ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 74E

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

47e jaargang
24 maart 2004


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   (Mededelingen)

 

EUROPEES PARLEMENT

 

ZITTING 2003-2004

 

Maandag, 30 juni 2003

2004/C 074E/1

NOTULEN

1

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Hervatting van de zitting

In memoriam

Mededeling van de Voorzitter

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Samenstelling Parlement

Ingekomen stukken

Van de Raad ontvangen verdragsteksten

Aanwijzing commissies

Verzoekschriften

Kredietoverschrijvingen

Regeling van de werkzaamheden

Opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang

Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-Bendit (debat)

Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Camre (debat)

Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto (debat)

Publicatie prospectus effecten ***II (debat)

Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***II — Plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***II (debat)

Agenda van de volgende vergadering

Sluiting van de vergadering

PRESENTIELIJST

15

 

Dinsdag, 1 juli 2003

2004/C 074E/2

NOTULEN

17

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Opening van de vergadering

Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (bekendmaking van de ingediende ontwerpresoluties)

Grieks voorzitterschap (verklaringen gevolgd door een debat)

Welkomstwoord

STEMMINGEN

Uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden * (stemming)

Europees Milieuagentschap en Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen ***I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Inspectie en verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) ***I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Landbouwstatistiek in de periode 2004-2007: toepassing van areal frame sampling en teledetectie ***I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Overeenkomst EG/Oekraïne voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-Bendit (stemming)

Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Camre (stemming)

Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto (stemming)

Spiegels en aanvullende systemen voor indirect zicht ***II (stemming)

Stemverklaringen

Rectificaties stemgedrag

EINDE VAN DE STEMMINGEN

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***II — Genetisch gemodificeerde organismen (GGO) ***II (debat)

Versterking van de Europese farmaceutische industrie in het belang van de patiënten — actievoorstellen (mededeling van de Commissie)

Vragenuur (vragen aan de Commissie)

Vermelding van ingrediënten van levensmiddelen ***II — Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***I — Verbod op het gebruik van stoffen met hormonale werking en met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten in de veehouderij ***II (debat)

Verpakking en verpakkingsafval ***II (debat)

Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten ***II (debat)

Toevoeging van water en eiwitten aan kippenvlees (Mondelinge vraag met debat)

Overlegprocedure (begroting 2004) (debat)

Uitvoering van de begroting 2003 (debat)

Handel in kinderen en kindsoldaten (debat)

Agenda van de volgende vergadering

Sluiting van de vergadering

PRESENTIELIJST

32

BIJLAGE I

34

BIJLAGE II

38

AANGENOMEN TEKSTEN

43

P5_TA(2003)0298Europees Milieuagentschap en Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk ***IIGemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (8239/1/2003 — C5-0274/2003 — 2002/0169(COD))

43

P5_TA(2003)0299Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ***IIGemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (8240/1/2003 — C5-0275/2003 — 2002/0179(COD))

43

P5_TA(2003)0300Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ***IIGemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1592/2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (8241/1/2003 — C5-0276/2003 — 2002/0181(COD))

43

P5_TA(2003)0301Europees Agentschap voor maritieme veiligheid ***IIGemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (8242/1/2003 — C5-0277/2003 — 2002/0182(COD))

44

P5_TA(2003)0302Laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen ***IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) (COM(2002) 530 — C5-0444/2002 — 2002/0231(COD))

44

P5_TA(2003)0303Inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) ***IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) (COM(2002) 529 — C5-0445/2002 — 2002/0233(COD))

45

P5_TA(2003)0304Areal frame sampling en teledetectie in de landbouwstatistiek ***IOntwerpwetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot voortzetting van de toepassing van areal frame sampling en teledetectie in de landbouwstatistiek in de periode 2004-2007 en tot wijziging van Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 218 — C5-0196/2003 — 2003/0085(COD))

46

P5_TA(2003)0305Overeenkomst EG/Oekraïne voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst ter hernieuwing van de Overeenkomst voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne (COM(2003) 231 — C5-0242/2003 — 2003/0087(CNS))

46

P5_TA(2003)0306Gewijzigde begroting nr. 2/2003Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 — Afdeling VII — Comité van de regio's (10177/2003 — C5-0280/2003 — 2003/2058(BUD))

47

P5_TA(2003)0307Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-BenditBesluit van het Europees Parlement over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Daniel Marc Cohn-Bendit (2000/2109(IMM))

48

P5_TA(2003)0308Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer CamreBesluit van het Europees Parlement over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre (2002/2249(IMM))

49

P5_TA(2003)0309Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer MusottoBesluit van het Europees Parlement over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto (2002/2201(IMM))

50

P5_TA(2003)0310Inrichtingen voor indirect zicht ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (10880/1/2002 — C5-0169/2003 — 2001/0317(COD))

51

P5_TC1-COD(2001)0317Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 1 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG

52

BIJLAGELIJST VAN DE BIJLAGEN

57

BIJLAGE IDEFINITIES EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VOOR EG-TYPEGOEDKEURING

58

BIJLAGE IIONTWERPVOORSCHRIFTEN EN PROEVEN VOOR DE EG-ONDERDEELTYPEGOEDKEURING VOOR INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT

71

BIJLAGE IIIVOORSCHRIFTEN VOOR DE MONTAGE VAN SPIEGELS EN ANDERE INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT OP VOERTUIGEN

84

BIJLAGE IVCONCORDANTIETABEL ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 6

96

 

Woensdag, 2 juli 2003

2004/C 074E/3

NOTULEN

97

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Opening van de vergadering

Aan de standpunten en resoluties van het Parlement gegeven uitvoering

Programma van het Italiaans voorzitterschap (verklaring gevolgd door een debat)

STEMMINGEN

Publicatie prospectus effecten ***II (stemming)

Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***II (stemming)

Plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***II (stemming)

Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***II (stemming)

Genetisch gemodificeerde organismen (GGO) ***II (stemming)

Vermelding van ingrediënten van levensmiddelen ***II (stemming)

Verbod op het gebruik van stoffen met hormonale werking en met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten in de veehouderij ***II (stemming)

Verpakking en verpakkingsafval ***II (stemming)

Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten ***II (stemming)

Stemverklaringen

Rectificaties stemgedrag

EINDE VAN DE STEMMINGEN

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Tsjetsjenië (verklaringen gevolgd door een debat)

Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003) (verklaring gevolgd door een debat)

Internationaal Strafhof (verklaringen gevolgd door een debat)

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 voor het begrotingsjaar 2003 (indieningstermijnen)

Verdediging van de immuniteit

Vragenuur (vragen aan de Raad)

Kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II — Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Luchtvaartnavigatiediensten/Luchtruim/Interoperabiliteit ***II (debat)

Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 ***II (debat)

Compensatie en bijstand aan luchtreizigers ***II (debat)

MARCO POLO ***II (debat)

Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***I (debat)

Agenda van de volgende vergadering

Sluiting van de vergadering

PRESENTIELIJST

111

BIJLAGE I

113

BIJLAGE II

131

AANGENOMEN TEKSTEN

251

P5_TA(2003)0311Publicatie van effecten ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (5390/4/2003 — C5-0143/2003 — 2001/0117(COD))

251

P5_TC2-COD(2001)0117Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG

251

BIJLAGE IPROSPECTUS

278

BIJLAGE IIREGISTRATIEDOCUMENT

281

BIJLAGE IIIVERRICHTINGSNOTA

283

BIJLAGE IVSAMENVATTING

284

P5_TA(2003)0312Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (11029/3/2002 — C5-0141/2003 — 2000/0115(COD))

285

P5_TC2-COD(2000)0115Standpunt van het Europees Parlement en de Raad in tweede lezing vastgesteld op 2 juli met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten

286

BIJLAGE ILIJST VAN WERKZAAMHEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER b)

346

BIJLAGE IIDIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER d)

352

BIJLAGE IIILIJST VAN DE PUBLIEKRECHTELIJKE INSTELLINGEN EN DE CATEGORIEËN PUBLIEKRECHTELIJKE INSTELLINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1, LID 9, TWEEDE ALINEA

355

BIJLAGE IVCENTRALE OVERHEIDSINSTANTIES

375

BIJLAGE VLIJST VAN PRODUCTEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8, BETREFFENDE HET PLAATSEN VAN OPDRACHTEN DOOR AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN DEFENSIE

414

BIJLAGE VIDEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES

418

BIJLAGE VIIINLICHTINGEN DIE IN DE AANKONDIGINGEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

419

BIJLAGE VIIISPECIFICATIES BETREFFENDE DE BEKENDMAKING

426

BIJLAGE IXREGISTERS

427

BIJLAGE XEISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN INSCHRIJVINGEN, VERZOEKEN TOT DEELNEMING OF PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN

429

BIJLAGE XITERMIJNEN VOOR OMZETTING EN TOEPASSING

430

BIJLAGE XIICONCORDANTIETABEL

431

P5_TA(2003)0313Procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (12634/3/2002 — C5-0142/2003 — 2000/0117(COD))

445

P5_TC2-COD(2000)0117Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van de Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector wateren energievoorziening en vervoer en postdiensten (richtlijn nutsbedrijven)

446

BIJLAGE IAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE

505

BIJLAGE IIAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN PRODUCTIE, VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT

509

BIJLAGE IIIAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN PRODUCTIE, VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER

512

BIJLAGE IVAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR VERVOERDIENSTEN PER TREIN

514

BIJLAGE VAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- EN BUSDIENSTEN

517

BIJLAGE VIAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE POSTSECTOR

521

BIJLAGE VIIAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN EXPLORATIE EN WINNING VAN AARDOLIE EN AARDGAS

522

BIJLAGE VIIIAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL EN ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN

524

BIJLAGE IXAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN

527

BIJLAGE XAANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR LUCHTHAVENFACILITEITEN

531

BIJLAGE XILIJST VAN DE IN ARTIKEL 31, LID 3, BEDOELDE WETGEVING

533

BIJLAGE XIILIJST VAN DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER b)

534

BIJLAGE XIIIINLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

541

BIJLAGE XIVINFORMATIE DIE IN MEDEDELINGEN INZAKE HET BESTAAN VAN EEN ERKENNINGSREGELING MOET WORDEN OPGENOMEN

547

BIJLAGE XV

548

BIJLAGE XVIGEGEVENS DIE IN AANKONDIGINGEN VAN GEPLAATSTE OVERHEIDSOPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

549

BIJLAGE XVII

551

BIJLAGE XVIIIINFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN

558

BIJLAGE XIXINFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN UITSLAGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN

559

BIJLAGE XXSPECIFICATIES BETREFFENDE DE BEKENDMAKING

559

BIJLAGE XXIDEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES

560

BIJLAGE XXIIOVERZICHT VAN DE IN ARTIKEL 46 BEDOELDE TERMIJNEN

561

BIJLAGE XXIIILIJST VAN INTERNATIONALE ARBEIDSNORMEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 60, LID 3, ONDER D)

563

BIJLAGE XXIVEISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN INSCHRIJVINGEN/AANVRAGEN TOT DEELNEMING OF ERKENNING EN PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN

564

BIJLAGE XXVUITERSTE TERMIJNEN VOOR OMZETTING EN TOEPASSING

564

BIJLAGE XXVICONCORDANTIETABEL

565

P5_TA(2003)0314Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (5204/3/2003 — C5-0133/2003 — 2001/0173(COD))

576

P5_TC2-COD(2001)0173Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders

577

BIJLAGEBEVOEGDHEDEN EN TAKEN VAN HET COMMUNAUTAIR REFERENTIELABORATORIUM

611

P5_TA(2003)0315Traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (15798/1/2002 — C5-0131/2003 — 2001/0180(COD))

611

P5_TC2-COD(2001)0180Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

612

P5_TA(2003)0316Vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen (15514/2/2002 — C5-0080/2003 — 2001/0199(COD))

619

P5_TC2-COD(2001)0199Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen

619

BIJLAGE

625

P5_TA(2003)0317Bepaalde stoffen met hormonale werking, stoffen met thyreostatische werking en beta-agonisten, in de veehouderij ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten (14502/1/2002 — C5-0079/2003 — 2000/0132(COD))

625

P5_TC2-COD(2000)0132Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van 2 juli 2003 houdende wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten

626

BIJLAGE

632

P5_TA(2003)0318Verpakking en verpakkingsafval ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval (14843/1/2002 — C5-0082/2003 — 2001/0291(COD))

633

P5_TC2-COD(2001)0291Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval

633

BIJLAGE

641

P5_TA(2003)0319Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (15792/1/2002 — C5-0135/2003 — 2001/0245(COD))

642

P5_TC2-COD(2001)0245Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad

642

BIJLAGE ICATEGORIEËN ACTIVITEITEN, BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, DE ARTIKELEN 3 EN 4, ARTIKEL 14, LID 1, ARTIKEL 28 EN ARTIKEL 30

656

BIJLAGE IIBROEIKASGASSEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 3 EN 30

657

BIJLAGE IIICRITERIA VOOR NATIONALE TOEWIJZINGSPLANNEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 9, 22 EN 30

658

BIJLAGE IVBEGINSELEN VOOR DE BEWAKING EN RAPPORTAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 14, LID 1

659

BIJLAGE VCRITERIA VOOR DE VERIFICATIE, BEDOELD IN ARTIKEL 15

660

 

Donderdag, 3 juli 2003

2004/C 074E/4

NOTULEN

662

VERLOOP VAN DE VERGADERING

Opening van de vergadering

Ingekomen stukken

Europese Centrale Bank 2002 (debat)

Eurozone (debat)

Welkomstwoord

Opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (debat)

Algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (indieningstermijnen)

STEMMINGEN

Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki 19/20 juni 2003) (stemming)

MARCO POLO ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II (stemming)

Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Luchtvaartnavigatiediensten/Luchtruim/Interoperabiliteit ***II (stemming)

Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 ***II (stemming)

Compensatie en bijstand aan luchtreizigers ***II (stemming)

Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***I (stemming)

Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***I (stemming)

Overlegprocedure (begroting 2004) (stemming)

Uitvoering van de begroting 2003 (stemming)

Handel in kinderen en kindsoldaten (stemming)

Tsjetsjenië (stemming)

Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003) (stemming)

Europese Centrale Bank 2002 (stemming)

Eurozone (stemming)

Stemverklaringen

Rectificaties stemgedrag

EINDE VAN DE STEMMINGEN

Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Situatie van vrouwen in plattelandsgebieden (debat)

Veiligheid van bussen (debat)

Distributiecircuit voor Frans rundvlees (verklaring gevolgd door een debat)

DEBAT OVER GEVALLEN VAN SCHENDING VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

Cambodja (debat)

Laos (debat)

Oeganda (debat)

EINDE VAN HET DEBAT OVER SCHENDINGEN VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

STEMMINGEN

Cambodja (stemming)

Laos (stemming)

Oeganda (stemming)

Situatie van vrouwen in plattelandsgebieden (stemming)

Veiligheid van autocars (stemming)

Stemverklaringen

EINDE VAN DE STEMMINGEN

Bekendmaking van gemeenschappelijke standpunten van de Raad

Samenstelling Parlement

Samenstelling commissies en delegaties

Machtiging tot het opstellen van initiatiefverslagen

In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

Rooster van de volgende vergaderingen

Onderbreking van de zitting

PRESENTIELIJST

682

BIJLAGE I

684

BIJLAGE II

703

AANGENOMEN TEKSTEN

738

P5_TA(2003)0320Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki, 19 en 20 juni 2003)Resolutie van het Europees Parlement over de resultaten van de Europese Raad van Thessaloniki

738

P5_TA(2003)0321Marco Polo ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren (Marco Polo-programma) (5327/1/2003 — C5-0225/2003 — 2002/0038(COD))

745

P5_TA(2003)0322Inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank *Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (COM(2003) 114 — C5-0125/2003 — 2003/0050(CNS))

745

P5_TA(2003)0323Gender budgetingOntwerpresolutie van het Europees Parlement over gender budgeting — het opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (2002/2198(INI))

746

P5_TA(2003)0324Gemeenschappelijk Europees luchtruim ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de kaderverordening) (15851/3/2002 — C5-0138/2003 — 2001/0060(COD))

752

P5_TC2-COD(2001)0060Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de kaderverordening)

752

P5_TA(2003)0325Verlening van luchtvaartnavigatiediensten ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de dienstverleningsverordening) (15853/2/2002 — C5-0137/2003 — 2001/0235(COD))

762

P5_TC2-COD(2001)0235Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2002 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de dienstverleningsverordening)

763

BIJLAGE IEISEN VOOR ERKENDE ORGANISATIES

773

BIJLAGE IIVOORWAARDEN DIE AAN CERTIFICATEN MOETEN WORDEN VERBONDEN

774

P5_TA(2003)0326Gemeenschappelijk Europees luchtruim ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (15852/3/2002 — C5-0139/2003 — 2001/0236(COD))

775

P5_TC2-COD(2001)0236Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2002 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening)

