ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 128

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

49e jaargang
1 juni 2006


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Commissie

2006/C 128/1

Wisselkoersen van de euro

1

2006/C 128/2

Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 90/396/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake gastoestellen ( 1 )

2

2006/C 128/3

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

11

2006/C 128/4

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

15

2006/C 128/5

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

18

2006/C 128/6

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4246 — Merill Lynch/Farallon/Barceló/Playa) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

21

2006/C 128/7

Bekendmaking van door Eurostat in 2005 toegekende subsidies

22

2006/C 128/8

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4179 — Huntsman/Ciba Specialty Chemicals) ( 1 )

23

2006/C 128/9

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4226 — DSGI/Fotovista ( 1 )

24

 

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Gemengd Comité van de EER

2006/C 128/0

Besluiten van het Gemengd Comité van de EER waarvoor aan de in artikel 103 van de EER-Overeenkomst bedoelde grondwettelijke eisen is voldaan

25

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2006/C 128/1

Mededeling van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van het besluit genoemd in punt 64a van bijlage XIII van de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes)

27

 

III   Bekendmakingen

 

Commissie

2006/C 128/2

Oproep tot het indienen van voorstellen — DG EAC/36/2006 — Samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding — ATLANTIS-programma (Actions for Transatlantic Links and Academic Networks in Training and Integrated Studies) — Aankondiging van de publicatie van een oproep tot het indienen van voorstellen op internet

31

2006/C 128/3

IS-Reykjavik: Exploitatie van geregelde luchtdiensten — Aanbesteding door IJsland overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d) van het besluit waarnaar wordt verwezen in punt 64a van bijlage XIII van de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23.7.1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes) voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de zes volgende routes: — 1. Gjögur–Reykjavík v.v. — 2. Bíldudaldur–Reykjavík v.v. — 3. Sauðárkrókur–Reykjavík v.v. — 4. Grímsey–Akureyri v.v. — 5. Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri v.v. — 6. Höfn–Reykjavík v.v.

33

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Mededelingen

Commissie

1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/1


Wisselkoersen van de euro (1)

31 mei 2006

(2006/C 128/01)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2868

JPY

Japanse yen

144,32

DKK

Deense kroon

7,4578

GBP

Pond sterling

0,68590

SEK

Zweedse kroon

9,2757

CHF

Zwitserse frank

1,5600

ISK

IJslandse kroon

92,33

NOK

Noorse kroon

7,8155

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5750

CZK

Tsjechische koruna

28,208

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

262,09

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6960

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,9367

RON

Roemeense leu

3,5400

SIT

Sloveense tolar

239,65

SKK

Slowaakse koruna

37,770

TRY

Turkse lira

2,0039

AUD

Australische dollar

1,6953

CAD

Canadese dollar

1,4107

HKD

Hongkongse dollar

9,9826

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

2,0141

SGD

Singaporese dollar

2,0284

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 216,93

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

8,5459

CNY

Chinese yuan renminbi

10,3186

HRK

Kroatische kuna

7,2650

IDR

Indonesische roepia

11 909,33

MYR

Maleisische ringgit

4,672

PHP

Filipijnse peso

68,072

RUB

Russische roebel

34,6750

THB

Thaise baht

49,051


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/2


Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 90/396/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake gastoestellen

(2006/C 128/02)

(Voor de EER relevante tekst)

(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de richtlijn)

ENO (1)

Referentienummer en titel van de norm

(en referentie document)

Referentie-nummer van de vervangen norm

Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt

Noot 1

CEN

EN 26:1997

Met gas gestookte warmwaterdoorstroomtoestellen, voor sanitair gebruik, met een atmosferische brander

 

EN 26:1997/A1:2000

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2001)

EN 26:1997/AC:1998

 

 

CEN

EN 30-1-1:1998

Huishoudelijke gaskooktoestellen — Deel 1-1: Veiligheid — Algemeen

 

EN 30-1-1:1998/A1:1999

Noot 3

Datum verstreken

(30.9.1999)

EN 30-1-1:1998/A2:2003

Noot 3

Datum verstreken

(29.2.2004)

EN 30-1-1:1998/A3:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2005)

EN 30-1-1:1998/A2:2003/AC:2004

 

 

CEN

EN 30-1-2:1999

Huishoudelijke gaskooktoestellen — Deel 1-2: Veiligheid — Toestellen met ovens en/of grills met hete lucht

 

CEN

EN 30-1-3:2003

Huishoudelijke gaskooktoestellen — Deel 1-3: Veiligheid — Toestellen met een glas-keramische kookplaat

 

EN 30-1-3:2003/AC:2004

 

 

CEN

EN 30-1-4:2002

Huishoudelijke gaskooktoestellen — Deel 1-4:Veiligheid — Toestellen met één of meer branders met eenbranderautomaat

 

CEN

EN 30-2-1:1998

Huishoudelijke gaskooktoestellen — Deel 2-1: Rationeel energieverbruik — Algemeen

 

EN 30-2-1:1998/A1:2003

Noot 3

Datum verstreken

(31.3.2004)

EN 30-2-1:1998/A2:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2005)

EN 30-2-1:1998/A1:2003/AC:2004

 

 

CEN

EN 30-2-2:1999

Huishoudelijke gaskooktoestellen — Deel 2-2: Rationeel energieverbruik — Toestellen met ovens en/of grills met hete lucht

 

CEN

EN 88:1991

Drukregelaars voor gasverbruikstoestellen met inlaatdrukken tot 200 mbar

 

EN 88:1991/A1:1996

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.1996)

CEN

EN 89:1999

Met gas gestookte warmwatervoorraadtoestellen voor sanitair gebruik

 

EN 89:1999/A1:1999

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2000)

EN 89:1999/A2:2000

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2001)

CEN

EN 125:1991

Vlambeveiligingsinrichtingen voor gasverbruikstoestellen — Thermo-elektrische ontstekingsbeveiliging

 

EN 125:1991/A1:1996

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.1996)

CEN

EN 126:2004

Regelblokken voor gasverbruikstoestellen

EN 126:1995

Datum verstreken

(30.9.2004)

CEN

EN 161:2001

Beveiligingsafsluiters voor met gas gestookte branders engasverbruikstoestellen

EN 161:1991

Datum verstreken

(31.5.2002)

CEN

EN 203-1:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 1: Veiligheidseisen

EN 203-1:1992

31.12.2008

CEN

EN 203-2-1:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 2-1: Specifieke eisen — Open branders en wokbranders

EN 203-2:1995

31.12.2008

CEN

EN 203-2-3:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 2-3: Specifieke eisen — Kookpannen

EN 203-2:1995

31.12.2008

CEN

EN 203-2-4:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 2-4: Specifieke eisen — Friteuses

EN 203-2:1995

31.12.2008

CEN

EN 203-2-6:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 2-6: Specifieke eisen — Heetwaterverwarmers voor drank

EN 203-2:1995

31.12.2008

CEN

EN 203-2-8:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 2-8: Specifieke eisen — Braadpannen en paëllakomfoor

EN 203-2:1995

31.12.2008

CEN

EN 203-2-9:2005

Grootkeukengastoestellen — Deel 2-9: Specifieke eisen — Open kookbranders, warmhoudplaten en grillplaten

EN 203-2:1995

31.12.2008

CEN

EN 257:1992

Mechanische thermostaten voor gasverbruikstoestellen

 

EN 257:1992/A1:1996

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.1996)

CEN

EN 297:1994

Centrale-verwarmingsketels met atmosferische branders — Type B11 en B11BS ketels met een nominale belasting tot en met 70 kW

 

EN 297:1994/A2:1996

Noot 3

Datum verstreken

(30.11.1996)

EN 297:1994/A3:1996

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.1997)

EN 297:1994/A5:1998

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.1998)

EN 297:1994/A6:2003

Noot 3

Datum verstreken

(30.9.2003)

EN 297:1994/A4:2004

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2005)

CEN

EN 298:2003

Branderautomaten voor met gas gestookte atmosferische branders en ventilatorbranders

EN 298:1993

30.9.2006

CEN

EN 303-3:1998

Verwarmingsketels — Deel 3: Met gas gestookte centrale-verwarmingsketels — Samenstel van een ketel en een ventilatorbrander

 

EN 303-3:1998/A2:2004

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2004)

CEN

EN 377:1993

Smeermiddelen voor toepassing in huishoudelijke gasverbruikstoestellen

 

EN 377:1993/A1:1996

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.1997)

CEN

EN 416-1:1999

Met gas gestookte donkerstralers met één brander — Deel 1: Veiligheid

 

EN 416-1:1999/A1:2000

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2001)

EN 416-1:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

EN 416-1:1999/A3:2002

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2002)

CEN

EN 419-1:1999

Met gas gestookte hoge-temperatuurstralers voor niet-huishoudelijk gebruik — Deel 1: Veiligheid

 

EN 419-1:1999/A1:2000

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2001)

EN 419-1:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

EN 419-1:1999/A3:2002

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2003)

CEN

EN 437:2003

Proefgassen — Proefdrukken -Toestelcategorieën

EN 437:1993

Datum verstreken

(30.11.2003)

CEN

EN 449:2002

Eisen voor vloeibaargastoestellen — Huishoudelijke afvoerloze toestellen voor ruimteverwarming (inclusief toestellen met diffuse katalytische verbranding)

EN 449:1996

Datum verstreken

(31.5.2003)

CEN

EN 461:1999

Specificatie voor vloeibaargastoestellen — Niet-huishoudelijke afvoerloze toestellen voor ruimteverwarming tot en met 10 kW

 

EN 461:1999/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(30.9.2004)

CEN

EN 483:1999

Centrale-verwarmingsketels met atmosferische branders — Type C-Ketels met een nominale belasting tot 70 kW

 

EN 483:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

CEN

EN 484:1997

Eisen voor vloeibaargastoestellen — Kookplaten, inclusief die met een grill, voor gebruik buitenhuis

 

