ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
48e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
I Mededelingen |
|
|
Raad |
|
2005/C 172/1 |
||
|
Commissie |
|
2005/C 172/2 |
||
2005/C 172/3 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
2005/C 172/4 |
||
2005/C 172/5 |
||
2005/C 172/6 |
||
2005/C 172/7 |
||
2005/C 172/8 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.3857 — SITA/Flughafen Düsseldorf/FDITG) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 ) |
|
2005/C 172/9 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.3799 — Dexia/Kommunalkredit/JV) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 ) |
|
2005/C 172/0 |
Door de Commissie aangenomen COM-documenten, andere dan wetsvoorstellen |
|
2005/C 172/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak nr. COMP/M.3839 — Access Industries/Basell) ( 1 ) |
|
|
II Voorbereidende besluiten |
|
|
Commissie |
|
2005/C 172/2 |
||
|
III Bekendmakingen |
|
|
Commissie |
|
2005/C 172/3 |
||
2005/C 172/4 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
I Mededelingen
Raad
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/1 |
Verklaring betreffende Verordening (EG) nr. 851/2005 van de Raad van 2 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 wat betreft het wederkerigheidsmechanisme (1)
(2005/C 172/01)
De Raad en de Commissie benadrukken dat het mechanisme dat het onderwerp is van deze verordening, waar nodig vergezeld van de voorlopige invoering van de visumplicht voor een derde land dat een visumplicht invoert voor onderdanen van één of meer lidstaten, geen beletsel is om op één of meer (in het bijzonder politieke, economische of commerciële) gebieden andere voorlopige maatregelen toe te passen op zo'n derde land overeenkomstig de desbetreffende rechtsgrond of -grondslagen in de verdragen, indien dergelijke maatregelen een raadzaam onderdeel worden geacht van een strategie die moet worden gevolgd om het derde land ertoe te bewegen de vrijstelling van visumplicht opnieuw toe te passen voor de onderdanen van de betrokken lidstaat of lidstaten.
De Raad en de Commissie zijn van oordeel dat, wanneer één van de in de artikelen 1 en 2 van deze verordening bedoelde kennisgevingen wordt gedaan, de daarvoor geschikte fora zich grondig moeten beraden op de raadzaamheid van dergelijke andere maatregelen.
(1) PB L 141, 4.6.2005, blz. 3.
Commissie
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
11 juli 2005
(2005/C 172/02)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2006 |
JPY |
Japanse yen |
134,40 |
DKK |
Deense kroon |
7,4561 |
GBP |
Pond sterling |
0,68800 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,4744 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,5554 |
ISK |
IJslandse kroon |
78,76 |
NOK |
Noorse kroon |
7,9120 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9559 |
CYP |
Cypriotische pond |
0,5736 |
CZK |
Tsjechische koruna |
30,166 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
247,04 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6961 |
MTL |
Maltese lira |
0,4293 |
PLN |
Poolse zloty |
4,0850 |
RON |
Roemeense leu |
3,5760 |
SIT |
Sloveense tolar |
239,48 |
SKK |
Slowaakse koruna |
38,879 |
TRY |
Turkse lira |
1,6125 |
AUD |
Australische dollar |
1,6129 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4584 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,3392 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,7760 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,0381 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 252,95 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
8,2184 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,9368 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,3101 |
IDR |
Indonesische roepia |
11 720,86 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,562 |
PHP |
Filipijnse peso |
67,510 |
RUB |
Russische roebel |
34,4780 |
THB |
Thaise baht |
50,483 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/3 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(2005/C 172/03)
(Voor de EER relevante tekst)
Datum waarop het besluit is genomen:
Lidstaat: Italië (Abruzzo)
Nummer van de steunmaatregel: N 30/04
Benaming: Steun voor opleiding in Finmek.
Doelstelling: Opleiding
Rechtsgrondslag: Decreto della giunta regionale del 7.3.2003 n. 143 e decreto della giunta regionale del 29.12.2003
Begrotingsmiddelen: 4 672 953 EUR
Steunintensiteit of steunbedrag: Voor specifieke opleidingsprojecten: 25 %, algemene opleiding: 50 %. De maximale steunintensiteit wordt verhoogd met 10 procentpunten wanneer de opleiding wordt gegeven aan kansarme werknemers.
Looptijd: 22 maanden vanaf 1 juli 2003.
De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen:
Lidstaat: Denemarken
Nummer van de steunmaatregel: N 168/2004
Benaming: Ondernemingen voor technologieoverdracht van openbare onderzoekinstellingen
Doelstelling: De overdracht van nieuwe kennis en technologie bevorderen tussen openbare onderzoekinstellingen en handel en industrie.
Rechtsgrondslag: Forslag til lov nr. L 177 om teknologioverførsel ved offentlige forskningsinstitutter
Bedrag: 5 miljoen DKK per institutionele onderneming of tot 3 % van de institutionele O&O-omzet, voor naar schatting 10 institutionele ondernemingen. De totale steun wordt geraamd op 199 miljoen DKK (ongeveer 27 miljoen EUR).
Looptijd: Aanvankelijk 10 jaar
De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen:
Lidstaat: Denemarken
Nummer van de steunmaatregel: N 313/2004
Benaming: Herkapitalisering van TV2/Danmark A/S
Doelstelling: Financiering van openbare-dienstverplichtingen
Steunbedrag: 440 miljoen DKK
De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen:
Lidstaat: Frankrijk
Nummer van de steunmaatregel: N 386/2004
Benaming: Steun voor de herstructurering van Fret SNCF
Doelstelling: Herstructurering en herstel van de levensvatbaarheid op lange termijn van Fret SNCF
Rechtsgrondslag: Lignes directrices communautaires pour les aides d'Etat au sauvetage et à la restructuration d'entreprises en difficulté
Begrotingsmiddelen: 1 500 miljoen EUR
Looptijd: 2004-2006
De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen:
Lidstaat: Spanje (Catalonië)
Nummer van de steunmaatregel: N 500/2004
Benaming: Stimulering van industriële investeringen in onderzoek, ontwikkeling en technologische innovatie voor sectoren die in sterke mate blootstaan aan internationale concurrentie in Catalonië.
Doelstelling: Onderzoek en technologische ontwikkeling.
Alle sectoren, met nadruk op NACE 17 — textiel, NACE DL — elektrische en optische apparaten en NACE 34.1 — auto's.
Rechtsgrondslag: Orden TRI/290/2004, de 4 de agosto, por la que se aprueban las bases reguladoras de incentivos a la inversión industrial en investigación, desarrollo e innovación tecnológica para sectores altamente expuestos a la competencia internacional, y se abre la convocatoria para el año 2004.
Begrotingsmiddelen: 60 000 000 EUR.
Steunintensiteit of steunbedrag: Tot 50 % bruto-steunintensiteit voor industriële onderzoeksprojecten.
Tot 25 % voor precommerciële ontwikkelingsactiviteiten.
Verhoging met 10 % voor KMO's.
Verhoging met 5 % voor regio's als bedoeld in artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag.
Looptijd: Tot 31.12.2007.
De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/
Datum waarop het besluit is genomen:
Lidstaat: Duitsland
Nummer van de steunmaatregel: NN 85/2004
Titel: niet aangemelde steun aan de kolenindustrie in de jaren 2001 en 2002
Doelstelling: steenkool
Rechtsgrondslag: Kohlekompromiss vom 13. November 1997; Haushaltsgesetze des Bundes und des Landes NRW für die Jahre 2001 und 2002
Begrotingsmiddelen: 306,8 miljoen EUR
Steunintensiteit of steunbedrag: 306,8 miljoen EUR
Looptijd: jaren 2001 en 2002
De tekst van het besluit in de authentieke taal (talen) is beschikbaar op het onderstaande adres (in deze tekst zijn de vertrouwelijke gegevens weggelaten):
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/state_aids/
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/5 |
Inleiding van een procedure voor tussentijdse herziening van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van folie van polyethyleentereftalaat (PET) uit India
(2005/C 172/04)
De Commissie heeft een verzoek ontvangen om tussentijdse herziening, op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (1) (hierna de „basisverordening” genoemd), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad (2).
1. Indiener van het verzoek
Het verzoek is ingediend door de volgende producenten in de Gemeenschap: DuPont Teijin Films, Mitsubishi Polyester Film GmbH, Nuroll SpA en Toray Plastics Europe (hierna „indieners van het verzoek” genoemd)
De procedure is beperkt tot een onderzoek naar subsidiëring wat Garware Polyester Ltd betreft.
2. Product
Het betrokken product is folie van polyethyleentereftalaat (PET) uit India, normaal ingedeeld onder de GN-codes ex 3920 62 19 en ex 3920 62 90. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.
3. Thans geldende maatregelen
Momenteel is op Garware Polyester Ltd een definitief compenserend recht van toepassing dat is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2597/1999 van de Raad (3) tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van folie van polyethyleentereftalaat (PET) uit India en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer. Deze maatregelen maken momenteel onderwerp uit van een onderzoek naar eventuele herziening (4) op grond van artikel 18 van de basisverordening.
