rechtsgrond: Agriculture Act 1986 (Section 1(1)(C)) to be read in conjunction with Government of Wales Act 1998 (Sections 40 and 85)
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Geplande jaarlijkse uitgaven (GBP 000)
2007: 422,700 GBP
2008: 50,000 GBP
Totaal: 472,700 GBP
Maximale steunintensiteit: De regeling bestaat uit twee maatregelen:
Datum van tenuitvoerlegging: De regeling gaat in op 1 april 2007
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling gaat in op 1 april 2007.
Ze loopt af op 31 december 2007.
De laatste betaling vindt plaats op 31 maart 2008
Doelstelling van de steun: Milieubescherming.
Een project opzetten en beheren om landbouwmethoden die de waterkwaliteit bevorderen, aan te moedigen teneinde het watermilieu van verontreiniging te vrijwaren. Het project zal in twee regio's, waarin zich 80 landbouwbedrijven bevinden, lopen.
In het kader van het project wordt advies verleend met als doel potentiële risico's op verontreiniging en maatregelen om deze risico's te verminderen, te identificeren. De steun wordt verleend overeenkomstig artikel 15 van Verordening 1857/2006 en de subsidiabele uitgaven zijn de uitgaven voor advies.
Er worden eveneens subsidies verleend voor bepaalde in aanmerking komende investeringen die een verbetering van het watermilieu ten doel hebben. Deze subsidies worden verleend overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en de subsidiabele uitgaven zijn uitgaven voor:
de bouw, verwerving of verbetering van onroerende goederen en
de koop of huurkoop van nieuwe machines en materieel, met inbegrip van computerprogrammatuur, tot maximaal de marktwaarde van de activa; andere kosten in verband met een huurkoopcontract (belastingen, marge voor de verhuurder, kosten voor de herfinanciering van rente, overheadkosten, verzekeringspremies enz.) zijn niet subsidiabel.
De vorengenoemde uitgaven zijn slechts subsidiabel indien ze de risico's op verontreiniging sterk verminderen. Uitgaven voor tweedehands uitrusting of machines zijn niet subsidiabel.
In ruimere zin omvat het project ook controle van de waterkwaliteit, modellering van het stroomgebied, evaluatie van de reacties van de landbouwers, van de wijze waarop maatregelen aanslaan en van de doeltreffendheid van het project
Betrokken economische sector(en): De regeling heeft betrekking op het voortbrengen van landbouwproducten. Ze heeft ten doel de gevolgen van de landbouwproductie voor het watermilieu te verzachten; de steun zal beschikbaar zijn voor alle levensvatbare landbouwbedrijven — ongeacht de soort — in de twee regio's waar het project zijn beslag zal krijgen. De ene regio is een hoogland regio waar aan veeteelt wordt gedaan (hoofdzakelijk runderen en schapen). De andere regio is een laagland regio waar hoofdzakelijk melkvee en vee (runderen en schapen) wordt gehouden
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Welsh Assembly Government |
|
Cathays Park (CP2) |
|
Cardiff CF10 3NQ |
|
United Kingdom |
Contactpersoon: M P Samuel (Room 1-097)
De voor de regeling bevoegde overheidsinstantie is: —
De voor de tenuitvoerlegging van de regeling bevoegde organisatie is: —
Website: http://new.wales.gov.uk/docrepos/40371/403823112/4038213/1304878/CSF-agristateaid?lang=en
of ga naar de Defra website voor meer details.
http://www.defra.gov.uk/farm/policy/state-aid/setup/exist-exempt.htm
Overige informatie: Voor meer en uitvoeriger gegevens over de criteria waaraan moet zijn voldaan om voor de regeling in aanmerking te komen en over de toepasselijke voorschriften, moeten vorengenoemde weblinks worden gevolgd.
Er is een aanvraag ingediend om het project gedeeltelijk te financieren met geldmiddelen voor doelstelling 1. (Doelstelling 1, zwaartepunt 5, maatregel 7).
Ondertekend en gedateerd namens de ter zake bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk (Department for Environment, Food and Rural Affairs — Ministerie voor Milieu, Voedsel en Plattelandsaangelegenheden)
Neil Marr
Agricultural State Aid
Defra
8B 9 Millbank
c/o 17 Smith Square
London SW1P 3JR
United Kingdom
(1) PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3.
(2) PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1.
(3) PB L 368 van 23.12.2006, blz. 15.
(4) PB L 337 van 13.12.2002, blz. 3.
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/11 |
Door de lidstaten verstrekte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2004 van de Commissie van betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten
(2007/C 165/05)
XA Nummer: XA 125/06
Lidstaat: Nederland
Regio: Provincie Limburg
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Verplaatsing melkveehouderij Houben in Zuid- Limburg
Rechtsgrondslag: Algemene Subsidieverordening 2004
Subsidieregels voorbereidingskosten verplaatsing melkveehouderijen Zuid-Limburg
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totale provinciale bijdrage van eenmalig 100 000 EUR, = per verplaatsing.