CEN

EN 497:1997

Eisen voor vloeibaargastoestellen — Kookbranders voor gebruik buitenshuis

 

CEN

EN 498:1997

Eisen voor vloeibaargastoestellen — Barbecues voor gebruik buitenshuis

 

CEN

EN 509:1999

Decoratieve op gas gestookte openhaarden

 

EN 509:1999/A1:2003

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2003)

EN 509:1999/A2:2004

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2005)

CEN

EN 521:2006

Vloeibaargastoestellen — Draagbare toestellen werkend op de dampfase van vloeibaar flessengas

EN 521:1998

31.8.2006

CEN

EN 525:1997

Niet-huishoudelijke met gas gestookte luchtverwarmers zonder warmtewisselaar voor ruimteverwarming met een nettowarmtebelasting tot 300 kW

 

CEN

EN 549:1994

Rubber voor afdichtingen en membramen voor gasverbruikstoestellen en gasapparatuur

EN 279:1991

EN 291:1992

Datum verstreken

(31.12.1995)

CEN

EN 613:2000

Lokale gasverwarmingstoestellen volgens het convectieprincipe

 

EN 613:2000/A1:2003

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2003)

CEN

EN 621:1998

Niet-huishoudelijke met gas gestookte luchtverwarmers met gedwongen convectie voor ruimteverwarming met een nettowarmtebelasting van 300 kW, zonder ventilator voor het transport van vebrandingslucht en/of afvoer van verbrandingsgassen

 

EN 621:1998/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.3.2002)

CEN

EN 624:2000

Specificatie voor vloeibaargastoestellen; LPG ruimteverwarmingsapparatuur met gesloten verbrandingsruimte voor installatie in voertuigen en boten

 

CEN

EN 625:1995

Centrale-verwarmingsketels — Specifieke eisen voor ketels met warmtapwatervoorziening en een nominale belasting tot 70 kW

 

CEN

EN 656:1999

Centrale-verwarmingsketels met atmosferische branders — Type B-ketels met een nominale belasting van 70 kW en niet hoger dan 300 kW

 

CEN

EN 676:2003

Automatische ventilatorbranders voor gasvormige brandstoffen

EN 676:1996

Datum verstreken

(29.2.2004)

CEN

EN 677:1998

Centrale-verwarmingsketels — Specifieke eisen vor ketels met een hoog rendement en met een nominale belasting tot en met 70 kW

 

CEN

EN 732:1998

Specificaties voor vloeibaargastoestellen — Absorptie-koeltoestellen

 

CEN

EN 751-1:1996

Afdichtingsmaterialen voor metallieke schroefdraadverbindingen in contact met gassen van de 1e-, 2e- en 3e- familie en warm water — Deel 1: Anaërobe afdichtingsmaterialen

 

CEN

EN 751-2:1996

Afdichtingsmaterialen voor metallieke schroefdraadverbindingen in contact met gassen van de 1e-, 2e- en 3e- familie en warm water — Deel 2: Niet-uithardende afdichtingsmaterialen

 

CEN

EN 751-3:1996

Afdichtingsmaterialen voor metallieke schroefdraadverbindingen in contact met gassen van de 1e-, 2e- en 3e- familie en warm water — Deel 3: Niet-gesinterde banden van PTFE

 

EN 751-3:1996/AC:1997

 

 

CEN

EN 777-1:1999

Met gas gestookte donkerstralers met meer dan één brander voor niet-huishoudelijk gebruik — Deel 1: Systeem D — Veiligheid

 

EN 777-1:1999/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.8.2001)

EN 777-1:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

EN 777-1:1999/A3:2002

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2002)

CEN

EN 777-2:1999

Met gas gestookte donkerstralers met meer dan één brander voor niet-huishoudelijk gebruik — Deel 2: Systeem E — Veiligheid

 

EN 777-2:1999/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.8.2001)

EN 777-2:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

EN 777-2:1999/A3:2002

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2002)

CEN

EN 777-3:1999

Met gas gestookte donkerstralers met meer dan één brander voor niet-huishoudelijk gebruik — Deel 3: Systeem F — Veiligheid

 

EN 777-3:1999/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.8.2001)

EN 777-3:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

EN 777-3:1999/A3:2002

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2002)

CEN

EN 777-4:1999

Met gas gestookte donkerstralers met meer dan één brander voor niet-huishoudelijk gebruik — Deel 4: Systeem H — Veiligheid

 

EN 777-4:1999/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.8.2001)

EN 777-4:1999/A2:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

EN 777-4:1999/A3:2002

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2002)

CEN

EN 778:1998

Eisen voor huishoudelijke met gas gestookte luchtverwarmers voor ruimteverwarming met een nominale belasting kleiner dan 70 kW, zonder een ventilator voor het transport van verbrandingslucht en/of verbrandingsgassen

 

EN 778:1998/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.3.2002)

CEN

EN 1020:1997

Niet-huishoudelijke met gas gestookte luchtverwarmers voor ruimteverwarming met een netto-warmtebelasting tot 300 kW en een ventilator voor het transport van de verbrandingslucht en/of verbrandingsgassen

 

EN 1020:1997/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.3.2002)

CEN

EN 1106:2001

Met de hand bediende kranen voor met gas gestookte toestellen

 

CEN

EN 1196:1998

Met gas gestookte luchtverwarmers voor huishoudelijk en niet-huishoudelijk gebruik — Aanvullende eisen voor condenserende luchtverwarmers

 

CEN

EN 1266:2002

Lokale gasverwarmingstoestellen volgens hetconvectieprincipe met een ventilator voor de toevoervan verbrandingslucht en/of de afvoer vanverbrandingsgassen

 

EN 1266:2002/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2006)

CEN

EN 1319:1998

Met gas gestookte luchtverwarmers voor ruimteverwarming voor huishoudelijk gebruik, met door een ventilator ondersteunde brander en een belasting op onderwaarde tot 70 kW

 

EN 1319:1998/A2:1999

Noot 3

Datum verstreken

(29.2.2000)

EN 1319:1998/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.3.2002)

CEN

EN 1458-1:1999

Met gas gestookte droogtrommels voor huishoudelijk gebruik van het type B22D en B23D, met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 6 kW — Deel 1: Veiligheid

 

CEN

EN 1458-2:1999

Met gas gestookte droogtrommels voor huishoudelijk gebruik van het type B22D en B23D, met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 6 kW — Deel 2: Rationeel energieverbruik

 

CEN

EN 1596:1998

Specificatie voor vloeibaargastoestellen — Verplaatsbare en draagbare, niet-huishoudelijke, direct-gestookte luchtverwarmers met een ventilatorbrander

 

EN 1596:1998/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(30.9.2004)

CEN

EN 1643:2000

Automatische dichtheidscontrole voor beveiligingsafsluiters voor met gas gestookte branders en gasverbruikstoestellen

 

CEN

EN 1854:1997

Drukvoelers voor met gas gestookte branders en toestellen

 

EN 1854:1997/A1:1998

Noot 3

Datum verstreken

(31.5.1999)

CEN

EN 12067-1:1998

Regelaars voor de gas/lucht-verhouding voor met gas gestookte branders en gasverbruikstoestellen — Deel 1: Pneumatische soorten

 

EN 12067-1:1998/A1:2003

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2003)

CEN

EN 12067-2:2004

Regelaars voor gas/lucht verhouding voor gasbranders en voor gasverbruikstoestellen — Deel 2: Elektronische soorten

 

CEN

EN 12078:1998

Nuldruk-regelaars voor gasverbruikstoestellen

 

CEN

EN 12244-1:1998

Met gas gestookte wasmachines voor huishoudelijk gebruik met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 20 kW — Deel 1: Veiligheid

 

CEN

EN 12244-2:1998

Met gas gestookte wasmachines voor huishoudelijk gebruik met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 20 kW — Deel 2: Rationeel energieverbruik

 

CEN

EN 12309-1:1999

Met gas gestookte klimaatregelaars en/of warmtepomptoestellen (werkend volgens het ad- of absoprptieprincipe) met een nominale belasting op onderwaarde tot 70 kW — Deel 1: Veiligheid

 

CEN

EN 12309-2:2000

Met gas gestookte klimaatregelaars en warmtepomptoestellen (werkend volgens het ad- of absorptieprincipe ) met een belasting op onderwaarde tot 70 kW — Deel 2: Rationeel gebruik van energie

 

CEN

EN 12669:2000

Met gas gestookte heteluchtblazers voor gebruik in kassen en aanvullende niet-huishoudelijke ruimteverwarming

 

CEN

EN 12752-1:1999

Met gas gestookte trommeldrogers type B met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 20 kW — Deel 1: Veiligheid

 

CEN

EN 12752-2:1999

Met gasgestookte trommeldrogers type B met een nominale warmtebelasting van ten hoogste 20 kW — Deel 2: Rationeel energieverbruik

 

CEN

EN 12864:2001

Niet-instelbare drukregelaars met een maximale uitlaatdruk kleiner dan of gelijk aan 200 mbar, en een capaciteit kleiner dan of gelijk aan 4 kg/h voor butaan, en B/P-mengsels, en de daarbij behorende veiligheidsinrichtingen

 

EN 12864:2001/A1:2003

Noot 3

Datum verstreken

(31.3.2004)

EN 12864:2001/A2:2005

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2006)

CEN

EN 13278:2003

Met gas gestookte blokkenvuren

 

CEN

EN 13611:2000

Veiligheids- en regelinrichtingen voor gasbranders en gasverbruikstoestellen — Algemene eisen

 

EN 13611:2000/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2005)

CEN

EN 13785:2005

Regelaars met een capaciteit tot en met 100 kg/h, en een maximale nominale uitlaatdruk tot en met 4 bar, anders dan die in EN 12864 voor butaan, propaan en B/P-mengsels en de daarbij behorende veiligheidsinrichtingen

 

CEN

EN 13786:2004

Automatische omschakelkranen met een maximale uitlaatdruk tot en met 4 bar, en een capaciteit tot en met 100 kg/h voor butaan, propaan en B/P-mengsels, en de daarbij behorende veiligheidsinrichtingen

 

CEN

EN 14543:2005

Specificatie voor vloeibaargastoestellen — Terrasverwarming — Afvoerloze terrasverwarmers voor gebruik buiten of in een geventileerde ruimte

 

Noot 1

In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt, de door de Europese normalisatie-instituten vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn.

