ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 104E

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

47e jaargang
30 april 2004


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   (Mededelingen)

 

EUROPEES PARLEMENT

 

ZITTING 2004 — 2005

 

Maandag, 19 april 2004

2004/C 104E/1

NOTULEN

1

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Hervatting van de zitting

Mededeling van de Voorzitter

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Samenstelling Parlement

Samenstelling fracties

Samenstelling commissies en delegaties

Onderzoek geloofsbrieven

Vergaderrooster 2005

Ingekomen stukken

Verzoekschriften

Kredietoverschrijvingen

Van de Raad ontvangen verdragsteksten

Aan de standpunten en resoluties van het Parlement gegeven uitvoering

Regeling van de werkzaamheden

Overeenkomst EG-VS inzake PNR-gegevens

Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (debat)

Samenwerking inzake consumentenbescherming *** I — Consumentenkrediet *** I — Oneerlijke handelspraktijken *** I (debat)

Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** I (debat)

Vennootschapsrecht en corporate governance (debat)

Betalingen binnen de interne markt (debat)

Aardgasvoorziening *** I — Toegang tot gastransmissienetten *** I (debat)

Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** I (debat)

Bekendmaking van gemeenschappelijke standpunten van de Raad

Handel in broeikasgasemissierechten *** I (debat)

Batterijen en accu's *** I (debat)

Milieugericht levenscyclusconcept (debat)

Coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels *** II (debat)

Agenda van de volgende vergadering

Sluiting van de vergadering

PRESENTIELIJST

24

BIJLAGE I

25

 

Dinsdag, 20 april 2004

2004/C 104E/2

NOTULEN

26

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Opening van de vergadering

Samenstelling Parlement

Samenstelling commissies en delegaties

Besluit inzake het verzoek om urgentverklaring

Veiligheid op zee (debat)

In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** I (debat)

Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** I (debat)

Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** II (debat)

Agenda

Stemmingen

Nabuurschapsbeleid van de EU na de uitbreiding * (artikel 110 bis van het Reglement) (eindstemming)

Belasting op energieproducten en elektriciteit in Cyprus * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer *** II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Communautair douanewetboek *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Migratiebeheersdiensten * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Plaats van levering van diensten * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europees Ruimteagentschap * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Visuminformatiesysteem * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europese Politieacademie * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Benoeming van een lid van ECB * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Impact van de communautaire regelgeving en raadplegingsprocedures (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Gelijke kansen voor personen met een handicap (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels *** II (stemming)

Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** II (stemming)

Luchtkwaliteit *** I (stemming)

Samenwerking inzake consumentenbescherming *** I (stemming)

Consumentenkrediet *** I (stemming)

Oneerlijke handelspraktijken *** I (stemming)

Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** I (stemming)

Aardgasvoorziening *** I (stemming)

Toegang tot gastransmissienetten *** I (stemming)

Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** I (stemming)

Handel in broeikasgasemissierechten *** I (stemming)

Batterijen en accu's *** I (stemming)

In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** I (stemming)

Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** I (stemming)

Europees Vluchtelingenfonds (2005-2010) * (stemming)

Afvalpreventie en afvalrecycling (stemming)

Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (stemming)

Stemverklaringen

Rectificaties stemgedrag

Toespraak van de heer Barnier

Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (bekendmaking van de ingediende ontwerpresoluties)

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Ingekomen stukken

Schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (debat)

Economische en sociale cohesie (Derde verslag) (debat)

Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (debat)

Raming van het Europees Parlement voor 2005 (debat)

Eurostat — Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie) — Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds — Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting — Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement) — Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen — Kwijting 2002: EGKS (debat)

Agenda

Verzoek van Kroatië om toetreding tot de EU (mededeling van de Commissie)

Vragenuur (vragen aan de Commissie)

Eurostat — Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie) — Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds — Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting — Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement) — Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen — Kwijting 2002: EGKS (voortzetting van het debat)

Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens * (debat)

Vrijheid van meningsuiting en informatie (debat)

Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen * (debat)

Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving * (debat)

Agenda van de volgende vergadering

Sluiting van de vergadering

PRESENTIELIJST

51

BIJLAGE I

53

BIJLAGE II

81

AANGENOMEN TEKSTEN

127

P5_TA(2004)0278Nieuw nabuurschapsbeleid van de EU *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie en het nieuwe nabuurschapsbeleid van de EU (COM(2003) 603 — C5-0501/2003 — 2003/0232(CNS))

127

P5_TA(2004)0279Belasting op energieproducten en elektriciteit in Cyprus *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG waarbij Cyprus voor energieproducten en elektriciteit tijdelijk belastingverlagingen of -vrijstellingen mag toepassen (COM(2004) 185 — C5-0175/2004 — 2004/0067(CNS))

127

P5_TA(2004)0280Elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer *** IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (6277/1/2004 — C5-0163/2004 — 2003/0081(COD))

128

P5_TA(2004)0281Communautair douanewetboek *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (COM(2003) 452 — C5-0345/2003 — 2003/0167(COD))

129

P5_TC1-COD(2003)0167Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

129

P5_TA(2004)0282Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart ***Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) (5747/2004 — COM(2003) 555 — C5-0065/2004 — 2003/0214(AVC))

137

P5_TA(2004)0283Klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een regeling inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten (COM(2003) 502 — C5-0442/2003 — 2003/0193(CNS))

137

P5_TA(2004)0284Klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor van verordening van de Raad tot instelling van een regeling inzake klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen tussen de lidstaten (COM(2003) 502 — C5-0443/2003 — 2003/0194(CNS))

140

P5_TA(2004)0285Migratiebeheersdiensten *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de totstandbrenging van een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (COM(2003) 727 — C5-0612/2003 — 2003/0284(CNS))

141

P5_TA(2004)0286Plaats van levering van diensten *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de plaats van levering van diensten (COM(2003) 822 — C5-0026/2004 — 2003/0329(CNS))

143

P5_TA(2004)0287Europees Ruimteagentschap *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het sluiten van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap (COM(2004) 85/2 — C5-0099/2004 — 2004/0028(CNS))

143

P5_TA(2004)0288Europese Politieacademie *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/820/JBZ tot oprichting van een Europese Politieacademie (EPA) (15400/2003 — C5-0001/2004 — 2004/0801(CNS))

144

P5_TA(2004)0289Europese Politieacademie *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van het Verenigd Koninkrijk met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad houdende wijziging van Besluit 2000/820/JBZ tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA)(5121/2004 — C5-0040/2004 — 2004/0802(CNS))

145

P5_TA(2004)0290Benoeming van een lid van de ECB *Besluit van het Europees Parlement over de ontwerpaanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van de heer José Manuel González-Páramo tot lid van de directie van de Europese Centrale Bank (6315/2004 — C5-0176/2004 — 2004/0808(CNS))

146

P5_TA(2004)0291Impact van de communautaire regelgeving en raadplegingsproceduresResolutie van het Europees Parlement over de toetsing van de impact van de communautaire regelgeving en de raadplegingsprocedures (2003/2079(INI))

146

P5_TA(2004)0292Gelijke kansen voor personen met een handicapResolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's — Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan (COM(2003) 650 — C5-0039/2004 — 2004/2004(INI))

148

P5_TA(2004)0293Socialezekerheidsstelsels *** IIWetgevingsresolutie betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (15577/6/2003 — C5-0043/2004 — 1998/0360(COD))

153

P5_TC2-COD(1998)0360Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

153

BIJLAGE IVOORSCHOTTEN OP ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN, BIJZONDERE UITKERINGEN BIJ GEBOORTE OF ADOPTIE (artikel 1, lid 4, onder z)

193

BIJLAGE IIBEPALINGEN VAN BILATERALE VERDRAGEN DIE VAN TOEPASSING BLIJVEN EN DIE, NAARGELANG HET GEVAL, BEPERKT ZIJN TOT DE PERSONEN DIE ONDER DEZE BILATERALE BEPALINGEN VALLEN (artikel 8, lid 1)

194

BIJLAGE IIIBEPERKING VAN HET RECHT OP VERSTREKKINGEN VAN GEZINSLEDEN VAN EEN GRENSARBEIDER (artikel 18, lid 2)

194

BIJLAGE IVMEER RECHTEN VOOR PENSIOENGERECHTIGDEN DIE NAAR DE BEVOEGDE LIDSTAAT TERUGKEREN (artikel 27, lid 2)

194

BIJLAGE VMEER RECHTEN VOOR VOORMALIGE GRENSARBEIDERS DIE TERUGKEREN NAAR HET LAND WAAR ZIJ TEVOREN AL DAN NIET IN LOONDIENST GRENSARBEIDER ZIJN GEWEEST (ALLEEN VAN TOEPASSING INDIEN DE LIDSTAAT WAAR ZICH HET BEVOEGDE ORGAAN BEVINDT DAT VERANTWOORDELIJK IS VOOR DE KOSTEN VAN DE AAN DE PENSIOENGERECHTIGDE IN DE LIDSTAAT VAN ZIJN WOONPLAATS VERLEENDE VERSTREKKINGEN, IS VERMELD) (artikel 28, lid 2)

195

BIJLAGE VIVASTSTELLING VAN A-WETGEVING DIE VAN DE BIJZONDERE COÖRDINATIE ZOU MOETEN PROFITEREN (artikel 44, lid 1)

195

BIJLAGE VIIOVEREENSTEMMING TUSSEN DE WETTELIJKE REGELINGEN VAN DE LIDSTATEN INZAKE DE VOORWAARDEN OMTRENT DE MATE VAN INVALIDITEIT (Artikel 46, lid 3 van de verordening)

196

BIJLAGE VIIIGEVALLEN WAARIN DE ONAFHANKELIJKE PRESTATIE EVEN HOOG OF HOGER IS DAN DE PRESTATIE PRO RATA (artikel 52, lid 4)

200

BIJLAGE IXPRESTATIES EN OVEREENKOMSTEN WAARBIJ ARTIKEL 49 KAN WORDEN TOEGEPAST

201

BIJLAGE XBIJZONDERE, NIET OP PREMIE- OF BIJDRAGEBETALING BERUSTENDE PRESTATIES (Artikel 70, lid 2, onder c)

202

BIJLAGE XIBIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING VAN DE LIDSTATEN (artikelen 51, lid 3; 56, lid 1 en 83)

203

P5_TA(2004)0294Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het Trans-Europese wegennet (5238/1/2004 — C5-0118/2004 — 2002/0309(COD))

203

P5_TA(2004)0295Luchtkwaliteit *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht (COM(2003) 423 — C5-0331/2003 — 2003/0164(COD))

204

P5_TC1-COD(2003)0164Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht

204

BIJLAGE ISTREEFWAARDEN VOOR ARSEEN, CADMIUM, NIKKEL EN BENZO(A)PYREEN

212

BIJLAGE IIVASTSTELLING VAN DE EISEN VOOR DE BEOORDELING VAN CONCENTRATIES VAN ARSEEN, CADMIUM, NIKKEL EN BENZO(A)PYREEN IN DE LUCHT BINNEN EEN ZONE OF AGGLOMERATIE

213

BIJLAGE IIIPLAATSING VAN EN MINIMUMAANTAL MONSTERNEMINGSPUNTEN VOOR HET METEN VAN CONCENTRATIES IN DE LUCHT EN DEPOSITIESNELHEDEN

213

BIJLAGE IVKWALITEITSDOELSTELLINGEN VOOR DE GEGEVENS EN EISEN TEN AANZIEN VAN LUCHTKWALITEITSMODELLEN

215

BIJLAGE VREFERENTIEMETHODEN VOOR DE BEOORDELING VAN CONCENTRATIES IN DE LUCHT EN DEPOSITIESNELHEDEN

217

P5_TA(2004)0296Samenwerking inzake consumentbescherming *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumenten-bescherming) (COM(2003) 443 — C5-0335/2003 — 2003/0162(COD))

218

P5_TC1-COD(2003)0162Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentbescherming)

218

BIJLAGE ILIJST VAN DE IN ARTIKEL 3, ONDER a) BEDOELDE RICHTLIJNEN EN VERORDENINGEN

231

P5_TA(2004)0297Consumentenkrediet *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet (COM(2002) 443 — C5-0420/2002 — 2002/0222(COD))

233

P5_TC1-COD(2002)0222Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet

233

BIJLAGE IDE BASISVERGELIJKING DIE DE GELIJKWAARDIGHEID VAN DE KREDIETOPNEMINGEN ENERZIJDS EN DE AFLOSSINGEN EN BETALINGEN ANDERZIJDS WEERGEEFT

249

BIJLAGE IIVOORBEELDEN VAN BEREKENINGEN VAN HET JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE

250

P5_TA(2004)0298Oneerlijke handelspraktijken *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke business-to-consumer-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) (COM(2003) 356 — C5-0288/2003 — 2003/0134(COD))

260

P5_TC1-COD(2003)0134Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke business-to-consumer-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (Richtlijn oneerlijke handelspraktijken)

261

BIJLAGE 1HANDELSPRAKTIJKEN DIE ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN ALS ONEERLIJK WORDEN BESCHOUWD

274

BIJLAGE 2COMMUNAUTAIRE WETSBEPALINGEN BETREFFENDE RECLAME EN COMMERCIËLE COMMUNICATIE

276

P5_TA(2004)0299Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong (COM(2003) 117 — C5-0108/2003 — 2003/0052(COD))

278

P5_TC1-COD(2003)0052Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong

278

BIJLAGEN

302

P5_TA(2004)0300Aardgasvoorziening *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over wijziging van de rechtsgrondslag en de algemene oriëntatie van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening (15769/2003 — C5-0027/2004 — 2002/0220(COD))

304

P5_TA(2004)0301Toegang tot gastransmissienetten *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten (COM(2003) 741 — C5-0644/2003 — 2003/0302(COD))

305

P5_TC1-COD(2003)0302Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten

306

BIJLAGERICHTSNOEREN BETREFFENDE DERDENTOEGANGSDIENSTEN

316

P5_TA(2004)0302Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad (COM(2003) 453 — C5-0369/2003 — 2003/0172(COD))

319

P5_TC1-COD(2003)0172Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad

320

BIJLAGE IMETHODES VOOR HET VASTSTELLEN VAN GENERIEKE EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP

338

BIJLAGE IIMETHODE VOOR HET BEPALEN VAN HET NIVEAU VAN SPECIFIEKE EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP

341

BIJLAGE IIICE-MARKERING

343

BIJLAGE IVINTERNE ONTWERPCONTROLE

343

BIJLAGE VVERKLARING VAN OVEREENSTEMMING

344

BIJLAGE VIINHOUD VAN DE UITVOERINGSMAATREGELEN

344

BIJLAGE VIIMINIMALE ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIA VOOR ZELFREGULERINGSINITIATIEVEN IN HET KADER VAN DE RICHTLIJN

345

P5_TA(2004)0303Handel in broeikasgasemissierechten *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectmechanismen van het Protocol van Kyoto (COM(2003) 403 — C5-0355/2003 — 2003/0173(COD))

346

P5_TC1-COD(2003)0173Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectmechanismen van het Protocol van Kyoto (EP-PE_TC1-COD(2003)0173)

347

P5_TA(2004)0304Batterijen en accu's *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's (COM(2003) 723 — C5-0563/2003 — 2003/0282(COD))

354

P5_TC1-COD(2003)0282Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's

355

BIJLAGE ITOEZICHT OP DE INACHTNEMING VAN DE INZAMELINGSSTREEFCIJFERS OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 13

370

BIJLAGE IISYMBOOL VOOR HET KENMERKEN VAN BATTERIJEN, ACCU'S EN BATTERIJPAKKEN MET HET OOG OP DE AFZONDERLIJKE INZAMELING ERVAN

370

BIJLAGE IIIBATTERIJEN EN ACCU'S IN TOEPASSINGEN DIE ZIJN VRIJGESTELD VAN HET IN ARTIKEL 4, LID 1 BEDOELDE VERBOD

370

BIJLAGE IVLIJST VAN CATEGORIEËN APPARATEN DIE NIET ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 5 VALLEN

371

P5_TA(2004)0305In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (COM(2003) 448 — C5-0351/2003 — 2003/0175(COD))

371

P5_TC1-COD(2003)0175Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen

372

BIJLAGE I

381

BIJLAGE II

382

P5_TA(2004)0306Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer (COM(2003) 628 — C5-0601/2003 — 2003/0255(COD))

385

P5_TC1-COD(2003)0255Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer

385

BIJLAGE I

394

BIJLAGE II

395

P5_TA(2004)0307Europees Vluchtelingenfonds (2005-2010) *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 (COM(2004) 102 — C5-0096/2004 — 2004/0032(CNS))

395

P5_TA(2004)0308Afvalpreventie en afvalrecyclingResolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie: Naar een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling (COM(2003) 301 — C5-0385/2003 — 2003/2145(INI))

401

P5_TA(2004)0309Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvestResolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (COM(2003) 606 — C5-0594/2003 — 2003/2249(INI))

408

 

Woensdag, 21 april 2004

2004/C 104E/3

NOTULEN

412

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Opening van de vergadering

Ingekomen stukken

Besluiten inzake bepaalde documenten

Cyprus (verklaringen gevolgd door een debat)

Situatie in het Midden-Oosten (verklaringen gevolgd door een debat)

Transatlantische betrekkingen (verklaringen gevolgd door een debat)

Mededeling van de Voorzitter (beschuldigingen van fraude)

Stemmingen

Vergaderrooster van het EP voor 2005 (stemming)

Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens (verzoek om advies van het Hof van Justitie) (stemming)

Welkomstwoord

Stemmingen (voortzetting)

Vrijheid van meningsuiting en van informatie (besluit over de stemmingsprocedure)

Goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Leven van vissen in zoet water (gecodificeerde versie) *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Motorvoertuigen (verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen) *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Goedkeuring van banden (rolgeluid) *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, kastanjepasta * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Kwijting 2002: EGKS (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet *** II (stemming)

Structuur van landbouwbedrijven na de uitbreiding *** I (stemming)

Het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) *** I (stemming)

Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens * (stemming)

Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen * (stemming)

Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving * (stemming)

Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie) (stemming)

Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds (stemming)

Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting (stemming)

Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement) (stemming)

Vennootschapsrecht en corporate governance (stemming)

Cyprus (stemming)

Betalingen binnen de interne markt (stemming)

Milieugericht levenscyclusconcept (stemming)

Veiligheid op zee (stemming)

Agenda

Stemverklaringen

Rectificaties stemgedrag

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Welkomstwoord

Transatlantische betrekkingen (voortzetting van het debat)

Situatie in Pakistan (debat)

Mensenrechten in de wereld in 2003 (debat)

Democratie, rechtsstaat, rechten van de mens en fundamentele vrijheden *** I (debat)

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** I (debat)

Agenda

Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) *** I (debat)

Motie van afkeuring (debat)

Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** III — Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** III — Interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem *** III — Europees Spoorwegbureau *** III (debat)

Midden- en kleinbedrijf *** I (2001-2005) (debat)

Digitale inhoud in Europa *** I (debat)

Agenda van de volgende vergadering

Sluiting van de vergadering

PRESENTIELIJST

437

BIJLAGE I

439

BIJLAGE I

456

AANGENOMEN TEKSTEN

545

P5_TA(2004)0310Goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) (COM(2004) 47 — C5-0055/2004 — 2004/0017(COD))

545

P5_TA(2004)0311Leven van vissen in zoet water (gecodificeerde versie) *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen (COM(2004) 19 — C5-0038/2004 — 2004/0002(COD))

545

P5_TA(2004)0312Motorvoertuigen (verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen) ***Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie van bepaalde categorieën motorvoertuigen gebruikte materialen (COM(2003) 630 — 5049/2004 — C5-0106/2004 — 2003/0247(AVC))

546

P5_TA(2004)0313Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik ***Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik (COM(2003) 632 — 5048/2004 — C5-0105/2004 — 2003/0248(AVC))

547

P5_TA(2004)0314Goedkeuring van banden (rolgeluid) ***Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme voorschriften voor de goedkeuring van banden wat het rolgeluid betreft (COM(2003) 635 — 5047/2004 — C5-0107/2004 — 2003/0254(AVC))

547

P5_TA(2004)0315Wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 ten aanzien van de voorwaarden voor wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast (COM(2004) 155 — C5-0129/2004 — 2004/0051(CNS))

548

P5_TA(2004)0316Uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/49/EG waarbij bepaalde lidstaten overgangsperioden mogen instellen voor de toepassing van een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (COM(2004) 243 — C5-0187/2004 — 2004/0076(CNS))

548

P5_TA(2004)0317Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1999/784/EG van de Raad betreffende deelneming van de Gemeenschap in het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector (COM(2003) 763 — C5-0622/2003 — 2003/0293(COD))

549

P5_TC1-COD(2003)0293Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1999/784/EG van de Raad betreffende deelneming van de Gemeenschap in het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector

550

P5_TA(2004)0318Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (COM(2003) 807 — C5-0028/2004 — 2003/0316(CNS))

551

P5_TA(2004)0319Vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/113/EG inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (COM(2004) 151 — C5-0128/2004 — 2004/0052(CNS))

552

P5_TA(2004)0320Kwijting 2002: Europees Bureau voor wederopbouw

553

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0632/2003 — 2003/2242(DEC))

553

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0632/2003 — 2003/2242(DEC))

554

P5_TA(2004)0321Kwijting 2002: Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

559

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0636/2003 — 2003/2246(DEC))

559

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0636/2003 — 2003/2246(DEC))

560

P5_TA(2004)0322Kwijting 2002: Europees Milieuagentschap

564

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0635/2003 — 2003/2245(DEC))

564

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0635/2003 — 2003/2245(DEC))

565

P5_TA(2004)0323Kwijting 2002: Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

570

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0638/2003 — 2003/2255(DEC))

570

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0638/2003 — 2003/2255(DEC))

571

P5_TA(2004)0324Kwijting 2002: Vertaalbureau

576

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0637/2003 — 2003/2247(DEC))

576

2.   Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0637/2003 — 2003/2247(DEC))

576

P5_TA(2004)0325Kwijting 2002: Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

581

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0630/2003 — 2003/2240(DEC))

581

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0630/2003 — 2003/2240(DEC))

582

P5_TA(2004)0326Kwijting 2002: Eurojust

587

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0662/2003 — 2003/2256(DEC))

587

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0662/2003 — 2003/2256(DEC))

588

P5_TA(2004)0327Kwijting 2002: Europese Stichting voor opleiding

592

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0641/2003 — 2003/2259(DEC))

592

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0641/2003 — 2003/2259(DEC))

593

P5_TA(2004)0328Kwijting 2002: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

598

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0631/2003 — 2003/2241(DEC))

598

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0631/2003 — 2003/2241(DEC))

599

P5_TA(2004)0329Kwijting 2002: Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

603

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0634/2003 — 2003/2244 (DEC))

603

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0634/2003 — 2003/2244(DEC))

604

P5_TA(2004)0330Kwijting 2002: Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat

609

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen vankwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0633/2003 — 2003/2243(DEC))

609

2.   Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0633/2003 — 2003/2243(DEC))

610

P5_TA(2004)0331Kwijting 2002: EGKS

615

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de EGKS voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar (C5-0646/2003 — 2003/2218(DEC))

615

2.   Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar (C5-0646/2003 — 2003/2218(DEC))

615

P5_TA(2004)0332Trans-Europees vervoersnet *** IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (5762/1/2004 — C5-0184/2004 — 2001/0229(COD))

619

P5_TA(2004)0333Structuur van landbouwbedrijven na de uitbreiding *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven na de uitbreiding (COM(2003) 605 — C5-0477/2003 — 2003/0234(COD))

620

P5_TC1-COD(2003)0234Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging, naar aanleiding van de uitbreiding, van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

621

P5_TA(2004)0334Financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1655/2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (COM(2003) 667 — C5-0527/2003 — 2003/0260(COD))

622

P5_TC1-COD(2003)0260Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1655/2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE)

623

P5_TA(2004)0335Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd (COM(2003) 664 — C5-0580/2003 — 2003/0258(CNS))

628

P5_TA(2004)0336Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — (herschikking) (COM(2003) 808 — C5-0060/2004 — 2003/0311(CNS))

632

P5_TA(2004)0337Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie)

638

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC))

638

2.   Besluit van het Europees Parlement tot afsluiting van de rekeningen betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC))

639

3.   Besluit van het Europees Parlement met opmerkingen bij het besluit tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC))

640

P5_TA(2004)0338Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds

677

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds in het egrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC))

677

2.   Besluit van het Europees Parlement tot sluiting van de rekeningen van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002(COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC))

678

3.   Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen bij de besluiten waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC))

680

P5_TA(2004)0339Kwijting 2002: Afdeling II — Raad

687

1.   Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling II — Raad (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC))

687

2.   Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling II — Raad (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC))

688

P5_TA(2004)0340Kwijting 2002: Afdeling IV — Hof van Jusitie

690

1.   Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling IV — Hof van Justitie (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2213(DEC))

690

2.   Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling IV — Hof van Justitie (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2213(DEC))

690

P5_TA(2004)0341Kwijting 2002: Afdeling V — Rekenkamer

692

1.   Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling V — Rekenkamer (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2214(DEC))

692

2.   Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling V — Rekenkamer (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2214(DEC))

693

P5_TA(2004)0342Kwijting 2002: Afdeling VI — Eurpees Economisch en Sociaal Comité

697

1.   Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VI — Economisch en Sociaal Comité (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2215(DEC))

697

2.   Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2215(DEC))

698

P5_TA(2004)0343Kwijting 2002: Afdeling VII — Comité van de Regio's

699

1.   Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VII — Comité van de regio's (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2216(DEC))

699

2.   Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VII — Comité van de regio's (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2216(DEC))

700

P5_TA(2004)0344Kwijting 2002: Afdeling VIII — Ombudsman

702

1.   Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VIII — Ombudsman (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2217(DEC))

702

2.   Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VIII — Ombudsman (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2217(DEC))

702

P5_TA(2004)0345Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement)

703

1.   Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling I — Europees Parlement (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2211(DEC))

703

2.   Resolutie van het Europees Parlement bij het besluit tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling I — Europees Parlement (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2211(DEC))

704

P5_TA(2004)0346Vennootschapsrecht en corporate governanceResolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie — Een actieplan (COM(2003) 284 — C5-0378/2003 — 2003/2150(INI))

714

P5_TA(2004)0347CyprusResolutie van het Europees Parlement over Cyprus

720

P5_TA(2004)0348Betalingen binnen de interne marktResolutie van het Europees Parlement over een juridisch kader voor betalingen binnen de interne markt (2003/2101(INI))

722

P5_TA(2004)0349Milieugericht levenscyclusconceptResolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Geïntegreerd productbeleid — Voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept (COM(2003) 302 — C5-0550/2003 — 2003/2221(INI))

725

P5_TA(2004)0350Veiligheid op zeeResolutie van het Europees Parlement over de verbetering van de veiligheid op zee (2003/2235(INI))

730

 

Donderdag, 22 april 2004

2004/C 104E/4

NOTULEN

739

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Opening van de vergadering

Ingekomen stukken

Uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara (verklaring gevolgd door een debat)

Grote richtsnoeren van het economisch beleid — Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * (debat)

Welkomstwoord

Vervallen van het mandaat van Michel Raymond

Stemmingen

Productie en afzet van honing * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Visuminformatiesysteem * (artikel 110 bis van het Reglement) (vote final)

Verdediging van de parlementaire immuniteit van Umberto Bossi (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verdediging van de parlementaire immuniteit van Umberto Bossi (tweede verzoek) (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** III (stemming)

Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** III (stemming)

Interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem *** III (stemming)

Europees Spoorwegbureau *** III (stemming)

Gewijzigde begroting nr. 6/2004 (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Democratie, rechtsstaat, rechten van de mens en fundamentele vrijheden *** I (stemming)

Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** I (stemming)

Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) *** I (stemming)

Midden- en kleinbedrijf (2001-2005) *** I (stemming)

Digitale inhoud in Europa *** I (stemming)

Samenwerkingsovereenkomst EG/Pakistan * (stemming)

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * (stemming)

Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (stemming)

Economische en sociale cohesie (Derde verslag) (stemming)

Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (stemming)

Raming van het Europees Parlement voor 2005 (stemming)

Follow-up van het jaarverslag van de EIB (stemming)

Eurostat (stemming)

Vrijheid van meningsuiting en informatie (stemming)

Situatie in Pakistan (stemming)

Transatlantische betrekkingen (stemming)

Mensenrechten in de wereld in 2003 (stemming)

Resultaten van het proces tegen Leyla Zana en anderen te Ankara (stemming)

Grote richtsnoeren van het economisch beleid (stemming)

Stemverklaringen

Rectificaties stemgedrag

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Vrouwen in Zuidoost-Europa (debat)

Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa over antipersoneelsmijnen (verklaring gevolgd door een debat)

Cuba (debat)

Productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (debat)

Nigeria (debat)

Stemmingen

Cuba (stemming)

Productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (stemming)

Nigeria (stemming)

Vrouwen in Zuidoost-Europa (stemming)

Herzieningsconferentie van het Verdrag van Ottawa over antipersoneelsmijnen (stemming)

Rectificaties stemgedrag

Samenstelling commissies

In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

Rooster van de volgende vergaderingen

Onderbreking van de zitting

PRESENTIELIJST

760

BIJLAGE I

761

BIJLAGE IIUITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

786

AANGENOMEN TEKSTEN

941

P5_TA(2004)0351Productie en afzet van honing *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing (COM(2004) 30 — C5-0052/2004 — 2004/0003(CNS))

941

P5_TA(2004)0352Visuminformatiesysteem *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van het visuminformatiesysteem (VIS) (COM(2004) 99 — C5-0098/2004 — 2004/0029(CNS))

945

P5_TA(2004)0353Verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteitBesluit van het Europees Parlement over het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit (2003/2171(IMM))

945

P5_TA(2004)0354Verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteitBesluit van het Europees Parlement over het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit (2003/2172(IMM))

946

P5_TA(2004)0355Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** IIIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (PE-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004 — 2002/0025(COD))

947

P5_TA(2004)0356Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** IIIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (Spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004 — 2002/0022(COD))

948

P5_TA(2004)0357Interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem *** IIIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004 — 2002/0023(COD))

949

P5_TA(2004)0358Europees Spoorwegbureau *** IIIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004 — 2002/0024(COD))

950

P5_TA(2004)0359Gewijzigde begroting nr. 6/2004Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (8539/2004 — C5-0167/2004 — 2004/2026(BUD))

950

BIJLAGEGEDRAGSCODE VOOR DE OPRICHTING VAN EEN UITVOEREND AGENTSCHAP

951

P5_TA(2004)0360Democratie, rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijzing van Verordening (EG) nr. 975/1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (COM(2003) 639 — C5-0507/2003 — 2003/0250(COD))

953

P5_TC1-COD(2003)0250Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden

953

P5_TA(2004)0361Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019 (COM(2003) 700 — C5-0548/2003 — 2003/0274(COD))

956

P5_TC1-COD(2003)0274Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement Culturele Hoofdstad van Europa voor het tijdvak 2005 tot 2019

957

BIJLAGEVOLGORDE OM CULTURELE HOOFDSTEDEN VAN EUROPA TE MOGEN VOORDRAGEN

959

P5_TA(2004)0362Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (COM(2003) 796 — C5-0648/2003 — 2003/0307(COD))

960

P5_TC1-COD(2003)0307Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Beschikking nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass)

960

BIJLAGE IHET EUROPEES CURRICULUM VITAE (CV)

966

BIJLAGE IIDE MOBILIPASS

969

BIJLAGE IIIHET DIPLOMASUPPLEMENT

971

BIJLAGE IVHET EUROPEES TAALPORTFOLIO

973

BIJLAGE VHET CERTIFICAATSUPPLEMENT

975

BIJLAGE VIINFORMATIESYSTEMEN

976

BIJLAGE VIIFINANCIËLE BIJLAGE

976

P5_TA(2004)0363Midden- en kleinbedrijf (2001-2005) *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (COM(2003) 758 — C5-0628/2003 — 2003/0292(COD))

977

P5_TC1-COD(2003)0292Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005)

977

P5_TA(2004)0364Digitale inhoud in Europa *** IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (COM(2004) 96 — C5-0082/2004 — 2004/0025(COD))

981

P5_TC1-COD(2004)0025Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa

981

BIJLAGE IACTIES

985

BIJLAGE IIINSTRUMENTEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN HET PROGRAMMA

987

BIJLAGE IIIINDICATIEVE VERDELING VAN DE UITGAVEN

988

P5_TA(2004)0365Samenwerkingsovereenkomst EG/Islamitische Republiek Pakistan *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan (8108/1999 — COM(1998) 357 — C5-0659/2001 — 1998/0199(CNS))

988

P5_TA(2004)0366Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad houdende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2004) 239 — C5-0188/2004 — 2004/0082(CNS))

989

P5_TA(2004)0367Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst: Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (COM(2004) 101 — C5-0089/2004 — 2004/2006(INI))

991

P5_TA(2004)0368Economische en sociale cohesie (Derde verslag)Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie over het Derde verslag over de economische en sociale cohesie (COM(2004) 107 — C5-0092/2004 — 2004/2005(INI))

1000

P5_TA(2004)0369Begroting 2005: Jaarlijkse beleidsstrategie van de CommissieResolutie van het Europees Parlement over de begroting 2005: Jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (2004/2001(BUD))

1009

P5_TA(2004)0370Raming van het Europees Parlement voor 2005Resolutie van het Europees Parlement over de raming van de inkomsten en de uitgaven van het Parlement voor het begrotingsjaar 2005 (2004/2007(BUD))

1014

P5_TA(2004)0371Follow-up van het jaarverslag van de EIBResolutie van het Europees Parlement over het activiteitenverslag over 2002 van de Europese Investeringsbank (2004/2012(INI))

1019

P5_TA(2004)0372EurostatResolutie van het Europees Parlement over Eurostat

1021

P5_TA(2004)0373Vrijheid van meningsuiting en informatieResolutie van het Europees Parlement over de risico's van schending in de EU en met name in Italië van de vrijheid van meningsuiting en informatie (artikel 11, lid 2 van het Handvest van de grondrechten) (2003/2237(INI))

1026

P5_TA(2004)0374PakistanResolutie van het Europees Parlement over de situatie met betrekking tot de rechten van de mens en democratie in de Islamitische Republiek Pakistan

1040

P5_TA(2004)0375Transatlantische betrekkingenResolutie van het Europees Parlement over de situatie van transatlantische betrekkingen in het perspectief van de op 25/26 juni 2004 in Dublin te houden top van de EU en de VS

1043

P5_TA(2004)0376Mensenrechten in de wereld in 2003Resolutie van het Europees Parlement over de mensenrechten in de wereld in 2003 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie (2003/2005(INI))

1048

P5_TA(2004)0377Uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in AnkaraResolutie van het Europees Parlement over de uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara

1060

P5_TA(2004)0378Globale richtsnoeren voor het economisch beleidResolutie van het Europees Parlement over de aanbeveling van de Commissie inzake de actualisering 2004 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) (COM(2004) 238 — C5-0183/2004 — 2004/2020(INI))

1061

P5_TA(2004)0379CubaResolutie van het Europees Parlement over Cuba

1066

P5_TA(2004)0380Productie van sportartikelen voor de Olympische SpelenResolutie van het Europees Parlement over de eerbiediging van de fundamentele arbeidsrechten bij de productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen

1067

P5_TA(2004)0381NigeriaResolutie van het Europees Parlement over Nigeria

1069

P5_TA(2004)0382Vrouwen in Zuidoost-EuropaResolutie van het Europees Parlement over vrouwen in Zuidoost-Europa (2003/2128(INI))

1070

P5_TA(2004)0383Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoonsmijnenResolutie van het Europees Parlement over de voorbereidingen van de Europese Unie van de Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoonsmijnen

1075

NL

 


I (Mededelingen)

EUROPEES PARLEMENT

ZITTING 2004 — 2005

Maandag, 19 april 2004

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 104/1


NOTULEN

(2004/C 104 E/01)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

1.   Hervatting van de zitting

De vergadering wordt om 17.05 uur geopend.

2.   Mededeling van de Voorzitter

De Voorzitter gedenkt namens het Parlement de in Irak vermoorde Italiaanse gijzelaar Fabrizio Quattrocchi. Namens het Parlement betuigt hij zijn medeleven met de nabestaanden van het slachtoffer en met het volk en de regering van Italië.

Het Parlement neemt een minuut stilte in acht.

3.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

4.   Samenstelling Parlement

De bevoegde Griekse autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Nikolaos Chountis tot lid van het Parlement, in de plaats van Alexandros Alavanos, met ingang van 15 april 2004.

De bevoegde Spaanse autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Cristina Soriano Gil, José Vila Abelló en Enric Xavier Morera i Catalá tot leden van het Parlement, in de plaats van María del Carmen Ortiz Rivas, Carlos Ripoll y Martínez de Bedoya en Carles-Alfred Gasòliba i Böhm, met ingang van 2 april 2004.

De Voorzitter verwijst naar het bepaalde in artikel 7, lid 5, van het Reglement.

De bevoegde Malteekse autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Mario De Marco en Jason Azzopardi tot waarnemers, in de plaats van Antonio Fenech en Michael Frendo, met ingang van 29 maart 2004.

De Letse autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Guntars Krasts tot waarnemer, in de plaats van Juris Dobelis, met ingang van 7 april 2004.

De Cypriotische autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Lefteris Christoforou tot waarnemer, in de plaats van Georgios Tasou, met ingang van 13 april 2004.

5.   Samenstelling fracties

M.Enric Xavier Morera i Catalá is toegetreden tot de Verts/ALE-Fractie.

6.   Samenstelling commissies en delegaties

M.Mario De Marco is benoemd tot waarnemer in de Commissie BUDG.

M.Lefteris Christoforou is benoemd tot waarnemer in de Commissie LIBE.

M.Jason Azzopardi is benoemd tot waarnemer in de Commissie PECH en de Commissie RETT.

M.Josef Kubica is benoemd tot waarnemer in de Commissie AFCO.

*

* *

De PPE-DE-, de PSE- en de ELDR-Fractie hebben de volgende verzoeking tot benoeming ingediend:

Commissie ENVI: Jacqueline Rousseau

Commissie AGRI, Commissie FEMM en Delegatie voor de betrekkingen met Canada: Cristina Soriano

Commissie RETT en Delegatie voor de betrekkingen met de landen in Midden-Amerika en Mexico: José Vila Abellò.

Deze verzoeken zullen als ingewilligd worden beschouwd indien er voor de goedkeuring van deze notulen geen bezwaar wordt aangetekend.

7.   Onderzoek geloofsbrieven

Op voorstel van de Commissie JURI bekrachtigt het Parlement de mandaten van de leden Meropi Kaldi en María del Carmen Ortiz Rivas.

8.   Vergaderrooster 2005

De Conferentie van voorzitters heeft haar voorstellen met betrekking tot het vergaderrooster voor 2005 bekendgemaakt. Deze luiden als volgt:

van 10 t/m 13 januari

26 en 27 januari

van 21 t/m 24 februari

van 7 t/m 10 maart

van 11 t/m 14 april

27 en 28 april

van 9 t/m 12 mei

25 en 26 mei

van 6 t/m 9 juni

22 en 23 juni

van 4 t/m 7 juli

van 5 t/m 8 september

van 26 t/m 29 september

12 en 13 oktober

van 24 t/m 27 oktober

van 14 t/m 17 november

30 november en 1 december

van 12 t/m 15 december

De termijn voor de indiening van amendementen wordt vastgesteld op dinsdag 20 april om 10.00 uur; de stemming vindt plaats op woensdag 21 april om 12.00 uur.

9.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Raad en Commissie:

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG waarbij Cyprus voor energieproducten en elektriciteit tijdelijk belastingverlagingen of -vrijstellingen mag toepassen (COM(2004) 185 — C5-0175/2004 — 2004/0067(CNS))

verwezen naar:

ten principale: ECON

 

advies: ITRE

rechtsgrondslag:

Art. 93 EGV

Ontwerpaanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese centrale bank (6315/2004 — C5-0176/2004 — 2004/0808(CNS))

verwezen naar:

ten principale: ECON

rechtsgrondslag:

art. 112, lid 2b EGV

Raad van de Europese Unie: Initiatief van het Koninkrijk Spanje betreffende de aanneming van het Richtlijn van de Raad betreffende de verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven (8058/2004 — C5-0177/2004 — 2003/0809(CNS))

verwezen naar:

ten principale: LIBE

 

advies: RETT

rechtsgrondslag:

art. 62, lid 2 EGV, art. 63, lid 3 EGV

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1268/1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (COM(2004) 163 — C5-0178/2004 — 2004/0054(CNS))

verwezen naar:

ten principale: AGRI

 

advies: BUDG

rechtsgrondslag:

Art. 308 EGV

Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de sluiting van een protocol tot vaststelling, voor de periode van 3 december 2003 tot en met 2 december 2007, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Regering van Mauritius inzake de visserij in de wateren van Mauritius (COM(2004) 197 — C5-0179/2004 — 2004/0071(CNS))

verwezen naar:

ten principale: PECH

 

advies: BUDG, DEVE

rechtsgrondslag:

Art. 37 EGV, art. 300, lid 2-3 al. 1 EGV

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EGVerdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende bescherming tegen subsidiëring en oneerlijke tariefpraktijken bij de levering van luchtdiensten vanuit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (COM(2004) 235 — C5-0180/2004 — 2002/0067(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: ECON, ITRE

rechtsgrondslag:

art. 80, lid 2 EGV

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van het zwemwater (COM(2004) 245 — C5-0181/2004 — 2002/0254(COD))

verwezen naar:

ten principale: ENVI

 

advies: JURI, RETT

rechtsgrondslag:

art. 175, lid 1 EGV

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EGVerdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake onderhandelingen over en de tenuitvoerlegging van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen (COM(2004) 265 — C5-0182/2004 — 2003/0044(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: LIBE, JURI

rechtsgrondslag:

art. 80, lid 2 EGV

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EGVerdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een tweede fase van het communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (het DAPHNE II-programma) (COM(2004) 259 — C5-0185/2004 — 2003/0025(COD))

verwezen naar:

ten principale: FEMM

 

advies: BUDG, LIBE

rechtsgrondslag:

Art. 152 EGV

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van een protocol tot vaststelling, voor de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2006, van de vangstmogelijkheden voor de tonijnvisserij en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Republiek Madagaskar inzake de visserij voor de kust van Madagaskar (COM(2004) 218 — C5-0186/2004 — 2004/0070(CNS))

verwezen naar:

ten principale: PECH

 

advies: BUDG, DEVE

rechtsgrondslag:

Art. 37 EGV, art. 300, lid 2-3 al. 1 EGV

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/49/EG waarbij bepaalde lidstaten overgangsperioden mogen instellen voor de toepassing van een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (COM(2004) 243 — C5-0187/2004 — 2004/0076(CNS))

verwezen naar:

ten principale: ECON

 

advies: JURI

rechtsgrondslag:

Art. 94 EGV

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2004) 239 — C5-0188/2004 — 2004/0082(CNS))

verwezen naar:

ten principale: EMPL

 

advies: ECON, ITRE, FEMM

rechtsgrondslag:

art. 128, lid 2 EGV

Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging, voor de periode van 1 juli 2004 tot en met 30 juni 2005, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië inzake de visserij voor de kust van Kaapverdië (COM(2004) 183 — C5-0189/2004 — 2004/0058(CNS))

verwezen naar:

ten principale: PECH

 

advies: BUDG, DEVE

rechtsgrondslag:

Art. 37 EGV, art. 300, lid 2-3 EGV

Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EGVerdrag over de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en vliegtuigexploitanten (COM(2004) 255 — C5-0190/2004 — 2002/0234(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: JURI

rechtsgrondslag:

art. 80, lid 2 EGV

2)

parlementaire commissies

2.1)

verslagen:

* Verslag over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het sluiten van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap (COM(2004) 85 — C5-0099/2004 — 2004/0028(CNS)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer Bodrato (A5-0222/2004).

*** I Tweede Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet (COM(2002) 443 — C5-0420/2002 — 2002/0222(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt

Rapporteur: de heer Wuermeling (A5-0224/2004).

* Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (COM(2003) 807 — C5-0028/2004 — 2003/0316(CNS)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

Rapporteur: de heer Maaten (A5-0226/2004).

Verslag over de mededeling van de Commissie betreffende artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (COM(2003) 606 — C5-0594/2003 — 2003/2249(INI)) — Commissie constitutionele zaken

Rapporteur: de heer Voggenhuber (A5-0227/2004).

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling II — Raad (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC); Afdeling IV — Hof van Justitie (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2213(DEC)); Afdeling V — Rekenkamer (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2214(DEC)); Afdeling VI — Economisch en Sociaal Comité (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2215(DEC)); Afdeling VII — Comité van de regio's (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2216(DEC)); Afdeling VIII — Europese Ombudsman (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2217(DEC)) (I5-0034/03 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: mevrouw Stauner (A5-0228/2004).

* Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd (COM(2003) 664 — C5-0580/2003 — 2003/0258(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: mevrouw Angelilli (A5-0229/2004).

Verslag over de risico's van schending in de EU en met name in Italië van de vrijheid van meningsuiting en informatie (artikel 11, lid 2 van het Handvest van de grondrechten) — 2003/2237(INI)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: mevrouw Boogerd-Quaak (A5-0230/2004).

* Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, en (EG) nr. 1454/2001 ten aanzien van de voorwaarden voor wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast (Vereenvoudigde procedure — Artikel 158, lid 1 van het Reglement) (COM(2004) 155 — C5-0129/2004 — 2004/0051(CNS)) — Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Rapporteur: de heer Daul (A5-0231/2004).

* Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende maatregelen op het gebied van de bijenteelt (COM(2004) 30 — C5-0052/2004 — 2004/0003(CNS)) — Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Rapporteur: mevrouw Lulling (A5-0232/2004).

* Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de plaats van levering van diensten (COM(2003) 822 — C5-0026/2004 — 2003/0329(CNS)) — Economische en Monetaire Commissie

Rapporteur: de heer Karas (A5-0233/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (COM(2004) 96 — C5-0082/2004 — 2004/0025(COD)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer W.G. van Velzen (A5-0235/2004).

Verslag over de raming van inkomsten en uitgaven van het Parlement voor het begrotingsjaar 2005 (2004/2007(BUD)) — Begrotingscommissie

Rapporteur: de heer Kuckelkorn (A5-0236/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (COM(2003) 758 — C5-0628/2003 — 2003/0292(COD)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer Rübig (A5-0237/2004).

*** Aanbeveling over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerp-reglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie van bepaalde categorieën motorvoertuigen gebruikte materialen (5049/04 — C5-0106/2004 — 2003/0247(AVC)) (Vereenvoudigde procedure — Artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer Berenguer Fuster (A5-0238/2004).

*** Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerp-reglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme voorschriften voor de goedkeuring van banden wat het rolgeluid betreft (5047/04 — C5-0107/2004 — 2003/0254(AVC)) (Vereenvoudigde procedure — Artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer Berenguer Fuster (A5-0239/2004).

*** Aanbeveling betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik — (5048/04 — — 2003/0248(AVC)) (Vereenvoudigde procedure — Artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer Berenguer Fuster (A5-0240/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1999/784/EG van de Raad betreffende deelneming van de Gemeenschap in het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector (COM(2003) 763 — C5-0622/2003 — 2003/0293(COD)) — Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

Rapporteur: mevrouw Sanders-ten Holte (A5-0241/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (Nauwere samenwerking tussen commissies — Artikel 162 bis) (COM(2003) 796 — C5-0648/2003 — 2003/0307(COD)) — Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport

Rapporteur: mevrouw Zissener (A5-0247/2004).

* Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — (herschikking) (COM(2003) 808 — C5-0060/2004 — 2003/0311(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: de heer Ceyhun (A5-0248/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) (COM(2004) 47 — C5-0055/2004 — 2004/0017(COD)) (Vereenvoudigde procedure — artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Commissie juridische zaken en interne markt

Rapporteur: de heer Gargani (A5-0250/2004).

* Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/113/EG inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (COM(2004) 151 — C5-0128/2004 — 2004/0052(CNS)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

Rapporteur: mevrouw Jackson (A5-0251/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen (gecodificeerde versie) (COM(2004) 19 — C5-0038/2004 — 2004/0002(COD)) (Vereenvoudigde procedure — artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Commissie juridische zaken en interne markt

Rapporteur: de heer Gargani (A5-0252/2004).

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie — Een actieplan (COM(2003) 284 — C5-0378/2003 — 2003/2150(INI)) (Nauwere samenwerking tussen commissies — Artikel 162 bis) — Commissie juridische zaken en interne markt

Rapporteur: mevrouw Ghilardotti (A5-0253/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten (COM(2003) 741 — C5-0644/2003 — 2003/0302(COD)) — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Rapporteur: de heer Seppänen (A5-0254/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (COM(2003) 452 — C5-0345/2003 — 2003/0167(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt

Rapporteur: mevrouw Fourtou (A5-0255/2004).

Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2004 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, als gewijzigd door de Raad — Afdeling III — Commissie (2004/2021(BUD)) — Begrotingscommissie

Rapporteur: de heer Mulder (A5-0256/2004).

Verslag over de verbetering van de veiligheid op zee- Tijdelijke commissie voor de verbetering van de veiligheid op zee (2003/2235(INI))

Rapporteur: de heer Sterckx (A5-0257/2004).

Verslag ver het activiteitenverslag over 2002 van de Europese Investeringsbank (2004/2012(INI)) — Economische en Monetaire Commissie

Rapporteur: mevrouw Ridruejo (A5-0258/2004).

Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2004 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 — Afdeling III — Commissie (2004/2026(BUD)) — Begrotingscommissie

Rapporteur: de heer Mulder (A5-0259/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong (COM(2003) 117 — C5-0108/2003 — 2003/0052(COD)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

Rapporteur: de heer Sturdy (A5-0260/2004).

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Geïntegreerd productbeleid — Voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept (COM(2003) 302 — C5-0550/2003 — 2003/2221(INI)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

Rapporteur: de heer Wijkman (A5-0261/2004).

* Verslag over het voorstel van de Commissie voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van het visuminformatiesysteem (VIS) (COM(2004) 99 — C5-0098/2004 — 2004/0029(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: de heer Coelho (A5-0262/2004).

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan (COM(2003) 650 — C5-0039/2004 — 2004/2004(INI)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Rapporteur: de heer Mantovani (A5-0263/2004).

* Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG waarbij Cyprus voor energieproducten en elektriciteit tijdelijk belastingverlagingen of -vrijstellingen mag toepassen (COM(2004) 185 — C5-0175/2004 — 2004/0067(CNS)) (Vereenvoudigde procedure — Artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Economische en Monetaire Commissie

Rapporteur: mevrouw Randzio-Plath (A5-0264/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's (COM(2003) 723 — C5-0563/2003 — 2003/0282(COD)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

Rapporteur: de heer Blokland (A5-0265/2004).

* Tweede Verslag over het initiatief van het Koninkrijk Spanje met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad betreffende de verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven (8058/04 — C5-0177/2004 — 2003/0809(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: de heer Hernández Mollar (A5-0266/2004).

* Verslag over het voorstel van de Commissie voor een beschikking van de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 (COM(2004) 102 — C5-0096/2004 — 2004/0032(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: de heer Deprez (A5-0267/2004).

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013”(COM(2004) 101 — C5-0089/2004 — 2004/2006(INI)) — Begrotingscommissie

Rapporteur: de heer Wynn (A5-0268/2004).

Verslag inzake de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Jaarlijkse beleidsstrategie voor 2005 (2004/2001(BUD)) — Begrotingscommissie

Rapporteur: de heer Garriga Polledo (A5-0269/2004).

Jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2003 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie — 2003/2005(INI)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid

Rapporteur: mevrouw De Keyser (A5-0270/2004).

* Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en overdracht van PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen aan het Bureau of Customs and Border Protection van het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika (COM(2004) 190 — C5-0162/2004 — 2004/0064(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken

Rapporteur: mevrouw Boogerd-Quaak (A5-0271/2004).

Verslag over het Derde verslag over de economische en sociale cohesie (COM(2004) 107 — C5-0092/2004 — 2004/2005(INI)) — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

Rapporteur: de heer Hatzidakis (A5-0272/2004).

* Verslag over de ontwerpaanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van de heer José Manuel González-Páramo tot lid van de directie van de Europese Centrale Bank (6315/04 — C5-0176/2004 — 2004/0808(CNS)) — Commissie

Rapporteur: mevrouw Randzio-Plath (A5-0273/2004).

2.2)

aanbevelingen voor de tweede lezing:

*** II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels (15577/9/2003 — C5-0043/2004 — 1998/0360(COD)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Rapporteur: mevrouw Lambert (A5-0234/2004).

*** II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (6277/1/2004 — C5-0163/2004 — 2003/0081(COD)) — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

Rapporteur: mevrouw Sommer (A5-0246/2004).

*** II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimale veiligheidseisen voor tunnels in het Trans-Europese wegennet (5238/1/2004 — C5-0118/2004 — 2002/0309(COD)) — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

Rapporteur: de heer Rack (A5-0249/2004).

3)

leden

3.1)

mondelinge vragen voor het vragenuur (artikel 43 van het Reglement)

Ebner Michl, McAvan Linda, Lage Carlos, Sandbæk Ulla Margrethe, Karas Othmar, Newton Dunn Bill, Harbour Malcolm, Paasilinna Reino, Martínez Martínez Miguel Angel, McKenna Patricia, Bowis John, Kinnock Glenys, Posselt Bernd, Isler Béguin Marie Anne, Staes Bart, Nogueira Román Camilo, Hedkvist Petersen Ewa, Crowley Brian, Hughes Stephen, Morgan Eluned, Bowe David Robert, Gahrton Per, Ó Neachtain Seán, Medina Ortega Manuel, Andrews Niall, Hyland Liam, Fitzsimons James (Jim), Collins Gerard, Grönfeldt Bergman Lisbeth, Sacrédeus Lennart, Thorning-Schmidt Helle, Whitehead Phillip, Ahern Nuala, Kratsa-Tsagaropoulou Rodi, Varela Suanzes-Carpegna Daniel, Hatzidakis Konstantinos, Casaca Paulo, Dybkjær Lone, Lannoye Paul A.A.J.G., Moraes Claude, MacCormick Neil, Patakis Ioannis, Färm Göran, Mulder Jan, Izquierdo Rojo María, Arvidsson Per-Arne, Alyssandrakis Konstantinos, Riis-Jørgensen Karin, Korakas Efstratios, De Rossa Proinsias, Sandberg-Fries Yvonne, Thors Astrid- Isler Béguin Marie Anne, Nogueira Román Camilo, Hyland Liam, Collins Gerard, Crowley Brian, Gahrton Per, Medina Ortega Manuel, Andrews Niall, Fitzsimons James (Jim), Ludford Sarah, McKenna Patricia, Ahern Nuala, Ó Neachtain Seán, Kratsa-Tsagaropoulou Rodi, Dybkjær Lone, Newton Dunn Bill, Posselt Bernd, O'Toole Barbara, Jensen Anne Elisabet, Moraes Claude, MacCormick Neil, De Rossa Proinsias, Izquierdo Rojo María, Thors Astrid.

3.2)

ontwerpresoluties (artikel 48 van het Reglement)

Maurizio Turco, Emma Bonino, Marco Cappato, Gianfranco Dell'Alba, Benedetto Della Vedova, Olivier Dupuis, Marco Pannella, Uma Aaltonen, Nuala Ahern, Sylviane H. Ainardi, Bent Hindrup Andersen, Jan Andersson, Anne André-Léonard, Danielle Auroi, Alexandros Baltas, María Luisa Bergaz Conesa, Jean-Louis Bernié, Fausto Bertinotti, Johanna L.A. Boogerd-Quaak, Armonia Bordes, Alima Boumediene-Thiery, David Robert Bowe, André Brie, Ieke van den Burg, António Campos, Marie-Arlette Carlotti, Maria Carrilho, Paulo Casaca, Michael Cashman, Gérard Caudron, Chantal Cauquil, Carmen Cerdeira Morterero, Dorette Corbey, Armando Cossutta, Danielle Darras, Jean-Maurice Dehousse, Véronique De Keyser, Harlem Désir, Jan Dhaene, Giuseppe Di Lello Finuoli, Lone Dybkjær, Saïd El Khadraoui, Alain Esclopé, Jillian Evans, Giovanni Claudio Fava, Anne Ferreira, Ilda Figueiredo, Glyn Ford, Pernille Frahm, Geneviève Fraisse, Per Gahrton, Marie-Françoise Garaud, Marie-Hélène Gillig, Koldo Gorostiaga Atxalandabaso, Mary Honeyball, Michiel van Hulten, Renzo Imbeni, Marie Anne Isler Béguin, Salvador Jové Peres, Anna Karamanou, Hans Karlsson, Giorgos Katiforis, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Dimitrios Koulourianos, Alain Krivine, Arlette Laguiller, Jean Lambert, Vincenzo Lavarra, Caroline Lucas, Sarah Ludford, Eryl Margaret McNally, Nelly Maes, Cecilia Malmström, Lucio Manisco, Helmuth Markov, Pedro Marset Campos, Claudio Martelli, David W. Martin, Emmanouil Mastorakis, Véronique Mathieu, Erik Meijer, José María Mendiluce Pereiro, Emilio Menéndez del Valle, Reinhold Messner, Rosa Miguélez Ramos, Ana Miranda de Lage, Hans Modrow, Enrique Monsonís Domingo, Claude Moraes, Luisa Morgantini, Sami Naïr, Pasqualina Napoletano, Bill Newton Dunn, Camilo Nogueira Román, Jean-Thomas Nordmann, Mihail Papayannakis, Béatrice Patrie, Marit Paulsen, Giovanni Pittella, Elly Plooij-van Gorsel, Jacques F. Poos, Didier Rod, Alexander de Roo, Martine Roure, Giorgio Ruffolo, Heide Rühle, Guido Sacconi, Ulla Margrethe Sandbæk, Manuel António dos Santos, Luciana Sbarbati, Michel-Ange Scarbonchi, Karin Scheele, Herman Schmid, Olle Schmidt, Inger Schörling, Ilka Schröder, Patsy Sörensen, Ioannis Souladakis, Sérgio Sousa Pinto, Bart Staes, Dirk Sterckx, Joke Swiebel, Anna Terrón i Cusí, Maj Britt Theorin, Feleknas Uca, María Elena Valenciano Martínez-Orozco, Anne E.M. Van Lancker, Gianni Vattimo, Luigi Vinci, Matti Wuori, Francis Wurtz, Eurig Wyn, Myrsini Zorba en Olga Zrihen, over de eerbiediging door de Europese grondwet van het beginsel van scheiding van overheidsinstellingen en religieuze instellingen (B5-0186/2004).

verwezen naar:

ten principale: AFCO

 

advies: LIBE

3.3)

schriftelijke verklaringen ter inschrijving in het register (artikel 51 van het Reglement)

Miquel Mayol i Raynal, Ian Stewart Hudghton, Nelly Maes, Camilo Nogueira Román en Josu Ortuondo Larrea over de erkenning van het recht op zelfbeschikking (no 29/2004)

John Bowis, Jillian Evans, Imelda Mary Read, Catherine Stihler en Diana Wallis over endometriose (no 30/2004)

Caroline Lucas, Paul A.A.J.G. Lannoye, Inger Schörling en Patricia McKenna over op kinderen gerichte marketing voor voedingsmiddelen (no 31/2004)

Jean Lambert, Caroline Lucas, Matti Wuori en Alima Boumediene-Thiery over de dood van Sikh-burgers in Punjab en India in 1984 (no 32/2004)

4)

delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité

*** III Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap [PE-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004 — 2002/0025(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Georg Jarzembowski (A5-0242/2004)

*** III Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem [PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004 — 2002/0023(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Sylviane H. Ainardi (A5-0243/2004)

*** III Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlament en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau („Spoorwegbureauverordening”) [PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004 — 2002/0024(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Gilles Savary (A5-0244/2004)

*** III Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering („spoorwegveiligheidsrichtlijn”) [PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004 — 2002/0022(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Dirk Sterckx (A5-0245/2004)

10.   Verzoekschriften

De volgende op de vermelde data in het algemeen register ingeschreven verzoekschriften zijn overeenkomstig artikel 174, lid 5 van het Reglement naar de bevoegde commissie verwezen:

op 31 maart 2004

van Rafel Pérez (nr. 251/2004);

van Antonio Arbelo Alvarado (nr. 252/2004);

van Pedro Fernández Arcila (ATAN (Asociación Tinerfeña de Amigos de la Naturaleza)) (nr. 253/2004);

van Antonio Plá Piera (Asociación de Vecinos, Cultural y de Consumidores Patraix) (nr. 254/2004);

van José Luis Hernández Dominguez (nr. 255/2004);

van Pierre Segura (nr. 256/2004);

van Dragan Rakic (nr. 257/2004);

van Jacques Memmi (nr. 258/2004);

van Manuel Enocq (nr. 259/2004);

van Suleman Gjanaj (nr. 260/2004);

van Jean de la Forge (Comité de Défense Rural Donnery/FAY-AUX-LOGES) (nr. 261/2004);

van Adalgisa Uccheddu (nr. 262/2004);

van Andrea Alleva (nr. 263/2004);

van Roberto Massa (nr. 264/2004);

van Giovanni Pittella (nr. 265/2004);

van Mario Borghezio (nr. 266/2004);

van Donato Aguese (nr. 267/2004);

van Silvia Varriale (nr. 268/2004);

van Vincenzo Guerra (nr. 269/2004);

van Marica Camerlengo (nr. 270/2004);

van Giuseppe Mario Di Mattia (nr. 271/2004);

van Luis Manuel Rodrigues de Sousa Gabriel (nr. 272/2004);

van Joachim Kurth (nr. 273/2004)

van Ferdinand Holzner (nr. 274/2004)

van Gert Schlüter (nr. 275/2004)

van Arif Rüzgar (nr. 276/2004)

van Rita Bürger (nr. 277/2004)

van Karl-Heinz Hutzler (nr. 278/2004)

van Friedrich Arnst (nr. 279/2004)

van Erwin Bültmann (nr. 280/2004)

van Peter Mailänder (Rechtsanwälte Haver &Mailänder) (nr. 281/2004)

van Gisela Kroll (nr. 282/2004)

van Franco José Kozely Masé Duca (nr. 283/2004)

van Charles Winfield (nr. 284/2004)

van Errol Jackson (nr. 285/2004)

van Denise Walsh (nr. 286/2004)

van Carol Grayson (nr. 287/2004)

van Michael Gare-Simmons (nr. 288/2004)

van Harriet Bullock (nr. 289/2004)

van Reinhild Bergan (nr. 290/2004)

van Frank Harvey (nr. 291/2004)

van Harto Hannula (nr. 292/2004)

van Rien van Kerkwijk (Vereniging Vrij Wonen) (8753 medeondertekenaars) (nr. 293/2004)

van Marie-Christina Gräfin zu Poppenheim (nr. 294/2004)

van Christos Kostoudis (nr. 295/2004)

van Irini Savvidou (Somateio ergazomenon sta topika symfona apasholisis Dimou Veroias) (nr. 296/2004)

van Marianthi Varveri (nr. 297/2004)

van Evangelos Tsankarakis (Oikodomikos Synetairismos Georgikon Ypallilon O „PAN” S.P.E.) (nr. 298/2004).

11.   Kredietoverschrijvingen

De Begrotingscommissie heeft voorstel tot kredietoverschrijving DEC 3/2004 (C5-0119/2003 — SEC(2004) 0286) behandeld.

Na kennis te hebben genomen van het advies van de Raad, heeft zij overeenkomstig artikel 24, lid 3, en artikel 181, lid 1, van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 haar goedkeuring gehecht aan de overschrijving, die als volgt is uitgesplitst:

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

 

 

Hoofdstuk 31 01 — Reserves voor administratieve uitgaven

 

 

Post 31 01 40 — 04 01 04 07 — Acties ter bestrijding en voorkoming van uitsluiting — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

- 450 000 EUR

Post 31 01 40 — 04 01 04 12 — Maatregelen ter bestrijding en voorkoming van discriminatie — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

- 630 000 EUR

Post 31 01 40 — 15 01 04 12 — Acties ten behoeve van de civiele samenleving en bezoeken aan de Commissie — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

-1 050 000 EUR

Hoofdstuk 31 02 — Reserves voor financiële interventies

 

 

Post 31 02 41 — 04 49 04 07 — Acties ter bestrijding en voorkoming van uitsluiting — Uitgaven voor administratief beheer

BK

- 215 928 EUR

Post 31 02 41 — 04 49 04 12 — Maatregelen ter bestrijding en voorkoming van discriminatie — Uitgaven voor administratief beheer

BK

- 562 192 EUR

Post 31 02 41 — 15 03 03 02 — Europese Stichting voor opleiding — Subsidiëring titel 3

VK

- 406 100 EUR

 

BK

- 406 100 EUR

— Artikel 31 02 41 — 15 06 05 — Bezoeken aan de Commissie

VK

-1 500 000 EUR

 

BK

-1 540 000 EUR

Post 31 02 41 — 15 49 04 01 — Voorbereidende acties inzake samenwerking op het gebied van onderwijs en jeugdbeleid — uitgaven voor administratief beheer

BK

-1 200 000 EUR

Post 31 02 41 — 15 49 04 12 — Acties ten behoeve van de burgermaatschappij — Uitgaven voor administratief beheer

BK

- 270 000 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

 

 

Hoofdstuk 04 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein werkgelegenheid en sociale zaken

 

 

Artikel 04 01 04 — Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Werkgelegenheid en sociale zaken

 

 

Post 04 01 04 07 — Acties ter bestrijding en voorkoming van uitsluiting — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

450 000 EUR

Post 04 01 04 12 — Maatregelen ter bestrijding en voorkoming van discriminatie — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

630 000 EUR

Hoofdstuk 04 49 — Uitgaven voor het administratieve beheer van programma's waarvoor kredieten zijn vastgelegd overeenkomstig het oude financieel reglement

 

 

Artikel 04 49 04 — Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Werkgelegenheid en sociale zaken

 

 

Post 04 49 04 07 — Acties ter bestrijding en voorkoming van uitsluiting — Uitgaven voor administratief beheer

BK

215 928 EUR

Post 04 49 04 12 — Maatregelen ter bestrijding en voorkoming van discriminatie — Uitgaven voor administratief beheer

BK

562 192 EUR

Hoofdstuk 15 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein onderwijs en cultuur

 

 

Artikel 15 01 04 — Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Onderwijs en cultuur

 

 

Post 15 01 04 12 — Acties ten behoeve van de civiele samenleving en bezoeken aan de Commissie — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

1 050 000 EUR

Hoofdstuk 15 03 — Beroepsopleiding

 

 

— Artikel 15 03 03 — Europese Stichting voor opleiding

 

 

Post 15 03 03 02 — Europese Stichting voor opleiding — Subsidiëring titel 3

VK

406 100 EUR

 

BK

406 100 EUR

Hoofdstuk 15 06 — Dialoog met de burger

 

 

— Artikel 15 06 05 — Bezoeken aan de Commissie

VK

1 500 000 EUR

 

BK

1 540 000 EUR

Hoofdstuk 15 49 — Uitgaven voor het administratieve beheer van programma's waarvoor kredieten zijn vastgelegd overeenkomstig het oude financieel reglement

 

 

Artikel 15 49 04 — Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein onderwijs en cultuur

 

 

Post 15 49 04 01 — Voorbereidende acties inzake samenwerking op het gebied van onderwijs en jeugdbeleid — uitgaven voor administratief beheer

BK

1 200 000 EUR

Post 15 49 04 12 — Acties ten behoeve van de burgermaatschappij — Uitgaven voor administratief beheer

BK

270 000 EUR

*

* *

De Begrotingscommissie heeft voorstel tot kredietoverschrijving DEC 4/2004 (C5-0120/2003 — SEC(2004) 0256) behandeld.

Na kennis te hebben genomen van het advies van de Raad, heeft zij overeenkomstig artikel 24, lid 3, en artikel 181, lid 1, van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 haar goedkeuring gehecht aan de overschrijving, die als volgt is uitgesplitst:

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

 

 

Hoofdstuk 31 01 — Reserves voor administratieve uitgaven

 

 

Post 31 01 40 — 09 01 04 04 — Actie tegen illegale en schadelijke inhoud op internet — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

- 162 000 EUR

Hoofdstuk 31 02 — Reserves voor financiële interventies

 

 

— Post 31 02 41 — 07 03 01 01 — Bescherming van de bossen

VK

-17 000 000 EUR

 

BK

-17 000 000 EUR

— Artikel 31 02 41 — 09 03 01 — Informatiemaatschappij

VK

-6 000 000 EUR

 

BK

-2 200 000 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

 

 

Hoofdstuk 07 03 — Milieuprogramma's en -projecten

 

 

— Artikel 07 03 01 — Mechanisme voor schone ontwikkeling

 

 

— Post 07 03 01 01 — Bescherming van de bossen

VK

17 000 000 EUR

 

BK

17 000 000 EUR

Hoofdstuk 09 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein informatiemaatschappij

 

 

Artikel 09 01 04 — Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Informatiemaatschappij

 

 

Post 09 01 04 04 — Actie tegen illegale en schadelijke inhoud op internet — Uitgaven voor administratief beheer

NGK

162 000 EUR

Hoofdstuk 09 03 — eEurope

 

 

— Artikel 09 03 01 — Informatiemaatschappij

VK

6 000 000 EUR

 

BK

2 200 000 EUR

*

* *

De Begrotingscommissie heeft voorstel tot kredietoverschrijving DEC 5/2004 (C5-0125/2003 — SEC(2004) 0302) behandeld.

Na kennis te hebben genomen van het advies van de Raad, heeft zij overeenkomstig artikel 24, lid 3, en artikel 181, lid 1, van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 haar goedkeuring gehecht aan de overschrijving, die als volgt is uitgesplitst:

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

 

 

Hoofdstuk 27 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein begroting

 

 

Artikel 27 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Begroting

 

 

— Post 27 01 02 09 — Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

NGK

-1 725 000 EUR

Post 27 01 02 19 — Andere beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

NGK

- 511 000 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

 

 

Hoofdstuk 01 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein economische en financiële zaken

 

 

Artikel 01 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Economische en financiële zaken

 

 

— Post 01 01 02 01 — Extern personeel

NGK

77 000 EUR

Hoofdstuk 03 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein concurrentie

 

 

Artikel 03 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Concurrentie

 

 

— Post 03 01 02 01 — Extern personeel

NGK

607 000 EUR

Hoofdstuk 05 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein landbouw

 

 

Artikel 05 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein Landbouw

 

 

— Post 05 01 02 01 — Extern personeel

NGK

490 000 EUR

Hoofdstuk 13 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein regionaal beleid

 

 

Artikel 13 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Regionaal beleid

 

 

— Post 13 01 02 01 — Extern personeel

NGK

514 000 EUR

Hoofdstuk 25 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein beleidscoördinatie en juridisch advies van de commissie

 

 

Artikel 25 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

 

 

Post 25 01 02 11 — Andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

NGK

511 000 EUR

Hoofdstuk 27 01 — Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein begroting

 

 

Artikel 27 01 02 — Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Begroting

 

 

Post 27 01 02 01 — Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

NGK

37 000 EUR

12.   Van de Raad ontvangen verdragsteksten

De Raad heeft het Parlement een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doen toekomen van de volgende documenten:

Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Cambodja inzake de handel in textielproducten;

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling inzake de verlenging, voor de periode van 1 juli 2003 tot en met 30 juni 2004, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie, als bedoeld in de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Ivoorkust inzake de visserij voor de kust van Ivoorkust.

13.   Aan de standpunten en resoluties van het Parlement gegeven uitvoering

De mededeling van de Commissie betreffende de door haar aan de:

de resolutie van het Europees Parlement over het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2004 (P5_TA(2003)0585)is rondgedeeld.

*

* *

Het woord wordt gevoerd door Dagmar Roth-Behrendt, die terugkomt op de door een lid van het Parlement in de Duitse media geuite beschuldigingen aan het adres van bepaalde collega's (zie met name punt 3 van de notulen van 29 maart 2004) en wenst dat de eventuele documenten ter staving van deze beschuldigingen aan de Rekenkamer en aan OLAF worden toegestuurd met het oog op volledige opheldering van deze zaak (De Voorzitter verzoekt het lid dat de beschuldigingen geuit heeft nogmaals hem deze documenten te doen toekomen en verklaart dat hij tot op heden niets ontvangen heeft), en door Jo Leinen.

14.   Regeling van de werkzaamheden

Aan de orde is de regeling van de werkzaamheden.

De definitieve ontwerpagenda van de plenaire vergaderingen van avril 2004 is rondgedeeld (PE 344.162/PDOJ); hierop worden de volgende wijzigingen voorgesteld (artikel 111 van het Reglement)

Vergaderingen van 19 t/m 22 april 2004

maandag

Op voorstel van de Voorzitter wordt het agendapunt „Opmerkingen van een minuut over belangrijke politieke kwesties”, dat normaliter na de regeling van de werkzaamheden op de agenda staat, vervangen door een gedachtewisseling over de aanbeveling van de Commissie JURI om het Hof van Justitie om advies te vragen (artikel 300, lid 6 van het Verdrag) over de vraag of het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten over de behandeling en overdracht van passagiersgegevens verenigbaar is met het Verdrag.

Guido Podestà, namens de PPE-DE-Fractie en namens Vitaliano Gemelli, voorzitter van de Commissie PETI, verzoekt om terugverwijzing van het verslag Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0230/2004) naar de commissie om de ontvankelijkheid ervan nader te bestuderen (De Voorzitter vraagt of hij bij zijn verzoek blijft of liever de conclusies van de vergadering van de Commissie LIBE van vanavond om 19.00 uur afwacht. Guido Podestà besluit tot dit laatste).

Het woord wordt gevoerd door Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, Johanna L.A. Boogerd-Quaak, rapporteur, Francesco Fiori, die wenst dat het verzoek om terugverwijzing in stemming wordt gebracht, en Elena Ornella Paciotti, namens de PSE-Fractie.

Onder verwijzing naar artikel 144 van het Reglement wijst de Voorzitter erop dat de termijn voor de indiening van een dergelijk verzoek niet gerespecteerd is, maar dat dit verzoek eventueel kan worden gedaan wanneer het verslag in stemming wordt gebracht.

dinsdag

Het verslag van Jan Mulder en Neena Gill (A5-0256/2004) (punt 107 van de agenda) wordt van de agenda geschrapt omdat de Raad alle amendementen van het Parlement heeft aanvaard.

De PSE-Fractie wenst dat de stemming over het verslag Christa Randzio-Plath (A5-0273/2004) (punt 71 van de agenda) van woensdag naar dinsdag wordt verschoven.

Het verzoek wordt ingewilligd.

De GUE/NGL-Fractie wenst dat het verslag Marianne Eriksson (A5-0274/2004) op de agenda van dinsdag wordt geplaatst.

Het woord wordt gevoerd door Marianne Eriksson, rapporteur, die het verzoek toelicht, Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, en Doris Pack, namens de PPE-DE-Fractie.

Bij HS (Voorzitter) (59 voor, 127 tegen en 5 onthoudingen) verwerpt het Parlement het verzoek.

Rectificaties stemgedrag:

Philippe A.R. Herzog, Umberto Scapagnini en Anne E.M. Van Lancker hebben laten weten dat zij voor hadden willen stemmen.

De PPE-DE-Fractie wenst dat in de gecombineerde behandeling van de verslagen over de kwijting 2002 (punten 34 t/m 38 van de agenda) een verklaring van de Commissie over Eurostat wordt opgenomen, met indiening van ontwerpresoluties.

Het woord wordt gevoerd door Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, die het verzoek toelicht, en Helmut Kuhne.

Bij ES (100 vóór, 86 tegen, en 2 onthoudingen) willigt het Parlement het verzoek in. Indieningstermijnen:

ontwerpresoluties:

dinsdag 20 april om 10.00 uur

amendementen en gezamenlijke ontwerpresoluties: woensdag 21 april om 10 uur.

De stemming vindt donderdag plaats.

woensdag

De Verts-ALE- Fractie wenst dat er verklaringen van Commissie en Raad over de situatie in het Midden-Oosten op de agenda worden gezet.

Het woord wordt gevoerd door Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, die het verzoek toelicht, en Johannes (Hannes) Swoboda, namens de PSE-Fractie.

Het Parlement willigt het verzoek in.

Dit punt wordt onmiddellijk na het debat over het punt Cyprus (punt 64) op de agenda geplaatst, waardoor het vragenuur van die middag in het gedrang zou kunnen komen.

donderdag

geen wijzigingen

Verzoeken om toepassing van de urgentieprocedure (artikel 112 van het Reglement) van de Raad voor:

Initiatief van de Italiaanse Republiek met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad betreffende de organisatie van gezamenlijke vluchten voor het verwijderen van onderdanen van derde landen die illegaal op het grondgebied van twee of meer lidstaten verblijven.

Motivering van het verzoek om urgentverklaring:

Er bestaat een rechtsvacuum op dit belangrijke punt zolang de Raad geen besluit heeft genomen.

Het Parlement zal zich aan het begin van de vergadering van morgen over deze verzoeken om urgentverklaring moeten uitspreken.

*

* *

De agenda wordt aldus vastgesteld.

15.   Overeenkomst EG-VS inzake PNR-gegevens

De Voorzitter kondigt met betrekking tot het verslag Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0271/2004) aan een schrijven te hebben ontvangen van de voorzitter van de Commissie JURI, die aanbeveelt het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te verzoeken om een uitspraak over de vraag of de overeenkomst EG-VS over de behandeling en de overdracht van passagiersgegevens (PNR-gegevens) verenigbaar is met het Verdrag.

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie), Klaus-Heiner Lehne, namens de PPE-DE-Fractie, Elena Ornella Paciotti, namens de PSE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Giuseppe Di Lello Finuoli, namens de GUE/NGL-Fractie, Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, Johanna L.A. Boogerd-Quaak, rapporteur, en Jorge Salvador Hernández Mollar, voorzitter van de Commissie LIBE.

Het debat over de grond van de zaak vindt zoals gepland dinsdag plaats en de stemming vindt woensdag plaats.

*

* *

De Voorzitter verzoekt de leden die het woord hadden willen voeren voor opmerkingen van een minuut over belangrijke politieke kwesties hem hun opmerkingen schriftelijk te doen toekomen ofwel het woord te voeren na de debatten van vanavond.

16.   Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (debat)

Verslag over de mededeling van de Commissie over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest [COM(2003) 606 — C5-0594/2003 — 2003/2249(INI)] — Commissie constitutionele zaken.

Rapporteur: Johannes Voggenhuber (A5-0227/2004)

Johannes Voggenhuber leidt zijn verslag in.

VOORZITTER: David W. MARTIN

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door David Byrne (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Marcelino Oreja Arburúa, Jo Leinen, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Georges Berthu en Hans-Peter Martin.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.33 van de notulen van 20 april 2004.

17.   Samenwerking inzake consumentenbescherming *** I — Consumentenkrediet *** I — Oneerlijke handelspraktijken *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentbescherming”) [COM(2003) 443 — C5-0335/2003 — 2003/0162(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Evelyne Gebhardt (A5-0191/2004).

Rapporteur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Béatrice Patrie, Commissie ENVI

Tweede verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet [COM(2002) 443 — C5-0420/2002 — 2002/0222(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Joachim Wuermeling (A5-0224/2004)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke „business-to-consumer”-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) [COM(2003) 356 — C5-0288/2003 — 2003/0134(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Fiorella Ghilardotti (A5-0188/2004).

Rapporteur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Phillip Whitehead, Commissie ENVI

Het woord wordt gevoerd door David Byrne (lid van de Commissie).

Evelyne Gebhardt leidt haar verslag in (A5-0191/2004).

Joachim Wuermeling leidt zijn verslag in (A5-0224/2004).

Fiorella Ghilardotti leidt haar verslag in (A5-0188/2004).

Het woord wordt gevoerd door Pervenche Berès (rapporteur voor advies van de Commissie ECON), Béatrice Patrie (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI) en Phillip Whitehead (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI).

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Marianne L.P. Thyssen, namens de PPE-DE-Fractie, Manuel Medina Ortega, namens de PSE-Fractie, Astrid Thors, namens de ELDR-Fractie, Neil MacCormick, namens de Verts/ALE-Fractie, Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie, María Sornosa Martínez (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI), Paolo Bartolozzi, Arlene McCarthy, Diana Wallis, Klaus-Heiner Lehne, Othmar Karas, Avril Doyle, Malcolm Harbour en David Byrne.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punten 10.20 t/m 10.22 van de notulen van 20 april 2004.

18.   Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong [COM(2003) 117 — C5-0108/2003 — 2003/0052(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Robert William Sturdy (A5-0260/2004)

Het woord wordt gevoerd door David Byrne (lid van de Commissie).

Robert William Sturdy leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Saïd El Khadraoui, namens de PSE-Fractie, Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie, Dorette Corbey en David Byrne.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.23 van de notulen van 20 april 2004.

19.   Vennootschapsrecht en corporate governance (debat)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie — Een actieplan [COM(2003) 284 — C5-0378/2003 — 2003/2150(INI)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Fiorella Ghilardotti (A5-0253/2004).

Rapporteur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Pervenche Berès, Commissie ECON

Fiorella Ghilardotti leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie)

Het woord wordt gevoerd door Pervenche Berès (rapporteur voor advies van de Commissie ECON), Per-Arne Arvidsson (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Ioannis Koukiadis (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), Klaus-Heiner Lehne, namens de PPE-DE-Fractie, Inglewood en Frits Bolkestein.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.24 van de notulen van 21 april 2004.

20.   Betalingen binnen de interne markt (debat)

Verslag over een juridisch kader voor betalingen binnen de interne markt [2003/2101(INI)] — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Alexander Radwan (A5-0192/2004)

Alexander Radwan leidt zijn verslag in.

VOORZITTER: Gérard ONESTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie)

Het woord wordt gevoerd door Helena Torres Marques, namens de PSE-Fractie, Philippe A.R. Herzog, namens de GUE/NGL-Fractie, en Frits Bolkestein.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.26 van de notulen van 21 april 2004.

21.   Aardgasvoorziening *** I — Toegang tot gastransmissienetten *** I (debat)

Verslag over wijziging van de rechtsgrondslag en de „algemene oriëntatie” van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening [15769/2003 — C5-0027/2004 — 2002/0220(COD)] — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Peter Michael Mombaur (A5-0213/2004)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten [COM(2003) 741 — C5-0644/2003 — 2003/0302(COD)] — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Esko Olavi Seppänen (A5-0254/2004)

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Peter Michael Mombaur leidt zijn verslag in (A5-0213/2004).

Esko Olavi Seppänen leidt zijn verslag in (A5-0254/2004).

Het woord wordt gevoerd door Giles Bryan Chichester, namens de PPE-DE-Fractie.

VOORZITTER: Catherine LALUMIÈRE

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Bernhard Rapkay, namens de PSE-Fractie, Johannes (Hans) Blokland, namens de EDD-Fractie, Hans Kronberger, niet-ingeschrevene, Gordon J. Adam, Benedetto Della Vedova, Rolf Linkohr, Reino Paasilinna en Loyola de Palacio.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punten 10.24 -10.25 van de notulen van 20 april 2004

22.   Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad [COM(2003) 453 — C5-0369/2003 — 2003/0172(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Astrid Thors (A5-0171/2004).

Rapporteur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Claude Turmes, Commissie ITRE

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Astrid Thors leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Claude Turmes (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Peter Liese, namens de PPE-DE-Fractie, Karin Scheele, namens de PSE-Fractie, Chris Davies, namens de ELDR-Fractie, David Robert Bowe en Loyola de Palacio.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.26 van de notulen van 20 april 2004.

23.   Bekendmaking van gemeenschappelijke standpunten van de Raad

De Voorzitter deelt op grond van artikel 74, lid 1 van het Reglement mede de volgende gemeenschappelijke standpunten te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van deze gemeenschappelijke standpunten, en de standpunten van de Commissie inzake:

een beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet (C5-0184/2004 — 2001/0229(COD) — 5762/1/2004 — 8073/2004 — COM(2004) 294)

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: in eerste lezing BUDG, ENVI, ITRE

De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken gaat bijgevolg morgen, 20 april 2004, in.

24.   Handel in broeikasgasemissierechten *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectmechanismen van het Protocol van Kyoto [COM(2003) 403 — C5-0355/2003 — 2003/0173(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Alexander de Roo (A5-0154/2004)

Het woord wordt gevoerd door Margot Wallström (lid van de Commissie).

VOORZITTER: Charlotte CEDERSCHIÖLD

Ondervoorzitter

Alexander de Roo leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Rolf Linkohr (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Cristina García-Orcoyen Tormo, namens de PPE-DE-Fractie, David Robert Bowe, namens de PSE-Fractie, Chris Davies, namens de ELDR-Fractie, Ria G.H.C. Oomen-Ruijten, Peter Liese en Margot Wallström.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.27 van de notulen van 10 april 2004.

*

* *

Het woord wordt gevoerd door Jens-Peter Bonde die verklaart dat een motie van wantrouwen tegen de Commissie in verband met Eurostat overeenkomstig artikel 34 van het Reglement door voldoende leden ondertekend is en dat er dus een debat en een stemming moeten plaatsvinden (De Voorzitter neemt daar akte van en antwoordt dat deze kwestie dinsdag opnieuw aan de orde zal worden gesteld).

25.   Batterijen en accu's *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's [COM(2003) 723 — C5-0563/2003 — 2003/0282(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Johannes (Hans) Blokland (A5-0265/2004)

Het woord wordt gevoerd door Margot Wallström (lid van de Commissie).

Johannes (Hans) Blokland leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Rolf Linkohr (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Robert Goodwill, namens de PPE-DE-Fractie, Bernd Lange, namens de PSE-Fractie, Chris Davies, namens de ELDR-Fractie, Alexander de Roo, namens de Verts/ALE-Fractie, Patricia McKenna en Margot Wallström.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.28 van de notulen van 20 april 2004.

26.   Milieugericht levenscyclusconcept (debat)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Geïntegreerd productbeleid — Voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept [COM(2003) 302 — C5-0550/2003 — 2003/2221(INI)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Anders Wijkman (A5-0261/2004)

Anders Wijkman leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Margot Wallström (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Bernd Lange, namens de PSE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.27 van de notulen van 21 april 2004.

27.   Coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels *** II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels [15577/6/2003 — C5-0043/2004 — 1998/0360(COD)] — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Jean Lambert (A5-0234/2004)

Jean Lambert licht de aanbeveling voor de tweede lezing toe.

Het woord wordt gevoerd door Anna Diamantopoulou (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Ria G.H.C. Oomen-Ruijten, namens de PPE-DE-Fractie, Ieke van den Burg, namens de PSE-Fractie, Johanna L.A. Boogerd-Quaak, namens de ELDR-Fractie, Brian Crowley, namens de UEN-Fractie, Marie-Hélène Gillig en Anna Diamantopoulou.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.17 van de notulen van 20 april 2004.

28.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 344.162/OJMA).

29.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 23.40 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

David W. Martin

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Adam, Aguiriano Nalda, Nuala Ahern, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Andria, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Belder, Berend, Berès, van den Berg, Bergaz Conesa, Bernié, Berthu, Bertinotti, Beysen, Bigliardo, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, van den Bos, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bradbourn, Bremmer, Breyer, Brie, Brienza, Brok, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Callanan, Calò, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cardoso, Carlotti, Carraro, Casaca, Cashman, Caudron, Cederschiöld, Cercas, Cerdeira Morterero, Cesaro, Chichester, Chountis, Claeys, Coelho, Collins, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Paolo Costa, Raffaele Costa, Coûteaux, Cox, Crowley, Cushnahan, van Dam, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Della Vedova, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Duthu, Dybkjær, Echerer, El Khadraoui, Elles, Eriksson, Esclopé, Ettl, Jillian Evans, Robert J.E. Evans, Färm, Farage, Fava, Fernández Martín, Ferrández Lezaun, Ferreira, Ferrer, Ferri, Fiebiger, Fiori, Fitzsimons, Florenz, Ford, Foster, Fourtou, Frahm, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Galeote Quecedo, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garot, Garriga Polledo, de Gaulle, Gawronski, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Gollnisch, Gomolka, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Gouveia, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Harbour, Hatzidakis, Haug, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Honeyball, Hortefeux, Hudghton, Hughes, van Hulten, Hyland, Iivari, Inglewood, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Kaldi, Karamanou, Karas, Karlsson, Katiforis, Kaufmann, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kronberger, Kuckelkorn, Kuhne, Kuntz, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lipietz, Lisi, Ludford, Lulling, Lund, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, Maes, Malliori, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marinos, Markov, Marques, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennea, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Morera Català, Morgan, Morillon, Müller, Mulder, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Nordmann, Ojeda Sanz, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, O'Toole, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Papayannakis, Parish, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Piscarreta, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Pronk, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Raymond, Read, Ribeiro e Castro, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Rousseaux, Rovsing, Rübig, Rühle, Rutelli, Sacconi, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandberg-Fries, Sandbæk, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Scallon, Scapagnini, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schroedter, Schwaiger, Segni, Seppänen, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sörensen, Sommer, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Sousa Pinto, Speroni, Staes, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stihler, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Turco, Turmes, Twinn, Uca, Väyrynen, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varaut, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veltroni, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Virrankoski, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wyn, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen

Waarnemers

A.Nagy, Azzopardi, Bagó, Bastys, Bauer, Berg, Bielan, Bonnici, Christoforou, Chronowski, Zbigniew Chrzanowski, Cybulski, Demetriou, Drzęla, Ékes, Gałażewski, Golde, Genowefa Grabowska, Gruber, Heriban, Jerzy Jaskiernia, Kamiński, Kāposts, Kelemen, Kiršteins, Kļaviņš, Kłopotek, Klukowski, Kriščiūnas, Daniel Kroupa, Kubica, Kubovič, Kuzmickas, Kvietkauskas, Laar, Libicki, Lisak, Lydeka, Macierewicz, Maldeikis, Matsakis, Őry, Pęczak, Plokšto, Podgórski, Protasiewicz, Pusz, Janno Reiljan, Rutkowski, Savi, Siekierski, Šlesere, Smorawiński, Surján, Tomczak, Vaculík, Valys, George Varnava, Vella, Vėsaitė, Wittbrodt, Żenkiewicz


BIJLAGE I

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Wijziging op de agenda

Voor: 59

EDD: Belder, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Dybkjær, Jensen, Ludford, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Rousseaux, Sørensen, Thors, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bertinotti, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Frahm, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Uca, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Turco

PPE-DE: Cederschiöld, Posselt, Radwan, Stenmarck

PSE: Dhaene, Färm, Hedkvist Petersen, Kuckelkorn, Paciotti, Patrie, Sacconi, Theorin, Thorning-Schmidt, Trentin, Weiler

Verts/ALE: Ahern, Maes

Tegen: 127

NI: Berthu, Claeys, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Averoff, Avilés Perea, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Daul, Descamps, Dover, Doyle, Ferri, Fiori, Foster, Fourtou, Glase, Goepel, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Herranz García, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Mantovani, Marinos, Méndez de Vigo, Mombaur, Morillon, Naranjo Escobar, Oreja Arburúa, Pack, Pex, Podestà, Poettering, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Stauner, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Zimmerling

PSE: Baltas, Bösch, Bowe, Corbett, Corbey, Duin, Ettl, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Guy-Quint, van Hulten, Jöns, Kindermann, Koukiadis, Kuhne, Lalumière, Lange, Leinen, McCarthy, Mastorakis, Medina Ortega, Müller, Myller, Napoletano, Prets, Roth-Behrendt, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Titley, Walter, Wiersma

UEN: Thomas-Mauro

Verts/ALE: Duthu, Lannoye, MacCormick, McKenna, Morera i Catalá, de Roo, Rühle, Staes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Herzog

PPE-DE: Banotti

PSE: Poos

Verts/ALE: Echerer, Schroedter


Dinsdag, 20 april 2004

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 104/26


NOTULEN

(2004/C 104 E/02)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Giorgos DIMITRAKOPOULOS

Ondervoorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.00 uur geopend.

2.   Samenstelling Parlement

De bevoegde Spaanse autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Luis Marco Aguiriano Nalda tot lid van het Parlement, in de plaats van María Rodríguez Ramos, met ingang van 19 april 2004.

De Voorzitter verwijst naar het bepaalde in artikel 7, lid 5, van het Reglement.

3.   Samenstelling commissies en delegaties

Op verzoek van de PSE-Fractie bekrachtigt het Parlement de benoeming van:

M. Luis Marco Aguiriano Nalda tot lid van de

Commissie BUDG en

de Delegatie voor de betrekkingen met de Volksrepubliek China.

4.   Besluit inzake het verzoek om urgentverklaring

Verzoek om urgentverklaring:

Initiatief van de Italiaanse Republiek tot aanneming van een besluit van de Raad inzake het organiseren van gezamenlijke vluchten van twee of meer lidstaten voor de verwijdering van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven — (12025/2003 — C5-0440/2003 en 14205/2003 — C5-0582/2003 — 2003/0821(CNS)) — Commissie vrijheden en rechten van de burgers, justitie en binnenlandse zaken

Het woord wordt gevoerd door Martine Roure, namens de PSE-Fractie, over het verzoek.

Het verzoek om urgentverklaring wordt verworpen.

*

* *

Het woord wordt gevoerd door Jens-Peter Bonde die, terugkomend op zijn woorden van gisteravond (punt 24 van de notulen van 19.04.2004) over het feit dat de motie van wantrouwen tegen de Commissie in verband met Eurostat het vereiste aantal handtekeningen had gekregen, vraagt hoe de procedure nu verder zal verlopen (De Voorzitter antwoordt dat de bevoegde diensten het exacte aantal handtekeningen controleren en dat het Parlement vervolgens op de hoogte zal worden gehouden).

5.   Veiligheid op zee (debat)

Verslag over de verbetering van de veiligheid op zee [2003/2235(INI)] — Tijdelijke commissie voor de verbetering van de veiligheid op zee.

Rapporteur: Dirk Sterckx (A5-0257/2004)

Herman Vermeer (ter vervanging van de rapporteur) leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Daniel Varela Suanzes-Carpegna, namens de PPE-DE-Fractie, Gilles Savary, namens de PSE-Fractie, Astrid Thors, namens de ELDR-Fractie, María Luisa Bergaz Conesa, namens de GUE/NGL-Fractie, Camilo Nogueira Román, namens de Verts/ALE-Fractie, Alain Esclopé, namens de EDD-Fractie, Dominique F.C. Souchet, niet-ingeschrevene, Françoise Grossetête, Rosa Miguélez Ramos en Sylviane H. Ainardi.

VOORZITTER: Gérard ONESTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Josu Ortuondo Larrea, Koldo Gorostiaga Atxalandabaso, Georg Jarzembowski, Emmanouil Mastorakis, Konstantinos Hatzidakis, Jan Marinus Wiersma, Manuel Pérez Álvarez, Juan de Dios Izquierdo Collado, Peter Pex, Bernard Poignant, Brigitte Langenhagen, Wilhelm Ernst Piecyk, John Walls Cushnahan, Jan Dhaene, Loyola de Palacio en Koldo Gorostiaga Atxalandabaso over deze woorden.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.28 van de notulen van 21 april 2004.

6.   In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen [COM(2003) 448 — C5-0351/2003 — 2003/0175(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Luigi Cocilovo (A5-0220/2004)

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Luigi Cocilovo leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Manuel António dos Santos (rapporteur voor advies van de Commissie ECON) en Georg Jarzembowski, namens de PPE-DE-Fractie.

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Ulrich Stockmann, namens de PSE-Fractie, Paolo Costa, namens de ELDRFractie, Elisabeth Schroedter, namens de Verts/ALE-Fractie, Reinhard Rack, Johannes (Hannes) Swoboda, Herman Vermeer, Claude Turmes, Ari Vatanen, Ewa Hedkvist Petersen, Gilles Savary en Jan Dhaene.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.29.

7.   Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer [COM(2003) 628 — C5-0601/2003 — 2003/0255(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Helmuth Markov (A5-0216/2004) Rapporteur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Elisabeth Schroedter, Commissie EMPL

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Helmuth Markov leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Elisabeth Schroedter (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), Mathieu J.H. Grosch, namens de PPE-DE-Fractie, Emmanouil Mastorakis, namens de PSE-Fractie, Samuli Pohjamo, namens de ELDR-Fractie, Arlette Laguiller, namens de GUE/NGL-Fractie, en Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.30.

8.   Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimale veiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet [5238/1/2004 — C5-0118/2004 — 2002/0309(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Reinhard Rack (A5-0249/2004)

Reinhard Rack leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Giorgio Lisi, namens de PPE-DE-Fractie, en Johannes (Hannes) Swoboda, namens de PSE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.18.

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

9.   Agenda

De Voorzitter legt de volgende verklaringen af:

1.

De Commissie RETT heeft verzocht de aanbeveling voor de tweede lezing Bradbourn over de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet (punt 30 van de agenda) morgen zonder debat in stemming te brengen.

De Voorzitter verklaart dat de termijn voor de indiening van amendementen bijgevolg wordt verschoven naar vandaag om 17.00 uur.

Het Parlement stemt in met het verzoek.

2.

De termijn voor de indiening van amendementen op het verslag Brok over de samenwerkingsovereenkomst EG/Pakistan (punt 67 van de agenda) wordt verlengd tot morgen om 10.00 uur.

3.

De motie van afkeuring jegens de Commissie vanwege haar rol in de Eurostat-affaire (B5-0189/2004) is door 65 leden ondertekend en zal dus aan de Commissie worden toegestuurd. De Voorzitter stelt voor het debat morgen om 21.00 uur te houden en om overeenkomstig artikel 34, lid 5 van het Reglement waarin wordt bepaald dat de stemming over een motie van afkeuring tenminste 48 uur na de opening van het debat plaatsvindt, de motie van afkeuring tijdens de vergaderperiode van mei 2004 in stemming te brengen.

Het woord wordt gevoerd door Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie, over dit laatste punt, Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, over de woorden van Enrique Barón Crespo, Jens-Peter Bonde, Mogens N.J. Camre en Daniel Marc Cohn-Bendit.

10.   Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

10.1.   Nabuurschapsbeleid van de EU na de uitbreiding * (artikel 110 bis van het Reglement) (eindstemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie en het nieuwe nabuurschapsbeleid van de EU [COM(2003) 603 — C5-0501/2003 — 2003/0232(CNS)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Reimer Böge (A5-0198/2004).

Het verslag is op 31 maart 2004 terugverwezen naar: de commissie (artikel 69, lid 2 van het Reglement) (punt 6.7 van de notulen van die dag)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0278)

10.2.   Belasting op energieproducten en elektriciteit in Cyprus * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG waarbij Cyprus voor energieproducten en elektriciteit tijdelijk belastingverlagingen of -vrijstellingen mag toepassen [COM(2004) 185 — C5-0175/2004 — 2004/0067(CNS)] — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0264/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0279)

10.3.   Elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer *** II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de algemene invoering en de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap [6277/1/2004 — C5-0163/2004 — 2003/0081(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Renate Sommer (A5-0246/2004).

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Renate Sommer legt overeenkomstig artikel 110 bis, lid 4, van het Reglement een verklaring af.

Goedgekeurd (P5_TA(2004)0280)

10.4.   Communautair douanewetboek *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek [COM(2003) 452 — C5-0345/2003 — 2003/0167(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Janelly Fourtou (A5-0255/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0281)

10.5.   Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol tot toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) [5747/2004 — COM(2003) 555 — C5-0065/2004 — 2003/0214(AVC)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Christine De Veyrac (A5-0215/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Christine De Veyrac legt overeenkomstig artikel 110 bis, lid 4, van het Reglement een verklaring af.

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0282)

10.6.   Klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een regeling inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten [COM(2003) 502 — C5-0442/2003 — 2003/0193(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Carmen Cerdeira Morterero (A5-0142/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0283)

10.7.   Klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een regeling inzake klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen tussen de lidstaten [COM(2003) 502 — C5-0443/2003 — 2003/0194(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Stockton (A5-0141/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0284)

10.8.   Migratiebeheersdiensten * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de totstandbrenging van een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten [COM(2003) 727 — C5-0612/2003 — 2003/0284(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Ewa Klamt (A5-0145/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Ewa Klamt legt overeenkomstig artikel 110 bis, lid 4, van het Reglement een verklaring af.

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0285)

10.9.   Plaats van levering van diensten * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de plaats van levering van diensten [COM(2003) 822 — C5-0026/2004 — 2003/0329(CNS)] — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Othmar Karas (A5-0233/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0286)

10.10.   Europees Ruimteagentschap * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het sluiten van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap [COM(2004) 85/2 — C5-0099/2004 — 2004/0028(CNS)] — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Guido Bodrato (A5-0222/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0287)

10.11.   Visuminformatiesysteem * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van het visuminformatiesysteem (VIS) [COM(2004) 99 — C5-0098/2004 — 2004/0029(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Carlos Coelho (A5-0262/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Verworpen bij één enkele stemming

Carlos Coelho, rapporteur, pleitte voor verwerping van het Commissievoostel. Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie) verklaarde dat de Commissie haar voorstel handhaafde. De kwestie werd derhalve overeenkomstig artikel 68, lid 3 van het Reglement terugverwezen naar: de bevoegde commissie.

De rapporteur voerde het woord over deze terugverwijzing.

10.12.   Verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het initiatief van het Koninkrijk Spanje met het oog op de aanneming van een richtlijn van de Raad betreffende de verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven [6620/2004 — C5-0111/2004 — 2003/0809(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Jorge Salvador Hernández Mollar (A5-0266/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

INITIATIEF VAN HET KONINKRIJK SPANJE

Verworpen bij één enkele stemming

De kwestie werd overeenkomstig artikel 68, lid 3 van het Reglement terugverwezen naar: de bevoegde commissie.

10.13.   Europese Politieacademie * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag

1.

over het initiatief van Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/820/JBZ tot oprichting van een Europese Politieacademie (EPA)

[15400/2003 — C5-0001/2004 — 2004/0801(CNS)]

2.

over het initiatief van het Verenigd Koninkrijk met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad houdende wijziging van Besluit 2000/820/JBZ tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA)

[5121/2004 — C5-0040/2004 — 2004/0802(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Martine Roure (A5-0140/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIES

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0288) en P5_TA(2004)0289)

10.14.   Benoeming van een lid van ECB * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over de ontwerpaanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van een lid van de directie van de Europese centrale bank (6315/2004 — C5-0176/2004 — 2004/0808(CNS)) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0273/2004).

(geheime stemming overeenkomstig artikel 136, lid 1 van het Reglement)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Christa Randzio-Plath legt overeenkomstig artikel 110 bis, lid 4, van het Reglement een verklaring af.

Aangenomen bij één enkele stemming (geheime stemming: 363 voor, 113 tegen, 52 onthoudingen) (P5_TA(2004)0290)

10.15.   Impact van de communautaire regelgeving en raadplegingsprocedures (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over de toetsing van de impact van de communautaire regelgeving en de raadplegingsprocedures [2003/2079(INI)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Bert Doorn (A5-0221/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 15)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0291)

10.16.   Gelijke kansen voor personen met een handicap (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan [COM(2003) 650 — C5-0039/2004 — 2004/2004(INI)] — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Mario Mantovani (A5-0263/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 16)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0292)

10.17.   Coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheidsstelsels [15577/6/2003 — C5-0043/2004 — 1998/0360(COD)] — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Jean Lambert (A5-0234/2004).

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 17)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0293)

10.18.   Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimale veiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet [5238/1/2004 — C5-0118/2004 — 2002/0309(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Reinhard Rack (A5-0249/2004).

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 18)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2004)0294)

10.19.   Luchtkwaliteit *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht [COM(2003) 423 — C5-0331/2003 — 2003/0164(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Hans Kronberger (A5-0047/2004).

Het debat had plaats op 9 March 2004(Minutes of 19.03.2004, Item 19)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 19)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0295)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0296)

10.20.   Samenwerking inzake consumentenbescherming *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentbescherming”) [COM(2003) 443 — C5-0335/2003 — 2003/0162(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Evelyne Gebhardt (A5-0191/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 20)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0296)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0296)

10.21.   Consumentenkrediet *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet [COM(2002) 443 — C5-0420/2002 — 2002/0222(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Joachim Wuermeling (A5-0224/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 21)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0297)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0297)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Joachim Wuermeling, rapporteur, die voorstelde om bepaalde amendementen waarvoor een aparte stemming was voorzien, en bloc in stemming te brengen. Arlene McCarthy, namens de PSE-Fractie, stemde in met dit voorstel op voorwaarde dat amendementen 38, 39, 80, 102, 122, 127 en 128 nog steeds apart in stemming zouden worden gebracht. De Voorzitter wees erop dat de amendementn 38, 39 en 102 waren ingetrokken. De rapporteur gaf gevolg aan het verzoek van Arlene McCarthy.

Joachim Wuermeling diende een mondeling amendement in op amendement 178, waar echter geen rekening mee gehouden werd aangezien meer dan 32 leden zich hiertegen uitspraken.

Naar aanleiding van een opmerking van Arlene McCarthy over amendement 206, bevestigde de rapporteur dat dit amendement was komen te vervallen.

10.22.   Oneerlijke handelspraktijken *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke „business-to-consumer”-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) [COM(2003) 356 — C5-0288/2003 — 2003/0134(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Fiorella Ghilardotti (A5-0188/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 22)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0298)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0298)

10.23.   Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong [COM(2003) 117 — C5-0108/2003 — 2003/0052(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Robert William Sturdy (A5-0260/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 23)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0299)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0299)

10.24.   Aardgasvoorziening *** I (stemming)

Verslag over wijziging van de rechtsgrondslag en de „algemene oriëntatie” van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening [15769/2003 — C5-0027/2004 — 2002/0220(COD)] — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Peter Michael Mombaur (A5-0213/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 24)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0300)

10.25.   Toegang tot gastransmissienetten *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten [COM(2003) 741 — C5-0644/2003 — 2003/0302(COD)] — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie.

Rapporteur: Esko Olavi Seppänen (A5-0254/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 25)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0301)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0301)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Peter Michael Mombaur wees op een verschil tussen de Duitse en de Engelse versie van amendement 43 en verduidelijkte dat van de Engelse versie moest worden uitgegaan.

10.26.   Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad [COM(2003) 453 — C5-0369/2003 — 2003/0172(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Astrid Thors (A5-0171/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 26)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0302)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0302)

10.27.   Handel in broeikasgasemissierechten *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectmechanismen van het Protocol van Kyoto [COM(2003) 403 — C5-0355/2003 — 2003/0173(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Alexander de Roo (A5-0154/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 27)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0303)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0303)

10.28.   Batterijen en accu's *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's [COM(2003) 723 — C5-0563/2003 — 2003/0282(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Johannes (Hans) Blokland (A5-0265/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 28)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0304)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0304)

10.29.   In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen [COM(2003) 448 — C5-0351/2003 — 2003/0175(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Luigi Cocilovo (A5-0220/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 29)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0305)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0305)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Gilles Savary wees op een fout in de Franse versie van amendement 48.

10.30.   Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer [COM(2003) 628 — C5-0601/2003 — 2003/0255(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Helmuth Markov (A5-0216/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 30)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0306)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0306)

10.31.   Europees Vluchtelingenfonds (2005-2010) * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 [COM(2004) 102 — C5-0096/2004 — 2004/0032(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Gérard M.J. Deprez (A5-0267/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 31)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0307)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0307)

10.32.   Afvalpreventie en afvalrecycling (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie: „Naar een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling” [COM(2003) 301 — C5-0385/2003 — 2003/2145(INI)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid.

Rapporteur: Karl-Heinz Florenz (A5-0176/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 32)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0308)

10.33.   Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest [COM(2003) 606 — C5-0594/2003 — 2003/2249(INI)] — Commissie constitutionele zaken.

Rapporteur: Johannes Voggenhuber (A5-0227/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 33)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0309)

*

* *

De punten waarover wegens tijdgebrek niet kon worden gestemd, zullen morgen in stemming worden gebracht.

11.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag de Roo — A5-0154/2004

Marialiese Flemming voor de Oostenrijkse leden van de PPE-DE-Fractie.

Verslag Cocilovo — A5-0220/2004

Michl Ebner

Verslag Voggenhuber — A5-0227/2004

Miquel Mayol i Raynal

Verslag Wuermeling — A5-0224/2004

Astrid Thors, Theresa Villiers

12.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Verslag Wuermeling — A5-0224/2004

amendement 48

Vóór: Lone Dybkjær, Karin Riis-Jørgensen

amendement 173

Vóór: Othmar Karas

amendement 201

Vóór: Eurig Wyn

amendement 202

Vóór: Claude Turmes

Tegen: Dagmar Roth-Behrendt

Verslag Thors — A5-0171/2004

amendement 1

Vóór: Othmar Karas

Verslag Blokland — A5-0265/2004

amendement 23

Vóór: David Robert Bowe

Verslag Cocilovo — A5-0220/2004

amendement 53

Vóór: Christa Prets, Marialiese Flemming

Tegen: Alexander Radwan

amendement 54

Vóór: Marialiese Flemming

Tegen: Alexander Radwan

amendement 55

Tegen: Alexander Radwan

amendement 56

Vóór: Christa Prets

Tegen: Alexander Radwan

Onthoudingen: Hans-Peter Martin

amendement 48

Tegen: Alexander Radwan

Onthoudingen: Armonia Bordes

Verslag Markov — A5-0216/2004

amendement 52 en 58 (identiska)

Vóór: Pervenche Berès

Verslag Florenz — A5-0176/2004

amendement 11

Vóór: Armonia Bordes

Tegen: Rainer Wieland

amendement 15

Vóór: Jan Andersson, Göran Färm, Ewa Hedkvist Petersen, Hans Karlsson, Yvonne Sandberg-Fries, Maj Britt Theorin

amendement 20

Tegen: Linda McAvan, Claude Moraes, Othmar Karas

Leden die hebben verklaard niet aan de stemming te hebben deelgenomen:

Gerhard Hager was weliswaar aanwezig maar heeft niet deelgenomen aan de stemmingen.

Armonia Bordes en Arlette Laguiller waren weliswaar aanwezig maar hebben niet deelgenomen aan de stemming over het verslag Fourtou (A5-0255/2004) en over de amendementen 53, 54, 55 en 56 van het verslag Cocilovo (A5-0220/2004).

(De vergadering wordt om 14.15 uur onderbroken en om 15.10 uur hervat.)

13.   Toespraak van de heer Barnier

De Voorzitter verklaart met de President van Rwanda de tiende verjaardag van de genocide te hebben herdacht en verwelkomt de heer Barnier, voormalig lid van de Commissie, die minister van Buitenlandse Zaken in de Franse regering is geworden.

De heer Barnier houdt een toespraak waarin hij met name de Voorzitter van het Parlement bedankt en alle anderen met wie hij heeft samengewerkt in de tijd dat hij lid van de Commissie was.

Het woord wordt gevoerd door Giorgio Napolitano, voorzitter van de Commissie AFCO.

VOORZITTER: David W. MARTIN

Ondervoorzitter

14.   Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (bekendmaking van de ingediende ontwerpresoluties)

Voor de hiernavolgende ontwerpresoluties zijn verzoeken om het houden van een debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat overeenkomstig artikel 50 van het Reglement ingediend:

I.   CUBA

Concepció Ferrer, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Bernd Posselt en Lennart Sacrédeus, namens de PPE-DE-Fractie, over de situatie van de mensenrechten in Cuba een jaar na de massale arrestatie van dissidenten (B5-0192/2004)

Cecilia Malmström en Bob van den Bos, namens de ELDR-Fractie, over de situatie van de mensenrechten in Cuba een jaar na de massale arrestatie van dissidenten (B5-0201/2004)

Alain Lipietz, Josu Ortuondo Larrea en Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, over de situatie in Cuba een jaar na de massale arrestatie van dissidenten (B5-0204/2004)

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie, over de situatie van de mensenrechten in Cuba een jaar na de massale arrestatie van dissidenten (B5-0207/2004)

Ana Miranda de Lage en Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie, over Cuba (B5-0208/2004)

Luisa Morgantini, Pernille Frahm en Herman Schmid, namens de GUE/NGL-Fractie, over de situatie in Cuba (B5-0212/2004)

Luís Queiró en José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie, over Cuba (B5-0214/2004)

II.   PRODUCTIE VAN SPORTARTIKELEN VOOR DE OLYMPISCHE SPELEN

Stephen Hughes, Marie-Hélène Gillig, Anna Karamanou en Margrietus J. van den Berg, namens de PSEFractie, Jean Lambert, Theodorus J.J. Bouwman en Hiltrud Breyer, namens de Verts/ALE-Fractie, Emmanouil Bakopoulos, Sylvia-Yvonne Kaufmann en Dimitrios Koulourianos, namens de GUE/NGL-Fractie, over de eerbiediging van de primaire arbeidswetgeving bij de productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (B5-0191/2004)

Anne Elisabet Jensen, namens de ELDR-Fractie, over de eerbiediging van de primaire arbeidswetgeving bij de productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (B5-0200/2004)

Bartho Pronk, namens de PPE-DE-Fractie, over de eerbiediging van de primaire arbeidswetgeving bij de productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (B5-0202/2004)

Brian Crowley, namens de UEN-Fractie, over de eerbiediging van de primaire arbeidswetgeving bij de productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (B5-0210/2004)

III.   NIGERIA

Niall Andrews, namens de UEN-Fractie, over het doden van Christenen in Nigeria (B5-0194/2004)

Charles Tannock, John Alexander Corrie, Lennart Sacrédeus en Bernd Posselt, over het doden van Christenen in Nigeria (B5-0203/2004)

Didier Rod, Marie Anne Isler Béguin en Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie, over de botsingen tussen groeperingen in Nigeria (B5-0205/2004)

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie, over het doden van Christenen in Nigeria (B5-0206/2004)

Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie, over Nigeria (B5-0209/2004)

Bob van den Bos, namens de ELDR-Fractie, over de situatie in Nigeria (B5-0211/2004)

Yasmine Boudjenah, namens de GUE/NGL-Fractie, over de botsingen tussen groeperingen in Nigeria (B5-0213/2004)

De spreektijd zal worden verdeeld overeenkomstig artikel 120 van het Reglement.

15.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

16.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

parlementaire commissies

1.1)

verslagen:

Verslag over de gevolgen van de seksindustrie in de Europese Unie (2003/2107(INI)) — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen.

Rapporteur: Marianne Eriksson (A5-0274/2004).

* Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan * (8108/99 — C5-0659/01 — 1998/0199(CNS)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid

Rapporteur: Elmar Brok (A5-0275/2004).

* Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/49/EG waarbij bepaalde lidstaten overgangsperioden mogen instellen voor de toepassing van een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (COM(2004) 243 — C5-0187/2004 — 2004/0076(CNS)) (Vereenvoudigde procedure — artikel 158, lid 1 van het Reglement) — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0276/2004).

* Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2004) 239 — C5-0188/2004 — 2004/0082(CNS)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Rapporteur: Marie-Thérèse Hermange (A5-0277/2004).

*** I Verslag over het voorstel voor een verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden [COM(2003) 639 — C5-0507/2003 — 2003/0250(COD)] — Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Rapporteur: Fernando Fernández Martín (A5-0279/2004).

Verslag Aanbeveling van de Commissie inzake de actualisering 2004 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) [COM(2004) 238 — C5-0183/2004 — 2004/2020(INI)] — Economische en Monetaire Commissie.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0280/2004).

1.2)

aanbevelingen voor de tweede lezing:

*** II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (5762/1/2004 — C5-0184/2004 — 2001/0229(COD)).- Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

Rapporteur: Philip Charles Bradbourn (A5-0278/2004).

2)

leden

2.1)

schriftelijke verklaringen ter inschrijving in het register (artikel 51 van het Reglement)

Carmen Cerdeira Morterero, over de deelname van mensen met een handicap aan de Europese verkiezingen van 2004 (nr. 33/2004)

17.   Schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

Schriftelijke verklaringen nrs. 2 en 3/2004 hebben niet het vereiste aantal handtekeningen gekregen en komen bijgevolg overeenkomstig het bepaalde in artikel 51, lid 5 van het Reglement te vervallen.

18.   Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (debat)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst: Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 [COM(2004) 101 — C5-0089/2004 — 2004/2006(INI)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Terence Wynn (A5-0268/2004)

Terence Wynn leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad).

Het woord wordt gevoerd door Michaele Schreyer (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Véronique De Keyser (rapporteur voor advies van de Commissie AFET), Jan Mulder (rapporteur voor advies van de Commissie CONT), Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf (rapporteur voor advies van de Commissie AGRI), Brigitte Langenhagen (rapporteur voor advies van de Commissie PECH), Samuli Pohjamo (rapporteur voor advies van de Commissie RETT), Ulpu Iivari (rapporteur voor advies van de Commissie CULT), Nirj Deva (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), James E.M. Elles, namens de PPE-DE-Fractie, Bárbara Dührkop Dührkop, namens de PSE-Fractie, Kyösti Tapio Virrankoski, namens de ELDR-Fractie, Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie, en Liam Hyland, namens de UEN-Fractie.

VOORZITTER: José PACHECO PEREIRA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Reimer Böge en Jutta D. Haug.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.17 van de notulen van 22 april 2004.

19.   Economische en sociale cohesie (Derde verslag) (debat)

Verslag over het Derde verslag over de economische en sociale cohesie [COM(2004) 107 — C5-0092/2004 — 2004/2005(INI) — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme.

Rapporteur: Konstantinos Hatzidakis (A5-0272/2004)

Konstantinos Hatzidakis leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Franz Fischler (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Myrsini Zorba (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Elspeth Attwooll (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), Agnes Schierhuber (rapporteur voor advies van de Commissie AGRI), Marie-Hélène Gillig (rapporteur voor advies van de Commissie FEMM), José Javier Pomés Ruiz, namens de PPE-DE-Fractie, Juan de Dios Izquierdo Collado, namens de PSE-Fractie, Samuli Pohjamo, namens de ELDR-Fractie, Elisabeth Schroedter, namens de Verts/ALE-Fractie, Margie Sudre, Arlene McCarthy, Camilo Nogueira Román, Rolf Berend, Garrelt Duin, Juan Manuel Ferrández Lezaun, Emmanouil Mastorakis, Ewa Hedkvist Petersen, Catherine Guy-Quint en Franz Fischler.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.18 van de notulen van 22 april 2004.

20.   Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (debat)

Verslag over Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie [2004/2001(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Salvador Garriga Polledo (A5-0269/2004)

Salvador Garriga Polledo leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Michaele Schreyer (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra (rapporteur voor advies van de Commissie AFET), Paul Rübig (rapporteur voor advies van de Commissie ITRE), Bartho Pronk (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), María Esther Herranz García (rapporteur voor advies van de Commissie AGRI), Brigitte Langenhagen (rapporteur voor advies van de Commissie PECH), Catherine Guy-Quint (rapporteur voor advies van de Commissie RETT), Lissy Gröner (rapporteur voor advies van de Commissie FEMM), Markus Ferber, namens de PPE-DE-Fractie, Ralf Walter, namens de PSE-Fractie, Samuli Pohjamo, namens de ELDR-Fractie, Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie, en Franz Turchi, namens de UEN-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.19 van de notulen van 22 april 2004.

21.   Raming van het Europees Parlement voor 2005 (debat)

Verslag over de raming van de inkomsten en de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2005 [2004/2007(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Wilfried Kuckelkorn (A5-0236/2004)

Wilfried Kuckelkorn leidt zijn verslag in.

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Markus Ferber, namens de PPE-DE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.20 van de notulen van 22 april 2004.

22.   Eurostat — Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie) — Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds — Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting — Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement) — Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen — Kwijting 2002: EGKS (debat)

Verklaring van de Commissie: Eurostat

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) [SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Juan José Bayona de Perogordo (A5-0200/2004)

Verslag over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2002 [COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Jonas Sjöstedt (A5-0183/2004)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002

1.

Afdeling II, Raad

2.

Afdeling IV, Hof van Justitie

3.

Afdeling V, Rekenkamer

4.

Afdeling VI, Europees Economisch en Sociaal Comité

5.

Afdeling VII, Comité van de regio's

6.

Afdeling VIII, Europese Ombudsman

[I5-0034/2004 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC), 2003/2213(DEC), 2003/2214(DEC), 2003/2215(DEC), 2003/2216(DEC), 2003/2217(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Gabriele Stauner (A5-0228/2004)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002

Afdeling I — Europees Parlement [I5-0034/2004 — C5-0088/2004 — 2003/2211(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Michiel van Hulten (A5-0218/2004)

Verslag over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2002 aan

1.

Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2002 [C5-0632/2003 — 2003/2242(DEC)]

2.

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk [C5-0636/2003 — 2003/2246(DEC)]

3.

Europees Milieuagentschap [C5-0635/2003 — 2003/2245(DEC)]

4.

Europees Bureau voor geneesmiddelenbeoordeling [C5-0638/2003 — 2003/2255(DEC)]

5.

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie [C5-0637-2003 — 2003/2247(DEC)]

6.

Cedefop [C5-0630/2003 — 2003/2240(DEC)]

7.

Eurojust [C5-0662/2003 — 2003/2256)]

8.

Europese Stichting voor opleiding [C5-0641/2003 — 2003/2259(DEC)]

9.

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden [C5-0631/2003 — 2003/2241(DEC)]

10.

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving [C5-0634/2003 — 2003/2244(DEC)]

11.

Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat [C5-0632/2003 — 2003/2243(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Jan Mulder (A5-0212/2004)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar [C5-0646/2003 — 2003/2218(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Heide Rühle (A5-0201/2004)

Franz Fischler (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Juan José Bayona de Perogordo leidt zijn verslag in (A5-0200/2004).

Jonas Sjöstedt leidt zijn verslag in (A5-0183/2004).

Gabriele Stauner leidt haar verslag in (A5-0228/2004).

Michiel van Hulten leidt zijn verslag in (A5-0218/2004).

(Aangezien het tijdstip voor de verklaring van de Commissie is aangebroken, wordt het debat thans onderbroken. Het zal om 21.00 uur worden voortgezet.)

23.   Agenda

Gezien de in de agenda aangebrachte wijzigingen (punt 14 van de notulen van 19.04.2004 en punt 9), en in overleg met de Raad en de Fracties, stelt de Voorzitter voor het vragenuur aan de Raad van de agenda van morgen te schrappen.

Het Parlement stemt daarmee in.

24.   Verzoek van Kroatië om toetreding tot de EU (mededeling van de Commissie)

Mededeling van de Commissie Advies van de Commissie over het verzoek van Kroatië om toetreding tot de EU

De Voorzitter verwelkomt een afvaardiging van Kroatië, waaronder de minister van Buitenlandse Zaken van dat land.

Christopher Patten en Günther Verheugen, leden van de Commissie, presenteren de mededeling.

Volgens de „catch the eye” procedure wordt het woord gevoerd door Olivier Dupuis, Sarah Ludford en Alexandros Baltas, voor het stellen van vragen welke Christopher Patten beantwoordt:

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Volgens dezelfde procedure wordt het woord gevoerd door Joost Lagendijk en Doris Pack, wier vragen door Günther Verheugen worden beantwoord, en vervolgens Miet Smet en Michl Ebner, wier vragen door Christopher Patten worden beantwoord.

Het punt wordt gesloten.

25.   Vragenuur (vragen aan de Commissie)

Het Parlement behandelt een reeks vragen aan de Commissie (B5-0071/2004).

Eerste deel

Vraag 25 van Michl Ebner: Liberalisatie van de stroommarkt — Concessies voor grootschalig omleiden van water voor het opwekken van stroom.

Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Michl Ebner en Carlos Lage.

Vraag 26 van Linda McAvan: Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO).

Stavros Dimas (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Linda McAvan en Philip Bushill-Matthews.

Vraag 27 van Carlos Lage: Sluiting van Europese fabrieken van het Bombardier-concern.

Stavros Dimas beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Carlos Lage, Regina Bastos, Ilda Figueiredo en Malcolm Harbour.

Het woord wordt gevoerd door Göran Färm, die vindt dat Michaele Schreyer geen antwoord heeft gegeven op zijn vraag (de Voorzitter neemt daar akte van).

Tweede deel

Vraag 28 van Ulla Margrethe Sandbæk: Follow-up modelprojecten en omzetting in meerjarenprogramma's.

Michaele Schreyer (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Glenys Kinnock (ter vervanging van de auteur).

Vraag 29 van Othmar Karas: Studie over de gevolgen van Bazel II voor het midden- en kleinbedrijf.

Frits Bolkestein (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Othmar Karas, Paul Rübig en Enric Morera Català.

Vraag 30 van Bill Newton Dunn: Diefstal van persoonlijke gegevens.

Frits Bolkestein beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Bill Newton Dunn en Reino Paasilinna.

Vraag 31 van Malcolm Harbour: Gambelli-arrest.

Frits Bolkestein beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Malcolm Harbour.

Vraag 32 van Reino Paasilinna: Mediaconcentratie.

Frits Bolkestein beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Reino Paasilinna.

Vraag 33 van Miguel Angel Martínez Martínez: Verzoek om verduidelijking van antwoorden van de Commissie betreffende Cuba.

Poul Nielson (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Miguel Angel Martínez Martínez, Efstratios Korakas en Nikolaos Chountis.

Vraag 34 van Patricia McKenna: IMF-programma's en de algemene EG-doelstelling van uitroeiing van armoede.

Poul Nielson beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Patricia McKenna.

De vragen die wegens tijdgebrek niet beantwoord zijn, zullen schriftelijk worden beantwoord.

Het vragenuur aan de Commissie wordt gesloten.

(De vergadering wordt om 20.10 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Gerhard SCHMID

Ondervoorzitter

26.   Eurostat — Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie) — Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds — Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting — Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement) — Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen — Kwijting 2002: EGKS (voortzetting van het debat)

Jan Mulder leidt zijn verslag in (A5-0212/2004).

Bart Staes (rapporteur suppléant) leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Michaele Schreyer (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Bartho Pronk (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), Miet Smet (rapporteur voor advies van de Commissie FEMM), Ursula Stenzel (rapporteur voor advies van de Commissie AFET), Ozan Ceyhun (rapporteur voor advies van de Commissie LIBE), Martin Callanan (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI), Diemut R. Theato, namens de PPE-DE-Fractie, Helmut Kuhne, namens de PSE-Fractie, Ole B. Sørensen, namens de ELDR-Fractie, Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie, Mogens N.J. Camre, namens de UEN-Fractie, Graham H. Booth, namens de EDD-Fractie, Gianfranco Dell'Alba, niet-ingeschrevene, María Antonia Avilés Perea, Herbert Bösch, Rijk van Dam, Christopher Heaton-Harris, Paulo Casaca, Jens-Peter Bonde en Michaele Schreyer.

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Jens-Peter Bonde, namens de EDD-Fractie, over Eurostat (B5-0218/2004)

Heide Rühle en Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie, over Eurostat (B5-0219/2004)

Jan Mulder en Ole B. Sørensen, namens de ELDR-Fractie, over Eurostat (B5-0220/2004)

Freddy Blak, Jonas Sjöstedt en Luigi Vinci, namens de GUE/NGL-Fractie, over de follow-up van de kwestie Eurostat (B5-0222/2004)Freddy Blak, Jonas Sjöstedt en Luigi Vinci, namens de GUE/NGL-Fractie, over de follow-up van de kwestie Eurostat (B5-0222/2004)

Enrique Barón Crespo en Helmut Kuhne, namens de PSE-Fractie, over de maatregelen van de Commissie met betrekking tot EUROSTAT (B5-0223/2004)

James E.M. Elles, namens de PPE-DE-Fractie, over Eurostat (B5-0225/2004).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: Kwijting: punten 10.20-10.23, 10.12 en 10.13 van de notulen van 21 april 2004 — Eurostat: punt 7.22 van de notulen van 22 april 2004.

27.   Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens * (debat)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en overdracht van PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen aan het Bureau of Customs and Border Protection van het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika [COM(2004) 190 — C5-0162/2004 — 2004/0064(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0271/2004)

Het woord wordt gevoerd door Christopher Patten (lid van de Commissie).

Johanna L.A. Boogerd-Quaak leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Jorge Salvador Hernández Mollar, namens de PPE-DE-Fractie, Elena Ornella Paciotti, namens de PSE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie, Marco Cappato, niet-ingeschrevene, Hubert Pirker, Anna Terrón i Cusí, Christopher Patten, voor een persoonlijk feit naar aanleiding van de woorden van Graham R. Watson, en Graham R. Watson, die zijn opmerking intrekt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.17 van de notulen van 21 april 2004.

28.   Vrijheid van meningsuiting en informatie (debat)

Verslag over de risico's van schending in de Europese Unie en met name in Italië van de vrijheid van meningsuiting en informatie (artikel 11, lid 2 van het Handvest van de grondrechten) [2003/2237(INI)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0230/2004)

De Voorzitter deelt mee dat de UEN-Fractie een motie heeft ingediend met als doel deze beraadslaging niet-ontvankelijk te verklaren.

Het woord wordt gevoerd door José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie, die het verzoek toelicht (De Voorzitter verwijst naar artikel 143, lid 1 van het Reglement en verklaart dat deze motie niet ontvankelijk is omdat de voorgeschreven termijn voor de indiening ervan niet is gerespecteerd).

Johanna L.A. Boogerd-Quaak leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Antonio Tajani, die zich beklaagt over een perscommuniqué waarin wordt verklaard dat de vrijheid van meningsuiting en informatie in Italië een van de hoofdthema's van deze vergaderperiode zou zijn.

Het woord wordt gevoerd door Christopher Patten (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Giuseppe Gargani (rapporteur voor advies van de Commissie JURI), Roy Perry (rapporteur voor advies van de Commissie CULT), Monica Frassoni (rapporteur voor advies van de Commissie AFCO), Giacomo Santini, namens de PPE-DE-Fractie, Elena Ornella Paciotti, namens de PSE-Fractie, Giorgio Calò, namens de ELDR-Fractie, Giuseppe Di Lello Finuoli, namens de GUE/NGL-Fractie, Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie, de Voorzitter en Pasqualina Napoletano, beiden over de woorden van Roberta Angelilli, Koenraad Dillen, niet-ingeschrevene, Anna Terrón i Cusí, Lucio Manisco, Enric Morera Català, Mariotto Segni, Mario Borghezio en Francesco Fiori.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.23 van de notulen van 22 april 2004.

29.   Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen * (debat)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd [COM(2003) 664 — C5-0580/2003 — 2003/0258(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Roberta Angelilli (A5-0229/2004)

Het woord wordt gevoerd door Christopher Patten (lid van de Commissie).

Roberta Angelilli leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Marcelino Oreja Arburúa, namens de PPE-DE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.18 van de notulen van 21 april 2004.

30.   Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving * (debat)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) [COM(2003) 808 — C5-0060/2004 — 2003/0311(CNS)] — Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Ozan Ceyhun (A5-0248/2004)

Het woord wordt gevoerd door Christopher Patten (lid van de Commissie).

Ozan Ceyhun leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Minerva Melpomeni Malliori (rapporteur voor advies van de Commissie ENVI) en Arie M. Oostlander, namens de PPE-DE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 10.19 van de notulen van 21 april 2004.

31.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 344.162/OJME).

32.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 00.15 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

James L.C. Provan

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Abitbol, Adam, Aguiriano Nalda, Nuala Ahern, Ainardi, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berès, van den Berg, Bergaz Conesa, Berger, Bernié, Berthu, Bertinotti, Beysen, Bigliardo, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Bonino, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, Borghezio, van den Bos, Boselli, Boumediene-Thiery, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Breyer, Brie, Brienza, Brok, Brunetta, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Calò, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cappato, Cardoso, Carlotti, Carnero González, Carraro, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cederschiöld, Cercas, Cerdeira Morterero, Cesaro, Ceyhun, Chichester, Chountis, Claeys, Clegg, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Paolo Costa, Raffaele Costa, Coûteaux, Cox, Crowley, Cushnahan, van Dam, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Della Vedova, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Duthu, Dybkjær, Ebner, Echerer, El Khadraoui, Elles, Eriksson, Esclopé, Ettl, Jonathan Evans, Robert J.E. Evans, Färm, Farage, Fatuzzo, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferrández Lezaun, Ferreira, Ferrer, Ferri, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Ford, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Galeote Quecedo, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garot, Garriga Polledo, de Gaulle, Gawronski, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Gouveia, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Hoff, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, Hughes, Huhne, van Hulten, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jean-Pierre, Jeggle, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Kaldi, Karamanou, Karas, Karlsson, Kastler, Katiforis, Kaufmann, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kuckelkorn, Kuhne, Kuntz, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lechner, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lisi, Lucas, Ludford, Lulling, Lund, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Malliori, Malmström, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marinos, Markov, Marques, Marset Campos, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martínez Martínez, Mastella, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennea, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Morera Català, Morgan, Morgantini, Morillon, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Musotto, Mussa, Musumeci, Myller, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Niebler, Nisticò, Nobilia, Nogueira Román, Nordmann, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, O'Toole, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Pannella, Papayannakis, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Pirker, Piscarreta, Pittella, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Procacci, Pronk, Provan, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Raymond, Read, Redondo Jiménez, Ribeiro, Ribeiro e Castro, Riis-Jørgensen, Rocard, Rod, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Rousseaux, Rovsing, Rübig, Rühle, Ruffolo, Rutelli, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandberg-Fries, Sandbæk, Sanders-ten Holte, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scallon, Scapagnini, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Jürgen Schröder, Schroedter, Schulz, Schwaiger, Segni, Seppänen, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sörensen, Sommer, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Sousa Pinto, Speroni, Staes, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Terrón i Cusí, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Tsatsos, Turchi, Turco, Turmes, Twinn, Uca, Väyrynen, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varaut, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veltroni, van Velzen, Vermeer, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, Wuermeling, Wuori, Wyn, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimeray, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen

Waarnemers

A.Nagy, Azzopardi, Bagó, Bastys, Bauer, Berg, Bielan, Bonnici, Christoforou, Chronowski, Zbigniew Chrzanowski, Cybulski, de Marco, Demetriou, Drzęla, Ékes, Gałażewski, Germič, Golde, Genowefa Grabowska, Gruber, Heriban, Ilves, Jerzy Jaskiernia, Kamiński, Kāposts, Kelemen, Kiršteins, Kļaviņš, Kłopotek, Klukowski, Kósėné Kovács, Kriščiūnas, Daniel Kroupa, Kubica, Kubovič, Kuzmickas, Kvietkauskas, Laar, Landsbergis, Liberadzki, Libicki, Lisak, Lydeka, Macierewicz, Maldeikis, Mallotová, Matsakis, Őry, Palečková, Pęczak, Alojz Peterle, Pieniążek, Plokšto, Podgórski, Pospíšil, Protasiewicz, Pusz, Rutkowski, Savi, Siekierski, Šlesere, Smorawiński, Surján, Szabó, Tomczak, Vaculík, Vadai, Valys, George Varnava, Vastagh, Vella, Vėsaitė, Wittbrodt, Żenkiewicz, Žiak


BIJLAGE I

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Nabuurschapsbeleid van de EU na de uitbreiding *

Verslag: BÖGE (A5-0198/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

2.   Belasting op energieproducten en elektriciteit in Cyprus

Verslag: RANDZIO-PLATH (A5-0264/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

3.   Elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer *** II

Verslag: SOMMER (A5-0246/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

 

+

 

4.   Communautair douanewetboek *** I

Verslag: FOURTOU (A5-0255/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

454, 7,51

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

5.   Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart ***

Verslag: DE VEYRAC (A5-0215/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

6.   Klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen *

Verslag: CERDEIRA MORTERERO (A5-0142/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

7.   Klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen *

Verslag: STOCKTON (A5-0141/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

8.   Migratiebeheersdiensten *

Verslag: KLAMT (A5-0145/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

9.   Plaats van levering van diensten *

Verslag: KARAS (A5-0233/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

10.   Europees Ruimteagentschap *

Verslag: BODRATO (A5-0222/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

11.   Visuminformatiesysteem *

Verslag: COELHO (A5-0262/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

voorstel van de Commissie

 

-

 

Daar het voorstel van de Commissie is verworpen en de Commissie geen voornemens is het voorstel in te trekken, wordt de kwestie naar de bevoegde commissie terugverwezen (art 68, lid 3 van het Reglement).

12.   Verplichting voor vervoerders om de passagiersgegevens door te geven *

2de verslag: HERNÁNDEZ MOLLAR (A5-0266/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

tekst van het initiatief

ES

-

225, 287, 11

De tekst van het initiatief is verworpen en de kwestie wordt terugverwezen naar: de bevoegde commissie (art 68, lid 3 van het Reglement).

13.   Europese Politieacademie *

Verslag: ROURE (A5-0140/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

14.   Benoeming van een lid van ECB

Verslag: RANDZIO-PLATH (A5-0273/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

Geh. S

+

363, 113, 52

geheime stemming (art 136, lid 1)

15.   Impact van de communautaire regelgeving en raadplegingsprocedures

Verslag: DOORN (A5-0221/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

501, 1,23

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

16.   Gelijke kansen voor personen met een handicap

Verslag: MANTOVANI (A5-0263/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

17.   Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: LAMBERT (A5-0234/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-2

commissie

 

+

 

18.   Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: RACK (A5-0249/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

 

+

 

19.   Luchtkwaliteit *** I

Verslag: KRONBERGER (A5-0047/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

tekst in zijn geheel

bloc 1

3 fracties + Kronberger

 

+

 

bloc 2

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 61 is ingetrokken

blok 1 = 74 amendementen van 3 fracties en Hans Kronberger (amendementen 62 tot 135)

Blok 2 = 60 amendementen van de commissie ENVI (amendementen 1 en 60)

20.   Samenwerking inzake consumentenbescherming *** I

Verslag: GEBHARDT (A5-0191/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

tekst in zijn geheel

bloc 1

PSE

 

+

 

bloc 2

commissie

 

 

bloc 3

commissie

 

-

 

na art 21

59

PPE-DE

 

-

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

De amendementen 49 en 54 zijn geannuleerd.

Blok 1 = 35 amendementen van de PSE-fractie (amendementen 60 tot 94)

Blok 2 = 47 amendementen van JURI (amendementen 2, 4 tot 7, 9 tot 25, 29 tot 39, 41 tot 43, 45, 46, 48, 50 tot 53 en 55 tot 58)

Blok 3 = 9 amendementen van JURI (amendementen 1, 3, 8, 26 tot 28, 40 en 44)

21.   Consumentenkrediet *** I

2de verslag: WUERMELING (A5-0224/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-9

11-18

21

24-25

27-31

34

43

45-46

49-51

53

56-57

61

76

78

82-89

93

94

109-117

121

124

126

129-131

137

138

140

142

144

146-147

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

10, 19-20

commissie

as/ES

+

276, 233, 6

23, 26, 33, 37, 38, 39, 42, 44, 47, 54, 55, 59, 60, 62, 67, 69, 70, 71, 72, 74, 75, 77, 79

as/ES

+

275, 239, 2

102, 104, 105, 106, 107, 120

as/ES

+

285, 227, 2

132, 133, 134, 135, 139, 141, 143, 145, 148, 149, 150, 151, 152

 

+

 

22

as

-

 

 

80

 

as

-

 

 

122

 

as

-

 

 

123

 

as

+

 

 

125

 

as

+

 

 

127

 

as

-

 

 

128

 

as

-

 

art 1

167

PPE-DE

 

-

 

32

commissie

 

-

 

204

PSE

 

+

 

art 2, alinea a)

154

Verts/ALE

 

-

 

art 2, alinea d)

155

Verts/ALE

 

-

 

36

commissie

ES

-

221, 291, 1

166

PPE-DE

 

-

 

182

PSE

 

+

 

art 2, alinea g)

40

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

3

+

 

177

ELDR

 

 

art 2, alinea h)

183

PSE

ES

+

275, 240, 3

41

commissie

 

 

art 2, na alinea p)

156

Verts/ALE

 

-

 

176

ELDR

 

+

 

168

PPE-DE

 

 

35

commissie

 

 

art 3, § 2, inleidende formule

48 =

178 dd =

commissie

ELDR

HS

+

273, 242, 11

art 3, § 2, alinea a)

178 dd =

ELDR

HS

+

317, 203, 11

169

PPE-DE

 

 

58

commissie

 

 

art 3, § 2, alinea c)

52

commissie

 

-

 

184

PSE

 

+

 

art 3, § 2, alinea e)

185

PSE

 

+

 

art 4

63

commissie

 

-

 

157

Verts/ALE

 

-

 

186

PSE

 

-

 

187

PSE

 

+

 

art 5

64

commissie

 

+

 

206

PSE

HS

 

art 6

65

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

3

-

 

158dd

Verts/ALE

 

-

 

188

PSE

 

+

 

159

Verts/ALE

 

-

 

na art 6

179

ELDR

 

+

 

66

commissie

 

 

art 7

68

commissie

 

+

 

190

PSE

 

 

189

PSE

 

 

art 8, § 2

180

ELDR

 

+

 

73

commissie

 

 

art 10, § 2, alinea 1

81

commissie

 

+

 

191

PSE

 

 

art 11, § 1

164

PPE-DE

 

-

 

90

commissie

 

-

 

art 11, na § 2

170

PPE-DE

 

-

 

art 11, § 3

171

PPE-DE

 

-

 

192

PSE

 

+

 

art 11, na § 3

193

PSE

 

+

 

art 11, § 4

172

PPE-DE

 

-

 

art 12

91

commissie

 

-

 

194

PSE

 

+

 

195

PSE

 

+

 

196

PSE

 

+

 

197

PSE

 

+

 

198

PSE

 

+

 

art 13

199

PSE

 

+

 

153

commissie

 

 

art 14, § 3

92

commissie

ES

+

403, 86, 12

160

Verts/ALE

 

-

 

art 15

95

commissie

 

+

 

200

PSE

 

 

art 16, § 1

173

PPE-DE

HS

-

241, 272, 11

96

commissie

 

-

 

201

PSE

HS

+

276, 235, 18

art 16, § 2

202

PSE

HS

-

205, 312, 8

101

commissie

as

-

 

97

commissie

as

-

 

98

commissie

as

-

 

99

commissie

as

-

 

100

commissie

as

-

 

art 19, na § 2

165

PPE-DE

 

+

 

205

PSE

 

 

174

PPE-DE

 

-

 

108

commissie

 

+

 

art 22

175

PPE-DE

 

+

 

118

commissie

 

 

119

commissie

 

 

art 24, § 1, na alinea a)

161

Verts/ALE

 

+

 

art 28

136

commissie

 

+

 

163

Verts/ALE

 

 

162

Verts/ALE

 

+

 

na art 28

203

PSE

 

-

 

rechtsgrondslag:

181

PSE

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 103 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement.

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 177, 178, 173, 201, 202

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 40

1ste deel: inleidende formule t/m „in het kwetsbare gebied Alpen voor”

2de deel: streepje 1

3de deel: streepje 2

PSE, ELDR

am 65

1ste deel: tekst zonder de paragrafen 3 en 4 bis

2de deel: lid 3

3de deel: lid 4 bis

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 37, 38, 39, 102

PSE: am 10, 19, 20, 22, 23, 26, 33, 37, 42, 44, 47, 54, 55, 59, 60, 62, 67, 69, 70, 71, 72, 74, 75, 77, 79, 80, 104, 105, 106, 107, 120, 122, 123, 125, 127, 128, 132, 133, 134, 135, 139, 141, 143, 145, 148, 149, 150, 151, 152, 101

ELDR: am 90, 96, 97, 98, 99, 100, 101

22.   Oneerlijke handelspraktijken *** I

Verslag: GHILARDOTTI (A5-0188/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-9

13-15

19-20

22-29

32-34

36-37

39-40

43-55

60

62-70

72-88

90-92

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

10

commissie

as

+

 

11

commissie

as

-

 

16

commissie

as

-

 

35

commissie

as

-

 

38

commissie

as

-

 

41

commissie

as

-

 

42

commissie

as

-

 

56

commissie

as

-

 

57

commissie

as/ES

+

265, 236, 2

58

commissie

as

-

 

61

commissie

as

+

 

71

commissie

as

+

 

89

commissie

as/ES

+

271, 232, 1

93

commissie

as

-

 

94

commissie

as

+

 

art 2, alinea b)

12

commissie

 

-

 

107

PSE

 

+

 

art 2, alinea g)

17 + 18

commissie

 

+

 

104

PPE-DE

 

+

 

art 2, letter j)

21

commissie

 

+

 

108

PSE

 

+

 

art 4, § 1

95

EDD

 

-

 

art 4, na § 2

109

PSE

 

+

 

art 5, § 2, streepje 2

30 + 31

commissie

 

-

 

110

PPE-DE

 

+

 

art 9, alinea c)

111

PSE

 

+

 

59

commissie

 

+

 

art 10

103

PPE-DE

 

+

 

art 11

102

PPE-DE

 

-

 

101

PPE-DE

 

-

 

bijlage 1, „misleidende handelspraktijken”, punt (3)

99

PPE-DE

 

+

 

100

PPE-DE

 

-

 

bijlage 1, „misleidende handelspraktijken”, punt (4)

98

PPE-DE

 

-

 

bijlage 1, „misleidende handelspraktijken”, punt (7)

97

PPE-DE

 

+

 

bijlage 1, „agressieve handelspraktijken”, punt (4)

96

PPE-DE

 

-

 

88

commissie

 

+

 

rechtsgrondslag:

112

PSE

 

+

 

overw 5

105

PPE-DE

 

+

 

na overw 13

106

PSE

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

De amendementen 2/3, 4/5, 9/10, 17/18, 30/31, 43 t/m 45, 46/47, 64/65, 91/92 van de Commissie JURI zijn samengevoegd.

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 21, 61, 10, 71, 93, 94

PSE: am 11, 16, 35, 38, 41, 42, 56, 57, 58, 89

23.   Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** I

Verslag: STURDY (A5-0260/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-5

7

11-20

22-25

29-30

32

34

37

39-40

42-48

50-54

56-61

63

65-66

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

8

commissie

as

-

 

10

commissie

as/ES

-

239, 272;1

21

commissie

as

+

 

26

commissie

as

+

 

27

commissie

as/ES

+

279, 230, 0

31

commissie

as

+

 

33

commissie

as

+

 

35

commissie

as/ES

-

237, 265, 6

36

commissie

as

+

 

38

commissie

as

+

 

41

commissie

as

-

 

55

commissie

as

-

 

62

commissie

as

+

 

64

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

3

-

 

art 3, § 5

71

Verts/ALE

 

-

 

art 6, § 1, alinea 2

75

PPE-DE

 

-

 

art 21

77

PPE-DE

 

-

 

na art 23

76

PPE-DE

 

-

 

art 24

78

PPE-DE

 

-

 

art 26

73

Verts/ALE

 

-

 

49

commissie

 

+

 

art 29

72

Verts/ALE

 

-

 

art 41

68

PSE

 

-

 

overw 12

74

PPE-DE

 

-

 

overw 13

6

commissie

 

+

 

69

PSE

 

 

na overw 19

67

PSE

 

-

 

overw 20

9S=70S=

commissie

Verts/ALE

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 28 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement).

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 21, 26, 27, 33, 35, 36, 41

ELDR: am 10, 35, 41, 55, 62, 64

PSE: am 8, 31, 38, 55

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 64

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „moet hierover met de industrie worden onderhandeld” en „kosten die de industrie onnodig acht ... kunnen worden herzien”

2de deel: de woorden „moet hierover met de industrie worden onderhandeld”

3de deel: de woorden „Kosten die de industrie onnodig acht ... kunnen worden herzien”

24.   Aardgasvoorziening *** I

Verslag: MOMBAUR (A5-0213/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 3

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

Stemming: ontwerpwetgevingsresolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: §§ 2, 3 (ontwerpwetgevingsresolutie)

25.   Toegang tot gastransmissienetten *** I

Verslag: SEPPÄNEN (A5-0254/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-5

7-27

29-42

commissie

 

+

 

art 1, § 1

43

PPE-DE

 

+

 

6

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 28 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement).

26.   Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** I

Verslag: THORS (A5-0171/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

3-9

11

13-14

16-17

19-27

29-50

52-56

58-60

62-63

65

67-73

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

HS

+

437, 73, 11

2

commissie

as

+

 

10

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

12

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

15

commissie

as

+

 

51

commissie

as

+

 

57

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

64

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

66

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 7, § 2, alinea 2)

75

Verts/ALE

 

+

 

art 11, na § 1

76

Verts/ALE

 

+

 

na art 13

77

Verts/ALE

 

-

 

61

commissie

 

+

 

bijlage 1, na deel 2

78

Verts/ALE

HS

-

232, 273, 20

bijlage 5

74

PPE-DE

 

+

 

na overw 4

79

PPE-DE

 

+

 

na overw 6

18 =

80 =

commissie

PPE-DE

 

+

 

overw 20

81

PPE-DE

 

+

 

28

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: am 1

Verts/ALE: am 78

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 1, 15, 28

ELDR: am 1, 2, 51

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 10

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „het Gemeenschapsbeleid inzake chemische stoffen”

2de deel: deze woorden

am 12

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „van stadsgebieden”

2de deel: deze woorden

am 57

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „van stadsgebieden”

2de deel: deze woorden

ELDR

am 64

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „conform de ... de controle-instanties”

2de deel: deze woorden

Verts/ALE

am 66

1ste deel: gehele tekst behalve de schrapping van lid 2 van de originele tekst

2de deel: de schrapping van lid 2

27.   Handel in broeikasgasemissierechten *** I

Verslag: DE ROO (A5-0154/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

tekst in zijn geheel

bloc 1

commissie + 7 fracties

 

+

 

bloc 2

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

De ELDR-Fracties ondertekende de amendementen 25 en 38 niet. Johannes Blokland heeft deze twee amendementen op persoonlijke titel ondertekend

Blok 1 (compromistekst) = 3 amendementen van ENVI (amendementen 11, 12 en 18) en 28 amendementen van de 7 fracties (amendementen 19 tot 46)

Blok 2 = 15 amendementen van de commissie ENVI (amendementen 1 tot 10, en 13 tot 17)

28.   Batterijen en accu's *** I

Verslag: BLOKLAND (A5-0265/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

4

6

10

14

16

18

20

24

29

37

39

43

46-47

50

52-53

63

65

67-68

71

73-75

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

2

commissie

as

+

 

5

commissie

as

+

 

7

commissie

as

+

 

8

commissie

as

+

 

9

commissie

so

 

 

1

+

2

+

11

commissie

as

+

 

12

commissie

as

+

 

19

commissie

as

+

 

21

commissie

as

+

 

25

commissie

as

+

 

26

commissie

as

+

 

27

commissie

as

+

 

45

commissie

as

+

 

51

commissie

as

+

 

54

commissie

as

+

 

55

commissie

as

+

 

57

commissie

as

+

 

58

commissie

as

+

 

59

commissie

as

+

 

60

commissie

as

+

 

61

commissie

as

+

 

62

commissie

as

+

 

64

commissie

as

+

 

69

commissie

as

+

 

77

commissie

as

+

 

79

commissie

as

+

 

80

commissie

as

+

 

81

commissie

as

+

 

art 3, punt 4

84/rev

EDD

 

-

 

15

commissie

ES

-

246, 267, 5

art 3, punt 6

85

EDD

 

+

 

17

commissie

 

 

art 3, punt 14

105

Verts/ALE

 

-

 

22

commissie

 

+

 

art 4

23

commissie

HS

+

290, 224, 11

83

PSE

 

 

82

commissie

so

 

 

1/HS

+

295, 209, 14

2/HS

-

198, 309, 11

art 5, na de alinea

106

Verts/ALE

 

-

 

92

PPE-DE

 

+

 

art 9, § 1, alinea a)

107

Verts/ALE

 

-

 

28

commissie

 

+

 

art 9, § 1, alinea b)

108

Verts/ALE

 

+

 

30

commissie

 

+

 

art 9, § 1, alinea c)

109

Verts/ALE

 

+

 

31

commissie

 

 

art 9, na § 2

110

Verts/ALE

ES

-

97, 421, 1

32

commissie

 

+

 

art 10

118S

EDD

HS

-

23, 499, 8

art 11

33

commissie

so

 

 

1/VE

-

243, 258, 3

2

-

 

3

+

 

93

PPE-DE

 

 

art 13

111/rev

Verts/ALE

 

-

 

34

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 14, § 1

86S

EDD

 

-

 

35

commissie

 

+

 

art 14, § 2

87S

EDD

 

-

 

36

commissie

 

+

 

art 15, § 1

94

PPE-DE

 

-

 

38

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

120

EDD

ES

+

267, 240, 3

95

PPE-DE

 

+

 

art 15, § 3

121

EDD

 

-

 

art 16, § 1

88

EDD

 

-

 

40

commissie

 

+

 

41

com

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 18

99

PPE-DE

 

+

 

42

commissie

 

 

art 19

100

PPE-DE

 

+

 

art 20

122

EDD

 

-

 

44

commissie

 

+

 

art 20, na § 2

112

Verts/ALE

 

+

 

art 22

123

EDD

 

-

 

48

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 23, § 1

124

EDD

 

-

 

49

commissie

 

+

 

art 23, § 2

97

PPE-DE

 

-

 

art 25, § 1, alinea e)

96

PPE-DE

 

-

 

art 25, § 2

113

Verts/ALE

 

-

 

56

commissie

 

+

 

art 29, § 1, alinea b)

66

commissie

 

+

 

98

PPE-DE

 

 

art 33

114

Verts/ALE

 

-

 

bijlage 1, tabel 2, na lijn 3

115

Verts/ALE

 

-

 

bijlage 1, tabel 2, lijn 5

116

Verts/ALE

 

-

 

72

commissie

 

+

 

bijlage 1, tabel 2, lijn 8

117

Verts/ALE

 

-

 

76

commissie

 

+

 

 

78

 

 

+

 

bijlage 2, § 2

125

PPE-DE

 

 

na bijlage 2

101

PPE-DE

 

+

 

overw 7

1

commissie

 

+

 

89

PPE-DE

 

 

overw 10

102

Verts/ALE

 

-

 

overw 11

103

Verts/ALE

 

+

 

3

commissie

 

 

overw 14

104

Verts/ALE

 

-

 

overw 21

90

PPE-DE

 

-

 

overw 24

91S=

PPE-DE

 

-

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

ES

+

283, 224, 15

Amendement 70 is geannuleerd

Amendement 119 is ingetrokken

Amendement 13 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement.

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 23, 82

EDD: am 118S

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 2, 5, 7, 8, 21, 25, 26, 27, 45, 51, 54, 55, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 69, 77, 79, 80, 81

Verts/ALE: am 11, 12, 41, 64

EDD am 9, 19

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 34

1ste deel: tekst zonder lid 2 bis

2de deel: lid 2

PSE + EDD

am 33

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „hele of onbehandelde”

2de deel: deze woorden

3de deel: alinea 2

Verts/ALE

am 9

1ste deel: tekst zonder de woorden „met betrekking tot ... van de batterijen”

2de deel: deze woorden

am 38

1ste deel: t/m „commerciële doeleinden”

2de deel: deze woorden

am 48

1ste deel:„De lidstaten treffen de ... batterijen en accu's”

2de deel:„De lidstaten ... zichzelf financieert”

am 82

1ste deel: tekst zonder streepje 8

2de deel: streepje 8

am 41

1ste deel:„11”

2de deel: de woorden „de behandeling en/of”

29.   In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** I

Verslag: COCILOVO (A5-0220/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-9

11-12

14

18

20

22

24

26-27

32-34

38-39

42-43

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

16

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

17

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

25

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

35

commissie

as/ES

-

236, 278, 2

36

commissie

as

+

 

37

commissie

as

+

 

art 2, alinea a bis)

53

Verts/ALE

HS

-

103, 414, 6

21

commissie

 

+

 

art 7, § 9, alinea 1

54

Verts/ALE

HS

-

242, 267, 6

28dd

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 7, § 9, alinea 2

28dd

commissie

 

+

 

art 7, § 10, inleidende formule

55

Verts/ALE

HS

-

215, 298, 5

29dd

commissie

 

+

 

art 7, § 10, alinea's a) tot c)

29dd

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 7, na § 10

50

PSE

 

+

 

art 7, § 11

56

Verts/ALE

HS

-

101, 418, 1

30

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

art 9, § 2

48

PSE

HS

+

308, 208, 10

40

commissie

 

 

49

PSE

HS

 

na art 9

51

PSE

 

-

 

41

commissie

 

+

 

overw 5

10

commissie

 

+

 

44

PSE

 

 

overw 8

13

commissie

 

+

 

45

PSE

 

-

 

overw 9

15S

commissie

 

-

 

46

PSE

 

+

 

na overw 9

47

PSE

ES

-

234, 260, 3

na overw 15

52

PSE

ES

+

285, 219, 7

19

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

De amendementen 1 en 7 zijn samengevoegd.

De amendementen 23 en 31 betreffen niet alle taalversies en zijn bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement).

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: am 44, 48, 49

Verts/ALE: am 53, 54, 55, 56

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 16

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „en de zones ... van de luchtkwaliteit”

2de deel: deze woorden

am 17

1ste deel: gehele tekst zonder het woord „volledige”

2de deel: dit woord

am 25

1ste deel: t/m „vervoerstak geboden diensten”

2de deel: rest

am 28

1ste deel: tekst zonder streepje 4

2de deel: streepje 4

am 29 dd (art 7, § 10, alinea's a) tot c))

1ste deel: gehele tekst behalve de streepjes a ter), b), en c bis)

2de deel: deze paragrafen

am 30

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „en de in artikel 8, lid 1 van Richtlijn 96/62/EG bedoelde zones”

2de deel: deze woorden

Verzoeken om aparte stemming

PSE: am 35

ELDR: am 25

Verts/ALE: am 35, 36, 37

M. Gilles Savary wees op een correctie die in de Franse versie van amendement 48 moet worden aangebracht, dat hoort te luiden: „Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel besluiten de lidstaten inzake het gebruik van inkomsten uit tolheffingen of gebruiksrechten voor weginfrastructuur”

30.   Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** I

Verslag: MARKOV (A5-0216/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1

5

7

11

13-16

20

22-25

27-29

31-35

37

39-40

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

3

commissie

as

+

 

6

commissie

as

+

 

12

commissie

as

+

 

18

commissie

as

+

 

19

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

21

commissie

as

+

 

26

commissie

as

+

 

30

commissie

as

+

 

36

commissie

as

+

 

41

commissie

as

+

 

42

commissie

as

+

 

43

commissie

as/ES

-

203, 292, 7

45

commissie

as/ES

-

218, 290, 2

46

commissie

as

-

 

47

commissie

as

-

 

48

commissie

as

-

 

49

commissie

as

-

 

art 2, na § 1

63

EDD

ES

+

264, 244, 4

art 2, § 2, alinea 1

51 =

57 =

Verts/ALE

GUE/NGL

 

-

 

17

commissie

ES

-

207, 258, 2

art 9, § 4, inleidende formule

64

EDD

 

-

 

art 9, § 4, alinea a)

52 =

58 =

Verts/ALE

GUE/NGL

HS

-

119, 392, 10

art 9, § 4, alinea b)

53 =

59 =

Verts/ALE

GUE/NGL

HS

-

114, 309, 11

art 9, § 4, alinea c)

54 =

60 =

Verts/ALE

GUE/NGL

HS

-

113, 391, 11

art 11, alinea 1

65

EDD

 

-

 

38

commissie

 

+

 

art 13, na § 3

55 =

61 =

Verts/ALE

GUE/NGL

HS

-

237, 271, 9

bijlage 1, deel A, na punt 7

66

EDD

 

+

 

bijlage 1, deel B, punt 3

67

EDD

 

-

 

bijlage 1, deel B, punt 5

68

EDD

HS

-

240, 278, 2

overw 4

4

commissie

ES

-

238, 267, 7

56 =

62 =

Verts/ALE

GUE/NGL

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

De amendementen 13/14 en 21/22 van RETT zijn samengevoegd.

Amendement 44 is geannuleerd

De amendementen 2, 8, 9, 10 en 50 betreffen niet alle taalversies en zijn bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement)

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 52/58, 53/59, 54/60

GUE/NGL: am 52/58, 53/59, 54/60, 55/61, 68

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 21, 42, 43, 47, 48, 49

PSE: am 12, 17, 18, 26, 36, 41-49

ELDR: am 3, 6, 30, 47, 48, 49

GUE/NGL: am 43, 45, 46, 47, 48, 67

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE, ELDR

am 19

1ste deel: t/m „bij de ondernemingen”

2de deel: rest

31.   Europees Vluchtelingenfonds (2005-2010) *

Verslag: DEPREZ (A5-0267/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-10

12-27

commissie

 

+

 

art 4

28

PSE

 

+

 

11

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

wetgevingsresolutie

§ 3

29

PPE-DE

 

-

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

32.   Afvalpreventie en afvalrecycling

Verslag: FLORENZ (A5-0176/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

30S

PPE-DE

 

-

 

§ 5

10

Verts/ALE

 

+

 

§ 8

11

Verts/ALE

HS

+

280, 220, 11

na § 8

12

Verts/ALE

HS

+

272, 221, 9

§ 9

31

PPE-DE

 

+

 

na § 9

13

Verts/ALE

HS

+

270, 233, 7

14

Verts/ALE

HS

+

481, 14, 15

§ 12

32

PPE-DE

 

-

 

§ 16

15

Verts/ALE

HS

+

343, 147, 16

§ 18

16

Verts/ALE

 

+

 

§ 19

33

PPE-DE

 

-

 

§ 20

34

PPE-DE

HS

+

392, 111, 10

§ 21

35

PPE-DE

 

-

 

na § 22

17

Verts/ALE

 

+

 

§ 23

18

Verts/ALE

 

+

 

§ 26

19

Verts/ALE

 

-

 

§ 29

20

Verts/ALE

HS

+

253, 244, 18

na § 29

21

Verts/ALE

so

 

 

1/HS

+

273, 223, 10

2/HS

-

234, 269, 5

§ 30

36S

PPE-DE

 

-

 

§ 31

37

PPE-DE

 

+

 

§ 32

38

PPE-DE

 

-

 

§ 34

22

Verts/ALE

 

-

 

§ 35

23

Verts/ALE

 

-

 

§ 40

4

EDD

 

-

 

39

PPE-DE +UEN

 

-

 

§ 41

5

EDD

 

-

 

overw D

24

PPE-DE

 

+

 

overw G

25

PPE-DE

 

+

 

6

Verts/ALE

 

 

overw I

26S

PPE-DE

 

-

 

overw L

27

PPE-DE

 

+

 

overw M

28

PPE-DE

 

+

 

overw O

7

Verts/ALE

 

+

 

overw P

29

PPE-DE

 

+

 

overw R

8

Verts/ALE

 

+

 

na overw.T

9

Verts/ALE

 

+

 

2

EDD

 

+

 

1

EDD

 

-

 

overw U

3

EDD

 

-

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 11, 12, 13, 14, 15, 20, 21, 34

Verzoeken om stemming in onderdelen

ELDR

am 21

1ste deel: tekst zonder het woord „volledig”

2de deel: dit woord

33.   Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest

Verslag: VOGGENHUBER (A5-0227/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

5

PPE-DE

 

-

 

§ 2

6S

PPE-DE

 

-

 

§ 3

7S

PPE-DE

 

-

 

2

GUE/NGL

 

-

 

§ 4

8S

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 6

9

PPE-DE

ES

-

220, 231, 7

§ 7

10

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 10

12S

PPE-DE

 

Ing.

 

11

PPE-DE

 

-

 

§ 11, alinea d)

13S

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 12

14S

PPE-DE

 

Ing.

 

na overw D

3

PPE-DE

 

Ing.

 

overw E

4S

PPE-DE

 

Ing.

 

overw G

1

GUE/NGL

 

-

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

383, 30, 52

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: eindstemming

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft haar amendementen 3, 4, 8, 10, 12, 13 en 14 ingetrokken.


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Verslag Fourtou A5-0255/2004

Voor: 454

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Herzog, Jové Peres, Puerta, Sylla

NI: Beysen, Borghezio, Gobbo, Hager, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Mennea, Raschhofer, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carraro, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 7

EDD: Andersen, Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

UEN: Camre

Onthoudingen: 51

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bertinotti, Blak, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Uca

NI: Berthu, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Souchet, Turco

Verts/ALE: McKenna

2.   Verslag Randzio-Plath A5-0273/2004

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Farage, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bertinotti, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Mennea, Raschhofer, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carraro, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

3.   Verslag Doorn A5-0221/2004

Voor: 501

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bertinotti, Blak, Brie, Caudron, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Mennea, Raschhofer, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carraro, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 1

UEN: Camre

Onthoudingen: 23

EDD: Abitbol, Booth, Coûteaux, Farage, Kuntz, Titford

GUE/NGL: Bordes, Krarup, Krivine, Laguiller

NI: Bonino, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Turco

PSE: Färm

4.   2de verslag Wuermeling A5-0224/2004

Voor: 273

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, Hager, de La Perriere, Mennea, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Lalumière

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 242

EDD: Andersen, Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Dybkjær, Maaten, Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Uca

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Martin Hans-Peter, Turco

5.   2de verslag Wuermeling A5-0224/2004

Voor: 317

EDD: Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Hager, de La Perriere, Mennea, Raschhofer, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 203

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Sandbæk, Titford

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Doyle

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Breyer

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

PSE: Rothley

6.   2de verslag Wuermeling A5-0224/2004

Voor: 241

EDD: Abitbol, Coûteaux, Kuntz

NI: Berthu, Beysen, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Duin, Glante, Görlach, Hänsch, Haug, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lange, Leinen, Mann Erika, Marinho, Müller, Rapkay, Roth-Behrendt, Schmid Gerhard, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 272

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Speroni

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Read, Rocard, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 11

EDD: Booth, Farage, Titford

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Mennea, Turco

PSE: Bösch, Rothley

7.   2de verslag Wuermeling A5-0224/2004

Voor: 276

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Speroni

PPE-DE: Cesaro, Costa Raffaele, Gil-Robles Gil-Delgado, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Read, Rocard, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Crowley

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 235

EDD: Abitbol, Kuntz

ELDR: Monsonís Domingo

NI: Berthu, Beysen, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ceyhun, Duin, Glante, Görlach, Hänsch, Haug, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lange, Leinen, Mann Erika, Müller, Rapkay, Roth-Behrendt

UEN: Bigliardo, Camre, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 18

EDD: Booth, Farage, Titford

NI: Bonino, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Mennea, Turco

PSE: Bullmann

UEN: Muscardini, Nobilia, Turchi

8.   2de verslag Wuermeling A5-0224/2004

Voor: 205

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Friedrich

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rocard, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 312

EDD: Belder, Blokland, Booth, Coûteaux, van Dam, Farage, Kuntz, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bowe, Cashman, Corbett, Evans Robert J.E., Ford, Gill, Hänsch, Honeyball, Howitt, Hughes, Kinnock, McAvan, McCarthy, McNally, Mann Erika, Martin David W., Miller, Moraes, Morgan, Murphy, O'Toole, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Titley, Whitehead, Wynn

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 8

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Mennea, Turco

UEN: Nobilia, Turchi

9.   Verslag Thors A5-0171/2004

Voor: 437

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Dybkjær, Rutelli

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Caudron, Chountis, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 73

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Coûteaux, Esclopé, Farage, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Souchet

PPE-DE: Gawronski, Niebler, Schmitt, Suominen, Vatanen, van Velzen

UEN: Bigliardo, Camre, Collins, Marchiani, Muscardini, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 11

ELDR: Manders

NI: Bonino, Borghezio, Cappato, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Mennea, Speroni, Turco

UEN: Hyland

10.   Verslag Thors A5-0171/2004

Voor: 232

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 273

EDD: Abitbol, Bernié, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Mennea, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Fava, Ghilardotti, Napoletano, Paciotti, Sacconi, Trentin, Veltroni

UEN: Bigliardo, Marchiani, Nobilia, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 20

EDD: Coûteaux

ELDR: Dybkjær

NI: Bonino, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Souchet, Turco, Varaut

PPE-DE: Schierhuber

UEN: Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini

11.   Verslag Blockland A5-0265/2004

Voor: 290

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Averoff, Daul, Dimitrakopoulos, Hatzidakis, Kratsa-Tsagaropoulou, Marinos, Mastella, Smet, Trakatellis, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Bigliardo, Camre, Muscardini, Nobilia, Segni, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 224

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Flesch, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bowe, Hughes, Linkohr

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 11

ELDR: Newton Dunn

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Mennea, Turco

PPE-DE: Florenz, Maat, Oomen-Ruijten

12.   Verslag Blockland A5-0265/2004

Voor: 295

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Averoff, Dimitrakopoulos, Hatzidakis, Maat, Marinos, Oomen-Ruijten, Pex, Trakatellis, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Queiró, Segni, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 209

EDD: Bernié, Coûteaux, Kuntz, Saint-Josse, Titford

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Lisi, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Collins, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 14

EDD: Mathieu

ELDR: Newton Dunn

GUE/NGL: Ainardi

NI: Bonino, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Mennea, Speroni, Turco

PPE-DE: Florenz

13.   Verslag Blockland A5-0265/2004

Voor: 198

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

PPE-DE: Averoff, Dimitrakopoulos, Hatzidakis, Oomen-Ruijten, Pex, Trakatellis, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Tegen: 309

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 11

ELDR: Newton Dunn

NI: Bonino, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Mennea, Speroni, Turco

14.   Verslag Blockland A5-0265/2004

Voor: 23

EDD: Andersen, Bonde, Coûteaux, Kuntz, Sandbæk, Titford

ELDR: Dybkjær

GUE/NGL: Krarup

NI: Berthu, Borghezio, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Speroni, Varaut

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Tegen: 499

EDD: Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Beysen, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martin Hans-Peter, Mennea, Raschhofer, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Bigliardo, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Segni, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 8

ELDR: Vallvé

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

UEN: Hyland

15.   Verslag Cocilovo A5-0220/2004

Voor: 103

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Van Hecke

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Ebner, Karas, Rack, Radwan, Rübig, Schierhuber, Stenzel

PSE: Berger, Bösch, Dehousse, Dhaene, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Ettl, Scheele, Schulz, Swoboda, Vairinhos

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 414

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Blak

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Laguiller

NI: Borghezio, Gobbo, Mennea, Speroni

PPE-DE: Costa Raffaele

16.   Verslag Cocilovo A5-0220/2004

Voor: 242

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Ebner, Karas, Posselt, Rack, Radwan, Rübig, Schierhuber, Stenzel

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 267

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 6

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Mennea

17.   Verslag Cocilovo A5-0220/2004

Voor: 215

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Ebner, Flemming, Karas, Posselt, Rack, Radwan, Rübig, Schierhuber, Stenzel

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Lund, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 298

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bowe, Cashman, Corbett, Désir, Evans Robert J.E., Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, Kinnock, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, Morgan, Murphy, O'Toole, Read, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Titley, Whitehead, Wynn

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Marchiani, Nobilia, Ribeiro e Castro, Segni, Turchi

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Blak

NI: Mennea

PSE: Pittella

UEN: Fitzsimons, Hyland

18.   Verslag Cocilovo A5-0220/2004

Voor: 101

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Boogerd-Quaak

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Ebner, Flemming, Karas, Rack, Rübig, Schierhuber, Stenzel

PSE: Berger, Bösch, Dehousse, Ettl, Lund, Marinho, Scheele, Swoboda, Vairinhos

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 418

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Blak

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 1

ELDR: Dybkjær

19.   Verslag Cocilovo A5-0220/2004

Voor: 308

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Attwooll, Boogerd-Quaak, Clegg, Davies, Duff, Dybkjær, Huhne, Ludford, Malmström, Manders, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Schmidt, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bradbourn, Bushill-Matthews, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Flemming, Foster, Grönfeldt Bergman, Grosch, Harbour, Helmer, Inglewood, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Parish, Perry, Purvis, Rack, Rübig, Scallon, Schierhuber, Smet, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Vlasto

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Bigliardo, Camre, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 208

EDD: Coûteaux

ELDR: Andreasen, André-Léonard, van den Bos, Busk, Calò, De Clercq, Flesch, Jensen, Maaten, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Bordes

NI: Beysen, Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Sommer, Stauner, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Segni, Turchi

Onthoudingen: 10

EDD: Mathieu

GUE/NGL: Laguiller

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Mennea

20.   Verslag Markov A5-0216/2004

Voor: 119

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Raschhofer, Speroni

PPE-DE: Ebner, García-Orcoyen Tormo, Lechner, Liese, Mastella, Wijkman

PSE: Carlotti, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Lund, Marinho, Paasilinna, Pérez Royo, Poignant, Roure, Savary, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 392

EDD: Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, de La Perriere, Mennea, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 10

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang

UEN: Camre

21.   Verslag Markov A5-0216/2004

Voor: 114

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Speroni

PSE: Berès, Carlotti, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Lund, Marinho, Paasilinna, Pérez Royo, Poignant, Rocard, Roure, Savary, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Van Lancker, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 390

EDD: Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dupuis, de La Perriere, Mennea, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Campos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Turchi

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang

UEN: Camre

22.   Verslag Markov A5-0216/2004

Voor: 113

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Speroni

PSE: Berès, Carlotti, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Lund, Marinho, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Rocard, Roure, Savary, Vairinhos, Van Lancker, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 391

EDD: Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, de La Perriere, Mennea, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Campos, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang

UEN: Camre

23.   Verslag Markov A5-0216/2004

Voor: 237

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Raschhofer

PPE-DE: Bremmer, Maat

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 271

EDD: Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Mennea, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 9

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Dybkjær

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle

UEN: Camre

24.   Verslag Markov A5-0216/2004

Voor: 240

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

GUE/NGL: Krarup

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea, Raschhofer, Turco, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 278

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Borghezio, Della Vedova, Gobbo, Martin Hans-Peter, Speroni

PPE-DE: Atkins, Jeggle, Wieland, Wijkman

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons, Hyland, Marchiani

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 2

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

Verts/ALE: Schörling

25.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 280

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Maaten, Malmström, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: De Veyrac, Goepel, Santini, Wijkman

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 220

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: van den Bos, Ludford, Mulder, Thors

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gobbo, de La Perriere, Mennea, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Bigliardo, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 11

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Herzog, Korakas, Patakis

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

26.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 272

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: De Veyrac, Wijkman

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 221

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Plooij-van Gorsel

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Goebbels

UEN: Bigliardo, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 9

ELDR: Manders

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Speroni, Turco

27.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 270

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Koch, Wijkman

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 233

EDD: Bernié, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Nordmann, Plooij-van Gorsel, Thors

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 7

ELDR: Manders

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

28.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 481

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Kuntz, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Titford

PPE-DE: McMillan-Scott, Mastella, Suominen

PSE: Goebbels

UEN: Marchiani, Muscardini, Nobilia, Segni, Turchi

Onthoudingen: 15

ELDR: Mulder, Nordmann, Thors

NI: Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Mennea, Turco

PPE-DE: Xarchakos

29.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 343

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Kuntz, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Dhaene, El Khadraoui, Ford, Lund, Napoletano, Piecyk, Thorning-Schmidt, Vairinhos

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 147

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Titford

NI: Mennea

PPE-DE: Mastella

PSE: Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Marchiani, Muscardini, Nobilia, Segni

Onthoudingen: 16

ELDR: Mulder

NI: Bonino, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, Speroni, Turco

PPE-DE: Xarchakos

30.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 392

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Nordmann, Plooij-van Gorsel

GUE/NGL: Bakopoulos, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Jové Peres, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 111

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Bremmer

PSE: Bowe, De Keyser, Dhaene, El Khadraoui, Lund, Vairinhos

UEN: Marchiani

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 10

ELDR: Manders, Mulder

GUE/NGL: Herzog

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

PPE-DE: Wijkman

31.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 253

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Andria, Sacrédeus, Wijkman, Xarchakos

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 244

EDD: Bernié, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Nordmann, Plooij-van Gorsel

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gobbo, de La Perriere, Mennea, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Cashman, Evans Robert J.E., Ford, Gill, Goebbels, Honeyball, Howitt, Hughes, Kinnock, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Morgan, Murphy, O'Toole, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Whitehead, Wynn

UEN: Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Ribeiro e Castro, Turchi

Onthoudingen: 18

ELDR: Manders, Mulder, Rousseaux, Vermeer

GUE/NGL: Herzog

NI: Bonino, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Turco

PSE: Bowe

32.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 273

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer, Speroni

PPE-DE: Florenz, Wijkman, Xarchakos

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 223

EDD: Bernié, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Plooij-van Gorsel

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bowe

UEN: Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 10

ELDR: Manders, Mulder

NI: Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Turco

UEN: Camre

33.   Verslag Florenz A5-0176/2004

Voor: 234

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Wijkman, Xarchakos

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 269

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Mennea, Speroni, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Bremmer, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Goebbels

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Nobilia, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 5

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Turco

34.   Verslag Voggenhuber A5/0227/2004

Voor: 383

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta

NI: Beysen, Bonino, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Mennea, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, Bourlanges, Bremmer, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Flemming, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jackson, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Knolle, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Veltroni, Volcic, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Crowley, Fitzsimons, Queiró

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, MacCormick, Maes, Morera i Catalá, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 30

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Seppänen

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Fiori, Jarzembowski, Mastella, Mauro, Wuermeling

UEN: Andrews, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 52

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Korakas, Krarup, Krivine, Laguiller, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Sjöstedt, Sylla

PPE-DE: Atkins, von Boetticher, Bradbourn, Bushill-Matthews, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans Jonathan, Ferber, Foster, Friedrich, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Inglewood, Kastler, Khanbhai, Koch, Konrad, Mantovani, Montfort, Parish, Perry, Purvis, Schierhuber, Stevenson, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

UEN: Camre, Hyland, Turchi

Verts/ALE: Mayol i Raynal


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2004)0278

Nieuw nabuurschapsbeleid van de EU *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie en het nieuwe nabuurschapsbeleid van de EU (COM(2003) 603 — C5-0501/2003 — 2003/0232(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 603) (1),

gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0501/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0198/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement op 31 maart 2004 (2);

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer hij voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  P5_TA(2004)0230.

P5_TA(2004)0279

Belasting op energieproducten en elektriciteit in Cyprus *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG waarbij Cyprus voor energieproducten en elektriciteit tijdelijk belastingverlagingen of -vrijstellingen mag toepassen (COM(2004) 185 — C5-0175/2004 — 2004/0067(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 185) (1),

gelet op artikel 93 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0175/2004),

gelet op de artikelen 67 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

onder verwijzing naar zijn standpunt van 30 maart 2004 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/96/EG teneinde bepaalde lidstaten toe te staan om tijdelijk vrijstellingen of verlagingen van de belastingniveaus toe te passen voor energieproducten en elektriciteit (2),

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0264/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  P5_TA(2004)0200.

P5_TA(2004)0280

Elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap (6277/1/2004 — C5-0163/2004 — 2003/0081(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (6277/1/2004 — C5-0163/2004) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 132) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 78 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0246/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  Aangenomen teksten van 18.12.2003, P5_TA(2003)0594.

P5_TA(2004)0281

Communautair douanewetboek *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (COM(2003) 452 — C5-0345/2003 — 2003/0167(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 452) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 26, 95, 133 en 135 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0345/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0255/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0167

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op de artikelen 26, 95, 133 en 135,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2700/2000 (5), zijn de regels vastgelegd voor de douanebehandeling van goederen die worden ingevoerd of zullen worden uitgevoerd .

(2)

Het is noodzakelijk om bij douanecontroles voor een vergelijkbaar beschermingsniveau te zorgen voor goederen die naar de Gemeenschap worden gebracht. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk de douanecontroles in de Gemeenschap op een vergelijkbaar niveau te brengen en erop te letten dat zij op geharmoniseerde wijze door de lidstaten worden verricht , die primair verantwoordelijk zijn voor de toepassing van deze controles. Dergelijke controles moeten gebaseerd zijn op gezamenlijk overeengekomen normen en risicocriteria met betrekking tot de selectie van goederen en ondernemers, teneinde risico's voor de Gemeenschap , haar burgers en haar handelspartners zoveel mogelijk te beperken. De lidstaten en de Commissie moeten derhalve een EU-kader voor risicobeheer creëren ter ondersteuning van een gemeenschappelijke benadering, zodat de prioriteitenstelling effectief en de middelenallocatie efficiënt gebeuren, teneinde een juist evenwicht te handhaven tussen douanecontroles enerzijds en facilitering van de legale handel anderzijds. Een dergelijk kader moet ook in gemeenschappelijke criteria en geharmoniseerde verplichtingen voor toegelaten ondernemers voorzien en garanderen dat dergelijke criteria en verplichtingen op geharmoniseerde wijze worden toegepast. De vaststelling van een kader voor risicobeheer dat gemeenschappelijk is voor alle lidstaten, mag de lidstaten niet verhinderen steekproefcontroles op goederen te verrichten.

(3)

Op risicoanalyse gebaseerde informatie over import- en exportgoederen moet onderling worden gedeeld tussen de bevoegde diensten van de lidstaten en de Commissie. Te dien einde moet een gemeenschappelijk en veilig systeem worden opgezet, zodat de bevoegde autoriteiten deze gegevens tijdig en effectief kunnen opvragen, doorzenden en uitwisselen. Dergelijke gegevens mogen ook met derde landen worden gedeeld indien een internationale overeenkomst daarin voorziet.

(4)

Er dient te worden verduidelijkt onder welke omstandigheden informatie die door ondernemers aan de douane werd verstrekt, mag worden meegedeeld aan andere autoriteiten in dezelfde lidstaat, aan andere lidstaten, aan de Commissie, of aan autoriteiten in derde landen. Daartoe moet expliciet worden aangegeven dat Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6), en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Gemeenschap en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7) van toepassing zijn op de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten en door andere autoriteiten die gegevens ontvangen op grond van het communautair douanewetboek.

(5)

Teneinde passende op risicoanalyse gebaseerde controles te kunnen verrichten, dient voorafgaande verstrekking van informatie over aankomst of vertrek verplicht te worden gesteld voor alle goederen die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten, behalve voor goederen die over zee of door de lucht worden vervoerd zonder dat er in dit douanegebied een tussenstop wordt gemaakt. Dergelijke informatie , die doorgaans door de internationale vervoerders wordt verstrekt, moet beschikbaar zijn voordat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen of verlaten. Er kunnen verschillende termijnen en regels worden vastgesteld afhankelijk van het soort goederen of vervoer , voor toegelaten ondernemers of in gevallen waarin internationale overeenkomsten voorzien in bijzondere veiligheidsregelingen . Deze verplichting moet ook worden ingevoerd voor goederen die een vrije zone worden binnengebracht of verlaten teneinde veiligheidslacunes te voorkomen. Controles in verband met veiligheidsaangelegenheden moeten normaliter worden uitgevoerd bij de douanekantoren van binnenkomst van de Gemeenschap, terwijl controles in verband met de inning van heffingen of soortgelijke doeleinden normaliter moeten worden uitgevoerd bij de in het binnenland gelegen douanekantoren van invoer.

(6)

Verordening (EEG) nr. 2913/92 moet dienovereenkomstig worden aangepast,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2913/92 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De volgende punten worden ingevoegd:

4 bis)

„douanekantoor van binnenkomst”: het douanekantoor waar goederen die in het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht onverwijld naartoe moeten en waar zij aan passende op risicoanalyse gebaseerde controles onderworpen worden;

4 ter)

„douanekantoor van invoer”: het douanekantoor waar de formaliteiten worden vervuld om in het douanegebied van de Gemeenschap binnengebrachte goederen een douanebestemming te geven;

4 quater)

„douanekantoor van uitvoer”: het douanekantoor waar de formaliteiten worden vervuld om aan goederen die het douanegebied van de Gemeenschap verlaten een douanebestemming te geven;

4 quinquies)

„douanekantoor van uitgang”: het douanekantoor waar goederen moeten worden aangebracht voordat zij het douanegebied van de Gemeenschap verlaten en waar zij aan douanecontroles worden onderworpen die verband houden met de uitgangsformaliteiten;

b)

Punt 14 wordt vervangen door:

„(14)

„douanecontroles”: specifieke handelingen die worden verricht door de douaneautoriteiten, met het oog op de correcte toepassing van de douanevoorschriften en andere wetgeving betreffende binnenkomst, uitgang, doorvoer, overbrenging en eindgebruik van goederen die worden vervoerd tussen het douanegebied van de Gemeenschap en derde landen en betreffende de aanwezigheid van goederen die niet de status van communautaire goederen hebben; dergelijke handelingen zijn onder meer verificatie van goederen, controle op de aangiftegegevens en de aanwezigheid en de echtheid van elektronische of papieren documenten, onderzoek van de boekhouding van ondernemingen en onderzoek van andere bescheiden, controle van vervoermiddelen, controle van bagage en andere goederen die personen bij of op zich dragen, en het verrichten van administratief onderzoek en andere vergelijkbare handelingen ;”

c)

De volgende punten worden toegevoegd:

„(25)

„risico”: de waarschijnlijkheid dat zich een gebeurtenis voordoet in verband met het internationale verkeer van goederen die worden vervoerd tussen het douanegebied van de Gemeenschap en derde landen en de aanwezigheid van goederen die niet de status van communautaire goederen hebben, die:

de correcte toepassing van communautaire of nationale maatregelen belemmert, of

de financiële belangen van de Gemeenschap en haar lidstaten schaadt, of

een bedreiging vormt voor de communautaire veiligheid en zekerheid, de volksgezondheid, het milieu of de consumenten ;

(26)

„risicobeheer”: het systematisch in kaart brengen en ten uitvoer leggen van alle maatregelen die vereist zijn om de blootstelling aan risico's te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van data en informatie, het analyseren en evalueren van risico's, het voorschrijven en nemen van actie, en het regelmatig toezien op en herzien van het proces en de resultaten ervan, op basis van internationale, communautaire en nationale bronnen en strategieën .”

2.

Het volgende nieuwe hoofdstuk 1 bis en een nieuw artikel 5 bis worden ingevoegd:

Hoofdstuk 1 bis

Toegelaten ondernemers

Artikel 5 bis

1.     De douaneautoriteiten verlenen, indien nodig na overleg met andere bevoegde autoriteiten, op basis van de in lid 2 bedoelde criteria de status van toegelaten ondernemer aan in het douanegebied van de Gemeenschap gevestigde ondernemers die een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor faciliteiten met betrekking tot beveiligings- en veiligheidsgerelateerde douanecontroles of voor vereenvoudigde procedures waarin de douaneregelingen anderszins voorzien.

Behoudens gevallen waarin de faciliteit of vereenvoudigde procedure overeenkomstig de douanewetgeving tot één of meer lidstaten beperkt is, wordt de status van toegelaten ondernemer op basis van de in lid 2 bedoelde criteria door de douanediensten van alle lidstaten erkend.

2.     De criteria voor de erkenning van toegelaten ondernemers omvatten:

een passende staat van dienst op het gebied van de naleving van douaneverplichtingen;

een deugdelijke handelsadministratie en, in voorkomende geval, vervoersbescheiden, die passende douanecontroles mogelijk maken; en

passende beveiligings- en veiligheidsnormen.

Volgens de procedure van het Comité worden bepaald:

de voorschriften voor de verlening van vergunningen en het toestaan van faciliteiten of vereenvoudigde procedures overeenkomstig lid 1;

de voorschriften waarin is bepaald welke douaneautoriteit bevoegd is voor het verlenen van een toelating;

de voorschriften voor overleg met en het verstrekken van informatie aan andere douaneautoriteiten;

de voorschriften krachtens welke een verlening van faciliteiten met betrekking tot beveiligingsen veiligheidsgerelateerde douanecontroles in uitzonderlijke omstandigheden door een douaneautoriteit kan worden opgeschort;

de voorwaarden waaronder de status van toegelaten ondernemer kan worden ingetrokken; en

de voorwaarden waaronder van de eis dat men in de Gemeenschap gevestigd moet zijn, voor specifieke categorieën toegelaten ondernemers kan worden afgeweken vooral rekening houdend met internationale overeenkomsten.

3.

Artikel 13 wordt vervangen door :

Artikel 13

1.     De douaneautoriteiten kunnen onder de overeenkomstig de geldende bepalingen vastgestelde voorwaarden alle controlemaatregelen nemen die zij nodig achten om te zorgen voor de correcte toepassing van de douanewetgeving en van andere geldende wetgeving betreffende de internationale bewegingen van goederen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en derde landen en betreffende de aanwezigheid van goederen die niet de status van communautaire goederen hebben. Douanecontroles die ertoe strekken de correcte toepassing van de communautaire wetgeving te garanderen, kunnen in een derde land worden verricht, voorzover een internationale overeenkomst daarin voorziet.

2.     Douanecontroles die geen steekproefcontroles zijn, moeten gebaseerd zijn op een door middel van geïnformatiseerde gegevensverwerkingstechnieken uitgevoerde risicoanalyse, die ertoe strekt de risico's in kaart te brengen en te kwantificeren alsmede de nodige maatregelen te ontwikkelen om de risico's te evalueren, op basis van criteria die op nationaal, communautair en, indien beschikbaar, op internationaal niveau zijn ontwikkeld.

In de toepassingsverordening worden een gemeenschappelijk kader voor risicobeheer, gemeenschappelijke criteria en prioritaire controlegebieden vastgesteld. De lidstaten zetten in samenwerking met de Commissie een elektronisch systeem op om uitvoering te geven aan het risicobeheer.

3.     Indien controles door andere autoriteiten dan douaneautoriteiten worden uitgevoerd, worden deze verricht in nauwe samenwerking met de douaneautoriteiten, indien mogelijk op dezelfde tijd en plaats.

4.     In het kader van de controles waarin dit artikel voorziet, mogen douane- en andere bevoegde autoriteiten, zoals veterinaire en politieautoriteiten, onderling gegevens doorgeven die zij hebben ontvangen in het kader van de internationale bewegingen van goederen die worden vervoerd tussen het douanegebied van de Gemeenschap en derde landen en in verband met de aanwezigheid van goederen die niet de status van communautaire goederen hebben. Zij mogen deze gegevens ook aan de douaneautoriteiten van de lidstaten en de Commissie meedelen indien dit voor de juiste toepassing van de desbetreffende wetgeving vereist is, om de veiligheid van burgers en ondernemingen te beschermen dan wel onregelmatigheden op te sporen of te voorkomen. Het doorgeven van vertrouwelijke gegevens aan de douanediensten en andere overheidsdiensten (b.v. veiligheidsdiensten) van derde landen is uitsluitend toegestaan in het kader van een internationale overeenkomst, mits de vigerende databeschermingsbepalingen, met name die van Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001 worden geëerbiedigd.

4.

Artikel 15 wordt vervangen door:

„Artikel 15

Alle inlichtingen van vertrouwelijke aard of die als vertrouwelijk zijn verstrekt, vallen onder het beroepsgeheim en worden door de bevoegde autoriteiten niet bekendgemaakt zonder uitdrukkelijke toestemming van de persoon of de autoriteit die deze inlichtingen heeft verstrekt. Het doorgeven van inlichtingen is evenwel toegestaan voorzover de bevoegde autoriteiten daartoe overeenkomstig de geldende bepalingen, met name in het kader van gerechtelijke procedures, gehouden zijn. De bekendmaking of doorgifte van informatie geschiedt met volledige inachtneming van de vigerende bepalingen inzake bescherming van gegevens en met name Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001.

5.

In artikel 16 worden de woorden „controle door de douaneautoriteiten” vervangen door het woord „douanecontroles”.

6.

In hoofdstuk I van Titel III (Het binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Gemeenschap) worden de volgende artikelen ingevoegd:

„Artikel 36 bis

1.    Van goederen die in het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht, wordt een summiere aangifte gedaan, behalve wanneer de goederen uitsluitend door de territoriale wateren of het luchtruim van het douanegebied worden vervoerd zonder dat er een tussenstop wordt gemaakt.

2.    De summiere aangifte wordt ingediend bij het douanekantoor van binnenkomst.

De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat de summiere aangifte bij een ander douanekantoor geschiedt, mits dit kantoor de benodigde gegevens onmiddellijk elektronisch doorgeeft of beschikbaar stelt aan het douanekantoor van binnenkomst.

De douaneautoriteiten kunnen toestaan de indiening van een summiere aangifte te vervangen door het indienen van een kennisgeving en het verlenen van toegang tot de gegevens van de summiere aangifte op het elektronische bedrijfssysteem van de aangever.

3.    De summiere aangifte wordt in beginsel ingediend voordat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht.

4.   Volgens de procedure van het Comité worden bepaald:

de termijn waarbinnen de summiere aangifte moet wordt ingediend voordat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap kunnen worden binnengebracht;

de voorschriften voor uitzonderingen op en veranderingen in bovengenoemde termijn; en

de voorwaarden waarop ontheffing kan worden verleend van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte,

zulks op grond van specifieke omstandigheden en met betrekking tot bepaalde goederenbewegingen, wijzen van vervoer of ondernemers of indien uit hoofde van internationale overeenkomsten inzake de veiligheid specifieke regelingen gelden.

Artikel 36 ter

1.     Volgens de procedure van het Comité worden voor de summiere aangifte een gemeenschappelijke reeks gegevens en een gemeenschappelijk formaat vastgesteld die, hoofdzakelijk om redenen van beveiliging en veiligheid, de gegevens bevatten die nodig zijn voor een risicoanalyse en behoorlijke douanecontroles en waarbij, indien passend, internationale normen en handelsgebruiken in acht worden genomen.

2.   De summiere aangifte wordt ingediend met gebruikmaking van een dataverwerkingstechniek . Er mag gebruik worden gemaakt van handels-, haven- of vervoersgegevens, mits deze de noodzakelijke gegevens omvatten. In uitzonderlijke omstandigheden mogen de douaneautoriteiten summiere aangiften op papier aanvaarden , mits zij hetzelfde niveau van risicobeheer toepassen als bij ingediende summiere aangiften met gebruikmaking van een dataverwerkingstechniek.

3.   De summiere aangifte wordt ingediend door de persoon die de goederen in het douanegebied van de Gemeenschap binnenbrengt of die zich belast met het vervoer van de goederen in het douanegebied van de Gemeenschap.

4.     Onverminderd de verplichtingen van de in lid 3 bedoelde persoon kan de summiere aangifte worden ingediend door:

a)

de persoon in wiens naam de in lid 3 bedoelde persoon handelt, of

b)

elke persoon die in staat is de goederen bij de bevoegde douaneautoriteiten aan te brengen of te doen aanbrengen; of

c)

een vertegenwoordiger van een van de in lid 3 of in dit lid, onder a) en b) bedoelde personen.

5.     Aan de in lid 3 of lid 4 bedoelde persoon wordt op diens verzoek toegestaan een of meer van de gegevens in de summiere aangifte te wijzigen nadat deze bij de douaneautoriteiten is ingediend. Wijziging is echter niet meer mogelijk nadat de douaneautoriteiten:

a)

de aangever in kennis hebben gesteld van hun voornemen de goederen aan een onderzoek te onderwerpen; of

b)

hebben geconstateerd dat de betrokken gegevens onjuist zijn; of

c)

de goederen overeenkomstig de douanevoorschriften hebben vrijgegeven.

Artikel 36 quater

1.     Het douanekantoor van binnenkomst kan ontheffing van indiening van een summiere aangifte verlenen met betrekking tot goederen waarvoor, voor het verstrijken van de in artikel 36 bis, leden 3 en 4 bedoelde termijn, een douaneaangifte is ingediend. In dit geval dient de douaneaangifte ten minste de noodzakelijke gegevens te bevatten en heeft, totdat eerstgenoemde overeenkomstig artikel 63 wordt geaccepteerd, de status van een summiere aangifte.

2.     De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat de douaneaangifte bij een ander douanekantoor van invoer dan het douanekantoor van binnenkomst in de Gemeenschap geschiedt, mits de benodigde gegevens onmiddellijk elektronisch worden doorgegeven aan of beschikbaar zijn voor het douanekantoor van binnenkomst.

3.     Indien de douaneaangifte niet met gebruikmaking van een dataverwerkingstechniek wordt ingediend, passen de douaneautoriteiten op de gegevens hetzelfde niveau van risicobeheer toe als bij summiere aangiften in elektronische vorm.

7.

In de artikelen 37, lid 1 en 38, lid 3 worden de woorden „controle door de douaneautoriteiten” vervangen door het woord „douanecontroles”.

8.

Artikel 38, lid 5 wordt vervangen door:

5.     De leden 1 tot en met 4 en de artikelen 36 bis tot en met 36 quater en 39 tot en met 53 zijn niet van toepassing op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap tijdelijk hebben verlaten op een traject over zee of door de lucht tussen twee punten in dat gebied, mits het vervoer rechtstreeks en via een geregelde lijnvlucht- of lijnvaartdienst zonder tussenstop buiten het douanegebied van de Gemeenschap plaatsvindt.

9.

Artikel 40 wordt vervangen door:

„Artikel 40

Goederen die het douanegebied van de Gemeenschap binnenkomen, worden bij de douane aangebracht door de persoon die ze aldaar heeft binnengebracht of, in voorkomend geval, door de persoon die zich met het vervoer van de goederen belast nadat deze zijn binnengekomen, behalve wanneer de goederen uitsluitend door het luchtruim of de territoriale wateren van het douanegebied worden vervoerd zonder dat een tussenstop wordt gemaakt. De persoon die de goederen aanbrengt, verwijst naar de eerder voor deze goederen ingediende summiere aangifte of douaneaangifte.

10.

Het opschrift van Titel III, hoofdstuk 3, wordt vervangen door „Lossing van bij de douane aangebrachte goederen”.

11.

De artikelen 43 tot en met 45 worden geschrapt.

12.

Artikel 170, lid 2 wordt vervangen door:

„2   Bij de douane dienen die goederen te worden aangebracht en douaneformaliteiten dienen voor die goederen te worden vervuld:

a)

die onder een douaneregeling zijn geplaatst welke door de binnenkomst van deze goederen in een vrije zone of een vrij entrepot wordt beëindigd; het aanbrengen is evenwel niet nodig indien in het kader van de betrokken douaneregeling vrijstelling van de verplichting tot het aanbrengen van de goederen wordt verleend;

b)

die in een vrije zone of een vrij entrepot zijn geplaatst op basis van een beschikking tot terugbetaling of kwijtschelding van de rechten bij invoer;

c)

die onder de in artikel 166, onder b) bedoelde maatregelen vallen;

d)

die rechtstreeks van buiten het douanegebied van de Gemeenschap een vrije zone of een vrij entrepot binnenkomen .”

13.

Artikel 176, lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Bij overlading van goederen binnen een vrije zone dienen de op de goederen betrekking hebbende bescheiden ter beschikking van de douaneautoriteiten te worden gehouden. De opslag van goederen voor korte tijd, die inherent is aan deze overlading, wordt beschouwd als onderdeel van de overlading.

Voor goederen die rechtstreeks van buiten het douanegebied van de Gemeenschap een vrije zone worden binnengebracht dan wel vanuit een vrije zone rechtstreeks het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, moet een summiere aangifte worden ingediend overeenkomstig de artikelen 36 bis tot en met 36 quater.

14.

Artikel 181 wordt vervangen door:

„Artikel 181

De douaneautoriteiten vergewissen zich ervan dat, wanneer goederen vanuit een vrije zone of een vrij entrepot het douanegebied van de Gemeenschap zullen verlaten , de geldende bepalingen inzake de uitvoer , passieve veredeling, wederuitvoer , opschortende procedures of de interne doorvoerprocedure alsmede de bepalingen van Titel V worden nageleefd.”

15.

In artikel 182, lid 3, eerste zin worden de woorden „van de wederuitvoer of” geschrapt.

16.

In Titel V (Goederen die het douanegebied van de Gemeenschap verlaten) wordt het volgende artikel ingevoegd:

„Artikel 182 bis

1.     Van goederen die het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, wordt een douaneaangifte gedaan of, wanneer een douaneaangifte niet vereist is, een summiere aangifte , behalve wanneer de goederen uitsluitend door de territoriale wateren of het luchtruim van het douanegebied van de Gemeenschap worden vervoerd zonder dat er een tussenstop wordt gemaakt .

2.    Volgens de procedure van het Comité worden bepaald:

de termijn waarbinnen de douaneaangifte dan wel een summiere aangifte bij het douanekantoor van uitvoer moet worden ingediend voordat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap kunnen verlaten;

de voorschriften voor uitzonderingen op en veranderingen in bovengenoemde termijn en de voorwaarden waaronder ontheffing kan worden verleend van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte; en

de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder voor goederen die het douanegebied van de Gemeenschap verlaten, geen douaneaangifte of summiere aangifte is vereist,

zulks op grond van specifieke omstandigheden en met betrekking tot bepaalde goederenbewegingen, wijzen van vervoer of ondernemers of indien uit hoofde van internationale overeenkomsten inzake de veiligheid specifieke regelingen gelden .”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5 bis, lid 2, artikel 13, lid 2, tweede alinea, artikel 36 bis, lid 4, artikel 36 ter, lid 1 en artikel 182 bis, lid 2 zijn van toepassing op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Alle andere bepalingen zijn van toepassing zodra de krachtens de bovenstaande artikelen vastgestelde uitvoeringsbepalingen in werking zijn getreden. Elektronische aangifte en geïnformatiseerde systemen voor de uitvoering van risicobeheer en voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen douanekantoren van binnenkomst, invoer, uitvoer en uitgang, als bedoeld in de artikelen 13, 36 bis, 36 ter en 36 quater, worden uiterlijk drie jaar na de datum waarop deze bepalingen van toepassing worden, ingevoerd.

Uiterlijk twee jaar na de toepassing van deze bepalingen beoordeelt de Commissie verzoeken van de lidstaten om opschorting van de in de vorige alinea vermelde datum voor de invoering van elektronische aangifte en geautomatiseerde systemen voor het uitvoeren van risicobeheer en voor de elektronische uitwisseling van gegevens tussen douanekantoren. De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad een verslag voor en stelt zo nodig een wijziging voor van de datum zoals vermeld in de tweede zin van de derde alinea.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C ...

(2)  PB C ...

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(4)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(5)  PB L 311 van 12.12.2000, blz. 17 .

(6)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

P5_TA(2004)0282

Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart ***

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (Eurocontrol) (5747/2004 — COM(2003) 555 — C5-0065/2004 — 2003/0214(AVC))

(Instemmingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2003) 555) (1),

gezien het Protocol betreffende de toetreding (5747/2004),

gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea juncto artikel 80, lid 2 van het EG-Verdrag (C5-0065/2004),

gelet op de artikelen 86 en 97, lid 7 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0215/2004),

1.

stemt in met de sluiting van de overeenkomst;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0283

Klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een regeling inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten (COM(2003) 502 — C5-0442/2003 — 2003/0193(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2003) 502) (1),

gelet op artikel 62 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0442/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0142/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Artikel 2, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Deze verordening doet geen afbreuk aan de bepalingen van de Slotakte van de Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 met betrekking tot de steden Ceuta en Melilla.

Amendement 2

Artikel 3, letter h)

h)

„grensarbeiders”: onderdanen van derde landen die verblijven in het grensgebied van een aangrenzend derde land, die tewerkgesteld zijn in het grensgebied van een aangrenzende lidstaat en die iedere dag of ten minste een maal per week terugkeren naar het grensgebied van het aangrenzend land.

h)

„grensarbeiders”: onderdanen van derde landen die verblijven in het grensgebied van een aangrenzend derde land, die tewerkgesteld zijn in het grensgebied van een aangrenzende lidstaat en die in het kader van hun economische activiteit met regelmaat, iedere dag of ten minste een maal in de veertien dagen, terugkeren naar het grensgebied van het aangrenzend land.

Amendement 3

Artikel 6, inleidende formule

De documenten aan de hand waarvan de niet-visumplichtige grensbewoners de landbuitengrens van aan aangrenzende lidstaat kunnen overschrijden in het kader van het klein grensverkeer, kunnen zijn:

De documenten aan de hand waarvan de niet-visumplichtige grensbewoners de landbuitengrens van aan aangrenzende lidstaat kunnen overschrijden in het kader van het klein grensverkeer, zijn:

Amendement 4

Artikel 6, letter a)

a)

een identiteitskaart waarin de verblijfplaats in het grensgebied wordt gespecificeerd. Indien deze laatste voorwaarde niet in acht is genomen kan de grensbewoners worden gevraagd om naast het reisdocument ook een verblijfsvergunning in hun bezit te hebben;

a)

een identiteitskaart waarin de verblijfplaats in het grensgebied wordt gespecificeerd. Indien deze laatste voorwaarde niet in acht is genomen wordt de grensbewoners gevraagd om naast het reisdocument ook een verblijfsvergunning in hun bezit te hebben;

Amendement 5

Artikel 6, letter b)

b)

een speciale vergunning voor grensoverschrijding, afgegeven door de staat van verblijf.

Schrappen.

Amendement 13

Artikel 7, alinea 1

Met het oog op deze verordening kunnen niet-visumplichtige grensbewoners gedurende ten hoogste zeven opeenvolgende dagen in het grensgebied van een aangrenzende lidstaat verblijven. De totale duur van hun achtereenvolgende bezoeken in die lidstaat mag niet meer bedragen dan drie maanden per halfjaarlijkse periode.

Met het oog op deze verordening kunnen niet-visumplichtige grensbewoners gedurende ten hoogste veertien opeenvolgende dagen in het grensgebied van een aangrenzende lidstaat verblijven. De totale duur van hun achtereenvolgende bezoeken in die lidstaat mag niet meer bedragen dan drie maanden per halfjaarlijkse periode.

Amendement 6

Artikel 7, alinea 2 bis (nieuw)

 

De autoriteiten van de lidstaten kunnen documenten voor het klein grensverkeer intrekken wanneer de betrokkene de nationale wetgeving of de bepalingen van deze verordening in ernstige mate overtreedt.

Amendement 7

Artikel 9, alinea 2

De territoriale geldigheid van het visum blijft beperkt tot het grensgebied van de afgevende lidstaat.

De territoriale geldigheid van het visum blijft beperkt tot het grensgebied van de afgevende lidstaat. De lidstaten mogen afwijken van de territoriale geldigheid van 50 km voor het visum, indien dit gerechtvaardigd is en door buurlanden wordt aanvaard.

Amendement 8

Artikel 9, alinea 3

Aan de hand van het visum kan de houder de landbuitengrens van de afgevende lidstaat frequent overschrijden en gedurende ten hoogste zeven opeenvolgende dagen in het grensgebied van die lidstaat kunnen verblijven. De totale duur van de achtereenvolgende verblijven mag niet meer bedragen dan drie maanden per halfjaarlijkse periode.

Aan de hand van het visum kan de houder de landbuitengrens van de afgevende lidstaat frequent overschrijden en gedurende ten hoogste veertien opeenvolgende dagen in het grensgebied van die lidstaat kunnen verblijven. De totale duur van de achtereenvolgende verblijven mag niet meer bedragen dan drie maanden per halfjaarlijkse periode. Een gunstiger behandeling geldt voor grensarbeiders, scholieren, studenten, personen die een beroepsopleiding of een niet-betaalde opleiding volgen, of die vrijwilligerswerk doen.

Amendement 9

Artikel 15

De in de artikelen 7 en 9 vastgestelde termijnen zijn niet van toepassing op grensarbeiders.

De in de artikelen 7 en 9 vastgestelde termijnen zijn niet van toepassing op grensarbeiders, scholieren, studenten, personen die een beroepsopleiding of een niet-betaalde opleiding volgen, of die vrijwilligerswerk doen .

Amendement 10

Artikel 16, titel

In- en uitreisstempels

In- en uitreiscontrole

Amendement 11

Artikel 16

Op de reisdocumenten van grensbewoners die de buitengrens van een lidstaat in het kader van het klein grensverkeer overschrijden, worden geen in- en uitreisstempels aangebracht.

Het overschrijden van de grens wordt met elektronische of magnetische middelen gecontroleerd om de inachtneming van de toegestane verblijfsduur te garanderen. Bij gebrek aan dergelijke middelen en tot de installatie ervan worden op de reisdocumenten van grensbewoners die de buitengrens van een lidstaat in het kader van het klein grensverkeer overschrijden, in- en uitreisstempels aangebracht.

Amendement 12

Artikel 18, letter c)

c)

de grensbewoners de mogelijkheid bieden hun grens te overschrijden buiten de toegestane grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden.

Schrappen.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0284

Klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor van verordening van de Raad tot instelling van een regeling inzake klein grensverkeer aan de tijdelijke buitengrenzen tussen de lidstaten (COM(2003) 502 — C5-0443/2003 — 2003/0194(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2003) 502) (1),

gelet op artikel 62, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0443/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0141/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Artikel 5, lid 2, inleidende formule

De in lid 1 bedoelde overeenkomsten mogen bepalingen bevatten voor de vergemakkelijking van de grensoverschrijding waarbij de lidstaten:

De in lid 1 bedoelde overeenkomsten bevatten bepalingen voor de vergemakkelijking van de grensoverschrijding waarbij de lidstaten:

Amendement 2

Artikel 5, lid 2, letter c)

c)

de grensbewoners de mogelijkheid bieden hun grens te overschrijden buiten de toegestane grensdoorlaatposten en de vastgestelde openingstijden.

Schrappen.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0285

Migratiebeheersdiensten *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de totstandbrenging van een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de migratiebeheersdiensten van de lidstaten (COM(2003) 727 — C5-0612/2003 — 2003/0284(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 727) (1),

gelet op artikel 66 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0612/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0145/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 6 bis (nieuw)

 

(6 bis) Met het oog op zijn vak- en detailkennis dient Europol te worden betrokken bij het op internet gebaseerde informatie- en coördinatienetwerk. De Commissie zou uiterlijk één jaar na het van kracht worden van deze beschikking een voorstel met deze doelstelling moeten indienen.

Amendement 2

Artikel 1

Bij deze beschikking wordt een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk voor de uitwisseling van gegevens betreffende onregelmatige migratie, illegale binnenkomst en immigratie en de terugkeer van illegaal in de EU verblijvende personen tot stand gebracht.

Bij deze beschikking wordt een beveiligd, op internet gebaseerd informatie- en coördinatienetwerk tot stand gebracht voor de uitwisseling van gegevens betreffende onregelmatige migratie, netwerken van mensensmokkelaars en netwerken voor de exploitatie van arbeid door illegale immigranten, illegale binnenkomst en immigratie en de terugkeer van illegaal in de EU verblijvende personen tot stand gebracht.

Amendement 3

Artikel 2, lid 1

1. De Commissie ontwikkelt en beheert het netwerk; zij beslist over de structuur , de inhoud en de categorieën gegevens die voor uitwisseling in aanmerking komen.

1. De Commissie ontwikkelt en beheert het netwerk; zij beslist over de structuur en de categorieën gegevens die voor uitwisseling in aanmerking komen.

Amendement 4

Artikel 2, lid 2, inleidende formulering

2. De informatie-uitwisseling omvat tenminste het volgende:

2. De informatie-uitwisseling omvat het volgende:

Amendement 5

Artikel 2, lid 2, punt d)

d) terugkeer en daarmee verwante onderwerpen.

d)

terugkeer en daarmee verwante onderwerpen , in het bijzonder gevallen waar de met de terugzending belaste autoriteiten de waardigheid en fysieke integriteit van uitgezette personen niet hebben geëerbiedigd .

Amendement 6

Artikel 5, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Er wordt voorzien in een procedure om de bezitter van de informatie in staat te stellen regelmatig de aan het netwerk verstrekte informatie te corrigeren of te actualiseren.

Amendement 7

Artikel 5, lid 4

4. Onverminderd lid 3, neemt de Commissie aanvullende veiligheidsmaatregelen in overeenstemming met de in artikel 6, lid 2, vermelde procedure.

4. Voor zover de door de lidstaten getroffen veiligheidsmaatregelen niet voldoende zijn om de in lid 3 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, neemt de Commissie aanvullende veiligheidsmaatregelen in overeenstemming met de in artikel 6, lid 2, vermelde procedure.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0286

Plaats van levering van diensten *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft de plaats van levering van diensten (COM(2003) 822 — C5-0026/2004 — 2003/0329(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 822) (1),

gelet op artikel 93 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0026/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0233/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0287

Europees Ruimteagentschap *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het sluiten van de Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Europees Ruimteagentschap (COM(2004) 85/2 — C5-0099/2004 — 2004/0028(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 85/2) (1),

gelet op de artikelen 170, 300, lid 2, eerste alinea en artikel 300, lid 3, eerste alinea en artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0099/2004),

onder verwijzing naar zijn resoluties van 9 oktober 2003 over het Groenboek inzake het Europees ruimtevaartbeleid (2) en van 29 januari 2004 over het actieplan voor de uitvoering van het Europese ruimtevaartbeleid (3),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0222/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  P5_TA(2003)0427.

(3)  P5_TA-PROV(2004)0054.

P5_TA(2004)0288

Europese Politieacademie *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van Ierland met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2000/820/JBZ tot oprichting van een Europese Politieacademie (EPA) (15400/2003 — C5-0001/2004 — 2004/0801(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van Ierland (15400/2003) (1),

gelet op de artikelen 30, lid 1, onder c) en 34, lid 2, onder c) van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0001/2004),

gelet op artikel 106, artikel 67 en artikel 61, lid 4 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0140/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van Ierland, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst van het initiatief dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van Ierland,

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van Ierland.

DOOR IERLAND VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

ARTIKEL 1, PUNT 2, LETTER B)

Artikel 5, lid 4, letter f) (Besluit 2000/820/JAI)

f)

de beloning van de leden van het secretariaat en/of de vergoeding van de onkosten van de lidstaat/lidstaten die zorgt/zorgen voor de beloning van de leden van het secretariaat, naar rato van de bijdragen van de lidstaten.

f)

de beloning van de leden van het secretariaat of de vergoeding van de onkosten van de lidstaat/lidstaten die zorgt/zorgen voor de beloning van de leden van het secretariaat, naar rato van de bijdragen van de lidstaten.


(1)  PB C 1 van 6.1.2004, blz. 8.

P5_TA(2004)0289

Europese Politieacademie *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van het Verenigd Koninkrijk met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad houdende wijziging van Besluit 2000/820/JBZ tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA)(5121/2004 — C5-0040/2004 — 2004/0802(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het initiatief van het Verenigd Koninkrijk (5121/2004 (1)),

gelet op de artikelen 30, lid 1, onder c) en 34, lid 2, onder c) van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0040/2004),

gelet op artikel 106, artikel 67 en artikel 61, lid 4 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0140/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het initiatief van het Verenigd Koninkrijk, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Raad de tekst van het initiatief dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het initiatief van het Verenigd Koninkrijk;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering van het Verenigd Koninkrijk.

DOOR IERLAND VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 2

ARTIKEL 1, PUNT 2

Artikel 4, lid 1, alinea 1 (Besluit 2000/820/JAI)

1. De raad van bestuur richt een permanent secretariaat op dat de EPA bijstaat in haar administratieve taken die noodzakelijk zijn voor haar werking en voor de uitvoering van het jaarprogramma en, in voorkomend geval, van de aanvullende programma's en initiatieven. Dit secretariaat kan bij één van de nationale politieacademies worden ondergebracht.

1. De raad van bestuur richt een permanent secretariaat op dat de EPA bijstaat in haar administratieve taken die noodzakelijk zijn voor haar werking en voor de uitvoering van het jaarprogramma en, in voorkomend geval, van de aanvullende programma's en initiatieven. Dit secretariaat heeft zijn vestigingsplaats in Bramshill .

Amendement 3

ARTIKEL 1, PUNT 2

Artikel 4, lid 1, alinea 2 (Besluit 2000/820/JAI)

De bepalingen betreffende de huisvesting van de EPA in het Verenigd Koninkrijk en met betrekking tot de voorzieningen die het Verenigd Koninkrijk moet treffen, alsmede de bijzondere regels die in het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn op de leden van de organen van de EPA, op de directeur en op de personeelsleden en hun familieleden, worden vastgelegd in een zetelovereenkomst tussen de EPA en het Verenigd Koninkrijk, die gesloten wordt nadat de raad van bestuur deze met eenparigheid van stemmen heeft goedgekeurd.

De bepalingen betreffende de huisvesting van de EPA in Bramshill en met betrekking tot de voorzieningen die het Verenigd Koninkrijk moet treffen, alsmede de bijzondere regels die in het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn op de leden van de organen van de EPA, op de directeur en op de personeelsleden en hun familieleden, worden vastgelegd in een zetelovereenkomst tussen de EPA en het Verenigd Koninkrijk, die gesloten wordt nadat de raad van bestuur deze met eenparigheid van stemmen heeft goedgekeurd.


(1)  PB C 20 van 24.1.2004, blz. 18.

P5_TA(2004)0290

Benoeming van een lid van de ECB *

Besluit van het Europees Parlement over de ontwerpaanbeveling van de Raad betreffende de benoeming van de heer José Manuel González-Páramo tot lid van de directie van de Europese Centrale Bank (6315/2004 — C5-0176/2004 — 2004/0808(CNS))

Het Europees Parlement,

gezien de aanbeveling van de Raad van 30 maart 2004 (6315/2004),

gelet op artikel 112, lid 2, onder b) van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0176/2004),

gelet op artikel 36 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0273/2004),

1.

brengt positief advies uit inzake de benoeming van de heer José Manuel González-Páramo tot lid van de directie van de Europese Centrale Bank;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de voorzitter van de Raad voor doorzending aan de regeringen van de lidstaten.

P5_TA(2004)0291

Impact van de communautaire regelgeving en raadplegingsprocedures

Resolutie van het Europees Parlement over de toetsing van de impact van de communautaire regelgeving en de raadplegingsprocedures (2003/2079(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie van 5 juni 2002 over effectbeoordeling (COM(2002) 276),

gezien de mededeling van de Commissie van 5 juni 2002„Het Actieplan vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving” (COM(2002) 278),

gezien het interinstitutioneel akkoord van 16 december 2003 over betere regelgeving gesloten tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (1),

gelet op artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0221/2004),

A.

overwegende dat vereenvoudiging en verbetering van regelgeving achteraf veel kostbaarder en ingewikkelder is dan vooraf de gevolgen van regelgeving duidelijk in kaart te brengen en daarmee rekening te houden bij de opstelling van regelgeving,

B.

overwegende dat ook een effectieve democratische controle alleen maar mogelijk is wanneer het Parlement beschikt over voldoende informatie over de gevolgen van wetgeving voor sociale, economische en milieuaspecten,

C.

overwegende dat de wetgevende teksten en de toelichting veelal wel informatie geven over de beoogde politieke doelstellingen, maar geen inzicht geven in de kosten die samenhangen met de uitvoering en toepassing van wetgeving; dat dit inzicht een besparing kan opleveren van miljarden euro's aan kosten die bedrijven en burgers moeten maken om aan de wettelijke informatieverplichtingen aan overheden, uitvoeringsinstanties en derden te voldoen, de zogenaamde administratieve lasten; dat terugdringen van administratieve lasten een belangrijke bijdrage betekent aan de werkgelegenheid in Europa en de Lissabon-doelstellingen,

D.

overwegende dat het bovengenoemde interinstitutioneel akkoord een belangrijke rol toekent aan de effectentoetsing om te komen tot een verbetering van de kwaliteit van regelgeving, en dat het akkoord met name op dit punt een nadere invulling behoeft,

E.

overwegende dat bij een effectbeoordeling niet alleen kwantitatieve factoren, zoals de kosten van de maatregelen, moeten worden onderzocht, maar ook kwalitatieve factoren in acht moeten worden genomen, zoals de noodzaak van de maatregelen, de sociale vereisten en de gevolgen voor de veiligheid, gezondheid of persoonlijke ontwikkeling van de mens,

1.

stelt vast dat de tot nu toe gehanteerde methodiek van de „fiches d'impact” geen informatie opleverde die behulpzaam was bij het beoordelen van de gevolgen en de kosten van voorgenomen communautaire regelgeving; begroet daarom het initiatief van de Commissie om over te gaan tot een stelselmatige effectentoetsing van nieuwe regelgeving;

2.

definieert een effectbeoordeling als het kort en bondig in kaart brengen van de gevolgen voor sociale, economische en milieuaspecten, alsmede het in kaart brengen van de beleidsalternatieven die de wetgever tegen deze achtergrond ter beschikking staan;

3.

benadrukt dat een effectentoetsing een hulpmiddel is te komen tot betere regelgeving; is van mening dat een effectentoetsing op geen enkele manier een substituut is voor het democratisch besluitvormingsproces; constateert verder dat de ervaring in de landen waar een effectentoetsing wordt uitgevoerd, leert dat een effectentoetsing leidt tot kwalitatief betere wetgeving en een vereenvoudiging van de controle door het parlement;

4.

stelt voor een effectbeoordeling uit te laten voeren op initiatieven die de Commissie in haar jaarlijkse beleidsstrategie of in haar werkprogramma presenteert en op amendementen van het Europees Parlement en de Europese Raad die een substantiële uitwerking zullen hebben op sociale, economische en milieuaspecten;

5.

stelt daartoe de volgende procedure voor:

a)

ieder regelgevingsvoorstel van de Commissie dient te worden vergezeld van een globale schatting van de kosten van de regelgeving voor sociale, economische en milieuaspecten. Deze schatting wordt opgesteld door de verantwoordelijke ambtenaren, in samenspraak met een rechtstreeks onder de voorzitter van de Commissie ressorterende audit;

b)

deze globale schatting van de kosten wordt door de audit gecontroleerd;

c)

de Commissie, de Raad en het Parlement bepalen in het kader van de uitwerking van het bovengenoemde interinstitutioneel akkoord een kostendrempel waarboven een uitgebreide effectentoetsing dient te worden uitgevoerd;

d)

indien is vastgesteld dat een regelgevingsvoorstel de vastgestelde kostendrempel overschrijdt, toetsen de verantwoordelijke ambtenaren in de Commissie de voorgestelde regelgeving op de gevolgen voor sociale, economische en milieuaspecten, alsmede de beleidsalternatieven die de wetgever tegen deze achtergrond ter beschikking staan. Dit proces moet worden gecontroleerd door de audit; de resultaten van dit onderzoek worden bij het wetgevend voorstel vermeld;

e)

de resultaten van kostenramingen en effectentoetsingen worden bij het voorstel gevoegd en gepubliceerd op één centraal, voor iedereen toegankelijk punt;

f)

de Commissie doet het Parlement alleen voorstellen toekomen die zijn vergezeld van een kostenraming en een effectbeoordeling;

g)

amendementen van het Europees Parlement die gevolgen zullen hebben voor de sociale, economische en milieuaspecten worden voor een kostenraming voorgelegd aan een audit die wordt opgericht met de toereikende middelen waarover het Parlement kan beschikken. Indien blijkt dat het amendement de onder c) bedoelde kostendrempel overschrijdt, voert de audit een effectbeoordeling uit op het amendement. De resultaten van de kostenraming en de effectbeoordeling worden ter beschikking gesteld van de verantwoordelijke parlementaire commissie en tevens gepubliceerd op het onder e) bedoelde punt;

h)

de Raad volgt een vergelijkbare procedure, zoals beschreven onder g), en brengt een audit onder bij het Raadssecretariaat;

6.

wijst erop dat de voorgestelde procedure overeenkomt met de praktijkervaring in landen waar al sinds geruime tijd effectbeoordelingen worden toegepast;

7.

wijst er verder op dat een communautaire effectentoetsing alleen maar zin heeft wanneer Commissie, Raad en Parlement volgens dezelfde systematiek en met dezelfde maatstaven werken; nodigt daarom Commissie en Raad uit tot een voorzetting van het interinstitutioneel overleg teneinde dit jaar nog overeenstemming te bereiken over de in paragraaf 5 voorgestelde procedure;

8.

verzoekt de Commissie en de Raad om, met het doel de kosten van het systeem van effectbeoordelingen te beperken, samen met het Parlement gemeenschappelijke criteria op te stellen voor de kwantificering van de kosten die met de wetgevingsvoorstellen gepaard gaan, zowel in de Unie in haar geheel als binnen elke lidstaat;

9.

heeft kennis genomen van de bovengenoemde mededeling van de Commissie over het „actieplan”; stelt met tevredenheid vast dat de Commissie werk maakt van de vereenvoudiging van communautaire wetgeving; spreekt de hoop uit dat de door de Commissie ondervonden problemen in de toekomst kunnen worden verholpen; benadrukt dat vereenvoudiging achteraf had kunnen worden vermeden door de consequente toepassing van een deugdelijke effectentoetsing vooraf;

10.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.

P5_TA(2004)0292

Gelijke kansen voor personen met een handicap

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's — Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan (COM(2003) 650 — C5-0039/2004 — 2004/2004(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2003) 650),

gezien de mededelingen van de Commissie over gelijke kansen voor personen met een handicap — Een nieuwe strategie van de Europese Gemeenschap inzake gehandicapten (COM(1996) 406) en „Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking” (COM(2000) 284),

gelet op artikel 13 van het Verdrag van Amsterdam en de aan de Slotakte van dit Verdrag gehechte Verklaring nr. 22,

gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name de artikelen 21 en 26,

gezien Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor de gelijke behandeling in arbeid en beroep (1),

gezien zijn resoluties van 11 april 1997 over gelijke kansen voor personen met een handicap (2), van 18 november 1998 over gebarentaal (3), van 15 december 1998 over de evaluatie van het derde communautair actieprogramma ten behoeve van gehandicapten (HELIOS II) (4), van 4 april 2001 over de mededeling van de Commissie „Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking” (5), van 15 november 2001 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het Europees Jaar van de Gehandicapten 2003 (6), van 3 september 2003 over de ondersteuning van een wettelijk bindend instrument van de Verenigde Naties voor de bevordering en de bescherming van de rechten en de waardigheid van de personen met een handicap (7) en van 9 maart 2004 over de situatie van vrouwen van minderheidsgroepen in de Europese Unie (8);

gezien de resoluties van de Raad van 20 december 1996 over gelijke kansen voor personen met een handicap (9) en van 17 juni 1999 over gelijke kansen op werk voor mensen met een handicap (10), van 6 februari 2003 over e-toegankelijkheid — verbeteren van de toegang van mensen met een functiebeperking tot de kennismaatschappij (11), van 5 mei 2003 over gelijke kansen in onderwijs en opleiding voor leerlingen en studenten met een functiebeperking (12) en 6 mei 2003 over de toegankelijkheid van de culturele infrastructuur en van culturele activiteiten voor mensen met een handicap (13), van 15 juli 2003 over de bevordering van de tewerkstelling en de sociale integratie van personen met een handicap (14), en gezien de conclusies van de Raad van 2 en 3 juni 2003 over de bestrijding van stigmatisering en discriminatie in verband met geestesziekten en de conclusies van de Raad van 2 december 2003 over de bevordering van gelijke kansen voor personen met een handicap,

gezien het Eurobarometer-onderzoek 54.2 over de houding van de Europeanen ten aanzien van handicaps en het Eurostat-verslag over tewerkstelling van personen met een handicap in Europa 2002,

gezien de Standaardregels van de Verenigde Naties inzake gelijke kansen voor personen met een handicap,

gezien het Verdrag inzake de rechten van het kind van de Verenigde Naties van 1989 en zijn vier basiswaarden non-discriminatie, belangen van het kind als eerste overweging, recht op leven en op ontwikkeling, recht op een eigen mening en participatie, die als onderling verbonden en ondeelbaar moeten worden beschouwd,

gezien de Verklaring van Madrid „niet-discriminatie + positieve actie = sociale inclusie”, die werd aangenomen door 600 vertegenwoordigers van gehandicaptenorganisaties uit heel Europa tijdens de door het Spaans voorzitterschap van de Europese Unie georganiseerde conferentie,

gezien de bemoedigende resultaten van het „Corporate Partnership Programme”, waarmee een nauwere samenwerking werd bevorderd tussen bedrijfsleven en gehandicapten bij de toegang tot producten, diensten en werk,

gezien de resolutie „Na het Europees jaar van de Gehandicapten: een visie voor de toekomst” en het manifest voor de verkiezingen van het Europees Parlement in 2004, aangenomen tijdens de bijeenkomst van het Europees Parlement van de Gehandicapten op 10 en 11 november 2003, dat werd georganiseerd door de bevoegde commissie van het Europees Parlement, in samenwerking met het European Disability Forum,

gezien de verklaring die door de XIIIde Latijns-Amerikaanse Top van staatshoofden en regeringsleiders te Santa Cruz de la Sierra (Bolivia) op 14-15 november 2003 is aangenomen en waarin het jaar 2004 wordt uitgeroepen tot het Latijns-Amerikaanse Jaar van de gehandicapten,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 december 2003 inzake verzoekschrift 842/2001 over de gevolgen van verschillen in behandeling van MS-patiënten in de Europese Unie (15),

gezien het onderzoek dat de Europese Ombudsman bij de Commissie heeft ingesteld naar de integratie van personen met een handicap en met name naar de maatregelen die de Commissie heeft getroffen ter bestrijding van discriminatie van gehandicapten in hun betrekkingen met de instelling,

gezien het Besluit 2003/578/EG van de Raad van 22 juli 2003 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (16) en de Aanbeveling 2003/579/EG van de Raad van 22 juli 2003 over de uitvoering van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (17),

gezien de conclusies van de Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000,

gezien de door Cristiana Muscardini ingediende ontwerpresolutie over manieren om het voor gehandicapten in Europa makkelijker te maken om te reizen (B5-0061/2004),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen (A5-0263/2004),

A.

overwegende dat er in de uitgebreide EU 50 miljoen personen met een handicap zullen leven en dat hun functiebeperkingen een sterk heterogeen karakter vertonen,

B.

overwegende dat niet-discriminatie en bevordering van de mensenrechten in het middelpunt moeten staan van de in artikel 13 van het Verdrag en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerde strategie van de EU ten behoeve van de personen met een handicap,

C.

overwegende dat de Europese Ombudsman het initiatief heeft genomen tot een onderzoek naar de maatregelen die de Commissie heeft getroffen ter bestrijding van discriminatie van gehandicapten in hun betrekkingen met de instelling,

D.

overwegende dat een handicap niet moet worden gezien vanuit een medische maar vanuit een sociale invalshoek, d.w.z. dat gehandicapten als burgers met gelijke rechten moeten worden erkend,

E.

overwegende dat een effectief beleid ten aanzien van de gehandicaptenproblematiek gebaseerd moet zijn op de universele waarden inzake eerbiediging van de rechten en gelijke kansen en van de waardigheid van alle burgers, waaraan alle democratische politieke krachten een positieve bijdrage moeten leveren,

F.

overwegende dat vrouwen met een handicap vaak geconfronteerd worden met meerdere vormen van discriminatie,

1.

betuigt zijn voldoening over de toenemende bewustwording op het Europese en nationale vlak ten aanzien van niet-discriminatie en eerbiediging van de mensenrechten van personen met een handicap en ten aanzien van de ontwikkeling van partnerschappen tussen gehandicaptenverenigingen en deelnemers aan het politieke, economische, sociale en culturele leven, mede naar aanleiding van de initiatieven die zijn ontwikkeld tijdens het Europees Jaar van de gehandicapten 2003; is van mening dat de behaalde positieve resultaten die daarbij zijn bereikt deel moeten gaan uitmaken van het beleid van de Europese Unie en moeten worden bekrachtigd door middel van passende beleids- en wetgevingsinitiatieven;

2.

verwelkomt de mededeling van de Commissie over de follow-up van het Europees Jaar van de gehandicapten 2003, en met name de vaststelling door de Commissie van een Europees actieplan voor gehandicapten; betreurt het evenwel dat in dit actieplan al te zeer en te eenzijdig de nadruk ligt op werkgelegenheids-en onderwijsaspecten, gezien het feit dat gehandicapten zich pas werkelijk gelijk behandeld en bij de samenleving betrokken kunnen voelen wanneer aandacht wordt besteed aan alle terreinen van bedrijvigheid; is van mening dat in de mededeling moet worden aangedrongen op consolidering van de behaalde resultaten, zodat een stevige grondslag kan worden gelegd voor de toekomst; betreurt het dat de mededeling van de Commissie geen geïntegreerd genderperspectief bevat, noch een afzonderlijk hoofdstuk over genderspecifiek gehandicaptenbeleid; verzoekt de Commissie om in de achtereenvolgende fasen van haar actieplan ook het genderaspect en specifieke informatie over gehandicapte vrouwen op te nemen; verzoekt respectievelijk de Raad, de Commissie en de lidstaten om het gelijkekansenprincipe in alle beleidsmaatregelen ten behoeve van personen met een handicap op te nemen;

3.

betreurt het ontbreken van wetgevingsvoorstellen in het actieplan, en met name van een zich tot alle bevoegdheidsterreinen van de EU uitstrekkende richtlijn ter bestrijding van discriminatie op grond van een handicap — die erop gericht moet zijn alle hinderpalen die participatie van gehandicapten aan het gemeenschapsleven nog in de weg staan, definitief op te ruimen en gehandicapten in staat te stellen hun burgerschap volledig uit te oefenen — en zulks in weerwil van het feit dat het Europees Parlement daar herhaaldelijk om heeft verzocht en het Italiaans voorzitterschap van de EU een debat op gang heeft gebracht over de richtlijn tegen discriminatie; wijst op de toezegging van de Commissie om met een dergelijke richtlijn te komen;

4.

betreurt dat in de voorstellen van het actieplan geen aandacht is besteed aan de noodzaak bijzondere steun te verlenen aan gehandicaptenorganisaties in de toetredingslanden, teneinde hen bij te staan in het overgangsproces dat met de toetreding gepaard gaat;

5.

verzoekt de Commissie in haar binnenkort uit te brengen groenboek over de toekomstige strategie voor niet-discriminatie en in de nieuwe agenda voor het sociaal beleid een tijdschema op te nemen voor de indiening van een richtlijn ter bestrijding van discriminatie op grond van een handicap op de niet onder Richtlijn 2000/78/EG vallende terreinen; verzoekt de EU en de lidstaten naar geslacht gespecificeerde statistieken op te stellen over de situatie van gehandicapten, en is van mening dat moet worden onderzocht of de in de lidstaten bestaande gehandicaptenwetgeving op enigerlei vlak discriminerend is ten aanzien van gehandicapte vrouwen en meisjes;

6.

verzoekt de lidstaten die dit nog niet hebben gedaan, Richtlijn 2000/78/EG zo spoedig mogelijk volledig in nationale wetgeving om te zetten, de personen voor wie deze richtlijn bestemd is hiervan op de hoogte te stellen en opleidingsvoorzieningen te treffen voor degenen die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van deze richtlijn, met inbegrip van rechters; is ingenomen met het voornemen van de Commissie om sancties in te stellen op eventuele niet-omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving;

7.

is van mening dat het toekomstig verdrag tot instelling van een Grondwet voor Europa, met inachtneming van het op het solidariteitsbeginsel geïnspireerd Sociaal Europa, moet voorzien in krachtiger maatregelen ter bestrijding van discriminatie en ter bevordering van de eerbiediging van mensenrechten en gelijke kansen voor personen met een handicap, met name degenen die sterk van anderen afhankelijk zijn en/of niet zelf hun belangen kunnen behartigen; verzoekt de lidstaten bij de vaststelling van wetgevingsmaatregelen ter bestrijding van discriminatie meer gebruik te maken van gekwalificeerde meerderheidsstemmingen en van de medebeslissingsprocedure;

8.

bevestigt nogmaals zijn steun voor een VN-verdrag inzake de mensenrechten van gehandicapten, en verzoekt de lidstaten zich actief in te zetten voor een dergelijk verdrag, uitgaande van het verslag van het Europees Parlement, teneinde te waarborgen dat gehandicapten hun mensenrechten ten volle kunnen uitoefenen;

9.

wijst erop dat gehandicapte vrouwen het slachtoffer zijn geweest van ernstige schendingen van hun grondrechten — waaronder het recht op zelfbeschikking — aangezien hen hun seksuele en reproductieve rechten werden ontzegd; verzoekt de Commissie en de lidstaten krachtige maatregelen te nemen tegen alle vormen van geweld jegens gehandicapte vrouwen en meisjes; verzoekt de Commissie om in het kader van het Daphne-programma speciale aandacht te schenken aan de bestrijding van geweld jegens gehandicapte vrouwen en maatregelen te treffen ter ondervanging van het gebrek aan informatie in het algemeen en ter vergemakkelijking van de toegang van gehandicapte vrouwen tot de seksuele en reproductieve gezondheidszorg; verzoekt de lidstaten wetgeving in te voeren ter bescherming van de rechten van gehandicapte vrouwen in geval van seksueel misbruik en geweld en maatregelen te nemen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking om meisjes en vrouwen te beschermen tegen genitale verminking, die volgens het Actieplatform van de VN-Vrouwenconferentie moet worden beschouwd als een misdaad;

10.

onderstreept het belang van een tweejaarlijks verslag over gehandicapten, als instrument voor de bevordering van de bewustwording omtrent de situatie in de lidstaten van de Europese Unie en ter bevordering van goede praktijken; is van mening dat de bijdragen van de lidstaten gebaseerd moeten zijn op gemeenschappelijke richtsnoeren, teneinde prestatieverplichtingen te kunnen hanteren, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de situatie van gehandicapten in de toetredingslanden; bevestigt nogmaals het belang van actieve betrokkenheid van de nationale en Europese gehandicaptenorganisaties bij het besluitvormingsproces;

11.

verzoekt de Commissie om de twee jaar een verslag over de situatie van gehandicapten voor te leggen aan het Europees Parlement, de Raad, het Comité voor de sociale bescherming en het Comité voor de werkgelegenheid; verzoekt de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid de behandeling van dit verslag op zijn agenda te zetten;

12.

is ingenomen met de inspanningen die de Commissie onderneemt om een werkdocument te presenteren over de toepassing van de Europese werkgelegenheidsstrategie op personen met een handicap; verzoekt de Commissie eveneens concrete aanbevelingen te doen aan de lidstaten en deze op te nemen in het volgende gezamenlijk werkgelegenheidsverslag;

13.

verzoekt de lidstaten en de Commissie gevolg te geven aan de conclusies van de Raad van 2 december 2003 inzake gelijke kansen voor personen met een handicap, met name voor wat betreft de noodzaak in het tweejaarlijks verslag 2005 bijzondere aandacht te besteden aan de bevordering van de levenskwaliteit van gehandicapten die sterk van anderen afhankelijk zijn en/of niet zelf hun belangen kunnen behartigen en hun familieleden, en aan kwalitatief verantwoorde dienstverlening waarmee de autonomie van personen met een handicap en de eerbiediging van hun rechten kunnen worden bevorderd;

14.

is van mening dat in het kader van de toekomstige ESF-verordening specifieke activiteiten moeten worden bevorderd op het gebied van handicaps en dat daarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan personen die sterk van anderen afhankelijk zijn en/of niet zelf hun belangen kunnen behartigen, aan de bevordering van kwalitatief verantwoorde opleidingen en revalidatie en dat tevens de gehandicaptenproblematiek een eigen plaats moet krijgen in de nagestreefde doelstellingen; verzoekt de Commissie voorts in de structuurfondsregelingen met betrekking tot de financiering van infrastructuur- of bouwprojecten de verplichting van toegankelijkheid voor gehandicapten op te nemen, en in de via het Europees Sociaal Fonds gefinancierde opleidingsmodules ook opleidingen op te nemen op het gebied van de nieuwe informatie- en telecommunicatietechnologieën;

15.

juicht het toe dat het actieplan van de Commissie ook maatregelen omvat om de toegang tot informatietechnologie en tot de bebouwde omgeving te verbeteren, alsook de verbintenis om in het communautair beleid ten aanzien van de bebouwde omgeving het beginsel te integreren dat „vormgeving een zaak is voor iedereen”; is niettemin van mening dat er een ambitieuzere strategie moet worden ontwikkeld om tastbare resultaten te bereiken; dringt erop aan dat de aanbevelingen in het deskundigenverslag van de EU inzake „Toegankelijkheid voor iedereen” onverwijld ten uitvoer worden gelegd, inclusief de opneming van verplichte toegankelijkheidsnormen in de bouwproductenrichtlijn; dringt er derhalve tevens op aan dat de door de EU te treffen maatregelen gepaard gaan met een adequaat wetgevingskader, dat gemeenschappelijke voorschriften bevat voor de toegankelijkheid van goederen, diensten en infrastructuur en vergezeld gaat van stimulansen voor het bedrijfsleven en de bevordering van partnerschappen tussen de particuliere en de overheidssector;

16.

maakt er voorts op attent dat technologische hulpmiddelen de zelfstandigheid van gehandicapten weliswaar in belangrijke mate helpen bevorderen, maar dat zij voor veel gehandicapten veel te duur zijn; bovendien zijn dergelijke apparaten in veel gevallen nauwelijks verkrijgbaar en moeilijk te onderhouden en te repareren; brengt in herinnering dat het Handynet-programma er niet in is geslaagd in de reële behoeften van gehandicapten te voorzien en onderstreept dat de EU haar beleid specifieker moet richten op bevordering van het beginsel dat vormgeving een zaak is voor iedereen;

17.

is ingenomen met de uitvaardiging van voorschriften voor de toegankelijkheid van diensten, producten en leveranties in het kader van de recentelijk door het Europees Parlement en de Raad aangenomen nieuwe richtlijnen betreffende overheidsopdrachten; verzoekt de Commissie richtsnoeren uit te werken en voor te leggen aan de overheidsinstanties en lokale autoriteiten, teneinde de volledige toepassing daarvan te kunnen garanderen;

18.

is verheugd over het voorstel van de Commissie met betrekking tot de uitwisseling van goede praktijken en de opsporing van de factoren die leiden tot het welslagen of mislukken van de volledige integratie van gehandicapten in opvoeding, onderwijs en opleiding; stelt voor, een werkgroep in te stellen bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten en van gehandicaptenorganisaties, deskundigen op het gebied van opvoeding, onderwijs en opleiding, vertegenwoordigers van de sociale partners, producenten van nieuwe technologieën en andere betrokkenen;

19.

wijst op het belang van het door het Europees Parlement in de begroting-2004 opgenomen proefproject voor de follow-up van het Europees Jaar van de gehandicapten 2003, teneinde integratie van de gehandicaptenproblematiek in de verschillende Europese beleidsvormen en de opzet van partnerschappen tussen gehandicaptenorganisaties en deelnemers aan het economisch, sociaal en cultureel leven en de media te bevorderen; verzoekt de Commissie met ingang van de begroting-2005 een voorstel te doen voor een specifiek actieprogramma;

20.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen van de lidstaten.


(1)  PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16.

(2)  PB C 132 van 28.4.1997, blz. 313.

(3)  PB C 379 van 7.12.1998, blz. 66.

(4)  PB C 98 van 9.4.1999, blz. 35.

(5)  PB C 21 E van 24.1.2002, blz. 246.

(6)  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 599.

(7)  P5_TA(2003)0370.

(8)  P5_TA(2004)0153.

(9)  PB C 12 van 13.1.1997, blz. 1.

(10)  PB C 186 van 2.7.1999, blz. 3.

(11)  PB C 39 van 18.2.2003, blz. 5.

(12)  PB C 134 van 7.6.2003, blz. 6.

(13)  PB C 134 van 7.6.2003, blz. 7.

(14)  PB C 175 van 24.7.2003, blz. 1.

(15)  P5_TA(2003)0601.

(16)  PB L 197 van 5.8.2003, blz. 13.

(17)  PB L 197 van 5.8.2003, blz. 22.

P5_TA(2004)0293

Socialezekerheidsstelsels *** II

Wetgevingsresolutie betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (15577/6/2003 — C5-0043/2004 — 1998/0360(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15577/6/2003 — C5-0043/2004) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(1998) 779) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2003) 596) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0234/2004),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 79 E van 30.3.2004, blz. 15.

(2)  Aangenomen teksten van 3.9.2003, P5_TA(2003)0365.

(3)  PB C 38 van 12.2.1999, blz. 10.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC2-COD(1998)0360

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 42 en 308,

Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van de sociale partners en de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers, (1) (gewijzigd voorstel).

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité, (2)

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De voorschriften ter coördinatie van de nationale socialezekerheidsstelsels behoren tot de regelingen betreffende het vrije verkeer van personen en moeten bijdragen aan de verhoging van de levensstandaard en de verbetering van de arbeidsomstandigheden.

(2)

In het Verdrag zijn geen andere bevoegdheden opgenomen dan die waarin artikel 308 voorziet om passende maatregelen te nemen op het gebied van de sociale zekerheid voor anders dan in loondienst werkende personen.

(3)

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (4) is diverse keren gewijzigd en bijgewerkt, om rekening te houden met de ontwikkelingen op communautair niveau, waaronder de uitspraken van het Hof van Justitie, en daarnaast met de wijzigingen in de nationale wetgevingen; mede als gevolg daarvan zijn de coördinatievoorschriften van de Gemeenschap complex en lang geworden; het is derhalve essentieel deze voorschriften te vervangen, en tegelijk te moderniseren en te vereenvoudigen, om de doelstelling van het vrije verkeer van personen te bereiken.

(4)

Het is noodzakelijk dat de eigen kenmerken van de nationale socialezekerheidswetgevingen worden gerespecteerd en er enkel een coördinatiemethode wordt uitgewerkt.

(5)

Het is noodzakelijk, dat in het kader van deze coördinatie wordt gegarandeerd dat alle betrokkenen binnen de Gemeenschap krachtens de verschillende nationale wetgevingen gelijke behandeling genieten.

(6)

De nauwe band tussen de socialezekerheidswetgeving en de contractuele bepalingen die deze wetgeving aanvullen of vervangen, en die door een besluit van de overheid verplicht zijn gemaakt dan wel een ruimere werkingssfeer hebben gekregen, kan ten aanzien van de toepassing van die contractuele bepalingen een soortgelijke bescherming noodzakelijk maken als die welke door de verordening wordt geboden. Als eerste stap in die richting zouden de ervaringen kunnen worden geëvalueerd van de lidstaten die van dergelijke regelingen kennis hebben gegeven.

(7)

Gezien de grote verschillen tussen de nationale wetgevingen voor wat betreft de personele werkingssfeer verdient het de voorkeur uit te gaan van het beginsel dat deze verordening van toepassing is op personen die onderdaan van een lidstaat zijn, staatlozen en vluchtelingen die op het grondgebied van een lidstaat verblijven, en op wie de socialezekerheidswetgeving van een of meer lidstaten van toepassing is of geweest is, alsmede op hun gezinsleden en hun nabestaanden.

(8)

Het algemene beginsel van gelijke behandeling is bijzonder belangrijk voor werknemers die niet in de lidstaat wonen waar zij werken, waaronder grensarbeiders.

(9)

Het Hof van Justitie heeft meermalen advies gegeven over de mogelijkheid van gelijke behandeling van uitkeringen, inkomsten en feiten. Dit beginsel moet uitdrukkelijk worden aangenomen en nader ontwikkeld, waarbij de inhoud en de geest van rechterlijke vonnissen in acht moet worden genomen.

(10)

Het beginsel dat bepaalde feiten of gebeurtenissen die zich op het grondgebied van een andere lidstaat voordoen, worden behandeld alsof zij zich hebben voorgedaan op het grondgebied van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing is, mag evenwel geen invloed hebben op het beginsel dat tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst, van werkzaamheden anders dan in loondienst, of van wonen die zijn vervuld op grond van de wetgeving van een andere lidstaat, worden samengeteld met de tijdvakken die zijn vervuld op grond van de wetgeving van de bevoegde lidstaat. Op grond van de wetgeving van in een andere lidstaat vervulde tijdvakken mogen derhalve alleen in aanmerking worden genomen door toepassing van het beginsel van samentelling van tijdvakken, etc.

(11)

De gelijkstelling van feiten of gebeurtenissen die zich in een lidstaat voordoen kan in geen geval tot gevolg hebben dat een andere lidstaat bevoegd is, of dat diens wetgeving van toepassing wordt.

(12)

Ten behoeve van de evenredigheid moet ervoor worden gezorgd dat het beginsel van gelijkstelling van feiten of gebeurtenissen niet tot objectief ongerechtvaardigde resultaten leidt, noch tot samenloop van prestaties van dezelfde aard tijdens hetzelfde tijdvak.

(13)

De coördinatievoorschriften moeten garanderen dat personen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, alsmede hun rechthebbenden en nabestaanden de verworven en in wording zijnde rechten en voordelen behouden.

(14)

Deze doeleinden moeten met name bereikt worden door het samentellen van alle tijdvakken die door de verschillende nationale wetgevingen in aanmerking worden genomen voor het verkrijgen en behouden van het recht op prestaties en voor de berekening daarvan, alsmede door het verlenen van prestaties aan de verschillende onder de verordening vallende categorieën van personen.

(15)

Het is noodzakelijk dat personen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen aan de wetgeving van een enkele lidstaat onderworpen zijn, om de samenloop van toepasbare nationale wetgevingen en de verwikkelingen die daaruit ontstaan, te vermijden.

(16)

Het is binnen de Gemeenschap in principe niet gerechtvaardigd dat socialezekerheidsrechten afhankelijk gesteld worden van de woonplaats van de betrokkene; in specifieke gevallen, met name voor bijzondere prestaties die verband houden met de economische en sociale omstandigheden van de betrokkene, zou echter diens woonplaats in aanmerking genomen kunnen worden.

(17)

Om gelijke behandeling van alle personen die op het grondgebied van een lidstaat werken zo goed mogelijk te garanderen, dient als algemene regel de wetgeving van de lidstaat op het grondgebied waarvan de betrokkene zijn werkzaamheden, al dan niet in loondienst, verricht als toepasselijke wetgeving te worden aangewezen.

(18)

In specifieke situaties die een ander toepassingscriterium rechtvaardigen, is het nodig van deze algemene regel af te wijken.

(19)

In sommige gevallen kunnen de moeder of de vader aanspraak maken op moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, en aangezien uitkeringen aan de vader verschillen van ouderschapsuitkeringen en gelijkgesteld kunnen worden met moederschapsuitkeringen stricto sensu — aangezien zij worden uitgekeerd tijdens de eerste levensmaanden van een pasgeborene — is het opportuun voor moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen een gezamenlijke regeling te treffen.

(20)

Wat betreft prestaties bij ziekte en uitkeringen bij moederschap of daarmee gelijkgesteld vaderschap, is het noodzakelijk aan verzekerden en hun gezinsleden die in een andere dan de bevoegde lidstaat wonen of verblijven, bescherming te garanderen.

(21)

Bepalingen met betrekking tot prestaties bijziekte en uitkeringen bij moederschap of daarmee gelijkgesteld vaderschap zijn opgesteld in het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie; de bepalingen inzake toestemming vooraf zijn verbeterd, rekening houdend met de desbetreffende uitspraken van het Hof van Justitie.

(22)

De specifieke situatie van de aanvragers van en rechthebbenden op pensioenen en hun gezinsleden maakt aangepaste ziekteverzekeringsbepalingen noodzakelijk.

(23)

Gezien de verschillen tussen de diverse nationale stelsels, wordt het passend geacht dat de lidstaten er, indien mogelijk, voor zorgen dat gezinsleden van grensarbeiders geneeskundige behandeling kunnen krijgen in de lidstaat waar laatstgenoemden hun werkzaamheden verrichten.

(24)

Het is noodzakelijk specifieke bepalingen vast te stellen ter voorkoming van samenloop van verstrekkingen en uitkeringen bij ziekte van dezelfde aard als die welke worden bestreken door de arresten van het Hof van Justitie in de zaken C-215/99, Jauch en C-160/96, Molenaar, voorzover die verstrekkingen en uitkeringen hetzelfde risico dekken.

(25)

Wat betreft prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten is het belangrijk om de situatie te regelen van personen die wonen of verblijven in een andere dan de bevoegde lidstaat, teneinde hun een bescherming te garanderen.

(26)

Voor uitkeringen bij invaliditeit moet een coördinatiemethode worden uitgewerkt waarbij rekening wordt gehouden met de eigen kenmerken van de nationale wetgevingen, met name ten aanzien van de vaststelling van de invaliditeit en de toeneming daarvan.

(27)

Het is noodzakelijk, dat voor de toekenning van uitkeringen bij ouderdom en aan nabestaanden een methode wordt uitgewerkt voor de gevallen waarin de betrokkene onderworpen was aan de wetgeving van één of meer lidstaten.

(28)

Er moet een volgens de samentellings- en proratiseringsmethode berekend en door het Gemeenschapsrecht gegarandeerd pensioenbedrag worden vastgesteld, indien de toepassing van de nationale wetgeving alleen, met inbegrip van de voorschriften inzake vermindering, schorsing of intrekking, minder gunstig is dan de toepassing van de hiervoor bedoelde methode.

(29)

Ter bescherming van de migrerende werknemers en hun nabestaanden tegen een te strikte toepassing van de nationale voorschriften inzake vermindering, schorsing of intrekking, moeten in de verordening bepalingen worden opgenomen op grond waarvan de toepassing van deze nationale voorschriften aan strenge voorwaarden wordt onderworpen.

(30)

Zoals steeds is bevestigd door het Hof van Justitie, wordt de Raad niet bevoegd geacht voorschriften vast te stellen waarbij een beperking wordt opgelegd op de samenloop van twee of meer in verschillende lidstaten opgebouwde pensioenen, door een verlaging van het bedrag van een pensioen dat uitsluitend volgens de nationale wetgeving is opgebouwd.

(31)

Volgens het Hof van Justitie is het aan de nationale wetgever om dergelijke voorschriften vast te stellen, met dien verstande dat het tot de bevoegdheden van de communautaire wetgever behoort de grenzen vast te stellen waarbinnen de nationale voorschriften betreffende verlaging, opschorting of intrekking moeten worden toegepast.

(32)

Teneinde de mobiliteit van werknemers te bevorderen, is het met name aangewezen om het zoeken naar werk in de verschillende lidstaten te vergemakkelijken; het is derhalve nodig tot de een volledigere en effectievere coördinatie tussen de regelingen inzake werkloosheidsverzekering en de diensten voor arbeidsvoorziening van alle lidstaten te komen.

(33)

De wettelijke stelsels voor vervroegde uittreding moeten in het toepassingsgebied van deze verordening worden opgenomen, zodat de gelijke behandeling en de mogelijkheid tot export van de uitkeringen bij vervroegde uittreding, evenals de toekenning van gezinsbijslagen, en ziektekostenverstrekkingen aan de betrokkenen worden gewaarborgd overeenkomstig de bepalingen van deze verordening; aangezien de wettelijke stelsels voor vervroegde uittreding slechts in een zeer beperkt aantal lidstaten bestaan, is het evenwel raadzaam om de regel van de samentelling van de tijdvakken uit te sluiten voor het verkrijgen van het recht op deze uitkeringen.

(34)

Gelet op het feit dat gezinsbijslagen een zeer ruim bereik hebben, en bescherming bieden bij zowel meer klassieke als specifieke situaties, en dat over die laatste arresten bestaan van het Hof van Justitie (in de gevoegde zaken C-245/94 en C-312/94, Ingrid Hoever en in zaak C-275/96, Anne Kuusijärvi, dient voor alle gezinsbijslagen in een regeling te worden voorzien.

(35)

Teneinde een niet-gerechtvaardigde samenloop van uitkeringen te vermijden, is het nodig voorrangsregels vast te leggen voor de gevallen van samenloop van rechten op gezinsbijslagen op grond van de wetgeving van de bevoegde lidstaat en op grond van de wetgeving van de lidstaat waar de gezinsleden wonen.

(36)

Voorschotten op onderhoudsbijdragen zijn voorschotten die uitgekeerd worden als een ouder niet kan voldoen aan de uit het familierecht voortvloeiende verplichting om zijn eigen kind te onderhouden. Derhalve moeten die voorschotten niet beschouwd worden als rechtstreekse bijdragen uit collectieve middelen ten behoeve van gezinnen. Vanwege die kenmerken moeten de coördinatieregels niet op onderhoudsbijdragen worden toegepast.

(37)

Zoals het Hof van Justitie herhaaldelijk heeft gesteld, dienen voorschriften die afwijken van het beginsel van de exporteerbaarheid van socialezekerheidsprestaties strikt te worden uitgelegd. Dat betekent dat ze alleen van toepassing kunnen zijn op prestaties die aan de gespecificeerde voorwaarden voldoen. Daaruit volgt dat hoofdstuk 9 van titel III van deze verordening alleen van toepassing kan zijn op prestaties van bijzondere aard die niet op premie- of bijdragebetaling berusten en zijn vermeld in bijlage X bij deze verordening.

(38)

Het is noodzakelijk een Administratieve Commissie op te richten, die samengesteld is uit een regeringsvertegenwoordiger van elk van de lidstaten, en die met name tot taak heeft alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard, voortvloeiende uit de bepalingen van deze verordening, te behandelen en de samenwerking tussen de lidstaten te bevorderen.

(39)

In verband met ontwikkeling en het gebruik van gegevensverwerkingsdiensten voor gegevensuitwisseling is het nodig gebleken om een technische commissie op te richten die onder de bevoegdheid van de Administratieve Commissie valt en die specifieke bevoegdheden heeft op het gebied van de gegevensverwerking.

(40)

Het gebruik van gegevensverwerkingsdiensten voor de gegevensuitwisseling tussen de organen vereist bepalingen die waarborgen dat de op elektronische wijze uitgewisselde of afgegeven documenten op dezelfde wijze worden geaccepteerd als papieren documenten. Deze uitwisseling vindt plaats met inachtneming van de communautaire voorschriften op het gebied van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking en het vrije verkeer van persoonsgegevens.

(41)

Het is noodzakelijk dat bijzondere bepalingen worden vastgesteld die in overeenstemming zijn met de specifieke kenmerken van de nationale wetgevingen, teneinde de toepassing van de coördinatievoorschriften te vergemakkelijken.

(42)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, uitgaande van de veronderstelling dat de verordening tot alle Europese onderdanen wordt uitgebreid en met het oog op het vinden van een oplossing waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen in verband met de bijzondere kenmerken van op de woonplaats gebaseerde stelsels, werd een bijzondere afwijking middels de toevoeging van een bijlage XI — „DENEMARKEN”, beperkt tot recht op een socialezekerheidspensioen, uitsluitend voor de nieuwe categorie niet-actieve personen waartoe deze verordening is uitgebreid, passend geacht vanwege de bijzondere kenmerken van het Deense stelsel en gezien het feit dat die pensioenen volgens de vigerende Deense wetgeving (Pensioenwet) exporteerbaar zijn na een verblijf van tien jaar.

(43)

Overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling wordt een bijzondere afwijking middels de toevoeging van een bijlage XI — „FINLAND”, beperkt tot op de woonplaats gebaseerde nationale pensioenen, passend geacht vanwege de bijzondere kenmerken van de Finse wetgeving inzake sociale zekerheid, die ertoe strekt te waarborgen dat het bedrag van het nationale pensioen niet lager is dan het bedrag van het nationale pensioen waarvan de berekening stoelt op de hypothese dat alle, in enige lidstaat vervulde, tijdvakken van verzekering in Finland zouden zijn vervuld.

(44)

Hoewel bij de invoering van een nieuwe verordening, Verordening (EEG) nr. 1408/71 moet worden ingetrokken, is het ter wille van de rechtszekerheid noodzakelijk dat Verordening (EEG) nr. 1408/71 van kracht blijft en dat de rechtsgevolgen ervan gehandhaafd blijven voor bepaalde communautaire besluiten en overeenkomsten waarbij de Europese Gemeenschap partij is.

(45)

Aangezien de doelstelling van het voorgenomen optreden, namelijk coördinerende maatregelen om te waarborgen dat het recht van vrij verkeer van personen daadwerkelijk kan worden uitgeoefend, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, wegens de omvang en de gevolgen van dit optreden, beter op communautair niveau kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen treffen, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag. In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel van dat artikel gaat deze verordening niet verder dan hetgeen noodzakelijk is voor het bereiken van deze doelstelling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening:

a)

worden onder „werkzaamheden in loondienst” verstaan werkzaamheden of daarmee gelijkgestelde situaties die als zodanig worden beschouwd voor de toepassing van de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar die werkzaamheden worden verricht, of waar die gelijkgestelde situaties zich voordoen;

b)

worden onder „werkzaamheden anders dan in loondienst” verstaan werkzaamheden of daarmee gelijkgestelde situaties die als zodanig worden beschouwd voor de toepassing van de socialezekerheidswetgeving van de lidstaat waar die werkzaamheden worden verricht, of waar die gelijkgestelde situaties zich voordoen;

c)

wordt onder „verzekerde”, ten aanzien van de onder titel III, hoofdstukken 1 en 3, vallende takken van sociale zekerheid, verstaan iedere persoon die voldoet aan de voorwaarden die voor het recht op prestaties worden gesteld door de wetgeving van de uit hoofde van titel II bevoegde lidstaat, met inachtneming van de bepalingen van deze verordening;

d)

wordt onder „ambtenaar” verstaan de persoon die door de lidstaat waaronder de dienst waarbij hij werkzaam is, ressorteert, wordt beschouwd als ambtenaar of daarmee gelijkgestelde persoon;

e)

wordt onder „bijzonder stelsel voor ambtenaren” verstaan elk stelsel van sociale zekerheid dat verschilt van het algemeen stelsel van sociale zekerheid dat van toepassing is op werknemers in de betreffende lidstaat en waaraan alle, of bepaalde categorieën van, ambtenaren rechtstreeks onderworpen zijn;

f)

wordt onder „grensarbeider” verstaan eenieder die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat maar die woont in een andere lidstaat, waarnaar hij in beginsel dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeert;

g)

heeft de term „vluchteling” de betekenis welke daaraan wordt toegekend in artikel 1 van het op 28 juli 1951 te Genève ondertekende Verdrag betreffende de status van vluchtelingen;

h)

heeft de term „staatloze” de betekenis welke daaraan wordt toegekend in artikel 1 van het op 28 september 1954 te New York ondertekende Verdrag betreffende de status van staatlozen;

i)

wordt onder „gezinslid” verstaan:

1)

i)

een ieder die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend of als huisgenoot wordt aangeduid door de wetgeving krachtens welke de prestaties worden verleend;

ii)

wat betreft verstrekkingen overeenkomstig titel III, hoofdstuk 1 inzake prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, een ieder die als gezinslid wordt aangemerkt of erkend dan wel als huisgenoot wordt aangemerkt krachtens de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont.

2)

Indien in de krachtens onderdeel 1 toepasselijke wetgeving van een lidstaat geen onderscheid wordt gemaakt tussen gezinsleden en de overige personen op wie deze wetgeving van toepassing is, worden de echtgeno(o)t(e), de minderjarige kinderen en de meerderjarige kinderen die recht op onderhoud hebben, als gezinsleden beschouwd.

3)

Indien een persoon volgens de onderdelen 1 en 2 toepasselijke wetgeving slechts als gezinslid of huisgenoot wordt beschouwd wanneer hij bij de verzekerde of de gepensioneerde inwoont, wordt aan deze voorwaarde geacht te zijn voldaan indien de betrokkene in hoofdzaak op kosten van de verzekerde of de gepensioneerde wordt onderhouden;

j)

wordt onder „woonplaats” verstaan de plaats waar een persoon pleegt te wonen;

k)

wordt onder „verblijfplaats” verstaan de tijdelijke verblijfplaats;

l)

wordt ten aanzien van elke lidstaat onder „wetgeving” verstaan de wetten, regelingen, statutaire bepalingen en alle andere uitvoeringsmaatregelen die betrekking hebben op de in artikel 3, lid 1, bedoelde takken van sociale zekerheid;

Contractuele bepalingen vallen niet onder deze term. Wel blijft de term gelden voor contractuele bepalingen die een verzekeringsplicht instellen die is afgeleid van de in de eerste zin bedoelde wetten of regelingen die bij een besluit van het bevoegde overheidsorgaan algemeen verbindend zijn verklaard, dan wel een ruimere werkingssfeer hebben gekregen, mits de betrokken lidstaat een verklaring in die zin opstelt waarvan hij de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Raad van de Europese Unie in kennis stelt. Deze verklaring wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie;

m)

wordt ten aanzien van elke lidstaat onder „bevoegde autoriteit” verstaan de minister of ministers, dan wel een andere, vergelijkbare autoriteit, onder wie in de gehele betrokken staat of in een deel daarvan de regelingen inzake sociale zekerheid ressorteren;

n)

wordt onder „Administratieve Commissie” verstaan de commissie bedoeld in artikel 71;

o)

wordt onder „Toepassingsverordening” verstaan de verordening bedoeld in artikel 89;

p)

wordt ten aanzien van elke lidstaat onder „orgaan” verstaan het lichaam dat of de autoriteit die belast is met de uitvoering van de gehele wetgeving of een deel daarvan;

q)

wordt onder „bevoegd orgaan” verstaan:

i)

het orgaan waarbij de betrokkene is verzekerd op het tijdstip waarop hij om prestaties verzoekt, of

ii)

het orgaan ten opzichte waarvan de betrokkene aanspraak op prestaties heeft of zou hebben, indien hij of een of meer van zijn gezinsleden zouden wonen in de lidstaat waar dit orgaan zich bevindt, of

iii)

het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat aangewezen orgaan, of

iv)

indien het een regeling betreft inzake de verplichtingen van de werkgever ten aanzien van de in artikel 3, lid 1, bedoelde prestaties, de werkgever of de betrokken verzekeraar, dan wel bij ontstentenis van dezen, het lichaam dat of de autoriteit die door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat is aangewezen;

r)

worden onder „orgaan van de woonplaats” en „orgaan van de verblijfplaats” verstaan, het orgaan dat ter plaatse waar de betrokkene woont, bevoegd is de prestaties te verlenen, respectievelijk het orgaan dat ter plaatse waar de betrokkene verblijft, bevoegd is de prestaties te verlenen, volgens de wetgeving die door dit orgaan wordt toegepast, of, indien een zodanig orgaan niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat aangewezen orgaan;

s)

wordt onder „bevoegde lidstaat” verstaan de lidstaat waar het bevoegde orgaan zich bevindt;

t)

worden onder „tijdvakken van verzekering” verstaan de tijdvakken van premie- of bijdragebetaling, van werkzaamheden in loondienst of van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden, die als tijdvakken van verzekering worden omschreven of aangemerkt op grond van de wetgeving waaronder zij zijn vervuld, of geacht worden te zijn vervuld, alsmede alle met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken, voorzover zij door die wetgeving als gelijkgesteld met tijdvakken van verzekering zijn erkend;

u)

worden onder „tijdvakken van werkzaamheden in loondienst” en „tijdvakken van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden” verstaan de tijdvakken die als zodanig worden omschreven of aangemerkt op grond van de wetgeving waaronder zij zijn vervuld, alsmede alle met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken, voorzover zij door die wetgeving als gelijkgesteld met tijdvakken van werkzaamheden in loondienst of met tijdvakken van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden zijn erkend;

v)

worden onder „tijdvakken van wonen” verstaan de tijdvakken die als zodanig worden omschreven of aangemerkt ingevolge de wetgeving waaronder zij zijn vervuld, of geacht worden te zijn vervuld;

w)

omvat de term „pensioen” tevens renten, als afkoopsom uitgekeerde bedragen die in de plaats daarvan kunnen treden en terugstortingen van premies of bijdragen, alsmede, behoudens het bepaalde in titel III, verhogingen in verband met aanpassing aan het loon- of prijsniveau of aanvullende uitkeringen;

x)

worden onder „uitkeringen bij vervroegde uittreding” verstaan: alle uitkeringen, met uitzondering van een werkloosheidsuitkering en een vervroegde ouderdomsuitkering, die vanaf een bepaalde leeftijd worden verstrekt aan de werknemer die zijn beroepsactiviteiten heeft verminderd, beëindigd of opgeschort, tot de leeftijd waarop hij recht heeft op een ouderdomspensioen of een vervroegd ouderdomspensioen en waaraan niet de voorwaarde verbonden is dat de rechthebbende zich ter beschikking stelt van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de bevoegde lidstaat; onder een „vervroegde ouderdomsprestatie” wordt verstaan een prestatie die wordt verstrekt voordat de leeftijd is bereikt die normaliter geldt voor het recht op pensioen en die bij het bereiken van die leeftijd wordt doorbetaald of door een andere ouderdomsprestatie wordt vervangen;

y)

wordt onder „overlijdensuitkering” verstaan een bedrag ineens dat bij overlijden wordt uitgekeerd, met uitzondering van de onder w) bedoelde bedragen die als afkoopsom worden uitgekeerd;

z)

worden onder „gezinsbijslagen” verstaan alle verstrekkingen en uitkeringen ter tegemoetkoming van de gezinslasten, met uitzondering van voorschotten op onderhoudsbijdragen, en de in bijlage I vermelde bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie.

Artikel 2

Personele werkingssfeer

1.   Deze verordening is van toepassing op onderdanen van een lidstaat, staatlozen en vluchtelingen, die in een van de lidstaten wonen, en op wie de wetgeving van een of meer lidstaten van toepassing is of geweest is, alsmede op hun gezinsleden en hun nabestaanden.

2.   Tevens is deze verordening van toepassing op de nabestaanden van de personen op wie de wetgeving van een of meer lidstaten van toepassing is geweest, ongeacht de nationaliteit van die personen, indien hun nabestaanden onderdanen van één van de lidstaten, staatlozen of vluchtelingen zijn die in één van de lidstaten wonen.

Artikel 3

Materiële werkingssfeer

1.   Deze verordening is van toepassing op alle wetgeving betreffende de volgende takken van sociale zekerheid:

a)

prestaties bij ziekte;

b)

moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen;

c)

uitkeringen bij invaliditeit;

d)

uitkeringen bij ouderdom;

e)

uitkeringen aan nabestaanden;

f)

prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten;

g)

uitkeringen bij overlijden;

h)

uitkeringen bij werkloosheid;

i)

uitkeringen bij vervroegde uittreding;

j)

gezinsbijslagen.

2.   Tenzij in bijlage XI anders is bepaald, is deze verordening van toepassing op de algemene en bijzondere stelsels van sociale zekerheid, al dan niet op premie- of bijdragebetaling berustend, alsmede op de stelsels betreffende de verplichtingen van een werkgever of een reder.

3.   Deze verordening is tevens van toepassing op bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties, als bedoeld in artikel 70.

4.   Titel III laat de wettelijke voorschriften van een lidstaat met betrekking tot de verplichtingen van de reder onverlet.

5.   Deze verordening is niet van toepassing op sociale en medische bijstand en evenmin op de regelingen betreffende prestaties aan slachtoffers van oorlogshandelingen of de gevolgen daarvan.

Artikel 4

Gelijke behandeling

Tenzij in deze verordening anders is bepaald hebben personen op wie de bepalingen van deze verordening van toepassing zijn, de rechten en verplichtingen voortvloeiende uit de wetgeving van elke lidstaat onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat.