Maximale steunintensiteit: De maximale steun aan de melkveehouder bedraagt 40 % van de verplaatsingskosten tot een maximum van 100 000 EUR. Bovengenoemd steunbedrag is gelijk aan de toegestane steun voor de landbouwer, wanneer de verplaatsing in het algemeen belang de landbouwer modernere installaties oplevert en leidt tot een verhoging van de productiecapaciteit. Wanneer er sprake is van waardestijging van de betrokken installaties en toename van de productiecapaciteit moet de bijdrage van de landbouwer ten minste overeenkomen met 60 % van de waardestijging van de betrokken installaties of met de toeneming verband houdende uitgaven. Dit volgens artikel 6 lid 3 en lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/ 2004. De melkveehouder draagt zelf minimaal 60 % bij. Melkveehouderij Houben: begrote kosten:1 612 776 EUR.
Datum van tenuitvoerlegging: De subsidieverleningbeschikking zal uitgaan na de ontvangstbevestiging door de EU van deze kennisgeving.
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Van december 2006 tot en met 31 december 2008.
Doelstelling van de steun: De steun heeft betrekking op de verplaatsing in het algemeen belang van perspectiefvolle melkveebedrijven uit gebieden met vooral planologische beperkingen maar waar aanwezigheid van melkveehouderij voor in stand houding van omgevingskwaliteit en landschap cruciaal is. Volgens de provinciale doelen moet de verplaatsing van een melkveehouderij gericht zijn op landschaps- en omgevingskwaliteit en duurzaamheid.
Betrokken economische sector(en): Voor steun komen in aanmerking intensieve melkveehouderijen (kleine en middelgrote ondernemingen), met een omvang van 75 Nederlandse grootte eenheden (NGE) of meer, gelegen in gebieden met meer dan 2 % helling in Zuid-Limburg.
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:
|
Provincie Limburg |
|
Limburglaan 10 |
|
Postbus 5700 |
|
6202 MA Maastricht |
|
Nederland |
Website: www.limburg.nl
Nummer van de steun: XA 126/06
Lidstaat: Verenigd Koninkrijk
Regio: Kerridge Ridge and Ingersley Vale
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Kerridge Ridge and Ingersley Vale Countryside and Heritage Project
Rechtsgrond: The National Heritage Act 1980 set up a fund called the National Heritage Memorial Fund (NHMF). The Act has been amended several times, principally by the National Heritage Act 1997 and the National Lottery Act 1993 and 1998.
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De totale begroting voor het project bedraagt 1,1 miljoen GBP over 4 jaar inclusief alle administratieve kosten en werkzaamheden op niet-landbouwgronden. De totale kosten van de fysieke werkzaamheden die op landbouwgronden zullen plaatsvinden, bedragen 145 500 GBP.
Per begrotingsjaar kan laatstgenoemd bedrag als volgt worden omgeslagen:
Maximale steunintensiteit: 100 %
Datum van tenuitvoerlegging:
Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 30 juni 2010.
Doelstelling van de steun: Het project heeft ten doel belangrijke, tot het erfgoed behorende elementen op het platteland in de regio Kerridge Ridge en Ingersley Vale in stand te houden en te herstellen
De steun wordt betaald overeenkomstig artikel 5 van Verordening 1/2004 en de desbetreffende kosten zijn kapitaaluitgaven die bestemd zijn om niet- productieve, tot het erfgoed behorende elementen in stand te houden.
Betrokken economische sector(en): Landbouwsector — alle bij de productie betrokken bedrijven.
Website: http://www.kriv.org.uk/documents/documents/KRIVStateAidExemptionDocument.doc
Klik onderaan de bladzijde rechts op de Defra State Aid link
http://defraweb/farm/policy/state-aid/setup/exist-exempt.htm
Overige informatie: Landeigenaren wier activiteiten geen landbouwactiviteiten zijn vallen onder de regeling National Heritage Memorial Fund (NN 11/02) die specifiek door de Commissie is goedgekeurd.
Ondertekend en gedateerd namens het Department of Environment, Food and Rural Affairs (bevoegde autoriteit voor het VK)
Neil Marr
Agricultural State Aid
Defra
8B 9 Millbank
c/o 17 Smith Square
London SW1P 3JR
United Kingdom
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/13 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Kennisgeving van opleidingstitels van medische specialisten en huisartsen
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/C 165/06)
In Richtlijn 93/16/EEG van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma's, certificaten en andere titels (1), en in het bijzonder in de artikelen 41 en 42, onder a), en in Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (2), zoals gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het vrije verkeer van personen, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië (3), en met name in artikel 21, lid 7, is vastgesteld dat de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de wettelijke, regelgevende of bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen met betrekking tot de afgifte van diploma's, certificaten en andere opleidingstitels op het door deze richtlijn bestreken gebied. De Commissie doet hiervan passende mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie en vermeldt daarbij de door de lidstaten goedgekeurde benamingen voor de opleidingstitels alsmede, in voorkomend geval, voor de overeenkomstige beroepstitel.
Aangezien Nederland kennisgeving heeft gedaan van wijzigingen in de lijst met benamingen van bijlage B en de lijst van diploma's, certificaten en andere titels van huisartsen, gepubliceerd overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 93/16/EEG en overgenomen in bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, moeten deze lijsten worden gewijzigd.