Noot 3

In het geval van wijzigingsbladen is de norm waarnaar verwezen wordt EN CCCCC:YYYY, de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, en het nieuw genoemde wijzigingsblad. De vervangen norm (kolom 4) bestaat daarom uit EN CCCCC:YYYY en de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, maar zonder het nieuw genoemde wijzigingsblad. Op genoemde datum eindigt het vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn van de vervangen norm.

WAARSCHUWING:

Iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatie-instellingen ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen waarvan de lijst een bijlage is bij de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG (3).

De publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap.

Deze lijst vervangt de vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd werden. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt.

Meer informatie kunt u vinden op Europa:

http://europa.eu.int/comm/enterprise/newapproach/standardization/harmstds/


(1)  ESO: Europese Normalisatie Organisatie:

CEN: rue de Stassart 36, B-1050 Brussel, Tel. (32-2) 550 08 11; fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cenorm.be)

CENELEC: rue de Stassart 35, B-1050 Brussel, Tel. (32-2) 519 68 71; fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org)

ETSI: 650, route des Lucioles, F-06921 Sophia Antipolis, Tel. (33) 492 94 42 00; fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org)

(2)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

(3)  PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/11


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2006/C 128/03)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Registratieaanvraag als bedoeld in artikel 5 en artikel 17, lid 2

EXAIRETIKO PARTHENO ELAIOLADO „TROIZINIA”

EG-nummer: EL/0206/24.09.2001

BOB ( Χ ) BGA ( )

Deze samenvatting is uitsluitend ter informatie opgesteld. Belangstellenden wordt verzocht om voor volledige informatie kennis te nemen van de volledige versie van het productdossier, die verkrijgbaar is bij de in punt 1 genoemde nationale autoriteiten of bij de Europese Commissie (1).

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministerie voor Plattelandsontwikkeling en levensmiddelen

Directoraat Biologische landbouw

Afdeling producten met BOB — BGA — GTS

Adres:

Αcharnoon 29 — 101 76 Athene

Tel.:

(30) 210 823 20 25

Fax:

(30) 210 882 12 41

E-mail:

yg3popge@otenet.gr.

2.   Groepering:

Naam:

„Ομάδα Παραγωγών Ελαιολάδου Τροιζηνίας” (Groepering van olijfolieproducenten van Trizinia), burgerlijke vennootschap zonder winstoogmerk

Adres:

Galatas Trizinias — Postbus 180 20 Griekenland

Τel.:

(30) 22980 26 140

Fax:

(30) 22980 22 602

Ε-mail:

rastoni@hol.gr.

Samenstelling:

 producenten/verwerkers ( Χ) andere ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.5. Oliën en vetten — Extra olijfolie van de eerste persing.

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: Exairetiko partheno elaiolado „Troizinia”

4.2   Beschrijving: Bij de eerste persing verkregen extra olijfolie die uitsluitend uit de olijfvariëteit Manaki wordt gewonnen, of waarvoor ook de variëteit Koroneïki wordt gebruikt, maar dan voor ten hoogste 50 %.

Organoleptische kenmerken

kleur: geel tot geelgroen naar gelang van de rijpheid van de geoogste vruchten

smaak: aangenaam, met een zoete of bittere grondsmaak (na enkele maanden neemt de bitterheid geleidelijk af)

aroma: het fruitige van de vers geoogste olijven overweegt.

4.3.   Geografisch gebied: Het gebied binnen de administratieve grenzen van de regio Trizinia waarin olijfbomen worden geteeld en olijfolie wordt geproduceerd, en met name de volgende zones:

4.4.   Bewijs van oorspong: Productie, verwerking, verpakking en botteling vinden plaats in het afgebakende gebied. De producenten schrijven hun olijfgaarden in een register in, dat voortdurend wordt bijgewerkt. Voorts worden verwerkings- en bottelinstallaties in aparte registers ingeschreven. Alle registers worden bewaard en bijgewerkt door het directoraat Plattelandsontwikkeling en jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de hoeveelheid verwerkte olijven en de hoeveelheid geproduceerde olijfolie. Zo zijn alle betrokkenen in specifieke registers ingeschreven en wordt nauwlettend gecontroleerd of ze hun verplichtingen nakomen. Dit garandeert de volledige traceerbaarheid van het product.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

a)   Teelttechnieken

De bodem wordt mechanisch bewerkt en er worden geen onkruidverdelgers gebruikt.

25 % van de olijfgaarden wordt geïrrigeerd (slangetjes, druppeltechniek of sproeiers).

De bomen worden tijdig en naar behoren gesnoeid (rechte snoeiwijze). Deze praktijk, in combinatie met de juiste irrigatie en bemesting, zorgt ervoor dat de olijfbomen in de olijfgaarden van Trizinia elk jaar ongeveer dezelfde opbrengst geven.

Voor de bemesting en de gewasbescherming worden „zachte”, milieuvriendelijke methoden toegepast (organische meststoffen, het ophangen van vallen voor olijfvliegen, het verstuiven van lokmiddelen, enz.).

b)   Olijvenoogst

De oogst vindt in de regel plaats wanneer de groene olijven zwart beginnen te worden. Het oogsten begint in november (dan zijn de olijven nog wat scherp) en eindigt in februari. Het leeuwendeel van de oogst wordt in december en januari binnengehaald. Men laat de vruchten niet overrijp worden aan de boom, aangezien dit tot gewichts- en volumeverlies zou leiden, het aroma van de olie zou doen afzwakken en de zuurgraad zou doen toenemen.

Het oogsten gebeurt traditioneel alleen met kammen of (heel zelden) met de hand. Dit heeft een positief effect op de kwaliteit van het product en op de gezondheid van de olijfbomen.

c)   Verzamelen en opslaan van de olijven

Zodra de olijven zijn geoogst, worden ze verpakt in zakken van plantaardige vezels (jute), die een betere luchtcirculatie mogelijk maken. Vervolgens worden ze dezelfde dag nog naar de oliepers gebracht. Als ze, uitzonderlijk, gedurende 24 uur moeten worden opgeslagen, worden de zakken op laadborden geplaatst in overdekte ruimtes die goed geventileerd zijn en bescherming bieden tegen zon en regen.

d)   Verwerking van de olijven — oliewinning

Op de olijven wordt het volgende procédé toegepast: ontvangst van de olijven — vullen van de verwerkingsband — ontbladering — wassen — pletten — vermalen — kneden — extractie van de olijfolie uit de pulp — klaren.

Bij dit procédé worden alle regels in acht genomen inzake zuiverheid, de juiste kneedsnelheid (17-19 omwentelingen per min.), de juiste duur van het kneden (20-30 min.) en, wat het belangrijkste is, de temperatuur, die nooit hoger mag zijn dan 28-29 oC.

e)   Verpakking — opmaak

Voordat de olijfolie van Trizinia op de markt wordt gebracht en aan de consument te koop wordt aangeboden, wordt ze in roestvrije vaten opgeslagen. Vervolgens wordt ze verpakt in blikken recipiënten van 5 liter of in donkere glazen flessen van 0,1 tot 1 l.

Het eindproduct wordt uitsluitend verpakt binnen het geografische gebied, en wel om de kwaliteit veilig te stellen en om controle op het eindproduct mogelijk te maken. Natuurlijk wordt ook rekening gehouden met economische parameters en met de voordelen die eindopmaak in het gebied biedt.

Kortom, met het oog op de bescherming van de naam en de veiligstelling van de kwaliteit en de echtheid van het product, wordt het nodig en juist geacht dat het hele procédé binnen het geografische gebied plaatsvindt.

4.6.   Verband: De uitstekende kwaliteit van de olijfolie van Trizinia is in grote mate te danken aan de specifieke bodemgesteldheid en het klimaat in de streek, de teelttechnieken, de oogstwijze en het tijdstip van de oogst, en de correcte verwerking en verpakking via traditionele of moderne methoden die technisch en wetenschappelijk verantwoord zijn.

Het berg- of heuvelachtige terrein, de gematigde jaarlijkse regenval (ongeveer 550 mm), de zachte winters, de relatief droge en warme zomers (waarin gelukkig toch 15 % van de totale jaarlijkse regenval plaatsvindt), de vele uren zonneschijn, de gematigde droge noordenwinden en het hellingspercentage van de terreinen (waardoor de olijfgaarden uitstekend worden belicht en geventileerd — factoren die, zoals bekend, onontbeerlijk zijn voor de uitstekende kwaliteit van de olijfolie) zorgen ervoor dat de geproduceerde olijfolie rijk is aan kleurstoffen, wat haar een diepere kleur geeft, en dat haar smaak zacht en aangenaam is. Voorts zijn de lichte, kalkhoudende bodem met een neutrale of licht alkalische pH, en de over het algemeen hoge gehalten aan fosfor, kalium, borium en andere voedingsstoffen van zeer groot belang voor de olie, die van nature doorschijnend en rijk aan geurstoffen is

4.7.   Controlestructuur:

Α)

Naam:

Νομαρχιακή Αυτοδιοίκηση Αθηνών — Πειραιώς (Bestuur van de nomos — Athene en Piraeus)

Νομαρχιακό Διαμέρισμα Πειραιώς (District Piraeus)

Διεύθυνση Γεωργίας Πειραιώς (Afdeling landbouw — Piraeus)

Adres:

Dimosthenous 1 — 185 31 Piraeus

Τel.:

(30) 210 412 47 72

Fax:

(30) 210 412 61 43

Ε-mail:

u15614@minagric.gr

B)

Naam:

Οργανισμός Πιστοποίησης και Επίβλεψης Γεωργικών Προϊόντων (Ο.Π.Ε.ΓΕ.Π.) (Organisatie voor de certificering en de controle van landbouwproducten OPEGEP)

Adres:

Androu 1 & Patisioon — EL-112 57 Αthene

Τel.:

(30) 210 823 12 53

Fax:

(30) 210 823 14 38

E-mail:

agrocert@otenet.gr

4.8.   Εtikettering: Op de verpakking van het product moet de vermelding „ΕΞΑΙΡΕΤΙΚΟ ΠΑΡΘΕΝΟ ΕΛΑΙΟΛΑΔΟ „ΤΡΟΙΖΗΝΙΑ” Π.Ο.Π” worden aangebracht, alsmede de aanduidingen die zijn vastgesteld in artikel 4, lid 8, van presidentieel besluit 61/93 en in interministerieel besluit 2823003 van 12.1.2004

4.9.   Nationale eisen: De bepalingen van wet 2040/92, presidentieel besluit 61/93 en interministerieel besluit 2823003 van 12.1.2004 zijn van toepassing.