Artikel 5

Gelijkstelling van prestaties, inkomsten, feiten en gebeurtenissen

Tenzij in deze verordening anders is bepaald en rekening houdend met de bijzondere uitvoeringsbepalingen, geldt het volgende:

a)

indien de wetgeving van de bevoegde lidstaat bepaalde rechtsgevolgen toekent aan socialezekerheidsprestaties of andere inkomsten, zijn de betreffende bepalingen van die wetgeving ook van toepassing op gelijkgestelde prestaties die krachtens de wetgeving van een andere lidstaat toegekend zijn alsmede op de inkomsten die in een andere lidstaat verworven zijn;

b)

indien de wetgeving van de bevoegde lidstaat rechtsgevolgen toekent aan bepaalde feiten of gebeurtenissen, houdt die lidstaat rekening met soortgelijke feiten of gebeurtenissen die zich in een andere lidstaat voordoen alsof zij zich op het eigen grondgebied hebben voorgedaan.

Artikel 6

Samentelling van tijdvakken

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, houdt het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving

het verkrijgen, het behoud, de duur of het herstel van het recht op prestaties,

de toepassing van een wetgeving, of

de toegang tot of de ontheffing van de verplichte, vrijwillig voortgezette of vrijwillige verzekering,

afhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst, van werkzaamheden anders dan in loondienst of van wonen, voorzover nodig, rekening met de overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat vervulde tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst, van werkzaamheden anders dan in loondienst of van wonen, alsof die tijdvakken overeenkomstig de door dat orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld.

Artikel 7

Opheffing van de regels inzake de woonplaats

Tenzij in deze verordening anders is bepaald, kunnen de uitkeringen verschuldigd op grond van de wetgeving van een of meer lidstaten of op grond van deze verordening, niet worden verminderd, gewijzigd, geschorst, ingetrokken of verbeurd verklaard op grond van het feit dat de rechthebbende of de leden van zijn gezin in een andere lidstaat wonen dan die waar zich het orgaan bevindt dat deze uitkering verschuldigd is.

Artikel 8

Verhouding tussen deze verordening en andere coördinatie-instrumenten

1.   Deze verordening treedt, binnen haar werkingssfeer, in de plaats van verdragen inzake sociale zekerheid die tussen de lidstaten van toepassing zijn. Niettemin blijven bepaalde bepalingen van verdragen die lidstaten vóór deze verordening van toepassing wordt, hebben gesloten, van toepassing, wanneer zij gunstiger zijn voor de rechthebbenden of indien zij voortvloeien uit specifieke historische omstandigheden en een in de tijd beperkt effect hebben. Om van kracht te blijven moeten die bepalingen in bijlage II worden vermeld. Indien het op objectieve gronden eventueel mogelijk is enkele van deze bepalingen uit te breiden tot alle personen waarop de verordening van toepassing is, dan wordt dit aangegeven.

2.   Twee of meer lidstaten kunnen zo nodig onderlinge verdragen sluiten die berusten op de beginselen van deze verordening en die in overeenstemming zijn met de geest ervan.

Artikel 9

Verklaringen van de lidstaten over de werkingssfeer van deze verordening

1.   De lidstaten stellen de Commissie schriftelijk in kennis van verklaringen als bedoeld in artikel 1, onder l), van wetgeving en regelingen als bedoeld in artikel 3, van verdragen als bedoeld in artikel 8, lid 2, en van minimumprestaties als bedoeld in artikel 58 en van inhoudelijke wijzigingen die later worden aangebracht. De datum van inwerkingtreding van de betrokken wetten en regelingen of, in het geval van de in artikel 1, onder l), bedoelde verklaringen, de datum met ingang waarvan deze verordening van toepassing is op de in de verklaringen van de lidstaten genoemde regelingen, worden in de kennisgevingen vermeld.

2.   Deze kennisgevingen worden jaarlijks aan de Commissie verstrekt en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 10

Voorkoming van samenloop van prestaties

Tenzij anders bepaald, kan krachtens deze verordening geen recht worden verkregen of behouden op verscheidene prestaties van dezelfde aard die betrekking hebben op eenzelfde tijdvak van verplichte verzekering.

TITEL II

VASTSTELLING VAN DE TOEPASSELIJKE WETGEVING

Artikel 11

Algemene regels

1.   Degenen op wie deze verordening van toepassing is, zijn slechts aan de wetgeving van één lidstaat onderworpen. Welke die wetgeving is, wordt overeenkomstig deze titel vastgesteld.

2.   Voor de toepassing van deze titel worden de personen die een uitkering ontvangen omdat of als gevolg van het feit dat zij een werkzaamheid uitvoeren in loondienst of een werkzaamheid anders dan in loondienst, beschouwd als personen die die werkzaamheid verrichten. Deze regel geldt niet voor uitkeringen bij invaliditeit, ouderdom of aan nabestaanden, prestaties in verband met arbeidsongevallen en beroepsziekten, of prestaties bij ziekte voor behandeling voor onbepaalde tijd.

3.   Behoudens de artikelen 12 tot en met 16:

a)

geldt voor degene die werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in een lidstaat, de wetgeving van die lidstaat;

b)

geldt voor ambtenaren de wetgeving van de lidstaat waaronder de dienst waarbij zij werkzaam zijn, ressorteert;

c)

geldt voor degene die een werkloosheidsuitkering ontvangt overeenkomstig artikel 65 volgens de wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats, de wetgeving van die lidstaat;

d)

geldt voor degene die wordt opgeroepen of opnieuw wordt opgeroepen voor militaire dienst of vervangende burgerdienst in een lidstaat, de wetgeving van die lidstaat;

e)

geldt voor eenieder op wie de bepalingen van de onderdelen a) tot en met d) niet van toepassing zijn, de wetgeving van de lidstaat van zijn woonplaats, onverminderd andere bepalingen van deze verordening die hem prestaties garanderen krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten.

4.   Voor de toepassing van deze titel worden al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden die normaliter plaatsvinden aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, beschouwd als werkzaamheden die worden verricht in die lidstaat. Niettemin geldt voor degene die werkzaamheden in loondienst verricht aan boord van een zeeschip dat onder de vlag van een lidstaat vaart en voor die werkzaamheden wordt betaald door een onderneming of een persoon die zijn zetel of domicilie in een andere lidstaat heeft, de wetgeving van laatstgenoemde lidstaat, indien hij zijn woonplaats in die lidstaat heeft. De onderneming of de persoon die het loon betaalt, wordt voor de toepassing van genoemde wetgeving als werkgever aangemerkt.

Artikel 12

Bijzondere regels

1.   Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door deze werkgever wordt gedetacheerd om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerstbedoelde lidstaat, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan vierentwintig maanden bedraagt en de betrokkene niet wordt uitgezonden om een ander te vervangen.

2.   Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van eerstbedoelde lidstaat van toepassing, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan vierentwintig maanden bedraagt.

Artikel 13

Verrichten van werkzaamheden in twee of meer lidstaten

1.   Op degene die in twee of meer lidstaten werkzaamheden in loondienst pleegt te verrichten, is van toepassing:

a)

de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij op dit grondgebied een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht of indien hij werkzaam is bij verschillende ondernemingen of werkgevers die hun zetel of domicilie hebben op het grondgebied van verschillende lidstaten, of

b)

de wetgeving van de lidstaat waar de zetel van de onderneming of het domicilie van de werkgever waarbij hij voornamelijk werkzaam is zich bevindt, indien hij geen substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht in de lidstaat waar hij woont.

2.   Op degene die in twee of meer lidstaten werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten, is van toepassing:

a)

de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, indien hij aldaar een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht; of

b)

de wetgeving van de lidstaat waar zich het centrum van belangen van zijn werkzaamheden bevindt, indien hij niet woont in een van de lidstaten waar hij een substantieel gedeelte van zijn werkzaamheden verricht.

3.   Op degene die in verschillende lidstaten werkzaamheden in loondienst en werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten, is de wetgeving van toepassing van de lidstaat waar hij werkzaamheden in loondienst verricht of, indien hij dergelijke werkzaamheden verricht in twee of meer lidstaten, de overeenkomstig lid 1 vastgestelde wetgeving.

4.   Op degene die werkzaam is als ambtenaar in een lidstaat en al dan niet in loondienst een werkzaamheid verricht in een of meer andere lidstaten is de wetgeving van toepassing van de lidstaat waaronder de dienst ressorteert waarbij hij werkzaam is.

5.   De in de leden 1 tot en met 4 bedoelde personen worden voor de toepassing van de overeenkomstig deze bepalingen vastgestelde wetgeving beschouwd alsof zij de bedoelde werkzaamheden volledig verrichtten in de betrokken lidstaat en daar al hun inkomsten verkregen.

Artikel 14

Vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering

1.   De artikelen 11 tot en met 13 zijn niet van toepassing op vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering, tenzij voor één van de in artikel 3, lid 1, bedoelde takken van sociale zekerheid in een lidstaat slechts een stelsel van vrijwillige verzekering bestaat.

2.   Wanneer de betrokkene krachtens de wetgeving van een lidstaat in die lidstaat verplicht verzekerd is, kan hij in een andere lidstaat niet deelnemen aan een stelsel van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering. In alle overige gevallen waar voor een bepaalde tak van sociale zekerheid de keuze bestaat tussen verschillende stelsels van vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering, wordt de betrokkene alleen toegelaten tot het stelsel dat hij heeft gekozen.

3.   Wat invaliditeits-, ouderdoms- en nabestaandenuitkeringen betreft, kan de betrokkene evenwel worden toegelaten tot de vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering van een lidstaat, zelfs indien hij verplicht verzekerd is krachtens de wetgeving van een andere lidstaat, voor zover hij op een bepaald ogenblik tijdens zijn loopbaan onderworpen is geweest aan de wetgeving van de eerstbedoelde lidstaat op grond van of ten gevolge van een al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheid, wanneer deze gelijktijdige aansluiting krachtens de wetgeving van de eerste lidstaat uitdrukkelijk of stilzwijgend wordt toegelaten.

4.   Indien krachtens de wetgeving van een lidstaat het recht op een vrijwillige of vrijwillig voortgezette verzekering afhankelijk is van het wonen van de verzekerde in die lidstaat, geldt de gelijkstelling van het wonen in een andere lidstaat overeenkomstig artikel 5, onder b), alleen voor personen die ooit onderworpen zijn geweest aan de wetgeving van de eerste lidstaat omdat zij daar al dan niet in loondienst een werkzaamheid hebben verricht.

Artikel 15

Bijzondere regels inzake de hulpfunctionarissen van de Europese Gemeenschappen

De hulpfunctionarissen van de Europese Gemeenschappen mogen met betrekking tot andere bepalingen dan die betreffende de gezinsbijslagen, die worden verstrekt krachtens de op hen toepasselijke regeling, kiezen tussen toepassing van de wetgeving van de lidstaat waar zij werkzaam zijn, en toepassing van de wetgeving van de lidstaat waaraan zij het laatst onderworpen waren of van de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn. Dit keuzerecht, dat slechts eenmaal mag worden uitgeoefend, wordt op de dag van hun indiensttreding van kracht.

Artikel 16

Uitzonderingen op de artikelen 11 tot en met 15

1.   Twee of meer lidstaten, de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten of de door deze autoriteiten aangewezen instellingen kunnen in onderlinge overeenstemming in het belang van bepaalde personen of groepen personen, uitzonderingen op de artikelen 11 tot en met 15 vaststellen.

2.   Degene die recht heeft op een pensioen krachtens de wetgevingen van een of meer lidstaten en die in een andere lidstaat woont, kan op zijn verzoek worden vrijgesteld van de toepassing van de wetgeving van deze laatste lidstaat mits hij niet op grond van de verrichting van een werkzaamheid, al dan niet in loondienst, aan deze wetgeving is onderworpen.

TITEL III

BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR VERSCHILLENDE CATEGORIEËN UITKERINGEN

HOOFDSTUK 1

PRESTATIES BIJ ZIEKTE, EN MOEDERSCHAPS- EN DAARMEE GELIJKGESTELDE VADERSCHAPSUITKERINGEN

AFDELING 1

VERZEKERDEN EN HUN GEZINSLEDEN, MET UITZONDERING VAN GERECHTIGDEN EN HUN GEZINSLEDEN

Artikel 17

Woonplaats in een andere dan de bevoegde lidstaat

Een verzekerde en zijn gezinsleden die in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat wonen, hebben in de lidstaat van hun woonplaats recht op verstrekkingen die voor rekening van het bevoegde orgaan worden verleend door het orgaan van de woonplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof zij krachtens die wetgeving verzekerd waren.

Artikel 18

Verblijf in de bevoegde lidstaat terwijl de woonplaats in een andere lidstaat ligt — Bijzondere regels voor gezinsleden van grensarbeiders

1.   Tenzij anders is bepaald in lid 2, kunnen de in artikel 17 bedoelde verzekerden en hun gezinsleden de verstrekkingen eveneens tijdens een verblijf in de bevoegde lidstaat verkrijgen. De verstrekkingen worden verleend door en voor rekening van het bevoegde orgaan, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof de betrokkene in die lidstaat woonde.

2.   De gezinsleden van een grensarbeider hebben tijdens hun verblijf in de bevoegde lidstaat recht op de verstrekkingen, tenzij de bevoegde lidstaat wordt vermeld in bijlage III. In dat geval hebben de gezinsleden van een grensarbeider onder de in artikel 19, lid 1, bepaalde voorwaarden recht op verstrekkingen in de bevoegde lidstaat.

Artikel 19

Verblijf buiten de bevoegde staat

1.   Tenzij anders is bepaald in lid 2, hebben een verzekerde en zijn gezinsleden die verblijven in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat, recht op de verstrekkingen welke tijdens het verblijf medisch noodzakelijk worden, met inachtneming van de aard van de verstrekkingen en de verwachte duur van het verblijf. De verstrekkingen worden voor rekening van het bevoegde orgaan verstrekt door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof de betrokkenen krachtens die wetgeving verzekerd waren.

2.   De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de verstrekkingen die om praktische redenen tijdens een verblijf in een andere lidstaat worden verstrekt op voorwaarde dat dit vooraf is overeengekomen tussen de betrokkene en het orgaan dat de zorg verstrekt.

Artikel 20

Reizen met het oogmerk verstrekkingen te ontvangen buiten de woonstaat (of lidstaat van de woonplaats)

1.   Tenzij in deze verordening anders is bepaald, moet een verzekerde die naar een andere lidstaat reist met het oogmerk gedurende zijn verblijf verstrekkingen te ontvangen, daarvoor toestemming van het bevoegde orgaan vragen.

2.   Een verzekerde die van het bevoegde orgaan toestemming heeft gekregen om zich naar een andere lidstaat te begeven met het oogmerk om daar een voor zijn gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan, heeft recht op verstrekkingen die voor rekening van het bevoegde orgaan worden verleend door het orgaan van de verblijfplaats, volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof hij krachtens die wetgeving verzekerd was. De toestemming mag niet worden geweigerd wanneer de desbetreffende behandeling behoort tot de prestaties waarin de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont, voorziet, en die behandeling hem, gelet op zijn gezondheidstoestand van dat moment en het te verwachten ziekteverloop, in laatstbedoelde lidstaat niet kan worden gegeven binnen een termijn die medisch verantwoord is.

3.   De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van een verzekerde.

4.   Indien de gezinsleden van een verzekerde wonen in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de verzekerde woont, en die andere lidstaat heeft gekozen voor vergoeding op basis van vaste bedragen, worden de kosten van de in lid 2 bedoelde verstrekkingen gedragen door het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden. In dat geval wordt voor de toepassing van lid 1 het orgaan van de woonplaats van de gezinsleden als het bevoegde orgaan beschouwd.

Artikel 21

Uitkeringen

1.   Een verzekerde en zijn gezinsleden die in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat wonen of verblijven, hebben recht op uitkeringen van het bevoegde orgaan overeenkomstig de door dat orgaan toegepaste wetgeving. In overleg tussen het bevoegde orgaan en het orgaan van de woon- of verblijfplaats kunnen deze uitkeringen echter door het orgaan van de woon- of verblijfplaats voor rekening van het bevoegde orgaan worden verstrekt volgens de wetgeving van de bevoegde lidstaat.

2.   Het bevoegde orgaan van een lidstaat wiens wetgeving bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen gemiddelde inkomsten dan wel een gemiddelde premie of bijdrage als grondslag wordt genomen, stelt deze gemiddelde inkomsten of deze gemiddelde premie of bijdrage uitsluitend vast op basis van de inkomsten die genoten zijn of de premies of bijdragen die zijn toegepast gedurende de krachtens bedoelde wetgeving vervulde tijdvakken.

3.   Het bevoegde orgaan van een lidstaat wiens wetgeving bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen wordt uitgegaan van vaste inkomsten, houdt uitsluitend rekening met deze vaste inkomsten of in voorkomend geval met het gemiddelde van de vaste inkomsten die betrekking hebben op de krachtens bedoelde wetgeving vervulde tijdvakken.

4.   De leden 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing in de gevallen waarin er in de door het bevoegde orgaan toegepaste wetgeving een bepaalde referentieperiode is vastgesteld en deze periode in het betrokken geval volledig of gedeeltelijk overeenstemt met de tijdvakken welke de betrokkene krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten heeft vervuld.

Artikel 22

Aanvragers van pensioenen

1.   Een verzekerde die wegens het indienen van een pensioenaanvraag of tijdens de behandeling daarvan niet langer recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de laatstelijk bevoegde lidstaat, blijft het recht op verstrekkingen behouden krachtens de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont, indien de aanvrager van het pensioen wat betreft verzekering voldoet aan de voorwaarden in de wetgeving van de in lid 2 bedoelde lidstaat. Het recht op verstrekkingen in de lidstaat van de woonplaats geldt tevens voor de gezinsleden van de pensioenaanvrager.

2.   De kosten voor verstrekkingen zijn voor rekening van het orgaan van de lidstaat die overeenkomstig de artikelen 23 tot en met 25 in geval van toekenning van het pensioen bevoegd zou worden.

AFDELING 2

PENSIOENGERECHTIGDEN EN HUN GEZINSLEDEN

Artikel 23

Recht op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de lidstaat van de woonplaats

Degene die een pensioen of pensioenen ontvangt krachtens de wetgeving van twee of meer lidstaten, waaronder de wetgeving van de lidstaat waar de betrokkene woont, en die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving in de lidstaat van de woonplaats, ontvangt net als zijn gezinsleden deze verstrekkingen van het orgaan van de woonplaats en voor rekening van dit orgaan alsof de betrokkene een pensioengerechtigde is aan wie alleen pensioen verschuldigd is krachtens de wetgeving van de lidstaat van de woonplaats.

Artikel 24

Geen recht op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de lidstaat van de woonplaats

1.   Degene die een pensioen ontvangt krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten en geen recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, ontvangt desalniettemin verstrekkingen voor zichzelf en zijn gezinsleden voorzover hij hierop recht zou hebben krachtens de wetgeving van de lidstaat, of van minstens een van de lidstaten die voor zijn pensioenen bevoegd is, indien hij in die lidstaat zou wonen. De verstrekkingen worden voor rekening van het in lid 2 bedoelde orgaan verstrekt door het orgaan van de woonplaats alsof de betrokkene recht had op pensioen en verstrekkingen krachtens de wetgeving van die lidstaat.

2.   In de gevallen als bedoeld in lid 1 wordt op grond van de volgende regels bepaald welk orgaan de kosten voor verstrekkingen voor zijn rekening dient te nemen:

a)

ingeval de pensioengerechtigde enkel recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van één lidstaat, neemt het bevoegde orgaan van deze lidstaat de kosten voor zijn rekening;

b)

ingeval de pensioengerechtigde recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van twee of meer lidstaten, zijn de kosten voor rekening van het bevoegde orgaan van de lidstaat onder wiens wetgeving de betrokkene het langst heeft geressorteerd; indien de toepassing van deze regel ertoe zou leiden dat verscheidene organen de kosten voor hun rekening dienen te nemen, dan komen de kosten voor rekening van het orgaan dat de wetgeving toepast waaraan de pensioengerechtigde laatstelijk onderworpen is geweest.

Artikel 25

Pensioenen krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten dan de lidstaat van de woonplaats in gevallen waarin er een recht op verstrekkingen in de lidstaat van de woonplaats

Ingeval degene die een pensioen ontvangt krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten, woont in een lidstaat waarvan de wetgeving voor het recht op verstrekkingen geen voorwaarden stelt inzake verzekering of inzake het al dan niet in loondienst verrichten van werkzaamheden, en waarvan de betrokkene geen enkel pensioen ontvangt, komen de kosten voor verstrekkingen voor de betrokkene en zijn gezinsleden voor rekening van het krachtens de regels van artikel 24, lid 2, aangewezen orgaan van een van de lidstaten die bevoegd zijn voor zijn pensioenen, voorzover genoemde pensioengerechtigde en zijn gezinsleden recht zouden hebben op deze verstrekkingen indien zij zouden wonen in die lidstaat.

Artikel 26

Gezinsleden die in een andere lidstaat wonen dan die waar de pensioengerechtigde woont

Gezinsleden van een persoon die een pensioen ontvangt krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten, hebben, mits zij in een andere lidstaat wonen dan de pensioengerechtigde, recht op verstrekkingen van het orgaan van hun woonplaats, overeenkomstig de bepalingen van de door dit orgaan toegepaste wetgeving, voorzover de pensioengerechtigde recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een lidstaat. De kosten zijn voor rekening van het bevoegde orgaan dat verantwoordelijk is voor de aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen.

Artikel 27

Verblijf van de pensioengerechtigde en zijn gezinsleden in een andere lidstaat dan die waar zij wonen — Verblijf in de bevoegde lidstaat — Toestemming voor een passende behandeling buiten de lidstaat van woonplaats

1.   Artikel 19 is van overeenkomstige toepassing op degene die pensioen ontvangt krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten en die recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een van de lidstaten die hem zijn pensioen verstrekt, of op zijn gezinsleden, wanneer zij verblijven in een andere lidstaat dan die waar zij wonen.

2.   Artikel 18, lid 1, is van overeenkomstige toepassing op de in lid 1 genoemde personen wanneer zij verblijven in de lidstaat waar zich het bevoegde orgaan bevindt dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen, en genoemde lidstaat hiervoor heeft gekozen en is opgenomen in de lijst in bijlage IV.

3.   Artikel 20 is van overeenkomstige toepassing op een pensioengerechtigde en zijn gezinsleden wanneer zij verblijven in een andere lidstaat dan die waar zij wonen, met het oogmerk om aldaar een voor hun gezondheidstoestand passende behandeling te ondergaan,.

4.   Tenzij anders is bepaald in lid 5, zijn de kosten van de verstrekkingen overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 voor rekening van het bevoegde orgaan dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen.

5.   De kosten van de in lid 3 bedoelde verstrekkingen zijn voor rekening van het orgaan van de woonplaats van de pensioengerechtigde of zijn gezinsleden, indien die personen wonen in een lidstaat die heeft gekozen voor vergoeding op basis van vaste bedragen. In die gevallen wordt voor de toepassing van lid 3 het orgaan van de woonplaats van de pensioengerechtigde of van zijn gezinsleden als het bevoegde orgaan beschouwd.

Artikel 28

Bijzondere voorschriften voor gepensioneerde grensarbeiders

1.   Een grensarbeider die met pensioen gaat, heeft in geval van ziekte recht op verdere verstrekkingen in de lidstaat waar hij laatstelijk werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht, indien het gaat om de voortzetting van een behandeling die is begonnen op het grondgebied van die lidstaat. Onder „voortzetting van een behandeling” wordt verstaan dat een ziektegeval verder wordt onderzocht, gediagnosticeerd en behandeld.

2.   Een pensioengerechtigde die in de laatste vijf jaar voor de ingangsdatum van een ouderdoms- of invaliditeitspensioen ten minste twee jaar als grensarbeider werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht, heeft recht op verstrekkingen in de lidstaat waar hij deze activiteiten als grensarbeider heeft verricht, indien deze lidstaat en de lidstaat waar zich het bevoegde orgaan bevindt dat verantwoordelijk is voor de kosten van de aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats verleende verstrekkingen, daarvoor hebben gekozen en beide zijn opgenomen in de lijst in Bijlage V.

3.   Lid 2 is van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van een vroegere grensarbeider of op zijn nabestaanden, indien zij in de in lid 2 bedoelde periodes recht hadden op verstrekkingen op grond van artikel 18, lid 2, zulks ook indien de grensarbeider voor de pensionering overleden is, mits hij gedurende twee van de laatste vijf jaar voor zijn overlijden als grensarbeider werkzaamheden al dan niet in loondienst heeft verricht.

4.   De leden 2 en 3 zijn van toepassing totdat de betrokkene ten gevolge van de verrichting van een werkzaamheid in loondienst of als zelfstandige, onder de wetgeving van een lidstaat komt te vallen.

5.   De kosten van verstrekkingen overeenkomstig de leden 1 tot en met 3 zijn voor rekening van het bevoegde orgaan dat verantwoordelijk is voor de kosten van de verstrekkingen die aan de pensioengerechtigde of aan zijn nabestaanden in hun respectieve lidstaat van hun woonplaats worden verleend.

Artikel 29

Uitkeringen voor pensioengerechtigden

1.   Uitkeringen worden aan degene die een pensioen krachtens de wetgeving van één of meer lidstaten ontvangt, uitbetaald door het bevoegde orgaan van de lidstaat waar zich het bevoegde orgaan bevindt dat verantwoordelijk is voor de kosten van verstrekkingen die aan de pensioengerechtigde in de lidstaat van zijn woonplaats worden verleend. Artikel 21 is van overeenkomstige toepassing.

2.   Lid 1 is ook van toepassing op de gezinsleden van een pensioengerechtigde.

Artikel 30

Premies of bijdragen ten laste van de pensioengerechtigden

1.   Het orgaan van een lidstaat dat krachtens de door dat orgaan toegepaste wetgeving belast is met het inhouden van de premies of bijdragen ter dekking van prestaties bij ziekte en van moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, kan slechts deze premies of bijdragen, welke worden berekend overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving, heffen en innen voorzover de kosten voor de verstrekkingen die moeten worden verleend krachtens de artikelen 23 tot en met 26, worden gedragen door een orgaan van genoemde lidstaat.

2.   Wanneer een pensioengerechtigde, in de in artikel 25 bedoelde gevallen, krachtens de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, premies of bijdragen, of soortgelijke inhoudingen verschuldigd is voor het verkrijgen van prestaties bijziekte en van moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, zijn deze niet invorderbaar uit hoofde van zijn woonplaats aldaar.

AFDELING 3

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 31

Algemene bepaling

De artikelen 23 tot en met 30 zijn niet van toepassing op een pensioengerechtigde of zijn gezinsleden die op grond van de wetgeving van een lidstaat wegens het verrichten van werkzaamheden al dan niet in loondienst recht hebben op prestaties. In dat geval wordt de betrokkene voor de toepassing van dit hoofdstuk behandeld overeenkomstig de artikelen 17t/m 21.

Artikel 32

Het recht op verstrekkingen: Prioriteitsbepaling — Bijzondere voorschriften voor recht voor gezinsleden op prestaties in de lidstaat van de woonplaats

1.   Een zelfstandig recht op verstrekkingen krachtens de wetgeving van een lidstaat of krachtens dit hoofdstuk heeft de voorrang boven een afgeleid recht op prestaties voor gezinsleden. Een afgeleid recht op verstrekkingen heeft evenwel voorrang boven zelfstandige rechten indien het zelfstandige recht in de lidstaat van de woonplaats rechtstreeks en alleen berust op het feit dat de betrokkene in deze lidstaat woont.

2.   Indien de gezinsleden van een verzekerde wonen in een lidstaat waarvan de wetgeving voor het recht op verstrekkingen geen voorwaarden stelt inzake verzekering of het verrichten van werkzaamheden al dan niet in loondienst, worden verstrekkingen verleend voor rekening van het bevoegde orgaan in de lidstaat waar zij wonen, op voorwaarde dat de echtgenoot of degene die voor de kinderen van de verzekerde zorgt, werkzaamheden al dan niet in loondienst verricht in deze lidstaat dan wel uit deze lidstaat een pensioen ontvangt krachtens het verrichten van werkzaamheden al dan niet in loondienst.

Artikel 33

Belangrijke verstrekkingen

1.   Een verzekerde wiens recht op een prothese, op hulpmiddelen van grotere omvang of op andere belangrijke verstrekkingen ten behoeve van zichzelf of van een van zijn gezinsleden door het orgaan van een lidstaat is erkend voordat hij verzekerd was krachtens de door het orgaan van een andere lidstaat toegepaste wetgeving, krijgt deze verstrekkingen voor rekening van eerstbedoeld orgaan, ook indien zij pas worden toegekend nadat hij reeds verzekerd is krachtens de door het tweede orgaan toegepaste wetgeving.

2.   De Administratieve Commissie stelt de lijst op van verstrekkingen waarop lid 1 van toepassing is.

Artikel 34

Samenloop van prestaties bij langdurige zorg

1.   Indien een begunstigde van een uitkering voor langdurige zorg die moet worden behandeld als een ziekteprestatie en die derhalve wordt verstrekt door de lidstaat die bevoegd is ten aanzien van de uitkeringen krachtens artikel 21 of artikel 29, tegelijk uit hoofde van dit hoofdstuk aanspraak kan maken op verstrekkingen voor hetzelfde doel van het orgaan van de woon- of verblijfplaats in een andere lidstaat, en een orgaan in eerstbedoelde lidstaat tevens krachtens artikel 35 de kosten van genoemde verstrekkingen moet terugbetalen, is de in artikel 10 ter vervatte algemene bepaling ter voorkoming van samenloopvan prestaties van toepassing, behoudens uitsluitend de volgende beperking: indien de betrokkene aanspraak maakt op de verstrekking en die ontvangt, wordt het bedrag van de uitkering verminderd met het bedrag van de verstrekking waarop aanspraak is gemaakt of zou kunnen worden gemaakt bij het orgaan van de eerstbedoelde lidstaat dat de kosten moet terugbetalen.

2.   De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de uitkeringen en de verstrekkingen waarop lid 1 van toepassing is.

3.   Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten kunnen besluiten tot afwijkende of aanvullende maatregelen, die voor de betrokkenen niet minder gunstig mogen zijn dan de beginselen van lid 1.

Artikel 35

Vergoedingen tussen organen onderling

1.   De krachtens dit hoofdstuk door het orgaan van een lidstaat voor rekening van het orgaan van een andere lidstaat verleende verstrekkingen worden onderling volledig vergoed.

2.   De in lid 1 bedoelde vergoedingen worden vastgesteld en uitbetaald op de wijze die is geregeld in de toepassingsverordening, hetzij op basis van documenten betreffende de werkelijk gemaakte kosten, of op basis van vaste bedragen voor lidstaten met zodanige juridische of administratieve structuren dat toepassing van vergoeding op grond van werkelijk gemaakte kosten niet passend is.

3.   Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten kunnen andere wijzen van vergoeding vaststellen of van iedere vergoeding tussen de onder hun bevoegdheid vallende organen afzien.

HOOFDSTUK 2

PRESTATIES BIJ ARBEIDSONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN

Artikel 36

Recht op verstrekkingen en uitkeringen

1.   Onverminderd gunstiger bepalingen van lid 2 zijn artikel 17, artikel 18, lid 1, artikel 19, lid 1, en artikel 20, lid 1, tevens van toepassing op prestaties bij arbeidsongevallen en beroepsziekten.

2.   Een persoon die door een arbeidsongeval of beroepsziekte is getroffen en die in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat woont of verblijft, heeft recht op bijzondere verstrekkingen overeenkomstig het stelsel voor arbeidsongevallen en beroepsziekten, welke voor rekening van het bevoegde orgaan door het orgaan van de woon- of verblijfplaats worden verleend volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, alsof de betrokkene krachtens die wetgeving verzekerd was.

3.   Artikel 21 is tevens van toepassing op prestaties die onder dit hoofdstuk vallen.

Artikel 37

Kosten voor het vervoer

1.   Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving voorziet in het dragen van de kosten van vervoer van een persoon die door een arbeidsongeval of een beroepsziekte is getroffen, naar zijn woonplaats of naar een ziekenhuis, neemt de kosten van vervoer van deze persoon naar een overeenkomstige plaats in een andere lidstaat, waar de betrokkene woont, voor zijn rekening, mits het orgaan vooraf toestemming tot dit vervoer heeft verleend, waarbij het naar behoren rekening houdt met de daarvoor geldende redenen. Ten aanzien van grensarbeiders is die toestemming niet vereist.

2.   Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving voorziet in het dragen van de kosten van vervoer naar de begraafplaats van het stoffelijk overschot van een persoon die is overleden bij een arbeidsongeval, neemt de kosten van vervoer naar een overeenkomstige plaats in een andere lidstaat, waar de persoon op het tijdstip van het ongeval woonde, voor zijn rekening volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving.

Artikel 38

Prestaties wegens een beroepsziekte ontstaan door werkzaamheden in verschillende lidstaten

Indien een persoon die door een beroepsziekte is getroffen, onder de wetgeving van twee of meer lidstaten zodanige werkzaamheden heeft verricht dat deze ziekte daardoor kan zijn ontstaan, worden de prestaties waarop de betrokkene of zijn nabestaanden aanspraak kunnen maken, uitsluitend toegekend op grond van de wetgeving aan welker voorwaarden de betrokkene laatstelijk heeft voldaan.

Artikel 39

Verergering van een beroepsziekte

Ingeval een beroepsziekte waarvoor de getroffene op grond van de wetgeving van een lidstaat prestaties ontvangen heeft of ontvangt, verergert, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

a)

indien de betrokkene niet, sedert hij prestaties ontvangt, onder de wetgeving van een andere lidstaat werkzaamheden, al dan niet in loondienst, heeft verricht die de betreffende beroepsziekte kunnen veroorzaken of verergeren, dient het bevoegde orgaan van de eerste lidstaat de kosten van de prestaties voor zijn rekening te nemen volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de verergering;

b)

indien de betrokkene wel, sedert hij prestaties ontvangt, onder de wetgeving van een andere lidstaat dergelijke werkzaamheden heeft verricht, dient het bevoegde orgaan van de eerste lidstaat de kosten van de prestaties voor zijn rekening te nemen volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving, waarbij het geen rekening houdt met de verergering. Het bevoegde orgaan van de tweede lidstaat kent de betrokkene een aanvulling toe, ter hoogte van het verschil tussen het bedrag van de prestaties die na de verergering verschuldigd zijn en het bedrag van de prestaties die vóór de verergering op grond van de door dit orgaan toegepaste wetgeving verschuldigd zouden zijn geweest, indien de betreffende beroepsziekte zich onder de wetgeving van deze lidstaat had voorgedaan;

c)

de wettelijke voorschriften van een lidstaat inzake vermindering, schorsing of intrekking mogen niet worden toegepast ten aanzien van personen die prestaties ontvangen welke overeenkomstig onderdeel b) door de organen van twee lidstaten worden verstrekt.

Artikel 40

Regels in verband met bijzonderheden van bepaalde wetgevingen

1.   Indien in de lidstaat waar de betrokkene woont of verblijft, geen verzekering tegen arbeidsongevallen of beroepsziekten bestaat, of indien een dergelijke verzekering wel bestaat doch niet voorziet in een orgaan dat belast is met het verlenen van verstrekkingen, worden deze verstrekkingen verleend door het orgaan van de woon- of verblijfplaats dat met het verlenen van verstrekkingen in geval van ziekte belast is.

2.   Indien in de bevoegde staat geen verzekering bestaat tegen arbeidsongevallen of beroepsziekten, is het bepaalde in dit hoofdstuk betreffende verstrekkingen niettemin van toepassing op een persoon die aanspraak kan maken op prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen, overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat indien de betrokkene getroffen wordt door een arbeidsongeval of aan een beroepsziekte lijdt, terwijl hij in een andere lidstaat woont of verblijft. De kosten worden gedragen door het orgaan dat bevoegd is voor de verstrekkingen, overeenkomstig de wetgeving van de bevoegde lidstaat.

3.   Artikel 5 geldt voor het bevoegde orgaan van een lidstaat voor wat betreft de gelijkstelling van arbeidsongevallen of beroepsziekten die later op grond van de wetgeving van een andere lidstaat zijn ontstaan of geconstateerd bij de vaststelling van de mate van ongeschiktheid, het recht op prestaties of de hoogte daarvan, mits

a)

er ten aanzien van een arbeidsongeval dat of een beroepsziekte die vroeger is ontstaan of geconstateerd geen vergoeding is toegekend krachtens de wetgeving die het orgaan toepast, en

b)

er op grond van de wetgeving van de andere lidstaat waaronder het betrokken arbeidsongeval of de betrokken beroepsziekte is ontstaan of geconstateerd, geen vergoeding is toegekend ten aanzien van een arbeidsongeval dat of een beroepsziekte die later ontstaan of geconstateerd is.

Artikel 41

Vergoedingen tussen organen onderling

1.   Artikel 35 is ook van toepassing op prestaties die onder dit hoofdstuk vallen, wanneer vergoeding op basis van de werkelijke kosten geschiedt.

2.   Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten kunnen andere wijzen van vergoeding vaststellen of van iedere vergoeding tussen de onder hun bevoegdheid vallende organen afzien.

HOOFDSTUK 3

UITKERINGEN BIJ OVERLIJDEN

Artikel 42

Recht op uitkeringen ingeval het overlijden in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat plaatsvindt, of ingeval de rechthebbende in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat woont

1.   Indien een verzekerde of een van zijn gezinsleden op het grondgebied van een andere lidstaat dan van de bevoegde lidstaat overlijdt, wordt het overlijden geacht te hebben plaatsgevonden in laatstbedoelde staat.

2.   Het bevoegde orgaan is verplicht de uitkeringen bij overlijden welke krachtens de door dit orgaan toegepaste wetgeving verschuldigd zijn, toe te kennen, zelfs indien de rechthebbende in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat woont.

3.   De leden 1 en 2 zijn eveneens van toepassing indien het overlijden het gevolg is van een arbeidsongeval of een beroepsziekte.

Artikel 43

Het verlenen van uitkeringen bij overlijden van een pensioengerechtigde

1.   Bij overlijden van een rechthebbende op pensioen, hem verschuldigd krachtens de wetgeving van één lidstaat, of op pensioen, hem verschuldigd krachtens de wetgeving van twee of meer lidstaten, terwijl hij woonde in een andere lidstaat dan die van het orgaan dat verantwoordelijk is voor de kosten van de op grond van de artikelen 24 en 25 verleende verstrekkingen, worden de uitkeringen bij overlijden welke krachtens de door dit orgaan toegepaste wetgeving verschuldigd zijn, voor rekening van dat orgaan verstrekt alsof de pensioengerechtigde op het tijdstip van zijn overlijden woonde in de lidstaat waar dit orgaan zich bevindt.

2.   Lid 1 is van overeenkomstige toepassing op de gezinsleden van een pensioengerechtigde.

HOOFDSTUK 4

UITKERINGEN BIJ INVALIDITEIT

Artikel 44

Personen die uitsluitend onderworpen zijn aan A-wetgevingen

1.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder „A-wetgeving” verstaan elke wetgeving volgens welke het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen onafhankelijk is van de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen en die door de bevoegde lidstaat uitdrukkelijk vermeld is in bijlage VI, en wordt onder „B-wetgeving”, elke andere wetgeving verstaan.

2.   De persoon die achtereenvolgens of afwisselend aan de wetgevingen van twee of meer lidstaten onderworpen is geweest en die uitsluitend onder A-wetgevingen tijdvakken van verzekering of wonen heeft vervuld, heeft alleen recht op uitkeringen van het orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing was op het tijdstip van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid, met invaliditeit als gevolg, met inachtneming, in voorkomend geval, van artikel 45, en hij ontvangt de betrokken uitkeringen overeenkomstig die wetgeving.

3.   De betrokkene die geen recht heeft op uitkeringen overeenkomstig lid 2, ontvangt de uitkeringen waarop hij krachtens de wetgeving van een andere lidstaat nog recht heeft, met inachtneming, in voorkomend geval, van artikel 45.

4.   Indien de wetgeving als bedoeld in de leden 2 of 3 voorziet in bepalingen inzake vermindering, schorsing of intrekking ingeval van samenloop met andere inkomsten of met uitkeringen van een verschillende aard in de zin van artikel 53, lid 2, zijn de bepalingen van de artikelen 53, lid 3, en 55, lid 3, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 45

Bijzondere bepalingen inzake samentelling van tijdvakken

Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op uitkeringen afhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verzekering of wonen, past indien nodig artikel 51, lid 1, overeenkomstig toe.

Artikel 46

Personen die onderworpen zijn aan hetzij uitsluitend B-wetgevingen, hetzij A- en B-wetgevingen

1.   De persoon die achtereenvolgens of afwisselend onderworpen is geweest aan de wetgevingen van twee of meer lidstaten waarvan er ten minste één niet van het type A is, heeft recht op uitkeringen op grond van hoofdstuk 5, dat van overeenkomstige toepassing is, met inachtneming van lid 3.

2.   Indien de betrokkene evenwel eerder onderworpen is geweest aan een B-wetgeving en vervolgens getroffen wordt door arbeidsongeschiktheid, met daaropvolgende invaliditeit, terwijl hij onderworpen is aan een A-wetgeving, ontvangt hij uitkeringen overeenkomstig artikel 44, op voorwaarde dat hij:

voldoet aan de uitsluitend bij die wetgeving of andere wetgevingen van hetzelfde type vastgestelde voorwaarden, met inachtneming van, in voorkomend geval, artikel 45, zonder dat echter een beroep behoeft te worden gedaan op tijdvakken van verzekering of wonen welke vervuld zijn onder een B-wetgeving, en

geen enkel recht doet gelden op ouderdomsuitkeringen, met inachtneming van artikel 50, lid 1.

3.   De door het orgaan van een lidstaat genomen beslissing omtrent de mate van invaliditeit van de betrokkene is bindend voor het orgaan van iedere andere betrokken lidstaat, mits in bijlage VII is vermeld dat de voorwaarden van de wetgevingen van deze lidstaten met betrekking tot de mate van invaliditeit met elkaar overeenstemmen.

Artikel 47

Verergering van invaliditeit

1.   Ingeval de invaliditeit van een persoon die uitkeringen op grond van de wetgeving van een of meer lidstaten geniet, toeneemt, zijn de volgende bepalingen van toepassing, rekening houdende met de toeneming van de invaliditeit:

a)

de uitkeringen worden toegekend in overeenstemming met hoofdstuk 5, dat van overeenkomstige toepassing is;

b)

als de betrokkene echter onderworpen geweest is aan twee of meer A-wetgevingen en er sinds de toekenning van de prestaties geen wetgeving van een andere lidstaat op hem van toepassing is geweest, worden de prestaties echter toegekend overeenkomstig artikel 44, lid 2.

2.   Indien het totale bedrag van de op grond van lid 1 verschuldigde uitkering of uitkeringen minder bedraagt dan het bedrag van de uitkering welke de betrokkene genoot voor rekening van het orgaan dat de uitkeringen voordien verschuldigd was, is bedoeld orgaan verplicht hem een aanvulling gelijk aan het verschil tussen bedoelde bedragen te verlenen.

3.   Indien de betrokkene geen recht op uitkering heeft voor rekening van een orgaan van een andere lidstaat, is het bevoegde orgaan van de voorheen bevoegde lidstaat verplicht de uitkeringen toe te kennen overeenkomstig de door het orgaan toegepaste wetgeving, daarbij in voorkomend geval rekening houdend met de verergering en met artikel 45.

Artikel 48

Omzetting van invaliditeitsuitkeringen in ouderdomsuitkeringen

1.   Invaliditeitsuitkeringen worden in voorkomend geval omgezet in ouderdomsuitkeringen overeenkomstig de voorwaarden van de wetgeving of wetgevingen op grond waarvan zij zijn toegekend en met inachtneming van hoofdstuk 5.

2.   Indien een persoon die invaliditeitsuitkeringen ontvangt op grond van artikel 50 aanspraak kan maken op ouderdomsuitkeringen krachtens de wetgeving van een of meer andere lidstaten, blijft elk orgaan dat invaliditeitsuitkeringen verschuldigd is krachtens de wetgeving van de lidstaat, aan die persoon de invaliditeitsuitkeringen verstrekken waarop de betrokkene krachtens de door het betrokken orgaan toegepaste wetgeving recht heeft en wel tot het tijdstip waarop lid 1 door dit orgaan kan worden toegepast of, anders, zolang de betrokkene voldoet aan de voorwaarden voor het ontvangen van die uitkeringen.

3.   Indien de krachtens de wetgeving van een lidstaat overeenkomstig artikel 44 toegekende invaliditeitsuitkeringen worden omgezet in ouderdomsuitkeringen en de betrokkene nog niet voldoet aan de bij de wetgeving van een of meer andere lidstaten gestelde voorwaarden voor het recht op deze uitkeringen, ontvangt de betrokkene met ingang van de dag van de omzetting invaliditeitsuitkeringen van laatstgenoemde lidstaat of lidstaten.

De toekenning van deze invaliditeitsuitkeringen valt onder hoofdstuk 5 alsof dit hoofdstuk van toepassing was op het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid met de daaropvolgende invaliditeit ontstond, tot het tijdstip waarop de betrokkene voldoet aan de bij de betrokken nationale wetgeving of wetgevingen gestelde voorwaarden voor het recht op ouderdomsuitkeringen, of, indien niet in een dergelijke omzetting is voorzien, zolang hij recht heeft op invaliditeitsuitkeringen krachtens die betrokken wetgeving of wetgevingen.

4.   De krachtens artikel 44 vastgestelde invaliditeitsuitkeringen worden overeenkomstig hoofdstuk 5 opnieuw berekend, zodra de rechthebbende voldoet aan de bij een B-wetgeving gestelde voorwaarden voor het recht op invaliditeitsuitkeringen dan wel ouderdomsuitkeringen krachtens de wetgeving van een andere lidstaat ontvangt.

Artikel 49

Bijzondere bepalingen betreffende ambtenaren

De artikelen 6 en 44, 46, 47, 48 en artikel 60, leden 2 en 3, zijn van overeenkomstige toepassing op personen die onderworpen zijn aan een bijzonder stelsel voor ambtenaren.

HOOFDSTUK 5

OUDERDOMS- EN NABESTAANDENPENSIOENEN

Artikel 50

Algemene bepalingen

1.   Alle bevoegde organen stellen het recht op uitkeringvast op grond van alle wetgevingen van de lidstaten die op de betrokkene van toepassing zijn geweest, indien een daartoe strekkend verzoek is ingediend, tenzij de betrokkene uitdrukkelijk verzoekt om uitstel van de toekenning van de ouderdomsuitkeringen krachtens de wetgeving van een of meer lidstaten.

2.   Indien de betrokkene op een bepaald tijdstip niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden van alle wetgevingen van de lidstaten die op hem van toepassing zijn geweest, houden de organen die de wetgeving toepassen aan welker voorwaarden wel is voldaan, bij de berekening overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a) of b), geen rekening met de tijdvakken die zijn vervuld onder de wetgevingen aan welker voorwaarden niet of niet meer is voldaan, als dat resulteert in een lager bedrag aan uitkering.

3.   Lid 2 wordt dienovereenkomstig toegepast voorzover de betrokkene uitdrukkelijk verzocht heeft om uitstel van de toekenning van een of meer ouderdomsuitkeringen.

4.   Een nieuwe berekening wordt ambtshalve uitgevoerd zodra aan de in de andere wetgevingen gestelde voorwaarden is voldaan of indien de betrokkene verzoekt om toekenning van een ouderdomsuitkering welke op grond vanlid 1 is uitgesteld, tenzij met de tijdvakken die onder andere wetgevingen zijn vervuld reeds rekening wordt gehouden overeenkomstig de leden 2 of 3.

Artikel 51

Bijzondere bepalingen inzake samentelling van tijdvakken van verzekering of van wonen met het oog op het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op uitkering

1.   Indien de wetgeving van een lidstaat de toekenning van bepaalde uitkeringenafhankelijk stelt van de voorwaarde dat de tijdvakken van verzekering uitsluitend zijn vervuld in specifieke al dan niet in loondienst of in een beroep verrichte werkzaamheden waarvoor een bijzonder stelsel geldt dat op personen wordt toegepast die al dan niet in loondienst die specifieke werkzaamheden verrichten, houdt het bevoegde orgaan van die lidstaat alleen rekening met de tijdvakken welke vervuld zijn onder de wetgeving van een andere lidstaat in het kader van een overeenkomstig stelsel of bij gebreke daarvan, in hetzelfde beroep of, in voorkomend geval, van dezelfde al dan niet in loondienst verrichte werkzaamheden.

Indien de betrokkene, met inachtneming van de aldus vervulde tijdvakken, niet voldoet aan de voorwaarden om de betrokken uitkeringente ontvangen krachtens een bijzonder stelsel, worden deze in aanmerking genomen bij de toekenning van de uitkeringen volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, het stelsel dat, naar gelang van het geval, van toepassing is op arbeiders, respectievelijk bedienden, op voorwaarde dat de betrokkene aan een van die stelsels onderworpen is geweest.

2.   Tijdvakken van verzekering die zijn vervuld krachtens een bijzonder stelsel van een lidstaat, worden in aanmerking genomenbij de toekenning van uitkeringen krachtens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, het stelsel dat, naar gelang van het geval, van toepassing is op arbeiders respectievelijk bedienden van een andere lidstaat, op voorwaarde dat de betrokkene bij een van deze stelsels aangesloten is geweest, zelfs indien de betrokken tijdvakken in laatstgenoemde lidstaat reeds krachtens een bijzonder stelsel in aanmerking zijn genomen.

3.   Indien de wetgeving van een lidstaat het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op uitkeringenafhankelijk stelt van de voorwaarde dat de betrokkene verzekerd is op het tijdstip van het intreden van de verzekerde gebeurtenis, wordt deze voorwaarde geacht te zijn vervuld indien de betrokkene krachtens de wetgeving van de andere lidstaat verzekerd is, volgens de in bijlage XI vermelde procedures voor elke betrokken lidstaat.

Artikel 52

Toekenning van uitkeringen

1.   Het bevoegde orgaan berekent het bedrag van de verschuldigde uitkering:

a)

krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving alleen als uitsluitend op grond van de nationale wetgeving is voldaan aan de voorwaarden die recht geven op een uitkering (autonoom pensioen);

b)

door eerst een theoretisch bedrag en vervolgens het werkelijke bedrag (uitkering pro rata) als volgt te berekenen:

i)

het theoretische bedrag van de uitkering is gelijk aan de uitkering waarop de betrokkene aanspraak zou kunnen maken indien alle tijdvakken van verzekering en/of wonen, welke krachtens de wetgevingen van de andere lidstaten vervuld zijn, zouden zijn vervuld overeenkomstig de wetgeving die het orgaan op de datum van vaststelling van de uitkering toepast. Indien het bedrag van de uitkering volgens deze wetgeving onafhankelijk is van de duur van de vervulde tijdvakken, wordt dit bedrag beschouwd als het theoretische bedrag;

ii)

vervolgens stelt het bevoegde orgaan het werkelijke bedrag van de pro-ratauitkering vast door op het theoretische bedrag het verhoudingsgetal van de duur van de tijdvakken van verzekering en/of van wonen, welke vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld, en van de totale duur van de tijdvakken van verzekering en van wonen welke vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis krachtens de wetgevingen van alle betrokken lidstaten zijn vervuld.

2.   In voorkomend geval past het bevoegde orgaan op het overeenkomstig lid 1, onder a) en b), berekende bedrag alle bepalingen toe inzake vermindering, schorsing of intrekking van de wetgeving krachtens welke deze uitkering wordt toegekend, binnen de grenzen van de artikelen 53 tot en met 55.

3.   De betrokkene is gerechtigd om van het bevoegde orgaan van elke lidstaat het hoogste uitkeringsbedrag te ontvangen dat overeenkomstig het bepaalde in lid 1, onder a) en b), berekend is.

4.   Indien de berekening overeenkomstig lid 1, onder a), in één bepaalde lidstaat altijd als resultaat heeft dat het autonoom pensioen gelijk is aan of hoger is dan de overeenkomstig lid 1, onder b), berekende pro rata-uitkering, kan het bevoegde orgaan onder de in de uitvoeringsverordening vastgestelde voorwaarden van de berekening pro rata afzien. Dergelijke situaties worden gespecificeerd in bijlage VIII.

Artikel 53

Anticumulatiebepalingen

1.   Samenloopvan invaliditeits-, ouderdoms- en nabestaandenuitkeringen die worden berekend of toegekend op basis van tijdvakken van verzekering en/of wonen welke door eenzelfde persoon zijn vervuld, wordt beschouwd als samenloopvan uitkeringen van dezelfde aard.

2.   Samenloop van uitkeringen die in de zin van lid 1 niet als uitkeringen van dezelfde aard kunnen worden aangemerkt, wordt beschouwd als samenloop van uitkeringen van verschillende aard.

3.   De volgende bepalingen zijn van toepassing op in de wetgeving van een lidstaat opgenomen anticumulatiebepalingen in geval van samenloopvan een invaliditeits-, ouderdoms- of nabestaandenprestatie met een prestatie van dezelfde aard, een prestatie van een andere aard of andere inkomsten:

a)

het bevoegde orgaan houdt alleen rekening met de in een andere lidstaat verworven uitkeringen of inkomsten indien de door het orgaan toegepaste wetgeving bepaalt dat met in het buitenland verkregen uitkeringen of inkomsten rekening wordt gehouden;

b)

het bevoegde orgaan houdt rekening met het door een andere lidstaat te betalen bedrag aan uitkeringenvóór aftrek van belastingen, socialezekerheidspremies en andere inhoudingen, tenzij de door het orgaan toegepaste wetgeving bepaalt dat de anticumulatievoorschriften na die inhoudingen moeten worden toegepast, volgens de voorwaarden en procedures van de toepassingsverordening;

c)

het bevoegde orgaan houdt geen rekening met het bedrag van de krachtens de wetgeving van een andere lidstaat verkregen uitkeringen die worden toegekend op basis van een vrijwillige verzekering of vrijwillig voortgezette verzekering;

d)

indien een enkele lidstaat anticumulatiebepalingen toepast, omdat de betrokkene hetzij uitkeringen van dezelfde of van verschillende aard ontvangt overeenkomstig de wetgeving van andere lidstaten, hetzij inkomsten ontvangt die zijn verworven in een andere lidstaat, kan de verschuldigde uitkeringalleen worden verminderd ter hoogte van het bedrag van dergelijke uitkeringen of dergelijke inkomsten.

Artikel 54

Bijzondere bepalingen inzake samenloopvan prestaties van dezelfde aard

1.   In geval van samenloopvan uitkeringenvan dezelfde aard die verschuldigd zijn krachtens de wetgeving van twee of meer lidstaten, worden de anticumulatievoorschriften waarin de wetgeving van een lidstaat voorziet, niet toegepast op een pro rata-uitkering.

2.   De anticumulatievoorschriften zijn alleen op een onafhankelijke prestatie van toepassing indien het een uitkering betreft

a)

waarvan het bedrag onafhankelijk is van de duur van de tijdvakken van verzekering of wonen,

of

b)

waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van een fictief tijdvak dat geacht wordt te zijn vervuld tussen de datum waarop de verzekerde gebeurtenis is ingetreden en een latere datum, voorzover die samenvalt:

i)

met een uitkeringvan hetzelfde type, tenzij twee of meer lidstaten een overeenkomst hebben gesloten om te voorkomen dat hetzelfde fictieve tijdvak meer dan één keer wordt meegerekend, of

ii)

met een uitkering als bedoeld onder a).

De onder a) en b) bedoelde uitkeringenen overeenkomsten zijn vermeld in bijlage IX.

Artikel 55

Samenloop van een of meer uitkeringenvan verschillende aard

1.   Indien het voor het ontvangen van uitkeringen van verschillende aard of andere inkomsten vereist is dat de in de wetgeving van de betrokken lidstaten vastgelegde anticumulatiebepalingen worden toegepast op:

a)

twee of meer onafhankelijke uitkeringen, delen de bevoegde organen de bedragen van de uitkering of uitkeringen of andere inkomsten, voorzover in aanmerking genomen, door het aantal uitkeringen dat aan die anticumulatiebepalingen is onderworpen;

de toepassing van deze bepaling mag er evenwel niet toe leiden dat de betrokkene zijn status van gepensioneerde wordt ontnomen voor de toepassing van de andere hoofdstukken van titel III, volgens de voorwaarden en procedures van de toepassingsverordening;

b)

een of meer pro rata-uitkeringen, houden de bevoegde organen rekening met de uitkering of de uitkeringen of andere inkomsten en alle elementen die zijn vastgesteld voor de toepassing van de anticumulatiebepalingen, zulks op basis van de verhouding tussen de tijdvakken van verzekering en/of wonen, waarmee rekening is gehouden met artikel 52, lid 1, onder b), ii) ofwel

c)

een of meer onafhankelijke uitkeringenen op een of meer pro rata-uitkeringen, passen de bevoegde organen onderdeel a) dienovereenkomstig toe wat betreft de onafhankelijke uitkeringen, en onderdeel b) wat betreft de pro rata-uitkeringen.

2.   Het bevoegde orgaan gaat niet over tot de deling van onafhankelijke uitkeringen indien de door het orgaan toegepaste wetgeving voorziet in het in aanmerking nemen van uitkeringenvan verschillende aard en/of andere inkomsten, alsmede van alle andere elementen voor de berekening van een deel van het bedrag, dat wordt berekend op basis van de verhouding tussen de tijdvakken van verzekering en/of wonen als bedoeld in artikel 52, lid 1, onder b), ii).

3.   Bovengenoemde bepalingen zijn van overeenkomstige toepassing indien de wetgeving van een of meer lidstaten bepaalt dat geen recht op uitkering bestaat indien de betrokkene een uitkeringvan verschillende aard krachtens de wetgeving van een andere lidstaat, of andere inkomsten ontvangt.

Artikel 56

Aanvullende bepalingen voor de berekening van de uitkeringen

1.   De berekening van het in artikel 52, lid 1, onder b), bedoelde theoretische bedrag en pro rata bedrag vindt als volgt plaats:

a)

indien de totale duur van de tijdvakken van verzekering en/of wonen welke vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis krachtens de wetgevingen van alle betrokken lidstaten zijn vervuld, langer is dan de maximumduur welke de wetgeving van één van deze lidstaten voor het recht op een volledige prestatie vereist, houdt het bevoegde orgaan van deze lidstaat rekening met deze maximumduur in plaats van met de totale duur van bedoelde tijdvakken. Deze wijze van berekening mag niet tot gevolg hebben dat dit orgaan een uitkering verschuldigd is welke hoger is dan de volledige uitkering volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving; het vorengaande geldt niet voor uitkeringen waarvan het bedrag niet afhankelijk is van de duur van de verzekering;

b)

de wijze waarop samenvallende tijdvakken in aanmerking worden genomen, wordt in de toepassingsverordening geregeld;

c)

indien de wetgeving van een lidstaat bepaalt dat voor de berekening van de uitkeringen wordt uitgegaan van gemiddelde, pro rata, vaste of toegerekende inkomsten, bijdragen of premies, grondslagen voor premies of bijdragen, verhogingen, verdiensten, andere bedragen of een combinatie daarvan, wordt door het bevoegde orgaan:

i)

de berekeningsgrondslag van de uitkeringenuitsluitend bepaald aan de hand van de verzekeringstijdvakken die krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld;

ii)

het bedrag dat op basis van de tijdvakken van verzekering en/of wonen die krachtens de wetgeving van de andere lidstaten zijn vervuld, bepaald aan de hand van dezelfde elementen, als die welke worden bepaald of geconstateerd over de tijdvakken van verzekering die krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld,

overeenkomstig de procedures die voor de betrokken lidstaat in bijlage XI zijn vastgelegd.

2.   De voorschriften van de wetgeving van een lidstaat inzake de aanpassing van de voor de berekening van de uitkeringen in aanmerking genomen elementen aan het loon- of prijsniveau zijn, in voorkomend geval, van toepassing op de elementen waarmee het bevoegde orgaan van die lidstaat op grond van de krachtens de wetgevingen van andere lidstaten vervulde tijdvakken van verzekering of van wonen overeenkomstig lid 1 rekening heeft gehouden.

Artikel 57

Tijdvakken van verzekering of van wonen van minder dan één jaar

1.   Niettegenstaande artikel 52, lid 1, onder b), is het orgaan van een lidstaat niet verplicht uitkeringen toe te kennen met betrekking tot tijdvakken die krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn vervuld en die in aanmerking dienen te worden genomenbij het intreden van de verzekerde gebeurtenis, indien

de totale duur van deze tijdvakken minder dan een jaar bedraagt

en

uitsluitend rekening houdende met deze tijdvakken geen recht op uitkeringen krachtens die wetgeving bestaat.

Voor de toepassing van dit artikel, wordt onder „tijdvakken” verstaan alle tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst, van werkzaamheden anders dan in loondienst, of van wonen die recht geven op een uitkering of de betrokken uitkering rechtstreeks verhogen.

2.   Voor de toepassing van artikel 52, lid 1, onder b), punt i), houdt het bevoegde orgaan van elk van de betrokken lidstaten rekening met de in lid 1 bedoelde tijdvakken.

3.   Ingeval toepassing van lid 1 ertoe zou leiden dat alle organen van de betrokken lidstaten van hun verplichtingen worden ontheven, worden de uitkeringenuitsluitend toegekend krachtens de wetgeving van de laatste van die lidstaten aan de voorwaarden waarvan is voldaan, alsof alle vervulde tijdvakken van verzekering en van wonen waarmee overeenkomstig artikel 6 en artikel 51, leden 1 en 2, rekening wordt gehouden, krachtens de wetgeving van deze lidstaat waren vervuld.

Artikel 58

Toekenning van een aanvulling

1.   Degene die uitkeringen geniet waarop dit hoofdstuk van toepassing is, mag in de lidstaat waar hij woont en krachtens welke wetgeving hem een uitkering verschuldigd is, geen lagere uitkering ontvangen dan de minimumuitkering welke door de betrokken wetgeving is vastgesteld voor een tijdvak van verzekering of wonen dat gelijk is aan de gezamenlijke tijdvakken welke overeenkomstig dit hoofdstuk in aanmerking zijn genomen.

2.   Het bevoegde orgaan van de lidstaat betaalt de betrokkene, gedurende de tijd dat hij op het grondgebied van deze staat woont, een aanvullend bedrag uit dat gelijk is aan het verschil tussen de som van de krachtens dit hoofdstuk verschuldigde uitkeringenen het bedrag van de minimumuitkering.

Artikel 59

Herberekening en aanpassing van de uitkeringen

1.   Indien de wijze van vaststelling of de regels voor de berekening van de uitkeringen krachtens de wetgeving van een lidstaat worden gewijzigd, of indien een relevante wijziging plaatsvindt in de persoonlijke situatie van de betrokkene die krachtens die wetgeving zou leiden tot een aanpassing van het bedrag van de uitkering, vindt een herberekening plaats overeenkomstig artikel 52.

2.   Indien echter de prestaties van de betrokken lidstaten door stijging van de kosten van levensonderhoud, schommelingen van het niveau van inkomsten of andere redenen voor aanpassing, met een bepaald percentage of een vast bedrag worden gewijzigd, wordt dit percentage of bedrag rechtstreeks in de overeenkomstig artikel 52 vastgestelde uitkeringen verwerkt, zonder dat een herberekening behoeft plaats te vinden.

Artikel 60

Bijzondere bepalingen voor ambtenaren

1.   Artikel 6, artikel 50, artikel 51, lid 3, en de artikelen 52 tot en met 59 zijn van overeenkomstige toepassing op personen die onderworpen zijn aan een bijzonder stelsel voor ambtenaren.

2.   Indien evenwel de wetgeving van een lidstaat het verkrijgen, het vaststellen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties krachtens een bijzonder stelsel voor ambtenaren afhankelijk stelt van de voorwaarde dat alle tijdvakken van verzekering zijn vervuld in het kader van een of meer bijzondere stelsels voor ambtenaren in die lidstaat of van de voorwaarde dat zij door de wetgeving van die lidstaat met dergelijke tijdvakken gelijkgesteld worden, neemt het bevoegde orgaan van de betrokken lidstaat uitsluitend de tijdvakken in aanmerking die krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving kunnen worden erkend.

Indien, nadat de aldus vervulde tijdvakken in aanmerking zijn genomen, de betrokkene niet voldoet aan de voor het recht op genoemde prestaties gestelde voorwaarden, wordt met deze tijdvakken rekening gehouden voor de toekenning van prestaties volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, volgens het stelsel van toepassing op arbeiders respectievelijk bedienden.

3.   Indien de prestaties overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat op grond van een bijzonder stelsel voor ambtenaren worden berekend op basis van het laatste salaris of de laatste salarissen die tijdens een referentietijdvak werden ontvangen, neemt het bevoegde orgaan van die lidstaat bij de berekening alleen de naar behoren geherwaardeerde salarissen in aanmerking die werden ontvangen gedurende het tijdvak of de tijdvakken waarin de betrokkene onder die wetgeving viel.

HOOFDSTUK 6

WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN

Artikel 61

Specifieke regels voor de samentelling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst

1.   Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving het verkrijgen, het behoud, het herstel of de duur van het recht op uitkeringafhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst, houdt, voorzover nodig, rekening met de krachtens de wetgeving van elke andere lidstaat vervulde tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst, alsof deze tijdvakken overeenkomstig de door dat orgaan toegepaste wetgeving waren vervuld.

Wanneer echter de toepasselijke wetgeving het recht op uitkeringafhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verzekering, worden de krachtens de wetgeving van een andere lidstaat vervulde tijdvakken van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst slechts in aanmerking genomen op voorwaarde dat deze tijdvakken als tijdvakken van verzekering aangemerkt zouden zijn als zij overeenkomstig de toepasselijke wetgeving waren vervuld.

2.   Behoudens in de in artikel 65, lid 5, onder a), bedoelde gevallen, wordt de toepassing van lid 1 afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de betrokkene laatstelijk, overeenkomstig de wetgeving op grond waarvan de uitkeringen worden aangevraagd, het volgende heeft vervuld:

tijdvakken van verzekering, indien deze wetgeving tijdvakken van verzekering vereist;

tijdvakken van werkzaamheden in loondienst, indien deze wetgeving tijdvakken van werkzaamheden in loondienst vereist;

tijdvakken van werkzaamheden anders dan in loondienst, indien deze wetgeving tijdvakken van werkzaamheden anders dan in loondienst vereist.

Artikel 62

Berekening van de uitkering

1.   Het bevoegde orgaan van een lidstaat waarvan de wetgeving bepaalt dat voor de berekening van de uitkering wordt uitgegaan van het vroegere loon of beroepsinkomen, houdt uitsluitend rekening met het loon of het beroepsinkomen dat betrokkene heeft genoten voor de laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, die hij onder die wetgeving heeft verricht.

2.   Het in lid 1 bepaalde geldt ook indien de door het bevoegde orgaan toegepaste wetgeving voorziet in een specifieke referentieperiode voor de vaststelling van het loon dat als basis dient voor de berekening van de uitkeringen alsmede indien de betrokkene gedurende de gehele periode of een gedeelte ervan onder de wetgeving van een andere lidstaat viel.

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 houdt het orgaan van de woonplaats voor de in artikel 65, lid 5, onder a), bedoelde grensarbeiders rekening met het loon of het beroepsinkomen dat de betrokkene heeft genoten in de lidstaat aan de wetgeving waaraan hij tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, onderworpen was, overeenkomstig de toepassingsverordening.

Artikel 63

Bijzondere bepalingen voor de opheffing van de bepalingen inzake de woonplaats

Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldt artikel 7 slechts in de gevallen bedoeld in de artikelen 64 en 65 en binnen de daarin vermelde limieten.

Artikel 64

Werklozen die zich naar het grondgebied van een andere lidstaat begeven

1.   De volledig werkloze die voldoet aan de bij de wetgeving van de bevoegde lidstaat gestelde voorwaarden om recht te hebben op uitkeringen die zich naar een andere lidstaat begeeft om daar werk te zoeken, behoudt het recht op werkloosheidsuitkering onder de hieronder aangegeven voorwaarden en beperkingen:

a)

vóór vertrek dient de werkloze gedurende ten minste vier weken na de aanvang van zijn werkloosheid als werkzoekende ingeschreven te zijn geweest en ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van de bevoegde lidstaat te zijn gebleven. De bevoegde diensten of organen kunnen hem evenwel toestemming geven vóór het verstrijken van deze termijn te vertrekken;

b)

de werkloze dient zich als werkzoekende in te schrijven bij de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat waar hij heen is gegaan, zich te onderwerpen aan de daar georganiseerde controle en zich aan de voorwaarden krachtens de wetgeving van die lidstaat te houden. Deze voorwaarde wordt als vervuld beschouwd voor het tijdvak dat aan de inschrijving voorafgaat, indien de inschrijving plaatsvindt binnen zeven dagen na de datum waarop hij niet meer ter beschikking stond van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat die hij heeft verlaten. In uitzonderingsgevallen kunnen de bevoegde diensten of organen deze termijn verlengen;

c)

het recht op uitkering wordt gehandhaafd gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf de datum waarop de werkloze niet langer ter beschikking stond van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat die hij heeft verlaten, zonder dat de totale duur waarover uitkering wordt verleend, de totale duur mag overschrijden waarover hij krachtens de wetgeving van bedoelde lidstaat recht op uitkeringheeft. De periode van drie maanden kan door de bevoegde dienst of het bevoegde orgaan tot maximaal zes maanden worden verlengd.

d)

de uitkering wordt door en voor rekening van het bevoegde orgaan verleend volgens de door dit orgaan toegepaste wetgeving.

2.   Indien de betrokkene bij of vóór het verstrijken van het tijdvak waarover hij krachtens lid 1, onder c), recht op uitkeringheeft, naar de bevoegde lidstaat terugkeert, behoudt hij het recht op uitkeringovereenkomstig de wetgeving van deze lidstaat; hij verliest elk recht op uitkering krachtens de wetgeving van de bevoegde lidstaat, indien hij niet bij of vóór het verstrijken van dit tijdvak naar deze staat terugkeert, behoudens gunstiger bepalingen in die wetgeving. In uitzonderingsgevallen kunnen de bevoegde diensten of organen de betrokken persoon toestaan op een latere datum terug te keren met behoud van zijn recht op uitkering.

3.   Behoudens gunstiger wetgeving van de bevoegde lidstaat, bedraagt het totale tijdvak tussen twee tijdvakken van arbeid waarin het recht op uitkeringen op grond van lid 1 wordt gehandhaafd ten hoogste drie maanden. Deze periode kan door de bevoegde diensten of het bevoegde orgaan tot maximaal zes maanden worden verlengd.

4.   De wijze van uitwisseling van informatie, samenwerking en wederzijdse bijstandverlening tussen de organen en diensten van de bevoegde lidstaat en die van de lidstaat waarheen de betrokkene zich begeeft om werk te zoeken, wordt vastgesteld in de toepassingsverordening.

Artikel 65

Werklozen die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden in een andere dan de bevoegde lidstaat woonden

1.   De gedeeltelijke of door onvoorziene omstandighedenwerkloos geraakte werkloze die tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde, moet zich ter beschikking van zijn werkgever of van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de bevoegde lidstaat stellen. Hij heeft recht op uitkering volgens de wetgeving van de bevoegde lidstaat alsof hij in die lidstaat woonde. Deze uitkering wordt door het orgaan van de bevoegde lidstaat verleend.

2.   De volledig werkloze, die tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde en in die lidstaat blijft wonen of ernaar terugkeert, stelt zich ter beschikking van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de lidstaat waar hij woont. Onverminderd de toepassing van artikel 64 mag een volledig werkloze zich daarnaast ter beschikking stellen van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de lidstaat waar hij zijn laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, heeft verricht.

Een werkloze die geen grensarbeider is en die niet terugkeert naar de lidstaat van zijn woonplaats, stelt zich ter beschikking te stellen van de arbeidsvoorzieningsdiensten van de lidstaat aan de wetgeving waarvan hij het laatst onderworpen was.

3.   De in lid 2, eerste zin, bedoelde werkloze registreert zich als werkzoekende bij de bevoegde diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat waar hij woont, wordt onderworpen aan de daar georganiseerde controles, en houdt zich aan de door de wetgeving van die lidstaat gestelde voorwaarden. Indien hij zich tevens als werkzoekende wenst in te registreren in de lidstaat waar hij zijn laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, heeft verricht, voldoet hij volledig aan de in die lidstaat geldende verplichtingen.

4.   De uitvoering van lid 2, tweede zin, en van lid 3, tweede zin, alsmede de regelingen voor de uitwisseling van informatie, de samenwerking en wederzijdse bijstandverlening tussen de organen en diensten van de lidstaat van de woonplaats en de lidstaat waar de betrokkene het laatst werkzaamheden heeft verricht, worden vastgesteld in de toepassingsverordening.

5.

a)

De in lid 2, eerste en tweede zin, bedoelde werkloze heeft recht op uitkering volgens de wetgeving van de lidstaat waar hij woont, alsof hij tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst aan die wetgeving onderworpen was. Deze prestaties worden verleend door het orgaan van de woonplaats.

b)

Een werknemer die geen grensarbeider is, en aan wie uitkering is verleend voor rekening van het bevoegde orgaan van de lidstaat aan welks wetgeving hij het laatst onderworpen was, heeft echter bij zijn terugkeer naar de lidstaat van de woonplaats, eerst recht op uitkering overeenkomstig artikel 64, waarbij het recht op uitkering krachtens onderdeel a) geschorst wordt, zolang hij recht op uitkering heeft krachtens de wetgeving waaraan hij het laatst onderworpen was.

6.   De door het orgaan van de woonplaats verleende uitkeringen krachtens lid 5 blijven ten laste van dit orgaan. Onverminderd lid 7 vergoedt het bevoegde orgaan van de lidstaat aan welks wetgeving de betrokkene het laatst onderworpen was, echter het orgaan van de woonplaats volledig voor de uitkeringen die gedurende ten hoogste de eerste drie maanden door laatstgenoemd orgaan zijn verstrekt. De vergoeding over dit tijdvak, mag niet hoger zijn dan de werkloosheidsuitkeringen krachtens de wetgeving van de bevoegde lidstaat. In het in lid 5, onder b), bedoelde geval wordt het tijdvak waarin er uitkeringen uit hoofde van artikel 64 worden verleend, afgetrokken van het in de tweede zin van dit lid bedoelde tijdvak. De bijzonderheden betreffende de vergoeding worden vastgesteld in de toepassingsverordening.

7.   Het in lid 6 bedoelde tijdvak van vergoeding wordt evenwel op vijf maanden gebracht wanneer de betrokkene tijdens de voorafgaande 24 maanden gedurende tijdvakken van ten minste 12 maanden al dan niet in loondienst heeft gewerkt in de lidstaten aan welks wetgeving hij het laatst onderworpen was, indien die tijdvakken in aanmerking komen voor de vaststelling van het recht op werkloosheidsuitkering.

8.   Voor de toepassing van de leden 6 en 7 kunnen twee of meer lidstaten of hun bevoegde autoriteiten andere wijzen van vergoeding vaststellen of van iedere vergoeding tussen de onder hun bevoegdheid vallende organen afzien.

HOOFDSTUK 7

UITKERINGEN BIJ VERVROEGDE UITTREDING

Artikel 66

Uitkeringen

Indien de toepasselijke wetgeving het recht op uitkeringen bij vervroegde uittreding afhankelijk stelt van de vervulling van tijdvakken van verzekering, van werkzaamheden in loondienst of van werkzaamheden anders dan in loondienst, is artikel 6 niet van toepassing.

HOOFDSTUK 8

GEZINSUITKERINGEN

Artikel 67

Gezinsleden die in een andere lidstaat wonen

Een persoon heeftrecht op gezinsbijslag overeenkomstig de wetgeving van de bevoegde lidstaat, ook voor de gezinsleden die in een andere lidstaat wonen, alsof deze in eerstbedoelde lidstaat woonden. Een pensioengerechtigde heeft echter recht op gezinsbijslag overeenkomstig de wetgeving van de lidstaten die bevoegd zijn voor zijn pensioen.

Artikel 68

Prioriteitsregels bij samenloop

1.   Indien gedurende hetzelfde tijdvak en voor dezelfde gezinsleden in uitkeringen is voorzien op grond van de wetgeving van meer dan een lidstaat, zijn de volgende prioriteitsregels van toepassing:

a)

Indien door meer dan een lidstaat uitkeringen verschuldigd zijn op verschillende gronden, is de volgorde van prioriteit de volgende: eerst de rechten verkregen op grond van werkzaamheden, al dan niet in loondienst, vervolgens de rechten verkregen op grond van een pensioen, en tenslotte de rechten op grond van de woonplaats;

b)

Indien door meer dan een lidstaat uitkeringen verschuldigd zijn op dezelfde grond, wordt de volgorde van prioriteit vastgesteld op basis van de volgende subsidiaire criteria:

i)

indien het gaat om rechten die verkregen zijn op grond van werkzaamheden, al dan niet in loondienst: de woonplaats van de kinderen, mits er dergelijke werkzaamheden worden verricht, en subsidiair, in voorkomend geval, het hoogste bedrag aan uitkeringen waarin de betrokken wetgevingen voorzien. In dat laatste geval worden de kosten van de uitkeringen verdeeld volgens in de toepassingsverordening bepaalde criteria;

ii)

indien het gaat om rechten die verkregen zijn op grond van een pensioen: de woonplaats van de kinderen, mits op grond van deze wetgeving een pensioen moet worden uitgekeerd, en subsidiair, in voorkomend geval, het langste onder de betrokken wetgevingen vervulde tijdvak van verzekering of verblijf;

iii)

indien het gaat om rechten die verkregen zijn op grond van de woonplaats: de woonplaats van de kinderen.

2.   Bij samenloopvan rechten worden de gezinsuitkeringen toegekend overeenkomstig de wetgeving die volgens lid 1 als prioritair is aangemerkt. De rechten op gezinsuitkeringen die verschuldigd zijn op grond van de andere betrokken wetgeving of wetgevingen, worden geschorst ter hoogte van het bedrag dat bij de wetgeving van de eerste lidstaat is vastgesteld en, zo nodig, wordt het deel dat dit bedrag overschrijdt uitbetaald in de vorm van een aanvullende toeslag. Als het recht op de uitkering in kwestie alleen gebaseerd is op de woonplaats, hoeft deze aanvullende toeslag echter niet te worden uitgekeerd voor kinderen die in een andere lidstaat wonen.

3.   Indien er uit hoofde van artikel 67 een aanvraag om gezinsuitkeringen wordt ingediend bij het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving toepasselijk is, maarniet op grond van het prioritair recht overeenkomstig de leden 1 en 2.

a)

zendt dat orgaan de aanvraag onverwijld door naar het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving prioritair van toepassing is; het stelt de betrokkene daarvan in kennis en betaalt, onverminderd de bepalingen van de toepassingsverordening betreffende de voorlopige toekenning van uitkeringen, zo nodig, de in lid 2 genoemde aanvullende toeslaguit;

b)

neemt het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving prioritair van toepassing is, de aanvraag in behandeling alsof het rechtstreeks bij dat orgaan was ingediend; de datum waarop de aanvraag bij het eerste orgaan is ingediend, wordt beschouwd als de datum waarop de aanvraag bij het prioritaire orgaan is ingediend.

Artikel 69

Aanvullende bepalingen

1.   Indien er aan de op grond van de artikelen 67 en 68 aangewezen wetgeving geen enkel recht wordt ontleend op aanvullende of speciale gezinsuitkeringen voor wezen, worden deze uitkeringen, bovenop de andere op grond van de wetgeving van de hiervoor genoemde lidstaat verkregen gezinsuitkeringen, automatisch verleend krachtens de wetgeving van de lidstaat waaraan de overleden werknemer het langst onderworpen is geweest, voorzover het recht aan de bovengenoemde wetgeving werd ontleend. Indien aan deze wetgeving geen enkel recht werd ontleend, worden de voorwaarden voor het verwerven van een dergelijk recht krachtens de wetgeving van de overige betrokken lidstaten getoetst en worden de uitkeringen toegekend, en wel in afdalende volgorde volgens de duur van de krachtens de wettelijke regelingen van deze lidstaten vervulde tijdvakken van verzekering of van wonen.

2.   De uitkeringen die in de vorm van pensioenen of van aanvullende pensioenen worden uitgekeerd, worden toegekend en berekend overeenkomstig hoofdstuk 5.

HOOFDSTUK 9

BIJZONDERE, NIET OP PREMIE- OF BIJDRAGEBETALING BERUSTENDE PRESTATIES

Artikel 70

Algemene bepaling

1.   Dit artikel is van toepassing op bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties waarop wetgeving van toepassing is die, wegens haar personele werkingssfeer, doelstellingen en/of de voorwaarden voor het ingaan van een recht, kenmerken heeft van zowel de in artikel 3, lid 1 bedoelde socialezekerheidswetgeving als van de bijstand.

2.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder „bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties” verstaan prestaties die:

a)

bedoeld zijn:

i)

voor de extra, aanvullende of bijkomende dekking van de gebeurtenissen in de in artikel 3, lid 1, vermelde takken van de sociale zekerheid en om de betrokken personen een minimum voor levensonderhoud te garanderen in verhouding tot de economische en sociale situatie van de betrokken lidstaat; of

ii)

om uitsluitend personen met een handicap een bijzondere bescherming te bieden, die nauw aansluit bij hun sociale omstandigheden in de betrokken lidstaat,

en

b)

uitsluitend worden gefinancierd door de verplichte belastingen ter dekking van de algemene openbare uitgaven en waarvoor de voorwaarden voor de toekenning en berekening niet afhankelijk zijn van de betaling van enige premie of bijdrage door de betrokkene. Prestaties ter aanvulling van op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties mogen evenwel niet alleen om die reden als op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties worden beschouwd,

en

c)

opgenomen zijn in bijlage X.

3.   Artikel 7 en de andere hoofdstukken van titel III zijn niet van toepassing op de in lid 2 van dit artikel bedoelde prestaties.

4.   De in lid 2 bedoelde uitkeringen zullen uitsluitend worden toegekend door de lidstaat waarin de betreffende persoon woont, overeenkomstig de wetgeving van deze staat. Deze prestaties worden verstrekt door, en voor rekening van, het orgaan van de woonplaats.

TITEL IV

ADMINISTRATIEVE COMMISSIE EN RAADGEVEND COMITÉ

Artikel 71

Samenstelling en werkwijze van de Administratieve Commissie

1.   De Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, hierna „Administratieve Commissie” genoemd, die bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen is ingesteld, is samengesteld uit een regeringsvertegenwoordiger van elk van de lidstaten, die eventueel door technische adviseurs wordt bijgestaan. Een vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van de Administratieve Commissie.

2.   De statuten van de Administratieve Commissie worden door haar leden in onderlinge overeenstemming opgesteld.

De besluiten inzake de in artikel 72, onder a), bedoelde vraagstukken van interpretatieve aard worden aangenomen overeenkomstig de in het Verdrag neergelegde stemvoorschriften en er wordt de nodige bekendheid aan gegeven.

3.   Het secretariaat van de Administratieve Commissie wordt waargenomen door de diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 72

Taken van de Administratieve Commissie

De Administratieve Commissie heeft tot taak:

a)

alle vraagstukken van administratieve of interpretatieve aard, voortvloeiende uit de bepalingen van deze verordening, van de toepassingsverordening en van enige overeenkomst of regeling die in het kader daarvan tot stand zal komen, te behandelen, onverminderd het recht van de betrokken autoriteiten, organen en personen om gebruik te maken van de rechtsmiddelen, en zich te wenden tot de rechterlijke instanties, bedoeld bij de wetgevingen van de lidstaten, bij deze verordening en bij het Verdrag;

b)

de uniforme toepassing van het Gemeenschapsrecht te vergemakkelijken, met name door de uitwisseling van ervaringen en goede administratieve praktijken te bevorderen;

c)

de samenwerking tussen de lidstaten en hun organen op het gebied van de sociale zekerheid te bevorderen en verder te ontwikkelen teneinde met name in te spelen op de bijzondere vraagstukken in verband met bepaalde categorieën personen; op het gebied van de coördinatie van de sociale zekerheid de verwezenlijking van activiteiten op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen;

d)

een zo ruim mogelijke toepassing van de nieuwe technologieën te bevorderen om het vrije verkeer van personen te vergemakkelijken, met name door de procedures voor de gegevensuitwisseling te moderniseren en de informatiestroom tussen de organen, rekening houdend met de stand van de ontwikkeling van de gegevensverwerking in elke lidstaat, geschikt te maken voor elektronische uitwisseling; de Administratieve Commissie stelt de gemeenschappelijke voorschriften voor de infrastructuur van de elektronische gegevensverwerking vast, in het bijzonder de voorschriften in verband met de beveiliging en het gebruik van de standaards, en zij stelt de voorschriften vast voor de werking van het gemeenschappelijk gedeelte van deze voorzieningen;

e)

alle overige werkzaamheden te verrichten die tot haar bevoegdheid behoren krachtens deze verordening en de toepassingsverordening of krachtens enige overeenkomst of regeling die in het kader daarvan tot stand zal komen;

f)

aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen alle voorstellen op het gebied van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te doen teneinde het acquis communautaire te verbeteren en te moderniseren door de uitwerking van latere verordeningen of met behulp van andere door het Verdrag voorziene instrumenten;

g)

vast te stellen met welke gegevens rekening moet worden gehouden bij het opmaken van de rekeningen betreffende de lasten welke de organen van de lidstaten krachtens deze verordening moeten dragen, en de jaarlijkse afrekening tussen deze organen op te stellen op basis van een verslag van de in artikel 74 bedoelde rekencommissie.

Artikel 73

Technische Commissie voor de gegevensverwerking

1.   Bij de Administratieve Commissie wordt een Technische Commissie voor de gegevensverwerking opgericht, hierna „Technische Commissie” genoemd. De Technische Commissie doet aan de Administratieve Commissie voorstellen voor de gemeenschappelijke voorschriften voor de infrastructuur voor het beheer van de elektronische gegevensverwerkingsdiensten, in het bijzonder de voorschriften in verband met de beveiliging en het gebruik van de normen; zij stelt verslagen op en brengt een met redenen omkleed advies uit op basis waarvan de Administratieve Commissie de in artikel 72, onder d), bedoelde beslissingen neemt. De Administratieve Commissie stelt de samenstelling en de regels voor de werkwijze van de Technische Commissie vast.

2.   Te dien einde heeft de Technische Commissie tot taak:

a)

de relevante technische documentatie te verzamelen en de voor de vervulling van haar taken noodzakelijke studies en werkzaamheden te verrichten;

b)

de in lid 1 bedoelde verslagen en met redenen omklede adviezen aan de Administratieve Commissie voor te leggen;

c)

alle andere werkzaamheden en studies uit te voeren inzake vraagstukken die de Administratieve Commissie haar voorlegt;

d)

leiding te geven aan communautaire proefprojecten voor het gebruik van elektronische gegevensverwerkingsdiensten en, voor het communautaire gedeelte, van de operationele systemen van het gebruik van die diensten.

Artikel 74

Rekencommissie

1.   Er wordt bij de Administratieve Commissie een Rekencommissie ingesteld. De samenstelling en de regels voor de werkwijze van deze commissie worden vastgesteld door de Administratieve Commissie.

De Rekencommissie heeft tot taak:

a)

de controle te verrichten op de methode voor het bepalen en berekenen van de jaarlijkse gemiddelde kosten die door de lidstaten worden ingediend;

b)

de nodige gegevens te verzamelen en de berekeningen te maken die nodig zijn om jaarlijks de stand op te maken van de vorderingen van elke lidstaat;

c)

periodiek verslag uit te brengen aan de Administratieve Commissie over het resultaat van de toepassing van de onderhavige verordening en de toepassingsverordening, met name op financieel vlak;

d)

de gegevens en de verslagen te verstrekken die de Administratieve Commissie nodig heeft om de besluiten krachtens artikel 72, onder g), te kunnen nemen;

e)

de Administratieve Commissie alle dienstige voorstellen te doen, inclusief over deze verordening, met betrekking tot de onderdelen a), b) en c);

f)

alle werkzaamheden, studies of taken te verrichten inzake vraagstukken die de Administratieve Commissie haar voorlegt.

Artikel 75

Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

1.   Er wordt een Raadgevend Comité voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels ingesteld, hierna „Raadgevend Comité” genoemd, dat voor elk van de lidstaten is samengesteld uit

a)

een vertegenwoordiger van de regering;

b)

een vertegenwoordiger van de werknemersorganisaties;

c)

een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisaties.

Voor elk van de hierboven genoemde categorieën wordt één plaatsvervangend lid per lidstaat benoemd.

De leden en de plaatsvervangende leden van het Raadgevend Comité worden benoemd door de Raad. Het Raadgevend Comité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Het Raadgevend Comité stelt zijn reglement van orde vast.

2.   Het Raadgevend Comité is gemachtigd om, op verzoek van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, van de Administratieve Commissie of uit eigen beweging:

a)

vraagstukken van algemene of principiële aard en problemen welke rijzen bij de toepassing van de communautaire bepalingen inzake de coördinatie van sociale zekerheidssystemen, met name in verband met bepaalde categorieën personen, te onderzoeken;

b)

ten behoeve van de Administratieve Commissie ter zake adviezen uit te brengen alsmede voorstellen te doen voor een eventuele herziening van die bepalingen.

TITEL V

DIVERSE BEPALINGEN

Artikel 76

Samenwerking

1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken elkaar alle inlichtingen met betrekking tot:

a)

de ter uitvoering van deze verordening getroffen maatregelen;

b)

de wijzigingen in hun wetgeving die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van deze verordening.

2.   Bij de toepassing van deze verordening zijn de autoriteiten en organen van de lidstaten elkaar behulpzaam als betrof het de toepassing van hun eigen wetgeving. De wederzijdse administratieve bijstand van genoemde autoriteiten en organen is in principekosteloos. De Administratieve Commissie bepaalt evenwel de aard van de te vergoeden uitgaven en de drempels waarboven een vergoeding moet plaatsvinden.

3.   Voor de toepassing van deze verordening kunnen de autoriteiten en de organen van de lidstaten zich rechtstreeks met elkaar en met de belanghebbende personen of hun gemachtigden in verbinding stellen.

4.   De organen en de personen die onder deze verordening vallen, zijn met het oog op de goede toepassing van deze verordening verplicht elkaar inlichtingen te verstrekken en samen te werken.

De organen reageren, overeenkomstig het beginsel van goed bestuur, binnen een redelijke termijn op alle aanvragen en verstrekken de betrokkenen daartoe alle informatie die nodig is om de hun door deze verordening verleende rechten uit te oefenen.

De betrokkenen moeten de organen van de bevoegde lidstaat en van de lidstaat van de woonplaats zo spoedig mogelijk in kennis stellen van iedere verandering in hun persoonlijke of gezinssituatie die gevolgen heeft voor hun rechten op de prestaties waarin deze verordening voorziet.

5.   Indien niet voldaan wordt aan de informatieplicht als bedoeld in lid 4, derde alinea, kunnen overeenkomstig het nationaal recht evenredige maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen zijn gelijkwaardig aan de maatregelen die in soortgelijke onder de nationale rechtsorde vallende situaties van toepassing zijn en mogen in de praktijk de uitoefening van de door deze verordening aan de betrokkenen verleende rechten niet onmogelijk of buitengewoon moeilijk maken.

6.   Als zich bij de uitleg en de toepassing van deze verordening moeilijkheden voordoen die de rechten van onder de Verordening vallende personen in gevaar kunnen brengen, neemt het orgaan van de bevoegde lidstaat of van de lidstaatvan de woonplaats, contact op met het orgaan of de organen van de andere betrokken lidstaat of lidstaten. Als er binnen een redelijke termijn geen oplossing wordt gevonden, kunnen de betrokken autoriteiten de Administratieve Commissie inschakelen.

7.   De autoriteiten, organen en rechterlijke instanties van een lidstaat mogen verzoekschriften of andere documenten die hun toegezonden worden, niet afwijzen op grond van het feit dat zij zijn opgesteld in een officiële taal van een andere lidstaat, die als een officiële taal van de instellingen van de Gemeenschap is erkend overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag.

Artikel 77

Bescherming van persoonsgegevens

1.   Indien de autoriteiten of organen van een lidstaat op grond van deze verordening of van de toepassingsverordening persoonsgegevens aan de autoriteiten of organen van een andere lidstaat mededelen, is deze mededeling onderworpen aan de wettelijke bepalingen inzake gegevensbescherming van de lidstaat die de gegevens verstrekt. Voor iedere mededeling van de autoriteit of het orgaan van de lidstaat die de gegevens heeft ontvangen, alsmede voor de opslag, wijziging en vernietiging van de gegevens door die lidstaat, gelden de wettelijke bepalingen inzake gegevensbescherming van de lidstaat die de gegevens ontvangt.

2.   De verzending van de voor de toepassing van deze verordening en de toepassingsverordening noodzakelijke gegevens van een lidstaat naar een andere lidstaat dient te gebeuren met inachtneming van de communautaire voorschriften op het gebied van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

Artikel 78

Elektronische gegevensverwerking

1.   De lidstaten maken steeds meer gebruik van de nieuwe technologieën voor de uitwisseling van, de toegang tot en de behandeling van de voor de toepassing van deze verordening en de toepassingsverordening noodzakelijke gegevens. De Commissie steunt activiteiten van gemeenschappelijk belang zodra de lidstaten deze diensten voor elektronische gegevensverwerking hebben ingevoerd.

2.   Elke lidstaat is met inachtneming van de communautaire voorschriften op het gebied van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens verantwoordelijk voor het beheer van zijn eigen gedeelte van de diensten voor elektronische gegevensverwerking.

3.   Een elektronisch document dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en de toepassingsverordening door een orgaan is verstuurd of uitgebracht, mag vanaf het moment dat het ontvangende orgaan heeft verklaard elektronische documenten te kunnen ontvangen door geen enkele autoriteit of door geen enkel orgaan van een andere lidstaat geweigerd worden op grond van het feit dat dit document langs elektronische weg werd ontvangen. Het reproduceren en opslaan van deze documenten wordt geacht een juiste en nauwkeurige weergave te leveren van het originele document of van de informatie waarop dat betrekking heeft, tenzij het tegendeel is bewezen.

4.   Een elektronisch document wordt als geldig beschouwd als het computersysteem waarin dit document is opgeslagen de noodzakelijke beveiligingen bevat tegen wijziging of openbaarmaking van, of toegang van onbevoegden tot de opgeslagen gegevens. Te allen tijde is het mogelijk de opgeslagen gegevens in een rechtstreeks leesbare vorm om te zetten. Bij de overdracht van een elektronisch document van het ene socialezekerheidsorgaan naar het andere worden passende beveiligingsmaatregelen genomen in overeenstemming met de communautaire voorschriften op het gebied van de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

Artikel 79

Financiering van activiteiten op het gebied van de sociale zekerheid

In het kader van deze verordening en van de toepassingsverordening kan de Commissie van de Europese Gemeenschappen de volgende activiteitengeheel of gedeeltelijk financieren:

a)

activiteiten ter verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de autoriteiten en organen voor de sociale zekerheid van de lidstaten, met name van elektronische gegevensuitwisseling;

b)

alle andere activiteiten die ten doel hebben om, met behulp van de meest geschikte middelen, informatie aan de onder deze verordening vallende personen en hun vertegenwoordigers te verstrekken over de rechten en plichten die uit deze verordening voortvloeien.

Artikel 80

Vrijstelling

1.   Iedere vrijstelling of verlaging van belastingen, retributies, zegelrechten, griffie- of registratierechten waarin bij de wetgeving van een lidstaat is voorzien voor bescheiden of documenten die ter uitvoering van de wetgeving van deze staat dienen te worden overgelegd, geldt eveneens voor overeenkomstige bescheiden of documenten die ter uitvoering van de wetgeving van een andere lidstaat of van deze verordening dienen te worden overgelegd.

2.   Alle akten, documenten of bescheiden van welke aard dan ook die voor de toepassing van deze verordening dienen te worden overgelegd, zijn vrijgesteld van legalisatie door diplomatieke of consulaire autoriteiten.

Artikel 81

Aanvragen, verklaringen of beroepschriften

Aanvragen, verklaringen of beroepschriften die ter uitvoering van de wetgeving van een lidstaat binnen een bepaalde termijn moeten worden ingediend bij een autoriteit, een orgaan of een rechterlijke instantie van die lidstaat, zijn ontvankelijk indien zij binnen dezelfde termijn bij een overeenkomstige autoriteit, orgaan of rechterlijke instantie van een andere lidstaat worden ingediend. In dat geval zal de autoriteit, het orgaan of de rechterlijke instantie waarop aldus een beroep wordt gedaan, deze aanvragen, verklaringen of beroepschriften onverwijld doen toekomen aan de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de bevoegde rechterlijke instantie van eerstbedoelde lidstaat, hetzij rechtstreeks, hetzij door bemiddeling van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten. De datum waarop die aanvragen, verklaringen of beroepschriften bij een autoriteit, een orgaan of een rechterlijke instantie van de andere lidstaat zijn ingediend, wordt beschouwd als de datum waarop deze zijn ingediend bij de autoriteiten, het orgaan of de rechterlijke instantie die bevoegd is hiervan kennis te nemen.

Artikel 82

Geneeskundige onderzoeken

Bij de wetgeving van een lidstaat voorziene geneeskundige onderzoeken kunnen op verzoek van het bevoegde orgaan in een andere lidstaat worden verricht door het orgaan van de woon- of verblijfplaats van de aanvrager van of de rechthebbende op prestaties, op de wijze als bepaald bij de toepassingsverordening of op een tussen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten overeengekomen wijze.

Artikel 83

Toepassing van wetgevingen

De bijzonderheden voor de toepassing van de wetgevingen van bepaalde lidstaten staan in bijlage XI.

Artikel 84

Inning van premies of bijdragen en terugvordering van prestaties

1.   Premies of bijdragen die aan een orgaan van een lidstaat verschuldigd zijn, en prestaties die ten onrechte door een orgaan van een lidstaat zijn verleend, kunnen in een andere lidstaat worden geïnd, respectievelijk teruggevorderd, volgens de procedures en met de waarborgen en voorrechten die van toepassing zijn op de inning van premies of bijdragen die verschuldigd zijn aan, en de terugvordering van prestaties die ten onrechte zijn verleend door, het overeenkomstige orgaan van laatstbedoelde lidstaat.

2.   Voor tenuitvoerlegging vatbare beslissingen van rechterlijke en overheidsinstanties betreffende de inning van premies of bijdragen, renten en alle andere kosten of de terugvordering van krachtens de wetgeving van een lidstaat ten onrechte verleende prestaties, worden op verzoek van het bevoegde orgaan in een andere lidstaat erkend en ten uitvoer gelegd binnen de grenzen en volgens de procedures waarin de wetgeving voorziet en volgens alle andere procedures die van toepassing zijn op gelijkaardige beslissingen van die lidstaat. Deze beslissingen worden door het bevoegde orgaan uitvoerbaar in die lidstaat verklaard voor zover de wetgeving en alle andere procedures van die lidstaat dit vereisen.

3.   In geval van gedwongen tenuitvoerlegging, faillissement of akkoord genieten de vorderingen van het orgaan van een lidstaat in een andere lidstaat dezelfde voorrechten als die welke de wetgeving van laatstbedoelde lidstaat toekent aan vorderingen van dezelfde aard.

4.   De wijze van toepassing van dit artikel, inclusief de te vergoeden kosten, wordt geregeld bij de toepassingsverordening of, voor zover nodig en bij wijze van aanvulling, door middel van overeenkomsten tussen lidstaten.

Artikel 85

Rechten van de organen

1.   Indien prestaties worden genoten krachtens de wetgeving van een lidstaat naar aanleiding van schade die voortvloeit uit een in een andere lidstaat voorgevallen gebeurtenis, worden de eventuele rechten die het orgaan dat de prestaties verschuldigd is, heeft ten opzichte van een derde die verplicht is de schade te vergoeden als volgt geregeld:

a)

indien het orgaan dat de prestaties verschuldigd is krachtens de door dit orgaan toegepaste wetgeving in de rechten treedt die de rechthebbende ten opzichte van die derde heeft, erkent elke lidstaat die subrogatie;

b)

indien het orgaan dat de prestaties verschuldigd is, een onmiddellijk recht ten opzichte van de derde heeft, erkent elke lidstaat dat recht;

2.   indien prestaties worden genoten krachtens de wetgeving van een lidstaat naar aanleiding van schade die voortvloeit uit een in een andere lidstaat voorgevallen gebeurtenis, gelden de in genoemde wetgeving voorkomende bepalingen die aangeven in welke gevallen de werkgevers of de bij hen werkzaam zijnde werknemers zijn ontheven van de aansprakelijkheid naar burgerlijk recht ten opzichte van de rechthebbende op prestaties of het bevoegde orgaan.

Lid 1 is eveneens van toepassing op de eventuele rechten die het orgaan dat de prestaties verschuldigd is, heeft ten opzichte van werkgevers of de bij deze werkgevers werkzaam zijnde werknemers, in de gevallen waarin zij niet van hun aansprakelijkheid zijn ontheven.

3.   Indien twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van deze lidstaten overeenkomstig artikel 35, lid 3, en/of artikel 41, lid 2, een overeenkomst hebben gesloten waarbij van vergoeding tussen de onder hun bevoegdheid vallende organen wordt afgezien, of indien de vergoeding niet afhangt van het bedrag van de daadwerkelijk verrichte prestaties, worden de eventuele rechten ten opzichte van een aansprakelijke derde als volgt geregeld:

a)

indien het orgaan van een lidstaat van de woon- of verblijfplaats prestaties verleent aan een persoon voor schade die op het grondgebied van die lidstaat is ontstaan, oefent bedoeld orgaan overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving het recht van subrogatie of rechtstreekse vordering uit jegens de schadeplichtige derde;

b)

voor de toepassing van het bepaalde onder a) wordt:

i)

de rechthebbende op prestaties geacht te zijn aangesloten bij het orgaan van de woon- of verblijfplaats, en

ii)

bedoeld orgaan aangemerkt als het orgaan dat de prestaties verschuldigd is;

c)

de leden 1 en 2 blijven van toepassing ten aanzien van prestaties die niet vallen onder de overeenkomst waarbij wederzijds van vergoeding wordt afgezien, of waarvoor de vergoeding niet afhangt van het bedrag van de daadwerkelijk verrichte prestaties.

Artikel 86

Bilaterale overeenkomsten

Wat betreft de betrekkingen tussen Luxemburg enerzijds, en Frankrijk, Duitsland en België anderzijds, wordt de toepassing en de duur van het in artikel 65, lid 7, bedoelde tijdvak afhankelijk gesteld van de sluiting van bilaterale overeenkomsten.

TITEL VI

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 87

Overgangsbepalingen

1.   Aan deze verordening kan geen enkel recht worden ontleend voor het tijdvak dat aan de datum van haar toepassing voorafgaat.

2.   Voor de vaststelling van de aan deze verordening te ontlenen rechten wordt rekening gehouden met elk tijdvak van verzekering, alsmede eventueel met elk tijdvak van werkzaamheden in loondienst, van werkzaamheden anders dan in loondienst of van wonen, dat krachtens de wetgeving van de betrokken lidstaat de datum van haar toepassing in deze lidstaat is vervuld.

3.   Onverminderd lid 1 ontstaat krachtens deze verordening ook dan een recht, indien dit recht in verband staat met een gebeurtenis die vóór de datum van haar toepassing in de betrokken lidstaat heeft plaatsgevonden.

4.   Elke prestatie die in verband met de nationaliteit van de betrokkene dan wel met diens woonplaats niet is toegekend dan wel is geschorst, wordt op verzoek van de betrokkene toegekend of hervat met ingang van de datum van toepassing van deze verordening in de betrokken lidstaat, mits de vroeger toegekende rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend.

5.   De rechten van de betrokkene wier pensioen vóór de datum van toepassing van deze verordening in een lidstaat werd toegekend, kunnen op verzoek van de betrokkene worden herzien met inachtneming van deze verordening.

6.   Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek binnen twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening in een lidstaat wordt ingediend, worden de aan deze verordening te ontlenen rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de wetgeving van enige lidstaat met betrekking tot het verval of de verjaring van rechten op de betrokkenen kan worden toegepast.

7.   Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek na afloop van de termijn van twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening in de betrokken lidstaat wordt ingediend, worden de niet vervallen of verjaarde rechten met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, verkregen, tenzij gunstiger bepalingen van de wetgeving van enig lidstaat van toepassing zijn.

8.   Indien een persoon op grond van deze verordening is onderworpen aan de wetgeving van een andere lidstaat dan die waaraan die persoon krachtens Titel II van Verordening (EEG) nr. 1408/71 onderworpen is, blijft de betrokkene onderworpen aan deze wetgeving zolang de desbetreffende situatie voortduurt, tenzij hij een aanvraag indient om onderworpen te worden aan de wetgeving die krachtens deze verordening van toepassing is. Indien de aanvraag binnen een termijn van drie maanden vanaf de toepassingsdatum van deze verordening wordt ingediend bij het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving krachtens deze verordening van toepassing is, is deze wetgeving op betrokkene van toepassing vanaf de toepassingsdatum van deze verordening. Indien de aanvraag wordt ingediend nadat deze termijn verstreken is, is genoemde wetgeving op betrokkene van toepassing vanaf de eerste dag van de volgende maand.

9.   Artikel 55 van deze verordening is uitsluitend van toepassing op pensioenen waarop artikel 46 quater van Verordening (EEG) nr. 1408/71 op de toepassingsdatum van deze verordening niet van toepassing is.

10.   Artikel 65, lid 2, tweede zin, en lid 3, tweede zin, is uiterlijk twee jaar na de toepassingsdatum van deze verordening in Luxemburg van toepassing.

11.   De lidstaten zien erop toe dat passende informatie wordt verstrekt met betrekking tot de wijzigingen in de rechten en plichten die worden ingevoerd bij deze verordening en de toepassingsverordening.

Artikel 88

Bijwerking van de bijlagen

De bijlagen van deze verordening zullen regelmatig worden herzien.

Artikel 89

Toepassingsverordening

De wijze van toepassing van deze verordening wordt bij een latere verordening vastgesteld.

Artikel 90

Intrekkingen

1.   Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad wordt met ingang van de toepassingsdatum van deze verordening ingetrokken.

Verordening (EEG) nr. 1408/71 blijft evenwel van kracht en de rechtsgevolgen ervan worden gehandhaafd voor:

a)

Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (5), zulks zolang genoemde verordening niet wordt ingetrokken of gewijzigd;

b)

Verordening (EEG) nr. 1661/85 van 13 juni 1985 van de Raad van 13 juni 1985 tot vaststelling van de technische aanpassingen van de communautaire regelingen op het gebied van de sociale zekerheid van migrerende werknemers met betrekking tot Groenland (6), zulks zolang genoemde verordening niet wordt ingetrokken of gewijzigd;

c)

de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (7), de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (8) alsmede andere overeenkomsten die een verwijzing bevatten naar Verordening (EEG) nr. 1408/71, zulks zolang genoemde overeenkomsten niet worden gewijzigd als gevolg van deze verordening.

2.   Verwijzingen naar Verordening (EEG) nr. 1408/71 in Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (9), moeten worden gelezen als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 91

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding van de toepassingsverordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C 38 van 12.2.1999, blz. 10 en PB C ...

(2)  PB C 75 van 15.03.2000, blz. 29.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 september 2003 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt). Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 26 januari 2004 (PB C 79 E van 30.3.2004, blz. 15) en standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(4)  PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1386/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 187 van 10.7.2001, blz. 1).

(5)  PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1.

(6)  PB L 160 van 20.6.1985, blz. 7.

(7)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1.

(8)  PB L 114 van 30.4.2002, blz. 6. Overeenkomst zoals laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 2/2003 van het Gemengd Comité EU-Zwitserland (PB L 187 van 26.7.2003, blz. 55).

(9)  PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46.

BIJLAGE I

VOORSCHOTTEN OP ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN, BIJZONDERE UITKERINGEN BIJ GEBOORTE OF ADOPTIE

(artikel 1, lid 4, onder z)

I.   Voorschotten op onderhoudsverplichtingen

A.

BELGIË

Voorschotten op onderhoudsgelden als bedoeld in de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën.

B.

DENEMARKEN

Voorschotbetaling voor kinderalimentatie uit hoofde van de Wet betreffende prestaties voor kinderen.

Voorschotbetaling voor kinderalimentatie geconsolideerd door Wet nr. 765 van 11 september 2002.

C.

DUITSLAND

Voorschotten op de onderhoudsverplichtingen uit hoofde van de Duitse wet inzake voorschotten op onderhoudsverplichtingen (Unterhaltungsvorschussgesetz) van 23 juli 1979

D.

FRANKRIJK

Gezinssteuntoelage voor een kind van wie een van de ouders of beide ouders in gebreke blijven of niet in staat zijn hun onderhoudsverplichtingen te voldoen of de door een rechter opgelegde onderhoudsbetalingen te verrichten.

E.

OOSTENRIJK

Voorschotten op de onderhoudsverplichtingen uit hoofde van de Wet inzake voorschotten op onderhoudsverplichtingen voor kinderen (Unterhaltungsvorschussgesetz 1985-UVG)

F.

PORTUGAL

Voorschotten op onderhoudsverplichtingen (Wet nr. 75/98, 19 november ter waarborging van de alimentatie voor minderjarigen)

G.

FINLAND

Onderhoudsverplichting overeenkomstig de Wet ter waarborging van de alimentatie voor kinderen (671/1998).

H.

ZWEDEN

Onderhoudsverplichting uit hoofde van de Wet inzake de onderhoudssteun (1996:1030).

II.   Bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie

A.

BELGIË

Geboorte- en adoptietoelage

B.

SPANJE

Eenmalige geboortetoelage

C.

FRANKRIJK

Geboorte- of adoptietoelage van de prestaties bij geboorte en bij adoptie („prestations d'accueil au jeune enfant” (PAJE))

D.

LUXEMBURG

Zwangerschapstoelagen

Geboortetoelagen

E.

FINLAND

Moederschapspakket, de uitkering ineens bij bevalling en de uitkering ineens ter vergoeding van de kosten van internationale adoptie op grond van de Wet inzake de uitkering bij bevalling.

BIJLAGE II

BEPALINGEN VAN BILATERALE VERDRAGEN DIE VAN TOEPASSING BLIJVEN EN DIE, NAARGELANG HET GEVAL, BEPERKT ZIJN TOT DE PERSONEN DIE ONDER DEZE BILATERALE BEPALINGEN VALLEN

(artikel 8, lid 1)

De inhoud van deze bijlage zal zo spoedig mogelijk en uiterlijk vóór de in artikel 91 vermelde datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig het Verdrag door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld.

BIJLAGE III

BEPERKING VAN HET RECHT OP VERSTREKKINGEN VAN GEZINSLEDEN VAN EEN GRENSARBEIDER

(artikel 18, lid 2)

DENEMARKEN

SPANJE

IERLAND

NEDERLAND

FINLAND

ZWEDEN

VERENIGD KONINKRIJK

BIJLAGE IV

MEER RECHTEN VOOR PENSIOENGERECHTIGDEN DIE NAAR DE BEVOEGDE LIDSTAAT TERUGKEREN

(artikel 27, lid 2)

BELGIË

DUITSLAND

GRIEKENLAND

SPANJE

FRANKRIJK

ITALIË

LUXEMBURG

OOSTENRIJK

ZWEDEN

BIJLAGE V

MEER RECHTEN VOOR VOORMALIGE GRENSARBEIDERS DIE TERUGKEREN NAAR HET LAND WAAR ZIJ TEVOREN AL DAN NIET IN LOONDIENST GRENSARBEIDER ZIJN GEWEEST (ALLEEN VAN TOEPASSING INDIEN DE LIDSTAAT WAAR ZICH HET BEVOEGDE ORGAAN BEVINDT DAT VERANTWOORDELIJK IS VOOR DE KOSTEN VAN DE AAN DE PENSIOENGERECHTIGDE IN DE LIDSTAAT VAN ZIJN WOONPLAATS VERLEENDE VERSTREKKINGEN, IS VERMELD)

(artikel 28, lid 2).

BELGIË

DUITSLAND

SPANJE

FRANKRIJK

LUXEMBURG

OOSTENRIJK

PORTUGAL

BIJLAGE VI

VASTSTELLING VAN A-WETGEVING DIE VAN DE BIJZONDERE COÖRDINATIE ZOU MOETEN PROFITEREN

(artikel 44, lid 1)

A.

GRIEKENLAND

De wettelijke regeling betreffende het verzekeringsstelsel voor de landouw (OGA), uit hoofde van Wet nr. 4169/1961.

B.

IERLAND

Deel II, hoofdstuk 15 van de gecodificeerde wet van 1993 op de sociale zekerheid en de sociale diensten (Social Welfare (Consolidation) Act, 1993).

C.

FINLAND

Invaliditeitspensioenen overeenkomstig de nationale pensioenwet van 8 juni 1956, uitgekeerd krachtens de overgangsregeling van de nationale pensioenwet (547/93).

Nationale pensioenen voor personen die gehandicapt zijn geboren of op jonge leeftijd gehandicapt zijn geworden (Nationale pensioenwet 574/93).

D.

ZWEDEN

„Sjukersättning och aktivitetsersättning” (inkomensgerelateerde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor personen boven de 30 jaar, resp. voor personen van 19-30 jaar) (Wet 1962:381 zoals gewijzigd door Wet 2001:489).

E.

VERENIGD KONINKRIJK

a)

Groot-Brittannië

De artikelen 30A, lid 5, 40, 41 en 68 van de Wet inzake de socialezekerheidsbijdragen en -prestaties (Social Security Contributions and Benefits Act) van 1992.

b)

Noord-Ierland

De artikelen 30 A, lid 5, 40, 41 en 68 van de Wet inzake de socialezekerheidsbijdragen en -prestaties voor Noord-Ierland (Contributions and Benefits Act (Northern Ireland) Act) van 1992.

BIJLAGE VII

OVEREENSTEMMING TUSSEN DE WETTELIJKE REGELINGEN VAN DE LIDSTATEN INZAKE DE VOORWAARDEN OMTRENT DE MATE VAN INVALIDITEIT

(Artikel 46, lid 3 van de verordening)

BELGIË

Lidstaten

Regelingen, toegepast door de organen der lidstaten die de beslissing ter erkenning van de mate van invaliditeit hebben genomen

Regelingen, toegepast door de Belgische organen waarvoor de beslissing bij overeenstemming bindend is

Algemene regeling

Regeling voor mijnwerkers

Regeling voor zeelieden

DOSZ (Dienst voor overzeese sociale zekerheid)

Algemene invaliditeit

Beroepsinvaliditeit

FRANKRIJK

1. Algemene regeling:

 

 

 

 

 

groep III

(hulpbehoevendheid)

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— groep II

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— groep I

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

2. Regeling voor de landbouw

 

 

 

 

 

algehele algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

twee derde algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

3. Regeling voor mijnwerkers

 

 

 

 

 

gedeeltelijke algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

4. Regeling voor zeelieden

 

 

 

 

 

— algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

ITALIË

1. Algemene regeling

 

 

 

 

 

— invaliditeit van arbeiders

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

invaliditeit van bedienden

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

2. Zeelieden

 

 

 

 

 

ongeschiktheid voor de scheepvaart

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

LUXEMBURG (1)

Invaliditeit van arbeiders

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Invaliditeit van bedienden

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

FRANKRIJK

Lidstaten

Regelingen, toegepast door de organen der lidstaten die de beslissing ter erkenning van de mate van invaliditeit hebben genomen

Regelingen, toegepast door de Franse organen waarvoor de beslissing bij overeenstemming bindend is

Algemene regeling

Regeling voor de landbouw

Regeling voor de mijnen

Regeling voor zeelieden

Groep I

Groep II

Groep III (hulp-behoe-vend-heid)

Invaliditeit twee derde

Algehele invaliditeit

Hulpbehoevendheid

Algemene invaliditeit twee derde

Hulpbehoevendheid

Beroepsinvaliditeit

Algemene invaliditeit twee derde

Algehele beroepsinvaliditeit

Hulpbehoevendheid

BELGIË

1. Algemene regeling

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

2. Regeling voor mijnwerkers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

- gedeeltelijke algemene invaliditeit

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

- beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming (2)

 

 

 

3. Regeling voor zeelieden

Overeenstemming (1)

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming (1)

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming (2)

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

ITALIË

1. Algemene regeling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

- invaliditeit van arbeiders

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

- invaliditeit van bedienden

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

2. Regeling voor zeelieden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-

Ongeschiktheid voor de scheepvaart

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

LUXEMBURG (4)

Invaliditeit van arbeiders

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Invaliditeit van bedienden

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

ITALIË

Lidstaten

Regelingen, toegepast door de organen der lidstaten die de beslissing ter erkenning van de mate van invaliditeit hebben genomen

Regelingen, toegepast door de Italiaanse organen waarvoor de beslissing bij overeenstemming bindend is

Algemene regeling

Zeelieden — Ongeschiktheid voor de scheepvaart

Arbeiders

Bedienden

BELGIË

1. Algemene regeling

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

2. Regeling voor mijnwerkers

 

 

 

— gedeeltelijke algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

3. Regeling voor zeelieden

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

FRANKRIJK

1. Algemene regeling

 

 

 

— Groep III (hulpbehoevendheid)

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— Groep II

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— Groep I

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

2. Regeling voor de landbouw

 

 

 

— algehele algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— gedeeltelijke algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

3. Regeling voor mijnwerkers

 

 

 

— gedeeltelijke algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

Geen overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

4. Regeling voor zeelieden

 

 

 

— gedeeltelijke algemene invaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

 

 

 

LUXEMBURG (5)

Lidstaten

Regelingen, toegepast door de organen der lidstaten die de beslissing ter erkenning van de mate van invaliditeit hebben genomen

Regelingen, toegepast door de Luxemburgse organen waarvoor de beslissing bij overeenstemming bindend is

Invaliditeit van arbeiders

Invaliditeit van bedienden

BELGIË

1. Algemene regeling

Overeenstemming

Overeenstemming

2. Regeling voor mijnwerkers

 

 

— gedeeltelijke algemene invaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming

3. Regeling voor zeelieden

Overeenstemming (6)

Geen overeenstemming (6)

FRANKRIJK

1. Algemene regeling:

 

 

— Groep III (hulpbehoevendheid)

Overeenstemming

Overeenstemming

— Groep II

Overeenstemming

Overeenstemming

— Groep I

Overeenstemming

Overeenstemming

2. Regeling voor de landbouw

 

 

— algehele algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

— twee derde algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

3. Regeling voor mijnwerkers

 

 

— twee derde algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

— algehele algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

4. Regeling voor zeelieden

 

 

— gedeeltelijke algemene invaliditeit

Overeenstemming

Overeenstemming

— hulpbehoevendheid

Overeenstemming

Overeenstemming

— beroepsinvaliditeit

Geen overeenstemming

Geen overeenstemming


(1)  De gegevens over de overeenstemming tussen Luxemburg enerzijds en Frankrijk en België anderzijds, zullen aan een technisch heronderzoek worden onderworpen, waarbij rekening zal worden gehouden met wijzigingen van de nationale Luxemburgse wetgeving.

(2)  Voor zover de door het Belgische orgaan erkende invaliditeit algemeen is.

(3)  Alleen wanneer het Belgische orgaan de ongeschiktheid voor boven- en ondergrondse arbeid heeft erkend.

(4)  De gegevens over de overeenstemming tussen Luxemburg enerzijds en Frankrijk en België anderzijds, zullen aan een technisch heronderzoek worden onderworpen, waarbij rekening zal worden gehouden met wijzigingen van de nationale Luxemburgse wetgeving.

(5)  De gegevens over de overeenstemming tussen Luxemburg enerzijds en Frankrijk en België anderzijds, zullen aan een technisch heronderzoek worden onderworpen, waarbij rekening zal worden gehouden met wijzigingen van de nationale Luxemburgse wetgeving.

(6)  Voorzover de door het Belgische orgaan erkende invaliditeit algemeen is.

BIJLAGE VIII

GEVALLEN WAARIN DE ONAFHANKELIJKE PRESTATIE EVEN HOOG OF HOGER IS DAN DE PRESTATIE PRO RATA

(artikel 52, lid 4)

A.

DENEMARKEN

Alle aanvragen om pensioenen als bedoeld in de wet op het sociaal pensioen, met uitzondering van de in bijlage IX vermelde pensioenen.

B.

FRANKRIJK

Alle aanvragen voor ouderdoms- of nabestaandenpensioenen als bedoeld in de stelsels voor aanvullende ouderdomspensioenen voor werknemers of zelfstandigen, met uitzondering van aanvragen voor ouderdoms- of nabestaandenpensioenen zoals bedoeld in de regeling voor aanvullende pensioenen voor burgerluchtvaartpersoneel.

C.

IERLAND

Alle aanvragen om bejaardenpensioenen, (op bijdrage- of premiebetaling berustende) ouderdomspensioenen, weduwepensioenen en (op bijdrage of premiebetaling berustende) weduwnaarspensioenen

D.

NEDERLAND

Alle aanvragen om ouderdomspensioenen krachtens de Algemene Ouderdomswet (AOW).

E.

PORTUGAL

Alle aanvragen om invaliditeits-, ouderdoms- en nabestaandenpensioenen, met uitzondering van de gevallen waarin het totale aantal verzekeringstijdvakken die krachtens de wetgeving van meer dan een lidstaat zijn vervuld, 21 kalenderjaren of meer bedragen, de nationale tijdvakken van verzekering 20 jaar of minder bedragen en de berekening is gebaseerd op artikel 11 van Wetsdecreet nr. 35/2002 van 19 februari, dat de regels voor de vaststelling van het pensioenbedrag bevat. In deze gevallen kan, door de toepassing van gunstiger parameters voor de vorming van de pensioenen, het resultaat van de pro-rata-berekening hoger uitvallen dan dat van de onafhankelijke berekening.

F.

ZWEDEN

Inkomensgerelateerde ouderdomspensioenen (Wet 1998:674), inkomensgerelateerde nabestaandenpensioenen in de vorm van een aanpassingspensioen en pensioentoeslag voor kinderen wanneer het overlijden voor 1 januari 2003 plaatsvond en het weduwepensioen (Wet 2000:461 en Wet 2000:462).

G.

VERENIGD KONINKRIJK

Alle aanvragen om rust- en weduwepensioenen en uitkeringen bij overlijden op grond van titel III, hoofdstuk 5, van de verordening, met uitzondering van de aanvragen waarvoor:

a)

tijdens een belastingjaar aanvangende op of na 6 april 1975:

i)

de betrokkene krachtens de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk en een andere lidstaat tijdvakken van verzekering, van arbeid of van wonen heeft vervuld, en

ii)

één (of meer) onder i) bedoelde belastingjaren niet beschouwd wordt (worden) als een rechtverstrekkend jaar in de zin van de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk;

b)

de krachtens de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk vóór 5 juli 1948 vervulde verzekeringstijdvakken in aanmerking zouden worden genomen om artikel 47, lid 1, onder b), toe te passen, door rekening te houden met tijdvakken van verzekering, van arbeid of van wonen die vervuld zijn krachtens de wetgeving van een andere lidstaat.

BIJLAGE IX

PRESTATIES EN OVEREENKOMSTEN WAARBIJ ARTIKEL 49 KAN WORDEN TOEGEPAST

I.

Prestaties als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder a), van de verordening waarvan het bedrag onafhankelijk is van de duur van de vervulde tijdvakken van verzekering of van wonen

A.

BELGIË

Uitkeringen krachtens de algemene invaliditeitsregeling, de bijzondere invaliditeitsregeling voor mijnwerkers en de bijzondere regeling voor zeelieden ter koopvaardij.

Uitkeringen krachtens de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.

Uitkeringen in verband met invaliditeit krachtens het overzeese socialezekerheidsstelsel en de invaliditeitsregeling van gewezen werknemers van Belgisch Kongo en Rwanda-Oeroendi.

B.

DENEMARKEN

Het volledige Deense nationale ouderdomspensioen, verworven na tien jaar wonen door personen aan wie uiterlijk vanaf 1 oktober 1989 een pensioen wordt toegekend.

C.

GRIEKENLAND

Uitkeringen krachtens Wet nr. 4169/1961 — bepalingen betreffende het verzekeringsstelsel voor de landbouw (OGA)

D.

SPANJE

De Spaanse nabestaandenpensioenen, toegekend krachtens de algemene en bijzondere stelsels, met uitzondering van het bijzondere stelsel voor ambtenaren.

E.

FRANKRIJK

Invaliditeitspensioen krachtens het algemene socialezekerheidsstelsel of krachtens het stelsel voor werknemers in de landbouw.

Het invalide-, weduwen of -weduwnaarspensioen van het Franse algemene socialezekerheidsstelsel of van het stelsel voor werknemers in de landbouw, wanneer dit wordt berekend op basis van een invaliditeitspensioen van de overleden echtgenoot, vastgesteld op grond van artikel 47, lid 1, onder a).

F.

IERLAND

Invaliditeitspensioen van het type A.

G.

NEDERLAND

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) van 18 februari 1966, zoals gewijzigd.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) van 24 april 1997, zoals gewijzigd.

Algemene Nabestaandenwet (ANW) van 21 december 1995.

H.

FINLAND

Nationale pensioenen voor personen die gehandicapt zijn geboren of op jonge leeftijd gehandicapt zijn geworden (nationale pensioenwet (547/93)).

Nationale pensioenen overeenkomstig de nationale pensioenwet van 8 juni 1956, uitgekeerd krachtens de overgangsregeling van de nationale pensioenwet (547/93).

Het aanvullende bedrag van het pensioen voor kinderen, in overeenstemming met de wet op het nabestaandenpensioen van 17 januari 1969.

I.

ZWEDEN

Inkomensgerelateerde nabestaandenpensioen in de vorm van een pensioentoeslag voor kinderen en een aanpassingspensioen wanneer het overlijden plaatsvond op 1 januari 2003 of later en de overledene was geboren in 1938 of later (Wet 2000:461).

II.

Uitkeringen als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder b), waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van een fictief tijdvak dat geacht wordt te zijn vervuld tussen de datum waarop de verzekerde gebeurtenis is ingetreden en een latere datum

A.

DUITSLAND

De Duitse invaliditeits- en nabestaandenpensioenen, waarvoor rekening is gehouden met een aanvullend tijdvak („Zurechnungszeit”).

De Duitse ouderdomspensioenen, waarvoor rekening is gehouden met een reeds verworven fictief tijdvak.

B.

SPANJE

De rustpensioenen of pensioenen bij blijvende arbeidsongeschiktheid (invaliditeit) krachtens het bijzondere stelsel voor ambtenaren die zijn verschuldigd krachtens Titel I van de Wet op de staatspensioengerechtigden, indien de begunstigde op het tijdstip van de intreding van de verzekerde gebeurtenis een ambtenaar in actieve dienst was of een daarmee gelijkgesteld persoon; overlijdens- en nabestaandenpensioenen (weduwen-/weduwnaarspensioen, wezenpensioen en ouderpensioen) die verschuldigd zijn krachtens Titel I van de geconsolideerde tekst van de Wet op de staatspensioengerechtigden, indien de begunstigde op het tijdstip van overlijden een ambtenaar in actieve dienst was of een daarmee gelijkgesteld persoon.

C.

ITALIË

De Italiaanse pensioenen bij algehele arbeidsongeschiktheid (inabilità).

D.

LUXEMBURG

De Luxemburgse invaliditeits- en nabestaandenpensioenen.

E.

FINLAND

Het Finse werknemerspensioen waarvoor rekening wordt gehouden met toekomstige tijdvakken overeenkomstig de nationale wettelijke regeling.

F.

ZWEDEN

„Sjukersättnung och aktivitetsersätning” (arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor personen boven de 30 jaar respectievelijk voor personen van 19-30 jaar) in de vorm van een gegarandeerde uitkering (Wet 1962: 381).

Nabestaandenpensioen berekend op basis van fictieve tijdvakken van verzekering (Wet 2000: 461 en Wet 2000: 462).

Ouderdomspensioenen in de vorm van een gegarandeerd pensioen berekend op basis van eerder meegetelde fictieve tijdvakken (Wet 1998:702).

III.

Overeenkomsten als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder b), i), van de verordening teneinde te voorkomen dat hetzelfde fictieve tijdvak meermaals in aanmerking wordt genomen

Het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 28 april 1997 tussen de Republiek Finland en de Bondsrepubliek Duitsland.

Het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 10 november 2000 tussen de Republiek Finland en het Groothertogdom Luxemburg.

Noordse Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 15 juni 1992.

BIJLAGE X

BIJZONDERE, NIET OP PREMIE- OF BIJDRAGEBETALING BERUSTENDE PRESTATIES

(Artikel 70, lid 2, onder c)

De inhoud van deze bijlage zal zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor de in artikel 91 vermelde datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig het Verdrag door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld.

BIJLAGE XI

BIJZONDERE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING VAN DE LIDSTATEN

(artikelen 51, lid 3; 56, lid 1 en 83)

De inhoud van deze bijlage zal zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor de in artikel 91 vermelde datum van toepassing van deze verordening overeenkomstig het Verdrag door het Europees Parlement en de Raad worden vastgesteld.

P5_TA(2004)0294

Minimale veiligheidseisen voor tunnels *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het Trans-Europese wegennet (5238/1/2004 — C5-0118/2004 — 2002/0309(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5238/1/2004 — C5-0118/2004) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 769) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2004) 147) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 78 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0249/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  Aangenomen teksten van 9.10.2003, P5_TA(2003)0425.

(3)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0295

Luchtkwaliteit *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht (COM(2003) 423 — C5-0331/2003 — 2003/0164(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 423) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0331/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0047/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0164

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité  (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig de beginselen van artikel 175, lid 3, van het Verdrag is in het Zesde Milieuactieprogramma van de Gemeenschap, vastgesteld bij Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en van de Raad (4), bepaald dat een verontreinigingsgraad moet worden bereikt die de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens, waaronder met name de gezondheid van kwetsbare bevolkingsgroepen, en het milieu in zijn geheel zo beperkt mogelijk houdt, dat de monitoring en beoordeling van luchtkwaliteit, met inbegrip van de depositie van verontreinigende stoffen, moet worden verbeterd en dat de bevolking moet worden voorgelicht.

(2)

Artikel 4, lid 1, van Richtlijn 96/62/EG van de Raad van 27 september 1996 betreffende beoordeling en beheer van luchtkwaliteit (5), bepaalt dat de Commissie voorstellen zal indienen voor het reguleren van de verontreinigende stoffen zoals vermeld in bijlage I bij die richtlijn, rekening houdend met de bepalingen zoals vervat in de leden 3 en 4 van dat artikel.

(3)

Wetenschappelijk bewijsmateriaal toont aan dat arseen, cadmium, nikkel en bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen genotoxische carcinogenen voor de mens zijn en dat er geen drempel kan worden vastgesteld waaronder deze stoffen geen risico voor de gezondheid van de mens vormen. Concentraties in de lucht en deposities van deze stoffen hebben gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu. In bepaalde gebieden is het niet mogelijk om luchtconcentraties van arseen, cadmium, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen te bereiken die geen aanmerkelijk risico voor de gezondheid van de mens vormen, omdat zulks economisch niet haalbaar is.

(4)

Om de schadelijke gevolgen van door de lucht getransporteerd arseen, cadmium en nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen voor de menselijke gezondheid, waaronder met name de gezondheid van kwetsbare bevolkingsgroepen, en voor het milieu in zijn geheel zo beperkt mogelijk te houden, worden streefwaarden bepaald, die in de mate van het mogelijke moeten worden bereikt. Benzo(a)pyreen dient te gebruikt als marker voor het carcinogene risico van polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht.

(5)

De streefwaarden zouden geen maatregelen vereisen die onevenredige kosten met zich meebrengen. Voor industriële installaties zouden de streefwaarden geen maatregelen vereisen die verder gaan dan de toepassing van de beste beschikbare technieken (BBT), zoals krachtens Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (6) vereist is, en zouden deze met name niet leiden tot de sluiting van installaties. Zij zouden de lidstaten echter wel verplichten tot het nemen van alle kosteneffectieve bestrijdingsmaatregelen in de relevante sectoren.

(6)

De streefwaarden van deze richtlijn mogen in het bijzonder niet worden beschouwd als milieukwaliteitsnormen als omschreven in artikel 2, lid 7 van Richtlijn 96/61/EG, waarvoor overeenkomstig artikel 10 van voornoemde richtlijn strengere voorwaarden gelden dan die welke door toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar zijn.

(7)

Overeenkomstig artikel 176 van het Verdrag kunnen de lidstaten verdergaande beschermingsmaatregelen met betrekking tot arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen handhaven of treffen, mits deze verenigbaar zijn met het Verdrag en aan de Commissie kenbaar worden gemaakt.

(8)

Waar de concentraties bepaalde beoordelingsdrempels overschrijden, is monitoring van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen verplicht. Bijkomende beoordelingsmiddelen kunnen het vereiste aantal bemonsteringspunten voor vaste metingen reduceren. Daarnaast dient monitoring van achtergrondconcentraties in de lucht en van depositie plaats te vinden.

(9)

Kwik is een voor de menselijke gezondheid en het milieu zeer gevaarlijke stof. Het is overal in het milieu aanwezig en in de vorm van methylkwik kan het zich in organismen opstapelen en zich in het bijzonder concentreren in organismen die zich hoger in de voedselketen bevinden. In de atmosfeer vrijgekomen kwik kan over lange afstanden worden getransporteerd.

(10)

De Commissie is voornemens om in 2004 een samenhangende strategie te presenteren met maatregelen die de menselijke gezondheid en het milieu moeten beschermen tegen het vrijkomen van kwik, een en ander zal gebaseerd zijn op een levenscyclus-benadering, met aandacht voor de productie, het gebruik, de afvalbehandeling en de uitstoot. In dit verband dient de Commissie alle passende maatregelen te overwegen die kunnen leiden tot de vermindering van de hoeveelheid kwik in terrestrische en aquatische ecosystemen en daardoor ook van de ingestie van kwik via voedingsmiddelen, alsmede tot het voorkómen van de aanwezigheid van kwik in bepaalde producten. .

(11)

Concentraties in de lucht en deposities van arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen hebben gevolgen voor de menselijke gezondheid, onder meer door opname via de voedselketen, en voor het milieu in zijn geheel; er moet rekening worden gehouden met de accumulatie van deze stoffen in de bodem en met de bescherming van het grondwater. De Commissie en de lidstaten dienen met het oog op de herziening van de onderhavige richtlijn in 2010 te overwegen om onderzoek naar de gevolgen van arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen voor de gezondheid van de mens en voor het milieu, in het bijzonder via depositie, te bevorderen.

(12)

Met het oog op het verkrijgen van voor de hele Gemeenschap vergelijkbare gegevens spelen gestandaardiseerde nauwkeurige meettechnieken en gemeenschappelijke criteria voor de plaatsing van meetstations een belangrijke rol bij de beoordeling van de luchtkwaliteit. Het verstrekken van referentiemethodes voor metingen wordt als belangrijk erkend. Met het oog op een snelle ontwikkeling en aanneming daarvan heeft de Commissie al opdracht gegeven voor werkzaamheden ter voorbereiding van CEN-standaarden voor de meting van de in lucht voorkomende stoffen waarvoor streefwaarden zijn vastgesteld (arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen) en voor de depositie van zware metalen. Zolang er geen door de CEN gestandaardiseerde methode is, kunnen internationale of nationale standaardreferentiemethoden voor metingen worden gebruikt.

(13)

Als basis voor een regelmatige verslaglegging moeten bij de Commissie gegevens over de concentraties en depositie van de gereguleerde verontreinigende stoffen worden ingediend.

(14)

De bevolking moet gemakkelijk toegang hebben tot recente gegevens over de luchtconcentraties en depositie van de gereguleerde verontreinigende stoffen.

(15)

De lidstaten dienen regelgeving vast te stellen inzake sancties op overtreding van de voorschriften van deze richtlijn en dragen zorg voor de naleving van deze sancties. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn.

(16)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7).

(17)

De voor de aanpassing aan de vooruitgang van wetenschap en techniek benodigde wijzigingen dienen uitsluitend betrekking te hebben op criteria en technieken voor het beoordelen van concentraties en depositie van gereguleerde verontreinigende stoffen of op gedetailleerde regelingen voor het verstrekken van informatie aan de Commissie. Zij mogen niet leiden tot een directe of indirecte wijziging van de streefwaarde.

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstellingen

Deze richtlijn:

a)

stelt een streefwaarde vast voor de concentratie van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in de lucht, teneinde schadelijke gevolgen van arseen, cadmium, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen voor de gezondheid van de mens en het milieu als geheel te vermijden, te voorkomen of te verminderen;

b)

waarborgt dat, wat arseen, cadmium, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen betreft, de luchtkwaliteit, waar deze goed is, behouden blijft en elders wordt verbeterd;

c)

stelt gemeenschappelijke methoden en criteria vast voor de beoordeling van de concentratie van arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht en van de depositie van arseen, cadmium, nikkel, kwik en polycyclische aromatische koolwaterstoffen;

d)

waarborgt dat adequate informatie inzake de concentratie van arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht en inzake de depositie van arseen, cadmium, nikkel, kwik en polycyclische aromatische koolwaterstoffen wordt verkregen en voor de bevolking beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijnen gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 96/62/EG, met uitzondering van de definitie van „streefwaarde”.

Voorts wordt in deze richtlijn verstaan onder:

a)

„streefwaarde”: een concentratie in de lucht die is vastgesteld om de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens en/of het milieu in zijn geheel te voorkomen, te verhinderen of te verminderen, en die zoveel mogelijk binnen een gegeven periode dient te worden bereikt;

b)

„totale of bulkdepositie”: de totale massa aan verontreinigende stoffen die van de atmosfeer naar oppervlakten wordt overgebracht (bijvoorbeeld de bodem, vegetatie, water, gebouwen enz.), binnen een gegeven gebied en binnen een gegeven tijdspanne;

c)

„bovenste beoordelingsdrempel”: een in bijlage II vermeld niveau , waaronder een combinatie van metingen en modellen kan worden gebruikt voor de beoordeling van de luchtkwaliteit overeenkomstig artikel 6, lid 3 van Richtlijn 96/62/EG;

d)

„onderste beoordelingsdrempel”: een in bijlage II vermeld niveau, waaronder uitsluitend technieken op basis van modellen of objectieve ramingen mogen worden gebruikt voor de beoordeling van de luchtkwaliteit overeenkomstig artikel 6, lid 4 van Richtlijn 96/62/EG;

e)

„vaste metingen”: metingen verricht op vaste meetpunten, hetzij continu, hetzij door middel van aselecte bemonstering , overeenkomstig artikel 6, lid 5 van Richtlijn 96/62/EG ;

f)

„arseen”, „cadmium”, „nikkel” en „benzo(a)pyreen”: het totale gehalte aan deze elementen en verbindingen dat in de PM10-fractie wordt vastgesteld ;

g)

„PM10”: deeltjes die een op grootte selecterende instroomopening, zoals gedefinieerd in EN 12341 , passeren met een efficiencygrens van 50 % bij een aërodynamische diameter van 10 μm;

h)

„polycyclische aromatische koolwaterstoffen”: organische verbindingen die bestaan uit ten minste twee versmolten aromatische ringen die volledig uit koolstof en waterstof bestaan;

i)

„totaal gasvormig kwik”: elementaire kwikdamp (Hg0) en reactief gasvormig kwik, d.w.z. in water oplosbare kwikverbindingen met een voldoende hoge dampdruk om in de gasfase te bestaan.

Artikel 3

Streefwaarden

1.    De lidstaten nemen alle nodige maatregelen die geen onevenredige kosten meebrengen om ervoor te zorgen dat, vanaf 31 december 2012 , concentraties van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen, g ebruikt als marker voor het carcinogene risico van polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht, zoals beoordeeld overeenkomstig artikel 4, de streefwaarden van bijlage I niet overschrijden.

2.   De lidstaten stellen een lijst op van de zones en agglomeraties waar de niveaus van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen onder de respectieve streefwaarden liggen. In die zones en agglomeraties houden de lidstaten de niveaus van deze verontreinigende stoffen beneden de respectieve streefwaarden en streven zij ernaar de met duurzame ontwikkeling verenigbare optimale luchtkwaliteit te behouden.

3.   De lidstaten stellen een lijst op van de zones en agglomeraties waar de in bijlage I vastgestelde streefwaarden worden overschreden.

Voor deze zones en agglomeraties specificeren de lidstaten de overschrijdingsgebieden en de bronnen die aan deze overschrijding bijdragen. De lidstaten moeten aantonen dat in de betrokken gebieden alle noodzakelijke maatregelen die geen onevenredige kosten meebrengen, met name gericht op de grootste emissiebronnen, worden toegepast om de streefwaarden te bereiken. In het geval van industriële installaties die onder Richtlijn 96/61/EG vallen, is dit de toepassing van de beste beschikbare technieken zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 11 van Richtlijn 96/61/EG.

Artikel 4

Beoordeling van luchtconcentraties en depositiesnelheden

1.   Op het gehele grondgebied van de lidstaten wordt de luchtkwaliteit beoordeeld wat betreft de concentraties van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen.

2.    Overeenkomstig de criteria in lid 7 is meting verplicht in de volgende zones:

zones en agglomeraties waar de niveaus tussen de bovenste en de onderste beoordelingsdrempel liggen, en

andere zones en agglomeraties waar de niveaus de bovenste beoordelingsdrempel overschrijden.

De voorziene metingen mogen worden aangevuld met modellen die een adequaat informatieniveau bieden over de luchtkwaliteit.

3.     Er kan een combinatie van metingen, inclusief indicatieve metingen, volgens Bijlage IV, punt II, en modellen worden gebruikt om de luchtkwaliteit te beoordelen in zones en agglomeraties waar de niveaus gedurende een representatieve periode tussen de bovenste en onderste beoordelingsdrempel liggen, een en ander vast te stellen volgens de bepalingen, bedoeld in bijlage II, punt II.

4.     In zones en agglomeraties waar de niveaus onder de onderste beoordelingsdrempel liggen, vast te stellen volgens de bepalingen bedoeld in bijlage II, punt II, mag voor het beoordelen van de niveaus uitsluitend gebruik worden gemaakt van modellen of technieken op basis van objectieve ramingen.

5.     Wanneer verontreinigende stoffen moeten worden gemeten, worden de metingen op vaste meetpunten verricht, hetzij continu, hetzij door middel van aselecte bemonstering; het aantal metingen is groot genoeg om de niveaus te kunnen vaststellen.

6.     Voor arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in de lucht gelden de in punt I van bijlage II vastgestelde bovenste en onderste beoordelingsdrempels. De indeling van elke zone of agglomeratie voor de toepassing van dit artikel wordt ten minste om de vijf jaar volgens de in bijlage II, punt II, vastgestelde procedure geëvalueerd. De indeling wordt eerder geëvalueerd wanneer significante wijzigingen optreden in activiteiten die relevant zijn voor de concentraties van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in de lucht.

7.    De criteria voor de bepaling van de plaats van de monsternemingspunten waar de concentraties arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in de lucht worden gemeten teneinde te beoordelen of de streefwaarden worden nageleefd, zijn vermeld in de punten I en II van bijlage III. Het minimumaantal monsternemingspunten voor vaste metingen van de concentraties van elke verontreinigende stof is vastgesteld onder punt IV van bijlage III . De monsternemingspunten worden geïnstalleerd in elke zone of agglomeratie waar metingen moeten worden uitgevoerd indien vaste metingen de enige bron van gegevens zijn over de concentraties binnen die zone of agglomeratie.

8.     Teneinde de aanwezigheid van benzo(a)pyreen in de lucht te beoordelen zorgt iedere lidstaat voor de monitoring van andere relevante polycyclische aromatische koolwaterstoffen op een beperkt aantal meetpunten. Deze verbindingen omvatten ten minste: benzo(a)antraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(j)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, indeno(1,2,3-cd)pyreen en dibenzo(a,h)antraceen. Meetpunten voor deze polycyclische aromatische koolwaterstoffen worden op dezelfde locatie geplaatst als de monsternemingspunten voor benzo(a)pyreen en moeten zodanig worden geselecteerd dat geografische variatie en langetermijntendensen kunnen worden vastgesteld. De punten I, II en III van bijlage III zijn van toepassing.

9.   Ongeacht de concentratieniveaus dient voor achtergrondwaarden op iedere 100 000 km2 een monsternemingspunt te worden geïnstalleerd voor de indicatieve meting in de lucht van arseen, cadmium, totaal gasvormig kwik, nikkel, benzo(a)pyreen en de overige polycyclische aromatische koolwaterstofverbindingen bedoeld in lid 8 en van de totale depositie van arseen, cadmium, nikkel , kwik, benzo(a)pyreen en de overige polycyclische aromatische koolwaterstoffen bedoeld in lid 8 . Elke lidstaat plaatst ten minste één meetstation; de lidstaten mogen echter met onderlinge instemming en overeenkomstig richtsnoeren die moeten worden opgesteld volgens de procedure van artikel 6, een of meer gemeenschappelijke meetstations plaatsen, die naburige zones in aangrenzende lidstaten bestrijken, teneinde de nodige ruimtelijke resolutie te verkrijgen. De meting van tweewaardig kwik in deeltjes en als gas wordt eveneens aanbevolen. Waar dienstig, zou de monitoring dienen te worden gecoördineerd met de monitoringstrategie en het meetprogramma van het EMEP. De monsternemingspunten voor deze verontreinigende stoffen moeten zodanig worden geselecteerd dat geografische variatie en langetermijntendensen kunnen worden vastgesteld. De punten I, II en III van bijlage III zijn van toepassing.

10.    Waar regionale patronen van de invloed op ecosystemen worden beoordeeld, kan het gebruik van bio-indicatoren worden overwogen.

11.     In zones en agglomeraties waarin de informatie uit vaste meetstations wordt aangevuld met informatie uit andere bronnen, zoals emissie-inventarissen, indicatieve meetmethoden of luchtkwaliteitsmodellen, dient het aantal geïnstalleerde vaste meetstations en de ruimtelijke resolutie van andere technieken toereikend te zijn om de concentraties van verontreinigende stoffen in de lucht overeenkomstig bijlage II, punt I, en bijlage IV, punt I, te kunnen bepalen.

12.    De kwaliteitsdoelstellingen voor de gegevens staan vermeld in deel I van bijlage IV. Indien voor de beoordeling gebruik wordt gemaakt van luchtkwaliteitsmodellen, is punt II van bijlage IV van toepassing.

13.   De referentiemethoden voor de bemonstering en analyse van arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht staan vermeld in de punten I, II en III van bijlage V. De referentietechnieken voor het meten van de totale depositie van arseen, cadmium, nikkel, kwik en de polycyclische aromatische koolwaterstoffen staan vermeld in punt IV van bijlage V en de referentietechnieken voor modellen voor de luchtkwaliteit worden in punt V van bijlage V vastgesteld wanneer die technieken beschikbaar zijn.

14.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 10 vermelde datum in kennis van de methoden voor de voorafgaande beoordeling van de luchtkwaliteit volgens artikel 11, punt 1, onder d), van Richtlijn 96/62/EG.

15.   De wijzigingen die nodig zijn om dit artikel en punt II van bijlage II en van de bijlagen III tot en met V aan te passen aan de vooruitgang van wetenschap en techniek, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 6, lid 2, doch mogen geen directe of indirecte wijzigingen van de streefwaarden tot gevolg hebben.

Artikel 5

Indiening van informatie en verslagen

1.   Met betrekking tot de zones en agglomeraties waar één van de streefwaarden van bijlage I wordt overschreden, verstrekken de lidstaten de volgende informatie aan de Commissie:

a)

de lijsten van de desbetreffende zones en agglomeraties,

b)

de overschrijdingsgebieden,

c)

de beoordeelde concentratiewaarden,

d)

de redenen voor de overschrijding en in het bijzonder de bronnen die ertoe bijdragen,

e)

de bevolking die wordt blootgesteld aan de overschrijding .

De lidstaten verstrekken verder alle gegevens die beoordeeld zijn overeenkomstig artikel 4 , tenzij dit al is gebeurd uit hoofde van Beschikking 97/101/EG van de Raad van 27 januari 1997 tot invoering van een regeling voor de onderlinge uitwisseling van informatie over een gegevens van meetnetten en meetstations voor luchtverontreiniging in de lidstaten (8) inzake de onderlinge uitwisseling van informatie .

De informatie wordt voor elk kalenderjaar uiterlijk op 30 september van het volgende jaar en de eerste keer uiterlijk voor het kalenderjaar volgend op de in artikel 10 genoemde datum verstrekt .

2.   Naast de in lid 1 vermelde eisen rapporteren de lidstaten ook alle maatregelen die genomen zijn ingevolge artikel 3 .

3.   De Commissie ziet erop toe dat alle informatie die krachtens lid 1 wordt verstrekt, onverwijld via de daartoe geëigende middelen, zoals internet, de pers en andere gemakkelijk toegankelijke media aan de bevolking beschikbaar wordt gesteld.

4.   De Commissie stelt volgens de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure gedetailleerde regelingen vast voor het indienen van de informatie die krachtens lid 1 van dit artikel dient te worden verstrekt.

Artikel 6

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 12, lid 2, van Richtlijn 96/62/EG ingestelde comité .

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

3.   De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

Artikel 7

Voorlichting van het publiek

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat voor het publiek en in aanmerking komende organisaties zoals milieuorganisaties, consumentenorganisaties, organisaties die de belangen van kwetsbare bevolkingsgroepen behartigen en andere relevante instanties voor de gezondheidszorg, duidelijke en begrijpelijke informatie toegankelijk is en regelmatig ter beschikking wordt gesteld over de concentraties van arseen, cadmium, nikkel , kwik en benzo(a)pyreen en de overige in lid 8 van artikel 4 bedoelde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht, evenals over de depositie van arseen, cadmium, nikkel , kwik en benzo(a)pyreen en de overige in lid 8 van artikel 4 bedoelde polycyclische aromatische koolwaterstoffen.

2.   In deze informatie worden ook de jaarlijkse overschrijdingen vermeld van de streefwaarden voor arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen, overeenkomstig bijlage I . De informatie vermeldt tevens de redenen voor de overschrijding en het gebied waarop deze van toepassing is. Voorts omvat de informatie een korte beoordeling in verband met de streefwaarde en passende gegevens over de gevolgen voor de gezondheid en over de milieueffecten .

Gegevens over eventuele maatregelen die genomen zijn krachtens artikel 3, worden beschikbaar gesteld aan de in lid 1 bedoelde organisaties.

3.   De informatie wordt beschikbaar gesteld via bijvoorbeeld internet , de pers en andere gemakkelijk toegankelijke media .

Artikel 8

Verslagage en toetsing

1.   De Commissie brengt uiterlijk op 31 december 2010 aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit op basis van de bij de toepassing van deze richtlijn opgedane ervaring, waarbij zij met name ingaat op de resultaten van het meest recente wetenschappelijke onderzoek naar de gevolgen van de blootstelling aan arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen voor de gezondheid van de mens, waaronder met name de gezondheid van kwetsbare bevolkingsgroepen, en het milieu in zijn geheel, en op de technologische ontwikkelingen, onder meer de vorderingen ten aanzien van de methoden om de concentratie en depositie van deze verontreinigende stoffen in de lucht te meten of anderszins te beoordelen.

2.   In het in lid 1 bedoelde verslag wordt rekening gehouden met:

a)

de huidige luchtkwaliteit, de tendensen en de ramingen tot het jaar 2015 en daarna;

b)

de mogelijkheden om de uitstoot van verontreinigende stoffen uit alle relevante bronnen verder terug te dringen, en met de vraag of het zin heeft om voor de in bijlage I genoemde verontreinigende stoffen grenswaarden in te voeren om de risico's voor de menselijke gezondheid te verminderen , rekening houdend met de technische haalbaarheid en de kosteneffectiviteit daarvan en eventuele daaruit voortvloeiende beduidende aanvullende bescherming van de gezondheid en het milieu;

c)

de verhouding tussen verontreinigende stoffen en de mogelijkheden voor gecombineerde strategieën om de doelstellingen van de Gemeenschap inzake de luchtkwaliteit en daaraan verwante doelstellingen te verbeteren;

d)

de huidige en toekomstige voorschriften inzake de voorlichting van het publiek en de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten en de Commissie;

e)

de ervaring die met de toepassing van deze richtlijn in de lidstaten is opgedaan met name met de in bijlage III vastgestelde omstandigheden waaronder de metingen zijn uitgevoerd.

f)

bijkomende economische voordelen voor het milieu en de gezondheid in termen van vermindering van de uitstoot van arseen, cadmium, nikkel, kwik en polycyclische aromatische koolwaterstoffen, voor zover deze kunnen worden beoordeeld;

g)

de adequaatheid van de voor bemonstering gebruikte kleine-deeltjesfractie met het oog op algemene meetvoorschriften voor deeltjes;

h)

de geschiktheid van benzo(a)pyreen als marker voor de totale carcinogene werking van polycyclische aromatische koolwaterstoffen, gelet op de voornamelijk gasvormige vormen van polycyclische aromatische koolwaterstoffen zoals fluorantheen.

In het licht van de meest recente ontwikkelingen van wetenschap en techniek onderzoekt de Commissie in het bijzonder het effect van arseen, cadmium en nikkel op de menselijke gezondheid met het oog op het kwantificeren van de genotoxische carcinogeniteit ervan. Rekening houdend met de maatregelen die zijn aangenomen in het kader van de kwikstrategie, bekijkt de Commissie ook of het zin heeft verdere maatregelen te nemen in verband met kwik, rekening houdend met de technische haalbaarheid en de kosteneffectiviteit en eventuele daaruit voortvloeiende beduidende aanvullende bescherming van de gezondheid en het milieu.

3.   Teneinde luchtconcentraties te bereiken die de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens verder beperken en leiden tot een hoog niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel, en gelet op de economische en technische haalbaarheid van verdere maatregelen, kan het in lid 1 bedoelde verslag, waar dienstig, vergezeld gaan van voorstellen tot wijziging van deze richtlijn, waarbij in het bijzonder rekening zou moeten worden gehouden met de uit hoofde van lid 2 bekomen resultaten. Daarnaast zal de Commissie de regulering van de depositie van arseen, cadmium, nikkel, kwik en bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen overwegen.

Artikel 9

Sancties

De lidstaten stellen de sancties vast die van toepassing zijn op inbreuken op de tot uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale voorschriften en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Artikel 10

Tenuitvoerlegging

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... (9) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Artikel 12

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C ...

(2)  PB C ...

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(4)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.

(5)  PB L 296 van 21.11.1996, blz. 55. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(6)  PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

(7)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(8)  PB L 35 van 5.2.1997, blz. 14. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 2001/752/EG van de Commissie (PB L 282 van 26.10.2001, blz. 69).

(9)   24 maanden na de inwerkingtreding.

BIJLAGE I

STREEFWAARDEN VOOR ARSEEN, CADMIUM, NIKKEL EN BENZO(A)PYREEN

Verontreinigende stof

Streefwaarde (1)

Arseen

6 ng/m3

Cadmium

5 ng/m3

Nikkel

20 ng/m3

Benzo(a)pyreen

1 ng/m3


(1)   Voor het totale gehalte in de PM10-fractie, gemiddeld over een kalenderjaar.

BIJLAGE II

VASTSTELLING VAN DE EISEN VOOR DE BEOORDELING VAN CONCENTRATIES VAN ARSEEN, CADMIUM, NIKKEL EN BENZO(A)PYREEN IN DE LUCHT BINNEN EEN ZONE OF AGGLOMERATIE

I.   Bovenste en onderste beoordelingsdrempels

 

Arseen

Cadmium

Nikkel

B(a)P

Bovenste beoordelingsdrempel in percentage van de streefwaarde

60 % (3,6 ng/m3)

60 % (3 ng/m3)

70 % (14 ng/m3)

60 % (0,6 ng/m3

Onderste beoordelingsdrempel in percentage van de streefwaarde

40 % (2,4 ng/m3

40 % (2 ng/m3)

50 % (10 ng/m3)

40 % (0,4 ng/m3)

II.   Vaststelling van overschrijdingen van de bovenste en onderste beoordelingsdrempels

Overschrijdingen van de bovenste en onderste beoordelingsdrempels worden vastgesteld op basis van de concentraties die zijn gemeten gedurende de voorgaande vijf jaar waarover voldoende gegevens beschikbaar zijn. Indien de overschrijding zich gedurende ten minste drie afzonderlijke jaren van de bedoelde voorgaande vijf jaren heeft voorgedaan, is er sprake van overschrijding van de beoordelingsdrempel.

In gebieden waar gegevens over minder dan vijf jaar beschikbaar zijn, kunnen de lidstaten de gegevens van korte meetcampagnes gedurende de periode van het jaar waarin en op de plaatsen waar naar alle waarschijnlijkheid de hoogste verontreiniging wordt gemeten, combineren met resultaten die zijn verkregen uit informatie van emissie-inventarissen en modelberekeningen, teneinde te bepalen of er bovenste en onderste beoordelingsdrempels zijn overschreden.

BIJLAGE III

PLAATSING VAN EN MINIMUMAANTAL MONSTERNEMINGSPUNTEN VOOR HET METEN VAN CONCENTRATIES IN DE LUCHT EN DEPOSITIESNELHEDEN

I. Macroschaal

De locatie van de monsternemingspunten dient op een dusdanige wijze te worden gekozen dat:

gegevens worden verkregen over de gebieden binnen zones en agglomeraties waar de bevolking naar verwachting direct of indirect aan de hoogste concentraties wordt blootgesteld, gemiddeld over een kalenderjaar;

gegevens worden verkregen over de concentraties in andere gebieden binnen de zones en agglomeraties die representatief zijn voor de blootstelling van de bevolking als geheel.

gegevens worden verkregen over de depositiesnelheden die de indirecte blootstelling van de bevolking via de voedselketen weergeven.

De monsternemingspunten moeten zich in het algemeen op een zodanige plaats bevinden dat meting van zeer kleine micromilieus in de directe omgeving wordt voorkomen. Als richtsnoer geldt dat een monsternemingspunt representatief is voor de luchtkwaliteit in een omringend gebied van minimaal 200 m2 op plaatsen met veel verkeer, ten minste 250 m x 250 m op industrielocaties, indien uitvoerbaar , en enkele vierkante kilometers op plaatsen met een stedelijke achtergrond.

Wanneer het monsternemingspunt ten doel heeft achtergrondniveaus te beoordelen, mag het niet worden beïnvloed door agglomeraties of industrielocaties in de nabijheid ervan, dat wil zeggen locaties binnen een straal van enkele kilometers.

Wanneer de bijdragen van industriële bronnen moeten worden beoordeeld, dient ten minste één monsternemingspunt benedenwinds ten opzichte van de bron in het dichtstbijgelegen woongebied te worden geplaatst. Wanneer de achtergrondconcentratie niet bekend is, dient een aanvullend monsternemingspunt te worden gesitueerd in de hoofdwindrichting. Inzonderheid waar artikel 3, lid 4, van toepassing is, dienen de monsternemingspunten zodanig te worden gekozen, dat monitoring van de toepassing van de beste beschikbare technieken mogelijk is.

De monsternemingspunten moeten zo mogelijk ook representatief zijn voor soortgelijke plaatsen buiten hun onmiddellijke omgeving. Waar dienstig, dienen zich ze op zich op dezelfde locatie te bevinden als de monsternemingspunten voor PM10.

II. Microschaal

Voor zover uitvoerbaar moeten de volgende richtsnoeren in acht worden genomen:

de lucht moet vrij rond de inlaatbuis kunnen stromen en er mogen geen voorwerpen zijn die de luchtstroom in de omgeving van de monsternemer beïnvloeden (er moet normaal gesproken enkele meters afstand worden gehouden van gebouwen, balkons, bomen en andere obstakels en bij monsternemingspunten die representatief zijn voor de luchtkwaliteit aan de rooilijn minimaal 0,5 meter van het dichtstbijzijnde gebouw);

de hoogte van de inlaatbuis boven de grond moet in het algemeen tussen 1,5 meter (ademhalingshoogte) en 4 meter liggen. In sommige gevallen kan een grotere hoogte (tot 8 meter) nodig zijn. Een grotere hoogte kan ook nuttig zijn als het station representatief moet zijn voor een groot gebied;

de inlaatbuis mag zich niet in de directe omgeving van bronnen bevinden om te voorkomen dat de uitstoot daarvan rechtstreeks en zonder menging met de buitenlucht in de inlaatbuis terechtkomt;

de uitlaatbuis van de monsternemer moet zich op een zodanige plaats bevinden dat de lucht daaruit niet opnieuw in de inlaatbuis terecht kan komen;

verkeersgerichte monsternemingspunten moeten ten minste 25 meter van de rand van grote kruispunten en ten minste 4 meter van het midden van de dichtstbijzijnde rijbaan verwijderd zijn; de inlaatbuizen moeten zich op een zodanige plaats bevinden dat ze representatief zijn voor de luchtkwaliteit in de buurt van de rooilijn;

voor de metingen van deposities in landelijke achtergrondgebieden moeten voorzover uitvoerbaar en voorzover in deze bijlagen niet anders is bepaald, de EMEP-richtsnoeren en -criteria worden toegepast.

Ook met de volgende factoren kan rekening worden gehouden:

storende bronnen;

veiligheid;

toegankelijkheid;

beschikbaarheid van elektriciteit en telefoonlijnen;

zichtbaarheid in vergelijking met de omgeving;

veiligheid van het publiek en personeel;

de wenselijkheid om de monsternemingspunten voor verschillende verontreinigende stoffen op dezelfde plaats onder te brengen;

eisen in verband met ruimtelijke ordening.

III. Documentatie en evaluatie van de gekozen locaties

De procedures voor de keuze van de locaties moeten tijdens de classificatie volledig worden gedocumenteerd met behulp van bijvoorbeeld windstreekfoto's van de omgeving en een gedetailleerde kaart. De locaties moeten geregeld worden geëvalueerd, waarbij opnieuw documentatie moet worden aangelegd om ervoor te zorgen dat de selectiecriteria in de loop van de tijd geldig blijven.

IV. Criteria voor de bepaling van het aantal bemonsteringspunten voor vaste metingen van concentraties van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in de lucht

Minimumaantal monsternemingspunten voor vaste metingen om in zones en agglomeraties waar vaste meting de enige bron van informatie is, te beoordelen of aan de streefwaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens wordt voldaan.

(a)

Diffuse bronnen

(1000 euro)

Bevolking van de agglomeratie of zone

Als de maximale concentraties hoger liggen dan de bovenste beoordelingsdrempel  (1)

Als de maximale concentraties tussen de bovenste en de onderste beoordelingsdrempel liggen

 

As, Cd, Ni

B(a)P

As, Cd, Ni

B(a)P

0-749

1

1

1

1

750-1 999

2

2

1

1

2 000-3 749

2

3

1

1

3 750-4 749

3

4

2

2

4 750-5 999

4

5

2

2

≥ 6 000

5

5

2

2

(b)

Puntbronnen

Voor de beoordeling van de verontreiniging in de omgeving van puntbronnen moet het aantal monsternemingspunten voor vaste metingen worden bepaald met inachtneming van de emissiedichtheid, de waarschijnlijke distributiepatronen van de luchtverontreiniging en de mogelijke blootstelling van de bevolking. De monsternemingspunten dienen zodanig te worden gekozen, dat monitoring van de toepassing van de beste beschikbare technieken als gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Richtlijn 96/61/EG mogelijk is.

(1)   Minimaal één station voor stedelijke achtergrond, en voor benzo(a)pyreen ook één verkeersgericht station, mits dit niet leidt tot een toename van het aantal monsternemingspunten.

BIJLAGE IV

KWALITEITSDOELSTELLINGEN VOOR DE GEGEVENS EN EISEN TEN AANZIEN VAN LUCHTKWALITEITSMODELLEN

I.   Kwaliteitsdoelstellingen voor de gegevens

De volgende kwaliteitsdoelstellingen voor de gegevens gelden als richtsnoer voor kwaliteitsborging.

 

Benzo(a)pyreen

Arseen, cadmium en nikkel

Andere polycyclische aromatische koolwaterstoffen dan benzo(a)pyreen, totaal gasvormig kwik

Totale depositie

Onzekerheid

 

 

 

 

Vaste en indicatieve metingen

50 %

40 %

50 %

70 %

Modellen

60 %

60 %

60 %

60 %

— Minimale gegevensvastlegging

90 %

90 %

90 %

90 %

— Minimaal bestreken tijd:

 

 

 

 

Vaste metingen

33 %

50 %

 

Indicatieve metingen (1)

14 %

14 %

14 %

33 %

De onzekerheid (uitgedrukt met een betrouwbaarheidsniveau van 95 %) van de gebruikte methoden voor het beoordelen van luchtconcentraties zal bepaald worden in overeenstemming met de principes van de CEN-richtsnoeren voor de uitdrukking van de onzekerheid in metingen ( ENV 13005-1999), de methodologie van ISO 5725:1994 en de richtsnoeren in CEN-rapport Air Quality — Approach to uncertainty estimation for ambient air reference measurement methods (CR 14377:2002E). De vermelde percentages voor onzekerheden zijn gegeve n voor afzonderlijke metingen, gemiddeld over gangbare bemonsteringstijden, bij een betrouwbaarheidsinterval van 95 % . De onzekerheid voor de metingen moet worden geïnterpreteerd als geldend in de omgeving van de toepasselijke streefwaarde. De vaste en indicatieve metingen moeten gelijkmatig over het jaar gespreid zijn om een vertekening van de resultaten te voorkomen.

In de eisen voor de minimale gegevensvastlegging en de minimaal bestreken tijd wordt geen rekening gehouden met het verlies van gegevens door de periodieke kalibratie of het normale onderhoud van de apparatuur. Bemonstering gedurende 24 uur is vereist voor het meten van benzo(a)pyreen en andere polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Met zorgvuldigheid kunnen individuele monsters die over een periode van maximaal een maand zijn genomen, worden gecombineerd en geanalyseerd als een samengesteld monster, mits de methode waarborgt dat de monsters voor die periode stabiel zijn. De drie congeneren benzo(j)fluorantheen, benzo(b)fluorantheen en benzo(k)fluorantheen kunnen analytisch moeilijk op te lossen zijn. In die gevallen kunnen zij als totaal worden gerapporteerd. Bemonstering gedurende 24 uur is eveneens aan te bevelen voor het meten van arseen-, cadmium- en nikkelconcentraties. De bemonstering moet gelijkmatig over de weekdagen en het jaar gespreid zijn. Voor het meten van depositiesnelheden worden maandelijkse of wekelijkse monsternemingen gedurende het hele jaar aanbevolen. De lidstaten mogen wet-only- in plaats van bulkmonsterneming gebruiken indien zij kunnen aantonen dat de verschillen daartussen binnen een marge van 10 % liggen. De depositiesnelheden moeten in de regel worden gegeven als μg/m2 per dag.

De lidstaten mogen een minimaal bestreken tijd toepassen die lager is dan in de tabel is aangegeven, doch niet minder dan 14 % voor de vaste metingen en 6 % voor de indicatieve metingen bedraagt, mits zij kunnen aantonen dat de uitgebreide onzekerheid van 95 % voor het jaarlijkse gemiddelde, berekend uit de kwaliteitsdoelstellingen voor de gegevens in de tabel overeenkomstig ISO 11222:2002 „Determination of the uncertainty of the time average of air quality measurements”, wordt nageleefd.

II.   Eisen ten aanzien van luchtkwaliteitsmodellen

Wanneer voor de beoordeling een luchtkwaliteitsmodel wordt gebruikt, dienen verwijzingen naar de beschrijvingen van het model en gegevens inzake de onzekerheid te worden verzameld. De onzekerheid voor modellen wordt gedefinieerd als de maximale afwijking van de gemeten en berekende concentratieniveaus over een geheel jaar, waarbij geen rekening wordt gehouden met het tijdstip waarop de gebeurtenissen zich voordoen .

III.     Eisen voor technieken op basis van objectieve ramingen

Wanneer technieken op basis van objectieve ramingen worden gebruikt, mag de onzekerheid niet meer dan 100 % bedragen

IV.     Standaardisering

Voor stoffen die in de PM10-fractie worden geanalyseerd, refereert het bemonsteringsvolume aan de omgevingsomstandigheden.


(1)  Indicatieve metingen zijn metingen die met een beperkte regelmaat worden uitgevoerd, maar wel aan de andere doelstellingen voor de kwaliteit van de gegevens voldoen.

BIJLAGE V

REFERENTIEMETHODEN VOOR DE BEOORDELING VAN CONCENTRATIES IN DE LUCHT EN DEPOSITIESNELHEDEN

I. Referentiemethode voor de bemonstering en analyse van arseen, cadmium en nikkel in de lucht

De referentiemethode voor het meten van arseen-, cadmium- en nikkelconcentraties in de lucht wordt momenteel door de CEN gestandaardiseerd en zal gebaseerd zijn op handmatige PM10-bemonstering zoals in EN 12341, gevolgd door ontsluiting van de monsters en analyse met behulp van atoomabsorptiespectrometrie of ICP-massaspectrometrie. Zolang er geen door de CEN gestandaardiseerde methode is, kunnen de lidstaten nationale standaardmethoden of ISO-standaardmethoden gebruiken.

Een lidstaat mag ook andere methoden toepassen waarvan hij kan aantonen dat de resultaten gelijkwaardig zijn aan die van bovengenoemde methode.

II. Referentiemethode voor de bemonstering en analyse van polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht

De referentiemethode voor het meten van benzo(a)pyreenconcentraties in de lucht wordt momenteel gestandaardiseerd door de CEN en zal gebaseerd zijn op handmatige PM10-bemonstering zoals in EN 12341. Zolang er geen door de CEN gestandaardiseerde methode is voor benzo(a)pyreen of de andere in artikel 4, lid 8, vermelde polycyclische aromatische koolwaterstoffen, kunnen de lidstaten nationale standaardmethoden of ISO-methoden zoals ISO-norm 12884 gebruiken.

Een lidstaat mag ook andere methoden toepassen waarvan hij kan aantonen dat de resultaten gelijkwaardig zijn aan die van bovengenoemde methode

III. Referentiemethode voor de bemonstering en analyse van kwik in de lucht

De referentiemethode voor het meten van concentraties van totaal gasvormig kwik in de lucht dient een geautomatiseerde methode te zijn op basis van atoomabsorptiespectrometrie of atoomfluorescentiespectrometrie. Zolang er geen door de CEN gestandaardiseerde methode is, kunnen de lidstaten nationale standaardmethoden of ISO-standaardmethoden gebruiken.

Een lidstaat mag ook andere methoden toepassen waarvan hij kan aantonen dat de resultaten gelijkwaardig zijn aan die van bovengenoemde methode.

IV. Referentiemethode voor de bemonstering en analyse van de depositie van arseen, cadmium , nikkel , kwik en polycyclische aromatische koolwaterstoffen

De referentiemethode voor de bemonstering en analyse van neergeslagen arseen, cadmium, nikkel, kwik en polycyclische aromatische koolwaterstoffen dient te zijn gebaseerd op de blootstelling van cilindervormige depositiemeters met gestandaardiseerde afmetingen. Zolang er geen door de CEN gestandaardiseerde methode is, kunnen de lidstaten nationale standaardmethoden gebruiken.

V. Referentietechnieken voor luchtkwaliteitsmodellen

Er kunnen momenteel geen referentietechnieken voor luchtkwaliteitsmodellen worden gespecificeerd. Wijzigingen om dit punt aan te passen aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang dienen te worden goedgekeurd volgens de procedure van artikel 6.

P5_TA(2004)0296

Samenwerking inzake consumentbescherming *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („Verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumenten-bescherming”) (COM(2003) 443 — C5-0335/2003 — 2003/0162(COD))

(Voor de EER relevante tekst)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 443) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0335/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0191/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0162

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („de verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentbescherming”)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Handelend overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De resolutie van de Raad van 8 juli 1996 (5) erkent dat constante inspanningen nodig zijn om de samenwerking tussen ambtelijke diensten te verbeteren, en heeft de lidstaten en de Commissie verzocht bij voorrang na te gaan of het mogelijk is de administratieve samenwerking bij de tenuitvoerlegging van de regelgeving te versterken.

(2)

De bestaande nationale handhavingsregelingen voor de wetten ter bescherming van de belangen van de consument zijn niet aangepast aan de handhavingsproblemen in de interne markt en een daadwerkelijke en doeltreffende samenwerking bij de handhaving in dergelijke zaken is momenteel niet mogelijk. Die problemen scheppen belemmeringen voor de samenwerking tussen overheidsinstanties teneinde grensoverschrijdende inbreuken op de wetten ter bescherming van de belangen van de consument te onderzoeken en te doen staken. Het daaruit voortvloeiende gebrek aan effectieve handhaving bij grensoverschrijdende inbreuken biedt verkopers en dienstverleners de mogelijkheid om pogingen tot handhaving te omzeilen door zich elders in de Gemeenschap te vestigen. Dit geeft aanleiding tot concurrentieverstoringen voor gezagsgetrouwe verkopers en dienstverleners die hetzij in eigen land, hetzij grensoverschrijdend werken. De handhavingsproblemen bij grensoverschrijdende inbreuken hebben tot gevolg dat de consument weinig vertrouwen heeft in grensoverschrijdende aanbiedingen, en ondermijnen bijgevolg zijn vertrouwen in de interne markt.

(3)

Het is dan ook aangewezen de samenwerking tussen overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de consumentbescherming bij intracommunautaire inbreuken te bevorderen, bij te dragen tot een betere werking van de interne markt, een betere en consequentere handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en een beter toezicht op de bescherming van de economische belangen van de consument.

(4)

De Gemeenschapswetgeving bevat regelingen voor de samenwerking op handhavingsgebied om consumenten een bescherming te bieden die verder gaat dan de loutere bescherming van hun economische belangen (met name wanneer de volksgezondheid in het spel is). Er moet een uitwisseling van beste praktijken plaatsvinden tussen de bij deze verordening ingestelde netwerken en de andere netwerken.

(5)

Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde maatregel onvoldoende kunnen worden verwezenlijkt door de lidstaten omdat zij geen samenwerking en coördinatie kunnen bewerkstelligen wanneer zij alleen optreden, en deze doelstellingen derhalve beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, mag de Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen, zoals bepaald in artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals bepaald in dat artikel, gaat deze verordening niet verder dan nodig om die doelstellingen te bereiken.

(6)

De werkingssfeer van de bepalingen inzake wederzijdse bijstand in deze verordening moet beperkt blijven tot intracommunautaire inbreuken op de communautaire wetgeving inzake consumentenbescherming. Door een doeltreffende vervolging van inbreuken op nationaal niveau moet discriminatie tussen nationale en intracommunautaire transacties worden vermeden. Deze verordening verandert niets aan de verantwoordelijkheden van de Commissie met betrekking tot inbreuken op het Gemeenschapsrecht door de lidstaten , noch verleent zij de Commissie de bevoegdheid om een einde te maken aan de in de verordening gedefinieerde intracommunautaire inbreuken .

(7)

Er moet een netwerk van publieke handhavingsinstanties in de hele Gemeenschap worden opgericht om de consument tegen grensoverschrijdende inbreuken te beschermen, en die instanties hebben een minimum aan gemeenschappelijke onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden nodig om deze verordening doeltreffend te kunnen toepassen en verkopers of dienstverleners ervan te weerhouden intracommunautaire inbreuken te plegen.

(8)

De mogelijkheid voor bevoegde autoriteiten om op basis van wederkerigheid ongehinderd samen te werken bij de uitwisseling van informatie, het opsporen en onderzoeken van intracommunautaire inbreuken en het nemen van maatregelen om dergelijke inbreuken te doen staken of ze te laten verbieden, is essentieel voor een goede werking van de interne markt en de bescherming van de consument.

(9)

Bevoegde autoriteiten moeten tevens gebruikmaken van andere nationale bevoegdheden of maatregelen om onder meer rechtszaken in te leiden of voor strafvervolging door te verwijzen, teneinde in voorkomende gevallen ook intracommunautaire inbreuken onverwijld te doen staken of te laten verbieden na een verzoek om bijstand.

(10)

Voor informatie die tussen bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld, moeten de strengste garanties van vertrouwelijkheid en geheimhouding gelden, zodat het onderzoek niet in het gedrang komt en de reputatie van verkopers of dienstverleners niet ten onrechte wordt geschaad. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6) en Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7) zijn in het kader van deze verordening van toepassing.

(11)

De bestaande handhavingsproblemen overschrijden de grenzen van de Europese Unie, en de belangen van de Europese consument moeten worden beschermd tegen handelaars zonder scrupules die zijn gevestigd in derde landen. Er moeten dan ook internationale overeenkomsten met derde landen worden gesloten over wederzijdse bijstand bij de handhaving van de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument. Die internationale overeenkomsten moeten op het niveau van de Gemeenschap worden gesloten op de gebieden die onder deze verordening vallen, zodat de Europese consument optimaal beschermd wordt en de samenwerking met derde landen op het gebied van handhaving soepel verloopt.

(12)

Het lijkt aangewezen de handhavingsactiviteiten van de lidstaten met betrekking tot intracommunautaire inbreuken op communautair niveau te coördineren om de toepassing van deze verordening te verbeteren en te komen tot een consequentere handhaving op een hoger niveau.

(13)

Het lijkt aangewezen het intracommunautaire aspect van de administratieve samenwerking tussen de lidstaten op communautair niveau te coördineren met het oog op een betere toepassing van de wetgeving inzake consumentenbescherming. Dat hier een rol voor de Gemeenschap is weggelegd, is reeds gebleken uit de oprichting van het Europees Buitengerechtelijk Netwerk.

(14)

Waar de coördinatie van de activiteiten van de lidstaten krachtens deze verordening financiële steun van de Gemeenschap noodzakelijk maakt, zal het besluit over de toekenning van dergelijke steun worden genomen volgens de procedures in Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (8), met name de in de bijlage bij dat Besluit vastgestelde acties 5 en 10, en daaropvolgende besluiten.

(15)

Consumentenorganisaties spelen een essentiële rol bij de consumentenvoorlichting en -educatie en bij de bescherming van consumentenbelangen, inclusief de geschillenbeslechting, en dienen te worden aangespoord met de bevoegde autoriteiten samen te werken om de toepassing van deze verordening te verbeteren.

(16)

De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze verordening, moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9),

(17)

Voor een doeltreffend toezicht op de toepassing van deze verordening en op de doeltreffendheid van de consumentbescherming is het noodzakelijk dat de lidstaten regelmatig verslag uitbrengen.

(18)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Deze verordening dient dan ook met eerbiediging van die rechten en beginselen te worden uitgelegd en toegepast.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOEL, DEFINITIES, WERKINGSSFEER EN BEVOEGDE AUTORITEITEN

Artikel 1

Doel

In deze verordening worden de voorwaarden vastgelegd waaronder de bevoegde autoriteiten die in de lidstaten belast zijn met handhaving van de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument, met elkaar en met de Commissie moeten samenwerken om die wetgeving te doen naleven en de soepele werking van de interne markt te waarborgen, alsmede om de bescherming van de economische belangen van de consument te verbeteren.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   De bepalingen betreffende wederzijdse bijstand in de hoofdstukken II en III zijn van toepassing op intracommunautaire inbreuken.

2.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de communautaire regels met betrekking tot het internationale privaatrecht, in het bijzonder de regels met betrekking tot de rechterlijke bevoegdheid en het toepasselijke recht.

3.   Deze verordening laat de toepassing in de lidstaten van maatregelen inzake justitiële samenwerking in strafzaken en in burgerlijke zaken, met name de werking van het Europees justitieel netwerk , onverlet .

4.     De bepalingen van deze verordening doen geen afbreuk aan de overige verplichtingen van de lidstaten inzake wederzijdse bijstand bij de bescherming van de collectieve economische belangen van de consumenten, mede in strafzaken, welke voortvloeien uit andere rechtsbesluiten, met inbegrip van bilaterale of multilaterale overeenkomsten .

5.     Deze verordening doet geen afbreuk aan de toepassing van Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (10).

6.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de communautaire wetgeving met betrekking tot de interne markt, met name de bepalingen over het vrij verkeer van goederen en diensten.

7.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de communautaire wetgeving met betrekking tot televisieomroepdiensten.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

„wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument”: de in bijlage I genoemde richtlijnen zoals omgezet in het interne recht van de lidstaten en de in bijlage I genoemde verordeningen ;

b.

„intracommunautaire inbreuk”: elke handeling of omissie die in strijd is met de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument, zoals omschreven onder a) , en die schade toebrengt of kan toebrengen aan de collectieve belangen van consumenten die woonachtig zijn in een andere lidstaat of in andere lidstaten dan de lidstaat waar de handeling of omissie haar oorsprong vond of plaatshad, waar de verantwoordelijke verkoper of dienstverlener gevestigd is, of waar bewijsmateriaal of vermogensbestanddelen met betrekking tot de handeling gevonden kunnen worden ;

c.

„bevoegde autoriteit”: elke overheidsinstantie op nationaal, regionaal of lokaal niveau die specifiek belast is met de handhaving van de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument;

d.

„uniek verbindingsbureau”: de overheidsinstantie die in elke lidstaat belast is met de coördinatie van de toepassing van deze verordening binnen die lidstaat;

e.

„bevoegde ambtenaar”: een ambtenaar van een bevoegde autoriteit die belast is met de toepassing van deze verordening ;

f.

„verzoekende instantie”: de bevoegde autoriteit die om wederzijdse bijstand verzoekt;

g.

„aangezochte instantie”: de bevoegde autoriteit die een verzoek om wederzijdse bijstand ontvangt;

h.

„verkoper of dienstverlener”: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die, wat betreft de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument, handelt voor doeleinden die betrekking hebben op zijn handel, bedrijf, ambacht of beroep;

i.

markt toezichtactiviteiten”: de activiteiten van een bevoegde autoriteit die belast is met de vaststelling van intracommunautaire inbreuken op haar grondgebied ;

j.

consumenten klacht”: een met redelijk bewijsmateriaal gestaafde verklaring dat een verkoper of dienstverlener inbreuk heeft gemaakt of kan maken op de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument ;

k.

k. „ collectieve consumentenbelangen”: de belangen van een aantal consumenten die door een inbreuk zijn of kunnen worden geschaad.

Artikel 4

Bevoegde autoriteiten

1.   Elke lidstaat wijst de bevoegde autoriteiten en het unieke verbindingsbureau aan die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van deze verordening.

2.     Elke lidstaat kan, voorzover dit nodig is om aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze verordening te voldoen, andere overheidsinstanties aanwijzen. Lidstaten kunnen overeenkomstig artikel 8, lid 3, ook instanties aanwijzen die een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging van een intracommunautaire inbreuk.

3.    Onverminderd lid 4 heeft elke bevoegde autoriteit de voor de toepassing van deze verordening vereiste onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden en oefent zij deze uit in overeenstemming met het nationale recht.

4.     De bevoegde autoriteiten kunnen de in lid 3 bedoelde bevoegdheden uitoefenen overeenkomstig het nationale recht, hetzij:

a)

rechtstreeks op eigen gezag of onder het toezicht van de gerechtelijke autoriteiten; hetzij

b)

door een verzoek in te dienen bij de rechtbanken die belast zijn met het geven van de vereiste beslissing, en, waar passend, door beroep in te stellen ingeval het verzoek om het geven van de vereiste beslissing wordt afgewezen.

5.     Indien de bevoegde autoriteiten hun bevoegdheden uitoefenen door middel van een verzoek bij de rechtbanken overeenkomstig lid 4, punt b), zijn deze rechtbanken bevoegd om de vereiste beslissingen te geven .

6.    De in lid 3 bedoelde bevoegdheden worden alleen dan uitgeoefend wanneer er een redelijk vermoeden bestaat dat een intracommunautaire inbreuk heeft plaatsgevonden en omvatten ten minste het recht om:

a)

toegang te krijgen tot elk relevant document, in ongeacht welke vorm, betreffende de intracommunautaire inbreuk;

b)

van ongeacht welke persoon relevante informatie over de intracommunautaire inbreuk te eisen ;

c)

de noodzakelijke inspecties ter plaatse uit te voeren;

d)

de betrokken verkoper of dienstverlener schriftelijk te verzoeken de intracommunautaire inbreuk te beëindigen;

e)

van de voor intracommunautaire inbreuken verantwoordelijke verkoper of dienstverlener de toezegging te verkrijgen dat de intracommunautaire inbreuk zal worden beëindigd, en deze toezegging, waar nodig , openbaar te maken;

f)

de beëindiging of het verbod van elke intracommunautaire inbreuk te eisen, en de hieruit voortvloeiende beslissingen zo nodig openbaar te maken;

g)

te eisen dat de in het ongelijk gestelde gedaagde, indien deze zich niet naar de uitspraak voegt, aan de schatkist of aan een bij of krachtens de nationale wetgeving aangewezen begunstigde betalingen verricht .

7.    De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten voor de toepassing van deze verordening over voldoende middelen beschikken. De bevoegde ambtenaren nemen de beroepsnormen in acht en zijn onderworpen aan passende interne procedures of gedragsregels die met name voorzien in de bescherming van personen voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens, de billijkheid van de procedures en de naleving van de in artikel 13 neergelegde bepalingen met betrekking tot de vertrouwelijkheid en het beroepsgeheim.

8.   Elke bevoegde autoriteit maakt de haar uit hoofde van deze verordening toegekende rechten en verantwoordelijkheden bekend bij het grote publiek.

9.   Elke bevoegde autoriteit wijst de bevoegde ambtenaren aan.

Artikel 5

Lijsten

1.   Elke lidstaat deelt de Commissie en de andere lidstaten mee welke bevoegde autoriteiten , andere overheidsinstanties, instanties die een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging van een intracommunautaire inbreuk en welk uniek verbindingsbureau krachtens artikel 4, lid 1, zijn aangewezen.

2.    De Commissie publiceert de lijst van unieke verbindingsbureaus en bevoegde autoriteiten in het Publicatieblad van de Europese Unie en zij werkt deze lijst bij.

HOOFDSTUK II

WEDERZIJDSE BIJSTAND

Artikel 6

Informatie-uitwisseling op verzoek

1.   Een aangezochte instantie verstrekt op verzoek van een verzoekende instantie overeenkomstig artikel 4 alle relevante informatie die nodig is om vast te stellen of er een intracommunautaire inbreuk heeft plaatsgehad dan wel of er een redelijk vermoeden bestaat dat een dergelijke inbreuk kan plaatshebben. De aangezochte instantie verstrekt onverwijld de gevraagde informatie.

2.   De aangezochte instantie verricht, zo nodig met de hulp van andere overheidsinstanties , passend onderzoek of neemt andere noodzakelijke of passende maatregelen overeenkomstig artikel 4 om de gevraagde informatie te verzamelen.

3.   Op verzoek van de verzoekende instantie kan de aangezochte instantie een bevoegde ambtenaar van de verzoekende instantie toestaan zich tijdens hun onderzoek bij de ambtenaren van de aangezochte instantie te voegen.

4.   De noodzakelijke maatregelen om de voorschriften van dit artikel ten uitvoer te leggen, zullen worden genomen overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, vermelde procedure.

Artikel 7

Informatie-uitwisseling zonder verzoek

1.   Wanneer een bevoegde autoriteit kennis krijgt van een intracommunautaire inbreuk of een redelijk vermoeden heeft dat een dergelijke inbreuk kan plaatshebben , stelt zij de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie onverwijld hiervan in kennis en verstrekt zij alle nodige informatie.

2.   Wanneer een bevoegde autoriteit verdere handhavingsmaatregelen treft of verzoeken om wederzijdse bijstand ontvangt met betrekking tot de intracommunautaire inbreuk, stelt zij de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en de Commissie hiervan in kennis.

3.   De noodzakelijke maatregelen om de voorschriften van dit artikel ten uitvoer te leggen, zullen worden genomen overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, vermelde procedure.

Artikel 8

Verzoeken om handhavingsmaatregelen

1.   Een aangezochte instantie neemt op verzoek van een verzoekende instantie alle nodige maatregelen om de intracommunautaire inbreuk onverwijld te beëindigen of te verbieden .

2.   Om haar verplichtingen uit hoofde van lid 1 na te komen, oefent de aangezochte instantie de in artikel 4, lid 6, vastgestelde bevoegdheden uit, alsmede alle aanvullende bevoegdheden die haar krachtens het nationale recht zijn toegekend. De aangezochte instantie bepaalt, zo nodig met de hulp van andere overheidsinstanties , welke maatregelen worden genomen om de beëindiging of het verbod van de intracommunautaire inbreuk op evenredige , doelmatige en doeltreffende wijze te bewerkstelligen.

3.     De aangezochte instantie kan haar verplichtingen uit hoofde van de leden 1 en 2 ook nakomen door een instantie die volgens artikel 4, lid 2, een rechtmatig belang bij de beëindiging van een intracommunautaire inbreuk heeft, op te dragen alle krachtens het nationale recht beschikbare maatregelen te nemen die nodig zijn om de intracommunautaire inbreuk namens de aangezochte instantie te beëindigen of te verbieden. Indien de instantie de intracommunautaire inbreuk niet onverwijld kan beëindigen of verbieden, blijven de verplichtingen van de aangezochte instantie uit hoofde van de leden 1 en 2 gelden.

4.     De aangezochte instantie mag de in lid 3 bedoelde maatregelen slechts nemen indien, na overleg met de verzoekende instantie over de toepassing van de in lid 3 bedoelde maatregelen, de verzoekende instantie en de aangezochte instantie het erover eens zijn dat:

de toepassing van de in lid 3 bedoelde maatregelen de beëindiging of het verbod van de intracommunautaire inbreuk ten minste even doelmatig en doeltreffend kan bewerkstelligen als een optreden van de aangezochte instantie; en

de instructies aan de krachtens het nationale recht aangewezen instantie er niet toe leiden dat aan die instantie informatie wordt meegedeeld die krachtens artikel 13 beschermd is.

5.     Indien de verzoekende instantie van oordeel is dat niet aan de in lid 4 gestelde voorwaarden voldaan is, stelt zij de aangezochte instantie daarvan schriftelijk in kennis; de kennisgeving wordt met redenen omkleed.

Indien de verzoekende instantie en de aangezochte instantie het niet eens zijn, kan de aangezochte instantie de zaak voorleggen aan de Commissie, die volgens de in artikel 19, lid 2, bedoelde procedure advies uitbrengt.

6.   De aangezochte instantie kan met de verzoekende instantie overleg plegen bij het nemen van de in de leden 1 en 2 bedoelde handhavingsmaatregelen. De aangezochte instantie stelt de verzoekende instantie, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de genomen maatregelen en het effect daarvan op de intracommunautaire inbreuk en deelt tevens mee of deze is beëindigd .

7.   De noodzakelijke maatregelen om de voorschriften van dit artikel ten uitvoer te leggen, zullen worden genomen overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, vermelde procedure.

Artikel 9

Coördinatie van het markttoezicht en de handhaving

1.   De bevoegde autoriteiten coördineren hun markttoezicht- en handhavingsactiviteiten. Ze wisselen daartoe alle nodige informatie uit.

2.   Wanneer de bevoegde autoriteiten vaststellen dat een intracommunautaire inbreuk consumenten in meer dan twee lidstaten schaadt, coördineren de betrokken bevoegde autoriteiten hun handhavingsactiviteiten en hun verzoeken om wederzijdse bijstand via het uniek verbindingsbureau . In het bijzonder trachten zij gelijktijdig onderzoek te doen en handhavingsmaatregelen te nemen.

3.   De bevoegde autoriteiten informeren de Commissie vooraf over deze coördinatie en kunnen de ambtenaren van de Commissie en andere door de Commissie aangewezen begeleidende personen verzoeken eraan deel te nemen.

4.   De noodzakelijke maatregelen om de voorschriften van dit artikel ten uitvoer te leggen, zullen worden genomen overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, vermelde procedure.

Artikel 10

Databank

1.     De Commissie houdt een elektronische databank bij waarin zij de informatie die zij op grond van de artikelen 7, 8 en 9 ontvangt, opslaat en verwerkt. De databank kan alleen door de bevoegde autoriteiten worden geraadpleegd. Met betrekking tot hun verantwoordelijkheden op het stuk van kennisgeving van informatie met het oog op opslag in de databank en de daarmee verband houdende verwerking van persoonsgegevens, worden de bevoegde autoriteiten beschouwd als de voor de verwerking verantwoordelijken in de zin van artikel 2, onder d), van Richtlijn 95/46/EG. De Commissie wordt met betrekking tot haar verantwoordelijkheden uit hoofde van dit artikel en de daarmee verband houdende verwerking van persoonsgegevens beschouwd als verantwoordelijke voor de verwerking in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 45/2001.

2.     Wanneer een bevoegde autoriteit vaststelt dat een intracommunautaire inbreuk die zij overeenkomstig artikel 7 heeft gemeld, naderhand ongegrond blijkt te zijn, trekt zij de kennisgeving in en verwijdert de Commissie de informatie onverwijld uit de databank. Wanneer een aangezochte instantie de Commissie overeenkomstig artikel 9 in kennis stelt van de beëindiging van een intracommunautaire inbreuk, worden de in verband met de intracommunautaire inbreuk opgeslagen gegevens na een periode van vijf jaar gewist .

3.     De maatregelen ter uitvoering van dit artikel worden volgens de procedure van artikel 19, lid 2 vastgesteld .

HOOFDSTUK III

ALGEMENE VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT WEDERZIJDSE BIJSTAND

Artikel 11

Algemene verantwoordelijkheden

1.   De bevoegde autoriteiten komen hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening na alsof zij handelen namens consumenten in hun eigen land en op eigen initiatief of op verzoek van een andere bevoegde autoriteit in hun eigen land.

2.   De lidstaten treffen alle nodige maatregelen met het oog op een effectieve coördinatie, via het uniek verbindingsbureau, van de toepassing van deze verordening door de bevoegde autoriteiten , andere, door hen aangewezen overheidsinstanties en instanties die een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging van een intracommunautaire inbreuk en de bevoegde rechtbanken .

3.     De lidstaten bevorderen de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en andere instanties die uit hoofde van het nationale recht een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging van een intracommunautaire inbreuk, opdat mogelijke intracommunautaire inbreuken onverwijld ter kennis van de bevoegde autoriteiten worden gebracht .

Artikel 12

Procedures voor het indienen van verzoeken en de uitwisseling van informatie

1.   De verzoekende instantie zorgt ervoor dat alle verzoeken om wederzijdse bijstand voldoende informatie bevatten, zodat een aangezochte instantie aan het verzoek kan voldoen, inclusief noodzakelijk bewijsmateriaal dat alleen op het grondgebied van de verzoekende instantie kan worden verkregen.

2.    De verzoekende instantie zendt de verzoeken, nadat ze door het uniek verbindingsbureau van deze instantie zijn toegezonden, aan het uniek verbindingsbureau van de aangezochte instantie. Het uniek verbindingsbureau van de aangezochte instantie zendt de verzoeken onverwijld toe aan de passende bevoegde autoriteiten .

3.   Het indienen van een verzoek om bijstand en het verstrekken van informatie geschiedt altijd schriftelijk aan de hand van een standaardformulier; verzoeken en informatie worden via de in artikel 10 bedoelde databank elektronisch toegezonden.

4.   Alvorens er verzoeken worden gedaan, komen de bevoegde autoriteiten in kwestie overeen welke talen er voor de verzoeken en de informatieverstrekking worden gebruikt. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, worden de verzoeken toegezonden in de officiële taal of talen van de lidstaat waar de verzoekende instantie gevestigd is, en de antwoorden in de officiële taal of talen van de lidstaat waar de aangezochte instantie gevestigd is.

5.   De informatie die naar aanleiding van een verzoek wordt verstrekt, wordt tegelijkertijd rechtstreeks aan de verzoekende instantie en aan de unieke verbindingsbureaus van de verzoekende en de aangezochte instantie toegezonden.

6.   De noodzakelijke maatregelen om de voorschriften van dit artikel ten uitvoer te leggen, zullen worden genomen overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, vermelde procedure.

Artikel 13

Gebruik van uitgewisselde informatie en bescherming van persoonsgegevens en van het beroeps- en handelsgeheim

1.   De verstrekte informatie mag alleen worden gebruikt met het oog op de naleving van de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument.

2.   De bevoegde autoriteiten kunnen de uit hoofde van deze verordening verkregen informatie, documenten, bevindingen, verklaringen, voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of inlichtingen als bewijsmateriaal gebruiken op dezelfde basis als vergelijkbare documenten die zij in hun eigen land verkrijgen.

3.   De informatie die in ongeacht welke vorm wordt verstrekt aan personen die werken voor bevoegde autoriteiten, rechtbanken of andere overheidsinstanties en de Commissie, inclusief informatie die aan de Commissie is toegezonden en in de in artikel 10 bedoelde databank is opgeslagen, en waarvan de openbaarmaking afbreuk kan doen aan:

de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de integriteit van het individu, in het bijzonder gelet op de Gemeenschapswetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens;

de commerciële belangen van een natuurlijke of een rechtspersoon, met inbegrip van de intellectuele eigendom;

gerechtelijke procedures en juridisch advies; of

het doel van controles en onderzoeken.

is vertrouwelijk en valt onder het beroepsgeheim, tenzij de openbaarmaking ervan nodig is om een intracommunautaire inbreuk te beëindigen of te verbieden en de instantie die de informatie verstrekt toestemming geeft om de informatie openbaar te maken.

4.   De lidstaten nemen voor de toepassing van deze verordening alle nodige wetgevingsmaatregelen om de rechten en verplichtingen uit hoofde van de artikelen 10 tot en met 12 van Richtlijn 95/46/EG te beperken wanneer dit nodig is om de in artikel 13, lid 1, onder d) en f), van Richtlijn 95/46/EG genoemde belangen te beschermen. De Commissie kan de rechten en verplichtingen uit hoofde van artikel 4, lid 1, artikel 11, artikel 12, lid 1, de artikelen 13 tot en met 17 en artikel 37, lid 1, van Verordening (EG) nr. 45/2001 beperken wanneer dit nodig is om de in artikel 20, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 45/2001 genoemde belangen te beschermen.

5.     De maatregelen ter uitvoering van dit artikel worden volgens de procedure van artikel 19, lid 2, vastgesteld.

Artikel 14

Informatie-uitwisseling met derde landen

1.   Wanneer een bevoegde autoriteit informatie ontvangt van een instantie van een derde land, verstrekt zij deze informatie aan de betrokken bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, voorzover dit krachtens de bilaterale bijstandsovereenkomsten met het derde land toegestaan is en in overeenstemming is met de communautaire wetgeving inzake de bescherming van personen voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens .

2.   Een bevoegde autoriteit kan de in het kader van deze verordening verstrekte informatie ook aan een instantie van een derde land verstrekken uit hoofde van een bijstandsovereenkomst met dat derde land, mits de bevoegde autoriteit die de informatie aanvankelijk heeft verstrekt, daarmee instemt en dit in overeenstemming is met de communautaire wetgeving inzake de bescherming van personen voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens .

Artikel 15

Voorwaarden

1.   De lidstaten zien af van alle aanspraken op de vergoeding van onkosten die zij maken voor de toepassing van deze verordening. De lidstaat van de verzoekende instantie blijft echter aansprakelijk ten aanzien van de lidstaat van de aangezochte instantie voor alle gemaakte kosten en opgelopen schade als gevolg van maatregelen die door een rechtbank als ongegrond worden beschouwd wat de inhoud van de intracommunautair inbreuk betreft.

2.   Een aangezochte instantie kan , na overleg met de verzoekende instantie, weigeren gehoor te geven aan een verzoek om handhavingsmaatregelen als bedoeld in artikel 8, indien:

a.

er met betrekking tot dezelfde intracommunautaire inbreuken en tegen dezelfde verkopers of dienstverleners al gerechtelijke procedures zijn ingeleid voor de gerechtelijke autoriteiten in de lidstaat van de aangezochte of de verzoekende instantie of indien er door die gerechtelijke autoriteiten al een definitieve beslissing is gegeven;

b.

zij van oordeel is dat passend onderzoek door de aangezochte instantie uitwijst dat er geen intracommunautaire inbreuk heeft plaatsgehad; of

c.

zij van oordeel is dat de verzoekende instantie onvoldoende informatie heeft verstrekt overeenkomstig artikel 12, lid 1, behalve wanneer de aangezochte instantie reeds geweigerd heeft een verzoek uit hoofde van lid 3, onder b), met betrekking tot dezelfde intracommunataire overtreding in te willigen.

3.     Een aangezochte instantie kan weigeren gevolg te geven aan een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 6 indien:

a.

de gevraagde informatie, na overleg met de verzoekende instantie, haars inziens niet nodig is om vast te stellen of er een intracommunautaire inbreuk heeft plaatsgehad dan wel of er een redelijk vermoeden bestaat dat een dergelijke inbreuk kan plaatshebben, of indien de verzoekende instantie niet de mening deelt dat de informatie onderworpen is aan de in artikel 13, lid 3, neergelegde bepalingen met betrekking tot de vertrouwelijkheid en het beroepsgeheim of

b.

wanneer er met betrekking tot dezelfde intracommunautaire inbreuken en tegen dezelfde verkopers of dienstverleners al een gerechtelijk onderzoek is ingesteld of gerechtelijke procedures zijn ingeleid voor de gerechtelijke autoriteiten in de lidstaat van de aangezochte of de verzoekende instantie, of indien er door die gerechtelijke autoriteiten al een definitieve beslissing is gegeven.

4.     Een aangezochte instantie kan besluiten de verplichtingen uit hoofde van artikel 7 niet na te leven wanneer met betrekking tot dezelfde intracommunautaire inbreuken en tegen dezelfde verkopers of dienstverleners al een gerechtelijk onderzoek is ingesteld of gerechtelijke procedures zijn ingeleid voor de gerechtelijke autoriteiten in de lidstaat van de aangezochte of de verzoekende instantie, of indien er door die gerechtelijke autoriteiten al een definitieve beslissing is gegeven.

5.   De aangezochte instantie stelt de verzoekende instantie en de Commissie in kennis van de gronden voor de weigering van een verzoek om bijstand. De verzoekende instantie kan de zaak verwijzen naar de Commissie, die volgens de procedure van artikel 19, lid 2, hierover advies uitbrengt.

6.   De noodzakelijke maatregelen om de voorschriften van dit artikel ten uitvoer te leggen, zullen worden genomen overeenkomstig de in artikel 19, lid 2, vermelde procedure.

HOOFDSTUK IV

ACTIVITEITEN VAN DE GEMEENSCHAP

Artikel 16

Coördinatie van de handhaving

1.    Voorzover dit nodig is voor het bereiken van de doelstellingen van deze verordening stellen de lidstaten elkaar en de Commissie regelmatig in kennis van hun activiteiten van communautair belang op gebieden zoals :

a.

de opleiding van hun met de handhaving van de consumentenbescherming belaste ambtenaren, met inbegrip van talenopleiding, en de organisatie van opleidingsseminars;

b.

de verzameling en indeling van consumentenklachten;

c.

de ontwikkeling van sectorspecifieke netwerken van bevoegde ambtenaren;

d.

de ontwikkeling van informatie- en communicatiemiddelen;

e.

de ontwikkeling van normen, methodologieën en richtsnoeren voor handhavingsambtenaren;

f.

de uitwisseling van hun ambtenaren.

De lidstaten kunnen, in samenwerking met de Commissie, gemeenschappelijke activiteiten verrichten op de in de eerste alinea bedoelde gebieden. Ook ontwikkelen de lidstaten, in samenwerking met de Commissie, een gemeenschappelijk kader voor de indeling van consumentenklachten.

2.    De bevoegde autoriteiten kunnen bevoegde ambtenaren uitwisselen om de samenwerking te verbeteren. De bevoegde autoriteiten treffen de nodige maatregelen opdat uitgewisselde bevoegde ambtenaren effectief kunnen deelnemen aan de activiteiten van de bevoegde autoriteit. Daartoe mogen deze bevoegde ambtenaren de taken uitvoeren die hun overeenkomstig het recht van die lidstaat door de bevoegde instantie van ontvangst worden toevertrouwd.

3.   Tijdens de uitwisseling wordt met de burger — en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de bevoegde ambtenaar op dezelfde wijze omgegaan als met die van de ambtenaren van de bevoegde instantie van ontvangst. De uitgewisselde bevoegde ambtenaren nemen de beroepsnormen in acht en zijn onderworpen aan passende interne gedragsregels van de bevoegde instantie van ontvangst die met name voorzien in de bescherming van personen voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens, de billijkheid van de procedures en de naleving van de in artikel 13 neergelegde bepalingen met betrekking tot de vertrouwelijkheid en het beroepsgeheim.

4.   De communautaire maatregelen ter uitvoering van dit artikel , waaronder de regelingen voor de uitvoering van gemeenschappelijke activiteiten , worden volgens de procedure van artikel 19, lid 2, vastgesteld.

Artikel 17

Administratieve samenwerking

1.    Voorzover dit nodig is voor het bereiken van de doelstellingen van deze verordening stellen de lidstaten elkaar en de Commissie regelmatig in kennis van hun activiteiten van communautair belang op gebieden zoals :

a.

de consumentenvoorlichting en -advisering;

b.

de ondersteuning van de activiteiten van consumentenvertegenwoordigers;

c.

de ondersteuning van de activiteiten van met de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen belaste organen;

d.

de ondersteuning van de toegang van de consument tot de rechter;

e.

het verzamelen van statistieken, onderzoeksresultaten of andere gegevens over consumentengedrag, -attitudes en -tevredenheid.

De lidstaten kunnen, in samenwerking met de Commissie, gemeenschappelijke activiteiten verrichten op de in de eerste alinea bedoelde gebieden. Ook ontwikkelen de lidstaten, in samenwerking met de Commissie, een gemeenschappelijk kader voor de onder e) genoemde activiteiten .

2.   De communautaire maatregelen ter uitvoering van dit artikel , waaronder de regelingen voor de uitvoering van gemeenschappelijke activiteiten , worden volgens de procedure van artikel 19, lid 2, vastgesteld.

Artikel 18

Internationale overeenkomsten

De Gemeenschap werkt op de door deze verordening bestreken gebieden samen met derde landen en met de bevoegde internationale organisaties om de bescherming van de economische belangen van de consument te verbeteren. De regelingen voor samenwerking, met inbegrip van de uitwerking van regelingen voor wederzijdse bijstand, kunnen het voorwerp zijn van overeenkomsten tussen de Gemeenschap en de betrokken derden.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 20

Taken van het comité

1.   Het comité kan alle zaken onderzoeken die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening en die door zijn voorzitter naar voren worden gebracht, op diens eigen initiatief of op verzoek van de vertegenwoordiger van een lidstaat.

2.   In het bijzonder onderzoekt en beoordeelt het comité hoe de regelingen voor samenwerking functioneren waarin deze verordening voorziet .

Artikel 21

Verslagen

1.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mee van alle bepalingen van nationaal recht die zij vaststellen, alsmede van de niet ter afhandeling van individuele zaken gesloten overeenkomsten met betrekking tot in deze verordening geregelde aangelegenheden.

2.   Na de datum van inwerkingtreding van deze verordening brengen de lidstaten om de twee jaar aan de Commissie verslag uit over de toepassing van deze verordening. De Commissie maakt deze verslagen openbaar.

3.   De nationale verslagen bevatten:

a.

alle nieuwe informatie over de organisatie, de bevoegdheden, de middelen of de verantwoordelijkheden van de bevoegde autoriteiten.

b.

alle informatie over trends, middelen of methoden om intracommunautaire inbreuken te maken, in het bijzonder die welke tekortkomingen of lacunes in deze verordening of in de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument aan het licht hebben gebracht.

c.

alle informatie over handhavingstechnieken die doeltreffend zijn gebleken.

d.

beknopte statistieken met betrekking tot de activiteiten van de bevoegde autoriteiten, zoals maatregelen uit hoofde van deze verordening, ontvangen klachten, handhavingsmaatregelen en rechterlijke beslissingen.

e.

samenvattingen van belangrijke nationale rechterlijke beslissingen met betrekking tot de uitlegging van de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument.

f.

alle overige informatie die relevant is voor de toepassing van deze verordening.

4.     De Commissie dient, op basis van de verslagen van de lidstaten, bij de Raad en het Europees Parlement een verslag over de toepassing van deze verordening in.

Artikel 22

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van ... (11) .

De bepalingen van de hoofdstukken II en III betreffende de wederzijdse bijstand zijn van toepassing vanaf ... (12) .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(2)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(3)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(5)  PB C 224 van 1.8.1996, blz. 3.

(6)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(7)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(8)   PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 786/2004/EG (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 7).

(9)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

(11)  Een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

(12)  Twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

BIJLAGE I

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 3, ONDER a) BEDOELDE RICHTLIJNEN EN VERORDENINGEN  (1)

1.

Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake misleidende reclame (PB L 250 van 19.9.1984, blz. 17) en Richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen (PB L 290 van 23.10.1997, blz. 18 ).

2.

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (PB L 372 van 31.12.1985, blz. 31).

3.

Richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (PB L 42 van 12.2.1987, blz. 48), als laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 17) (en Richtlijn .../.../EG van X).

4.

Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten: artikelen 10 tot en met 21 (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23 ). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

5.

Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59).

6.

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik: artikels 86 tot 100 (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/27/EG (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 34).

7.

Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2002/995/EG van de Commissie (PB L 353 van 30.12.2002, blz. 1).

8.

Richtlijn 94/47/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 26 oktober 1994 betreffende de bescherming van de verkrijger voor wat bepaalde aspecten betreft van overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen (PB L 280 van 29.10.1994, blz. 83).

9.

Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

10.

Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (PB L 171 van 7.7.1999, blz. 12).

11.

Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („Richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1)

12.

Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG van de Raad (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16)

13.

Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verkoopbevordering in de interne markt.

14.

Richtlijn .../.../EG van het Europees Parlement en de Raad inzake oneerlijke handelspraktijken tussen bedrijven en consumenten in de interne markt (de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken).

15.

Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims betreffende levensmiddelen.

16.

Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten (PB L 80 van 18.3.1998, blz. 27)

17.

Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1)


(1)  De richtlijnen nrs. 1, 6, 7 en 9 bevatten specifieke bepalingen.

P5_TA(2004)0297

Consumentenkrediet *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet (COM(2002) 443 — C5-0420/2002 — 2002/0222(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 443) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0420/2002),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0310/2003),

gezien het tweede verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt en de adviezen van de Economische en Monetaire Commissie en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0224/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 331 van 31.12.2002, blz. 200.

P5_TC1-COD(2002)0222

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 153 en 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft in 1995 een verslag uitgebracht (4) over de werking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (5), aan de hand waarvan zij de betrokken partijen uitgebreid heeft geraadpleegd. In 1997 heeft zij een beknopt verslag van de reacties op het verslag van 1995 (6) gepresenteerd. In 1996 is een tweede verslag (7) gepresenteerd over de werking van Richtlijn 90/88/EEG van de Raad van 22 februari 1990 tot wijziging van Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (8).

(2)

Uit deze verslagen en raadplegingen blijkt dat de wetgevingen van de lidstaten inzake kredietverlening aan natuurlijke personen in het algemeen en consumptief krediet in het bijzonder nog sterk uiteenlopen. Uit een analyse van de nationale teksten tot omzetting van Richtlijn 87/102/EEG blijkt namelijk dat de lidstaten wegens nationaal uiteenlopende juridische, feitelijke en economische factoren naast de richtlijn ook nog andere instrumenten ter bescherming van de consument toepassen. Een gemoderniseerde gemeenschappelijke grondslag voor consumentenkrediet vereist dat de lidstaten de mogelijkheid wordt geboden verdergaande voorschriften ter bescherming van de consument te handhaven en vast te stellen .

(3)

Door de feitelijke situatie die uit deze uiteenlopende nationale wetgevingen resulteert, is de consument beperkt in staat rechtstreeks van het langzaam toenemende aanbod grensoverschrijdend consumentenkrediet, gebruik te maken. Deze beperkingen zijn weliswaar momenteel vrijwel niet van invloed op de omvang en de aard van de grensoverschrijdende vraag naar krediet, wat ook de vraag naar goederen en diensten kan beïnvloeden. Met toekomstgerichte en de nodige speelruimte overlatende Europese voorschriften dient echter, mede met het oog op de permanente verdere ontwikkeling van de markt voor consumentenkrediet en de toenemende mobiliteit van de burger in Europa, een bijdrage te worden geleverd aan een modern consumentenkrediet.

(4)

Aangezien kredietverenigingen in Ierland en het Verenigd Koninkrijk beperkt worden door een zogeheten „common bond”, hetgeen inhoudt dat zij geografisch beperkt zijn en geen activiteiten mogen ontplooien buiten hun eigen plaatselijke gebied, en gezien het feit dat zij een rol van onschatbare waarde spelen bij de kredietverlening aan mensen met wie gebruikelijke kredietinstellingen geen zaken willen doen, en voorts gezien het feit dat zij vrijwillige organisaties zonder winstoogmerk zijn, dienen zij niet te vallen onder de strikte regelgeving van deze richtlijn.

(5)

Gedurende de laatste jaren hebben de soorten krediet die de consumenten aangeboden krijgen en gebruiken, een hele ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn nieuwe kredietinstrumenten verschenen, die steeds meer worden gebruikt. Het is daarom aan te bevelen om de bestaande bepalingen aan te passen, te wijzigen , aan te vullen, en , voorzover nodig, het toepassingsgebied uit te breiden.

(6)

De totstandbrenging van een transparantere en efficiëntere interne kredietmarkt moet worden bevorderd. Het is van belang dat deze markt de consument een zodanige bescherming biedt dat , rekening houdend met de in de afzonderlijke lidstaten bestaande voorschriften en behoeften, het vrije verkeer van het aanbod van krediet voor zowel kredietgevers als kredietnemers optimaal functioneert. Deze doelstelling kan alleen door een doelgerichte harmonisatie worden bereikt die de lidstaten voldoende speelruimte laat om te waarborgen dat de belangen van alle consumenten in de Gemeenschap optimaal worden beschermd en dat zij evenveel informatie krijgen. Op sommige gebieden kan daarnaast een volledige harmonisatie wenselijk zijn om een vergelijkbaarheid van het kredietaanbod te waarborgen en zo de interne markt voor consumentenkrediet verder te ontwikkelen.

(7)

Met artikel 16 wordt voor de gehele Gemeenschap een betwistingsmaatregel bij gelieerde overeenkomsten ingevoerd. Dit belet de lidstaten echter niet ter bescherming van de consument verdergaande strengere aansprakelijkheidsvoorschriften te blijven hanteren, zoals het in Groot-Brittannië bestaande „joint and several liability”-beginsel. De lidstaten kunnen bepalen dat de vaststelling van de voorwaarden voor de betwistingsmaatregel ook aan een gerechtelijke uitspraak wordt voorbehouden.

(8)

Ingeval van gelieerde overeenkomsten bestaat er een onderlinge afhankelijkheidsrelatie tussen de aanschaf van een product of een dienst en de hiertoe gesloten kredietovereenkomst. Dit betekent dat herroeping van de ene overeenkomst gebonden is aan de voorwaarde dat ook de andere overeenkomst op zich nog herroepbaar is. Voorwaarde voor gebruikmaking van het recht op herroeping van een gelieerde overeenkomst is dus dat de daaraan gekoppelde kredietovereenkomst zelf nog kan worden herroepen.

(9)

Overeenkomstig artikel 14, lid 2 van het Verdrag bestaat de interne markt uit een gebied zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging gewaarborgd zijn; de ontwikkeling van een doorzichtiger en doelmatiger kredietmarkt in het gebied zonder binnengrenzen is van wezenlijke betekenis voor de bevordering van de ontwikkeling van grensoverschrijdende activiteiten.

(10)

Kredietovereenkomsten die zijn gewaarborgd door hypotheken of vergelijkbare zekerheden, alsook overeenkomsten in het kader waarvan de verklaringen van de consument worden verstrekt met medewerking van een notaris (civil law notary) of een vergelijkbare functionaris dienen buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn te blijven.

(11)

De in artikel 2, onder c) bedoelde overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening waarbij de consument, zolang de diensten worden verleend, het recht heeft om de kosten ervan in termijnen te betalen, omvatten in de zin van deze richtlijn betalingen van verzekeringspremies in maandelijkse termijnen.

(12)

Rekening houdend met de risico's voor hun economische belangen, vereist de situatie van natuurlijke personen die voor consumenten een zekerheid stellen, specifieke bepalingen die eenzelfde niveau van informatieverstrekking en bescherming garanderen als voor consumenten.

(13)

Wanneer in reclame of in een reclameaanbod voor een kredietovereenkomst een cijfer, kosten of een rentevoet worden vermeld, moet Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame (9) de nodige bescherming bieden. Dit cijfer, deze kosten of deze rentevoet moeten namelijk vergezeld gaan van berekeningselementen aan de hand waarvan de consument deze cijfergegevens kan afwegen tegen het geheel van de verplichtingen die de kredietovereenkomst voor hem inhoudt.

(14)

Opdat de consument met kennis van zaken kan beslissen, moet hij vóór de sluiting van de kredietovereenkomst de nodige informatie krijgen over de kredietvoorwaarden, de kosten van het krediet en zijn verplichtingen. Om voor een zo groot mogelijke transparantie te zorgen en het aanbod vergelijkbaar te maken, dient deze informatie met name ook het in de gehele EU op uniforme wijze vastgestelde jaarlijks kostenpercentage van het krediet te omvatten .

(15)

Zowel consumenten als zekerheidsstellers moeten bedachtzaam te werk gaan en hun contractuele verplichtingen nakomen.

(16)

In sommige gevallen kunnen de voorwaarden van een kredietovereenkomst nadelig zijn voor de consument. Om de consument beter te beschermen, moeten bepaalde voorwaarden als minimumnorm worden voorgeschreven . De informatie die vóór de sluiting van de kredietovereenkomst is verstrekt, moet in de kredietovereenkomst worden bevestigd en aangevuld, eventueel door een aflossingstabel en de vermelding van de kosten van niet-uitvoering .

(17)

Om de regels voor de uitoefening van het herroepingsrecht op soortgelijke gebieden op elkaar af te stemmen, moet in een herroepingsrecht zonder sancties en zonder opgave van redenen worden voorzien, onder soortgelijke voorwaarden als in Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van Richtlijn 90/619/EEG van de Raad en de Richtlijnen 97/7/EG en 98/27/EG (10).

(18)

Om de totstandbrenging en de werking van de interne markt te bevorderen en de consumenten in de hele Gemeenschap een optimale bescherming te bieden, dient thans in de gehele EU definitief de vergelijkbaarheid van kostenpercentages gerealiseerd te worden. Weliswaar werd bij de laatste wijziging van de Richtlijn 87/102/EEG krachtens Richtlijn 98/7/EG (11) een uniforme wiskundige formule voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage opgenomen, maar desondanks zijn de kostenpercentages tot dusver niet in de gehele EU vergelijkbaar daar in de afzonderlijke lidstaten van uiteenlopende kostenfactoren bij de berekening wordt uitgegaan. Het is derhalve noodzakelijk in deze richtlijn het begrip „totale kosten van het krediet voor de consument” duidelijk te definiëren. Hierbij dient uitsluitend te worden uitgegaan van de kosten die de kredietgever zelf bewerkstelligd heeft. De aan het sluiten van een verzekering verbonden kosten worden alleen in de totale kosten van het krediet verdisconteerd indien de consument bij het sluiten van de kredietovereenkomst deze verzekering moet afsluiten .

(19)

De consument moet de mogelijkheid krijgen om vervroegd aan zijn verplichtingen te voldoen. Zowel in geval van gedeeltelijke als volledige vervroegde aflossing mag de kredietgever slechts een billijke en objectieve vergoeding vragen .

(20)

Indien een leverancier van met een kredietovereenkomst gekochte goederen of diensten als een kredietbemiddelaar kan worden beschouwd, moet de consument ten opzichte van de kredietgever dezelfde rechten hebben als hem ten opzichte van de leverancier van de goederen of diensten toekomen .

(21)

Er dienen gemeenschappelijke minimumnormen te worden vastgesteld voor de maatregelen bij nietuitvoering van kredietovereenkomst. Met name sommige duidelijk bovenmatige incassopraktijken moeten als onwettig worden beschouwd .

(22)

Om de belangen van de consument en de zekerheidssteller blijvend te beschermen, mag in kredieten zekerheidsovereenkomsten niet in hun nadeel worden afgeweken van bepalingen die uitvoering geven aan of overeenstemmen met deze richtlijn.

(23)

Deze richtlijn is opgesteld met inachtneming van de grondrechten en de beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn vastgelegd. Ook de regels inzake de bescherming van persoonlijke gegevens, eigendom, niet-discriminatie, bescherming van het gezinsleven en consumentenbescherming worden, overeenkomstig de artikelen 8, 17, 21, 33 en 38 van het handvest, volledig in acht genomen.

(24)

Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de vaststelling van regels die minimumnormen inzake consumentenkrediet mogelijk maken, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteisbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken .

(25)

Richtlijn 87/102/EEG dient ingetrokken en vervangen te worden,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOEL, DEFINITIES EN TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Doel

Doel van deze richtlijn is betere bescherming van de consument, voorkoming van een te hoge schuldenlast en het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkredietovereenkomsten en door consumenten gesloten zekerheidsovereenkomsten.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„consument”: een natuurlijk persoon die wat betreft de transacties die onder deze richtlijn vallen, handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten;

b)

„kredietgever”: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroepshalve kredieten verleent of toezegt;

c)

„kredietovereenkomst”: een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument tegen betaling krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke betalingsfaciliteit. Overeenkomsten voor doorlopende levering van dezelfde goederen in eenzelfde hoeveelheid, waarbij de consument, zolang de levering plaatsvindt, de kosten ervan in termijnen betaalt, alsmede overeenkomsten voor doorlopende dienstverlening waarbij de consument, zolang de diensten worden verleend, het recht heeft om de kosten ervan in termijnen te betalen, vormen geen kredietovereenkomsten in de zin van deze richtlijn;

d)

„kredietbemiddelaar”: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die tegen vergoeding een activiteit uitoefent die erin bestaat, kredietovereenkomsten te presenteren of aan te bieden, andere voorbereidende werkzaamheden met het oog op het sluiten van kredietovereenkomsten te verrichten, en kredietovereenkomsten te sluiten; de betaling kan bestaan uit geld of een ander overeengekomen economisch voordeel;

e)

„kredietbemiddeling”: het aanbieden, voorstellen of uitvoeren van andere voorbereidende activiteiten met het oog op het sluiten van kredietovereenkomsten, dan wel het sluiten van kredietovereenkomsten;

f)

„zekerheidsovereenkomst”: een met een kredietovereenkomst samenhangende overeenkomst waarbij een zekerheidssteller de uitvoering van een onder deze richtlijn vallende, met een consument gesloten kredietovereenkomst garandeert;

g)

„zekerheidssteller”: een consument die voor de door een derde gesloten kredietovereenkomst een zekerheidsovereenkomst sluit;

h)

„totale kosten van het krediet voor de consument”: alle kosten, met inbegrip van debetrente, commissielonen en belastingen van welke aard ook, die de consument bij de uitvoering van de kredietovereenkomst, conform het daarin bepaalde, aan de kredietgever moet betalen en die de kredietgever bij de sluiting van de overeenkomst bekend zijn, met uitzondering van de kosten die andere personen dan de kredietgever, met name notarissen, belastinginstanties en kadasters, bij de sluiting van de kredietovereenkomst van de consument verlangen, alsmede, in het algemeen, kosten die voor registratiedoeleinden en als waarborg aan de bevoegde instanties verschuldigd zijn ;

i)

„jaarlijks kostenpercentage”: het jaarlijks rentepercentage dat op jaarbasis het evenwicht vormt tussen de huidige waarde van het totaal van huidige en toekomstige verplichtingen (opgenomen kredietbedragen, aflossingen en onkosten) van de kredietverstrekker en van de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst en de gelieerde handelingen ;

j)

„restwaarde” : de koopprijs van het gefinancierde goed bij uitoefening van de koopoptie of eigendomsoverdracht;

k)

„kredietopneming”: een kredietbedrag dat aan de consument ter beschikking wordt gesteld in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere, soortgelijke betalingsfaciliteit;

l)

„totaal kredietbedrag”: het plafond of de som van alle kredietopnemingen die kunnen worden toegestaan;

m)

schriftelijk opgesteld ”: een schriftelijk instrument alsmede elke vorm van toezending waarmee de consument en de zekerheidssteller naar hen persoonlijk gestuurde informatie kunnen opslaan , gedurende de nodige tijd kunnen raadplegen en op identieke wijze kunnen kopiëren ;

n)

„gelieerde overeenkomst”: een aan een kredietovereenkomst gelieerde overeenkomst inzake de levering van een goed of het verlenen van een dienst voorzover de kredietovereenkomst ter financiering van de andere overeenkomst dient en beide overeenkomsten een economische eenheid vormen. Van een economische eenheid moet met name worden uitgegaan indien de leverancier of verkoper van het goed of de dienstverlener zelf het krediet van de consument financiert of, in geval van financiering door een derde, indien de kredietgever bij de voorbereiding of het sluiten van de kredietovereenkomst gebruikmaakt van de medewerking van voornoemde personen.

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Deze richtlijn is van toepassing op kredietovereenkomsten .

2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op:

a)

kredietovereenkomsten met een kredietbedrag tot en met 500 EUR.

b)

kredietovereenkomsten betreffende de verlening van een krediet voor de aankoop of verbouwing van een onroerend goed waarvan de consument de eigenaar is of dat hij wil kopen, of kredietovereenkomsten die gewaarborgd zijn door een hypotheek op een onroerend goed of door een in een lidstaat gebruikelijke andere vergelijkbare zekerheid;

c)

huurovereenkomsten, behalve wanneer daarin bepaald is dat het eigendomsrecht uiteindelijk aan de huurder wordt overgedragen ;

d)

Leasingovereenkomsten waarbij geen verplichting tot aankoop van het leasingobject bestaat;

e)

kredietovereenkomsten waarbij de consument binnen een termijn van maximaal drie maanden het krediet moet terugbetalen, zonder rente of andere kosten;

f)

kredietovereenkomsten die aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

i)

de kredieten worden buiten de beroeps- of bedrijfsactiviteit van de kredietgever toegekend (privékrediet) ;

ii)

de kredieten worden als nevenactiviteit door een werkgever tegen een jaarlijks kostenpercentage dat lager is dan gebruikelijk op de markt of rentevrij aan zijn werknemers toegekend ;

iii)

de kredieten worden niet aan het algemene publiek aangeboden;

g)

kredietovereenkomsten met een netto kredietbedrag van meer dan 100 000 EUR en kredietovereenkomsten als bedoeld onder a) met een netto kredietbedrag van 1 miljoen EUR;

h)

kredietovereenkomsten die notarieel of gerechtelijk worden vastgelegd, het resultaat van een schikking voor de rechter of een andere daartoe van overheidswege bevoegde instantie zijn of die voorzien in kosteloos uitstel van betaling van een bestaande vordering;

i)

kredietovereenkomsten waarbij de consument het kredietbedrag in maximaal vier aflossingen binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden moet terugbetalen;

j)

aanmoedigingskredieten die van overheidswege of daartoe van overheidswege aangewezen instellingen worden toegekend;

k)

overeenkomsten waarbij kredieten door een krediet- of financiële instelling worden toegekend in de vorm van een voorschot in rekening-courant of een debetrekening, wanneer het totale bedrag van het krediet binnen drie maanden of op verzoek moet worden terugbetaald; op deze kredieten zijn evenwel de artikelen 7 en 17 van toepassing;

l)

kredietovereenkomsten die voorzien in het afspreken van regelingen voor uitstel, zekerheidsstelling of terugbetaling voor reeds noodlijdende kredieten tussen de kredietgever of een door hem daarmee belaste derde en de kredietnemer, indien op deze wijze waarschijnlijk een gerechtelijke procedure kan worden vermeden en de voorwaarden over het geheel genomen voor de consument niet ongunstiger worden;

m)

kredietovereenkomsten waarbij door de kredietnemer bij de kredietgever een zekerheid in bewaring wordt gegeven, en waarbij de kredietgever alleen verhaal heeft op deze in bewaring gegeven zekerheid;

n)

coöperatieve verenigingen die spaartegoeden van hun leden beheren en hen financieringsmogelijkheden bieden, waarbij de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij vrijwilligers berust die kredieten verstrekken op basis van een jaarlijks kostenpercentage waarvan het maximum van de jaarlijkse kosten is vastgesteld op grond van nationale regelgeving en waarvan het lidmaatschap alleen openstaat voor personen die woonachtig of tewerkgesteld zijn in een bepaalde precies afgebakende regio, dan wel voor werknemers (en gepensioneerde werknemers) in een bepaalde branche of van een speciale werkgever of soortgelijke toegestane belangengemeenschappen op grond van nationaal recht.

HOOFDSTUK II

INFORMATIEVERSTREKKING EN VOORBEREIDING VAN DE SLUITING VAN DE OVEREENKOMST

Artikel 4

Standaardinformatie

1.     De informatieverplichtingen en verplichtingen waaraan voor sluiting van de overeenkomst moet worden voldaan, gelden voor reclame en voor essentiële informatie over de kredietaanbieding en over de inhoud van de kredietovereenkomst.

2.     Als standaardinformatie moeten op grafisch overzichtelijke en optisch duidelijke wijze in de aangegeven volgorde het jaarlijkse kostenpercentage, de overeengekomen kredietlooptijd, het aantal en de hoogte van de maandelijkse termijnen alsmede de totale kosten van het krediet worden aangegeven (Infobox).

3.     Aanvullende informatie, met name over kosten, aflossingsmodaliteiten, eventueel noodzakelijke betalingen of de hoogte van de afbetalingen, kan los hiervan worden verstrekt.

Indien bij de aanvang van een kredietovereenkomst gedurende een beperkte periode een lager debetpercentage wordt aangeboden, moet in de reclame het effectieve jaarlijkse percentage worden vermeld, berekend op basis van het feitelijke debetpercentage na afloop van die beperkte periode.

4.    De verplichting tot verstrekking van standaardinformatie vervalt:

indien een van de in lid 2 vermelde standaardinformaties niet algemeen bepaalbaar is of indien deze kredietvoorwaarden niet in het algemeen voor iedere kredietnemer ter beschikking staan; in ieder geval moet echter, desnoods aan de hand van representatieve voorbeelden, het jaarlijkse effectieve kostenpercentage worden aangegeven,

bij kredietkaartovereenkomsten,

bij algemene reclame zonder een specifiek kredietaanbod.

Artikel 5

Reclame

Onverminderd Richtlijn 84/450/EEG moeten reclame en in verkoopruimten aangekondigde aanbiedingen die informatie over kredietovereenkomsten (en met name over de debetrentevoet, het totale percentage van de kredietgever en het jaarlijks kostenpercentage) bevatten, duidelijk en begrijpelijk zijn, en moet het beginsel van goede trouw in handelsovereenkomsten in acht worden genomen. De commerciële aard van deze informatie moet ondubbelzinnig blijken.

Artikel 6

Verantwoorde kredietverstrekking en kredietopneming

1.    De kredietgever en eventueel de kredietbemiddelaar en de consument moeten zich aan het beginsel van een verantwoorde kredietverstrekking houden. Tot een verantwoorde kredietverstrekking wordt gerekend het voldoen aan de verplichting tot het verstrekken van informatie vóór sluiting van de overeenkomst door de kredietgever en de consument, alsmede het door de kredietgever uit te voeren kredietwaardigheidsonderzoek op grond van de informatie van de consument.

Bij een doorlopend krediet is de kredietgever verplicht vóór een eventuele wijziging van de bepalingen van de kredietovereenkomst de te zijner beschikking staande informatie over de consument op de laatste stand te brengen.

2.    Voor sluiting van de overeenkomst verstrekt de kredietgever schriftelijk duidelijke en begrijpelijke informatie over:

a)

de gevraagde zekerheden en verzekeringen;

b)

de duur van de kredietovereenkomst;

c)

het bedrag, het aantal en de periodiciteit van de te verrichten betalingen, z o mogelijk weergegeven in een betalingsschema ;

d)

extra kosten die de consument bij het sluiten van een kredietovereenkomst moet betalen, voorzover de hoogte daarvan de kredietgever bekend is, met name productgerelateerde kosten die bij de kredietgever ontstaan, administratiekosten, en expertisekosten voor onroerend goed, eventuele kosten voor het beheer van een op grond van het opgenomen krediet te openen nieuwe rekening waarop zowel betalingen als kredieten geboekt worden, alsmede eventuele kosten voor het gebruik of de beschikbaarheid van een kaart of een ander betaalmiddel waarmee gelijktijdig zowel betalingen verricht als over kredietbedragen beschikt kan worden en kosten voor betalingsverrichtingen in het algemeen;

e)

de totale kosten van het krediet voor de consument overeenkomstig artikel 2, onder h);

f)

in voorkomend geval, de contante prijs van het gefinancierde goed of de gefinancierde dienst;

g)

in voorkomend geval, de debetrentevoet, de voorwaarden die daarop van toepassing zijn, indices, voorzover beschikbaar of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de perioden, voorwaarden en procedures van variatie;

h)

het effectieve jaarlijks kostenpercentage;

i)

de termijn en de procedure voor de uitoefening van het herroepingsrecht ;

j)

de wijze van terugbetaling, de op het tijdstip van de informatieverstrekking geldende moratoriumrente alsmede de wijze van aanpassing ervan en de kosten van niet-nakoming naargelang de grondslag .

j) In de gevallen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2002/65/EG moet de informatie ten minste de onder c), e) en h) van dit lid vermelde gegevens omvatten.

Aan de informatieplicht ingevolge deze alinea kan ook door verstrekking van een passend ingevulde ontwerpovereenkomst ingevolge artikel 9 worden voldaan.

Uit   de kredietovereenkomsten die zij gewoonlijk aanbieden of waarbij zij gewoonlijk bemiddelen, kiezen de kredietgever en de eventuele kredietbemiddelaar de meest gepaste soort krediet en het meest gepaste kredietbedrag, rekening houdend met de financiële situatie van de consument, de risico's en voordelen die aan het voorgestelde product verbonden zijn, en het doel van het krediet.

4.     De kredietgever controleert aan de hand van de overeenkomstig lid 1 verstrekte informatie en eventueel met gebruikmaking van een gegevensbank de solvabiliteit van de consument.

Artikel 7

Informatieverplichtingen bij krediet in de vorm van een voorschot in rekening-courant

1.     De consument dient in geval van een overeenkomst tussen hem en een krediet- of financieringsinstituut over de verlening van een krediet in de vorm van een voorschot in rekening-courant, voor of bij sluiting van de overeenkomst te worden ingelicht over:

het eventuele maximum van het kredietbedrag;

het jaarlijkse kostenpercentage en de bij sluiting van de overeenkomst in rekening te brengen kosten, alsmede over de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden;

de voorwaarden en de procedure voor beëindiging van het contract.

2.     Verder dient de consument gedurende de looptijd van de overeenkomst over elke wijziging van het jaarlijkse kostenpercentage en de in rekening te brengen kosten bij van kracht worden ervan te worden ingelicht. Deze informatie kan in de vorm van een rekeningafschrift of in een andere voor de lidstaten acceptabele vorm worden verstrekt.

3.     In lidstaten waar stilzwijgend geaccepteerde saldo-overschrijdingen geoorloofd zijn, draagt de betrokken lidstaat er zorg voor dat de consument over de jaarrente en de in rekening te brengen kosten, alsmede over wijzigingen dienaangaande wordt ingelicht wanneer een saldo meer dan drie maanden overschreden wordt.

HOOFDSTUK III

TOEGANG TOT DATABANKEN

Artikel 8

Databanken

1.     De lidstaten zien erop toe dat de toegang tot databanken in geval van grensoverschrijdende kredieten in hun lidstaat voor kredietgevers uit andere lidstaten onder dezelfde voorwaarden gegarandeerd wordt als dit voor ondernemingen en personen van deze lidstaat is voorgeschreven.

2.    De consument en eventueel de zekerheidssteller worden desgewenst onverwijld en kosteloos over het resultaat van de raadpleging geïnformeerd.

HOOFDSTUK IV

SLUITING VAN KREDIET- EN ZEKERHEIDSOVEREENKOMSTEN

Artikel 9

In krediet- en zekerheidsovereenkomsten te vermelden informatie

1.   Krediet- en zekerheidsovereenkomsten worden schriftelijk opgesteld.

Alle contractanten, met inbegrip van de zekerheidssteller en de kredietbemiddelaar, ontvangen een exemplaar van de kredietovereenkomst .

De overeenkomst bevat informatie over de toegang tot een buitengerechtelijke klachtenprocedure of een klachtenregeling en de desbetreffende modaliteiten voor het geval de kredietgever of de kredietbemiddelaar aan een dergelijke procedure deelneemt .

2.   In de kredietovereenkomst wordt naast de gegevens ingevolge artikel 6, lid 2 vermeld:

a)

de identiteits- en adresgegevens van de contractanten en van de betrokken kredietbemiddelaar ;

b)

een overzicht van de kosten naar grondslag en eventueel hoogte die niet in het jaarlijks kostenpercentage zijn opgenomen, maar die de consument aan de kredietgever verschuldigd is , met name reserveringscommissies, kosten van niet-toegestane overschrijding van het totale kredietbedrag, kosten bij vervroegde terugbetaling en forfaitaire kosten van niet-nakoming ;

c)

de procedure voor de uitoefening van het recht op opzegging;

d)

de procedure en de kosten die daarbij overeenkomstig de grondslag bij vervroegde aflossing ontstaan ;

3.    In de zekerheidsovereenkomst wordt het maximale gewaarborgde bedrag vermeld .

Artikel 10

Herroepingsrecht

1.   De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om zijn goedkeuring van de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.

Deze termijn begint op de dag waarop een exemplaar van de gesloten kredietovereenkomst aan de consument wordt bezorgd.

2.   De consument moet de herroeping vóór de afloop van de in lid 1 bedoelde termijn en overeenkomstig de nationale wetgeving inzake bewijsvoering aan de kredietgever mededelen. De termijn wordt geacht te zijn nageleefd indien de kennisgeving, op papier of op een andere duurzame drager waarover de kredietgever beschikt en waartoe hij toegang heeft, vóór het verstrijken van de termijn is verzonden.

3.     Na de uitoefening van het herroepingrecht moet de kreditegever de consument schriftelijk of op een andere duurzame drager in kennis stellen van de terug te betalen bedragen, inclusief de rente over de periode van kredietopneming. De debetrente wordt berekend aan de hand van het overeengekomen jaarlijks percentage. Voor de uitoefening van het herroepingsrecht mogen geen andere vergoedingen worden aangerekend. De consument betaalt de kredietgever de bedragen waarvan hij uit hoofde van dit lid in kennis is gesteld. Eventuele voorschotten die de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst heeft betaald, moeten dadelijk aan de consument worden terugbetaald.

4.    Indien de kredietovereenkomst wordt gesloten buiten verkoopruimten in de zin van artikel 1 van Richtlijn 85/577/EEG (12) voor de levering van goederen of diensten, geldt het herroepingsrecht in lid 1 hierboven ook voor de goederen of diensten in kwestie.

5.   De leden 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op kredietovereenkomsten die gepaard gaan met een hypotheek of een soortgelijke zekerheid, noch op woningkredietovereenkomsten, noch op kredietovereenkomsten die zijn opgezegd uit hoofde van:

a)

artikel 6 van Richtlijn 2002/65/EG;

b)

artikel 6, lid 4, van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten  (13);

c)

artikel 7 van Richtlijn 94/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 1994 betreffende de bescherming van de verkrijger voor wat bepaalde aspecten betreft van overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen  (14);

HOOFDSTUK V

JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE EN DEBETRENTEVOET

Artikel 11

Jaarlijks kostenpercentage

1.   Het jaarlijkse kostenpercentage is wiskundig correct te berekenen met de formule die, rekening houdende met alle betalingen uit het krediet en de gelieerde transacties, de groeifactor van het kapitaal met een exponent weergeeft, die wordt uitgedrukt in dagen, gedeeld door 365,325. Deze methode wordt gepreciseerd in bijlage I.

In bijlage II worden ter indicatie verscheidene berekeningsvoorbeelden gegeven.

2.   Om het jaarlijkse kostenpercentage te berekenen, bepaalt men de totale kosten van het krediet voor de consument, met uitzondering van kosten die de consument moet betalen wegens niet-naleving van een in de kredietovereenkomst opgenomen verplichting en andere kosten dan de aankoopprijs die de consument bij aankoop van goederen of diensten in elk geval moet betalen, ook indien de aankoop contant wordt betaald.

Kosten voor het beheer van de rekening waarop zowel betalingen als kredietopnemingen worden geboekt, kosten voor het gebruik van een kaart of een ander betaalmiddel waarmee zowel betalingen als kredietopnemingen kunnen worden verricht, en kosten voor betaalverrichtingen in het algemeen worden als kredietkosten beschouwd, behalve indien deze kosten optioneel zijn en duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld.

Kosten van verzekeringspremies worden in de totale kosten van het krediet opgenomen indien de verzekering verplicht is voor het verkrijgen van het krediet .

3.   Bij de berekening van het jaarlijks kostenpercentage wordt uitgegaan van de hypothese dat de kredietovereenkomst voor de overeengekomen tijdsduur geldt en dat de kredietgever en de consument hun verplichtingen nakomen binnen de overeengekomen termijnen en op de overeengekomen data.

4.   Bij kredietovereenkomsten waarin clausules zijn opgenomen op grond waarvan de debetrentevoet kan worden gewijzigd, wordt het jaarlijkse percentage berekend op basis van het uiteindelijke percentage dat voor de kredietovereenkomst geldt na die beperkte duur. Wanneer het uiteindelijke percentage niet bekend is, berekent de kredietgever het jaarlijkse percentage op basis van het standaardpercentage voor die of een vergelijkbare kredietovereenkomst.

Wanneer aan het begin van de kredietovereenkomst een lager percentage wordt aangeboden voor een beperkte periode, wordt het jaarlijkse percentage berekend op basis van het uiteindelijke percentage dat voor de kredietovereenkomst geldt na die beperkte duur.

5.   Zo nodig kan voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage worden uitgegaan van de volgende hypothesen:

a)

indien de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst vrij kan kiezen hoeveel krediet hij opneemt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag onmiddellijk volledig wordt opgenomen;

b)

indien er geen aflossingsschema is vastgesteld en dit ook niet kan worden afgeleid uit de bepalingen van de overeenkomst en de wijze waarop het verleende krediet wordt betaald, wordt de krediettermijn geacht één jaar te zijn;

c)

voor kredietovereenkomsten met een open einde wordt een permanent kapitaalevenwicht verondersteld;

d)

indien in de kredietovereenkomst verscheidene aflossingsdata worden vermeld, wordt het krediet, tenzij anders wordt bepaald, ter beschikking gesteld en worden de aflossingen verricht op de eerstkomende van deze data.

6.   Indien een kredietovereenkomst in de vorm van een huurovereenkomst met koopoptie wordt opgesteld en indien de koopoptie uit hoofde van deze overeenkomst op verschillende tijdstippen kan worden uitgeoefend, wordt het jaarlijks kostenpercentage voor elk van deze tijdstippen berekend.

Indien de restwaarde niet kan worden vastgesteld, wordt het gehuurde goed lineair afgeschreven zodat de waarde ervan na afloop van de normale, in de kredietovereenkomst vastgestelde huurtijd nul bedraagt .

Artikel 12

Debetrentevoet

1.   De debetrentevoet is vast of variabel.

2.   Indien een of meer vaste debetrentevoeten zijn vastgesteld, zijn deze van toepassing op de in de kredietovereenkomst vastgestelde periode.

3.   De variabele rentevoet kan worden gewijzigd, hetzij op het einde van de in de kredietovereenkomst overeengekomen en vastgestelde perioden en in dezelfde mate als de overeengekomen index of referentierentevoet, dan wel volgens een tussen partijen overeengekomen andere regeling .

4.   De consument wordt schriftelijk van wijzigingen van de debetrentevoet in kennis gesteld .

HOOFDSTUK VI

UITVOERING VAN DE KREDIETOVEREENKOMST

Artikel 13

Vervroegde aflossing

1.   De consument heeft het recht om op enig moment vóór het verstrijken van de contractueel overeengekomen termijn , volledig of gedeeltelijk, aan zijn verplichtingen uit hoofde van een kredietovereenkomst te voldoen.

2.   De kredietgever mag slechts een vergoeding voor een vervroegde aflossing aanrekenen indien deze objectief en billijk is en op grond van actuariële beginselen berekend is.

Er mag geen vergoeding worden aangerekend:

a)

voor kredietovereenkomsten waarbij de periode op grond waarvan de debetrentevoet wordt vastgesteld, minder dan een jaar bedraagt;

b)

indien een aflossing is verricht ingevolge een verzekeringsovereenkomst die de aflossing van het krediet waarborgt;

c)

voor kredietovereenkomsten waarbij kosten en rente worden betaald zonder aflossing van het kapitaal, met uitzondering van kredietovereenkomsten met reconstitutie van het kapitaal.

Artikel 14

Overdracht van rechten

Wanneer de rechten die een kredietgever uit hoofde van een krediet- of zekerheidsovereenkomst heeft, aan een derde worden overgedragen, kunnen de consument en de eventuele zekerheidssteller jegens de nieuwe houder van de schuldvorderingen uit hoofde van de overeenkomst dezelfde excepties en verweermiddelen doen gelden die hen jegens de oorspronkelijke kredietgever ter beschikking stonden, met inbegrip van schuldvergelijking, mits deze in de betrokken lidstaat is toegestaan.

De consument moet worden geïnformeerd wanneer de overeenkomst aan een derde wordt overgedragen.

Artikel 15

Verbod op het gebruik van wisselbrieven en andere stukken

Het is de kredietgever en de houder van de schuldvorderingen uit hoofde van de krediet- of zekerheidsovereenkomst verboden om de consument of de zekerheidssteller te vragen of voor te stellen om de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van bovengenoemde overeenkomst te garanderen met een wisselbrief of een orderbriefje.

Het is ook verboden om hen een cheque te doen tekenen om de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van het verschuldigde bedrag te garanderen.

Artikel 16

Gelieerde transacties

1.     Heeft de consument zijn op de sluiting van een overeenkomst inzake de levering van een goed of het verrichten van een dienst door een ondernemer gerichte wilsverklaring rechtsgeldig herroepen, is hij ook aan zijn op de sluiting van een met deze overeenkomst gelieerde consumentenkredietovereenkomst gerichte wilsverklaring niet meer gebonden

2.     Heeft de consument zijn op de sluiting van een consumentenkredietovereenkomst gerichte wilsverklaring rechtsgeldig herroepen, is hij ook aan zijn op de sluiting van een met deze consumentenkredietovereenkomst gelieerde overeenkomst tot levering van een goed of het verrichten van een dienst gerichte wilsverklaring niet meer gebonden.

3.     De overeenkomst bevat informatie over hetgeen bepaald is in de leden 1 en 2, de procedure en de bijzondere voorwaarden voor de uitoefening van het herroepingsrecht.

4.     Indien

a)

de consument met het oog op de aankoop van goederen of het verkrijgen van diensten een kredietovereenkomst sluit met een andere persoon dan de leverancier, en

b)

er tussen de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten een vooraf bestaand akkoord is op grond waarvan uitsluitend door die kredietgever aan klanten van die leverancier krediet beschikbaar wordt gesteld voor het verwerven van goederen of diensten bij die leverancier, en

c)

de onder a) bedoelde consument zijn krediet verkrijgt krachtens dat vooraf bestaande akkoord, en

d)

de onder de kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet worden geleverd of slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden voldoen,

kan de consument rechten doen gelden jegens de kredietgever.

De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden deze rechten kunnen worden uitgeoefend.

Binnen een periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn nemen de lidstaten maatregelen om te komen tot een systeem dat het doen gelden van dergelijke rechten wordt vergemakkelijkt.

5.     Dit artikel laat de bepalingen in de rechtsstelsels van de lidstaten onverlet met betrekking tot omstandigheden waarin de kredietgever hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk is voor elke claim die de consument zou kunnen hebben jegens de leverancier wanneer de aankoop van goederen of diensten van de leverancier is gefinancierd via een kredietovereenkomst.

HOOFDSTUK VII

BIJZONDERE KREDIETOVEREENKOMSTEN

Artikel 17

Kredietovereenkomst in de vorm van een voorschot in rekening-courant of een debetrekening

Indien een kredietovereenkomst wordt gesloten in de vorm van een voorschot in rekening-courant of een debetrekening, wordt de consument regelmatig schriftelijk van zijn debetstand op de hoogte gebracht. Daarbij moet volgende informatie worden verstrekt :

a)

de periode waarop het rekeningafschrift slaat;

b)

de opgenomen bedragen en de datum van opneming;

c)

in voorkomend geval, het debetsaldo en de datum van het vorige afschrift;

d)

de laatste overeengekomen debetrentevoet.

Bovendien moet de consument gedurende de looptijd van de overeenkomst schriftelijk op de hoogte worden gesteld van iedere wijziging van het jaarlijks kostenpercentage en van de in rekening gebrachte kosten op het moment dat deze ingaan.

Artikel 18

Kredietovereenkomst voor onbepaalde tijd

1.    Elk van de partijen kan de kredietovereenkomst voor onbepaalde tijd opzeggen door een voorafgaande schriftelijke kennisgeving, volgens de in de kredietovereenkomst vermelde procedure en overeenkomstig de nationale wetgeving inzake bewijsvoering.

2.     Kredietovereenkomsten mogen niet te onpas of onrechtmatig worden opgezegd. Tevens dient de kredietnemer een passende termijn voor de verwerving van het opeisbare kredietbedrag of een saneringskrediet te worden geboden.

3.     Bij opzegging door de consument gelden de bepalingen van artikel 13 .

4.     Langlopende overeenkomsten met een vaste looptijd kunnen niet worden verlengd zonder uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de kredietnemer.

HOOFDSTUK VIII

UITVOERING VAN DE ZEKERHEIDSOVEREENKOMST

Artikel 19

Uitvoering van de zekerheidsovereenkomst

De kredietgever kan de zekerheidssteller slechts rechtstreeks aanspreken indien de consument niet aan zijn aflossingsverplichtingen voldoet en binnen een termijn van drie maanden na de ingebrekestelling nog steeds niet heeft betaald.

De zekerheidssteller moet op de hoogte worden gesteld zodra de consument een ingebrekestelling is toegezonden.

HOOFDSTUK IX

NIET-UITVOERING VAN DE KREDIETOVEREENKOMST

Artikel 20

Ingebrekestelling en invorderbaarheid

1.   De lidstaten zien erop toe dat:

a)

kredietgevers, hun gevolmachtigden en iedereen die de nieuwe houder is van schuldvorderingen uit hoofde van een krediet- of zekerheidsovereenkomst, in geval van niet-uitvoering van de overeenkomst geen bovenmatige maatregelen nemen om hun schuldvorderingen te innen;

b)

het totaalbedrag aan kosten dat de kredietgever vordert in het geval van niet-betaling dient evenredig te zijn aan de werkelijke kosten die de kredietgever moet maken als rechtstreeks gevolg van de niet-naleving door de consument van zijn verplichtingen.

c)

de kredietgever slechts de onmiddellijke terugbetaling van de nog te vervallen bedragen kan eisen of een ontbindende voorwaarde kan aanvoeren na voorafgaande ingebrekestelling waarin de consument of de eventuele zekerheidssteller wordt verzocht om zijn contractuele verplichtingen binnen een redelijke termijn na te komen .

d)

de kredietgever de kredietopnemingen slechts mag opschorten indien hij zijn besluit motiveert en het onverwijld aan de consument mededeelt;

e)

de consument en de zekerheidssteller het recht hebben om in geval van niet-uitvoering van hun verplichtingen of van vervroegde aflossing, desgevraagd dadelijk een gratis en gedetailleerde afrekening te krijgen aan de hand waarvan zij de verschuldigde kosten en rente kunnen controleren.

2.   Een ingebrekestelling zoals bedoeld in lid 1, onder c), is niet nodig:

a)

in geval van fraude door de consument, aan te tonen door de kredietgever of de nieuwe houder van de schuldvordering;

b)

indien de consument het gefinancierde goed vervreemdt alvorens het totale kredietbedrag is afgelost of indien hij het gebruikt voor een doeleinde dat in strijd is met de bedingen van de kredietovereenkomst, indien de kredietgever of de nieuwe houder van de schuldvordering een preferente vordering, een eigendomsrecht of een voorbehoud van eigendomsrecht op het gefinancierde goed heeft, mits de consument daarvan vóór de sluiting van de kredietovereenkomst in kennis gesteld is.

Artikel 21

Overschrijding van het totale kredietbedrag

In geval van niet-toegestane overschrijding van het totale kredietbedrag stelt de kredietgever de consument op de hoogte van de overschrijding of niet-toegestane debetstand en deelt hij hem de betreffende debetrentevoet, de boetes, kosten of moratoire interesten mede .

HOOFDSTUK X

RECHTSPOSITIE VAN EN TOEZICHT OP KREDIETGEVERS EN KREDIETBEMIDDELAARS

Artikel 22

Controle op kredietgevers en kredietbemiddelaars

De lidstaten zien erop toe dat een onafhankelijke instelling of officiële instantie toezicht houdt op de werkzaamheden van kredietgevers en kredietbemiddelaars , zolang er geen Europese regelgeving voor kredietbemiddelaars bestaat .

Artikel 23

Verplichtingen van kredietbemiddelaars

De lidstaten zien erop toe dat de kredietbemiddelaar:

a)

in zijn reclame en in voor zijn cliënten bestemde documenten met name vermeldt ingeval hij exclusief met één of meer kredietgevers werkt ;

b)

geen directe of indirecte vergoeding, van welke aard ook, ontvangt van de consument die hem heeft gevraagd te bemiddelen, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

i)

het bedrag van de vergoeding wordt schriftelijk met de kredietbemiddelaar overeengekomen ;

ii)

de kredietbemiddelaar wordt niet door de kredietgever vergoed;

iii)

de kredietovereenkomst waarvoor hij heeft bemiddeld, is rechtsgeldig gesloten.

HOOFDSTUK XI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24

Doelmatigheid van de bepalingen van de richtlijn

1.     De lidstaten zien erop toe dat krediet- en zekerheidsovereenkomsten niet ten nadele van de consument en de zekerheidssteller afwijken van de bepalingen van het nationale recht die uitvoering geven aan of overeenstemmen met deze richtlijn.

2.   De lidstaten zien er verder op toe dat de bepalingen die zij ter uitvoering van deze richtlijn vaststellen, niet kunnen worden omzeild door overeenkomsten een bijzondere vorm te geven, met name door splitsing van het kredietbedrag in verschillende overeenkomsten .

3.   De consument en de zekerheidssteller kunnen geen afstand doen van de rechten die hun krachtens deze richtlijn worden toegekend.

4.   De lidstaten zien erop toe dat de bescherming van deze richtlijn niet wordt omzeild doordat de wetgeving van een derde land wordt gekozen om de overeenkomst te regelen, indien de overeenkomst in nauw verband staat met het soeverein gebied van een of meer lidstaten.

5.     Deze richtlijn belet de lidstaten niet om in overeenstemming met hun uit het verdrag voortvloeiende verplichtingen strengere voorschriften op het gebied van de consumentenbescherming te handhaven of uit te vaardigen.

6.     De lidstaten mogen niet afwijken van de in artikel 11 vastgestelde regeling inzake het jaarlijks kostenpercentage.

Artikel 25

Buitengerechtelijk verhaal

De lidstaten moedigen de instanties voor de buitengerechtelijke beslechting van consumentengeschillen aan ook grensoverschrijdende geschillen te beslechten.

Artikel 26

Lopende overeenkomsten

Deze richtlijn is niet van toepassing op krediet- en zekerheidsovereenkomsten die op de datum van inwerkingtreding van de nationale omzettingsmaatregelen reeds lopen .

Artikel 27

Omzetting

De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen en publiceren deze uiterlijk op (...) (15). Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Zij passen deze bepalingen vanaf (...) (15).

Wanneer de lidstaten deze bepalingen vaststellen, wordt daarin of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 28

Intrekking

Richtlijn 87/102/EEG wordt met ingang van (...) (15) ingetrokken.

Artikel 29

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 30

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PBC 331 E van 31.12.2002, blz. 200 .

(2)  PBC 234 van 30.9.2003, blz. 1 .

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(4)  COM(95) 117 def.

(5)  PB L 42 van 12.2.1987, blz. 48. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 17).

(6)  COM(97) 465 def.

(7)  COM(96) 79 def.

(8)  PB L 61 van 10.3.1990, blz. 14.

(9)  PB L 250 van 19.9.1984, blz. 17. Gewijzigd bij Richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 290 van 23.10.1997, blz. 18).

(10)  PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16 .

(11)  Richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 tot wijziging van Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 17).

(12)  Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (PB L 372 van 31.12.1985, blz. 31).

(13)  PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG.

(14)  PB L 280 van 29.10.1994, blz. 83.

(15)  Twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtilijn.

BIJLAGE I

DE BASISVERGELIJKING DIE DE GELIJKWAARDIGHEID VAN DE KREDIETOPNEMINGEN ENERZIJDS EN DE AFLOSSINGEN EN BETALINGEN ANDERZIJDS WEERGEEFT

De basisvergelijking ter definitie van het jaarlijks kostenpercentage (JKP) geeft de gelijkheid weer tussen de som van de geactualiseerde waarden van de kredietopnemingen enerzijds, en de som van de geactualiseerde waarden van de aflossingen en betalingen anderzijds:

Formula

Betekenis van de symbolen:

X = het JKP;

m = het volgnummer van de laatste kredietopneming;

k = het volgnummer van een kredietopneming, waarbij 1 ≤ k ≤ m;

Ck = het bedrag van kredietopneming nummer k;

tk = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke kredietopneming, waarbij t1 = 0;

m = het volgnummer van de laatste aflossing of betaling;

l = het volgnummer van een aflossing of betaling;

Dl = het bedrag van een aflossing of betaling;

sl = het tijdsinterval, uitgedrukt in jaren en fracties van jaren, tussen de datum van de eerste kredietopneming en de datum van elke aflossing of betaling.

Opmerkingen:

a)

De door beide partijen op diverse tijdstippen betaalde bedragen zijn niet noodzakelijk gelijk en worden niet noodzakelijk met gelijke tussenpozen betaald.

b)

De aanvangsdatum is die van de eerste kredietopneming.

c)

Het verschil tussen de data die bij de berekeningsmethoden worden gebruikt, wordt uitgedrukt in jaren of fracties van jaren. Een jaar wordt geacht 365 dagen (voor schrikkeljaren 366 dagen), 52 weken of twaalf gelijke maanden te tellen. Een gelijke maand wordt geacht 30,41666 dagen te tellen (d.w.z. 365/12), zowel voor gewone jaren als schrikkeljaren.

d)

De uitkomst van de berekening wordt tot op de eerste decimaal nauwkeurig weergegeven. Als de volgende decimaal groter is dan of gelijk is aan 5, wordt de eerste decimaal met 1 vermeerderd.

e)

De vergelijking kan met slechts één sommatie worden herschreven aan de hand van het begrip flux (Ak). De flux is positief of negatief, d.w.z. wordt gedurende de periodes 1 tot en met k respectievelijk betaald of ontvangen, en wordt uitgedrukt in jaren:

Formula

S is het saldo van de geactualiseerde flux en bedraagt nul indien de flux gelijkwaardig is.

f)

De lidstaten zorgen ervoor dat de gebruikte berekeningsmethoden hetzelfde resultaat opleveren als de voorbeelden in bijlage II .

BIJLAGE II

VOORBEELDEN VAN BEREKENINGEN VAN HET JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE

Voorafgaande opmerkingen

Tenzij anders aangegeven, wordt bij alle voorbeelden verondersteld dat het totale kredietbedrag in één keer wordt opgenomen en aan de consument ter beschikking wordt gesteld bij het sluiten van de kredietovereenkomst. Zoals reeds vermeld, wordt er namelijk uitgegaan van de hypothese dat indien de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst vrij kan kiezen hoeveel krediet hij opneemt, het totale kredietbedrag onmiddellijk volledig wordt opgenomen.

Sommige lidstaten hebben voor een effectief percentage en een overeenkomstige omrekeningsmethode gekozen om de debetrentevoet weer te geven. Op die manier wordt voorkomen dat de termijnen op ontelbare verschillende wijzen worden berekend en dat verschillende „pro rata temporis”-regels worden gebruikt die nog weinig met een lineair tijdsverloop te maken hebben. Andere lidstaten gebruiken een nominale periodieke rente en een proportionele omrekeningsmethode. Deze richtlijn betreft alleen de vermelding van de gebruikte rentevoet; de effectieve percentages worden afzonderlijk van een eventuele reglementering van de debetrentevoeten beschouwd. In de voorbeelden in deze bijlage wordt vermeld welke methode is gebruikt.

Voorbeeld 1

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 4 vaste jaarlijkse termijnen van 1 852,00 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,00000 %, d.w.z. een JKP van 9,0 %.

Voorbeeld 2

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 48 vaste maandelijkse termijnen van 149,31 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,380593 %, d.w.z. een JKP van 9,4 %.

Voorbeeld 3

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 48 vaste maandelijkse termijnen van 149,31 EUR. De dossierkosten bij de ondertekening bedragen 60,00 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,954966 %, d.w.z. een JKP van 10 %.

Voorbeeld 4

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 48 vaste maandelijkse termijnen van 149,31 EUR. De dossierkosten bij de ondertekening bedragen 60,00 EUR en worden over de termijnen verdeeld. De termijnen bedragen dus (149,31 EUR + (60/48 EUR)) = 150,56 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,856689 %, d.w.z. een JKP van 9,9 %.

Voorbeeld 5

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 48 vaste maandelijkse termijnen van 149 EUR. De administratiekosten bij de ondertekening bedragen 60,00 EUR en de verzekeringspremie 3 EUR per maand. De kosten van verzekeringspremies moeten in de totale kosten van het krediet worden verdisconteerd indien de verzekering bij het sluiten van de kredietovereenkomst wordt afgesloten. De termijnen bedragen dus 152,31 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 11,1070115 %, d.w.z. een JKP van 11,1 %.

Voorbeeld 6

Het totale kredietbedrag van een ballonkredietovereenkomst (aankoopprijs van een te financieren auto) is 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 47 vaste maandelijkse termijnen van 115,02 EUR en een laatste aflossing van 1 915,02 EUR, d.i. de restwaarde van 30 % van het kapitaal (ballonovereenkomst). De verzekeringspremie bedraagt 3 EUR per maand. De kosten van verzekeringspremies moeten in de totale kosten van het krediet worden verdisconteerd indien de verzekering bij het sluiten van de kredietovereenkomst wordt afgesloten. De termijnen bedragen dus 118,02 EUR en de laatste betaling 1 918,02 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,381567 %, d.w.z. een JKP van 9,4 %.

Voorbeeld 7

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR, de dossierkosten bij inschrijving 60,00 EUR. Er zijn twee trapsgewijze termijnen van respectievelijk 22 en 26 maanden. De tweede bedraagt 60 % van de eerste. De respectievelijke maandelijkse termijnen bedragen 186,36 EUR en 111,82 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 10,04089 %, d.w.z. een JKP van 10,0 %.

Voorbeeld 8

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR, de dossierkosten bij inschrijving 60,00 EUR. Er zijn twee trapsgewijze termijnen van respectievelijk 22 en 26 maanden. De eerste bedraagt 60 % van de tweede. De respectievelijke maandelijkse termijnen bedragen 112,15 EUR en 186,91 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,888383 %, d.w.z. een JKP van 9,9 %.

Voorbeeld 9

Het totale kredietbedrag (prijs van een goed) bedraagt 500,00 EUR. Het wordt afgelost in 3 vaste maandelijkse termijnen met een (nominale) debetrentevoet T van 18 %. De dossierkosten van 30,00 EUR worden over de termijnen verdeeld. De termijnen bedragen dus 71,69 EUR + 10,00 EUR kosten = 181,69 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 68,474596 %, d.w.z. een JKP van 68,5 %.

Dit voorbeeld is kenmerkend voor een praktijk die nog steeds in gebruik is bij sommige ondernemingen die in „leverancierskrediet” gespecialiseerd zijn.

Voorbeeld 10

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 1 000 EUR. De aflossingen bedragen hetzij 700,00 EUR na één jaar en 500,00 EUR na twee jaar, hetzij 500,00 EUR na één jaar en 700,00 EUR na twee jaar.

De vergelijking wordt:

Formula

De uitkomst is X = 13,898663 %, d.w.z. een JKP van 13,9 %.

Of:

Formula

De uitkomst is X = 12,321446 %, d.w.z. een JKP van 12,3 %.

Uit dit voorbeeld blijkt dat het jaarlijks kostenpercentage van de termijnen afhangt. De vermelding van de totale kosten van het krediet in de voorafgaande informatie of in de kredietovereenkomst biedt dan ook geen meerwaarde voor de consument. Naar gelang sneller of trager wordt afgelost, komen dezelfde totale kosten (200 EUR) namelijk overeen met twee verschillende JKP's.

Voorbeeld 11

Het totale kredietbedrag bedraagt 6 000 EUR. Het wordt afgelost in 4 vaste jaarlijkse termijnen van 1 852,01 EUR. De debetrentevoet bedraagt 9 %. Bij de ondertekening moet 60,00 EUR aan kosten worden betaald.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,459052 %, d.w.z. een JKP van 9,5 %.

In geval van vervroegde aflossing bedraagt het respectievelijk:

Na één jaar:

Formula

waarbij 6 540 = het verschuldigde bedrag, inclusief rente, vóór de betaling van de eerste termijn volgens de aflossingstabel.

De uitkomst is X = 10,101010 %, d.w.z. een JKP van 10,1 %.

Na twee jaar:

Formula

waarbij 5109,91 = het verschuldigde bedrag, inclusief rente, vóór de betaling van de tweede termijn volgens de aflossingstabel.

De uitkomst is X = 9,640069 %, d.w.z. een JKP van 9,6 %.

Na drie jaar:

Formula

waarbij 3551,11 = het verschuldigde bedrag, inclusief rente, vóór de betaling van de derde termijn volgens de aflossingstabel.

De uitkomst is X = 9,505315 %, d.w.z. een JKP van 9,5 %.

Hieruit blijkt dat het JKP gaandeweg afneemt, met name wanneer de kosten bij de ondertekening moeten worden betaald.

Voorbeeld 12

Het totale kredietbedrag bedraagt 6 000 EUR. Het wordt afgelost in 48 maandelijkse termijnen van 149,31 EUR (proportioneel berekend). De (nominale) debetrentevoet T bedraagt 9 %. Bij de ondertekening moet 60,00 EUR aan kosten worden betaald.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,9954957 %, d.w.z. een JKP van 10 %.

In geval van vervroegde aflossing bedraagt het respectievelijk:

Na één jaar:

Formula

waarbij 4 844,64 = het verschuldigde bedrag, inclusief rente, vóór de betaling van de twaalfde termijn volgens de aflossingstabel.

De uitkomst is X = 10,655907 %, d.w.z. een JKP van 10,7 %.

Na twee jaar:

Formula

waarbij 3 417,58 = het verschuldigde bedrag, inclusief rente, vóór de betaling van de vierentwintigste termijn volgens de aflossingstabel.

De uitkomst is X = 10,136089 %, d.w.z. een JKP van 10,1 %.

Na drie jaar:

Formula

waarbij 1 856,66 = het verschuldigde bedrag, inclusief rente, vóór de betaling van de zesendertigste termijn volgens de aflossingstabel.

De uitkomst is X = 9,991921 %, d.w.z. een JKP van 10 %.

Voorbeeld 13

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 4 vaste jaarlijkse termijnen van 1 852,00 EUR. Stel dat de (nominale) debetrentevoet variabel is en na de tweede termijn van 9,00 % stijgt tot 10,00 %. De nieuwe jaarlijkse termijn bedraagt dan 1 877,17 EUR. Zoals reeds vermeld, wordt voor de berekening van het JKP uitgegaan van de hypothese dat de debetrentevoet en de andere kosten vast zijn en tot de afloop van de kredietovereenkomst van toepassing blijven. In het eerste voorbeeld bedraagt het JKP 9 %.

In geval van wijziging moet een nieuw JKP worden meegedeeld, dat wordt berekend op grond van de hypothese dat de kredietovereenkomst voor de resterende overeengekomen tijdsduur geldt en dat de kredietgever en de consument hun verplichtingen nakomen binnen de overeengekomen termijnen en op de overeengekomen data.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,741569 %, d.w.z. een JKP van 9,7 %.

Voorbeeld 14

Het totale kredietbedrag (kapitaal) bedraagt 6 000,00 EUR. Het wordt afgelost in 48 vaste maandelijkse termijnen van 149,31 EUR. De dossierkosten bij de ondertekening bedragen 60,00 EUR en de verzekeringspremie 3 EUR per maand. Zoals reeds vermeld, moeten kosten van verzekeringspremies in de totale kosten van het krediet worden opgenomen indien de verzekering bij het sluiten van de kredietovereenkomst wordt afgesloten. De termijnen bedragen dus 152,31 EUR. Net zoals in voorbeeld 5 is uitkomst X = 11,1070115 %, d.w.z. een JKP van 11,1 %

Stel dat de (nominale) debetrentevoet variabel is en na de zeventiende termijn stijgt tot 10 %. In geval van wijziging moet een nieuw JKP worden meegedeeld, dat wordt berekend op grond van de hypothese dat de kredietovereenkomst voor de resterende overeengekomen tijdsduur geldt en dat de kredietgever en de consument hun verplichtingen nakomen binnen de overeengekomen termijnen en op de overeengekomen data.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 11,542740 %, d.w.z. een JKP van 11,5 %.

Voorbeeld 15

Voor een auto met een waarde van 15 000,00 EUR wordt een „leasing”-kredietovereenkomst gesloten. Deze wordt afgelost in 48 maandelijkse termijnen van 350 EUR. De eerste termijn moet bij het ter beschikking stellen van de auto worden betaald. Na 48 maanden kan de koopoptie worden uitgeoefend door het betalen van de restwaarde van 1 250 EUR.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 9,541856 %, d.w.z. een JKP van 9,5 %.

Voorbeeld 16

Voor een goed met een waarde van 2 500 EUR wordt een kredietovereenkomst van het type „financiering”, „leverancierskrediet” of „verkoop op afbetaling” gesloten. In de kredietovereenkomst wordt voorzien in een voorschot van 500 EUR en 24 maandelijkse termijnen van 100 EUR. De eerste termijn moet uiterlijk 20 dagen na het ter beschikking stellen van het goed worden betaald.

