ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 256

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

48e jaargang
15 oktober 2005


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Commissie

2005/C 256/1

Wisselkoersen van de euro

1

2005/C 256/2

Informatieprocedure — Technische regels ( 1 )

2

2005/C 256/3

Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid ( 1 )

8

2005/C 256/4

Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

10

2005/C 256/5

Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

11

2005/C 256/6

Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

12

2005/C 256/7

Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

13

2005/C 256/8

Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

15

2005/C 256/9

Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

16

2005/C 256/0

Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

17

2005/C 256/1

Steunmaategel van de staten — Italië — Steunmaatregel van de staten C 26/2005 (ex N 580/B/2003) — Maatregelen voor de citrusteelt (wijziging van steunmaatregel N 313/01 — bestrijding van het citrus tristeza virus bij citrusvruchten) — Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag opmerkingen te maken

18

2005/C 256/2

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

25

2005/C 256/3

Steunmaatregel van de staten — Portugal — Steunmaatregel van de staten C 30/2004 (ex NN 34/2004) — Vrijstelling van vennootschapsbelasting op vermogenswinst voor bepaalde operaties/transacties van overheidsondernemingen — Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag opmerkingen te maken ( 1 )

26

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Mededelingen

Commissie

15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/1


Wisselkoersen van de euro (1)

14 oktober 2005

(2005/C 256/01)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1999

JPY

Japanse yen

137,67

DKK

Deense kroon

7,4631

GBP

Pond sterling

0,6854

SEK

Zweedse kroon

9,4369

CHF

Zwitserse frank

1,5506

ISK

IJslandse kroon

73,28

NOK

Noorse kroon

7,8335

BGN

Bulgaarse lev

1,9562

CYP

Cypriotische pond

0,5731

CZK

Tsjechische koruna

29,674

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

253,48

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6969

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,9323

RON

Roemeense leu

3,6139

SIT

Sloveense tolar

239,51

SKK

Slowaakse koruna

38,925

TRY

Turkse lira

1,6499

AUD

Australische dollar

1,5982

CAD

Canadese dollar

1,4209

HKD

Hongkongse dollar

9,3077

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7294

SGD

Singaporese dollar

2,0298

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 256,3

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

7,9202

CNY

Chinese yuan renminbi

9,7067

HRK

Kroatische kuna

7,37

IDR

Indonesische roepia

12 130,99

MYR

Maleisische ringgit

4,5258

PHP

Filipijnse peso

66,954

RUB

Russische roebel

34,338

THB

Thaise baht

49,078


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/2


Informatieprocedure — Technische regels

(2005/C 256/02)

(Voor de EER relevante tekst)

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37; PB L 217 van 5.8.1998, blz. 20).

Door de Commissie ontvangen kennisgevingen van nationale voorstellen van technische regels

Referentie (1)

Titel

Vervaldatum van de standstill-termijn van drie maanden (2)

2005/0473/F

Ontwerpbesluit betreffende het maximumgehalte aan chloordecon dat bepaalde levensmiddelen van dierlijke oorsprong mogen bevatten om te worden aangemerkt als geschikt voor menselijke consumptie

 (3)

2005/0474/F

Ontwerpbesluit betreffende het maximumgehalte aan chloordecon dat bepaalde levensmiddelen van plantaardige oorsprong mogen bevatten om te worden aangemerkt als geschikt voor menselijke consumptie

 (3)

2005/0480/B

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 2003 houdende regeling van bepaalde methodes bij het toezicht op en de bescherming bij het vervoer van waarden en betreffende de technische kenmerken van de voertuigen voor waardevervoer

 (3)

2005/0481/F

Besluit houdende wijziging van het besluit van 5 september 2003 inzake het verplicht toepassen van normen

15.12.2005

2005/0482/UK

TR 2505 A — Prestatiespecificatie voor bovengrondse voertuigdetectiesystemen voor vaste verkeerslichtinstallaties

16.12.2005

2005/0483/NL

Voorschriftenregeling registerloodsen

16.12.2005

2005/0484/SI

Voorschriften voor efficiënt energiegebruik in gebouwen (91 pagina's)

19.12.2005

2005/0485/A

Verordening van de bondsminister van Land- en Bosbouw, Milieu en Waterhuishouding houdende wijziging van de verordening inzake verboden en beperkingen ten aanzien van geheel en gedeeltelijk gefluoreerde koolwaterstoffen alsmede van zwavelhexafluoride (HFKW-FKW-SF6-V)

19.12.2005

2005/0486/UK

TR 2506 A — Prestatiespecificatie voor bovengrondse voetgangerdetectiesystemen op oversteekplaatsen

19.12.2005

2005/0487/UK

TR 2507 A — Prestatiespecificatie trottoirbanddetectiesystemen voor gebruik in combinatie met bijdehandse drukknop- en signaalsystemen

19.12.2005

2005/0488/UK

IR 2050 — Interfacespecificatie 2050 van het Verenigd Koninkrijk — Op het land geplaatste radarinstallaties van grondradiostations van de luchtvaartnavigatiedienst

19.12.2005

2005/0489/UK

IR 2051 — Interfacespecificatie 2051 van het Verenigd Koninkrijk — Op het land geplaatste MSSR-radarinstallaties in de modes A, C en S van grondradiostations van de luchtvaartnavigatiedienst

19.12.2005

2005/0490/UK

IR 2052 — Interfacespecificatie 2052 van het Verenigd Koninkrijk — Op het land geplaatste VHF-radioapparatuur van grondradiostations van de mobiele luchtvaartradiodienst (R) voor analoge spraak- en dataverbindingen voor het ACARS-systeem

19.12.2005

2005/0491/UK

IR 2053 — Interfacespecificatie 2053 van het Verenigd Koninkrijk — Op het land geplaatste apparatuur voor het DME-systeem bij grondradiostations van de luchtvaartnavigatiedienst

19.12.2005

2005/0492/F

Ontwerpdecreet houdende wijziging van de „code de la santé publique” (wetboek volksgezondheid) voor wat betreft de gezondheidsveiligheid van water bestemd voor menselijke consumptie

19.12.2005

2005/0493/F

Ontwerpbesluit inzake de kwaliteitskenmerken van verpakt natuurlijk mineraalwater en verpakt bronwater, evenals van water dat wordt gedistribueerd in openbare „buvettes”, inzake toegestane behandelingen en toevoegingen, alsmede inzake vermeldingen op het etiket en houdende intrekking van het besluit van 10 november 2004

19.12.2005

2005/0494/F

Ontwerpbesluit inzake de invoer van verpakt water

19.12.2005

2005/0495/F

Ontwerpbesluit inzake de voorwaarden voor de erkenning van monitoringlaboratoria voor water en houdende uitvoering van de artikelen R. 1321-24 en R. 1322-49 van de „code de la santé publique” (wetboek volksgezondheid)

19.12.2005

2005/0496/F

Ontwerpbesluit inzake het analyseprogramma ten behoeve van de gezondheidscontrole en monitoring van verpakt water dat gebruikt wordt in openbare „buvettes” of in kuurinstellingen

19.12.2005

2005/0497/F

Ontwerpbesluit inzake de samenstelling van het dossier als bedoeld in artikel R.1322-4 van de „code de la santé publique” (wetboek volksgezondheid) (aanvraag van een vergunning voor de exploitatie van natuurlijk mineraalwater ten behoeve van [verpakking], [gebruik voor therapeutische doeleinden in een kuurinstelling], [distributie in openbare „buvettes”]

19.12.2005

De Commissie vestigt de aandacht op het arrest „CIA Security” van 30 april 1996 in zaak C-194/94 (Jur. 1996, blz. I-2201), waarin het Hof van Justitie een interpretatie van de artikelen 8 en 9 van Richtlijn 98/34/EG (voorheen 83/189/EEG) geeft die inhoudt dat derden zich erop kunnen beroepen bij de nationale rechter; deze dient de toepassing van een niet overeenkomstig de richtlijn aangemeld nationaal technisch voorschrift te weigeren.

Met dit arrest wordt de mededeling van de Commissie van 1 oktober 1986 (PB C 245 van 1.10.1986, blz. 4) bevestigd.

Het feit dat niet aan de verplichting tot kennisgeving is voldaan, impliceert dus dat de desbetreffende technische voorschriften niet kunnen worden toegepast jegens derden.

Voor meer informatie over de notificatieprocedure kan contact worden opgenomen met:

Europese Commissie

DG Ondernemingen en industrie, Eenheid C3

BE-1049 Brussel

E-mail: Dir83-189-Central@cec.eu.int

Zie ook de website http://europa.eu.int/comm/enterprise/tris/

Voor eventuele inlichtingen over deze kennisgevingen kunt u terecht bij de nationale diensten waarvan de lijst hieronder is gepubliceerd:

LIJST VAN DE NATIONALE INSTANTIES DIE BELAST ZIJN MET HET BEHEER VAN RICHTLIJN 98/34/EG

BELGIË

BELCERT

Bestuur Kwaliteit en Veiligheid

FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie

North Gate III — 4e etage

Koning Albert II-laan 16

BE-1000 Brussel

Mw. Pascaline Descamps

Tel. (32) (0)2 206 46 89

Fax (32) (0)2 206 57 46

E-mail: pascaline.descamps@mineco.fgov.be

paolo.caruso@mineco.fgov.be

Algemene e-mail: belnotif@mineco.fgov.be

Website: http://www.mineco.fgov.be

TSJECHISCHE REPUBLIEK

Czech Office for Standards, Metrology and Testing

Gorazdova 24

P.O. BOX 49

CZ-128 01 Praha 2

Mr. Miroslav Chloupek

Director of International Relations Department

Tel. (420) 224 907 123

Fax (420) 224 914 990

E-mail: chloupek@unmz.cz

Algemene e-mail: eu9834@unmz.cz

Website: http://www.unmz.cz

DENEMARKEN

Erhvervs- og Boligstyrelsen

Dahlerups Pakhus

Langelinie Allé 17

DK-2100 København Ø

Tel. (45) 35 46 66 89 (direct)