(1)  Europese Commissie, Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling, Eenheid Kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten, B-1049 Brussel.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/15


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2006/C 128/04)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Registratieaanvraag als bedoeld in artikel 5 en artikel 17, lid 2

„AZEITE DO ALENTEJO INTERIOR”

EG-nummer: PT/0234/16.05.2002

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting is uitsluitend ter informatie opgesteld. Belangstellenden wordt verzocht om voor volledige informatie kennis te nemen van de volledige versie van het productdossier, die verkrijgbaar is bij de in punt 1 genoemde nationale autoriteiten of bij de Europese Commissie (1).

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Instituto de Desenvolvimento Rural e Hidráulica

Adres:

Av. Afonso Costa, n.o 3 — P-1949-002 Lisboa

Tel.:

(351) 218 44 22 00

Fax:

(351) 218 44 22 02

E-mail:

idrha@idrha.min-agricultura.pt

2.   Groepering:

Naam:

UCAAI — União das Cooperativas Agrícolas do Alentejo Interior

Adres:

Rua 5 de Outubro, 7 — P-7595 Torrão

Tel.:

(351) 265 66 92 52

Fax:

(351) 265 66 92 52

E-mail:

azeites_alentejo_interior@iol.pt

Samenstelling:

 Producenten/verwerkers ( X )    Andere samenstelling: ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.5: Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz.), olijfolie van eerste persing en extra olijfolie van eerste persing

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „AZEITE DO ALENTEJO INTERIOR”

4.2.   Beschrijving: Olijfolie van eerste persing en extra olijfolie van eerste persing, verkregen door het mechanisch persen van olijven van Olea europea sativa Hoffg, van de rassen Galega Vulgar (ten minste 60 %), Cordovil de Serpa en/of Cobrançosa (maximaal 40 %), met een tolerantie van maximaal 5 % voor andere variëteiten, met uitzondering van Picual en Maçanilha. De kleur is goudgeel of groengeel en de olie heeft een enigszins fruitachtig aroma van rijpe en/of groene olijven en ander fruit (met name appelen en vijgen) en smaakt zeer zoet. Aantal punten bij de paneltest: minimum 6,5. Chemische kenmerken: absorptie: K232 — max. 2,40; K270 — max. 0,20 en Delta K — max. 0.00. Asgehalte: maximaal 200 mg/kg; sterolsamenstelling ( %): cholesterol — max. 0,3; Brassicasterol — max. 0,1; campesterol — max. 3,5; stigmasterol — minder dan Campesterol; beta-sitosterol — min. 93,0; Delta-7-stigmastenol — max. 0,5; totaal sterolen: min. 1600 mg/kg; erythrodiol + uvaol ( %) — max. 4,5; totaal vetzuren ( %): C14:0 — max. 0,03; C16:0 — 14,0 à 20,0; C16:1 — 2,0 à 3,0; C18:0 — 1,5 à 2,5; C18:1 — min. 70,0; C18:2 — 4,0 à 7,0; C18:3 — max 1,0; trans-vetzuren ( %): transoliezuur — max. 0,03; translinolzuur + translinoleenzuur — max. 0,03

4.3.   Geografisch gebied: Het geografische gebied voor de productie, verwerking en verpakking ligt in het hart van de Alentejo, normaal aangeduid als „Alentejo Interior” en bestaat uit de gemeenten Portel, Vidigueira, Cuba, Alvito, Viana do Alentejo, Ferreira do Alentejo en Beja en de gemeentedistricten Aljustrel, S. João de Negrilhos en Ervidel van de gemeente Aljustrel; Entradas van de gemeente Castro Verde; Alcaria Ruiva van de gemeente Mértola en Torrão van de gemeente Alcácer do Sal

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Ter aanvulling van de specifieke kenmerken van het product wordt ook gebruik gemaakt van een traceringssysteem om de oorsprong aan te tonen. De landbouwbedrijven en de verwerkings- en verpakkingseenheden moeten zijn goedgekeurd en erkend door de producentengroepering na advies van de controlestructuur, en zij moeten gelegen zijn in het bovengenoemde geografische gebied. Het hele productieproces, van het landbouwbedrijf waar de grondstof wordt geproduceerd tot het lokaal waar het product wordt verkocht, is onderworpen aan een controlesysteem om erop toe te zien dat aan alle eisen inzake landbouwpraktijken, transport, verwerking en verpakking wordt voldaan.

Vermelding van de BOB is alleen toegestaan op verpakkingen van olijfolie van eerste persing en extra olijfolie van eerste persing die aan de hierboven beschreven analytische kenmerken voldoen en waarvan het productieproces is gecontroleerd.

Het certificeringsmerk is genummerd, zodat tracering tot op het landbouwbedrijf mogelijk is. Op elk moment en op elk punt van het productieproces kan de oorsprong worden aangetoond.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De olijven zijn afkomstig van geregistreerde olijfgaarden en worden, met inachtneming van de hierboven genoemde rassen en percentages, geplukt wanneer ze goed rijp zijn; zij worden gescheiden gehouden van alle andere olijven. Vervolgens worden zij naar de verwerkingseenheden gevoerd waar zij worden geselecteerd, gewassen, gemalen, geplet en geperst of gecentrifugeerd. De verkregen olie wordt geklaard en opgeslagen in daarvoor geschikte vaten, in afwachting van de verpakking. Alle voorschriften op het gebied van goede praktijken voor het verkrijgen van de olie werden in acht genomen, met name met betrekking tot de fytosanitaire producten die worden gebruikt voor de bestrijding van plagen en ziekten, de wijze en de duur van het transport van de oogstplaats naar de opslagruimte, het opslaan van de olijven, de maximumtijd die verloopt tussen het oogsten en het malen en pletten van de verkregen massa. Een tweede persing is niet toegestaan en er mag geen gebruik worden gemaakt van enzymen of talk. De olijfolie van eerste persing en de extra olijfolie van eerste persing worden opgeslagen in daarvoor geschikte recipiënten en krijgen een etiket als bewijs dat de olie aan alle voorschriften voldoet. Alle hierboven beschreven behandelingen worden uitgevoerd in het geografische gebied, om te voorkomen dat de olie met andere olie wordt vermengd, want achteraf kan het mengsel niet meer worden gescheiden. Alleen op die manier is een echte controle mogelijk en blijft het product op elk moment traceerbaar, wat een garantie betekent voor de consument ten aanzien van de oorsprong en de authenticiteit van het product

4.6.   Verband: De productie van olijfolie is nauw verweven met de Alentejo Interior. In dit gebied zijn alle klimatologische en podologische omstandigheden aanwezig voor een goede ontwikkeling van de olijfbomen en voor het verkrijgen van olijven die geschikt zijn voor de productie van olijfolie van eerste persing en extra olijfolie van eerste persing. In de loop van de jaren zijn die rassen geselecteerd die het best geschikt zijn voor de productie en zijn alle rassen uitgesloten die kunnen leiden tot geuren en smaken die vreemd zijn aan de voor de streek typische fruitachtig smakende olie. De inachtneming van goede productiepraktijken is algemeen. Afgezien van het historisch en socio-cultureel verband tussen het product en het gebied, wat blijkt uit talloze monumenten (sommige uit de tijd van de Romeinen), volksliederen, speciaal ontwikkeld materieel, de regionale toponomie, gastronomie, familienamen, bibliografische referenties en studies, heeft olie uit de Alentejo Interior een kenmerkend chemisch en sensorisch profiel dat zich duidelijk onderscheidt van andere oliën. Hoewel de gebruikte rassen ook in andere regio's voorkomen, zijn de procentuele samenstelling van het olijfbomenbestand en het ecosysteem bepalend voor het verkrijgen van olie met de hierboven beschreven kenmerken

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Certialentejo — Certificação de Produtos Agrícolas, LDA

Adres:

Av. General Humberto Delgado, 34 — 1.a Esq — P-7000–900 Évora

Tel.:

(351) 266 76 95 64/5

Fax:

(351) 266 76 95 66

E-mail:

geral@certialentejo.pt

4.8.   Etikettering: Op het etiket moeten voorkomen: de vermelding „Azeite do Alentejo Interior — Denominação de Origem Protegida” samen met het desbetreffende communautaire logo dat door op communautair niveau moet zijn geregistreerd. Op het etiket moet ook een certificeringsmerk worden aangebracht, bestaande uit de naam van het product en de desbetreffende vermelding, de naam van de controledienst en het serienummer (numerieke of alfanumerieke code aan de hand waarvan het product kan worden getraceerd)

4.9.   Nationale eisen: —


(1)  Europese Commissie, Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling, Eenheid Kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten, B-1049 Brussel.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/18


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2006/C 128/05)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Registratieaanvraag als bedoeld in artikel 5 en artikel 17, lid 2

„PAIO DE BEJA”

EG-nummer: PT/0230/08.04.2002

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting is uitsluitend ter informatie opgesteld. Belangstellenden wordt verzocht om voor volledige informatie kennis te nemen van de volledige versie van het productdossier, die verkrijgbaar is bij de in punt 1 genoemde nationale autoriteiten of bij de Europese Commissie (1).