In dit soort gevallen maakt het voorschot nooit deel uit van de financiering.

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 20,395287 %, d.w.z. een JKP van 20,4 %.

Voorbeeld 17

Het totale kredietbedrag van een kredietovereenkomst van het type „kredietopening voor bepaalde tijd” van 6 maanden bedraagt 2 500 EUR. Overeenkomstig de kredietovereenkomst worden de totale kosten van het krediet elke maand betaald en wordt het totale kredietbedrag na afloop van de overeenkomst afgelost. De jaarlijkse (effectieve) debetrentevoet bedraagt 8 % en de kosten bedragen 0,25 % per maand. Zoals reeds vermeld, wordt uitgegaan van de hypothese dat het krediet onmiddellijk volledig wordt opgenomen.

De maandelijks te betalen debetrente wordt berekend aan de hand van een equivalente maandelijkse rentevoet:

a = 2500 . {[(1,08)1/12 - 1] + 0,25}

Of:

a = 2500 . (0,006434 + 0,0025) = 22,34

De vergelijking wordt:

Formula

Of:

Formula

De uitkomst is X = 11,263633 %, d.w.z. een JKP van 11,3 %.

Voorbeeld 18

Het totale kredietbedrag van een kredietovereenkomst van het type „kredietopening voor onbepaalde tijd” bedraagt 2 500 EUR. Overeenkomstig de overeenkomst moet halfjaarlijks ten minste 25 % van het debetsaldo aan kapitaal en debetrente worden betaald, met een minimum van 25 EUR. De (effectieve) jaarlijkse debetrentevoet bedraagt 12 %. Bij de ondertekening moet 50 EUR aan dossierkosten worden betaald.

De overeenkomstige maandelijkse rentevoet bedraagt:

i = (1 + 0,12)6/12 - 1 = 0,00583

z. 5,83 %.

De 19 halfjaarlijks te betalen bedragen (Dl) kunnen worden berekend aan de hand van een aflossingstabel waarbij D1 = 661,44; D2 = 525; D3 = 416,71; D4 = 330,75; D5 = 262,52; D6 = 208,37; D7 = 165,39; D8 = 208,37; D9 = 104,20; D10 = 82,70; D11 = 65,64; D12 = 52,1; D13 = 41,36; D14 = 32,82; D15 = 25; D16 = 25; D17 = 25; D18 = 25; D19 = 15,28.

De vergelijking wordt:

Formula

De uitkomst is X = 13,151744 %, d.w.z. een JKP van 13,2 %.

Voorbeeld 19

Het totale kredietbedrag van een kredietovereenkomst van het type „kredietopening voor onbepaalde tijd” bedraagt 700 EUR. Het krediet kan worden opgenomen met een kredietkaart. Overeenkomstig de overeenkomst moet maandelijks ten minste 5 % van het debetsaldo aan kapitaal en debetrente worden betaald, met een minimale maandelijkse termijn (a) van 25 EUR. De jaarlijkse kosten voor de kaart bedragen 20 EUR. De (effectieve) jaarlijkse debetrentevoet bedraagt 0 % voor de eerste termijn en 12 % voor de volgende termijnen.

De 31 maandelijks te betalen bedragen (D l) kunnen worden berekend aan de hand van een aflossingstabel waarbij D1 = 55,00; D2 = 33,57; D3 = 32,19; D4 = 30,87; D5 = 29,61; D6 = 28,39; D7 = 27,23; D8 = 26,11; D9 = 25,04; D10 t.e.m. D12 = 25,00; D13 = 45; D14 t.e.m. D24 = 25,00; D25 = 45; D26 t.e.m. D30 = 25,00; D31 = 2,25.

De vergelijking wordt:

Formula

De uitkomst is X = 18,470574 %, d.w.z. een JKP van 18,5 %.

Voorbeeld 20

Het totale bedrag van een kredietopening in de vorm van een voorschot in rekening-courant voor onbepaalde tijd bedraagt 2 500 EUR. In de kredietovereenkomst wordt niet bepaald hoe het kapitaal moet worden afgelost, maar de totale kosten van het krediet moeten maandelijks worden betaald. De (effectieve) jaarlijkse debetrentevoet bedraagt 8 %. De maandelijkse kosten bedragen 2,50 EUR.

Er wordt uitgegaan van de hypothese dat het krediet volledig wordt opgenomen en na een jaar wordt afgelost.

Eerst wordt de theoretische maandelijkse termijn aan rente en kosten (a) berekend:

a = {2500 . [(1,08)1/12 - 1] + 2,50

vervolgens:

Formula

of:

Formula

De uitkomst is X = 9,295804 %, d.w.z. een JKP van 9,3 %.

P5_TA(2004)0298

Oneerlijke handelspraktijken *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke „business-to-consumer”-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) (COM(2003) 356 — C5-0288/2003 — 2003/0134(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 356) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0288/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0188/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0134

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende oneerlijke „business-to-consumer”-handelspraktijken op de interne markt en tot wijziging van de Richtlijnen 84/450/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (Richtlijn oneerlijke handelspraktijken)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 95 en 153 ,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De interne markt omvat volgens artikel 14, lid 2, van het Verdrag een ruimte zonder binnengrenzen, waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging zijn gewaarborgd. De ontwikkeling van eerlijke handelspraktijken is van wezenlijk belang om de ontwikkeling van grensoverschrijdende activiteiten te bevorderen.

(2)

De wetten van de lidstaten betreffende oneerlijke handelspraktijken vertonen duidelijke verschillen, die aanzienlijke concurrentieverstoring en belemmeringen voor de goede werking van de interne markt kunnen veroorzaken. Wat reclame betreft, worden bij Richtlijn 84/450/EEG, van 10 september 1984 van de Raad betreffende misleidende en vergelijkende reclame (4) minimumcriteria ter harmonisering van misleidende reclame vastgesteld, wat de lidstaten echter niet belet om voorschriften te handhaven of aan te nemen die consumenten een verdergaande bescherming bieden. Daardoor lopen de bepalingen van de lidstaten inzake misleidende reclame sterk uiteen.

(3)

Deze verschillen veroorzaken onduidelijkheid over welke nationale regels van toepassing zijn op oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden, en werpen veel barrières op voor bedrijven en consumenten. Deze barrières maken het voor bedrijven duurder om de vrijheden van de interne markt uit te oefenen, met name wanneer zij over de grenzen heen willen verkopen, reclamecampagnes willen voeren of aan verkoopbevordering willen doen. Daarnaast maken deze verschillen consumenten onzeker over hun rechten en ondermijnen ze hun vertrouwen in de interne markt.

(4)

Bij gebrek aan uniforme regels op communautair niveau kunnen belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen en grensoverschrijdende diensten of de vrijheid van vestiging volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gerechtvaardigd zijn indien zij tot doel hebben, erkende doelstellingen van algemeen belang te beschermen en indien zij met deze doelstellingen evenredig zijn. In het licht van de communautaire doelstellingen zoals vermeld in de bepalingen van het Verdrag inzake het vrije verkeer en het afgeleide communautaire recht, en in overeenstemming met het beleid van de Commissie inzake commerciële communicatie (5) moeten deze belemmeringen worden opgeheven. Dat kan alleen door op communautair niveau uniforme regels vast te stellen en bepaalde rechtsbegrippen te verduidelijken, voor zover dit voor de goede werking van de interne markt en de rechtszekerheid nodig is.

(5)

Daarom worden de wetten van de lidstaten betreffende oneerlijke handelspraktijken, waaronder oneerlijke reclame, die de economische belangen van de consumenten schaden, bij deze richtlijn onderling aangepast. Deze richtlijn is niet van toepassing of van invloed op nationale wetten betreffende oneerlijke handelspraktijken die alleen de economische belangen van concurrenten schaden of betrekking hebben op transacties tussen handelaars, hoewel activiteiten die volgens deze richtlijn niet zijn toegestaan ook op grond van de concurrentie-voorschriften als oneerlijk kunnen worden beschouwd. Zij is niet van invloed op de bepalingen van Richtlijn 84/450/EEG betreffende reclame die misleidend is voor bedrijven maar niet voor consumenten en betreffende vergelijkende reclame. Deze richtlijn is evenmin van invloed op algemeen aanvaarde reclame- en marketingpraktijken zoals „product placement”, merkdifferentiatie en het aanbieden van premies, die het beeld dat de consument van het product heeft en zijn gedrag op wettige wijze kunnen beïnvloeden zonder daarom het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, te beperken. Deze richtlijn betreft handelspraktijken die rechtstreeks verband houden met het beïnvloeden van beslissingen van de consument over transacties met betrekking tot producten. Deze richtlijn is niet van toepassing op handelspraktijken die hoofdzakelijk voor andere doeleinden bedoeld zijn, bijvoorbeeld commerciële communicatie gericht op investeerders, zoals jaarverslagen en promotiemateriaal over bedrijven.

(6)

Deze richtlijn vormt geen beletsel voor het instellen van individuele vorderingen door degenen die schade hebben geleden door een oneerlijke handelspraktijk. Deze richtlijn doet evenmin afbreuk aan de communautaire en nationale regels inzake verbintenissenrecht, intellectuele eigendomsrechten en gezondheids- en veiligheidsaspecten van producten en de communautaire regels inzake concurrentie en de desbetreffende nationale omzettingsbepalingen.

(7)

Deze richtlijn moet coherent zijn met de bestaande communautaire wetgeving, met name indien gedetailleerde bepalingen betreffende oneerlijke handelspraktijken op specifieke sectoren van toepassing zijn. Deze richtlijn wijzigt bijgevolg Richtlijn 84/450/EEG, Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende misleidende en vergelijkende reclame (6) en Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (7).Deze richtlijn is bijgevolg slechts van toepassing voor zover er geen specifieke communautaire wetsbepalingen bestaan betreffende specifieke aspecten van oneerlijke handelspraktijken, zoals informatievereisten en regels voor de wijze waarop informatie aan de consument wordt gepresenteerd. Deze richtlijn beschermt de consument in gevallen waarvoor op EU-niveau geen specifieke, sectorale wetgeving bestaat en verbiedt handelaars een verkeerde indruk te geven van de aard van producten. Dit is met name van belang voor complexe producten die veel risico's inhouden voor de consumenten, zoals bepaalde financiële diensten. De richtlijn vormt bijgevolg een aanvulling op het „acquis communautaire” dat van toepassing is op handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden, en met name de Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de verkoopbevordering in de interne markt (8). De verordening heft een aantal verbodsbepalingen of beperkingen op met betrekking tot het gebruik van verkoopsbevordering en verwijzingen daarnaar in commerciële communicatie. De algemene bepalingen betreffende misleidende reclame en andere oneerlijke handelspraktijken die van toepassing zijn op het gebruik en de mededeling van verkoopsbevordering vallen onder deze richtlijn.

(8)

Het hoge niveau van convergentie dat door de onderlinge afstemming van de nationale bepalingen door deze richtlijn wordt bereikt, zorgt voor een hoog gemeenschappelijk niveau van consumentenbescherming. Bij de richtlijn wordt een verbod ingesteld op oneerlijke handelspraktijken die het economische gedrag van consumenten verstoren. De richtlijn omvat ook regels inzake agressieve commerciële praktijken, die momenteel niet op EU-niveau gereglementeerd zijn. De bereikte harmonisatie en het hoge gemeenschappelijke niveau van consumentenbescherming die de richtlijn beoogt tot stand te brengen, zullen na verloop van tijd de voorwaarden scheppen om het beginsel van wederzijdse erkenning te kunnen toepassen op het gebied dat door de richtlijn wordt gecoördineerd.

(9)

Door de harmonisatie en het beginsel van wederzijdse erkenning zullen zowel consumenten als bedrijven aanzienlijk meer rechtszekerheid krijgen. Zowel consumenten als bedrijven zullen zich kunnen verlaten op één regelgevend kader op basis van duidelijk omschreven rechtsbegrippen, dat alle aspecten van oneerlijke handelspraktijken in de hele EU regelt. Bedrijven zullen alleen hoeven te voldoen aan de nationale regels tot omzetting van de richtlijn in het land waar ze gevestigd zijn. Daardoor zullen de belemmeringen die het gevolg zijn van de fragmentarische regels inzake oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden, worden weggewerkt en zal de interne markt op dit gebied kunnen worden voltooid. De vestigingsplaats van de handelaar zal worden vastgesteld overeenkomstig eventuele specifieke bepalingen van de communautaire wetgeving en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap.

(10)

Om de doelstellingen van de Gemeenschap te kunnen verwezenlijken door belemmeringen voor de interne markt weg te werken, moeten de bestaande, uiteenlopende algemene bepalingen en rechtsbeginselen van de lidstaten worden geharmoniseerd . Bij deze richtlijn wordt daarom een verbod ingesteld op oneerlijke handelspraktijken die het economische gedrag van consumenten verstoren. Om de doelstelling van consumentenbescherming te bereiken en het consumentenvertrouwen te steunen, is het verbod gelijkelijk van toepassing op oneerlijke handelspraktijken die plaatsvinden buiten een eventuele contractuele relatie tussen handelaar en consument of na de sluiting van een overeenkomst en gedurende de tenuitvoerlegging ervan. Dit verbod wordt verder uitgewerkt in regels betreffende de twee soorten handelspraktijken die veruit het meeste voorkomen, namelijk misleidende handelspraktijken en agressieve handelspraktijken.

(11)

Het is wenselijk dat onder misleidende handelspraktijken praktijken (waaronder misleidende reclame) worden verstaan waarbij de consument wordt bedrogen en daardoor wordt belet een geïnformeerde en dus efficiënte keuze te maken. Deze richtlijn beoogt niet de keuze van de consument te beperken door de verkoopbevordering van goedkopere „look-alike”-producten niet toe te staan of te beperken, tenzij de consument beschermd moet worden tegen impliciete of expliciete pogingen om hem te misleiden via „passing-off”. Overeenkomstig de wetten en de praktijk van de lidstaten met betrekking tot misleidende reclame worden misleidende praktijken in de richtlijn onderverdeeld in misleidende handelingen en misleidende omissies. Met betrekking tot omissies wordt in de richtlijn een beperkte hoeveelheid essentiële informatie vermeld die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen over een transactie. Deze informatie hoeft niet in alle reclame te worden vermeld, maar wel wanneer de handelaar tot een aankoop uitnodigt, een begrip dat in de richtlijn duidelijk wordt gedefinieerd.

(12)

De in bijlage 1 vermelde handelspraktijken moeten onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd. De lidstaten moeten bijlage I in haar geheel omzetten in nationale wetgeving, zonder wijzigingen, schrappingen of toevoegingen. De Commissie moet regelmatig aan het Europees Parlement en de Raad van Ministers verslag uitbrengen over de toepassing van de richtlijn, met inbegrip van bijlage I, en waar nodig een herziening van de richtlijn voorstellen conform de procedures van artikel 251 van het Verdrag.

(13)

De bepalingen betreffende agressieve handelspraktijken moeten van toepassing zijn op praktijken die de keuzevrijheid van de consument aanzienlijk beperken. Het gaat om intimidatie, dwang en ongepaste beïnvloeding.

(14)

In deze richtlijn wordt het door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ontwikkelde criterium van de „gemiddelde consument” gecodificeerd. Overeenkomstig de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen moeten de nationale rechtbanken bij de toepassing van dit criterium rekening houden met economische, sociale, culturele en taalkundige factoren. Indien een handelspraktijk op een bepaalde groep consumenten gericht is, is het wenselijk dat het effect van de commerciële praktijk wordt beoordeeld in verhouding tot het gemiddelde lid van de groep.

(15)

Aangezien de meest kwetsbare consumenten ook de meest waarschijnlijke slachtoffers zijn van oneerlijke handelspraktijken als bedoeld in deze richtlijn, dienen hun belangen als consument te worden beschermd waarbij, al naar gelang de desbetreffende omstandigheden, naar behoren rekening wordt gehouden met de leeftijd, lichamelijke gebrekkigheid, geestelijke toestand en vaardigheid tot lezen en schrijven. Voorkomen moet daarom worden dat er ten onrechte geprofiteerd wordt van de kwetsbare kenmerken van een bijzondere groep consumenten. Bovendien moet er bij rechtstreekse contacten met individuele consumenten, zoals verkoop aan de deur of zeer indringende benadering van de consument, rekening worden gehouden met persoonlijke omstandigheden die aanleiding geven tot kwetsbaarheid, zoals lichamelijke of geestelijke handicaps, en wel zowel voorafgaande aan, tijdens en na de sluiting van een contract.

(16)

Het is wenselijk een rol weg te leggen voor gedragscodes, aan de hand waarvan handelaars volgens de beginselen van deze richtlijn voor henzelf bindende regels kunnen vaststellen. Bij de vaststelling en het gebruik van dergelijke codes en van de erin vervatte duidelijke verplichtingen moet worden voldaan aan de in de concurrentiewetgeving vastgestelde eisen. Om een hoog niveau van consumentenbescherming te bereiken moeten consumentenorganisaties geïnformeerd worden over en betrokken worden bij de opstelling van gedragscodes

(17)

Personen of organisaties die krachtens de nationale wetgeving een rechtmatig belang bij een zaak hebben, moeten over rechtsmiddelen beschikken om tegen oneerlijke handelspraktijken stappen te ondernemen, hetzij voor een rechtbank, hetzij bij een administratieve instantie die bevoegd is om zelf een uitspraak te doen over een klacht of om de nodige gerechtelijke procedures in te leiden.

(18)

De lidstaten moeten sancties vaststellen voor inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn en moeten erop toezien dat deze worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn.

(19)

Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de barrières wegwerken die de nationale wetten inzake oneerlijke handelspraktijken voor de werking van de interne markt opwerpen, en een hoog niveau van consumentenbescherming bieden door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake oneerlijke handelspraktijken onderling aan te passen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve beter op communautair niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel zoals vermeld in artikel 5 van het Verdrag, maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, zoals vermeld in bovengenoemd artikel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om de belemmeringen voor de interne markt weg te werken en een hoog niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen.

(20)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Doel van de richtlijn

Doel van deze richtlijn is bij te dragen aan de goede werking van de interne markt en een hoog niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden, zoals hieronder gedefinieerd, onderling aan te passen.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

consument: een natuurlijke persoon die bij onder deze richtlijn vallende handelspraktijken handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;

b)

gewone consument: een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende consument, daarbij rekening houdend met de sociale en culturele omstandigheden en de taalkennis ;

c)

bijzondere groep consumenten: een groep consumenten die duidelijke kenmerken hebben van nieteconomische aard, zoals:

i)

consumenten wier beoordelings- en/of reactievermogen door uiteenlopende factoren, zoals leeftijd, een handicap, fysieke of mentale omstandigheden (ook van tijdelijke aard) of alfabetiseringsgraad zodanig is beïnvloed dat zij kwetsbaar zijn;

ii)

consumenten die beschikken over specifieke kennis in de sector waarop de handelaar zich richt, waardoor zij in staat zijn een specialistische commerciële boodschap te begrijpen;

d)

verkoper of leverancier (hierna „handelaar”):

een natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij onder deze richtlijn vallende handelspraktijken handelt voor doeleinden die betrekking hebben op zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit , of met het oog op de verwezenlijking van zijn statutair doel; een handeling die de handelaar bewust door eigen optreden bevordert of mogelijk maakt, wordt hem aangerekend;

de overheidsinstellingen of de rechtspersonen waarin de overheid een overwegend aandeel heeft, die een commerciële, financiële of industriële activiteit uitoefenen en die producten of diensten aanbieden of verkopen;

de personen die, hetzij in eigen naam, hetzij in naam of voor rekening van een al dan niet rechtspersoonlijkheid bezittende derde, met of zonder winstoogmerk, een commerciële, financiële of industriële activiteit uitoefenen en die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen ;

e)

product: een goed of dienst, met inbegrip van onroerend goed;

f)

handelspraktijken: iedere handeling, omissie, gedrag, voorstelling of commerciële communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een handelaar die rechtstreeks verband houdt met de verkoopsbevordering, verkoop of levering door die handelaar van een product aan consumenten;

g)

het economische gedrag van consumenten op oneerlijke wijze wezenlijk beïnvloeden: een handelspraktijk gebruiken om het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk te beperken, waardoor de consument tot een transactie besluit waartoe hij anders niet had besloten;

h)

gedragscode: vrijwillig gesloten overeenkomst waarin wordt vastgesteld hoe handelaars die zich tot de code verbinden of daardoor gebonden zijn , zich moeten gedragen met betrekking tot een of meer bepaalde handelspraktijken of bedrijfssectoren. Consumentenorganisaties kunnen deelnemen aan de opstelling van de code;

i)

eigenaar van de code: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het opstellen en herzien van een gedragscode en eventueel voor het toezicht op de naleving van de code door diegenen die zich ertoe hebben verbonden;

j)

professionele toewijding: de vakkundigheids- en zorgvuldigheidsnorm waaraan een handelaar redelijkerwijs mag worden geacht jegens consumenten te voldoen ten aanzien van de specifieke marktpraktijkeisen die in zijn sector van toepassing zijn in de lidstaat waar hij is gevestigd , en de vereisten van goede trouw overeenkomstig de bepalingen vervat in Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (9);

k)

uitnodiging tot aankoop: een commerciële boodschap waarin de voornaamste kenmerken van het product en de prijs op een aan het gebruikte medium aangepaste wijze worden aangegeven en op basis waarvan de consument in de gelegenheid wordt gesteld het product van de handelaar of diens tussenpersoon te kopen ;

l)

ongepaste beïnvloeding: het uitbuiten van een machtspositie om, zelfs zonder gebruik van of dreiging met gebruik van fysieke kracht, pressie uit te oefenen op een wijze die het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, aanzienlijk beperkt;

m)

vaste verbintenis: in een gedragscode opgenomen verbintenis waarmee de ondertekenaar uitdrukkelijk de verplichting aangaat om een specifieke handeling te verrichten of een specifieke gedragslijn aan te houden ten aanzien van de consument met betrekking tot de handelspraktijken waarop deze richtlijn betrekking heeft. Hiervan uitgesloten zijn verbintenissen die in de code zelf uitdrukkelijk van de classificatie van vaste verbintenis zijn uitgesloten of die hierin uitsluitend als doelstelling of intentie worden vermeld.

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Deze richtlijn is van toepassing op oneerlijke „business-to-consumer”- handelspraktijken, zoals gedefinieerd in artikel 5. Dit geldt voor besluiten van consumenten over transacties ook als dergelijke besluiten niet resulteren in een overeenkomst tussen de consument en een handelaar. Bij het aangaan van een eventuele overeenkomst geldt deze richtlijn gelijkelijk voor besluiten over transacties voor en na het aangaan van de overeenkomst.

2.   Deze richtlijn laat de regels betreffende de geldigheid, de opstelling en de rechtsgevolgen van contracten onverlet.

3.   Deze richtlijn vormt geen beletsel voor het vaststellen en kwantificeren van de soorten schade die door een oneerlijke handelspraktijk kunnen worden veroorzaakt.

4.   Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de communautaire of nationale voorschriften inzake gezondheids- en veiligheidsaspecten van producten.

5.   In geval van strijdigheid tussen de bepalingen van deze richtlijn en andere communautaire voorschriften betreffende specifieke aspecten van oneerlijke handelspraktijken, prevaleren deze laatste en zijn deze van toepassing op de specifieke aspecten van de oneerlijke handelspraktijken.

6.   Deze richtlijn laat de regels voor de bepaling van de bevoegdheid van rechtbanken alsmede de regels ter bepaling van het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verplichtingen onverlet.

7.     Deze richtlijn laat, met uitzondering van artikel 4, de eisen onverlet welke zijn verbonden aan vergunningenstelsels, gedragscodes of andere specifieke regels inzake het gedrag van handelaars die dergelijke producten leveren of promoten en die zodanige kenmerken vertonen dat daarvoor gedetailleerde voorschriften nodig zijn ter bescherming van de belangen van de consumenten, althans voorzover de bovengenoemde eisen op zijn minst een even hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen als hetgeen door deze richtlijn wordt geboden.

Artikel 4

Interne markt

1.   Op het gebied dat door deze richtlijn wordt aangepast, hoeven handelaars alleen te voldoen aan de nationale bepalingen van de lidstaat waar zij gevestigd zijn. De lidstaat waar de handelaar gevestigd is, ziet toe op de naleving.

2.   De lidstaten mogen geen beperkingen opleggen aan het vrij verrichten van diensten of het vrije verkeer van goederen om redenen op het gebied dat door deze richtlijn wordt aangepast.

3.     Deze richtlijn laat het recht van de lidstaten onverlet om maatregelen te treffen in sectoren die niet door deze richtlijn worden geharmoniseerd, zoals de volksgezondheid, de bescherming van het lichamelijke, geestelijke en morele welzijn van minderjarigen, en de openbare veiligheid.

4.     Bij wijze van ontheffing kunnen de lidstaten binnen een periode van vijf jaar na de ontvangst van de richtlijn nationale normen toepassen in de door deze richtlijn geharmoniseerde sector, die strenger of prescriptiever zijn dan die van de richtlijn zelve, welke zijn goedgekeurd op grond van de in de bestaande richtlijnen vervatte clausules voor minimale harmonisering in de door deze richtlijnen geharmoniseerde sectoren. Deze normen moeten worden aangevuld om een toereikende bescherming van de consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken te waarborgen en zij moeten in verhouding staan tot het nagestreefde doel

5.     De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de in lid 4 bedoelde nationale normen.

HOOFDSTUK 2

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN

Artikel 5

Verbod op oneerlijke handelspraktijken

1.   Oneerlijke handelspraktijken zijn verboden.

2.   Een handelspraktijk wordt als oneerlijk beschouwd indien deze:

in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en goede trouw , en

een wezenlijke verstoring meebrengt of kan meebrengen van het economische gedrag met betrekking tot het product van de gemiddelde consument die door de handelspraktijk wordt bereikt of op wie deze gericht is, dan wel van een gemiddeld lid van een groep, wanneer een handelspraktijk op een bijzondere groep is gericht. Er moet echter rekening worden gehouden met de situatie van bijzondere kwetsbaarheid waarin sommige consumenten zich bevinden.

3.   Handelspraktijken worden met name al oneerlijk beschouwd indien zij, in de zin van lid 2 :

a)

misleidend zijn, of

b)

agressief zijn

zoals verder in deze richtlijn wordt gedefinieerd.

4.   Bijlage I bevat een exhaustieve lijst van handelspraktijken die onder alle omstandigheden als oneerlijk worden beschouwd. Deze lijst kan alleen via de procedure van artikel 251 van het Verdrag worden gewijzigd.

DEEL 1

MISLEIDENDE HANDELSPRAKTIJKEN

Artikel 6

Misleidende praktijken

1.   Een handelspraktijk wordt als misleidend beschouwd indien deze de consument er op om het even welke wijze, inclusief door de algemene presentatie, (waarschijnlijk) toe brengt, of kan toebrengen, een besluit over een transactie te nemen dat zijn economisch gedrag beïnvloedt , doordat hij bedrogen wordt of kan worden met betrekking tot:

a)

de voornaamste kenmerken van het product, zoals beschikbaarheid, voordelen, risico's, uitvoering, samenstelling, accessoires, klantenservice en klachtenbehandeling, procédé en datum van fabricage of levering, bezorging, doelmatigheid, gebruik, hoeveelheid, specificatie, geografische of commerciële oorsprong, van het gebruik te verwachten resultaten, of resultaten en wezenlijke kenmerken van tests of controles van het product;

b)

iedere verklaring of een symbool in verband met directe of indirecte sponsoring of erkenning van de handelaar of het product;

c)

de prijs of de wijze waarop de prijs wordt berekend, of het bestaan van een specifiek prijsvoordeel;

d)

de noodzaak van een dienst, onderdeel, vervanging of herstelling , tenzij over die noodzaak is geoordeeld met professionele toewijding als omschreven in artikel 2, onder j) ;

e)

de hoedanigheid, kenmerken en rechten van de handelaar of zijn tussenpersoon, zoals zijn identiteit en zijn vermogen, zijn kwalificaties, status, erkenning, affiliatie of connecties, zijn industriële, commerciële of intellectuele eigendomsrechten of zijn prijzen bekroningen en onderscheidingen;

f)

beweringen over het product die niet kunnen worden gestaafd ;

g)

de rechten van de consument of de risico's die hij eventueel loopt.

2.   Een handelspraktijk wordt eveneens als oneerlijk beschouwd indien deze, in de feitelijke context, rekening houdend met alle kenmerken en omstandigheden, de consument er (waarschijnlijk) toe brengt een besluit over een transactie te nemen dat zijn economisch gedrag beïnvloedt en dat hij anders niet had genomen, en indien:

a)

verwarring wordt geschapen met producten, handelsmerken, handelsnamen en andere onderscheidende kenmerken van een concurrent;

b)

de handelaar de verbintenissen die zijn vastgesteld in gedragscodes waartoe hij zich heeft verbonden, niet naleeft, voor zover:

de verbintenis vast en controleerbaar is; en

de lijst van de handelaars op wie de gedragcode van toepassing is en de inhoud van de gedragscode voor iedereen beschikbaar zijn; of

de handelaar zelf bekend maakt dat hij de gedragscode onderschreven heeft;

c)

een verbintenis tegenover een publieke autoriteit om een oneerlijke praktijk zoals bedoeld in deze richtlijn te staken, niet wordt nageleefd.

Artikel 7

Misleidende omissies

1.   Een handelspraktijk wordt als misleidend beschouwd indien, in de feitelijke context, rekening houdend met alle kenmerken en omstandigheden en eventueel, met de aard van het gebruikte communicatiemiddel , essentiële informatie wordt achtergehouden of in geval van fysieke beperkingen qua ruimte of doorgiftetijd, niet tijdig op verzoek essentiële informatie beschikbaar wordt gesteld die de gemiddelde consument, gezien de context, nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, of indien niet de mogelijkheid om deze informatie te verkrijgen of aan te vullen niet gegeven wordt, en de gemiddelde consument er daardoor toe wordt gebracht een besluit over een transactie te nemen dat economische gevolgen heeft en dat hij anders niet had genomen.

2.   Een misleidende omissie kan er ook in bestaan dat een handelaar deze essentiële informatie verborgen houdt of op onvolledige, onduidelijke, onbegrijpelijke, dubbelzinnige of ontijdige wijze verstrekt, of niet verstrekt wanneer de consument daarom heeft verzocht , of dat hij het commerciële oogmerk van de handelspraktijk niet laat blijken indien dit niet reeds duidelijk uit de context blijkt .

3.   In geval van handelspraktijken vóór een commerciële transactie kan er alleen van een misleidende omissie sprake zijn indien een handelaar tot een aankoop uitnodigt. In het geval van een uitnodiging tot aankoop kan, al naar gelang van het communicatiemiddel waarlangs de uitnodiging wordt verspreid, de volgende informatie in haar geheel of ten dele als belangrijk worden beschouwd, voor zover deze niet reeds uit de context blijkt

a)

de voornaamste kenmerken van het product;

b)

op alle schriftelijke stukken, de handelsnaam van de handelaar en, in voorkomend geval, de handelsnaam van de handelaar namens wie hij optreedt;

c)

de prijs, inclusief belastingen, en, in voorkomend geval, alle extra vracht-, bezorgings- of portokosten of, indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, het feit dat eventueel extra kosten moeten worden betaald;

d)

de wijze van betaling, bezorging, uitvoering en het beleid inzake klachtenbehandeling, indien deze afwijken van de vereisten van professionele toewijding;

e)

voor producten en transacties met recht op herroeping of annulering, ruil en/of terugbetaling, het bestaan van dit recht;

f)

de precieze inhoud en oorsprong in geval van levensmiddelen;

g)

volledige bijzonderheden van de productgarantie en voorwaarden van de service na verkoop;

h)

lidmaatschap van een gedragscode, voorzover van toepassing.

4.     Alle informatie genoemd in lid 3 wordt op een duidelijke en zichtbare manier getoond.

5.   Overeenkomstig de communautaire wetgeving vereiste informatie omtrent het door de bewuste handelaar aangeboden scala van producten met betrekking tot reclame, commerciële communicatie of marketing wordt als essentieel beschouwd.

6.   Bijlage 2 bevat een enuntiatieve opsomming van communautaire wettelijke bepalingen betreffende de informatievereisten met betrekking tot commerciële communicatie, reclame en marketing.

7.    Om naar behoren te voldoen aan de in dit artikel bedoelde informatieverplichtingen worden handelaren geacht geen essentiële gegevens te hebben achtergehouden die de gemiddelde consument nodig heeft om over een transactie een geïnformeerd besluit te kunnen nemen.

DEEL 2

AGRESSIEVE HANDELSPRAKTIJKEN

Artikel 8

Agressieve handelspraktijken

Een handelspraktijk wordt als agressief beschouwd indien deze, in de feitelijke context, rekening houdend met alle kenmerken en omstandigheden, door intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding, de vrijheid van keuze of van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan beperken, waardoor hij er toe gebracht wordt of kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen.

Artikel 9

Gebruik van intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding

Om te bepalen of bij een handelspraktijk intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding wordt gebruikt, wordt rekening gehouden met:

a)

het tijdstip, de aard en de persistentie van de handelspraktijk;

b)

het gebruik van dreigende of beledigende taal of gedragingen;

c)

het gebruik door de handelaar van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat er sprake is van een bijzondere kwetsbaarheid in de zin dat zij het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken, en die de handelaar bekend zijn, om het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden , tenzij de consument uitdrukkelijk het product wenst aan te schaffen in verband met de tegenslagen of omstandigheden ;

d)

door de handelaar vastgestelde, onereuze of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen voor rechten die de consument uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere handelaar te kiezen;

e)

het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen , tenzij de handelaar zijn goede trouw aantoont .

HOOFDSTUK 3

GEDRAGSCODES

Artikel 10

Gedragscodes

1.     Gedragscodes bevatten adequate en efficiënte mechanismen om toezicht te houden op de naleving van de gedragscode. Consumentenorganisaties kunnen deelnemen aan de opstelling van de code.

2.    Deze richtlijn sluit toezicht op de naleving van gedragscodes door gebruikers van codes ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken en het inschakelen van deze instanties door de in artikel 11 genoemde personen of organisaties niet uit, indien de mogelijkheid van behandeling door dergelijke instanties bestaat naast de gerechtelijke of de administratieve procedure bedoeld in dat artikel.

3.     De in lid 1 vermelde proceduremogelijkheden kunnen de vorm aannemen van een arbitrageregeling waarbij bij wijze van sanctie of schadeloosstelling een dwangsom wordt opgelegd.

HOOFDSTUK 4

SLOTBEPALINGEN

Artikel 11

Handhaving

1.   De lidstaten zetten passende en doeltreffende middelen in ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken om te zorgen voor de naleving van deze richtlijn in het belang van de consumenten.

Daartoe behoren wettelijke bepalingen op grond waarvan personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een rechtmatig belang hebben bij het bestrijden van oneerlijke handelspraktijken:

in rechte kunnen optreden tegen dergelijke oneerlijke handelspraktijken; en/of

deze oneerlijke handelspraktijken kunnen voorleggen aan een administratieve instantie die bevoegd is om hetzij zelf een uitspraak te doen over een klacht, hetzij een gerechtelijke procedure in te leiden.

Elke lidstaat beslist welke van deze procedures wordt gevolgd en of de rechterlijke of administratieve instantie mag eisen dat afdoening van de klacht eerst langs andere wegen, waaronder die vermeld in artikel 10, wordt beproefd.

Met inachtneming van de nationale wetgeving mogen deze rechtsmiddelen afzonderlijk of gezamenlijk tegen een aantal handelaars uit dezelfde economische sector worden gebruikt.

2.   In het kader van de in lid 1 bedoelde wettelijke bepalingen verlenen de lidstaten aan rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden om, ingeval zij deze maatregelen, rekening houdend met alle belangen die op het spel staan en met name het algemeen belang, nodig achten:

te bevelen dat de oneerlijke handelspraktijken worden gestaakt dan wel een gerechtelijke procedure in te leiden ter verkrijging van zo'n bevel, of

indien de oneerlijke handelspraktijk nog niet is uitgevoerd, maar op het punt staat te worden uitgevoerd, de praktijk te verbieden of een gerechtelijke procedure in te leiden om de praktijk te laten verbieden,

ook zonder bewijs van daadwerkelijk geleden verlies of schade dan wel van opzet of onachtzaamheid van de handelaar.

De lidstaten bepalen voorts dat de in de eerste alinea bedoelde maatregelen in het kader van een versnelde procedure kunnen worden getroffen

hetzij bij wege van voorlopige voorziening,

hetzij bij wege van definitieve voorziening,

met dien verstande dat elke lidstaat bepaalt welke van deze twee mogelijkheden wordt gekozen.

Voorts kunnen de lidstaten aan rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden verlenen om, ter ondervanging van het voortdurende effect van oneerlijke handelspraktijken waarvan de stopzetting bij een definitieve beslissing is bevolen,

de volledige of gedeeltelijke bekendmaking van die beslissing te bevelen in een vorm die zij passend achten;

bovendien de publicatie van een rechtzetting te bevelen.

3.   De in lid 1 bedoelde administratieve instanties moeten:

a)

samengesteld zijn op een wijze die geen twijfel omtrent hun onpartijdigheid kan doen ontstaan;

b)

over voldoende bevoegdheden beschikken om doeltreffende controle te kunnen uitoefenen en om hun beslissingen te doen naleven wanneer zij een uitspraak over klachten doen;

c)

hun beslissingen met redenen omkleden .

Wanneer de in lid 2 bedoelde bevoegdheden uitsluitend door een administratieve instantie worden uitgeoefend, moeten de beslissingen altijd met redenen omkleed zijn. In dat geval moet voorts worden voorzien in procedures die de mogelijkheid bieden van beroep bij de rechter tegen onjuist of onredelijk uitoefenen van de bevoegdheden van de administratieve instantie en tegen onjuist of onredelijk verzuim om deze bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 12

Rechterlijke en administratieve instanties

De lidstaten verlenen de rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden om, tijdens een in artikel 11 bedoelde burgerlijke of administratieve procedure,

a)

te eisen dat de handelaar bewijzen aandraagt voor de materiële juistheid van de feitelijke gegevens in een handelspraktijk indien, met inachtneming van de rechtmatige belangen van de handelaar en van elke andere partij bij de procedure, die eis passend lijkt, gelet op de omstandigheden van het betrokken geval; en

b)

feitelijke gegevens als onjuist te beschouwen, indien de overeenkomstig het bepaalde onder a) geëiste bewijzen niet worden aangedragen dan wel door de rechterlijke of administratieve instanties onvoldoende worden geacht.

Artikel 13

Sancties

De lidstaten stellen de sancties vast die van toepassing zijn op schendingen van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en treffen alle maatregelen die nodig zijn voor de toepassing van deze sancties. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn.

Artikel 14

Wijzigingen in Richtlijn 84/450/EEG

Richtlijn 84/450/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 komt te luiden als volgt:

„Artikel 1

Deze richtlijn beoogt handelaars te beschermen tegen misleidende reclame en de onbillijke gevolgen daarvan, en de voorwaarden vast te stellen waaronder vergelijkende reclame is geoorloofd.”

2)

In artikel 2 komt punt 3 te luiden als volgt:

„3)

wordt onder verkoper of leverancier (hierna „handelaar”) verstaan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die handelt voor doeleinden die betrekking hebben op zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit”

3)

Aan artikel 2 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„3 bis)

wordt onder eigenaar van de code verstaan een instantie, met inbegrip van een handelaar of een groep handelaars, die verantwoordelijk is voor het opstellen en herzien van een gedragscode en voor het toezicht op de naleving ervan door de ondertekenaars van de code”

4)

Artikel 3 bis komt te luiden als volgt:

„Artikel 3 bis

Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd op voorwaarde dat deze:

a)

goederen of diensten vergelijkt die in dezelfde behoeften voorzien of voor hetzelfde doel zijn bestemd;

b)

op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van deze goederen en diensten, waartoe ook de prijs kan behoren, met elkaar vergelijkt;

c)

niet de goede naam schaadt van of zich niet kleinerend uitlaat over de merken, handelsnamen, andere onderscheidende kenmerken, goederen, diensten, activiteiten of omstandigheden van een concurrent;

d)

voor producten met een benaming van oorsprong in elk geval betrekking heeft op producten met dezelfde benaming;

e)

geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de bekendheid van een merk, handelsnaam of andere onderscheidende kenmerken van een concurrent dan wel van de oorsprongsbenamingen van concurrerende producten;

f)

niet goederen of diensten voorstelt als een imitatie of namaak van goederen of diensten met een beschermd handelsmerk of beschermde handelsnaam.”

5)

In artikel 4 komt lid 1 te luiden als volgt:

1.   De lidstaten dragen zorg voor passende en doeltreffende middelen ter bestrijding van misleidende reclame en voor de naleving van de bepalingen inzake vergelijkende reclame, zulks in het belang van handelaars en concurrenten. Daartoe behoren wettelijke bepalingen op grond waarvan personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een rechtmatig belang hebben bij het bestrijden van misleidende reclame of het reguleren van vergelijkende reclame:

a)

in rechte kunnen optreden tegen dergelijke reclame of

b)

deze reclame kunnen voorleggen aan een administratieve instantie die bevoegd is, hetzij zelf een uitspraak te doen over een klacht, hetzij een passende gerechtelijke procedure in te leiden.

Elke lidstaat beslist welke van deze procedures wordt gevolgd en of de rechterlijke of administratieve instantie mag eisen dat afdoening van de klacht eerst langs andere wegen, waaronder die vermeld in artikel 5, wordt beproefd.

Met inachtneming van de nationale wetgeving mogen deze rechtsmiddelen afzonderlijk of gezamenlijk tegen een aantal handelaars uit dezelfde economische sector worden gebruikt.”

6)

In artikel 6, onder a), worden de woorden „bewijzen aandraagt voor de materiële juistheid van de feitelijke gegevens” vervangen door de woorden „de feitelijke gegevens staaft”.

7)

In artikel 7 komt lid 1 te luiden als volgt:

1.   Deze richtlijn belet de lidstaten niet voorschriften te handhaven of aan te nemen met het oog op een verdergaande bescherming van handelaars en concurrenten met betrekking tot misleidende reclame.”

Artikel 15

Wijziging van Richtlijn 97/7/EG (Verkoop op afstand)

Artikel 9 komt te luiden als volgt:

Artikel 9

Niet-gevraagde leveringen

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de consument vrij te stellen van elke tegenprestatie in geval van niet-gevraagde levering, waarbij het feit dat de consument niet reageert niet betekent dat hij met de levering instemt.”

Artikel 16

Wijziging van Richtlijn 98/27/EG (Het doen staken van inbreuken)

In de bijlage bij Richtlijn 98/27/EG komt punt 1 te luiden als volgt:

„1. Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende oneerlijke handelspraktijken die van invloed zijn op consumenten op de interne markt (PB L ..., blz.)”

Artikel 17

Informatie

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de consument in kennis te stellen van het nationale recht waarin deze richtlijn is omgezet en moedigen handelaars , beroepsorganisaties en eigenaren van codes zo nodig aan om de consumenten over hun gedragscodes in te lichten.

Artikel 18

Aanpassing

1.     De Commissie brengt op gezette tijden aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze richtlijn in de lidstaten en komt om de vijf jaar met een aangepaste versie van de lijst van onder alle omstandigheden als oneerlijk te beschouwen handelspraktijken, als bedoeld in bijlage I bij deze richtlijn.

2.     De Commissie legt uiterlijk vier jaar na de omzetting van deze richtlijn aan het Europees Parlement en de Raad een uitvoerig verslag voor over de toepassing van de richtlijn, inzonderheid artikel 4 ervan, eventueel vergezeld van een voorstel tot wijziging van dat artikel

3.     Aan de hand hiervan onderwerpen het Europees Parlement en de Raad het bepaalde in artikel 4 aan een nieuw onderzoek en treffen, in overeenstemming met het Verdrag, binnen twee jaar na de indiening door de Commissie van het in lid 2 genoemde voorstel maatregelen.

Artikel 19

Omzetting

De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen worden uiterlijk op (...)  (10) door de lidstaten vastgesteld en bekendgemaakt. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van deze bepalingen en eventuele latere wijzigingen.

Zij passen deze bepalingen uiterlijk (...) (11) toe.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 20

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de (...) dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 21

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB L (...) van (...), blz. (...).

(2)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(4)   PB L 250 van 19.9.1984, blz. 17. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 290 van 23.10.1997, blz. 18).

(5)  „Follow-up van het groenboek inzake commerciële communicatie in de interne markt” — Mededeling van de Commissie. COM(1998) 121 def. van 4.3.1998.

(6)  PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

(7)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 51. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG.

(8)  PB L ...

(9)  PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29.

(10)  achtien maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(11)  Twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE 1

HANDELSPRAKTIJKEN DIE ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN ALS ONEERLIJK WORDEN BESCHOUWD

Misleidende handelspraktijken

1)

Te kwader trouw beweren een gedragscode te hebben ondertekend wanneer dit niet het geval is.

2)

Beweren dat een gedragscode door een publieke of andere instantie is erkend wanneer dit niet het geval is.

3)

Producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden indien er aanwijzingen zijn dat de handelaar deze producten of gelijkwaardige producten niet tegen die prijs kan leveren of door een andere handelaar kan doen leveren gedurende een periode en in hoeveelheden die, rekening houdend met het product, met de omvang van de voor het product gevoerde reclame en de aangeboden prijs, redelijk zijn (lokkertjes).

4)

Producten tegen een genoemde prijs te koop aanbieden en vervolgens:

a)

weigeren het aangeboden artikel aan de consument te tonen, of

b)

weigeren een bestelling op te nemen of het product binnen een redelijke termijn te leveren, of

c)

geringschattend over het product spreken, of

d)

een exemplaar van het artikel met gebreken tonen,

met de bedoeling een ander product aan te prijzen („bait and switch”).

5)

Bedrieglijk beweren dat het product slechts gedurende een beperkte tijd beschikbaar zal zijn om de consument onmiddellijk te doen beslissen en hem geen kans of onvoldoende tijd te geven om een geïnformeerd besluit te nemen.

6)

Beloven de consument een klantendienst te verschaffen en deze dienst vervolgens enkel beschikbaar stellen in een andere taal dan de taal die de handelaar heeft gebruikt om met de consument te communiceren, zonder dit duidelijk aan de consument te laten weten alvorens deze zich tot de transactie verbindt.

7)

Te kwader trouw beweren dat een product legaal kan worden verkocht wanneer dit niet het geval is.

8)

Publiciteitsacties, aankondigingen of reclameboodschappen — soms „advertorials” genoemd — die tegen betaling of in onderlinge afspraak worden verspreid, moeten aan de richtlijn voldoen indien de inhoud daarvan veeleer door marketeers en niet zozeer door de uitgevers ervan wordt bepaald. De betrokken handelaren en uitgevers moeten duidelijk maken dat het bij de publiciteitsacties om reclame-uitingen gaat, bijvoorbeeld door deze te betitelen als „reclameacties” .

9)

Bedrieglijk beweren dat de persoonlijke veiligheid van de consument of zijn gezin in gevaar is indien de consument het product niet koopt of het ernstig overdrijven van de gevaren die de consument of zijn gezin loopt als de consument het product koopt of niet koopt.

10)

Een piramidesysteem opzetten, beheren of promoten waarbij de consument tegen betaling kans maakt op een vergoeding die vooral voortkomt uit het aanbrengen van nieuwe consumenten in het systeem, eerder dan uit de verkoop of het verbruik van goederen .

11)

Gebruik van een kunstmatig hoge referentieprijs als basis voor het verlenen van kortingen en het aldus bij de consument wekken van de onjuiste indruk dat er een prijsvoordeel is.

12)

De bewoording „liquidatie-uitverkoop” of een gelijkwaardige bewoording gebruiken wanneer de handelaar niet op het punt staat zijn zaak stop te zetten en zich evenmin in een omstandigheid bevindt die hem krachtens de wet het recht geeft zijn verkoopssituatie als liquidatieverkoop te kwalificeren.

13)

Bevordering van de verkoop van een product waarvan beweerd wordt dat het identiek is aan dat van een andere fabrikant, indien dit niet het geval is.

14)

Levering van goederen of diensten aan consumenten die daar niet om verzocht hebben, tenzij duidelijk is gemaakt dat de goederen of diensten gratis zijn en kunnen worden behouden of gebruikt zonder enige verplichting van de zijde van de consument.

15)

Het op zodanige wijze drijven van handel dat het voor consumenten moeilijk is de ware identiteit te kennen van de persoon of personen die in het normale geval als verkoper of leverancier volgens de geldende wetgeving aansprakelijk zijn.

16)

Het bevorderen van de levering van producten of diensten onder het mom van enquêtering of opinieonderzoek.

17)

Het op zodanig wijze adverteren of bevorderen van de verkoop van producten dat de commerciële bedoeling van de mededeling wordt verhuld.

18)

Het frauduleus verkrijgen van de handtekening van de consument voor uitzonderingen op de in deze richtlijn vervatte wettelijke bescherming.

19)

De praktijk om zich op te heffen of van eigenaar te veranderen met het opzettelijke doel om zich aan aansprakelijkheid of eerdere overeenkomsten te ontrekken (zgn. „phoenix companies”).

20)

Wedstrijden organiseren of prijzen uitloven volgens regelingen waarbij niet de bedoeling bestaat of heeft bestaan om de prijzen daadwerkelijk te verlenen.

Agressieve handelspraktijken

(1)

De indruk geven dat de consument het pand niet mag verlaten alvorens hij de overeenkomst heeft ondertekend of heeft betaald.

(2)

De consument langdurig of herhaaldelijk thuis opzoeken en zijn verzoek om weg te gaan en niet terug te komen , negeren.

(3)

Hardnekkig en ongewenst aandringen per telefoon, fax, e-mail of via andere afstandsmedia wanneer de consument eenmaal duidelijk heeft gemaakt dat dit aandringen niet langer gewenst is .

Onder „aandringen” mag niet worden verstaan het op legitieme wijze doen naleven van een contractuele verplichting, waaruit al dan niet een nieuw contract kan voortkomen.

(4)

Zich richten tot consumenten die onlangs een sterfgeval of een ernstige ziekte in hun familie hebben meegemaakt om hun een product te verkopen dat rechtstreeks met hun leed verband houdt. Deze bepaling is niet van toepassing op begrafenisondernemers of aanverwante bedrijven.

(5)

Een verzekerde om documenten vragen die redelijkerwijs niet relevant kunnen worden geacht om de geldigheid van de aanspraak op zijn verzekeringspolis te beoordelen, met de bedoeling de consument ervan te weerhouden zijn contractuele rechten uit te oefenen.

(6)

In reclame voor kinderen suggereren dat zij slechts door hun leeftijdsgenoten zullen worden aanvaard indien zij een bepaald product kopen of dat dit voor hen gekocht wordt . Deze bepaling laat artikel 16 van Richtlijn 89/552/EEG betreffende televisie-omroepactiviteiten (1) onverlet.

(7)

Betaling of terugzending vragen voor producten die de handelaar heeft geleverd, maar waar de consument niet om heeft gevraagd (ongevraagde levering).

Dit geldt echter niet voor vervangingsgoederen als bedoeld in artikel 7, lid 3 van Richtlijn 97/7/EG betreffende op afstand gesloten overeenkomsten.

8)

Het in de weg leggen van buitengewoon zware of onredelijke belemmeringen, ongeacht of deze van procedurele of inhoudelijke aard zijn, voor consumenten die gebruik willen maken van hun recht om een overeenkomst te beëindigen of van leverancier te veranderen.


(1)  Richtlijn 89/552/EEG van de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60).

BIJLAGE 2

COMMUNAUTAIRE WETSBEPALINGEN BETREFFENDE RECLAME EN COMMERCIËLE COMMUNICATIE

De artikelen 4 en 5 van Richtlijn 97/7/EG betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (1)

Artikel 3 van Richtlijn 90/314/EEG betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (2)

Artikel 3, lid 3, van Richtlijn 94/47/EG betreffende de bescherming van de verkrijger voor wat bepaalde aspecten betreft van overeenkomsten inzake de verkrijging van een recht van deeltijds gebruik van onroerende goederen (3)

Artikel 3, lid 4, van Richtlijn 98/6/EG betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten (4)

De artikelen 86 tot en met 100 van Richtlijn 2001/83/EG tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (5)

Artikel 6 van Richtlijn 2000/31/EG betreffende bepaalde aspecten van de elektronische handel in de interne markt (richtlijn elektronische handel) (6)

Artikel 4 en de Annex van (het voorstel voor een verordening betreffende de verkoopbevordering in de interne markt).

Artikel 4 van Richtlijn 2004/./EG (voorstel consumentenkrediet (7) (vervangt artikel 3 van Richtlijn 87/102/EEG inzake consumentenkrediet (8), zoals gewijzigd bij Richtlijn 90/88/EEG (9) en Richtlijn 98/7/EG (10))).

De artikelen 3 en 4 van Richtlijn 2002/65/EG betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 90/619/EEG, 97/7/EG en 98/27/EG (11).

Artikel 1, lid 9, van Richtlijn 2001/107/EG tot wijziging van Richtlijn 85/611/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) met het oog op de reglementering van beheermaatschappijen en vereenvoudigde prospectussen (12).

De artikelen 12 en 13 van Richtlijn 2002/92/EG betreffende verzekeringsbemiddeling (13)

Artikel 36 van Richtlijn 2002/83/EG betreffende levensverzekering (14).

Artikel 19 van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende beleggingsdiensten en gereglementeerde markten en tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG, 93/6/EEG en 2000/12/EG (15).

De artikelen 31 en 43 van Richtlijn 92/49/EEG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG en 88/357/EEG (derde richtlijn schadeverzekering) (16).

De artikelen 5, 7 en 8 van Richtlijn 2003/71/CE betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (17).


(1)  PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19.

(2)  PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59.

(3)  PB L 280 van 29.10.1994, blz. 83.

(4)  PB L 80 van 18.3.1998, blz. 27.

(5)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67.

(6)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(7)  COM(2002) 443 def.

(8)  PB L 42 van 12.2.1987, blz. 48.

(9)  PB L 61 van 10.3.1990, blz. 14.

(10)  PB L 101 van 1.4.1998, blz. 17.

(11)  PB L 271 van 9.1.2002, blz. 16 .

(12)  PB L 41 van 13.2.2002, blz. 20 .

(13)  PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3.

(14)  PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1 .

(15)   PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1 .

(16)  PB L 228 van 11.8.1992, blz. 1.

(17)   PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64 .

P5_TA(2004)0299

Bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong (COM(2003) 117 — C5-0108/2003 — 2003/0052(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 117) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 95 en 152 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0108/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A5-0260/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0052

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37, lid 2, derde alinea, artikel 95, lid 1, en artikel 152, lid 4, onder b),

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit (5), Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen (6), Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong (7) en Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (8), zijn herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Voor de duidelijkheid en de eenvoud moeten deze richtlijnen worden ingetrokken en vervangen door één enkel wetsbesluit.

(2)

Deze verordening heeft rechtstreeks betrekking op de volksgezondheid en is relevant voor de werking van de interne markt. De werkingssfeer omvat zowel producten die zijn opgenomen in bijlage I bij het Verdrag als producten die daarin niet zijn opgenomen. Derhalve is het passend als rechtsgrond te kiezen voor artikel 37, lid 2, derde alinea, artikel 95, lid 1, en artikel 152, lid 4, onder b).

(3)

Verschillen inzake nationale maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen kunnen een belemmering vormen voor de handel tussen lidstaten onderling en de handel tussen derde landen en de Gemeenschap en verschillen in bescherming van de volksgezondheid tot gevolg hebben . Derhalve is het, met het oog op het vrije verkeer van goederen, gelijke concurrentievoorwaarden tussen de lidstaten en de gelijke bescherming voor alle consumenten , passend dat maximumresidugehalten (MRL's) voor producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong op communautair niveau worden vastgesteld , zulks echter rekening houdende met uiteenlopende klimaatomstandigheden en op de grondslag van de beste beschikbare landbouwpraktijken (geïntegreerd beheer van plagen) .

(4)

Een verordening tot vaststelling van MRL's hoeft door de lidstaten niet meer in nationale wetgeving te worden omgezet. Derhalve is een verordening het meest geschikt voor de vaststelling van MRL's voor bestrijdingsmiddelen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong, aangezien de gedetailleerde voorschriften daarvan tezelfdertijd in de gehele Gemeenschap op dezelfde wijze van toepassing worden en de nationale hulpmiddelen zodoende efficiënter kunnen worden aangewend.

(5)

De productie en het verbruik van plantaardige en dierlijke producten nemen in de Gemeenschap een zeer belangrijke plaats in. De opbrengst van de plantaardige productie wordt voortdurend bedreigd door schadelijke organismen. Het is van essentieel belang dat planten en plantaardige producten tegen dergelijke organismen worden beschermd, om vermindering of beschadiging van de opbrengst te voorkomen en een hoge productiviteit van de landbouw te garanderen. Hiervoor staan diverse methoden ter beschikking: niet-chemische methoden zoals resistente variëteiten, wisselbouw, mechanisch wieden, biologische bestrijding en chemische methoden zoals het gebruik van plantenbeschermingsproducten of bestrijdingsmiddelen.

(6)

Eén van de meest voorkomende methoden om planten en plantaardige producten te beschermen tegen de gevolgen van deze schadelijke organismen, is het gebruik van werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen. Een gevolg van het gebruik van deze stoffen is evenwel de aanwezigheid van residuen in behandelde producten, in dieren die zich met dergelijke producten voeden en in honing die wordt geproduceerd door bijen die aan die producten worden blootgesteld. Daar volksgezondheid overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (9) voorrang moet krijgen boven de bescherming van gewassen, moet er voor worden gezorgd dat dergelijke residuen niet aanwezig zijn in zodanige hoeveelheden dat zij een onaanvaardbaar risico vormen voor de gezondheid van mens of dier. MRL's moeten voor ieder bestrijdingsmiddel op het laagste redelijkerwijs te bereiken niveau worden vastgesteld om kwetsbare groepen zoals kinderen en foetussen te beschermen en om de eventuele gecombineerde gevolgen van meervoudige residuen tot een minimum te beperken.

(7)

Bij Richtlijn 79/117/EEG van de Raad van 21 december 1978 houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen (10) zijn enkele werkzame stoffen verboden. Tezelfdertijd zijn vele andere werkzame stoffen momenteel niet toegelaten op grond van Richtlijn 91/414/EEG. De aanwezigheid van residuen van werkzame stoffen in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong als gevolg van niet-toegelaten gebruik, van milieuverontreiniging of van gebruik in derde landen, moet zorgvuldig worden gecontroleerd en bewaakt.

(8)

De basisvoorschriften met betrekking tot levensmiddelen en diervoeders zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (11).

(9)

Afgezien van deze basisvoorschriften zijn meer specifieke voorschriften vereist om een doeltreffende werking van de interne markten van de handel met derde landen te garanderen met betrekking tot verse en verwerkte producten en mengproducten van plantaardige en van dierlijke producten, bestemd voor menselijke consumptie of voor diervoeding, waarop bestrijdingsmiddelenresiduen aanwezig kunnen zijn, terwijl ook de basis moet worden gelegd voor het garanderen van een hoge mate van bescherming van de gezondheid van mens en dier en van de belangen van de consument. Dergelijke voorschriften moeten de vaststelling omvatten van MRL's voor elk bestrijdingsmiddel op alle levensmiddelen en diervoeders en van kwaliteitsvoorschriften voor de aan deze MRL's ten grondslag liggende gegevens.

(10)

Specifieke voorschriften voor diervoeders, met inbegrip van voorschriften inzake afzet en opslag van voeder en het voederen van dieren, zijn vastgesteld in Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (12). Van sommige producten kan vooraf niet worden gezegd of ze zullen worden verwerkt tot levensmiddelen of tot diervoeders. Daarom moeten de bestrijdingsmiddelenresiduen op dergelijke producten steeds veilig zijn, zowel bij menselijke consumptie als bij vervoedering. Derhalve moeten de bij deze verordening vastgestelde voorschriften ook van toepassing zijn op die producten, onverminderd de specifieke voorschriften voor diervoeders.

(11)

De basisvoorschriften betreffende de officiële controles van levensmiddelen en diervoeders zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles van diervoeders en levensmiddelen  (13). Specifieke voorschriften inzake monitoring en controle van bestrijdingsmiddelenresiduen moeten worden vastgesteld.

(12)

Bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad zijn basisvoorschriften vastgesteld betreffende het gebruik en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Met name is daarin bepaald dat het gebruik van dergelijke producten geen schadelijke gevolgen mag hebben voor de gezondheid van mens of dier. Bestrijdingsmiddelenresiduen die het gevolg zijn van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, kunnen schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid van de consument. Daarom moeten met betrekking tot MRL's op producten die bestemd zijn voor menselijke consumptie, voorschriften worden vastgesteld die gekoppeld zijn aan de toelating tot het gebruik van de bestrijdingsmiddelen als omschreven in het kader van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad.

(13)

In verband met de blootstelling van mensen aan combinaties van actieve stoffen en hun cumulatieve en eventuele onderling versterkende gevolgen voor de gezondheid van de mens, moeten cumulatieve MRL's worden vastgesteld, na overleg met de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid die voorstellen doet voor de berekening van dergelijke cumulatieve MRL's.

(14)

Bij het overwegen van MRL's van bestrijdingsmiddelen moet ook worden erkend dat weinig consumenten de gevaren van bestrijdingsmiddelen kennen. Het zou dienstig zijn wanneer de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid een project startte om het gevaar volledig duidelijk te maken aan het publiek.

(15)

Krachtens Richtlijn 91/414/EEG moeten de lidstaten, wanneer zij toelatingen afgeven, voorschrijven dat de gewasbeschermingsmiddelen correct moeten worden gebruikt. De MRL's moeten worden vastgesteld op een zó laag niveau dat het gehalte verenigbaar blijft met goede landbouwpraktijken, op voorwaarde dat zij geen gezondheidsrisico vormen voor de consument. De Gemeenschap moet het gebruik van risicoverlagende methoden of producten stimuleren en zij moet alles doen wat mogelijk is om ervoor te zorgen dat niet meer bestrijdingsmiddelen worden gebruikt dan absoluut noodzakelijk is voor een doelmatige bestrijding van plagen.

(16)

Op communautair niveau moeten voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de vaststelling, de monitoring, de controle van en gegevensverstrekking over van MRL's in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong , alsook richtsnoeren voor strafmaatregelen tegen producenten en handelaars .

(17)

Richtlijn 76/895/EEG voorziet evenwel in de mogelijkheid dat de door de lidstaten toegelaten MRL's hoger liggen dan die welke in communautair verband zijn toegelaten. Deze mogelijkheid moet worden afgeschaft aangezien zij, in het kader van de interne markt, aanleiding zou kunnen geven tot belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer.

(18)

De vaststelling van MRL's voor bestrijdingsmiddelen vereist een langdurig technisch onderzoek en omvat een evaluatie van de mogelijke risico's voor de consument. Bijgevolg kunnen niet onmiddellijk MRL's worden vastgesteld voor bestrijdingsmiddelenresiduen die momenteel onder Richtlijn 76/895/EEG vallen, noch voor voor bestrijdingsmiddelen waarvoor nog geen communautaire gehalten zijn vastgesteld.

(19)

Het is passend dat op communautair niveau wordt vastgesteld welke minimumgegevens in overweging moeten worden genomen bij de vaststelling van MRL's voor bestrijdingsmiddelen.

(20)

In uitzonderlijke omstandigheden moet, voor niet-toegelaten bestrijdingsmiddelen die als contaminant in het milieu aanwezig kunnen zijn, worden bepaald dat voor de vaststelling van MRL's voor bestrijdingsmiddelen gebruik mag worden gemaakt van in het kader van de monitoring verkregen gegevens.

(21)

MRL's voor bestrijdingsmiddelen moeten voortdurend worden bewaakt en moeten worden aangepast aan nieuwe informatie en gegevens. De MRL's moeten worden vastgesteld op het laagste niveau van analytische bepaling wanneer het toegestane gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet resulteert in aantoonbare gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen. Wanneer het gebruik van bestrijdingsmiddelen niet is toegestaan op communautair niveau, moeten de MRL's worden vastgesteld op een zo laag niveau dat de consument wordt beschermd tegen de inname van niet-toegelaten of van te hoge hoeveelheden bestrijdingsmiddelenresiduen. Dat niveau is bij overeenkomst vastgesteld op 0,01 mg/kg, maar in de uitzonderlijke gevallen waarin een dergelijk niveau geen afdoende bescherming van de consument garandeert, moet een lager niveau worden vastgesteld .

(22)

Bij Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn procedures vastgesteld voor het treffen van noodmaatregelen met betrekking tot levensmiddelen die van oorsprong zijn uit de Gemeenschap of zijn ingevoerd uit een derde land. Krachtens deze procedures kan de Commissie dergelijke maatregelen vaststellen wanneer levensmiddelen een ernstig risico kunnen betekenen voor de volksgezondheid, de diergezondheid of het milieu en wanneer dergelijk risico niet op afdoende wijze kan worden bedwongen door middel van door de betrokken lidstaat of lidstaten genomen maatregelen. Deze maatregelen en de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier worden onverwijld geëvalueerd door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

(23)

De totale blootstelling tijdens het leven en de acute blootstelling van consumenten aan bestrijdingsmiddelenresiduen via levensmiddelen, moeten worden geraamd en geëvalueerd volgens de communautaire procedures en methoden, met inachtneming van de door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gepubliceerde richtsnoeren.

(24)

De handelspartners van de Gemeenschap moeten via de Wereldhandelsorganisatie (WTO) over de voorgestelde MRL's worden geraadpleegd voordat de MRL's worden vastgesteld en met hun opmerkingen moet rekening worden gehouden. Ook de in internationaal verband door de Commissie van de Codex Alimentarius vastgestelde gehalten moeten in overweging worden genomen bij het vaststellen van communautaire MRL's , maar uitsluitend indien de beginselen van geïntegreerd beheer van plagen worden nageleefd en er rekening wordt gehouden met klimaatomstandigheden .

(25)

Voor buiten de Gemeenschap geproduceerde diervoeders en levensmiddelen kunnen afwijkende landbouwpraktijken met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig de wet zijn toegepast, wat resulteert in bestrijdingsmiddelenresiduen die afwijken van die welke het gevolg zijn van toepassingen in de Gemeenschap overeenkomstig de communautaire regelgeving. Bijgevolg moeten voor ingevoerde producten MRL's worden vastgesteld die rekening houden met de betrokken toepassingen en de daaruit voortvloeiende residuen, op voorwaarde dat, met gebruikmaking van de criteria die ook gelden voor communautaire producten, kan worden aangetoond dat die producten veilig zijn.

(26)

De bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid vervult een essentiële rol bij de beoordeling van de risico's voor de consument en moet worden betrokken bij de wetenschappelijke evaluatie van toepassingen met het oog op de vaststelling van MRL's en bij de beoordeling van de risico's die voor de consument verbonden zijn aan bestrijdingsmiddelenresiduen. Vandaar dat ervoor gezorgd moet worden dat de Autoriteit over voldoende middelen beschikt voor het verrichten van deze taken.

(27)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid moet alle door vakgenoten beoordeelde wetenschappelijke literatuur over de toxicologische gevolgen van het gewasbeschermingsmiddel in kwestie bestuderen wanneer zij de gevaren voor de consument beoordeelt. Met name gevolgen zoals immunotoxiciteit, hormoonontregeling, ontwikkelingstoxiciteit en de gevolgen van lage doses moeten in overweging worden genomen.

(28)

De lidstaten moeten voorschriften vaststellen inzake de straffen die van toepassing zijn wanneer de bepalingen van deze verordening worden overtreden en zij moeten erop toezien dat die voorschriften ook ten uitvoer worden gelegd. De straffen moeten doelmatig zijn, in verhouding staan tot de geconstateerde overtreding en ontradend werken.

(29)

De uitwerking van een communautair geharmoniseerd systeem voor MRL's houdt ook de uitwerking in van richtsnoeren, gegevensbanken en andere maatregelen waaraan kosten verbonden zijn. Het is passend dat de Gemeenschap in bepaalde gevallen bijdraagt in de kosten.

(30)

Het is een uiting van goed administratief beheer en het is uit technisch oogpunt wenselijk de planning voor de besluiten inzake MRL's voor werkzame stoffen, en die voor de besluiten die voor die stoffen worden genomen op grond van Richtlijn 91/414/EEG, op elkaar af te stemmen. Voor vele stoffen waarvoor nog geen communautaire MRL's zijn vastgesteld, zullen geen besluiten op grond van die richtlijn worden genomen voordat deze verordening in werking is getreden.

(31)

Bijgevolg moeten aparte voorschriften worden vastgesteld met tijdelijke maar bindende MRL's, met het oog op de geleidelijke vaststelling van MRL's naarmate over individuele werkzame stoffen besluiten worden genomen in het kader van de beoordelingen op grond van Richtlijn 91/414/EEG.

(32)

De voor de tenuitvoerlegging van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (14).

(33)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel moeten, voor het bereiken van de basisdoelstellingen betreffende het vergemakkelijken van het handelsverkeer en het beschermen van de consument, voorschriften worden vastgesteld inzake MRL's in producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong. Deze verordening gaat niet verder dan wat noodzakelijk is voor het bereken van de overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het Verdrag na te streven doeleinden.

(34)

Om te waarborgen dat de consumenten naar behoren worden voorgelicht, maken de lidstaten om de drie maanden op internet de resultaten bekend van de nationale controle van residuen, en verstrekken zij alle afzonderlijke gegevens. De lidstaten moeten ook de mogelijkheid overwegen van het publiceren van de namen van bedrijven waarvan de producten hogere residuen van gewasbeschermingsmiddelen bevatten dan de toegestane maximumgehalten,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstelling

Doel van deze verordening is de vaststelling van geharmoniseerde maximumgehalten voor residuen (MRL's) van bestrijdingsmiddelen in producten van plantaardige of dierlijke oorsprong, ten einde alle Europese consumenten te beschermen tegen eventuele gevolgen voor de gezondheid. MRL's dienen derhalve op het laagste redelijkerwijs te bereiken niveau te worden vastgesteld ten einde voor de best mogelijke bescherming van de consument te zorgen.

HOOFDSTUK I

ONDERWERP, WERKINGSSFEER EN DEFINITIES

Artikel 2

Onderwerp

Deze verordening is van toepassing op alle in bijlage I bij deze verordening genoemde verse en verwerkte producten en mengproducten van plantaardige en van dierlijke oorsprong of delen daarvan, bestemd voor menselijke consumptie of voor vervoedering, waarop bestrijdingsmiddelenresiduen aanwezig kunnen zijn als gevolg van:

a)

het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die vallen onder Richtlijn 91/414/EEG;

b)

gewasbeschermingsmiddelen die buiten de Gemeenschap zijn gebruikt; ofgewasbeschermingsmiddelen, diergeneeskundige producten of biociden die buiten de Gemeenschap zijn gebruikt; of

c)

milieuverontreiniging door stoffen die vroeger als gewasbeschermingsmiddel, diergeneeskundig product of biocide werden gebruikt.

In het kader van deze verordening gelden de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde voorschriften inzake levensmiddelen en diervoeders.

Artikel 3

Werkingssfeer

1.   Deze verordening geldt onverminderd Richtlijn 2002/32/EG en Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad (15) .

2.   Deze verordening is niet van toepassing op de in artikel 2 bedoelde producten wanneer op afdoende wijze kan worden aangetoond dat deze bestemd zijn:

a)

voor de vervaardiging van andere producten dan voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen of dan diervoeders; of

b)

om te worden ingezaaid of geplant.

3.   De overeenkomstig deze verordening vastgestelde MRL's zijn niet van toepassing op de in artikel 2 bedoelde producten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen en vóór de uitvoer behandeld zijn, maar na de oogst, wanneer op afdoende wijze kan worden aangetoond dat het derde land van bestemming eist of ermee instemt dat de desbetreffende behandeling wordt toegepast om het binnenbrengen van schadelijke organismen op zijn grondgebied te voorkomen.

Artikel 4

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde definities.

Voorts wordt in deze verordening verstaan onder:

1)

„bestrijdingsmiddelenresiduen”: residuen van gewasbeschermingsmiddelen , inclusief metabolieten en de omzettingsproducten van werkzame stoffen die aanwezig zijn in of op de in artikel 2 van deze verordening bedoelde producten , inclusief die welke het gevolg zijn van het gebruik van die middelen voor gewasbescherming, in de diergeneeskunde of als biocide;

2)

„maximumresidugehalte (MRL)”: het hoogste wettelijk toegestane concentratieniveau van een bestrijdingsmiddelenresidu op basis van de beste beschikbare landbouwpraktijken voor plantenbescherming, d.w.z. geïntegreerd beheer van plagen in een bepaalde klimaatzone, en de laagste blootstelling van de consument, dat noodzakelijk is om alle kwetsbare consumenten te beschermen; indien een MRL wordt overschreden moeten maatregelen worden genomen om het product uit de markt te nemen;

3)

kwantificeringsgrens ( LOQ )”: het laagste niveau dat in het kader van de routinemonitoring is geconstateerd en gerapporteerd op basis van gevalideerde methoden in geaccrediteerde laboratoria als omschreven in Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van ... inzake officiële controles van diervoeders en levensmiddelen;

4)

„goede landbouwpraktijken (GLP)”: de door een land aanbevolen landbouwpraktijken op basis van geïntegreerd beheer van plagen, in het kader waarvan aan alternatieve methoden en praktijken voor gewasbescherming voorrang wordt gegeven boven het gebruik van chemische stoffen ;

5)

„invoertolerantie”: een MRL dat gebaseerd is op een MRL van de Commissie van de Codex Alimentarius of op GLP die in een derde land worden toegepast voor het legale gebruik van een werkzame stof in dat derde land, wanneer het gebruik van de werkzame stof in een gewasbeschermingsmiddel op een product in de Gemeenschap niet is toegestaan in verband met andere redenen dan de volksgezondheid;

6)

„expertise”: een vergelijkende proefneming waarbij verschillende laboratoria identieke monsters analyseren, zodat de kwaliteit van de door elk laboratorium verrichte analyse kan worden geëvalueerd;

7)

„acute referentiedosis (ARfD)”: de geraamde hoeveelheid van een stof in een levensmiddel of in drinkwater, uitgedrukt op basis van het lichaamsgewicht, die in korte tijd, meestal tijdens één maaltijd of in de loop van één dag, mag worden ingenomen zonder noemenswaardig gezondheidsrisico voor de consument, op basis van door middel van geschikt onderzoek verkregen gegevens , met inbegrip van cumulatieve en elkaar versterkende gevolgen van verschillende gewasbeschermingsmiddelen, en rekening houdend met de bijzondere kwetsbaarheid van kinderen en foetussen ;

8)

„aanvaardbare dagelijkse inname (ADI)”: de geraamde hoeveelheid van een stof in een levensmiddel of in drinkwater, uitgedrukt op basis van het lichaamsgewicht, die levenslang elke dag mag worden ingenomen zonder noemenswaardig gezondheidsrisico voor deconsument, op basis van de op het tijdstip van de evaluatie bekende gegevens , met inbegrip van aanvullende en elkaar onderling versterkende gevolgen van verschillende producten voor de bescherming van gewassen, en rekening houdend met de bijzondere kwetsbaarheid van kinderen en foetussen ;

9)

„mengproduct”: levensmiddel dat bestaat uit een mengsel van ingrediënten.

HOOFDSTUK II

COMMUNAUTAIRE PROCEDURE VOOR AANVRAGEN INZAKE EEN MRL

AFDELING 1

INDIENING VAN AANVRAGEN INZAKE EEN MRL

Artikel 5

Aanvragers van een MRL

Een aanvraag tot vaststelling, wijziging of schrapping van een MRL kan worden ingediend door:

a)

een lidstaat die het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel, een diergeneeskundig product of biocide op zijn grondgebied toelaat;

b)

alle partijen die een legitiem belang hebben bij gezondheid en milieu, alsook commercieel belanghebbende partijen, inclusief fabrikanten en telers, alsmede importeurs en producenten van producten als bedoeld in artikel 1;

c)

elke partij die op adequate en wetenschappelijk verantwoorde gronden constateert dat zich, als gevolg van de inname van bestrijdingsmiddelenresiduen, problemen kunnen voordoen met betrekking tot de gezondheid van mens of dier.

Artikel 6

Aanvragen in te dienen bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

1.    Na afronding van een beoordelingsverslag doet de lidstaat de aanvraag met het beoordelingsverslag en de ondersteunende documenten toekomen aan de Commissie. De Commissie stelt de lidstaten onverwijld op de hoogte en doet de aanvraag, het beoordelingsverslag en de ondersteunende documenten toekomen aan de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 opgerichte Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (hierna „de Autoriteit” te noemen).

2.   De Autoriteit bevestigt onverwijld schriftelijk de ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager. In de bevestiging wordt de datum van ontvangst van de aanvraag vermeld.

3.   De Autoriteit stelt de Commissie in kennis van de aanvraag.

Artikel 7

Eisen betreffende aanvragen inzake een MRL

1.   De aanvraag tot vaststelling, wijziging of schrapping van een MRL gaat vergezeld van de volgende informatie:

a)

de naam en het adres van de aanvrager;

b)

een afschrift van de relevante nationale bepalingen die op het specifieke gebruik van die werkzame stof van toepassing zijn, inclusief de GLP;

c)

een presentatie van het aanvraagdossier, bestaande uit:

i)

een samenvatting van de aanvraag;

ii)

de belangrijkste argumenten;

iii)

een index van de documenten in het dossier;

d)

een volledig overzicht van de eventuele bezorgdheid die in de wetenschappelijke literatuur is geuit over het gewasbeschermingsmiddel en/of het residu daarvan ;

e)

in de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG genoemde gegevens die vereist zijn voor de vaststelling van MRL's voor bestrijdingsmiddelenresiduen, met inbegrip van, in voorkomend geval, toxicologische gegevens en gegevens inzake het metabolisme van planten en dieren.

Wanneer evenwel een werkzame stof op grond van Richtlijn 91/414/EEG is toegelaten voor gebruik in de Gemeenschap of wanneer een door de Commissie van de Codex Alimentarius vastgesteld MRL bestaat, kan de Autoriteit overwegen de aanvrager vrij te stellen van het indienen van bepaalde gegevens, vooral met betrekking tot de toxicologie. In dat geval dient het in artikel 10 bedoelde, met redenen omklede advies van de Autoriteit een verantwoording te bevatten van de toegestane afwijking.

2.   In voorkomend geval kan de Autoriteit de aanvrager verzoeken om binnen een door de Autoriteit vastgestelde termijn van maximaal twee jaar aanvullende informatie te verstrekken.

Artikel 8

Richtsnoeren betreffende het indienen van gegevens

De in artikel 7, lid 1, onder e), bedoelde gegevens moeten in overeenstemming zijn met de in bijlage VI vastgestelde richtsnoeren.

De Autoriteit doet regelmatig voorstellen voor de bijwerking van die richtsnoeren in verband met de wetenschappelijke en technische vooruitgang.

AFDELING 2

INOVERWEGINGNEMING DOOR DE AUTORITEIT VAN AANVRAGEN INZAKE EEN MRL

Artikel 9

Ontvangst door de Autoriteit van een aanvraag inzake een MRL

Bij ontvangst van een aanvraag tot vaststelling, wijziging of schrapping van een MRL dient de Autoriteit:

a)

na te gaan of de aanvraag voldoet aan de voorschriften van artikel 7;

b)

de aanvrager, de Commissie en de lidstaten ervan in kennis stellen indien een aanvraag niet aan de voorschriften van artikel 7 voldoet;

c)

de lidstaten en de Commissie in het bezit te stellen van een samenvatting van elke aanvraag, en, op verzoek van een lidstaat of de Commissie, het aanvraagdossier en alle aanvullende informatie die door de aanvrager is ingediend, door te zenden.

Artikel 10

Advies van de Autoriteit over aanvragen inzake een MRL

1.   De Autoriteit brengt een met redenen omkleed advies uit over elke aanvraag tot vaststelling, wijziging of schrapping van een MRL, die in overeenstemming is met artikel 7. Het advies omvat:

a)

een beoordeling of de in de aanvraag voorgestelde analysemethode voor routinemonitoring geschikt is voor het vooropgestelde controledoel;

b)

de waarschijnlijke LOQ voor de combinatie bestrijdingsmiddel/product;

c)

een beoordeling van het risico van overschrijding van de aanvaardbare dagelijkse inname of de acute referentiedosis als het MRL wordt gewijzigd; het aandeel van de residuen op het product waarvoor een MRL wordt gevraagd, in de totale inname ;

d)

een beoordeling van met name gevolgen zoals immunotoxiciteit, neurotoxiciteit, vroege-ontwikkelingstoxiciteit, de gevolgen van lage doses en hormoonontregeling en de elkaar versterkende gevolgen van het gewasbeschermingsmiddel of het residu daarvan.

2.   De Autoriteit zendt haar met redenen omkleed advies naar de aanvrager, de Commissie en de lidstaten.

3.   Onverminderd artikel 39 van Verordening (EG) nr. 178/2002 maakt de Autoriteit haar met redenen omkleed advies openbaar.

Artikel 11

Termijnen voor het advies van de Autoriteit over aanvragen inzake een MRL

1.   De Autoriteit brengt het met redenen omkleed advies als bedoeld in artikel 10, lid 1, uit binnen de onderstaande termijn, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de aanvraag:

a)

drie maanden wanneer de toxicologie van de werkzame stof reeds is geëvalueerd op communautair niveau;

b)

twaalf maanden wanneer de toxicologie van de werkzame stof nog niet is geëvalueerd op communautair niveau.

2.   Wanneer de Autoriteit aanvullende informatie vraagt overeenkomstig artikel 7, lid 2, worden de in lid 1 vastgestelde termijnen geschorst totdat die informatie is meegedeeld.

AFDELING 3

VASTSTELLING, WIJZIGING OF SCHRAPPING VAN EEN MRL

Artikel 12

Besluiten over aanvragen inzake een MRL

Na ontvangst van een met redenen omkleed advies van de Autoriteit overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 1, neemt de Commissie volgens de in artikel 49, lid 2, bedoelde procedure een besluit betreffende de vaststelling, wijziging of schrapping van een MRL.

In het besluit wordt rekening gehouden met het advies van de Autoriteit.

De Commissie kan de aanvrager op elk moment verzoeken aanvullende informatie te verstrekken.

Bij de besluitvorming wordt rekening gehouden met

a)

de beschikbare wetenschappelijke en technische kennis;

b)

de mogelijke aanwezigheid van residuen van bestrijdingsmiddelen afkomstig uit andere bronnen dan het huidige gebruik van actieve stoffen ter bescherming van gewassen;

c)

de resultaten van een beoordeling van eventuele gevaren voor de consument en, indien van toepassing, voor de gezondheid van dieren;

d)

de resultaten van beoordelingen en besluiten tot wijziging van het gebruik van gewasbeschermingsmiddel;

e)

de in de Codex Alimentarius vastgestelde MRL's voor werkzame stoffen waarvan het gebruik is toegestaan in de EU of een GLP die in een derde land wordt toegepast voor het legaal gebruik van een werkzame stof in dat derde land;

f)

andere legitieme factoren die van belang zijn voor de zaak in kwestie.

Artikel 13

Advies van de Autoriteit niet vereist

Wanneer het gaat om een wijziging van bijlage II of III teneinde een MRL te schrappen of te verlagen tot 0,01 mg/kg in verband met het intrekken van een bestaande toelating voor een gewasbeschermingsmiddel op grond van Richtlijn 91/414/EEG, is geen advies van de Autoriteit vereist.

HOOFDSTUK III

MRL'S VOOR PRODUCTEN VAN PLANTAARDIGE EN VAN DIERLIJKE OORSPRONG EN VOOR WERKZAME STOFFEN

Artikel 14

Inachtneming van maximumresidugehalten

1.   Wanneer een product als bedoeld in artikel 1 op de markt wordt gebracht, mag het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen niet meer bedragen dan:

a)

het MRL dat voor het betrokken product is vastgesteld in bijlage II of III;

b)

0,01 mg/kg wanneer de betrokken werkzame stof niet is opgenomen in bijlage IV en voor het betrokken product geen specifiek MRL is vastgesteld in bijlage II of III.

2.   De lidstaten mogen het op de markt brengen op hun grondgebied van de in artikel 2 bedoelde producten niet verbieden noch belemmeren op grond van de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen, indien:

a)

het niveau of het gehalte van bestrijdingsmiddelenresiduen niet hoger ligt dan de desbetreffende in bijlage II of III vastgestelde MRL's, of

b)

de werkzame stof is opgenomen in bijlage IV.

Artikel 15

Verboden gebruik van verwerkte producten en mengproducten

Met betrekking tot verwerkte producten en mengproducten als bedoeld in artikel 2, is het verboden:

a)

producten waarvoor niet aan de in bijlage II of III vastgestelde MRL's wordt voldaan, zodanig te verdunnen dat het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen beneden de betrokken MRL's komt te liggen;

b)

producten die moeten worden gesorteerd of fysiek worden behandeld, te mengen met producten die bestemd zijn voor directe menselijke consumptie of voor gebruik als ingrediënt in levensmiddelen of diervoeders;

c)

producten waarvoor niet aan de in bijlage II of III vastgestelde MRL's wordt voldaan, te gebruiken als ingrediënt bij de vervaardiging van andere levensmiddelen of diervoeders;

d)

dergelijke producten te ontgiften door middel van een chemische behandeling.

Artikel 16

MRL's voor gedroogde en anderszins verwerkte producten

1.   Wanneer in de bijlagen II en III geen MRL's zijn vastgesteld voor gedroogde en anderszins verwerkte producten als bedoeld in artikel 1, zijn die MRL's van toepassing die in bijlage II of III zijn vastgesteld voor het overeenkomstige product als bedoeld in bijlage I, met inachtneming van:

a)

wijzigingen in het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen als gevolg van het droogproces,

b)

wijzigingen in het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen als gevolg van de verwerking.

2.   Specifieke concentratie- of verdunningsfactoren voor bepaalde droogprocessen of andere verwerkingsprocédés of voor bepaalde gedroogde of anderszins verwerkte producten kunnen volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure worden opgenomen in bijlage V.

Artikel 17

MRL's voor mengproducten en mengvoeders

De voor mengproducten en mengvoeders toe te passen MRL's komen overeen met de in de bijlagen II en III vastgestelde MRL's voor de ingrediënten daarvan, met inachtneming van het relatieve aandeel van de ingrediënten in de samenstelling en van de bepalingen van de artikelen 14, 15 en 16.

Artikel 18

Cumulatieve grenswaarden

Volgens de procedure van artikel 51, lid 2 en overeenkomstig de in artikel 18 beschreven normen, worden cumulatieve grenswaarden vastgesteld voor de aanwezigheid van meervoudige residuen van bestrijdingsmiddelen in levens- en voedermiddelen met residuen van verschillende bestrijdingsmiddelen. Bij overschrijding van de cumulatieve grenswaarden zijn de bepalingen van de artikelen 14, 15 en 16 mutatis mutandis van toepassing.

HOOFDSTUK IV

VASTSTELLING VAN LIJSTEN VAN PRODUCTEN, MRL'S EN WERKZAME STOFFEN

AFDELING 1

PROCEDURE VOOR DE VASTSTELLING VAN LIJSTEN VAN GROEPEN VAN PRODUCTEN, MRL'S EN WERKZAME STOFFEN EN VOOR DE BEOORDELING VAN MRL'S

Artikel 19

Vaststelling van lijsten van groepen van producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong

De in bijlage I op te nemen lijsten van groepen van producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong, met voorbeelden van producten uit die groepen en delen van die producten waarvoor MRL's van toepassing zijn, worden vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure. Deze lijsten omvatten ook diervoeders als bedoeld in artikel 1. Bijlage I omvat alle producten waarvoor uitdrukkelijk een MRL is vastgesteld, zo gegroepeerd dat één MRL kan worden vastgesteld voor een hele groep soortgelijke of aanverwante producten.

Artikel 20

Vaststelling van lijsten van MRL's

De in bijlage II op te nemen lijsten van MRL's voor producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong worden vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure, met inachtneming van:

a)

de beschikbare wetenschappelijke en technische kennis , onder meer een overzicht van de laatste tien jaar van door vakgenoten van commentaar voorziene open wetenschappelijke literatuur over een bepaald gewasbeschermingsmiddel en de residuen daarvan ;

b)

de mogelijke aanwezigheid van bestrijdingsmiddelenresiduen als gevolg van andere toepassingen van werkzame stoffen en de bekende cumulatieve en elkaar versterkende gevolgen ervan ;

c)

de resultaten van een evaluatie van de mogelijke risico's voor consumenten die de grootste hoeveelheden opnemen (met inbegrip van de blootstelling aan andere bronnen dan voedsel) en het meest kwetsbaar zijn en, in voorkomend geval, voor de diergezondheid;

d)

de resultaten van de overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG uitgevoerde evaluaties;

e)

wijzigingen inzake de toepassing van producten die werkzame stoffen bevatten, die het gevolg zijn van besluiten op grond van Richtlijn 91/414/EEG;

f)

de onderstaande MRL's:

(i)

MRL's die zijn vastgesteld bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG;

(ii)

MRL's die zijn vastgesteld in de Codex Alimentarius , voor werkzame stoffen waarvan het gebruik is toegestaan in de EU;

iii)

de MRL's die zijn opgenomen in de bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90.

Bijlage II wordt binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening opgesteld.

Artikel 21

Vaststelling van en lijst van tijdelijke MRL's

De lijsten van tijdelijke MRL's voor werkzame stoffen waarvoor nog geen besluit is genomen inzake de opneming of niet-opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, worden vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure, met inachtneming van de door de lidstaten verstrekte informatie en het bepaalde in artikel 20, onder a), b) en c).

Deze tijdelijke MRL's omvatten:

a)

de resterende MRL's in de bijlage bij Richtlijn 76/895/EEG;

b)

de nog niet geharmoniseerde nationale MRL's, als bedoeld in artikel 26; en

c)

de MRL's die zijn vastgesteld volgens de in artikel 28 bedoelde vereenvoudigde procedure, en die worden opgenomen in bijlage III.

Bijlage III wordt, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 26, 27 en 28 binnen 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening opgesteld.

Artikel 22

Vaststelling van een lijst van werkzame stoffen waarvoor geen MRL's zijn vereist

De in bijlage IV op te nemen lijst van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen, die overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG zijn geëvalueerd en ten aanzien waarvan in het in artikel 49, lid 1, bedoelde comité is overeengekomen dat geen MRL's vereist zijn, wordt vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure, met inachtneming van de toepassingen van die werkzame stoffen en het bepaalde in artikel 20, onder a) en c).

Bijlage IV wordt binnen 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening opgesteld.

Artikel 23

Evaluatie van bestaande MRL's door de Autoriteit

Binnen 12 maanden na de datum van het besluit tot opneming of niet-opneming van een werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG legt de Autoriteit een met redenen omkleed advies voor aan de Commissie en aan de lidstaten over die werkzame stof en over:

a)

de bestaande MRL's voor die werkzame stof die zijn opgenomen in bijlage II of III bij deze verordening;

b)

de noodzaak tot vaststelling van nieuwe MRL's voor die werkzame stof;

c)

de specifieke concentratie- en verdunningsfactoren voor die werkzame stof die kunnen worden opgenomen in bijlage V;

d)

de op die werkzame stof betrekking hebbende MRL's waarvan de Commissie overweegt ze op te nemen in bijlage II en MRL's die kunnen worden geschrapt of verlaagd tot 0,01 mg/kg.

AFDELING 2

MRL'S EN AANVRAGEN VOOR TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN OP GROND VAN RICHTLIJN 91/414/EEC

Artikel 24

MRL's in verband met aanvragen voor de toelating en de voorlopige toelating van gewasbeschermingsmiddelen op grond van Richtlijn 91/414/EEG

Wanneer een lidstaat overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG een aanvraag ontvangt betreffende de toelating of de voorlopige toelating van een gewasbeschermingsmiddel, gaat de lidstaat na of als gevolg daarvan een bestaand in bijlage II of III bij deze verordening opgenomen MRL moet worden gewijzigd, dan wel of een nieuw MRL moet worden vastgesteld.

Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een MRL moet worden vastgesteld, gewijzigd of geschrapt, dient de betrokken lidstaat een aanvraag tot vaststelling, wijziging of schrapping van het MRL in overeenkomstig hoofdstuk II van deze verordening.

Artikel 25

Opneming van nieuwe of gewijzigde MRL's in de bijlagen II en III

1.   Wanneer op verzoek van een lidstaat een nieuw of gewijzigd MRL wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 24, wordt het nieuwe of gewijzigde MRL opgenomen:

a)

in bijlage II bij deze verordening wanneer de werkzame stof is opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, of

b)

als tijdelijk MRL in bijlage III bij deze verordening in de andere gevallen.

2.   Wanneer overeenkomstig het bepaalde in lid 1, onder b), een tijdelijk MRL wordt opgenomen in bijlage III bij deze verordening, mag dat MRL nog ten hoogste één jaar in die bijlage opgenomen blijven, te rekenen vanaf de datum van het besluit tot opneming of niet-opneming van de betrokken werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

AFDELING 3

VASTSTELING VAN TIJDELIJKE MRL'S

Artikel 26

Door de lidstaten te verstrekken informatie over nationale MRL's

Wanneer voor een werkzame stof van een gewasbeschermingsmiddel, die nog niet is opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG:

a)

in bijlage II bij deze verordening geen MRL is vastgesteld voor een bepaald product dat is opgenomen in bijlage I bij deze verordening, en

b)

een lidstaat uiterlijk op 30 juni 2004 een nationaal MRL heeft vastgesteld voor die werkzame stof op het onder a) bedoelde product, op basis van de toepassing van een gewasbeschermingsmiddel op zijn grondgebied,

stelt de betrokken lidstaat de Commissie en de Autoriteit, in een vorm en tegen een datum die moeten worden vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure, in kennis van:

c)

het nationale MRL als bedoeld onder b) hierboven,

d)

de GLP,

e)

de gegevens inzake gecontroleerde proeven,

f)

de aanvaardbare dagelijkse inname en, indien relevant de acute referentiedosis die wordt gebruikt bij de nationale risicobeoordeling, alsmede het resultaat van die beoordeling.

Artikel 27

Advies van de Autoriteit over de gegevens waarop nationale MRL's zijn gebaseerd

1.   De Autoriteit stelt lijsten op van de overeenkomstig artikel 26 meegedeelde nationale MRL's en gebruikt die als basis om aan de Commissie een met redenen omkleed advies uit te brengen over:

a)

een lijst van tijdelijke MRL's die mogen worden opgenomen in bijlage III;

b)

een lijst van werkzame stoffen die mogen worden opgenomen in bijlage IV.

2.   Bij de voorbereiding van het in lid 1 bedoelde advies houdt de Autoriteit rekening met:

a)

de onderstaande MRL's:

i)

de MRL's die zijn vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 76/895/EEG;

ii)

de nationale MRL's die uiterlijk op 30 juni 2004 door de lidstaten zijn vastgesteld, als bedoeld in artikel 26;

iii)

de MRL's die zijn vastgesteld door de Commissie van de Codex Alimentarius;

b)

de MRL's die zijn opgenomen in de bijlagen I, II en III bij Verordening (EEG) nr. 2377/90;

c)

de beschikbare wetenschappelijke en technische kennis, met name gegevens die door de lidstaten zijn verstrekt met betrekking tot:

i)

de toxicologische evaluatie, inclusief mogelijke overschrijdingen van de aanvaardbare dagelijkse inname en, in voorkomend geval, van de acute referentiedosis;

ii)

de GLP;

iii)

de gegevens inzake gecontroleerde proeven, op basis waarvan de lidstaten de nationale MRL's vaststellen.

Artikel 28

Vaststelling van tijdelijke MRL's

Met inachtneming van het advies van de Autoriteit en volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure kunnen tijdelijke MRL's voor de werkzame stoffen als bedoeld in artikel 26 worden opgenomen in bijlage III, of kan, naargelang van het geval, de werkzame stof worden opgenomen in bijlage IV. Tijdelijke MRL's worden vastgesteld op het laagste niveau dat in alle lidstaten kan worden bereikt op basis van goede landbouwpraktijk en met inachtneming van de beginselen van geïntegreerd beheer van plagen.

Artikel 29

Vereenvoudigde procedure voor de vaststelling van tijdelijke MRL's onder bepaalde omstandigheden

1.   Tijdelijke MRL's kunnen worden opgenomen in bijlage III volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure, onder de volgende omstandigheden:

a)

in uitzonderlijke gevallen, met name wanneer bestrijdingsmiddelenresiduen het gevolg kunnen zijn van milieuverontreiniging of andere vormen van verontreiniging;

b)

wanneer de betrokken producten slechts een zeer gering aandeel hebben in de voeding van de Europese consument en wanneer zij geen groot aandeel hebben in de voeding van enige subgroep ;

c)

wanneer de betrokken producten slechts een gering aandeel hebben in de internationale handel ;

d)

indien wezenlijke manieren om gewasbeschermingsmiddel te gebruiken zijn bepaald bij een besluit om een actieve stof niet op te nemen of te schrappen in Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

2   Bij het opnemen van tijdelijke MRL's als bedoeld in lid 1, moet rekening worden gehouden met het advies van de Autoriteit, de gegevens van de monitoring en een evaluatie waaruit blijkt dat er geen onaanvaardbare risico's zijn voor consumenten en dieren.

De verlenging van de geldigheidsduur van deze tijdelijke MRL's wordt ten minste om de tien jaar opnieuw beoordeeld en de MRL's moeten, naar gelang van het geval, worden gewijzigd of uit bijlage III worden geschrapt.

AFDELING 4

HONING

Artikel 30

Vaststelling van MRL's voor bestrijdingsmiddelenresiduen in honing en andere a-typische levensmiddelen, zoals kruidenaftreksels

1.    Volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure kunnen MRL's worden vastgesteld voor bestrijdingsmiddelenresiduen in honing als omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2001/110/EG van de Raad (16), en opgenomen in bijlage III bij deze verordening op basis van de gegevens van de monitoring en met inachtneming van een met redenen omkleed advies van de Autoriteit.

2.     Op basis van monitoringgegevens, indien nodig, en rekening houdende met een met redenen omkleed advies van de Autoriteit kunnen MRL's van gewasbestrijdingsmiddelen in kruidenaftreksels als een mengproduct worden vastgesteld en opgenomen in bijlage III, overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 51, lid 2.

3.    De verlenging van de geldigheidsduur van overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde MRL's wordt ten minste om de tien jaar opnieuw beoordeeld en de MRL's moeten, naar gelang van het geval, worden gewijzigd of uit bijlage III worden geschrapt.

AFDELING 5

INVOERTOLERANTIES

Artikel 31

Vaststelling van invoertoleranties

Aanvragen voor invoertoleranties kunnen worden ingediend door de lidstaten en de partijen als bedoeld in artikel 5, onder b) en c), overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk II.

AFDELING 6

DOOR DE LIDSTATEN TE VERSTREKKEN INFORMATIE EN GEGEVENSBESTAND

Artikel 32

Door de lidstaten te verstrekken informatie

De lidstaten stellen de Autoriteit in kennis van alle gegevens met betrekking tot de GLP, alsmede van alle informatie over de inname via voedsel die nodig is voor de beoordeling van de veiligheid van een MRL.

Artikel 33

Gegevensbestand van de Autoriteit inzake MRL's

Onverminderd de in de communautaire en de nationale regelgeving opgenomen bepalingen inzake de toegang tot documenten, ontwikkelt en onderhoudt de Autoriteit een gegevensbestand dat toegankelijk is voor de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, en waarin de relevante wetenschappelijke informatie en de GLP's met betrekking tot de in de bijlagen II, III, IV en V vermelde MRL's, werkzame stoffen en verwerkingsfactoren zijn opgenomen. Het bestand bevat met name gegevens inzake de evaluaties van voedselinnames, de verwerkingsfactoren en de toxicologische eindpunten.

HOOFDSTUK V

OFFICIËLE CONTROLES, MONITORING, RETRIBUTIES, VERSLAGEN EN STRAFFEN

AFDELING 1

OFFICIËLE CONTROLES EN MONITORING VAN MRL'S EN WERKZAME STOFFEN

Artikel 34

Officiële controles, monitoring en retributies

1.    Onverminderd Richtlijn 96/23/EG  (17) verrichten de lidstaten officiële controles op bestrijdingsmiddelenresiduen om erop toe te zien dat deze verordening wordt nageleefd, overeenkomstig de relevante bepalingen van de communautaire wetgeving inzake officiële controles van levensmiddelen en diervoeders.

De officiële controles op bestrijdingsmiddelenresiduen bestaan uit een bemonstering op de plaats van levering, gevolgd door een chemische analyse van de monsters en een identificatie van de bestrijdingsmiddelen in de monsters. De plaats van levering moet zo worden gekozen dat maatregelen kunnen worden genomen om de voorschriften te doen naleven.

2.   De lidstaten zorgen voor monitoring op bestrijdingsmiddelenresiduen in alle fasen van de distributieketen, in douane- en distributiecentra , vooral op de plaats van levering aan de consument. Deze monitoring komt bovenop soortgelijke monitoring op grond van Richtlijn 96/23/EG.

3.   De lidstaten stellen retributies vast die de kosten moeten dekken van de officiële controles als bedoeld in lid 1, overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 882/2004.

Artikel 35

Bemonstering

1.   Elke lidstaat neemt een voldoende aantal monsters van een voldoende aantal verschillende producten en uit een voldoende aantal geografische gebieden om te garanderen dat de resultaten representatief zijn voor zijn markt en, naargelang van het geval, een getrouwe weergave zijn van het aandeel van producten uit eigen land, uit de Gemeenschap en uit derde landen in de totale hoeveelheid producten op zijn markt.

2.   De bemonsteringsmethoden die nodig zijn voor het uitvoeren van de monitoring van andere producten dan die welke bedoeld zijn bij Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie (18), worden vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 36

Analysemethoden

1.   Uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de analysemethoden voor de opsporing van bestrijdingsmiddelenresiduen, met inbegrip van specifieke valideringscriteria en procedures voor de kwaliteitscontrole, kunnen volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld en worden opgenomen in bijlage VII.

2.   De analysemethoden voor bestrijdingsmiddelenresiduen moeten voldoen aan de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde criteria. De toelating van bestrijdingsmiddelen waarvoor geen geschikte methode voor het aantonen van hun aanwezigheid bestaat of die niet regelmatig gecontroleerd worden, wordt opgeschort.

3.   Alle laboratoria waar monsters worden geanalyseerd in het kader van de officiële controles op bestrijdingsmiddelenresiduen, nemen deel aan de communautaire bekwaamheidstest voor residuen van bestrijdingsmiddelen waarnaar wordt verwezen in artikel 45, onder b) en die wordt georganiseerd door de Commissie .

AFDELING 2

NATIONALE CONTROLE- EN MONITORINGPROGRAMMA'S

Artikel 37

De op de lidstaten rustende verplichtingen met betrekking tot de nationale controleen monitoringprogramma's inzake bestrijdingsmiddelenresiduen

1.   De lidstaten stellen jaarlijks een nationaal controle- en monitoringprogramma inzake bestrijdingsmiddelenresiduen vast voor het volgende kalenderjaar.

Deze jaarlijkse nationale controle- en monitoringprogramma's moeten in overeenstemming zijn met artikel 43 van Verordening (EG) nr. 882/2004 betreffende meerjarige controleplannen met betrekking tot bestrijdingsmiddelenresiduen.

In die programma's moeten ten minste de volgende gegevens zijn vermeld:

a)

de te bemonsteren producten;

b)

het aantal monsters en analyses dat moet worden genomen, respectievelijk uitgevoerd;

c)

de te analyseren bestrijdingsmiddelenresiduen;

d)

de voor het opstellen van die programma's aan te houden criteria, met name:

i)

de te selecteren combinatie bestrijdingsmiddel/product;

ii)

het aantal te nemen monsters in verhouding tot de binnenlandse productie;

iv)

het communautair controleprogramma;

v)

de resultaten van voorgaande controleprogramma's;

vi)

het verbruik van de producten.

2.   De lidstaten leggen de jaarlijkse nationale controle- en monitoringprogramma's inzake bestrijdingsmiddelenresiduen uiterlijk op 31 december van elk jaar voor aan de Commissie en de Autoriteit.

3.   De lidstaten nemen deel aan het in artikel 38 vastgestelde communautaire monitoringprogramma.

4.     Om de drie maanden maken de lidstaten op internet de resultaten openbaar van de nationale residuencontrole, en zij verstrekken alle afzonderlijke gegevens. Bij overschrijding van de MRL's kunnen de lidstaten de naam van betrokken detail- of groothandelaren of producenten vermelden.

AFDELING 3

COMMUNAUTAIR MONITORINGPROGRAMMA

Artikel 38

Communautair monitoringprogramma

1.   De Commissie en de Autoriteit stellen een gecoördineerd communautair monitoringprogramma op, waarin wordt aangegeven welke specifieke monsters moeten worden genomen in het kader van de nationale controle- en monitoringprogramma's, en waarbij rekening wordt gehouden met de problemen die zijn geconstateerd met betrekking tot de inachtneming van de in deze verordening vastgestelde MRL's.

2.   Uiterlijk op 1 mei van elk jaar brengt de Autoriteit aan de Commissie advies uit over het gecoördineerde communautaire monitoringprogramma voor het daaropvolgende kalenderjaar, inclusief een advies over de specifieke monsters die moeten worden genomen in het kader van de nationale controle- en monitoringprogramma's.

3.   Het communautaire monitoringprogramma wordt goedgekeurd volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure en wordt uiterlijk op 1 juli van elk jaar voor het daaropvolgende kalenderjaar ingediend bij het in artikel 51, lid 1, genoemde comité.

AFDELING 4

INFORMATIE DOOR DE LIDSTATEN EN COMMUNAUTAIR JAARVERSLAG

Artikel 39

Informatie door de lidstaten

Ter aanvulling van de informatie die de lidstaten moeten verstrekken aan de Autoriteit en de Commissie aan de hand van de in artikel 44 van Verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde jaarverslagen, dienen de lidstaten uiterlijk op 31 december van elk jaar de volgende informatie te verstrekken aan de Commissie, de Autoriteit en de andere lidstaten:

a)

de resultaten van de in artikel 34, lid 1 en lid 2, vastgestelde officiële controles en monitoring;

b)

de resultaten van de analyses van de monsters die in het lopende jaar zijn genomen voor de opsporing van bestrijdingsmiddelenresiduen in producten van plantaardige oorsprong, in het kader van de in artikel 37 bedoelde nationale controle- en monitoringprogramma's en het in artikel 38 bedoelde communautaire monitoringprogramma;

c)

de LOQ's die gelden in het kader van de in artikel 37 bedoelde nationale controle- en monitoringprogramma's en het in artikel 38 bedoelde communautaire monitoringprogramma;

d)

gedetailleerde gegevens over de deelneming van analyselaboratoria aan de communautaire bekwaamheidstests en andere bekwaamheidstests die relevant zijn voor de combinaties bestrijdingsmiddel/product die zijn bemonsterd in het kader van het nationale controle- en monitoringprogramma;

e)

gedetailleerde gegevens over de accreditering van de analyselaboratoria overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004.

Artikel 40

Vorm waarin de informatie bij de Autoriteit moet worden ingediend

1.   De Autoriteit kan bepalen in welke vorm de door de lidstaten op grond van artikel 39 te verstrekken informatie moet worden ingediend.

2.   De Autoriteit verifieert en verwerkt de in artikel 39 bedoelde informatie.

Artikel 41

Het communautair jaarverslag

1.   De Autoriteit stelt een communautair jaarverslag op.

2.   Het communautair jaarverslag omvat:

a)

een analyse van de mogelijke significantie van uiteenlopende resultaten van de monitoring als bedoeld in artikel 34, lid 2;

b)

een verslag aan de Commissie over de MRL's die zijn overschreden, vergezeld van dienstige opmerkingen omtrent de noodzaak om de MRL's te wijzigen, een en ander in verband met de daaraan ten grondslag liggende GLP;

c)

een verslag over alle acute of chronische risico's voor de gezondheid van de consument ;

d)

een beoordeling van de blootstelling van consumenten aan bestrijdingsmiddelen op basis van de onder a) verstrekte gegevens en van eventuele andere beschikbare gegevens, met inbegrip van verslagen die zijn ingediend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EEG.

3.   Wanneer een lidstaat op 31 december niet alle informatie heeft verstrekt overeenkomstig artikel 39, kan de Autoriteit beslissen geen rekening te houden met de door die lidstaat verstrekte informatie bij het opstellen van het communautair jaarverslag.

4.   De Autoriteit legt het communautair jaarverslag uiterlijk op 30 april van het daaropvolgende jaar voor aan de Commissie.

5.   De Commissie kan bepalen in welke vorm het communautair jaarverslag door de Autoriteit moet worden ingediend.

6.   De Autoriteit publiceert het communautair jaarverslag.

Artikel 42

Indiening van het communautair jaarverslag bij het comité

De Commissie legt vóór 31 januari van elk jaar het communautair jaarverslag voor aan het in artikel 51, lid 1, genoemde comité, dat advies uitbrengt en aanbevelingen doet over eventuele maatregelen die moeten worden genomen naar aanleiding van in het rapport genoemde mogelijke overtredingen met betrekking tot de in de bijlagen II en III opgenomen MRL's.

AFDELING 5

STRAFFEN

Artikel 43

Straffen

De lidstaten stellen voorschriften vast inzake de straffen die moeten worden toegepast bij overtreding van de bepalingen van deze verordening en nemen de nodige maatregelen om erop toe te zien dat die straffen ook worden toegepast. De straffen moeten efficiënt zijn, in verhouding staan tot de overtreding en ontradend werken. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van deze bepalingen en van alle wijzigingen daarvan.

HOOFDSTUK VI

NOODMAATREGELEN

Artikel 44

Noodmaatregelen en advies van de Autoriteit

1.   De artikelen 53 en 54 van Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn van toepassing wanneer als gevolg van nieuwe informatie of van een nieuwe beoordeling van bestaande informatie, bestrijdingsmiddelenresiduen of MRL's waarop deze verordening van toepassing is, een gevaar kunnen betekenen voor de gezondheid van mens of dier en onmiddellijke maatregelen vereisen.

2.   De Commissie stelt de Autoriteit onverwijld in kennis van alle genomen noodmaatregelen.

3.   De Autoriteit vervolledigt een algemene beoordeling van de risico's en brengt binnen 15 dagen na de datum van de inkennisstelling door de Commissie bij de Commissie advies uit over die risico's , behalve in het geval van verse producten, waarvoor een termijn van 7 dagen geldt .

HOOFDSTUK VII

COMMUNAUTAIR GEHARMONISEERD SYSTEEM INZAKE MRL'S

Artikel 45

Geharmoniseerd systeem inzake MRL's voor bestrijdingsmiddelenresiduen

Op communautair niveau wordt een geharmoniseerd systeem voor MRL's op het vlak van bestrijdingsmiddelenresiduen vastgesteld, dat omvat:

a)

een gegevensbestand voor de communautaire wetgeving inzake MRL's van bestrijdingsmiddelenresiduen en voor het bekendmaken van dergelijke informatie;

b)

communautaire bekwaamheidstests als bedoeld in artikel 36, lid 3, en artikel 38, onder d);

c)

onderzoek ter voorbereiding van de wetgeving inzake bestrijdingsmiddelenresiduen;

d)

onderzoek dat nodig is voor het ramen van de blootstelling van consumenten en dieren aan bestrijdingsmiddelenresiduen.

Artikel 46

Communautaire bijdrage aan het geharmoniseerd systeem inzake MRL's voor bestrijdingsmiddelenresiduen

De Gemeenschap verleent een financiële bijdrage tot 100 % van de kosten voor het geharmoniseerd systeem als bedoeld in artikel 45.

De voor dat systeem uit te trekken middelen worden elk jaar vastgesteld in het kader van de begrotingsprocedure.

HOOFDSTUK VIII

COÖRDINATIE VAN AANVRAGEN INZAKE MRL'S

Artikel 47

Aanwijzing van nationale autoriteiten

Elke lidstaat wijst een autoriteit aan die belast wordt met de coördinatie van de samenwerking met de Commissie, de Autoriteit, andere lidstaten, fabrikanten, producenten en telers in het kader van deze verordening.

Elke lidstaat deelt de Commissie en de Autoriteit de naam en het adres mee van de aangewezen autoriteit.

Artikel 48

Coördinatie door de Autoriteit van de aanvragen inzake MRL's

De Autoriteit:

a)

zorgt voor de nodige coördinatie met de overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG voor een werkzame stof als rapporteur aangewezen lidstaat;

b)

zorgt voor de nodige coördinatie met de in artikel 45 bedoelde aanvragers, de lidstaten en de Commissie met betrekking tot de onder deze verordening vallende aanvragen inzake MRL's en invoertoleranties;

c)

zorgt voor de nodige contacten met de belanghebbende partijen als bedoeld in artikel 45, onder b);

d)

zorgt voor de afwikkeling van de wetenschappelijke evaluaties van dossiers en aanvragen met het oog op de opneming van MRL's in de lijsten van de bijlagen II en III.

Artikel 49

Als rapporteur aangewezen lidstaat en retributies voor aanvragen inzake MRL's

1.    Lidstaten kunnen de kosten van werkzaamheden in verband met bepaling, aanpassing of afschaffing van MRL's of importmarges, of van andere werkzaamheden die voortvloeien uit deze verordening, door middel van een heffing of vergoeding terugvorderen.

2.   De als rapporteur aangewezen lidstaten zien erop toe dat de in lid 1 bedoelde retributie:

a)

op transparante wijze wordt vastgesteld;

b)

overeenkomt met de werkelijke kosten voor het onderzoek en de administratieve afwikkeling van de aanvragen;

c)

wordt geïnd door de overeenkomstig artikel 47 aangewezen autoriteit in de als rapporteur aangewezen lidstaat;

d)

uitsluitend wordt aangewend voor de financiering van de kosten die werkelijk worden gedaan in verband met de beoordeling en de administratieve afwikkeling van de aanvraag .

3.     Wellicht wensen lidstaten aan de industrie van bestrijdingsmiddelen algemene kosten in rekening te brengen. In dit geval moeten de kosten op doorzichtige wijze worden bepaald, vergezeld van een kostenoverzicht dat ter beschikking wordt gesteld door het desbetreffende bureau in de lidstaat.

HOOFDSTUK IX

TENUITVOERLEGGING

Artikel 50

Wetenschappelijk advies van de Autoriteit

De Commissie kan de Autoriteit verzoeken om een wetenschappelijk advies over elke maatregel met betrekking tot de beoordeling van risico's in het kader van de tenuitvoerlegging van deze verordening. De Commissie kan aangeven binnen welke termijn een dergelijk advies moet worden uitgebracht.

Artikel 51

Procedure van het comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 58 van Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid (hierna het Comité te noemen).

2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

Artikel 52

Uitvoeringsmaatregelen

Volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure kunnen worden vastgesteld of gewijzigd:

a)

uitvoeringsmaatregelen met het oog op de uniforme toepassing van deze verordening;

b)

de in artikel 26, lid 1, onder b), artikel 27, lid 2, onder a), ii), artikel 37, lid 2, artikel 38, leden 2 en 3, artikel 39, artikel 39, artikel 41, lid 3, en artikel 42 vastgestelde data;

c)

de bijlagen I tot en met VII, op grond van ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis;

d)

technische richtsnoeren als hulpmiddel bij de toepassing van deze verordening;

e)

analyse- en beoordelingsmethoden;

f)

procedures inzake kwaliteitscontrole;

g)

uitvoeringsbepalingen inzake wetenschappelijke gegevens die vereist zijn voor de vaststelling van MRL's; bij de vaststelling van dergelijke bepalingen wordt rekening gehouden met het advies van de Autoriteit.

Artikel 53

Verslag over de tenuitvoerlegging van deze verordening

Binnen 10 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging ervan, vergezeld van adequate voorstellen.

HOOFDSTUK X

SLOTBEPALINGEN

Artikel 54

Intrekking

De Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG end 90/642/EEG worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2005.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijnen worden gelezen als verwijzingen naar deze verordening overeenkomstig de in bijlage VIII vastgestelde concordantietabel.

Artikel 55

Overgangsmaatregelen

Voorzover zulks nodig is om de geoogste producten op een normale wijze op de markt te brengen, te verwerken en te consumeren, met inachtneming van de normale houdbaarheidstermijn, en om terechte verwachtingen niet te beschamen, mogen overgangsmaatregelen worden vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van bepaalde MRL's als bedoeld in de artikelen 20, 21, 25, 28, 29, 30 en 31.

Deze maatregelen, die niets afdoen aan de verplichting te zorgen voor een hoge mate van bescherming van de consument, worden vastgesteld volgens de in artikel 51, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 56

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De hoofdstukken II, III, V en VI zijn van toepassing vanaf zes maanden na de datum van vaststelling van de bijlagen I, II, III en V.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C ...

(2)   PB C 234 van 30.9.2003, blz. 33 .

(3)  PB C ...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(5)  PB L 340 van 9.12.1976, blz. 26. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 van de Commissie (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(6)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/2/EG (PB L 14 van 21.1.2004, blz. 10).).

(7)  PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/2/EG van de Commissie.

(8)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/2/EG van de Commissie.

(9)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/30/EG van de Commissie (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 50).

(10)  PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003.

(11)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1642/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 4).

(12)  PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 2003/100/EG van de Commissie (PB L 285 van 1.10.2003, blz. 33).

(13)  PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1 .

(14)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(15)  Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 546/2004 van de Commissie (PB L 87 van van 25.3.2004, blz. 13).

(16)  Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001, inzake honing (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47).

(17)  Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996, inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(18)  Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie van 11 juli 2002, houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en dierlijke oorsprong en tot intrekking van Richtlijn 79/700/EEG (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 30).

BIJLAGEN

(I-VII vast te stellen via comitologieprocedure)

BIJLAGE I:

Groepen producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong, met voorbeelden van producten uit deze groepen en delen van dergelijke producten waarvoor MRL's gelden, inclusief diervoeders als bedoeld in artikel 2. Deze bijlage omvat de bestaande producten die zijn opgenomen in de bijlagen bij de oorspronkelijke vier richtlijnen, maar ook de nieuw e producten honing en kruidenaftreksels .

BIJLAGE II:

MRL's voor producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong, (in eerste instantie overgedragen) uit de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG, als bedoeld in artikel 20.

BIJLAGE III:

Tijdelijke MRL's voor werkzame stoffen waarvoor nog geen besluit inzake opneming of niet-opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is genomen, met inbegrip van resterende MRL's in de bijlage bij Richtlijn 76/895/EEG, alsmede tot nu toe niet-geharmoniseerde nationale MRL's, als bedoeld in artikel 26, en MRL's die zijn vastgesteld volgens de in artikel 29 bedoelde vereenvoudigde procedure.

BIJLAGE IV:

Lijst van werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen, geëvalueerd in het kader van Richtlijn 91/414/EEG en ten aanzien waarvan het Permanent Comité heeft besloten dat geen MRL vereist is (als bedoeld in artikel 22).

BIJLAGE V:

Specifieke concentratie- en dilutiefactoren, vastgesteld na een evaluatie in het kader van een dossier op grond van Richtlijn 91/414/EEG, of ontwikkeld nadat de Commissie een besluit heeft genomen op grond van Richtlijn 91/414/EEG (als bedoeld in artikel 15).

BIJLAGE VI:

Richtsnoeren voor het verkrijgen van gegevens met betrekking tot residuen, als vastgesteld in bijlage II, deel A, punt 6, en bijlage III, deel A, punt 8, bij Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen.

BIJLAGE VII:

Analysemethoden, procedures inzake kwaliteitscontrole (als bedoeld in artikel 37).

BIJLAGE VIII:

Concordantietabel


Deze verordening

Richtlijn 76/895/EEG

Richtlijn 86/362/EEG

Richtlijn 86/363/EEG

Richtlijn 90/642/EEG

Artikel 2

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 1, lid 1

Artikel 3, lid 2

Artikel 9, lid 2

Artikel 1, lid 4

Artikel 1, lid 4

Artikel 1, lid 4

Artikel 3, lid 3

Artikel 9, lid 1

Artikel 1, lid 3

Artikel 1, lid 3

Artikel 1, lid 3

Artikel 4

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 2

Artikel 5

 

 

 

 

Artikel 6

 

 

 

 

Artikel 7

 

 

 

 

Artikel 8

 

 

 

 

Artikel 9

 

 

 

 

Artikel 10

 

 

 

 

Artikel 11

 

 

 

 

Artikel 12

 

 

 

 

Artikel 13

 

 

 

 

Artikel 14, lid 1

 

Artikel 4, lid 1

Artikel 4, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 14, lid 2, onder a)

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, lid 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 5

Artikel 14, lid 2, onder b)

 

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 3, lid 1

Artikel 15

 

 

 

 

Artikel 16

 

Artikel 4, lid 2

Artikel 4, lid 2

Artikel 3, lid 2

Artikel 17

 

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 3

Artikel 3, lid 3

Artikel 19

 

 

 

 

Artikel 20

 

 

 

 

Artikel 21

 

 

 

 

Artikel 22

 

 

 

 

Artikel 23

 

 

 

 

Artikel 24

 

 

 

 

Artikel 25

 

 

 

 

Artikel 25, lid 2

Artikel 5

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 7

Artikel 27

 

 

 

 

Artikel 28

 

 

 

 

Artikel 29

 

 

 

 

Artikel 30

 

 

 

 

Artikel 31

 

 

 

 

Artikel 32

 

 

 

 

Artikel 33

 

 

 

 

Artikel 34, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 4, lid 4

Artikel 4, lid 4

Artikel 3, lid 4

Artikel 35, lid 2

Artikel 6, lid 2

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 6, lid 1

Artikel 36, lid 1

 

 

 

Artikel 6, lid 1

Artikel 36, lid 2

Artikel 6, lid 2

Artikel 8, lid 1

Artikel 8, lid 1

Artikel 6, lid 2

Artikel 37, lid 1

 

Artikel 7, lid 1

 

Artikel 4, lid 1

Artikel 37, lid 2

 

Artikel 7, lid 2, onder a)

 

Artikel 4, lid 2, onder a)

Artikel 38, lid 1

 

Artikel 7, lid 2, onder b)

 

Artikel 4, lid 2, onder b)

Artikel 39

 

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 1

Artikel 4, lid 3

Artikel 40

 

Artikel 7, lid 3

Artikel 7, lid 2

Artikel 4, lid 3

Artikel 41, lid 2, onder b)

 

Artikel 7, lid 3

 

Artikel 4, lid 3

Artikel 41, lid 6

 

Artikel 7, lid 3

 

Artikel 4, lid 3

Artikel 42

 

Artikel 7, lid 5

 

Artikel 4, lid 5

Artikel 43

 

Artikel 7, lid 3

 

Artikel 4, lid 3

Artikel 44, lid 1

Artikel 3, lid 2

Artikel 4, lid 1

Artikel 9, lid 1

Artikel 9, lid 1

Artikel 8

Artikel 45

 

 

 

 

Artikel 46

 

 

 

 

Artikel 47

 

 

 

 

Artikel 48

 

 

 

Artikel 7

Artikel 49

 

 

 

 

Artikel 50

 

 

 

 

Artikel 51

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9, leden 2 en 3

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 9, lid 2

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 8, leden 2 en 3

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 52

 

 

 

 

Artikel 53

 

 

 

 

Artikel 54

 

 

 

 

Artikel 55

 

 

 

 

P5_TA(2004)0300

Aardgasvoorziening *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over wijziging van de rechtsgrondslag en de „algemene oriëntatie” van de Raad met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening (15769/2003 — C5-0027/2004 — 2002/0220(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing — hernieuwde raadpleging)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel tot wijziging van de rechtsgrondslag en de „algemene oriëntatie” van de Raad van 8 december 2003 (15769/2003 — C5-0027/2004) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 488) (3),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gezien het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt over de rechtsgrondslag,

gelet op de artikelen 67 en 71, lid 2 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0213/2004),

1.

juicht het toe dat de Raad de voorstellen van het Parlement heeft overgenomen;

2.

hecht zijn goedkeuring aan de wijziging van de rechtsgrondslag;

3.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

4.

verzoekt de Raad in de preambule te verwijzen naar de aanbevelingen van het Europees Parlement;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  Aangenomen teksten van 23.9.2003, P5_TA(2003)0397.

(3)  PB C 331 E van 31.12.2002, blz. 262.

P5_TA(2004)0301

Toegang tot gastransmissienetten *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten (COM(2003) 741 — C5-0644/2003 — 2003/0302(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 741) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0644/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0254/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0302

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor de toegang tot gastransmissienetten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG (5) heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandbrenging van een interne markt voor gas. Het is nu nodig te zorgen voor structurele wijzigingen van het regelgevend kader om de resterende belemmeringen voor de voltooiing van de interne markt aan te pakken , in het bijzonder met betrekking tot de handel in aardgas over de grenzen en tussen transmissiesystemen . Er zijn bijkomende technische regels nodig, met name betreffende tariefprincipes, transparantie, congestiebeheer en balancering.

(2)

De creatie van een echte interne markt voor aardgas moet worden gestimuleerd door een toename van het aantal marktdeelnemers dat in staat is aardgas over de grenzen te transporteren, wat het concurrentievermogen in de hele Europese Gemeenschap zal opdrijven.

(3)

De ervaring met de uitvoering en voortgangscontrole van een eerste pakket Richtsnoeren voor goede praktijk dat in 2002 is vastgesteld door het Europees Regelgevend Forum voor gas leert dat teneinde de volledige uitvoering van deze regels in alle lidstaten te verzekeren en in de praktijk een minimumwaarborg voor gelijke markttoegang te verschaffen, er dient voor te worden gezorgd dat deze wettelijk afdwingbaar worden.

(4)

Een tweede pakket gemeenschappelijke regels „de tweede Richtsnoeren voor goede praktijk” is vastgesteld op de vergadering van het forum op 24-25 september 2003. Deze verordening moet derhalve, op basis van deze richtsnoeren, basisprincipes en regels vaststellen betreffende nettoegang en derdentoegangsdiensten, congestiebeheer, transparantie, balancering en het verhandelen van capaciteitsrechten.

(5)

Ter voorbereiding van de in artikel 9 bedoelde richtsnoeren is het belangrijk dat grondig overleg en samenwerking met alle relevante industriële instanties wordt gewaarborgd. Het Europees Regelgevend Forum voor gas en de Europese Groep van regelgevende instanties zijn de aangewezen organen om dit overleg te waarborgen.

(6)

Het is nodig de criteria te specificeren op grond waarvan de tarieven voor toegang tot het net worden bepaald, om ervoor te zorgen dat deze volledig voldoen aan het beginsel van niet-discriminatie en de behoeften van een goed functionerende interne markt en volledig rekening houden met de noodzaak van systeemintegriteit en effectief de gemaakte kosten weerspiegelen.

(7)

Een gemeenschappelijk minimumpakket van derdentoegangsdiensten — betreffende met name bijvoorbeeld de duur van afschakelbare transportcontracten — is nodig om in geheel de Europese Unie in de praktijk voor een gemeenschappelijke minimumtoegangsnorm te zorgen , om te verzekeren dat derdentoegangsdiensten voldoende compatibel zijn zodat de grensoverschrijdende handel niet wordt belemmerd alsmede om de voordelen van een goed functionerende interne markt voor gas te kunnen benutten.

(8)

Het beheer van contractuele congestie van netten , met name op grensovergangen en andere interconnecties tussen transmissienetwerken is een belangrijke kwestie bij de voltooiing van de interne gasmarkt. Het is nodig gemeenschappelijke regels te ontwikkelen die de noodzaak ongebruikte capaciteit vrij te maken in overeenstemming met het principe „use-it-or-lose-it” in balans brengen met de rechten van de bezitters van de capaciteit om deze te gebruiken wanneer het nodig is, en tegelijk de liquiditeit van de capaciteit te verhogen.

(9)

Hoewel de fysieke congestie van de netten momenteel zelden een probleem is in de Gemeenschap kan het er in de toekomst een worden. Het is derhalve belangrijk het basisprincipe vast te stellen voor de allocatie van capaciteit op overbelaste netten.

(10)

Opdat netgebruikers effectieve toegang tot gasnetten kunnen verkrijgen, hebben zij informatie nodig over met name technische eisen en beschikbare capaciteit teneinde te kunnen profiteren van zakelijke opportuniteiten die zich in het kader van de interne markt voordoen. Er zijn gemeenschappelijke minimumnormen betreffende dergelijke transparantie-eisen nodig.

(11)

Door de transmissiesysteembeheerders beheerde niet-discriminerende en transparante balancerings-systemen voor gas zijn belangrijke mechanismen, met name voor nieuwkomers op de markt, die het mogelijk moeilijker hebben om hun totale verkoopportefeuille in balans te houden dan gevestigde ondernemingen binnen een relevante markt. Het is derhalve nodig regels vast te stellen die verzekeren dat de transmissiesysteembeheerders dergelijke mechanismen beheren op een wijze die verenigbaar is met niet-discriminerende, transparante en effectieve toegangsvoorwaarden voor het net.

(12)

Het verhandelen van primaire rechten op capaciteit is een belangrijk onderdeel van het ontwikkelen van een concurrerende markt en het creëren van liquiditeit. Deze verordening moet derhalve basisregels op dit gebied vaststellen.

(13)

De nationale regelgevende instanties moeten erop toezien dat de in deze verordening neergelegde regels en de op basis van deze verordening vastgestelde richtsnoeren in acht worden genomen.

(14)

In de bij de verordening gevoegde richtsnoeren worden specifieke gedetailleerde regels ter uitvoering van deze principes bepaald op basis van de tweede Richtsnoeren voor goede praktijk. Deze regels zullen zich in de loop der tijd moeten ontwikkelen en door verdere regels betreffende kwesties zoals de verlichting van contractuele congestie worden uitgevoerd. Aldus dient de verordening te voorzien in de vaststelling van dergelijke nieuwe regels in overeenstemming met Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6).

(15)

Van de lidstaten en de bevoegde nationale instanties moet worden verlangd dat zij de Commissie relevante informatie verstrekken. Dergelijke informatie moet door de Commissie vertrouwelijk worden behandeld. Voor zover nodig moet de Commissie de gelegenheid hebben relevante informatie rechtstreeks aan de betrokken ondernemingen te vragen, mits de bevoegde nationale instanties daarvan op de hoogte worden gebracht.

(16)

Deze verordening en de in overeenstemming met deze verordening vastgestelde richtsnoeren laten de toepassing van de communautaire concurrentieregels onverlet.

(17)

Aangezien de doelstelling van het voorgestelde optreden, namelijk de vaststelling van eerlijke regels betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter op het niveau van de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, mag de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag bedoelde subsidiariteitsbeginsel maatregelen treffen. Overeenkomstig het in dat artikel bedoelde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze verordening beoogt eerlijke regels betreffende toegangsvoorwaarden voor aardgastransmissiesystemen vast te stellen, om derden die het net gebruiken in staat te stellen het aardgas van een transmissiesysteem naar een ander fysiek verbonden aardgastransmissiesysteem in de Europese Gemeenschap over te brengen, waardoor de concurrentie binnen de interne markt voor aardgas wordt bevorderd. Daartoe behoren principes betreffende tarieven voor toegang tot het net, de definitie van noodzakelijke diensten, geharmoniseerde principes voor capaciteitsallocatie en congestiebeheer, de bepaling van transparantieeisen, balancering en tarieven voor onbalans en de noodzaak van bevordering van secundaire markten voor capaciteitsverhandeling. Deze verordening is van toepassing op transmissiesystemen waarvoor gereguleerde derdentoegang is vereist krachtens Richtlijn 2003/55/EG.

Artikel 2

Definities

(1)   Voor de toepassing van deze verordening en de ingevolge deze verordening vast te stellen richtsnoeren gelden de volgende definities:

1.

„transmissie”: het transport van aardgas door een hogedruknet of een regionaal pijpleidingnet dat vooral uit hogedrukpijpleidingen bestaat, met uitzondering van een upstreampijpleidingnet, met het oog op de belevering van afnemers, de levering zelf niet inbegrepen;

2.

„transportcontract”: een contract dat de transmissiesysteembeheerder heeft gesloten met een netgebruiker met het oog op het uitvoeren van transmissie;

3.

„capaciteit”: de maximale flow, uitgedrukt in normaal kubieke meter per tijdseenheid of in energieeenheid per tijdseenheid, waarop de netgebruiker recht heeft in overeenstemming met de bepalingen van het transportcontract;

4.

„congestiebeheer”: beheer van de capaciteitsportefeuille van de transmissiesysteembeheerder met het oog op het optimale en maximale gebruik van de technische capaciteit en de tijdige detectie van toekomstige congestie- en saturatiepunten;

5.

„secundaire markt”: de markt van de anders dan op de primaire markt verhandelde capaciteit;

6.

„nominatie”: het vooraf opgeven door de netgebruiker aan het transmissiebedrijf van de werkelijke flow die hij wil invoeden op of onttrekken aan het systeem;

7.

„hernominatie”: het melden van een gecorrigeerde nominatie;

8.

„residuele balancering”: de fysieke balancering om systeemintegriteit te verzekeren gedurende de balanceringsperiode;

9.

„systeemintegriteit”: elke situatie met betrekking tot een transmissienet of een transmissiefaciliteit waarbij de druk en de kwaliteit van het aardgas binnen de door de transmissiesysteembeheerder vastgestelde minimum- en maximumgrenzen blijven zodat de transmissie van aardgas uit een technisch oogpunt gegarandeerd is;

10.

„balanceringsperiode”: periode waarbinnen het onttrekken van een hoeveelheid aardgas, uitgedrukt in eenheden van energie, door elke netgebruiker moet worden gecompenseerd door middel van het invoeden van dezelfde hoeveelheid aardgas op het transmissienet in overeenstemming met het transportcontract of de netcode;

11.

„netgebruiker”: een afnemer of een mogelijke afnemer van een transmissiesysteembeheerder en transmissiesysteembeheerders zelf voorzover het voor hen nodig is hun functies met betrekking tot de transmissie uit te voeren ;

12.

„afschakelbare diensten”: door de transmissiesysteembeheerder op basis van afschakelbare capaciteit aangeboden diensten;

13.

„afschakelbare capaciteit”: gastransmissiecapaciteit die door de transmissiesysteembeheerder kan worden afgeschakeld overeenkomstig de in het transportcontract bepaalde voorwaarden;

14.

„langetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder aangeboden diensten met een duur van één jaar of meer;

15.

„kortetermijndiensten”: door de transmissiesysteembeheerder aangeboden diensten met een duur van minder dan één jaar;

16.

„vaste capaciteit”: door de transmissiesysteembeheerder contractueel gegarandeerde gastransmissiecapaciteit;

17.

„technische capaciteit”: de maximale vaste capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan de netgebruikers kan aanbieden, rekening houdend met de systeemintegriteit en de operationale eisen van het transmissienet;

18.

„gecontracteerde capaciteit”: capaciteit die de transmissiesysteembeheerder aan een netgebruiker heeft gealloceerd door middel van een transportcontract;

19.

„beschikbare capaciteit”: het deel van de technische capaciteit dat niet is gealloceerd en op dat moment nog beschikbaar is voor het systeem;

20.

„contractuele congestie”: een situatie waarbij het niveau van de vraag naar vaste capaciteit groter is dan de technische capaciteit, d.w.z. alle technische capaciteit is gecontracteerd als vaste capaciteit;

21.

„primaire markt”: de markt van de direct door de transmissiesysteembeheerder of door de monopoliehouder van de langetermijnstransmissie-capaciteitsrechten of -diensten verkochte capaciteit;

22.

„fysieke congestie”: een situatie waarbij op een bepaald tijdstip het niveau van de vraag naar werkelijke leveringen groter is dan de technische capaciteit;

23.

„nieuwkomers”: ondernemingen die in de betrokken lidstaat nog niet actief zijn op het gebied van gaslevering en zich kwalificeren als kleine speler, of pas 2 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening de markt hebben betreden en zich kwalificeren als kleine speler;

24.

„kleine speler”: een onderneming met een marktaandeel van minder dan 3 % van de nationale gasmarkt waarop deze actief is;

25.

„interconnectie-akkoorden”: akkoorden tussen geïnterconnecteerde transmissiesysteembeheerders die tot doel hebben de interoperabiliteit van het interconnectiepunt te verzekeren en die specificaties bevatten over de energie (met inbegrip van specificaties over druk, temperatuur en chemisch gas), de verandering van flowsnelheid en de bediening van het interconnectiepunt;

26.

„operationele balanceringsakkoorden”: akkoorden tussen geïnterconnecteerde transmissiesysteembeheerders die tot doel hebben de interoperabiliteit van het interconnectiepunt te verzekeren en omvatten het beheer van de energierekeningen van de transmissiesysteembeheerders aan het interconnectiepunt. Ze worden gebruikt om kleine operationele onevenwichtigheden te verenigen zodat de netgebruikers hun volledige nominatie wordt gealloceerd, tenzij zich een significant tekort of surplus van het net voordoet;

27.

„relevante punten”: ten minste alle entrypunten en de belangrijkste exitpunten van een door een transmissiesysteembeheerder beheerd net, alle punten die het transmissienet verbinden met verschillende netbeheerders en LNG- en opslagfaciliteiten, alle essentiële punten binnen het net van een gegeven transmissiesysteembeheerder en alle punten die het net verbinden met de infrastructuur die nodig is voor het aanbieden van ondersteunende diensten in de zin van artikel 2, punt 14 van Richtlijn 2003/55/EG.

(2)   De definities in artikel 2 van Richtlijn 2003/55/EG zijn eveneens van toepassing.

Artikel 3

Tarieven voor de toegang tot netten

(1)   De door de transmissiesysteembeheerders voor de toegang tot netten toegepaste tarieven of de voor de berekening van de tarieven gebruikte methoden zijn transparant, houden rekening met de noodzaak van systeemintegriteit, zijn een efficiënte afspiegeling van de gemaakte kosten, inclusief de nodige winst op de investeringen en in voorkomende gevallen met inachtneming van nationale en internationale benchmarking van tarieven. De tarieven of de voor de berekening van de tarieven gebruikte methoden zijn niet-discriminerend.

De tarieven zijn bevorderlijk voor de efficiënte handel in gas en de concurrentie en zijn gericht op het vermijden van kruissubsidiëring tussen de netgebruikers en op het bieden van stimulansen voor investeringen en het handhaven of creëren van interoperabele transmissienetwerken.

(2)   De tarieven voor nettoegang werken niet beperkend op de marktliquiditeit of verstorend op de grensoverschrijdende handel van de verschillende transmissiesystemen. Indien verschillen in de tariefstructuren of balanceringsmechanismen de grensoverschrijdende handel belemmeren, streven transmissiesysteembeheerders actief naar de convergentie van tariefstructuren en tariefbeginselen, ook met betrekking tot balancering.

Artikel 4

Derdentoegangsdiensten

(1)     Transmissiesysteembeheerders streven ernaar belemmeringen voor de handel in aardgas, die ontstaan door het ontwerp of de uitvoering van derdentoegangsdiensten, te vermijden. Alle bestaande belemmeringen dienen te worden verwijderd.

(2)   Transmissiesysteembeheerders bieden, met gebruikmaking van standaardtransportcontracten of een gemeenschappelijke netcode, aan alle netgebruikers derdentoegangsdiensten op dezelfde contractuele basis aan.

(3)   Transmissiesysteembeheerders bieden zowel vaste als afschakelbare derdentoegangsdiensten aan. De prijs van afschakelbare capaciteit is een afspiegeling van de waarschijnlijkheid van afschakeling .

(4)   Transmissiesysteembeheerders bieden aan de netgebruikers zowel lange- als kortetermijndiensten aan.

(5)   Buiten een gasjaar ondertekende transportcontracten met niet-standaardaanvangsdata of met een kortere duur dan een standaardtransportcontract resulteren op jaarbasis niet in willekeurig hogere tarieven.

(6)     Transmissiesysteembeheerders zorgen voor interoperabiliteit van de verschillende systemen, onder andere door voor elk raakvlak zowel gestandaardiseerde interconnectieakkoorden als gestandaardiseerde operationele balanceringsakkoorden aan te gaan.

(7)     Ten behoeve van de verkoop of allocatie van diensten aan derde partijen heeft elke onderneming die monopoliehouder is van langetermijnscapaciteitsrechten dezelfde verplichtingen als de transmissiesysteembeheerder van de pijpleiding waarop de onderneming de rechten heeft.

(8)     Zo nodig kunnen derdentoegangsdiensten afhankelijk worden gesteld van passende garanties van netwerkgebruikers voor wat betreft de kredietwaardigheid van deze gebruikers. Zulke garanties mogen niet de vorm hebben van oneerlijke marktbelemmeringen en moeten niet-discriminerend, transparant en proportioneel zijn.

Artikel 5

Principes inzake mechanismen voor capaciteitsallocatie en procedures voor congestiebeheer

(1)     Marktdeelnemers krijgen de beschikking over de maximale capaciteit van alle relevante punten waaraan in artikel 6, lid 4 wordt gerefereerd, met inachtneming van systeemintegriteit en efficiënte netwerkexploitatie.

(2)   Transmissiesysteembeheerders implementeren en publiceren niet-discriminerende en transparante mechanismen voor capaciteitsallocatie. Deze dienen

a)

passende economische signalen te geven voor een efficiënt en maximaal gebruik van de technische capaciteit en investeringen in nieuwe infrastructuur te vergemakkelijken;

b)

te zorgen voor compatibiliteit met de marktmechanismen, met inbegrip van spotmarkten en trading hubs en tevens flexibel en in staat te zijn zich aan een veranderd marktmilieu aan te passen;

c)

compatibel te zijn met de nettoegangsregelingen van de lidstaten.

(3)   Wanneer transmissiesysteembeheerders nieuwe transportcontracten sluiten wordt in deze contracten rekening gehouden met de volgende principes, die van toepassing zijn in geval van contractuele congestie:

a)

de transmissiesysteembeheerder biedt ongebruikte capaciteit aan op de primaire markt , ten minste op „day-ahead”-basis en op voorwaarde dat het aanbod onderbroken mag worden ;

b)

netgebruikers die hun ongebruikte gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt willen doorverkopen hebben daartoe het recht.

(4)   Wanneer krachtens bestaande transportcontracten gecontracteerde capaciteit ongebruikt blijft en in geval van aanhoudende en significante contractuele congestie, trachten de transmissiesysteembeheerders, in overleg met de bevoegde instanties, deze capaciteit vrij te maken opdat de in lid 3, onder a) en b), neergelegde principes kunnen worden toegepast.

(5)   In geval van fysieke congestie worden niet-discriminerende marktgerichte oplossingen toegepast.

Artikel 6

Transparantie-eisen

(1)   De transmissiesysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat netgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen.

(2)     Om transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven te garanderen en een efficiënt gebruik van het gasnet te bevorderen publiceren de transmissiesysteembeheerders of relevante nationale instanties beknopte en voldoende gedetailleerde informatie over tariefderivatie, methodologie en structuur.

(3)   Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceren de transmissiesysteembeheerders regelmatig, voortschrijdend en op een gebruiksvriendelijke wijze voor alle relevante punten of pijpleidingen numerieke informatie over technische, gecontracteerde en beschikbare capaciteit. Deze relevante punten en pijpleidingen omvatten alle verbindingen met andere transmissiesystemen.

(4)    Andere relevante punten van een transmissiesysteem waarover informatie moet worden gepubliceerd , worden door de nationale regelgevende instanties na overleg met netgebruikers vastgesteld .

(5)   Daar waar een transmissiesysteembeheer van oordeel is dat hij om redenen van vertrouwelijkheid niet gerechtigd is alle vereiste gegevens te publiceren, vraagt hij de nationale regelgevende instantie om toestemming om de publicatie voor het punt of de punten in kwestie te beperken.

De nationale regelgevende instantie willigt de aanvraag in of wijst hem af, rekening houdend met de noodzaak de legitieme commerciële vertrouwelijkheid te respecteren en het doel een concurrerende interne gasmarkt tot stand te brengen. Bij inwilliging wordt de beschikbare capaciteit gepubliceerd zonder vermelding van de numerieke data die inbreuk zouden maken op de vertrouwelijkheid.

Een vrijstelling van de verplichting tot publiceren is niet mogelijk daar waar drie of meer netgebruikers capaciteit hebben gecontracteerd op hetzelfde punt.

(6)     De transmissiesysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op niet-discriminerende basis.

Artikel 7

Balancering en tarieven voor onbalans

(1)   De balanceringsregels worden ontworpen op eerlijke, niet-discriminerende en transparante wijze en zijn gebaseerd op objectieve criteria. De balanceringsregels zijn een afspiegeling van de werkelijke systeembehoeften rekening houdend met de voor de transmissiesysteembeheer beschikbare hulpmiddelen.

(2)     De netgebruikers wordt niet vereist hun inputs en outputs te balanceren over een kortere tijdsspanne dan door middel van een marktgericht balanceringssysteem mogelijk is. Tijdens de overgangsperiode zal de nationale regelgevende instantie voor een niet-marktgericht balanceringssysteem zorgen dat nieuwkomers aanmoedigt.

(3)   Ingeval van niet marktgerichte balanceringssystemen worden de tolerantiewaarden minstens ontworpen op een wijze die een afspiegeling is van de seizoensgebondenheid en de werkelijke technische capaciteit van het transmissiesysteem. De tolerantiewaarden zijn een afspiegeling van de echte systeembehoeften rekening houdend met de voor de transmissiesysteembeheer beschikbare hulpmiddelen.

(4)   De balanceringstarieven zijn globaal kostengeoriënteerd en stimuleren in voorkomende gevallen de netgebruikers om hun onttrekking en invoeding van gas te balanceren. Zij zijn gericht op het vermijden van kruissubsidiëring tussen de netgebruikers en houden geen belemmering in voor het betreden van de markt door nieuwkomers.

De balanceringstarieven worden gepubliceerd.

(5)   De transmissiesysteembeheerders mogen geldboetes innen bij de netgebruikers van wie de invoeding op en onttrekking aan het transmissiesysteem niet in balans is overeenkomstig de in lid 1 bedoelde balanceringsregels.

(6)   De geldboetes die de effectief gemaakte balanceringskosten overschrijden, worden op een niet-discriminerende basis over de netgebruikers herverdeeld. De methode voor het herverdelen van deze kosten wordt door de relevante nationale instanties goedgekeurd.

(7)   De transmissiesysteembeheerders verstrekken, mits zij de relevante informatie hebben verkregen of redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij deze zullen verkrijgen, voldoende, goed getimede en betrouwbare online-informatie over de balanceringsstatus van de netgebruikers die nodig is om de netgebruikers in staat te stellen tijdig correctieve maatregelen te nemen. De tarieven voor het verstrekken van deze informatie worden goedgekeurd door de nationale regelgevende instantie en gepubliceerd.

Het niveau van de informatie die wordt verstrekt is een afspiegeling van het niveau van de informatie die beschikbaar is voor de transmissiesysteembeheerders.

(8)     De lidstaten zorgen ervoor dat de transmissiesysteembeheerders de balanceringsstelsels harmoniseren en de structuren en niveaus van de balanceringstarieven stroomlijnen om de handel in aardgas te bevorderen.

Artikel 8

Secundaire markten

De transmissiesysteembeheerders raadplegen netgebruikers ondernemen redelijke stappen om mogelijk te maken en te bevorderen dat capaciteitsrechten vrij verhandelbaar zijn tussen geregistreerde netgebruikers in een secundaire markt. Zij ontwikkelen gestandaardiseerde transportcontracten en procedures op de primaire markt om de secundaire handel in capaciteit te bevorderen en erkennen de overdracht van primaire capaciteitsrechten voor zover door netgebruikers genotificeerd .

Artikel 9

Richtsnoeren

(1)   In voorkomende gevallen specificeren de richtsnoeren die voorzien in de minimale mate van harmonisatie die vereist is om het doel van deze verordening te realiseren:

a)

de details van de tariefmethodologie, in overeenstemming met artikel 3;

b)

de details van de derdentoegangsdiensten inclusief de aard, duur en andere eisen betreffende deze diensten, in overeenstemming met artikel 4;

c)

de details van de principes die aan de mechanismen voor capaciteitsallocatie ten grondslag liggen en betreffende de toepassing van procedures voor congestiebeheer, in overeenstemming met artikel 5;

d)

de details betreffende de definitie van de technische informatie die nodig is opdat de netgebruikers effectieve toegang kunnen verkrijgen tot het systeem en de definitie van alle voor de transparantieeisen relevante punten, inclusief de op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema op grond waarvan deze informatie moet worden gepubliceerd, in overeenstemming met artikel 6;

e)

de details betreffende de balanceringsregels en tarieven voor onbalans, in overeenstemming met artikel 7;

f)

de details betreffende de secundaire markten, in overeenstemming met artikel 8.

(2)   De richtsnoeren betreffende de kwesties die zijn opgenomen in lid 1, onder b, c en d, worden in de bijlage neergelegd. Zij worden door de Commissie gewijzigd in overeenstemming met de in artikel 14, lid 3, bedoelde procedure.

(3)   De Commissie stelt in overeenstemming met de in artikel 14, lid 3 bedoelde procedure en niet later dan één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening richtsnoeren vast betreffende de kwesties die zijn opgenomen in lid 1, onder a), e) en f).

Artikel 10

Regelgevende instanties

De regelgevende instanties van de lidstaten verzekeren, wanneer zij zich van hun verantwoordelijkheden krachtens deze verordening kwijten, de naleving van deze verordening en de ingevolge artikel 9 vastgestelde richtsnoeren.

In voorkomende gevallen werken zij met elkaar en met de Commissie samen.

Artikel 11

Verstrekking van informatie en vertrouwelijkheid

1.   De lidstaten en de regelgevende instanties verstrekken de Commissie op verzoek alle voor de toepassing van artikel 9 noodzakelijke informatie.

De Commissie stelt een redelijke termijn vast waarbinnen de informatie moet worden verstrekt rekening houdend met de complexiteit en de urgentie van de vereiste informatie.

2.   Indien de lidstaat of de betrokken regelgevende instantie deze informatie niet verstrekt binnen de ingevolge lid 1 gestelde termijn kan de Commissie alle voor de toepassing van artikel 9 noodzakelijke informatie rechtstreeks bij de betrokken ondernemingen opvragen.

Wanneer de Commissie tot een onderneming een verzoek om informatie richt, zendt zij gelijktijdig een afschrift van het verzoek aan de regelgevende instanties van de lidstaat op het grondgebied waarvan de zetel van de onderneming zich bevindt.

In haar verzoek om informatie noemt de Commissie de rechtsgrond van het verzoek, de voor het verstrekken van de informatie gestelde termijn, het doel van het verzoek, alsmede de geldboetes waarin artikel 13, lid 2, voorziet voor het verstrekken van onjuiste, onvolledige of misleidende informatie. De Commissie stelt een redelijke termijn vast rekening houdend met de complexiteit en de urgentie van de vereiste informatie.

3.    Daar waar een onderneming de gevraagde informatie niet binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt of onvolledige informatie verstrekt, kan de Commissie bij beschikking vragen dat de informatie wordt verstrekt. De beschikking specificeert welke informatie gevraagd wordt en stelt een passende termijn vast waarbinnen deze informatie moet worden verstrekt. De beschikking vermeldt de in artikel 13, lid 2, bedoelde boetes .

De Commissie doet gelijktijdig een afschrift van haar beschikking toekomen aan de regelgevende instanties van de lidstaat op het grondgebied waarvan zich de verblijfplaats van de persoon of de zetel van de onderneming bevindt.

4.   De Commissie gebruikt de ingevolge deze verordening ingewonnen informatie enkel voor de toepassing van artikel 9.

Artikel 12

Het recht van de lidstaten om meer gedetailleerde maatregelen te treffen

Deze verordening laat de rechten van de lidstaten onverlet om maatregelen te handhaven of in te voeren die meer gedetailleerde voorschriften bevatten dan die welke in deze verordening en de in artikel 9 bedoelde richtsnoeren zijn vervat.

Artikel 13

Boetebeding

(1)     De lidstaten stellen onverlet het in lid 2 bepaalde vast welke boetes bij een overtreding van de bepalingen van deze verordening worden opgelegd en nemen alle noodzakelijke maatregelen om deze verordening toe te passen. De beoogde sancties moeten doeltreffend, proportioneel en afschrikwekkend zijn. De lidstaten delen de Commissie de desbetreffende bepalingen uiterlijk op 1 juli 2005 mee en melden haar onverwijld latere wijzigingen die deze bepalingen betreffen.

(2)   De Commissie kan bij beschikking aan ondernemingen boetes opleggen van ten hoogste 1 % van de totale omzet over het voorgaande boekjaar, voor zover zij opzettelijk of uit onachtzaamheid onjuiste, onvolledige of misleidende informatie verschaffen in antwoord op een verzoek ingevolge artikel 11, lid 2, of verzuimen informatie te verschaffen binnen de termijn die wordt gesteld bij een ingevolge artikel 11, lid 3, eerste alinea, vastgestelde beschikking.

Bij de vaststelling van het bedrag van de geldboete dient rekening te worden gehouden met de ernst van de niet-nakoming van de eisen van de eerste alinea.

(3)   Ingevolge lid 1 bepaalde boetes en vastgestelde beschikkingen zijn niet van strafrechtelijke aard.

Artikel 14

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het comité opgericht bij artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (7).

(2)     Het comité zal de transmissiesysteembeheerders, de netgebruikers en aardgasconsumenten raadplegen en hun standpunten zorgvuldig in overweging nemen.

(3)   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 daarvan.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn is vastgesteld op drie maanden.

Artikel 15

Verslag van de Commissie

De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van deze verordening. Zij dient bij het Europees Parlement en de Raad uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een verslag in over de bij de toepassing ervan opgedane ervaring. Met name wordt in het verslag onderzocht tot op welke hoogte de verordening succesvol is geweest in het verzekeren van niet-discriminerende en kostengeoriënteerde nettoegangsvoorwaarden voor gastransmissienetten teneinde bij te dragen aan een veelzijdig aanbod voor de consument in een goed functionerende interne markt en de leveringszekerheid op lange termijn. Het verslag wordt in het kader van de in Richtlijn 2003/55/EG voorgeschreven rapportageverplichting opgesteld en kan vergezeld gaan van de nodige voorstellen en/of aanbevelingen.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Een lidstaat kan zonder een wijziging van deze verordening niet van zijn verplichtingen worden ontslagen.

Gedaan te ..., de ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(2)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(3)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(5)   PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57 .

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1.

BIJLAGE

RICHTSNOEREN BETREFFENDE DERDENTOEGANGSDIENSTEN

PRINCIPES DIE TEN GRONDSLAG LIGGEN AAN HET MECHANISME VOOR CAPACITEITSALLOCATIE EN DE PROCEDURES VOOR CONGESTIEBEHEER EN DE TOEPASSING VAN PROCEDURES VOOR CONGESTIEBEHEER IN GEVAL VAN CONTRACTUELE CONGESTIE, EN

DEFINITIE VAN DE TECHNISCHE INFORMATIE DIE NETGEBRUIKERS NODIG HEBBEN OM EFFECTIEVE TOEGANG TE KUNNEN VERKRIJGEN TOT HET SYSTEEM EN DEFINITIE VAN ALLE VOOR DE TRANSPARANTIE-EISEN RELEVANTE PUNTEN, INCLUSIEF DE OP ALLE RELEVANTE PUNTEN TE PUBLICEREN INFORMATIE EN HET TIJDSCHEMA OP GROND WAARVAN DEZE INFORMATIE MOET WORDEN GEPUBLICEERD

1.   Derdentoegangsdiensten

(1)

De transmissiesysteembeheerders bieden vaste en afschakelbare diensten aan met een minimumduur van één dag.

(2)

De standaardtransportcontracten en gemeenschappelijke netcode worden ontworpen op een wijze die bevorderlijk is voor de handel in en het hergebruik van de door de netgebruikers gecontracteerde capaciteit zonder de vrijgave van capaciteit te belemmeren.

(3)

Bij de ontwikkeling van netcodes en standaardcontracten moeten de netgebruikers en de transmissiesysteembeheerders naar behoren worden geraadpleegd.

(4)

De transmissiesysteembeheerders implementeren gestandaardiseerde nominatie- en hernominatieprocedures zodra deze binnen EASEE-gas zijn overeengekomen. Zij ontwikkelen informatiesystemen en elektronische communicatiemiddelen om adequate data te verstrekken aan de netgebruikers en transacties zoals nominaties, capaciteitscontractering en overdracht van capaciteitsrechten tussen netgebruikers te vereenvoudigen.

(5)

De transmissiesysteembeheerders harmoniseren geformaliseerde aanvraagprocedures en reactietermijnen overeenkomstig de beste branchepraktijk met het doel de reactietijden te minimaliseren. Zij voorzien uiterlijk 1 juli 2005 in on-linecapaciteitsboekings- en confirmeringssystemen via beeldscherm alsook nominatie- en hernominatieprocedures die binnen EASEE-gas zijn overeengekomen.

(6)

De transmissiesysteembeheerders rekenen de netgebruikers niet afzonderlijk de informatieaanvragen en transacties aan die verband houden met hun transportcontracten en die worden uitgevoerd overeenkomstig de standaardregels en -procedures.

(7)

Informatieaanvragen die buitengewone of excessieve uitgaven vereisen zoals haalbaarheidsstudies mogen afzonderlijk worden aangerekend, mits de kosten naar behoren kunnen worden bewezen.

(8)

De transmissiesysteembeheerders werken met andere transmissiesysteembeheerders samen bij het coördineren van het onderhoud van hun respectieve netwerken teneinde elke storing van de transmissiediensten aan netgebruikers en transmissiesysteembeheerders in andere gebieden te minimaliseren en teneinde te zorgen voor gelijke voordelen met betrekking tot de leveringszekerheid inclusief in verband met het transitverkeer.

(9)

De transmissiesysteembeheerders publiceren minstens eenmaal per jaar binnen een voorafbepaalde termijn alle geplande onderhoudsperiodes die van invloed kunnen zijn op de uit de transportcontracten voortvloeiende rechten van de netgebruikers en desbetreffende operationele informatie met adequate vooraankondiging. Dit houdt in dat prompt en op niet-discriminerende basis alle wijzigingen van geplande onderhoudsperiodes worden gepubliceerd en dat niet-gepland onderhoud wordt bekendgemaakt zodra deze informatie beschikbaar wordt voor de TSO. Gedurende de onderhoudsperioden publiceren de TSO's regelmatig geactualiseerde informatie betreffende details en verwachte duur en effect van het onderhoud.

(10)

De transmissiesysteembeheerders houden dagelijks een logboek bij van de werkelijke onderhouds- en flowstoringen die zich hebben voorgedaan en stellen dit op verzoek ter beschikking van de regelgevende instantie. De informatie wordt op verzoek eveneens ter beschikking gesteld van degenen die getroffen worden door een storing.

2.   Principes die ten grondslag liggen aan het mechanisme voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer en toepassing van procedures voor congestiebeheer in geval van contractuele congestie

2.1.    Principes die ten grondslag liggen aan het mechanisme voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer

(1)

Het mechanisme voor capaciteitsallocatie en de procedures voor congestiebeheer zijn bevorderlijk voor de ontwikkeling van concurrentie en de liquide verhandeling van capaciteit en zijn compatibel met de marktmechanismen inclusief de spotmarkten en handelshubs. Zij zijn flexibel en aanpasbaar aan zich ontwikkelende marktomstandigheden.

(2)

Deze mechanismen en procedures kunnen rekening houden met de integriteit van het betrokken systeem alsook de leveringszekerheid.

(3)

Deze mechanismen en procedures belemmeren de toetreding van nieuwe marktdeelnemers niet en creëren evenmin overmatige hinderpalen voor het betreden van de markt. Zij beletten niet dat de marktdeelnemers, inclusief nieuwe marktdeelnemers en bedrijven met een klein marktaandeel, effectief concurreren.

(4)

Door middel van deze mechanismen en procedures worden geschikte economische signalen gegeven voor de efficiënte en maximale benutting van technische capaciteit en worden investeringen in nieuwe infrastructuur aangemoedigd.

(5)

Netgebruikers worden ingelicht over het soort omstandigheden dat de beschikbaarheid van gecontracteerde capaciteit kan beïnvloeden. De informatie over afschakeling dient overeen te komen met het informatieniveau waarover de transmissiesysteembeheerder beschikt.

(6)

Indien het om systeemintegriteitsredenen moeilijk is de contractuele leveringsverplichtingen na te komen, brengen de transmissiesysteembeheerders de netgebruikers op de hoogte en zoeken ze onverwijld een niet-discriminerende oplossing. De transmissiesysteembeheerders raadplegen netgebruikers over procedures alvorens deze uit te voeren en komen ze met de regelgevende instantie overeen.

2.2.   Procedures voor congestiebeheer in geval van contractuele congestie

(1)

Ingeval gecontracteerde capaciteit niet gebruikt wordt, stellen de transmissiesysteembeheerders deze capaciteit op afschakelbare basis beschikbaar op de primaire markt via contracten van verschillende duur mits deze capaciteit door de relevante netgebruiker (capaciteitshouder) niet tegen een redelijk prijs wordt aangeboden op de secundaire markt.

(2)

Inkomsten uit vrijgegeven afschakelbare capaciteit worden gedeeld overeenkomstig de door de relevante regelgevende instantie vastgestelde regels. De regels zijn verenigbaar met de eis van een effectief en efficiënt gebruik van het systeem.

(3)

Een redelijke prijs voor vrijgegeven afschakelbare capaciteit kan door de relevante regelgevende instanties worden bepaald rekening houdend met de heersende specifieke omstandigheden.

(4)

De transmissiesysteembeheerders ondernemen redelijke pogingen om minstens een gedeelte van de ongebruikte capaciteit aan de markt aan te bieden als vaste capaciteit.

3.   Definitie van de technische informatie die netgebruikers nodig hebben om effectieve toegang te kunnen verkrijgen tot het systeem en definitie van alle voor de transparantie-eisen relevante punten, inclusief de op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema op grond waarvan deze informatie moet worden gepubliceerd

3.1.   Definitie van de technische informatie die netgebruikers nodig hebben om effectieve toegang te kunnen verkrijgen tot het systeem

De transmissiesysteembeheerders publiceren in de landstaal (landstalen) en tegelijk in het Engels minstens de volgende informatie over hun systemen en diensten:

(a)

Een gedetailleerde en uitvoerige beschrijving van de verschillende aangeboden diensten en de desbetreffende tarieven;

(b)

De verschillende types transportcontracten die voor deze diensten beschikbaar zijn en, in voorkomende gevallen, de netcode en/of de standaardvoorwaarden waarin de rechten en verantwoordelijkheden van alle netgebruikers geschetst worden inclusief de standaardtransportcontracten en andere relevante documenten;

(c)

De standaardprocedures die worden toegepast wanneer gebruik wordt gemaakt van het transmissiesysteem inclusief de definitie van kernbegrippen;

(d)

Voorzieningen inzake capaciteitsallocatie, congestiebeheer en ter voorkoming van hamsteren; procedures voor hergebruik;

(e)

De regels die ten aanzien van de transmissiesysteembeheerder van toepassing zijn op de handel in capaciteit op de secundaire markt;

(f)

In voorkomende gevallen de flexibiliteits- en tolerantiewaarden die in het transport en de andere diensten inbegrepen zijn zonder afzonderlijke vergoeding alsook de daarbovenop aangeboden flexibiliteit en desbetreffende tarieven;

(g)

Een gedetailleerde beschrijving van het gassysteem van de transmissiesysteembeheerder met vermelding van alle relevante punten die zijn systeem interconnecteren met dat van andere transmissiesysteembeheerders en/of gasinfrastructuur zoals LNG en infrastructuur die nodig is voor het aanbieden van ondersteunende diensten zoals bedoeld in artikel 2, punt 14, van Richtlijn 2003/55/EG;

(h)

Informatie over gaskwaliteit en drukeisen;

(i)

De regels die gelden voor verbinding met het door de TSO geëxploiteerde systeem;

(j)

Alle informatie betreffende voorgestelde en/of werkelijke wijzigingen van de diensten of voorwaarden, inclusief de in de punten a) tot i) opgenomen items.

3.2.   Definitie van alle voor de transparantie-eisen relevante punten

Relevante punten zijn minstens:

(a)

Alle entrypunten van een door een transmissiesysteembeheerder geëxploiteerd net;

(b)

De belangrijkste exitpunten die betrekking hebben op minstens 50 % van de totale exitcapaciteit van het net van een gegeven transmissiesysteembeheerder;

(c)

Alle punten die de verschillende netten van de transmissiesysteembeheerders interconnecteren;

(d)

Alle punten die het net van een transmissiesysteembeheerder verbinden met een LNG-terminal;

(e)

Alle essentiële punten binnen het net van een gegeven transmissiesysteembeheerder inclusief de punten die verbinden met de gashubs. Als essentieel gelden alle punten waar, naar de ervaring leert, zich fysieke congestie kan voordoen;

(f)

Alle punten die het net van een gegeven transmissiesysteembeheerder verbinden met de infrastructuur die nodig is voor het aanbieden van ondersteunende diensten in de zin van artikel 2, punt 14, van Richtlijn 2003/55/EG.

3.3.   De op alle relevante punten te publiceren informatie en het tijdschema op grond waarvan deze informatie moet worden gepubliceerd

(1)

Op alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders op het internet regelmatig/voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke gestandaardiseerde wijze de volgende informatie over de dagelijkse capaciteitssituatie:

a)

de maximale technische capaciteit voor flows in beide richtingen

b)

de totale gecontracteerde en afschakelbare capaciteit

c)

de beschikbare capaciteit

(2)

Voor alle relevante punten publiceren de transmissiesysteembeheerders minstens 18 maanden van te voren de beschikbare capaciteiten en actualiseren zij deze informatie minstens om de maand of frequenter indien nieuwe informatie beschikbaar komt.

(3)

De transmissiesysteembeheerders publiceren voor alle relevante punten dagelijkse actualiseringen betreffende de beschikbaarheid van kortetermijndiensten (dag van te voren en week van te voren) op basis van onder meer nominaties, geldende contractuele verbintenissen en regelmatige langetermijnvoorspellingen (een termijn van maximaal 10 jaar) van beschikbare capaciteiten op jaarbasis.

(4)

Gepubliceerde capaciteiten behoeven geen verdere toelichting.

(5)

De transmissiesysteembeheerders publiceren voor de afgelopen drie jaar voortschrijdend historische maximale en minimale maandelijkse capaciteitsgebruikspercentages en jaarlijkse gemiddelde flows op alle relevante punten.

(6)

De transmissiesysteembeheerders houden dagelijks een logboek bij van de werkelijke geaggregeerde flows gedurende drie maanden.

(7)

De transmissiesysteembeheerders registreren alle capaciteitscontracten en alle andere relevante informatie met betrekking tot het berekenen van en verschaffen van toegang tot de beschikbare capaciteiten, waar de relevante nationale instanties inzage in hebben om hun taken te vervullen.

(8)

De transmissiesysteembeheerders verschaffen gebruikersvriendelijke instrumenten voor het berekenen van de tarieven voor de beschikbaren diensten en voor het on-line verifiëren van de beschikbare capaciteit.

(9)

Voor zover de transmissiesysteembeheerders niet in staat zijn de informatie te publiceren in overeenstemming met punt 1, 3 en 8 plegen zij overleg met hun relevante nationale instanties en stellen zij zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 31 december 2005, een implementatieactieplan op.

P5_TA(2004)0302

Ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad (COM(2003) 453 — C5-0369/2003 — 2003/0172(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 453) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0369/2003),

gezien het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

gelet op artikel 67 en 63 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0171/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0172

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 95 en 175 ,

Gelet op het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verschillen tussen de door de lidstaten goedgekeurde wetten of bestuursrechtelijke maatregelen betreffende het ecologische ontwerp van energieverbruikende producten kunnen in de Gemeenschap handelsbelemmeringen teweegbrengen en de concurrentie verstoren en kunnen aldus een direct effect op de totstandbrenging en de werking van de interne markt hebben. De harmonisatie van de nationale wetten is het enige middel om dergelijke handelsbelemmeringen en oneerlijke concurrentie te voorkomen.

(2)

Het milieubeleid van de Europese Unie, zoals omschreven in het Zesde Milieuactieprogramma  (5) van de Europese Gemeenschap, noopt conform de beginselen van artikel 175 van het Verdrag tot een doelmatig gebruik van energie en grondstoffen en tot beperking van schadelijke emissies. Energieverbruikende producten nemen een snel groeiend percentage van het energie- en grondstoffenverbruik in de Gemeenschap voor hun rekening en dienen derhalve bijzondere aandacht te krijgen in het kader van het algemene streven naar duurzame ontwikkeling .

(3)

De verwezenlijking van de doelstellingen van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap zal worden nagestreefd met inachtneming van de beginselen van een geïntegreerd productbeleid en van de communautaire strategie voor afvalbeheer, onder meer door aan te sturen op een milieuvriendelijk en duurzaam productontwerp en door de formulering van beleidsmaatregelen om afvalpreventie aan te moedigen, bijvoorbeeld. door stimulering van hergebruik en recycling en het geleidelijk elimineren van bepaalde stoffen en materialen door middel van productgerelateerde maatregelen.

(4)

Het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap noopt tot maatregelen ter bevordering van een duurzaam beheer en gebruik van natuurlijke hulpbronnen, met als doel te bewerkstelligen dat het verbruik van dergelijke hulpbronnen en de daaraan verbonden gevolgen het incasseringsvermogen van het milieu niet te boven gaan en de relatie tussen economische groei en gebruik van hulpbronnen niet te verstoren. De verwezenlijking van deze doelstellingen moet worden nagestreefd met inachtneming van de beginselen van een geïntegreerd productbeleid en van de communautaire strategie voor afvalbeheer door middel van prioritaire maatregelen, onder meer door het bevorderen van ontginnings- en productiemethoden en -technieken die milieu-efficiëntie en een duurzaam gebruik van grondstoffen, energie, water en andere hulpbronnen aanmoedigen.

(5)

Energieverbruikende producten (hierna „evp's” genoemd) nemen een groot deel van het verbruik van natuurlijke hulpbronnen en energie in de Gemeenschap voor hun rekening. Daarnaast hebben zij nog enkele andere belangrijke milieueffecten. Voor de grote meerderheid van op de communautaire markt beschikbare productcategorieën kunnen milieueffecten van zeer uiteenlopende omvang worden waargenomen, hoewel zij vergelijkbare functionele prestaties leveren. Met het oog op duurzame ontwikkeling moet de voortdurende verbetering van het algemene milieueffect van die producten worden aangemoedigd, vooral door de voornaamste oorzaken van schadelijke milieueffecten op te sporen en iedere vorm van transfervervuiling tegen te gaan .

(6)

Het ecologisch verantwoord ontwerpen van deze producten vormt een essentieel onderdeel van de communautaire strategie voor een geïntegreerd productbeleid. De preventieve opzet hiervan, waarbij als doel vooropstaat de milieuprestaties van deze producten aan de bron te optimaliseren zonder afbreuk te doen aan de functionele kwaliteit ervan, biedt nieuwe en reële mogelijkheden, zowel voor fabrikant en consument als voor de samenleving als geheel.

(7)

De verbetering van de energie-efficiëntie — met als een van de beschikbare opties een efficiënter eindgebruik van elektriciteit — wordt beschouwd als een substantiële bijdrage tot het verwezenlijken van de doelstellingen inzake broeikasgasemissies in de Europese Unie. De vraag naar elektriciteit is de snelst groeiende categorie met betrekking tot het eindgebruik van energie en zal naar verwachting toenemen van ca. 7000 tot 10000 kWh per capita in de komende 20 tot 30 jaar, indien er geen beleidsmaatregelen worden genomen om deze trend tegen te gaan. De Commissie stelt dat een reductie van het energieverbruik met 40 % in het kader van het Europees programma inzake klimaatverandering (EPK)  (6) mogelijk is. Klimaatverandering is een van de prioriteiten van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap. Energiebesparing is de meest kostenefficiënte manier om de continuïteit van de voorziening te verbeteren en de afhankelijkheid van invoer te reduceren. Derhalve moeten substantiële maatregelen en doelstellingen worden vastgesteld om aan te zetten tot rationeel elektriciteitsverbruik.

(8)

Aangezien 80 % van de tijdens de levenscyclus van een product ontstane milieuhinder en 90 % van de milieukosten worden gegenereerd in de ontwerpfase, moet in dat stadium worden ingegrepen.

(9)

Er moet een coherent kader voor de toepassing van communautaire eisen inzake ecologisch ontwerp voor evp's tot stand worden gebracht met het doel het vrije verkeer van de producten die aan de eisen voldoen, te garanderen en hun algemene milieueffect te verbeteren. Bij dergelijke communautaire eisen moeten de beginselen inzake eerlijke concurrentie en internationale handel in acht worden genomen.

(10)

De eisen inzake ecologisch ontwerp moeten worden vastgesteld met het oog op de doelstellingen en prioriteiten van het Zesde Communautaire Milieuactieprogramma, waaronder ook de in het kader van de thematische strategieën van het Zesde Milieuactieprogramma aangekondigde doelstellingen, zoals de thematische strategie inzake duurzaam gebruik van hulpbronnen en de thematische strategieën inzake afvalpreventie en recycling, de beleidsaanbevelingen van het EPK, het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het Protocol van Kyoto, alsook de bestaande doelstellingen van Richtlijn 2000/60/EG  (7) , Richtlijn 96/62/EG  (8) , Richtlijn 75/442/EEG  (9) en Richtlijn 76/769/EEG  (10) , de OSPAR-overeenkomst, het Gemeenschapsbeleid inzake chemische stoffen en Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende persistente organische verontreinigende stoffen en tot wijziging van Richtlijn en 79/117/EEG en 96/59/EG  (11) .

(11)

Ook moet er een consistent kader voor de op internationaal niveau te hanteren eisen inzake ecologisch ontwerp worden gecreëerd. De Commissie wordt derhalve verzocht een dialoog op gang te brengen met onze voornaamste handelspartners — waarbij met name moet worden gedacht aan de VS, Japan, China, India e.a. — teneinde de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een dergelijk kader te onderzoeken.

(12)

Met deze richtlijn wordt getracht een hoog niveau van bescherming van het milieu te verwezenlijken door de efficiëntie van de hulpbronnen voor evp's te verbeteren, waarvan uiteindelijk de consumenten en andere eindgebruikers profijt zullen trekken. Duurzame ontwikkeling vereist ook dat naar behoren rekening wordt gehouden met het gezondheids- en het sociale en economische effect van de voorgenomen maatregelen. De verbetering van het energierendement van producten draagt bij aan de zekerheid van de energievoorziening, die een voorwaarde is voor een gezonde economische activiteit en bijgevolg voor duurzame ontwikkeling.

(13)

Ter bevordering van een duurzame ontwikkeling moet worden gestreefd naar een consistentere aanpak van de problematiek van het energieverbruik. De opstelling van een gids met „nuttige energietips” door de nationale en/of regionale milieubeleidsinstanties, die bij voorrang zou moeten worden verspreid onder de bewoners in Europa, zou een adequaat instrument zijn om de consumenten te doordringen van de energieverspillingsproblematiek.

(14)

Overeenkomstig artikel 95, lid 3, van het Verdrag is de Commissie verplicht als uitgangspunt voor haar voorstellen een hoog niveau van milieubescherming te nemen, met inachtneming van met name nieuwe ontwikkelingen die op wetenschappelijke feiten zijn gebaseerd.

(15)

Het is zowel in het belang van fabrikanten als van distributeurs om de consument te informeren omtrent de vorderingen op milieugebied in de evp-sector en hen van advies te dienen over manieren om op een milieuvriendelijke manier met deze producten om te gaan.

(16)

Het voorzorgsbeginsel maakt deel uit van het Verdrag en moet bij de opstelling en uitvoering van deze richtlijn worden geëerbiedigd.

(17)

De in het Groenboek geïntegreerd productbeleid (12) beschreven aanpak, die een belangrijk innovatief element is van het Zesde Milieuactieprogramma dat is vastgesteld in Besluit nr. 1600/2002/EG heeft tot doel de milieueffecten van producten over hun gehele levenscyclus te verminderen. Indien er in het ontwerpstadium rekening mee wordt gehouden, biedt het milieueffect van een product over de gehele levenscyclus een hoog potentieel om op kosteneffectieve wijze de bescherming van het milieu te bevorderen. Door gedurende de successieve productgeneraties voor deze aanpak te kiezen, wordt het verbeteringspotentieel in zijn algemeenheid op een duurzame wijze benut. Hiertoe moeten de fabrikanten zich richten op verbetering van de milieuprestaties van hun producten en moeten zij alternatieve ontwerpoplossingen bij hun beoordeling betrekking met als doel een verbetering van de milieuprestaties van deze producten te bewerkstelligen, waarbij te werk moet worden gegaan volgens de nieuwste eisen inzake ecologisch ontwerp. Bij de keuze van een specifieke ontwerpoplossing moet worden gestreefd naar een redelijk evenwicht tussen de diverse milieuaspecten onderling en tussen milieuaspecten en andere relevante overwegingen, zoals technische eisen inzake functionaliteit, kwaliteit en prestaties en economische aspecten, waaronder fabricagekosten en verkoopbaarheid, waarbij aan alle desbetreffende wetgevingsvoorschriften moet worden voldaan.

(18)

Een brede visie op het milieuprestatieconcept is weliswaar gewenst, maar dat neemt niet weg dat beperking van broeikasgasemissies door verbetering van de energie-efficiëntie de prioritaire milieudoelstelling van deze richtlijn is.

(19)

Het is noodzakelijk en gerechtvaardigd specifieke gekwantificeerde eisen inzake ecologisch ontwerp vast te stellen voor sommige producten of milieuaspecten daarvan, teneinde ervoor te zorgen dat hun milieueffect tot een minimum wordt beperkt. Gezien de dringende noodzaak een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), goedgekeurd bij Beschikking 2002/358/EG (13), waarin wordt verzocht om een vermindering met 8 % van de emissies van broeikasgassen voor de Gemeenschap tegen 2012 en om verdere verminderingen na 2012 , en zonder afbreuk te doen aan de geïntegreerde opzet die in deze richtlijn wordt bepleit, moet binnen 12 maanden na aanneming van deze richtlijn voorrang worden gegeven aan maatregelen die in hoge mate kunnen bijdragen tot het tegen geringe kosten beperken van broeikasgasemissies. Dergelijke maatregelen kunnen ook bijdragen aan het duurzame gebruik van hulpbronnen en een belangrijke bijdrage leveren aan het tienjarenkader van programma's inzake duurzame productie en consumptie, dat op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in september 2002 in Johannesburg is overeengekomen.

(20)

De beperking van het energieverbruik is een belangrijk instrument van het Europees milieubeleid, zoals dat onder meer — na raadpleging van alle belanghebbenden — is neergelegd in het EPK.

(21)

Onderkend moet worden dat via een geïntegreerd productbeleid uiteindelijk moet worden toegewerkt naar een gemeenschappelijk, geharmoniseerd systeem van procedures voor de vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp, terwijl daarbij tegelijkertijd ook de activiteiten moeten worden betrokken die worden ontwikkeld in het kader van het geïntegreerd productbeleid van de Commissie, met name voor het stellen van productprioriteiten, alsook voor het bepalen van een strategie ten aanzien van de verplichtingen die bij het ontwerpen van producten in acht moeten worden genomen. Inmiddels moet de Commissie evenwel, gezien de urgente behoefte aan energieefficiëntiemaatregelen, onverwijld overgaan tot de opstelling van een geselecteerde lijst van en een tijdschema voor de producten waarvan dringend werk moet worden gemaakt.

(22)

Het niveau van de eisen inzake ecologisch ontwerp moet zo worden vastgesteld dat verbeteringen technisch haalbaar en economisch verantwoord zijn, en moet derhalve worden bepaald aan de hand van een kostenanalyse van de levenscyclus en vastgesteld op een niveau waar verbeteringen mogelijk zijn tegen minimale levenscycluskosten . Door flexibiliteit in de methode voor het vaststellen van het niveau van de eisen kan een snelle verbetering van milieuprestaties in de hand worden gewerkt. De belanghebbende partijen moeten actief aan deze technische analyse meewerken. Voordat bindende maatregelen worden vastgesteld, moet door een bekwame maar onafhankelijke entiteit een grondige analyse worden uitgevoerd, waarbij de belanghebbenden op een objectieve wijze worden geraadpleegd , en wel zo dat economische belangengroepen, energie-efficiëntie- en milieu- c.q. consumentenorganisaties er op een evenwichtige manier bij worden betrokken. De noodzakelijke technische en economische analyses moeten worden uitgevoerd door terzake bevoegde, onafhankelijke deskundigen. Om de nodige kennis en deskundigheid te kunnen genereren en benutten, moet op EU-niveau een groep van deskundigen inzake ecologisch productontwerp worden ingesteld, ten dele onder gebruikmaking van de middelen van het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie, ingesteld bij Besluit 2004/20/EG  (14) . Een dergelijke raadpleging kan aan het licht brengen dat een geleidelijke invoering of overgangsmaatregelen noodzakelijk zijn. De invoering van tussentijdse streefdoelen vergroot de voorspelbaarheid van het beleid, maakt de aanpassing van de productontwikkelingscyclus mogelijk en maakt het voor de belanghebbenden gemakkelijker om op lange termijn te plannen.

(23)

Landen zoals Japan hebben bij de vaststelling van hun eisen inzake ecologisch ontwerp ambitieuze energie-efficiëntiedoelstellingen geformuleerd. Teneinde de concurrentiepositie van het Europese bedrijfsleven voor de toekomst veilig te stellen, dient de Commissie bij de formulering van specifieke eisen in het kader van individuele uitvoeringsmaatregelen zorgvuldig met dergelijke initiatieven rekening te houden.

(24)

Alternatieve handelwijzen zoals zelfregulering door de industrie dienen in overweging te worden genomen wanneer de beleidsdoelstellingen met dergelijke maatregelen sneller of goedkoper kunnen worden bereikt dan met bindende voorschriften. Bestaande of voorgenomen zelfreguleringspraktijken dienen aan dezelfde onafhankelijke analyse, evaluatie en controle door de belanghebbende te worden onderworpen als die welke voor de uitvoeringsmaatregelen zijn voorzien. Wetgevingsmaatregelen zijn nodig wanneer de marktkrachten niet in de goede richting of niet snel genoeg evolueren.

(25)

Deze richtlijn is tevens bedoeld om te bevorderen dat het ecologisch ontwerp als concept ingang vindt in het midden- en kleinbedrijf en bij microbedrijven. De oprichting van een communautaire databank moet deze bedrijven in staat stellen hun energieverbruik beter in de hand te houden en bij hun activiteiten meer rekening te houden met het milieubelang. Een dergelijke databank zou een belangrijk instrument zijn, dat o.a. zou kunnen voorzien in vereenvoudigde modellen voor het analyseren van de levenscyclus van producten, in simulatiepatronen voor het ontdekken van positieve milieueffecten in de diverse stadia van de levenscyclus van die producten, alsook in primaire maatstaven die bij het ecologisch verantwoord ontwerpen van producten in acht moeten worden genomen om het energie- en waterverbruik en de door deze producten veroorzaakte geluidshinder terug te dringen.

(26)

Evp's die voldoen aan de in uitvoeringsmaatregelen bij deze richtlijn vastgestelde eisen inzake ecologisch ontwerp, moeten voorzien zijn van de „CE”-markering en bijbehorende informatie om op de interne markt te kunnen worden gebracht en aan het vrije verkeer te kunnen deelnemen. De rigoureuze handhaving van de uitvoeringsmaatregelen is een elementaire voorwaarde om de gevolgen voor het milieu van de gereglementeerde evp's te beperken en billijke concurrentieverhoudingen te kunnen garanderen. De lidstaten moeten de belanghebbende partijen betrekken bij het opzetten van effectieve en bijtijds functionerende marktcontrolemechanismen. De Commissie moet een rapport opstellen waarin de effectiviteit van de door de lidstaten gebezigde marktbewakingssystemen wordt beoordeeld. In dit rapport moet ook verslag worden gedaan van de door de lidstaten getroffen beperkingsmaatregelen en van de opgelegde sancties. Dit verslag moet om de twee jaar worden voorgelegd aan het Europees Parlement, de Raad en de betrokken partijen.

(27)

Er moet rekening worden gehouden met de voor gebruik in richtlijnen inzake technische harmonisatie bedoelde modules en voorschriften die zijn vastgesteld bij Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming (15).

(28)

De toezichtautoriteiten moeten informatie uitwisselen over de binnen het toepassingsgebied van de richtlijn voorgenomen maatregelen teneinde het markttoezicht te verbeteren. Bij dergelijke samenwerking moet maximaal gebruik worden gemaakt van elektronische communicatiemiddelen en relevante communautaire programma's. De uitwisseling van informatie wordt vergemakkelijkt wanneer deze centraal kan worden verwerkt en ter beschikking gesteld van het publiek. Dit noopt tot gestandaardiseerde verslaglegging. De accumulatie en evaluatie van de knowhow die uit de inspanningen van fabrikanten op het gebied van ecologisch ontwerp resulteert, is een van de cruciale punten waarop de richtlijn toegevoegde waarde oplevert. De voorgeschreven technische en economische analyses dienen te worden uitgevoerd met de nodige bekwaamheid en deskundigheid, maar zonder daarbij afhankelijk te zijn van de belanghebbende bedrijven. Bij de desbetreffende evaluatie (en met name de analyse van de levenscycluskosten) en bij de vaststelling van de te vervullen eisen wordt gebruikt gemaakt van internationale referentiecriteria. De uitwisseling van informatie over de tijdens de levenscyclus geleverde milieuprestaties en over de resultaten van de toegepaste ontwerpoplossingen moet worden vergemakkelijkt. Teneinde de beoogde kennis en deskundigheid te kunnen genereren, opbouwen, benutten en onderhouden kan het onlangs opgerichte Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie de bij uitstek geschikte instantie zijn om de verworven kennis en knowhow bij onder te brengen.

(29)

Voor de scholing en informatievoorziening op het gebied van ecologisch ontwerp ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen is het zinvol gelden uit de EU-begroting, met name uit het programma „Intelligente energie-Europa (2003-2006)”, vastgesteld bij Beschikking nr. 1230/2003/EG  (16) alsook middelen uit de nationale begrotingen ter beschikking te stellen.

(30)

Het is in het belang van de werking van de interne markt te beschikken over normen die op communautair niveau zijn geharmoniseerd. Zodra de verwijzing naar een dergelijke norm in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, moet de inachtneming ervan een vermoeden van overeenstemming met de overeenkomstige eisen van de op basis van deze richtlijn goedgekeurde uitvoeringsmaatregel doen ontstaan, hoewel nog andere middelen voor het aantonen van deze overeenstemming moeten worden toegestaan.

(31)

Geharmoniseerde normen zijn technische specificaties die zijn goedgekeurd door de Europese normalisatie- instellingen als bedoeld in bijlage I bij Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (17), op basis van mandaten die door de Commissie zijn verleend overeenkomstig die richtlijn en de algemene richtsnoeren voor samenwerking tussen de Commissie en die instellingen. In het belang van de internationale handel moeten internationale normen worden gebruikt wanneer dit wenselijk is.

(32)

Deze richtlijn is in overeenstemming met de beginselen voor de tenuitvoerlegging van de nieuwe aanpak zoals beschreven in de resolutie van 7 mei 1985 betreffende een nieuwe aanpak op het gebied van de technische harmonisatie en normalisatie (18) en van het verwijzen naar geharmoniseerde Europese normen. De Resolutie van de Raad van 28 oktober 1999 betreffende „de rol van de normalisatie in Europa” (19) bevatte de aanbeveling dat de Commissie zou onderzoeken of het beginsel van de nieuwe aanpak kon worden uitgebreid tot nog niet bestreken sectoren als middel om de wetgeving te verbeteren en te vereenvoudigen waar dit mogelijk is.

(33)

Synergieën en complementariteit van deze richtlijn met bestaande communautaire instrumenten zoals Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten (20), Verordening (EG) nr. 1980/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake een herzien communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren (21), Verordening (EG) nr. 2422/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 betreffende een communautair energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur (22), Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (23), en Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (24) moeten bijdragen aan de verhoging van hun respectieve effect en aan de formulering van coherente, door de fabrikanten toe te passen eisen.

(34)

Een richtlijn inzake energie-etikettering vormt een noodzakelijke aanvulling op de evp-richtlijn.

(35)

Aangezien Richtlijn 92/42/EEG van de Raad van 21 mei 1992 betreffende de rendementseisen voor nieuwe olie- en gasgestookte centraleverwarmingsketels (25), Richtlijn 96/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 september 1996 betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke elektrische koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan (26) en Richtlijn 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 inzake de energierendementseisen voor voorschakelapparaten voor fluorescentielampen (27) reeds bepalingen bevatten voor de herziening van de energierendementseisen, moeten zij in dit kader worden geïntegreerd.

(36)

Richtlijn 92/42/EEG voorziet in een beoordelingssysteem door middel van sterren, dat bedoeld is om de energieprestaties van centraleverwarmingsketels te bepalen. Aangezien de lidstaten en de industrie het ermee eens zijn dat het beoordelingssysteem met sterren niet het verwachte resultaat heeft opgeleverd, moet Richtlijn 92/42/EEG dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(37)

De eisen vastgesteld in Richtlijn 78/170/EEG van de Raad van 13 februari 1978 betreffende het rendement van verwarmingstoestellen die gebruikt worden voor de verwarming van ruimten en voor de productie van warm water in nieuwe of bestaande niet-industriële gebouwen, alsmede betreffende de isolatie van netten voor de distributie van warmte en van warm water voor huishoudelijke doeleinden in nieuwe niet-industriële gebouwen (28) zijn vervangen door bepalingen van Richtlijn 92/42/EEG, Richtlijn 90/396/EEG van de Raad van 29 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake gastoestellen (29) en Richtlijn 2002/91/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen (30). Richtlijn 78/170/EEG moet bijgevolg worden ingetrokken.

(38)

In Richtlijn 86/594/EEG van de Raad van 1 december 1986 betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid (31) worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de lidstaten het publiceren van informatie over het door dergelijke apparaten voortgebrachte geluid verplicht kunnen stellen, en wordt een procedure voor het vaststellen van het geluidsniveau omschreven. Met het oog op harmonisatie moeten geluidsemissies in een geïntegreerde beoordeling van de milieuprestaties worden opgenomen. Aangezien deze richtlijn in een dergelijke geïntegreerde aanpak voorziet, moet Richtlijn 86/594/EEG worden ingetrokken.

(39)

De nodige maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn moeten worden goedgekeurd overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (32). Om de effectieve betrokkenheid van de betrokken partijen te bevorderen, moet er naast de comitologieprocedure een procedure met raadgevend comité worden ingesteld. Tot voorbeeld kan dienen de bij Beschikking 2000/730/EG van de Commissie van 10 november 2000 tot instelling van het Bureau voor de milieukeur van de Europese Unie en tot vaststelling van zijn reglement van orde ingestelde procedure tot invoering van een milieukeurmerk  (33) .

(40)

De lidstaten moeten de sancties bepalen die moeten worden toegepast in geval van inbreuk op de krachtens deze richtlijn goedgekeurde nationale bepalingen. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en ontradend zijn.

(41)

Doordat de tijdspanne voor de uitvoering van een adequate conformiteitscontrole te lang kan uitvallen in vergelijking met de tijd die als regel verloopt tussen het op de markt brengen van een product en de definitieve verkoop aan de gebruiker, moeten in de uitvoeringsmaatregelen bepalingen worden opgenomen waardoor de lidstaten in staat worden gesteld sancties op te leggen die in verhouding staan tot de mate waarin de producten niet conform zijn aan de wettelijke eisen en tot de hoeveelheid niet-conforme evp's die in de Gemeenschap op de markt wordt gebracht, voordat de beperkingen inzake het op de markt brengen daarvan door de nationale instanties worden vastgesteld.

(42)

Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde maatregel, namelijk de werking van de interne markt garanderen door te eisen dat producten een adequaat niveau van milieuprestaties bereiken, niet voldoende kunnen worden verwezenlijkt door de lidstaten alleen en bijgevolg, vanwege de omvang en de gevolgen ervan, beter op communautair niveau kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap optreden overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag bedoelde subsidiariteitsbeginsel. Overeenkomstig het in dat artikel bedoelde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

(43)

Het recht van het Europees Parlement om — met name in het kader van de medebeslissingsprocedure, maar ook op vrij technische wetgevingsterreinen — door middel van uitvoeringsmaatregelen in het kader van de comitéprocedure controle uit te oefenen op de toepassing van deze richtlijn dient te worden gewaarborgd. De in de ontwerpgrondwet verankerde rappelmogelijkheid voor het Europees Parlement moet worden gezien als een redelijk compromis tussen efficiency en democratische controle en valt derhalve toe te juichen,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp en toepassingsgebied

Deze richtlijn stelt een kader vast voor de integratie van milieuaspecten in productontwerp en -ontwikkeling , met als prioritaire doelstelling een verbetering van de energie-efficiëntie, teneinde het vrije verkeer van energieverbruikende producten in de interne markt te garanderen.

Zij bepaalt aan welke eisen de energieverbruikende producten die onder uitvoeringsmaatregelen vallen, moeten voldoen om in de handel te kunnen worden gebracht. Zij draagt bij aan duurzame ontwikkeling door de zekerheid van de energievoorziening te vergroten en door naar een hoog niveau van milieubescherming te streven.

Het toepassingsgebied van deze richtlijn kan in de toekomst worden uitgebreid tot middelen voor het vervoer van personen of goederen over land, over zee of door de lucht.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

1)

„energieverbruikend product (evp)”: een product dat van energietoevoer (elektriciteit, fossiele en hernieuwbare brandstoffen) afhankelijk is om te functioneren zoals bedoeld, en een product voor de opwekking, overbrenging en meting van dergelijke energie, met inbegrip van onderdelen die bedoeld zijn om in evp's te worden ingebouwd en die ten behoeve van eindgebruikers in de handel worden gebracht als losse onderdelen waarvan de milieuprestaties onafhankelijk kunnen worden beoordeeld;

2)

„componenten en subeenheden”: onderdelen die bedoeld zijn om in evp's te worden ingebouwd , met inbegrip van materialen en tussenproducten, en die niet als losse onderdelen ten behoeve van eindgebruikers in de handel worden gebracht of waarvan de milieuprestaties niet onafhankelijk kunnen worden beoordeeld;

3)

„uitvoeringsmaatregelen”: krachtens deze richtlijn goedgekeurde maatregelen waarin eisen inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld die noodzakelijk zijn om het doel van deze richtlijn voor gedefinieerde evp's of voor milieuaspecten daarvan te verwezenlijken;

4)

„in de handel brengen”: een evp voor het eerst op de communautaire markt aanbieden, hetzij als nieuw hetzij als teruggewonnen product , tegen vergoeding of kosteloos, met het oog op de distributie of het gebruik ervan binnen de Gemeenschap;

5)

„ingebruikneming”: het eerste gebruik in de Gemeenschap, door de eindgebruiker, van een evp voor het doel waarvoor het is bestemd;

6)

„fabrikant”: natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de overeenstemming van een evp met deze richtlijn met het oog op het in de handel brengen ervan onder haar eigen naam of handelsmerk of voor eigen gebruik;

7)

„gemachtigde vertegenwoordiger”: in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die door de fabrikant uitdrukkelijk is aangewezen om namens hem op te treden en tot wie autoriteiten en organisaties in de Gemeenschap zich kunnen wenden in plaats van tot de fabrikant met betrekking tot de verplichtingen die overeenkomstig deze richtlijn op laatstgenoemde rusten;

8)

„importeur”: in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die als eerste een evp op de markt brengt, wanneer de fabrikant niet in de Gemeenschap is gevestigd en er geen gemachtigde vertegenwoordiger is;

9)

„aangemelde onafhankelijke instantie”: een permanent expertiseorgaan dat door de overheid is aangewezen om onafhankelijk van de economische belangen die daarmee gemoeid zijn als nietbelanghebbende instantie controles uit te voeren op producten of productcategorieën die het voorwerp vormen van een uitvoeringsmaatregel.

10)

„materialen”: grondstoffen, tussenproducten en hulpmaterialen;

11)

„productontwerp”: de reeks processen waarbij wettelijke, technische, veiligheids-, functionele, marktof andere eisen waaraan het product moet voldoen, in de technische specificatie van een evp worden omgezet;

12)

„milieuaspect”: een element of functie van een evp in iedere fase van de levenscyclus ervan dat of die met het milieu kan interageren;

13)

„milieueffect”: nadelige verandering in het milieu die geheel of gedeeltelijk het gevolg van een evp in om het even welke fase van zijn levenscyclus is;

14)

„levenscyclus”: de opeenvolgende en onderling met elkaar verbonden stadia van een evp vanaf de extractie van grondstoffen tot de uiteindelijke verwijdering;

15)

„einde van de levensduur”: toestand van een evp dat aan het einde van zijn gebruiksmogelijkheid is gekomen;

16)

„hergebruik”: elke handeling waarbij een evp of de componenten ervan, die aan het einde van hun eerste gebruiksmogelijkheid zijn gekomen, worden gebruikt voor hetzelfde doel waarvoor ze waren ontworpen, met inbegrip van het voortgezette gebruik van een evp dat naar inzamelcentra, distributeurs, recyclecentra of fabrikanten wordt teruggebracht, alsmede het hergebruik van een evp na revisie;

17)

„recycling”: herverwerking van afvalstoffen in een productieproces voor het oorspronkelijke doel of voor andere doeleinden, maar met uitsluiting van energieterugwinning. Onder energieterugwinning wordt verstaan het gebruik van brandbaar afval als middel om energie op te wekken door directe verbranding met of zonder ander afval, maar met terugwinning van de warmte;

18)

„terugwinning”: elk van de toepasselijke werkzaamheden vermeld in bijlage II B bij Richtlijn 75/442/EEG;

19)

„afval”: elke stof of elk voorwerp in de in bijlage I bij Richtlijn 75/442/EEG vermelde categorieën waarvan de houder zich ontdoet of van plan is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

20)

„ecologisch profiel”: een beschrijving, overeenkomstig de op het evp toepasselijke uitvoeringsmaatregel, van de over de gehele levenscyclus aan een evp verbonden inputs en outputs, met inbegrip van, waar van toepassing, grondstoffen, tussenproducten, emissies en afval, die uit het oogpunt van hun milieueffect significant zijn en in meetbare fysische grootheden worden uitgedrukt;

21)

„milieuprestaties” van een evp: alle milieueffecten tezamen die gedurende de gehele levensduur optreden ;

22)

„verbetering van de milieuprestaties”: het proces bestaande in het verbeteren van de algemene milieuprestaties van een evp over opeenvolgende generaties, gemeten naar het ecologisch ontwerp van een product als ijkpunt, hoewel niet noodzakelijk met betrekking tot alle milieuaspecten van het product tegelijkertijd;

23)

„het ecologisch ontwerp van een product als ijkpunt”: de laatste ontwikkelingen op het gebied van ecologisch ontwerp worden gehanteerd als referentiepunt voor een bepaald milieuaspect. Daarbij worden, voor zover deze van toepassing zijn, internationale maatstaven aangelegd — inzonderheid waar de energie-efficiëntie in het geding is;

24)

„ecologisch ontwerp”: de systematische integratie van milieuaspecten in productontwerp met het doel de milieuprestaties van het evp over zijn gehele levenscyclus te verbeteren;

25)

„eis inzake ecologisch ontwerp”: elke eis met betrekking tot een evp, of het ontwerp van een evp, die bedoeld is om de milieuprestaties ervan te verbeteren . Het verstrekken van informatie betreffende de milieuaspecten van een evp strekt tot aanvulling van deze eis ;

26)

„generieke eis inzake ecologisch ontwerp”: elke eis inzake ecologisch ontwerp die op het ecologische profiel in zijn geheel is gebaseerd en waarbij geen grenswaarden voor bepaalde milieuaspecten worden vastgesteld;

27)

„specifieke eis inzake ecologisch ontwerp”: een gekwantificeerde en meetbare eis inzake ecologisch ontwerp betreffende een bepaald milieuaspect van een evp, zoals het energieverbruik tijdens het gebruik, berekend voor een gegeven eenheid geleverde prestatie;

28)

„geharmoniseerde norm”: een technische specificatie die op basis van een mandaat van de Commissie door een erkende normalisatie-instelling is goedgekeurd overeenkomstig de in Richtlijn 98/34/EG vastgestelde procedures voor het vaststellen van een Europese eis, waarvan de inachtneming niet verplicht is;

29)

„minimum aan levenscycluskosten”: de som van de aankoopprijs en de verrekende lopende kosten voor een realistische levensduur van het evp.

Artikel 3

Toezicht op de markt

De lidstaten nemen alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat onder uitvoeringsmaatregelen of onder de in artikel 16 bedoelde vrijwillige overeenkomsten vallende evp's alleen in de handel kunnen worden gebracht en in gebruik genomen indien zij aan die maatregelen voldoen.

De lidstaten wijzen de instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van deze richtlijn.

Zij zien erop toe dat deze instanties de nodige bevoegdheden bezitten en gebruiken om de passende maatregelen te nemen die uit hoofde van deze richtlijn tot hun taak behoren.

De lidstaten bepalen de taken, bevoegdheden en organisatorische regelingen van de bevoegde instanties, die het recht hebben:

(a)

zelfs na het op de markt brengen van evp's op adequate schaal de nodige controles te organiseren om vast te stellen of zij aan de voorschriften voldoen, en de fabrikant of importeur te verplichten producten die niet aan de voorschriften voldoen, van de markt te halen;

(b)

te verlangen dat de betrokken partijen alle noodzakelijke gegevens verstrekken, zoals nader omschreven in de uitvoeringsmaatregelen of vrijwillige overeenkomsten;

(c)

monsters van producten te nemen en deze te onderwerpen aan controles op de naleving.

De lidstaten houden de Commissie op de hoogte, en indien noodzakelijk geeft de Commissie deze informatie door aan de andere lidstaten.

De lidstaten zien erop toe dat consumenten en andere belanghebbende partijen in de gelegenheid worden gesteld bij de bevoegde instanties klachten in te dienen over de naleving van de voorschriften voor een product en over het gevoerde toezicht. De lidstaten beijveren zich om de daartoe ingestelde procedures bekend te maken bij de consumenten en andere belanghebbende partijen.

Artikel 4

Markering en verklaring van overeenstemming

1.   Voordat een onder uitvoeringsmaatregelen vallend evp in de handel wordt gebracht, wordt daarop — voor zover aan de in bijlage III vastgestelde voorwaarden is voldaan — de CE-markering van overeenstemming aangebracht en wordt een verklaring van overeenstemming afgegeven, waarbij de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger garandeert en verklaart dat het evp aan alle relevante eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet.

Indien de fabrikant niet in de Gemeenschap is gevestigd en er geen gemachtigde vertegenwoordiger is, moet de importeur ervoor zorgen dat een dergelijke verklaring van overeenstemming beschikbaar is en voldoet aan alle wettelijke verplichtingen.

2.   De CE-markering van overeenstemming bestaat uit de initialen „CE” zoals weergegeven in bijlage III.

3.   De verklaring van overeenstemming bevat de in bijlage V gespecificeerde elementen.

4.   De aanbrenging van markeringen op evp's die de gebruikers kunnen misleiden omtrent de betekenis of de vorm van de CE-markering, is verboden.

5.   De lidstaten kunnen eisen dat de overeenkomstig deel 3, van bijlage I te verstrekken informatie in hun officiële taal of talen is gesteld wanneer het evp in handen van de eindgebruiker komt. De lidstaten staan ook toe dat deze informatie in een of meer andere officiële talen van de Gemeenschap wordt verstrekt.

Bij de toepassing van de eerste alinea houden de lidstaten met name rekening met:

a)

de vraag of de informatie door middel van geharmoniseerde symbolen of erkende codes of door andere maatregelen kan worden verstrekt;

b)

het verwachte type gebruiker voor het evp en de aard van de te verstrekken informatie.

Artikel 5

Vrij verkeer

1.   De lidstaten creëren geen belemmeringen, op grond van eisen inzake de milieuaspecten die vallen onder de toepasselijke uitvoeringsmaatregelen , voor het in de handel brengen en/of in gebruik nemen op hun grondgebied van een evp dat aan alle relevante bepalingen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet en overeenkomstig artikel 4 voorzien is van de CE-markering.

2.   De lidstaten verhinderen niet dat evp's die niet in overeenstemming zijn met de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel, worden getoond, bijvoorbeeld op handelsbeurzen en tentoonstellingen en tijdens demonstraties, op voorwaarde dat een zichtbaar teken duidelijk aangeeft dat zij niet in overeenstemming zijn en dat zij niet te koop worden aangeboden zolang zij niet in overeenstemming zijn.

Artikel 6

Beperking van het in de handel brengen

1.   Wanneer een lidstaat constateert dat een evp dat voorzien is van de in artikel 4 bedoelde CE-markering en overeenkomstig het bedoelde gebruik wordt gebruikt, niet aan alle relevante eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet en/of dat de CE-markering ten onrechte is aangebracht, wordt de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger verplicht het evp in overeenstemming te brengen met de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel en/of met de CE-markering en onder de door de lidstaat opgelegde voorwaarden een eind te maken aan de inbreuk.

In bijzondere gevallen kan de bevoegde instantie de verkoop van het product met onmiddellijke ingang verbieden op het grondgebied van de lidstaat of in de hele Europese Unie, totdat er andermaal sprake is van naleving.

Indien de fabrikant niet in de Gemeenschap is gevestigd en er geen gemachtigde vertegenwoordiger is, heeft de importeur de plicht ervoor te zorgen dat het evp voldoet aan de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel.

Wanneer de niet-naleving blijft duren, beperkt of verbiedt de lidstaat het in de handel brengen van het evp in kwestie of zorgt hij ervoor dat het uit de handel wordt genomen.

2.   In elk op grond van deze richtlijn genomen besluit van een lidstaat waardoor het in de handel brengen en/of in gebruik nemen van een evp wordt beperkt, worden de precieze redenen opgegeven waarop het is gebaseerd.

Een dergelijk besluit wordt onverwijld ter kennis gebracht van de betrokkene, die tegelijkertijd op de hoogte wordt gebracht van de rechtsmiddelen die hem overeenkomstig de in de desbetreffende lidstaat geldende wetgeving ter beschikking staan, en van de termijnen waaraan dergelijke rechtsmiddelen gebonden zijn.

3.   De lidstaat stelt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van elke maatregel als bedoeld in lid 1, waarbij de redenen daarvoor worden opgegeven en met name wordt vermeld of de niet-naleving toe te schrijven is aan:

a)

niet-inachtneming van de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel;

b)

incorrecte toepassing van de geharmoniseerde normen als bedoeld in artikel 9, lid 2;

c)

tekortkomingen in de geharmoniseerde normen als bedoeld in artikel 9, lid 2.

4.   De Commissie treedt onverwijld in overleg met de betrokken partijen en kan het technische advies inwinnen van onafhankelijke externe deskundigen.

Wanneer de Commissie na dat overleg van oordeel is dat de maatregel gerechtvaardigd is, stelt zij de lidstaat die het initiatief heeft genomen, en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk in kennis.

Wanneer de Commissie van oordeel is dat de maatregel niet gerechtvaardigd is, stelt zij de lidstaat daarvan onmiddellijk in kennis.

5.   Indien het in de eerste alinea van lid 1 van dit artikel bedoelde besluit gebaseerd is op een tekortkoming in de geharmoniseerde normen, leidt de Commissie onmiddellijk de in artikel 9, leden 2, 3 en 4, beschreven procedure in. De Commissie brengt tegelijkertijd het in artikel 21, lid 1, bedoelde comité op de hoogte.

6.   Wanneer een evp dat niet aan alle relevante eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet, voorzien is van de CE-markering, neemt de desbetreffende lidstaat passende maatregelen tegen de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger die de CE-markering heeft aangebracht , of de importeur die het op de communautaire markt heeft gebracht , en stelt hij de Commissie en de andere lidstaten daarvan in kennis.

7.   De lidstaten en de Commissie nemen de nodige maatregelen om, wanneer dit gerechtvaardigd is, de geheimhouding van de tijdens die procedure verstrekte informatie te garanderen. De lidstaten en de Commissie stellen de burgers op de hoogte van gebleken niet-naleving.

8.   De door de lidstaten overeenkomstig dit artikel genomen besluiten worden openbaar gemaakt.

Het standpunt van de Commissie over die besluiten wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Artikel 7

Overeenstemmingsbeoordeling

1.   Alvorens een onder uitvoeringsmaatregelen vallend evp in de handel te brengen, voert de fabrikant een beoordeling uit van de overeenstemming van het evp met alle relevante eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel.

2.   De overeenstemmingsbeoordelingsprocedures worden gespecificeerd in de uitvoeringsmaatregelen en in de in bijlage IV beschreven interne ontwerpcontrole. D e overeenstemmingsbeoordelingsprocedure overeenkomstig module B zoals beschreven in Besluit 93/465/EEG kan controle met zich meebrengen of kan worden gekozen uit andere modules wanneer dit naar behoren gerechtvaardigd is.

In de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures wordt bepaald dat de verklaringen inzake milieuprestaties overeenkomstig de in de uitvoeringsmaatregel vastgelegde eisen ten aanzien van het ecologisch ontwerp worden ingediend bij de desbetreffende instanties.

Met het oog hierop worden in de uitvoeringsmaatregel matrices vastgelegd voor het standaardiseren van de verklaringen over de elementen in kwestie en de lidstaten wijzen instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de inzameling van de gegevens op nationaal en/of EU-niveau.

3.     De controlerende instantie verwijst een evp, indien over de overeenstemming ervan met de in de uitvoeringsmaatregelen gestelde eisen ernstige twijfels bestaan, automatisch naar een onafhankelijke aangemelde instantie.

De aangemelde instantie moet haar met redenen omkleed advies naar de controle-instantie terugsturen, teneinde tijdige beoordeling van eventuele corrigerende maatregelen mogelijk te maken.

4.   Na het in de handel brengen van een onder uitvoeringsmaatregelen vallend evp houdt de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger relevante documenten betreffende de uitgevoerde overeenstemmingsbeoordeling en de afgegeven verklaringen van overeenstemming beschikbaar voor inspectie door de lidstaten gedurende een periode van tien jaar nadat het laatste evp is vervaardigd.

De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van een verzoek van de bevoegde autoriteit van een lidstaat beschikbaar gesteld.

5.   Indien de fabrikant niet in de Gemeenschap is gevestigd en bij ontstentenis van een gemachtigde vertegenwoordiger rust de verplichting om te garanderen dat het in de handel gebrachte evp aan de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet, op de importeur.

6.   De documenten betreffende de in artikel 4 bedoelde overeenstemmingsbeoordeling en verklaring van overeenstemming worden in een van de officiële talen van de Gemeenschap opgesteld.

Artikel 8

Vermoeden van overeenstemming

1.   De lidstaten beschouwen evp's die van de in artikel 4 bedoelde CE-markering zijn voorzien, als conform de relevante eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel.

2.   Van evp's waarvoor geharmoniseerde normen zijn toegepast waarvan het referentienummer in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, wordt aangenomen dat ze voldoen aan alle relevante eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel waarop dergelijke normen betrekking hebben.

3.   Van evp's waaraan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1980/2000 de milieukeur is toegekend, wordt aangenomen dat ze voldoen aan de eisen inzake ecologisch ontwerp van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel in zoverre de milieukeur aan die eisen voldoet.

Artikel 9

Geharmoniseerde normen

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat passende maatregelen worden genomen zodat de belanghebbenden op nationaal niveau worden geraadpleegd over het proces van het opstellen van en het toezicht op de geharmoniseerde normen. Onderdeel hiervan dient te zijn dat op nationaal niveau actief (ook financiële) steun wordt verleend teneinde belanghebbende groeperingen, en met name organisaties uit het maatschappelijk middenveld, daarbij op nationaal niveau adequaat te betrekken.

2.   Wanneer een lidstaat of de Commissie van oordeel is dat de geharmoniseerde normen waarvan wordt aangenomen dat de toepassing ervan voldoet aan specifieke eisen van een toepasselijke uitvoeringsmaatregel, daar niet volledig aan voldoen, stelt de desbetreffende lidstaat of de Commissie het bij artikel 5 van Richtlijn 98/34/EG opgerichte permanent comité daarvan in kennis met opgave van de redenen.

Het comité brengt met spoed een advies uit.

3.   In het licht van het advies van het comité besluit de Commissie de referenties naar de desbetreffende geharmoniseerde normen in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken, niet bekend te maken, onder voorbehoud bekend te maken, te handhaven of in te trekken.

4.   De Commissie stelt de desbetreffende Europese normalisatie-instelling daarvan in kennis en verleent zo nodig een nieuw mandaat ter herziening van de geharmoniseerde norm in kwestie.

Artikel 10

Eisen aan componenten en subeenheden

Overeenkomstig uitvoeringsmaatregelen zorgen de lidstaten ervoor dat de fabrikanten van componenten of subeenheden van evp's op verzoek van andere fabrikanten die van de component of subeenheid gebruik maken in een evp die onder een uitvoeringsmaatregel valt, alle nodige informatie voor het opstellen van het ecologische profiel van het evp verstrekken.

Op grond van uitvoeringsmaatregelen kunnen fabrikanten van onderdelen, componenten of subeenheden van evp's worden verplicht de fabrikanten van evp's informatie te verstrekken over de materiaalsamenstelling en het verbruik van energie en/of hulpbronnen van de door hen geproduceerde onderdelen, componenten of subeenheden en, wanneer die beschikbaar zijn, de resultaten van milieubeoordelingen en/of referentiestudies die betrekking hebben op het gebruik en het beheer aan het eind van de levensduur van de onderdelen, componenten of subeenheden in kwestie.

Artikel 11

Administratieve samenwerking en uitwisseling van informatie

1.   De lidstaten wijzen de voor de toepassing van deze richtlijn bevoegde autoriteiten aan.

Zij moedigen die autoriteiten aan met elkaar samen te werken en elkaar informatie te verstrekken teneinde de toepassing van deze richtlijn te vergemakkelijken.

De administratieve samenwerking en uitwisseling van informatie geschieden met maximale gebruikmaking van elektronische communicatiemiddelen en kunnen door relevante communautaire programma's worden ondersteund.

Voor een onafhankelijke beoordeling van de informatie moet het Uitvoerend Agentschap voor „Intelligente energie voor Europa” (2003-2006) deskundigen raadplegen en moet het daartoe over de nodige financiële middelen kunnen beschikken.

De lidstaten zetten een voor het publiek toegankelijk netwerk van gegevensbestanden op waarin onder andere vereenvoudigde modellen voor het analyseren van de levenscyclus van te beoordelen producten, patronen voor het simuleren van positieve milieueffecten in elke fase van de levenscyclus en de eisen inzake ecologisch ontwerp waarmee primair rekening moet worden gehouden om het energie- en waterverbruik en de geluidshinder van deze producten terug te dringen, kunnen worden verwerkt .

De lidstaten zien er, met name door uitbreiding van steunnetwerken en -structuren, op toe dat zij kleine, middelgrote en microbedrijven ertoe aanmoedigen zich reeds in de productontwerpfase een ecologisch verantwoorde strategie eigen te maken, zodat zij er qua ecologisch ontwerp steeds verder op vooruitgaan en de noodzaak van toekomstige Europese wetgeving wordt ondervangen.

2.     De lidstaten zien erop toe dat het MKB beschikt over de noodzakelijke middelen voor ecologisch ontwerp en aanpassing. Via deze steun worden bij voorbeeld oplossingen voor productontwerp geboden of gegevens aangereikt ter ondersteuning van oplossingen op het gebied van herontwerp, opleiding en deskundigheid in een toegankelijke vorm.

3.     Met het oog op de overeenstemmingsbeoordelingen door derden wijzen de lidstaten onafhankelijke, deskundige, aangemelde instanties aan als voorgeschreven in artikel 7.

4.     De uitwisseling van gegevens over milieuprestaties tussen producenten en instanties en tussen instanties onderling moet mogelijk zijn. De gegevens worden centraal verwerkt en op bruikbare wijze aan de burger ter beschikking te stellen.

Met het oog hierop worden in de uitvoeringsmaatregel matrices vastgelegd voor het standaardiseren van de verslaglegging over de elementen in kwestie en de lidstaten wijzen instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de inzameling en verwerking van de gegevens op nationaal en/of EU-niveau.

5.   Over de specificaties en de structuur van de informatie-uitwisseling tussen de Commissie en de lidstaten wordt overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure een besluit genomen.

6.     Er wordt specifieke financiële steun toegewezen voor het opzetten van een netwerk ter bevordering van doelmatig energiegebruik.

Artikel 12

Maatregelen ten behoeve van kleine, middelgrote en microbedrijven

1.     Om kleine, middelgrote en microbedrijven in staat te stellen zich te houden aan de bepalingen van deze richtlijn, wordt de volgende regeling voorgesteld: de Commissie legt een voor het publiek toegankelijke databank aan, waarin onder andere vereenvoudigde modellen voor het analyseren van de levenscyclus van te beoordelen producten, patronen voor het simuleren van positieve milieueffecten in elke fase van de levenscyclus en de eisen inzake ecologisch ontwerp waarmee primair rekening moet worden gehouden om het energie- en waterverbruik en de geluidshinder van deze producten terug te dringen, kunnen worden verwerkt.

2.     De lidstaten zien er, met name door uitbreiding van steunnetwerken en -structuren, op toe dat zij kleine, middelgrote en microbedrijven ertoe aanmoedigen zich reeds in de productontwerpfase een ecologisch verantwoorde strategie eigen te maken en zich aan te passen aan de nog in te voeren Europese wet- en regelgeving.

Artikel 13

Informatie voor de consument

1.     Fabrikanten en distributeurs dragen er zorg voor dat de verbruikers van ecologisch verantwoorde evp's in een door hen geschikt geachte vorm kunnen beschikken over de noodzakelijke informatie met betrekking tot:

a)

de milieueffecten van het product tijdens zijn gehele levenscyclus;

b)

het milieuprofiel van het product en de voordelen van een ecologisch verantwoord ontwerp;

c)

hun rol bij de beperking van het energieverbruik door een duurzaam gebruik van het product.

2.     De lidstaten verlenen, in samenwerking met de nationale en/of regionale milieubeheersinstanties, hun medewerking aan de uitgifte van een gids met „nuttige energietips”, die primair bestemd is voor de Europese gezinnen.

Artikel 14

Uitvoeringsmaatregelen

1.   De Commissie stelt , handelend overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, bedoelde procedure , met het oog op de milieuprioriteiten van de Gemeenschap, zoals vastgesteld in Besluit nr. 1600/2002/EG, in Richtlijn 2000/60/EG, Richtlijn 96/62/EG, Richtlijn 75/442/EEG, het OSPAR-Verdrag en andere relevante EU-milieuwetgeving en -strategieën, en gelet op het doel dat wordt gesteld in het Protocol van Kyoto bij het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC) , uitvoeringsmaatregelen vast, wanneer aan de volgende criteria wordt voldaan :

a)

met betrekking tot de selectie van het in een maatregel op te nemen evp:

i)

het evp vertegenwoordigt een significant omzet- en handelsvolume;

ii)

het evp heeft een significant milieueffect;

iii)

het evp biedt een significant potentieel voor verbetering met betrekking tot het milieueffect;

b)

met betrekking tot de inhoud van de maatregel:

i)

er wordt rekening gehouden met de volledige levenscyclus van het product;

ii)

de prestaties van het product worden, voor de gebruiker niet op significante wijze nadelig beïnvloed;

iii)

veiligheid en gezondheid worden niet ongunstig beïnvloed;

iv)

er mag geen significant negatief effect voor de consumenten zijn, met name niet wat de betaalbaarheid en de levenscycluskosten van het product betreft;

2.     Indien de Commissie goede redenen heeft om vaststelling van een uitvoeringsmaatregel te weigeren, bijvoorbeeld omdat er een vrijwillige overeenkomst bestaat waarmee de beleidsdoelstellingen sneller of goedkoper worden bereikt dan met bindende voorschriften, verschaft zij de Raad en het Europees Parlement en de Raad een formele rechtvaardiging van haar desbetreffende besluit.

3.   In de uitvoeringsmaatregelen worden specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp overeenkomstig bijlage II vastgesteld.

Naast specifieke eisen worden generieke eisen inzake ecologisch ontwerp overeenkomstig bijlage I vastgesteld, in het bijzonder wanneer dit nodig is om doelstellingen inzake kennisvergaring te verwezenlijken en de innovatie te bevorderen.

4.   De uitvoeringsmaatregelen omvatten de in bijlage VI vermelde elementen en stellen kwantitatieve doelstellingen vast voor de willekeurige, aan de distributie voorafgaande verificatie door een derde, alsook bepalingen inzake regelmatige rapportage door de lidstaten aan de Commissie over deze activiteiten. Het percentage te testen producten wordt overeenkomstig de positie van de producten op de markt vastgesteld .

5.     De uitvoeringsmaatregelen worden elke drie jaar herzien en, zo nodig, aan de vooruitgang op technisch vlak aangepast.

6.     Bij de formulering van de daarvoor geldende normen maakt de Commissie gebruik van de knowhow die is opgedaan bij de vaststelling van communautaire etiketteringsregels.

Artikel 15

Werkprogramma

Binnen 12 maanden na de goedkeuring van deze kaderrichtlijn, en overeenkomstig de in artikel 21 bedoelde procedure, stelt de Commissie ten minste uitvoeringsmaatregelen vast voor die producten waarvan door het Europees Programma inzake klimaatverandering (EPK) is vastgesteld dat zij een groot potentieel bieden voor een kostenefficiënte reductie van broeikasgasemissies, zoals verwarmings- en waterverwarmings-toestellen, elektrische motorsystemen, verlichtingsinstallaties in zowel de huishoudelijke als de tertiaire sector, huishoudapparaten, kantoorapparaten zowel in de huishoudelijke als de tertiaire sector, consumentenelektronica en HVAC-systemen (verwarming, ventilatie en airconditioning).

De Commissie dient binnen 12 maanden na de goedkeuring van deze richtlijn een afzonderlijke uitvoeringsmaatregel in voor het verminderen van standby-verliezen van alle producten. Voor ICT-producten moet het verbruik in de „uit”-stand als algemene regel tot het technisch haalbare minimum worden beperkt.

Indien de Commissie goede redenen heeft om indiening van een voorstel op de bovenvermelde gebieden te weigeren, bijvoorbeeld omdat er een vrijwillige overeenkomst bestaat waarmee de beleidsdoelstellingen sneller of goedkoper worden bereikt dan met bindende voorschriften, verschaft zij het Europees Parlement en de Raad een formele rechtvaardiging van haar desbetreffende besluit.

Na raadpleging van het Bureau voor ecologisch ontwerp, als bedoeld in artikel 20, stelt de Commissie, rekening houdend met de algehele milieu-impact, voor de volgende drie jaar een werkprogramma op met een indicatieve lijst van de productgroepen die als prioriteit moeten worden beschouwd voor de goedkeuring van uitvoeringsmaatregelen, en legt zij dit aan het Europees Parlement en de Raad voor. Deze lijst wordt door de Commissie in overleg met het in artikel 21 bedoelde comité periodiek aangepast.

Om de vijf jaar brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de resultaten die zijn bereikt op de terreinen waar uitvoeringsmaatregelen zijn getroffen en waar vrijwillige bedrijfsafspraken van toepassing zijn.

Artikel 16

Zelfregulering

Voorstellen voor vrijwillige overeenkomsten of andere zelfreguleringsmaatregelen worden grondig onderzocht door het Bureau voor ecologisch ontwerp, dat gebruik maakt van analytische studies om vast te stellen in hoeverre zij geschikt zijn om de nagestreefde doeleinden te verwezenlijken, waarbij onder andere gekeken wordt naar ambitieniveau, doelstellingen en beoogde rapportage- en herzieningsprocedures, naast de in bijlage VII vermelde minimale acceptatiecriteria.

Artikel 17

Bestaande uitvoeringsmaatregelen

De Richtlijnen 92/42/EEG, 96/57/EG en 2000/55/EG worden in de zin van deze richtlijn beschouwd als uitvoeringsmaatregelen voor respectievelijk huishoudelijke centraleverwarmingsketels, huishoudelijke koelkasten en voorschakelapparaten voor fluorescentielampen met betrekking tot het energierendement tijdens het gebruik.

Artikel 18

Afwijkingsmogelijkheden

Waar het plaatselijke milieuproblemen betreft, laat deze richtlijn het recht van de lidstaten onverlet om, overeenkomstig het Verdrag, stringentere regels vast te stellen met betrekking tot productie, invoer, verkoop en gebruik van energieverbruikende producten wanneer zij zulks nodig achten voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van milieu en volksgezondheid en voor de continuïteit van de energievoorziening, voor zover dergelijke regels niet indruisen tegen de bepalingen van deze richtlijn.

Artikel 19

Onafhankelijk orgaan van deskundigen

Er wordt een onafhankelijk orgaan van deskundigen ingesteld voor het bepalen van referentiecriteria, het opmaken van onafhankelijke analyses en het verlenen van hulp aan de Commissie bij de vaststelling van de eisen inzake ecologisch ontwerp die bij uitvoeringsmaatregelen in acht moeten worden genomen. Dit orgaan kan deel uitmaken van bestaande agentschappen of de inrichting van nieuwe structuren vereisen, althans voor zover wordt voorzien in de behoefte aan onafhankelijke expertise voor alle milieu-aspecten die zich kunnen voordoen. Het orgaan krijgt de beschikking over de nodige financiële middelen, die ten dele afkomstig kunnen zijn uit het programma „Intelligente energie-Europa (2003-2006)”.

Artikel 20

Bureau voor ecologisch ontwerp

De Commissie stelt een Comité voor ecologisch ontwerp in met evenwichtige participatie door alle belanghebbende partijen die op dat terrein actief zijn, zoals bedrijfsleven en dienstverleners, met inbegrip van het MKB, handwerkers en hun beroepsorganisaties, vakverenigingen, handelaars en detailhandelaars, importeurs, deskundigen op het gebied van efficiënt energieverbruik, pioniers in ecologisch ontwerpen, milieugroepen en consumentenorganisaties. Het Comité draagt met name bij tot de vaststelling en herziening van uitvoeringsmaatregelen en de beoordeling van zelfreguleringsmaatregelen.

Het Comité stemt zijn bijeenkomsten af op die van het in artikel 21 bedoelde comité.

Het reglement van orde van het Comité wordt volgens de in artikel 21 bedoelde procedure door de Commissie opgesteld en omvat bepalingen omtrent financiële steunverlening voor deelname door maatschappelijke groeperingen die op dat terrein actief zijn.

Artikel 21

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité, hierna het „comité” genoemd, dat uit vertegenwoordigers van de lidstaten is samengesteld en door de vertegenwoordiger van de Commissie wordt voorgezeten.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, gelet op de bepalingen van artikel 8 daarvan.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 22

Sancties

De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die gelden voor inbreuken op de nationale bepalingen die overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen van deze richtlijn worden goedgekeurd, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat ze worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en ontradend zijn , rekening houdend met de mate van non-conformiteit en de hoeveelheden niet-conforme producten die op de communautaire markt werden gebracht voordat ze door de lidstaten werden verboden. Conform de vigerende nationale praktijk worden de opgelegde sancties volledig gebruikt voor de financiering van de activiteiten van de controle-instanties . De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 26, lid 1, eerste alinea vermelde datum in kennis van die bepalingen en stellen haar onverwijld in kennis van elke latere wijziging daarvan. De Commissie stelt iedere lidstaat in kennis van alle sancties die in de Gemeenschap uit hoofde van deze richtlijn worden opgelegd.

Artikel 23

Wijziging

Richtlijn 92/42/EEG wordt gewijzigd als volgt:

1)

artikel 6 wordt geschrapt;

2)

bijlage I, punt 2, wordt geschrapt.

Artikel 24

Intrekkingen

De Richtlijnen 78/170/EEG en 86/594/EEG worden ingetrokken.

Artikel 25

Herziening

De Commissie beoordeelt de effectiviteit van deze richtlijn met name in het licht van de thematische strategie voor een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Aan de hand van relevante studies en na raadpleging van de belanghebbenden, dient de Commissie vijf jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn bij het Europees Parlement en de Raad voorstellen in tot herziening daarvan.

Artikel 26

Omzetting

1.   De lidstaten dienen vóór 31 december 2005 de bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan, alsmede van een concordantietabel ten opzichte van deze Richtlijn, onverwijld in kennis.

Zij passen die bepalingen met ingang van 1 juli 2006 toe.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld.

2.   De lidstaten delen de Commissie de bepalingen van nationaal recht mee die zij vaststellen op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is.

Artikel 27

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 28

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C (...), (...), blz. (...).

(2)  PB C (...), (...), blz. (...).

(3)  PB C (...), (...), blz. (...).

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(5)  Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

(6)  COM(2000) 88 def.

(7)  Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van de kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).

(8)  Richtlijn 96/62/EG van de Raad van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van luchtkwaliteit (PB L 296 van 21.11.1996, blz. 55).

(9)  Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(10)  Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/21/EG (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 4).

(11)  PB L ...

(12)  COM(2001)68 def.

(13)  Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingenPB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

(14)  Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003, tot oprichting van een uitvoerend agentschap genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor Intelligente energie” voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

(15)  PB L 220 van 30.8.1993, blz. 23.

(16)  Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenactieprogramma voor acteis op energiegebied: „Intelligente energie-Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

(17)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

(18)  PB C 136 van 4.6.1985, blz. 1.

(19)  PB C 141 van 19.5.2000, blz. 1.

(20)  PB L 297 van 13.10.1992, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(21)  PB L 237 van 21.9.2000, blz. 1.

(22)  PB L 332 van 12.12.2001, blz. 1.

(23)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/108/EG (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 106).

(24)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19.

(25)  PB L 167 van 22.6.1992, blz. 17. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 52 van 21.2.2004, blz. 50).

(26)  PB L 236 van 18.9.1996, blz. 36.

(27)  PB L 279 van 1.11.2000, blz. 33.

(28)  PB L 52 van 23.2.1978, blz. 32. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 82/885/EEG (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 19).

(29)  PB L 196 van 26.7.1990, blz. 15. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 93/68/EEG (PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1).

(30)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 65.

(31)  PB L 344 van 6.12.1986, blz. 24. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(32)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(33)  PB L 293 van 22.11.2000, blz. 24.

BIJLAGE I

METHODES VOOR HET VASTSTELLEN VAN GENERIEKE EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP

De inzake ecologisch ontwerp te stellen generieke eisen beogen de milieuprestaties van producten te verbeteren, onder specifieke inachtneming van de significante milieu-aspecten die daaraan zijn verbonden en zonder grenswaarden vast te stellen. De significante milieuaspecten worden door de Commissie bepaald tijdens de voorbereiding van de ontwerpmaatregel die moet worden voorgelegd aan het in artikel 21 bedoelde comité, en die nader wordt gespecificeerd in de uitvoeringsmaatregel.

In de uitvoeringsmaatregelen tot vaststelling van de generieke eisen inzake ecologisch ontwerp conform artikel 14, lid 4, worden, voor zover deze van toepassing zijn op het evp waarvoor de bewuste uitvoeringsmaatregel geldt, de toe te passen methodiek en de inzake ecologisch ontwerp geldende criteria bepaald aan de hand van de in de delen 1 en 2 opgenomen lijst en van de eisen inzake informatievoorziening van de lijst in deel 3 .

Alle gegevens, analyses en milieuprofielen zijn voor toetsing door het Comité voor ecologisch ontwerp beschikbaar tijdens de door het Comité te verrichten beoordeling en vaststelling van de uitvoeringsmaatregel en van eventueel in een daaropvolgend stadium te hanteren referentiecriteria of profielbepalingen.

Deel 1. Algemene bepalingen

Teneinde de criteria voor een uitvoeringsmaatregel te selecteren, wordt een beoordeling van de milieuaspecten van een representatief evp-model over de gehele levenscyclus uitgevoerd, op basis van realistische veronderstellingen ten aanzien van de voorwaarden waaronder en de doeleinden waarvoor het wordt gebruikt.

Het beoordelingsproces en de uitvoeringsmaatregel omvatten met name elementen als vermeld in deel 2.

In de uitvoeringsmaatregel wordt het accent gelegd op en prioriteit gegeven aan factoren die via het productontwerp kunnen worden beïnvloed. De relevante criteria inzake ecologisch ontwerp worden in de uitvoeringsmaatregel gespecificeerd .

Op basis van deze beoordeling stelt het onafhankelijk orgaan van deskundigen, met medewerking van de producenten die daaromtrent gegevens verstrekken, het ecologische profiel vast voor de stand van de techniek op het gebied van ecologisch ontwerp. Dit profiel dient gebaseerd te zijn op de uit milieuoogpunt relevante productkenmerken en de over de gehele levenscyclus van het product plaatsvindende inputs en outputs.

Deel 2. Parameters voor ecologisch ontwerp voor evp's

2.1.   Bij de in deel 1 van deze bijlage beschreven beoordeling moet aandacht worden besteed aan de volgende fasen in de levenscyclus van het product, in zoverre zij betrekking hebben op het productontwerp:

a)

verkrijging van grondstoffen;

b)

fabricage;

c)

verpakking, transport en distributie;

d)

installatie en onderhoud;

e)

gebruik;

f)

einde van de levensduur.

2.2.   Voor elke fase worden de volgende milieuaspecten beoordeeld wanneer dit relevant is:

a)

voorspeld verbruik van materialen, energie en andere hulpbronnen zoals vers water;

b)

verwachte lucht-, water- of bodememissies;

c)

verwachte vervuiling door fysische effecten zoals geluid, trillingen, straling of elektromagnetische velden;

d)

verwachte productie van afvalstoffen;

e)

mogelijkheden voor hergebruik, recycling en terugwinning van materialen en/of energie, rekening houdend met Richtlijn 2002/96/EG.

2.3.   Met name de volgende parameters moeten, waar van toepassing en zo nodig aangevuld met andere, worden gebruikt voor het beoordelen van het potentieel voor verbetering betreffende de in het vorige punt vermelde milieuaspecten:

a)

gewicht en omvang van het product;

b)

gebruik van materialen afkomstig van recyclingactiviteiten;

c)

energieverbruik over de gehele levenscyclus;

d)

gebruik van stoffen die als gevaarlijk voor de gezondheid en/of het milieu zijn ingedeeld overeenkomstig Richtlijn 67/548/EEG (1) en rekening houdend met wetgeving inzake het op de markt brengen en het gebruik van specifieke stoffen, zoals 76/769/EEG of 2002/95/EG;

e)

hoeveelheid en aard van de verbruiksgoederen die nodig zijn voor correct gebruik en onderhoud;

f)

gemak van hergebruik en recycling zoals uitgedrukt door: aantal gebruikte materialen en componenten, gebruik van standaardcomponenten, voor demontage benodigde tijd, complexiteit van de voor demontage benodigde gereedschappen, gebruik van coderingsnormen voor componenten en materialen met het oog op de identificatie van voor hergebruik en recycling geschikte componenten en materialen (inclusief de markering van kunststofonderdelen overeenkomstig ISO), gebruik van gemakkelijk recyclebare materialen, gemakkelijke toegang tot waardevolle en andere recyclebare componenten en materialen, gemakkelijke toegang tot componenten en materialen die gevaarlijke stoffen bevatten;

g)

inbouw van gebruikte componenten;

h)

vermijden van technische oplossingen die nadelig zijn voor hergebruik en recycling van componenten en gehele apparaten;

i)

verlenging van de levensduur zoals uitgedrukt door: minimale gegarandeerde levensduur, minimumtermijn voor de beschikbaarheid van reserveonderdelen, modulariteit, mogelijkheid tot upgraden, repareerbaarheid;

j)

hoeveelheden geproduceerd afval en hoeveelheden geproduceerd gevaarlijk afval;

k)

luchtemissies (broeikasgassen, verzurende stoffen, vluchtige organische verbindingen, stoffen die de ozonlaag aantasten, persistente organische verontreinigende stoffen, zware metalen, fijne vaste deeltjes en zwevende vaste deeltjes), onverminderd Richtlijn 97/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (2);

l)

wateremissies (zware metalen, stoffen met een ongunstig effect op de zuurstofbalans, persistente organische verontreinigende stoffen);

m)

bodememissies (vooral lekkages van gevaarlijke stoffen tijdens de gebruiksfase van producten, en het risico van uitspoeling bij verwijdering als afval);

2.4.    Fabrikanten van energieverbruikende producten doen wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om te bewerkstelligen dat de door hen op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparaten, voor zover zulks praktisch haalbaar en in overeenstemming met de veiligheidseisen is, zo zijn ontworpen en vervaardigd dat het mogelijk blijft deze:

a)

als apparaat in hun geheel of in onderdelen (componenten, subeenheden of verbruiksgoederen) te hergebruiken;

b)

in combinatie met voor hergebruik geschikte of hergebruikte onderdelen, subeenheden of verbruiksgoederen te gebruiken;

c)

geheel of gedeeltelijk te recycleren.

Deel 3. Eisen inzake informatievoorziening

De uitvoeringsmaatregel omvat informatie die van invloed kan zijn op de wijze waarop het evp wordt behandeld, gebruikt of gerecycled door andere partijen dan de fabrikant, voor zover van toepassing inclusief:

instructies betreffende het fabricageproces;

informatie voor de consumenten betreffende de significante milieukenmerken en -prestaties van een product, die bij het product moet worden gevoegd wanneer het in de handel wordt gebracht, zodat de consument deze aspecten van het bewuste product kan vergelijken;

instructies voor de consumenten/gebruikers betreffende de installatie, het gebruik en het onderhoud van het product teneinde het effect ervan op het milieu tot een minimum te beperken en te zorgen voor een optimale levensduur, alsmede betreffende het terugbrengen van het product aan het eind van zijn levensduur;

informatie voor afvalbehandelingscentra betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van zijn levensduur. Voorzover mogelijk moet de basisinformatie op het product zelf te vinden zijn.

Bij deze informatieverstrekking wordt rekening gehouden met de verplichtingen uit hoofde van andere communautaire wetgeving, zoals Richtlijn 2002/96/EG.


(1)  Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB 196 van 16.8.1967, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003.

(2)  PB L 59 van 27.2.1998, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2004 (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 703).

BIJLAGE II

METHODE VOOR HET BEPALEN VAN HET NIVEAU VAN SPECIFIEKE EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP

Specifieke eisen inzake ecologisch ontwerp hebben tot doel een geselecteerd milieuaspect van het product te verbeteren. Zij kunnen de vorm aannemen van eisen voor een lager verbruik van een bepaalde hulpbron, zoals limieten voor het gebruik van die hulpbron in de verschillende stadia van de levenscyclus, waar van toepassing (bv. limieten voor het waterverbruik tijdens de gebruiksfase of voor de hoeveelheden van een bepaald materiaal die in het product worden verwerkt, of minimaal vereiste hoeveelheden gerecycled materiaal).

Met het oog op de keuze van de milieuaspecten die bij een uitvoeringsmaatregel moeten worden betrokken, wordt een beoordeling uitgevoerd van alle milieuaspecten van een representatief evp-model gedurende zijn gehele levenscyclus, gebaseerd op realistische hypotheses over normale bedrijfsomstandigheden en het beoogde gebruik.

Bij het beoordelingsproces en de uitvoeringsmaatregel worden met name elementen betrokken die deel uitmaken van de in deel 2 van bijlage I vermelde aspecten.

De beoordeling concentreert zich op en geeft prioriteit aan factoren die kunnen worden beïnvloed door het productontwerp.

Gezien de dringende behoefte aan energie-efficiencymaatregelen dienen stappen te worden ondernomen met het oog op de directe vaststelling van specifieke ontwerpeisen, ongeacht de andere milieuaspecten die worden beoordeeld.

Voor andere aspecten dan het energieverbruik tijdens het gebruik die voor een uitvoeringsmaatregel worden gekozen, stelt het onafhankelijke orgaan van deskundigen, met medewerking van de fabrikanten die daaromtrent gegevens verstrekken, het ecologische profiel vast voor de stand van de techniek op het gebied van ecologisch ontwerp. Dit profiel dient gebaseerd te zijn op de uit milieuoogpunt relevante productkenmerken en de over de gehele levenscyclus van het product plaatsvindende inputs en outputs, uitgedrukt in fysiek meetbare hoeveelheden.

Het niveau van een specifieke eis inzake ecologisch ontwerp voor een bepaald evp wordt vastgesteld als volgt:

1. Door middel van een technische en economische analyse wordt een aantal representatieve modellen van het evp in kwestie op de markt geselecteerd en worden de technische opties voor de verbetering van de milieuprestaties van het product geïdentificeerd, waarbij de economische levensvatbaarheid van de opties niet uit het oog wordt verloren en significante verliezen van prestaties of nut voor de consumenten worden vermeden.

Op basis van deze analyse en rekening houdend met het potentieel voor verbetering worden concrete specifieke eisen vastgesteld teneinde het milieueffect van het product tot een minimum te beperken .

Met betrekking tot het energieverbruik tijdens het gebruik worden er specifieke eisen inzake ecologische ontwerp vastgesteld, hetzij op het niveau van het best presterende product dat op de markt beschikbaar is, hetzij op het niveau van de laagste levenscycluskosten.

Voor het bepalen van dit niveau wordt een analyse verricht door een analist of een groep analisten, die worden gekozen op grond van hun deskundigheid op dit gebied, maar onafhankelijk zijn van belanghebbende partijen.

Er wordt een aantal representatieve modellen geselecteerd die van het bewuste evp op de markt zijn.

Van deze selectie

a)

wordt het best presterende model dat op de markt beschikbaar is geïdentificeerd, waarna de eis inzake het energieverbruik tijdens het gebruik dienovereenkomstig wordt aangepast onder vermelding van het tijdschema voor de aanpassing; of

b)

wordt een referentiemodel gekozen uit de modellen die wat betreft de specifieke eis inzake ecologisch ontwerp het minst efficiënt zijn (al naar gelang de specificiteit van bepaalde markten en de dienstverlening aan de eindgebruiker kunnen meerdere referentiemodellen in aanmerking komen). De technische opties voor verbetering van de milieuprestaties van het product worden zo uitputtend mogelijk opgesomd. Deze technische opties voor verbetering van de specifieke hulpbronprestatie van het evp garanderen dat alle andere prestaties en voordelen voor de consument ten minste worden gehandhaafd of zelfs verbeterd.

De kosten gedurende de levenscyclus van het evp (levenscycluskosten) worden gedefinieerd als de som van de aankoopprijs en de over een realistische levensduur van het product verdisconteerde gebruikskosten. De discontovoet die wordt gebruikt is die van de Europese financiële autoriteiten.

Voor elke technische optie worden de levenscycluskosten berekend en vergeleken met de levenscyclus van het referentiemodel. Technische opties met lagere levenscycluskosten dan het referentiemodel worden gecombineerd wanneer ze compatibel zijn. De combinatie van de technische opties met de laagste levenscycluskosten wordt geïdentificeerd en als minimale levenscycluskosten aangeduid. De prestatie van het evp dat overeenkomt met dit minimum bepaalt de specifieke eis inzake ecologisch ontwerp waaraan moet worden voldaan, aangezien de technische verbeteringen in dit geval economisch verantwoord zijn voor de eindverbruiker en dus voor de samenleving, die profiteert van een verlaging van de externe milieukosten.

Bij de vaststelling van minimumefficiencynormen moet ook een waarde voor vermeden CO2-emissies in aanmerking worden genomen. De waarde van de CO2-emissies die zijn vermeden wordt vastgesteld door de Commissie en wordt regelmatig aangepast. De externe kosten van CO2-emissies kunnen worden opgenomen in de referentieberekening.

Een soortgelijke methodologie zou voor andere hulpbronnen zoals water kunnen worden toegepast.

2. Het niveau van de specifieke eis inzake ecologisch ontwerp kan worden bepaald aan de hand van bewijsmateriaal dat beschikbaar is in het kader van andere communautaire activiteiten zoals Verordening (EG) nr. 1980/2000 inzake de aangekondigde thematische strategieën inzake duurzaam gebruik van hulpbronnen en recycling, Richtlijn 92/75/EEG en Verordening (EG) nr. 2422/2001 betreffende de energieetikettering van kantoorapparatuur.

Bewijsmateriaal dat wordt verkregen uit bestaande programma's die in andere delen van de wereld worden toegepast, kan worden gebruikt voor het vaststellen van de specifieke eis inzake ecologische ontwerp voor evp's die met de economische partners van de EU worden verhandeld.

3. In principe heeft het vaststellen van een specifieke eis inzake ecologisch ontwerp niet tot gevolg dat een fabrikantgebonden technologie aan producenten wordt opgelegd. Indien de eis zou impliceren dat een significant gedeelte van de momenteel geproduceerde modellen uit de handel zou worden genomen, wordt bij de datum van inwerkingtreding van de eis rekening gehouden met de herontwerpcyclus voor het product.

BIJLAGE III

CE-MARKERING

Image

De CE-markering moet minimaal 5 mm hoog zijn. Bij vergroting of verkleining van de CE-markering moeten de verhoudingen van de bovenstaande gegradueerde afbeelding in acht worden genomen.

De CE-markering moet op het evp worden aangebracht. Indien dit niet mogelijk is, moet zij op de verpakking en de begeleidende documenten worden aangebracht.

De Commissie brengt verslag uit over de naleving van de normen door de fabrikanten en distributeurs waaraan zij het recht heeft verleend om op hun producten de CE-markering aan te brengen.

Dit verslag wordt in ieder geval vóór de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze richtlijn middels bijzondere, door de lidstaten te treffen maatregelen voorgelegd aan het Europees Parlement, de Raad en de belanghebbende partijen.

BIJLAGE IV

INTERNE ONTWERPCONTROLE

1. In deze module wordt de procedure beschreven waarbij de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger die de in deel 2 van deze bijlage vastgestelde verplichtingen nakomt, garandeert en verklaart dat het evp aan de relevante bepalingen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel voldoet. De fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger moeten de in artikel 4 bedoelde CE-markering op elk exemplaar van het evp aanbrengen en een schriftelijke verklaring van overeenstemming opstellen. De verklaring van overeenstemming kan op een of meer producten betrekking hebben en moet door de fabrikant worden bewaard.

2. Er wordt door de fabrikant een technisch documentatiedossier opgesteld aan de hand waarvan de overeenstemming van het evp met de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel kan worden beoordeeld onder algemeen gebruikelijke bedrijfsomstandigheden en conform de voor het beheer aan het eind van de levenscyclus geldende voorschriften .

De documentatie bevat met name de volgende elementen:

a)

een algemene beschrijving van het evp en van het bedoelde gebruik;

b)

de resultaten van door de fabrikant uitgevoerde relevante milieubeoordelingsstudies en/of referenties naar milieubeoordelingsliteratuur of casestudies die door de fabrikant bij het bepalen van productontwerpoplossingen worden gebruikt;

c)

het ecologische profiel van de productgroep, zoals in de uitvoeringsmaatregel is vastgesteld ;

d)

elementen van de productontwerpspecificatie betreffende de aspecten inzake milieugericht ontwerp van het product;

e)

een lijst van de terzake doende documenten als bedoeld in artikel 9, die volledig of gedeeltelijk worden toegepast, en een beschrijving van de oplossingen die zijn gekozen om aan de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel te voldoen wanneer de in artikel 9 bedoelde documenten niet zijn toegepast of wanneer deze documenten de eisen van de toepasselijke uitvoeringsmaatregel niet volledig dekken;

f)

een exemplaar van de informatie betreffende de aspecten inzake milieugericht ontwerp van het product die overeenkomstig de in bijlage I, deel 3 , gespecificeerde eisen wordt verstrekt;

g)

de resultaten van metingen die in verband met de eisen inzake ecologisch ontwerp zijn uitgevoerd, met inbegrip van gegevens betreffende de overeenstemming van deze metingen vergeleken met de eisen inzake ecologisch ontwerp die in de toepasselijke uitvoeringsmaatregel zijn vastgesteld.

3. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het product wordt vervaardigd overeenkomstig de in punt 2 bedoelde ontwerpspecificaties en de op het product toepasselijke eisen van de maatregel.

Indien de fabrikant niet in de Gemeenschap is gevestigd en er geen gemachtigde vertegenwoordiger is, heeft de importeur de plicht ervoor te zorgen dat de fabrikant aan zijn verplichtingen heeft voldaan en hem de conformiteitsverklaring en de technische documentatie ter beschikking heeft gesteld.

BIJLAGE V

VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING

De EG-verklaring van overeenstemming moet de volgende elementen bevatten:

1.

naam en adres van de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger; indien de fabrikant niet in de Gemeenschap is gevestigd en er geen gemachtigde vertegenwoordiger is, moet de naam van de importeur worden aangegeven;

2.

een voldoende nauwkeurige beschrijving van het model om dit op ondubbelzinnige wijze te kunnen identificeren;

3.

in voorkomend geval, de referenties van de toegepaste geharmoniseerde normen;

4.

in voorkomend geval, de overige gebruikte technische normen en specificaties;

5.

in voorkomend geval, de referentie van andere toegepaste communautaire wetgeving die voorziet in de aanbrenging van de CE-markering;

6.

identificatie en handtekening van de persoon die bevoegd is om de fabrikant of zijn gemachtigde vertegenwoordiger te binden.

BIJLAGE VI

INHOUD VAN DE UITVOERINGSMAATREGELEN

de uitvoeringsmaatregel moet met name het volgende specificeren:

1.

de nauwkeurige omschrijving van het type of de typen evp's waarop de maatregel betrekking heeft;

2.

de eis(en) inzake ecologisch ontwerp voor het evp in kwestie, de tenuitvoerleggingsdatum(s), eventuele gefaseerde of overgangsmaatregelen;

in het geval van (een) generieke eis(en) inzake ecologisch ontwerp de relevante parameters, te kiezen uit die welke in bijlage I, deel 2, zijn vermeld;

in het geval van (een) specifieke eis(en) inzake ecologisch ontwerp het niveau ervan;

3.

de eisen betreffende de installatie van het evp wanneer deze direct relevant is voor de beschouwde milieuprestatie;

4.

de toe te passen meetnormen en/of meetmethoden; wanneer deze beschikbaar zijn, moeten geharmoniseerde normen waarvan het referentienummer in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, worden toegepast;

5

de gegevens voor de overeenstemmingsbeoordeling overeenkomstig Besluit 93/465/EEG:

bij toepassing van (een) andere module(s) dan module A, de factoren die tot de selectie van die specifieke procedure hebben geleid;

indien relevant, de criteria voor de goedkeuring en/of certificering van de derden.

Wanneer in andere CE-voorschriften voor hetzelfde evp andere modules zijn vastgesteld, heeft de in de uitvoeringsmaatregel bepaalde module voorrang voor de desbetreffende eis;

6.

voorschriften betreffende de gegevens die door de fabrikant, zijn gemachtigde vertegenwoordiger of de importeur aan de autoriteiten moeten worden verstrekt met het oog op een beter toezicht op de naleving wanneer de ernstige verdenking bestaat dat het product niet conform is en/of op het moment waarop onderzoek wordt gedaan naar het ontbreken van conformiteit dan wel wanneer hiervan melding wordt gemaakt ;

7.

de duur van de overgangsperiode gedurende welke de lidstaten moeten toestaan dat evp's in de handel worden gebracht die voldoen aan de eisen die op de datum van goedkeuring van de uitvoeringsmaatregel op hun grondgebied van kracht zijn.

BIJLAGE VII

MINIMALE ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIA VOOR ZELFREGULERINGSINITIATIEVEN IN HET KADER VAN DE RICHTLIJN

1.   Wettelijke basisvereisten

Zelfreguleringsinitiatieven moeten voldoen aan alle bepalingen van het Verdrag (met name die betreffende interne markt en mededingingsregels), alsmede aan de internationale verplichtingen van de Gemeenschap, met inbegrip van de multilaterale handelsregels.

Zelfreguleringsinitiatieven moeten zowel in de voorbereidings- als in de uitvoeringsfase voor deelname door exploitanten in derde landen openstaan.

2.   Toegevoegde waarde

Zelfreguleringsinitiatieven moeten een toegevoegde waarde (meer dan „business as usual”) opleveren in termen van de algehele milieuprestaties van het desbetreffende evp.

3.   Representativiteit

Bedrijven en hun samenwerkingsverbanden die aan een zelfreguleringsmaatregel deelnemen, moeten representatief zijn voor verreweg het grootste deel van de desbetreffende economische sector, met een zo gering mogelijk aantal uitzonderingen. Er moet voor worden gezorgd dat de mededingingsregels in acht worden genomen.

4.   Gekwantificeerde en gefaseerde doelstellingen

De door de belanghebbenden vastgestelde doelstellingen moeten op een duidelijke en ondubbelzinnige wijze, uitgaande van een vastomlijnd referentiekader, zijn geformuleerd. Indien het zelfreguleringsinitiatief een lange looptijd heeft, moeten er tussentijdse streefwaarden in worden opgenomen. Het moet mogelijk zijn op basis van duidelijke en betrouwbare indicatoren op betaalbare en geloofwaardige wijze na te gaan in hoeverre de doelstellingen en (tussentijdse) streefwaarden in acht worden genomen. De ontwikkeling van deze indicatoren moet worden vergemakkelijkt door informatie uit onderzoek en wetenschappelijke en technologische achtergrondgegevens .

5.   Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld

Ter wille van de transparantie moeten alle zelfreguleringsinitiatieven worden gepubliceerd, ook via internet en andere elektronische middelen voor de verspreiding van informatie.

Hetzelfde geldt voor de tussentijdse en eindrapportage over de gemaakte vorderingen. Alle belanghebbenden — het bedrijfsleven, NGO's op het gebied van het milieu en consumentenorganisaties — moeten de mogelijkheid krijgen om commentaar op een zelfreguleringsinitiatief te geven.

6.   Toezicht en rapportage

Zelfreguleringsinitiatieven moeten een goed doortimmerd controlesysteem omvatten met duidelijk omlijnde verantwoordelijkheden voor het bedrijfsleven en onafhankelijke verificateurs. Tezamen met de partijen bij het zelfreguleringsinitiatief worden de Commissiediensten verzocht erop toe te zien dat de doelstellingen worden gerealiseerd.

Het plan voor toezicht en rapportage moet gedetailleerd, doorzichtig en objectief zijn. Of de onderliggende milieudoelstellingen zijn verwezenlijkt, moet in laatste instantie door de Commissiediensten worden beoordeeld, die daarbij worden bijgestaan door het in artikel 21 bedoelde comité.

7.   Kosteneffectiviteit van het beheer van een zelfreguleringsinitiatief

De kosten van het beheer van zelfreguleringsinitiatieven — inzonderheid met betrekking tot de controle — mogen, hun doelstellingen in aanmerking genomen en in vergelijking met andere beschikbare beleidsinstrumenten, geen onevenredige administratieve belasting tot gevolg hebben.

8.   Duurzaamheid

Zelfreguleringsinitiatieven moeten verenigbaar zijn met de beleidsdoelstellingen van de richtlijn, met inbegrip van de geïntegreerde aanpak, en moeten aansluiten bij de economische en sociale dimensies van duurzame ontwikkeling. De bescherming van de consument (gezondheid, kwaliteit van het bestaan en economische belangen) moet daarin een volwaardige plaats krijgen.

9.   Beleidsconsistentie

Zelfreguleringsinitiatieven zullen waarschijnlijk niet de beoogde resultaten opleveren indien van andere factoren en stimulansen — marktdruk, fiscale prikkels, en wetgeving op nationaal niveau — tegenstrijdige signalen voor de deelnemers aan de afspraken uitgaan. Een consequent beleid is derhalve wat dit betreft van wezenlijk belang en moet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de doeltreffendheid van het initiatief.

P5_TA(2004)0303

Handel in broeikasgasemissierechten *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van de richtlijn tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectmechanismen van het Protocol van Kyoto (COM(2003) 403 — C5-0355/2003 — 2003/0173(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 403) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0355/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0154/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0173

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, met betrekking tot de projectmechanismen van het Protocol van Kyoto (EP-PE_TC1-COD(2003)0173)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2003/87/EG (3) stelt een regeling vast voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap(„De Gemeenschapsregeling”) teneinde reducties van broeikasgasemissies op een kosteneffectieve en economisch efficiënte manier te bevorderen, aangezien op langere termijn het niveau van de mondiale uitstoot van broeikasgassen met ongeveer 70 % moet worden verminderd vergeleken met dat van 1990. De richtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het vervullen van de verplichtingen van de Gemeenschap en haar lidstaten om de antropogene emissies van broeikasgassen te verminderen overeenkomstig het Protocol van Kyoto, dat werd goedgekeurd bij Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (4).

(2)

Richtlijn 2003/87/EG bepaalt dat de erkenning van kredieten van mechanismen op projectbasis voor het vervullen van de verplichtingen vanaf 2005 de kosteneffectiviteit van het verwezenlijken van reducties van de mondiale uitstoot van broeikasgassen zal verhogen en dat daarin zal worden voorzien door middel van bepalingen die Kyoto-mechanismen op projectbasis, waaronder Joint Implementation (JI — gemeenschappelijke uitvoering) en het Clean Development Mechanism (CDM — mechanisme voor schone ontwikkeling) in het kader van het Protocol van Kyoto koppelen aan de „de Gemeenschapsregeling”.

(3)

Koppeling van de Kyoto-mechanismen op projectbasis aan de Gemeenschapsregeling, met behoud van de milieu-integriteit, biedt de mogelijkheid emissiekredieten te gebruiken die zijn gegenereerd door middel van projectactiviteiten die krachtens de artikelen 6 en 12 van het Protocol van Kyoto in aanmerking komen om de verplichtingen van de lidstaten ingevolge artikel 12, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG na te komen. Zodoende ontstaat een grotere diversiteit van goedkope opties om aan de verplichtingen in het kader van de Gemeenschapsregeling te voldoen, waardoor de totale kosten van de nakoming van het Protocol van Kyoto verminderen en de liquiditeit van de markt voor broeikasgasemissierechten in de Gemeenschap verbetert. Door het stimuleren van de vraag naar JIkredieten zullen bedrijven in de Gemeenschap investeren in de ontwikkeling en overdracht van geavanceerde milieuvriendelijke technologie en knowhow. De vraag naar CDM-kredieten zal eveneens worden gestimuleerd en ontwikkelingslanden die als gastland van CDM-projecten fungeren zullen zodoende worden bijgestaan in het verwezenlijken van hun doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling.

(4)

De Kyoto-mechanismen op projectbasis, die door de Gemeenschap, haar lidstaten en bedrijven en personen die buiten de Gemeenschapsregeling vallen, worden gebruikt, moeten bovendien zodanig aan de Gemeenschapsregeling worden gekoppeld dat zij verenigbaar zijn met het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering (UNFCCC), het Protocol van Kyoto en de op grond daarvan genomen besluiten, alsook met de doelstellingen en architectuur van de Gemeenschapsregeling en bepalingen, als vastgesteld bij Richtlijn 2003/87/EG.

(5)

De lidstaten kunnen exploitanten toestaan gebruik te maken in de Gemeenschapsregeling van gecertificeerde emissiereducties (CER's), vanaf 2005, en van emissiereductie-eenheden (ERU's), vanaf 2008. Het gebruik door exploitanten van CER's en ERU's vanaf 2008 kan worden toegestaan tot een door iedere lidstaat in zijn nationale toewijzingsplan te specificeren percentage van de aan iedere installatie toegewezen hoeveelheid. Het gebruik geschiedt door de uitgifte en onmiddellijke overdracht van één emissierecht in ruil voor één CER of ERU. Een in ruil voor een CER of ERU uitgegeven emissierecht correspondeert met die CER of ERU.

(6)

De op grond van artikel 19, lid 3 van Richtlijn 2003/87/EG en artikel 6, lid 1 van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (5) vast te stellen verordening van de Commissie voor een gestandaardiseerd en beveiligd stelsel van registers zal voorzien in de toepasselijke procedures voor het gebruik van CER's in de periode 2005-2007 en de daaropvolgende periodes en van ERU's in de periode 2008-2012 en de daaropvolgende perioden.

(7)

Elke lidstaat stelt een limiet voor het gebruik van CER's en ERU's uit projectactiviteiten vast, daarbij terdege rekening houdend met de toepasselijke bepalingen van het Protocol van Kyoto en de akkoorden van Marrakesh, teneinde te voldoen aan het aldaar gestelde vereiste dat het gebruik van de mechanismen een aanvulling moet zijn op de nationale maatregelen. Nationale maatregelen vormen derhalve een aanzienlijk onderdeel van de totale inspanningen.

(8)

Overeenkomstig het UNFCC, het Protocol van Kyoto en die op grond daarvan genomen besluiten dienen de lidstaten ervan af te zien om CER's en ERU's die in nucleaire installaties zijn gegenereerd te gebruiken om aan hun verplichtingen van artikel 3, lid 1 van het Protocol van Kyoto en van Beschikking 2002/358/EG te voldoen.

(9)

In de op grond van het UNFCCC en het Protocol van Kyoto genomen Besluiten 15/CP.7 en 19/CP.7 wordt onderstreept dat milieu-integriteit moet worden bereikt onder meer door verstandige modaliteiten, voorschriften en richtsnoeren voor de mechanismen en door verstandige en strikte beginselen en regelingen inzake landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouwactiviteiten, en voorts dat rekening moet worden gehouden met aan bebossings- en herbebossingsprojectactiviteiten gelieerde problemen zoals niet-duurzaamheid, additionaliteit, lekkage, onzekerheden en sociaal-economische en milieugevolgen, waaronder gevolgen voor biodiversiteit en ecosytemen. De Commissie dient bij haar evaluatie van de Richtlijn 2003/87/EG in 2006 aandacht te schenken aan technische bepalingen in verband met de tijdelijke aard van kredieten en de 1 %-limiet inzake subsidiabiliteit voor landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouwactiviteiten, zoals vastgelegd in Besluit 17/CP.7, en aan bepalingen in verband met de resultaten van de evaluatie van potentiële gevaren van het gebruik van genetische gemodificeerde organismen en mogelijke invasieve vreemde soorten door bebossings- en herbebossingsprojecten, opdat de exploitanten CER's en ERU's die uit projectactiviteiten op het gebied van landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw voortvloeien, vanaf 2008 overeenkomstig de op grond van het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten, in de Gemeenschapsregeling kunnen gebruiken.

(10)

Om dubbeltelling te voorkomen mogen geen CER's of ERU's worden verleend op basis van reducties die zijn gegenereerd door middel van in de Gemeenschap ondernomen projectactiviteiten die eveneens resulteren in een vermindering of beperking van emissies uit installaties die onder Richtlijn 2003/87/EG vallen, tenzij een dienovereenkomstig aantal emissierechten wordt geschrapt uit het register van de lidstaat van de herkomst van de CER's en ERU's.

(11)

Overeenkomstig de betreffende toetredingsverdragen moet met het acquis communautaire rekening worden gehouden bij de vaststelling van referentieniveaus voor projectactiviteiten die in tot de Unie toetredende landen worden ondernomen.

(12)

Een lidstaat die particuliere of openbare organisaties aan projectactiviteiten laat deelnemen, blijft verantwoordelijk voor de naleving van zijn verplichtingen van het UNFCCC en het Protocol van Kyoto en dient ervoor te zorgen dat de deelneming strookt met de toepasselijke overeenkomstig het UNFCCC en het Protocol van Kyoto vastgestelde richtsnoeren, regels en procedures.

(13)

Overeenkomstig het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de uitvoeringsbesluiten steunen de Commissie en de lidstaten capaciteit opbouwende activiteiten in ontwikkelingslanden en landen in de overgang naar een markteconomie, teneinde hen mede in staat te stellen ten volle te profiteren van JI en het CDM op een wijze die hun strategie voor duurzame ontwikkeling ten goede komt. De Commissie dient deze inspanningen te evalueren en erover te rapporteren.

(14)

De Wereldcommissie stuwdammen, in haar verslag van november 2000 „Dams and Development — A New Framework for Decision-Making”, de OESO en de Wereldbank hebben criteria en richtsnoeren vastgesteld die van belang zijn voor de vraag, of projecten voor opwekking van waterkracht nadelige milieu- en sociale gevolgen hebben.

(15)

Aangezien deelneming aan JI- en CDM-projectactiviteiten op vrijwillige basis geschiedt, moeten de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van het bedrijfsleven op sociaal en milieugebied worden versterkt overeenkomstig paragraaf 17 van het implementatieplan van de wereldtop voor duurzame ontwikkeling. In dat verband moeten bedrijven worden aangemoedigd om de sociale en milieuprestatie van JI- en CDM-activiteiten waaraan zij deelnemen, te verbeteren.

(16)

Informatie over projectactiviteiten waaraan een lidstaat deelneemt of een particuliere of openbare organisatie laat deelnemen moet toegankelijk worden gemaakt voor het publiek overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie (6).

(17)

De Commissie kan in haar verslagen over de handel in broeikasgasemissierechten en het gebruik van kredieten van projectactiviteiten verwijzingen naar gevolgen voor de elektriciteitsmarkt opnemen.

(18)

Na inwerkingtreding van het Protocol van Kyoto moet de Commissie de mogelijkheid nagaan van eventuele overeenkomsten met de landen die voorkomen in bijlage B bij het Protocol van Kyoto en dit nog moeten ratificeren, waarin de wederzijdse erkenning wordt vastgelegd van emissierechten tussen de Gemeenschapsregeling en de verplichte regelingen voor de handel in broeikasgasemissies, waarmee in die landen de absolute emissiewaarden werden beperkt.

(19)

Aangezien het doel van het overwogen optreden, namelijk de koppeling van de Kyoto-mechanismen op projectbasis en de Gemeenschapsregeling, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden, beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om dat doel teverwezenlijken.

(20)

Richtlijn 2003/87/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Richtlijn 2003/87/EG

Richtlijn 2003/87/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

in artikel 3 worden de volgende punten toegevoegd:

„k)

„partij van bijlage I”: een in bijlage I van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) opgenomen partij die het Protocol van Kyoto heeft bekrachtigd, zoals gespecificeerd in artikel 1, punt 7, van het Protocol van Kyoto;

l)

„projectactiviteit”: een projectactiviteit die door een of meer partijen van bijlage I is goedgekeurd in overeenstemming met artikel 6 of artikel 12 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten;

m)

„emissiereductie-eenheid” of „ERU”: een eenheid die is verleend overeenkomstig artikel 6 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten;

n)

„gecertificeerde emissiereductie” of „CER”: een eenheid die is verleend overeenkomstig artikel 12 van het Protocol van Kyoto en de overeenkomstig het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten.”

2)

na artikel 11 worden de volgende artikelen ingevoegd:

„Artikel 11 bis

Gebruik van CER's en ERU's uit projectactiviteiten in de Gemeenschapsregeling

1.   Onverminderd lid 3, kunnen lidstaten exploitanten toestaan CER's en ERU's van projectactiviteiten te gebruiken in de Gemeenschapsregeling gedurende elke in artikel 11, lid 2, bedoelde periode tot een percentage van de aan iedere installatie toegewezen hoeveelheid emissierechten die door iedere lidstaat moet worden gespecificeerd in zijn nationale toewijzingsplan voor de periode in kwestie. Zulks geschiedt door het verlenen en de onmiddellijke inlevering van één emissierecht door de lidstaat in ruil voor één CER of ERU die de exploitant volgens het nationale register van zijn lidstaat bezit.

2.   Onverminderd lid 3, kunnen lidstaten exploitanten toestaan CER's van projectactiviteiten te gebruiken in de Gemeenschapsregeling gedurende elke in artikel 11, lid 1, bedoelde periode. Zulks geschiedt door het verlenen en de onmiddellijke overdracht van één emissierecht door de lidstaat in ruil voor één CER. De lidstaten annuleren CER's die door exploitanten zijn gebruikt tijdens de in artikel 11, lid 1, bedoelde periode.

3.   Alle CER's en ERU's die overeenkomstig het UNFCCC en het Protocol van Kyoto en de op grond daarvan genomen besluiten worden uitgegeven en kunnen worden gebruikt, kunnen in de Gemeenschapsregeling worden gebruikt, doch

a)

met dien verstande, dat aangezien de lidstaten overeenkomstig het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de op grond daarvan genomen besluiten moeten afzien van het gebruik van in nucleaire installaties gegenereerde CER's en ERU's om aan hun verplichtingen van artikel 3, lid 1, van het Protocol van Kyoto en van Beschikking 2002/358/EG te voldoen, de exploitanten moeten afzien van het gebruik van in dergelijke installaties gegenereerde CER's en ERU's gedurende de in artikel 11, lid 1 bedoelde periode en de eerste periode van vijf jaar bedoeld in artikel 11, lid 2; en

b)

met uitzondering van de CER's en ERU's welke voortvloeien uit activiteiten met betrekking tot landgebruik, verandering in het landgebruik en bosbouw.

Artikel 11 ter

Projectactiviteiten

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de referentieniveaus voor projectactiviteiten, zoals omschreven in de op grond van het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten, welke worden ondernomen in landen die een toetredingsverdrag met de Unie hebben ondertekend, volledig voldoen aan het acquis communautaire, met inbegrip van de tijdelijke ontheffingen als bepaald in dat toetredingsverdrag.

2.   Met uitzondering van het bepaalde in de leden 3 en 4, dragen lidstaten die als gastland voor projectactiviteiten fungeren, er zorg voor dat er geen CER's of ERU's worden verleend voor reducties of beperkingen van broeikasgasemissies uit onder deze richtlijn vallende installaties.

3.   Voor JI- en CDM-projectactiviteiten die de emissie van een onder deze richtlijn vallende installatie rechtstreeks terugdringen of beperken kunnen tot 31 december 2012 alleen dan CER's en ERU's worden verleend, wanneer de exploitant van die installatie een gelijk aantal emissierechten annuleert.

4.   Voor JI- en CDM-projectactiviteiten die de emissie van een onder deze richtlijn vallende installatie rechtstreeks terugdringen of beperken kunnen tot 31 december 2012 alleen dan CER's en ERU's worden verleend, wanneer een gelijk aantal emissierechten in het nationale register van de lidstaat waaruit de CER's of ERU's afkomstig zijn, wordt geannuleerd.

