ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
50e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2007/C 033/01 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2007/C 033/02 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
15.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33/1 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/C 33/01)
Datum waarop het besluit is genomen |
22.12.2006 |
Nummer van de steunmaatregel |
N 432/06 |
Lidstaat |
Cyprus |
Regio |
— |
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Σχέδιο ενθάρρυνσης ηλεκτροπαραγωγής από βιομάζα και βιοαέριο από χώρους υγειονομικής ταφής απορριμμάτων |
Rechtsgrondslag |
Aπόφαση του Υπουργικού Συμβουλίου αριθ. 63.894 της 22ας Ιουνίου 2006 |
Type maatregel |
Steunregeling |
Doelstelling |
Milieubescherming |
Vorm van de steun |
Directe subsidie |
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven 0,35 mln CYP |
Maximale steunintensiteit |
— |
Looptijd |
Tot 31.12.2007 |
Economische sectoren |
Energie |
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
Ministry of Commerce, Industry and Tourism |
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen |
11.12.2006 |
Nummer van de steunmaatregel |
N 533/06 |
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
Regio |
— |
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Capital Grants for Renewable Technologies — extention of budget |
Rechtsgrondslag |
Environmental Protection Act 1990 Science and Technology Act 1965 |
Type maatregel |
Steunregeling |
Doelstelling |
Milieubescherming |
Vorm van de steun |
Directe subsidie |
Begrotingsmiddelen |
Totaal van de voorziene steun 303,5 mln GBP |
Maximale steunintensiteit |
40 % |
Looptijd |
1.1.2002-31.12.2011 |
Economische sectoren |
Energie |
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
DTI Victoria Street London, SW1H OET, United Kingdom |
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen |
11.12.2006 |
Nummer van de steunmaatregel |
N 744/06 |
Lidstaat |
Zweden |
Regio |
— |
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Förlängning och ändring av nedsättningen av koldioxidskatten (för energiintensiva företag) |
Rechtsgrondslag |
Lagen på skatt på energi (1994:1776) 9 kap. 9 §. |
Type maatregel |
Steunregeling |
Doelstelling |
Milieubescherming |
Vorm van de steun |
Verlaging van het belastingtarief |
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven 160 mln SEK. Totaal van de voorziene steun 817 mln SEK |
Maximale steunintensiteit |
— |
Looptijd |
1.1.2007-31.12.2011 |
Economische sectoren |
Beperkt tot de be- en verwerkende industrie |
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
Finansdepartementet, S-103 33 Stockholm |
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
15.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
14 februari 2007
(2007/C 33/02)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3082 |
JPY |
Japanse yen |
158,55 |
DKK |
Deense kroon |
7,4533 |
GBP |
Pond sterling |
0,66930 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,1410 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,6268 |
ISK |
IJslandse kroon |
88,19 |
NOK |
Noorse kroon |
8,0890 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CYP |
Cypriotische pond |
0,5791 |
CZK |
Tsjechische koruna |
28,268 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
253,52 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6967 |
MTL |
Maltese lira |
0,4293 |
PLN |
Poolse zloty |
3,9149 |
RON |
Roemeense leu |
3,3866 |
SKK |
Slowaakse koruna |
34,358 |
TRY |
Turkse lira |
1,8295 |
AUD |
Australische dollar |
1,6734 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5265 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,2213 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,8923 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,0106 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 227,68 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
9,4545 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,1484 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3570 |
IDR |
Indonesische roepia |
11 862,76 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5767 |
PHP |
Filipijnse peso |
63,284 |
