|
ISSN 1725-2474 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74A |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
50e jaargang |
|
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
|
Commissie |
|
|
2007/C 074A/01 |
||
|
NL |
|
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Commissie
|
31.3.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CA 74/1 |
KENNISGEVING VAN VACATURE
VOOR DE FUNCTIE VAN DIRECTEUR VAN HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN, WENEN
(2007/C 74 A/01)
1. Algemene beschrijving van de taken en de rol van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten
Op voorstel van de Europese Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement heeft de Raad van de Europese Unie Verordening (EG) nr. 168/2007 van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (1) (hierna „het Bureau” genoemd) vastgesteld.
Het Bureau heeft ten doel de betrokken instellingen, organen, instanties en agentschappen van de Gemeenschap en haar lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht uitvoeren, bijstand en expertise te bieden op het gebied van de grondrechten om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties ontwerpen.
Het Bureau houdt zich bezig met grondrechtenvraagstukken die zich bij de uitvoering van het Gemeenschapsrecht in de Europese Unie en haar lidstaten kunnen voordoen.
Bij de vervulling van zijn taken refereert het Bureau aan de grondrechten zoals die zijn omschreven in artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De belangrijkste taken van het Bureau zijn:
|
a) |
het verzamelen, analyseren en verspreiden van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie en gegevens; |
|
b) |
het opstellen van conclusies en adviezen over specifieke onderwerpen; |
|
c) |
het publiceren van een jaarverslag over grondrechtenvraagstukken die op het werkterrein van het Bureau liggen, van een jaarverslag over zijn activiteiten en van thematische verslagen; |
|
d) |
het ontwikkelen van een communicatiestrategie en het bevorderen van de dialoog met het maatschappelijke middenveld, om bij het publiek het bewustzijn van de grondrechten te vergroten en actief bekendheid te geven aan zijn werk. |
De Raad neemt op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement een meerjarenkader voor het Bureau aan, waarin de thematische werkterreinen van het Bureau zijn vastgelegd (en dat mede de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende onverdraagzaamheid moet omvatten).
2. Beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de uitvoerend directeur
Het Bureau wordt geleid door een directeur. Hij of zij is de wettelijke vertegenwoordiger van het Bureau. De directeur oefent zijn/haar taken onafhankelijk uit. Hij of zij legt verantwoording af aan de raad van bestuur.
De directeur is onder meer verantwoordelijk voor:
|
a) |
de uitvoering van de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 168/2007omschreven taken en met name de voorbereiding en de publicatie van de documenten die worden opgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), b), c), d), e), f), g) en h), in samenwerking met het wetenschappelijk comité; |
|
b) |
de voorbereiding en uitvoering van het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau; |
|
c) |
alle personeelszaken, en met name de uitoefening, ten aanzien van het personeel, van de in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 168/2007 vastgestelde bevoegdheden; |
|
d) |
alle aangelegenheden die verband houden met het dagelijkse beheer; |
|
e) |
de uitvoering van de begroting van het Bureau, overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 168/2007; |
|
f) |
de uitvoering van doeltreffende toezicht- en evaluatieprocedures voor de prestaties van het Bureau in vergelijking met zijn doelstellingen, op basis van erkende normen. De directeur brengt jaarlijks aan de raad van bestuur verslag uit over de resultaten van het toezicht; |
|
g) |
de samenwerking met de nationale verbindingsfunctionarissen; |
|
h) |
de samenwerking met het maatschappelijke middenveld, inclusief de coördinatie van het platform voor de grondrechten, overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 168/2007; |
|
i) |
de communicatie met het publiek voor alle kwesties die binnen de taakomschrijving van het Bureau vallen; |
|
j) |
de uitoefening van de taken van ordonnateur, overeenkomstig de artikelen 33 tot en met 42 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2); |
|
k) |
het nemen van alle andere maatregelen die nodig zijn voor de goede werking van het Bureau overeenkomstig het basisbesluit. |
De directeur kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden verzocht om een hoorzitting over enige aangelegenheid in verband met de activiteiten van het Bureau bij te wonen.
Voor meer details en nadere gegevens worden de sollicitanten verwezen naar de bepalingen van Verordening (EG) nr. 168/2007, die zij worden geacht te kennen.