5.   Een lidstaat die particuliere of openbare organisaties aan projectactiviteiten laat deelnemen, blijft verantwoordelijk voor de naleving van zijn verplichtingen van het UNFCCC en het Protocol van Kyoto en zorgt ervoor dat deze deelneming strookt met de toepasselijke, overeenkomstig het UNFCCC en het Protocol van Kyoto vastgestelde richtsnoeren, regels en procedures.

6.   In geval van projectactiviteiten voor de opwekking van waterkracht met een opwekkingsvermogen van meer dan 20 MW zien de lidstaten er bij de goedkeuring van de projectactiviteiten op toe, dat de toepasselijke internationale normen en richtsnoeren, — inclusief die van het in november 2000 uitgebrachte verslag van de Wereldcommissie stuwdammen: „Dams and Development — A new Framework for Decision-Making” —, gedurende de ontwikkeling van deze projectactiviteiten in acht worden genomen.

7.   Bepalingen inzake de uitvoering van de leden 3 en 4, met name inzake het voorkomen van dubbele tellingen, alsook bepalingen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van lid 5 indien de ontvangende partij voldoet aan alle eisen om in aanmerking te komen voor JI projectactiviteiten, worden vastgesteld overeenkomstig artikel 23, lid 2.”

3)

artikel 17 wordt vervangen door:

„Artikel 17

Toegang tot informatie

Besluiten tot toewijzing van emissierechten, informatie over projectactiviteiten waaraan een lidstaat deelneemt of een particuliere of openbare organisatie laat deelnemen, en de krachtens de vergunning van broeikasemissies vereiste emissieverslagen welke in het bezit zijn van de bevoegde autoriteit worden voor het publiek beschikbaar gesteld, overeenkomstig Richtlijn 2003/4/EG.”

4)

in artikel 18 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De lidstaten zorgen met name voor coördinatie tussen hun aangewezen centrale punt voor de goedkeuring van projectactiviteiten overeenkomstig artikel 6, lid 1, onder a), van het Protocol van Kyoto en hun aangewezen nationale autoriteit voor de tenuitvoerlegging van artikel 12 van het Protocol van Kyoto respectievelijk aangewezen overeenkomstig de op grond van het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten.”

5)

in lid 3 van artikel 19 wordt de volgende zin toegevoegd:

„Die verordening bevat tevens bepalingen betreffende het gebruik en de identificatie van CER's en ERU's voor gebruik in de Gemeenschapsregeling en betreffende de bewaking van het niveau vandit gebruik.”

6)

artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de tweede zin als volgt gelezen:

„In dit verslag wordt bijzondere aandacht besteed aan de regelingen voor de toewijzing van emissierechten, het gebruik van CER's en ERU's in de Gemeenschapsregeling, het functioneren van de nationale registers, de toepassing van richtsnoeren voor bewaking en rapportage, de verificatie en kwesties die met de naleving van de richtlijn verband houden en aan de eventuele fiscale behandeling van emissierechten.”

b)

lid 3 wordt als volgt gelezen:

„3.   De Commissie organiseert een uitwisseling, tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, van gegevens betreffende ontwikkelingen in verband met de verlening van emissierechten, het gebruik van CER's en ERU's in de Gemeenschapsregeling, het functioneren van de nationale registers, de bewaking, de rapportage, de verificatie en de naleving van deze richtlijn.”

7)

na artikel 21 wordt het volgende artikel ingevoegd:

„Artikel 21 bis

Steun aan capaciteit opbouwende activiteiten

Overeenkomstig het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de voor de tenuitvoerlegging ervan genomen besluiten trachten de Commissie en de lidstaten capaciteit opbouwende activiteiten in ontwikkelingslanden en landen die een overgang naar een markteconomie doormaken, te steunen, teneinde hen mede in staat te stellen ten volle te profiteren van JI en het CDM op een wijze die hun strategie voor duurzame ontwikkeling ten goede komt en het betrekken van organisaties in de ontwikkeling en uitvoering van JI- en CDM-projecten te vergemakkelijken.”

8)

artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2, letter d) wordt vervangen door:

„d)

het gebruik van kredieten afkomstig van projectactiviteiten, met inbegrip van de noodzaak van harmonisatie van het toegestane gebruik van CER's en ERU's in de Gemeenschapsregeling;”

b)

aan lid 2 worden de volgende punten toegevoegd:

„l)

het effect van projectmechanismen op gastlanden, vooral op hun ontwikkelingsdoelstellingen, of er JI- en CDM-projecten voor waterkrachtcentrales met een opwekkingsvermogen van meer dan 500 MW en met negatieve sociale en/of milieueffecten zijn goedgekeurd, en het toekomstige gebruik van CER's of ERU's die uit dergelijke projectactiviteiten voor de opwekking van waterkracht in de Gemeenschapsregeling voortvloeien;

m)

de steun aan capaciteitsontwikkeling in ontwikkelingslanden en landen wier economie zich in een overgangsfase bevindt;

n)

de uitvoeringsvoorwaarden en procedures voor goedkeuring door de lidstaten van binnenlandse projectactiviteiten en voor het beschikbaar stellen van toelagen in verband met emissieverminderingen of -beperkingen die vanaf 2008 voortvloeien uit dergelijke activiteiten;

o)

de technische bepalingen in verband met de tijdelijke aard van kredieten en de 1 %-limiet inzake subsidiabiliteit voor projectactiviteiten met betrekking tot landgebruik, wijziging van landgebruik en bosbouw, zoals vastgelegd in besluit 17/CP.7, en de bepalingen in verband met de resultaten van de evaluatie van potentiële gevaren van het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen en mogelijk invasieve vreemde soorten via bebossings- en herbebossingsprojectactiviteiten, die de exploitanten in staat moeten stellen CER's en ERU's die voortvloeien uit projectactiviteiten met betrekking tot landgebruik, wijziging van landgebruik en bosbouw vanaf 2008, overeenkomstig de op grond van het UNFCCC of het Protocol van Kyoto genomen besluiten in de Gemeenschapsregeling te gebruiken.”

c)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   Vóór iedere in artikel 11, lid 2 bedoelde periode maakt iedere lidstaat in zijn nationaal toewijzingsplan bekend welk gebruik hij voornemens is te maken van CER's en ERU's, alsook het percentage van de toewijzing voor iedere installatie tot hetwelk de exploitanten CER's en ERU's in de Gemeenschapsregeling gedurende die periode mogen gebruiken. Het totaalgebruik van CER's en ERU's moet stroken met de toepasselijke verplichtingen van het UNFCCC, het Protocol van Kyoto en de op grond daarvan genomen besluiten.

Overeenkomstig artikel 3 van Beschikking nr. 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende een bewakingssysteem voor de uitstoot van broeikasgassen in de Gemeenschap en de uitvoering van het Protocol van Kyoto (7) brengen de lidstaten om de twee jaar aan de Commissie verslag uit over de mate waarin interne activiteiten een wezenlijk element vormen van de op nationaal niveau genomen maatregelen, en over de mate waarin het gebruik van de projectmechanismen de binnenlandse activiteiten daadwerkelijk aanvult, alsook over de verhouding hiertussen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Protocol van Kyoto en de op grond daarvan genomen besluiten. De Commissie rapporteert hierover overeenkomstig artikel 5 van de beschikking. Tegen de achtergrond van dit verslag doet de Commissie zo nodig wetgevende of andere voorstellen ter aanvulling van de door de lidstaten vastgestelde bepalingen om ervoor te zorgen dat het gebruik van de mechanismen een aanvulling vormt op binnenlandse activiteiten in de Gemeenschap.

9)

in bijlage III wordt het volgende punt toegevoegd:

„12. Het plan geeft het maximale aantal CER's en ERU's dat door exploitanten in de Gemeenschapsregeling mag worden gebruikt aan als een percentage van de aan iedere installatie toegewezen emissierechten. Dit percentage moet stroken met de aanvullende verplichtingen van de lidstaat overeenkomstig het Protocol van Kyoto en de op grond van het UNFCCC en het Protocol van Kyoto genomen besluiten.”

Artikel 2

Uitvoering

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk ... (8) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden door de lidstaten vastgesteld.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. De Commissie stelt de overige lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C 80 van 30.3.2004, blz. 61.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(3)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(4)  PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1.

(5)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.

(6)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

(7)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 1.”

(8)  12 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

P5_TA(2004)0304

Batterijen en accu's *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's (COM(2003) 723 — C5-0563/2003 — 2003/0282(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 723) (1),

gelet op artikel 251, lid 2, artikel 95, lid 1 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0563/2003),

gezien het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt inzake de voorgestelde rechtsgrondslag,

gelet op de artikelen 67 en 63 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0265/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0282

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 95, lid 1, en 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verschillende nationale maatregelen betreffende batterijen en gebruikte batterijen moeten worden geharmoniseerd met een tweevoudig doel, namelijk het effect van batterijen en gebruikte batterijen op het milieu minimaliseren en aldus bijdragen aan de bescherming, instandhouding en verbetering van de kwaliteit van het milieu, en een vlot functioneren van de interne markt verzekeren en concurrentiedistorsies in de Gemeenschap vermijden.

(2)

In de Mededeling van de Commissie betreffende de actualisering van de communautaire strategie voor het afvalbeheer van 30 juli 1996 (5) werden richtsnoeren vastgesteld voor het toekomstige afvalbeleid van de Gemeenschap. De mededeling benadrukte hoe noodzakelijk het is de hoeveelheden gevaarlijke stoffen in het afval te reduceren en wees op de potentiële voordelen van voor de gehele Gemeenschap geldende regels ter beperking van de aanwezigheid van dergelijke stoffen in producten en in productieprocédés. Verder werd verklaard dat niet te vermijden afval opnieuw gebruikt of met het oog op diens samenstellende materialen of energiegehalte moet worden teruggewonnen.

(3)

Met Richtlijn 91/157/EEG van de Raad van 18 maart 1991 inzake batterijen en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten (6) is een harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten op dit gebied tot stand gebracht. De doelstellingen van deze richtlijnen zijn evenwel niet volledig verwezenlijkt en de noodzaak tot herziening ervan is voorts onderstreept in het zesde Milieuactieprogramma van de Gemeenschap (7), en in Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (8). Richtlijn 91/157/EEG is derhalve aan herziening toe en zou omwille van de duidelijkheid moeten worden vervangen.

(4)

De bepalingen inzake minimumvereisten voor de inzameling, behandeling en recycling van gebruikte batterijen en accu's en voorlichting van de eindgebruiker (hoofdstukken IV-VII) zijn gericht op de bescherming van het milieu, en de rechtsgrondslag voor deze bepalingen is derhalve artikel 175, lid 1 van het Verdrag. De bepalingen inzake productvereisten, het in de handel brengen en etikettering in de hoofdstukken II, III, VIII en Bijlage II zijn gericht op een behoorlijke werking van de interne markt, en de rechtsgrondslag voor deze bepalingen is dan ook artikel 95, lid 1 van het Verdrag.

(5)

Om te voorkomen dat batterijen en accu's in het milieu terechtkomen, en om te vermijden dat de eindgebruiker geen weg meer weet met de verschillende afvalbeheersvereisten voor verschillende batterijen, zou deze richtlijn moeten gelden voor alle batterijen en accu's die in de Gemeenschap op de markt worden gebracht. Zo zouden ook schaalvoordelen en een optimale besparing van hulpbronnen mogelijk zijn.

(6)

Betrouwbare batterijen en accu's zijn van fundamenteel belang voor de veiligheid van vele producten, apparaten en diensten en vormen in onze samenleving een essentiële bron van energie.

(7)

Met het oog op een hoge mate van bescherming van de gezondheid van mens en dier en van het milieu, zou de marketing van bepaalde batterijen en accu's die grote concentraties zware metalen bevatten, moeten worden verboden .

(8)

Ter bescherming van het milieu zouden gebruikte batterijen en accu's moeten worden ingezameld. Dit houdt in het opzetten van inzamelingssystemen met behulp waarvan alle gebruikte draagbare batterijen en accu's gemakkelijk en kosteloos door de eindgebruikers kunnen worden ingeleverd.

(9)

De lidstaten zouden ertoe moeten worden verplicht een hoge inzamelingsgraad te bereiken voor gebruikte batterijen en accu's om te verzekeren dat zij zo aan de verwezenlijking van de milieudoelstellingen van de Gemeenschap bijdragen. Om overal in de Gemeenschap de recycling van grondstoffen op een hoog peil te brengen en verschillen tussen de lidstaten te voorkomen, zouden alle lidstaten ertoe moeten worden verplicht de ingezamelde gebruikte batterijen en accu's naar recyclingfaciliteiten te sturen.

(10)

In het licht van de zorgwekkende specifieke milieu- en gezondheidsaspecten van cadmium, kwik en lood, en de bijzondere kenmerken van batterijen en accu's die cadmium, kwik en lood bevatten, zouden er bijkomende maatregelen moeten worden goedgekeurd. Het gebruik van kwik in batterijen zou aan banden moeten worden gelegd. De definitieve verwijdering van auto- en industriële batterijen en -accu's zou moeten worden verboden. Een bijkomend inzamelingsstreefcijfer zou moeten worden vastgesteld voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen. Bovendien zouden specifieke recyclingvereisten moeten gelden voor cadmium- en loodbatterijen om overal in de Gemeenschap de terugwinning van grondstoffen op een hoog peil te brengen en verschillen tussen de lidstaten te voorkomen.

(11)

Alle belanghebbende partijen zouden bij de inzamelings- en recyclingsystemen moeten kunnen worden betrokken. Deze systemen zouden zo moeten worden ontworpen dat discriminatie van ingevoerde producten, handelsbelemmeringen en concurrentiedistorsies worden vermeden en zouden een maximale terugstroom van gebruikte batterijen en accu's moeten garanderen. De verantwoordelijkheid voor de financiering van het beheer van de historische voorraad dient te berusten bij de gezamenlijke producenten in collectieve financieringssystemen, waarin alle producenten die op de markt opereren op het tijdstip waarop de kosten ontstaan, proportioneel bijdragen. Tijdens een overgangsperiode zouden de producenten toestemming moeten krijgen om voor de consument zichtbaar te maken welke kosten de producenten moeten dragen als gevolg van de inzameling, behandeling en recycling van gebruikte draagbare batterijen en accu's die vóór de datum van omzetting van deze richtlijn in de handel zijn gebracht . Producenten die van deze bepaling gebruik maken, zouden er dan wel op moeten letten dat de vermelde kosten niet hoger zijn dan de werkelijk gemaakte kosten.

(12)

Inzamelings- en recyclingsystemen zouden moeten worden geoptimaliseerd, in het bijzonder om negatieve externe kosten van het vervoer tot een minimum te beperken.

(13)

Op communautair niveau zouden er grondbeginselen voor de financiering van het beheer van gebruikte batterijen en accu's moeten worden vastgesteld. Met financieringsregelingen zou moeten worden bijgedragen tot het bereiken van hoge inzamelings- en recyclagegraden en tot de uitvoering van het beginsel dat de producent verantwoordelijkheid draagt.

(14)

Gebruikte draagbare batterijen of accu's zouden door de gebruikers kosteloos moeten kunnen worden ingeleverd. De producenten zouden daarom de inzameling, behandeling en recycling van aan hun inzamelingsfaciliteit geretourneerde batterijen en accu's moeten financieren. Tevens zou de inzameling, behandeling en recycling van andere gebruikte batterijen en accu's door de producenten moeten worden gefinancierd.

(15)

Voorlichting van de eindgebruiker over afzonderlijke/gescheiden inzameling, de bestaande inzamelingssystemen en de rol van de eindgebruiker bij het beheer van gebruikte batterijen en accu's is een noodzaak, wil de inzameling succesvol verlopen. Er zouden uitvoerige voorzieningen moeten worden getroffen voor een merkingssysteem waarmee de eindgebruiker transparante, betrouwbare en duidelijke informatie zou moeten worden verschaft over de inzameling van batterijen en accu's en de zware metalen die deze bevatten.

(16)

De eindgebruiker dient tevens informatie te krijgen over de capaciteit van de te koop aangeboden batterijen om met kennis van zaken zijn keuze te kunnen bepalen.

(17)

Indien de lidstaten, om de doelstellingen van deze richtlijn te kunnen verwezenlijken, en, in het bijzonder om tot een hoge (afzonderlijke) inzamelings- en recyclagegraad te komen, van economische instrumenten, zoals gedifferentieerde belastingtarieven, gebruik maken, zouden zij de Commissie hiervan in kennis moeten stellen.

(18)

Er zijn betrouwbare en vergelijkbare gegevens nodig over de hoeveelheden batterijen en accu's die in de handel zijn gebracht, zijn ingezameld en gerecycleerd om het succes van inzamelingssystemen te meten.

(19)

De lidstaten dienen regels vast te stellen inzake de bestraffing van inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn en ervoor te zorgen dat deze regels worden toegepast. Deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.

(20)

De voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn nodige maatregelen zouden moeten worden goedgekeurd in overeenstemming met Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9).

(21)

Aangezien de doelstellingen van deze richtlijn, de bescherming van het milieu en een vlotte werking van de interne markt niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, en derhalve vanwege de aldus ontstaande schaalvoordelen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(22)

Deze richtlijn is van toepassing onverlet de communautaire wetgeving inzake veiligheid, kwaliteitsen gezondheidsvereisten, en de specifieke communautaire wetgeving op het gebied van afvalbeheer, in het bijzonder Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (10) en Richtlijn 2002/96/EG.

(23)

Als hij geïdentificeerd kan worden, wordt de producent verantwoordelijk voor de verdere behandeling nadat de batterij uit een afzonderlijk ingezameld autowrak of afgedankt elektrisch of elektronisch apparaat verwijderd is.

(24)

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (11) geldt niet voor batterijen die in elektrische en elektronische apparaten worden gebruikt.

(25)

Auto- en industriële batterijen en -accu's die in voertuigen worden gebruikt zouden moeten voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2000/53/EG, en in het bijzonder aan artikel 4 van die richtlijn. Wat het gebruik van cadmium in industriële batterijen voor elektrische voertuigen betreft, voorziet bijlage II van Richtlijn 2000/53/EG in een ontheffing tot en met 31 december 2005,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

VOORWERP, WERKINGSSFEER EN DEFINITIES

Artikel 1

Doel van de richtlijn

Doel van deze richtlijn is in de eerste plaats het voorkomen van het gebruik van zware metalen in batterijen en accu's, en daarnaast de inzameling, behandeling en recycling van alle gebruikte batterijen en accu's teneinde de verwijdering van batterijen die gevaarlijke stoffen bevatten, te vermijden en recycling van de nuttige stoffen daarin te bevorderen. Tevens wordt met deze richtlijn gestreefd naar verbetering van de milieuprestatie van batterijen en accu's alsmede van de activiteiten van alle actoren die betrokken zijn bij de levenscyclus van elektrische en elektronische apparaten, bijv. producenten, distributeurs en consumenten, en met name de actoren die rechtstreeks betrokken zijn bij de behandeling van afval van batterijen en accu's.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   Deze richtlijn is van toepassing op alle typen batterijen en accu's , alsmede op de apparaten waarin zij zijn ingebouwd met betrekking tot de voorschriften inzake het in de handel brengen, het merken en het verwijderen van de batterijen , ongeacht hun vorm, volume, gewicht, samenstelling of gebruik.

2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op batterijen en accu's die worden gebruikt in materieel dat wordt aangewend voor militaire uitrustingen, of in voor specifiek militaire doeleinden bestemde wapens en munitie , en evenmin op batterijen en accu's die worden gebruikt in voertuigen en apparaten die bestemd zijn om de ruimte ingestuurd te worden .

Artikel 3

Definities

In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1)

„batterij” of „accu” : een bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen ;

2)

„batterijpak”: een set onderling verbonden batterijen of accu's die kan zijn voorzien van een buitenverpakking, één complete eenheid vormt en niet is bedoeld om door de consument te worden geopend;

3)

„draagbare batterij of accu”: een batterij of accu die gebruikt wordt in elektrische huishoudapparaten, draadloze elektrische gereedschappen, noodverlichting en elektrische en elektronische apparaten of voor andere toepassingen door particulieren of beroepsgebruikers;

4)

„knoopcellen”: kleine ronde batterijen en accu's met een diameter die groter is dan de hoogte en die worden gebruikt voor speciale doeleinden zoals gehoorapparaten, horloges , kleine draagbare apparatuur en als noodstroomvoorziening;

5)

„industriële batterijen of accu's”: batterijen of accu's voor industriële doeleinden, bijvoorbeeld als reserve- of tractievermogen , die geen „draagbare batterij of accu” in de zin van punt 3 zijn ;

6)

„autobatterij of -accu”: een batterij of accu gebruikt voor het starten, voor de verlichting of het ontstekingsvermogen van voertuigen;

7)

„gebruikte batterij of accu” een batterij of accu welke in de zin van artikel 1, onder a) van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 (12) als afval geldt;

8)

„recycling”: het in een productieproces opnieuw verwerken van afvalmaterialen voor de oorspronkelijke doelen , maar met uitzondering van de terugwinning van energie , waaronder verstaan wordt het gebruik van brandbare afvalstoffen voor de opwekking van energie door rechtstreekse verbranding met of zonder andere afvalstoffen, doch met terugwinning van de warmte ;

9)

„verwijdering”: alle toepasselijke handelingen die worden bedoeld in bijlage II A van Richtlijn 75/442/EEG;

10)

„behandeling”: iedere behandeling die gebruikte batterijen en accu's ter voorbereiding van recycling, terugwinning of verwijdering ondergaan, nadat zij zijn overgedragen aan een faciliteit , met inbegrip van bijvoorbeeld sortering, demontage en bezinking ;

11)

„apparaat”: een elektrisch of elektronisch apparaat, zoals gedefinieerd in Richtlijn 2002/96/EG, dat volledig of gedeeltelijk van energie wordt of kan worden voorzien door batterijen of accu's;

12)

„producent”: ieder die, ongeacht de gebruikte verkooptechniek, ook door gebruik van communicatie op afstand overeenkomstig Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (13):

a)

batterijen en accu's onder zijn eigen merk of in apparaten ingebouwd vervaardigt en verkoopt,

b)

onder zijn eigen merk of in apparaten ingebouwde batterijen en accu's verkoopt die zijn vervaardigd door een andere leverancier die niet kan worden geïdentificeerd,

of

c)

beroepsmatig batterijen, accu's of apparaten op de communautaire markt invoert of uitvoert;

13)

„distributeur”: eenieder die op commerciële basis batterijen of accu's levert aan een eindgebruiker;

14)

„gesloten-lussysteem”: een systeem waarin een gebruikte batterij of accu wordt teruggenomen door een producent, of een derde die onafhankelijk dan wel namens deze optreedt , ten einde de secundaire materialen hiervan te recycleren, welke materialen bij de vervaardiging van nieuwe producten zullen worden hergebruikt.

Hoofdstuk II

Productvereisten

Artikel 4

Preventie

1.    Onverminderd Richtlijn 2000/53/EG verbieden de lidstaten het in de handel brengen van alle, al dan niet in apparaten ingebouwde batterijen en accu's die meer dan

a)

5 ppm kwik,

b)

40 ppm lood, en/of

c)

20 ppm cadmium bevatten.

2.    Lid 1 is niet van toepassing op de in bijlage III vermelde toepassingen.

3.     Op basis van een voorstel van de Commissie passen het Europees Parlement en de Raad bijlage III aan de technische vooruitgang aan om de lijst van vrijstellingen in bijlage III verder te beperken als het gebruik van kwik, cadmium of lood in de in die bijlage genoemde toepassingen vermijdbaar wordt omdat er alternatieven op de markt bestaan.

Artikel 5

Betere milieuprestaties

De lidstaten bevorderen het onderzoek en moedigen de producenten aan tot het verbeteren van de milieuprestaties van batterijen en accu's gedurende hun gehele levenscyclus, en van tot het ontwikkelen en het in de handel brengen van batterijen en accu's die kleinere hoeveelheden gevaarlijke stoffen bevatten of die minder verontreinigende stoffen bevatten, in het bijzonder als substituten voor kwik, cadmium en lood.

De lidstaten bevorderen het onderzoek en de ontwikkeling op deze gebieden om het bereiken van deze doelstellingen te ondersteunen.

De lidstaten zorgen ervoor dat batterijen en accu's niet in apparaten kunnen worden ingebouwd, tenzij de eindgebruiker deze na gebruik gemakkelijk kan verwijderen. Deze bepaling geldt niet voor de in bijlage III vermelde apparaten. Alle apparaten met ingebouwde batterijen en accu's gaan vergezeld van een gebruiksaanwijzing waarin wordt uiteengezet hoe deze veilig kunnen worden verwijderd, en waarin de gebruiker, waar van toepassing, informatie vindt over de inhoud van de ingebouwde batterijen en accu's.

Artikel 6

Zware metalen bevattende brandstofcellen

De lidstaten kunnen het in de handel brengen van zware metalen bevattende accu's verbieden, voorzover er brandstofcellen zonder zware metalen beschikbaar zijn.

HOOFDSTUK III

IN DE HANDEL BRENGEN

Artikel 7

In de handel brengen

1.   De lidstaten belemmeren, verbieden of beperken het op hun grondgebied in de handel brengen van batterijen en accu's die aan de in deze richtlijn vastgestelde bepalingen beantwoorden, niet.

2.   De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te verzekeren dat batterijen of accu's die niet aan de in deze richtlijn vastgestelde bepalingen beantwoorden, niet in de handel worden gebracht of uit de handel worden genomen.

HOOFDSTUK IV

INZAMELING

Artikel 8

Bevordering van een gesloten-lussysteem

De lidstaten treffen alle nodige maatregelen om de definitieve verwijdering van gebruikte batterijen en accu's te voorkomen en om een gesloten-lussysteem voor alle gebruikte batterijen en accu's waarvan het gebruik niet is verboden op grond van artikel 4, tot stand te brengen.

Artikel 9

Inzamelingssystemen

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat

a)

er regelingen worden getroffen in het kader waarvan gebruikte draagbare batterijen en accu's bij de eindverbruiker of op een gemakkelijke toegankelijke plaats in diens nabijheid kosteloos kunnen worden ingezameld, tenzij deze al worden ingezameld door middel van in artikel 5, lid 1 van Richtlijn 2002/96/EG bedoelde systemen ;

b)

de eindgebruikers hun gebruikte batterijen en accu's inleveren bij de onder a) bedoelde inzamelingsfaciliteiten;

c)

producenten of distributeurs van industriële batterijen en accu's, of namens deze optredende derden, gebruikte industriële batterijen en accu's, ongeacht hun chemische samenstelling en herkomst, van de eindgebruikers terugnemen;

d)

producenten of distributeurs van autobatterijen en -accu's , of namens deze optredende derden, systemen opzetten voor de inzameling van gebruikte autobatterijen en -accu's bij de eindverbruikers of op een gemakkelijk toegankelijke plaats in hun nabijheid , tenzij deze al worden ingezameld door middel van de in artikel 5, lid 1 van Richtlijn 2000/53/EG bedoelde systemen.

2.   De lidstaten zien erop toe dat er bij het opzetten van de inzamelingssystemen rekening wordt gehouden met de negatieve externe effecten van de hiermee samenhangende vervoersverrichtingen.

3.     De lidstaten stellen een regeling in voor een minimumstatiegeld op batterijen die een laag inzamelingspercentage kennen en de batterijen die gevaarlijke stoffen bevatten.

De hoogte van het statiegeld kan variëren naar gelang van het risicopotentieel van de stoffen die een batterij bevat.

Artikel 10

Individuele of collectieve systemen

Onverlet artikel 9 staan de lidstaten de producenten toe individuele of collectieve terugnamesystemen voor gebruikte batterijen en accu's op te zetten, mits deze systemen met deze richtlijn in overeenstemming zijn.

Artikel 11

Definitieve verwijdering

De lidstaten dragen er zorg voor dat kwik-, lood- of cadmiumhoudende delen van batterijen en accu's die na bewerking niet tot nieuwe batterijen kunnen worden verwerkt, definitief worden verwijderd in speciaal daarvoor ingerichte compartimenten van toegestane stortplaatsen voor gevaarlijk afval die passende waarborgen voor de bescherming van het milieu bieden.

Artikel 12

Economische instrumenten

Indien de lidstaten economische instrumenten hanteren ter bevordering van de inzameling van gebruikte batterijen en accu's of ter bevordering van het gebruik van batterijen die minder vervuilende stoffen bevatten, bijvoorbeeld door de goedkeuring van verschillende belastingtarieven, doen zij de Commissie mededeling van de met de tenuitvoerlegging van deze instrumenten verband houdende maatregelen.

Artikel 13

Na te streven gemiddelde inzamelingsgraad

1.   Uiterlijk vier jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1 bereiken de lidstaten een gemiddelde inzamelingsgraad die minimaal equivalent is met 50 % van de nationale jaarlijkse verkoop van twee jaar eerder voor alle draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen.

Uiterlijk zes jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1 bereiken de lidstaten een gemiddelde inzamelingsgraad die minimaal equivalent is met 60 % van de nationale jaarlijkse verkoop van twee jaar eerder voor alle gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen.

2.   Op basis van Tabel 2 in bijlage I zal een verslag van de inzameling worden opgesteld. Onverlet Verordening (EG) nr. 2150/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2002 betreffende afvalstoffenstatistieken (14) stellen de lidstaten deze verslagen ieder jaar op, te beginnen één jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1 van deze richtlijn; een verslag heeft telkens betrekking op een volledig kalenderjaar. Het verslag wordt uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie toegezonden.

3.     Uiterlijk zes jaar na de in artikel 32, lid 1 bedoelde datum dient de Commissie overeenkomstig artikel 251 van het Verdrag een voorstel in voor de verhoging van de inzamelingsstreefcijfers.

Artikel 14

Specifieke uitbreidingen en aanpassingen

1.   De lidstaten mogen een verlenging aanvragen van de in artikel 13 genoemde termijn voor het halen van de inzamelingsstreefcijfers tot maximaal 36 maanden, om redenen die verband houden met specifieke geografische omstandigheden, zoals een groot aantal kleine eilanden, plattelands- en berggebieden of gebieden met een lage bevolkingsdichtheid. Een lijst van aangevraagde en goedgekeurde verlengingen wordt opgenomen in bijlage ... (15) .

2.   Lidstaten die tot de Europese Unie zijn toegetreden bij wege van Toetredingsverdragen die na 1 januari 2003 werden gesloten, mogen eveneens om een aanpassing van de in artikel 13 bedoelde inzamelingsstreefcijfers vragen, op grond van bijzondere geografische, sociaal-economische of milieuomstandigheden, bijvoorbeeld een groot aantal kleine eilanden of de aanwezigheid van dunbevolkte berg- en plattelandsgebieden. Een lijst van aangevraagde en goedgekeurde verlengingen wordt opgenomen in bijlage ... (15) .

3.   Indien een lidstaat het nodig acht op de voorgaande leden gebaseerde nationale maatregelen door te voeren, stelt deze de Commissie van de overwogen nationale maatregelen en de hiertoe bestaande gronden in kennis.

4.   De Commissie gaat dan, binnen zes maanden na de kennisgeving als bedoeld in lid 3, over tot goedkeuring of verwerping van de overwogen nationale maatregelen, na te hebben geverifieerd dat deze aan de voorwaarden van de leden 1 en 2 voldoen en geen willekeurig middel tot discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

Bij uitblijven van een besluit van de Commissie binnen de gestelde termijn worden de overwogen nationale maatregelen geacht te zijn goedgekeurd.

5.   De Commissie stelt de overige lidstaten van kennisgevingen die zij ontvangt in kennis om hun mening in dezen te horen alvorens een besluit te nemen. De Commissie stelt de lidstaten tevens in kennis van deze besluiten .

HOOFDSTUK V

BEHANDELING EN RECYCLING

Artikel 15

Behandelingsverrichtingen

1.   De lidstaten zien erop toe dat met gebruikmaking van de best beschikbare behandelings- en recyclingtechnieken worden opgezet voor de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu , systemen opzetten voor de behandeling van in overeenstemming met artikel 9 ingezamelde gebruikte batterijen en accu's die ten minste voldoen aan de communautaire wetgeving, met name op het gebied van gezondheid, veiligheid en afvalbeheer. Zij zien erop toe dat er bij het opzetten van de behandelingssystemen rekening wordt gehouden met de negatieve externe effecten van de hiermee samenhangende vervoersverrichtingen.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, met gebruikmaking van de best beschikbare technieken die geen buitensporige kosten veroorzaken, recyclingsystemen opzetten voor de in overeenstemming met artikel 9 ingezamelde gebruikte batterijen en accu's.

2.   De behandeling houdt in voorkomend geval minimaal de verwijdering in van alle vloeistoffen en zuren . In geval van — ook tijdelijke — opslag vindt deze plaats op locaties met ondoorlaatbare oppervlakken en passende weersbestendige afdekkingen, dan wel in hiertoe geschikte containers.

3.   De producenten kunnen deze systemen hetzij individueel, hetzij gezamenlijk opzetten.

Artikel 16

Uitvoer

1.   De behandeling en/of recycling mogen tevens buiten de lidstaat in kwestie of buiten de Gemeenschap plaatsvinden, mits de verzending van de gebruikte batterijen en accu's in conformiteit met Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap  (16)geschiedt.

Gebruikte batterijen en accu's die in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 259/93, Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen naar een anatal niet OESO-landen (17) en Verordening (EG) nr. 1547/1999 van de Commissie van 12 juli 1999 tot vaststelling van de controleprocedures, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad, die moeten worden toegepast voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen naar bepaalde landen waarvoor besluit C(92)39 def van de OESO niet geldt (18) naar bestemmingen buiten de Gemeenschap worden uitgevoerd, zullen alleen worden geacht bij te dragen tot de naleving van de verplichtingen, respectievelijk verwezenlijking van de streefcijfers van de artikelen 11, 18 en 19 van deze richtlijn, indien de uitvoerder verklaart dat de behandeling en/of recycling hebben plaatsgevonden in omstandigheden die aan de eisen van deze richtlijn beantwoorden.

2.   De Commissie stelt gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van bovenstaand lid vast, zulks in overeenstemming met de procedure van artikel 30, lid 2.

Artikel 17

Nieuwe recyclingtechnologieën

1.   De lidstaten bevorderen de ontwikkeling van nieuwe recycling- en behandelingstechnologieën, en onderzoek naar milieuvriendelijke en kosteneffectieve recyclingmethoden voor alle typen batterijen en accu's.

2.   De lidstaten moedigt exploitanten van behandelingsfaciliteiten ertoe aan gecertificeerde milieubeheersystemen in te voeren in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) (19).

Artikel 18

Recyclingdoelstellingen

1.    De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, een jaar na de in artikel 32, lid 1 bedoelde datum, de recycling verzorgen van alle overeenkomstig artikel 9 gescheiden ingezamelde batterijen.

2.     Drie jaar na de in artikel 32, lid 1 bedoelde datum worden er voor alle batterijen en accu's nieuwe minimumrecyclingdoelstellingen vastgesteld.

De minimumrecyclingdoelstellingen worden regelmatig geëvalueerd en aangepast om rekening te houden met de wetenschappelijke en technische vooruitgang.

Artikel 19

Recyclingefficiëntiedoelstellingen

1.   De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, uiterlijk drie jaar na de in artikel 32, lid 1 bedoelde datum, de volgende minimale recyclingefficiëntie realiseren:

(a)

Recycling van gemiddeld minimaal 65 gewichtsprocent van de in lood-zuur-accu's gebruikte materialen, en een gesloten lus voor al het daarin gebruikte lood ;

(b)

Recycling van gemiddeld minimaal 75 gewichtsprocent van de in nikkel-cadmium-accu's gebruikte materialen, en een gesloten lus voor al het daarin gebruikte cadmium ;

(c)

Recycling van gemiddeld 55 gewichtsprocent van de in andere gebruikte batterijen en accu's gebruikte materialen.

De voorgestelde minimale recyclingefficiënties worden volgens de in artikel 30, lid 2 vastgestelde procedure regelmatig geëvalueerd en aan de beste beschikbare technologie en wetenschappelijke en technische vooruitgang aangepast.

2.   De lidstaten brengen jaarlijks verslag uit over de in artikel 18 genoemde recyclingdoelstellingen, alsmede over de in bovenstaand lid bedoelde recyclingefficiëntie die daadwerkelijk in elk kalenderjaar wordt bereikt, te beginnen vanaf de in bovenstaand lid bedoelde datum.

Die informatie zal dan uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie worden voorgelegd.

HOOFDSTUK VI

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN INZAKE DE INZAMELING, BEHANDELING EN RECYCLING

Artikel 20

Regelingen voor draagbare batterijen en accu's

1.   De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, uiterlijk een jaar na de in artikel 32, lid 1 bedoelde datum de financiering verzorgen van ten minste de inzameling, de behandeling, de recycling en de uit milieuoogpunt verantwoorde verwijdering van alle gebruikte draagbare batterijen en accu's die gedeponeerd zijn bij overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder (a) opgezette inzamelingsfaciliteiten.

2.     Bij producten die meer dan een jaar na de in artikel 32, lid 1 vermelde datum in de handel worden gebracht, is elke producent verantwoordelijk voor de financiering van de in lid 1 van dit artikel genoemde handelingen met betrekking tot het afval van zijn eigen producten.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten zich met het opzetten van individuele of collectieve systemen naar bovenstaand lid richten.

4.     De kosten van inzameling, behandeling en uit milieuoogpunt verantwoorde verwijdering worden voor de koper niet afzonderlijk zichtbaar gemaakt op het tijdstip van verkoop van nieuwe producten.

Artikel 21

Regelingen voor van industriële en autobatterijen en -accu's

1.   De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, een regeling treffen voor de financiering van de inzameling, de behandeling, en de recycling van gebruikte industriële en autobatterijen en -accu's die zijn ingezameld overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder (b) en (c).

2.     Bij batterijen die nog ingebouwd zijn in andere producten, zoals auto's, elektrische en elektronische apparaten, op het moment waarop die producten afval worden, worden de producenten van batterijen pas verantwoordelijk voor de verdere behandeling van die batterijen nadat zij uit die andere producten verwijderd zijn.

3.   De lidstaten staan de producenten en de gebruikers van industriële en autobatterijen en -accu's toe overeenkomsten te sluiten op grond waarvan andere financieringsmethoden dan de in lid 1 genoemde kunnen worden aangewend.

4.     De lidstaten zorgen ervoor dat de eindgebruikers verplicht worden hun gebruikte industriële en autobatterijen en -accu's in te leveren bij inzamelingspunten.

Artikel 22

Registratie en garantie

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te verzekeren dat elke producent die een product op de markt brengt wordt geregistreerd en aan de hand van een garantie kan verzekeren dat het beheer van de door hem op de markt gebrachte, gebruikte batterijen en accu's zal worden gefinancierd. De producent mag deze garantie verstrekken in de vorm van diens deelneming aan passende regelingen ter financiering van het beheer van gebruikte batterijen en accu's, van een recyclingverzekering, of van een geblokkeerde bankrekening.

Bij batterijen die nog ingebouwd zijn in andere producten, zoals auto's, elektrische en elektronische apparaten, op het moment waarop die producten afval worden, worden de producenten van batterijen pas verantwoordelijk voor de verdere behandeling van die batterijen nadat zij uit die andere producten verwijderd zijn.

De lidstaten stellen een producenten- en importeursregister op en vergaren jaarlijks informatie, waaronder gefundeerde schattingen, inzake de hoeveelheden en categorieën batterijen en accu's die in hun land in de handel worden gebracht en in de lidstaten worden ingezameld, behandeld en gerecycleerd alsmede inzake het ingezamelde afval dat wordt uitgevoerd, uitgedrukt in gewicht of, indien dat niet mogelijk is, in aantallen.

In de maatregelen moet een onderscheid worden gemaakt tussen de financiering van het beheer van gebruikte kwik-, lood- of cadmiumhoudende batterijen en accu's en de financiering van het beheer van andere gebruikte batterijen en accu's.

De lidstaten kunnen van de garantie van de financiering afzien wanneer de inzameling en het recycleren van gebruikte batterijen en accu's zichzelf financiert.

Artikel 23

Historisch afval

1.   De verantwoordelijkheid voor de kosten van de inzameling, behandeling, recycling en uit milieuoogpunt verantwoorde verwijdering van gebruikte batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel worden gebracht, het zogenoemde historisch afval, berust bij de producenten.

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat alle producenten van draagbare batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel zijn gebracht, of namens hen optredende derden, aan hun verplichtingen hebben voldaan in verhouding tot hun in gewicht uitgedrukte marktaandeel per type batterij en accu.

2.   Voor industriële batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel worden gebracht en die worden vervangen door gelijkwaardige producten of door producten die dezelfde functie vervullen, wordt de financiering van het beheer, wanneer deze nieuwe producten worden geleverd, verzorgd door de producenten. Bij wijze van alternatieve mogelijkheid kunnen de lidstaten bepalen dat de eindgebruiker eveneens geheel of gedeeltelijk voor financiering verantwoordelijk wordt gesteld.

3.   Voor ander industrieel historisch batterijafval worden de kosten door de industriële gebruikers gedragen.

4.   Wat dit historisch afval betreft, zorgen de lidstaten ervoor dat de producenten, gedurende een overgangsperiode van vier jaar, te rekenen vanaf de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, toestemming krijgen om, ten tijde van de verkoop van nieuwe producten, de kopers te laten zien wat de kosten zijn van de inzameling, de behandeling en de recycling van alle gebruikte batterijen en accu's. De hierbij genoemde kosten mogen niet hoger zijn dan de werkelijke kosten.

Artikel 24

Deelneming

De lidstaten zorgen ervoor dat alle economische subjecten in de betrokken sectoren en alle bevoegde overheidsinstanties deel kunnen nemen in de in de artikelen 9 , 10 en 15 bedoelde systemen voor inzameling, behandeling en recycling.

Deze systemen zijn ook van toepassing op producten die op niet-discriminerende voorwaarden uit derde landen worden ingevoerd, en worden op zodanige wijze ontworpen dat handelsbelemmeringen of concurrentiedistorsies worden vermeden.

HOOFDSTUK VII

CONSUMENTENVOORLICHTING

Artikel 25

Voorlichting van de eindgebruiker

1.   De lidstaten zorgen ervoor, in het bijzonder door middel van nationale voorlichtingscampagnes, dat de eindgebruikers volledig wordt geïnformeerd over:

a)

de potentiële effecten van batterijen en accu's en van in batterijen en accu's gebruikte stoffen op het milieu en de menselijke gezondheid;

b)

de vereiste dat gebruikte batterijen en accu's niet als ongesorteerd stadsafval mogen worden weggegooid, en dat deze afzonderlijk moeten worden ingezameld;

c)

de hun ter beschikking staande inzamelings- en recyclingsystemen;

d)

de rol die voor hen is weggelegd bij de recycling van gebruikte batterijen en accu's;

e)

De betekenis van het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak op wieltjes, voorgesteld in bijlage II en de chemische symbolen Hg, Cd in bijlage II.

2.     De producenten verzorgen de financiering van de in lid 1 bedoelde voorlichting van de eindgebruiker.

3.    De lidstaten nemen passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de eindgebruikers deelnemen aan de inzameling van gebruikte batterijen en accu's en om ze erin te steunen het proces van hergebruik, behandeling en nuttige toepassing te vergemakkelijken.

Artikel 26

Economische subjecten

De lidstaten kunnen verlangen dat de in artikel 25 genoemde informatie geheel of gedeeltelijk door de betrokken economische subjecten, in het bijzonder die welke betrokken zijn bij de vervaardiging, distributie en verkoop van batterijen en accu's, wordt verstrekt.

HOOFDSTUK VIII

MERKINGSVEREISTEN

Artikel 27

Etikettering

1.   De lidstaten zien erop toe dat alle batterijen, accu's en batterijpakken op passende wijze worden voorzien van het in bijlage II afgedrukte symbool.

De lidstaten zorgen ervoor dat op alle batterijen, accu's en batterijpakken de capaciteit zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar wordt vermeld.

2.    Batterijen, accu's en knoopcellen die meer dan 5 ppm kwik, meer dan 20 ppm cadmium of meer dan 40 ppm lood bevatten, worden voorzien van het chemische symbool van het metaal in kwestie: Hg, Cd of Pb. Het symbool voor het gehalte aan zware metalen wordt onder de in bijlage II afgebeelde symbool afgedrukt en beslaat een oppervlakte van minstens een kwart van de afmetingen hiervan .

3.     Het in bijlage II afgebeelde symbool beslaat 3 % van de oppervlakte van de grootste zijde van de batterij, de accu of het batterijpak, tot maximaal 5 x 5 cm. In het geval van cilindrische cellen beslaat het symbool 1,5 % van de oppervlakte van de batterij of de accu, tot maximaal 5 x 5 cm.

4.     Indien de afmetingen van de batterij, de accu of het batterijpak dusdanig zijn dat het symbool kleiner zou zijn dan 0,5 x 0,5 cm, behoeft de batterij, de accu of het batterijpak niet te worden gekenmerkt, maar wordt een symbool van 1 x 1 cm op de verpakking afgedrukt.

5.     De symbolen worden op zichtbare, leesbare en onuitwisbare wijze aangebracht.

6.     De lidstaten eisen geen bijkomende kenmerking van batterijen en accu's betreffende kwesties die in deze richtlijn zijn geregeld.

7.     De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 30, lid 2 genoemde procedure uitzonderingen van de kentekening overeenkomstig dit artikel vast stellen.

HOOFDSTUK IX

SLOTBEPALINGEN

Artikel 28

Nationale verslagen

1.   De lidstaten doen de Commissie om de drie jaar een verslag over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn toekomen. Deze verslagen worden opgesteld aan de hand van een vragenlijst of schema welke door de Commissie in overeenstemming met de procedure van artikel 30, lid 2 worden uitgewerkt. De vragenlijst of het schema wordt zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode aan de lidstaten toegezonden.

2.   Het verslag wordt uiterlijk negen maanden na het einde van de periode van drie jaar die het bestrijkt, aan de Commissie ter beschikking gesteld. Het eerste verslag heeft betrekking op de driejarige periode die aanvangt op de in artikel 32, lid 1 bedoelde datum.

Artikel 29

Evaluatie

1.   De Commissie publiceert uiterlijk negen maanden na ontvangst van de verslagen van de lidstaten een verslag over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en over het effect van deze richtlijn op het milieu, alsook over het functioneren van de interne markt. Dit verslag bevat een evaluatie van de volgende aspecten van de Richtlijn:

(a)

De geschiktheid van verdere risicobeheersmaatregelen voor batterijen en accu's die zware metalen bevatten, met inachtneming van de meest recente wetenschappelijke inzichten en de in artikel 6 genoemde rapportageplicht.

(b)

De geschiktheid van een minimaal inzamelingsstreefcijfer voor alle gebruikte draagbare batterijen en accu's, met inachtneming van de door de lidstaten overeenkomstig artikel 6 verstrekte informatie, van de technische vooruitgang en de in de lidstaten opgedane praktijkervaring.

(c)

De geschiktheid van de in de artikelen 18 en 19 genoemde minimale recyclingdoelstellingen en -efficiëntie, met inachtneming van de door de lidstaten verstrekte informatie, van de technische vooruitgang en de in de lidstaten opgedane praktijkervaring.

(d)

De mogelijkheid accu's die zware metalen bevatten, te vervangen door brandstofcellen zonder zware metalen.

2.   De Commissie laat het verslag opnemen in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het verslag gaat, waar nodig, vergezeld van voorstellen voor de herziening van de betrokken bepalingen van deze richtlijn.

In het licht van de evaluatie dient de Commissie eventueel een nieuw voorstel voor een richtlijn in waarin een verbod op het in de handel brengen van zware metalen bevattende accu's in nieuwe apparaten wordt overwogen, naarmate dergelijke accu's door brandstofcellen zonder zware metalen kunnen worden vervangen.

Artikel 30

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 18 van Richtlijn 75/442/EEG.

2.   Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit, van toepassing.

De in artikel 5, lid 6 van Besluit 1999/468/EG bedoelde periode beloopt drie maanden.

Artikel 31

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn bij een inbreuk op de nationale voorschriften die uit hoofde van deze richtlijn worden vastgesteld en nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat ze worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de in artikel 32 bedoelde datum in kennis van deze bepalingen en stellen haar onmiddellijk in kennis van eventuele latere wijzigingen dienaangaande.

Artikel 32

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie onverwijld in kennis van de tekst van deze bepalingen en van de correlatie tussen deze bepalingen en die van de richtlijn.

2.   Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

3.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van alle bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 33

Vrijwillige overeenkomsten

Op voorwaarde dat de in deze richtlijn aangegeven doelstellingen worden verwezenlijkt, mogen de lidstaten de bepalingen van de artikelen 6, 9, 16, 25, 26 en 27 implementeren in de vorm van overeenkomsten tussen de bevoegde autoriteiten en de betrokken economische subjecten. Dergelijke overeenkomsten voldoen aan de volgende eisen:

a)

zij zijn afdwingbaar;

b)

zij vermelden doelstellingen met corresponderende termijnen voor de verwezenlijking ervan;

c)

zij worden gepubliceerd in het nationale staatsblad of in een eveneens voor het publiek toegankelijke officiële publicatie en worden aan de Commissie toegezonden;

d)

op gezette tijden wordt bekeken welke resultaten er zijn behaald, waarna deze aan de bevoegde autoriteiten en de Commissie worden gerapporteerd, alsook op de in de overeenkomst aangegeven voorwaarden voor het publiek beschikbaar worden gemaakt;

e)

de bevoegde autoriteiten zien erop toe dat de met de overeenkomst gemaakte vooruitgang wordt onderzocht;

f)

in gevallen van niet-naleving van de overeenkomsten leggen de lidstaten de desbetreffende bepalingen van deze richtlijn ten uitvoer bij wege van wetgeving, regelgeving of bestuursrechtelijke maatregelen.

Artikel 34

Intrekking

Richtlijn 91/157/EEG wordt met ingang van de in artikel 32, lid 1 van deze richtlijn bedoelde datum ingetrokken.

Verwijzingen naar Richtlijn 91/157/EEG worden opgevat als verwijzingen naar deze richtlijn.

Artikel 35

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 36

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PBC...

(2)  PBC...

(3)  PBC...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(5)  COM(96) 399 def.

(6)  PB L 78 van 26.3.1991, blz. 38. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 98/101/EG van de Commissie (PB L 1 van 5.1.1999, blz. 1 ).

(7)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.

(8)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24. Richtlijn als gewijzigd bij Richtlijn 2003/108/EG (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 106).

(9)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10)  PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34. Richtlijn als gewijzigd bij Beschikking 2002/525/EG van de Commissie (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 81).

(11)  PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19.

(12)  PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(13)  PB L 144 van 4.6.1997, blz. 19 . Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/65/EG (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16).

(14)   PB L 332 van 9.12.2002, blz. 1.

(15)  Toe te voegen na goedkeuring van de richtlijn.

(16)  PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie ( PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1 ).

(17)  PB L 166 van 1.7.1999, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2118/2003 van de Commissie (PB L 318 van 3.12.2003, blz. 5).

(18)  PB L 185 van 17.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2118/2003.

(19)  PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1.

BIJLAGE I

TOEZICHT OP DE INACHTNEMING VAN DE INZAMELINGSSTREEFCIJFERS OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 13

Jaar

 

Land

 

Inwonertal

 

Totale hoeveelheid (in ton) draagbare batterijen en accu's die jaarlijks in de handel zijn gebracht

 

Totale hoeveelheid (in ton) gebruikte draagbare batterijen en accu's die jaarlijks afzonderlijk worden ingezameld

 

Gehaalde inzamelingsgraad voor de totale hoeveelheid gebruikte draagbare batterijen en accu's als percentage van het verkoopvolume van twee jaar eerder

 

Totale hoeveelheid (in ton) draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's die twee jaar eerder jaarlijks in de handel zijn gebracht

 

Totale hoeveelheid (in ton) gebruikte draagbare batterijen en accu's die jaarlijks afzonderlijk worden ingezameld

 

Gehaalde inzamelingsgraad voor de totale hoeveelheid gebruikte draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's als percentage van het verkoopvolume

 

BIJLAGE II

SYMBOOL VOOR HET KENMERKEN VAN BATTERIJEN, ACCU'S EN BATTERIJPAKKEN MET HET OOG OP DE AFZONDERLIJKE INZAMELING ERVAN

Voor de „afzonderlijke inzameling” van alle batterijen en accu's wordt het onderstaande symbool, een doorgestreepte vuilnisbak op wieltjes, gebruikt:

Image

BIJLAGE III

BATTERIJEN EN ACCU'S IN TOEPASSINGEN DIE ZIJN VRIJGESTELD VAN HET IN ARTIKEL 4, LID 1 BEDOELDE VERBOD

Overeenkomstig artikel 4, lid 2 zijn al dan niet in apparaten ingebouwde batterijen en accu's in onderstaande toepassingen niet onderworpen aan de verbodsbepaling van artikel 4, lid 1:

knoopcellen en batterijen die uit knoopcellen bestaan, die niet meer dan 2 gewichtsprocent kwik bevatten,

cadmium in batterijen en accu's voor noodverlichting,

cadmium in batterijen en accu's voor industriële toepassingen,

cadmium in batterijen en accu's voor vliegtuigen en treinen, met uitzondering van NiCd-batterijen in elektrische voertuigen, omdat die toepassingen onder artikel 4, lid 2, onder a) van Richtlijn 2000/53/EG vallen,

lood in autobatterijen en -accu's, overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 2000/53/EG,

lood in batterijen en accu's waar deze nodig zijn voor het starten van verbrandingsmotoren (bijv. in tuintrekkers, scheepsmotoren, vliegtuigen en motorfietsen),

lood in batterijen en accu's voor industriële toepassingen.

Overeenkomstig artikel 11 verbieden de lidstaten dat alle in deze bijlage vermelde batterijen en accu's definitief worden verwijderd op stortplaatsen of door middel van verbranding.

BIJLAGE IV

LIJST VAN CATEGORIEËN APPARATEN DIE NIET ONDER HET TOEPASSINGSGEBIED VAN ARTIKEL 5 VALLEN

1. Referentiecellen in wetenschappelijke en professionele apparatuur alsmede batterijen en accu's in medische apparaten voor de instandhouding van vitale functies en in hartslagregelaars, wanneer een ononderbroken werking van essentieel belang is en de batterijen en accu's alleen door gekwalificeerd personeel kunnen worden verwijderd;

2. Draagbare apparaten waarvan de beoogde levensduur langer is dan die van de oorspronkelijke set batterijen en accu's, wanneer vervanging door ongekwalificeerd personeel veiligheidsrisico's voor de gebruiker zou kunnen opleveren of de werking van het apparaat zou kunnen beïnvloeden;

3. Apparaten ten aanzien waarvan wettelijke veiligheidsvoorschriften het gebruik van gereedschap voor het verwijderen van de batterijen vereisen of die als waterdicht zijn ontworpen en als zodanig worden verkocht;

4. Batterijen en accu's die zijn ingebouwd in professionele apparatuur die bestemd is voor gebruik in uiterst gevoelige omgevingen, bijvoorbeeld in aanwezigheid van vluchtige stoffen.

P5_TA(2004)0305

In rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (COM(2003) 448 — C5-0351/2003 — 2003/0175(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 448) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 71, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0351/2003),

onder verwijzing naar de ontwerpresolutie van Jorge Salvador Hernández Mollar over particuliere investeringen in nieuwe vervoersinfrastructuur (B5-0360/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme en de adviezen van de Economische en Monetaire Commissie en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0220/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0175

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 71, lid 1,

Gelet op Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1), en met name op artikel 7,

Gezien het voorstel van de Commissie (2),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (3),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (4),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (5),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het Witboek „Het Europees vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen” heeft de Commissie aangekondigd dat zij een voorstel zou doen voor een richtlijn inzake een heffingenstelsel voor het gebruik van de wegeninfrastructuur. In zijn resolutie van 12 februari 2003 (6) over het Witboek heeft het Europees Parlement bevestigd dat tarifering van het infrastructuurgebruik noodzakelijk is en de mening uitgesproken dat een billijke toerekening van de externe kosten aan alle vervoersmodaliteiten een fundamenteel element is van een duurzaam vervoersbeleid, zowel met het oog op eerlijke mededinging tussen de verkeerstakken, als met het oog op een doeltreffende milieubescherming. Voorts hebben de Europese Raad van Kopenhagen van december 2002 en de Europese Raad van Brussel van maart 2003 positief gereageerd op de mededeling van de Commissie dat zij voornemens is een nieuwe „Eurovignet”-richtlijn in te dienen.

(2)

Een billijke tarifering van het gebruik van de wegeninfrastructuur op basis van het principe dat de gebruiker en de vervuiler betalen, vormt de grondslag van een duurzaam communautair vervoersbeleid . De doelstelling te komen tot een optimaal gebruik van het bestaande wegennet en de negatieve effecten van het vervoer substantieel terug te dringen moet worden bereikt zonder dat de uiteindelijke totale kosten voor de gebruikers worden verhoogd en zonder dat een dubbele belasting wordt ingevoerd, teneinde een stabiele economische groei en de goede werking van de eenheidsmarkt te garanderen. De Commissie dient bovendien uniforme, op wetenschappelijk erkende grondslagen gebaseerde berekeningscriteria uit te werken, die in de toekomst een internalisering van de externe kosten mogelijk maken .

(3)

De Europese Raad heeft op zijn bijeenkomst op 15 en 16 juni 2001 in Göteborg in paragraaf 29 van de slotconclusies bepaald dat een op duurzaam vervoer gericht beleid de toenemende verkeersvolumes en verkeerscongestie, geluidsoverlast en verontreiniging moet aanpakken en het gebruik van milieuvriendelijke transportmiddelen alsook het volledig incalculeren van sociale en milieukosten moet bevorderen.

(4)

Teneinde de kosten voor de marktdeelnemers niet te verhogen moet speciaal belang worden gehecht aan de perifere regio's die zich wat de vervoerskosten betreft reeds in een nadelige positie bevinden wegens de grotere afstanden die hun marktdeelnemers moeten afleggen om de belangrijkste productie- en verbruikscentra te bereiken.

(5)

De opheffing van concurrentieverstoringen tussen vervoersondernemingen van de lidstaten, de goede werking van de interne markt, de versterking van het concurrentievermogen en aandacht voor milieu en volksgezondheid vragen om de invoering van niet-discriminatoire, rechtvaardige mechanismen, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, voor de toerekening van de kosten van het gebruik van de infrastructuurvoorzieningen aan vervoersondernemers. Een zekere mate van harmonisatie is reeds bereikt met de vaststelling van Richtlijn 1999/62/EG.

(6)

Wat de financiering van de infrastructuurvoorzieningen betreft is het dienstig de inspanningen ter vermindering van de congestie en ter voltooiing van de infrastructuurvoorzieningen van het trans-Europees vervoersnetwerk te intensiveren.

(7)

In Richtlijn 1999/62/EG worden voor de vaststelling van de toltarieven de kosten voor de aanleg, de exploitatie, het onderhoud en de uitbreiding van de infrastructuurvoorzieningen in aanmerking genomen. Om te voorkomen dat reeds gedekte kosten voor aanleg in de heffingen worden doorberekend, dienen bij het bepalen van de kosten voor aanleg enkel de nieuwe infrastructuurvoorzieningen in aanmerking te worden genomen, dat wil zeggen de voorzieningen die in de toekomst gerealiseerd zullen worden alsook de binnen een bepaalde tijd vóór de inwerkingtreding van deze richtlijn aangelegde voorzieningen. Een bijzondere bepaling is evenwel nodig om te voorkomen dat bij de doorberekening van de kosten voor aanleg afbreuk wordt gedaan aan op het moment van de inwerkingtreding van deze richtlijn bestaande rechten uit concessieovereenkomsten.

(8)

De in deze richtlijn vervatte bepalingen mogen in geen geval de rechten aantasten die voortvloeien uit bestaande concessionaire contracten.

(9)

Het internationaal vervoer over de weg vindt hoofdzakelijk plaats via het trans-Europese vervoersnetwerk. Daarnaast is de goede werking van de interne markt van groot belang voor het beroepsvervoer. Het communautair kader dient derhalve het beroepsvervoer te omvatten op het trans-Europese wegennet zoals dat gedefinieerd is in Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk (7). Om te voorkomen dat de verkeersstromen zich verplaatsen, met alle mogelijke gevolgen van dien voor de verkeersveiligheid en het optimaal gebruik van het vervoersnetwerk, moeten de lidstaten de tolgelden kunnen toepassen op iedere verbinding die rechtstreeks concurreert met het trans-Europese wegennet (hoofdverbindingsnet). Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel behouden de lidstaten en, in het kader van hun respectieve bevoegdheden, de regionale en plaatselijke instanties de vrijheid tolgelden en/of gebruiksrechten toe te passen op andere wegen dan die van het hoofdverbindingsnet, een en ander met inachtneming van de bepalingen van het Verdrag.

(10)

De mogelijkheid voor de gebruiker om zelf de hoogte van het verschuldigde toltarief te beïnvloeden door te kiezen voor de minst vervuilende voertuigen, routes die vanuit milieuoogpunt minder kwetsbaar zijn, minder drukke periodes, minder zwaar belaste trajecten alsmede voor veiliger voertuigen is een wezenlijk element van een tolheffingssysteem. De lidstaten moeten de tolgelden derhalve kunnen differentiëren naar gelang van het type voertuig, op basis van de indeling van de voertuigen naar de uitstoot van uitlaatgassen („EURO”-classificatie) en naar de schade die ze toebrengen aan de wegen, alsmede naar gelang van de plaats, het tijdstip en de mate van congestie. De variatie van de toltarieven mag niet leiden tot een stijging van de gewogen gemiddelde toltarieven bedoeld in artikel 7, lid 9.

(11)

De totale financiële lasten voor het wegvervoer dienen niet te worden verhoogd, maar anders te worden verdeeld, door een systeem van vaste belastingen en lasten te vervangen door een systeem van met het gebruik samenhangende heffingen. Bij het invoeren van tolgelden en/of gebruiksrechten dienen de lidstaten dan ook de mogelijkheid te hebben met name het tarief van de jaarlijkse belastingen op voertuigen te verlagen, in voorkomend geval tot onder het minimumniveau als voorzien in bijlage I bij Richtlijn 1999/62/EG , en/of de accijnzen op brandstoffen .

(12)

De lidstaten moeten militaire voertuigen, voertuigen van de burgerbescherming, de brandweer en andere diensten voor eerstehulpverlening, alsook politievoertuigen, voertuigen voor wegonderhoud en voertuigen van erkende hulporganisaties verlaagde tarieven of een vrijstelling van de belastingen op voertuigen kunnen toestaan.

(13)

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel beslissen de lidstaten over de besteding van de inkomsten uit de heffingen voor het gebruik van de wegeninfrastructuur. Om de uitbreiding van het vervoersnetwerk in zijn totaliteit te waarborgen zouden de opbrengsten van de heffingen evenwel aangewend moeten worden ten behoeve van de vervoerssector, met het oog op een optimale ontwikkeling van het gehele verkeerssysteem.

(14)

Speciale aandacht dient besteed te worden aan de berggebieden, zoals de Alpen en de Pyreneeën , en de zones en agglomeraties als bedoeld in artikel 8, lid 1 van Richtlijn 96/62/EG van de Raad van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (8) . In het verleden zijn nieuwe grootschalige infrastructuurprojecten vaak niet van de grond gekomen omdat de daarvoor benodigde, zeer omvangrijke, financiële middelen ontbraken. In deze bijzonder kwetsbare gebieden dienen de gebruikers derhalve extra belast te worden om financiering mogelijk te maken van belangrijke projecten van zeer grote Europese waarde, zoals de prioritaire trans-Europese Netwerken, die in voorkomend geval betrekking hebben op andere vervoersmodaliteiten en het aan elkaar koppelen daarvan, binnen dezelfde corridor en in hetzelfde gebied, welke modaliteiten niet onderbedeeld mogen worden teneinde het vrij verkeer van goederen te waarborgen. Deze extra heffing dient verband te houden met de financiële vereisten van het project. Ook met de basiswaarde van de tolgelden dient rekening te worden gehouden, om te voorkomen dat de lasten in een bepaalde corridor kunstmatig hoog worden gehouden, hetgeen ertoe zou kunnen leiden dat de verkeersstromen zich verplaatsen naar andere trajecten, met als gevolg congestieproblemen op lokaal niveau en een ondoelmatig gebruik van het wegennet.

(15)

De heffingen mogen noch discriminerend zijn noch buitensporig veel formaliteiten vereisen aan de binnengrenzen of op enige andere wijze de doorstroming belemmeren. Daarom dienen gepaste maatregelen genomen te worden om betaling van de tolgelden te allen tijde en met verschillende betaalmiddelen mogelijk te maken en om de toegang tot het elektronisch betaalsysteem (inbouwapparatuur in het voertuig) zowel voor de incidentele gebruiker als voor de vaste gebruiker te garanderen.

(16)

Met het oog op een coherente en geharmoniseerde toepassing van het systeem voor tarifering van het infrastructuurgebruik dienen de lidstaten bij het vaststellen van de toltarieven de verschillende in aanmerking te nemen kosten te berekenen op basis van een gemeenschappelijke methodologie. De Commissie zou aan de hand van wetenschappelijk erkende data beginselen moeten ontwikkelen voor de berekening van de toltarieven, waardoor de weg wordt vrijgemaakt voor de volledige toerekening van de externe kosten.

(17)

Er zijn nog meer technische ontwikkelingen noodzakelijk om het systeem voor tarifering van het infrastructuurgebruik verder te ontwikkelen. Er dient een procedure ingevoerd te worden op basis waarvan de Commissie de in Richtlijn 1999/62/EG vastgestelde voorwaarden kan aanpassen aan de technische ontwikkelingen en met het oog daarop in overleg kan treden met de lidstaten. De maatregelen voor de tenuitvoerlegging van deze richtlijn dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9).

(18)

Aangezien de doelstellingen van het beoogde optreden, te weten de harmonisatie van de voorwaarden voor de heffing van tolgelden in verband met het gebruik van de wegeninfrastructuur, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, en derhalve, vanwege hun communautaire dimensie en gelet op de noodzaak de interne vervoersmarkt te beschermen, beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(19)

Wil de doelstelling van een billijke tarifering worden verwezenlijkt, dan moet rekening worden gehouden met het systeem van concessies voor wegennetten zoals dit bestaat in een aantal lidstaten (wegen, snelwegen, tunnels, bruggen) aangezien op wegennetten waarvoor concessies gelden, vrachtvoertuigen reeds de door hen veroorzaakte externe kosten betalen volgens het principe gebruiker-betaler, en de concessies in handen zijn van publiek-particuliere partnerschappen (PPP), die gebonden zijn aan de bepalingen inzake vrije mededinging.

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 1999/62/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt a) wordt vervangen door:

„a)

„trans-Europees wegennet”: het wegennet als beschreven en met kaarten geïllustreerd in afdeling 2 van bijlage I bij Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een transeuropees vervoersnet (10) . De kaarten hebben betrekking op de in het dispositief en/of in bijlage II van voornoemde beschikking genoemde afdelingen;

b)

De volgende punten a bis) et a ter) worden ingevoegd:

„a bis)

„hoofdwegennet”: het trans-Europese wegennet alsmede iedere andere verbinding in de richting waarvan de verkeersstromen op het trans-Europese wegennet zich kunnen verplaatsen en die rechtstreeks concurreert met bepaalde delen van dit wegennet ;

a ter)

„kosten voor aanleg”: de kosten in verband met de aanleg, met inbegrip van, in voorkomend geval, de kosten van de over het geïnvesteerde kapitaal te betalen rente , voor het gedeelte dat op het moment van de inwerkingtreding van deze richtlijn niet is afgeschreven; de kosten voor aanleg mogen in geen geval hoger zijn dan de courante kosten voor de herstelling van de infrastructuur in kwestie;

c)

In punt b) wordt de zinsnede „en dat is gebaseerd op de afgelegde afstand en op de categorie van het voertuig” vervangen door de zinsnede „en dat is gebaseerd op de afgelegde afstand en op de corresponderende kosten per kilometer”;

d)

Het volgende punt b bis) wordt ingevoegd:

b bis)

„gewogen gemiddeld toltarief”: wordt berekend aan de hand van de in artikel 7, lid 9 genoemde criteria, voor een gegeven wegeninfrastructuur op basis van de kosten per kilometer. Het gewogen gemiddelde toltarief wordt voor elke lidstaat afzonderlijk vastgesteld door de bevoegde instantie

e)

De punten d) en e) worden vervangen door:

„d)

„voertuig”: een motorvoertuig of een samenstel van voertuigen bedoeld of gebruikt voor het vervoer over de weg van goederen en waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt;

e)

„EURO 0”-voertuig, „EURO I”-voertuig, „EURO II”-voertuig, „EURO III”-voertuig, „EURO IV”-voertuig, „EURO V”-voertuig: een voertuig dat voldoet aan de in bijlage 0 bij deze richtlijn aangegeven emissiegrenswaarden;”

f)

Het volgende punt e bis) wordt toegevoegd:

e bis)

„concessie voor wegeninfrastructuur”: een akte (contract of unilateraal besluit) tot delegatie van een dienst van algemeen belang krachtens welke een bestuursrechtelijk orgaan een particulier persoon machtigt een wegennet (weg, snelweg, tunnel, brug) voor een lange en nader bepaalde periode te ontwerpen, aan te leggen, te financieren en te exploiteren, waarbij het verschuldigde kapitaal en het geïnvesteerde kapitaal worden terugbetaald uit de inkomsten uit tolgelden;

g)

Punt f) wordt vervangen door:

f)

„externe kosten”: kosten die duidelijk veroorzaakt worden door het goederenvervoer over de weg, maar die niet doorberekend zijn in de marktprijzen van de door deze vervoerstak geboden diensten. Deze kosten kunnen congestiekosten omvatten, milieukosten zoals plaatselijke en landelijke luchtvervuiling, geluidshinder en landschapsschade, alsook sociale kosten zoals gezondheidskosten en indirecte kosten van ongevallen die niet door de verzekering gedekt worden;

2)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt de zinsnede „De lidstaten kunnen verlaagde tarieven of vrijstellingen toepassen voor:” vervangen door: „Onverminderd het bepaalde in artikel 7 ter kunnen de lidstaten verlaagde tarieven of vrijstellingen toepassen voor:”

b)

Lid 2, letter a) wordt vervangen door:

a)

militaire voertuigen, voertuigen van de burgerbescherming, de brandweer en andere diensten voor eerstehulpverlening, erkende hulporganisaties, alsook politievoertuigen en voertuigen voor wegonderhoud;

c)

in lid 4 wordt de zinsnede „Onverminderd het bepaalde in de tweede alinea van lid 1 en de leden 2 en 3 van dit artikel,” vervangen door de zinsnede „Onverminderd het bepaalde in de leden 3 en 4 van dit artikel en in artikel 7 ter,”

3)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De leden 1 en 2 worden vervangen door:

„1.   De lidstaten mogen tolgelden en/of gebruiksrechten handhaven of invoeren, mits aan de in de leden 2 tot en met 12 gestelde voorwaarden is voldaan.

2.   De tolgelden en gebruiksrechten worden toegepast op de vermelde voertuigen en op het trans-Europese wegennet. De lidstaten kunnen , na de Commissie ervan in kennis te hebben gesteld, de tolgelden en gebruiksrechten uitbreiden tot andere verbindingen van het hoofdwegennet. Bij het bepalen van deze uitbreiding moeten de lidstaten de plaatselijke en/of regionale instanties raadplegen die verantwoordelijk zijn voor de wegen tot welke de heffingen zouden worden uitgebreid. De lidstaten moeten zich ervan verzekeren dat deze tolgelden en/of gebruiksrechten compatibel zijn met andere heffingsregelingen die op plaatselijk en regionaal niveau van toepassing zijn.

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten en, in het kader van hun respectieve bevoegdheden, van de regionale en plaatselijke instanties om tolgelden en/of gebruiksrechten toe te passen op andere wegen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in het Verdrag.”

b)

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De tolgelden en gebruiksrechten worden geheven zonder directe of indirecte discriminatie op grond van de nationaliteit van de vervoersonderneming, het land of de plaats waar het voertuig geregistreerd is of op grond van de herkomst of bestemming van het voertuig.”

c)

Het volgende lid 5 bis wordt ingevoegd:

„5 bis.   De lidstaten die gebruik maken van elektronische systemen voor de inning van tolgelden en/of gebruiksrechten stellen in het kader van redelijke administratieve en financiële regelingen voor alle voertuigen de vereiste inbouwapparatuur ter beschikking (on-board units („OBU”)). De bedoelde regelingen mogen de niet-reguliere gebruikers van het wegennet niet benadelen, noch financieel noch op enige andere wijze, bijvoorbeeld in de vorm van extra administratiekosten of vereisten inzake andere, aanvullende apparatuur.”

d)

In lid 7 wordt de tweede alinea vervangen door de volgende tekst:

„De maximumtarieven worden vanaf (datum waarop deze richtlijn van kracht wordt) om de twee jaar opnieuw bezien. Voorzover nodig zal de Commissie de tarieven aanpassen overeenkomstig de procedure van artikel 9 quater, lid 2.”

e)

In lid 7 wordt de derde alinea geschrapt.

f)

Lid 9 wordt vervangen door:

„9.   De gewogen gemiddelde toltarieven moeten gerelateerd zijn aan:

de kosten voor de aanleg, de exploitatie, het onderhoud en de uitbreiding van het betrokken infrastructuurnet, met inbegrip van de over het geïnvesteerde kapitaal te betalen rente;

de vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal,

de kosten voor infrastructuurvoorzieningen ter beperking van de geluidshinder en de kosten die overeenstemmen met de daadwerkelijk door de beheerder van de infrastructuur gemaakte kosten voor investeringen ter preventie en beperking van ongevallen,

de kosten die overeenstemmen met objectieve milieu-elementen zoals bijvoorbeeld bodemverontreiniging en luchtverontreiniging, met inbegrip van de kosten van verkeersopstoppingen, mits deze concreet berekend kunnen worden met behulp van berekeningsmethoden die naar behoren op Europees niveau zijn vastgesteld.

De gewogen gemiddelde toltarieven worden berekend zonder dat bij de vaststelling van de kosten voor aanleg , gebruik, onderhoud en ontwikkeling van de infrastructuurnetten in kwestie afbreuk wordt gedaan aan op ( de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn) bestaande rechten uit concessieovereenkomsten in de zin van artikel 2, letter a ter).

Deze toltarieven, berekend volgens de methode van bijlage II, zijn maximumniveaus; de leden kunnen ook lagere niveaus toepassen .”

g)

Lid 10 wordt vervangen door:

„10.   Onverminderd het gemiddelde bedrag van de gewogen toltarieven, bedoeld in lid 9, kunnen de lidstaten , op voorwaarde dat het hoogste toltarief niet meer dan 100 % hoger is dan het laagste tarief, de toltarieven afhankelijk stellen van:

a)

de verschillende typen voertuigen, ingedeeld in categorieën naar gelang van de schade die ze aan de wegen toebrengen, overeenkomstig bijlage III ;

b)

de EURO-emissienormen, overeenkomstig bijlage 0;

c)

het soort dag en/of periode van het jaar (werkdagen/vrije dagen);

d)

het tijdstip en de mate van congestie op het betrokken traject ;

e)

de betrokken verbinding van het wegennet, naar gelang van de ecologische kwetsbaarheid van de zone, de bevolkingsdichtheid en het ongevallenrisico;

f)

het niveau van PM10 en NOX.

Variaties in de toltarieven met betrekking tot de onder a) t/m f) genoemde elementen moeten in verhouding staan tot het nagestreefde doel .”

h)

Een nieuw lid 10 bis wordt toegevoegd:

10 bis.     De Commissie ontwikkelt uiterlijk (...) (11) een algemeen geldend, transparant en begrijpelijk model om alle externe milieu-, file- en medische kosten in geld uit te drukken, dat de basis voor toekomstige berekeningen van infrastructuurheffingen gaat vormen.

De Commissie wordt hierin bijgestaan door een comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie. De procedure van artikel 9 quater, leden 3 en 4 is van toepassing.

i)

De volgende leden 11, 12 en 13 worden toegevoegd:

„11.   In uitzonderlijke gevallen betreffende infrastructuurvoorzieningen in de berggebieden en de in artikel 8, lid 1 van Richtlijn 96/62/EG bedoelde zones en agglomeraties , kan, na raadpleging van de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 9 quater, lid 5, een verhoging van de tolgelden toegepast worden met het oog op kruisfinanciering van de investeringskosten voor andere milieuvriendelijker vervoersinfrastructuren van aanmerkelijk Europees belang , zoals de trans-Europese netwerken, binnen dezelfde corridor of in dezelfde vervoersregio.

De bedoelde verhoging bedraagt ten hoogste 25 % van het toltarief. Onverminderd het bepaalde in artikel 2, onder a ter), worden alleen met het oog op de berekening van deze verhoging ook de kosten van de bouw van de infrastructuur die al zijn afgeschreven op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn in aanmerking genomen.

Voor de toepassing van deze bepaling is overlegging vereist van de financiële overzichten betreffende de betrokken infrastructuurvoorzieningen, alsmede van de resultaten van een kosten-batenanalyse inzake het nieuwe infrastructuurproject. In het geval van nieuwe grensoverschrijdende projecten is voor de toepassing van deze bepaling de instemming van de betrokken lidstaten vereist.

Indien de Commissie van oordeel is dat de beoogde verhoging niet in overeenstemming is met de in dit lid gestelde voorwaarden, vraagt zij het in artikel 9 quater, lid 1, bedoelde comité om advies. Zij kan het door de betrokken lidstaat voorgelegde plan voor heffingen afwijzen overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 9 quater, lid 2.

Wanneer de Commissie de betrokken lidstaat in kennis stelt van haar voornemen het comité om advies te vragen, wordt de termijn van dertig dagen als genoemd in artikel 2 van de in artikel 9 quater, lid 5, bedoelde beschikking van de Raad, opgeschort.

12.   De lidstaten streven ernaar de classificatie van de op hun grondgebied geregistreerde voertuigen op basis van de uitstoot van de voertuigen en de schade die zij aan de wegen toebrengen helder en inzichtelijk te maken.

Indien een bestuurder tijdens een controle de vereiste documenten niet kan overleggen, leggen de lidstaten toltarieven op die gelijk zijn aan die welke van toepassing zijn op de categorie meest vervuilende en voor de wegen meest schadelijke voertuigen, dat wil zeggen de „EURO 0-voertuigen” en de voertuigen van klasse III betreffende de schade aan wegen.

13.     Deze richtlijn laat het recht van lidstaten om concessietolgelden toe te passen onverlet. Aangezien de concessietol voortvloeit uit een delegatiecontract voor diensten van algemeen belang in een lidstaat, is deze tol onderworpen aan het nationale recht en het Europees recht inzake openbare vervoerscontracten.

4)

De volgende artikelen 7 bis en 7 ter worden ingevoegd:

„Artikel 7 bis

1.   De lidstaten stellen de toltarieven vast door de verschillende in aanmerking te nemen kosten te berekenen overeenkomstig de gemeenschappelijke methodologie als vastgelegd in bijlage III .

2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de eenheidswaarden en de andere noodzakelijke parameters die zij toepassen om de verschillende kostenelementen te berekenen. Na raadpleging van het comité als bedoeld in artikel 9 quater, lid 1, keurt de Commissie deze waarden en parameters goed overeenkomstig de procedure van artikel 9 quater, lid 2.

Artikel 7 ter

1.   Onverminderd het bepaalde in de artikelen 87 en 88 van het Verdrag en onder voorbehoud van de andere bepalingen van het Gemeenschapsrecht kunnen de lidstaten bij de invoering van een stelsel van tolgelden en/of gebruiksrechten compensatie bieden voor deze lasten, met name via een verlaging van de tarieven voor de belastingen op voertuigen, in voorkomend geval tot een lager niveau dan het in bijlage I bij de richtlijn vastgelegde minimumniveau.

2.     Compensatie voor gebruiksrechten moet zonder onderscheid worden uitbetaald aan alle vervoersondernemingen, ongeacht het land van herkomst van de chauffeur.

3.   De hoogte van de compensatie dient gerelateerd te zijn aan de hoogte van de te betalen tolgelden en/of gebruiksrechten. De lidstaten kunnen evenwel een gemiddelde vaststellen op basis van de compensatie die geboden wordt voor de verschillende in de bijlage genoemde categorieën voertuigen.

4.   De lidstaten brengen het stelsel van tolgelden en/of gebruiksrechten en de compensatieregeling onder in een gemeenschappelijk programma. Compensatieregelingen dienen ten uitvoer gelegd te worden in het jaar volgend op de invoering van het nieuwe stelsel van tolgelden en/of gebruiksrechten.

5.     Bij de compensatieregelingen wordt ook ten volle rekening gehouden met de fiscale effecten van bestaande of toekomstige lokale en regionale heffingenstelsels, die buiten het geografische toepassingsgebied van deze richtlijn vallen.

5)

Het volgende artikel 8 bis wordt ingevoegd :

Artikel 8 bis

Eventuele kortingen of verlagingen met betrekking tot de tolgelden mogen uitsluitend betrekking hebben op de door de infrastructuurbeheerder gerealiseerde reële besparing op de administratiekosten. Bij het vaststellen van de hoogte van de korting mogen de besparingen op reeds in de geïnde tolgelden doorberekende kosten niet in aanmerking worden genomen.”

6)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Aan lid 1 wordt het volgende punt d) toegevoegd :

d)

belastingen op verzekeringen.”

b)

Lid 2 wordt vervangen door:

„2.    Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel beslissen de lidstaten over de aanwending van de inkomsten uit de heffingen op het gebruik van de wegeninfrastructuur; om de voltooiing van het gehele verkeerswegennet te verzekeren, zouden de inkomsten uit deze heffingen moeten worden aangewend in het belang van de verkeerssector en tot optimalisering van het gehele verkeerssysteem.

7)

De volgende artikelen 9 bis, 9 ter en 9 quater worden ingevoegd:

„Artikel 9 bis

De lidstaten voeren adequate controles uit en stellen een sanctieregeling in voor inbreuken op de nationale bepalingen die ter uitvoering van deze richtlijn worden vastgesteld; ze nemen alle nodige maatregelen met het oog op de tenuitvoerlegging daarvan. De vast te stellen sancties dienen doeltreffend, proportioneel en afschrikkend te zijn.

Artikel 9 ter

De Commissie werkt de bijlagen bij op basis van de technische ontwikkelingen of de stijging van de prijzen overeenkomstig de procedure als bedoeld in artikel 9 quater, lid 3. Daarbij stelt de Commissie uniforme grondslagen en principes voor de berekening van de externe kosten op.

Artikel 9 quater

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité dat is ingesteld bij artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juni 1970 betreffende de invoering van een boekhouding van de uitgaven voor de wegen voor het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren. (12)

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde periode wordt vastgesteld op drie maanden.

4.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

5.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de beschikking van de Raad van 21 maart 1962 houdende vaststelling van een procedure voor het voorafgaande onderzoek en overleg omtrent bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen welke door de lidstaten op het gebied van het vervoer worden overwogen (13), van toepassing.

8)

Artikel 11 wordt vervangen door de volgende tekst:

„Artikel 11

Uiterlijk 1 juli 2008 legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de uitvoering en de effecten van deze richtlijn, waarbij zij rekening zal houden met de technologische ontwikkelingen , de verkeerscongestie , de verkeersongevallen en de effecten van het verkeer op milieu.

De lidstaten doen de Commissie uiterlijk twaalf maanden voor deze datum de nodige informatie toekomen.”

9)

De tabel in bijlage II met het bedrag van de jaarlijkse rechten wordt als volgt gewijzigd:

Jaarlijkse rechten

 

max. 3 assen

min. 4 assen

EURO 0

1 332

2 223

EURO I

1 158

1 933

EURO II

1 008

1 681

EURO III

876

1 461

EURO IV en minder vervuilende voertuigen

797

1 329

10)

Bijlage 0 waarvan de tekst is opgenomen in bijlage I bij deze richtlijn wordt ingevoegd.

11)

Bijlage III waarvan de tekst is opgenomen in bijlage II bij deze richtlijn wordt toegevoegd.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij doen de Commissie onverwijld de tekst daarvan toekomen, alsmede een concordantietabel waarin is aangegeven met welke artikelen van deze richtlijn die bepalingen overeenkomen.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB L 187 van 20.7.1999, blz. 42.

(2)  PB C ...

(3)  PB C ...

(4)  PB C ...

(5)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(6)  PB C 43 E van 19.2.2004, blz. 250.

(7)  PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1. Beschikking gewijzigd bij Beschikking nr. 1346/2001/EG (PB L 185 van 6.7.2001, blz. 1).

(8)  PB L 296 van 21.11.1996, blz. 55. Richtlijn gewijzigd bij Besluit (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(9)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10)  PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1. Beschikking laatstelijke gewijzigd bij Beschikking nr. 1346/2001/EG (PB L 185 van 6.7.2001, blz. 1).”

(11)  Twee jaar na de inwerkingtreding van deze Richtlijn.”

(12)   PB L 130 van 15.6.1970, blz. 4. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3572/90 (PB L 353 van 17.12.1990, blz. 12).

(13)   PB L 23 van 3.4.1962, blz. 720. Beschikking gewijzigd bij Beschikking 73/402/EEG (PB L 347 van 17.12.1973, blz. 48).”

BIJLAGE I

BIJLAGE 0

EMISSIEGRENSWAARDEN

1.   „EURO 0-”voertuig

Massa koolmonoxide (CO) g/kWh

Massa koolwaterstoffen (HC) g/kWh

Massa stikstofoxiden (NOX) g/kWh

12,3

2,6

15,8

2.   „EURO I”—/„EURO II”-voertuig

 

Massa koolmonoxide (CO) g/kWh

Massa koolwaterstoffen (HC) g/kWh

Massa stikstofoxiden (NOX) g/kWh

Massa deeltjes (PT) g/kWh

„EURO I-voertuig”

4,9

1,23

9,0

0,4 (1)

„EURO II-voertuig”

4,0

1,1

7,0

0,15

3.   „EURO III”-/„EURO IV”-/„EURO V”-voertuig

De specifieke massa van het koolmonoxide, het totaal aan koolwaterstoffen, de stikstofoxiden en de deeltjes die is bepaald met de ESC-test, en de opaciteit van de rook die is bepaald met de ELR-test, mogen niet meer bedragen dan de volgende waarden (2):

 

Massa koolmonoxide (CO) g/kWh

Massa koolwaterstoffen (HC) g/kWh

Massa stikstofoxiden (NOX) g/kWh

Massa deeltjes (PT) g/kWh

Rook m-1

„EURO III”-voertuig

2,1

0,66

5,0

0,10 (3)

0,8

„EURO IV”-voertuig

1,5

0,46

3,5

0,02

0,5

„EURO V”-voertuig

1,5

0,46

2,0

0,02

0,5

Bij dieselmotoren die ook worden beproefd volgens de ETC-test en met name bij gasmotoren mag de specifieke massa van koolmonoxide, andere koolwaterstoffen dan methaan, methaan (indien van toepassing), stikstofoxiden en deeltjes (indien van toepassing) niet meer bedragen dan de volgende waarden:

 

Massa koolmonoxide (CO) g/kWh

Massa niet-methaan koolwaterstoffen (NMHC) g/kWh

Massa methaan (CH4) (4) g/kWh

Massa stikstofoxiden (NOX) g/kWh

Massa deeltjes (PT) (5) g/kWh

„EURO III”-voertuig

5,45

0,78

1,6

5,0

0,16 (6)

„EURO IV”-voertuig

4,0

0,55

1,1

3,5

0,03

„EURO V”-voertuig

4,0

0,55

1,1

2,0

0,03


(1)  Op de grenswaarde voor de emissie van deeltjes wordt bij motoren met een vermogen van 85 kW of minder een coëfficiënt van 1,7 toegepast.

(2)  Een testcyclus bestaat uit een opeenvolging van testpunten, elk bij een bepaald toerental en koppel van de motor in stationaire toestand (ESC test) of in veranderende bedrijfsomstandigheden (ETC en ELR test).

(3)  0,13 voor motoren met een cilinderinhoud van minder dan 0,7 dm3 en een nominaal toerental van meer dan 3000 min1.

(4)  Uitsluitend voor op aardgas lopende voertuigmotoren.

(5)  Niet van toepassing op gasmotoren.

(6)  0,21 voor motoren met een cilinderinhoud van minder dan 0,75 dm3 en een nominaal toerental van meer dan 3 000 min-1.

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BEREKENING EN TOEREKENING VAN DE KOSTEN

In deze bijlage wordt de methode beschreven voor de berekening van de verschillende kostenelementen van de tolgelden. De onder punt 2 aangegeven schattingen van kosten en de daar vermelde gegevens zijn indicatief. Ze dienen evenwel gebruikt te worden in die gevallen waarin een lidstaat geen analyse heeft uitgevoerd waarin de lokale of regionale omstandigheden beter weerspiegeld zijn.

1.   Infrastructuurkosten

1.1.   Kosten van investeringen in infrastructuurvoorzieningen

De kosten van investeringen in infrastructuurvoorzieningen worden berekend als zijnde de kosten voor de aanleg van de betreffende voorzieningen en gedurende de gehele vooraf vast te stellen levensduur van deze voorzieningen weergegeven in de vorm van een jaarlijks bedrag (met inbegrip van een passende rente over het geïnvesteerde kapitaal). Deze investeringskosten dienen te worden toegerekend naar rato van het aantal voertuigen/het aantal jaarlijks door iedere categorie voertuigen afgelegde kilometers.

Eenheidskosten van investeringen (euro's/voertuigkilometers) =

Annuïteiten voor afschrijving van de investering en rente over het geïnvesteerde kapitaal

* aandeel van het beroepsverkeer

/ aantal kilometers afgelegd door voor het beroepsvervoer gebruikte voertuigen

1.2.   Kosten van schade aan infrastructuurvoorzieningen

De kosten voor schade aan infrastructuurvoorzieningen worden berekend als het gemiddelde (over maximaal vijf jaar) van de jaarlijkse uitgaven voor het onderhoud en de exploitatie van het betrokken infrastructuurnet. Ze dienen te worden toegerekend naar rato van het aantal voertuigen/het aantal jaarlijks door iedere categorie voertuigen afgelegde kilometers, na toepassing van een equivalentiefactor. Deze factor, die is aangegeven in punt 1.3 van deze bijlage, geeft het aandeel weer van iedere voertuigcategorie in de kosten voor onderhoud en exploitatie van het betreffende infrastructuurnet en is vastgesteld op basis van het gewicht, het type vering en het aantal assen van de voertuigen.

Eenheidskosten voor infrastructuur (euro's/voertuigkilometers) =

Jaarlijkse uitgaven voor onderhoud en exploitatie

* aandeel in het verkeer per voertuigcategorie na toepassing van de equivalentiecoëfficiënten

/ aantal afgelegde kilometers per voertuigcategorie

1.3.   Voertuigklassen en equivalentiefactoren

In onderstaande tabel zijn de equivalentiefactoren weergegeven.

Voertuigklasse

Equivalentiecoëfficiënten

Structureel onderhoud  (1)

Regulier onderhoud

< 3,5 t

0,0001

1

incl. tussen 3,5 t en 7,5 t, Klasse 0

1,46

3

> 7,5 t, Klasse I

2,86

3

> 7,5 t, Klasse II

5,06

3

> 7,5 t, Klasse III

8,35

3

Structurele onderhoudswerkzaamheden worden incidenteel verricht; voorbeelden zijn vernieuwing van het wegdek, versterking van bruggen, tunnels e.d. of zelfs vervanging van de onderlaag. De kosten van dit onderhoud zijn evenredig met de schade die door het verkeer aan de infrastructuur wordt toegebracht. Deze schade varieert naar gelang van de asdruk van de voertuigen. Een algemeen aanvaarde regel luidt dat de schade toeneemt met de vierde macht van de asdruk. Dit betekent dat bij een verdubbeling van het gewicht de schade aan het wegdek zestienmaal groter wordt.

Reguliere onderhoudswerkzaamheden vinden ieder jaar plaats; voorbeelden zijn wegmarkering, schoonmaken van de berm, winteronderhoud, enz. Deze uitgaven houden geen verband met het gewicht van de voertuigen, maar hangen samen met de intensiteit en de samenstelling van de totale verkeersstroom.

Indien in de boekhouding van de infrastructuurbeheerder geen onderscheid gemaakt wordt tussen de structurele uitgaven en de overige uitgaven, wordt voor deze uitgaven een afgeronde waarde van 20 % van de totale uitgaven aangehouden.

In onderstaande tabel zijn de voertuigklassen weergegeven.

De voertuigen dienen ingedeeld te worden in de subcategorieën 0, I, II en III op basis van de schade die ze veroorzaken aan het wegdek, in oplopende volgorde (klasse III betreft dus de voertuigen die de meeste schade aan de wegeninfrastructuur toebrengen). De schade neemt exponentieel toe met de toename van de druk per as.

Alle motorvoertuigen en samenstellen van voertuigen met een maximaal toegestaan totaalgewicht onder de 7,5 ton vallen onder klasse 0.

Motorvoertuigen

Assen voorzien van luchtvering of van een als gelijkwaardig erkende vering (2)

Andere veringssystemen van assen

Aantal assen en maximaal toegestaan totaalgewicht (in ton)

Aantal assen en maximaal toegestaan totaalgewicht (in ton)

Schadeklasse

Gelijk aan of meer dan

Minder dan

Gelijk aan of meer dan

Minder dan

Twee assen

 

7,5

12

13

14

15

12

13

14

15

18

7,5

12

13

14

15

12

13

14

15

18

I

Drie assen

15

17

19

21

23

25

17

19

21

23

25

26

15

17

19

21

17

19

21

23

23

25

25

26

II

Vier assen

 

23

25

27

25

27

29

23

25

25

27

I

29

31

32

II

29

31

31

32

27

29

31


Voertuigcombinaties (gelede voertuigen en samenstellen)

Assen voorzien van luchtvering of van een als gelijkwaardig erkende vering

Andere veringssystemen van assen

Aantal assen en maximaal toegestaan totaalgewicht (in ton)

Aantal assen en maximaal toegestaan totaalgewicht (in ton)

Schadeklasse

Gelijk aan of meer dan

Minder dan

Gelijk aan of meer dan

Minder dan

2 + 1 assen

 

7,5

12

14

16

18

20

22

23

25

12

14

16

18

20

22

23

25

28

7,5

12

14

16

18

20

22

23

25

12

14

16

18

20

22

23

25

28

I

2 + 2 assen

23

25

26

28

25

26

28

29

23

25

26

28

25

26

28

29

29

31

29

31

II

31

33

31

33

33

36

36

38

33

36

36

38

III

2 + 3 assen

II

36

38

38

40

36

38

38

40

III

3 + 2 assen

II

36

38

38

40

36

38

38

40

40

44

III

40

44

3 + 3 assen

36

38

38

40

36

38

I

38

40

II

40

44

40

44

2.   Kosten van ongevallen

De eenheidskosten per type ongeval worden bepaald op basis van het risico per type ongeval en per type voertuig. Vervolgens wordt de verzekeringspremie per type voertuig in mindering gebracht. Het uiteindelijke kostenelement dient te worden uitgedrukt in euro's per afgelegde kilometer. Er dient gedifferentieerd te worden naar het type infrastructuur (autosnelweg, verbinding in stedelijk gebied of route in niet-stedelijke zone).

Onderstaande formule biedt een vereenvoudigde methode om niet door verzekeringsstelsels gedekte kosten van ongevallen te berekenen.

Externe eenheidskosten van ongevallen per type infrastructuurvoorziening (euro's/voertuigkilometers) =(bedrag van de kosten per type ongeval, voor alle typen ongevallen* aantal ongevallen per type waarbij een vrachtwagen betrokken is — verzekeringspremies)/ voertuigkilometers

Geschatte kosten per type ongeval:

Risico van een ongeval

 

Met dodelijke afloop

1 miljoen euro/geval

Met ernstig gewonden

135 000 euro/geval

Met licht gewonden

15 000 euro/geval


(1)  De voertuigklassen komen overeen met een druk per as van respectievelijk 0,5; 5,5; 6,5; 7,5 en 8,5 ton.

(2)  Veringen als gelijkwaardig erkend volgens de definitie in bijlage II bij Richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).

P5_TA(2004)0306

Sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer (COM(2003) 628 — C5-0601/2003 — 2003/0255(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 628) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 71, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0601/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0216/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0255

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 20 april 2004 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2004/.../EG van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad betreffende sociale wetgeving met betrekking tot het wegvervoer

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 71,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het voorstel van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (5), Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (6), Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (7) en Verordening (EG) nr. 484/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 1 maart 2002 tot wijziging, met het oog op de invoering van een bestuurdersattest, van Verordeningen (EEG) nr. 881/92 en (EEG) nr. 3118/93 van de Raad (8) zijn van belang voor de totstandkoming van een gemeenschappelijke markt voor binnenlandse vervoersdiensten.

(2)

In het Witboek „Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen” (9), heeft de Commissie aangegeven dat aanscherping van de controles en sancties noodzakelijk is, met name op het gebied van de sociale wetgeving betreffende het wegvervoer, en dat het vooral nodig is het aantal controles op te voeren, de systematische informatieuitwisseling tussen de lidstaten te stimuleren, de controleactiviteiten te coördineren en de opleiding van de controlerend ambtenaren te bevorderen.

(3)

Een juiste toepassing van de sociale voorschriften ten aanzien van het wegvervoer door middel van de vaststelling van minimumeisen voor een uniforme en doeltreffende controle door de lidstaten op de naleving van de desbetreffende bepalingen, is daarom vereist. De controles moeten het aantal inbreuken verminderen en deze voorkomen.

(4)

De in deze richtlijn voorziene maatregelen, die gebaseerd zijn op artikel 71 en artikel 137, lid 2 van het Verdrag, moeten niet enkel leiden tot meer verkeersveiligheid, maar moeten tevens bijdragen tot harmonisatie en verbetering van de sociale voorschriften in de Gemeenschap en gelijke concurrentievoorwaarden bevorderen.

(5)

Dankzij de vervanging van de analoge tachograaf door een digitale tachograaf zal er geleidelijk een steeds groter gegevensvolume sneller en nauwkeuriger kunnen worden gecontroleerd waardoorde lidstaten in toenemende mate tot steeds meer controles in staat zullen zijn. Het percentage gewerkte dagen van bestuuders van voertuigen, die onder de sociale wetgeving vallen, moet daarom worden verhoogd tot 3 %.

(6)

Inzake controlesystemen moet het doel erin gelegen zijn nationale oplossingen te ontwikkelen die een Europese interoperabiliteit en uitvoerbaarheid garanderen.

(7)

Alle bevoegde handhavingsinstanties moeten beschikken over een teoreikende standaarduitrusting en wettelijke bevoegdheid om hun taken op doeltreffende en efficiënte wijze te kunnen uitvoeren.

(8)

In iedere lidstaat moet er één enkele als nationaal referentiepunt fungerende coördinerende handhavingsentiteit worden aangewezen, die verantwoordelijk is voor het toezicht op en de uitvoering van een samenhangende nationale handhavingsstrategie en die, in overleg met de andere bevoegde instanties, de Europese interoperabiliteit van de controlesystemen garandeert. Deze entiteit verzamelt tevens relevante statistische gegevens.

(9)

De samenwerking tussen de handhavingsinstanties van de lidstaten moet verder worden bevorderd door gecoördineerde controles, gezamenlijke opleidingsinitiatieven, het opzetten van een gemeenschappelijk werkend elektronisch informatiesysteem en de uitwisseling van inlichtingen en ervaringen.

(10)

De best mogelijke handhavingspraktijk voor het wegvervoer, met name teneinde een geharmoniseerde aanpak van de afgifte van bewijzen van jaarlijks verlof of ziekteverlof van bestuurders te verzekeren, moet worden vergemakkelijkt en bevorderd door middel van een forum van handhavingsentiteiten van de lidstaten.

(11)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (10).

(12)

De gemeenschappelijke erkenning van specifieke overtredingen in verband met de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 zal de harmonisatie van de handhaving in de lidstaten bevorderen.

(13)

Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden, met name de vaststelling van duidelijke gemeenschappelijke regels inzake minimumvoorwaarden voor het controleren van de correcte en uniforme toepassing van Richtlijn 2002/15/EG en de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 van de Raad alsmede Verordening (EG) nr. ... van ... (tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer) (11) niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de noodzaak aan gecoördineerde transnationale maatregelen beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat de richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(14)

Richtlijn 88/599/EEG van de Raad van 23 november 1988 betreffende standaardprocedures voor de controle op de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3820/85 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en Verordening (EEG) nr. 3821/85 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer (12) dient derhalve te worden vervangen door deze richtlijn,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze richtlijn stelt minimumvoorwaarden vast voor de tenuitvoerlegging van Verordeningen nrs. 3820/85 en 3821/85, Richtlijn 2002/15/EG, Verordening (EG) nr. 484/2002 en Richtlijn 2003/59/EG (13) .

Artikel 2

Definitie

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt onder „bestuurder” verstaan, eenieder die een voertuig bestuurt, zelfs korte tijd, of zich in aan boord ervan bevindt met het voornemen het te besturen.

Artikel 3

Controlesystemen

1.   De lidstaten organiseren een systeem van passende en regelmatige controles op de juiste en uniforme toepassing zoals bedoeld in artikel 1, dat zowel wegcontroles als controles ter plaatse bij ondernemingen van alle vervoerscategorieën omvat.

Deze controles bestrijken ieder jaar een breed representatief aandeel van mobiele werknemers, bestuurders, ondernemingen en voertuigen van alle vervoerscategorieën die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 vallen, en van de bestuurders en mobiele werknemers die binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/15/EG en Verordening (EG) nr. 484/2002 vallen.

De richtlijn is van toepassing op in de Gemeenschap toegelaten voertuigen, voorzover het vervoer over de weg

a)

volledig binnen de Gemeenschap plaatsvindt of

b)

tussen de Gemeenschap en een derde land plaatsvindt dat niet verdragspartij is bij de Europese Overeenkomst inzake de arbeidsvoorwaarden voor de bemanning van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR), of door een dergelijk land gaat .

De AETR-Overeenkomst is van toepassing op het vervoer over de weg met voertuigen die in een lidstaat of in een staat die verdragspartij bij de AETR-Overeenkomst is, zijn toegelaten, en wel voor het gehele traject, indien het vervoer tussen de Gemeenschap of een derde staat die verdragspartij is of door een dergelijk staat plaatsvindt.

Voor het vervoer met voertuigen die in een derde staat zijn toegelaten die niet verdragspartij is bij de AETR-Overeenkomst, is deze richtlijn van toepassing voor het binnen de Gemeenschap liggende traject.

2.     Voor zover dat niet reeds het geval is, verlenen de lidstaten de bevoegde controlerende ambtenaren vóór 1 januari 2005 alle noodzakelijke wettelijke bevoegdheden om de hun opgedragen inspectietaken uit hoofde van deze richtlijn op correcte wijze te kunnen uitvoeren.

3.   Iedere lidstaat organiseert de controles op zodanige wijze dat deze jaarlijks minstens 3 % bestrijken van de dagen die zijn gewerkt door bestuurders van voertuigen die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 vallen.

Dit percentage mag door de Commissie na goedkeuring door het Parlement worden verhoogd mits de vervoerders een goed functionerende digitale tachograaf ter beschikking staat .

Minstens 15 % van het totale aantal gecontroleerde werkdagen wordt langs de weg gecontroleerd en minstens 50 % wordt gecontroleerd ter plaatse bij de ondernemingen. Van de controles bij de ondernemingen moet minstens 50 % plaatsvinden bij zeer kleine ondernemingen (met niet meer dan 3 voertuigen).

4.   De aan de Commissie overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 verstrekte informatie omvat het aantal langs de weg gecontroleerde bestuurders, het aantal controles ter plaatse bij ondernemingen, het aantal gecontroleerde werkdagen en het aantal gemelde inbreuken en de aard daarvan .

Artikel 4

Statistieken

De lidstaten zorgen ervoor dat de statistische gegevens die zijn verzameld tijdens de overeenkomstig artikel 3, lid 1, georganiseerde controles in de volgende categorieën worden ingedeeld:

a)

wegcontroles: soort weg (snelweg, nationale of secundaire weg) , wegnummer, naam en locatie controleplaats, land waar het geïnspecteerde voertuig is toegelaten, aantal voertuigen van de onderneming en het gebruikte type tachograaf.

Teneinde discriminatie tegen te gaan, wordt tijdens wegcontroles bijgehouden uit welke lidstaten de gecontroleerde voertuigen, bestuurders en ondernemingen afkomstig zijn.

b)

controles ter plaatse:

i)

soort vervoersactiviteit: met name internationaal of binnenlands vervoer; personen- of goederenvervoer; voor eigen rekening of voor rekening van derden; bederfelijke of niet bederfelijke goederen;

ii)

grootte van het bedrijfswagenpark.

De gegevens van het laatste jaar worden bewaard door de ondernemingen die voor de bestuurders verantwoordelijk zijn en door de verantwoordelijke instanties in de lidstaten.

Artikel 5

Wegcontroles

1.   De wegcontroles worden op verschillende plaatsen en op wisselende tijdstippen georganiseerd, waarbij een voldoende uitgebreid gedeelte van het wegennet wordt bestreken om vermijding van controleposten moeilijk te maken.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat:

a)

er voldoende controleposten komen op bestaande en geplande wegen; met name dat de benzinestations , wegrestaurants, parkeerplaatsen en andere veilige plaatsen langs de snelwegen , alsmede vrachtwagenparkeerterreinen als controlepost kunnen fungeren;

b)

de controles worden uitgevoerd volgens een systeem van willekeurige rotatie , waarbij wordt gestreefd naar een evenwicht in de controle-intensiteit op de verschillende locaties langs de wegen .

3.     Wegcontroles worden uitgevoerd wanneer de voertuigen bij de betrokken controleplaats aankomen of op het punt staan om weg te rijden. Bij stilstaande voertuigen die kennelijk geparkeerd staan om de voorgeschreven onderbrekingen en rusttijden na te komen, behoeven wegcontroles enkel te worden uitgevoerd wanneer er concrete verdenkingen bestaan of een gevaarlijke situaties zulks vereist.

4.   In Deel A van Bijlage I is vastgelegd op welke punten bij wegcontroles wordt gecontroleerd. Indien de situatie dit vereist, kunnen de controles op een specifiek punt worden toegespitst.

5.   Wegcontroles worden zonder discriminatie uitgevoerd. Controlerend ambtenaren onthouden zich van enige discriminatie op één van de onderstaande gronden:

a)

het land waar het voertuig is ingeschreven;

b)

het land waar de bestuurder zijn woonplaats heeft;

c)

het land waar de onderneming gevestigd is;

d)

het vertrekpunt en de bestemming van de reis;

e)

het type tachograaf waarmee het voertuig is uitgerust.

6.   De bevoegde controlerend ambtenaar beschikt over:

a)

een lijst met de voornaamste te controleren elementen als vermeld in Deel A van Bijlage I;

b)

bepaalde standaard controleapparatuur, als vermeld in Bijlage II.

7.   Indien in een lidstaat de bevindingen van een wegcontrole van de bestuurder van een in een andere lidstaat ingeschreven voertuig, reden geven om aan te nemen dat er inbreuken zijn gepleegd waardoor een extra controle op het terrein van de onderneming noodzakelijk lijkt , helpen de bevoegde instanties van de betrokken lidstaten elkaar bij het ophelderen van de situatie.

Artikel 6

Gezamelijke acties

De lidstaten ondernemen minstens zes maal per jaar gezamelijke acties waarbij bestuurders en voertuigen die binnen het toepassingsgebied van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 vallen aan wegcontroles worden onderworpen.

Deze acties worden tegelijkertijd door de handhavingsinstanties van twee of meer lidstaten op het eigen grondgebied uitgevoerd.

Artikel 7

Controles ter plaatse bij ondernemingen

1.   De controles ter plaatse bij ondernemingen worden gepland in het licht van de ervaringen die in het verleden met de verschillende vervoerscategorieën en ondernemingen zijn opgedaan. Deze controles worden ook verricht, indien bij wegcontroles ernstige inbreuken op Verordening (EEG) nr. 3820/85, Verordening (EEG) nr. 3821/85, Richtlijn 2002/15/EG of Verordening (EG) nr. 484/2002 zijn vastgesteld.

2.   De controles ter plaatse bij ondernemingen omvatten naast de elementen waarvan de lijst is opgenomen in Deel A van Bijlage I, ook de in Deel B van die Bijlage opgenomen punten.

3.   De bevoegde controlerend ambtenaar wordt voorzien van:

a)

een lijst met de voornaamste te controleren elementen als vermeld in de Delen A en B van Bijlage I;

b)

bepaalde standaard controleapparatuur als vermeld in Bijlage II.

4.   De bevoegde controlerend ambtenaar in een lidstaat houdt tijdens zijn onderzoek rekening met informatie die door de aangewezen coördinerende handhavingsentiteit, als bedoeld in artikel 8, lid 1, van een andere lidstaat wordt verstrekt over de activiteiten van de onderneming in die andere lidstaat.

5.   Voor de toepassing van de leden 1 tot en met 4, zijn de controles die de bevoegde instanties ten eigen kantore verrichten op basis van te dien einde door de ondernemingen op verzoek van genoemde instanties verstrekte documenten of gegevens, gelijk te stellen met ter plaatse bij de ondernemingen verrichte controles.

Artikel 8

Coördinerende handhavingsentiteit

1.   De lidstaten wijzen een coördinerende handhavingsentiteit aan.

Deze entiteit krijgt de volgende taken:

a)

Zij verzorgt bij krachtens de artikelen 5 en 7 ondernomen acties de coördinatie tussen de verschillende bevoegde instanties binnen een lidstaat, en bij krachtens artikel 6 ondernomen acties de coördinatie met gelijkwaardige entiteiten in de andere lidstaten;

b)

Zij stelt, tezamen met de overeenkomstige entiteiten van de andere lidstaten, een eenduidige interpretatie en gelijke toepassing van de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 vast;

c)

Zij verstrekt overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 de tweejaarlijkse statistische gegevens aan de Commissie;

d)

Zij stelt een samenhangende nationale handhavingsstrategie op;

e)

Zij draagt de hoofdverantwoordelijkheid voor de bijstand aan de bevoegde instanties in andere lidstaten als bedoeld in artikel 5, lid 7;

f)

Zij is verantwoordelijk voor de publicatie van de overeenkomstig artikel 4 verzamelde statistische gegevens.

De entiteit is vertegenwoordigd in het in artikel 14, lid 1, bedoelde comité.

2.   De lidstaten doen de Commissie kennisgeving van hun coördinerende handhavingsentiteit, en de Commissie informeert de overige lidstaten daarover.

3.   De uitwisseling van gegevens, ervaringen en inlichtingen tussen de lidstaten wordt, hoofdzakelijk maar niet uitsluitend, actief bevorderd via het in artikel 14, lid 1, bedoelde comité, alsmede via ieder door de Commissie overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure aangewezen entiteit.

Artikel 9

Uitwisseling van informatie

1.   De in het kader van artikel 17, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 of artikel 19, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 bilateraal ter beschikking gestelde informatie wordt uitgewisseld tussen de coördinerende handhavingsentiteiten waarvan overeenkomstig artikel 8, lid 2, bij de Commisie kennisgeving is gedaan. Dit gebeurt:

a)

minstens om de drie maanden, met ingang van 1 januari 2005;

b)

in afzonderlijke gevallen op uitdrukkelijk verzoek van een lidstaat.

2.   De lidstaten zetten elektronische informatieuitwisselingssystemen op, met, ter wille van de begrijpelijkheid, met gebruikmaking van een standaardmodel.

De bevoegde instanties in iedere lidstaat kunnen hiervoor gebruik maken van het standaardformulier van Beschikking 93/172/EEG van de Commissie van 22 februari 1993 tot vaststelling van het standaardformulier als bedoeld in artikel 6 van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad met betrekking tot het wegvervoer  (14) of, na overleg met de Commissie, tot de instelling van een gemeenschappelijk informatieuitwisselingssysteem besluiten.

Artikel 10

Gemeenschappelijk risicoclassificatiesysteem en overtredingen

1.   De lidstaten voeren een gemeenschappelijk risicoclassificatiesysteem voor ondernemingen in dat gebaseerd is op het aantal en de ernst van de inbreuken op Verordening (EEG) nr. 3820/85, Verordening (EEG) nr. 3821/85 of Richtlijn 2002/15/EG, die een bepaalde onderneming heeft begaan.

Ondernemingen met een hoog risicocijfer worden strenger en regelmatiger gecontroleerd en krijgen, indien herhaalde overtredingen worden vastgesteld, zwaardere sancties opgelegd. De criteria en de uitvoeringsbepalingen van een dergelijk systeem worden door de Commissie bepaald overeenkomstig de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure waarbij rekening wordt gehouden met de mate waarin de in lid 4 vermelde inbreuken worden begaan.

2.   Tot de door de lidstaten ingevoerde sancties behoren onder meer een tijdelijk rijverbod voor het voertuig en/of, in het geval van personenvervoer, de mogelijkheid de bestuurder een verplichte dag rust op te leggen, of de intrekking, opschorting of beperking van de vergunning van de onderneming of van het rijbewijs. De toepassing van sancties dient doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend en niet-discriminerend met betrekking tot de in artikel 5, lid 5 bedoelde gronden te zijn.

Wanneer een lidstaat kennis krijgt van een inbreuk op de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 of op Richtlijn 2002/15/EG welke is begaan op het grondgebied van een andere lidstaat, stelt hij die lidstaat daarvan in kennis, zodat deze daarvoor een sanctie kan opleggen.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat er een systeem van evenredige financiële sancties van kracht is indien de niet-naleving van Verordening (EEG) nr. 3820/85, Verordening (EEG) nr. 3821/85, Richtlijn 2002/15/EG of Verordening (EG) nr. 484/2002 van door de onderneming, of door de daarbij betrokken expediteurs, vervoerders of onderaannemers, winsten oplevert.

4.   De lidstaten erkennen met name dat de volgende inbreuken op Verordening (EEG) nr. 3820/85, Verordening (EEG) nr. 3821/85, of Richtlijn 2002/15/EG ernstige overtredingen zijn:

a)

overschrijding met 20 % of meer van de voor één dag, zes dagen of veertien dagen geldende maximum rijtijden;

b)

het niet in acht nemen voor 20 % of meer van de voor een dag of week geldende rusttijd;

c)

het niet in acht nemen voor 33 % of meer van de minimumonderbreking;

d)

overschrijding met 10 % of meer van de maximumwerkweek van 60 uur.

5.     De overtredingen zijn eveneens van toepassing op zelfstandige bestuurders van motorvoertuigen en op bestuurders van voor het vervoer van goederen bestemde motorvoertuigen waarvan het totaal toelaatbaar gewicht met inbegrip van aanhangers of opleggers meer dan 3,5 ton bedraagt.

6.   De lidstaten doen de Commissie uiterlijk op ... (15) kennisgeving van de voor deze inbreuken vastgestelde sancties. De Commissie brengt de overige lidstaten hiervan op de hoogte.

Artikel 11

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die gelden voor overtredingen van de overeenkomstig deze richtlijn ingevoerde nationale bepalingen en nemen alle voor de uitvoering ervan noodzakelijke maatregelen. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn. De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van deze bepalingen binnen de in artikel 17 aangegeven termijn.

Artikel 12

Verslag

Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een analyse van de in de wetgeving van de lidstaten op bepaalde overtredingen gestelde sancties. Tegelijkertijd legt zij een voorstel voor een richtlijn inzake de harmonisatie van deze sancties voor.

In het verslag wordt aangegeven in hoeverre de sancties onderling verschillen, alsmede wat het effect van een harmonisatie van de minimum en maximum straffen voor een bepaalde overtreding op de naleving van de bepalingen van deze richtlijn en de verkeersveiligheid zal zijn .

Artikel 13

Best mogelijke praktijk

1.   De Commissie stelt volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure richtsnoeren voor de best mogelijke handhavingspraktijk vast.

Deze richtsnoeren worden in een tweejaarlijks verslag van de Commissie gepubliceerd .

2.   De lidstaten organiseren minstens eenmaal per jaar gemeenschappelijke opleidingsprogramma's die aan de best mogelijke praktijk gewijd zijn, en bevorderen, minstens éénmaal per jaar, de uitwisseling van het personeel van hun coördinerende handhavingsentiteit met die van de andere lidstaten.

3.   Indien de bestuurder in de in artikel 15, lid 7, eerste alinea, eerste streepje, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 genoemde periode met ziekteverlof of jaarlijks verlof is geweest moet hij, indien een bevoegd controlerend ambtenaar dit vraagt, een door zijn werkgever naar behoren ondertekend formulier voorleggen.

Dit formulier zal door de Commissie worden opgesteld volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 14

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 opgerichte comité waarin ook de sociale partners vertegenwoordigd zijn .

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 15

Uitvoeringsmaatregelen

De Commissie stelt op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure uitvoeringsmaatregelen vast, met één van de hiernavermelde doelen:

a)

de bepalingen van de richtlijn te verduidelijken en een gemeenschappelijke aanpak te waarborgen;

b)

meer samenhang te brengen in de aanpak van de verschillende handhavingsorganen;

c)

de dialoog tussen het bedrijfsleven en handhavingsorganen te bevorderen.

Artikel 16

Bijwerking van de Bijlagen

De wijzigingen van de Bijlagen die nodig zijn teneinde deze aan te passen aan de ontwikkelingen op het vlak van de best mogelijke praktijk worden vastgesteld volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 17

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 2006 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 18

Intrekking

Richtlijn 88/599/EEG wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Richtlijn.

Artikel 19

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 20

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., de ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C ...

(2)  PB C ...

(3)  PB C ...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 20 april 2004.

(5)  PB L 370 van 31.12.1985, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

(6)  PB L 370 van 31.12.1985, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1360/2002 van de Commissie (PB L 207 van 5.8.2002, blz. 1).

(7)  PB L 80 van 23.3.2002, blz. 35.

(8)  PB L 76 van 19.3.2002, blz. 1.

(9)  COM(2001) 370.

(10)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(11)  PB L ...

(12)  PB L 325 van 29.11.1988, blz. 55.

(13)  Richtlijn 2003/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad en Richtlijn 91/439/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 76/914/EEG van de Raad (PB L 226 van 10.9.2003, blz. 4).

(14)  PB L 72 van 25.3.1993, blz. 30.

(15)  Een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE I

Deel A

Wegcontroles

De volgende punten moeten bij wegcontroles worden gecontroleerd:

1)

dagelijkse en wekelijkse rijtijden, de totale rijtijd gedurende twee opeenvolgende weken, onderbrekingen, dagelijkse en wekelijkse rusttijden alsmede de compensatierusttijd ; bovendien de registratiebladen van de voorgaande twee weken, die volgens artikel 15, lid 7 van Verordening (EEG) nr. 3821/85 aan boord van het voertuig moeten zijn alsmede de gegevens die gedurende de 28 voorgaande dagen worden opgeslagen op de bestuurderskaart en/of in het geheugen van het controleapparaat overeenkomstig bijlage II;

2)

voor de in artikel 15, lid 7, van Verordening (EEG) nr. 3821/85 bedoelde periode, alle gevallen van overschrijding van de toegestane snelheid door het voertuig, met name alle perioden van meer dan 1 minuut waarin de snelheid van het voertuig meer dan 90 km/h (voertuigen van de categorie N3) respectievelijk 105 km/h (voertuigen van de categorie M3) bedraagt. (De categorieën N3 en M3 als gedefinieerd in Bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad); (1)

3)

indien van toepassing, de door het controleapparaat geregistreerde momentane snelheden die het voertuig de maximaal 24 afgelopen uren heeft bereikt;

4)

de laatste wekelijkse rusttijd;

5)

de correcte werking van het controleapparaat (vaststelling van eventueel verkeerd gebruik van het controleapparaat en/of de bestuurderskaart en/of de registratiebladen) of, indien van toepassing, de aanwezigheid van de in artikel 14, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 bedoelde documenten;

6)

maximale wekelijkse arbeidstijd van 60 uur in een week als bepaald in artikel 4 onder a) van Richtlijn 2002/15/EG;

7)

aantal uren nachtarbeid per dag als geregeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/15/EG;

8)

indien het voertuig wordt bestuurd door een chauffeur uit een derde land: het bezit van een geldig bestuurdersattest overeenkomstig Verordening (EG) nr. 484/2002.

Deel B

Controles ter plaatse bij ondernemingen

Bij de controles ter plaatse bij ondernemingen worden, naast de punten voor de wegcontroles, ook nog de volgende punten gecontroleerd:

1)

wekelijkse rusttijden en rijtijden tussen die rusttijden;

2)

tweewekelijkse beperking van de rijtijden;

3)

maximale gemiddelde wekelijkse arbeidstijd over een referentieperiode van vier maanden, of een referentieperiode van zes maanden, indien de nationale wetgeving dit toestaat;

4)

het gebruik van de registratiebladen, de gegevens van de digitale tachograaf en/of de organisatie van de arbeidstijden van de bestuurder;

5)

gemiddelde maximale wekelijkse arbeidstijd van 48 uur over de voorgeschreven referentieperiode als bepaald in artikel 4, onder a) van Richtlijn 2002/15/EG;

6)

bij vaststelling van een overtreding controleren of andere aanstichters of medeplichtigen in de transportketen zoals expediteurs, vervoerders of contractanten medeplichtig zijn en controleren of de vervoerscontracten naleving van de regels van de Verordeningen (EEG) nrs. 3820/85 en 3821/85 of Richtlijn 2002/15/EG van de Raad.


(1)  PB L 42 van 23.2.1970, blz. 8.

BIJLAGE II

Standaardapparatuur voor het handhavingspersoneel

De lidstaten zorgen ervoor dat de handhavingsinspecteurs bij de uitvoering van de taken als omschreven in de Bijlage I beschikken over de volgende standaardapparatuur:

1)

een draagbare computer met software waarmee de gegevens vanuit het voertuig en de bestuurderskaart van de digitale tachograaf kunnen worden gedownload en waarmee gegevens kunnen worden geanalyseerd of bevindingen voor analyse kunnen worden doorgestuurd naar een centrale databank. De apparatuur moet interoperabel zijn tussen de bevoegde handhavingsinstanties van de lidstaten;

2)

de apparaten om de oude tachograafschijven te controleren.

P5_TA(2004)0307

Europees Vluchtelingenfonds (2005-2010) *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 (COM(2004) 102 — C5-0096/2004 — 2004/0032(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 102) (1),

gelet op artikel 63, lid 2, letter b), van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0096/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0267/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

acht het financieel memorandum van het voorstel van de Commissie voor de periode 2005-2006 verenigbaar met het maximum van hoofdstuk 3 van de huidige financiële vooruitzichten, zonder beperking van ander beleid; verzoekt de Commissie om de kredieten voor de periode 2007-2010 opnieuw te bezien in het licht van de nieuwe financiële vooruitzichten voor de periode die begint in 2007;

4.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

5.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 3

(3) Op deze weg van saamhorigheid tussen de lidstaten moet worden voortgegaan door het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 in te stellen, in het licht van de ontwikkeling van de communautaire asielwetgeving en rekening houdend met de ervaring die is opgedaan met de tenuitvoerlegging van de eerste fase van het Fonds in de periode 2000-2004.

(3) Op deze weg van saamhorigheid tussen de lidstaten moet worden voortgegaan door het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 in te stellen, in het licht van de ontwikkeling van de communautaire asielwetgeving en rekening houdend met de ervaring die is opgedaan met de tenuitvoerlegging van de eerste fase van het Fonds in de periode 2000-2004 en met het overleg dat in de Unie en op mondiaal niveau sedert enige tijd wordt gevoerd inzake de hervormingen en de eventuele uitbreiding van de internationale beschermingsregelingen .

Amendement 2

Overweging 3 bis (nieuw)

 

(3 bis) De tweede fase van het Fonds gaat verder dan de huidige financiële vooruitzichten; een hernieuwde beoordeling van de financiële toewijzing aan het Fonds in het licht van de verenigbaarheid daarvan met het nieuwe financieringskader is derhalve geboden.

Amendement 3

Overweging 4

(4) De door de lidstaten geleverde inspanningen om vluchtelingen en ontheemden passende opvang te bieden en billijke en doeltreffende asielprocedures toe te passen, moeten worden gesteund, teneinde de rechten van hen die internationale bescherming behoeven te beschermen en de werking van de asielstelsels te verbeteren.

(4) De door de lidstaten geleverde inspanningen om vluchtelingen en ontheemden passende opvang te bieden en billijke en doeltreffende asielprocedures toe te passen en goede praktijken te bevorderen , moeten worden gesteund en verbeterd , zodat rekening kan worden gehouden met de bijzondere behoeften van de kwetsbaarste groepen (alleenstaande minderjarigen, slachtoffers van foltering of verkrachting, slachtoffers van mensenhandel of vormen van seksuele mishandeling, personen die een speciale medische behandeling nodig hebben), teneinde de rechten van hen die internationale bescherming behoeven te beschermen en de werking van de asielstelsels te verbeteren.

Amendement 4

Overweging 8

(8) Concrete hulp is nodig om de voorwaarden te scheppen of te verbeteren die de vluchtelingen en ontheemden die zulks wensen, in staat stellen met volledige kennis van zaken te besluiten om het grondgebied van de lidstaten te verlaten en naar hun land van herkomst terug te keren.

(8) Concrete hulp is nodig om de voorwaarden te scheppen of te verbeteren die de vluchtelingen en ontheemden die zulks wensen, in staat stellen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten en op een veilige en waardige wijze naar hun land van herkomst terug te keren , met volledige kennis van zaken .

Amendement 5

Overweging 13

Het is billijk de middelen te verdelen naar evenredigheid van de last die elke lidstaat te dragen heeft als gevolg van de inspanningen die hij zich getroost om vluchtelingen en ontheemden op te vangen.

Hoewel het terecht is dat het aan elke lidstaat toegekende vaste bedrag wordt verhoogd als bijdrage aan de verbetering van zijn asielregeling, is het ook billijk om een groot deel van de middelen te verdelen naar evenredigheid van de last die elke lidstaat te dragen heeft als gevolg van de inspanningen die hij zich getroost om vluchtelingen en ontheemden op te vangen.

Amendement 6

Overweging 15

(15) De tenuitvoerlegging van de maatregelen door de lidstaten moet gepaard gaan met voldoende waarborgen ten aanzien van de voorschriften betreffende en de kwaliteit van de uitvoering, ten aanzien van de resultaten en de evaluatie van deze maatregelen en ten aanzien van het goede financiële beheer en de controle daarop.

(15) De tenuitvoerlegging van de maatregelen door de lidstaten moet gepaard gaan met voldoende waarborgen ten aanzien van de voorschriften betreffende de kwaliteit van de uitvoering, ten aanzien van de resultaten en van de doorzichtigheid van de maatregelen, alsook ten aanzien van de evaluatie van deze maatregelen en ten aanzien van het goede financiële beheer en de controle daarop.

Amendement 7

Overweging 19

(19) De doelmatigheid en het effect van de door het Europees Vluchtelingenfonds gesteunde maatregelen hangen tevens af van de evaluatie daarvan, en dienaangaande dienen de verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie, alsmede regelingen die de betrouwbaarheid van de evaluatie waarborgen, te worden vastgesteld.

(19) De doelmatigheid en het effect van de door het Europees Vluchtelingenfonds gesteunde maatregelen hangen tevens af van de evaluatie daarvan en van de verspreiding van de resultaten. Dienaangaande dienen de verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie, alsmede regelingen die de betrouwbaarheid van de evaluatie en de kwaliteit van de daarover verstrekte informatie (ex ante en ex post) waarborgen, te worden vastgesteld.

Amendement 8

Artikel 2, lid 2

2. In de context van de begrotingsprocedure 2008 brengt de Commissie uiterlijk op 1 mei 2007 verslag uit over de vraag of het bedrag voor 2008-2010 strookt met de nieuwe financiële vooruitzichten. In voorkomend geval doet de Commissie tijdens de begrotingsprocedures het nodige om ervoor te zorgen dat de jaarlijkse toewijzingen stroken met de financiële vooruitzichten.

2. In de context van de begrotingsprocedure 2007 brengt de Commissie uiterlijk op 1 mei 2006 verslag uit over de vraag of de indicatieve bedragen voor 2007-2010 verenigbaar zijn met de nieuwe financiële vooruitzichten. In voorkomend geval legt de Commissie, rekening houdend met de concrete behoeften van dat moment, aan de begrotingsautoriteit een voorstel voor ter herziening van de aan het fonds ter beschikking te stellen kredieten.

Amendement 9

Artikel 3, punten 4) en 5)

(4)

onderdanen van een derde land of staatlozen die een verzoek hebben ingediend om een van de in de punten 1 en 3 bedoelde vormen van bescherming;

(4)

onderdanen van een derde land of staatlozen die onder een regeling inzake tijdelijke bescherming in de zin van Richtlijn 2001/55/EG vallen ;

(5)

onderdanen van een derde land of staatlozen die onder een regeling inzake tijdelijke bescherming in de zin van Richtlijn 2001/55/EG vallen .

(5)

onderdanen van een derde land of staatlozen die een verzoek hebben ingediend om in aanmerking te komen voor een van de in de punten 1 en 3 bedoelde vormen van bescherming.

Amendement 10

Artikel 4, lid 1, letter b)

b)

de integratie van de in artikel 3 bedoelde personen wier verblijf in de betrokken lidstaat een duurzaam en/of stabiel karakter heeft;

b) de integratie van de in artikel 3 bedoelde personen;

Amendement 28

Artikel 4, lid 1, letter c)

c)

de vrijwillige terugkeer van de in artikel 3 bedoelde personen, mits deze personen geen nieuwe nationaliteit hebben verworven en het grondgebied van de lidstaat niet hebben verlaten.

c)

de vrijwillige terugkeer van de in artikel 3 bedoelde personen, mits deze personen geen nieuwe nationaliteit hebben verworven en het grondgebied van de lidstaat niet hebben verlaten. Acties die gericht zijn op de gedwongen terugkeer van afgewezen asielzoekers worden door het Fonds niet gesteund.

Amendement 12

Artikel 4, lid 3

3. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met geslachtsgerelateerde vraagstukken, de bijzondere behoeften van de meest kwetsbare personen, inclusief personen die martelingen of onmenselijke en vernederende behandelingen hebben ondergaan, en wordt het belang van het kind vooropgesteld . De in lid 1, onder a), b) en c), bedoelde maatregelen kunnen in één project worden gecombineerd.

3. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met geslachtsgerelateerde vraagstukken, de primaire belangen van kinderen en de bijzondere behoeften van de meest kwetsbare personen (alleenstaande minderjarigen, slachtoffers van foltering of verkrachting, slachtoffers van mensenhandel of vormen van seksueel misbruik, personen die een speciale medische behandeling nodig hebben) . De in lid 1, onder a), b) en c) bedoelde maatregelen kunnen in één project worden gecombineerd.

Amendement 13

Artikel 5, streepje 3

sociale bijstand, voorlichting of bijstand bij administratieve stappen;

sociale bijstand, voorlichting of bijstand bij administratieve en/of gerechtelijke stappen;

Amendement 14

Artikel 5, streepje 5

onderwijs, taalcursussen, beroepsintegratie ;

bijzondere behoeften van de kwetsbaarste groepen, met name voor wat betreft het onderwijs aan kinderen ;

Amendement 15

Artikel 6, streepje 4

maatregelen op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding , erkenning van kwalificaties en diploma's;

maatregelen op het gebied van onderwijs, scholing, beroepsintegratie, erkenning van kwalificaties en diploma's;

Amendement 16

Artikel 6, streepje 5

maatregelen om deze personen zelfstandig te maken, ook in economisch opzicht;

werkgelegenheidsmaatregelen en meer in het algemeen maatregelen om deze personen zelfstandig te maken, ook in economisch opzicht;

Amendement 17

Artikel 6, streepje 5 bis (nieuw)

 

maatregelen die gericht zijn op de beheersing van de omgangstaal van de plaats van verblijf;

Amendement 18

Artikel 8, lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis. Projecten in het kader waarvan de in artikel 3 bedoelde personen rechtstreeks worden betrokken bij de opstelling en uitvoering van maatregelen, worden gedefinieerd als bijzonder innovatieve maatregelen.

Amendement 19

Artikel 8, lid 2 ter (nieuw)

 

2 ter. De communautaire maatregelen kunnen dienen ter financiering van kortlopende, innovatieve projecten.

Amendement 20

Artikel 9, lid 1

1. Bij de toepassing van tijdelijke beschermingsmechanismen in de zin van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad kunnen uit het Fonds, als aanvulling op de in artikel 4 bedoelde maatregelen, noodmaatregelen ten gunste van de lidstaten worden gefinancierd.

1. Bij de toepassing van tijdelijke beschermingsmechanismen in de zin van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad kunnen uit het Fonds, als aanvulling op de in artikel 4 bedoelde maatregelen, noodmaatregelen ten gunste van de desbetreffende lidstaten worden gefinancierd.

Amendement 21

Artikel 12, lid 4, letter b)

b)

offerteaanvragen en oproepen tot het indienen van voorstellen organiseren en publiceren;

b)

offerteaanvragen en oproepen tot het indienen van voorstellen organiseren en publiceren , naar behoren rekening houdend met de noodzaak van administratieve vereenvoudiging ;

Amendement 22

Artikel 12, lid 6 bis (nieuw)

 

6 bis. De verantwoordelijke autoriteit verzoekt een nationaal raadgevend comité de doelstellingen en prioriteiten, alsmede de algemene oriëntatie van het Fonds vast te stellen. Het raadgevend comité bestaat uit vertegenwoordigers van de regering, lokale autoriteiten, vrijwilligersorganisaties, sociale partners en vertegenwoordigers van het Hoge Commissariaat voor de vluchtelingen en van universitaire instellingen.

Amendement 23

Artikel 14, lid 2, letter d)

d)

een overzicht waaruit blijkt dat deze strategie strookt met andere regionale, nationale en communautaire instrumenten;

d)

een overzicht waaruit blijkt dat deze strategie strookt met , en een aanvulling vormt op andere regionale, nationale en communautaire instrumenten;

Amendement 24

Artikel 16, lid 1

1. Iedere lidstaat ontvangt 300 000 euro van de jaarlijkse toewijzing aan het Fonds. Voor de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toetreden, beloopt dit bedrag voor de jaren 2005, 2006 en 2007 500 000euro.

1. Iedere lidstaat ontvangt 150 000 EUR van de jaarlijkse toewijzing aan het Fonds. Voor de lidstaten die op 1 mei 2004 of op een latere datum tot de Europese Unie toetreden, beloopt dit bedrag 500 000 EUR per jaar gedurende minimaal drie opeenvolgende jaren .

Amendement 25

Artikel 19, lid 3

3. De kredieten van het Fonds dienen ter aanvulling van de overheidsuitgaven of daarmee gelijk te stellen uitgaven van de lidstaten voor de maatregelen en activiteiten waarop deze beschikking betrekking heeft.

3. De kredieten van het Fonds dienen ter aanvulling van , en voor het verlenen van toegevoegde waarde aan de overheidsuitgaven of daarmee gelijk te stellen uitgaven van de lidstaten voor de maatregelen en activiteiten waarop deze beschikking betrekking heeft.

Amendement 26

Artikel 19, lid 4, letter a)

a)

voor de in de artikelen 5, 6 en 7 bedoelde maatregelen in de lidstaten: 50 % van de totale kosten van een maatregel. Dit percentage kan oplopen tot 60 % voor bijzonder vernieuwende maatregelen of maatregelen waarbij partners uit verschillende lidstaten zijn betrokken, en tot 75 % voor maatregelen in de lidstaten die steun uit het Cohesiefonds ontvangen;

a)

voor de in de artikelen 5, 6 en 7 bedoelde maatregelen in de lidstaten: 50 % van de totale kosten van een maatregel. Dit percentage kan oplopen tot 60 % voor maatregelen waarbij partners uit verschillende lidstaten zijn betrokken, en tot 75 % voor maatregelen in de lidstaten die steun uit het Cohesiefonds ontvangen;

Amendement 27

Artikel 22, lid 3

3. Een tweede voorfinanciering wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden nadat de Commissie haar goedkeuring heeft gehecht aan een verslag over de tenuitvoerlegging van het jaarlijkse werkprogramma, alsmede aan een declaratie die betrekking heeft op minstens 70 % van het bedrag van de eerste voorfinanciering. De tweede voorfinanciering bedraagt ten hoogste 50 % van het in het medefinancieringsbesluit toegewezen totaalbedrag, of, in ieder geval, het verschil tussen het bedrag aan communautaire middelen dat daadwerkelijk door de lidstaat is vastgelegd voor in het kader van het jaarprogramma geselecteerde maatregelen en het bedrag van de eerste voorfinanciering.

3. Een tweede voorfinanciering wordt uitbetaald uiterlijk drie maanden nadat de Commissie haar goedkeuring heeft gehecht aan een verslag over de tenuitvoerlegging van het jaarlijkse werkprogramma, alsmede aan een declaratie die betrekking heeft op minstens 70 % van het bedrag van de eerste voorfinanciering. De tweede voorfinanciering is gelijk aan het verschil tussen het bedrag aan communautaire middelen dat daadwerkelijk door de lidstaat is vastgelegd voor in het kader van het jaarprogramma geselecteerde maatregelen en het bedrag van de eerste voorfinanciering.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0308

Afvalpreventie en afvalrecycling

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie: „Naar een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling” (COM(2003) 301 — C5-0385/2003 — 2003/2145(INI))

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar de mededeling van de Commissie „Naar een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling” (COM(2003) 301 — C5-0385/2003),

onder verwijzing naar Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 over het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (1),

onder verwijzing naar de mededeling van de Commissie „Ontwikkeling van een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen” (COM(2003) 572),

onder verwijzing naar de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Geïntegreerd productbeleid — voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept” (COM(2003) 302),

onder verwijzing naar Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (2),

onder verwijzing naar het voorstel van de Commissie van 29 oktober 2003 voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de vergunningverlening en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) tot oprichting van een Europees Chemicaliënagentschap en tot wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en Verordening (EG) (inzake persistente organische stoffen) (COM(2003) 644),

onder verwijzing naar zijn Resolutie van 19 november 2003 over het voortgangsverslag inzake Richtlijn 75/442/EEG (kaderrichtlijn afval) (3),

onder verwijzing naar zijn Resolutie van 14 november 1996 over de mededeling van de Commissie betreffende de actualisering van de communautaire strategie voor het afvalbeheer en de ontwerp-resolutie van de Raad betreffende het afvalstoffenbeleid (4) en de Resolutie van de Raad van 24 februari 1997 betreffende een communautaire strategie voor het afvalbeheer (5),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

in kennis van het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en het advies van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0176/2004),

A.

overwegende dat het op grond van artikel 3, lid 1 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (6), noodzakelijk is dat de lidstaten passende maatregelen nemen om in de eerste plaats het ontstaan van afvalstoffen en hun schadelijke gevolgen te voorkomen of te verminderen,

B.

overwegende dat artikel 4 van het reeds aangehaalde Besluit nr. 1600/2002/EG bepaalt dat de in het programma beoogde thematische strategieën worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad en, voor zover dit dienstig is, de vorm van een besluit van het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag (medebeslissing) krijgen,

C.

overwegende dat in artikel 8, lid 1 van Besluit nr. 1600/2002/EG onder meer de volgende doelstellingen worden vermeld:

realisering van een significante algehele vermindering van de hoeveelheden afval door initiatieven voor afvalpreventie, een hoger rendement van de hulpbronnen en een verschuiving naar duurzame productie- en consumptiepatronen,

een significante vermindering van de hoeveelheid afval die wordt verwijderd en van de geproduceerde hoeveelheden gevaarlijke afvalstoffen, waarbij een verhoging van de emissie naar lucht, water en bodem wordt voorkomen,

bevordering van hergebruik, en voor afval dat nog ontstaat zou het gevaarlijke karakter ervan beperkt moeten worden en zou het afval zo min mogelijk risico's met zich mee moeten brengen; nuttige toepassing, en vooral recycling, verdient de voorkeur; de hoeveelheid te verwijderen afval moet tot een minimum beperkt blijven en dat afval moet op veilige wijze worden verwijderd; afval dat voor verwijdering bestemd is, moet zo dicht mogelijk bij de plaats van ontstaan worden verwerkt, voorzover dit niet leidt tot een afname van de efficiëntie van afvalverwerking,

D.

overwegende dat artikel 8, lid 2, punt ii van Besluit nr. 1600/2002/EG een bepaling bevat over de ontwikkeling en uitvoering van maatregelen ter voorkoming van het ontstaan van afval, terwijl in punt iii betrekking heeft op het afvalbeheer alsmede de ontwikkeling van een thematische strategie inzake afvalrecycling,

E.

overwegende dat artikel 8, lid 2, onder iv van Besluit nr. 1600/2002/EG voorziet in de uitwerking of herziening van wettelijke voorschriften voor afvalstoffen, o.a. bouw- en sloopafval, zuiveringsslib en biologisch afbreekbare afvalstoffen, alsmede de verduidelijking van het verschil tussen afval en nietafval en het vaststellen van passende criteria voor een meer gedetailleerde opzet van de bijlagen IIA en IIB van de kaderrichtlijn afvalstoffen,

F.

overwegende dat artikel 8 van Besluit nr. 1600/2002/EG verder voorziet in de ontwikkeling van een thematische strategie inzake duurzaam gebruik en beheer van hulpbronnen en afvalstoffen en dat dit artikel het nauwe verband tussen een duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en het beheer van afvalstoffen tot uiting brengt,

G.

overwegende dat maatregelen moeten worden genomen die enerzijds leiden tot het gebruik van minder hulpbronnen in producten, overgaan op schonere, minder verspillende productieprocessen en verlenging van de levensduur van producten, en anderzijds leiden tot het beïnvloeden van de keus van de consument en de vraag op de markt ten gunste van minder verspillende producten en diensten;

H.

overwegende dat de meeste lidstaten zich nog steeds niet voldoende inspannen om de afvalvoorschriften van de Gemeenschap binnen de gestelde termijnen om te zetten en correct toe te passen, waardoor aanzienlijke schade ontstaat voor het in de Gemeenschap nagestreefde milieubeschermingsniveau en aanzienlijke concurrentienadelen voor ondernemingen in lidstaten die zich bij de omzetting wel aan de termijnen houden,

I.

overwegende dat „afvalpreventie” in de eerste plaats uitsluitend betrekking heeft op de vermindering van het ontstaan van afval en dat geen verwarring mag ontstaan met het onttrekken van reeds gegenereerde afvalstoffen aan definitieve verwijdering;

J.

erop wijzend dat de EU reeds een groot aantal maatregelen heeft genomen ter beperking van de afvalproblematiek, maar dat deze niet toereikend zijn geweest om het ontstaan van gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen en hun schadelijke gevolgen voor het milieu te beperken en evenmin om een duurzaam beheer van afvalstoffen te garanderen,

K.

overwegende dat de culturele en regionale verschillen in de diverse lidstaten groot zijn en een uniform systeem ruimte moet laten voor deze regionale verschillen; dat een algemene afvalstrategie bijgevolg zo moet worden ontworpen dat verschillende sturingsmiddelen voorhanden zijn,

L.

overwegende dat een geslaagd afvalpreventiebeleid uiteindelijk gebaseerd moet zijn op een solide wetenschappelijke analyse en goede statistische gegevens, maar dat het feit dat enerzijds de beschikbare gegevens tot dusverre niet of slechts onvoldoende werden geëvalueerd en anderzijds de op basis van de verordening inzake de afvalstatistiek verzamelde gegevens pas ten vroegste vanaf 2006 beschikbaar zullen komen niet als excuus mogen dienen de vaststelling van maatregelen ter vermindering van de milieueffecten van producten en hun afvalstoffen nog verder te vertragen,

M.

overwegende dat de voorkoming van het ontstaan van afvalstoffen noodzakelijkerwijze ook een doel van de natuurlijke hulpbronnenstrategie en het geïntegreerde productbeleid vormt, en dat Richtlijn 96/61/EG alsmede Reach een belangrijke rol kunnen spelen bij de preventie en behandeling van afvalstoffen,

N.

overwegende dat verwijdering en met name storting in de meeste staten nog steeds de meest voorkomende methode van afvalbehandeling is,

O.

overwegende dat het sorteren van afvalstoffen alvorens bepaalde fracties te storten op stortplaatsen die overeenkomstig de laatste technische inzichten worden geëxploiteerd een belangrijke bijdrage aan de milieubescherming levert,

P.

overwegende dat de preventie van het ontstaan van afvalstoffen alsmede de preventie van te verwijderen afvalstoffen een groot potentieel voor een geslaagd beleid van kwantitatieve afvalpreventie bieden,

Q.

overwegende dat het wijzigen van productieprocessen tot minder afvalstoffen of minder gevaarlijke afvalstoffen kan leiden,

R.

overwegende dat preventie, hergebruik, recycling en gebruik voor energieterugwinning van afvalstoffen — waarbij de volgorde waarin ze worden genoemd ook hun relevantie weerspiegelt — een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het ontzien van de natuurlijke hulpbronnen en dat op grond van de huidige stand van de techniek het gescheiden houden van bepaalde afvalstromen hiervoor een voorwaarde is,

S.

overwegende dat communautaire minimumnormen voor energieterugwinningsinstallaties ontbreken, wat tot verschillen in milieubeschermingsniveaus in de lidstaten, milieudumping en concurrentievervalsing leidt,

T.

overwegende dat aanzetten voor het vastleggen van materiaalspecifieke recyclingsvereisten, bijvoorbeeld voor kunststoffen, of een stelsel met verhandelbare certificaten in de toekomst weliswaar een aanvulling kunnen vormen op de communautaire voorschriften voor de behandeling, maar dat op dit moment nog veel vragen in verband met de praktische uitvoerbaarheid onbeantwoord blijven,

U.

overwegende dat het betreurenswaardige feit zich voordoet dat alle afvalpreventiebeheersmaatregelen op dit moment zijn vrijgesteld van de bepalingen van Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap, gezien de omstandigheid dat dergelijke maatregelen een relevante bijdrage aan CO2-emissies kunnen leveren,

V.

overwegende dat recente arresten van het Hof van Justitie over de verschillen tussen uiteenlopende methoden van nuttige toepassing en definiteve verwijdering tot onzekerheid hebben geleid over de classificatie van „nuttige toepassing” en „verwijdering”, waarnaar wordt verwezen in bijlage II van Richtlijn 75/442/EEG,

W.

overwegende dat een afbakening van nuttige toepassing en verwijdering dringend noodzakelijk is, de precisering van het verschil tussen afval en niet-afval een voorwaarde vormt voor meer rechts-, plannings- en investeringszekerheid voor de ondernemingen en dat bovendien geen toereikende communautaire begripsomschrijvingen voor afvalpreventie en hergebruik bestaan,

1.

is verheugd over de mededeling van de Commissie en beschouwt deze als een geschikte basis voor de discussie over de toekomstige strategie;

2.

doet een beroep op de Commissie de toekomstige thematische strategie om te vormen tot een ambitieus beleidskader met primair de nadruk op concrete maatregelen naar afvalpreventie, zodat de doelstellingen van het zesde milieuactieprogramma worden bereikt,

3.

stelt tot zijn tevredenheid vast dat de mededeling de in het Zesde milieuactieprogramma beoogde thematische strategie voor afvalrecycling tot de wezenlijke sectoren van het afvalbeheer uitbreidt, o.a. tot de afvalpreventie en de precisering van het wettelijk kader;

4.

acht het noodzakelijk dat de strategie door het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag (medebeslissing) wordt behandeld;

5.

is van oordeel dat de titel van de strategie („Naar een thematische strategie inzake afvalpreventie en afvalrecycling”) de inhoudelijke doelstellingen van de strategie en de uitdagingen van het toekomstig EU-afvalbeheersbeleid niet voldoende duidelijk maakt en stelt daarom de volgende titel voor: „Thematische strategie voor afvalpreventie, afvalrecycling en afvalbehandeling”;

6.

acht het noodzakelijk dat het verband van de strategie met andere relevante maatregelen en voorschriften, met name de hulpbronnenstrategie, geïntegreerd productbeleid, Richtlijn 96/61/EG en Reach, alsmede met de doelstellingen van het klimaatbeschermingsbeleid en bodembeschermingsbeleid ondubbelzinnig duidelijk wordt gemaakt en dat op dit punt voor coherentie wordt gezorgd;

7.

acht het noodzakelijk dat de strategie op hetzelfde moment wordt voorgesteld als de hulpbronnenstrategie en dat tot op dat moment een verdere intensieve dialoog met alle betrokkenen wordt gevoerd;

8.

onderstreept dat het algemene doel van de strategie is de negatieve gevolgen voor het milieu van afvalstoffen te beperken; dit betekent dat in de thematische strategie het milieueffect moet worden gedefinieerd, dat recycling geen deel op zich is, zeker niet voor gevaarlijke afvalstoffen, en dat de afvalhiërarchie correct moet worden toegepast voor verschillende situaties en materialen; het is het milieueffect dat van belang is; dringt er daarom op aan erop toe te zien dat in de toekomstige wetgeving de verwijdering van afvalstoffen alleen prioriteit boven hergebruik en recyclage krijgt wanneer er duidelijke bewijzen voor zijn dat zulks inderdaad milieuvriendelijker is; dit dient bijvoorbeeld te worden vergeleken door het opmaken van een balans van onder meer de emissies en van het energieverbruik van de alternatieve processen gedurende hun gehele levenscyclus;

9.

wijst erop dat het ongunstige milieueffect van afvalstoffen het beste kan worden verminderd door dit afval niet te laten ontstaan, vandaar het enorme belang van maatregelen ter voorkoming of ter vermindering van het ontstaan van afvalstoffen, met name gevaarlijke afvalstoffen;

10.

bevestigt dat de strategie op een duurzaam afvalbeheer gericht moet zijn, d.w.z. dat bij toekomstige maatregelen en doelstellingen van de Gemeenschap in gelijke mate toekomstgericht rekening wordt gehouden met ecologische, economische en sociale vereisten;

11.

vraagt de Commissie onder meer te volharden in haar voorstellen om de geleidelijke afschaffing van bepaalde gevaarlijke stoffen in productgerelateerde wetgeving voor te schrijven omdat het een doeltreffend middel voor een kwalitatieve afvalpreventie vormt, zodat aan een totale vermindering van 20 % van het genereren van gevaarlijke afvalstoffen vóór 2010 wordt bijgedragen;

12.

doet een beroep op de Commissie te zorgen voor een juiste uitvoering van bestaande richtlijnen waarmee een geleidelijke beëindiging van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen wordt voorgeschreven door ervoor te zorgen dat de in de comitologieprocedure genomen besluiten stroken met de betrokken richtlijnen en consistent zijn met de in verwante wetgeving gekozen benadering;

13.

spreekt er in dit verband zijn waardering over uit dat de Commissie met de strategie een benadering wil volgen waarbij met de gehele levenscyclus van het hulpbronnenbeheer rekening wordt gehouden; is van oordeel dat toekomstige maatregelen en doelstellingen van de Gemeenschap moeten steunen op een grondige analyse van de milieuefficiëntie, de kosten en de baten, maar ook de kosteneffectiviteit van de verschillende mogelijkheden;

14.

onderstreept de noodzaak milieuindicatoren vast te stellen voor consumentenproducten, waartoe onder meer de hoeveelheid en het effect van eindafval behoort; is ervan overtuigd dat van deze indicatoren een sterke stimulans zal uitgaan ter verbetering van de milieukwaliteit van producten; is van oordeel dat duidelijke indicatoren de producent in staat kunnen stellen hun investeringen te richten op in milieuopzicht vriendelijker materialen en productiemethoden;

15.

verzoekt de Commissie bij de vaststelling van nieuwe doelstellingen ambitieus zijn, optimale milieupraktijken te gebruiken als referentie voor het vaststellen van doelstellingen, zich te richten op overgangsperiode waaraan een zo groot mogelijk aantal lidstaten zich zouden kunnen houden, daarbij extra tijd in te ruimen voor sommige lidstaten in terdege gerechtvaardigde gevallen en ervoor te zorgen dat wordt voorzien in doeltreffende maatregelen om toe te zien op de uitvoering;

16.

verzoekt de Commissie bij de vaststelling van de strategie rekening te houden met het subsidiariteitsbeginsel; onderstreept in dit verband de noodzaak dat duidelijke doelstellingen voor de EU als geheel worden vastgesteld, waarbij de lidstaten de flexibiliteit wordt gegeven te bepalen hoe deze doelstellingen moeten worden bereikt;

17.

acht een bespoediging van de gehele gang van zaken bij de procedures wegens schending van het Verdrag op afvalgebied dringend noodzakelijk om een einde te maken aan de concurrentienadelen van ondernemingen in lidstaten die de communautaire wetgeving binnen de vereiste termijnen omzetten; roept de Commissie ertoe op nog nadrukkelijker en onder onverkorte toepassing van de artikelen 226 en 228, lid 2 van het EG-Verdrag gebruik te maken van haar bevoegdheden bij het toezicht op de omzetting van de Gemeenschapswetgeving op afvalgebied;

18.

acht met het oog op de omzetting van het Gemeenschapsrecht verder een sterkere coördinatie tussen de lidstaten, met medewerking van de Commissie, dringend noodzakelijk om te zorgen voor een betere uitwisseling van ervaringen en te grote verschillen bij de omzetting in nationale voorschriften te voorkomen; dringt er daarom bij de Commissie en de lidstaten op aan een afvalsturings- en adviescomité in te stellen, waarmee een grondige en consequente controle en coördinatie van de uitvoering van het geldende afvalrecht en de raadpleging van de betrokkenen over alle wettelijke voorschriften op afvalgebied mogelijk wordt;

19.

stelt voor dat het hierboven genoemde college de bestaande afvalvoorschriften controleert op coherentie en eventuele vereenvoudiging met als doel eventueel voorschriften te herzien die tot onnodige kosten en moeite van de autoriteiten en deelnemers aan het economisch verkeer leiden of innovatie verhinderen, zonder het niveau van de bescherming van de gezondheid van de mens of het milieu te verlagen;

20.

stelt voor dat een aparte categorie „hergebruik” van de afvalcategorie „nuttige toepassing” wordt afgesplitst tussen preventie en recyclage; is van oordeel dat op deze manier hergebruik op zichzelf wordt gedefinieerd en effectieve maatregelen ter bevordering van hergebruik kunnen worden getroffen; is van mening dat een optimale afvalbeheersstrategie een combinatie is van preventie, hergebruik van producten en componenten, recyclage van materialen, energierecuperatie en milieuvriendelijke verwijdering;

21.

wijst in dit verband op het belang van de toepassing voor energieterugwinning voor een duurzaam afvalbeheer, nadat alle mogelijkheden voor preventie, hergebruik en recyclage zijn uitgeput;

22.

dringt aan op instelling van een uit deskundigen van de lidstaten en de Commissie bestaande „Werkgroep afvalpreventie” om binnen twee jaar de reeds beschikbare alsmede nieuwe gegevens en studies voor afvalpreventie te evalueren en indicatoren voor de afvalpreventie en concrete aanbevelingen voor maatregelen op te stellen; de resultaten van de werkgroep moeten het Europees Parlement en de Raad in een verslag worden doorgegeven en voor het publiek toegankelijk worden gemaakt; de Commissie moet op basis van het verslag en van de via de verordening inzake afvalstatistiek vanaf 2006 te verwachten gegevens en moet een wetgevingskader inzake afvalvermindering voorstellen waarmee de verschillende instrumenten worden ingesteld die nodig zijn voor de uitvoering en begeleiding van de voor afvalvermindering vastgestelde doelstellingen, namelijk:

verduidelijking en uitwerking van de definitie van afvalpreventie,

richtsnoeren voor het opstellen van plannen voor afvalvermindering,

tweejaarlijkse toezichts- en rapportagemechanismen over de uitvoering van de nationale afvalverminderingsplannen,

een geharmoniseerde methodologie voor het meten van en rapporteren over afvalvermindering door middel van de ontwikkeling van een reeks geharmoniseerde afvalvermindering indicatoren voor gemeentelijke en industriële afvalvermindering en, zonodig, voor verschillende soorten afval binnen deze categorieën;

23.

wijst verplichte afvalverminderingsplannen van de hand, aangezien hiermee een te nadrukkelijke ingreep in productieprocessen zou worden gedaan; is echter van oordeel dat vrijwillige afvalverminderingsplannen, respectievelijk -concepten op regionaal, gemeentelijk of sectoraal niveau daarentegen welkom zouden zijn;

24.

verzoekt de Commissie instrumenten als aanvulling op het afvalverminderingskader in te voeren, zoals:

benchmark voor schonere productie voor structurele financiering,

een EU-netwerk van technische bijstandscentra voor schonere productie die hun diensten gratis aanbieden,

criteria voor afvalvermindering in het kader van toestemmingprocedures in de industrie,

een systeem van geaccrediteerde hergebruiks- en reparatiecentra,

richtsnoeren en criteria voor uitvoering van pay-as-you-throw-programma's (programma's waarbij de afvalkosten aan de vervuiler worden toegestuurd) en een werkgroep voor het delen van kennis over optimale praktijken in verband met deze programma's,

een werkgroep in verband met de thematische strategie over duurzaam gebruik en beheer van natuurlijke hulpbronnen voor het identificeren van subsidies die schadelijk zijn voor het milieu enerzijds en belastingen op hulpbronnen die gunstig zijn voor het milieu anderzijds;

25.

verzoekt de Commissie te onderzoeken of Richtlijn 96/61/EG tot de gehele afvalsector kan worden uitgebreid en hierbij rekening te houden met de tot dusverre opgedane ervaringen met de uitvoering en doeltreffendheid van de richtlijn;

26.

verzoekt de Commissie voor te stellen dat Richtlijn 2003/87/EG tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasemmissierechten binnen de Gemeenschap wordt uitgebreid tot alle afvalbeheersmaatregelen, zodat een stimulans wordt geschapen voor de beperking van CO2-emissies uit deze sector;

27.

is er verheugd over dat de Commissie onlangs wetgevingsvoorstellen heeft ingediend inzake mijnafval en ter herziening van de batterijrichtlijn, en is verheugd over de plannen van de Commissie in 2004 te komen met voorstellen over biologisch afbreekbare afvalstoffen en tot wijziging van de zuiveringsslibrichtlijn, die belangrijke bouwstenen van de strategie vormen;

28.

dringt er bij de Commissie op aan binnen twee jaar met voorstellen op hoog niveau te komen voor geharmoniseerde normen voor installaties die nuttige toepassingen en recycling mogelijk maken, met inbegrip van voorbehandelingsinstallaties;

29.

verzoekt de Commissie binnen twee jaar voorstellen in te dienen voor de bepaling van kwaliteitsnormen voor uit afval gerecycleerde materialen;

30.

acht het noodzakelijk dat verdere vereisten en normen voor recycling worden vastgesteld voor afvalstromen die vanwege hun omvang of gevaarlijkheid aanzienlijke gevolgen voor het milieu hebben en waarvan op grond van hun negatieve of geringe waarde geen of nauwelijks prikkels aan de markt voor recycling uitgaan, met name voor bouw- en sloopafval, zoals in het Zesde milieuactieprogramma beoogd, en voor afvalstoffen van ambacht en industrie;

31.

verzoekt de Commissie, om op lange termijn te komen tot recyclingsbedrijven die op eigen benen kunnen staan, concrete maatregelen voor te stellen die garanderen dat secundaire grondstoffen met primaire grondstoffen kunnen concurreren;

32.

verzoekt de Commissie maatregelen te nemen om hergebruik aan te moedigen; beveelt de lidstaten aan een verminderd BTW-tarief toe te passen op producten die door hergebruikscentra worden verkocht;

33.

dringt erop aan de te verwijderen hoeveelheid afvalstoffen tot een minimum te beperken, zodat het afval gerecycleerd kan worden; dringt aan op een zo uitgebreid mogelijk verbod op storting van recycleerbare of composteerbare afvalstoffen tot 2025, en verzoekt de Commissie om een dienovereenkomstige herziening van de stortingsrichtlijn voor te stellen, met inbegrip van een stappenplan (schrapping) dat er als volgt uit zou kunnen zien:

vanaf 2010 verbod op storting van niet-voorbehandelde afvalstoffen met vergistbare afbreekbare aandelen;

vanaf 2015 verbod op storting van papier, dakvilt, karton, glas, textiel, hout, kunststof, metalen, rubber, kurk, keramiek, beton, dakpannen en tegels;

vanaf 2020 verbod op storting van alle recycleerbare afvalstoffen;

vanaf 2025 verbod op storting van alle nog resterende afvalstoffen, behalve wanneer het ontstaan daarvan onvermijdelijk is of indien de stoffen gevaarlijk zijn (bijv. filteras);

34.

verzoekt de Commissie maatregelen voor te stellen die ervoor zorgen dat producten en hun verpakkingen die na 2010 op de markt worden gebracht geschikt zijn voor hergebruik en/of recycling;

35.

acht een harmonisering van de stortplaatsbelastingen passend, aangezien hierbij de storting duurder wordt en inkomen wordt gegenereerd om de kwaliteitsnormen van stortplaatsen te verhogen; dringt aan op strengere eisen voor de stortplaatsen en afdichting daarvan;

36.

bevestigt dat de verantwoordelijkheid van de producent ook in de toekomst een wezenlijk element van het communautaire afvalbeleid moet blijven;

37.

onderstreept het belang van de verwezenlijking van het concept van de individuele verantwoordelijkheid van de producent om met voorrang aan te sturen op een op afvalpreventie gericht ontwerp bij afvalstromen van producten die zich aan het einde van hun levenscyclus bevinden, zoals batterijen, bouwafval, meubilair, papier en banden;

38.

verzoekt de Commissie de doeltreffendheid en kosteneffectiviteit van materiaalspecifieke recyclingsdoelen nauwkeuriger te onderzoeken en hierbij ook de vraag te beantwoorden hoe de producentenverantwoordelijkheid moet worden toegewezen; wijst erop dat materiaalspecifieke recyclingdoelstellingen alleen zin hebben op plaatsen waar geen functionerende markten voor secundaire grondstoffen bestaan;

39.

verzoekt de Commissie het instrument verhandelbare certificaten voor het bereiken van nuttige toepassingsdoelstellingen nauwkeuriger te onderzoeken, de ervaringen met de certificatenhandel in andere sectoren te evalueren en de resultaten in een verslag samen te vatten alvorens het eventueel in te overziene nuttige toepassingssectoren wordt getest;

40.

wijst op dit moment van de hand dat Europese recyclingsquota worden vastgesteld die de tot dusverre op nationaal niveau te bereiken quota zouden vervangen, omdat zij tot aanzienlijke verschillen op het gebied van de afvalnormen in Europa en daarmee tot concurrentievervalsingen zouden kunnen leiden; geharmoniseerde normen voor nuttige toepassing alsmede de opbouw van een efficiënt Europees monitoring- en sanctiesysteem zouden voorwaarden zijn voor een dergelijk instrument, dat samen met het instrument van de verhandelbare certificaten nader zou moeten worden onderzocht;

41.

acht aan de vervuiler toegerekende afvalkosten een veelbelovend instrument om een economische stimulans voor de burger en ondernemingen in het leven te roepen, de hoeveelheid restafvalstoffen te verminderen, respectievelijk afvalstoffen gescheiden in te zamelen; acht toepassing daarvan echter op grond van de verschillende regionale omstandigheden eerder geschikt voor het regionale en lokale niveau; is derhalve verheugd over het initiatief van de Commissie een leidraad voor lokale besluitvormers op te stellen;

42.

moedigt in dit verband de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten aan, in samenwerking met recyclingsbedrijven beleidsvormen en maatregelen te ontwikkelen en uit te voeren die moeten zorgen voor de gescheiden inzameling van recycleerbare materialen; wijst erop dat als bepaalde autoriteiten dit nalaten, het beginsel van gelijke spelregels voor iedereen geweld wordt aangedaan;

43.

onderstreept dat materialen die in industrie en ambacht vrijkomen vaak eenvoudiger recycleerbaar zijn omdat de scheiding van materiaalsoorten en kwaliteit vaak beter zijn en verzoekt de Commissie derhalve daarmee in het voorgenomen besluit inzake recycling rekening te houden en de gescheiden inzameling van recycleerbaar materiaal in industrie en ambacht verplicht te stellen;

44.

verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk en onafhankelijk van de strategie van 3 duidelijk te maken wat het verschil tussen nuttige toepassing en verwijdering is;

45.

wenst in dit verband dat de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen wordt geëerbiedigd dat de verbranding van afvalstoffen in een afvalverbrandingsinstallatie is erkend als een verwijderingsverrichting, zelfs wanneer energie wordt gewonnen en aan derden wordt geleverd;

46.

verzoekt de Commissie het reeds uitgevoerde raadplegingsproces over de definitie van het begrip afvalstoffen te evalueren en deze evaluatie voor het publiek toegankelijk te maken;

47.

verzoekt de Commissie, zoals in het Zesde milieuactieprogramma is beoogd, een verduidelijking te geven van het verschil tussen afval en niet-afval, de definitie van nuttige toepassing te verduidelijken, alsmede zo spoedig mogelijk en los van de strategie een algemene definitie op te stellen van de begrippen „afvalpreventie”, „hergebruik” alsmede „recycling” en „recycler”;

48.

spoort de Commissie aan tot reflectie over mogelijkheden om de flexibiliteit van de afvalregelgeving te vergroten, door bijvoorbeeld te voorzien in de mogelijkheid om de verwerking van het afval af te stemmen op de kwaliteit ervan en lichtere administratieve procedures te volgen als dit door de kwaliteit van het afval mogelijk is, om ervoor te zorgen dat de regelgeving recycling of hergebruik van afval niet onnodig bemoeilijkt,

49.

stelt voor met informatiecampagnes burgers, autoriteiten en economische actoren sterker te doordringen van de voordelen van een duurzaam afvalbeheer;

50.

dringt erop aan dat alle actoren die zich met de recyclingscyclus van afvalstoffen bezighouden, inclusief de eindgebruikers, bij de zaken worden betrokken en dringt aan op maatregelen die betrekking hebben op het gescheiden inzamelen van afvalstoffen, om de uitdaging van een duurzaam afvalbeheer tegemoet te treden;

51.

dringt aan op instelling van adviescentra ter bevordering van afvapreventie en een duurzaam afvalbeheer door het MKB;

52.

dringt er bij de lidstaten op aan over te gaan tot het uitwisselen van informatie op Europees niveau over nationale vormings- en beroepsopleidingsprogramma's op het gebied van het afvalbeheer en stelt voor een Europese studie te doen naar leerstof en kennis over de afvalproblematiek op scholen, ten einde tot een aanbeveling aan de lidstaten te komen om jongeren gevoeliger voor de afvalproblematiek te maken; stelt in dit verband verder voor op basis van de studie een stimuleringsprogramma voor schoolprojecten in te stellen met de invoering van afvalpreventie en een duurzaam afvalbeheer op scholen als doel;

53.

wenst dat de Commissie en de lidstaten zich nog meer inspanningen getroosten bij de verdere ontwikkeling van internationale afvalverwerkingsnormen op VN- en OESO-niveau;

54.

is verheugd over het voornemen van de Commissie de strategie te onderwerpen aan een uitgebreide beoordeling van de gevolgen;

55.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26.

(3)  P5_TA(2003)0508.

(4)  PB C 362 van 2.12.1996, blz. 241.

(5)  PB C 76 van 11.3.1997, blz. 1.

(6)  PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

P5_TA(2004)0309

Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie over artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie: Eerbiediging en bevordering van de waarden waarop de Unie is gegrondvest (COM(2003) 606 — C5-0594/2003 — 2003/2249(INI))

„Om de een of andere reden komen goede burgers langzamer in beweging en, niets vermoedend wanneer ontwikkelingen nog in het beginstadium zijn, worden zij uiteindelijk pas opgeschrikt wanneer zij daartoe gedwongen worden, zodat zij soms, door voortdurend uitstellen en hun traagheid van handelen, terwijl zij, zelfs met verlies van aanzien, hun rust hopen te behouden, door eigen toedoen beide verliezen.” M.Tullius Cicero, Pro Sestio 100

Het Europees Parlement,

gelet op de artikelen 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 309 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat op 7 december 2000 in Nice is ondertekend (1),

gezien het door de Conventie over de toekomst van Europa uitgewerkte ontwerp-verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa (2),

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2003) 606 — C5-0594/2003),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie constitutionele zaken en het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0227/2004),

A.

overwegende dat bij artikel 6 van het EU-Verdrag de Europese Unie geconstitueerd is als gemeenschap van waarden en grondrechten, en de eerbiediging van de grondrechten verankerd is overeenkomstig het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij voortvloeien uit de tradities van de lidstaten,

B.

overwegende dat eerbiediging van de waarden waarop de Unie is gegrondvest voorwaarde is voor het lidmaatschap van en de medezeggenschap in de Unie en dat bij een ernstige en voortdurende inbreuk de in artikel 7 van het EU-Verdrag genoemde sancties kunnen worden opgelegd,

C.

overwegende dat het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie plechtig door de Europese Raad en het Europees Parlement is afgekondigd, door de Europese Commissie is aanvaard en door het Hof van Justitie in aanmerking is genomen,

D.

overwegende dat de Conventie over de toekomst van Europa het Handvest van de grondrechten in haar ontwerpgrondwet heeft opgenomen,

E.

overwegende dat in artikel 2 van de ontwerpgrondwet de eerbied voor de menselijke waardigheid genoemd wordt vóór de waarden waarop de Unie is gegrondvest, deze beginselen uitgebreid worden met het beginsel van gelijkheid, en duidelijk wordt gesteld dat deze waarden alle lidstaten gemeen hebben en dat hun samenleving wordt gekenmerkt door pluralisme, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en door het verbod van discriminatie,

F.

overwegende dat dezelfde ontwerpgrondwet de teksten bekrachtigt die achtereenvolgens door het Verdrag van Amsterdam en door het Verdrag van Nice in de basisverdragen zijn ingebracht onder artikel 7 van het EU-Verdrag, en dat dit ontwerp de teksten heeft verduidelijkt en omgezet in artikel 58 dat de bevoegdheid van de Unie terzake regelt,

G.

overwegende dat alle lidstaten van de Unie lid van de Verenigde Naties zijn en dat de beginselen van de rechtsstaat derhalve ook eerbiediging van het volkerenrecht en van het Handvest van de Verenigde Naties inhouden,

1.

juicht het initiatief van de Commissie toe als belangrijke bijdrage tot nauwe samenwerking tussen alle EU-instellingen in het belang van de bescherming van de waarden van de Unie en daarmee van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden;

2.

is van mening dat bij de constatering, op grond van artikel 7, lid 1 van het EU-Verdrag, van een duidelijk gevaar voor schending van de in artikel 6, lid 1 genoemde beginselen of van een ernstige en voortdurende schending krachtens artikel 7, lid 2 in een hoger beschermingsniveau moet worden voorzien dan door de Commissie wordt voorgesteld;

3.

is van oordeel dat bij de toepassing van artikel 7 van het EU-Verdrag politieke fenomenen in aanmerking moeten worden genomen die beschouwd moeten worden als duidelijk gevaar voor of ernstige voortdurende schending van de waarden van de Unie, maar niet uitsluitend een cumulatie van afzonderlijke schendingen zijn; verzuim van een lidstaat met betrekking tot schendingen van de mensenrechten, waarvan het gedogen of waarbij het bevorderen van een klimaat of maatschappelijke omstandigheden waarin mensen zich terecht bedreigd voelen, als duidelijk gevaar voor de waarden van de Unie en de fundamentele vrijheden van haar burgers moeten worden aangemerkt,

4.

deelt niet de overtuiging van de Commissie „dat de toepassing van sancties overeenkomstig artikel 7 van het EU-Verdrag en artikel 309 van het EG-Verdrag niet nodig zal zijn in deze Unie van waarden”; is veeleer van oordeel dat het niet behandelen van de eventuele noodzaak van sancties de indruk moet wekken dat de Unie niet bereid of in staat is om alle haar ter beschikking staande middelen ter bescherming van deze waarden aan te wenden;

5.

stelt vast dat het Verdrag van Nice noch de ontwerpgrondwet nader ingaan op de aard en het belang van de schorsingsmaatregelen waartoe de Raad van Ministers eventueel kan besluiten;

6.

beklemtoont dat het Verdrag, dat voorziet in instemming van het Europees Parlement met een eventueel besluit van de Raad en dat het Parlement het recht toekent om te verlangen dat een procedure wordt gestart in geval van een duidelijk gevaar voor een ernstige schending, de speciale rol van het Parlement als pleitbezorger van de Europese burger erkent; meent dat het Parlement zich bij de uitoefening van deze bijzondere taak op onpartijdige wijze en behoedzaam, verantwoord en rechtvaardig moet inzetten voor de verdediging van gemeenschappelijke beginselen, waarden en grondrechten;

7.

is derhalve van mening dat, zonder afbreuk te doen aan alle nodige raadpleging en informatieuitwisseling tussen de Europese instellingen, het zijn uiteindelijke standpunt moet bepalen op basis van een autonome beslissing;

8.

wijst op zijn speciale verantwoordelijkheid als rechtstreeks gekozen vertegenwoordiging van de Europese burgers bij de verdediging van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten;

9.

is erover verheugd dat als gevolg van het Verdrag van Nice zijn rol in de procedure van artikel 7 van het EU-Verdrag is versterkt; meent dat het ontbreken van een parlementair initiatiefrecht bij de procedure waarin in geval van een ernstige schending is voorzien, in het geheel geen afbreuk doet aan de normale en gebruikelijke rol van het Parlement, wat betekent dat het Parlement weliswaar juridisch geen formeel verzoek kan doen, maar het Parlement niets in de weg staat om gebruik te maken van zijn controlerende bevoegdheid om langs politieke weg een maatregel van de Raad te verlangen;

10.

wijst erop dat voor de constatering van een duidelijk gevaar voor een ernstige schending (lid 1) of een ernstige en voortdurende schending (lid 2) van de gemeenschappelijke beginselen de instemming van het Europees Parlement nodig is en dat het derhalve des te noodzakelijker is dat aan bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan;

11.

verklaart bij de toepassing van artikel 7 van het EU-Verdrag en met name bij de door het Parlement te verlenen instemming in verband met constateringen krachtens de leden 1 en 2, uit te gaan van de volgende beginselen, en verzoekt de Commissie en de Raad deze beginselen eveneens in acht te nemen:

a)

Het vertrouwensbeginsel

De Unie verwacht van haar lidstaten dat zij zich actief inzetten voor de gemeenschappelijke waarden van de Unie, en spreekt op deze basis haar principiële vertrouwen uit in

het democratisch en op de beginselen van de rechtsstaat gebaseerde grondwettelijk bestel van alle lidstaten, alsmede in het vermogen en de wil van hun organen gevaren voor de fundamentele vrijheden en gemeenschappelijke beginselen af te wenden,

het gezag van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en het Europees Hof voor de rechten van de mens;

Een optreden van de Unie krachtens artikel 7 van het EU-Verdrag moet derhalve beperkt blijven tot een duidelijk gevaar en een voortdurende schending, en geeft geen recht op, noch aanleiding tot een beleid van permanent toezicht door de Unie op de lidstaten. De lidstaten, de toetredende landen en de kandidaat-landen moeten evenwel de democratie, de beginselen van de rechtsstaat en de eerbiediging van de grondrechten verder blijven bevorderen en zo nodig desbetreffende hervormingen doorvoeren, respectievelijk blijven doorvoeren.

Het vertrouwensbeginsel is geen beletsel om een versterkt beroep te doen op de diensten van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat; zo nodig zou de rol van het waarnemingscentrum opnieuw kunnen worden bezien om een bredere onafhankelijke en objectieve kijk op de zaak te krijgen;

b)

Het pluraliteitsbeginsel

De Unie eerbiedigt de pluraliteit van wereldbeschouwingen, politieke doelstellingen, waardeopvattingen en de democratische wedijver daartussen bij inachtneming van de grondrechten en gemeenschappelijke waarden. Parlement, Raad en Commissie zien erop toe dat de procedures waarin artikel 7 van het EU-Verdrag voorziet, niet als instrument voor politieke controverses misbruikt worden;

c)

Het gelijkheidsbeginsel

Bij de toepassing van artikel 7 van het EU-Verdrag eerbiedigt de Unie het beginsel van volstrekte gelijke behandeling van alle lidstaten, ongeacht grootte, politieke kleur, hun financiële bijdrage aan de begroting van de Unie, de duur van hun lidmaatschap en andere verschillen;

d)

Het openbaarheidsbeginsel

Alle beslissingen op grond van artikel 7 van het EU-Verdrag moeten voor de Europese burgers zo geloofwaardig mogelijk zijn. De desbetreffende procedures moeten derhalve, los van diplomatiek overleg en politieke onderhandelingen, transparant, begrijpelijk en open zijn;

12.

meent dat het wenselijk is na de installering van het nieuwe Europees Parlement en de nieuwe Commissie een interinstitutionele dialoog op gang te brengen over de gemeenschappelijke criteria en bovengenoemde beginselen voor de toepassing van de procedure uit hoofde van artikel 7 van het EU-Verdrag teneinde desbetreffende samenwerking en uitwisseling van alle essentiële informatie tussen de Europese instellingen te regelen;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en de Raad, alsmede aan de regeringen van de lidstaten en de toetredende landen.


(1)  PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.

(2)  CONV 850/03 — PB C 169 van 18.7.2003, blz. 1.


Woensdag, 21 april 2004

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 104/412


NOTULEN

(2004/C 104 E/03)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.05 uur geopend.

Het woord wordt gevoerd door:

Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie, die betreurt dat besloten is de stemming over het verslag Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0230/2004) uit te stellen tot donderdag en verzoekt dat de stemming alsnog vandaag plaatsvindt (De Voorzitter antwoordt dat hiertoe is besloten omdat het vanwege het grote aantal amendementen en verzoeken om aparte stemming, stemming in onderdelen of hoofdelijke stemming onmogelijk was de stemming voor vandaag voor te bereiden);

Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, die de PPE-DE-Fractie verzoekt haar amendementen in te trekken en de verzekering wil krijgen dat het verslag in stemming zal worden gebracht (De Voorzitter verklaart dat de kwestie aan het begin van de stemming van vandaag aan de orde zal komen);

Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, die erop wijst dat zijn fractie niet als enige amendementen heeft ingediend;

Daniel Marc Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie, eerst over de woorden van Hans-Gert Poettering en vervolgens om te vragen dat bij de aanvang van de stemming besloten wordt wanneer dit verslag in stemming zal worden gebracht;

Sarah Ludford over de stemprocedure;

Sylvia-Yvonne Kaufmann, namens de GUE/NGL-Fractie, die de handelwijze van de Voorzitter onderschrijft en wenst dat er over dit verslag zal worden gestemd;

Marie-Françoise Duthu, die de Voorzitter verzoekt om stappen te ondernemen bij de Franse minister van Buitenlandse Zaken opdat er met spoed een visum wordt verleend aan Akhmed Zakaiev, vicepremier van Tsjetsjenië, die is uitgenodigd voor een hoorzitting vanavond in Straatsburg (De Voorzitter verzoekt haar de benodigde gegevens te doen toekomen aan zijn diensten en zegt toe dat hij de nodige stappen zal ondernemen);

Efstratios Korakas die betreurt dat het punt „Opmerkingen van een minuut” verplaatst was naar het einde van de vergadering van maandag (De Voorzitter antwoordt dat het om een uitzonderlijke maatregel ging die ingegeven was door de grote hoeveelheid werk);

Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie, die het door het Ierse voorzitterschap voorgestelde compromis naar aanleiding van de stemming over het verslag Albert Jan Maat over de bescherming van dieren tijdens het transport (P5_TA(2004)0222 van 30.3.2004) onaanvaardbaar acht;

Christian Foldberg Rovsing over deze woorden.

2.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Raad en Commissie:

Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (COM(2004) 317 — C5-0191/2004 — 2002/0061(COD))

verwezen naar:

ten principale: JURI

 

advies: EMPL, ENVI, CULT, PETI

rechtsgrondslag:

Art. 40 EGV, art. 47, lid 1-2 EGV

2)

parlementaire commissies — verslagen:

Verslag over het verzoek van Umberto Bossi om bescherming van zijn parlementaire immuniteit en voorrechten — (2003/2171(IMM)) — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Kurt Lechner (A5-0281/2004)

Verslag over het verzoek van Umberto Bossi om bescherming van zijn parlementaire immuniteit en voorrechten (2003/2172 (IMM)) — Commissie juridische zaken en interne markt.

Rapporteur: Kurt Lechner (A5-0282/2004)3) bemiddelingscomité

3)

bemiddelingscomité:

*** III Door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004 — 2002/0022(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: JURI

rechtsgrondslag:

art. 71, lid 1 EGV

*** III Door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van Richtlijn 2001/16/EG van de Raad en het Europees Parlement betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004 — 2002/0023(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: JURI, ITRE

rechtsgrondslag:

Art. 71 EGV, Art. 156 EGV

*** III Door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een verordening van het Europees Parlament en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004 — 2002/0024(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: BUDG, CONT, JURI, ITRE

rechtsgrondslag:

art. 71, lid 1 EGV

*** III Door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (P-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004 — 2002/0025(COD))

verwezen naar:

ten principale: RETT

 

advies: JURI

rechtsgrondslag:

art. 71, lid 1 EGV

3.   Besluiten inzake bepaalde documenten

Aanwijzing commissies

Commissie ECON:

Aanbeveling van de Commissie inzake de actualisering 2004 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005). (COM(2004) 238 — C5-0183/2004 — 2004/2020(INI))

4.   Cyprus (verklaringen gevolgd door een debat)

Verklaringen van de Raad en de Commissie: over de vooruitzichten op de eenmaking van Cyprus voor zijn toetreding tot de Europese Unie

Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad) en Günther Verheugen (lid van de Commissie) leggen de verklaringen af.

Het woord wordt gevoerd door Elmar Brok, namens de PPE-DE-Fractie, Jacques F. Poos, namens de PSE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Hans Modrow, namens de GUE/NGL-Fractie, Daniel Marc Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie, Koenraad Dillen, niet-ingeschrevene, Arie M. Oostlander, Mechtild Rothe, Chris Davies, Mihail Papayannakis, Nelly Maes, Antonios Trakatellis, Giorgos Katiforis, Sarah Ludford, Konstantinos Alyssandrakis, Charles Tannock, Ioannis Souladakis, Ioannis Marinos, Dimitris Tsatsos, Giorgos Dimitrakopoulos, Dick Roche en Christopher Patten (lid van de Commissie).

Ontwerpresolutie ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Jacques F. Poos, namens de Commissie buitenlandse zaken, over Cyprus (B5-0188/2004)

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punten 10.25

5.   Situatie in het Midden-Oosten (verklaringen gevolgd door een debat)

Verklaringen van de Raad en de Commissie: Situatie in het Midden-Oosten

Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad) legt de verklaring af.

VOORZITTER: David W. MARTIN

Ondervoorzitter

Christopher Patten (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Armin Laschet, namens de PPE-DE-Fractie, Emilio Menéndez del Valle, namens de PSE-Fractie, Sarah Ludford, namens de ELDR-Fractie, Per Gahrton, namens de Verts/ALE-Fractie, Jan Dhaene, Proinsias De Rossa en Dick Roche.

Het debat wordt gesloten.

6.   Transatlantische betrekkingen (verklaringen gevolgd door een debat)

Verklaringen van de Raad en de Commissie: Transatlantische betrekkingen

Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad) legt de verklaring af.

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

Christopher Patten (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Ilkka Suominen, namens de PPE-DE-Fractie, Jan Marinus Wiersma, namens de PSE-Fractie, en Ole Andreasen, namens de ELDR-Fractie.

Aangezien het tijdstip van de stemmingen is aangebroken, wordt het debat thans onderbroken.

Het zal om 15.00 uur worden voortgezet (punt 16).

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

7.   Mededeling van de Voorzitter (beschuldigingen van fraude)

De Voorzitter legt de volgende verklaring af:

Collega's, op woensdag 31 maart heb ik een verklaring afgelegd over een aantal krantenartikelen en tv-berichten over aantijgingen tegen dit Parlement op basis van interviews en commentaren van een van onze leden, de heer Hans-Peter Martin. Ik heb toen laten weten dat, wanneer er aantijgingen worden gedaan, zij grondig en snel worden uitgezocht door de desbetreffende diensten en dat er op geëigende wijze wordt opgetreden. Ik heb de heer Martin verzocht om, wanneer hij beschikte over informatie over eventuele misstanden, misbruik van gelden of onregelmatigheden, deze onder mijn aandacht te brengen zodat er een onderzoek kan worden ingesteld. Dit is zijn plicht als lid van het Parlement.

Maandagavond heeft hij mij een brief gestuurd met gedetailleerde kritiek op het toelagestelsel voor de leden. Hij heeft specifieke aantijgingen gedaan — twee over vergaderingen van een fractie buiten de vergaderplaatsen — en een lijst doorgegeven met 7 000 gevallen waarin leden een vergoeding hebben opgestreken onder omstandigheden die volgens hem onterecht zijn, bijvoorbeeld wanneer leden het centrale presentieregister hebben ondertekend en niet de presentielijsten voor de parlementaire vergaderingen.

Wat de specifieke punten betreft, heb ik de betreffende fractie verzocht mij nader te informeren over de twee vergaderingen waar het hier om gaat. Over het meer algemene punt van het centraal presentieregister, kan ik zeggen dat het mij duidelijk is dat de heer Martin kritiek heeft op het stelsel en een specifieke regel uit het Reglement. Er is evenwel geen aanwijzing dat leden de hand hebben gelicht met de regels van dit huis.

Meer in het algemeen gaat hij voorbij aan de belangrijke vooruitgang die het Parlement heeft geboekt door de regels en reglementen te hervormen ter wille van een grotere transparantie en verantwoording en om snel te kunnen reageren op eventuele punten die de Rekenkamer in zijn jaarverslag of specifieke verslagen aandraagt en die duiden op mogelijke tekortkomingen in onze regels.

Specifieke hervormingen van reistoelagen, de secretariaatstoelage en ander toelagen zijn door het Bureau en de quaestoren goedgekeurd onder het voorzitterschap van de heer Hänsch, dat van de heer Gil-Robles Gil-Delgado, van mevrouw Fontaine en tijdens mijn mandaat.

Aan het eind van mijn mandaat heb ik gestreefd naar een algehele hervorming gebaseerd op twee elementen: allereerst een eerlijke behandeling van de leden van het Parlement op voet van gelijkheid en ten tweede: transparantie inzake de toelagen moet gebaseerd zijn op de daadwerkelijk gemaakte onkosten. Tot begin dit jaar hadden wij in het Parlement goede hoop, omdat wij de noodzakelijke compromissen hadden gesloten, dat de Raad zich kon verenigen met dit pakket. Op het allerlaatste moment heeft een minderheid van de lidstaten deze hervorming geblokkeerd. Desalniettemin werken het Bureau en andere instanties van het Parlement aan verdere hervormingen, voortbordurend op de bestaande praktijken. Het zou volgens mij nuttiger en ook vruchtbaarder zijn geweest wanneer de heer Martin zich achter dit hervormingsstreven had gesteld in de commissie en in de plenaire vergadering in plaats van campagne te voeren: het belangrijkste doel daarvan lijkt te zijn om de instelling in diskrediet te brengen, de eer van de leden van het Parlement in twijfel te trekken en maximale schade aan te richten — zonder enige bewijslast — voor personen, hun carrière en hun gezinnen.

In de tijden waarin we leven, is het maar al te gemakkelijk om de reputatie van openbare figuren zwart te maken. Het is buitengewoon lastig om iets te ondernemen tegen laster en gedeeltelijke informatie wanneer deze zijn gelanceerd in bepaalde delen van de pers.

Aan het Reglement wordt voortdurend getimmerd en gewerkt. Wij zijn historisch gezien een betrekkelijk jong Parlement en aan voortdurende ontwikkeling onderhevig. Na mei aanstaande moeten wij een systeem zoeken dat billijk is voor gekozen vertegenwoordigers uit 25 lidstaten.

Op één terrein zijn er nog geen regels, namelijk het gedrag van de leden. Volgens mijn persoonlijk standpunt is het in het geheim filmen van leden en het opnemen van hun gesprekken hoe dan ook onaanvaardbaar, vooral wanneer dit wordt gedaan door een medelid.

Dit zijn methoden die doen denken aan een ander tijdperk en een andere plaats.

Wanneer we het hebben over gedragsregels voor dit Parlement, is de manier waarop wij met elkaar omgaan een belangrijke overweging. Dit Parlement heeft zich altijd sterk gemaakt voor de rechten van klokkenluiders, maar wij verwachten van klokkenluiders dat zij de beschikbare en juiste procedures bewandelen. In dit geval lijkt het mij toe dat er geen pogingen in het werk zijn gesteld om de normale procedures van dit Parlement te bewandelen: zij zijn overgeslagen in een bespottelijke poging om zoveel mogelijk persoonlijke publiciteit te trekken.

Ik zal de heer Martin gedetailleerd van repliek dienen. De specifieke door hem aangekaarte gevallen zullen worden beoordeeld in samenwerking met de betrokken leden en fracties. Maar laat ik nogmaals vaststellen dat, op basis van wat hij me heeft toegestuurd, er geen enkel bewijs is voor zijn beweringen dat de regels van het Reglement zijn misbruikt of overtreden. Laat gezegd zijn dat ik persoonlijk de door onze geachte collega gebruikte methoden ten sterkste afkeur.

Het woord wordt gevoerd door Hans-Peter Martin voor een persoonlijk feit naar aanleiding van deze mededeling.

Diverse leden wensen het woord te voeren, maar de Voorzitter verklaart dat het onmogelijk is een debat te openen gezien de omvang van de stemmingen.

Het woord wordt gevoerd door Enrique Barón Crespo die de Voorzitter verzekert van de steun van de PSE-Fractie.

8.   Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

8.1.   Vergaderrooster van het EP voor 2005 (stemming)

Rooster van vergaderperiodes voor 2005: zie voorstellen van de Conferentie van voorzitters (punt 8 van de notulen van 19.04.2004)

Stemming

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

Het vergaderrooster voor 2005 wordt als volgt vastgesteld:

10 t/m 13 januari

26 en 27 januari

21 t/m 24 februari

7 t/m 10 maart

11 t/m 14 april

27 en 28 april

9 t/m 12 mei

25 en 26 mei

6 t/m 9 juni

22 en 23 juni

4 t/m 7 juli

5 t/m 8 september

26 t/m 29 september

12 en 13 oktober

24 /m 27 oktober

14 t/m 17 november

30 november en 1 december

12 t/m 15 december

Charles Tannock protesteerde tegen het feit dat een amendement tot schrapping van de vergaderperiodes te Straatsburg niet-ontvankelijk was verklaard en was van mening dat de kwestie aan het Hof van Justitie moet worden voorgelegd.

Avril Doyle voerde het woord over amendement 2.

8.2.   Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens (verzoek om advies van het Hof van Justitie) (stemming)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

De Voorzitter herinnert aan een schrijven van de voorzitter van de Commissie JURI dat hij maandag heeft voorgelezen waarin wordt aanbevolen het advies van het Hof van Justitie in te winnen over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en overdracht van PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen aan het Bureau of Customs and Border Protection van het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika, en dat Frits Bolkestein en Christopher Patten het standpunt van de Commissie ter zake hadden verduidelijkt (punt 15 van de notulen van 19.04.2004 en punt 28 van de notulen van 20.04.2004).

Het woord wordt gevoerd door Christopher Patten (lid van de Commissie), Daniel Marc Cohn-Bendit, namens de Verts/ALE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Anna Terrón i Cusí, namens de PSE-Fractie, Klaus-Heiner Lehne, namens de PPE-DE-Fractie, Marco Cappato, niet-ingeschrevene, en Johanna L.A. Boogerd-Quaak, rapporteur.

De Voorzitter legt het Parlement de vraag voor of het dienstig is het Hof van Justitie officieel te raadplegen over de vraag of de overeenkomst verenigbaar is met de Verdragen.

Bij ES (276 voor, 260 tegen, 13 onthoudingen) stemt het Parlement in met de raadpleging van het Hof van Justitie.

Het woord wordt gevoerd door Graham R. Watson.

9.   Welkomstwoord

De Voorzitter verwelkomt namens het Parlement een delegatie van het Parlement van Rwanda, die op de officiële tribune heeft plaatsgenomen.

10.   Stemmingen (voortzetting)

10.1.   Vrijheid van meningsuiting en van informatie (besluit over de stemmingsprocedure)

Verslag Boogerd-Quaak — A5-0230/2004

De Voorzitter deelt mee dat er op dit verslag 338 amendementen zijn ingediend en dat de voor de stemming bevoegde dienst 51 pagina's verzoeken om hoofdelijke stemming, aparte stemming of stemming in onderdelen hebben ontvangen en daardoor niet in staat waren de stemming voor vandaag voor te bereiden.

Verwijzend naar de interpretatie van artikel 19, lid 1 en artikel 130 van het Reglement, en erkennend dat de fracties het recht hebben om de in het Reglement voorziene verzoeken in te dienen, doet de Voorzitter het volgende voorstel:

de stemming vindt morgen om 12.00 uur plaats,

de gewone stemming over de amendementen zal worden toegestaan, maar hoofdelijke stemming en de stemming in onderdelen niet,

verzoeken om stemming in onderdelen over de oorspronkelijke paragrafen van de ontwerpresolutie en één hoofdelijke stemming per paragraaf zullen worden toegestaan, overeenkomstig de door de fracties gegeven aanwijzingen.

Mocht de Vergadering dit voorstel afwijzen, dan zal er gestemd worden op basis van artikel 130, lid 3, van het Reglement, hetgeen betekent dat de oorspronkelijke tekst van het verslag eerst paragraaf voor paragraaf in stemming wordt gebracht

Over dit voorstel wordt het woord gevoerd door Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie, Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, Giuseppe Di Lello Finuoli, namens de GUE/NGL-Fractie, Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie, Johanna L.A. Boogerd-Quaak (rapporteur) en Jorge Salvador Hernández Mollar, voorzitter van de Commissie LIBE.

Bij HS (Voorzitter) (214 voor, 294 tegen, 15 onthoudingen) verwerpt het Parlement het voorstel.

Er zal dus worden gestemd volgens de procedure van artikel 130, lid 3 van het Reglement.

Het woord wordt gevoerd door Johannes (Hannes) Swoboda over de tijdsplanning voor de vergadering van morgen, Jorge Salvador Hernández Mollar voor een persoonlijk feit naar aanleiding van de woorden van Enrique Barón Crespo, waarin deze verklaard heeft dat bij de Commissie LIBE bepaalde documenten verdwenen zouden zijn, Enrique Barón Crespo die zich bereid verklaart hierover informatie te verstrekken aan het Bureau (De Voorzitter verzoekt hem om nog voor het einde van deze vergaderperiode zijn woorden met bewijsmateriaal te staven of ze in te trekken), Jorge Salvador Hernández Mollar, Guido Podestà en José Ribeiro e Castro, beide laatsten over de stemmingsprocedure.

José Ribeiro e Castro verzoekt op grond van artikel 144 van het Reglement om terugverwijzing van het verslag naar de commissie. De Voorzitter antwoordt dat hij overeenkomstig dat artikel zijn verzoek op het moment van stemming kan indienen.

VOORZITTER: Guido PODESTÀ

Ondervoorzitter

10.2.   Goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) [COM(2004) 47 — C5-0055/2004 — 2004/0017(COD)] — Commissie juridische zaken.

Rapporteur: Giuseppe Gargani (A5-0250/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0310)

10.3.   Leven van vissen in zoet water (gecodificeerde versie) *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen (gecodificeerde versie) [COM(2004) 19 — C5-0038/2004 — 2004/0002(COD)] — Commissie juridische zaken.

Rapporteur: Giuseppe Gargani (A5-0252/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0311)

10.4.   Motorvoertuigen (verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen) *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerp-reglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie van bepaalde categorieën motorvoertuigen gebruikte materialen [5049/2004 — C5-0106/2004 — 2003/0247(AVC)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Luis Berenguer Fuster (A5-0238/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0312)

10.5.   Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerp-reglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik [5048/2004 — C5-0105/2004 — 2003/0248(AVC)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Luis Berenguer Fuster (A5-0240/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0313)

10.6.   Goedkeuring van banden (rolgeluid) *** (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling over het voorstel voor een een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerp-reglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme voorschriften voor de goedkeuring van banden wat het rolgeluid betreft [5047/2004 — C5-0107/2004 — 2003/0254(AVC)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Luis Berenguer Fuster (A5-0239/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0314)

10.7.   Wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, en (EG) nr. 1454/2001 ten aanzien van de voorwaarden voor wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast [COM(2004) 155 — C5-0129/2004 — 2004/0051(CNS)] — Commissie landbouw.

Rapporteur: Joseph Daul (A5-0231/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0315)

10.8.   Gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/49/EG waarbij bepaalde lidstaten overgangsperioden mogen instellen voor de toepassing van een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten [COM(2004) 243 — C5-0187/2004 — 2004/0076(CNS)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0276/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0316)

10.9.   Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector *** I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1999/784/EG van de Raad betreffende deelneming van de Gemeenschap in het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector [COM(2003) 763 — C5-0622/2003 — 2003/0293(COD)] — Commissie cultuur en onderwijs.

Rapporteur: Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte (A5-0241/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0317)

10.10.   Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik [COM(2003) 807 — C5-0028/2004 — 2003/0316(CNS)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Jules Maaten (A5-0226/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0318)

10.11.   Vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, kastanjepasta * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/113/EG inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta [COM(2004) 151 — C5-0128/2004 — 2004/0052(CNS)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Caroline F. Jackson (A5-0251/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0319)

10.12.   Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2002 aan

1.

Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2002 [C5-0632/2003 — 2003/2242(DEC)]

2.

Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk [C5-0636/2003 — 2003/2246(DEC)]

3.

Europees Milieuagentschap [C5-0635/2003 — 2003/2245(DEC)]

4.

Europees Bureau voor geneesmiddelenbeoordeling [C5-0638/2003 — 2003/2255(DEC)]

5.

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie [C5-0637-2003 — 2003/2247(DEC)]

6.

Cedefop [C5-0630/2003 — 2003/2240(DEC)]

7.

Eurojust [C5-0662/2003 — 2003/2256)]

8.

Europese Stichting voor opleiding [C5-0641/2003 — 2003/2259(DEC)]

9.

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden [C5-0631/2003 — 2003/2241(DEC)]

10.

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving [C5-0634/2003 — 2003/2244(DEC)]

11.

Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat [C5-0632/2003 — 2003/2243(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Jan Mulder (A5-0212/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

ONTWERPBESLUITEN

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0320 t/m P5_TA(2004)0330)

ONTWERPRESOLUTIES

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0320 t/m P5_TA(2004)0330)

10.13.   Kwijting 2002: EGKS (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar [C5-0646/2003 — 2003/2218(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Heide Rühle (A5-0201/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0331)

10.14.   Ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet *** II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet [5762/1/2004 — C5-0184/2004 — 2001/0229(COD)] -.

Rapporteur: Philip Charles Bradbourn (A5-0278/2004)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 15)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2004)0332)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Georg Jarzembowski wees op een fout in de Duitse versie van het gemeenschappelijk standpunt.

10.15.   Structuur van landbouwbedrijven na de uitbreiding *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven na de uitbreiding [COM(2003) 605 — C5-0477/2003 — 2003/0234(COD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Reimer Böge (A5-0194/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 16)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0333)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0333)

10.16.   Het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1655/2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) [COM(2003) 667 — C5-0527/2003 — 2003/0260(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Caroline F. Jackson (A5-0137/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 17)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0334)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0334)

10.17.   Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en overdracht van PNR-gegevens door luchtvaartmaatschappijen aan het Bureau of Customs and Border Protection van het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika [COM(2004) 190 — C5-0162/2004 — 2004/0064(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0271/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 18)

Johanna L.A. Boogerd-Quaak, namens de ELDR-Fractie, verzoekt overeenkomstig artikel 144, lid 1 van het Reglement om terugverwijzing van het verslag naar de commissie om het Hof van Justitie de tijd te geven advies uit te brengen. Over dit verzoek wordt het woord gevoerd door Graham R. Watson et Jorge Salvador Hernández Mollar, Voorzitter van de Commissie LIBE.

Bij ES (299 vóór, 218 tegen, 6 onthoudingen) willigt het Parlement het verzoek in.

10.18.   Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd [COM(2003) 664 — C5-0580/2003 — 2003/0258(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Roberta Angelilli (A5-0229/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 19)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0335)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0335)

10.19.   Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) [COM(2003) 808 — C5-0060/2004 — 2003/0311(CNS)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Ozan Ceyhun (A5-0248/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 20)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0336)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0336)

10.20.   Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie) (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) [SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Juan José Bayona de Perogordo (A5-0200/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 21)

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0337)

2. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0337)

3. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0337

10.21.   Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2002 [COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Jonas Sjöstedt (A5-0183/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 22)

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0338)

2. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0338)

3. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0338)

10.22.   Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002

1.

Afdeling II, Raad

2.

Afdeling IV, Hof van Justitie

3.

Afdeling V, Rekenkamer

4.

Afdeling VI, Europees Economisch en Sociaal Comité

5.

Afdeling VII, Comité van de regio's

6.

Afdeling VIII, Europese Ombudsman

[I5-0034/2004 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC), 2003/2213(DEC), 2003/2214(DEC), 2003/2215(DEC), 2003/2216(DEC), 2003/2217(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Gabriele Stauner (A5-0228/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 23)

Afdeling II, Raad

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0339)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0339)

Afdeling IV, Hof van Justitie

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0340)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0340)

Afdeling V, Rekenkamer

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0341)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0341)

Afdeling VI, Economisch en Sociaal Comité

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0342)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0342)

Afdeling VII, Comité van de regio's

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0343)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0343)

Afdeling VIII, Ombudsman

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0344)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0344)

10.23.   Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement) (stemming)

Verslag over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002

Afdeling I — Europees Parlement [I5-0034/2004 — C5-0088/2004 — 2003/2211(DEC)] — Commissie begrotingscontrole.

Rapporteur: Michiel van Hulten (A5-0218/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 24)

1. VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2004)0345)

2. ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0345)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Jean-Louis Bourlanges en Michiel van Hulten, rapporteur,

Freddy Blak en Helmut Kuhne wezen erop dat bij aanneming van amendement 44 de amendementen 29 t/m 32 kwamen te vervallen,

Markus Ferber en Hans-Peter Martin over de woorden van deze laatste,

Michiel van Hulten over de uitslag van de stemming.

10.24.   Vennootschapsrecht en corporate governance (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie — Een actieplan [COM(2003) 284 — C5-0378/2003 — 2003/2150(INI)] — Commissie juridische zaken.

Rapporteur: Fiorella Ghilardotti (A5-0253/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 25)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0346)

*

* *

Het woord wordt gevoerd door Richard A. Balfe die gezien het late tijdstip verzoekt de de stemming te onderbreken, en Jacques F. Poos die wenst dat in dat geval tenminste nog over Cyprus gestemd wordt (B5-0188/2004).

Bij ES (210 voor, 257 tegen,13 onthoudingen) besluit het Parlement de stemming niet te onderbreken.

De Voorzitter besluit thans eerst over Cyrpus te stemmen.

10.25.   Cyprus (stemming)

Ontwerpresolutie B5-0188/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 26)

Aangenomen (P5_TA(2004)0347)

10.26.   Betalingen binnen de interne markt (stemming)

Verslag over een juridisch kader voor betalingen binnen de interne markt [2003/2101(INI)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Alexander Radwan (A5-0192/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 27)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0348)

10.27.   Milieugericht levenscyclusconcept (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Geïntegreerd productbeleid — Voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept [COM(2003) 302 — C5-0550/2003 — 2003/2221(INI)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid.

Rapporteur: Anders Wijkman (A5-0261/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 28)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0349)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

De rapporteur stelde twee mondelinge amendementen voor.

10.28.   Veiligheid op zee (stemming)

Verslag over de verbetering van de veiligheid op zee [2003/2235(INI)] — Tijdelijke commissie voor de verbetering van de veiligheid op zee.

Rapporteur: Dirk Sterckx (A5-0257/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 29)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0350)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Georg Jarzembowski vroeg voor aanvang van de stemming om tenminste nog over dit punt te stemmen,

Michael Cashman en Dana Rosemary Scallon over de stemlijst,

Daniel Varela Suanzes-Carpegna om erop te wijzen dat bij amendement 2 van de Engelse versie moest worden uitgegaan.

11.   Agenda

De Voorzitter deelt mede dat de vergadering van morgen, in verband met de omvang van de stemmingen, om 9.00 uur zal beginnen in plaats van om 10.00 uur, en de stemming om 11.00 uur in plaats van 12.00 uur met de punten die voor de stemming van vandaag zijn ingeschreven en waarover wegens tijdgebrek niet kon worden gestemd.

12.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Aanbeveling voor de tweede lezing: Bradbourn — A5-0278/2004

Jean-Maurice Dehousse, Sebastiano (Nello) Musumeci

Ontwerpresolutie: Cyprus — B5-0188/2004

Georges Berthu

Verslag van Hulten — A5-0218/2004

Jean-Maurice Dehousse

Verslag Sterckx — A5-0257/2004

Peter Pex

13.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Aanbeveling voor de tweede lezing: Bradbourn — A5-0278/2004

amendement 2

Vóór: Marialiese Flemming, Ursula Stenzel

amendement 3

Vóór: Giovanni Procacci, Giorgio Napolitano

Verslag Jackson — A5-0137/2004

amendement 9

Tegen: Karin Riis-Jørgensen

Verslag Bayona de Perogordo — A5-0200/2004

ontwerpbesluit (kwijting)

Tegen: Inger Schörling, Jeffrey William Titford, Nigel Paul Farage, Graham H. Booth

paragraaf 13, streepje 4

Vóór: Marie-Françoise Garaud

amendement 11

Tegen: Pervenche Berès

Verslag van Hulten — A5-0218/2004

amendement 2/rev

Vóór: Torben Lund, Marie-Hélène Descamps, Marie-Thérèse Hermange, Ewa Hedkvist Petersen

amendement 3/rev en 6 (gelijkluidend)

Vóór: Marie-Hélène Descamps, Marie-Thérèse Hermange, Eija-Riitta Anneli Korhola, Colette Flesch

Tegen: Dana Rosemary Scallon, Glyn Ford

amendement 4/rev

Vóór: Lone Dybkjær, Marie-Hélène Descamps, Marie-Thérèse Hermange, Richard Corbett

Tegen: Jacqueline Rousseaux, Dana Rosemary Scallon

amendement 16

Vóór: Françoise de Veyrinas, Feleknas Uca

Tegen: Inger Schörling, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Olga Zrihen, Efstratios Korakas

amendement 17

Tegen:

amendement 18

Tegen: Piia-Noora Kauppi

amendement 19

Tegen: Jean Denise Lambert, Sylvia-Yvonne Kaufmann

amendement 20

Tegen: Sylvia-Yvonne Kaufmann, Bob van den Bos

amendement 33

Tegen: Dana Rosemary Scallon

Onthouding: Olga Zrihen

amendement 34, eerste deel

Tegen: Dana Rosemary Scallon

amendement 35

Vóór: Eija-Riitta Anneli Korhola

Tegen: Colette Flesch, Dana Rosemary Scallon

Onthouding: Olga Zrihen, Efstratios Korakas

amendement 39

Vóór: Alexander Radwan, Seán Ó Neachtain, Liam Hyland, Richard A. Balfe, Joachim Wuermeling, Christian Foldberg Rovsing

Tegen: Paul Rübig, Dana Rosemary Scallon

Onthouding: Marie-Françoise Garaud

amendement 40

Vóór: Paul Rübig, Marie-Thérèse Hermange, Marie-Hélène Descamps, Gérard Deprez, Christine De Veyrac, Véronique De Keyser, Joachim Wuermeling

Tegen: Dana Rosemary Scallon

amendement 44

Vóór: Peter Liese, Evelyne Gebhardt, Margrietus J. van den Berg, Godelieve Quisthoudt-Rowohl, Joachim Wuermeling

Tegen: Bárbara Dührkop Dührkop, Paul Rübig, Efstratios Korakas

resolutie (geheel)

Vóór: Torben Lund, Marie-Thérèse Hermange, Marie-Hélène Descamps, Glyn Ford, Karl-Heinz Florenz, Bill Newton Dunn

Verslag Ghilardotti — A5-0253/2004

paragraaf 21

Vóór: Francesco Fiori

Onthouding: Caroline Lucas

Ontwerpresolutie: Cyprus — B5-0188/2004

paragraaf 2

Vóór: Marie-Françoise Garaud, Alexander Radwan, Inger Schörling

Tegen: Lennart Sacrédeus

amendement 4

Vóór: Marie-Françoise Garaud

amendement 6

Tegen: Marie-Françoise Garaud

amendement15

Tegen: Marie-Françoise Garaud, Seán Ó Neachtain, Othmar Karas, Elisabeth Schroedter

paragraaf 11

Vóór: Marie-Françoise Garaud, Othmar Karas, Elisabeth Schroedter

Tegen: Marianne Eriksson

resolutie (geheel)

Vóór: Seán Ó Neachtain

Onthouding: Marie-Françoise Garaud, Anders Wijkman

Verslag Wijkman — A5-0261/2004

amendement 7

Vóór: Othmar Karas

amendement 13

Tegen: Othmar Karas

amendement 15

Vóór: Glyn Ford, Arlene McCarthy

Tegen: Othmar Karas

amendement 19

Tegen: Othmar Karas

amendement 24

Vóór: Othmar Karas

resolutie (geheel)

Vóór: Othmar Karas, Christine De Veyrac

Tegen: Peder Wachtmeister

Verslag Sterckx — A5-0257/2004

amendement 1, tweede deel

Vóór: Cristina García-Orcoyen Tormo, María del Pilar Ayuso González

Tegen: Rosa M. Díez González

amendement 3

Vóór: Marianne Thyssen, Fodé Sylla, Íñigo Méndez de Vigo

Tegen: Marie-Françoise Garaud, Carlos Carnero González, Francisca Sauquillo Pérez del Arco, Emmanouil Mastorakis

amendement 4

Vóór: Dominique F.C. Souchet, Georges Berthu, José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo, Marcelino Oreja Arburúa

amendement 5

Vóór: José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo

amendement 9, tweede deel

Vóór: Íñigo Méndez de Vigo, José Manuel García-Margallo y Marfil, Cristina García-Orcoyen Tormo

amendement 10

Vóór: Elizabeth Montfort

Tegen: Marie-Françoise Garaud

amendement 11

Vóór: Marianne Thyssen

amendement 12

Vóór: Marianne Thyssen, Íñigo Méndez de Vigo, José Manuel García-Margallo y Marfil, Salvador Garriga Polledo, Cristina García-Orcoyen Tormo

amendement 13

Vóór: José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo

Tegen: Astrid Thors

amendement 14

Vóór: José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo

amendement 16

Vóór: José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo

Tegen: Dana Rosemary Scallon

amendement 18

Vóór: José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo

Tegen: Astrid Thors

amendement 19

Vóór: Astrid Thors

amendement 21

Vóór: Fodé Sylla, José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo, Cristina García-Orcoyen Tormo

paragraaf 39

Vóór: Reino Paasilinna, Astrid Thors, Manuel Pérez Álvarez

Tegen: Juan Ojeda Sanz, Manuel Pérez Álvarez, José Vila Abelló

paragraaf 50, eerste deel

Vóór: María Antonia Avilés Perea

Tegen:Yasmine Boudjenah, María del Pilar Ayuso González, Theresa Zabell

50 paragraaf, tweede deel

Tegen: María del Pilar Ayuso González, Theresa Zabell

overweging K

Vóór: Nikolaos Chountis

Tegen: José Manuel García-Margallo y Marfil, Íñigo Méndez de Vigo

7 paragraaf, tweede deel

Vóór: José Manuel García-Margallo y Marfil,

Arlette Laguiller, Armonia Bordes en Chantal Cauquil waren aanwezig maar hebben niet deelgenomen aan de stemming over het verslag A5-0218/2004.

Bruno Gollnisch heeft laten weten dat hij in het geheel niet heeft deelgenomen aan de stemmingen.

(De vergadering wordt om 14.55 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

VOORZITTER: James L.C. PROVAN

Ondervoorzitter

14.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Ilka Schröder heeft laten weten dat zij tijdens de vergadering van 20 april 2004 weliswaar aanwezig was, maar dat haar naam niet op de presentielijst staat.

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

15.   Welkomstwoord

De Voorzitter verwelkomt namens het Parlement de heer Avraham Burg, oud-voorzitter van de Knesset en de heer Yasser Abed Rabbo, oud-minister van Voorlichting van de Palestijnse autoriteit, die op de officiële tribune hebben plaatsgenomen.

16.   Transatlantische betrekkingen (voortzetting van het debat)

Het woord wordt gevoerd door Yasmine Boudjenah, namens de GUE/NGL-Fractie, Joost Lagendijk, namens de Verts/ALE-Fractie, Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie, Ward Beysen, niet-ingeschrevene, James E.M. Elles, Johannes (Hannes) Swoboda, Pierre Jonckheer, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Caroline Lucas, Gerard Collins, namens de UEN-Fractie, Philippe Morillon, Geoffrey Van Orden, Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad) en Elmar Brok, voorzitter van de Commissie AFET.

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Elmar Brok, namens de Commissie buitenlandse zakenover de situatie van het transatlantisch partnerschap in het perspectief van de op 25/26 juni 2004 in Dublin te houden top van de EU en de VS (B5-0185/2004)

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.25 van de notulen van 22 april 2004.

17.   Situatie in Pakistan (debat)

Situatie in Pakistan (verklaringen van de Raad en de Commissie)

Verslag over het ontwerpbesluit van de Raad houdende ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan [8108/1999 — COM(1998) 357 — C5-0659/2001 — 1998/0199(CNS)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Elmar Brok (A5-0275/2004)

Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad) en Christopher Patten (lid van de Commissie) leggen de verklaringen af.

Elmar Brok leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Sarah Ludford (rapporteur voor advies van de Commissie LIBE), Ulla Margrethe Sandbæk, (rapporteur voor advies van de Commissie DEVE), John Walls Cushnahan, namens de PPE-DE-Fractie, en Johannes (Hannes) Swoboda, namens de PSE-Fractie.

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Per Gahrton, namens de Verts/ALE-Fractie, Glyn Ford, Jürgen Schröder, Catherine Guy-Quint, Richard Howitt, Charles Tannock, Dick Roche en Christopher Patten.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.24 van de notulen van 22 april 2004.

18.   Mensenrechten in de wereld in 2003 (debat)

Verslag over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2003 en het beleid van de Unie terzake [2003/2005(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Véronique De Keyser (A5-0270/2004)

Véronique De Keyser leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Christopher Patten (lid van de Commissie), Dick Roche (fungerend voorzitter van de Raad), Michael Gahler, namens de PPE-DE-Fractie, Richard Howitt, namens de PSE-Fractie, Bob van den Bos, namens de ELDR-Fractie, Yasmine Boudjenah, namens de GUE/NGL-Fractie, Matti Wuori, namens de Verts/ALE-Fractie, José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie, Ulla Margrethe Sandbæk, namens de EDD-Fractie, Philip Claeys, niet-ingeschrevene, Geoffrey Van Orden, Maj Britt Theorin, Cecilia Malmström, Alain Krivine, Alima Boumediene-Thiery, Gianfranco Dell'Alba, Stockton, Giovanni Claudio Fava, Jean-Thomas Nordmann, Nirj Deva en Michael Cashman.

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Reino Paasilinna en Dick Roche.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.26 van de notulen van 22 april 2004.

19.   Democratie, rechtsstaat, rechten van de mens en fundamentele vrijheden *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden [COM(2003) 639 — C5-0507/2003 — 2003/0250(COD)] — Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Rapporteur: Fernando Fernández Martín (A5-0279/2004)

Het woord wordt gevoerd door Poul Nielson (lid van de Commissie)

Fernando Fernández Martín leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Edward H.C. McMillan-Scott, namens de PPE-DE-Fractie, Maj Britt Theorin, namens de PSE-Fractie, Pasqualina Napoletano en Poul Nielson

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.10 van de notulen van 22 april 2004.

20.   „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 [COM(2003) 700 — C5-0548/2003 — 2003/0274(COD)] — Commissie cultuur en onderwijs.

Rapporteur: Michel Rocard (A5-0148/2004)

Het woord wordt gevoerd door Viviane Reding (lid van de Commissie)

Michel Rocard leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Doris Pack, namens de PPE-DE-Fractie, Christa Prets, namens de PSE-Fractie, Hélène Flautre, namens de Verts/ALE-Fractie, Roy Perry, Karin Junker, Ruth Hieronymi, José Vila Abelló en Viviane Reding

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.11. van de notulen van 22 april 2004.

21.   Agenda

De verslagen Lechner over het verzoek van voormalig EP-lid Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit (A5-0281/2004 en A5-0282/2004) zullen morgen in stemming worden gebracht.

22.   Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) [COM(2003) 796 — C5-0648/2003 — 2003/0307(COD)] — Commissie cultuur en onderwijs.

Rapporteur: Sabine Zissener (A5-0247/2004).

Rapporteur voor advies (art. 162 bis van het Reglement): Barbara Weiler, Commissie EMPL

Het woord wordt gevoerd door Viviane Reding (lid van de Commissie)

Sabine Zissener leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Barbara Weiler (rapporteur voor advies van de Commissie EMPL), Doris Pack, namens de PPE-DE-Fractie, Christa Prets, namens de PSE-Fractie, en Brian Crowley, namens de UEN-Fractie

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.12 van de notulen van 22 april 2004.

(De vergadering wordt om 19.05 uur onderbroken en om 21.05 uur hervat.)

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

23.   Motie van afkeuring (debat)

Motie van afkeuring, overeenkomstig artikel 34, lid 1 van het Reglement ingediend door William Abitbol, Konstantinos Alyssandrakis, Bent Hindrup Andersen, Roberta Angelilli, Bastiaan Belder, Sergio Berlato, Jean-Louis Bernié, Georges Berthu, Roberto Felice Bigliardo, Freddy Blak, Johannes (Hans) Blokland, Jens-Peter Bonde, Graham H. Booth, Yves Butel, Martin Callanan, Mogens N.J. Camre, Marco Cappato, Isabelle Caullery, Paul Marie Coûteaux, Thierry de La Perriere, Marianne Eriksson, Alain Esclopé, Nigel Paul Farage, Pernille Frahm, Per Gahrton, Robert Goodwill, Gerhard Hager, Daniel J. Hannan, Christopher Heaton-Harris, Roger Helmer, Ole Krarup, Alain Krivine, Efstratios Korakas, Hans Kronberger, Florence Kuntz, Caroline Lucas, Jean-Charles Marchiani, Hans-Peter Martin, Miquel Mayol i Raynal, Patricia McKenna, Erik Meijer, Cristiana Muscardini, James Nicholson, Mauro Nobilia, Charles Pasqua, Ioannis Patakis, Michel Raymond, Lennart Sacrédeus, Jean Saint-Josse, Ulla Margrethe Sandbæk, Michel-Ange Scarbonchi, Herman Schmid, Inger Schörling, Esko Olavi Seppänen, Jonas Sjöstedt, Dominique F.C. Souchet, Francesco Enrico Speroni, David Sumberg, Nicole Thomas-Mauro, Jeffrey William Titford, Maurizio Turco, Roseline Vachetta, Rijk van Dam, Alexandre Varaut en Theresa Villiers, jegens de Commissie van de Europese Gemeenschappen (B5-0189/2004).

De Voorzitter deelt mede dat Mario Borghezio, Gian Paolo Gobbo en Franz Turchi de motie van afkeuring eveneens hebben ondertekend en dat Cristiana Muscardini haar handtekening onder de motie heeft ingetrokken, waardoor het definitieve aantal handtekeningen thans 67 bedraagt.

Het woord wordt gevoerd door Christopher Heaton-Harris, medeondertekenaar van de motie, Viviane Reding (lid van de Commissie), Françoise Grossetête, namens de PPE-DE-Fractie, Helmut Kuhne, namens de PSE-Fractie, Pierre Jonckheer, namens de Verts/ALE-Fractie, Mogens N.J. Camre, namens de UEN-Fractie, en Jens-Peter Bonde, namens de EDD-Fractie, die ook wijst op de druk die op de leden zou zijn uitgeoefend om de motie niet te ondertekenen, en Georges Berthu, niet-ingeschrevene.

VOORZITTER: Raimon OBIOLS I GERMÀ

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door María Antonia Avilés Perea, Pasqualina Napoletano, Per Gahrton, Roberta Angelilli, William Abitbol en Mario Borghezio.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 8.1 van de notulen van 4 mei 2004.

24.   Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** III — Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** III — Interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem *** III — Europees Spoorwegbureau *** III (debat)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap [PE-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004 — 2002/0025(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Georg Jarzembowski (A5-0242/2004)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering („spoorwegveiligheidsrichtlijn”) [PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004 — 2002/0022(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Dirk Sterckx (A5-0245/2004)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem [PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004 — 2002/0023(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Sylviane H. Ainardi (A5-0243/2004)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlament en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau („Spoorwegbureauverordening”) [PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004 — 2002/0024(COD)] — Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Gilles Savary (A5-0244/2004)

Het woord wordt gevoerd door Viviane Reding (lid van de Commissie).

Georg Jarzembowski leidt zijn verslag in (A5-0242/2004).

Samuli Pohjamo (ter vervanging van de rapporteur) leidt zijn verslag in (A5-0245/2004).

Sylviane H. Ainardi leidt haar verslag in (A5-0243/2004).

Gilles Savary leidt zijn verslag in (A5-0244/2004).

Het woord wordt gevoerd door Charlotte Cederschiöld, namens de PPE-DE-Fractie, Johannes (Hannes) Swoboda, namens de PSE-Fractie, Gérard Caudron, namens de GUE/NGL-Fractie, Luís Queiró, namens de UEN-Fractie, en Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie.

VOORZITTER: Alejo VIDAL-QUADRAS ROCA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Giorgio Lisi en Sérgio Ribeiro.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punten 7.5 t/m 7.8 van de notulen van 22 april 2004.

25.   Midden- en kleinbedrijf *** I (2001-2005) (debat)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) [COM(2003) 758 — C5-0628/2003 — 2003/0292(COD)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Paul Rübig (A5-0237/2004)

Het woord wordt gevoerd door Viviane Reding (lid van de Commissie).

Paul Rübig leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Elizabeth Montfort, namens de PPE-DE-Fractie, en Paul Rübig.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.13 van de notulen van 22 april 2004.

26.   Digitale inhoud in Europa *** I (debat)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa [COM(2004) 96 — C5-0082/2004 — 2004/0025(COD)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: W.G. van Velzen (A5-0235/2004)

W.G. van Velzen leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Viviane Reding (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Neena Gill, namens de PSE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.14 van de notulen van 22 april 2004.

27.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 344.162/OJJE).

28.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 23.05 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Alonso José Puerta

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Abitbol, Adam, Aguiriano Nalda, Nuala Ahern, Ainardi, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Bergaz Conesa, Berger, Bernié, Berthu, Beysen, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Bonino, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, Borghezio, van den Bos, Boselli, Boudjenah, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Breyer, Brie, Brienza, Brok, Brunetta, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Calò, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cappato, Cardoso, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Cederschiöld, Cercas, Cerdeira Morterero, Cesaro, Ceyhun, Chichester, Chountis, Claeys, Clegg, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Cossutta, Paolo Costa, Cox, Crowley, Cushnahan, van Dam, Daul, Davies, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Della Vedova, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Di Pietro, Doorn, Dover, Doyle, Dührkop Dührkop, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Duthu, Dybkjær, Ebner, Echerer, El Khadraoui, Elles, Eriksson, Esclopé, Jillian Evans, Robert J.E. Evans, Färm, Farage, Fatuzzo, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferrández Lezaun, Ferreira, Ferrer, Ferri, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Galeote Quecedo, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garot, Garriga Polledo, de Gaulle, Gawronski, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Gouveia, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Hoff, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, Hughes, Huhne, van Hulten, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jean-Pierre, Jeggle, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Kaldi, Karamanou, Karas, Karlsson, Kastler, Katiforis, Kaufmann, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kronberger, Kuckelkorn, Kuhne, Kuntz, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lavarra, Lechner, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lisi, Lombardo, Lucas, Ludford, Lulling, Lund, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McCartin, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Malliori, Malmström, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marinos, Markov, Marques, Marset Campos, Martelli, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martínez Martínez, Mastella, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Menéndez del Valle, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Modrow, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Morgan, Morgantini, Morillon, Müller, Mulder, Muscardini, Musotto, Mussa, Musumeci, Myller, Naïr, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Nisticò, Nobilia, Nogueira Román, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, O'Toole, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Pannella, Papayannakis, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Pirker, Piscarreta, Pittella, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Procacci, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Read, Redondo Jiménez, Ribeiro, Ribeiro e Castro, Riis-Jørgensen, Rocard, Rod, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Rousseaux, Rovsing, Rübig, Rühle, Ruffolo, Rutelli, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandberg-Fries, Sandbæk, Sanders-ten Holte, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scallon, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schroedter, Schwaiger, Segni, Seppänen, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sörensen, Sommer, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Sousa Pinto, Speroni, Staes, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Terrón i Cusí, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Tsatsos, Turchi, Turmes, Twinn, Uca, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varaut, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vattimo, van Velzen, Vermeer, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vinci, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wyn, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimeray, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen

Waarnemers

A.Nagy, Azzopardi, Bagó, Bastys, Bauer, Beneš, Berg, Biela, Bonnici, Christoforou, Chronowski, Zbigniew Chrzanowski, Ciemniak, Cybulski, de Marco, Demetriou, Drzęźla, Ékes, Fajmon, Fazakas, Filipek, Gadzinowski, Gałażewski, Germič, Golde, Genowefa Grabowska, Gruber, Grzebisz-Nowicka, Hegyi, Heriban, Ilves, Kamiński, Kāposts, Kelemen, Kļaviņš, Kłopotek, Klukowski, Kósėné Kovács, Kowalska, Kriščiūnas, Daniel Kroupa, Kubica, Kubovič, Kuzmickas, Kvietkauskas, Laar, Landsbergis, Liberadzki, Libicki, Lisak, Lydeka, Łyżwiński, Maldeikis, Mallotová, Manninger, Matsakis, Őry, Palečková, Pieniążek, Plokšto, Podgórski, Pospíšil, Protasiewicz, Pusz, Janno Reiljan, Rutkowski, Šlesere, Smorawiński, Surján, Svoboda, Szabó, Szájer, Szczygło, Tabajdi, Tomczak, Vaculķk, Vadai, Valys, George Varnava, Vastagh, Vella, Vėsaitė, Widuch, Wittbrodt, Żenkiewicz, Žiak


BIJLAGE I

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Vergaderrooster van het Europees Parlement 2005 *

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

vergaderperiode van juli

1

PPE-DE

ES

208, 301, 33

volledige vergaderperiode

2

PPE-DE

ES

212, 307, 23

2.   Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens *

Verslag: BOOGERD-QUAAK (A5-0271/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

raadpleging van het Hof van Justitie

ES

+

276, 260, 13

3.   Goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) *** I

Verslag: GARGANI (A5-0250/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

492, 4, 20

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

4.   Leven van vissen in zoet water (gecodificeerde versie) *** I

Verslag: GARGANI (A5-0252/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

5.   Motorvoertuigen (verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen) ***

Verslag: BERENGUER FUSTER (A5-0238/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

6.   Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik ***

Verslag: BERENGUER FUSTER (A5-0240/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

7.   Goedkeuring van banden (rolgeluid) ***

Verslag: BERENGUER FUSTER (A5-0239/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

8.   Wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast *

Verslag: DAUL (A5-0231/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

9.   Gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's *

Verslag: RANDZIO-PLATH (A5-0276/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

10.   Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector *** I

Verslag: SANDERS-TEN HOLTE (A5-0241/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

11.   Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik *

Verslag: MAATEN (A5-0226/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

12.   Vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, kastanjepasta *

Verslag: JACKSON (A5-0251/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

13.   Kwijting 2002: gedecentraliseerde agentschappen

Verslag: MULDER (A5-0212/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

14.   Kwijting 2002: EGKS

Verslag: RÜHLE (A5-0201/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

15.   Ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet *** II

Aanbeveling voor de tweede lezing: BRADBOURN (A5-0278/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

art 1

4

Verts/ALE

 

 

bijlage

1/rev

Verts/ALE ea

HS

181, 309, 19

6

GUE/NGL

 

 

5

Verts/ALE

 

 

2

Verts/ALE

HS

50, 455, 20

3

Verts/ALE ea

HS

51, 446, 26

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 1, 2, 3

16.   Structuur van landbouwbedrijven na de uitbreiding *** I

Verslag: BÖGE (A5-0194/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-5

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

17.   Het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) *** I

Verslag: JACKSON (A5-0137/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

tekst in zijn geheel

blok 1

5 fracties

 

+

 

blok 2

commissie

 

 

begroting

9

commissie

HS

91, 423, 7

21

5 fracties

as

+

 

compromis

blok 3

commissie

 

+

 

comitologie

12

commissie

 

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Blok 1 = am 14 tot 20 en 22 (PPE/DE, PSE, ELDR, Verts/ALE en GUE/NGL)

blok 2 = am 1 tot 4, 8 en 13 (ENVI)

blok 3 = am 5, 6, 7, 10 en 11 (ENVI)

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 9

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: am 21

Diversen

De Verts/ALE-Fractie heeft amendement 21 niet ondertekend.

18.   Overeenkomst EG/VS over PNR-gegevens *

Verslag: BOOGERD-QUAAK (A5-0271/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

terugverwezen naar: de commissie

ES

+

299, 218, 6

De Rapporteur heeft namens de ELDR-fractie om terugverwijzing naar de commissie verzocht (artikel 144 van het Reglement).

19.   Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen *

Verslag: ANGELLILI (A5-0229/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-6

8-12

14-18

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — aparte stemming

13

commissie

HS

+

262, 260, 4

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Amendement 7 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement)

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 13

De UEN-Fractie heeft haar verzoek om hoofdelijke stemming over de wetgevingsresolutie ingetrokken.

20.   Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving *

Verslag: CEYHUN (A5-0248/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1

3-8

11-27

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

2

commissie

as

+

 

9

commissie

as

+

 

10

commissie

as/ES

+

274, 224, 8

28

commissie

as

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

ES

+

273, 225, 6

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 2, 9, 10, 28

21.   Kwijting 2002: algemene begroting, afdeling III

Verslag: BAYONA DE PEROGORDO (A5-0200/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpbesluit — kwijting

Stemming: ontwerpbesluit

HS

+

442, 69, 4

ontwerpbesluit — afsluiting van de rekeningen

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

§ 2

9S

PPE-DE

 

 

1

PSE

 

+

 

na § 2

10

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 13, streepje 4

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1/HS

+

495, 7,3

2/HS

+

306, 175, 13

§ 15

2S

PSE

 

+

 

13

ELDR

 

 

§ 29

3

PSE

 

+

 

§ 33

14

ELDR

 

+

 

4

PSE

 

 

§ 61

8

PSE

HS

+

414, 91, 5

15

PPE-DE

 

 

§ 65

17

PPE-DE

 

+

 

na § 65

16

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 66

12

PPE-DE

ES

+

298, 189, 9

na § 66

18

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 68

19

ELDR

 

+

 

§ 71

5

PSE

ES

+

412, 59, 7

§ 90

6S

PSE

HS

167, 338, 4

11

PPE-DE

HS

+

275, 231, 4

§ 117

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

426, 81, 9

§ 154

7

PSE

 

+

 

Stemming: ontwerpresolutie (als geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 6, 11 en § 13

EDD: § 117, stemming over het ontwerpkwijtingsbesluit

GUE/NGL: am 8

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

§ 13, streepje 4

1ste deel: t/m „GLB-verrichtingen” (4.13) (4.13),

2de deel: de rest

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft haar amendementen 10, 16 en 18 ingetrokken.

22.   Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds

Verslag: SJÖSTEDT (A5-0183/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpbesluit — kwijting

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpbesluit — afsluiting van de rekeningen

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

23.   Kwijting 2002: afdelingen II, IV, V, VI, VII en VIII van de algemene begroting

Verslag: STAUNER (A5-0228/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Afdeling II — Raad

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Afdeling IV — Hof van Justitie

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

§ 15

2S

PPE-DE

 

 

3

ELDR

ES

+

277, 190, 34

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Afdeking V — Rekenkamer

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

§ 45

4

ELDR

ES

+

279, 196, 12

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Afdeling VI — Economisch en sociaal comité

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Afdeling VII — Comité van de regio's

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

§ 10

1S

PSE

ES

163, 316, 9

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Afdeling VIII — Europese ombudsman

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Amendement 5 is geannuleerd

24.   Kwijting 2002: afdeling I van de algemene begroting

Verslag: VAN HULTEN (A5-0218/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpbesluit

Stemming: ontwerpbesluit

 

+

 

ontwerpresolutie

§ 23

7

PSE

ES

+

280, 171, 39

§ 31

13S

PPE-DE

ES

+

254, 225, 9

§ 32

36

ELDR

 

+

 

§ 48

37S

ELDR

ES

+

333, 152, 8

§ 55

8

PSE

 

 

22

PPE-DE

 

+

 

38

ELDR

 

 

§ 56

23

PPE-DE

so

 

 

1

+

 

2/VE

225, 273, 5

9

PSE

ES

202, 281, 17

§ 57

24

PPE-DE

ES

+

249, 242, 8

§ 58

10S=

25S=

PSE

PPE-DE

 

+

 

na § 58

39

ELDR

HS

+

380, 119, 10

40

ELDR

HS

+

336, 138, 28

1/rev =5

=28 =

EDD

Verts/ALE

GUE/NGL

 

 

2/rev

EDD

HS

157, 299, 38

§ 59

21

PPE-DE

ES

196, 286, 6

§

oorspronkelijke tekst

so/HS

 

 

1

+

292, 193, 8

2

+

267, 226, 5

§ 60

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 61

26S

PPE-DE

ES

230, 270, 3

§ 62

41S

ELDR

 

 

§ 64

15S

PPE-DE

 

+

 

11S

PSE

 

 

42

ELDR

 

 

na § 64

3/rev =6

EDD

Verts/ALE

HS

208, 281, 21

4/rev

EDD

HS

172, 323, 10

§ 65

27S

PPE-DE

 

Ing.

 

43

ELDR

ES

203, 294, 12

12

PSE

 

+

 

33

GUE/NGL

HS

195, 275, 45

na § 65

35

GUE/NGL

HS

99, 355, 53

34

GUE/NGL

so

 

 

1/HS

151, 320, 39

2

 

44

ELDR

HS

+

351, 146, 18

§ 67

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

295, 190, 12

§ 68

14S

PPE-DE

ES

213, 278, 13

na § 68

29

GUE/NGL

 

 

30

GUE/NGL

 

 

31

GUE/NGL

 

 

32

GUE/NGL

 

 

§ 69

16S

PPE-DE

HS

+

260, 231, 14

§ 70

17S

PPE-DE

HS

+

265, 233, 12

§ 71

18S

PPE-DE

HS

+

275, 223, 16

§ 72

19S

PPE-DE

HS

+

276, 224, 17

§ 73

20

PPE-DE

HS

+

271, 223, 21

§ 74

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

436, 34, 48

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 16S, 17S, 18S, 19S, 20

ELDR: am 18S, 19S, 20, 27S [ingetrokken], 39, 40, 44

GUE/NGL: am 3/rev/6, 4, 20, 33, 34, 35 en eindstemming

EDD: am 2/rev, 3/rev, 4/rev

M. van Hulten ea: am 16S, 17S, 18S, 19S, 20, eindstemming

M. Nassauer ea: am 39, 40

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: § 67

PSE: § 74

ELDR: § 60

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 23

1ste deel: t/m „behandeling te waarborgen”

2de deel: de schrapping (van de originele tekst)

am 34

1ste deel: t/m „Straatsburg”

2de deel: de rest

§ 59

1ste deel: t/m „strikt wordt nageleefd”

2de deel: de rest

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft amendement 27S ingetrokken.

25.   Vennootschapsrecht en corporate governance

Verslag: GHILARDOTTI (A5-0253/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 4

2

PSE

 

+

 

na § 15

1

PSE

 

+

 

na § 17

3

PSE

 

+

 

§ 21

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

360, 112, 23

na § 23

11

PPE-DE

 

+

 

§ 24

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

249, 205, 10

na § 31

4

PSE

 

+

 

§ 44

5

PSE

 

 

na § 44

6

PSE

 

+

 

§ 45

7

PSE

 

+

 

overw E

8

PSE

 

+

 

na overw F

9

PSE

 

 

na overw H

10

PSE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: § 21

PSE: §§ 21, 24

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: § 21

UEN: § 21

GUE/NGL: § 21

26.   Cyprus

Ontwerpresolutie: B5-0188/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie B5-0188/2004(Commissie AFET)

§ 2

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

399, 34, 16

§ 3

7

PSE

 

+

 

na § 4

12

GUE/NGL

ES

175, 279, 12

§ 5

8

PSE

 

+

 

§ 6

9

PSE

 

+

 

13

GUE/NGL

 

 

na § 9

3

PPE-DE

 

 

§ 10

4S

PPE-DE

HS

67, 417, 19

14

GUE/NGL

 

 

na § 10

5

PPE-DE

 

 

6

PPE-DE

HS

61, 399, 42

§ 11

15

GUE/NGL

HS

59, 431, 7

§

oorspronkelijke tekst

HS

+

439, 46, 15

§ 12

10

PSE

 

+

 

§ 13

11

PSE

 

+

 

na § 14

1

Verts/ALE

 

 

2

Verts/ALE

 

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

422, 30, 47

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE eindstemming

Verts/ALE §§ 2, 11, eindstemming

GUE/NGL am 4, 6, 15, § 11 en eindstemming

27.   Betalingen binnen de interne markt

Verslag: RADWAN (A5-0192/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 4

1

PPE-DE

ES

+

246, 217, 13

5

PSE + PPE-DE

so/HS

 

 

1

+

433, 17, 42

2

+

304, 147, 40

6

PSE + PPE-DE

HS

+

489, 7,5

§ 6

7

PSE + PPE-DE

 

+

 

§

oorspronkelijke tekst

as

 

§ 8

8

PSE + PPE-DE

 

+

 

§ 12

9

PSE + PPE-DE

 

+

 

§ 13

2

GUE/NGL

so

 

 

1

+

 

2

 

§ 14

3

GUE/NGL

 

 

§ 17

10

PSE + PPE-DE

 

+

 

 

4

GUE/NGL

 

 

na § 20

11

PSE + PPE-DE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE am 5, 6

Verzoeken om aparte stemming

PSE § 6

Verzoeken om stemming in onderdelen

am 2

1ste deel: t/m „gemakkelijker te maken”

2de deel: rest

PSE

am 5

1ste deel: t/m „richtlijnen boven verordeningen”

2de deel: rest

28.   Milieugericht levenscyclusconcept

Verslag: WIJKMAN (A5-0261/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

16

Verts/ALE

 

 

2

FLORENZ ea

 

 

3

PPE-DE

 

+

 

na § 3

4

PPE-DE

 

+

 

§4, alinea c)

17

Verts/ALE

 

 

§ 4, alinea e)

18

Verts/ALE

 

+

 

§ 5

19

Verts/ALE

HS

90, 384, 7

§ 8, alinea g)

20

Verts/ALE

ES

+

289, 178, 4

na § 11

1

PSE

 

+

mondeling gewijzigd

§ 13

21

Verts/ALE

ES

+

274, 185, 2

§ 14

5

PPE-DE

 

+

 

§ 15

22

Verts/ALE

 

 

6

PPE-DE

 

+

 

§ 16

7

PPE-DE

HS

+

256, 225, 6

na § 17

23

Verts/ALE

ES

+

325, 146, 3

§ 18

8S

PPE-DE

ES

+

247, 231, 2

na § 20

24

Verts/ALE

HS

+

327, 158, 7

overw A

10

Verts/ALE

 

+

 

overw F

11

Verts/ALE

 

 

overw H

12

Verts/ALE

 

 

overw I

13

Verts/ALE

HS

89, 389, 7

overw J

14

Verts/ALE

so

 

als toevoeging

1

+

 

2

 

overw K

15

Verts/ALE

HS

230, 257, 5

overw O

9

PPE-DE

ES

+

256, 222, 4

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

428, 39, 12

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

Verts/ALE: am 7, 13, 15, 19, 24

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 14

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „in de zeer nabije toekomst”

2de deel: deze woorden

Diversen

deze woorden

am 1: 11 bis. dringt erop aan dat de Commissie ter bevordering van de consumptie van milieuvriendelijke producten de lidstaten aanmoedigt verschillende stimulerende maatregelen in overweging te nemen, zoals verlaagde belastingen, kortingen enz

am 14: gehele tekst behalve de woorden „in de zeer nabije toekomst” dienst als toevoeging te worden beschouwd.

29.   Veiligheid op zee

Verslag: STERCKX (A5-0257/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 3

10

Verts/ALE + PSE

HS

+

282, 173, 4

§ 4

11

Verts/ALE + PSE

HS

+

261, 222, 8

na § 4

12

Verts/ALE + PSE

HS

+

314, 165, 10

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

 

na § 7

9

Verts/ALE + PSE

so

 

 

1

+

 

2/HS

220, 231, 30

3

 

23

Verts/ALE

 

 

na § 10

24

Verts/ALE

 

 

§ 13

26

ELDR

 

+

 

§

oorspronkelijke tekst

 

 

na § 13

3

GUE/NGL

HS

196, 277, 14

na § 18

25

Verts/ALE

 

 

§ 20

15

Verts/ALE

 

 

na § 22

16

Verts/ALE

HS

146, 335, 1

na § 30

14

Verts/ALE + PSE

HS

232, 236, 13

§ 34

4

GUE/NGL

HS

+

269, 207, 3

§ 39

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

262, 180, 7

na § 39

17

Verts/ALE

 

 

na § 40

5

GUE/NGL

HS

+

265, 203, 10

6

GUE/NGL

 

 

§ 41

8

Verts/ALE + PSE

 

+

 

na § 47

18

Verts/ALE

HS

+

252, 212, 11

na § 49

13

Verts/ALE + PSE

HS

+

272, 195, 9

19

Verts/ALE

HS

+

271, 197, 7

§ 50

1

PPE-DE

so

 

 

1/HS

201, 254, 14

2/HS

197, 261, 14

§

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1/HS

+

257, 201, 6

2/HS

82, 370, 6

§ 51

2

PPE-DE

HS

+

236, 98, 124

§

oorspronkelijke tekst

 

 

na § 53

20

Verts/ALE

 

 

na § 56

21

Verts/ALE

HS

152, 314, 3

na overw H

22

Verts/ALE

 

 

overw K

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

434, 24, 5

na overw L

7

Verts/ALE + PSE

ES

+

248, 199, 9

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

396, 24, 13

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: overw K, §§ 13, 39, 50, am 1, 2, 19

PSE: eindstemming

ELDR: eindstemming

GUE/NGL: am 3, 4, 5, 13, 16, 18

Verts/ALE: amendement 10, 11, 12, 14, 19, 21 en eindstemming

Mevrouw Foster ea: am 9 (2de deel)

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

§ 50

1ste deel: t/m „de getroffen visserijsector”

2de deel: rest

ELDR

am 1

1ste deel: t/m „de getroffen visserijsector”

2de deel: schrapping van de rest van de originele tekst

§ 7

1ste deel: t/m „voorop dient te staan”

2de deel: rest

PSE, ELDR, Mevrouw Foster ea

am 9

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „invoering van een communautaire vlag en” en „goedkope vlaggen en”

2de deel: de woorden „invoering van een communautaire vlag en”

3de deel: de woorden „goedkope vlaggen en”


BIJLAGE I

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Verslag Gargani A5-0250/2004

Voor: 492

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 4

EDD: Booth, Farage, Titford

PPE-DE: Fiori

Onthoudingen: 20

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller, Patakis

NI: Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Stirbois

PSE: Valenciano Martínez-Orozco

2.   Aanbeveling Bradbourn A5-0278/2004

Voor: 181

EDD: Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Attwooll, Calò, Clegg, Davies, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Ludford, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Bowis

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Cerdeira Morterero, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Gröner, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Lage, Lavarra, Lund, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rocard, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 309

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, De Clercq, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Herzog

NI: Berthu, Beysen, Garaud, Hager, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Berger, Bowe, Cashman, Ceyhun, Corbett, Dehousse, Duin, Evans Robert J.E., Gebhardt, Gill, Glante, Görlach, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, Hughes, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, Morgan, Müller, O'Toole, Piecyk, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Stihler, Stockmann, Titley, Walter, Whitehead, Wiersma, Wynn

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 19

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Stirbois

PSE: Bösch, Goebbels, Schulz, Swoboda, Volcic

Verts/ALE: Ferrández Lezaun, Nogueira Román

3.   Aanbeveling Bradbourn A5-0278/2004

Voor: 50

ELDR: Calò, Di Pietro

GUE/NGL: Meijer

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Karas, Pirker, Posselt, Rack, Rübig, Wijkman

PSE: Dhaene, Scheele, Swoboda

UEN: Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 455

EDD: Belder, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 20

EDD: Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Papayannakis

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Schierhuber

PSE: Berger, Bösch

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

4.   Aanbeveling Bradbourn A5-0278/2004

Voor: 51

EDD: Bonde, Sandbæk

ELDR: Calò, Di Pietro

GUE/NGL: Meijer

PSE: Désir, Dhaene, Fava, Lavarra, Napoletano, Paciotti, Pittella, Ruffolo, Vattimo

UEN: Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 446

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 26

EDD: Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Papayannakis

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Stirbois

PPE-DE: Lisi, Tajani

PSE: Bösch, Scheele, Schulz, Swoboda, Volcic

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

5.   Verslag Jackson A5-0137/2004

Voor: 91

ELDR: Dybkjær, Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: De Rossa, Dhaene, Karamanou, Katiforis, Miranda de Lage, Myller, Obiols i Germà, Pérez Royo, Weiler, Wiersma

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 423

EDD: Abitbol, Bernié, Bonde, Booth, Butel, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Moraes, Morgan, Müller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Boogerd-Quaak

NI: Borghezio, Della Vedova, Souchet

6.   Verslag Angelilli A5-0229/2004

Voor: 262

EDD: Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Fatuzzo, Méndez de Vigo

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Breyer

Tegen: 260

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Maaten

GUE/NGL: Blak, Eriksson, Frahm, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

EDD: Booth, Farage, Titford

GUE/NGL: Schröder Ilka

7.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 442

EDD: Booth, Farage, Mathieu, Titford

ELDR: André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 69

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Meijer

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kirkhope, Klamt, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Sommer, Stauner, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

UEN: Camre, Caullery, Marchiani, Mussa, Pasqua, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Lucas, McKenna

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Krivine

PPE-DE: Rack

UEN: Angelilli, Musumeci

8.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 495

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Uca

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Claeys, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lucas, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 7

NI: de La Perriere, Varaut

PPE-DE: Bremmer, Pastorelli

UEN: Muscardini, Musumeci

Verts/ALE: Lannoye

Onthoudingen: 3

GUE/NGL: Krivine, Vachetta

NI: Borghezio

9.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 306

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Claeys, Della Vedova, Dillen, de Gaulle, Gollnisch, Lang, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Atkins, Balfe, Berend, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Chichester, Corrie, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kirkhope, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Stevenson, Sturdy, Tannock, Van Orden

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Muscardini, Musumeci

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 175

EDD: Mathieu

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni

Onthoudingen: 13

EDD: Abitbol

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Souchet

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Thomas-Mauro

10.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 414

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Naïr

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Frassoni

Tegen: 91

EDD: Abitbol, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

PPE-DE: Callanan, Goodwill, Hannan, Heaton-Harris, Montfort, Nicholson, Twinn, Villiers

PSE: Bösch, Prets, Swoboda

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Marchiani, Mussa, Musumeci, Pasqua, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Krivine, Vachetta

NI: Borghezio

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Gahrton

11.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 167

EDD: Booth, Farage, Titford

PPE-DE: Callanan, Goodwill, Hannan, Heaton-Harris, Nicholson, Stockton, Villiers, Wieland

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Wiersma, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 338

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bösch, Bowe, Cashman, Dehousse, Evans Robert J.E., Ford, Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, O'Toole, Paasilinna, Prets, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Swoboda, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: McKenna, Schörling

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Krivine, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Bullmann

12.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 275

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Costa Paolo

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Berès, Bowe, Casaca, Cashman, Dehousse, Evans Robert J.E., Ford, Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, Kinnock, McAvan, McCarthy, McNally, Marinho, Martin David W., Miller, Moraes, Morgan, O'Toole, Pittella, Read, Schulz, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: McKenna

Tegen: 231

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Varaut

PPE-DE: Schnellhardt

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, Malliori, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Krivine, Vachetta

Verts/ALE: Gahrton, Lucas

13.   Verslag Bayona De Perogordo A5-0200/2004

Voor: 426

EDD: Bonde, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Schröder Ilka, Sylla, Uca

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain, Queiró

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 81

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Alyssandrakis, Blak, Frahm, Korakas, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Inglewood, Jackson, Kirkhope, McMillan-Scott, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Stevenson, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister

UEN: Angelilli, Caullery, Marchiani, Mussa, Musumeci, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Gahrton

Onthoudingen: 9

ELDR: Malmström, Paulsen, Schmidt, Sørensen

GUE/NGL: Krivine, Vachetta

NI: Borghezio

PPE-DE: Wijkman

UEN: Camre

14.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 380

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Ferri, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McMillan-Scott, Mann Thomas, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Menrad, Musotto, Nassauer, Nicholson, Oomen-Ruijten, Pack, Parish, Perry, Pex, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Rübig, Sacrédeus, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Mastorakis, Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sakellariou, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 119

EDD: Mathieu

GUE/NGL: Brie, Kaufmann, Uca

NI: Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Hager, Lang, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Dell'Utri, Dimitrakopoulos, Doyle, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Graça Moura, Hernández Mollar, Herranz García, Karas, Konrad, Lisi, McCartin, Marinos, Marques, Mauro, Méndez de Vigo, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Redondo Jiménez, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schierhuber, Stenzel, Suominen, Tajani, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Wieland, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Díez González, Dührkop Dührkop, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Marinho, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Obiols i Germà, Poos, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Torres Marques, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Angelilli, Camre, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 10

EDD: Butel

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krivine, Patakis, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Adam, Rothley

15.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 336

EDD: Bernié, Bonde, Booth, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deva, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Ferri, Flemming, Foster, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, Mann Thomas, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Menrad, Nassauer, Nicholson, Oomen-Ruijten, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rübig, Sacrédeus, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Prets, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Sakellariou, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 138

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

GUE/NGL: Bakopoulos

NI: Hager, de La Perriere

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bourlanges, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doyle, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Fourtou, Galeote Quecedo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Lisi, McCartin, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Méndez de Vigo, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Piscarreta, Podestà, Redondo Jiménez, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Stockton, Sudre, Tajani, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, De Keyser, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Garot, Ghilardotti, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Napoletano, Obiols i Germà, Patrie, Poignant, Poos, Rocard, Roure, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Zimeray, Zorba

UEN: Angelilli, Musumeci, Queiró, Ribeiro e Castro

Onthoudingen: 28

EDD: Butel

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Borghezio, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Montfort, Posselt

PSE: Adam, Campos, Ferreira, Lage, Rothley, Swiebel, Vairinhos

UEN: Andrews, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ó Neachtain, Pasqua, Segni, Thomas-Mauro

16.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 157

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Plooij-van Gorsel, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Brie, Caudron, Fiebiger, Kaufmann, Manisco, Markov, Meijer, Uca

NI: Berthu, Borghezio, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deprez, Deva, Dover, Elles, Foster, Gahler, Glase, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Inglewood, Jackson, Jeggle, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Langen, Langenhagen, Lechner, Liese, Maat, McMillan-Scott, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Parish, Perry, Pex, Purvis, Sacrédeus, Schnellhardt, Stenmarck, Stevenson, Sturdy, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister, Wijkman, Xarchakos, Zissener

PSE: Andersson, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, El Khadraoui, Färm, van Hulten, Mendiluce Pereiro, Prets, Scheele, Theorin, Thorning-Schmidt, Van Lancker, Watts, Wiersma

UEN: Hyland, Ó Neachtain

Verts/ALE: Duthu, Echerer, Evans Jillian, Gahrton, Lucas, de Roo, Staes, Voggenhuber

Tegen: 299

EDD: Mathieu

ELDR: Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Sørensen, Väyrynen

NI: Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Hager, Lang, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Karas, Klamt, Klaß, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Lehne, Lisi, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Whitehead, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Marchiani, Muscardini, Mussa, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Cohn-Bendit, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Turmes, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 38

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Krivine, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Sjöstedt, Sylla, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Lulling

PSE: Lund, Rothley, Swoboda, Vairinhos

UEN: Andrews, Camre, Collins, Fitzsimons, Musumeci, Thomas-Mauro

17.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 208

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Deprez, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Maat, McMillan-Scott, Matikainen-Kallström, Musotto, Nicholson, Oomen-Ruijten, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Santini, Scallon, Smet, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wijkman

PSE: Andersson, van den Berg, Berger, Bösch, van den Burg, Casaca, Corbey, De Keyser, Dhaene, El Khadraoui, Färm, Hedkvist Petersen, van Hulten, Lund, Myller, Prets, Scheele, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Van Lancker, Wiersma

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 281

EDD: Mathieu

ELDR: Flesch, Pohjamo

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Bowe, Campos, Carlotti, Carnero González, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Duthu

Onthoudingen: 21

EDD: Butel

ELDR: Väyrynen

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krivine, Patakis, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, Stirbois

PSE: Marinho

UEN: Angelilli, Camre, Marchiani, Mussa, Pasqua, Thomas-Mauro

18.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 172

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, Huhne, Jensen, Malmström, Monsonís Domingo, Olsson, Plooij-van Gorsel, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Sanders-ten Holte, Sørensen, Thors, Vermeer

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Sjöstedt, Sylla, Vachetta

NI: Berthu, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Deprez, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Ferri, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Matikainen-Kallström, Nicholson, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Corbey, De Keyser, Dhaene, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Lavarra, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, Morgan, Myller, O'Toole, Pittella, Prets, Read, Scheele, Simpson, Skinner, Stihler, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Van Lancker, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain

Verts/ALE: Ahern, Buitenweg, Gahrton, Lucas, Morera Català, Nogueira Román, de Roo, Staes

Tegen: 323

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Calò, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Ludford, Maaten, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Boudjenah, Brie, Fiebiger, Kaufmann, Korakas, Uca

NI: Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Hager, Lang, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Färm, Fava, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Malliori, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Zimeray, Zorba

UEN: Marchiani, Mussa, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Turmes, Voggenhuber, Wyn

Onthoudingen: 10

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krivine

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Marinho, Zrihen

UEN: Camre, Musumeci

Verts/ALE: Mayol i Raynal, Wuori

19.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 195

EDD: Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Varaut

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bébéar, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Fatuzzo, Foster, Fourtou, Goodwill, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Lamassoure, Maat, McMillan-Scott, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Parish, Perry, Pex, Pronk, Provan, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Schaffner, Schleicher, Smet, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto

PSE: Andersson, van den Berg, van den Burg, Corbey, De Keyser, Dhaene, El Khadraoui, Färm, Hedkvist Petersen, van Hulten, Lange, Lund, Paasilinna, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Van Lancker, Wiersma

UEN: Andrews, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

Verts/ALE: Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Jonckheer, Lucas, Schörling, Staes

Tegen: 275

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Mathieu

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Bakopoulos

NI: Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Dell'Utri, Dimitrakopoulos, Doyle, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santini, Sartori, Scallon, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wynn, Zimeray, Zorba

UEN: Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf

Onthoudingen: 45

NI: Berthu, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Wijkman

PSE: Marinho, Rothley

UEN: Angelilli

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Voggenhuber, Wuori, Wyn

20.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 99

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Bonde, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Busk, Costa Paolo, Davies, Dybkjær, Flesch, Jensen, Malmström, Olsson, Paulsen, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sørensen, Thors

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Grosch, Kauppi, Maat, Matikainen-Kallström, Smet, Thyssen

PSE: Andersson, van den Burg, Corbey, De Keyser, Dhaene, El Khadraoui, Färm, Ford, Hedkvist Petersen, van Hulten, Lange, Lund, Morgan, Myller, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Van Lancker, Wiersma

UEN: Camre

Verts/ALE: Breyer, Buitenweg, Echerer, Ferrández Lezaun, Jonckheer, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Rod, Staes, Turmes, Wuori

Tegen: 355

EDD: Bernié, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Calò, Clegg, De Clercq, Duff, Huhne, Ludford, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bakopoulos, Kaufmann

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Evans Robert J.E., Fava, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lavarra, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Terrón i Cusí, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wynn, Zimeray, Zorba

UEN: Angelilli, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf

Onthoudingen: 53

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Patakis, Schröder Ilka

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Callanan, De Veyrac, Goodwill, Hannan, Heaton-Harris, Helmer, McMillan-Scott, Nicholson

PSE: van den Berg, Marinho, Rothley, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Duthu, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Lagendijk, Lambert, McKenna, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Voggenhuber, Wyn

21.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 151

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Boogerd-Quaak, Busk, Dybkjær, Jensen, Malmström, Paulsen, Riis-Jørgensen, Schmidt, Sørensen, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Fiori, Kauppi, Korhola, Matikainen-Kallström

PSE: Adam, Andersson, van den Berg, Bowe, van den Burg, Cashman, Corbett, Corbey, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Gill, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Kinnock, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, Martin David W., Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Myller, O'Toole, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Lagendijk, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 320

EDD: Bernié, Butel, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, van den Bos, Calò, Clegg, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Huhne, Ludford, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

NI: Beysen, Borghezio, Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, Berger, Bösch, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lavarra, Linkohr, McNally, Malliori, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Terrón i Cusí, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Walter, Zimeray, Zorba

UEN: Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf, Jonckheer

Onthoudingen: 39

ELDR: Davies

GUE/NGL: Boudjenah, Schröder Ilka

NI: Berthu, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Callanan, Goodwill, Grosch, Hannan, Heaton-Harris, Helmer, Maat, McMillan-Scott, Montfort, Nicholson, Parish, Smet, Thyssen

PSE: De Keyser, Marinho, Rothley

Verts/ALE: Ahern, Gahrton, Isler Béguin, Lambert, McKenna, Onesta

22.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 351

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Schmid Herman, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Berend, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Deprez, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Grosch, Hannan, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Jackson, Jeggle, Kastler, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Lulling, Maat, McMillan-Scott, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Menrad, Nassauer, Nicholson, Oomen-Ruijten, Pack, Parish, Perry, Pex, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Radwan, Sacrédeus, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Mastorakis, Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Van Lancker, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 146

EDD: Butel, Esclopé, Mathieu

ELDR: Nordmann, Olsson, Plooij-van Gorsel

GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Böge, von Boetticher, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Dimitrakopoulos, Doyle, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Liese, Lisi, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Méndez de Vigo, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Redondo Jiménez, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schnellhardt, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wieland, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Dehousse, Díez González, Izquierdo Rojo, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Terrón i Cusí, Torres Marques, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo

UEN: Queiró

Onthoudingen: 18

GUE/NGL: Ainardi, Schröder Ilka

NI: Berthu, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Montfort, Rübig

PSE: van den Berg, Marinho, Rothley, Volcic

UEN: Andrews, Collins, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

23.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 260

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Flesch, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Brie, Caudron, Fiebiger, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Korakas, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Hager, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Dimitrakopoulos, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Baltas, Berenguer Fuster, Berès, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Izquierdo Collado, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kuckelkorn, Lage, Leinen, Malliori, Marinho, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Moraes, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Rocard, Roure, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Terrón i Cusí, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Zorba

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Cohn-Bendit, Duthu, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Mayol i Raynal, Onesta, Schörling, Schroedter, Turmes

Tegen: 231

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Koulourianos, Meijer, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Uca

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Cornillet, Corrie, Deprez, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Elles, Florenz, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Martens, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oostlander, Parish, Perry, Pex, Pronk, Provan, Purvis, Sacrédeus, Smet, Stenmarck, Stevenson, Sturdy, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Lavarra, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Martínez Martínez, Miller, Morgan, Müller, Myller, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pittella, Prets, Read, Rothe, Ruffolo, Sakellariou, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Van Lancker, Vattimo, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray

UEN: Camre, Queiró

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Bouwman, Buitenweg, Evans Jillian, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Nogueira Román, de Roo, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 14

EDD: Farage

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

PSE: Aguiriano Nalda, Rapkay, Roth-Behrendt, Rothley, Volcic

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Ferrández Lezaun, Frassoni, McKenna, Morera Català

24.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 265

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Costa Paolo, Flesch, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Brie, Caudron, Fiebiger, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Hager, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Berès, Bösch, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Rocard, Roure, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Terrón i Cusí, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Volcic

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Cohn-Bendit, Duthu, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Schroedter, Turmes

Tegen: 233

EDD: Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Meijer, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deprez, Deva, Doorn, Dover, Elles, Florenz, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Martens, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oostlander, Parish, Pastorelli, Pex, Pronk, Provan, Purvis, Sacrédeus, Smet, Stenmarck, Stevenson, Sturdy, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Adam, Andersson, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Rossa, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gill, Glante, Gröner, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Junker, Karamanou, Kinnock, Krehl, Kuhne, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, Morgan, Müller, Myller, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pittella, Prets, Read, Ruffolo, Sakellariou, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Van Lancker, Vattimo, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Bouwman, Buitenweg, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Jonckheer, Lagendijk, Lucas, McKenna, Maes, Morera Català, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Schröder Ilka, Vachetta

PSE: Aguiriano Nalda, Barón Crespo, Bullmann, Roth-Behrendt, Rothley

Verts/ALE: Breyer, Echerer, Ferrández Lezaun, Lambert, Nogueira Román

25.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 275

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard, Flesch

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Brie, Caudron, Fiebiger, Fraisse, Herzog, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Hager, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, Bösch, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lavarra, Leinen, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rocard, Rothley, Roure, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lambert, Lannoye, Onesta, Rod, Schroedter, Turmes

Tegen: 223

EDD: Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Chountis, Eriksson, Frahm, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Meijer, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta

NI: Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deprez, Deva, Doorn, Dover, Elles, Florenz, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Martens, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pastorelli, Perry, Pex, Pronk, Provan, Purvis, Sacrédeus, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Wachtmeister

PSE: Adam, Andersson, van den Berg, Berger, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Rossa, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gill, Glante, Gröner, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kinnock, Krehl, Kuhne, Lange, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Myller, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Prets, Read, Ruffolo, Sakellariou, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró

Verts/ALE: Ahern, Bouwman, Buitenweg, Evans Jillian, Jonckheer, Lagendijk, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 16

GUE/NGL: Kaufmann, Krivine, Schröder Ilka, Uca

NI: Borghezio

PSE: Aguiriano Nalda, Barón Crespo, Bullmann, Rapkay, Roth-Behrendt, Scheele, Schulz

Verts/ALE: Breyer, Ferrández Lezaun, Morera Català, Nogueira Román

26.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 276

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Farage, Saint-Josse, Titford

ELDR: André-Léonard, Flesch, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Brie, Caudron, Fiebiger, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Hager, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Daul, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Izquierdo Rojo, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lavarra, Leinen, Linkohr, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rocard, Rothley, Roure, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Terrón i Cusí, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Duthu, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lambert, Onesta, Rod, Turmes, Voggenhuber

Tegen: 224

EDD: Belder, Blokland, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Meijer, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deprez, Deva, Doorn, Dover, Elles, Florenz, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Martens, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oostlander, Parish, Pastorelli, Perry, Pex, Pronk, Provan, Purvis, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Adam, Andersson, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Rossa, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kinnock, Kuhne, Lange, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Myller, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Prets, Read, Rothe, Ruffolo, Sakellariou, Scheele, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Van Lancker, Vattimo, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró

Verts/ALE: Ahern, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Evans Jillian, Jonckheer, Lagendijk, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 17

EDD: van Dam

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Uca, Vachetta

NI: Borghezio

PSE: Aguiriano Nalda, Barón Crespo, Bullmann, Rapkay, Roth-Behrendt, Volcic

Verts/ALE: Echerer, Ferrández Lezaun, Flautre, Morera Català, Nogueira Román

27.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 271

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: van den Bos, Flesch, Nordmann, Van Hecke

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Brie, Caudron, Fiebiger, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Hager, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, Berger, Bösch, Campos, Carlotti, Carnero González, Cercas, Cerdeira Morterero, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lavarra, Linkohr, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rocard, Rothley, Roure, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Terrón i Cusí, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Volcic

UEN: Angelilli, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Pasqua, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Cohn-Bendit, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lambert, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Turmes

Tegen: 223

EDD: Belder, Blokland, Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Malmström, Manders, Mulder, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Meijer, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Cederschiöld, Chichester, Corrie, Deprez, Deva, Doorn, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Maat, McMillan-Scott, Martens, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oostlander, Parish, Pastorelli, Perry, Pex, Pronk, Provan, Purvis, Sacrédeus, Smet, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Adam, Andersson, van den Berg, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Rossa, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Keßler, Kinnock, Kuhne, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Mendiluce Pereiro, Miller, Moraes, Morgan, Myller, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sakellariou, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Van Lancker, Vattimo, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain, Queiró

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Bouwman, Buitenweg, Evans Jillian, Jonckheer, Lagendijk, Lucas, McKenna, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 21

ELDR: André-Léonard, Newton Dunn

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Uca, Vachetta

NI: Borghezio

PSE: Aguiriano Nalda, Barón Crespo, Bullmann, Rapkay, Savary

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Lannoye, Morera Català, Nogueira Román, Voggenhuber

28.   Verslag van Hulten A5-0218/2004

Voor: 436

EDD: Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Mathieu, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Blak, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Meijer, Naïr, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Dhaene, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miller, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 34

EDD: Abitbol, Bernié, Saint-Josse

GUE/NGL: Bakopoulos

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Coelho, Florenz

PSE: Aparicio Sánchez, Cercas, Ford, Goebbels, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Katiforis, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Poos, dos Santos, Soares, Sousa Pinto, Torres Marques, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Frassoni, Jonckheer

Onthoudingen: 48

EDD: Butel

ELDR: Newton Dunn, Paulsen, Schmidt

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Korakas, Krivine, Manisco, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Uca, Vachetta

NI: Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Varaut

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bradbourn, Bushill-Matthews, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Harbour, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Montfort, Pastorelli, Perry, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock

PSE: Lund, Marinho, Rothley

29.   Verslag Ghilardotti A5-0253/2004

Voor: 360

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk, Titford

ELDR: André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak, Frahm

NI: Beysen, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lehne, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Méndez de Vigo, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Ahern, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Turmes, Wyn

Tegen: 112

EDD: Abitbol, Booth, Mathieu

ELDR: Andreasen, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Jensen, Ludford, Monsonís Domingo, Nordmann, Riis-Jørgensen, Sørensen, Thors, Väyrynen

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schröder Ilka, Sylla, Uca

NI: Berthu, Claeys, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Bébéar, Cederschiöld, Cornillet, Daul, Descamps, De Veyrac, Fourtou, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hermange, Kauppi, Korhola, Lamassoure, Lisi, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Menrad, Montfort, Pastorelli, Sacrédeus, Santer, Santini, Schaffner, Stenmarck, Sudre, Suominen, de Veyrinas, Vlasto, Wachtmeister, Wuermeling

PSE: Carlotti, Dehousse, Garot, Hedkvist Petersen, Theorin, Thorning-Schmidt

UEN: Andrews, Camre, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Duthu, Isler Béguin, Lucas, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 23

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Eriksson, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Mayer Xaver, Posselt

PSE: Marinho

UEN: Musumeci

Verts/ALE: McKenna, Mayol i Raynal, Morera Català

30.   B5-0188/2004 — Cyprus

Voor: 399

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Blak, Fraisse, Kaufmann, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Uca

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Méndez de Vigo, Montfort, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Rack, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 34

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Eriksson, Fiebiger, Herzog, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Markov, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Claeys, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Helmer, Pastorelli, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis

PSE: Haug

UEN: Camre

Verts/ALE: Morera Català

Onthoudingen: 16

EDD: Booth, Butel, Mathieu, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Di Lello Finuoli, Krivine, Laguiller, Schröder Ilka

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Kastler

PSE: Marinho

31.   B5-0188/2004 — Cyprus

Voor: 67

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Titford

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Markov, Modrow, Naïr, Patakis, Puerta, Ribeiro, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Averoff, Banotti, Dimitrakopoulos, Doyle, Ferrer, Hatzidakis, Kaldí, Kratsa-Tsagaropoulou, Marinos, Nisticò, Sacrédeus, Trakatellis, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis

PSE: Aguiriano Nalda

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

Tegen: 417

EDD: Bonde, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Fraisse, Meijer

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Ayuso González, Balfe, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Marchiani, Mussa, Musumeci, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lannoye, Lucas, McKenna, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 19

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Bakopoulos, Blak, Bordes, Brie, Frahm, Krivine, Laguiller, Papayannakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

Verts/ALE: Lambert

32.   B5-0188/2004 — Cyprus

Voor: 61

EDD: Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Averoff, Banotti, Dimitrakopoulos, Doyle, Ferrer, García-Orcoyen Tormo, Hatzidakis, Kaldí, Kratsa-Tsagaropoulou, Marinos, Nisticò, Sacrédeus, Trakatellis, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis

Tegen: 399

EDD: Bonde, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Blak, Brie, Fiebiger, Frahm, Fraisse, Kaufmann, Meijer, Puerta, Uca

NI: Beysen, Bonino, Della Vedova, Dupuis

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Ayuso González, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Doorn, Dover, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 42

EDD: Abitbol, Booth, Titford

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Laguiller, Schröder Ilka

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bradbourn, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Poignant

33.   B5-0188/2004 — Cyprus

Voor: 59

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Wijkman

PSE: Lund

UEN: Camre

Tegen: 431

EDD: Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Puerta

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 7

EDD: Booth, Titford

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Martin Hans-Peter

34.   B5-0188/2004 — Cyprus

Voor: 439

EDD: Bonde, Butel, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Blak, Eriksson, Fiebiger, Frahm, Fraisse, Kaufmann, Meijer, Modrow, Naïr, Puerta, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Van Lancker, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Ó Neachtain, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 46

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Brie, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Markov, Patakis, Ribeiro, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Borghezio, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Cesaro, Goepel, Karas, Sacrédeus, Sartori, van Velzen, Zacharakis

PSE: De Keyser, Dhaene, Marinho, Napolitano, Ruffolo, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo

UEN: Angelilli, Camre, Queiró

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf

Onthoudingen: 15

EDD: Booth, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Herzog, Krivine, Laguiller, Papayannakis, Schröder Ilka

NI: Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

UEN: Musumeci

35.   B5-0188/2004 — Cyprus

Voor: 422

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Blak, Caudron, Frahm, Fraisse, Kaufmann, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Puerta, Uca

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 30

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Brie, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Jové Peres, Korakas, Manisco, Naïr, Patakis, Ribeiro, Seppänen

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Sacrédeus, Zacharakis

UEN: Camre

Onthoudingen: 47

EDD: Booth, Titford

ELDR: Vallvé

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Chountis, Herzog, Krivine, Laguiller, Schmid Herman, Schröder Ilka, Sylla, Vachetta

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Atkins, Bradbourn, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Radwan, Scallon, Stevenson, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

36.   Verslag Radwan A5-0192/2004

Voor: 433

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Herzog, Korakas

NI: Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Saint-Josse, Titford

ELDR: Thors

GUE/NGL: Naïr, Patakis

NI: Berthu, de La Perriere, Souchet, Varaut

UEN: Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 42

EDD: Bonde, Mathieu, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

37.   Verslag Radwan A5-0192/2004

Voor: 304

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Blak, Eriksson, Frahm, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Beysen, Borghezio, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aparicio Sánchez, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Díez González, Duhamel, Evans Robert J.E., Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Goebbels, Gröner, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Katiforis, Kinnock, Krehl, Kuckelkorn, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Marinho, Martin David W., Miguélez Ramos, Miller, Moraes, Morgan, Myller, Napoletano, O'Toole, Pérez Royo, Pittella, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Vairinhos, Van Lancker, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 147

EDD: Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Atkins, Bowis, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, McMillan-Scott, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Aguiriano Nalda, Baltas, Bowe, Campos, Casaca, De Keyser, Dhaene, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Glante, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Izquierdo Collado, Karamanou, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Malliori, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Poignant, Poos, Rothley, Roure, Ruffolo, Savary, Scheele, Soriano Gil, Souladakis, Stockmann, Terrón i Cusí, Theorin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 40

EDD: Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis

UEN: Queiró

38.   Verslag Radwan A5-0192/2004

Voor: 489

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 7

EDD: Booth, Butel, Esclopé, Titford

NI: Berthu, Souchet, Varaut

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

39.   Verslag Wijkman A5-0261/2004

Voor: 90

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: García-Orcoyen Tormo

PSE: Cerdeira Morterero, Dehousse, Dhaene, El Khadraoui, Lund, Moraes, Swiebel, Vairinhos, Van Lancker, Zimeray, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 384

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Ilgenfritz, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Alyssandrakis

NI: Bonino, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

40.   Verslag Wijkman A5-0261/2004

Voor: 256

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho, Pérez Royo

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 225

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis

41.   Verslag Wijkman A5-0261/2004

Voor: 327

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Dhaene, El Khadraoui, Hedkvist Petersen, Lund, Marinho, Mendiluce Pereiro, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Van Lancker

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 158

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Rousseaux

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, Stirbois

PPE-DE: Lehne

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Muscardini, Mussa, Musumeci, Queiró, Segni

Onthoudingen: 7

ELDR: Mulder, Vermeer

NI: Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis

PPE-DE: Florenz

UEN: Ribeiro e Castro

42.   Verslag Wijkman A5-0261/2004

Voor: 89

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Deprez, Grosch, Pronk

PSE: Dehousse, Hedkvist Petersen, Lund, Marinho, Mendiluce Pereiro, Theorin, Vairinhos

UEN: Andrews

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 389

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Sanders-ten Holte, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

UEN: Musumeci

43.   Verslag Wijkman A5-0261/2004

Voor: 230

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Di Pietro, Malmström, Paulsen, Schmidt

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 257

EDD: Abitbol, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ford, McCarthy

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 5

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

NI: Martin Hans-Peter

44.   Verslag Wijkman A5-0261/2004

Voor: 428

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Deprez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Harbour, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Stockton, Sturdy, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 39

EDD: Abitbol

ELDR: Vallvé

NI: Garaud

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Bébéar, Bradbourn, Cederschiöld, Chichester, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Florenz, Fourtou, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Hermange, Jackson, Khanbhai, Lehne, Marques, Martin Hugues, Montfort, Nicholson, Perry, Pronk, Purvis, Schaffner, Schleicher, Stenmarck, Stevenson, Sudre, Tannock, Twinn, de Veyrinas, Vlasto

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

PSE: Marinho

UEN: Camre

Verts/ALE: Jonckheer

45.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 282

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Sjöstedt, Sylla

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Bébéar, Daul, De Veyrac, Ferrer, Fourtou, Goepel, Grosch, Grossetête, Hermange, Korhola, Lamassoure, Martin Hugues, Morillon, Sacrédeus, Schaffner, Sudre, de Veyrinas, Vlasto

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 173

EDD: Abitbol, Mathieu

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Kaldí, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vila Abelló, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Haug

UEN: Collins, Crowley, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Krivine, Vachetta

NI: Bonino

UEN: Camre

46.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 261

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Sandbæk

ELDR: Dybkjær, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Bébéar, Bourlanges, Cornillet, Daul, Descamps, De Veyrac, Ferrer, Fourtou, Goepel, Grosch, Grossetête, Hermange, Lamassoure, Martin Hugues, Montfort, Morillon, Sacrédeus, Schaffner, Sudre, de Veyrinas, Vlasto, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Muscardini

Verts/ALE: Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 222

EDD: Abitbol, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Beysen, Borghezio

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vila Abelló, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 8

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil

NI: Bonino

UEN: Camre

47.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 314

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Bébéar, Bourlanges, Camisón Asensio, Cesaro, Cornillet, Daul, Deprez, Descamps, De Veyrac, Fernández Martín, Ferrer, Fourtou, Galeote Quecedo, Grosch, Grossetête, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Lamassoure, Martin Hugues, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Schaffner, Sudre, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wijkman, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 165

EDD: Abitbol, Mathieu

NI: Berthu, Beysen, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Berend, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 10

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil

NI: Bonino, Borghezio, Garaud

UEN: Camre

48.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 220

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Monsonís Domingo, Vallvé

GUE/NGL: Blak, Brie, Caudron, Fraisse, Markov, Meijer, Sylla

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Deprez, Fernández Martín, Galeote Quecedo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Grosch, Hernández Mollar, Herranz García, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Thyssen, Vila Abelló, Wieland, Wijkman, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 231

EDD: Abitbol, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Eriksson, Frahm, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Gawronski, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pastorelli, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Xarchakos, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 30

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Uca, Vachetta

NI: de La Perriere

UEN: Camre

49.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 196

EDD: Abitbol, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, van den Bos, Davies, Dybkjær, Jensen, Maaten, Malmström, Monsonís Domingo, Plooij-van Gorsel, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Thors, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Di Lello Finuoli, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Seppänen, Uca, Vachetta

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, Bourlanges, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cornillet, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Florenz, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jeggle, Kaldí, Langenhagen, Martin Hugues, Méndez de Vigo, Menrad, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Quisthoudt-Rowohl, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Scallon, Schaffner, Schmitt, Smet, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wijkman, Zabell

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, Campos, Carlotti, Carnero González, Cerdeira Morterero, Díez González, Garot, van Hulten, Izquierdo Rojo, Karamanou, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lund, Malliori, Martínez Martínez, Mastorakis, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Paasilinna, Pérez Royo, Poignant, Prets, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Soares, Soriano Gil, Sousa Pinto, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Volcic, Zimeray, Zrihen

UEN: Mussa, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 277

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, Attwooll, Busk, Calò, Costa Paolo, De Clercq, Di Pietro, Duff, Ludford, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer

GUE/NGL: Blak, Cossutta, Eriksson, Fiebiger, Schröder Ilka, Sylla

NI: Beysen

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Bartolozzi, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Corrie, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Ferrer, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Villiers, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Marinho, Martin David W., Medina Ortega, Miller, Moraes, Morgan, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Theorin, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vattimo, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Onthoudingen: 14

ELDR: Clegg, Huhne, Manders, Wallis

GUE/NGL: Frahm, Korakas, Patakis

NI: Borghezio, Ilgenfritz, Kronberger, Martin Hans-Peter, Raschhofer

UEN: Camre

Verts/ALE: Wuori

50.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 146

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Thors, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Dell'Utri, Fernández Martín, Ferrer, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Hernández Mollar, Herranz García, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Dhaene, El Khadraoui, Lund, Marinho, Mendiluce Pereiro, Paasilinna, Pérez Royo, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Van Lancker

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 335

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Beysen

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Elles, Ferber, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pastorelli, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

Onthoudingen: 1

UEN: Marchiani

51.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 232

ELDR: Monsonís Domingo, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Sylla, Uca

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Martin Hans-Peter, Raschhofer

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Fernández Martín, Ferrer, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Hernández Mollar, Herranz García, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 236

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Blak, Eriksson, Frahm, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Beysen, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 13

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Krivine, Vachetta

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Stirbois

UEN: Camre

52.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 269

EDD: Abitbol, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Fernández Martín, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Hernández Mollar, Herranz García, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Pastorelli, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zimeray, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 207

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Beysen, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gawronski, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

Verts/ALE: Gahrton

Onthoudingen: 3

ELDR: Dybkjær

NI: Berthu, Souchet

53.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 262

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Vallvé, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Bourlanges, Cornillet, Daul, Deprez, Descamps, De Veyrac, Fourtou, Grosch, Grossetête, Hermange, Lulling, McCartin, Martin Hugues, Montfort, Morillon, Ojeda Sanz, Pastorelli, Pérez Álvarez, Schaffner, Smet, Stockton, Sudre, Thyssen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Morgan, Myller, Napoletano, O'Toole, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 180

EDD: Abitbol, Mathieu

ELDR: Busk, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Thors, Van Hecke

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Ilgenfritz, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Liese, Lisi, Maat, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Mombaur, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Gröner, Hänsch, Moraes, Napolitano, Paasilinna, Zorba

UEN: Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Krivine, Patakis, Vachetta

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Stirbois

54.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 265

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Monsonís Domingo, Plooij-van Gorsel, Thors, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Fernández Martín, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Hernández Mollar, Herranz García, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 203

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Beysen, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gawronski, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

Onthoudingen: 10

EDD: Bonde, Sandbæk

ELDR: Dybkjær

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, de Gaulle, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

55.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 252

EDD: Abitbol, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Souchet

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, De Veyrac, Fernández Martín, Ferrer, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Hernández Mollar, Herranz García, Lamassoure, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 212

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 11

ELDR: Dybkjær

GUE/NGL: Bordes, Cauquil

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Stirbois, Varaut

UEN: Camre

56.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 272

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo, Thors, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Souchet

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Fernández Martín, Ferrer, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Hernández Mollar, Herranz García, Lamassoure, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 195

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

NI: Beysen

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Theorin

Onthoudingen: 9

ELDR: Dybkjær

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Stirbois, Varaut

57.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 271

EDD: Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Stirbois

PPE-DE: Bourlanges, Deprez, Ferrer, Harbour, Sacrédeus, Wijkman, Xarchakos

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 197

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Nordmann, Thors

NI: Beysen

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

NI: Berthu, Borghezio, Garaud, Martin Hans-Peter, Souchet, Varaut

UEN: Camre

58.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 201

EDD: Mathieu

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Balfe, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ford, Goebbels, Marinho, Swiebel

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Schroedter

Tegen: 254

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Ferrer, Florenz, Jackson, Schnellhardt

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 14

ELDR: Dybkjær, Vallvé

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Lang, Stirbois

PPE-DE: Grosch, Smet, Thyssen

UEN: Camre

Verts/ALE: Isler Béguin, Morera Català, Nogueira Román

59.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 197

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Clegg, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Balfe, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ford, Pérez Royo, Stockmann

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Tegen: 261

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Ayuso González, Bartolozzi, Bébéar, Cornillet, Deprez, Ferrer, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Martin Hugues, Sturdy

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Souladakis, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 14

ELDR: Dybkjær, Vallvé

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

PPE-DE: Grosch, Smet, Thyssen

UEN: Camre

Verts/ALE: Morera Català, Nogueira Román

60.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 257

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Clegg, Costa Paolo, Nordmann

GUE/NGL: Alyssandrakis, Blak, Boudjenah, Caudron, Cossutta, Eriksson, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wieland, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Aparicio Sánchez, Cerdeira Morterero, Junker, Karamanou, Katiforis, Lage, Lund, Napolitano, Paciotti, Patrie, Poignant, Rothley, Savary, Tsatsos, Van Lancker, Vattimo, Wiersma

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rühle, Schroedter, Sörensen, Turmes, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 201

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Davies, De Clercq, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Cauquil, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Jové Peres, Kaufmann, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Avilés Perea, von Boetticher, Chichester, Deprez, Flemming, Florenz, Glase, Langen, Langenhagen, Musotto, Pack, Pex, Quisthoudt-Rowohl, Schleicher, Sturdy, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, O'Toole, Paasilinna, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Duthu, Evans Jillian, Flautre, Lagendijk, Morera Català, Nogueira Román, Rod, de Roo, Staes, Wuori

Onthoudingen: 6

ELDR: Dybkjær

NI: de Gaulle, Martin Hans-Peter

PSE: Prets, Stockmann

UEN: Camre

61.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 82

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Alyssandrakis, Blak, Caudron, Eriksson, Frahm, Korakas, Manisco, Modrow, Naïr, Seppänen

NI: Claeys, Dillen, de Gaulle, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Averoff, Ayuso González, Chichester, Ferrer, Jeggle, Kaldí, Konrad, Korhola, McCartin, Montfort, Oostlander, Pastorelli, Piscarreta, Xarchakos, Zabell

PSE: Dehousse, Goebbels, Junker, Lage, Lund, Patrie, Poignant, Savary, Tsatsos, Vattimo, Wiersma

UEN: Marchiani, Muscardini, Queiró

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 370

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Jensen, Ludford, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Balfe, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Maat, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Poos, Prets, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Duthu, Evans Jillian, Flautre, Isler Béguin, McKenna, Morera Català, Nogueira Román, de Roo, Schörling, Wuori

Onthoudingen: 6

ELDR: Dybkjær

NI: Garaud

PSE: Volcic

UEN: Camre, Hyland

Verts/ALE: Rod

62.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 236

EDD: Abitbol, Butel, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Koulourianos

NI: Berthu, Beysen, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Moraes, Paasilinna, Tsatsos

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Maes

Tegen: 98

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Böge, Ferrer

PSE: Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, Carnero González, Cerdeira Morterero, Dührkop Dührkop, Gröner, Lund, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Miguélez Ramos, Napolitano, Pérez Royo, Sauquillo Pérez del Arco, Swiebel, Terrón i Cusí, Vairinhos

UEN: Marchiani, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 124

EDD: Bernié, Saint-Josse

ELDR: Dybkjær

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis, Puerta

NI: Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

PPE-DE: Deprez, Grosch, Smet

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Casaca, Cashman, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

63.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 152

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo, Plooij-van Gorsel, Thors, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Claeys, Dillen, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Bébéar, Bourlanges, Camisón Asensio, Cornillet, Daul, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Fernández Martín, Ferrer, Fourtou, Galeote Quecedo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Grosch, Grossetête, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Lamassoure, Lulling, Martin Hugues, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Redondo Jiménez, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Schaffner, Schierhuber, Smet, Sudre, Thyssen, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Zabell

PSE: Dhaene, El Khadraoui, van Hulten, Lund, Mendiluce Pereiro, Myller, Paasilinna, Vairinhos, Van Lancker

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 314

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Beysen, Borghezio, Garaud

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Balfe, Bartolozzi, Bastos, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Brunetta, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Deva, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Evans Robert J.E., Fava, Ford, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Collins, Crowley, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 3

ELDR: Dybkjær

NI: Martin Hans-Peter

UEN: Camre

64.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 434

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Huhne, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Balfe, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Brok, Callanan, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Mann Thomas, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nicholson, Nisticò, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Morgan, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Marchiani, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 24

GUE/NGL: Chountis

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Fernández Martín, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Lisi, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pastorelli, Pérez Álvarez, Salafranca Sánchez-Neyra, Varela Suanzes-Carpegna, Vila Abelló, Zabell

PSE: Marinho

UEN: Muscardini

Onthoudingen: 5

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

PSE: Adam

65.   Verslag Sterckx A5-0257/2004

Voor: 396

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Malmström, Manders, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sørensen, Thors, Vallvé, Vermeer, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta

NI: Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cederschiöld, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Redondo Jiménez, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Evans Robert J.E., Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Lage, Lange, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Collins, Crowley, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Morera Català, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 24

ELDR: Di Pietro

PPE-DE: Balfe, Bradbourn, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Nicholson, Parish, Perry, Stevenson, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

Onthoudingen: 13

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Berthu, Garaud, de Gaulle, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Purvis, Rovsing


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2004)0310

Goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke regels voor bepaalde soorten goederenvervoer over de weg (gecodificeerde versie) (COM(2004) 47 — C5-0055/2004 — 2004/0017(COD))

(Medebeslissingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004) 47) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 71, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0055/2004),

gelet op de artikelen 67, 89 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0250/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0311

Leven van vissen in zoet water (gecodificeerde versie) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen (COM(2004) 19 — C5-0038/2004 — 2004/0002(COD))

(Medebeslissingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004) 19) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0038/2004),

gelet op de artikelen 67, 89 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0252/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0312

Motorvoertuigen (verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie gebruikte materialen) ***

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de verbrandingseigenschappen van bij de inwendige constructie van bepaalde categorieën motorvoertuigen gebruikte materialen (COM(2003) 630 — 5049/2004 — C5-0106/2004 — 2003/0247(AVC))

(Instemmingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2003) 630 — 5049/2004) (1),

gezien het Besluit 97/836/EG van de Raad van 27 november 1997 (2),

gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea van het EG-Verdrag (C5-0106/2004),

gelet op de artikelen 86, 97, lid 7 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0238/2004),

1.

stemt in met het voorstel voor een besluit van de Raad;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  PB L 346 van 17.12.1997, blz. 78.

