ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 143

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

50e jaargang
28 juni 2007


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 143/01

Wisselkoersen van de euro

1

 

INITIATIEVEN VAN DE LIDSTATEN

2007/C 143/02

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

2

 

INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2007/C 143/03

Besluit nr. 280/06/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 4 oktober 2006 om geen bezwaar te maken bij de voorgestelde wijzigingen aan de Noorse regelingen voor de terugbetaling van belastingen aan reders voor zeevaarders aan boord van schepen die in het Noorse scheepsregister (NOR) en het Noorse internationale scheepsregister (NIS) ingeschreven zijn — Beknopte informatie

5

2007/C 143/04

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 i) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op nationale regionale investeringssteun)

6

2007/C 143/05

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 f) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen)

7

2007/C 143/06

Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 d) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun)

8

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Commissie

2007/C 143/07

Oproep tot het indienen van voorstellen — DG EAC Nr. 26/07 — Proefprojecten voor samenwerking tussen Europese technologie-instituten

9

 

GERECHTELIJKE PROCEDURES

 

Europese Economische Ruimte
EVA-Hof

2007/C 143/08

Verzoek van het Fürstliches Landgericht om een advies van het EVA-Hof, gedaan bij beschikking van dat gerecht van 31 januari 2007 in de strafzaak tegen Sedin Poric (Zaak E-1/07)

13

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2007/C 143/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4706 — Superior Essex/Invex) ( 1 )

14

2007/C 143/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4743 — Warburg Pincus/Bausch) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

15

2007/C 143/11

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4764 — Debitel/Talkline) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

16

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/1


Wisselkoersen van de euro (1)

27 juni 2007

(2007/C 143/01)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3438

JPY

Japanse yen

164,69

DKK

Deense kroon

7,4423

GBP

Pond sterling

0,67295

SEK

Zweedse kroon

9,2815

CHF

Zwitserse frank

1,652

ISK

IJslandse kroon

84,64

NOK

Noorse kroon

7,9725

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5837

CZK

Tsjechische koruna

28,648

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

247,72

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6962

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,803

RON

Roemeense leu

3,1695

SKK

Slowaakse koruna

33,956

TRY

Turkse lira

1,7886

AUD

Australische dollar

1,5965

CAD

Canadese dollar

1,4384

HKD

Hongkongse dollar

10,5025

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7627

SGD

Singaporese dollar

2,0671

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 246,78

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,6737

CNY

Chinese yuan renminbi

10,2381

HRK

Kroatische kuna

7,3024

IDR

Indonesische roepia

12 272,93

MYR

Maleisische ringgit

4,6805

PHP

Filipijnse peso

62,554

RUB

Russische roebel

34,733

THB

Thaise baht

42,834


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INITIATIEVEN VAN DE LIDSTATEN

28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/2


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2007/C 143/02)

Nummer van de steun: XA 64/07

Lidstaat: Litouwen

Regio: —

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Paramos teikimas už šalutinių gyvūninių produktų, neskirtų vartoti žmonėms, pašalinimą ir sunaikinimą

Rechtsgrond: Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministro 2007 m. balandžio 13 d. įsakymas Nr. 3D-162 „Dėl paramos teikimo už šalutinių gyvūninių produktų, neskirtų vartoti žmonėms, pašalinimą ir sunaikinimą taisyklių patvirtinimo ir žemės ūkio ministro 2006 m. gegužės 26 d. įsakymo Nr. 3D-217 bei žemės ūkio ministro 2006 m. spalio 3 d. įsakymo Nr. 3D-385 pripažinimo netekusiais galios“

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 6 800 000 LTL, met toepassing van de officiële wisselkoers van de EUR (1 971 000 EUR).

Maximale steunintensiteit: Tot 100 % van de kosten voor het afvoeren en vernietigen van gestorven dieren, indien de gestorven dieren verplicht moeten worden getest op BSE.

Tot 100 % van de kosten voor het afvoeren van gestorven dieren.

Tot 75 % van de kosten voor het vernietigen van de gestorven dieren.

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Steun aan KMO's.

Het verlenen van steun aan bedrijven en landbouwers in de sector dierlijke productie, ten einde te zorgen voor een samenhangend controleprogramma en het veilig afvoeren van alle gestorven dieren.

Artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie is van toepassing.

Alle kosten in verband met het afvoeren en vernietigen van gestorven dieren komen in aanmerking voor steun.