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Instituto de Desenvolvimento Rural e Hidráulica

Adres:

Av. Afonso Costa, n.ο 3, P-1949-002 Lisboa

Tel.:

(351) 218 44 22 00

Fax:

(351) 218 44 22 02

E-mail:

idrha@idrha.min-agricultura.pt

2.   Groepering:

Naam:

Cooperativa Agrícola de Beja, CRL

Adres:

Rua Mira Fernandes, n.o 2

Apartado 14

P-7801-901 Beja

Tel.:

(351) 284 32 20 51

Fax:

(351) 284 32 28 97

E-mail:

coopagri.beja@mail.telepac.pt

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X )    Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.2 — Vleesproducten

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „PAIO DE BEJA”

4.2.   Beschrijving: Op steeneik gerookte worst, samengesteld uit vlees en harde vetstukken verkregen bij het versnijden van geslachte varkens van het Alentejo-ras. Aan de stukken vlees en vet worden zout, paprikapasta, gedroogde uitgeperste knoflook, komijn en poeder van milde en pikante paprika toegevoegd. Als omhulsel wordt gezouten varkensdarm gebruikt. De worst is dik, rond, recht,12 tot 20 cm lang en heeft een doorsnede van 6 tot 15 cm. De worst is glanzend, enigszins gerimpeld, roodachtig en wit van kleur, en de consistentie is halfzacht tot hard. Het omhulsel wordt aan de uiteinden dichtgedraaid en afgebonden met katoendraad. Het snijvlak vertoont een roodachtige tot roze kleur met witte vlekken en het deeg is perfect gebonden en homogeen. Het vet is wit tot paarlemoerkleurig, glanzend, en heeft een aangename geur en smaak. Lekkere, milde smaak, licht gezouten met af en toe een licht pikante toets. Aangename lichte gerookte geur

4.3.   Geografisch gebied: Het geografische productiegebied van de grondstof voor Paio de Beja is beperkt tot de gemeenten Abrantes, Alandroal, Alcácer do Sal (met uitzondering van het gemeentedistrict Santa Maria do Castelo), Alcoutim, Aljezur (gemeentedistricten Odeceixe, Bordeira, Rogil en Aljezur), Aljustrel, Almodôvar, Alter do Chão, Alvito, Arraiolos, Arronches, Avis, Barrancos, Beja, Borba, Campo Maior, Castelo Branco, Castelo de Vide, Castro Marim (gemeentedistricten Odeleite en Azinhal), Castro Verde, Chamusca, Coruche, Crato, Cuba, Elvas (met uitzondering van het gemeentedistrict Caia e S. Pedro), Estremoz, Évora, Ferreira do Alentejo, Fronteira, Gavião, Grândola (met uitzondering van het gemeentedistrict Melides), Idanha-a-Nova, Lagos (gemeentedistrict Bensafrim), Loulé (gemeentedistricten Ameixial, Salir, Alte, Benafim en Querença), Marvão. Mértola, Monchique (gemeentedistricten Monchique, Marmelete en Alferce), Monforte, Montemor-o-Novo, Mora, Moura, Mourão, Nisa, Odemira (met uitzondering van de gemeentedistricten Vila Nova de Mil Fontes en S. Teotónio), Ourique, Penamacor, Ponte de Sôr, Portalegre, Portel, Redondo, Reguengos de Monsaraz, Sabugal, Santiago do Cacém (met uitzondering van het gemeentedistrict Santo André), Sardoal, São Brás de Alportel, Serpa, Sines, Silves (gemeentedistricten S. Marcos, S. Bartolomeu de Messines en Silves), Sousel, Tavira, (gemeentedistrict Cachopo), Vendas Novas, Viana do Alentejo, Vidigueira, Vila Velha de Ródão e Vila Viçosa, met het Montado-gebied als natuurlijke grens. Als gevolg van de specifieke specerijen, de specifieke bereidingswijze en de plaatselijke productiemethoden is het geografische gebied waar de worst wordt bereid, gerijpt, gesneden en verpakt beperkt tot de gemeente Beja

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Paio de Beja mag uitsluitend worden vervaardigd in door de groepering erkende inrichtingen, gelegen in het geografische productiegebied. De grondstof is afkomstig van varkens van het Alentejo-ras van veehouderijbedrijven die over bossen met steeneiken en/of kurkeiken beschikken waar de dieren worden gehouden in een extensief of semi-extensief systeem grotendeels in de open lucht. De varkens zijn geregistreerd in het Stamboek van het Alentejo-ras. De varkens worden geslacht en versneden in erkende inrichtingen in het geografische gebied waar de worst wordt bereid. De landbouwbedrijven, de slachthuizen, de uitsnijderijen en de inrichtingen waar Paio de Beja wordt bereid, zijn geregistreerd bij de groepering en worden gecontroleerd door een onafhankelijke instantie. Op deze wijze is het product, van het landbouwbedrijf tot elke verkochte worst, volledig traceerbaar en kan op elk moment de oorsprong van het product worden bepaald. Elke worst dient te zijn voorzien van een genummerd certificeringsmerk

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De worst wordt vervaardigd met stukken vlees van het been, de lende, de schouder en vet van Alentejo-varkens, die machinaal of met de hand worden vermalen. De worst moet voor 70-90 % uit magere bestanddelen bestaan en voor 10-30 % uit vette bestanddelen. Het gemalen vlees wordt vermengd met het vet en de specerijen die eerder in water zijn opgelost, hetgeen kenmerkend is voor deze regio. Het worstdeeg rust vervolgens 1 à 2 dagen in koelruimten bij een temperatuur van niet meer dan 10 oC en een vochtigheidsgraad van ongeveer 80/90 %. Vervolgens wordt het deeg in varkensdarm gestopt, die in pekel is bewaard, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de worst goed is gevuld. Daarna wordt de worst dichtgebonden. Nadat de varkensdarm is gevuld, wordt de worst gerookt. Dit proces neemt minimaal 3 en maximaal 12 dagen in beslag (5 à 10 dagen in de zomer en 8 à 12 dagen in de winter). De worst wordt op de markt gebracht als een hele worst of in stukken of plakjes en wordt altijd voorverpakt op de plaats van oorsprong. Voor het verpakken van het product wordt daarvoor geschikt, inert materiaal gebruikt, dat onschadelijk is wanneer het in contact komt met het product. Het product kan gewoon worden verpakt, of er kan gebruik worden gemaakt van CA- of vacuümverpakking. Met het oog op de traceerbaarheid en de controle en om wijzigingen in de smaak en microbiologische eigenschappen van het product te voorkomen, mag het product alleen worden verpakt in het gebied waar het wordt bereid

4.6.   Verband: In overblijfselen in de Baixo Alentejo uit het bronzen tijdperk zijn sporen teruggevonden van menselijke consumptie van varkensvlees, met name naast dolmens en andere megalithische monumenten. Verwijzingen naar de consumptie van varkensvlees in deze regio zijn reeds te vinden in de vierde eeuw voor Christus, een periode van Keltische overheersing. Deze volkeren hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de diversifiëring van de voedingsgewoonten in de Baixo Alentejo. Later, toen de Romeinen aan de macht waren in deze regio, nam de consumptie van varkensvlees nog meer toe in navolging van de Romeinse gewoonten. De kolonisten ontdekten nieuwe culinaire technieken: varkens werden gevoed met eikels en bij de bereiding van voedingsmiddelen werd gebruik gemaakt van plaatselijke aromatische planten. In het eerste millenium na Christus kwam de muzelmaanse invasie. De voorschriften van de Koran hadden echter geen invloed op de plaatselijke gebruiken. De voornaamste erfenis was de invoering van specerijen in de plaatselijke keuken. In de loop der eeuwen zijn er tal van verwijzingen naar varkens die gevoed werden met eikels uit de gebieden met eikenbossen (de „Montado”). Dit vlees werd, zowel vers als verduurzaamd, het meest gegeten in de regio. De varkens werden in extensieve landbouwbedrijven gehouden of soms in gemeenschappelijke varkensstallen, de zogenaamde „adúas”, die tot voor kort nog bestonden in de Alentejo. Varkensvlees heeft dan ook altijd een belangrijke plaats ingenomen in de keuken van de Alentejo, vanaf de oudheid tot op heden. De kunst van de worstbereiding, met als belangrijke voorbeeld de Paio de Beja, kwam tot stand als gevolg van de noodzaak om varkensvlees het hele jaar te bewaren. Kortom, er zijn drie basiselementen die Paio de Beja binden aan deze regio: het vlees dat wordt gebruikt is afkomstig van een varkensras dat specifiek is voor deze regio; het dier wordt gehouden in gebieden met eikenbossen die specifiek zijn voor deze regio; het vlees heeft een geheel eigen smaak met specerijen en sensoriële kenmerken die zich onderscheiden van andere worstproducten uit de Alentejo

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Certialentejo — Certificação de Produtos Agrícolas, LDA

Adres:

Av. General Humberto Delgado, N.o 34 1.a Esq

P-7000-900 Évora

Tel.:

(351) 266 76 95 64

Fax:

(351) 266 76 95 66

E-mail:

certialentejo@net.sapo.pt

De Certialentejo-instantie is erkend en voldoet aan de eisen van Norm 45011:2001.