Fax (45) 35 46 62 03

E-mail: Mw. Birgitte Spühler Hansen — bsh@ebst.dk

Gezamenlijke mailbox voor kennisgevingen — noti@ebst.dk

Website: http://www.ebst.dk/Notifikationer

DUITSLAND

Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit

Referat XA2

Scharnhorststr. 34-37

DE-10115 Berlin

Mw. Christina Jäckel

Tel. (49-30) 20 14 63 53

Fax (49-30) 20 14 53 79

E-mail: infonorm@bmwa.bund.de

Website: http://www.bmwa.bund.de

ESTLAND

Ministry of Economic Affairs and Communications

Harju str. 11

EE-15072 Tallinn

Dhr. Karl Stern

Tel. (372) 6 25 64 05

Fax (372) 6 31 36 60

E-mail: karl.stern@mkm.ee

Algemene e-mail: el.teavitamine@mkm.ee

GRIEKENLAND

Ministry of Development

General Secretariat of Industry

Mesogeion 119

EL-101 92 Athens

Tel. (30) 21 06 96 98 63

Fax (30) 21 06 96 91 06

ELOT

(Griekse normalisatie-instelling)

Acharnon 313

EL-111 45 Athens

Tel. (30) 21 02 12 03 01

Fax (30) 21 02 28 62 19

E-mail: 83189in@elot.gr

Website: http://www.elot.gr

SPANJE

Ministerio de Asuntos Exteriores

Secretaría de Estado de Asuntos Europeos

Direccion General de Coordinacion del Mercado Interior y otras Políticas Comunitarias

Subdireccion General de Asuntos Industriales, Energéticos, de Transportes y Comunicaciones y de Medio Ambiente

C/Padilla, 46, Planta 2a, Despacho: 6218

ES-28006 Madrid

Dhr. Angel Silván Torregrosa

Tel. (34-91) 379 83 32

Mw. Esther Pérez Peláez

Technisch Adviseur

E-mail: esther.perez@ue.mae.es

Tel. (34-91) 379 84 64

Fax (34-91) 379 84 01

Algemene e-mail: d83-189@ue.mae.es

FRANKRIJK

Délégation interministérielle aux normes

Direction générale de l'Industrie, des Technologies de l'information et des Postes (DiGITIP)

Service des politiques d'innovation et de compétitivité (SPIC)

Sous-direction de la normalisation, de la qualité et de la propriété industrielle (SQUALPI)

DiGITIP 5

12, rue Villiot

FR-75572 Paris Cedex 12

Mw. Suzanne Piau

Tel. (33) 153 44 97 04

Fax (33) 153 44 98 88

E-mail: suzanne.piau@industrie.gouv.fr

Mw. Françoise Ouvrard

Tel. (33) 153 44 97 05

Fax (33) 153 44 98 88

E-mail: francoise.ouvrard@industrie.gouv.fr

IERLAND

NSAI

Glasnevin

IE-Dublin 9

Dhr. Tony Losty

Tel. (353-1) 807 38 80

Fax (353-1) 807 38 38

E-mail: tony.losty@nsai.ie

Website: http://www.nsai.ie/

ITALIË

Ministero delle attività produttive

Dipartimento per le imprese

Direzione Generale per lo sviluppo produttivo e la competitività

Ispettorato tecnico dell'industria — Ufficio F1

Ministerie van Productieve Activiteiten

Via Molise 2

IT-00187 Roma

Dhr. Vincenzo Correggia

Tel. (39) 06 47 05 26 69

Fax (39) 06 47 88 78 05

E-mail: vincenzo.correggia@minindustria.it

Dhr. Enrico Castiglioni

Tel. (39) 06 47 05 26 69

Fax (39) 06 47 88 77 48

E-mail: enrico.castiglioni@minindustria.it

Algemene e-mail: ucn98.34.italia@attivitaproduttive.gov.it

Website: http://www.minindustria.it

CYPRUS

Cyprus Organization for the Promotion of Quality

Ministry of Commerce, Industry and Tourism

13, A. Araouzou street

CY-1421 Nicosia

Tel. (357) 22 40 93 13 of (357) 22 37 50 53

Fax (357) 22 75 41 03

Dhr. Antonis Ioannou

Tel. (357) 22 40 94 09

Fax (357) 22 75 41 03

E-mail: aioannou@cys.mcit.gov.cy

Mw. Thea Andreou

Tel. (357) 22 40 94 04

Fax (357) 22 75 41 03

E-mail: tandreou@cys.mcit.gov.cy

Algemene e-mail: dir9834@cys.mcit.gov.cy

Website: http://www.cys.mcit.gov.cy

LETLAND

Ministry of Economics of Republic of Latvia

Trade Normative and SOLVIT Notification Division

SOLVIT Coordination Centre

55, Brvibas Street

LV-1519 Riga

Reinis Berzins

Deputy Head of Trade Normative and SOLVIT Notification Division

Tel. (371) 701 32 30

Fax (371) 728 08 82

Zanda Liekna

Solvit Coordination Centre

Tel. (371) 701 32 36

Fax (371) 728 08 82

E-mail: zanda.liekna@em.gov.lv

Algemene e-mail: notification@em.gov.lv

LITOUWEN

Lithuanian Standards Board

T. Kosciuskos g. 30

LT-01100 Vilnius

Mw. Daiva Lesickiene

Tel. (370) 52 70 93 47

Fax (370) 52 70 93 67

E-mail: dir9834@lsd.lt

Website: http://www.lsd.lt

LUXEMBURG

SEE — Service de l'Energie de l'Etat

34, avenue de la Porte-Neuve

B.P. 10

LU-2010 Luxembourg

Dhr. J.P. Hoffmann

Tel. (352) 46 97 46 1

Fax (352) 22 25 24

E-mail: see.direction@eg.etat.lu

Website: http://www.see.lu

HONGARIJE

Hungarian Notification Centre —

Ministry of Economy and Transport

Budapest

Honvéd u. 13-15.

HU-1055

Dhr. Zsolt Fazekas

E-mail: fazekaszs@gkm.hu

Tel. (36) 13 74 28 73

Fax (36) 14 73 16 22

E-mail: notification@gkm.hu

Website: http://www.gkm.hu/dokk/main/gkm

MALTA

Malta Standards Authority

Level 2

Evans Building

Merchants Street

VLT 03

MT-Valletta

Tel. (356) 21 24 24 20

Fax (356) 21 24 24 06

Mw. Lorna Cachia

E-mail: lorna.cachia@msa.org.mt

Algemene e-mail: notification@msa.org.mt

Website: http://www.msa.org.mt

NEDERLAND

Ministerie van Financiën

Belastingdienst/Douane Noord

Team bijzondere klantbehandeling

Centrale Dienst voor In- en uitvoer

Engelse Kamp 2

Postbus 30003

NL-9700 RD Groningen

Dhr. Ebel van der Heide

Tel. (31-50) 523 21 34

Mw. Hennie Boekema

Tel. (31-50) 523 21 35

Mw.Tineke Elzer

Tel. (31-50) 523 21 33

Fax (31-50) 523 21 59

Algemene e-mail:

Enquiry.Point@tiscali-business.nl

Enquiry.Point2@tiscali-business.nl

OOSTENRIJK

Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit

Abteilung C2/1

Stubenring 1

AT-1010 Wien

Mw. Brigitte Wikgolm

Tel. (43-1) 711 00 58 96

Fax (43-1) 715 96 51 of (43-1) 712 06 80

E-mail: not9834@bmwa.gv.at

Website: http://www.bmwa.gv.at

POLEN

Ministry of Economy and Labour

Department for European and Multilateral Relations

Plac Trzech Krzyży 3/5

PL-00-507 Warszawa

Mw. Barbara Nieciak

Tel. (48) 226 93 54 07

Fax (48) 226 93 40 28

E-mail: barnie@mg.gov.pl

Mw. Agata Gągor

Tel. (48) 226 93 56 90

Algemene e-mail: notyfikacja@mg.gov.pl

PORTUGAL

Instituto Portugês da Qualidade

Rua Antonio Gião, 2

PT-2829-513 Caparica

Mw. Cândida Pires

Tel. (351-21) 294 82 36 of 81 00

Fax (351-21) 294 82 23

E-mail: c.pires@mail.ipq.pt

Algemene e-mail: not9834@mail.ipq.pt

Website: http://www.ipq.pt

SLOVENIË

SIST — Slovenian Institute for Standardization

Contact point for 98/34/EC and WTO-TBT Enquiry Point

Šmartinska 140

SI-1000 Ljubljana

Tel. (386) 14 78 30 41

Fax (386) 14 78 30 98

E-mail: contact@sist.si

Mw. Vesna Stražišar

SLOWAKIJE

Mw. Kvetoslava Steinlova

Director of the Department of European Integration,

Office of Standards, Metrology and Testing of the Slovak Republic

Stefanovicova 3

SK-814 39 Bratislava

Tel. (421) 252 49 35 21

Fax (421) 252 49 10 50

E-mail: steinlova@normoff.gov.sk

FINLAND

Kauppa-ja teollisuusministeriö

(Ministry of Trade and Industry)

Bezoekersadres:

Aleksanterinkatu 4

FI-00170 Helsinki

en

Ratakatu 3

FI-00120 Helsinki

Postadres:

PO Box 32

FI-00023 Government

Dhr. Tuomas Mikkola

Tel. (358-9) 57 86 32 65

Fax (358-9) 16 06 46 22

E-mail: tuomas.mikkola@ktm.fi

Mw. Katri Amper

Algemene e-mail: maaraykset.tekniset@ktm.fi

Website: http://www.ktm.fi

ZWEDEN

Kommerskollegium

(National Board of Trade)

Box 6803

Drottninggatan 89

SE-113 86 Stockholm

Mw. Kerstin Carlsson

Tel. (46) 86 90 48 82 of (46) 86 90 48 00

Fax (46) 86 90 48 40 of (46) 830 67 59

E-mail: kerstin.carlsson@kommers.se

Algemene e-mail: 9834@kommers.se

Website: http://www.kommers.se

VERENIGD KONINKRIJK

Department of Trade and Industry

Standards and Technical Regulations Directorate 2

151 Buckingham Palace Road

UK-London SW1 W 9SS

Dhr. Philip Plumb

Tel. (44-207) 215 14 88

Fax (44-207) 215 15 29

E-mail: philip.plumb@dti.gsi.gov.uk

Algemene e-mail: 9834@dti.gsi.gov.uk

Website: http://www.dti.gov.uk/strd

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

EFTA Surveillance Authority

Rue Belliard 35

BE-1040 Brussel

Mw. Adinda Batsleer

Tel. (32) (0)2 286 18 61

Fax (32) (0)2 286 18 00

E-mail: aba@eftasurv.int

Mw. Tuija Ristiluoma

Tel. (32) (0)2 286 18 71

Fax (32) (0)2 286 18 00

E-mail: tri@eftasurv.int

Algemene e-mail: DRAFTTECHREGESA@eftasurv

Website: http://www.eftasurv.int

EFTA

Goods Unit

EFTA Secretariat

Rue Joseph II 12-16

BE-1000 Brussel

Mw. Kathleen Byrne

Tel. (32) 2 286 17 49

Fax (32) 2 286 17 42

E-mail: kathleen.byrne@efta.int

Algemene e-mail: DRAFTTECHREGEFTA@efta.int

Website: http://www.efta.int

TURKIJE

Undersecretariat of Foreign Trade

General Directorate of Standardisation for Foreign Trade

Inönü Bulvari no 36

TR-06510

Emek — Ankara

Dhr. Mehmet Comert

Tel. (90-312) 212 58 98

Fax (90-312) 212 87 68

E-mail: comertm@dtm.gov.tr

Website: http://www.dtm.gov.tr


(1)  Jaar — registratienummer — kennisgevende lidstaat.