Betrokken economische sector(en): Primaire productie van landbouwproducten.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministerija

Gedimino pr. 19 (Lelevelio g. 6)

LT-01103 Vilnius

Website: http://www.zum.lt/min/Isakymai/dsp_isakymas.cfm?IsakymasID=3409&langparam=Lt

Overige informatie: —

Nummer van de steun: XA 65/07

Lidstaat: Cyprus

Regio: De steun wordt niet door een regionale instantie verleend.

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Plan voor de ophaling, het vervoer en de verwerking van dierlijke afvallen door het bedrijf Sigan Management

Rechtsgrond: Άρθρο 120470.07501 του Προϋπολογισμού για το 2007 — Άλλες Δαπάνες — Συλλογή, μεταφορά, επεξεργασία και τελική διάθεση Ζωικών Αποβλήτων (προσφορά 20/2004) [(Article 120470.07501 of the Budget for 2007 — Other expenditure — Collection, transport, processing and final disposal of animal waste (Bid 20/2004)]

Ο περί της Εφαρμογής Κοινοτικών Κανονισμών στον Τομέα της Κτηνιατρικής Νόμος του 2004 [Ν149(Ι)/2004 (2004 Law on the implementation of Community Regulations in the veterinary sector) (Ν149(Ι)/2004)]

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Aan Sigan Management wordt jaarlijks 1 295 000 CYP betaald. Elk jaar wordt dat jaarlijkse bedrag, vóór de laatste maandelijkse betaling, aangepast aan de gewijzigde brandstofprijzen en wordt de betaling dienovereenkomstig aangepast.

Maximale steunintensiteit: Volledige financiering (100 %) van de uitgaven voor de ophaling en de vernietiging van volwassen dode schapen en geiten (ouder dan 18 maanden). Bij deze dieren moeten TSE-tests worden verricht.

Volledige financiering (100 %) van de uitgaven voor de ophaling en de vernietiging van dode runderen van meer dan 24 maanden oud. Deze dieren moeten worden getest op overdraagbare spongiforme encefalopathie (TSE). Volledige financiering (100 %) van de uitgaven voor de ophaling en de vernietiging van dode dieren (kalveren tot 24 maanden, schapen en geiten tot 18 maanden, varkens, pluimvee en konijnen). De bevoegde instantie zal het slachtrecht voor alle dieren en pluimvee verhogen zodat 25 % van de uitgaven voor de vernietiging van die dieren wordt gedekt. Volgens de berekeningen van de bevoegde instantie komt 25 % van de kosten van de vernietiging van dode dieren (kalveren tot 24 maanden, schapen en geiten tot 18 maanden, varkens, pluimvee en konijnen) overeen met een bedrag van 150 892 CYP.

Datum van tenuitvoerlegging: De regeling is van kracht geworden op 1 december 2006 (het is een staatssteunregeling die ten uitvoer is gelegd vóór de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1857/2006, maar toch onder de werkingssfeer ervan valt op grond van artikel 23, lid 2, van die verordening).

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Het bedrijf moet zijn diensten overeenkomstig de bepalingen van het aanbestedingsdossier gedurende 7 jaar verlenen, d.i. tot en met 30 november 2013.

Doelstelling van de steun: Ophaling, vervoer, opslag en, in het algemeen, behandeling van niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke afvallen, die onder Verordening (EG) nr. 1774/2002 vallen. Deze bepalingen werden in het Cypriotische recht omgezet bij Wet N149(I)/2004 betreffende de uitvoering van verordeningen van de Gemeenschap op veterinair gebied.

Betrokken sector(en): Alle veehouders in de onder toezicht van de Republiek Cyprus staande gebieden die een beroep zullen kunnen doen op de gratis ophaling en vernietiging van dode dieren door het bedrijf Sigan Management.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Κτηνιατρικές Υπηρεσίες (Veterinary Services)

Υπουργείο Γεωργίας, Φυσικών Πόρων και Περιβάλλοντος (Ministry of Agriculture, Natural Resources and Environment)

CY-1417 Λευκωσία (CY-1417 Nicosia)

Website: www.moa.gov.cy/vs

Overige informatie: —

Nummer van de steun: XA 66/07

Lidstaat: Letland

Regio: —

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Eiropas Savienības struktūrfonda Eiropas Lauksaimniecības virzības un garantiju fonds Vienotā programmdokumenta 4. prioritātes “Lauku un zivsaimniecības attīstības veicināšana” 4.1. pasākuma “Investīcijas lauksaimniecības uzņēmumos”