3. Functievereisten/Profiel en criteria
a) Selectiecriteria
De directeur wordt aangewezen op grond van zijn/haar persoonlijke verdiensten, grondige kennis op het gebied van de grondrechten en capaciteiten inzake bestuur en beheer. Bijgevolg dienen de sollicitanten, om in aanmerking te worden genomen voor de selectiefase, vóór de uiterste datum voor het indienen van de sollicitaties aan de volgende formele criteria te voldoen:
|
— |
een volledige universitaire opleiding (academische graad), die toegang geeft tot postuniversitaire opleidingen, hebben genoten; |
|
— |
ten minste 15 jaar beroepservaring na het behalen van de universitaire graad in de openbare of de particuliere sector bezitten op een niveau waartoe bovenbedoelde kwalificaties toegang geven; |
|
— |
aantonen dat van de bovengenoemde 15 jaar ervaring ten minste:
|
|
— |
onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie; |
|
— |
beschikken over een grondige kennis van ten minste een van de officiële talen van de Europese Unie en een behoorlijke kennis van een andere EU-taal. |
b) Beoordelingscriteria
De aan de hand van bovenvermelde criteria geselecteerde sollicitanten worden vervolgens beoordeeld op grond van de volgende criteria:
|
— |
aantoonbare grondige kennis van en aantoonbare ervaring in een nationale en/of internationale context in aangelegenheden in verband met de eerbieding en de bevordering van de grondrechten; |
|
— |
aantoonbare kennis van de instellingen van de Europese Unie, van het functioneren ervan en van hun interactie, alsmede van het beleid van de Europese Unie; |
|
— |
aantoonbare goede kennis van de communautaire wetgeving en beleidsmaatregelen die betrekking hebben op de bescherming en de bevordering van de grondrechten; |
|
— |
ervaring met het personeelsbeleid in een nationale en/of internationale organisatie en, in dit verband, inzet voor gelijke behandeling zonder onderscheid naar geslacht, ras of etnische afkomst, religieuze of filosofische overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid; |
|
— |
vermogen om een team te leiden en te motiveren in een Europese, multiculturele en meertalige context; |
|
— |
ervaring met de organisatie en het beheer van transnationale activiteiten en/of netwerken; |
|
— |
vermogen om leiding te geven aan een grote organisatie, zowel wat het strategische beleid als het interne management betreft; |
|
— |
ervaring op het gebied van samenwerking met de betrokken actoren: de autoriteiten van de lidstaten, internationale organisaties, universiteiten en onderzoekscentra, het maatschappelijke middenveld; |
|
— |
ervaring met financieel management en met begrotingsbeheer; |
|
— |
goede schriftelijke, mondelinge en tussenmenselijke communicatievaardigheden; |
|
— |
vermogen om te communiceren met het publiek en samen te werken met de verschillende betrokken partijen (Europese, internationale, nationale en plaatselijke autoriteiten, internationale organisaties, enz.). |
Kennis van een andere officiële taal van de Europese Unie dan de twee overeenkomstig de formele criteria vereiste talen strekt tot aanbeveling.
4. Algemene voorwaarden
De sollicitant moet:
|
— |
in het bezit zijn van zijn/haar rechten als staatsburger; |
|
— |
hebben voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wettelijke voorschriften inzake de militaire dienstplicht of vervangende dienst van zijn/haar land van herkomst. |
|
— |
als hij/zij succesvol is, voordat er een aanwijzing plaatsvindt, een medisch onderzoek ondergaan overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder d), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen. |
5. Onafhankelijkheid en belangenverklaring
De directeur moet zich ertoe verbinden om onafhankelijk in het openbaar belang te handelen en opgave doen van al zijn/haar belangen die geacht zouden kunnen worden afbreuk te doen aan zijn/haar onafhankelijkheid. De sollicitanten moeten in hun sollicitatie bevestigen dat zij daartoe bereid zijn.
6. Selectie- en aanstellingsprocedure
De directeur wordt aangewezen door de raad van bestuur van het Bureau overeenkomstig een in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 168/2007 nader gepreciseerde samenwerkingsprocedure.
Deze procedure voorziet, met het oog op de selectie, in de instelling van een voorselectiepanel. Dit panel zal de sollicitanten met het profiel dat het best beantwoordt aan de specifieke behoeften (die zijn geselecteerd op basis van hun verdiensten die overeenkomstig de bovenomschreven criteria relevant zijn voor de functie), uitnodigen voor een gesprek.