775

P5_TA(2003)0327Luchtverkeersbeveiliging ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening) (15854/3/2002 — C5-0140/2003 — 2001/0237(COD))

782

P5_TC2-COD(2001)0237Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening)

783

BIJLAGE ILIJST VAN SYSTEMEN VOOR LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN

791

BIJLAGE IIESSENTIËLE EISEN

791

BIJLAGE IIIONDERDELEN

796

BIJLAGE IVSYSTEMEN

797

BIJLAGE VAANGEMELDE INSTANTIES

799

P5_TA(2003)0328Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor 2004 ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een tijdelijk transitosysteem van toepassing op vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor 2004 (6235/1/2003 — C5-0226/2003 — 2001/0310(COD))

799

P5_TC2-COD(2001)0310Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een overgangspuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 in het kader van een duurzaam vervoersbeleid in het kwetsbare Alpengebied

800

BIJLAGE IMarges

805

BIJLAGE IIBEREKENING EN BEHEER VAN HET OVERGANGSPUNTENSYSTEEM

805

P5_TA(2003)0329Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten ***IIWetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (15855/1/2002 — C5-0136/2003 — 2001/0305(COD))

806

P5_TC2-COD(2001)0305Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91

807

P5_TA(2003)0330Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***IWetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (COM(2002) 662 — C5-0577/2002 — 2002/0274(COD))

817

P5_TC1-COD(2002)0274Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen

818

BIJLAGE

822

P5_TA(2003)0331Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***IWetgevingsresolutie van het Europese Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG (COM(2003) 67 — C5-0054/2003 — 2003/0033(COD))

828

P5_TC1-COD(2003)0033Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG

829

BIJLAGE ITECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

834

BIJLAGE IIBESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN INZAKE DE TYPEGOEDKEURING

836

P5_TA(2003)0332Begroting 2004: overlegprocedureResolutie van het Europees Parlement over de begroting voor 2004 met het oog op de overlegprocedure voorafgaand aan de eerste lezing door de Raad (2003/2027(BUD))

841

P5_TA(2003)0333Begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingenResolutie van het Europees Parlement over de begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingen (2003/2026(BUD))

847

P5_TA(2003)0334Handel in kinderen en kindsoldatenResolutie van het Europees Parlement over kinderhandel en kindsoldaten

854

P5_TA(2003)0335TsjetsjeniëResolutie van het Europees Parlement over Tsjetsjenië

857

P5_TA(2003)0336Voorbereiding van de bijeenkomst van de WereldhandelsorganisatieResolutie van het Europees Parlement over de voorbereiding van de Vijfde ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, Mexico, 10-14 september 2003)

861

P5_TA(2003)0337Jaarverslag 2002 van de Europese Centrale BankResolutie van het Europees Parlement over het jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank (I5-0012/2003 — C5-0238/2003 — 2003/2102(INI))

867

P5_TA(2003)0338De invoering van eurobiljetten en muntenResolutie van het Europees Parlement over de internationale rol van de eurozone en de eerste evaluatie van de invoering van de chartale euro (COM(2002) 332 — 2002/2259(INI))

871

P5_TA(2003)0339CambodjaResolutie van het Europees Parlement over Cambodja

874

P5_TA(2003)0340LaosResolutie van het Europees Parlement over de arrestatie van Europese journalisten, een Amerikaanse vertaler, en hun Laotiaanse begeleiders

878

P5_TA(2003)0341OegandaResolutie van het Europees Parlement over schendingen van de mensenrechten in noordelijk Oeganda

879

P5_TA(2003)0342Vrouwen in plattelandsgebiedenResolutie van het Europees Parlement over de situatie van vrouwen in plattelandsgebieden van de Unie in het licht van de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2002/2241(INI))

882

P5_TA(2003)0343Veiligheid van touringcarsResolutie van het Europees Parlement over veiligheid van touringcars

889

NL

 


I (Mededelingen)

EUROPEES PARLEMENT

ZITTING 2003-2004

Maandag, 30 juni 2003

24.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 74/1


NOTULEN

(2004/C 74 E/01)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

1.   Hervatting van de zitting

De vergadering wordt om 17.05 uur geopend.

2.   In memoriam

De Voorzitter gedenkt namens het Parlement Piet Dankert, oud-Voorzitter van het Europees Parlement, die op 21 juni 2003 is overleden.

Het woord wordt gevoerd door Margrietus J. van den Berg, namens de Nederlandse leden van de PSEFractie, die zich aansluit bij de woorden van de Voorzitter.

Het Parlement neemt een minuut stilte in acht.

3.   Mededeling van de Voorzitter

De Voorzitter gedenkt namens het Parlement zes Britse soldaten die op dinsdag 24 juni 2003 in Irak zijn omgekomen.

Het Parlement neemt een minuut stilte in acht.

4.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Ursula Stenzel heeft laten weten dat zij weliswaar aanwezig was maar dat haar naam niet op de presentielijst staat.

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

5.   Samenstelling Parlement

Carlos Westendorp y Cabeza heeft de Voorzitter schriftelijk in kennis heeft gesteld van zijn ontslagneming als lid van het Parlement, met ingang van 18 juni 2003.

De bevoegde Spaanse autoriteiten hebben kennis gegeven van de benoeming van Clara Maria Miranda de Lage tot lid van het Parlement, in de plaats van Carlos Westendorp y Cabeza, met ingang van 20 juni 2003.

De Voorzitter verwijst naar het bepaalde in artikel 7, lid 5, van het Reglement.

De Voorzitter deelt mede dat de bevoegde Poolse autoriteiten hem hebben laten weten dat Kazimierz Michal Ujadowski ontslag heeft genomen als waarnemer en dat hij vervangen is door Marcin Libicki, met ingang van 30 juni 2003.

Maciej Giertych, Witold Tomczak en Adam Biela zijn benoemd tot waarnemers, met ingang van 30 juni 2003.

6.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Raad en Commissie:

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (COM(2003) 275 — C5-0262/2003 — 2003/0115(COD))

verwezen naar:

ten principale

CULT

 

advies

BUDG, CONT

rechtsgrondslag:

Artikel 151, lid 5 EGV

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (COM(2003) 355 — C5-0267/2003 — 2003/0124(COD))

verwezen naar:

ten principale

LIBE

 

advies

AFET, BUDG, DEVE

rechtsgrondslag:

Artikel 179, lid 1 EGV

Advies van de Raad over het voorstel tot kredietoverschrijving nr. 12/2003 van het ene hoofdstuk naar het andere binnen afdeling III — Commissie — Deel A — van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (C5-0279/2003 — C5-0279/2003 — 2003/2110(GBD))

verwezen naar:

ten principale

BUDG

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 voor het begrotingsjaar 2003 — Afdeling VII — Comité van de regio's (10177/2003 — C5-0280/2003 — 2003/2058(BUD))

verwezen naar:

ten principale

BUDG

 

advies

betrokken commissies

rechtsgrondslag:

Artikel 272 EGV, Artikel 177 EURATOM

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, wat de procedure voor het treffen van afwijkende maatregelen alsmede de verlening van uitvoeringsbevoegdheden betreft (COM(2003) 335 — C5-0281/2003 — 2003/0120(CNS))

verwezen naar:

ten principale

ECON

rechtsgrondslag:

Artikel 93 EGV

 

Voorstel voor een richltijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen van motorvoertuigen (COM(2003) 363 — C5-0282/2003 — 2003/0130(COD))

verwezen naar:

ten principale

RETT

 

advies

JURI, ITRE

rechtsgrondslag:

Artikel 95 EGV

 

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 74/408/EEG van de Raad inzake motorvoertuigen, met betrekking tot de zitplaatsen en de bevestiging en hoofdsteunen daarvan in motorvoertuigen (COM(2003) 361 — C5-0283/2003 — 2003/0128(COD))

verwezen naar:

ten principale

RETT

 

advies

JURI, ITRE

rechtsgrondslag:

Artikel 95 EGV

 

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2791/1999 tot vaststelling van controlemaatregelen voor het gebied waarop het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan van toepassing is (COM(2003) 349 — C5-0284/2003 — 2003/0125(CNS))

verwezen naar:

ten principale

PECH

rechtsgrondslag:

Artikel 37 EGV

 

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de lidstaten (COM(2003) 364 — C5-0285/2003 — 2003/0126(COD))

verwezen naar:

ten principale

ECON

 

advies

JURI

rechtsgrondslag:

Artikel 285, lid 1 EGV

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 76/115/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen (COM(2003) 362 — C5-0286/2003 — 2003/0136(COD))

verwezen naar:

ten principale

RETT

 

advies

JURI, ITRE

rechtsgrondslag:

Artikel 95 EGV

 

Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van tijdelijke bijzondere maatregelen betreffende de aanwerving van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië (COM(2003) 351 — C5-0287/2003 — 2003/0123(CNS))

verwezen naar:

ten principale

JURI

rechtsgrondslag:

Artikel 283 EGV

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 voor het begrotingsjaar 2003 — Afdeling III — Commissie (10190/2003 — C5-0289/2003 — 2003/2103(BUD))

verwezen naar:

ten principale

BUDG

 

advies

betrokken commissies

rechtsgrondslag:

Artikel 272 EGV, Artikel 177 EURATOM

2)

parlementaire commissies

2.1)

verslagen:

Verslag over gender budgeting — het opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (2002/2198(INI)) — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen — Rapporteur: mevrouw Ghilardotti (A5-0214/2003).

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de evaluatie halverwege van het vierde visserijprotocol tussen de EU en Groenland (COM(2002) 697 — C5-0071/2003 — 2003/2035(INI)) — Commissie visserij — Rapporteur: mevrouw Miguélez Ramos (A5-0228/2003).

Verslag over het jaarlijks verslag over de activiteiten van de Europese ombudsman over het jaar 2002 (I5-0011/2003 — C5-0271/2003 — 2003/2068(INI)) — Commissie verzoekschriften — Rapporteur: Stockton (A5-0229/2003).

Verslag over de situatie van vrouwen in plattelandsgebieden van de Unie in het licht van de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2002/2241(INI)) — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen — Rapporteur: mevrouw Kratsa-Tsagaropoulou (A5-0230/2003).

***I Verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 218/92 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de indirecte belastingen (BTW) met betrekking tot aanvullende maatregelen ter zake van de levering van reisdiensten (COM(2003) 78 — C5-0145/2003 — 2003/0057(COD)) — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: mevrouw Torres Marques (A5-0231/2003).

***I Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (COM(2003) 44 — C5-0022/2003 — 2003/0020(COD)) — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: de heer Whitehead (A5-0232/2003).

Verslag over de begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingen — 2003/2026(BUD)) — Begrotingscommissie — Rapporteur: de heer Färm (A5-0233/2003).

Tweede verslag over de mededelingen van de Commissie over de vereenvoudiging en verbetering van de communautaire regelgeving (COM(2001) 726 — C5-0108/2002 — 2002/2052(COS)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Medina Ortega (A5-0235/2003).

* Verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 40/94 inzake het Gemeenschapsmerk (COM(2002) 767 — C5-0009/2003 — 2002/0308(CNS)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Berenguer Fuster (A5-0236/2003).

Verslag over het jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank (I5-0012/2003 — C5-0238/2003 — 2003/2102(INI)) — conomische en Monetaire Commissie — Rapporteur: de heer Blokland (A5-0237/2003).

***I Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde uitvindingen (COM(2002) 92 — C5-0082/2002 — 2002/0047(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: mevrouw McCarthy (A5-0238/2003).

Verslag over de beraadslagingen van de Commissie verzoekschriften tijdens het parlementaire jaar 2002-2003 (2003/2069(INI)) — Commissie verzoekschriften — Rapporteur: mevrouw González Álvarez (A5-0239/2003).

Verslag over de begroting voor 2004 met het oog op de overlegprocedure voorafgaand aan de eerste lezing door de Raad (2003/2027(BUD)) — Begrotingscommissie — Rapporteur: de heer Mulder (A5-0240/2003).

Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 — Afdeling VII, Comité van de regio's — 2003/2058(BUD)) — Begrotingscommissie — Rapporteur: de heer Stenmarck (A5-0241/2003).

Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre (2002/2249(IMM)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer MacCormick (A5-0243/2003).

Verslag over het vierde jaarverslag van de Raad uit hoofde van uitvoeringsbepaling 8 van de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer (13779/2002 — 2003/2010(INI)) — Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid — Rapporteur: de heer von Wogau (A5-0244/2003).

Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Daniel Cohn-Bendit (2000/2109(IMM)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Lehne (A5-0246/2003).

Verslag over het scorebord voor de uitvoering van de agenda voor het sociaal beleid (COM(2003) 57 — C5-0207/2003 — 2003/2097(INI)) — Commissie werkgelegenheid en sociale zaken — Rapporteur: mevrouw Figueiredo (A5-0247/2003).

Verslag over het verzoek om verdediging van de parlementaire immuniteit van de heer Francesco Musotto (2002/2201(IMM)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Zimeray (A5-0248/2003).

Verslag over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité: Participatie van niet-overheidsactoren in het EGontwikkelingsbeleid (COM(2002) 598 — C5-0625/2002 — 2002/2283(INI)) — Commissie ontwikkelingssamenwerking — Rapporteur: de heer Howitt (A5-0249/2003).

Verslag over televisie zonder grenzen (COM(2002) 778 — C5-0069/2003 — 2003/2033(INI)) — Commissie cultuur, jeugd, onderwijs, media en sport — Rapporteur: de heer Perry (A5-0251/2003).

2.2)

aanbevelingen voor de tweede lezing:

***II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen inzake indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (COM(2001) 811 — C5-0169/2003 — 2001/0317(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Gargani (A5-0234/2003).

***II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (COM(2000) 275 — C5-0141/2003 — 2000/0115(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Zappalà (A5-0242/2003).

***II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (COM(2000) 276 — C5-0142/2003 — 2000/0117(COD)) — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: de heer Zappalà (A5-0245/2003).

***II Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot aanpassing aan Besluit 1999/468/EG van de Raad van de bepalingen betreffende de comités die de Commissie bijstaan in de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegden die zijn vastgelegd in besluiten waarop de procedure van artikel 251 van het Verdrag van toepassing is (COM(2001) 789 — C5-0223/2003 — 2001/0314(COD)) — Commissie constitutionele zaken — Rapporteur: mevrouw Frassoni (A5-0250/2003).

3)

leden

3.1)

mondelinge vragen (artikel 42 van het Reglement):

Paul Lannoye, Caroline Lucas en Alexander de Roo, namens de Verts/ALE-Fractie, aan de Commissie over de toevoeging van water en eiwitten aan kippenvlees (B5-0099/2003);

Luciano Caveri, namens de Commissie RETT, aan de Commissie over de veiligheid van bussen (B5-0100/2003).

3.2)

mondelinge vragen voor het vragenuur (artikel 43 van het Reglement)

Alavanos Alexandros, Ortuondo Larrea Josu, Nogueira Román Camilo, Ludford Sarah, McKenna Patricia, McCartin John Joseph, Harbour Malcolm, Sacrédeus Lennart, Posselt Bernd, McAvan Linda, Izquierdo Rojo María, Ó Neachtain Seán, Izquierdo Collado Juan de Dios, Zacharakis Christos, Sauquillo Pérez del Arco Francisca, Alyssandrakis Konstantinos, Korakas Efstratios, De Rossa Proinsias, Galeote Quecedo Gerardo, Thors Astrid, Howitt Richard, Kratsa-Tsagaropoulou Rodi, Rod Didier, Miranda Joaquim, González Álvarez Laura, Cushnahan John Walls, Crowley Brian, Martin Hans-Peter, Patakis Ioannis-Zacharakis Christos, Lage Carlos, De Rossa Proinsias, Nogueira Román Camilo, Posselt Bernd, Kinnock Glenys, Bayona de Perogordo Juan José, Karas Othmar, Sacrédeus Lennart, Trakatellis Antonios, Plooij-van Gorsel Elly, McKenna Patricia, Whitehead Phillip, Purvis John, Izquierdo Rojo María, Thors Astrid, Howitt Richard, Ortuondo Larrea Josu, García-Margallo y Marfil José Manuel, Pérez Álvarez Manuel, Papayannakis Mihail, Jackson Caroline F., McCartin John Joseph, Díez González Rosa M., Vermeer Herman, Stihler Catherine, Alavanos Alexandros, Harbour Malcolm, Frahm Pernille, Korakas Efstratios, Ó Neachtain Seán, Izquierdo Collado Juan de Dios, Karamanou Anna, Ahern Nuala, Newton Dunn Bill, Boudjenah Yasmine, Galeote Quecedo Gerardo, Belder Bastiaan, Riis-Jørgensen Karin, Hatzidakis Konstantinos, Kratsa-Tsagaropoulou Rodi, Rod Didier, Crowley Brian, Andrews Niall, Cushnahan John Walls, Ferrer Concepció, Martin Hans-Peter, Miranda Joaquim

3.3)

schriftelijke verklaringen ter inschrijving in het register (artikel 51 van het Reglement)

Marco Cappato, Paulo Casaca, Carlo Fatuzzo, Ulla Margrethe Sandbæk en Michiel van Hulten over een democratisch en vrij Iran (nr. 14/2003)

Mario Borghezio over het uitroepen van Lampedusa tot natuurpark en het oprichten van asielzoekerscentra buiten de grenzen van de Europese Unie (nr. 15/2003).