4. Motivering
Het verzoek op grond van artikel 19 van de basisverordening is gebaseerd op door de indieners van het verzoek verstrekt bewijsmateriaal dat, wat Garware Polyester Ltd betreft, de omstandigheden inzake subsidiëring aanzienlijk zijn veranderd.
De indieners van het verzoek voeren aan dat de thans geldende maatregel ten aanzien van het onderzochte product van Garware Polyester Ltd niet langer toereikend is om de schadeveroorzakende subsidiëring teniet te doen. De indieners van het verzoek hebben voldoende bewijsmateriaal toegezonden overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening dat het subsidiebedrag is gestegen tot ver boven het compenserend recht van 3,8 % dat momenteel van toepassing is op Garware Polyester Ltd.
Garware Polyester Ltd zou een aantal subsidies hebben ontvangen van de Indiase overheid en van de deelstaat Maharashtra, onder meer het „passbook scheme” voor de vrijstelling van invoerrechten, de regeling exportbevordering kapitaalgoederen, het pakket stimuleringsmaatregelen van de deelstaat Maharashtra, bijzondere invoervergunningen en exportkredieten.
Volgens de klacht zijn bovengenoemde regelingen subsidieregelingen daar zij een financiële bijdrage zijn van de Indiase overheid of van regionale overheden en een voordeel inhouden voor Garware Polyester Ltd. Deze subsidies zouden van exportprestaties afhankelijk zijn en daarom specifiek zijn en tot compenserende maatregelen aanleiding geven.
5. Procedure
Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden. Zij opent hierbij een onderzoek op grond van artikel 19 van de basisverordening.
a) Vragenlijsten
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan Garware Polyester Ltd en de Indiase autoriteiten. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie
Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de in punt 6 a) genoemde termijn door de Commissie zijn ontvangen.
Bovendien kan de Commissie de belanghebbenden horen die hierom verzoeken en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6 b) genoemde termijn zijn ingediend.
6. Termijnen
a) Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden
Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Belanghebbenden worden erop geattendeerd dat zij de meeste van de in de basisverordening vastgestelde procedurele rechten slechts kunnen laten gelden indien zij zich binnen de gestelde termijn hebben aangemeld.
b) Om een mondeling onderhoud aan te vragen
Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.
7. Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie
Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld), onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (5) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 29, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.
Correspondentieadres van de Commissie
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat B |
Kamer J-79 5/16 |
B-1049 Brussel |
Fax (32-2) 295 65 05 |
8. Niet-medewerking
Indien belanghebbenden de nodige gegevens niet binnen de gestelde termijnen verstrekken, geen toegang daartoe geven of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.
De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruikmaken. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening, kan het resultaat voor hem minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
(1) PB L 288 van 21.10.97, blz. 1.
(2) PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12.
(3) PB L 316 van 10.12.1999, blz. 1.
(4) PB C 306 van 10.12.2004, blz. 2.
(5) Dit betekent dat het document slechts voor intern gebruik is bestemd. Het wordt beschermd in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Dit document is vertrouwelijk in de zin van artikel 29 van de basisverordening en artikel 12 van de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/7 |
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2005/C 172/05)
Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 of artikel 12 quinquies van de genoemde verordening. Elk bezwaar tegen deze registratieaanvraag moet binnen zes maanden na deze bekendmaking worden ingediend via de bevoegde autoriteit van een lidstaat, van een staat die lid van de WTO is, of van een overeenkomstig artikel 12, lid 3, erkend derde land. Geoordeeld wordt dat de hiernavolgende gegevens, met name die in punt 4.6, de registratieaanvraag rechtvaardigen in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92; zij zijn het motief voor deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EEG) Nr. 2081/92 VAN DE RAAD
„HUILE D'OLIVE DE NICE”
EG-nummer: FR/00322/29.10.2003
BOB (X) BGA ( )
Deze samenvatting is opgesteld voor informatieve doeleinden. Voor volledige informatie, met name ten behoeve van de producenten van het product met de betrokken BOB of BGA, dient de volledige versie van het productdossier te worden geraadpleegd hetzij op nationaal niveau, hetzij bij de bevoegde diensten van de Europese Commissie. (1)
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Institut National des Appellations d'Origine |
Adres: |
138, Champs-Elysées — 75008 Paris — France Vanaf 1 januari 2005: 51 rue d'Anjou — 75 008 Paris — France |
Tel. |
(01) 53 89 80 00 |
Fax |
(01) 42 25 57 97 |
2. Groepering:
|
Syndicat Interprofessionnel de l'Olive de Nice |
||||||
|
Bte 116 — Min Fleurs 6 — 06296 Nice Cedex 3 |
||||||
Tel. |
(04) 97 25 76 40 |
||||||
Fax |
(04) 97 25 76 59 |
||||||
|
|
3. Productcategorie:
Categorie 1.5 — Oliën en vetten
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)
4.1 Naam: „Huile d'olive de Nice”
4.2 Beschrijving: De „huile d'olive de Nice” is een zachte olijfolie, met een discrete, maar geraffineerde geur en aroma's van gerijpte appel en gedroogde vruchten (hazelnoot, amandel). Ze is in hoofdzaak afkomstig van de variëteit Cailletier. Ze bevat maximum 1,5 g oliezuur per 100 g.
4.3 Geografisch gebied: Het geografisch gebied strekt zich uit over 99 gemeenten in het departement Alpes-Maritimes: Aiglun, Antibes, Aspremont, Auribeau-sur-Siagne, Le Bar-sur-Loup, Beaulieu-sur-mer, Bendejun, Berre-les-Alpes, Biot, Blauzasc, La Bollène-Vésubie, Bonson, Bouyon, Breil-sur-Roya, Le Broc, Cabris, Cagnes-sur-mer, Cannes, Le Cannet, Cantaron, Carros, Castagniers, Castellar, Castillon, Châteauneuf-Villevieille, Châteauneuf-de-Grasse, Clans, Coaraze, La Colle-sur-Loup, Colomars, Conségudes, Contes, Cuébris, Drap, Duranus, L'Escarène, Eze, Falicon, Les Ferres, Fontan, Gattières, La Gaude, Gilette, Gorbio, Gourdon, Grasse, Lantosque, Levens, Lucéram, Malaussène, Mandelieu-la-Napoule, Massoins, Menton, Mouans-Sartoux, Mougins, Nice, Opio, Pégomas, Peille, Peillon, Peymeinade, Pierrefeu, Revest-les-Roches, Roquebillière, Roquefort-les-Pins, Roquestéron, Roquestéron-Grasse, La Roquette-sur-Siagne, La Roquette-sur-Var, Le Rouret, Saint-André, Saint-Blaise, Saint-Cézaire-sur-Siagne, Saint-Jeannet, Saint-Laurent-du-Var, Saint-Martin-du-Var, Saint-Paul, Sainte-Agnès, Saorge, Sigale, Sospel, Spéracédès, Le Tignet, Toudon, Touet-Escarène, La Tour-sur-Tinée, Tourette-du-Château, Tourette-Levens, Tourette-sur-Loup, Tournefort, La Trinité, La Turbie, Utelle, Valbonne, Vallauris, Vence, Villars-sur-Var, Villefranche-sur-mer en Villeneuve-Loubet.
In dit gebied liggen de olijfboomgaarden waar de variëteit Cailletier wordt geteeld, (het al dan niet voorkomen van de variëteit Cailletier in de populatie van olijfbomen zegt overigens veel over de geografische factoren die de producten met de oorsprongsbenaming „Olive de Nice” typeren) en ook de verwerkingsbedrijven zijn hier gevestigd wegens de natuurlijke omgevingskenmerken (topografie, pedologie en klimaat).
De noordelijke grenzen vallen vrijwel samen met de noordgrens van de olijfboomteelt en de zuidgrens van de zone met de temperatuur- en neerslagkarakteristiek „laag- en hooggebergte”. Dit zijn duidelijke grenzen, want door de hoogte, maar ook door de breedtegraad, wordt de kou een beperkende factor.
In het zuiden grenst het gebied aan de Middellandse Zee, in het oosten aan Italië.
Aan de westkant wordt het gebied gescheiden van de olijfgebieden van het departement Var door de vallei van de Siagne.
Deze vallei vormt grotendeels de grens van het gebied waar de variëteit Cailletier wordt geteeld.
4.4 Bewijs van oorsprong: Enkel oliën waarvoor, overeenkomstig de wettelijk vastgestelde voorschriften voor de erkenning van producten van de olijventeelt die in aanmerking komen voor een gecontroleerde oorsprongsbenaming, een keurmerk werd verleend door het Institut national des appellation d'origine (Nationaal Instituut tot Bescherming van de Oorsprongsbenamingen — INAO) mogen onder de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Huile d'olive de Nice” in de handel worden gebracht.
Elke handeling voor de productie en verwerking van de grondstof moet worden uitgevoerd binnen het afgebakende geografische grondgebied.