De door het voorselectiepanel op de shortlist geplaatste sollicitanten zullen worden uitgenodigd voor een gesprek met het Raadgevend Comité benoemingen van de Commissie. De sollicitanten die door het Raadgevend Comité benoemingen van de Commissie op de shortlist zijn geplaatst, zullen nadien worden ondervraagd door het lid van de Commissie dat bevoegd is voor de betrokken portefeuille, en door het lid van de Commissie dat bevoegd is voor personeelszaken en algemeen beheer.
De Commissie keurt een shortlist van succesvolle sollicitanten goed. Plaatsing op de shortlist garandeert geen benoeming. De aandacht van de sollicitanten wordt erop gevestigd dat de shortlist, vanaf de goedkeuring ervan door de Commissie, openbaar kan worden gemaakt. De Commissie doet deze lijst toekomen aan de raad van bestuur van het Bureau, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.
Op deze lijst geplaatste sollicitanten zullen worden gevraagd voor de bevoegde organen van de Raad en de comités van het Europees Parlement te verschijnen en op vragen te antwoorden. De raad van bestuur gaat vervolgens, met inachtneming van de standpunten en van de volgorde die de voorkeur geniet van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, over tot de aanwijzing van de directeur.
7. Belangrijke informatie voor de sollicitanten
De aandacht van de sollicitanten wordt erop gevestigd dat de werkzaamheden van het selectiecomité geheim zijn. Het is de sollicitanten verboden directe of indirect contact op te nemen met het selectiecomité of iemand te vragen dat namens hen te doen.
Alle inlichtingen of verzoeken om informatie of documentatie in verband met de selectie moeten aan het onderstaande adres worden gericht.
De sollicitanten wordt verzocht om een eventuele adreswijziging onverwijld schriftelijk, onder verwijzing naar de betrokken functie, mee te delen op hetzelfde adres.
8. Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden
Er wordt van de sollicitant verwacht dat hij/zij zijn/haar functie aan het einde van de zomer/in het begin van het najaar 2007 opneemt.
De ambtstermijn van de directeur bedraagt vijf jaar. Deze ambtstermijn kan op grond van een evaluatie van de Commissie eenmaal met ten hoogste drie jaar worden verlengd. De raad van bestuur kan de directeur op basis van een voorstel van een derde van zijn leden of van de Commissie vóór het verstrijken van zijn/haar ambtstermijn ontslaan.
De standplaats is Wenen, waar het Bureau is gevestigd.
Aanstelling in de functie die het voorwerp vormt van deze oproep tot het indienen van sollicitaties, vindt plaats in rang AD 14. Er wordt de directeur een overeenkomst van tijdelijk functionaris aangeboden in de zin van artikel 2, onder a), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.
De directeur is onderworpen aan de verordeningen en regelingen van toepassing op de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen. Nadere informatie is beschikbaar op het volgende internetadres:
http://ec.europa.eu/civil_service/docs/toc100_en.pdf.
9. Gelijke kansen
De instellingen en organen van de Europese Unie voeren een beleid van gelijke kansen zonder onderscheid ten aanzien van geslacht, ras of etnische afkomst, geloofsovertuiging of levensbeschouwing, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid.
10. Indiening van de sollicitaties
Sollicitaties worden alleen in behandeling genomen als de sollicitanten een schriftelijke motivering van hun sollicitatie en een gedetailleerd curriculum vitae (dat bij voorkeur moet worden opgesteld met gebruikmaking van het gemeenschappelijke model voor een Europees curriculum vitae (3)) inzenden.
Bewijsstukken (zoals gewaarmerkte afschriften van diploma's, referenties, bewijs van beroepservaring, enz.) hoeven nu nog niet te worden ingezonden, maar dienen desgevraagd in een latere fase van de procedure te worden overgelegd.
De sollicitaties, bij voorkeur in het Engels, Frans of Duits, dienen uiterlijk op 30 april 2007 naar een van onderstaande adressen te worden gezonden:
per e-mail (de datum van de e-mail geldt als bewijs):
JLS-DIR-FRA@ec.europa.eu;
per aangetekende brief (het poststempel geldt als bewijs):
|
Europese Commissie |
|
Directoraat-generaal Justitie, vrijheid en veiligheid |
|
Directoraat A, Eenheid A3 |
|
B-1049 Brussel. |
11. Bescherming van persoonsgegevens
De Commissie ziet erop toe dat de vertrouwelijke gegevens van de sollicitanten worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1), met name wat de vertrouwelijkheid en de beveiliging daarvan betreft.
(1) PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1.
(2) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
(3) Het Europese curriculum vitae kan worden gedownload van de website http://europass.cedefop.europa.eu/htm/index.htm.