Bijlage B van Richtlijn 93/16/EEG en bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties moeten dan ook als volgt worden gewijzigd met betrekking tot Nederland:
|
(1) |
In bijlage B van Richtlijn 93/16/EEG en onder punt 5.1.2 „Opleidingstitels van medische specialisten” van bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG, moet onder „Uitreikende instelling” worden vermeld:
De lijst van diploma's, certificaten en andere titels van huisartsen, gepubliceerd overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 93/16/EEG en punt 5.1.4 „Opleidingstitels van huisartsen” van bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, moeten worden gewijzigd zoals hieronder uiteengezet. |
|
(2) |
De lijst van diploma's, certificaten en andere titels van huisartsen, gepubliceerd overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn 93/16/EEG en punt 5.1.4 „Opleidingstitels van huisartsen” van bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, moeten worden gewijzigd zoals hieronder uiteengezet. Onder „Opleidingstitel” moet worden vermeld: Certificaat van inschrijving in het register van erkende huisartsen van de Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (afgegeven door de huisarts, verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapte Registratie Commissie (HVRC) |
De tabellen in bijlage V van Richtlijn 2005/36/EG worden daarom als volgt gewijzigd:
„5.1.2. Opleidingstitels van medische specialisten
|
Land |
Opleidingstitel |
Uitreikende instelling |
Referentiedatum |
||||
|
België/Belgique/Belgien |
Bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist/Titre professionnel particulier de médecin spécialiste |
Minister bevoegd voor Volksgezondheid/Ministre de la Santé publique |
20 december 1976 |
||||
|
България |
Свидетелство за призната специалност |
Медицински университет, Висш медицински университет или Военномедицинска академия |
1 januari 2007 |
||||
|
Česká republika |
Diplom o specializaci |
Ministerstvo zdravotnictví |
1 mei 2004 |
||||
|
Danmark |
Bevis for tilladelse til at betegne sig som speciallæge |
Sundhedsstyrelsen |
20 december 1976 |
||||
|
Deutschland |
Fachärztliche Anerkennung |
Landesärztekammer |
20 december 1976 |
||||
|
Eesti |
Residentuuri lõputnnistus eriarstiabi erialal |
Tartu Ülikool |
1 mei 2004 |
||||
|
Éire/Ireland |
Certificate of Specialist doctor |
Competent authority |
20 december 1976 |
||||
|
Ελλάς |
Τίτλoς Iατρικής Ειδικότητας |
|
1 januari 1981 |
||||
|
|||||||
|
España |
Título de Especialista |
Ministerio de Educación y Cultura |
1 januari 1986 |
||||
|
France |
|
|
20 december 1976 |
||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
|
Italia |
Diploma di medico specialista |
Università |
20 december 1976 |
||||
|
Κύπρος |
Πιστοποιητικό Αναγνώρισης Ειδικότητας |
Ιατρικό Συμβούλιο |
1 mei 2004 |
||||
|
Latvija |
„Sertifikāts” — kompetentu iestāžu izsniegts dokuments, kas apliecina, ka persona ir nokārtojusi sertifikācijas eksāmenu specialitātē |
Latvijas Ārstu biedrība Latvijas Ārstniecības personu profesionālo organizāciju savienība |
1 mei 2004 |
||||
|
Lietuva |
Rezidentūros pažymėjimas, nurodantis suteiktą gydytojo specialisto profesinę kvalifikaciją |
Universitetas |
1 mei 2004 |
||||
|
Luxembourg |
Certificat de médecin spécialiste |
Ministre de la Santé publique |
20 december 1976 |
||||
|
Magyarország |
Szakorvosi bizonyítvány |
Az Egészségügyi, Szociális és Családügyi Minisztérium illetékes testülete |
1 mei 2004 |
||||
|
Malta |
Ċertifikat ta' Speċjalista Mediku |
Kumitat ta' Approvazzjoni dwar Speċjalisti |
1 mei 2004 |
||||
|
Nederland |
Bewijs van inschrijving in een Specialistenregister |
|
20 December 1976 |
||||
|
Österreich |
Facharztdiplom |
Österreichische Ärztekammer |
1 januari 1994 |
||||
|
Polska |
Dyplom uzyskania tytułu specjalisty |
Centrum Egzaminów Medycznych |
1 mei 2004 |
||||
|
Portugal |
|
|
1 januari 1986 |
||||
|
|
||||||
|
România |
Certificat de medic specialist Ministerul Sănătăţii Publici |
Certificat de medic specialist Ministerul Sănătăţii Publici |
1 januari 2007 |
||||
|
Slovenija |
Potrdilo o opravljenem specialističnem izpitu |
|
1 mei 2004 |
||||
|
Slovensko |
Diplom o špecializácii |
Slovenská zdravotnícka univerzita |
1 mei 2004 |
||||
|
Suomi/Finland |
Erikoislääkärin tutkinto/Specialläkarexamen |
|
1 januari 1994 |
||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
|||||||
|
Sverige |
Bevis om specialkompetens som läkare, utfärdat av Socialstyrelsen |
Socialstyrelsen |
1 januari 1994 |
||||
|
United Kingdom |
Certificate of Completion of specialist training |
Competent authority |
20 december 1976” |
„5.1.4. Opleidingstitels van huisartsen
|
Land |
Opleidingstitel |
Beroepstitel |
Referentiedatum |
|
België/Belgique/Belgien |
Ministerieel erkenningsbesluit van huisarts/Arrêté ministériel d'agrément de médecin généraliste |
