ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 325

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

48e jaargang
22 december 2005


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Commissie

2005/C 325/1

Wisselkoersen van de euro

1

2005/C 325/2

Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Termijnverlenging — Verzoek van een lidstaat

2

2005/C 325/3

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4028 — Flaga/Progas/JV) ( 1 )

3

2005/C 325/4

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4065 — BS Investimenti/MCC Sofipa/IP Cleaning) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

4

2005/C 325/5

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4075 — Providence/Carlyle/Com Hem) — Zaak die in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure ( 1 )

5

2005/C 325/6

Mededeling betreffende klacht nr. 2005/4347

6

2005/C 325/7

Mededeling van de Commissie betreffende de regels voor toegang tot het dossier van de Commissie overeenkomstig de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag, de artikelen 53, 54 en 57 van de EER-Overeenkomst en Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad ( 1 )

7

2005/C 325/8

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

16

2005/C 325/9

Mededeling van de Commissie — Tegenwaarde voor de in de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde drempels

17

2005/C 325/0

Inleiding van een procedure voor een eventuele tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op synthetische stapelvezels van polyesters uit de Volksrepubliek China, Saoedi-Arabië, Belarus, Australië, Indonesië, Thailand, de Republiek Korea en India

20

2005/C 325/1

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten tot wijziging van de mededeling ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering

22

 

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

 

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

2005/C 325/2

Lijst van de natuurlijke mineraalwaters in IJsland en Noorwegen overeenkomstig artikel 1 van Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater

24

 

III   Bekendmakingen

 

Commissie

2005/C 325/3

Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte — Activiteit: Thematische prioriteit/gebied: Technologieën van de informatiemaatschappij (IST) — Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-IST-6 — Identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-IST-C

25

2005/C 325/4

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte — Thematisch prioritair gebied: Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften — Identificatiecodes uitnodiging: FP6-2005-SSP-5A

29

2005/C 325/5

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte — Thematisch prioritair gebied: Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften — Identificatiecodes uitnodiging: FP6-2005-SSP-5B-Influenza

35

2005/C 325/6

Bericht van inschrijving voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van maïs van herkomst uit derde landen

40

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Mededelingen

Commissie

22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/1


Wisselkoersen van de euro (1)

21 december 2005

(2005/C 325/01)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1872

JPY

Japanse yen

139,18

DKK

Deense kroon

7,4575

GBP

Pond sterling

0,67895

SEK

Zweedse kroon

9,4300

CHF

Zwitserse frank

1,5529

ISK

IJslandse kroon

75,42

NOK

Noorse kroon

8,0495

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5735

CZK

Tsjechische koruna

28,954

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

251,19

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6965

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,8283

RON

Roemeense leu

3,6619

SIT

Sloveense tolar

239,51

SKK

Slowaakse koruna

37,851

TRY

Turkse lira

1,6043

AUD

Australische dollar

1,6184

CAD

Canadese dollar

1,3918

HKD

Hongkongse dollar

9,2037

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7444

SGD

Singaporese dollar

1,9788

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 209,04

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

7,5800

CNY

Chinese yuan renminbi

9,5884

HRK

Kroatische kuna

7,4045

IDR

Indonesische roepia

11 664,24

MYR

Maleisische ringgit

4,487

PHP

Filipijnse peso

63,343

RUB

Russische roebel

34,1854

THB

Thaise baht

48,632


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/2


Aankondiging betreffende een verzoek uit hoofde van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG — Termijnverlenging

Verzoek van een lidstaat

(2005/C 325/02)

Op 8 november 2005 heeft de Commissie een verzoek ontvangen uit hoofde van artikel 30, lid 4, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1).

Dit verzoek, dat uitgaat van het Verenigd Koninkrijk, betreft de productie van elektriciteit in dat land, met uitsluiting van Noord-Ierland (het verzoek betreft dus de productie van elektriciteit in Engeland, Schotland en Wales). In PB C 305 van 2.12.2005, blz. 19, is een aankondiging betreffende dit verzoek gepubliceerd. De oorspronkelijke termijn loopt af op 9.2.2006.

Aangezien de diensten van de Commissie aanvullende informatie nodig hebben en moeten bestuderen, wordt de termijn waarover de Commissie beschikt om een besluit over dit verzoek te nemen, overeenkomstig artikel 30, lid 6, derde zin, met een maand verlengd.

De uiterste termijn loopt dus af op 10 maart 2006.


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/3


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4028 — Flaga/Progas/JV)

(2005/C 325/03)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 14 december 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en volgend op een verwijzing in het kader van Artikel 4(5) van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen Flaga GmbH („Flaga”, Oostenrijk) die onder zeggenschap staat van Eastfield International Holdings, Inc. en Progas GmbH & Co KG („Progas”, Duitsland) die onder zeggenschap staat van Familie Julius Thyssen Beteiligungsgesellschaft mbH in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over een nieuw gestichte vennootschap die een gezamenlijke onderneming is door de aankoop van aandelen. In een gerelateerde transactie, verkrijgt Flaga in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening zeggenschap over de onderneming Progas Flüssiggas HandelsGmbH („Progas Austria”, Oostenrijk) — die onder zeggenschap staat van Progas — door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Flaga: grootverkoop, kleinhandel en distributie van vloeibaar petroleum gas;

voor Progas: grootverkoop, kleinhandel en distributie van vloeibaar petroleum gas;

voor JV: grootverkoop, kleinhandel en distributie van vloeibaar petroleum gas;

voor Progas Oostenrijk: grootverkoop, kleinhandel en distributie van vloeibaar petroleum gas in Oostenrijk.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.Flaga/Progas/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B–1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/4


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4065 — BS Investimenti/MCC Sofipa/IP Cleaning)

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

(2005/C 325/04)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 14 december 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen BS Investimenti SGR S.p.A („BS”, Italië) die deel uitmaakt van het BS-concern en MCC Sofipa SGR S.p.A. („MCC Sofipa”, Italië) die deel uitmaakt van het Capitalia-concern in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over de onderneming IP Cleaning S.p.A. („IPC”, Italië), op dit moment onder exclusieve zeggenschap van BS door een managementovereenkomst en andere middelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor BS: beheer van investeringsfondsen;

voor MCC Sofipa: beheer van investeringsfondsen;

voor IPC: productie en distributie van schoonmaakmachines.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4065 — BS Investimenti/MCC Sofipa/IP Cleaning, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B–1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/5


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4075 — Providence/Carlyle/Com Hem)

Zaak die in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure

(2005/C 325/05)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 14 december 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een beoogde concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 139/2004 (1), waarin is medegedeeld dat de ondernemingen Carlyle Europe Partners II LP („Carlyle”, VS) en Providence Equity Offshore Partners V LP („Providence”, Caymaneilanden) in de zin van artikel 3, lid 1, sub b), van de verordening van de Raad gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over Nordic Communication Services AB, de moedermaatschappij van de Com Hem Group, door aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Carlyle: particuliere internationale beleggingsmaatschappij;

voor Providence: particulier beleggingsfonds van Providence Equity Partners Inc., een particuliere internationale beleggingsmaatschappij gespecialiseerd in beleggingen in aandelen van media- en communicatieondernemingen;

voor Com Hem Group: distributie van kabeltelevisie, telefonie- en breedbanddiensten in Zweden.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Deze zaak kan overeenkomstig de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2), in aanmerking komen voor de daarin vastgestelde procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentie COMP/M.4075 — Providence/Carlyle/Com Hem, aan onderstaand adres worden gezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/6


Mededeling betreffende klacht nr. 2005/4347

(2005/C 325/06)

Op 18 oktober heeft de Europese Commissie Italië een ingebrekestelling doen toekomen met betrekking tot bovengenoemde klacht betreffende het waterbeheer in de regio van het Idromeer ten aanzien van een gebied dat valt onder Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora.

Deze inbreukprocedure slaat niet op de schending van het bepaalde bij Richtlijn 92/43/EEG in dit specifieke geval, maar op de niet-nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 10 van het EG-Verdrag wegens een gebrek aan samenwerking van de Italiaanse autoriteiten, die de door de Commissie gevraagde inlichtingen niet hebben verstrekt.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/7


Mededeling van de Commissie betreffende de regels voor toegang tot het dossier van de Commissie overeenkomstig de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag, de artikelen 53, 54 en 57 van de EER-Overeenkomst en Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad

(2005/C 325/07)

(Voor de EER relevante tekst)

I.   INLEIDING EN INHOUD VAN DEZE MEDEDELING

1.

Toegang tot het dossier van de Commissie is een van de procedurele garanties die zijn bedoeld om het beginsel van de processuele gelijkheid („equality of arms”) toe te passen en om het recht van verdediging te vrijwaren. In toegang tot het dossier is voorzien door artikel 27, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 (1), door artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie (2) (hierna: „de uitvoeringsverordening”), door artikel 18, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (3) (hierna: „de concentratieverordening”), en door artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie (4) (hierna: „de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening”). In overeenstemming met deze bepalingen stelt de Commissie, vooraleer beschikkingen te geven op grond van de artikelen 7, 8, 23 en artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 en op grond van artikel 6, lid 3, artikel 7, lid 3, artikel 8, leden 2 tot en met 6, en de artikelen 14 en 15 van de concentratieverordening, de personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen, al naar gelang van het geval, in de gelegenheid hun standpunt kenbaar te maken ten aanzien van de tegen hen gemaakte bezwaren en hebben deze personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen het recht om toegang tot het dossier van de Commissie te worden verleend, ten einde hun rechten van verdediging in de procedure ten volle te respecteren. Deze mededeling schetst het kader voor de uitoefening van het recht op toegang zoals dat in die bepalingen wordt uiteengezet. Ze heeft geen betrekking op de mogelijkheid om documenten te verstrekken in het kader van andere procedures. Deze mededeling laat de uitlegging van die bepalingen door de communautaire rechtscolleges onverlet. De beginselen die in deze mededeling worden uiteengezet, zijn eveneens van toepassing wanneer de Commissie de artikelen 53, 54 en 57 van de EER-Overeenkomst toepast. (5)

2.

Het hierboven beschreven specifieke recht is te onderscheiden van het algemene recht op toegang tot documenten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1049/2001 (6), waarvoor andere criteria en uitzonderingen gelden en waarmee een ander doel wordt nagestreefd.

3.

Het begrip „toegang tot het dossier” wordt in deze mededeling uitsluitend gebruikt in de betekenis van de toegang die wordt verleend aan de personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen tot wie de Commissie een mededeling van punten van bezwaar heeft gericht. In deze mededeling wordt toegelicht wie daartoe toegang tot het dossier heeft.

4.

Dit begrip of het begrip „toegang tot documenten” worden in de eerder vermelde verordeningen ook in verband met klagers of andere betrokken partijen gebruikt. Nochtans zijn deze situaties te onderscheiden van de situatie van de adressaten van een mededeling van punten van bezwaar van de Commissie en vallen ze dus niet onder de definitie van „toegang tot het dossier” in het kader van deze mededeling. Op deze aanverwante situaties wordt in een apart deel van onderhavige mededeling ingegaan.

5.

Deze mededeling legt ook uit tot welke informatie toegang wordt verleend, wanneer toegang plaatsvindt en volgens welke procedures het verlenen van toegang verloopt.

6.

Zodra onderhavige mededeling is bekendgemaakt, vervangt zij de mededeling van de Commissie betreffende toegang tot het dossier die in 1997 is gepubliceerd (7). Deze nieuwe regels houden rekening met de wetgeving zoals die per 1 mei 2004 van toepassing is, met name de eerder genoemde Verordening (EG) nr. 1/2003, de concentratieverordening, de uitvoeringsverordening en de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening, alsmede het Besluit van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (8). Voorts wordt ook rekening gehouden met de recente rechtspraak van het Hof van Justitie en het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (9) en met de praktijk die de Commissie heeft ontwikkeld sinds zij de mededeling van 1997 heeft goedgekeurd.

II.   OMVANG VAN DE TOEGANG TOT HET DOSSIER

A.   Wie heeft recht op toegang tot het dossier?

7.

De toegang tot het dossier uit hoofde van de bepalingen die in punt 1 zijn vermeld, is bedoeld om de daadwerkelijke uitoefening van het recht van verdediging tegen de door de Commissie geformuleerde punten van bezwaar mogelijk te maken. Daartoe wordt zowel in zaken op grond van de artikelen 81 en 82 van het EG-Verdrag als in zaken op grond van de concentratieverordening, op verzoek en al naar gelang van het geval, aan de personen, ondernemingen of ondernemersverenigingen (10) tot wie de Commissie haar punten van bezwaar richt (hierna „de partijen”), toegang tot het dossier verleend (11).

B.   Tot welke documenten wordt toegang verleend?

1.   De inhoud van het dossier van de Commissie

8.

Het „dossier van de Commissie” bij het onderzoek van een mededingingszaak (hierna ook „het dossier” genoemd) omvat alle documenten (12) die door het directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie tijdens het onderzoek zijn verkregen, overgelegd en/of verzameld.

9.