4.8.   Etikettering: Op het etiket zijn de volgende vermeldingen verplicht: „Paio de Beja — Indicação Geográfica Protegida” en het desbetreffende communautaire logo. Verder moet het certificeringsmerk worden vermeld, dat ook de naam van het product en de respectieve vermelding omvat, de naam van de controledienst en het volgnummer (numerieke of alfanumerieke code waarmee het product kan worden getraceerd)

4.9.   Nationale eisen: —


(1)  Europese Commissie, Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling, Eenheid Kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten, B-1049 Brussel.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/21


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4246 — Merill Lynch/Farallon/Barceló/Playa)

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

(2006/C 128/06)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 22 mei 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen Merill Lynch L.P. Holdings, Inc. („MLLPHI”, VSA) die onder zeggenschap staat van Merill Lunch & Co., Inc., Cabana Investors BV („Farallon”, VSA), een deel van het Farallon concern en Barceló Corporación Empresarial, SA („Barceló”, Spanje) die deel uitmaakt van het Barceló-concern in de zin van artikel 3, lid 1, sub b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over de onderneming Playa Hotels & Resorts, S.L. („Playa”, Spanje) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor MLLPHI: investeringsbank en wereldwijd advies aan ondernemingen, regeringen, instellingen en individuele personen. Beheer van financiële activa;

voor Farallon: beheer van investeringsfondsen en rekeningen;

voor Barceló: beheer van hotels, vooral gelokaliseerd in steden en vakantieoorden;

voor Playa: verwerving, ontwikkeling en herontwikkeling van „all-inclusive” vakantieoorden in Mexico, Centraal Amerika, Dominicaanse Republiek en andere Caribische landen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4246 — Merill Lynch/Farallon/Barceló/Playa, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/22


Bekendmaking van door Eurostat in 2005 toegekende subsidies

(2006/C 128/07)

Overeenkomstig artikel 110, lid 2, van het Financieel Reglement en artikel 169 van de uitvoeringsbepalingen daarvan wordt het publiek bij deze geïnformeerd over de door Eurostat in de loop van 2005 gesubsidieerde acties.

De lijst van deze acties is te vinden op de EUROPA-server (http://europa.eu.int), via „Instellingen” — „Europese Commissie” — „Subsidies” — „Statistics” — „Eurostat grants programme”, en vervolgens het bestand „EurostatList of grants awarded in 2005”.

De lijst vermeldt het nummer van het dossier, de betreffende eenheid, de naam en het land van de begunstigden, de titel van de actie, het toegekende bedrag en het percentage medefinanciering.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/23


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4179 — Huntsman/Ciba Specialty Chemicals)

(2006/C 128/08)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 23 mei 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen Huntsman International LLC („Huntsman”, Verenigde Staten) en Huntsman Germany GmbH („Huntsman Germany”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, sub b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgen over de Textile Effects Business van de onderneming Ciba Specialty Chemicals Holding Inc („Ciba”, Zwitserland) door de aankoop van aandelen en de aankoop van activa.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Huntsman: ontwikkeling, productie en distributie van een brede variëteit aan chemische producten;

Ciba: ontwikkeling en productie van speciale chemische producten ten behoeve van de textielindustrie.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4179 — Huntsman/Ciba Specialty Chemicals, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/24


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4226 — DSGI/Fotovista

(2006/C 128/09)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 23 mei 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming DSG International plc („DSGI”, Verenigd Koninkrijk) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening van de Raad volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming Fotovista SA („Fotovista”, Frankrijk) door de aankoop van effecten.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor DSGI: kleinhandel in elektrische consumptiegoederen;

voor Fotovista: kleinhandel in elektrische consumptiegoederen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie aan haar kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen de Commissie per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentie COMP/M.4226 — DSGI/Fotovista, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Gemengd Comité van de EER

1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/25


Besluiten van het Gemengd Comité van de EER waarvoor aan de in artikel 103 van de EER-Overeenkomst bedoelde grondwettelijke eisen is voldaan

(2006/C 128/10)

Sedert maart 2000 wordt voor de besluiten van het Gemengd Comité van de EER in een voetnoot vermeld of voor de inwerkingtreding van deze besluiten door overeenkomstsluitende partijen eerst aan grondwettelijke vereisten moet worden voldaan. Voor onderstaande besluiten werd aldus op het bestaan van dergelijke vereisten gewezen. De betrokken overeenkomstsluitende partijen hebben thans de andere overeenkomstsluitende partijen in kennis gesteld van de afronding van hun interne procedures. De data van inwerkingtreding van de besluiten worden hierbij aangegeven.

Nummer besluit

Datum goedkeuring

Publicatiegegevens

In de EER opgenomen wetgeving

Datum van inwerking-treding

32/2005

11.3.2005

PB L 198 van 28.7.2005, blz. 22

Suppl. nr. 38, blz. 14

Richtlijn 2004/33/EG van de Commissie van 22 maart 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2002/98/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot bepaalde technische voorschriften voor bloed en bloedbestanddelen

1.8.2005

71/2005

29.4.2005

PB L 239 van 15.9.2005, blz. 62

Suppl. nr. 46, blz. 38

Verordening (EG) nr. 2236/2004 van de Commissie van 29 december 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat de IFRS 1, 3, 4 en 5, de IAS 1, 10, 12, 14, 16 tot en met 19, 22, 27, 28 en 31 tot en met 41 en de SIC 9, 22, 28 en 32 betreft

Verordening (EG) Nr. 2237/2004 van de Commissie van 29 december 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de invoeging van IAS 32 en IFRIC 1

Verordening (EG) Nr. 2238/2004 van de Commissie van 29 december 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat IFRS 1, de IAS 1 tot en met 10, 12 tot en met 17, 19 tot en met 24, 27 tot en met 38, 40 en 41, en de SIC 1 tot en met 7, 11 tot en met 14, 18 tot en met 27 en 30 tot en met 33 betreft

Verordening (EG) nr. 2086/2004 van de Commissie van 19 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1725/2003 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad met het oog op de invoeging van IAS 39

1.8.2005

75/2005

29.4.2005

PB L 239 van 15.9.2005, blz. 68

Suppl. nr. 46, blz. 43

Besluit nr. 845/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot wijziging van Besluit nr. 163/2001/EG betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (MEDIA Training) (2001-2005)

Besluit nr. 846/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot wijziging van Besluit 2000/821/EG van de Raad betreffende de tenuitvoerlegging van een programma ter bevordering van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, dsitributie en promotie) (2001-2005)

20.12.2005

82/2005

10.6.2005

PB L 268 van 13.10.2005, blz. 13

Suppl. nr. 52, blz. 7

Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau

1.2.2006

103/2005

8.7.2005

PB L 306 van 24.11.2005, blz. 36

Suppl. nr. 60, blz. 23

Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

1.2.2006

116/2005

30.9.2005

PB L 339 van 22.12.2005, blz. 18

Suppl. nr. 66, blz. 10

Richtlijn 2004/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijke weefsels en cellen

1.4.2006

119/2005

30.9.2005

PB L 339 van 22.12.2005, blz. 24

Suppl. nr. 66, blz. 14

Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG en 93/6/EEG van de Raad en de Richtlijnen 94/19/EG, 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten

1.4.2006


Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/27


Mededeling van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van het besluit genoemd in punt 64a van bijlage XIII van de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes)

(2006/C 128/11)

Oplegging van een openbaredienstverplichting met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de volgende routes:

1.

Gjögur-Reykjavík v.v.

2.

Bíldudalur-Reykjavík v.v.

3.

Sauðárkrókur-Reykjavík v.v.

4.

Grímsey-Akureyri v.v.

5.

Vopnafjörður-Þórshöfn-Akureyri v.v.

6.

Höfn-Reykjavík v.v.

1.   INLEIDING

Op grond van artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes (http://europa.eu.int/eur-lex/en/lif/dat/en_392R2408.html), heeft IJsland besloten per 1 januari 2007 de oplegging van openbaredienstverplichtingen te continueren met betrekking tot geregelde luchtdiensten op de volgende route:

1.

Gjögur-Reykjavík v.v.

2.

Bíldudalur-Reykjavík v.v.

3.

Sauðárkrókur-Reykjavík v.v.

4.

Grímsey-Akureyri v.v.

5.

Vopnafjörður-Þórshöfn-Akureyri v.v.

6.

Höfn-Reykjavík v.v.

2.   DE OPENBAREDIENSTVERPLICHTINGEN OMVATTEN HET VOLGENDE

2.1.   Minimumaantal vluchten, passagierscapaciteit, route en dienstregelingen

De eisen gelden voor de gehele exploitatieperiode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2009 (drie jaar).

Minimumaantal vluchten

Reykjavík–Gjögur–Reykjavík: 2 retourvluchten per week

Reykjavík–Bíldudalur–Reykjavík: 6 retourvluchten per week

Reykjavík–Sauðárkrókur–Reykjavík: 5 retourvluchten per week

Akureyri–Grímsey–Akureyri: 3 retourvluchten per week

Akureyri–Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri: 5 retourvluchten per week

Reykjavík–Höfn–Reykjavík: 7 retourvluchten per week

Route

De verplichte diensten moeten zonder tussenlanding worden uitgevoerd.

Dienstregeling

Reykjavík–Gjögur–Reykjavík: vertrek vanuit Reykjavík om 09.00 uur of later. Aankomst te Reykjavík uiterlijk om 17.00 uur.

Reykjavík–Bíldudalur–Reykjavík: vertrek vanuit Reykjavík om 09.00 uur of later. Aankomst te Reykjavík uiterlijk om 19.00 uur.

Reykjavík–Sauðárkrókur–Reykjavík: vertrek vanuit Reykjavík om 8.00 uur of later. Aankomst te Reykjavík uiterlijk om 19.00 uur.

Akureyri–Grímsey–Akureyri: vertrek vanuit Akureyri om 09.00 of later. Aankomst te Akureyri uiterlijk om 17.00 uur.

Akureyri–Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri: vertrek vanuit Akureyri om 09.00 of later. Aankomst te Akureyri uiterlijk om 17.00 uur.

Reykjavík–Höfn–Reykjavík: vertrek vanuit Reykjavík om 8.00 uur of later. Aankomst te Reykjavík uiterlijk om 18.00 uur.

Aantal zitplaatsen

Reykjavík–Gjögur–Reykjavík: in beide richtingen moeten voor elke vlucht ten minste 9 zitplaatsen worden aangeboden.

