ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 327

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

48e jaargang
23 december 2005


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Raad

2005/C 327/1

Kennisgeving door de Slowaakse Republiek betreffende visumwederkerigheid

1

2005/C 327/2

Kennisgeving door de Republiek Estland betreffende visumwederkerigheid

2

2005/C 327/3

Aanbeveling van de Associatieraad EU-Tunesië van 4 juli 2005 voor de tenuitvoerlegging van het Actieplan EU–Tunesië

3

2005/C 327/4

Richtsnoeren van de Europese Unie inzake de bevordering van de naleving van het internationale humanitaire recht (IHR)

4

2005/C 327/5

Besluit van de Raad van 12 december 2005 houdende benoeming van de voorzitter van de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

8

 

Commissie

2005/C 327/6

Wisselkoersen van de euro

9

2005/C 327/7

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen ( 1 )

10

2005/C 327/8

Fragment van een aanpassingsmaatregel ter uitvoering van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen

15

2005/C 327/9

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende staatssteun die is verleend krachtens Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 5 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun ( 1 )

17

2005/C 327/0

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun ( 1 )

19

2005/C 327/1

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

20

2005/C 327/2

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen ( 1 )

22

2005/C 327/3

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun ( 1 )

23

 

III   Bekendmakingen

 

Commissie

2005/C 327/4

Bericht van inschrijving voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van sorgho van herkomst uit derde landen

25

2005/C 327/5

Permanente openbare inschrijving voor de verkoop tegen verlaagde prijs van boter door de interventiebureaus en voor de toekenning van steun voor boter, boterconcentraat en room

26

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Mededelingen

Raad

23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/1


Kennisgeving door de Slowaakse Republiek betreffende visumwederkerigheid (1)

(2005/C 327/01)

De permanente vertegenwoordiging van de Slowaakse Republiek bij de Europese Unie biedt de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie haar complimenten aan, en heeft de eer, uit hoofde van artikel 1, lid 4, onder f), van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 851/2005 van 2 juni 2005, de Raad en de Commissie ervan in kennis te stellen dat de Republiek Panama, bij nota van 22 augustus 2005, heeft meegedeeld met betrekking tot alle soorten paspoorten de visumplicht af te schaffen ten aanzien van onderdanen van de Slowaakse Republiek.

De Permanente Vertegenwoordiging van de Slowaakse Republiek bij de Europese Unie maakt van de gelegenheid gebruik om de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie te verzekeren van haar hoogste achting en vriendschap.


(1)  Deze kennisgeving wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 1, lid 4, onder f), van Verordening (EG) nr. 851/2005 van de Raad van 2 juni 2005 (PB L 141 van 4.6.2005, blz. 3) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van 15 maart 2001 (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/2


Kennisgeving door de Republiek Estland betreffende visumwederkerigheid (1)

(2005/C 327/02)

De Permanente Vertegenwoordiging van de Republiek Estland bij de Europese Unie biedt de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie haar complimenten aan, en heeft de eer, uit hoofde van artikel 1, lid 4, onder f), van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 851/2005 van 2 juni 2005, de Raad en de Commissie ervan in kennis te stellen dat de Republiek Panama, bij haar nota van 21 september 2005, heeft meegedeeld dat, conform het besluit van de regering van de Republiek Panama, de visumplicht ten aanzien van Estlandse onderdanen sinds 6 juni 2005 is afgeschaft.

De Permanente Vertegenwoordiging van de Republiek Estland bij de Europese Unie maakt van de gelegenheid gebruik om de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie te verzekeren van haar hoogste achting.


(1)  Deze kennisgeving wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 1, lid 4, onder f), van Verordening (EG) nr. 851/2005 van de Raad van 2 juni 2005 (PB L 141 van 4.6.2005, blz. 3) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van 15 maart 2001 (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/3


AANBEVELING VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-TUNESIË

van 4 juli 2005

voor de tenuitvoerlegging van het Actieplan EU–Tunesië

(2005/C 327/03)

DE ASSOCIATIERAAD EU–TUNESIË,

Gelet op de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, en met name op artikel 80,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 80 van de Euro-mediterrane overeenkomst geeft de Associatieraad de bevoegdheid passende aanbevelingen te doen om de doelstellingen van de overeenkomst te bereiken.

(2)

Overeenkomstig artikel 90 van de Euro-mediterrane overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.

(3)

De partijen bij de Euro-mediterrane overeenkomst zijn tot overeenstemming gekomen over de tekst van het Actieplan EU–Tunesië.

(4)

Het Actieplan EU–Tunesië strekt tot ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de Euro-mediterrane overeenkomst door de partijen door uitwerking van en overeenstemming over concrete stappen die een praktische leidraad bieden voor die tenuitvoerlegging.

(5)

Het actieplan dient een tweeledig doel: enerzijds worden concrete stappen gezet ter bevordering van de verwezenlijking van de doelstellingen die de partijen bij de Euro-mediterrane overeenkomst zijn aangegaan, en anderzijds wordt een breder kader geboden voor verdere versterking van de betrekkingen tussen de EU en Tunesië, met inbegrip van een aanzienlijke mate van economische integratie en verdieping van de politieke samenwerking, zulks overeenkomstig de algemene doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Enig artikel

De Associatieraad beveelt de partijen aan het Actieplan EU–Tunesië (1) ten uitvoer te leggen, voorzover die tenuitvoerlegging bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst.

Gedaan te, Brussel 4 juli 2005.

Voor de Associatieraad

Jean ASSELBORN

De voorzitter


(1)  http://register.consilium.eu.int


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/4


Richtsnoeren van de Europese Unie inzake de bevordering van de naleving van het internationale humanitaire recht (IHR)

(2005/C 327/04)

I.   DOEL

1.

Doel van deze richtsnoeren is de Europese Unie en haar instellingen en organen operationele instrumenten aan te reiken om de naleving van het Internationaal Humanitair Recht (IHR) te bevorderen. Zij tonen aan dat de Europese Unie ernaar streeft die naleving op zichtbare en samenhangende wijze te bevorderen. De richtsnoeren zijn gericht tot allen die in het kader van de Europese Unie handelend optreden, voorzover de aan de orde gestelde kwesties onder hun verantwoordelijkheid en bevoegdheid vallen. Zij vormen een aanvulling op de richtsnoeren en andere gemeenschappelijke standpunten die in het kader van de EU al zijn vastgesteld in verband met aangelegenheden als mensenrechten, foltering, en de bescherming van burgers (1).

2.

Deze richtsnoeren sporen met de inzet van de EU en haar lidstaten voor het IHR, en hebben betrekking op de naleving van het IHR door derde staten en, in voorkomend geval, door in derde staten werkzame niet-gouvernementele actoren. Hoewel die inzet ook tot uiting komt in de EU en haar lidstaten om de naleving van het IHR in hun eigen optreden en bij hun eigen strijdkrachten te waarborgen, vallen deze buiten het bestek van deze richtsnoeren (2).

II.   NTERNATIONAAL HUMANITAIR RECHT (IHR)

Inleiding

3.

De Europese Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat. Daaronder begrepen is het streven om de naleving van het IHR te bevorderen.

4.

Internationaal Humanitair Recht (IHR) — ook bekend als Recht bij gewapende conflicten of Oorlogsrecht — is bedoeld om de gevolgen van een gewapend conflict te verlichten door diegenen die niet of niet langer aan het conflict deelnemen, te beschermen, en door de middelen en methoden van oorlogvoering te regelen.

5.

Staten zijn gehouden tot naleving van de IHR-regels waardoor zij bij verdrag gebonden zijn of die deel uitmaken van het internationaal gewoonterecht. Die regels kunnen ook van toepassing zijn op niet-gouvernementele actoren. De naleving ervan is van internationaal belang. Daarnaast bemoeilijken het leed en de vernieling die door schendingen van het IHR worden veroorzaakt, de totstandkoming van een regeling na conflicten. Derhalve is het zowel uit politiek als humanitair oogpunt van belang de naleving van het IHR wereldwijd te verbeteren.