Huisarts/Médecin généraliste |
31 december 1994 |
|
България |
Свидетелство за призната специалност по Обща медицина |
Лекар-специалист по Обща медицина |
1 januari 2007 |
|
Česká republika |
Diplom o specializaci „všeobecné lékařství” |
Všeobecný lékař |
1 mei 2004 |
|
Danmark |
Tilladelse til at anvende betegnelsen alment praktiserende læge/speciallæge i almen medicin |
Alment praktiserende læge/Speciallæge i almen medicin |
31 december 1994 |
|
Deutschland |
Zeugnis über die spezifische Ausbildung in der Allgemeinmedizin |
Facharzt/Fachärztin für Allgemeinmedizin |
31 december 1994 |
|
Eesti |
Diplom peremeditsiini erialal |
Perearst |
1 mei 2004 |
|
Éire/Ireland |
Certificate of specific qualifications in general medical practice |
General medical practitioner |
31 december 1994 |
|
Ελλάς |
Tίτλος ιατρικής ειδικότητας γενικής ιατρικής |
Ιατρός με ειδικότητα γενικής ιατρικής |
31 december 1994 |
|
España |
Título de especialista en medicina familiar y comunitaria |
Especialista en medicina familiar y comunitaria |
31 december 1994 |
|
France |
Diplôme d'État de docteur en médecine (avec document annexé attestant la formation spécifique en médecine générale) |
Médecin qualifié en médecine générale |
31 december 1994 |
|
Italia |
Attestato di formazione specifica in medicina generale |
Medico di medicina generale |
31 december 1994 |
|
Κύπρος |
Τίτλος Ειδικότητας Γενικής Ιατρικής |
Ιατρός Γενικής Ιατρικής |
1 mei 2004 |
|
Latvija |
Ģimenes ārsta sertifikāts |
Ģimenes (vispārējās prakses) ārsts |
1 mei 2004 |
|
Lietuva |
Šeimos gydytojo rezidentūros pažymėjimas |
Šeimos medicinos gydytojas |
1 mei 2004 |
|
Luxembourg |
Diplôme de formation spécifique en medicine générale |
Médecin généraliste |
31 december 1994 |
|
Magyarország |
Háziorvostan szakorvosa bizonyítvány |
Háziorvostan szakorvosa |
1 mei 2004 |
|
Malta |
Tabib tal-familja |
Mediċina tal-familja |
1 mei 2004 |
|
Nederland |
Certificaat van inschrijving in het register van erkende huisartsen van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der geneeskunst (4) |
Huisarts |
31 december 1994 |
|
Österreich |
Arzt für Allgemeinmedizin |
Arzt für Allgemeinmedizin |
31 december 1994 |
|
Polska |
Dyplom uzyskania tytułu specjalisty w dziedzinie medycyny rodzinnej |
Specjalista w dziedzinie medycyny rodzinnej |
1 mei 2004 |
|
Portugal |
Diploma do internato complementar de clínica geral |
Assistente de clínica geral |
31 december 1994 |
|
România |
Certificat de medic specialist medicină de familie |
Medic specialist medicină de familie |
1 januari 2007 |
|
Slovenija |
Potrdilo o opravljeni specializaciji iz družinske medicine |
Specialist družinske medicine/Specialistka družinske medicine |
1 mei 2004 |
|
Slovensko |
Diplom o špecializácii v odbore „všeobecné lekárstvo” |
Všeobecný lekár |
1 mei 2004 |
|
Suomi/Finland |
Todistus lääkärin perusterveydenhuollon lisäkoulutuksesta/Bevis om tilläggsutbildning av läkare i primärvård |
Yleislääkäri/Allmänläkare |
31 december 1994 |
|
Sverige |
Bevis om kompetens som allmänpraktiserande läkare (Europaläkare) utfärdat av Socialstyrelsen |
Allmänpraktiserande läkare (Europaläkare) |
31 december 1994 |
|
United Kingdom |
Certificate of prescribed/equivalent experience |
General medical practitioner |
31 december 1994 |
(1) PB L 165 van 7.7.1993, blz. 1.
(2) PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.
(3) PB L 363 van 20.12.2006, blz. 141.
(4) Afgegeven door de huisarts, verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapte Registratie Commissie (HVRC).”
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/18 |
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Kennisgeving van titels in de gespecialiseerde tandheelkunde
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/C 165/07)
In Richtlijn 78/686/EEG van de Raad van 25 juli 1978 inzake de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels van de beoefenaar der tandheelkunde, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (1), en met name artikel 23a, en Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (2), en met name artikel 21, lid 7, beide laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG van de Raad tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het vrije verkeer van personen, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië (3), is vastgesteld dat de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de wettelijke, regelgevende of bestuursrechtelijke bepalingen die zij vaststellen met betrekking tot de afgifte van diploma's, certificaten en andere opleidingstitels op het door deze richtlijnen bestreken gebied. De Commissie doet hiervan passende mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie en vermeldt daarbij de door de lidstaten goedgekeurde benamingen voor de opleidingstitels alsmede, in voorkomend geval, voor de overeenkomstige beroepstitel.