7.   Van de Raad ontvangen verdragsteksten

De Raad heeft het Parlement een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift doen toekomen van het volgende document:

protocol vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot wijziging, wat betreft de vorming van een referentiebestand van onderzoeksdossiers op douanegebied, van de overeenkomst inzake het gebruik van informatica op douanegebied.

8.   Aanwijzing commissies

De Commissie ECON wordt als commissie ten principale aangewezen voor een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (COM(2003) 138 — C5-0151/2003 — 2003/0045(COD)) en de Commissie JURI wordt als medeadviserende commissie aangewezen op basis van de procedure voor nauwere samenwerking (artikel 162 bis van het Reglement) — Besluit van de Conferentie van voorzitters van 26 juni 2003 (aanvankelijk aangewezen als commissie ten principale: JURI (notulen van 15 mei 2003)).

9.   Verzoekschriften

De volgende op de vermelde data in het algemeen register ingeschreven verzoekschriften zijn overeenkomstig artikel 174, lid 5 van het Reglement naar de bevoegde commissie verwezen:

op 5 juni 2003

van Adrián Gerald McNicholl (nr. 518/2003);

van Bernhard Feiner (nr. 519/2003);

van Antonio Muñoz Secilla (nr. 520/2003);

van Sidonie Vilault (nr. 521/2003);

van Philippe Tremoulu (nr. 522/2003);

van Renée Le Mignot (Mouvement contre le Racisme et pour l'Amitié entre les Peuples (MRAP)) (nr. 523/2003);

de No Catherine Pompéi (nr. 524/2003);

van Michel Thys (nr. 525/2003);

van Michel Thys (nr. 526/2003);

van Hervé et Carine D'Hussy (nr. 527/2003);

van Sebastianr. Gernone (Meridionali Uniti) (nr. 528/2003);

van Armando F. Gibilaro (nr. 529/2003);

van Paolo Codo (Trawell Ltd) (nr. 530/2003);

van Ania Mehmedagic (nr. 531/2003);

van Vittorio Trossello (nr. 532/2003);

van Angelo Romanr. (nr. 533/2003);

van Giovanni Pauciulo (nr. 534/2003);

van Antonio Saporito (nr. 535/2003);

van José Duarte de Atouguia Lory de Alvarenga (nr. 536/2003);

op 16 juni 2003

van Dimitrios Sideris (nr. 537/2003);

van D. Tremos (nr. 538/2003);

van D. Tremos (nr. 539/2003);

van Ioannis Trikoilis (nr. 540/2003);

van Thaleia Goutou (nr. 541/2003);

van Patrocinio Guardado García (nr. 542/2003);

van José Renato Nuñez da Silva (Movimento Polos Direitos Civis) (nr. 543/2003);

van Paula Izaskun Uribe Llamas (nr. 544/2003);

van José Luis Pajares Sánchez-Mayoral (nr. 545/2003);

van Doroteo Crespo Ruiz (nr. 546/2003);

van María Lourdes Sánchez Álvarez (nr. 547/2003);

van Aziz Ridouan (Collectif SOS LEN) (nr. 548/2003);

van Celine Berarducci (nr. 549/2003);

van Marie-Elisabeth de la Masselière (nr. 550/2003);

van Maximilien Chagnon (nr. 551/2003);

van Aurélie Melle Martin (nr. 552/2003);

van Brunr. Jacquemin (nr. 553/2003);

van Valérie Dochy (nr. 554/2003);

van Afonso Serafim Gonçalves (nr. 555/2003);

van F. J. M. Langen (nr. 556/2003);

van Francesco Giambavicchio (Associazione Palazzo Ulisse) (nr. 557/2003);

op 17 juni 2003

van Evripidis Katsifaris (nr. 558/2003);

van Alexandros Katrakis (nr. 559/2003);

van Anunciación Modrego Rubio (nr. 560/2003);

van Anunciación Modrego Rubio (nr. 561/2003);

van Anunciación Modrego Rubio (nr. 562/2003);

van Pablo Soto Moral (Asociación de Vecinos Rio Selmo) (nr. 563/2003);

van Maite Arqué Ferrer (Ajuntament de Badalona) (nr. 564/2003);

van Rodrigo Fernández Martínez (nr. 565/2003);

van Henrique Martínez González (nr. 566/2003);

van Oscar Hernán Orejuela Morenr. (nr. 567/2003);

van José Luis Pérez Amaya (nr. 568/2003);

van Manuel Iglesias Rey (nr. 569/2003);

van Jesús Silva García (nr. 570/2003);

van Susana Torres Heredia (Asociación Romani de gitanos de Roquetas de Mar) (nr. 571/2003);

van Ferney Mora Orjuela (nr. 572/2003);

van Martine Choppe (nr. 573/2003);

van Alain Bouvier (Conseil General de Savoie) (nr. 574/2003);

van Joëlle Amella (nr. 575/2003);

van Martine Labarthe (SARL Construction du Brassenx) (nr. 576/2003);

van Michel Lagravère (nr. 577/2003);

van Giuseppe Frunzi (Centro Culturale di Lettere Arti Economia „Fonte Aretusa”) (nr. 578/2003);

van Pasquale De Feo (nr. 579/2003);

van Giulia Casella (Legambiente — Circolo A. Petteruti) (nr. 580/2003);

van José Eugenio Santos Moreira (nr. 581/2003);

op 19 juni 2003

van Birgit Stocker (Selbsthilfeverein für Elektrosensible e.V.) (nr. 582/2003);

van Reiner Wiegels (nr. 583/2003);

van Roswitha Folkers-Wein (nr. 584/2003);

van Thomas Kestler (nr. 585/2003);

van Lisa Lichtlein (Klasse 4a der VS Bergtheim) (nr. 586/2003);

van Klaus Limprecht (nr. 587/2003);

van H. Merz (nr. 588/2003);

van Isabel Gröpel (nr. 589/2003);

van Arnold Lück (nr. 590/2003);

van Andreas Manak (nr. 591/2003);

van Walter Kurzeia (nr. 592/2003);

van Ioan Muntean (nr. 593/2003);

van Friedrich Martens (Gemeinde Sörup) (nr. 594/2003);

van Konstantin Kentrotis (nr. 595/2003);

van Betina Diehl (nr. 596/2003);

van Andreas Niemeyer (nr. 597/2003);

van Rainer Burmeister (nr. 598/2003);

van Pat Mansell (nr. 599/2003);

van Sean Guerin (The Retired Farmers Campaign for Justice and Fair Treatment) (nr. 600/2003);

van Flavia Lepre (nr. 601/2003);

van Gerrard Byrne (nr. 602/2003);

van Stephen Clackson (nr. 603/2003);

van Barry Brewster (nr. 604/2003);

van Sean Dineen (Lakelands Residents Association) (nr. 605/2003);

van Fabio Amoddio (nr. 606/2003);

van J. Wilde (nr. 607/2003);

van Myriam Zubiran (nr. 608/2003);

van Charles Svoboda (Asociacion Valenciana en Defensa de los Derechos Humanos, Medioambientales y en contra de los Abusos Urbanisticos) (nr. 609/2003);

van Ioannis Simos (Coordination Committee for Electronic Games of Greece) (nr. 610/2003);

van Liz Sandeman (Marine Connection) (nr. 611/2003);

van Arnold Tarling (nr. 612/2003);

van Ann Markey (nr. 613/2003);

van Marc Berger (nr. 614/2003);

van Kari Ahonen (nr. 615/2003);

van Jan Marcelis et Rita De Vos (nr. 616/2003);

van Leentje Van Bogaert (Vlaamse Coeliakie Vereniging) (en 2 medeondertekenaars) (nr. 617/2003);

van A.M. Fraijman (nr. 618/2003);

van H. Prins (nr. 619/2003);

van Roeland Langendam (nr. 620/2003);

van Constant Verbraeken (nr. 621/2003).

10.   Kredietoverschrijvingen

De Begrotingscommissie heeft voorstel tot kredietoverschrijving nr. 12/2003 (C5-0245/2003 — SEC(2003) 623) behandeld.

Na kennis te hebben genomen van het advies van de Raad, heeft zij overeenkomstig artikel 24, lid 3, en artikel 181, lid 1, van het Financieel Reglement van 25 juni 2002 haar goedkeuring gehecht aan de overschrijving, die als volgt is uitgesplitst:

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

Hoofdstuk A-10 0 — Voorzieningen

 

 

— Hoofdstuk A-100 — Voorzieningen

NGK

- 549.280 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

Hoofdstuk A-36 — Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

 

 

— Artikel A-360 — Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

NGK

549 280 EUR

*

* *

De Begrotingscommissie heeft het verzoek behandeld van de Europese Rekenkamer betreffende een kredietoverschrijving (V/04/AB/03) voor de financiering van de vacante posten als gevolg van zwangerschapsverlof en de vacante post van een naar het Hof van Justitie overgestapte vertaler.

Overeenkomstig artikel 22 van het Financieel Reglement heeft zij besloten haar goedkeuring te hechten aan deze overschrijving in haar geheel.

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

— Post 1100 („Basissalarissen”)

VK/BK

- 189 000 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

— Post 1114 („hulpvertalers”)

VK/BK

189 000 EUR

*

* *

De Begrotingscommissie heeft het door het Sociaal en Economisch Comité ingediende verzoek om kredietoverschrijving (Inf4/2003) behandeld, in overeenstemming met artikel 22 van het Financieel Reglement.

Deel 1

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

— Artikel 211 — Informatica-apparatuur

VK/BK

- 112 250 EUR

— Artikel 214 — Systeemontwikkeling en uitbesteding van bijzondere projecten

VK/BK

-72 690 EUR

— Post 2210 — Eerste aanschaf van meubilair

VK/BK

- 109 060 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

— Post 2200 — Eerste aanschaf van technisch materieel en technische installaties

VK/BK

258 000

— Post 2203 — Onderhoud, gebruik en reparatie van technisch materieel en technische installaties

VK/BK

36 000 EUR

Deel 2

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

— Post 2202 — Huur van technisch materieel en technische installaties

VK/BK

-3 000 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

— Post 2233 — Onderhoud, gebruik en reparatie van vervoermiddelen

VK/BK

3 000 EUR

Deel 3

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

— Post 1100 — Basissalarissen

VK/BK

-4 500 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

— Post 2940 — Onderzoeks- en studiebeurzen

VK/BK

4 500 EUR

De Begrotingscommissie heeft besloten geen bezwaar aan te tekenen op grond van artikel 22 van het Financieel Reglement.

*

* *

De Begrotingscommissie heeft het door het Sociaal en Economisch Comité ingediende voorstel voor een kredietoverschrijving betreffende hulpfunctionarissen (Inf5/2003) behandeld en heeft besloten op één punt bezwaar aan te tekenen:

Is van mening dat de aanwerving van een hulpfunctionaris voor de afdeling Voorlichting een nieuwe personeelsmaatregel is waarvoor een verzoek in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure had moeten worden ingediend en geen verzoek tot kredietoverschrijving.

Het Economisch en Sociaal Comité wordt verzocht in dit stadium geen kredieten over te schrijven met betrekking tot dit punt.

De Begrotingscommissie heeft bijgevolg besloten alleen haar goedkeuring te hechten aan de overschrijving volgens de volgende uitsplitsing:

HERKOMST VAN DE KREDIETEN

— Post 1100 („Basissalarissen”)

VK/BK

- 160 000 EUR

BESTEMMING VAN DE KREDIETEN

— Post 1110 („Hulpfunctionarissen”)

VK/BK

+ 160 000 EUR

11.   Regeling van de werkzaamheden

Aan de orde is de regeling van de werkzaamheden.

De definitieve ontwerpagenda van de plenaire vergaderingen van juli 2003 is rondgedeeld (332.957/PDOJ); hierop worden de volgende wijzigingen voorgesteld (artikel 111 van het Reglement)

Vergaderingen van 30 juni 2003 t/m 3 juli 2003

maandag 30 juni

geen wijzigingen

dinsdag 1 juli

De Voorzitter stelt voor het verslag Per Stenmarck A5-0241/2003 van de Commissie BUDG overeenkomstig artikel 110 bis van het Reglement onder de stemmingen van morgen in te schrijven.

Het Parlement hecht zijn goedkeuring aan dit voorstel.

De Commissie wenst dat de mondelinge vraag van de Verts/ALE-Fractie over de toevoeging van water en eiwitten aan kippenvlees (B5-099/2003), die thans vóór het verslag Jan Mulder (A5-0240/2003) staat ingeschreven, eerder wordt behandeld en in de gecombineerde behandeling voedselveiligheid (punten 16, 18, 14, 15 en 17 van de PDOJ) wordt opgenomen.

Het woord wordt gevoerd door Dagmar Roth-Behrendt die zich uitspreekt tegen dit verzoek.

Het Parlement verwerpt het verzoek.

Woensdag 2 juli

ten einde amendementen te kunnen indienen, hebben 32 leden schriftelijk overeenkomstig artikel 104, lid 4 van het Reglement bezwaar gemaakt tegen het in stemming brengen van de ontwerpresolutie over de handel in kinderen en kind-soldaten (punt 46 van de PDOJ) overeenkomstig artikel 104 bis van het Reglement.

Het woord wordt gevoerd door Glyn Ford die erop aandringt dat een debat plaatsvindt.

Overeenkomstig artikel 104, lid 4 van het Reglement wordt dit punt met debat aan het einde van de agenda van dinsdag ingeschreven.

Stemming: woensdag, 12.00 uur

Termijn voor de indiening van amendementen: dinsdag 10.00 uur

donderdag 3 juli

Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (artikel 50):

verzoek van de GUE/NGL-Fractie om vervanging van het punt „Oeganda”(punt 66 van de PDOJ) door een nieuw punt „Iran”.

Het Parlement verwerpt het verzoek.

*

* *

De agenda wordt aldus vastgesteld.

Het woord wordt gevoerd door Olle Schmidt die wenst dat op de agenda van deze vergaderperiode overeenkomstig artikel 110 bis van het Reglement een verslag over een initiatief van de Republiek Oostenrijk wordt ingeschreven, waarvan hij rapporteur is en dat in de Commissie LIBE is goedgekeurd (de Voorzitter antwoordt dat een dergelijk verzoek bij de Conferentie van voorzitters had moeten worden ingediend en dat het verzoek niet binnen de daarvoor in het Reglement voorgeschreven termijnen is ingediend; hij zegt dan ook hierop niet te kunnen ingaan).

12.   Opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang

Uit hoofde van artikel 121 bis van het Reglement wordt voor één minuut het woord verleend aan de volgende leden die de aandacht van het Parlement op kwesties van politiek belang willen vestigen:

Proinsias De Rossa, Pasqualina Napoletano, Jean Lambert, Mary Elizabeth Banotti, Camilo Nogueira Román, Carlos Bautista Ojeda, Theresa Villiers, Nuala Ahern en Véronique De Keyser.

13.   Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-Bendit (debat)

Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Daniel Marc Cohn-Bendit [2000/2109(IMM)] — Commissie juridische zaken en interne markt. Rapporteur: Klaus-Heiner Lehne (A5-0246/2003)

Klaus-Heiner Lehne leidt het verslag in.

Het woord wordt gevoerd door François Zimeray, namens de PSE-Fractie, Neil MacCormick, namens de Verts/ALE-Fractie, en Gianfranco Dell'Alba, niet-ingeschrevene

Het debat wordt gesloten.

Stemming: dinsdag, 12.00 uur

14.   Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Camre (debat)

Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre [2002/2249(IMM)] — Commissie juridische zaken en interne markt. Rapporteur: Neil MacCormick (A5-0243/2003)

Neil MacCormick leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Klaus-Heiner Lehne, namens de PPE-DE-Fractie, en François Zimeray, namens de PSE-Fractie

Het debat wordt gesloten.

Stemming: dinsdag, 12.00 uur

VOORZITTER: James L.C. PROVAN

Ondervoorzitter

15.   Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto (debat)

Verslag over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto [2002/2201(IMM)] — Commissie juridische zaken en interne markt. Rapporteur: François Zimeray (A5-0248/2003)

François Zimeray leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Stefano Zappalà, namens de PPE-DE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: dinsdag, 12.00 uur

16.   Publicatie prospectus effecten ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG [5390/4/2003 — C5-0143/2003 — 2001/0117(COD)] — Economische en Monetaire Commissie. Rapporteur: Christopher Huhne (A5-0218/2003).