P5_TA(2004)0313

Beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik ***

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme technische voorschriften betreffende de beveiliging van motorvoertuigen tegen onrechtmatig gebruik (COM(2003) 632 — 5048/2004 — C5-0105/2004 — 2003/0248(AVC))

(Instemmingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2003) 632 — 5048/2004) (1),

gezien Besluit 97/836/EG van de Raad van 27 november 1997 (2),

gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea van het EG-Verdrag (C5-0105/2004),

gelet op de artikelen 86, 97, lid 7 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0240/2004),

1.

stemt in met het voorstel voor een besluit van de Raad;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  PB L 346 van 17.12.1997, blz. 78.

P5_TA(2004)0314

Goedkeuring van banden (rolgeluid) ***

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Europese Gemeenschap over het ontwerpreglement van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties met betrekking tot uniforme voorschriften voor de goedkeuring van banden wat het rolgeluid betreft (COM(2003) 635 — 5047/2004 — C5-0107/2004 — 2003/0254(AVC))

(Instemmingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2003) 635 — 5047/2004) (1),

gezien Besluit 97/836/EG van de Raad van 27 november 1997 (2),

gezien het verzoek van de Raad om instemming overeenkomstig artikel 300, lid 3, tweede alinea van het EG-Verdrag (C5-0107/2004),

gelet op de artikelen 86, 97, lid 7 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0239/2004),

1.

stemt in met het voorstel voor een besluit van de Raad;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  PB L 346 van 17.12.1997, blz. 78.

P5_TA(2004)0315

Wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001 en (EG) nr. 1454/2001 ten aanzien van de voorwaarden voor wederuitvoer en herverzending van producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast (COM(2004) 155 — C5-0129/2004 — 2004/0051(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 155) (1),

gelet op artikel 36, artikel 37, lid 2 en artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0129/2004),

gelet op artikel 67 en artikel 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A5-0231/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0316

Uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/49/EG waarbij bepaalde lidstaten overgangsperioden mogen instellen voor de toepassing van een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (COM(2004) 243 — C5-0187/2004 — 2004/0076(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 243) (1),

gelet op artikel 94 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0187/2004),

gelet op de artikelen 67 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0276/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0317

Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1999/784/EG van de Raad betreffende deelneming van de Gemeenschap in het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector (COM(2003) 763 — C5-0622/2003 — 2003/0293(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 763) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 157, lid 3 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0622/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0241/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

acht het financieel memorandum van het Commissievoorstel verenigbaar met het maximum van hoofdstuk 3 van de financiële vooruitzichten zonder dat dit andere beleidsterreinen beperkt;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0293

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1999/784/EG van de Raad betreffende deelneming van de Gemeenschap in het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 157, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft bij Besluit 1999/784/EG (5) besloten dat de Gemeenschap lid moest worden van het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector (het Waarnemingscentrum) om de activiteit ervan te ondersteunen. Het Waarnemingscentrum draagt bij tot een grotere concurrentiekracht van de audiovisuele sector in de Gemeenschap door de informatie-overdracht naar de sector, en met name naar kleine en middelgrote bedrijven, te verbeteren, en een duidelijker marktoverzicht te bevorderen.

(2)

Multimedia en nieuwe technologieën zullen een steeds grotere rol spelen in de audiovisuele sector. Het Waarnemingscentrum zal alleen een belangrijke rol kunnen blijven spelen indien zijn capaciteit om deze nieuwe ontwikkelingen te volgen naar behoren wordt versterkt.

(3)

Hoewel vrij verkeer van personen, goederen en diensten in het Verdrag zijn vastgelegd, leidt het gebrek aan informatie over de vele verschillen in nationale regelgeving op het gebied van fiscaal en arbeidsrecht tot een belemmering van het vrije verkeer van audiovisuele goederen en diensten. Het Waarnemingscentrum kan een positieve bijdrage leveren door expertise en systematische informatie te verwerven en aan te bieden op het gebied van fiscaal en arbeidsrecht, auteursrecht en wetgeving inzake consumentenbescherming.

(4)

In navolging van de resolutie van het Europees Parlement van 4 september 2003 over „Televisie zonder grenzen” (6), waarin wordt verzocht om een jaarlijks benchmarkingrapport over het toegankelijk maken van digitale televisie voor mensen met een handicap, dient het Waarnemingscentrum te worden verzocht op jaarbasis gegevens te verzamelen over het niveau van de televisiediensten die worden aangeboden voor mensen met een handicap, zoals ondertiteling, gesproken commentaar en gebarentaal, in alle lidstaten van de EU of van de Raad van Europa.

(5)

De deelneming van de Gemeenschap in het Waarnemingscentrum is doeltreffend gebleken voor de ondersteuning van de activiteit ervan.

(6)

Het zou nuttig zijn deze deelneming voort te zetten gedurende de tijd die het Waarnemingscentrum nodig heeft om richtsnoeren voor zijn toekomstige activiteit, vanaf 2006, op te stellen.

(7)

Besluit 1999/784/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUITEN:

Enig Artikel

Artikel 5 van het Besluit 1999/784/EG wordt vervangen door hetgeen volgt:

„Artikel 5

Dit besluit is van toepassing tot en met de laatste dag van de laatste maand van het zevende jaar volgende op de vaststelling ervan.”

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europese Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C ...

(2)  PB C ...

(3)  PB C ...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 april 2004.

(5)  PB L 307 van 2.12.1999, blz. 61.

(6)  PB C ...

P5_TA(2004)0318

Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (COM(2003) 807 — C5-0028/2004 — 2003/0316(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel voor een besluit van de Raad (COM(2003) 807) (1),

gezien de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik,

gelet op de artikelen 95, 133 en 152 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin van het EGVerdrag,

gelet op artikel 300, lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0028/2004),

gelet op de artikelen 67 en 97, lid 7 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid en de adviezen van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie en de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0226/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de sluiting van de overeenkomst;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten en het secretariaat van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik, met het verzoek het te doen toekomen aan alle overeenkomstsluitende partijen die niet tot de EU behoren.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0319

Vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/113/EG inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (COM(2004) 151 — C5-0128/2004 — 2004/0052(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 151) (1),

gelet op artikel 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0128/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0251/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

OVERWEGING 3

(3) Op sommige plaatselijke markten in Oostenrijk wordt het product „jam of confituur” van oudsher ook „Marmelade” genoemd. In dergelijke gevallen wordt voor marmelade in plaats van de term „Marmelade” de term „Marmelade als Zitrusfrüchten” gebruikt om de twee productcategorieën van elkaar te onderscheiden.

(3) Op sommige plaatselijke markten in Oostenrijk en Duitsland wordt het product „jam of confituur” van oudsher ook „Marmelade” genoemd. In dergelijke gevallen worden voor marmelade in plaats van de term „Marmelade” de termen „Marmelade aus Zitrusfrüchten” , „Orangenmarmelade” en „Zitronenmarmelade” gebruikt om de twee productcategorieën van elkaar te onderscheiden.

Amendement 2

OVERWEGING 4

(4) Bijgevolg dient Oostenrijk met deze tradities rekening te houden bij de vaststelling van de nodige maatregelen om aan de richtlijn te voldoen,

(4) Bijgevolg dienen Oostenrijk en Duitsland met deze tradities rekening te houden bij de vaststelling van de nodige maatregelen om aan de richtlijn te voldoen,

Amendement 3

BIJLAGE

Bijlage I, voetnoot 2 (Richtlijn 2001/113/EG)

In Österreich kann für den Verkauf an den Endverbraucher auf bestimmten lokalen Märkten auch die Bezeichnung „Marmelade” verwendet werden.

In Österreich und Deutschland kann für den Verkauf an den Endverbraucher auf bestimmten lokalen Märkten auch die Bezeichnung „Marmelade” verwendet werden.

Amendement 4

BIJLAGE

Bijlage I, voetnoot 3 (Richtlijn 2001/113/EG)

In Österreich kann für den Verkauf an den Endverbraucher auf bestimmten lokalen Märkten auch die Bezeichnung „Marmelade aus Zitrusfrüchten” verwendet werden.

In Österreich und Deutschland kann für den Verkauf an den Endverbraucher auf bestimmten lokalen Märkten auch die Bezeichnung „Marmelade aus Zitrusfrüchten” , „Orangenmarmelade” und „Zitronenmarmelade” verwendet werden.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0320

Kwijting 2002: Europees Bureau voor wederopbouw

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0632/2003 — 2003/2242(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1) (C5-0632/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0149/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1646/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw, inzonderheid artikel 8 (3),

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 16.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor wederopbouw voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0632/2003 — 2003/2242(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1) (C5-0632/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0149/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1646/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2667/2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw, inzonderheid artikel 8 (3),

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 8 april 2003 op basis van het verslag van de Rekenkamer kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van het Agentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

erop heeft aangedrongen dat het Bureau, in overeenstemming met eerdere opmerkingen van de Rekenkamer over de jaarrekening, alle noodzakelijke stappen zou ondernemen om het gevaar van fouten als gevolg van het gebruik van spreadsheets voor zijn boekhouding te vermijden;

de Commissie heeft verzocht verslag uit te brengen over de resultaten van een administratief onderzoek gericht op het vaststellen van mogelijke verantwoordelijkheid voor wanbeheer, alsook over de maatregelen die zijn genomen in gevallen waarin tuchtmaatregelen passend werden geacht;

het Bureau verzocht alle met EU-middelen gefinancierde projecten in de energiesector systematisch te controleren, met het oog bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap; het Bureau verzocht om in samenwerking met UNMIK, het Energiebedrijf van Kosovo (KEK) en de externe toezichthoudende onderaannemers alle passende maatregelen te nemen met het oog op het verzekeren van de duurzaamheid op de lange termijn van investeringen in de energiesector; het Bureau verzocht een totaalplan op te stellen voor de controle op gefinancierde projecten en het beoordelen van de samenhang van deze projecten met het beleid van de EU in de regio,

1.

neemt kennis van de volgende cijfers op de winst- en verliesrekening van het Europees Bureau voor wederopbouw over de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie (6)

462 804

517 633

Financiële inkomsten

5 978

2 915

Diverse ontvangsten

495

135

Tegenwaardefondsen

497

5 787

Bestemmingsontvangsten

500

0

Totaal ontvangsten (a)

470 274

526 469

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

17 771

13 418

Overgedragen kredieten

206

337

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

6 211

5 908

Overgedragen kredieten

2 037

1 217

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

138 512

327 345

Overgedragen kredieten

293 106

176 863

Totaal uitgaven (b)

457 844

525 088

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b) (7)

12 430

1 382

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-73 127

-35 768

Betalingen voor rekening van de Commissie  (7)

-25 407

-70 050

Annulering van betalingskredieten van 2001 (titel III)

0

31 061

Geannuleerde uit 2001 overgedragen kredieten (titels I en II)

135

254

Annuleringen van overgedragen kredieten 2001

5 463

0

Overdrachten van aanvullende kredieten 2001

-32 423

0

Wisselkoersverschillen

22

-5

Saldo van het begrotingsjaar

- 112 908

-73 127

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Bureau.

Uitvoering van de begroting

2.

wijst op de aanbeveling van de Rekenkamer om extra aandacht te besteden aan de begrotingsramingen voor beleidsuitgaven (titel II), teneinde te voorkomen dat annuleringen en overdrachten een te groot deel van de totale administratieve begroting treffen; verwacht dat het Bureau in overeenstemming met het beginsel van begrotingwaarachtigheid de noodzakelijke stappen onderneemt om deze aanbeveling uit te voeren;

Jaarrekening

3.

is verheugd dat het Bureau een positief gevolg heeft gegeven aan eerdere opmerkingen van de Rekenkamer en aldus vooruitgang heeft geboekt met de versterking van zijn interne controlesysteem door de invoering van het SI2-boekhoudsysteem;

4.

roept het Bureau ertoe op om op overeenkomstige wijze snel gevolg te geven aan de suggestie van de Rekenkamer en het Parlement om een betrouwbaar algemeen boekhoudsysteem in te voeren in al zijn centra en het gebruik van spreadsheets voor zijn algemene rekeningen te staken;

5.

verwacht dat het Bureau onverwijld reageert op het verzoek van de Rekenkamer om duidelijkheid te verschaffen over de status van middelen die aan gespecialiseerde organen worden verstrekt voor de financiering van leningsprogramma's op specifieke terreinen en dat het passende oplossingen goedkeurt met betrekking tot de wijze waarop deze middelen worden opgenomen op de jaarrekening;

6.

geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over bevindingen van de Rekenkamer waaruit blijkt dat er een bankrekening is geopend op naam van het Bureau zonder dat de rekenplichtige werd geïnformeerd over het bestaan van deze rekening; neemt nota van de nadere uitleg die de directeur van het Bureau hierover heeft verschaft; is van mening dat in een complexe, gedecentraliseerde omgeving als die waarin het Bureau werkt, zaken die verband houden met banktransacties met de grootste zorgvuldigheid en transparantie dienen te worden behandeld;

7.

neemt kennis van de maatregelen die het Bureau heeft genomen om te voorkomen dat een dergelijke situatie zich nog eens kan voordoen, zoals blijkt uit de antwoorden op de vragenlijst; verzoekt het Bureau de coördinatie tussen de rekenplichtige en de gedelegeerde boekhouders in de operationele centra te verbeteren; verzoekt voorts het Bureau en de Commissie de coördinatie tussen de rekenplichtige van het Bureau en het directoraat boekhouding van de Commissie te verbeteren;

8.

verzoekt de Dienst Interne Audit van de Commissie deze kwestie te onderzoeken, teneinde mogelijke systeemfouten aan het licht te brengen en de noodzakelijke aanbevelingen te doen om dergelijke problemen op te lossen;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

9.

deelt de zorg die de Rekenkamer in haar verslag uitspreekt over het gevaar van een verzwakking van het interne controlesysteem van het Bureau, die mogelijk wordt veroorzaakt door de snelle vermenigvuldiging van de delegaties die de directeur heeft gegeven voor de uitvoering van de begroting; benadrukt dat dergelijke handelingen, zoals door de Rekenkamer vastgesteld, waarbij vastleggingen en betalingen werden ondertekend door daartoe niet naar behoren gemachtigd personeel, onaanvaardbaar zijn, omdat zij in strijd zijn met het financieel reglement; wenst dat de directeur volledige uitleg verschaft over de omstandigheden waaronder dit kon gebeuren en aangeeft welke maatregelen er zijn of worden genomen om te voorkomen dat dergelijke situaties zich nogmaals kunnen voordoen;

10.

verwacht dat het Bureau de procedures voor de uitvoering van de begroting zoals vastgelegd in zowel het nieuwe Financieel Reglement als de financiële kaderregeling voor de agentschappen volledig uitvoert; verzoekt de directeur van het Bureau te verzekeren dat dergelijke delegaties beperkt zullen worden tot het strikte minimum dat noodzakelijk is voor het soepel functioneren van het Bureau en de uitvoering van de begroting in overeenstemming met het beginsel van deugdelijk financieel beheer;

11.

herinnert eraan dat het Europees Parlement de Commissie heeft verzocht (8) het in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2667/2000 over de toepassing van deze verordening bedoelde evaluatieverslag alsmede een voorstel betreffende de status van het Bureau vóór juni 2004 voor te leggen;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

12.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (9) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

13.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

14.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (10) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (11) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

15.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

16.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

17.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

18.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

19.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit antwoorden op de vragenlijst;

20.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

21.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

22.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

23.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

24.

herhaalt zijn standpunt (12) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (13), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in deze kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

25.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

26.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

27.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

28.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

29.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

30.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (14); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

31.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

32.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 16.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 95 en 96.

(6)  Met inbegrip van de betalingen van de Commissie, zodat het Bureau betalingen voor zijn rekening verricht.

(7)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(8)  PB C 272 E van 13.11.2003, blz. 482.

(9)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(10)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(11)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(12)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(13)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(14)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0321

Kwijting 2002: Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0636/2003 — 2003/2246(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1) (C5-0636/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0141/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1654/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 8.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 38.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0636/2003 — 2003/2246(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1) (C5-0636/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0141/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1654/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2062/94 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 6 november 2003 op basis van het verslag van de Rekenkamer kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van het Agentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

instemde met de uitleg van het Agentschap over de omstandigheden die geleid hadden tot de overdracht van een groot bedrag aan operationele kredieten van 2001 naar 2002, hetgeen voornamelijk was te wijten aan de late goedkeuring van het MKB-programma voor het voorkomen van ongelukken dat door het Agentschap ten uitvoer moest worden gelegd;

kennis nam van de over het geheel genomen goede beoordeling van de prestaties van het Agentschap in het externe evaluatieverslag en van oordeel was dat passende aandacht zou moeten worden geschonken aan het standpunt van het Agentschap ten aanzien van de omvorming van bovengenoemd programma in een meerjarenprogramma;

het Agentschap ertoe opriep de programmering van zijn werkzaamheden met betrekking tot de activiteiten van de nationale contactpunten te verbeteren en met voldoening kennis nam van de samenwerking tussen het Agentschap en de Stichting van Dublin;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

12 324

9 400

Overige subsidies

252

184

Diverse ontvangsten

8

0

Financiële inkomsten

73

91

Totaal ontvangsten (a)

12 657

9 676

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

3 024

2 654

Overgedragen kredieten

136

168

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

1 140

846

Overgedragen kredieten

247

229

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

2 030

1 543

Overgedragen kredieten

5 623

5 814

Totaal uitgaven (b)

12 199

11 255

Resultaat van het begrotingsjaar (a — b)  (6)

458

-1 579

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-2 185

-886

Geannuleerde uit het voorgaande jaar overgedragen kredieten

609

242

Niet-gebruikte opnieuw aan te wenden ontvangsten uit het vorige begrotingsjaar

0

9

Wisselkoersverschillen

4

2

Overlopend

7

27

Saldo van het begrotingsjaar

-1 108

-2 185

N.B.: De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk

Uitvoering van de begroting

2.

herhaalt de in zijn bovengenoemde resolutie van 6 november 2003 (paragraaf 8) over de kwijting voor 2001 geuite opvatting dat van het Agentschap wordt verwacht dat het alles in het werk stelt om de programmering van zijn activiteiten te verbeteren, teneinde het grote bedrag aan overdrachten te verminderen; beklemtoont dat het Parlement, ongeacht het verschil van inzicht tussen de Rekenkamer en het Agentschap over de inspanningen die het Agentschap verricht om het jaarperiodiciteitsbeginsel te eerbiedigen, aandringt op verdere inspanningen om het bedrag van de overdrachten te verkleinen door middel van een strakkere programmering van operationele activiteiten, zelfs als dit betekent dat de levenscyclus van projecten langer is dan het begrotingsjaar;

3.

verwacht over deze kwestie nader door het Agentschap te worden geïnformeerd, alsook over de analyse van het Agentschap van de opties die in het kader van het nieuwe Financieel Reglement worden geboden om een goede uitvoering van de programma's te waarborgen met inachtneming van het beginsel van jaarperiodiciteit van de begroting;

4.

neemt kennis van het plan van het Agentschap om zijn interne controlesysteem te verbeteren, mogelijk door het opzetten van een interne auditdienst, en de initiatieven die het heeft aangekondigd voor de invoering, in 2004, van de interne controlenormen; verwacht over deze kwesties door het Agentschap te worden geïnformeerd zodra het zijn interne procedures heeft afgerond;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

5.

neemt kennis van de kritiek van de Rekenkamer op de controle die het Agentschap heeft uitgeoefend op ontvangers van subsidie krachtens het subsidieprogramma voor het MKB, met name ten aanzien van het realiteitsgehalte van de gedeclareerde uitgaven; neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer over de eindevaluatie door het Agentschap van enkele van deze projecten; neemt voorts kennis van het antwoord van het Agentschap dat als gevolg van deze evaluaties de helft van de 51 project houders niet het volledige subsidiebedrag heeft ontvangen; verzoekt het Agentschap de „lessen” die zijn geleerd te gebruiken bij het beheer van MKB-subsidieprogramma 2002, teneinde te zorgen voor grotere strengheid en meer waar voor het geld bij toekomstige programma's;

6.

verzoekt het Agentschap de bevoegde commissies van het Parlement vóór september 2004 het verslag van de externe evaluatie van het tweede MKB-subsidieprogramma te doen toekomen, en informatie te verschaffen over de follow-up van het evaluatieverslag over 2001-2002;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

7.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

8.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

9.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

10.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

11.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

12.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

13.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

14.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit antwoorden op de vragenlijst;

15.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

16.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

17.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

18.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

19.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

20.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

21.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

22.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

23.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

24.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

25.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

26.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

27.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 8.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 38.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 52 en 53.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0322

Kwijting 2002: Europees Milieuagentschap

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0635/2003 — 2003/2245(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1) (C5-0635/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0140/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1641/2003 van de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 betreffende het Europees Milieuagentschap en het Europees Milieuobservatie- en -informatienetwerk (3), inzonderheid artikel 13,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Milieuagentschap, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 15.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0635/2003 — 2003/2245(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Milieuagentschap voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1) (C5-0635/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0140/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1641/2003 van de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 betreffende het Europees Milieuagentschap en het Europees Milieuobservatie- en -informatienetwerk (3), inzonderheid artikel 13,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 6 november 2003 kwijting heeft verleend aan de directeur van het Europees Milieuagentschap voor de uitvoering van de begroting van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie (5) onder andere:

zijn instemming betuigde met de inspanningen die het Agentschap heeft verricht om de planning van zijn operationele activiteiten te verbeteren met het oog op verlaging van het niveau van de overdrachten, zich op het standpunt stelde dat de overdrachten voornamelijk te wijten waren aan de contractuele betrekkingen van het Agentschap met de thematische centra en „systematisch” van aard waren, en verzocht om een strengere controle op de uitvoering van de contracten door dergelijke centra; verzocht om de ontwikkeling van een op de beste praktijken gebaseerde geharmoniseerde benadering van de agentschappen bij het aanpakken van dergelijke problemen met een „systematisch” karakter;

het Agentschap ertoe opriep passende maatregelen te nemen om zijn vastleggings- en archiveringssyteem te verbeteren met het oog op naleving van de eis dat alle noodzakelijke ondersteunende documentatie beschikbaar moet zijn in zijn dossiers;

van het Agentschap verwachtte dat het zijn inspanningen op het gebied van interinstitutionele samenwerking bij zaken zoals aanbestedingsprocedures zou intensiveren;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Milieuagentschap voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Eigen ontvangsten

 

 

Subsidies van de Commissie

18 749

18 342

Diverse ontvangsten

1 136

1 493

Financiële inkomsten

198

369

Totaal van de ontvangsten

20 083

20 204

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

9 714

8 126

Overgedragen kredieten

1 018

735

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

2 054

1 423

Overgedragen kredieten

247

521

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

6 493

3 738

Overgedragen kredieten

5 611

6 856

Totaal uitgaven (b)

25 137

21 399

Resultaat van het begrotingsjaar (a — b)  (6)

-5 054

-1 195

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-3 274

-3 117

Geannuleerde overgedragen kredieten

888

939

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het begrotingsjaar 2001

8

86

Terugbetalingen aan de Commissie

 

 

Wisselkoersverschillen

4

13

Saldo van het begrotingsjaar

-7 428

-3 274

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Agentschap.

Uitvoering van de begroting — Audit en controle

2.

neemt kennis van het antwoord van het Agentschap op vragen in de vragenlijst met betrekking tot de overdrachten en met name van het standpunt van het Agentschap in verband met het meerjarige karakter van een aantal van zijn projecten; verzoekt het Agentschap derhalve nadere uitleg te verschaffen over zijn analyse van de opties die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden, met name door het gebruik van gedifferentieerde kredieten bij overeenkomsten met de Europese thematische centra, met het oog op beperking van de overdrachten en een betere naleving van het beginsel van jaarperiodiciteit;

3.

is ingenomen met de oprichting door het Agentschap van een interne auditdienst, maar benadrukt het belang van samenwerking met de Dienst Interne Audit van de Commissie;

4.

herhaalt zijn oproep aan het Agentschap om de noodzakelijk maatregelen voor ondersteuning van het gedecentraliseerde vastleggings- en archiveringssysteem snel door te voeren, teneinde de financiële afdelingen in staat te stellen zijn activiteiten en programma's beter te volgen;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

5.

is ernstig verontrust over de herhaalde kritiek van de Rekenkamer met betrekking tot tekortkomingen in de bewijsstukken ter onderbouwing van betalingsaanvragen; verwacht dat het Agentschap snel actie onderneemt om dit probleem op te lossen en verslag uitbrengt aan de bevoegde commissie van het Parlement zodra het vastleggings-, archiverings- en postregistratiesysteem functioneert;

6.

neemt kennis van de toezegging van het Agentschap in de antwoorden op de vragenlijst dat er in de toekomst geen verdere subsidie-overeenkomsten zullen worden gesloten met internationale organen en dat zij zullen worden beperkt tot de specifieke context van de EER-verordening en het nieuwe Financieel Reglement;

7.

neemt voorts kennis van de toelichting van het Agentschap met betrekking tot faciliteiten die worden geboden aan de „Royal Awards Foundation”, met name van het feit dat deze stichting sinds 1 januari 2003 de kosten betaalt van de kantoren die zij gebruikt in het gebouw van het Agentschap; merkt op dat het Agentschap voornemens is het gastheerschap voor de stichting te beëindigen; verwacht niettemin dat het Agentschap de opmerkingen van de Rekenkamer bestudeert, teneinde te voorkomen dat soortgelijke kritiek in de toekomst opnieuw geuit wordt;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

8.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

9.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

10.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

11.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

12.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

13.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

14.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

15.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit antwoorden op de vragenlijst;

16.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

17.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

18.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

19.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

20.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

21.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

22.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

23.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

24.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

25.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

26.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

27.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

28.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden;


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 15.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 1.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 71 en 72.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0323

Kwijting 2002: Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0638/2003 — 2003/2255(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1) (C5-0638/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0143/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1647/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (3), inzonderheid artikel 57 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 22.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 19.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0638/2003 — 2003/2255(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1) (C5-0638/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0143/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1647/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (3), inzonderheid artikel 57 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement, in overeenstemming met artikel 185 van het nieuwe Financieel Reglement, voor de eerste keer gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om kwijting te verlenen aan de directeur van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002;

C.

overwegende dat de bevoegde commissie van het Parlement bij de inauguratie van deze nieuwe relatie met het Bureau informatie van het Bureau heeft ontvangen in de vorm van antwoorden vragen die het Bureau waren toegezonden;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten van het begrotingsjaar (5)

Subsidie van de Commissie

14 534

14 000

Communautaire subsidie voor weesgeneesmiddelen

2 407

1 300

Vergoedingen

38 372

42 708

EER-bijdrage

313

288

Diverse ontvangsten

1 750

4 504

Totaal ontvangsten (a)

57 376

62 800

Begrotingsuitgaven van het begrotingsjaar

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

25 793

22 437

Overgedragen kredieten

424

538

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

8 807

8 143

Overgedragen kredieten

1 910

4 851

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

16 990

17 687

Overgedragen kredieten

4 477

8 113

Totaal uitgaven (b)

58 401

61 769

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)  (6)

-1 025

1 031

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

4 040

1 926

Terugbetaling aan de Commissie

-4 040

0

Geannuleerde uit het voorgaande jaar overgedragen kredieten

1 377

1 258

Wisselkoersverschillen

-141

345

Overige aanpassingen

-211

-520

Saldo van het begrotingsjaar

0

4 040

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Bureau — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van het Bureau in zijn eigen jaarrekening.

Uitvoering van de begroting — Financieel reglement

2.

verwacht dat het Bureau bij de goedkeuring van zijn financieel reglement ten volle rekening houdt met de suggesties in advies nr. 6/2003 van 17 juli 2003 van de Rekenkamer;

3.

is ingenomen met de overeenstemming die het Bureau en de Commissie hebben bereikt over de betaling van de communautaire bijdragen in drie termijnen met het oog op vermindering van de overdrachten; neemt kennis van de herziene procedure die in overeenstemming met de opmerkingen van de Rekenkamer is ingevoerd voor het verwerken van de vastleggingen wanneer wordt besloten een geneesmiddel te laten onderzoeken, teneinde beter te kunnen voldoen aan het beginsel van jaarperiodiciteit; verzoekt het Bureau nader toe te lichten of het gebruik van gedifferentieerde kredieten positieve gevolgen kan hebben voor het niveau van de overdrachten;

4.

benadrukt echter dat de situatie van de overdrachten, die het resultaat is van de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken door een nationaal bureau, ongeacht de bereikte overeenstemming moet worden verbeterd;

5.

neemt met belangstelling kennis van de overeenstemming die het Bureau en de Commissie hebben bereikt en als gevolg waarvan, in overeenstemming met het nieuwe Financieel Reglement, het positieve saldo van de resultatenrekening van het Bureau beschikbaar is op de begrotingslijn van de Commissiebijdragen als blijkt dat de inkomsten uit vergoedingen lager zijn dan geraamd; wijst erop dat de taken van het Bureau, met name op het gebied van de geneesmiddelenbewaking, prevaleren boven opdrachten die worden betaald door bedrijven die toelating wensen voor hun geneesmiddelen; is van mening dat deze oplossing, die een verschil in behandeling van overdrachten in verband met opbrengsten uit communautaire subsidies en inkomsten uit vergoedingen mogelijk maakt, pragmatisch is en de flexibiliteit biedt die noodzakelijk is met het oog op de bijzondere kenmerken van het Bureau;

Jaarrekening

6.

neemt kennis van het antwoord van het Bureau met betrekking tot de stappen die het heeft ondernomen om de verwerking van voorschotten voor inspecties en verschuldigde vergoedingen te verbeteren; verwacht dat het Bureau de verstrekte informatie over het gebruik van door klanten betaalde bedragen nader verduidelijkt;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

7.

neemt kennis van de stappen die zijn ondernomen om de interne controleprocedures te verbeteren; verwacht dat het Bureau op adequate wijze voldoet aan het vereiste van systematische voorlegging van de noodzakelijke ondersteunende documentatie op basis waarvan betalingen worden gedaan;

Overige kwesties

8.

is ingenomen met het besluit van het Bureau om de werking van de interne auditdienst te formaliseren; verwacht dat het Bureau en de Commissie verdere stappen zullen ondernemen om de samenwerking van deze dienst met de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie te verbeteren;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

9.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

10.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

11.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

12.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

13.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

14.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

15.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

16.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit antwoorden op de vragenlijst;

17.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

18.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

19.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

20.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

21.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

22.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

23.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

24.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

25.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

26.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

27.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

28.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

29.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden;


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 22.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 19.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  Het bedrag omvat 5,2 miljoen euro aan ontvangsten uit hoofde van het begrotingsjaar 2002 (2001:10,7 miljoen euro).

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0324

Kwijting 2002: Vertaalbureau

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0637/2003 — 2003/2247(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1) (C5-0637/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0142/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1645/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2965/94 houdende oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (3), inzonderheid artikel 19,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 29.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 13.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0637/2003 — 2003/2247(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Bureau (1) (C5-0637/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0142/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1645/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2965/94 houdende oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (3), inzonderheid artikel 19,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 6 november 2003 kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

het Bureau ertoe opriep zich samen met de Luxemburgse autoriteiten harder in te spannen om een permanente oplossing te vinden voor zijn huisvestingsprobleem;

de activiteiten aanmoedigde die het Bureau onderneemt met het oog op een betere samenwerking tussen instellingen in het licht van de aanstaande uitbreiding;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Door de organen en organisaties van de Europese Unie betaalde ontvangsten

17 200

19 550

Door de Europese instellingen betaalde ontvangsten

913

633

Diverse ontvangsten

0

5

Financiële inkomsten

494

458

Totaal ontvangsten (a)

18 607

20 646

Begrotingsuitgaven van het begrotingsjaar

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

10 005

13 862

Overgedragen kredieten

98

892

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

1 388

1 090

Overgedragen kredieten

676

929

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting (6)

Betalingen

3 274

0

Overgedragen kredieten

473

0

Totaal uitgaven (b)

15 914

16 773

Resultaat van het begrotingsjaar (a — b)  (7)

2 693

3 873

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

7 875

4 977

Geannuleerde overgedragen kredieten

259

240

Diverse ontvangsten

33

Toevoegingen aan de voorzieningen voor risico's en lasten

-2 532

-1 221

Wisselkoersverschillen

2

6

Saldo van het begrotingsjaar

8 330

7 875

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Vertaalbureau —Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van het Vertaalbureau in zijn eigen jaarrekening.

2.

neemt kennis van het plan van het Bureau om maatregelen te nemen om zijn interne controlesysteem en met name de risicobeoordeling te versterken; verwacht dat het Bureau de bevoegde commissie van het Parlement op de hoogte stelt van deze veranderingen in zijn organisatie zodra de interne procedures zijn afgerond;

Uitvoering van de begroting

3.

is ingenomen met het antwoord van het Bureau op een in de vragenlijst gestelde vraag over de ontwikkeling van de overdrachten in de afgelopen jaren, waaruit blijkt dat de overdrachten een duidelijk dalende tendens vertonen; moedigt het Bureau ertoe aan zijn inspanningen voort te zetten, teneinde verdere verbeteringen op dit terrein te maken;

4.

neemt kennis van de inspanningen die het Bureau verricht om positief te reageren op de opmerking van de Rekenkamer over de wijze waarop het Bureau zijn financieel reglement dient toe te passen bij het opnemen van het saldo van het voorgaande begrotingsjaar onder de ontvangsten van het volgende begrotingsjaar; verwacht dat het Bureau een oplossing uitwerkt die in overeenstemming is met de aanbeveling van de Rekenkamer;

Huisvesting van het Vertaalbureau

5.

stemt in met de inspanningen die het Bureau verricht om met de Luxemburgse autoriteiten tot overeenstemming te komen over de kwestie van de huisvesting van het Bureau; stelt vast dat er tot dusver nog geen oplossing is gevonden; herinnert eraan dat de instellingen met betrekking tot hun gebouwenbeleid in het algemeen op basis van een kosten-batenanalyse tot de slotsom komen dat kopen de voorkeur verdient boven huren; benadrukt dat op bouwplannen artikel 179 van het Financieel Reglement van toepassing is; moedigt het Bureau ertoe aan zich samen met de Luxemburgse autoriteiten verder in te spannen om voor zijn huisvestingsprobleem een permanente oplossing te vinden die aan zijn behoeften voldoet;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

6.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (8) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

7.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

8.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (9) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (10) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

9.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

10.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

11.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

12.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

13.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

14.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

15.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

16.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

17.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

18.

is van opvatting dat het Vertaalbureau, onverminderd de prioriteit die de Europese instellingen hebben, zijn eventuele overcapaciteit moet kunnen gebruiken om tegen vergoeding diensten te verrichten voor andere internationale organisaties, waardoor de afhankelijkheid van de communautaire begroting geleidelijk zou worden verminderd;

Geharmoniseerd operationeel kader

19.

herhaalt zijn standpunt (11) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (12), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

20.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

21.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

22.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

23.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

24.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

25.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (13); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

26.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

27.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 29.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 13.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 65 en 66.

(6)  In 2002 heeft het Vertaalbureau omwille van de duidelijkheid besloten een titel III in zijn begroting op te nemen waaronder alle uitgaven vallen voor met natuurlijke of rechtspersonen gesloten vertaalcontracten.

(7)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(8)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(9)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(10)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(12)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(13)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0325

Kwijting 2002: Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0630/2003 — 2003/2240(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1) (C5-0630/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0136/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1655/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1416/76 (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 36.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 41.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de uitvoering van de begroting van het centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0630/2003 — 2003/2240(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1) (C5-0630/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0136/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1655/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 337/75 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1416/76 (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 8 april 2003 kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

betreurde dat het Centrum de aanbestedingsprocedures voor de gunning van contracten niet volledig heeft geëerbiedigd en het Centrum verzocht de inspanningen ten behoeve van een betere programmering van zijn werkzaamheden voort te zetten met het oog op het voorkomen van haastwerk, dat in het verleden heeft geleid tot niet-naleving van de voorschriften voor aanbestedingsprocedures;

voorstelde om met het oog op de komende uitbreiding de resultaten van de samenwerking tussen het CEDEFOP en de Europese Stichting voor opleiding (ESO) nauwlettend te volgen en de mogelijkheden voor verdere versterking van deze samenwerking te onderzoeken;

op basis van de externe evaluatie van de activiteiten van het Centrum opriep tot inspanningen om de bekendheid van het CEDEFOP te vergroten en de verspreiding en doelgerichtheid van de informatie die het Centrum verstrekt, te verbeteren;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

12 135

13 200

Ontvangsten voorgaande begrotingsjaren

25

724

Diverse ontvangsten

3

0

Ontvangsten met een bestemming (Phare + derden)

333

402

Financiële inkomsten

50

104

Totaal ontvangsten (a)

12 546

14 430

Begrotingsuitgaven van het begrotingsjaar

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

7 570

7 231

Overgedragen kredieten

298

266

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

767

700

Overgedragen kredieten

345

323

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting (buiten ontvangsten met een bestemming)

Betalingen

2 491

2 720

Overgedragen kredieten

2 189

2 059

Ontvangsten met een bestemming (Phare + derden)

Betalingen

0

277

Overgedragen kredieten

187

453

Totaal uitgaven (b)

13 847

14 029

Resultaat van het begrotingsjaar (a — b)  (6)

-1 301

401

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

532

-228

Geannuleerde overgedragen kredieten

215

349

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het vorige begrotingsjaar

8

12

Wisselkoersverschillen

1

-2

Saldo van het begrotingsjaar

-545

532

Bron: Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding.

2.

neemt kennis van het antwoord van het Centrum op de opmerking van de Rekenkamer over de noodzaak de regeling die het Centrum met de Commissie heeft voor de betaling van de kosten van hun gezamenlijke deelname aan internationale evenementen, te formaliseren; verwacht door het Centrum en de Commissie in kennis te worden gesteld van de exacte voorwaarden van de overeenkomst, met name ten aanzien van de controles die volgens de Rekenkamer zouden moeten worden uitgevoerd;

Overige opmerkingen

3.

verwacht dat het Centrum de bevoegde commissie van het Parlement op de hoogte stelt zodra de interne auditdienst functioneert en meedeelt wanneer het denkt de activiteiten gericht op het waarborgen van de naleving van de interne controlenormen, te voltooien;

4.

neemt kennis van het Beknopt Gezamenlijk Voortgangsverslag van 23 september 2003 over de samenwerking tussen het Centrum en de Europese Stichting voor opleiding (ESO), dat een beschrijving bevat van de gezamenlijke initiatieven en activiteiten, met name met het oog op het voorbereiden van de toetredings- en kandidaat-landen op daadwerkelijke deelname aan de activiteiten van het Centrum zodra de uitbreiding een feit is; benadrukt dat de gezamenlijke activiteiten moeten worden voortgezet; verzoekt het Centrum, de ESO en de Commissie om zodra de toetreding van de „10” een feit is verslag uit te brengen aan het Parlement over de resultaten van de werkzaamheden van de ESO onder de verantwoordelijkheid van het CEDEFOP;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

5.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

6.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

7.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

8.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

9.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

10.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

11.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

12.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

13.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

14.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

15.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

16.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

17.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

18.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

19.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

20.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

21.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

22.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

23.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

24.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

25.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 36.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 41.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 82 en 83.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0326

Kwijting 2002: Eurojust

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0662/2003 — 2003/2256(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van Eurojust (1) (C5-0662/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0150/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Besluit 2003/659/JBZ van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (3), inzonderheid artikel 36,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van Eurojust, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 42.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 44.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0662/2003 — 2003/2256(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van Eurojust (1) (C5-0662/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0150/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Besluit 2003/659/JBZ van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (3), inzonderheid artikel 36,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat Eurojust eind 2002 operationeel is geworden en het Parlement in overeenstemming met artikel 185 van het nieuwe Financieel Reglement voor de eerste keer gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om kwijting te verlenen aan de directeur van Eurojust voor de uitvoering van de begroting van Eurojust;

C.

overwegende dat de bevoegde commissie van het Parlement informatie van Eurojust heeft ontvangen in de vorm van antwoorden op vragen die Eurojust waren toegezonden;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van Eurojust voor het begrotingsjaar 2002;

Winst- en verliesrekening over het begrotingsjaar 2002

(1000 euro)

 

2000

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

1 478

Totaal ontvangsten (a)

1 478

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

205

Overgedragen kredieten

42

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

793

Overgedragen kredieten

268

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

213

Overgedragen kredieten

37

Totaal uitgaven (b)

1 558

Saldo van het begrotingsjaar (c = a — b)  (5)

-80

Bron: Gegevens van Eurojust — Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van Eurojust in zijn eigen jaarrekening.

Uitvoering van de begroting

2.

neemt kennis van het standpunt van Eurojust dat het zich nu concentreert op zijn oprichting en dat problemen die zich in de eerste fase van zijn werkzaamheden zouden kunnen voordoen bij de uitvoering van de begroting naar verwachting met ingang van het begrotingsjaar 2004 zullen verdwijnen;

Financieel Reglement

3.

spreekt zijn voldoening uit over de ophanden zijnde overeenstemming over naleving door Eurojust van de financiële kaderregeling; wenst volledig geïnformeerd te worden over de definitieve overeenstemming over deze kwestie;

Interinstitutionele samenwerking

4.

is ingenomen met de bereidheid van Eurojust om een beroep te doen op de ervaringen, mechanismen en werkwijzen van de bestaande instellingen; wijst op zijn opmerking over de moeilijkheden waarmee een klein agentschap kan worden geconfronteerd bij de samenwerking met een veel grotere en complexere instelling zoals de Commissie;

5.

is ingenomen met het standpunt van Eurojust dat het graag hulp en begeleiding ontvangt van de diensten van de Commissie, met name op het gebied van boekhouding en interne audit en controle;

6.

verzoekt Eurojust alles in het werk te stellen om een goede samenwerkingsrelatie met het Parlement en zijn bevoegde commissies op te bouwen met betrekking tot zowel de kwijtingsprocedure als kwesties die verband houden met zijn specifieke opdracht/taken;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

7.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (6) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

8.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

9.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (7) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (8) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

10.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

11.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

12.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

13.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

14.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

15.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

16.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

17.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

18.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

19.

herhaalt zijn standpunt (9) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (10), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

20.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

21.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

22.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

23.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

24.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

25.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (11); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

26.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

27.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 42.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 44.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(6)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(7)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(8)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(9)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(11)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0327

Kwijting 2002: Europese Stichting voor opleiding

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0641/2003 — 2003/2259(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1) (C5-0641/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0144/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1648/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1360/90 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (3), inzonderheid artikel 11,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 47.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 22.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0641/2003 — 2003/2259(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1) (C5-0641/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0144/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1648/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1360/90 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (3), inzonderheid artikel 11,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Parlement, in overeenstemming met artikel 185 van het nieuwe Financieel Reglement, voor de eerste keer gebruikmaakt van zijn bevoegdheid om kwijting te verlenen aan de directeur van de Europese Stichting voor opleiding voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002;

C.

overwegende dat de bevoegde commissie van het Parlement ter inauguratie van deze nieuwe relatie met de Stichting informatie van de Stichting heeft ontvangen in de vorm van antwoorden op vragen die de Stichting waren toegezonden;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van de Europese Stichting voor opleiding voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001 (5)

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Eigen ontvangsten

 

 

Subsidies van de Commissie

13 179

16 800

Diverse ontvangsten

23

47

Financiële inkomsten

140

290

Totaal ontvangsten (a)

13 342

17 137

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

10 153

9 746

Overgedragen kredieten

215

356

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

805

862

Overgedragen kredieten

559

541

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

2 307

2 572

Overgedragen kredieten

2 591

2 595

Totaal uitgaven (b)

16 631

16 672

Resultaat van het begrotingsjaar (a — b)  (6)

-3 289

465

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

4 055

3 352

Geannuleerde overgedragen kredieten

424

258

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het begrotingsjaar 2001 (2000)

0

0

Terugbetalingen aan de Commissie

-3 352

0

Wisselkoersverschillen

6

-20

Saldo van het begrotingsjaar

-2 155

4 055

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van de Stichting.

Uitvoering van de begroting — Audit en controle

2.

neemt kennis van de kritiek van de Rekenkamer dat het volume van de overdrachten bij de beleidskredieten hoog blijft en van haar opmerking dat de Stichting de follow-up van haar programma dient te verbeteren; neemt voorts kennis van het antwoord van de Stichting waarin wordt gesuggereerd dat na 2002 een verlaging van het niveau van de overdrachten te verwachten is en dat het overdrachtenprobleem zal worden opgelost met de invoering van meerjarige betalingskredieten;

3.

verzoekt de Stichting nadere uitleg te verschaffen bij zijn analyse van de opties die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden met het oog op beperking van de overdrachten en een betere naleving van het beginsel van jaarperiodiciteit;

4.

neemt met tevredenheid kennis van het plan van de Stichting om de 24 interne controlenormen goed te keuren, teneinde eind 2004 volledig aan deze normen te voldoen; neemt voorts kennis van de stappen die zijn ondernomen om een interne auditdienst op te zetten; benadrukt het belang van samenwerking met de Dienst Interne Audit van de Commissie;

5.

merkt op dat communautaire bijdragen aan de Stichting in termijnen worden betaald; neemt kennis van de opmerking van de Stichting in antwoord op een vraag van de vragenlijst dat vertragingen bij de betaling van de termijnbedragen hebben geleid tot kasstroomproblemen; is van opvatting dat dergelijke situaties negatieve gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van het werkprogramma;

6.

verzoekt de Commissie en de Stichting hun onderlinge coördinatie te verbeteren en met behulp van passende oplossingen te voorkomen dat dergelijke problemen zich nogmaals voordoen; verzoekt de Commissie de bevoegde commissie van het Parlement op de hoogte te stellen van het probleem en van de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verbeteren;

Jaarrekening

7.

neemt kennis van het antwoord van de Stichting op een opmerking van de Rekenkamer over de presentatie in haar financiële staten voor 2003 van de middelen van TACIS, PHARE en de technische bijstand voor TEMPUS die door de Stichting worden beheerd; neemt kennis van de bereidheid van de Stichting om, in reactie op de opmerking van de Rekenkamer, in overleg met de Commissie een passende oplossing te zoeken;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

8.

verzoekt de Stichting om in samenwerking met de Commissie te zorgen voor een goede follow-up van de opmerking van de Rekenkamer over de controles die zouden moeten worden uitgevoerd om zeker te zijn dat uitsluitend de voormalige werknemers van de Stichting die daar recht op hebben een werkloosheidsuitkering ontvangen;

Overige kwesties

9.

neemt kennis van de bereidheid van de Stichting om extra taken op zich te nemen; herhaalt zijn oproep aan de Commissie om de expertise van de Stichting in een bredere geografische context te gebruiken dan momenteel het geval is en technische bijstand te verlenen voor programma's zoals TEMPUS en Erasmus Mundus;

10.

neemt kennis van het Beknopt Gezamenlijk Voortgangsverslag van 23 september 2003 over de samenwerking tussen de Stichting en het CEDEFOP, dat een beschrijving bevat van de gezamenlijke initiatieven en activiteiten met het oog op de voorbereiding van de kandidaat-lidstaten op deelname aan de activiteiten van het Centrum zodra de uitbreiding een feit is; benadrukt dat de gezamenlijke activiteiten moeten worden voortgezet; verzoekt de ESO, het CEDEFOP en de Commissie om zodra de toetreding van de „10” een feit is verslag uit te brengen aan het Parlement over de resultaten van de werkzaamheden van de ESO onder de verantwoordelijkheid van het CEDEFOP;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

11.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

12.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

13.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

14.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

15.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

16.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

17.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

18.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

19.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

20.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

21.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

22.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

23.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

24.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

25.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

26.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

27.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

28.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

29.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

30.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

31.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 47.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 22.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  In de winst-en-verliesrekening en de balans zijn slechts de specifieke activiteiten van de Stichting opgenomen, en niet de voor de Commissie of andere organen beheerde programma's.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0328

Kwijting 2002: Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0631/2003 — 2003/2241(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1) (C5-0631/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0137/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1649/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1365/75 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1417/76 (3), inzonderheid artikel 16,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 55.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 25.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0631/2003 — 2003/2241(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1) (C5-0631/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0137/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1649/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1365/75 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1417/76 (3), inzonderheid artikel 16,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 8 april 2003 kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de uitvoering van de begroting van de Stichting voor het begrotingsjaar 2001 en dat het Parlement in zijn resolutie onder andere:

betreurde dat de Stichting niet bij alle dienstverleningscontracten de aanbestedingsprocedures volledig heeft geëerbiedigd en er bij de Stichting op aandrong dit probleem op te lossen;

zich ingenomen toonde met de over het geheel genomen positieve beoordeling van de externe evaluatie van de werkzaamheden van de Stichting en de Stichting verzocht haar inspanningen voort te zetten met het oog op het verbeteren van de samenwerking met de Commissie en het Parlement en het invoeren van interne controleprocedures;

de Stichting feliciteerde met de goede kwaliteit van de door haar uitgevoerde werkzaamheden en haar aanmoedigde haar inspanningen op het gebied van voorlichting voort te zetten, teneinde deze werkzaamheden bekendheid te geven bij een breder publiek;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

16 500

14 958

Diverse ontvangsten

62

16

Financiële inkomsten

57

96

Totaal ontvangsten (a)

16 619

15 070

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

9 111

7 583

Overgedragen kredieten

216

190

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

938

854

Overgedragen kredieten

683

245

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

3 290

3 129

Overgedragen kredieten

3 105

3 148

Totaal uitgaven (b)

17 343

15 150

Resultaat van het begrotingsjaar (a — b)  (6)

-724

-80

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-1 209

-1 210

Geannuleerde overgedragen kredieten

81

59

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het begrotingsjaar 2001

13

24

Wisselkoersverschillen

3

-2

Saldo van het begrotingsjaar

-1 836

-1 209

N.B. D totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van de Stichting. Deze tabellen vormen een samenvatting van de gegevens van de Stichting in haar eigen jaarrekening.

Uitvoering van de begroting

2.

neemt kennis van de kritiek van de Rekenkamer op het hoge volume van de overdrachten in verband met beleidsactiviteiten; is ingenomen met de inspanningen die de Stichting heeft verricht en de hoofdlijnen van de maatregelen die zij heeft gepresenteerd om de planning en de follow-up te verbeteren, teneinde de overdrachten aanzienlijk te verminderen; is van mening dat het delen van deze maatregelen met andere agentschappen in het kader van de uitwisseling van de beste praktijken dienstig kan zijn bij het beheer van de overdrachten;

3.

verzoekt de Stichting haar analyse voor te leggen van de opties die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden, met het oog op verdere beperking van de overdrachten;

Jaarrekening

4.

roept de Stichting ertoe op zich harder in te spannen om zo spoedig mogelijk een geïntegreerd boekhoudsysteem op te zetten en in bedrijf te nemen en de maatregelen goed te keuren die noodzakelijk zijn voor het volgen van de vaste activa, met inbegrip van afschrijvingen; verzoekt de Commissie de Stichting de hulp te bieden die zij nodig heeft, met name bij de integratie van het boekhoudsysteem;

Onderliggende verrichtingen

5.

verwacht dat de Stichting alle noodzakelijke maatregelen zal nemen om, in overeenstemming met het nieuwe Financieel Reglement, snel te reageren op de opmerking van de Rekenkamer over vergroting van de transparantie van haar aanbestedingsprocedures;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

6.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

7.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

8.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

9.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

10.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

11.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

12.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

13.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

14.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

15.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

16.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financiering kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

17.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

18.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

19.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

20.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

21.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

22.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

23.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

24.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

25.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

26.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 55.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 25.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 89 en90.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 enPB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0329

Kwijting 2002: Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0634/2003 — 2003/2244 (DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1) (C5-0634/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0139/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1651/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 302/93 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (3), inzonderheid artikel 11 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 62.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 30.

(4)  PB L 357 van 31.12.02, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0634/2003 — 2003/2244(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1) (C5-0634/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0139/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1651/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 302/93 tot oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (3), inzonderheid artikel 11 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 6 november 2003 kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

instemming betuigde met de maatregelen die het Centrum heeft doorgevoerd om te zorgen voor een betere follow-up, uitvoering, verslaglegging en beoordeling van zijn activiteiten en het Centrum ertoe aanmoedigde zijn operationele activiteiten nauwlettend te volgen met het oog op, met name, het verminderen van de overdrachten;

het Centrum verzocht de interinstitutionele samenwerking te versterken op het gebied van de inkoop van goederen en diensten alsook bij aanbestedingsprocedures op basis van de beste praktijken;

van opvatting was dat het Centrum een passende oplossing voor zijn huisvestingsprobleem diende te zoeken in overeenstemming met de aanbevelingen van de begrotingsautoriteit en verklaarde voornemens te zijn deze kwestie in het kader van de volgende kwijtingsprocedure opnieuw aan de orde te stellen;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001 (6)

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Subsidies van de Commissie

9 000

8 750

Subsidies van Noorwegen

413

399

Overige subsidies

735

1 153

Overige ontvangsten

133

99

Totaal ontvangsten (a)

10 280

10 401

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

4 951

4 174

Overgedragen kredieten

80

490

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

362

620

Overgedragen kredieten

509

624

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

2 525

2 146

Overgedragen kredieten

1 001

2 026

Totaal uitgaven (b)

9 698

10 079

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)

582

322

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo  (7)

63

92 076

Geannuleerde overgedragen kredieten

392

301

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het begrotingsjaar 2001

9

18

Terugbetalingen aan de Commissie

0

-2 076

Wisselkoersverschillen

3

-2

Saldo van het begrotingsjaar  (8)

1 625

639

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Waarnemingscentrum.

Uitvoering van de begroting

2.

neemt kennis van het antwoord van het Centrum op een in de vragenlijst gestelde vraag over de ontwikkeling van de overdrachten; is verheugd over de dalende tendens die zichtbaar is en aantoont dat de maatregelen met het oog op een betere planning, uitvoering en follow-up van zijn activiteiten hebben geleid tot een vermindering van de overdrachten; moedigt het Centrum ertoe aan zijn inspanningen op dit gebied voort te zetten;

3.

verwacht dat het Centrum aangeeft of het nieuwe Financieel Reglement nog meer mogelijkheden biedt om de overdrachten verder te verminderen;

4.

aanvaardt de toezegging van het Centrum dat door de Rekenkamer bekritiseerde handelingen, zoals de operatie waarbij kredieten ten onrechte werden overgeschreven om ze over te dragen naar het volgende begrotingsjaar, niet meer zullen voorkomen;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

5.

neemt kennis van het standpunt van het Centrum dat het voortaan het beginsel van scheiding van functies tussen ordonnateurs en rekenplichtigen volledig zal eerbiedigen;

Personeelsbeheer

6.

geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de bevindingen die de Rekenkamer in haar verslag vermeld met betrekking tot de wijze waarop de selectieprocedures bij het Centrum werden uitgevoerd en de ernstige tekortkomingen die werden vastgesteld bij een intern vergelijkend onderzoek; neemt kennis van het antwoord van het Centrum dat de vastgestelde tekortkomingen van procedurele aard waren en geen reden vormden de regelmatigheid van de procedure en het resultaat ervan in twijfel te trekken; verwacht dat het Centrum het Parlement volledige informatie verschaft over de vraag of er in verband hiermee klachten zijn ingediend bij het Hof van Justitie en, zo ja, wat daarvan het resultaat was;

7.

is van opvatting dat transparantie, eerbiediging van de vastgelegde procedures en gelijke behandeling in het aanwervingsproces de afspiegeling zijn van de geloofwaardigheid van instellingen of organen van de Gemeenschap; verwacht derhalve dat het Centrum alles in het werk stelt om te voorkomen dat dergelijke verschijnselen zich voordoen in toekomstige aanwervingsprocedures;

8.

neemt kennis van het standpunt van het Centrum dat het een beroep zal doen op de diensten van het EPSO bij het organiseren van vergelijkende onderzoeken;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

9.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (9) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

10.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

11.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (10) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (11) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

12.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

13.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

14.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

15.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

16.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

17.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

18.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

19.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financieringsbronnen kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

20.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

21.

herhaalt zijn standpunt (12) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (13), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

22.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

23.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

24.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

25.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

26.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

27.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (14); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

28.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

29.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden.


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 62.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 30.

(4)  PB L 357 van 31.12.02, blz. 72.

(5)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 59 en 60.

(6)  In zijn rekeningen heeft het Centrum de aanwending van in 2001 niet-gebruikte ontvangsten met een bestemming onder de ontvangsten en uitgaven opgenomen.

(7)  Het aan de Commissie terug te betalen saldo van het begrotingsjaar 2001 komt overeen met het totaal van het resultaat van het begrotingsjaar plus de afschrijvingen (82 000 + 557 000 euro).

(8)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(9)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(10)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(11)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(12)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(13)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(14)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0330

Kwijting 2002: Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen vankwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0633/2003 — 2003/2243(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1) (C5-0633/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0138/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1652/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/97 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0212/2004),

1.

verleent aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002;

2.

geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 69.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 33.

(4)  PB L 357 van 31.12.02, blz. 72.

2.

Resolutie van het Europees Parlement houdende opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0633/2003 — 2003/2243(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van het Centrum (1) (C5-0633/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0138/2004),

gelet op het EG-Verdrag, inzonderheid artikel 276,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), inzonderheid artikel 185, en Verordening (EG) nr. 1652/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1035/97 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (3), inzonderheid artikel 12 bis,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid artikel 94 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002,

gelet op artikel 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0212/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar bovengenoemde verslag verklaart dat zij redelijke zekerheid heeft verkregen dat de jaarrekening van het per 31 december 2002 afgesloten begrotingsjaar betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

B.

overwegende dat het Europees Parlement op 6 november 2003 kwijting heeft verleend (5) aan de directeur van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de uitvoering van de begroting van het Centrum voor het begrotingsjaar 2001, waarbij het Parlement in zijn resolutie onder andere:

het Centrum verzocht een nauwlettender controle uit te oefenen op de uitvoering van de kredieten en van zijn werkprogramma en het Centrum ertoe aanmoedigde zich harder in te spannen om de aanhoudende problemen in verband met de betrekkingen met het RAXEN-netwerk op te lossen;

van mening was dat het Centrum de samenwerking met andere agentschappen die te maken hebben met dezelfde „systematische” problemen in verband met hun betrekkingen met de netwerken van de nationale thematische centra dient te versterken, zodat er vooruitgang kan worden geboekt met het ontwikkelen van een geharmoniseerde aanpak van dergelijke problemen op basis van de beste praktijken;

benadrukte dat het Centrum zijn inspanningen met name op het gebied van interne audit en controle dient voort te zetten, teneinde zijn financieel beheer te verbeteren;

1.

neemt kennis van de volgende cijfers in de rekeningen van het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat voor de begrotingsjaren 2002 en 2001;

Winst- en verliesrekening over de begrotingsjaren 2002 en 2001

(1000 euro)

 

2002

2001

Ontvangsten

Eigen ontvangsten

 

 

Subsidies van de Commissie

4 320

5 000

Diverse ontvangsten

 

 

Financiële inkomsten

43

46

Totaal ontvangsten (a)

4 363

5 046

Uitgaven

Personeel — Titel I van de begroting

Betalingen

2 416

2 072

Overgedragen kredieten

187

67

Huishoudelijke uitgaven — Titel II van de begroting

Betalingen

377

662

Overgedragen kredieten

60

151

Beleidsuitgaven — Titel III van de begroting

Betalingen

1 686

990

Overgedragen kredieten

1 234

1 181

Totaal uitgaven (b)

5 960

5 123

Resultaat van het begrotingsjaar (a - b)  (6)

-1 597

-77

Uit het vorige begrotingsjaar overgedragen saldo

-8

179

Geannuleerde overgedragen kredieten

52

75

Niet-gebruikte heraanwendingen uit het begrotingsjaar 2001

151

0

Terugbetalingen aan de Commissie

-179

-174

Wisselkoersverschillen

2

-11

Saldo van het begrotingsjaar

-1 579

-8

N.B. De totalen kunnen afwijkingen vertonen door afrondingen.

Bron: Gegevens van het Centrum.

Uitvoering van de begroting

2.

neemt kennis van de aanbeveling van de Rekenkamer dat het Centrum zijn inspanningen om de overdrachten te verminderen dient voort te zetten; neemt tevens kennis van het standpunt van het Centrum dat de aanzienlijke overdrachten bij kredieten voor beleidsactiviteiten voornamelijk het gevolg zijn van de cyclus van de contractuitvoering door het RAXEN-netwerk; verwacht dat het Centrum zijn planning op dit gebied verbetert;

3.

verzoekt het Centrum nadere uitleg te verschaffen bij zijn analyse van de opties die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden, met name met betrekking tot de contracten in verband met het RAXEN-netwerk, met het oog op beperking van de overdrachten en een betere naleving van het beginsel van jaarperiodiciteit;

4.

merkt op dat het Centrum erkent dat er ten onrechte voorlopige verplichtingen zijn overgedragen en dat het de verzekering heeft gegeven dat artikel 6 van zijn financieel reglement voortaan op de juiste wijze zal worden toegepast;

5.

verwacht dat het Centrum uitvoering geeft aan de opmerkingen van de Rekenkamer over het tijdig opstellen van inningsopdrachten, teneinde een doeltreffend toezicht op de te innen ontvangsten mogelijk te maken;

Jaarrekening

6.

deelt de zorg van de Rekenkamer over het probleem van het saldo over het begrotingsjaar 2002 (een tekort van 1,6 miljoen euro); wijst op de negatieve effecten die het lage niveau van de betalingskredieten kan hebben voor de uitvoering van het werkprogramma van het Centrum; is van mening dat het verschil tussen vastleggings- en betalingskredieten niet zodanig mag zijn dat een goede uitvoering van het werkprogramma hierdoor gevaar loopt;

7.

merkt op dat de communautaire bijdragen aan het Centrum in vier termijnen worden betaald; neemt kennis van de opmerking van het Centrum in zijn antwoorden op de vragenlijst dat dezelfde situatie, waarbij sprake was van een laag betalingsniveau en vertragingen bij de uitbetaling van de communautaire subsidie, zich behalve in 2002 ook in 2003 heeft voorgedaan; merkt op dat dit heeft geleid tot kasstroomproblemen;

8.

verzoekt de Commissie en het Centrum hun onderlinge coördinatie te verbeteren, teneinde dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen; verzoekt de Commissie de bevoegde commissie van het Parlement op de hoogte te stellen van het probleem en van de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verbeteren;

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen

9.

geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over het feit dat ondanks herhaalde opmerkingen van de Rekenkamer over aanhoudende problemen bij de interne controle, de gewenste verbeteringen nog steeds niet tot stand zijn gebracht; is van mening dat de tenuitvoerlegging van het nieuwe financieel reglement van het Centrum ertoe zal bijdragen deze verbeteringen tot stand te brengen; roept het Centrum ertoe op zijn inspanningen op dit gebied te verhogen;

10.

benadrukt de noodzaak van een goede evaluatie van resultaten voordat de contracten met de nationale thematische centra van het RAXEN-netwerk worden verlengd, met name daar problemen met het netwerk in voorgaande jaren reeds als „systematisch” werden aangemerkt; is ingenomen met het plan van het Centrum om de werkzaamheden van de thematische centra voortdurend te evalueren; benadrukt het belang van een goede evaluatie voordat er nieuwe financiële verplichtingen worden aangegaan;

11.

roept het Centrum ertoe op follow-up te geven aan de aanbevelingen van de Rekenkamer, met name op het gebied van het beheer van de contracten; beklemtoont de noodzaak van doelmatigheid bij satellietorganen, daar de administratieve uitgaven in vergelijking met de operationele uitgaven hoog zijn;

Horizontale kwesties met betrekking tot de agentschappen en de Commissie

Tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement — Interne audit en controle

12.

herhaalt zijn standpunt, zoals vastgelegd in zijn resoluties (7) bij de kwijting aan de agentschappen voor de begroting voor 2001, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van het nieuwe Financieel Reglement; verzoekt de Commissie en de agentschappen hun samenwerking voort te zetten, met name op het gebied van boekhouding, interne audit en beheers- en controleprocedures, teneinde ervoor te zorgen dat er een coherent, geharmoniseerd kader voor het functioneren van de agentschappen tot stand komt;

13.

herinnert aan de bezorgdheid die het Parlement in zijn kwijtingsresolutie voor 2001 heeft uitgesproken over het ontbreken van controle op de agentschappen door de Dienst Interne Audit (IAS) van de Commissie; is ernstig bezorgd dat dergelijke controles dit jaar niet plaatsgevonden lijken te hebben; verzoekt de Commissie en de IAS uitleg te verschaffen over de redenen voor het ontbreken van deze controles en gegevens te verstrekken over het aantal medewerkers waarover de Interne Auditor kan beschikken om controles uit te voeren bij de agentschappen; verwacht van de Commissie dat zij aangeeft hoe zij kan waarborgen dat er voldoende en correcte controles worden uitgevoerd bij de gedecentraliseerde organen, met name door de IAS;

14.

beklemtoont dat het van essentieel belang is dat van de agentschappen wordt geëist dat zij zich op dezelfde voorwaarden als de instellingen (8) onderwerpen aan de onderzoeksbevoegdheden van het OLAF; verzoekt de Rekenkamer om, tijdig vóór de goedkeuring van het kwijtingsresolutie, informatie te verstrekken met betrekking tot de vraag of de organen van de Gemeenschap die zijn toegetreden tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (9) betreffende interne onderzoeken door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), dit hebben gedaan op de voorwaarden zoals vastgelegd in de bijlage bij dit akkoord;

Financieel beheer

15.

merkt op dat in enkele antwoorden van de agentschappen op in de vragenlijst gestelde vragen over de wijze waarop het terugkerende probleem van aanzienlijke overdrachten zou kunnen worden aangepakt, gewag wordt gemaakt van de mogelijkheden die in het nieuwe Financieel Reglement worden geboden tot het gebruik van „gedifferentieerde kredieten”; verzoekt de agentschappen hun analyse nader toe te lichten en met name duidelijk te maken welke van hun activiteiten een meerjarig karakter hebben en gefinancierd zouden kunnen worden met dergelijke kredieten;

16.

verzoekt de Commissie om haar mening over deze oplossing; verzoekt haar voorts om, ingeval zij van mening is dat deze oplossing niet haalbaar is, te komen met alternatieven waarmee een aanzienlijke vermindering van de overdrachten kan worden bewerkstelligd;

Herziening van de agentschappen

17.

benadrukt dat de Commissie, voorafgaand aan enig besluit tot oprichting van een agentschap, in het licht van de beginselen van subsidiariteit, goed financieel beheer en vereenvoudiging van procedures een diepgaande analyse dient te maken van de behoefte aan en de toegevoegde waarde van de taken die het agentschap zal gaan uitvoeren;

18.

verzoekt de Commissie een omvattende studie te verrichten naar activiteiten die momenteel door de diverse organen van de Gemeenschap worden uitgevoerd en wellicht overlappingen vertonen of eenzelfde doel dienen, zulks met het oog op het voorleggen van voorstellen voor passende oplossingen, met inbegrip van mogelijke samenvoegingen van agentschappen;

19.

is bezorgd over het feit dat er bij veel agentschappen sprake is van onevenwichtigheden tussen de administratieve en de operationele uitgaven, waarbij de administratieve uitgaven hoger zijn dan de operationele uitgaven; roept de Commissie en de agentschappen er derhalve toe op doelen en tijdschema's vast te stellen om het niveau van de administratieve uitgaven in verhouding tot de totale uitgaven te verlagen; merkt op dat veel agentschappen hiertoe mogelijkheden zien, zoals blijkt uit de vragenlijst;

20.

moedigt de agentschappen er onder verwijzing naar de antwoorden op de vragenlijst over interinstitutionele samenwerking toe aan de onderlinge samenwerking te verbeteren, teneinde te kunnen voldoen aan hun behoeften op specifieke terreinen (bijvoorbeeld het ontwikkelen van software) en hun kosten te verlagen in plaats van oplossingen over te nemen die in eerste instantie waren ontwikkeld voor de Commissie, maar vaak te log en te gecompliceerd zijn voor de specifieke behoeften van agentschappen;

21.

moedigt de agentschappen ertoe aan een nauwe samenwerkingsrelatie met de bevoegde commissies van het Parlement te organiseren en te ontwikkelen; roept zijn bevoegde commissies voor elk van de agentschappen ertoe op hun werkzaamheden te coördineren met de Begrotingscommissie en de Commissie begrotingscontrole, teneinde te zorgen voor een doelmatig toezicht op de activiteiten van de agentschappen;

Nieuwe financieringsbronnen

22.

is ingenomen met de antwoorden en ideeën die uit de vragenlijst naar voren komen met betrekking tot mogelijke andere financieringsbronnen; stelt vast dat veel van de huidige bronnen en voorstellen te maken hebben met het verhuren van gebouwen en de verkoop van publicaties en informatie; is zich ervan bewust dat, onder andere om redenen van onafhankelijkheid, niet alle agentschappen aanvullende financieringsbronnen kunnen aanvaarden; wijst met nadruk op de schaalvoordelen en de financiële voordelen van deelname van niet-EU-landen aan activiteiten van bepaalde agentschappen; verzoekt de Commissie te komen met constructieve voorstellen voor de verdere ontwikkeling van nieuwe bronnen van aanvullende financiering waarmee het niveau van zelffinanciering kan worden verhoogd;

23.

verwelkomt de financiële bijdragen van sommige lidstaten en regio's aan de agentschappen die op hun grondgebied zijn gevestigd; acht het van belang dat de Raad en de Commissie om dergelijke bijdragen verzoeken, in het bijzonder bij de oprichting van nieuwe agentschappen;

Geharmoniseerd operationeel kader

24.

herhaalt zijn standpunt (10) dat het grote aantal verschillende structuren bij de bestaande agentschappen „niet erg transparant en begrijpelijk is en ook gezien de verschillende taken niet te rechtvaardigen is”; verzoekt de Commissie over te gaan tot een herziening van alle bestaande agentschappen, met het oog op het voorleggen van voorstellen voor wijzigingen van hun basisbesluiten (11), teneinde deze aan te passen aan de modellen die het toekomstige regelgevende kader dient te omvatten; draagt zijn bevoegde commissies op nauwlettend toe te zien op deze omvattende herzieningsoperatie, die zo spoedig mogelijk dient plaats te vinden en waarbij rekening dient te worden gehouden met de in dit kwijtingsresolutie genoemde horizontale kwesties;

25.

verzoekt de Commissie om, voorafgaand aan of ten minste parallel aan de presentatie van de wetgevingsvoorstellen voor de nieuwe agentschappen, passende voorstellen voor te leggen met het oog op het tot stand brengen van een dergelijk geharmoniseerd kader voor de agentschappen; houdt staande dat een interinstitutioneel akkoord waarin duidelijke gemeenschappelijke richtsnoeren worden vastgelegd een noodzakelijke voorwaarde is voor de totstandkoming van het geharmoniseerde kader;

Personeelsbeleid

26.

merkt op dat als gevolg van het nieuwe Financieel Reglement de organigrammen van de agentschappen worden vastgesteld door de begrotingsautoriteit; benadrukt het belang van deze verandering voor de kwijtingsprocedure voor de agentschappen in de komende jaren voor wat betreft het toezicht op de toepassing van het Statuut van de ambtenaren bij aanwervingen, het bevorderingsbeleid, de stand van de vacatures en het aanwervingsbeleid;

27.

merkt op dat uit de antwoorden op een vragenlijst die in de loop van de begrotingsprocedure voor 2004 is verspreid, is gebleken dat het gemiddelde aantal dienstjaren om in aanmerking te komen voor bevordering bij diverse agentschappen aanzienlijk lager was dan in het beleid bij de Commissie gebruikelijk is, dat het aantal vacatures aanzienlijk hoger was dan bij andere instellingen en dat diverse aangevraagde nieuwe posten niet werden aangeboden op het niveau van de laagste rang; is van mening dat het personeelsbeleid een belangrijke component dient te zijn van de herziening van de bestaande agentschappen;

28.

is van opvatting dat in het personeelsbeleid van de agentschappen het Financieel Reglement geëerbiedigd moet worden en dat gebruikgemaakt dient te worden van de beste praktijken die de instellingen in het algemeen volgen; wijst erop dat de Commissie is verzocht vóór de begrotingsprocedure 2005 informatie te verschaffen over de richtsnoeren voor het personeelsbeleid, met name ten aanzien van het aantal vacante posten, het aantal bevorderingen, het aanwervingspeil en een standaard carrièreprofiel;

29.

herinnert aan het principe dat de agentschappen zoveel mogelijk personeel dienen aan te werven op tijdelijke contracten, teneinde flexibiliteit en efficiëntie te handhaven;

30.

maakt zich zorgen over de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de selectieprocedures van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, zoals: onnauwkeurige kennisgeving, onvolledige notulen van de selectiecomités en het ontbreken van vooraf gedefinieerde criteria voor de beoordeling van kandidaten (12); is ernstig bezorgd dat dit wellicht geen op zichzelf staand geval is, maar dat de agentschappen in het algemeen er moeite mee hebben deze vrij gecompliceerde procedures op een billijke en transparante wijze uit te voeren;

31.

is van mening dat door agentschappen georganiseerde selectieprocedures dienen te voldoen aan dezelfde normen als de selectieprocedures van het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) en dat zij niet mogen worden gezien als een achterdeur om op eenvoudige wijze in dienst te komen bij de Europese Gemeenschappen;

32.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen om ervoor te zorgen dat de agentschappen kunnen profiteren van passende ondersteuning van het EPSO bij het organiseren van selectieprocedures en dat er een mechanisme komt om de resultaten van deze procedures extern te valideren voordat er aanwervingen plaatsvinden;


(1)  PB C 319 van 30.12.2003, blz. 69.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 245 van 29.9.2003, blz. 33.

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(5)  PB L 333 van 20.12.2003, blz. 78 en 79.

(6)  Berekening volgens de beginselen van artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 8).

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 83 en PB L 333 van 20.12.2003, blz. 53 (paragraaf 18).

(8)  Aangenomen teksten van 13.1.2004, P5_TA(2004)0015.

(9)  PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.

(10)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 13 en 14).

(11)  P5_TA(2004)0015 (paragraaf 24).

(12)  Zie paragraaf 13 van het specifieke verslag van de Rekenkamer over 2002 (blz. 64).

P5_TA(2004)0331

Kwijting 2002: EGKS

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de EGKS voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar (C5-0646/2003 — 2003/2218(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie inzake de financiële staten van de EGKS per 23 juli 2002 (1),

gezien het verslag van de Rekenkamer over de financiële staten van de EGKS per 23 juli 2002 (2), inclusief de verklaring van 27 maart 2003 over de betrouwbaarheid van de rekeningen, opgesteld door de Commissie overeenkomstig artikel 45 quater, lid 5, van het EGKS-Verdrag,

gezien het jaarverslag en betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer, van 26 juni 2003, met betrekking tot de EGKS voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar, vergezeld van de antwoorden van de Commissie (uitgebracht krachtens artikel 45 quater, leden 1 en 4, van het EGKSVerdrag) (C5-0646/2003) (3),

gelet op het EGKS-Verdrag, met name artikel 78 octies en artikel 97,

gelet op de artikelen 93, 93 bis en bijlage V van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0201/2004),

1.

verleent de Commissie kwijting voor de uitvoering van de begroting van de EGKS voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar;

2.

neemt zijn opmerkingen in de daarbijbehorende resolutie op;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie met zijn opmerkingen te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité en de Europese Investeringsbank, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 127 van 29.5.2003, blz. 2.

(2)  PB C 127 van 29.5.2003, blz. 2.

(3)  PB C 224 van 19.9.2003, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen bij het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar (C5-0646/2003 — 2003/2218(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 78 octies en artikel 97 van het EGKS-Verdrag,

gezien het op 26 februari 2001 in Nice overeengekomen protocol in de bijlage bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het Verdrag tot oprichting van de EGKS en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (1),

onder verwijzing naar de in het kader van de trialoog over de begrotingsprocedure goedgekeurde gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 21 november 2001 over de afspraken voor de tijd na de beëindiging van het EGKS-Verdrag (2),

onder verwijzing naar de resoluties van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 20 juli 1998 (3) en 21 juni 1999 (4) betreffende het verstrijken van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

gezien de Mededeling van de Commissie van 6 september 2000 aan de Raad, het Europees Parlement, het Raadgevend Comité EGKS, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „Verstrijken van het EGKS-Verdrag: Financiële activiteiten na 2002” (COM(2000) 518),

gezien Besluit 2002/234/EGKS van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 februari 2002 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (5), om het beheer van de „EGKS in vereffening” tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice te regelen, alsook gezien de daarbij afgegeven verklaringen (6) van de Commissie en de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen,

gezien Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (7),

gezien Beschikking 2003/77/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (8),

gezien Beschikking 2003/78/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de technische meerjarenrichtsnoeren betreffende het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (9),

gezien het Financieel verslag van de EGKS 2002 betreffende de periode van 1 januari 2002 tot 23 juli 2002 (10), gepubliceerd door het directoraat-generaal Economische en financiële zaken (dienst Financiële verrichtingen) van de Commissie,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de financiële staten van de EGKS per 23 juli 2002 (11), inclusief de verklaring van 27 maart 2003 over de betrouwbaarheid van de rekeningen, opgesteld door de Commissie overeenkomstig artikel 45 quater, lid 5, van het EGKS-Verdrag,

gezien het jaarverslag en de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer van 26 juni 2003 met betrekking tot de EGKS voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar, vergezeld van de antwoorden van de Commissie (uitgebracht krachtens artikel 45 quater, leden 1 en 4, van het EGKSVerdrag) (C5-0646/2003) (12),

gezien de Mededeling van de Commissie „Financieel verslag van de EGKS in vereffening per 31 december 2002” (13),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002 (14), met name de punten 10.18 — 10.20 „Opgenomen en verstrekte leningen van het EGKS in liquidatie”,

gezien de Mededeling van de Commissie „Definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2002” (15),

gelet op artikel 89, lid 7, van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (16) en op artikel 147, lid 1, van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (17), krachtens hetwelk alle instellingen van de Gemeenschap alles in het werk moeten stellen om gevolg te geven aan de opmerkingen waarvan de kwijtingsbesluiten vergezeld gaan,

gelet op het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Follow-upverslag over de kwijting 2001 — van 29 oktober 2003 (COM(2003) 651) en de follow-up (zie Afdeling III van dat verslag) van de resolutie van het Europees Parlement over de kwijting voor de uitvoering van de begroting van de EGKS voor het begrotingsjaar 2001, aangevuld met een mededeling van directoraatgeneraal BUDG van de Commissie van 30 januari 2004 aan het secretariaat van de Commissie begrotingscontrole,

gelet op de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 93 en 93 A en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0201/2004),

A.

overwegende dat de EGKS ook voor de periode van 1 januari tot 23 juli 2002 aanpassingssteun ten behoeve van werknemers en onderzoekssteun heeft gefinancierd, en wel ten belope van 35 miljoen EUR voor het eerste doel en 72 miljoen EUR voor het tweede doel, uit zijn exploitatiebegroting, alsook middels de vastlegging van middelen ten belope van 21 miljoen EUR voor het RECHAR-programma voor sociale maatregelen in de kolenindustrie,

B.

overwegende dat de EGKS-heffing op kolen- en staalproducten — tot dan toe één van de belangrijkste bronnen van inkomsten van de EGKS-begroting — op 1 januari 1998 door de Commissie op 0 % werd vastgesteld,

C.

overwegende dat de belangrijkste bronnen van inkomsten van de EGKS in de afgelopen jaren bestonden uit beleggingen, het gebruik van reserves en van niet-benutte vastleggingen,

D.

overwegende dat de financiële staten van de EGKS sinds 1997 een dalende tendens vertonen en op 23 juli 2002 839 miljoen EUR lager waren dan op 31 december 2001,

E.

overwegende dat de kosten van financiële transacties van 12 miljoen EUR tot 69 miljoen EUR zijn gestegen, voornamelijk ten gevolge van waardecorrecties,

F.

overwegende dat bij de inkomsten de post „rente” van 215 miljoen EUR naar 91 miljoen EUR terug is gelopen en de „inkomsten uit financiële transacties” van 19 miljoen EUR naar 16 miljoen EUR en die in verband met de operationele EGKS-begroting voor het laatste EGKS-begrotingsjaar van bijna zeven maanden van 65 miljoen EUR naar 21 miljoen EUR,

G.

overwegende dat het op 23 juli 2002 nog uitstaande, met opgenomen leningen gefinancierde bedrag van de verstrekte leningen, die niet door garanties van de lidstaten waren gedekt, volledig door het garantiefonds werden gedekt, en dat deze verstrekte leningen werden berekend op 529 miljoen EUR,

H.

overwegende dat op 23 juli 2002 de door de EGKS beheerde financiële middelen 1 557 miljoen EUR beliepen,

I.

overwegende dat in de resolutie over groei en werkgelegenheid die door de Europese Raad van Amsterdam op 16-17 juni 1997 werd aangenomen, alsook in de hierboven vermelde resolutie van de Raad van 21 juni 1999 verzocht wordt gebruik te maken van de inkomsten van reserves voor een onderzoekfonds voor sectoren die verband houden met de kolen- en staalindustrie,

J.

overwegende dat de middelen die overblijven na aftrek van de afbetalingen voor uitstaande schulden beschouwd moeten worden als „eigen middelen” van de EU-begroting, die rente-inkomsten ten belope van waarschijnlijk ongeveer 60 miljoen EUR zullen opleveren, die voor onderzoek in de sectoren kolen en staal (buiten het kaderprogramma onderzoek) moeten worden gebruikt,

K.

overwegende dat de beëindiging van het EGKS-Verdrag op 23 juli 2002 automatisch heeft geleid tot het verdwijnen van de rechtsvorm en de procedures van de EGKS, alsook tot ontbinding van het krachtens het EGKS-Verdrag opgerichte Raadgevend Comité,

L.

overwegende dat het jaarverslag met betrekking tot de EGKS voor het per 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar door de Rekenkamer op 26 juni 2003 werd goedgekeurd,

M.

overwegende dat de Rekenkamer tot de slotsom komt dat de financiële staten een met de daadwerkelijke verhoudingen overeenkomend beeld geven van de vermogens- en financiële situatie van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal per 23 juli 2002 en van de resultaten van haar actie in het op deze datum aflopende begrotingsjaar,

N.

overwegende dat de Rekenkamer vaststelt dat de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen van de EGKS over het op 23 juli 2002 afgesloten begrotingsjaar, over het geheel genomen voldoende zijn verzekerd,

1.

heeft respect voor de verdiensten van al diegenen die de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal gestart en vorm gegeven hebben, en daarmee een wezenlijke bijdrage aan de eenwording van Europa hebben geleverd;

2.

roept de Commissie daarom net als in de afgelopen jaren op een voor brede verspreiding geëigend en in de officiële talen opgesteld document te publiceren met daarin een overzicht van het werk van de EGKS sinds haar oprichting; erkent dat de Commissie de voorbereidende werkzaamheden hiertoe heeft verricht, maar vindt dat deze energiek moeten worden voortgezet;

3.

begroet de vooruitgang die geboekt is met betrekking tot de beëindiging van de activiteiten van de EGKS, met name het hierboven vermelde Besluit van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 februari 2002, dat de nodige rechtsgrondslag heeft gegeven voor het beheer van de „EGKS in vereffening” tot de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice op 1 februari 2003;

4.

roept de Commissie net als in de afgelopen jaren met klem op om onverwijld een totaalbeoordeling van de oorspronkelijk door de EGKS gefinancierde onderzoeksactiviteiten te houden, in het bijzonder van de onderzoeksprogramma's voor kolen en van de criteria die zijn voorgesteld voor de selectie van nieuwe onderzoeksprojecten voor kolen, zoals voor staal reeds is gebeurd; beschouwt dergelijke beoordelingen als een belangrijke basis voor de acties van het nieuwe Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal;

5.

stelt vast dat de EGKS de afgelopen 15 jaar voor toegepast onderzoek alleen al in de staalsector aan ondernemingen en instituten ongeveer 800 miljoen EUR heeft uitbetaald, zonder dat zij in de regel haar contractuele aandeel in de inkomsten uit de daardoor mogelijk gemaakte octrooien kreeg, zoals in de EGKS-onderzoekcontracten wel uitdrukkelijk was voorzien; roept de Commissie op om haar wettige aanspraak op haar aandeel in de inkomsten uit de financiering van onderzoek door registratieprocedures voor de octrooien en andere geëigende maatregelen te doen gelden;

6.

erkent dat er enige vooruitgang is geboekt bij het oplossen van de veiligheidsproblemen bij het informaticasysteem dat gebruikt is voor het beheer van de EGKS-middelen; verwacht verder dat de Commissie ten volle rekening zal houden met alle door de Rekenkamer en de externe accountant gemaakte opmerkingen met betrekking tot de betrouwbaarheid van het informaticasysteem;

7.

stelt vast dat alle na 23 juli 2002 nog uitstaande bedragen van verstrekte leningen, die niet door garanties van de lidstaten waren gedekt, volledig door reserves van de EGKS zijn gedekt, en stemt in met de strategie van een voorzichtig beheer van de financiën van de EGKS, respectievelijk van de „EGKS in vereffening”, waartoe de Commissie heeft besloten;

8.

neemt nota van de vooruitgang die geboekt is bij het terugdringen van de administratiekosten, zoals uiteengezet in het document „Beëindiging van het EGKS-Verdrag: gevolgen voor de administratieve uitgaven van de Commissie” (dat op 30 januari 2004 door DG BUDG aan de Commissie begrotingscontrole werd voorgelegd), en roept de Commissie op om het Parlement regelmatig op de hoogte te houden van de resultaten van haar jaarlijkse strategische planning met betrekking tot de nieuwe taken voor het personeel dat betrokken is bij het beheer van de „EGKS in vereffening”;

9.

is verheugd over de vooruitgang die geboekt is bij het doorgeven van de ervaringen van het Raadgevend Comité voor de EGKS aan het Economisch en Sociaal Comité, en begroet met name het feit dat het nieuwe Raadgevend Comité voor de herstructurering van de industrie van het Economisch en Sociaal Comité, dat uit leden van het ESC en uit afgevaardigden van de representatieve beroepsorganisaties in de sectoren kolen en staal, alsook de daaraan gerelateerde sectoren bestaat, op 24 oktober 2002 is gestart en op 28 november 2002 zijn constituerende vergadering heeft gehouden; roept het Raadgevend Comité voor de herstructurering van de industrie op de resultaten van zijn besprekingen regelmatig in de officiële talen openbaar te maken;

10.

is verheugd over de succesvolle afronding van de onderhandelingen met de nieuwe lidstaten over de voorwaarden voor hun participatie in het nieuwe Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, waarbij hun betalingen zijn vastgesteld overeenkomstig hun economische situatie en de omvang van hun mijnbouwsector; en verzoekt de Commissie het Parlement regelmatig op de hoogte te stellen van de toepassing in de praktijk van deze resultaten;

11.

verzoekt de Commissie om alle vastleggingen van middelen regelmatig te controleren en alle bedragen te annuleren waarbij in de toekomst geen „beweging” te verwachten valt;

12.

stelt vast dat het Financieel verslag van de EGKS in vereffening per 31 december 2002 pas op 11 oktober 2003 in het Publicatieblad werd bekendgemaakt; begroet desalniettemin het alomvattende en heldere karakter van het verslag, iets dat herhaling verdient in de toekomstige financiële verslagen van de EGKS in vereffening, en roept de Commissie op om ten aanzien van de gegevens over de ontwikkeling en het gebruik van het EGKS-vermogen en de inkomsten daarvan een zo groot mogelijke transparantie aan de dag te leggen;

13.

verwacht dat de Rekenkamer, die met betrekking tot het Financieel verslag van de EGKS in vereffening per 31 december 2002 geen speciaal verslag heeft ingediend, jaarlijks de nodige controles verricht en de resultaten van die controles in het Publicatieblad bekend maakt;

14.

benadrukt dat het er ook in de toekomst op zal toezien dat de inkomsten van het EGKS-vermogen daadwerkelijk voor onderzoek inzake kolen en staal worden gebruikt.


(1)  PB C 80 van 10.3.2001, blz. 1 (zie blz. 67).

(2)  Document SN 4609/01rev.1 van de Raad van de Europese Unie.

(3)  PB C 247 van 7.8.1998, blz. 5.

(4)  PB C 190 van 7.7.1999, blz. 1.

(5)  PB L 79 van 22.3.2002, blz. 42.

(6)  PB L 79 van 22.3.2002, blz. 60.

(7)  PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22.

(8)  PB L 29 van 5.2.2003, blz. 25.

(9)  PB L 29 van 5.2.2003, blz. 28.

(10)  ISBN 92-894-5199-8, Bureau voor officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen, 2003.

(11)  PB C 127 van 29.5.2003, blz. 2.

(12)  PB C 224 van 19.9.2003, blz. 1.

(13)  PB C 245 van 11.10.2003, blz. 2.

(14)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(15)  PB C 316 van 29.12.2003, blz. 1 (zie blz. 45).

(16)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(17)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

P5_TA(2004)0332

Trans-Europees vervoersnet *** II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de beschikking van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (5762/1/2004 — C5-0184/2004 — 2001/0229(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5762/1/2004 — C5-0184/2004) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 544) (3) en COM(2003) 564) (4),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 542) (5),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 78 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0278/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  PB C 187 E van 7.8.2003, blz. 130 en aangenomen teksten van 11.3.2004, P5_TA(2004)0173.

(3)  PB C 362 E van 18.12.2001, blz. 205.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(5)  PB C 20 E van 28.1.2003, blz. 274.

P5_TA(2004)0333

Structuur van landbouwbedrijven na de uitbreiding *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven na de uitbreiding (COM(2003) 605 — C5-0477/2003 — 2003/0234(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 605) (1),

gelet op de artikelen 251, lid 2, en 285, lid 1, van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0477/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A5-0194/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, zoals geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of het door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

is van opvatting dat het financieel memorandum van de Commissie, zoals gewijzigd door het Parlement, verenigbaar is met het plafond van rubriek 3 van de financiële vooruitzichten voor de periode 2000-2006, en bestaand beleid niet beperkt;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0234

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 april 2004met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging, naar aanleiding van de uitbreiding, van Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie, en met name op artikel 2, lid 3,

Gelet op de Akte van Toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije, en met name op artikel 57, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge Verordening (EEG) nr. 571/88 (2) ontvangen de lidstaten bij wijze van bijdrage in de gemaakte kosten een vergoeding tot een maximumbedrag per enquête.

(2)

Voor de uitvoering van de enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven moeten de lidstaten en de Commissie aanzienlijke financiële middelen uittrekken om in de informatiebehoefte van de Gemeenschapsinstellingen te voorzien.

(3)

Door de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije moet, met het oog op de uitvoering in 2005 en 2007 van de enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven in deze nieuwe lidstaten, worden voorzien in een maximumbijdrage van de Gemeenschap per enquête; deze aanpassing is nodig ten gevolge van de toetreding en komt in de Akte van Toetreding niet aan de orde.

(4)

Bij deze verordening worden voor de resterende looptijd van het programma financiële middelen vastgesteld die voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiepunt zijn in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (3),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 571/88 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan artikel 14, lid 1, eerste alinea, worden de volgende streepjes toegevoegd:

„—

25 000 EUR voor Malta,

200 000 EUR voor Cyprus,

500 000 EUR voor Estland en Slovenië,

700 000 EUR voor Slowakije,

1 100 000 EUR voor Tsjechië, Letland en Litouwen,

2 000 000 EUR voor Hongarije en Polen”

2.

Artikel 14, lid 1, derde alinea, wordt vervangen door:

„De financiële middelen voor de uitvoering van dit programma, met inbegrip van de voor het beheer van het Eurofarm-project benodigde kredieten, worden vastgesteld op 43,7 miljoen EUR voor de periode 2004-2006.

Het bedrag voor de periode 2007-2009 zal op voorstel van de Commissie door de begrotings- en wetgevingsautoriteit worden vastgesteld op basis van de nieuwe financiële vooruitzichten voor de periode vanaf 2007.

De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegewezen binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 1, is van toepassing met ingang van 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 april 2004.

(2)  PB L 56 van 2.3.1988, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(3)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

P5_TA(2004)0334

Financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1655/2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) (COM(2003) 667 — C5-0527/2003 — 2003/0260(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 667) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 175, lid 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0527/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0137/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

is van mening dat het Financieel Memorandum bij het voorstel van de Commissie verenigbaar is met het plafond van rubriek 3 van de financiële vooruitzichten en andere beleidsmaatregelen niet beperkt;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0260

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 21 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1655/2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

LIFE, het financieringsinstrument voor het milieu, dat is opgericht bij Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad (4), wordt uitgevoerd in fasen, en de derde fase eindigt op 31 december 2004.

(2)

Gezien de positieve bijdrage van LIFE tot het bereiken van de doelstellingen van het communautaire milieubeleid moet de geldigheidsduur van de derde fase tot en met 31 december 2006 worden verlengd opdat dit instrument verder kan bijdragen tot de uitvoering, de actualisering en de ontwikkeling van het communautaire milieubeleid en de milieuwetgeving — met name wat betreft de integratie van de milieuaspecten in het overige EU-beleid —, en tot duurzame ontwikkeling.

(3)

Op 22 juli 2002 is bij Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) het zesde milieuactieprogramma van de Gemeenschap vastgesteld. Verordening (EG) nr. 1655/2000 moet aan de doelstellingen en de prioriteiten van dat programma worden aangepast.

(4)

Tussen het einde van de derde fase van LIFE en het begin van de periode waarin de nieuwe financiële vooruitzichten voor na 2006 van toepassing zullen zijn, ligt een periode van twee jaar die op 31 december 2006 eindigt; deze periode moet worden overbrugd.

(5)

LIFE moet verder worden uitgebouwd tot een specifiek financieringsinstrument dat een aanvulling vormt op de communautaire onderzoekprogramma's, de programma's in het kader van de Structuurfondsen en de plattelandsontwikkelingsprogramma's. Er moeten inspanningen worden geleverd om een efficiënter gebruik van deze communautaire financiële instrumenten voor de financiering van onderdelen van milieu- en natuurprojecten te stimuleren. Ook moeten er adequate maatregelen worden getroffen om dubbele financiering uit te sluiten.

(6)

Op 25 maart 2003 heeft de Commissie de mededeling „De ontwikkeling van een actieplan voor milieutechnologie” aangenomen. Deze mededeling werd gevolgd door een op 28 januari 2004 aangenomen Actieplan voor milieutechnologie, dat als referentie moet dienen voor de richtsnoeren van Life-Milieu.

(7)

In het speciaal verslag nr. 11/2003 van de Rekenkamer (6) worden de opzet, het beheer en de uitvoering van LIFE besproken. Het is dienstig de aanbevelingen van de Rekenkamer in aanmerking te nemen.

(8)

Op 1 mei 2004 zijn tien nieuwe lidstaten tot de Europese Unie toegetreden en hiermee moet op gepaste wijze rekening worden gehouden bij de toewijzing van de begrotingsmiddelen voor LIFE.

(9)

De benutting en de verspreiding van de resultaten moeten worden verbeterd en de hiervoor toegewezen financiële middelen moeten worden verhoogd.

(10)

Voor projecten die eind 2006 nog niet afgelopen zijn, is het noodzakelijk door te gaan met het toezicht en de audits.

(11)

In zijn arrest van 21 januari 2003 (7) heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1655/2000 nietig verklaard. Het Hof verklaarde dat de gevolgen van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1655/2000 volledig in stand moeten worden gehouden totdat het Parlement en de Raad nieuwe bepalingen vaststellen inzake de comitéprocedure die moet worden gevolgd voor uitvoeringsmaatregelen voor die verordening.

(12)

Overeenkomstig artikel 233 van het Verdrag moeten de instellingen van wie de handeling nietig is verklaard, de maatregelen nemen die nodig zijn om het arrest van het Hof van Justitie uit te voeren.

(13)

De maatregelen die de Commissie mag vaststellen in het kader van de uitvoeringsbevoegdheden die haar bij Verordening (EG) nr. 1655/2000 zijn verleend, zijn beheersmaatregelen die betrekking hebben op de uitvoering van een programma met aanzienlijke gevolgen voor de begroting in de zin van artikel 2, onder a), van Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (8). Deze maatregelen moeten bijgevolg worden vastgesteld overeenkomstig de beheersprocedure als bedoeld in artikel 4 van dat besluit, zonder vooruit te lopen op de procedure die zal worden gekozen voor eventuele toekomstige ontwikkelingen van LIFE of van een financieringsinstrument voor het milieugebied alleen.

(14)

Dit besluit stelt voor de gehele duur van het programma het financieel kader vast dat voor de begrotingsautoriteit tijdens de jaarlijkse begrotingsprocedure de referentie vormt in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (9).

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1655/2000 wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt a) wordt vervangen door:

„a)

50% voor natuurbehoudsprojecten, 100% voor subsidiabele kosten voor begeleidende maatregelen op grond van lid 2, onder b), punten i) en ii), met uitzondering van overheadkosten en kosten van duurzame goederen, en 100% voor de kosten van begeleidende maatregelen op grond van lid 2, onder b), punt iii);”

ii)

het volgende punt wordt toegevoegd:

„c)

De salariskosten van een ambtenaar worden alleen subsidiabel geacht voorzover zij verband houden met de kosten van activiteiten die de betrokken overheidsinstantie niet zou verrichten indien het project niet zou worden ondernomen;”

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3 bis.   Voor projecten die verband houden met de aankoop van grond, wordt steun uitsluitend toegekend op voorwaarde dat de aangekochte grond op lange termijn is bestemd voor bodemgebruik dat strookt met het in lid 1 vermelde doel van LIFE-Natuur. De lidstaten dragen er door middel van overdracht of op andere wijze zorg voor dat deze grond langdurig bestemd blijft voor natuurbeschermingsdoeleinden.”

c)

de tweede alinea van lid 7 wordt vervangen door:

„In overeenstemming met artikel 116 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (10), stelt de Commissie een besluit vast betreffende de geselecteerde projecten, en met de begunstigden worden subsidieovereenkomsten gesloten betreffende het steunbedrag, de financierings- en controleregelingen en de specifieke technische voorwaarden voor het goedgekeurde project.

d)

lid 8 wordt vervangen door:

„8.   Op initiatief van de Commissie

a)

en na raadpleging van het comité van artikel 21 van Richtlijn 92/43/EEG wordt met betrekking tot de overeenkomstig lid 2, onder b), punten i) en ii), te financieren begeleidende maatregelen opgeroepen tot het indienen van voorstellen. Lidstaten kunnen voorstellen voor begeleidende maatregelen aan de Commissie doen toekomen;

b)

worden met betrekking tot de overeenkomstig lid 2, onder b), punt iii), te financieren begeleidende maatregelen aanbestedingen gehouden. Alle aanbestedingsberichten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, met vermelding van de specifieke criteria waaraan moet worden voldaan.”

2)

artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de vierde alinea wordt vervangen door:

„De financiële Europese bijdrage is 100% voor subsidiabele kosten voor begeleidende maatregelen op grond van lid 2, onder c), punten i), met uitzondering van overheadkosten en kosten van duurzame goederen, en 100% voor de kosten van begeleidende maatregelen op grond van lid 2, onder c), punt ii);”

ii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

„De salariskosten van een ambtenaar worden alleen subsidiabel geacht voorzover zij verband houden met de kosten van activiteiten die de betrokken overheidsinstantie niet zou verrichten indien het project niet zou worden ondernomen.”

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Voor de in lid 2, onder a), bedoelde demonstratieprojecten stelt de Commissie volgens de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure richtsnoeren vast, die in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

In deze richtsnoeren worden de prioritaire sectoren en doelstellingen voor de demonstratieprojecten vastgesteld onder uitdrukkelijke verwijzing naar de prioriteiten die in Besluit nr. 1600/2002/EG (11) zijn vastgesteld.

De richtsnoeren garanderen dat Life-Milieu een aanvulling vormt op de communautaire onderzoekprogramma's, de programma's in het kader van de Structuurfondsen en de plattelandsontwikkelingsprogramma's.

De Commissie stelt ook richtsnoeren op over de voorbereidende projecten waarnaar in lid 2, onder b), wordt verwezen. Ze maakt deze richtsnoeren bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en stelt het in artikel 11, lid 1, bedoelde comité op de hoogte van de bekendmaking.

c)

in lid 6 worden de punten d) en e) vervangen door:

„d)

stimulansen kunnen bieden voor de verspreiding en ruime toepassing van praktijken, technologieën en/of producten die bevorderlijk zijn voor de bescherming van het milieu;

e)

gericht zijn op de ontwikkeling en de overdracht van innovatieve technologieën of methodes die in identieke of soortgelijke situaties kunnen worden gebruikt, met name in nieuwe lidstaten;”

d)

lid 8 wordt vervangen door:

„8.   Op initiatief van de Commissie

a)

en na raadpleging van het comité van artikel 11, lid 1, wordt met betrekking tot de overeenkomstig lid 2, onder b), te financieren projecten en tot de overeenkomstig lid 2, onder c), punt i), te financieren begeleidende maatregelen opgeroepen tot het indienen van projecten. Lidstaten kunnen de Commissie voorstellen doen toekomen voor overeenkomstig lid 2, onder b) te financieren projecten en overeenkomstig lid 2, onder c), punt i) te financieren begeleidende maatregelen;

b)

worden met betrekking tot de overeenkomstig lid 2, onder c), punt ii), te financieren begeleidende maatregelen aanbestedingen gehouden. Alle aanbestedingsberichten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, met vermelding van de specifieke criteria waaraan moet worden voldaan.”

e)

lid 11 wordt vervangen door:

„11.   In overeenstemming met artikel 116 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, stelt de Commissie een besluit vast betreffende de geselecteerde projecten, en met de begunstigden worden subsidieovereenkomsten gesloten betreffende het steunbedrag, de financierings- en controleregelingen en de specifieke technische voorwaarden voor het goedgekeurde project.”

3)

artikel 5, lid 9, wordt vervangen door:

„9.   Op initiatief van de Commissie worden met betrekking tot de overeenkomstig lid 2, onder b), te financieren begeleidende maatregelen aanbestedingen gehouden, waarvoor de berichten in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt, met vermelding van de specifieke criteria waaraan moet worden voldaan.”

4)

in artikel 7 worden de titel en lid 1 vervangen:

„Artikel 7

Samenhang en complementariteit tussen de financieringsinstrumenten

1.   Onverminderd het bepaalde in artikel 6 voor kandidaat-lidstaten, kan op grond van deze verordening geen steun worden toegekend aan projecten waarvoor uit structuurfondsen of uit andere communautaire financieringsinstrumenten steun wordt verleend. De Commissie ziet erop toe dat gegadigden worden gewezen op het feit dat zij geen subsidies uit verschillende Gemeenschapsfondsen kunnen cumuleren. Er worden adequate maatregelen getroffen om dubbele financiering onmogelijk te maken.

De Commissie en de lidstaten stellen gegadigden in kennis van de verschillende communautaire financiële instrumenten die beschikbaar zijn voor de financiering van onderdelen van milieu- en natuurprojecten.”

5)

artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De derde fase wordt met twee jaar verlengd en eindigt op 31 december 2006. Het financieel kader voor de uitvoering van deze verordening wordt hierbij vastgesteld op 317,2 miljoen EUR. De begrotingsautoriteit hecht in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure en binnen de grenzen van de geldende financiële vooruitzichten haar goedkeuring aan jaarlijkse kredieten.”

b)

de tweede alinea van lid 3 wordt vervangen door:

„Voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 worden de middelen voor begeleidende maatregelen beperkt tot 6 % van de beschikbare kredieten.”

6)

artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De Commissie zorgt ervoor dat de resultaten van gefinancierde projecten aan het grote publiek worden meegedeeld en geeft aan hoe de opgedane ervaring en vaardigheden elders kunnen worden toegepast.”

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   De Commissie publiceert jaarlijks een volledige lijst van gefinancierde projecten, inclusief een korte beschrijving en een samenvatting van de per geval bestede middelen.”

7)

artikel 11, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.”

8)

artikel 12 wordt vervangen door:

„Artikel 12

Evalueren van de derde fase en continueren van LIFE

1.   Uiterlijk op 30 september 2005 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad het volgende voor:

a)

een geactualiseerd verslag van de in november 2003 voorgelegde tussentijdse evaluatie, waarin de uitvoering van deze verordening, de bijdrage ervan aan de ontwikkeling van het communautaire milieubeleid en de benutting van de kredieten worden geëvalueerd; en

b)

in voorkomend geval, een voorstel voor de verdere ontwikkeling van LIFE, of een uitsluitend voor milieuaangelegenheden bedoeld financieel instrument, waarbij onder meer de aanbevelingen in het kader van de evaluatie van LIFE in aanmerking moeten worden genomen, en dat vanaf 2007 van kracht moet worden.

2.   Nadat de Commissie een dergelijk voorstel heeft aangenomen, nemen het Europees Parlement en de Raad, overeenkomstig het Verdrag, uiterlijk op 1 mei 2006 een besluit over de uitvoering van dat financieel instrument vanaf 1 januari 2007.

3.   Het binnen het financiële kader voor de monitoring- en controlemaatregelen in de periode na 31 december 2006 benodigde bedrag wordt enkel als vastgesteld beschouwd indien het in overeenstemming is met de nieuwe financiële vooruitzichten voor de periode vanaf 2007.”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 80 van 30.3.2004, blz. 57.

(2)  PB C ....

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 21 april 2004 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

(4)  PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 788/2004 (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 17).

(5)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.

(6)  PB C 61 van 10.3.2004, blz. 1.

(7)  Commissie tegen Europees Parlement en Raad, Zaak C-378/00, Jurispr. 2003, I-937.

(8)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(9)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees van Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

(10)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.”

(11)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.”

P5_TA(2004)0335

Afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd (COM(2003) 664 — C5-0580/2003 — 2003/0258(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2003) 664) (1),

gelet op artikel 62, lid 2, onder a) van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0580/2003),

gelet op het protocol waarbij het acquis van Schengen in het kader van de Europese Unie wordt opgenomen,

gelet op het feit dat de Raad heeft meegedeeld dat Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland niet wensen deel te nemen aan de goedkeuring en toepassing van de maatregel als bedoeld in het voorstel van de Commissie,

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken (A5-0229/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

TITEL

voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek daartoe worden gewijzigd

voorstel voor een verordening van de Raad waarbij voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de verplichting wordt ingevoerd om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen, en waarbij de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het Gemeenschappelijk handboek inzake de buitengrenzen daartoe worden gewijzigd

[Deze wijziging geldt voor de gehele wetgevingstekst]

Amendement 2

OVERWEGING 1

(1) Tijdens de Europese Raad van Sevilla van 21 en 22 juni 2002 werd opgeroepen tot een versterking van de samenwerking om de illegale immigratie te bestrijden en werd de Commissie en de lidstaten verzocht operationele maatregelen te nemen om overal aan de buitengrenzen een gelijkwaardig niveau van controle te waarborgen.

(1) Tijdens de Europese Raad van Sevilla van 21 en 22 juni 2002 werd opgeroepen tot een versterking van de samenwerking om de illegale immigratie te bestrijden en werd de Raad, de Commissie en de lidstaten verzocht elk binnen hun eigen bevoegdheden operationele maatregelen te nemen om tussen de lidstaten een gecoördineerd en geïntegreerd beheer van de buitengrenzen en een gelijkwaardige niveau van controle te waarborgen.

Amendement 3

OVERWEGING 1 bis (nieuw)

 

(1 bis) Rekening houdend met het gemeenschappelijk belang van de lidstaten om een meer doeltreffend beheer van de buitengrenzen in te voeren werd de Commissie tijdens de Europese Raad van Thessaloniki van 19 en 20 juni 2003 verzocht voorstellen in te dienen voor herziening van het Gemeenschappelijk handboek inzake de buitengrenzen, met inbegrip van het afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen.

Amendement 4

OVERWEGING 2

(2) De bepalingen van de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 en het gemeenschappelijk handboek inzake de overschrijding van de buitengrenzen zijn onvoldoende duidelijk en nauwkeurig wat de verplichting betreft om bij de overschrijding van de buitengrenzen stempels in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen aan te brengen. Daardoor hebben zij in de lidstaten tot verschillende werkwijzen geleid en maken zij het moeilijk te controleren of is voldaan aan de voorwaarde inzake de duur van het kort verblijf van deze onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten, namelijk ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden.

(2) De bepalingen van de op 19 juni 1990 te Schengen gesloten overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 bepalen dat aan de buitengrenzen een gelijkwaardig niveau van controle in acht wordt genomen. Deze bepalingen zijn echter onvoldoende duidelijk en nauwkeurig wat de verplichting betreft om bij de overschrijding van de buitengrenzen stempels in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen aan te brengen. Daardoor hebben zij in de lidstaten tot verschillende werkwijzen geleid en maken zij het moeilijk te controleren of is voldaan aan de voorwaarde inzake de duur van het kort verblijf van deze onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten, namelijk ten hoogste drie maanden binnen een periode van zes maanden.

Amendement 5

OVERWEGING 2 bis (nieuw)

 

(2 bis) Het Gemeenschappelijk handboek inzake de buitengrenzen bevat bepalingen voor het afstempelen van reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten die het acquis van Schengen hebben overgenomen. Deze bepalingen moeten worden gewijzigd en in een passende juridische vorm van de Europese Gemeenschap worden gegoten die in al zijn onderdelen bindend is.

Amendement 6

OVERWEGING 2 ter (nieuw)

 

(2 ter) De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 19 december 2002 heeft conclusies vastgesteld met betrekking tot de controles aan de buitengrenzen en de strijd tegen illegale immigratie en de Commissie verzocht de bestaande voorschriften van het acquis van Schengen ter zake te verduidelijken, concrete wijzigingen voor te stellen en de mogelijkheid te onderzoeken van een grotere mate van harmonisatie van de bij de grenscontroles toe te passen procedures.

Amendement 8

OVERWEGING 5

(5) De aan de lidstaten opgelegde verplichting om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij de binnenkomst op het grondgebied van de lidstaten systematisch een stempel aan te brengen en de beperking van de omstandigheden waarin de personencontroles aan de buitengrenzen kunnen worden versoepeld, verschaffen de mogelijkheid om aan het ontbreken van een stempel in deze reisdocumenten de waarde toe te kennen van een vermoeden dat de houder ervan niet voldoet aan de voorwaarde inzake de duur van het kort verblijf. Dit vermoeden moet echter kunnen worden weerlegd door middel van elk bewijsmiddel waarmee kan worden aangetoond dat aan de voorwaarde inzake de duur van het verblijf is voldaan.

(5) De aan de lidstaten opgelegde verplichting om in de reisdocumenten van onderdanen van derde landen bij de binnenkomst op het grondgebied van de lidstaten door overschrijding van de buitengrenzen van de Schengenruimte systematisch een stempel aan te brengen en de beperking van de omstandigheden waarin de personencontroles aan de buitengrenzen kunnen worden versoepeld, verschaffen de mogelijkheid om aan het ontbreken van een stempel in deze reisdocumenten de waarde toe te kennen van een vermoeden dat de houder ervan niet voldoet aan de voorwaarde inzake de duur van het kort verblijf. Dit vermoeden moet echter kunnen worden weerlegd door middel van elk schriftelijk bewijsmiddel waarmee kan worden aangetoond dat aan de voorwaarde inzake de duur van het verblijf is voldaan.

Amendement 9

OVERWEGING 7

(7) De Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en het gemeenschappelijk handboek dienen derhalve te worden gewijzigd.

(7) De Overeenkomst van Schengen en het Gemeenschappelijk handboek inzake de buitengrenzen dienen derhalve te worden gewijzigd.

Amendement 10

OVERWEGING 9

(9) Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis; deze ontwikkeling valt onder het gebied dat is genoemd in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst.

(9) Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze verordening een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten en op 18 mei 1999 te Brussel ondertekende overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis; deze ontwikkeling valt onder het gebied dat is genoemd in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst.

Amendement 11

OVERWEGING 10

(10) Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis, niet deelneemt. Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

(10) Deze verordening houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis, niet deelneemt. Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat.

Amendement 12

ARTIKEL 2, PUNT 1

Artikel 6, lid 2, letter e) (Uitvoeringsovereenkomst van het Akkoord van Schengen)

e)

wanneer wegens buitengewone en onvoorziene omstandigheden die ogenblikkelijke maatregelen vergen dergelijke controles niet kunnen worden uitgeoefend, dienen prioriteiten te worden gesteld; in dat geval dient in beginsel voorrang te worden gegeven aan de controle op het binnenkomend verkeer boven de controle op het uitgaand verkeer. De betrokken lidstaat stelt de Raad en de Commissie daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.

e)

wanneer wegens buitengewone en onvoorziene omstandigheden die ogenblikkelijke maatregelen vergen dergelijke controles niet kunnen worden uitgeoefend, dienen prioriteiten te worden gesteld; in dat geval dient in beginsel voorrang te worden gegeven aan de controle op het binnenkomend verkeer boven de controle op het uitgaand verkeer. De betrokken lidstaat stelt het secretariaatgeneraal van de Raad en van de Commissie onmiddellijk in kennis van de genomen onvoorziene maatregelen .

Amendement 13

ARTIKEL 2, PUNT 3

Artikel 23 bis, paragraaf 2 (Uitvoeringsovereenkomst van het Akkoord van Schengen)

Dit vermoeden kan door de onderdaan van een derde land worden weerlegd aan de hand van ieder middel waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarde inzake kort verblijf. Daartoe kan hij met name elk begin van bewijs zoals vervoerbewijzen, bewijzen van zijn verblijf in het buitenland of aanmeldingen in de zin van artikel 22, dan wel hotelfiches in de zin van artikel 45 overleggen.

Dit vermoeden wordt onverwijld weerlegd en elke hieruit voortvloeiende juridische stap wordt onverwijld ongedaan gemaakt, indien de onderdaan van een derde land aan de hand van schriftelijke bewijsmiddelen aantoont dat hij of zij voldoet aan de voorwaarde inzake kort verblijf.

Amendement 14

ARTIKEL 2, PUNT 3

Artikel 23 bis, lid 3 (Uitvoeringsovereenkomst van het Akkoord van Schengen)

3. Wanneer het in lid 1 bedoelde vermoeden niet wordt weerlegd, kunnen de bevoegde autoriteiten de bepalingen van artikel 23, leden 3, 4 en 5, toepassen .

3. Wanneer het in lid 1 bedoelde vermoeden niet wordt weerlegd, passen de bevoegde autoriteiten de bepalingen van artikel 23, leden 3, 4 en 5, toe .

Amendement 15

ARTIKEL 3, INLEIDENDE FORMULE EN PUNT 1

Punt 1.3.5 (Gemeenschappelijk handboek)

Deel II van het gemeenschappelijk handboek wordt als volgt gewijzigd:

Deel II van het Gemeenschappelijk handboek inzake de buitengrenzen wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf 1.3.5. wordt vervangen door:

In uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden kunnen de controles aan de landgrenzen worden versoepeld . Uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden doen zich voor wanneer onverwachte gebeurtenissen, vóór het tijdstip van controle, een zodanige verkeersdrukte veroorzaken dat niettegenstaande uitputting van alle organisatorische en personele mogelijkheden, onredelijk lange wachttijden ontstaan

1. Paragraaf 1.3.5. wordt vervangen door: .

In op uniforme wijze gedefinieerde uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden kunnen de controles aan de land -, zeeen luchtgrenzen worden versoepeld.

Amendement 16

ARTIKEL 3, PUNT 3

Paragraaf 2.1.1, inleidende zin (Gemeenschappelijk handboek)

„Bij binnenkomst op het grondgebied van een lidstaat wordt systematisch een inreisstempel aangebracht in:”

„Bij binnenkomst op het grondgebied van een lidstaat wordt bij overschrijding van een buitengrens systematisch een inreisstempel aangebracht in:”

Amendement 17

ARTIKEL 3, PUNT 5

Paragraaf 3.4.2.3, derde alinea (Gemeenschappelijk handboek)

„Zelfs in geval van versoepeling van de controles dienen de verantwoordelijke ambtenaren overeenkomstig paragraaf 1.3.5.4. te handelen.”

„Zelfs in geval van versoepeling van de controles als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden dienen de verantwoordelijke ambtenaren overeenkomstig paragraaf 1.3.5.4. te handelen.”

Amendement 18

ARTIKEL 4

De lidstaten nemen alle passende maatregelen om de onderdanen van derde landen in kennis te stellen van de uitvoering van deze verordening.

De lidstaten , de Commissie en de Raad nemen alle passende maatregelen om de onderdanen van derde landen in kennis te stellen van de uitvoering van deze verordening.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0336

Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad betreffende het Europees waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — (herschikking) (COM(2003) 808 — C5-0060/2004 — 2003/0311(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 808) (1),

gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0060/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0248/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 4

(4) Het verschijnsel drugs heeft talrijke en ingewikkelde aspecten die nauw met elkaar verweven zijn en moeilijk los van elkaar kunnen worden gezien. Derhalve moet het waarnemingscentrum een algemene informatietaak krijgen die ertoe moet bijdragen dat de Gemeenschap en haar lidstaten een algemeen overzicht van het verschijnsel drugs en drugsverslaving krijgen. Deze informatietaak mag geen afbreuk doen aan de verdeling van de bevoegdheden tussen de Gemeenschap en haar lidstaten voor zover het de wettelijke bepalingen inzake het aanbod van of de vraag naar drugs betreft.

(4) Het verschijnsel drugs heeft talrijke en ingewikkelde aspecten die nauw met elkaar verweven zijn en moeilijk los van elkaar kunnen worden gezien. Derhalve moet het waarnemingscentrum een algemene informatietaak krijgen die geen afbreuk mag doen aan de verdeling van de bevoegdheden tussen de Gemeenschap en haar lidstaten voor zover het de wettelijke bepalingen inzake het aanbod van of de vraag naar drugs betreft.

Amendement 2

Overweging 7 bis (nieuw)

 

(7 bis) Het waarnemingscentrum moet tevens worden belast met de evaluatie van het drugsbeleid in de diverse lidstaten, teneinde verspreiding van de beste praktijken te vergemakkelijken.

Amendement 3

Overweging 12

(12) Rekening houdend met het feit dat het Europees Parlement de kwijtingsautoriteit is, en om elke mogelijke belangenverstrengeling bij de jaarlijkse kwijtingsprocedure te voorkomen, is het wenselijk dat het Europees Parlement niet langer is vertegenwoordigd in de raad van bestuur van het EWDD.

Schrappen.

Amendement 4

Overweging 13

(13) Gezien zijn omvang is het wenselijk dat de raad van bestuur van het waarnemingscentrum wordt bijgestaan door een bureau.

Schrappen.

Amendement 5

Overweging 14

(14) Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement goed op de hoogte wordt gehouden van de stand van zaken met betrekking tot de drugsproblematiek in de Europese Unie, moet de directeur van het waarnemingscentrum kunnen worden gehoord door het Europees Parlement.

(14) Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement met regelmaat en goed op de hoogte wordt gehouden van de stand van zaken met betrekking tot de drugsproblematiek in de Europese Unie, moet het Parlement door twee leden in de raad van bestuur worden vertegenwoordigd.

Amendement 6

Overweging 16

(16) De werkzaamheden van het EWDD moeten regelmatig worden onderworpen aan een externe evaluatie, op basis waarvan deze verordening zo nodig kan worden gewijzigd.

(16) De werkzaamheden van het EWDD en de Reitox-informatiecentra moeten om de vijf jaar worden onderworpen aan een externe evaluatie, op basis waarvan deze verordening zo nodig kan worden gewijzigd.

Amendement 7

Overweging 18 bis (nieuw)

 

(18 bis) Er bestaan reeds nationale, Europese en internationale organisaties en instanties die dergelijke informatie verschaffen, en het waarnemingscentrum moet in staat worden gesteld zijn taken in nauwe samenwerking daarmee te vervullen;

Amendement 8

Artikel 2, letter b), punt (i)

(i)

het bewerkstelligt een betere vergelijkbaarheid en een grotere objectiviteit en betrouwbaarheid van de gegevens op Europees niveau door gemeenschappelijke indicatoren en criteria te definiëren, die niet dwingend van aard zijn maar waarvan het waarnemingscentrum de inachtneming kan aanbevelen met het oog op een betere samenhang tussen de door de lidstaten en de Gemeenschap gebruikte meetmethoden. Het waarnemingscentrum ontwikkelt met name instrumenten en methoden voor de evaluatie van het drugsbeleid en de drugsstrategieën in de Europese Unie;

(i)

het bewerkstelligt een betere vergelijkbaarheid en een grotere objectiviteit en betrouwbaarheid van de gegevens op Europees niveau door gemeenschappelijke indicatoren en criteria te definiëren, die niet dwingend van aard zijn maar waarvan het waarnemingscentrum de inachtneming kan aanbevelen met het oog op een betere samenhang tussen de door de lidstaten en de Gemeenschap gebruikte meetmethoden. Het waarnemingscentrum ontwikkelt met name instrumenten en methoden voor de evaluatie van het drugsbeleid en de drugsstrategieën in de Europese Unie, teneinde de lidstaten te kunnen adviseren over de beste praktijken;

Amendement 9

Artikel 2, letter b bis) (nieuw)

 

b bis)

Evaluatie van drugsbeleid en trends in het gebruik

i)

systematische evaluatie van nationaal drugsbeleid en strategieën, wetgeving inbegrepen, op grond van verzamelde gegevens en vaste indicatoren, teneinde het ontwikkelen van beleid en de verspreiding van de beste praktijken te vergemakkelijken,

ii)

evaluatie van trends in het gebruik en de aanvoer.

Amendement 10

Artikel 2, letter c), punt (iii)

iii)

het draagt zorg voor ruime verspreiding van betrouwbare, niet-vertrouwelijke informatie; het publiceert een jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek;

iii)

het draagt zorg voor ruime verspreiding van betrouwbare, niet-vertrouwelijke informatie; het publiceert een jaarverslag over de stand van de drugsproblematiek en een evaluatie van de trends in het gebruik.

Amendement 11

Artikel 2, letter d), punt iii bis) (nieuw)

 

iii bis)

het draagt bij tot de samenwerking met derde landen zoals voorzien in de overeenkomsten die op grond van artikel 300 van het Verdrag tussen de Gemeenschap en die landen zijn gesloten.

Amendement 12

Artikel 5, lid 5

5. Onverminderd de bevoegdheden van de nationale knooppunten, kan het waarnemingscentrum een beroep doen op aanvullende expertise en informatiebronnen, zoals internationale netwerken die zich bezighouden met de drugs- en drugsverslavingsproblematiek.

5. Onverminderd de bevoegdheden van de nationale knooppunten en in nauwe samenwerking ermee , kan het waarnemingscentrum een beroep doen op aanvullende expertise en informatiebronnen, zoals internationale netwerken die zich bezighouden met de drugs- en drugsverslavingsproblematiek.

Amendement 13

Artikel 6, lid -1

 

-1. Verordening (EG) nr. 45/2001 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door het waarnemingscentrum.

Amendement 14

Artikel 7, lid 2

2. Uiterlijk op 1 april 2004 stelt de raad van bestuur de toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001 vast.

2. De raad van bestuur stelt de toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1049/2001, binnen vier maanden na de inwerkingtreding van deze verordening vast.

Amendement 15

Artikel 7, lid 3 bis (nieuw)

 

3 bis. Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan het waarnemingscentrum aanschrijven in een van de in artikel 314 van het Verdrag genoemde talen ook in die taal antwoord krijgen.

Amendement 16

Artikel 8

Handelingsbevoegdheid

Handelingsbevoegdheid en vestigingsplaats

Het waarnemingscentrum bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in elk der lidstaten de ruimste handelingsbevoegdheid die in de wetgeving van de respectieve lidstaten aan rechtspersonen wordt toegekend; het kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen en vervreemden, en in rechte optreden.

Het waarnemingscentrum is een orgaan van de Gemeenschap. Het bezit rechtspersoonlijkheid. Het geniet in elk der lidstaten de ruimste handelingsbevoegdheid die in de wetgeving van de respectieve lidstaten aan rechtspersonen wordt toegekend; het kan met name roerende en onroerende goederen verkrijgen en vervreemden, en in rechte optreden.

 

De zetel van het waarnemingscentrum blijft in Lissabon.

Amendement 17

Artikel 9, lid 1, alinea 1

1. Het waarnemingscentrum heeft een raad van bestuur, bestaande uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, een vertegenwoordiger van elk land dat een akkoord heeft gesloten in de zin van artikel 17 van deze verordening en twee vertegenwoordigers van de Commissie

1. Het waarnemingscentrum heeft een raad van bestuur, bestaande uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat, twee vertegenwoordigers van de Commissie alsmede twee vertegenwoordigers van het Europees Parlement, die lid van het Parlement zijn.

 

Een vertegenwoordiger van elk land dat een akkoord heeft gesloten in de zin van artikel 17 mag als waarnemer deelnemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur.

Amendement 18

Artikel 9, lid 1, alinea 2

Ieder lid van de raad van bestuur mag door een plaatsvervangend lid worden bijgestaan of vertegenwoordigd. Bij afwezigheid van een gewoon lid met stemrecht mag diens dit stemrecht door het plaatsvervangende lid worden uitgeoefend. De raad van bestuur mag vertegenwoordigers van internationale organisaties waarmee het waarnemingscentrum samenwerkt overeenkomstig artikel 16 als waarnemer zonder stemrecht uitnodigen.

Ieder lid van de raad van bestuur mag door een plaatsvervangend lid worden vertegenwoordigd. Bij afwezigheid van een gewoon lid met stemrecht mag diens dit stemrecht door het plaatsvervangende lid worden uitgeoefend. De raad van bestuur mag vertegenwoordigers van internationale organisaties waarmee het waarnemingscentrum samenwerkt overeenkomstig artikel 16 als waarnemer zonder stemrecht uitnodigen.

Amendement 19

Artikel 9, lid 2, alinea 1

2. De raad van bestuur kiest uit zijn leden een voorzitter en een vice-voorzitter voor een periode van drie jaar; de voorzitter het mandaat is kan eenmaal herkiesbaar worden verlengd. De voorzitter en de vice-voorzitter neemt nemen aan de stemming deel. Ieder lid van de raad van bestuur heeft één stem, met uitzondering van de leden die een land vertegenwoordigen dat een akkoord in de zin van artikel 17 van deze verordening heeft gesloten.

2. De raad van bestuur kiest uit zijn leden een voorzitter en een vice-voorzitter voor een periode van drie jaar; de voorzitter het mandaat is kan eenmaal herkiesbaar worden verlengd. De voorzitter en de vice-voorzitter neemt nemen aan de stemming deel. Ieder lid van de raad van bestuur heeft één stem, met uitzondering van de waarnemers die een land vertegenwoordigen dat een akkoord in de zin van artikel 17 heeft gesloten.

Amendement 20

Artikel 9, lid 3

3. De raad van bestuur stelt, aan de hand van een door de directeur van het waarnemingscentrum ingediend ontwerp, na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité en na advies van de Commissie en de Raad, een driejarig programma vast, dat wordt ingediend bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

3. De raad van bestuur stelt, aan de hand van een door de directeur van het waarnemingscentrum ingediend ontwerp, na raadpleging van het Wetenschappelijk Comité en na advies van de Commissie, het Europees Parlement en de Raad, een driejarig programma vast, dat wordt ingediend bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Amendement 21

Artikel 10

Artikel 10

Bureau

De raad van bestuur wordt bijgestaan door een bureau. Dit bureau bestaat uit de voorzitter, de vice-voorzitter, een van de vertegenwoordigers van de Commissie en drie vertegenwoordigers van de andere leden van de raad van bestuur. Deze laatsten worden door de raad van bestuur gekozen voor een periode van drie jaar.

Het bureau komt tenminste twee maal per jaar bijeen en zoveel vaker als nodig is om de besluiten van de raad van bestuur voor te bereiden en de directeur bij te staan en te adviseren. De besluiten van het bureau worden met eenparigheid van stemmen genomen.

Schrappen.

Amendement 22

Artikel 11, lid 1, alinea 1

1. Het waarnemingscentrum staat onder leiding van een directeur die voor een periode van vijf jaar op voordracht van de Commissie door de raad van bestuur wordt benoemd; hij kan worden herbenoemd.

1. Het waarnemingscentrum staat onder leiding van een directeur die op voordracht van de Commissie door de raad van bestuur wordt benoemd. De ambtstermijn bedraagt vijf jaar en kan eenmaal worden verlengd.

 

De Commissie draagt kandidaten voor de functie van directeur voor aan de hand van een lijst, opgesteld na een algemeen vergelijkend onderzoek waarvoor een oproep wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en in een landelijk dagblad in elke lidstaat. De directeur wordt benoemd op grond van verdienste en aangetoonde administratieve en bestuurlijke vaardigheden, alsmede relevante ervaring op het werkterrein van het waarnemingscentrum.

Amendement 23

Artikel 11, lid 1, alinea 3, streepje 8

de regelmatige evaluatie van de werkzaamheden van het waarnemingscentrum.

de jaarlijkse evaluatie van de werkzaamheden van het waarnemingscentrum.

Amendement 24

Artikel 13, lid 2, alinea 1

2. Het wetenschappelijk comité bestaat uit ten hoogste achttien wetenschappelijke experts die op grond van hun deskundigheid en hun onafhankelijkheid worden benoemd door de raad van bestuur, die er daarbij op toeziet dat de vakgebieden van de leden van het wetenschappelijk comité alle wetenschappelijke terreinen bestrijken die verband houden met de drugsen drugsverslavingsproblematiek.

2. Het wetenschappelijk comité bestaat uit ten hoogste achttien wetenschappelijke experts die op grond van hun deskundigheid en hun onafhankelijkheid worden benoemd door de raad van bestuur, na de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie en in een groot dagblad in elke lidstaat van een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling. In de selectieprocedure wordt erop toegezien dat de vakgebieden van de leden van het wetenschappelijk comité alle wetenschappelijke terreinen bestrijken die verband houden met de drugsen drugsverslavingsproblematiek.

Amendement 25

Artikel 17, lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis. Het waarnemingscentrum draagt bij tot de samenwerking met derde landen zoals voorzien in de overeenkomsten die op grond van artikel 300 van het Verdrag tussen de Gemeenschap en die landen zijn gesloten.

Amendement 26

Artikel 23

Elke vijf jaar wordt een externe evaluatie verricht van de werkzaamheden van het waarnemingscentrum. De Commissie legt eventueel aan het Europees Parlement en aan de Raad voorstellen tot aanpassing van de verordening betreffende het waarnemingscentrum voor.

Elke vijf jaar wordt een externe evaluatie verricht van de werkzaamheden van het waarnemingscentrum, die ook een evaluatie omvat van de nationale Reitox-informatiecentra. Het evaluatieverslag wordt toegezonden aan het Europees Parlement, de Commissie en de Raad. De Commissie legt eventueel aan het Europees Parlement en aan de Raad voorstellen tot aanpassing van de verordening betreffende het waarnemingscentrum voor.

Amendement 27

Artikel 23 bis (nieuw)

 

Artikel 23 bis

Werktalen

Het waarnemingscentrum bepaalt zijn interne werktalen.

Amendement 28

Bijlage I, paragraaf A, alinea 2, punten 1 t/m 4

1)

het volgen van de stand van zaken met betrekking tot de drugsproblematiek, met name aan de hand van epidemiologische of andere indicatoren en het volgen van nieuwe trends;

1)

het volgen van de stand van zaken met betrekking tot de drugsproblematiek, met name aan de hand van epidemiologische of andere indicatoren en het volgen van nieuwe trends, zoals meervoudig drugsgebruik ;

2)

het volgen van de antwoorden die worden geformuleerd op drugsgerelateerde problemen;

2)

het volgen van de antwoorden die worden geformuleerd op drugsgerelateerde problemen en de evaluatie van maatregelen zodat de beste praktijken kunnen worden opgespoord ;

3)

het beoordelen van de risico's van nieuwe synthetische drugs en het onderhouden van een waarschuwingssysteem in verband met het gebruik van deze drugs;

3)

het beoordelen van de risico's van nieuwe synthetische drugs en het onderhouden van een waarschuwingssysteem in verband met het gebruik van deze drugs;

4)

het volgen van het nationale en communautaire beleid en het effect daarvan op de drugsproblematiek.

4)

het volgen en evalueren van het nationale en communautaire beleid en het effect daarvan op de drugsproblematiek.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0337

Kwijting 2002: Afdeling III (Commissie)

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2002 — Deel I — Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en geconsolideerde financiële staten (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003, SEC(2003) 1105 — C5-0565/2003) (1),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde instellingen (C5-0583/2003) (2) alsmede de speciale verslagen van de Rekenkamer,

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de rekeningen alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, afgegeven door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003) (3),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en de artikelen 179 bis en 180 ter van het Euratom-Verdrag,

gelet op artikel 3 van Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (4),

gelet op punt 3 van bijlage 1 van Besluit 2002/234/EGKS van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 februari 2002 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (5),

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977, inzonderheid artikel 89, en het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (6), inzonderheid de artikelen 145 t/m 147,

gelet op artikel 93 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A5-0200/2004),

A.

overwegende dat, overeenkomstig artikel 274 van het EG-Verdrag, de Commissie de begroting uitvoert onder eigen verantwoordelijkheid en overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer,

1.

verleent de Commissie kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002;

2.

formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad (serie L).


(1)  PB C 316 van 29.12.2003, blz. 1.

(2)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(3)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 12.

(4)  PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22.

(5)  PB L 79 van 22.3.2002, blz. 42.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Besluit van het Europees Parlement tot afsluiting van de rekeningen betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002,

gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2002 — Deel I Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en geconsolideerde financiële staten (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003, SEC(2003) 1105 — C5-0565/2003) (1),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde instellingen (C5-0583/2003) (2) alsmede de speciale verslagen van de Rekenkamer,

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de rekeningen alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, afgegeven door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003) (3),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en de artikelen 179 bis en 180 ter van het Euratom-Verdrag,

gelet op artikel 3 van Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (4),

gelet op punt 3 van bijlage 1 van Besluit 2002/234/EGKS van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 februari 2002 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (5),

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977, inzonderheid artikel 89, en het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (6), inzonderheid de artikelen 145 t/m 147,

gelet op artikel 93 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A5-0200/2004),

A.

overwegende dat overeenkomstig artikel 275 van het EG-Verdrag de Commissie verantwoordelijk is voor het opstellen van de jaarrekening,

1.

keurt de afsluiting van de rekeningen goed betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad (serie L).


(1)  PB C 316 van 29.12.2003, blz. 1.

(2)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(3)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 12.

(4)  PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22.

(5)  PB L 79 van 22.3.2002, blz. 42.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

3.

Besluit van het Europees Parlement met opmerkingen bij het besluit tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 (Commissie) SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003 — 2003/2210(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002,

gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Gemeenschappen — Begrotingsjaar 2002 — Deel I — Geconsolideerde verslagen over de uitvoering van de begroting en geconsolideerde financiële staten (SEC(2003) 1104 — C5-0564/2003, SEC(2003) 1105 — C5-0565/2003) (1),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de gecontroleerde instellingen (C5-0583/2003) (2) alsmede de speciale verslagen van de Rekenkamer,

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de rekeningen alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, afgegeven door de Rekenkamer overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003) (3),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 274, 275 en 276 van het EG-Verdrag en de artikelen 179 bis en 180 ter van het Euratom-Verdrag,

gelet op artikel 3 van Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (4),

gelet op punt 3 van bijlage 1 van Besluit 2002/234/EGKS van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 27 februari 2002 betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (5),

gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977, inzonderheid artikel 89 en het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (6), inzonderheid de artikelen 145 t/m 147,

gelet op artikel 93 en bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en de adviezen van de overige betrokken commissies (A5-0200/2004),

A.

overwegende dat de tenuitvoerlegging van het EU-beleid voornamelijk wordt gekenmerkt door „gedeeld beheer” door de Commissie en de lidstaten,

B.

overwegende dat overeenkomstig artikel 53, lid 3 van het Financieel Reglement „de taken tot uitvoering van de begroting aan de lidstaten gedelegeerd” worden wanneer de Commissie de begroting onder gedeeld beheer uitvoert,

C.

overwegende dat een van de belangrijkste doelstellingen van de modernisering van het boekhoudsysteem van de Europese Gemeenschappen (MAS), die in de mededeling van de Commissie van 17 december 2002 (COM(2002) 755) werd aangekondigd, de ontwikkeling is van een geïntegreerd systeem op transactiebasis dat een beter beeld geeft van de financiële situatie van de Gemeenschappen doordat daarin alle activa en passiva worden opgenomen zodra die ontstaan, en niet wordt gewacht tot een bedrag wordt ontvangen of betaald,

D.

overwegende dat de administratieve hervorming een van de belangrijkste doelstellingen van de huidige Commissie was, dat het Witboek „Hervorming van de Commissie” (COM(2000) 200) op 1 maart 2000 werd goedgekeurd en dat de Commissie de toezegging heeft gedaan een ambitieus programma ten uitvoer te zullen leggen ter versterking van onafhankelijkheid, verantwoordingsplicht, doeltreffendheid, transparantie en toepassing van de hoogste normen met betrekking tot verantwoordelijkheid,

E.

overwegende dat de kwijtingsprocedure onder andere tot doel heeft het financieel beheer van de EU te verbeteren door op basis van de verslagen van de Rekenkamer en de antwoorden en adviezen van de instellingen een betere basis voor de besluitvorming tot stand te brengen,

F.

herinnerend aan de noodzaak de beschikking te hebben over duidelijke capaciteitsindicatoren voor iedere afdeling van de Commissie die grotere sommen geld uitgeeft om de vooruitgang in het financieel beheer van jaar tot jaar te kunnen beoordelen;

A.   HORIZONTALE KWESTIES

Gedeeld beheer

Algemene vraagstukken

1.

wijst erop dat er op de belangrijkste terreinen van de begroting — landbouw en structuurfondsen — sprake is van gedeeld beheer, en merkt op dat de Rekenkamer aanbeveelt deze twee terreinen bijzonder aandachtig te bekijken „als gevolg van hun complexe karakter en de vele administratieve niveaus die ermee gemoeid zijn’ (jaarverslag over het begrotingsjaar 2002, punt 0.11);

2.

is het eens met de opvatting van de Rekenkamer betreffende de noodzaak dat zowel de Commissie als de lidstaten meer aandacht moeten schenken aan een vorm van beheer waarbij een scheiding wordt aangebracht tussen de financiering van communautair beleid en de uitvoering daarvan, en dat het daarbij in het geval van de Gemeenschap gaat om 77,6 % van de vastleggingskredieten in 2002;

3.

wijst erop dat het zogenaamde „gedeeld beheer” is gebaseerd op enerzijds de communautaire wetgeving, als primair recht, en wel artikel 274 van het Verdrag („De lidstaten werken met de Commissie samen om te verzekeren dat de toegekende kredieten volgens het beginsel van goed financieel beheer worden gebruikt”), alsmede op het secundaire recht, en wel artikel 53, lid 3 van het Financieel Reglement („Wanneer de Commissie de begroting onder gedeeld beheer uitvoert, worden de taken tot uitvoering van de begroting aan de lidstaten gedelegeerd ...”);

4.

benadrukt dat uit twee voorschriften duidelijk blijkt dat de Commissie de eerstverantwoordelijke is voor het beheer van deze communautaire kredieten en verzoekt de Commissie dan ook met maatregelen te komen waarin de ondergeschikte positie van de lidstaten tot uiting komt en te zorgen voor een goed financieel beheer op dit terrein;

5.

is van oordeel dat er geen voorschriften zijn op grond waarvan de Commissie zich kan onttrekken aan haar financiële verantwoordelijkheid door deze over te dragen aan de lidstaten, terwijl juist bij hen de oorzaak van de niet-naleving ligt;

6.

is derhalve van oordeel dat een zinvolle toepassing van het concept van „gedeeld beheer” alleen mogelijk is indien dit is gebaseerd op de grondgedachte dat de Unie een gedeelte van haar bevoegdheden delegeert aan de lidstaten en dat deze laatste verplicht zijn om hun deel van het werk ook daadwerkelijk voor hun rekening te nemen, overeenkomstig de richtlijnen van de Unie;

7.

wijst erop dat de financiële kenmerken van gedeeld beheer zijn gelegen in het feit dat de betalingen aan ontvangers van steun worden verricht door de door de lidstaten aangewezen nationale autoriteiten, en dat, ondanks het feit dat de lidstaten de communautaire kredieten uitkeren, in geval van niet ontdekte of niet ter kennis gebrachte fraude of onregelmatigheden, de financiële gevolgen hiervan ten laste komen van de EG-begroting en niet van de begroting van de lidstaten;

Verantwoordelijkheid van de Commissie

8.

benadrukt dat het dagelijks beheer weliswaar is gedeeld, maar dat de financiële verantwoordelijkheid en de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting ondeelbaar is en berust bij de Commissie, overeenkomstig artikel 274 van het Verdrag („de Commissie voert de begroting en met het beginsel van goed financieel beheer” uit onder haar eigen verantwoordelijkheid);

9.

dringt bij de Commissie aan op een aanzienlijke begroting van het aantal „sunset clauses” (horizonbepalingsclausules) die in wetgeving en gedetailleerde effectbeoordelingen zijn opgenomen;

10.

wijst erop dat in artikel 53, lid 5 van het Financieel Reglement de ondeelbaarheid van de financiële verantwoordelijkheid wordt bevestigd: „bij gedeeld of gedecentraliseerd beheer vergewist de Commissie zich ervan dat de middelen overeenkomstig de toepasselijke voorschriften worden besteed door procedures voor de goedkeuring van de rekeningen of financiële correctiemechanismen toe te passen die haar in staat stellen haar eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de begroting op zich te nemen, overeenkomstig artikel 274 van het EG-Verdrag en artikel 179 van het Euratom-Verdrag”;

Verantwoordelijkheid van de lidstaten

11.

vestigt de aandacht op het feit dat de verantwoordelijkheid van de lidstaten met name is vastgelegd in de volgende bepalingen:

Artikel 280 van het Verdrag:

„De Gemeenschap en de lidstaten bestrijden fraude en alle andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, met overeenkomstig dit artikel te nemen maatregelen die afschrikwekkend moeten werken en in de lidstaten een doeltreffende bescherming moeten bieden.

De lidstaten nemen ter bestrijding van fraude waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden geschaad, dezelfde maatregelen als die welke zij treffen ter bestrijding van fraude waardoor hun eigen financiële belangen worden geschaad.

Onverminderd de andere bepalingen van dit Verdrag coördineren de lidstaten hun optreden om de financiële belangen van de Gemeenschap tegen fraude te beschermen. Zij organiseren daartoe samen met de Commissie een nauwe en geregelde samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten.”

Artikel 274 van het Verdrag, zoals gewijzigd door het Verdrag van Amsterdam:

„De lidstaten werken met de Commissie samen om te verzekeren dat de toegekende kredieten volgens het beginsel van goed financieel beheer worden gebruikt”

Standpunt van de Rekenkamer inzake gedeeld beheer

12.

vestigt de aandacht op het feit dat de Rekenkamer sinds 1994 in haar betrouwbaarheidsverklaringen heeft aangegeven dat bij de desbetreffende operaties vaak fouten worden gemaakt, in het bijzonder voor wat betreft door de lidstaten verrichte betalingen in de gevallen waarin sprake is van gedeeld beheer; betreurt het dat het begrotingsjaar 2002 zich in dit opzicht niet onderscheidt van de vorige begrotingsjaren:

„a)

met betrekking tot het EOGFL-Garantie zijn bij de betalingen opnieuw materiële fouten gemaakt. In de steunregel voor akkerbouwgewassen is het risico op fouten minder groot dan bij de premies per stuks vee, terwijl de overige uitgavencategorieën, die niet zijn onderworpen aan het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS), een hoger risiconiveau hebben omdat zij zijn onderworpen aan minder efficiënte controles,

b)

met betrekking tot de structurele acties doen zich, ondanks een verbetering van de controlesystemen, met name bij de Commissie, in de lidstaten nog steeds dezelfde fouten voor en met een even grote frequentie als in de vorige jaren (7);”

13.

vestigt de aandacht op de belangrijkste resultaten van de onderzoeken van de Rekenkamer met betrekking tot de twee belangrijkste terreinen waarop sprake is van gedeeld beheer in het begrotingsjaar 2002:

„LANDBOUW

de verklarende instanties hebben een voorbehoud gemaakt bij uitgaven ten belope van 300 miljoen euro vanwege problemen in verband met de behandeling van de verrichtingen door de betaalorganen (4.8.b)),

de Commissie heeft de rekeningen voor een kwart van het in totaal gedeclareerde bedrag afgewezen (4.8.b)),

de controles van de verklarende instanties geven geen zekerheid over de juistheid van de informatie die aan de betaalorganen wordt verstrekt in aanvragen in het kader van GLB-regelingen (4.7.d)),

het GBCS (8) levert belangrijke informatie op voor wat betreft de wettigheid en regelmatigheid van de door het EOGFL verrichte betalingen, doch het GBCS heeft slechts betrekking op ongeveer 58 % van deze betalingen (1.43) en slechts 14 lidstaten hebben het volledig in werking gesteld (4.23) ondanks het feit dat de „GBCS-inspectieresultaten belangrijke bewijzen leveren voor de wettigheid en regelmatigheid van de GLB-verrichtingen” (4.13); is van oordeel dat lidstaten die de uitvoering van een GBCS achterwege hebben gelaten hun dienovereenkomstige recht op landbouwsteun uit het EOGFL-garantiefonds dienen te verliezen;

evenals in voorgaande jaren zijn in de GLB-uitgaven fouten vastgesteld die van materieel belang zijn (4.49);

STRUCTUURFONDSEN

Feilen van het systeem

de lidstaten hebben de beheersautoriteiten, de betalingsautoriteiten en de bemiddelende instanties soms pas eind 2002 adequaat begeleiding geboden bij de installatie van de nodige beheers- en controlesystemen die noodzakelijk zijn voor wat betreft de interventievormen in de programmeringsperiode 2000-2006 (5.27);

nog niet alle door de Rekenkamer onderzochte beheers- en controlesystemen voldoen aan de vereisten in de regelgeving, ofschoon het derde uitvoeringsjaar van de programmeringsperiode 2000-2006 reeds is ingegaan (5.32);

ongeveer 15 % van de totale uitgaven voor de periode 2000-2006 zijn betaald zonder dat de Commissie voldoende zekerheid had dat de nationale toezichtsystemen en -controles naar behoren functioneren (5.32);

Steekproeven

als voorbeeld van fouten bij de uiteindelijke begunstigden die van invloed zijn op de subsidiabiliteit van uitgaven, noemt de Rekenkamer het meerekenen van acties of personen die geen verband hielden met de betrokken programma's, het niet meerekenen van de gegenereerde of andere inkomsten bij de berekening van de nettokosten van projecten, het meermalen declareren van dezelfde uitgaven, uitgaven zonder bewijsstukken, gebruik van willekeurige percentages voor kostentoerekening, berekeningsfouten en meerdere andere gevallen van niet-naleving van de communautaire voorschriften (5.40);”

14.

vestigt de aandacht op de herhaalde opmerkingen van de Rekenkamer omtrent de ernstige tekortkomingen in de toezicht- en controlesystemen van de lidstaten en betreurt het feit dat de lidstaten moeilijk te bewegen zijn tot samenwerking met de Commissie als het erom gaat te waarborgen dat de kredieten worden besteed overeenkomstig de beginselen van goed financieel beheer, en dat zij aan deze verplichting maar schoorvoetend en met de nodige vertragingen voldoen;

15.

acht voor een goed begrip van deze situatie de volgende punten van groot belang:

a)

de rechtsgrondslag voor gedeeld beheer wordt uitgewerkt in de secundaire wetgeving (hoofdzakelijk in de sectoriële wetgeving betreffende het EOGFL-Garantie en de structuurfondsen), en niet in het Verdrag,

b)

ofschoon de Commissie initiatiefrecht heeft op het gebied van sectoriële wetgeving en vanuit juridisch oogpunt feitelijk verantwoordelijk is voor de uitvoering van de begroting overeenkomstig genoemd artikel 274 van het EG-Verdrag, kunnen haar bevoegdheden worden beperkt door sectoriële wetgeving van de Raad en het Parlement,

c)

de Commissie heeft geen andere mogelijkheid tot handelen dan die welke is vastgesteld in de sectoriële wetgeving, die in de regel de Commissie geen andere middelen biedt dan controle-instrumenten en - procedures en financiële correcties;

16.

benadrukt dat de bevoegdheid van de Commissie op het gebied van toepassing van sectoriële wetgeving onverminderd de verplichtingen van de Commissie op grond van het Verdrag wordt vastgelegd door de wetgevingsautoriteit waarbij een verstoring van het evenwicht tussen deze twee terreinen kan ontstaan met negatieve gevolgen voor de mogelijkheden om te waarborgen dat de kredieten worden besteed overeenkomstig het principe van goed financieel beheer;

17.

wijst erop dat de algemene politieke verantwoordelijkheid op grond van het Verdrag ondubbelzinnig bij de Commissie ligt; constateert dat de verantwoordelijkheid voor de vele zwakke punten, zoals onderstreept door de Rekenkamer, moet worden toegeschreven aan het feit dat de Commissie heeft nagelaten zich ervan te vergewissen dat dergelijke controlesystemen functioneren; dit vloeit ook voort uit de complexe aard van de wetgeving en de tekortkomingen van de supervisie- en controlesystemen in de lidstaten;

Aanbevelingen

18.

is van oordeel dat het — o.a. met het oog op de uitbreiding — absoluut noodzakelijk is een goed evenwicht te vinden tussen de verantwoordelijkheid van de Commissie en de wetgevende middelen die haar ter beschikking staan om deze verantwoordelijkheid in te vullen;

19.

is van oordeel dat uit de bepalingen betreffende gedeeld beheer de noodzaak blijkt een klimaat te creëren van coördinatie, samenwerking en dialoog tussen de instanties die bij de uitvoering van de begroting een rol spelen, en dat het zonder dit klimaat moeilijk zal zijn om de begroting uit te voeren overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer;

20.

meent voorts dat dit klimaat van wederzijds overleg kan leiden tot een gemeenschappelijke visie op de risico's en tekortkomingen die zich bij de uitvoering van de begroting op dit terrein hebben voorgedaan;

21.

wijst erop dat de Commissie er groot belang bij heeft dat de bepalingen inzake controle en toezicht volledig worden nageleefd en dat de achteloze houding van de Commissie op dit punt alleen maar leidt tot verzwakking van haar eigen positie op de beleidsterreinen waarin sprake is van gedeeld beheer;

22.

verzoekt de Commissie de uitvoering van de begroting in de komende begrotingsjaren te verbeteren door:

„Algemeen

a)

erop toe te zien dat in de sectoriële wetgeving geen uitzonderingen worden geïntroduceerd voor wat betreft de toepassing van het Financieel Reglement,

b)

meer aandacht te besteden aan de dubbele rol van de lidstaten als leden van de Raad en als nationale overheden, en hierbij haar verplichting om de begroting ten uitvoer te leggen overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer niet uit het oog te verliezen,

c)

bij eigen optreden en dat van de lidstaten op terreinen waarin sprake is van gedeeld beheer strikt toe te zien op naleving van de verdragsbepalingen en het secundaire recht,

d)

de eventuele introductie van nieuwe gemeenschappelijke voorschriften die het beter mogelijk maken dat de nationale autoriteiten hun deel van het werk doen,

e)

de financiële belangen van de Gemeenschap, die niet noodzakelijkerwijze samenvallen met de belangen van de verschillende lidstaten, deugdelijk te beschermen,

Landbouw

f)

vaste en hogere correctiepercentages voor te stellen om de tekortkomingen van het systeem op te vangen,

g)

alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat het GBCS in alle lidstaten wordt toegepast,

Structuurfondsen

h)

het verrichten van een onderzoek naar de administratieve capaciteit van de oude lidstaten en de nieuwe lidstaten en door de frequentie van de controles op te voeren in landen en regio's met een relatief zwakke bestuursstructuur,

i)

aanzienlijke verbetering van haar instrumenten voor controle op de naleving van het additionaliteitsbeginsel en de bepalingen inzake subsidiabiliteit,

j)

volledige uitoefening van het recht om in situ controles te verrichten en de lidstaten financiële correcties op te leggen;”

23.

is van oordeel dat gedeeld beheer als beheersmethode geschikt is voor de tenuitvoerlegging van het communautaire beleid op de twee belangrijkste begrotingsterreinen, landbouw en de structuurfondsen, die worden gekenmerkt door een groot aantal begunstigden en hoge bedragen (77,6 % van de vastleggingskredieten in 2002); benadrukt echter dat het voor een goede tenuitvoerlegging van dit beleid noodzakelijk is dat zowel de Commissie als de nationale autoriteiten hun respectieve taken goed vervullen;

Boekhoudkundig onderzoek en gedeeld beheer

24.

verwelkomt de initiatieven van de Commissie om de auditprogramma's te coördineren en te harmoniseren alsmede de methoden die erop zijn gericht te komen tot een integraal concept voor audits;

25.

is geïnteresseerd in de uitwerking van dit initiatief en wenst in het follow-up-verslag van de Commissie op de hoogte te worden gehouden van de behaalde successen, eventueel vastgesteld gebrek aan medewerking, overwonnen obstakels en het tijdschema voor toekomstige acties;

26.

stemt in met het uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan de zogeheten „vertrouwenscontracten”; heeft begrip voor de schaarse informatie hierover gezien het prille stadium waarin dit proefproject verkeert, doch wenst punctueel op de hoogte te worden gehouden van de resultaten van dit proces en van de maatregelen die zijn vastgesteld om ondertekening van dergelijke contracten te stimuleren, ondanks het vrijwillige karakter ervan; stelt met genoegen vast dat Oostenrijk en Denemarken bereid zijn zich aan deze maatregel te onderwerpen en dringt er met klem bij de andere lidstaten op aan hun voorbeeld volgen;

27.

is bezorgd over het ontbreken van vertrouwenscontracten met de lidstaten in het kader van het Europees Sociaal Fonds (9);

28.

is van mening dat zowel de lidstaten als de Commissie moeten werken aan de vaststelling van een uniforme strategie voor financiële controle van de programma's die voor gedeeld beheer in aanmerking komen; is in dit verband verheugd over de door de Commissie en enkele lidstaten gedane inspanningen om vertrouwenscontracten op te stellen; is van oordeel dat parallel met deze inspanningen een betrouwbare procedure voor de afgifte van een betrouwbaarheidsverklaring moet worden gevolgd die jaarlijks op het niveau van de voor het Structuurfonds bevoegde instanties in de lidstaten moet worden afgewikkeld en waarvan het resultaat vervolgens op communautair niveau wordt gebruikt; neemt kennis van het verzet dat veel lidstaten hebben aangetekend tegen het plan van een dergelijke jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring, zoals voor het eerst op 7 oktober 2002 door de Commissie voorgesteld in een zitting met de bevoegde ministers van de lidstaten; hekelt echter het kennelijke gemis aan bereidheid bij de Commissie om in het kader van de comitologie actief vaart achter deze voorstellen te zetten;

Terugvordering

29.

stelt in het licht van de antwoorden van de Commissie (10) vast dat op het gebied van de terugvordering van onverschuldigde betalingen sprake is van een sterke versnippering;

30.

verlangt inzicht in de harmonisatiecriteria voor het beheer hiervan en de mate waarin een en ander wordt nageleefd;

31.

verzoekt de Commissie in haar follow-up-verslag een volledig overzicht te verstrekken dat homogene vergelijkingen mogelijk maakt en periodiek wordt bijgewerkt, en waarin voldoende informatie wordt opgenomen over uitstaande bedragen, aantallen afgewerkte en nog af te werken dossiers en de efficiencygraad van elk van de terugvorderingseenheden;

Hervorming van de Commissie

Algemene aspecten

32.

constateert dat de vooruitgang die is geboekt met betrekking tot de diverse maatregelen van het Witboek uiteenloopt; constateert dat ondanks deze vooruitgang op diverse terreinen vertraging is opgelopen en dat diverse problemen nog uit de weg moeten worden geruimd;

33.

neemt kennis van de mededeling van de Commissie van 10 februari over de voltooiing van de hervorming: voortgangsverslag en maatregelen voor 2004 (COM(2004) 93); erkent dat de aanneming van bijna alle van de 98 hervormingsmaatregelen de afronding betekent van de wetgevingsfase, maar dat de dynamiek van de hervorming gehandhaafd moet blijven om te zorgen voor een volledige uitvoering;

34.

wijst erop dat het van essentieel belang is dat op korte termijn vooruitgang wordt geboekt met de „administratieve cultuur” en dat daartoe alles in het werk wordt gesteld zodat het systeem dat rondom de gedelegeerde ordonnateurs is opgezet optimaal functioneert; is van mening dat verdere inspanningen noodzakelijk zijn om een mentaliteitsverandering tot stand te brengen met betrekking tot het verantwoordelijkheidsgevoel van het personeel zodat iedere ambtenaar of medewerker, ongeacht zijn positie binnen de hiërarchie, zich verantwoordelijk voelt voor en persoonlijk betrokken voelt bij het werk van het gehele team; verwacht van het kaderpersoneel dat het geen moeite zal sparen om dit doel te verwezenlijken;

35.

dringt erop aan dat zo spoedig mogelijk de noodzakelijke stappen worden ondernomen om de hervorming te optimaliseren, met name op het gebied van de menselijke hulpbronnen (identificatie van de prioriteiten, met inbegrip van de „negatieve prioriteiten”, herverdeling van de middelen om ze aan prioritaire acties te kunnen toewijzen, evaluatie van de opleidingsbehoeften en activiteiten om het „gebrek aan bekwaamheden” op te vullen) en de invoering van de 24 controlenormen; rekent erop dat deze vooruitgang reeds in de volgende jaarlijkse activiteitenverslagen aantoonbaar is;

36.

is verheugd over de maatregelen van de Commissie om in de toekomst vooruitgang te boeken met betrekking tot de harmonisatie van de voorwaarden waaronder de directeuren-generaal in hun jaarverslagen punten van voorbehoud kunnen maken; spreekt de hoop uit dat deze maatregelen bij de opstelling van de komende jaarverslagen van kracht worden om de punten van voorbehoud te kunnen evalueren en na te gaan welke corrigerende maatregelen dienen te worden getroffen;

37.

is van mening dat het onderdeel van de hervorming dat betrekking heeft op de wijziging van het Statuut van de ambtenaren ook van belang is omdat het hier om een essentieel instrument gaat om de hervorming van het personeelsbeheer te flankeren; rekent er derhalve op dat de Commissie rekening houdt met het standpunt van het Parlement terzake;

38.

stelt met tevredenheid vast dat de Commissie ernaar streeft om tot een algemene „klokkenluidersdoctrine” te komen; constateert dat een dergelijke doctrine alleen dan werkelijk effectief werkt indien de personeelsleden ervan op de hoogte zijn; moedigt de Commissie aan ervoor te zorgen dat deze informatie vrijelijk beschikbaar is voor haar personeel;

Gedecentraliseerde financiële controle en risico-evaluatie

39.

erkent dat de Commissie zich grote moeite heeft getroost om de overgang van een centraal naar een decentraal controlestelsel (d.w.z. controle door het management zelf) te waarborgen, hetgeen o.a. met zich mee heeft gebracht dat er ruim 200 posten werden overgeheveld van DG Financiële controle, deels naar andere directoraten-generaal ter versterking van hun interne controlesystemen en deels naar de nieuwe interne auditcapaciteit;

40.

herinnert eraan dat de prangende vraag in elke discussie over de meest adequate structuur voor en vorm van financiële controle zal zijn hoe er een passend evenwicht kan worden gevonden tussen de eisen van bedrijfsvoering en die van controle; meent dat een zorgvuldige inachtneming van de voorschriften en richtsnoeren niet altijd betekent dat er sprake is van een doeltreffende taakuitvoering;

41.

is van mening dat een controlesysteem dat uitsluitend is gericht op het vermijden van formele fouten verbeteringen op het gebied van de doeltreffendheid kan frustreren, omdat het leidt tot een overdreven op regels gebaseerde handelwijze met als consequentie minder flexibiliteit en meer bureaucratie; is dan ook van mening dat risico-evaluatie een doorslaggevende factor is bij de uitvoering van de interne controle, omdat alleen door middel van risico-evaluatie kan worden gewaarborgd dat het resultaat van de interne controle in verhouding staat tot de kosten;

42.

stelt vast dat de in 2000 door de Commissie vastgestelde en in 2001 gewijzigde 24 normen op het gebied van de interne controle, die als kader dienen voor het uitvoeren van de interne controle bij de Commissie, nog steeds niet volledig van kracht zijn; merkt op dat norm nr. 11 als volgt luidt: „Each DG shall systematically analyse risks in relation to its main activities at least once a year, develop appropriate action plans to address them and assign staff responsible for implementing those plans” (11);

43.

acht, gelet op de doorslaggevende rol van de risico-evaluatie op het gebied van de interne controle, de verslaglegging van de Commissie over de uitvoering van deze norm zowel verontrustend als onbevredigend (12); verzoekt derhalve de Commissie meer prioriteit te geven aan de tenuitvoerlegging van zowel de risico-evaluaties als de overige elementen van het systeem van interne controle; vertrouwt op een snelle algemene toepassing van de normen voor interne controle (13);

44.

betreurt het gebrek aan accountants binnen de Commissie; neemt kennis van de veelvuldige wisselingen van rekenplichtigen in 2002;

Hervorming van het boekhoudsysteem

45.

stelt vast dat het toekomstige boekhoudsysteem moet zorgen voor volledige capaciteit voor boekhouding op transactiebasis, consistentie van gegevens en veilige toegang;

46.

benadrukt dat een van de vragen is of de Commissie een radicale operatie moet uitvoeren en onmiddellijk moet overstappen op een volledig geïntegreerd standaardpakket, of dat ze dat geleidelijk moet invoeren door in een tussenfase rekening te houden met de behoeften van de plaatselijke systemen;

47.

neemt ervan kennis dat de Commissie de voorkeur geeft aan die laatste oplossing, omdat ze die methode veiliger en zekerder acht en omdat uitgebreide validatie nodig is voordat de plaatselijke systemen op het centrale systeem kunnen worden aangesloten;

48.

neemt kennis van de volgende vorderingen in de uitvoering van de eerste stadia van de hervorming in 2003:

a)

vaststelling van boekhoudnormen,

b)

documentatie van gebruikersvereisten,

c)

definitie van boekingen,

d)

lijst van boekingen voor de codering van alle transacties,

e)

boekhoudhandleiding;

49.

neemt kennis van de door Price Waterhouse Coopers uitgevoerde haalbaarheidsstudie over het MAS-project van de Commissie voor de modernisering van het boekhoudsysteem en de belangrijkste aanbevelingen die erin worden geformuleerd om het project tot een goed einde te brengen;

50.

herinnert eraan dat het Financieel Reglement uitgaat van een duaal systeem, namelijk een combinatie van boekhouding op transactiebasis voor de algemene financiële rekeningen en een systeem op kasbasis voor de begrotingsboekhouding; merkt op dat die regeling voor de boekhouding van de overheid is goedgekeurd door de International Federation of Accountants en dat dit systeem door de meeste lidstaten wordt toegepast; wijst er echter op dat dit systeem inhoudt dat de uitvoering van de begroting en de begrotingsresultaten voortdurend met elkaar in overeenstemming moeten worden gebracht;

51.

wijst erop dat dit „duale systeem” een dubbele boekhouding mogelijk maakt voor de algemene financiële rekeningen terwijl een enkelvoudige boekhouding wordt toegepast voor de begrotingsboekhouding die wordt gebruikt door de begrotingsautoriteit om de stand van de uitvoering van de begroting te controleren;

52.

waardeert de pogingen van de Commissie om zich te houden aan het in de geldende regelgeving vastgelegde tijdschema doch beseft, gelet op de ervaringen van verschillende lidstaten die een soortgelijk proces van modernisering van de overheidsboekhouding hebben ingezet, dat dit tijdschema uiterst strak is; stelt daarom een gefaseerde benadering voor, waarbij allereerst een inspanning wordt gedaan om eventuele zwakke plekken in de beveiliging en discrepanties in de boekhouding weg te werken, in tweede instantie ervoor wordt gezorgd dat de boekhouding in 2005 op transactiebasis kan gebeuren en, tenslotte, een coherent en geïntegreerd systeem tot stand wordt gebracht om de nieuwe architectuur te ondersteunen;

53.

is van mening dat alle EU-instellingen en gedecentraliseerde agentschappen ervoor moeten zorgen dat ook zij over boekhoudsystemen beschikken die met het nieuwe kader compatibel zijn en gebaseerd zijn op analoge principes en normen, zoals voorgeschreven door het Financieel Reglement;

54.

meent dat de volledige medewerking en input van alle Commissiediensten (belanghebbenden) voor het succes van de modernisering van het boekhoudingsysteem onontbeerlijk zijn; verwacht ook dat DG Begroting zoveel mogelijk rekening houdt met de behoeften van de gebruikers;

55.

onderstreept de hoge prioriteit die het Parlement verleent aan de eenvormigheid van de gegevens in het nieuwe systeem, in het bijzonder de totstandbrenging van een centraal facturenregister en een contractantendatabank die volledige, accurate en gedetailleerde informatie verstrekt over de stand van de contractuele betrekkingen van de instelling;

56.

verwijst naar de termijn van 2005 voor de validatie van de interfaces tussen de plaatselijke systemen en het centrale systeem, na het verstrijken waarvan door niet-gevalideerde systemen verstrekte gegevens niet zullen worden erkend; vraagt de garantie dat die termijn voor alle diensten zonder uitzondering wordt gehaald;

57.

erkent dat optie 3, zoals die in de bovengenoemde mededeling van de Commissie over MAS wordt voorgesteld, de enige realistische, zij het voorlopige oplossing is om aan de belangrijkste vereisten van een modern boekhoudsysteem op transactiebasis tegen 1 januari 2005 en aan de sectorale behoeften van de operationele diensten tegemoet te komen; onderstreept dat de termijn van 2005, opgelegd door het nieuwe Financieel Reglement en daarom een prioritaire doelstelling voor het Parlement, niet het eindpunt van het hervormingsproces is omdat het IT-systeem ter ondersteuning van een nieuwe boekhoudkundige architectuur nog zal moeten geïnstalleerd om de doelstelling van een volledig geïntegreerd systeem (zoals die in optie 2 wordt geformuleerd) te bereiken;

58.

herinnert eraan dat de interne controledienst en de Rekenkamer in het Comité Standaarden voor de jaarrekening en in de Project Oversight Board in het kader van het MAS-project de status van waarnemer hebben, en dringt er bij hen op aan nauwlettend toe te zien op de vorderingen bij de hervorming, tijdig constructief advies te verlenen en, zo nodig, snel waarschuwingen te geven waarmee de projectleiders bij de uitvoering van de verschillende fases rekening dienen te houden;

De controlestructuren na de hervorming

Algemene kwesties

59.

herinnert eraan dat de administratieve hervorming een van de belangrijkste doelstellingen is geweest van de huidige Commissie, dat het Witboek „Hervorming van de Commissie” op 1 maart 2000 werd goedgekeurd en dat de Commissie zich heeft verbonden tot het in de praktijk ten uitvoer leggen van een ambitieus programma gericht op versterking van de onafhankelijkheid, verantwoordelijkheid, doelmatigheid, transparantie en toepassing van zeer strikte richtsnoeren op het gebied van aansprakelijkheid; wijst erop dat een groot aantal belangrijke en noodzakelijke stappen in de goede richting zijn gezet, en het nog steeds noodzakelijk is erop toe te zien dat eventuele obstakels voor de hervorming uit de weg worden geruimd;

60.

is van mening dat de algemene voorwaarden van contracten met de Europese instellingen de contractsluitende partij moeten verplichten volledig samen te werken bij het ophelderen van het uiteindelijke eigendom van belangrijke posities binnen de betrokken onderneming wanneer er reden is om een mogelijk belangenconflict te vermoeden;

61.

wijst erop dat uit het onderzoek naar de bij Eurostat vastgestelde problemen blijkt dat er beschermingsconstructies moeten komen tegen het achterhouden van kritische informatie;

62.

wijst erop dat het financieel beheer en de controlestructuren momenteel de volgende organisatorische sleutelelementen omvatten:

a)

de directeuren-generaal als gedelegeerde ordonnateurs,

b)

de interne controleur,

c)

het Comité Follow-up Audit,

d)

interne audit-capaciteiten (DG-niveau),

e)

de rekenplichtige,

f)

de Centrale Financiële Dienst in het Directoraat-generaal begroting;

63.

is van oordeel dat de zaak-Eurostat heeft aangetoond dat het noodzakelijk is de bestaande betrekkingen tussen de verschillende actoren en tussen de individuele commissarissen en het college van commissarissen te herzien, en dat ook het functioneren van de verantwoordelijkheidsketen onder de loep moet worden genomen om ervoor te zorgen dat niet alleen op het gebied van financieel beheer maar ook voor wat betreft de bestuursstructuur van de Commissie vorderingen worden geboekt;

64.

bevestigt paragraaf 1 van zijn resolutie van 4 december 2003 (14) dat het onverstandig is geweest om de bevoegdheden inzake de opstelling van de begroting, boekhouding en fraudebestrijding bij een en dezelfde commissaris neer te leggen, omdat dit tot een onvermijdelijk belangenconflict leidt; bevestigt zijn eis dat een dergelijk belangenconflict in de toekomst wordt vermeden; verzoekt de Commissie om stappen te nemen teneinde een scheiding aan te brengen tussen de verantwoordelijkheid van de commissaris voor de begroting en de verantwoordelijkheid voor de begrotingscontrole;

65.

onderstreept het politieke belang dat het hecht aan de constateringen en conclusies onder het hoofdje „Eurostat” van zijn resolutie van 29 januari 2004 over de follow-up van de kwijting 2001 wat betreft de opheldering van de verantwoordelijkheden voor de gebeurtenissen bij Eurostat en stelt vast dat het voorleggen door OLAF aan de gerechtelijke instanties van de onregelmatigheden bij Eurostat maant tot waakzaamheid omtrent de eventuele noodzaak om van de betrokken commissarissen te verlangen dat zij, afhankelijke van het verloop van de gerechtelijke procedure, hun politieke verantwoordelijkheid nemen;

Directeuren-generaal als gedelegeerde ordonnateurs

66.

vertrouwt erop dat efficiency, doorzichtigheid en het afleggen van verantwoording verbeteren van de introductie van een systeem waarin van elke directeur-generaal of ieder diensthoofd een jaarlijks activiteitenverslag wordt verlangd, vergezeld van een verklaring over de mate van vertrouwen in de doelmatigheid van de controles van zijn/haar afdeling, en wel zodanig dat zij als instrument zelfs een sleutelfunctie hebben gekregen in de jaarlijkse beoordeling van het begrotingsbeheer door de Rekenkamer;

67.

bekrachtigt zijn reeds in paragraaf 20 van zijn resolutie van 4 december 2003 geformuleerde eisen en aanbevelingen dat in het Financieel Reglement effectievere controles op de directeuren-generaal in hun hoedanigheid van ordonnateur moeten worden opgenomen om machtsmisbruik te voorkomen, dat de rekenplichtige van de Commissie tenminste steekproefsgewijs de informatie moet controleren die hij van de ordonnateurs krijgt en dat de zogenaamde interne auditcapaciteiten in de directoraten-generaal niet langer uitsluitend moeten ressorteren onder de directeuren-generaal, maar ook onder de interne controleur;

68.

betreurt expliciet dat de Commissie niet heeft voldaan aan de reeds in paragraaf 21 van zijn bovengenoemde resolutie van 4 december 2003 (15) geformuleerd verzoek om de nodige wetgevingsvoorstellen tot wijziging van het Financieel Reglement, resp. tot wijziging van de desbetreffende uitvoeringsbepalingen in te dienen;

69.

is van oordeel dat iedere commissaris verantwoordelijk is voor de diensten die onder zijn/haar gezag zijn gesteld en ervoor dient te zorgen dat de doelstellingen van deze diensten worden verwezenlijkt met volledige eerbiediging van de beginselen van goed financieel beheer;

70.

verwacht dat gevolg wordt gegeven aan de in paragraaf 30, eerste streepje van zijn resolutie van 29 januari 2004 geuite wens tot structurele veranderingen wat betreft de betrekkingen tussen de leden van de Commissie en de directeuren-generaal;

Interne controleur

71.

herinnert eraan dat de interne controleur volgens het Financieel Reglement (hoofdstuk 8, artikel 85) onafhankelijk is in de uitvoering van zijn taken; benadrukt dat artikel 85 van het Financieel Reglement rechtstreeks betrekking heeft op de terzake doende internationale normen en dat deze normen de internationale deontologische regels voor interne controleurs vormen, zoals die zijn opgesteld door het Instituut voor interne controleurs (www.theiia.org);

72.

wijst in het bijzonder op de volgende standaardnormen (16):

1100 Onafhankelijkheid en objectiviteit

De interne controleur moet zijn werk in onafhankelijkheid en op objectieve wijze verrichten.

1110 Organisatorische onafhankelijkheid

De hoofdcontroleur moet verantwoordelijk zijn op een niveau in de organisatie die het de interne controleurs mogelijk maakt hun taken en verantwoordelijkheden uit te oefenen

1110.A1 In zijn werkzaamheden moet de intern controleur gevrijwaard worden van inmenging voor wat betreft de vaststelling van zijn werkterrein, de uitvoering van zijn taken en de mededeling van de resultaten;

73.

is dientengevolge van oordeel dat de Dienst interne controle integraal onderdeel moet uitmaken van het voorzitterschap van de Commissie; onderstreept dat het van groot belang is dat deze Dienst buiten de hiërarchische lijn komt te staan van elk afzonderlijk Directoraat-generaal teneinde een effectieve interne controle te waarborgen;

Het Comité Follow-up Audit

74.

stelt vast dat het Comité Follow-up Audit in het „Handvest van de interne controle van de Europese Commissie” (SEC(2000) 1801/2) (17) werd opgericht met als belangrijkste verantwoordelijkheid het toezien op de voortgang van de in de directoraten-generaal en de verschillende afdelingen naar aanleiding van de analyses, beoordelingen en aanbevelingen van interne en externe controleurs in gang gezette maatregelen;

75.

is voorts van oordeel dat het Comité Follow-up Audit het college van commissarissen bijstaat om ervoor te zorgen dat het werk van de intern controleur door de diensten van de Commissie in aanmerking wordt genomen en in deze hoedanigheid de Commissie voorstellen kan doen om passende maatregelen te nemen;

76.

uit zijn tevredenheid over het antwoord van de Commissie volgens welk het Comité Follow-up Audit het college van commissarissen, door middel van toezending van de notulen van de vergadering van dit voortgangscomité aan de secretaris-generaal van de Commissie (18), op de hoogte stelt van elk mogelijk punt van conflict waarop het bij zijn werkzaamheden is gestuit en naar aanleiding waarvan het college naar zijn oordeel maatregelen zou moeten nemen;

77.

wijst erop dat de Rekenkamer in haar jaarverslag over 2001 (19) verklaarde dat het „gebruik wil dat de voorzitter van een auditcomité in de organisatie geen rol mag spelen die tot belangenverstrengeling zou kunnen leiden” (9.56); is van oordeel dat het daarom wenselijk is de functioneringsregels van dit comité zodanig aan te scherpen dat:

a)

belangenverstrengeling wordt uitgesloten,

b)

het secretariaat van dit comité wordt ondergebracht bij het secretariaat-generaal, overeenkomstig de suggestie van het comité zelf in zijn jaarverslag en

c)

openbaarheid wordt gegeven aan zijn jaarverslagen, met inbegrip van een evaluatie van de mate waarin uitvoering is gegeven aan de opmerkingen in de audit-verslagen;

Interne audit-capaciteit (DG-niveau)

78.

wijst erop dat het Financieel Reglement weliswaar uitsluitend voorziet in een intern controleur, doch dat de Commissie in 2002 heeft besloten in elke afdeling een interne audit-capaciteit (IAC) op te richten, die tot taak krijgen de directeuren-generaal en diensthoofden bij te staan in de vervulling van hun nieuwe taken op het gebied van financieel beheer;

79.

vertrouwt erop dat de Commissie de informatiekanalen tussen de centrale en perifere auditorganen en die tussen de centrale en perifere controleorganen verbetert (20);

80.

verzoekt de Commissie om hervorming van de voorschriften voor de interne auditcapaciteit in het licht van het nieuwe Financieel Reglement;

81.

is van mening dat deze hervorming dient te zorgen voor vlotte en door functionele autonomie gekenmerkte betrekkingen tussen de interne audit-capaciteit en de dienst interne controle waarbij eventueel alle relaties en betrekkingen worden geconsolideerd als bedoeld in de mededeling aan de Commissie van de heer Kinnock over de voorwaarden voor de oprichting van een interne audit-capaciteit bij elke dienst van de Commissie (SEC(2000) 1803/3) (21);

Centrale Financiële Dienst in het Directoraat-generaal begroting

82.

herinnert eraan dat bij de hervorming bijzondere nadruk werd gelegd op de decentralisatie van financiële controles; is van oordeel dat dit de dwingende noodzaak met zich meebrengt adequatere en beter verifieerbare methoden te creëren voor centraal toezicht bij het beheer van de controlesystemen die worden gehanteerd in de verschillende afdelingen; meent dat dit centrale toezicht op het beheer zou moeten uitmonden in een officieel advies inzake de kwaliteit van de interne controlesystemen van afdelingen, en dat dit advies volledig zou moeten worden gepubliceerd in het overzichtsverslag;

83.

is bezorgd over het hoge verloop onder het administratieve personeel binnen de Europese Commissie en verzoekt de Commissie de nodige maatregelen te nemen om een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van dit probleem binnen haar organisatie en deze oorzaken te elimineren;

84.

acht een soepele relatie tussen de centrale financiële controleorganen en de financiële controleorganen van elk directoraat-generaal of elke dienst noodzakelijk teneinde dezelfde relatie tot stand te brengen die wenselijk wordt geacht voor de audits;

85.

verwelkomt de verklaring van de Commissie volgens welke zowel de dienst Interne Controle als de „interne audit-capaciteiten” de controlesystemen kunnen evalueren en de resultaten van de audits en controles worden toegestuurd aan de Centrale Financiële Dienst (CFD) en de Interne Controledienst, en zullen worden opgenomen in het jaarlijkse overzichtsverslag (22);

Boekhoudkundige afdeling in het Directoraat-generaal begroting

86.

herinnert eraan dat de rekenplichtige overeenkomstig artikel 61, onder e) van het Financieel Reglement tot taak heeft: „het vaststellen en valideren van de boekhoudsystemen, alsmede, waar van toepassing, het valideren van de door de ordonnateur vastgestelde systemen die tot doel hebben boekhoudkundige gegevens te verstrekken of te motiveren”;

87.

wijst erop dat de rekenplichtige bij de uitoefening van deze taak „alle gegevens die nodig zijn voor de opstelling van de rekeningen en die een getrouw beeld geven van het vermogen van de Gemeenschappen en de uitvoering van de begroting, ontvangt van de ordonnateurs, die de betrouwbaarheid van deze gegevens garanderen” (artikel 61, lid 2 van het Financieel Reglement);

88.

schaart zich achter het idee van de Commissie met betrekking tot de noodzaak om de functionele synergieën met betrekking tot het financieel beheer te handhaven, met inachtneming van de functionele onafhankelijkheid van de controle-instanties, en om aan te geven welke categorie voor de verantwoordelijken van deze diensten (22) adequaat is;

Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF)

89.

verwelkomt het voorstel van de Commissie (COM(2004) 103) tot wijziging van de OLAF-verordening ((EG) nr. 1073/1999); bekrachtigt paragraaf 38 van zijn resolutie over het jaarverslag 2002 over de fraudebestrijding, waarin het constateert dat de door de Commissie ingediende wetgevingsvoorstellen voor een deel in de juiste richting gaan, maar dat de volgende punten volstrekt onaanvaardbaar zijn en al bijna als een provocatie moeten worden beschouwd:

a)

in plaats van te bepalen dat OLAF zich eindelijk ten volle moet gaan kwijten van zijn lange tijd verwaarloosde kerntaak op het gebied van interne onderzoeken, biedt het voorstel van de Commissie het Bureau nu uitdrukkelijk de mogelijkheid van een intern onderzoek af te zien, zelfs wanneer er voldoende verdenking bestaat dat er fraude- of corruptiedelicten of andere onrechtmatige handelingen ten nadele van de financiële belangen van de Gemeenschap zijn begaan,

b)

in plaats van het secretariaat van het Comité van toezicht van OLAF administratief te integreren in het Secretariaat-generaal van het Europees Parlement, stelt de Commissie nu voor het administratief toe te voegen aan het secretariaat van de Commissie; daarmee komt de onafhankelijkheid van het Comité van toezicht op losse schroeven te staan,

c)

in plaats van de rechten van personen naar wie een intern onderzoek wordt ingesteld, te versterken, is het de bedoeling dat zij beroofd worden van de mogelijkheid die de OLAF-verordening hun nu nog biedt, namelijk om een zaak aan te spannen bij het Europese Hof van Justitie, wanneer het Bureau bij zijn onderzoek voor hen belastende maatregelen neemt. Dit zou de deur wijd openzetten voor machtsmisbruik (bijv. instelling van een onderzoek zonder toereikende redenen, onredelijk lange duur van een onderzoek), omdat dergelijke overtredingen voortaan aan een rechterlijke toetsing onttrokken zouden zijn;

90.

is verheugd over het voorstel van de Commissie om vast te leggen dat mededelingen van de directoraten-generaal aan OLAF aan de verantwoordelijke commissaris moeten worden meegedeeld;

91.

herinnert aan zijn bovengenoemde resolutie (23) over de evaluatie van de werkzaamheden van OLAF waarin het de aankondiging van de Commissievoorzitter steunt om aan de belangrijkste taken van OLAF grotere prioriteit toe te kennen, de informatie-uitwisseling tussen OLAF en de instellingen te verbeteren, de rechten op verdediging van degenen op wie het onderzoek betrekking heeft, beter te waarborgen en de rol van het Comité van toezicht van OLAF te versterken;

92.

vindt het onbegrijpelijk dat de Commissie het voortgangsverslag overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1073/1999 met meer dan een jaar vertraging heeft ingediend en nu na de goedkeuring van het Parlement van zijn bovengenoemde resolutie van 4 december 2003 bijna drie maanden nodig heeft gehad alvorens op 9 februari 2004 te besluiten tot een desbetreffend pakket voorstellen; stelt vast dat het door deze vertragingen praktisch onmogelijk is geworden nog voor de Europese verkiezingen een verbetering van de Verordening (EG) nr. 1073/1999 tot stand te brengen;

93.

is van oordeel dat het Comité van toezicht van OLAF volledig onafhankelijk van de Commissie moet zijn;

94.

is er ten zeerste over verontrust dat de directeur van OLAF te kennen heeft gegeven dat hij het advies van de ombudsman niet wil volgen om de zaak betreffende de firma Blue Dragon te heropenen; merkt op dat het Comité van toezicht van OLAF ernstige vraagtekens zet bij de behandeling door OLAF van de zaak; dringt er bij OLAF op aan zich te voegen naar de adviezen van het Comité van toezicht; is verheugd over het feit dat de Commissie deze zaak heeft heropend;

95.

merkt op dat de meeste van de 1000 zaken die OLAF van UCLAF erfde, zijn afgesloten; verzoekt het Comité van toezicht te onderzoeken hoeveel zaken zonder resultaat zijn afgesloten; dringt er bij het Comité van toezicht op aan speciaal in het oog te houden dat zaken niet ten onrechte worden afgesloten;

Presentatie van de auditresultaten

96.

onderstreept het belang van het principiële recht van de gecontroleerde instantie om zich uit te spreken over de door de controlerende instantie gepresenteerde auditresultaten; wijst erop dat de doeltreffendheid van de parlementaire controle op het financieel beheer van de EU in sterke mate afhankelijk is van de kwaliteit en de waarde van de informatie in de speciale verslagen en de jaarverslagen van de Rekenkamer;

97.

wijst erop dat de kwijtingsprocedure een proces is dat o.a. tot doel heeft het financiële beheer van de EU te verbeteren door aan de hand van de verslagen van de Rekenkamer en de antwoorden en standpunten van de instellingen een betere basis voor de besluitvorming te creëren; is verheugd dat de Rekenkamer in de praktijk niet alleen bijdraagt tot het corrigeren van de tekortkomingen, maar ook tot de ontwikkeling en verbetering van het beheer van de EU door te wijzen op eventuele mogelijkheden tot verbetering; wijst erop dat verbeteringen uiteraard veronderstellen dat de gecontroleerde instantie ontvankelijk is voor de in het kader van de audit geformuleerde aanbevelingen;

98.

wijst erop dat de Rekenkamer geen juridische instantie is met bevoegdheden in het besluitvormingsproces en alleen resultaten kan bereiken op basis van de kwaliteit van haar verslagen;

99.

is van mening dat het effect van de onderzoeken van de Rekenkamer sterk afhankelijk is van de wijze waarop de kwijtingsinstantie de resultaten van de onderzoeken van de Rekenkamer behandelt en hieraan gevolg geeft en dat de Rekenkamer en de kwijtings- instantie derhalve een gemeenschappelijk belang hebben bij de verbetering van de kwaliteit van de verslagen en de behandeling van deze verslagen door de bevoegde commissie;

100.

wijst erop dat het standpunt van de Commissie met betrekking tot de resultaten van de audits van de Rekenkamer varieert naar gelang de onderzochte sectoren; merkt op dat de Commissie met betrekking tot de eigen middelen vaak instemt met de aanbevelingen van de Rekenkamer, maar zich op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, het structuurbeleid en het externe beleid vaak kritisch uitlaat over de resultaten en de opmerkingen van de Rekenkamer;

101.

acht het logisch dat de Commissie en de Rekenkamer verschillend denken over de betekenis die aan het resultaat van de audit moet worden gehecht, maar wijst erop dat het onbevredigend is dat de twee instellingen het niet altijd eens zijn over de bij de onderzoeken te hanteren premissen en criteria, hetgeen zijn weerslag heeft op de duidelijkheid van de boodschap;

102.

spreekt de hoop uit dat zowel de Commissie als de Rekenkamer zich grotere inspanningen zal getroosten om ervoor te zorgen dat de auditresultaten zo duidelijk en ondubbelzinnig mogelijk aan de kwijtingsinstantie worden voorgelegd;

103.

is verheugd over de positieve ontwikkeling bij de samenwerking tussen de Rekenkamer en de bevoegde commissie van het Parlement en verwijst naar de nieuwe procedure voor de indiening van verslagen bij de commissie op grond waarvan de speciale verslagen o.a. in het openbaar op een vergadering van de bevoegde commissie worden gepresenteerd en ook voorbereidende vergaderingen worden gehouden;

104.

spreekt de hoop uit dat dit persoonlijke contact, dat positief is en van essentieel belang voor de ontwikkeling van de samenwerking tussen de twee instellingen, in de toekomst kan worden gehandhaafd en uitgebreid; acht het wenselijk nauwkeuriger regels en procedures vast te stellen voor de behandeling door de bevoegde commissie van de speciale verslagen van de Rekenkamer;

105.

verzoekt beide partijen de procedure verder te ontwikkelen zodat zowel de auditresultaten als de antwoorden van de Commissie uitvoerig in de commissie kunnen worden behandeld; is ervan overtuigd dat de behandeling in de bevoegde parlementaire commissie er wezenlijk toe bijdraagt de aandacht te vestigen op de problemen die in het auditverslag worden gesignaleerd en daarmee bijdraagt aan de verbetering van het financieel beheer van de Unie;

106.

onderstreept eveneens de cruciale rol van de Commissie bij de verspreiding van informatie over het financieel beheer aan de kwijtingsinstantie en het publiek en verzoekt de Commissie ervoor te blijven zorgen dat ten minste evenveel belang wordt gehecht aan de uitvoering van het beleid als aan de ontwikkeling ervan; is van mening dat veel gevallen van onregelmatigheden en „creatieve beheermethoden” het gevolg zijn van de traditie bij de Commissie om veel meer belang en prestige te hechten aan de ontwikkeling van het beleid dan aan de uitvoering ervan;

Corruptie

107.

verzoekt de Commissie zich meer inspanningen te getroosten om de strategie van de toetredende landen, de kandidaat-lidstaten en de lidstaten ter bestrijding van corruptie te steunen, vooral op terreinen zoals overheidsopdrachten, diensten voor douane- en grenscontrole en financiering van politieke partijen;

108.

is van mening dat het over de gehele linie noodzakelijk is meer aandacht te besteden aan transparantie, verantwoordelijkheid en doeltreffendheid van het overheidsbestuur en de publieke opinie via campagnes bewust te maken dat corruptie een gevaar betekent voor de economie en de samenleving in het algemeen; verzoekt de Commissie om steun voor de nationale en met name de plaatselijke NGO's die zich inzetten voor een grotere mate van bewustwording bij het publiek op het gebied van corruptie;

109.

spreekt derhalve de verwachting uit dat de Commissie zorgvuldig nagaat welke NGO's zij steunt en deze NGO's als gewone ondernemingen ertoe verplicht rekening en verantwoording af te leggen en betrouwbaarheidsverklaringen in te dienen die zijn opgesteld door onafhankelijke auditors;

110.

verzoekt de Commissie na te gaan of de door haar gesteunde NGO's in hun activiteiten transparantie betrachten en over een goede regeling met betrekking tot de bestuursorganen beschikken;

B.   SECTORALE KWESTIES

Eigen middelen

De belastingbetaler en de begroting van de EU

111.

herinnert eraan dat de inkomsten van de Europese Unie ter financiering van haar uitgaven in drie categorieën „eigen middelen” worden verdeeld: 1) traditionele eigen middelen (landbouwrechten, suikerheffingen en douanerechten), 2) eigen middelen berekend op basis van de door de lidstaten geïnde BTW en 3) eigen middelen berekend op basis van het bruto nationaal product van de lidstaten;

112.

stelt vast dat de inkomsten van de Gemeenschap op basis van de eigen middelen tot dusverre onvoldoende waren om de activiteiten en beleidsvormen van de Europese Unie te financieren, maar merkt op dat sinds 1970, toen de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen werden vervangen, en sinds de introductie van de eigen middelen op basis van het BNP in 1988, talrijke wijzigingen in het systeem zijn doorgevoerd, over het algemeen onder druk van de lidstaten;

113.

wijst erop dat de middelen uit hoofde van de BTW en het BNP zijn gebaseerd op een door de lidstaten verstrekte macro-economische statistieken en dat de Rekenkamer de onderliggende gegevens niet rechtstreeks kan controleren; wijst erop dat de Rekenkamer van mening is dat twijfel bestaat over „de juistheid en betrouwbaarheid van de door de lidstaten overgelegde BTW-overzichten” (punt 3.37 van het jaarverslag 2002);

114.

is van mening dat er goede redenen bestaan om de financiering van de EU-begroting te wijzigen en dat enerzijds moet worden gestreefd naar de waarborging van de financiële onafhankelijkheid van de EU ten opzichte van de nationale bijdragen die zijn onderworpen aan de besluitvorming van de nationale parlementen en anderzijds naar de financiering van alle acties die in een Unie van 25 leden moeten worden ondernomen zonder dat de Europese belastingbetaler nog meer wordt belast;

115.

stelt vast dat de jaarlijkse begroting van de EU in 2002 slechts 3,4 % vertegenwoordigt van de totale belastingontvangsten van de lidstaten (24) en dat de beeldvorming bij veel burgers omtrent de omvang van de EU-begroting absoluut niet met de werkelijkheid in overeenstemming is;

116.

verzoekt de Commissie een verslag op te stellen over de mogelijkheden om een meer directe relatie te leggen tussen belastingbetaler en EU-begroting, aangezien een dergelijke regeling niet alleen financieel voordelig zou zijn, maar ook een belangrijk politiek instrument zou zijn ter verwezenlijking van alle doelstellingen als bedoeld in artikel 2 van het EG-Verdrag;

Regeling communautair douanevervoer

117.

is verheugd over het succes van de hoorzitting die werd georganiseerd op basis van de door de eerste tijdelijke commissie in 1997 geformuleerde aanbevelingen; herinnert eraan dat de basis voor de instelling van de tijdelijke commissie was de voltooiing van de interne markt, de noodzaak van een snelle en doeltreffende douaneprocedure en een doeltreffende regeling voor het douanevervoer om de correcte betaling van de BTW en de douanerechten te waarborgen, en dat het Parlement en de Raad als resultaat van de werkzaamheden van de enquêtecommissie de Commissie verzochten de regeling voor het communautair douanevervoer te herzien en het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (New Computerised Transit System (NCTS)) in te voeren;

118.

is verheugd dat de lidstaten alle verplichte administratieve maatregelen hebben genomen en dat alle douanekantoren van de Gemeenschap zich bij het NCTS hebben aangesloten; is verheugd dat al in de ontwikkelingsfase van het NCTS rekening is gehouden met de uitbreiding en dat het NCTS thans een bijzonder flexibel instrument blijkt te zijn;

119.

merkt op dat het waarschijnlijk te vroeg is om het succes van het systeem vanuit de optiek van de vervoersondernemingen te beoordelen, maar stelt vast dat de ondernemers zich bij de toepassing ervan kennelijk enigszins terughoudend opstellen; verzoekt de Commissie de overgang naar fase 3.2 van het NCTS, wat voornamelijk een nationale zaak is, te bevorderen, aangezien wordt verwacht dat het beheer van de garanties, dat in fase 3.2 gestalte moet krijgen, voor de ondernemingen een sterke stimulans zal betekenen om het systeem toe te passen;

120.

is van mening dat het bedrag van 68 miljoen euro dat tot dusverre voor het project is uitgegeven alleen rendabel is wanneer het aantal gebruikers aanzienlijk toeneemt; is verder van mening dat een van de redenen voor de geringe participatie is gebaseerd op het besluit om gebruik te maken van een zogenoemde „gedecentraliseerde structuur”, hetgeen veronderstelt dat de nationale douanediensten gebruik moeten maken van een nationale toepassing, in tegenstelling tot de zogenoemde „gecentraliseerde structuur” die is gebaseerd op een communautaire toepassing waarop alle douanediensten zijn aangesloten;

121.

stelt vast dat de werkelijkheid nog steeds ver verwijderd is van de door de enquêtecommissie geformuleerde aanbeveling dat alle nationale douanediensten ten opzichte van de ondernemers als een enkele organisatie moeten functioneren; betreurt te moeten vaststellen dat de Commissie en de ondernemersbonden deze doelstelling weliswaar onderschrijven, maar dat de nationale douanediensten zich zeer passief opstellen;

122.

stelt verder vast dat het NCTS fraude met behulp van valse douaneverklaringen niet kan voorkomen of rechtstreeks kan bestrijden en dat fraude alleen kan worden opgespoord met fysieke controles; is verheugd dat het NCTS door vereenvoudiging van de administratieve taken van de douanebeambten menselijk potentieel kan helpen vrijmaken om deze vorm van fraude te bestrijden; verzoekt de lidstaten van dit vrijgemaakte potentieel gebruik te maken om omvangrijke en doeltreffende fysieke controles uit te voeren;

123.

stelt vast dat de Commissie gedoogt dat bij vergissing of opzettelijk vals gedeclareerde goederen worden geacht niet onder de regeling voor het douanevervoer te vallen, met als gevolg dat geen beroep kan worden gedaan op garantie, dat de papieren naar het EU-land van binnenkomst moeten worden teruggestuurd en dat de fraudebestrijding wordt bemoeilijkt; verzoekt de Commissie onmiddellijk een einde te maken aan deze praktijk en een overeenkomstige wijziging van het douanewetboek voor te stellen;

124.

stelt vast dat het aantal ambtenaren bij veel douaneadministraties eerder wordt verminderd dan uitgebreid, zodat veel gevallen van valse verklaringen en andere onregelmatigheden, die alleen door fysieke controles ter plaatse en op basis van de papieren kunnen worden opgespoord, niet worden ontdekt; stelt vast dat de kosten voor versterking van het controlepersoneel meer dan goedgemaakt worden door verhoogde douaneontvangsten; verzoekt de Commissie de lidstaten aan te manen het voor de fysieke controle benodigde personeel ook uit te breiden met het oog op het feit dat het aandeel van de lidstaten in de douaneontvangsten van 10 naar 25 % is verhoogd;

125.

vertrouwt op de juistheid van de bewering van de Commissie dat wordt voldaan aan de doelstelling om de fraude te beperken en dat het NCTS volledig zal voldoen aan de doelstellingen waarvoor het is opgezet (27);

126.

verzoekt de Commissie vóór 15 juni 2004 een overzichtsverslag op te stellen met de follow-up van de door de enquêtecommissie in 1997 geformuleerde 38 aanbevelingen;

127.

verzoekt de Commissie verder in de bevoegde commissie van het Parlement op basis van een vóór het follow-up-verslag aan deze commissie toegezonden korte beschrijving van de situatie een uiteenzetting te geven over de verdere ontwikkeling van het NCTS (en de mogelijke problemen) met betrekking tot o.a. de uitvoering van fase 3.2, het aantal gebruikers, de mate van tevredenheid van de gebruikers, de uitvoering in de (nieuwe en huidige) lidstaten en de inzet van de nationale douanediensten;

Landbouw

Vaststelling van subsidiebedragen voor de export

128.

merkt in verband met het antwoord van de Commissie in punt 25 van het speciaal verslag nr. 9/2003 betreffende het systeem voor de vaststelling van subsidiebedragen voor export van landbouwproducten (28) op dat noch de Commissie noch de Rekenkamer de kwijtingsautoriteit enige bijzonderheden verstrekt over de inhoud en aard van die „uiterst belangrijke omstandigheden” die de Commissie ertoe gebracht heeft „te kiezen voor een restitutie die verschilde van de theoretische berekening”;

129.

herinnert eraan dat de uitgaven in de EU-begroting voor uitvoerrestituties afhankelijk zijn van de hoeveelheid producten en de subsidiebedragen zoals vastgesteld door de Commissie, en dat het onderzoek van de Rekenkamer naar de wijze waarop, via welke procedures en op welke basis de Commissie besluit de subsidiebedragen vast te stellen daarom welkom en nuttig is, daar de vaststelling van de subsidiebedragen een belangrijk onderdeel is in het hele mechanisme van uitvoerrestituties;

130.

begrijpt dat de gecontroleerde diensten in hun antwoord op de opmerkingen van de controleur proberen hun werkwijze te verdedigen en uit te leggen; begrijpt ook dat een speciaal verslag een momentopname is van het beheer op een bepaald tijdstip vóór de publicatie van het speciaal verslag, en dat er veranderingen kunnen zijn doorgevoerd in de periode van de uitvoering en voltooiing van het onderzoek;

131.

meent ondanks deze relativering dat de kloof tussen de opvattingen van beide instellingen over enerzijds „wat de situatie is” en anderzijds „hoe de situatie zou moeten zijn” de kwijtingsautoriteit in een lastig en onbevredigend parket brengt;

132.

herinnert de Rekenkamer en de Commissie eraan dat het doel van een controle is constante verbeteringen in het betreffende beheersproces te stimuleren en dat de resultaten van controles en antwoorden hierop zo moeten worden opgesteld dat zij begrijpelijk zijn voor het Europese publiek, en verwacht dat er snel naar deze doelstelling toegewerkt zal worden;

133.

merkt op dat de laatste controle van de Rekenkamer op dit terrein plaatsvond in 1990 (29) en concludeerde „dat er geen documentatie was bijgehouden van de feiten, de beoordeling van de feiten door de Commissie, de genomen besluiten en de resultaten, waardoor controle door een onafhankelijke derde en bestuurscontrole vrijwel onmogelijk was” (Speciaal verslag nr. 9/2003, punt 9);

134.

herinnert eraan dat het Parlement in zijn verslag over het speciaal verslag nr. 2/90 van de Rekenkamer concludeerde dat „met het oog op de openbare verantwoordingsplicht de interne besluitvormingsprocedures van de Commissie moeten worden vastgelegd en schriftelijk gemotiveerd, zodat haar redenering te allen tijde door de toezichthoudende organen kan worden gevolgd” (Speciaal verslag nr. 9/2003, punt 10);

135.

stelt vast dat de Rekenkamer in haar laatste verslag concludeert dat

a)

hoewel de Commissie in het algemeen ruim voldoende marktinformatie tot haar beschikking had, deze niet altijd bijgewerkt, volledig of objectief is,

b)

vaak niet duidelijk is welk gebruik werd gemaakt van de informatie en welk effect dit heeft op de feitelijk vastgestelde restitutiebedragen,

c)

bij het vaststellen van de restitutiebedragen de Commissie geen uiteenzetting geeft van haar werkmethoden of een systematische en coherente toelichting op de vastgestelde tarieven (Speciaal verslag nr. 9/2003, punt 39);

136.

betreurt de langzame vooruitgang die is geboekt in de 13 jaar tussen de beide controles en dringt aan op verdere verbetering naar aanleiding van de aanbevelingen van de Rekenkamer en de kwijtingsautoriteit en op een volledige uitvoering van haar uitgebreide actieprogramma van 2002;

137.

verwacht dat de Commissie in haar follow-up-verslag rekenschap aflegt over de volgende punten:

a)

de reden voor de langzame en geringe vooruitgang in de 13 jaar tussen de beide controles (Speciaal verslag nr. 9/2003, punt 39),

b)

de resultaten die bereikt zijn door de werkgroep die is opgezet door de Commissie naar aanleiding van de controle van de Rekenkamer (Speciaal verslag nr. 9/2003, punt 40 a), voetnoot 7),

c)

in welke mate DG landbouw voldoet aan regel 15 van de regels voor interne controle die luidt:

„The procedure used in the DG for its main processes shall be fully documented, kept up to date and available to all relevant staff and shall be compliant with the Financial Regulation and all relevant Commission decisions (30);”

138.

verwacht voorts dat de Commissie zo spoedig mogelijk de volgende stukken overlegt:

a)

een algemeen kader voor de gegevens die moeten worden betrokken bij de berekening van de subsidiebedragen,

b)

betrouwbare documentatie betreffende de geselecteerde gegevens,

c)

kwaliteitscontrole van de geselecteerde gegevens,

d)

een duidelijke verklaring over de interne verdeling van taken en verantwoordelijkheden binnen de Commissie,

e)

een duidelijke en ondubbelzinnige beschrijving van de procedures die gevolgd moeten worden, en in het bijzonder,

f)

een beschrijving van de controleprocedures en evaluatiecriteria;

139.

verzoekt de Rekenkamer het Parlement op de hoogte te houden van de uitvoering door de Commissie van de aanbevelingen van punt 40 a) — h) in het speciaal verslag nr. 9/2003;

De voorfinancieringsregeling

140.

neemt met belangstelling kennis van het onderzoek van de Rekenkamer naar het beheer door de Commissie en de uitvoering door de nationale instanties van de voorfinancieringsregeling, die een belangrijk onderdeel vormt van het uitvoerrestitutiesysteem, dat op zijn beurt weer onderdeel is van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Raad;

141.

wijst erop dat dit een zeer complex terrein is waarop de Commissie actief intervenieert op de landbouwmarkten na het nemen van moeilijke besluiten en waarop dagelijks enorme bedragen worden uitbetaald uit de EU-begroting, en dat de Rekenkamer in eerdere speciale en jaarverslagen heeft omschreven als een terrein met hoge risico's;

142.

merkt op dat ongeveer 11 % van de restituties die in 2000 zijn betaald — circa 600 miljoen euro — zijn uitbetaald via de voorfinancieringsregeling (Speciaal verslag nr. 1/2003 (31), punt 2);

143.

merkt op dat de Commissie bij haar eigen onderzoek in 1997 naar de controles door de nationale autoriteiten dermate grote tekortkomingen ontdekte dat de Commissie de lidstaten financiële correcties oplegde van meer dan 166 miljoen euro (Speciaal verslag nr. 1/2003, samenvatting, punt V), maar dat zij vervolgens geen grondige analyse uitvoerde van de procedures van de regeling;

144.

meent dat uit de financiële correcties niet alleen blijkt dat de lidstaten in staat en bereid zijn tot correcte toepassing van de regeling, maar ook dat de mogelijkheid er is om de regeling correct toe te passen, en meent in het algemeen dat veel regelgeving met betrekking tot het gemeenschappelijk landbouwbeleid zo ingewikkeld te interpreteren is en de controlebepalingen in veel gevallen zo weinig transparant zijn dat de instanties van de lidstaten niet veel mogelijkheden hebben om de regeling correct uit te voeren;

145.

vindt het moeilijk te begrijpen waarom de Commissie niet meer aandacht besteedt aan omvangrijke financiële correcties of deze niet behandelt als een alarmsignaal, wat kan inhouden dat een regeling en de daarmee samenhangende procedures grondig onderzocht moeten worden om ze te vereenvoudigen of te wijzigen;

146.

neemt kennis van de conclusies van de Rekenkamer, die tot de bevinding komt dat:

a)

de regelgeving moeilijk te interpreteren is, waardoor het moeilijk is voor de lidstaten de regeling uit te voeren,

b)

de voorfinancieringsregeling het toch al ingewikkelde uitvoerrestitutiesysteem nog gecompliceerder maakt,

c)

de controlebepalingen zo onduidelijk zijn dat er grote verschillen zijn in de aard en omvang van de controles tussen de lidstaten en tussen verschillende regio's in een lidstaat,

d)

de oorspronkelijke doelstelling van de regeling is weggevallen;

De Rekenkamer beveelt gezien het bovenstaande aan de mogelijkheid te overwegen deze regeling op te heffen;

147.

betreurt dat de Commissie — terwijl ze een aantal van de gezichtspunten van de Rekenkamer deelt — de aanbeveling van de Rekenkamer om toe te werken naar de opheffing van de voorfinancieringsregeling niet heeft opgevolgd maar juist twee nieuwe verordeningen heeft aangenomen die het toch al ingewikkelde systeem nog ingewikkelder maken;

148.

is van mening dat de voorfinancieringsregeling in de praktijk werkt als verschaffer van gratis kapitaal aan die ondernemingen die van het uitvoerrestitutiesysteem gebruikmaken;

149.

beseft dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt vastgesteld door de Raad en dat de Commissie er slechts beperkte invloed op heeft; betreurt evenwel dat de Commissie zich niet meer inspant om de Raad duidelijk te maken dat het nemen van uitvoerige maatregelen die gevolg geven aan de aanbevelingen van de Rekenkamer een belangrijke stap is op de noodzakelijke weg naar verbetering van het financieel beheer van de EU; verzoekt de Commissie derhalve voor december 2004 een voorstel voor te leggen voor de opheffing van de voorfinancieringsregeling;

150.

betreurt ten zeerste dat de Raad nog niet zijn goedkeuring heeft gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1258/1999 over de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (COM(2002) 293), dat voorziet in een verlenging van de maximale periode waarover een uitgavencorrectie mag worden toegepast van 24 maanden tot 36 maanden, een maatregel die positief is beoordeeld door zowel de Rekenkamer (32) als het Europees Parlement (33);

Steun voor probleemgebieden

151.

wijst er nogmaals op dat de regeling voor ondersteuning van landbouwbedrijven in probleemgebieden een van de 22 steunmaatregelen voor landbouw is, dat zij in 1975 werd ingevoerd en in 1999 een belangrijke wijziging heeft ondergaan; wijst er tevens op dat het budget voor de regeling jaarlijks in totaal 2 miljard euro bedraagt, waarvan ongeveer 50 % uit de communautaire fondsen wordt gefinancierd, of 1 % van de totale jaarbegroting, en bijna 12,5 % van het totale budget voor plattelandssteun, en dat van alle landbouwbedrijven in de lidstaten van de EU 55,8 % steun op grond van deze regeling ontvangt;

152.

wijst er nogmaals op dat het begrip „probleemgebieden” voor het eerst werd gedefinieerd in 1975, toen de communautaire steunmaatregelen voor deze zones werden vastgesteld, en er sindsdien slechts kleine aanpassingen in de definitie werden aangebracht (Speciaal verslag nr. 4/2003 (34), punt 5), zodat de huidige communautaire regelgeving een onderscheid maakt tussen drie categorieën probleemgebieden:

bergstreken,

andere probleemgebieden,

gebieden die te kampen hebben met specifieke belemmeringen;

153.

constateert dat de steunregeling sinds 1975 nimmer aan een algehele evaluatie is onderworpen en eist dat de Commissie, tijdig opdat zij nog bij de volgende kwijtingsprocedure in aanmerking kunnen worden genomen, een samenvattend evaluatierapport voorlegt aan het Parlement, ongeacht of alle lidstaten hebben voldaan aan de wettelijke plicht om de noodzakelijke gegevens daarvoor aan te leveren;

154.

neemt nota van twee zorgwekkende aspecten:

a)

de lidstaten zijn bevoegd tot het aanwijzen van de gebieden die als probleemgebieden worden beschouwd,

b)

in sommige lidstaten werden deze gebieden in de loop der jaren aanzienlijk uitgebreid (35);

155.

wijst er bovendien op dat deze stijging noodzakelijkerwijs vooral betrekking heeft op de laatste twee categorieën, aangezien de voorwaarden „probleemgebied” en „specifieke belemmeringen” worden bepaald op grond van statistische criteria, rekening houdend met het nationale gemiddelde;

156.

wijst erop dat er criteria kunnen worden vastgesteld en wijzigingen kunnen worden aangebracht in de statistische grondslag voor de aanwijzing van de „normale” gebieden, hetgeen impliceert dat de vaststelling van de gebieden die in de laatste twee categorieën kunnen worden ondergebracht in elk geval wat flexibeler, zo niet vager is dan de vaststelling van de gebieden die duidelijk berggebieden zijn, zoals blijkt uit de constante stijgingen;

157.

juicht het toe dat de Commissie, rekening houdend met de opmerkingen die de Rekenkamer in 1993 heeft geformuleerd, gepoogd heeft onderzoek te verrichten naar de indelingen in categorieën, maar betreurt ten zeerste dat zij dit onderzoek niet heeft kunnen voltooien, wegens door bepaalde lidstaten uitgeoefende druk;

158.

is er bezorgd over dat het de Commissie moeite kost om de communautaire belangen werkelijk te doen prevaleren boven de nationale belangen, en deelt de mening van de Rekenkamer dat een van de ernstigste tekortkomingen van de regeling het feit is dat de lidstaten, en niet de Gemeenschap, de indeling vaststellen of wijzigen;

159.

verzoekt de Commissie een volledig en grondig onderzoek uit te voeren naar de huidige indeling van alle probleemgebieden, in het volgende follow-up-verslag een voorstel voor een periodieke herziening van de situatie van de probleemgebieden in te dienen en een effectief systeem in te voeren aan de hand waarvan de betrokken gebieden niet alleen uitgebreid, maar ook gereduceerd kunnen worden;

160.

neemt er nota van dat de lidstaten een grote verscheidenheid van indicatoren gebruiken om de probleemgebieden vast te stellen (17 indicatoren voor de grondproductiviteit, 12 voor de economische prestaties en 3 voor de bevolking) (Speciaal verslag nr. 4/2003, punt 33 en bijlage II), en dat de Rekenkamer in het kader van de in situ verrichte audit heeft geconstateerd dat het gebruik van dit grote aantal indicatoren kan leiden tot ongelijke behandeling van de diverse begunstigden, vooral in grensgebieden;

161.

wenst dan ook dat de Commissie vóór 15 juni 2004 de huidige reeks indicatoren op hun geschiktheid en relevantie beoordeelt en deze indien maar enigszins mogelijk beperkt en deze zodanig definieert dat zij minder vatbaar zijn voor „manipulatie” door de lidstaten;

162.

betreurt dat de Commissie niet heeft gereageerd op de mogelijke negatieve gevolgen van een ongelukkige combinatie van factoren, namelijk de bevoegdheid van de lidstaten om de probleemgebieden aan te wijzen, het gebruik van een grote verscheidenheid van indicatoren, en een gebrekkige evaluatie;

163.

acht het absoluut noodzakelijk dat de Commissie toezicht houdt op de evolutie van de situatie, aangezien het onwaarschijnlijk is dat de diverse lidstaten de Commissie informatie verschaffen die tot gevolg kan hebben dat de steun die zij ontvangen wordt verlaagd; is tevens van oordeel dat de Commissie meer aandacht had moeten besteden aan het duidelijke belangenconflict dat inherent is aan de regeling, ten aanzien van de belangen van de lidstaten en die van de Gemeenschap;

164.

verzoekt de Commissie in haar volgende follow-up-verslag te onderzoeken welk effect de introductie, vanaf 1990, van het behoud van het natuurlijke landschap als voorwaarde voor toekenning van compenserende betalingen op de omvang van de uitgekeerde steunbetalingen heeft gehad;

165.

verzoekt de Commissie het huidige stelsel van overcompensatie te bestuderen, teneinde te garanderen dat landbouwbedrijven in vergelijkbare omstandigheden op vergelijkbare wijze gecompenseerd worden, en ervoor te zorgen dat de methoden die de lidstaten hanteren om overcompensatie te vermijden onderling vergelijkbaar zijn, waarbij een duidelijke, werkbare definitie van het begrip „overcompensatie” dient te worden gegeven;

166.

stelt anderzijds voor dat in de regeling van de compenserende vergoedingen een evaluatie van de uitgavenstructuur van agrarische ondernemingen wordt ingebouwd, in die zin dat wanneer die uitgaven in een bepaalde regio hoger liggen dan het gemiddelde van de agrarische ondernemingen in andere, normale regio's, daarmee rekening wordt gehouden bij het toekennen van de vergoedingen;

167.

verzoekt de Commissie de huidige omschrijving van „gebruikelijke goede landbouwmethoden- of -praktijken” aan te passen en te preciseren , erop toe te zien dat de lidstaten deze voorwaarden consequent toepassen en de noodzakelijke documentatie aanleveren waaruit blijkt dat zij dit daadwerkelijk hebben gedaan; wijst er in dit verband op dat het Parlement in de begroting voor 2004 kredieten beschikbaar heeft gesteld voor de verdere ontwikkeling van het gebruik van milieu-indicatoren;

168.

meent dat de Commissie een veel actievere rol moet spelen bij het beheer van en het toezicht op de compenserende vergoedingen en daartoe eenduidige, minimale controlenormen moet vaststellen aan de hand waarvan bij de verificaties van de steunaanvragen of de controles ter plaatse de hand moet worden gehouden; is tevens van oordeel dat de Commissie het Parlement moet duidelijk maken in hoeverre de lidstaten de bepalingen van artikel 48, lid 2 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 (36) nakomen, en welke activiteiten de Commissie daarbij precies onderneemt; verwacht van de Commissie dat zij consequenties eraan verbindt wanneer lidstaten in gebreke blijven en de noodzakelijke informatie over het door hen gevoerde beheer van de steunregeling niet aanleveren, bijvoorbeeld door de betaling van vergoedingen te verminderen of op te schorten;

169.

is tevens de mening toegedaan dat, aangezien het Financieel Reglement specifieke, gekwantificeerde doelstellingen eist voor een steunmaatregel, het beter zou zijn dat de indicatoren voor probleemgebieden direct worden afgeleid van concrete, te bereiken doelstellingen en de criteria voor steunverlening aan landbouwbedrijven worden gedefinieerd in de vorm van resultaatverplichtingen, zodat de gehele regeling bij uitvoering veel minder door de lidstaten kan worden gemanipuleerd;

170.

uit zijn bezorgdheid over het feit dat het Beheerscomité een cruciale rol blijft spelen bij de tenuitvoerlegging van de steunregeling en dat op de activiteiten en besluiten van dit comité nagenoeg geen controle wordt uitgeoefend;

171.

stelt de Commissie voor de 22 bestaande steunmaatregelen voor de landbouw te analyseren en te onderzoeken of een aantal maatregelen gebundeld kan worden, zodat het toezicht kan worden verbeterd;

Structuurfondsen

Uitvoering van de begroting in 2002

172.

Vestigt de aandacht op de volgende analyse:

„In 2002 werd nagenoeg 98 % van de vastleggingskredieten uitgevoerd (zie tabel 1). Net als in 2000 en 2001 lag het gebruikspercentage voor de betalingskredieten aanzienlijk lager.

Tabel 1. Uitvoering van de EU-begroting, 2000-2002.

 

Vastleggingskredieten

Betalingskredieten

goedgekeurd

uitgevoerd

uitvoeringsgraad

goedgekeurd

uitgevoerd

uitvoeringsgraad

Miljoen euro

%

Miljoen euro

%

2000

96 620

79 601

82,4

95 034

83 440

87,8

2001

106 924

103 333

96,6

97 160

79 987

82,3

2002

100 977

98 875

97,9

98 579

85 144

86,4

Bron: Jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen. Begrotingsjaren 2001 en 2002.

De begroting telt zeven rubrieken: 1) landbouw, 2) structurele maatregelen, 3) intern beleid, 4) extern beleid, 5) administratieve uitgaven, 6) reserves en 7) pretoetredingssteun. De uitvoeringspercentages voor de betalingskredieten van de verschillende rubrieken lopen sterk uiteen. Zoals blijkt uit grafiek 1 ligt de bestedingsgraad bij de structurele maatregelen en de pretoetredingssteun het laagst.

Grafiek 1. Uitvoeringsgraad betalingskredieten, 2000-2002.

Image

Bron: Jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen. Begrotingsjaren 2001 en 2002.

NB: De uitvoeringspercentages voor de administratieve uitgaven (rubriek 5) en de reserves (rubriek 6) zijn niet in de grafiek opgenomen, omdat het hierbij niet om hetzelfde soort kredieten gaat.

Bij het vergelijken van de uitvoeringspercentages moet ook rekening worden gehouden met de karakteristieke eigenschappen van de verschillende rubrieken. Bij de landbouwuitgaven (rubriek 1) weerspiegelt de bestedingsgraad bijvoorbeeld de ontwikkeling van de marktprijzen van de landbouwproducten en de schommelingen van de wisselkoers euro/dollar. Een laag bestedingspercentage in deze rubriek hoeft daarom niet te wijzen op wanbeheer, maar kan ook het gevolg zijn van een gunstige dollarkoers.

Voor de andere begrotingsrubrieken (structuurfondsen, intern beleid, extern beleid en pretoetredingssteun) zijn de kredieten grotendeels gekoppeld aan meerjarenprogramma's. De uitvoering van deze programma's verloopt in verschillende fasen, van de indiening en selectie van projecten tot de uiteindelijke tenuitvoerlegging door contractanten na een aanbestedingsprocedure. Een laag uitvoeringspercentage kan dan ook wijzen op problemen in een of meer van deze fasen. In een aantal programma's is sprake van gedeeld beheer, waarbij bv. bepaalde fasen van de uitvoering in hoofdzaak door de Commissie en andere fasen in hoofdzaak door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten/begunstigde landen worden beheerd.

Structuurfondsen

Het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten voor structurele maatregelen bedroeg in 2002 iets minder dan 75 %. De onderbesteding was voor bijna driekwart te wijten aan het feit dat de betalingen voor oude programma's onder het verwachte niveau lagen (zie tabel 2). Het uitvoeringspercentage was voor alle categorieën oude programma's erg laag. De bestedingsgraad op de belangrijkste begrotingslijnen (doelstelling 1, doelstelling 2 en communautaire initiatieven) bedroeg bv. minder dan 20 %.

Tabel 2. Betalingen voor structurele maatregelen, 2002.

 

goedgekeurd

uitgevoerd

verschil

uitvoeringsgraad

Miljoen euro

%

Nieuwe programma's (2000-2006)

24 289

22 326

1 964

91,9

Oude programma's (vóór 2000)

7 314

1 173

6 141

16,0

Waarvan:

Doelstelling 1

3 388

609

2 779

18,0

Doelstelling 2

1 600

243

1 357

15,2

Doelstelling 3

500

0

500

0,0

Andere maatregelen

240

80

160

33,2

Communautaire initiatieven

1 478

181

1 297

12,2

Innoverende acties/technische bijstand

108

61

47

56,2

Totaal

31 603

23 499

104

74,4

Bron: Jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen. Begrotingsjaar 2002.

Bij de betalingen voor de oude programma's ging het in 2002 om terugbetalingen van reële kosten van de lidstaten. De Commissie had de voorgestelde betalingskredieten gebaseerd op de ramingen van de lidstaten. De lage uitvoeringspercentages wijzen erop dat de afsluiting van de oude programma's veel trager is verlopen dan de Commissie en de lidstaten hadden verwacht.

Pretoetredingssteun

De pretoetredingssteun (rubriek 7) omvat drie programma's: PHARE (administratieve bijstand), ISPA (structurele bijstand) en SAPARD (landbouw) (37). De uitvoeringsgraad was bij de drie programma's vrij laag, waarbij de resultaten voor SAPARD aanzienlijk slechter waren dan voor de twee andere programma's (zie tabel 3).

Tabel 3. Uitvoering van de betalingen uit hoofde van de pretoetredingssteun, 2002.

 

goedgekeurd

uitgevoerd

uitvoeringsgraad

lopende verplichtingen (RAL)

Miljoen euro

%

Miljoen euro

SAPARD

370

124

33,5

1 469

ISPA

506

398

78,7

2 642

PHARE

1 596

1 101

69,0

4 305

Totaal

2 472

1 623

65,7

8 416

Bron: Jaarrekeningen van de Europese Gemeenschappen. Begrotingsjaar2002.

SAPARD heeft aanzienlijke vertraging opgelopen omdat het opzetten van de gedecentraliseerde beheer- en controlesystemen in de kandidaat-landen — een van de voorwaarden van het programma — meer tijd in beslag nam dan verwacht. Het heeft bijvoorbeeld tot het tweede halfjaar van 2002 geduurd alvorens de bevoegde autoriteiten waren aangewezen in Polen, Roemenië en Hongarije, die twee derden van de kredieten ontvangen (38).

Ten aanzien van ISPA heeft de Commissie verklaard dat de uitvoering van de vastleggingskredieten vertraging opliep en in hoofdzaak aan het eind van het begrotingsjaar plaatsvond omdat het beheerscomité van ISPA pas midden juni bijeenkwam. Dat heeft natuurlijk ook tot vertragingen bij de uitvoering van de betalingskredieten geleid.

Het lage uitvoeringspercentage voor PHARE wijt de Commissie aan het feit dat de kandidaat-landen veel minder verzoeken om betaling hebben ingediend dan oorspronkelijk was voorzien. Ook hier was de uitvoering van de vastleggingskredieten geconcentreerd aan het eind van het begrotingsjaar.

Eind 2002 was het bedrag van de niet-afgewikkelde verplichtingen voor de drie programma's aanzienlijk opgelopen. Voor SAPARD en ISPA bedroegen de niet-afgewikkelde verplichtingen meer dan 4 miljard euro. In tegenstelling tot SAPARD en ISPA, dateert het PHARE-programma van vóór 2000. Van de niet-afgewikkelde verplichtingen aan het eind van 2002 had echter minder dan 12 % betrekking op de begrotingsjaren vóór 2000.”

173.

constateert met voldoening dat de uitvoering van de vastleggingskredieten in 2002 hoger lag dan in 2000 en 2001, maar betreurt dat de uitvoeringsgraad van de betalingskredieten onbevredigend laag blijft, en aldus voor het derde opeenvolgende jaar aanleiding geeft tot een surplus op de EU-begroting;

174.

uit zijn bezorgdheid over de aanhoudende onderbesteding van de betalingskredieten voor structurele maatregelen en pretoetredingssteun, ondanks het feit dat de uitvoering van de betalingskredieten voor deze twee rubrieken in 2002 hoger lag dan in 2000 en 2001;

175.

begrijpt dat het lage uitvoeringspercentage van de betalingskredieten voor de structurele maatregelen in 2002 in hoofdzaak te wijten is aan het feit dat de oude programma's veel trager werden afgerond dan verwacht; neemt kennis van het voortgangsverslag van de Commissie aan de kwijtingsautoriteit met betrekking tot de redenen van deze vertraging en de manier waarop soortgelijke vertragingen bij de afwikkeling van de programma's 2000-2006 kunnen worden voorkomen;

176.

is er verbaasd over dat de Commissie geen richtsnoernota's voor het SAPARD-programma in alle talen van de nieuwe lidstaten heeft voorgelegd, waarom gevraagd werd in paragraaf 81 van de resolutie van het Parlement van 8 april 2003 (39) over de kwijting voor het begrotingsjaar 2001; staat erop dat de Commissie dit zo spoedig mogelijk corrigeert;

Ramingen van de lidstaten

177.

wijst erop dat een groot aantal lidstaten hun ramingen voor verzoeken om betaling voor het begrotingsjaar 2002 en 2003 niet hebben ingediend voor de uiterste termijn van 30 april 2002 zoals vereist op grond van artikel 32, lid 7 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad (40) inzake de structuurfondsen; merkt verder op dat het algemene foutenpercentage van de ramingen voor alle programma's 73 % bedroeg waarbij tweederde van dit totaal was te wijten aan uitermate onrealistische ramingen van vijf lidstaten;

178.

verzoekt de Commissie voor de komende programmeringsperiode (2007-2013) te overwegen een sanctiemechanisme in Verordening (EG) nr. 1260/1999 op te nemen, met name wanneer bij de ramingen voor 2004 en 2005 geen verdere verbetering is vast te stellen;

179.

verzoekt de Commissie een systeem te overwegen waarbij een verschil van meer dan x % tussen de ramingen en de reële behoeften in een bepaald begrotingsjaar de verplichting met zich zou brengen om de ramingen het daaropvolgende jaar vergezeld te doen gaan van een verslag van een onafhankelijke accountant, en waarbij een aanhoudend verschil zou leiden tot een overeenkomstige vermindering van het toegekende bedrag;

Vereenvoudiging

180.

neemt kennis van het initiatief van de Commissie met het oog op de vereenvoudiging, verduidelijking, coördinatie en versoepeling van het beheer van de structurele maatregelen voor de periode 2000- 2006 en neemt kennis van het verslag van de Commissie aan de kwijtingsautoriteit over de maatregelen die werden genomen en in hoeverre deze maatregelen tot een bevordering en/of verbetering van de uitvoering hebben bijgedragen;

N + 2-regeling

181.

verwelkomt de N+2-regel als prikkel voor de lidstaten om de programma's van de structuurfondsen beter uit te voeren en aldus het volume van de niet-afgewikkelde verplichtingen aanzienlijk te verminderen; dringt aan op een consequente en logische toepassing van deze regel, niet alleen in het kader van de huidige programmeringsperiode (2000-2006), maar ook in het kader van de volgende programmeringsperiode (2007-2013);

182.

is verheugd over de aankondiging van de Commissie het Parlement overeenkomstig zijn verzoek in paragraaf 27 van zijn resolutie van 22 oktober 2003 (41) inzake de structuurfondsen om de drie maanden over de actuele situatie in verband met de toepassing van de N+2-regeling te informeren; spreekt de hoop uit dat de samenwerking van de beide instellingen in het kader van deze „monitoring” vruchten zal afwerpen, in het bijzonder met het oog op het opsporen van de oorzaken van de voortdurende problemen bij de uitvoering van de projecten alsook van de beste methoden voor het beheer van de projecten;

Oorzaken van de onderbesteding

183.

meent dat de Commissie, in het licht van de aanhoudende onderbesteding van de betalingskredieten van de structuurfondsen en gezien het feit dat deze niet-verplichte uitgaven een van de belangrijkste prioriteiten van het Parlement zijn, haar analyse van de oorzaken van de onderbesteding moet verbeteren;

184.

verzoekt de Commissie een gedetailleerde analyse te verrichten en daarin aandacht te besteden aan de volgende punten:

a)

alle fasen van het beheer van een project en de daarmee samenhangende activiteiten,

b)

de fasen van een project die onder het beheer en de verantwoordelijkheid van de lidstaten vallen en de fasen die onder het beheer en de verantwoordelijkheid van de Commissie vallen,

c)

indicatoren voor de bevredigende/onbevredigende uitvoering van de verschillende activiteiten in elke fase,

d)

geconstateerde problemen en de fasen waarin deze zich hebben voorgedaan,

e)

een volledige analyse van het probleem waarbij duidelijk wordt aangegeven waar de oorzaak ligt (lidstaten of Commissie);

185.

wijst de Commissie erop dat een betere analyse van de oorzaken van de onderbesteding met name nodig is om in te gaan tegen de gangbare misvatting dat het uitvoerend orgaan van de Unie, de Commissie, weigert het beleid uit te voeren dat ter zake door de wetgevende organen van de Unie, het Parlement en de Raad, is vastgesteld;

186.

acht het wenselijk dat de Commissie de resultaten bekendmaakt van het onderzoek dat zij in de lidstaten instelt naar essentiële aspecten zoals de toepassing van het additionaliteitsbeginsel, financiële controle en rechtvaardiging van uitgaven en overheidsaankopen, daar dit niet alleen leidt tot een transparanter beheer, maar daarnaast de instellingen en organen in staat stelt hun resultaten te vergelijken en huidige en toekomstige deelnemers aan de programma's de kans geeft uit de ervaringen van hun collega's te leren;

187.

verwelkomt het initiatief van de Commissie om de lidstaten te vragen een jaarverslag voor te leggen over de uitvoering van hun controleactiviteiten in 2002 en geeft uiting aan zijn wens om hiervan een syntheseverslag te ontvangen;

Doeltreffendheid van de structuurfondsen

188.

verzoekt de Commissie in haar jaarlijkse cohesieverslag aan het Parlement een beoordeling op te nemen van de invloed van de structuurfondsen op het niveau van de economische verschillen tussen de regio's, daarbij de verkregen resultaten per regio en per fonds te vergelijken en eventueel te verwijzen naar de invloed van de kwaliteit van de instellingen in de ontvangende regio's op de doeltreffendheid;

Toepassing van Verordeningen nrs. 1681/94 en 438/2001

189.

neemt kennis van de resultaten van de door OLAF en het DG Regionaal Beleid uitgevoerde controle op de systemen en procedures in de lidstaten betreffende het melden van onregelmatigheden en de inning van ten onrechte betaalde bedragen; stelt op basis van deze resultaten vast dat er in 2002 en 2003 nog steeds sprake was van onduidelijkheden van de kant van de lidstaten over de juiste toepassing van enkele voorschriften van de Verordeningen (EG) nrs. 1681/94 (42) en 438/2001 (43) van de Commissie; neemt kennis van de door de Commissie aangekondigde follow-up —, resp. vereenvoudigingsmaatregelen om deze onduidelijkheden weg te werken; verzoekt de Commissie het Parlement verslag uit te brengen over de vooruitgang die hierbij wordt geboekt;

Vragen over de toekomst van de structuurfondsen

190.

verwacht van de Commissie een initiatief op grond waarvan de bestemming van de fondsen van doelstelling 2 voor de zwaarst door structurele problemen getroffen gebieden in sterkere mate kan worden gewaarborgd waarbij de nationale besluiten op communautair niveau worden geharmoniseerd (44);

191.

deelt de verwachting van de Commissie dat vertragingen bij de wetgevingsvoorstellen voor de komende programmeringsperiode worden voorkomen en dat de procedure voor 1 januari 2007 gereed kan zijn (45);

192.

deelt de bezorgdheid van de Commissie over de te verwachten vertaalproblematiek en dringt er bij de Commissie op aan passende begrotingsramingen op te stellen (46);

193.

dringt er bij de Commissie op aan te blijven streven naar herziening van de beheers- en controlesystemen voor de communautaire initiatieven teneinde een „redelijke zekerheid” te verkrijgen (47);

194.

is voorstander van koppeling tussen de voor steunverlening uit hoofde van structuurfondsen in aanmerking komende regio's en de vergunningen voor nationale regionale steun (48);

195.

verzoekt de Commissie om bestudering van de effecten van particuliere deelnemingen aan de medefinanciering van projecten die voor steunverlening uit hoofde van de structuurfondsen in aanmerking komen en om maatregelen om dergelijke deelnemingen eventueel te bevorderen;

Intern beleid en onderzoek

196.

constateert dat de bevoegdheid voor de uitvoering van het intern beleid gespreid is over 13 directoraten-generaal;

197.

verzoekt de Commissie de instelling van procedures te initiëren ter versterking van de coherentie tussen de ex ante en tussentijdse evaluatieprocessen om een consequentere informatiebasis voor ex post evaluatie te waarborgen;

198.

verzoekt de Commissie een verslag voor te leggen over de bereikte vooruitgang en de activiteiten die zijn gepland voor de verbetering van de integratie van de sociale en ecologische doelstellingen als gevolg van Lissabon en Gotenburg in de programmering en evaluatie van de structuurfondsen, zowel op communautair niveau als op het niveau van de lidstaten,

199.

feliciteert de Rekenkamer met de interessante analyse die zij heeft verricht van de jaarlijkse activiteitenverslagen en de opmerkingen over het begrotingsjaar 2002 van bepaalde directoraten-generaal (49), en merkt daarbij het volgende op:

a)

alle betrokken directeuren-generaal verklaarden redelijke zekerheid te hebben dat de middelen waarvoor zij verantwoordelijk waren op wettige en regelmatige wijze waren besteed (6.11.),

b)

alle door de Rekenkamer onderzochte directoraten-generaal hebben punten van voorbehoud opgenomen ten aanzien van de regelmatigheid van betalingen voor meerjarenprogramma's voor onderzoek en de niet-tenuitvoerlegging van de internecontrolenormen (6.19.);

200.

is het volledig eens met de conclusie van de Rekenkamer dat „de tekortkomingen die in de punten van voorbehoud worden vermeld, niet stroken met de redelijke zekerheid die wordt verschaft in de verklaringen van de directeuren-generaal” (6.19.);

201.

hoopt dat de Commissie de toepassing van de normen voor interne controle verbetert, nagaat wat de financiële en economische gevolgen van de punten van voorbehoud zijn en zorgt voor overeenstemming tussen het „voorbehoud” en de „redelijke zekerheid”;

202.

stelt vast dat de bestedingspercentages van de betalingskredieten (hoofdstuk B2-7) voor het vervoersbeleid en vooral voor de vervoersveiligheid opnieuw onvoldoende zijn, al zijn daar redenen voor zoals vertragingen bij de uitvoering van de acties door contractanten en de vaststelling van striktere regels door de Commissie die tot tragere betalingen leiden;

203.

constateert dat de Rekenkamer haar analyse van het beheersysteem van de Trans-Europees vervoersnetwerken (TEN-T), waarmee zij in 2001 een begin had gemaakt, heeft voortgezet en uitgebreid, en dat zij een volledige beoordeling heeft verricht van het gevolg dat de Commissie aan haar aanbevelingen van 2001 heeft gegeven;

204.

constateert met name dat de Rekenkamer vasthoudt aan haar eerdere standpunt dat, om een aantal zwakke punten in de besluiten van de Commissie te verhelpen, het wettelijk kader van het TEN-Tprogramma dient te worden versterkt door contracten tussen de Commissie en de begunstigde pas op te stellen nadat de Commissie het besluit tot steunverlening heeft genomen (6.25.);

205.

spreekt zijn verontrusting uit over de zeer teleurstellende vorderingen — ondanks de hoge besteding van de betalingskredieten — van verschillende projecten van het TEN-vervoerprogramma; stelt vast dat de Rekenkamer in haar jaarverslag voor 2002 heeft geconstateerd dat een aantal in 2002 gecontroleerde projecten ook zonder communautaire financiële steun zou zijn uitgevoerd, hetgeen erop kan wijzen dat bepaalde projecten niet van hoge kwaliteit zijn of dat de uitvoeringsmechanismen tekortschieten;

206.

verzoekt de Commissie, naar aanleiding van de conclusies van de Rekenkamer, een deel van deze middelen te gebruiken voor de financiering van projecten op vervoersgebied die moeilijk anders gefinancierd kunnen worden;

207.

merkt op dat de Rekenkamer met het oog op de verbetering van de controle onder meer de volgende aanbevelingen doet:

a)

precisering van de bepalingen inzake de „subsidiabiliteit van kosten” (6.27.),

b)

invoering van een gestandaardiseerd kostendeclaratieformulier (6.26.),

c)

samenhangende en sluitende toepassing van de geldende regels voor TEN-T in alle lidstaten (6.38.),

d)

doeltreffender en beter gedocumenteerde controles (6.40.),

e)

financiële en technische controles als aanvulling op de controles ter plaatse vóór de definitieve betaling wordt verricht (6.41.);

208.

is verheugd dat de Commissie zich in haar antwoorden aan de Rekenkamer bereid heeft getoond de aanbevelingen van de Rekenkamer in praktijk te brengen, en daar in enkele gevallen reeds een begin mee heeft gemaakt;

209.

verzoekt de Rekenkamer haar gedetailleerde analyse van het beheersysteem van de Trans-Europese vervoersnetwerken voort te zetten en, al was het in beknopte vorm (50), antwoord te geven op de volgende vragen, die voor de kwijtingsautoriteit van fundamenteel belang zijn:

a)

welke aanbevelingen die de Rekenkamer in 2001 en/of 2002 heeft geformuleerd, zijn door de Commissie geaccepteerd en op bevredigende wijze uitgevoerd?

b)

welke aanbevelingen zijn door de Commissie afgewezen en op welke gronden? wat is het standpunt van de Rekenkamer ten aanzien van deze gronden?

c)

welke aanbevelingen brengt de Commissie in praktijk en wat is het standpunt van de Rekenkamer ten aanzien van het tijdschema voor de tenuitvoerlegging van deze aanbevelingen?

210.

neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer dat de vijf directoraten-generaal (51) die de kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling runnen de controles achteraf op verschillende manieren beheren en coördineren en bij de selectie van te controleren contractanten niet dezelfde procedures toepassen (6.47.);

211.

meent dat de Commissie een systeem van coördinatie en synthese zou kunnen opzetten om tot een grotere synergie te komen tussen de resultaten van de interne audits in de verschillende directoratengeneraal;

212.

verzoekt de Commissie na te gaan hoe, onder meer door vereenvoudiging, de talrijke fouten op het niveau van de uiteindelijke begunstigden kunnen worden vermeden, nu bij controle is gebleken dat in vele gevallen sprake was van te hoge kostendeclaraties (6.51.); verwacht voorts dat de Commissie de terugvordering van de onverschuldigd betaalde bedragen bespoedigt;

213.

toont zich verheugd over de invoering van verplichte auditcertificaten voor de uitgavendeclaraties in het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling en hoopt een eindverslag te ontvangen van de audits die met betrekking tot de vorige kaderprogramma's zijn verricht;

214.

verzoekt de Commissie om op grond van een analyse van de geografische bestemming van de middelen van het vijfde kaderprogramma na te gaan hoe de kredieten voor onderzoek kunnen bijdragen tot de regionale ontwikkeling, om aldus de groeiende concentratie van wetenschappers en onderzoekers in een steeds beperkter aantal universiteiten en onderzoekscentra tegen te gaan en gebruik te maken van de nieuwe technologieën om de wetenschappelijke samenwerking te bevorderen en decentralisatie aan te moedigen;

Werkgelegenheid en sociale zaken

215.

spreekt over het algemeen zijn tevredenheid uit over de bestedingspercentages van de begrotingsposten voor werkgelegenheid en sociale zaken in termen van intern beleid;

216.

betreurt evenwel het zeer lage bestedingspercentage van de begrotingsartikelen B5-502 (Arbeidsmarkt), B5-502A (Arbeidsmarkt — Uitgaven voor administratief beheer) en B5-503 (Voorbereidende acties ten behoeve van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven);

Milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid

217.

geeft uiting aan zijn algemene tevredenheid over het hoge uitvoeringspeil van de begrotingslijnen voor milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid;

218.

is ingenomen met het besluit van de Commissie om een deel van de administratieve kredieten van begrotingslijn B7-8110 A over te schrijven naar de operationele uitgaven, teneinde onderbesteding van middelen te voorkomen; dringt er bij de Commissie op aan alle administratieve kredieten die voor het einde van het jaar waarschijnlijk niet zullen worden gebruikt, met behulp van verzoeken om kredietoverschrijvingen over te schrijven naar lijnen voor operationele uitgaven; is van mening dat aldus optimaal gebruik kan worden gemaakt van de beschikbare middelen;

219.

onderstreept dat het effect van milieuprogramma's vaak wordt gehinderd door het ontbreken van beoordelingen van de milieueffecten van andere communautaire wetgeving en programma's, met name op het gebied van de structuurfondsen; is van opvatting dat systematische toepassing van strategische milieueffectbeoordelingen (MEB's) een krachtig instrument kan zijn om dergelijke problemen in de toekomst te vermijden;

220.

is bezorgd over het geringe aantal ambtenaren bij het Directoraat-generaal milieu dat zich bezighoudt met inbreukprocedures, met name daar met het milieu verband houdende zaken bijna de helft van de in 2002 ingeleide inbreukprocedures en meer dan een derde van alle klachten over slechte toepassing van EU-recht uitmaakten; verzoekt de Commissie het aantal ambtenaren in deze sector aanzienlijk te verhogen, in overeenstemming met haar taak als hoedster van de Verdragen en derhalve verantwoordelijk voor de juiste uitvoering van de milieuwetgeving van de EU;

221.

roept ertoe op meer gebruik te maken van milieucriteria in de selectieprocedures voor communautaire kredieten (offerte-aanvragen, gunning van contracten), teneinde de EU voorop te laten lopen bij de „vergroening” van overheidsopdrachten;

Gelijke kansen

222.

neemt ter kennis dat de Commissie bij de opstelling van de begroting voor het begrotingsjaar 2002 haar activiteit heeft georganiseerd rond zes prioritaire doelstellingen, namelijk de euro, duurzame ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking, Middellandse-Zeebeleid, uitbreiding en governance, doelstellingen die het richtsnoer vormden voor de programmering van de werkzaamheden van de Commissie, de opstelling van de begroting en het gebruik van de kredieten; onderschrijft deze prioriteiten weliswaar, maar merkt op dat de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen overeenkomstig artikel 3, lid 2 van het EG-Verdrag een grondbeginsel van de EU is en een horizontale doelstelling van alle communautaire acties en beleidsterreinen; verzoekt de Commissie derhalve van de gelijkheid van mannen en vrouwen een van de prioritaire doelstellingen te maken die haar strategische planning stuurt, opdat het genderperspectief wordt geïntegreerd in de vaststelling van de ontvangsten en uitgaven van alle in de begroting opgenomen beleidsterreinen;

223.

is verheugd dat het actieprogramma inzake gelijkheid van mannen en vrouwen (2001-2005) in 2002 is opengesteld voor deelname van de toetredende landen; herinnert eraan dat de dimensie van de gelijkheid van mannen en vrouwen overeenkomstig de begroting voor 2002 en met name in het kader van de communautaire steun voor de kandidaat-lidstaten in alle maatregelen moet worden opgenomen; verzoekt de Commissie derhalve een overzicht te verstrekken van de projecten en acties ter bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen in deze landen die voor de communautaire bijdrage in aanmerking kwamen alsook de hoogte van deze bijdrage mee te delen; verzoekt de Commissie eveneens een tussentijdse evaluatie op te stellen met betrekking tot het actieprogramma 2001-2005 waarin gegevens zijn opgenomen over de kredieten die zijn toegewezen aan de projecten die op de verschillende gebieden van het programma zijn uitgevoerd;

224.

betreurt — bij gebrek aan bewijs waaruit het tegendeel blijkt — dat kredieten van het communautaire initiatief Equal, over het belang waarvan niet valt te twisten, zijn aangewend voor activiteiten waarvan het effect op de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen niet is vastgesteld;

Uitbreiding

Uitbreiding en goed financieel beheer

225.

herinnert eraan dat de aanstaande uitbreiding van de Unie met Cyprus, de Tsjechische Republiek, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, de Slowaakse Republiek en Slovenië de grootste uitbreiding zal zijn qua omvang en diversiteit;

226.

benadrukt dat de uitbreiding de druk op de financiële middelen zal verhogen, de toch al gecompliceerde besluitvormingsprocedures nog verder zal bemoeilijken, en zo hogere eisen aan het financieel beheer zal stellen; is van mening dat de Commissie en de lidstaten van de gelegenheid gebruik moeten maken om een proces op gang te brengen dat gericht is op het vergroten van de transparantie van het financieel beheer om op die manier het vertrouwen van de publieke opinie in het communautaire beheer te vergroten;

227.

verzoekt de hoogste nationale boekhoudkundige instellingen actief deel te nemen aan dit proces, om een specifiek beleid vast te stellen op het gebied van de financiële controle van EU-middelen en een jaarverslag op te stellen over het beheer en het gebruik van de EU-middelen in hun respectieve landen en dit verslag te doen toekomen aan hun respectieve regeringen en parlementen, aan de regeringen en parlementen en de boekhoudkundige instellingen van de overige lidstaten, alsmede aan de Commissie en het Europees Parlement;

228.

is van mening dat niet alleen het aantal controles op het gebruik van de EU-middelen moet worden vergroot maar vooral de doelmatigheid van deze controles, en beveelt alle betrokken partijen dringend aan alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat:

a)

er gemeenschappelijke boekhoudkundige regels in de huidige en de toekomstige lidstaten worden ingevoerd,

b)

de hoogste nationale boekhoudkundige instellingen in de huidige en toekomstige lidstaten regelingen vaststellen die hen in staat stellen dezelfde controlewerkzaamheden te verrichten als de Rekenkamer op communautair niveau,

c)

de samenwerking tussen de hoogste nationale boekhoudkundige instellingen wordt versterkt;

229.

feliciteert de toetredende lidstaten met de vooruitgang die zij hebben geboekt ten aanzien van de toetredingscriteria;

230.

is van mening dat de uitbreiding hoge eisen zal stellen aan de informatieverstrekking door de Commissie aan de kwijtingsinstantie en het publiek en dat dit kan worden verbeterd als de Commissie:

a)

de informatie in het verslag over het budgettaire en financiële beheer van het betreffende begrotingsjaar (artikel 128, lid 3 van het Financieel Reglement) zodanig structureert dat dit overeenkomt met de verschillende beleidsterreinen,

b)

gedetailleerde informatie verstrekt over de uitvoering van de verschillende fondsen in de lidstaten,

c)

in een beknopt overzicht duidelijk aangeeft welke directoraten-generaal betrokken zijn bij de uitvoering van de verschillende beleidsterreinen,

d)

de informatie zodanig opstelt dat de hoogste nationale boekhoudkundige instellingen hiervan in hun eigen onderzoeken gebruik kunnen maken,

e)

haar audits van het beheer en de controlesystemen van de lidstaten publiceert,

f)

in het algemeen bereid is de informatie zodanig op te stellen dat deze voor allen — en niet alleen voor de ministers van Financiën van de lidstaten — toegankelijk en begrijpelijk is;

231.

is van mening — aangezien het grootste deel van de EU-begroting wordt uitgevoerd op basis van gedeeld beheer, hetgeen betekent dat de Commissie haar taken inzake de uitvoering van de begroting aan de lidstaten delegeert (d.w.z. 15 en, na 1 mei 2004, 25 heterogene ministeries en bestuurlijke organen met hun respectieve tradities), dat normen in EU-verband moeten worden opgesteld op grond waarvan kan worden nagegaan of alle 25 lidstaten de begrotingskredieten gebruiken in overeenstemming met het beginsel van goed financieel beheer, d.w.z. in overeenstemming met de beginselen van spaarzaamheid, doeltreffendheid en doelmatigheid;

232.

constateert dat de Commissie ervoor moet zorgen dat de EU-wetgeving door de lidstaten wordt uitgevoerd; constateert dat het bij de gemiddelde inbreukprocedure drie jaar kost om een definitieve uitspraak te bereiken en dat er ooit slechts twee gevallen zijn geweest waarbij aan een lidstaat een boete werd opgelegd wegens niet-uitvoering van de EU-wetgeving; spreekt er zijn bezorgdheid over uit dat door de uitbreiding de werklast van de Commissie in het verband met de toezicht op de uitvoering van de wetgeving zal toenemen en de inbreukprocedure nog verder zal vertragen; is er bezorgd over dat geen enkel lid van de Commissie voor een zo belangrijk punt verantwoordelijk is; moedigt de komende voorzitter van de Commissie aan de verantwoordelijkheid voor inbreuken op te nemen in de portefeuille van een van de nieuwe leden van de Commissie;

Pretoetredingsprojecten op milieugebied en twinning

233.

wenst dat bij de verlening van pretoetredings- of posttoetredingssteun bijzondere aandacht wordt besteed aan de behoeften aan institutionele versterking van de nationale en lokale autoriteiten in de milieusector;

234.

stelt vast dat de Commissie en de kandidaat-lidstaten twinning als een belangrijk element beschouwen om de administratieve capaciteit van laatstgenoemden te versterken; wenst evenwel dat het programma op de volgende wijze wordt verbeterd, zodat de Commissie de verwachte resultaten kan bereiken:

a)

vaststelling van realistische en duidelijke doelstellingen,

b)

alle fasen van projectvoorbereiding moeten worden gerationaliseerd,

c)

de betalingsprocedures moeten vereenvoudigd en bespoedigd worden,

d)

gebruik maken van twinning moet voortvloeien uit een bewuste keuze uit verschillende instrumenten,

e)

de Commissie moet een netwerk van nationale gedetacheerde deskundigen opzetten (pretoetredingsadviseurs) om ervoor te zorgen dat specifieke kennis en ervaring niet verloren gaan;

235.

verwacht van de Commissie vóór 15 juni 2004 een overzichtsverslag over de successen en tekortkomingen welke zijn gesignaleerd bij de 503 projecten die tussen 1998 en 2001 zijn goedgekeurd (52);

236.

wenst dat het uitgebreide gedecentraliseerde uitvoeringssysteem (EDIS) zo spoedig mogelijk in alle kandidaat-lidstaten wordt ingevoerd, zodra de kwaliteit van de beheers- en controlesystemen van de kandidaat-lidstaten via een door de Commissie uitgevoerde audit kan worden vastgesteld; merkt op dat de Commissie dankzij EDIS van een ex ante controle kan overstappen op een ex post controle van de aanbestedingen;

237.

verzoekt de kandidaat-lidstaten duurzame en betrouwbare milieu- en financiële strategieën uit te werken;

238.

wijst in het kader van de financiële steun op het belang van de samenwerking met internationale financiële instellingen;

239.

wijst erop dat het noodzakelijk is de opnamecapaciteit te verbeteren door meer middelen uit te trekken voor de voorbereiding van projecten en de organisatie van aanbestedingsprocedures;

240.

verwacht op de hoogte te worden gesteld van de omvang van de deelname van particuliere instellingen aan de twinningprojecten en van de effecten van deze deelname (53);

Externe maatregelen

Fundamentele vraagstukken

241.

neemt er nota van dat de Rekenkamer, tengevolge van de gecompliceerde reorganisatie van de diensten die zijn belast met externe steunmaatregelen, het begrotingsjaar 2002 beschouwt als een „overgangsjaar”; wijst erop dat de reorganisatie ingrijpender had kunnen zijn, omdat er nog altijd zes verschillende directoraten-generaal en diensten zijn die verantwoordelijk zijn voor de externe betrekkingen (54);

242.

dringt er daarom op aan dat het aantal Directoraten-generaal voor extern beleid substantieel wordt gereduceerd;

243.

neemt er met tevredenheid nota van dat de controle van de Rekenkamer zich concentreerde op de controle- en toezichtsystemen die beogen de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen te waarborgen, en is verheugd dat de Rekenkamer van mening is dat „de administratieve procedures en de organisatiestructuren door zowel het Bureau voor humanitaire hulp als de Dienst voor samenwerking EuropeAid op adequate wijze [zijn] aangepast, rekening houdend met de invoering van het nieuwe Financieel Reglement, dat op 1 januari 2003 in werking is getreden” (7.40);

Controle op het gebied van de externe maatregelen

244.

neemt er nota van dat de Rekenkamer het twijfelachtig vond dat de directeur-generaal zou hebben beschikt over informatie over de kwaliteit van de controle- en toezichtsystemen die zijn opgezet ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (7.39);

245.

neemt tevens nota van het feit dat de Rekenkamer de gebrekkige kwaliteit van de controle- en toezichtsystemen wijt aan het ontbreken van een integrale aanpak op het gebied van controles om ervoor te zorgen dat er op het hoogste echelon wordt beschikt over voldoende informatie (7.10);

246.

verwacht in dit verband dat de Commissie richtlijnen opstelt voor de inschakeling van externe controleurs, hun selectie, hun mandaat en de rapportagevereisten die er aan deze controleurs worden gesteld; is van mening dat de desbetreffende aanbeveling van de Rekenkamer vergezeld moet gaan van richtsnoeren voor een betere formulering van deze richtlijnen;

247.

benadrukt dat in ieder geval, zoals ook wordt aanbevolen door de Rekenkamer, de Commissie of haar delegaties, en niet de uitvoerende organisaties, het laatste woord dienen te hebben bij de selectie van de externe controleurs, en hun een gedetailleerde taakomschrijving en rapportagevereisten voor de opdrachten moeten verstrekken (7.44);

248.

onderstreept het belang van een evaluatie van de resultaten van de hervorming van het beheer van de buitenlands hulp zodra er voldoende ervaring is opgedaan met de nieuwe structuren en procedures; zou ingenomen zijn met een specifiek evaluatieverslag van de Rekenkamer;

249.

beklemtoont dat aanzienlijke en terugkerende problemen bij de tenuitvoerlegging, zoals de moeilijkheden die zich in de TACIS-regio en andere regio's voordoen, systematisch door de Commissie aan de begrotingsautoriteit en de Rekenkamer dienen te worden gemeld; onderstreept dat deze meldingen analyses van de oorzaken dienen te bevatten alsmede een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen of gepland om de problemen op te lossen — zulks in duidelijke bewoordingen en met opgave van de manier waarop verdere beknopte informatie over de verschillende aspecten kan worden verkregen;

250.

vestigt de aandacht op het feit dat grotere samenhang tussen de verschillende EU-beleidslijnen de efficiëntie van de communautaire uitgaven kan verbeteren; wijst op de gelijktijdige verstrekking van macrofinanciële hulp aan Moldavië en instandhouding van hoge invoerbelemmeringen voor de meeste producten die dit land naar de EU zou kunnen exporteren, als een duidelijk voorbeeld van incoherent beleid dat tot efficiëntieverliezen leidt;

251.

deelt ten volle de mening van de Rekenkamer dat er forsere maatregelen nodig zijn om grensoverschrijdende samenwerking over de buitengrenzen heen effectiever te maken; verzoekt de Commissie en de Raad ervoor te zorgen dat er onverwijld nabuurschapsprogramma's worden gestart en dat er een nabuurschapsinstrument wordt gecreëerd, zodat definitief een einde kan worden gemaakt aan de problemen die worden veroorzaakt door de slechte combinatie van instrumenten die momenteel worden gebruikt voor grensoverschrijdende samenwerking;

252.

verwelkomt voorts de oproep van de Rekenkamer om te overwegen betreffende het PHARE-programma voor grensoverschrijdende samenwerking Verordening (EG) nr. 2760/98 van de Commissie (55) te wijzigen, teneinde ook regio's die aan derde landen grenzen voor steun in aanmerking te laten komen;

253.

verwacht dat de Commissie telkens uitleg verschaft wanneer zij geen uitvoering geeft aan een bepaling in een begrotingstoelichting;

Ontwikkelingsbeleid

254.

vestigt de aandacht op de hoofddoelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap, te weten terugdringing en uiteindelijke uitroeiing van de armoede (56); wijst op de steun van de Commissie en de lidstaten voor de millenniumdoelstellingen (MDG's) als het middel om deze doelstelling te verwezenlijken;

255.

herinnert eraan dat pogingen om te toetsen in hoeverre de ontwikkelingsprogramma's van de Commissie gericht waren op armoedebestrijding in het verleden werden bemoeilijkt door een gebrek aan statistische gegevens; is ingenomen met de invoering van het Common Relex Information System (CRIS) dat, samen met andere databanken, in 2002 voor het eerst volledig betrouwbare cijfers verschafte;

256.

feliciteert de Commissie met de verwezenlijking van de algemene, voor het eerst in de begroting voor 2002 geïntroduceerde, uitgangspositie om 35 % van de jaarlijkse vastleggingskredieten voor ontwikkelingssamenwerking toe te wijzen aan sociale infrastructuur en diensten zoals gedefinieerd door de OESO-Commissie voor Ontwikkelingsbijstand (DAC); tekent hierbij aan dat de in dit kader bij de DAC aangemelde bijstand slechts 31,4 % bedroeg en dat het verschil bestond uit „macro-economische steun voor de sociale sector”, die op verzoek van de Commissie was opgenomen in de formulering van de doelstelling en waarvan het verband met armoedebestrijding minder rechtstreeks is;

257.

merkt op dat in de formulering van de uitgangspositie de eis wordt gesteld dat de 35 % ten goede moet komen aan „met name onderwijs en gezondheidszorg”, de twee belangrijkste sectoren in de MDG's; merkt voorts op dat de voor 2002 aan de DAC gemelde cijfers over de vastleggingen voor deze sectoren (57) ver van dit streefpercentage verwijderd blijven en dat de voorwaarden van structurele aanpassingsprogramma's hoogstwaarschijnlijk niet de reden vormen voor een zo groot verschil; tekent hierbij echter aan dat de regionale cijfers voor Azië en Latijns-Amerika aanzienlijke vooruitgang laten zien; verzoekt de Commissie voort te bouwen op dit resultaat door de cijfers voor andere geografische gebieden in de komende jaren te verbeteren;

258.

wijst erop dat het cijfer voor „sociale infrastructuur en diensten” een toewijzing van 13,5 % bevat voor „regeringen en het maatschappelijk middenveld”, waarvan de hoogste afzonderlijke post 319,9 miljoen euro bedraagt, die bestemd is voor „economische en ontwikkelingsplanning”; merkt op dat deze middelen hoofdzakelijk zijn bedoeld voor administratieve ondersteuning en dat de rechtstreekse relevantie ervan voor de armoedebestrijding twijfelachtig is;

259.

betreurt dat de Commissie geen analyse heeft verschaft van haar bijdrage tot het bereiken van de millenniumdoelstellingen, maar zich in haar onderzoek (58) heeft beperkt tot het meten van de vooruitgang die de ontwikkelingslanden hebben geboekt bij het bereiken van deze doelstellingen; is van mening dat de beoordeling van de effectiviteit van Commissieprogramma's wordt bemoeilijkt door het ontbreken van een dergelijke analyse;

260.

steunt het beleid van de Commissie om de besluitvorming te deconcentreren en te verplaatsen naar de externe delegaties, waarvan er 44 dit proces in 2002 hebben afgerond; neemt met tevredenheid nota van de verbeteringen die hieruit reeds zijn geresulteerd (59); is gerustgesteld door de versterking van het delegatiepersoneel en de voor hen opgezette trainingsprogramma's, alsook door het toezicht dat door het hoofdkwartier wordt uitgeoefend; waarschuwt niettemin dat het delegatiepersoneel niet moet worden belast met een buitensporige mate van rapportage aan het hoofdkwartier, daar anders het gevaar bestaat dat de voordelen van de deconcentratie tenietgedaan worden;

261.

geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de toename van het gebruik van macro-economische bijstand in 2002 en met name over de bereidheid van de Commissie om dit middel te gebruiken in gevallen waarin andere donoren van oordeel zijn dat niet is voldaan aan de minimumvereisten; stelt vast dat de Commissie een analyse heeft gemaakt van de risico's in verband met externe bijstand en roept de Commissie ertoe op deze analyse onverwijld aan het Parlement te doen toekomen; staat op het standpunt dat begrotingssteun effectiever is wanneer hij gericht is op een specifieke sector en dat belangrijke horizontale gebieden (60) kunnen worden bestreken met een sectorale aanpak op het gebied van de overheidsfinanciën;

262.

erkent de resultaten die de Commissie heeft behaald bij het terugdringen van het niveau van de abnormale RAL's in vergelijking met dezelfde periode een jaar geleden, maar blijft bezorgd dat het totale niveau blijft stijgen wanneer de volgende begrotingsjaren in de cijfers worden opgenomen; roept de Commissie ertoe op haar inspanningen om dit probleem onder controle te brengen, te verdubbelen.