De procedure voor de productie van de grondstof verloopt als volgt:
identificatie van een perceel: de percelen waarvan de producent heeft aangetoond dat zij voldoen aan de criteria inzake ligging en aan de productievoorschriften (variëteit, snoeien en verzorgen van de boomgaard) worden op een lijst geplaatst van de percelen die onder de benaming „Huile d'olive de Nice”mogen produceren.
oogstaangifte: wordt jaarlijks gedaan door de producent, waarbij melding wordt gemaakt van het productieareaal, de met inachtneming van de vastgestelde maximumopbrengst geoogste hoeveelheid olijven en de bestemming van de olijven.
De verwerkingsprocedure verloopt als volgt:
verwerkingsaangifte: de verwerker maakt jaarlijks melding van de totale hoeveelheid van het product dat werd verwerkt.
het aanvragen van een keurmerk: hierin staat beschreven waar en hoe de producten worden opgeslagen die aan de kwaliteitseisen voldoen.
De procedure wordt afgerond met een analytisch en organoleptisch onderzoek om na te gaan of aan alle eisen inzake kwaliteit en typische kenmerken van het product is voldaan.
Ten slotte moeten alle erkende olijventelers en verwerkers een voorraadaangifte indienen.
4.5 Werkwijze voor het verkrijgen van het product:
Variëteit en verzorging van de boomgaard
De olie is uitsluitend afkomstig van olijven van de Cailletiervariëteit.
In de boomgaard mogen evenwel ook bestuivingsvariëteiten of oude plaatselijke variëteiten zoals Arabanier, Blanquetier, Blavet, Nostral en Ribeyrou, voorkomen, mits deze bomen gelijkmatig over de boomgaard zijn verdeeld en hun aantal niet meer dan 5 % bedraagt van het totale aantal bomen per perceel. Bij de verwerking tot olijfolie mogen maximum 5 % olijven van bestuivingsvariëteiten en oude lokale variëteiten worden gebruikt.
Elke olijfboom dient te beschikken over een vrij grondoppervlak van minimaal 24 vierkante meter.
Olijfbomen moeten ten minste om de twee jaar worden gesnoeid. Het snoeihout moet vóór de volgende oogst uit de boomgaard worden verwijderd.
Eenjarige teelt is alleen toegestaan in geïrrigeerde boomgaarden met bomen die jonger zijn dan vijf jaar.
De boomgaarden moeten jaarlijks worden onderhouden, maar het bewerken van de grond is vanaf 1 september tot aan het einde van de oogst verboden. Een uitzondering hierop is de groenbemesting, die tot 30 oktober is toegestaan.
Gedurende de groeiperiode is irrigatie toegestaan totdat de olijven rijp zijn.
Oogst van de olijven
Ongeacht de bestemming ervan en behoudens uitzonderingen, mag de opbrengst van een boomgaard niet meer dan 6 ton olijven per hectare bedragen.
De datum waarop de olijvenoogst begint, wordt vastgesteld bij departementaal besluit, op voorstel van het INAO. De olijven moeten zo spoedig mogelijk na het rijpen worden geoogst; dit betekent dat minimaal de helft van de olijven een purperrode kleur heeft.
De olijven moeten direct van de boom worden geplukt, zonder gebruik te maken van producten om het loslaten te bevorderen, of moeten op traditionele wijze uit de boom worden geslagen.
Eventueel kan bij het slaan gebruik gemaakt worden van een mechanisch hulpmiddel. Bij deze methode moeten de vruchten onder de boom worden opgevangen met behulp van vangnetten of andere vergaarmiddelen.
Olijven die van de grond worden opgeraapt of die al vóór de oogst in de vangnetten of vergaarmiddelen zijn gevallen, moeten gescheiden worden bewaard van de olijven die zullen worden verwerkt tot olijfolie met oorsprongsbenaming.
De olijven moeten worden opgeslagen en vervoerd in kratten of palletkisten.
Verwerkingsvoorwaarden
Tussen de oogst en de verwerking mogen de olijven niet langer dan zeven dagen worden bewaard. Voor de persing mag alleen gebruik worden gemaakt van mechanische processen waarbij de olijvenpasta tot maximaal 30 ° Celsius wordt opgewarmd. De olijven mogen alleen worden gewassen, gedecanteerd, gecentrifugeerd en gefilterd. Behalve water, mogen geen hulpstoffen worden gebruikt voor de oliepersing. Het moet gaan om olijfolie van eerste persing met een maximumgehalte, uitgedrukt in oliezuur, aan vrije vetzuren van 1,5g per 100g.
4.6 Verband: De natuurlijke omstandigheden, de geschiedenis en de knowhow zijn kenmerkend voor olijfolie met de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Huile d'olive de Nice”.
Natuurlijke omstandigheden
Het Franse olijventeeltgebied strekt zich uit tot waar de olijfbomen klimatologisch gezien goed gedijen. Het gewas heeft zich door selectie en aanpassing over het gebied verspreid. In moeilijke klimatologische omstandigheden en bij een gegeven bodem zal een olijfboomsoort enkel standhouden en aarden indien ze zich in perfecte harmonie bevindt met haar natuurlijke omgeving. Dit is het geval voor de Cailletier met betrekking tot de oorsprongsbenaming „Huile d'olive de Nice”.
De olijfboomgaarden rondom Nice zijn aangelegd in een ruig gebied met carbonaatrijke bodems. De teelt vindt plaats in de heuvels en in gebieden met flauwere hellingen, op speciaal daarvoor aangelegde terrassen.
Het olijventeeltgebied heeft een mediterraan klimaat met lichte invloed van de bergen, milde temperaturen, meer neerslag dan in de Basse-Provence, een ideale hoeveelheid zonneschijn en vooral weinig wind.
Vooral door de afwezigheid van sterke wind heeft de Cailletier zich door de eeuwen heen als meest voorkomende soort in het gebied rond Nice kunnen ontwikkelen.
Deze soort is zo nauw verbonden met het landschap in die omgeving dat hij tevens bekend staat onder een aantal andere namen: Petite olive de Nice (kleine olijf uit Nice), Olivier de Grasse (genoemd naar een stadje in de buurt van Nice) en Grassenc.
Geschiedenis
Al meer dan tweeduizend jaar maakt de olijfboom deel uit van het landschap in de Alpes-Maritimes, waar hij nu voorkomt in 102 van de 163 gemeenten in het departement. Stille getuigen hiervan zijn de eeuwenoude bomen die terug te vinden zijn in de huidige boomgaarden. Ook zijn er nog een vijftal molens, die nog werken volgens het „Genueese systeem” (omschreven in de bijlage), zoals de beschermde molen van Contes, daterend uit de dertiende eeuw, met zijn waterrad en houten raderwerk.
In eerste instantie was de teelt gesitueerd in de kuststreek als gevolg van invasies van respectievelijk Feniciërs, Grieken en Romeinen. Vervolgens heeft de olijventeelt zich door de eeuwen heen uitgebreid naar het achterliggende laag- en hoogland, tot op een hoogte van 700 meter boven zeeniveau.
Voor de bevolking van het „graafschap Nice” en de Côte d'Azur is de olijfboom, vanwege de olie, altijd één van de voornaamste gewassen geweest. (zie bijgevoegd bibliografisch document betreffende de Tinéevallei)
Vanaf het einde van de negentiende eeuw tot aan de tweede wereldoorlog was Nice zelfs één van de belangrijkste spelers op de handelsmarkt van olijfolie van het type „rivièra”. (zie de bijgevoegde oude etiketten)
Na de tweede wereldoorlog en als gevolg van de catastrofale vrieskou in 1929 en 1956 is de olijventeelt in de Alpes-Maritimes echter sterk teruggelopen.
Sedert meer dan 25 jaar draagt de inzet van de beroepsorganisaties ertoe bij dat de olijventeelt van de Alpes-Maritimes zich niet alleen kan handhaven, maar zich geleidelijk uitbreidt naar meer landinwaarts gelegen gebieden en zelfs terrein terugwint op de bloementeelt.
De manier waarop de Cailletier, beter bekend onder de naam „Olive de Nice”, zich als enige variëteit in de loop van de eeuwen heeft verspreid, toont duidelijk aan hoe deze soort zich goed heeft aangepast aan de omgeving, en hoe de daaruit verkregen producten zowel kwalitatief als commercieel naar waarde worden geschat.
Knowhow
Ook al is tegenwoordig een steeds groter deel van hun inkomen afkomstig uit de olijventeelt, toch zijn er slechts weinig bedrijven waarvoor dit de voornaamste bron van inkomen is.
Op de terrassen van de olijfboomgaarden, in de volksmond ook wel „planches” genoemd, kunnen evengoed graangewassen of groenten worden verbouwd. Het op traditionele wijze oogsten van de olijven met hazelaar- of kastanjehouten stokken gebeurt 's winters, van januari tot maart, aangezien de grond gedurende die periode toch niet bewerkt wordt. De olijven worden bijgevolg altijd geoogst als ze bijna of volledig rijp zijn.
Een opvallende eigenschap van de Cailletier is dat hij twee verschillende kwaliteitsproducten kan leveren: de olijven kunnen zowel tot olie worden verwerkt als worden ingemaakt. De Cailletier heeft steeds bekend gestaan voor de zachte olie die eruit kan worden geperst. Dit komt vooral door de late oogst van de olijven.
