ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 3 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
48e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
I Mededelingen |
|
|
Commissie |
|
2005/C 003/1 |
||
2005/C 003/2 |
||
2005/C 003/3 |
||
2005/C 003/4 |
||
NL |
|
I Mededelingen
Commissie
6.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 3/1 |
Wisselkoersen van de euro (1)
5 januari 2005
(2005/C 3/01)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3224 |
JPY |
Japanse yen |
138,09 |
DKK |
Deense kroon |
7,4396 |
GBP |
Pond sterling |
0,70485 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,0373 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,5528 |
ISK |
IJslandse kroon |
83,24 |
NOK |
Noorse kroon |
8,2835 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CYP |
Cypriotische pond |
0,5806 |
CZK |
Tsjechische koruna |
30,429 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
246,17 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6965 |
MTL |
Maltese lira |
0,4332 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1204 |
ROL |
Roemeense leu |
38 666 |
SIT |
Sloveense tolar |
239,77 |
SKK |
Slowaakse koruna |
38,625 |
TRY |
Turkse lira |
1,8329 |
AUD |
Australische dollar |
1,7354 |
CAD |
Canadese dollar |
1,6269 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,301 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,8963 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,1823 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 383,76 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
7,8085 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
6.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 3/2 |
Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities uitgebracht tijdens zijn 375e vergadering van 14 juni 2004 betreffende een voorontwerp van beschikking in zaak COMP/A.38.549 — Belgische Orde van Architecten
(2005/C 3/02)
1. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat de Belgische Orde van Architecten als een ondernemersvereniging in de zin van artikel 81, lid 1, van het Verdrag kan worden aangemerkt wanneer zij een reglement zoals de deontologische norm nr. 2 vaststelt. |
2. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat het besluit tot vaststelling van de schaal van minimumerelonen, dat bekend staat onder de naam „deontologische norm nr. 2”, aangemerkt moet worden als een besluit van een ondernemersvereniging in de zin van artikel 81, lid 1, van het Verdrag. |
3. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat deontologische norm nr. 2 ertoe strekt de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt te beperken in de zin van artikel 81, lid 1, van het Verdrag, hetgeen inhoudt dat de Commissie niet verplicht is de markt af te bakenen en evenmin moet aantonen dat het besluit de mededinging effectief beperkt. |
4. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat in deze zaak het besluit van de ondernemersvereniging de handel tussen lidstaten ongunstig kan beïnvloeden. |
5. |
De leden van het Adviescomité zijn het erover eens dat de uitzondering waarin de rechtspraak in de zaak „Wouters” voorziet, hier niet van toepassing is. |
6. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat in artikel 81, lid 3, van het Verdrag geen redenen kunnen worden gevonden om de bepalingen van artikel 81, lid 1, in deze zaak buiten toepassing te verklaren. |
7. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat ondanks de door de Orde aangevoerde argumenten een geldboete kan worden opgelegd. |
8. |
De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat de zwaarte en de duur van de inbreuk ertoe leiden dat het basisbedrag van de geldboete met 350 % dient te worden verhoogd. |
9. |
De leden van het Adviescomité zijn het erover eens dat de Commissie een accurate en volledige beschrijving heeft gegeven van alle omstandigheden die relevant zijn voor de vaststelling van de geldboete. |
10. |
De leden van het Adviescomité stemmen in met het belang dat aan deze diverse omstandigheden wordt gehecht, resulterend in de oplegging van een gematigde geldboete. |
11. |
De leden van het Adviescomité bevelen aan het advies van het Adviescomité bekend te maken in het Publicatieblad. |
12. |
De leden van het Adviescomité verzoeken de Commissie rekening te houden met alle andere punten die tijdens de discussie aan de orde zijn gesteld. |
6.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 3/3 |
Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities uitgebracht tijdens zijn 376e vergadering van 21 juni 2004 betreffende een voorontwerp van beschikking in zaak COMP/A.38.549 — Belgische Orde van Architecten
(2005/C 3/03)
1. |
De leden van het Adviescomité stemmen in met het voorgestelde bedrag van de geldboete. |
2. |
De leden van het Adviescomité bevelen aan het advies van het Adviescomité bekend te maken in het Publicatieblad. |
3. |
De leden van het Adviescomité verzoeken de Commissie rekening te houden met alle andere punten die tijdens de discussie aan de orde zijn gesteld. |
6.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 3/4 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur in zaak COMP/38.549 — Orde van Architecten
(opgesteld overeenkomstig artikel 15 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)
(2005/C 3/04)
De ontwerpbeschikking geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen ten aanzien van het recht om te worden gehoord.
Op 3 november 2003 heeft de Commissie in het kader van een ambtshalve ingeleide procedure een mededeling van punten van bezwaar toegezonden aan de Belgische Orde van Architecten. In deze mededeling van punten van bezwaar werd gesteld dat de vaststelling van een vaste of als leidraad fungerende schaal van minimumerelonen strijdig is met de mededingingsregels.
Op 2 december 2003 heeft de Orde van Architecten toegang gekregen tot het dossier.
De Orde van Architecten beschikte over een termijn van tien weken om de mededeling van punten van bezwaar te beantwoorden. Zij heeft haar schriftelijke opmerkingen binnen de gestelde termijn kenbaar gemaakt.
Wat de procedure betreft, heeft de Orde van Architecten aangevoerd dat de rechten van de verdediging niet geheel werden geëerbiedigd, omdat zij geen toegang had gekregen tot een document dat door DG Concurrentie als „vertrouwelijk” werd aangemerkt.
Na verificatie is gebleken dat dit document het mogelijk zou hebben gemaakt een persoon te identificeren die informatie aan de Commissie had doorgegeven.
Het document is derhalve terecht als „vertrouwelijk” aangemerkt, gezien de geheimhoudingsplicht waaraan de Commissie in een dergelijk geval gebonden is.
Deze geheimhoudingsplicht houdt in dat de anonimiteit van een persoon die haar inlichtingen heeft verstrekt, moet worden gewaarborgd wanneer deze persoon haar daarom verzoekt en mogelijk blootgesteld is aan de dreiging van represaillemaatregelen (Arrest van het Hof van Justitie van 7 november 1985 in zaak 145/83, Adams/Commissie van de Europese Gemeenschappen, punt 34 en volgende).
De Belgische Orde van Architecten heeft haar recht om te worden gehoord uitgeoefend en om een hoorzitting verzocht, die op 9 februari 2004 heeft plaatsgevonden.
In de ontwerpbeschikking van de Commissie worden geen nieuwe bezwaren jegens de Orde van Architecten aangevoerd in vergelijking met die welke in de mededeling van punten van bezwaar zijn geformuleerd.
Ik ben bijgevolg van mening dat het recht van de partijen om te worden gehoord, in acht is genomen.
Brussel, 16 juni 2004.
Serge DURANDE