Ontwikkeling en bronnen van IHR

6.

De IHR-regels hebben als gevolg van de afweging van militaire en humanitaire overwegingen een ontwikkeling doorgemaakt. Het IHR omvat regels die erop gericht zijn personen die niet of niet langer rechtstreeks deelnemen aan de vijandelijkheden — zoals burgers, oorlogsgevangenen en andere gevangenen, zieken en gewonden — te beschermen en de middelen en methoden van oorlogvoering — met inbegrip van tactieken en wapens — te beperken om onnodig leed en onnodige vernieling te vermijden.

7.

Zoals andere aspecten van het internationaal recht heeft IHR twee belangrijke bronnen: internationale overeenkomsten (verdragen) en het internationaal gewoonterecht. Het internationaal gewoonterecht wordt gevormd door de praktijk van de staten, die deze staten als bindend beschouwen. Rechterlijke beslissingen en geschriften van toonaangevende auteurs zijn subsidiaire middelen van rechtsvinding.

8.

De voornaamste IHR-overeenkomsten worden genoemd in de bijlage bij deze richtsnoeren. De belangrijkste zijn de verdragen van Den Haag van 1907, de vier verdragen van Genève van 1949 en de bijbehorende aanvullende protocollen van 1977. Het verdrag van Den Haag en het merendeel van de bepalingen van de verdragen van Genève en de aanvullende protocollen van 1977 wordt algemeen als gewoonterecht erkend.

Toepassingsgebied

9.

Het IHR is van toepassing op zowel internationale als niet-internationale gewapende conflicten, ongeacht de oorsprong van het conflict. Het IHR is tevens van toepassing op een bezetting die voortkomt uit een gewapend conflict. Er gelden verschillende rechtsregels voor internationale gewapende conflicten tussen staten en voor niet-internationale (of interne) gewapende conflicten binnen één staat.

10.

Of er sprake is van een gewapend conflict, en of dat gewapend conflict als internationaal dan wel als niet-internationaal moet worden aangemerkt, zijn vragen waarin zowel de feiten als het recht een rol spelen, en de antwoorden hangen van een aantal factoren af. Wanneer moet worden bepaald of er sprake is van een gewapend conflict en of dus het internationaal humanitair recht van toepassing is, moet altijd passend juridisch advies worden ingewonnen, tezamen met voldoende informatie over de specifieke context.

11.

De verdragsbepalingen inzake internationale gewapende conflicten zijn gedetailleerder en uitvoeriger. Niet-internationale gewapende conflicten zijn onderworpen aan artikel 3 van de verdragen van Genève en, wanneer de betrokken staat partij is bij die verdragen, aan het Aanvullend Protocol II van 1977. De regels van het internationaal gewoonterecht zijn van toepassing op zowel internationale als interne gewapende conflicten, maar ook hier zijn er verschillen tussen beide regelingen.

Internationale mensenrechtenwetgeving en IHR

12.

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen internationale mensenrechtenwetgeving en IHR. Ofschoon beide vooral gericht zijn op de bescherming van personen, zijn er belangrijke onderlinge verschillen. Zo is IHR van toepassing in tijden van gewapend conflict en bezetting. Anderzijds is de internationale mensenrechtenwetgeving van toepassing op eenieder die zich in vredestijd dan wel in tijden van gewapend conflict binnen het rechtsgebied van de betrokken staat bevindt. Hoewel de twee regelstelsels duidelijk van elkaar zijn onderscheiden, kunnen zij toch beide op een bepaalde situatie van toepassing zijn en het is soms dan ook nodig na te gaan hoe zij zich tot elkaar verhouden. Deze richtsnoeren hebben evenwel geen betrekking op de wetgeving inzake mensenrechten.

Individuele verantwoordelijkheid

13.

Bepaalde ernstige schendingen van het IHR zijn gedefinieerd als oorlogsmisdrijven. Oorlogsmisdrijven kunnen zich voordoen in dezelfde omstandigheden als genocide en misdrijven tegen de menselijkheid, maar laatstgenoemde zijn, in tegenstelling tot oorlogsmisdrijven, niet gekoppeld aan een gewapend conflict.

14.

Individuele personen zijn persoonlijk aansprakelijk voor oorlogsmisdrijven. Staten moeten, overeenkomstig hun nationaal recht, erop toezien dat vermeende daders voor de nationale rechter worden gebracht of worden overgeleverd om te worden berecht door de rechtbanken van een andere staat of door een internationaal tribunaal, zoals het Internationaal Strafhof (3).

III.   OPERATIONELE RICHTSNOEREN

A.   VERSLAGLEGGING, EVALUATIE EN AANBEVELINGEN IN VERBAND MET MAATREGELEN

15.

De in dit hoofdstuk bedoelde maatregelen omvatten het volgende:

a)

Om een doeltreffend optreden mogelijk te maken moeten situaties die voor toepassing van het IHR in aanmerking kunnen komen onverwijld worden gesignaleerd. De bevoegde EU-instanties, inclusief de bevoegde Raadsgroepen, moeten — zo nodig op grond van advies over het IHR en de toepasbaarheid ervan — de onder hun bevoegdheid vallende situaties volgen waarin het IHR wellicht van toepassing is. Waar nodig moeten zij, in overeenstemming met deze richtsnoeren, maatregelen opstellen en aanbevelen die de naleving van het IHR ten goede kunnen komen. In voorkomend geval moet overwogen worden overleg te plegen en informatie uit te wisselen met deskundige actoren, waaronder het ICRK en andere bevoegde organisaties (bijv. regionale en VN-organisaties). Voorts kan, waar nodig, overwogen worden een beroep te doen op de Internationale Commissie voor feitenonderzoek (IHFFC), ingesteld bij artikel 90 van het aanvullend protocol I bij de Verdragen van Genève van 1949, die met haar capaciteit op het gebied van feitenonderzoek en „goede diensten” de inachtneming van het IHR kan helpen verbeteren.

b)

Hoofden van EU-missies en bevoegde EU-vertegenwoordigers (waaronder hoofden van civiele EU-operaties, bevelhebbers van militaire EU-operaties en speciale EU-vertegenwoordigers) moeten, wanneer dat pertinent is, in hun verslagen over een bepaalde staat of een bepaald conflict, ook de IHR-situatie evalueren. Bijzondere aandacht dient daarbij te gaan naar gegevens die op ernstige schendingen van het IHR kunnen wijzen. Deze verslagen moeten zo mogelijk ook analyses en voorstellen bevatten met betrekking tot eventuele maatregelen van de EU.

c)

In achtergrondnota's ten behoeve van bijeenkomsten op EU-niveau moet, waar nodig, worden nagegaan of het IHR van toepassing is; lidstaten die aan de bijeenkomsten deelnemen, moeten ervoor zorgen dat zij advies beschikbaar hebben over eventuele IHR-aangelegenheden. In geval van een dreigend gewapend conflict moet naast de andere bevoegde Raadsgroepen ook de Groep internationaal publiekrecht worden geïnformeerd. Wanneer dit zinvol en haalbaar is, kan aan deze groep de opdracht worden gegeven om aan de bevoegde EU-instanties voorstellen voor een toekomstig optreden van de EU voor te leggen.

B.   MOGELIJKE MAATREGELEN VAN DE EU IN HAAR BETREKKINGEN MET DERDE LANDEN

16.