De late oogst van rijpe en droge olijven zorgt voor olijven die bijzonder geschikt zijn om te worden gemalen volgens het „Genueese systeem”, waarbij het in dit bergachtige gebied overvloedig beschikbare water voor een betere kwaliteit zorgt Op die manier ontstaat een vrij zachte olie.
De knowhow die voortvloeit uit een eeuwenoude traditie vindt men terug in:
het op ervaring gebaseerde inzicht in het beheer van de boomgaard, waarmee de olijfteler de productie kan sturen in de richting van olijfolie of van tafelolijven, rekening houdend met de aard van zijn percelen (geografische ligging, leeftijd van de boomgaard, rijpingspotentieel…) en de verschillen tussen de in de boomgaard staande bomen (grootte, hoeveelheid olijven, grootte van de olijven, de gelijkmatigheid van de rijping…);
de oogst, die per boom in één keer geschiedt, waarbij de producent ter plekke en per boom, naar gelang van hun grootte, de mate van rijping en kleuring, hun gaafheid (voor de inmaak) of beschadiging van de huid (voor de olie) bepaalt of de olijven voor de olie dan wel voor de inmaak gebruikt zullen worden;
Samengevat ontstaan de kenmerkende eigenschappen van de oliën met gecontroleerde oorsprongsbenaming „Huile d'olive de Nice” door:
het groeien in een natuurlijke omgeving, gekenmerkt door een overwegend mediterraan klimaat met weinig wind,
de biotoop van de Cailletier, welke daarmee als meest voorkomende olijfboomsoort zijn plek op de terrasvormige hellingen heeft veroverd,
het gebruik om de olijven in een laat rijpingsstadium te oogsten, door de van kleur verlopende vruchten in één oogstgang op traditionele wijze met stokken uit de grote bomen te slaan,
de knowhow van de olijventelers en de verwerkingsbedrijven,
de verwerkingstechnieken die passen bij de variëteit waardoor de grondstof zijn eigenschappen behoudt.
4.7 Controlestructuur:
Naam: |
INAO — Institut National des Appellations d'Origine |
Adres: |
138, Champs-Elysées — 75008 Paris — France Vanaf 1 januari 2005: 51 rue d'Anjou — 75 008 Paris — France |
Naam: |
DGCCRF |
Adres: |
59, Bd V. Auriol, 75703 Paris Cedex 13 |
4.8 Etikettering: De etiketten op de verpakking van olijfolie met gecontroleerde oorsprongsbenaming „Huile d'olive de Nice” moeten, naast de voor voedingsmiddelen voorgeschreven vermeldingen, het volgende vermelden:
de gecontroleerde oorsprongsbenaming: „Huile d'olive de Nice”,
de vermelding „appellation d'origine contrôlée” of „AOC”. Mocht er op het etiket, afgezien van het adres, een andere firmanaam of merknaam voorkomen, dan moet die naam worden herhaald tussen de woorden „appellation” en „contrôlée”.
De bovenstaande vermeldingen moeten duidelijk bij elkaar op hetzelfde etiket worden geplaatst.
Daarbij moeten de letters duidelijk, leesbaar, onuitwisbaar en voldoende groot zijn, zodat ze op het etiket goed naar voren komen, en duidelijk verschillen van de overige vermeldingen en afbeeldingen.
4.9 Nationale eisen: Décret relatif à l'appellation d'origine contrôlée „Huile d'olive de Nice” (decreet betreffende de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Huile d'Olive de Nice”).
(1) Europese Commissie — directoraat-generaal Landbouw — Eenheid Kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten — B-1049 Brussel.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/13 |
Bekendmaking van een registratieaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2005/C 172/06)
Naar aanleiding van deze bekendmaking kan bezwaar worden aangetekend op grond van artikel 7 of artikel 12 quinquies van de genoemde verordening. Elk bezwaar tegen deze registratieaanvraag moet binnen zes maanden na deze bekendmaking worden ingediend via de bevoegde autoriteit van een lidstaat, van een staat die lid van de WTO is, of van een overeenkomstig artikel 12, lid 3, erkend derde land. Geoordeeld wordt dat de hiernavolgende gegevens, met name die in punt 4.6, de registratieaanvraag rechtvaardigen in de zin van Verordening (EEG) nr. 2081/92; zij zijn het motief voor deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EEG) nr. 2081/92 VAN DE RAAD
„ACEITE DE LA RIOJA”
EG-nummer: ES/00312/21.8.2003
BOB (X) BGA ( )
Deze samenvatting is opgesteld voor informatieve doeleinden. Voor volledige informatie, met name ten behoeve van de producenten van het product met de betrokken BOB of BGA, dient de volledige versie van het productdossier te worden geraadpleegd hetzij op nationaal niveau, hetzij bij de bevoegde diensten van de Europese Commissie (1).
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Subdirección General de Sistemas de Calidad Diferenciada — Dirección General de Alimentación — Secretaría General de Agricultura y Alimentación del Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación de España. |
Adres: |
Infanta Isabel, 1, E-28071 Madrid |
Tel. |
(34-941) 347 53 94 |
Fax |
(34-941) 347 54 10 |
2. Groepering:
|
„Asolrioja” Asociación de Trujales y Olivicultores de La Rioja |
||
|
C/ Gran Vía, no 14, 8oA. Logroño. La Rioja |
||
Tel. |
655 93 89 80 |
||
|
Producenten/verwerkers (X) Anderen ( ) |
3. Productcategorie:
Extra olijfolie verkregen bij de eerste persing. Categorie 1.5. Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie, enz).
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam: „Aceite de La Rioja”
4.2. Beschrijving: Product verkregen uit de vrucht van de olijfboom (de olijven) door methoden of processen, waaronder persing, die uitsluitend mechanisch van aard zijn, onder — hoofdzakelijk thermische — omstandigheden die geen verandering in de olie teweegbrengen, met een onberispelijke smaak en een gehalte aan vrije vetzuren, uitgedrukt in oliezuur, van maximaal 0,8 g per 100 g, met uitsluiting van oliën die zijn verkregen met behulp van oplosmiddelen of door veresteringsprocessen en enig mengsel van olijfolie met andersoortige oliën of olijfolie die op een andere manier is verkregen.
De beschermde olie is extra olijfolie verkregen bij de eerste persing en heeft een schoon uiterlijk, zonder enige versluiering, troebelheid of vuil die het onmogelijk maakt haar transparantie vast te stellen. Haar kleur is groen in bepaalde schakeringen, die kunnen lopen van intens lichtgroen tot intens donkergroen, Zij vertoont in het geheel geen gebreken en bezit voldoende intense positieve eigenschappen en haar smaak, fruitig aan het begin van de campagne, met een vleugje amandelsmaak, is niet bitter, zacht en licht pikant.
Na haar rijping bezit de „Aceite de La Rioja” onderstaande fysisch-chemische eigenschappen: zuurgraad minder dan of gelijk aan 0,8, absorptie in ultraviolet licht (K270), minder dan of gelijk aan 0,20, absorptie in ultraviolet licht (K232), minder dan of gelijk aan 2,50, peroxidegetal mEq O2 minder dan of gelijk aan 15, vochtgehalte en vluchtige stoffen in de stoof bij 105 °C minder dan of gelijk aan 0,1 %, in petroleumeter onoplosbare onzuiverheden, minder dan of gelijk aan 0,1 %, gemiddelde organoleptische beoordeling van het defect (Md), Md = 0 en organoleptische beoordeling van de fruitige eigenschap (Mf), Mf > 0.
4.3 Geografisch gebied: De productiezone valt samen met die van de bewaring, extractie en verpakking van de olie en beslaat de 503 388 ha van de Comunidad Autónoma de La Rioja (autonome regio La Rioja).
4.4. Bewijs van oorsprong: De bedrijven en/of olijfgaarden, oliemolens en verpakkingsbedrijven, verspreid over het beperkte gebied waar de grondstof vandaan komt en waar deze voor latere verwerking naartoe wordt gebracht, moeten zijn ingeschreven in de desbetreffende registers van de Asociación „Asolrioja”.
Genoemde bedrijven en/of olijfgaarden, oliemolens en verpakkingsbedrijven moeten bovendien zijn onderworpen aan hun eigen systeem van zelfcontrole en ook aan een externe controle, die moet worden uitgevoerd door I.C.A.R. en/of een externe controle-eenheid die wordt gecontracteerd door de Asociación „Asolrioja” en wordt erkend door de bevoegde instantie (Consejería de Agricultura, Ganadería y Desarrollo Rural del Gobierno de La Rioja), ter naleving van de norm UNE EN 45.004, met als doel, op onpartijdige wijze na te gaan of de beschermde olijfolie voldoet aan de eisen van de verordening en het productdossier.