Aangezien Tsjechië kennisgeving heeft gedaan van wijzigingen in de benamingen van opleidingen in de gespecialiseerde tandheelkunde, moeten de lijsten met benamingen in de bijlage bij Richtlijn 78/686/EEG, zoals overgenomen in bijlage V, rubriek V.3, punt 5.3.4, bij Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, worden gewijzigd.
Bijlage B bij Richtlijn 78/686/EEG en bijlage V, rubriek V.3, punt 5.3.4, bij Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, worden als volgt gewijzigd:
|
(1) |
In bijlage B, onder „1. Orthodontie” van Richtlijn 78/686/EEG, luidt de benaming voor Tsjechië als volgt:
en in de rubriek „Orthodontie” van bijlage V, rubriek V.3, punt 5.3.4, van Richtlijn 2005/36/EG, wordt tussen de tekst voor Bulgarije en Denemarken het volgende ingevoegd:
|
|
(2) |
In rubriek „2. Kaakchirurgie” van Bijlage B bij Richtlijn 78/686/EEG, luidt de benaming voor Tsjechië als volgt:
en in de rubriek „Kaakchirurgie” van bijlage V, rubriek V.3, punt 5.3.4, bij richtlijn 2005/36/EG, wordt tussen de tekst voor Bulgarije en Denemarken het volgende ingevoegd:
|
|
(3) |
De tabellen van bijlage V, rubriek V.3, punt 5.3.4, bij Richtlijn 2005/36/EG worden dan ook als volgt gewijzigd:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) PB L 233 van 24.8.1978, blz. 1.
(2) PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.
(3) PB L 363 van 20.12.2006, blz. 141.
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/23 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 94/25/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten met betrekking tot pleziervaartuigen
(Voor de EER relevante tekst)
(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de richtlijn)
(2007/C 165/08)
|
ENO (1) |
Referentienummer en titel van de norm (en referentie document) |
Referentie-nummer van de vervangen norm |
Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt Noot 1 |
|
CEN |
EN ISO 6185-1:2001 Pleziervaartuigen — Opblaasbare boten met een totale lengte kleiner dan 8 m met een minimaal drijfvermogen van 1800 N — Deel 1: Maximaal motorvermogen van 4,5 kW (ISO 6185-1:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 6185-2:2001 Pleziervaartuigen — Opblaasbare boten met een totale lengte kleiner dan 8 m met een minimaal drijfvermogen van 1800 N — Deel 2: Maximaal motorvermogen van 4,5 kW tot en met 15 kW (ISO 6185-2:2001 |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 6185-3:2001 Pleziervaartuigen — Opblaasbare boten met een totale lengte kleiner dan 8 m met een minimaal drijfvermogen van 1800 N — Deel 3: Maximaal motorvermogen van 15 kW en groter (ISO 6185-3:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 7840:2004 Kleine vaartuigen — Brandbestendige brandstofslangen (ISO 7840:2004) |
EN ISO 7840:1995 |
Datum verstreken (31.8.2004) |
|
CEN |
EN ISO 8099:2000 Pleziervaartuigen — Toiletafvalverzamelsystemen (ISO 8099:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 8469:2006 Kleine vaartuigen — Niet-brandbestendige brandstofslangen (ISO 8469:2006) |
EN ISO 8469:1995 |
Datum verstreken (31.1.2007) |
|
CEN |
EN ISO 8665:2006 Pleziervaartuigen — Zuigermotoren met inwendige verbranding voor scheepsvoortstuwing — Meting en opgave van het vermogen (ISO 8665:2006) |
EN ISO 8665:1995 |
Datum verstreken (31.12.2006) |
|
CEN |
EN ISO 8666:2002 Kleine vaartuigen — Hoofdgegevens (ISO 8666:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 8847:2004 Kleine vaartuigen — Stuurinrichting — Kabel- en katrolsystemen (ISO 8847:2004) |
EN 28847:1989 |
Datum verstreken (30.11.2004) |
|
EN ISO 8847:2004/AC:2005 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 8849:2003 Kleine vaartuigen — Elektrisch aangedreven lenspompenmet gelijkstroom (ISO 8849:2003) |
EN 28849:1993 |
Datum verstreken (30.4.2004) |
|
CEN |
EN ISO 9093-1:1997 Pleiziervaartuigen — Buitenboordkranen en rompdoorvoeringen — Deel 1: Delen van metaal (ISO 9093-1:1994) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 9093-2:2002 Kleine vaartuigen — Buitenboordkranen en rompdoorvoeren — Deel 2: Niet-metalen delen (ISO 9093-2:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 9094-1:2003 Pleziervaartuigen — Bescherming tegen brand — Deel 1: Vaartuigen met een romplengte kleiner dan of gelijk aan 15 m (ISO 9094-1:2003) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 9094-2:2002 Kleine vaartuigen — Brandbescherming — Deel 2: Vaartuigen met een romplengte van meer dan 15 m (ISO 9094-2:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 9097:1994 Pleziervaartuigen — Elektrische ventilatoren (ISO 9097:1991) |
— |
|
|
EN ISO 9097:1994/A1:2000 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2001) |
|
|
CEN |
EN ISO 10087:2006 Pleziervaartuigen — Vaartuig-identificatie — Coderingssyste em (ISO 10087:2006) |
EN ISO 10087:1996 |