De EU kan op verschillende manieren optreden. Hieronder gaat een enuntiatieve lijst van mogelijke maatregelen:

a)

Politieke dialoog: waar dit zinvol is, moet de naleving van het IHR in de dialoog met derde staten aan de orde worden gesteld. Dit is met name van belang voor actuele gewapende conflicten waarin het IHR blijkens rapporten op grote schaal wordt geschonden. Maar ook in vredestijd moet de EU staten die nog niet tot belangrijke IHR-instrumenten zoals de Aanvullende Protocollen van 1977 en het statuut van het Internationaal Strafhof zijn toegetreden, ertoe aansporen dit alsnog te doen en de genoemde instrumenten onverkort uit te voeren. Onder volledige uitvoering wordt verstaan dat de nodige uitvoeringswetgeving wordt aangenomen en dat voor IHR bevoegd personeel een opleiding krijgt.

b)

Algemene publieke verklaring: in publieke verklaringen over IHR-aangelegenheden moet de EU, telkens wanneer dit zinvol is, benadrukken dat het IHR moet worden nageleefd.

c)

Demarches en/of publieke verklaringen met betrekking tot specifieke conflicten: wanneer schendingen van het IHR worden gemeld, moet de EU overwegen om, naargelang het geval, tot demarches en publieke verklaringen over te gaan, waarbij zij de schendingen veroordeelt en de partijen verzoekt hun uit het IHR voortvloeiende verplichtingen na te komen en doeltreffende maatregelen te nemen om verdere schendingen te voorkomen.

d)

Restrictieve maatregelen/sancties: restrictieve maatregelen (sancties) kunnen een doeltreffend instrument zijn om de naleving van het IHR te bevorderen. Het nemen van dergelijke maatregelen tegen staten en andere partijen alsook individuen die betrokken zijn bij een conflict, moet overwogen worden wanneer een dergelijk optreden nuttig kan zijn en in overeenstemming is met het internationaal recht.

e)

Samenwerking met andere internationale instanties: om de naleving van het IHR te bevorderen moet de EU waar nodig samenwerken met de VN en bevoegde regionale organisaties. De EU-lidstaten mogen als lid van andere organisaties (inclusief de Verenigde Naties) geen gelegenheid laten voorbijgaan om deze doelstelling te helpen verwezenlijken. Het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRK) speelt als neutrale, onafhankelijke humanitaire organisatie sinds jaar en dag een bij verdrag vastgelegde en algemeen erkende rol bij het bevorderen van de naleving van het IHR.

f)

Crisisbeheersingsoperaties bij het opstellen van het mandaat voor crisisbeheersingsoperaties van de EU moet er, waar nodig, rekening mee worden gehouden dat schendingen van het IHR door derde partijen voorkomen en bestreden moeten worden. Dit betekent dat, in voorkomend geval, gegevens moeten worden verzameld die van nut kunnen zijn voor het Internationaal Strafhof (4) of bij ander onderzoek naar oorlogsmisdaden.

g)

Individuele verantwoordelijkheid na een conflict is het soms moeilijk een evenwicht te vinden tussen de algemene doelstelling om de vrede te herstellen en de noodzakelijke bestrijding van straffeloosheid; de Europese Unie moet ervoor zorgen dat oorlogsmisdaden niet ongestraft blijven. Om in tijden van gewapend conflict een afschrikkend effect te kunnen hebben moet de gerechtelijke vervolging van oorlogsmisdaden de nodige ruchtbaarheid krijgen en moet die vervolging zo mogelijk plaatsvinden in de staat waar de schendingen zijn begaan. De EU moet derde staten dan ook aanmoedigen om nationale strafwetgeving aan te nemen, zodat schendingen van het IHR kunnen worden bestraft. De steun van de EU aan het Internationaal Strafhof en de maatregelen die worden genomen om oorlogsmisdadigers te vervolgen moeten ook in die context worden gezien.

h)

Opleiding. opleidingen in het IHR zijn nodig om ervoor te zorgen dat het IHR in tijden van gewapend conflict wordt nageleefd. Ook in vredestijd zijn onderwijs en opleidingen nodig. Dit geldt voor de hele bevolking, al moet bijzondere aandacht worden besteed aan groepen die voor deze aangelegenheden bevoegd zijn (bijv. wetshandhavingsfunctionarissen). Voor de opleiding van militair personeel zijn de verplichtingen nog ruimer. De EU moet overwegen om in derde landen onderwijs en opleiding in IHR-aangelegenheden te verstrekken of te financieren, onder meer in het kader van ruimer opgevatte programma's ter bevordering van de rechtsstaat.

i)

Wapenuitvoer: conform de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer (5) moet, voordat een vergunning tot uitvoer naar een bepaald land wordt verleend, nagegaan worden of het invoerend land het internationale humanitaire recht naleeft.


(1)  Zie richtsnoeren van de EU voor de dialoog betreffende mensenrechten (zitting van de Raad Economische en Financiële Zaken van 13 december 2001); Richtsnoeren voor EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (zitting van de Raad Algemene Zaken van 9 april 2001). Richtsnoeren van de EU over kinderen en gewapende conflicten (zitting van de Raad Algemene Zaken van 8 december 2003); Gemeenschappelijk Standpunt 2003/444/GBVB van de Raad van 16 juni 2003 betreffende het ICC (PB L 150 van 18.6.2003).

(2)  Alle EU-lidstaten zijn partij bij de verdragen van Genève en de bijbehorende aanvullende protocollen en zijn dus gehouden tot naleving van de daarin vervatte regels.

(3)  Zie het gemeenschappelijk standpunt van de Unie betreffende het Internationaal Strafhof (2003/444/GBVB) en het actieplan van de EU inzake het Internationaal Strafhof. Zie voorts het Besluit van 13 juni 2002 (2002/494/JBZ) tot instelling van een Europees netwerk van aanspreekpunten inzake personen die verantwoordelijk zijn voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, het Kaderbesluit (2002/584/JBZ) betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten en het Besluit van 8 mei 2003 (2003/335/JBZ) inzake opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.

(4)  Zie de Overeenkomst inzake samenwerking en bijstand tussen de Europese Unie en het Internationaal Strafhof.

(5)  Aangenomen op 8 juni 1998, doc. 8675/2/98 REV 2.


BIJLAGE

BELANGRIJKSTE RECHTSINSTRUMENTEN VAN HET INTERNATIONAAL HUMANITAIR RECHT

Haags Verdrag (IV) nopens de wetten en gebruiken van de oorlog te land (1907 )

Bijlage bij het Verdrag: Reglement betreffende de wetten en gebruiken van de oorlog te land

Protocol nopens het verbod van het gebruik tijdens oorlogshandelingen van verstikkende, giftige of andere gassen en van vormen van bacteriologische oorlogsvoering (1925)

Verdrag van Genève I voor de verbetering van het lot der gewonden en zieken, zich bevindende bij de strijdkrachten te velde (1949)

Verdrag van Genève II voor de verbetering van het lot der gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee (1949)

Verdrag van Genève III betreffende de behandeling van krijgsgevangenen (1949)

Verdrag van Genève IV betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd (1949)

Aanvullend Protocol I bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van de slachtoffers van internationale gewapende conflicten (1977)

Aanvullend Protocol II bij de Verdragen van Genève van 12 augustus 1949 betreffende de bescherming van slachtoffers van niet-internationale gewapende conflicten (1977)

Haags Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (1954)

Reglement van uitvoering van het Verdrag inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict

Eerste Haags Protocol inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (1954)

Tweede Haags Protocol inzake de bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (1999)

Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie en de aanleg van voorraden van bacteriologische (biologische) en toxinewapens en inzake de vernietiging van deze wapens (1972)

VN-Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben (1980)

Protocol I inzake niet-waarneembare deeltjes (1980)

Protocol II inzake het verbod of de beperking van het gebruik van mijnen, valstrikmijnen en andere mechanismen (1980)

Gewijzigd Protocol II inzake het verbod of de beperking van het gebruik van mijnen, valstrikmijnen en andere mechanismen (1996)

Protocol III inzake het verbod of de beperking van het gebruik van brandwapens (1980)

Protocol IV inzake blindmakende laserwapens (1995)

Protocol V inzake ontplofbare oorlogsresten (2003)

Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (1993)

Verdrag van Ottawa inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van anti-personeelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (1997)

Statuut van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen verantwoordelijk voor ernstige schendingen van internationaal humanitair recht op het grondgebied van het voormalig Joegoslavië sinds 1991 (1993)

Statuut van het Internationaal Tribunaal voor de vervolging van personen aansprakelijk voor genocide en andere ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, begaan op het grondgebied van Rwanda en van Rwandese burgers aansprakelijk voor genocide en andere van dergelijke schendingen begaan op het grondgebied van buurlanden, tussen 1 januari 1994 en 31 december 1994 (1994)

Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (1998)


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/8


BESLUIT VAN DE RAAD

van 12 december 2005

houdende benoeming van de voorzitter van de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(2005/C 327/05)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk (1), met name op de artikelen 120 en 131,

Gezien de voordrachten die op 23 november 2005 door de raad van bestuur van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) zijn ingediend,

BESLUIT:

Artikel 1

De heer Paul MAIER, geboren te Straatsburg (Frankrijk) op 4 mei 1958, wordt benoemd tot voorzitter van de kamers van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), voor een termijn van vijf jaar.