Tijdens de inspecties op grond van de artikelen 20 en 21 en artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 en de artikelen 12 en 13 van de concentratieverordening kan de Commissie een aantal documenten verzamelen, waarvan, na grondiger onderzoek, sommige misschien geen verband met het voorwerp van de betrokken zaak blijken te houden. Dergelijke documenten kunnen worden teruggegeven aan de onderneming van wie zij zijn verkregen. Wanneer deze documenten worden teruggegeven, maken zij niet langer van het dossier deel uit.

2.   Toegankelijke documenten

10.

De partijen moeten kennis kunnen nemen van de informatie in het dossier van de Commissie, zodat zij, op basis van deze informatie, daadwerkelijk hun standpunt kenbaar kunnen maken over de voorlopige conclusies waartoe de Commissie in haar mededeling van punten van bezwaar is gekomen. Daarvoor krijgen zij toegang tot alle documenten die deel uitmaken van het dossier van de Commissie, als omschreven in punt 8, met uitzondering van interne documenten, bedrijfsgeheimen van andere ondernemingen of andere vertrouwelijke informatie (13).

11.

Uitkomsten van studies waartoe in het kader van een procedure opdracht is gegeven, zijn toegankelijk, evenals het bestek en de methodologie van de studie. Toch kunnen voorzorgsmaatregelen nodig zijn om intellectuele-eigendomsrechten te beschermen.

3.   Niet-toegankelijke documenten

3.1.   Interne documenten

3.1.1   Algemene beginselen

12.

Interne documenten kunnen à charge noch à décharge zijn (14). Zij maken geen deel uit van het bewijsmateriaal waarop de Commissie zich voor haar beoordeling van een zaak kan baseren. Derhalve wordt de partijen geen toegang verleend tot interne documenten in het dossier van de Commissie (15). Aangezien deze interne documenten geen bewijskracht hebben, doet de beperking van de toegang tot deze documenten geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de partijen om hun recht van verdediging naar behoren uit te oefenen (16).

13.

De diensten van de Commissie zijn niet verplicht notulen te maken van vergaderingen (17) met om het even welke persoon of onderneming. Wanneer de Commissie tijdens dergelijke vergaderingen aantekeningen maakt, vormen dergelijke documenten de eigen interpretatie van de Commissie van hetgeen op die vergaderingen is gezegd, en daarom behoren deze documenten tot de categorie van de „interne documenten”. Wanneer echter de betrokken persoon of ondernemingen met de notulen hebben ingestemd, worden deze notulen toegankelijk gemaakt, na schrapping van alle bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie. Dergelijke notulen waarmee is ingestemd, maken deel uit van het bewijsmateriaal waarop de Commissie zich bij haar beoordeling van een zaak kan beroepen. (18)

14.

In het geval van studies waartoe in het kader van een procedure opdracht is gegeven, valt de tussen de Commissie en haar contractant gevoerde correspondentie die een beoordeling van de werkzaamheden van de contractant bevat of die met financiële aspecten van de studie verband houdt, onder de categorie „interne documenten”, en is zij derhalve niet toegankelijk.

3.1.2   Correspondentie met andere overheden

15.

Een bijzonder geval van interne documenten is de correspondentie van de Commissie met andere overheden en de interne documenten welke van die overheden worden ontvangen (ongeacht of het gaat om EG-lidstaten [hierna: „de lidstaten”] of niet-lidstaten). Voorbeelden van dergelijke niet-toegankelijke documenten zijn onder meer:

correspondentie tussen de Commissie en de mededingingsautoriteiten in de lidstaten, of tussen de nationale mededingingsautoriteiten onderling (19);

correspondentie tussen de Commissie en andere overheden van de lidstaten (20);

correspondentie tussen de Commissie, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en overheden van EVA-Staten (21);

correspondentie tussen de Commissie en overheden in niet-lidstaten, met inbegrip van hun mededingingsautoriteiten, met name wanneer de Gemeenschap en een derde land een overeenkomst betreffende de vertrouwelijkheid van uitgewisselde informatie hebben gesloten (22).

16.

In bepaalde uitzonderlijke omstandigheden wordt toegang verleend tot documenten afkomstig van lidstaten, van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of van EVA-Staten, na schrapping van alle bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie. Vooraleer toegang te verlenen, zal de Commissie de entiteit die het document heeft overlegd, raadplegen om bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie te identificeren.

Dit is het geval wanneer de van lidstaten afkomstige documenten tegen de partijen uitgebrachte beweringen bevatten die de Commissie moet onderzoeken, of die deel uitmaken van het bewijsmateriaal tijdens het onderzoekproces, op een wijze die vergelijkbaar is met van particuliere partijen verkregen documenten. Deze overwegingen gelden meer bepaald ten aanzien van:

documenten en informatie uitgewisseld overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1/2003, en overeenkomstig artikel 18, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1/2003 aan de Commissie verstrekte informatie, en

door een lidstaat overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 ingediende klachten.

Voorts wordt toegang verleend tot van lidstaten of van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA afkomstige documenten in de mate dat die van belang zijn voor de verdediging van partijen met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid van de Commissie (23).

3.2.   Vertrouwelijke informatie

17.

Het dossier van de Commissie kan ook documenten bevatten die twee categorieën informatie bevatten, namelijk bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie; de toegang tot deze informatie kan gedeeltelijk of volledig worden beperkt (24). Voorzover mogelijk, wordt tot niet-vertrouwelijke versies van de oorspronkelijke informatie toegang verleend. Kan vertrouwelijkheid enkel worden gegarandeerd door de relevante informatie samen te vatten, dan wordt tot een samenvatting toegang verleend. Alle overige documenten zijn in hun oorspronkelijke vorm toegankelijk.

3.2.1   Bedrijfsgeheimen

18.

Voorzover het vrijgeven van informatie over bedrijfsactiviteiten van een onderneming diezelfde onderneming ernstig kan schaden, vormen die gegevens bedrijfsgeheimen (25). Voorbeelden van gegevens die als bedrijfsgeheimen kunnen gelden, zijn onder meer technische en/of financiële informatie over de knowhow van een onderneming, methodes inzake kostenanalyse, fabricagegeheimen en -procédés, voorzieningsbronnen, geproduceerde en afgezette hoeveelheden, marktaandelen, klanten- en distributeurbestanden, marketingplannen, de kosten- en prijsstructuur, en de verkoopstrategie.

3.2.2   Andere vertrouwelijke informatie

19.

De categorie „andere vertrouwelijke informatie” omvat andere gegevens dan bedrijfsgeheimen, die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd voorzover de vrijgave ervan een persoon of onderneming aanzienlijk zou schaden. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van elke zaak, kan dit gelden voor door derden verstrekte gegevens over ondernemingen die zeer aanzienlijke economische of commerciële druk op hun concurrenten of hun handelspartners, afnemers of leveranciers kunnen uitoefenen. Het Gerecht van eerste aanleg en het Hof van Justitie hebben erkend dat het rechtmatig is te weigeren aan dergelijke ondernemingen bepaalde van hun afnemers ontvangen brieven vrij te geven, omdat de vrijgave van die brieven de auteurs ervan gemakkelijk zou blootstellen aan de dreiging van represaillemaatregelen (26). Daarom kan het begrip „andere vertrouwelijke informatie” gegevens omvatten die de partijen in staat zouden kunnen stellen klagers of andere derden te identificeren, wanneer deze een gerechtvaardigde wens hebben om anoniem te blijven.

20.

De categorie „andere vertrouwelijke informatie” omvat ook militaire geheimen.

3.2.3   Criteria voor het aanvaarden van verzoeken om een vertrouwelijke behandeling

21.

Informatie geldt als vertrouwelijk wanneer de betrokken persoon of onderneming een verzoek in die zin heeft ingediend en de Commissie dit verzoek heeft ingewilligd (27).

22.

Verzoeken tot vertrouwelijke behandeling moeten gegevens betreffen die onder de toepassing vallen van hetgeen hoger als bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie is omschreven. De redenen waarom verzocht wordt gegevens als bedrijfsgeheim of andere vertrouwelijke informatie te behandelen, moeten met redenen zijn omkleed (28). Verzoeken tot vertrouwelijke behandeling kunnen normaalgesproken enkel betrekking hebben op gegevens die door de Commissie van dezelfde persoon of onderneming zijn verkregen, en niet op informatie uit een andere bron.

23.

Informatie over een onderneming die al bekend is buiten de onderneming (of, in het geval van een concern, buiten het concern) of buiten de ondernemersverenigingen aan wie deze door die onderneming is meegedeeld, geldt normaalgesproken niet als vertrouwelijk (29). Informatie die haar commerciële belang heeft verloren, bijvoorbeeld door het tijdsverloop, kan niet langer als vertrouwelijk gelden. Als algemene regel geldt dat de Commissie aanneemt dat informatie over de omzet, verkopen, marktaandeelgegevens en vergelijkbare informatie van de partijen die meer dan vijf jaar oud is, niet langer vertrouwelijk is (30).

24.

In procedures op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, staat het feit dat gegevens als vertrouwelijk zijn aangemerkt, niet eraan in de weg dat deze gegevens worden vrijgegeven wanneer de betrokken gegevens noodzakelijk zijn om een vermeende inbreuk te bewijzen („documenten à charge”) of noodzakelijk zouden kunnen zijn om een partij vrij te pleiten („documenten à décharge”). In dat geval kan de noodzaak om het recht van verdediging van de partijen te vrijwaren door de ruimst mogelijke toegang tot het dossier van de Commissie te verlenen, opwegen tegen het verlangen vertrouwelijke informatie van andere partijen te beschermen (31). Het staat aan de Commissie te beoordelen of die omstandigheden in een specifieke situatie van toepassing zijn. Dit vereist een beoordeling van alle relevante elementen, waaronder:

het belang van de informatie bij het bepalen of al dan niet inbreuk is gemaakt, en de bewijskracht ervan;

de vraag of de informatie onmisbaar is;

de graad van vertrouwelijkheid ervan (in hoeverre kan de vrijgave ervan de belangen van de betrokken persoon of onderneming schaden), en

het voorlopige oordeel over de ernst van de vermeende inbreuk.

Vergelijkbare overwegingen gelden voor procedures op grond van de concentratieverordening wanneer de Commissie het vrijgeven van informatie voor de procedure noodzakelijk acht (32).

25.

Wanneer de Commissie voornemens is informatie vrij te geven, krijgt de betrokken persoon of onderneming de mogelijkheid een niet-vertrouwelijke versie mee te delen van de documenten waarin die informatie is vervat, met dezelfde bewijskracht als de oorspronkelijke documenten (33).

C.   Wanneer wordt toegang tot het dossier verleend?

26.

Vóór de kennisgeving van de mededeling van punten van bezwaar van de Commissie uit hoofde van de bepalingen die in punt 1 zijn vermeld, hebben de partijen geen recht op toegang tot het dossier.

1.   In antitrustprocedures op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag

27.

Toegang tot het dossier wordt op verzoek en normaalgesproken bij één enkele gelegenheid geboden — nadat de Commissie de partijen haar punten van bezwaar heeft meegedeeld — om het beginsel van de processuele gelijkheid te garanderen en om de rechten van de verdediging te beschermen. Als algemene regel geldt daarom dat geen toegang wordt verleend tot de antwoorden van andere partijen op de punten van bezwaar van de Commissie.

Een partij krijgt evenwel toegang tot documenten die na de mededeling van de punten van bezwaar in latere fases van de administratieve procedure zijn ontvangen, wanneer dergelijke documenten nieuw bewijsmateriaal — ongeacht of het om bewijsmateriaal à charge of à décharge gaat -kunnen vormen betreffende de verklaringen in verband met die partij in de mededeling van punten van bezwaar van de Commissie. Dit is in het bijzonder het geval wanneer de Commissie voornemens is nieuw bewijsmateriaal te gebruiken.

2.   In procedures op grond van de concentratieverordening

28.

Overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 3, van de concentratieverordening en artikel 17, lid 1, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening krijgen de aanmeldende partijen op verzoek toegang tot het dossier van de Commissie in elke fase van de procedure na de mededeling van de punten van bezwaar van de Commissie, tot aan de raadpleging van het Adviescomité. Daarentegen wordt in deze mededeling niet ingegaan op de mogelijkheid om documenten te verstrekken vooraleer de Commissie op grond van de concentratieverordening ondernemingen haar punten van bezwaar meedeelt (34).

III.   BIJZONDERE KWESTIES IN VERBAND MET KLAGERS EN ANDERE BETROKKENEN

29.

Dit deel betreft situaties waarin de Commissie toegang tot bepaalde documenten in haar dossier kan of moet verlenen aan klagers in antitrustprocedures en aan andere betrokkenen in concentratieprocedures. Ongeacht de formulering die in de uitvoeringsverordeningen in verband met antitrust- en concentratiezaken wordt gebruikt (35), verschillen deze beide situaties — wat betreft toepassingsbereik, tijdschema en rechten — van de toegang tot het dossier zoals die in het voorgaande deel van deze mededeling is omschreven.

A.   Verstrekken van documenten aan klagers in antitrustprocedures

30.