Datum verstreken (30.9.2006) |
|
CEN |
EN ISO 10088:2001 Pleziervaartuigen — Vast ingebouwde brandstofsystemen en brandstoftanks (ISO 10088:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 10133:2000 Pleziervaartuigen — Elektrische systemen — Gelijkstroominstallaties met extra lage spanning (ISO 10133:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 10239:2000 Pleziervaartuigen — Systemen voor vloeibaar petroleumgas (LPG) (ISO 10239:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 10240:2004 Kleine vaartuigen — Eigenaarshandleiding (ISO 10240:2004) |
EN ISO 10240:1996 |
Datum verstreken (30.4.2005) |
|
CEN |
EN ISO 10592:1995 Pleziervaartuigen — Hydraulische stuursystemen (ISO 10592:1994) |
— |
|
|
EN ISO 10592:1995/A1:2000 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2001) |
|
|
CEN |
EN ISO 11105:1997 Pleziervaartuigen — Ventilatie van ruimten met een benzinemotor en/of een benzinetank (ISO 11105:1997) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 11192:2005 Pleziervaartuigen — Grafische symbolen (ISO 11192:2005) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 11547:1995 Pleziervaartuigen — Bescherming tegen het starten bij ingeschakelde versnelling (ISO 11547:1994) |
— |
|
|
EN ISO 11547:1995/A1:2000 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2001) |
|
|
CEN |
EN ISO 11591:2000 Pleziervaartuigen met voortstuwing door een motor — Zichtveld vanaf de stuurstand (ISO 11591:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 11592:2001 Pleziervaartuigen — Bepaling van het maximale voorststuwingsvermogen (ISO 11592:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 11812:2001 Pleziervaartulgen — Waterdichte en zelflozende kuipen (ISO 11812:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12215-1:2000 Pleziervaartuigen — Rompconstructie en verbanddelen — Deel 1: Materialen: Onder warmte uithardende harsen, glasvezelversterking, referentielaminaat (ISO 12215-1:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12215-2:2002 Pleziervaartuigen — Rompconstructie en verbanddelen — Deel 2: Materialen: Kernmaterialen voor sandwichconstructies, ingesloten materialen (ISO 12215-2:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12215-3:2002 Pleziervaartuigen — Rompconstructie en verbanddelen — Deel 3: Materialen: Staal, aluminiumlegeringen, hout, overige materialen (ISO 12215-3:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12215-4:2002 Pleziervaartuigen — Rompconstructie en verbanddelen — Deel 4: Werkplaats en productie (ISO 12215-4:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12216:2002 Kleine vaartuigen — Ramen, patrijspoorten, luiken, poortdeksels en deuren — Sterkte- en dichtheidseisen (ISO 12216:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12217-1:2002 Pleziervaartuigen — Beoordeling en classificatie van stabiliteit en drijfvermogen — Deel 1: Boten zonder zeil met een romplengete groter dan of gelijk aan 6 m (ISO 12217-1:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12217-2:2002 Pleziervaartuigen — Beoordeling en classificatie van stabiliteit en drijfvermogen — Deel 2: Zeilboten met een romplengte groter dan of gelijk aan 6 m (ISO 12217-2:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 12217-3:2002 Pleziervaartuigen — Beoordeling en classificatie van stabiliteit en drijfvermogen — Deel 3: Boten met een romplengte kleiner dan 6 m (ISO 12217-3:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 13297:2000 Pleziervaartuigen — Elektrische systemen — Wisselstroominstallaties (ISO 13297:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 13590:2003 Kleine vaartuigen — Waterscooters — Eisen voor de constructie en de systeeminstallatie (ISO 13590:2003) |
— |
|
|
EN ISO 13590:2003/AC:2004 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 13929:2001 Pleziervaartuigen — Besturingssystemen — Besturing met tandheugelsysteem (ISO 13929:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 14509:2000 Pleziervaartuigen — Meting van luchtgeluid uitgestraald door pleziervaartuigen met motoraandrijving (ISO 14509:2000) |
— |
|
|
EN ISO 14509:2000/A1:2004 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2005) |
|
|
CEN |
EN ISO 14509-2:2006 Pleziervaartuigen — Luchtgeluid uitgestraald door pleziervaartuigen met motoraandrijving — Deel 2: Geluidsbepaling door gebruik van referentievaartuigen (ISO 14509-2:2006) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 14895:2003 Pleiziervaartuigen — Kooktoestellen voor vloeibare brandstoffen (ISO 14895:2000) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 14945:2004 Kleine vaartuigen — Plaatje van de bouwer (ISO 14945:2004) |
— |
|
|
EN ISO 14945:2004/AC:2005 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 14946:2001 Kleine vaartuigen — Maximum laadvermogen (ISO 14946:2001) |
— |