Artikel 2

De datum waarop de in artikel 1 genoemde ambtstermijn van vijf jaar aanvangt, wordt bepaald door de raad van bestuur van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen).

Gedaan te Brussel, 12 december 2005.

Voor de Raad

De voorzitter

J. STRAW


(1)  PB L 11 van 14.1.1994, blz. 1, zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 422/2004 van de Raad (PB L 70 van 9.3.2004, blz. 1).


Commissie

23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/9


Wisselkoersen van de euro (1)

22 december 2005

(2005/C 327/06)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1822

JPY

Japanse yen

138,84

DKK

Deense kroon

7,4589

GBP

Pond sterling

0,68100

SEK

Zweedse kroon

9,4327

CHF

Zwitserse frank

1,5551

ISK

IJslandse kroon

75,72

NOK

Noorse kroon

8,0325

BGN

Bulgaarse lev

1,9556

CYP

Cypriotische pond

0,5735

CZK

Tsjechische koruna

28,857

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

250,85

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6965

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,8365

RON

Roemeense leu

3,6599

SIT

Sloveense tolar

239,50

SKK

Slowaakse koruna

37,760

TRY

Turkse lira

1,6026

AUD

Australische dollar

1,6171

CAD

Canadese dollar

1,3799

HKD

Hongkongse dollar

9,1652

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7521

SGD

Singaporese dollar

1,9765

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 202,95

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

7,5487

CNY

Chinese yuan renminbi

9,5492

HRK

Kroatische kuna

7,3825

IDR

Indonesische roepia

11 626,94

MYR

Maleisische ringgit

4,467

PHP

Filipijnse peso

63,088

RUB

Russische roebel

34,0950

THB

Thaise baht

48,413


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/10


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

(2005/C 327/07)

(Voor de EER relevante tekst)

Nummer van de steunmaatregel

X S7/04

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Noord-Oost-Engeland

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Cramlington Land Partnership

Rechtsgrond

Industrial Development Act 1982 Sections 7 & 11

Section 2 Local Government Act 2000

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

297 260 GBP

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6 en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

5.2.2004

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 30.4.2005

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Alle sectoren die in aanmerking komen voor steun aan KMO's

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Government Office for the North East

European Programmes Secretariat

Adres:

Wellbar House

Gallowgate

Newcastle upon Tyne

NE1 4TD, United Kingdom

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

De maatregel sluit de toekenning van steun uit of moet vooraf bij de Commissie worden aangemeld:

a)

indien de subsidiabele kosten ten minste 25 000 000 EUR bedragen en

de bruto-steunintensiteit ten minste 50% bedraagt,

de netto-steunintensiteit ten minste 50% bedraagt in gebieden die voor regionale steun in aanmerking komen; of

b)

indien het totale bruto-steunbedrag ten minste 15 000 000 EUR bedraagt

 -

 


Nummer van de steunmaatregel

XS 10/05

Lidstaat

Oostenrijk

Regio

Geheel Oostenrijk

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Innovatieprogramma „Stimulering van de creatieve economie”

Rechtsgrond

Beschluss des Stiftungsrates der Nationalstiftung für Forschung, Technologie und Entwicklung vom 24.6.2004

Vereinbarung zwischen der Nationalstiftung für Forschung, Technologie und Entwicklung und der Austria Wirtschaftsservice GmbH vom 18.10.2004

Richtlinien zum Innovationsprogramm „Impulsprogramm Kreativwirtschaft“ vom 18.10.2004

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

1,2 miljoen EUR

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

0,4 miljoen EUR

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

18.10.2004

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2005 (datum waarop de richtsnoeren verstrijken. De betalingen kunnen nog later plaatsvinden, afhankelijk van de duur van de projecten)

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Austria Wirtschaftsservice Gesellschaft m.b.H. in opdracht van de Nationalstiftung für Forschung, Technologie und Entwicklung

Adres:

Ungargasse 37, A-1030 Wien, office@awsg.at

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

Ja


Nummer van de steunmaatregel

XS 21/04

Lidstaat

Spanje

Regio

Catalonië

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

„Steun voor de uitvoering van opvolgingsplannen in familiebedrijven”

Rechtsgrond

Resolución TIC/1223/2003, de 22 de abril, por la que se abre la convocatoria de ayudas a empresas familiares para la realización de planes de sucesión (DOGC 3877 de 06/05/03) modificada por la Resolución TRI/141/2004, de 15 de enero, por la que se modifica la Resolución TIC/1223/2003, de 22 de abril (DOGC 4070 de 13.2.2004)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

0,4 miljoen EUR

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6 en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

Van 7.5.2003

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2006

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Alle sectoren die in aanmerking komen voor steun aan KMO's

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Sr. Don Agustí Segarra i Blasco

Director del Centro de Innovación y Desarrollo Empresarial (CIDEM)

Departamento de Trabajo e Industria

Adres:

Passeig de Gràcia, 129

E-08008 Barcelona

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

De maatregel sluit de toekenning van steun uit of moet vooraf bij de Commissie worden aangemeld:

a)

indien de subsidiabele kosten ten minste 25 000 000 EUR bedragen en

de bruto-steunintensiteit ten minste 50% bedraagt,

de netto-steunintensiteit ten minste 50% bedraagt in gebieden die voor regionale steun in aanmerking komen; of

b)

indien het totale bruto-steunbedrag ten minste 15 000 000 EUR bedraagt

Ja

 


Nummer van de steunmaatregel

XS 21/05

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Onder doelstelling 1 vallende regio West Wales & The Valleys

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Savari Research Trust

Rechtsgrond

(1)

Industrial Development Act 1982

Regulation 1260/99

Regulation 2000/906

Structural Funds (National Assembly For Wales) Designation 2000

(2)

Welsh Development Act 1975

Revenue Guidelines

Programme October 2003

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

458 801 GBP

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

1.1.2005

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2006

NB Zoals hierboven vermeld, is de subsidie vóór 31 december 2006 vastgelegd. Betalingen op grond van die vastlegging kunnen (in overeenstemming met N+2) tot 31 december 2007 plaatsvinden.

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Beperkt tot specifieke sectoren

Ja

Andere diensten (Onderzoek en Ontwikkeling)

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

(1)

National Assembly For Wales

(2)

Welsh Developmemt Agency

Adres:

(1)

C/O Welsh European Funding Office

Cwm Cynon Business Park, Mountain Ash CF45 4ER, United Kingdom

(2)

North Wales Division

Unit 7, Ffordd Richard Davies, St. Asaph Business Park, St Asaph, North Wales LL17 OL, United Kingdom

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

Ja

 


Nummer van de steunmaatregel

XS 23/05

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Merseyside

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Motor Waste (recycling van auto's)

Rechtsgrond

The National Lottery Act 1993

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

0,3 miljoen GBP

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

22.12.2004

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2006 — De subsidie is vóór 31 december 2006 vastgelegd. Betalingen op grond van die vastlegging kunnen tot 22 december 2007 worden gedaan.