(2)  Periode tijdens dewelke een ontwerp niet mag worden goedgekeurd.

(3)  Geen standstill-termijn omdat de Commissie de motivering inzake de urgentie heeft aanvaard.

(4)  Geen standstill-termijn, want het betreft hier technische specificaties of andere eisen of regels betreffende diensten die vergezeld gaan van fiscale of financiële maatregelen in de zin van artikel 1, punt 11, tweede alinea, derde streepje, van Richtlijn 98/34/EG.

(5)  Informatieprocedure stopgezet.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/8


Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid

(2005/C 256/03)

(Voor de EER relevante tekst)

(Bekendmaking van titels en referentienummers van Europese normen in het kader van de richtlijn)

ENO (1)

Referentienummer en titel van de norm

(en referentie document)

CEN

EN 913:1996

Turntoestellen — Algemene veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 916:2003

Turntoestellen — Springkasten — Eisen (inclusief veiligheid) en beproevingsmethoden

CEN

EN 1129-1:1995

Meubelen — Opklapbedden — Veiligheidseisen en beproeving — Deel 1: Veiligheidseisen

CEN

EN 1129-2:1995

Meubelen — Opklapbedden — Veiligheidseisen en beproeving — Deel 2: Beproevingsmethoden

CEN

EN 1130-1:1996

Meubelen — Wiegen voor huiselijk gebruik — Deel 1: Veiligheidseisen

CEN

EN 1130-2:1996

Meubelen — Wiegen voor huiselijk gebruik — Deel 2: Beproevingsmethoden

CEN

EN 1400-1:2002

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Fopspenen voor babies en kleine kinderen — Deel 1: Veiligheidseisen en productinformatie

CEN

EN 1400-2:2002

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Fopspenen voor babies en kleine kinderen — Deel 2: Mechanische eisen en beproevingen

CEN

EN 1400-3:2002

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Fopspenen voor babies en kleine kinderen — Deel 3: Chemische eisen en beproevingen

CEN

EN 1466:2004

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Reiswiegen en standaards — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 1651:1999

Uitrusting voor schermvliegen — Harnasgordels — Veiligheidseisen en sterktebeproeving

CEN

EN 1860-1:2003

Apparaten, vaste brandstoffen en aanmaakhulpmiddelen voor barbecuen — Deel 1: Barbecues voor vaste brandstoffen — Eisen en beproevingsmethoden

CEN

EN ISO 9994:2002

Aanstekers — Veiligheidsbepalingen (ISO 9994:2002)

EN ISO 9994:2002/AC:2004

CEN

EN 12196:2003

Turntoestellen — Paarden en turnbokken — Functionele- en veiligheidseisen, beproevingsmethoden

CEN

EN 12197:1997

Turntoestellen — Rekstokken — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 12346:1998

Turntoestellen — Balken, ladders en klimrekken — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 12432:1998

Turntoestellen — Evenwichtsbalken — Functionele en veiligheidseisen, beproevingsmethoden

CEN

EN 12491:2001

Schermvliegtuigen — Noodparachutes — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 12586:1999

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Zuigspeenhouders — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

EN 12586:1999/AC:2002

CEN

EN 12655:1998

Turntoestellen — Ringentoestellen — Functionele en veiligheidseisen, beproevingsmethoden

CEN

EN 13138-2:2002

Zwemvesten voor zwemles — Deel 2: Eisen en beproevingsmethoden voor drijvende middelen om vast te houden

CEN

EN 13319:2000

Duiktoebehoren — Dieptemeters en gecombineerde diepte- en tijdmeetinstrumenten — Functionele en veiligheidseisen, beproevingsmethoden

CEN

EN 13899:2003

Rolsportmaterieel — Rolschaatsen — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 14059:2002

Decoratieve olielampen — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 14344:2004

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Kinderzitjes voor de fiets — Veiligheidseisen en beproevingsmethoden

CEN

EN 14350-1:2004

Artikelen voor zuigelingen en peuters — Drinkgerei — Deel 1: Algemene en mechanische eisen en beproevingsmethoden

WAARSCHUWING:

Iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatie-instellingen ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen waarvan de lijst een bijlage is bij de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (2), gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG (3).

De publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap.

Deze lijst vervangt de vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd werden. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt.


(1)  ESO: Europese Normalisatie Organisatie:

CEN: rue de Stassart 36, BE-1050 Brussels, tel. (32-2) 550 08 11; fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cenorm.be)

CENELEC: rue de Stassart 35, BE-1050 Brussels, tel. (32-2) 519 68 71; fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org)

ETSI: 650, route des Lucioles, FR-06921 Sophia Antipolis, tel. (33) 492 94 42 00; fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org)

(2)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

(3)  PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/10


Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/04)

(Voor de EER relevante tekst)

VERENIGD KONINKRIJK

Verleende exploitatievergunningen

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Airtime Aviation France Limited t/a Airtime Charters

Hangar 266, Bournemouth Airport, Christchurch, UK-Dorset BH23 6NW

passagiers, post, vracht

7.3.2005

Blue Swan Aviation Limited

The Mill House, Winchester Road, Bishops Waltham, UK-Hants SO32 1AH

passagiers, post, vracht

22.6.2005

Cranfield Helicopters Limited

Unit 182, Camford Way, UK-Luton LU3 3AN

passagiers, post, vracht

16.6.2005

Haverfordwest Air Charter Services Limited t/a Fly Wales

Terminal Building, Haverfordwest Airport, Fishguard Road, Haverfordwest, UK-Pembrokeshire SA62 4BN

passagiers, post, vracht

21.3.2005

Ingetrokken exploitatievergunningen

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaart-maatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Rees J t/a Haverfordwest Air Charter Services

Terminal Building, Haverfordwest Airport, Fishguard Road, Haverfordwest, UK-Pembrokeshire SA62 4BN

passagiers, post, vracht

14.2.2005

Wijziging van de naam van de vergunninghouder

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaart-maatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Nieuwe naam

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Airlong Charter Limited — Aeros Air Charter Limited

SE4 Gloucestershire Airport UK-Cheltenham GL51 6SP

passagiers, post, vracht

21.4.2005

Nowcharm Limited t/a Bookajet — Club 328 Limited

Hangar 2, Southampton International Airport, UK-Southampton S18 6HG

passagiers, post, vracht

31.5.2005


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.

(2)  Gecommuniceerd aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/11


Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/05)

(Voor de EER relevante tekst)

DENEMARKEN

Verleende exploitatievergunningen

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Bel Air Helicopters ApS

Dalbækvej 2A, DK-6670 Holsted

passagiers, post, vracht

1.8.2005


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, p. 1.

(2)  Gecommuniceerd aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/12


Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/06)

(Voor de EER relevante tekst)

ZWEDEN

Verleende exploitatievergunningen

Categorie A:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die niet voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Transwede Airways AB

556577-8676

Box 2011

SE-432 Landvetter

passagiers, post, vracht

29.3.2005

IBA International Business Airlines AB

Rådhusgaran 2

SE-374 36 Karlshamn

passagiers, post, vracht

21.12.2004

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Flygcentrum i Stockholm AB

556623-0362

Box 4146

SE-181 04 Lindigö

passagiers, post, vracht

18.1.2005

HeliNature AB

556644-6612

Midsommarvägen 34

SE-126 35 Hägersten

passagiers, post, vracht

16.6.2005

SOS Flygambulans AB

556061-5949

Säve flygplatsväg 16

SE-423 3 Säve

passagiers, post, vracht

4.10.2004

Ingetrokken exploitatievergunningen

Categorie A:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die niet voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

IBA International Business Air AB

Rådhusgatan 2

SE-374 36 Karlshamn

passagiers, post, vracht

21.12.2004


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, p. 1.

(2)  Gecommuniceerd aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/13


Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/07)

(Voor de EER relevante tekst)

DUITSLAND

Verleende exploitatievergunningen

Categorie A:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die niet voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

DAUair Verwaltungs AG

Seelandstraße 1a

DE-23569 Lübeck

passagiers, post, vracht

8.6.2005

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Helicopter Service Bremen GmbH

Otto-Lilienthal-Straße 23

DE-27777 Ganderkesee

passagiers, post, vracht

16.9.2005

Deutsche Seeflug GmbH & Co KG

Zum Lankenaner Höft

DE-28197 Bremen

passagiers, post, vracht

16.9.2005

business air charter GmbH

Ronneburger Straße 74

DE-07546 Gera

passagiers, post, vracht

5.1.2005

Proflight GmbH

Louis-Leitz-Straße 1

DE-28355 Bremen

passagiers, post, vracht

5.1.2005

Alpha Exec Flugbatriebs

Hansastr. 8

DE-91126 Schwabach

passagiers, post, vracht

15.2.2005

Air Alliance Flight Center GmbH

Siegerland-Flughafen

DE-59299 Burbach

passagiers, post, vracht

14.4.2005

Flight Team GmbH

Flugplatzstraße 20

DE-97437 Haßfurt

passagiers, post, vracht

10.6.2005

Bluebird Aviation GmbH

Blumenfeldstraße 18

DE-44795 Bochum

passagiers, post, vracht

1.7.2005

Ingetrokken exploitatievergunningen

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Amadeus Flugdienst GmbH & Co. KG

Flughafen Hahn

Gebäude 663

DE-55483 Lautzenhausen

passagiers, post, vracht

22.8.2005

Executive Air Frankfurt GmbH

Paul-Ehrlich-Str. 27

DE-60596 Frankfurt/Main

passagiers, post, vracht

1.2.2005

Helicopter Geschäftsreisen

Neuenkirchener Landstraße 86

DE-33378 Rheda-Wiedenbrück

passagiers, post, vracht

10.6.2005


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, p. 1.