Humanitaire hulp

263.

neemt kennis van het jaarverslag 2002 van het Bureau voor humanitaire hulp — ECHO (COM(2003) 430) waarin de door de Gemeenschap gefinancierde humanitaire acties worden vermeld waarmee in het desbetreffende begrotingsjaar een totaalbedrag van 537,8 miljoen euro was gemoeid; stelt vast dat in dit verslag een hele reeks weliswaar nuttige details wordt opgesomd die de lezer uiteindelijk geen totaalbeeld geven van de communautaire actie, aangezien onvoldoende wordt ingegaan op horizontale vraagstukken;

264.

verzoekt de Commissie een groter aantal NGO's en liefdadigheidspartners te zoeken en hiervan gebruik te maken;

265.

is van oordeel dat geen enkele NGO of organisatie de mogelijkheid moet hebben als enige een offerte in te dienen en 100 % van het geld van enige begrotingslijn mag ontvangen;

266.

verzoekt de Commissie haar toekomstige jaarverslagen aan te vullen met een algemene presentatie van de in het begrotingsjaar gevolgde strategische lijnen, met inbegrip van een analyse van de toegevoegde waarde van de communautaire humanitaire actie en een overzicht van de procedures van ECHO; is van mening dat het verslag eveneens een presentatie dient te bevatten van de methodologie voor de raming van de humanitaire behoeften samen met gedetailleerde informatie over de in het betreffende begrotingsjaar uitgevoerde evaluaties en audits en over de conclusies ervan; is ten slotte van mening dat hierin andere horizontale vraagstukken moeten worden opgenomen — zoals het risico van manipulatie, misbruik en plundering, en maatregelen om de humanitaire hulp te beschermen en een goede afloop te waarborgen — met gevolgen voor de formulering en uitvoering van de communautaire humanitaire actie;

267.

vertrouwt erop dat de beoordeling van de maatregelen op het gebied van de voedselveiligheid in 2004 positief uitvalt en dat de doelstellingen van de voedselveiligheid in geval van integratie in het algehele ontwikkelingsprogramma niet worden afgewaardeerd of verwateren (61);

Doorzichtigheid van de verrichtingen van de Commissie voor het Europees Parlement

268.

betreurt ten zeerste dat de Commissie sedert 2000 nagelaten heeft het Europees Parlement een jaarverslag voor te leggen over de op grond van de Verordeningen (EG) nrs. 975/1999 (62) en 976/1999 (63) van de Raad gefinancierde verrichtingen (in verband met het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten, begrotingshoofdstuk B7-70, dat in 2002 104 miljoen euro bedroeg), in strijd met artikel 18, lid 2 en artikel 19, lid 2 van de verordeningen; verzoekt de Commissie het Europees Parlement onverwijld de jaarverslagen voor de jaren 2001, 2002 en 2003 te verstrekken, die tevens, zoals in de verordeningen omschreven, „een samenvatting (moet omvatten) van de verrichte externe evaluatie”; verzoekt de Commissie begrotingscontrole de nalatigheid van de Commissie op dit punt te onderzoeken en wenst dat zij ook een kwalitatieve analyse geeft van de resultaten die dankzij de acties van de Commissie overeenkomstig dit begrotingshoofdstuk zijn bereikt;

Administratieve uitgaven

Regeling voor de invaliditeitspensioenen van de Europese instellingen

269.

uit haar tevredenheid over het Speciaal verslag nr. 372003 van de Rekenkamer inzake de regeling invaliditeitspensioenen van de Europese instellingen (64) en neemt met tevredenheid nota van het feit dat volgens de medisch deskundigen van de Rekenkamer de invaliditeitspensioenen op correcte wijze worden toegekend (punt III);

270.

vestigt de aandacht op het feit dat de afwezigheid wegens ziekte aanzienlijke economische consequenties heeft en dat het daarom noodzakelijk en van belang is dat de instellingen een algemeen beleid toepassen waarin de nodige maatregelen worden vastgesteld om op adequate wijze rekening te houden met alle aspecten van afwezigheid wegens ziekte;

271.

betreurt het feit dat de instellingen, volgens de Rekenkamer niet kunnen waarborgen:

a)

dat langdurig arbeidsongeschikte personeelsleden zo nodig ondersteund worden,

b)

dat in het belang van de personeelsleden en hun afdeling het nodige wordt gedaan voor een maximale aanwezigheid,

c)

dat aanwezigheid op het werk niet wordt tegengewerkt door verkeerd toegewezen taken of ongeschikte werkomstandigheden (Speciaal verslag 3/2003, punt 21);

272.

betreurt dat, zoals de Rekenkamer heeft aangetoond, de onduidelijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen — de afdeling waar de ambtenaar of het personeelslid werkzaam is en de medische dienst en de afdeling personeelszaken — ertoe heeft geleid dat alleen de meest mechanische en bureaucratische aspecten van het beheer van de afwezigheid — het melden van afwezigheid en het bijhouden van absentielijsten — functioneren, terwijl niet duidelijk is wie er verantwoordelijk is voor essentiële taken en activiteiten in een doelmatig en toekomstgericht beleid voor het beheer van afwezigheid wegens ziekte, zoals:

a)

het contactpunt met de ambtenaar of het personeelslid gedurende zijn afwezigheid,

b)

het toezicht op de absentiepercentages, zowel per ambtenaar of personeelslid als bij de hele instelling, en volgens welke criteria,

c)

het onderkennen van zorgwekkende absentiepatronen en voor het nemen van de nodige maatregelen,

d)

het besluit, medische controles te doen verrichten, en onder welke omstandigheden,

e)

het besluit gesprekken te voeren met de betrokkene na de terugkeer op het werk, onder welke omstandigheden, door wie, hoe en met welk doel (Speciaal verslag 3/2003, punt 22);

273.

geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de constatering dat er geen algemeen beleid voor het beheer van absenties en invaliditeit is ontwikkeld wegens „het gebrek aan belangstelling bij de leidinggevende ambtenaren” (Speciaal verslag 3/2003, punt 74c);

274.

wijst erop dat de Rekenkamer van mening is dat er met een beleid van vroege opsporing en behandeling van herhaalde of langdurige ziekteverloven op jaarbasis circa 10 miljoen euro zou kunnen worden bespaard op de nettokosten van de tijdens het jaar toegekende invaliditeitspensioenen (Speciaal verslag 3/2003, punt 55);

275.

is van mening dat een geschikte werkplek wordt gekenmerkt door een laag ziekteverzuimpercentage en dat een verbetering van de ontplooiingsmogelijkheden, een grote variatie in het werk, meer erkenning en betere toekomstmogelijkheden de motivatie om zich niet ziek te melden zouden vergroten;

276.

verwacht dat de instellingen zo spoedig mogelijk een analyse zullen maken van de afwezigheid wegens ziekte met een uitsplitsing van het verzuim per afdeling, geslacht, leeftijd, categorie en de duur van de afwezigheid, om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Rekenkamer inzake de vaststelling van een algemeen beleid voor het beheer van absenties en invaliditeit;

277.

verwacht dat de instellingen elke twee jaar een verslag zullen opstellen over de genoemde maatregelen en dat de leiding van de instellingen meer aandacht zal besteden aan het economische beheer van de regeling en de aspecten in verband met de werkomgeving en het personeelsbeleid.

Aankoopbeleid

278.

neemt ter kennis dat in de vroegere aanbestedingen van de Commissie voor de aankoop van kantoorpapier tot 2000 een witheidsgraad van slechts 80 % was vereist; stelt vast dat de desbetreffende aanbestedingen sinds 2000 een witheidsgraad van meer dan 90 % vereisen, hetgeen niet alleen leidt tot hogere kosten voor de communautaire begroting, maar ook tot uitschakeling van de concurrentie en verslechtering van de milieubalans van het papierverbruik; verzoekt de Commissie bijgevolg de in de aanbesteding vereiste witheidsgraad weer op een passend niveau vast te stellen om naar behoren met dergelijke milieu- en mededingingsfactoren rekening te houden;

Financiële instrumenten

279.

herinnert aan zijn resolutie van 21 november 2002 (65) over het jaarverslag 2001 van de EIB waarin de EIB, de Rekenkamer en de Commissie wordt gevraagd de tripartiete overeenkomst te wijzigen; is ervan overtuigd dat een nieuwe tripartiete overeenkomst die op 27 oktober 2003 werd ondertekend tot een aanzienlijke verbetering zal leiden van de procedures waarvan tussen de drie instellingen gebruik wordt gemaakt; is er met name van overtuigd dat het duidelijk is geworden dat de Rekenkamer de bevoegdheid heeft zowel de garantie als de ten grondslag liggende transactie te controleren wanneer de EIB leningen verstrekt die door de EU-begroting worden gegarandeerd; herinnert eraan dat dergelijke EIB-leningen met een garantie door de EU-begroting aan het eind van het jaar 2002 bijna 14 miljard euro bedroegen;

280.

geeft zijn volledige steun aan de conclusies van de Rekenkamer ten aanzien van het financiële mechanisme (punten 10.35 en 10.39 van het jaarverslag 2002), dat definitieve betalingen alleen mogen worden uitgevoerd op basis van passende certificaten die zijn uitgegeven door de terzake bevoegde autoriteiten van de lidstaten en dat er meer moet worden gedaan ter identificatie van geschikte investeringen en rekening te houden met de algehele projectrealisatie, met name om schade aan het milieu te voorkomen;

281.

verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk aan het Parlement en de Rekenkamer verslag uit te brengen over de resultaten van de interne controle van haar bankverrichtingen die momenteel onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de Commissie worden uitgevoerd en waarbij moet worden ingegaan op de behoefte aan verandering van de controleomgeving, waaronder ex post-controles;

282.

verzoekt de Rekenkamer in haar werkprogramma een audit op te nemen van projecten die door middel van EIB-leningen met een communautaire garantie worden gefinancierd; beveelt aan milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (66) in het auditprogramma op te nemen;

283.

herinnert eraan dat de controle van het financiële beheer van het Garantiefonds voor externe acties valt onder een audit van de Rekenkamer overeenkomstig procedures waarover overeenstemming moet worden bereikt tussen de Rekenkamer, de Commissie en de Europese Investeringsbank; dringt aan op een herziening van deze procedures in de geest van de nieuwe tripartiete overeenkomst;

284.

constateert dat de vergoedingsstructuur voor het beheer van het Garantiefonds voor externe acties op commerciële basis met de EIB werd vastgesteld; betreurt het feit dat noch de Commissie, noch de Rekenkamer gedetailleerde informatie hebben gekregen over de kostenstructuur van de EIB in verband met het beheer van de kasmiddelen van het Garantiefonds; verzoekt de Commissie om voorlegging van een voorstel tot wijziging van de huidige verordening van de Raad betreffende het Garantiefonds om het portefeuillebeheer van de EIB vanaf 2005 over te nemen;

285.

herinnert eraan dat bij de Europese Commissie 30 % (600 miljoen euro) berust van de aandelen van het Europese Investeringsfonds (EIF) en dat de cumulatieve portefeuille van getekende acties van het EIF (investeringen in risicokapitaalfondsen en in de MKB-garantiemarkten) ten bedrage van ongeveer 7 miljard euro aan het einde van het jaar 2002 bedroeg; constateert dat er momenteel geen overeenkomst van kracht is voor de audit van het EIF door de Rekenkamer; onderstreept dat de Rekenkamer niettemin, op grond van artikel 248 van het Verdrag de bevoegdheid heeft een uitgebreide audit uit te voeren van het EIF en zijn verrichtingen; verzoekt de Rekenkamer een algemene audit van het EIF op te nemen in haar werkprogramma om ervoor te zorgen dat het financieel beheer van het Fonds gezond is (eerbiediging van de beginselen spaarzaamheid, efficiency en doeltreffendheid);

286.

is van mening dat de arresten van het Hof van Justitie (in zaken C-11/00 en C-15/00) over de samenwerking van de Investeringsbank en de Centrale Bank met OLAF dienovereenkomstig ook op het Investeringsfonds moeten worden toegepast; verzoekt het Investeringsfonds derhalve overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 onverwijld een besluit te nemen met betrekking tot de interne onderzoeken van OLAF;

287.

is gezien de vaststelling van de Rekenkamer (punt 10.36 van het jaarverslag) bezorgd dat bij het financieringsmechanisme van de EER kennelijk ongewenste neveneffecten zijn opgetreden; deelt de opvatting van het Hof (punt 10.35) dat er meer naar moet worden gestreefd vast te stellen welke investeringen geschikt zijn; verlangt dat milieuschade bij de uitvoering van de projecten wordt voorkomen of hersteld en dat eindbetalingen alleen mogen plaatsvinden wanneer een verklaring aanwezig is van de bevoegde autoriteiten of onafhankelijke controleurs;

288.

stelt vast dat de Commissie nog geen antwoord heeft gegeven op de vraag van de Rekenkamer (punt 10.33 van het jaarverslag) of de regionale instanties in Galicië middels bepaalde voorwaarden voorrang hebben gegeven aan nationale producten, hetgeen in strijd zou zijn met het Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank dat het volgende bepaalt: „Noch de bank noch de lidstaten mogen als voorwaarden stellen dat uitgeleende gelden in een bepaalde lidstaat moeten worden besteed”; herinnert eraan dat eventueel terugbetalingen kunnen worden gevorderd; verlangt ook hierover een verslag van de Commissie vóór uiterlijk september 2004, eventueel met inbegrip van een evaluatie van soortgelijke problemen bij het Cohesiefonds, waar de Commissie reeds in het verleden de niet-naleving van de voorschriften voor openbare aanbestedingen heeft bekritiseerd;


(1)  PB C 316 van 29.12.2003, blz. 1.

(2)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(3)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 12.

(4)  PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22.

(5)  PB L 79 van 22.3.2002, blz. 42.

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(7)  Jaarverslag voor het begrotingsjaar 2002, punt V.

(8)  Zoals bekend moeten alle lidstaten een geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) hebben opgezet, met een geautomatiseerd gegevensbestand over landbouwbedrijven en steunaanvragen, een identificatiesysteem voor landbouwgronden, een identificatie- en registratiesysteem voor dieren en een geïntegreerd systeem voor administratieve controles in situ.

(9)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 92 (PE 328.732/def.1).

(10)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I, bijlage bij vraag 19, blz. 120-121 (PE 328.732/def. 1).

(11)  http://europa.eu.int/comm/commissioners/schreyer/Reform/SEC %20_2001_2037_Internal_Control_Standards_en.pdf.

(12)  Bovendien blijkt uit de over het algemeen geringe vooruitgang op dit terrein dat de DG's en diensten nog lang geen volledig geïntegreerde risicomanagementcultuur kennen. (COM(2003) 391, punt 3.2.).

(13)  Antwoorden op de vragenlijst — deel II: antwoord van de Commissie op vraag nr. 1 (PE 328.732/def.2).

(14)  P5_TA(2003)0551.

(15)  P5_TA(2004)0049.

(16)  http://www.theiia.org/iia/index.cfm?doc_id=1499.

(17)  http://europa.eu.int(comm(dgs/internal_audit/charter/charter_en.pdf.

(18)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I: antwoord van de Commissie op vraag nr. 28 (PE 328.732/def.1).

(19)  PB C 295 van 28.11.2002, blz. 1.

(20)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I: antwoord van de Commissie op vraag nr. 16 (PE 328.732/def.1).

(21)  http://europa.eu.int/comm/dgs/internal_audit/documents/audit_dg_sec1803_en.pdf.

(22)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I: antwoord van de Commissie op vraag nummer 189 (PE 328.732/def.1).

(23)  Zie notulen van de vergadering van 4 december 2003: A5-0393/2003 — Resolutie van het Europees Parlement over het verslag van de Commissie over de evaluatie van de werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (2003) 154 — 2002/2237(INI), paragraaf 30.

(24)  The following table shows the EU budget (outturn figures) as a percentage of Member States' total tax income for the years 2000-2002.

Year

EU budget (outturn) () euro million

Total tax income EU-15 () euro million

EU budget in % of Member States' tax income

(1)

(2)

(3) = (1) / (2) / 1000

2000

83 331,1

2 414,4

3.5 %

2001

79 987,3

2 450,2

3.3 %

2002

85 144,5

2 488,1

3.4 %

()  Payments in the year in question under payment appropriations of the year as well as under payment appropriations of the previous year carried forward.

()  Total tax income of the 15 Member States. Social security contributions are not included.

Source: Commission services.

(25)  Payments in the year in question under payment appropriations of the year as well as under payment appropriations of the previous year carried forward.

(26)  Total tax income of the 15 Member States. Social security contributions are not included.

Source: Commission services.

(27)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 60 (PE 328.732/def.1).

(28)  PB C 211 van 5.9.2003, blz. 1.

(29)  Speciaal verslag nr. 2/90 over het beheer en de controle van uitvoerrestituties (PB C 133 van van 31.5.1990, blz. 1).

(30)  http://www.europa.eu.int/comm/commissioners/schreyer/Reform/SEC%20_2001_2037_Internal_Control_Standards_en.pdf.

(31)  PB C 98 van 24.4.2003.

(32)  PB C 285 van 21.11.2002, blz. 1.

(33)  PB C 273 E 14.11.2003, blz. 66.

(34)  PB C 151 van 27.6.2003.

(35)  De Rekenkamer wijst erop dat tussen 1975 en 1988 de probleemgebieden in Italië zijn toegenomen van 37,7 % tot 53,6 %, en in Ierland van 51,2 % tot 70,9 % (Speciaal verslag nr. 4/2003, punt 8). In vorige verslagen werd erop gewezen dat het percentage in de Bondsrepubliek Duitsland was gestegen van 33,1 % naar 50,9 % in 1986, en van 50,9 % naar 53,5 % in 1989, en in Frankrijk van 40 % naar 45,1 % in 1989 (Jaarverslag 1990, punt 9.21, PB C 324 van 13.12.1991).

(36)  

Artikel 48

1.   De Commissie en de lidstaten dragen zorg voor een doeltreffend toezicht op de tenuitvoerlegging van de programmering van de plattelandsontwikkeling.

2.   Dit toezicht wordt uitgeoefend volgens gezamenlijk overeengekomen procedures. Het toezicht vindt plaats aan de hand van specifieke fysieke en financiële indicatoren die van tevoren zijn overeengekomen en vastgesteld. De lidstaten dienen jaarlijkse voortgangsverslagen in bij de Commissie.

3.   Zo nodig worden toezichtcomités opgericht

PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(37)  De bedragen die uit hoofde van het Solidariteitsfonds aan de kandidaat-landen werden uitbetaald, zijn in 2002 eveneens onder rubriek 7 geboekt. Zij zijn echter niet in aanmerking genomen in deze analyse van de uitvoering van de pretoetredingssteun.

(38)  De opmerkingen van de Commissie over de uitvoering van de pretoetredingssteun zijn te vinden in punt 2.6.5 van het verslag over het budgettair en financieel beheer van de Commissie over het begrotingsjaar 2002.

(39)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 21.

(40)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

(41)  P5_TA(2003)0448.

(42)  PB L 178 van 12.7.1994, blz. 43.

(43)  PB L 63 van 3.3.2001, blz. 21.

(44)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 75 (PE 328.732/def 1.).

(45)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 78 (PE 328.732/def.1).

(46)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 79 (PE 328.732/def.1).

(47)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 83 (PE 328.732/def.1).

(48)  Antwoorden op de vragenlijst — deel II; antwoord van de Commissie op vraag nr. 39 (PE 328.732/def.2).

(49)  Directoraat-generaal energie en vervoer, Directoraat-generaal onderzoek, Directoraat-generaal informatiemaatschappij, Directoraat-generaal justitie en binnenlandse zaken.

(50)  Eventueel in de vorm van een brief aan de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole vóór het volgende jaarverslag.

(51)  Directoraat-generaal onderzoek, Directoraat-generaal informatiemaatschappij, Directoraat-generaal energie en vervoer, Directoraat-generaal ondernemingen en Directoraat-generaal visserij.

(52)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 99.

(53)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 103.

(54)  Buitenlandse betrekkingen, EuropeAid, Handel, ECHO, Uitbreiding en Ontwikkeling.

(55)  PB L 345 van 19.12.1998, blz. 49.

(56)  Het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie, conclusies van de 2304e zitting van de Raad (Ontwikkeling) van 10 november 2000.

(57)  4,1 % voor onderwijs en 3 % voor gezondheidszorg. Deze cijfers zijn inclusief sectorspecifieke begrotingssteun.

(58)  Zie het Jaarverslag 2003 van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake het communautair ontwikkelingsbeleid en het verslag 2002 van de Europese Gemeenschap inzake buitenlandse hulp, hoofdstuk 3.

(59)  Enkele verbeteringen die de Commissie heeft vastgesteld, zijn: verkorting van de voorbereidingstijd voor aanbestedingen en oproepen tot het indienen van voorstellen, alsmede de uitvoering van programma's van betere kwaliteit.

(60)  Openbare dienst, overheidsopdrachten, externe audit, enz.

(61)  Antwoorden op de vragenlijst — deel I; antwoord van de Commissie op vraag nr. 104 (PE 328.732/def.1).

(62)  PB L 120 van 8.5.1999, blz. 1.

(63)  PB L 120 van 8.5.1999, blz. 8.

(64)  PB C 109 van 7.5.2003.

(65)  PB C 25 E van 29.1.2004, blz. 390.

(66)  Besluit 2001/777/EG van de Raad (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

P5_TA(2004)0338

Kwijting 2002: 6e, 7e en 8e Europees Ontwikkelingsfonds

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting aan de Commissie voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds in het egrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de jaarrekeningen en financiële balansen van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003),

gezien het jaarlijks verslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de instelling (C5-0584/2003) (1),

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer inzake het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0584/2003),

gezien de aanbevelingen van de Raad van 9 maart 2004 betreffende de aan de Commissie voor het financieel beheer van de Europese Ontwikkelingsfonds te verlenen kwijting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0146/2004, C5-0147/2004, C5-0148/2004),

gelet op artikel 33 van het Intern Akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap in het kader van Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (2),

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (3),

gelet op artikel 93 en 93 bis, derde streepje, en Bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A5-0183/2004),

A.

overwegende dat de Europese Rekenkamer in haar betrouwbaarheidsverklaring voor de Europese Ontwikkelingsfondsen concludeert dat de jaarrekeningen over het begrotingsjaar 2002 behoudens enkele uitzonderingen een getrouw beeld geven van de ontvangsten en de uitgaven voor het begrotingsjaar en de financiële situatie aan het eind van het jaar,

B.

overwegende dat de conclusie van de Europese Rekenkamer over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen onder meer gebaseerd is op de controle van een steekproef van verrichtingen,

C.

overwegende dat de Europese Rekenkamer op basis van de onderzochte stukken van oordeel is dat de in de rekeningen opgenomen ontvangsten en de aan de EOF's toegewezen bedragen aan verplichtingen en betalingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn,

1.

verleent de Commissie kwijting voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds in het begrotingsjaar 2002;

2.

formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en zijn daarmee vergezeld gaande resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 325.

(2)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

(3)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

2.

Besluit van het Europees Parlement tot sluiting van de rekeningen van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002(COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de jaarrekeningen en financiële balansen van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003),

gezien het jaarlijks verslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de instelling (C5-0584/2003) (1),

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer inzake het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0584/2003),

gezien de aanbevelingen van de Raad van 9 maart 2004 betreffende de aan de Commissie voor het financieel beheer van de Europese Ontwikkelingsfonds te verlenen kwijting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0146/2004, C5-0147/2004, C5-0148/2004),

gelet op artikel 33 van het Intern Akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap in het kader van Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (2),

gelet op artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst (3),

gelet op artikel 93 en 93 bis, derde streepje, en Bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A5-0183/2004),

1.

stelt vast dat de financiële situatie van het zesde, zevende en achtste EOF per 31 december 2002 als volgt was:

Gecumuleerde besteding van de EOF-middelen per 31 december 2002

 

Situatie eind 2001

Begrotingsuitvoering in de loop van 2002

Situatie eind 2002

Totaalbedrag

Uitvoeringsgraad (%) (4)

Zesde EOF

Zevende EOF

Achtste EOF (5)

Totaalbedrag

Zesde EOF

Zevende EOF

Achtste EOF (5)

Totaalbedrag

Uitvoeringsgraad (%) (4)

miljoen EUR

%

miljoen EUR

%

A — MIDDELEN (6)

32 797,3

 

 

 

 

0,0

7 829,1

11 511,7

13 499,6

32 840,4

 

B — BESTEDING

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.

Primaire verplichtingen

28 152,8

85,8

2,8

126,0

1 639,6

1 768,4

7 484,7

10 928,7

11 507,8

29 921,2

91,1

programmeerbare steun

15 648,6

 

1,2

151,0

660,2

812,5

4 875,5

5 754,4

5 831,1

16 461,1

 

niet-programmeerbare steun

9 324,5

 

-1,1

-15,6

574,4

557,7

2 511,2

3 667,4

3 703,6

9 882,2

 

structurele aanpassing en macro-economische bijstand

2 726,1

 

0,0

-0,6

405,0

404,3

6,0

1 151,4

1 973,1

3 130,5

 

overdrachten van eerdere EOF's

453,6

 

2,7

-8,8

0,0

-6,1

92,0

355,5

0,0

447,5

 

2.

Secondaire verplichtingen

22 681,3

69,2

33,5

328,1

1 781,3

2 142,9

7 318,9

9 985,4

7 519,9

24 824,2

75,6

programmeerbare steun

11 282,7

 

36,3

212,6

890,7

1 139,7

4 741,8

4 973,7

2 706,8

12 422,4

 

niet-programmeerbare steun

8 716,9

 

-4,2

99,2

403,2

498,2

2 483,0

3 549,4

3 182,6

9 215,1

 

structurele aanpassing en macro-economische bijstand

2 298,7

 

-0,7

-1,0

487,3

485,7

5,3

1 148,6

1 630,5

2 784,4

 

overdrachten van eerdere EOF's

383,0

 

2,0

17,3

0,0

19,3

88,7

313,6

0,0

402,3

 

3.

Betalingen

19 683,6

60,0

48,5

326,1

1 478,1

1 852,7

7 235,1

9 232,4

5 068,9

21 536,4

65,6

programmeerbare steun

9 739,4

 

46,3

239,2

650,0

935,5

4 669,0

4 488,1

1 517,8

10 674,9

 

niet-programmeerbare steun

7 512,6

 

1,3

56,5

467,7

525,5

2 475,1

3 315,9

2 247,1

8 038,1

 

structurele aanpassing en macro-economische bijstand

2 088,5

 

-0,1

8,5

360,4

368,8

5,3

1 148,0

1 304,0

2 457,4

 

overdrachten van eerdere EOF's

343,1

 

1,0

21,9

0,0

22,9

85,7

280,4

0,0

366,0

 

C — UITSTAANDE VERPLICHTINGEN (B1-B3)

8 469,2

25,8

 

 

 

 

249,6

1 696,3

6 438,9

8 384,8

25,5

D — BESCHIKBAAR SALDO (A-B1)

4 644,5

14,2

 

 

 

 

344,4

583,0

1 991,8

2 919,2

8,9

Bron: Rekenkamer, Jaarverslag over het begrotingsjaar 2003 (PB C 286 van 28.11.2003, blz. 331).

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en zijn daarmee vergezeld gaande resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 325.

(2)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

(3)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

(4)  Als percentage van de middelen.

(5)  Met inbegrip van 732,9 miljoen euro aan primaire verplichtingen, 347,4 miljoen euro aan secondaire verplichtingen en 97,7 miljoen euro aan betalingen voor vervroegde uitvoering van de Overeenkomst van Cotonou.

(6)  Oorspronkelijke toewijzing voor het zesde, zevende en achtste EOF (waarvan 60 miljoen speciale EIB-bijdrage), rente, diverse middelen, overdrachten van eerdere EOF's.

3.

Resolutie van het Europees Parlement met opmerkingen bij de besluiten waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003 — 2003/2189(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de jaarrekeningen en financiële balansen van het zesde, zevende en achtste Europese Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2002 (COM(2003) 475 — C5-0496/2003),

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en de Rekenkamer van 7 augustus 2003 betreffende financiële gegevens over het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds 2002 (COM(2003 491 — C5-0619/2003),

gezien het jaarlijks verslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in het begrotingsjaar 2002, vergezeld van de antwoorden van de instelling (C5-0584/2003) (1),

gezien de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer inzake het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0584/2003),

gezien het jaarverslag 2003 van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het communautair ontwikkelingsbeleid en de uitvoering van buitenlandse hulp (COM(2003) 527),

gezien zijn resolutie van 1 maart 2001 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap (2),

gezien het jaarlijkse activiteitenverslag 2002 van het Samenwerkingsbureau EuropeAid,

gezien de aanbevelingen van de Raad van 9 maart 2004 betreffende de aan de Commissie voor het financieel beheer van de Europese Ontwikkelingsfonds te verlenen kwijting voor het begrotingsjaar 2002 (C5-0146/2004, C5-0147/2004, C5-0148/2004),

gelet op artikel 33 van het Intern Akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap in het kader van Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst, (3)

gelet op artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 (4) van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst,

gelet op artikel 93 en 93 bis, derde streepje, en Bijlage V van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A5-0183/2004),

A.

overwegende dat de Commissie krachtens artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 alle nodige maatregelen dient te treffen om gevolg te geven aan de opmerkingen in het kwijtingsbesluit en, op verzoek van het Europees Parlement, verslag dient uit te brengen over de maatregelen die zij naar aanleiding van deze opmerkingen heeft genomen,

B.

overwegende dat de huidige Commissie in september 1999 is aangetreden, dat zij de hervorming van het beheer van de externe steun van de Gemeenschap is gestart in mei 2000 (5), en dat zij de hervorming van het ontwikkelingsbeleid van de EG is gestart in november 2000 (6),

C.

overwegende dat met de in Cotonou op 23 juni 2000 (7) ondertekende Partnerschapsovereenkomst tussen de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds (Overeenkomst van Cotonou), die in werking is getreden op 1 april 2003, de hulpverlening aan de ACS-landen is hervormd en sterker gericht is op vermindering van de armoede,

D.

overwegende dat vanwege het lange ratificatieproces voor de Overeenkomst van Cotonou, het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor de periode 2000-2005 eind 2002 nog niet in werking was getreden, waardoor de Commissie in 2002 noodgedwongen gebruik moest maken van de middelen van het achtste EOF om financieringsbesluiten op basis van de programmering van het negende EOF uit te voeren,

E.

overwegende dat de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU op haar bijeenkomst van 11 tot 15 oktober 2003 in Rome een resolutie heeft aangenomen over het gebruik van het Europees Ontwikkelingsfonds (8), waarin de Commissie werd verzocht de besteding van middelen te versnellen;

Betrouwbaarheidsverklaring

1.

stelt vast dat de Rekenkamer van oordeel is dat de in de rekeningen opgenomen ontvangsten, de aan de EOF's toegewezen bedragen en de verplichtingen en betalingen van het begrotingsjaar over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn;

2.

merkt op dat de Rekenkamer tot haar oordeel is gekomen op grond van een analyseren en tests van de toezichtsystemen en -controles van de Commissie en onderzoek naar een aantal onderliggende verrichtingen in Brussel en ter plaatse in zes geselecteerde ACS-staten;

3.

steunt de benadering van de Europese Rekenkamer om hoge prioriteit te geven aan het analyseren van de toezichtsystemen en -controles;

4.

steunt het voornemen van de Rekenkamer om ter plaatse in ACS-landen controles uit te voeren; verzoekt de Rekenkamer ervoor te zorgen dat alle delegaties van de Commissie binnen een beperkt aantal jaren worden bezocht en gecontroleerd;

5.

merkt op dat de Rekenkamer een aantal kritische opmerkingen maakt met betrekking tot de volgende punten:

a)

de Commissie heeft de gebreken in de taakomschrijving, rapportage en follow-up van controleverslagen over de EOF-verrichtingen onvoldoende aangepakt,

b)

essentiële controles worden niet altijd op betrouwbare wijze verricht door de nationale ordonnateur en/of het hoofd van de delegatie,

c)

er bestaat geen informatie over het toezicht en er zijn geen prestatie-indicatoren voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het beheer van de overheidsfinanciën in de ACS-staten, waardoor de Rekenkamer geen oordeel kan geven over de besteding van de rechtstreekse begrotingssteun,

d)

de directeur-generaal van het Samenwerkingsbureau EuropeAid (AIDCO) had niet voldoende gegevens tot zijn beschikking toen hij zonder enig voorbehoud in het jaarlijks activiteitenverslag 2002 van AIDCO verklaarde dat de ingevoerde controleprocedures de noodzakelijke garanties boden inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen,

Verklaring van de directeur-generaal van AIDCO

6.

constateert met voldoening dat het jaarlijks activiteitenverslag en de verklaring van de directeur-generaal van AIDCO voor 2002 ook betrekking hebben op het EOF, ook was het handvest van de gedelegeerde ordonnateurs op dat moment niet van toepassing op EOF-verrichtingen; stelt voorts vast dat de Rekenkamer — uit methodologisch oogpunt — van mening is dat de directeur-generaal van AIDCO nog niet over alle nodige informatie beschikte met betrekking tot de uitvoering, de wettigheid en de regelmatigheid van de verrichtingen ter plaatse, om de volgende redenen:

a)

het beheer van de middelen door de ACS-staten was nog niet onderworpen aan een risico-analyse en een geformaliseerde beoordeling, met name in het kader van de besteding van begrotingssteun. AIDCO was nog niet in staat te bepalen in hoeverre internecontrolenorm nr. 17 betreffende toezicht ten uitvoer was gelegd met betrekking tot de door de delegaties en nationale ordonnateurs beheerde verrichtingen;

b)

de reikwijdte en de resultaten van de externe accountantscontroles worden gemeten noch geanalyseerd. Deze externe controles zijn nog steeds niet opgenomen in het toepassingsgebied van interne controlenorm nr.21 betreffende de controleverslagen;

c)

de terug te vorderen bedragen worden niet geboekt en worden niet altijd vastgesteld, waardoor een correcte vereffening van de voorschotten niet is gewaarborgd.

verzoekt de Directeur-generaal van AIDCO bovengenoemde door de Rekenkamer gesignaleerde tekortkomingen aan te pakken;

7.

merkt op dat de Commissaris voor Ontwikkeling en humanitaire hulp het niet tot zijn taken rekent te garanderen dat de directeur-generaal van AIDCO een betrouwbare verklaring opneemt in het jaarlijks activiteitenverslag van AIDCO,

8.

is van mening dat de opvatting van de Commissaris voor Ontwikkeling en humanitaire hulp op dit punt niet strookt met de gedragscode voor Commissarissen en diensten, waarin is vastgelegd dat directeuren-generaal verantwoording moeten afleggen aan hun Commissaris over de deugdelijke tenuitvoerlegging van de beleidsrichtsnoeren zoals vastgesteld door de Commissie en de Commissaris;

9.

twijfelt aan de waarde van een dergelijke verklaring als er geen enkel gevolg voor de directeur-generaal is verbonden aan ernstige kritiek op de aanpak van de uitwerking van de verklaring;

Begrotingssteun

10.

stelt vast dat het aandeel van de begrotingssteun in de uitgevoerde primaire verplichtingen is gestegen van 14 % in 2001 naar 23 % in 2002; merkt op dat de Commissie voornemens is dit aandeel in de komende jaren verder te verhogen;

11.

erkent dat begrotingssteun doeltreffend kan zijn voor het bereiken van de doelstellingen met betrekking tot vermindering van de armoede en beter beheer van de overheidsfinanciën in de ontvangende landen, onder meer door vergroting van het eigenaarschap (ownership) van het ontvangende land;

12.

merkt op dat volgens de Overeenkomst van Cotonou rechtstreekse begrotingssteun voor macro-economische of sectorale hervormingen wordt verleend indien (9):

a)

het beheer van de overheidsuitgaven op voldoende transparante, verantwoorde en doeltreffende wijze geschiedt;

b)

er sprake is van een door het land zelf goed uitgewerkt macro-economisch of sectoraal beleid dat door de belangrijkste donoren is goedgekeurd; en

c)

overheidsopdrachten op open en transparante wijze worden gegund;

13.

erkent dat wanneer middelen voor begrotingssteun aan een ACS-land zijn verstrekt, deze middelen worden besteed en gecontroleerd volgens nationale controleprocedures en niet volgens die van het EOF; beseft dat dit noopt tot een verandering in de follow-up-procedures van de Commissie, namelijk een vervanging van traditionele controles van verrichtingen door een beoordeling van het beheer van de overheidsfinanciën gebaseerd op toezichtsgegevens en prestatie-indicatoren; merkt echter op dat de Rekenkamer van oordeel is dat de criteria voor het verstrekken van middelen voor begrotingssteun hoofdzakelijk uit macro-economische indicatoren bestaan, die slechts gedeeltelijke informatie over het beheer van de overheidsfinanciën verschaffen, en dat er geen afzonderlijke, duidelijke analyse en evaluatie van de kwaliteit van het beheer van de overheidsfinanciën wordt gemaakt;

14.

is ernstig bezorgd dat de Commissie de verstrekking van begrotingssteun uitbreidt terwijl de Rekenkamer — bij ontstentenis van toezichtsgegevens en prestatie-indicatoren voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het beheer van de overheidsfinanciën in de ACS-staten — geen advies kan geven over de besteding van de rechtstreekse begrotingssteun door de ACS-landen;

15.

heeft vernomen dat andere donoren het gebruik van begrotingssteun ook uitbreiden en dat de Commissie samen met deze donoren, met name de Wereldbank, werkt aan de ontwikkeling van prestatie-indicatoren;

16.

verzoekt de Commissie deze samenwerking met andere donoren voort te zetten, teneinde te zorgen voor een geharmoniseerde benadering door de donoren tegenover de ACS-landen — niet alleen met betrekking tot prestatie-indicatoren maar ook met betrekking tot vereisten voor de ACS-landen betreffende bijvoorbeeld controles en verslaglegging;

17.

steunt het voornemen van de Rekenkamer om in 2004 een speciaal verslag uit te brengen over de besteding van begrotingssteun;

18.

verzoekt de Commissie om in haar mededeling inzake financiële informatie over de EOF's voor het begrotingsjaar 2003 een lijst op te nemen van landen die begrotingssteun hebben ontvangen, inclusief informatie over eventuele inhouding van tranches van deze steun; verzoekt de Commissie voorts in deze mededeling voor elk land dat rechtstreekse begrotingssteun ontvangt aan te geven of is voldaan aan de drie belangrijkste voorwaarden voor deze steun, zoals geformuleerd in artikel 61, lid 2, van de Overeenkomst van Cotonou;

19.

verzoekt de Commissie vóór 1 september 2004 verslag uit te brengen over de stand van de werkzaamheden binnen het Public Expenditure and Financial Accountability Program (PEFA), en informatie te verstrekken over de uiterste termijn voor overeenstemming over een definitieve lijst van prestatie-indicatoren voor het beheer van overheidsfinanciën;

20.

verzoekt de Commissie — in verband met de komende onderhandelingen over mogelijke wijzigingen van de Overeenkomst van Cotonou — een dialoog aan te gaan met de ACS-landen over de mogelijkheid begrotingssteun afhankelijk te stellen van de toezegging van het ontvangende land dat het 5 % tot 10 % van de ontvangen begrotingssteun zal besteden aan maatregelen voor institutionele ondersteuning;

Hoogste controleorganen

21.

herhaalt zijn standpunt dat het van belang is de hoogste controleorganen van de ACS-landen te betrekken bij de EOF-controle (10);

22.

stelt vast dat de Rekenkamer het betreurt dat de Commissie geen duidelijke gestructureerde aanpak heeft voor het versterken van de nationale controle- en auditorganen;

23.

verzoekt de Commissie informatie over de middelen die zijn besteed aan projecten waarbij de hoogste controleorganen zijn betrokken op te nemen in een mededeling inzake financiële informatie over de EOF's voor het begrotingsjaar 2003;

24.

verzoekt de Commissie te overwegen verlening van begrotingssteun te koppelen aan de voorwaarde dat een ACS-land akkoord moet gaan met de invoering van een meerjarenprogramma voor de oprichting en/of versterking van een hoogste controleorgaan;

Decentralisatie van het beheer van hulp en steun

25.

steunt het decentralisering van hulpmiddelen en beslissingsbevoegdheden naar de delegaties van de Commissie; verwacht dat deze zal bijdragen tot nog hogere uitvoeringsniveaus van verplichtingen en betalingen dan de percentages die de Commissie in 2002 heeft behaald; is zich ervan bewust dat de decentralisering nog loopt en naar verwachting volledig in 2004 volledig zal zijn afgerond;

26.

benadrukt dat de controle- en evaluatiestrategie van de Commissie de verandering in het beheer van hulp en steun moet weerspiegelen en moet worden ondersteund door een risico-beoordeling; benadrukt voorts dat controles en evaluaties onafhankelijk en van hoge kwaliteit moeten zijn; verzoekt de Commissie haar werkdocument over risicobeoordeling over te leggen zodra het gereed is, uiterlijk op 1 juli 2004;

27.

benadrukt dat de hoofden van delegatie ervoor dienen te zorgen dat essentiële controles worden uitgevoerd en stappen dienen te ondernemen als de nationale ordonnateur niet voldoet aan de verplichting dergelijke controles uit te voeren; is bezorgd dat delegaties niet voldoende gekwalificeerd personeel tot hun beschikking hebben om nieuwe verplichtingen inzake financiële controle na te komen;

28.

is bezorgd dat het overzicht van het hoofdkwartier op de controle- en evaluatieactiviteiten in de delegaties ontoereikend is; merkt op dat de EOF-activiteiten naar verwachting in het eerste halfjaar van 2004 zullen worden opgenomen in het CRIS-systeem; merkt op dat de Rekenkamer verwacht dat het CRIS-systeem op de korte termijn geen oplossing zal bieden voor gebreken in de taakomschrijving, de controleverslagen en de follow-up van de controleresultaten; verzoekt de Commissie het Parlement vóór 1 september 2004 te laten weten of: 1) het proces van koppeling van het OLAS-boekhoudsysteem met het CRIS-systeem is geslaagd, en 2) of controles in verband met EOF-middelen zijn opgenomen in het CRISsysteem;

29.

betreurt dat de Commissie niet systematisch controles en evaluaties van de delegaties verzamelt en daardoor niet tijdig heeft kunnen reageren op een verzoek van de rapporteur om een aantal controle- en evaluatieverslagen te ontvangen; beschouwt dit als een bevestiging dat het hoofdkwartier onvoldoende zicht heeft op de controle- en evaluatieactiviteiten; merkt op dat een lijst van controles die de rapporteur heeft ontvangen in een aantal gevallen onjuiste informatie bevat over de prijs van een controle, de omvang van het desbetreffend project, enz.; beschouwt dit een nadere bevestiging dat het hoofdkwartier onvoldoende zicht heeft op de controle-activiteiten;

30.

verzoekt de Commissie vóór 1 juli 2004 een gestructureerd plan voor te leggen voor de wijze waarop het hoofdkwartier controle kan uitoefenen op de controles van de delegaties in een gedecentraliseerd beheerssysteem; beklemtoont dat financiële controles en evaluaties door het hoofdkwartier moeten worden gecoördineerd, gecontroleerd en van follow-up worden voorzien; is met name bezorgd over het kennelijke gebrek aan systematische follow-up van controles en evaluaties;

31.

verzoekt de Commissie vóór 1 juli 2004 een lijst over te leggen van controles en evaluaties die in 2003 door delegaties en hoofdkwartieren zijn uitgevoerd, en informatie te verstrekken over de follow-up die is gegeven aan controles en evaluaties; benadrukt dat de gevraagde lijst uitsluitend daadwerkelijk uitgevoerde controles en evaluaties mag bevatten en geen controles die slechts gepland zijn;

32.

stelt vast dat de Commissie er niet zeker van is of zij over alle informatie inzake door delegaties uitgevoerde controles (11) beschikt; verzoekt de Commissie informatie te verstrekken over hoe dit probleem is opgelost wanneer zij het Parlement de lijst met in 2003 uitgevoerde evaluaties doet toekomen;

Implementatie, RAL's en opneming van het EOF in de begroting

33.

acht de hoogte van de niet bestede EOF-middelen, momenteel 11,3 miljard euro (12), betreurenswaardig voor een fonds dat gericht is op hulpverlening aan veel van de armste landen in de wereld; is zich bewust van de factoren die het de Commissie beletten dit probleem te corrigeren, zoals de verantwoordelijkheid van de nationale ordonnateur (NO) voor het verwerken van facturen, de noodzaak van toestemming van de NO voor het vrijmaken van kredieten, de omstandigheden die de uitvoering van programma's bemoeilijken in bepaalde landen die in crisis verkeren en het ontbreken van enige tijdslimiet voor het gebruik van de middelen; erkent de waarde van de wijzigingen van het Financieel Reglement en de nieuwe financieringsovereenkomsten die tot doel hebben de RAL's in het 9e EOF onder controle te houden; benadrukt dat veel van deze problemen zouden worden opgelost als het EOF in de algemene begroting zou worden opgenomen;

34.

stelt vast dat de nog niet vastgelegde middelen krachtens het zesde, zevende en achtste EOF eind 2002 in totaal 2,9 miljard EUR, of 8,9 % van de totale middelen bedroegen, terwijl deze drie fondsen al respectievelijk 17, 12 en 5 jaar lopen;

35.

stelt vast dat de uitgevoerde secundaire verplichtingen (contracten) en betalingen 2,1 miljard euro respectievelijk 1,9 miljard EUR bedroegen en daarmee op een betrekkelijk hoog niveau bleven in vergelijking met eerdere jaren; beseft echter ook dat de hogere bestedingspercentages voornamelijk bereikt zijn omdat er meer begrotingssteun is verstrekt;

36.

merkt op dat de uitstaande verplichtingen — of RAL's (reste à liquider) eind 2002 8,4 miljard euro beliepen, waarvan 1,2 miljard EUR beschouwd werd als abnormale RAL's (13);

37.

verzoekt de Commissie in een mededeling over de financiële informatie over het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2003 een tabel op te nemen met de RAL's per sector en per jaar van vastlegging, en informatie te verschaffen over de hoogte van de abnormale RAL's en specifieke maatregelen die in 2003 zijn genomen om de abnormale RAL's te verminderen;

38.

is ingenomen met de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Naar de volledige integratie van de samenwerking met de ACS-landen in de EU-begroting” van 8 oktober 2003 (COM(2003) 590);

39.

is van mening dat het EOF in de algemene begroting van de Europese Unie wordt opgenomen, teneinde het EOF dezelfde status toe te kennen als andere onderdelen van het „acquis communautaire” en het huidige democratische tekort op te heffen;

40.

benadrukt dat opneming van het EOF in de algemene begroting van de Europese Unie niet alleen een grote politieke betekenis heeft, maar ook aanzienlijke voordelen op het gebied van begrotingsbeheer kan opleveren, bijvoorbeeld een efficiëntere implementatie door de mogelijkheid bestaande procedures te harmoniseren, meer flexibiliteit bij de uitvoering, een grotere transparantie van de totale communautaire hulp, en vermijding van de huidige complicaties in verband met de overgangsmaatregelen tussen EOF's;

41.

merkt op dat tegelijk met de start van de onderhandelingen over de nieuwe financiële vooruitzichten voor de Europese Unie en mogelijke wijzigingen van de Overeenkomst van Cotonou een nieuw financieel protocol volgend op het negende EOF moet worden vastgesteld, en dat dit een gelegenheid bij uitstek is om het EOF in de begroting op te nemen;

42.

verzoekt de Commissie en de lidstaten onverwijld een besluit over opname van het EOF in de begroting te nemen en ten uitvoer te leggen;

43.

acht het van essentieel belang dat de Commissie de uitvoering van verplichtingen en betalingen uit het EOF versnelt, zodat de Europese Gemeenschap en de lidstaten hun politieke verbintenissen ten aanzien van de ACS-landen kunnen nakomen en mogelijke complicaties in verband met de opname van het EOF in de begroting kunnen minimaliseren;

44.

verzoekt de Commissie een dialoog aan te gaan met de ACS-landen over de wijze waarop de RAL's kunnen worden weggewerkt, daarbij rekening houdend de specifieke problemen die kunnen ontstaan in verband met opname van het EOF in de begroting;

45.

benadrukt dat opname van het EOF in de begroting niet mag leiden tot een vermindering van de totale beschikbare middelen voor de ACS-landen; verzoekt de Commissie zorg te dragen voor transparantie, zodat de kwijtingsautoriteit ook in de toekomst kan blijven nagaan hoeveel middelen zijn uitgegeven aan de doelen die zijn vastgelegd in de Overeenkomst van Cotonou;

Armoedebestrijding

46.

vestigt de aandacht op de hoofddoelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de Gemeenschap, te weten terugdringing en uiteindelijke uitroeiing van de armoede (14); wijst op de steun van de Commissie en de lidstaten voor de millenniumdoelstellingen (MDG's) als middel om deze doelstelling te verwezenlijken; erkent voorts dat nauwlettend moet worden gecontroleerd of er voldoende middelen worden besteed aan gezondheidszorg en onderwijs op nationaal niveau;

47.

merkt op dat in de formulering van de uitgangspositie de eis wordt gesteld dat de 35 % ten goede moet komen aan „met name onderwijs en gezondheidszorg”, de twee belangrijkste sectoren in de MDG's; merkt voorts op dat de voor 2002 aan de DAC gemelde cijfers over de vastleggingen voor deze sectoren (15) ver van dit streefpercentage verwijderd blijven en dat de voorwaarden van structurele aanpassingsprogramma's hoogstwaarschijnlijk niet de reden vormen voor een zo groot verschil; geeft uiting aan zijn bezorgdheid over de verstrekte cijfers voor de EOF-vastleggingen (16) in deze sectoren; verzoekt de Commissie haar resultaten op dit gebied de komende jaren te verbeteren;

48.

betreurt dat de Commissie geen analyse heeft verschaft van haar bijdrage tot het bereiken van de millenniumdoelstellingen, maar zich in haar onderzoek (17) heeft beperkt tot het meten van de vooruitgang die de ontwikkelingslanden hebben geboekt bij het bereiken van deze doelstellingen; is van mening dat de beoordeling van de effectiviteit van Commissieprogramma's wordt bemoeilijkt door het ontbreken van een dergelijke analyse; wenst dat een analyse van de effectiviteit van hulpverlening wordt opgenomen in de tussentijdse herziening van de Overeenkomst van Cotonou;

Programmering

49.

feliciteert de Commissie met de resultaten van haar beoordeling van de betrokkenheid van nietoverheidsactoren (NSA's) bij het programmeringsproces voor het 9e EOF, waaruit blijkt dat er in 62 van de 68 landen raadplegingen zijn gehouden; merkt op dat echter slechts in 36 landen wijzigingen zijn aangebracht in de ontwerpen van strategiedocumenten voor deze landen, hetgeen vragen doet rijzen over de effecten van raadplegingen in de overige gevallen; roept in het bijzonder op tot regelmatig en formeel overleg met de parlementen van de ACS-landen en de Parlementaire Paritaire Vergadering ACS-EU;

CESD-contracten

50.

merkt op dat verschillende uit het EOF gefinancierde contracten in het kader van COMESA (Gemeenschappelijke Markt van Oostelijk en Zuidelijk Afrika) zijn getekend met een van de bedrijven die rechtstreeks betrokken zijn bij het Eurostat-schandaal; merkt op dat er over deze contracten ernstige vragen zijn gesteld in het definitieve IAS-rapport van oktober 2003;

51.

betreurt dat het permanente advies van Eurostat om gebruik te maken van het CESD geen aanleiding heeft gegeven tot bezorgdheid bij AIDCO ondanks hetgeen intern over dit bedrijf bekend was; beschouwt dit als weer een voorbeeld van onvoldoende transparantie en gebrek aan communicatie tussen de diensten van de Commissie;

52.

acht het zeer onbevredigend dat AIDCO geen opdracht tot invordering heeft gegeven voor het sinds 1999 uitstaande bedrag van 200 000 euro voordat het Eurostat-schandaal in juli 2003 uitbrak; verwacht dat de Commissie het Europees Parlement zo snel mogelijk laat weten of de opdracht tot invordering van het bedrag van 324 088 euro (gecumuleerde rente) bij het CESD is uitgevoerd;

53.

is evenwel verheugd dat AIDCO de contractuele betrekkingen met het bedrijf in kwestie heeft beëindigd;

ACS-secretariaat

54.

herinnert eraan dat de Rekenkamer in haar jaarverslag over het begrotingsjaar 2000 ernstige kritiek heeft geuit op het ACS-secretariaat, alsook op de door de Commissie op 9 maart 2000 ondertekende financiële overeenkomst voor 2000-2004 ten belope van 18 miljoen EUR ten behoeve van het ACS-secretariaat;

55.

herinnert aan de resolutie van het Europees Parlement over de kwijting voor het begrotingsjaar 2000 (18), waarin de Commissie werd verzocht het ACS-secretariaat ervan in kennis te stellen dat het, in alle gevallen, de definitieve uitspraken van de Belgische rechters over nog hangende zaken dient te respecteren;

56.

is ervan op de hoogte dat het ACS-secretariaat nog geen gehoor heeft gegeven aan een uitspraak van de Belgische rechter om schadevergoeding te betalen aan een voormalige werknemer, omdat het ACS-secretariaat zich beroept op diplomatieke onschendbaarheid; merkt op dat het ACS-secretariaat in beroep is gegaan bij het Belgische Hof van Cassatie; is het niet eens met de stelling dat diplomatieke onschendbaarheid het ACS-secretariaat de gelegenheid biedt zijn verplichtingen als werkgever niet na te komen;

57.

merkt op dat de bestaande financiële overeenkomst ten behoeve van het ACS-secretariaat eind 2004 afloopt; verzoekt de Commissie in een toekomstige financiële overeenkomst een bepaling op te nemen die ertoe strekt dat de overeenkomst wordt opgeschort als het ACS-secretariaat de definitieve uitspraak van de Belgische rechter niet uitvoert;

58.

verzoekt de Commissie de kwijtingsautoriteit vóór 1 juli 2004 in kennis te stellen van de resultaten van de contacten met het ACS-secretariaat, zoals hierboven gevraagd, alsook van de verwachte inhoud van een voorstel voor een toekomstige financiële overeenkomst ten behoeve van het ACS-secretariaat;

59.

verzoekt de Rekenkamer een vervolg te geven aan de opmerkingen over het ACS-secretariaat in haar jaarlijks verslag over het begrotingsjaar 2000; verzoekt de Rekenkamer tegelijkertijd te onderzoeken of de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU worden georganiseerd in overeenstemming met de beginselen van deugdelijk financieel beheer;

Vredesfaciliteit

60.

neemt kennis van het besluit van de ministerraad van de ACS-EU van 11 december 2003 over het gebruik van 250 miljoen EUR uit het budget voor lange-termijnontwikkeling van het negende EOF ten behoeve van de instelling van een vredesfaciliteit voor Afrika;

61.

juicht de instelling van een vredesfaciliteit voor Afrika toe, maar is bezorgd over het risico dat dit soort middelen voor andere dan de bedoelde doeleinden zal worden gebruikt, bijvoorbeeld voor militaire uitgaven; verzoekt de Commissie een dialoog aan te gaan met het Parlement over het gebruik van de vredesfaciliteit voor Afrika binnen het totale beleidskader voor ontwikkeling;

62.

verzoekt de Commissie in de jaarrekeningen de bedragen voor de Vredesfaciliteit voor Afrika te specificeren en de kwijtingsautoriteit — jaarlijks en tijdig, zodat deze informatie kan worden gebruikt in de kwijtingsprocedure — te informeren over het beheer van deze middelen en over de specifieke activiteiten die met deze middelen worden gefinancierd;

COB

63.

merkt op dat in het Financieel Protocol bij de Overeenkomst van Cotonou een bedrag van 90 miljoen euro is gereserveerd voor de financiering van de begroting van het COB (Centrum voor de Ontwikkeling van het Bedrijfsleven, het vroegere Centrum voor industriële ontwikkeling); merkt op dat de juridische status van het COB onduidelijk is en dat de doelstellingen van het centrum niet duidelijk zijn gedefinieerd; betreurt dat er nog steeds tekortkomingen zijn in het beheer en zwakheden in de interne en externe controle, ondanks de herhaaldelijke kritiek in verschillende audits van de afgelopen jaren; verzoekt de Commissie maatregelen te nemen naar aanleiding van deze kritiek die werd geleverd bij de eigen controles van de Commissie alsook in het jaarverslag over 2002 van de Rekenkamer.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 325.

(2)  PB C 277 van 1.10.2001, blz. 130.

(3)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

(4)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

(5)  Zie de Verklaring van de Raad en de Commissie over het ontwikkelingsbeleid van de Europese Gemeenschap, zoals vastgesteld door de Raad Algemene zaken (Ontwikkelingssamenwerking) op 10 november 2000.

(6)  Zie de Mededeling aan de Commissie over de hervorming van het beheer van buitenlandse hulp, goedgekeurd door de Commissie op 16 mei 2000.

(7)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(8)  PB C 26 van 29.1.2004, blz. 17.

(9)  Zie Overeenkomst van Cotonou, artikel 61, lid 2.

(10)  Zie paragrafen 21 t/m 24 van de resolutie met opmerkingen bij de besluiten waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor het financieel beheer van het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2001 (PB L 148 van 16.6.2003, blz. 3).

(11)  Zie het antwoord van de Commissie op vraag 75 in de antwoorden op de vragenlijst aan de Commissie met betrekking tot de kwijting 2002 — Deel II (PE 328.732/FIN2): „Het is onmogelijk om met enige mate van zekerheid te zeggen in hoeverre de bijgevoegde lijst, die gebaseerd is op door EG-delegaties in ACS-landen verstrekte gegevens, volledig is.”.

(12)  2,9 miljard EUR moet nog worden vastgelegd, terwijl 8,4 miljard EUR verband houdt met nog te betalen verplichtingen (RAL's).

(13)  Abnormale RAL's zijn verplichtingen ten aanzien waarvan de afgelopen twee jaar geen contracten zijn gesloten of bedragen betaalbaar gesteld, alsook verplichtingen die zijn aangegaan voor 1997 en nog steeds niet zijn uitbetaald, zie bovengenoemde mededeling van de Commissie over financiële informatie over het zesde, zevende en achtste Europees Ontwikkelingsfonds 2002, afdeling 3.1).

(14)  Het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie, conclusies van de 2304e zitting van de Raad (Ontwikkeling) van 10 november 2000.

(15)  4,1 % voor onderwijs en 3 % voor gezondheidszorg. Deze cijfers zijn inclusief sectorspecifieke begrotingssteun.

(16)  1 % voor onderwijs en 4 % voor gezondheidszorg.

(17)  Zie het Jaarverslag 2003 van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake het communautair ontwikkelingsbeleid en het verslag 2002 van de Europese Gemeenschap inzake buitenlandse hulp.

(18)  PB L 158 van 17.6.2002, blz. 28.

P5_TA(2004)0339

Kwijting 2002: Afdeling II — Raad

 

1.

Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling II — Raad (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 276, 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

verleent de secretaris-generaal van de Raad kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (beleidsuitgaven);

2.

legt zijn commentaar vast in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en het besluit en de resolutie te laten publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie (Serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling II — Raad (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2212(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 276, 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

wijst erop dat een uitgebreidere uitwisseling van informatie tussen de Raad en het Europees Parlement nodig is; is derhalve ingenomen met de bereidheid van de Raad om vóór de kwijtingsprocedure een informele dialoog tussen beide instellingen te organiseren;

2.

herinnert eraan dat de Commissie begrotingscontrole de Raad verzocht had de volgende documenten te doen toekomen: een lijst van met derden gesloten contracten, het volledige dossier van het contract met de grootste financiële implicaties, de geldende regelingen over het gebruik van dienstvoertuigen, alsmede de verslagen van de financieel controleur;

3.

neemt met onbegrip kennis van het antwoord dat de voorzitter van het Comité van permanente vertegenwoordigers op 11 december 2003 heeft gegeven op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole op 26 november 2003 had toegestuurd: „De vragen op uw vragenlijst onder het hoofdstuk Algemene vragen aan alle instellingen houden geen direct verband met de rekeningen van de Raad in het begrotingsjaar 2002 of het jaarverslag van de Rekenkamer over dat jaar. De Raad plaatst zich op het standpunt dat deze vragen buiten het kader van de kwijtingsprocedure vallen”;

4.

stelt voorts vast dat het jaarverslag van de Rekenkamer weliswaar algemene opmerkingen bevat over door de organen van de Gemeenschap gedane huishoudelijke uitgaven, maar geen specifieke opmerkingen over de begroting van de Raad; is verheugd over de aankondiging van de Rekenkamer dat haar volgende jaarverslag opmerkingen zal bevatten over de gedane huishoudelijke uitgaven van alle afzonderlijke organen van de Gemeenschap;

5.

benadrukt dat het verzoek om informatie aan de Raad volledig in overeenstemming is met de bepalingen van het Financieel Reglement (met name de artikelen 146 en 182);

6.

dringt er bij de Raad op aan de door de Commissie begrotingscontrole ingediende vragenlijst uiterlijk 1 juli 2004 te beantwoorden;

7.

neemt er kennis van dat de Raad met ingang van volgend jaar overeenkomstig artikel 86, lid 4 van het Financieel Reglement een verslag doet toekomen aan het Europees Parlement, waarin een samenvatting wordt gegeven van het aantal en de soorten uitgevoerde interne controles, de gedane aanbevelingen en het gevolg dat aan die aanbevelingen is gegeven;

8.

wil weten welke maatregelen de Raad in 2002 heeft getroffen om de analyse van het financiële beheer te verbeteren;

9.

herinnert eraan dat er in 2001 verschillen bestonden tussen de fysieke inventaris en de boekhoudkundige inventaris; vraagt of deze fouten hersteld zijn;

10.

wenst dat de Rekenkamer in de begroting van de Raad van 2003 passende aandacht schenkt aan de controle van het financieel beheer en van de inventaris;

11.

benadrukt het belang dat het Parlement hecht aan de mobiliteit van ordonnateurs, gezien de ervaringen in het verleden;

12.

is verheugd over de Gezamenlijke verklaring van de Commissie en het Europees Parlement van 25 november 2002 (4) waarin wordt bepaald dat het Europees Parlement tijdens het besluitvormingsproces van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) vooraf op de hoogte wordt gesteld, en vraagt zich af welke gevolgen dit gehad heeft voor de praktische samenwerking;

13.

herinnert opnieuw aan de door de Rekenkamer in haar Speciaal Verslag nr. 13/2001 over het beheer van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (5) op basis van haar bevindingen gedane aanbeveling dat het Europees Parlement, de Raad en de Commissie op interinstitutioneel niveau duidelijke operationele beginselen en regelingen dienen vast te stellen met betrekking tot de rol van de Commissie bij de uitvoering van het GBVB en dat de financiering van de GBVB-acties doorzichtiger zou moeten worden beheerd;


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  Aangenomen teksten van 19.12.2002, P5_TA(2002)0624, bijlage 1.

(5)  PB C 338 van 30.11.2001, blz. 1.

P5_TA(2004)0340

Kwijting 2002: Afdeling IV — Hof van Jusitie

 

1.

Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling IV — Hof van Justitie (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2213(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

verleent de Griffier van het Hof van Justitie kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

legt zijn commentaar vast in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en het besluit en de resolutie te laten publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie (Serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling IV — Hof van Justitie (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2213(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

neemt kennis van de antwoorden die het Hof van Justitie op 17 december 2003 heeft gegeven op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole op 26 november 2003 had toegestuurd;

2.

neemt er kennis van dat het Hof van Justitie met ingang van volgend jaar overeenkomstig artikel 86, lid 4 van het Financieel Reglement een verslag doet toekomen aan het Europees Parlement, waarin een samenvatting wordt gegeven van het aantal en de soorten uitgevoerde interne controles, de gedane aanbevelingen en het gevolg dat aan die aanbevelingen is gegeven;

3.

acht de maatregelen die het Hof op basis van het Speciaal Verslag 5/2000 van de Europese Rekenkamer (4) heeft getroffen juist; neemt kennis van het audit-verslag van boekhoudkundig controleur KPMG (5); neemt tevens kennis van het verslag van 21 oktober 2003 over de wijze waarop het Hof zijn bestaande gebouwen, nieuwe bouwprojecten, het onderhoud en de infrastructuur in het algemeen beheert, dat het Hof heeft doen toekomen aan het Europees Parlement;

4.

neemt kennis van de brief van 18 februari 2004 van de griffier van het Hof van Justitie aan de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole, waarin hij een reeks maatregelen aankondigt om zowel de in de afgelopen jaren geregistreerde verlenging van de procesduur tegen te gaan als rekening te houden met de uitbreiding; dringt er bij de griffier op aan om met betrekking tot de kwijtingsprocedure voor het begrotingsjaar 2003 tijdig een gedetailleerd voortgangsverslag voor te leggen aan het Europees Parlement;

Privé-gebruik van dienstvoertuigen

5.

stelt vast dat het Hof, naast de door hem of zijn president toegestane dienstreizen, de kosten voor het gebruik van dienstvoertuigen door zijn leden vergoedt tot een maximum van 30 000 kilometer per jaar (leden van het Gerecht van eerste aanleg: 25 000 km, de president van het Gerecht van eerste aanleg: 30 000 km);

6.

stelt vast dat leden van het Hof daarmee in het genot worden gesteld van financiële voordelen zonder dat de voor hun bezoldiging verantwoordelijke EU-ministerraad een dienovereenkomstig besluit heeft genomen;

7.

eist dat het Hof zijn regels vóór 1 juli 2004 dusdanig heeft aangepast dat zijn leden zelf de volledige kosten moeten dragen van privé-gebruik van dienstvoertuigen;

Salarisverhogingen door aanpassingscoëfficiënten

8.

neemt er kennis van dat de leden van het Hof op basis van een interne administratieve regeling de mogelijkheid hebben gecreëerd om te profiteren van een salarisverhoging doordat zij delen van hun bezoldiging niet naar een rekening in hun standplaats Luxemburg laten overmaken, maar naar rekeningen in andere EU-lidstaten en zo in aanmerking komen voor aanpassingscoëfficiënten;

9.

herinnert eraan dat dit een intern administratief besluit van het Hof is en niet kan worden beschouwd als onderdeel van zijn rechtspraak;

10.

herinnert er voorts aan dat dit besluit van het administratief comité van het Hof op 25 september 2002 werd genomen, maar dat het Europees Parlement en de Commissie op voorstel van de Raad uit het voorontwerp van begroting van het Hof voor 2003 (begrotingspost A-1090) vervolgens een toelichting hebben geschrapt die de toepassing van deze aanpassingscoëfficiënten „analoog aan de bepalingen van het ambtenarenstatuut” ook voor de leden van het Hof voorzag;

11.

stelt vast dat de begrotingsautoriteit daarmee duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking heeft gebracht dat zij verwachtte dat deze praktijk, die sinds 1 januari 2003 noch op grond van bepalingen van geldende verordeningen inzake de bezoldiging van de leden van de organen noch op grond van toelichtingen in de begroting is toegestaan, zou worden gestaakt;

12.

herinnert eraan dat de leden van de Commissie geen gebruik meer maken van de aanpassingscoëfficiënten en dringt er bij de leden van het Hof op aan dit voorbeeld te volgen;

13.

vraagt in dit verband welke vooruitgang het Hof geboekt heeft bij het creëren van een specifieke rechtsgrondslag voor de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten, zoals het Europees Parlement had geëist (6);

14.

is verheugd dat het Hof van Justitie dezelfde „klokkenluidersdoctrine” hanteert als de Commissie; merkt op dat een dergelijke doctrine alleen effectief is als de personeelsleden ervan op de hoogte zijn; moedigt het Hof van Justitie aan ervoor te zorgen dat deze informatie gemakkelijk toegankelijk is voor zijn personeel;

15.

verzoekt de Begrotingscommissie een deel van de huishoudelijke kredieten voor 2005 voor het Hof van Justitie in de reserve op te nemen als er geen bevredigend antwoord wordt gegeven op de bezorgdheid die in deze resolutie aan de orde wordt gesteld over het niet-officieel gebruik van dienstauto's en het systeem van salariscoëfficiënten.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB C 109 van 14.4.2000, blz. 1.

(5)  Schrijven aan de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole van 6.6.2003.

(6)  Resolutie van 8 april 2003, paragraaf 6 (PB L 148 van 16.6.2003, blz. 46).

P5_TA(2004)0341

Kwijting 2002: Afdeling V — Rekenkamer

 

1.

Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling V — Rekenkamer (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 143 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 en met name lid 4 van dit artikel,

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

verleent de Rekenkamer kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

legt zijn commentaar vast in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en het besluit en de resolutie te laten publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie (Serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling V — Rekenkamer (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2214(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 143 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 en met name lid 4 van dit artikel,

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

neemt kennis van de antwoorden die de Rekenkamer op 19 december 2003 heeft gegeven op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole op 26 november 2003 had toegestuurd;

2.

neemt voorts kennis van de aanvullende informatie die de voorzitter van de Rekenkamer in zijn brieven van 16 en 20 februari 2004 heeft verstrekt;

3.

neemt kennis van het verslag van de onafhankelijke boekhoudkundig controleur over de rekeningen van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002, alsmede van het certificaat van de onafhankelijke boekhoudkundig controleur betreffende de regelmatigheid en juistheid van de financiële staten per 31 december 2002 (4);

4.

benadrukt dat de samenwerking tussen het Parlement en de Rekenkamer bij de presentatie van het jaarverslag en de speciale verslagen verder verbeterd is;

5.

wijst erop dat zich bij de voltooiing van het K2-gebouw aanvankelijk een reeks financiële en managementsproblemen hebben voorgedaan die in het kader van de volgende uitbreiding moeten worden vermeden;

6.

neemt er kennis van dat de Rekenkamer in het kader van de uitbreiding van 15 naar 25 lidstaten een groter deel van haar werkzaamheden zal overhevelen naar haar controlegroepen;

7.

beveelt de leden van de Rekenkamer uitdrukkelijk aan toe te zien op een multinationale samenstelling van hun kabinetten en met name een van de beide hun ter beschikking staande attachéposten te laten bezetten door een persoon die niet dezelfde nationaliteit heeft als zij zelf;

Betrouwbaarheidsverklaring

8.

neemt er met tevredenheid kennis van dat de leden van de Rekenkamer bij hun ambtsaanvaarding verklaringen over hun financiële belangen overleggen die wezenlijk uitvoeriger en gedetailleerder zijn dan de overeenkomstige verklaringen van de leden van de Commissie of de leden van het Europees Parlement en die bovendien ook betrekking hebben op de gegevens van hun huwelijkspartners; acht het legitiem dat deze verklaringen niet gepubliceerd worden; verwacht echter dat deze verklaringen wel toegankelijk zijn voor de bevoegde instanties, indien tegen een lid van de Rekenkamer een onderzoek moet worden ingesteld;

9.

neemt er kennis van dat de Rekenkamer bij de controle van de huishoudelijke uitgaven voortaan de interne controlesystemen, de verslagen van de intern controleurs en een representatief aantal transacties zal evalueren;

10.

is zich bewust van het feit dat de betrouwbaarheidsverklaring van de Rekenkamer vooral berust op steekproeven en derhalve geen instrument is om gericht fraude en onregelmatigheden aan het licht te brengen, maar ertoe dient dat er een algemene inschatting van het financieel beheer van de gecontroleerde organen en instellingen kan worden gemaakt; herinnert eraan dat een dergelijke algemene inschatting alleen dan betrouwbaar is wanneer de steekproef van de gecontroleerde betalingen voldoende omvangrijk is;

11.

moedigt de Rekenkamer aan bij haar herziening van de jaarlijkse DAS-beoordeling en om in nauwe samenwerking met de overige instellingen bepaalde prestatie-indicatoren vast te stellen zodat vooruitgang van jaar tot jaar kan worden gemeten;

12.

verwacht van de Rekenkamer dat zij er bij de voorbereiding van haar jaarverslag en haar jaarlijkse betrouwbaarheidsverklaring voor zorgt dat haar oordeel gebaseerd is op de modernste internationale boekhoudkundige praktijken en beginselen;

13.

is verbaasd dat de Rekenkamer in zijn jaarverslag 2002 weliswaar informatie heeft verstrekt over de omvang van de steekproeven met betrekking tot de door haar gecontroleerde verrichtingen op het gebied van de landbouw, maar dat zij ook bij navraag geen informatie wilde verstrekken over het aantal gecontroleerde verrichtingen met betrekking tot de administratieve uitgaven van de instellingen;

14.

verzoekt de Rekenkamer voortaan het aantal door haar gecontroleerde verrichtingen uit te splitsen per instelling;

15.

verzoekt de Rekenkamer de structuur van het jaarverslag in overeenstemming te brengen met artikel 143, leden 3 en 4, van het Financieel Reglement, die als volgt luiden: „Het jaarverslag bevat een beoordeling van het financiële beheer. Het jaarverslag omvat evenveel afdelingen als er instellingen zijn. De Rekenkamer kan elke door haar dienstig geachte samenvatting of opmerking van algemene aard toevoegen”;

16.

herinnert de Rekenkamer eraan dat het Parlement informatie nodig heeft over ieder orgaan van de Gemeenschap, omdat het anders zijn taken in het kader van de kwijting niet kan verrichten; betreurt dat hier in het jaarverslag van de Rekenkamer geen rekening mee wordt gehouden en dat het jaarverslag geen specifieke informatie bevat over de administratieve uitgaven van de Raad, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en het Economisch en Sociaal Comité; acht dit alleen al om die reden niet gerechtvaardigd dat de Rekenkamer voor de decentrale agentschappen wel ieder jaar een afzonderlijk verslag opstelt;

17.

is verheugd over de aankondiging van de Rekenkamer om in haar jaarverslagen voortaan afzonderlijke hoofdstukken te wijden aan ieder orgaan van de Gemeenschap;

Lering trekken uit de zaak-Eurostat en fraudebestrijding

18.

neemt er kennis van dat de Rekenkamer in het verleden bij herhaling kritiek geuit heeft op afzonderlijke verrichtingen van Eurostat;

19.

wijst erop dat Eurostat echter als geheel nog nooit is onderworpen aan een uitvoerig en diepgaand onderzoek door de Rekenkamer; is bezorgd dat dit ook voor andere directoraten-generaal van de Commissie geldt en een van de oorzaken zou kunnen zijn van de misstanden in de Commissie;

20.

is bezorgd dat de audit-verslagen van de audit-eenheden in de directoraten-generaal van de Commissie in het verleden niet alleen niet bekend waren bij de leden van de Commissie, maar dat ook de Rekenkamer niet gestaan heeft op een stelselmatige toezending van deze verslagen; verzoekt de Rekenkamer deze verslagen in de toekomst uitvoerig te beoordelen en een samenvatting van de belangrijkste resultaten in haar jaarverslag te publiceren;

21.

verzoekt de Rekenkamer de uitbreiding van haar aantal leden van 15 tot 25 zodanig te benutten dat haar leden in de toekomst ieder directoraat-generaal van de Commissie uitvoerig zullen controleren;

22.

zou het zeer toejuichen wanneer de Rekenkamer uiterlijk bij de indiening van haar volgende jaarverslag zou aangeven welke leden voor welk directoraat-generaal de controleverantwoordelijkheid op zich nemen; acht dergelijke specifieke verantwoordelijkheden geenszins onverenigbaar met het collegiale karakter van de Rekenkamer, mits deze het laatste woord houdt;

23.

verzoekt de Rekenkamer haar interne besluiten over de samenwerking met OLAF in het licht van de bepalingen van het nieuwe ambtenarenstatuut te controleren, met name wat het recht van personeelsleden betreft om zich rechtstreeks met informatie tot OLAF te wenden; dringt er bij de Rekenkamer op aan het Parlement een kopie van de huidige bepalingen, alsmede van de geplande wijzigingen te doen toekomen;

24.

verzoekt de Rekenkamer om een advies over de vraag of, in verband met de in punt 9.23 van haar jaarverslag beschreven aanbestedingsprocedure van het Comité van de regio's, de bevoegde justitieautoriteiten moeten worden ingeschakeld omdat er sprake zou kunnen zijn van een naar Belgisch recht strafbare beperking van de vrijheid van deelname aan aanbestedingsprocedures (artikel 314 van het Belgisch wetboek van strafrecht);

Ontslag van een ambtenaar van de Rekenkamer

25.

herinnert eraan dat een ambtenaar van de Rekenkamer in april 2002 zeer ernstige beschuldigingen heeft geuit tegen leden en ambtenaren van zijn instelling;

26.

herinnert eraan dat een deel van de geuite beschuldigingen eerder al bekend was gemaakt aan het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF of al voorwerp van administratief onderzoek was geweest;

27.

stelt vast dat de overige door de ambtenaar geuite beschuldigingen volgens het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF niet konden worden bevestigd; stelt tevens vast dat het Parlement geen kennis heeft kunnen nemen van feiten die aanleiding zouden kunnen geven voor twijfel aan de verklaring van OLAF;

28.

neemt er kennis van dat de ambtenaar in de zomer van 2003 na een tuchtprocedure is ontslagen;

29.

beschouwt deze beslissing als een harde straf; herinnert eraan dat overeenkomstig artikel 90 en 91 van het Statuut een bezwaar kan worden aangetekend en een beroep kan worden ingesteld bij het Europees Hof van Justitie;

30.

eist in dit verband dat het ambtenarenstatuut van de Gemeenschap in die zin wordt gewijzigd dat informanten („klokkenluiders”) zich tot een instantie buiten hun eigen instelling moeten kunnen wenden zodat hun anonimiteit gehandhaafd blijft (5);

31.

wijst de Rekenkamer erop dat de wijze waarop is omgegaan met de ambtenaar ook moet worden beoordeeld in het licht van de stappen die de Rekenkamer heeft ondernomen tegen een voormalig lid dat op ernstige wijze zijn ambtelijke plichten zou hebben verzaakt;

32.

is verheugd dat de Rekenkamer dezelfde „klokkenluidersdoctrine” hanteert als de Commissie; merkt op dat een dergelijke doctrine alleen effectief is als de personeelsleden ervan op de hoogte zijn; moedigt de Rekenkamer aan ervoor te zorgen dat deze informatie gemakkelijk toegankelijk is voor haar personeel;

Procedure tegen een voormalig lid van de Rekenkamer

33.

herinnert eraan dat OLAF op initiatief van een lid van de Commissie begrotingscontrole in 2002 een onderzoek is gestart tegen een voormalige lid van de Rekenkamer;

34.

herinnert er tevens aan dat OLAF naar aanleiding van dit onderzoek de Luxemburgse justitie heeft ingeschakeld en dat deze procedure nog niet is afgerond; erkent dat de Rekenkamer werk maakt van de inning van onrechtmatig verworven middelen;

35.

wijst de Rekenkamer erop dat naast de Luxemburgse justitie ook het Europees Hof van Justitie ingeschakeld zou kunnen worden, zoals de Commissie gedaan heeft in het geval van een voormalig Commissielid; verwacht dat de Rekenkamer ook het Europees Hof van Justitie inschakelt om overeenkomstig artikel 247 van het EG-Verdrag te laten vaststellen of het voormalige lid zijn ambtelijke plichten op ernstige wijze heeft verzaakt;

Privé-gebruik van dienstvoertuigen

36.

verzoekt de Rekenkamer te bevestigen dat dienstvoertuigen op kosten van de Gemeenschapsbegroting uitsluitend voor dienstreizen worden gebruikt;

37.

neemt er kennis van dat de leden van de Rekenkamer naar verluidt dienstvoertuigen tot 40 000 kilometer per jaar kunnen gebruiken voor privé-doeleinden en dat blijkbaar niet kan worden uitgesloten dat zelfs vakantiereizen ten laste van de belastingbetaler komen;

38.

eist dat de Rekenkamer haar regels vóór 1 juli 2004 dusdanig heeft aangepast dat haar leden zelf de volledige kosten moeten dragen van privé-gebruik van dienstvoertuigen („non-official business”);

39.

wijst de Rekenkamer erop dat zij er, overeenkomstig artikel 276, lid 3, van het EG-Verdrag aan gehouden is alles in het werk te stellen om gevolg te geven aan deze eis;

Salarisverhogingen door aanpassingscoëfficiënten

40.

neemt er kennis van dat de leden van de Rekenkamer sedert 1 januari 2003 weer de mogelijkheid hebben gecreëerd om te profiteren van een aanzienlijke salarisverhoging doordat zij delen van hun bezoldiging niet naar een rekening in hun standplaats Luxemburg laten overmaken, maar naar rekeningen in andere EU-lidstaten en zo in aanmerking komen voor aanpassingscoëfficiënten; dit wordt gerechtvaardigd met een dienovereenkomstig besluit van zijn administratief comité;

41.

herinnert eraan dat dit een intern administratief besluit van het Hof van Justitie is en niet kan worden beschouwd als onderdeel van zijn rechtspraak;

42.

herinnert er voorts aan dat dit besluit van het administratief comité van het Hof op 25 september 2002 werd genomen, maar dat het Europees Parlement en de Commissie op voorstel van de Raad uit het voorontwerp van begroting van het Hof voor 2003 (begrotingspost A-1090) inmiddels een toelichting hebben geschrapt die de toepassing van deze aanpassingscoëfficiënten „analoog aan de bepalingen van het ambtenarenstatuut” ook voor de leden van het Hof voorzag;

43.

stelt vast dat de begrotingsautoriteit daarmee duidelijk en ondubbelzinnig tot uitdrukking heeft gebracht dat zij verwachtte dat deze praktijk, die sinds 1 januari 2003 noch op grond van bepalingen van geldende verordeningen inzake de bezoldiging van de leden van de organen noch op grond van toelichtingen in de begroting is toegestaan, zou worden gestaakt;

44.

herinnert eraan dat de leden van de Commissie geen gebruik meer maken van de aanpassingscoëfficiënten; dringt er bij de leden van de Rekenkamer op aan dit voorbeeld te volgen;

45.

verzoekt de Begrotingscommissie een deel van de huishoudelijke kredieten voor 2005 voor de Rekenkamer in de reserve op te nemen als er geen bevredigend antwoord wordt gegeven op de bezorgdheid die in deze resolutie aan de orde wordt gesteld over het niet-officieel gebruik van dienstauto's en het systeem van salariscoëfficiënten.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB C 259 van 28.10.2003, blz. 1.

(5)  Aangenomen teksten van 29.1.2004, P5_TA(2004)0049.

P5_TA(2004)0342

Kwijting 2002: Afdeling VI — Eurpees Economisch en Sociaal Comité

 

1.

Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VI — Economisch en Sociaal Comité (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2215(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

verleent de secretaris-generaal van het Economisch en Sociaal Comité kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

legt zijn commentaar vast in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en het besluit en de resolutie te laten publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie (Serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2215(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het nieuwe Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

neemt kennis van de antwoorden die het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) op 17 december 2003 heeft gegeven op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole op 26 november 2003 had toegestuurd;

2.

dankt het ESC voor de toezending van zijn interne voorschriften voor de uitvoering van de begroting en het handvest van de interne auditeur;

3.

neemt kennis van de verzekering van het EESC dat bij de afrekening van de reiskostenvergoedingen geen onregelmatigheden meer zijn opgetreden;

4.

neemt er kennis van dat het EESC op 10 december 2003 een statuut voor zijn leden heeft vastgesteld; verzoekt de Rekenkamer om een advies over de financiële gevolgen van de daarin opgenomen regelingen; verzoekt de Rekenkamer dit advies uiterlijk in het kader van haar jaarverslag over 2003 te presenteren;

5.

juicht toe dat het EESC rekenschap heeft afgelegd over de mate waarin de in de periode 1998-2002 gestelde doelen zijn verwezenlijkt (4); is ervan overtuigd dat een kritische evaluatie van de activiteit ertoe kan leiden dat de zichtbaarheid van de werkzaamheden van het ESC wordt vergroot;

6.

bedankt het EESC voor het verslag over de vooruitgang die geboekt is bij de renovatie van het Belliard-gebouw van 26 juni 2003 (5); volgens dit verslag zal het Belliard-gebouw op 31 mei 2004 worden overgedragen; verzoekt echter om opheldering over het advies van de financieel controleur met betrekking tot de uitvoering van de begroting 2002: „Er zijn tekortkomingen geconstateerd en gesignaleerd bij het beheer van het Belliard-dossier die ertoe leiden dat de Comités de grip op bepaalde aspecten van het dossier verliezen” (6);

7.

juicht toe dat beide Comités erin geslaagd zijn de betalingen aan de eigenaar van het Belliardgebouw, Cofinimo, te vervroegen om de schuld sneller te kunnen aflossen;

8.

vraagt het EESC of het in 2002 de inventaris heeft geactualiseerd, en of de Rekenkamer de inventaris heeft gecontroleerd, zoals het Parement had geëist (7).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  De activiteiten van het secretariaat van het ESC in de periode 1998-2002, verslag ingediend bij het Bureau op 17.9.2002;.

(5)  Nota ter attentie van de Commissie begrotingscontrole, verslag over de stand van zaken met betrekking tot het Belliard-gebouw, 26.6.2003.

(6)  Antwoord op vragenlijst, vraag 4, algemene deel.

(7)  Resolutie van 8 april 2003, paragraaf 8 (PB L 148 van 16.6.2003, blz. 55).

P5_TA(2004)0343

Kwijting 2002: Afdeling VII — Comité van de Regio's

 

1.

Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VII — Comité van de regio's (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2216(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2001 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

verleent de secretaris-generaal van het Comité van de regio's kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

legt zijn commentaar vast in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en het besluit en de resolutie te laten publiceren in het Publicatieblad van de Europese Unie (Sectie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VII — Comité van de regio's (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2216(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

neemt kennis van de antwoorden die het Comité van de regio's op 16 december 2003 heeft gegeven op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole op 26 november 2003 had toegezonden;

2.

stelt vast dat de Rekenkamer in haar verslag over het begrotingsjaar 2002 dezelfde onregelmatigheden heeft geconstateerd als het Europees Bureau voor fraudebestrijding (paragraaf 9.23);

3.

herinnert eraan dat het Parlement het Comité van de regio's pas op 29 januari 2004 kwijting verleend heeft voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2001 (4), bovendien heeft het Parlement het Comité van de regio's in paragraaf 21 van de resolutie ter begeleiding van het kwijtingsbesluit opgeroepen: „... tijdig een volledig verslag te overleggen over het huidige kwijtingsbesluit zodat hiermee rekening kan worden gehouden in de context van de kwijtingsprocedure voor het begrotingsjaar 2002; (...)”;

4.

juicht toe dat er werkgroepen worden opgezet, waarin zowel personeel van de instelling als externe adviseurs zitting hebben, om zich te buigen over en oplossingen te vinden voor de verschillende structurele, administratieve en financiële problemen; blijft er echter van overtuigd dat zij niet zullen leiden tot substantiële verbeteringen zolang de administratieve cultuur dezelfde blijft; wijst erop dat, naar het voorbeeld van de Commissie in de Eurostat-zaak, een grondige revisie van het senior management, werkmethodes en naleving van interne audit-regels van essentieel belang is om een klimaat te creëren van hervorming en vernieuwing;

5.

verwacht een bevestiging van het Comité dat het zijn interne audit-eenheid heeft versterkt met de A7- en B5-posten waarmee het Parlement heeft ingestemd en wenst dat uitleg wordt gegeven over verdere vertraging in de aanwervingsprocedures;

6.

geeft uiting aan zijn algemene verbazing over het feit dat de bevindingen en aanbevelingen van OLAF terzijde zijn geschoven en stelt dat een echte hervorming begint met de erkenning van fouten en zwaktes in het verleden;

7.

merkt op dat het Europees Parlement in zijn resolutie (5) over het Comité van de regio's zeer kritisch is over de instelling; betreurt de behandeling van de financieel controleur, als vermeld in het OLAF-verslag;

8.

neemt er kennis van dat de voorzitter van het Comité van de regio's op 17 februari 2004 aan de voorzitter van de commissie en de rapporteur een werkschema heeft toegezonden inzake de administratieve hervorming die in de komende maanden moet worden doorgevoerd; wijst er nu reeds op dat in het kader van de kwijtingsprocedure voor het begrotingsjaar 2003 zal worden onderzocht in welke mate de maatregelen zijn omgezet; herinnert eraan dat de verbeteringen zo moeten worden aangebracht, dat de geboekte vooruitgang meetbaar is;

9.

bedankt het Economisch en Sociaal Comité (ESC) en het Comité van de regio's voor het verslag over de vooruitgang die geboekt is bij de renovatie van het Belliard-gebouw van 26 juni 2003 (6); volgens dit verslag zal het Belliard-gebouw op 31 mei 2004 worden overgedragen; wil weten waarom de financieel controleur in 2002 geen audit-verslag heeft ingediend; vraagt of er in 2002 opnieuw onregelmatigheden aan het licht gekomen zijn;

10.

bekritiseert het Comité van de regio's omdat het heeft nagelaten het personeel van de financieel controleur te vervangen of hem te voorzien van de nodige informatie om in 2002 een audit-verslag op te stellen;

11.

neemt er met tevredenheid kennis van dat het Comité van de regio's het modelbesluit betreffende de voorwaarden voor en de wijze van uitvoering van interne onderzoeken op het gebied van de bestrijding van fraude, corruptie en elke andere onwettige activiteit die schadelijk is voor de belangen van de Gemeenschappen zal overnemen;

12.

verzoekt het Comité van de regio's de nodige stappen te ondernemen om de volledige onafhankelijkheid van de financieel controleur te waarborgen;

13.

is in dit verband verheugd over het besluit van het Bureau van 10 februari 2004 om zijn bepalingen inzake „klokkenluiders” in overeenstemming te brengen met de regels die momenteel van kracht zijn in de Europese Commissie nl. dat ambtenaren zich tot een instantie buiten hun eigen instelling moeten kunnen wenden zodat hun anonimiteit gehandhaafd blijft;

14.

merkt op dat een dergelijke doctrine alleen effectief is als de personeelsleden ervan op de hoogte zijn; moedigt het Comité aan ervoor te zorgen dat deze informatie gemakkelijk toegankelijk is voor zijn personeel;

15.

herinnert eraan dat het bureau van het Comité van de regio's de zittende secretaris-generaal op 18 november 2003 heeft verzocht te onderzoeken of er disciplinaire maatregelen getroffen moeten worden tegen ambtenaren; bekritiseert dat dit administratieve onderzoek pas in april zal worden afgerond, maar dat de administratie wel al heeft kunnen vaststellen dat de intern controleur niet geobstrueerd en geïntimideerd is;

16.

herinnert aan zijn reeds aangehaalde resolutie van 29 januari 2004 en met name paragraaf 22, waarin erop wordt aangedrongen dat de voorzitter van het Comité van de regio's ervoor zorgt dat het ambt en de persoon van de intern controleur in het gehele orgaan worden geëerbiedigd en dat zijn advies en mening serieus worden genomen;

17.

neemt er kennis van dat het Comité van de regio's in 2003 een nieuw personeelsbeleid heeft ingevoerd; zal hierop terugkomen in zijn kwijtingsverslag voor het begrotingsjaar 2003;

18.

stelt vast dat het Comité van de regio's in 2002 ca. 100 000 euro voor studies heeft uitgegeven; vraagt hoe de onderwerpen werden uitgekozen en hoe de studies werden gebruikt; vraagt of het nut van de studies werd geëvalueerd.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PB L 57 van 25.2.2004, blz. 8.

(5)  Aangenomen teksten van 29.1.2004, TA_PROV(2004)0048.

(6)  Nota aan de Commissie begrotingscontrole, voortgangsverslag Belliard-gebouw van 26.6.2003.

P5_TA(2004)0344

Kwijting 2002: Afdeling VIII — Ombudsman

 

1.

Besluit van het Europees Parlement inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VIII — Ombudsman (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2217(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2001 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

verleent de Ombudsman kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

legt zijn commentaar vast in de begeleidende resolutie;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio's en de Ombudsman, en het besluit en de resolutie te laten publiceren in de wetgevingsreeks van het Publicatieblad.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

2.

Resolutie van het Europees Parlement ter begeleiding van het besluit inzake kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling VIII — Ombudsman (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2217(DEC))

Het Europees Parlement,

gelet op de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende de begroting voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden daarop van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Europese Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gezien de aanbeveling van de Raad van 9 maart 2004 (C5-0145/2004),

gelet op de artikelen 272, lid 10 en 275 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 22, leden 2 en 3 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en artikel 50 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3),

gelet op artikel 93 A van zijn Reglement en bijlage V hierbij,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0228/2004),

1.

neemt kennis van de antwoorden die de Ombudsman op 15 december 2003 heeft gegeven op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole op 26 november 2003 had toegezonden;

2.

acht het verstandig dat de Ombudsman een overeenkomst heeft gesloten met het Europees Parlement inzake samenwerking op het gebied van administratieve, budgettaire en financiële aangelegenheden;

3.

erkent dat de Ombudsman zijn best doet om de luchthavens van Frankfurt/Main en Zürich regelmatig zo goedkoop mogelijk te bereiken; verzoekt de Ombudsman het Parlement op de hoogte te stellen van de oplossing die zijn voorkeur heeft; verzoekt tegelijkertijd het Parlement na te gaan hoe het de Ombudsman hierbij kan assisteren;

4.

is verheugd dat de financieel controleur van mening is dat de Ombudsman de begroting in de jaren 2001 en 2002 op bevredigende wijze heeft uitgevoerd;

5.

is tevens verheugd dat de interne auditeur de nieuwe structuren en procedures voor het financieel beheer voor het begrotingsjaar 2003 aan een kritisch onderzoek zal onderwerpen;

6.

is verheugd dat de Ombudsman heeft toegezegd het jaarlijks activiteitenverslag van de hoofdordonnateur te doen toekomen aan de kwijtingsautoriteit.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

P5_TA(2004)0345

Kwijting 2002: Afdeling I (Europees Parlement)

 

1.

Besluit van het Europees Parlement over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling I — Europees Parlement (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2211(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de jaarrekening en de financiële balans voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gezien de verklaring van de Rekenkamer inzake de betrouwbaarheid van de rekeningen en de regelmatigheid en wettigheid van de onderliggende verrichtingen overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gelet op artikel 275 van het EG-Verdrag, artikel 78 quinquies van het EGKS-Verdrag en artikel 179 bis van het Euratom-Verdrag,

gelet op artikel 77 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en de artikelen 145, 146 en 147 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3) alsmede artikel 13 van de interne voorschriften voor de uitvoering van de begroting van het Europees Parlement (4),

gelet op artikel 89, lid 7 van het Financieel Reglement van 21 december 1977, volgens welk iedere communautaire instelling alle nodige stappen dient te nemen ingevolge de opmerkingen welke zijn opgenomen in de besluiten tot verlening van kwijting,

gelet op de artikelen 93 bis en 184, lid 3 van het Reglement, en bijlage V, in de versies die van kracht waren vóór 1 januari 2003 en vanaf die datum,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0218/2004),

1.

verleent zijn secretaris-generaal kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2002;

2.

formuleert zijn opmerkingen in bijgaande resolutie;

3.

geeft toestemming voor het verlenen van kwijting aan de ordonnateur voor het begrotingsjaar 2001 overeenkomstig de overgangsbepalingen (5) betreffende de kwijtingsprocedure met betrekking tot de periode vóór de inwerkingtreding van het nieuwe Financieel Reglement;

4.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de bijgaande resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer en de Ombudsman en te zorgen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PE 265.492/BUR/def.

(5)  Artikel 267 van de Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).

2.

Resolutie van het Europees Parlement bij het besluit tot het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2002 — Afdeling I — Europees Parlement (I5-0034/2003 — C5-0088/2004 — 2003/2211(DEC))

Het Europees Parlement,

gezien de jaarrekening en de financiële balans voor het begrotingsjaar 2002 (I5-0034/2003 — C5-0088/2004),

gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2002 en de antwoorden van de instellingen (C5-0583/2003) (1),

gezien de verklaring van de Rekenkamer inzake de betrouwbaarheid van de rekeningen en de regelmatigheid en wettigheid van de onderliggende verrichtingen overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (C5-0583/2003),

gelet op artikel 275 van het EG-Verdrag, artikel 78 quinquies van het EGKS-Verdrag en artikel 179 bis van het Euratom-Verdrag,

gelet op artikel 77 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 (2) en de artikelen 145, 146 en 147 van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 (3) alsmede artikel 13 van de interne voorschriften voor de uitvoering van de begroting van het Europees Parlement (4),

gelet op artikel 89, lid 7 van het Financieel Reglement van 21 december 1977, volgens welk iedere communautaire instelling alle nodige stappen dient te nemen ingevolge de opmerkingen welke zijn opgenomen in de besluiten tot verlening van kwijting,

gelet op de artikelen 93 bis en 184, lid 3 van het Reglement, en bijlage V, in de versies die van kracht waren vóór 1 januari 2003 en vanaf die datum,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A5-0218/2004),

A.

overwegende dat het Financieel Reglement, zoals goedgekeurd op 25 juni 2002, en het Reglement van het Parlement, zoals gewijzigd op 23 oktober 2002, met ingang van 1 januari 2003 van toepassing zijn wat betreft de bepalingen inzake de procedure voor de verlening van kwijting,

B.

overwegende dat de inhoudelijke bepalingen van het Financieel Reglement van 21 december 1977 en het in 2002 geldende Reglement nog steeds de bevoegdheden van de financiële actoren in 2002 regelden,

C.

overwegende dat het Reglement ingevolge de wijziging van 23 oktober 2002 bepaalt dat de kwijting wordt verleend aan de Voorzitter en niet meer aan de secretaris-generaal,

D.

overwegende dat deze wijziging echter niet met terugwerkende kracht kan worden toegepast daar zij een inhoudelijke bepaling inzake de verantwoordelijkheid betreft, en dat de kwijting voor het begrotingsjaar 2002 derhalve moet worden verleend aan de secretaris-generaal,

1.

neemt kennis van de cijfers waarmee de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2002 van het Europees Parlement worden afgesloten, te weten:

(in EUR)

Besteding kredieten

Kredieten voor het begrotingsjaar 2002

Uit het begrotingsjaar 2001 overgedragen kredieten

Artikel 7, lid 1, sub b) Financieel Reglement

Artikel 7, lid 1, sub a) Financieel Reglement  (5)

Beschikbare kredieten

 (6)992 310 000

136 621 422

Aangegane betalingsverplichtingen

977 212 022

Verrichte betalingen

876 911 049

126 254 342

Naar 2003 overgeboekte kredieten

 

 

 

Artikel 9 (lid 1 & 4) Financieel Reglement

100 300 973

 

 

Artikel 9 (lid 2a & 5) Financieel Reglement

3 3 02  900

Vervallen kredieten

11 795 078

10 367 080

Balans per 31 december 2002: 1 403 669 148

Uitvoering van de begroting

2.

complimenteert de secretaris-generaal met het doelmatige gebruik van de door het Parlement beschikbaar gestelde begrotingskredieten; bedankt al het personeel in het Parlement voor de doeltreffende ondersteuning van de leden tijdens de zittingsperiode 1999-2004;

3.

merkt op dat de voornaamste wijzigingen van de kredieten in de oorspronkelijk goedgekeurde begroting voor het jaar 2002 betrekking hadden op:

de Europese Conventie: voor de financiering hiervan was een aanvullende en gewijzigde begroting (nr. 1) nodig, die een begrotingslijn (Artikel 372) toevoegde aan Afdeling I van de begroting (Parlement) en voorzag in de overdracht van 1 miljoen euro uit Hoofdstuk 101,

voorbereidingen voor de uitbreiding, met inbegrip van „frontloading”-operaties, waardoor de Commissie op basis van een gewijzigde en aanvullende begroting in 2002 beschikbare kredieten kon gebruiken voor uitgaven die oorspronkelijk gepland waren voor 2003 en eenzelfde bedrag kon worden toegevoegd aan de begroting van het Parlement voor 2003;

4.

merkt op dat de ontvangsten van het Europees Parlement in 2002 67 256 006 EUR bedroegen (2001: 68 415 805 EUR);

5.

neemt kennis van de nota van de Rekenkamer van 17 november 2003, overeenkomstig artikel 39, lid 3 van het Financieel Reglement, waarin de vier visumweigeringen in 2002 werden geëvalueerd;

6.

wijst op de algemene conclusie die de Rekenkamer formuleert in het deel van het Jaarverslag 2002 over de administratieve uitgaven (paragraaf 9.14) met betrekking tot de testresultaten van een steekproef van verrichtingen uit het begrotingsjaar 2002, dat er behoudens specifieke bevindingen geen materiële fouten in de steekproef van onderzochte verrichtingen werden geconstateerd;

7.

steunt nog steeds het standpunt dat de dienst die tot dusver werd uitgevoerd door de financieel controleur, namelijk het ontdekken van fouten, nu ten minste geëvenaard moet worden door verificatieen correctiecapaciteit van de eigen diensten van de ordonnateurs;

Presentatie en inhoud van de rekeningen

8.

juicht de verbeterde leesbaarheid toe van de analyse van het begrotingsbeheer die gevoegd is bij de jaarrekeningen, zoals de Rekenkamer in voorgaande jaarverslagen had gevraagd;

9.

herhaalt zijn verzoek aan de secretaris-generaal — geformuleerd in paragraaf 16 van het kwijtingsbesluit 2001 van 8 april 2003 (7) — om verslag uit te brengen over de haalbaarheid van de publicatie op de website van het Parlement van de jaarrekeningen van het Parlement, en de analyse van het begrotingsbeheer;

10.

neemt kennis van het antwoord van de secretaris-generaal op vraag 37 van de vragenlijst voor de kwijting 2002 (PE 338 137) dat het dankzij de formele management- en controleprocedures in het Parlement tot eind 2002 (Aankoop- en gunningsadviescommissie, Financiële controle, Juridische Dienst) en het belang dat zowel door de Administratie als de controle-instanties wordt gehecht aan een gezond financieel beheer, onwaarschijnlijk is dat zich in het Parlement dezelfde soort situaties kunnen voordoen als bij Eurostat;

Verantwoord bestuur

11.

verwijst naar de stelling in paragraaf 3 van bovengenoemde kwijtingsresolutie voor 2001 „dat de kwijtingsprocedure niet alleen het management van de secretaris-generaal van het Parlement en de Administratie moet omvatten maar ook de besluiten die door de bestuurlijke organen van de Instelling, d.w.z. de Voorzitter, het Bureau en de Conferentie van voorzitters, zijn genomen”;

12.

merkt op dat overeenkomstig artikel 93 bis, eerste streepje van het Reglement de kwijting in de toekomst wordt verleend aan de Voorzitter van het Europees Parlement en niet aan de secretaris-generaal;

13.

meent dat er in het kader van de huidige discussies over verantwoord en institutioneel bestuur overtuigende redenen zijn om de verantwoordingsplicht aan te scherpen, niet alleen voor de ordonnateurs met betrekking tot de vastlegging en uitbetaling van begrotingskredieten, maar ook voor de politieke autoriteiten in gevallen waarin zij besluiten nemen met belangrijke financiële consequenties;

14.

wijst erop dat volgens het Financieel Reglement de ordonnateur tuchtrechtelijk verantwoordelijk en geldelijk aansprakelijk is voor zijn handelingen en nalatigheden in die hoedanigheid (artikel 65, lid 2); wijst er voorts op dat de gedelegeerde ordonnateur in de toekomst verantwoording aan zijn instelling moet afleggen in de vorm van een jaarlijks activiteitenverslag (artikel 60, lid 7);

15.

merkt op dat volgens de taakverdeling (8) van het Bureau nu sommige leden toezien op specifieke sectoren van de werkzaamheden van de Administratie, en de mogelijkheid hebben in die hoedanigheid deel te nemen aan onderhandelingen met een derde partij en namens de Instelling toezeggingen te doen (in overeenstemming met hun mandaat dat is vastgesteld door het Bureau) waarmee juridische en/of financiële verplichtingen worden aangegaan in zaken die potentieel belangrijke budgettaire gevolgen hebben;

16.

merkt op dat er momenteel geen omschrijving bestaat van de precieze praktische betekenis van de politieke verantwoordelijkheid van de organen van het Parlement met betrekking tot de uitoefening van bevoegdheden en het nemen van besluiten met belangrijke financiële gevolgen; verzoekt zijn bevoegde commissie en het Bureau zich over deze kwestie te buigen en concrete voorstellen te formuleren;

17.

is van mening dat met het oog op een grotere transparantie en verantwoordingsplicht deze voorstellen onder meer het volgende kunnen behelzen:

een jaarlijks financieel overzicht van de Voorzitter namens het Bureau (analoog aan het rapport van een bestuursraad van een bedrijf aan zijn aandeelhouders) met een uiteenzetting en bespreking van de belangrijkste financiële gebeurtenissen en tendensen, alsmede van positieve en negatieve ontwikkelingen in het betreffende begrotingsjaar;

een behandeling van de veranderingen die noodzakelijk zijn om de politieke verantwoordelijkheid voor financiële zaken hechter in de interne voorschriften voor voor de uitvoering van de begroting of in zijn Reglement te verankeren, mogelijk met inbegrip van de bepaling dat ondervoorzitters met verantwoordelijkheid voor managementfuncties een jaarlijkse verklaring moeten overleggen;

Follow-up kwijting 2001

18.

herinnert eraan dat het Parlement in paragraaf 11 van zijn kwijtingsresolutie van 10 april 2002 (9) zijn secretaris-generaal verzoekt de sectorbrief van de Rekenkamer en de antwoorden van de Administratie ter beschikking te stellen van de Commissie begrotingscontrole;

19.

merkt op dat dit verzoek volledig werd ingewilligd in de kwijtingsprocedure voor het begrotingsjaar 2001;

20.

meent dat het ontbreken van desbetreffende bepalingen in de interne voorschriften (10) voor de uitvoering van de begroting aangenomen door het Bureau op 4 december 2002 niet door de Administratie als argument kan worden aangevoerd om in het kader van de huidige kwijtingsprocedure niet te voldoen aan een verzoek in een eerdere tekst van hogere orde (resolutie van het Parlement van 10 april 2002);

21.

is van mening dat er geen redelijke bezwaren kunnen bestaan tegen de openbaarmaking van de sectorbrief aan de bevoegde commissie of haar rapporteur op vertrouwelijke basis wanneer het jaarverslag van de Rekenkamer eenmaal is gepubliceerd;

22.

verzoekt de secretaris-generaal duidelijke instructies te geven voor het conform de vertrouwelijkheidsprocedures doorsturen van sectorbrieven aan de bevoegde commissie in het kader van de kwijtingsprocedure voor het begrotingsjaar 2003;

Tenuitvoerlegging van het gewijzigde Financieel Reglement

23.

onderkent dat de Administratie erin geslaagd is alle maatregelen te nemen die nodig waren om het herziene Financieel Reglement in de praktijk te brengen in het korte tijdsbestek tussen de datum van goedkeuring (25 juni 2002) en de datum van inwerkingtreding (1 januari 2003); herinnert er echter aan dat het noodzakelijk is een diepgaande analyse te maken van de gevolgen van de toepassing van de uitvoeringsbepalingen van het nieuwe Financieel Reglement, om een herhaling te voorkomen van gevallen waarin in 2003 bepaalde zaken slecht functioneerden en waarbij de kwestie van de info-punten voor Europa genoemd kan worden als een voorbeeld van een geval waarin niet op de ontwikkelingen vooruit werd gelopen;

24.

a)

merkt op dat volgens artikel 13, lid 8 van de interne voorschriften (11) voor de uitvoering van de begroting van het Europees Parlement, aangenomen door het Bureau op 4 december 2002, het werkterrein van de intern controleur zich niet uitstrekt tot de omstandigheden waaronder gebruik is gemaakt van de kredieten van post 3701 „Secretariaatskosten, huishoudelijke uitgaven, voorlichtingsactiviteiten en uitgaven in verband met de fracties en de niet-ingeschreven leden”,

b)

merkt voorts op dat de herziene tekst van de regeling inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 3701, aangenomen door het Bureau op 30 juni 2003, in menig opzicht afwijkt van de bepalingen van het Financieel Reglement; is van mening dat elke afwijking van de algemene voorschriften in het Financieel Reglement gebaseerd moet zijn op verstandige juridische en praktische overwegingen,

c)

uit zijn voldoening over het verslag van de secretarissen-generaal van de fracties van 4 februari 2004, waarin deze een aantal wijzigingen voorstellen op de regels inzake het gebruik van de kredieten van begrotingspost 3701; is van mening dat deze aanpassingen een belangrijke stap zijn in de goede richting,

d)

verzoekt het Bureau de interne voorschriften van het Parlement en de regeling inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 3701 conform de voorstellen van de secretarissen-generaal meer op een lijn te brengen met de bepalingen van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften,

e)

verzoekt de secretarissen-generaal van de fracties tegen 1 juli 2004 opnieuw met een verslag te komen waarin wordt aangegeven hoe de nog resterende verschillen tussen het Financieel Reglement en de interne voorschriften van het Parlement kunnen worden weggewerkt, eventueel vergezeld van een aanbeveling omtrent de vraag hoe het Financieel Reglement en/of de interne voorschriften kunnen worden geamendeerd om recht te doen aan de specifieke status van de fracties,

f)

onderstreept met name de noodzaak de desbetreffende bepalingen inzake begrotingspost 3701 conform de aanwijzingen van het Hof van Justitie op strikt analoge wijze toe te passen voor niet-ingeschreven leden, teneinde iedere vorm van discriminatie bij het gebruik van deze gelden uit te sluiten;

25.

merkt op dat het werkprogramma voor 2003 van de intern controleur een onderzoek inhield naar het kader voor interne controle in het Parlement, met als belangrijkste doelstelling te evalueren in hoeverre dit in het algemeen voldoet aan de minimumnormen voor interne controle van de Instelling; merkt op dat zijn bevoegde commissie in kennis wordt gesteld van de resultaten van het onderzoek wanneer het jaarverslag van de intern controleur wordt uitgebracht;

26.

merkt op dat de Dienst Interne Controle een onderzoek uitvoert naar de aanbestedingsprocedure krachtens het nieuwe Financieel Reglement, waarvan de resultaten worden verwacht in de eerste helft van 2004; dringt erop aan dat de secretaris-generaal de bevoegde commissie van deze resultaten en de op grond daarvan vastgestelde vervolgmaatregelen in kennis stelt, zodra de procedures van de interne voorschriften zijn afgehandeld;

27.

juicht de toezegging van de secretaris-generaal (12) toe om in de toekomst de Commissie begrotingscontrole op verzoek afschriften te doen toekomen van de jaarlijkse activiteitenverslagen van de gedelegeerde ordonnateurs opgesteld overeenkomstig artikel 60, lid 7 van het Financieel Reglement;

Personeel en administratie

28.

verzoekt het Bureau ervoor te zorgen dat alle benoemingen op A1- en A2-posten plaatsvinden op een geheel open, transparante en competitieve wijze, waarbij vertegenwoordigers van het Personeelscomité als waarnemers aanwezig zijn in selectiecomités;

29.

herinnert eraan dat het Parlement er in paragraaf 28 van de resolutie over de kwijting voor 2001 bij de secretaris-generaal op heeft aangedrongen vóór 1 juli 2003 met voorstellen te komen om de situatie recht te zetten van voormalige LA-ambtenaren die met succes een intern vergelijkend onderzoek hebben afgelegd en vóór de invoering van het „décloisonnement” zijn overgestapt naar een A-post en aldus in de aanvangsrang van categorie A (A7) zijn geplaatst, ongeacht hun anciënniteit in de categorie LA; merkt op dat de secretaris-generaal in zijn antwoord van 18 februari 2004 heeft erkend dat deze LA-ambtenaren zijn benadeeld ten opzichte van andere LA-ambtenaren die wél van het „décloisonnement” gebruik hebben kunnen maken; verzoekt de secretaris-generaal derhalve, ter wille van het beginsel van niet-discriminatie tussen ambtenaren met concrete voorstellen te komen om het „geringe aantal” LA-ambtenaren die door hun ondernemingszin en dynamisme paradoxalerwijs in een zeer ongunstige positie zijn terechtgekomen te compenseren;

30.

juicht de werkwijze toe van een aantal afdelingen van het Directoraat Vertaling die zijn opgesplitst in gespecialiseerde teams die een afspiegeling zijn van de werkterreinen van de parlementaire commissies; merkt op dat dit systeem geleid heeft tot een verhoging van de productiviteit; verzoekt de Administratie van het Parlement te onderzoeken of dit systeem kan worden uitgebreid tot alle afdelingen van de vertaaldienst;

31.

wijst erop dat de veiligheidsmaatregelen als gevolg van de terroristische aanslagen van 11 september 2001 zijn aangescherpt; doet een beroep op de secretaris-generaal in het licht van de recente gebeurtenissen en het huidige internationale veiligheidsklimaat alle veiligheidsregelingen te herzien en aan te passen; daarbij moet worden vooruitgelopen op potentiële dreigingen, moeten plannen voor rampenbestrijding worden gemaakt onder inwinning van advies van deskundigen en moet er voor worden gezorgd dat goed opgeleid veiligheidspersoneel in de gebouwen van het Parlement te werk worden gesteld;

Boekhouding van de fracties

32.

wijst erop dat de fracties slechts ten dele hebben geantwoord op de vragenlijst die de Commissie begrotingscontrole hen in het kader van de kwijtingsprocedure 2002 heeft voorgelegd;

33.

is ingenomen met het feit dat de jaarrekeningen van de fracties nu gepubliceerd worden op de website van het Parlement; betreurt het echter dat er geen actie is ondernomen naar aanleiding van het verzoek in paragraaf 80 (d) van de resolutie van het Parlement van 8 april 2003 waarin werd verzocht de interne voorschriften van de fracties voor het gebruik van de kredieten van begrotingslijn 3701 ook op de website van het Parlement te publiceren;

34.

acht het ter vermijding van potentiële belangenconflicten noodzakelijk dat dezelfde accountantsbureaus geen aanverwante diensten verlenen;

35.

verzoekt de secretaris-generaal zich te beraden over de mogelijkheid om door een fractie ingeschakelde accountantsbureaus (of althans degenen die binnen individuele accountantsbureaus verantwoordelijk zijn voor de financiële controle bij die fractie) om de vijf jaar te laten rouleren;

36.

herinnert aan paragraaf 85 van zijn resolutie van 8 april 2003 waarin zijn ter zake bevoegde commissie wordt verzocht ook in het vervolg een deel van het jaarlijks kwijtingsverslag te wijden aan de boekhouding van de fracties en de niet-ingeschreven leden, en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan specifieke opmerkingen van de Rekenkamer in de het kader van de kwijting voor het begrotingsjaar 2002;

37.

wijst erop dat het jaarverslag 2002 van de Rekenkamer een gedeelte bevat waarin de follow-up van haar Speciaal Verslag nr. 13/2000 (13) over de uitgaven van de fracties van het Europees Parlement wordt onderzocht;

38.

merkt op dat in 2002 de kredieten op begrotingslijn 3701 volgens het besluit van het Bureau van 4 februari 2002 als volgt werden toegewezen:

Totaal beschikbaar:

34 988 000 EUR

Niet-ingeschreven leden:

1 154 604 EUR

Beschikbaar voor de fracties:

33 833 396 EUR

Fractie

Aantal leden

Totaal toegewezen 1/1/2002

Overgedragen van 2001 (14)

Uitgaven in 2002 (14)

Bestedingspercentage

Overgedragen naar 2003 (14)

PPE

232

12 922 519

7 234 352

15 870 767

122,82

4 775 841

PSE

179

10 067 849

7 592 863

13 575 568

134,84

4 573 736

ELDR

53

3 042 382

1 292 952

3 334 600

110,44

1 079 435

VERTS

45

2 656 812

2 313 851

4 105 303

155,20

952 607

GUE/NGL

44

2 684 778

1 923 255

3 650 792

135,37

1 081 653

UEN

22

1 328 517

1 034 056

2 009 402

151,25

383 067

EDD

18

1 130 539

717 208

1 456 489

128,83

465 517

TOTAAL

593

33 833 396

22 108 537

44 002 921

130,06

13 311 856

39.

herinnert eraan dat artikel 2.1.6. van de regeling (15) inzake het gebruik van kredieten van begrotingspost 3701 de fracties en de niet-ingeschreven leden toestaat een maximum van 50 % van de uit de begroting van het Europees Parlement ontvangen jaarlijkse kredieten over te dragen; merkt op dat geen enkele fractie de limiet van 50 % van de van 2002 naar 2003 over te dragen kredieten heeft overschreden (16);

40.

wijst op de volgende opmerking van de Rekenkamer over de boekhouding van 2002 van de fracties (Jaarverslag, paragraaf 9.29 e.v.):

de boekhouding wordt zowel op kas- als op transactiebasis gevoerd (soms een combinatie van beide); dit maakt een vergelijking moeilijk;

in de financiële staten ontbreekt de gedetailleerde informatie over gedecentraliseerde uitgaven die volgens het rekeningstelsel vereist is;

aanzienlijke vooruitgang is geboekt met de verstrekking van informatie over vaste activa in zowel de boekingsbescheiden van de fracties als het inventarissysteem van het Parlement zelf;

wat betreft de externe controle van de boekhouding van de fracties liepen de accountantsverklaringen voor de zeven boekhoudingen (gecertificeerd door vijf verschillende kantoren) inhoudelijk uiteen;

41.

deelt de mening dat de informatieve waarde van de jaarverslagen van de fracties over het gebruik van de kredieten nog steeds beperkt is, omdat de regels niet voorschrijven dat naast de financiële staten ook informatie moet worden verstrekt over de doelstellingen, de aard en de kosten van de gefinancierde hoofdactiviteiten;

42.

verzoekt zijn secretaris-generaal te rapporteren over de vraag of het haalbaar is een standaardformule in te voeren waarin is vastgelegd welke zaken moeten worden behandeld in

i)

de analyse van het begrotingsbeheer die gevoegd is bij de boekhouding van de fracties, en

ii)

de adviezen van de externe controleurs;

43.

verzoekt zijn bevoegde organen bij een herziening in de toekomst van de regelgeving voor begrotingspost 3701 het ontbreken van regels over algemene rapportage over het gebruik van de kredieten te corrigeren;

44.

meent dat tenzij en totdat de fracties een afzonderlijke rechtspersoon worden, de bedragen van de kredieten die worden overgedragen door de fracties onder de activa van de financiële balans van het Europees Parlement moeten worden opgenomen;

45.

merkt op dat de uitgaven van de nationale delegaties de helft van de totale uitgaven vertegenwoordigen en dat ingevolge specifieke bepalingen een controle ter plaatse is vereist naast de controles in het hoofdkantoor van de fracties; stelt voor de controlebepalingen van de betreffende regelgeving dienovereenkomstig te veranderen;

46.

merkt op dat krachtens artikel 1.6.2 van de Regeling (17) inzake het gebruik van de kredieten van begrotingspost 3701 de fracties maximaal 5 procent van hun jaarlijkse subsidie aan politieke partijen mogen geven; herinnert eraan dat volgens artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2004/2003 (18) een Europese politieke partij geen donaties uit de budgetten van de fracties in het Europees Parlement mogen accepteren; verzoekt zijn bevoegde organen bij de volgende herziening van de betreffende regelgeving rekening te houden met deze bepaling;

Niet-ingeschreven leden

47.

merkt op dat niet alle niet-ingeschreven leden de noodzakelijke documenten over het begrotingsjaar 2002 hebben overlegd aan de Administratie;

48.

wijst erop dat volgens artikel 2.9.6 van de geldende regelgeving inzake de niet-ingeschreven leden (19), de Administratie voor elk lid een staat van ontvangsten en uitgaven en een financiële balans moet opstellen waaruit de regelmatigheid van de boekhouding en de naleving van de voorschriften blijkt;

49.

herinnert eraan dat vóór de invoering van deze nieuwe regeling ieder niet-ingeschreven lid individueel verantwoordelijk was voor de indiening van de door de regeling inzake begrotingspost 3701 voorgeschreven verslagen en rekeningen;

50.

betreurt het dat de Administratie de verslagen en de boekhouding voor 2002 niet heeft kunnen doorsturen naar de bevoegde commissie omdat nog niet alle niet-ingeschreven leden een bevredigende verslaglegging van hun gebruik van de betreffende kredieten in 2002 hebben verstrekt;

51.

merkt op dat de boekhouding van de niet-ingeschreven leden, in tegenstelling tot die van de fracties, niet aan een externe controle hoeft te worden onderworpen;

52.

is van mening dat het gebruik door niet-ingeschreven leden van begrotingspost 3701 binnen het werkterrein van de intern controleur van het Parlement valt en dat artikel 13, lid 8 van de interne voorschriften van het Parlement voor de uitvoering van de begroting dienovereenkomstig moeten worden geïnterpreteerd;

Vergoedingen van de leden

53.

betreurt het dat de Raad het statuut van de leden niet heeft goedgekeurd , dat de steun van het Parlement had en een billijk stelsel voor alle leden zou zijn geweest;

54.

meent dat de invoering van een statuut van de leden, samen met een hervorming van de onkostenregeling , zoals ondersteund door het Parlement, de beste manier is om voor alle leden een gelijke en eerlijke behandeling te waarborgen; meent evenwel dat het uitblijven van een goedkeuring door de Raad het Parlement niet ontslaat van zijn verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de EU-middelen op eerlijke en transparante wijze worden besteed;

55.

verwijst naar paragraaf 104 van de bovengenoemde kwijtingsresolutie van het Parlement voor 2001 en naar de aanbeveling van de Rekenkamer dat er geen verschil mag zijn tussen de reiskosten die het Parlement uitbetaalt en de werkelijk door een lid gemaakte kosten, een kwestie die door het Bureau van het Parlement als enige instantie die bevoegd is om de nodige aanpassingen door te voeren in behandeling is genomen;

56.

verzoekt het Bureau en de Quaestoren over te gaan tot herziening van het gehele systeem van de kosten en vergoedingen van de leden, alsmede de wijze waarop controle wordt uitgeoefend, om te komen tot billijke en toereikende inkomstenbronnen voor wettig erkende parlementaire werkzaamheden, gebaseerd op een doorzichtig stelsel waarbij verantwoording wordt afgelegd en een efficiënte en niet-bureaucratische uitbetalingsprocedure;

57.

doet, bij ontbreken van overeenstemming over een gemeenschappelijk statuut van de leden, een beroep op het Bureau met spoed nieuwe regels aan te nemen inzake de betaling van kosten en vergoedingen en zich hierbij te baseren op het besluit van het Bureau van 28 mei 2003; is van oordeel dat deze nieuwe regels in werking moeten treden aan het begin van de volgende zittingsperiode en dat zij onder meer moeten voorzien in de vergoeding van reiskosten op basis van de werkelijk gemaakte kosten;

Secretatiaatsvergoeding

58.

merkt op dat volgens de Vereniging van parlementair assistenten van het Europees Parlement, de Rekenkamer, de financieel controleur van het Parlement zelf en de ondervoorzitter die verantwoordelijk is voor het assistentenstatuut, de heer Onesta, de nieuwe regeling inzake de uitbetaling van de secretariaatsvergoeding, die op 1 januari 2001 in werking is getreden, nog steeds een aantal problemen oplevert, zowel wat betreft de naleving van het Financieel Reglement en van de desbetreffende nationale wetgeving (belasting, sociale zekerheid, enz.) als uit een oogpunt van gebruiksvriendelijkheid; betuigt derhalve zijn voldoening over de op 9 februari 2004 door het Bureau goedgekeurde wijzigingen in de regeling inzake de uitbetaling van de secretariaatsvergoeding; verzoekt de secretaris-generaal erop toe te zien dat de nieuwe regeling strikt wordt nageleefd; is evenwel van mening dat de nieuwe eis dat dienstverleningscontracten, facturen of kostendeclaraties vergezeld moeten gaan van een attest dat het betrokken personeel reglementair is aangesloten bij een stelsel van sociale zekerheid en dat de belastingen en socialezekerheidsbijdragen op regelmatige wijze worden betaald, niet beperkt mag blijven tot contracten met een looptijd van meer dan zes maanden;

59.

is van mening dat zodra dit praktisch uitvoerbaar is alle betalingen aan parlementaire assistenten moeten worden verricht door de Administratie van het Parlement, of rechtstreeks of via een nationale uitbetalingsinstantie; wijst erop dat binnen een dergelijke regeling het lid verantwoordelijk blijft voor besluiten zoals aanwerving, ontslag, verlof en bezoldiging maar dat de Administratie van het Parlement de taak heeft ervoor te zorgen dat alle betalingen overeenstemmen met het Financieel Reglement en met de toepasselijke nationale voorschriften; merkt op dat volgens de Administratie van het Parlement (20) de kosten van een dergelijke regeling niet hoger zullen zijn dan 120 EUR per lid per maand;

60.

is voorts van mening dat met het oog op een maximale transparantie van het gebruik van de secretariaatsvergoeding alle assistenten die met deze vergoeding worden betaald geaccrediteerd moeten zijn bij het Parlement, en dat zonodig een nieuwe categorie „accreditatie op basis van kieskring” moet worden gecreëerd om dit mogelijk te maken; merkt op dat dientengevolge de namen van alle assistenten opgenomen moeten worden in het openbaar assistentenregister;

61.

verzoekt de secretaris-generaal de Europese Rekenkamer er binnen twee weken na de plenaire goedkeuring van deze resolutie door het Europees Parlement van in kennis te stellen welke geaccrediteerde assistenten in 2002 noch uit de secretariaatsvergoeding, noch uit enigerlei andere, in de verklaring tot bescherming van de financiële belangen genoemde bronnen zijn gefinancierd; verzoekt de Europese Rekenkamer in de door de secretaris-generaal onderzochte gevallen na te gaan uit welke bronnen deze assistenten zijn betaald en of zich daarbij inbreuken hebben voorgedaan op het Reglement van het Europees Parlement dan wel op de nationale voorschriften terzake;

62.

verzoekt de secretaris-generaal erop toe te zien dat de door de huidige EU-lidstaten opgelegde restricties inzake het vrije verkeer van werknemers uit de nieuwe lidstaten het leden uit de nieuwe lidstaten niet onmogelijk zullen maken assistenten uit hun eigen land aan te werven en de betrokken assistenten niet zullen beletten zich vrij te verplaatsen op het grondgebied van de Europese Unie;

Kwijting 2002: Afdeling I (Parlement), Dagvergoeding

63.

is van mening dat het centrale register dat beschikbaar is voor ondertekening door de leden voortdurend onder toezicht moet staan van een ambtenaar van het Parlement; stelt vast dat stappen zijn ondernomen om ervoor te zorgen dat dit thans het geval is;

64.

is van oordeel dat de verblijfsvergoeding een forfaitair bedrag is dat bedoeld is ter dekking van alle persoonlijke kosten die voor een lid ontstaan wanneer hij aan de parlementaire vergaderingen deelneemt, met inbegrip van taxikosten; acht derhalve de afzonderlijke taxivergoeding (waarbij kwitanties moeten worden voorgelegd) die in september 2003 werd ingevoerd en in januari 2004 werd verlengd overbodig en is van oordeel dat deze moet worden afgeschaft;

Ziektekostenverzekering

65.

wijst erop dat de leden krachtens de regelgeving van het Parlement recht hebben op een gratis ziektekostenverzekering zelfs als zij een beroep kunnen doen op nationale ziektekostenregelingen; meent dat de ziektekostenverzekering van het Parlement voor de leden een aanvullende verzekering zou moeten zijn op een nationale overheids- of particuliere ziektekostenverzekering, en zou moeten functioneren op basis van marktvoorwaarden; meent voorts dat leden die gebruik willen maken van de regeling van het Parlement een ziektekostenverzekeringspremie moeten betalen; is van mening dat een verandering in die zin van de regelgeving moet worden ingevoerd met ingang van het begin van de volgende parlementaire zittingsperiode;

Systeem van vooruitbetalingen

66.

is van mening dat het bestaande systeem van vooruitbetalingen, dat voorziet in betaling van aanvragen van de leden door de Administratie van het Parlement voordat de bewijsstukken die de aanvraag moeten staven zijn gecontroleerd, vervangen moet worden door een systeem van individuele rekeningen waarin alle bedragen die betaald moeten worden aan of door elk lid worden opgenomen en op basis waarvan eenmaal per maand een betaling aan de leden wordt gedaan;

67.

meent voorts dat zolang een dergelijk systeem niet is ingevoerd, en om rekening te houden met de bezwaren van de Rekenkamer, de bijdragen van de leden aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling afgetrokken moet worden van de verblijfsvergoeding en niet van de vergoeding voor algemene uitgaven;

Vergaderplaatsen van het Parlement

68.

verzoekt de Administratie van het Parlement het overleg met de buurtbewoners van de Leopoldswijk rond de gebouwen van het Parlement in Brussel voort te zetten en te intensiveren met het oog op de bouwwerkzaamheden voor het nieuwe D4 en D5-gebouw; meent dat de Administratie van het Parlement ervoor moet zorgen dat de leefomstandigheden niet beneden een onaanvaardbaar minimum komen ten gevolge van de bouwwerkzaamheden, en dat alles in het werk gesteld moet worden om aan de wensen van de plaatselijke bewoners tegemoet te komen wat betreft de toekomstige inrichting van, en toegang tot het gebied dat grenst aan de gebouwen van het Parlement;

Werkomgeving

69.

dringt erop aan dat de totaalevaluatie van het intern milieubeleid van het Parlement door het gespecialiseerde consultantbureau, die verwacht werd voor eind 2003 (21), wordt doorgestuurd aan de Commissie Begrotingscontrole;

70.

wijst erop dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie blootstelling aan tabak de oorzaak is van sterfte, ziekte en handicaps;

71.

neemt kennis van het besluit van de Europese Ombudsman van 23 januari 2004 over klacht 260/2003 tegen het Europees Parlement, dat een geval van wanbestuur constateert en concludeert dat „het Europees Parlement verzuimd heeft adequate maatregelen te nemen om te stimuleren dat de interne regelgeving inzake roken in de gebouwen van het Europees Parlement wordt nageleefd”;

72.

is van mening dat het onvermogen van het Europees Parlement om te zorgen voor de naleving van de rookvoorschriften een ernstige bedreiging vormt van de gezondheid van alle gebruikers van de gebouwen van het Europees Parlement en kan leiden tot aanzienlijke schadeclaims;

73.

neemt kennis van het besluit van de Commissie om met ingang van 1 mei 2004 voor al haar gebouwen (inclusief bars en restaurants) een rookverbod in te stellen; verzoekt de Administratie van het Parlement en het College van quaestoren met ingang van 1 mei 2004 voor alle publieke ruimtes in de gebouwen van het Parlement in de drie vergaderplaatsen eveneens een rookverbod in te voeren, en stelt zich op het standpunt dat er speciale rokersruimtes moeten worden ingericht;

74.

merkt op dat veel officiële documenten nog steeds in papiervorm onder de leden worden verspreid hoewel zij online beschikbaar zijn; wijst erop dat deze documenten veelal ongebruikt in de prullenbak belanden, en zo resulteren in een grote verspilling van geld en papier; verzoekt het College van Quaestoren de Administratie opdracht te geven de automatische algemene verspreiding van de volgende documenten te staken in zoverre zij ook online beschikbaar zijn en/of elektronisch kunnen worden doorgestuurd:

Commissiedocumenten

Raadsdocumente

Werkdocumenten en onderzoeksnota's van DG 2 en DG 3

Zittingsdocumenten

Mededelingen van de quaestoren, het Bureau en andere officiële mededelingen;

75.

dringt erop aan dat in plaats daarvan een beperkt maar voldoende aantal van deze documenten in papiervorm beschikbaar zijn bij de documentenbalie;

76.

dring aan op de invoering van een elektronisch systeem voor het plaatsen van handtekeningen, zodat de handtekening van een lid op documenten zoals amendementen en parlementaire vragen kan worden gezet zonder dat deze documenten in papiervorm hoeven te worden doorgestuurd.


(1)  PB C 286 van 28.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

(3)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(4)  PE 265.492/BUR/def.

(5)  Financieel Reglement van 21 december 1977.

(6)  Met inbegrip van de gewijzigde en aanvullende begrotingen nrs. 1/2002 en 6/2002.

(7)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 62.

(8)  PE 315.557/BUR/DEF — zie EP website: organen van het Parlement/ Bureau / Samenstelling.

(9)  PB L 158 van 17.6.2002, blz. 43.

(10)  PE 324.692/BUR/FIN, zie website DG 8.

(11)  PE 324.692/BUR/FIN, zie website DG 8.

(12)  Bron: antwoord van de secretaris-generaal op paragraaf 5 van de EP resolutie van 8.4.2003.

(13)  PB C 181 van 28.6.2000, blz. 1.

(14)  Met inbegrip van eigen middelen van de fracties, aanpassingen en terugvorderingen gedurende het jaar (bron: DG 8).

(15)  Notulen Bureau 1.2.2001.

(16)  Europees Parlement, DG 8.

(17)  Notulen Bureau 1.2.2001, 30.6.2003.

(18)  PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1.

(19)  Notulen Bureau 30.6.2003.

(20)  Bron: Vraag 5, vragenlijst kwijting 2002 (PE 338 137).

(21)  Antwoord van de secretaris-generaal op paragraaf 112 van EP resolutie van 8.4.2003.

P5_TA(2004)0346

Vennootschapsrecht en corporate governance

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance in de Europese Unie — Een actieplan (COM(2003) 284 — C5-0378/2003 — 2003/2150(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement (COM(2003) 284 — C5-0378/2003),

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Versterking van de wettelijke accountantscontrole in de EU (COM(2003) 286),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 februari 2004 over corporate governance en toezicht op financiële diensten — de affaire-Parmalat (1),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt en de adviezen van de Economische en Monetaire Commissie, de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie en de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0253/2004),

A.

overwegende dat in de mededeling van de Commissie belangrijke doelstellingen worden vastgelegd die aan de initiatieven van de EU op het vlak van de modernisering van het Europees vennootschapsrecht en de versterking van het ondernemingsbestuur ten grondslag moeten liggen,

B.

overwegende dat uit de recente gebeurtenissen in Japan en daarna in de Verenigde Staten en Europa waarbij belangrijke industriële groepen betrokken zijn (men denke met name aan de affaire-Parmalat) blijkt dat de transparantieregels, die het referentiekader moeten vormen voor het optreden van het Europese bedrijfsleven, beter omschreven moeten worden, en overwegende dat de consequenties hiervan met name worden gedragen door kleine aandeelhouders, deelnemers aan spaarfondsen, andere crediteuren en werknemers die hun baan en hun salaris verliezen

C.

overwegende dat in verband met de globalisering van de economie een kader van op internationaal niveau erkende beginselen en regels ter bescherming van de belangen van bedrijven, beleggers en werkenden noodzakelijk is,

D.

overwegende dat tijdens de Europese Raad in Lissabon en de daaropvolgende voorjaarsbijeenkomsten van de Europese Raad is besloten van de EU de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te maken, gebaseerd op investeringen in mensen, op meer en betere banen, en met een hechtere sociale samenhang in een kader van duurzame groei,

E.

overwegende dat eigendom is onderworpen aan sociale plichten en dat ondernemingen maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen; dat het vraagstuk van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen met name in enkele sectoren een strategische dimensie aanneemt, aangezien burgers ondernemingen niet meer alleen beoordelen in hun hoedanigheid van potentiële consumenten, maar ook garanties eisen voor de bescherming van het milieu, voor de inachtneming van fundamentele normen op het vlak van veiligheid op de werkplek en participatie,

F.

overwegende, daarnaast, dat het huidige herstructureringsproces het uiteenvallen, de tertiairisering en delokalisering van bedrijven versterkt, waardoor in sommige gevallen de werkelijke structuur van een bedrijf en de daadwerkelijke beslissingscentra ondoorzichtig worden, en de deelnemingen, de kruiselingse aandelenbelangen, de contractuele regels en voorschriften voor de werknemers op andere locaties in de verschillende schakels van de keten van een piramide of groep bijna onbegrijpelijk worden,

G.

overwegende dat de Europese Raad van Stockholm de oprichting van een Europees waarnemingscentrum voor industriële verandering heeft goedgekeurd, dat een belangrijke informatiebron zal worden voor de economische en sociale veranderingen die het gevolg zijn van ontwikkelingen en tendensen in de technologie, de arbeidsorganisatie, de productie- en bedrijfsmodellen, de wetgeving en de arbeidsmarkt,

H.

overwegende dat goede betrekkingen tussen management en werknemers en hun vertegenwoordigers- van informatie tot raadpleging, participatie, het onderhandelen over en sluiten van contracten — een belangrijke factor zijn voor de efficiency van de productie en de maatschappelijke taken van een onderneming alsook de motor van haar succes en concurrentievermogen,

I.

overwegende, evenzo, dat de kwaliteit en de termijnen voor de voorlichting en raadpleging van de vertegenwoordigers van de werknemers in de regel onvoldoende zijn om het hun mogelijk te maken invloed uit te oefenen op de besluitvorming van de onderneming, met name wanneer deze besluiten ernstige consequenties voor de werkgelegenheid hebben,

1.

respecteert, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, de tradities in de bepalingen van het vennootschapsrecht van de lidstaten, maar meent dat het in dit kader dringend noodzakelijk is het Europees vennootschapsrecht aan te passen, nu de uitbreiding en de verdere integratie van de interne markt meebrengt dat de bestaande nationale wetgeving van de lidstaten geharmoniseerd of gecoördineerd moet worden om een algemeen kader vast te stellen waarbinnen de mobiliteitsprocessen tussen Europese landen kunnen plaatsvinden;

2.

hecht eraan dat aandacht wordt besteed aan het feit dat de maatregelen ter harmonisatie van het Europees vennootschapsrecht dienen voor het creëren van een gelijke uitgangspositie voor ondernemingen (level playing field) en dat bij alle maatregelen een level playing field gewaarborgd moet zijn;

3.

onderschrijft de visie van de Commissie dat concurrentie tussen nationale vennootschapsrechtelijke voorschriften nuttig is en is derhalve van mening dat concurrentie op een level playing field in de plaats kan komen van het streven naar maximale harmonisatie;

4.

meent niettemin dat het thema ondernemingsbestuur niet mag worden voorgesteld als een probleem dat uitsluitend speelt tussen aandeelhouders en management en herinnert aan de essentiële rol van de belanghebbenden (stakeholders) binnen of rondom de onderneming;

5.

is van oordeel dat de Europese corporate governance en het vennootschapsrecht fundamentele structuren moeten bevatten voor de voorlichting van en het overleg met de werknemers, en dat alle richtlijnen inzake vennootschapsrecht moeten voorzien in verplichte voorlichting van en overleg met vertegenwoordigers van de werknemers wanneer er sprake is van belangrijke beslissingen die een invloed hebben op het voortbestaan van de ondernemingen en de werkgelegenheid;

6.

wijst erop dat aandacht moet worden geschonken aan de werkzaamheden inzake corporate governance die momenteel binnen de OESO gaande zijn;

7.

acht de voorstellen van de Commissie voor een moderne corporate governance positief omdat ze tot doel hebben het concurrentievermogen van de bedrijven te vergroten als cruciale component voor economische groei en het creëren van banen, de aandeelhouders en de schuldeisers beter te beschermen en de werking van de bedrijven transparanter te maken;

8.

acht het hoe dan ook noodzakelijk een onderscheid te maken tussen grote en kleine aandeelhouders, met name inzake het gebruik van moderne technologieën bij de uitoefening van het stemrecht van de aandeelhouders omdat kleine aandeelhouders doorgaans meer aan risico's zijn blootgesteld;

9.

is het eens met de Commissie dat een afzonderlijke Europese code voor ondernemingsbestuur niet noodzakelijk is, maar meent dat de EU moet verduidelijken wat het kader van internationale normen is dat in acht genomen moet worden, en dat zij de procedures voor de omzetting ervan moet vastleggen om de nationale voorschriften aan te vullen;

10.

blijft ervan overtuigd dat de prioriteiten op EU-niveau werkelijk grensoverschrijdende kwesties zouden moeten betreffen, en dringt er daarom bij de Commissie op aan spoed te betrachten met de opstelling van de aanbevelingen aan de lidstaten gericht op herziening van belemmerende nationale voorschriften over grensoverschrijdende vestiging van ondernemingen;

11.

is het eens met de Commissie dat „de EU inzake corporate governance haar eigen, op haar culturele en zakelijke tradities afgestemde aanpak moet definiëren”, en waarschuwt voor een recente trend om Amerikaanse oplossingen voor Amerikaanse problemen te kopiëren en Amerikaanse tradities en regels in te voeren die contraproductief kunnen zijn voor degelijke corporate governance in Europa;

12.

is verheugd over de globale aanpak van de Commissie volgens een tijdschema dat overkomt met dat voor het actieplan voor financiële diensten, en die flexibel genoeg moet zijn voor een evenwichtig gebruik van de wettelijke instrumenten, richtlijnen en aanbevelingen; is verheugd over het voornemen van de Commissie haar mededeling over vennootschapsrecht en corporate governance naar aanleiding van de recente schandalen in ondernemingen in Europa te herzien en daaraan prioriteit toe te kennen; is evenals de Commissie van oordeel dat maatregelen ten behoeve van corporate governance gelijktijdig, onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde prioriteit moeten worden behandeld als de maatregelen betreffende het vennootschapsrecht; verzoekt de Commissie, voor wat betreft de corporate-governanceregelgeving, de maatregelen die sinds de aanneming van het verslag-Winter zijn genomen, stelselmatig te evalueren en hiermee ten volle rekening te houden bij de formulering van haar voorstellen voor richtlijnen en aanbevelingen; is in dit verband van oordeel dat de door de Verenigde Staten gekozen opties slechts een voorbeeld zijn dat niet per se in Europa moet worden nagevolgd en dat het van essentieel belang is dat de regelgeving wordt afgestemd op het specifieke karakter van de Europese ondernemingen; staat dan ook achter het streven van de Commissie naar de oprichting van een Europese vennootschap naar Europees recht;

13.

twijfelt eraan of de oprichting van een Europees forum voor ondernemingsbestuur door de Commissie zinvol is, aangezien niet is voorzien in harmonisatie van de codes voor ondernemingsbestuur en de coördinatie van de werkzaamheden met betrekking tot de nationale codes bijvoorbeeld toch al op federatieniveau (zie bijv. Unice) plaatsvindt;

14.

acht het in dit kader onvermijdelijk dat de controlerende en toezichthoudende instanties van de lidstaten drie vereisten handhaven: stabiliteit van het financieel systeem, transparantie van de markt, van de jaarrekeningen en van het gedrag van ondernemingen, en bescherming van de concurrentie; daarvoor

a)

moet de autonomie, de onafhankelijkheid en de integriteit van de leden van de raad van bestuur en de raad van toezicht, accountants en rating-kantoren worden gewaarborgd,

b)

moet het functioneren van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de beurs, worden gewaarborgd, door te zorgen dat zij over adequate middelen en personeel beschikken,

c)

moeten kadervoorwaarden voor de werkzaamheden van de kartelautoriteiten worden gecreëerd,

d)

moet een doeltreffend systeem van samenwerking tussen de centrale banken worden bevorderd;

15.

spoort de lidstaten aan de toezeggingen die zij de afgelopen jaren hebben gedaan voor de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon in de praktijk te brengen, zowel op nationaal als op regionaal en lokaal niveau, om een kader op reglementair, institutioneel en politiek gebied en voor de participatie van alle betrokken personen, inclusief ondernemingen, te bieden;

16.

staat erop dat ondernemingen in hun dagelijks beleid het beginsel van de sociale gebondenheid van eigendom in acht nemen en zich bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid;

17.

staat erop dat een ruime en nauwkeurigere definitie van maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen moet worden opgesteld, als sleuteldoelstelling voor een toekomstgericht ondernemingsbeleid en een leidend beginsel voor het Europese sociaal-economische beleid; onderstreept daarnaast dat de basisbeginselen van MVO volledig moeten worden geïntegreerd in alle sectoren waarin de Gemeenschap bevoegd is, met name het vennootschapsrecht, de interne markt, het mededingingsbeleid, de wetgeving over de financiële markten, het handelsbeleid, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en het beleid voor ontwikkelingssamenwerking;

18.

betreurt dat de groep op hoog niveau van deskundigen op het gebied van het vennootschapsrecht, die door de Commissie in september 2001 is ingesteld, alle bedrijven en aandeelhouders op dezelfde wijze behandelt en is van oordeel dat, om de genoemde doelstellingen te kunnen verwezenlijken, niet alle bedrijven op dezelfde wijze mogen worden behandeld maar dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen beursgenoteerde bedrijven en niet-beursgenoteerde bedrijven, met een specifieke behandeling voor het midden- en kleinbedrijf binnen deze laatste categorie;

19.

staat achter het voorstel voor een jaarlijkse verklaring inzake corporate governance voor beursgenoteerde ondernemingen, om de aandeelhouders een grotere transparantie en meer informatie te garanderen bij het bepalen van hun keuze; niettemin kan en mag deze verklaring niet uitsluiten dat de bevoegde toezichthoudende autoriteiten zelf een controle houden, indien zij dat nodig achten;

20.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om in de context van de toepasselijke richtlijn (vierde richtlijn betreffende het vennootschapsrecht), een voorstel in te dienen om naast de verplichte financiële informatie gegevens over de sociale en milieuprestaties op te nemen;

21.

neemt met voldoening kennis van het streven van het bedrijfsleven naar grotere transparantie en roept de lidstaten op zich in te zetten voor meer transparantie en toegankelijkheid omtrent de verantwoording van de onderneming met betrekking tot het management, aangezien dit de kapitaalinflux van de onderneming ten goede komt en het vertrouwen van de marktspelers op de lange termijn versterkt;

22.

steunt de Commissie in haar voornemen de rechten van de aandeelhouders te verbeteren met name door ruimere transparantieregels, rechten om bij volmacht te stemmen, de mogelijkheid van deelname aan algemene vergaderingen langs elektronische weg en de waarborging van grensoverschrijdende uitoefening van stemrecht;

23.

betreurt dat niet wordt verwezen naar de gevolgen voor corporate governance van bepaalde praktijken die voortvloeien uit de verschillen inzake de financiering van vennootschappen, met name tussen de Angelsaksische traditie — waar een gespreid aandeelhouderschap via tussenkomst van de financiële markten overheerst — en de traditie op het Europese continent die wordt gekenmerkt door een grotere rol van de banken en meerderheidsaandeelhouders; verzoekt de Commissie met klem een dergelijke analyse te maken en conclusies en initiatieven te vermijden die louter op een eenzijdige benadering zijn gebaseerd;

24.

verlangt dat de Commissie in de eerste plaats via passende voorstellen voor een doorbraak zorgt wat betreft het beginsel „one share one vote”, ten einde gelijke behandeling van alle aandeelhouders te waarborgen;

25.

verzoekt de Commissie met spoed de voorschriften inzake het toezicht op ondernemingen te versterken, met name de accountantscontroles en de invoering van strenge sancties op fraude;

26.

moedigt de Commissie en de lidstaten aan de Europese wetgeving inzake marktmisbruik, het prospectus en transparantie rigoureus te handhaven;

27.

verlangt een zorgvuldig onderzoek van de overwegingen betreffende vereenvoudiging van de regels inzake de instandhouding van kapitaal en houdt aan het principe van een minimumkapitaal vast;

28.

acht de belangstelling van de Commissie voor grensoverschrijdende fusies en de ermee gepaard gaande mobiliteit van bedrijven positief, maar benadrukt dat deze belangstelling moet worden aangevuld met maatregelen die de mobiliteit van de werknemers tussen de desbetreffende bedrijven vergemakkelijken;

29.

staat erop dat moet worden gewaarborgd dat in geval van beursgenoteerde ondernemingen controle en advisering door hetzelfde bedrijf uitgesloten is;

30.

verwelkomt het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake de wettelijke controle van jaarrekeningen en geconsolideerde rekeningen (COM(2004) 177) en steunt met name de beginselen van volledige verantwoordelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant voor de geconsolideerde rekeningen van de gecontroleerde vennootschap en de noodzaak om in elke entiteit van openbaar belang een onafhankelijke commissie voor de wettelijke accountantscontrole in te stellen; deelt de benadering van de Commissie dat alle beursgenoteerde vennootschappen — en met name banken, verzekeringsmaatschappijen, ziekenhuizen en pensioenfondsen — vanwege hun economisch en sociaal belang gedefinieerd en gereguleerd moeten worden als entiteit van openbaar belang;

31.

onderstreept de noodzaak voor beursgenoteerde bedrijven en andere entiteiten van openbaar belang over een auditcomité te beschikken, met onder andere als taak toezicht te houden op de onafhankelijkheid, objectiviteit en doeltreffendheid van de externe accountant;

32.

onderstreept de noodzaak in het ondernemingsbestuur voorschriften voor de controle van de rekeningen op te nemen met het oog op een grotere verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid van de groep accountants ten opzichte van de directie, en om het openbaar toezicht op accountants te verscherpen en te harmoniseren wat betreft het toepassingsgebied en de bevoegdheden van het toezicht, de samenstelling van de toezichthoudende comités, de beginselen, de kwaliteit en de transparantie van het toezicht, de mechanismen en de procedures voor het opleggen van sancties;

33.

staat achter het voorstel van de Commissie een elektronisch openbaar register in te stellen van de accountantsondernemingen die erkend zijn door in de lidstaten aangewezen openbare autoriteiten, waaruit duidelijk en op transparante wijze de structuur, de samenstelling en de onafhankelijkheid van de accountantsonderneming blijkt; onderstreept dat het van belang is een erkenningsstelsel op te zetten dat gebaseerd is op een hoog niveau van bekwaamheid, opleiding en professionele ethiek van de accountantsondernemingen en de noodzaak te zorgen dat informatie over de betrekkingen tussen de accountantsonderneming en de gecontroleerde onderneming, waaronder de tarieven en de betaalde honoraria, openbaar, toegankelijk en transparant wordt gemaakt;

34.

steunt de oprichting van een comité voor de regulering van de accountantscontrole in de EU met als fundamentele beginselen het openbaar belang en de bescherming van alle betrokken partijen; onderstreept de noodzaak binnen de EU een gemeenschappelijk stelsel van normen voor de wettelijke accountantscontrole te creëren, door middel van een samenwerkingsmechanisme dat efficiënt en samenhangend is vergeleken met de bestaande nationale stelsels; meent dat op de lange termijn de instelling van een enkele autoriteit belast met de accountantscontrole en financiële controle in Europa een oplossing kan zijn;

35.

acht het onontbeerlijk dat de controleorganismen voor de wettelijke accountantscontrole van de lidstaten op Europees niveau beter gaan samenwerken met het doel een gemeenschappelijk stelsel van voorschriften te ontwikkelen die een hoog niveau van integriteit en onafhankelijkheid garanderen; acht de ontwikkeling van een model voor samenwerking met regelgevende instanties en instanties voor de wettelijke accountantscontrole van derde landen — gebaseerd op het wederkerigheidsbeginsel — van fundamenteel belang voor de correcte en gezonde werking van de financiële markten;

36.

wenst een versnelling van de onderhandelingen binnen alle internationale instanties (het forum over de financiële stabiliteit van de G8, de OESO, de financiële actiegroep inzake het witwassen van geld, enz.) die zich bezighouden met de opbouw van een bindend kader voor off shore-centra en andere belastingparadijzen;

37.

verwelkomt het in het werkprogramma van de Commissie voor 2004 genoemde voornemen om de in verschillende lidstaten geldende regelgeving voor de overschrijving van tekorten of overschotten binnen een onderneming onder de loep te nemen en verzoekt de Commissie deze werkzaamheden te bespoedigen, aangezien deze van vitaal belang zijn voor veel in Europa actieve ondernemingen;

38.

verzoekt de Commissie tevens te overwegen nog verdere bepalingen op te nemen in het voorstel betreffende de Achtste Richtlijn 84/253/EEG van de Raad van 10 april 1984 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag inzake de toelating van personen, belast met de wettelijke controle van boekhoudbescheiden (2), bijvoorbeeld een verbod dat alle niet-audit-diensten door dezelfde accountants worden uitgevoerd;

39.

verzoekt de Commissie, in het belang van de kleine aandeelhouders en deelnemers aan spaarfondsen, de samenwerking tussen de organen en instanties belast met het toezicht en de controle op de betrekkingen tussen ondernemingen en banken te bevorderen;

40.

herinnert eraan dat corporate governance die écht wordt toegepast en transparant is voor het grote publiek het imago van een onderneming en haar „rating” en positie op de kapitaalmarkten en financiële markten verbetert en uiteindelijk in het belang is van de onderneming zelf;

41.

is overigens van mening dat de aandeelhouders de mogelijkheid moeten hebben aan de discussie over de beloning van bestuurders deel te nemen, en wenst dat middels een aanbeveling inzake de belangrijkste aspecten van de beloningsstrategie voor de bestuurders van ondernemingen, een regeling wordt vastgesteld;

42.

verzoekt de Commissie een juridisch kader voor de regeling van de activiteit en de structuur van de „institutionele beleggers” voor te stellen en daarbij onder meer in te gaan op de eis inzake deelname aan aandeelhoudersvergaderingen;

43.

is, in het kader van de overige voorstellen van de Commissie, van mening dat het van essentieel belang is dat het voorstel voor een richtlijn krachtens welke institutionele beleggers worden verplicht informatie te verstrekken over hun gedrag als aandeelhouders, wordt gehandhaafd, gezien de rechtstreekse invloed die zij uitoefenen op het reilen en zeilen van de corporate governance van de ondernemingen waarin zij beleggen; verwelkomt de actievere rol die sommige institutionele beleggers en met name pensioenfondsen op het gebied van corporate governance vervullen, en verzoekt de Commissie met klem actief overleg met deze sector te beginnen over verplichtingen voor deze beleggers om hun beleggingsbeleid en hun beleid met betrekking tot de uitoefening van hun stemrechten in ondernemingen waarin zij beleggen, bekend te maken;

44.

verzoekt de Commissie de mogelijkheid van belangenverstrengeling in geval van deelnemingen in ondernemingen en banken te onderzoeken en regelingen voor te stellen voor het beëindigen en verhinderen van belangenconflicten;

45.

onderstreept de eis van grote transparantie op het gebied van beloningen, zowel voor het vaste als voor het variabele deel, evenals voor eventuele stimulerings- of optieprogramma's voor het management;

46.

verzoekt de Commissie de procedures voor voorlichting en transparantie inzake groepen en piramides substantieel te verbeteren, want de opbouw van een vennootschap in groepen en met name in piramides kan de werkelijke structuur minder doorzichtig maken;

47.

verzoekt de Commissie haar werkzaamheden in verband met informatieverstrekking over en openheid van de structuur van een concern en concerninterne relaties te bespoedigen door de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g) van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening 7e richtlijn betreffende de geconsolideerde jaarrekening (3) te herzien om voor meer transparantie te zorgen, en verzoekt de Commissie over mogelijkheden na te denken om speciale constructies, zoals voor speciale doeleinden gecreëerde rechtsvormen en dochterondernemingen in belastingparadijzen, transparanter te maken;

48.

verzoekt de Commissie na te gaan in hoeverre bepaalde, bijzonder ondoorzichtige piramidestructuren die in de eerste plaats dienen voor de handhaving van de zeggenschap over een onderneming, van toelating tot de beurs kunnen worden uitgesloten;

49.

steunt het voorstel van de Commissie om een richtlijn inzake herstructurering en mobiliteit van ondernemingen op te stellen;

50.

meent tegelijkertijd dat de verwachte herziening van de richtlijn inzake de Europese ondernemingsraad nu onontkoombaar, noodzakelijk en dringend is geworden; verzoekt de Commissie derhalve onmiddellijk van start te gaan met de in het Verdrag voorgeschreven raadpleging van de sociale partners en duidelijke aanwijzingen te geven over de te bereiken doelstellingen, met name voor de termijnen en de procedures voor voorlichting en raadpleging, zodat de werknemers daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op de lopende processen;

51.

steunt de werkzaamheden met betrekking tot een Europese besloten vennootschap; onderstreept dat een eventuele nieuwe rechtsvorm voor vennootschappen (de zogenoemde „Europese besloten vennootschap”), bedoeld om de regelgeving en procedures op Europees niveau te vereenvoudigen, niet strijdig mag zijn met de participatierechten die voor andere, bestaande vennootschapsvormen zijn vastgelegd en dat daarom de rechten die op dit punt in de richtlijn betreffende het statuut voor de Europese vennootschap zijn vastgelegd, moeten worden uitgebreid tot de zogenoemde Europese besloten vennootschap;

52.

verwelkomt het initiatief van de Commissie om een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de Europese besloten vennootschap (EPC), die op brede steun kan rekenen onder de betrokken actoren; dringt er verder bij de Commissie op aan in deze studie de minimumeisen met betrekking tot kapitaal bij de oprichting van een Europese vennootschap overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (4) tegen het licht te houden, of een voorstel voor een nieuwe Europese vennootschapsvorm te presenteren die is toegesneden op kleine en middelgrote ondernemingen; een vereist minimumkapitaal van 120 000 EUR maakt het voor kleine en middelgrote ondernemingen moeilijk om de Europese vennootschap als model te gebruiken;

53.

is van oordeel dat het stelsel van de tweede richtlijn voor kleine naamloze vennootschappen bijzonder streng is;

54.

steunt de Commissie in haar voornemen ondernemingen in geheel Europa via een richtlijn het recht toe te kennen te kiezen voor een monistisch of een dualistisch systeem;

55.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de regelgevende en toezichthoudende autoriteiten van de lidstaten en de toetredingslanden.


(1)  P5_TA(2004)0096.

(2)  PB L 126 van 12.5.1984, blz. 20.

(3)  PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1.

(4)  PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1.

P5_TA(2004)0347

Cyprus

Resolutie van het Europees Parlement over Cyprus

Het Europees Parlement,

gezien zijn instemming van 9 april 2003 met het verzoek van de Republiek Cyprus om toetreding tot de Europese Unie (1),

gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Cyprus, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Hongarije, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Slowaakse republiek en de Republiek Slovenië tot de Europese Unie, en in het bijzonder Protocol nr. 10,

gezien zijn op 11 maart 2004 aangenomen resolutie over het uitgebreide monitoringverslag van de Europese Commissie over de stand van voorbereiding voor het lidmaatschap van de Europese Unie van de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (2),

gelet op artikel 37, lid 2 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het Europees Parlement consequent alle inspanningen gericht op hereniging van Cyprus heeft gesteund,

B.

overwegende dat het Europees Parlement in het bijzonder steun heeft verleend aan het recente onderhandelingsproces onder auspiciën van de secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, dat in New York begon en in Bürgenstock (Zwitserland) werd afgerond,

C.

overwegende dat een van de voornaamste prioriteiten en doelstellingen van de EU is het uitdragen van vrede en stabiliteit naar buur- en toekomstige EU-landen,

D.

overwegende dat het eindresultaat van een onderhandelingsproces dat stoelt op het sluiten van compromissen logischerwijs nooit op alle aspecten naar de volle tevredenheid van beide partijen is en dat maatregelen en regelingen sowieso met wederzijdse instemming gewijzigd kunnen worden zodra er sprake is van vertrouwen en vrede,

1.

wijst erop dat het definitieve vredesplan door de twee partijen op Cyprus, met betrokkenheid van Griekenland en Turkije, uitonderhandeld is en dat het gefinaliseerd is door de secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, onder autoriteit van de VN-Veiligheidsraad;

2.

spreekt zijn steun uit voor en verwelkomt het initiatief van de secretaris-generaal van de VN, die de beide partijen op 31 maart de definitieve versie van zijn plan voor de hereniging van Cyprus heeft voorgelegd, waarover op 24 april twee aparte referenda op het eiland zullen worden gehouden, zoals op 13 februari 2004 in New York door alle partijen overeengekomen, zodat het herenigde eiland op 1 mei tot de Europese Unie kan toetreden;

3.

zou de toetreding van een verenigd Cyprus tot de Europese Unie onvoorwaardelijk toejuichen, maar erkent het recht van de Cyprioten om zich in een referendum en zonder externe druk over het plan uit te spreken en zal dit besluit ook respecteren, maar wijst erop dat er toch een breed opgezette, door feiten onderbouwde voorlichtingscampagne nodig is;

4.

is van mening dat dit definitieve document een historisch compromis vormt, dat het eind zou betekenen van een van de langst durende conflicten in Europa en zou kunnen dienen als een voorbeeld bij uitstek voor het aanpakken van net zo gecompliceerde internationale vraagstukken;

5.

is van mening dat het definitieve herziene plan leidt tot de totstandkoming van een functionerend federaal bestuurssysteem, dat ervoor zorgt dat het herenigde Cyprus met één stem kan spreken en zijn rol in het kader van de Europese instellingen ten volle kan vervullen en vraagt alle partijen dat zij eerlijk en open hun verplichtingen nakomen;

6.

neemt nota van het feit dat de voorgestelde aanpassingswet van protocol 10 geen permanente afwijkingen van het acquis communautaire bevat maar enkel overgangsperiodes en vraagt de Commissie dat zij strikte uitvoering geeft aan haar controletaken met betrekking tot de toepassing van alle bepalingen van deze wet;

7.

begrijpt dat de bevolking van Cyprus talrijke vragen heeft met betrekking tot veel uiterst complexe onderdelen van het plan, maar is ervan overtuigd dat alle problemen die zich zouden kunnen voordoen bij de uitvoering van de overeenkomst met medewerking van de EU-instellingen kunnen worden opgelost, met name daar waar het gaat om de teruggave van eigendommen en de terugkeer van de vluchtelingen van 1974;

8.

herinnert beide partijen op het eiland eraan dat de EU, door middel van de betrokkenheid van de Commissie, haar steun heeft gegeven aan het proces dat geleid heeft tot de definitieve versie van het vredes- en verzoeningsplan;

9.

is van mening dat de geleidelijke demilitarisering van het eiland zou bijdragen tot wederzijds begrip tussen de twee gemeenschappen en de weg zou vrijmaken voor een volledige verzoening;

10.

deelt het standpunt van de Commissie dat nu geen sprake is van een keus tussen het plan-Annan en een ander plan, maar tussen dit plan en een situatie zonder ander alternatief gedurende een heel lange periode;

11.

roept de inwoners van Cyprus op verantwoordelijk, consistent en toegewijd te zijn aan hun status van EU-burgers en deze historische kans op een vreedzame hereniging van hun eiland aan te grijpen;

12.

verzekert de inwoners van Cyprus dat het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bereid zijn financiële steun ter beschikking te stellen voor de tenuitvoerlegging van de regeling en de implementatie van het acquis communautaire; verwelkomt de positieve resultaten van de pre-donorenconferentie op 15 april als een belangrijk teken van de solidariteit van de Europese en internationale gemeenschap;

13.

verzekert beide partijen dat de EU-instellingen, samen met andere internationale instellingen, de implementatie van de regeling nauwgezet zullen verzekeren aangezien dit een kwestie is die hun eigen geloofwaardigheid betreft;

14.

bevestigt zijn voornemen om de implementatie van het plan-Annan actief te volgen, door middel van zijn ter zake bevoegde commissie, en zijn bijdrage te leveren aan het ten uitvoer leggen van het plan;

15.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan alle partijen in het onderhandelingsproces, de Raad en de Commissie en de regeringen en de parlementen van de Republiek Cyprus, Griekenland en Turkije en de scretaris-generaal van de VN.


(1)  PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 365.

(2)  P5_TA(2004)0180.

P5_TA(2004)0348

Betalingen binnen de interne markt

Resolutie van het Europees Parlement over een juridisch kader voor betalingen binnen de interne markt (2003/2101(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „Een nieuw juridisch kader voor betalingen binnen de interne markt” (COM(2003) 718),

gezien het voortgangsrapport „Naar een gemeenschappelijke eurobetalingsgebied” van 26 juni 2003 van de Europese Centrale Bank,

gezien het Witboek van de European Payments Council „Euroland: Our Single Payment Area” van mei 2002 (1),

gezien de hoorzitting met deskundigen van 20 januari 2004,

onder verwijzing naar artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie en het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0192/2004),

A.

overwegende dat de precieze en doeltreffende uitvoering van alle grensoverschrijdende betalingen in de Europese Unie voor de voltooiing van de interne markt onontbeerlijk is en dat een eengemaakte euro-betalingsruimte daarom indien mogelijk vóór de door het bankwezen tot nu toe nagestreefde termijn van 2010 volledig dient te worden verwezenlijkt,

B.

overwegende dat het Europese bankwezen in het bijzonder sedert de instelling in 2002 van de European Payments Council grote inspanningen heeft gedaan om de idee van een eengemaakte betalingsruimte te bespoedigen; dat echter de verwezenlijking van dat voornemen, zoals de instelling van gemeenschappelijke normen, nog moeilijkheden oplevert,

C.

overwegende dat de situatie op het gebied van grensoverschrijdende massabetalingen in de EU nog steeds niet bevredigend is en de burgers bij de uitvoering van grensoverschrijdende betalingen nog steeds moeilijkheden ondervinden, die bij louter nationale transacties niet bestaan,

D.

overwegende dat er behoefte is aan een samenhangend rechtskader voor massabetalingen op Europees niveau dat de vele bestaande regelingen integreert en versterkt, aan rechtsonzekerheid en inconsistenties een einde maakt en hiaten in de voorschriften opvult,

E.

overwegende dat het rechtskader na de uitbreiding van de EU meer nationale stelsels en procedures moet omvatten en dat de kandidaat-landen de euro ten vroegste over enkele jaren zullen invoeren;

1.

verwelkomt het initiatief van de Commissie om de juridische voorwaarden voor de instelling van een gemeenschappelijk kader voor massabetalingen in de Europese Unie te scheppen; wijst er echter op dat de voorschriften van het Gemeenschapsrecht zodanig dienen te worden opgevat dat de doeltreffendheid van nationale systemen en procedures niet wordt geschaad;

2.

is van mening dat de consumenten de beschikking moeten krijgen over een aantal praktische, goedkope, betrouwbare en voorspelbare betalingsinstrumenten;

3.

verzoekt de Commissie onverwijld economische studies voor te leggen waarmee de eisen en de mogelijke kansen, met name op het gebied van de infrastructuren, de interoperabiliteit en de interbancaire aspecten verduidelijkt kunnen worden;

4.

is van mening dat, aangezien de huidige situatie in het Europese betalingsverkeer onbevredigend is, op technisch niveau de nodige wettelijke maatregelen dienen te worden genomen om een effectief en efficiënt Europees betalingssysteem op te zetten;

5.

verzoekt de Commissie bij de omzetting van de afzonderlijke onderdelen van het rechtskader steeds dat rechtsinstrument te kiezen dat tot het bereiken van de doelstelling van zo min mogelijk regelgeving bijdraagt; is van mening dat, waar dat zinvol en mogelijk lijkt, steeds op zelfregulering van de marktdeelnemers moet worden teruggegrepen;

6.

is van mening dat, als zelfregulering mislukt of niet doeltreffend blijkt te zijn, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel voor een regeling van de werking van de betalingen op de Europese markt voorrang moet worden gegeven aan richtlijnen boven verordeningen, om ervoor te zorgen dat wettelijke maatregelen op hetzelfde moment en op dezelfde wijze in de gehele Europese Unie van kracht worden;

7.

is van mening dat een regeling voor grensoverschrijdende eurobetalingen moet voldoen aan de beginselen dat de kosten voor de consument altijd gelijk zijn aan de kosten op nationaal niveau en dat in eerste instantie de nationale bevoegde autoriteiten erop moeten toezien dat de beoogde maatregelen in elk land doeltreffend worden uitgevoerd;

8.

onderstreept dat zulks veronderstelt dat de instellingen van de Unie de doelstellingen en het tijdschema voor toepassing duidelijk moeten definiëren en dat de economische actoren op de uitvoering moeten toezien;

9.

is van mening dat, om gelijke mededingingsvoorwaarden te garanderen, de regels inzake bedrijfseconomisch toezicht op aanbieders van betalingsdiensten in geheel Europa meer op elkaar moeten worden afgestemd; een verdere versnippering of verzwakking van de prudentiële regels dient te worden voorkomen; is van mening dat, in belang van alle betrokkenen (consumenten, handelaren, banken) de invoering van een nieuw statuut van verlener van betaaldiensten niet mag uitmonden in een verslechtering van de fysieke, prudentiële, financiële en economische veiligheid van de betaalmiddelen op de markt;

10.

verzoekt de Commissie op het gebied van aanbieders van betalingsdiensten zo goed mogelijk op concentratietendensen toe te zien; stelt vast dat op deelgebieden daarvan, zoals kredietkaarten, de markt door slechts enkele ondernemingen wordt gedomineerd die een dominante positie innemen;

11.

verwelkomt het voornemen van de Commissie om zowel grensoverschrijdende als nationale betalingen in het rechtskader op te nemen; wenst dat dit rechtskader voor alle betalingen binnen de EU in euro tot een bedrag van 50 000 euro geldt; wenst een algemene regeling voor transacties in andere EU-munteenheden;

12.

is van mening dat de wettelijke voorschriften betreffende het overboeken van geld in de eurozone gewijzigd en aangescherpt moeten worden, met name ten aanzien van de overgemaakte bedragen, die volledig op de rekening van de ontvanger moeten worden gecrediteerd, en dat de periode die nodig is voor de uitvoering van dit soort overboekingen niet langer mag zijn dan zes werkdagen en met ingang van 2008 teruggebracht moet worden tot drie werkdagen;

13.

is van mening dat de rechtszekerheid en de technische veiligheid van betalingen in de eurozone moeten worden bevorderd, aangezien consumenten met recht mogen verwachten dat zij in dezelfde mate op de internationale markt worden beschermd als in hun landen van oorsprong;

14.

verwelkomt het voornemen van het Europese bankwezen en de Commissie om een algemene Europese procedure voor betaling door automatische afschrijving in te stellen;

15.

onderstreept dat op het terrein van de bankkaarten waar de grensoverschrijdende transacties veel bevredigender zijn, een van de prioriteiten de algemene invoering van de tweede generatie chipcard moet zijn, zonder vertragingen in het geplande tijdschema, om het gebruik van dit soort kaarten in de gehele Europese Unie veiliger te maken;

16.

is van mening dat de belangrijkste informatie op een beknopte en begrijpelijke wijze moet worden meegedeeld aan de rekeninghouders;

17.

acht mobiliteit van de klant in het belang van een functionerende mededinging absoluut noodzakelijk; verzoekt het kredietwezen voorstellen voor een genormaliseerde procedure voor de overdracht van gegevens (bijvoorbeeld automatische afschrijvingen, debiteringen) voor te leggen, om klanten het openen van een nieuwe rekening gemakkelijker te maken; verlangt dat onverwijld meer transparantie wordt aangebracht in de kosten van het opheffen van een rekening;

18.

pleit in het belang van de rechtszekerheid en rendabele verwerking van betalingsopdrachten voor een vroegtijdige (d.w.z. voordat de overschrijving is verwerkt) onherroepelijkheid van rechtstreeks aan de betalingsdienstenaanbieder gegeven betalingsopdrachten (bijvoorbeeld overschrijvingen); wenst in het geval van automatische afschrijvingen echter de mogelijkheid van een langere herroepingstijd, in het bijzonder als de grootte van het te betalen bedrag op het ogenblik van de opdracht niet door de opdrachtgever kon worden vastgesteld;

19.

juicht de doelstelling toe transacties op afstand en internethandel in de gehele EU te bevorderen; is echter gekant tegen het via aansprakelijkheidsregels of uitgebreide protestrechten van klanten ter verantwoording roepen van betalingsverkeeraanbieders bij geschillen tussen handelaren en klanten; wenst in plaats daarvan een duidelijke scheiding van transactie en betaling; is van mening dat de ontwikkeling van (optionele) beveiligingssystemen (bijvoorbeeld via fiduciaire rekeningen) aan de markt dient te worden overgelaten;

20.

is van mening dat een betalingsverkeeraanbieder op grond van nationale wettelijke voorschriften van de lidstaten voor de reglementaire afhandeling van opdrachten van de klant moet instaan en daarvoor de bewijslast moet dragen, zodra die opdrachten in zijn sfeer is gekomen; wijst een uitbreiding van de schuldonafhankelijke aansprakelijkheid af; is echter van mening dat de aansprakelijkheid van een aanbieder in geval van niet-naleving van de wet tegenover zijn klanten wat betreft verkeerde keuzes, zich moet uitstrekken tot de schuld van tussenondernemingen en technische instellingen waarvan hij gebruik maakt; stelt voor dat op weg naar zelfregulering tussen bankverenigingen, betalingsnetwerkexploitanten en handel een procedure wordt gevonden om interne aansprakelijkheidskwesties vlot op te helderen; de beoordeling van aansprakelijkheidskwesties bij verdere schade en overmacht dient aan de nationale jurisdictie te worden overgelaten;

21.

beveelt aan dat in het geval van frauduleus gebruik van een betaalkaart door een derde de houder van de kaart alleen in het geval van een schending van concrete verplichtingen en afhankelijk van de ernst en de schuld van de houder tot een — beperkte — aansprakelijkheid kan worden verplicht; is van mening dat de houder van een kaart nooit aansprakelijk mag worden gesteld zodra hij de betalingsverkeeraanbieder op de hoogte heeft gebracht van het frauduleus gebruik van zijn kaart, waarbij de betalingsverkeeraanbieder moet bewijzen dat deze meldingen, met name telefonische meldingen, hebben plaatsgehad;

22.

verzoekt in het rechtskader het beginsel te verankeren dat bij alle betalingsinstrumenten het volledige in de betalingsopdracht genoemde bedrag onverminderd op de rekening van ontvanger dient te worden gecrediteerd, voor zover de ontvanger met zijn instelling niet uitdrukkelijk een afwijkende regeling heeft getroffen, in welk geval de ontvanger van de grootte en de aard van het afgetrokken bedrag op de hoogte dient te worden gebracht;

23.

is ingenomen met het voorstel van de Commissie om in verband met de speciale aanbeveling VII van de Financial Action Task Force de EU als uniform rechtskader te omschrijven; is evenwel van mening dat voor contant gestorte overschrijvingen drempelwaarden moeten worden ingevoerd; wijst erop dat „doeltreffende, op risicoanalyse gebaseerde procedures om overmakingen op te sporen waarvoor de vereiste informatie ontbreekt” technisch niet haalbaar zijn;

24.

verzoekt het bankwezen dringend in samenwerking met de IT-industrie en controlediensten de veiligheid van Online-Banking gestaag te vergroten en de klanten op begrijpelijke wijze over risico's en te nemen voorzorgsmaatregelen te informeren;

25.

erkent dat het terugbrengen van de maximale verwerkingstijd voor betaalopdrachten van zes tot drie werkdagen een voordeel is voor de consument maar is het met de Commissie eens dat grensoverschrijdende betalingsopdrachten in andere valuta dan euro op dit moment technisch nog niet op hetzelfde niveau kunnen worden verwerkt als betalingsopdrachten in euro, hoewel grensoverschrijdende betalingsopdrachten in andere valuta dan euro dit niveau zo spoedig mogelijk dienen te bereiken;

26.

is ingenomen met alle mechanismen voor een alternatieve beslechting van geschillen, waarmee slepende procedures kunnen worden voorkomen. Wanneer door vrijwillige procedures voor het beslechten van geschillen geen snel resultaat en geen doeltreffende klachten- en schadevergoedingsprocedure voor consumenten kan worden verwezenlijkt, dient de verplichte invoering van alternatieve geschillenbeslechtingsprocedures in de lidstaten van de EU en op Europees niveau te worden overwogen;

27.

verzoekt zijn voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  http://www.europeanpaymentscouncil.org/.

P5_TA(2004)0349

Milieugericht levenscyclusconcept

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Geïntegreerd productbeleid — Voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept (COM(2003) 302 — C5-0550/2003 — 2003/2221(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en aan het Europees Parlement (COM(2003) 302 — C5-0550/2003),

gezien het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (1),

gezien het Vijfde en Zesde kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie,

gezien de conclusies van de Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001 met betrekking tot het proces van Lissabon,

gezien Richtlijn 98/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 tot wijziging van Richtlijn 93/38/EEG houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (2),

gezien het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energieverbruikende producten en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG van de Raad (COM(2003) 453),

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Naar een thematische strategie voor het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen (COM(2003) 572) en de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Stimulering van technologieën voor duurzame ontwikkeling: een Actieplan voor de Europese Unie inzake Milieutechnologieën- het Actieplan inzake Milieutechnologieën (COM(2004) 38),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0261/2004),

A.

overwegende dat economieën vergelijkbaar zijn met ecosystemen, in die zin dat zij energie en materialen omzetten in producten en processen, maar daarvan verschillen doordat de hulpmiddelenstroom in onze economie lineair verloopt terwijl de natuur cyclisch is; dat, tegen de achtergrond van snel groeiende economieën en bevolkingen, productie en producten die tot afvalstromen leiden welke de natuur niet kan absorberen of niet kunnen worden omgezet in nieuwe grondstoffen, uit een oogpunt van duurzaamheid een steeds groter probleem vormen,

B.

overwegende dat de mens verstrekkende veranderingen in de biosfeer teweeg heeft gebracht,

C.

overwegende dat opeenvolgende beleidsstappen weliswaar verbeteringen hebben gebracht, maar dat daadwerkelijke vooruitgang naar duurzame groei door dergelijke maatregelen alleen niet kan worden verwezenlijkt,

D.

overwegende dat de samenleving haar materiële levensstandaard tijdelijk kan verhogen door het weerstandsvermogen van de aarde te overschrijden, maar dat daardoor tegelijkertijd ons natuurlijk kapitaal wordt uitgeput, en dat de grenzen aan de welvaart in de toekomst door natuurlijk kapitaal in plaats van door industriële innovatie en vaardigheden bepaald zullen worden,

E.

overwegende dat de belangen van de economie en het milieu niet met elkaar in strijd hoeven te zijn, dat duurzame economische welvaart in de toekomst echter alleen mogelijk zal zijn in een marktsysteem waarin alle vormen van kapitaal, waaronder natuurlijk kapitaal, op hun werkelijke waarde worden geschat, en de kosten van schade aan de menselijke gezondheid en het milieu volledig in de productprijs zijn verrekend,

F.

overwegende dat een transformatie van het huidige systeem van productie en consumptie dringend noodzakelijk is, met als belangrijkste doelstelling de consumptie in een duurzame richting om te buigen en de processen van extractie van grondstoffen, productie en productontwerp zoveel mogelijk met natuurlijke processen en ontwerpen in overeenstemming te brengen,

G.

overwegende dat de samenleving primair afhankelijk is van producten op basis van een reeks verschillende materialen: biologische, minerale en synthetische materialen, die vaak worden gecombineerd voor de productie van composietmaterialen; en dat deze materialen zodanig moeten worden gebruikt en verwerkt dat zij, na afloop van de gebruiksduur van de producten, geen nutteloos afval worden,

H.

overwegende dat de totstandbrenging van levenscycli van producten aanzienlijk zou worden vergemakkelijkt door een geleidelijke eliminering van stoffen die persistent, toxisch en bioaccumulerend zijn, of vergelijkbare problemen oproepen,

I.

overwegende dat het IPP-concept (geïntegreerd productbeleid) mogelijkheden biedt voor de totstandbrenging van een kader voor een systematische bundeling van die instrumenten van een op stoffen gericht milieubeleid en een beleid ter bescherming van de natuurlijke elementen (zoals water, lucht enz.) zoals die tot nu toe werden toegepast en die slechts een geïsoleerde invloed hebben gehad, teneinde daaruit instrumenten te ontwikkelen ter bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen, afvalvermindering, een gecontroleerd gebruik van gevaarlijke stoffen die coherenter en daardoor transparanter voor de consument en de industrie zijn,

J.

overwegende dat het voorstel van de Commissie, waarin prioriteit wordt gegeven aan „samenwerking met de markt” zijn verdiensten heeft; dat een dergelijke strategie slechts kans van slagen heeft indien de marktprijzen de reële kosten van productie en consumptie weerspiegelen; dat deze strategie moet gepaard moet gaan met een wetenschappelijk gefundeerd onderzoek naar de internalisering van externe kosten en alleen kan slagen als duidelijke wetenschappelijke limietwaarden worden vastgesteld, gebaseerd op het weerstandsvermogen en het behoud van de gezondheid van natuurlijke systemen,

K.

overwegende dat IPP bedoeld is als een integrerend concept, dat beginselen levert die bij het EU-milieubeleid in het algemeen in acht moeten worden genomen,

L.

overwegende dat de Commissie een reeks beleidsvoorstellen heeft gelanceerd die alle in verband staan met IPP, zonder voldoende aandacht te besteden aan een integrerende systeemvisie en aan de vele verbanden en synergieën die wel degelijk bestaan,

M.

overwegende dat alle aandacht van de Commissie primair naar producten uitgaat, wat zeer te betreuren is, immers door diensten te leveren in plaats van producten worden krachtige prikkels gegeven voor een efficiënter gebruik van energie en materialen,

N.

overwegende dat ons industrieel systeem via de handel profiteert van verafgelegen ecosystemen en vaak geen oog heeft voor de achteruitgang ervan; dat dit betekent dat inspanningen om de IPP-aanpak op internationaal niveau te bevorderen, zoals in de mededeling wordt onderstreept, van groot belang zijn,

O.

overwegende dat de consumenten een grote behoefte hebben aan relevante informatie over de milieukenmerken van producten en dat er verschillende ecolabels weliswaar met de beste bedoelingen zijn gelanceerd, maar dat de meeste ervan niet aan de verwachtingen hebben beantwoord; dat deze tekortkomingen met name op EU-niveau in het oog springen,

P.

overwegende dat de informatiestroom door de hele productketen heen dient te worden verbeterd, en dat er behoefte is aan ontwikkeling en coördinatie van verschillende voorlichtingsinstrumenten, niet in de laatste plaats om hergebruik en recycling te vergemakkelijken,

1.

is ingenomen met de mededeling over IPP, maar betreurt dat daarin slechts beperkte richtsnoeren worden gegeven hoe de samenleving kan omschakelen op daadwerkelijk duurzame systemen voor productontwikkeling en -ontwerp;

2.

verzoekt de Commissie op de kortste mogelijke termijn een kaderrichtlijn inzake IPP in te dienen, die gebaseerd is op een reeks duidelijk gedefinieerde beginselen en doelstellingen; wijst erop dat het doel niet is om gedetailleerde vereisten voor productdesign te formuleren, maar om kadervoorwaarden vast te stellen ter vereenvoudiging van bedrijfsmethoden in de toekomst die gebaseerd dienen te zijn op systeemdenken waarbij prioriteit gegeven wordt aan hulpmiddelenefficiëntie en die geleidelijk aan gestructureerd dienen te worden volgens biologische maatstaven;

3.

wijst erop dat het IPP-concept gericht moet zijn op de totstandbrenging van een kader voor een aan producten gerelateerde bundeling van die instrumenten van een op stoffen gericht milieubeleid en een beleid ter bescherming van de natuurlijke elementen (zoals water, lucht enz.), zoals die tot nu toe werden toegepast en die slechts een geïsoleerde invloed hebben gehad, en op de onderlinge coherentie tussen deze instrumenten; verzoekt de Commissie reële doelstellingen te formuleren, gericht op de vaststelling van coherentie en consistentie op het terrein van de aan producten gerelateerde milieubescherming;

4.

verzoekt de Commissie bij de voorbereiding van de richtlijn rekening te houden met de noodzaak van een horizontale beleidsaanpak, prioriteit te geven aan de belangrijkste problemen waarmee de Unie zich geconfronteerd ziet, de mogelijkheid dat geïmporteerde goederen gedekt zijn te onderzoeken, zich inspanningen te getroosten om de administratieve lasten voor ondernemingen te minimaliseren en een richtlijn te ontwikkelen die voor het MKB de behartiging van zijn taken vereenvoudigt;

5.

stelt voor de hoofdbeginselen van het IPP-kader te baseren op:

a)

een op systemen gebaseerde aanpak waarin de levenscyclus van producten centraal staat en het ontwerp van producten primaire aandacht krijgt,

b)

een beter begrip van de werking van natuurlijke systemen, en besef van het feit dat het structureren van de industrie volgens ecologische maatstaven zowel ten goede komt aan het milieu als aan de winstmogelijkheden,

c)

te waarborgen dat producten na hun gebruiksduur idealiter geen nutteloos afval worden, maar worden gescheiden en verwerkt tot grondstoffen voor nieuwe productiecycli,

d)

een beter begrip van de wijze waarop consumptiepatronen tot stand komen en hoe zij kunnen worden veranderd teneinde bij te dragen aan duurzame ontwikkeling,

e)

optimalisering van het productontwerpproces via selectie van materialen met geringe effecten, bij voorkeur biomaterialen; verder zou de concentratie van gevaarlijke stoffen, met inbegrip van tal van zware metalen, in de biosfeer niet systematisch mogen toenemen; daarnaast zouden chemische stoffen zodanig moeten worden gebruikt dat zij zich niet kunnen verspreiden; de veiligheid van chemische stoffen dient te worden geraamd via wetenschappelijke gevaren- en/of risicobeoordeling; er dient echter voorrang te worden gegeven aan het substitutiebeginsel, hetgeen betekent dat gevaarlijke stoffen, onder meer tal van zware metalen, bij voorkeur moeten worden vervangen door onschadelijke stoffen ofwel binnen streng gecontroleerde gesloten kringlopen worden hergebruikt;

f)

optimalisering van productietechnieken door de voorkeur te geven aan clustering van de productie door hergebruik en recycling van materialen te stimuleren, met name door technieken te ontwikkelen voor het scheiden en opwerken van gebruikte producten en materialen, die vervolgens als grondstof voor nieuwe productiecycli kunnen worden gebruikt,

g)

vermindering van de effecten bij gebruik;

h)

ten volle gebruik maken van het potentieel van ICT om miniaturisatie en dematerialisatie te bevorderen, energie- en materiaalefficiëntie te vergroten, de vraag naar transport te verminderen, en producten in duurzame diensten om te zetten,

i)

maximale participatie van alle belanghebbenden;

6.

stelt voor de kortetermijndoelstellingen voor het IPP-kader te richten op terugdringing van emissie van broeikasgassen, eutrofiërende en verzurende gassen en luchtverontreinigende stoffen, terugdringing van de energie-intensiteit, terugdringing van het gebruik van gevaarlijke stoffen en terugdringing van het gehalte aan gebruikte nieuwe materialen, vermindering van het waterverbruik en van de afvalproductie en verruiming van het gebruik van hernieuwbare materialen;

7.

erkent dat, indien een dergelijk kader niet tot stand komt, de noodzakelijke signalen en prikkels aan ontwerpers en beleidsmakers uitblijven; dringt erop aan dat het IPP-kader duidelijke streefcijfers voor deze prioritaire milieudoelstellingen noemt, op basis van bestaande en toekomstige doelstellingen van de desbetreffende kaderrichtlijnen, internationale overeenkomsten en thematische strategieën, om een duidelijke koers aan te geven voor ontwerpers en beleidsmakers;

8.

verzoekt de Commissie de industrie in het lopende IPP-proces door middel van samenhangende en consistente regelingen terzijde te staan, om aldus een duurzame ontwikkeling te bevorderen en een hervorming van de traditionele bedrijfsmodellen in het kader van het streven om de ontwikkeling te stimuleren van beter geïntegreerde en op systemen gebaseerde methoden, zoals bij voorbeeld het clusteren van productie, functioneel denken (producten in diensten omzetten), dematerialisering en ontwikkeling van technologie op basis van imitatie van de natuur;

9.

verzoekt de Commissie prioriteit te geven aan de volgende acties:

a)

de noodzakelijke juridische en economische randvoorwaarden, doelstellingen en prikkels te ontwikkelen om IPP daadwerkelijk te realiseren,

b)

de kerngebieden voor O&O en proefprojecten vaststellen,

c)

doeltreffende voorlichtingsmethoden op consumentenniveau ontwikkelen en uitvoeren (productregisters, ecolabels en/of vergelijkbare methoden); voorlegging van een strategie hoe de verschillende voorlichtingsinstrumenten kunnen worden ontwikkeld en gecoördineerd ter verbetering van de informatiestroom in de gehele productketen;

d)

scholings- en bewustmakingsprogramma's ontwikkelen en invoeren voor de samenleving als geheel, met speciale aandacht voor bepaalde doelgroepen,

e)

de concepten IPP en levenscyclus integreren in alle belangrijke EU-beleidsterreinen;

f)

een plan opstellen voor de coördinatie van IPP met andere lopende processen, zoals relevante thematische strategieën, de verdere uitvoering van Johannesburg, Chemische strategieën, het Klimaatactieplan enz.;

10.

dringt er bij de Commissie op aan na te gaan of er maatregelen mogelijk zijn voor het bevorderen van duurzame consumptie, met speciale aandacht voor een verminderd gebruik van hulpmiddelen en voor hulpmiddelefficiëntie, die consumenten in staat stellen duurzamer te handelen;

11.

dringt er bij de Commissie op aan de verschillende IPP-instrumenten (o.a. ecolabels, managementsystemen, overheidsopdrachten, EMAS, productinformatie enz.) zodanig te formuleren dat zij op elkaar aansluiten, voor de consument duidelijk zijn en voor alle bedrijven toepasbaar zijn;

12.

dringt er bij de Commissie op aan bij de verdere ontwikkeling van het IPP-concept bijzondere aandacht te schenken aan de overdracht van kennis en milieu-informatie aan de consument;

13.

dringt erop aan dat de Commissie ter bevordering van de consumptie van milieuvriendelijke producten, de lidstaten aanmoedigt verschillende stimulerende maatregelen in overweging te nemen, zoals verlaagde belastingen, kortingen, enz.;

14.

beveelt de Commissie aan het concept levenscyclus uit te werken tot een beleidsprincipe waarop men zich beroepen kan, maar onderstreept dat er een realistisch begrip nodig is van de waarde en de talrijke beperkingen van levenscyclusevaluaties (life cycle assesments, LCA), met name gezien de voortdurende problemen met betrekking tot de beschikbaarheid, kwaliteit en vergelijkbaarheid van LCA-gegevens;

15.

dringt er bij de Commissie op aan bij alle relevante wetgevingsvoorstellen rekening te houden met de integratie van het levenscyclusconcept;

16.

beveelt de Commissie aan een strategie op te zetten om het concept levenscyclus en ecodesign toe te voegen aan de doelstellingen in het lager en hoger onderwijs , ingenieursopleidingen en bedrijfsopleidingen;

17.

dringt er bij de Commissie op aan de bestaande wetgeving te toetsen op haar IPP-compatibiliteit en bepalingen die niet langer relevant zijn, te schrappen;

18.

verzoekt de Commissie een referentiesysteem voor de belangrijkste productgroepen te ontwikkelen om verbeteringen van de milieu-effecten in de loop der tijd te kunnen meten;

19.

dringt er bij de Commissie op aan de sleutelrol te erkennen die beschikbaarheid, kwaliteit en vergelijkbaarheid van gegevens over de ecologische levenscyclus van producten spelen bij de verwezenlijking van IPP — met name voor vergelijkend onderzoek, etikettering en andere IPP-instrumenten;

20.

verzoekt de Commissie aan het Parlement en de Raad een voorstel voor te leggen over de vraag hoe gewaarborgd kan worden dat producenten milieulevenscyclusgegevens over hun producten verstrekken en hen daarbij steun kan worden verleend, alsmede over de vraag hoe deze informatie kan worden benut;

21.

dringt er bij de Commissie op aan systemen te ontwikkelen voor de aankoop van technologie op EU-niveau, die idealiter worden beheerd door de Commissie, dan wel beheerd worden door de lidstaten en gecoördineerd worden door de Commissie, met het doel de ontwikkeling van meer functioneel georiënteerde innovatie, waaronder verbeterde milieuprestaties, te stimuleren;

22.

staat erop dat de reële maatschappelijke en milieukosten in de marktprijzen tot uiting komen, opdat „groene producten” de belangstelling van de consument wekken en om de ontwikkeling van duurzamere producten te stimuleren; dringt er bij de Commissie op aan subsidies die ingaan tegen IPP te verminderen en/of te schrappen; dringt er bij de Commissie op aan het voortouw te nemen bij de tenuitvoerlegging van het beginsel „de vervuiler betaalt”; verzoekt de Commissie de „samenwerking met de markt” die in het voorstel van de Commissie voorrang krijgt, te bevorderen en deze gepaard te doen gaan met een wetenschappelijk gefundeerd onderzoek naar de internalisering van externe kosten;

23.

verzoekt de Commissie het belang van de producentenverantwoordelijkheid met betrekking tot de volledige levenscyclus van een product te erkennen en verzoekt haar derhalve een onderzoek in te stellen naar en een verslag voor te leggen over de mogelijkheid om een algemene producentenverantwoordelijkheid voor milieu-aspecten, zoals ook reeds wordt toegepast voor productveiligheid, in te voeren;

24.

verzoekt de Commissie minstens evenveel aandacht te besteden aan „dienstenontwerp” (functioneel en systeemdenken) als aan „productontwerp” en binnen het IPP-concept duidelijke maatregelen te nemen om van producten over te gaan op diensten, daar waar dit haalbaar is en het milieu ten goede komt;

25.

dringt er bij de Commissie op aan de resultaten en beperkingen van de nieuwe aanpak te evalueren en voorstellen in te dienen voor een herziening van de nieuwe aanpak;

26.

verzoekt de Commissie en de lidstaten voldoende middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van IPP;

27.

beveelt aan dat de rol van detailhandelaren bij de levering van productinformatie nader wordt onderzocht en dat de kritische rol van marketing en met name van de financiële sector en de verzekeringssector wordt erkend;

28.

is van mening dat de toegang van het publiek tot milieu-informatie over producten een fundamentele voorwaarde en een prikkel is voor producenten om de effecten van de levenscyclus van hun producten te beperken;

29.

verzoekt de Commissie met lopende O&O-programma's over milieuvriendelijk ontwerpen rekening te houden, en de middelen van het Zesde Kaderprogramma actief te gebruiken om het interdisciplinair onderzoek te stimuleren dat voor IPP noodzakelijk is, met inbegrip van de ontwikkeling van adequate bedrijfsmodellen; is van mening dat daarbij speciale aandacht moet worden geschonken aan de ontwikkeling van normen voor herbruikbare materialen en van technieken om gelaagde materialen te scheiden;

30.

verzoekt de Commissie een stuurcomité voor IPP en werkgroepen voor deelgebieden, zoals systeemontwerp, economische instrumenten, gegevens over de ecologische levenscyclus van producten en consumptiebeleid op te richten; is van mening dat daarnaast voor belanghebbenden een gedetailleerde werkplan en tijdschema's voor acties, initiatieven en de tenuitvoerlegging ervan, als voorzien door de Commissie, moeten worden vastgesteld; is verder van mening dat er bovendien onderzoek moet worden verricht naar de vraag hoe de verschillende beoogde instrumenten ter bevordering van IPP op elkaar inwerken, elkaar versterken en ondersteunen; is van mening dat belangrijke aspecten die daarbij de aandacht verdienen, maatregelen zijn die zowel individuele personen als bedrijven in staat stellen en motiveren om levenscyclusaspecten te betrekken bij hun beslissingen, maatregelen om koplopers te stimuleren en te belonen en om achterblijvers te dwingen zich meer in te spannen, alsmede maatregelen die zowel gericht zijn op actuele uitdagingen als op lange-termijndoelstellingen;

31.

verzoekt de Commissie initiatieven te nemen om kennisoverdracht inzake IPP (LCA, ecodesign enz.) aan ontwikkelingslanden te bevorderen;

32.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 101 van 1.4.1998, blz. 1.

P5_TA(2004)0350

Veiligheid op zee

Resolutie van het Europees Parlement over de verbetering van de veiligheid op zee (2003/2235(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 31 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarin wordt bepaald dat „iedere werknemer recht heeft op gezonde, veilige en waardige arbeidsomstandigheden”,

gelet op zijn besluit van 6 november 2003 betreffende de instelling van een tijdelijke commissie voor de verbetering van de veiligheid op zee (1),

onder verwijzing naar zijn resoluties van 21 november 2002 over de ramp met de olietanker prestige voor de kust van Galicië (2), van 19 december 2002 over de maritieme veiligheid en maatregelen ter bestrijding van de gevolgen van de door de olietanker Prestige veroorzaakte ramp (3) en van 23 september 2003 over de vergroting van de veiligheid op zee naar aanleiding van het vergaan van de olietanker Prestige (4) en op zijn eerdere resoluties over de veiligheid op zee,

gezien de openbare hoorzittingen van de Tijdelijke commissie voor de verbetering van de veiligheid op zee, gehouden op 1-2 december 2003, 22 januari en 18 februari 2004,

gezien de schriftelijke bijdragen van de voor de openbare hoorzittingen uitgenodigde sprekers,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 februari 2004 over het lot van de Griekse en Filippijnse bemanningsleden in Karachi (5),

gezien de gedachtewisseling van een delegatie van de Tijdelijke commissie met de kapitein van de Prestige op 5 februari 2004 in Barcelona,

gezien de door IMO genomen besluiten tijdens haar 23e algemene vergadering in november-december 2003,

gelet op artikel 150, lid 2 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Tijdelijke commissie voor de verbetering van de veiligheid op zee (A5-0257/2004),

A.

overwegende dat verschillende incidenten in Europese wateren sinds de Erika en de Prestige tot vervuiling hebben geleid, zoals de Andinet die lekkende gifvaten verloor voor de Nederlandse kust;

B.

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat meer dan tien jaar na de olieramp met de Exxon Valdez de gevolgen voor het milieu en het ecosysteem nog steeds zichtbaar zijn en dat kortetermijnoplossingen zoals schoonmaakoperaties op lange termijn juist schade kunnen berokkenen, ofschoon ook rekening moet worden gehouden met de verschillende kenmerken van de olie van de Exxon Valdez en de brandstof die de Prestige aan bood had, en het enorme verschil tussen Alaska en Galicië voor wat betreft kustvorm, klimaat en getijdestromen;

C.

overwegende dat ongevallen van grote omvang niet het enige probleem vormen; wijst erop dat een groot deel van de koolwaterstofvervuiling door schepen in de wereld veroorzaakt wordt door bewuste lozingen, zoals bij het schoonspoelen van scheepstanks op zee; is bijgevolg van mening dat deze illegale lozingen moeten worden bestreden door de invoering van een regeling met adequate straffen;

D.

overwegende dat sommigen in de sector van het maritiem transport inspanningen hebben geleverd om hun vloot te moderniseren en hun varend personeel beter op te leiden, maar dat bijkomende en communautaire initiatieven nog steeds nodig zijn;

E.

overwegende dat de Commissie heeft toegezegd in 2004 te komen met een nieuw pakket maatregelen om de veiligheid op zee te verbeteren, bestaande uit voorstellen ter verbetering van de leef- en werkomstandigheden van zeevarenden en van hun beroepsopleiding en voorbereiding; havenstaat- en vlaggenstaatscontrole; scheepvaartbegeleiding; passagiersaansprakelijkheid en onderzoek naar maritieme ongevallen;

F.

overwegende dat de kapitein van de Prestige, na 83 dagen vastgezeten te hebben en na betaling van een borgsom van 3,2 miljoen dollar, zich nog steeds dagelijks moet melden bij de Spaanse politie;

G.

overwegende dat deze behandeling later eveneens is toegepast in zaak van de Tasman Spirit die nog onder de rechter is;

H.

gezien de afwijzing door de rechter van Corcubión van het verzoek van het Europees Parlement om de kapitein te horen tijdens een openbare hoorzitting in Brussel,

I.

overwegende dat er bijna 1,5 jaar na de ramp nog steeds geen datum is vastgesteld voor de opening van het proces tegen de kapitein,

J.

gezien de verklaringen van kapitein van de Prestige ten overstaan van het Parlement over onder meer de slechte bereikbaarheid van de noodsleepinstallatie vanwege de (weers)omstandigheden, de beschadigingen aan de motor waardoor deze niet onmiddellijk gestart kon worden, het verzoek van zowel de kapitein als de bergers om het schip naar een vluchtplaats te brengen;

K.

overwegende dat onduidelijkheid bestaat over de precieze hoeveelheden, maar dat zich vóór de ramp 77 000 ton zware olie aan boord van de Prestige bevond, dat zich nu naar schatting nog 14 000 ton in het schip bevindt, dat volgens cijfers van de Spaanse autoriteiten ongeveer 43 000 ton is aangespoeld en/of opgeruimd; overwegende dat dus nog ongeveer 20 000 ton zoek is, een hoeveelheid die een bedreiging kan blijven vormen voor het milieu en de kusten;

L.

overwegende dat de kapitein van de Prestige dacht dat 2 000 tot 3 000 ton olie meteen na de eerste schade aan de Prestige is weggelekt, terwijl de Spaanse autoriteiten van mening waren dat toen zo'n 10 000 ton is weggelekt;

M.

overwegende dat de begrotingen van de IMO in handen zijn van landen met open registers (44 % van de mondiale vloot voert de vlag van de Bahamas, Bermuda, Cyprus, Liberia en Panama, waarbij de economische controle van deze ± 44 % voor wat betreft tankers voor ± 20 % in handen is van Griekenland, voor ± 12 % in handen van Japan en voor ± 11 % in handen van Noorwegen), en dat het derhalve noodzakelijk is dat de structuur van de IMO wordt gewijzigd om te voldoen aan de eisen inzake schone zeeën en veiligheid op zee;

N.

overwegende dat de gevolgen van dergelijke rampen landsgrenzen overschrijden en de gehele Gemeenschap treffen, en dat het dus aan de EU is om haar verantwoordelijkheid te nemen en een integraal Europees maritiem beleid te ontwikkelen;

De Prestigeramp en het wrak

1.

betreurt de verschillende scheepsongevallen sinds het zinken van de Prestige, in het bijzonder de scheepsramp met het vrachtschip Rocknes voor de Noorse kust, waarbij in januari 2004 18 doden vielen; roept de autoriteiten op de oorzaken en omstandigheden te onderzoeken, in het bijzonder welke rol het ontbreken van communicatieve vaardigheden en de dubbelwandigheid van dit schip kunnen hebben gespeeld bij de ramp;

2.

benadrukt dat veel meer aandacht besteedt moet worden aan het onderhoud en de conditie van schepen, aangezien een slecht onderhouden dubbelwandige tanker een groter potentieel gevaar inhoudt dan een goed onderhouden enkelwandige tanker;

3.

is bezorgd over de uitlatingen van de Spaanse autoriteiten bij monde van een regeringswoordvoerder dat bij een herhaling van een ramp als met de Prestige opnieuw het besluit zou worden genomen om het schip van de kust weg te slepen en niet naar een schuilplaats;

4.

verzoekt de bevoegde autoriteiten onverwijld het ernstige probleem aan te pakken van de 14 000 ton die zich momenteel nog in het scheepswrak bevinden, de 20 000 ton die op zee drijven en de duizenden tonnen afval die zich hebben opgehoopt aan land, en in dit verband een nauwkeurig tijdschema in te dienen voor het opruimen en verwerken van deze afvalstoffen; dringt erop aan de hierbij opgedane expertise te verspreiden en aan te wenden voor eventuele toekomstige ongevallen;

5.

roept de Commissie op informatie in te winnen over en toezicht te houden op de behandeling en verwerking van afval van de Prestige teneinde mogelijke overtredingen van EU-afvalwetgeving op te voorkomen of op te sporen;

6.

constateert met zorg dat bijna 1,5 jaar na de ramp met de Prestige nog steeds niet alle onderzoeken naar de oorzaken en omstandigheden van de ramp zijn afgerond of openbaar gemaakt; zo ontbreekt bijvoorbeeld nog het onderzoek van de vlaggenstaat van de Prestige (de Bahamas); pleit voor afspraken in IMO-kader voor snel en onafhankelijk onderzoek van scheepsrampen en voor de opname door de IMO van de verplichtingen op dit gebied in haar programma voor de controle van scheepvaartdiensten;

7.

doet een beroep op de Spaanse juridische autoriteiten om de kapitein van de Prestige ter wille van de volstrekte onafhankelijkheid van hun besluitvorming en overeenkomstig artikel 73 van het Verdrag van Montego Bay toe te staan om in afwachting van zijn proces naar zijn land terug te keren, zijn dagelijkse meldplicht te versoepelen en zo spoedig mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de openingsdatum en planning van het proces tegen de kapitein;

Verbetering van de maritieme veiligheid op Europees niveau

8.

benadrukt dat met de wetgeving naar aanleiding van de Erika en de Prestige belangrijke maatregelen zijn genomen om de scheepvaart in Europese wateren veiliger te maken en dat een snelle en volledige invoering en strenge handhaving van de Europese regels door de lidstaten dan ook voorop dient te staan;

9.

pleit voor een omvattend en coherent Europees maritiem beleid, gericht op de totstandkoming van een Europese ruimte van veiligheid op zee; is van oordeel dat de hoekstenen voor dit beleid onderstaande maatregelen moeten zijn:

een verbod op goedkope vlaggen en vaartuigen die niet aan de normen voldoen,

opstelling van gemeenschappelijke protocollen voor preventie, optreden en herstel in geval van scheepsrampen,

introductie van een aansprakelijkheidsregeling voor alle actoren in de zeevervoersbranche en de voor de veiligheid op zee verantwoordelijke overheidsinstanties,

verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden aan boord en van de zeevaartopleidingen;

wacht met ongeduld de nieuwe voorstellen af die de Commissie voor 2004 heeft aangekondigd en meent dat deze voorstellen moeten worden opgenomen in een wetgevingspakket, getiteld „Prestige”;

10.

is van mening dat de Commissie, aangezien het eveneens zeer belangrijk is aan boord van vaartuigen te beschikken over een doelmatig rampenplan, maatregelen moet voorstellen om te waarborgen dat op alle tankers en vaartuigen die aanzienlijke hoeveelheden olie vervoeren verplicht een breed opgezet programma van maatregelen voor noodsituaties aan boord beschikbaar is in het kader van een EU-dekkend, vanuit de industrie opgesteld stelsel van in noodsituaties te nemen maatregelen.

11.

betreurt ook dat sommige lidstaten Richtlijn 2002/59/EG betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart (6), in het bijzonder artikel 20 hiervan betreffende het opstellen van plannen met toevluchtsoorden voor schepen in nood, niet volledig hebben uitgevoerd;

12.

vraagt dat elke lidstaat met een kust voorziet in een duidelijke besluitvormings- en bevelstructuur bij maritieme noodsituaties en een onafhankelijke autoriteit die de bevoegdheden en expertise heeft om de noodzakelijke beslissingen te nemen, die gelden voor alle betrokkenen, met name de keuze en de verplichte toewijzing van een ligplaats of haven in noodgevallen;

13.

wijst met nadruk op het belang van internationale samenwerking bij de aanpak van ernstige ongevallen op zee, op basis van permanente operationele netwerken en heldere voorschriften en procedures die regelmatig door middel van oefeningen worden getoetst;

14.

benadrukt dat bij de reflectie over acties ter verbetering van de veiligheid op zee voldoende rekening moet worden gehouden met de bijzondere kenmerken van de verschillende maritieme gebieden, bijvoorbeeld als gevolg van het klimaat; wijst erop dat bijvoorbeeld de weersomstandigheden in de Baltische Zee in de winter bijzondere eisen met betrekking tot de veiligheid stellen;

15.

bepleit de oprichting van een Europese kustwachtdienst die wordt uitgerust met de deskundigheid en apparatuur die nodig is om te zorgen voor:

de veiligheid op zee en de bescherming van het mariene milieu (met inbegrip van toezicht op de visserij), bescherming tegen terrorisme, piraterij en misdaad op zee,

strikt toezicht op het volgen van gegeven zeeroutes en vervolging van de illegale binnenkomst van schepen,

de snelst mogelijke coördinatie van de maatregelen die genomen moeten worden bij een ongeval op zee ,

een en ander in overeenstemming met de besluiten van de overeenkomstig paragraaf 12 van deze resolutie op te richten onafhankelijke nationale autoriteiten;

16.

spreekt zijn waardering uit voor het initiatief van de Commissie een reeks bezoeken aan lidstaten te organiseren om na te gaan of er programma's bestaan voor de aanpak van vluchthavens, en wat de inhoud daarvan is; verzoekt de Commissie om zo spoedig mogelijk haar evaluatie van de ingediende plannen en bezoeken ter plaatse af te ronden en de resultaten van dit onderzoek voor te leggen aan het Europees Parlement en de Raad en duidelijk te verklaren welke delen van de plannen openbaar moeten worden gemaakt;

17.

is verontrust over de toenemende overslag van olie tussen schepen voor de Europese kusten; vraagt de lidstaten daarom bij het opstellen van noodplannen rekening te houden met de specifieke risico's die hieraan verbonden zijn;

18.

stelt vast dat de capaciteit voor het opruimen van olie op zee in bepaalde gebieden onvoldoende is gebleken en dat nog geen maatregelen ter verbetering zijn genomen sinds het zinken van de Prestige; juicht het daarom toe dat het Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart (EMSA) een operationele taak op dit gebied krijgt toebedeeld en onderstreept het belang van het beschikbaar stellen van de benodigde financiële middelen voor het uitvoeren van deze taak;

19.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om zo spoedig mogelijk voorstellen te doen voor financiële compensatie voor toevluchtsoorden en duidelijkheid te verschaffen over de mate waarin er al in de bestaande internationale conventies voorzieningen staan inzake compensatie; roept de lidstaten en de Unie op om deze conventies zo spoedig mogelijk te ratificeren;

20.

verzoekt de Commissie de mogelijkheid te onderzoeken van een verplichte verzekering voor schepen in Europese wateren, zodat schade en kosten voor toevluchtsoorden, alsook de sociale en milieukosten in verband met ongevallen ook op scheepseigenaren verhaald kunnen worden; wenst dat er een voorstel komt om de EU toe te rusten met een gemeenschappelijke methode voor het evalueren van dergelijke rampen, zodat, naar het voorbeeld van de Verenigde Staten, ook maatschappelijke of collectieve schade in verband met beschadigd natuurlijk erfgoed, met inbegrip van de aantasting van de biodiversiteit op zee en te land die geen handelswaarde heeft, in aanmerking komt voor vergoeding;

21.

is van mening dat de in te stellen verzekeringsregeling niet alleen betrekking moet hebben op de waarde van de vracht, maar ook op de risico's van milieuschade, rekening houdend met de soort van lading;

22.

verzoekt de Raad Vervoer een jaar na publicatie van het Commissievoorstel eindelijk een standpunt in te nemen over de richtlijn inzake de invoering van (strafrechtelijke) sancties bij de verontreiniging vanaf schepen; onderstreept zijn standpunt dat een stelsel van sancties cruciaal is om illegale lozingen tegen te gaan maar dat dit niet mag leiden tot een algemene criminalisering van zeevarenden en daarmee tot schade aan het imago van het maritieme beroep;

23.

beziet met zorg de beperkte vorderingen van enkele nieuwe lidstaten bij de implementatie van de Europese en mondiale regels voor maritieme veiligheid; merkt op dat de zorg zich toespitst op de nieuwe lidstaten: de Baltische staten, Malta en Cyprus; roept de Commissie op de voortgang van het proces van opneming van de Gemeenschapswetgeving nauwgezet te blijven volgen en verzoekt de nieuwe lidstaten, met name Malta en Cyprus, zich te blijven inzetten en hun zeevaartautoriteiten uit te breiden;

24.

verwelkomt de periodieke publicatie door de Commissie van een zwarte lijst van schepen waaraan de toegang tot de Europese wateren en havens wordt geweigerd; dringt bij de lidstaten aan op strikte handhaving van de bepalingen in de richtlijn havenstaatcontrole, indien de toegang wordt geweigerd en op verbetering en homogenisering van de inspecties die in de havens moeten worden geïntensiveerd en dringt er voorts bij de Commissie op aan effectieve controles en audits uit te voeren bij classificatiemaatschappijen, filialen hiervan en deelnemende bedrijven hierin, en hierbij sancties te introduceren in geval van niet-naleving van verplichtingen;

25.

verzoekt de Commissie om grondige studie te laten maken van de totale hoeveelheid chemicaliën en radioactieve stoffen die over zee wordt vervoerd en daarbij ook te kijken naar de mate van toxiciteit, de chemische aard en het gevaar ervan;

26.

verzoekt de Commissie een voorstel in te dienen voor de tracering (via transponders) van containers en andere laadeenheden met gevaarlijke lading, zodat deze na verlies op zee opgespoord kunnen worden; verzoekt de Commissie het SafeSeaNet gegevensbestand verder te ontwikkelen zodat hieraan nieuwe functionele eigenschappen worden toegevoegd en nieuwe technologische ontwikkelingen worden opgenomen, bij voorbeeld transponders; verzoekt de lidstaten dit systeem volledig in te zetten om het verkeer beter te kunnen controleren en schepen die een gevaar kunnen vormen voor veiligheid, zekerheid of milieu beter te kunnen identificeren;

27.

is verontrust over de registratie en labelling van containers en vaten die gevaarlijke chemicaliën en stoffen bevatten, naar aanleiding van het verlies van zeer toxische lading van de Andinet in de Noordzee, waarbij bleek dat de substantie in kwestie niet overeenkwam met de vrachtbrieven;

28.

is verontrust over de mogelijkheid dat de onlangs tussen Rusland en de Europese Gemeenschap gesloten overeenkomst voor partnerschap en samenwerking (PCA) onvoldoende waarborgen biedt voor de veiligheid van de zeevaart in het Oostzeegebied; verzoekt de Commissie dan ook haar aanhoudende onderhandelingen met Rusland nauw met de lidstaten en het Europees Parlement te coördineren om gezamenlijke normen te bepalen voor de toegang tot de Oostzee voor schepen met een gevaarlijke lading; is van mening dat in de resultaten van deze onderhandelingen een gelijke mate van verantwoordelijkheid van beide verdragsluitende partijen moet doorklinken voor de bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied;

29.

dringt er bij de Commissie op aan om in de aangekondigde ontwerprichtlijn voor onderzoek naar scheepsongevallen zorg te dragen voor een systeem dat een optimale uitwisseling van onderzoeksuitkomsten tussen lidstaten, Commissie en EMSA verzekert en dat de onafhankelijkheid van het onderzoek waarborgt, bij voorkeur middels de oprichting van een onafhankelijke Europese onderzoekseenheid binnen EMSA;

30.

verzoekt de Commissie de mogelijkheid te onderzoeken om EMSA onder bepaalde voorwaarden toegang te verlenen tot schepen, met name voor een onaangekondigd bezoek, om ter plaatse toegewezen inspectie- en onderzoekstaken te kunnen uitvoeren en, zo nodig, dienovereenkomstig een voorstel te formuleren;

31.

wenst voorts verhoging van de begrotingskredieten voor het EMSA, zodat dit agentschap op zo kort mogelijke termijn kan beschikken over een vloot schepen voor vervuilingsbestrijding, in aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, en zodat het ook meer controle kan uitoefenen op de activiteiten van classificatiemaatschappijen;

32.

wijst op het belang van terbeschikkingstelling van de modernste navigatiemiddelen zoals elektronische zeekaarten (ENC), elektronische zeekaart op beeldscherm en elektronisch informatiesysteem (ECDIS), alsook regelmatig bijgewerkte gegevens over waterdiepten (met name in gebieden met geringe diepte);

Verbetering van de maritieme veiligheid op mondiaal niveau

33.

ondersteunt de uitnodiging van de secretaris-generaal van de IMO aan de EU-landen om ten volle te blijven deelnemen aan de werkzaamheden van de IMO en verwelkomt de resultaten van de gesprekken tussen de Commissaris voor vervoerszaken en de secretaris-generaal van de IMO gemaakt hebben en marge van de MARE-vergadering in januari 2004 over nauwere samenwerking tussen hun organisaties;

34.

herhaalt zijn verzoek aan de Raad om het IMO-lidmaatschap voor de Unie aan te vragen;

35.

is verontrust over de toegenomen export van Russische olie via de Oostzee en langs de EU kustlijn, aangezien veelal gebruik wordt gemaakt van de goedkoopste sub-standaard tonnage; verwelkomt in dit licht een nauwe samenwerking tussen de Commissie en IMO, die classificatiebureaus moeten controleren op een goede uitvoering van inspecties en de correctheid van uitgegeven certificaten;

36.

heeft begrip voor de zorg van de secretaris-generaal van de IMO over unilateraal en regionaal optreden van landen buiten het IMO-kader, is van mening dat EU optreden soms echter nodig kan zijn in het belang van de veiligheid , zoals bij het verbod op goedkope vlaggen in de Europese territoriale wateren; meent bovendien dat EU-maatregelen als een katalysator binnen IMO kunnen werken zoals bijvoorbeeld in het geval van de versnelde uitfasering van enkelwandige tankers;

37.

meent dat het aanwijzen van Particularly Sensitive Sea Areas (PSSA) in IMO-verband vergezeld moet gaan van eenduidige en afdwingbare regels, zoals een verscherpte meldplicht, de identificatie van alle instanties en personen die bij het transport zijn betrokken en een rerouting van risicoschepen gedifferentieerd naar hun lading; betreurt dat sommige lidstaten van de IMO streven naar uitstel van de aanwijzing van nieuwe PSSA-zones;

38.

betreurt dat tot dusverre slechts drie lidstaten van de IMO, waaronder slechts één lidstaat van de EU, het Internationaal Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid voor schade tengevolge van verontreiniging met bunkerolie van 2001 hebben geratificeerd, daar iedere lozing van bunkerolie een bedreiging vormt van het mariene milieu en de biologische verscheidenheid daarvan, en dat er zonder volledige ratificatie geen sprake zal zijn van een internationaal kader inzake schade door verontreiniging ten gevolge van lozing van bunkerolie; verzoekt de lidstaten van de EU daarom met klem het verdrag te ratificeren en de Commissie deze ratificatie aan te moedigen;

39.

dringt erop aan dat in ecologisch bijzonder gevoelige en moeilijk bevaarbare delen van de Oostzee, met name de Kadetgeul, Skagerrak/Kattegat, Grote Belt en Sont bijzondere zones worden ingesteld, die door zeeschepen, met name olietankers, niet meer zonder loods mogen worden bevaren en verzoekt de Commissie en de lidstaten de daarvoor noodzakelijke maatregelen te nemen in de bevoegde internationale fora, met name de IMO;

40.

is tevreden met de door de Commissie ter bescherming van het mariene milieu van het Oostzeegebied (Helcom) goedgekeurde gemeenschappelijke regels voor scheepsvaart in het Oostzeegebied in de winter;

41.

staat daarentegen afwijzend tegenover het categorisch weren van risicoschepen uit de 200-mijlszone aangezien deze maatregel juridisch aanvechtbaar is, een snelle en effectieve assistentie aan in nood geraakte schepen en hun bemanning bemoeilijkt en leidt tot het omvaren van schepen waarmee het probleem wordt verplaatst of zelfs vergroot;

42.

wijst nogmaals op de noodzaak om het internationaal zeerecht zo te herzien dat de kuststaten worden uitgerust met meer bevoegdheden, ter versterking van de veiligheid op zee in hun exclusieve economische zones en voor een betere bescherming van het mariene milieu;

43.

onderstreept dat het voor de veiligheid op zee onontbeerlijk is dat zeelui opgeleid zijn, hun arbeidsomstandigheden en werktijd acceptabel en hun vergoeding degelijk en dat een einde wordt gemaakt aan de overbelasting die op vele schepen bestaat; verzoekt de Commissie via wetgeving te werken aan harmonisatie en een opwaardering van het beroep in kwestie op Europese schaal en in deze zin op te treden binnen de IMO;

44.

onderstreept dat tot 80 % van de ongevallen op zee is terug te voeren op menselijke fouten en zelfs nog een hoger percentage van alle aanvaringen en gevallen van aan de grond lopen; is van mening dat het menselijk element vele facetten heeft; verzoekt de Commissie dan ook aandacht te schenken aan het menselijk element als zij, zoals aangekondigd, in 2004 een nieuw „Prestige”-pakket aanneemt en dringt daarom aan op de invoering van verplichte opfriscursussen en cursussen over reddingsoperaties in het kader van het STCW-Verdrag;

45.

verzoekt de Commissie en de lidstaten er in de IMO op aan te dringen dat de internationale voorschriften inzake veiligheidsopleiding van gezagvoerders, officieren en bemanningen worden aangescherpt, met name door middel van verplichte voortgezette en opfriscursussen op het gebied van veiligheid van schepen, management van ongevallen, brandbeveiliging en noodmaatregelen zoals slepen, ligplaatsen bij ongevallen of bestrijding van schadelijke stoffen;

46.

pleit voor een internationaal programma voor samenwerking tussen alle in de wereld bestaande inspectiesystemen voor schepen, met inbegrip van een gecentraliseerd, gemakkelijk toegankelijk en snel te raadplegen gegevensbestand dat tot doel heeft te voorkomen dat het verplaatsen van schepen van de ene regio naar de andere tot gevolg kan hebben dat het identificatieprofiel en het historisch overzicht van overtredingen van het schip verloren gaan;

47.

verwelkomt in dit verband de inspecties die EMSA zal uitvoeren met betrekking tot de toepassing van het STCW-Verdrag in derde landen; onderstreept dat sancties geboden zijn bij flagrante schendingen van de Conventie, verzoekt de Commissie in het bijzonder krachtig op te treden tegen landen die certificaten van bekwaamheid voor koopvaardijofficieren verstrekken op valse of frauduleuze gronden;

48.

verlangt maatregelen om beroepszeelieden een waardiger bestaan te bieden teneinde deze beroepen aantrekkelijker te maken voor jongeren in het algemeen en Europese jongeren in het bijzonder;

49.

is verontrust over het steeds grotere aantal nagemaakte en valse certificaten; dringt erop aan dat de Commissie ervoor zorgt dat bemanningsleden worden gestimuleerd de autoriteiten op de hoogte te stellen van deze misdadige praktijken, indien deze door de eigenaars of de vlagstaat niet worden rechtgetrokken;

50.

verwelkomt de in december 2003 genomen IMO-besluiten over richtsnoeren voor vluchthavens en over de invoering van een vrijwillig auditsysteem voor IMO-lidstaten; dringt er echter op aan dit systeem spoedig verplicht te stellen en de resultaten ervan openbaar te maken;

51.

wijst op de noodzaak om de structuur en de verantwoordelijkheden van het complexe geheel van belanghebbenden (scheepseigenaren, rederijen, bevrachters, oliemaatschappijen, classificatiebureaus, verzekeraars, enz.) die het internationale zeeverkeer beheersen, alsook hun betrekkingen met goedkopevlaglanden grondig te wijzigen; wijst erop dat deze structuur een belemmering vormt voor een doeltreffende controle op de toestand van de schepen, de uitvoering van de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, de vakkennis, het zorgen voor passende arbeidsomstandigheden, levensomstandigheden en salarissen van de bemanningen en het voldoen aan de fiscale verplichtingen; verzoekt de Commissie dit cruciale probleem in zijn hele omvang te analyseren en hierover verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad; in dit verslag moet vooral aandacht worden besteed aan de betrekkingen tussen Europese maatschappijen en goedkopevlaglanden;

52.

is zich bewust van de moeilijkheden die sommige derde landen ondervinden om de internationale regelgeving betreffende veiligheid op zee toe te passen, verzoekt de Raad en de Commissie in het communautaire ontwikkelingsbeleid programma's op te nemen voor de versterking van de scheepvaartdiensten;

53.

pleit voor herziening van de internationale wetgeving inzake zeevervoer om te komen tot grotere transparantie voor wat betreft de functioneringsstructuren, de identiteit van de betrokkenen, het soort lading en de in elk afzonderlijk geval van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen; wijst nogmaals op de noodzaak van een systeem dat voorziet in communautaire bevlagging van schepen en voorkomt dat gebruik wordt gemaakt van goedkope vlaggen van landen die niet voldoen aan de voorschriften inzake veiligheid en inspectie van schepen;

54.

verzoekt de Internationale Arbeidsorganisatie en de IMO gezamenlijk verplichte normen op te stellen voor beloning, minimale woon- en werkomstandigheden aan boord van schepen en werk- en rusttijden, alsook voor toegang tot beroepsopleiding;

55.

spreekt zijn bezorgdheid uit over het feit dat zich momenteel nog steeds olie bevindt op zijn minst op 300 plaatsen aan de Galicische kust, alsmede op andere plaatsen aan de Golf van Biskaje, waaronder vele Natura 2000-gebieden; vraagt de onmiddellijke goedkeuring van de Natura 2000-gebieden die in de regio zijn voorgesteld, alsmede van plannen voor het ecologisch herstel van deze gebieden;

Sociaal-economische, milieu- en visserijaspecten

56.

constateert dat de snelle openstelling van visgronden in de getroffen gebieden na de ramp met de Prestige op korte termijn weliswaar verlichting heeft gebracht voor de getroffen visserijsector;

57.

stelt vast dat, ruim een jaar na de ramp met de Prestige en ondanks de afgenomen visserijinspanning als gevolg van de preventieve sluiting van visgronden, uit door sommige vissersorganisaties verstrekte gegevens blijkt dat sprake is van een achteruitgang van bepaalde visbestanden in deze zone;

58.

wijst erop dat in de nieuwe communautaire financiële vooruitzichten (2007-2013) moet worden voorzien in specifieke financiële instrumenten voor de visserijsector, teneinde deze sector in staat te stellen tegemoet te komen aan de behoeften van door scheepsrampen getroffen bevolkingsgroepen in kustregio's;

59.

onderstreept dat ervaringen na de Exxon Valdez-ramp de noodzaak aantonen van langdurig wetenschappelijk onderzoek naar de milieueffecten van de Prestigeramp op lange termijn; dit onderzoek dient onder meer te worden gericht op de doorwerking van de vervuiling in de voedselketen en op de gevolgen van de vervuiling voor de biodiversiteit; dringt aan op afspraken over de gezamenlijke financiering van dergelijk onderzoek door de betrokken regio's, lidstaten en de EU;

60.

verwacht dat met dergelijk lange termijnonderzoek en de uitwisseling van de onderzoeksgegevens een meer realistische inschatting kan worden gemaakt van de onmiddellijke en uitgestelde schade en daarmee een meer doordachte aanpak van toekomstige milieurampen kan worden gerealiseerd;

61.

is van mening dat de efficiënte rol die de vissersvloten hebben gespeeld bij de strijd tegen de vervuiling door de Prestige en bij de plaatsing van olie-opvangnetten, de landen van de Unie ertoe moeten aanzetten preventief, met behulp van communautaire financiering, dit soepele middel te ontwikkelen tot permanent instrument, aangezien dit het mogelijk maakt op te treden alvorens de vervuiling de kust bereikt;

62.

is van mening dat de Commissie dient te waarborgen dat de reactie ten aanzien van in het wild levende planten en dieren ingeval van olielozing wordt opgenomen in de algehele reactie en planningsmechanismen inzake olielozingen, terwijl erop wordt toegezien dat deze reactie wordt uitgevoerd aan de hand van optimale werkmethoden; is voorts van mening dat de Commissie voorrang moet geven aan de ontwikkeling van adequate maatregelen voor het herstel van beschadigde ecosystemen na een olielozing en ter waarborging van het herstel van de getroffen populaties;

*

* *

63.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  P5_TA(2003)0483.

(2)  PB C 25 E van 29.1.2004, blz. 415.

(3)  PB C 31 E van 5.2.2004, blz. 258.

(4)  P5_TA(2003)0400.

(5)  P5_TA(2004)0102.

(6)  PB L 208 van 5.8.2002, blz. 10.


Donderdag, 22 april 2004

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 104/739


NOTULEN

(2004/C 104 E/04)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.00 uur geopend.

Het woord wordt gevoerd door Nuala Ahern die wenst dat de Voorzitter stappen onderneemt bij het Parlement en de regering van Israël om verbetering te brengen in de omstandigheden waarin Mordechai Vanunu na zijn vrijlating gedwongen is leven (De Voorzitter neemt akte van het verzoek en verklaart dat hij dit aan de Voorzitter van het Parlement zal overbrengen).

2.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Raad en Commissie:

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 voor het begrotingsjaar 2004 — Afdeling III — Commissie (8539/2004 — C5-0167/2004 — 2004/2026(BUD))

verwezen naar:

ten principale: BUDG

 

advies:ITRE

rechtsgrondslag:

Art. 272 EGV, Art. 177 EURATOM

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende een specifieke procedure voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op wetenschappelijk onderzoek (SEC(2004) 469 — C5-0192/2004 — 2004/2031(GBD))

verwezen naar:

ten principale: BUDG

2)

leden

2.1)

ontwerpresoluties (artikel 48 van het Reglement)

Marco Pannella, Maurizio Turco, Emma Bonino, Marco Cappato, Gianfranco Dell'Alba, Benedetto Della Vedova en Olivier Dupuis, niet-ingeschrevene, over de ernstige voortdurende schending van de fundamentele mensenrechten in Vietnam (B5-0190/2004).

verwezen naar:

ten principale: AFET

Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie, over de herziening van het Stabiliteitspakt (B5-0195/2004).

verwezen naar:

ten principale: ECON

3.   Uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara (verklaring gevolgd door een debat)

Verklaring van de Commissie: Resultaten van het proces tegen Leyla Zana en anderen te Ankara

Poul Nielson (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Richard A. Balfe, namens de PPE-DE-Fractie, Johannes (Hannes) Swoboda, namens de PSE-Fractie, Andrew Nicholas Duff, namens de ELDR-Fractie, Luigi Vinci, namens de GUE/NGL-Fractie, Joost Lagendijk, namens de Verts/ALE-Fractie, Arie M. Oostlander, Anne André-Léonard, Feleknas Uca en Poul Nielson.

Johannes (Hannes) Swoboda, namens de PSE-Fractie, over de uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara (B5-0193/2004)

Joost Lagendijk, Daniel Marc Cohn-Bendit, Nelly Maes en Marie Anne Isler Béguin, namens de Verts/ALE-Fractie, over de situatie van mevrouw Leyla Zana, winnaar van de Sacharov-prijs 1995 van het Europees Parlement, die in Turkije in de gevangenis zit (B5-0196/2004)

Sarah Ludford, namens de ELDR-Fractie, over het proces tegen Leyla Zana (B5-0197/2004)

Luigi Vinci en Feleknas Uca, namens de GUE/NGL-Fractie, over de uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara (B5-0198/2004)

Richard A. Balfe en Arie M. Oostlander, namens de PPE-DE-Fractie, over de uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara (B5-0199/2004)

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 7.27.

4.   Grote richtsnoeren van het economisch beleid — Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * (debat)

Verslag Aanbeveling van de Commissie inzake de actualisering 2004 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) [COM(2004) 238 — C5-0183/2004 — 2004/2020(INI)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0280/2004)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad houdende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten [COM(2004) 239 — C5-0188/2004 — 2004/0082(CNS)] — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Marie-Thérèse Hermange (A5-0277/2004)

Marie-Thérèse Hermange leidt haar verslag in (A5-0277/2004).

Christa Randzio-Plath leidt haar verslag in (A5-0280/2004).

Het woord wordt gevoerd door Stavros Dimas (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Stephen Hughes, namens de PSE-Fractie, Olle Schmidt, namens de ELDR-Fractie, en Herman Schmid, namens de GUE/NGL-Fractie.

VOORZITTER: Catherine LALUMIÈRE

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Pierre Jonckheer, namens de Verts/ALE-Fractie, Johannes (Hans) Blokland, namens de EDD-Fractie, Philip Bushill-Matthews, Robert Goebbels, Philippe A.R. Herzog, Theodorus J.J. Bouwman, William Abitbol, Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, Claude Moraes, Regina Bastos, Manuel António dos Santos, Manuel Pérez Álvarez, Giorgos Katiforis, Othmar Karas en Stavros Dimas.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punten 7.16 en 7.28

(In afwachting van de stemmingen wordt de vergadering om 10.50 uur onderbroken en om 11.05 uur hervat.)

VOORZITTER: David W. MARTIN

Ondervoorzitter

5.   Welkomstwoord

De Voorzitter verwelkomt namens het Parlement een delegatie van het Australische parlement, die op de officiële tribune heeft plaatsgenomen

6.   Vervallen van het mandaat van Michel Raymond

De Voorzitter deelt mee dat de Raad het Parlement bij schrijven van 20 april 2004 heeft laten weten dat de wijzigingen bedoeld in de artikelen 1 en 2 van het Besluit van de Raad van 25 juni en 23 september 2002 tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse verkiezingen op 1 april 2004 in werking zijn getreden.

Het decreet van de Franse premier van 25 november 2003 dat tot het vervallen van het mandaat van Michel Raymond leidt, is derhalve met ingang van die datum van kracht.

Bijgevolg is Michel Raymond, in overeenstemming met het advies van de Commissie JURI van 17 maart 2004, met ingang van 1 april 2004 geen lid meer van het Parlement.

7.   Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

Het woord wordt gevoerd door Marialiese Flemming.

Het woord wordt gevoerd door:

Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, die van mening is dat het besluit dat de Voorzitter gisteren heeft genomen om de amendementen niet te aanvaarden (punt 10.1 van de notulen van gisteren) juridisch gezien niet verdedigbaar is en die dat besluit derhalve aanvecht. Zijn fractie zal om die reden uit protest niet meestemmen over het verslag Johanna L.A. Boogerd-Quaak A5-0230/2004. Terugkomend op de woorden van Enrique Barón Crespo dat er documenten zouden zijn verdwenen bij de Commissie LIBE, verzoekt hij hem te openbaren waar deze informatie vandaan komt en om hoe dan ook de door hem beledigend geachte woorden aan het adres van Antonio Tajani in te trekken (De Voorzitter wijst erop dat de Voorzitter en het Parlement gisteren een besluit hebben genomen over de bij de stemming over dit verslag te volgen procedure en dat hij zich aan dat besluit zal houden);

Enrique Barón Crespo die verklaart dat hij een een schrijven gericht heeft aan de Voorzitter, met kopie aan alle fractievoorzitters, om uitleg te geven over de verdwijning, bij de Commissie LIBE, van deze documenten die aan het begin van de vergadering weer opdoken; hij geeft ook nadere uitleg over de woorden die hij tot Antonio Tajani heeft gericht en die verkeerd geïnterpreteerd lijken te zijn;

Guido Podestà en Jorge Salvador Hernández Mollar (voorzitter van de Commissie LIBE) voor persoonlijke feiten naar aanleiding van de woorden van de vorige spreker;

Gerardo Galeote Quecedo die vraagt dat de gewraakte woorden worden nagetrokken in het volledig verslag;

Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie, die verklaart dat haar fractie evenmin aan de stemming zal deelnemen;

Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, die, aangezien de PPE-DE- en de UEN-Fractie hebben laten weten niet aan de stemming te zullen deelnemen, voorstelt de gehele ontwerpresolutie en bloc in stemming te brengen;

José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie, die eraan herinnert dat hij gisteren een verzoek heeft ingediend tot terugverwijzing van dit verslag naar de commissie (De Voorzitter antwoordt dat hij dit verzoek bij aanvang van de stemming kan indienen);

Marco Pannella die voorstelt dat Voorzitter Pat Cox deze vergadering zelf voorzit (De Voorzitter stekt vast dat Pat Cox aanwezig is en vraagt hem of hij wil reageren);

Pat Cox (Voorzitter) komt terug op het besluit van gisteren en de gevolgde procedure en beveelt de Voorzitter aan zich aan de vastgestelde procedure te houden; over het probleem van de verdwenen documenten merkt hij op dat hij de diensten van het Parlement had opgedragen de kwestie te onderzoeken en dat de uitslag van dat onderzoek volledig bevredigend was; hij verzoekt de Vergadering dan ook een punt achter deze affaire te zetten.

7.1.   Productie en afzet van honing * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing [COM(2004) 30 — C5-0052/2004 — 2004/0003(CNS)] — Commissie landbouw.

Rapporteur: Astrid Lulling (A5-0232/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE, AMENDEMENTEN en ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Astrid Lulling (rapporteur) legt overeenkomstig artikel 131, lid 4 van het Reglement een verklaring af.

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0351)

7.2.   Visuminformatiesysteem * (artikel 110 bis van het Reglement) (vote final)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0352)

7.3.   Verdediging van de parlementaire immuniteit van Umberto Bossi (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit [2003/2171(IMM)] — Commissie juridische zaken.

Rapporteur: Kurt Lechner (A5-0281/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0353)

7.4.   Verdediging van de parlementaire immuniteit van Umberto Bossi (tweede verzoek) (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit [2003/2172(IMM)] — Commissie juridische zaken.

Rapporteur: Kurt Lechner (A5-0282/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0354)

7.5.   Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** III (stemming)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap [PE-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004 — 2002/0025(COD)] — Delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Georg Jarzembowski (A5-0242/2004)

(Gewone meerderheid voor goedkeuring ervan)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

GEMEENSCHAPPELIJKE ONTWERPTEKST

Aangenomen (P5_TA(2004)0355)

7.6.   Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** III (stemming)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering („spoorwegveiligheidsrichtlijn”) [PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004 — 2002/0022(COD)] — Delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Dirk Sterckx (A5-0245/2004)

(Gewone meerderheid voor goedkeuring ervan)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

GEMEENSCHAPPELIJKE ONTWERPTEKST

Aangenomen (P5_TA(2004)0356)

7.7.   Interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem *** III (stemming)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad en van Richtlijn 2001/16/EG betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem [PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004 — 2002/0023(COD)] — Delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Sylviane H. Ainardi (A5-0243/2004)

(Gewone meerderheid voor goedkeuring ervan)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

GEMEENSCHAPPELIJKE ONTWERPTEKST

Aangenomen (P5_TA(2004)0357)

7.8.   Europees Spoorwegbureau *** III (stemming)

Verslag over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlament en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau („Spoorwegbureauverordening”) [PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004 — 2002/0024(COD)] — Delegatie van het Parlement in het bemiddelingscomité.

Rapporteur: Gilles Savary (A5-0244/2004)

(Gewone meerderheid voor goedkeuring ervan)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

GEMEENSCHAPPELIJKE ONTWERPTEKST

Aangenomen (P5_TA(2004)0358)

7.9.   Gewijzigde begroting nr. 6/2004 (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 — Afdeling III Commissie (Agentschap voor intelligente energie) [2004/2026(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Jan Mulder (A5-0259/2004)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2004)0359)

7.10.   Democratie, rechtsstaat, rechten van de mens en fundamentele vrijheden *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een verordening (EG) van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden [COM(2003) 639 — C5-0507/2003 — 2003/0250(COD)] — Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Rapporteur: Fernando Fernández Martín (A5-0279/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0360)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0360)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

De rapporteur stelde in overeenstemming met de PSE-Fractie voor amendement 4 te verwerpen.

7.11.   „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 [COM(2003) 700 — C5-0548/2003 — 2003/0274(COD)] — Commissie cultuur en onderwijs.

Rapporteur: Michel Rocard (A5-0148/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0361)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0361)

7.12.   Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) [COM(2003) 796 — C5-0648/2003 — 2003/0307(COD)] — Commissie cultuur en onderwijs.

Rapporteur: Sabine Zissener (A5-0247/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0362)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0362)

7.13.   Midden- en kleinbedrijf (2001-2005) *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) [COM(2003) 758 — C5-0628/2003 — 2003/0292(COD)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: Paul Rübig (A5-0237/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0363)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0363)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

De rapporteur voerde het woord vóór de stemming, onder meer om een delegatie van de Oostenrijkse Bundesrat te begroeten.

7.14.   Digitale inhoud in Europa *** I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa [COM(2004) 96 — C5-0082/2004 — 2004/0025(COD)] — Commissie industrie, onderzoek en energie.

Rapporteur: W.G. van Velzen (A5-0235/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0364)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0364)

7.15.   Samenwerkingsovereenkomst EG/Pakistan * (stemming)

Verslag over het ontwerpbesluit van de Raad houdende ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan [8108/1999 — COM(1998) 357 — C5-0659/2001 — 1998/0199(CNS)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Elmar Brok (A5-0275/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 15)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0365)

7.16.   Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad houdende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten [COM(2004) 239 — C5-0188/2004 — 2004/0082(CNS)] — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken.

Rapporteur: Marie-Thérèse Hermange (A5-0277/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 16)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2004)0366)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0366)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Philip Bushill-Matthews, namens de PPE-DE-Fractie, stelde een mondeling amendement voor op amendement 1.

7.17.   Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (stemming)

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst: Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 [COM(2004) 101 — C5-0089/2004 — 2004/2006(INI)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Terence Wynn (A5-0268/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 17)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0367)

7.18.   Economische en sociale cohesie (Derde verslag) (stemming)

Verslag over het Derde verslag over de economische en sociale cohesie [COM(2004) 107 — C5-0092/2004 — 2004/2005(INI) -.

Rapporteur: Konstantinos Hatzidakis (A5-0272/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 18)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0368)

7.19.   Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (stemming)

Verslag over Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie [2004/2001(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Salvador Garriga Polledo (A5-0269/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 19)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0369)

7.20.   Raming van het Europees Parlement voor 2005 (stemming)

Verslag over de raming van de inkomsten en de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2005 [2004/2007(BUD)] — Begrotingscommissie.

Rapporteur: Wilfried Kuckelkorn (A5-0236/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 20)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0370)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Richard A. Balfe, namens de PPE-DE-Fractie pleitte voor aanneming van amendement 1.

7.21.   Follow-up van het jaarverslag van de EIB (stemming)

Verslag over de follow-up van het jaarverslag van de Europese Investeringsbank [2004/2012(INI)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0258/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 21)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0371)

7.22.   Eurostat (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0218/2004, B5-0219/2004, B5-0220/2004, B5-0222/2004, B5-0223/2004 en B5-0225/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 22)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0218/2004 (ter vervanging van ontwerpresoluties) B5-0218/2004, B5-0219/2004, B5-0220/2004, B5-0222/2004, B5-0223/2004 en B5-0225/2004

ingediend door de volgende leden:

María Antonia Avilés Perea, namens de PPE-DE-Fractie,

Helmut Kuhne, namens de PSE-Fractie,

Jan Mulder en Ole B. Sørensen, namens de ELDR-Fractie,

Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie,

Freddy Blak en Jonas Sjöstedt, namens de GUE/NGL-Fractie,

Mogens N.J. Camre, namens de UEN-Fractie,

Jens-Peter Bonde, namens de EDD-Fractie,

Gianfranco Dell'Alba

Aangenomen (P5_TA(2004)0372)

7.23.   Vrijheid van meningsuiting en informatie (stemming)

Verslag over de risico's van schending in de Europese Unie en met name in Italië van de vrijheid van meningsuiting en informatie (artikel 11, lid 2 van het Handvest van de grondrechten) [2003/2237(INI)] — Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken.

Rapporteur: Johanna L.A. Boogerd-Quaak (A5-0230/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 23)

Het woord wordt gevoerd door Giacomo Santini die van mening is dat de voor de stemming over dit verslag gekozen procedure een schending van het Reglement inhoudt en die het verzoek om terugverwijzing naar de commissie waarnaar José Ribeiro e Castro bij de aanvang van de stemming had verwezen steunt.

De Voorzitter stelt het verzoek om terugverwijzing, ingediend door José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie, overeenkomstig artikel 144, lid 1 van het Reglement, aan de orde.

Over dit verzoek wordt het woord gevoerd door José Ribeiro e Castro, die het verzoek toelicht, Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, en Bruno Gollnisch, niet-ingeschrevene.

Bij ES (214 vóór, 259 tegen, 1 onthouding) verwerpt het Parlement het verzoek.

Het woord wordt gevoerd door Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, om zijn voorstel om de ontwerpresolutie en bloc in stemming te brengen intrekt en Richard A. Balfe om erop te wijzen dat de Britse leden van de PPE-DE-Fractie aanwezig zijn maar niet zullen deelnemen aan de stemming.

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0373)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Cristiana Muscardini en Francesco Enrico Speroni over de stemming en bloc over bepaalde delen van de ontwerpresolutie;

Giacomo Santini over het feit dat als gevolg van de niet-ontvankelijkheid van namen van personen bepaalde tekstelementen iedere zin missen.

7.24.   Situatie in Pakistan (stemming)

Ontwerpresolutie B5-0187/2004/rev

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 24)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0374)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

John Walls Cushnahan verduidelijkte het standpunt van de leden van de Commissie AFET.

7.25.   Transatlantische betrekkingen (stemming)

Ontwerpresolutie B5-0185/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 25)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0375)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Johannes (Hannes) Swoboda diende een mondeling amendement in op amendement 6.

Erika Mann stelde een mondeling amendement voor op paragraaf 13 waarmee Elmar Brok, voorzitter van de Commissie AFET, instemde; ook stelde zij een mondeling amendement voor op paragraaf 15 (Elmar Brok stelde toen voor paragraaf 15 in zijn geheel te verwerpen en amendement 22 aan te nemen; Erika Mann stemde daarmee in).

7.26.   Mensenrechten in de wereld in 2003 (stemming)

Verslag over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld in 2003 en het beleid van de Unie terzake [2003/2005(INI)] — Commissie buitenlandse zaken.

Rapporteur: Véronique De Keyser (A5-0270/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 26)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0376)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Gianfranco Dell'Alba stelde in overleg met de rapporteur een mondeling amendement voor op paragraaf 4.

7.27.   Resultaten van het proces tegen Leyla Zana en anderen te Ankara (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0193/2004, B5-0196/2004, B5-0197/2004, B5-0198/2004 en B5-0199/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 27)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0193/2004 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0193/2004, B5-0196/2004, B5-0197/2004, B5-0198/2004 en B5-0199/2004)

ingediend door de volgende leden:

Richard A. Balfe en Arie M. Oostlander, namens de PPE-DE-Fractie,

Johannes (Hannes) Swoboda en Ozan Ceyhun, namens de PSE-Fractie,

Andrew Nicholas Duff, namens de ELDR-Fractie,

Joost Lagendijk, Daniel Marc Cohn-Bendit en Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie,

Luigi Vinci en Feleknas Uca, namens de GUE/NGL-Fractie

Aangenomen (P5_TA(2004)0377)

7.28.   Grote richtsnoeren van het economisch beleid (stemming)

Verslag Aanbeveling van de Commissie inzake de actualisering 2004 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) [COM(2004) 238 — C5-0183/2004 — 2004/2020(INI)] — Commissie economische en monetaire zaken.

Rapporteur: Christa Randzio-Plath (A5-0280/2004).

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 28)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0378)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Robert Goebbels stelde een mondeling amendement voor op wijziging 2.

8.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 163, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Eurostat — RC-B5-0218/2004

Theresa Villiers

Verslag Kuckelkorn — A5-0236/2004

Aguiriano Nalda

9.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Verslag Jarzembowski — A5-0242/2004

gemeenschappelijke ontwerptekst

Vóór: Pervenche Berès

Tegen: Robert Goebbels

Verslag Rocard — A5-0148/2004

amendement 1, tweede deel

Vóór: Barbara Weiler

gewijzigd voorstel

Vóór: Hans-Peter Martin

wetgevingsresolutie

Vóór: Hans-Peter Martin

Verslag Wynn — A5-0268/2004

paragraaf 7

Vóór: Richard Corbett, Marie-Françoise Garaud

amendement 17

Vóór: Marie-Françoise Garaud, Paul Rübig, Françoise de Veyrinas

paragraaf 10

Vóór: Marie-Françoise Garaud

amendement 10

Vóór: Marie-Françoise Garaud, Marie-Thérèse Hermange

Tegen: María del Pilar Ayuso González

amendement 11

Vóór: Marie-Françoise Garaud

amendement 18

Vóór: Marie-Françoise Garaud, Paul Rübig, Agnes Schierhuber

amendement 16

Tegen: Alexander Radwan

amendement 13

Vóór: Béatrice Patrie, Marie-Thérèse Hermange

amendement 5

Vóór: Paul Rübig, Ingo Friedrich

Tegen: José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Konstantinos Hatzidakis, José Manuel García-Margallo y Marfil

amendement 19

Tegen: Marie-Thérèse Hermange

amendement 21

Vóór: Linda McAvan

amendement 22

Vóór: Isabelle Caullery, Jean-Charles Marchiani

paragraaf 68

Tegen: Maj Britt Theorin, Jan Andersson

Verslag Hatzidakis — A5-0272/2004

amendement 37

Tegen: Jillian Evans

Onthoudingen: Sérgio Ribeiro

Verslag Garriga Polledo — A5-0269/2004

amendement 1

Tegen: Eryl Margaret McNally

paragraaf 21

Vóór: Caroline Lucas, Elisabeth Schroedter

amendement 5

Vóór: Sami Naïr

paragraaf 29

Tegen: Isabelle Caullery, Jean-Charles Marchiani, Georges Berthu, Dominique F.C. Souchet

Verslag Randzio-Plath — A5-0258/2004

amendement 8

Vóór: Claude Turmes, Hans-Peter Martin

amendement 1

Vóór: Eurig Wyn

Ontwerpresolutie: Eurostat — RC-B5-0218/2004

amendement 3

Tegen: Glenys Kinnock

resolutie (geheel)

Tegen: Inger Schörling, Antonio Di Pietro, Giorgio Calò

Verslag Boogerd-Quaak — A5-0230/2004

paragraaf 2

Vóór: Elspeth Attwooll

paragraaf 5

Vóór: Carlos Carnero González

paragraaf 10

Vóór: Elisabeth Schroedter

paragraaf 21

Vóór: Carlos Carnero González, Paolo Costa

paragraaf 25

Vóór: Emmanouil Mastorakis

paragraaf 26-29 (en bloc)

Vóór: Olga Zrihen

Onthoudingen: Armonia Bordes, Chantal Cauquil

paragraaf 45-52 (en bloc)

Onthoudingen: Armonia Bordes, Chantal Cauquil, Arlette Laguiller

paragraaf 53

Vóór: Inger Schörling

Tegen: Peter William Skinner, Claude Turmes

paragraaf 76

Vóór: Claude Turmes

paragraaf 80

Vóór: Claude Turmes

Onthoudingen: Dana Rosemary Scallon

paragraaf 81

Vóór: Claude Turmes

paragraaf 82

Vóór: Claude Turmes

Ontwerpresolutie: Transatlantische betrekkingen — B5-0185/2004

amendement 6

Vóór: Lone Dybkjær, María Sornosa Martínez

Tegen: Richard Corbett, Gary Titley

amendement 10

Vóór: Lone Dybkjær

paragraaf 13

Tegen: Nikolaos Chountis, Marie-Thérèse Hermange

paragraaf 15

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Pervenche Berès

amendement 20

Vóór: Bart Staes, Hiltrud Breyer, Marie-Hélène Gillig, Pervenche Berès

paragraaf 18

Vóór: Othmar Karas

Tegen: Eurig Wyn

paragraaf 19

Vóór: Othmar Karas, Cristiana Muscardini, Roberta Angelilli

Tegen: Eurig Wyn

paragraaf 20

Vóór: Othmar Karas, Cristiana Muscardini, Roberta Angelilli

Verslag De Keyser — A5-0270/2004

amendement 6

Tegen: Anne Ferreira

amendement 7

Vóór: Martin Kastler

Tegen: Anne Ferreira, Marie-Thérèse Hermange, Armonia Bordes, Christine De Veyrac

amendement 8

Vóór: Martin Kastler, Anne-Marie Schaffner, Françoise de Veyrinas, Dominique Vlasto, Dana Rosemary Scallon

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Christine De Veyrac

amendement 9

Vóór: Dominique Vlasto, Françoise de Veyrinas, Anne-Marie Schaffner, Dana Rosemary Scallon

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Christine De Veyrac

amendement 10

Vóór: Dominique Vlasto, Françoise de Veyrinas, Anne-Marie Schaffner, Dana Rosemary Scallon

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Christine De Veyrac

amendement 11

Vóór: Dana Rosemary Scallon

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Christine De Veyrac

amendement 12

Vóór: Dana Rosemary Scallon

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Christine De Veyrac

amendement 13

Vóór: Dana Rosemary Scallon

Tegen: Marie-Thérèse Hermange, Christine De Veyrac

Verslag Randzio-Plath — A5-0280/2004

amendement 11

Vóór: Nelly Maes, Hélène Flautre, Gérard Onesta, Marie Anne Isler Béguin

amendementen 1 en 4 (gelijkluidende amendementen)

Vóór: Reino Paasilinna

Freddy Blak heeft niet deelgenomen aan het merendeel van de stemmingen.

Arlette Laguiller, Armonia Bordes en Chantal Cauquil hebben niet deelgenomen aan de stemmingen over de volgende documenten: A5-0268/2004, A5-0269/2004 (behalve amendement 15), A5-0236/2004, RC-B5-0218/2004 (amendement 3), B5-0187/2004 en B5-0185/2004 (amendement 20).

Mathieu Grosch, Gérard Deprez, de PPE-DE-Fractie en de UEN-Fractie hebben niet deelgenomen aan de stemming over verslag A5-0230/2004.

*

* *

Het woord wordt gevoerd door Anna Terrón i Cusí die terugkomt op de kwestie van de verdwenen documenten bij de Commissie LIBE en zich aansluit bij de woorden van Enrique Barón Crespo.

(De vergadering wordt om 13.30 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

10.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

11.   Vrouwen in Zuidoost-Europa (debat)

Verslag over de vrouwen in Zuidoost-Europa [2003/2128(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Anna Karamanou (A5-0182/2004)

Anna Karamanou leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Poul Nielson (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Rodi Kratsa-Tsagaropoulou, namens de PPE-DE-Fractie, María Elena Valenciano Martínez-Orozco, namens de PSE-Fractie, Anne André-Léonard, namens de ELDR-Fractie, en Patsy Sörensen, namens de Verts/ALE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 16.4.

12.   Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa over antipersoneelsmijnen (verklaring gevolgd door een debat)

Verklaring van de Commissie: Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoneelsmijnen

Poul Nielson (lid van de Commissie) legt de verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Charles Tannock, namens de PPE-DE-Fractie, Ioannis Souladakis, namens de PSE-Fractie, Anne André-Léonard, namens de ELDR-Fractie, Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie, Bernd Posselt en Poul Nielson

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Philippe Morillon, namens de PPE-DE-Fractie, over de voorbereiding van de eerste conferentie in Nairobi tot herziening van het Verdrag van 1997 inzake het verbod op het gebruik, aanleggen van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens („mijnenverbodsverdrag” van Ottawa) (B5-0215/2004)

Bob van den Bos en Johan Van Hecke, namens de ELDR-Fractie, over antipersoonsmijnen en de voorbereiding van de Conferentie van Nairobi tot herziening van het Verdrag van Ottawa voor een algeheel verbod op landmijnen (B5-0216/2004)

Luisa Morgantini en Yasmine Boudjenah, namens de GUE/NGL-Fractie, over de voorbereiding van de EU op de herzieningsconferentie van het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (Verdrag van Ottawa) (B5-0217/2004)

Nelly Maes en Matti Wuori, namens de Verts/ALE-Fractie, over de voorbereiding van de eerste conferentie in Nairobi van de Overeenkomst van 1997 inzake het verbod op het gebruik, aanleggen van voorraden, productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (landmijnverbod-overeenkomst van Ottawa) (B5-0221/2004)

Jan Marinus Wiersma en Giovanni Claudio Fava, namens de PSE-Fractie, over de voorbereiding van de eerste, te Nairobi te houden Conferentie tot herziening van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (Verdrag van Ottawa) (B5-0224/2004)

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 16.5.

DEBAT OVER GEVALLEN VAN SCHENDING VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

(Zie punt 14 van de notulen van 20 april 2004 voor de titels en indieners van de ontwerpresoluties)

13.   Cuba (debat)

Ontwerpresoluties B5-0192/2004, B5-0201/2004, B5-0204/2004, B5-0207/2004, B5-0208/2004, B5-0212/2004 en B5-0214/2004

Concepció Ferrer en Anne André-Léonard (ter vervanging van de auteurs) lichten de ontwerpresoluties toe.

Het woord wordt gevoerd door Patsy Sörensen.

Bastiaan Belder, Miguel Angel Martínez Martínez (ter vervanging van de auteurs), María Luisa Bergaz Conesa (ter vervanging van de auteur) en José Ribeiro e Castro lichten de ontwerpresoluties toe.

VOORZITTER: Alejo VIDAL-QUADRAS ROCA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Lennart Sacrédeus, namens de PPE-DE-Fractie, Konstantinos Alyssandrakis, namens de GUE/NGL-Fractie, Bernd Posselt, Poul Nielson (lid van de Commissie) en Konstantinos Alyssandrakis, voor een persoonlijk feit naar aanleiding van de woorden van Bernd Posselt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 16.1.

14.   Productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (debat)

Ontwerpresoluties B5-0191/2004, B5-0200/2004, B5-0202/2004 en B5-0210/2004

Anna Karamanou licht de ontwerpresolutie toe.

Het woord wordt gevoerd door Nelly Maes.

Anne André-Léonard (ter vervanging van de auteur) en Lennart Sacrédeus (ter vervanging van de auteur) lichten de ontwerpresoluties toe.

Het woord wordt gevoerd door Paul Rübig, namens de PPE-DE-Fractie, en Poul Nielson (lid van de Commissie).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 16.2.

15.   Nigeria (debat)

Ontwerpresoluties B5-0194/2004, B5-0203/2004, B5-0205/2004, B5-0206/2004, B5-0209/2004, B5-0211/2004 en B5-0213/2004

Charles Tannock, Nelly Maes, Bastiaan Belder, Anna Karamanou (ter vervanging van de auteur) en Anne André-Léonard (ter vervanging van de auteur) lichten de ontwerpresoluties toe.

Het woord wordt gevoerd door Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie, Paulo Casaca, namens de PSE-Fractie, en Poul Nielson (lid van de Commissie)

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 16.3.

EINDE VAN HET DEBAT OVER SCHENDINGEN VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

Het woord wordt gevoerd door Paul Rübig die erop wijst dat een lid dat bij de stemming over het verslag Van Hulten (A5-0218/2004) niet in de zaal was, correcties van het stemgedrag op dat verslag heeft aangebracht (de Voorzitter antwoordt dat deze opmerking zal worden doorgegeven), Karsten Knolle over de „spionage” waaraan Hans-Peter Martin zich schuldig maakt ten opzichte van de leden, Hans-Peter Martin over deze woorden en Bernd Posselt die zich aansluit bij de woorden van Paul Rübig en verduidelijkt dat het hier om Hans-Peter Martin gaat (de Voorzitter ontneemt hem het woord).

16.   Stemmingen

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

16.1.   Cuba (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0192/2004, B5-0201/2004, B5-0204/2004, B5-0207/2004, B5-0208/2004, B5-0212/2004, B5-0214/2004 en B5-0204/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 29)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0192/2004 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0192/2004, B5-0201/2004, B5-0207/2004 en B5-0214/2004)

ingediend door de volgende leden:

Concepció Ferrer, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, Bernd Posselt en Lennart Sacrédeus, namens de PPE-DE-Fractie,

Cecilia Malmström en Bob van den Bos, namens de ELDR-Fractie,

Luís Queiró en José Ribeiro e Castro, namens de UEN-Fractie,

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie

Aangenomen (P5_TA(2004)0379)

(Ontwerpresoluties B5-0204/2004, B5-0208/2004 en B5-0212/2004 komen te vervallen.)

16.2.   Productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0191/2004, B5-0200/2004, B5-0202/2004 en B5-0210/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 30)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0191/2004 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0191/2004, B5-0200/2004, B5-0202/2004 en B5-0210/2004)

ingediend door de volgende leden:

Bartho Pronk, namens de PPE-DE-Fractie,

Stephen Hughes, Margrietus J. van den Berg, Marie-Hélène Gillig en Anna Karamanou, namens de PSE-Fractie,

Anne Elisabet Jensen, namens de ELDR-Fractie,

Gerhard Schmid, Emmanouil Bakopoulos en Dimitrios Koulourianos, namens de GUE/NGL-Fractie,

Jean Denise Lambert, Theodorus J.J. Bouwman en Hiltrud Breyer, namens de Verts/ALE-Fractie,

Brian Crowley, namens de UEN-Fractie

Aangenomen (P5_TA(2004)0380)

16.3.   Nigeria (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0194/2004, B5-0203/2004, B5-0205/2004, B5-0206/2004, B5-0209/2004, B5-0211/2004 en B5-0213/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 31)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0194/2004 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0194/2004, B5-0203/2004, B5-0205/2004, B5-0206/2004, B5-0209/2004, B5-0211/2004 en B5-0213/2004)

ingediend door de volgende leden:

Charles Tannock, John Alexander Corrie, Lennart Sacrédeus en Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie,

Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie,

Bob van den Bos, namens de ELDR-Fractie,

Yasmine Boudjenah, Didier Rod, Marie Anne Isler Béguin en Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie,

Niall Andrews, namens de UEN-Fractie,

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie

Aangenomen (P5_TA(2004)0381)

16.4.   Vrouwen in Zuidoost-Europa (stemming)

Verslag over de vrouwen in Zuidoost-Europa [2003/2128(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid.

Rapporteur: Anna Karamanou (A5-0182/2004)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 32)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2004)0382)

16.5.   Herzieningsconferentie van het Verdrag van Ottawa over antipersoneelsmijnen (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0215/2004, B5-0216/2004, B5-0217/2004, B5-0221/2004 en B5-0224/2004

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 33)

ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0215/2004 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0215/2004, B5-0216/2004, B5-0217/2004, B5-0221/2004 en B5-0224/2004)

ingediend door de volgende leden:

Philippe Morillon, namens de PPE-DE-Fractie,

Jan Marinus Wiersma en Giovanni Claudio Fava, namens de PSE-Fractie,

Bob van den Bos en Johan Van Hecke, namens de ELDR-Fractie,

Nelly Maes en Matti Wuori, namens de Verts/ALE-Fractie,

Luisa Morgantini en Yasmine Boudjenah, namens de GUE/NGL-Fractie

Aangenomen (P5_TA(2004)0383)

17.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Gezamenlijke ontwerpresolutie RC-B5-0194/2004 — Nigeria

resolutie (geheel)

Vóór: Véronique De Keyser, Richard A. Balfe

18.   Samenstelling commissies

Op verzoek van de ELDR- en de GUE/NGL-Fractie bekrachtigt het Parlement de volgende benoemingen:

Commissie CULT: Nikolaos Chountis

Delegatie voor de betrekkingen met Israël: Jacqueline Rousseaux

19.   In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

Aantal handtekeningen onder de in het register ingeschreven verklaringen (artikel 51, lid 3 van het Reglement):

No. Document

Auteur

Handtekeningen

4/2004

Hiltrud Breyer, Alexander de Roo, Marie Anne Isler Béguin, Paul A.A.J.G. Lannoye en Caroline Lucas

58

5/2004

Claude Moraes, Stephen Hughes, Imelda Mary Read, Marie-Hélène Gillig en Alejandro Cercas

59

6/2004

Piia-Noora Kauppi, Sarah Ludford, Johannes (Hannes) Swoboda en Nelly Maes

68

7/2004

Ward Beysen

7

8/2004

Philip Claeys, Koenraad Dillen, Bruno Gollnisch en Mario Borghezio

13

9/2004

Marie Anne Isler Béguin en Jean Denise Lambert

28

10/2004

Mario Borghezio

6

11/2004

Marie-Thérèse Hermange, Marie-Hélène Gillig, Joseph Daul, Giorgio Lisi en Georges Garot

159

12/2004

Thierry Cornillet, Monica Frassoni, Jo Leinen, Mariotto Segni en Diana Wallis

38

13/2004

Gary Titley, Richard Corbett, Martin Schulz en Olivier Duhamel

45

14/2004

Robert J.E. Evans, Alima Boumediene-Thiery, Neena Gill en Olle Schmidt

41

15/2004

Philip Bushill-Matthews, Bashir Khanbhai en Nirj Deva

22

17/2004

Glenys Kinnock, Michael Gahler, Johan Van Hecke, Nelly Maes en Pernille Frahm

109

18/2004

Anne Van Lancker, Jan Dhaene, Saïd El Khadraoui en Nelly Maes

37

19/2004

Sebastiano (Nello) Musumeci

8

20/2004

Marie Anne Isler Béguin

15

21/2004

Jean-Louis Bernié, Yves Butel, Alain Esclopé, Véronique Mathieu en Jean Saint-Josse

57

22/2004

Dana Rosemary Scallon, Hiltrud Breyer en Johannes (Hans) Blokland

50

23/2004

Marie Anne Isler Béguin

10

24/2004

Jean-Thomas Nordmann, Glyn Ford en Lennart Sacrédeus

57

25/2004

Caroline Lucas, Jean Denise Lambert en Paul A.A.J.G. Lannoye

23

26/2004

Marie Anne Isler Béguin, Jan Marinus Wiersma, Hans Modrow, Charles Tannock en Samuli Pohjamo

37

27/2004

Marie Anne Isler Béguin

16

28/2004

Hans-Gert Poettering, Enrique Barón Crespo, Graham R. Watson en Charles Pasqua

169

29/2004

Miquel Mayol i Raynal, Ian Stewart Hudghton, Nelly Maes, Camilo Nogueira Román en Josu Ortuondo Larrea

14

30/2004

John Bowis, Jillian Evans, Imelda Mary Read, Catherine Stihler en Diana Wallis

35

31/2004

Caroline Lucas, Paul A.A.J.G. Lannoye, Inger Schörling en Patricia McKenna

24

32/2004

Jean Denise Lambert, Caroline Lucas, Matti Wuori en Alima Boumediene-Thiery

15

33/2004

Carmen Cerdeira Morterero

32

20.   Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

Overeenkomstig artikel 148, lid 2 van het Reglement zullen de notulen van de huidige vergadering aan het begin van de volgende vergadering aan het Parlement ter goedkeuring worden voorgelegd.