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Big Lottery Fund [CRED Programme]

Adres:

1 Plough Place, London EC4A 1DE

[Administer by RSWT, The Kiln, Waterside, Mather Road, Newark, Nottinghamshire, NG24 1WT, United Kingdom]

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

Ja

 


Nummer van de steunmaatregel

XS 43/04

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Wales

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Programma „Accelerate Wales” — Clusters

Rechtsgrond

Welsh Development Agency Act 1975, as amended

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

878 592 GBP

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

1.6.2004

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.5.2007

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun

 

Beperkt tot specifieke sectoren

Ja

Automobielindustrie

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Welsh Development Agency

Adres:

Principality House,

The Friary,

Cardiff,

CF10 3FE, United Kingdom

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

Ja

 


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/15


Fragment van een aanpassingsmaatregel ter uitvoering van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2001/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen

(2005/C 327/08)

Noodregeling ex artikel 71, lid 2, van de Wet toezicht kredietwezen 1992

Bij beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 22 september 2005 te 12.00 uur heeft de rechtbank op grond van artikel 71 Wtk 1992 ten aanzien van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Uveco Groep BV,

statutair gevestigd te Veghel,

kantoorhoudende te 5461 JV Veghel, Stationsstraat 20, correspondentieadres 5460 AE Veghel, Postbus 223,

ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder nummer 16077590

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hampsink Holding BV,

statutair gevestigd te Veghel,

kantoorhoudende te 5709 PD Helmond, Waterleliesingel 24,

ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder nummer 16076066,

verklaard dat genoemde kredietinstellingen verkeren in een toestand welke in het belang van de gezamenlijke schuldeisers bijzondere voorziening behoeft,

met benoeming van mr. F.H.E. Boerma, lid van deze rechtbank, tot rechter-commissaris en mr. A.A.M. Deterink, advocaat en procureur te 5600 AA Eindhoven, Postbus 3, telefoonnummer 040-262 66 00, tot bewindvoerder.

De looptijd van de voorziening is gesteld op anderhalf jaar, ingaande op 22 september 2005 en eindigende op 22 maart 2007.

Op de noodregeling is Nederlands recht van toepassing.

Tegen deze beschikking kan beroep in cassatie worden ingesteld binnen veertien dagen na de dag van de uitspraak, derhalve uiterlijk op 7 oktober 2005, bij de Hoge Raad der Nederlanden, bezoekadres 2514 CV 's-Gravenhage, Kazernestraat 52, correspondentie-adres 2500 EH 's-Gravenhage, Postbus 20303.

Intrekking noodregeling ex artikel 71, lid 2, van de Wet toezicht kredietwezen 1992

Bij beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 9 november 2005 heeft de rechtbank op grond van artikel 78 Wtk 1992 ten aanzien van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Uveco Groep BV,

statutair gevestigd te Veghel,

kantoorhoudende te 5461 JV Veghel, Stationsstraat 20, correspondentieadres 5460 AE Veghel, Postbus 223,

ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder nummer 16077590

en

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hampsink Holding BV,

statutair gevestigd te Veghel,

kantoorhoudende te 5709 PD Helmond, Waterleliesingel 24,

ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder nummer 16076066,

ingetrokken de verklaring dat genoemde kredietinstellingen verkeren in een toestand welke in het belang van de gezamenlijke schuldeisers bijzondere voorziening behoeft.

Alle schulden die opeisbaar waren op de datum waarop de noodregeling van toepassing werd verklaard zijn volledig betaald. Indien en voor zover desondanks schulden die opeisbaar waren per datum toepassing noodregeling onbetaald zijn gebleven, kunnen deze vorderingen alsnog ter verificatie worden aangemeld bij de gewezen bewindvoerder, mr. A.A.M. Deterink, Postbus 3, 5600 AA Eindhoven.


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/17


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende staatssteun die is verleend krachtens Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 5 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun

(2005/C 327/09)

(Voor de EER relevante tekst)

Nummer van de steunmaatregel

XE 6/04

Lidstaat

Spanje

Regio

Galicië (regio die onder artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag valt)

Benaming van de steunregeling

Programma ter bevordering van de indienstneming van werklozen die deelnemen aan het arbeidsprogramma: Jeugd met ervaring

Rechtsgrond

Orden de 9 de marzo de 2004 por la que se establecen las bases reguladoras de los programas de incentivos a la contratación por cuenta ajena como medida de mejora de la empleabilidad de colectivos desfavorecidos, cofinanciados por el Fondo Social Europeo, y se procede a su convocatoria para el año 2004 (DOG no 60, 26.3.2004)

Jaarlijkse uitgaven die in het kader van de regeling gepland zijn

Totaal jaarlijks bedrag

3 miljoen EUR

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

Van 26.3.2004

Looptijd van de regeling

Tot 31.12.2006

Doelstelling van de steun

Art. 4

Scheppen van werkgelegenheid

Neen

Art. 5

Indienstneming van benadeelde en gehandicapte werknemers

Ja

Art. 6

Tewerkstelling van gehandicapte werknemers

Neen

Betrokken economische sectoren

Alle sectoren van de Gemeenschap (1) die in aanmerking komen voor werkgelegenheidssteun

Ja

Alle be- en verwerkende industrie (1)

Ja

Alle diensten (1)

Ja

Andere

Ja

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Naam:

Xunta de Galicia

Consejería de Asuntos Sociales, Empleo y Relaciones Laborales. Dirección General de Empleo

Adres:

Edificio Administrativo San Caetano

E-15771 Santiago de Compostela

Tel: 981544614 — Fax 981544678

anuel.gonzales.torres@xunta.es

Andere informatie

De steunregeling wordt voor 70% door het ESF (Programa Operativo Integrado Galicia/geïntegreerd operationeel programma Galicië 2000-2006) en voor 30% uit eigen middelen gefinancierd

Steun waarvoor voorafgaande aanmelding bij de Commissie vereist is

De maatregel sluit het toekennen van steun uit of moet vooraf bij de Commissie worden aangemeld overeenkomstig artikel 9 van de verordening

Ja

 


Nummer van de steunmaatregel

XE 20/04

Lidstaat

Duitsland

Regio

Sleeswijk-Holstein

Benaming van de steunregeling

Regeling ter bevordering van de schepping en de bezetting van arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen in Sleeswijk-Holstein (Kombilohn Schleswig-Holstein — A 3)

Rechtsgrond

Förderrichtlinie veröffentlicht im Amtsblatt Schl.-H. 2004, S. 838

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling

Totaal jaarlijks bedrag

2 miljoen EUR

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 5, en de artikelen 5 en 6 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

1.11.2004

Duur van de regeling

Tot 31.12.2006

Doelstelling van de steun

Art. 4

Schepping van werkgelegenheid

 

Art. 5

Indienstneming van benadeelde en gehandicapte werknemers

Ja

Art. 6

Tewerkstelling van gehandicapte werknemers

 

Economische sectoren

Alle sectoren van de Gemeenschap (2) komen in aanmerking voor werkgelegenheidssteun

Ja

Alle be- en verwerkende industrie (2)

 

Alle diensten (2)

 

Andere

 

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Beratungsgesellschaft für Beschäftigung in Schleswig-Holsten (BSH) mbH

Adres:

Memellandstr. 2

D-24537 Neumünster

Overige informatie

De regeling wordt ten dele gefinancierd uit middelen van het ESF, doelstelling 3

Steun waarvoor voorafgaande aanmelding bij de Commissie vereist is

Overeenkomstig artikel 9 van de verordening

Ja

 