Christopher Huhne leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Othmar Karas, namens de PPE-DE-Fractie, Harald Ettl, namens de PSEFractie, Ioannis Patakis, namens de GUE/NGL-Fractie, Theresa Villiers, Pervenche Berès, Astrid Lulling, Peter William Skinner, Jean-Louis Bourlanges en Christa Randzio-Plath.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: woensdag, 12.00 uur

17.   Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***II — Plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten [11029/3/2002 — C5-0141/2003 — 2000/0115(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt. Rapporteur: Stefano Zappalà (A5-0242/2003)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten [12634/3/2002 — C5-0142/2003 — 2000/0117(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt. Rapporteur: Stefano Zappalà (A5-0245/2003)

Stefano Zappalà licht de aanbevelingen voor de tweede lezing toe.

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Frits Bolkestein (lid van de Commissie), Klaus-Heiner Lehne, namens de PPE-DE-Fractie, Ioannis Koukiadis, namens de PSE-Fractie, Astrid Thors, namens de ELDR-Fractie, Neil MacCormick, namens de Verts/ALE-Fractie, Johannes (Hans) Blokland, namens de EDD-Fractie, Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie, Malcolm Harbour, Evelyne Gebhardt, Inger Schörling, Herman Schmid, Bent Hindrup Andersen en Othmar Karas.

VOORZITTER: José PACHECO PEREIRA

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Hans Karlsson, Arlette Laguiller, Pierre Jonckheer, Stephen Hughes, Claude Turmes, Helle Thorning-Schmidt, Theodorus J.J. Bouwman, Maria Berger, Bill Miller en Frits Bolkestein.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: woensdag, 12.00 uur

18.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (332.957/OJMA).

19.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 20.35 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Catherine Lalumière

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Ahern, Ainardi, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Balfe, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bautista Ojeda, Bayona de Perogordo, Beazley, Belder, Berend, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Bernié, Berthu, Bertinotti, Bethell, Beysen, Blak, Blokland, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Brie, Brienza, Buitenweg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Camisón Asensio, Camre, Cappato, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Caveri, Celli, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Chichester, Philip Claeys, Clegg, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Cossutta, Raffaele Costa, Coûteaux, Cox, Cunha, Cushnahan, van Dam, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Decourrière, Dell'Alba, De Mita, Deprez, De Rossa, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Dührkop Dührkop, Duff, Duin, Dupuis, Dybkjær, Ebner, Echerer, Elles, Eriksson, Ettl, Jillian Evans, Jonathan Evans, Färm, Farage, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferreira, Ferrer, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flemming, Florenz, Folias, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garot, Garriga Polledo, Gasòliba i Böhm, de Gaulle, Gawronski, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Görlach, Gomolka, González Álvarez, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, Hughes, Huhne, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Imbeni, Inglewood, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jeggle, Jensen, Jonckheer, Jové Peres, Karamanou, Karas, Karlsson, Katiforis, Kaufmann, Keßler, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kronberger, Kuhne, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lavarra, Lechner, Leinen, Lisi, Ludford, Lulling, Lund, Lynne, Maaten, McCarthy, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Maij-Weggen, Malliori, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Marchiani, Marinho, Marini, Marinos, Markov, Marset Campos, Martens, Hans-Peter Martin, Martinez, Martínez Martínez, Mastorakis, Mathieu, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Medina Ortega, Meijer, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennitti, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda, Mombaur, Monsonís Domingo, Moraes, Moreira Da Silva, Morillon, Emilia Franziska Müller, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Mussa, Musumeci, Myller, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Niebler, Nisticò, Nobilia, Nogueira Román, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Papayannakis, Parish, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Roy Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Pirker, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pohjamo, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Procacci, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Randzio-Plath, Raymond, Ridruejo, Riis-Jørgensen, Ripoll y Martínez de Bedoya, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Rübig, Rühle, Ruffolo, Sacconi, Sacrédeus, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandbæk, Santer, Santini, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sbarbati, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Schulz, Schwaiger, Segni, Seppänen, Sichrovsky, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Speroni, Staes, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Swiebel, Sørensen, Tajani, Tannock, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Tsatsos, Turchi, Turmes, Uca, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valdivielso de Cué, Vallvé, Van Brempt, Van Lancker, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Veltroni, van Velzen, Vermeer, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vinci, Virrankoski, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, von Wogau, Wuori, Wurtz, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zimeray, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen.

Waarnemers

Balsai István, Bastys Mindaugas, Bekasovs Martijans, Bielan Adam, Bobelis Kazys Jaunutis, Bonnici Josef, Brejc Mihael, Christodoulidis Doros, Chronowski Andrzej, Chrzanowski Zbigniew, Cilevičs Boriss, Cybulski Zygmunt, Czinege Imre, Demetriou Panayiotis, Didžiokas Gintaras, Drzęźla Bernard, Ekert Milan, Ékes József, Fazakas Szabolcs, Filipek Krzysztof, Germič Ljubo, Grzyb Andrzej, Gyürk András, Hegyi Gyula, Holáň Vilém, Horvat Franc, Kāposts Andis, Kelemen András, Kiršteins Aleksandrs, Kłopotek Eugeniusz, Klukowski Wacław, Kolář Robert, Kozlík Sergej, Kreitzberg Peeter, Kriščiūnas Kęstutis, Kroupa Daniel, Kuzmickas Kęstutis, Kvietkauskas Vytautas, Landsbergis Vytautas, Laštůvka Vladimír, Lepper Andrzej, Lisak Janusz, Lydeka Arminas, Łyżwiński Stanisław, Maldeikis Eugenijus, Manninger Jenő, Mavrou Eleni, Oleksy Józef, Őry Csaba, Pasternak Agnieszka, Pęczak Andrzej, Peterle Alojz, Pīks Rihards, Plokšto Artur, Podgórski Bogdan, Podobnik Janez, Pospíšil Jiří, Pusz Sylwia, Savi Toomas, Sefzig Luděk, Smorawiński Jerzy, Surján László, Svoboda Pavel, Szájer József, Szczygło Aleksander, Szent-Iványi István, Tabajdi Csaba, Tomaka Jan, Vaculík Josef, Valys Antanas, Vareikis Egidijus, Vastagh Pál, Vella George, Vėsaitė Birutė, Widuch Marek, Wiśniowska Genowefa, Wojciechowski Janusz, Żenkiewicz Marian.


Dinsdag, 1 juli 2003

24.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 74/17


NOTULEN

(2004/C 74 E/02)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 09.05 uur geopend.

Het woord wordt gevoerd door:

Gérard Onesta die erop wijst dat hij, in strijd met een recht dat Franse parlementsleden genieten, geen toestemming heeft gekregen om de in Frankrijk gedetineerde Franse vakbondsman José Bové te bezoeken; als argument voor die weigering werd aangevoerd dat een lid van het Europees Parlement geen lid van het Franse parlement is. Hij wenst dat de Voorzitter stappen onderneemt bij de Franse autoriteiten opdat de Europese afgevaardigden in de toekomst niet meer gehinderd worden in hun werkzaamheden, en dat de secretaris-generaal verslag uitbrengt aan het Bureau over het verschil in behandeling van de leden van het Europees Parlement ten opzichte de leden van de nationale parlementen bij de uitoefening van hun werkzaamheden voor wat betreft hun rechten en verplichtingen (de Voorzitter antwoordt dat hij de Franse autoriteiten schriftelijk zal benaderen om dit probleem rechtstreeks op te lossen zonder het Bureau van het Parlement in te schakelen);

José Ribeiro e Castro over de situatie in Angola en de vooruitgang die daar naar zijn zeggen geboekt is op de weg naar de democratie.

2.   Debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat (bekendmaking van de ingediende ontwerpresoluties)

Voor de hiernavolgende ontwerpresoluties zijn verzoeken om het houden van een debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat overeenkomstig artikel 50 van het Reglement ingediend:

CAMBODJA

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie: de situatie in Cambodja aan de vooravond van de algemene verkiezingen van 27 juli 2003 (B5-0337/2003);

Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie: de parlementsverkiezingen in Cambodja (B5-0343/2003);

Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie: Cambodja (B5-0346/2003);

Hartmut Nassauer, namens de PPE-DE-Fractie: Cambodja (B5-0349/2003);

Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie: de situatie in Cambodja aan de vooravond van de algemene verkiezingen van 27 juli 2003 (B5-0353/2003);

Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie: de situatie in Cambodja aan de vooravond van de algemene verkiezingen van 27 juli 2003 (B5-0357/2003);

LAOS

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie: Laos (B5-0336/2003);

Pervenche Berès, namens de PSE-Fractie: de arrestatie van Europese journalisten, een Amerikaanse vertaler en hun Laotiaanse begeleiders (B5-0345/2003);

Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie: de arrestatie van Europese journalisten, een Amerikaanse vertaler en hun Laotiaanse begeleiders (B5-0348/2003);

Hartmut Nassauer, namens de PPE-DE-Fractie: Laos (B5-0350/2003);

Pernille Frahm, namens de GUE/NGL-Fractie: de arrestatie van journalisten in Laos (B5-0354/2003);

Anne André-Léonard, namens de ELDR-Fractie: de arrestatie van Thierry Falise, Vincent Reynaud en Naw-Karl Mua en vier Laotiaanse burgers en de algemene situatie in Laos (B5-0356/2003);

OEGANDA

Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie: de situatie in Oeganda (B5-0344/2003);

Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie: de situatie in Oeganda (B5-0347/2003);

Mario Mauro, namens de PPE-DE-Fractie: schendingen van de mensenrechten in Noord-Oeganda (B5-0351/2003);

Yasmine Boudjenah, namens de GUE/NGL-Fractie: de situatie in Oeganda (B5-0352/2003);

Johan Van Hecke, namens de ELDR-Fractie: de ontvoering van kinderen door de LRA (B5-0355/2003);

Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie: schendingen van de mensenrechten in Noord-Oeganda (B5-0358/2003).

De spreektijd zal worden verdeeld overeenkomstig artikel 120 van het Reglement.

3.   Grieks voorzitterschap (verklaringen gevolgd door een debat)

Verslag van de Europese Raad en verklaring van de Commissie — Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki 20/21 juni 2003) en verklaring van de fungerend voorzitter van de Raad — Werkzaamheden van het Grieks voorzitterschap

Konstantinos Simitis (fungerend voorzitter van de Raad) brengt verslag uit en legt een verklaring af.

Romano Prodi (voorzitter van de Commissie) legt een verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Francis Wurtz, namens de GUE/NGLFractie, Johannes Voggenhuber, namens de Verts/ALE-Fractie, Gerard Collins, namens de UEN-Fractie, Jens-Peter Bonde, namens de EDD-Fractie, Charles de Gaulle, niet-ingeschrevene, Jonathan Evans, Giorgos Katiforis, Andrew Nicholas Duff, Efstratios Korakas, Neil MacCormick en Luís Queiró.

VOORZITTER: Giorgos DIMITRAKOPOULOS

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Jean-Louis Bernié, Georges Berthu, Antonios Trakatellis, Jannis Sakellariou, Bob van den Bos, Mihail Papayannakis, Jean Lambert, Mario Borghezio, Elmar Brok, Anna Terrón i Cusí, Sarah Ludford, Gérard Caudron, Arie M. Oostlander, Richard Corbett, Alexandros Alavanos, Hartmut Nassauer, Carlos Lage, Hanja Maij-Weggen, Dimitris Tsatsos, Ursula Stenzel, Pervenche Berès, Marianne L.P. Thyssen, Jan Andersson, Francesco Fiori, Othmar Karas, Doris Pack, Karl von Wogau, Konstantinos Simitis en Romano Prodi.

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Monica Frassoni, Daniel Marc Cohn-Bendit en Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie, over de Europese Raad van Thessaloniki (B5-0325/2003)

Hans-Gert Poettering, Ilkka Suominen, Francesco Fiori, Elmar Brok, Arie M. Oostlander, Doris Pack, Karl von Wogau en Hubert Pirker, namens de PPE-DE-Fractie, over de bijeenkomst van de Europese Raad in Thessaloniki op 19 en 20 juni 2003 (B5-0327/2003)

Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, over de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki (B5-0331/2003)

Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie, over de Europese Raad van Thessaloniki van 19-20 juni 2003 (B5-0333/2003)

Andrew Nicholas Duff, namens de ELDR-Fractie, over de Europese Raad van Thessaloniki op 19-20 juni 2003 (B5-0335/2003)

Gerard Collins en Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie, over de Europese Raad van Thessaloniki van 20 en 21 juni 2003 (B5-0340/2003)

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

4.   Welkomstwoord

De Voorzitter verwelkomt namens het Parlement de heer Pier Ferdinando Casini, voorzitter van de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden, en de heer Frans Weisglas, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, die op de officiële tribune hebben plaatsgenomen.

VOORZITTER: Guido PODESTÀ

Ondervoorzitter

STEMMINGEN

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

5.   Uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden * (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 1999/468/EG tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [COM(2002) 719 — C5-0002/2003 — 2002/0298(CNS)] — Commissie constitutionele zaken — Rapporteur: Richard Corbett (A5-0128/2003)

(Het debat en de stemming over het Commissievoorstel vonden op 13 mei 2003 plaats (punten 7 en 19 van de notulen van die datum); de zaak werd overeenkomstig artikel 69, lid 2 van het Reglement voor een nieuwe behandeling naar de commissie terugverwezen.)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

ONTWERP WETGEVINGSRESOLUTIE

Verzoek om terugverwijzing naar de commissie op grond van artikelen 68, lid 1 en 144, lid 1 van het Reglement:

Ingewilligd

6.   Europees Milieuagentschap en Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing (in briefvorm) betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk [8239/1/2003 — C5-0274/2003 — 2002/0169(COD)] — Begrotingscommissie.

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2003)0298)

7.   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing (in briefvorm) betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden [8240/1/2003 — C5-0275/2003 — 2002/0179(COD)] — Begrotingscommissie.

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2003)0299)

8.   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing (in briefvorm) betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1592/2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart [8241/1/2003 — C5-0276/2003 — 2002/0181(COD)] — Begrotingscommissie.

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2003)0300)

9.   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing (in briefvorm) betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid [8242/1/2003 — C5-0277/2003 — 2002/0182(COD)] — Begrotingscommissie.

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2003)0301)

10.   Toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen ***I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) [COM(2002) 530 — C5-0444/2002 — 2002/0231(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Giuseppe Gargani (A5-0206/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE EN ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0302)

11.   Inspectie en verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) ***I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) [COM(2002) 529 — C5-0445/2002 — 2002/0233(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Giuseppe Gargani (A5-0205/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE EN ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0303)

12.   Landbouwstatistiek in de periode 2004-2007: toepassing van areal frame sampling en teledetectie ***I (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot voortzetting van de toepassing van areal frame sampling en teledetectie in de landbouwstatistiek in de periode 2004-2007 en tot wijziging van Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad [COM(2003) 218 — C5-0196/2003 — 2003/0085(COD)] — Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling — Rapporteur: Joseph Daul (A5-0208/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE EN ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0304)

13.   Overeenkomst EG/Oekraïne voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst ter hernieuwing van de overeenkomst voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne [COM(2003) 231 — C5-0242/2003 — 2003/0087(CNS)] — Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie — Rapporteur: Carlos Westendorp y Cabeza (A5-0227/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0305)

14.   Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 — Afdeling VII, Comité van de regio's [2003/2058(BUD)] - Begrotingscommissie — Rapporteur: Per Stenmarck (A5-0241/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0306)

15.   Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-Bendit (stemming)

Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Daniel Marc Cohn-Bendit [2000/2109(IMM)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Klaus-Heiner Lehne (A5-0246/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2003)0307)

16.   Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Camre (stemming)

Verslag over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre [2002/2249(IMM)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Neil MacCormick (A5-0243/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2003)0308)

17.   Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto (stemming)

Verslag over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto [2002/2201(IMM)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: François Zimeray (A5-0248/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

VOORSTEL VOOR EEN BESLUIT

Aangenomen (P5_TA(2003)0309)

18.   Spiegels en aanvullende systemen voor indirect zicht ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van spiegels en aanvullende systemen voor indirect zicht en van voertuigen met deze voorzieningen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG [10880/1/2002 — C5-0169/2003 — 2001/0317(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Giuseppe Gargani (A5-0234/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0310)

19.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag MacCormick — A5-0243/2003: Philip Claeys

20.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Verslag Gargani — A5-0206/2003

één enkele stemming

voor: Juan José Bayona de Perogordo

Verslag Daul — A5-0208/2003

één enkele stemming

voor: Juan José Bayona de Perogordo, Hiltrud Breyer

Verslag MacCormick — A5-0243/2003

één enkele stemming

voor: Juan José Bayona de Perogordo, Hans-Peter Martin, Roseline Vachetta

tegen: Jan Andersson, Göran Färm, Hans Karlsson, Ewa Hedkvist Petersen, Yvonne Sandberg-Fries, Maj Britt Theorin

EINDE VAN DE STEMMINGEN

Het woord wordt gevoerd door Edward H.C. McMillan-Scott die verwijst naar de problematische luchtverbindingen met Straatsburg, waarmee verscheidene leden gisteren weer zijn geconfronteerd en de kwestie van de zetel van het Europees Parlement aan de orde stelt.