|
|
EN ISO 14946:2001/AC:2005 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 15083:2003 Kleine vaartuigen — Lenspompsysteem (ISO 15083:2003) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 15084:2003 Kleine vaartuigen — Ankeren, meren en slepen — Sterkepunten (ISO 15084:2003) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 15085:2003 Kleine vaartuigen — Preventie van „man overboord” en berging (ISO 15085:2003) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 15584:2001 Pleziervaartuigen — Binnenboord benzinemotoren — Op de motor gemonteerde onderdelen van het brandstof- en elektrisch systeem (ISO 15584:2001) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 15652:2005 Kleine vaartuigen — Afstandbesturingssystemen voor boten met waterstraalaandrijving (ISO 15652:2003) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 16147:2002 Kleine vaartuigen — Binnenboord dieselmotoren — Op de motor gemonteerde onderdelen van het brandstof- en elektrisch systeem (ISO 16147:2002) |
— |
|
|
CEN |
EN ISO 21487:2006 Pleziervaartuigen — Vast ingebouwde benzine en dieselbrandstoftanks (ISO 21487:2006) |
— |
|
|
CEN |
EN 28846:1993 Pleziervaartuigen — Elektrische apparatuur — Bescherming tegen ontbranding van omringende brandbare gassen (ISO 8846:1990) |
— |
|
|
EN 28846:1993/A1:2000 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2001) |
|
|
CEN |
EN 28848:1993 Pleziervaartuigen — Afstandbesturingssystemen (ISO 8848:1990) |
— |
|
|
EN 28848:1993/A1:2000 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2001) |
|
|
CEN |
EN 29775:1993 Pleziervaartuigen — Afstandbesturingssystemen voor enkelvoudige buitenboordmotoren met een vermogen van 15 kw tot 40 kw (ISO 9775:1990) |
— |
|
|
EN 29775:1993/A1:2000 |
Note 3 |
Datum verstreken (31.3.2001) |
|
Noot 1 |
In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt, de door de Europese normalisatie-instituten vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn. |
|
Noot 3 |
In het geval van wijzigingsbladen is de norm waarnaar verwezen wordt EN CCCCC:YYYY, de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, en het nieuw genoemde wijzigingsblad. De vervangen norm (kolom 4) bestaat daarom uit EN CCCCC:YYYY en de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, maar zonder het nieuw genoemde wijzigingsblad. Op genoemde datum eindigt het vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn van de vervangen norm. |
Waarschuwing:
|
— |
Iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatie-instellingen ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen waarvan de lijst een bijlage is bij de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG (3). |
|
— |
De publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap. |
|
— |
Deze lijst vervangt de vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd werden. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt. |
Meer informatie kunt u vinden op Europa:
http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/standardization/harmstds/
(1) ESO: Europese Normalisatie Organisatie:
|
— |
CEN: rue de Stassart 36, B-1050 Brussels, Tel. (32-2) 550 08 11; fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cen.eu) |
|
— |
CENELEC: rue de Stassart 35, B-1050 Brussels, Tel. (32-2) 519 68 71; fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org) |
|
— |
ETSI: 650, route des Lucioles, F-06921 Sophia Antipolis, Tel. (33) 492 94 42 00; fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org) |
(2) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.
(3) PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Commissie
|
19.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/28 |
Mededeling van Ierland overeenkomstig Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, exploratie en productie van koolwaterstoffen
(Aankondiging van een vergunningsronde voor 2007 voor het Porcupine-bekken)
(2007/C 165/09)
In overeenstemming met artikel 3, lid 2, onder a), van bovengenoemde richtlijn, doet de Ierse Minister for Communications, Energy and Natural Resources hierbij kennisgeving van een wijziging met betrekking tot de gebieden waarvoor vergunning kan worden verleend offshore Ierland. Aanvragen voor grensgebied-exploratievergunningen in het Porcupine-bekken worden ingewacht.
Een gebied dat 229 volledige en 3 gedeeltelijke blokken in het Porcupine-bekken omvat is aangewezen als grensgebied en is geselecteerd voor opname in een aardolie-exploratievergunningsronde. Tot 18 december 2007, de datum van afsluiting van deze ronde, worden geen exploratievergunningen of opties voor vergunningen verleend voor de desbetreffende blokken.
Er mogen aanvragen worden ingediend voor maximaal drie blokken in het noorden van het Porcupine-bekken en voor maximaal zes blokken in het zuiden van het bekken.