(1)  Met uitzondering van de scheepsbouwsector en andere sectoren waarvoor in verordeningen en richtlijnen bijzondere regels betreffende alle staatssteun in de sector zijn vastgesteld

(2)  Met uitzondering van de scheepsbouwsector en andere sectoren waarvoor in verordeningen en richtlijnen bijzondere regels betreffende staatssteun in de sector zijn vastgesteld


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/19


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun

(2005/C 327/10)

(Voor de EER relevante tekst)

Nummer van de steunmaatregel: XT 30/02

Lidstaat: Italië

Regio: Molise

Benaming van de steunregeling: Voortdurende opleiding, wet 236/93

Rechtsgrond: DGR n. 1927, 10 settembre 2001„Avviso pubblico — Formazione continua art. 9 L 236/93 circolare ministero del Lavoro e P.S: 92/2000, 29 dicembre 2000”

Voorziene jaarlijkse uitgaven in het kader van de regeling: Ten hoogste 47 514 EUR

Maximale steunintensiteit:

Soort onderneming

Specifieke opleiding

Algemene opleiding

Niet-benadeelde werknemers

Benadeelde werknemers

Niet-benadeelde werknemers

Benadeelde werknemers

Kleine ondernemingen

45 %

55 %

70 %

80 %

Middelgrote ondernemingen

45 %

55 %

70 %

80 %

Grote ondernemingen

35 %

45 %

50 %

60 %

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling: 12 maanden vanaf de datum van toekenning van de steun

Doelstelling van de steun: De steun heeft betrekking op zowel algemene als specifieke opleiding

Betrokken economische sector(en): Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende overheid:

Regione Basilicata

dipartimento Cultura Formazione Lavoro e Sport

Corso Umberto, 28

I-85100 Potenza

Nummer van de steunmaatregel:: XT 88/04

Lidstaat: Nederland

Regio: Provincie Flevoland

Benaming van de onderneming die steun ontvangt: Center Parcs Europe N.V.

Rechtsgrond: Subsidieverordening ESF doelstelling 1

Voorzien totaalbedrag van de aan de onderneming verleende Individuele steun: 650 000 EUR. Center Parcs Europe N.V. betaalt de cofinanciering

Maximale steunintensiteit: 50 %

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de individuele Steunverlening: t/m 31 december 2004

Doelstelling van de steun: Scholing van werkenden. Algemene opleiding.

In het kader van het EPD 2000-2006 heeft het Sociaal Fonds voor de verblijfsrecreatie (SFV) een ESF aanvraag ingediend voor het project „Upgradingsprogramma De Eemhof 2003-2004”. Dit project wordt uitgevoerd bij recreatiepark De Eemhof te Zeewolde, onderdeel van Center Parcs Europe N.V. (CPE)

De kwaliteit van het recreatieve aanbod van CPE is in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van medewerkers. Zij spelen een cruciale rol in het krachtenveld van verbetering concurrentiepositie, innovatie en groei, kosten- en kwaliteitsbeheer, toenemende verwachtingen van gasten en medewerkers, toenemende nadruk op veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu en niet in de laatste plaats de dynamische arbeidsmarkt. Dit vergt extra inspanningen in het ontwikkelen en investeren in medewerkers, die moeten leiden tot vakbekwame, efficiënte en sterk gemotiveerde medewerkers die de dagrecreatieve sector als perspectiefvol ervaren en CPE ontdekken als een werkgever die durft te investeren in de toekomst van haar personeel (door binding uitstroom voorkomen). Een groot deel van de deelnemers is laag opgeleid. Middels nieuw ontwikkelde beroepsopleidingen (BBL Housekeeping niveau 1 en 2) worden zij in staat gesteld algemeen erkende beroepskwalificaties te behalen. Overige beroepsopleidingen en trainingen richten zich o.a. op horeca-, verkoop-, callcenter-, zwembad- en kaderfuncties. Het betreft hier de scholing van ca. 1 200 medewerkers

Betrokken economische sector: Alle diensten; recreatie sector

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/20


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(2005/C 327/11)

(Voor de EER relevante tekst)

Datum waarop het besluit is genomen:

Lidstaat: Spanje (Madrid)

Nummer van de steunmaatregel:: N 121/2005

Benaming: Steun voor technologische innovatie in de biotechnologiesector

Doelstelling: De ontwikkeling bevorderen van projecten die gericht zijn op de technologische ontwikkeling van producten en procédés in verband met biotechnologie en bioprocessen op het gebied van micro-organismen, plantaardige, menselijke en dierlijke biotechnologie, horizontale ontwikkelingen en biogeneeskunde (farmaceutisch onderzoek)

Rechtsgrondslag: „Proyecto de Orden de la Consejería de Economía e Innovación Tecnológica por la que se regula la concesión de ayudas cofinanciadas por el Fondo Europeo de Desarrollo Regional para el fomento de la innovación tecnológica en el sector de la biotecnología de la Comunidad de Madrid”

Begrotingsmiddelen: 12 miljoen EUR (4 miljoen EUR per jaar)

Steunintensiteit of steunbedrag:

 

Industrieel onderzoek: tot 50 %

 

Precommerciële ontwikkeling: tot 25 %

 

Haalbaarheidsstudies voorafgaand aan industrieel onderzoek: tot 75 %

 

Haalbaarheidsstudies voorafgaand aan precommerciële ontwikkeling: tot 50 %

 

Alle verhogingen waarin punt 5.10 van de O&O-kaderregeling voorziet, zijn eventueel van toepassing

Looptijd: 1.1.2005 — 31.10.2007

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/

Datum van de beschikking:

Lidstaat: Tsjechische Republiek

Nummer van de steunmaatregel: N 232/2005

Benaming: Národní program výzkumu II. — části TP 1, TP 2, TP 3, TP 4, PP 1

Doelstelling: Onderzoek en ontwikkeling — Alle sectoren

Rechtsgrondslag: Národní program výzkumu II. — části TP 1, TP 2, TP 3, TP 4, PP 1

Begrotingsmiddelen: CZK 7 067 000 000

Steunintensiteit of steunbedrag: 100 %, 50 %

Looptijd: 2006-2011

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/

Datum van de beschikking:

Lidstaat: Nederland

Nummer van de steunmaatregel: N 346/2005

Benaming: Subsidy scheme for innovative R&D programmes

Doelstelling: Onderzoek en ontwikkeling — Alle sectoren

Rechtsgrondslag: Kaderwet EZ-subsidies

Begrotingsmiddelen: 750 000 000 EUR

Steunintensiteit of steunbedrag: 100 % 50 % 25 %

Looptijd: eind datum: 1.10.2011

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen:

Lidstaat: Duitsland (Bremen)

Nummer van de steunmaatregel: N 570/2004

Benaming: Bevordering van investeringen ten behoeve van een duurzaam kringloopbeheer; verlenging van de steunregeling.