Rechtsgrond: 2006. gada 19. septembra MK noteikumi Nr. 777 “Noteikumi par atklāta projektu iesniegumu konkursa “Investīcijas lauksaimniecības uzņēmumos” vadlīnijām”

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totaal bedrag voor de steunregeling: 5 000 000 LVL

Maximale steunintensiteit: Het door de overheid gefinancierde deel van de uitgaven bedraagt maximaal:

Subsidiabele uitgaven kunnen betrekking hebben op:

Alleen de in de ramingen voor het bouwproject opgenomen kosten die rechtstreeks verband houden met uit de stuctuurfondsen gefinancierde maatregelen, komen in aanmerking voor steun. Toch worden, bijvoorbeeld, de volgende kosten, die niet rechtstreeks verband houden met de productie, ook als subsidiabel beschouwd indien zij niet meer bedragen dan 30 % van de totale subsidiabele bouwkosten: oprichting, verbouwing en renovatie van administratieve gebouwen, installatie van buitenverlichting, controlekamers in de gebouwen, installatie van beveiligingssystemen (inclusief videocontrole), bijgebouwen (indien de functie ervan wordt toegelicht), personeelsruimten, enz.

Indien het bouwproject ook voorziet in de aanleg van het bedrijfterrein, worden alleen de kosten voor asfaltering (of een andere verharding), de aanleg van grasperken, het installeren van omheiningen en gecontroleerde doorgangen als subsidiabel aangemerkt.

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 30 december 2008

Doelstelling van de steun: De steunmaatregel heeft ten doel een evenwichtige en duurzame plattelandsontwikkeling te garanderen, de sociaal-economische verschillen tussen plattellandsgebieden en stedelijke gebieden te verkleinen, en de doeltreffendheid en concurrentiekracht van de landbouwproductie te bevorderen.

De maatregel is in overeenstemming met artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie.

Betrokken economische sector(en): De steun is bestemd voor kleine en middelgrote ondernemingen in de landbouwsector.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Latvijas Republikas Zemkopības ministrija

LV-1981 Rīga

Website: www.zm.gov.lv

Nummer van de steun: XA 67/07

Lidstaat: Litouwen

Regio: —

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Parama veislininkystei

Rechtsgrond: Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministro 2007 m. balandžio 18 d. įsakymas Nr. 3D-166 „Dėl paramos veislininkystei taisyklių patvirtinimo“

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 28 000 000 LTL, met toepassing van de officiële wisselkoers van de EUR (8 109 360 EUR).

Maximale steunintensiteit: Tot 100 % van de administratieve kosten voor het opstellen en bijhouden van stamboeken.

Tot 70 % van de kosten van door of in opdracht van derden verrichte tests om de genetische kwaliteit of genetische rendement van dieren te bepalen, met uitzondering van door de eigenaar van de dieren verrichte controles en routinematige controles van de kwaliteit van melk.

Tot 40 % van de kosten in verband met het invoeren van innovatieve fokmethoden of -technieken op het bedrijf, met uitzondering van de kosten voor kunstmatige inseminatie, tot en met 31 december 2011.

Tot 100 % van de kosten voor het organiseren van wedstrijden, tentoonstellingen, beurzen en forums, en voor het deelnemen daaraan, met het oog op het uitwisselen van informatie.

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013.

Steun voor de kosten in verband met het invoeren van innovatieve fokmethoden of -technieken op het bedrijf, met uitzondering van de kosten voor kunstmatige inseminatie, tot en met 31 december 2011.

Doelstelling van de steun:

Steun aan KMO's:

fokkers ertoe aanzetten deel te nemen aan programma's voor het beoordelen van fokdieren op basis van hun nakomelingen en aan andere selectieprogramma's;

het genetische rendement en potentieel van de gefokte dieren verbeteren, en het bestand van dieren met een hoge fokwaarde uitbreiden;

gegevens verzamelen over het genetische rendement van dieren en rassen, en computerprogramma's ontwikkelen voor de fokkerij en de selectie van fokdieren, met gebruikmaking van een enkel computernetwerk;

de technologie met betrekking tot de beoordeling van het genetische rendement en de vleeskwaliteit moderniseren;

veehouders ertoe aanzetten dieren te fokken met een hoge fokwaarde en de fokwaarde van de dieren te verbeteren;

de inheemse rassen in Litouwen en de genetische diversiteit ervan in stand houden en verbeteren;

de fokdieren beoordelen en veetentoonstellingen, paardenkeuringen en wedstrijden organiseren.