RUB |
Russische roebel |
34,4030 |
THB |
Thaise baht |
43,572 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
V Bekendmakingen
GERECHTELIJKE PROCEDURES
EVA-Hof
15.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33/5 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing van het EVA-Hof door Oslo Tingrett bij beschikking van die rechtbank van 30 januari 2006 in de zaak Ladbrokes Ltd. tegen Staten v/Kultur- og kirkedepartementet en Staten v/Landsbruks- og matdepartementet
(Zaak E-3/06)
(2007/C 33/03)
Bij beschikking van 30 januari 2006, ter griffie van het Hof ontvangen op 25 augustus 2006, heeft Oslo Tingrett (districtsrechtbank van Oslo) verzocht om een prejudiciële beslissing in de zaak Ladbrokes Ltd. tegen Staten v/Kultur- og kirkedepartementet en Staten v/Landsbruks- og matdepartementet betreffende de volgende vragen:
1. |
Verzetten de artikelen 31 en/of 36 van de EER-Overeenkomst zich tegen nationale wetgeving die bepaalt dat sommige vormen van gokspelen alleen mogen worden aangeboden door een gokbedrijf van de staat dat zijn winsten aan culturele en sportieve doelen ten goede laat komen? |
2. |
Verzetten de artikelen 31 en/of 36 van de EER-Overeenkomst zich tegen nationale wetgeving die bepaalt dat vergunningen voor weddenschappen op paardenrennen alleen kunnen worden verleend aan organisaties of bedrijven zonder winstoogmerk die beogen het paardenfokken te ondersteunen? |
3. |
Verzetten de artikelen 31 en/of 36 van de EER-Overeenkomst zich tegen nationale wetgeving die bepaalt dat vergunningen voor sommige vormen van gokspelen alleen kunnen worden verleend aan organisaties en verenigingen zonder winstoogmerk die een humanitair of sociaal doel nastreven? |
4. |
Is het uit hoofde van het EER-recht voor een nationale wetgeving legitiem te benadrukken dat de winst uit gokspelen naar humanitaire en sociale doelen (met inbegrip van sport en cultuur) zou moeten gaan, en geen bron van particuliere winst zou mogen vormen? |
5. |
Verzet artikel 36 van de EER-Overeenkomst zich tegen een nationale wettelijke bepaling die verbiedt dat gokspelen die in Noorwegen niet zijn toegestaan doch in een ander EER-land wettig worden uitgebaat, worden aangeboden en op de markt worden gebracht? |
15.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33/6 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing van het EVA-Hof door Borgarting Lagmannsrett bij beschikking van die rechtbank van 9 oktober 2006 in de zaak KLM Royal Dutch Airlines tegen Staten v/Finansdepartementet
(Zaak E-4/06)
(2007/C 33/04)
Bij beschikking van 9 oktober 2006, ter griffie van het Hof ontvangen op 16 oktober 2006, heeft Borgarting Lagmannsrett (hof van beroep van Borgarting) verzocht om een prejudiciële beslissing in de zaak KLM Royal Dutch Airlines tegen Staten v/Finansdepartementet (de Noorse staat, vertegenwoordigd door het Ministerie van Financiën) betreffende de volgende vraag:
1. |
Wat is de rechtsgrondslag en wat zijn de voorafgaande voorwaarden voor een terugvordering van belastingen die een lidstaat in strijd met bepalingen van de EER-Overeenkomst heeft geïnd? |
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Commissie
15.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33/7 |
Mededeling van de Franse regering in verband met Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (1)
(Bericht betreffende de aanvraag voor een mijnbouwconcessie voor de winning van vloeibare of gasvormige koolwaterstoffen genaamd „Permis de Soufflenheim”)
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/C 33/05)
Bij verzoek van 10 april 2006 heeft de onderneming Millenium Geo-Venture, waarvan de hoofdzetel gevestigd is te 1 rue Louis Pasteur, F-92100 Boulogne Billancourt (Frankrijk), voor een duur van vier jaar een mijnbouwconcessie aangevraagd voor de winning van vloeibare of gasvormige koolwaterstoffen, genaamd „Permis de Soufflenheim”, met een oppervlakte van ongeveer 200 km2, gelegen in een deel van het departement Bas-Rhin.
De gevraagde vergunning heeft betrekking op een gebied waarvan de omtrek wordt gevormd door de meridianen en breedtecirkels die de hoekpunten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden, uitgaande van de meridiaan van Parijs.