Met instemming van het Parlement zullen de aangenomen teksten reeds thans worden toegezonden aan degenen voor wie zij bestemd zijn.

21.   Rooster van de volgende vergaderingen

De volgende vergaderingen vinden plaats van 3 t/m 5 mei 2004.

22.   Onderbreking van de zitting

De zitting van het Europees Parlement wordt onderbroken.

De vergadering wordt om 17.15 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Pat Cox

Voorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Abitbol, Adam, Aguiriano Nalda, Nuala Ahern, Ainardi, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Belder, Berend, Berès, van den Berg, Bergaz Conesa, Berger, Bernié, Berthu, Beysen, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Bonino, Boogerd-Quaak, Bordes, Borghezio, van den Bos, Boudjenah, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Bremmer, Breyer, Brok, Brunetta, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Calò, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cardoso, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Cerdeira Morterero, Cesaro, Ceyhun, Chichester, Chountis, Claeys, Clegg, Coelho, Cohn-Bendit, Corbett, Corbey, Corrie, Cossutta, Paolo Costa, Cox, Crowley, Cushnahan, van Dam, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Di Pietro, Dover, Dührkop Dührkop, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Duthu, Dybkjær, Ebner, Echerer, El Khadraoui, Elles, Esclopé, Jillian Evans, Robert J.E. Evans, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferrández Lezaun, Ferreira, Ferrer, Ferri, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Galeote Quecedo, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garot, Garriga Polledo, Gawronski, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Gouveia, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hughes, van Hulten, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Kaldi, Karamanou, Karas, Kastler, Katiforis, Kaufmann, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kronberger, Kuhne, Kuntz, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lavarra, Lechner, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lisi, Lucas, Lulling, Lund, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McCartin, McMillan-Scott, McNally, Maes, Malliori, Malmström, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marinos, Markov, Marques, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Menéndez del Valle, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Modrow, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Morillon, Müller, Mulder, Muscardini, Musotto, Mussa, Musumeci, Myller, Naïr, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Nisticò, Nogueira Román, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pack, Pannella, Papayannakis, Parish, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Pirker, Piscarreta, Pittella, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Poos, Posselt, Procacci, Provan, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Read, Ribeiro, Ribeiro e Castro, Riis-Jørgensen, Rocard, Rod, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Rousseaux, Rovsing, Rübig, Rühle, Ruffolo, Rutelli, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sandbæk, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scapagnini, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Schroedter, Schulz, Schwaiger, Seppänen, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sörensen, Sommer, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Sousa Pinto, Speroni, Staes, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sudre, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Terrón i Cusí, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thyssen, Titley, Turmes, Twinn, Uca, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Lancker, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vattimo, Veltroni, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vinci, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wyn, Wynn, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen

Waarnemers

Azzopardi, Bagó, Bastys, Bauer, Biela, Chronowski, Ciemniak, Cybulski, Drzęźla, Ékes, Fazakas, Filipek, Gadzinowski, Gałażewski, Golde, Genowefa Grabowska, Gruber, Grzebisz-Nowicka, Gurmai, Hegyi, Ilves, Kelemen, Kļaviņš, Klukowski, Kósáné Kovács, Kowalska, Kriščiūnas, Daniel Kroupa, Kubica, Kuzmickas, Kvietkauskas, Liberadzki, Lisak, Lydeka, Łyżwiński, Maldeikis, Őry, Pieniążek, Plokšto, Podgórski, Pospíšil, Pusz, Smorawiński, Szczygło, Tabajdi, Tomczak, Vaculík, Vadai, Valys, Vastagh, Vella, Vėsaitė, Widuch, Wikiński, Wittbrodt, Żenkiewicz


BIJLAGE I

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Productie en afzet van honing *

Verslag: LULLING (A5-0232/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

419, 37, 3

Amendement 14 betreft niet alle taalversies en is bijgevolg niet in stemming gebracht (zie artikel 140, lid 1, alinea d) van het Reglement)

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

2.   Visuminformatiesysteem *

Verslag: COELHO (A5-0262/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

3.   Verdediging van de parlementaire immuniteit van Umberto Bossi *

Verslag: LECHNER (A5-0281/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

4.   Verdediging van de parlementaire immuniteit van Umberto Bossi *

Verslag: LECHNER (A5-0282/2004)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

ES

-

215, 243, 9

5.   Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** III

Verslag: JARZEMBOWSKI (A5-0242/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: gemeenschappelijke ontwerptekst

HS

+

387, 78, 6

Verzoeken om hoofdelijke stemming

ELDR: eindstemming

GUE/NGL: eindstemming

6.   Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** III

Verslag: STERCKX (A5-0245/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: gemeenschappelijke ontwerptekst

HS

+

406, 51, 6

Verzoeken om hoofdelijke stemming

ELDR: eindstemming

7.   Interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem *** III

Verslag: AINARDI (A5-0243/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: gemeenschappelijke ontwerptekst

 

+

 

8.   Europees Spoorwegbureau *** III

Verslag: SAVARY (A5-0244/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: gemeenschappelijke ontwerptekst

 

+

 

9.   Gewijzigde begroting nr. 6/2004

Verslag: MULDER (A5-0259/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpresolutie

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

De amendementen 1 en 5 zijn ingetrokken

10.   Democratie, rechtsstaat, rechten van de mens en fundamentele vrijheden *** I

Verslag: FERNANDEZ MARTIN (A5-0279/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-3 (1)

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

4 (1)

commissie

as

-

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 4

11.   „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** I

Verslag: ROCARD (A5-0148/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

 

so

 

 

1/HS

+

440, 15, 11

2/HS

+

281, 171, 9

3

commissie

as

+

 

4

commissie

ES

+

291, 161, 9

5

commissie

as

+

 

art 2, § 1

6

Verts/ALE

so

 

 

1/HS

-

159, 293, 14

2/HS

-

41, 392, 33

7

Verts/ALE

 

+

 

2

commissie

 

 

art 2, na § 2

8

Verts/ALE

HS

-

203, 260, 9

art 4

9

Verts/ALE

 

-

 

bijlage 1

10

Verts/ALE

HS

-

194, 274, 8

Stemming: gewijzigd voorstel

HS

+

309, 132, 35

Stemming: wetgevingsresolutie

HS

+

310, 132, 30

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: gewijzigd voorstel en eindstemming

Verts/ALE: am 1, 6, 8, 10, eindstemming

Verzoeken om aparte stemming

PSE: am 3, 5

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 6

1ste deel: 1. t/m „vergezeld van een aanbeveling”

2de deel: rest

Verts/ALE

am 1

1ste deel: t/m „passende communautaire middelen”

2de deel: rest

12.   Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) *** I

Verslag: ZISSENER (A5-0247/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-14

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

13.   Petites et moyennes entreprises 2001-2005 *** I

Verslag: RÜBIG (A5-0237/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-5

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

14.   Digitale inhoud in Europa *** I

Verslag: VAN VELZEN (A5-0235/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-16

commissie

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

15.   Samenwerkingsovereenkomst EG/Pakistan *

Verslag: BROK (A5-0275/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 1

1

EDD

 

+

 

Stemming: ontwerpwetgevingsresolutie (als geheel)

 

+

 

16.   Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten *

Verslag: HERMANGE (A5-0277/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-4

commissie

 

+

 

overw

5

PPE-DE

 

+

 

6

PPE-DE

so

 

 

1

+

2

+

7

PPE-DE

 

+

 

8

PPE-DE

 

+

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Verzoeken om stemming in onderdelen

ELDR

am 6

1ste deel: t/m „actief moet worden gesteund”

2de deel: rest

Diversen

M. Bushill-Matthews, namens de PPE-DE-Fractie, heeft voorgesteld om aan het volgende mondelinge amendement de woorden „tot werk/het blijven werken voor ouderen” tot te voegen.

17.   Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013

Verslag: WYNN (A5-0268/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

9

GUE/NGL

HS

-

43, 414, 8

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

407, 45, 11

§ 8

17

BRADBOURN ea

HS

-

82, 375, 7

§ 10

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

384, 74, 6

§ 11

10

GUE/NGL

HS

-

92, 359, 18

na § 12

11

GUE/NGL

HS

-

49, 391, 31

§ 13

4

PPE-DE

so

 

 

1

+

2

+

na § 16

18

BRADBOURN ea

HS

-

82, 381, 4

§ 17

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

397, 58, 9

§ 19

12

GUE/NGL

 

-

 

§

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1/VE

-

221, 234, 6

2

 

na § 19

15

EDD

 

-

 

16

EDD

HS

-

30, 431, 4

na § 24

1

Verts/ALE

ES

+

249, 208, 8

na § 29

13

BERÈS ea

HS

-

60, 391, 12

§ 30

5

BÖGE ea

HS

+

313, 139, 10

§

oorspronkelijke tekst

 

 

na § 32

2

Verts/ALE

 

-

 

§ 34

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 35

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 36

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

409, 45, 14

§ 37

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 38

19

BRADBOURN ea

HS

-

69, 364, 35

§ 39

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 40

20

BRADBOURN ea

 

-

 

§ 42

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 44

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 45

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 46

21

BRADBOURN ea

HS

-

99, 363, 9

§ 55

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 56

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 58

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 59

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 60

22

BRADBOURN ea

HS

-

153, 307, 9

§ 61

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 65

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 68

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

visum 4

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

359, 96, 9

na visum 5

6

GUE/NGL

 

-

 

overw 7

7

GUE/NGL

 

-

 

na overw A

8

GUE/NGL

 

-

 

overw F

3

PPE-DE

ES

+

292, 128, 34

§

oorspronkelijke tekst

as

 

na overw F

14

EDD

 

-

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: §§ 10, 17

PSE: am 13

GUE/NGL: am 9, 10, 11

EDD: am 16

M. Bradbourn ea: visa 4, §§ 7, 36, am 17, 18, 19, 21, 22

M. Nassauer ea: am 5

Verzoeken om aparte stemming

ELDR § 44

M. Bradbourn ea: §§ 17, 34, 35, 37, 56, 58, 59, 61

Verzoeken om stemming in onderdelen

ELDR

§ 19

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „neemt met verbazing kennis van, maar ... niettemin”

2de deel: deze woorden

Verts/ALE

am 4

1ste deel: t/m „5 jaar”

2de deel: de rest

§ 39

1ste deel: t/m „verband houden met de volksgezondheid”

2de deel: de rest

§ 42

1ste deel: t/m „niet mag worden vergeten”

2de deel: de rest

§ 45

1ste deel: t/m „regio's te kampen te hebben”

2de deel: de rest

§ 55

1ste deel: t/m „nieuwe financiële vooruitzichten”

2de deel: de rest

§ 65

1ste deel: t/m „worden ingezet in ACS-landen”

2de deel: de rest

§ 68

1ste deel: t/m „en milieucrises”

2de deel: de rest

18.   Economische en sociale cohesie (Derde verslag)

Verslag: HATZIDAKIS (A5-0272/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 3

2

PSE

 

-

 

na § 5

1

BRADBOURN ea

 

-

 

3

PSE

so

 

 

1

-

2

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

249, 190, 13

na § 8

4

PSE

ES

-

158, 285, 13

§ 10

15

ELDR

ES

+

227, 215, 8

§

oorspronkelijke tekst

 

 

§ 12

25

Verts/ALE

ES

-

220, 234, 3

na § 15

5

PSE

so

 

 

1

-

2

na § 16

16

ELDR

 

-

 

na § 18

26

Verts/ALE

 

-

 

27

Verts/ALE

HS

-

46, 410, 12

28

Verts/ALE

 

-

 

§ 19

22

PPE-DE

 

+

 

§ 20

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

250, 190, 9

§ 25

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 29

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 36

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 37

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

na § 39

11

PSE

 

-

 

§ 41

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 45

6

PSE

 

+

 

§ 52

7

PSE

so

 

 

1

-

 

2/VE

+

245, 214, 3

3/VE

-

163, 290, 4

§

oorspronkelijke tekst

 

 

§ 54

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

na § 56

23

PPE-DE

 

+

 

§ 57

8

PSE

 

Ing.

 

30

Verts/ALE

 

Ing.

 

29

Verts/ALE

 

-

 

§ 62

31

Verts/ALE

 

-

 

§

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2/VE

+

213, 206, 13

3

+

 

§ 66

17

ELDR

 

+

 

§ 68

18S

ELDR

 

-

 

§ 69

20

ELDR

 

-

 

§ 70

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

-

222, 230, 6

§ 76

9

PSE

ES

-

210, 242, 9

10

PSE

 

-

 

19

PSE

ES

-

200, 252, 7

§ 77

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 78

21

ELDR

 

+

 

na § 86

32

Verts/ALE

HS

-

97, 360, 5

na § 87

24

Verts/ALE

 

-

 

33

Verts/ALE

 

-

 

§ 88

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

-

210, 231, 2

§ 89

 

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 93

34

Verts/ALE

 

-

 

§ 96

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 97

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

-

 

§ 99

35

Verts/ALE

so

 

 

1

-

 

2

 

§ 101

 

oorspronkelijke tekst

as/ES

-

199, 242, 11

na overw D

37

BRADBOURN ea

HS

-

64, 382, 27

overw E

12

ELDR

 

+

 

na overw E

36

Verts/ALE

 

-

 

overw O

13

ELDR

 

+

 

overw P

14

ELDR

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 27, 32

M. Bradbourn ea: am 37

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: §§ 7, 10, 20, 36, 41, 54, 70, 77, 88, 89, 101

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

§ 25

1ste deel: t/m „en territoriale criteria”

2de deel: de rest

§ 29

1ste deel: t/m „idee van risicopreventie”

2de deel: de rest

§ 37

1ste deel: t/m „de situatie van vrouwen”

2de deel: rest

§ 62

1ste deel: t/m „op het platteland”

2de deel: t/m „LEADER+-programma's gehandhaafd wordt”

3de deel: de rest

§ 96 [§ 97 van de Engelse versie]

1ste deel: t/m „tripartiete overeenkomsten te sluiten”

2de deel: de rest

§ 97 [§ 98 van de Engelse versie]

1ste deel: t/m „de nodige controle-instrumenten”

2de deel: de rest

ELDR

am 35

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „gebaseerd op de implementatie van partnerschap alsmede de integratie van de dimensie van duurzame ontwikkeling”

2de deel: deze woorden

M. Bradbourn ea

am 3

1ste deel: t/m „voort te zetten”

2de deel: de rest

am 5

1ste deel: t/m „voor deze kleine ondernemingen”

2de deel: de rest

Verts/ALE, Bradbourn ea

am 7

1ste deel: t/m „URBAN+ op te nemen”

2de deel: t/m „sociale cohesie”

3de deel: de rest

Diversen

De PSE-Fractie heeft amendement 8 ingetrokken.

De Verts/ALE-Fractie heeft amendement 30 ingetrokken.

19.   Begroting 2005: jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie

Verslag: GARRIGA POLLEDO (A5-0269/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 2

11

GUE/NGL

 

-

 

§ 3

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 10

7

PPE-DE

ES

+

233, 232, 2

6

PSE

 

 

§ 11

12

GUE/NGL

 

-

 

§ 14

13

GUE/NGL

 

-

 

8

PPE-DE

 

-

 

§ 17

3

PSE

 

+

 

na § 17

9

PPE-DE

 

+

 

§ 20

1

Verts/ALE

HS

-

77, 377, 7

§

oorspronkelijke tekst

HS

+

343, 108, 13

§ 21

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

413, 31, 8

§ 22

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

406, 44, 11

§ 24

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

na § 24

2

Verts/ALE

 

+

 

4

PSE

 

+

 

§ 25

5

PSE

so

 

 

1/HS

+

414, 48, 5

2/HS

-

182, 254, 11

na § 25

14

GUE/NGL

 

-

 

15

GUE/NGL

HS

-

143, 318, 6

§ 26

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

446, 7,6

na § 28

10

PPE-DE

 

+

 

§ 29

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

370, 88, 10

§ 31

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: §§ 20, 21, 26 en am 1, 5

GUE/NGL: am 15

M. Bradbourn ea: §§ 22, 29

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 5

1ste deel:„in het kader van een VN-mandaat uitgevoerde”

2de deel: schrapping van de rest van de originele tekst

Verts/ALE

§ 24

1ste deel: t/m „toekomen aan de wetgever”

2de deel: de rest

M. Bradbourn ea

§ 3

1ste deel: t/m „huidige interinstitutionele balans”

2de deel: de rest

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: § 20

M. Bradbourn ea: § 31

20.   Raming van het Europees Parlement voor 2005

Verslag: KUCKELKORN (A5-0236/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 14

1

BALFE ea

HS

-

125, 327, 16

2

PPE-DE

ES

-

185, 226, 13

§ 17

3

PPE-DE

 

+

 

na § 23

4

PPE-DE

 

-

 

§ 35

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: am 1

Verzoeken om aparte stemming

PSE: § 35

21.   Follow-up van het jaarverslag van de EIB

Verslag: RANDZIO-PLATH (A5-0258/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

2

Verts/ALE

 

-

 

na § 5

7

Verts/ALE

 

-

 

8

Verts/ALE

HS

-

118, 341, 5

§ 6

3

Verts/ALE

HS

+

453, 17, 3

na § 6

4

Verts/ALE

 

+

 

na § 7

5

Verts/ALE

 

-

 

§ 8

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

380, 24, 65

na § 13

6

Verts/ALE

 

-

 

overw I

1

Verts/ALE

HS

-

131, 326, 15

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE § 8 en am 1, 3, 8

22.   Eurostat

Ontwerpresoluties: B5-0218/2004, B5-0219/2004, B5-0220/2004, B5-0222/2004, B5-0223/2004, B5-0225/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0218/2004

(PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN, EDD + DELL'ALBA

§ 6

2

UEN

 

-

 

na § 6

3

PPE-DE

HS

+

247, 209, 4

na § 11

1

EDD

HS

-

131, 322, 5

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

271, 194, 7

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0218/2004

 

EDD

 

 

B5-0219/2004

 

Verts/ALE

 

 

B5-0220/2004

 

ELDR

 

 

B5-0222/2004

 

GUE/NGL

 

 

B5-0223/2004

 

PSE

 

 

B5-0225/2004

 

PPE-DE

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

EDD: am 1, 3 en eindstemming

23.   Vrijheid van meningsuiting en informatie *

Verslag: BOOGERD-QUAAK (A5-0230/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

245, 19, 13

§ 2

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

255, 20, 15

§ 3

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

258, 14, 11

§ 4

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

249, 15, 13

§ 5

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

263, 11, 14

§ 6

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

250, 13, 15

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

263, 14, 17

§ 8

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

259, 17, 15

§ 9

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

253, 22, 13

§ 10

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

258, 12, 12

§ 11

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

251, 13, 11

§ 12

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

245, 21, 13

§ 13

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

250, 19, 14

§ 14

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

255, 14, 16

§ 15

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

250, 16, 14

§ 16

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

250, 18, 16

§ 17

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

241, 18, 15

§ 18

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

253, 17, 15

§ 19

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

243, 20, 13

§ 20

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

245, 15, 14

§ 21

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

240, 21, 13

§ 22

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

252, 12, 12

§ 23

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

244, 11, 14

§ 24

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

251, 13, 14

§ 25

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

252, 13, 13

§ 26-39

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

247, 18, 17

§ 40

 

oorspronkelijke tekst

 

niet ontvankelijk

 

§ 41

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

246, 16, 19

§ 42

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

240, 15, 19

§ 43

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

242, 17, 14

§ 44

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

woorden „ernstige en voortdurende” niet-ontvankelijk

248, 14, 17

§ 45-52

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

246, 15, 21

§ 53

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

115, 59, 106

§ 54

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

250, 15, 18

§ 55

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

231, 16, 15

§ 56

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

232, 17, 15

§ 57

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

niet-ontvankelijke persoonsnamen

244, 18, 15

§ 58

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

229, 16, 19

§ 59

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

niet-ontvankelijke persoonsnamen

240, 21, 15

§ 60-70

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

niet-ontvankelijke persoonsnamen

238, 21, 18

§ 71

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

243, 17, 16

§ 72

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

231, 17, 17

§ 73

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

232, 14, 19

§ 74

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

236, 19, 15

§ 75

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

232, 19, 13

§ 76

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

214, 20, 17

§ 77

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

227, 19, 19

§ 78

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

227, 18, 16

§ 79

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

207, 14, 20

§ 80

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

232, 20, 18

§ 81

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

239, 12, 15

§ 82

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

233, 16, 14

§ 83

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

231, 16, 17

§ 84

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

232, 19, 14

§ 85

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

226, 17, 18

§ 86

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

230, 18, 20

§ 87

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

224, 16, 16

§ 88

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

229, 15, 20

§ 89

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

242, 14, 13

visas 1-14

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

2de sub-streepje visa 12 niet ontvankelijk

238, 16, 23

overw A

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

244, 9,14

overw B

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

223, 12, 16

overw C

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

250, 11, 15

overw D

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

236, 16, 20

overw E

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

233, 11, 17

overw F

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

229, 16, 19

overw G

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

230, 17, 15

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

237, 24, 14

Diversen:

Overeenkomstig de aanbevelingen van de administratie en in lijn met het antwoord dat Voorzitter Cox in zijn brief van 19 april 2004 aan de heer Podestà heeft gegeven, heeft de Voorzitter overeenkomstig artikel 19, lid 2 van het Reglement het volgende beslist:

Visum 12

Schrapping van het tweede sub-streepje dat verwijst naar de verzoekschriften nrs. 1256/2003 en 35/2004, die niet naar de commissie LIBE zijn verwezen.

In de subtitel na paragraaf 39 worden het woord „Onderzoek” vervangen door de woorden „Voorlopig onderzoek”

Paragraaf 40

Wordt geacht niet-ontvankelijk te zijn, aangezien het Parlement in het kader van dit verslag niet is verzocht een mogelijk beroep op de procedure van artikel 7 van het EU-Verdrag te onderzoeken.

Paragraaf 44

Schrap de woorden „ernstige en voortdurende” die niet-ontvankelijk zijn, aangezien zij verwijzen naar de procedure van artikel 7 van het EU-Verdrag.

Paragrafen 57, 59, 60, 61, 68 en 69

Schrappen van verwijzingen naar met naam genoemde personen, overeenkomstig goed parlementair gebruik.

24.   Ontwerpresolutie — Pakistan

Ontwerpresolutie: B5-0187/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpresolutie B5-0187/2004/rev

(Commissie AFET)

na § 8

1

PSE

 

+

 

na § 9

2

PSE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

394, 0,4

25.   Transatlantisch partnerschap

Ontwerpresolutie: B5-0185/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpresolutie B5-0185/2004

(Commissie AFET)

§ 1

5

GUE/NGL

 

-

 

na § 1

6

GUE/NGL

HS

-

179, 211, 11

§ 4, na alinea a)

7

GUE/NGL

ES

+

314, 72, 5

§4, alinea c)

8

GUE/NGL

ES

-

179, 205, 9

§ 4, alinea d)

9

GUE/NGL

 

+

 

§ 4, alinea h)

16

Verts/ALE

ES

 

246, 137, 9

na § 4

24 =

27 =

PSE

Verts/ALE

 

+

 

25 =

28 =

PSE

Verts/ALE

 

+

 

§ 5

26 =

29 =

PSE

Verts/ALE

 

+

 

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 8

17

Verts/ALE

so

 

 

1

+

2

-

na § 10

10

GUE/NGL

ES

+

217, 173, 0

na § 12

18

Verts/ALE

 

-

 

11

GUE/NGL

HS

+

232, 152, 5

§ 13

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

mondeling gewijzigd

307, 75, 7

na § 14

21

Verts/ALE

ES

+

204, 179, 3

§ 15

 

oorspronkelijke tekst

HS

-

25, 360, 6

na § 16

12

GUE/NGL

HS

-

181, 201, 7

19

Verts/ALE

 

+

 

na § 17

20

Verts/ALE

HS

-

114, 273, 7

§ 18

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

333, 57, 6

§ 19

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

307, 81, 6

§ 20

 

oorspronkelijke tekst

HS

+

282, 99, 5

§ 21

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 23

13

GUE/NGL

 

+

 

23

PPE-DE

 

Ing.

 

§ 27

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

na § 27

22

PPE-DE

 

+

 

na overw A

1

GUE/NGL

ES

+

196, 182, 9

na overw B

2

GUE/NGL

ES

-

187, 193, 2

na overw C

3

GUE/NGL

 

+

 

4

GUE/NGL

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

De amendementen 14 en 15 zijn geannuleerd.

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: §§ 13, 15

GUE/NGL: am 6, 11, 12, 20, §§ 18, 19, 20

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: § 15

PSE: §§ 7, 19, 20, 27

Verts/ALE: §§ 18, 19, 20, 21

GUE/NGL: §§ 18, 19, 20

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 17

1ste deel: gehele tekst behalve de schrapping van de originele tekst

2de deel: de schrapping

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft amendement 23 ingetrokken.

Hannes Swoboda stelde namens de PSE-Fractie een mondeling amendement voor op amendement 6 tot toevoeging van de woorden „voorzover de Verenigde Naties de politieke verantwoordelijkheid niet neemt”.

Erika Mann stelde twee mondelinge amendementen voor, teneinde het schrappen van de woorden „met het oog op de totstandbrenging van een transatlantische interne markt” in lid 13 en het schrappen van de woorden „die gericht is op de totstandbrenging van het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal” in lid 15.

26.   Mensenrechten in de wereld in 2003

Verslag: De Keyser (A5-0270/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 4

3

PPE-DE

 

-

 

 

 

oorspronkelijke tekst

 

+

mondeling gewijzigd

§ 23

14

UEN

 

+

 

§ 46

4

PPE-DE

ES

+

177, 176, 4

§ 47

5

PPE-DE

ES

-

173, 176, 7

§ 57

6S

PPE-DE

HS

-

172, 188, 3

na § 66

28

5 fracties (2)

 

+

 

29

5 fracties

 

+

 

30

5 fracties

 

+

 

na § 67

31

5 fracties

 

+

 

32

5 fracties

 

+

 

33

5 fracties

ES

+

209, 152, 1

34

5 fracties

 

+

 

35

5 fracties

 

+

 

36

5 fracties

 

+

 

§ 68

37

5 fracties

 

+

 

na § 68

38

5 fracties

 

+

 

na § 69

39

5 fracties

 

+

 

40

5 fracties

 

+

 

§ 71

7S

PPE-DE

HS

-

118, 241, 1

§ 72

8S

PPE-DE

HS

-

114, 248, 1

§ 73

9S

PPE-DE

HS

-

114, 250, 1

§ 77

10S

PPE-DE

HS

-

138, 225, 0

§ 78

11S

PPE-DE

HS

-

109, 252, 1

§ 79

12S

PPE-DE

HS

-

128, 224, 1

§ 80

13S

PPE-DE

HS

-

131, 227, 6

na visum 8

16

5 fracties

 

+

 

17

5 fracties

 

+

 

18

5 fracties

ES

+

206, 141, 1

19

5 fracties

 

+

 

20

5 fracties

 

+

 

21

5 fracties

 

+

 

overw Q

1

PPE-DE

 

-

 

na overw Q

22

5 fracties

 

+

 

overw R

2

PPE-DE

 

-

 

overw S

23

5 fracties

 

+

 

24

5 fracties

 

+

 

25

5 fracties

 

+

 

26

5 fracties

 

+

 

27

5 fracties

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

ES

+

189, 111, 29

Amendement 15 is geannuleerd

Malmström ondertekende de amendementen 16 tot 40 niet. De leden Nicholson en Van den Bos ondertekenden namens de ELDR-Fractie. Sandbaek ondertekende amendementen 16 tot 40 in haar naam

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: am 6S, 7S, 8S, 9S, 10S, 11S, 12S, 13S

Diversen

M. Dell'Alba heeft een mondeling amendement voorgesteld op lid 4 met volgend woorden „zoals de bergbewoners in Vietnam die het slachtoffer zijn van systematische onderdrukkingen”.

27.   Uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara

Ontwerpresoluties: B5-0193, 0196, 0197, 0198 en 0199/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0193/2004

(PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL)

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0193/2004

 

PSE

 

 

B5-0196/2004

 

Verts/ALE

 

 

B5-0197/2004

 

ELDR

 

 

B5-0198/2004

 

GUE/NGL

 

 

B5-0199/2004

 

PPE-DE

 

 

28.   Grote richtsnoeren van het economisch beleid

Verslag: RANDZIO-PLATH (A5-0280/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 1

2

Verts/ALE

 

-

 

na § 1

3

Verts/ALE

 

-

 

8

GUE/NGL

 

-

 

9

GUE/NGL

HS

-

43, 266, 10

10

GUE/NGL

HS

-

59, 247, 7

11

GUE/NGL

HS

-

50, 260, 11

12

GUE/NGL

HS

-

54, 257, 2

13

GUE/NGL

HS

-

60, 255, 4

§ 2

1 =

4 =

PSE

Verts/ALE

ES

-

120, 159, 1

na § 2

6

Verts/ALE

 

-

 

wijziging 1

5

Verts/ALE

 

-

 

wijziging 2

 

 

 

+

mondeling gewijzigd

wijziging 5

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

2

-

3

-

na overw B

7

GUE/NGL

 

-

 

Stemming: aanbeveling (geheel)

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

GUE/NGL: amendement 9, 10, 11, 12, 13

Verzoeken om stemming in onderdelen

ELDR

wijziging 5

1ste deel: gehele tekst behalve de woorden „De toekomstige ... economische werkelijkheid” en „Wellicht hebben de ... EU-wetgeving.”

2de deel: de woorden „De toekomstige ... economische werkelijkheid”

3de deel: de woorden „Wellicht hebben de ... EU-wetgeing.”

Diversen

M. Goebbels, namens de PSE-Fractie, heeft volgend mondeling amendement op wijziging 2 voorgesteld „De algemene richtsnoeren 2003-2005 blijven geldig, doch moeten nog meer worden gericht op het aanzwengelen van de economische groei die moet leiden tot meer werkgelegenheid en een toenemende productiviteit”.

29.   Cuba

Ontwerpresoluties: B5-0192, 0201, 0204, 0207, 0208, 0212 en 0214/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0192/2004

(PPE-DE, ELDR, UEN, EDD)

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0192/2004

 

PPE-DE

 

 

B5-0201/2004

 

ELDR

 

 

B5-0204/2004

 

Verts/ALE

 

 

B5-0207/2004

 

EDD

 

 

B5-0208/2004

 

PSE

 

 

B5-0212/2004

 

GUE/NGL

 

 

B5-0214/2004

 

UEN

 

 

30.   Productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen

Ontwerpresoluties: B5-0191, 0200, 0202 en 0210/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0191/2004

(PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN)

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0191/2004

 

PSE+Verts/ALEGUE/NGL

 

 

B5-0200/2004

 

ELDR

 

 

B5-0202/2004

 

PPE-DE

 

 

B5-0210/2004

 

UEN

 

 

31.   Nigeria

Ontwerpresoluties: B5-0194, 0203, 0205, 0206, 0209, 0211 en 0213/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0194/2004

(PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN, EDD)

na § 3

2

ELDR

 

+

 

na overw H

1

ELDR

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

84, 0,0

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0194/2004

 

UEN

 

 

B5-0203/2004

 

PPE-DE

 

 

B5-0205/2004

 

Verts/ALE

 

 

B5-0206/2004

 

EDD

 

 

B5-0209/2004

 

PSE

 

 

B5-0211/2004

 

ELDR

 

 

B5-0213/2004

 

GUE/NGL

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming over de GOR

32.   Vrouwen in Zuidoost-Europa

Verslag: KARAMANOU (A5-0182/2004)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 5

1

PPE-DE

 

+

 

§ 6

2

PPE-DE

 

+

 

§

oorspronkelijke tekst

 

 

§ 30

§

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2/VE

-

34, 42, 2

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om stemming in onderdelen

ELDR

§ 30

1ste deel: t/m „van dit soort geweld”

2de deel: rest

33.   Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoneelsmijnen

Ontwerpresoluties: B5-0215, 0216, 0217, 0221 et 0224/2004

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0215/2004

(PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE+GUE/NGL)

na § 3

1

Verts/ALE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0215/2004

 

PPE-DE

 

 

B5-0216/2004

 

ELDR

 

 

B5-0217/2004

 

GUE/NGL

 

 

B5-0221/2004

 

Verts/ALE

 

 

B5-0224/2004

 

PSE

 

 


(1)  Deze amendementen omvatten de tekst van het in het advies van de Begrotingscommissie vervatte amendement.

(2)  De 5 Fracties zijn PSE, ELDR, GUE/NGL, Verts/ALE en EDD.


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

1.   Verslag Lulling A5-0232/2003

Voor: 419

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Manders, Mulder, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Blak, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Chountis, Dary, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Buitenweg, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 37

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Malmström, Paulsen, Schmidt

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

PPE-DE: Arvidsson, Callanan, Dover, Foster, García-Orcoyen Tormo, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Provan, Purvis, Stenmarck, Stevenson, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Andersson, van den Berg, Theorin

Onthoudingen: 3

GUE/NGL: Caudron, Naïr

PPE-DE: Corrie

2.   Verslag Jarzembowski A5-0242/2004

Voor: 387

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Bremmer, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Lambert, Maes, Mayol i Raynal, Ortuondo Larrea, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 78

EDD: Abitbol, Bernié, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Bourlanges, Goodwill

PSE: Carlotti, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Patrie, Poignant, Poos, Rocard, Savary, Van Lancker, Zrihen

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Flautre, Isler Béguin, Jonckheer, Lannoye, Onesta, Rod, Turmes

Onthoudingen: 6

ELDR: Formentini

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Lulling

PSE: van den Berg

Verts/ALE: Nogueira Román

3.   Verslag Sterckx A5-0245/2004

Voor: 406

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Pannella, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 51

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Speroni

PPE-DE: Goodwill

PSE: Dehousse, Zrihen

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Puerta

NI: Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang

PSE: De Keyser

4.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 440

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Stockton

PSE: Iivari, Schmid Gerhard

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

Verts/ALE: Rühle

5.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 281

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zissener

PSE: Cerdeira Morterero, Ceyhun, Duin, Gebhardt, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Iivari, Jöns, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Marinho, Müller, Randzio-Plath, Schmid Gerhard, Terrón i Cusí, Walter

UEN: Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Cohn-Bendit

Tegen: 171

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Scarbonchi, Sylla

NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Speroni, Stirbois

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Kinnock, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 9

EDD: Butel

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

Verts/ALE: Jonckheer, Rühle

6.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 159

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hazan, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lund, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 293

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Kuntz, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Frahm, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Bowe, Cashman, Ceyhun, Corbett, Duin, Ford, Gebhardt, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, Hughes, Iivari, Jöns, Junker, Keßler, Kindermann, Kinnock, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Leinen, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Müller, O'Toole, Piecyk, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 14

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Alyssandrakis, Krarup, Patakis

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

Verts/ALE: Rühle

7.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 41

ELDR: Boogerd-Quaak, van den Bos

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller, Markov, Meijer, Papayannakis, Puerta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Marinho

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 392

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Dary, Frahm, Krarup, Naïr, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 33

EDD: Butel

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Modrow, Patakis, Ribeiro, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

Verts/ALE: Jonckheer, Rühle

8.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 203

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Schmidt

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kinnock, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Crowley, Fitzsimons, Hyland

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 260

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ceyhun, Corbett, Duin, Gebhardt, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Iivari, Jöns, Junker, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Leinen, Müller, Randzio-Plath, Schmid Gerhard, Walter, Weiler

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 9

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Martin Hans-Peter, Pannella

Verts/ALE: Jonckheer, Rühle

9.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 194

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Martin Hans-Peter

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Kinnock, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 274

EDD: Abitbol, Bernié, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Frahm, Korakas, Krarup, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ceyhun, Duin, Gebhardt, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Iivari, Jöns, Junker, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lange, Leinen, Müller, Piecyk, Randzio-Plath, Rapkay, Schmid Gerhard, Walter, Weiler

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 8

EDD: Butel

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

Verts/ALE: Rühle

10.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 309

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Duhamel, Gebhardt, Glante, Görlach, Keßler, Leinen, Marinho, Pérez Royo, Poignant, Rothley, Schmid Gerhard, Soares, Whitehead

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 132

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Gil-Robles Gil-Delgado

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Rothe, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Muscardini

Verts/ALE: Jonckheer

Onthoudingen: 35

EDD: Blokland, Butel

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella, Souchet

PSE: Ceyhun, Duin, Gröner, Hänsch, Iivari, Jöns, Junker, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Müller, Piecyk, Randzio-Plath, Roth-Behrendt, Walter, Weiler

UEN: Camre, Marchiani

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Rod, Rühle

11.   Verslag Rocard A5-0148/2004

Voor: 310

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bullmann, Ceyhun, Duin, Gebhardt, Glante, Görlach, Hänsch, Haug, Jöns, Junker, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Lange, Leinen, Müller, Pérez Royo, Poignant, Randzio-Plath, Schmid Gerhard, Weiler

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Lambert, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 132

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Sylla

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Speroni, Stirbois

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Katiforis, Kinnock, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Onthoudingen: 30

EDD: Belder, Blokland, Butel, van Dam

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella, Souchet

PSE: Gröner, Iivari, Kuhne, Walter

UEN: Camre

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Ferrández Lezaun, Flautre, Isler Béguin, Jonckheer, Onesta, Rühle, Turmes

12.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 43

ELDR: Formentini, Procacci

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Dehousse, Marinho, Pittella, Schulz

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Frassoni, Jonckheer, Rod, Turmes

Tegen: 414

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Frahm, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wyn

Onthoudingen: 8

GUE/NGL: Krarup, Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

Verts/ALE: Duthu, Wuori

13.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 407

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sacconi, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 45

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Florenz, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Stevenson, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Carrilho, Corbett

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis, Vachetta

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Hieronymi

14.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 82

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Rousseaux, Schmidt

GUE/NGL: Frahm, Krarup, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Cesaro, Chichester, Corrie, Deva, De Veyrac, Dover, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, García-Orcoyen Tormo, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Hortefeux, Inglewood, Kirkhope, Maat, Parish, Perry, Pirker, Provan, Rack, Sacrédeus, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister

PSE: Ceyhun

UEN: Fitzsimons, Marchiani, Thomas-Mauro

Tegen: 375

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 7

ELDR: Paulsen

GUE/NGL: Krivine, Sylla

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

PSE: Andersson, Theorin

15.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 384

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Perry, Pirker, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 74

EDD: Belder, Blokland, van Dam

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Böge, von Boetticher, Ebner, Ferri, Flemming, Gutiérrez-Cortines, Jeggle, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Piscarreta, Schmitt, van Velzen

PSE: Adam, Cashman, Corbett, Duhamel, Fava, Ford, Garot, Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, Keßler, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lund, McCarthy, McNally, Marinho, Martin David W., Medina Ortega, Miller, Moraes, Myller, O'Toole, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Read, Savary, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Theorin, Valenciano Martínez-Orozco, Watts, Weiler, Whitehead, Zorba

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Lagendijk, Nogueira Román, Ortuondo Larrea, Rühle, Wyn

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

Verts/ALE: Gahrton

16.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 92

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

PPE-DE: Atkins, Ayuso González, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Herranz García, Inglewood, Kirkhope, Maat, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Santer, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Dehousse, Goebbels, Thorning-Schmidt

UEN: Fitzsimons, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Mayol i Raynal

Tegen: 359

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Seppänen

NI: Berthu, Beysen, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Muscardini, Mussa

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Onesta, Ortuondo Larrea, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wyn

Onthoudingen: 18

GUE/NGL: Krivine

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Duthu, Flautre, Jonckheer, Lucas, Nogueira Román, Rod, Schörling, Turmes, Wuori

17.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 49

EDD: Abitbol, Andersen, Kuntz

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Ferrer

PSE: Goebbels, Vairinhos

UEN: Caullery, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Flautre, Isler Béguin, Jonckheer, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Turmes

Tegen: 391

EDD: Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Frahm, Krarup, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wyn

Onthoudingen: 31

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Stirbois

UEN: Angelilli, Camre, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa

Verts/ALE: Ahern, Boumediene-Thiery, Duthu, Frassoni, Lucas, Rod, Wuori

18.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 82

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Rousseaux, Schmidt

GUE/NGL: Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Krarup, Meijer, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, De Veyrac, Dover, Flemming, Florenz, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Hortefeux, Inglewood, Kirkhope, Lehne, Morillon, Musotto, Parish, Perry, Pirker, Provan, Rack, Rübig, Sacrédeus, Scallon, Schaffner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister

UEN: Marchiani, Thomas-Mauro

Tegen: 381

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Dary, Fiebiger, Figueiredo, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

ELDR: Paulsen

NI: Martin Hans-Peter

PSE: Andersson, Theorin

19.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 397

EDD: Abitbol, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 58

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Cesaro, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Ebner, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Konrad, Musotto, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Scapagnini, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Ford, Marinho

Verts/ALE: Graefe zu Baringdorf

Onthoudingen: 9

EDD: Kuntz

ELDR: Dybkjær

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Garaud

UEN: Camre, Marchiani, Thomas-Mauro

20.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 30

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Maaten, Manders, Mulder

GUE/NGL: Di Lello Finuoli, Frahm, Krarup, Meijer, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Stirbois

PPE-DE: Dell'Utri, Maat

PSE: Marinho

UEN: Fitzsimons

Tegen: 431

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Malmström, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Krivine

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter, Souchet

21.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 60

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Schmidt

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Pannella

PPE-DE: Ferrer, Schaffner, Schwaiger, Wijkman

PSE: Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Berès, Campos, Carlotti, Cerdeira Morterero, Dehousse, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gillig, Goebbels, Guy-Quint, Haug, Hazan, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Kreissl-Dörfler, Lalumière, Leinen, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Obiols i Germà, Pérez Royo, Poignant, Rocard, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sornosa Martínez, Valenciano Martínez-Orozco, Weiler, Zrihen

UEN: Fitzsimons

Tegen: 391

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Andersson, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carnero González, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Duin, El Khadraoui, Fava, Ford, Ghilardotti, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Miller, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 12

GUE/NGL: Krivine

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

Verts/ALE: Ortuondo Larrea, Schörling

22.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 313

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Wallis, Watson

GUE/NGL: Frahm, Krarup, Meijer, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Bonino, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, Pannella, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Cesaro, Cushnahan, Daul, Deprez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Nassauer, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Pex, Pirker, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stenzel, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, van Velzen, Vila Abelló, Vlasto, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 139

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, Busk, Jensen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Garaud, Ilgenfritz, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bastos, Bourlanges, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Corrie, Dell'Utri, De Sarnez, Deva, Dover, Elles, Foster, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Helmer, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Kaldí, Kastler, Kirkhope, Korhola, Lamassoure, Lechner, Liese, Maat, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Naranjo Escobar, Nisticò, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Piscarreta, Podestà, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Suominen, Tannock, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Zappalà

PSE: Vairinhos

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Jonckheer, Onesta, Turmes

Onthoudingen: 10

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krivine, Patakis

NI: Borghezio, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Musotto, Santer, Zacharakis

23.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 409

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Kuntz, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 45

EDD: Belder, Blokland, Butel, van Dam

GUE/NGL: Vachetta

NI: Speroni

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, de Veyrinas, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Bowe, Kuhne, Volcic

UEN: Camre, Marchiani

Onthoudingen: 14

EDD: Bernié, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Krivine

NI: Bonino, Borghezio, Claeys, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, Martin Hans-Peter, Stirbois

PPE-DE: Konrad

24.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 69

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Paulsen, Schmidt

GUE/NGL: Frahm, Krarup, Meijer, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Cesaro, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Parish, Perry, Provan, Sacrédeus, Sartori, Scallon, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister, Wijkman, Zacharakis

PSE: Marinho

Verts/ALE: Gahrton

Tegen: 364

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 35

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

ELDR: Väyrynen

GUE/NGL: Krivine

NI: Borghezio, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Purvis

PSE: Adam, Cashman, Corbett, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, Kinnock, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, O'Toole, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

UEN: Thomas-Mauro

Verts/ALE: Schörling

25.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 99

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Ilgenfritz

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Cesaro, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Sacrédeus, Scallon, Schaffner, Schwaiger, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Adam, Bowe, Cashman, Corbett, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, Kinnock, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn

Tegen: 363

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Pannella, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 9

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka

NI: Berthu, Borghezio, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Speroni

PPE-DE: Purvis

26.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 153

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Sacrédeus, Scallon, Schaffner, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Adam, Bowe, Cashman, Corbett, Dehousse, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, Hughes, Kinnock, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, O'Toole, Piecyk, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Swiebel, Titley, Vairinhos, Watts, Whitehead, Wynn

UEN: Angelilli, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 307

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hatzidakis, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Caullery, Marchiani

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Ferrández Lezaun, Graefe zu Baringdorf

Onthoudingen: 9

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka, Vachetta

NI: Borghezio, Gollnisch, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Purvis

Verts/ALE: Jonckheer, Ortuondo Larrea

27.   Verslag Wynn A5-0268/2004

Voor: 359

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Ilgenfritz, Kronberger, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Crowley, Hyland, Muscardini, Mussa

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 96

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Cesaro, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Gargani, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Schleicher, Smet, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, van Velzen, Villiers

PSE: Izquierdo Collado

UEN: Camre, Caullery, Fitzsimons, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Gahrton

Onthoudingen: 9

EDD: Saint-Josse

ELDR: Väyrynen

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka

NI: Borghezio, Speroni

PPE-DE: Konrad

Verts/ALE: Rod, Schörling

28.   Verslag Hatzidakis A5-0272/2004

Voor: 46

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Alyssandrakis, Frahm, Korakas, Krarup, Meijer, Patakis, Schmid Herman, Seppänen

NI: Ilgenfritz, Kronberger

PSE: Marinho

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 410

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 12

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PSE: Dehousse

29.   Verslag Hatzidakis A5-0272/2004

Voor: 97

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Dybkjær

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: De Veyrac, Ferri, Flemming, Lamassoure, Martin Hugues, Schierhuber, de Veyrinas

PSE: Dehousse, Lund, Marinho, Moraes, Vairinhos

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 360

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Kuntz, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, de La Perriere, Pannella, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 5

NI: Borghezio, Gollnisch, Lang, Martin Hans-Peter, Speroni

30.   Verslag Hatzidakis A5-0272/2004

Voor: 64

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Busk, Paulsen, Schmidt

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Arvidsson, Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Vatanen, Villiers, Wachtmeister

PSE: Marinho

Verts/ALE: Evans Jillian, Gahrton, Mayol i Raynal

Tegen: 382

EDD: Abitbol, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 27

GUE/NGL: Figueiredo

NI: Martin Hans-Peter

PSE: Adam, Bowe, Cashman, Corbett, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, Kinnock, McAvan, McCarthy, McNally, Martin David W., Miller, Moraes, O'Toole, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

Verts/ALE: Schörling

31.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 77

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

PPE-DE: Maat, Trakatellis

PSE: McNally, Marinho, Vairinhos

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 377

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Naïr, Patakis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

EDD: Bernié, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Herzog, Krivine, Schröder Ilka

NI: Martin Hans-Peter

32.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 343

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Frahm, Meijer, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Beysen, Dell'Alba, Dupuis, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Mussa

Verts/ALE: Duthu, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Lannoye, Wyn

Tegen: 108

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Jensen

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder Ilka, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Claeys, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Speroni

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Mauro, Parish, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wieland

PSE: Zorba

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Fitzsimons, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 13

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Berthu, Garaud, Gollnisch, Martin Hans-Peter, Souchet, Stirbois

UEN: Hyland

33.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 413

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Caudron, Fiebiger, Figueiredo, Manisco, Markov, Modrow, Puerta, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 31

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Meijer, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Vachetta

NI: Gollnisch, Stirbois

PPE-DE: Chichester

UEN: Camre, Marchiani

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Lucas, Rod

Onthoudingen: 8

EDD: Abitbol, Bonde, Sandbæk

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, Martin Hans-Peter

34.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 406

EDD: Andersen, Bonde, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bremmer, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 44

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Speroni

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Hernández Mollar, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

UEN: Camre, Marchiani, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 11

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krivine, Patakis, Schröder Ilka

NI: Berthu, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Souchet, Stirbois

UEN: Ribeiro e Castro

35.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 414

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Pannella, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Marchiani, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 48

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Busk, Jensen, Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rovsing, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

UEN: Camre

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka

UEN: Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro

36.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 182

EDD: Andersen, Bonde, Kuntz, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, de La Perriere, Pannella

PPE-DE: Florenz

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Marchiani, Muscardini, Mussa, Thomas-Mauro

Tegen: 254

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Busk, Jensen, Nordmann, Riis-Jørgensen

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Purvis, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Vairinhos

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Buitenweg, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 11

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

NI: Berthu, Garaud, Martin Hans-Peter, Souchet

Verts/ALE: Jonckheer, Mayol i Raynal

37.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 143

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Kuntz, Sandbæk

ELDR: Di Pietro, Formentini, Procacci, Rutelli

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Pannella, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Florenz, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Podestà, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Duhamel, Goebbels, Keßler, Lund, Vairinhos

UEN: Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 318

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Schmidt, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Beysen

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli

Onthoudingen: 6

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

NI: Berthu, Souchet

38.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 446

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Pannella, Souchet, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 7

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Stockton

PSE: Swiebel

Onthoudingen: 6

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka

39.   Verslag Garriga Polledo A5-0269/2004

Voor: 370

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Marchiani, Muscardini, Mussa

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 88

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Vairinhos

UEN: Camre, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Gahrton

Onthoudingen: 10

GUE/NGL: Puerta

NI: Berthu, Borghezio, Martin Hans-Peter, Souchet, Speroni

UEN: Crowley, Fitzsimons, Hyland

Verts/ALE: Lambert

40.   Verslag Kuckelkorn A5-0236/2004

Voor: 125

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard, De Clercq, Newton Dunn, Nordmann, Vallvé

GUE/NGL: Dary, Manisco, Modrow, Schröder Ilka, Vinci

NI: Berthu, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Andria, Atkins, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, Dover, Elles, Fernández Martín, Foster, Fourtou, Gawronski, Goodwill, Gutiérrez-Cortines, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Kirkhope, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lisi, Lulling, McCartin, Marques, Martin Hugues, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Nisticò, Parish, Perry, Podestà, Provan, Purvis, Rovsing, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schwaiger, Stevenson, Stockton, Tannock, Trakatellis, Twinn, Van Orden, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wijkman, Zacharakis, Zappalà

PSE: Bowe, Campos, Dehousse, Lage, Marinho, Paasilinna, Rothley, dos Santos, Soares, Sousa Pinto

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ahern, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Ortuondo Larrea, Rod, Wyn

Tegen: 327

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Meijer, Naïr, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Wurtz

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Daul, De Sarnez, De Veyrac, Ebner, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Méndez de Vigo, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vila Abelló, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sacconi, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Stihler, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 16

EDD: Abitbol, Kuntz

ELDR: Andreasen, Manders

GUE/NGL: Korakas, Krivine, Papayannakis

NI: Garaud

PPE-DE: Schierhuber

PSE: Carrilho, Martin David W., Moraes, Swiebel, Vairinhos

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Flautre

41.   Verslag Randzio-Plath A5-0258/2004

Voor: 118

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Boogerd-Quaak, van den Bos

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Speroni

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Lamassoure, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Dehousse, Martínez Martínez, Vairinhos

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 341

EDD: Kuntz, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Garaud, Gollnisch, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, Bourlanges, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis, Schröder Ilka

Verts/ALE: Rühle

42.   Verslag Randzio-Plath A5-0258/2004

Voor: 453

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Coelho, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wieland, Wijkman, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Kuntz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Pannella

PPE-DE: Bartolozzi, Berend, Deprez, Deva, Grosch, Konrad, van Velzen, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling

PSE: Marinho

Onthoudingen: 3

GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

PPE-DE: Goepel

43.   Verslag Randzio-Plath A5-0258/2004

Voor: 380

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Markov, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla

NI: Beysen, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Speroni

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 24

EDD: Bernié, Kuntz, Saint-Josse

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Gargani

PSE: Marinho

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 65

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Atkins, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Dehousse

44.   Verslag Randzio-Plath A5-0258/2004

Voor: 131

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Dybkjær

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Pannella, Souchet

PPE-DE: Andria, Atkins, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Pack, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Dehousse, Paasilinna, Vairinhos

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 326

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Beysen, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bremmer, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Coelho, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Onthoudingen: 15

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Herzog, Laguiller, Patakis, Puerta

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

45.   B5-0218/2004 — Gemeenschappelijke resolutie — Eurostat

Voor: 247

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bowis, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Corrie, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Gahrton, Lucas

Tegen: 209

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Cossutta

NI: Claeys

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Fourtou, Morillon

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Krivine, Schröder Ilka

NI: Martin Hans-Peter

PSE: Kinnock

46.   B5-0218/2004 — Gemeenschappelijke resolutie — Eurostat

Voor: 131

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martin Hans-Peter, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Stevenson, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Lund, Thorning-Schmidt

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 322

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Cossutta

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Pannella

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Kaldí, Karas, Kastler, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Thomas-Mauro

Verts/ALE: Frassoni

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Kaufmann

NI: Garaud

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Nogueira Román, Ortuondo Larrea

47.   B5-0218/2004 — Gemeenschappelijke resolutie — Eurostat

Voor: 271

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Lund, Rothley

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Duthu, Evans Jillian, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 194

ELDR: André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Wallis, Watson

PPE-DE: Maat

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Maes, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Turmes

Onthoudingen: 7

ELDR: Busk, Calò, Di Pietro

GUE/NGL: Kaufmann, Puerta

NI: Martin Hans-Peter

PPE-DE: Fourtou

48.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 245

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 19

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

ELDR: Manders

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Sacrédeus, Scallon, Wuermeling

49.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 255

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 20

EDD: Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

ELDR: Rousseaux

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Lamassoure

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Abitbol

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Knolle, Mayer Hans-Peter, Sacrédeus, Scallon, Suominen, Vatanen

50.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 258

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Hortefeux

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure

UEN: Crowley

Onthoudingen: 11

EDD: Butel

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Ebner, Sacrédeus, Scallon, Suominen, Vatanen

51.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 249

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Kaldí, Lamassoure

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

EDD: Abitbol, Bernié, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

EDD: Butel

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Sacrédeus, Scallon, Suominen, Vatanen

52.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 263

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Kaldí, Lamassoure

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 11

EDD: Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Abitbol, Butel

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Mayer Hans-Peter, Sacrédeus, Scallon, Suominen, Vatanen

53.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 250

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, Di Pietro, Duff, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, Duin, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 13

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Lamassoure

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Butel, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Mayer Hans-Peter, Sacrédeus, Scallon, Suominen, Vatanen

PSE: Mann Erika

54.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 263

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Butel

ELDR: Manders

GUE/NGL: Schmid Herman

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fourtou, Korhola, Maat, Mayer Hans-Peter, Sacrédeus, Scallon, Suominen, Vatanen

55.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 259

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Kaldí, Lamassoure

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Butel

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fourtou, Korhola, Maat, Sacrédeus, Scallon, Suominen

56.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 253

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 22

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

EDD: Butel

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fourtou, Korhola, Sacrédeus, Scallon, Suominen

57.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 258

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Kaldí, Lamassoure, Vatanen

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 12

EDD: Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 12

EDD: Abitbol

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fourtou, Hortefeux, Korhola, Sacrédeus, Scallon, Suominen

58.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 251

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Kaldí, Lamassoure, Vatanen

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 13

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 11

EDD: Abitbol

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Sacrédeus, Scallon, Suominen

59.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 245

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 21

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

EDD: Butel

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fourtou, Korhola, McCartin, Sacrédeus, Scallon, Suominen

60.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 250

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 19

EDD: Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Abitbol, Butel, Kuntz

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Sacrédeus, Scallon, Suominen

61.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 255

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 16

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Maat, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

62.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 250

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Kaldí, Lamassoure, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Butel

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ebner, Hortefeux, Korhola, Maat, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

PSE: Dehousse

63.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 250

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 18

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Lamassoure, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 16

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

64.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 241

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Bordes, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dupuis, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 18

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Lamassoure, Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

65.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 253

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Lamassoure

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

66.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 243

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 20

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

67.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 245

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Cohn-Bendit, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

NI: Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Abitbol, Kuntz

ELDR: Manders

NI: Beysen

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

68.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 240

EDD: Belder, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 21

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Blokland, Bonde, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Krarup

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

69.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 252

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 12

EDD: Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 12

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

70.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 244

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 11

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Abitbol, Kuntz

ELDR: Manders

NI: Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

71.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 251

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 13

EDD: Abitbol

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

72.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 252

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 13

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

EDD: Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Stenmarck, Suominen

73.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 247

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 18

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Bernié, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

GUE/NGL: Laguiller

NI: Beysen

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Ferber, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

74.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 246

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 19

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Ferber, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

75.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 240

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 19

EDD: Bernié, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Ferber, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

76.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 242

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Kuntz, Saint-Josse

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Ferber, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Stenmarck, Suominen

77.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 248

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Bernié, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Ferber, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

78.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 246

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

UEN: Crowley

Onthoudingen: 21

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

PSE: Dehousse, Mann Erika

79.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 115

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

PPE-DE: Ferrer

PSE: van den Berg, Dhaene, El Khadraoui, Fava, Hänsch, Lund, Paasilinna, Paciotti, Poos, Ruffolo, Sacconi, Scheele, Swoboda, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 59

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

ELDR: De Clercq, Formentini, Nordmann, Procacci, Väyrynen

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Montfort, Vatanen

PSE: Adam, Bowe, Cashman, Corbett, Ford, Gill, Glante, Honeyball, Junker, Kindermann, Kinnock, Lage, McAvan, McNally, Moraes, O'Toole, Patrie, Poignant, Read, Rothley, Savary, Soares, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Swiebel, Titley, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn

UEN: Crowley

Verts/ALE: Duthu, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lannoye, Schörling

Onthoudingen: 106

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

GUE/NGL: Puerta

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, Berger, Bösch, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Souladakis, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Valenciano Martínez-Orozco, Veltroni, Walter, Wiersma, Zorba

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

80.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 250

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 18

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

81.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 231

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Weiler, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Bernié, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

82.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 232

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

83.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 244

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 18

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

84.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 229

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 19

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

85.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 240

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 21

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Bernié, Esclopé, Saint-Josse

ELDR: Manders

GUE/NGL: Cossutta

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

86.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 238

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 21

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 18

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Corrie, Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

87.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 243

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 16

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

88.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 231

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Bernié, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Corrie, Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

89.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 232

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 19

EDD: Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

Verts/ALE: Flautre

90.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 236

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 19

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

91.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 232

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 19

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

92.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 214

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Dehousse, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 20

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Butel, Mathieu

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

93.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 227

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 19

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 19

EDD: Andersen, Bonde, Butel, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Laschet, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen, Wijkman

94.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 227

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, McAvan, McNally, Malliori, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 18

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 16

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Laschet, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

95.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 207

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Abitbol, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Saint-Josse

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Gollnisch, Lang, Souchet, Stirbois

UEN: Crowley

Onthoudingen: 20

EDD: Andersen, Bonde, Butel, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Dupuis, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

96.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 232

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Scallon

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 20

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 18

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

NI: Beysen, Bonino, Dupuis, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Stenmarck, Suominen

97.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 239

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 12

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen, Wijkman

98.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 233

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Saint-Josse

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Butel

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ayuso González, Cushnahan, Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck

99.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 231

EDD: Bonde

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Andersen, Butel, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Manders

GUE/NGL: Krarup

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Wijkman

100.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 232

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Dary, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 19

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

101.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 226

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Dary, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 18

EDD: Butel

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Schmitt, Stenmarck, Suominen, Wijkman

102.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 230

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 18

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

GUE/NGL: Krarup

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 20

EDD: Andersen, Bonde, Butel, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

103.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 224

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 16

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Wijkman

104.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 229

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 15

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 20

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Pannella

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Schmitt, Stenmarck

105.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 242

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 14

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 13

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

106.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 238

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 23

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Fernández Martín, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen, Wijkman

107.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 244

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 9

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

108.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 223

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Roth-Behrendt, Rothley, Ruffolo, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 12

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 16

EDD: Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Schmitt, Stenmarck, Suominen

109.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 250

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 11

EDD: Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Abitbol, Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

110.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 236

EDD: Andersen, Belder, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 20

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Atkins, Cushnahan, Ebner, Karas, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

111.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 233

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 11

EDD: Abitbol, Kuntz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 17

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

112.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 229

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Rapkay, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 16

EDD: Abitbol, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Hannan, Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 19

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Krarup, Patakis

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen, Wijkman

113.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 230

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Ferrer, Vatanen

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 17

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort

UEN: Crowley

Onthoudingen: 15

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Garaud

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Elles, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Stenmarck, Suominen

114.   Verslag Boogerd-Quaak A5-0230/2004

Voor: 237

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Naïr, Papayannakis, Patakis, Puerta, Ribeiro, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bourlanges, De Sarnez, Ferrer

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 24

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, van Dam, Esclopé, Kuntz, Saint-Josse

NI: Berthu, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Lang, Pannella, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Montfort, Vatanen

UEN: Crowley

Onthoudingen: 14

EDD: Butel, Mathieu

ELDR: Manders

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Cushnahan, Ebner, Hortefeux, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Scallon, Wijkman

115.   B5-0187/2004/rev. — Situatie in Pakistan

Voor: 394

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Kaufmann, Koulourianos, Markov, Meijer, Modrow, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Borghezio, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soares, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Crowley, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Cossutta, Krivine, Schröder Ilka

PPE-DE: Lisi

116.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 179

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Dybkjær, Väyrynen, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Patakis, Ribeiro, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Cesaro, Cushnahan, Grosch, Oomen-Ruijten, Posselt

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soares, Soriano Gil, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Volcic, Walter, Weiler, Zrihen

UEN: Crowley, Hyland

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Cohn-Bendit, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 211

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Beysen, Bonino, Claeys, Dell'Alba, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Chichester, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lisi, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bowe, Casaca, Cashman, Ford, Gill, Honeyball, Kinnock, McAvan, Skinner, Whitehead

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 11

EDD: Butel, Esclopé, Saint-Josse

GUE/NGL: Fiebiger

NI: Berthu

PPE-DE: Konrad, Liese

PSE: Moraes, O'Toole, Wiersma, Wynn

117.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 232

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Bonino, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Andria, Bowis, Deva, Ferrer, Grosch, Inglewood, Perry, Purvis, Stevenson, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Crowley, Hyland, Muscardini, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 152

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Esclopé, Mathieu

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dupuis

PPE-DE: Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dover, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Camre, Caullery, Marchiani, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 5

PPE-DE: Atkins, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Parish

118.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 307

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Chountis, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Vachetta

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Harbour, Hatzidakis, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Crowley, Hyland, Muscardini, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun, Mayol i Raynal

Tegen: 75

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Cossutta, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Claeys, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Ayuso González, Bushill-Matthews, Callanan, Dover, Foster, Goodwill, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Helmer, Kirkhope, Lamassoure, Parish, Perry, Scallon, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

PSE: Kinnock, Whitehead

UEN: Caullery, Marchiani, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 7

EDD: Sandbæk

GUE/NGL: Schröder Ilka

PPE-DE: Atkins, Konrad, Montfort

PSE: Bösch, Poos

119.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 25

EDD: Belder, Blokland, van Dam

NI: Bonino

PPE-DE: Banotti, Bremmer, Cushnahan, García-Orcoyen Tormo, Hermange, Kaldí, Klaß, Lechner, Lisi, Matikainen-Kallström, Schierhuber, Vatanen, Zappalà

PSE: Marinho

UEN: Angelilli, Hyland, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Flautre, Lagendijk

Tegen: 360

EDD: Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Liese, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Caullery, Crowley, Marchiani

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Schröder Ilka

PPE-DE: Montfort

120.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 181

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Cesaro, Grosch, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 201

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Schmid Herman

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Chichester, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Koch, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Herzog, Schröder Ilka

NI: Berthu, Claeys

PSE: Poos

121.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 114

EDD: Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Gahler, Piscarreta

PSE: Bowe, van den Burg, Carlotti, Ceyhun, Dehousse, Désir, Dhaene, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Lavarra, Medina Ortega, Napolitano, Poignant, Savary, Scheele, Swiebel, Vairinhos, Van Lancker, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 273

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: André-Léonard, Nordmann

NI: Beysen, Bonino, Dell'Alba, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, De Keyser, Díez González, Dührkop Dührkop, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn

UEN: Angelilli, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Breyer, Duthu, Staes

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Herzog, Sylla

NI: Claeys

PPE-DE: Wijkman

PSE: Poos

UEN: Caullery, Thomas-Mauro

122.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 333

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Esclopé, Mathieu, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Fiebiger

NI: Berthu, Beysen, Bonino, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bremmer, Brok, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Deva, Dover, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Muscardini, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Breyer, Buitenweg, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Maes, Onesta, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 57

EDD: Abitbol

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

PPE-DE: Descamps, De Veyrac, Ebner, Hortefeux, Lamassoure, Martin Hugues, Schaffner, de Veyrinas

PSE: Marinho, Obiols i Germà, Schmid Gerhard

UEN: Crowley, Hyland, Marchiani, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Duthu, Evans Jillian, Isler Béguin, Lambert, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Rod, Schörling, Schroedter, Turmes, Wuori

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Herzog, Sylla

NI: Claeys, Martin Hans-Peter

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Jonckheer

123.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 307

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Esclopé, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Bonino, Dell'Alba, Pannella

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bremmer, Brok, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Ferrández Lezaun, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Jonckheer, Lagendijk, Maes, Onesta, Rühle, Sörensen, Staes, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 81

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Pohjamo

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Claeys, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Helmer, Hortefeux, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock, Twinn, Van Orden, Villiers

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Evans Jillian, Flautre, Isler Béguin, Lambert, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Schörling, Schroedter, Turmes, Wuori

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Herzog, Sylla

NI: Berthu, Martin Hans-Peter

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Rod

124.   B5-0185/2004 — Transatlantische betrekkingen

Voor: 282

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Esclopé, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Caudron, Manisco

NI: Bonino, Dell'Alba

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Gouveia, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Kaldí, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Dhaene, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, El Khadraoui, Fava, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Honeyball, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Read, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Duthu, Ferrández Lezaun, Flautre, Maes

Tegen: 99

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Meijer, Modrow, Patakis, Schmid Herman, Seppänen, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Florenz, Foster, Goepel, Goodwill, Graça Moura, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Parish, Perry, Purvis, Radwan, Salafranca Sánchez-Neyra, Stevenson, Stockton, Sudre, Tannock, Twinn, Villiers, Vlasto

PSE: Haug

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Herzog, Sylla

NI: Martin Hans-Peter

PSE: Dehousse, Van Lancker

125.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 172

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Esclopé, Mathieu

NI: Berthu, Beysen, Dell'Alba

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bowis, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Daul, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Bowe, Cashman, Corbett, Ferreira, Gill, Honeyball, Kinnock, McAvan, Marinho, Martin David W., Moraes, O'Toole, Pérez Royo, Poignant, Skinner, Titley, Whitehead, Wynn

UEN: Angelilli, Caullery, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro

Tegen: 188

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Cushnahan, Deprez, Ferrer, Grosch, Korhola, Matikainen-Kallström, Wijkman

PSE: Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zrihen

UEN: Crowley, Hyland, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 3

GUE/NGL: Schröder Ilka

NI: Claeys, Dillen

126.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 118

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Daul, Dell'Utri, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Sudre, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Lavarra, Marinho

UEN: Angelilli

Tegen: 241

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cushnahan, Deprez, Deva, Dover, Elles, Ferrer, Foster, Goodwill, Grosch, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kastler, Kirkhope, Korhola, Lechner, Matikainen-Kallström, Parish, Perry, Provan, Purvis, Smet, Stockton, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 1

NI: Dillen

127.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 114

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Camisón Asensio, Cardoso, Daul, Dell'Utri, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Kaldí, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho, Moraes

Tegen: 248

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cushnahan, Deprez, Deva, Dover, Elles, Ferrer, Foster, Goodwill, Grosch, Hannan, Harbour, Helmer, Inglewood, Kirkhope, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Scallon, Smet, Stevenson, Stockton, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 1

PSE: Dehousse

128.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 114

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Camisón Asensio, Cardoso, Daul, Dell'Utri, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho

Tegen: 250

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cushnahan, Deprez, Deva, Dover, Elles, Ferrer, Foster, Goodwill, Grosch, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Kirkhope, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Santer, Smet, Stevenson, Stockton, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 1

PSE: Dehousse

129.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 138

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Daul, Descamps, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Knolle, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Marinho, O'Toole

Tegen: 225

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bowis, Cushnahan, Deprez, Deva, Ferrer, Grosch, Hermange, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Montfort, Sacrédeus, Santer, Smet, Thyssen, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

130.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 109

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Daul, Descamps, De Veyrac, Ebner, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

Tegen: 252

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Atkins, Balfe, Bowis, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cushnahan, Deprez, Deva, Dover, Elles, Ferrer, Foster, Goodwill, Grosch, Hannan, Harbour, Helmer, Hermange, Inglewood, Kirkhope, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Parish, Perry, Provan, Purvis, Sacrédeus, Santer, Scallon, Schaffner, Smet, Stevenson, Stockton, Tannock, Thyssen, Twinn, Van Orden, Villiers, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 1

EDD: Esclopé

131.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 128

EDD: Belder, Blokland, van Dam

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Chichester, Daul, Dell'Utri, Descamps, De Veyrac, Elles, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho, Poignant

Tegen: 224

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Bowis, Cushnahan, Deprez, Deva, Dover, Ebner, Ferrer, Grosch, Hermange, Korhola, Lamassoure, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Santer, Schaffner, Smet, Thyssen, de Veyrinas, Vlasto, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McNally, Malliori, Mann Erika, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Rapkay, Rothe, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 1

NI: Dell'Alba

132.   Verslag De Keyser A5-0270/2004

Voor: 131

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bayona de Perogordo, Berend, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Chichester, Daul, Dell'Utri, Descamps, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Mann Thomas, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Montfort, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

Tegen: 227

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Cossutta, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Meijer, Modrow, Papayannakis, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter, Pannella

PPE-DE: Bowis, Cushnahan, Deprez, Deva, Ferrer, Grosch, Hermange, Korhola, Lamassoure, Mantovani, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Santer, Scallon, Schaffner, Smet, Thyssen, de Veyrinas, Vlasto, Wijkman

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, Duhamel, El Khadraoui, Ferreira, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Angelilli, Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Ferrández Lezaun, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

EDD: Esclopé

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Dell'Alba

PSE: Dehousse

133.   Verslag Randzio-Plath A5-0280/2004

Voor: 43

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Di Lello Finuoli, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Dell'Utri

PSE: Dehousse, Pérez Royo

Verts/ALE: Breyer, Duthu, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Lucas, Rod, Schörling, Schroedter, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 266

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

NI: Berthu, Beysen, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bowis, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Liese, Lisi, Lulling, Mann Thomas, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dhaene, Díez González, El Khadraoui, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pittella, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Terrón i Cusí, Thorning-Schmidt, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Walter, Weiler, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Sörensen, Staes

Onthoudingen: 10

GUE/NGL: Herzog

NI: Claeys

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Ferrández Lezaun, Lambert, Maes, Onesta, Rühle, Turmes, Wuori

134.   Verslag Randzio-Plath A5-0280/2004

Voor: 59

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Flemming

PSE: Dhaene, El Khadraoui, Hazan, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 247

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Flesch, Maaten, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

NI: Beysen, Martin Hans-Peter

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bowis, Bremmer, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Florenz, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kirkhope, Klaß, Knolle, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Liese, Lisi, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Díez González, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Lage, Lalumière, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Rapkay, Rothe, Rothley, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Souladakis, Swoboda, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Vattimo, Walter, Weiler, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Caullery, Marchiani, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 7

NI: Berthu, Claeys, Dillen

PPE-DE: Hortefeux

PSE: Dehousse

UEN: Crowley, Thomas-Mauro

135.   Verslag Randzio-Plath A5-0280/2004

Voor: 50

EDD: Andersen, Bonde, van Dam, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Di Lello Finuoli, Frahm, Herzog, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 260

EDD: Belder, Blokland, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

NI: Berthu, Beysen

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bowis, Bremmer, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Liese, Lisi, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Díez González, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Lage, Lalumière, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Rapkay, Rothe, Rothley, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Walter, Weiler, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Caullery, Crowley, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 11

NI: Claeys, Dillen, Martin Hans-Peter

PSE: Dhaene, El Khadraoui, Van Lancker

Verts/ALE: Isler Béguin, Jonckheer, Maes, Onesta, Rühle

136.   Verslag Randzio-Plath A5-0280/2004

Voor: 54

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Di Lello Finuoli, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rod, Rühle, Schörling, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 257

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Clegg, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

NI: Berthu, Beysen

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bowis, Bremmer, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lisi, Lulling, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, Dhaene, Díez González, El Khadraoui, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Lage, Lalumière, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Weiler, Wiersma, Wynn, Zrihen

UEN: Caullery, Crowley, Hyland, Marchiani, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 2

GUE/NGL: Herzog

NI: Claeys

137.   Verslag Randzio-Plath A5-0280/2004

Voor: 60

EDD: Andersen, Bonde, Esclopé, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bergaz Conesa, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Chountis, Di Lello Finuoli, Frahm, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Meijer, Modrow, Papayannakis, Patakis, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Martin Hans-Peter

PSE: Dehousse, Dhaene, El Khadraoui, Van Lancker

UEN: Hyland, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Duthu, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, Maes, Onesta, Rod, Schörling, Schroedter, Sörensen, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 255

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Mathieu

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Calò, Costa Paolo, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Jensen, Maaten, Malmström, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Riis-Jørgensen, Rousseaux, Rutelli, Schmidt, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis

NI: Berthu, Beysen

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Avilés Perea, Ayuso González, Balfe, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Bowis, Bremmer, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cardoso, Cesaro, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Gouveia, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jeggle, Kaldí, Karas, Kastler, Kirkhope, Klaß, Knolle, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lisi, Lulling, Mann Thomas, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Méndez de Vigo, Menrad, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Scallon, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Twinn, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vila Abelló, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Bösch, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Corbett, Corbey, Díez González, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Lage, Lalumière, Leinen, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, O'Toole, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Pittella, Rapkay, Rothe, Rothley, Ruffolo, Sacconi, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schulz, Skinner, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis, Swiebel, Terrón i Cusí, Titley, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Walter, Weiler, Wiersma, Zrihen

UEN: Caullery, Crowley, Marchiani, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Ferrández Lezaun

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Herzog

NI: Claeys, Dillen

Verts/ALE: Rühle

138.   B5-0194/2004 — Gemeenschappelijke resolutie — Nigeria

Voor: 84

EDD: Belder, van Dam, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Newton Dunn

GUE/NGL: Bergaz Conesa, Chountis, Korakas, Koulourianos, Meijer, Patakis, Vinci

NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Arvidsson, Bayona de Perogordo, Bowis, Camisón Asensio, Cushnahan, Daul, Descamps, Deva, Elles, Ferrer, Flemming, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Goepel, Grossetête, Hatzidakis, Jeggle, Karas, Knolle, Kratsa-Tsagaropoulou, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Menrad, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pack, Pérez Álvarez, Posselt, Purvis, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Schmitt, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tannock, Wieland, Zimmerling

PSE: Adam, Aguiriano Nalda, Baltas, Casaca, Cerdeira Morterero, Dehousse, Díez González, Gebhardt, Gillig, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Karamanou, Leinen, Martínez Martínez, Medina Ortega, Sauquillo Pérez del Arco, Soriano Gil, Sornosa Martínez, Souladakis

UEN: Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Breyer, Ferrández Lezaun, Isler Béguin, Lagendijk, Maes, Schörling, Sörensen


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2004)0351

Productie en afzet van honing *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende algemene regels voor de uitvoering van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing (COM(2004) 30 — C5-0052/2004 — 2004/0003(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 30) (1),

gelet op de artikelen 36 en 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0052/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A5-0232/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendement 1

Overweging 5 bis (nieuw)

 

(5 bis) De lidstaten moeten in het kader van de omzetting van artikel 26 bis van Richtlijn 2001/18/EG (2) wettelijke maatregelen nemen inzake de coëxistentie van genetisch gemodificeerde, conventionele en ecologische gewassen die ook de bijenhouders in staat stellen honing te produceren met een verontreinigingsniveau dat lager ligt dan de etiketteringsgrenswaarde van 0,9 %.

Amendement 2

Overweging 5 ter (nieuw)

 

(5 ter) Op de honingmarkt in de Gemeenschap bestaat nog altijd geen evenwicht tussen vraag en aanbod en de voorziening is in de drie afgelopen jaren nog gedaald. De honingprijs in de Europese Unie is als gevolg daarvan rechtstreeks afhankelijk van de prijs op de wereldmarkt, die sterk fluctueert.

Amendement 3

Overweging 5 quater (nieuw)

 

(5 quater) Honing is een kwaliteitsproduct van de landbouw en een van de weinige, in bijlage I van het Verdrag genoemde producten die niet vallen onder een volledig normatief kader noch rechtstreekse steun ontvangen, noch profiteren van voldoende differentiatie ten opzichte van importhoning.

Amendement 4

Overweging 5 quinquies (nieuw)

 

(5 quinquies) Aangezien de tot de Europese Unie toetredende landen een grote landbouwtraditie hebben en een aantal van die landen belangrijke producenten van honing zijn, is het dienstig daarmee rekening te houden bij de toepassing van deze verordening, met name bij de begrotingstoewijzing.

Amendement 5

Overweging 6

(6) Gezien de uitbreiding van de varroamijtziekte in verscheidene lidstaten in de afgelopen jaren en de moeilijkheden die deze ziekte met zich brengt voor de honingproductie, blijkt een actie op communautair niveau noodzakelijk, aangezien deze ziekte niet volledig kan worden uitgeroeid en de behandeling ervan met toegelaten producten wordt aanbevolen.

(6) Gezien de uitbreiding van de varroamijtziekte in verscheidene lidstaten in de afgelopen jaren en de gevolgen die deze ziekte met zich brengt voor de honingproductie, blijkt een actie op communautair niveau noodzakelijk, aangezien deze ziekte niet volledig kan worden uitgeroeid en de behandeling ervan met toegelaten producten wordt aanbevolen.

Amendement 6

Overweging 6 bis (nieuw)

 

(6 bis) Rekening houdend met de resolutie van het Europees Parlement van 9 oktober 2003 over de problemen van de Europese bijenteelt (3), waarin wordt erkend dat er sinds een aantal jaren sprake is van een buitengewoon sterk teruglopend bijenbestand, en met Verordening (EG) nr. 1398/2003 (4), waarbij de invoer van bijenvolken wordt verboden, alsook met het bestaande gebrek aan productie-eenheden van biologisch materiaal, is het dienstig ondersteunende maatregelen te treffen voor herstel en ontwikkeling van het communautaire bijenbestand.

Amendement 7

Overweging 6 ter (nieuw)

 

(6 ter) Kwaliteitscontroles spelen een grote rol bij de verbetering van de productie en de afzet van honing en bij het verhinderen van het op de markt brengen van honing die niet voldoet aan de Europese kwaliteitsnormen, die voornamelijk zijn vastgelegd in Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing (5). Deze controles zorgen voor markt- en prijsstabiliteit.

Amendement 8

Overweging 7

(7) Om de productie en de afzet van honing in de Gemeenschap te verbeteren, moeten derhalve om de drie jaar nationale programma's worden opgesteld die maatregelen omvatten inzake technische bijstand, de bestrijding van de varroamijtziekte, de rationalisatie van de transhumance, het beheer van de herbevolking van het communautaire bijenbestand en de samenwerking in het kader van onderzoeksprogramma's inzake de bijenteelt en de producten daarvan.

(7) Om de productie en de afzet van honing in de Gemeenschap te verbeteren, moeten derhalve om de drie jaar nationale, jaarlijks te herziene programma's worden opgesteld, die maatregelen omvatten zoals :

a)

technische bijstand aan bijenhouders en bijenhoudersgroeperingen;

b)

bestrijding van de varraomijtziekte en de gevolgen ervan;

c)

rationalisatie van de transhumance;

d)

ondersteuningsmaatregelen voor herstel en ontwikkeling van het communautaire bijenbestand;

e)

samenwerking met gespecialiseerde organisaties bij de uitvoering van programma's voor toegepast onderzoek op het terrein van de verbetering van het bestand en de kwaliteit van de honing en andere producten van de bijenteelt;

f)

steunmaatregelen voor laboratoria voor de analyse van honing;

g)

andere maatregelen ter verbetering van productie en afzet van honing en producten van de bijenteelt.

Amendement 9

Overweging 8

(8) Om de statistische gegevens betreffende de bijenteeltsector te vervolledigen, is het dienstig dat de lidstaten een studie over de structuur van de sector uitvoeren, waarin de productie, de afzet en de prijsvorming worden onderzocht.

(8) Om de statistische gegevens betreffende de bijenteeltsector te vervolledigen, is het dienstig dat de lidstaten een gedetailleerde studie over de structuur van de sector uitvoeren, waarin de productie, de afzet en de prijsvorming worden onderzocht.

Amendement 10

Artikel 1, lid 1, alinea 2

De lidstaten kunnen te dien einde voor een periode van drie jaar een nationaal programma opstellen, hierna „bijenteeltprogramma” genoemd.

De lidstaten stellen te dien einde voor een periode van drie jaar een nationaal, jaarlijks te herzien programma op , hierna „bijenteeltprogramma” genoemd.

Amendement 11

Artikel 2, alinea 1

De maatregelen die in de bijenteeltprogramma's kunnen worden opgenomen, hebben betrekking op:

a)

technische bijstand voor bijenhouders en bijenhoudersgroeperingen,

b)

bestrijding van de varroamijtziekte,

c)

rationalisatie van de transhumance,

d)

steun voor de herbevolking van het communautaire bijenbestand,

e)

samenwerking met instanties die gespecialiseerd zijn in de uitvoering van programma's inzake toegepast onderzoek op het gebied van de bijenteelt en de producten van de bijenteelt.

De maatregelen die in de bijenteeltprogramma's kunnen worden opgenomen, hebben betrekking op:

a)

technische bijstand voor bijenhouders en bijenhoudersgroeperingen

b)

bestrijding van de varroamijtziekte en de gevolgen ervan ,

c)

rationalisatie van de transhumance,

d)

steun voor het herstel en de ontwikkeling van het communautaire bijenbestand,

e)

samenwerking met instanties die gespecialiseerd zijn in de uitvoering van programma's inzake toegepast onderzoek op het gebied van de verbetering van het bestand en de kwaliteit van honing en andere producten van de bijenteelt,

e bis)

steunmaatregelen voor laboratoria voor de analyse van honing,

e ter)

andere maatregelen ter verbetering van de productie en de afzet van honing en andere producten van de bijenteelt.

Amendement 12

Artikel 3

Om voor de in artikel 4, lid 2, vastgestelde medefinanciering in aanmerking te komen, moeten de lidstaten een studie uitvoeren naar de structuur van de bijenteelt op hun grondgebied, waarin zowel de productie als de afzet wordt onderzocht. Deze studie wordt samen met het bijenteeltprogramma gemeld.

Om voor de in artikel 4, lid 2, vastgestelde medefinanciering in aanmerking te komen, moeten de lidstaten een gedetailleerde studie uitvoeren naar de structuur van de bijenteelt op hun grondgebied, waarin zowel de productie als de afzet wordt onderzocht. Deze studie wordt samen met het bijenteeltprogramma gemeld.

Amendement 13

Artikel 4, lid 2

2. De Gemeenschap financiert de bijenteeltprogramma's ten belope van 50 % van de uitgaven van de lidstaten.

2. De Gemeenschap financiert de bijenteeltprogramma's ten belope van 75 % van de uitgaven van de lidstaten.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)   Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1. Laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1830/2003 (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 24).

(3)   P5_TA(2003)0430.

(4)   PB L 198 van 6.8.2003, blz. 3.

(5)   PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47.

P5_TA(2004)0352

Visuminformatiesysteem *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het opzetten van het visuminformatiesysteem (VIS) (COM(2004) 99 — C5-0098/2004 — 2004/0029(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2004) 99) (1),

gelet op artikel 66 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0098/2004),

gelet op het Protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie, uit hoofde waarvan het Parlement door de Raad werd geraadpleegd,

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0262/2004),

1.

verwerpt het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel in te trekken en een nieuw voorstel in te dienen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0353

Verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit (2003/2171(IMM))

Het Europees Parlement,

gezien het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn immuniteit in verband met een proces voor de rechtbank van Brescia, dat op 12 mei 2003 aan de plenaire vergadering bekend is gemaakt,

gelet op artikel 9 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van 8 april 1965, en op artikel 4, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

gelet op de artikelen 6 en 6 bis van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0281/2004),

A.

overwegende dat de heer Umberto Bossi bij de vijfde rechtstreekse verkiezingen van 13 juni 1999 tot lid van het Europees Parlement is verkozen, dat het Europees Parlement op 15 december 1999 (2) zijn geloofsbrieven heeft onderzocht, en dat zijn mandaat op 10 juni 2001 eindigde,

B.

overwegende dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden en dat zij niet aangehouden of vervolgd kunnen worden op grond van de mening of stem die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht (3),

C.

overwegende dat het verbod van justitiële vervolging ook het verbod van civielrechtelijke vervolging van een lid van het Europees Parlement omvat,

D.

overwegende dat de leden van het Europees Parlement tot taak hebben aan het politieke debat deel te nemen en dat zij derhalve geacht moeten worden hun parlementaire ambt uit te oefenen als zij artikelen over controversiële onderwerpen publiceren,

1.

besluit in dit verband met de bedoelde procedure de immuniteiten en voorrechten van het voormalig parlementslid Umberto Bossi te verdedigen;

2.

stelt voor met inachtneming van artikel 9 van genoemd protocol en van de geldende procedures van de betrokken lidstaat te verklaren dat de bedoelde procedure niet mag worden voortgezet; verzoekt de rechtbank de dienovereenkomstige conclusies te trekken;

3.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van de commissie onverwijld te doen toekomen aan de rechtbank van Brescia.


(1)  Arrest van 12 mei 1964, Wagner/Fohrmann en Krier, zaak 101/63, jurisprudentie 1964, blz. 407; arrest van 10 juli 1986 (Wybot/Faure), zaak 149/85, jurisprudentie 1986, blz. 2391.

(2)  Besluit van het Europees Parlement over het onderzoek van de geloofsbrieven naar aanleiding van de vijfde rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement van 10 t/m 13 juni 1999 (PB C 296 van 18.10.2000, blz. 93).

(3)  Artikel 9 Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen.

P5_TA(2004)0354

Verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn parlementaire immuniteit (2003/2172(IMM))

Het Europees Parlement,

gezien het verzoek van Umberto Bossi om verdediging van zijn immuniteit in verband met een proces voor de rechtbank van Brescia, dat op 1 september 2003 aan de plenaire vergadering bekend is gemaakt,

gelet op artikel 9 van het Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van 8 april 1965, en op artikel 4, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

gelet op de artikelen 6 en 6 bis van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0282/2004),

A.

overwegende dat de heer Umberto Bossi bij de vijfde rechtstreekse verkiezingen van 13 juni 1999 tot lid van het Europees Parlement is verkozen, dat het Europees Parlement op 15 december 1999 (2) zijn geloofsbrieven heeft onderzocht, en dat zijn mandaat op 10 juni 2001 eindigde,

B.

overwegende dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden en dat zij niet aangehouden of vervolgd kunnen worden op grond van de mening of stem die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht (3),

C.

overwegende dat het verbod van justitiële vervolging ook het verbod van civielrechtelijke vervolging van een lid van het Europees Parlement omvat,

D.

overwegende dat de leden van het Europees Parlement tot taak hebben aan het politieke debat in hun kiesdistrict deel te nemen en dat zij derhalve geacht moeten worden hun parlementaire ambt uit te oefenen als zij artikelen over controversiële onderwerpen publiceren,

1.

besluit dat het niet dienstig is om in verband met de bedoelde procedure enige maatregel te treffen om bij de Italiaanse autoriteiten kwesties ter sprake te brengen met betrekking tot de politieke activiteit van het voormalig parlementslid Umberto Bossi;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van de commissie onverwijld te doen toekomen aan het voormalig parlementslid Umberto Bossi.


(1)  Arrest van 12 mei 1964, Wagner/Fohrmann en Krier, zaak 101/63, jurisprudentie 1964, blz. 407; arrest van 10 juli 1986 (Wybot/Faure), zaak 149/85, jurisprudentie 1986, blz. 2391.

(2)  Besluit van het Europees Parlement over het onderzoek van de geloofsbrieven naar aanleiding van de vijfde rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement van 10 t/m 13 juni 1999 (PB C 296 van 18.10.2000, blz. 93).

(3)  Artikel 9 Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen.

P5_TA(2004)0355

Ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap *** III

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (PE-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004 — 2002/0025(COD))

(Medebeslissingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst (PE-CONS 3641/2004 — C5-0156/2004),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 25) (2),

gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt (3) inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (4),

gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM(2003) 719 — C5-0589/2003) (5),

gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 83 van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A5-0242/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

3.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 89.

(2)  PB C 291 E van 26.11.2002, blz. 1.

(3)  Aangenomen teksten van 23.10.2003, P5_TA(2003)0453.

(4)  PB C 270 E van 11.11.2003, blz. 1.

(5)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0356

Veiligheid op de communautaire spoorwegen *** III

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering („Spoorwegveiligheidsrichtlijn”) (PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004 — 2002/0022(COD))

(Medebeslissingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst (PE-CONS 3638/2004 — C5-0153/2004),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 21) (2),

gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt (3) inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (4),

gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM(2003) 719 — C5-0586/2003) (5),

gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 83 van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A5-0245/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

3.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 92.

(2)  PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 332.

(3)  Aangenomen teksten van 23.10.2003, P5_TA(2003)0454.

(4)  PB C 270 E van 11.11.2003, blz. 25.

(5)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0357

Interoperabiliteit van het trans-Europese spoorwegsysteem *** III

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004 — 2002/0023(COD))

(Medebeslissingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst (PE-CONS 3639/2004 — C5-0154/2004),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 22) (2),

gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt (3) inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (4),

gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM(2003) 719-C5-0587/2003) (5),

gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 83 van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A5-0243/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

3.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 119.

(2)  PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 312.

(3)  Aangenomen teksten van 23.10.2003, P5_TA(2003)0455.

(4)  PB C 270 E van 11.11.2003, blz. 7.

(5)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0358

Europees Spoorwegbureau *** III

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau („Spoorwegbureauverordening”) (PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004 — 2002/0024(COD))

(Medebeslissingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst en de daarop betrekking hebbende verklaring van de Commissie (PE-CONS 3640/2004 — C5-0155/2004),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 23) (2),

gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt (3) inzake het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (4),

gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het gemeenschappelijk standpunt (COM(2003) 719-C5-0588/2003) (5),

gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 83 van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A5-0244/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst en wijst op de daarop betrekking hebbende verklaring van de Commissie;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

3.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 135.

(2)  PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 323.

(3)  Aangenomen teksten van 23.10.2003, P5_TA(2003)0456.

(4)  PB C 270 E van 11.11.2003, blz. 48.

(5)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0359

Gewijzigde begroting nr. 6/2004

Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (8539/2004 — C5-0167/2004 — 2004/2026(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag en artikel 177 van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1), met name de artikelen 37 en 38 hiervan,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, definitief vastgesteld op 18 december 2003 (2),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (3),

gelet op Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (4),

gelet op Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (5),

gezien het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2004 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, door de Commissie ingediend op 17 maart 2004 (SEC(2004) 321),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2004 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, door de Raad vastgesteld op 21 april 2004 (8539/2004 — C5-0167/2004),

gelet op artikel 92 en bijlage IV van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A5-0259/2004),

A.

overwegende dat de gewijzigde begroting bedoeld is ter invoeging van een nieuwe begrotingslijn 06 01 04 30 „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”,

B.

overwegende dat op deze nieuwe begrotingslijn kredieten zullen worden toegewezen van de andere begrotingslijnen betreffende het meerjarenprogramma voor acties op energiegebied „Intelligente energie — Europa”,

C.

overwegende dat het Agentschap naar verwachting zijn activiteiten start in mei 2004,

D.

overwegende dat de subsidies voor het Agentschap voor 2004 worden geraamd op 2 770 000 EUR,

1.

is ingenomen met het feit dat de Commissie zich ertoe verplicht het Parlement op voorhand te informeren over de oprichting van welk uitvoerend agentschap ook;

2.

hecht zijn goedkeuring aan de door de Commissie in haar schrijven van 20 april 2004 goedgekeurde gedragscode voor de oprichting van een uitvoerend agentschap, die aan deze resolutie is gehecht;

3.

hecht zonder wijziging zijn goedkeuring aan het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2004;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, samen met de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsmede aan de overige betrokken instellingen en organen.


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(2)  PB L 53 van 23.2.2004.

(3)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

(4)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(5)  PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29.

BIJLAGE

GEDRAGSCODE VOOR DE OPRICHTING VAN EEN UITVOEREND AGENTSCHAP

1. Overeenkomstig artikel 3, lid 4 van Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (1) en artikel 54, lid 2 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), meldt de Commissie haar intentie een uitvoerend agentschap op te richten in de toelichting bij haar voorstel voor een rechtshandeling betreffende het programma zelf.

2. De Commissie besluit tot oprichting van een uitvoerend agentschap op grond van haar beoordeling van de criteria in artikel 3 van Verordening nr. 58/2003.

3. De begrotingsautoriteit wordt op zijn minst zes weken voor de Commissie het definitieve besluit tot oprichting van het agentschap neemt, geïnformeerd over de resultaten van deze beoordeling en over de kosten. Worden binnen deze termijn door het ene of het andere onderdeel van de begrotingsautoriteit naar behoren gemotiveerde redenen aanvoert tegen de oprichting van het agentschap, dan zal de Commissie haar voorstel herbeschouwen.

4. Wanneer de Commissie overweegt een uitvoerend agentschap op te richten, stelt zij de begrotingsautoriteit overeenkomstig de begrotingsprocedure en met inachtneming van het transparantiebeginsel op de hoogte. Er moet een specifiek financieel memorandum voor het uitvoerend agentschap zijn. Dit moet cijfergegevens bevatten waarmee de Commissie het feit dat zij het wenselijk acht een agentschap op te richten om haar bij de uitvoering van het programma in kwestie bij te staan, motiveert. In het bijzonder wordt hierin het volgende opgegeven:

a.

de middelen op het gebied van kredieten en personeel die voor de werking van het agentschap nodig zijn,

b.

de geplande detacheringen van ambtenaren van de Commissie naar het uitvoerend agentschap;

c.

de administratieve middelen die door de overheveling van taken van Commissiediensten naar het uitvoerend agentschap en de overplaatsing van personeel vrijkomen;

d.

de hieruit voortvloeiende herschikkingen binnen de personeelsformatie van de Commissie, met inbegrip van het aantal vacante posten;

e.

de gevolgen van de oprichting van het agentschap voor rubriek 3 (4) en 5 van de Financiële vooruitzichten;

f.

de voordelen van de delegatie van uitvoeringstaken aan een uitvoerend agentschap tegenover rechtstreeks beheer door de Commissiediensten;

g.

een ontwerp van personeelsformatie per rang en categorie;

h.

het deel van het programma dat intern wordt beheerd en het deel dat aan het uitvoerend agentschap wordt gedelegeerd.

5. De totale administratieve kosten van het programma, met inbegrip van de interne en beheersuitgaven van het uitvoerend agentschap (hoofdstuk 01), moeten per geval worden onderzocht en in verhouding staan tot de taken waarin het programma in kwestie voorziet.

6. De Commissie stelt in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure het jaarlijkse bedrag voor waarmee de operationele begroting van het uitvoerend agentschap wordt gesubsidieerd. Deze subsidie wordt opgenomen in de algemene begroting van de Europese Unie. De desbetreffende begrotingslijn kan een toelichting omvatten, zoals een verwijzing naar het basisbesluit en een passende uitleg over de aard en de bestemming van de kredieten, overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3). Overeenkomstig artikel 12, lid 1 van Verordening nr. 58/2003 wordt de personeelsformatie van het uitvoerend agentschap voor het betrokken begrotingsjaar goedgekeurd door de begrotingsautoriteit en als bijlage van afdeling III — Commissie — van de algemene begroting van de Europese Unie gepubliceerd.

7. De Commissie publiceert regelmatig haar vooruitzichten betreffende nieuwe uitvoerende agentschappen (jaarlijkse beleidsstrategie, voorontwerp van raming van de begroting).

8. De Commissie dient de begrotingsautoriteit het ontwerp van operationele begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het uitvoerend agentschap te doen toekomen, alsmede na drie jaar een beoordelingsverslag.


(1)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

P5_TA(2004)0360

Democratie, rechtsstaat, eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijzing van Verordening (EG) nr. 975/1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (COM(2003) 639 — C5-0507/2003 — 2003/0250(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 639) (1),

gelet op de artikelen 251, lid 2, 179, lid 1 en181 bis, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0507/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie ontwikkelingssamenwerking en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0279/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

overwegende dat het financieel memorandum van het voorstel van de Commissie verenigbaar is met het maximum van rubriek 4 van de financiële vooruitzichten zonder dat dit leidt tot restricties voor andere beleidsterreinen;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet gepubliceerd in het PB.

P5_TC1-COD(2003)0250

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2004 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 179, lid 1, en 181 A, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het communautaire optreden ter bevordering van de mensenrechten en de democratische beginselen, als bedoeld in de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 8 mei 2001 over de rol van de Europese Unie bij de bevordering van de mensenrechten en de democratisering in derde landen (3) strekt zich uit tot na 2004. Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad van 29 april 1999 (4) is een adequaat juridisch instrument gebleken voor de implementatie van de technische en financiële steun voor mensenrechten- en democratiseringsactiviteiten in ontwikkelingslanden en andere derde landen met het oog op de verwezenlijking van de algemene doelstellingen op dit gebied. De geldigheidsduur van deze verordening verstrijkt echter op 31 december 2004. De geldigheidsduur dient derhalve te worden verlengd.

(2)

Rekening houdende met de verhouding tussen de financiële referentiebedragen opgenomen in Verordening (EG) nr. 975/1999 en de indicatieve mensenrechten- en democratiseringstoewijzingen tot 2006, dient een uitgebreid financieel kader in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (5) te worden opgenomen in de verordeningen waarbij de duur van het programma wordt verlengd.

(3)

De bepalingen van Verordening (EG) nr. 975/1999 inzake de procedures voor de implementatie van hulp dient te worden aangepast aan de wettelijke vereisten van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6) voor wat de implementatie van EUverkiezingswaarnemingsmissies betreft.

(4)

De bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en de bestrijding van fraude en andere onregelmatigheden vormen een integrerend onderdeel van Verordening (EG) nr. 975/1999. Overeenkomsten en contracten gesloten overeenkomstig het bepaalde in de verordening dienen de Commissie te machtigen de maatregelen uit te voeren waarin is voorzien in Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (7).

(5)

De voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 975/1999 vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden  (8).

(6)

Verordening (EG) nr. 975/1999 dient bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 975/1999 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 2, lid 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

h)

steun voor acties ter bevordering van de oprichting van groepen van democratische landen binnen VN-organen, gespecialiseerde agentschappen en regionale organisaties.

2)

Aan het einde van artikel 4, lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd:

In geval van waarnemingsmissies van de EU bij verkiezingen en van „amicus curiae”-procedures komen ook natuurlijke personen voor financiering op grond van deze verordening in aanmerking.”

3)

De eerste zin van artikel 5 wordt vervangen door:

„De hulp van de Europese Gemeenschap staat open voor de in artikel 4, lid 1, eerste zin, bedoelde partners die hun hoofdzetel in een voor steun van de Gemeenschap uit hoofde van deze verordening in aanmerking komend derde land of in een lidstaat van de Gemeenschap hebben.”

4)

Artikel 7, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   De communautaire financiering krachtens deze verordening vindt plaats in de vorm van subsidies of contracten. Binnen het kader van de maatregelen op grond van artikel 2 worden leden van EUverkiezingswaarnemingsmissies die worden betaald uit de toewijzingen voor mensenrechten en democratisering, aangeworven volgens de door de Commissie vastgestelde procedures.”

5)

De eerste alinea van artikel 10 wordt vervangen door:

„Het financieel kader voor de uitvoering van deze verordening tijdens de periode van 2005 tot en met 2006 beloopt 134 miljoen euro.”

6)

De artikelen 11 en 12 worden vervangen door:

„Artikel 11

1.   De Commissie stelt het kader vast voor de programmering en identificatie van communautaire activiteiten.

Dit kader kan met name bestaan uit:

a)

meerjaarlijkse indicatieve programma's en jaarlijkse updates van die programma's,

b)

jaarlijkse werkprogramma's.

In bijzondere situaties kunnen specifieke, niet onder een jaarlijks werkprogramma vallende maatregelen worden vastgesteld.

2.     De Commissie stelt een jaarlijks verslag op waarin de programmering voor het komende jaar per regio en per sector wordt aangegeven en brengt vervolgens aan het Europees Parlement verslag uit over de uitvoering ervan.

De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer en — in overeenstemming met deze verordening en als flexibiliteit geboden is — de aanpassing van de jaarlijkse werkprogramma's die in het algemene kader van het meerjaarlijkse programma worden vastgesteld. De genomen besluiten weerspiegelen de prioriteiten en voornaamste zorgen van de Europese Unie met betrekking tot de consolidatie van de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en houden rekening met het unieke karakter van de programma's. De Commissie houdt het Europees Parlement volledig op de hoogte van de werkzaamheden.

3.   De Commissie implementeert de onder deze verordening vallende communautaire maatregelen overeenkomstig de geldende begrotings- en andere procedures, met name die welke zijn vastgelegd in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (9) .

Artikel 12

1.   De in artikel 11, lid 1, bedoelde instrumenten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure.

Indien wijzigingen van de in artikel 11, lid 1, onder b), bedoelde jaarlijkse werkprogramma's geen overschrijding met meer dan 20 % van het daarvoor uitgetrokken bedrag meebrengen of het karakter van de daarin vervatte projecten of programma's niet substantieel wijzigen, worden die wijzigingen vastgesteld door de Commissie. De Commissie stelt het in artikel 13, lid 1, bedoelde comité op de hoogte.

2.   Onverminderd artikel 14, worden financieringsbesluiten over projecten en programma's die niet onder de jaarlijkse werkprogramma's vallen en waarvan de kosten meer dan 1 miljoen euro bedragen, vastgesteld overeenkomstig de in artikel 13, lid 2, bedoelde procedure.

7)

Artikel 13, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG (10) van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op 30 werkdagen.

8)

In Artikel 15 wordt de tweede zin geschrapt.

9)

Artikel 17 wordt vervangen door:

„Artikel 17

In alle overeenkomsten of contracten die uit hoofde van deze verordening worden gesloten, wordt uitdrukkelijk vermeld dat de Commissie en de Rekenkamer alle contractanten en subcontractanten die middelen van de Gemeenschappen hebben ontvangen, op stukken en ter plaatse mogen controleren. Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (11) is van toepassing.

10)

In de tweede alinea van artikel 20 wordt „31 december 2004” vervangen door „31 december 2006”.

Artikel 2

Deze Verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te, ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C ...

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2004.

(3)  COM(2001)252 def.

(4)  PB L 120 van 8.5.1999, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(5)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

(6)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(7)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

(8)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(9)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.”

(10)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.”

(11)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.”

P5_TA(2004)0361

„Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 (COM(2003) 700 — C5-0548/2003 — 2003/0274(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 700) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 151, lid 5 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0548/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport (A5-0148/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0274

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit nr. 1419/1999/EG tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 151,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Besluit nr. 1419/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 tot vaststelling van een communautaire actie voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het tijdvak 2005 tot 2019 (4) heeft tot doel de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen voor het voetlicht te brengen en ertoe bij te dragen dat de burgers van de Unie elkaar beter leren kennen.

(2)

Bijlage I bij Besluit nr. 1419/1999/EG geeft de chronologische volgorde aan waarin de lidstaten hun kandidatuur voor dit evenement kunnen indienen. Deze bijlage beperkt zich tot de landen die ten tijde van de goedkeuring van het besluit, op 25 mei 1999, lid waren van de Europese Unie.

(3)

Artikel 6 van Besluit nr. 1419/1999/EG bepaalt dat dit besluit kan worden herzien, met name met het oog op de uitbreiding van de Europese Unie.

(4)

Met het oog op de naderende uitbreiding moeten de toekomstige lidstaten binnen een redelijke termijn in de gelegenheid worden gesteld ook kandidaten voor het evenement „Culturele Hoofdstad van Europa” voor te dragen, zonder dat de volgorde voor de huidige lidstaten verandert, zodanig dat vanaf 2009 tot aan het einde van de huidige communautaire actie elk jaar twee hoofdsteden in de lidstaten kunnen worden aangewezen.

(5)

Besluit nr. 1419/1999/EG dient derhalve te worden gewijzigd.

BESLUITEN:

Artikel 1

Besluit nr. 1419/1999/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Een nieuwe overweging 12 bis wordt ingevoegd:

(12 bis) Overwegende dat er rekening dient te worden gehouden met de financiële gevolgen van dit besluit om aldus te waarborgen dat er adequate en passende communautaire middelen voor de aanwijzing van twee „Culturele Hoofdsteden van Europa” beschikbaar zijn;

(2)

In artikel 2 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Steden in de lidstaten worden bij toerbeurt als Culturele Hoofdstad van Europa aangewezen volgens de volgorde van de lijst in bijlage I. Tot en met 2008 wordt een stad aangewezen in de lidstaat die volgens de lijst aan de beurt is. Vanaf 2009 wordt een stad aangewezen in elk van de lidstaten die volgens de lijst aan de beurt zijn. In onderlinge overeenstemming kunnen de betrokken lidstaten deze chronologische volgorde wijzigen. Elke lidstaat die aan de beurt is, dient uiterlijk vier jaar voor de aanvang van het evenement een lijst in met een voordracht voor tenminste twee steden, of één als de lidstaat niet meer steden kan voordragen, bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Comité van de regio's. Eventueel gaat deze voordracht vergezeld van een aanbeveling van de betrokken lidstaat.”

(3)

In artikel 2 wordt lid 2 vervangen door:

2.     Vanaf 2010 roept de Commissie jaarlijks een jury samen, die met inachtneming van de termijnen, de doelstellingen, en de bijzonderheden van deze actie een rapport uitbrengt over de ingediende voordrachten. Deze jury wordt samengesteld uit zeven vooraanstaande, onafhankelijke en deskundige persoonlijkheden uit de culturele sector, waarvan er twee worden aangewezen door het Europees Parlement, twee door de Raad, twee door de Commissie en één door het Comité van de regio's. Bij elke voordracht onderzoekt de jury de kwaliteit van de voordracht, de Europese dimensie van het programma en de levensvatbaarheid van de structuren voor de uitvoering van het voorgestelde plan. De jury legt haar rapport voor aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad.

(4)

In artikel 2 wordt lid 3 vervangen door:

3.     De Raad wijst op aanbeveling van de Commissie de stad in kwestie officieel aan als „Culturele Hoofdstad van Europa” voor het in de voordracht genoemde jaar. Vanaf 2009 kan het Europees Parlement binnen drie maanden na ontvangst van het rapport bij de Commissie advies over de voordrachten uitbrengen. De Raad wijst op aanbeveling van de Commissie, opgesteld in het licht van het advies van het Europees Parlement en het juryrapport, de steden in kwestie officieel aan als „Culturele Hoofdsteden van Europa” voor het in de voordracht genoemde jaar.

(5)

Artikel 6 wordt vervangen door:

Artikel 6

De Commissie stelt jaarlijks een evaluatieverslag op over de resultaten van het evenement van het voorgaande jaar, vergezeld van een analyse door de organisatoren van het evenement in kwestie. Dit verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement, de Raad en het Comité van de regio's. Met het oog op de herziening van dit besluit dient de Commissie te gelegener tijd de volgens haar voor een goed verloop van deze actie benodigde voorstellen in, met name in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie.

(6)

Bijlage I wordt vervangen door de Bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf de inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag van 2003.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(2)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2004.

(4)  PB L 166 van 1.7.1999, p.1.

BIJLAGE

VOLGORDE OM „CULTURELE HOOFDSTEDEN VAN EUROPA” TE MOGEN VOORDRAGEN

2005

Ierland

 

2006

Griekenland (1)

 

2007

Luxemburg

 

2008

Verenigd Koninkrijk

 

2009

Oostenrijk

Litouwen

2010

Duitsland

Hongarije

2011

Finland

Estland

2012

Portugal

Slovenië

2013

Frankrijk

Slowakije

2014

Zweden

Letland

2015

België

Tsjechië

2016

Spanje

Polen

2017

Denemarken

Cyprus

2018

Nederland (1)

Malta

2019

Italië

 


(1)  De Raad Cultuur/Audiovisuele sector heeft op zijn bijeenkomst van 28 mei 1998 kennisgenomen van de uitwisseling van posities tussen Griekenland en Nederland, conform artikel 2, lid 1, van Besluit nr. 1419/1999/EG.

P5_TA(2004)0362

Enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (COM(2003) 796 — C5-0648/2003 — 2003/0307(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 796) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en de artikelen 149 en 150 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0648/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0247/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0307

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Beschikking nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een enkel kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 149 en 150,

Gezien het voorstel van de Commissie, (1)

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité, (2)

Gezien het advies van het Comité van de Regio's, (3)

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag, (4)

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een verbeterde transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties zal de mobiliteit met het oog op levenslang leren binnen Europa vergemakkelijken en zo bijdragen tot het ontwikkelen van kwaliteitsonderwijs en -opleidingen; ook zal daardoor de mobiliteit voor beroepsdoeleinden, zowel tussen landen als sectoren, worden vergemakkelijkt.

(2)

In het actieplan voor de mobiliteit dat op 7 en 8 december 2000 door de Europese Raad van Nice is goedgekeurd en Aanbeveling 2001/613/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juli 2001 inzake de mobiliteit binnen de Gemeenschap van studenten, personen in opleiding, vrijwilligers, leerkrachten en opleiders (5), is gepleit voor een algemener gebruik van documenten om op het gebied van kwalificaties en competenties één transparante Europese ruimte te creëren. Het actieplan van de Commissie voor vaardigheden en mobiliteit (COM(2002) 72 def.) bevatte een oproep tot toepassing en ontwikkeling van middelen ter ondersteuning van de transparantie en overdraagbaarheid van kwalificaties om de mobiliteit binnen en tussen sectoren te vergemakkelijken. Ook de Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002 heeft gepleit voor verdere maatregelen ter invoering van middelen om de transparantie van diploma's en kwalificaties te verbeteren. De resolutie van de Raad van 3 juni 2002 inzake vaardigheden en mobiliteit (6) en de Resolutie van de Raad van 27 juni 2002 inzake levenslang leren (7) roepen op tot versterkte samenwerking, onder meer om te komen tot een kader voor transparantie en erkenning gebaseerd op de bestaande instrumenten.

(3)

De resolutie van de Raad van 19 december 2002 over de bevordering van intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding (8) riep op tot maatregelen ter bevordering van transparantie in het beroepsonderwijs en de beroepsopleidingen door de toepassing en rationalisering van informatiehulpmiddelen en -netwerken, waaronder het onderbrengen van bestaande instrumenten in één enkel kader. Dit kader moet bestaan uit een portfolio van documenten met een gemeenschappelijke merknaam en een gemeenschappelijk logo, die door degelijke informatiesystemen worden ondersteund en op Europees en nationaal niveau met een aanhoudende publiciteitsactie worden gepromoot.

(4)

In de loop van de laatste jaren is zowel op communautair als op internationaal niveau een hele reeks instrumenten ontwikkeld om de Europese burger te helpen om bij het zoeken naar een baan of opleidingsregeling zijn kwalificaties en competenties beter kenbaar te maken. Het betreft hier met name het gemeenschappelijke Europese model voor een curriculum vitae, voorgesteld bij Aanbeveling 2002/236/EG van de Commissie van 11 maart 2002 (9), het Diplomasupplement, aanbevolen in het Verdrag inzake de erkenning van getuigschriften betreffende hoger onderwijs in de Europese regio, aangenomen te Lissabon op 11 april 1997, de Europass-beroepsopleidingen, een document dat is ingesteld bij Beschikking 1999/51/EG van de Raad van 21 december 1998 inzake de bevordering van Europese trajecten in alternerende beroepsopleidingen (10), het Certificaatsupplement en het Europees Taalportfolio, ontwikkeld door de Raad van Europa. In dit eenvormige kader dienen deze documenten te worden opgenomen.

(5)

Het eenvormige kader dient open te staan voor toekomstige opneming van andere documenten die met de doelstelling ervan verenigbaar zijn. Met name moet het eenvormige kader zo spoedig mogelijk worden verruimd voor de opneming van een document dat tot doel heeft de bevoegdheden van de houder ervan op het gebied van de informatietechnologie te registreren.

(6)

Het verstrekken van kwaliteitsinformatie en -begeleiding is een belangrijke factor om tot een grotere transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties te komen. De bestaande diensten en netwerken spelen reeds een waardevolle rol die door nauwere samenwerking kan worden geïntensiveerd, om aldus de toegevoegde waarde van de communautaire maatregelen te versterken.

(7)

Daarom dient te worden gezorgd voor samenhang en complementariteit tussen de maatregelen die in het kader van deze beschikking worden genomen en andere relevante beleidsmaatregelen, instrumenten en acties. Hiertoe behoren op communautair niveau: het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP), opgericht bij Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad (11), de Europese Stichting voor Opleiding, opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1360/90 van de Raad (12), en de EURES-diensten, opgericht bij Beschikking 2003/8/EG van de Commissie (13). Voorts is er, op internationaal niveau, het Europees netwerk van nationale informatiecentra voor de erkenning van diploma's (ENIC), opgericht door de Raad van Europa en de UNESCO.

(8)

De Europass-beroepsopleidingen, ingesteld bij Beschikking 1999/51/EG, moet daarom worden vervangen door een vergelijkbaar document met een ruimer toepassingsgebied, bedoeld om alle perioden van transnationale mobiliteit voor leerdoeleinden in heel Europa te registreren, ongeacht het niveau en het doel, mits deze aan passende kwaliteitscriteria voldoen.

(9)

De Europass-regeling moet worden uitgevoerd door nationale organen overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder c), en artikel 54, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (14).

(10)

Deelname moet openstaan voor de toetredende landen, niet-lidstaten die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte en de landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie, overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in de regelingen inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en deze landen. Onderdanen van derde landen die in de Europese Unie wonen, dienen ook van deze regeling gebruik te kunnen maken.

(11)

De sociale partners spelen een belangrijke rol met betrekking tot deze beschikking en moeten bij de uitvoering ervan worden betrokken. Het Raadgevend Comité voor de beroepsopleiding waarin de sociale partners en de nationale autoriteiten van de lidstaten zijn vertegenwoordigd, moet regelmatig over de tenuitvoerlegging van deze beschikking worden geïnformeerd. De sociale partners op EUniveau zullen op het gebied van sectoriële transparantie-initiatieven, die mettertijd kunnen worden opgenomen in het Europass-kader, een bijzondere rol spelen.

(12)

Daar de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en het brede toepassingsgebied ervan beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze beschikking niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(13)

Beschikking 1999/51/EG dient te worden ingetrokken,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze beschikking stelt een communautair kader in om te komen tot transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties door middel van de totstandbrenging van een persoonlijk, gecoördineerd portfolio van documenten, dat wordt aangeduid als „de Europass”, waarvan eenieder vrijwillig gebruik kan maken om zijn kwalificaties en competenties in heel Europa beter kenbaar te maken en te presenteren.

Het gebruik van de Europass of een document dat daarvan deel uitmaakt, legt geen andere verplichtingen op en verleent geen andere rechten dan die welke in deze beschikking zijn vastgesteld.

Artikel 2

Europass-documenten

De Europass-documenten zijn de volgende:

a)

het in artikel 3 bedoelde Europees Curriculum Vitae (hierna „Europees CV” genoemd);

b)

de in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde documenten;

c)

andere door de Commissie, na overleg met de in artikel 9 bedoelde nationale Europass-bureaus, als Europass-documenten goedgekeurde documenten.

De Europass-documenten zijn voorzien van het Europass-logo.

Artikel 3

Europees Curriculum Vitae

Het Europees CV stelt eenieder in de gelegenheid op een duidelijke en volledige wijze informatie te presenteren over al zijn kwalificaties en competenties.

Het model van het Europees CV is opgenomen in bijlage I.

Artikel 4

Mobilipass

In de MobiliPass worden de door de houder in het buitenland doorgebrachte leerperioden geregistreerd.

Het model van de MobiliPass is opgenomen in bijlage II.

Artikel 5

Diplomasupplement

Het Diplomasupplement geeft informatie over het door de houder in zijn eigen land gevolgde hoger onderwijs.

Het model van het Diplomasupplement is opgenomen in bijlage III.

Artikel 6

Europees Taalportfolio

In het Europees Taalportfolio wordt de talenkennis van de houder geregistreerd.

Het model van het Europees Taalportfolio is opgenomen in bijlage IV.

Artikel 7

Certificaatsupplement

Het Certificaatsupplement beschrijft de competenties en kwalificaties die overeenstemmen met een beroepsopleidingscertificaat.

Het model van het Certificaatsupplement is opgenomen in bijlage V.

Artikel 8

Europass op internet

Ter uitvoering van deze beschikking werken de Commissie en de desbetreffende nationale instanties samen om een Europass-informatiesysteem op internet op te zetten en te beheren, dat op Europees niveau beheerde elementen en op nationaal niveau beheerde elementen omvat.

Het informatiesysteem ter ondersteuning van het Europass-kader is nader omschreven in bijlage VI.

Artikel 9

Nationaal Europass-bureau

1.   Elke lidstaat wijst een nationaal Europass-bureau aan dat op nationaal niveau verantwoordelijk is voor de coördinatie van alle in deze beschikking bedoelde activiteiten en dat, indien nodig, in de plaats treedt van bestaande organen die vergelijkbare activiteiten verrichten, vervangt of verder uitbreidt.

Hierbij wordt een Europees netwerk van nationale Europass-bureaus ingesteld. De Commissie draagt zorg voor de coördinatie ervan.

2.   De nationale Europass-bureaus moeten:

a)

in samenwerking met de desbetreffende nationale instanties de werkzaamheden betreffende het beschikbaar maken of uitreiken van de Europass-documenten coördineren of, waar passend, deze werkzaamheden zelf verrichten;

b)

het nationale informatiesysteem overeenkomstig artikel 8 opzetten en beheren;

c)

het gebruik van de Europass, ook via diensten op internet, bevorderen;

d)

in samenwerking met de desbetreffende instanties ervoor zorg dragen dat degelijke informatie en begeleiding inzake de Europass en zijn documenten voor eenieder beschikbaar is;

e)

de burgers voorzien van informatie en begeleiding over opleidingsmogelijkheden in heel Europa, over de structuur van onderwijs- en opleidingssystemen en over andere aangelegenheden die verband houden met mobiliteit voor leerdoeleinden, zulks in nauwe samenwerking met de desbetreffende diensten van de Gemeenschap en de burgers een richtsnoer voor de mobiliteit ter beschikking stellen;

f)

de communautaire financiële steun voor alle met deze beschikking samenhangende activiteiten op nationaal niveau beheren;

g)

deelnemen aan het Europees netwerk dat door de Commissie wordt gecoördineerd.

3.   Het nationale Europass-bureau fungeert als uitvoerend orgaan op nationaal niveau overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder c), en artikel 54, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

Artikel 10

Taken van de Commissie en van de lidstaten

De Commissie en de lidstaten:

a)

zorgen ervoor dat degelijke promotie- en informatie-activiteiten , die gericht zijn op burgers, verstrekkers van onderwijs en opleiding en de sociale partners, met inbegrip van het MKB, op Europees en nationaal niveau worden uitgevoerd, waarbij indien nodig de activiteiten van de nationale Europassbureaus worden gesteund en geïntegreerd;

b)

zorgen ervoor dat op het gepaste niveau wordt samengewerkt met de desbetreffende diensten, meer bepaald de EURES-diensten en andere relevante diensten van de Gemeenschap;

c)

doen het nodige om gelijke kansen voor mannen en vrouwen mogelijk te maken en in het bijzonder bij alle betrokkenen aandacht hiervoor te wekken;

d)

zorgen ervoor dat de sociale partners bij de uitvoering van deze beschikking worden betrokken;

e)

verzekeren dat in het kader van de uitvoering van deze beschikking alle relevante communautaire en nationale bepalingen inzake de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten volle in acht worden genomen.

Artikel 11

Taken van de Commissie

1.   De Commissie draagt, in samenwerking met de lidstaten, zorg voor de algehele samenhang tussen de ter uitvoering van deze beschikking genomen maatregelen en ander relevant beleid en andere relevante instrumenten en activiteiten van de Gemeenschap, met name op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding, jeugd, werkgelegenheid, sociale integratie, onderzoek en technologische ontwikkeling.

2.   De Commissie verzekert zich bij de uitvoering van deze beschikking van de deskundigheid van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP), onder de voorwaarden die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 337/75.

Onder dezelfde voorwaarden en op de relevante gebieden, vindt, onder auspiciën van de Commissie, coördinatie met de Europese Stichting voor Opleiding plaats, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1360/90.

3.   De Commissie brengt bij het Raadgevend Comité voor de beroepsopleiding regelmatig verslag uit over de uitvoering van deze beschikking.

Artikel 12

Deelnemende landen

Deelname aan de in deze beschikking bedoelde activiteiten staat open voor de toetredende landen en niet-lidstaten die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, zulks overeenkomstig de voorwaarden van de EER-overeenkomst

Deelname staat voorts open voor de landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie overeenkomstig hun respectieve Europa-Akkoord.

Artikel 13

Evaluatie

Drie jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking en daarna om de vier jaar , dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag over de uitvoering van deze beschikking in, gebaseerd op een evaluatie die door een onafhankelijk orgaan is uitgevoerd en in overleg met de sociale partners .

Artikel 14

Financiële bepalingen

De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

De uit deze beschikking voortvloeiende uitgaven zijn omschreven in bijlage VIII.

Artikel 15

Intrekking

Beschikking 1999/51/EG wordt ingetrokken.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 17

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., op ...

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C ... van ..., blz. ...

(2)  PB C ... van ..., blz. ...

(3)  PB C ... van ..., blz. ...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2004.

(5)  PB L 215 van 9.8.2001, blz. 30.

(6)  PB C 162 van 6.7.2002, blz. 1.

(7)  PB C 163 van 9.7.2002, blz. 1.

(8)  PB C 13 van 18.1.2003, blz. 2.

(9)  PB L 79 van 22.3.2002, blz. 66.

(10)  PB L 17 van 22.1.1999, blz. 45.

(11)  PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1655/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 41).

(12)  PB L 131 van 23.5.1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1648/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 22).

(13)  PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16.

(14)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

BIJLAGE I

HET EUROPEES CURRICULUM VITAE (CV)

1.   Beschrijving

1.1.

Het Europees Curriculum Vitae (CV) bouwt voort op het Europees model voor curricula vitae, dat is vastgelegd in aanbeveling van de Commissie 2002/236/EG van 11 maart 2002 (C(2002) 516).

Het Europees Curriculum Vitae biedt iedere Europese burger een model voor een systematische, chronologische en flexibele presentatie van zijn of haar kwalificaties en competenties. De rubrieken zijn van specifieke aanwijzingen voorzien en er wordt tevens een reeks richtsnoeren en voorbeelden gegeven om het invullen van het Europees Curriculum Vitae eenvoudiger te maken.

1.2.

Het Europees Curriculum Vitae bevat rubrieken ter presentatie van:

persoonsgegevens en gegevens over talenkennis, werkervaring en behaald opleidingsniveau;

aanvullende competenties van de betrokkene, waarbij de nadruk ligt op technische, organisatorische, artistieke en sociale vaardigheden;

aanvullende informatie die in de vorm van een of meer bijlagen aan het CV kan worden toegevoegd.

1.3.

Het Europees Curriculum Vitae is een persoonlijk document met schriftelijke verklaringen van de betrokkene zelf.

1.4.

Het model is vrij gedetailleerd. Het is evenwel aan iedere Europese burger om de rubrieken te kiezen die hij of zij wil invullen. Mensen die het elektronische formulier invullen — gedownload of on line — moet het vrij staan de rubrieken die zij niet wensen in te vullen, te schrappen. Iemand die bijvoorbeeld zijn of haar geslacht niet wenst te vermelden of die geen enkele technische vaardigheid te vermelden heeft, zou deze rubrieken moeten kunnen schrappen, zodat zij op het scherm of in de geprinte versie niet als blanco rubrieken verschijnen.

1.5.

Het Europees Curriculum Vitae is de ruggengraat van het kader: een Europass-portfolio zal het door de betrokkene zelf ingevulde Europees Curriculum Vitae bevatten en al naar gelang de specifieke leer- en werkervaring één of een aantal Europass-documenten. Het elektronische formulier van het Europees Curriculum Vitae moet het mogelijk maken om een link te leggen tussen de rubrieken en de desbetreffende Europass-documenten, bijvoorbeeld een link van de rubriek Onderwijs en opleiding naar een Diplomasupplement of een Certificaatsupplement.

1.6.

Overeenkomstig artikel 10, onder e) van de beschikking, waaraan deze bijlage is gehecht, dienen de bevoegde autoriteiten voor het werk met het Europees Curriculum Vitae en vooral voor het elektronische formulier daarvan passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de relevante voorschriften van de Gemeenschap en de lidstaten ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer volledig in acht worden genomen.

2.   Gemeenschappelijke structuur voor het Europees Curriculum Vitae

In het onderstaande tekstblok zijn de structuur en de tekst van het Europees Curriculum Vitae weergegeven. Over de opmaak van zowel de papieren als de elektronische versie, alsook over eventuele wijzigingen in de structuur en de tekst zullen door de Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten afspraken worden gemaakt.

Cursief gedrukte tekst dient als hulp bij het invullen van het document.

(Europass-logo)EUROPEES CURRICULUM VITAEPERSOONSGEGEVENSIn te vullen rubrieken naar keuzeNaam achternaam, voornaam (voornamen)Adres Straat, huisnummer, postcode, plaats, landTelefoonFaxE-mailNationaliteitGeboortedatum Dag, maand, jaarGeslachtBEROEPSPROFIELWERKERVARING

Data (van — tot) Begin met de meest recente functie en vermeld elke beklede functie afzonderlijk.

Naam en adres van de werkgever

Type onderneming of sector

Beklede functie

Voornaamste werkzaamheden en verantwoordelijkheden

ONDERWIJS EN OPLEIDING

Data (van — tot) Begin met de meest recente opleiding en vermeld elke voltooide opleiding afzonderlijk.

Naam en type instelling

Belangrijkste vakken/beroepsvaardigheden

Behaald diploma

(Eventueel) Niveau in nationale classificatie

PERSOONLIJKE VAARDIGHEDEN EN COMPETENTIESIn de loop van het (beroeps)leven verworven, ook zonder diploma of getuigschrift.Moedertaal Vermeld moedertaalAndere talen Vermeld taal

Begrijpen

Lezen Vermeld niveau: zie instructies.

Luisteren Vermeld niveau: zie instructies.

Spreken

Converseren Vermeld niveau: zie instructies.

Presenteren Vermeld niveau: zie instructies.

Schrijven vermeld niveau: zie instructies.

Sociale vaardigheden en competentiesLeven en werken met andere mensen, in een multiculturele omgeving, in functies waarbij communiceren belangrijk is en situaties waarin teamwork essentieel is (bijvoorbeeld cultuur en sport), enz. Geef een beschrijving van deze vaardigheden en vermeld waar u deze hebt opgedaan.Organisatorische vaardigheden en competentiesBijvoorbeeld coördinatie en leiding geven aan mensen, projecten, begrotingen; op het werk, in vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld cultuur en sport) en thuis enz. Geef een beschrijving van deze vaardigheden en vermeld waar u deze hebt opgedaan.Computervaardigheden en -competentiesTekstverwerking en andere applicaties, zoeken in gegevensbanken, vertrouwdheid met internet, gevorderde vaardigheden (programmering, enz.). Geef een beschrijving van deze vaardigheden en vermeld waar u deze hebt opgedaan.Technische vaardigheden en competentiesMet specifieke apparatuur, machines, enz. (géén computers). Geef een beschrijving van deze vaardigheden en vermeld waar u deze hebt opgedaan.Artistieke vaardigheden en competentiesMuziek, schrijven, ontwerpen, enz. Geef een beschrijving van deze vaardigheden en vermeld waar u deze hebt opgedaan.Andere vaardigheden en competentiesNiet eerder vermelde vaardigheden. Geef een beschrijving van deze vaardigheden en vermeld waar u deze hebt opgedaan.Rijbewijs (rijbewijzen)Vermeld hier of u een rijbewijs hebt en voor wat voor categorie motorrijtuigen het rijbewijs geldt.Aanvullende informatieVermeld hier andere relevante gegevens, zoals contactpersonen, referenties, enz.BijlagenVoeg lijst van de bijlagen toe.

BIJLAGE II

DE MOBILIPASS

1.   Beschrijving

1.1.

Doel van de „MobiliPass” is om aan de hand van een gemeenschappelijk Europees model een Europees leertraject zoals gedefinieerd onder punt 1.2 te registreren.

Het is een persoonlijk document, waarin de houder een specifiek afgelegd Europees leertraject beschrijft.

De houder zal met behulp van dit document beter duidelijk kunnen maken wat hij/zij met name op het punt van zijn/haar competenties aan het afgelegde Europese leertraject heeft gehad.

1.2.

Een Europees leertraject is een periode die iemand — van wat voor leeftijd, van wat voor opleidingsniveau en met wat voor beroep dan ook — in een ander land voor leerdoeleinden doorbrengt en die:

ofwel deel uitmaakt van een onderwijs- of opleidingsprogramma van de Gemeenschap,

ofwel aan alle volgende kwaliteitscriteria voldoet:

de doorgebrachte periode in een ander land maakt deel uit van een opleidingsinitiatief in het land van herkomst van degene die de opleiding volgt;

de verantwoordelijke organisatie voor het opleidingsinitiatief in het land van herkomst (uitzendende organisatie) heeft tezamen met de gastorganisatie een schriftelijke overeenkomst gesloten en bij het nationale Europass bureau (of een instantie die het beheer over de MobiliPass heeft) in het land van herkomst ingediend, waarin de inhoud, doelstellingen en duur van het Europees leertraject vastgelegd zijn, waarin verzekerd wordt dat de betrokken persoon een passende taalvoorbereiding krijgt en waarin een mentor in het gastland genoemd wordt die verantwoordelijk is voor de assistentie, informatie, begeleiding en monitoring van de betrokkene;

indien nodig werken de uitzendende organisatie en de gastorganisatie samen om de betrokken persoon adequate informatie te verstrekken over gezondheid en veiligheid op de werkplek, arbeidswetgeving, maatregelen inzake gelijke behandeling en andere bepalingen inzake arbeid in het gastland,

elk van de betrokken landen is een lidstaat van de Europese Unie of een EVA/EER-land.

1.3.

De MobiliPass wordt ingevuld door de uitzendende organisatie of door de gastorganisatie die bij het mobiliteitsproject betrokken is . De genoemde organisaties en de betrokkene komen overeen in welke taal de MobiliPass wordt ingevuld.

Mensen aan wie een MobiliPass wordt uitgereikt, kunnen om een vertaling in een tweede taal (de taal van de uitzendende organisatie of de taal van de gastorganisatie) en om een vertaling in een derde taal vragen. In het geval van een derde taal, ligt de verantwoordelijkheid voor de vertaling bij de uitzendende organisatie.

1.4.

De MobiliPass bevat persoonsgegevens (zie § 2 hieronder).

De naam van degene aan wie de MobiliPass wordt uitgereikt, is het enige persoonsgegeven dat verplicht moet worden vermeld. De organisaties die de MobiliPass invullen, kunnen de andere rubrieken voor persoonsgegevens alleen invullen als de betrokkene hiermee instemt.

Het invullen van de rubriek „Kwalificatie” is evenmin verplicht, aangezien niet alle opleidingsinitiatieven tot een formele kwalificatie leiden.

Bij alle regelingen voor het invullen van de MobiliPass in elektronische vorm — ofwel gedownload of on line — moet de mogelijkheid aanwezig zijn om niet ingevulde rubrieken te schrappen, zodat noch op het scherm, noch in de geprinte versie blanco rubrieken verschijnen.

1.5

Het nationale Europass-bureau is er verantwoordelijk voor dat:

de MobiliPassen alleen afgegeven worden voor de registratie van Europese leertraject;

de MobiliPassen in elektronische vorm ingevuld worden;

alle MobiliPassen ook op papier aan de houder verstrekt worden en dat daarvoor gebruik wordt gemaakt van een mapje dat daarvoor speciaal in samenwerking met de Commissie geproduceerd is.

1.6.

Overeenkomstig artikel 10, onder e) van de beschikking, waaraan deze bijlage gehecht is, dienen de bevoegde autoriteiten voor het werk met de MobiliPass en vooral voor het elektronische formulier daarvan passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de relevante voorschriften van de Gemeenschap en de lidstaten ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens en de privacybescherming volledig in acht worden genomen.

2.   Gemeenschappelijke structuur voor de MobiliPass

In het onderstaande tekstblok zijn de structuur en de tekst van de MobiliPass weergegeven. Over de opmaak van zowel de papieren als de elektronische versie alsook over eventuele wijzigingen in de structuur en de tekst zullen door de Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten afspraken worden gemaakt.

Ieder tekstonderdeel heeft een nummer gekregen om het opzoeken in een meertalig glossarium eenvoudiger te maken. Cursief gedrukte tekst dient als hulp bij het invullen van het document. Het invullen van rubrieken met een sterretje (*) is niet verplicht.

(Europass-logo)MOBILIPASS

(1)

Deze MobiliPass is uitgereikt aan

(2)

Voornaam en achternaam van de houder

(3)

Door

(4)

Verantwoordelijke organisatie voor het opleidingsinitiatief in het land van herkomst

(5)

Op datum dd/mm/jjjj

(6)

Handtekening/stempel (handtekening en stempel van de organisatie die het document uitreikt)

(7)

Persoonsgegevens van de houder

(8)

Achternaam

(9)

Voornaam/Overige namen

(10)

Handtekening

(11)

* Adres, Straat, huisnummer, postcode, plaats, land

(12)

* Contactgegevens bijv. e-mail, telefoon

(13)

* Geboortedatum dd/mm/jjjj

(14)

* Nationaliteit

(15)

* Ruimte voor een foto

(16)

Europees leertraject

(17)

Opleidingsinitiatief in het kader waarvan een Europees leertraject is afgelegd

(18)

* Kwalificatie diploma, titel of certificaat waarvoor het opleidingsinitiatief eventueel opleidt

(19)

Duur van het Europees leertraject;

(20)

Van dd/mm/jjjj tot dd/mm/jjjj

(21)

Gegevens van de gastorganisatie

(22)

Naam en functie van de mentor

(23)

Inhoud van het Europees leertraject

(24)

In deze rubriek moeten, indien van toepassing, relevante gegevens over de in het kader van het leertraject gevolgde opleiding of opgedane ervaring worden vermeld en, indien van toepassing, moeten ook de verworven vaardigheden en competenties en toetsingsmethode worden aangegeven.

(25)

In de beschrijving moet vooral duidelijk worden gemaakt hoe het Europees leertraject verbetering heeft gebracht in:

(26)

de technische vaardigheden en competenties van de houder die met name met het vakgebied van het door hem of haar gevolgde opleidingsinitiatief samenhangen;

(27)

de taalvaardigheden van de houder;

(28)

de sociale vaardigheden en competenties van de houder en met name die welke verband houden met interculturele ervaring;

(29)

de organisatorische vaardigheden en competenties van de houder;

(30)

eventuele andere vaardigheden en competenties van de houder.

BIJLAGE III

HET DIPLOMASUPPLEMENT

1.   Beschrijving

1.1.

Het Diplomasupplement (DS) is een document dat aan een diploma van het hoger onderwijs wordt gehecht om het voor derden — en met name voor mensen in een ander land — eenvoudiger te maken om te begrijpen wat het diploma inhoudt en wat voor kennis en competenties de houder verworven heeft.

Met dit doel beschrijft het Diplomasupplement de aard, het niveau, de context, de inhoud en de status van de studie die de houder van het oorspronkelijke diploma, waaraan het diplomasupplement gehecht is, gevolgd en met succes afgesloten heeft. Het is dan ook een persoonlijk document dat naar zijn specifieke houder verwijst.

1.2.

Het Diplomasupplement vervangt het oorspronkelijke document niet en geeft geen enkel recht op formele erkenning van het oorspronkelijke diploma door de autoriteiten voor het hoger onderwijs in andere landen. Aan de andere kant maakt het Diplomasupplement het eenvoudiger om een goed inzicht in het behaalde diploma te verkrijgen, zodat het wel hulp kan bieden als erkenning wordt aangevraagd bij de bevoegde autoriteiten of bij personen die over toelating tot onderwijsinstellingen beslissen.

1.3.

Het Diplomasupplement wordt geproduceerd door de bevoegde nationale autoriteiten aan de hand van een model dat is ontwikkeld, uitgetest en bijgesteld door een gezamenlijke werkgroep van de Europese Commissie, de Raad van Europa en de UNESCO. Het model voor het Diplomasupplement is beschikbaar in alle elf officiële talen van de Europese Unie. Het is een flexibel, nietvoorgeschreven instrument dat voor praktische doeleinden is ontwikkeld en aan de behoeften ter plaatse kan worden aangepast.

1.4.

Het Diplomasupplement bestaat uit acht rubrieken, waarin de identiteit van de houder van het diploma (1) en van het diploma zelf aangegeven wordt (2), informatie over het niveau van het diploma (3), de inhoud en de behaalde resultaten (4), en de functie van het diploma (5) verstrekt wordt, nadere informatie kan worden opgenomen (6), de authenticiteit van het supplement bevestigd wordt (7), en waarin tot slot informatie over het nationale stelsel voor hoger onderwijs (8) gegeven wordt. In alle acht rubrieken moeten gegevens worden vermeld. Daar waar geen gegevens worden vermeld, moet worden toegelicht waarom dit niet gedaan wordt. Instellingen dienen bij het Diplomasupplement dezelfde procedures ter bevestiging van de authenticiteit te hanteren als bij het diploma zelf.

1.5.

Overeenkomstig artikel 11, onder e) van de beschikking, waaraan deze bijlage is gehecht, dienen de bevoegde autoriteiten voor het werk met het Diplomasupplement en vooral voor het elektronische formulier daarvan passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de relevante voorschriften van de Gemeenschap en de lidstaten ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer volledig in acht worden genomen.

2.   Gemeenschappelijke structuur voor de Diplomasupplementen

In het onderstaande tekstblok is het gemeenschappelijke model voor de structuur en de tekst van het Diplomasupplement weergegeven. Over de opmaak van zowel de papieren als de elektronische versie alsook over eventuele wijzigingen in de structuur en de tekst zullen door de Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten afspraken worden gemaakt.

(Europass-logo)DIPLOMASUPPLEMENT

1.

Informatie over de identiteit van de houder van het diploma

1.1

Achternaam

1.2

Voornaam:

1.3

Geboortedatum, geboorteplaats, geboorteland:

1.4

Studentennummer of code:

2.

Informatie over de aard van het diploma

2.1

Naam van het diploma (voluit, afgekort):

Naam van de titel (voluit, afgekort):

2.2

Voornaamste studiegebied(en):

2.3

Naam en status van de instelling die het diploma uitreikt:

2.4

Naam en status van de instelling waar de studie werd gevolgd:

2.5

Taal/talen waarin het onderwijs werd gevolgd en waarin werd geëxamineerd:

3.

Informatie over het niveau van het diploma

3.1

Niveau van de opleiding:

3.2

Officiële duur van het studieprogramma:

3.3

Toelatingsvoorwaarde(n):

4.

Informatie over de inhoud en de behaalde resultaten

4.1

Onderwijsvorm:

4.2

Programma-eisen:

4.3

Programma-onderdelen:

4.4

Beoordelingssysteem en informatie over de verdeling ervan

4.5

Toegekende algemene graad:

5.

Informatie over de functie van het diploma

5.1

Toegang tot vervolgstudies:

5.2

Aan het diploma verbonden rechten tot beroepsuitoefening:

6.

Aanvullende informatie

6.1

Aanvullende informatie:

6.2

Verdere informatiebronnen:

7.

Authenticiteit van het diplomasupplement

Dit diplomasupplement verwijst naar de volgende oorspronkelijke documenten:

Officieel stempel/zegel

8.

Informatie over het nationale stelsel voor hoger onderwijs:

8.1

Type instelling en toezicht op de instellingen

8.2

Type programma's en verleende graden

8.3

Goedkeuring/accreditering van de studieprogramma's en graden

8.4

Opzet van de studieprogramma's

8.4.1

„Lange” doorlopende programma's: (Doctoraal, Magister Artium, Staatsprüfung)

8.4.2

Tweefasenprogramma's: (Bachelor-graad/Master-graad)

8.5

Speciale studieprogramma's voor afgestudeerden

8.6

Doctoraat

8.8

Beoordelingssysteem

8.9

Toelating tot het hoger onderwijs

8.10

Nationale informatiebronnen

BIJLAGE IV

HET EUROPEES TAALPORTFOLIO

1.   Beschrijving

1.1.

Het Europees Taalportfolio, dat ontwikkeld is door de Raad van Europa, is een document waarin mensen de door hen geleerde talen en culturele ervaringen en competenties kunnen vastleggen.

1.2.

Het Europees Taalportfolio heeft twee functies, namelijk een pedagogische functie en een rapportagefunctie.

Pedagogisch gezien is het doel van het Europees Taalportfolio om degenen die een taal geleerd hebben ertoe te motiveren om hun communicatievermogen in de verschillende talen te verbeteren en om voort te gaan met het leren van talen en het opdoen van ervaringen in andere culturen. Het Europees Taalportfolio wil lerenden de helpende hand bieden bij het formuleren van de eigen leerdoelen, bij de planning van het leerproces en bij het zelfstandig leren.

Als rapportage-instrument beoogt het Europees Taalportfolio de talenkennis en -vaardigheden van de houder op overzichtelijke, informatieve, transparante en betrouwbare wijze in kaart te brengen. Het Europees Taalportfolio helpt lerenden een inventarisatie te maken van het competentieniveau dat ze in een taal of verschillende talen hebben bereikt en stelt hen in staat om anderen daarvan op gedetailleerde en internationaal vergelijkbare manier op de hoogte te brengen. Alle competenties worden gewaardeerd, onafhankelijk van de vraag of die competenties binnen of buiten het formele onderwijsstelsel zijn verworven.

1.3.

Het Europees Taalportfolio bestaat uit:

een talenpaspoort dat door de houder regelmatig wordt bijgewerkt. De houder beschrijft hierin aan de hand van gemeenschappelijke en in heel Europa aanvaarde criteria zijn of haar taalcompetenties;

een gedetailleerde taalbiografie, waarin de ervaringen worden beschreven die de houder met iedere taal heeft opgedaan;

een dossier, waarin ter illustratie van de eigen taalvaardigheden voorbeelden van eigen werk kunnen worden opgenomen.

Het Europees Talenportfolio is eigendom van degene die talen leert.

1.4.

Er is overeenstemming bereikt over een reeks gemeenschappelijke beginselen en richtsnoeren voor alle portfolio's. Al naar gelang de leeftijd van de lerenden en de nationale context wordt in de lidstaten van de Raad van Europa aan verscheidene modellen gewerkt. Alle modellen moeten in de pas lopen met de overeengekomen beginselen. Om het logo van de Raad van Europa te mogen gebruiken, moeten de modellen goedgekeurd worden door de Europese valideringscommissie. Hieronder is een model voor het talenpaspoort weergegeven, dat als onderdeel van het portfolio aan de hand van een vastgelegde structuur moet worden ingevuld.

1.5.

Overeenkomstig artikel 10, onder e) van de beschikking, waaraan deze bijlage gehecht is, dienen de bevoegde autoriteiten voor het werk met het Europees Taalportfolio en vooral voor het elektronische formulier daarvan passende maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de relevante voorschriften van de Gemeenschap en de lidstaten ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens en de privacybescherming volledig in acht worden genomen.

2.   Gemeenschappelijke structuur voor het Talenpaspoort van het Europees Taalportfolio

In het onderstaande tekstblok is een gemeenschappelijk, niet-bindend model voor de structuur en tekst van het Talenpaspoort van het Europees Taalportfolio weergegeven. Over de opmaak van de papieren en de elektronische versie zullen afspraken worden gemaakt met de bevoegde nationale autoriteiten.

(Europass-logo)

TALENPASPOORT

Beschrijving taalvaardigheden

Moedertaal (moedertalen): (gelieve te vermelden)

Taal:

Schrijven

Gesprekken voeren

Spreken

Lezen

Luisteren

Eigen inschatting

 

 

 

 

 

(Dit overzicht kan zo vaak als nodig herhaald worden.)

Samenvatting van ervaringen met het leren van talen en andere culturen

Het leren van talen en het gebruik van talen in een land/regio waar de taal niet gesproken wordt

Taal:

Maximaal 1 jaar

Maximaal 3 jaar

Maximaal 5 jaar

Langer dan 5 jaar

Basis/voortgezet/beroepsonderwijs

 

 

 

 

Hoger onderwijs

 

 

 

 

Volwassenen-educatie

 

 

 

 

Andere cursussen

 

 

 

 

Regelmatig gebruik op het werk

 

 

 

 

Regelmatig contact met sprekers van de taal

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

Nadere informatie over ervaringen met het leren van talen en andere culturen

(Dit overzicht kan zo vaak als nodig herhaald worden.)

Verblijven in een regio waar de taal gesproken wordt

Taal:

Maximaal 1 maand

Maximaal 3 maanden

Maximaal 5 maanden

Langer dan 5 maanden

Gebruik van de taal voor studie- of opleidingsdoeleinden

 

 

 

 

Gebruik van de taal op het werk

 

 

 

 

Overige

 

 

 

 

Nadere informatie over ervaringen met het leren van talen en andere culturen

Certificaten en diploma's

Taal: Niveau:

Titel:

Toegekend door:

Jaar:

(Dit overzicht kan zo vaak als nodig herhaald worden.)

BIJLAGE V

HET CERTIFICAATSUPPLEMENT

1.   Beschrijving

1.1.

Het Certificaatsupplement (CS) is een document dat aan een certificaat van een beroepsopleiding wordt gehecht om het voor derden — en met name voor mensen in een ander land — eenvoudiger te maken om te begrijpen wat het certificaat inhoudt en wat voor kennis en competenties de houder verworven heeft.

Met dit doel wordt in het certificaatsupplement informatie verstrekt over:

verworven vaardigheden en competenties;

het scala beroepen dat mag worden uitgeoefend;

de organen die certificaten toekennen en accrediteren;

het niveau van het certificaat;

de verschillende manieren waarop het certificaat kan worden verworven;

de toelatingsvereisten en mogelijkheden voor toelating tot vervolgopleidingen .

1.2.

Het Certificaatsupplement vervangt het oorspronkelijke document niet en geeft geen enkel recht op formele erkenning van het oorspronkelijke diploma door de autoriteiten in andere landen. Aan de andere kant maakt het Certificaatsupplement het eenvoudiger om een goed inzicht in het behaalde certificaat te verkrijgen, zodat het wel hulp kan bieden als erkenning wordt aangevraagd bij de bevoegde autoriteiten.

1.3.

Certificaatsupplementen worden geproduceerd door de bevoegde autoriteiten op nationaal niveau. Ze worden aan de hand van landelijk overeengekomen procedures uitgereikt aan mensen die in het bezit zijn van het desbetreffende certificaat.

Onder punt 2 is de gemeenschappelijke structuur van de certificaatsupplementen opgenomen.

2.   Gemeenschappelijke structuur voor de certificaatsupplementen

In het onderstaande tekstblok is het gemeenschappelijke model voor de structuur en de tekst van het certificaatsupplement weergegeven. Over de opmaak van zowel de papieren als de elektronische versie alsook over eventuele wijzigingen in de structuur en de tekst zullen door de Commissie en de bevoegde nationale autoriteiten afspraken worden gemaakt.

(Europass-logo)CERTIFICAATSUPPLEMENT

1.

Titel van het certificaat (in de oorspronkelijke taal).

2.

Vertaalde titel van het certificaat (deze vertaling heeft geen wettelijke status).

3.

Beschrijving vaardigheden en competenties

4.

Reeks beroepen toegankelijk voor de houder van het certificaat (indien van toepassing)

5.

Officiële grondslag van het certificaat

Naam en rechtspositie van de opleidingsinstelling die het certificaat toekent

Naam en rechtspositie van de nationale/regionale instantie die de accreditatie/erkenning van het certificaat verzorgt

(nationaal of internationaal) Niveau van het certificaat

Beoordelingsscore/minimumvereisten

Toegang tot vervolgopleidingen

Internationale overeenkomsten

Juridische grondslag van het certificaat

6.

Erkende leerwegen om het certificaat te verkrijgen

Beschrijving genoten beroepsonderwijs en -opleiding

School/opleidingscentrum

Stage/werkend leren

Erkenning van verworven competenties

Percentage van het totale programma (%)

Duur (uren/weken/maanden/jaren)

Totale duur van het onderwijs/de opleiding die tot het certificaat heeft geleid

Toelatingseisen

Aanvullende informatie

Meer informatie (met inbegrip van een beschrijving van het nationale systeem voor kwalificaties) beschikbaar op: www.

BIJLAGE VI

INFORMATIESYSTEMEN

De Commissie en de lidstaten zullen er gezamenlijk aan werken dat een iedere Europese burger zijn of haar Europees Curriculum Vitae en elk ander Europass-document dat niet door bevoegde organen behoeft te worden afgegeven met behulp van internet kan invullen en later ook weer kan opzoeken en bewerken.

Alle door bevoegde organen af te geven Europass-documenten worden elektronisch ingevuld en opgeslagen, zodat ze overal in Europa — maar wel uitsluitend door de houders ervan — weer kunnen worden opgezocht. Het passende technologische instrument hiervoor moet in overleg met de Commissie worden gekozen en de desbetreffende nationale autoriteiten dienen daarbij rekening te houden met de huidige stand van zaken en de bestaande nationale systemen. Daarnaast moet ervoor gezorgd worden dat de informatiesystemen de hieronder beschreven kenmerken hebben.

1.

Beginselen voor de opzet van de informatiesystemen.

Open systeem. Bij de ontwikkeling van het Europass-informatiesysteem moet rekening worden gehouden met eventuele ontwikkelingen in de toekomst. Er moet in het bijzonder rekening worden gehouden met de eventuele opname van nog andere documenten in het Europass-kader en met de integratie met informatiediensten over vacatures en leermogelijkheden.

Interoperabiliteit. De onderdelen van het Europass-informatiesysteem, dat in de verschillende landen op nationaal niveau gehanteerd wordt, moeten onderling en met de op Europees niveau gehanteerde onderdelen volledig interoperabel zijn.

2.

Beheer en toegang van documenten

2.1.

Alle door de bevoegde organen af te geven Europass-documenten moeten elektronisch worden ingevuld. Hierbij moeten de procedures worden gevolgd die overeengekomen zijn tussen de organen die de Europass-documenten uitreiken en het nationaal Europass-bureau, alsook de procedures waarover op Europees niveau overeenstemming is bereikt.

2.2.

Het Europees Curriculum Vitae en alle andere Europass-documenten die niet door bevoegde organen behoeven te worden afgegeven, dienen eveneens in elektronische vorm beschikbaar te zijn.

2.3.

Mensen zullen de mogelijkheid krijgen om:

het eigen Europees Curriculum Vitae en elk ander Europass-document dat niet door bevoegde autoriteiten behoeft te worden afgegeven via het internet in te vullen en later weer op te zoeken en te bewerken;

links aan te brengen, bij te stellen en te schrappen tussen het Europees Curriculum Vitae en de andere Europass-documenten;

elk van de eigen Europass-documenten uit het informatiesysteem te verwijderen of te laten verwijderen;

andere documenten ter onderbouwing van de Europass-documenten toe te voegen;

de eigen Europass met eventuele bijlagen geheel of gedeeltelijk te printen.

2.4.

Alleen de betrokken persoon in kwestie krijgt toegang tot de documenten en de daarin opgenomen persoonsgegevens.

BIJLAGE VII

FINANCIËLE BIJLAGE

1.

De uitgaven dienen ter medefinanciering van de implementatie op nationaal niveau, alsook ter dekking van de kosten die op het niveau van de Gemeenschap in verband met de coördinatie, promotie-activiteiten en de productie van documenten ontstaan.

2.

De financiële steun van de Gemeenschap voor de nationale implementatiewerkzaamheden zal aan de nationale Europass-bureaus worden verstrekt in de vorm van subsidies voor huishoudelijke uitgaven.

De nationale Europass-bureaus dienen rechtspersoonlijkheid te hebben en zullen geen andere subsidies voor huishoudelijke uitgaven van de Gemeenschap ontvangen.

2.1.

De subsidies zullen worden toegekend na goedkeuring van het werkprogramma voor de werkzaamheden die in artikel 9 van deze beschikking genoemd worden. Ze zullen worden gebaseerd op specifieke mandaten.

2.2.

Er zal medefinanciering worden verstrekt voor maximaal 50 % van de totale kosten van de operatie.

2.3.

Ter uitvoering van deze beschikking kan de Commissie gebruikmaken van deskundigen en van externe bureaus voor technische ondersteuning, waarvan de financiering ten laste kan komen van de totale middelen van de beschikking. Voorts kan de Commissie seminars, colloquia en andere ontmoetingen van deskundigen organiseren die de uitvoering van de beschikking gemakkelijker kunnen maken, en passende activiteiten organiseren inzake voorlichting, publicatie en verspreiding van resultaten.

P5_TA(2004)0363

Midden- en kleinbedrijf (2001-2005) *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005) (COM(2003) 758 — C5-0628/2003 — 2003/0292(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 758) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 157, lid 3 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0628/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0237/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0292

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name op artikel 157, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 november 1997 heeft de Commissie Besluit 97/761/EG tot goedkeuring van een mechanisme voor de ondersteuning van het MKB bij de oprichting van transnationale joint ventures in de Gemeenschap aangenomen (3).

(2)

De ETF-startersregeling, het programma Joint European Venture (JEV) en de MKB-garantiefaciliteit waren maatregelen die zijn genomen bij Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheidsscheppende kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (4).

(3)

Het bij Beschikking 2000/819/EG (5) vastgestelde meerjarenprogramma is bedoeld om het financiële klimaat voor ondernemingen te verbeteren door met name de werking van de ETF-startersregeling te verbeteren, de MKB-garantiefaciliteit te wijzigen en, wat het JEV-programma betreft, de krachtens Besluit 98/347/EG tot 31 december 2000 verrichte vastleggingen te gebruiken voor ondernemingen die overwegen een transnationaal partnerschap aan te gaan.

(4)

Het doel van de EFT-startersregeling, het JEV-programma en de MKB-garantiefaciliteit moet zijn om doeltreffend op te treden tegen marktfalen bij de toegang van het MKB tot risicokapitaal door een verbetering van de participatie van zowel de privé-sector als de overheid met het doel een distributiepercentage van 100 % te bereiken.

(5)

Volgens punt IV van bijlage II bij Beschikking 2000/819/EG heeft de ervaring uitgewezen dat het JEV-programma moet worden vereenvoudigd opdat verzoeken om financiële bijdragen van MKB-bedrijven snel door de financiële intermediairs en de Commissiediensten worden behandeld en om ervoor te zorgen dat de communautaire middelen correct worden gebruikt. Tevens werd opgemerkt dat de Commissie de mogelijkheden onderzocht om de criteria voor steunverlening aan te passen teneinde ze beter af te stemmen op de behoeften van het MKB op het gebied van grensoverschrijdende investeringen, onder meer ook in de kandidaat-lidstaten.

(6)

Op 10 oktober 2002 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen over het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Groei- en werkgelegenheidsinitiatief — maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (KMO) (6), waarin het erop wijst dat het JEV-programma in zijn huidige vorm niet meer geschikt is.

(7)

De conclusie van de evaluatie door de Commissie van het Groei- en werkgelegenheidsinitiatief volgens de situatie op 29 mei 2002 luidt dat de gebruikmaking van het JEV-programma door de markt gering is, het werkgelegenheidscheppend effect beperkt is en de administratieve kosten zeer hoog zijn en dat JEV zo snel mogelijk moet worden stopgezet.

(8)

Om redenen van kosteneffectiviteit moet de Gemeenschap zich geleidelijk terugtrekken uit programma's waarbij op micro-niveau kleine geldbedragen moeten worden beheerd, zoals de projecten die in het kader van het JEV-programma worden gefinancierd.

(9)

Na een zorgvuldige analyse moet worden geconcludeerd dat een vergaande vereenvoudiging van het JEV-programma niet mogelijk is, aangezien elke substantiële wijziging in de structuur of de steunverleningscriteria het karakter van het programma zou veranderen en dus buiten de rechtsgrondslag (Besluit 98/347/EG) zou vallen. Het zou dan ook niet mogelijk zijn de resterende toegewezen begrotingsmiddelen aan te wenden, laat staan ze te gebruiken voor projecten waarbij de toenmalige toetredingslanden en de kandidaat-lidstaten betrokken zijn.

(10)

Het budget voor het JEV-programma is toegewezen op basis van kaderovereenkomsten met de financiële intermediairs in het JEV-netwerk, waardoor een rechtstreekse juridische band tussen de Commissie en die intermediairs is ontstaan. Het is bijgevolg niet mogelijk de bestaande kaderovereenkomsten te vervangen door rechtstreekse wettelijke overeenkomsten tussen de Commissie en KMO's, wat voor dit specifieke programma tot vereenvoudiging en een betere bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap zou hebben geleid.

(11)

Wil men voorkomen dat de resterende vastgelegde begrotingsmiddelen verloren gaan, dan zijn alleen relatief kleine ingrepen in de procedure mogelijk, maar die kunnen niet garanderen dat het JEV-programma daarna aanmerkelijk beter functioneert.

(12)

De resterende toegewezen begrotingsmiddelen kunnen niet worden aangewend voor projecten waarbij de toenmalige toetredingslanden en de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, aangezien dit budget is toegewezen in het kader van het Groei- en werkgelegenheidsinitiatief (1998-2000) en daarom exclusief voorbehouden is aan de landen die op grond van Besluit 98/347/EG deel uitmaken van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte.

(13)

Sinds de stopzetting van de andere twee Europese programma's voor transnationale joint ventures — European Community Investment Partners (ECIP) ten behoeve van de ontwikkelingslanden in Azië, Latijns-Amerika, het Middellandse-Zeegebied en van Zuid-Afrika in 1999 en het programma ter bevordering van joint ventures en andere vormen van samenwerking in de MKB-sector van de landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE) en de nieuwe onafhankelijke staten (NOS) in 2000 — heeft een groot aantal financiële intermediairs in het JEV-netwerk deze activiteit verminderd of beëindigd vanwege het geringe aantal JEV-aanvragen door het MKB, waardoor het in de meeste lidstaten niet langer mogelijk is een aanvraag in te dienen voor deelname aan het programma.

(14)

Gezien de duidelijke conclusie van de evaluatie wordt het voorstel om het JEV-programma door een soortgelijk programma te vervangen, niet passend geacht.

(15)

De stopzetting van het JEV-programma mag geen afbreuk doen aan de rechten en verplichtingen van de Gemeenschap, de financiële intermediairs of de begunstigden (KMO's) in verband met de goedgekeurde projecten.

(16)

Om aan de legitieme verwachtingen van het MKB te beantwoorden, moeten de financiële intermediairs gedurende een bepaalde periode na de goedkeuring van dit besluit nog in de gelegenheid zijn aanvragen voor financiële bijdragen ten behoeve van KMO's in te dienen.

(17)

Op 23 oktober 2003 heeft het Europees Parlement een resolutie over ondernemerschap in Europa aangenomen, waarin het verzoekt systemen op te zetten om met name kleine en zeer kleine ondernemingen beter toegang te geven tot European Investment Bank/European Investment Fund-fondsen voor investeringen in nieuwe technologieën en investeringen in verband met scholing.

(18)

Om innovatie, onderzoek en ontwikkeling en ondernemerschap in het MKB te bevorderen, zoals de Raad van Barcelona heeft verzocht, moet een klimaat worden geschapen dat gunstig is voor investeringen van de privé-sector in onderzoek en ontwikkeling, met name door middel van risicokapitaal.

(19)

De Commissie heeft zich ertoe verplicht het huidige meerjarenprogramma voor onderneming en ondernemerschap te zijner tijd te herzien en daarbij rekening te houden met de noodzaak om de samenwerking tussen ondernemingen en ondernemingsorganisaties te bevorderen en overleg te steunen tussen horizontale en sectorale of beroepsorganisaties van kleine en zeer kleine ondernemingen en ambachtelijke bedrijven.

(20)

De Raad van 26 november 2002 heeft erop gewezen dat de lidstaten, de Commissie en de financiële instellingen dienen te onderzoeken hoe het financiële kader voor de biotechnologie kan worden verbeterd.

(21)

In zijn resolutie over biowetenschappen en biotechnologie van 21 november 2002 (7) heeft het Europees Parlement de Commissie gevraagd oplossingen te vinden voor het probleem van tekortschietende middelen bij het opstarten van biotechnologische bedrijven en de Europese Investeringsbank verzocht hieruit voortvloeiende maatregelen in welwillende overweging te nemen.

(22)

Beschikking 2000/819/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beschikking 2000/819/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag in over de tenuitvoerlegging van de financiële instrumenten van het programma voor 2004 en een vergelijkbaar eindverslag voor 2005 (het laatste jaar).”

2)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

In het eerste streepje van punt 4, onder a), punt i), wordt de eerste zin vervangen door:

„—

met deelnemingen in gespecialiseerde risicokapitaalfondsen, met name startfondsen, fondsen van beperkte omvang, regionaal werkzame fondsen of fondsen die zich op specifieke bedrijfstakken of technologieën concentreren, of risicokapitaalfondsen die O&O financieren, bijvoorbeeld fondsen die aan onderzoekcentra en wetenschapsparken (science parks) zijn verbonden, die op hun beurt risicokapitaal voor het MKB verschaffen.”

b)

In punt 4, onder a), punt i), wordt het volgende alinea toegevoegd:

„De startfase wordt normaliter vastgesteld op maximaal 5 jaar. Voor bedrijven in specifieke hightechsectoren, waaronder met name de biowetenschappen, kan de startfase echter maximaal 10 jaar duren vanwege de doorgaans langere ontwikkelings- en testfasen voordat producten in deze specifieke sectoren in de handel worden gebracht.”

c)

In punt 4, onder a), punt iv), worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Het programma Joint European Venture wordt stopgezet.

De financiële intermediairs kunnen bij de Commissie aanvragen om financiële bijdragen ten behoeve van KMO's indienen tot ... (8).

Aanvragen en projecten worden behandeld overeenkomstig artikel 4 en bijlage II bij Besluit 98/347/EG van de Raad 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheidscheppende kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (9).

d)

In punt 5, eerste streepje, wordt in de Engelse versie het woord „fifth” geschrapt. Dit is niet van toepassing op de Nederlandse versie.

3)

In bijlage II wordt punt IV geschrapt.

Artikel 2

Deze beschikking treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Deze beschiking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te ..., de ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C ...

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2004.

(3)  PB L 310 van 13.11.1997, blz. 28.

(4)  PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43.

(5)  PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84. Beschikking gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(6)  PB C 279 E van 20.11.2003, blz. 78.

(7)  PB C 25 E van 29.1.2004, blz. 384.

(8)  115 dagen na de datum van inwerkingtreding van Beschikking nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) (2001-2005).

(9)  PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43.”

P5_TA(2004)0364

Digitale inhoud in Europa *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (COM(2004) 96 — C5-0082/2004 — 2004/0025(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2004) 96) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 157, lid 3 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0082/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie en het advies van de Begrotingscommissie (A5-0235/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, zoals geamendeerd door het Parlement;

2.

acht het financieel memorandum van het Commissievoorstel voor de periode 2005-2006 verenigbaar met het maximum van hoofdstuk 3 van de huidige financiële vooruitzichten en meent dat het geen beperkingen voor andere beleidsterreinen inhoudt; de kredieten voor de periode 2007-2008 moeten opnieuw worden bezien in het licht van de nieuwe financiële vooruitzichten voor de periode na 2006;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of het door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2004)0025

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 april 2004 met het oog op de aanneming van Besluit nr. .../2004/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 157, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De ontwikkeling van de informatiemaatschappij en de opkomst van breedband zullen gevolgen hebben voor het leven van elke burger in Europese Gemeenschap, onder meer omdat zij de toegankelijkheid van kennis en nieuwe vormen van kennisverwerving stimuleren waardoor de vraag naar nieuwe inhoud, toepassingen en diensten stijgt.

(2)

De interpenetratie in de Gemeenschap groeit nog steeds in hoog tempo. De door internet geboden mogelijkheden dienen te worden benut teneinde elk individu en elke organisatie in de Gemeenschap de maatschappelijke en economische voordelen van informatie- en kennisoverdracht te bieden. In Europa is nu de weg vrijgemaakt voor de benutting van het nog onaangeroerde potentieel van digitale inhoud.

(3)

In de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 werd er de nadruk op gelegd dat de omschakeling op een digitale, op kennis gebaseerde economie onder invloed van nieuwe goederen en diensten een krachtige impuls zal geven aan groei, concurrentievermogen en werkgelegenheid. Bovendien werd uitdrukkelijk bevestigd dat voor de inhoudindustrie een taak is weggelegd bij het creëren van toegevoegde waarde en het netwerken van de Europese culturele verscheidenheid.

(4)

In het actieplan eEurope 2005 (5), waarin de strategie van Lissabon wordt ontvouwd, wordt opgeroepen tot acties die de opkomst van veilige, via breedbandnetwerken te leveren diensten, toepassingen en inhoud moeten stimuleren om aldus een gunstig klimaat voor particuliere investeringen en het creëren van nieuwe werkgelegenheid te scheppen, de productiviteit te verhogen, overheidsdiensten te moderniseren en iedereen de gelegenheid te geven een rol te spelen in de wereldwijde informatiemaatschappij.

(5)

De vraag naar digitale inhoud van hoge kwaliteit, waarbij toegangs- en gebruikersrechten zorgvuldig tegen elkaar worden afgewogen, afkomstig van een brede gemeenschap van gewone burgers, studenten, onderzoekers en werknemers die hun kennis wensen te vergroten, dan wel van „hergebruikers” die digitale inhoudbronnen willen benutten om nieuwe diensten te creëren, wordt in Europa steeds duidelijker.

(6)

Het programma eContent (2001-2004) (6) heeft de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op internet en de taalverscheidenheid van Europese websites in de informatiemaatschappij bevorderd. In de Mededeling van de Commissie betreffende de tussentijdse evaluatie van het eContent-programma (7) wordt het belang van maatregelen op dit gebied bevestigd.

(7)

Door het voortschrijden van de technologie is het mogelijk inhoud een meerwaarde te geven in de vorm van ingebedde kennis en de interoperabiliteit op dienstenniveau te verbeteren, hetgeen fundamenteel is voor de toegang tot en het gebruik van digitale inhoud. Dit is bijzonder relevant voor gebieden van openbaar belang, zoals onderwijs en cultuur, en meer in het algemeen voor overheidsinformatie.

(8)

Er werd een regelgevingskader gedefinieerd om in te spelen op de uitdagingen van digitale inhoud in de informatiemaatschappij (8).

(9)

Door uiteenlopende praktijken in de lidstaten worden de technische belemmeringen voor een grootschalige toegang, toepassing, hergebruik en exploitatie van overheidsinformatie in de Gemeenschap in stand gehouden.

(10)

Wanneer digitale inhoud ook betrekking heeft op persoonsgegevens, dienen de Richtlijnen 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9) en 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communidatie (10) in acht te worden genomen en moet de technologie de privacy beschermen en, waar mogelijk, verhogen.

(11)

Met acties van de Gemeenschap ten aanzien van de inhoud van informatie dient het meertalige en multiculturele karakter van de Gemeenschap te worden versterkt.

(12)

De voor de tenuitvoerlegging van dit besluit vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (11).

(13)

De Commissie dient zorg te dragen voor de complementariteit en synergie met verwante initiatieven en programma's van de Gemeenschap, in het bijzonder die op het gebied van onderwijs en cultuur en het Europese Interoperabiliteitskader.

(14)

Bij deze beschikking wordt een financieel kader vastgesteld voor de gehele looptijd van het programma, dat als voornaamste referentiepunt voor de begrotingsautoriteit moet dienen, in de zin van punt 33 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (12).

(15)

Aangezien de doelstellingen van het beoogde optreden wegens het transnationale karakter van de betrokken kwesties niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te bereiken,

(16)

Belanghebbenden op het gebied van digitale inhoud zijn aanbieders van inhoud (met inbegrip van organisaties die digitale inhoud creëren, verzamelen of bezitten) en gebruikers van inhoud (met inbegrip van organisaties en ondernemingen die eindgebruiker zijn of digitale inhoud hergebruiken of daaraan waarde toevoegen)

BESLUITEN:

Artikel 1

Doelstelling van het programma

1.   Bij deze beschikking wordt een programma van de Gemeenschap vastgesteld dat de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa moet verbeteren om aldus de ontwikkeling en verspreiding van informatie — op gebieden van algemeen belang — te bevorderen op het niveau van de Unie.

Het programma kan worden aangehaald als het „eContentplus”-programma (hierna te noemen „het programma”).

2.   Teneinde de algemene doelstelling van het in lid 1 vermelde programma te verwezenlijken, worden de volgende programmapunten gerealiseerd:

bevordering van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud — op gebieden van algemeen belang — op het niveau van de Gemeenschap;

bevordering van verhoging van de kwaliteit en versterking van goede praktijken op het gebied van digitale inhoud tussen aanbieders en gebruikers van inhoud en in sectoren op gebieden van algemeen belang;

verbetering van de samenwerking tussen belanghebbenden op het gebied van digitale inhoud.

De in het kader van deze programmapunten te verrichten activiteiten zijn opgenomen in bijlage I. Het programma wordt overeenkomstig bijlage II ten uitvoer gelegd.

Artikel 2

Deelname

1.   Deelname aan het programma staat open voor in de lidstaten gevestigde rechtspersonen. Kandidaat-lidstaten kunnen aan het programma deelnemen op basis van met die landen te sluiten bilaterale overeenkomsten.

2.   Deelname aan het programma is mogelijk voor rechtspersonen die gevestigd zijn in EVA-landen welke partij zijn bij de EER-Overeenkomst, zulks in overeenstemming met het bepaalde in die overeenkomst.

3.   Deelname aan het programma zonder financiële steun van de Gemeenschap is mogelijk voor in derde landen gevestigde rechtspersonen en internationale organisaties, op voorwaarde dat deze deelname werkelijk bijdraagt tot de uitvoering van het programma. Een besluit daarover wordt genomen overeenkomstig de in artikel 4, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 3

Bevoegdheden van de Commissie

1.   De Commissie is belast met de tenuitvoerlegging van het programma.

2.   De Commissie stelt op basis van dit besluit een werkprogramma op.

3.   De Commissie neemt volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde procedure een besluit over de volgende aangelegenheden:

(a)

goedkeuring en wijziging van het werkprogramma;

(b)

bepaling van de criteria en inhoud van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen overeenkomstig de doelstelling van artikel 1;

(c)

afwijkingen van de regels van bijlage II.

4.   De Commissie houdt het comité op de hoogte van de voortgang bij de tenuitvoerlegging van het programma.

Artikel 4

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit .

3.   Het comité stelt zijn huishoudelijk reglement vast.

Artikel 5

Toezicht en evaluatie

1.   Om te waarborgen dat de steun van de Gemeenschap doeltreffend wordt aangewend, draagt de Commissie er zorg voor dat de acties uit hoofde van dit besluit aan een beoordeling vooraf, follow-up en evaluatie achteraf worden onderworpen.

2.   De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van projecten in het kader van dit programma. Na afronding van een project evalueert de Commissie de wijze waarop het project is uitgevoerd en het effect ervan teneinde na te gaan of de oorspronkelijke doelstellingen zijn bereikt.

3.   De Commissie legt uiterlijk in januari 2007 een evaluatieverslag over de tenuitvoerlegging van de in artikel 1, lid 2, bedoelde programmapunten voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. In het kader van deze evaluatie brengt de Commissie verslag uit over de verenigbaarheid van het bedrag voor 2007-2008 met de financiële vooruitzichten. Indien van toepassing onderneemt de Commissie in de begrotingsprocedures voor 2007 en 2008 de noodzakelijke stappen om verenigbaarheid van de jaarlijkse kredieten met de financiële vooruitzichten te waarborgen. De Commissie dient na afloop van het programma een definitief evaluatieverslag in.

4.     De Commissie doet de resultaten van haar kwantitatieve en kwalitatieve evaluaties samen met eventuele passende voorstellen voor wijzigingen van dit besluit toekomen aan het Europees Parlement en de Raad. Deze resultaten worden verzonden vóór de presentatie van de ontwerpen van algemene begroting van de Europese Unie voor respectievelijke de begrotingsjaren 2007 en 2009.

Artikel 6

Financiële bepalingen

1.   Het financieel kader voor de tenuitvoerlegging van de communautaire actie krachtens dit Besluit voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 wordt vastgesteld op 163 miljoen EUR, waarvan 55,6 miljoen EUR bestemd is voor de periode tot en met 31 december 2006 .

2.     Voor de periode na 31 december 2006 wordt het bedrag geacht te zijn bevestigd als het voor deze fase verenigbaar is met de financiële vooruitzichten die gelden voor de periode die in 2007 begint.

3.    De jaarlijkse kredieten voor de periode van 2005 tot en met 2008 worden door de begrotingsautoriteit vastgesteld overeenkomstig de financiële vooruitzichten. In bijlage III staat een indicatieve verdeling van de uitgaven.

Gedaan te, ... op ...

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(2)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(3)  PB C (...) van (...), blz. (...).

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 april 2004.

(5)  Mededeling van de commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's eEurope 2005: een informatiemaatschappij voor iedereen een met het oog op de Europese Raad van Sevilla van 21 en 22 juni 2002 in te dienen actieplan (COM(2002) 263).

(6)  Beschikking nr. 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en te bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

(7)  COM(2003) 591.

(8)  Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 90). Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10). Richtlijn 96/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20).

(9)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(10)  PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.

(11)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(12)   PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

BIJLAGE I

ACTIES

1.   INLEIDING

De algemene doelstelling van eContentplus is de verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa om aldus de ontwikkeling en verspreiding van informatie en kennis op gebieden van algemeen belang te bevorderen op het niveau van de Unie.

Het zal de voorwaarden voor de ontsluiting en het beheer van digitale inhoud en diensten in een meertalige en multiculturele omgeving verbeteren. Het zal de keuzemogelijkheden van de gebruiker verruimen en nieuwe manieren van interactie met op kennis gebaseerde digitale inhoud ondersteunen, een eigenschap die essentieel wordt om inhoud dynamisch te maken en op een specifieke context (leren, cultuur, enz.) af te stemmen.

Het programma zal de weg plaveien voor een gestructureerd raamwerk voor digitale inhoud van hoge kwaliteit in Europa — de Europese digitale-inhoudruimte — door de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken en een kruisbestuiving tussen inhoudsectoren, aanbieders van inhoud en gebruikers te stimuleren.

Er staan drie categorieën activiteiten op het programma:

bevordering van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud — op gebieden van algemeen belang — op het niveau van de Gemeenschap ;

bevordering van verhoging van de kwaliteit en versterking van goede praktijken op het gebied van digitale inhoud tussen aanbieders en gebruikers van inhoud en in sectoren op gebieden van algemeen belang ;

verbetering van de samenwerking tussen belanghebbenden op het gebied van digitale inhoud .

2.   PROGRAMMAPUNTEN

2.1 Bevordering van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud — op gebieden van algemeen belang — op het niveau van de Gemeenschap ;

Deze activiteiten omvatten de vorming van netwerken en allianties tussen de diverse spelers om de ontwikkeling van nieuwe diensten te bevorderen.

Doelgebieden zijn overheidsinformatie, spatiële informatie, leren en culturele inhoud.

De nadruk zal komen te liggen op:

bevordering van een breder besef omtrent het belang, de commerciële waarde en de maatschappelijke implicaties van overheidsinformatie. De activiteiten zullen de toepassing en exploitatie van overheidsinformatie over de grenzen heen tussen openbare instanties en particuliere organisaties met het oog op de ontwikkeling van informatieproducten en -diensten met een toegevoegde waarde bevorderen;

bevordering van een ruimer gebruik van spatiële informatie door overheidsinstanties, particuliere bedrijven en burgers door middel van samenwerkingsmechanismen op Europees niveau. Bij de activiteiten dient zowel op de technische als op de organisatorische aspecten te worden ingedaan, waarbij dient te worden vermeden dat territoriale verzamelingen van spatiële informatie elkaar overlappen of onvoldoende ontwikkeld worden. Daarbij dient de grensoverschrijdende interoperabiliteit te worden gestimuleerd zodat coördinatie tussen cartografische bureaus mogelijk wordt en op Europees niveau nieuwe diensten voor mobiele gebruikers kunnen worden ontwikkeld. Zij dienen ook het gebruik van open standaards te ondersteunen;

bevordering van de groei van het aantal open Europese kennispools voor digitale objecten ten behoeve van de onderwijs- en onderzoekgemeenschappen, evenals voor particulieren. Deze activiteiten dienen ter ondersteuning van de realisatie van Trans-Europese bemiddelingsdiensten voor digitale leerinhoud met bijbehorende business-modellen. Deze activiteiten dienen ook het gebruik van open normen te bevorderen, alsmede de vorming van grote gebruikersgroepen die de normvoorbereidings- en specificatieschema's analyseren en testen, teneinde Europese aspecten van meertaligheid en multiculturaliteit in het definitieproces voor wereldwijde normen voor digitale leerinhoud te betrekken;

bevordering van het ontstaan van Trans-Europese informatie-infrastructuren voor het toegankelijk maken en benutten van Europese digitale culturele en wetenschappelijke hulpbronnen door de koppeling van virtuele bibliotheken, gemeenschapsgeheugens, enz. De activiteiten dienen mede betrekking te hebben op gecoördineerde benaderingen voor het digitaliseren en opbouwen van verzamelingen, de instandhouding van digitale objecten en het inventariseren van culturele en wetenschappelijke hulpbronnen. Zij dienen de toegang tot digitale culturele en wetenschappelijke hulpbronnen te verbeteren door doeltreffende licentieschema's en collectieve voorafgaande vereffening van rechten.

2.2 Bevordering van verhoging van de kwaliteit en versterking van goede praktijken op het gebied van digitale inhoud tussen aanbieders en gebruikers van inhoud en in sectoren op gebieden van algemeen belang

Deze activiteiten moeten de inventarisatie en brede verspreiding van goede praktijken op het gebied van methoden, processen en operaties vergemakkelijken teneinde een hogere kwaliteit, efficiëntie en doeltreffendheid bij de ontwikkeling, toepassing en verspreiding van digitale inhoud te bereiken.

Zij hebben betrekking op experimenten waarmee de geschiktheid voor zoekopdrachten, toepassing, hergebruik en samenstelling, evenals de interoperabiliteit van digitale inhoud kan worden aangetoond binnen de context van het huidige wetgevingskader, terwijl vanaf het prille begin van het proces wordt voldaan aan de eisen van de verschillende doelgroepen en -markten in een omgeving met een steeds meertaliger en multicultureler karakter, hetgeen verder gaat dan uitsluitend lokaliseringstechnologie.

Daarbij zal worden geprofiteerd van de voordelen van de verrijking van digitale inhoud met machineleesbare data (semantisch goed gedefinieerde metadata die gebaseerd is op de relevante beschrijvende terminologie, woordenlijsten en ontologieën).

De experimenten zullen in thematische clusters plaatsvinden. De inzameling, verspreiding en intersectoriële kruisbestuiving van de verworven kennis vormt een integrerend deel van de experimenten.

De geplande toepassingen liggen op het vlak van overheidsinformatie, spatiële informatie, digitaal leren en culturele inhoud, evenals wetenschappelijke digitale inhoud.

2.3 Verbetering van de samenwerking tussen belanghebbenden op het gebied van digitale inhoud

De activiteiten omvatten onder meer maatregelen ter begeleiding van de relevante wetgeving op het gebied van digitale inhoud en ondersteuning van de samenwerking tussen openbare lichamen. In het kader van deze activiteiten zal een inventarisatie en analyse worden gemaakt van de nieuwe mogelijkheden en problemen (zoals vertrouwen, kwaliteitsmerken, intellectuele eigendomsrechten in de educatieve sector), op basis waarvan voorstellen voor oplossingen zullen worden gedaan.

BIJLAGE II

INSTRUMENTEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN HET PROGRAMMA

(1) De Commissie zal het programma met inachtneming van de in bijlage I gespecificeerde technische inhoud ten uitvoer leggen.

(2) Het programma zal worden uitgevoerd door middel van werkzaamheden onder contract, zoals:

(a)

Acties voor gezamenlijke rekening

projecten waarbij kennisverruiming plaatsvindt teneinde bestaande producten, processen en/of diensten te verbeteren en/of om te voorzien in de behoeften van het Gemeenschapsbeleid. De bijdrage van de Gemeenschap bedraagt doorgaans niet meer dan 50 % van de kosten van het project. Overheidslichamen kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding op basis van 100 % van de extra kosten;

activiteiten op het gebied van goede praktijken voor kennisverspreiding. Deze vinden gewoonlijk in thematische clusters plaats en worden onderling gekoppeld door middel van thematische netwerken. De bijdrage van de Gemeenschap voor de onder dit streepje bedoelde maatregelen beperkt zich tot de directe uitgaven die noodzakelijk of wenselijk worden geacht voor het bereiken van de specifieke doelstellingen van de actie;

thematische netwerken: netwerken die spelers van diverse pluimage groeperen rond een bepaalde technologische en organisatorische doelstelling teneinde coördinatie en kennisoverdracht te bevorderen. Zij kunnen samenhangen met activiteiten op het gebied van goede praktijken. Steun zal worden verleend voor de aanvullende subsidiabele kosten van coördinatie en realisatie van het netwerk. Met de bijdrage van de Gemeenschap mogen de aanvullende subsidiabele kosten van deze maatregelen worden gedekt;

(b)

Begeleidende maatregelen

begeleidende maatregelen dragen bij tot de tenuitvoerlegging van het programma of de voorbereiding van toekomstige activiteiten. Maatregelen die gericht zijn op de commercialisering van producten, processen of diensten, marketing-activiteiten en verkoopbevordering vallen hier niet onder.

studies ter ondersteuning van het programma, met inbegrip van de voorbereiding van toekomstige activiteiten;

informatie-uitwisseling, conferenties, seminars, workshops of andere vergaderingen, en het beheer van clusteractiviteiten;

verspreidings-, voorlichtings- en communicatie-activiteiten.

(3) De selectie van de acties voor gezamenlijke rekening geschiedt op basis van op de website van de Commissie te publiceren uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, conform de geldende financiële bepalingen.

(4) Aanvragen voor een bijdrage van de Gemeenschap dienen vergezeld te gaan van een financiële planning met een uitsplitsing van de kosten per projectonderdeel, onder vermelding van de bijdrage die van de Gemeenschap wordt verlangd en de steun of bijdrage die eventueel bij andere organisaties wordt aangevraagd.

(5) Begeleidende maatregelen zullen worden uitgevoerd op basis van aanbestedingen conform de geldende financiële bepalingen.

BIJLAGE III

INDICATIEVE VERDELING VAN DE UITGAVEN

1)

Bevordering van de toegankelijkheid, het nut en de exploitatie van digitale inhoud — op gebieden van algemeen belang — op het niveau van de Gemeenschap

35-45 %

2)

Bevordering van verhoging van de kwaliteit en versterking van goede praktijken op het gebied van digitale inhoud tussen aanbieders en gebruikers van inhoud en in sectoren op gebieden van algemeen belang

50-60 %

3)

Verbetering van de samenwerking tussen belanghebbenden op het gebied van digitale inhoud

6-10 %

P5_TA(2004)0365

Samenwerkingsovereenkomst EG/Islamitische Republiek Pakistan *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan (8108/1999 — COM(1998) 357 — C5-0659/2001 — 1998/0199(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(1998) 357) (1),

gezien de ontwerp-samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan (8108/1999),

gelet op de artikelen 133, 181 en 300, lid 2, alinea 1 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 300, lid 3, alinea 1 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0659/2001),

onder verwijzing naar zijn talrijke eerdere resoluties over mensenrechten,

gelet op artikel 67 en artikel 97, lid 7 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie en de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A5-0275/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de overeenkomst;

2.

verzoekt de Commissie een jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst een verslag aan het Parlement uit te brengen over de implementatie en de effecten ervan op de mensenrechten en de democratisering en, mocht er geen verbetering zijn opgetreden op het vlak van mensenrechten en democratisering, na te gaan welke stappen geboden zijn;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de Islamitische Republiek Pakistan.


(1)  PB C 17 van 22.1.1999, blz. 6.

P5_TA(2004)0366

Richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad houdende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (COM(2004) 239 — C5-0188/2004 — 2004/0082(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2004) 239) (1),

gelet op artikel 128, lid 2 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0188/2004),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A5-0277/2004),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter zijn standpunt te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT

Amendementen 1 en 5

Overweging 3

(3) Het onderzoek van de Nationale Actieplannen voor werkgelegenheid van de lidstaten in het Gezamenlijk Verslag over de Werkgelegenheid 2003-2004 toont aan dat de lidstaten en de sociale partners prioriteit zouden moeten verlenen aan het verbeteren van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen; het ertoe bewegen van meer mensen om de arbeidsmarkt op te gaan, dan wel te blijven werken, en betaald werk voor iedereen tot een reële optie maken; meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren; en een effectieve tenuitvoerlegging van hervormingen verzekeren door betere governance. Deze prioriteiten sluiten volledig aan bij de huidige richtsnoeren en kunnen in het kader daarvan worden nagestreefd.

(3) Het onderzoek van de Nationale Actieplannen voor werkgelegenheid van de lidstaten in het Gezamenlijk Verslag over de Werkgelegenheid 2003-2004 toont aan dat de lidstaten en de sociale partners prioriteit zouden moeten verlenen aan het verbeteren van het aanpassingsvermogen van werknemers en ondernemingen; het ertoe bewegen van meer mensen om de arbeidsmarkt op te gaan, dan wel te blijven werken, het vergemakkelijken van de toegang tot een eerste baan voor jonge werklozen en het bevorderen van de toegang tot werk/het blijven werken voor ouderen en betaald werk voor iedereen tot een reële optie maken; meer en doelmatiger investeren in menselijk kapitaal en levenslang leren alsook in onderzoek en ontwikkeling ; en een effectieve tenuitvoerlegging van hervormingen verzekeren door betere governance. Deze prioriteiten sluiten volledig aan bij de huidige richtsnoeren en kunnen in het kader daarvan worden nagestreefd.

Amendement 2

Overweging 5 bis (nieuw)

 

(5 bis) De essentiële conclusies van de Task Force Werkgelegenheid moeten in aanmerking worden genomen door de lidstaten wanneer zij de werkgelegenheidsrichtsnoeren uitvoeren, met het doel met name het aanpassingsvermogen van de werknemers te verbeteren, meer mensen aan te trekken om te beginnen en te blijven werken en te investeren in vaardigheden en levenslang leren. In plaats van steeds weer nieuwe doelstellingen vast te stellen of bestaande doelstellingen te wijzigen moeten deze conclusies in praktijk worden omgezet. Zo moet de Europese Unie de lidstaten tot de orde roepen wanneer zij onvoldoende presteren en er bij de lidstaten op aandringen dat zij zich concentreren op de uitvoering van reeds genomen besluiten.

Amendement 3

Overweging 5 ter (nieuw)

 

(5 ter) De Europese werkgelegenheidsstrategie vereist een verhoogde en betere democratische inbreng. Met het oog hierop moeten de regeringen concrete maatregelen nemen om de steun en de deelname van de diverse belangengroepen te verkrijgen en de publieke opinie ervan te overtuigen dat hervormingen noodzakelijk zijn. Er moeten ook extra inspanningen worden geleverd om aan het grote publiek duidelijk te maken waarom hervormingen nodig zijn en waarom deze in eenieders belang en voordeel zijn.

Amendement 4

Overweging 5 quater (nieuw)

 

(5 quater) De prestaties van de lidstaten op het gebied van de werkgelegenheidsrichtsnoeren moeten nauwkeurig geëvalueerd en gemeten worden zodat de geldigheid en betrouwbaarheid van de richtsnoeren onbetwistbaar vast staat.

Amendement 6

Overweging 5 quinquies (nieuw)

 

(5 quinquies) Om de economische en sociale samenhang te bevorderen, dienen de richtsnoeren voor werkgelegenheid, via het Europees Sociaal Fonds, eveneens te zijn gericht op verkleining van de regionale verschillen in termen van arbeidsplaatsen en werkloosheid, en bestrijding van deïndustrialisatie en bedrijfsdelocalisaties buiten de lidstaten, waarbij economische en sociale omschakeling actief moet worden gesteund, zonder dat dit ten koste gaat van de begeleiding van de ontwikkeling van de meest dynamische regio's.

Amendement 7

Overweging 5 sexies (nieuw)

 

(5 sexies) In de huidige context van internationale concurrentie en mondiaal handelsverkeer moet de Europese werkgelegenheidsstrategie bedrijven stimuleren om te anticiperen op technologische en economische veranderingen. De lidstaten moeten zich inzetten voor onderzoek & ontwikkeling en de verspreiding van innovaties binnen het Europese bedrijfsleven. In deze geest steunen de Europese instellingen initiatieven tot het oprichten van „centres of excellence” waarin wetenschappers en ondernemers zijn vertegenwoordigd. Zij bevorderen thematische initiatieven in het kader van Europese programma's.

Amendement 8

Overweging 5 septies (nieuw)

 

(5 septies) In het kader van de financiële verdeling moet de steun van de Europese instellingen niet alleen in het teken staan van bijstand, maar ook in het teken van economische dynamiek. De Europese instellingen stellen alles in het werk om een facilitaire rol te kunnen vervullen en niets toe te voegen aan de complexiteit van de nationale beleidsmaatregelen. Zij zorgen voor een eenvoudiger en soepeler toegang tot Europese subsidies voor projecten en bevorderen onderlinge koppelingen tussen de verschillende communautaire programma's.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2004)0367

Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst: Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (COM(2004) 101 — C5-0089/2004 — 2004/2006(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2004) 101),

gelet op het EG-Verdrag, met name de artikelen 268 t/m 276,

gelet op Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1),

gelet op het ontwerpverdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 december 2003 over de toekomstige budgettaire behoeften voor externe acties (3),

gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de adviezen de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid, de Commissie begrotingscontrole, de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken, de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid, de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, de Commissie visserij, de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme, de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport, de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen (A5-0268/2004),

A.

overwegende dat de huidige financiële vooruitzichten tot eind 2006 van kracht zijn,

B.

overwegende dat de Europese Unie de bevordering van de economische en sociale cohesie als een van de doelstellingen heeft,

C.

overwegende dat de financiële vooruitzichten deel uitmaken van een algemeen interinstitutioneel akkoord dat uitsluitend kan worden verlengd in een sfeer van wederzijds vertrouwen tussen de instellingen en overeenstemming tussen de twee takken van de begrotingsautoriteit,

D.

overwegende dat artikel 272 van het EG-Verdrag voorziet in de vaststelling van jaarlijkse begrotingen, ook al zijn er geen financiële vooruitzichten van kracht,

E.

overwegende dat de ervaringen met de financiële vooruitzichten die van kracht werden op respectievelijk 1988, 1993 en 1999 van nut zijn geweest voor het waarborgen van een conflictvrije ontwikkeling van de begroting,

F.

overwegende dat de Europese Conventie heeft voorgesteld de financiële vooruitzichten op te nemen in de Grondwet door middel van een Europese wet, goedgekeurd door de Raad na bemiddeling met het Europees Parlement en na diens instemming (artikel I-54 en artikel III-308);

1.

herinnert eraan dat de huidige financiële vooruitzichten van kracht zijn tot eind 2006;

2.

neemt nota van de mededeling, gepresenteerd door de Commissie in overeenstemming met artikel 26 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (4), met het oog op het waarborgen van de continuïteit van het huidige financieel kader na 1 januari 2007;

3.

herinnert eraan dat er geen financiële vooruitzichten zullen zijn zonder overeenstemming tussen het Europees Parlement en de Raad over het financiële pakket, aangezien het bestaande Verdrag niet verplicht tot het vaststellen van financiële vooruitzichten, maar slechts van jaarlijkse begrotingen;

4.

herinnert eraan dat hoewel de financiële vooruitzichten voor een kader hebben gezorgd voor de ontwikkeling van nieuw beleid ter bevordering van de Europese integratie, ze tevens hebben gezorgd voor een grotere rigiditeit tussen de verschillende uitgavencategorieën (rubrieken) en het Europees Parlement bepaalde bevoegdheden hebben ontnomen, zoals het recht om de begroting in hoge mate vorm te geven op basis van de Verdragsbepalingen;

5.

is van mening dat als rechtvaardig institutioneel uitgangspunt de huidige Commissie, het huidige Parlement en de huidige Raad, waar de nieuwe lidstaten nog geen deel van uitmaken, slechts brede oriëntaties mogen opstellen voor de toekomstige financiële vooruitzichten, met inbegrip van de wetgevingsvoorstellen van de nieuwe Commissie die in november 2004 aantreedt, die door het nieuw gekozen Parlement en de uitgebreide Raad moeten worden vastgesteld;

6.

is vastbesloten om in deze zittingsperiode om democratische redenen geen besluiten te nemen die leiden tot het beperken van de bevoegdheden of mogelijkheden tot het nemen van besluiten van het in juni 2004 gekozen Parlement; verzoekt het volgende Parlement, de volgende Commissie en de uitgebreide Raad echter met het oog op de institutionele continuïteit rekening te houden met de oriëntaties indeze resolutie als basis voor toekomstige onderhandelingen;

7.

verwelkomt de benadering met betrekking tot behoeften en doelstellingen waarbij nadruk wordt gelegd op de toegevoegde waarde van communautaire uitgaven vergeleken met nationale begrotingen;

8.

herinnert eraan dat in artikel 6, lid 4 van het EU-Verdrag wordt bepaald dat de Unie zichzelf zal voorzien van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te bereiken en haar beleid uit te voeren;

9.

benadrukt dat bij het niet inwerking treden van de Grondwet tijdens de volgende financiële vooruitzichten de mogelijkheid van het handhaven van jaarlijkse procedures noodzakelijk geacht kan worden ter vermijding van een herziening achteraf om de middelen aan te passen aan de nieuwe geplande activiteiten;

10.

benadrukt dat de algemene bedragen ruimte moeten bieden voor de behoeften van de huidige en toekomstige wetgevingsvoorstellen teneinde de continuïteit van de communautaire activiteiten te waarborgen; verzoekt de Commissie het Parlement en de Raad de onderliggende documenten te doen toekomen en het Parlement te informeren over de programma's die de Commissie voorstelt te continueren of stop te zetten; verzoekt de nieuwe Commissie en het nieuwe Parlement derhalve om een parallelle evaluatie uit te voeren van de politieke prioriteiten van de Unie op wetgevings- en budgettair niveau, als basis voor de politieke en budgettaire keuzes die ten grondslag liggen aan het financiële kader;

11.

gaat ervan uit dat de bedragen die beschikbaar worden gesteld als communautaire middelen de EU in staat moeten stellen de cruciale en strategische doelen te verwezenlijken die worden genoemd in de ontwerpgrondwet;

12.

is van mening dat de definitieve inhoud van de mededeling bestudeerd moet worden om te evalueren of de uitgebreide Unie haar politieke toezeggingen kan nakomen en of zij in dit opzicht haar legitieme streven kan waarmaken;

Horizontale kwesties

Inzake het tijdschema

13.

herhaalt zijn wens, zoals reeds geuit in zijn verslag aan de Europese Conventie, en in brede zin overgenomen in de ontwerpgrondwet (artikel III-308), dat een financieel kader wordt vastgelegd voor een periode van 5 jaar; acht het om redenen van democratische verantwoordelijkheid en verantwoording van essentieel belang dat het tijdschema beter wordt afgestemd op de mandaatsperiodes van het Parlement en de Commissie;

14.

is van mening dat het Parlement niet is gebonden aan het besluit van de Europese Raad van oktober 2002 over de landbouwuitgaven tot 2013, en ziet geen reden om vanwege dit besluit een periode van 7 jaar te accepteren voor de nieuwe financiële vooruitzichten;

Inzake de BNI-plafonds

15.

betreurt de verwarring die bij het begin van het proces werd gewekt tussen vastleggings- en betalingskredieten in termen van het percentage van het BNI-plafond en is van mening dat de kloof daartussen twijfelachtig is vanuit politiek en budgettair oogpunt; herinnert eraan dat er om redenen van een deugdelijk beheer een ordelijk verband moet bestaan tussen vastleggingen en betalingen;

16.

wijst erop dat de plafonds die zijn vastgesteld met het besluit inzake het stelsel van eigen middelen 1,31 % aan vastleggingskredieten van het BNI en 1,24 % aan betalingskredieten van het BNI bedragen, en dat in het belang van transparantie de Commissie tevens de totale vastleggingskredieten moet presenteren, die in 2013 1,27 % van het BNI zullen bedragen, vergeleken met het plafond van eigen middelen voor vastleggingen;

17.

is van mening dat het, na het evalueren van de politieke prioriteiten op wetgevings- en begrotingsniveau, de verantwoordelijkheid van de Unie is om de taken van de Unie vast te stellen in het kader van een politieke strategie voor de middellange termijn, en op basis daarvan voldoende middelen vrij te maken;

18.

stelt vast dat in de periode 1996-2002 de begroting van de EU (met 15 lidstaten) groeide met 8,2 %, terwijl de nationale begrotingen met gemiddeld 22,9 % groeiden, hetgeen de rigiditeit en zuinigheid van de takken van de begrotingsautoriteit illustreert;

Inzake het profiel

19.

wijst op de discrepantie tussen het profiel van vastleggingskredieten en dat van betalingskredieten; wijst erop dat de progressieve en lineaire toename van de vastleggingen vergeleken met de onregelmatige ontwikkeling van de betalingen de kloof tussen bijdragen groter maakt; is van mening dat voor de komende wetgevingsvoorstellen de profielen beter aangepast moeten worden aan de programmacycli;

20.

is van mening dat alvorens besluiten worden genomen over het globale plafond van het financiële kader, de Commissie een nadere toelichting moet geven van haar voorstel betreffende de verhouding tussen vastleggingskredieten en betalingskredieten voor elk bepaald jaar gedurende de periode waarin het kader van kracht is, en duidelijk moet aangeven hoe dit van invloed is op de tenuitvoerlegging; verwacht in het bijzonder uitleg over de wijze waarop in het nieuwe financiële kader vertragingen bij de uitbetaling van middelen op het gebied van het structuurbeleid vermeden kunnen worden; verzoekt de Commissie een dergelijke analyse tegen de zomer van 2004 te presenteren, rekening houdend met het vereiste van een redelijke verhouding tussen vastleggingen en betalingen;

Inzake de structuur

21.

verzoekt de Commissie de begrotingsautoriteit een vergelijkende tabel te verstrekken met de huidige nomenclatuur per programma en met de hoogte van de geraamde uitgaven, teneinde een vergelijking met de huidige situatie te vergemakkelijken;

22.

verwelkomt de inspanningen van de Commissie ter vermindering van het aantal rubrieken (van 8 naar 5); stelt echter vast dat het aantal deelrubrieken is toegenomen; is van mening dat een lager aantal rubrieken niet zou moeten leiden tot een grotere rigiditeit; is van mening dat het huidige systeem over het algemeen zijn doeltreffendheid heeft bewezen; wenst pas een standpunt te formuleren nadat de Commissie nadere informatie inzake haar motivering heeft verstrekt en het Parlement deze informatie heeft kunnen evalueren;

23.

herinnert eraan dat tengevolge van in onvoldoende mate geplande middelen binnen de relevante uitgavenrubriek enerzijds en rigiditeit tussen de verschillende rubrieken anderzijds het flexibiliteitsinstrument, voorzien in punt 24 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999, moest worden gemobiliseerd in 2000, 2001 en 2002, teneinde onvoorziene behoeften te dekken; verzoekt de Commissie om de verschillende flexibiliteitsmechanismen tussen en binnen rubrieken te verduidelijken en om in voldoende mate rekening te houden met de verschillende mogelijkheden die het Parlement heeft voorgesteld tijdens de onderhandelingen over de huidige financiële vooruitzichten;

24.

betreurt dat de Commissie niet een specifieke reserve heeft voorgesteld voor extern beleid om in te kunnen spelen op onvoorziene crises, terwijl zij wel een Groeiaanpassingsfonds van 1 miljard EUR voor de nieuwe rubriek 1a heeft voorgesteld;

25.

benadrukt dat de noodzaak om groei en concurrentievermogen te versterken, alsmede de economische en sociale samenhang tussen de lidstaten belangrijke doelstelling van de uitgebreide Unie zijn;

26.

herinnert eraan dat het besluit van de Europese Raad van oktober 2002, waarnaar wordt verwezen in het toetredingsverdrag (bijlage XV), inzake landbouwuitgaven gericht was op het vaststellen van een plafond en niet van een minimum; is voornemens de gevolgen van dit besluit in een wereldwijder verband te bestuderen;

27.

benadrukt de noodzaak om de zichtbaarheid voor de administratieve uitgaven van de Commissie te handhaven door ze duidelijk te identificeren;

28.

benadrukt dat het financieel kader, in 1999 overeengekomen voor de periode 2000-2006, niet voorzag in een toename van de eigen middelen; stelt vast dat het voorstel van de Commissie (voor 27 lidstaten) voorlopig evenmin voorziet in een stijging van het plafond van de eigen middelen;

29.

herhaalt zijn voornemen om het EOF in de algemene begroting op te nemen, overeenkomstig het beginsel van eenheid, en ter waarborging van democratische controle over dit belangrijke onderdeel van het ontwikkelingsbeleid van de EU, zonder dat dit ten koste mag gaan van het algehele volume van EU-steun aan de armste landen;

30.

bevestigt de noodzaak van een hervorming van het huidige stelsel van eigen middelen, om te zorgen voor een grotere zichtbaarheid voor Europese burgers en om rekening te kunnen houden met nationale overwegingen; is bereid om voorstellen voor een op het beginsel van de communautaire solidariteit berustend algemeen correctiemechanisme te evalueren;

Specifieke terreinen

31.

verzoekt de Commissie rekening te houden met de adviezen van de parlementaire commissies, waarvan de prioriteiten in onderstaande paragrafen worden weergegeven;

Concurrentievermogen voor groei en werkgelegenheid

32.

is het met de Commissie eens dat de Europese inspanning inzake onderzoek en technologische ontwikkeling een belangrijke doelstelling van de uitgebreide Europese Unie is; herinnert met name aan het belang van een passende financiering, zowel op communautair als op nationaal niveau, met een goed evenwicht tussen overheids- en particuliere financiering; spreekt zijn bezorgdheid uit dat de toegang tot kapitaal voor O&O voor Europese KMO's nog altijd beperkt is en dat uitgaven voor O&O door KMO's in de VS 3 tot 6 maal hoger zijn; stelt vast dat de voltooiing van een „Europese onderzoeksruimte” van belang is voor duurzame ontwikkeling, maar is niettemin bezorgd over de dringende behoefte aan concrete instrumenten om de doelstellingen in de mededelingen te bereiken; benadrukt bovendien de bijdrage van de energiesector aan duurzame ontwikkeling, en benadrukt in het bijzonder het belang van de overdracht en ontwikkeling van de bestaande instrumenten (zoals het programma voor intelligente energie) in de uitgebreide Europese Unie, en roept op tot passende Europese maatregelen voor zowel de energievoorziening als de ontwikkeling van trans-Europese netwerken;

33.

is verheugd over de prioriteit die de Europese Commissie verleent aan de bevordering van het concurrentievermogen van ondernemingen, met name door:

betere toegang tot de communautaire financiële instrumenten voor KMO's,

de bevordering van technologieoverdracht, de opbouw van innovatienetwerken en coördinatie tussen Europese ondernemingen,

verbetering van het Europese concurrentievermogen en de productiviteit door verdere ontwikkeling van de informatiemaatschappij,

ontwikkeling en bevordering van internationale normen voor ICT en mobiele telecommunicatietechnologieën (zoals 3G);

verzoekt de Commissie, teneinde de doelstellingen in de mededeling te bereiken, zo snel mogelijk passende wetgevings- en niet-wetgevingsvoorstellen te presenteren, gericht op het bereiken van de bredere doelstelling van een duurzame ontwikkeling;

34.

herinnert eraan dat, overeenkomstig artikel 3, lid 2 van het EG-Verdrag, de bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen een basisbeginsel is van de EU en dat dit geïmplementeerd zou moeten worden in alle communautaire acties en beleidsprogramma's; dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat er in alle belangrijke begrotingsposten van het nieuwe financieel kader (2007-2013) rekening gehouden wordt met de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en dat er doelstellingen en bench-marks worden vastgesteld;

35.

benadrukt dat, overeenkomstig de doelstellingen van de strategie van Lissabon en de doelstellingen van de Europese Raad van Barcelona om werk- en privé-leven beter met elkaar te combineren door te zorgen voor voldoende kinderopvang, een passend deel van de 16 % van de EU-middelen voor concurrentievermogen, groei en werkgelegenheid moeten worden aangewend om het percentage werkende vrouwen in de uitgebreide Unie te vergroten, rekening houdend met de speciale behoefte om de sociaal-economische en werkgelegenheidssituatie van vrouwen in de nieuwe lidstaten te verbeteren;

36.

is verheugd over het belang dat de Commissie hecht aan de agenda voor het sociaal beleid, met name de ondersteuning van de sociale dialoog en de initiatieven die ertoe bijdragen om te anticiperen op de verandering en om deze aan te kunnen; wijst erop dat deze initiatieven vooral met betrekking tot de uitgebreide Unie van het allergrootste belang zijn voor de interne cohesie en de sociale rust; wijst erop dat de in de Verdragen verankerde sociale dialoog met name in de nieuwe lidstaten moet worden versterkt;

37.

gaat ervan uit dat met name in de nieuwe lidstaten veel aandacht besteed moet worden aan de implementatie van de arbeidswetgeving, inclusief de wetgeving inzake de bescherming van de werknemer, met name door de „beste praktijken” te bevorderen;

38.

is daarom van mening dat bij de volgende hervorming van de Structuurfondsen moet worden uitgegaan van de volgende beginselen: concentratie van de taken, vereenvoudiging van het beheer en een nieuwe verdeelsleutel van de middelen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de absorptiecapaciteit van de ontvangende regio's;

39.

wijst erop dat een hoog niveau van volksgezondheid ook bijdraagt tot duurzame ontwikkeling, lage werkloosheid en algemene welvaart; gaat ervan uit dat de uitbreiding zal leiden tot een breder scala van problemen die verband houden met de volksgezondheid; dringt aan op een nieuw financieel instrument voor de volksgezondheid dat operationeel moet worden wanneer het huidige actieprogramma is afgelopen, om deze nieuwe uitdagingen te kunnen aangaan;

40.

is van mening dat tegenover een ruimere financiële ondersteuning van de mobiliteit onder studenten verlangd mag worden dat deze uitgaven ook een feitelijke meerwaarde sorteren; stelt vast dat de mobiliteitssubsidies voor studenten ontoereikend zijn, wat ertoe heeft geleid dat tot dusverre vooral studenten uit welvarender milieus van deze regelingen hebben kunnen profiteren; dringt er bij de lidstaten op aan te zorgen voor een reële toegang tot deze subsidies, en daarbij rekening te houden met de financiële behoeften van de aanvragers, uitgaande van de definitie van „behoeften” in de nationale steunregelingen;

41.

is ingenomen met de nadruk die de Commissie legt op steun aan netwerken van culturele organisaties en aan burgerinitiatieven voor een interculturele dialoog; stelt vast dat de culturele sector een aanzienlijke bijdrage levert aan de economische groei en de werkgelegenheid in Europa en beklemtoont de noodzaak tot vereenvoudiging van de administratieve procedures voor de financiering van instellingen in de culturele sector; wijst erop dat de audiovisuele industrie nog altijd is opgedeeld in nationale markten en dringt aan op het wegnemen van obstakels voor de verspreiding van Europese films;

42.

beklemtoont dat in verband met de aanbevelingen meer groei tot stand te brengen om te voldoen aan de doelstellingen van de Europese Unie in 2010 de meest concurrerende en meest dynamische kenniseconomie te zijn met een duurzame economische groei en een sterkere sociale cohesie, de „culturele toegevoegde waarde” niet mag worden vergeten; is van mening dat het concept van de „Europese toegevoegde waarde” niet beperkt moet blijven tot nauwere samenwerking tussen de lidstaten, maar tevens een „visionair” facet moet omvatten;

43.

is ingenomen met de vastberadenheid van de Commissie over de gehele lijn de financieringsinstrumenten te consolideren en te rationaliseren; is van mening dat op het terrein van onderwijs-, scholings-, jeugd- en cultuurbeleid consolidering en rationalisering kunnen leiden tot omvangrijke administratieve bezuinigingen, de zichtbaarheid van de programma's kunnen verbeteren en ze voor de burger doorzichtiger kunnen maken;

Cohesie voor groei en werkgelegenheid

44.

benadrukt het belang van het cohesiebeleid bij het uitwerken van maatregelen die moeten leiden tot betere economische prestaties van de toekomstige lidstaten en regio's, alsook van de huidige regio's die zijn achtergesteld wegens een gebrek aan infrastructuur, hun ultraperifere karakter, permanente geografische beperkingen of in verval geraakte industrie; herhaalt het verzoek van het Parlement om het cohesiebeleid met 0,45 % van het BBP van de EU te financieren, zodat de doelstellingen van dit beleid in de uitgebreide Unie kunnen worden verwezenlijkt;

45.

verlangt dat de uitgaven voor cohesie ter bevordering van groei en werkgelegenheid, en in het bijzonder het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, voorzien in continuïteit in de investeringen in regio's waar het „statistische effect” negatief is, en dat er voldoende financiële middelen voorhanden zijn om het regionaal beleid in de achterstandsgebieden in de huidige 15 lidstaten voort te zetten; wijst op de specifieke problemen waarmee afgelegen, landelijke of bergachtige streken, eilanden en schaars bevolkte regio's te kampen hebben; dringt erop aan dat in ander sectoraal beleid rekening wordt gehouden met de behoeftes van deze regio's en dat criteria, zoals toegankelijkheid, in aanmerking worden genomen om de cohesie te vergroten;

46.

is van mening dat staatssteun moet worden toegelaten in regio's die niet onder doelstelling 1 vallen, indien dit bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het communautair cohesiebeleid; verzoekt de Commissie een nieuwe verordening betreffende staatssteun te presenteren die beter verenigbaar is met de nieuwe verordeningen voor het cohesie- en regionaal beleid; verzoekt de Commissie in dit verband dan ook zo snel mogelijk opheldering te verschaffen over het lot van de regionale steun overeenkomstig artikel 87, lid 3, onder c) van het EG-Verdrag, en met name te zorgen voor een territoriale differentiatie tussen de regio's die in aanmerking komen voor de doelstelling op het vlak van de regionale mededinging en de werkgelegenheid;

47.

verwacht dat de Commissie, met name tegen de achtergrond van de ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan op het gebied van structurele acties (RAL, onbetrouwbaarheid van de ramingen van de lidstaten van hun behoeften op het gebied van uitgaven), nieuwe voorstellen zal indienen, als aanvulling op het nieuwe financiële kader, met als doel een betere controle op de tenuitvoerlegging van de kredieten, waarbij de lidstaten meer verantwoordelijkheid krijgen door middel van gedeeld beheer, bijvoorbeeld door meer gebruik te maken van cofinanciering en „sunset clauses”;

48.

merkt op dat trans-Europese vervoersnetwerken (TEN) belangrijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de agenda van Lissabon; is van mening dat goed presterende TEN een essentiële katalysator zijn voor duurzame mobiliteit van goederen en personen; stelt vast dat de Commissie van plan is de grensoverschrijdende samenwerking en de ontwikkeling van Europese netwerken te versterken; is van mening dat de invoering van een financiële bonus voor deze prioritaire projecten van Europees belang, of voor onderdelen daarvan, die in de komende drie jaar worden afgerond, een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling van de TEN zou zijn;

Behoud en beheer van natuurlijke hulpbronnen

49.

verwelkomt de toegenomen aandacht voor onderzoek en ontwikkeling en roept de Commissie op in dit kader eveneens aandacht te besteden aan innovatie binnen de landbouwsector;

50.

betreurt dat de Commissie in het voorgestelde financieel kader niet — zoals werd aangekondigd in de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid — een versterking van de tweede pijler in de toekomstige begroting van de EU vastlegt, maar veeleer de beoogde uitgaven voor de plattelandsontwikkeling op het niveau van 2006 wil bevriezen, wat bij 25 c.q. 27 toekomstige lidstaten zal leiden tot een voortdurende daling van de middelen voor plattelandsontwikkeling;

51.

verzoekt de Commissie derhalve de financiële vooruitzichten te corrigeren om de plattelandsregio's ten opzichte van de stedelijke gebieden niet te benadelen, maar een verdere economische achteruitgang en ontvolking van benadeelde regio's te voorkomen;

52.

is van mening dat in de plaats van de tot dusver geldende strikte scheiding tussen de rubrieken 1a en 1b, op grond van de hervormingsbesluiten van het GLB over de aanpassing, een mechanisme voor de overdracht van middelen naar projecten ter bevordering van de plattelandsontwikkeling moet komen, zodat de in het jaar 2003 ingezette nieuwe koers van het Europese landbouwbeleid voldoende aan bod komt;

53.

merkt op dat de communautaire visserijsector ingrijpende veranderingen ondergaat om een langetermijnperspectief te kunnen behouden en in een geglobaliseerde economie concurrerend te kunnen blijven; meent dat voldoende middelen beschikbaar moeten worden gesteld om de verschillende taakgebieden te kunnen financieren die het gemeenschappelijk visserijbeleid uitmaken: instandhouding en bescherming van hulpbronnen, internationale overeenkomsten, markten, structurele maatregelen, sociale aspecten, enz.; is derhalve van mening dat de bestaande maatregelen voor de visserij in het kader van de structuurfondsen moeten worden gehandhaafd en eventueel worden verbeterd, met inbegrip van de sociaal-economische maatregelen, opdat de Europese visserij haar concurrentievermogen op een vrije wereldmarkt kan behouden;

54.

is ingenomen met de vorderingen op het gebied van interinstitutionele samenwerking in het kader van de onderhandelingen over internationale visserijovereenkomsten, in het bijzonder met de Commissie, maar meent toch dat nog een lange weg dient te worden afgelegd om het Parlement echt aan de uitstippeling en uitvoering van het GVB op dit terrein te laten deelnemen; is ook van mening dat een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen de financiële compensatie voor de toegang tot visserij en de gerichte maatregelen, en dat de Commissie moet kunnen nagaan of deze laatste adequaat zijn uitgevoerd;

55.

is verheugd dat „duurzame ontwikkeling” als een van de drie prioriteiten is voorgesteld in de nieuwe financiële vooruitzichten; betreurt echter dat er een oppervlakkige interpretatie wordt gegeven van het duurzaamheidsconcept; merkt op dat de Commissie alleen marginale belangstelling heeft voor de bezorgdheid op milieugebied en er onvoldoende in slaagt de milieuaspecten van duurzame groei te integreren in haar algemene beleidsvorming; dringt er derhalve bij de Commissie op aan „duurzame ontwikkeling” inhoudelijk een prominentere plaats te geven in al het communautair beleid;

56.

is verheugd dat de Commissie heeft voorgesteld het milieubeleid samen met het landbouw-, structuur- en visserijbeleid in de toekomst uit één begrotingspost te financieren; wijst erop dat dit beleid grote gevolgen heeft voor het milieu; benadrukt dat de milieudimensie in de praktijk in het communautair beleid moet worden geïntegreerd (’groenen’) door op alle beleidsterreinen zorgvuldige en methodologische milieueffectbeoordelingen uit te voeren, met name op het terrein van het GLB en de Structuurfondsen;

57.

is verheugd over de verwijzing naar de financiering van het Natura 2000-netwerk; is van mening dat dit een cruciaal element is om tegen 2010 de doelstelling te halen van het beperken van het verlies aan biodiversiteit; dringt aan op voor Natura 2000 geoormerkte bedragen in het kader van regionaal beleid en plattelandsontwikkeling;

Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid

58.

is verheugd over het voorstel van de Commissie om het Europese burgerschap, met inbegrip van de voltooiing van de ruimte voor vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, tot een van de topprioriteiten te maken van de Uitgebreide Europese Unie voor 2007-2013; geeft uiting aan zijn tevredenheid met en steun aan het voorstel om een specifiek hoofdstuk „burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid” in het nieuwe financiële vooruitzicht op te nemen als een logisch voortvloeisel van het voornemen om prioriteit te schenken aan dit beleidsgebied;

59.

beschouwt de bescherming van de buitengrenzen van de Europese Unie in geïntegreerd verband als een belangrijke uitdaging, waarvoor toereikende middelen beschikbaar moeten worden gesteld; benadrukt tegelijkertijd de noodzaak van grotere inspanningen om tot een gemeenschappelijk asielbeleid te komen, met een veel sterker element van lastendeling en eveneens een krachtiger beleid tot integratie van onderdanen van derde landen die binnen de Europese Unie wonen;

60.

is van mening dat de Europese Unie tegemoet moet komen aan de toenemende bezorgdheid van de Europese burgers over interne veiligheidskwesties en een grotere verantwoordelijkheid op zich zou moeten nemen in de strijd tegen de internationale georganiseerde misdaad en het terrorisme;

61.

verlangt een krachtiger verdediging van de fundamentele rechten, onder meer door de totstandbrenging van een werkelijke rechtsruimte, die op wederzijds vertrouwen gebaseerd is;

De EU als globale partner

62.

dringt erop aan dat de uitroeiing van armoede en de millenniumdoelstellingen, de voornaamste doelstellingen van het communautaire ontwikkelingsbeleid, deel blijven uitmaken van de belangrijkste doelen van de rubriek „Extern beleid”, en dat voor dit doel middelen worden gevrijwaard van overschrijving ten behoeve van andere doelen;

63.

steunt het beginsel van de „vereenvoudigde structuur” voor het extern beleid, maar dringt erop aan dat dit niet mag leiden tot een minder grote rol voor het Europees Parlement noch in de medebeslissings-procedure noch ten aanzien van het gebruik van zijn begrotings- en kwijtingsbevoegdheden;

64.

dringt erop aan dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen die gebieden van het extern beleid die specifieke kenmerken hebben en waarvoor de financiële voorwaarden afzonderlijk moeten worden beoordeeld: pre-toetredingssteun, versterkt nabuurschap, ontwikkelingssamenwerking, humanitaire hulp, betrekkingen met ACS-landen, vrede en veiligheid, reserves;

65.

hamert erop dat de opneming in de begroting van het EOF er niet toe mag leiden dat het algemene subsidieniveau voor ACS-landen wordt verlaagd en dat ervoor gezorgd moet worden dat deze middelen worden aangewend voor de uitroeiing van armoede overeenkomstig de „beste praktijken” op ontwikkelingsgebied en dat deze middelen gegarandeerd worden ingezet in ACS-landen, door middel van subrubrieken of geoormerkte bedragen in de financiële vooruitzichten;

66.

verlangt herstructurering en rationalisering van de begrotingsinstrumenten teneinde het reactievermogen en de flexibiliteit van het externe optreden van de Unie te doen toenemen, met instandhouding van de transparantie van de aangewende mechanismen en zonder dat de naleving van gedane toezeggingen in gevaar komt; bevestigt nogmaals de noodzaak van de invoering van een mechanisme ter raadpleging ex ante en controle ex post door het Europees Parlement, met name waar het de herverdeling van de kredieten betreft; is verheugd over de door de Commissie voorgestelde rationalisering van de rubrieken en stelt een verdeling voor van de kredieten per thema in overeenstemming met de horizontale politieke prioriteiten en doelstellingen van de Unie, in combinatie met een geografische structuur waarmee deze kredieten op soepele wijze voor een bepaald gebied kunnen worden vrijgemaakt; stelt vraagtekens bij de relevantie van de huidige verdeling van de bevoegdheden tussen externe betrekkingen en ontwikkeling en stelt voor deze te herzien;

67.

bevestigt dat de buurlanden van het uitgebreide Europa een prioritair gebied vormen voor actie en aandacht; wenst daartoe dat de bepalingen van het strategiedocument inzake de betrekkingen met de Arabische wereld ten uitvoer worden gelegd; betoont zijn steun aan alle maatregelen die noodzakelijk zijn om ervoor zorgen dat het nieuwe nabuurschapsbeleid ten zuiden en ten oosten van de Unie een gebied van welvaart en stabiliteit tot stand brengt; wijst erop dat het proces van Barcelona moet worden verdiept en dat de politieke en economische hervormingen in de geassocieerde Middellandse-Zeelanden moeten worden ondersteund; wenst met name dat op het Afrikaanse continent en in de landen met de hoogste armoede- en onderontwikkelingspercentages de synergie tussen het humanitaire beleid, de ontwikkelingsprogramma's en de politieke samenwerking een nieuwe impuls krijgt;

68.

wijst erop dat een geloofwaardige wereldmacht bereid moet zijn om zowel op korte termijn te reageren op onverwachte situaties als op lange termijn strategieën te ontwerpen die duurzame verplichtingen met zich meebrengen; wijst erop dat het externe optreden van de Unie globaal moet worden opgezet; herinnert eraan dat het met name gaat om de bevordering van macro-economische steun ter preventie van allerlei conflicten, om vredehandhavende operaties, alsmede maatregelen voor de beheersing van civiele, militaire, technologische en milieucrises, in het bijzonder door middel van snelle inschakeling van een interventiemacht;

69.

benadrukt heel in het bijzonder de noodzakelijke toewijzing van voldoende kredieten voor aspecten die verband houden met de politieke samenwerking, armoedebestrijding, bevordering van de democratie en mensenrechten, alsmede met de toegang van de bevolking tot basisgoederen en -diensten; legt heel bijzonder de nadruk op de noodzaak om, door middel van extern optreden, de toegang te bevorderen tot de gezondheid (met inbegrip van de reproductieve gezondheid), onderwijs, onderzoek en nieuwe technologieën en de aanhoudende bestrijding van antipersoneelmijnen en hun gevolgen;

70.

wijst nogmaals op het belang van een parlementaire dimensie van de WTO en moedigt verdere initiatieven betreffende democratische instrumenten op het vlak van de handel aan; is van mening dat de Europese Unie, als wereldwijde partner in de huidige context van globalisering, haar rol als leidende handelsmacht en als actieve partner bij de onderhandelingen over multilaterale normen moet versterken;

*

* *

71.

verzoekt de Commissie passende oplossingen voor te stellen voor de presentatie van administratieve uitgaven, om transparantie en democratische controle op personeelskwesties mogelijk te maken; deze oplossingen moeten gelden voor zowel de verschillende beleidsgebieden als voor de posten betreffende de administratieve uitgaven van de andere instellingen;

72.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB L 253NROJ van 7.10.2000, blz. 42.

(2)  PB C 169 van 18.7.2003, blz. 1.

(3)  P5_TA(2003)0589.DT.

(4)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

P5_TA(2004)0368

Economische en sociale cohesie (Derde verslag)

Resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie over het Derde verslag over de economische en sociale cohesie (COM(2004) 107 — C5-0092/2004 — 2004/2005(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie (COM(2004) 107) (C5-0092/2004),

gelet op artikel 299, lid 2 van het EG-Verdrag,

onder verwijzing naar zijn resoluties op het gebied van gelijke kansen van mannen en vrouwen in de Europese Unie, in het bijzonder zijn resolutie van 13 maart 2003 over de doelstellingen van de structuurfondsen wat betreft gelijke kansen voor vrouwen en mannen (1),

gezien de conclusies van de Europese Raad in Kopenhagen van december 2002 over de uitbreiding,

gezien de besluiten over de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid tijdens de bijeenkomst van de Raad Landbouw van 26 juni 2003 in Luxemburg,

gezien de Conferentie over plattelandsontwikkeling in een uitgebreid Europa, die plaats eheft gevonden in Salzburg op 13-14 november 2003,

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Bouwen aan onze gemeenschappelijke toekomst — Beleidsuitdagingen en begrotingsmiddelen in de uitgebreide Unie 2007-2013 (COM(2004) 101),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en de Commissie rechten van de vrouw (A5-0272/2004),

A.

overwegende dat de noodzaak van een omvattend Europees cohesiebeleid duidelijk blijkt uit de grote verschillen in ontwikkeling die nog steeds bestaan tussen de verschillende regio's, een situatie die nog zal verergeren met de komende uitbreiding van de Unie,

B.

overwegende dat de versterking van de economische en sociale cohesie, de vermindering van de territoriale verschillen en de bevordering van een harmonieuze, polycentrische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling een verplichting op grond van het Verdrag vormen, die consequent de steun van het Europees Parlement heeft gekregen,

C.

overwegende dat in de ontwerpgrondwet van de Unie de cohesiedoelstelling nog meer gewicht heeft gekregen doordat een verwijzing naar de territoriale dimensie is opgenomen,

D.

overwegende dat structurele investeringen in gebieden die onder het cohesiebeleid vallen, via de intra-Europese handel vooral in kapitaalgoederen de economie van de overige gebieden van de Unie ten goede komen,

E.

overwegende dat met de komende uitbreiding het aandeel van de bevolking dat te maken krijgt met steun uit het Cohesiefonds van 68 miljoen tot 116 miljoen zal stijgen, hetgeen neerkomt op een procentuele stijging van 18 naar 25 %; overwegende dat het Europees Parlement reeds heeft verklaard dat de huidige drempel van 0,45 % van het communautair BBP bestemd voor het cohesiebeleid een drempel is die lager ligt dan wat mogelijk is zonder te tornen aan het uiteindelijk welslagen van de doelstellingen van het cohesiebeleid van de Unie;

F.

overwegende dat meer overleg met het maatschappelijke middenveld, dat de mogelijkheid schept voor evenwichtige en gelijkwaardige partnerschappen, mede zal bewerkstelligen dat de behoeften van de mensen, het milieu en de economische belangen van de regio's aan bod komen bij het hele proces van programmering, implementatie en evaluatie van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds,

G.

overwegende dat het Europees beleid inzake economische en sociale cohesie tot dusverre over het geheel genomen positieve resultaten heeft opgeleverd en landen met ontwikkelingsachterstand in de gelegenheid heeft gesteld aanzienlijke vooruitgang te boeken, met name op het gebied van de economische groei, voor het merendeel — procentueel gezien — in aanzienlijker mate dan de rijkere landen van de Unie,

H.

overwegende dat gezorgd moet worden voor coherentie tussen het mededingingsbeleid en het regionale ontwikkelingsbeleid, hetgeen inhoudt dat overheidssteun niet mag leiden tot verplaatsingen van economische activiteiten,

I.

overwegende dat de uitgebreide Unie de uitdagingen van de agenda's van Lissabon, Gotenburg en Tampere alleen het hoofd zal kunnen bieden, wanneer beseft wordt dat de steden een schat aan uiteenlopend en nog niet op zijn reële waarde geschat collectief goed vertegenwoordigen en dat zij een sterke stimulans vormen voor de dynamiek van de economische groei, duurzame ontwikkeling, regionale cohesie, democratische participatie, sociale en multi-etnische integratie en veiligheid,

J.

overwegende dat de regio's nauwer moeten worden betrokken bij een doeltreffender en transparanter controlesysteem inzake de toewijzing, verdeling en besteding van de structuurfondsen,

K.

overwegende dat ondanks de wil die bestaat om gelijke kansen van mannen en vrouwen te bevorderen, de vooruitgang op dit terrein nog verre van bevredigend is,

L.

overwegende dat het unieke potentieel van Europa voor stabiele groei en duurzame ontwikkeling alleen grondig kan worden geëxploiteerd door middel van een werkelijk gemeenschappelijke Europese strategie op basis van financiering door de Gemeenschap, gericht op gebieden en sectoren die bijzondere problemen kennen,

M.

overwegende dat het Europees Sociaal Fonds (ESF) van alle structuurfondsen de belangrijkste rol heeft gespeeld bij de verwezenlijking van de doelstelling van gelijke kansen,

N.

overwegende dat de oppervlakte en de maatschappelijke betekenis van het platteland in de Europese Unie na de uitbreiding aanzienlijk zullen toenemen, waardoor de rol van het platteland op het gebied van de sociale en territoriale samenhang groter zal worden,

O.

overwegende dat het platteland na de hervorming van het GLB wordt geconfronteerd met nieuwe uitdagingen en een belangrijke rol te vervullen heeft op het gebied van de sociale en territoriale samenhang,

P.

overwegende dat het in leven houden van het platteland, met name in de minst ontwikkelde of aan natuurlijke beperkingen onderhevige gebieden, op eilanden, in perifere regio's en bergachtige en schaars bevolkte gebieden, ook in de toekomst een van de centrale doelstellingen van alle beleidsvormen van de Europese Unie, met name van het cohesiebeleid, moet blijven,

Algemene opmerkingen

1.

deelt de mening van de Commissie dat de maatregelen van de Gemeenschap niet alleen een belangrijke toegevoegde waarde in termen van economische en sociale cohesie verschaffen, maar ook een werkelijke waarde voor de geïnvesteerde middelen opleveren voor de Unie en de lidstaten, en het gevoel deel uit te maken van deze Unie versterken;

2.

juicht toe dat er in het herziene cohesiebeleid rekening wordt gehouden met de territoriale dimensie, hetgeen volledig in overeenstemming is met de geest van de ontwerpgrondwet voor Europa waarin de economische, sociale en territoriale cohesie op één lijn worden gesteld;

3.

onderkent dat de Europese duurzame ontwikkelingsstrategie die de Europese Raad in Gotenburg van 15-16 juni 2001 is overeengekomen onderdeel uitmaakt van de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van Lissabon, en dat dit derhalve zichtbaarder zou moeten zijn voor de Europese burgers in de toekomstige maatregelen van de Structuurfondsen en het Cohesiefonds;

4.

onderschrijft de erkenning door de Commissie dat het Europees regionaal beleid alle regio's en lidstaten van de Unie betreft en spreekt derhalve zijn voldoening uit over het feit dat niet is voorgesteld om het cohesiebeleid weer op nationale leest te schoeien;

5.

is verheugd over de steun van de Commissie aan de eis dat alle structuurmaatregelen in de hele EU moeten voldoen aan de milieuwetgeving van de EU en moeten stroken met de doelstellingen van het Milieuactieprogramma;

6.

wijst er, eveneens op basis van de in de afgelopen jaren opgedane ervaring, op dat het economische en sociale cohesiebeleid een belangrijke bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een regio, wanneer de overdracht van middelen wordt vertaald in kwaliteitsprojecten die een aanzienlijke weerslag op het gebied kunnen hebben;

7.

is verheugd over het feit dat de Commissie erkent dat alle structuurmaatregelen in de hele EU moeten stroken met de doelstellingen van het Milieuactieprogramma en moeten voldoen aan de milieuwetgeving van de EU;

8.

onderkent de limieten die de financiële discipline voorschrijft bij de toewijzing van middelen voor het regionaal en cohesiebeleid, en meent dat daarom het percentage van 0,41 % van het BNI van de Unie (of 0,46 % vóór de overdracht naar de instrumenten voor platteland en visserij) een aanvaardbaar compromis kan zijn;

9.

is tegelijkertijd van mening dat daarbij moet worden gewaarborgd dat de overgedragen middelen voor plattelandsontwikkeling ten goede blijven komen aan de desbetreffende regio's;

10.

stelt vast dat de toetreding van nieuwe lidstaten de behoefte aan investeringen en de verschillen binnen de Unie exponentieel zal doen toenemen;

11.

dringt aan op handhaving van het objectieve karakter van de uitgaven van de structuurfondsen en het Cohesiefonds; acht handhaving van de regel N+2 noodzakelijk voor het automatisch vrijkomen van de niet-uitgevoerde kredieten die ter verbetering van de uitvoering van de kredieten in de huidige programmeringsperiode doeltreffend is gebleken;

12.

stemt in met de globale verdeling van middelen over de drie doelstellingen;

13.

acht het een goede zaak dat voor de toewijzing van middelen aan de lidstaten de absorptiegrens van 4 % van het nationale BBP wordt gehandhaafd en dat daarbij rekening zal worden gehouden met de bedragen in het kader van de instrumenten voor de plattelandsontwikkeling en de visserij;

14.

is ervan overtuigd dat het cohesiebeleid voor de Unie een essentieel instrument is om de doelstellingen van Lissabon te verwezenlijken; onderschrijft dan ook de beginselen van steun voor innovatie en voor activiteiten ter stimulering van het regionale concurrentievermogen; is van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de tien aanbevelingen in het Europees Handvest voor kleine ondernemingen een van de draagvlakken van deze politieke ambitie moet zijn;

Een nieuwe structuur voor het cohesiebeleid van de EU na 2006

Doelstelling: Convergentie

15.

steunt de handhaving van de limiet van 75 % van het BBP van de Gemeenschap per capita als belangrijkste criterium voor toelating tot deze doelstelling; staat positief tegenover de onderkenning van het zogenoemde statistisch effect en de voorgestelde tijdelijke steun voor die regio's die anders zouden afvallen doordat het communautaire BBP als gevolg van de uitbreiding lager komt te liggen;

16.

dringt erop aan dat de steun voor regio's die te maken krijgen met het statistische effect als aangegeven vertaald wordt in de toekomstige wetsvoorstellen van de Commissie en voorzien wordt van adequate financiële middelen;

17.

is verheugd over de integratie van het ESF in de nieuwe convergentiedoelstelling en hoopt dat dit zal leiden tot meer investering in menselijk kapitaal in achtergebleven gebieden;

18.

wijst erop dat het Protocol inzake de cohesie dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie is gehecht, de inschakeling regelt van het cohesiefonds voor die lidstaten wier BNP onder de 90 % van het communautaire gemiddelde ligt; meent dat met name de nieuwe lidstaten hiervan profijt zullen hebben;

19.

dringt erop aan dat de prioritaire thema's de nodige steun krijgen van de Europese structuurfondsen en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, met name waar het gaat om lokale infrastructuur, de ontwikkeling van infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie, vervoer en sociale infrastructuur; meent dat op deze prioritaire gebieden de sociale participatie van benadeelde groepen moet worden gestimuleerd en hindernissen voor de toegang van mensen met een handicap uit de weg moeten worden geruimd;

20.

dringt er bij de Commissie op aan met bijzonder ambitieuze wetgevingsvoorstellen te komen om ervoor te zorgen dat bij de vervoersinfrastructuur die in het kader van het Cohesiefonds na 2006 zal worden gefinancierd, volledig wordt uitgegaan van de ontwikkeling van de meest milieuvriendelijke vervoerswijzen (per spoor, via waterwegen en over zee, programma's voor gecombineerd vervoer), overeenkomstig de doelstellingen in het Witboek over het Europees vervoersbeleid tot 2010;

Doelstelling: Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

21.

juicht de invoering toe van een werkelijk nieuwe doelstelling 2 die alle regio's omvat buiten de Convergentiedoelstelling; juicht tegelijk de benadering van de Commissie inzake de regionale afbakening van gebieden toe zodat maatregelen in het hele regionale gebied flexibel kunnen worden uitgevoerd en kunnen worden geconcentreerd op gebieden waar steun het hardst nodig is;

22.

meent bovendien dat de tweeledige benadering van de anticipatie en de bevordering van economische verandering, met regio's en bevolking als uitgangspunt, coherent en innoverend kan zijn, vooropgesteld dat ervoor wordt gezorgd dat EFRO- en ESF-fondsen gecoördineerd worden ingezet; dringt er in dit verband bij de Commissie op aan dat in dit kader bij de strijd tegen sociale uitsluiting ook de structuur van het EQUAL-initiatief ten volle wordt betrokken;

23.

is van mening dat het doel van de communautaire maatregelen gericht moet zijn op vergroting van de convergentie en verkleining van de verschillen tussen de regio's en maatschappelijke uitsluiting; verzoekt de Commissie criteria te ontwikkelen die ervoor moeten zorgen dat de communautaire middelen, gericht op dit doel, worden geconcentreerd op gebieden met de grootste behoeften;

24.

is van mening dat er een eerlijk compromis is bereikt met het voorstel dat de huidige doelstelling 1 — regio's die door hun economische ontwikkeling niet meer voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor de toekomstige Convergentiedoelstelling, toch profijt hebben van een tijdelijke „phasing-in” steun krachtens deze doelstelling;

25.

steunt de voorgestelde toewijzing van financiële middelen op basis van communautair erkende economische, sociale en territoriale criteria; wijst er in dit verband op dat voor de verdeling van de middelen het regionale welvaartspeil doorslaggevend moet zijn;

26.

bekrachtigt dat vooral bedrijven die de afgelopen tijd EU-subsidie hebben ontvangen, niet uitsluitend vanwege de verplaatsing van vestigingen nieuwe subsidie mogen krijgen;

27.

onderschrijft de concentratie van communautaire maatregelen op een beperkt aantal thema's die de vertaling zijn van de strategieën voor concurrentievermogen en duurzame ontwikkeling, zoals vastgelegd door de Europese Raad van Lissabon en Gotenburg; acht het evenwel noodzakelijk nader kennis te nemen van de ontwikkeling en inhoud van de toekomstige wetgevingsvoorstellen;

28.

wijst op de essentiële rol van kleine en zeer kleine ondernemingen, met inbegrip van die in traditionele sectoren, bij de economische ontwikkeling van de stedelijke en plattelandsgebieden; onderstreept dat deze ondernemingen zorgen voor regionale economische stabiliteit en de hoeksteen vormen van het tegengaan van ontvolking;

29.

is ingenomen met het thema milieu en in het bijzonder het idee van risicopreventie, en met het feit dat er rekening wordt gehouden met de uitvoering van Richtlijn 2000/60/EG (2) (kaderrichtlijn water), de ontwikkeling van ecologisch duurzame vervoersmaatregelen en de financiële steun voor Natura 2000;

30.

is het eens met de koppeling tussen de Europese werkgelegenheidsstrategie en de maatregelen van het ESF; spreekt echter zijn grote bezorgdheid uit over de zwakke regionale dimensie bij maatregelen van het ESF; verzoekt de Commissie deze tekortkoming recht te zetten bij de komende wetsvoorstellen;

31.

wijst er, zonder evenwel afbreuk te willen doen aan de zeer positieve resultaten van het regionaal beleid, op dat het intussen vaststaat dat dit beleid de ernstige werkgelegenheidsproblemen in de cohesieregio's niet heeft kunnen verhelpen; wenst derhalve dat voor het probleem van de werkgelegenheid specifieke voorstellen worden gedaan en adequate financiering wordt uitgetrokken;

32.

wijst op het verband dat bestaat tussen het lage inkomen per inwoner en de werkeloosheid in de gebieden van de doelstelling, en op de noodzaak de structuurfondsen te concentreren op het scheppen van werkgelegenheid, de vestiging van nieuwe bedrijven en de verhoging van de productiviteit;

33.

verlangt van de Commissie een doeltreffender beheer van en een doeltreffendere controle op het gebruik van de structuurfondsen, mede ter voorkoming van negatieve repercussies voor de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en het territoriaal beheer bij een inefficiënte besteding ervan; dringt dan ook aan op een vastberadener strategie ter zake van de industriële herstructureringen en de sociale impact ervan;

34.

verzoekt de Commissie en de lidstaten actieve arbeidsmarktmaatregelen te nemen en maatregelen voor het volwassenenonderwijs door middel van een doelgericht gebruik van de kredieten van de structuurfondsen en communautaire initiatieven onder de titel „Ontwikkeling en menselijke hulpbronnen” doelgericht in te zetten;

35.

onderstreept dat de ongelijkheid kan worden bestreden door een betere deelname van vrouwen op alle niveaus van onderwijs en opleiding, door toegang tot levenslang leren en opleiding in nieuwe technologieën, alsook dat de vrijgemaakte middelen voor opleidingsmaatregelen, met name maatregelen in verband met economische herstructurering van bepaalde regio's of in verband met stedelijke problematiek of de ontwikkeling van het platteland in belangrijke mate ten goede moeten komen aan vrouwen;

36.

maakt zich zorgen dat ESF-geld onder de concurrentiedoelstelling beperkt blijft tot specifieke maatregelen in verband met de werkgelegenheidsstrategie en blijkbaar niet in voldoende mate rekening houdt met de bredere aanpak rond maatschappelijke integratie;

37.

constateert dat de effecten van de economische en sociale sanering in de nieuwe lidstaten vaak negatief zijn voor vrouwen (groei van de werkloosheid, vermindering van voorzieningen voor kinderopvang), en verzoekt de betrokken lidstaten de structuurfondsen vanaf de periode 2004-2006 en daarna speciaal te benutten voor de verbetering van de situatie van vrouwen; is van mening dat er meer vaart gezet moet worden achter de verwezenlijking van de doelstelling van gelijke kansen in het beleid op het gebied van infrastructuur, vervoer, milieu, regionale ontwikkeling, visserij, enz. en verzoekt de Commissie om zo spoedig mogelijk voor al deze gebieden specifieke richtsnoeren inzake gelijke kansen te ontwikkelen;

38.

wijst erop dat er tot nu toe geen syntheseverslag is verschenen over de integratie van de gelijkheid van mannen en vrouwen in de acties waaraan steun wordt toegekend met middelen van de structuurfondsen en vraagt de Commissie derhalve om, in het kader van de tussentijdse evaluatie van de structuurfondsen, te onderzoeken of voldaan is aan de verwachtingen van de verordening betreffende de bevordering van gelijkheid en om in de rest van de planningsperiode met de resultaten van deze evaluatie rekening te houden;

39.

wijst nogmaals op het belang van de opstelling van statistieken die zijn gespecificeerd naar geslacht om de doeltreffendheid van de programmering te verbeteren en uit te gaan van relevante kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren, zodat acties adequaat geëvalueerd kunnen worden en de verspreiding van ervaringen en geslaagde projecten met betrekking tot verbetering van de situatie van vrouwen kan worden vergemakkelijkt;

Doelstelling: Europese territoriale samenwerking

40.

feliciteert de Commissie met het voorstel om een afzonderlijke doelstelling voor territoriale samenwerking te creëren, voortbouwend op het succes van het INTERREG-initiatief;

41.

stelt voor deze nieuwe opzet te baseren op de sluiting van een tripartiete overeenkomst tussen de EU, de lidstaat en de regio's;

42.

onderstreept het belang van handhaving van de drie elementen van transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking, met als duidelijke doelstelling de bevordering van een harmonieuze, evenwichtige en ecologisch duurzame ontwikkeling van de hele Unie, en wijst erop dat het niet volstaat de interregionale samenwerking slechts over te hevelen naar de hoofdprogramma's;

43.

onderstreept dat in de toekomst de samenwerking tussen regio's in de oude en de nieuwe lidstaten intensiever dient te worden gestimuleerd en gesteund;

44.

is het absoluut eens met het idee dat er een verband moet worden gelegd tussen de geïntegreerde programma's en de agenda's van Lissabon en Gotenburg;

45.

juicht de erkenning toe van maritieme grenzen — waarop het Europees Parlement en anderen al vaak hebben aangedrongen — in de context van grensoverschrijdende samenwerking; wenst dat deze erkenning voor alle maritieme grenzen van de Europese Unie geldt; juicht het voorstel voor een dialoog tussen de Commissie, de lidstaten en de regio's over een herziening van de transnationale samenwerkingsgebieden onder Interreg IIIB toe; verzoekt om een duidelijke, begrijpelijke definitie voor de omzetting ervan;

46.

steunt de invoering van één juridisch instrument om de lidstaten, regio's en lokale overheden in staat te stellen grensoverschrijdende programma's efficiënter te beheren; dringt erop aan dat het beheer van deze instrumenten, voor zover hun bevoegdheden komt dit toestaan, komt te liggen bij de desbetreffende bestuurlijke instanties onder het staatsniveau;

47.

waardeert de samenhang tussen het nieuwe nabuurschapsinstrument en de Samenwerkingsdoelstelling, en hoopt dat deze al kan worden uitgetest in de periode 2004-2006:

Een geïntegreerd antwoord op specifieke territoriale kenmerken

48.

wijst op het belang van een geïntegreerd antwoord dat een harmonieuze in plaats van een conflictueuze relatie tussen stedelijke en plattelandsstrategieën stimuleert;

49.

verzoekt de Commissie rekening te houden met de distributie van de infrastructuur in de uitgebreide Unie en een plaats in te ruimen voor de concrete valorisatie van de stedelijke dimensie als hoofdonderdeel van de structuurfondsen;

50.

wijst op de noodzaak van een sterke urbane dimensie in de drie voorgestelde doelstellingen die in het bijzonder gericht is op bevordering van stadsvernieuwing en de bestrijding van stedelijke verloedering, waarbij de rol van stedelijke gebieden als economische motor voor de regio, en de relatie stad-platteland worden ontwikkeld;

51.

verzoekt de Commissie voorts regelgeving uit te werken in het kader waarvan initiatieven van onderop van steden en andere territoriale overheden gestimuleerd kunnen worden;

52.

onderstreept dat, zonder de stedelijke problemen evenwel los te koppelen van hun regionale en nationale context, de steden, en met name kleine en middelgrote steden, als essentieel element moeten worden gezien voor de economische en sociale cohesie;

53.

bevestigt zijn engagement ten aanzien van de noodzaak rekening te houden met de specifieke problemen van de ultraperifere regio's zoals vereist in artikel 299, lid 2 van het Verdrag; complimenteert de Commissie met haar initiatief op dit terrein;

54.

wijst nogmaals op het belang van voortgezette steun voor traditionele industriegebieden, daar zij zich inspannen om hun economie en hun gemeenschap nieuw elan te geven;

55.

dringt erop aan dat het specifieke programma ter compensatie van de structurele nadelen waarmee de ultraperifere regio's te kampen hebben, in toekomstige wetgevingsvoorstellen van de Commissie wordt geconsolideerd en voorzien van voldoende financiële middelen om ervoor te zorgen dat deze regio's, met inbegrip van de regio's die niet langer onder het convergentiecriterium vallen, de investeringen kunnen blijven doen die hun ultraperifere ligging vereist, met name op het gebied van infrastructuur;

56.

verwelkomt en steunt de benadering van de Commissie met betrekking tot gebieden met permanente nadelige omstandigheden, zoals eilanden, bergachtige streken en regio's met een lage bevolkingsdichtheid; is bovendien van mening dat deze benadering in overeenstemming is met de consistente en herhaaldelijke oproepen van het Europees Parlement in het verleden; is niettemin van mening dat ook in andere sectorale beleidsmaatregelen van de EU met de behoeften van deze regio's rekening moet worden gehouden;

57.

meent dat de Commissie juist handelt met haar positieve benadering van gebieden die lijden onder structurele handicaps zoals ontvolking, vergrijzing of slechte toegankelijkheid; meent dat de noden van de regio's die met deze structurele handicaps te maken hebben moeten worden aangepakt via ad hoc regionale samenwerking of initiatieven;

58.

meent ook dat eilanden zoals Malta en Cyprus op dezelfde manier behandeld worden als andere, even ver ontwikkelde eilanden in de regio die voor steun in aanmerking komen, om een eerlijke concurrentiepositie te waarborgen;

59.

vestigt met betrekking tot de regio's en gebieden die te maken hebben met permanente nadelige omstandigheden, de aandacht vooral op sectorale beleidsmaatregelen inzake toegankelijkheid en communicatie, onder meer met betrekking tot postdiensten, onderwijs en gezondheidszorg, en de watervoorziening, als essentieel voor het leven;

60.

onderschrijft het initiatief voor een verhoging van het cofinancieringspercentage bij het EFRO om rekening te houden met bepaalde territoriale kenmerken en stelt voor dit principe ook toe te passen op een geregionaliseerd ESF;

Instrumenten voor plattelandsgebieden en de visserijsector

61.

meent dat de inspanningen ter verbetering van de kwaliteit van het bestaan in plattelandsgebieden en ter bevordering van de diversificatie van economische activiteiten maatregelen moeten inhouden die speciaal gericht zijn op de verlichting van nadelige sociale en economische effecten van de inkrimping van de landbouwsector en op de bevordering van hoogwaardige en ecologisch duurzame producten;

62.

is van mening dat het nodig is om in de toekomst ook vast te houden aan specifieke innoverende maatregelen op het platteland, en dringt er daarom op aan dat de benadering van de LEADER+- programma's gehandhaafd wordt; dringt er bij de Commissie op aan in het bijzonder de op belanghebbendengroepen en participatie berustende aanpak te handhaven;

63.

verzoekt de Commissie in het programma voor landbouwontwikkeling de voor LEADER+ kenmerkende bottom up-benadering te handhaven, waarbij plaatselijke actiegroepen zelf in hoge mate kunnen bepalen wat de activiteiten inhouden;

64.

constateert dat het hele terrein van plattelandsontwikkeling is opgenomen in de tweede pijler van het GLB en acht het een goede zaak dat de Commissie voornemens is één enkel fonds voor maatregelen voor plattelandsontwikkeling in het leven te roepen, om een duurzame ontwikkeling te stimuleren;

65.

wijst nogmaals met klem op de specifieke aard van de problemen die de visserijsector treffen, die anders zijn dan de problemen die meer in het algemeen gelden voor plattelandsontwikkeling; meent bovendien dat het noodzakelijk is een duidelijker onderscheid te maken tussen sectorale en territoriale maatregelen; stemt daarom van harte in met het voorstel van de Commissie om de rol van de verschillende steuninstrumenten te verduidelijken;

66.

wijst erop dat het voor visserijlanden van buitengewoon belang is dat de visserijsector wordt ontwikkeld op zodanige wijze dat de steuninstrumenten, waarvan de uitvoering in overeenstemming moet zijn met het beleid inzake het behoud van de visbestanden, de duurzame ontwikkeling van de activiteiten en de levens- en arbeidsomstandigheden van de zeelieden bevorderen;

67.

verwelkomt het voornemen van de Commissie om één enkel fonds voor het plattelandsbeleid in te richten en duurzame ontwikkeling te stimuleren en dringt erop aan dat de programma's voor de ontwikkeling van het platteland ook in de toekomst grotendeels horizontaal van aard blijven en dus voor alle plattelandsgebieden gelden;

68.

dringt erop aan dat maatregelen voor de ontwikkeling van het platteland ook in de toekomst in verband met het GLB moeten staan en dat zowel voor de sector actieve landbouwproductie als voor de daarmee samenhangende gebieden en sectoren „downstream” overeenkomstige middelen moeten worden ingezet;

69.

onderstreept het belang van een krachtig beleid voor de plattelandsontwikkeling, ook in de nieuwe lidstaten, via stimulering van het concurrentievermogen van de landbouwsector en bevordering van acties ten behoeve van vrouwen, in combinatie met investeringen in een bredere plattelandseconomie;

70.

is van oordeel dat er weliswaar een eenvoudiger en meer gedecentraliseerd beheer nodig is, maar dat er een keuze van programma's moet blijven bestaan die toegesneden zijn op specifieke maatregelen, teneinde de overheidsmiddelen efficiënt te gebruiken; verzoekt daarom om voortzetting van de LEADER+- aanpak;

71.

wijst erop dat het bij prioriteit 3 vaak om typisch agrarische gebieden gaat, waar een multifunctionele landbouw essentieel is om het platteland in leven te houden, hetgeen bij de omzetting van de maatregelen in aanmerking dient te worden genomen;

72.

verzoekt de Commissie bij de maatregelen voor de ontwikkeling van het platteland speciaal aandacht te besteden aan jonge landbouwers, aangezien deze een belangrijke bijdrage leveren aan de instandhouding van de landbouw en de ontwikkeling van het platteland;

73.

moet helaas vaststellen dat de Commissie in het voorgestelde financiële kader geen versterking — zoals bij de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid aangekondigd — van de tweede pijler in de toekomstige begroting van de EU heeft opgenomen, maar veeleer de geplande uitgaven voor de ontwikkeling van het platteland op het niveau van 2006 wil bevriezen, hetgeen in de toekomst in geval van 25 resp. 27 lidstaten zou leiden tot een voortdurende daling van de middelen voor de ontwikkeling van het platteland;

Coördinatie met ander beleid

74.

is positief gestemd over het vastbesloten plan om een betere coördinatie tot stand te brengen met ander sectoraal beleid; onderkent dat de samenhang en complementariteit worden vergroot door de concentratie van het regionaal beleid op beperkte thema's en door het bestaan van een omvattende cohesiestrategie;

75.

spreekt zijn voldoening uit over de handhaving van overheidssteun krachtens artikel 87, lid 3, onder a) van het Verdrag om de economische ontwikkeling in de convergentieregio's te bevorderen; vraagt met klem om een gelijke behandeling voor die regio's die te maken hebben met het statistisch effect; wijst erop dat deze overheidssteun duidelijk moet bijdragen aan de totstandbrenging van duurzame werkgelegenheid, en niet slechts mag leiden tot een verplaatsing van arbeidsplaatsen;

76.

meent dat de nieuwe richtsnoeren inzake overheidssteun voor de periode na 2006 het mogelijk moeten maken dat de status van artikel 87, lid 3, onder a) wordt toegekend aan alle regio's die in aanmerking komen voor convergentieprogramma's, met inbegrip van de regio's die te maken hebben met het statistisch effect van de uitbreiding;

77.

verzoekt de Commissie dringend voorstellen in te dienen voor de toekomst van overheidshulp op basis van artikel 87, lid 3, onder sub c) van het Verdrag en zich te beraden over de vraag hoe territoriale differentiatie kan worden verwerkt in de regelgeving via het gebruik van adequate indicatoren; is van oordeel dat handhaving van een territoriale differentiatie in het kader van het beleid inzake overheidssteun absoluut noodzakelijk is om de doelstelling van territoriale cohesie te bereiken;

78.

verzoekt de Commissie te waarborgen dat verplaatsing van bedrijven niet door het Europees regionaal beleid wordt gestimuleerd;

79.

is van oordeel dat de economische en maatschappelijke situatie van de ultraperifere regio's een gedifferentieerde toepassing van de in artikel 87, lid 3 bedoelde niveaus van intensiteit van overheidssteun rechtvaardigt;

80.

is van mening dat een nieuwe benadering van de economische en maatschappelijke ontwikkeling, die gericht is op de kennismaatschappij, eist dat:

a)

beleidsmaatregelen gebaseerd zijn op het comparatief regionaal voordeel, die borg staan voor een bedrijfsklimaat dat bevorderlijk is voor flexibiliteit, innovatie en hervorming, die eerlijke concurrentie stimuleren, infrastructuur bevorderen en voor beter vennootschapsrecht en behoorlijk bestuur zorgen,

b)

beleidsmaatregelen innovatie en ondernemerschap bevorderen, gebaseerd op fiscale wetgeving die bevorderlijk is voor de oprichting en het functioneren van kleine en middelgrote ondernemingen door middel van het aanpakken van structurele tekortkomingen die het gevolg zijn van slechte markttoegang en de financieringslast;

81.

stelt verder voor om als onderdeel van de nieuwe aanpak van regionale ontwikkeling het onderzoek dat in de context van het zevende kaderprogramma door de Unie wordt gefinancierd aan industriële toepassing te koppelen;

82.

wijst er met nadruk op dat in een kenniseconomie van de soort die beoogd werd door de Europese Raad in Lissabon, menselijk kapitaal (werknemers met een passend niveau aan vaardigheden en scholing) een vereiste is; alle regio's dienen dan ook het innovatievermogen te ontwikkelen, een doeltreffend gebruik te maken van zowel bestaande knowhow als nieuwe technologieën en voorts technieken en productiemethoden toe te passen die vanuit het oogpunt van het milieu duurzaam zijn;

83.

hecht belang aan de liberalisering van de energiemarkt binnen de trans-Europese energienetwerken, op voorwaarde dat deze netwerken worden voltooid en dat de periferie op dergelijke netwerken wordt aangesloten;

84.

roept op tot concentratie op het scheppen van werk in de perifere gebieden; dit vraagstuk kan wellicht worden opgelost door het stimuleren van netwerken en clusters van bijzondere activiteiten, zoals innovaties en toepassingen in de culturele sector die gebaseerd zijn op regionale diversiteit en gebruiken, en ontwikkeling van mogelijkheden voor de toeristenindustrie, uitgaande van het beginsel van regionale specialisatie;

85.

verzoekt stil te staan bij het toenemende economische belang van nieuwe industriesectoren, zoals bijvoorbeeld milieu-industrieën of de culturele industrieën, als scheppers van werkgelegenheid, met name in afgelegen gebieden, en verzoekt de Commissie maatregelen uit te werken voor het bevorderen van dit soort werkgelegenheid in dergelijke regio's;

Hervormd systeem voor steunverlening

86.

is van mening dat de vereenvoudiging van het cohesiebeleid hoge prioriteit moet hebben en complimenteert daarom de Commissie met haar meestal positieve opstelling ten aanzien van een vereenvoudiging van het cohesiebeleid en met de verbeteringen die zij voorstelt, in het bijzonder voor de programmering, het partnerschap, cofinanciering en evaluatie en decentralisatie van taken naar lokale partnerschappen; meent dat de Commissie een onafhankelijke bevoegdheid voor toezicht op en controle moet houden over de implementatie van structuurmaatregelen en de mate waarin deze voldoen aan EU-wetten en streefdoelen; behoudt zich evenwel het recht voor zijn definitieve standpunt pas kenbaar te maken na kennisneming van de voorstellen voor verordeningen betreffende de structuurfondsen en het Cohesiefonds;

87.

stemt in met de aanneming van een omvattende Europese strategienota voor het cohesiebeleid en met de voorbereiding van beleidsnota's door de lidstaten; dringt erop aan dat het werk van het Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief zoals goedgekeurd in Potsdam in 1999 wordt voortgezet om een kader op te zetten voor ruimtelijke ontwikkeling van het Europese grondgebied;

88.

verzoekt de Commissie om bij het vereenvoudigen van het regionaal beleid rekening te houden met het zogeheten „uitgangspunt van de gebruiker”, en wel door ondernemingen, universiteiten en NGO's meer mogelijkheden te bieden om deel te nemen aan projecten, zonder dat hun activiteiten onnodig worden gehinderd door bureaucratische rompslomp, betalingsverslaglegging, en dergelijke;

89.

verklaart dat de Europese strategienota voor cohesie onderwerp moet zijn van een communautaire wet, die voorziet in de volledige wetgevende deelname van het Europees Parlement, zoals bepaald in artikel III-119 van het ontwerpverdrag bedoeld ter vaststelling van een grondwet voor de EU;

90.

meent dat een dergelijke strategische benadering de samenhang van en de verantwoordelijkheid voor het beleid als geheel zal versterken; reageert daarom positief op het voorstel voor een jaarlijkse herziening door de Europese instellingen om de bereikte vorderingen te bespreken; stelt voor dat deze herziening kan plaatsvinden tijdens de Europese voorjaarstop, na raadpleging van het Parlement;

91.

juicht toe dat het aantal fondsen tot drie wordt beperkt en het principe van een fonds per programma wordt ingevoerd, mits de regelgeving adequate bepalingen inhoudt voor flexibiliteit in de types maatregelen die zijn aangepast aan de behoeften en kansen in afzonderlijke regio's; dringt erop aan dat dit principe volledig in acht wordt genomen en benadrukt dat een deugdelijk beheer van de structuurfondsen het belangrijkste aandachtspunt moet zijn en niet de interne administratieve structuur van de Commissie;

92.

benadrukt in het licht van de trage besteding van ESF-gelden in de huidige programmeringsperiode en met het oog op de voorgestelde decentralisering de noodzaak om de administratieve capaciteit te versterken, waarbij de nadruk vooral moet komen te liggen op de nieuwe lidstaten;

93.

onderschrijft het idee om waardevolle ervaringen en positieve praktijkvoorbeelden van communautaire initiatieven zoals EQUAL op te nemen in de hoofdprogrammering, in het bijzonder het principe van transnationale samenwerking;

94.

steunt de voorstellen om partnerschap en samenwerking tussen de lokale, regionale, nationale en communautaire overheidsinstanties te versterken en de lidstaten te stimuleren gebruik te maken van de mogelijkheid waar nodig tripartiete overeenkomsten te sluiten; verzoekt de Commissie geharmoniseerde en bindende regelgeving te ontwikkelen alsmede criteria voor partnerschapsvorming en -ontwikkeling in het kader van de verordeningen voor de structuurfondsen voor 2007-2013, en tegelijkertijd te zorgen voor efficiënte partnerschappen door de kosten van hun deelname te subsidiëren;

95.

wijst op de noodzaak speciale aandacht te schenken aan de inachtneming door de nationale en regionale autoriteiten van het additionaliteitsbeginsel, zodat de communautaire middelen een bijkomende financieringsbron zijn en niet de nationale middelen vervangen, en ervoor te zorgen dat de Commissie beschikt over de nodige controle-instrumenten;

96.

steunt het idee van een communautaire reserve om vooruitgang te belonen; juicht bovendien de opzet toe van nationale reserves om te kunnen reageren op onverwachte sectorale of lokale schokken op voorwaarde dat deze fondsen werkelijke middelen inhouden en niet louter een symbolisch gebaar zijn;

97.

verzoekt de Commissie voor de volgende programmeringsperiode procedures voor de verificatie van additionaliteit op te stellen die beter uitvoerbaar zijn, geïntegreerd zijn in de programmerings-, controle- en evaluatiekaders en die geschikt zijn om samen met de beschikbare budgettaire en statistische gegevens te gebruiken; verzoekt de Commissie bovendien specifieke maatregelen zoals sancties te ontwikkelen om te waarborgen dat dit principe in acht wordt genomen

*

* *

98.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 61 E van 10.3.2004, blz. 370.

(2)  PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1.