Het Gerecht van eerste aanleg heeft verklaard (36) dat klagers niet dezelfde rechten en garanties hebben als de partijen ten aanzien van wie er een onderzoek loopt. Daarom kunnen klagers zich niet beroepen op een recht op toegang tot het dossier zoals dat voor de partijen geldt.

31.

Evenwel kan een klager die, overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de uitvoeringsverordening, van het voornemen van de Commissie om zijn klacht te verwerpen in kennis wordt gesteld (37), toegang vragen tot de documenten waarop de Commissie haar voorlopige beoordeling heeft gebaseerd (38). De klager krijgt toegang tot die documenten bij één enkele gelegenheid — na het toezenden van de brief waarin de klager in kennis wordt gesteld van het voornemen van de Commissie zijn klacht te verwerpen.

32.

Klagers hebben geen recht op toegang tot bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie die de Commissie in de loop van haar onderzoek heeft verkregen (39).

B.   Verstrekken van documenten aan andere betrokkenen in concentratieprocedures

33.

Overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening wordt in concentratieprocedures ook de andere betrokkenen die van de punten van bezwaar in kennis zijn gesteld, op verzoek, toegang tot het dossier verleend, voorzover zulks nodig is om hun opmerkingen te kunnen voorbereiden.

34.

Deze „andere betrokkenen” zijn de andere partijen bij de voorgenomen concentratie dan de aanmeldende partijen, zoals de verkoper en de onderneming die het voorwerp van de concentratie is (40).

IV.   PROCEDURE VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE TOEGANG TOT HET DOSSIER

A.   Voorbereidende procedure

35.

Eenieder die informatie verschaft of opmerkingen maakt in een van de hierna opgesomde situaties, of die nadien in de loop van diezelfde procedures verdere inlichtingen aan de Commissie verschaft, is verplicht de elementen die hij vertrouwelijk acht, onder opgave van redenen, duidelijk aan te geven en daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie te verstrekken binnen de termijn die de Commissie voor het kenbaar maken van standpunten heeft vastgesteld (41):

a)

in antitrustprocedures:

een adressaat van een mededeling van punten van bezwaar van de Commissie die zijn standpunt ten aanzien van de punten van bezwaar kenbaar maakt (42);

een klager die zijn standpunt ten aanzien van een mededeling van punten van bezwaar van de Commissie kenbaar maakt (43);

iedere andere natuurlijke of rechtspersoon die verzoekt te worden gehoord en aantoont daarbij voldoende belang te hebben, of die door de Commissie verzocht wordt zijn standpunten kenbaar te maken, door zijn standpunten schriftelijk of tijdens een hoorzitting kenbaar te maken (44);

een klager die zijn standpunt kenbaar maakt ten aanzien van een brief waarin de Commissie hem in kennis stelt van haar voornemen zijn klacht te verwerpen (45);

b)

in concentratieprocedures:

aanmeldende partijen of andere betrokken partijen die hun standpunt kenbaar maken ten aanzien van door de Commissie vastgestelde punten van bezwaar met het oog op het nemen van een besluit ten aanzien van een ontheffingsverzoek voor de schorsing van een concentratie en die voor een of meer van die partijen ongunstige effecten heeft, of ten aanzien van een voorlopige beschikking die terzake is gegeven (46);

wanneer aanmeldende partijen aan wie de Commissie een mededeling van punten van bezwaar heeft gericht, andere betrokken partijen die van deze punten van bezwaar in kennis zijn gesteld, of partijen aan wie de Commissie punten van bezwaar heeft gericht met het oog op het opleggen van een geldboete of een dwangsom, hun opmerkingen ten aanzien van deze punten van bezwaar kenbaar maken (47);

wanneer derden die verzoeken te worden gehoord, of andere natuurlijke of rechtspersonen welke door de Commissie zijn verzocht hun standpunt kenbaar te maken, hun standpunten schriftelijk of tijdens een hoorzitting kenbaar maken (48);

eenieder die overeenkomstig artikel 11 van de concentratieverordening informatie verschaft.

36.

Bovendien kan de Commissie van ondernemingen (49) verlangen dat zij in alle gevallen waarin zij documenten meedelen of hebben meegedeeld, de documenten of delen van documenten aangeven die volgens hen bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten die hun toebehoort, en aangeven ten aanzien van welke ondernemingen die documenten als vertrouwelijk dienen te gelden (50).

37.

Ten einde snel de in punt 36 bedoelde verzoeken om vertrouwelijke behandeling te kunnen afhandelen, kan de Commissie een termijn bepalen waarbinnen de ondernemingen: i) hun verzoek tot vertrouwelijke behandeling met betrekking tot elk individueel document of deel van een document dienen te staven; ii) de Commissie een niet-vertrouwelijke versie van de documenten dienen te verstrekken, waarin de vertrouwelijke passages zijn geschrapt (51). In antitrustprocedures verstrekken de betrokken ondernemingen binnen genoemde termijn ook een beknopte omschrijving van alle geschrapte informatie (52).

38.

De niet-vertrouwelijke versies en de omschrijvingen van de geschrapte informatie moeten op een zodanige wijze worden vastgesteld dat elke partij die toegang tot het dossier heeft, in staat is vast te stellen of de geschrapte informatie voor haar verdediging relevant kan zijn, en of er dus voldoende gronden zijn de Commissie om toegang te verzoeken tot de beweerdelijk vertrouwelijke informatie.

B.   Behandeling van vertrouwelijke informatie

39.

In antitrustprocedures mag de Commissie, wanneer ondernemingen het in de punten 35, 36 en 37 bepaalde niet naleven, ervan uitgaan dat de betrokken documenten of verklaringen geen vertrouwelijke informatie bevatten (53). De Commissie kan er dan ook van uitgaan dat de ondernemingen er geen bezwaar tegen hebben dat de betrokken documenten of verklaringen volledig worden vrijgegeven.

40.

Indien de betrokken persoon of onderneming de in punten 35, 36 en 37 uiteengezette voorwaarden, voorzover zij van toepassing zijn, naleeft, zal de Commissie, zowel in antitrustprocedures als in procedures op grond van de concentratieverordening:

ofwel de verzoeken die gerechtvaardigd lijken voorlopig aanvaarden;

ofwel de betrokken persoon of onderneming meedelen dat zij het geheel of gedeeltelijk niet eens is met het verzoek tot vertrouwelijke behandeling, wanneer dit verzoek kennelijk ongegrond is.

41.

De Commissie kan haar voorlopige aanvaarding van het verzoek tot vertrouwelijke behandeling in een later stadium geheel of gedeeltelijk herzien.

42.

Wanneer het directoraat-generaal Concurrentie van bij de aanvang niet met het verzoek om vertrouwelijke behandeling instemt of wanneer het van mening is dat voorlopige aanvaarding van het verzoek tot vertrouwelijke behandeling dient te worden gewijzigd — en het dus voornemens is de informatie vrij te geven — geeft het directoraat-generaal de betrokken persoon of onderneming de gelegenheid zijn of haar standpunt kenbaar te maken. In dergelijke omstandigheden stelt het directoraat-generaal Concurrentie de persoon of onderneming schriftelijk in kennis van zijn voornemen om de informatie vrij te geven, geeft het de redenen daarvoor aan en stelt het een termijn vast waarbinnen die persoon of onderneming het directoraat-generaal schriftelijk van haar standpunt in kennis kan stellen. Wanneer er na het kenbaar maken van die standpunten onenigheid blijft bestaan ten aanzien van het verzoek om vertrouwelijke behandeling, wordt de kwestie behandeld door de raadadviseur-auditeur in overeenstemming met het door de Commissie vastgestelde mandaat van de raadadviseur-auditeur (54).

43.

Wanneer het risico bestaat dat een onderneming die zeer aanzienlijke economische of commerciële druk op haar concurrenten of handelspartners, afnemers of leveranciers kan uitoefenen, tegen hen represaillemaatregelen zal nemen, als gevolg van hun medewerking aan het door de Commissie uitgevoerde onderzoek (55), beschermt de Commissie de anonimiteit van de auteurs door toegang te verlenen tot een niet-vertrouwelijke versie of samenvatting van de betrokken antwoorden (56). Verzoeken om anonimiteit in dergelijke omstandigheden, alsmede verzoeken om anonimiteit overeenkomstig punt 81 van de mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van klachten (57) worden in overeenstemming met de punten 40, 41 en 42 behandeld.

C.   Hoe wordt toegang tot het dossier verleend?

44.

De Commissie kan bepalen dat toegang tot het dossier wordt verleend op een van de volgende wijzen, waarbij rekening wordt gehouden met de technische mogelijkheden van de partijen:

door een cd-rom (cd-roms) of enige andere vorm van elektronische gegevensopslag die in de toekomst beschikbaar komt;

door een papieren afschrift van het toegankelijke dossier dat per post wordt toegezonden;

door een uitnodiging om het toegankelijke dossier in de lokalen van de Commissie te onderzoeken.

De Commissie kan ook voor een combinatie van deze methoden kiezen.

45.

Om toegang tot het dossier te vereenvoudigen, krijgen de partijen een lijst waarin de documenten worden opgesomd en de inhoud wordt gegeven van het dossier van de Commissie, als omschreven in punt 8.

46.

Toegang wordt verleend tot het bewijsmateriaal in het dossier van de Commissie, in zijn originele vorm: de Commissie is niet verplicht enige vertaling van documenten in het dossier te verstrekken (58).

47.

Wanneer een partij van mening is dat zij, nadat zij toegang tot het dossier heeft verkregen, met het oog op haar verdediging kennis moet krijgen van specifieke niet-toegankelijke informatie, kan zij daartoe een met redenen omkleed verzoek bij de Commissie indienen. Indien de diensten van het directoraat-generaal Concurrentie het verzoek niet kunnen inwilligen en indien de partij het daar niet mee eens is, zal de kwestie worden opgelost door de raadadviseur-auditeur, in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het mandaat van de raadadviseur-auditeur (59).

48.

Toegang tot het dossier in overeenstemming met deze mededeling wordt verleend op voorwaarde dat de aldus verkregen informatie alleen wordt gebruikt voor gerechtelijke of administratieve procedures met het oog op de toepassing van de communautaire mededingingsregels die in de desbetreffende administratieve procedure in het geding zijn (60). Mocht de informatie op enig tijdstip voor een ander doel worden gebruikt, en is daarbij een externe raadsman betrokken, dan kan de Commissie het incident ter kennis brengen van de balie van die raadsman, met het oog op disciplinaire maatregelen.

49.

Met uitzondering van de punten 45 en 47, geldt dit deel C eveneens voor het verlenen van toegang tot documenten aan klagers (in antitrustprocedures) en aan andere betrokkenen (in concentratieprocedures).


(1)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  Verordening (EG) nr. 773/2004 van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PB L 123 van 27.4.2004, blz. 18.

(3)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(4)  Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen, PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 172 van 6.5.2004, blz. 9.

(5)  Wanneer bijgevolg in deze mededeling naar de artikelen 81 en 82 wordt verwezen, geldt zulks ook als een verwijzing naar de artikelen 53 en 54 van de EER-Overeenkomst.

(6)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43. Zie bijvoorbeeld zaak T-2/03, Verein für Konsumenteninformation / Commissie, arrest van 13 april 2005, nog niet gepubliceerd.

(7)  Mededeling van de Commissie inzake de interne procedureregels voor de behandeling van verzoeken om toegang tot een dossier bij de toepassing van de artikelen 85 en 86 [thans artikelen 81 en 82] van het EG-Verdrag, van de artikelen 65 en 66 van het EGKS-Verdrag en van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad, PB C 23 van 23.1.1997, blz. 3.

(8)  PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21.

(9)  Met name gevoegde zaken T-25/95 e.a., Cimenteries CBR SA e.a. / Commissie, Jurispr. 2000, blz. II-491.

(10)  In het vervolg van deze mededeling omvat het begrip „onderneming” zowel ondernemingen als ondernemersverenigingen. Het begrip „persoon” omvat zowel natuurlijke als rechtspersonen. Talrijke entiteiten zijn terzelfder tijd rechtspersonen en ondernemingen; in dat geval, vallen zij onder beide begrippen. Hetzelfde geldt voor een natuurlijke persoon die een onderneming is in de zin van de artikelen 81 en 82. In concentratieprocedures moet ook rekening worden gehouden met de in artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening bedoelde personen, zelfs wanneer het natuurlijke personen betreft. Wanneer entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid die geen ondernemingen zijn, betrokken zijn in mededingingsprocedures voor de Commissie, worden de in deze mededeling uiteengezette beginselen, voorzover van toepassing, door de Commissie overeenkomstig toegepast.

(11)  Cf. artikel 15, lid 1, van de uitvoeringsverordening, artikel 18, lid 3, van de concentratieverordening en artikel 17, lid 1, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(12)  In deze mededeling wordt het begrip „document” gebruikt voor alle soorten gegevensdragers, ongeacht de opslagvorm. Dit begrip omvat dus ook iedere vorm van elektronische gegevensopslag die beschikbaar is of zal zijn.