A |
6,30 °O |
54,30 °N |
B |
Snijpunt van de meridiaan 6,30 °O en de grens tussen Frankrijk en Duitsland |
|
C |
Snijpunt van de breedtecirkel 54,10 °N en de grens tussen Frankrijk en Duitsland |
|
D |
6,10 °O |
54,10 °N |
E |
Snijpunt van de meridiaan 6,10 °O en de zuidgrens van de concessie van Pechelbronn |
|
F |
Snijpunt van de breedtecirkel 54,30 °N en de oostgrens van de concessie van Pechelbronn |
|
B tot C |
Grens tussen Frankrijk en Duitsland |
|
E tot F |
Grens van de concessie van Pechelbronn |
Indiening van aanvragen
De indieners van de oorspronkelijke aanvraag en ondernemingen die aanvragen om eveneens in aanmerking te komen moeten voldoen aan de voorwaarden als omschreven in de artikelen 3 en 4 van Besluit 95-427 van 19 april 1995 inzake mijnbouwtitels, als gewijzigd (Staatsblad van de Franse Republiek van 22 april 1995), bekrachtigd bij artikel 63 van Besluit 2006-648 van 2 juni 2006 inzake mijnbouwtitels en vergunningen voor ondergrondse opslag.
Geïnteresseerde bedrijven kunnen binnen een termijn van negentig dagen na de publicatie van deze mededeling verzoeken eveneens in aanmerking te komen voor deze vergunning, waarbij de procedure dient te worden gevolgd die is vermeld in de „Mededeling inzake het verkrijgen van mijnbouwtitels voor koolwaterstoffen in Frankrijk”, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 374 van 30 december 1994, blz. 11, en vastgesteld bij Besluit 95-427 van 19 april 1995, als gewijzigd, inzake mijnbouwtitels.
Aanvragen om eveneens in aanmerking te komen moeten worden gericht aan de minister voor mijnbouw op het onderstaande adres. Besluiten inzake de oorspronkelijke aanvraag en de aanvragen om eveneens in aanmerking te komen worden genomen overeenkomstig de criteria voor de toekenning van mijnbouwtitels als omschreven in artikel 5 van het bovengenoemde besluit en dit binnen een termijn van twee jaar vanaf de datum van ontvangst van de oorspronkelijke aanvraag door de Franse autoriteiten, dat wil zeggen uiterlijk op 10 april 2008.
Voorwaarden en eisen betreffende de uitoefening en beëindiging van de opsporingsactiviteit
De aandacht van ondernemingen met belangstelling wordt gevestigd op de artikelen 79 en 79.1 van de mijnbouwcode en op Besluit 95-696 van 9 mei 1995, als gewijzigd, betreffende de uitoefening van mijnbouwwerkzaamheden en de mijnpolitie (Staatsblad van de Franse Republiek van 11 mei 1995).
Nadere informatie kan worden verkregen op het volgende adres: Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie (Direction générale de l'énergie et des matières premières, direction des ressources énergétiques et minérales, bureau de la législation minière), 61, boulevard Vincent Auriol, Télédoc 133, F-75703 Parijs Cedex 13 (tel.: (33) 144 97 23 02, fax: (33) 144 97 05 70).
Alle bovengenoemde wettelijke en administratieve bepalingen kunnen worden geraadpleegd op de website http://www.legifrance.gouv.fr
(1) PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3.
15.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 33/9 |
STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN
(Artikelen 87 tot 89 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap)
Mededeling van de Commissie aan de andere lidstaten en overige belanghebbenden, overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag
Steunmaatregel C 21/05 (ex PL 45/04) — Steun aan Poczta Polska: compensatie voor het verrichten van universele postdiensten — 2004-2005
(Voor de EER relevante tekst)
(2007/C 33/06)
De Commissie heeft Polen bij onderstaand schrijven van 9 januari 2007 in kennis gesteld van haar besluit tot gedeeltelijke beëindiging van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag.