P5_TA(2004)0369

Begroting 2005: Jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie

Resolutie van het Europees Parlement over de begroting 2005: Jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie (2004/2001(BUD))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Jaarlijkse beleidsstrategie voor 2005 (COM(2004) 133),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (1),

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag en artikel 177 van het Euratom-Verdrag,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de adviezen van de overige betrokken commissies (A5-0269/2004),

A.

overwegende dat 2005 het eerste volledige jaar zal zijn van een Europese Unie van 25 lidstaten,

B.

overwegende dat de beleids- en begrotingsprioriteiten van de Europese Unie voor 2005 moeten beantwoorden aan de uitdagingen van een uitgebreide Unie en de behoeften en zorgen van de burgers van Europa moeten weerspiegelen, terwijl er tegelijkertijd begrotingsdiscipline moet worden betracht en de begrotingsmiddelen optimaal moeten worden aangewend,

C.

overwegende dat de voordelen van de nieuwe activity-based budgeting-methode (ABB) verder moeten worden geconsolideerd en verbeterd, inclusief grotere transparantie en parlementaire controle op de uitgaven van de Unie,

D.

overwegende dat de inwerkingtreding van het nieuwe Financieel Reglement relatief soepel is verlopen, maar wel geleid heeft tot problemen bij de besluitvorming en de implementatie in verband met de starheid van bepaalde regels en administratieve besluiteloosheid,

E.

overwegende dat de technische aanpassing van de Financiële Vooruitzichten (COM(2003) 785) de manoeuvreerruimte in sommige rubrieken zal beperken en de uitgavenmaxima op een niveau zal vastleggen dat veel lager ligt dan was voorzien in de financiële programmering voor 2005 van de Commissie,

F.

overwegende dat de mededeling inzake de Jaarlijkse beleidsstrategie de eerste stap is in het totstandkomingsproces van de beleids- en begrotingsprioriteiten voor 2005,

Algemene aspecten

1.

is verheugd over de Jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) voor 2005 als instrument om de begrotingscyclus en de beleidscyclus te combineren; benadrukt dat het heeft besloten de traditionele procedure om zijn begrotingsprioriteiten vast te stellen (de vroegere „richtsnoeren”) te wijzigen om de politieke zichtbaarheid van deze prioriteiten verder te versterken, en met name om te zorgen voor een betere samenhang tussen de werkzaamheden van de instellingen door deze resolutie duidelijker te koppelen aan de JBS-procedure van de Commissie;

2.

betreurt dat de Commissie de presentatie van de JBS heeft uitgesteld tot eind februari; verwacht dat de Commissie zich in de toekomst zal houden aan het overeengekomen tijdschema om de begrotingsautoriteit in staat te stellen zich naar behoren te buigen over dit belangrijke document voor de begrotingsen wetgevingsprocedure;

3.

steunt de begrotingsbepalingen in de ontwerpgrondwet volledig; betreurt de op de Intergouvernementele Conferentie gedane suggesties van Ecofin die de huidige bevoegdheden van het Parlement ernstig ondermijnen; is van mening dat een eerlijk en doelmatig compromis alleen gebaseerd kan zijn op de huidige interinstitutionele balans als gecodificeerd in de ontwerpgrondwet van de Europese Conventie;

4.

herinnert eraan dat de Commissie zich er in het kader van het vertrouwenscontract toe heeft verplicht alles in het werk te stellen om te zorgen voor een efficiënte uitvoering van de besluiten van de begrotingsautoriteit; verzoekt de Commissie vóór 31 juli 2004 aan te geven hoe het veelvoud van initiatieven met het subsidiariteitsbeginsel verenigbaar is en met de doelstelling om het acquis te reduceren van 80 000 tot 25 000 pagina's; wijst op het belang van de gewijzigde demografische situatie in de Unie voor de socialezekerheidsstelsels en de economie; eist van de Commissie dat zij de aanpassing van het Europees beleid aan deze gewijzigde situatie tot een horizontale taak maakt;

5.

geeft zijn volledige steun aan de inspanningen van de Commissie gericht op het verbeteren van de bij het voorontwerp van begroting (VOB) gevoegde activiteitenoverzichten en herinnert eraan dat deze voor elk onderdeel van de begroting een heldere en beknopte samenvatting van de acties en instrumenten dienen te bevatten; verzoekt de Commissie erop toe te zien dat zij ook doelstellingen en prestatie-indicatoren bevatten die voldoen aan de SMART-criteria (specific, measurable, achievable, relevant, timed), en dringt erop aan deze met het oog op follow-up ook in de jaarlijkse activiteitenverslagen op te nemen; verzoekt de Commissie in alle activiteitenoverzichten een samenvatting op te nemen van de bevindingen van de Rekenkamer en van de conclusies van de kwijtingsautoriteit;

6.

neemt nota van de adviezen van de betrokken commissies en zal daarmee tijdens de hele begrotingsprocedure voor 2005, en met name tijdens de eerste lezing in het Parlement, rekening houden;

Financieel kader

7.

benadrukt dat de technische aanpassing die ieder jaar door de Commissie wordt uitgevoerd op basis van de meest recente economische prognoses, overeenkomstig punt 15 van het Interinstitutioneel Akkoord (IIA) van 6 mei 1999, resulteert in een substantiële verlaging van de maxima, met name voor de rubrieken 3, 4 en 5;

8.

herinnert er echter aan dat ten gevolge van de aanpassing en de herziening van de Financiële Vooruitzichten (FV) een bedrag van 190 miljoen EUR is toegevoegd aan rubriek 3 van de FV voor 2005 om de behoeften van de uitbreiding te financieren; wijst de Commissie er nogmaals op dat een deel van dit extra bedrag niet alleen bedoeld is om de volgens de medebeslissingsprocedure goedgekeurde programma's die zijn opgezet in het kader van de begrotingsprocedure voor 2004 te financieren, maar ook de prioriteiten van het Europees Parlement, zoals proefprojecten, voorbereidende acties en andere jaarlijkse activiteiten;

9.

herinnert eraan dat het maximum voor rubriek 5 (huishoudelijke uitgaven) voor de begroting van 2005 is vastgesteld op 6 185 miljoen EUR; benadrukt dat er, als gevolg van de technische aanpassing van het maximum, een negatieve marge zal ontstaan in plaats van de positieve marge van 28,5 miljoen EUR die nog was voorzien in het derde verslag van de secretarissen-generaal van juli 2003; is bereid voldoende middelen ter beschikking te stellen voor het goed functioneren van de instellingen van de uitgebreide Unie maar acht het noodzakelijk om verdere mogelijkheden van herprogrammering, frontloading en besparingen te onderzoeken;

10.

herinnert aan de inspanningen van het Parlement in de afgelopen jaren van deze Financiële Vooruitzichten om de begrotingstoewijzing tussen permanente taken en nieuwe prioriteiten verder te verbeteren; herinnert de Raad eraan dat nieuwe behoeften , waaronder Irak, alleen maar kunnen worden gefinancierd met nieuwe middelen, anders komen de kernactiviteiten van de Unie in het geding;

11.

is zich ervan bewust dat de begrotingsautoriteit, als gevolg van de aanvullende budgettaire beperkingen die worden veroorzaakt door de aanpassing van de maxima in de rubrieken 3, 4 en 5 van de FV, de prioriteiten in de Jaarlijkse beleidsstrategie voor 2005 wellicht zal moeten herzien; verwacht dat de Commissie de personele en financiële middelen zal herschikken overeenkomstig de besluiten van de begrotingsautoriteit;

12.

is bezorgd over het toenemend aantal gevallen waarin de diensten van de Commissie geen besluit nemen in verband met de starre regels in het nieuwe Financieel Reglement; verwacht dat de Commissie zorgvuldig toeziet op de toepassing van het Financieel Reglement en uiterlijk 31 juli 2004 een evaluatieverslag aan de begrotingsautoriteit voorlegt;

13.

herinnert aan de gemeenschappelijke verklaring van 20 juli 2000 over de financiële programmering (2); herhaalt dat het er groot belang aan hecht dat de wetgevings- en begrotingsprocedures beter op elkaar aansluiten; verzoekt de Commissie bij ieder voorstel meer informatie te verstrekken over de algemene situatie met betrekking tot de financiële gevolgen zodat de wetgevings- en begrotingsautoriteit een beter oordeel kunnen vellen over het nut van elk voorstel en over de financiële verenigbaarheid met de FV;

14.

merkt op dat de Commissie bij de presentatie van de drie prioriteiten in de JBS voor 2005 — concurrentievermogen en samenhang, veiligheid en Europees burgerschap en externe verantwoordelijkheid: nabuurschap en partnerschap vergelijkbare prioriteiten stelt als in haar mededeling inzake het financieel kader na 2006;

Begrotingsrubrieken

Landbouw

15.

betreurt dat de grootste uitgavencategorie van de Unie amper vermeld wordt in het JBS-document; is zich ervan bewust dat de financiële middelen voor de plattelandsontwikkeling, de tweede pijler van het GLB en de volgende zaken in een uitgebreide Unie moeten worden verhoogd: steun aan jonge landbouwers, bestrijding van dierziekten, reclamecampagnes en omzetbevorderende maatregelen ten behoeve van de landbouw in de EU en in derde landen, alsmede het EU-schoolmelkprogramma; verzoekt de Commissie het proefproject inzake Europese kwaliteitslabels te handhaven; zal nagaan of de in het kader van de begroting 2004 ondernomen initiatieven en projecten kunnen worden voortgezet;

Structurele maatregelen

16.

wijst nogmaals op het belang van structurele maatregelen om een effectief cohesiebeleid tot stand te brengen en duurzame groei te bevorderen; wijst op de verbeterde uitvoering van de betalingskredieten van de Structuurfondsen in 2003; wijst op het onverminderd hoge niveau van de uitstaande vastleggingen, te weten 60 miljard EUR binnen de Structuurfondsen en het Cohesiefonds; verzoekt de Commissie de begrotingsautoriteit op de hoogte te stellen van de prognoses van de lidstaten om het juiste niveau van de betalingen voor 2005 te kunnen beoordelen;

Intern beleid

17.

is bezorgd over het jongste oordeel van de Commissie in het voortgangsverslag over de Lissabon-strategie, nl. dat de tussentijdse doelstellingen van deze strategie naar het zich nu laat aanzien niet zullen worden gehaald; wijst op de noodzaak zich te concentreren en in de begroting van 2005 de belangrijkste begrotingsrelevante maatregelen van de Lissabon-strategie prioritair te behandelen om de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon te bespoedigen, waarbij in het bijzonder de interactie tussen de sociale partners moet worden opgevoerd en de positie van de werknemers in de Europese economie en het liberaliseringsproces moet worden verbeterd; herhaalt zijn steun voor de communautaire maatregelen ten behoeve van MKB's, met name om hun concurrentievermogen in een volledig geïntegreerde interne markt te vergroten en om de Lissabon-strategie ten uitvoer te leggen; dringt erop aan dat de financierings- en waarborginstrumenten voor MKB's verder worden ontwikkeld en versterkt;

18.

herhaalt zijn verzoek aan de Commissie om voor macrofinanciële steun een wetgevingsvoorstel in te dienen volgens de medebeslissingsprocedure, met wettelijke bepalingen die zorgen voor meer transparantie en verantwoordingsplicht;

19.

verzoekt de Commissie het Parlement vóór 30 augustus 2004 haar verslag over de implementatie van Bazel II te doen toekomen, inclusief een uitvoerige effectbeoordeling, omdat deze implementatie van grote invloed zal zijn op bovengenoemde instrumenten voor MKB-kapitaal;

20.

herinnert aan het belang dat het Parlement in eerdere begrotingsjaren heeft gehecht aan voorlichtingsacties en informatiecampagnes en geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid ten aanzien van de toepassing van het voorlichtingsbeleid in het algemeen vanwege het uitblijven van concrete resultaten; benadrukt dat het nieuwe Financieel Reglement niet kan worden aangevoerd om de uitvoering van dit beleid uit te stellen omdat het besluit over het nieuwe Financieel Reglement al sinds juni 2002 bekend is; wijst erop dat de betreffende diensten derhalve al geanticipeerd zouden moeten hebben op de toepassing van de nieuwe door de Commissie voorgestelde bepalingen;

21.

is van mening dat er bij de toetreding van tien nieuwe lidstaten speciale aandacht moet worden besteed aan de versterking van het Europese burgerschap en de consolidering van een Europese ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid; wijst erop dat speciale aandacht moet worden besteed aan de versterking van het gemeenschappelijk immigratie/migratiebeleid en aan versnelling van de oprichting van SIS II (Schengen information system) en VIS (Visa Information System); verzoekt de Commissie het Parlement op uiterlijk 31 juli 2004 een voorstel voor een besluit van de Raad houdende de oprichting van VIS (Visa Information System) voor te leggen; verzoekt de Commissie toe te lichten wat haar beleidsbenadering is van de voorbereidende maatregel inzake financiële steun voor de terugkeer van illegale immigranten, het Europese vluchtelingenfonds en de mogelijke overlappingen met het Europees Sociaal Fonds en het Equal-initiatief; zal ook, tegen de achtergrond van de begrotingsbeperkingen onder rubriek 3 voor de periode 2005-2006, afzien van begrotingsbesluiten tot deze vraagstukken zijn opgelost;

22.

benadrukt zijn wil om, met alle middelen, de bestrijding van terrorisme in een uitgebreide Unie te intensiveren en wenst het bestaande proefproject inzake hulp aan slachtoffers van terroristische activiteiten voort te zetten en te versterken; is verheugd over de jongste initiatieven van de Commissie op dit gebied zoals het voorstel voor een richtlijn inzake compensatie voor slachtoffers van misdrijven; wijst op het bijzondere belang van samenwerking tussen gerechtelijke en politie-onderzoeksautoriteiten, met name gesteund door Europol en Eurojust; benadrukt dat het Parlement, ongeacht de betrokken rechtsgrondslag, verwacht volledig te worden betrokken bij de besluitvorming over de opstelling en inhoud van een dergelijk voorstel;

23.

verzoekt de Commissie voor permanente steun te zorgen voor niet-gouvernementele organisaties in de sector van de sociale diensten, alsook voor de sociale partners en aldus een eind aan hun juridische onzekerheid te maken, in de vorm van een voorstel voor een nieuwe rechtsgrondslag of hun opname in de bestaande rechtsgrondslag voor de communautaire actieprogramma's (subsidies);

24.

benadrukt dat, na de toetreding van tien nieuwe lidstaten, de continuïteit van het LIFE III-programma moet worden gewaarborgd en dat de kloof tussen de afsluiting van het LIFE-programma en de nieuwe FV moet worden overbrugd; benadrukt in dit verband dat een hoge prioriteit moet worden toegekend aan de Commissie-initiatieven inzake Natura 2000;

25.

is verbaasd dat de Commissie na exclusieve raadpleging van de Raad haar voorstel ter verhoging van de TEN-middelen voor grensregio's met in totaal 100 miljoen EUR (55 miljoen EUR voor 2005 en 45 miljoen EUR voor 2006) heeft ingetrokken; verwacht dat de Commissie haar voorstel opnieuw indient en volgens de geëigende kanalen doet toekomen aan de wetgever; is verrast dat de Commissie al wel voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van een nieuw agentschap voor chemische stoffen wil verrichten, hoewel het wetgevingsproces nog niet is afgesloten.

Externe maatregelen

26.

is van mening dat in het kader van conflictpreventie en de ontwikkeling van echte partnerschappen de interculturele, interetnische en interreligieuze dialoog moet worden geïntensiveerd;

27.

onderstreept zijn standpunt dat de Europese Unie bijzondere inspanningen moet leveren om vrede te brengen in de wereld; benadrukt bijgevolg dat het wegwerken van de armoede binnen het EU-beleid op het gebied van externe steun een uiterst belangrijke doelstelling is en dat voortgezette prioritaire acties op specifieke terreinen belangrijk zijn, bijvoorbeeld de bevordering en verdediging van de mensenrechten, gezondheid en onderwijs, maatregelen met betrekking tot landmijnen en conflictpreventie en -oplossing;

28.

is met name bezorgd over de huidige situatie in Irak en is van mening dat in het kader van een VN-mandaat uitgevoerde maatregelen die de vooruitzichten op een vrij en democratisch Irak verbeteren moeten worden ondersteund; is zich bewust van de budgettaire beperkingen en wenst derhalve zorgvuldig te overwegen of er instrumenten van het Interinstitutioneel Akkoord kunnen worden ingezet; wijst er tevens op dat bezorgdheid over de veiligheidssituatie en de aanstaande verkiezingen cruciale onderwerpen zijn in Afghanistan en blijft zich inzetten voor de ondersteuning van de wederopbouw en ontwikkeling in dit land;

29.

deelt de kritiek van de Raad op de werkwijze van de Commissie bij de formulering van een nieuw nabuurschapsbeleid en de onduidelijke inpassing ervan — naast het EuroMed-proces en een nieuw initiatief voor het Midden-Oosten — in het concept van het buitenlands beleid van de EU; herinnert de Commissie maar ook de Raad eraan dat het Parlement zowel in wetgevend als budgettair opzicht aan dit proces deelneemt; verwacht dat de bevoegde commissies intensief bij de lopende beraadslagingen worden betrokken; is bereid zijn begrotingsbevoegdheid aan te wenden om de belangen van het Parlement te verdedigen;

30.

steunt principieel een nieuw nabuurschapsbeleid dat ertoe bijdraagt dat er ten zuiden en ten oosten van de huidige EU-grenzen een sfeer van welvaart en stabiliteit tot stand wordt gebracht; benadrukt dat in het kader van het partnerschap tussen de EU en de Middellandse-Zeelanden alle maatregelen die bijdragen tot de volledige ontwikkeling van het Barcelona-proces moeten worden versterkt; benadrukt dat deze doelstellingen in gelijke mate moeten worden verwezenlijkt ten aanzien van de oostelijke buurlanden van de EU, met het oog op de totstandbrenging van de noordelijke dimensie;

31.

benadrukt dat de externe prioriteiten van de Unie niet uitsluitend en alleen afhankelijk zijn van de geografische nabijheid en dat de strategische inspanningen voor samenwerking en solidariteit met andere regio's in de wereld moeten worden gehandhaafd en versterkt; benadrukt in dit verband dat de bilaterale en multilaterale betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika moeten worden versterkt, met name in het licht van de Derde EU-Latijns-Amerika Top; wijst op het bijzondere belang van de EU voor de ACS-landen, met name tegen de actuele achtergrond van de oprichting van een Pan-Afrikaans parlement en Afrikaanse vredestroepen; wijst op het grote belang van succesvolle Europese stabiliseringsinspanningen op het Aziatische continent;

32.

verzoekt de Commissie om met het oog op meer transparantie in de financiering van internationale organisaties uit de EU-begroting, in het extern beleid een bijzonder hoofdstuk in te voegen met de diverse bijdragen uit de EU-begroting aan de VN en de VN-organen, -fondsen en -programma's, zonder dat hierbij afbreuk wordt gedaan aan de bijdragen aan humanitaire fondsen van de VN die in het kader van de begrotingsuitvoering regelmatig via de humanitaire lijnen van de EU-begroting worden betaald;

33.

wijst erop dat, in een context waar het belang van de EU als wereldmacht moet worden versterkt, stappen in de richting van een gemeenschappelijke Europese diplomatie en de oprichting van een Europese dienst voor extern beleid rechtstreeks zouden bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelstelling;

34.

wenst de toekomstige behoeften en de huidige implementatie van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te analyseren, rekening houdend met de aanzienlijke stijging van de financiële middelen die hiervoor in 2004 zijn uitgetrokken: zal de resultaten beoordelen van de nieuwe gezamenlijke vergaderingen tussen Parlement en Raad naar aanleiding van de bemiddelingsvergadering over de begroting in november 2003, en de budgettaire consequenties trekken;

35.

betreurt opnieuw dat de Commissie de parlementaire dimensie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) niet naar voren heeft gebracht als een van de prioriteiten in verband met de externe verantwoordelijkheid en herhaalt dat de Parlementaire Vergadering van de WTO moet worden ontwikkeld en een permanent karakter moet krijgen; dringt er bij de Commissie op aan het Europees Parlement op uiterlijk 31 juli 2004 een concreet voorstel voor te leggen;

Personeel en administratie

36.

merkt op dat de Commissie voornemens is 700 uitbreidingsgerelateerde posten aan te vragen voor 2005; moedigt de pogingen van de Commissie aan om binnen en tussen de departementen personeel te herschikken om extra middelen te mobiliseren; merkt op dat er in 2005 als resultaat van deze herschikking naar schatting 570 extra posten beschikbaar zullen komen om prioritaire initiatieven te implementeren;

37.

zal de aanvraag van de Commissie beoordelen aan de hand van verschillende criteria zoals de beschikbaarheid van kandidaten voor de aanwerving, de absorptiecapaciteit van de instellingen, de geografische balans van de posten, de kwalitatieve en de kwantitatieve implementatie van de beleidsprioriteiten van het Europees Parlement, het outsourcingsproces en, ook, in het algemene kader van rubriek 5;

38.

verzoekt de Commissie om samen met het VOB een middellangetermijnprogrammering in te dienen van de gedecentraliseerde agentschappen, uitvoerende agentschappen, regelgevende agentschappen en de voorlichtingsbureaus, en de eraan gerelateerde gevolgen voor de betrokken rubrieken van de FV, met name rubriek 3 en 5 met de gevolgen en het gebruik van de vrijgekomen middelen voor de Commissie; herinnert eraan dat de Commissie heeft toegezegd dat er strikte begrotingsdiscipline wordt betracht bij het beleid inzake de agentschappen en dat dit beleid onderworpen is aan de democratische controle van de politieke en budgettaire autoriteiten;

*

* *

39.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de Rekenkamer.


(1)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord als gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

(2)  Raadsdocument nr. 10299/00, blz. 8.

P5_TA(2004)0370

Raming van het Europees Parlement voor 2005

Resolutie van het Europees Parlement over de raming van de inkomsten en de uitgaven van het Parlement voor het begrotingsjaar 2005 (2004/2007(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 februari 2004 over de richtsnoeren voor de afdelingen II, IV, V, VI, VII, VIII (A) en VIII (B) en over het voorontwerp van raming van het Europees Parlement (Afdeling I) voor het begrotingsjaar 2005 (3),

gezien het verslag van de secretaris-generaal aan het Bureau betreffende het voorontwerp van raming van het Parlement voor het begrotingsjaar 2005,

gezien het voorontwerp van raming gepubliceerd door het Bureau op 29 maart 2004, overeenkomstig de artikelen 22, lid 6 en 183 van het Reglement,

gelet op artikel 183 van het Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A5-0236/2004),

A.

overwegende dat als gevolg van een technische aanpassing het plafond in rubriek 5 van de Financiële vooruitzichten, „Administratieve uitgaven”, voor de begroting 2005 is vastgesteld op 6 185 miljoen EUR (4); dat door deze technische aanpassing het plafond voor 2005 wordt verlaagd met 94 miljoen EUR in prijzen van 2005,

B.

overwegende dat een eenvoudige extrapolatie van de technische aanpassing, de evolutie van de personeelssalarissen en de geactualiseerde raming van de gevolgen van de hervorming van de instellingen, in combinatie met de financiële programmering in het derde verslag van de secretarissen-generaal van juli 2003, zou hebben geleid tot een negatieve marge van ongeveer 145 miljoen EUR voor 2005,

C.

overwegende dat de recente actualisering van het derde verslag van de secretarissen-generaal betreffende de evolutie in rubriek 5 voorziet in een negatieve marge in de herziene plannen voor administratieve uitgaven in 2005 van 45 miljoen EUR, in plaats van de positieve marge van 28,5 miljoen EUR geraamd in juli 2003,

D.

overwegende dat 2005 het eerste volledige jaar is van de uitgebreide Unie en van de zesde zittingsperiode van het Europees Parlement,

E.

overwegende dat de raming 2005 is gebaseerd op de volgende kernparameters: volle 12 maanden van uitgaven als gevolg van de uitbreiding met negen nieuwe talen; 44 werkweken, waarvan 3 achterbanweken en 12 gewone en 6 extra vergaderperiodes; een salarisaanpassing van 2,7 % en een forfaitaire aftrek voor posten van 7 %; overwegende dat de parameters opnieuw zullen worden onderzocht bij de eerste lezing van de begroting 2005 in het najaar,

Politieke prioriteiten

1.

benadrukt dat het belangrijk is ondanks de financiële beperkingen in rubriek 5 in 2005 in de behoeften als gevolg van de uitbreiding te voorzien en de dienstverlening aan de leden voort te verbeteren via de uitvoering van het project „Raising the game” („Assistentie voor het Europees Parlement en zijn leden: een kwaliteitssprong”);

2.

herhaalt dat het belangrijk is gezond financieel beheer en budgettaire gestrengheid te handhaven en de Europese belastingbetaler waar voor zijn geld te bieden; onderstreept dat bij de raming voor de begroting 2005 rekening moet worden gehouden met de budgettaire beperkingen en onzekerheden en dat deze raming gebaseerd moet zijn op degelijke hypothesen en reële behoeften;

3.

onderstreept dat de hervorming van zijn administratie moet worden voortgezet, door de werkmethoden te rationaliseren en te moderniseren, beter gebruik te maken van nieuwe technologie en te focussen op de kerntaken;

Algemeen kader

4.

is zich ervan bewust dat zijn administratie als gevolg van de onzekerheden in verband met het voorontwerp van raming 2005 uitgaat van bepaalde hypothesen; wijst erop dat de parameters en de hypothesen die eraan ten grondslag liggen, bij de eerste lezing van de begroting 2005 opnieuw moeten worden onderzocht in het licht van de politieke prioriteiten;

5.

stelt vast dat het voorontwerp van raming is vastgesteld op 20 % van rubriek 5, een stijging met 3,3 % ten opzichte van de begroting 2004; houdt zijn definitieve beslissing over het totale bedrag van Afdeling I aan tot de eerste lezing in het najaar;

6.

wijst erop dat van het bedrag van 1 272 miljoen EUR dat overeenkomt met 20 % van rubriek 5, 1 007,6 miljoen EUR is bestemd voor gewone operationele uitgaven en 173,4 miljoen EUR voor behoeften als gevolg van de uitbreiding;

7.

herinnert eraan dat de kapitaalinjecties en de versnelde afbetaling van de gebouwen de laatste jaren grote besparingen hebben opgeleverd; is van mening dat een deel van de beschikbare budgettaire kredieten kan worden aangewend voor een vooruitbetaling voor de gebouwen D4 en D5; is evenwel van oordeel dat het uiteindelijke bedrag van de vooruitbetaling pas kan worden bepaald in het najaar, rekening houdend met de algemene toestand van Afdeling I en rubriek 5;

Uitgaven in verband met leden en fracties

8.

stelt vast dat noch in de begroting zelf, noch in de reserve kredieten zijn uitgetrokken voor het statuut van de leden, maar dat hoofdstuk 102 „Reserve voor het statuut van de leden” wordt gehandhaafd met een pro memorie-vermelding;

9.

herhaalt zijn steun voor de goedkeuring van een statuut voor de assistenten van de leden; is van mening dat de bepalingen van het nieuwe personeelsstatuut die betrekking hebben op de mogelijkheid de assistenten te definiëren als contractuele functionarissen, moeten worden onderzocht;

10.

acht een evaluatie van het niveau van de secretariaatstoelage (artikel 391) nodig;

Meertaligheid en assistentie voor de leden

11.

verzoekt zijn administratie de budgettaire gevolgen te analyseren van de nieuwe gedragscode voor gecontroleerde meertaligheid en verzoekt de Secretaris-generaal hierover uiterlijk op 1 september 2004 een verslag in te dienen;

12.

is tevreden met de besparingen als gevolg van de nieuwe contractuele bepalingen voor de freelancevertalingen van het volledig verslag van de plenaire vergaderingen (compte rendu in extenso, CRE); is evenwel van mening dat alternatieven moeten worden onderzocht voor het blijven vertalen van het volledig verslag in alle talen, bijvoorbeeld de mogelijkheid van vertaling op verzoek; verzoekt het Bureau om als vervolg op de begrotingsprocedure 2004 uiterlijk 1 september 2004 een verslag in te dienen over de maatregelen die genomen zijn met betrekking tot de vertaling van de volledige verslagen;

13.

verzoekt zijn secretaris-generaal uiterlijk op 1 juli 2004 een geactualiseerd verslag in te dienen over de werklast van de interne tolken, de inzet van freelance-tolken en de interinstitutionele samenwerking op dit terrein, om een optimaal gebruik te garanderen van de middelen;

14.

is gelet op het eindverslag van de proefcommissies van mening dat er duidelijke en objectieve criteria moeten komen voor de eventuele toekomstige toewijzing van expertisebudgetten aan de parlementaire commissies; staat erg twijfelachtig tegenover de veralgemening van de toewijzing van een standaardbedrag aan alle commissies;

Verzoeken om personeel in verband met de uitbreiding

15.

wijst erop dat in het merendeel van de extra behoeften als gevolg van de uitbreiding is voorzien in de begrotingen 2002-2004; herhaalt zijn standpunt dat de resterende verzoeken om personeel in verband met de uitbreiding ook gebaseerd moeten zijn op reële behoeften en realistische schattingen van de aanwervingen; herinnert eraan dat uit recente ervaringen blijkt dat diverse factoren en onzekerheden gevolgen hebben voor de planning op het gebied van aanwervingen, zoals vertragingen in de aanwervingsprocedures en problemen om sommige categorieën van personeel te vinden;

16.

stelt vast dat het Bureau de creatie heeft voorgesteld van 140 nieuwe posten in het algemene secretariaat in verband met de uitbreiding, met opname van de overeenkomstige begrotingskredieten in eerste lezing, opdat rekening kan worden gehouden met komende informatie over de aanwervingsmogelijkheden; houdt zijn definitieve beslissing aan tot de eerste lezing van de begroting 2005;

17.

neemt nota van het voorstel voor de creatie van 8 nieuwe niet met de uitbreiding verband houdende en 38 nieuwe met de uitbreiding verband houdende tijdelijke posten in de fracties; hecht zijn goedkeuring aan deze posten en de daarvoor benodigde begrotingskredieten;

18.

herinnert eraan dat als een akkoord kan worden bereikt over de hereniging van Cyprus, de behoefte aan nieuwe posten moet worden geraamd;

Personeelsbeleid en andere verzoeken om personeel (niet in verband met de uitbreiding)

19.

is van mening dat het nieuwe beleid op het gebied van bevordering en de loopbaanplanning van het personeel zo moet worden uitgevoerd dat budgettaire programmering mogelijk is, terwijl de legitieme en gelijke rechten van zijn personeel worden geëerbiedigd, is van mening dat de administratie een op het nieuwe personeelsstatuut gebaseerd bevorderingsbeleid moet voeren; verzoekt de secretaris-generaal voor 1 september 2004 een verslag in te dienen over de financiële gevolgen op middellange termijn van de inkomensstructuur in het kader van het nieuwe personeelsstatuut;

20.

herhaalt dat het Parlement het als een prioriteit beschouwt dat ervoor wordt gezorgd dat het principe van gelijke kansen (met name op het gebied van ras, geslacht en handicaps) wordt geëerbiedigd in het kader van alle bevorderings- en aanwervingsprocedures;

21.

merkt op dat in eerste lezing voorstellen voor opwaarderingen zullen worden ingediend om met het nieuwe personeelsstatuut rekening te houden;

22.

verzoekt zijn administratie alle beschikbare mogelijkheden van herschikking te benutten;

23.

stelt vast dat het Bureau verzoekt om 24 nieuwe vaste posten en de verlenging van 10 tijdelijke posten, alsmede de creatie van een directeurspost (A*14/15) binnen het DG Personeel, om te voorzien in behoeften in het Secretariaat-generaal die geen verband houden met de uitbreiding; keurt deze posten goed, maar plaatst de 7 AST-posten die zijn voorzien voor het functioneren van een 24 uurs-„crisiscentrum” en voor het toezicht op extern personeel in de reserve, in afwachting van de update met betrekking tot de aanwerving voor de momenteel onbezette posten in de Afdeling Beveiliging;

Interinstitutionele samenwerking

24.

herhaalt zijn steun voor meer interinstitutionele samenwerking, om het gebruik van de middelen te verbeteren en contractuele besparingen te realiseren; verzoekt de secretaris-generaal uiterlijk op 1 september 2004 een verslag in te dienen over de interinstitutionele samenwerking;

Voorlichtingsbeleid

25.

herhaalt zijn steun voor de internetsite Europarl; is van mening dat het overzicht van de stand van de wetgeving („Legislative Observatory”, OEIL) voldoende middelen moet krijgen om zijn werk voort te zetten;

Informatica

26.

verzoekt de administratie de diensten van het Directoraat Automatisering en Telecommunicatie (Direction de l'Informatique et des Télécommunications, DIT) die ter beschikking staan van de leden en het personeel, te verbeteren; verzoekt om betere maatregelen tegen ongewenste e-mailberichten (spam) en strengere regels voor mails die worden toegezonden aan alle interne adressen; verzoekt de secretaris-generaal uiterlijk op 1 september 2004 een verslag in te dienen met een meerjarenplan voor uitgaven op het gebied van informatica;

Veiligheid

27.

verzoekt de secretaris-generaal uiterlijk op 1 juli 2004 een verslag in te dienen over de maatregelen die zijn genomen als uitvoering van het besluit van het Bureau van 25 februari 2004;

Varia

28.

verzoekt de Conferentie van voorzitters rekening te houden met de budgettaire gevolgen en het advies van de Begrotingscommissie alvorens te besluiten over het jaarlijkse werkprogramma van de interparlementaire delegaties en de delegaties in de gemengde parlementaire commissies, alsmede de budgettaire middelen die hiervoor zijn uitgetrokken, te eerbiedigen; herhaalt zijn standpunt dat ad-hocdelegaties alleen mogen worden toegestaan in uitzonderlijke omstandigheden die niet konden worden voorzien bij de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma; is van mening dat voor ad-hocdelegaties een jaarlijks referentiebedrag moet worden bepaald;

29.

verzoekt de secretaris-generaal uiterlijk op 1 juli 2004 een verslag in te dienen over de vooruitgang van de studie over het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (Energy Management Assistance Scheme, EMAS);

30.

neemt nota van de uitspraak van de Ombudsman betreffende het roken in de gebouwen van het Europees Parlement; verzoekt de secretaris-generaal nieuwe maatregelen voor te stellen om aan de opmerkingen van de Ombudsman tegemoet te komen, met name om ervoor te zorgen dat het rookvrije karakter van ruimten wordt geëerbiedigd;

31.

herhaalt eens te meer zijn verzoek dat opnieuw beperkingen op de toegang tot zijn kantines worden ingevoerd, om ervoor te zorgen dat de leden en het personeel deze faciliteiten kunnen gebruiken zonder nodeloos tijdverlies, in een adequaat kader; verzoekt de secretaris-generaal de nodige maatregelen voor te stellen;

32.

stelt vast dat het Bureau voorstelt het proefproject voor het gebruik van taxi's voort te zetten; herinnert aan de besprekingen in het kader van de begroting 2004 en verzoekt de bevoegde instanties bijkomende voorstellen voor een reorganisatie van de chauffeursdienst in te dienen, met inbegrip van monitoring en kwaliteitsbeoordeling door de gebruikers van de dienst, naar aanleiding van de besprekingen in het kader van de begroting 2004; gaat ervan uit dat 20 % van de voorgestelde begroting voor 2005 in de reserve wordt geplaatst in afwachting van een nieuw verslag uiterlijk op september 2004;

33.

verzoekt zijn administratie het gebruik te stimuleren van het openbaar vervoer en andere duurzame vervoersmiddelen, gelet op de toename van het aantal leden en de hoeveelheid personeel na de uitbreiding; verzoekt zijn secretaris-generaal bij de Begrotingscommissie een verslag in te dienen met innovatieve voorstellen voor stimulansen voor het gebruik van het openbaar vervoer, samen met de eventuele budgettaire gevolgen, en verslag uit te brengen over de invoer van dienstfietsen waarvoor in de begroting 2004 toestemming werd verleend;

34.

benadrukt dat de subsidies uit de begroting van het Parlement voor de Vereniging van voormalige afgevaardigden van het Europees Parlement (post 3600) en de Europese Parlementaire Vereniging (post 3601) moeten stroken met de bepalingen van het Financieel Reglement; is van mening dat de financiële steun afhankelijk moet worden gesteld van de indiening van gedetailleerde informatie over de geplande activiteiten; beslist in deze fase een bedrag van 100 000 EUR in de reserve te plaatsen voor post 3600 („Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige afgevaardigden”), in afwachting van de indiening van de volgende documenten: een programma van geplande activiteiten en een financieel plan voor het begrotingsjaar 2005, bewijzen van de in het begrotingsjaar 2004 betaalde lidgelden, alsmede een balans en een jaarverslag voor het begrotingsjaar 2003;

35.

is als drijvende kracht achter de beweging voor de oprichting van een parlementaire assemblee van de Wereldhandelsorganisatie vastbesloten ervoor te zorgen dat voldoende geld beschikbaar wordt gesteld voor een adequate deelname, met de nodige infrastructuur, van zijn delegaties aan alle vergaderingen die door deze assemblee worden belegd of die als voorbereiding op een vergadering van deze assemblee dienen;

36.

keurt de wijzigingen goed die in bijlage V bij het eerder genoemde verslag van de secretaris-generaal over het voorontwerp van raming voor het begrotingsjaar 2005 worden voorgesteld in de nomenclatuur van Afdeling I;

37.

houdt zijn standpunt over het totale bedrag van Afdeling I aan tot de eerste lezing van het Parlement;

*

* *

38.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(2)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1. Akkoord gewijzigd bij Besluit 2003/429/EG (PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25).

(3)  P5_TA(2004)0118.

(4)  Zonder de personeelsbijdragen aan het pensioenstelsel (175 miljoen EUR in prijzen van 2005).

P5_TA(2004)0371

Follow-up van het jaarverslag van de EIB

Resolutie van het Europees Parlement over het activiteitenverslag over 2002 van de Europese Investeringsbank (2004/2012(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op de artikelen 266 en 267 van het EG-Verdrag, tot instelling van de Europese Investeringsbank („EIB”), en het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de Statuten van de Bank,

gelet op het besluit van zijn Conferentie van Voorzitters van 15 mei 1996 om jaarlijks in de Economische en Monetaire Commissie een bespreking over de prioriteiten van de leningen, het jaarverslag en de toekomstige oriëntering van de EIB te houden,

gezien het jaarverslag van de EIB-groep, het financieel verslag, het activiteitenverslag, het projectverslag en het statistisch verslag 2002, het jaarverslag van het Europees Investeringsfonds, het activiteitenplan 2003-2005, het jaarverslag van het Controlecomité 2002 en de reactie daarop van de directie, alsmede het debat dat op 16 juni 2003 in de Economische en Monetaire Commissie is gehouden met de president van de EIB,

gezien de opmerkingen in het Jaarverslag 2002 van de Rekenkamer, de samenwerkingsovereenkomst Commissie/EIB van januari 2000, en het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 10 juli 2003 in zaak C-15/00 betreffende de toegang van OLAF tot gegevens,

gezien de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 en van de Europese Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 21 november 2002 over het Jaarverslag van de Europese Investeringsbank over 2001 (1),

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0258/2004),

A.

overwegende dat de EIB-groep een op basis van beleid bestuurde openbare bank is, die bij het EG-Verdrag is ingesteld als de belangrijkste financiële instelling van de Europese Unie voor de verwezenlijking van haar doelstellingen (artikel 267 van het Verdrag),

B.

overwegende dat de EIB zich daarom moet verantwoorden tegenover de burgers, aangezien zij heeft toegezegd de codes betreffende transparantie en good corporate governance te zullen naleven,

C.

overwegende dat de EIB het beheer voert over haar eigen middelen en de middelen die haar specifiek door de EU in beheer zijn gegeven,

D.

overwegende dat de EIB haar rol vervult op basis van drie pijlers, namelijk a) individuele en globale leningen en structurele operaties, b) garanties en c) risicokapitaal en het Europees Investeringsfonds (EIF),

E.

overwegende dat de activiteiten van de EIB onderworpen zijn aan de democratische controle van het Europees Parlement wat de algemene richtsnoeren van haar activiteiten betreft, maar dat de Raad van gouverneurs, overeenkomstig het Protocol betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank, „de algemene richtlijnen vast(stelt) met betrekking tot de kredietpolitiek van de bank” (artikel 9, lid 2); overwegende dat „alleen de Raad van bewind van de EIB (...) bevoegd (is) te besluiten tot het verlenen van kredieten en garanties” (artikel 11) en dat het Europees Parlement noch over de bevoegdheid, noch over het gezag beschikt om een financiële controle te verrichten van de jaarrekeningen van de EIB of die goed te keuren,

F.

overwegende dat de EIB volledig heeft meegewerkt met het Europees Parlement bij de opstelling en de behandeling van zijn resolutie van 15 februari 2001 over de maatregelen die genomen zijn ingevolge het jaarverslag 1999 van de Europese Investeringsbank (2), zijn resolutie van 5 februari 2002 over het jaarverslag van de EIB over 2000 (3) en zijn resolutie van 21 november 2002 over het jaarverslag van de Europese Investeringsbank over 2001; overwegende dat zij gevolg heeft gegeven aan de aanbevelingen betreffende transparantie en good governance,

G.

overwegende dat de EIB, als alle Europese instellingen en agentschappen, een model van transparantie, integriteit en good governance behoort te zijn,

H.

overwegende dat deze doelstellingen in een openbare, objectieve discussie door de partijen moeten worden besproken,

I.

overwegende dat de EIB dankzij haar erkende deskundigheid met betrekking tot het identificeren van technisch, economisch, financieel en vanuit milieuoogpunt levensvatbare en duurzame projecten een katalyserende rol vervult bij het aantrekken van financiering voor investeringsprojecten,

J.

overwegende dat de activiteiten van de EIB niet vergelijkbaar zijn met die van andere commerciële banken, aangezien de EIB uitsluitend leningen verstrekt voor investeringsprojecten en niet ten behoeve van de algemene kas van openbare of particuliere ondernemingen,

K.

overwegende dat het ondersteunen van kapitaalinvesteringen ten behoeve van duurzame ontwikkeling en economische en sociale cohesie in de EU de belangrijkste taak van de EIB is, en dat zij zich prioritair in combinatie met het EIF inzet voor de financiering van KMO's, O&O, de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, milieubescherming, regionale ontwikkeling en investeringen in infrastructuur op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, volksgezondheid en sociale voorzieningen,

L.

overwegende dat het belang van de rol van de EIB ook wordt erkend voor de tenuitvoerlegging van het Groei-initiatief in het kader van haar programma i2i ter ondersteuning van de Lissabon-agenda,

M.

overwegende dat de EIB zich net als de andere communautaire instellingen, instanties, bureaus en agentschappen moet onderwerpen aan toezicht van de zijde van OLAF, zoals is bevestigd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (zaak C-15/00),

1.

is ingenomen met het jaarverslag over de activiteiten van de EIB en met het feit dat de EIB het Parlement voor de eerste keer het verslag van zijn Controlecomité en bijbehorende documentatie heeft doen toekomen;

2.

is ingenomen met de verbetering van de transparantie van de informatie die de EIB ter beschikking stelt van het publiek;

3.

wenst de EIB geluk met de ratingcijfers die zijn behaald;

4.

besluit in het najaar van 2004 een openbare hoorzitting te houden over de activiteiten en de beleidsrichtsnoeren van de EIB ten einde een transparante discussie over dit thema voort te zetten; stelt vast dat de president van de EIB heeft aangegeven voor een dergelijk initiatief belangstelling te hebben en beschikbaar te zijn;

5.

erkent het speciale statuut van de EIB en verzoekt de EIB in dit licht voorstellen in te dienen in overeenstemming met het actieplan van de Commissie over de modernisering van het vennootschapsrecht en verbetering van de corporate governance (COM(2003) 284) en met de resoluties van het Parlement over het toezicht op financiële diensten en corporate governance;

6.

dringt er bij de EIB op aan de aard en de eindbestemming van haar globale leningen ter ondersteuning van KMO's, of van kleine en middelgrote infrastructuurprojecten en andere openbare werken beter te controleren en transparant te maken, omdat uit de geanalyseerde informatie kan worden afgeleid dat 45 % van de globale leningen wordt gebruikt voor de financiering van KMO's;

7.

verzoekt de EIB ervoor te zorgen dat er voldoende risicokapitaal beschikbaar is voor KMO's in alle bedrijfssectoren die problemen hebben om kapitaal aan te trekken op de beurzen;

8.

steunt de pogingen van de EIB haar coördinatie met de Commissie te optimaliseren en het Parlement wat dit betreft te informeren met betrekking tot de structuurfondsen en het Cohesiefonds van de EU;

9.

herhaalt dat de EIB onder bedrijfseconomisch toezicht moet worden gesteld, hetzij van de Europese Centrale Bank, hetzij van een andere structuur die belast is met toezicht op het bankwezen op Europees niveau; erkent nogmaals dat dit in het Verdrag dient te worden geregeld; verzoekt daarom de Commissie en de lidstaten met een initiatief te komen en verzoekt de EIB om actief de mogelijkheden te onderzoeken en verslag uit te brengen aan het Parlement;

10.

is ingenomen met het feit dat de EIB de definitie van KMO's van de Europese Commissie heeft overgenomen en steunt haar pogingen om deze in praktijk te brengen;

11.

verzoekt de EIB, de Rekenkamer en de Commissie nogmaals met klem de tripartiete overeenkomst, die op 19 maart 2003 is afgelopen, aan te passen zodat de Rekenkamer, in gevallen waarin de EIB leningen verstrekt, bevoegd is zowel de garantie als de onderliggende transactie te controleren; meent dat meer aandacht moet worden besteed aan de verbetering van het toezicht op de EIB en is van mening dat het Europees Parlement hierbij betrokken dient te worden; verzoekt de partijen de tripartiete overeenkomst nader aan te passen zodat de Rekenkamer ten opzichte van de EIB ten minste dezelfde controlerechten heeft als ten opzichte van de ECB, namelijk de operationele doelmatigheid van het beheer van de EIB;

12.

stelt de EIB voor regelmatig een beoordeling te publiceren van haar financiële activiteiten, met een uitsplitsing tussen de directe activiteiten en de activiteiten die worden uitgevoerd via derden (leningen, risicokapitaal, fondsen enz.) en haar activiteiten met betrekking tot derivaten;

13.

verzoekt de EIB het Parlement te informeren over de naleving van de aanbevelingen in het jaarverslag van het Controlecomité en de aanbevelingen die de Afdeling Evaluatie activiteiten heeft gedaan in haar sectoriële verslagen;

14.

beveelt aan dat de EIB ook gegevens publiceert over mislukte projecten, indien van toepassing, ten einde van dergelijke mislukkingen te leren;

15.

neemt nota van de toezegging van de EIB om volledige toegang te verschaffen tot de gegevens die nodig zijn voor de controle door de Rekenkamer (indien nodig met inbegrip van commercieel gezien vertrouwelijke of marktgevoelige gegevens) en voor het toezicht door OLAF en het Hof van Justitie;

16.

betreurt het dat de gegevens van de EIB op haar website slechts in drie Gemeenschapstalen beschikbaar zijn; spoort de EIB aan de gegevens op de website in meer Gemeenschapstalen ter beschikking te stellen;

17.

dringt er bij het nieuwe Europees Parlement op aan een hoorzitting met deskundigen te houden over het jaarverslag 2003 en 2004 van de EIB en conclusies te formuleren voor het proces van Lissabon met betrekking tot het beleid van de EIB;

18.

verzoekt de EIB het Europees Parlement en het publiek jaarlijks, tegelijk met de presentatie van het jaarverslag van de EIB, een schriftelijke samenvatting te verstrekken van de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de kwesties die in het voorafgaande jaarverslag van het Parlement aan de orde zijn gesteld;

19.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de EIB.


(1)  PB C 25 E van 29.1.2004, blz. 390.

(2)  PB C 276 van 1.10.2001, blz. 262.

(3)  PB C 284 E van 21.11.2002, blz. 111.

P5_TA(2004)0372

Eurostat

Resolutie van het Europees Parlement over Eurostat

Het Europees Parlement,

gezien zijn resolutie van 4 december 2003 over de evaluatie van werkzaamheden van OLAF (1) (verslag-Bösch), zijn resolutie van 29 januari 2004 over de door de Commissie genomen maatregelen naar aanleiding van de opmerkingen vervat in de resolutie, gevoegd bij het besluit tot verlening van kwijting voor de tenuitvoerlegging van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001 (2) en zijn resolutie (3) van 21 april 2004 over de kwijting 2002 aan de Commissie van 21 april 2004,

gezien het follow-upverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en e Raad over de kwijting 2001 (COM(2003) 651 — C5-0536/2003),

gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 147 van het Financieel Reglement,

gelet op artikel 37, lid 4 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat in zijn resolutie van 8 april 2003 (4) over de kwijting voor het begrotingsjaar 2001 een aantal problemen met het financieel beheer van Eurostat wordt belicht,

B.

overwegende dat dankzij het aandringen van het Parlement en verschillende berichten in de media in het voorjaar van 2003 de Commissie een intern onderzoek naar Eurostat heeft gestart, waarvan de resultaten op 8 juli 2003 bij het Parlement zijn ingediend, tezamen met een aantal noodmaatregelen, waaronder het opschorten van contracten en het op non-actief stellen van het hoger management, in afwachting van verder onderzoek,

C.

overwegende dat er drie parallelle onderzoeken zijn gestart door een interne werkgroep van de Commissie, de interne auditdienst en OLAF, en dat hun bevindingen eind 2003 bij het Parlement zijn ingediend,

D.

overwegende dat de heer Prodi voor het Parlement in december 2003 in het kader van het jaarlijkse debat over het wetgevingsprogramma van de Commissie een actieplan heeft gepresenteerd, dat in februari 2004 nader is gepreciseerd door commissaris Solbes,

E.

overwegende dat OLAF een aantal onderzoeken heeft afgerond naar specifieke aspecten van de zaak Eurostat en een aantal dossiers aan officieren van justitie in Luxemburg en Frankrijk heeft doen toekomen, terwijl een aantal andere zaken nog in behandeling is,

1.

herinnert aan de conclusies en aanbevelingen in zijn resolutie van 29 januari 2004, voornamelijk betrekking hebbend op de follow-up van de kwestie Eurostat, en met name de positieve rol van klokkenluiders bij het onder de aandacht brengen van problemen, het bestaan van interne auditverslagen waarin onregelmatige financiële praktijken worden beschreven en de gebrekkige uitwisseling en behandeling van dergelijke informatie binnen en tussen afdelingen van de Commissie, ertoe leidend dat het probleem jarenlang niet is aangepakt;

2.

spreekt zijn teleurstelling uit over het onbevredigende antwoord dat tot nog toe is ontvangen op de mondelinge vraag (O-0067/03) die in oktober 2000 werd ingediend en op de resolutie van 29 januari 2004, en verzoekt de Commissie uiterlijk 31 juli 2004 een volledige en schriftelijke evaluatie voor te leggen van de precieze toedracht van het Eurostat-schandaal, met inbegrip van alle OLAF-verslagen, en hierbij met name aandacht te besteden aan de trage reactie van Commissieleden op de waarschuwingssignalen en de gebrekkige interne informatievoorziening bij de Commissie;

3.

wenst de Interne Auditdienst van de Commissie en de Eurostat-IAC geluk met de kwaliteit en de degelijkheid van hun werkzaamheden; acht echter de extreem lange termijnen en de weerstand en de aarzeling bij de Commissie om deze vitale verslagen aan het Parlement toe te zenden, onaanvaardbaar; verzoekt de Commissie de volledige publicatie van deze documenten of althans van geanonimiseerde versies ervan te overwegen;

4.

constateert dat bij Eurostat tussen 1999 en 2003 het Financieel Reglement werd overtreden en dat de leiding van Eurostat niet vastberaden op de rapporten van de Interne Auditdienst (IAS) heeft gereageerd en dat ook meerderen bij Eurostat niet op onomstotelijke wijze over geconstateerde misstanden zijn geïnformeerd; onderstreept dat, hoewel sommige wijzigingen van regels wenselijk zijn, het probleem niet was dat er geen goede regels waren maar dat de bestaande regels slecht werden toegepast;

5.

verwelkomt in beginsel het actieplan van Eurostat voor 2004, alsmede het voorstel van de Commissie voor een nieuwe OLAF-verordening (10 januari 2004);

6.

benadrukt dat de zaak de ernstige problemen met betrekking tot de werkmethodes van zowel de Commissie als OLAF heeft benadrukt; is van oordeel dat de Eurostat-affaire ernstige lacunes aan het licht heeft gebracht in de wijze waarop de interne controles bij de Commissie worden uitgevoerd, en dat het feit dat de Commissie niet met overtuigende antwoorden is gekomen de geloofwaardigheid van het gehele systeem schaadt;

Commissie

7.

is van oordeel dat de Commissie geen lering heeft getrokken uit de Eurostat-affaire en dat zij, in strijd met de toezeggingen aan het begin van haar mandaat, noch collectief noch individueel haar politieke verantwoordelijkheden heeft willen nemen;

8.

stelt vast dat de tot nog toe ontvangen rapporten over Eurostat hebben aangetoond:

dat zowel van de zijde van de voor Eurostat verantwoordelijke commissaris als van de kant van de commissaris verantwoordelijk voor de begrotingscontrole, een serieuze politieke reactie op de openbare verklaringen van OLAF over de onderzoeken naar Eurostat (juli 2002), achterwege bleef,

niemand overzicht had over alle bewijsstukken die gaandeweg werden verzameld,

de secretaris-generaal de weliswaar vage informatie van OLAF niet ter kennis bracht van de politieke gezagsdragers,

de kabinetten van Commissieleden de informatie die hun bereikte negeerden of hier verder niets mee deden;

9.

erkent dat de problemen reeds vóór 1999 zijn begonnen, maar blijft op het standpunt staan dat de huidige Commissie niet snel genoeg actie heeft ondernomen om het probleem in kaart te brengen en op te lossen;

10.

is van mening dat, ondanks de inspanningen van de Commissie om de betrekkingen tussen de commissarissen en de afdelingen te verbeteren, de Eurostat-affaire duidelijk heeft gemaakt dat er onvoldoende transparantie en communicatie tussen de leiding van Eurostat en de sectoroverschrijdende afdelingen van de Commissie en tussen Eurostat en het verantwoordelijke lid van de Commissie bestond;

11.

leidt hieruit af dat de mechanismen en methoden die de commissarissen in staat zouden hebben gesteld hun politieke verantwoordelijkheden te nemen in de strijd tegen fraude en wanbeheer, onvoldoende in aanmerking zijn genomen;

12.

herinnert de commissarissen eraan dat zij verantwoordelijk zijn voor de misstappen van ambtenaren in hun diensten (Comité van onafhankelijke deskundigen, 1999, en de Gedragscode voor commissarissen, 1999); is van mening dat commissarissen niet ontheven kunnen worden van hun verantwoordelijkheid omdat zij onvoldoende informatie hebben ontvangen;

13.

betreurt het uitblijven van voorstellen voor structurele veranderingen van de betrekkingen tussen de leden van de Commissie en de directeuren-generaal, en acht het van vitaal belang dat de leidende rol van de leden van de Commissie en hun politieke verantwoordelijkheid duidelijker geformuleerd worden; stelt vast dat de voorstellen uit het voortgangsverslag van de Commissie over de in het kader van het Witboek van maart 2000 over de administratieve hervorming aangenomen maatregelen, wat dit betreft niet ver genoeg gaan,

14.

wijst in het bijzonder op het probleem van de politieke verantwoordelijkheid op het gebied van financieel beheer en management dat zich hierdoor aftekent, alsmede op de tekortkomingen op het gebied van controle in sommige afdelingen; verzoekt de Commissie voorstellen in te dienen tot wijziging van de gedragscode voor commissarissen, en tot structurele wijzigingen van hun betrekkingen met de directoraten-generaal en wel zo dat de politieke verantwoordelijkheid van commissarissen voor hun departementen serieus inhoud wordt gegeven; acht het van essentieel belang dat de voorzitter van de Commissie maatregelen tot zijn/haar beschikking worden gesteld om ervoor te zorgen dat de discipline van de gedragscode kan worden opgelegd;

15.

wenst dat een lid van het College de verantwoordelijkheid op zich neemt, zoals ook in het verleden is gebeurd, voor het coördineren van de strijd tegen fraude en wanbeheer, en hierbij de specifieke verantwoordelijkheid krijgt voor o.a.:

de contacten met de Dienst Interne audit,

het onderzoek naar, het beoordelen van het toezicht op de follow-up van alle interne auditverslagen die door de auditinstanties van de directoraten-generaal worden opgesteld, alsmede evaluatieverslagen over het beheer van programma's,

het Comité follow-up audit,

de betrekkingen met OLAF,

de betrekkingen met de Europese Rekenkamer,

de contacten met andere commissarissen voor wat betreft hun werk op het gebied van begrotingscontrole;

16.

is van mening dat elk individueel lid van de Commissie verantwoordelijkheid draagt voor de diensten die onder zijn verantwoordelijkheid opereren, en ervoor moet zorgen dat hun doelstellingen zijn verwezenlijkt op basis van volledige inachtneming van de beginselen van een goed financieel beheer; dringt erop aan dat alle commissarissen binnen de directoraten-generaal waarvoor zij verantwoordelijk zijn, prioriteit toekennen aan de strijd tegen fraude en wanbeheer; is voornemens tijdens de hoorzittingen met kandidaat-commissarissen hun bereidheid om deze strijd te voeren te laten meewegen;

17.

pleit er derhalve voor in alle particuliere kabinetten van commissarissen een adviseur aan te stellen die, naast andere taken, de specifieke verantwoordelijkheid krijgt om zijn/haar commissaris te adviseren over met begrotingscontrole verband houdende kwesties binnen de DG's waarvoor de commissaris verantwoordelijk is, en om de contacten te onderhouden met het kabinet van de commissaris die verantwoordelijk is voor begrotingscontrole;

18.

verklaart nogmaals van mening te zijn dat commissarissen een directere en proactievere rol moeten spelen bij het toezicht op de werkzaamheden van hun afdelingen en het nemen van verantwoordelijkheid voor zowel fouten als successen; is daarom voornemens de toekomstige Commissie te vragen verantwoording af te leggen voor zowel haar nalatigheden als haar daden;

Interne procedures

19.

herinnert eraan dat de administratieve hervorming een van de belangrijkste doelstellingen van de huidige Commissie was, dat het Witboek „Hervorming van de Commissie” (COM(2000) 200) werd goedgekeurd op 1 maart 2000, en dat de Commissie zich heeft vastgelegd op een ambitieus programma ter versterking van onafhankelijkheid, controleerbaarheid, doelmatigheid, transparantie en de hoogste normen op het gebied van verantwoordelijkheid; stelt vast dat:

een groot aantal zeer noodzakelijke en belangrijke stappen in de goede richting zijn gedaan, en

er nog steeds sprake is van potentiële belemmeringen voor de hervorming, die moeten worden aangepakt;

20.

herinnert eraan dat in het kader van de hervorming grote nadruk is gelegd op decentralisatie van de financiële controle; is van mening dat op grond hiervan sprake is van een dringende noodzaak om meer passende en controleerbare vormen te ontwikkelen van toezicht door het centrale management op de controlesystemen die binnen afzonderlijke afdelingen opereren;

21.

is van mening dat uit de zaak-Eurostat naar voren is gekomen dat de betrekkingen tussen deze verschillende actoren en tussen de afzonderlijke leden van de Commissie en het college van commissarissen opnieuw moeten worden bekeken, evenals het functioneren van de verantwoordingsketen, teneinde vooruitgang te boeken, niet alleen op het gebied van financieel beheer, maar ook in de bestuursstructuur van de Commissie;

22.

pleit ervoor dat de door de directoraten-generaal op te stellen jaarverslagen inzake de werkzaamheden hun verantwoordelijkheid als ordonnateur weerspiegelen zoals bepaald in het Financieel Reglement; pleit ervoor om in het beknopt verslag alle belangrijke aspecten van de diverse jaarverslagen inzake de werkzaamheden/betrouwbaarheidsverklaringen op te nemen;

23.

handhaaft als zijn standpunt dat met betrekking tot de kanalen die gebruikt worden voor de verspreiding van vragen van leden van de Commissie en de door de afdelingen te verstrekken antwoorden, deze antwoorden (ingeval deze op gevoelig geachte onderwerpen betrekking hebben) steeds dienen te worden toegezonden door de directeur-generaal aan het betrokken lid van de Commissie zelf en niet slechts aan zijn kabinetschef;

24.

betreurt de voormalige praktijk van Eurostat en het Publicatiebureau om financiële enveloppen te creëren; verzoekt de Commissie met spoed op te treden en een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid dat andere afdelingen van de Commissie soortgelijke praktijken hebben toegepast en passende maatregelen te nemen om de waarheid over de werkelijke omvang van het systeem en het uiteindelijke gebruik van de gelden in deze financiële enveloppen bekend te maken;

Vooruitgang bij Eurostat

25.

neemt kennis van de tot nu toe genomen maatregelen ter verbetering van de situatie in deze afdeling van de Commissie en is met name ingenomen met

de volledige herziening van alle bestaande contracten met en subsidies aan externe organisaties en de opzegging van alle automatische contractverlengingen,

de volledige herziening van de bestaande betrekkingen tussen Eurostat en de nationale bureaus voor de statistiek, met inbegrip van subsidies die gedurende een aantal jaren niet deugdelijk geanalyseerd zijn,

een drastische vermindering van het aantal publicaties,

het internaliseringsbeleid, wat inhoudt dat de statistische werkzaamheden weer intern zullen worden uitgevoerd, zoals wordt aanbevolen in Eurostat-IAC-verslagen en waar door het Parlement om verzocht is in bovengenoemde resolutie over de kwijting 2001;

de openbare publicatie van statistieken op de internetsite,

verbeterde opleidingen op het gebied van financieel beheer;

26.

is van mening dat er een onafhankelijk onderzoek naar de nieuwe administratieve en managementstructuur van Eurostat dient plaats te vinden, wanneer OLAF zijn onderzoek heeft afgerond en vooral dat er nog tijdens de huidige ambtsperiode van de Commissie een vervolgverslag wordt opgesteld, waarin wordt geanalyseerd of eerdere aanbevelingen van de IAS en de Eurostat-IAC zijn nagekomen;

27.

is van mening dat, in het geval van Eurostat, er sprake was van een te grote mate van afhankelijkheid van externe bureaus; verwelkomt in dit verband de belofte om de meeste van de taken van Eurostat te internaliseren en de aard van alle contracten tussen externe consultants en Eurostat opnieuw onder de loep te nemen;

28.

dringt er bovendien bij de Commissie op aan om aandacht te schenken aan de situatie van de kleine onderaannemende bedrijven die per ongeluk bij de kwestie betrokken zijn geraakt;

Financieel Reglement

29.

roept de Commissie op om hetzij via een herziening van de uitvoeringsbepalingen, hetzij via specifieke wetgevings- en/of procedurele maatregelen iets te doen aan de onvolkomenheden die in het nieuwe Financieel Reglement zijn vastgesteld, die de communautaire begroting aan het risico van fraude kunnen blootstellen; beveelt aan dat dergelijke maatregelen worden overwogen in combinatie met de aanstaande herziening van de OLAF-verordening;

OLAF

30.

benadrukt het belang van een volwaardig functionerend en onafhankelijk antifraude-orgaan voor de uitvoering van gecompliceerde en gevoelige onderzoeken; herhaalt zijn standpunt dat OLAF institutioneel onafhankelijk moet zijn van de Commissie en onder toezicht moet staan van een orgaan dat moet zorgen voor een deugdelijk juridisch toezicht op zijn werkzaamheden, ter waarborging van de vertrouwelijkheid en de bescherming van degenen die het onderwerp zijn van onderzoeken;

31.

wijst er met klem op dat de secretaris-generaal van de Commissie rechtstreeks het voor het betrokken directoraat-generaal verantwoordelijke lid van de Commissie inlicht over alle interne onderzoeken waarvan hij kennis genomen heeft via OLAF, zelfs indien de verstrekte informatie beperkt is; het Commissielid dient zich ertoe te verbinden geen aan hem/haar toevertrouwde vertrouwelijke informatie buiten het college van leden van de Commissie openbaar te maken;

Interinstitutionele lichamen

32.

is van mening dat, zoals ook uit de zaak van het Publicatiebureau blijkt, het bijzonder moeilijk is om in internationale lichamen duidelijk politieke verantwoordelijkheden te definiëren; verzoekt derhalve de instellingen de wettelijke bepalingen inzake de bestaande interinstitutionele lichamen opnieuw te onderzoeken, zonder echter het beginsel van institutionele samenwerking aan te tasten;

Toekomstige actie

33.

beseft dat de kwestie Eurostat de publieke waardering voor de administratieve hervorming van de Commissie ernstige schade heeft toegebracht; erkent niettemin dat alle specifieke acties van het reeds aangehaalde Witboek zijn goedgekeurd; dringt er bij de Commissie op aan te zorgen voor een volledige en grondige tenuitvoerlegging hiervan in al haar diensten, agentschappen en satellietorganen, zodat gevallen als de zaak Eurostat zich nooit meer zullen voordoen;

34.

is voornemens een grondig onderzoek in te stellen naar alle verslagen over het Eurostat-onderzoek die door OLAF zijn toegezegd en waarom herhaaldelijk door het Parlement is gevraagd, het laatst in zijn resolutie van 17 december 2003 (5), waarin het OLAF verzocht „om zijn eindverslagen zo spoedig mogelijk, en uiterlijk 15 januari aan het Parlement te doen toekomen”; wijst erop dat het deze verslagen tot dusverre nog niet heeft ontvangen; herhaalt zijn voornemen om de vinger aan de pols te houden met betrekking tot toekomstige ontwikkelingen in het lopende Eurostat-onderzoek en eventuele juridische acties, met het oog op het indienen van voorstellen voor eventueel noodzakelijke verdere hervormingen;

*

* *

35.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad en de Rekenkamer.


(1)  P5-TA(2003)0551.

(2)  P5-TA(2004)0049.

(3)  P5-TA(2004)0337.

(4)  PB L 148 van 16.6.2003, blz. 21.

(5)  P5-TA(2003)0585.

P5_TA(2004)0373

Vrijheid van meningsuiting en informatie

Resolutie van het Europees Parlement over de risico's van schending in de EU en met name in Italië van de vrijheid van meningsuiting en informatie (artikel 11, lid 2 van het Handvest van de grondrechten) (2003/2237(INI))

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar de ontwerpresolutie ingediend door: Sylviana H. Ainardi en 37 andere indieners over het gevaar van een ernstige schending van de grondrechten vrijheid van meningsuiting en vrijheid van informatie in Italië (B5-0363/2003),

gelet op artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en artikel 11 van het Handverst van de grondrechten van de Europese Unie,

gelet op de artikelen 6 en 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 22, 43, 49, 83, 87, 95 en 151 van het EG-Verdrag,

onder verwijzing naar zijn resoluties van 20 november 2002 over mediaconcentratie (1), van 13 november 2001 over de mededeling van de Commissie over diensten van algemeen belang (2), van 4 oktober 2001 over het derde verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van Richtlijn 89/552/EEG (3) en van 4 september 2003 over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie (4),

gezien de besluiten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (5) en het Europees Hof voor de rechten van de mens (6),

gezien de aanbevelingen en resoluties terzake van de Raad van Europa (7),

gezien de mededeling van de Commissie over de toekomst van het Europese audiovisuele regelgevingsbeleid (COM(2003) 784), het Groenboek over diensten van algemeen belang (COM(2003) 270), het verslag over de tenuitvoerlegging van het pakket Europese elektronische-communicatieregelgeving (COM(2003 715) en het Vierde verslag over de toepassing van Richtlijn 89/552/EEG „Televisie zonder grenzen”(COM(2002) 778),

gezien het Protocol betreffende het publiekeomroepstelsel in de lidstaten en de Mededeling van de Commissie van 15 november 2001 betreffende de toepassing van de regels inzake staatssteun op openbare omroepen (8),

gezien het rapport van het EU-Netwerk van onafhankelijke deskundigen inzake de grondrechten (2003), de jaarverslagen van de Verslaggevers zonder grenzen en hun studie „Belangenconflict in de media: anomale situatie in Italië” (2003), de rapporten van de Europese Journalistenbond over „Het eigendom van de Europese media” (2003) en „Crisis in de sector communicatiemiddelen in Italië: Hoe inadequaat beleid en gebrekkige wetgeving het journalisme onder druk hebben gezet” (2003), alsmede de gegevens over de concentratie op de Italiaanse televisie- en reclamemarkt, die onder overigens gepubliceerd zijn door de instantie voor het toezicht op de media,

gezien het voorbereidende expertiserapport van het Europees Instituut voor de Media over „de informatie van de burgers in de EU: de plichten van de media en de instellingen ten aanzien van het recht van de burgers op volledige en objectieve informatie”,

gezien de openbare studiedag op 19 februari 2004 over bedreigingen voor het pluralisme — de noodzaak van maatregelen op Europees niveau,

gezien verzoekschrift nr. 356/2003, ingediend door Federico Orlando en 3 andere ondertekenaars (Italiaanse nationaliteit), namens de vereniging „Articolo 21 liberi di” over de toepassing van artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie ter bescherming van de vrijheid van informatie in Italië;

gelet op de artikelen 48 en 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie juridische zaken en interne markt, de Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport en de Commissie constitutionele zaken (A5-0230/2004),

Het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie — het recht op vrije en pluralistische media

A.

overwegende dat vrije en pluralistische media een essentiële vereiste zijn voor de volledige eerbiediging van het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie, en overwegende dat de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens de verplichting van de staten bekrachtigt om het pluralisme in de media te beschermen en, indien nodig, maatregelen hiertoe te treffen,

B.

overwegende dat het bij „politiek” pluralisme gaat om de noodzaak dat in het belang van de democratie een scala van politieke meningen en standpunten in de media tot uitdrukking worden gebracht. De democratie zou gevaar lopen, indien één stem met de macht om één standpunt te divulgeren, te dominant zou worden en dat het bij „cultureel” pluralisme gaat om de noodzaak dat een verscheidenheid aan culturen, waarin de diversiteit van de samenleving tot uiting komt, expressie vindt in de media. De culturele diversiteit en de sociale samenhang lopen gevaar, tenzij de culturen en waarden van alle groeperingen in de samenleving (b.v. zij die een taal, ras of geloof delen) in de media tot uiting komen (9),

C.

overwegende dat politiek en cultureel pluralisme van de communicatiemiddelen veronderstelt dat een brede waaier van meningen, theorieën en politieke standpunten ook in de wereld van de cultuur, de schone kunsten, de universiteit en de school uitgedrukt kunnen worden,

D.

overwegende dat vrije en pluralistische media het beginsel van de democratie waarop de Unie is gegrondvest (artikel 6 van het EU-Verdrag), schragen en van essentieel belang zijn in de Europese Unie waar burgers tijdens Europese en gemeenteraadsverkiezingen in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan zijn, passief en actief stemrecht hebben,

E.

overwegende dat de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 151, lid 4 van het EG-Verdrag bij haar optreden met de eerbiediging en bevordering van de verscheidenheid van haar culturen rekening moet houden,

F.

overwegende dat de bescherming van de mensenrechten krachtens de artikelen 6 en 7 van het EU-Verdrag een prioritaire doelstelling van de Europese Unie is geworden door de goedkeuring van het Handvest van de grondrechten, de goedkeuring van de criteria van Kopenhagen voor de toetredingslanden, de versterking van de bepalingen inzake het Europees burgerschap, de ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, de bevordering van de transparantie en privacy, en het voorkomen van discriminatie, en dat de opneming van het Handvest van de grondrechten in de grondwet van de Europese Unie in artikel II-11, lid 2 van de ontwerpgrondwet van de Europese Conventie is vastgelegd,

G.

overwegende dat de Europese Conventie in artikel I-2 van haar ontwerpgrondwet het pluralisme als basiswaarde van de Europese Unie heeft aangemerkt en in artikel I-3, lid 3 van de ontwerpgrondwet de instandhouding van de culturele verscheidenheid als doelstelling van de Europese Unie heeft verankerd,

1.

is van mening dat, indien de lidstaten nalaten passende maatregelen te treffen omdat zij hiertoe niet in staat of bereid zijn, de Europese Unie de politieke, morele en wettelijke plicht heeft om erop toe te zien, voor zover dat onder haar bevoegdheden valt, dat het recht van burgers van de EU op vrije en pluralistische media wordt geëerbiedigd, vooral omdat individuen bij het ontbreken van pluralisme in de media geen beroep op de communautaire rechtbanken kunnen doen;

2.

betreurt dat de situatie in de EU met betrekking tot de regelgeving inzake de media thans een versnippering te zien geeft en beklemtoont dat de Europese Unie van haar bevoegdheden gebruik moet maken (in het kader van het beleid inzake de audiovisuele media, het mededingingsbeleid, het telecommunicatiebeleid, overheidssteun, verplichtingen inzake de openbare dienstverlening, rechten van de burgers) om de minimumvoorwaarden af te bakenen waaraan de lidstaten met het oog op een afdoende niveau van pluralisme moeten voldoen;

Het audiovisueel (en media-) beleid

3.

merkt op dat de sectoren audiovisuele middelen en media sleutelgebieden voor de economische groei en de verwezenlijking van de agenda van Lissabon zijn, maar dat ten gevolge van de concentratie van het eigendom — vaak met een grensoverschrijdend karakter — en de beperkingen inzake de markttoegang het potentieel van het Europese bedrijfsleven wordt beknot en dat derhalve de bescherming van het pluralisme in de media van essentieel belang is voor de harmonieuze ontwikkeling van de sectoren audiovisuele middelen en media, hoewel kleinere en specifieke markten misschien niet de economische basis hebben voor meer dan één marktdeelnemer;

4.

benadrukt nogmaals de geldigheid van de principes waarop Richtlijn 89/552/EEG (10) is gebaseerd: vrij verkeer van Europese tv-uitzendingen, vrije toegang tot belangrijke gebeurtenissen, bevordering van onafhankelijke Europese en recent geproduceerde werkstukken, bescherming van minderjarigen en de openbare orde, bescherming van de consument door duidelijke transparante identificatie bij reclame alsook het recht op antwoord, waarbij het gaat om de fundamentele pijlers ter waarborging van de vrijheid van meningsuiting en informatie;

5.

benadrukt dat de sector radio- en televisieomroep gecompliceerd is en zich voortdurend ontwikkelt en dat de organisatie van de omroepdiensten in alle lidstaten verschillend is al naargelang de culturele tradities en de geografische omstandigheden;

6.

onderstreept dat het mediaconcept thans opnieuw wordt gedefinieerd ten gevolge van convergentie, interoperabiliteit en globalisering, maar dat de technologische convergentie en de toename van het aanbod dankzij internet, digitale, satelliet-, kabel- en andere middelen niet mogen leiden tot een „convergentie” van de inhoud; de keuze van de consument en het pluralisme van de inhoud zijn essentieel, meer nog dan het pluralisme van eigendom of aanbod;

7.

constateert dat de digitale media niet automatisch zal leiden tot meer keuzemogelijkheden, omdat dezelfde mediabedrijven die reeds de nationale en mondiale mediamarkten beheersen ook de voornaamste inhoudportalen op Internet in handen hebben, en aangezien de bevordering van het vermogen om zich van digitale en technische middelen te bedienen van strategisch belang is voor de ontwikkeling van een duurzaam pluralisme in de media, en is bezorgd over het afschaffen van de analoge frequenties in sommige delen van de Unie;

8.

wijst er andermaal op dat in de Europese wetgeving inzake de audiovisuele sector de doorgifte van gelijke of gelijksoortige inhoud middels uiteenlopende transmissiewijzen niet genoeg in aanmerking wordt genomen en dat derhalve de diensten van de informatiemaatschappij met uitzondering van televisie en radio onafhankelijk van hun inhoud onder de voorschriften van de Richtlijn 2000/31/EG (11) inzake elektronische handel vallen;

9.

dringt derhalve andermaal aan op een fundamentele verdere uitbouw van het huidige rechtskader tot een kaderpakket voor de audiovisuele inhoud waarbij de reguleringsintensiteit moet worden afgestemd op het belang van de inhoud voor de meningsvorming, en het karakter van een richtlijn met minimumvoorschriften wordt gehandhaafd;

10.

merkt op dat de plaatselijke en regionale media een rol vervullen bij de bevordering van de verscheidenheid aan informatiebronnen en de bescherming van de diversiteit van talen en culturen en dat de openbare omroep een specifieke taak heeft op dit gebied, aangezien de commerciële media deze rol om economische redenen (te kleine markten) niet kunnen spelen;

11.

betreurt dat de bescherming van het pluralisme niet langer tot de prioriteiten van de strategische mededelingen van de Commissie over de audiovisuele sector behoort en zelfs niet langer aan bod komt bij de herziening van de richtlijn inzake „Televisie zonder grenzen”;

12.

erkent dat de veelheid aan door de lidstaten ontwikkelde modellen voor het reguleren van de mediamarkten een afspiegeling vormt van de uiteenlopende politieke, culturele en sociale behoeften, maar is niettemin bezorgd dat de sterk uiteenlopende benaderingen een belemmering kunnen vormen voor het vrije aanbod van audiovisuele en mediadiensten in de EU;

13.

betreurt dat het Contactcomité dat uit hoofde van de richtlijn „Televisie zonder grenzen” in het leven is geroepen, vooral bestaat uit vertegenwoordigers van de nationale ministeries en niet uit leden van de onafhankelijke regelgevende instanties voor de media;

14.

is verheugd over de oprichting in een aantal lidstaten van een instantie voor de eigendom van de media die tot taak heeft toezicht te houden op de eigendom van de media en bevoegd is om op eigen initiatief onderzoeken in te stellen; wijst erop dat deze instanties ook zouden moeten toezien op de feitelijke naleving van de wetten, de gelijkheid van toegang tot de media voor alle sociale, culturele en politieke subjecten, en de objectiviteit en juistheid van de geleverde informatie;

15.

merkt op dat de diversiteit van de eigendom van de media en de mededinging tussen de exploitanten niet volstaan om voor een pluralistische inhoud te zorgen, en dat het toenemend gebruik van persagentschappen leidt tot dezelfde koppen in het nieuws en dezelfde inhoud;

16.

is van mening dat het pluralisme in de EU wordt bedreigd doordat politieke organen of personen en bepaalde commerciële organisaties, zoals reclamebureaus, de media controleren, en dat de nationale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties bij wijze van algemeen beginsel geen misbruik van hun positie mogen maken door de media te beïnvloeden en dat bovendien nog striktere waarborgen moeten worden ingebouwd, wanneer een lid van een regering bepaalde belangen in de media heeft;

17.

wijst er andermaal op dat in het Groenboek mogelijke voorschriften zijn behandeld om dergelijke belangenconflicten te vermijden, met inbegrip van regels om personen uit te sluiten die geen mediaexploitanten mogen worden, en regels voor de overdracht van belangen of verandering van degene die een mediaconcern controleert;

18.

is van mening dat ten aanzien van het publiek het pluriformiteitsbeginsel gestalte kan en moet krijgen binnen elke afzonderlijke zendgemachtigde, wanneer men zich houdt aan onafhankelijkheid en professionaliteit van medewerkers en van de zogeheten opinieleiders; wijst er daarom nogmaals op dat het van belang is dat de uitgeversstatuten een preventieve werking hebben met betrekking tot de inmenging van eigenaren of aandeelhouders dan wel van externe organen zoals regeringen in de inhoud van de informatie;

19.

is verheugd over de komende studie van de Commissie over de weerslag van controlemaatregelen op de markten voor televisiereclame, maar blijft bezorgd over het verband tussen reclame en pluralisme in de media, aangezien grote mediaconcerns in het voordeel zijn omdat zij meer reclametijd krijgen;

20.

onderstreept met klem dat de culturele en audiovisuele dienstverlening geen dienstverlening in de gebruikelijke zin is en derhalve niet het voorwerp van desbetreffende onderhandelingen over de liberalisering in het kader van internationale handelsakkoorden mag zijn, bijvoorbeeld in het kader van de GATS;

21.

is verheugd over het voorstel van de Europese Conventie in artikel III-217 van haar ontwerpgrondwet ten aanzien van de besluitvorming bij de onderhandelingen over en het sluiten van akkoorden betreffende de handel in culturele en audiovisuele diensten;

De publieke omroepen

22.

stelt vast dat zich in de afgelopen twintig jaar ingrijpende veranderingen hebben voltrokken in de omstandigheden waarin de publieke omroepen opereren ten gevolge van de concurrentie van de internationale en commerciële media en de technologische veranderingen;

23.

wijst erop dat het voor de bevordering van de culturele diversiteit in het digitale tijdperk belangrijk is dat de inhoud van de openbare omroepen het publiek bereikt via zoveel mogelijk distributienetwerken en -systemen; is van mening dat het daarom voor openbare omroepen van essentieel belang is om nieuwe mediadiensten te ontwikkelen; wijst er eveneens op dat het Protocol van Amsterdam de lidstaten de bevoegdheid geeft de taak van de openbare omroepen vast te stellen en dat in de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 15 november 2001 het volgende staat: „Evenzo kan de openbare opdracht ook bepaalde diensten omvatten die geen ‚programma's’ zijn in de traditionele zin (bijv. on-line-informatiediensten), voorzover daarmee — mede rekening gehouden met de ontwikkeling en diversificatie van activiteiten in het digitale tijdperk — wordt voldaan aan diezelfde democratische, sociale en culturele behoeften van de maatschappij”;

24.

wijst er daarom met nadruk op dat het concept van de openbare omroep aan het evolueren is in de convergerende informatiemaatschappij en dat de ontwikkeling van nieuwe mediadiensten naast de traditionele radio- en televisieomroep steeds belangrijker wordt om de opdracht van pluralistische inhoud te kunnen vervullen;

25.

beklemtoont dat het pluralisme in de media belangrijk is voor de bevordering van de culturele, sociale en politieke diversiteit, en merkt met name op dat de publieke omroepen de plicht hebben de burgers een dienst van hoge kwaliteit te verlenen en daarbij de toegang te waarborgen tot gevarieerde, correcte, objectieve, neutrale en betrouwbare informatie, cultuur en inhoud, om te zorgen voor geloofwaardigheid, pluralisme, identiteit, participatie en culturele innovatie, zoals overigens wordt erkend in het Protocol betreffende het publieke omroepstelsel dat aan het Verdrag van Amsterdam is gehecht;

26.

wijst er met nadruk op dat het noodzakelijk is ervoor te zorgen dat de publieke omroepen in alle lidstaten van de EU volledig onafhankelijk en vrij van inmenging zijn, zodat de overheidsmiddelen niet worden gebruikt om de zittende regering aan de macht te houden of kritiek op deze regering in te perken, en dat het zaak is ervoor te zorgen dat bij inmenging van de nationale regering een beroep kan worden gedaan op de rechtbanken of een onafhankelijke arbiter;

27.

merkt op dat, hoewel zowel in de mededeling van de Commissie als in het Altmark-arrest criteria te vinden zijn voor de verenigbaarheid van overheidssteun aan publieke omroepen, lidstaten op grond daarvan niet gehouden zijn om passende middelen aan de publieke omroepen te garanderen; is in dit verband van mening dat de verplichte betaling van kijk- en luistergeld voor de publieke omroep door de burgers alleen zin heeft als die omroepen daarmee hun specifieke rol vervullen, nl. dat het publiek gevarieerde, correcte, objectieve, volledige, en hoogwaardige informatie over sociale, politieke, culturele en institutionele onderwerpen wordt geboden; stelt met bezorgdheid vast dat de kwaliteit en de inhoud juist de neiging hebben achteruit te gaan en dat dus het gevaar bestaat dat de betaling van kijk- en luistergeld aan de overheid alleen maar neerkomt op marktverstoring, daar de publieke omroep zo een concurrentievoordeel krijgt boven de commerciële zenders, terwijl de inhoud en kwaliteit van de informatie in grote lijnen gelijk is;

28.

merkt op dat de Commissie een onderzoek naar de Nederlandse overheidssteun voor de Nederlandse publieke omroepen heeft ingesteld om na te gaan of de Nederlandse staat aan de publieke omroepen meer middelen heeft toegekend dan voor de financiering van openbare dienstverlening nodig was en of de ontvangers van de overheidssteun deze overtollige middelen hebben gebruikt om hun niet tot de openbare dienstverlening behorende commerciële activiteiten te subsidiëren, en merkt op dat reeds eerder onderzoek is verricht naar financiële steun aan de publieke omroepen in Italië, Spanje en Denemarken;

29.

is verheugd over het feit dat kabelexploitanten in een aantal lidstaten verplicht zijn publieke zenders aan te bieden en digitale zendcapaciteit voor publieke omroepen te reserveren;

De commerciële media

30.

is ingenomen met het feit dat de commerciële media een bijdrage leveren aan innovatie, economische groei en pluralisme, maar merkt op dat de toenemende mediaconcentratie, met inbegrip van multimediamultinationals en grensoverschrijdend eigendom een bedreiging vormen voor het pluralisme in de media;

31.

merkt op dat, hoewel de Commissie de belangrijkste fusies krachtens de concentratieverordening van de EU onder de loep neemt, zij niet speciaal kijkt naar de gevolgen van de fusie voor het pluralisme, en dat goedgekeurde fusies door de lidstaten nog kunnen worden doorgelicht en tegengehouden uit overwegingen van pluralisme;

32.

is van mening dat zelfs middelgrote mediaconcentraties een aanzienlijke weerslag op het pluralisme kunnen hebben en dat mediaconcentraties systematisch moeten worden onderzocht op de gevolgen voor het pluralisme, hetzij door een mededingingsautoriteit hetzij door een afzonderlijke autoriteit, zoals door de OESO wordt voorgesteld, zonder dat de vrijheid van redacties en uitgevers in gevaar komt door overheidsingrijpen of regelgeving;

33.

merkt op dat de methoden voor het vaststellen van de mate van horizontale concentratie in de media (kijkcijfers, aandeel van de vergunninghouder, inkomstenaandeel/frequentiebeperking en vermogensaandeel/omroepen) en de mate van verticale integratie en „diagonale of kruis”-concentratie in de media uiteenlopen;

34.

is bezorgd over het feit dat in een aantal lidstaten exploitanten middels merkgebonden systemen de toegang tot hun aanbiedingen en de kijkers reeds volledig controleren (ontstaan van zogenaamde „bottlenecks”) en dat zij andere exploitanten, respectievelijk gebruikers hiervan uitsluiten (de zogenaamde „gate keeper position”);

35.

onderstreept dat bij de waarborging van een vrije informatiestroom en de keuzevrijheid van de gebruikers de openbare, interoperabele toepassingsprogrammaverbindingen (API's) een sleutelrol vervullen en wijst op de in artikel 18 van de Richtlijn 2002/21/EG (12) van het telecommunicatiepakket opgenomen eis inzake de allesomvattende interoperabiliteit van digitale televisie;

36.

betreurt dat de Commissie de voorstellen en eisen van het Parlement inzake een tijdige definitie en ondersteuning van de gevraagde interoperabiliteit niet is opgevolgd;

37.

verzoekt de Commissie om, ter voorkoming van het opleggen van een norm voor digitale televisie, de lidstaten mede te delen welke maatregelen ter bevordering van de overstap naar een open interoperabele norm volgens de steunregels zijn toegestaan en de criteria af te bakenen aan de hand waarvan zij de waarborging van de interoperabiliteit en de keuzevrijheid van de gebruikers zal evalueren voordat zij overeenkomstig artikel 18, lid 3 van de Richtlijn 2002/21/EG voor 25 juli 2004 haar verslag over de waarborging van de interoperabiliteit en de keuzevrijheid van de gebruikers in de lidstaten voorlegt;

38.

is bezorgd over de toenemende invloed van elektronische programmagidsen (EPG's), de bundeling van programma's en internetzoekmachines op de meningsvorming en de op dit gebied waar te nemen grensoverschrijdende verticale en horizontale concentratiebewegingen;

39.

onderstreept dat pluralisme in de media niet alleen betrekking heeft op de eigendom, maar ook op de inhoud en het recht van de burger om objectieve en volledige informatie te ontvangen, in het bijzonder dankzij gelijke en niet-discriminerende toegang van de verschillende sociale, culturele en politieke groepen tot de media;

Voorlopig onderzoek door het Europees Parlement

40.

onderstreept het belang van de motieven van het initiatief van het Europees Parlement naar aanleiding van de risico's van schending in de Europese Unie en met name in Italië van de vrijheid van meningsuiting en van informatie, aangezien hierin de toenemende ongerustheid bij de Europese publieke opinie over de mediaconcentratie en de belangenconflicten tot uiting komt;

41.

is verheugd over de eerste expertise die het Europees Instituut voor de Media heeft verricht in het kader van een grotere studie over „de informatie van de burgers in de EU: de plichten van de media en de instellingen ten aanzien van het recht van de burgers op volledige en objectieve informatie”, waarin een aantal landen waaronder grotere lidstaten, kleinere lidstaten en voorbeelden uit Scandinavië, Zuid- en Oost-Europa worden behandeld om een overzicht van de diverse systemen te geven waarin de uiteenlopende tradities van mediagebruik naar voren komen, en verheugd zich op de definitieve studie, die in juni klaar moet zijn, definitieve vergelijkende conclusies zal omvatten op basis van de situatie in de 25 huidige en toekomstige lidstaten van de EU, alsmede volledige aanbevelingen;

42.

merkt op dat in elk van de acht onderzochte landen (Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Nederland, Polen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) aspecten naar voren komen die nader onderzoek behoeven, en kijkt uit naar de afgeronde studie zodat een vergelijking tussen alle lidstaten kan worden gemaakt;

43.

stelt bovendien op basis van grondige onderzoeken door onafhankelijke bureaus, ook binnen de Europese Unie, op grond waarvan internationale organisaties, nationale autoriteiten en het Europees Parlement zelf zich bij herhaling hebben uitgesproken zonder dat de Italiaanse regering heeft gereageerd, vast dat duidelijk het gevaar zou kunnen bestaan van schendingen van het recht op vrije meningsuiting en informatie in Italië;

44.

stelt op basis van een eerste onderzoek naar de vraag of het pluralisme afdoende is beschermd, vast dat voldoende bezorgdheid bestaat om een gedetailleerd onderzoek naar de situatie door de Commissie te rechtvaardigen, gevolgd door de indiening van passende wetgevingsvoorstellen;

45.

is van mening dat het verslag van het Europees Instituut voor de Media een basis vormt voor een jaarverslag over het pluralisme waarin de mate van concentratie aan de aanbodzijde wordt bestudeerd (horizontaal, verticaal en diagonaal eigendom), inclusief de verdeling van de reclamegelden, de redactionele onafhankelijkheid, de verscheidenheid van de inhoud (intern en extern) en de vraag, d.w.z. de voorkeur van het publiek;

De situatie in de lidstaten

46.

stelt vast dat in Frankrijk gedurende 2002:

verscheidene schendingen van de persvrijheid hebben plaatsgevonden (bijvoorbeeld vernietiging van de oplage van een nieuw onafhankelijk dagblad door de vakbonden en journalisten die door de politie onder druk zijn gezet),

de rechtbanken op grond van achterhaalde lasterwetgeving in dat land vaak vonnis tegen journalisten hebben gewezen in gevallen van smaad en de bescherming van vertrouwelijke bronnen,

het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft bepaald dat een hof van beroep in Parijs artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens heeft geschonden (13);

47.

stelt vast dat in Ierland:

de National Newspapers of Ireland in het kader van de aanpassing van de lasterwetgeving een voorstel hebben ingediend voor de oprichting van een onafhankelijke Raad voor de pers en de benoeming van een ombudsman voor de pers, maar dat de Adviesgroep wetgeving streeft naar een wettelijk model van regeringsvertegenwoordigers die hun eigen normenapparaat zouden opstellen en de volledige rechterlijke bevoegdheid zouden krijgen om deze normen op te leggen,

geen gelijke concurrentievoorwaarden bestaan ten gevolge van de heffing van BTW op Ierse dagbladen en het ontbreken van BTW op Britse dagbladen, die ongeveer 25 % van de Ierse markt in handen hebben,

op de Ierse markt sprake is van een schijnbaar dominante positie van Independent Newspapers, die naar verluidt 50 % tot 80 % zou bedragen, en de mededingingsautoriteit tot de slotsom is gekomen dat er voldoende redactionele diversiteit bestaat en dus het pluralisme in de media geen gevaar loopt;

48.

stelt vast dat in Duitsland:

het Bundesverfassungsgericht heeft bepaald dat de systematische controle van telecommunicatiemiddelen, dat wil zeggen het natrekken van telefoongesprekken van journalisten, geen schending vormt van de grondwettelijke vrijheden, zoals bedoeld in de artikelen 10 en 19 van de Duitse grondwet, die de vertrouwelijkheid van informatiebronnen waarborgen,

krachtens een wetsvoorstel dat in september 2003 door de Bundesrat is ingediend en dat bedoeld is om individuele personen beter tegen ongeoorloofd fotograferen te beschermen, overtredingen zouden worden bestraft met een hechtenis van maximaal twee jaar of gelijkwaardige geldboetes,

geen wet bestaat om de toegang tot overheidsdocumenten op nationaal (d.w.z. federaal) niveau te waarborgen en dat slechts vier deelstaten hiertoe strekkende wetgeving hebben uitgevaardigd;

49.

stelt vast dat in Polen:

de uitgeverij Agora, die de meest verkochte dagbladen, 20 locale radiozenders en 11 tijdschriften bezit, naar verluidt was gevraagd om smeergeld te betalen voor het „lobbyen” ten behoeve van een gunstigere mediawet die de uitgever in staat zou stellen een particulier televisiestation te kopen,

wordt geschat dat buitenlandse investeringen in de gedrukte media 40 % van de sector belopen en dat dit problemen voor de journalistieke vrijheid met zich meebrengt, omdat buitenlandse uitgevers minder goede arbeidsvoorwaarden dan in hun eigen bedrijven bieden waardoor de vakkundigheid op de tocht staat (14),

een beperking van de binnenlandse persvrijheid bestaat uit hoofde van artikel 10 van de wet op de pers waarin wordt bepaald dat een journalist de algemene beginselen van zijn/haar uitgever moet volgen en toepassen,

op het moment in de Poolse mediawetgeving geen bepalingen inzake de concentratie van de media en de bescherming van het pluralisme bestaan en er ook geen duidelijke plannen zijn om deze in te voeren;

50.

stelt vast dat in Nederland:

een hoge mate van concentratie bij zowel de televisie als de pers bestaat, aangezien de drie belangrijkste aanbieders ten minste 85 % van de markt in handen hebben en, hoewel in Nederland de hoogste marktpenetratie van kabeltelevisiediensten in Europa bestaat, ook deze markt door drie grote kabelexploitanten wordt gedomineerd;

51.

stelt vast dat in Zweden:

de media worden gekenmerkt door een vrij hoge mate van diagonaal eigendom, vervlechtingen van eigendomsstructuren tussen de voornaamste spelers in de audiovisuele sector en samenwerkingsakkoorden tussen de pers en het omroepbedrijf waarbij ondernemingen in beide sectoren in handen van dezelfde groep zijn,

een onderzoek naar de speciale voorwaarden op de persmarkt is bekritiseerd, aangezien een studie van de dagbladindustrie los van andere media in de huidige marktomstandigheden ontoereikend zou zijn;

52.

stelt vast dat in het Verenigd Koninkrijk:

een hevig debat woedt naar aanleiding van het verslag-Hutton over de omstandigheden rond de dood van wetenschapper en regeringsadviseur David Kelly, de kritiek van de publieke omroep op de argumenten van de regering voor de oorlog in Irak en het ontslag van de algemeen directeur en voorzitter van de Raad van beheer van de BBC, en dat er los daarvan veel wordt gesproken over de herziening van de statuten van de BBC, die als een model voor andere systemen worden beschouwd;

53.

stelt vast dat in Spanje:

de werknemers van de Spaanse staatstelevisie TVE een verslag hebben gepubliceerd waarin zij kritiek leveren op de onprofessionele manier waarop in de periode tussen 28 februari 2003 en 5 maart 2003 onevenwichtige, vertekende en gemanipuleerde informatie werd verstrekt over het militaire ingrijpen in Irak en waarin zij zich op het standpunt stellen dat hierbij de nadruk werd gelegd op de standpunten van de voorstanders van militair ingrijpen ten koste van de standpunten van hen die wilden dat de inspecties werden voortgezet en die tegen inzetting van het leger waren (15),

nog geen onafhankelijke autoriteit voor toezicht op de audiovisuele media bestaat,

de NGO Reporters zonder grenzen in haar jaarverslag 2003 (over de situatie in 2002) haar bezorgdheid uitsprak over de dreiging en terroristische aanslagen van de ETA tegen journalisten in Baskenland (in dat jaar zijn drie tegen journalisten gerichte bommen onschadelijk gemaakt) en van een Italiaanse anarchistische groep tegen een in Madrid verschijnende krant; dezelfde organisatie laakte ook de belemmeringen die journalisten ondervinden bij hun berichtgeving over het onwettig verklaren van de partij Herri Batasuna en de milieuramp met de Prestige,

de pressie van de regering op de openbare televisiezender TVE heeft geleid tot duidelijke manipulatie en achterhouding van informatie over de verantwoordelijkheid voor de afgrijselijke terreurdaden van 11 maart;

54.

erkent dat de toetredingslanden aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt bij de goedkeuring van het acquis, maar maakt zich zorgen over het feit dat een aantal toetredingslanden, die weinig of geen traditie van onafhankelijke media hebben, met bijzondere uitdagingen worden geconfronteerd bij de waarborging van het pluralisme in de media, en betwijfelt of deze landen het pluralisme in de media als een prioriteit zullen erkennen en adequate stappen zullen nemen om deze te bevorderen;

De situatie in Italië

55.

stelt vast dat de concentratie van de televisiemarkt in Italië op dit moment de grootste is in Europa en dat, hoewel de Italiaanse televisie over twaalf nationale zenders en tien tot vijftien regionale en locale zenders beschikt, de markt wordt gekenmerkt door het duopolie van de RAI en MEDIASET, en dat beide exploitanten samen bijna 90 % van de totale kijkcijfers voor hun rekening nemen en 96,8 % van de reclamegelden binnenhalen, tegen 88 % in Duitsland, 82 % in het Verenigd Koninkrijk, 77 % in Frankrijk en 58 % in Spanje;

56.

stelt vast dat het Mediaset-concern het belangrijkste Italiaanse particuliere concern in de sector communicatie en televisie is en een van de grootste in de wereld en dat het onder andere eigenaar is van televisienetten (RTI S.p.A.) en van netwerken van reclameconcessies (Publitalia '80), ten aanzien waarvan de instantie voor het toezicht op de media formeel heeft vastgesteld (besluit nr. 226/03) dat beide netwerken een machtspositie hebben die in strijd is met de nationale wetgeving (wet 249/97) (16) ,

57.

stelt vast dat het belangenconflict het allerduidelijkst is in de reclamesector, daar het Mediasetconcern in 2001 goed was voor twee derde van de inkomsten uit televisiereclame, in totaal 2500 miljoen EUR, en de belangrijkste Italiaanse bedrijven een groot deel van hun uitgaven voor reclame van de pers hebben overgeheveld naar Mediaset-zenders en van de RAI naar Mediaset (17);

58.

stelt vast dat de minister-president van Italië zijn belangenconflict niet heeft opgelost, zoals hij uitdrukkelijk had toegezegd, maar zijn controlerende aandeel in het bedrijf Mediaset nog heeft verhoogd (van 48,639 % tot 51,023 %): Mediaset heeft zo zijn netto-schuldenlast aanzienlijk kunnen verlagen dankzij een sterke toename van de reclame-inkomsten ten koste van de inkomsten (en de kijkcijfers) van de concurrentie en vooral de reclame-inkomsten van de pers;

59.

spreekt zijn afkeer uit over de herhaalde gedocumenteerde inmenging, pressie en censuur van de regering ten aanzien van de personeelsbezetting en de programmering van het openbare televisiebedrijf RAI (zelfs t.a.v. satirische programma's) en het ontslag van drie bekende presentatoren op openlijk en opzienbarend verzoek van de Italiaanse eerste minister in april 2002 (de absolute meerderheid van de raad van bestuur van de RAI en van het desbetreffende parlementaire controleorgaan bestaat uit leden van regeringspartijen); deze pressie werd vervolgens uitgebreid naar andere media die niet in zijn bezit zijn, wat onder meer in mei 2003 heeft geleid tot het ontslag van de directeur van de Corriere della Sera;

60.

stelt derhalve vast dat het Italiaanse systeem wordt gekenmerkt door een anomalie ten gevolge van een ongeëvenaarde bundeling van economische, politieke en mediamacht in de handen van één man, de huidige minister-president van Italië, en van het feit dat de Italiaanse regering rechtstreeks of onrechtstreeks de controle over alle nationale televisiezenders heeft;

61.

stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20 % van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een „overgangsregime” was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, „voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden”;

62.

stelt vast dat het Italiaanse Constitutionele Hof in november 2002 het volgende heeft verklaard (zaak 466/2002): „... het huidige systeem van Italiaanse particuliere televisiebedrijven die op nationaal niveau en met analoge technieken opereren, is ontstaan uit het feit dat deze bedrijven zich in de praktijk eenvoudigweg de frequenties hebben toegeëigend (exploitatie van installaties zonder concessies en vergunningen) en is niet voortgekomen uit een streven naar meer pluralisme bij de verdeling van de frequenties en evenmin uit een gedegen etherplanning... Deze de facto-situatie vormt derhalve geen waarborg voor de eerbiediging van het beginsel van het externe pluralisme van informatie, die volgens de desbetreffende constitutionele jurisprudentie een onontbeerlijke voorwaarde is... In dit verband moet, gezien het voortduren (en overigens verergeren) van de situatie, die volgens arrest nr. 420 van 1994 in strijd met de wet is, en de handhaving van netwerken die volgens de wetgeving van 1997 ‚overtollig’ zijn, een uiterste datum worden vastgesteld, die absoluut zeker, definitief en dus bindend is met het oog op compatibiliteit met de regels van de grondwet”; stelt vast dat niettemin de uiterste datum voor de hervorming van de audiovisuele sector niet is geëerbiedigd en dat de wet op de hervorming van de audiovisuele sector door de president van de Republiek voor een nieuwe behandeling door het Parlement is terugverwezen vanwege niet-naleving van de beginselen die door het Constitutionele Hof zijn bekrachtigd (18);

63.

stelt tevens vast dat de richtsnoeren van de parlementaire commissie voor de algemene koers en het toezicht op het radio- en televisiewezen voor de enige concessiehouder van de publieke radio en televisie, en de talloze besluiten van de Garantieautoriteit voor communicatie (belast met de handhaving van de radio- en televisiewetgeving) waarin schendingen van de wet door de omroepen worden vastgesteld, door de omroepen zelf niet in acht worden genomen en dat deze doorgaan op in wezen arbitraire wijze toegang te verlenen tot de nationale televisiemedia, zelfs tijdens verkiezingscampagnes;

64.

spreekt de hoop uit dat de wettelijke definitie in het voorstel van wet op de hervorming van de audiovisuele sector (wet-Gasparri, artikel 2, letter G) van het „geïntegreerd communicatiesysteem”, als enige betrokken markt, niet in strijd is met de communautaire mededingingsregelgeving overeenkomstig artikel 82 van het EG-Verdrag en talloze arresten van het Hof van Justitie (19), en een duidelijke en zekere definitie van de referentiemarkt niet onmogelijk maakt;

65.

spreekt tevens de hoop uit dat het „systeem voor de toewijzing van frequenties” dat in het wetsvoorstel-Gasparri wordt voorgelegd, niet neerkomt op een wettelijke vastlegging van de de facto-situatie en niet in strijd is met, in het bijzonder, Richtlijn 2002/21/EG, artikel 7 van de Richtlijn 2002/20/EG (20) en Richtlijn 2002/77/EG (21), waarin onder andere wordt bepaald dat radiofrequenties voor elektronische communicatiediensten op basis van objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige criteria moeten worden toegewezen;

66.

is ernstig bezorgd over de niet-toepassing van de wet en de niet-uitvoering van de arresten van het Constitutionele Hof in strijd met het beginsel van de wettigheid en de rechtsstaat, alsmede over het onvermogen om de audiovisuele sector te hervormen, ten gevolge waarvan het recht van zijn burgers op pluriforme informatie gedurende tientallen jaren aanzienlijk is afgezwakt, een recht dat ook in het Handvest van de grondrechten van de EU wordt erkend;

67.

vreest dat de situatie zoals die in Italië bestaat ook in andere lidstaten en de toetredingslanden zou kunnen ontstaan, wanneer een mediamagnaat zou besluiten de politiek in te gaan;

68.

betreurt dat het Italiaanse parlement nog steeds geen wet heeft goedgekeurd om het belangenconflict van de minister-president op te lossen, hoewel beloofd was dat dit binnen de eerste honderd dagen van zijn regering zou geschieden;

69.

is van mening dat de goedkeuring van een algehele hervorming van de audiovisuele sector kan worden vergemakkelijkt, indien hierin specifieke en afdoende waarborgen worden opgenomen ter voorkoming van huidige of toekomstige belangenconflicten bij de activiteiten van plaatselijke, regionale of nationale directieleden, die aanzienlijke belangen in de particuliere audiovisuele sector hebben;

70.

spreekt bovendien de hoop uit dat het wetsontwerp-Frattini over het belangenconflict niet beperkt blijft tot een feitelijk erkenning van het belangenconflict van de minister-president, maar afdoende bepalingen omvat om aan het voortduren van deze situatie een einde te maken;

71.

betreurt dat, indien de verplichtingen van de lidstaten inzake de waarborging van het pluralisme in de media na het Groenboek over pluralisme van 1992 waren vastgelegd, de huidige situatie in Italië wellicht had kunnen worden voorkomen,

Aanbevelingen

72.

wijst erop dat de Europese Gemeenschap op een aantal beleidsterreinen reeds beschikt over bevoegdheden en beleidsinstrumenten die rechtstreeks relevant zijn voor het pluralisme in de media, zoals de bepalingen betreffende vrije toegang van bedrijven tot belangrijke evenementen in de Richtlijn 89/552/EEG, inzake eerlijke, redelijke en niet-discriminerende toegang tot API's en EPG's in Richtlijn 2002/19/EG (22), inzake doorgifteverplichtingen in de Richtlijn 2002/22/EG, inzake het gebruik van een open API voor digitale interactieve televisiediensten en -platforms en inzake de harmonisatie van normen met het oog op de volledige interoperabiliteit van digitale televisie op het niveau van de consument in de Richtlijn 2002/21/EG;

73.

beklemtoont dat deze instrumenten gezien moeten worden als kernpunten van het Gemeenschapsbeleid om het pluralisme in de media te behouden en daarom door de Commissie moeten worden toegepast, geïnterpreteerd en verder ontwikkeld om deze maatregelen aan te scherpen met als doel horizontale en verticale mediaconcentratie op traditionele zowel als nieuwe mediamarkten te bestrijden;

74.

verzoekt de lidstaten en de Commissie derhalve om het pluralisme in de media te beschermen en haar bevoegdheden zo uit te oefenen dat de media in alle lidstaten vrij, onafhankelijk en pluralistisch zijn;

75.

doet een beroep op de Commissie om zo spoedig mogelijk een mededeling over de stand van het pluralisme in de media in de EU in te dienen, met inbegrip van:

a)

een herziening van de bestaande maatregelen en praktijken, zowel in de lidstaten als op Europees niveau, om het politieke en culturele pluralisme, ook ten aanzien van de inhoud, binnen of tussen de redacties aan te moedigen en een analyse van de lacunes te bevorderen, waarbij de economische uitdagingen van de waarborging van het pluralisme op kleinere en specifieke markten, zoals regio's en kleine landen, worden erkend,

b)

een gedegen onderzoek van mogelijke maatregelen op basis van haar bestaande bevoegdheden en verplichtingen om een hoog niveau van bescherming van de mensenrechten te waarborgen,

c)

een onderzoek van de door de lidstaten en de Europese instellingen te nemen maatregelen,

d)

een onderzoek naar het gebruik van passende instrumenten, met inbegrip van het gebruik van niet-bindende instrumenten gedurende een eerste stadium, die zouden kunnen uitmonden in bindende instrumenten, indien de lidstaten niet voldoende ondernemen, en

e)

een raadplegingsprocedure over een mogelijk actieplan met op Europees niveau en door de lidstaten te nemen maatregelen om te zorgen voor een toereikende mate van pluralisme in de gehele Europese Unie;

76.

verzoekt de Commissie een voorstel voor een richtlijn in te dienen betreffende de bescherming van het pluralisme in de media in Europa ter aanvulling op het regelgevingskader, zoals gevraagd in zijn bovengenoemde resolutie van 20 november 2002;

77.

is van oordeel dat de bescherming van de diversiteit van de media in de mededingingswetgeving van de EU voorrang moet krijgen, en dat de machtspositie van een mediabedrijf op de markt van een lidstaat als een belemmering van het pluralisme in de media in de Europese Unie moet worden beschouwd;

78.

beklemtoont dat op Europees niveau wetgeving moet worden goedgekeurd die het politici of politieke kandidaten verbiedt grote economische belangen in de media te hebben; is van mening dat juridische instrumenten moeten worden ingevoerd om elk belangenconflict te vermijden; verzoekt de Commissie om voorstellen in te dienen om ervoor te zorgen dat leden van regeringen hun mediabelangen niet voor politieke doeleinden kunnen gebruiken;

79.

verzoekt derhalve de Commissie om tevens de volgende kwesties te bestuderen met het oog op opneming ervan in een actieplan ter bevordering van het pluralisme in alle economische sectoren van de Europese Unie:

a)

de herziening van de richtlijn „Televisie zonder grenzen” ter verduidelijking van de verplichting van de lidstaten om het politieke en culturele pluralisme binnen of tussen de redacties te bevorderen, rekening houdend met de noodzaak van een consequente aanpak in alle communicatiediensten en mediavormen,

b)

de afbakening van minimumvoorwaarden in de gehele EU om ervoor te zorgen dat de publieke omroepen onafhankelijk zijn en vrij van inmenging door de regering, zoals aanbevolen door de Raad van Europa,

c)

bevordering van politiek en cultureel pluralisme in journalistieke opleidingen, opdat de opvattingen die in de samenleving bestaan binnen of tussen redacties adequaat worden weerspiegeld,

d)

een verplichting voor de lidstaten om een onafhankelijke regelgevende instantie in het leven te roepen (vergelijkbaar met de regelgevende instantie voor telecommunicatie of mededinging), die verantwoordelijk is voor het toezicht op de eigendom en de inhoud van media en gelijke toegang en bevoegd is om op eigen initiatief onderzoeken in te stellen,

e)

de oprichting van een Europese werkgroep bestaande uit onafhankelijke nationale regelgevende instanties voor de media (zie b.v. de werkgroep gegevensbescherming uit hoofde van artikel 29),

f)

regels inzake de transparantie van eigendom van media, met name met betrekking tot grensoverschrijdend eigendom en de openbaarmaking van informatie over aanzienlijke belangen in de media,

g)

de eis dat informatie over eigendom van media, die op nationaal niveau wordt verzameld, ter vergelijking naar een Europese instantie wordt gestuurd, zoals het Europees waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector,

h)

onderzoek naar de vraag of uiteenlopende nationale regelgevingsmodellen hindernissen op de interne markt opwerpen en of er behoefte bestaat aan harmonisatie van de nationale regels ter beperking van horizontaal, verticaal en diagonaal eigendom van media om gelijke concurrentievoorwaarden te bieden en met name te zorgen voor een passend toezicht op grensoverschrijdend eigendom,

i)

onderzoek naar de noodzaak om in de concentratieverordening een „pluralisme”-test op te nemen en de drempels met betrekking tot mediaconcentraties te verlagen, of naar de noodzaak om dergelijke voorschriften in de nationale regels op te nemen,

j)

richtsnoeren betreffende de wijze waarop de Commissie bij de toepassing van het mededingingsrecht op mediafusies rekening zal houden met overwegingen van openbaar belang, zoals het pluralisme,

k)

onderzoek naar de vraag of er door de reclamemarkt concurrentieverstoringen op de mediamarkt optreden en of speciale controles van de reclamemarkt nodig zijn om gelijke toegangsvoorwaarden te verzekeren,

l)

een onderzoek naar de doorgifteplicht in de lidstaten voor telecommunicatie-exploitanten om de publieke omroepen op kabel te zetten, de markttendensen en de vraag of verdere maatregelen nodig zijn om de verspreiding van de publieke omroepen te bevorderen,

m)

de invoering van een algemeen recht van de burgers in de EU dat op alle media van toepassing is, om te reageren op onjuiste informatie, zoals aanbevolen door de Raad van Europa,

n)

onderzoek naar de noodzaak om voor de publieke omroepen voldoende digitale transmissiecapaciteit te reserveren,

o)

wetenschappelijk onderzoek naar de weerslag van de nieuwe communicatietechnologieën en -diensten op de mediaconcentratie en het pluralisme,

p)

een vergelijkend onderzoek naar de nationale regels inzake de politieke informatie, met name bij verkiezingen en referenda, en inzake de gelijke en niet-discriminerende toegang van de diverse groeperingen, bewegingen en partijen tot de media, alsmede de afbakening van aan de lidstaten aan te bevelen beste praktijken op dit gebied ten einde het recht op informatie van de burgers te waarborgen,

q)

eventuele speciale maatregelen die moeten worden goedgekeurd om de ontwikkeling van het pluralisme in de toetredingslanden te ondersteunen,

r)

de oprichting van een onafhankelijke instantie in de lidstaten, zoals een raad voor de pers, bestaande uit externe deskundigen, om geschillen over de verslaggeving door de media en journalisten te onderzoeken,

s)

maatregelen om de media-organisaties ertoe aan te sporen de redactionele en journalistieke onafhankelijkheid te versterken, alsmede hoge morele en kwaliteitsnormen via redactionele statuten of zelfregulerende middelen,

t)

het bevorderen van ondernemingsraden in media-organisaties en met name in bedrijven die in de toetredingslanden zijn gevestigd;

80.

herinnert eraan dat het optreden van de Commissie hoe dan ook moet zijn gebaseerd op het evenredigheidsbeginsel uit hoofde van artikel 5, laatste alinea van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, waarin is vastgelegd dat het optreden van de Gemeenschap niet verder mag gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken;

81.

dringt aan op het opstellen van een jaarverslag over het pluralisme waarin de verscheidenheid van de inhoud (intern en extern) wordt afgezet tegen de politieke en culturele voorkeuren van het publiek, de redactionele onafhankelijkheid wordt geëvalueerd, en het effect van de concentratie van eigendom op de verscheidenheid wordt geanalyseerd; dringt tevens aan op specifieke opneming van pluralisme in de media in het jaarverslag van het EU-netwerk van onafhankelijke experts inzake mensenrechten;

82.

verzoekt de Commissie om verduidelijking van het Altmark-arrest aan de radio- en tv-sector en om de opstelling van een voorstel voor een richtlijn krachtens de medebeslissingsprocedure over de voorwaarden voor de goedkeuring van financiële middelen;

83.

verklaart dat elk juridisch of bestuurlijk ingrijpen van een lidstaat ten nadele van het pluralisme in de media of de vrijheid van meningsuiting en van informatie, alsmede het ontbreken van maatregelen van een lidstaat ter bescherming van deze grondrechten onder de werkingssfeer van artikel 7, lid 1 of van artikel 7, lid 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zouden kunnen vallen;

84.

is van oordeel dat het Parlement, indien het zorgen van politieke aard over de diversiteit en het pluralisme van de media in een van de lidstaten heeft, op autonome wijze procedures moet kunnen instellen ten einde een onderzoek naar de situatie te verrichten, voordat het, in laatste instantie, gebruik van maakt van zijn initiatiefrecht uit hoofde van artikel 7, lid 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

85.

dringt erop aan om in de Grondwet voor Europa een speciale bepaling op te nemen inzake de noodzaak van de waarborging van het pluralisme in de media;

86.

dringt er bij de lidstaten op aan om in de nationale grondwetten een actieve zorgplicht op te nemen met betrekking tot de stimulering van de eerbiediging van de vrijheid en de pluriformiteit van de media, ter nadere uitwerking van wat daarover in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in december 2000 in Nice reeds is vastgelegd; is van mening dat ter waarborging van de uitvoering van deze zorgplicht een onafhankelijke rechter de bevoegdheid krijgt wetgeving en regelgeving hieromtrent te toetsen aan genoemde grondwettelijke bepalingen;

87.

verzoekt het Italiaanse parlement:

zijn werkzaamheden met betrekking tot de hervorming van de audiovisuele sector te bespoedigen overeenkomstig de aanbevelingen van het Italiaanse Constitutionele Hof en van de president van de Italiaanse Republiek, en daarbij rekening te houden met de onverenigbaarheid met het Gemeenschapsrecht, die door laatstgenoemden in het wetsvoorstel van minister Gasparri is geconstateerd,

een daadwerkelijke en passende oplossing te vinden voor het probleem van het belangenconflict van de Italiaanse minister-president, die tevens de directe controle heeft over de voornaamste aanbieder van particuliere televisie en indirecte controle uitoefent op de publieke omroep, welke de voornaamste concessiehouder voor reclame is, alsmede op vele andere met de audiovisuele en mediasector verband houdende activiteiten,

maatregelen te nemen om de onafhankelijkheid van de publieke omroep te waarborgen;

*

* *

88.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Raad van Europa en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de toetredingslanden.


(1)  PB C 25 E van 29.1.2004, blz. 205.

(2)  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 153.

(3)  PB C 87 E van 11.4.2002, blz. 221.

(4)  P5_TA(2003)0376.

(5)  Arrest van het Hof van Justitie van 26 juni 1997 in Zaak C-368/95 Familiapress, Jurisprudentie1997, I-3689 en arrest van 25 juli 1991 in Zaak C-353/89 Commissie/Nederland, Jurisprudentie 1991, I-4069.

(6)  Informationsverein Lentia tegen Oostenrijk (1993) en Demuth tegen Zwitserland (2002).

(7)  Aanbeveling nr. R (96) 10 over de waarborging van de onafhankelijkheid van de publieke omroepen, Resolutie (74) 26 over het recht op weerwoord — positie van het individu tegenover de pers, Aanbeveling nr. R (94) 13 over maatregelen ter bevordering van de transparantie in de media, Aanbeveling 1589 (2003) over de vrijheid van meningsuiting in de media in Europa en Aanbeveling 1641 (2004) over de publieke omroepen.

(8)  PB C 320 van 15.11.2001, blz. 5.

(9)  Gillian Doyle (2003): Media Ownership: the economics and politics of concentration in de UK and European media. Londen: Sage, blz. 12.

(10)  PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23.

(11)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(12)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

(13)  Arrest Colombani en anderen van 25 juni 2002.

(14)  Er zij evenwel opgemerkt dat verscheidene buitenlandse bedrijven die in Polen opereren, namelijk de Noorse Orklagroep en het Springer Verlag, „vrijwillig interne regels hebben ingevoerd ter bescherming van hun journalisten tegen druk van buiten en om de redactionele en directietaken te scheiden” (OVSE).

(15)  Gemeld door ABC op 11 maart 2003.

(16)  Het Mediaset-concern controleert de volgende bedrijven:

televisiezenders (Canale 5, Italia 1 en Rete 4 in Italië en de groep Telecinco in Spanje)

satelliettelevisie (Mediadigit) en terrestrische digitale televisie

reclame (Publitalia '80 in Italië en Publiespana in Spanje)

andere bedrijven in de televisiesector (Videotime, RTI Music, Elettronica industriale, Mediavideo)

TV-productie- en distributiebedrijven (Mediatrade, Finsimac, Olympia TV)

vaste telecommunicatie (Albacom)

Internet-portal (Jumpy s.p.a.)

distributie van films (Medusa, dat de distributeur Blockbusters controleert)

investeringsmaatschappijen en financiële dienstverlening (Mediaset Investment in Luxemburg en Trefinance)

verzekeringsmaatschappij (Mediolanum)

bouwonderneming (Edilnord 2000)

voetbalvereniging (AC Milan)

de uitgeverij Arnoldo Mondadori Editore met onder meer de grootste Italiaanse uitgeverij van boeken en talrijke tijdschriften

het dagblad „Il Giornale” en het dagblad „Il Foglio”.

(17)  In 2003 gaf Barilla bijvoorbeeld 86,8 % minder uit aan reclame in dagbladen en tegelijk 20,6 % meer aan reclamespots op Mediaset-zenders, Propter&Gamble 90,5 % minder aan dagbladreclame en 37 % meer aan Mediaset; ook een overheidsbedrijf als de mobiele telefoonmaatschappij Wind heeft zijn reclameuitgaven aan dagbladen met 55,3 % gekort en 10 % meer uitgegeven aan Mediaset, bovendien heeft de RAI in 2003 8 % van haar reclameinkomsten verloren aan Mediaset, een inkomensderving van 80 miljoen euro. (Bron: Corriere della Sera, 24 juni 2003).

(18)  Zie de arresten van het Constitutionele Hof van 10 juli 1974 (nrs. 225 en 206) en van 28 juli 1976 (nr. 202) over wet nr. 103 van 14 april 1975 (Staatscourant, 17 april 1975, nr. 102), het negatieve advies van het Constitutionele Hof in zijn arrest van 21 juli (nr. 148), waarin het ontbreken van anti-trustwetgeving wordt betreurd, alsmede het hieruit voortvloeiende de facto en de jure ontstaan van monopolies en oligopolies. Het Constitutionele Hof, arrest nr. 826/88, arrest van 1994 (nr. 420, Staatscourant nr. 51, 14 december 1994) en arrest 466/2002.

(19)  Voor de kenmerken van vervangbaarheid van de referentiemarkt, zie Arrest van 21 februari 1973 in zaak 6/72; Continental Can, Arrest van 13 februari 1979 in zaak 85/76; Hoffmann — La Roche, Arrest van 25 oktober 2001 in zaak C-475/99, Ambulanz Glöcker; voor het ontbreken van een afdoende mate van vervangbaarheid van de referentiemarkt, zie Arrest van 14 februari 1978, in zaak 26/76, United Brands en Arrest van 11 april 1989 in zaak 66/86, Ahmed Saeed.

(20)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21.

(21)  PB L 249 van 17.9.2002, blz. 21.

(22)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.

P5_TA(2004)0374

Pakistan

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie met betrekking tot de rechten van de mens en democratie in de Islamitische Republiek Pakistan

Het Europees Parlement,

gezien de overeenkomst inzake samenwerking op handelsgebied tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan van 21 juni 1976 (Verordening (EEG) nr. 1503/76 van de Raad) (1),

gezien de Overeenkomst inzake commerciële, economische en ontwikkelingssamenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan van 22 april 1986 (Verordening (EEG) nr. 1196/86 van de Raad) (2),

gelet op het besluit van de Raad van 15 juli 1996 op grond waarvan de Raad de Commissie machtigde om onderhandelingen met Pakistan te openen met het oog op de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Pakistan inzake partnerschap en ontwikkeling (ook wel samenwerkingsovereenkomst van de derde generatie genoemd (8108/1999- COM(1998) 357 — C5-0659/2001) (3) en tot vaststelling van desbetreffende richtlijnen,

gelet op het feit dat de tekst weliswaar op 22 april 1998 werd geparafeerd, maar dat de ondertekening herhaaldelijk werd uitgesteld in verband met de uitvoering door Pakistan van kernproeven, schendingen van de mensenrechten, de gevechten bij Kargil en de militaire machtsovername van 12 oktober 1999,

gelet op het feit dat de Overeenkomst uiteindelijk op 24 november 2001 in Islamabad werd ondertekend door President Musharraf, de heer Verhofstadt, voorzitter van de Raad, en de heer Prodi, voorzitter van de Commissie,

gelet op artikel 1 van deze Overeenkomst waarin wordt bepaald dat „de eerbiediging van de rechten van de mens en de democratische beginselen (...) een essentieel onderdeel van deze overeenkomst (vormt)”,

onder verwijzing naar zijn vele eerdere resoluties over mensenrechten, met name naar zijn resoluties van 25 april 2002 (4) en 10 februari 2004 (5),

gelet op de militaire staatsgreep van 1999, onder leiding van Generaal Pervez Musharraf, waardoor de democratisch gekozen regering van Nawaz Sharif omver werd geworpen,

gelet op de vervolgens door het Hooggerechtshof gedane uitspraak dat Generaal Musharraf het land moest voorbereiden op een terugkeer naar democratie binnen drie jaar, overeenkomstig de routekaart voor het herstel van democratie,

gelet op het op 30 april 2002 gehouden referendum dat tot doel had President Generaal Musharraf voor nog eens vijf jaar in zijn ambt te bevestigen, welk referendum werd bekritiseerd, omdat het ongrondwettelijk zou zijn geweest en er sprake zou zijn geweest van enorme verkiezingsmalversaties,

gelet op de algemene verkiezingen die op 10 oktober 2002 in Pakistan zijn gehouden en waarover de EU-Missie voor waarneming bij verkiezingen van oordeel was dat zij ernstige tekortkomingen vertoonden,

gezien het feit dat Pakistan nog steeds is uitgesloten van de besluitvormende instanties van het Gemenebest,

gezien de positieve resultaten van de SAARC-Top die in januari 2004 in Islamabad is gehouden,

gelet op artikel 37, lid 2 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat er nog steeds een aantal belangrijke kwesties zijn met betrekking tot de vraag in hoeverre Pakistan democratische beginselen en mensenrechten in acht neemt, die aanleiding geven tot bezorgdheid,

B.

overwegende dat het Europees Parlement krachtig en consequent zijn steun heeft betuigd aan mensenrechtenclausules in handels- en samenwerkingsovereenkomsten, en van mening dat de beste manier om druk op Pakistan uit te oefenen om zijn mensenrechtenimago te verbeteren en veel meer vooruitgang boeken in de richting van herstel van de democratie, is dat op alle mogelijke terreinen een open dialoog in stand wordt gehouden,

C.

overwegende dat de Europese Unie in het kader van de ontwikkelingssamenwerking EG-Pakistan aan dat land aanzienlijke kredieten verstrekt ter verlichting van armoede en voor de ontwikkeling van de sociale sector; overwegende dat er een aantal sectoriële overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en Pakistan bestaan; overwegende dat de EU tijdens het bezoek van de trojka aan Islamabad in februari 2004 een overeenkomst heeft ondertekend betreffende een bijdrage van 5 miljoen euro voor een samenwerkingsprogramma inzake handelsgerelateerde technische bijstand voor Pakistan,

D.

overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst van de derde generatie die momenteel wordt behandeld, geen rechtstreekse financiële gevolgen heeft, maar Generaal Musharraf meer internationale steun zou geven voor de maatregelen die hij heeft genomen, en een aansporing zou zijn tot verdere stappen in de richting van herstel van de democratie,

1.

heeft begrip voor het moeilijke besluit van Pakistan om zich bij de internationale gemeenschap aan te sluiten in haar strijd tegen terrorisme, en de belangrijke rol die het speelt bij de vergroting van de veiligheid in de wereld; stelt vast dat Pakistan onlangs beslissende — maar in het binnenland niet populaire — maatregelen heeft genomen tegen Al Quaeda en de Taliban die in Waziristan weer de kop opsteken;

2.

neemt nota van het streven van de EU om haar betrekkingen met Pakistan te verdiepen en te verbreden; is van mening dat dit het beste kan worden verwezenlijkt, wanneer Pakistan vooruitgang boekt op het gebied van mensenrechten en democratie;

3.

vestigt de aandacht op het proces van de algemene verkiezingen van 2002, dat in brede kring als gebrekkig werd beoordeeld; maakt zich tevens zorgen over de resultaten van de onderhandelingen over de Legal Framework Order (LFO), die tot gevolg heeft gehad dat de regering-Musharraf de belangrijkste oppositiepartijen aan de kant heeft gezet en het bestuurlijke systeem van Pakistan is omgevormd van een parlementair tot een presidentieel systeem, waarbij de President de bevoegdheid heeft om het Parlement te ontbinden;

4.

betreurt dat het leger binnen de politiek en de regering in Pakistan grote invloed blijft uitoefenen, en maakt zich grote zorgen over het feit dat de door de LFO gesanctioneerde instelling van een Nationale Veiligheidsraad, die volgens het jaarverslag van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS over de mensenrechten in 2003, de rol van het leger in de politiek zal legitimeren, volledig indruist tegen de geest van de routekaart voor het herstel van de democratie, op grond waarvan de macht zou worden overgedragen van het leger naar een burgerregering;

5.

is ernstig verontrust over de ernstige, steeds weer voorkomende schendingen van de mensenrechten in Pakistan, met inbegrip van de behandeling van vrouwen („eerwraak”-moorden en Hudood-wetten), kinderarbeid, de behandeling van godsdienstige minderheden (met inbegrip van de Ahmadi-gemeenschap en de christelijke minderheid, die in het kader van de wetgeving over godslaster ook aan vervolging is blootgesteld) en journalisten, en de altijd weer terugkerende problemen met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting en van vergadering, en bescherming tegen willekeurige arrestaties; heeft bij een aantal gelegenheden geprotesteerd tegen de vasthouding van Javed Hashmi, leider van de oppositionele Alliantie voor het herstel van de democratie, omdat hij ervan werd beschuldigd kritiek te hebben uitgeoefend op het leger; is verbijsterd over het bericht dat hij nu tot 23 jaar gevangenisstraf is veroordeeld;

6.

neemt nota van de maatregelen die zijn genomen om de „madrassas”, of godsdienstige scholen, te reguleren, maar betreurt dat dit beleid op een gebrekkige wijze ten uitvoer wordt gelegd, omdat de regering van Musharraf de geestelijkheid publiekelijk gerust heeft gesteld door te verklaren dat zij zich niet zal mengen in de interne aangelegenheden van de madrassas;

7.

stelt vast dat President Musharraf weliswaar heeft toegezegd om het terrorisme en de Jihad-cultuur te zullen uitroeien en na 11 september 2001 veel extremistische groeperingen heeft verboden, maar constateert dat deze eenvoudigweg onder andere namen weer op zijn gedoken en dat hun leiders niet zijn vervolgd en het kader van de anti-terrorismewet;

8.

vestigt de aandacht op de ernstige bezorgdheid die bij de internationale gemeenschap leeft over de rol van Pakistan bij de verspreiding van kernwapens, en op het feit dat de beschuldigingen en het bewijsmateriaal tegen Pakistan zich van dag tot dag verharden; erkent dat President Musharraf (en de rest van de wereld) juist heeft gehandeld door aan te dringen op een uitgebreid onderzoek, en dat hij het bij het goede eind heeft wanneer hij beweert dat het Khan-incident zich kon voordoen als gevolg van het heimelijke karakter van het kernwapensprogramma van Pakistan, maar beklemtoont dat President Musharraf ook moeten inzien dat nucleaire proliferatie het gevolg was van het feit dat het nucleaire programma onder controle stond van het leger, dat daarover volstrekt geen verantwoording hoefde af te leggen;

9.

verzoekt Pakistan met klem om aanvullende informatie te verstrekken over de kernproef van 30 mei 1998 in Baluchistan waarbij sporen van plutonium werden ontdekt en volgens sommigen sprake zou zijn geweest van een gezamenlijke test voor een Noord-Koreaans kernwapen;

10.

heeft waardering voor zowel het moedige initiatief van Pakistan om zijn betrekkingen met India te normaliseren, als voor de even positieve reactie van India; is daarom ingenomen met de latere ontdooiing van de betrekkingen tussen de twee landen, waardoor de vooruitzichten voor een oplossing van het Kasjmir- vraagstuk beter zijn dan zij jaren zijn geweest;

11.

wijst erop dat politieke processen en veroordelingen onaanvaardbaar zijn; verlangt dan ook dat oppositieleider Javed Hashmi onmiddellijk wordt vrijgelaten;

12.

stelt vast dat Pakistan een aantal maatregelen heeft genomen met het oog op sommige van de bovengenoemde punten; beklemtoont echter dat niet voorbij mag worden gegaan aan belangrijke punten van zorg met betrekking tot democratie, mensenrechten, de positie van vrouwen, kinderen en minderheden, het recht op vrije meningsuiting, het kernproliferatievraagstuk, alsmede de rol van het leger in de controverses en in het politieke leven in Pakistan in het algemeen, en de tolerante houding tegenover extremisten;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten en de regering van Pakistan.


(1)  PB L 168 van 28.6.1976, blz. 1.

(2)  PB L 108 van 25.4.1986, blz. 1.

(3)  PB C 17 van 22.1.1999, blz. 6.

(4)  PB C 131 E van 5.6.2003, blz. 147.

(5)  P5_TA(2004)0079.

P5_TA(2004)0375

Transatlantische betrekkingen

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie van transatlantische betrekkingen in het perspectief van de op 25/26 juni 2004 in Dublin te houden top van de EU en de VS

Het Europees Parlement,

gezien het door de Europese Conventie opgestelde ontwerpverdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa van 18 juli 2003,

gezien de Transatlantische Verklaring inzake de betrekkingen tussen de EU en de VS van 1990 en de Nieuwe Transatlantische Agenda van 1995 (NTA),

gezien de conclusies en het actieplan van de op 21 september 2001 in Brussel gehouden buitengewone Europese Raad en de op de informele Europese Raad te Gent op 19 oktober 2001 door de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en de voorzitter van de Commissie afgelegde verklaring inzake de aanslagen van 11 september 2001 en de bestrijding van het terrorisme,

gezien de verklaring van de Europese Raad inzake de transatlantische betrekkingen, die als bijlage is toegevoegd aan de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel op 12/13 december 2003,

gezien de navolgende resoluties van de VN Veiligheidsraad: 1368 (2001), die door de Veiligheidsraad op zijn 4370e zitting op 12 september 2001 (1) is goedgekeurd, 1269 (1999), die door de Veiligheidsraad op zijn 4053e zitting op 19 oktober 1999 (2) is goedgekeurd, en 1373 (2001), die door de Veiligheidsraad op zijn 4385e zitting op 28 september 2001 (3) is goedgekeurd,

gezien de routekaart voor een permanente tweestatenoplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict, die op 20 december 2002 is goedgekeurd door het Kwartet, en onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 oktober 2003 over vrede en waardigheid in het Midden-Oosten (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 25 september 2003 over de Vijfde Ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie gehouden te Cancún (5),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 april 2003 over de nieuwe Europese veiligheids- en defensiestructuur — prioriteiten en lacunes (6),

onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 mei 2001 over de stand van de transatlantische dialoog (7), van 13 december 2001 over justitiële samenwerking tussen de EU en de Verenigde Staten bij de bestrijding van terrorisme (8), van 15 mei 2002 over de mededeling van de Commissie aan de Raad — Een intensivering van de transatlantische betrekkingen met het accent op strategie en resultaat (9) en van 19 juni 2003 over hernieuwde transatlantische betrekkingen voor het derde millennium (10), alsmede naar zijn aanbeveling van 10 maart 2004 over het recht van de in Guantánamo vastgehouden gevangenen op een eerlijk proces (11),

gelet op artikel 37, lid 2 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de binnenkort te houden top van de EU en de VS de eerste is die plaatsvindt na de substantiële uitbreiding van de Europese Unie met tien nieuwe lidstaten, welke normaliter gepaard zou moeten gaan met een aanzienlijke versterking van het mondiale partnerschap tussen de EU en de VS,

B.

het betreurende dat de Verenigde Staten in hun unilateralistische houding volharden, juist nu de grote problemen waarmee de internationale gemeenschap te kampen heeft op gebieden zoals milieubescherming, ontwikkelingssamenwerking, armoedebestrijding en collectieve veiligheid nopen tot intensivering van de internationale samenwerking en eerbiediging van het internationale recht,

C.

overwegende dat multilateralisme nog steeds de beste manier is om bedreigingen te onderkennen en zich ertegen te weer te stellen en om internationale vrede en veiligheid te bewerkstelligen, en dat het derhalve in ieders belang is de effectiviteit van multilaterale instellingen te verbeteren,

D.

overwegende dat de zich voortslepende situatie in Guantánamo Bay de reputatie van de VS duidelijk schaadt en een hinderpaal vormt in de transatlantische betrekkingen tussen de EU en de VS, aangezien de Europese Unie niet kan instemmen met dergelijke juridische en justitiële ongerechtigheden, die de meest fundamentele waarden van de rechtsstaat ondermijnen,

E.

ernstig verontrust over de instandhouding van de doodstraf in tal van VS-staten,

F.

overwegende dat er tussen de EU en de Verenigde Staten nog steeds tal van commerciële conflicten bestaan die afbreuk doen aan het onvervreemdbare recht op voedselveiligheid en op een gezond leefmilieu,

1.

onderstreept het belang van een brede dialoog, die gepaard moet gaan met samenwerking in de politieke, economische, defensie- en veiligheidssfeer tussen twee partners, als essentiële grondslag voor de transatlantische betrekkingen; is voorts van mening dat er, in weerwil van bepaalde fundamentele verschillen, nog steeds méér zaken zijn die Europa en de Verenigde Staten met elkaar verbinden dan die hen scheiden;

2.

wijst er met nadruk op dat een Europese Unie die kan bogen op een krachtig Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) een onontbeerlijke voorwaarde is voor een goed uitgebalanceerd partnerschap op basis van complementariteit, hetgeen kan worden bewerkstelligd door een evenwichtiger taakverdeling, die erop gericht is de regionale en mondiale lasten beter te verdelen, met als uiteindelijk doel de veiligheidssituatie in haar algemeenheid te verbeteren;

3.

stelt zich op het standpunt dat de economische fundamenten voor een intensiever partnerschap tussen de EU en de VS stevig zijn maar nog moeten worden versterkt, dat de defensie- en veiligheidsfundamenten nog verder moeten worden ontwikkeld door conflictpreventie te verheffen tot een kernactiviteit, dat de politieke fundamenten op bepaalde terreinen van wezenlijk gemeenschappelijk belang moeten worden versterkt en dat het institutioneel mechanisme van het partnerschap aan een herwaardering toe is;

Gezamenlijk optreden op de moeilijkste politieke terreinen

4.

stelt de oprichting voor van een transatlantische „beleidsgemeenschap” voor regionale en mondiale samenwerking, die zich richt op de volgende prioriteiten:

a)

versterking van de Verenigde Naties door vérstrekkende hervormingen die het hen mogelijk maken sneller en effectiever op te treden,

b)

de preventie van toekomstige militaire conflicten door de oorzaken daarvan te bestrijden en te zoeken naar een billijke en duurzame oplossing voor de bestaande crises,

c)

vrede, veiligheid, democratie en ontwikkeling in het Midden-Oosten in de ruimere zin van het woord, in overleg met de regeringen en de volkeren in de regio, teneinde bij te dragen tot een oplossing voor de bestaande conflicten,

d)

de bestrijding van het terrorisme, onder volledige eerbiediging van de mensenrechten, het internationale recht en de prominente functie die de Verenigde Naties daarin te vervullen hebben,

e)

het beteugelen van de proliferatie van nucleaire, chemische en biologische massavernietigingswapens, in het kader van de bestaande verdragen op multilateraal, bilateraal en regionaal niveau;

f)

de bestrijding van AIDS en besmettelijke ziekten,

g)

de langetermijnintegratie van China in de wereldgemeenschap, waarbij democratische hervormingen in dat land moeten worden aangemoedigd,

h)

de verdere transformatie van Rusland tot een democratische staat en een functionerende markteconomie, die de grondslag zal vormen voor een strategisch partnerschap,

i)

steun voor het Internationaal Strafhof;

5.

betuigt zijn diepe teleurstelling over de verklaring die president Bush naar aanleiding van het bezoek van de Israëlische premier aan Washington op 14 april 2004 heeft afgelegd over de toekomstige grens tussen Israël en een als levensvatbaar te beschouwen Palestijnse staat; wijst erop dat een grensregeling deel uitmaakt van de uiteindelijke status waarover moet worden onderhandeld op basis van de resoluties 242 en 338 van de VN-Veiligheidsraad, de Akkoorden van Oslo en de door het Kwartet gesteunde Routekaart; blijft ervan overtuigd dat een unilateraal en eenzijdig initiatief niet als substituut kan dienen voor eerlijke en billijke onderhandelingen tussen de beide partijen;

6.

neemt kennis van de door de voorzitter van de Raad van de Europese Unie en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor het GBVB gemaakte opmerkingen naar aanleiding van de bijeenkomst van president Bush en premier Sharon; betuigt nadrukkelijk zijn steun voor het EU-standpunt dat eventuele wijzigingen in de grenzen van vóór 1967 alleen door middel van een overeenkomst tussen de beide partijen kunnen worden erkend;

7.

dringt aan op een spoedige bijeenkomst van het Kwartet teneinde de in de Routekaart vervatte voorstellen nieuw leven in te blazen en wijst er opnieuw op dat een consistente besluitvorming van essentieel belang is om degenen die zich nog steeds tegen het vredesproces in het Midden-Oosten verzetten ertoe te verplichten langs de in de Routekaart aangegeven weg beslissende stappen te zetten in de richting van vrede, zoals bepleit door de EU en in de resoluties van het Europees Parlement; roept het Kwartet op de vredesinitiatieven vanuit de burgermaatschappij, bijvoorbeeld het Akkoord van Genève, te ondersteunen;

8.

onderstreept de noodzaak de voor de landen van het „Midden-Oosten in de ruimere zin des woords” noodzakelijke hervormingen samen met de progressieve krachten in die landen door te voeren en deze niet van buitenaf op te leggen;

9.

onderstreept de noodzaak van een bredere aanpak van de situatie in het gehele Midden-Oosten, met name in het naoorlogse Irak, van het aanslepende Israëlisch-Palestijnse conflict en van de door religieuze, culturele, sociale en economische oorzaken teweeggebrachte spanningen; acht het in dit kader aan te bevelen een gemeenschappelijk proces op gang te brengen waaraan zou moeten worden deelgenomen door de EU, de NAVO, de Arabische Liga en alle landen van de regio;

10.

beveelt de top aan een samenwerkingsverband voor de lange termijn aan te gaan en een gemeenschappelijk actieplan ter bestrijding van het terrorisme op touw te zetten, waarbij het erop wijst dat het internationale terrorisme vastberaden moet worden bestreden door naar oplossingen te zoeken voor de oorzaken van de enorme politieke, sociale, economische en milieuproblemen waarmee de wereld tegenwoordig te kampen heeft en door meer belang toe te kennen aan het werk van justitie, politie en inlichtingendiensten, waarbij militaire middelen pas in laatste instantie mogen worden ingezet;

11.

onderstreept dat een dergelijk actieplan een sterke vastberadenheid moet koppelen aan krachtige maatregelen tegen het terrorisme, onder volledige eerbiediging van de mensenrechten en de internationale humanitaire normen;

12.

onderstreept dat de noodzakelijke intensivering van de strijd tegen het terroristisch gevaar niet ten koste mag gaan van de bescherming van de grondrechten, zoals het recht op een persoonlijke levenssfeer, en acht het derhalve noodzakelijk onderhandelingen aan te knopen over een effectieve transatlantische samenwerkingsovereenkomst ter preventie van criminaliteit en terrorisme;

13.

dringt er eens te meer op aan dat de in Guantánamo vastgehouden gevangenen conform het internationale recht worden berecht en behandeld; dringt er bij de Raad met nadruk op aan deze kwestie op de agenda te zetten voor de komende top tussen de EU en de Verenigde Staten;

14.

roept de transatlantische partners eens te meer op de internationale instellingen actief te ondersteunen en te versterken en opnieuw te bevestigen dat zij grote waarde hechten aan het internationale recht, waarbij unilaterale oplossingen moeten worden vermeden en men zich opnieuw moet richten op een multilaterale benadering en op het VN-kader om te komen tot een mondiaal bestuursstelsel, en daarbij samen te werken aan de opstelling van een gemeenschappelijke hervormingsagenda, met name in het kader van de Verenigde Naties en de instellingen van Bretton Woods, teneinde de effectiviteit, de geloofwaardigheid en de democratische legitimiteit daarvan te versterken;

15.

pleit voor intensievere praktische samenwerking op het gebied van energie en klimaatverandering, vooral ten aanzien van het Protocol van Kyoto, met als uitgangspunt het O&O-samenwerkingsakkoord voor de totstandbrenging van een waterstofeconomie;

16.

spreekt opnieuw zijn veroordeling uit over de toepassing van de doodstraf; verzoekt de Amerikaanse regering en alle VS-staten de doodstraf af te schaffen;

Voltooiing van de transatlantische markt tegen 2015

17.

stelt voor een tienjarig actieplan te lanceren dat gericht is op de verdieping en verbreding van de transatlantische markt en van de transatlantische economie en monetaire samenwerking, met als doel een transatlantische markt zonder belemmeringen tegen 2015; verzoekt de binnenkort te houden top van de EU en de VS een groep van deskundigen op te richten om daartoe specifieke voorstellen uit te werken;

18.

pleit er evenwel voor een nog kortere termijn — namelijk 2010 — aan te houden voor financiële diensten en kapitaalmarkten, luchtvaart, digitale economie (persoonlijke levenssfeer, veiligheid en intellectuele eigendomsrechten), concurrentiebeleid en samenwerking op regelgevingsgebied;

19.

blijft evenwel huiverig staan tegenover het beleid van de Amerikaanse regering om landen te dwingen met de Verenigde Staten samen te werken op het stuk van buitenlands beleid en nationale veiligheidsdoelstellingen, willen zij in aanmerking komen om als handelspartners te worden beschouwd, waarbij dergelijke handelspartnerschappen als een voorrecht worden gepresenteerd;

20.

beveelt de beide partners aan, de Doha-onderhandelingsronde van de Wereldhandelsorganisatie op korte termijn nieuw leven in te blazen, en daarnaast tegelijkertijd de structurele problemen aan te pakken die het vermogen van de minst ontwikkelde landen en van veel ontwikkelingslanden aantasten om te profiteren van de voordelen van de handel, en met alle overige bij de onderhandelingen betrokken partners een dialoog op gang te brengen over groei en ontwikkeling, waarbij moet worden getracht snel significante resultaten te bereiken via een gezamenlijk optreden ter bestrijding van de armoede en ter bevordering van de economische ontwikkeling op multilateraal niveau;

21.

beveelt de beide partijen aan zich te beraden over mogelijke manieren om de in het recente verslag van de Commissie over de sociale dimensie van de mondialisering voorgestelde maatregelen ten uitvoer te leggen teneinde de ergste gevolgen van de globalisering tot op zekere hoogte te verzachten;

22.

is van mening dat de beide partners gezamenlijk voorstellen moeten lanceren met het oog op de modernisering en hervorming van de werkmethoden van de Wereldhandelsorganisatie;

Europees-Amerikaanse veiligheids- en defensievraagstukken

23.

onderstreept opnieuw dat de NAVO nog steeds een fundamentele garantie is voor transatlantische stabiliteit en veiligheid en een essentieel kader blijft voor in coalitieverband op te zetten operaties, en dat het in het belang is van het transatlantisch partnerschap en van de internationale stabiliteit om zowel de capaciteiten van de NAVO als die van de EU te versterken, en onderstreept dat voor militaire interventies een VN-mandaat noodzakelijk is;

24.

stelt zich opnieuw op het standpunt dat het EVDB moet worden gezien als een in aanvulling op de NAVO te ontwikkelen beleidstak die de Europese pijler helpt versterken en als zodanig in aanzienlijke mate bijdraagt tot de onderlinge vervlechting van justitie en bedrijfsleven met het externe veiligheidsbeleid;

25.

herhaalt dat de uitbouw van een Europees defensiebeleid, dat wordt gekenmerkt door een autonome reactiecapaciteit die voor een geloofwaardige Europese militaire slagkracht moet zorgen, een substantiële versterking voor de NAVO zal inhouden en als zodanig de transatlantische relaties versterkt;

26.

dringt aan op verdere openstelling van de transatlantische defensiemarkten en op nauwere samenwerking tussen de transatlantische defensie-industrieën, waarbij ook moet worden gedacht aan transatlantische overdracht van defensietechnologie; uit zijn voldoening over de onlangs tussen de Europese Commissie en de Verenigde Staten bereikte overeenstemming over de algemene beginselen inzake complementariteit tussen het GALILEO-satellietnavigatiesysteem, een initiatief van de Europese Unie en het Europees Ruimteagentschap, en het bestaande Amerikaanse GPS-systeem;

27.

dringt voorts aan op de totstandbrenging van een kader voor een bredere, permanente veiligheidsdialoog tussen de EU en de VS op basis van hun respectieve veiligheidsstrategieën, o.a. in de vorm van open discussies over verschillen van inzicht omtrent enerzijds zaken zoals preventieve betrokkenheid, effectief multilateralisme, naleving van het internationale recht en het toekennen van een prominente rol aan de VN in internationale veiligheidsvraagstukken (zoals het geval is bij de veiligheidsstrategie van de EU) en anderzijds preventief unilateraal militair ingrijpen, optreden als de enige overgebleven militaire supermacht, nationale belangen en het concept dat de missie bepalend is voor de te sluiten coalitie (zoals het geval is bij de nationale veiligheidsstrategie van de Verenigde Staten);

28.

verzoekt de EU en de Verenigde Staten aan te sturen op een hervatting van de onderhandelingen over wapenbeperking en ontwapening op multilateraal niveau binnen het VN-systeem en op bilateraal niveau, teneinde een nieuwe wapenwedloop te voorkomen, het bestaande arsenaal te verminderen en een regionaal en mondiaal optreden te ondersteunen ter voorkoming van proliferatie, niet alleen van massavernietigingswapens maar ook van handwapens, licht wapentuig en landmijnen door daarvoor de nodige middelen uit te trekken; roept de EU en de VS op hun respectieve gedragscodes m.b.t. wapenexport effectief te implementeren en mee te werken aan de opstelling van een VN-Verdrag inzake wapenhandel, om te voorkomen dat handwapens en lichte wapens aan conflictregio's worden geleverd;

29.

roept de Verenigde Staten van Amerika opnieuw op

een einde te maken aan de ontwikkeling van nieuwe generaties tactische kernwapens (zgn. „bunkerbusters”),

het Verdrag tot instelling van een verbod op kernproeven te ratificeren,

het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van anti-personeelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens te ratificeren,

haar verzet tegen het Protocol tot naleving van het VN-Verdrag inzake biologische en toxische wapens te laten varen;

Hervorming van het institutioneel kader tegen december 2005

30.

onderstreept opnieuw dat de jaarlijkse top van de EU en de VS op een andere manier vorm moet krijgen om strategisch richting en een extra impuls te geven aan het transatlantisch partnerschap, en moet worden voorafgaan door een parlementaire overlegbijeenkomst tussen leden van het Europees Parlement en de leden van het Amerikaanse Congres in het kader van de transatlantische wetgeversdialoog (TLD);

31.

pleit ervoor dat de EU en de VS vooruitlopend op hun topconferenties regelmatig informeel overleg plegen op ministerieel niveau, daarbij ondersteund door een permanente gemeenschappelijk beleidsplanning;

32.

stelt voor, de institutionele structuur voor de lopende transatlantische politieke dialoog te versterken, voortbouwend op de ontwikkelingen in de transatlantische wetgeversdialoog (TLD) tussen leden van het Europees Parlement en van het Amerikaanse Congres, met als uiteindelijk doel de oprichting van een transatlantische assemblee EU-VS;

33.

is van mening dat de bovengenoemde initiatieven tegen december 2005 moeten resulteren in een overeenkomst tussen de transatlantische partners om de in 1995 vastgestelde Nieuwe Transatlantische Agenda te actualiseren en te vervangen door een „Transatlantische Partnerschapsovereenkomst”, die moet ingaan in 2007;

34.

spreekt zijn steun uit voor constructieve betrokkenheid van de desbetreffende belangengemeenschappen uit de Amerikaanse en Europese burgermaatschappij bij samenwerkingsinitiatieven ter ondersteuning van transatlantische partnerschapsprioriteiten;

35.

wijst erop dat een akkoord over de Europese Grondwet, waarbij de Europese Unie rechtspersoonlijkheid krijgt en een Europese minister van buitenlandse zaken wordt benoemd, de positie van de EU op het internationale politieke toneel zal versterken en zal bijdragen aan de totstandkoming van evenwichtige transatlantische betrekkingen;

*

* *

36.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de parlementen van de lidstaten en de president en het Congres van de Verenigde Staten van Amerika.


(1)  http://www.un.org/Docs/scres/2001/res1368e.pdf.

(2)  http://www.un.org/Docs/scres/1999/99sc1269.htm.

(3)  http://www.un.org/Docs/scres/2001/res1373e.pdf.

(4)  P5_TA(2003)0462.

(5)  P5_TA(2003)0412.

(6)  PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 599.

(7)  PB C 34 E van 7.2.2002, blz. 359.

(8)  PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 288.

(9)  PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 392.

(10)  P5_TA(2003)0291.

(11)  P5_TA(2004)0168.

P5_TA(2004)0376

Mensenrechten in de wereld in 2003

Resolutie van het Europees Parlement over de mensenrechten in de wereld in 2003 en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie (2003/2005(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en alle relevante internationale mensenrechteninstrumenten (1),

gezien de inwerkingtreding op 1 juli 2002 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof en onder verwijzing naar zijn resoluties van 19 november 1998, 18 januari 2001, 28 februari 2002 en 4 juli 2002 over het Internationale Strafhof (2),

gelet op het Handvest van de Verenigde Naties, in het bijzonder artikel 2,

gezien de inwerkingtreding op 1 juli 2003 van Protocol nr. 13 bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden inzake de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden,

gelet op artikel 3 van de vier Verdragen van Genève,

gelet op artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten van de Verenigde Naties,

gezien de VN-verklaringen en -resoluties over de rechten van gehandicapten en de Universele Verklaring over het menselijk genoom en de mensenrechten van de UNESCO (1997),

gelet op artikel 12, lid 1 en artikel 16, lid 1, onder e) van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen alsmede de algemene aanbevelingen 21 en 24 van de Commissie voor de uitbanning van discriminatie van vrouwen,

gezien de op 15 september 1995 in Peking aangenomen verklaring en het actieprogramma van de vierde Wereldvrouwenconferentie en het op 10 juni 2000 aangenomen slotdocument van de vierde Wereldvrouwenconferentie +5,

gezien de op 8 september 2000 op de VN-Millenniumtop aangenomen Millenniumontwikkelingsdoelstellingen en de op 4 september 2002 op de VN-wereldtop duurzame ontwikkeling aangenomen Verklaring,

gezien het Rapport 2002 van het VN-Bevolkingsfonds „State of the world population”,

gezien het rapport van de Raad van Europa over de gevolgen van de Mexico City Policy (3) en het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende steun voor beleid en maatregelen op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheid en rechten in ontwikkelingslanden (COM(2002) 120),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 november 2001 over HIV/AIDS (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 september 2001 over genitale verminking van vrouwen (5),

gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (6),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 3 september 2003 over de mededeling van de Commissie „Naar een wettelijk bindend instrument van de Verenigde Naties ter bevordering en bescherming van de rechten en de waardigheid van personen met een handicap” (7),

gelet op de artikelen 3, 6, 11, 13 en 19 van het EU-Verdrag en de artikelen 177 en 300 van het EG-Verdrag,

gezien de inwerkingtreding op 1 april 2003 van de op 23 juni 2000 in Cotonou ondertekende Partnerschapsovereenkomst ACS-EU (8),

gezien de oprichting van de Euro-Mediterrane Vergadering op 22-23 maart 2004 en zijn desbetreffende resolutie van 20 november 2003 (9),

gezien het Europees Verdrag over de mensenrechten en de biogeneeskunde (1999),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 13 december 1996 over de rechten van mensen met een handicap (10), zijn resolutie van 9 maart 2004 over bevolking en ontwikkeling (11) en zijn eerdere resoluties over de mensenrechten in de wereld (12),

onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over de situatie met betrekking tot de grondrechten in de Europese Unie, met name de resolutie van 15 januari 2003 (13),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 oktober 2003 over vrede en waardigheid in het Midden-Oosten (14),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 10 februari 2004 over de 60ste zitting van de VN-Commissie voor de mensenrechten in Genève van 15 maart t/m 23 april 2004 (15),

gezien het vijfde jaarverslag van de EU over de mensenrechten (13449/03),

gelet op artikel 163 van het Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid (A5-0270/2004),

A.

overwegende dat wereldwijd, vooral ook dankzij de inzet van de Europese Unie, vooruitgang is geboekt bij de instelling en versterking van democratie, mensenrechten, de rechtstaat en goed bestuur,

B.

overwegende dat de situatie in veel landen echter is verslechterd, waar de mensenrechten nog steeds worden geschonden door discriminatie op basis van ras, geslacht, godsdienst en sociale klasse, slecht bestuur, corruptie, repressie, machtsmisbruik, zwakke instellingen, een gebrek aan verantwoordingsplicht en gewapende conflicten,

C.

overwegende dat de mensenrechten op papier door de internationale gemeenschap sterk worden ondersteund, dat meer dan 140 landen de twee belangrijkste verdragen hebben geratificeerd en bijna alle landen de Overeenkomst inzake de rechten van het kind hebben geratificeerd,

D.

overwegende dat een gestaag groeiend aantal landen de doodstraf heeft afgeschaft of moratoria op executies heeft ingesteld of uitgebreid, maar dat er in andere landen sprake schijnt te zijn van een tegengestelde tendens, met name in China;

E.

overwegende dat de rol van de internationale gemeenschap in de ondersteuning van het waarheidsen verzoeningsproces in post-conflictmaatschappijen wordt erkend als een middel om verzoening, vrede, stabiliteit en ontwikkeling te bevorderen,

F.

overwegende dat in landen die de mensenrechten in acht nemen en verdedigen, pressiegroepen en een vrije pers mede garanties zijn voor de goede werking van de democratische staat; overwegende dat deze niet onder censuur of beperking van de vrijheid van meningsuiting gebukt mogen gaan,

G.

overwegende dat in de afgelopen jaren de controle en repressie ten aanzien van het Internet in de Volksrepubliek China dramatisch zijn toegenomen en dat tientallen mensen gevangengenomen zijn wegens verspreiding van boodschappen waarin gepleit werd voor meer vrijheid en democratie of eenvoudigweg wegens verspreiding van informatie via het Internet; dat het aantal arrestaties op dit vlak met 60 % is toegenomen in vergelijking met het voorgaande jaar,

H.

overwegende dat ditzelfde verschijnsel zich systematisch voordoet in Vietnam, waar in de afgelopen maanden tal van voorvechters van de democratie gearresteerd zijn,

I.

er met nadruk op wijzend dat alle terroristische daden de verloochening van de mensenrechten inhouden,

J.

overwegende dat de Europese Unie steun verleent aan en actief samenwerkt met het ad hoc-comité van de 6de Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bij zijn werkzaamheden ter voorbereiding van een ontwerp voor een Integraal Verdrag inzake internationaal terrorisme en de voorbereiding van een ontwerp voor een Internationaal Verdrag ter onderdrukking van daden van nucleair terrorisme,

K.

overwegende dat een staat die het slachtoffer is van terrorisme, met andere staten in een geest van wederkerigheid, maar met inachtneming van de mensenrechten en het internationaal recht kan samenwerken,

L.

overwegende dat uitlevering dient te worden geweigerd als er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de persoon om wiens uitlevering wordt verzocht, in de verzoekende staat zal worden onderworpen aan een behandeling die niet met het internationaal recht strookt,

M.

overwegende dat in bepaalde gevallen op vermoedelijke terroristen een militaire procedure zonder recht van beroep of controle wordt toegepast, behalve als ze de nationaliteit van de beschuldigende staat hebben,

N.

overwegende dat de democratische staten, als ze de daders van zulke feiten willen opsporen of gerechtelijk vervolgen, het voorbeeld moeten geven en hun alle rechten en garanties bieden die een land dat de mensenrechten in acht neemt, elke beschuldigde moet geven,

O.

overwegende dat sommige staten extraterritoriale gebieden hebben gecreëerd en/of ingesteld die aan elke notie van elementair recht en aan elke controle ontsnappen, en dat in weerwil van alle internationale overeenkomsten of verdragen;

P.

overwegende dat de terrorismebestrijding een uitzonderlijk kader vormt dat beperkingen op en zelfs de volledige opschorting van de individuele vrijheden toestaat, met name in landen met een dictatoriaal regime; dat al deze landen zich als alibi beroepen op de terrorismebestrijding voor de intensivering van de repressie van gekoloniseerde volkeren, of van elke vorm van politieke dissidentie;

Q.

overwegende dat het beginsel dat het genot van de hoogst bereikbare gezondheidsnorm een van de fundamentele rechten is van ieder menselijk wezen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, politieke overtuiging, economische of sociale situatie; zich volledig scharend achter de WHO-beginselen; bijzonder bezorgd over de situatie inzake het recht op toegang tot gezondheidszorg, daar dit recht nauw verbonden is met de economische, sociale en politieke situatie van elk individueel land,

R.

overwegende dat toegang tot reproductieve gezondheid een fundamenteel mensenrecht is en dat de vrijheid van vrouwen en mannen om hun eigen, op kennis van zaken gebaseerde en verantwoordelijke keuze te maken met betrekking tot hun seksuele en reproductieve gezondheid en rechten daarom gegarandeerd moet zijn, waarbij zij zich bewust zijn van het belang van hun beslissingen voor anderen en voor de maatschappij als geheel,

S.

overwegende dat uit onderzoeken gebleken is dat er een direct verband bestaat tussen de toegang tot informatie en hoge normen inzake alle aspecten van de gezondheid, met inbegrip van lagere niveaus van HIV/AIDS en andere overdraagbare infecties, het risico van ongewenste zwangerschappen en daaruit resulterende abortussen, het risico van doodgeboren kinderen en moeder- en zuigelingensterfte,

T.

de toepassing veroordelend van de praktijk van genitale verminking van vrouwen, die nog in tal van landen gebruikelijk is, en die reeds meer dan 130 miljoen slachtoffers in de wereld heeft gevergd en die jaarlijks ongeveer 2 miljoen jonge meisjes of vrouwen bedreigt; ingenomen in dit verband met het Protocol van Mapoeto, dat in juli 2003 door de Afrikaanse Unie is goedgekeurd;

U.

overwegende dat reproductieve gezondheid voor het sociale en economische welzijn van een natie van zeer groot belang is en dat een gebrekkige toegang tot reproductieve gezondheid rechtstreekse gevolgen heeft voor de economische en sociale structuur van het betrokken land,

V.

bezorgd om het bewust achterhouden van informatie in een groot aantal landen dat het ergst door lage normen op het gebied van reproductieve gezondheid wordt getroffen,

W.

verontwaardigd over het gebrek aan bereidwilligheid van ontwikkelde landen om de nodige financiering te garanderen om aan de in het actieprogramma van de VN-Conferentie over bevolking en ontwikkeling in Caïro van 13 september 1994 uitgestippelde basisnormen te voldoen, en nog bezorgder over de sterke afname van de beschikbare middelen sedert de vankrachtwording van de Mexico City Policy, die financiering door de VS onthoudt aan elke NGO die geen strikt beleid ter bevordering van seksuele onthouding voert,

X.

overwegende dat toegang tot informatie over en bevordering via sociale marketing van condooms op dit ogenblik als de meest doeltreffende preventieve maatregelen tegen alle vormen van seksueel overdraagbare aandoeningen kunnen worden beschouwd,

Y.

overwegende dat ontzegging van de toegang tot behandeling van HIV/AIDS door een gebrek aan beschikbare middelen, in het bijzonder van de toegang tot anti-retrovirale geneesmiddelencocktails die HIV/AIDS met succes blijken te stabiliseren, maar niet genezen, regionaal en wereldwijd, ook in Oost-Europa en Centraal-Azië waar een sterke stijging van seksueel overdraagbare ziekten en een toename van seksueel geweld moet worden betreurd, een zeer grote bedreiging vormt voor de veiligheid, regionaal en wereldwijd,

Z.

bezorgd over de sterke afname van de beschikbare middelen sedert het van kracht worden van het Mexico City Policy,

AA.

overwegende dat 2003 het Europese Jaar van de gehandicapten was,

AB.

overwegende dat de VN raamt dat meer dan een half miljard mensen in de wereld gehandicapt zijn als gevolg van mentale, fysieke of zintuiglijke gebreken,

AC.

overwegende dat in veel landen nog te vaak onaanvaardbare hinderpalen voor de integratie van gehandicapten bestaan, waardoor verhinderd wordt dat zij sociaal, beroepsmatig, familiair, emotioneel en seksueel een volwaardig leven genieten,

AD.

er nadrukkelijk op wijzend dat de specifieke behoeften van gehandicapten onverkort van toepassing zijn op gehandicapten die beschuldigd zijn of verdacht worden van misdrijven en/of gevangengenomen zijn of zouden kunnen worden of in voorlopige hechtenis zitten,

AE.

overwegende dat de internationale gemeenschap zich rekenschap dient te geven van het probleem dat jaarlijks honderdduizenden mensen als gevolg van oorlogen of conflicten gehandicapt raken of lichamelijk of psychisch invalide worden;

1.

geeft uitdrukking aan zijn tevredenheid dat de 5de zittingsperiode een aantal grote innovaties heeft gebracht op het gebied van het EU-beleid met betrekking tot de mensenrechten, waaronder de instelling of verdere ontwikkeling van belangrijke instrumenten, die in grote lijnen met zijn eigen initiatieven overeenstemmen;

2.

merkt op dat het een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de versterking van de mensenrechtendimensie en het op de Europese agenda plaatsen van mensenrechtenkwesties;

3.

is van mening dat terrorisme een van de ernstigste algemene uitdagingen vormt waarmee de internationale gemeenschap zich geconfronteerd ziet; veroordeelt alle daden van terrorisme als misdadig en niet te rechtvaardigen, ongeacht de motieven ervoor, de vormen waarin en de wijze waarop deze zich manifesteren; onderstreept dat de strijd tegen het terrorisme voor de EU de hoogste prioriteit dient te behouden;

4.

geeft uitdrukking aan zijn verbondenheid aan de verdere ondersteuning van de inachtneming van de mensenrechten en de bevordering van democratie wereldwijd, en in het bijzonder het nastreven van zijn initiatieven voor de afschaffing van de doodstraf en foltering, de bestrijding van straffeloosheid, de uitroeiing van racisme, xenofobie en discriminatie en de bescherming van vrouwen- en kinderrechten (met inbegrip van de problemen van de kindsoldaten en de kinderarbeid), de bescherming en begeleiding van verdedigers van de mensrechten, de bescherming van de sociale rechten en de rechten van de werknemers, de bescherming van de vluchtelingen (met inbegrip van ontheemden), de verdediging van de belangen van inheemse bevolkingsgroepen en minderheden, zoals de bergbewoners in Vietnam die het slachtoffer zijn van systematische onderdrukkingen, de vrijheid van de pers en van andere vormen van meningsuiting, bestrijding van discriminatie jegens homoseksuelen, de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en alle andere rechten;

5.

herhaalt dat grotere inspanningen nodig zijn om tot een gecoördineerde benadering te komen om de mensenrechten in zijn activiteiten op het gebied van buitenlandse betrekkingen te mainstreamen, de activiteiten van de toekomstige subcommissie voor mensenrechten, de belangrijkste bevoegde commissies en de interparlementaire delegaties te koppelen en een consistente opvolging van de resoluties van het Parlement door de Commissie, de Raad en de betrokken derde landen te garanderen; herhaalt zijn pleidooi om de financiële en personele middelen voor activiteiten inzake de mensenrechten aanzienlijk uit te breiden;

6.

onderstreept de behoefte om zijn inspanningen voort te zetten om in de dialoog met de Raad over het mensenrechtenbeleid van de EU grote vooruitgang te boeken en verzoekt de Raad een structuur goed te keuren die systematische en tijdige reacties op resoluties van het Parlement mogelijk maakt; herinnert in deze context aan zijn voorstellen op grond van de conclusies van de Raad van december 2002;

7.

betuigt zijn krachtige steun aan het voornemen van de Raad om een effectiever en beter zichtbaar beleid van de EU op het punt van mensenrechten en democratisering tot stand te brengen door meer coherentie en consistentie te brengen in het optreden van de Gemeenschap en het GBVB, integratie van gelijke kansen, een grotere openheid en een regelmatige vaststelling en herziening van de prioritaire acties;

8.

staat erop dat zorgwekkende situaties met betrekking tot de mensenrechten openlijker en regelmatiger ter sprake worden gebracht op bijeenkomsten van associatie- en samenwerkingsraden en op EU-top-conferenties met derde landen, en dat dit gespreksonderwerp ook duidelijk tot uitdrukking komt in de conclusies van die ontmoetingen;

9.

is verheugd over de recente vrijlating van politieke gevangenen in Syrië, maar staat erop dat alle politieke gevangenen worden vrijgelatren, en wel vóór de ondertekening van het Associatieakkoord EU-Syrië, aangezien dit de instemming van het Parlement aanzienlijk zou vergemakkelijken;

10.

is verheugd over het feit dat het operationele jaarprogramma van de Raad voor 2003 het eerste was dat door het Griekse en het Italiaanse Raadsvoorzitterschap gezamenlijk was opgesteld; is echter van mening dat de in de werkprogramma's van de Commissie en de Raad geschetste voornaamste politieke prioriteiten en acties op het gebied van de externe betrekkingen een explicieter mensenrechtenperspectief zouden moeten hebben;

11.

is verheugd over het feit dat leden van het Europees Parlement op uitnodiging van het voorzitterschap van het EU op 8-9 oktober 2003 aan de 3e ronde van de mensenrechtendialoog tussen de EU en Iran deelgenomen hebben en is van mening dat Parlementsleden in de toekomst op dezelfde manier betrokken zouden moeten worden bij de dialogen die met derde landen worden gevoerd over mensenrechtenkwesties; verzoekt het voorzitterschap zo spoedig mogelijk zijn diepgaande evaluatie van de dialoog met China mee te delen en een soortgelijke evaluatie van de dialoog met Iran voor te bereiden;

12.

betreurt het feit dat de derde rondetafelconferentie van de mensenrechtendialoog EU-Iran een zeer abstract academisch karakter had en vindt dat komende rondetafelbesprekingen een sterkere politieke dimensie moeten hebben en dat daarbij een werkelijke dialoog moet plaatsvinden;

13.

is verheugd over de oprichting in 2003 van een Subgroep bestuur en mensenrechten in het kader van de samenwerkingsovereenkomst met Bangladesh en doet een beroep op de Raad en de Commissie om, waar dit passend is, soortgelijke subgroepen ook in het kader van de andere samenwerkingsovereenkomsten op te richten;

14.

is verheugd over de inspanningen om ook met andere derde landen tot soortgelijke structuren te komen en ziet hoopvol uit naar de aanvang van de werkzaamheden met Vietnam en Marokko;

15.

is er ten diepste van overtuigd dat mensenrechtendialogen niet als excuus mogen worden gebruikt om de kwestie van de mensenrechten te marginaliseren in vergelijking met de prioriteiten op veiligheids-, economisch en politiek gebied; herinnert aan zijn verzoek aan de Raad om concrete doelstellingen en maatstaven te formuleren voor de mensenrechtendialogen en te waarborgen dat de resultaten ervan regelmatig aan een evaluatie worden onderworpen;

16.

herhaalt zijn verzoek om meer openheid en transparantie bij de EU-instellingen en met name bij de Raad; handhaaft zijn kritiek dat er stelselmatig geen gehoor wordt gegeven aan de verzoeken in zijn resoluties aan de Raad om verslag uit te brengen over de resultaten die ten aanzien van bepaalde mensenrechtenkwesties zijn bereikt, vooral wanneer deze in internationale organisaties aan de orde worden gesteld; staat erop dat het Parlement steeds volledige uitleg krijgt wanneer zijn aanbevelingen op het terrein van de mensenrechten door Raad en Commissie worden genegeerd;

17.

neemt kennis van het feit dat de structuur van het jaarverslag van de EU over de mensenrechten 2003 is verbeterd, maar betreurt dat in het verslag nog steeds geen bijzondere aandacht wordt geschonken aan individuele gevallen en de follow-up daarvan, waaronder gevallen die in parlementaire resoluties naar voren zijn gebracht, en geen respons wordt gegeven op in zijn eigen jaarverslag betreffende de mensenrechten in de wereld goedgekeurde voorstellen;

18.

verzoekt de Raad in dit verband de dialoog met de maatschappelijke organisaties te intensiveren, waartoe in de toekomst onder meer de desbetreffende NGO's nauwer betrokken zullen moeten worden bij zijn initiatieven, alsook bij de opstelling van zijn jaarlijkse mensenrechtenverslag en de opzet van het jaarlijkse Mensenrechtenforum;

19.

is verheugd over de invoering van een website van de Commissie over mensenrechten, waarop analyses, rapporten en onderzoek over belangrijke kwesties te vinden zijn, daar aldus beter informatie kan worden verstrekt aan de NGO's en het maatschappelijk middenveld in zijn totaliteit;

20.

erkent de vooruitgang die geboekt is bij de vereffening van de nog open staande betalingsverplichtingen en het bespoedigen van het tempo van de betalingen in het kader van het Europees Initiatief voor democratie en mensenrechten, binnen het kader van de algemene betalingstermijn van 60 dagen, en neemt kennis van het uitvoeringsplan voor elk begrotingsitem en de richtsnoeren van de Raad, die voor complementariteit en consistentie tussen de Gemeenschap en de lidstaten moeten zorgen bij de externe beleidsmaatregelen van de EU;

21.

besluit een passend formaat te creëren voor de jaarverslagen over de mensenrechten in de wereld, waarin adequaat het in de betrokken periode door de Raad, de Commissie en het Europees Parlement gevoerde beleid op het gebied van de mensenrechten geëvalueerd wordt; is van oordeel dat de rapporteur verder ook speciale thema's kan kiezen die van bijzonder belang zijn voor het verslag;

22.

is van oordeel dat het jaarverslag van het Europees Parlement elk jaar op een vast tijdstip zou moeten worden uitgebracht en tevens een analyse en een evaluatie van het jaarverslag van de Raad van hetzelfde jaar zou moeten bevatten;

23.

besluit nauwere contacten te onderhouden met de voormalige winnaars van de Sacharov-prijs, om deze prijs hiermee een beschermde rol te laten spelen en bij te dragen aan een betere naleving van de mensenrechten in de betrokken landen; dringt met name aan op voortzetting en intensivering van de steun aan voormalige laureaten van de Sacharov-prijs die in hun eigen land nog steeds aan onderdrukking blootstaan, zoals Leyla Zana , Aung San Suu Kyi en Oswaldo Payá Sardiñas, wat laatstgenoemde betreft zij gewezen op de steun die aan het „Sacharov-initiatief” van het Europees Parlement wordt gegeven en wordt een beroep gedaan op de Cubaanse autoriteiten om Oswaldo Payá Sardiñas niet nog meer te beletten om zich naar de Europese Unie te begeven en de EU-instellingen te bezoeken;

24.

benadrukt dat er in een groot aantal landen ernstige mensenrechtencrises bestaan, vaak in het kader van een gewelddadig conflict, waarop de internationale gemeenschap geen beslissende invloed weet uit te oefenen; merkt op dat het bestaande potentieel van de EU tegen enkele van de ernstigste mensenrechtenschenders in de wereld niet op efficiënte wijze is aangewend en betreurt het dat in zulke situaties de mensenrechten altijd een sluitpost op het externe beleid van de EU vormen; is de overtuiging toegedaan dat naleving van de mensenrechten niet kan worden bereikt met plechtige verklaringen, wanneer deze niet door krachtig optreden worden ondersteund;

25.

is ervan overtuigd dat de nieuwe Europese veiligheidsstrategie een belangrijk conceptueel kader vormt met betrekking tot gewapende conflicten en het vinden van oplossingen voor conflicten en dringt erop aan dat er een passende mensenrechtendimensie wordt ontwikkeld, gebaseerd op het concept van preventie;

26.

is verheugd over de Verklaring van Londen over Colombia (10 juli 2003) en bevestigt nogmaals haar mening dat alle partijen in het Colombiaanse conflict zonder verdere voorwaarden te stellen gevolg moeten geven aan de aanbevelingen van het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten in Colombia;

27.

verzoekt de Raad te waarborgen dat verantwoordelijkheid voor mensenrechtenkwesties een onderdeel wordt van het crisisbeheer en van het langetermijnbeheer van conflicten;

28.

betuigt zijn volledige steun aan de richtsnoeren van de Raad van 8 december 2003 over kinderen en gewapende conflicten en ziet met verwachting uit naar het overzicht van de Commissie over de door de Gemeenschap op dit gebied geleverde steun, bij wijze van eerste bijdrage aan de tenuitvoerlegging van deze richtsnoeren;

29.

betreurt met name dat de verzoeken van het Parlement om een serieuze en niet-selectieve toepassing van de zogenaamde „mensenrechtenclausules” geen zichtbaar effect hebben gehad op het mensenrechtenbeleid van de Raad, de EU-lidstaten en de Commissie;

30.

onderstreept daarnaast dat het mensenrechtenbeleid van de EU bij diverse gelegenheden werd ondermijnd door niet-naleving van door de EU afgekondigde wapenembargo's, alsook door aandrang tot voortijdige opheffing van wapenembargo's en door het feit dat sommige lidstaten stelselmatig geen restrictieve toepassing geven aan de EU-gedragscode voor wapenexporten; benadrukt dat krachtig politiek optreden tegen de proliferatie van ieder type wapens, zowel conventionele wapens als massavernietigingswapens, zowel zware als lichte wapens, van essentiële betekenis is voor het welslagen van alle EU-campagnes ten gunste van de mensenrechten;

31.

betreurt dat het de Euro-Mediterrane associatieovereenkomsten ontbreekt aan duidelijk gedefinieerde procedures voor de tenuitvoerlegging van de mensenrechtenclausule;

32.

onderstreept de noodzaak van een halftijdse herziening van artikel 2 van alle associatieovereenkomsten, om te kunnen evalueren of er volledige uitvoering wordt gegeven aan de mensenrechtenclausules, met name waar het de rechten van de vrouwen en de democratische beginselen betreft, en dringt aan op de invoering van specifieke mechanismen om een daadwerkelijke en doelmatige toepassing van de mensenrechtenclausule te vergemakkelijken;

33.

verzoekt de Commissie om aan het Parlement te rapporteren over de stand van de voorbereiding van een mechanisme voor de implementatie van de mensenrechtenclausule, teneinde duidelijke druk te kunnen blijven uitoefenen met het oog op significante verbeteringen van de mensenrechtensituatie in de betrokken landen en om een aanmoediging te geven aan maatschappelijke groepen die zich inzetten voor de bevordering van democratie en naleving van de mensenrechten;

34.

herhaalt zijn verzoek aan de Raad, de Commissie en de lidstaten om daadwerkelijke uitvoering te geven aan alle EU-beleidsinstrumenten, met in begrip van sancties, om de mensenrechten te bevorderen en ervoor te zorgen dat er geen maatregelen worden genomen waarmee een dergelijk beleid doelbewust wordt ondermijnd;

35.

dringt nogmaals aan op een periodieke herziening van het sanctiebeleid, teneinde de doelmatigheid ervan te evalueren en te verbeteren;

36.

is van mening dat ontmoetingen met parlementariërs en maatschappelijke organisaties van derde landen die de mensenrechtenclausule hebben ondertekend, waardevol zijn voor het door het Parlement uitgeoefende toezicht op de concrete tenuitvoerlegging van de mensenrechtenclausule, maar is van oordeel dat de doelmatigheid van dit instrument zou kunnen worden verbeterd;

37.

is verheugd over de mededeling van de Commissie „Een nieuwe impuls voor EU-maatregelen inzake mensenrechten en democratisering met mediterrane partners — Strategische richtsnoeren (COM(2003) 294)” die ten doel heeft tot een gestructureerde benadering te komen om de regelmatige naleving door staten van hun verplichtingen met betrekking tot de mensenrechten te beoordelen; ondersteunt, in overeenstemming met zijn eigen voorstellen, in het bijzonder een systematisch debat over mensenrechtenkwesties in de vergaderingen van de Associatieraad en is verheugd over het feit dat de idee van de instelling van werkgroepen over mensenrechten met partnerlanden terrein wint; is met name ingenomen met de tien concrete aanbevelingen om kennis en expertise te verhogen, de dialoog te verbeteren tussen de EU en haar mediterrane partners alsmede om de samenwerking inzake mensenrechtenkwesties te versterken, onder meer door de ontwikkeling van nationale actieplannen inzake de mensenrechten en de democratie met die partners die bereid zijn om daaraan mee te werken.

38.

roept de Commissie op een coherente communautaire strategie voor mensenrechten te formuleren, die alle relevante elementen, zoals de mensenrechtenclausule, dialoog, financiële steun en de versterking van internationale normen, omvat en die op dezelfde wijze wordt geformuleerd als de bestaande strategieën voor de mediterrane partners en andere landen en regio's;

39.

is verheugd over de inwerkingtreding van de nieuwe ACS-EU-partnerschapsovereenkomst (Cotonou) op 1 april 2003; meent dat de mensenrechtenclausule in de overeenkomst een duidelijk uitvoeringsmechanisme heeft, dat voorziet in procedures voor verplichte behandeling, opschorting als laatste hulpmiddel en de totstandbrenging van een dialoog tussen regering en maatschappelijk organisaties, en dat daarover met het oog op andere overeenkomsten met derde landen dient te worden onderhandeld;

40.

onderstreept echter dat een opvoering of hervatting van de economische, financiële en technische steun van de EU aan de ontwikkelingslanden, en vooral de ACS-landen, slechts mogelijk is wanneer de autoriteiten van deze landen als tegenprestatie toezeggingen doen om op controleerbare en duurzame wijze een einde te maken aan de mensenrechtenschendingen die bij hen nog voorkomen, en blijk geven van hun verbondenheid aan goed bestuur, democratie en de rechtsstaat door concrete maatregelen te nemen tegen voortdurende schendingen van de rechten van de mens, onder meer door het regime-Mugabe in Zimbabwe;

41.

ondersteunt, in het kader van de uitvoering van het „Uitgebreide Europa”-beleid, de Commissie bij haar inzet om erop toe te zien dat kwesties betreffende mensenrechten en democratisering ten volle mee zullen tellen in het politieke hoofdstuk van de „Actieplannen voor een Uitgebreid Europa”, waarover met de oostelijke en zuidelijke buurlanden van de EU zal worden onderhandeld;

42.

roept alle landen op in de geest van de VN-Millenniumverklaring hun verbintenis om de mensenrechten en fundamentele vrijheden in acht te nemen, in praktijk te brengen en zich te wijden aan de volledige en werkelijke verwezenlijking van internationale mensenrechtenverdragen waarbij zij partij zijn; dit impliceert dat alle binnenlandse wetten (b.v. de shariah) die in strijd zijn met de Universele Verklaring van de rechten van de mens en met de internationale verdragen, moeten worden herzien en in overeenstemming gebracht met deze ondertekende toezeggingen;

43.

is verheugd over de richtsnoeren van de VN-subcommissie voor mensenrechten betreffende de multinationale ondernemingen (18 augustus 2003), welke een belangrijke etappe vormen op weg naar een bindende wereldwijde gedragscode;

44.

herhaalt zijn oproep aan alle staten die dat niet hebben gedaan om een moratorium op terechtstellingen in te stellen, als een eerste stap in de richting van de algemene afschaffing van de doodstraf, hetgeen geen enkel land zou mogen weigeren; verzoekt de EU om een dialoog te starten over het aanwenden van de mensenrechtenclausule tegen landen die doorgaan met het voltrekken van de doodstraf aan minderjarigen en gehandicapten;

45.

betreurt dat leden van het VN-personeel in Irak het leven hebben verloren, hetgeen symbolisch is voor het lot van veel verdedigers van de mensenrechten over de gehele wereld; dringt aan op ontwikkeling van een energiek beleid tot ondersteuning van allen die campagne voeren voor de naleving van de mensenrechten; juicht daarom het initiatief van het Ierse Raadsvoorzitterschap toe om richtsnoeren vast te stellen voor de bescherming van mensen die opkomen voor de mensenrechten;

46.

uit zijn ernstige bezorgdheid over het voortdurende Israëlisch-Palestijnse conflict, dat geleid heeft tot een schijnbaar eindeloze spiraal van haat en geweld en tot een vergroting van het lijden voor zowel Israëliërs als Palestijnen;

47.

deelt de diepe bezorgdheid van de Raad over de voortzetting van de illegale nederzettingen en de onteigening van landerijen voor de bouw van de zogenoemde veiligheidsmuur, die leidt tot schending van een aantal fundamentele mensenrechten, zoals de vrijheid van verkeer en de rechten inzake gezinsleven, werk, gezondheid, een adequate levensstandaard, met inbegrip van adequate voedingsmiddelen, kleding en huisvesting, en onderwijs; het verbod op discriminatie, vervat in veel internationale verdragen, wordt duidelijk geschonden in de afgesloten zone waarvoor Palestijnen een vergunning moeten hebben, maar Israëliërs niet;

48.

neemt nota van het feit dat de situatie in elk van de landen van Centraal-Azië verschilt; herhaalt zijn bezorgdheid over de schendingen van de rechten van mens en de gevallen van politieke repressie, met name in Toerkmenistan, waar de mensenrechtensituatie onlangs dramatisch is verslechterd, en in Oezbekistan, waar de situatie nog steeds aanleiding geeft tot ernstige zorgen;

49.

is verheugd over de krachtige campagne van de EU tegen alle vormen van foltering en vernederende behandeling; betreurt het feit dat in december 2003 nog slechts zes EU-lidstaten het Facultatieve Protocol bij het door de VN in 2002 goedgekeurde Verdrag tegen foltering hadden ondertekend (en geratificeerd); dringt erop aan de mensenrechtenclausule in te zetten tegen alle economische en politieke partners van de EU die toelaten dat hun rechterlijke macht en politie folterpraktijken blijven toepassen tegen hun burgers; herhaalt zijn bezorgdheid over het feit dat de Commissie folterpreventieprojecten financiert ten koste van projecten voor de rehabilitatie van slachtoffers van folter; dringt aan op een verbod op de productie, verkoop en export van folterapparatuur;

50.

herhaalt zijn eis dat de EU, en de Commissie in het bijzonder, haar volledige steun verleent aan de zaak van de inheemse volkeren, met name door alle mogelijke steun te verlenen aan het Permanente VN-Forum voor Inheemse Volkeren en de VN-Werkgroep voor Inheemse Volkeren;

51.

herinnert aan zijn prioriteiten voor de 60ste zitting van de Mensenrechtencommissie van de VN, zoals die worden uiteengezet in zijn bovengenoemde resolutie van 10 februari 2004;

52.

bevestigt het belang van de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties als 's werelds hoogste instantie voor de bescherming van de mensenrechten, die borg moet staan voor een publiek toezicht op situaties van grove en voortdurende schendingen van de mensenrechten;

53.

onderstreept dat, wil het wereldwijde mensenrechtenbeleid van de Europese Unie werkelijk effect ressorteren, er geen sprake mag zijn van „dubbele normen” en dat mensenrechtenschendingen in de uitgebreide Europese Unie passend en exemplarisch moeten worden aangepakt;

54.

is verheugd over de steun die de Europese Unie heeft gegeven aan de oprichting van een Internationaal Strafhof, maar benadrukt dat de EU en haar huidige en toekomstige lidstaten een krachtiger en eendrachtiger standpunt moeten innemen tegen de druk van andere staten die zich niet bij dat Hof willen aansluiten en die het werkterrein en de doelmatigheid van dit gerecht willen beperken;

55.

onderstreept dat geen enkele immuniteit, zoals erkend onder artikel 41, lid 2 van het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke betrekkingen van 18 april 1961, ooit de mogelijkheid van straffeloosheid mag bieden aan personen die beschuldigd worden van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid of genocide, en maakt zich bezorgd over het feit dat enkele regio's van de wereld zwaar ondervertegenwoordigd zijn binnen de groep van landen die het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof hebben ondertekend;

56.

verzoekt de Raad en de Commissie de politieke invloed van de EU aan te wenden uit hoofde van haar samenwerkingsakkoorden om te zorgen voor ondertekening en ratificering van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof door een zo groot mogelijk aantal staten;

57.

betreurt dat de VN-Veiligheidsraad nog geen ad hoc Internationaal Strafhof heeft aangeduid als het meest doelmatige middel voor de behandeling van de zaken van de gevangenen van Guantánamo;

58.

verzoekt de autoriteiten van de VS onmiddellijk een eind te maken aan de huidige rechtsonzekerheid waarin de gevangenen van Guantánamo Bay sinds hun aankomst daar verkeren en te waarborgen dat zij onmiddellijk toegang krijgen tot de rechter teneinde de status van elke individuele gevangene te bepalen, hetzij door hen aan te klagen in het kader van de bepalingen van het Derde en Vierde Verdrag van Genève en het Internationaal Convenant inzake civiele en politieke rechten (met name de artikelen 9 en 14), dan wel door hen onmiddellijk vrij te laten, en te waarborgen dat degenen die beschuldigd worden van oorlogsmisdaden, een eerlijk proces krijgen in overeenstemming met het internationaal humanitair recht en met volledige inachtneming van de internationale verdragen inzake de mensenrechten;

59.

is verheugd over de projecten die de Commissie heeft geïnitieerd om in het kader van het Europees Initiatief voor de democratie en de mensenrechten de vrijheid van meningsuiting te bevorderen, en verzoekt de Commissie om dergelijke projecten met name ook uit te breiden tot gewetens- en godsdienstvrijheid;

60.

herhaalt zijn oproep aan de Raad en de Commissie om aan de spoedige identificatie van gevallen van misbruik van godsdienst voor politieke doeleinden in het mensenrechtenbeleid van de EU prioriteit te verlenen, en dringt aan op opvoering van de inspanningen van de EU om gewelddadig religieus extremisme, dat een bedreiging voor de mensenrechten vormt, te voorkomen;

61.

herhaalt zijn oproep aan de Raad, de Commissie en de lidstaten om, waar dit gepast is, de vrijheid van godsdienst uit te roepen tot een actieprioriteit van de EU in haar betrekkingen met derde landen, en verzoekt om vaststelling van sancties voor het schenden van die vrijheid;

62.

herinnert aan het op de Euro-Mediterrane Ministerconferentie van Valencia genomen besluit tot oprichting van een EuroMed Stichting, om een structuur aan de dialoog tussen culturen en godsdiensten te verschaffen, die zowel met als tussen de landen en samenlevingen aan de zuidkust van de Middellandse Zee moet worden gevoerd; dringt er bij alle betrokken regeringen op aan om voldoende geld beschikbaar te stellen om het mogelijk te maken dat deze stichting op de voorgenomen datum van 1 juli 2004 wordt opgericht;

63.

verzoekt de Commissie de dialoog met niet-gouvernementele organisaties, met inbegrip van religieuze en niet-religieuze organisaties, te verdiepen teneinde de vreedzame coëxistentie tussen de diverse religieuze en culturele gemeenschappen te bevorderen; is van oordeel dat zo'n dialoog in eerste instantie zou moeten plaatsvinden in het kader van de tenuitvoerlegging van haar bovengenoemde mededeling;

64.

onderstreept nogmaals dat door de toegang tot de moderne communicatietechnologieën en taalcursussen de interculturele uitwisseling, tolerantie en begrip voor andere culturen en godsdiensten binnen en buiten de EU kunnen worden bevorderd en is verheugd over de vele initiatieven die de Commissie in dit verband heeft genomen, zoals het Euromed Jeugdprogramma, de programma's Asialink en eSchola, en ziet met verwachting uit naar de jaarlijkse evaluaties van deze programma's;

65.

dringt erop aan dat er geen sprake mag zijn van vermindering van de steun van de Commissie en de Raad voor maatregelen tegen mijnen en wijst op het belang van steun aan landen en NGO's die betrokken zijn bij activiteiten voor de opruiming van antipersoneelsmijnen en ander niet geëxplodeerd tuig, alsmede van steun aan slachtoffers van mijnen; verzoekt de Commissie regelmatig voortgangsverslagen te publiceren om bekend te maken in hoeverre de lidstaten van de uitgebreide EU hun verplichtingen in het kader van het Verdrag van Ottawa nakomen (een wereldwijd verbod op anti-personeelsmijnen) en in hoeverre deze staten de wens van het Parlement nakomen om niet langer gebruik te maken van fragmentatiemunitie;

66.

onderstreept dat de strijd tegen het terrorisme ingebed dient te worden in het kader van het internationaal recht; verzoekt de Raad en de lidstaten actief mee te werken aan de voorbereiding aan het ontwerp voor het Internationaal Verdrag ter onderdrukking van daden van nucleair terrorisme en het Integraal Verdrag inzake internationaal terrorisme, met inbegrip van een internationaal erkende status voor slachtoffers van terroristische daden, als middel voor de verdere ontwikkeling van een alomvattend juridisch kader van verdragen inzake het terrorisme, en het Parlement regelmatig op de hoogte te houden van belangrijke ontwikkelingen op dit terrein;

67.

erkent dat het juridische of regelgevende beleid met betrekking tot reproductieve gezondheid een bevoegdheid is van de lidstaten, maar is van mening dat de EU op internationaal niveau verplicht is al het mogelijke te doen om de millenniumdoelstellingen te bereiken en te garanderen dat aan de verplichtingen in het kader van het VN-Handvest, de VN-overeenkomsten en vele andere overeenkomsten met betrekking tot deze kwestie wordt voldaan;

68.

verzoekt de Commissie bijzondere aandacht te besteden aan de ondersteuning van niet alleen de ontwikkelingslanden, maar ook van de landen in Oost-Europa, Latijns-Amerika en Azië die niet vallen onder de Overeenkomst van Cotonou, en te voorzien in financiële en technische steun en opleiding van personeel;

69.

is verheugd over de actie van ECHO op het gebied van humanitaire steun, die vaak een component reproductieve gezondheid bevat, en spoort ECHO aan nog meer aandacht te besteden aan de dramatische situatie tengevolge van het gebrek aan toegang tot alle vormen van reproductieve gezondheid in noodsituaties en in vluchtelingenkampen;

70.

beklemtoont dat de Raad en de lidstaten energieker moeten optreden tegen de omvangrijke HIV/AIDS-epidemie, die voor de wereldwijde veiligheid een zeer grote bedreiging vormt, met een jaarlijks dodental van 3 miljoen mensen; onderstreept dat de strijd tegen HIV/AIDS onder meer doeltreffende volksgezondheidsprogramma's inzake onderwijs, preventie, behandeling, zorg en steunverlening, dient te omvatten;

71.

verzoekt de Commissie de financiering te verhogen van onderwijsprogramma's die zijn gewijd aan reproductieve gezondheid en zijn gericht op de bestrijding van seksueel geweld en genitale verminking van vrouwen, op het onderwijzen van mensen over verantwoordelijk seksueel gedrag en het gebruik van moderne methodes voor gezinsplanning en van beschikbare methodes voor HIV/AIDS-preventie;

72.

verzoekt de Raad te handelen overeenkomstig zijn kenbaar gemaakte intentie en de financiering van het wereldfonds, in het bijzonder voor programma's op het gebied van reproductieve gezondheid, alsmede de financiering van NGO's in het kader van alle steunprogramma's (TACIS, PHARE, MEDA, CARDS, enz.) te versterken, niet alleen via gezondheidsprojecten, maar ook via projecten die zijn gewijd aan drugsproblemen en via algemene onderwijs- en bewustmakingsprojecten;

73.

verzoekt de Commissie in het bijzonder haar programma's met betrekking tot reproductieve gezondheid in het kader van TACIS te versterken, omdat de situatie steeds onrustwekkender wordt en de betrokken landen niet over de middelen beschikken om aan de behoeften op het gebied van onderwijs en bevoorrading te voldoen, hetgeen tot een sterke toename van de overdracht van HIV/AIDS (1,2 miljoen mensen met HIV/AIDS in Oost-Europa en in Centraal-Azië), een zeer hoog abortuscijfer (gemiddeld 3,6 abortussen per vrouw), contraceptieve methoden van slechte kwaliteit en een hoog kindersterftecijfer leidt (tot 74 per 1000, tegenover 5 per 1000 in Frankrijk);

74.

verzoekt de lidstaten te voldoen aan hun verplichtingen in het kader van het Wereldfonds ter bestrijding van HIV/AIDS, malaria en tuberculose, een van de meest doeltreffende middelen in de bestrijding van aids en andere besmettelijke, met armoede verband houdende ziekten;

75.

verzoekt de Commissie en de Raad zo snel mogelijk alle aangewezen maatregelen te nemen, met inbegrip van de nodige wetgevende maatregelen, om aan hun verplichting te voldoen om te handelen overeenkomstig het besluit van de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie inzake de implementatie van paragraaf 6 van de Verklaring van Doha met betrekking tot de TRIPS-overeenkomst en de volksgezondheid;

76.

is verheugd over het Rapport inzake het recht van iedereen om de hoogst mogelijke norm van lichamelijke en geestelijke gezondheid te genieten van de 60ste vergadering van de Commissie voor de rechten van de mens en het verslag over kinderhandel, kinderprostitutie en kinderpornografie en andere aspecten met betrekking tot deze kwestie;

77.

verzoekt de Commissie het verlies van middelen tengevolge van de Mexico City Policy en tengevolge van het VS-beleid dat uitsluitend programma's steunt die seksuele onthouding promoten, en met name de aan UNFPA onthouden en voor NGO's ingetrokken middelen te compenseren;

78.

spoort alle lidstaten en kandidaat-lidstaten ertoe aan het recht van mensen op privacy en vrij verkeer en het arrest van het Europees Hof voor de rechten van de mens op dat gebied in acht te nemen; is verontwaardigd over recente pogingen van kandidaat-lidstaten om dit arrest te negeren;

79.

verzoekt de Commissie en de Raad in het kader van de betrekkingen met derde landen waar de praktijk van genitale verminking van vrouwen voorkomt, aan de ratificatie van het Protocol van Mapoeto prioriteit te verlenen;

80.

wijst erop dat in Egypte mensen die op grond van hun seksuele geaardheid worden gearresteerd, maar al te vaak bepaalde aspecten van hun fundamentele rechten wordt ontzegd, o.a. het recht op een eerlijk proces;

81.

spreekt zijn diepe bezorgdheid uit, naar aanleiding van de aanhoudende arrestaties en vervolgingen van homoseksuele mannen in Egypte en de praktijk van de politie om homoseksuelen via het internet in een val te lokken, over het feit dat deze mensen fundamentele rechten wordt ontzegd, zoals de vrijheid van vereniging, het recht op privacy en het recht op een eerlijk proces;

82.

is ingenomen met de verklaring van de Raad in het jaarverslag van de EU inzake de mensenrechten 2003 over de situatie van de gehandicapten en de maatregelen die in de internationale arena genomen zijn ter verbetering van de positie van de gehandicapten; is evenwel van mening dat, hoewel er enige vooruitgang is geboekt, gehandicapten nog steeds niet volledig de mensenrechten op basis van gelijkheid genieten;

83.

betreurt dat er in sommige landen tal van belemmeringen, onaanvaardbare restricties en/of beperkingen op de toegang tot opleiding en/of onderwijs voor gehandicapte kinderen, adolescenten of studenten bestaan, zowel in zogenoemd normale als in bijzondere scholen, waardoor het fundamenteel recht op onderwijs en opleiding genegeerd wordt;

84.

is van mening dat de toegankelijkheid en het gebruik van openbare ruimten en de bebouwde omgeving, zowel openbaar als particulier, een fundamenteel recht en een essentiële garantie vormen voor de vrijheid van verkeer van gehandicapten, hun gelijke kansen en de bescherming tegen discriminatie en aldus voor de eerbiediging van hun mensenrechten;

85.

benadrukt dat gehandicapten bij de uitoefening van hun recht op mobiliteit niet de dupe mogen worden van welke vorm van directe of indirecte discriminatie dan ook, al dan niet opzettelijk, of van financiële discriminatie, en betreurt dat het openbaar vervoer (bussen, touringcars, taxi's, metrotreinen, trams en vervoer per spoor, door de lucht, over de rivier en over zee) voor gehandicapten (en hun geleidehonden) nog steeds moeilijk toegankelijk en bruikbaar is;

86.

betreurt de mensenrechtenschendingen die veel gehandicapten in de wereld ervaren, met name gehandicapten die leven in instellingen waar zij blootgesteld zijn aan vernederende behandeling, geweld en misbruik, alsmede uitbuiting van gehandicapten door georganiseerde bedelarij en gedwongen sterilisatie, en verzoekt de Commissie een specifiek verslag over de kwestie van misbruik van mensenrechten van gehandicapten voor te leggen;

87.

veroordeelt het voortdurende gebruik van kooibedden voor bepaalde geesteszieke patiënten in een klein aantal toetredende landen en verzoekt de Commissie een spoedige beëindiging van deze inhumane en vernederende dwangmethode te bevorderen en te steunen;

88.

is ingenomen met de programma's die zijn opgezet om adequate medische steun te verlenen aan althans een deel van de Tsjetsjeense kinderen die afschuwelijk gedupeerd zijn door de oorlog in hun land, en verzoekt alle lidstaten en de EU zelf bij te dragen aan versterking van dergelijke humanitaire programma's teneinde te voorzien in de enorme behoeften dienaangaande van de Tsjetsjeense bevolking;

89.

verzoekt de Commissie in het horizontale EIDMR-programma acties op te nemen om verschillende actoren en besluitvormers in het sociale en politieke leven van de partnerlanden bewust te maken van de mensenrechten van personen met een handicap, naar het voorbeeld van wat op het gebied van de culturele dialoog gebeurt, en in de strategische programma's voor de diverse landen doelstellingen op te nemen inzake de toegankelijkheid van de gezondheidszorg, het onderwijs en openbare gebouwen in dat land voor gehandicapten;

90.

steunt de bijstand die door ECHO en invaliditeits-NGO's in noodsituaties verleend wordt; benadrukt dat psychiatrische problemen die veroorzaakt worden door conflicten, gediagnostiseerd en behandeld moeten worden, met name bij kinderen;

91.

verzoekt de Commissie de diverse methoden te registreren voor zorgverlening aan en behandeling van gehandicapten in de landen waarmee samenwerkingsovereenkomsten bestaan, teneinde optimale methoden vast te stellen en te versterken, met inachtneming van de bijzondere omstandigheden van elk land;

92.

verlangt dat de onaanvaardbare verschillen tussen rijke en arme landen bij de opties die beschikbaar zijn voor de behandeling van post-infectie- en post-traumahandicaps worden verminderd en dat daaraan prioriteit wordt gegeven via passende programma's;

93.

verzoekt de lidstaten en de Raad steun te blijven geven aan pleidooien voor een internationaal verdrag ter waarborging van het volledige genot van de rechten van de mens voor personen met een handicap en actief zijn resolutie te steunen inzake de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 3 september 2003 en te waarborgen dat de VN-Conventie doeltreffende controle- en uitvoeringsmechanismen op zowel nationaal als internationaal niveau omvat en dat representatieve organisaties van gehandicapten bij het gehele proces actief betrokken worden;

94.

herhaalt zijn oproep aan de Commissie en de Raad om energiek steun te geven aan initiatieven ter bevordering en versterking van de strijd tegen discriminatie van kasten in alle relevante VN-fora; verzoekt de Commissie en de Raad te waarborgen dat de kwestie van de discriminatie van kasten en het beleid ter bestrijding van deze wijdverbreide vorm van racisme passend worden aangepakt in alle nationale strategiedocumenten, tussentijdse herzieningen ervan en mededelingen inzake landen die dit aangaat;

95.

betreurt dat er geen actie ondernomen is door de Commissie en de Raad ter versterking van de dialoog over politieke en mensenrechten met landen die te kampen hebben met kastenstelsels, over de kwestie van de voortdurende mensonterende praktijk van kastendiscriminatie, en dat de doeltreffendheid van het EU-mensenrechtenbeleid in termen van de aanpak van kastendiscriminatie nog ter beoordeling staat;

96.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de kandidaat-lidstaten, de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de OVSE, de regeringen van de in deze resolutie vermelde landen en de bureaus van de belangrijkste op het grondgebied van de Europese Unie gevestigde NGO's die zich inzetten voor de mensenrechten.


(1)  N.B.: raadpleeg de aan het verslag A5-0270/2004 van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid gevoegde tabel voor alle relevante basisteksten.

(2)  PB C 379 van 7.12.1998, blz. 265; PB C 262 van 18.9.2001, blz. 262; PB C 293 E van 28.11.2002, blz. 88; PB C 271 E van 12.11.2003, blz. 576.

(3)  CoE document 9901 van 11.9.2003.

(4)  PB C 78 van 2.4.2002, blz. 66.

(5)  PB C 77E, 28.3.2002, blz. 126.

(6)  PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.

(7)  P5_TA(2003)0370.

(8)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(9)  P5_TA(2003)0518.

(10)  PB C 20 van 20.1.1997, blz. 389.

(11)  P5_TA(2004) 154.

(12)  P5_TA(2003)0375 aangenomen op 4.9.2003; PB C 131 E van 5.6.2003, blz. 138; PB C 65 E van 14.3.2002, blz. 336; PB C 377 van 29.12.2000, blz. 336; PB C 98 van 9.4.1999, blz. 270; PB C 20 van 20.1.1997, blz. 161; PB C 126 van 22.5.1995, blz. 15; PB C 115 van 26.4.1993, blz. 214; PB C 267 van 14.10.1991, blz. 165; PB C 47 van 27.2.1989, blz. 61; PB C 99 van 13.4.1987, blz. 157; PB C 343 van 31.12.1985, blz. 29; PB C 172 van 2.7.1984, blz. 36; PB C 161 van 10.6.1983, blz. 58.

(13)  PB C 38 E van 12.2.2004, blz. 247.

(14)  P5_TA(2003)0462.

(15)  P5_TA(2004) 0079.

P5_TA(2004)0377

Uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara

Resolutie van het Europees Parlement over de uitspraak in de rechtszaak tegen Leyla Zana e.a. in Ankara

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over de mensenrechten in Turkije,

met name onder verwijzing naar zijn resolutie van 1 april 2004 over de vorderingen van Turkije op de weg naar toetreding (1),

gelet op artikel 37, lid 4 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat Leyla Zana, Hatip Dicle, Orhan Dogan en Selim Sadak, parlementsleden voor de DEP, in 1994 tot 15 jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld wegens hun politieke activiteiten ter verdediging van de grondrechten van de Koerdische bevolking,

B.

overwegende dat Leyla Zana in 1995 de Sacharov-prijs van het Europees Parlement heeft ontvangen,

C.

overwegende dat het Europees Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg in zijn arrest van 17 juli 2001 heeft gewezen op het gebrek aan onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de Rechtbank voor Staatsveiligheid in Ankara, de schending van de rechten van de verdediging en de aanwezigheid van militaire rechters, waarop de Turkse autoriteiten een nieuw proces tegen Leyla Zana e.a. hebben geopend,

D.

overwegende dat Turkije een nieuwe wet heeft goedgekeurd die het mogelijk maakt om processen die door het Europees Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg als „oneerlijk” zijn bestempeld te heropenen, en dat op 28 maart 2003 een nieuw proces tegen Leyla Zana e.a. is begonnen,

1.

veroordeelt de beslissing van de Rechtbank voor Staatsveiligheid in Ankara om, in strijd met de aanbevelingen van het Europees Hof voor de rechten van de mens in Straatsburg, de in 1994 uitgesproken gevangenisstraf van 15 jaar tegen Leyla Zana, Hatip Dicle, Orhan Dogan en Selim Sadak te bevestigen;

2.

meent dat deze hernieuwde veroordeling volledig in tegenspraak is met de justitiële hervormingen die de Turkse regering op gang heeft gebracht en die het Parlement ook met het oog op de beslissing in december 2004 van nabij zal volgen;

3.

betreurt dat de zaak Zana wordt misbruikt door degenen die het hervormingsproces in Turkije willen belemmeren;

4.

benadrukt dat deze zaak symbolisch is voor de kloof die gaapt tussen het justitiële stelsel van Turkije en dat van de EU,

5.

laakt de schendingen van de rechten van de verdediging tijdens het nieuwe proces tegen Leyla Zana e.a., zoals onder meer de aanwezigheid van de openbare aanklager telkens wanneer de rechters zich over de beschuldigden moesten uitspreken, de niet-erkenning van het recht op invrijheidstelling overeenkomstig het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg van 17 juli 2001, de onmogelijkheid voor de verdediging om na te gaan of de beschuldigingen van het openbaar ministerie op feiten berusten;

6.

dringt aan op de onmiddellijke afschaffing van de Rechtbanken voor Staatsveiligheid en verzoekt de Turkse autoriteiten daartoe dringend concrete stappen te ondernemen;

7.

hoopt dat het Turkse Hof van cassatie het vonnis tegen mevrouw Zana en de drie andere voormalige Turkse parlementsleden van Koerdische afkomst verbreekt;

8.

verzoekt de Turkse autoriteiten amnestie te verlenen aan alle gewetensgevangenen;

9.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regering en het parlement van Turkije.


(1)  P5_TA(2004)0274.

P5_TA(2004)0378

Globale richtsnoeren voor het economisch beleid

Resolutie van het Europees Parlement over de aanbeveling van de Commissie inzake de actualisering 2004 van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) (COM(2004) 238 — C5-0183/2004 — 2004/2020(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de aanbeveling van de Commissie (COM(2004) 238 — C5-0183/2004),

gelet op artikel 99, lid 2 van het EG-Verdrag,

gezien het verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (voor de periode 2003-2005) (COM(2003) 170),

onder verwijzing naar zijn resoluties van 12 maart 2003 over de toestand van de Europese economie — voorbereidend verslag met het oog op de aanbeveling van de Commissie inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (1), van 15 mei 2003 over de aanbeveling van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) (2), en van 23 oktober 2003 over de resultaten van de zitting van de Europese Raad (16 en 17 oktober 2003 in Brussel) (3),

gezien de economische voorjaarsprognose 2004-2005 van de Commissie voor de eurozone, de Europese Unie en de toetredende en kandidaat-lidstaten,

gezien het verslag van de Commissie voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad (COM(2004) 29),

onder verwijzing naar zijn resolutie over de toestand van de Europese economie, verslag van 26 februari 2004 over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (4),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 februari 2004 over de voorjaarsbijeenkomst: follow-up van Lissabon (5),

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de zittingen van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, Gotenburg van 15 en 16 juni 2001 en Barcelona van 15 en 16 maart 2003,

gezien de conclusies van het voorzitterschap van de bijeenkomsten van de Europese Raad van Brussel van 20 en 21 maart 2003, 16 en 17 oktober 2003 en 25 en 26 maart 2004,

gezien de mededeling van de Commissie „Een Europees groei-initiatief — Investeren in netwerken en kennis ten behoeve van groei en werkgelegenheid” — Eindverslag aan de Europese Raad (COM(2003) 690),

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité inzake de evaluatie van de door het EESC opgedane ervaringen ter beoordeling van de gevolgen van de structurele hervormingen in de EU op het gebied van economie, sociale omstandigheden en werkgelegenheid (ECO/109, CESE 1406/2003),

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0280/2004),

A.

overwegende dat de groei van de wereldhandel in 2003 een krachtige opleving van 5 % heeft gekend en in 2004-2005 naar verwachting snel zal stijgen tot bijna 8 %, terwijl de groei van het mondiale BBP in 2003 naar schatting 3,7 % heeft bedragen en de mondiale economische bedrijvigheid in 2004 waarschijnlijk met 4,5 % zal toenemen,

B.

overwegende dat de regionale spreiding van de groei in 2003 is verbreed, met krachtiger bijdragen dan verwacht van de VS, het GOS, OPEC, Azië en de toetredende landen; overwegende dat het herstel in de VS naar verwachting doorzet met een groeipercentage van 4,2 % in 2004, overwegende dat de economische vooruitzichten voor Azië (met uitzondering van Japan) in 2004-2005 rond de 7 % blijven met opvallende groeipercentages in India en China en dat het groeipercentage in Latijns-Amerika in 2004 naar verwachting twee keer zo hoog wordt,

C.

overwegende dat het mondiale herstel van de groei nog broos is, met name in de VS, waar het huidige monetaire en belastingbeleid op lange termijn niet duurzaam kan blijken te zijn, en kan uitlopen op een moeilijke en pijnlijke fase van belastingconsolidatie,

D.

overwegende dat de Europese Unie de langste periode van zwakke groei doormaakt sinds de Tweede Wereldoorlog, dat de economie gedurende drie jaar terugloopt of stagneert en er in sommige grotere lidstaten zelfs sprake is van recessie, dat de gemiddelde groei in de Europese Unie in 2003 net iets boven de 0,8 % ligt en in de eurozone slechts 0,4 % van het BBP bedraagt tegen een mondiaal groeipercentage van 3,7 % van het BBP,

E.

overwegende dat de Commissie drie jaar achter elkaar een herstel voorspelt tot gemiddelde groeipercentages van 1,7 tot 1,8 % voor de eurozone en 2 % voor de EU; dat het recente herstel voor het eurogebied voornamelijk wordt aangewakkerd door een opleving van de groei van de export terwijl de binnenlandse vraag tot dusverre negatief is door de geringe omvang van de particuliere consumptie en drie kwartalen van een neerwaartse ontwikkeling van de investeringen die pas in het vierde kwartaal werd doorbroken toen de investeringen eindelijk aantrokken,

F.

overwegende dat de nieuwe lidstaten in 2003 met gemiddeld 3,5 % van het BBP zijn gegroeid, daar door de toetreding een gunstige groeidynamiek is ontketend,

1.

stemt in met het standpunt van de Commissie dat de globale richtsnoeren voor het economisch beleid voor de periode 2003-2005 van toepassing blijven maar in hogere mate gericht moeten zijn op structurele hervormingen, investeringen en meer en betere banen, spreekt zijn waardering uit voor het Europees Groeiprogramma en dringt aan op extra maatregelen ter aanvulling van het initiatief op nationaal niveau met name op het gebied van personele middelen, O&O en vernieuwing;

2.

herhaalt zijn overtuiging dat toepassing van het Stabiliteits- en groeipact noodzakelijk is om de Europese economie sneller opnieuw in evenwicht te brengen; verzoekt de lidstaten wier begroting geen overschot vertoont of althans in evenwicht is met klem alle noodzakelijke maatregelen te nemen om deze doelen te verwezenlijken;

3.

spreekt zijn waardering uit voor het feit dat in deze actualisering de nadruk valt op de opneming van de tien nieuwe lidstaten in het coördinerende kader van het economisch beleid en dat de huidige strategie wordt afgerond met de opneming van op bepaalde landen toegespitste aanbevelingen voor de tien nieuwe lidstaten;

4.

wijst andermaal op de mogelijkheid van overschrijding van de huidige 0,8 % van het BBP die in de huidige EU-begroting wordt uitgegeven, en benadrukt dat er speelruimte is als in 2004-2006 niet minder dan 1,24 % van het BBP wordt uitgegeven overeenkomstig het huidige financiële vooruitzicht voor 2000-2006 en in aansluiting op de doelstellingen van Lissabon, en op volledige bevordering van de Europese Structuurfondsen met alle doelstellingen van Lissabon tijdens de tweede fase van het programma voor 2000-2006;

5.

verzoekt de Raad rekening te houden met onderstaande wijzigingen:

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

WIJZIGINGEN VAN HET PARLEMENT

Wijziging 1

Deel I, Hoofdstuk 1, Titel

BESTAANDE STRATEGIE BLIJFT GELDIG

BESTAANDE STRATEGIE BLIJFT GELDIG , MAAR MOET IN NOG HOGERE MATE GERICHT ZIJN OP STRUCTURELE HERVORMINGEN, INVESTERINGEN EN MEER EN BETERE BANEN

Wijziging 2

Deel I, Hoofdstuk 1, alinea 2

Tegen de achtergrond van de resultaten van een eerste evaluatie van het aan de GREB's voor 2003-2005 gegeven gevolg zoals deze in het tenuitvoerleggingsverslag zijn gepresenteerd en in het licht van de richtsnoeren die tijdens de voorjaarsbijeenkomst van 2004 van de Europese Raad zijn verstrekt, wordt met deze aanbeveling beoogd de bestaande strategie te actualiseren en aan te vullen. Het wordt niet nodig geacht ingrijpende beleidsaanpassingen door te voeren die een wijziging in de algemene richtsnoeren vereisen. In deze actualisering ligt vooral de nadruk op de integratie van de tien nieuwe lidstaten in het bestaande kader voor de coördinatie van het economisch beleid.

Tegen de achtergrond van de resultaten van een eerste evaluatie van het aan de GREB's voor 2003-2005 gegeven gevolg zoals deze in het tenuitvoerleggingsverslag zijn gepresenteerd en in het licht van de richtsnoeren die tijdens de voorjaarsbijeenkomst van 2004 van de Europese Raad zijn verstrekt, wordt met deze aanbeveling beoogd de bestaande strategie te actualiseren en aan te vullen. De algemene richtsnoeren 2003-2005 blijven geldig, doch moeten nog meer worden gericht op het aanzwengelen van de economische groei die moet leiden tot meer werkgelegenheid en een toenemende productiviteit. Gezien de aanhoudende traagheid waarmee de economie zich ontwikkelt en de teleurstellende snelheid van de groei en van het herstel in vergelijking met andere regio's van de wereld, moet Europa de interne economische groei stimuleren en meer nadruk leggen op bevordering van economische, sociale en ecologische duurzaamheid. Hierdoor wordt niet alleen bijgedragen tot vermindering van de kwetsbaarheid van Europa voor negatieve gevolgen van de waardering van de euro en voor andere schokken en gevaren van buiten, zoals het internationale terrorisme, maar tevens wordt de integratie van de interne markt en de werkelijke economische toenadering van alle lidstaten met inbegrip van de 10 nieuwe lidstaten van de interne markt vergemakkelijkt. In deze actualisering ligt op de tweede plaats de nadruk op de integratie van de tien nieuwe lidstaten in het bestaande kader voor de coördinatie van het economisch beleid.

Wijziging 3

Deel I, Hoofdstuk 2, titel

ECONOMISCH KLIMAAT IS VERBETERD

ECONOMISCH KLIMAAT IS VERBETERD HETGEEN LANGZAAM LEIDT TOT HERSTEL IN DE EUROPESE UNIE

Wijziging 4

Deel I, Hoofdstuk 2, alinea 4

Al bij al sporen de economische ontwikkelingen met de verwachtingen die heersten toen de economische beleidsstrategie op middellange termijn werd uitgestippeld: de economie is zich aan het herstellen, zij het in een matig tempo, en de vooruitzichten voor 2004-2005 duiden niet op macro-economische onevenwichtigheden die tot een beleidswijziging nopen. Tegelijkertijd blijkt uit de prognose dat het aanpassingsvermogen van de EU-economie beperkt blijft en de potentiële groei laag. Het is daarom van essentieel belang dat van het verbeterende economische klimaat optimaal gebruik wordt gemaakt om doorslaggevende vooruitgang te boeken bij het dichten van de kloof tussen de geplande en de uiteindelijk doorgevoerde structurele hervormingsmaatregelen. De zich thans aftekenende opleving van de economische activiteit kan verder worden geschraagd door het voeren van een gedegen macro-economisch beleid en door de vastberaden tenuitvoerlegging van alle groeibevorderende economische hervormingen die in de GREB's voor 2003-2005 zijn aangegeven.

Al bij al sporen de economische ontwikkelingen met de verwachtingen die heersten toen de economische beleidsstrategie op middellange termijn werd uitgestippeld: de economie is zich aan het herstellen, zij het in een matig tempo, en de vooruitzichten voor 2004-2005 duiden niet op macro-economische onevenwichtigheden die tot een beleidswijziging nopen. Tegelijkertijd blijkt uit de prognose dat het aanpassingsvermogen van de EU-economie beperkt blijft en de potentiële groei laag. Het is daarom van essentieel belang dat van het verbeterende economische klimaat optimaal gebruik wordt gemaakt om doorslaggevende vooruitgang te boeken bij het dichten van de kloof tussen de geplande en de uiteindelijk doorgevoerde structurele hervormingsmaatregelen. De zich thans aftekenende opleving van de economische activiteit kan verder worden geschraagd door het voeren van een gedegen macro-economisch beleid en door de vastberaden tenuitvoerlegging van alle groeibevorderende economische hervormingen die in de GREB's voor 2003-2005 zijn aangegeven. Er moet echter meer nadruk worden gelegd op investeringen in onderwijs, vaardigheden, levenslang leren, vernieuwing, onderzoek en ontwikkeling, en in een industriebeleid in het kader waarvan bijzondere aandacht wordt besteed aan het MKB, duurzame energie en milieuvriendelijke technologieën.

Het Actieprogramma Milieutechnologie moet spoedig ten uitvoer worden gelegd.

Voorts staan sociale en regionale cohesie thans in het kader van de uitbreiding nog meer centraal in de agenda van Lissabon. Strategieën die beslissende gevolgen hebben voor werkelijke economische toenadering, beperking van de informele sector, maatschappelijke uitsluiting en uitroeiing van armoede moeten worden uitgebreid.

Op bevordering van de groei gerichte investeringen zouden aanvullend kunnen worden gefinancierd via verbetering van de inning van overheidsinkomsten, in het kader waarvan het algemene probleem van belastingfraude centraal staat, ten gevolge waarvan de lidstaten aanzienlijke belastingopbrengsten mislopen. De Commissie moet met de lidstaten een samenwerkings- en toetsingsstelsel opzetten ter bestrijding van belastingfraude en oneerlijke belastingmededinging.

Onderhandelingen over adequate en rechtvaardige maatregelen die resulteren in een groter aanpassingsvermogen van werknemers, soepelheid van standaardovereenkomsten en meer zekerheid in het kader van niet-standaardovereenkomsten, waardoor meer mensen worden aangetrokken en waardoor meer mensen aan het werk blijven en waardoor de algemene soepelheid van de arbeidsmarkt wordt vergroot en meer wordt geïnvesteerd in personele middelen, zijn essentieel voor de verwezenlijking van economisch en sociaal welslagen.

Wijziging 5

Deel I, Hoofdstuk 3, punt 3.1, alinea 2

De nieuwe lidstaten dienen een sterke synergie na te streven tussen de noodzakelijke structurele hervormingen en een macro-economisch beleid dat de stabiliteit ondersteunt. De wisselkoersregimes vormen een belangrijk onderdeel van het algemeen economisch en monetair beleidskader en dienen gericht te zijn op het realiseren van reële en duurzame nominale convergentie. Aansluiting bij het WKM II na de toetreding zou tot de verwezenlijking van deze doelstelling moeten bijdragen. Een geloofwaardig monetair beleid zal een verdere daling van de lange rente mogelijk maken, wat de hoognodige forse investeringen en begrotingsconsolidatie in de hand zou werken.

De nieuwe lidstaten dienen een sterke synergie na te streven tussen de noodzakelijke structurele hervormingen , investeringen en een macro-economisch beleid dat de stabiliteit en groei ondersteunt. De wisselkoersregimes vormen een belangrijk onderdeel van het algemeen economisch en monetair beleidskader en dienen gericht te zijn op het realiseren van reële en duurzame nominale convergentie. Aansluiting bij het WKM II na de toetreding zou tot de verwezenlijking van deze doelstelling moeten bijdragen. Een geloofwaardig monetair beleid zal een verdere daling van de lange rente mogelijk maken, wat de hoognodige forse investeringen en begrotingsconsolidatie in de hand zou werken.

Wijziging 6

Deel I, Hoofdstuk 3, punt 3.3, alinea 3

Algemeen genomen levert een gezond economisch beleid een grote bijdrage aan de sociale duurzaamheid omdat banen belangrijk zijn als uitweg uit armoede en sociale uitsluiting. In de nieuwe lidstaten moet meer nadruk worden gelegd op de modernisering van de socialebeschermingsstelsels en de verbetering van de vaardigheden van de beroepsbevolking teneinde de participatiegraden te verhogen en de mobiliteit te bevorderen. In dit verband dient de aandacht in het bijzonder uit te gaan naar de lage werkgelegenheidsgraden van zowel jongere als oudere werknemers. Uitgesproken regionale verschillen moeten worden aangepakt, met name door middel van efficiënte investeringen en een passende loondifferentiatie (waarin de productiviteitsverschillen tot uiting komen). Bovendien moet het bedrijfsklimaat worden verbeterd, in het bijzonder aan de hand van maatregelen ter bevordering van de capaciteitsopbouw in de overheidsadministratie. Dit alles zou ook moeten bijdragen tot een doelmatiger gebruikmaking van het Cohesiefonds en de structuurfondsen van de EU.

Algemeen genomen levert een gezond economisch beleid een grote bijdrage aan de sociale duurzaamheid omdat banen belangrijk zijn als uitweg uit armoede en sociale uitsluiting. Net als in de huidige lidstaten moet in de nieuwe lidstaten meer nadruk worden gelegd op de modernisering van de socialebeschermingsstelsels en de verbetering van de vaardigheden van de beroepsbevolking teneinde de participatiegraden te verhogen en de mobiliteit te bevorderen. In dit verband dient de aandacht in het bijzonder uit te gaan naar de lage werkgelegenheidsgraden van zowel jongere als oudere werknemers. Uitgesproken regionale verschillen moeten worden aangepakt, met name door middel van efficiënte investeringen en een passende loondifferentiatie (waarin de productiviteitsverschillen tot uiting komen). Bovendien moet het bedrijfsklimaat worden verbeterd, in het bijzonder aan de hand van maatregelen ter bevordering van de capaciteitsopbouw in de overheidsadministratie en maatregelen ter ondersteuning van levenslang leren . Dit alles zou ook moeten bijdragen tot een doelmatiger gebruikmaking van het Cohesiefonds en de structuurfondsen van de EU.

Wijziging 7

Deel I, Hoofdstuk 3, punt 3.3, alinea 4

In het merendeel van de nieuwe lidstaten zijn aanzienlijke investeringen in de energie- en vervoerinfrastructuur nodig om de milieueffecten van het energi e- en vervoergebruik te reduceren en de energie-efficiëntie te verbeteren . Dergelijke investeringen zijn van cruciaal belang omdat de energie-intensiteit in de nieuwe lidstaten bijna viermaal hoger ligt dan in de huidige lidstaten (zie tabel 3), ondanks het feit dat de situatie in het voorbije decennium jaarlijks met niet minder dan 6 % verbeterde. Het zal met name van essentieel belang zijn dat bij investeringsbeslissingen voortaan ten volle rekening wordt gehouden met de kosten van milieuschade. Dit kan onder meer worden bewerkstelligd door de energiesubsidies te verlagen en passende belastingen en heffingen op bijvoorbeeld energieverbruik en/of vervoergebruik in te voeren.

In het merendeel van de nieuwe lidstaten moeten de vereiste aanzienlijke investeringen in de energie- en vervoerinfrastructuur gericht zijn op het reduceren van de milieueffecten van het vervoer, het gebruik en de productie van energie en verbetering van de energie-efficiëntie. Dergelijke investeringen zijn van cruciaal belang omdat de energie-intensiteit in de nieuwe lidstaten bijna viermaal hoger ligt dan in de huidige lidstaten (zie tabel 3), ondanks het feit dat de situatie in het voorbije decennium jaarlijks met niet minder dan 6 % verbeterde. Het zal met name van essentieel belang zijn dat bij investeringsbeslissingen voortaan ten volle rekening wordt gehouden met de kosten van milieuschade. Dit kan onder meer worden bewerkstelligd door de energiesubsidies voor niet-duurzame vormen van energie te verlagen en passende belastingen en heffingen op dergelijke energiebronnen bijvoorbeeld energieverbruik en/of vervoergebruik in te voeren. De huidige lidstaten moeten zich aanzienlijk meer inspannen om te voldoen aan de „toezeggingen van Kyoto” de uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in 2010 met 8 % terug te dringen.

6.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB C 61 E van 10.3.2004, blz. 294.

(2)  PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 295.

(3)  P5_TA(2003)0459.

(4)  P5_TA(2004)0116.

(5)  P5_TA(2004)0114.

P5_TA(2004)0379

Cuba

Resolutie van het Europees Parlement over Cuba

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resolutie over de situatie in Cuba, inzonderheid de resolutie van 4 september 2003 (1),

onder verwijzing naar de door de Parlementaire Vergadering ACS/EU goedgekeurde resoluties,

gezien de verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie van 26 maart 2003 over het gevangen houden van oppositionelen en dissidenten in Cuba,

gezien het Gemeenschappelijk Standpunt 96/697/GBVB van 2 december 1996 over Cuba, bepaald door de Raad op grond van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (2) en van tijd tot tijd vernieuwd,

gezien de bepalingen van de Partnerschapsovereenkomst ACS/EU (Overeenkomst van Cotonou) (3),

gelet op artikel 50, lid 5 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het een van de voornaamste doelstellingen van de Europese Unie is om op te komen voor het universele karakter en de ondeelbaarheid van de mensenrechten, met inbegrip van de burgerrechten, politieke, economische, maatschappelijke en culturele rechten,

B.

overwegende dat sinds meer dan een jaar 75 dissidenten die behoren tot de democratische oppositie tegen het Castro-regime, vast worden gehouden (zij behoren merendeels tot het Varela-project),

C.

overwegende dat de EU in juni 2003 heeft besloten om de politieke druk op Havana naar aanleiding van deze arrestaties op te voeren,

D.

overwegende dat deze burgers tijdens zeer summiere processen zijn veroordeeld tot zware straffen, variërend van 14 tot en met 27 jaar gevangenisstraf,

E.

overwegende dat deze personen onder onmenselijke omstandigheden worden vastgehouden op 100 km van hun woonplaats met beperkt bezoekrecht en dat hygiëne en medische zorg ontbreken; al even ernstig is het geval van Oscar Espinosa Chepe die ernstig ziek is,

F.

overwegende dat vrijheid van meningsuiting een fundamenteel recht van de mens is,

G.

onder verwijzing naar zijn verzoek aan de Raad en de Commissie om de positie van politieke gevangenen in Cubaanse gevangenissen nauwgezet te volgen,

H.

het betreurend dat de heer Oswaldo Payá Sardiñas, Sacharov-prijs van het EP in 2002, onlangs niet de vereiste toestemming heeft gekregen om Cuba te verlaten en een uitnodiging van het Parlement aan te nemen,

I.

gelet op het „Sacharov-initiatief” waar 206 leden van het Europees Parlement hun handtekening onder hebben gezet voordat Oswaldo Payá Sardiñas door de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid en door de voorzittersconferentie werd uitgenodigd voor een bezoek aan Europa; de reacties hierop waren positief, zowel van de kant van het voorzitterschap van het Europees Parlement als van de Commissie en de Raad,

J.

gelet op de huidige situatie rond eerbiediging van de fundamentele rechten in Cuba,

1.

veroordeelt nogmaals deze detenties die indruisen tegen de meest elementaire mensenrechten, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en politieke vereniging;

2.

dringt er nogmaals bij de Cubaanse autoriteiten op aan dat zij alle politieke gevangenen met onmiddellijke ingang in vrijheid stellen en verzoekt de Raad en de Commissie om alle nodige initiatieven te blijven nemen om aan te dringen op hun vrijlating;

3.

neemt met voldoening kennis van de vrijlating om gezondheidsredenen van Julio Antonio Valdes;

4.

vraagt de Cubaanse regering een duidelijk signaal af te geven op weg naar volledige eerbiediging van de fundamentele vrijheden, in het bijzonder vrijheid van meningsuiting en politieke vereniging;

5.

hoopt dat de Cubaanse autoriteiten het de facto-moratorium ten aanzien van de doodstraf zullen hervatten;

6.

verzoekt om maximale eerbiediging van de grondwettelijke handtekeningenactie van het Varela-project op basis van artikel 88 van de Cubaanse grondwet en verzoekt om de burgers in staat te stellen een wetsinitiatief in te dienen mits daarvoor tienduizend of meer handtekeningen zijn verzameld;

7.

herhaalt nogmaals dat het de Europese Unie volledig ernst is met haar belofte en beschikbaarheid waar het gaat om steun aan het Cubaanse volk;

8.

herinnert eraan dat de doelstellingen van het buitenlands beleid van de Europese Unie gebaseerd zijn op het promoten van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, het bevorderen van processen van overgang naar een pluriforme democratie en steun aan duurzame economische ontwikkeling die het levenspeil van de bevolking moet verbeteren;

9.

wenst dat alle communautaire instellingen de „open uitnodiging” overnemen gericht aan Oswaldo Payá Sardiñas, winnaar van de Sacharov-prijs in 2002, zoals onlangs voorgesteld door het „Sacharovinitiatief” en ondersteund door de Voorzitter van het Parlement, en verzoekt de Cubaanse autoriteiten zich niet te verzetten tegen de reis van Oswaldo Payá Sardiñas naar Europa;

10.

spoort de lidstaten aan om ondubbelzinnig druk uit te oefenen op de Cubaanse autoriteiten ter bevordering van democratie en eerbiediging van de mensenrechten en om de heer Oswaldo Payá Sardiñas tijdens zijn reis naar Europa op het hoogste niveau te ontvangen;

11.

is verheugd dat op 15 april 2004 de resolutie van de Commissie voor de rechten van de mens (CDH) van de Verenigde Naties is aangenomen waarin de zware vonnissen tegen dissidenten van vorig jaar worden betreurd;

12.

verzoekt zijn Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid alsook de Delegatie voor de betrekkingen met de landen in Midden-Amerika en Mexico om de kwestie van de mensenrechten in Cuba krachtig aan de orde te stellen en deze situatie met name te volgen tijdens hun eerste vergaderingen na de Europese verkiezingen van juni 2004;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regering en de nationale vergadering van de Volksrepubliek Cuba, alsook aan de heer Oswaldo Payá Sardiñas, winnaar van de Sacharov-prijs van het EP.


(1)  P5_TA(2003)0374.

(2)  PB L 322 van 12.12.1996, blz. 1.

(3)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

P5_TA(2004)0380

Productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen

Resolutie van het Europees Parlement over de eerbiediging van de fundamentele arbeidsrechten bij de productie van sportartikelen voor de Olympische Spelen

Het Europees Parlement,

gelet op de IAO-verklaring betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk, die tijdens de 86e zitting op 18 juni 1998 door de IAO-conferentie werd aangenomen,

gelet op de IAO-verklaring over de principes betreffende multinationale ondernemingen en het sociaal beleid,

gelet op de EU-richtsnoeren betreffende multinationale ondernemingen,

gelet op de OESO-richtsnoeren inzake multinationale ondernemingen,

gelet op de VN-normen inzake de verantwoordelijkheden van transnationale bedrijven en andere zakelijke ondernemingen met betrekking tot de mensenrechten,

gelet op de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité — Bevordering van fundamentele arbeidsnormen en verbetering van de sociale governance in de context van de globalisering (COM(2001) 416),

gelet op de mededeling van de Commissie inzake het Groenboek — De bevordering van een Europees kader voor de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven (COM(2001) 366) en onder verwijzing naar zijn resolutie van 30 mei 2002 (1) hierover,

gelet op de fundamentele principes van het Olympisch Handvest, waarin bepaald wordt dat het Olympisme een manier van leven nastreeft waarin spelvreugde gecombineerd wordt met de opvoedende waarde van het goede voorbeeld en de eerbiediging van de fundamentele ethische beginselen,

gelet op artikel 50, lid 5 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat bewezen is dat de productie van sportkleding en -schoeisel gebaseerd is op een wijdvertakt internationaal netwerk van onderaannemers en leveranciers,

B.

overwegende dat de niet-eerbiediging van IAO-arbeidsrechten ertoe leidt dat armoede in stand wordt gehouden en de ontwikkeling wordt belemmerd omdat de lonen laag worden gehouden en onderwijs wordt onthouden, en in strijd is met de menselijke waardigheid,

C.

overwegende dat vele sportkleding producerende bedrijven hebben gepleit voor vrijwillige gedragscodes, maar dat dergelijke gedragscodes nog niet algemeen worden toegepast in alle zakelijke praktijken en inkoopstrategieën voor hun mondiale productieketens,

D.

overwegende dat enkele toonaangevende sportkleding producerende bedrijven en enkele investeringsfirma's die hun maatschappelijke verantwoordelijk hebben genomen hebben verklaard dat de huidige meedogenloze zakelijke en arbeidspraktijken in de productieketen onhoudbaar zijn en eerlijke concurrentie belemmeren,

E.

overwegende dat er bij de consument steeds meer bezorgdheid ontstaat over uitbuiting en de slechte arbeidsomstandigheden die overheersen in de productieketen van sommige sportkledingmerken,

1.

dringt er bij sportkleding producerende bedrijven op aan een inkoopbeleid aan te nemen dat leveranciers en onderaannemers ertoe verplicht de internationaal erkende arbeidsnormen te eerbiedigen, inclusief alle mensenrechtennormen die door de IAO zijn aangemerkt als fundamentele rechten op het werk, plus het recht op arbeidsloon op basis van een regelmatige werkweek, menselijke werktijden zonder gedwongen overwerk en een veilige en gezonde werkplek waar werknemers niet worden lastiggevallen;

2.

dringt er bij de Commissie op aan, in de aanloop naar de Olympische Spelen, de belangrijkste actoren uit de sportkleding- en sportschoeisel producerende sector — sportkledingmerken, de Wereldfederatie van sportartikelen producerende industrieën en het IOC — te verzoeken om onderhandelingen te starten die moeten uitmonden in een sectoriële oplossing met volledige inachtneming van de IAO-arbeidsnormen;

3.

dringt er bij de IAO op aan een geloofwaardig en onafhankelijk inspectiesysteem te ontwikkelen om toezicht uit te oefenen op de eerbiediging van de IAO-arbeidsnormen in de wereldwijde sportartikelen producerende industrie en dat gebaseerd is op bovengenoemd inspectiesysteem;

4.

verzoekt sportkleding producerende bedrijven onmiddellijk stappen te ondernemen om ervoor te zorgen dat het recht van werknemers om vakbonden op te richten en er lid van te worden wordt geëerbiedigd in hun respectieve productieketens;

5.

verzoekt leveranciers en producenten van sportkleding en sportschoeisel om arbeidspraktijken aan te nemen die leiden tot arbeidsomstandigheden die in overeenstemming zijn met de internationale arbeidsnormen en de nationale arbeidswetgeving;

6.

dringt er bij de Commissie op aan om, in samenwerking met de IAO, het IOC er toe te brengen dat de eerbiediging van internationaal aanvaarde arbeidsrechten wordt opgenomen in de fundamentele beginselen, het Olympisch Handvest en de gedragscode, en tevens dat het IOC als contractuele bepaling in licentie-, sponsoring- en marketingovereenkomsten opneemt dat de arbeidspraktijken en -omstandigheden bij de productie van goederen met het IOC-logo voldoen aan de internationaal erkende arbeidsnormen, inclusief alle mensenrechten die door de IAO worden aangemerkt als fundamentele rechten;

7.

verzoekt de Wereldfederatie van sportartikelen producerende industrieën zich ertoe te verplichten om publiekelijk te verklaren dat de sportkleding en sportschoeisel producerende bedrijven met concrete en duidelijke maatregelen moeten komen voor een sectoriële oplossing die gericht is op volledige eerbiediging van de IAO-arbeidsnormen;

8.

is van mening dat er meer middelen ter beschikking moeten worden gesteld van het Internationaal Programma van de IAO;

9.

is van mening dat voor de eerbiediging van de fundamentele rechten op het werk niet alleen de betrokkenheid van de IAO vereist is, maar dat strategieën om fundamentele arbeidsnormen te bevorderen ook in het kader van de WTO ten uitvoer moeten worden gelegd;

10.

benadrukt tevens het belang van toegenomen consumentenbewustzijn en de ontwikkeling van sociale en fair trade-keurmerken om multinationale bedrijven aan te moedigen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren;

11.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de regeringen van de huidige en de nieuwe lidstaten, de Commissie, het Internationaal Olympisch Comité, de Wereldfederatie van sportartikelen producerende industrieën en de Internationale Arbeidsorganisatie.


(1)  PB C 187 E van 7.8.2003, blz. 180.

P5_TA(2004)0381

Nigeria

Resolutie van het Europees Parlement over Nigeria

Het Europees Parlement,

gezien zijn voorgaande resoluties over de situatie in Nigeria,

gezien de door Nigeria geratificeerde internationale overeenkomsten inzake de mensenrechten,

gelet op artikel 50, lid 5 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat er tussen verschillende bevolkingsgroepen in Nigeria zeer vaak botsingen plaatsvinden, die de afgelopen jaren duizenden doden hebben gekost,

B.

overwegende dat deze botsingen soms een godsdienstig karakter hebben,

C.

overwegende dat de recente religieuze gewelduitbarsting in de Nigeriaanse deelstaat Plateau, die de dood van ongeveer 1500 christenen, de verplaatsing van zeker 50 000 personen en de vernietiging van 173 kerken tot gevolg heeft gehad, één van de ernstigste uitbarstingen is geweest van het voortdurende geweld in de afgelopen jaren jegens christelijke gemeenschappen in diverse Nigeriaanse deelstaten,

D.

overwegende dat door moslimextremisten in de deelstaat Plateau naar verluidt een groot aantal huursoldaten uit Niger en Tsjaad worden gerekruteerd om christelijke steden en dorpen aan te vallen,

E.

overwegende dat er door fundamentalistische moslimstrijders gewelddaden worden gepleegd, met name in de deelstaten van het noorden, en dat een bataljon van vijfhonderd soldaten, gesteund door tanks, nodig is geweest om de opstand te onderdrukken van de moslimsekte „Volgelingen van de profeet”, die zich meester had gemaakt van politiebureaus en scholen in de deelstaat Kano,

F.

overwegende dat sinds 1999 twaalf noordelijke deelstaten met een moslimmeerderheid de strenge islamitische Sharia-wetgeving hebben ingevoerd, hetgeen geleid heeft tot een toename van de spanningen tussen moslims en christenen en tot etnische en religieuze gewelddaden, waarbij meer dan 10 000 mensen om het leven zijn gekomen,

G.

overwegende dat volledige vrijheid van godsdienst wordt gegarandeerd in de in 1999 aangenomen Nigeriaanse grondwet,

H.

overwegende dat een godsdienstwet slechts van toepassing mag zijn op degenen die deze aanvaarden, en dat het Europees Parlement herhaaldelijk zijn veroordeling heeft uitgesproken van de potentiële veroordeling door plaatselijke rechtbanken tot steniging van vrouwen op grond van de Shariawetgeving,

I.

overwegende dat de Nigeriaanse deelstaat Kano een van de laatste plaatsen is waar het wilde type poliovirus nog voorkomt,

1.

veroordeelt alle vormen van religieuze onverdraagzaamheid en geweld, en — recentelijk — het op grote schaal doden van christenen en het vernietigen van kerken in de Nigeriaanse deelstaat Plateau;

2.

doet een beroep op de Nigeriaanse regering om onmiddellijk efficiënte maatregelen te nemen ter bescherming van zijn burgers, om een eind te maken aan het geweld, om zich actief in te zetten voor de bevordering en eerbiediging van de mensenrechten, en met name de godsdienstvrijheid, en om een dialoog tot stand te brengen die leidt tot duurzame vrede en veiligheid in alle deelstaten;

3.

doet een beroep op de Europese Unie om onmiddellijk een politieke dialoog op gang te brengen met de Nigeriaanse regering met het doel de verdraagzaamheid en vrede tussen de groeperingen, inclusief de religieuze autoriteiten, te bevorderen, alsook de veiligheid van de mensen, met inachtneming van de mensenrechten en dus ook de eerbiediging van godsdienstige overtuigingen;

4.

betreurt dat de autoriteiten van Kano de polio-inentingen hebben stopgezet nadat er door bepaalde islamitische predikers ongegronde geruchten waren verspreid over het vaccin, waardoor ernstig afbreuk wordt gedaan aan de vorderingen bij de uitroeiing van polio in Afrika;

5.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de EG-Commissie, de Raad ACS-EU, de medevoorzitters van de Parlementaire Paritaire Vergadering ACS-EU, en de Nigeriaanse regering.

P5_TA(2004)0382

Vrouwen in Zuidoost-Europa

Resolutie van het Europees Parlement over vrouwen in Zuidoost-Europa (2003/2128(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op artikelen 6 en 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

gelet op het door de Algemene Vergadering van de VN in 1979 aangenomen Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW),

gezien de werkzaamheden van de Conferentie van Wenen over de mensenrechten (1993), in het kader waarvan de mensenrechten werden bekrachtigd en de schending ervan uit hoofde van cultuur of traditie werd veroordeeld,

gelet op de op 20 september 2002 aangenomen verklaring van Brussel betreffende preventie en bestrijding van mensenhandel,

gelet op de conclusies van de Europese Raad van 19 en 20 juni 2003 te Thessaloniki en de gezamenlijke verklaring van de top EU-Westelijke Balkan van 21 juni 2003,

gezien de periodieke verslagen 2003 van de Commissie over de vorderingen van Bulgarije, Roemenië en Turkije op de weg naar toetreding,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 7 november 2002 over het verslag van de Commissie — Het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa (1) — Eerste jaarverslag,

gezien het verslag van de Commissie — Het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa — Tweede jaarverslag (COM(2003) 139),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 november 2003 over dat verslag (2),

gzien de werkzaamheden en het voortgangsverslag van de in het kader van het stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa ingestelde gender task force (mei 2003),

gezien de vergelijkende studie over de situatie van de vrouw in de Balkanlanden van mevrouw Marina Blagojevic namens het Europees Parlement (Belgrado, februari 2003),

gelet op artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen (A5-0182/2004),

Algemeen

1.

acht het beslist noodzakelijk dat de landen van Zuidoost-Europa de genderdimensie in hun stabilisatie-, democratiserings- en onderhandelingsstrategieën op alle gebieden van het economische, politieke en maatschappelijke leven opnemen en maatregelen nemen ter bestrijding van discriminatie van vrouwen op alle gebieden, zowel in het openbare als in het privé-leven;

2.

beklemtoont het belang van wettelijke bepalingen voor gelijkheid van mannen en vrouwen en van maatregelen en adequate mechanismen voor de uitvoering ervan (institutionele, financiële, menselijke hulpbronnen en kennisgrondslag voor het genderbeleid);

3.

onderstreept het belang van de eerbiediging van de mensenrechten en de rechten van minderheden in deze gevoelige regio van de Balkan; verzoekt de landen in dit gebied en de kandidaat-lidstaten van de EU over te gaan tot ondertekening en ratificatie van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 1950 evenals van het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) van 1979;

4.

stelt met bezorgdheid vast dat een groot aantal NGO's en internationale organisaties wijst op het feit dat Zuidoost-Europa in steeds ernstiger mate geconfronteerd wordt met mensenhandel en onderstreept het belang om het tijdens de vierde bijeenkomst van ministers van de in het kader van het Stabiliteitspact opgezette task force mensenhandel in december 2003 in Sofia door de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie van de Zuidoost-Europese landen aangegane engagement om gezamenlijk bijzondere mechanismen en maatregelen ter bescherming van slachtoffers van mensenhandel in te stellen, waar te maken;

5.

stelt met verontrusting vast dat huiselijk geweld en denigrerend verbaal geweld tegen vrouwen in de media in alle Zuidoost-Europese landen een van de voornaamste zorgpunten blijft en dat uit verschillende nationale verslagen blijkt dat de organisatie van de strijd tegen allerlei vormen van geweld tegen vrouwen (gaande van verbaal tot lichamelijk geweld) en discriminatie op grond van geslacht in de landen van deze regio nog steeds in de kinderschoenen staat;

6.

beklemtoont dat de reproductieve en seksuele rechten ernstig in het gedrang komen, terwijl de gezondheid van vrouwen, en dan vooral van hen die behoren tot minderheidsgroeperingen en tot plattelandsgemeenschappen, ernstig in gevaar wordt gebracht door de zware levensomstandigheden die te wijten zijn aan oorlogen en moeilijke overgangen, de „overlevingseconomie”, die zich in hoge mate verlaat op het menselijke potentieel van de vrouw, de toename van geweld tegen vrouwen en de teloorgang van het gezondheidsstelsel in menig land van de regio; vestigt de aandacht op de algemene hachelijke situatie van de gezondheidszorg en de gezondheidsinfrastructuur en de daarmee gepaard gaande daling van de overheidsinvesteringen in de gezondheidszorgsystemen;

7.

stelt met voldoening vast dat de levensverwachting van vrouwen aanzienlijk is verbeterd, doch spreekt zijn afkeuring uit over het feit dat Turkije, Bulgarije en Roemenië tot de groep landen behoren die het geringste percentage (tussen 2,9 en 5 %) van hun begroting voor uitgaven in de gezondheidszorg uittrekken;

8.

verzoekt de Commissie de landen van Zuidoost-Europa en — in het kader van de pretoetredingsstrategie — ook de kandidaat-lidstaten meer te betrekken bij de communautaire programma's inzake de bevordering van gelijke behandeling van mannen en vrouwen en in het bijzonder de communautaire actieprogramma's inzake

a)

de gelijke behandeling van mannen en vrouwen (2001-2005),

b)

de bestrijding van discriminatie (2001-2006) en

c)

preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (DAPHNE);

9.

stelt met bezorgdheid vast dat in de meeste landen van Zuidoost-Europa thans minder dan 20 % van de vrouwen politiek actief is en, in vergelijking met andere regio's van Europa, de betrokkenheid van vrouwen bij de politieke besluitvorming uitermate laag is; verzoekt de regeringen en de politieke partijen specifieke maatregelen (campagnes, quota, wetten, enz.) vast te stellen om in democratische instellingen een genderevenwicht te bereiken;

10.

stelt met bezorgdheid vast dat de economische achteruitgang van de regio een grotere negatieve impact heeft op vrouwen dan op mannen en dat de vervrouwelijking van armoede snel stijgt; beklemtoont het feit dat armoede en werkloosheid, in combinatie met een sterke patriarchale traditie, aan de basis liggen van de hoge mate van prostitutie en vrouwenhandel, evenals van geweld tegen vrouwen;

11.

beklemtoont dat het menselijke potentieel van vrouwen, dat dankzij hun goede opleiding aan de hoge kant is, niet ten volle wordt benut voor de economische, sociale en culturele ontwikkeling van de regio als gevolg van discriminerende praktijken en vooroordelen;

12.

verzoekt de regeringen van de landen van Zuidoost-Europa om, in het licht van het toenemend religieus fundamentalisme en de terugkeer naar de patriarchale samenleving, in te staan voor de fundamentele vrijheden en de eerbiediging van de mensenrechten, vrijheid van gedachte, vrijheid van geweten en godsdienst, en te waarborgen dat traditie geen afbreuk doet aan de persoonlijke wilsvrijheid, noch aan de rechten van de vrouw en het beginsel van gendergelijkheid;

13.

verzoekt de landen van Zuidoost-Europa om er met alle geschikte middelen voor te zorgen dat in het lesmateriaal, de media en reclame geen propaganda wordt gemaakt voor de patriarchale samenleving waarin de rechten van de vrouw met voeten worden getreden, doch daarentegen juist wordt bijgedragen tot een positief beeld van de vrouw, gebaseerd op respect voor haar waardigheid en het beginsel van gelijkheid tussen mannen en vrouwen;

14.

wijst erop dat de vrouw een zeer belangrijke rol speelt bij de preventie en de oplossing van conflicten, de eerbiediging van verschillen en de totstandbrenging van vrede; onderstreept dat zij in het bewustzijn van de burgers bruggen kan slaan teneinde te komen tot een klimaat van verzoening, de eerbiediging van verschillen, vreedzame coëxistentie van bevolkingsgroepen en een gemeenschappelijke visie; verzoekt de landen van de regio het genderperspectief op te nemen in de onderhandelingen betreffende conflictpreventie en -oplossing, vredeshandhavingsoperaties, rehabilitatie en wederopbouwactiviteiten;

15.

pleit voor steun voor regionale vrouwennetwerken en samenwerking met soortgelijke EU-netwerken;

16.

wijst met bezorgdheid op het probleem van het gebrek aan statistische gegevens en wetenschappelijk onderbouwde kennis die nodig zijn voor de beleidsvorming, het toezicht op en een behoorlijke evaluatie van de situatie van de vrouw in alle landen; stelt voor om via Commissiedelegaties permanente contacten te leggen met de betrokken plaatselijke, nationale en internationale instellingen en NGO's die in de regio werkzaam zijn teneinde alle beschikbare en nuttige gegevens inzake gender en de situatie van de vrouw te verzamelen;

17.

erkent en steunt de werkzaamheden van de vrouwen-NGO's, evenals van de gender task force die actief is in het kader van het stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa, in het bijzonder op het vlak van de bestrijding van mensenhandel en de verhoging van de deelname van vrouwen aan de politieke en economische besluitvorming;

Albanië

18.

betreurt het feit dat Albanië gedurende lange tijd wordt geïdentificeerd als een land van herkomst en doorreis voor de handel in vrouwen en kinderen via goed georganiseerde criminele netwerken die werden geruggensteund door een hoge graad van corruptie; verzoekt de regering van Albanië om delicten als corruptie en seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen krachtiger aan te pakken;

19.

beklemtoont dat er geen betrouwbare gegevens omtrent huiselijk geweld en ongewenste intimiteiten ten aanzien van Albanese vrouwen beschikbaar zijn, en dat dit mede te wijten is aan het feit dat geweld tegen vrouwen door hen niet bewust als een inbreuk op hun rechten wordt ervaren; roept de regering van Albanië op om relevante gegevens te verzamelen en aan een grondig onderzoek te onderwerpen;

20.

stelt met verontrusting de heropleving van het gewoonterecht in Noord-Albanië en de daarmee samenhangende achteruitgang van de levensomstandigheden van meisjes en jonge vrouwen vast;

Bulgarije

21.

is verheugd over de oprichting van een adviescommissie voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen en een commissie voor de preventie van discriminatie in het kader van een nieuwe antidiscriminatiewet, maar herinnert eraan dat Bulgarije het enige kandidaat-land is dat de mechanismen voor gendergelijkheid nog niet heeft geïmplementeerd en dat deze mechanismen een conditio sine qua non zijn voor de werkelijke omzetting van het EU-acquis;

22.

benadrukt dat Bulgarije het laagste werkgelegenheidspercentage heeft in vergelijking met de andere kandidaat-landen (46,1 % voor vrouwen en 55 % voor mannen); dringt er bij de regering op aan beleidsmaatregelen te nemen om de inkomensverschillen tussen mannen en vrouwen weg te werken en de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt en bij besluitvorming en bestuur te vergroten;

Bosnië-Herzegovina

23.

betreurt het feit dat de handel in en seksuele uitbuiting van vrouwen en kinderen, vooral sinds de komst van vredestroepen in het land, toeneemt; dringt er bij het land op aan om met Europol te onderhandelen met het oog op een zo spoedig mogelijke sluiting van de noodzakelijke overeenkomsten met Europol te sluiten voor praktische en doelmatige samenwerking tussen de politiediensten;

24.

betreurt de toenemende tolerantie ten aanzien van geweld tegenover vrouwen die voor een deel te wijten is aan de sterke predominantie van negatieve patriarchale tradities en gebruiken; verheugt zich over de inspanningen die worden geleverd om een wet aan te nemen voor het bestraffen van huiselijk geweld;

25.

verzoekt de Commissie om specifieke acties en projecten op touw te zetten ter bestrijding van vrouwenhandel en geweld tegen vrouwen en erop aan te dringen plaatselijke vrouwenorganisaties en -initiatieven hierin te betrekken;

Kroatië

26.

stelt met bezorgdheid vast dat de vervolging van alle vormen van geweld tegen vrouwen door de nationale gerechtelijke instanties op een trage en inefficiënte manier verloopt en dringt er bij de regering van Kroatië op aan deze gerechtelijke ondoelmatigheid te verhelpen en de vervolging van geweldsmisdrijven tegen vrouwen naar behoren aan te pakken;

27.

verzoekt Kroatië de wetshandhavende autoriteiten meer te doordringen van het bestaan van criminele drugs- en mensenhandelbendes, aangezien dit niet voldoende beseft wordt ondanks het feit dat Kroatië een belangrijk doorreis- en bestemmingsland is, zoals blijkt uit recente ervaringen;

Griekenland

28.

stelt met bezorgdheid vast dat de vertegenwoordiging van vrouwen in verkozen lichamen, regering, vakbonden en politieke partijen laag blijft waardoor Griekenland eindigt als laatste in de reeks van 25 lidstaten die deel zullen uitmaken van een uitgebreid Europa; dringt er bij de regering, de politieke partijen en de betrokken autoriteiten op aan om meer inspanningen te leveren teneinde een genderevenwicht in de politieke en economische besluitvormingsprocessen te bereiken;

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM)

29.

merkt op dat er in de praktijk geen adequate mechanismen bestaan waarmee de wettelijke bepalingen betreffende gendergelijkheid ten volle kunnen worden geïmplementeerd; dat de bestaande wetgeving op zich weliswaar niet discriminatoir is, doch het probleem van discriminatie ook niet zodanig aanpakt dat hierdoor de rechtstreekse en efficiënte bescherming van vrouwen gewaarborgd wordt; merkt op dat dit te wijten is aan het diepgewortelde genderbepaalde, stereotiepe en traditionele onderscheid dat tussen de rol van de geslachten wordt gemaakt;

30.

betreurt het feit dat seksueel misbruik van meisjes binnen het gezin in de FYROM niet wordt opgevat als een probleem, terwijl de sociale centra toch wijzen op de wijdverbreidheid van dit soort geweld;

31.

beklemtoont dat in de wetgeving van de FYROM geen bepalingen betreffende vrouwenhandel als misdrijf zijn opgenomen, hetgeen de effectieve vervolging van dit verschijnsel aanzienlijk in de weg staat; verzoekt de regering om wetgeving en regelgeving ter zake uit te werken;

Roemenië

32.

stelt met bezorgdheid vast dat Roemenië als land van herkomst, doorreis en bestemming nog steeds in ernstige mate wordt geconfronteerd met mensenhandel, ondanks de wet inzake de bestrijding van mensenhandel van 2001; wijst op het gebrek aan toereikende middelen binnen het gerechtelijk apparaat en roept de autoriteiten op om, in samenwerking met de Commissie en de NGO's, meer voorlichtingscampagnes op te zetten die met name gericht zijn op de preventie en op potentiële slachtoffers van mensenhandel;

33.

betreurt dat er in Roemenië nog steeds veel etnisch gemotiveerde misdaden jegens Roma-vrouwen worden gepleegd; verlangt dat de Roemeense autoriteiten alle nodige maatregelen nemen teneinde deze misdaden te voorkomen en verzoekt de Commissie met klem hierop bij de onderhandelingen over het lidmaatschap van de EU aan te dringen;

34.

betreurt dat vrouwen in het politieke leven nog steeds ondervertegenwoordigd zijn en dat zij anderzijds, als het gaat om werkloosheid en armoede, oververtegenwoordigd zijn, met name bij minderheden zoals de Roma en personen ouder dan 45 jaar; doet een beroep op de Roemeense regering om gebruik te maken van de financiële mogelijkheden die de EU biedt, om het aantal werkloze vrouwen terug te dringen en de werkgelegenheid onder vrouwen te bevorderen;

35.

wijst erop dat er nog een aantal specifieke problemen door de regering moet worden aangepakt zoals de onwetendheid omtrent en de niet-beschikbaarheid van voorbehoedmiddelen, de hoge mate van huiselijk geweld jegens vrouwen, de benarde situatie van vrouwen bij minderheden en gedwongen huwelijken van minderjarige meisjes; verzoekt de Roemeense regering de noodzakelijke maatregelen te nemen en haast te maken met de procedures om zich te conformeren aan het acquis communautair;

Servië en Montenegro

36.

laakt het feit dat de rechtszaak tegen de Montenegrijnse plaatsvervangend openbaar aanklager en drie andere mannen die terechtstonden wegens hun rol in seksslavernij, is mislukt omdat het Openbaar Ministerie de strafzaak, ondanks het bestaan van gedetailleerd bewijsmateriaal en de getuigenverklaring van het slachtoffer, heeft geseponeerd;

37.

verzoekt de regering van Servië en Montenegro met klem te voldoen aan de minimumnormen betreffende de liquidatie van de seksindustrie en maatregelen te nemen tegen de algemene corruptie;

38.

verlangt een verklaring voor het feit dat, sinds de komst van KFOR-troepen in Kosovo en de tussenkomst van het internationaal politieapparaat in de mensenhandelproblematiek, de vrouwenhandel duidelijk is toegenomen; wenst dat de betrokken personen naar behoren worden vervolgd en veroordeeld;

Turkije

39.

stelt met bezorgdheid vast dat huiselijk geweld en andere vormen van geweld jegens vrouwen nog steeds op grote schaal voorkomen; dringt er bij Turkije op aan om volledige wettelijke bescherming, rechtsbijstand en economische steun aan de slachtoffers te verlenen alsook te zorgen voor opvanghuizen en soortgelijke faciliteiten, die thans praktisch niet bestaan; verzoekt de Commissie de ontwikkelingen op dit gebied op de voet te blijven volgen;

40.

verzoekt Turkije om gendergelijkheid op te nemen als onderdeel van het zesde hervormingspakket van het Wetboek van Strafrecht — artikel 51 van de algemene bepalingen — dat gaat over misdrijven die zijn gepleegd onder extreme provocatie, van toepassing op misdrijven die van oudsher worden beschouwd als misdrijven tegen de zedelijkheid; wenst dat een eind wordt gemaakt aan de praktijk dat vonnissen in zaken van „eremisdrijven” worden verminderd op grond van tradities en gebruiken (art. 462), aangezien het van oordeel is dat dergelijke misdrijven moeten worden beschouwd als eerstegraads moord; dringt voorts aan op schrapping van het woord „maagdelijkheid” uit de bepalingen inzake aanranding en verkrachting in het Wetboek van Strafrecht;

41.

beschouwt de in Turkije nog steeds voorkomende gedwongen huwelijken als een schending van de fundamentele rechten en een vorm van geweld jegens vrouwen; verzoekt Turkije ernaar te streven deze veel voorkomende praktijk een halt toe te roepen;

*

* *

42.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, de regeringen en parlementen van de betrokken lidstaten, de kandidaat-landen, de SAP-landen alsmede aan de speciale coördinator voor het Stabiliteitspact.


(1)  PB C 16 E van 22.1.2004, blz. 98.

(2)  P5_TA(2003)0523.

P5_TA(2004)0383

Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoonsmijnen

Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereidingen van de Europese Unie van de Conferentie tot herziening van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoonsmijnen

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resoluties van 17 december 1992 over de door antipersoonsmijnen veroorzaakte schade (1), van 29 juni 1995 over landmijnen en blindheid veroorzakende laserwapens (2) alsmede over antipersoonsmijnen: een moordende belemmering voor ontwikkeling (3), van 18 december 1997 over het Verdrag van 1997 over het verbod op en de vernietiging van antipersonenmijnen (4), van 25 oktober 2000 over de bestrijding van antipersoneelmijnen (5), van 6 september 2001 over acties om te bevorderen dat niet op staatsniveau opererende actoren zich verplichten tot een totaal verbod op antipersoonsmijnen (6), en van 13 februari 2003 over de schadelijke gevolgen van niet- geëxplodeerd oorlogsmateriaal (landmijnen en clustermunitie) en verarmd uranium bevattende munitie (7),

onder verwijzing naar paragraaf 40 van zijn resolutie van 4 december 2003 over de verklaringen van de Raad en de Commissie over de voorbereiding van de Europese Raad in Brussel op 12 en 13 december 2003 (8) waarin het de Raad ertoe oproept „de huidige en toekomstige lidstaten te verzoeken zo spoedig mogelijk toe te treden tot het Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens, teneinde de Europese Unie in staat te stellen een volledige en actieve rol te spelen bij de eerste conferentie tot herziening van dit verdrag in 2004 met het oog op universalisering, consolidatie en volledige tenuitvoerlegging ervan”,

gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de bestrijding van antipersoonsmijnen: een grotere bijdrage van de Europese Unie, en het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bestrijding van antipersoonsmijnen (COM(2000) 111),

gezien het Verdrag van 1997 inzake het verbod en de vernietiging van antipersoonsmijnen (het Verdrag van Ottawa),

gezien het actieplan van de EU inzake antipersoonsmijnen 2002-2004,

gelet op artikel 37, lid 4 van zijn Reglement,

A.

met bevestiging van zijn vastbeslotenheid om een eind te maken aan het leed en de ongevallen tengevolge van antipersoonsmijnen die wekelijks honderden doden en gewonden veroorzaken, meestal onschuldige en ongewapende burgers en met name kinderen, die economische ontwikkeling en wederopbouw belemmeren, de repatriëring van vluchtelingen en ontheemden in eigen land bemoeilijken en jaren na het aanbrengen ervan nog ernstige gevolgen hebben,

B.

overwegende dat 141 staten zijn overgegaan tot ratificatie van of toetreding tot het Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens (ook bekend als het Mijnenverbodsverdrag) en dat dit verdrag door nog eens 9 staten is ondertekend,

C.

overwegende dat 44 landen zich niet bij het Mijnenverbodsverdrag hebben aangesloten (9),

D.

overwegende dat de staten die partij zijn bij het Verdrag van Ottawa zich strikt aan de bepalingen houden, waarbij 68 verdragspartijen meer dan 31,5 miljoen mijnen hebben vernietigd, terwijl nog eens 13 partijen met vernietiging bezig zijn; dat alle staten die hebben kunnen voldoen aan de uiterste termijnen voor de vernietiging van hun voorraden hebben verklaard dat deze vernietiging geslaagd is en overwegende dat het percentage dat aangeeft in hoeverre de partijen hebben voldaan aan de aanvankelijke eis ten aanzien van doorzichtige berichtgeving meer dan 90 % bedraagt,

E.

overwegende dat ondanks deze vooruitgang naar schatting 78 landen nog steeds beschikken over voorraden van tussen de 200 en 215 miljoen antipersoonsmijnen en dat er nog steeds tussen de 15 000 en 20 000 nieuwe slachtoffers van landmijnen per jaar vallen, terwijl landmijnen nog steeds in 82 landen ter wereld verspreid liggen,

F.

derhalve het belang erkennend van de eerste conferentie van de staten die partij zijn bij het Verdrag, die van 29 november t/m 3 december 2004 in Nairobi, Kenia, zal worden gehouden (de „Top van Nairobi voor een mijnenvrije wereld”),

G.

overwegende dat het merendeel van de landmijnen op dit ogenblik wordt gelegd in het kader van een gewapend conflict en/of burgeroorlog, waarbij zowel de strijdkrachten van een staat als niet op staatsniveau opererende gewapende groeperingen bij het gebruik van landmijnen kunnen zijn betrokken,

H.

overwegende dat de internationale gemeenschap moreel verplicht is alle partijen die in dergelijke conflicten zijn verwikkeld, zowel staten als niet op staatsniveau opererende actoren, ertoe te brengen zich te verplichten het gebruik van antipersoonsmijnen stop te zetten, met het oog op een echt algeheel verbod op deze onmenselijke wapens,

I.

de inspanningen erkennende van regeringen, internationale instellingen en gespecialiseerde NGO's om niet op staatsniveau opererende actoren ertoe aan te zetten het gebruik van antipersoonsmijnen stop te zetten,

J.

overwegende dat dit niet steun aan of erkenning van de legitimiteit van gewapende niet op staatsniveau opererende actoren of hun activiteiten impliceert,

K.

overwegende dat gewapende, niet op staatsniveau opererende actoren hun respect voor de humanitaire norm zoals ingesteld door het Verdrag van Ottawa op een aantal concrete manieren moeten tonen, zoals: stopzetting van het gebruik en de productie van en handel in antipersoonsmijnen, ondertekening van de Akte van verbintenis overeenkomstig de Oproep van Genève, het afleggen van openbare verklaringen en het vergemakkelijken van mijnopruiming, scholing op het gebied van de risico's van landmijnen, bijstand aan de slachtoffers en humanitaire mijnenactiviteiten in gebieden die zich onder hun controle bevinden,

1.

verzoekt alle staten die niet zijn overgegaan tot ondertekening van het Verdrag inzake het verbod op het gebruik, de opslag, de productie en de overdracht van antipersoonsmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens zich hierbij onverwijld aan te sluiten, in ieder geval voor de eerste conferentie tot herziening van het verdrag;

2.

verzoekt alle landen die het Verdrag hebben ondertekend maar nog niet geratificeerd, dit onverwijld te ratificeren;

3.

verzoekt alle landen die het Verdrag nog niet hebben geratificeerd of nog niet zijn toegetreden, op vrijwillige basis informatie te verstrekken ten einde de inspanningen ten behoeve van de wereldwijde mijnenactie doeltreffender te maken;

4.

dringt er bij de Verenigde Staten op aan terug te komen van hun aangekondigde voornemen zich niet bij het verdrag aan te sluiten en van hun besluit hun 8,8 miljoen zogenoemde „slimme” antipersoonsmijnen (uitgerust met zelfvernietigingsmechanismen) te behouden en pas na 2010 — vier jaar later dan de vorige streefdatum — een einde te maken aan het gebruik van „klassieke” antipersoons- en antivoertuiglandmijnen;

5.

doet een beroep op de vier overblijvende lidstaten van de uitgebreide Europese Unie die nog niet zijn overgegaan tot ratificering van of toetreding tot het Mijnenverbodsverdrag van 1997 dit onverwijld alsnog te doen, in ieder geval voor de eerste conferentie tot herziening van het verdrag;

6.

verzoekt alle staten die partij bij het verdrag zijn op het hoogst mogelijke niveau deel te nemen aan de Topconferentie van Nairobi, zoals daarom werd verzocht op de vijfde bijeenkomst van de partijen op staatsniveau in Bangkok, Thailand, van september 2003;

7.

doet een beroep op alle staten en alle andere betrokkenen voor het begin van de Top van Nairobi opnieuw hun verknochtheid aan de humanitaire doelstellingen van het Verdrag te onderstrepen om ervoor te zorgen dat de eerste herzieningsconferentie een belangrijke mijlpaal zal zijn voor het aanduiden van hetgeen bereikt is en het vaststellen welke uitdagingen overblijven, en bovendien op de Topbijeenkomst te verklaren dat zij zich ertoe verplichten vastberaden te streven naar beëindiging van het leed dat door antipersoonsmijnen wordt veroorzaakt;

8.

is verheugd over de verklaring van 13 februari 2004 van het voorzitterschap namens de Europese Unie, voorafgaand aan de Topbijeenkomst van Nairobi van 2004 over een mijnenvrije wereld, waarin wordt gezegd dat de eerste conferentie tot herziening van het verdrag niet alleen de balans moet opmaken van hetgeen bereikt is, maar ook de blik op de toekomst moet richten en dat de EU hoopt dat men er op de Conferentie van 2004 te Nairobi in zal slagen overeenstemming zal bereiken over een duidelijk en praktisch uitvoerbaar actieplan dat de concrete stappen bevat die noodzakelijk zijn om aanzienlijke vooruitgang in de periode van 2004 tot 2009 te bereiken;

9.

meent dat de eerste Conferentie van Nairobi tot herziening moet worden georganiseerd om de tot dusver geboekte vooruitgang te beklemtonen bij de tenuitvoerlegging van de vier hoofddoelstellingen van het Verdrag van Ottawa, te weten het opruimen van gebieden waar mijnen liggen, steun aan slachtoffers, vernietiging van voorraden van antipersoonsmijnen en het universeel maken van het Verdrag;

10.

verzoekt de Conferentie van Nairobi tot herziening van het Verdrag van Ottawa met een krachtige verklaring te komen waarin alle NSA's (niet op staatsniveau opererende actoren) worden opgeroepen om overeenkomstig de Oproep van Genève de akte te ondertekenen waarin zij toezeggen een totaal verbod op antipersoonsmijnen te zullen goedkeuren en op het gebied van mijnen te zullen samenwerken; wenst dat meer middelen ter beschikking worden gesteld voor mijnopruimingswerkzaamheden met humanitaire oogmerken, voorlichting over de risico's van landmijnen en voor de zorg, revalidatie en sociale en economische herintegratie van landmijnslachtoffers in gebieden onder staatscontrole of onder de feitelijke controle van gewapende, niet op staatsniveau opererende actoren;

11.

dringt erop aan dat bij de herziening ook een beoordeling wordt gemaakt van de vooruitgang en de uitdagingen in verband met kernpunten die essentieel zijn voor het bereiken van deze doelstellingen, met name het ter beschikking stellen van middelen, het uitwisselen van informatie, maatregelen ter voorkoming en uitschakeling van verboden activiteiten alsmede maatregelen om naleving te vergemakkelijken; dringt er, vóór de Conferentie tot herziening van het verdrag, bij de partijen op staatsniveau op aan nationale wetgeving met uitvoeringsvoorschriften (zoals vereist op grond van artikel 9) vast te stellen, met inbegrip van strafrechtelijke sancties, ter voorkoming of onderdrukking van op grond van het verdrag verboden activiteiten door personen of op grondgebied die onder hun jurisdictie of controle vallen;

12.

herinnert aan de belofte van de Europese Gemeenschap voor de periode 2002-2009 240 miljoen euro ter beschikking te stellen, wijst erop dat haar strategie voor maatregelen in verband met landmijnen gericht is op vijf elkaar wederzijds versterkende elementen, namelijk streven naar stigmatisering van het gebruik van antipersoonsmijnen en ondersteuning van een totaal verbod; voorlichting over de risico's van landmijnen, mijnopruiming, steunverlening aan slachtoffers en vernietiging van voorraden, en wijst erop dat zij haar financiële steun bij voorrang richt op landen die de beginselen en verplichtingen van het Mijnenverbodsverdrag onderschrijven;

13.

herinnert er echter aan dat de Europese Unie ook kan overwegen financiële steun te verlenen aan staten die geen partij zijn bij het Mijnenverbodsverdrag als zich humanitaire noodsituaties mochten voordoen; evenals in het verleden moet aan deze steunverlening de voorwaarde worden verbonden dat het begunstigde land ervan blijk heeft gegeven de politieke wil te hebben naar aansluiting bij het verdrag te streven;

14.

verzoekt de Raad en de lidstaten van de EU om tijdens de Conferentie tot herziening met één stem te spreken;

15.

verzoekt de Raad en de Commissie om de inspanningen te blijven steunen teneinde de NSA's (niet op staatsniveau opererende actoren) te betrekken bij een verbod van de landmijnen, waarbij dit geen steun of erkenning van de legitimiteit van de NSA's of hun activiteiten impliceert;

16.

herinnert eraan dat een ambitieus aspect van het Mijnenverbodsverdrag de vaststelling was van doelstellingen voor het opruimen van mijnen in de gehele wereld en dat de eerste uiterste termijnen voor mijnopruiming in 2009 zullen aflopen; constateert tot zijn teleurstelling dat het langzame tempo bij het opruimen van mijnen en het nieuwe gebruik van landmijnen in conflicten betekenen dat deze doelstellingen niet zullen worden gehaald zonder een hernieuwde demonstratie van politieke wil en verbintenissen tot het toewijzen van financiële middelen; verzoekt alle partijen op staatsniveau die geconfronteerd worden met antipersoonsmijnen om vaststelling en uitvoering van strategische en realistische nationale mijnactieplannen die stroken met de in het verdrag vastgestelde termijnen;

17.

dringt, om te zorgen voor een voortdurend toezicht op de maatregelen van de Europese Unie en om haar toonaangevende rol bij deze acties te waarborgen, erop aan een delegatie van het Europees Parlement onder te brengen bij de delegatie van de EU naar de Topbijeenkomst van Nairobi over een mijnenvrije wereld;

18.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN, de secretaris-generaal van de OVSE, het Internationaal comité van het Rode Kruis, het Comité van de internationale campagne van het verbod op landmijnen, de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de regeringen van de Verenigde Staten van Amerika, de Russische Federatie, de Volksrepubliek China en de aangewezen voorzitter van de eerste Conferentie tot herziening van het verdrag.


(1)  PB C 21 van 25.1.1993, blz. 161.

(2)  PB C 183 van 17.7.1995, blz. 44.

(3)  PB C 183 van 17.7.1995, blz. 47.

(4)  PB C 14 van 19.1.1998, blz. 201.

(5)  PB C 197 van 12.7.2001, blz. 193.

(6)  PB C 72 E van 21.3.2002, blz. 352.

(7)  PB C 43 E van 19.2.2004, blz. 361.

(8)  P5_TA(2003)0548.

(9)  Armenië, Azerbeidzjan, Bahrein, Bhutan, China, Cuba, Egypte, Estland, Finland, Georgië, India, Iran, Irak, Israël, Kazachstan, Noord-Korea, Zuid-Korea, Koeweit, Kirgizistan, Laos, Letland, Libanon, Libië, Micronesië, Mongolië, Marokko, Myanmar (Birma), Nepal, Oman, Pakistan, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Somalië, Sri Lanka, Syrië, Tonga, Tuvalu, de Verenigde Arabische Emiraten, de VS, Oezbekistan en Vietnam.