(13)  Cf. artikel 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, artikel 15, lid 2, en artikel 16, lid 1, van de uitvoeringsverordening, en artikel 17, lid 3, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening. Deze uitzonderingen zijn ook vermeld in zaak T-7/89, Hercules Chemicals / Commissie, Jurispr. 1991, blz. II-1711, punt 54. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het niet alleen aan de Commissie is om uit te maken welke documenten voor de verdediging dienstig zijn (cf. zaak T-30/91, Solvay/Commissie, Jurispr. 1995, blz. II-1775, punten 81-86, en zaak T-36/91, ICI/Commissie, Jurispr. 1995, blz. II-1847, punten 91-96).

(14)  Voorbeelden van interne documenten zijn ontwerp-documenten, adviezen, memo's of notities van de diensten van de Commissie of van andere betrokken overheden.

(15)  Cf. artikel 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, artikel 15, lid 2, van de uitvoeringsverordening, en artikel 17, lid 3, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(16)  Cf. punt 1.

(17)  Cf. het arrest van 30 september 2003 in gevoegde zaken T-191/98 en T-212/98 tot en met T-214/98, Atlantic Container Line e.a. / Commissie (TACA), Jurispr. 2003, blz. II-3275, punten 349-359.

(18)  Overeenkomstig artikel 19 of artikel 20, lid 2, onder e), van Verordening (EG) nr. 1/2003 of artikel 13, lid 2, onder e), van de concentratieverordening opgetekende verklaringen behoren normaalgesproken ook tot de toegankelijke documenten (cf. punt 10).

(19)  Cf. artikel 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, artikel 15, lid 2, van de uitvoeringsverordening, en artikel 17, lid 3, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(20)  Cf. de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg in gevoegde zaken T-134/94 e.a., NMH Stahlwerke e.a. / Commissie, Jurispr. 1997, blz. II-2293, punt 36, en het arrest in zaak T-65/89, BPB Industries en British Gypsum / Commissie, Jurispr. 1993, blz. II-389, punt 33.

(21)  In deze mededeling omvat het begrip „EVA-Staten” de EVA-Staten die partij zijn bij de EER-Overeenkomst.

(22)  Zie in dit verband bijvoorbeeld artikel VIII.2 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en de Regering van de Verenigde Staten van Amerika betreffende de toepassing van hun mededingingsregels (PB L 95 van 27.4.1995, blz. 47) waarin is bepaald dat de in het kader van deze overeenkomst ontvangen vertrouwelijke gegevens zoveel mogelijk („to the fullest extent possible”) worden beschermd. Dit artikel doet een volgens internationaal recht voor de Commissie bindende verplichting ontstaan.

(23)  Op het gebied van de concentratiecontrole kan dit met name gelden voor de kennisgeving van een lidstaat overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de concentratieverordening in het geval van een verwijzing van een zaak.

(24)  Cf. artikel 16, lid 1, van de uitvoeringsverordening en artikel 17, lid 3, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening; het arrest in zaak T-7/89, Hercules Chemicals NV / Commissie, Jurispr. 1991, blz. II-1711, punt 54, en het arrest in zaak T-23/99, LR AF 1998 A/S / Commissie, Jurispr. 2002, blz. II-1705, punt 170.

(25)  Arrest van 18 september 1996 in zaak T-353/94, Postbank NV / Commissie, Jurispr. 1996, blz. II-921, punt 87.

(26)  De communautaire rechtscolleges hebben zich over deze kwestie uitgesproken, zowel in zaken van vermeend misbruik van een machtspositie (artikel 82 van het EG-Verdrag) (zaak T-65/89, BPB Industries en British Gypsum, Jurispr. 1993, blz. II-389, en zaak C-310/93 P, BPB Industries en British Gypsum, Jurispr. 1995, blz. I-865) als in concentratiezaken (zaak T-221/95, Endemol/Commissie, Jurispr. 1999, blz. II-1299, punt 69, en zaak T-5/02, Laval/Commissie, Jurispr. 2002, blz. II-4381, punt 98 e.v.).

(27)  Zie punt 40.

(28)  Zie punt 35.

(29)  Bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie die een branche- of beroepsvereniging door haar leden worden meegedeeld, verliezen daardoor hun vertrouwelijke karakter niet ten opzichte van derden en kunnen dus niet aan klagers worden doorgegeven; cf. het arrest in gevoegde zaken 209 tot 215 en 218/78, Fedetab, Jurispr. 1980, blz. 3125, punt 46.

(30)  Zie punten 35 tot en met 38 over het verzoek aan ondernemingen om aan te geven wat als vertrouwelijke informatie geldt.

(31)  Cf. artikel 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003 en artikel 15, lid 3, van de uitvoeringsverordening.

(32)  Artikel 18, lid 1, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(33)  Cf. punt 42.

(34)  Dit vraagstuk komt aan bod in het document van het directoraat-generaal Concurrentie „DG COMP Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings”, op de website van het directoraat-generaal Concurrentie te vinden onder: http://europa.eu.int/comm/competition/mergers/legislation/regulation/best_practices.pdf.

(35)  Cf. artikel 8, lid 1, van de uitvoeringsverordening waar sprake is van „toegang tot documenten” voor klagers, en artikel 17, lid 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening waarin sprake is van „toegang tot het dossier” voor andere betrokkenen „voorzover zulks nodig is om hun opmerkingen te kunnen voorbereiden”.

(36)  Zie zaak T-17/93, Matra-Hachette SA / Commissie, Jurispr. 1994, blz. II-595, punt 34. Het Gerecht verklaarde dat de rechten van derden, zoals die welke verankerd zijn in artikel 19 van Verordening (EEG) nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962 [thans vervangen door artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1/2003], beperkt zijn tot het recht om deel te nemen aan de administratieve procedure.

(37)  Door middel van een overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de uitvoeringsverordening gezonden brief.

(38)  Cf. artikel 8, lid 1, van de uitvoeringsverordening.

(39)  Cf. artikel 8, lid 1, van de uitvoeringsverordening.

(40)  Cf. artikel 11, onder b), van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(41)  Cf. artikel 16, lid 2, van de uitvoeringsverordening en artikel 18, lid 2, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(42)  Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van de uitvoeringsverordening.

(43)  Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van de uitvoeringsverordening.

(44)  Overeenkomstig artikel 13, leden 1 en 3, van de uitvoeringsverordening.

(45)  Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de uitvoeringsverordening.

(46)  Artikel 12 van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(47)  Artikel 13 van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(48)  Overeenkomstig artikel 16 van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(49)  In concentratieprocedures gelden de in dit en de volgende punten uiteengezette beginselen ook voor de in artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening bedoelde personen.

(50)  Cf. artikel 16, lid 3, van de uitvoeringsverordening en artikel 18, lid 3, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening. Dit geldt ook voor documenten die de Commissie bij een inspectie op grond van artikel 13 van de concentratieverordening en de artikelen 20 en 21 van Verordening (EG) nr. 1/2003 heeft verzameld.

(51)  Cf. artikel 16, lid 3, van de uitvoeringsverordening en artikel 18, lid 3, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.

(52)  Cf. artikel 16, lid 3, van de uitvoeringsverordening.

(53)  Cf. artikel 16 van de uitvoeringsverordening.

(54)  Cf. artikel 9 van het Besluit van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures, PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21.

(55)  Cf. punt 19.

(56)  Cf. zaak T-5/02, Tetra Laval / Commissie, Jurispr. 2002, blz. II-4381, punten 98, 104 en 105.

(57)  Mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van klachten door de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, PB C 101 van 27.4.2004, blz. 65.

(58)  Cf. gevoegde zaken T-25/95 e.a., Cimenteries, reeds aangehaald, punt 635.

(59)  Cf. artikel 8 van het Besluit van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures, PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21.

(60)  Cf., onderscheidenlijk, artikel 15, lid 4, en artikel 8, lid 2, van de uitvoeringsverordening en artikel 17, lid 4, van de uitvoeringsverordening van de concentratieverordening.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/16


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(2005/C 325/08)

(Voor de EER relevante tekst)

Datum van de beschikking:

Nummer van de steunmaatregel: N 221/2005

Lidstaat: Polen [Dolnośląskie]

Benaming: Program pomocy regionalnej dla przedsiębiorców inwestujących na terenie gminy Kobierzyce

Rechtsgrondslag: Ustawa o samorządzie gminnym z dnia 8 marca 1990 r.; Ustawa o podatkach i opłatach lokalnych z dnia 12 stycznia 1991 r.; Projekt Uchwały Rady Gminy w Kobierzycach w sprawie zwolnień z podatku od nieruchomości dla przedsiębiorców na terenie gminy Kobierzyce

Doelstelling: Regionale ontwikkeling [Alle sectoren]

Begrotingsmiddelen: PLN 1,5 miljoen

Looptijd:

Steunintensiteit of steunbedrag: 50 %

Andere inlichtingen: Steunregeling — Belastingvoordeel

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/

Datum van de beschikking:

Lidstaat: Duitsland (Schleswig-Holstein)

Nummer van de steunmaatregel: N 345/05

Benaming: Abänderung des EFRE-Risikokapitalfonds Schleswig-Holstein

Rechtsgrondslag: Beteiligungsgrundsätze

Doelstelling: Risicokapitaal (Alle sectoren)

Begrotingsmiddelen: 500 000 — 750 000 EUR

Looptijd: Eind datum: 31.12.2008

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/17


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Tegenwaarde voor de in de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde drempels

(2005/C 325/09)

Hierna wordt voor de drempels die zijn vastgesteld in de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2083/2005 (1) de tegenwaarde in de andere nationale munteenheden dan de euro gegeven:

EUR 80 000

CYP

Cyprisch pond

46 490

CZK

Tsjechische kroon

2 505 315

DKK

Deense kroon

595 338

EEK

Estlandse kroon

1 251 728

GBP

Pond sterling

54 738

HUF

Hongaarse forint

20 101 006

LTL

Litouwse litas

276 225

LVL

Letlandse lats

53 821

MTL

Maltese lire

34 299

PLN

nieuwe Poolse zloty

350 962

SEK

Zweedse kroon

730 728

SIT

Sloveense tolar

19 098 173

SKK

Slowaakse kroon

3 182 081

EUR 137 000

CYP

Cyprisch pond

79 614

CZK

Tsjechische kroon

4 290 353

DKK

Deense kroon

1 019 516

EEK

Estlandse kroon

2 143 584

GBP

Pond sterling

93 738

HUF

Hongaarse forint

34 422 973

LTL

Litouwse litas

473 036

LVL

Letlandse lats

92 169

MTL

Maltese lire

58 737

PLN

nieuwe Poolse zloty

601 022

SEK

Zweedse kroon

1 251 372

SIT

Sloveense tolar

32 705 621

SKK

Slowaakse kroon

5 449 314

EUR 211 000

CYP

Cyprisch pond

122 618

CZK

Tsjechische kroon

6 607 769

DKK

Deense kroon

1 570 203

EEK

Estlandse kroon

3 301 433

GBP

Pond sterling

144 371

HUF

Hongaarse forint

53 016 404

LTL

Litouwse litas

728 544

LVL

Letlandse lats

141 953

MTL

Maltese lire

90 464

PLN

nieuwe Poolse zloty

925 661

SEK

Zweedse kroon

1 927 295

SIT

Sloveense tolar

50 371 431

SKK

Slowaakse kroon

8 392 739

EUR 422 000

CYP

Cyprisch pond

245 235

CZK

Tsjechische kroon

13 215 538

DKK

Deense kroon

3 140 406

EEK

Estlandse kroon

6 602 865

GBP

Pond sterling

288 741

HUF

Hongaarse forint

106 032 808

LTL

Litouwse litas

1 457 088

LVL

Letlandse lats

283 906

MTL

Maltese lire

180 928

PLN

nieuwe Poolse zloty

1 851 323

SEK

Zweedse kroon

3 854 590

SIT

Sloveense tolar

100 742 861

SKK

Slowaakse kroon

16 785 478

EUR 1 000 000

CYP

Cyprisch pond

581 126

CZK

Tsjechische kroon

31 316 442

DKK

Deense kroon

7 441 721

EEK

Estlandse kroon

15 646 600

GBP

Pond sterling

684 221

HUF

Hongaarse forint

251 262 578

LTL

Litouwse litas

3 452 816

LVL

Letlandse lats

672 763

MTL

Maltese lire

428 739

PLN

nieuwe Poolse zloty

4 387 020

SEK

Zweedse kroon

9 134 099

SIT

Sloveense tolar

238 727 159

SKK

Slowaakse kroon

39 776 014

EUR 5 278 000

CYP

Cyprisch pond

3 067 181

CZK

Tsjechische kroon

165 288 180

DKK

Deense kroon

39 277 401

EEK

Estlandse kroon

82 582 755

GBP

Pond sterling

3 611 319

HUF

Hongaarse forint

1 326 163 884

LTL

Litouwse litas

18 223 961

LVL

Letlandse lats

3 550 844

MTL

Maltese lire

2 262 883

PLN

nieuwe Poolse zloty

23 154 692

SEK

Zweedse kroon

48 209 777

SIT

Sloveense tolar

1 260 001 948

SKK

Slowaakse kroon

209 937 800


(1)  PB L 333 van 20.12.2005, blz. 28.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/20


Inleiding van een procedure voor een eventuele tussentijdse herziening van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op synthetische stapelvezels van polyesters uit de Volksrepubliek China, Saoedi-Arabië, Belarus, Australië, Indonesië, Thailand, de Republiek Korea en India

(2005/C 325/10)

Op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd) heeft de Commissie op eigen initiatief een tussentijds onderzoek geopend om na te gaan of polyester stapelvezels met een laag smeltpunt van bovengenoemde antidumpingmaatregelen moeten worden uitgesloten.