Doelstelling: Milieubescherming; energiebesparing; verwijdering, recyclage en gebruik van afvalstoffen

Rechtsgrondslag: Haushaltsordnung der Freien Hansestadt Bremen (LHO); Förderrahmen Ökologiefonds im Wirtschaftsstrukturpolitischen Aktionsprogramm (WAP) — Teilfonds „Förderung umweltgerechter Produktionsstrukturen“ — Richtlinie zur Förderung von Investitionen für den Aufbau einer Kreislaufwirtschaftsinfrastruktur

Begrotingsmiddelen: 7,6 miljoen EUR per jaar; 45,6 miljoen EUR in totaal

Steunintensiteit of steunbedrag: 30 %; eventuele verhoging met 10 % voor KMO's; verhoging met 5 % in steungebieden (artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag); verhoging met maximaal 15 % voor KMO's die voldoen aan de opgelegde communautaire normen

Looptijd: 1 januari 2005 — 31 december 2010

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/22


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

(2005/C 327/12)

(Voor de EER relevante tekst)

Nummer van de steunmaatregel: XS 125/02

Lidstaat: Italië

Regio: Lazio

Benaming van de steunregeling: Bevordering van de economische ontwikkeling, de sociale samenhang en de werkgelegenheid in Lazio; selectie en organisatie van lokale productiesystemen, industriegebieden en investeringsgebieden in Lazio

Rechtsgrondslag: Legge Regionale 19 dicembre 2001, n. 36 «Norme per l'incremento dello sviluppo economico, della coesione sociale e dell'occupazione nel Lazio. Individuazione e organizzazione dei sistemi produttivi locali, dei distretti industriali e delle aree laziali di investimento», pubblicata sul supplemento ordinario n. 7 al BURL (Bollettino Ufficiale della Regione Lazio) n. 36 del 29/12/2001

Regolamemto regionale 28 ottobre 2002, n. 2 «Regolamento per il finanziamento dei sistemi produttivi locali, dei distretti industriali e delle aree laziali di investimento», pubblicato sul supplemento ordinario n. 4 al BURL n. 30 del 30 ottobre 2002

Voorziene jaarlijkse uitgaven in het kader van de regeling: In totaal 4 250 000 EUR (voor alle steun waarin in de wet is voorzien)

Maximale steunintensiteit: Investeringen:

gebieden die onder de afwijking van art. 87, lid 3, onder c, EGV vallen: 8 % NSE + 10 % BSE voor kleine ondernemingen, 8 % NSE + 6 % BSE voor middelgrote ondernemingen;

andere gebieden: 15 % BSE voor kleine ondernemingen, 7,5 % BSE voor middelgrote ondernemingen.

Adviezen: 50 % van de in aanmerking komende kosten

Datum van tenuitvoerlegging: De steun kan worden verleend na de publicatie van de aankondiging in het BURL (Bollettino Ufficiale della Regione Lazio).

Duur van de regeling: Onbegrensd, maar de steunregeling is tot en met 31 december 2006, wanneer de geledigheidsduur van Verordening (EG) nr. 70/2001 verstrijkt, vrijgesteld van de meldingsplicht waarvan sprake in art. 88, lid 3, van het EG-Verdrag

Doelstelling van de steun: De steun is bestemd voor het bevorderen van de verwezenlijking van investerings- en adviesprogramma's in de gebieden in de regio Lazio die zijn gekenmerkt als industriële districten, lokale productiestelsels en investeringsgebieden

Betrokken economische sector(en): De sectoren worden geval per geval bepaald in de hierboven genoemde gebieden die de regio Lazio aanwijst

Naam en adres van de steunverlenende overheid:

Regione Lazio

Via Rosa Raimondi Garibaldi, 7

I-00145 Roma


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/23


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun

(2005/C 327/13)

(Voor de EER relevante tekst)

Nummer van de steunmaatregel

XT 04/04

Lidstaat

Italië

Regio

Marche

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Regionaal operationeel programma Marche, doelst. 3 ESF 2000-2006, hoofdlijn D, maatregel 1 — Openbare aankondiging voor de presentatie van projecten voor de opleiding van jonge landbouwondernemers

Rechtsgrond

Decreto del Dirigente del Servizio Formazione professionale e problemi del lavoro n. 13/FPR del 22.1.2004

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

78 750 EUR

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

Van 22.1.2004

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2004

Doelstelling van de steun

Algemene opleiding

Ja

Specifieke opleiding

 

Economische sectoren

Alle sectoren komen in aanmerking voor opleidingssteun

 

Beperkt tot specifieke sectoren

Ja

Landbouw

Ja

Visserij en aquacultuur

 

Mijnbouw

 

Alle be- en verwerkende industrie

 

of

 

IJzer- en staalindustrie

 

Scheepsbouw

 

Synthetische vezels

 

Automobielindustrie

 

Andere be- en verwerkende industrie

 

Alle diensten

 

Of

 

Maritieme vervoersdiensten

 

Andere vervoersdiensten

 

Financiële diensten

 

Andere diensten

 

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

Regione Marche — Servizio Formazione professionale e problemi del lavoro

Adres:

Via Tiziano, 44 — I-60100 Ancona

Individuele verlening van aanzienlijke steun

In overeenstemming met artikel 5 van de verordening

De maatregel sluit het toekennen van steun uit of moet vooraf bij de Commissie worden aangemeld wanneer het steunbedrag dat aan een onderneming wordt toegekend voor één enkel opleidingsproject meer bedraagt dan 1 000 000 EUR

Ja

 


III Bekendmakingen

Commissie

23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/25


Bericht van inschrijving voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van sorgho van herkomst uit derde landen

(2005/C 327/14)

I.   INSCHRIJVING

1.

Er wordt een inschrijving gehouden voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van sorgho van GN-code 1007 00 90 van herkomst uit derde landen.

2.

De totale hoeveelheid waarvoor de verlaging van het recht bij invoer kan worden vastgesteld, bedraagt 200 000 ton.

3.

De inschrijving wordt gehouden en dit bericht bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2094/2005 van de Commissie (1).

II.   TERMIJNEN

1.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste wekelijkse deelinschrijving gaat in op 30 december 2005 en verstrijkt op 5 januari 2006 om 10.00 uur.

2.

De indieningstermijn voor de volgende wekelijkse deelinschrijvingen gaat elke week in op vrijdag en verstrijkt op donderdag van de daaropvolgende week, om 10.00 uur.

Dit bericht wordt alleen bekendgemaakt bij de opening van de inschrijving. Tenzij de bepalingen inzake de inschrijving worden gewijzigd of vervangen, geldt dit bericht voor alle tijdens de geldigheidsduur van deze inschrijving te houden wekelijkse deelinschrijvingen.

Voor de weken van 7 tot 13 april 2006 en van 19 tot 25 mei 2006, kunnen geen offertes worden ingediend.

III.   OFFERTES

1.

De offertes moeten schriftelijk worden ingediend langs elektronische weg dan wel door afgifte tegen ontvangstbewijs; zij moeten uiterlijk op de onder II vermelde dag en tijdstip in het bezit zijn van de volgende instantie:

Fondo Español de Garantía Agraria (FEGA)

C/Beneficencia 8

E-28004 Madrid

e-mail: secreint@fega.mapya.es

fax (34) 91 521 98 32, (34) 91 522 43 87

Offertes die niet langs elektronische weg worden ingediend, moeten in een dubbele, verzegelde enveloppe worden ingezonden. Op de binnenste, eveneens verzegelde enveloppe, moet de volgende vermelding zijn aangebracht: „Offerte betreffende de inschrijving voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van sorgho — Verordening (EG) nr. 2094/2005”.

De inschrijvers blijven gebonden aan hun offerte tot de betrokken lidstaat de gegadigde in kennis heeft gesteld van de gunning.

2.

De offerte, alsmede het bewijs en de verklaring als bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (2) moeten worden gesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat bij de instantie waarvan de offerte wordt ingediend.

IV.   INSCHRIJVINGSZEKERHEID

De inschrijvingszekerheid moet worden gesteld ten gunste van de bevoegde instantie.

V.   GUNNING

Door de gunning ontstaat:

a)

het recht op afgifte, in de lidstaat waar de offerte is ingediend, van een invoercertificaat waarin de in de offerte vastgestelde en voor de betrokken hoeveelheid toegewezen verlaging van het recht bij invoer wordt vermeld;

b)

de verplichting om in de onder a) bedoelde lidstaat een invoercertificaat voor die hoeveelheid aan te vragen.


(1)  PB L 355 van 21.12.2005, blz. 4.

(2)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1558/2005 (PB L 249 van 24.9.2005, blz. 6).