Naar aanleiding van deze opmerking wordt het woord over dezelfde kwestie gevoerd door: Elizabeth Lynne, Richard Corbett, John Hume, Dominique Vlasto, Francesco Enrico Speroni, Pervenche Berès, Bruno Gollnisch, Jean-Louis Bourlanges, Hugues Martin en Christopher Heaton-Harris.

(De vergadering wordt om 13.00 uur onderbroken en om 15.05 uur hervat.)

VOORZITTER: Catherine LALUMIÈRE

Ondervoorzitter

21.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Gérard Onesta en Eurig Wyn hebben laten weten dat zij tijdens de vergadering van 30 juni 2003 weliswaar aanwezig waren, maar dat hun naam niet op de presentielijst staat.

Om technische redenen staan de namen van Marcin Libicki en Adam Biela niet vermeld op de presentielijst van de waarnemers.

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

22.   Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***II — Genetisch gemodificeerde organismen (GGO) ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders [5204/3/2003 — C5-0133/2003 — 2001/0173(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Karin Scheele (A5-0202/2003)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG [15798/1/2002 — C5-0131/2003 — 2001/0180(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Antonios Trakatellis (A5-0204/2003)

Karin Scheele leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Antonios Trakatellis leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door David Byrne (lid van de Commissie), Margot Wallström (lid van de Commissie), Renate Sommer, namens de PPE-DE-Fractie, Torben Lund, namens de PSE-Fractie, Chris Davies, namens de ELDR-Fractie, Jonas Sjöstedt, namens de GUE/NGL-Fractie, Hiltrud Breyer, namens de Verts/ALE-Fractie, Mauro Nobilia, namens de UEN-Fractie, Jean-Louis Bernié, namens de EDD-Fractie, Dominique F.C. Souchet, niet-ingeschrevene, Françoise Grossetête, Robert Goebbels, Frédérique Ries, Ioannis Patakis, Jillian Evans, Bent Hindrup Andersen, Jean-Claude Martinez, Caroline F. Jackson, Dagmar Roth-Behrendt, Jules Maaten, Arlette Laguiller, Danielle Auroi, Ria G.H.C. Oomen-Ruijten, Anne Ferreira, Erik Meijer, Patricia McKenna, Horst Schnellhardt, David Robert Bowe, Marie Anne Isler Béguin en Marialiese Flemming.

VOORZITTER: Gerhard SCHMID

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Dorette Corbey, Inger Schörling, Emilia Franziska Müller, Karin Scheele, Caroline Lucas, David Byrne en Margot Wallström.

Het woord wordt gevoerd door Hiltrud Breyer voor een persoonlijk feit naar aanleiding van de woorden van Horst Schnellhardt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: woensdag, 12.00 uur

23.   Versterking van de Europese farmaceutische industrie in het belang van de patiënten — actievoorstellen (mededeling van de Commissie)

Mededeling van de Commissie — Versterking van de Europese farmaceutische industrie in het belang van de patiënten — actievoorstellen

Erkki Liikanen (lid van de Commissie) en David Byrne (lid van de Commissie) leggen een verklaring af.

Volgens de „catch the eye”-procedure stelt Dagmar Roth-Behrendt een vraag die door Erkki Liikanen wordt beantwoord.

Het woord wordt gevoerd door Armonia Bordes om een verklaring af te leggen. Het woord wordt gevoerd door Didier Rod en Anne Ferreira die de Commissie vragen stellen welke Erkki Erkki Liikanen beantwoordt.

Dorette Corbey stelt een vraag aan de Commissie die Erkki Erkki Liikanen en David Byrne beantwoorden. Gérard Caudron stelt een vraag aan de Commissie die David Byrne beantwoordt. Carlos Lage stelt een vraag aan de Commissie die Erkki Erkki Liikanen beantwoordt. Imelda Mary Read stelt een vraag aan de Commissie die David Byrne beantwoordt.

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

De „catch the eye”-procedure wordt gesloten.

24.   Vragenuur (vragen aan de Commissie)

Het Parlement behandelt een reeks vragen aan de Commissie (B5-0098/2003).

Eerste deel

De Voorzitter deelt mede dat vraag 30 in het tweede deel wordt behandeld om door de heer Lamy te kunnen worden beantwoord.

Vraag 31 van Carlos Lage: Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid en stabiliteitsprincipe.

Franz Fischler (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Carlos Lage.

Vraag 32 van Proinsias De Rossa: EU-steun aan het Internationaal Programma voor afschaffing van kinderarbeid van de IAO.

Poul Nielson (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Proinsias De Rossa.

Tweede deel

Vraag 33 van Camilo Nogueira Román: De stand van de associatie tussen Mercosul en de Europese Unie gezien de nieuwe politieke situatie in Brazilië en Argentinië. De economische betrekkingen met beide landen.

Pascal Lamy (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Camilo Nogueira Román.

Vraag 34 van Bernd Posselt: Handel met het zuiden van Afrika.

Pascal Lamy beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Bernd Posselt, John Purvis en Carlos Lage.

Vraag 35 van Glenys Kinnock: WTO — TRIPS.

Pascal Lamy beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Glenys Kinnock.

Vraag 36 van Juan José Bayona de Perogordo: Oneerlijke concurrentie van invoer uit China.

Pascal Lamy beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Juan José Bayona de Perogordo, José Manuel García-Margallo y Marfil en Malcolm Harbour.

Vraag 30 van Christos Zacharakis: Schending van de internationale rechtsregels door Turkije en het risico van een ernstig ongeval met een passagiersvliegtuig in het Griekse luchtruim.

Het woord wordt gevoerd door John Purvis voor een beroep op het Reglement.

Pascal Lamy beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Christos Zacharakis.

Vraag 37 is ingetrokken.

Vraag 38 van Lennart Sacrédeus: Belastinggeld van een lidstaat voor abortussen bij burgers uit andere EU-landen.

Frits Bolkestein (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Lennart Sacrédeus.

Vraag 39 van Antonios Trakatellis: Toewijzing van overheidsopdrachten aan de hand van een mathematische formule: vervalsing van de mededingingsregels.

Frits Bolkestein beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Antonios Trakatellis.

Vraag 40 van Elly Plooij-van Gorsel: Beginsel van billijke compensatie.

Frits Bolkestein beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Elly Plooij-van Gorsel en Astrid Thors.

Vraag 41 van Patricia McKenna: Rapid Alert Notifications.

David Byrne (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Patricia McKenna.

Vraag 42 is niet ontvankelijk, aangezien het onderwerp ervan reeds op de agenda staat (Bijlage II, A, 2 van het Reglement).

Vraag 43 van John Purvis: Kosten-batenanalyse van de identificatie en registratie van schapen en geiten.

David Byrne beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van John Purvis.

Vraag 44 van María Izquierdo Rojo: Een onverantwoordelijke stijging van het aantal gevallen van „gekke koeien”-ziekte in Spanje.

David Byrne beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van María Izquierdo Rojo.

De vragen die wegens tijdgebrek niet aan de orde zijn gekomen, zullen schriftelijk worden beantwoord.

Het vragenuur aan de Commissie wordt gesloten.

(De vergadering wordt om 19.20 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Gérard ONESTA

Ondervoorzitter

25.   Vermelding van ingrediënten van levensmiddelen ***II — Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***I — Verbod op het gebruik van stoffen met hormonale werking en met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten in de veehouderij ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen [15514/2/2002 — C5-0080/2003 — 2001/0199(COD)] — Commissie ENVI — Rapporteur: Christa Klaß (A5-0191/2003)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen [COM(2002) 662 — C5-0577/2002 — 2002/0274(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: María del Pilar Ayuso González (A5-0216/2003)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten [14502/1/2002 — C5-0079/2003 — 2000/0132(COD)] — Commissie ENVI — Rapporteur: Karl Erik Olsson (A5-0201/2003)

Christa Klaß leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

María del Pilar Ayuso González leidt haar verslag in.

Karl Erik Olsson leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door David Byrne (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Astrid Lulling, namens de PPE-DE-Fractie, Béatrice Patrie, namens de PSEFractie, Marit Paulsen, namens de ELDR-Fractie, Alexander de Roo, namens de Verts/ALE-Fractie, Nicole Thomas-Mauro, namens de UEN-Fractie, Eija-Riitta Anneli Korhola, Torben Lund, Horst Schnellhardt, David Byrne, Christa Klaß, die haar vraag aan de Commissie herhaalt en David Byrne die de vraag beantwoordt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: woensdag, 12.00 uur

26.   Verpakking en verpakkingsafval ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval [14843/1/2002 — C5-0082/2003 — 2001/0291(COD)] — Commissie ENVI — Rapporteur: Dorette Corbey (A5-0200/2003)

Dorette Corbey leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Margot Wallström (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door María del Pilar Ayuso González, namens de PPE-DE-Fractie, Riitta Myller, namens de PSE-Fractie, Marit Paulsen, namens de ELDR-Fractie, Laura González Álvarez, namens de GUE/NGL-Fractie, Patricia McKenna, namens de Verts/ALE-Fractie, Johannes (Hans) Blokland, namens de EDDFractie, Caroline F. Jackson, Ralf Walter, Karl-Heinz Florenz, David Robert Bowe, Ria G.H.C. Oomen-Ruijten, Avril Doyle, Eija-Riitta Anneli Korhola, Emilia Franziska Müller en Margot Wallström.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 11 van de notulen van 2 juli 2003

27.   Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad [15792/1/2002 — C5-0135/2003 — 2001/0245(COD)] — Commissie ENVI — Rapporteur: Jorge Moreira Da Silva (A5-0207/2003)

Jorge Moreira Da Silva leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Margot Wallström (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Karl-Heinz Florenz, namens de PPE-DE-Fractie, Dorette Corbey, namens de PSE-Fractie, Chris Davies, namens de ELDR-Fractie, Esko Olavi Seppänen, namens de GUE/NGL-Fractie, Alexander de Roo, namens de Verts/ALE-Fractie, Ria G.H.C. Oomen-Ruijten, Bernd Lange, Laura González Álvarez, Cristina García-Orcoyen Tormo, Riitta Myller, Peter Liese, Rolf Linkohr, Avril Doyle, Eija-Riitta Anneli Korhola, Margot Wallström en Alexander de Roo, die de Commissie een vraag stelt welke Margot Wallström beanwoordt.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 12 van de notulen van 2 juli 2003

28.   Toevoeging van water en eiwitten aan kippenvlees (Mondelinge vraag met debat)

Mondelinge vraag van Paul A.A.J.G. Lannoye, Caroline Lucas, Alexander de Roo, namens de Verts/ALEFractie, aan de Commissie over de toevoeging van water en eiwitten aan kippenvlees (B5-0099/2003)

Alexander de Roo licht de mondelinge vraag toe.

David Byrne (lid van de Commissie) beantwoordt.

Het woord wordt gevoerd door Phillip Whitehead, namens de PSE-Fractie, Diana Wallis, namens de ELD-RFractie, en David Byrne.

Het debat wordt gesloten.

29.   Overlegprocedure (begroting 2004) (debat)

Verslag over de begroting voor 2004 met het oog op de overlegprocedure voorafgaand aan de eerste lezing door de Raad [2003/2027(BUD)] — Begrotingscommissie — Rapporteur: Jan Mulder (A5-0240/2003)

Jan Mulder leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Michaele Schreyer (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Johan Van Hecke (rapporteur voor advies van de Commissie AFET), Albert Jan Maat (rapporteur voor advies van de Commissie AGRI), Brigitte Langenhagen (rapporteur voor advies van de Commissie PECH), Salvador Garriga Polledo, namens de PPE-DE-Fractie, Ralf Walter, namens de PSE-Fractie, Kyösti Tapio Virrankoski, namens de ELDR-Fractie, Joaquim Miranda, namens de GUE/NGL-Fractie, Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie, en Brigitte Langenhagen, laatstgenoemde over de woorden van Ralf Walter.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 18 van de notulen van 3 juli 2003

30.   Uitvoering van de begroting 2003 (debat)

Verslag over de begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingen [2003/2026(BUD)] — Begrotingscommissie — Rapporteur: Göran Färm (A5-0233/2003)

Göran Färm leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Michaele Schreyer (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Markus Ferber, namens de PPE-DE-Fractie, en Kyösti Tapio Virrankoski, namens de ELDR-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 19 van de notulen van 3 juli 2003

31.   Handel in kinderen en kindsoldaten (debat)

Ontwerpresolutie over de handel in kinderen en kindsoldaten — Commissie ontwikkelingssamenwerking (B5-0320/2003)

Marie-Arlette Carlotti licht de ontwerpresolutie toe.

Het woord wordt gevoerd door Glyn Ford en Michaele Schreyer (lid van de Commissie).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: woensdag, 12.00 uur

32.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (PE 332.957/OJME).

33.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 00.35 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Guido Podestà

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Abitbol, Ahern, Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Baltas, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bautista Ojeda, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Bernié, Berthu, Bertinotti, Bethell, Beysen, Bigliardo, Blak, Blokland, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, van den Bos, Boselli, Boudjenah, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bowis, Bradbourn, Breyer, Brie, Brienza, Brok, Brunetta, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cappato, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Caveri, Celli, Cercas, Cerdeira Morterero, Cesaro, Ceyhun, Chichester, Philip Claeys, Clegg, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Cossutta, Raffaele Costa, Coûteaux, Cox, Crowley, Cunha, Cushnahan, van Dam, Daul, Davies, De Clercq, Decourrière, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Dührkop Dührkop, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Dybkjær, Ebner, Echerer, Elles, Eriksson, Esclopé, Ettl, Jillian Evans, Jonathan Evans, Färm, Farage, Fatuzzo, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferreira, Ferrer, Ferri, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Folias, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Garaud, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garot, Garriga Polledo, Gasòliba i Böhm, de Gaulle, Gawronski, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, González Álvarez, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Hoff, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, Hughes, Huhne, van Hulten, Hume, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Imbeni, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Karamanou, Karas, Karlsson, Katiforis, Kaufmann, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kronberger, Kuckelkorn, Kuhne, Kuntz, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lavarra, Lechner, Lehne, Leinen, Linkohr, Lipietz, Lisi, Lombardo, Lucas, Ludford, Lulling, Lund, Lynne, Maat, Maaten, McCarthy, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Maij-Weggen, Malliori, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marini, Marinos, Markov, Marques, Marset Campos, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martinez, Martínez Martínez, Mastella, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennea, Mennitti, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Moreira Da Silva, Morgantini, Morillon, Emilia Franziska Müller, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Musotto, Mussa, Musumeci, Myller, Napoletano, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, Nisticò, Nobilia, Nogueira Román, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Onesta, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Paisley, Pannella, Papayannakis, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Roy Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Piétrasanta, Pirker, Piscarreta, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Poli Bortone, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Procacci, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Raymond, Read, Redondo Jiménez, Ribeiro e Castro, Ridruejo, Ries, Riis-Jørgensen, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rocard, Rod, Rodríguez Ramos, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Rovsing, Rübig, Rühle, Ruffolo, Rutelli, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandbæk, Sanders-ten Holte, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sbarbati, Scallon, Scapagnini, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schroedter, Schulz, Schwaiger, Segni, Seppänen, Sichrovsky, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sommer, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Sousa Pinto, Speroni, Staes, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Terrón i Cusí, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Tsatsos, Turchi, Turco, Turmes, Uca, Vachetta, Vairinhos, Valdivielso de Cué, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Brempt, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varaut, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vattimo, Veltroni, van Velzen, Vermeer, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vinci, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen.