De artikelen 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie zijn van toepassing.

De subsidiabele kosten zijn:

1.

de administratieve kosten voor het opstellen en bijhouden van stamboeken;

2.

de kosten van door of in opdracht van derden verrichte tests om de genetische kwaliteit of genetische rendement van dieren te bepalen, met uitzondering van door de eigenaar van de dieren verrichte controles en routinematige controles van de kwaliteit van melk;

3.

de kosten in verband met het invoeren van innovatieve fokmethoden of -technieken op het bedrijf, met uitzondering van de kosten voor kunstmatige inseminatie;

4.

de kosten voor het organiseren van wedstrijden, tentoonstellingen, beurzen en forums, en voor het deelnemen daaraan, met het oog op het uitwisselen van informatie.

Betrokken economische sector(en): Veehouderij (runderen, paarden, varkens, schapen, geiten).

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Lietuvos Respublikos žemės ūkio ministerija

Gedimino pr. 19 (Lelevelio g. 6)

LT-01103 Vilnius

Website: http://www.zum.lt/min/Isakymai/dsp_isakymas.cfm?IsakymasID=3414&langparam=LT

Overige informatie: —


INFORMATIE OVER DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/5


Besluit nr. 280/06/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 4 oktober 2006 om geen bezwaar te maken bij de voorgestelde wijzigingen aan de Noorse regelingen voor de terugbetaling van belastingen aan reders voor zeevaarders aan boord van schepen die in het Noorse scheepsregister (NOR) en het Noorse internationale scheepsregister (NIS) ingeschreven zijn

Beknopte informatie

(2007/C 143/03)

Nummer van de steunmaatregel

59523/57304

EVA-staat

Noorwegen

Regio

Noorwegen

Benaming en doel van de steunregelingen

Wijzigingen aan drie regelingen voor de terugbetaling van belastingen aan reders voor zeevaarders die werkzaam zijn aan boord van schepen die in het Noorse scheepsregister (NOR) en het Noorse internationale scheepsregister (NIS) ingeschreven zijn.

De regeling inzake terugbetaling van belastingen voor de tewerkstelling en opleiding van zeevaarders is er vooral op gericht de tewerkstelling van Noorse en EER-zeevaarders te waarborgen en te bevorderen, te zorgen voor de aanwerving en gekwalificeerde opleiding van zeevaarders en de concurrentiepositie van bedrijven die deze zeevaarders tewerkstellen, te verbeteren. Tegelijkertijd heeft deze regeling als ruimer strategisch doel de knowhow in de maritieme sector in het algemeen in stand te houden en te ontwikkelen en de veiligheid te verbeteren.

De wijzigingen hebben als gevolg dat de regelingen van toepassing zijn voor zeevaarders die belastingplichtig zijn in Noorwegen zonder er een verblijfplaats te hebben

Rechtsgrond

Jaarlijkse fiscale begroting overeenkomstig het besluit van het Noorse Parlement en Verordening nr. 1720 van 21 december 2005

Geplande jaarlijkse uitgaven

Steunregeling

Jaarlijks geplande uitgaven:

 

Voor de regeling als zodanig:

1 225 miljoen NOK (154 miljoen EUR)

 

Voor de opneming van zeevaarders die belastingplichtig zijn in Noorwegen zonder er een verblijfplaats te hebben:

25 miljoen NOK (3,14 miljoen EUR)

Looptijd

De regelingen voor de terugbetaling van belastingen werden door het Noorse Parlement niet beperkt in tijd.

De Noorse autoriteiten zullen de regeling evenwel opnieuw aanmelden vóór 1 januari 2016

Maximale steunintensiteit van de steunregeling

In het kader van de zogeheten regeling inzake brutoloon zal aan de reder 9,3 of 12 % van het loon van de zeevaarder worden terugbetaald als gedeeltelijke terugbetaling van de op de zeevaarder geheven belasting.