(2)  Gecommuniceerd aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/15


Publikatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/08)

(Voor de EER relevante tekst)

SPANJE

Wijziging van de naam van de vergunninghouder

Categorie A:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die niet voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Nieuwe naam

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

Cygnus Air SA — Corporación Ygnus Air SA

 

passagiers, post, vracht

8.3.2005


(1)  PB nr. L 240 van 24.8.1992, p. 1.

(2)  Gecommuniceerd aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/16


Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/09)

(Voor de EER relevante tekst)

GRIEKENLAND

Verleende exploitatievergunningen

Categorie A:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die niet voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

ALEXANDAIR

Vassileos Pavlou 82, EL-16673, Voula, Athens

passagiers, post, vracht

21.6.2005

EUROAIR

Gklystis 59, EL-11744, Athens

passagiers, post, vracht

8.8.2005

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

SKY EXPRESS

Kratikos Aerolimenas Irakliou — Heraklion State Airport

passagiers, post, vracht

8.8.2005

Ingetrokken exploitatievergunningen

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

HELLAS AIR S.A.

Tsiller 50, EL-11144 Athens

passagiers, post, vracht

8.1.2004


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.

(2)  Aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005 meegedeeld.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/17


Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2005/C 256/10)

(Voor de EER relevante tekst)

LITOUWEN

Verleende exploitatievergunningen

Categorie B:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

JSC Aviation Training Center

Asiukliu str. 11/18, Vilnius, Lithuania

passagiers, post, vracht

15.1.2005


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.

(2)  Aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005 meegedeeld.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/18


STEUNMAATEGEL VAN DE STATEN — ITALIË

Steunmaatregel van de staten C 26/2005 (ex N 580/B/2003) — Maatregelen voor de citrusteelt (wijziging van steunmaatregel N 313/01 — bestrijding van het citrus tristeza virus bij citrusvruchten)

Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag opmerkingen te maken

(2005/C 256/11)

De Commissie heeft Italië bij schrijven van 20 juli 2005, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de bovengenoemde steunmaatregel.

Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen maken door deze, binnen één maand vanaf de datum van de bekendmaking van deze samenvatting en de daaropvolgende brief, te zenden aan:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling

Directoraat H. Landbouwwetgeving

Eenheid H.2. Mededingingsvoorwaarden

Kamer: Wet 130 5/128

BE-1049 Brussel

Faxnr: (32-2) 296 76 72

Deze opmerkingen zullen ter kennis van Italië worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkingen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.

SAMENVATTING

De betrokken maatregel betreft het gebruik, voor de bestrijding van het citrus tristeza virus bij citrusvruchten, van een deel van de extra begrotingsmiddelen (12 911 422 euro) die ook zijn bestemd voor de verdere financiering van de door de Commissie goedgekeurden steunregeling N 313/01 (steunmaatregelen voor de citrusteelt). Ook de verdere financiering van de eigenlijke steunregeling is goedgekeurd.

De door verschillende Italiaanse gewesten ingediende programma's voor de bestrijding van het citrus tristeza virus voorzien in maatregelen voor de preventie van de ziekte, schadeloosstelling voor de geleden verliezen, onderzoek en technische bijstand.

Evaluatie

Op grond van de gegevens waarover de Commissie momenteel beschikt, kan zij niet beoordelen of de door Sicilië in het kader van het programma voor de bestrijding van het citrus tristeza virus voorgenomen onderzoekswerkzaamheden in alle gevallen worden gefinancierd met inachtneming van de vier voorwaarden die zijn vastgesteld in de Mededeling van 1988 tot wijziging van de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling, of anders met inachtneming van de bepalingen van die kaderregeling.

TEKST VAN DE BRIEF

«1.

Con la presente, mi pregio di informarLa che la Commissione, dopo aver esaminato le informazioni fornite dalle autorità italiane, ha deciso da un lato di avviare la procedura di cui all'articolo 88, paragrafo 2, del trattato CE nei confronti di una parte del programma di lotta contro la tristeza degli agrumi previsto dalla Sicilia (misure relative alla ricerca) e, dall'altro, di non sollevare obiezioni nei confronti delle parti rimanenti di tale programma, né nei confronti dei programmi comunicati anche dalla Campania e dalla Basilicata.

PROCEDIMENTO

2.

Con lettera del 15 dicembre 2003, protocollata il 16 dicembre 2003, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha notificato la misura in oggetto alla Commissione, a norma dell'articolo 88, paragrafo 3, del trattato.

3.

Con lettera del 20 gennaio 2004 i servizi della Commissione hanno chiesto alle autorità italiane informazioni complementari sulla misura in oggetto.

4.

Con lettera del 30 aprile 2004 i servizi della Commissione, non avendo ricevuto alcuna risposta alla loro richiesta di informazioni del 20 gennaio 2004, hanno inviato un sollecito alle autorità italiane.

5.

Con lettera del 24 maggio 2004, protocollata il 25 maggio 2004, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso ai servizi della Commissione una lettera nella quale le autorità italiane chiedevano una proroga del termine di risposta ai quesiti di cui alla lettera del 20 gennaio 2004.

6.

La proroga è stata concessa alle autorità italiane con lettera del 3 giugno 2004.

7.

Con lettera del 30 giugno 2004, protocollata il 2 luglio 2004, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha comunicato alla Commissione le informazioni complementari richieste alle autorità italiane nella lettera del 20 gennaio 2004.

8.

La misura in oggetto consiste nell'assegnazione di uno stanziamento supplementare per il finanziamento delle misure autorizzate nell'ambito dell'aiuto N 313/01 (1), ma secondo le indicazioni della notifica una parte di questo stanziamento deve servire a finanziare misure di lotta contro il virus della tristeza degli agrumi non esaminate nell'ambito del fascicolo N 313/01. Constatata la disponibilità di tutte le informazioni necessarie per esaminare il rifinanziamento delle misure autorizzate nell'ambito del fascicolo N 313/01, ma non essendo ancora in possesso di alcune informazioni sulle misure di lotta contro il virus della tristeza degli agrumi, i servizi della Commissione hanno pertanto deciso, per non bloccare il rifinanziamento di misure già approvate, di suddividere la pratica in due parti: una parte A per il rifinanziamento di misure già autorizzate e una parte B per le misure di lotta contro il virus della tristeza degli agrumi (2).

9.

La parte A del fascicolo è stata approvata dalla Commissione (3).

10.

Con lettera del 12 agosto 2004 i servizi della Commissione hanno chiesto alle autorità italiane informazioni complementari sulla parte B del fascicolo.

11.

Con lettera del 27 settembre 2004, protocollata il 29 settembre 2004, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha comunicato alla Commissione le informazioni complementari richieste alle autorità italiane nella lettera del 12 agosto 2004.

12.

Poiché le informazioni fornite dalle autorità italiane apparivano incomplete, i servizi della Commissione hanno chiesto una nuova serie di precisazioni con lettera dell'11 ottobre 2004.

13.

Con lettera del 25 ottobre 2004, protocollata il 27 ottobre 2004 e con lettera del 9 novembre 2004, protocollata il 15 novembre 2004, detta Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione le precisazioni chieste alle autorità italiane nella lettera dell'11 ottobre 2004.

14.

Poiché le informazioni fornite dalle autorità italiane apparivano ancora incomplete, i servizi della Commissione hanno chiesto una nuova serie di precisazioni con la lettera del 23 novembre 2004.

15.

Nel frattempo, con lettera del 19 novembre 2004, protocollata il 24 novembre 2004, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione una lettera delle autorità italiane alla quale era allegato il programma di lotta contro la tristeza degli agrumi adottato dalla Campania.

16.

Con lettera del 9 dicembre 2004, i servizi della Commissione hanno richiamato l'attenzione delle autorità italiane sul fatto che, poiché il fascicolo riguardava un certo numero di regioni, l'esame di compatibilità delle misure previste sarebbe stato effettuato dopo la ricezione dei piani di lotta di tutte le regioni.

17.

Con lettera del 16 dicembre 2004, protocollata il 20 dicembre 2004, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione una lettera in cui le autorità italiane chiedevano che ogni programma fosse esaminato immediatamente dopo la trasmissione.

18.

Con lettera del 10 gennaio 2005, protocollata l'11 gennaio 2005, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione una lettera delle autorità italiane alla quale era allegato il programma di lotta contro la tristeza degli agrumi adottato dalla Basilicata.

19.

Dinanzi a questo modo di procedere i servizi della Commissione hanno ritenuto opportuno rammentare alle autorità italiane, con lettera del 19 gennaio 2005, che per motivi di semplificazione amministrativa sarebbe stata adottata una decisione unica per tutti i programmi di lotta presentati, invitando nel contempo dette autorità ad indicare quando ritenessero completata la trasmissione di tutti i programmi di lotta contro la tristeza degli agrumi. Tale posizione è stata ribadita alla riunione del 25 gennaio 2005, durante la quale le autorità italiane hanno infine confermato che avrebbero avvertito la Commissione non appena l'invio dei programmi di lotta poteva considerarsi completato.

20.

Con lettera del 14 febbraio 2005, protocollata il 15 febbraio 2005, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione una lettera con cui le autorità italiane chiedevano una decisione sulle misure previste nell'ambito dei programmi di lotta della Calabria, della Campania e della Basilicata.

21.