1.   Product

Het onderzoek heeft betrekking op synthetische stapelvezels van polyesters, niet gekaard of gekamd, noch op andere wijze met het oog op spinnen bewerkt, gewoonlijk polyester stapelvezels genoemd, ingedeeld onder de GN-code 5503 20 00 („het betrokken product”), uit de Volksrepubliek China, Saoedi-Arabië, Belarus, Australië, Indonesië, Thailand, de Republiek Korea en India. De GN-code wordt slechts ter informatie vermeld.

2.   Thans geldende maatregelen

Momenteel zijn op het betrokken product uit Australië, Indonesië en Thailand antidumpingrechten van toepassing die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1522/2000 (2), op het betrokken product uit de Republiek Korea en India antidumpingrechten die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2852/2000 (3), op het betrokken product uit Belarus antidumpingrechten die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1799/2002 (4) en op het betrokken product uit de Volksrepubliek China en Saoedi-Arabië antidumpingrechten die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 428/2005 (5). Op 14 juli 2005 (6) werd een herzieningsprocedure op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening ingeleid in verband met de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op het betrokken product uit Australië, Indonesië en Thailand.

3.   Motivering

Uit informatie waarover de Commissie beschikt blijkt dat polyester stapelvezels met een laag smeltpunt niet onder de definitie van het betrokken product dienen te vallen, daar deze stapelvezels andere fysische en chemische basiskenmerken en gebruiksdoeleinden hebben dan andere soorten polyester stapelvezels. De polyester stapelvezels met een laag smeltpunt zouden met name bindende eigenschappen hebben waardoor ze duidelijk van andere polyester stapelvezels kunnen worden onderscheiden.

4.   Procedure

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden. Zij heeft derhalve, op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening, een onderzoek geopend dat beperkt zal zijn tot een onderzoek naar de definitie van het betrokken product om vast te stellen of deze moet worden gewijzigd.

a)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan haar bekende belanghebbende importeurs, bedrijven die het betrokken product verwerken, EU-producenten, producenten/exporteurs in Volksrepubliek China, Saoedi-Arabië, Belarus, Australië, Indonesië, Thailand, de Republiek Korea en India en de autoriteiten van deze landen. De hierin gevraagde informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de onder punt 5 a) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

b)   Het schriftelijk en mondeling inwinnen van informatie

Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt kenbaar te maken, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de onder punt 5 a) vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom schriftelijk verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 5 b) vermelde termijn zijn ingediend.

5.   Termijnen

a)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

b)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

6.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (7) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat B

Kamer: J-79 5/16

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 295 65 05.

7.   Medewerking

Indien belanghebbenden binnen de gestelde termijnen geen toegang geven tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken. Indien een belanghebbende geen of onvoldoende medewerking verleent, en de bevindingen daarom, overeenkomstig artikel 18, op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 175 van 14.7.2000, blz. 10.

(3)  PB L 332 van 28.12.2000, blz.17. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 428/2005 (PB L 71 van 17.3.2005, blz. 1.)

(4)  PB L 274 van 11.10.2002, blz. 1.

(5)  PB L 71 van 17.3.2005, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1333/2005 (PB L 211 van 13.8.2005, blz. 1.

(6)  PB C 174 van 14.7.2005, blz. 15.

(7)  Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en van de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1) en artikel 6 van de WTO-Overeenkomst inzake de Tenuitvoerlegging van Artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst).


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/22


Mededeling van de Commissie aan de lidstaten tot wijziging van de mededeling ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering

(2005/C 325/11)

I.   Inleiding

De mededeling van de Commissie aan de lidstaten ingevolge artikel 93, lid 1, van het EG-Verdrag inzake de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag op kortlopende exportkredietverzekering (1) (hierna „de mededeling van 1997” genoemd), werd in 1997 goedgekeurd en zou voor een periode van vijf jaar (van 1 januari 1998 tot 31 december 2002) van kracht zijn.

In 2001 heeft de Commissie een wijziging van de mededeling van 1997 goedgekeurd (2) (hierna „de aanpassing van 2001” genoemd) betreffende de definitie van „verhandelbare” risico's, die niet door exportkredietverzekeraars kunnen worden gedekt met de steun van de Staat. Met de aanpassing van 2001 werd ook de geldigheidsduur van de mededeling van 1997 tot 31 december 2004 verlengd. De geldigheidsduur van de mededeling van 1997 werd verder verlengd tot 31 december 2005 door een mededeling die de Commissie in 2004 heeft goedgekeurd (3).

Punt 2.6 van de mededeling van 1997, gewijzigd bij de aanpassing van 2001, luidt als volgt:

„De capaciteit van de particuliere herverzekeringsmarkt is flexibel. Dit heeft tot gevolg, dat de definitie van verhandelbare risico's niet constant is en in de loop van de tijd kan veranderen. De definitie kan derhalve opnieuw worden bezien, met name na afloop van de geldigheidsduur van deze mededeling op 31 december 2004. De Commissie zal de lidstaten en andere belanghebbenden hiertoe raadplegen (4). Voorzover wijzigingen van de definitie noodzakelijk zijn, zal hierbij rekening moeten worden gehouden met de werkingsfeer van Gemeenschapswetgeving inzake exportkredietverzekering, teneinde tegenstrijdigheden of rechtsonzekerheid te voorkomen.

Voorts wordt in de inleiding bij de aanpassing van 2001 verklaard:

„De Commissie wenst de lidstaten en belanghebbenden ervan in kennis te stellen dat zij voornemens is in 2003 een nieuwe studie uit te voeren ter beoordeling van de capaciteit van de particuliere herverzekeringsmarkt om zich aan te passen aan een nieuwe uitbreiding van de definitie van verhandelbare risico's tot een grotere waaier van commerciële risico's, waaronder eventueel de commerciële risico's die voorkomen in alle landen van de wereld. Mochten de resultaten van die studie en het overleg met de lidstaten bevestigen dat een dergelijke dekking mogelijk is, dan zal de Commissie de definitie van verhandelbare risico's dienovereenkomstig wijzigen als onderdeel van de algemene herziening van de mededeling van 1997 in 2004.”

Na de voltooiing van een studie over de particuliere herverzekeringsmarkt op het gebied van exportkredietverzekering en na overleg met de lidstaten — zowel binnen de Groep exportkredieten van de Raad als op een multilaterale bijeenkomst over staatssteun — en met andere belanghebbenden heeft de Commissie besloten de in de aanpassing van 2001 gegeven definitie van de verhandelbare risico's ongewijzigd te behouden. Doordat particuliere verzekeraars in de meerderheid van de lidstaten aan kleine ondernemingen met een beperkte exportomzet geen of onvoldoende dekking bieden voor exportkredietverzekeringen, hetgeen te wijten is aan niet-bestaande of erg geringe winstgevendheid die het gevolg is van een onvoldoende spreiding van vreemde landen/afnemers en aan het gebrek aan opleiding in en kennis van de complexe aspecten van exportkredietverzekeringen dat bij dit soort ondernemingen bestaat — en die aanzienlijke bijstands- en verwerkingskosten meebrengen — is de Commissie bereid exportgerelateerde risico's tijdelijk als „niet-verhandelbaar” te beschouwen in die lidstaten waar het aanbod op de particuliere markt ontoereikend is, mede gelet op het feit dat commerciële verzekeraars zich moeten aanpassen aan de toegenomen omvang van de markt die na de EU-uitbreiding is ontstaan.

Deze nieuwe bepaling is van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 van toepassing. Niettemin zal de Commissie binnen drie jaar de marktsituatie voor kleine en middelgrote ondernemingen (hierna „KMO's” genoemd) met een beperkte exportomzet beoordelen. Mocht dergelijke exportkredietverzekeringsdekking in voldoende mate op de particuliere markt beschikbaar blijken te zijn, dan zal de Commissie deze mededeling aanpassen en die risico's als „verhandelbaar” aanmerken.

De Commissie heeft tevens besloten de geldigheidsduur van de mededeling van 1997 te verlengen tot en met 31 december 2010.

De Commissie wil de lidstaten en belanghebbenden meedelen dat zij in 2010 de capaciteit van de particuliere herverzekeringsmarkt opnieuw zal onderzoeken, ten einde de definitie van „verhandelbare” risico's zonodig dienovereenkomstig aan te passen, met name wat betreft de nieuwe situatie die wordt geacht tot „niet-verhandelbare risico's” aanleiding te geven.

II.   Wijzigingen van de mededeling van 1997

De volgende wijzigingen van de mededeling van 1997, gewijzigd bij de aanpassing van 2001, worden per 1 januari 2006 van kracht:

1.

In punt 2.5 wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

„Ongeacht de definitie van de „verhandelbare” risico's in de eerste zin van de voorgaande alinea, worden, voorzover er geen particuliere verzekeringsmarkt in een lidstaat bestaat, commerciële en politieke risico's met betrekking tot openbare en niet-openbare debiteuren die in de in de bijlage genoemde landen zijn gevestigd, tijdelijk als niet-verhandelbaar beschouwd wanneer deze risico's worden gedragen door kleine en middelgrote ondernemingen die aan de relevante communautaire definitie (5) voldoen en waarvan de jaarlijkse totale exportomzet niet meer dan 2 miljoen EUR bedraagt (6). Onder die omstandigheden stemmen openbare of door de overheid gesteunde exportkredietverzekeraars hun tarieven voor dergelijke „niet-verhandelbare” risico's zoveel mogelijk af op de tarieven die exportkredietverzekeraars elders voor het desbetreffende soort risico berekenen, met name door de beperkte spreiding van buitenlandse afnemers, de kenmerken van de verzekerde ondernemingen en de daarmee verband houdende kosten mee in aanmerking te nemen. Voor lidstaten die bij de Commissie een aanmelding betreffende de toepassing van deze clausule willen indienen, gelden dezelfde procedure en dezelfde voorwaarden die in punt 4.4 ten aanzien van de ontsnappingsclausule worden beschreven. De Commissie behoudt zich het recht voor om deze clausule op te schorten of de toepassingsvoorwaarden ervan, in overleg met de lidstaten, aan te passen indien zij vindt dat de capaciteit van de particuliere verzekeringsmarkt in dit segment verandert tijdens de geldigheidsduur van deze mededeling.”.

2.

Punt 2.6 komt als volgt te luiden:

„De capaciteit van de particuliere herverzekeringsmarkt varieert. Dit heeft tot gevolg dat de definitie van verhandelbare risico's niet constant is en in de loop van de tijd kan veranderen. De definitie kan derhalve opnieuw worden bezien, met name na afloop van de geldigheidsduur van deze mededeling. De Commissie zal hiertoe de deskundigen in de lidstaten met relevante ervaring op dit gebied en andere belanghebbenden raadplegen. Voorzover aanpassingen van de definitie noodzakelijk zijn, zal hierbij rekening moeten worden gehouden met de werkingsfeer van communautaire wetgeving inzake exportkredietverzekering, teneinde tegenstrijdigheden of rechtsonzekerheid te voorkomen.”.

3.

Punt 4.5 komt als volgt te luiden:

„Deze mededeling is van toepassing tot en met 31 december 2010.”.


(1)  PB L 281 van 17.9.1997, blz. 4.

(2)  PB L 217 van 2.8.2001, blz. 2.

(3)  PB L 307 van 11.12.2004, blz. 12.

(4)  De Commissie zal onder meer de hulp inroepen van de Raad (bijvoorbeeld de Groep exportkredieten).”.

(5)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van de kleine en middelgrote ondernemingen, PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36, en eventuele toekomstige wijzigingen daarvan.

(6)  De desbetreffende jaarlijkse exportomzet wordt berekend overeenkomstig artikel 4 van bijlage I bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003, en eventuele toekomstige wijzigingen daarvan. Het bepaalde in artikel 4, lid 2, van Bijlage I is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de jaarlijkse exportomzet van de betrokken onderneming.


EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/24


Lijst van de natuurlijke mineraalwaters in IJsland en Noorwegen overeenkomstig artikel 1 van Richtlijn 80/777/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater

(2005/C 325/12)

LIJST VAN DOOR IJSLAND ERKENDE SOORTEN NATUURLIJK MINERAALWATER

Handelsbenaming

Naam van de bron

Plaats van exploitatie

Icelandic Spring

Jadar spring area

Reykjavik

LIJST VAN DOOR NOORWEGEN ERKENDE SOORTEN NATUURLIJK MINERAALWATER

Handelsbenaming

Naam van de bron

Plaats van exploitatie

Farris

Kong Olavs kilde

Larvik

Fjellbekk

Ivar Aasen kilde

Volda

Fyresdal

Fyresdalkilden

Fyresdal

Olden

Blåfjellkilden

Olderdalen

Osa

Osakilden

Ilvik/Hardanger


III Bekendmakingen

Commissie

22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/25


Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte”

Activiteit: Thematische prioriteit/gebied: Technologieën van de informatiemaatschappij (IST)

Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-IST-6

Identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-IST-C

(2005/C 325/13)

1.