„De Poolse autoriteiten hebben bij e-mail van 30 april 2004 twee steunregelingen ten gunste van het Poolse postbedrijf Poczta Polska aangemeld in het kader van de „procedure van het interim-mechanisme” als bedoeld in bijlage IV.3 van de Toetredingsakte die deel uitmaakt van het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie.
De twee steunregelingen zijn geregistreerd onder de volgende nummers: PL 45/04: Compensatie ten gunste van Poczta Polska voor het verrichten van universele postdiensten, en PL 49/04: Steun aan Poczta Polska voor investeringen betreffende de verlening van universele postdiensten.
Op 26 juli 2004, 26 november 2004 en 7 februari 2005 heeft de Commissie om aanvullende informatie gevraagd. Bij brieven van 10 september 2004, 27 oktober 2004, 3 december 2004 en 29 maart 2005 hebben de Poolse autoriteiten aanvullende informatie verstrekt. Er hebben twee bijeenkomsten plaatsgevonden tussen de Poolse autoriteiten en de diensten van de Commissie, op 25 oktober 2004 en op 31 januari 2005. Op 20 juni 2005 heeft de Commissie aanvullende informatie van de Poolse autoriteiten ontvangen.
Bij brief van 29 juni 2005 heeft de Commissie Polen ervan in kennis gesteld dat zij had besloten de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van beide steunregelingen in te leiden.
De twee steunregelingen werden geregistreerd onder de volgende nummers: C 21/05: Compensatie ten gunste van Poczta Polska voor het verrichten van universele postdiensten, en C 22/05: Steun aan Poczta Polska voor investeringen betreffende de verlening van universele postdiensten.
Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (1). De Commissie heeft belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregelen te maken.
De Commissie heeft van belanghebbenden geen opmerkingen ter zake ontvangen.
Bij brief van 9 augustus 2005 heeft Polen zijn opmerkingen medegedeeld. Op 10 januari 2006 vond een bijeenkomst tussen de Poolse autoriteiten en de Commissie plaats. Bij brief van 24 januari 2006 heeft de Commissie om aanvullende informatie gevraagd.
Bij brief van 10 februari 2006 hebben de Poolse autoriteiten de Commissie op de hoogte gesteld van hun voornemen tot intrekking van de aanmelding van de Steunmaatregel C 22/05: Steun aan Poczta Polska voor investeringen betreffende de verlening van universele postdiensten. Op het verzoek van de Commissie van 27 februari 2006 hebben de Poolse autoriteiten bij brief van 13 maart 2006 aangegeven dat zij niet zullen doorgaan met het steunvoornemen waarop de aanmelding ziet.
Bij besluit van 27 april 2006 heeft de Commissie besloten tot beëindiging van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van Steunmaatregel C 22/05: Steun aan Poczta Polska voor investeringen betreffende de verlening van universele postdiensten, omdat deze procedure zonder voorwerp is geraakt (2) doordat de steun nimmer ten uitvoer is gelegd.
Bij brief van 23 februari 2006 hebben de Poolse autoriteiten de Commissie aanvullende informatie verstrekt over Steunmaatregel C 21/05: Compensatie aan Poczta Polska voor het verrichten van universele postdiensten. Zij hebben er evenwel op gewezen dat er in 2004 en 2005 door de Staat aan Poczta Polska geen compensatie is verleend voor het ten uitvoer leggen van de verplichting tot het verrichten van postdiensten. De betrokken steunregeling heeft nimmer financiering gekregen en is in 2004 en 2005 niet toegepast.
Gelet op het voorgaande, besluit de Commissie tot gedeeltelijke beëindiging van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van Steunmaatregel C 21/05: Compensatie aan Poczta Polska voor het verrichten van universele postdiensten in de periode 2004-2005, omdat deze procedure zonder voorwerp is geraakt doordat de steun nimmer ten uitvoer is gelegd. De procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag blijft lopen voor de periode vanaf 1 januari 2006.”
(1) PB C 274 van 5.11.2005, blz. 14.
(2) PB C 223 van 16.9.2006, blz. 11.