Elk bedrijf en/of olijfgaard, oliemolen en verpakkingsbedrijf moet de Asociación vragen om inschrijving in het „Plan de Control (controleplan)” en I.C.A.R en/of de erkende eenheid voor externe controle, zal de betrokkene beoordelen door middel van een registratieonderzoek en, wanneer dit positief uitvalt, de betrokkene toestaan zich in te laten schrijven in het desbetreffende register van de Asociación, die dit register voortdurend up-to-date zal houden. Later zal I.C.A.R. en/of de eenheid voor externe controle een „auditplan” opstellen, aan de hand waarvan een verslag wordt opgesteld dat door het Instituto de Calidad Agroalimentaria, zal worden beoordeeld; als het resultaat positief is, wordt het Certificación del Producto uitgereikt,dat waarborgt dat alleen die olijfolie van eerste persing met oorsprongsgarantie in de handel wordt gebracht, die gedurende het gehele productieproces alle controles heeft doorstaan. Bovendien komt er een Consejo de Coordinación (coördinatieraad) die de onpartijdigheid van de Asociación, alsmede van I.C.A.R en/of de erkende eenheid voor externe controle garandeert.
De traceerbaarheid van het product wordt gegarandeerd door de identificatie ervan in elk van de productie- en verhandelingsfasen.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De gezondheidstoestand van de vruchten, de datum van de oogst en de toegepaste verwerkingstechnieken die steeds moderner worden, zorgen ervoor dat men in het productiegebied kan spreken van een goede kwaliteit van de vruchten en derhalve ook van de olie die daaruit wordt verkregen. De productieve last en de schaduwdichtheid van de olijfboom moeten voldoende zijn afhankelijk van de groeistatus van de aanplant. De oogst geschiedt altijd met zorg, is uitsluitend bedoeld voor de verwerking van de gezonde vruchten die direct van de boom zijn geplukt en een voldoende rijpingsgraad bezitten.
Alle oliemolens en/of verpakkingsbedrijven beschikken over systemen die garanderen dat afzonderlijke lossing plaatsvindt van de vruchten die bestemd zijn voor de bewerking van de olijfolie van eerste persing „Aceite de La Rioja” of van deze olijfolie en de overige oliën, waardoor eventuele vermengingen worden voorkomen. Zij beschikken eveneens over voldoende plaats voor het opslaan van de olijven en de beschermde olie, alvorens met de behandeling ervan te beginnen. De verpulvering van de olijf wordt binnen een periode van 48 uur na de oogst voltooid, waardoor vermeden wordt dat de olijven uitdrogen en zuur worden. Tijdens de extractie wordt een temperatuur van 30 °C nooit overschreden en ín het centrifugatiesysteem is de temperatuur nooit hoger dan 45 °C.
Het kloppen duurt nooit langer dan 60 minuten en de temperatuur wordt nooit hoger dan 30 °C, terwijl er niet meer dan een klopcyclus plaatsvindt.
De olijfolie van eerste persing „Aceite de La Rioja” ondergaat nooit een raffinageproces.
De opslag van de beschermde olijfolie geschiedt onder omstandigheden die een optimale bewaring garanderen, bij voorkeur in recipiënten van roestvast staal of in persen en/of metalen recipiënten, die aan de binnenkant bekleed zijn met ceramisch materiaal, epoxyhars of een inert, voor levensmiddelen geschikt materiaal. Deze recipiënten zijn hermetisch gesloten en hebben een milde, constante opslagtemperatuur, die nooit hoger wordt dan 22 °C.
De olie wordt uitsluitend verpakt wanneer zij voldoet aan de fysisch-chemische eisen die in punt 4.2 worden genoemd en voor een smaaktest door een kwalificatiecomité is geslaagd.
Om de kwaliteit te bewaren en de traceerbaarheid en controle van het beschermde product te garanderen, vinden alle processen van productie, afname, bewerking en verpakking plaats in het afgebakende geografisch gebied.
4.6. Verband: Historisch verband: Olijfolie, momenteel in hoog aanzien vanwege het mediterrane dieet, maakt in La Rioja een normaal onderdeel uit van de voeding en zij wordt ook gebruikt in pleisters en bij massages, door gelovigen meegenomen voor de lampen in kapellen en heiligdommen, om te worden geconsumeerd of om te worden gewreven op pijnlijke plaatsen, onder het aanroepen van maagden. In de woningen van de landbouwers van La Rioja is de ontpitte, gekruide olijf al jaren een borrelhapje en een goed tussendoortje, waarbij de olijf bewaard wordt in water met zout, tijm, knoflook en sinaasappelschillen.
Maar het waren de Romeinen, die als eersten in La Rioja het sap van de olijf extraheerden met behulp van persing. Het bewijs hiervoor is het Romeinse tegengewicht dat in Murillo de Río Leza is gevonden en de olieopslag in een oliemolen in Alfaro, waar men twee grote olievlekken kan waarnemen.
Al in de 18e eeuw is geschreven over het verbouwen van de olijf in de provincie, het enige landbouwproduct waarvoor een verordening bestond en over de persen waar dit product wordt bewerkt: 42 persen in La Rioja, een aantal dat in 1861 naar 39 persen daalt, in 1945 tot 64 stijgt en later, in 1953 tot 81 persen, één bedrijf voor het verwerken van de uitgeperste olijven, vier fabrieken voor industriële zeep en zes voor gewone zeep, waar men bij de productie olijfolie gebruikt. Ook Berceo vestigt in die eeuw de aandacht op olijfolie uit La Rioja, die naar West- en Oos-Indië en het noorden van Europa werd uitgevoerd.
De „Diccionario Geográfico Estadístico Histórico de España y sus Posesiones de Ultramar”, van Madoz vermeldt het belang van de uitvoer van olijfolie die in de jaren 1846-1850 in Alfaro werd bereid.
Natuurlijke factoren: De olijfboom groeit in La Rioja hoofdzakelijk in bruingrijze grond, met weinig humus in de bovenste lagen, rijk aan kalk, klei, leem en zand en zonder ondoordringbare lagen, hetgeen zorgt voor de juiste drainage, een beperking van de groei, met name de uitdrogingsfase en met als gevolg een correct hormonaal evenwicht dat van invloed is op de latere kwaliteit van de aldaar geproduceerde olie, doordat in de vrucht het gehalte aan olie, polyfenolen, anthocyanen, aroma's stijgt en het pH, het appelzuur- en kaliumgehalte en het kruidig karakter minder wordt. Een andere, vruchtbaarder soort bodem veroorzaakt een excessieve groei en, dat is erger, verlengt zelfs de rijpingsperiode van de olijven, waardoor de oogst wordt vertraagd en de rijping niet voldoende is. Bovendien bestaan er meer schaduwproblemen als gevolg van de grote bladdichtheid en weelderigheid van de vegetatie en meer cryptogame ziekten met als gevolg een minder goede kwaliteit.
Het overheersende klimaat in het beschermde geografische gebied, gematigd mediterraan met wat continentale trekjes, zachte winters, lange, warme zomers en een neerslag die voldoende is om te zorgen voor de juiste ontwikkeling van deze teelt zonder bevloeiing, veel licht en weinig temperatuurverschillen tussen dag en nacht, is ideaal voor de juiste ontwikkeling van de olijf, doordat hierdoor het olie- en aromagehalte van de vruchten hoger wordt en de totale zuurgraad lager wordt.
De lage temperaturen tijdens de winter, een koude tijd die overigens noodzakelijk is om te zorgen voor de latere bloei en vruchtzetting van de olijf, doen zich voor wanneer de olijf zich in zijn vegetatieve rustperiode bevindt, geen blad of vruchten draagt, een moment waarop de olijf temperaturen tot – 10 °C kan verdragen. Wanneer de winterrust voorbij is, verlangt de olijf voor zijn juiste ontwikkeling licht en temperaturen tussen 10 en 15 °C. Op die manier zorgt het mediterrane klimaat van het afgebakende gebied voor voldoende licht en warmte, maar zonder dat deze laatste al te hevig is waardoor de fotosynthese zou worden belemmerd en de bladeren zouden verwelken, omdat de verdamping van de bladeren niet uit de wortels wordt gecompenseerd.
Ook de uitsluitend tijdens de rijpingsperiode gebruikelijke warmtesprong heeft een positieve invloed op de synthese van anthocyanen.