Overeenkomstig Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad, van 27 juni 2002, betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (1) heeft de Raad op 30 september 2002 het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (2) (hierna „het specifiek programma” genoemd) vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het specifiek programma heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie” genoemd) op 9 december 2002 een werkprogramma (3) vastgesteld (hierna „het werkprogramma” genoemd) waarin een uitvoeriger beschrijving wordt gegeven van de doelstellingen en de wetenschappelijke en technologische prioriteiten van het specifiek programma, alsmede een tijdschema voor de tenuitvoerlegging ervan.

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en de regels inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2002-2006) (4) (hierna „de regels voor deelneming” genoemd) worden voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract ingediend onder de voorwaarden van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

2.

Deze uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract (hierna „uitnodigingen” genoemd) omvatten dit algemeen tekstdeel en de specifieke voorwaarden uiteengezet in de bijlagen. De bijlagen vermelden in het bijzonder de sluitingsdatumdata voor het indienen van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, een indicatieve datum voor de afronding van de beoordelingen, het indicatieve budget, de instrumenten en gebieden die onder de uitnodigingen vallen, de beoordelingscriteria voor voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, het minimumaantal deelnemers en alle van toepassing zijnde beperkingen.

3.

Natuurlijke of rechtspersonen die voldoen aan de voorwaarden in de regels voor deelneming en niet onder een van de uitsluitingsgevallen vallen in de regels voor deelneming en in artikel 114, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5) (hierna „de indieners” genoemd) worden uitgenodigd voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen bij de Commissie, afhankelijk van de vervulling van de voorwaarden in de regels voor deelneming en in de uitnodiging.

In het kader van de onderhandeling over de actie voor de werkzaamheden onder contract zal worden gecontroleerd of de indieners aan de deelnamevoorwaarden voldoen. Voordien moeten de indieners evenwel een verklaring hebben ondertekend dat zij niet in een van de in artikel 93, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeren. Tevens moeten zij de Commissie de informatie hebben medegedeeld als bedoeld in artikel 173, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6).

De Europese Gemeenschap voert een gelijkekansenbeleid en in dit verband worden vrouwen in het bijzonder aangemoedigd om voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen of hierbij betrokken te zijn.

4.

De Commissie stelt — met betrekking tot de uitnodigingen — gidsen voor indieners ter beschikking van de indieners. Deze bevatten informatie over de opstelling en de indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract. De Commissie stelt ook richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen ter beschikking (7). Deze gidsen en richtsnoeren alsook het werkprogramma en andere informatie over de uitnodigingen kunnen bij de Commissie worden verkregen via de volgende adressen:

Europese Commissie

IST Information Desk

Directoraat-generaal INFSO

BU31 1/19

B-1049 Brussel

e-mail: ist@cec.eu.int

Internetadres: www.cordis.lu/ist

5.

Men wordt verzocht voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract enkel in te dienen in de vorm van een elektronisch voorstel via het webgebaseerde Electronic Proposal Submission System (EPSS (8)). In exceptionele gevallen echter kan een coördinator aan de Commissie toestemming vragen om een voorstel op papier in te dienen binnen de termijn van de uitnodiging. Dit moet gebeuren door te schrijven naar een van de volgende adressen:

Europese Commissie

IST Information Desk

Directoraat-generaal INFSO

BU31 1/19

B-1049 Brussel

e-mail: ist@cec.eu.int

Het verzoek moet vergezeld gaan van een verklaring waarom een uitzondering wordt gevraagd. Indieners van een voorstel die wensen gebruik te maken van de mogelijkheid om een voorstel op papier in te dienen zijn verantwoordelijk voor de zorg dat deze verzoeken voor een vrijstelling en de desbetreffende procedures tijdig worden afgerond opdat de termijn van de uitnodiging kan worden gehaald.

Alle voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten uit twee delen bestaan: de formulieren (deel A) en de inhoud (deel B).

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen off line of on line worden opgesteld en vervolgens on line worden ingediend. Deel B van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen alleen worden ingediend in PDF („portable document format”, compatibel met Adobe versie 3 of hoger met „embedded fonts” (vast bepaald lettertype). Gecomprimeerde („gezipte”) bestanden worden uitgesloten.

De EPSS-software tool (voor off line of on line gebruik) is beschikbaar via de Cordis-website www.cordis.lu.

On line ingediende voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die onvolledig zijn, onleesbaar zijn of virussen bevatten, worden uitgesloten.

Versies van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die worden ingediend op een wisbaar elektronisch opslagmedium (bv. CD-rom, diskette), per e-mail of per fax worden uitgesloten.

Elk voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract dat werd toegelaten om via papier te worden ingediend en dat onvolledig is, wordt uitgesloten.

Verdere details betreffende de verschillende procedures voor voorstelindiening worden gegeven in bijlage J van de richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen.

6.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten op zijn laatst op de sluitingsdatum en op het in de desbetreffende uitnodiging gespecificeerde tijdstip de Commissie bereiken. Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die na deze datum en tijdstip aankomen, worden uitgesloten.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die niet voldoen aan de voorwaarden betreffende het minimumaantal deelnemers vermeld in de uitnodiging, worden uitgesloten.

Dit is ook van toepassing betreffende alle bijkomende toelatingscriteria in het werkprogramma.

7.

Ingeval van opeenvolgende indieningen van hetzelfde voorstel voor een OTO-werkzaamheid onder contract onderzoekt de Commissie de laatst ontvangen versie voor de sluitingsdatum en tijd gespecificeerd in de betrokken uitnodiging.

8.

Indien in de relevante uitnodiging daarin is voorzien kunnen voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van een toekomstige evaluatie worden behandeld.

9.

De indieners worden verzocht de relevante identificatiecode van de uitnodiging in alle correspondentie betreffende de uitnodiging (bv. bij een verzoek om informatie of bij indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract) te vermelden.


(1)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.

(3)  Besluit C(2002)4789 van de Commissie, zoals gewijzigd bij C(2003)577, C(2003)955, C(2003)1952, C(2003)3543, C(2003)3555, C(2003)4609, C(2003)5183, C(2004)433, en C(2004)2002, alle besluiten niet gepubliceerd.

(4)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(7)  C(2003)883 van 27.3.2003, zoals voor het laatst gewijzigd bij C(2004)1855 van 18.5.2004.

(8)  Het EPSS is een hulpmiddel om de indieners te helpen bij het opstellen en indienen van voorstellen langs elektronische weg.


BIJLAGE

ZESDE IST-UITNODIGING

1.   Specifiek programma: Integratie en versterking van de Europese Onderzoekruimte

2.   Thematische prioriteit/gebied: Technologieën van de informatiemaatschappij (IST)

3.   Titel uitnodiging: Zesde IST-uitnodiging

4.   Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-IST-6

5.   Publicatiedatum:

6.   Sluitingsdatum: 25.4.2006, 17.00 uur (plaatselijke tijd Brussel)

7.   Totaal indicatief budget: 140 miljoen EUR, waarvan

37 miljoen EUR voor doelstelling 2.6.1

40 miljoen EUR voor doelstelling 2.6.2

30 miljoen EUR voor doelstelling 2.6.3

3 miljoen EUR voor doelstelling 2.6.4

30 miljoen EUR voor doelstelling 2.6.5

8.   Gebieden en instrumenten: Er worden voorstellen ingewacht met betrekking tot de volgende doelstellingen:

2.6.1: Geavanceerde robotica

2.6.2: „Ambient Assisted Living” (AAL) in de vergrijzende samenleving

2.6.3: Zoekmotoren voor audiovisuele inhoud

2.6.4: Begeleidende acties ter ondersteuning van de deelname aan het ICT-onderzoek van de Gemeenschap

2.6.5: Internationale samenwerking

Bij de acties ter realisatie van de doelstellingen kunnen de volgende instrumenten worden gebruikt:

9.   Minimumaantal deelnemers (3):

Doelstelling

Minimumaantal

Alle doelstellingen

Voor IP's, STREP's en CA's: drie onafhankelijke juridische entiteiten uit drie verschillende LS of GS, waaronder ten minste twee LS of GKLS

Voor SSA's: één juridische entiteit

10.   Deelnamebeperkingen:

Doelstelling

Beperking

Alle doelstellingen

Geen beperking

11.   Consortiumovereenkomst: Deelnemers aan OTO-acties die voortvloeien uit deze uitnodiging zijn verplicht een consortiumovereenkomst te sluiten

12.   Beoordelingsprocedure: De beoordeling gebeurt in één stap. De voorstellen worden niet anoniem beoordeeld

13.   Beoordelingscriteria:

Voor de doelstellingen 2.6.1, 2.6.2, 2.6.3 en 2.6.4: zie punt 4 van het IST-werkprogramma 2005-2006 (4)

Voor doelstelling 2.6.5: zie bijlage

14.   Indicatieve beoordelings- en selectietermijnen: De beoordelingsresultaten zullen naar verwachting binnen twee maanden na de sluitingsdatum beschikbaar zijn


(1)  Nieuwe instrumenten: IP's en NoE's.

(2)  Traditionele instrumenten: STREP's, SSA's en CA's.

(3)  LS = lidstaten van de EU; GS (incl. GKLS) = geassocieerde staten; GKLS : geassocieerde kandidaat-lidstaten. Elke juridische entiteit die in een lidstaat of geassocieerde staat is gevestigd en het vereiste aantal deelnemers omvat, komt in aanmerking om als enige deelnemer bij werkzaamheden onder contract op te treden.

(4)  Zie „Information Society Technologies” op http://www.cordis.lu/fp6/sp1_wp.htm.


UITNODIGING MET DOORLOPENDE INDIENING (VERLENGING VAN UITNODIGING FP6-2002-IST-C)

Voor de doorlopende indiening van „Technologieën van de toekomst of in opkomst — Open domein”, gesloten op 20.9.2005 voor voorstellen voor CA's en SSA's en voor korte voorstellen voor STREP's. De uiterste afsluitingsdatum voor het indienen van volledige STREP voorstellen, in vervolg op een succesvol kort voorstel, is verlengd tot 14 maart 2006 17.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/29


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte”

Thematisch prioritair gebied: „Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften”

Identificatiecodes uitnodiging: FP6-2005-SSP-5A

(2005/C 325/14)

1.

Overeenkomstig Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad, van 27 juni 2002, betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (1) heeft de Raad op 30 september 2002 het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (2) (hierna „het specifiek programma” genoemd) vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het specifiek programma heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie” genoemd) op 9 december 2002 een werkprogramma (3) vastgesteld (hierna „het werkprogramma” genoemd) waarin een uitvoeriger beschrijving wordt gegeven van de doelstellingen en de wetenschappelijke en technologische prioriteiten van het specifiek programma, alsmede een tijdschema voor de tenuitvoerlegging ervan.

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en de regels inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2002-2006) (4) (hierna „de regels voor deelneming” genoemd) worden voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract ingediend onder de voorwaarden van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

2.

Deze uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract (hierna „uitnodigingen” genoemd) omvatten dit algemeen tekstdeel en de specifieke voorwaarden uiteengezet in de bijlagen. De bijlagen vermeldten in het bijzonder de sluitingsdatum voor het indienen van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, een indicatieve datum voor de afronding van de beoordelingen, het indicatieve budget, de instrumenten en gebieden die onder de uitnodigingen vallen, de beoordelingscriteria voor voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, het minimumaantal deelnemers en alle van toepassing zijnde beperkingen.

3.

Natuurlijke of rechtspersonen die voldoen aan de voorwaarden in de regels voor deelneming en niet onder een van de uitsluitingsgevallen vallen in de regels voor deelneming en in artikel 114, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5) (hierna „de indieners” genoemd) worden uitgenodigd voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen bij de Commissie, afhankelijk van de vervulling van de voorwaarden in de regels voor deelneming en in de uitnodiging.

In het kader van de onderhandeling over de actie voor de werkzaamheden onder contract zal worden gecontroleerd of de indieners aan de deelnamevoorwaarden voldoen. Voordien moeten de indieners evenwel een verklaring hebben ondertekend dat zij niet in een van de in artikel 93, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeren. Tevens moeten zij de Commissie de informatie hebben medegedeeld als bedoeld in artikel 173, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, EURATOM) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6).

De Europese Gemeenschap voert een gelijkekansenbeleid en in dit verband worden vrouwen in het bijzonder aangemoedigd om voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen of hierbij betrokken te zijn.

4.

De Commissie stelt — met betrekking tot de uitnodigingen — gidsen voor indieners ter beschikking van de indieners. Deze bevatten informatie over de opstelling en de indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract. De Commissie stelt ook richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen ter beschikking (7). Deze gidsen en richtsnoeren alsook het werkprogramma en andere informatie over de uitnodigingen kunnen bij de Commissie worden verkregen via de volgende adressen:

Europese Commissie

Directoraat-generaal RTD

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 295 60 33

e-mailadres: rtd-policies@cec.eu.int

Internetadres: http://europa.eu.int/comm/research/fp6/ssp/index_en.htm

5.