Reykjavík–Bíldudalur–Reykjavík: in beide richtingen moeten voor elke vlucht ten minste 9 zitplaatsen worden aangeboden.

Reykjavík–Sauðárkrókur–Reykjavík: in beide richtingen moeten voor elke vlucht ten minste 15 zitplaatsen worden aangeboden.

Reykjavík–Grímsey–Reykjavík: in beide richtingen moeten in de periode 1 september-30 april voor elke vlucht ten minste 9 zitplaatsen worden aangeboden. In beide richtingen moeten in de periode 1 mei-31 augustus voor elke vlucht ten minste 15 zitplaatsen worden aangeboden.

Akureyri–Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri: in beide richtingen moeten in de periode 1 september-30 april voor elke vlucht ten minste 9 zitplaatsen worden aangeboden. In beide richtingen moeten in de periode 1 mei-31 augustus voor elke vlucht ten minste 15 zitplaatsen worden aangeboden.

Reykjavík–Höfn–Reykjavík: in beide richtingen moeten voor elke vlucht ten minste 15 zitplaatsen worden aangeboden.

2.2.   Vliegtuigcategorie

Reykjavík–Gjögur–Reykjavík: voor de verplichte vluchten in de periode 1 november-31 mei moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 9 passagiers en 600 kg vracht. Voor de verplichte vluchten in de periode 1 juni-31 oktober moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 9 passagiers en 200 kg vracht.

Reykjavík–Bíldudalur–Reykjavík: voor de verplichte vluchten moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 9 passagiers.

Reykjavík–Sauðárkrókur–Reykjavík: voor de verplichte vluchten moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 15 passagiers.

Akureyri–Grímsey–Akureyri: voor de verplichte vluchten in de periode 1 september-30 april moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 9 passagiers. Voor de verplichte vluchten in de periode 1 mei-31 augustus moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 15 passagiers.

Akureyri–Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri: voor de verplichte vluchten in de periode 1 september-30 april moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 9 passagiers. Voor de verplichte vluchten in de periode 1 mei-31 augustus moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 15 passagiers.

Reykjavík–Höfn–Reykjavík: voor de verplichte vluchten moeten meermotorige turbopropvliegtuigen worden ingezet die toegelaten zijn voor minimaal 15 passagiers.

De luchtvaartmaatschappijen wordt verzocht in het bijzonder rekening te houden met de technische en operationele omstandigheden op de luchthavens.

2.3.   Tarieven

Het maximale basistarief voor een enkele reis (volledig flexibel), exclusief luchthavenbelasting en verzekeringspremie, mag niet meer bedragen dan (prijsindex januari 2006):

1.

Reykjavík-Gjögur

9 280 ISK (+ 930 ISK)

2.

Reykjavík-Bíldudalur

9 280 ISK (+ 930 ISK)

3.

Reykjavík-Sauðárkrókur

9 280 ISK (+ 930 ISK)

4.

Akureyri-Grímsey

8 090 ISK (+ 930 ISK)

5.

Akureyri-Vopnafjörður

10 190 ISK (+ 930 ISK)

6.

Akureyri-Þórshöfn

10 190 ISK (+ 930 ISK)

7.

Reykjavík-Höfn

11 520 ISK (+ 930 ISK)

De gebruikelijke sociale kortingen moeten worden aangeboden.

De ticketprijzen kunnen worden aangepast aan wijzigingen van de index van de consumentenprijzen, maar niet vaker dan éénmaal per zes maanden.

2.4.   Vrachttarieven

Reykjavík–Gjögur–Reykjavík: de basisvergoeding voor de dienstverlening mag per vracht niet meer bedragen dan ISK 680 excl. BTW en de prijs per kilogram mogen niet hoger zijn dan ISK 19 excl. BTW gedurende de periode 1 november-31 mei (prijsniveau januari 2006).

2.5.   Continuïteit van de dienstverlening

Het aantal vluchten dat geannuleerd wordt om redenen die de luchtvaartmaatschappij rechtstreeks aan te rekenen zijn, mag niet groter zijn dan 4 % van het geplande aantal vluchten voor het desbetreffende jaar.

2.6.   Samenwerkingsregelingen

Na een aanbesteding, die slechts één luchtvaartmaatschappij toegang geeft tot de volgende routes:

1.

Gjögur–Reykjavík v.v.

2.

Bíldudalur–Reykjavík v.v.

3.

Sauðárkrókur–Reykjavík v.v.

4.

Grímsey–Akureyri v.v.

5.

Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri v.v.

6.

Höfn–Reykjavík v.v.

zijn onderstaande voorwaarden van toepassing:

Tarieven

Alle tarieven voor aansluitende vluchten van/naar andere luchtdiensten dienen bij alle luchtvaartmaatschappijen onder gelijke voorwaarden te worden aangeboden. Uitgezonderd hiervan zijn de tarieven voor aansluitende vluchten van/naar andere door de inschrijver uitgevoerde diensten, op voorwaarde dat het tarief maximaal 40 % van het volledig flexibele tarief bedraagt.

Transfervoorwaarden

Alle voorwaarden die de luchtvaartmaatschappij vastgesteld heeft voor de transfer van passagiers van en naar routes van andere maatschappijen, met inbegrip van de aansluittijden en de incheckprocedure (tickets en bagage), moeten objectief en niet-discriminerend zijn.

3.   NADERE INLICHTINGEN ZIJN VERKRIJGBAAR BIJ

Ríkiskaup (State Trading Centre)

Borgartúni 7

P.O. Box 5100

IS–125 Reykjavík

Tel.: (354) 530 1400

Fax: (354) 530 1414


III Bekendmakingen

Commissie

1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/31


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — DG EAC/36/2006

Samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van hoger onderwijs en beroepsopleiding

ATLANTIS-programma

(Actions for Transatlantic Links and Academic Networks in Training and Integrated Studies)

Aankondiging van de publicatie van een oproep tot het indienen van voorstellen op internet

(2006/C 128/12)

1.   Doelstellingen en beschrijving

Algemeen doel van de oproep tot het indienen van voorstellen is het begrip en de onderlinge verstandhouding tussen de volkeren in de EU en de VS te verbeteren, kennis over elkaars talen, culturen en instellingen te verspreiden, en de kwaliteit van het hoger onderwijs en de beroepsopleiding in de EU en de VS te verhogen. Er kunnen voorstellen worden ingediend voor twee soorten acties:

Projecten van consortia in verband met transatlantische graden

Deze actie verleent steun aan consortia van hogeronderwijsinstellingen in de EU en de VS (hierna „consortium” genoemd) voor de uitvoering van programma's voor het behalen van duale/dubbele of gezamenlijke graden, in dit document „transatlantische graden” genoemd. De steun kan mobiliteitsbeurzen voor studenten en leden van het academisch onderwijzend personeel („docentencorps”) omvatten.

Beleidsgerichte maatregelen

Deze actie verleent steun aan multilaterale EU-VS-projecten en activiteiten ter bevordering van de samenwerking in het hoger onderwijs en de beroepsopleiding.

2.   In aanmerking komende aanvragers

In het kader van deze oproep kunnen instellingen voor hoger onderwijs en instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding een subsidieaanvraag indienen. Voor de beleidsgerichte maatregelen kunnen ook aanvragen worden ingediend door andere organisaties zoals accreditatiebureaus, onderwijsbureaus en -organisaties, particuliere ondernemingen en concerns, niet-gouvernementele organisaties, onderzoekinstellingen en beroepsorganisaties. Voor subsidie komen alleen aanvragers in aanmerking die in een van de vijfentwintig lidstaten van de Europese Unie gevestigd zijn.

3.   Begroting en duur van de projecten

De beschikbare begroting voor de medefinanciering van projecten wordt geraamd op 4 miljoen EUR, waarvan het grootste gedeelte zal worden bestemd voor projecten van consortia in verband met transatlantische graden.

Verwacht wordt dat in 2006 ongeveer vijf (5) projecten in verband met transatlantische graden en een klein aantal projecten in verband met beleidsgerichte maatregelen zullen worden gefinancierd.

Het maximumbedrag voor financiering door de EU beloopt 696 000 EUR voor een 4-jarig project van een consortium in verband met transatlantische graden en 50 000 EUR voor een 2-jarige beleidsgerichte maatregel. Met de uitvoering van de projecten moet volgens plan in november 2006 worden begonnen. De duur van een project van een consortium in verband met transatlantische graden bedraagt 48 maanden en van een project voor een beleidsgerichte maatregel 24 maanden.

4.   Aanvraagtermijn

De aanvragen moeten uiterlijk op 7 juli 2006 aan de Commissie worden toegezonden.

5.   Nadere informatie

De volledige tekst van de oproep tot het indienen van voorstellen en de aanvraagformulieren zijn te vinden op de volgende websites:

http://europa.eu.int/comm/education/programmes/eu-usa/call_en.html

http://europa.eu.int/comm/education/programmes/calls/callg_en.html

Voor meer informatie kunt u schrijven naar eac-3C-cooperation@cec.eu.int


1.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/33


IS-Reykjavik: Exploitatie van geregelde luchtdiensten

Aanbesteding door IJsland overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d) van het besluit waarnaar wordt verwezen in punt 64a van bijlage XIII van de EER-Overeenkomst (Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23.7.1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes) voor de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de zes volgende routes:

1. Gjögur–Reykjavík v.v. — 2. Bíldudaldur–Reykjavík v.v. — 3. Sauðárkrókur–Reykjavík v.v. — 4. Grímsey–Akureyri v.v. — 5. Vopnafjörður–Þórshöfn–Akureyri v.v. — 6. Höfn–Reykjavík v.v.