In het kader van de zogeheten regelingen inzake nettoloon zullen de op het netto-inkomen van de zeevaarder geheven belastingen en sociale-zekerheidsbijdragen volledig worden terugbetaald aan de reder

Economische sectoren

Zeevervoer

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministry of Trade and Industry

P.O. Box 8014 Dep

N-0030 Oslo


28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/6


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 i) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie van 24 oktober 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op nationale regionale investeringssteun)

(2007/C 143/04)

Nummer van de steunmaatregel

Regionale steun — 1/2007 — Noorwegen

EVA-staat

Noorwegen

Regio

Regionaal steungebied (Toezichthoudende Autoriteit van de EVA — Besluit nr. 226/06/COL)

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Subsidie voor regionale investering

Rechtsgrondslag

Forskrift om geografisk virkeomrade og bruk av dei regional- og distriktspolitiske verkemidla

Jaarlijkse brieven waarin de subsidies worden aangeboden

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

220 miljoen NOK

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4 van de verordening

Ja

Datum van tenuitvoerlegging

1.1.2007

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren die voor regionale investeringssteun in aanmerking komen

Ja

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Innovation Norway

Postbox 448 Sentrum

N-0104 Oslo

post@innovasjonnorge.no


28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/7


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 f) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen)

(2007/C 143/05)

Nummer van de steunmaatregel: Steun voor KMO's — 4/2006 — Noorwegen

EVA-staat: Noorwegen

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Innovatieregeling voor producten op basis van hout

Rechtsgrondslag: St.prp. nr. 1, hoofdstuk 1149 onder punt 71. Jaarlijkse toewijzingsbrief van het ministerie van Voedselvoorziening en Landbouw

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totaalbedrag per jaar: ongeveer 4,3 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5, van de verordening, en in overeenstemming met artikel 5, onder a) en c), van Verordening (EG) nr. 364/2004

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening: Hangt af van de jaarlijkse subsidies van de autoriteiten

Doel van de steun: Steun voor KMO's

Economische sectoren: Alle sectoren die bijdragen tot een verhoogd gebruik van hout en die zorgen voor toegevoegde waarde in de productieketen van producten op basis van hout (uitgezonderd steun voor de ontwikkeling van de productie van bio-energie en pulp- en papierproductie)

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit:

Individuele verlening van aanzienlijke steun: In overeenstemming met artikel 6 van de verordening


28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/8


Beknopte informatie van de EVA-staten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens het in punt 1 d) van bijlage XV van de EER-Overeenkomst genoemde besluit (Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun)

(2007/C 143/06)

Nummer van de steunmaatregel: Opleidingssteun — 5/2006 — Noorwegen

EVA-staat: Noorwegen

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Innovatieregeling voor producten op basis van hout

Rechtsgrondslag: St.prp. nr. 1, hoofdstuk 1149 onder punt 71. Jaarlijkse toewijzingsbrief van het ministerie van Voedselvoorziening en Landbouw

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Totaalbedrag per jaar: ongeveer 4,3 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit: In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 7, van de verordening

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening: Hangt af van de jaarlijkse subsidies van de autoriteiten

Doel van de steun: Algemene opleiding en specifieke opleiding

Economische sectoren: Alle sectoren die bijdragen tot een verhoogd gebruik van hout en die zorgen voor toegevoegde waarde in de productieketen van producten op basis van hout (uitgezonderd steun voor de ontwikkeling van de productie van bio-energie en pulp- en papierproductie)

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit:

Individuele verlening van aanzienlijke steun: In overeenstemming met artikel 5 van de verordening


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Commissie

28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/9


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — DG EAC Nr. 26/07

Proefprojecten voor samenwerking tussen Europese technologie-instituten

(2007/C 143/07)

1.   Inleiding — Achtergrond

In Europa bestaan veel soorten samenwerking tussen de actoren binnen de kennisdriehoek van onderwijs, onderzoek en innovatie. Gewoonlijk heeft deze samenwerking de vorm van een netwerk waarin de partners op voet van gelijkheid informatie uitwisselen en hun activiteiten coördineren. Hoewel deze initiatieven hebben bijgedragen aan het ontstaan van een kader waarin Europese organisaties en technologie-instituten (zoals universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en openbare instellingen die zich bezighouden met innovatie) gemakkelijker kunnen samenwerken, slaagt Europa er nog niet voldoende in O&O-resultaten om te zetten in commerciële mogelijkheden. Daarom is er steeds meer behoefte om deze typen samenwerking verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld door het scheppen van gemeenschappelijke beheersstructuren of door de bronnen doelmatiger te delen. Bovendien wordt in toenemende mate van deze partnerschappen verlangd dat zij zich richten op activiteiten op het gebied van kennis- en technologieoverdracht, teneinde hun sociaal en economisch effect en hun vermogen om innovatie te produceren te maximaliseren. In deze context heeft het Europees Parlement een begrotingspost (artikel 15 02 29) vastgesteld voor een proefproject voor „samenwerking tussen Europese technologie-instituten” (1). Deze oproep tot het indienen van voorstellen is dan ook bedoeld om te voorzien in de behoefte aan een grotere capaciteit voor technologieoverdracht in Europa door een nauwere integratie van de kennisdriehoek.