Men wordt verzocht voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract enkel in te dienen in de vorm van een elektronisch voorstel via het webgebaseerde Electronic Proposal Submission System (EPSS (8)). In exceptionele gevallen echter kan een coördinator aan de Commissie toestemming vragen om een voorstel op papier in te dienen binnen de termijn van de uitnodiging. Dit moet gebeuren door te schrijven naar een van de volgende adressen:

Europese Commissie

Unit A1

Directoraat-generaal RTD

SDME 2/73

B-1049 Brussel

e-mailadres: rtd-policies@cec.eu.int

Het verzoek moet vergezeld gaan van een verklaring waarom een uitzondering wordt gevraagd. Indieners van een voorstel die wensen gebruik te maken van de mogelijkheid om een voorstel op papier in te dienen zijn verantwoordelijk voor de zorg dat deze verzoeken voor een vrijstelling en de desbetreffende procedures tijdig worden afgerond opdat de termijn van de uitnodiging kan worden gehaald.

Alle voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten uit twee delen bestaan: de formulieren (deel A) en de inhoud (deel B).

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen off line of on line worden opgesteld en vervolgens on line worden ingediend. Deel B van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen alleen worden ingediend in PDF („portable document format”), compatibel met Adobe versie 3 of hoger met „embedded fonts” (vast bepaald lettertype). Gecomprimeerde („gezipte”) bestanden worden uitgesloten.

De EPSS-software tool (voor off line of on line gebruik) is beschikbaar via de Cordis-website www.cordis.lu.

On line ingediende voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die onvolledig zijn, onleesbaar zijn of virussen bevatten, worden uitgesloten.

Versies van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die worden ingediend op een wisbaar elektronisch opslagmedium (bv. CD-ROM, diskette), per e-mail of per fax worden uitgesloten.

Elk voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract dat werd toegelaten om via papier te worden ingediend en dat onvolledig is, wordt uitgesloten.

Verdere details betreffende de verschillende procedures voor voorstelindiening worden gegeven in bijlage J van de richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen.

6.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten op zijn laatst op de sluitingsdatum en op het in de desbetreffende uitnodiging gespecificeerde tijdstip de Commissie bereiken. Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die na deze datum en tijdstip aankomen, worden uitgesloten.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die niet voldoen aan de voorwaarden betreffende het minimumaantal deelnemers vermeld in de uitnodiging, worden uitgesloten.

Dit is ook van toepassing betreffende alle bijkomende toelatingscriteria in het werkprogramma.

7.

Ingeval van opeenvolgende indieningen van hetzelfde voorstel voor een OTO-werkzaamheid onder contract onderzoekt de Commissie de laatst ontvangen versie voor de sluitingsdatum en tijd gespecificeerd in de betrokken uitnodiging.

8.

Indien in de relevante uitnodiging daarin is voorzien kunnen voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van een toekomstige evaluatie worden behandeld.

9.

De indieners worden verzocht de relevante identificatiecode van de uitnodiging in alle correspondentie betreffende de uitnodiging (bv. bij een verzoek om informatie of bij indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract) te vermelden


(1)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.

(3)  Besluit C(2002)4789 van de Commissie, zoals gewijzigd bij C(2003)577, C(2003)955, C(2003)1952, C(2003)3543, C(2003)3555, C(2003)4609, C(2003)5183, C(2004)433, C(2004)2002, C(2004)2727, C(2004)3324, C(2004)4178, C(2004)5286, C(2005)27, C(2005)961, C(2005)2076, C(2005)2747, C(2005)3244, C(2005)3390, C(2005)4006, C(2005)4008 en C(2005)5588, alle besluiten niet gepubliceerd.

(4)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(7)  C(2003)883 van 27.3.2003, zoals voor het laatst gewijzigd bij C(2004)1855 van 18.5.2004.

(8)  Het EPSS is een hulpmiddel om de indieners te helpen bij het opstellen en indienen van voorstellen langs elektronische weg.


BIJLAGE

1.   Specifiek programma: „Integratie en versterking van de EOR”

2.   Activiteit: Specifieke activiteit in het kader van beleidsgeoriënteerd onderzoek onder „Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften”

3.   Titel uitnodiging: Wetenschappelijke beleidsondersteuning

4.   Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-SSP-5A

5.   Datum van de bekendmaking:

6.   Sluitingsdatum: 22 maart 2006 om 17.00 uur (Brusselse lokale tijd)

7.   Totaal indicatief budget:

Instrument (1)

(miljoen) EUR

STREP, CA en SSA

77

8.   Gebieden en instrumenten:

Gebieden onder de prioriteit „Duurzaam beheer van Europa's natuurlijke hulpbronnen”

Taken

Instrumenten

Indicatieve EG-bijdrage

(miljoen EUR)

8.1. B.1.1.

Modernisering en duurzaamheid van land- en bosbouw, inclusief hun multifunctionele rol om de duurzame ontwikkeling en bevordering van plattelandsgebieden te verzekeren en

8.1. B.1.2.

Werktuigen en beoordelingsmethoden voor een duurzaam land- en bosbouwbeheer

1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 20, 21, 24, 26

STREP

13,2

10, 11, 17, 18, 19, 22, 23, 25, 27, 28, 29

SSA of CA

6, 30

CA

8.1. B.1.3.

Modernisering en duurzaamheid van de visserij, inclusief productiesystemen op basis van aquacultuur

1, 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11

STREP

13,6

7, 12

CA

13

SSA

8.1. B.1.4.

Nieuwe en meer milieuvriendelijke productiemethoden ter verbetering van de gezondheid en het welzijn van dieren, inclusief onderzoek naar dierenziekten, zoals mond- en klauwzeer, varkenspest en de ontwikkeling van markervaccins

1

CA

1,3

2

STREP

3, 4, 5

SSA

8.1. B.1.5.

Milieubeoordeling (bodem, water, lucht, lawaai, inclusief de effecten van chemische stoffen)

1, 2, 4, 5, 6, 8, 9

STREP

6,9

3

SSA

7

CA

8.1. B.1.6.

Beoordeling van milieutechnologieën ter ondersteuning van beleidsbeslissingen, in het bijzonder inzake doeltreffende maar goedkope technologieën om aan de milieuwetgeving te voldoen

1, 3

STREP

1,3

2

CA


Gebieden van de Prioriteit „Zorgen voor de gezondheid, veiligheid en kansen voor de Europese burgers”

Taken

Instrumenten

Indicatieve EG-bijdrage

(miljoen EUR)

8.1. B.2.1.

Gezondheidsdeterminanten en de verlening van hoogwaardige, duurzame diensten voor gezondheidszorg en pensioensystemen (in het bijzonder in de context van vergrijzing en demografische verandering)

1, 4, 6

STREP

7,4 — 7,9

2, 3, 7

CA

5

SSA

8.1. B.2.2.

Volksgezondheidskwesties, inclusief tot ziektepreventie bijdragende epidemiologie en antwoorden op in opkomst zijnde zeldzame en overdraagbare ziekten, allergieën, procedures voor het veilig doneren van bloed en organen, testmethoden zonder gebruik van dieren

1, 2, 3,

STREP

5,3 — 5,8

4

CA

5

SSA

8.1. B.2.3.

De gevolgen van milieukwesties voor de gezondheid (waaronder veiligheid op het werk en methoden voor risicobeoordeling en de mitigatie van gevaren van natuurrampen voor mensen)

1, 3

STREP

2,5

2

CA

8.1. B.2.4.

Bestaanskwaliteitskwesties i.v.m. gehandicapten/invaliden (inclusief gelijkwaardige toegangsfaciliteiten)

1, 2

SSA

0,7 — 0,8

8.1. B.2.5.

Comparatief onderzoek naar onderliggende factoren van migratie- en vluchtelingenstromen, inclusief clandestiene immigratie en mensenhandel

1, 2

STREP of CA

1,0 — 1,5

8.1. B.2.6.

Betere middelen om te anticiperen op criminaliteitstrends en -oorzaken, en om de doeltreffendheid van beleid voor de preventie van criminaliteit te beoordelen; beoordeling van nieuwe uitdagingen i.v.m. illegaal drugsgebruik

1, 2, 3

STREP of CA

1,5 — 2,25

8.1. B.2.7.

Vraagstukken i.v.m. civiele bescherming (inclusief bioveiligheid en bescherming tegen risico's van terreuraanslagen), en crisisbeheer

1

SSA

0,5


Gebieden van de Prioriteit „Versterking van het economische potentieel en de samenhang van een grotere en verder geïntegreerde Europese Unie”

Taken

Instrumenten

Indicatieve EG-bijdrage

(miljoen EUR)

8.1. B.3.1.

Versterking van de Europese integratie, van een duurzame ontwikkeling, van concurrentievermogen en handelsbeleid (inclusief betere middelen voor de beoordeling van economische ontwikkeling en cohesie)

GESLOTEN

GESLOTEN

GESLOTEN

8.1. B.3.2.

Ontwikkeling van instrumenten, indicatoren en operationele parameters voor de beoordeling van de prestaties van duurzame transport- en energiesystemen (economisch, ecologisch en sociaal)

1, 5, 6

STREP

9,6

2, 3, 4, 7, 8, 10

SSA

9

CA

8.1. B.3.3.

Algemene veiligheidsanalyse- en valideringssystemen voor vervoer en onderzoek in verband met ongevallenrisico's en veiligheid in mobiliteitssystemen

1

SSA

1,1

8.1. B.3.4.

Prognose en ontwikkeling van innovatief beleid ten behoeve van duurzaamheid op middellange en lange termijn

1, 3, 4, 5, 6

STREP

3,9

2

SSA

8.1. B.3.5.

Vraagstukken betreffende de informatiemaatschappij (zoals beheer en bescherming van digitaal kapitaal, en toegang voor iedereen tot de informatiemaatschappij)

GESLOTEN

GESLOTEN

GESLOTEN

8.1. B.3.6.

De bescherming van het cultureel erfgoed en gerelateerde beschermingsstrategieën

1, 2, 4, 5

STREP

4,0

3

CA

6, 7

SSA

8.1. B.3.7.

Betere kwaliteit, toegankelijkheid en verspreiding van Europese statistieken

GESLOTEN

GESLOTEN

GESLOTEN

9.   Minimumaantal deelnemers (2):

Instrument

Minimumaantal deelnemers

STREP en CA

3 onafhankelijke juridische entiteiten uit 3 verschillende LS of GS, waaronder ten minste 2 LS of GKLS

SSA

1 juridische entiteit uit een LS of GS

10.   Beperkende voorwaarden voor deelname: Geen.

11.   Consortiumovereenkomst: De deelnemers aan OTO-activiteiten die resulteren uit deze uitnodiging zijn niet verplicht een consortiumovereenkomst te sluiten.

12.   Evaluatieprocedure: De evaluatie vindt in één enkele fase plaats.

De voorstellen worden niet anoniem geëvalueerd.

13.   Evaluatiecriteria: Zie bijlage B van het werkprogramma voor de toepasselijke criteria (inclusief de afzonderlijke wegingen en drempels en de totale drempel) per instrument.

14.   Indicatief tijdschema voor de evaluatie en de sluiting van contracten: Resultaten van de evaluatie: Gezien het uitgestrekte terrein dat met de wetenschappelijke beleidsondersteuning(SSP) wordt bestreken en de noodzaak om de samenhang met de thematische prioriteiten van het werkprogramma te verzekeren, zullen op verschillende data evaluaties worden verricht, waarvan de resultaten naar verwachting niet voor juli 2006 beschikbaar zullen zijn.

Ondertekening van het contract: naar schatting zullen de eerste contracten met betrekking tot deze uitnodiging in het laatste kwartaal van 2006 in werking treden.


(1)  STREP = Specifiek gericht onderzoeksproject; CA = Coördinatieactie; SSA = Specifieke ondersteunende actie.

(2)  LS = lidstaten van de EU; GS (inclusief GKLS) = geassocieerde staten; GKLS = geassocieerde kandidaat-lidstaten.

Iedere in een lidstaat of een geassocieerde staat gevestigde juridische entiteit die uit het vereiste aantal deelnemers bestaat, mag individueel deelnemen aan een actie onder contract.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/35


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte”

Thematisch prioritair gebied: „Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften”

Identificatiecodes uitnodiging: FP6-2005-SSP-5B-Influenza

(2005/C 325/15)

1.

Overeenkomstig Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad, van 27 juni 2002, betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (1) heeft de Raad op 30 september 2002 het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (2) (hierna „het specifiek programma” genoemd) vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het specifiek programma heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie” genoemd) op 9 december 2002 een werkprogramma (3) vastgesteld (hierna „het werkprogramma” genoemd) waarin een uitvoeriger beschrijving wordt gegeven van de doelstellingen en de wetenschappelijke en technologische prioriteiten van het specifiek programma, alsmede een tijdschema voor de tenuitvoerlegging ervan.

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en de regels inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2002-2006) (4) (hierna „de regels voor deelneming” genoemd) worden voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract ingediend onder de voorwaarden van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

2.