Con lettera del 28 febbraio 2005, protocollata il 1o marzo 2005, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione una lettera delle autorità italiane alla quale era allegato il programma di lotta contro la tristeza degli agrumi adottato dalla Regione Siciliana.

22.

Durante il mese di marzo 2005 le autorità italiane, nonostante gli accordi presi nella riunione del 19 gennaio 2005, hanno più volte insistito perché venisse adottata una decisione separata sul programma di lotta contro la tristeza degli agrumi presentato dalla Calabria.

23.

Dopo attenta riflessione i servizi della Commissione hanno deciso di scindere per l'ultima volta il fascicolo N 580/03 e di creare una parte C riservata al programma di lotta contro la tristeza degli agrumi presentato dalla Calabria. Parallelamente, con lettera del 5 aprile 2005, gli stessi servizi hanno inviato una nuova domanda di complementi di informazione sugli aspetti rimanenti della parte B del fascicolo, ossia sul finanziamento delle misure di lotta contro la tristeza degli agrumi previsto nei programmi di lotta della Campania, della Basilicata e della Sicilia.

24.

Con lettera del 13 maggio 2005, protocollata il 18 maggio 2005, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha comunicato alla Commissione i complementi di informazione chiesti alle autorità italiane nella lettera del 5 aprile 2005, ma limitatamente ai programmi della Campania e della Basilicata.

25.

Con lettera del 10 giugno 2005, protocollata il 17 giugno 2005, la Rappresentanza permanente d'Italia presso l'Unione europea ha trasmesso alla Commissione i complementi d'informazione sul programma della Regione siciliana richiesti nella precitata lettera del 5 aprile.

26.

La presente decisione riguarda esclusivamente gli aspetti rimanenti della parte B del fascicolo, ossia il finanziamento delle misure di lotta contro la tristeza degli agrumi contemplate dai programmi di lotta della Campania, della Basilicata e della Sicilia.

DESCRIZIONE

27.

La misura in esame prevede di destinare alla lotta contro il virus della tristeza degli agrumi una parte di uno stanziamento supplementare di 12 911 422 EUR, anch'esso destinato al rifinanziamento del regime di aiuto N 313/01 (interventi nel settore dell'agrumicoltura) approvato dalla Commissione (4). Il rifinanziamento del regime propriamente detto è stato anch'esso approvato (5).

28.

Per la lotta contro il virus della tristeza degli agrumi, i programmi presentati dalle regioni interessate prevedono le misure che passiamo a descrivere.

Campania

29.

Il programma della Campania, della durata prevista di tre anni e un costo stimato di 100 000 EUR (6), contempla le seguenti azioni:

a)

azioni di formazione degli ispettori fitosanitari;

b)

seminari di informazione per gli agrumicoltori; creazione di una pagina Internet interattiva per informare gli agrumicoltori e repertoriare i casi sospetti;

c)

l'organizzazione del controllo della malattia (campionamenti, formazione del personale del laboratorio fitopatologico regionale);

d)

accantonamento del 10 % dell'importo assegnato al programma per compensare parzialmente (80 %) le eventuali perdite subite in caso di distruzione delle piante [se non si riscontra alcun caso di malattia i fondi saranno utilizzati per la lotta contro la malattia, cfr. lettera c)];

e)

la creazione di centri di moltiplicazione di materiali certificati.

Basilicata

30.

Il programma della Basilicata, della durata prevista di due anni e un costo stimato di 100 000 EUR, contempla le seguenti azioni:

a)

il controllo del virus (missioni di ispezione);

b)

realizzazione di un catasto agrumicolo;

c)

seminari di informazione per gli agrumicoltori;

d)

indennizzo per l'estirpazione, la distruzione delle piante e il reimpianto (25 EUR per pianta, con un massimale di 10 000 EUR per l'insieme degli indennizzi).

Sicilia

31.

Il programma della Regione Siciliana, il cui costo stimato è di 7 640 000 EUR e la cui durata prevista è di tre anni, contempla le seguenti azioni:

a)

realizzazione di ricerche sulla malattia;

b)

monitoraggio della malattia (pianificazione dei campionamenti; prelievo di campioni e realizzazione di analisi da parte del Servizio Fitosanitario Regionale; potenziamento dei laboratori di tale Servizio; delimitazione delle aree di indagine, redazione e presentazione delle relazioni);

c)

informazione degli agrumicoltori (organizzazione di seminari, attività di formazione).

VALUTAZIONE

32.

Secondo l'articolo 87, paragrafo 1, del trattato, sono incompatibili con il mercato comune, nella misura in cui incidano sugli scambi tra Stati membri, gli aiuti concessi dagli Stati, ovvero mediante risorse statali, sotto qualsiasi forma che, favorendo talune imprese o talune produzioni, falsino o minaccino di falsare la concorrenza.

33.

In un certo numero di casi (cfr. infra) gli interventi finanziari previsti corrispondono a tale definizione, nel senso che favoriscono una produzione (gli agrumi) e sono tali da poter incidere sugli scambi data l'importanza della posizione occupata dall'Italia nella produzione agrumicola a livello comunitario (nel 2002 l'Italia è stata il secondo produttore di agrumi dell'Unione).

34.

Tuttavia, nei casi previsti dall'articolo 87, paragrafi 2 e 3, del trattato, alcune misure possono, in via derogatoria, essere considerate compatibili con il mercato comune.

35.

Nella fattispecie, tenendo conto della natura degli aiuti sopra descritti, l'unica deroga applicabile è quella prevista dall'articolo 87, paragrafo 3, lettera c), del trattato, in base alla quale possono essere ritenuti compatibili con il mercato comune gli aiuti destinati ad agevolare lo sviluppo di talune attività o di talune regioni economiche, sempre che non alterino le condizioni degli scambi in misura contraria al comune interesse.

36.

Perché si possa applicare tale deroga le misure previste, data la loro natura, devono essere conformi alle seguenti disposizioni:

a)

gli Orientamenti comunitari per gli aiuti di Stato nel settore agricolo (7);

b)

la Comunicazione della Commissione del 1998 che modifica la „Disciplina comunitaria per gli aiuti di Stato alla ricerca e sviluppo” (8), o la disciplina stessa (9).

37.

Al riguardo la Commissione formula le seguenti osservazioni con riferimento ai vari programmi descritti.

Campania

38.

Nella loro lettera del 13 maggio 2005, le autorità italiane hanno precisato che rinunciavano a destinare una parte dello stanziamento assegnato al programma alla creazione di centri di moltiplicazione di materiale certificato. L'importo previsto di 10 000 EUR sarà ripartito in parti uguali tra le altre quattro misure del programma.

39.

Per quanto riguarda le misure che restano da analizzare, la Commissione constata che le azioni di formazione e di aggiornamento degli ispettori fitosanitari [punto 29, lettera a)], organizzate dalla Regione per i suoi esperti escludono gli operatori economici. Si può pertanto considerare che il finanziamento di tali azioni non sia tale da falsare la concorrenza alterando gli scambi tra gli Stati membri in misura contraria al comune interesse.

40.

Le azioni descritte al punto 29, lettera b), costituiscono prestazioni di assistenza tecnica a favore degli agrumicoltori, contemplate dal punto 14 degli orientamenti, in base al quale l'aiuto non può superare 100 000 EUR per beneficiario e per triennio (poiché il beneficiario è il destinatario del servizio, ossia nella fattispecie l'agrumicoltore).

41.

La Commissione constata che, tenendo conto del numero di azioni da finanziare nell'ambito del programma con lo stanziamento disponibile (100 000 EUR), del numero di beneficiari potenziali nella Regione e della durata del programma (tre anni), non c'è il rischio che il massimale indicato al punto precedente venga superato. Inoltre, nella lettera del 13 maggio 2005, le autorità italiane hanno indicato che le azioni saranno attuate dalla Regione stessa ma che, qualora l'organizzazione delle prestazioni di assistenza tecnica fosse delegata ad un'associazione di produttori, tale servizio dovrebbe obbligatoriamente essere accessibile agli operatori non membri dell'associazione stessa e che l'intervento regionale sarà rigorosamente limitato alla copertura delle spese connesse al seminario.

42.

Tenendo conto di tutte le indicazioni suddette, si possono considerare soddisfatte le disposizioni del punto 14 degli orientamenti.

43.

Le azioni descritte al punto 29, lettere c) e d), rientrano nel disposto del punto 11.4 degli orientamenti relativo in particolare agli aiuti a favore della lotta contro le fitopatie.

44.

In tale punto degli orientamenti si precisa, in sostanza, che la malattia deve costituire una preoccupazione pubblica confermata dall'esistenza di disposizioni legislative, regolamentari o amministrative che permettano di intervenire, che le misure previste devono essere finalizzate alla prevenzione oppure alla compensazione e devono essere conformi alla normativa fitosanitaria comunitaria e che in nessun caso ci può essere sovracompensazione del danno subito o delle spese sostenute.

45.

In base alle informazioni che le sono state comunicate, la Commissione constata che esistono disposizioni nazionali che prevedono la lotta obbligatoria contro la tristeza degli agrumi (decreto ministeriale del 22 novembre 1996); che le misure previste perseguono contemporaneamente l'obiettivo della prevenzione [cfr. punto 29, lettera c)] e della compensazione [cfr. punto 29, lettera d)] e rientrano nel campo di applicazione della direttiva 2000/29/CE (il che le rende compatibili con la normativa fitosanitaria comunitaria); che infine non v'è alcun rischio di sovracompensazione delle perdite subite o delle spese sostenute (da una parte i campionamenti sono realizzati dal laboratorio fitopatologico regionale, cioè da un ente pubblico, e sono finanziati dalla Regione al 100 %; dall'altra, le perdite degli agricoltori sono coperte solo nella misura del 80 %).

46.

Le suddette precisazioni dimostrano che sono rispettate le disposizioni di cui al punto 11.4 degli orientamenti.

47.

Infine, finanziando la formazione del personale del laboratorio fitopatologico regionale (ossia dipendenti pubblici) la Regione non è in posizione da falsare la concorrenza alterando gli scambi tra gli Stati membri in misura contraria al comune interesse.

48.