23.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 327/26


Bureau d'intervention et de restitution belge (BIRB), Bruxelles

Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB), Brussel

Státní zemědělský intervenční fond (SZIF), Prague

Direktoratet for FødevareErhverv, København

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE), Bonn

Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet (PRIA), Tartu

Service for the management of agricultural products (OPEKEPE), Athens

Fondo Español de Garantía Agraria (FEGA), Madrid

Office national interprofessionnel du lait et des produits laitiers (ONILAIT), Paris

Department of Agriculture and Food, Dublin

Agenzia per le erogazioni in agricoltura (AGEA), Roma

Cyprus Milk Industry Organisation, Nicosia

Lauku atbalsta dienests (LAD), Riga

Lietuvos žemės ūkio ir maisto produktų rinkos reguliavimo agentūra, Vilnius

Service d'économie rurale (SER), Luxembourg

Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal (MVH), Budapest

Ministry for Rural Affairs and Environment, Valletta

Dienst Regelingen, Roermond

Agrarmarkt Austria (AMA), Wien

Agencja Rynku Rolnego, Warszawa

Instituto Nacional de Intervenção e Garantia Agrícola (INGA), Lisboa

Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in razvoj podeželja, Ljubljana

Agricultural Paying Agency, Bratislava

Maa- ja metsätalousministeriö, Helsinki

Statens Jordbruksverk, Jönköping

Rural Payments Agency (RPA), Newcastle

Permanente openbare inschrijving voor de verkoop tegen verlaagde prijs van boter door de interventiebureaus en voor de toekenning van steun voor boter, boterconcentraat en room

(2005/C 327/15)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1898/2005 (1) van de Commissie houden de bovenstaande interventiebureaus een openbare inschrijving voor:

a)

de verkoop tegen verlaagde prijs van interventieboter die is aangekocht op grond van artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en die bestemd is voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen als bedoeld in de in artikel 4, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1898/2005 vastgestelde definitie van „eindproducten”;

b)

de toekenning van steun voor het gebruik van boter, boterconcentraat en room voor de vervaardiging van banketbakkerswerk, consumptie-ijs en andere voedingsmiddelen als bedoeld in de in artikel 4, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1898/2005 vastgestelde definitie van „eindproducten”;

c)

de toekenning van steun voor boterconcentraat voor rechtstreekse consumptie in de Gemeenschap.

De termijn voor het indienen van offertes in het kader van de eerste bijzondere inschrijving verstrijkt op 10 januari 2006 om 11.00 uur (plaatselijke tijd Brussel). De uitvoeringsbepalingen met betrekking tot deze inschrijving zijn vastgesteld door de betrokken interventiebureaus. Belangstellenden kunnen deze bepalingen raadplegen op een van de onderstaande adressen:

BE

Bureau d'intervention et de restitution belge (BIRB)

Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (BIRB)

Rue de Trèves 82/Trierstraat 82

B-1040 Bruxelles/Brussel

Tél./Tel. (32-2) 287 24 11

Télécopieur/Fax (32-2) 230 25 33/(32-2) 281 03 07

CZ

Státní zemědělský intervenční fond (SZIF)

Ve Smečkách 33

CZ-110 00, Prague 1

Tel: +420 222 871 426, +420 222 871 678,

Fax: +420 296 806 400

DK

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri

Direktoratet for FødevareErhverv, Animalsk Kontor

Nyropsgade 30

DK-1780 København V

Tlf. (45) 33 95 80 00

Fax (45) 33 95 80 34

DE

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE)

Deichmanns Aue 29

D-53179 Bonn

Tel. 49 1888 6845-0

Fax 49 1888 6845 3444

E-mail: u42307@ffm.ble.bund400.de

EE

Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet (PRIA)

Narva mnt 3

Tartu EE-51009

Tel: +37 2731 353

Fax: +37 2731 389

EL

OPEKEPE — Direction Dilizo

Rue Acharnon 241

GR-10176 Athènes

Tel. (30-10) 212 49 03/ 212 49 11

Fax (30-10) 86 70 503

ES

Fondo Español de Garantía Agraria (FEGA)

Calle Beneficencia, 8

E-28004 Madrid

Tel. (34) 913 47 46 00

Fax (34) 91 5219832, 91 5224387 and 91 3476387

FR

Office national interprofessionnel du lait et des produits laitiers (ONILAIT)

2, Rue Saint-Charles

Division Marché Intérieur

F-75740 Paris Cedex 15

Téléphone (33-1) 73 00 51 01

Télécopieur (33-1) 73 00 53 96

Unité de stockage: Téléphone (33-1) 73 00 52 41

Télécopieur (33-1) 73 00 53 93

IE

Department of Agriculture and Food

Johnstown Castle Estate

Wexford

Ireland

Tel. (353) 53 63 400

Fax (353) 53 42 843

IT

AGEA — Agenzia per le erogazioni in agricoltura

Via Salandra, 18

I-0187 Roma

Tel. (39) 06 49 49 95 42

Fax (39) 06 49 49 97 51

CY

Cyprus Milk Industry Organisation

6 Amfipoleos street — P.O. Box 22418

CY-1521 Nicosia

Tel: +357 22 748000

Fax: +357 22 748261

LV

Lauku atbalsta dienests (LAD)

Republikas laukums 2

Riga, LV 1981

Tel: +371 7027542

Fax: + 371 7027120

LT

Lietuvos žemės ūkio ir maisto produktų rinkos reguliavimo agentūra

L. Stuokos-Gucevičiaus g. Nr. 9

LT-01122 Vilnius

Tel. +37052685050

Fax. +37052685061

E-mail: info@litfood.lt

LU

Service d'économie rurale — Section de l'économie laitière

115, Rue de Hollerich

L-1741 Luxembourg

Téléphone (352) 478 25 80

Télécopieur (352) 49 16 19

HU

Mezőgazdasági és Vidékfejlesztési Hivatal

Alkotmány u. 29.

1054 Budapest — Hungary

Phone: 00 36-1-219-45-00 and 00 36-1-219-49-00, also 00 36-1-475-21-00 and 00 36 1 374-36-00.

Fax: 00 36-1-219-45-11 and 00 36-1-219-45-12, also 00 36-1-475-21-14.

E-mail: ugyfelszolgalat@mvh.gov.hu

MT

Ministry for Rural Affairs and Environment

Barriera Wharf

Valletta — CMR 02

Tel: +356 2295 2228

NL

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Dienst Regelingen)

Slachthuisstraat 71

Postbus 965

6040 AZ Roermond, Nederland

Tel. (31-475) 35 54 44

Fax (31-475) 31 89 39

AT

Agrarmarkt Austria

Dresdner Straße 70

A-1201 Wien

Tel. (43-1) 331 51

Fax. (43-1) 331 51 396

PL

Agencja Rynku Rolnego

Nowy Świat 6/12

PL-00-400 Warszawa

Tel: +4822 661-79-79

Fax: +4822 661-78-85

PT

Instituto Nacional de Intervenção e Garantia Agricola

Rua Fernando Curado Ribeiro, 4-G

P-1649-034 Lisboa

Tel. (351) 21 751 85 00

Fax (351) 21 751 86 00

SI

Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in razvoj podeželja

Dunajska cesta 160

SI-1000 Ljubljana

Tel: +386 1 478 9233

Fax: +386 1 478 9200

SK

Agricultural Paying Agency

Dobrovičova 12

812 66 Bratislava

Tel: +421 2 59 266 268; +421 2 59 266 267

Fax: +421 2 59 266 329; +421 2 59 266 256

FI

Maa- ja metsätalousministeriö, Interventioyksikkö

PO Box 30

FIN-00023 Helsinki

Puhelin (358-9) 160 01

Faksi (358-9) 160 52 202

SE

Statens jordbruksverk

Vallgatan 8

S-55182 Jönköping

Tfn (46-36) 15 50 00

Fax (46-36) 71 95 11

UK

Rural Payments Agency (RPA)

Lancaster House

Hampshire Court

Newcastle Upon Tyne NE4 7YH

United Kingdom

Tel. (44-191) 226 50 58

Fax (44-191) 226 58 32


(1)  PB L 308 van 25.11.2005, blz.1.