Waarnemers

Bagó Zoltán, Balla Mihály, Balsai István, Bastys Mindaugas, Bekasovs Martijans, Beneš Miroslav, Biela Adam, Bielan Adam, Bobelis Kazys Jaunutis, Bonnici Josef, Brejc Mihael, Christodoulidis Doros, Chronowski Andrzej, Chrzanowski Zbigniew, Ciemniak Grażyna, Cilevičs Boriss, Cybulski Zygmunt, Czinege Imre, Demetriou Panayiotis, Didžiokas Gintaras, Drzęźla Bernard, Ekert Milan, Ékes József, Fajmon Hynek, Fazakas Szabolcs, Fenech Antonio, Filipek Krzysztof, Gałażewski Andrzej, Gawłowski Andrzej, Germič Ljubo, Giertych Maciej, Gruber Attila, Grzebisz-Nowicka Zofia, Grzyb Andrzej, Gyürk András, Hegyi Gyula, Holáň Vilém, Horvat Franc, Kamiński Michał Tomasz, Kāposts Andis, Kelemen András, Kiršteins Aleksandrs, Kļaviņš Paulis, Kłopotek Eugeniusz, Klukowski Wacław, Kolář Robert, Kósá Kovács Magda, Kowalska Bronisława, Kozlík Sergej, Kreitzberg Peeter, Kriščiūnas Kęstutis, Kroupa Daniel, Kuzmickas Kęstutis, Kvietkauskas Vytautas, Lachnit Petr, Landsbergis Vytautas, Laštůvka Vladimír, Lepper Andrzej, Lewandowski Janusz Antoni, Libicki Marcin, Liepina Liene, Lisak Janusz, Litwiniec Bogusław, Lydeka Arminas, Macierewicz Antoni, Maldeikis Eugenijus, Mallotová Helena, Manninger Jenő, Matsakis Marios, Mavrou Eleni, Oleksy Józef, Őry Csaba, Ouzký Miroslav, Palečková Alena, Pasternak Agnieszka, Pęczak Andrzej, Peterle Alojz, Pieniążek Jerzy, Pīks Rihards, Plokšto Artur, Podgórski Bogdan, Podobnik Janez, Pospíšil Jiří, Pusz Sylwia, Reiljan Janno, Rouček Libor, Rutkowski Krzysztof, Savi Toomas, Sefzig Luděk, Smorawiński Jerzy, Surján László, Svoboda Pavel, Szabó Zoltán, Szájer József, Szczygło Aleksander, Szent-Iványi István, Tabajdi Csaba, Tomaka Jan, Tomczak Witold, Vaculík Josef, Valys Antanas, Vareikis Egidijus, Vastagh Pál, Vella George, Vėsaitė Birutė, Wenderlich Jerzy, Widuch Marek, Wikiński Marek, Winiarczyk-Kossakowska Małgorzata, Wiśniowska Genowefa, Wojciechowski Janusz, Zahradil Jan, Żenkiewicz Marian.


BIJLAGE 1

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf/lid

artikel

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden *

Verslag: CORBETT (A5-0128/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

stemming over het verzoek om terugverwijzing naar de commissie

 

+

art. 144, lid 1

De stemming over het Commissievoorstel heeft op 13 mei 2003 plaatsgevonden.

2.   Europees Milieuagentschap en Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing in briefvorm (C5-0274/2003)

Betreft

Opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

goedgekeurd

3.   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing in briefvorm (C5-0275/2003)

Betreft

Opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

goedgekeurd

4.   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing in briefvorm (C5-0276/2003)

Betreft

Opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

goedgekeurd

5.   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing in briefvorm (C5-0277/2003)

Betreft

Opmerkingen

goedkeuring zonder stemming

goedgekeurd

6.   Toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen ***I

Verslag: GARGANI (A5-0206/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

545, 3, 11

Verzoeken om hoofdelijke stemming:

PPE-DE eindstemming

7.   Inspectie en verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) ***I

Verslag: GARGANI (A5-0205/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

8.   Landbouwstatistiek in de periode 2004-2007: toepassing van areal frame sampling en teledetectie ***I

Verslag: DAUL (A5-0208/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

537, 4, 22

Verzoeken om hoofdelijke stemming:

PPE-DE eindstemming

9.   Overeenkomst EG/Oekraïne voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied *

Verslag: WESTENDORP Y CABEZA (A5-0227/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

10.   Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003

Verslag: STENMARCK (A5-0241/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

11.   Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-Bendit

Verslag: LEHNE (A5-0246/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: ontwerpbesluit (als geheel)

 

+

 

12.   Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Camre

Verslag: MacCORMICK (A5-0243/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: ontwerpbesluit (als geheel)

HS

+

492, 48, 18

Verzoeken om hoofdelijke stemming

GUE/NGL: eindstemming

13.   Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto

Verslag: ZIMERAY (A5-0248/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Stemming: ontwerpbesluit (als geheel)

 

+

 

14.   Spiegels en aanvullende systemen voor indirect zicht ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: GARGANI (A5-0234/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

art 2

2

PPE-DE

 

+

 

1

commissie

 

 


BIJLAGE II

UITSLAG VAN DE HOOFDELIJKE STEMMINGEN

Verslag Gargani A5-0206/2003

Geheel

Voor: 545

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Caveri, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, de Gaulle, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Beazley, Berend, Bethell, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Decourrière, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Boselli, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Berlato, Bigliardo, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Ahern, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Celli, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 3

EDD: Booth, Farage, Titford

Onthoudingen: 11

EDD: Abitbol, Coûteaux, Kuntz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gobbo, Speroni, Turco

PPE-DE: Costa Raffaele

Verslag Daul A5-0208/2003

Geheel

Voor: 537

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Caveri, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Beazley, Berend, Bethell, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Decourrière, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Martens, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Boselli, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Berlato, Bigliardo, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 4

EDD: Booth, Coûteaux, Farage, Titford

Onthoudingen: 22

EDD: Kuntz

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Korakas, Laguiller, Patakis

NI: Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Lang, Martinez, Speroni, Stirbois, Turco

Verslag MacCormick A5-0243/2003

Besluit

Voor: 492

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Coûteaux, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Caveri, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Di Lello Finuoli, Korakas, Manisco, Markov, Patakis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, de Gaulle, Gobbo, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Atkins, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bethell, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bowis, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cesaro, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Decourrière, De Mita, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans Jonathan, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langen, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, McMillan-Scott, Maij-Weggen, Mann Thomas, Marini, Marinos, Marques, Martens, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Nisticò, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schierhuber, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Boselli, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Dührkop Dührkop, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hughes, van Hulten, Hume, Iivari, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Kindermann, Kinnock, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McCarthy, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Ruffolo, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Veltroni, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Berlato, Bigliardo, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Ahern, Auroi, Bautista Ojeda, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Flautre, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 48

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Dybkjær, Sørensen

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Krivine, Laguiller, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

PPE-DE: Gil-Robles Gil-Delgado

PSE: Keßler, Kuhne, Lund, Thorning-Schmidt

Onthoudingen: 18

EDD: Booth, Farage, Titford

GUE/NGL: Vachetta

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Costa Raffaele, Hermange, Lombardo, Martin Hugues, Valdivielso de Cué, de Veyrinas, Vlasto

PSE: Ford, Whitehead

UEN: Camre

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Hudghton, Schörling


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2003)0298

Europees Milieuagentschap en Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk ***II

Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (8239/1/2003 — C5-0274/2003 — 2002/0169(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het gemeenschappelijk standpunt wordt goedgekeurd. Het besluit wordt derhalve geacht dienovereenkomstig te zijn vastgesteld.

P5_TA(2003)0299

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid ***II

Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (8240/1/2003 — C5-0275/2003 — 2002/0179(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het gemeenschappelijk standpunt wordt goedgekeurd. Het besluit wordt derhalve geacht dienovereenkomstig te zijn vastgesteld.

P5_TA(2003)0300

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart ***II

Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1592/2002 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van de burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (8241/1/2003 — C5-0276/2003 — 2002/0181(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het gemeenschappelijk standpunt wordt goedgekeurd. Het besluit wordt derhalve geacht dienovereenkomstig te zijn vastgesteld.

P5_TA(2003)0301

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid ***II

Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (8242/1/2003 — C5-0277/2003 — 2002/0182(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het gemeenschappelijk standpunt wordt goedgekeurd. Het besluit wordt derhalve geacht dienovereenkomstig te zijn vastgesteld.

P5_TA(2003)0302

Laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) (COM(2002) 530 — C5-0444/2002 — 2002/0231(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 530 (1)),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0444/2002),

gelet op de artikelen 67, 89 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0206/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2003)0303

Inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) (COM(2002) 529 — C5-0445/2002 — 2002/0233(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 529) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0445/2002),

gelet op de artikelen 67, 89 en 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0205/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2003)0304

Areal frame sampling en teledetectie in de landbouwstatistiek ***I

Ontwerpwetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot voortzetting van de toepassing van areal frame sampling en teledetectie in de landbouwstatistiek in de periode 2004-2007 en tot wijziging van Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 218 — C5-0196/2003 — 2003/0085(COD)

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 218) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 285 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0196/2003),

gelet op artikel 67 en artikel 158, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A5-0208/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2003)0305

Overeenkomst EG/Oekraïne voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van een overeenkomst ter hernieuwing van de Overeenkomst voor samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied tussen de Europese Gemeenschap en Oekraïne (COM(2003) 231 — C5-0242/2003 — 2003/0087(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 231) (1),

gelet op artikel 170, lid 2, juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0242/2003),

gelet op de artikelen 67, 97, lid 7 en 158, lid 1, van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie (A5-0227/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten en van Oekraïne.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TA(2003)0306

Gewijzigde begroting nr. 2/2003

Resolutie van het Europees Parlement over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 — Afdeling VII — Comité van de regio's (10177/2003 — C5-0280/2003 — 2003/2058(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag en artikel 177 van het Euratom-Verdrag,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1), en met name op de artikelen 37 en 38 daarvan,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, definitief vastgesteld op 19 december 2002 (2),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (3),

gezien het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 bij de begroting voor 2003, door de Commissie ingediend op 31 maart 2003 (SEC(2003) 423),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2000, door de Raad opgesteld op 16 juni 2003 (10177/2003 — C5-0280/2003),

gelet op artikel 92 en Bijlage IV van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A5-0241/2003),

A.

overwegende dat het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 voorziet in de opneming op de begroting voor 2003 van het Comité van de regio's (Afdeling VII) van een bedrag van 350 000 EUR om de deelname, vanaf juli 2003, van de 95 waarnemers van de kandidaat-lidstaten aan de plenaire vergaderingen mogelijk te maken,

B.

overwegende dat dit bedrag zou neerkomen op een belangrijke verhoging van de kredieten op begrotingsartikel 251 (Vergaderkosten van vertegenwoordigers van de kandidaat-lidstaten), die daardoor zullen stijgen van 70 000 EUR naar 420 000 EUR,

C.

overwegende dat het Comité van de regio's het niet noodzakelijk heeft geacht voor deze kredieten een verzoek in te dienen tijdens de begrotingsprocedure voor het begrotingsjaar 2003,

D.

overwegende dat er enige speelruimte voor overschrijvingen is binnen de totale begroting voor 2003 van het Comité van de regio's,

1.

is ingenomen met de door de Raad in het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2003 aangebrachte wijziging;

2.

heeft besloten geen begrotingsamendementen in te dienen en in te stemmen met het ontwerp van gewijzigde begroting van de Raad;

3.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en het Comité van de regio's.


(1)  PB L 248 van 16.9.2002.

(2)  PB L 54 van 28.2.2003.

(3)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

P5_TA(2003)0307

Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Cohn-Bendit

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Daniel Marc Cohn-Bendit (2000/2109(IMM))

Het Europees Parlement,

gezien het verzoek om opheffing van de immuniteit van Daniel Cohn-Bendit van 23 maart 2000, dat op 23 maart 2000 door de bevoegde Duitse autoriteiten werd toegezonden en van de ontvangst waarvan op van de op 14 april 2000 ter plenaire vergadering kennis werd gegeven,

gelet op artikel 10 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van 8 april 1965 alsmede op artikel 4, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

gezien de aanvullende informatie die de bevoegde autoriteiten op 18 juli 2002 en 27 januari 2003 hebben doen toekomen, naar aanleiding van de verzoeken daartoe van de bevoegde commissie van 29 juni 2000 en 3 december 2002,

gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

gelet op artikel 46 van de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland,

gelet op de artikelen 6 en 6 bis van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0246/2003),

1.

besluit de immuniteit van Daniel Cohn-Bendit niet op te heffen;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn commissie onverwijld te doen toekomen aan de officier van justitie bij het Landgericht Frankfurt am Main.


(1)  Zie jurisprudentie van het Hof 1964, blz. 407, zaak 101/63 (Wagner/Fohrmann en Krier) en jurisprudentie 1986, blz. 2403, zaak 149/85 (Wybot/Faure).

P5_TA(2003)0308

Verzoek om opheffing van de immuniteit van de heer Camre

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre (2002/2249(IMM))

Het Europees Parlement,

gezien het aan het Parlement voorgelegde verzoek om opheffing van de immuniteit van Mogens N.J. Camre, dat op 30 oktober 2002 werd ingediend door de Deense minister van Europese zaken, en van de ontvangst waarvan op 18 november 2002 ter plenaire vergadering kennis werd gegeven,

gelet op artikel 10 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen van 8 april 1965 alsmede op artikel 4, lid 2 van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

gelet op de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

gelet op artikel 57 van de grondwet van het Koninkrijk Denemarken,

gelet op artikelen 6 en 6 bis. van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0243/2003),

1.

besluit de immuniteit van Mogens N.J. Camre niet op te heffen;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn commissie onverwijld te doen toekomen aan Deense minister van Europese zaken voor overdracht aan de bevoegde autoriteit.


(1)  Zie jurisprudentie van het Hof 1964, blz. 407, zaak 101/63 (Wagner/Fohrmann en Krier) en jurisprudentie 1986, blz. 2403, zaak 149/85 (Wybot/Faure).

P5_TA(2003)0309

Verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto

Besluit van het Europees Parlement over het verzoek om verdediging van de immuniteit en de voorrechten van de heer Musotto (2002/2201(IMM))

Het Europees Parlement,

gezien het verzoek van de heer Musotto van 29 augustus 2002, medegedeeld op de plenaire vergadering van 2 september 2002, om verdediging van zijn parlementaire immuniteit naar aanleiding van een strafrechtelijke procedure die tegen hem is aangespannen bij een Italiaanse gerechtelijke instantie,

gelet op artikel 10 van het Protocol van 8 april 1965 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen en artikel 4, lid 2, van de Akte van Brussel van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in de Vergadering door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen,

gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 1964 en 10 juli 1986 (1),

gelet op de artikelen 6 en 6 bis van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0248/2003),

A.

overwegende dat de heer Francesco Musotto bij de vijfde Europese verkiezingen van 10 t/m 13 juni 1999 is verkozen tot lid van het Europees Parlement en dat zijn geloofsbrieven als lid op 13 december 1999 door het Europees Parlement zijn onderzocht (2),

B.

overwegende dat het Europees Parlement bijeenkomt gedurende een zittingsperiode van vijf aaneensluitende jaarlijkse zittingen (3),

C.

overwegende dat de huidige zitting van het Europees Parlement op 8 maart 2004 afloopt en dat de volgende op 9 maart 2004 begint (4), en dat het huidige Europees Parlement in functie blijft tot 19 juli 2004,

D.

overwegende dat tegen de leden van het Europees Parlement geen opsporing kan plaatsvinden en dat zij niet kunnen worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem, die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht (5),

E.

overwegende dat, tijdens de zittingsduur van het Europees Parlement, de leden op hun eigen grondgebied de immuniteiten genieten welke aan de leden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend en dat op deze immuniteit kan geen beroep worden gedaan in geval van ontdekking op heterdaad, terwijl zij evenmin kan verhinderen dat het Europees Parlement het recht uitoefent de immuniteit van een van zijn leden op te heffen (6),

F.

overwegende dat, gelet op de doelstelling ervan, de artikelen 9 en 10 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen in die zin uitgelegd moeten worden dat de bepalingen ervan in werking treden zodra de resultaten van de Europese verkiezingen zijn bekendgemaakt,

1.

besluit de immuniteit van de heer Francesco Musotto te verdedigen;

2.

verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van de Commissie juridische zaken en interne markt onmiddellijk te doen toekomen aan het parket generaal van de rechtbank van Caltanissetta in het kader van de strafrechtelijke procedure nr. 1020/99 R.G.N.R.


(1)  Cf. Jurisprudentie van het Hof, 1964, blz. 397, zaak 101/63 (Wagner/Fohrmann en Krier) en Jur. 1986, blz. 2403, zaak 149/85 (Wybot/Faure).

(2)  Besluit van het Europees Parlement inzake het onderzoek van de geloofsbrieven naar aanleiding van de vijfde rechtstreekse algemene verkiezing van het Europees Parlement (PB C 296 van 18.10.2000, blz. 93).

(3)  Artikel 3 en artikel 10 van de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen en zaak 149/85 (Wybot/Edgar Faure).

(4)  Artikel 196 van het EG-Verdrag.

(5)  Artikel 9 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten.

(6)  Artikel 10 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten.

P5_TA(2003)0310

Inrichtingen voor indirect zicht ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (10880/1/2002 — C5-0169/2003 — 2001/0317(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (10880/1/2002 — C5-0169/2003),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 811) (2),

gelet op artikel 251, lid 2, van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0234/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 88.

(2)  PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 225.

P5_TC2-COD(2001)0317

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 1 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 71/127/EEG van de Raad van 1 maart 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende achteruitkijkspiegels van motorvoertuigen (4) is goedgekeurd als een van de bijzondere richtlijnen van de typegoedkeuringsprocedure die is vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (5). De bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG inzake voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden zijn derhalve op Richtlijn 71/127/EEG van toepassing.

(2)

De huidige voorschriften, in het bijzonder die voor de categorieën N2, N3, M2 en M3 zijn ontoereikend gebleken ten aanzien van het gezichtsveld aan de zijkant en de voor- en achterzijde van het voertuig. Om dit bezwaar te ondervangen moet een uitbreiding van het gezichtsveld worden voorgeschreven.