La Commissione può quindi concludere che nel programma della Regione Campania:

il finanziamento della formazione e dell'aggiornamento degli ispettori fitosanitari e il finanziamento del personale del laboratorio fitopatologico regionale non costituiscono aiuti di Stato ai sensi dell'articolo 87, paragrafo 1, del trattato;

le altre misure analizzate possono beneficiare della deroga prevista all'articolo 87, paragrafo 3, lettera c), del trattato in quanto aiuti destinati ad agevolare lo sviluppo di talune attività o di talune regioni economiche senza alterare gli scambi in misura contraria al comune interesse e possono pertanto essere considerate compatibili con il mercato comune.

Basilicata

49.

Le informazioni disponibili dimostrano che le azioni descritte al punto 30, lettere a), b), e d), costituiscono misure di prevenzione e di compensazione nell'ambito della lotta contro le fitopatie, ai sensi del citato punto 11.4 degli orientamenti.

50.

Per quanto riguarda le condizioni da rispettare valgono anche per il programma della Basilicata le considerazioni esposte nell'analisi del programma della Campania quanto all'esistenza di disposizioni che impongono la lotta contro la malattia, l'obiettivo da raggiungere e la conformità con la normativa fitosanitaria comunitaria.

51.

Per quanto riguarda la compensazione delle perdite e delle spese, la Commissione constata che la realizzazione del catasto nell'ambito della prevenzione della malattia è un'attività realizzata dalla Regione per proprio conto e non rischia pertanto di falsare la concorrenza alterando gli scambi tra gli Stati membri in misura contraria al comune interesse. Il finanziamento delle missioni di ispezione configura invece un aiuto indiretto in quanto le relative spese non sono sostenute dagli agrumicoltori e si può ritenere che gli stessi beneficino pertanto di un aiuto del 100 % per tali spese, intensità peraltro espressamente autorizzata dal punto 11.4 degli orientamenti.

52.

Per quanto riguarda la compensazione delle perdite subite a causa dell'estirpazione o della distruzione delle piante, la Commissione constata che il programma di lotta prevede un importo limitato a 10 000 EUR per l'insieme degli indennizzi da concedere. Con un aiuto di 25 EUR per pianta la dotazione finanziaria si limiterebbe pertanto a 400 piante. Data la superficie agrumicola della Basilicata (9 000 ettari secondo i dati comunicati dalle autorità italiane) e la conseguente necessità di ridurre l'aiuto per poter soddisfare tutti gli interessati, la Commissione ne conclude che non vi sono rischi di sovracompensazione delle perdite subite.

53.

Le considerazioni che precedono dimostrano dunque che le misure descritte al punto 30, lettere a), b) e d), soddisfano le condizioni del punto 11.4 degli orientamenti.

54.

La misura di cui al punto 30, lettera c), costituisce una misura di assistenza tecnica ai sensi del punto 14 degli orientamenti.

55.

Tenendo conto della dotazione finanziaria disponibile globalmente per il programma, della sua durata e del numero di beneficiari potenziali, non vi sono rischi di superamento del massimale di aiuto previsto per gli aiuti a favore dell'assistenza tecnica (cfr. punto 40). Inoltre, le autorità italiane hanno precisato che i seminari saranno organizzati solo dalla Regione, senza fare ricorso a terzi.

56.

Tenendo conto di tutte le indicazioni sopra esposte, si possono considerare soddisfatte le disposizioni del punto 14 degli orientamenti.

57.

La Commissione può quindi concludere che, in base all'analisi condotta alla luce dei due punti succitati degli orientamenti, il finanziamento del programma di lotta contro la tristeza degli agrumi in Basilicata:

non costituisce un aiuto di Stato ai sensi dell'articolo 87, paragrafo 1, del trattato per quanto riguarda la realizzazione del catasto indicato al punto 51;

può beneficiare della deroga prevista all'articolo 87, paragrafo 3, lettera c), del trattato in quanto aiuto destinato ad agevolare lo sviluppo di talune attività o talune regioni economiche senza alterare gli scambi in misura contraria al comune interesse, per quanto riguarda tutte le altre misure esaminate,

ossia è compatibile con il mercato comune in tutti i casi.

Sicilia

58.

Le misure del programma di lotta contro la tristeza degli agrumi presentato dalla Sicilia devono essere analizzate tenendo conto di varie disposizioni:

la misura descritta al punto 31, lettera a), alla luce delle disposizioni della Disciplina comunitaria per gli aiuti di Stato alla ricerca e sviluppo o della comunicazione della Commissione del 1998 (10) che modifica la disciplina comunitaria per gli aiuti di Stato alla ricerca e sviluppo (11),

la misura descritta al punto 31, lettera b), alla luce del punto 11.4 degli orientamenti,

la misura descritta al punto 31, lettera c), alla luce del punto 14 degli orientamenti.

59.

La Commissione constata che nella loro lettera del 13 maggio 2005 le autorità italiane non hanno risposto alle domande in merito a tali misure contenute nella lettera della Commissione del 5 aprile 2005. L'esame delle misure terrà quindi conto anche di questo contesto.

60.

Per quanto riguarda la misura descritta al punto 31, lettera b), la Commissione che nella propria lettera del 5 aprile 2005 non aveva peraltro sollevato domande in proposito, constata che sarà rispettato il punto 11.4 degli orientamenti in quanto:

valgono anche per il programma della Sicilia le considerazioni sviluppate nell'analisi dei programmi della Campania e della Basilicata in merito all'esistenza di disposizioni che impongono la lotta contro la malattia e alla conformità con la normativa fitosanitaria comunitaria,

le misure perseguono chiaramente l'obiettivo della prevenzione, in conformità del punto 11.4 degli orientamenti,

le sole spese che vengono integralmente finanziate e che configurano un aiuto indiretto sono a carico del Servizio Fitosanitario Regionale, dato che l'agrumicoltore non deve sostenere il costo dei campionamenti e delle analisi e si può pertanto considerare che egli benefici di un aiuto pari al 100 % per tali spese, intensità che tuttavia è espressamente autorizzata dal punto 11.4 degli orientamenti,

le altre spese connesse alla misura (delimitazione delle zone e redazione delle relazioni, potenziamento dei laboratori del Servizio Fitosanitario Regionale, pianificazione dei campionamenti) riguardano organismi pubblici e il loro finanziamento non è tale da falsare la concorrenza in modo da alterare gli scambi tra gli Stati membri in misura contraria all'interesse comune.

61.

La Commissione può pertanto concludere che il finanziamento di tale misura:

può beneficiare della deroga prevista all'articolo 87, paragrafo 3, lettera c), del trattato in quanto aiuto destinato ad agevolare lo sviluppo di talune attività o talune regioni economiche senza alterare gli scambi in misura contraria al comune interesse, per quanto riguarda le spese descritte al precedente punto 60, terzo trattino,

non costituisce un aiuto di Stato ai sensi dell'articolo 87, paragrafo 1, del trattato per quanto riguarda le spese descritte al precedente punto 60, quarto trattino,

ossia è compatibile con il mercato comune in tutti i casi.

62.

Per quanto riguarda l'assistenza tecnica [cfr. punto 31, lettera c)], la Commissione constata, sulla base dei complementi di informazione forniti dalle autorità italiane con lettera del 10 giugno 2005, che gli aiuti non potranno in alcun caso superare 100 000 EUR per beneficiario e per triennio o il 50 % della spesa nel caso di PMI, cui si applicano gli aiuti più elevati. Inoltre, se sono fornite da associazioni di produttori, le prestazioni saranno accessibili a tutti gli interessati e gli aiuti potranno coprire solamente le spese legate alla prestazione stessa. Infine, in caso di selezione di terzi per la fornitura di prestazioni, saranno rispettate le direttive applicabili in materia di aggiudicazione di appalti pubblici o, in caso di inapplicabilità delle stesse, saranno seguite procedure trasparenti e non discriminatorie.

63.

Tenuto conto di queste precisazioni, la Commissione può constatare che saranno rispettate le disposizioni pertinenti del punto 14 degli orientamenti e che gli aiuti al finanziamento di prestazioni di assistenza tecnica possono beneficiare della deroga prevista all'articolo 87, paragrafo 3, lettera c), del trattato in quanto aiuti destinati ad agevolare lo sviluppo di alcune attività o regioni economiche senza alterare gli scambi in misura contraria al comune interesse (e quindi compatibili con il mercato comune).

64.

Sulla base di questa prima parte dell'analisi la Commissione decide di:

non sollevare obiezioni in merito al finanziamento dei programmi di lotta contro la tristeza degli agrumi presentati dalla Campania e dalla Basilicata, constatando che, per alcune misure, non costituisce un aiuto di Stato ai sensi dell'articolo 87, paragrafo 1, del trattato, e che, per altre misure, costituisce un aiuto compatibile con il mercato comune;

di non sollevare obiezioni in merito al finanziamento della misura di prevenzione contemplata nel programma di lotta contro la tristeza degli agrumi presentato dalla Sicilia, constatando che, per alcuni aspetti, non costituisce un aiuto di Stato ai sensi dell'articolo 87, paragrafo 1, del trattato, e che, per altri aspetti, costituisce un aiuto compatibile con il mercato comune;

di non sollevare obiezioni in merito al finanziamento della misura di assistenza tecnica prevista dal programma di lotta contro la tristeza degli agrumi presentato dalla Sicilia, constatando che è compatibile con il mercato comune.

65.

Per il finanziamento delle attività di ricerca previste dal programma di lotta contro la tristeza degli agrumi presentato dalla Sicilia [cfr. punto 31, lettera a)], la Commissione osserva che, nella lettera del 10 giugno 2005, le autorità italiane hanno precisato che:

le attività di ricerca sarebbero svolte da istituti universitari od organismi dell'amministrazione regionale, comunque sempre nel rispetto della normativa vigente in materia di aggiudicazione di appalti pubblici;

i risultati di dette attività saranno divulgati quanto meno su sala nazionale e posti a disposizione di tutti gli interessati.

66.

Alla luce di tali informazioni, la Commissione non è in grado di stabilire se saranno sempre soddisfatte le quattro condizioni previste dalla comunicazione del 1998 che consentono la concessione di aiuti per il 100 % del costo della ricerca, dato che non è stato preso alcun impegno in merito né alla parità delle condizioni di accesso ai risultati della ricerca né al rispetto dei requisiti di cui all'allegato II dell'accordo sull'agricoltura concluso in occasione dell'Uruguay Round dei negoziati commerciali multilaterali (12) (riguardo a queste ultime condizioni, è opportuno che il finanziamento delle attività di ricerca non abbia l'effetto di sostenere i prezzi al produttore e non comporti versamenti diretti ai produttori o ai trasformatori).