Dit zal met name worden bereikt door het opzetten van proefnetwerken die nieuwe modellen van geïntegreerde partnerschappen tussen de bij de technologische innovatie en overdracht betrokken actoren (zoals universiteiten, onderzoeksorganisaties, kleine, middelgrote en grote ondernemingen, innovatiecentra, enz.) zullen ontwerpen, in de praktijk brengen en testen. De daarvoor geproduceerde kennis en ervaring moet niet alleen deze netwerken steunen bij de verdere ontwikkeling van hun integratie, maar ook goede praktijken en ondersteuning verschaffen voor bestaande netwerken binnen de kennisdriehoek en voor beleidsmakers die nieuwe instrumenten en initiatieven ontwikkelen om de integratie te ondersteunen.

2.   Doelstellingen en beschrijving

Het strategische doel van deze proefprojecten is het ontwerpen, in de praktijk brengen en testen van nieuwe samenwerkingsmodellen binnen de kennisdriehoek die bedoeld zijn om geïntegreerde partnerschappen te worden. Het einddoel is de kennisdeling en de technologieoverdracht te vergemakkelijken door de capaciteit van Europese netwerken in strategische interdisciplinaire gebieden op te bouwen om de samenwerking van deze netwerken in een nieuwe, meer geïntegreerde partnerschapsvorm te gieten. De resultaten zouden bestaan uit o.m. het ontwerpen voor nieuwe beheersmodellen voor geïntegreerde partnerschappen om de belemmeringen voor nauwere samenwerking tussen de leidende actoren in de kennisdriehoek weg te nemen, het in de praktijk brengen en testen van enkele van de geïdentificeerde kritische componenten, plus een reeks aanbevelingen en goede praktijken om de resultaten van de projecten te verspreiden en verder te exploiteren. Elk voorgesteld partnerschap moet bovengenoemde doelen nastreven, met specifieke aandacht voor één interdisciplinair gebied dat als case study zal worden gebruikt om de toepasbaarheid van de resultaten te testen. De voorstellen moeten de redenen vermelden voor het strategische gebied dat de aanvragers hebben gekozen met het oog op het economische en sociale effect.

3.   Subsidiabiliteitscriteria

Aanvragen die aan de volgende criteria beantwoorden, zullen aan een grondige beoordeling worden onderworpen.

3.1.   Subsidiabele instellingen/organen/soorten begunstigden

De aanvraag moet worden ingediend door de coördinator van een partnerschap van ten minste zes onafhankelijke juridische entiteiten (inclusief de coördinator), die elk in een lidstaat zijn gevestigd en waarvan er geen twee in dezelfde lidstaat zijn gevestigd.

In aanmerking komende organisaties zijn universiteiten, onderzoekscentra, bureaus voor kennisoverdracht en opleidingscentra die kennis over technologieoverdracht of innovatiemanagement verschaffen, incubatiecentra, wetenschapsparken en dergelijke, grote en kleine ondernemingen en andere actoren in de technologie- en kennisoverdracht, inclusief regionale ontwikkelingsagentschappen en dergelijke.

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet een organisatie aan de volgende eisen voldoen:

alle aanvragers moeten onafhankelijke openbare of particuliere organen/organisaties zijn die een rechtsstatus en een rechtspersoonlijkheid hebben;

natuurlijke personen, dat wil zeggen individuen, kunnen geen aanvraag indienen;

de aanvrager moet ten tijde van de indiening van de aanvraag ten minste twee jaar bestaan in juridische zin;

de aanvragers moeten hun statutaire zetel in één van de 27 EU-lidstaten hebben.