Een andere factor die ook zeer belangrijk is voor het verkrijgen van een goede oogst en dus een goede olie, is de olijfboer, iemand die de gehele natuurlijke capaciteit van de regio combineert met zeer grote zorg. De olijfboeren van het gebied bezitten een grondige kennis van de olijfboom en passen teelttechnieken toe die gericht zijn op een evenwichtige olijfgaard die volledig op de productie van hoogwaardige olijfolie gericht is.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Instituto de Calidad Agroalimentaria de La Rioja. |
Dirección: |
Avda. de La Paz, 8-10, 26071, Logroño (La Rioja) |
Tel. |
941 29 16 00 |
Fax |
941 29 16 02 |
4.8. Etikettering: Op de etiketten wordt verplicht vermeld: Denominación de origen Protegida „Aceite de La Rioja”.
4.9. Nationale eisen:
— |
Ley Orgánica 3/1982, de 9 de Junio, Estatuto de Autonomía de La Rioja (Modificada por Leyes Orgánicas 3/1994, de 24 de Marzo y 2/1999, de 7 de Enero). (Organieke wet nr. 3/1982 van 9 juni, Autonome status van La Rioja (gewijzigd bij de organieke wetten nr. 3/1994 van 24 maart en nr. 2/1999 van 7 januari)) |
— |
Ley 3/1995, de 8 de marzo, de Régimen Jurídico del Gobierno y la Administración Pública de la Comunidad Autónoma de La Rioja. (Wet nr. 3/1995 van 8 maart inzake de rechtsstatus van de regering en de overheidsdienst van de Autonome Gemeenschap La Rioja) |
— |
Ley 30/1992, de 26 noviembre. Régimen Jurídico de las Administraciones Públicas y del Procedimiento Administrativo Común. (Wet nr. 30/1992 van 26 november. Wettelijke regeling voor de overheidsdiensten en de gemeenschappelijke administratieve procedure) |
— |
Orden de 25 de enero de 1994, por la que se precisa la correspondencia entre la legislación española y el reglamento CEE 2081/92, en materia de denominaciones de origen e indicaciones geográficas de productos agrícolas y alimenticios. (Besluit van 25 januari 1994 tot vaststelling van de overeenstemming tussen de Spaanse wetgeving en Verordening (EEG) nr. 2081/92 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen) |
— |
Real Decreto 1643/1999, de 22 de octubre, por el que se regula el procedimiento para la tramitación de las solicitudes de inscripción en el Registro Comunitario de las Denominaciones de Origen Protegidas y de las Indicaciones Geográfica Protegidas. (Koninklijk besluit nr. 1643/99 van 22 oktober tot vaststelling van de procedure voor de behandeling van aanvragen tot inschrijving in het communautaire register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen) |
(1) Europese Commissie — Directoraat-generaal Landbouw — Eenheid Kwaliteitsbeleid voor landbouwproducten — B-1049 Brussel.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/18 |
Mededeling van de Commissie betreffende de geldende bij terugvordering van staatssteun toe te passen rentepercentages en de referentie- en disconteringspercentages voor 25 lidstaten, van toepassing vanaf 1 januari 2005
Gepubliceerd in overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 (PB L 140 van 30.4.2004, blz. 1) en met de Mededeling van de Commissie over de methode waarmee de referentie- en disconteringspercentages worden vastgesteld (PB C 273 van 9.9.1997, blz. 3)
(2005/C 172/07)
Van |
Tot |
AT |
BE |
CY |
CZ |
DE |
DK |
EE |
EL |
ES |
FI |
FR |
HU |
IE |
IT |
LT |
LU |
LV |
MT |
NL |
PL |
PT |
SE |
SI |
SK |
UK |
1.7.2005 |
… |
4,08 |
4,08 |
7,53 |
4,05 |
4,08 |
4,23 |
5,50 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
8,59 |
4,08 |
4,08 |
6,49 |
4,08 |
6,64 |
7,00 |
4,08 |
6,24 |
4,08 |
3,96 |
5,10 |
7,55 |
5,81 |
1.6.2005 |
30.6.2005 |
4,08 |
4,08 |
7,53 |
4,05 |
4,08 |
4,23 |
5,50 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
8,59 |
4,08 |
4,08 |
6,49 |
4,08 |
6,64 |
7,00 |
4,08 |
6,24 |
4,08 |
4,69 |
5,10 |
7,55 |
5,81 |
1.4.2005 |
31.5.2005 |
4,08 |
4,08 |
6,33 |
4,05 |
4,08 |
4,23 |
5,50 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
8,59 |
4,08 |
4,08 |
6,49 |
4,08 |
6,64 |
7,00 |
4,08 |
7,62 |
4,08 |
4,69 |
5,10 |
7,55 |
5,81 |
1.1.2005 |
31.3.2005 |
4,08 |
4,08 |
6,33 |
4,86 |
4,08 |
4,23 |
5,50 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
4,08 |
8,59 |
4,08 |
4,08 |
6,49 |
4,08 |
6,64 |
7,00 |
4,08 |
7,62 |
4,08 |
4,69 |
5,10 |
7,55 |
5,81 |
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/19 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak nr. COMP/M.3857 — SITA/Flughafen Düsseldorf/FDITG)
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure
(2005/C 172/08)
(Voor de EER relevante tekst)
1. |
Op 1 juli 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen SITA Information Networking Computing BV („SITA”, Nederland) en Flughafen Düsseldorf GmbH („Flughafen Düsseldorf”, Duitsland), in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over Flughafen Düsseldorf Informationstechnologie GmbH („FDITG”, Duitsland), die momenteel onder volledige zeggenschap staat van Flughafen Düsseldorf door de aankoop van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.3857 — SITA/Flughafen Düsseldorf/FDITG, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/20 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak nr. COMP/M.3799 — Dexia/Kommunalkredit/JV)
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure
(2005/C 172/09)
(Voor de EER relevante tekst)
1. |
Op 30 juni 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de onderneming Dexia Crédit Local („Dexia CL”, Frankrijk) en Kommunalkredit Austria AG („Kommunalkredit”, Oostenrijk) dat onder zeggenschap staat van de Österreichische Volksbanken AG („ÖVAG”, Oostenrijk) in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over de ondernemingen Dexia Kommunalkredit Bank AG („Dexia-Kom”, Oostenrijk) en Kommunalkredit Finance a.s. („KF”, Tsjechië) door de aankoop van aandelen. Momenteel staat Dexia-Kom onder de zeggenschap van Dexia CL en staat KF onder zeggenschap van Kommunalkredit. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.3799 — Dexia/Kommunalkredit/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/21 |
Door de Commissie aangenomen COM-documenten, andere dan wetsvoorstellen
(2005/C 172/10)
Document |
Deel |
Datum |
Titel |
COM(2005) 51 |
1 |
17.2.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad: Evaluatie van de resultaten van het EOF en voorstel voor het vrijgeven van de voorwaardelijke saldi van het negende Europees Ontwikkelingsfonds |
COM(2005) 63 |
|
23.2.2005 |
Verslag van de Commissie op grond van artikel 34 van het kaderbesluit van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten |
COM(2005) 75 |
|
7.3.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Europees groei-initiatief — Haalbaarheidsverslag over een EU-leninggarantie-instrument voor TEN-vervoersprojecten |
COM(2005) 94 |
|
16.3.2005 |
Mededeling van de Commissie: Groenboek „Demografische veranderingen: naar een nieuwe solidariteit tussen de generaties” |
COM(2005) 115 |
1 |
6.4.2005 |
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's De gezondheid, de veiligheid en het vertrouwen van de burger bevorderen: een strategie voor gezondheid en consumentenbescherming |
COM(2005) 120 |
|
31.3.2005 |
Mededeling van de Commissie: Herstructureringen en werkgelegenheid — Anticiperen op en begeleiden van herstructureringen met het oog op de ontwikkeling van de werkgelegenheid: de rol van de Europese Unie |
COM(2005) 132 |
|
12.4.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité: Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken — De bijdrage van de Europese Unie |
COM(2005) 134 |
|
12.4.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité: Samenhang in het ontwikkelingsbeleid Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken |
COM(2005) 153 |
|
20.4.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het reactievermogen van de EU op rampen en crisissituaties in derde landen versterken |
COM(2005) 172 |
|
27.4.2005 |
Mededeling van de Commissie: De naleving van het Handvest van de grondrechten in wetgevingsvoorstellen van de Commissie Methodologie voor een systematische en grondige controle |
COM(2005) 175 |
|
29.4.2005 |
Verslag van de Europese Commissie aan de Raad en het Europees Parlement Verslag over de ontwikkeling, de validering en de wettelijke erkenning van alternatieve methoden ter vervanging van dierproeven op het gebied van cosmetica (2004) |
COM(2005) 195 |
|
19.5.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Mededeling over de wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen en de versterking van het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten |
COM(2005) 207 |
|
30.5.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Verslagen van de lidstaten over in 2003 geconstateerde gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid |
COM(2005) 208 |
|
23.5.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Het Europese ruimtevaartbeleid — Voorlopige elementen |
COM(2005) 217 |
1 |
25.5.2005 |
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties |
COM(2005) 217 |
2 |
25.5.2005 |
Aanbeveling van de Commissie over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties |
COM(2005) 218 |
|
25.5.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement Ontwerpverklaring inzake de richtlijnen voor duurzame ontwikkeling |
COM(2005) 222 |
1 |
25.5.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek |
COM(2005) 223 |
|
31.5.2005 |
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de voortgang van de pilotstudies bedoeld in artikel 4, lid 3, en artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2002 betreffende afvalstoffenstatistieken |
COM(2005) 233 |
|
3.6.2005 |
Verslag van de Commissie: Jaarverslag betreffende activiteiten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Unie in 2003 |
COM(2005) 243 |
|
7.6.2005 |
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comite Nanowetenschappen en nanotechnologieën: Een actieplan voor Europa 2005-2009 |
COM(2005) 245 |
|
8.6.2005 |
Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de verlening van macrofinanciële bijstand aan derde landen in 2004 |
COM(2005) 269 |
|
22.6.2005 |
MEdedeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Tenuitvoerlegging van de communautaire strategie ter vermindering van de CO2-uitstoot van auto's: Vijfde jaarlijkse mededeling over de effectiviteit van de strategie |
Deze teksten zijn beschikbaar op: EUR-Lex: http://europa.eu.int/eur-lex/lex/
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/23 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak nr. COMP/M.3839 — Access Industries/Basell)
(2005/C 172/11)
(Voor de EER relevante tekst)
Op 4 juli 2005 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://europa.eu.int/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector. |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32005M3839. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving. (http://europa.eu.int/eur-lex/lex) |
II Voorbereidende besluiten
Commissie
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/24 |
Door de Commissie aangenomen wetsvoorstellen
(2005/C 172/12)
Document |
Deel |
Datum |
Titel |
COM(2005) 51 |
2 |
17.2.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad tot vrijgeving van een tweede tranche van 250 miljoen EUR van het voorwaardelijk bedrag van 1 miljard EUR uit het negende Europees Ontwikkelingsfonds voor de ACS-EU-waterfaciliteit |
COM(2005) 51 |
3 |
17.2.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad tot vrijgeving en gebruik van 18 miljoen EUR van het voorwaardelijk bedrag van 1 miljard EUR uit het negende Europees Ontwikkelingsfonds voor de financiering van het nationale indicatieve programma van Timor-Leste in de periode 2006-2007 |