Beschikbare blokken in het noorden van het Porcupine-bekken (84 volledige blokken, 3 delen (p) van blokken)
25/25, 25/30
26/16, 26/17, 26/18, 26/19, 26/20, 26/21, 26/22, 26/23, 26/24, 26/25, 26/26, 26/27(p), 26/29, 26/30
34/4, 34/5, 34/9, 34/10, 34/14, 34/15, 34/18, 34/19, 34/20, 34/23, 34/24, 34/25, 34/28, 34/29, 34/30
35/1, 35/2(p), 35/3(p), 35/4, 35/5, 35/6, 35/7, 35/10, 35/11, 35/12, 35/13, 35/14, 35/15, 35/16, 35/17, 35/18, 35/19, 35/20, 35/21, 35/22, 35/23, 35/24, 35/25, 35/26, 35/27, 35/28, 35/29, 35/30
36/1, 36/6, 36/11, 36/16, 36/21, 36/22, 36/26, 36/27
43/3, 43/4, 43/5, 43/8, 43/9, 43/10
44/1, 44/2, 44/3, 44/4, 44/5, 44/6, 44/7, 44/8, 44/9, 44/10
45/1, 45/2, 45/6, 45/7.
Beschikbare blokken in het zuiden van het Porcupine-bekken (145 volledige blokken)
43/12, 43/13, 43/14, 43/15, 43/17, 43/18, 43/22, 43/23, 43/27, 43/30
44/11, 44/12, 44/13, 44/14, 44/15, 44/16, 44/17, 44/19, 44/20, 44/21, 44/22, 44/25, 44/26, 44/27, 44/28
45/11, 45/12, 45/16, 45/17, 45/21, 45/22, 45/23, 45/24, 45/26, 45/27, 45/28, 45/29, 45/30
52/1, 52/2, 52/3, 52/4, 52/5, 52/6, 52/7, 52/8, 52/9, 52/10, 52/11, 52/12, 52/13, 52/14, 52/15, 52/16, 52/17, 52/18, 52/19, 52/20, 52/21, 52/22, 52/23, 52/24, 52/25, 52/26, 52/27, 52/28, 52/29, 52/30
53/1, 53/2, 53/3, 53/4, 53/5, 53/6, 53/7, 53/8, 53/9, 53/10, 53/11, 53/12, 53/13, 53/14, 53/15, 53/16, 53/17, 53/18, 53/19, 53/20, 53/21, 53/22, 53/23, 53/24, 53/25, 53/26, 53/27, 53/28, 53/29, 53/30
54/1, 54/2, 54/3, 54/4, 54/5, 54/6, 54/7, 54/8, 54/9, 54/10, 54/11, 54/12, 54/13, 54/14, 54/15, 54/16, 54/17, 54/18, 54/19, 54/20, 54/21, 54/22, 54/23, 54/24, 54/26, 54/27, 54/28, 54/29
60/2, 60/3, 60/4, 60/5, 60/8, 60/9, 60/10
61/1, 61/2, 61/3, 61/4, 61/5, 61/6, 61/7, 61/8, 61/9, 61/10
62/1, 62/2.
Een kaart van het gebied samen met de specifieke voorwaarden en richtsnoeren voor aanvragen en voor deze vergunningsronde zijn beschikbaar op de volgende website:
http://www.dcmnr.gov.ie/Natural/Petroleum+Affairs+Division/Porcupine+2007+Frontier+Licensing+Round.htm
of kunnen worden aangevraagd bij:
|
Des Byrne |
|
Petroleum Affairs Division |
|
Department of Communications, Energy and Natural Resources |
|
Leeson Lane |
|
Dublin 2 |
|
Ireland |
|
E-mail: Des.Byrne@dcmnr.ie |
|
Tel.: (353-1) 678 26 93 |
Criteria om in aanmerking te komen
Bij de evaluatie van de ingediende aanvragen zal de minister de klemtoon leggen op de noodzaak van een snelle, grondige, efficiënte en veilige exploratie met het oog op de vaststelling van de olie- en gasrijkdommen van Ierland, steeds met inachtneming van de relevante milieuoverwegingen. Bij de evaluatie van de ingediende aanvragen houdt de minster rekening met de volgende aspecten:
|
(a) |
het door de aanvrager voorgestelde werkprogramma; |
|
(b) |
de technische expertise en de offshore-ervaring van de aanvrager; |
|
(c) |
de beschikbare financiële middelen van de aanvrager; en |
|
(d) |
wanneer relevant, vorige prestaties van de aanvrager bij aan de aanvrager verleende vergunning. |
Op de aanvragen moet op de enveloppe duidelijk „2007 Licensing Round — Porcupine Basin” worden vermeld. Zij moeten worden gericht aan „The Secretary General, Department of Communications, Energy and Natural Resources, Petroleum Affairs Division, Leeson Lane, Dublin 2, Ierland” en moeten op dit adres toekomen vóór 12 u p.m. (GMT) op donderdag 18 december 2007.
Ontvangst van een aanvraag doet voor de minister geen verplichting ontstaan om een vergunning te verlenen voor een deel of het geheel van het gebied waarvoor bedoelde vergunning is aangevraagd. Besluiten betreffende de aanvragen worden uiterlijk tegen 31 januari 2008 genomen.
In overeenstemming met artikel 5, lid 1, onder a) en b), van bovengenoemde richtlijn meldt de Minister for Communications, Energy and Natural Resources hierbij dat vergunningen worden verleend op grond van de relatieve sterkte van de ingediende werkprogramma's, met een bijzondere nadruk op de geschiktheid van het programma voor de evaluatie van de prospectiemogelijkheden met betrekking tot koolwaterstoffen en de kansen om het gebied klaar te maken voor exploratieboring.