(3)

Gezien de opgedane ervaring en de huidige stand van de techniek kunnen bepaalde voorschriften van Richtlijn 71/127/EEG nu worden uitgebreid om de verkeersveiligheid te vergroten en toe te staan dat naast spiegels andere technologieën worden gebruikt.

(4)

Omdat de huidige bepalingen op vele punten ingrijpend moeten worden gewijzigd, is het raadzaam Richtlijn 71/127/EEG in te trekken en door deze richtlijn te vervangen. Aangezien de procedures met betrekking tot de typegoedkeuring en de overeenstemming van de productie in Richtlijn 70/156/EEG zijn opgenomen, is opname in deze richtlijn overbodig.

(5)

De bijlagen bij Richtlijn 70/156/EEG moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn heeft tot doel de voorschriften inzake de type-goedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en voertuigen met deze inrichtingen te harmoniseren.

Deze voorschriften staan in de bijlagen bij deze richtlijn.

In deze richtlijn wordt onder „voertuig” verstaan ieder motorvoertuig zoals gedefinieerd in deel A van bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG.

Artikel 2

1.   Met ingang van ... (6) mogen de lidstaten:

niet weigeren een EG-typegoedkeuring of een nationale typegoedkeuring voor een voertuig of een inrichting voor indirect zicht te verlenen;

de verkoop, de registratie of het voor de eerste maal in het verkeer brengen van voertuigen of inrichtingen voor indirect zicht niet verbieden,

om redenen die verband houden met de inrichtingen voor indirect zicht, indien deze voertuigen of inrichtingen voor indirect zicht aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen.

2.   Met ingang van ... (6) verlenen de lidstaten geen EG-typegoedkeuring voor een nieuw type voertuig om redenen die verband houden met de inrichtingen voor indirect zicht of voor een nieuw type inrichting voor indirect zicht, indien niet aan de voorschriften van deze richtlijn wordt voldaan.

Deze termijn wordt evenwel 12 maanden uitgesteld ten aanzien van de voorschriften betreffende klasse VIvooruitkijkspiegels als onderdeel en de op voertuigen gemonteerde versie daarvan.

3.   Met ingang van ... (7) verbieden de lidstaten de nationale typegoedkeuring voor ieder nieuw type voertuig om redenen die verband houden met de inrichtingen voor indirect zicht, indien niet aan de voorschriften van deze richtlijn wordt voldaan.

Deze termijn wordt evenwel 12 maanden uitgesteld ten aanzien van de voorschriften betreffende klasse VIvooruitkijkspiegels als onderdeel en de op voertuigen gemonteerde versie daarvan.

4.   Met ingang van ... (8), voor voertuigen van de categorieën M1 en N1, en met ingang van ... (9), voor voertuigen van andere categorieën:

beschouwen de lidstaten de certificaten van overeenstemming die nieuwe voertuigen overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG vergezellen, als ongeldig voor de toepassing van artikel 7, lid 1, van genoemde richtlijn;

verbieden de lidstaten de verkoop, de registratie of het voor de eerste maal in het verkeer brengen van voertuigen

om redenen in verband met de inrichting voor indirect zicht, indien de voertuigen niet aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen.

5.   Met ingang van ... (10), voor voertuigen van de categorieën M1 en N1, en met ingang van ... (11), voor voertuigen van andere categorieën, geldt het voorschrift van deze richtlijn in verband met de inrichting voor indirect zicht als onderdeel, voor de toepassing van artikel 7, lid 2, van Richtlijn 70/156/EEG.

6.    Onverminderd de leden 2 en 5 moeten de lidstaten voor onderdelen de EG-typegoedkeuring blijven verlenen en de verkoop en het voor de eerste maal in het verkeer brengen van onderdelen of technische eenheden die bedoeld zijn om te worden gebruikt in voertuigtypen die vóór ... (11) krachtens Richtlijn 71/127/EEG zijn goedgekeurd en eventuele daaropvolgende uitbreidingen van deze goedkeuringen, blijven toestaan.

7.   Onverminderd lid 3, mogen de lidstaten een nationale typegoedkeuring blijven verlenen voor ieder nieuw type geleed klasse I-voertuig van de categorieën M2 en M3, zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.1.1.1, van Richtlijn 2001/85/EG (12), dat samengesteld is uit ten minste drie vaste gelede delen die niet voldoen aan de voorschriften van deze Richtlijn, voor zover wordt voldaan aan de voorschriften voor het gezichtsveld van de bestuurder bedoeld in bijlage III, punt 5, van deze richtlijn.

8.     De bepalingen van deze richtlijn dienen voorts bij te dragen tot het vaststellen van een hoog niveau van bescherming in de context van de internationale harmonisatie van wetgeving op dit gebied. De Commissie dient derhalve zo spoedig mogelijk na vaststelling van deze richtlijn een voorstel in bij het Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, met als doel de bepalingen van UNECE-verordening nr. 46 in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze richtlijn.

Artikel 3

Uiterlijk op ... (10) voert de Commissie een uitvoerige studie uit om na te gaan of de bij deze richtlijn ingevoerde wijzigingen een positief effect hebben gehad op de verkeersveiligheid en in het bijzonder op de veiligheid van voetgangers, fietsers en andere kwetsbare verkeersdeelnemers. Op grond van de bevindingen stelt de Commissie zo nodig aanvullende wettelijke maatregelen voor om het indirecte gezichtsveld verder te verbeteren.

Artikel 4

Richtlijn 70/156/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

in bijlage I wordt punt 9.9 vervangen door:

Image

Image

2)

in bijlage III wordt punt 9.9 vervangen door:

Image

3)

bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

deel I, punt 8, van de tabel wordt vervangen door:

„Onderwerp

Richtlijn

Publicatie-blad

Toepasselijkheid

 

 

 

M1

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

...

8.

Inrichtingen voor indirect zicht

.../.../EG

L ... van .../.../...

X

X

X

X

X

X”

 

 

 

 

in deel I, punt 8, wordt „Achteruitkijkspiegels” vervangen door „inrichtingen voor indirect zicht”;

indeel II, punt 8, wordt „Achteruitkijkspiegels” vervangen door „inrichtingen voor indirect zicht”;

4)

in punt 8 van de aanhangsels 1 en 2 van bijlage XI wordt „Achteruitkijkspiegels” vervangen door „inrichtingen voor indirect zicht”.

Artikel 5

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechterlijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... (13) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6

Richtlijn 71/127/EEG wordt met ingang van ... (14) ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn moeten als verwijzingen naar deze richtlijn worden beschouwd en overeenkomstig de in bijlage IV opgenomen concordantietabel worden geïnterpreteerd.

Artikel 7

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

voor het Europees Parlement

de Voorzitter

voor de Raad

de Voorzitter


(1)  PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 225.

(2)  PB C 149 van 21.6.2002, blz. 5.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 9 april 2002 ( PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 88 ), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 8 april 2003 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en standpunt van het Europees Parlement van 1 juli 2003.

(4)  PB L 68 van 22.3.1971, blz. 1. Richtlijn zoals laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.

(5)  PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn zoals laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(6)  12 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(7)  24 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(8)  72 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(9)  36 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(10)  72 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(11)  36 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(12)  Richtlijn 2001/85/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2001 betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan 8 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en van Richtlijn 97/27/EG (PB L 42 van 13.2.2002, blz. 1).

(13)  12 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(14)  72 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE

LIJST VAN DE BIJLAGEN

Bijlage I

Definities en administratieve bepalingen voor EG-typegoedkeuring

Aanhangsel 1

Inlichtingenformulier — EG-typegoedkeuring voor een inrichting voor indirect zicht

Aanhangsel 2

Model van de EG-typegoedkeuringsverklaring (onderdeel) voor een inrichting voor indirect zicht

Aanhangsel 3

Inlichtingenformulier — EG-typegoedkeuring voor een voertuig

Aanhangsel 4

Model van de EG-typegoedkeuringsverklaring voor een voertuig met betrekking tot de montage van inrichtingen voor indirect zicht

Aanhangsel 5

EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk

Aanhangsel 6

Methode voor de bepaling van punt H en verificatie van de punten R en H ten opzichte van elkaar

Bijlage II

Bijzonderheden van de constructie en de tests voor de EG-onderdeeltypegoedkeuring voor een inrichting voor indirect zicht

Aanhangsel 1

Methode voor het bepalen van de kromtestraal „r” van het spiegeloppervlak

Aanhangsel 2

Beproevingsmethode om de reflectiecoëfficiënt te bepalen

Bijlage III

Voorschriften voor de montage van spiegels en aanvullende systemen voor indirect zicht op voertuigen

Aanhangsel

Bepaling van de waarnemingsafstand

Bijlage IV

Concordantietabel zoals bedoeld in artikel 6

BIJLAGE I

DEFINITIES EN ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VOOR EG-TYPEGOEDKEURING

1.   DEFINITIES

1.1.

Onder „inrichting voor indirect zicht” wordt verstaan een inrichting om het aan het voertuig grenzende gebied waar te nemen dat niet rechtstreeks kan worden waargenomen. Dit kan een gewone spiegel zijn, een camera-monitor, of een andere inrichting die de bestuurder informatie over het indirecte gezichtsveld geeft.

1.1.1.

Onder „spiegel” wordt verstaan een inrichting die tot doel heeft om binnen de in punt 5 van bijlage III voorgeschreven gezichtsvelden een duidelijk zicht aan de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het voertuig te verschaffen, met uitzondering van inrichtingen zoals periscopen.

1.1.1.1.

Onder „binnenspiegel” wordt verstaan een inrichting als omschreven in punt 1.1 die in de binnenruimte van een voertuig kan worden gemonteerd.

1.1.1.2.

Onder „buitenspiegel” wordt verstaan een inrichting als omschreven in punt 1.1 die op een gedeelte van het buitenoppervlak van een voertuig kan worden gemonteerd.

1.1.1.3.

Onder „hulpspiegel” wordt verstaan een andere dan de in punt 1.1.1 omschreven spiegel, die bestemd is om in de binnenruimte of op het buitenoppervlak van een voertuig te worden gemonteerd en die andere dan de in punt 5 van bijlage III voorgeschreven gezichtsvelden moet verschaffen.

1.1.1.4.

Onder „r” wordt verstaan het gemiddelde van de kromtestralen gemeten over het spiegeloppervlak volgens de in punt 2 van aanhangsel 1 van bijlage II beschreven methode.

1.1.1.5.

Onder „hoofdkromtestralen op een punt van het spiegeloppervlak (ri)” worden de met behulp van de in aanhangsel 1 van bijlage II beschreven apparatuur verkregen waarden verstaan, gemeten op de boog van het spiegeloppervlak, gaande door het midden van dit oppervlak en evenwijdig aan lijnstuk b, zoals omschreven in punt 2.2.1 van bijlage II en op de boog loodrecht op dit lijnstuk.

1.1.1.6.

Onder „kromtestraal op een punt van het spiegeloppervlak (rp)” wordt verstaan het rekenkundig gemiddelde van de hoofdkromtestralen ri en ri, namelijk:

Formula

1.1.1.7.

Onder „sferisch oppervlak” wordt verstaan een oppervlak dat in alle richtingen een constante en gelijke straal heeft.

1.1.1.8.

Onder „asferisch oppervlak” wordt verstaan een oppervlak dat slechts in een vlak een constante straal heeft.

1.1.1.9.

Onder „asferische spiegel” wordt verstaan een spiegel bestaande uit een sferisch en een asferisch deel, waarbij de overgang van het spiegeloppervlak van het sferische in het asferische deel moet worden aangegeven. De kromming van de hoofdas van de spiegel wordt als volgt gedefinieerd in het x/y-coördinatensysteem van het sferische primaire segment:

Formula

R

:

nominale straal in het sferische deel

k

:

constante voor de verandering van de kromming

a

:

constante voor de sferische omvang van het sferische primaire segment

1.1.1.10.

Onder „midden van het spiegeloppervlak” wordt verstaan het midden van het zichtbare gebied van het spiegeloppervlak.

1.1.1.11.

Onder „afrondingsstraal van de samenstellende delen van de spiegel” wordt verstaan de straal „c” van de cirkelboog die het meest overeenkomt met de afgeronde vorm van het betrokken deel.

1.1.1.12.

Onder „oogpunten van de bestuurder” worden twee 65 mm van elkaar liggende punten verstaan die zich 635 mm verticaal boven het punt R van de bestuurderszitplaats bevinden, zoals omschreven in aanhangsel 6 van deze bijlage. De rechte lijn door deze punten staat loodrecht op het verticale vlak door de lengteas van het voertuig. Het midden van het lijnstuk dat de oogpunten verbindt, ligt in het verticale vlak in de lengterichting door het midden van de door de fabrikant aangegeven bestuurderszitplaats.

1.1.1.13.

Onder „ambinoculair gezichtsveld” wordt verstaan het totale gezichtsveld dat wordt verkregen door overlapping van de monoculaire gezichtsvelden van het linker- en rechteroog (zie de onderstaande figuur 1).

Image

1.1.1.14.

Onder „klasse spiegel” worden alle inrichtingen verstaan die een of meer kenmerken of functies gemeen hebben. Zij worden als volgt ingedeeld:

klasse I: „binnenspiegels”, waarmee het in punt 5.1 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen;

klassen II en III: „buitenspiegels, zogenoemde hoofdspiegels”, waarmee de in de punten 5.2 en 5.3 van bijlage III voorgeschreven gezichtsvelden worden verkregen;

klasse IV: „buitenspiegels, zogenoemde breedtespiegels”, waarmee het in punt 5.4 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen;

klasse V: „buitenspiegels, zogenoemde trottoirspiegels”, waarmee het in punt 5.5 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen;

klasse VI: „vooruitkijkspiegels”, waarmee het in punt 5.6 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen.

1.1.2.

Onder „camera-beeldscherminrichting voor indirect zicht” wordt verstaan een inrichting als omschreven in punt 1.1 waarbij het gezichtsveld wordt verkregen door middel van een combinatie van een camera en een beeldscherm als omschreven in de punten 1.1.2.1 en 1.1.2.2.

1.1.2.1.

Onder „camera” wordt verstaan een toestel dat door een lens een beeld van de buitenwereld op een lichtgevoelige elektronische detector weergeeft en dit beeld vervolgens in een videosignaal omzet.

1.1.2.2.

Onder „beeldscherm” wordt verstaan een toestel dat een videosignaal omzet in beelden, die in het zichtbare spectrum worden weergegeven.

1.1.2.3.

Onder „waarneming” wordt verstaan het vermogen op een bepaalde afstand een object van de achtergrond of omgeving ervan te onderscheiden.

1.1.2.4.

Onder „luminantiecontrast” wordt verstaan de verhouding tussen de helderheid van een object en die van zijn directe achtergrond of omgeving, waardoor het object van de achtergrond of omgeving kan worden onderscheiden.

1.1.2.5.

Onder „scheidend vermogen” wordt verstaan het kleinste detail dat met een waarnemingssysteem kan worden onderscheiden, dat wil zeggen afzonderlijk van een groter geheel kan worden waargenomen. Het scheidend vermogen van het menselijk oog wordt omschreven als „gezichtsscherpte”.

1.1.2.6.

Onder „kritisch object” wordt verstaan een rond object met een diameter D0 = 0,8 m (1).

1.1.2.7.

Onder „kritische waarneming” wordt verstaan het waarnemingsniveau dat het menselijk oog onder uiteenlopende omstandigheden over het algemeen bereikt. In het verkeer bedraagt de grenswaarde voor kritische waarneming 8 boogminuten van de gezichtshoek.

1.1.2.8.

Onder „gezichtsveld” wordt verstaan het deel van de driedimensionale ruimte waarin een kritisch object door de inrichting voor indirect zicht zodanig kan worden waargenomen dat het kan worden weergegeven. Dit is gebaseerd op het zicht op grondniveau dat een inrichting biedt en kan mogelijk worden beperkt op basis van de toepasselijke maximale waarnemingsafstand van de inrichting.

1.1.2.9.

Onder „waarnemingsafstand” wordt verstaan de op grondniveau gemeten afstand van de projectie van het oogreferentiepunt tot het uiterste punt waarop een kritisch object nog juist kan worden waargenomen (net binnen de grenswaarde voor kritische waarneming).

1.1.2.10.

Onder „kritisch gezichtsveld” wordt verstaan het gebied waarin een kritisch object door een inrichting voor indirect zicht moet worden waargenomen en dat wordt gedefinieerd door een hoek en een of meer waarnemingsafstanden.

1.1.2.11.

Onder „oogreferentiepunt” wordt verstaan het punt ten opzichte van het voertuig waaraan het voorgeschreven gezichtsveld gerelateerd is. Dit punt wordt gevormd door de projectie op de grond van het snijpunt van een vertikaal vlak dat zich tussen de oogpunten van de bestuurder bevindt en een vlak, 20 cm buiten het voertuig, dat evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig.