COM(2005) 51 |
4 |
17.2.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad tot vrijgeving en gebruik van het resterende bedrag van 82 miljoen EUR van het voorwaardelijk bedrag van 1 miljard EUR uit het negende Europees Ontwikkelingsfonds voor samenwerking met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan |
COM(2005) 51 |
5 |
17.2.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad over het standpunt van de Gemeenschap in de ACS-EG-Raad van ministers over een besluit inzake het gebruik van de resterende middelen voor langetermijnontwikkeling en van de middelen van de Investeringsfaciliteit van het negende Europees Ontwikkelingsfonds voor de financiering van het EU-Energie-initiatief, de bijdragen tot de financieringsfaciliteit voor verzekeringsregelingen voor de internationale handel in basisproducten, de aanpassing aan de nieuwe EU-voorschriften inzake sanitaire en fytosanitaire controles op veevoeder en voedingsmiddelen, de versterking van de Afrikaanse Unie en een bijdrage tot het Versneld initiatief inzake onderwijs voor iedereen |
COM(2005) 51 |
6 |
17.2.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad over het door de Gemeenschap binnen de ACS-EG-Raad van ministers in te nemen standpunt ten aanzien van het gebruik van de toewijzing voor langetermijnontwikkeling en de middelen van de Investeringsfaciliteit van het negende Europees Ontwikkelingsfonds voor de tweede tranche voor de ACS-EU-waterfaciliteit |
COM(2005) 106 |
|
31.3.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 inzake de vergoedingen die aan het Europees Geneesmiddelenbureau dienen te worden betaald |
COM(2005) 113 |
|
6.4.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot instelling van een Instrument voor snelle respons en paraatheid bij ernstige noodsituaties |
COM(2005) 115 |
2 |
6.4.2005 |
Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid en consumentenbescherming (2007-2013) |
COM(2005) 116 |
|
6.4.2005 |
Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Burgers voor Europa” ter bevordering van een actief Europees burgerschap |
COM(2005) 117 |
|
6.4.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht |
COM(2005) 131 |
1 |
8.4.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de ondertekening van een protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend |
COM(2005) 131 |
2 |
8.4.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de sluiting van een protocol bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend |
COM(2005) 140 |
|
14.4.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de vervulling van de voorwaarden van artikel 3 van het aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, met betrekking tot de verlenging van de periode bedoeld in artikel 9, lid 4, van Protocol nr. 2 bij de Europaovereenkomst |
COM(2005) 154 |
|
20.4.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid |
COM(2005) 168 |
|
26.4.2005 |
Voorstel voor een Beschikking van de RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Oostenrijk van genetisch gemodificeerde maïs (Zea mays L., lijn MON 810) uit hoofde van Richtlijn 2001/18/EG |
COM(2005) 182 |
|
4.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 131/2004 betreffende bepaalde restrictieve maatregelen ten aanzien van Sudan |
COM(2005) 183 |
1 |
4.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad tot ondertekening van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de herziening van de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat |
COM(2005) 183 |
2 |
4.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad tot sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de herziening van de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat |
COM(2005) 185 |
1 |
3.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de overeenkomst tot wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 |
COM(2005) 185 |
2 |
3.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst tot wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 |
COM(2005) 187 |
|
12.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende de sluiting van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Bondsrepubliek der Comoren inzake de visserij voor de kust van de Comoren, voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2010 |
COM(2005) 190 |
1 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en informatienetwerk wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
2 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
3 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1365/75 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
4 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1360/90 van de Raad tot oprichting van een Europese Stichting voor opleiding wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
6 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 40/94 wat betreft de ambtstermijn van de voorzitter van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt |
COM(2005) 190 |
7 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2100/94 wat betreft de ambtstermijn van de voorzitter van het Communautair Bureau voor plantenrassen |
COM(2005) 190 |
8 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2965/94 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
9 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/97 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat wat betreft de ambtstermijn |
COM(2005) 190 |
10 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 wat betreft de ambtstermijn van de uitvoerend directeur van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid |
COM(2005) 190 |
11 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 851/2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie- en bestrijding wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
12 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 726/2004 wat betreft de ambtstermijn van de directeur van het Europees Geneesmiddelenbureau |
COM(2005) 190 |
13 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1321/2004 wat betreft de ambtstermijn van de uitvoerend directeur van de Europese GNSS-toezichtautoriteit |
COM(2005) 190 |
14 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk wat betreft de ambtstermijn van de directeur |
COM(2005) 190 |
15 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid wat betreft de ambtstermijn van de uitvoerend directeur |
COM(2005) 190 |
16 |
13.5.2005 |
Voorstel voor eenVerordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1592/2002 wat betreft de ambtstermijn van de uitvoerend directeur en de directeuren van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart |
COM(2005) 190 |
17 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 881/2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau wat betreft de ambtstermijn van de uitvoerend directeur |
COM(2005) 190 |
18 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 tot oprichting van een Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie wat betreft de ambtstermijn van de uitvoerend directeur en de plaatsvervangend uitvoerend directeur |
COM(2005) 191 |
1 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de ondertekening van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije naar aanleiding van de uitbreiding van de Europese Unie |
COM(2005) 191 |
2 |
13.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de sluiting van het aanvullend protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije naar aanleiding van de uitbreiding van de Europese Unie |
COM(2005) 193 |
|
17.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot uitbreiding van de definitieve antidumpingmaatregelen die bij Verordening (EG) nr. 1470/2001 van de Raad werden ingesteld op geïntegreerde elektronische compacte fluorescentielampen uit de Volksrepubliek China tot hetzelfde product dat vanuit Vietnam, Pakistan en de Filippijnen wordt verzonden |
COM(2005) 194 |
|
18.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2092/91 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen |
COM(2005) 197 |
|
19.5.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit de Republiek Kazachstan |
COM(2005) 222 |
2 |
25.5.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de onderhandelingen met het oog op de toetreding van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) tot een internationale kaderovereenkomst tussen de leden van het Generation IV International Forum op het gebied van kernenergieonderzoek |
COM(2005) 226 |
|
1.6.2005 |
Voorstel voor een Beschikking van de Raad over de gelijkwaardigheid van in derde landen verrichte controles op de instandhouding van rassen |
COM(2005) 238 |
|
6.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3317/94 ten aanzien van de toezending van de aanvragen voor een visvergunning aan derde landen |
COM(2005) 254 |
|
15.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2505/96 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieproducten |
COM(2005) 264 |
1 |
21.6.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Australië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten |
COM(2005) 264 |
2 |
21.6.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Australië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten |
COM(2005) 268 |
|
21.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot beëindiging van de procedure, ten behoeve van een nieuwe exporteur, voor de eventuele herziening van Verordening (EG) nr. 1995/2000 van de Raad tot instelling van definitieve antidumpingrechten op ureum en ammoniumnitraat uit, onder meer Algerije |
COM(2005) 270 |
|
23.6.2005 |
Voorstel voor een Besluit van de Raad inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Oekraïne betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten |
COM(2005) 271 |
|
23.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad betreffende het beheer van bepaalde beperkingen op de invoer van bepaalde ijzer- en staalproducten uit Oekraïne |
COM(2005) 273 |
|
21.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad houdende vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de opening van een communautair tariefcontingent voor de invoer van levende runderen van oorsprong uit Zwitserland |
COM(2005) 283 |
|
27.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op de invoer van handpallettrucks en essentiële delen daarvan uit de Volksrepubliek China |
COM(2005) 289 |
|
21.6.2005 |
Voorstel voor een Verordening (EG, Euratom) van de Raad tot intrekking van Verordening nr. 6/66/Euratom, 121/66/EEG van de Raden, Verordening nr. 7/66/Euratom, 122/66/EEG van de Raden en Verordening nr. 174/65/EEG, 14/65/Euratom van de Raden |
Deze teksten zijn beschikbaar op: http://europa.eu.int/eur-lex/lex/
III Bekendmakingen
Commissie
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/29 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — DG EAC Nr. 24/05
„BEVORDERING VAN ACTIEF EUROPEES BURGERSCHAP”
Steun ten behoeve van acties in het kader van stedenbanden
Conferenties, opleidingsseminars en voorlichtingscampagnes 2006
(2005/C 172/13)
1. DOELSTELLINGEN — PROJECTFORMATEN
De oproep tot het indienen van voorstellen heeft tot doel steun te verlenen aan projecten in het kader van stedenbanden in de EU-lidstaten en in andere in aanmerking komende landen, die bijdragen aan de vergroting van het Europese bewustzijn, nieuwe en bestaande banden en netwerken tussen lokale autoriteiten stimuleren, de dialoog tussen de burgers van de Europese Unie versterken, het jumelage-idee bevorderen en beste praktijken op het gebied van de jumelage van steden in Europa verspreiden.