Het partnerschap moet:

een evenwichtige mix van organisaties en expertise omvatten om zich bezig te houden met onderzoek, onderwijs en innovatie op het betrokken interdisciplinaire gebied, zowel uit de publieke als de particuliere sector;

ervaring en een samenwerkingsbasis hebben op een interdisciplinair gebied met een sociaal en economisch effect;

aantonen dat op het voorgestelde interdisciplinaire gebied een sterke koppeling tussen de verschillende componenten van de kennisdriehoek bestaat;

een staat van dienst hebben in netwerkactiviteiten doordat ze betrokken zijn geweest bij netwerken op Europees niveau zoals topkennisnetwerken (Networks of Excellence — NoE), Europese technologieplatforms en andere door de EU gefinancierde samenwerkingsprogramma's. In die zin moet ten minste de helft van de organisaties in het partnerschap deel uitmaken van — of betrokken zijn geweest bij — netwerken op Europees niveau op het gebied van onderzoek, onderwijs en innovatie waarvan de partners uit ten minste zes lidstaten komen. Deze netwerken, zelfs tijdelijke, moeten officieel opgericht zijn of zijn geweest (bijvoorbeeld door middel van een contract of een consortiumovereenkomst) en bedoeld zijn om een gemeenschappelijke reeks activiteiten te verrichten;

beschikken over zowel horizontale competenties — kwesties zoals innovatiemanagement, ondernemerschap, regionale of virtuele clusters en kennismanagement — als verticale competenties voor de toepassing van de resultaten op een bepaald interdisciplinair gebied;

een managementsstructuur voorstellen om de activiteiten van de partners te kunnen coördineren en integreren;

een reeks activiteiten voorstellen om nieuwe modellen voor de integratie van het partnerschap te bestuderen en de haalbaarheid van deze resultaten te testen, alsmede de mogelijkheid om de verspreiding van de resultaten naar andere netwerken te optimaliseren;

bewezen capaciteiten hebben om de Europese dimensie te koppelen aan de plaatselijke en regionale effecten bij plaatselijke/regionale innovatieactiviteiten;

ten minste één publieke organisatie omvatten die zich bezighoudt met innovatie en kennisoverdracht.

3.2.   In aanmerking komende landen

In aanmerking komen alleen aanvragen van rechtspersonen in een van de EU-lidstaten.

4.   Gunningscriteria

De in aanmerking komende aanvragen/projecten zullen worden beoordeeld op basis van de volgende criteria (tussen haakjes het gewicht dat aan elk criterium wordt toegekend):

Inhoud (30 %)

De kwaliteit van het voorstel in termen van doelen, relevantie, activiteiten en resultaten.

Partnerschap (30 %)

De kwaliteit van de wetenschappelijke, onderwijskundige en innovatieve competentie van de partners op het voorgestelde interdisciplinaire gebied en op het gebied van innovatiemanagement.

Kwaliteit en reikwijdte van de netwerkervaring van de deelnemers.

Kwaliteit van het partnerschap in termen van effect of Europees niveau, capaciteiten voor technologie- en kennisoverdracht en verbintenis voor een diepgaande, houdbare en duurzame integratie.

Beheer (20 %)

Geschiktheid van de beheersstructuur.

Geschiktheid van de middelen om de voorgestelde activiteiten met succes uit te voeren.

Vermogen om naast de communautaire financiering andere bronnen aan te trekken en te mobiliseren, vooral uit de particuliere sector, zowel aan het begin van het project als tijdens de uitvoering ervan.

Effect (20 %)

Effect van de resultaten en de verspreidingsactiviteiten op Europees niveau.

Vermogen om de resultaten via andere initiatieven in de praktijk te brengen en geschiktheid van een exitstrategie.

5.   Begroting

De totale begroting voor de medefinanciering van projecten bedraagt 5 miljoen EUR. De Commissie neemt maximaal 75 % van de totale subsidiabele kosten voor haar rekening. Elke subsidie bedraagt minimaal 0,5 en maximaal 1,5 miljoen EUR. Het maximumbedrag is 1,5 miljoen EUR.

Gezien de begroting van 5 miljoen EUR kunnen naar schatting drie tot vijf partnerschappen worden gefinancierd.

6.   Tijdschema

De aanvragen moeten uiterlijk op 15 augustus 2007 door de Commissie zijn ontvangen.

De activiteiten moeten vóór 30 december 2007 beginnen en vóór 31 december 2009 eindigen. De maximale duur van de projecten bedraagt 24 maanden. Er zullen geen aanvragen worden aanvaard voor projecten die gepland zijn voor een langere periode dan in deze oproep is gespecificeerd. De periode waarin projecten in aanmerking kunnen worden genomen, zal niet tot na de maximale duur worden verlengd. De aanvragers zullen uiterlijk in oktober 2007 op de hoogte worden gebracht van het resultaat van de selectieprocedure.