Deze uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract (hierna „uitnodigingen” genoemd) omvatten dit algemeen tekstdeel en de specifieke voorwaarden uiteengezet in de bijlagen. De bijlagen vermeldten in het bijzonder de sluitingsdatum voor het indienen van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, een indicatieve datum voor de afronding van de beoordelingen, het indicatieve budget, de instrumenten en gebieden die onder de uitnodigingen vallen, de beoordelingscriteria voor voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, het minimumaantal deelnemers en alle van toepassing zijnde beperkingen.

3.

Natuurlijke of rechtspersonen die voldoen aan de voorwaarden in de regels voor deelneming en niet onder een van de uitsluitingsgevallen vallen in de regels voor deelneming en in artikel 114, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5) (hierna „de indieners” genoemd) worden uitgenodigd voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen bij de Commissie, afhankelijk van de vervulling van de voorwaarden in de regels voor deelneming en in de uitnodiging.

In het kader van de onderhandeling over de actie voor de werkzaamheden onder contract zal worden gecontroleerd of de indieners aan de deelnamevoorwaarden voldoen. Voordien moeten de indieners evenwel een verklaring hebben ondertekend dat zij niet in een van de in artikel 93, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeren. Tevens moeten zij de Commissie de informatie hebben medegedeeld als bedoeld in artikel 173, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6).

De Europese Gemeenschap voert een gelijkekansenbeleid en in dit verband worden vrouwen in het bijzonder aangemoedigd om voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen of hierbij betrokken te zijn.

4.

De Commissie stelt — met betrekking tot de uitnodigingen — gidsen voor indieners ter beschikking van de indieners. Deze bevatten informatie over de opstelling en de indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract. De Commissie stelt ook richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen ter beschikking (7). Deze gidsen en richtsnoeren alsook het werkprogramma en andere informatie over de uitnodigingen kunnen bij de Commissie worden verkregen via de volgende adressen:

Europese Commissie

Directoraat-generaal RTD

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 295 60 33

e-mailadres: rtd-policies@cec.eu.int

Internetadres: http://europa.eu.int/comm/research/fp6/ssp/index_en.htm

5.

Men wordt verzocht voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract enkel in te dienen in de vorm van een elektronisch voorstel via het webgebaseerde Electronic Proposal Submission System (EPSS (8)). In exceptionele gevallen echter kan een coördinator aan de Commissie toestemming vragen om een voorstel op papier in te dienen binnen de termijn van de uitnodiging. Dit moet gebeuren door te schrijven naar een van de volgende adressen:

Europese Commissie

Unit A1

Directoraat-generaal RTD

SDME 2/73

B-1049 Brussel

e-mailadres: rtd-policies@cec.eu.int

Het verzoek moet vergezeld gaan van een verklaring waarom een uitzondering wordt gevraagd. Indieners van een voorstel die wensen gebruik te maken van de mogelijkheid om een voorstel op papier in te dienen zijn verantwoordelijk voor de zorg dat deze verzoeken voor een vrijstelling en de desbetreffende procedures tijdig worden afgerond opdat de termijn van de uitnodiging kan worden gehaald.

Alle voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten uit twee delen bestaan: de formulieren (deel A) en de inhoud (deel B).

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen off line of on line worden opgesteld en vervolgens on line worden ingediend. Deel B van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen alleen worden ingediend in PDF („portable document format”), compatibel met Adobe versie 3 of hoger met „embedded fonts” (vast bepaald lettertype). Gecomprimeerde („gezipte”) bestanden worden uitgesloten.

De EPSS-software tool (voor off line of on line gebruik) is beschikbaar via de Cordis-website www.cordis.lu.

On line ingediende voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die onvolledig zijn, onleesbaar zijn of virussen bevatten, worden uitgesloten.

Versies van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die worden ingediend op een wisbaar elektronisch opslagmedium (bv. CD-ROM, diskette), per e-mail of per fax worden uitgesloten.

Elk voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract dat werd toegelaten om via papier te worden ingediend en dat onvolledig is, wordt uitgesloten.

Verdere details betreffende de verschillende procedures voor voorstelindiening worden gegeven in bijlage J van de richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen.

6.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten op zijn laatst op de sluitingsdatum en op het in de desbetreffende uitnodiging gespecificeerde tijdstip de Commissie bereiken. Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die na deze datum en tijdstip aankomen, worden uitgesloten.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die niet voldoen aan de voorwaarden betreffende het minimumaantal deelnemers vermeld in de uitnodiging, worden uitgesloten.

Dit is ook van toepassing betreffende alle bijkomende toelatingscriteria in het werkprogramma.

7.

Ingeval van opeenvolgende indieningen van hetzelfde voorstel voor een OTO-werkzaamheid onder contract onderzoekt de Commissie de laatst ontvangen versie voor de sluitingsdatum en tijd gespecificeerd in de betrokken uitnodiging.

8.

Indien in de relevante uitnodiging daarin is voorzien kunnen voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van een toekomstige evaluatie worden behandeld.

9.

De indieners worden verzocht de relevante identificatiecode van de uitnodiging in alle correspondentie betreffende de uitnodiging (bv. bij een verzoek om informatie of bij indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract) te vermelden


(1)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.

(3)  Besluit C(2002)4789 van de Commissie, zoals gewijzigd bij C(2003)577, C(2003)955, C(2003)1952, C(2003)3543, C(2003)3555, C(2003)4609, C(2003)5183, C(2004)433, C(2004)2002, C(2004)2727, C(2004)3324, C(2004)4178, C(2004)5286, C(2005)27, C(2005)961, C(2005)2076, C(2005)2747, C(2005)3244, C(2005)3390, C(2005)4006, C(2005)4008 en C(2005)5588, alle besluiten niet gepubliceerd.

(4)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(7)  C(2003)883 van 27.3.2003, zoals voor het laatst gewijzigd bij C(2004)1855 van 18.5.2004.

(8)  Het EPSS is een hulpmiddel om de indieners te helpen bij het opstellen en indienen van voorstellen langs elektronische weg.


BIJLAGE

1.   Specifiek programma: „Integratie en versterking van de EOR”

2.   Activiteit: Specifieke activiteit in het kader van beleidsgeoriënteerd onderzoek onder „Beleidsondersteuning en anticiperen op wetenschappelijke en technologische behoeften”

3.   Titel uitnodiging: Wetenschappelijke beleidsondersteuning: Speciale uitnodiging betreffende aviaire/pandemische influenza

4.   Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-SSP-5B-INFLUENZA

5.   Datum van de bekendmaking:

6.   Sluitingsdatum: 22 maart 2006 om 17.00 uur (Brusselse lokale tijd)

7.   Totaal indicatief budget:

Instrument (1)

(miljoen) EUR

STREP, CA en SSA

20

8.   Gebieden en instrumenten:

Gebieden onder de prioriteit „Duurzaam beheer van Europa's natuurlijke hulpbronnen”

Taken

Instrumenten

Indicatieve EG-bijdrage

(miljoen EUR)

8.1. B.1.4.

Nieuwe en meer milieuvriendelijke productiemethoden ter verbetering van de gezondheid en het welzijn van dieren, inclusief onderzoek naar dierenziekten, zoals mond- en klauwzeer, varkenspest en de ontwikkeling van markervaccins

1, 2, 3, 5

STREP

10

6

CA

4

STREP of CA

7

CA of SSA


Gebieden van de Prioriteit „Zorgen voor de gezondheid, veiligheid en kansen voor de Europese burgers”

Taken

Instrumenten

Indicatieve EG-bijdrage

(miljoen EUR)

8.1. B.2.2.

Volksgezondheidskwesties, inclusief tot ziektepreventie bijdragende epidemiologie en antwoorden op in opkomst zijnde zeldzame en overdraagbare ziekten, allergieën, procedures voor het veilig doneren van bloed en organen, testmethoden zonder gebruik van dieren

1, 2, 3

STREP

10

4

SSA

9.   Minimumaantal deelnemers (2):

Instrument

Minimumaantal deelnemers

STREP en CA

3 onafhankelijke juridische entiteiten uit 3 verschillende LS of GS, waaronder ten minste 2 LS of GKLS

SSA

1 juridische entiteit uit een LS of GS

10.   Beperkende voorwaarden voor deelname: Geen.

11.   Consortiumovereenkomst: De deelnemers aan OTO-activiteiten die resulteren uit deze uitnodiging zijn niet verplicht een consortiumovereenkomst te sluiten.

12.   Evaluatieprocedure: De evaluatie verloopt in één fase.

De voorstellen worden niet anoniem geëvalueerd.

13.   Evaluatiecriteria: Zie bijlage B van het werkprogramma voor de toepasselijke criteria (inclusief de afzonderlijke wegingen en drempels en de totale drempel) per instrument.

14.   Indicatief tijdschema voor de evaluatie en de sluiting van contracten: Resultaten van de evaluatie: Gezien het uitgestrekte terrein dat met de wetenschappelijke beleidsondersteuning (SSP) wordt bestreken en de noodzaak om de samenhang met de thematische prioriteiten van het werkprogramma te verzekeren, zullen op verschillende data evaluaties worden verricht, waarvan de resultaten naar verwachting niet voor juli 2006 beschikbaar zullen zijn.

Ondertekening van het contract: naar schatting zullen de eerste contracten met betrekking tot deze uitnodiging in het laatste kwartaal van 2006 in werking treden.


(1)  STREP = Specifiek gericht onderzoeksproject; CA = Coördinatieactie; SSA = Specifieke ondersteunende actie.

(2)  LS = lidstaten van de EU; GS (inclusief GKLS) = geassocieerde staten; GKLS = geassocieerde kandidaat-lidstaten.

Iedere in een lidstaat of een geassocieerde staat gevestigde juridische entiteit die uit het vereiste aantal deelnemers bestaat, mag individueel deelnemen aan een actie onder contract.


22.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 325/40


Bericht van inschrijving voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van maïs van herkomst uit derde landen

(2005/C 325/16)

I.   INSCHRIJVING

1.

Er wordt een inschrijving gehouden voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van maïs van GN-code 1005 90 00 van herkomst uit derde landen.

2.

De totale hoeveelheid waarvoor de verlaging van het recht bij invoer kan worden vastgesteld, bedraagt 700 000 ton.

3.

De inschrijving wordt gehouden en dit bericht bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2093/2005 van de Commissie (1).

II.   TERMIJNEN

1.

De termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste wekelijkse inschrijving gaat in op 30 december 2005 en verstrijkt op 5 januari 2006 om 10.00 uur.

2.

De indieningstermijn voor de volgende wekelijkse inschrijvingen gaat elke week in op vrijdag en verstrijkt op donderdag van de daaropvolgende week, om 10.00 uur.

Dit bericht wordt alleen bekendgemaakt bij de opstelling van de inschrijving. Tenzij de bepalingen inzake de inschrijving worden gewijzigd of vervangen, geldt dit bericht voor alle tijdens de geldigheidsduur van deze inschrijving te houden wekelijkse deelinschrijvingen.

Voor de weken van 7 tot 13 april 2006 en van 19 tot 25 mei 2006, kunnen geen offertes worden ingediend.

III.   OFFERTES

1.

De offertes moeten schriftelijk worden ingediend langs elektronische weg, dan wel door afgifte tegen ontvangstbewijs; zij moeten uiterlijk op de in onder punt II vermelde dag en het daar aangegeven tijdstip in het bezit zijn van de volgende instantie:

Fondo Español de Garantía Agraria (FEGA)

C/Beneficencia 8

E-28004 Madrid

E-mail: secreint@fega.mapya.es

Fax (34-91) 521 98 32, (34-91) 522 43 87.

Offertes die niet langs elektronische weg orden ingediend, moeten in een dubbele, verzegelde enveloppe worden ingezonden. Op de binnenste, eveneens verzegelde, enveloppe, moet de volgende vermelding zijn aangebracht: „Offerte betreffende de inschrijving voor de vaststelling van de verlaging van het recht bij invoer van maïs — Verordening (EG) nr. 2093/2005”.

De inschrijvers blijven gebonden aan hun offerte tot de betrokken lidstaat de gegadigde in kennis heeft gesteld van de gunning.

2.

De offerte, het bewijs en de verklaring bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1839/95 van de Commissie (2) moeten worden gesteld in de officiële taal of in een van de officiële talen van de lidstaat bij de instantie waarvan de offerte wordt ingediend.

IV.   INSCHRIJVINGSWAARBORG

De inschrijvingswaarborg moet worden gesteld ten gunste van de bevoegde instantie.

V.   GUNNING

Door de gunning ontstaat:

a)

het recht op afgifte, in de lidstaat waar de offerte is ingediend, van een invoercertificaat waarin de in de offerte vastgestelde en voor de betrokken hoeveelheid toegewezen verlaging van het recht bij invoer wordt vermeld;

b)

de verplichting om in de onder a) bedoelde lidstaat een invoercertificaat voor die hoeveelheid aan te vragen.


(1)  PB L 335 van 21.12.2005, blz. 3.

(2)  PB L 177 van 28.7.1995, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1558/2005 (PB L 249 van 24.9.2005, blz. 6).