67.

Se non dovesse essere soddisfatta una delle quattro condizioni summenzionate, la Commissione dovrebbe analizzare la misura alla luce delle disposizioni della Disciplina degli aiuti di Stato alla ricerca e allo sviluppo propriamente detta. In base alle informazioni di cui dispone, la Commissione non è neanche in grado di stabilire se il finanziamento previsto sia conforme alle disposizioni di detta Disciplina. Pertanto, in questa fase, la Commissione non può che dubitare dell'ammissibilità degli aiuti previsti per il finanziamento delle attività di ricerca previste.

68.

In ragione dei dubbi sopra accennati la Commissione ha deciso di avviare il procedimento di esame previsto dall'articolo 88, paragrafo 2, del trattato nei confronti del finanziamento delle attività di ricerca succitate.

69.

Nell'ambito di tale procedimento la Commissione invita l'Italia a presentare le proprie osservazioni e a fornire ogni altro complemento d'informazione utile per la valutazione degli aiuti in oggetto nel termine di un mese a decorrere dalla data di ricevimento della presente. Essa invita inoltre le autorità italiane a trasmettere immediatamente copia della presente lettera ai beneficiari potenziali dell'aiuto.

70.

La Commissione desidera richiamare l'attenzione dell'Italia sul fatto che l'articolo 88, paragrafo 3, del trattato CE ha effetto sospensivo e che, in forza dell'articolo 14 del regolamento (CE) n. 659/1999 del Consiglio, essa può imporre allo Stato membro interessato di recuperare ogni aiuto illegale presso il beneficiario.

Con la presente la Commissione comunica all'Italia che informerà gli interessati attraverso la pubblicazione della presente lettera e di una sintesi della stessa nella Gazzetta ufficiale dell'Unione europea. Tutti gli interessati saranno invitati a trasmettere le loro osservazioni nel termine di un mese dalla data di tale pubblicazione.»


(1)  Cfr. lettera SG(2003) D/228423 del 7.2.2003.

(2)  Di conseguenza, in mancanza di informazioni sulle parti dello stanziamento destinate e rispettivamente al rifinanziamento delle misure autorizzate nell'ambito del fascicolo N 313/01 e alla lotta contro il virus della tristeza degli agrumi, nonostante la precisa richiesta formulata nella loro lettera del 20 gennaio 2004, i servizi della Commissione presumono che la parte dello stanziamento destinata al rifinanziamento delle misure autorizzate nell'ambito del fascicolo N 313/01 comporterebbe un aumento di oltre il 20 % dello stanziamento autorizzato nell'ambito del suddetto fascicolo, rendendo necessaria una nuova decisione sulla compatibilità con il mercato comune degli aiuti già autorizzati.

(3)  Cfr. lettera SG(2004) Greffe D/203509 del 13.8.2004.

(4)  Cfr. nota 1.

(5)  Aiuto N 580/A/03 — cfr. lettera SG(2004)-Greffe D/203509 del 13.8.2004.

(6)  Il resto della dotazione finanziaria assegnata alla Regione servirà a rifinanziare le misure approvate per il fascicolo N 313/01.

(7)  GU C 232 del 12.8.2000, pag. 17.

(8)  GU C 48 del 13.2.1998, pag. 2.

(9)  GU C 45 del 17.2.1996, pag. 5.

(10)  Cfr. nota n. 8

(11)  Cfr. nota n. 9.

(12)  GU L 336 del 23.12.1994, pag. 31.


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/25


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(2005/C 256/12)

(Voor de EER relevante tekst)

Datum waarop het besluit is genomen:

Lidstaat: Frankrijk

Nummer van de steunmaatregel: N 429/2004

Benaming: Innovatiesteunregeling voor de scheepsbouw/subsidie

Doelstelling: Innovatie

Rechtsgrond: Loi de finance annuelle — budget industrie

Begrotingsmiddelen: 25 000 000 EUR per jaar

Steunintensiteit of steunbedrag: Maximaal 20 %

Looptijd: 6 jaar

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen:

Lidstaat: Frankrijk

Nummer van de steunmaatregel: N 54/2005

Benaming: Franse internationale nieuwszender

Doelstelling: Financiering van de oprichting en exploitatie van de Franse internationale nieuwszender

Begrotingsmiddelen: 30 miljoen EUR voor 2005, 70 miljoen EUR voor de jaren 2006 tot 2009

Steunintensiteit of steunbedrag: 100 %

Looptijd: Tot en met 2009

De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/


15.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/26


STEUNMAATREGEL VAN DE STATEN — PORTUGAL

Steunmaatregel van de staten C 30/2004 (ex NN 34/2004) — Vrijstelling van vennootschapsbelasting op vermogenswinst voor bepaalde operaties/transacties van overheidsondernemingen

Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag opmerkingen te maken

(2005/C 256/13)

(Voor de EER relevante tekst)

De Commissie heeft Portugal bij schrijven van 6 oktober 2004, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de bovengenoemde steunmaatregel.

Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen maken door deze binnen één maand vanaf de datum van deze bekendmaking te zenden aan:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie staatssteun

SPA3 6/05

BE-1049 Brussel

Fax (32-2) 296 12 42

Deze opmerkingen zullen ter kennis van Portugal worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkingen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.

SAMENVATTING

I.   BESCHRIJVING

(1)

De belastingvrijstelling is bepaald in artikel 25 van de Portugese Estatuto dos Benefícios Fiscais (belastingvrijstellingsregels), met als titel Mais-validas no âmbito do processo de privatização (vermogenswinst als onderdeel van het privatiseringsproces). Volgens dit artikel wordt, bij het vaststellen van de aan vennootschapsbelasting onderworpen winst in het geval van ondernemingen met uitsluitend openbaar kapitaal en ondernemingen die daarmee een zeggenschapsrelatie hebben, het volgende bedrag van het belastbaar bedrag uitgesloten: de vermogenswinst als gevolg van privatiseringsmaatregelen en herstructureringsprocessen die de staat als aandeelhouder overeenkomstig haar strategische richtsnoeren heeft uitgevoerd en die door het Ministerie van Financiën worden erkend.

II.   BEOORDELING

(2)

In dit stadium meent de Commissie dat de in artikel 25 van de Portugese belastingvrijstellingsregels opgenomen maatregel neerkomt op het gebruik van staatsmiddelen omdat hij gebaseerd is op de derving van vennootschapsbelasting die normaal aan de staat verschuldigd zou zijn. De beslissing om af te zien van deze inkomsten is een van de criteria voor staatssteun.

(3)

Een vrijstelling van vermogenswinstbelasting houdt een voordeel in voor de begunstigde openbare bedrijven in vergelijking met andere ondernemingen die in dezelfde economische sectoren actief zijn, aangezien deze openbare ondernemingen daardoor meer cash flow krijgen voor de uitvoering van hun bedrijfsactiviteiten. De Commissie ziet geen enkele reden waarom dit selectief voordeel gerechtvaardigd zou zijn door de aard of de opzet van het stelsel.

(4)

De invloed op de handel tussen lidstaten en de concurrentievervalsende effecten van de steun zijn bijzonder voelbaar in geliberaliseerde activiteiten zoals de financiële sector waarin bepaalde begunstigden werkzaam zijn. Ten minste in deze gevallen beïnvloedt de maatregel de handel in de EU en vervalst hij de concurrentie. Dit duidelijk vastgesteld beginsel is evenwel niet begrensd tot de financiële sector. Aangezien de maatregel van toepassing is op de gehele openbare sector, moet rekening worden gehouden met alle begunstigden die actief zijn op commerciële markten waarop de maatregel de handel tussen lidstaten zou kunnen beïnvloeden of mededinging zou kunnen vervalsen of dreigen te vervalsen.

(5)

Door openbare ondernemingen die geprivatiseerd of op reguliere wijze gereorganiseerd worden, een vennootschapsbelastingsvermindering toe te kennen, verleent de maatregel hen een exploitatievoordeel dat op het eerste zicht niet verenigbaar met de uitzonderingsbepaling van artikel 87 lijkt.

Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad kan alle onrechtmatige steun van de begunstigde worden teruggevorderd.

TEKST VAN DE BRIEF

«A Comissão tem a honra de informar o Governo português que, após ter examinado as informações prestadas pelas Vossas Autoridades sobre a medida citada em epígrafe, decidiu dar início ao procedimento previsto no n.o 2 do artigo 88.o do Tratado CE.

I.   PROCEDIMENTO

(1)

Na sequência de uma denúncia, a Comissão solicitou informações, por carta de 14 de Março de 2001, sobre as alegadas isenções fiscais relativas às mais-valias concedidas pelas Autoridades portuguesas a determinadas empresas públicas.

(2)

As Autoridades portuguesas apresentaram as primeiras informações por carta de 25 de Abril de 2001. Em 28 de Outubro de 2003, foi enviado um novo pedido de informações, cuja resposta foi recebida em 30 de Janeiro de 2004. As Autoridades portuguesas apresentaram mais informações por carta de 8 de Setembro de 2004.

II.   DESCRIÇÃO

(3)

As isenções fiscais estão previstas no artigo 25.o do Estatuto dos Benefícios Fiscais português, que tem como epígrafe „Mais-valias no âmbito do processo de privatização” e que corresponde ao artigo 32.o C na versão original de 2000, anterior à revisão do Estatuto dos Benefícios Fiscais efectuada pelo Decreto-Lei 198/2001, de 3 de Julho. Segundo este artigo, para efeito de apuramento do lucro tributável em IRC das empresas de capitais exclusivamente públicos, bem como das sociedades que com elas se encontram em relação de domínio, são excluídas da base tributável as mais-valias provenientes de operações de privatização ou de processos de reestruturação efectuados de acordo com orientações estratégicas no quadro de exercício da função accionista do Estado, e como tal reconhecidos por despacho do Ministro das Finanças.