De begunstigden zullen uiterlijk in november 2007 hun subsidieovereenkomst ter ondertekening toegezonden krijgen. De periode waarbinnen gemaakte kosten subsidiabel zijn, gaat in op de dag waarop de overeenkomst door de laatste van de partijen is ondertekend. Indien een begunstigde kan aantonen dat vóór de ondertekening met de actie moet worden begonnen, kunnen eerdere uitgaven in aanmerking worden genomen. De periode waarbinnen gemaakte kosten subsidiabel zijn, kan in geen geval ingaan vóór de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend.

7.   Nadere informatie

De volledige tekst van de oproep tot het indienen van voorstellen en de aanvraagformulieren zijn te vinden op de volgende website:

http://ec.europa.eu/dgs/education_culture/calls/grants_en.html

De aanvragen moeten aan de bepalingen van de volledige tekst voldoen en aan de hand van het verstrekte formulier worden ingediend.


(1)  Proefproject in de zin van artikel 49, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).


GERECHTELIJKE PROCEDURES

Europese Economische Ruimte EVA-Hof

28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/13


Verzoek van het Fürstliches Landgericht om een advies van het EVA-Hof, gedaan bij beschikking van dat gerecht van 31 januari 2007 in de strafzaak tegen Sedin Poric

(Zaak E-1/07)

(2007/C 143/08)

Bij beschikking van 31 januari 2007 heeft het Fürstliches Landgericht (prinselijke rechtbank van Liechtenstein) bij het EVA-Hof een verzoek ingediend, dat bij de griffie van het Hof binnenkwam op 7 februari 2007, om in de strafzaak Sedin Poric advies uit te brengen over de volgende rechtsvragen:

1.

Is een bepaling als artikel 57bis van de Liechtensteinse wet betreffende de advocatuur (Rechtsanwaltsgesetz), op grond waarvan, in procedures waarin een partij wordt vertegenwoordigd door een advocaat of waarin een beroep moet worden gedaan op een procesvertegenwoordiger, de Europese advocaat die diensten verricht, verplicht is om een plaatselijke advocaat in te schakelen om mee samen te werken (Einvernehmensrechtsanwalt) overeenkomstig artikel 49 van de Liechtensteinse wet betreffende de advocatuur, verenigbaar met de bepalingen van de EER-Overeenkomst betreffende het vrij verrichten van diensten (artikel 36, lid 1, van de EER-Overeenkomst), en in het bijzonder met Richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten, en met name artikel 5, tweede streepje?

2.

Wanneer het EVA-Hof de eerste vraag negatief beantwoordt: kan een nationale rechtsbepaling als artikel 57bis van de Liechtensteinse wet betreffende de advocatuur, waarmee een overeenkomstig artikel 7, onder b), van de EER-Overeenkomst vastgestelde richtlijn niet juist in nationaal recht wordt omgezet, zoals de in de eerste vraag vermelde richtlijn, niettemin worden toegepast in een staat die een overeenkomstsluitende partij is bij de EER-Overeenkomst?


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/14


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4706 — Superior Essex/Invex)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 143/09)

1.

Op 21 juni 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en volgend op een verwijzing in het kader van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 (1) van de Raad waarin wordt medegedeeld dat de onderneming Superior Essex Inc., („Superior Essex”, Verenigde Staten) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgt over de onderneming Invex S.p.A. („Invex”, Italië) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Superior Essex: productie en levering van verschillende kabels en draden voor telecommunicatiedoeleinden en wikkeldraden en hun lakken;

voor Invex: productie en levering van wikkeldraden.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4706 — Superior Essex/Invex, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/15


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4743 — Warburg Pincus/Bausch)

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 143/10)

1.

Op 20 juni 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (1) van de Raad waarin wordt medegedeeld dat Warburg Pincus LLC („Warburg” Verenigde Staten) via haar dochterondernemingen, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgt over Bausch & Lomb Inc. („Bausch”, Verenigde Staten) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Warburg: private equity-investeerder;

voor Bausch: productie, commercialisering en verkoop van oogverzorgingsproducten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4743 — Warburg Pincus/Bausch aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


28.6.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 143/16


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4764 — Debitel/Talkline)

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 143/11)

1.

Op 21 juni 2007 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (1) van de Raad waarin wordt medegedeeld dat de onderneming Debitel AG („Debitel”, Duitsland), onder zeggenschap van Permira Europe III Funds, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgt over de onderneming Talkline Management und Finance Holding GmbH („Talkline”, Duitsland) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Debitel: mobiele en vastetelefoondiensten, internetdiensten;

voor Talkline: mobiele telecommunicatiediensten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4764 — Debitel/Talkline, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.