(2006/C 128/13)

1.   Inleiding: Op grond van artikel 4, lid 1, sub a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23.7.1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes (http://europa.eu.int/eur-lex/en/lif/dat/en_392R2408.html) en zoals bekendgemaakt op 1.6.2006 in het Publicatieblad van de Europese Unie C 128 en het EVA-supplement 27, 1.6.2006 heeft IJsland besloten vanaf 1.1.2006 openbaredienstverplichtingen op te leggen met betrekking tot de regionale luchtvaartdiensten op de volgende routes:

Indien vier weken voor de geplande inwerkingtreding van de overeenkomst voor de betrokken route op 1.1.2007 geen enkele luchtvaartmaatschappij het IJslandse ministerie van Verkeer heeft laten weten dat zij een aanvang heeft gemaakt of op het punt staat een aanvang te maken met het onderhouden van geregelde luchtdiensten op deze routes in overeenstemming met de openbaredienstverplichtingen die voor die routes zijn opgelegd, zonder financiële compensatie of bescherming van de markt te verlangen, zal IJsland overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d) van de hierboven bedoelde verordening, de toegang tot deze routes beperken tot slechts één luchtvaartmaatschappij en op basis van een aanbesteding de exploitatievergunning voor deze routes voor een periode van drie jaar toekennen met ingang van 1.1.2007.

2.   Doel van de aanbesteding: De aanbesteding betreft de levering van geregelde luchtdiensten vanaf 1.1.2007 op de volgende routes:

in overeenstemming met de openbaredienstverplichtingen die zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 128 van 1.6.2006.

3.   Deelneming aan de aanbesteding: De aanbesteding staat open voor alle luchtvaartmaatschappijen die in het bezit zijn van een geldige exploitatievergunning, afgegeven overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23.7.1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (http://europa.eu.int/eur-lex/en/lif/dat/en_392R2407.html)

4.   Aanbestedingsprocedure: Voor deze aanbesteding gelden de bepalingen van artikel 4, lid 1, onder d) tot i), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad.

Ríkiskaup (Rijkshandelscentrum), dat optreedt namens Vegagerðin (de IJslandse Dienst voor openbare wegen), behoudt zich het recht voor alle offertes te verwerpen. Offertes die te laat worden ingediend of niet in overeenstemming zijn met deze aankondiging, zullen niet in behandeling worden genomen.

Het Rijkshandelscentrum, dat optreedt namens de IJslandse Dienst voor openbare wegen, behoudt zich het recht voor verder te onderhandelen indien geen van de ingediende offertes correct is of indien er na de uiterste datum voor ontvangst van de offertes slechts één of geen enkele inschrijver blijkt te zijn. Deze onderhandelingen worden gevoerd in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen, zonder dat de voorwaarden van de oorspronkelijke oproep substantieel worden gewijzigd.

Inschrijvers kunnen inschrijven op alle routes, of alleen op routes 1 en 2, alleen op route 3, alleen op routes 4 en 5 of alleen op route 6.

Offertes moeten in het IJslands of in het Engels zijn gesteld.

De offerte is bindend voor de inschrijver totdat de opdracht is gegund. Zij blijft evenwel niet langer dan 12 weken na de opening van de offertes geldig.

5.   Gunning: De opdracht wordt gegund aan de inschrijver die voor de periode van 1.1.2007 tot 31.12.2009 de laagste compensatie vraagt.

6.   Aanbestedingsdossier: Het volledige dossier voor de oproep tot mededinging, dat de voor de openbare dienstverlening opgelegde verplichtingen en het bijzonder reglement (IJslandse verordening inzake aanbestedingsprocedures voor openbaredienstverplichtingen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad) omvat, kan worden verkregen bij:

Ríkiskaup (Rijkshandelscentrum), Borgartúni 7, IS-105 Reykjavik, IJsland. Tel: (354) 530 14 00. Fax: (354) 530 14 14. E-mail: utbod@rikiskaup.is.

Het dossier kost ISK 3 500.

7.   Financiële compensatie: In de offertes moet in IJslandse kroon (ISK) worden aangegeven welk bedrag wordt gevraagd als compensatie voor één retourvlucht op de routes 1, 2, 3, 4, 5 of 6, zulks overeenkomstig de gevraagde compensatie voor het uitvoeren van de betrokken diensten gedurende 3 jaar vanaf de voorgenomen begindatum (1.1.2007). In de offertes moet worden uitgegaan van het prijsniveau op de dag van de opening van de inschrijvingen. Daarnaast moet een exploitatiebegroting per periode van 12 maanden worden ingediend. Deze gegevens moeten, samen met de overige informatie die volgens het aanbestedingsdossier moet worden verstrekt, worden vermeld op een formulier dat is opgenomen in het aanbestedingsdossier.

Prijsaanpassing

Alle compensatiebedragen worden gebaseerd op het prijsniveau op de dag van de opening van de inschrijvingen.

Het compensatiebedrag dat op de dag van de opening van de inschrijvingen voor elke retourvlucht wordt gevraagd, wordt aangepast op 1.1.2007. Het aangepaste compensatiebedrag is geldig voor de periode van 1.1.2007 tot en met 31.12.2007. Het compensatiebedrag voor de perioden van 1.1.2008 tot en met 31.12.2008 en van 1.1.2009 tot en met 31.12.2009 zal aan het begin van de periode worden aangepast. De aanpassing vindt plaats overeenkomstig de volgende index:

1% wijziging van de brandstofprijs (JET A-1) wijzigt het compensatiebedrag met 0,2%;

1% wijziging van de consumentenprijsindex wijzigt het compensatiebedrag met 0,8%.

De luchtvaartmaatschappij kan verzoeken om herziening van de ticketprijzen en vrachttarieven naar aanleiding van wijzigingen van bovengenoemde index, echter niet vaker dan éénmaal per 6 maanden.

De luchtvaartmaatschappij verwerft alle inkomsten van de dienst en draagt de volle verantwoordelijkheid voor de uitgaven; in overeenstemming met de modelovereenkomst kan echter opnieuw worden onderhandeld wanneer de exploitatievoorwaarden die aan de overeenkomst ten grondslag liggen, belangrijke en onvoorziene wijzigingen ondergaan.

8.   Ticketprijzen en vrachttarieven: In de ingediende offertes moeten de tarieven, met inbegrip van de vrachttarieven, en de daaraan verbonden voorwaarden worden vermeld. De tarieven moeten in overeenstemming zijn met de in het Publicatieblad van de Europese Unie C 128 van 1.6.2006, bekendgemaakte verplichtingen tot openbare dienstverlening.

9.   Looptijd, wijziging en beëindiging van de overeenkomst: De overeenkomst gaat in op 1.1.2007 en loopt af op 31.12.2009.

Een controle van de uitvoering van de overeenkomst vindt in samenwerking met de luchtvaartmaatschappij plaats binnen 6 weken nadat de overeenkomst is afgelopen.

De overeenkomst kan alleen worden gewijzigd met inachtneming van de openbaredienstverplichtingen. Iedere wijziging van de overeenkomst wordt in een bijlage bij deze overeenkomst vastgelegd.

De luchtvaartmaatschappij kan de overeenkomst alleen opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.

10.   Contractbreuk/opzegging: Indien een van de partijen ernstig in gebreke blijft, kan de andere partij de overeenkomst op staande voet opzeggen.

De luchtvaartmaatschappij dient aan alle contractuele verplichtingen te voldoen overeenkomstig de openbaredienstverplichtingen die zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 128 van 1.6.2006, en het aanbestedingsdossier. Indien de luchtvaartmaatschappij niet aan deze verplichtingen voldoet, kan de IJslandse Dienst voor openbare wegen de betalingen voor de betrokken verplichtingen evenredig met de niet-geleverde prestaties stopzetten.

De IJslandse Dienst voor openbare wegen kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen indien de luchtvaartmaatschappij ernstig in gebreke blijft, insolvent is of failliet gaat.

De IJslandse Dienst voor openbare wegen kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen indien de vergunning van de luchtvaartmaatschappij wordt ingetrokken of niet wordt verlengd.

Ongeacht een eventuele eis tot schadevergoeding zal het niet-uitvoeren van de diensten waarop de overeenkomst betrekking heeft om redenen die rechtstreeks zijn toe te schrijven aan de luchtvaartmaatschappij, tot gevolg hebben dat het bedrag van de financiële compensatie evenredig met het aantal vluchten dat niet is uitgevoerd wordt verminderd, wanneer het aantal vluchten dat niet is uitgevoerd meer dan 4% van het geplande aantal vluchten bedraagt.

11.   Luchtvaartcodes: De vluchten mogen geen andere luchtvaartcodes dragen dan de eigen code van de inschrijver. Voor de vluchten mag evenmin een overeenkomst voor het delen van vluchtcodes (code-sharing agreement) van toepassing zijn.

12.   Indiening van offertes: De offertes dienen uiterlijk op 6.7.2006 (14:00) per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs (de datum van het poststempel wordt als de datum van indiening beschouwd) te worden verzonden of persoonlijk te worden afgegeven bij het Rijkshandelscentrum, waar zij op 6.7.2006 (14:00) zullen worden geopend in de aanwezigheid van de inschrijvers die daarom hebben verzocht. Offertes die later dan 6.7.2006 worden ingediend, zullen niet worden geopend.

Offertes moeten in een gesloten enveloppe worden ingediend, die als volgt moet worden geadresseerd:

Ríkiskaup (Rijkshandelscentrum), Borgartúni 7, -105 Reykjavik, IJsland. Tel. (354) 530 14 00. Fax (354) 530 14 14.

Op de enveloppe met de offerte moet het volgende worden vermeld:

Ríkiskaup (State Trading Centre), Tenders No 13783, Áætlunarflug 2007-2009.

(Vermelding van de naam van de inschrijver).

13.   Geldigheid van deze aanbesteding: Deze uitnodiging tot inschrijving is slechts geldig voor zover geen enkele EER-luchtvaartmaatschappij het ministerie van Verkeer 4 of meer weken voor de geplande ingangsdatum van de overeenkomst laat weten dat op een van de betrokken routes geregelde luchtdiensten zullen worden aangeboden overeenkomstig de openbaredienstverplichtingen, zonder dat om financiële compensatie of bescherming van de markt wordt gevraagd.