(4)

O artigo 25.o do Estatuto dos Benefícios Fiscais português entrou em vigor e começou a produzir efeitos a partir de 1 de Janeiro de 2000 de acordo com o artigo 103.o da Lei 3-B/2000, de 4 de Abril.

(5)

Segundo as Autoridades portuguesas, as isenções fiscais não consubstanciam uma medida específica, mas um regime de política económica de alcance geral no âmbito do sistema fiscal. As Autoridades portuguesas concluíram que este regime não coloca qualquer problema do ponto de vista dos auxílios estatais, uma vez que se trata de uma medida geral e não provoca quaisquer distorções da concorrência.

(6)

A Comissão foi informada de dois casos de isenções fiscais no que se refere às mais-valias, concedidas pelo Estado português à Caixa Geral de Depósitos (CGD). O primeiro caso referia-se às alegadas mais-valias provenientes da operação Champalimaud/Mundial Confiança […] (1). O segundo às alegadas mais-valias provenientes da venda da participação da CGD no Banco brasileiro Itaú. O presente procedimento diz respeito à medida em si e não à sua aplicação a uma dada empresa.

(7)

De acordo com as informações das Autoridades portuguesas apresentadas por carta de 8 de Setembro de 2004, apenas a CGD beneficiou das isenções fiscais previstas no artigo 25.o do Estatuto dos Benefícios Fiscais, nas duas operações seguintes:

Mais-valias provenientes da venda da participação da CGD no Banco brasileiro ITAÚ S.A.

Mais-valias provenientes da venda das participações da Mundial Confiança (companhia de seguros, participada da CGD) no Crédito Predial Português e no Banco Totta & Açores, S.A., respectivamente em 5 e 7 de Abril de 2000, e no Banco Pinto e Sotto Mayor em 19 de Junho de 2000.

(8)

As Autoridades portuguesas, na sua qualidade de accionista da CGD, enviaram, em 18 de Outubro de 1999 e 31 de Março de 2000, cartas do Ministro das Finanças que autorizavam as operações acima mencionadas, de acordo com orientações estratégicas. No primeiro caso, a venda foi determinada pelo novo acordo entre a CGD e a Unibanco — União de Bancos Brasileiros, S.A. No segundo, na sequência do investimento da CGD na Mundial Confiança esta última vendeu as suas participações no sector bancário.

(9)

Por outro lado, por cartas de 14 de Novembro e 12 de Dezembro de 2000, o Ministro das Finanças reconheceu as mais-valias provenientes destas operações como estando excluídas do imposto sobre o rendimento das pessoas colectivas (IRC). […]

(10)

Na sua resposta de 8 de Setembro de 2004, as Autoridades portuguesas alegaram que a medida em questão foi estritamente delimitada por condições objectivas (operações de privatização ou processos de reestruturação efectuados de acordo com orientações estratégicas no quadro do exercício da função accionista do Estado e como tal reconhecidos por despacho do Ministro das Finanças), por conseguinte não susceptíveis de ocorrerem em relação a qualquer outra empresa.

(11)

Segundo as Autoridades portuguesas, o objectivo da medida consistia em garantir a neutralidade fiscal em ambas as operações de privatização e nos processos de reestruturação que envolvem empresas de capitais exclusivamente públicos, bem como das sociedades que com elas se encontram em relação de domínio. Estamos perante decisões de uma autoridade pública e não de opções de um investidor privado. Assim, as Autoridades portuguesas defendem o carácter específico deste tipo de operações que, em circunstâncias excepcionais, podem justificar um tratamento fiscal derrogatório por razões inerentes à lógica do sistema fiscal considerado.

(12)

Além disso, as Autoridades portuguesas alegam que não se conhece qualquer manifestação concreta e efectiva de que a medida em questão se tenha traduzido numa vantagem comparativa para as empresas públicas. As Autoridades portuguesas alegam que as empresas privadas têm ao seu dispor um conjunto de normas legais que lhes permitem obter um resultado final substancialmente idêntico em termos de vantagens fiscais, pelo que não existiria qualquer discriminação entre as empresas públicas e as privadas.

III.   APRECIAÇÃO

(13)

Na fase actual, a Comissão considera que a medida descrita no artigo 25.o do Estatuto dos Benefícios Fiscais português implica a utilização de recursos estatais, porque se baseia na não cobrança do imposto sobre as sociedades que é normalmente devido ao Estado. A decisão de renunciar a esta receita insere-se nos critérios dos auxílios estatais.

(14)

A medida é selectiva, porque só beneficia as empresas de capitais exclusivamente públicos, bem como as sociedades que com elas se encontram em relação de domínio, em processo de privatização ou reestruturação que satisfazem os objectivos políticos estatais. Exclui todas as outras empresas, incluindo empresas privadas concorrentes das empresas estatais beneficiárias do regime.

(15)

Embora as Autoridades portuguesas tenham argumentado que a medida abrange entidades do sector público enquanto categoria de empresas, tratando-se, por conseguinte, de uma medida de carácter geral, o argumento não pode ser aceite pela Comissão pelos seguintes motivos:

Em primeiro lugar, não existe esse conceito, dado que as empresas do sector público operam num vasto leque de mercados, desenvolvendo algumas delas actividades de interesse geral e inserindo-se outras totalmente em mercados concorrenciais.

Em segundo lugar, a presente medida não permite identificar aspectos específicos das empresas públicas que não sejam também comuns às empresas privadas. As empresas privadas e as empresas públicas estrangeiras com filiais em Portugal podem igualmente estar sujeitas a programas de reestruturação ou os seus accionistas estarem a preparar-se para alienar as empresas que possuem, sem contudo beneficiarem da medida em causa.

Em terceiro lugar, esta medida dirige-se exclusivamente a um subsector das empresas públicas, isto é, as que se encontram em processo de privatização ou estão sujeitas a uma reestruturação regulamentada. Por conseguinte, a medida afigura-se discriminatória mesmo para as empresas do sector público.

(16)

Uma isenção do imposto relativo às mais-valias coloca as empresas públicas que dela beneficiam numa situação de vantagem comparativamente a outras empresas que operam nos mesmos sectores económicos, na medida em que essas empresas públicas beneficiariam de um maior cash-flow no exercício das suas actividades. Independentemente do objectivo da medida, o carácter de auxílio estatal é apreciado em função dos resultados efectivos e não dos objectivos pretendidos.

(17)

Actualmente, a Comissão não vê quaisquer motivos para que esta vantagem selectiva possa ser justificada pela natureza e alcance geral do sistema.

(18)

As repercussões nas trocas comerciais entre os Estados-Membros e o impacto do auxílio em termos de distorção da concorrência são especialmente sensíveis em sectores de actividades objecto de liberalização, como o sector financeiro, em que operam alguns beneficiários. Pelo menos nestes casos, a medida afecta o comércio na UE e provoca distorções a nível da concorrência. No entanto, este princípio claramente estabelecido não se limita ao sector financeiro. Uma vez que a medida é aplicável ao conjunto do sector público, devem ser tidos em conta todos os beneficiários que operam nos mercados comerciais em que a medida possa afectar as trocas comerciais entre os Estados-Membros e provocar ou ameaçar provocar distorções de concorrência.

(19)

Ao permitir que as empresas públicas em processo de privatização ou sujeitas a uma reestruturação regulamentada beneficiem de reduções do imposto sobre as sociedades, é-lhes concedida uma vantagem a nível da exploração que, à primeira vista, não se afigura compatível com a isenção prevista no artigo 87.o.

(20)

Uma autoridade pública não pode apresentar como argumento o eventual benefício económico que obteria como proprietária de uma empresa para justificar o auxílio estatal concedido de forma discricionária graças ao seu poder enquanto autoridade fiscal perante essa mesma empresa.

(21)

O Tratado CE, no seu artigo 295.o, determina que em nada prejudica o regime de propriedade nos Estados-Membros. No entanto, também não deixa de ser verdade que as empresas públicas devem ser sujeitas às mesmas regras que as empresas privadas, o que não seria o caso se os Estados-Membros utilizassem o seu poder fiscal para beneficiarem as empresas públicas na sua qualidade de accionistas das mesmas.

(22)

Por conseguinte, uma apreciação preliminar leva à conclusão de que o artigo 25.o do Estatuto dos Benefícios Fiscais em Portugal, que isenta as empresas públicas do imposto sobre as sociedades no que se refere às mais-valias provenientes de operações de privatização ou de processos de reestruturação, constitui um regime de auxílios estatais na acepção do n.o 1 do artigo 87.o do Tratado. Ao que tudo indica, trata-se de auxílios ao funcionamento que, com base nas informações disponíveis, parecem ser incompatíveis com o mercado comum, uma vez que aparentemente não se destinam a quaisquer investimentos ou despesas elegíveis. Além disso, não parece ser aplicável qualquer das isenções previstas nos n.os 2 e 3 do artigo 87.o do Tratado CE. Pelo contrário, a medida constitui um apoio injustificado que privilegia as empresas públicas em detrimento das suas concorrentes do sector privado.

À luz das considerações anteriores, a Comissão, no âmbito do procedimento previsto no n.o 2 do artigo 88.o do Tratado CE, solicita a Portugal que apresente as suas observações e que forneça todas as informações pertinentes para a apreciação do auxílio, no prazo de um mês a contar da data de recepção da presente carta. A Comissão solicita às Autoridades portuguesas o envio imediato de uma cópia da presente carta ao potencial beneficiário do auxílio.

A Comissão recorda às Autoridades portuguesas o efeito suspensivo do n.o 3 do artigo 88.o do Tratado CE e remete para o artigo 14.o do Regulamento (CE) n.o 659/1999 do Conselho, segundo o qual qualquer auxílio concedido ilegalmente pode ser objecto de recuperação junto do beneficiário.

A Comissão comunica às Autoridades portuguesas que informará as partes interessadas através da publicação da presente carta e de um resumo da mesma no Jornal Oficial da União Europeia. Informará igualmente os interessados dos países da EFTA signatários do Acordo EEE mediante publicação de uma comunicação no suplemento EEE do Jornal Oficial da União Europeia, bem como o Órgão de Fiscalização da EFTA, através do envio de uma cópia da presente carta. As partes interessadas serão convidadas a apresentar as suas observações no prazo de um mês a contar da data de publicação da referida comunicação.”


(1)  Informações confidenciais.