Deze oproep tot het indienen van voorstellen betreft acties in het kader van jumelages van steden zoals conferenties, opleidingsseminars en voorlichtingscampagnes. Er zal een afzonderlijke oproep tot het indienen van voorstellen worden gepubliceerd voor bijeenkomsten van burgers van gejumeleerde steden.
De oproep tot het indienen van voorstellen heeft tot doel steun te verlenen aan projecten in de volgende drie formaten:
Formaat 1: Thematische conferenties in het kader van stedenbanden, gericht op een sterkere bewustmaking ten aanzien van Europese beleidsmaatregelen. Aan de conferenties moet worden deelgenomen door vertegenwoordigers uit gemeenten van ten minste twee in aanmerking komende landen, waarvan ten minste één EU-lidstaat.
Formaat 2: Opleidingsseminars over stedenbanden, gericht op personen die verantwoordelijk zijn voor de jumelage van steden om hen in staat te stellen de nodige kennis en vaardigheden te verwerven voor de organisatie van jumelageprojecten met een hoogwaardige Europese inhoud.
Formaat 3: Voorlichtingscampagnes ter bevordering van stedenbanden — nieuw element in het programma, bedoeld om geschikte organisaties zoals regionale, nationale of Europese verenigingen van lokale autoriteiten in staat te stellen nieuwe innoverende acties uit te voeren ter ondersteuning van de ontwikkeling van jumelages van steden.
De voorlichtingscampagnes moeten gericht zijn op gemeenten en de bevordering van het jumelage-idee in Europa beogen door het verspreiden van informatie over het jumelageprogramma en het benadrukken van het belang van de jumelagebeweging in Europa. De voorlichtingscampagnes moeten ten minste twee in aanmerking komende landen, waaronder een EU-lidstaat, bestrijken.
2. IN AANMERKING KOMENDE AANVRAGERS
Om in aanmerking te komen moet de aanvrager een organisatie met een rechtsstatus (rechtspersoonlijkheid) zijn en in een in aanmerking komend land zijn gevestigd.
Slechts de volgende soorten organisaties komen in aanmerking:
— |
steden en gemeenten en hun stedenbandenverenigingen/-comités |
— |
lokale en regionale besturen |
— |
verenigingen die lokale autoriteiten vertegenwoordigen |
In aanmerking komende landen:
— |
De 25 lidstaten van de Europese Unie (België, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden); |
— |
Bulgarije en Roemenië (1) |
3. BEGROTING EN DUUR VAN DE PROJECTEN
Het totale beschikbare bedrag voor de medefinanciering van projecten in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen wordt geraamd op 2 500 000 EUR.
De toegekende subsidie mag niet meer bedragen dan 60 % van het totale bedrag van de subsidiabele kosten van het project in de gedetailleerde begrotingsraming.
Het maximumbedrag van de subsidie mag niet meer bedragen dan 60 000 EUR per project. De minimumsubsidie bedraagt 10 000 EUR.
De maximale duur van de projecten bedraagt 10 maanden (van de voorbereiding tot de uitvoering en de verslagen).
4. TERMIJNEN
Deze oproep heeft betrekking op projecten die beginnen tussen 15 april 2006 en 31 december 2006.
De termijnen voor de indiening van de subsidieaanvragen zijn als volgt:
|
Eerste fase: tot 17 oktober 2005 voor projecten die beginnen tussen 15 april en 31 augustus 2006; |
|
Tweede fase: tot 1 maart 2006 voor projecten die beginnen tussen 1 september en 31 december 2006. |
5. NADERE INFORMATIE
De volledige tekst van de oproep tot het indienen van voorstellen en de aanvraagformulieren zijn te vinden op de volgende website:
http://europa.eu.int/comm/towntwinning/call/call_nl.html
De aanvragen moeten aan de bepalingen van de volledige oproep tot het indienen van voorstellen voldoen en moeten met behulp van het daartoe bestemde aanvraagformulier worden ingediend.
(1) Bulgarije komt in aanmerking afhankelijk van de ratificatie van het intentieverklaring. Verder zullen EER-/EVA-landen of kandidaat-lidstaten Turkije in aanmerking komen, als vóór de sluitingsdatum voor de indiening van de subsidieaanvragen tussen het betrokken land en de Commissie een overeenkomst inzake de deelneming aan het programma is gesloten.
12.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/31 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — DG EAC Nr. 39/05
Cultuur 2000: Oproep tot het indienen van voorstellen 2006
(2005/C 172/14)
1. DOELSTELLINGEN EN BESCHRIJVING
Het programma „Cultuur 2000” draagt bij tot de bevordering van een voor alle Europese volkeren gemeenschappelijke culturele ruimte. De Gemeenschap verleent elk jaar steun aan eenjarige en meerjarige culturele manifestaties en projecten die worden uitgevoerd in partnerschapsverband of in de vorm van netwerken. Bij de eenjarige en meerjarige projecten dienen culturele actoren betrokken te zijn uit respectievelijk ten minste drie landen en ten minste vijf landen die deelnemen aan het programma „Cultuur 2000”.
In het kader van actie 1 (eenjarige projecten) biedt het programma „Cultuur 2000” ondersteuning op het terrein van muziek en podiumkunsten, cultureel erfgoed, beeldende en visuele kunsten, literatuur, boeken en vertalingen.
In het kader van actie 2 (meerjarige projecten) biedt het programma „Cultuur 2000” ondersteuning op het terrein van muziek en podiumkunsten, cultureel erfgoed, beeldende en visuele kunsten, literatuur en boeken.
2. IN AANMERKING KOMENDE AANVRAGERS
Voor subsidie komen in aanmerking: culturele organisaties uit de particuliere of publieke sector met een eigen rechtsvorm, waarvan de hoofdactiviteit in de culturele sfeer ligt.
Er kunnen aanvragen worden ingediend door organisaties die zijn gevestigd in een van de volgende landen:
— |
de 25 landen van de Europese Unie; |
— |
de drie EER/EVA-landen (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen); |
— |
de toetredende landen Bulgarije en Roemenië, en de kandidaat-lidstaat Turkije. |
Er zij echter op gewezen dat de deelname van Turkije aan het programma afhankelijk is van het sluiten van een overeenkomst tussen de Turkse regering en de Europese Commissie. Turkse organisaties komen als projectleider of medeorganisator in aanmerking, op voorwaarde dat een dergelijke overeenkomst vóór het einde van de selectieprocedure van kracht wordt.
3. BEGROTING EN DUUR VAN DE PROJECTEN
De totale begroting voor de in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen ondersteunde projecten bedraagt omstreeks 28 miljoen EUR (actie 1 en 2).
De voor eenjarige projecten aangevraagde financiering bedraagt ten minste 50 000 EUR en ten hoogste 150 000 EUR en mag in geen geval meer dan 50 % van de totale subsidiabele begroting van het project uitmaken.
De communautaire steun voor vertaalprojecten dekt het honorarium van de vertaler(s) voor alle in de aanvraag opgenomen boeken (minimaal 4, maximaal 10 subsidiabele boeken) tot maximaal 50 000 EUR en maakt in geen geval meer uit dan 60 % van de totale projectkosten.
De voor meerjarige projecten aangevraagde financiering bedraagt meer dan 50 000 EUR en ten hoogste 300 000 EUR per jaar en mag in geen geval meer dan 60 % van de totale subsidiabele begroting van het project uitmaken.
De projecten dienen te beginnen vóór 15 november 2006.
De looptijd van eenjarige projecten mag niet meer dan 12 maanden bedragen.
De looptijd van meerjarige projecten mag niet minder dan 24 maanden en niet meer dan 36 maanden bedragen.
In uitzonderlijke omstandigheden en als dit door de begunstigde naar behoren wordt gemotiveerd, kan de duur van de geselecteerde projecten via een wijzigingsprocedure met maximaal 6 maanden worden verlengd.
4. AANVRAAGTERMIJN
De aanvragen moeten aan de Commissie worden toegezonden op uiterlijk:
17 oktober 2005 voor eenjarige en vertaalprojecten 28 oktober 2005 voor meerjarige projecten.
5. VERDERE INFORMATIE
Het bestek en de aanvraagformulieren zijn te vinden op de volgende website van de Commissie:
http://europa.eu.int/comm/culture/eac/index_en.html
De aanvragen moeten voldoen aan de in het bestek vermelde eisen en worden ingediend aan de hand van de daartoe verstrekte formulieren.