1.1.2.12.

Onder „zichtbaar spectrum” wordt verstaan het licht waarvan de golflengte binnen de voor het menselijk oog waarneembare grenzen valt: 380-780 nm.

1.1.3.

Onder „andere inrichting voor indirect zicht” wordt verstaan een inrichting als omschreven in punt 1.1 waarbij het gezichtsveld niet door middel van een spiegel voor indirect zicht of een camera-beeldscherminrichting voor indirect zicht wordt verkregen.

1.1.4.

Onder „type inrichting voor indirect zicht” worden verstaan inrichtingen die wat de onderstaande essentiële kenmerken betreft onderling niet verschillen:

ontwerp van de inrichting, met inbegrip van de bevestiging aan de carrosserie, voorzover dit van belang is;

in geval van spiegels: klasse, vorm, afmetingen en kromtestraal van het spiegeloppervlak;

in geval van camera-monitorinrichtingen: de waarnemingsafstand en het waargenomen bereik.

1.2.

Onder „voertuigen van de categorieën M1, M2, M3, N1, N2, N3” worden de voertuigen verstaan zoals omschreven in bijlage II, deel A, van Richtlijn 70/156/EEG.

1.2.1.

Onder „type voertuig wat het indirect zicht betreft” worden motorvoertuigen verstaan die, wat onderstaande essentiële kenmerken betreft, onderling geen verschillen vertonen:

1.2.1.1.

type inrichtingen voor indirect zicht

1.2.1.2.

de kenmerken van de carrosserie die het gezichtsveld beperken;

1.2.1.3.

de coördinaten van punt R;

1.2.1.4.

de voorgeschreven plaatsen en typen goedkeuringsmerken van de verplichte en (indien gemonteerd) de facultatieve inrichtingen voor indirect zicht.

2.   AANVRAAG VOOR EG-ONDERDEELTYPEGOEDKEURING VAN EEN INRICHTING VOOR INDIRECT ZICHT

2.1.

De aanvraag voor de EG-onderdeeltypegoedkeuring voor een inrichting voor indirect zicht moet door de fabrikant worden ingediend.

2.2.

Een afschrift van het inlichtingenformulier staat in aanhangsel 1 bij deze bijlage.

2.3.

Aanvragen voor alle typen inrichtingen voor indirect zicht gaan vergezeld van:

2.3.1.

voor spiegels, vier proefstukken: drie voor beproevingsdoeleinden en een extra exemplaar dat door het laboratorium voor eventueel later onderzoek wordt bewaard. Op verzoek van het laboratorium kunnen nog meer exemplaren worden verlangd;

2.3.2.

voor andere inrichtingen voor indirect zicht: één proefstuk van elk onderdeel.

3.   OPSCHRIFTEN

Op de exemplaren van een type spiegel of inrichting voor indirect zicht, andere dan spiegels, die voor EG-onderdeeltypegoedkeuring worden aangeboden, moet duidelijk en onuitwisbaar het fabrieks- of handelsmerk van de aanvrager aangebracht zijn en moet voldoende plaats zijn voor het EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk; deze plaats moet op de in de punt 1.2.1.2 van aanhangsel 1 bij deze bijlage genoemde tekeningen worden aangegeven.

4.   AANVRAAG VOOR EG-TYPEGOEDKEURING VOOR EEN VOERTUIG MET BETREKKING TOT DE MONTAGE VAN INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT

4.1.

De aanvraag voor de EG-typegoedkeuring voor een voertuig met betrekking tot een inrichting voor indirect zicht moeten door de fabrikant worden ingediend.

4.2.

Een afschrift van het inlichtingenformulier staat in aanhangsel 3 bij deze bijlage.

4.3.

Aanvragen voor alle typen voertuigen gaan vergezeld van:

4.3.1.

een voor het type representatief voertuig, dat zo nodig wordt gekozen in overleg met de technische afdeling die voor de uitvoering van de test verantwoordelijk is.

5.   EG-ONDERDEELTYPEGOEDKEURING

5.1.

Indien aan de toepasselijke voorschriften is voldaan, wordt de EG-onderdeeltypegoedkeuring verleend en wordt er voor elke spiegel of inrichting voor indirect zicht, andere dan spiegels, overeenkomstig bijlage VII van Richtlijn 70/156/EEG, een onderdeeltypegoedkeuringsnummer toegekend.

5.2.

Dit nummer wordt aan geen enkel ander type inrichting voor indirect zicht toegekend.

5.3.

Het model van de EG-typegoedkeuringsverklaring staat in aanhangsel 2 bij deze bijlage.

6.   MARKERING

Alle inrichtingen voor indirect zicht die overeenkomen met een type waarvoor krachtens deze richtlijn een onderdeeltypegoedkeuring is verleend, moeten van een EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk zijn voorzien, zoals bepaald in aanhangsel 5.

7.   EG-TYPEGOEDKEURING VAN VOERTUIGEN

7.1.

Wanneer aan de toepasselijke voorschriften is voldaan, wordt voor elk type voertuig de EGtypegoedkeuring van voertuigen verleend.

7.2.

Een model van de EG-typegoedkeuringsverklaring staat in aanhangsel 4 bij deze bijlage.

7.3.

Aan elk voertuig wordt een typegoedkeuringsnummer toegekend, overeenkomstig bijlage VII van Richtlijn 70/156/EEG. Een lidstaat mag hetzelfde nummer niet aan een ander voertuigtype toekennen.

8.   WIJZIGING VAN DE TYPEN EN DE GOEDKEURINGEN

8.1.

Op wijzigingen van krachtens deze Richtlijn verleende typegoedkeuring voor voertuigen of inrichtingen voor indirect zicht, is artikel 5, van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.

9.   OVEREENSTEMMING VAN PRODUCTIE (VOERTUIGEN EN ONDERDELEN)

9.1.

De maatregelen met het oog op het garanderen van de overeenstemming van productie, worden genomen overeenkomstig artikel 10, van Richtlijn 70/156/EEG.


(1)  Een systeem voor indirect zicht is bedoeld om relevante verkeersdeelnemers waar te nemen. De relevantie van een verkeersdeelnemer is afhankelijk van zijn of haar positie en (mogelijke) snelheid. Van de reeks voetganger, fietser, bromfietser is de omvang min of meer evenredig met de snelheid. Wat de waarneming betreft is een bromfietser (D = 0,8) op 40 m afstand gelijk aan een voetganger (D = 0,5) op 25 m afstand. Vanwege de snelheid wordt een bromfietser als criterium voor de waarnemingsomvang genomen; daarom wordt een object met een omvang van 0,8 m gebruikt om de waarnemingsprestaties vast te stellen.

Aanhangsel 1

Image

Image

Aanhangsel 2

Model van de EG-onderdeeltypegoedkeuringsverklaring voor een inrichting voor indirect zicht

Image

Image

Aanhangsel 3

Image

Image

Aanhangsel 4

Model van een EG-typegoedkeuringsverklaring voor een voertuig met betrekking tot de montage van inrichtingen voor indirect zicht

Image

Image

Aanhangsel 5

EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk

1.   ALGEMEEN

1.1.

Het EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk bestaat uit een rechthoek met daarin een kleine letter „e”, gevolgd door het nummer van de lidstaat die de onderdeeltypegoedkeuring heeft verleend: 1 voor Duitsland, 2 voor Frankrijk, 3 voor Italië, 4 voor Nederland, 5 voor Zweden, 6 voor België, 9 voor Spanje, 11 voor het Verenigd Koninkrijk, 12 voor Oostenrijk, 13 voor Luxemburg, 17 voor Finland, 18 voor Denemarken, 21 voor Portugal, 23 voor Griekenland en 24 voor Ierland. Ook omvat dit merk het EG-onderdeeltypegoedkeuringsnummer, dat in de nabijheid van de rechthoek moet zijn aangebracht. Dit nummer wordt gevormd door het onderdeeltypegoedkeuringsnummer dat voorkomt op het voor het type ingevulde goedkeuringsformulier (zie aanhangsel 3), voorafgegaan door twee cijfers die het volgnummer aangeven van de meest recente wijziging van deze richtlijn op de datum waarop de EG-onderdeeltypegoedkeuring is verleend. Het volgnummer en het onderdeeltypegoedkeuringsnummer worden gescheiden door een sterretje. In deze richtlijn is het volgnummer 03.

1.2.

Het EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk wordt aangevuld met het symbool I, II, III, IV, V of VI ter specificatie van de klasse van de spiegel, of met het symbool S indien het een andere inrichting voor indirect zicht dan een spiegel betreft. Dit aanvullende symbool moet worden aangebracht op een geschikte plaats in de nabijheid van de rechthoek waarin de letter „e” is geplaatst.

1.3.

Het EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk en het aanvullende symbool moeten onuitwisbaar op een hoofdbestanddeel van de spiegel of de inrichting, anders dan een spiegel, voor indirect zicht worden aangebracht en moeten ook duidelijk zichtbaar zijn wanneer de spiegel of de inrichting voor indirect zicht op het voertuig is gemonteerd.

2.   VOORBEELDEN VAN HET EG-ONDERDEELTYPEGOEDKEURINGSMERK

2.1.

Hieronder zijn vijf voorbeelden gegeven van EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerken met het aanvullende symbool.

Voorbeelden van EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerken met het aanvullende symbool

Voorbeeld 1

Image

De spiegel met bovenstaand EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk behoort tot klasse I (binnenspiegels) en is in Frankrijk (e2) goedgekeurd onder nummer 03*3500.

Voorbeeld 2

Image

De spiegel met bovenstaand EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk behoort tot klasse II (buitenspiegels, zogenoemde hoofdspiegels) en is in Nederland (e4) goedgekeurd onder nummer 03*1870.

Voorbeeld 3

Image

De spiegel met bovenstaand EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk behoort tot klasse V (buitenspiegels, zogenoemde trottoirspiegels) en is in Griekenland (e23) goedgekeurd onder nummer 03*3901.

Voorbeeld 4

Image

a>= 6 mm

De spiegel met bovenstaand EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk behoort tot klasse IV (buitenspiegels, zogenoemde breedtespiegels) en is in Italië (e3) goedgekeurd onder nummer 03*1248.

Voorbeeld 5

Image

Uitleg:

De inrichting voor indirect zicht met bovenstaand EG-onderdeeltypegoedkeuringsmerk is een inrichting voor indirect zicht (S), andere dan een spiegel en is in Nederland (e4) goedgekeurd onder nummer 03*3002.

Aanhangsel 6

Methode voor de bepaling van punt h en verificatie van de punten r en h ten opzichte van elkaar

De desbetreffende gedeelten van bijlage III bij Richtlijn 77/649/EEG (1) zijn van toepassing.


(1)  Richtlijn 77/649/EEG van de Raad van 27 september 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het zichtveld van de bestuurder van motorvoertuigen (PB L 267 van 19.10.1977, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/630/EEG van de Commissie (PB L 341 van 6.12.1990, blz. 20).

BIJLAGE II

ONTWERPVOORSCHRIFTEN EN PROEVEN VOOR DE EG-ONDERDEELTYPEGOEDKEURING VOOR INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT

A.   SPIEGELS

1.   ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

1.1.

Alle spiegels moeten verstelbaar zijn.

1.2.

De rand van het spiegeloppervlak moet gevat zijn in een beschermende behuizing (houder enz.) waarbij de waarde van „c” over de gehele omtreklijn op ieder punt en in alle richtingen ten minste 2,5 mm moet bedragen. Indien het spiegeloppervlak buiten de beschermende behuizing uitsteekt, moet de afrondingsstraal „c” aan de rand die buiten de behuizing uitsteekt, ten minste 2,5 mm bedragen en moet het spiegeloppervlak, wanneer op het ten opzichte van de behuizing meest uitstekende punt in horizontale richting en nagenoeg evenwijdig aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig een kracht van 50 N wordt uitgeoefend, in de behuizing terugtreden.

1.3.

Bij een op een vlak oppervlak gemonteerde spiegel moeten, ongeacht de stand van de spiegel, alle delen ervan, inclusief de delen die na de proef vermeld in punt 4.2 aan de steun bevestigd blijven, die onder statische omstandigheden kunnen worden geraakt door een bolvormig lichaam met een diameter van 165 mm bij binnenspiegels, of met een diameter van 100 mm bij buitenspiegels, een afrondingsstraal „c” van ten minste 2,5 mm hebben.

1.3.1.

Randen van bevestigingsgaten of uitsparingen met een diameter of grootste diagonaal van minder dan 12 mm behoeven niet aan de eisen van punt 1.3 te voldoen op voorwaarde dat zij afgerond zijn.

1.4.

De inrichting waarmee de spiegel aan het voertuig is bevestigd moet zodanig zijn ontworpen dat een cilinder met een straal van 70 mm, waarvan de as wordt gevormd door de draaiingsas of een van de draaiingsassen c.q. scharnieringsassen bij het wegklappen van de spiegel in de beschouwde richting als gevolg van een stoot, althans gedeeltelijk het oppervlak snijdt waarop de spiegel is bevestigd.

1.5.

De delen van buitenspiegels bedoeld in de punten 1.2 en 1.3 die zijn vervaardigd van een materiaal met een Shore A-hardheid van ten hoogste 60, behoeven niet aan de desbetreffende voorschriften te voldoen.

1.6.

Ingeval op een stijve steun delen van binnenspiegels zijn gemonteerd die vervaardigd zijn van een materiaal met een Shore A-hardheid van minder dan 50, gelden de voorschriften van de punten 1.2 en 1.3 alleen voor deze steun.

2.   AFMETINGEN

2.1.

Binnenspiegels (klasse I)

Het spiegeloppervlak moet van zodanige afmetingen zijn dat hierin een rechthoek past waarvan een zijde gelijk is aan 40 mm en de andere aan „a” mm, waarbij:

Formula

(r = de kromtestraal).

2.2.

Buitenspiegels, zogenoemde hoofdspiegels (klassen II en III)

2.2.1.

Het spiegeloppervlak moet van zodanige afmetingen zijn dat hierin:

een rechthoek past met een hoogte van 40 mm en met een basis die, gemeten in mm, de waarde „a” heeft,

een lijnstuk past, evenwijdig aan de hoogte van de rechthoek, waarvan de lengte, uitgedrukt in mm, de waarde „b” heeft.

2.2.2.

De minimumwaarden van „a” en „b” zijn in onderstaande tabel aangegeven:

Klasse achteruitkijkspiegel

a

[mm]

b

[mm]

II

Formula

200

III

Formula

70

2.3.

Buitenspiegels, zogenoemde breedtespiegels (klasse IV)

De omtrek van het spiegeloppervlak moet een eenvoudige geometrische vorm hebben en de afmetingen ervan moeten zodanig zijn dat, zo nodig in combinatie met een buitenspiegel van klasse II, het in punt 5.4 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen.

2.4.

Buitenspiegels, zogenoemde trottoirspiegels (klasse V)

De omtrek van het spiegeloppervlak moet een eenvoudige geometrische vorm hebben en de afmetingen ervan moeten zodanig zijn dat het in punt 5.5 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen.

2.5.

Vooruitkijkspiegels (klasse VI)

De omtrek van het spiegeloppervlak moet een eenvoudige geometrische vorm hebben en de afmetingen ervan moeten zodanig zijn dat het in punt 5.6 van bijlage III voorgeschreven gezichtsveld wordt verkregen.

3.   SPIEGELOPPERVLAK EN REFLECTIECOËFFICIËNTEN

3.1.

Het spiegeloppervlak moet vlak of sferisch-convex zijn. Aan buitenspiegels mogen asferische delen worden toegevoegd op voorwaarde dat de hoofdspiegel aan de voorschriften voor het indirecte gezichtsveld voldoet.

3.2.

Verschillen tussen de kromtestralen van spiegels

3.2.1.

Het verschil tussen ri of r'i en rp mag op elk referentiepunt niet meer dan 0,15 r bedragen.

3.2.2.

Het verschil tussen elk van de kromtestralen (rp1, rp2, en rp3) en r mag niet meer dan 0,15 r bedragen.

3.2.3.

Indien r ten minste 3 000 mm bedraagt, wordt de in de punten 3.2.1 en 3.2.2 vermelde waarde 0,15 r vervangen door 0,25 r.

3.3.

Voorschriften voor de asferische delen van spiegels

3.3.1.

Asferische spiegels moeten een zodanige omvang en vorm hebben dat zij de bestuurder nuttige informatie kunnen verschaffen. Gewoonlijk betekent dit dat de breedte op ieder punt minimaal 30 mm moet bedragen.

3.3.2.

De kromtestraal ri van het asferische deel mag niet minder dan 150 mm bedragen.

3.4.

De waarde van „r” van sferische spiegels mag:

3.4.1.

bij binnenspiegels (klasse I) niet minder bedragen dan 1 200 mm;

3.4.2.

bij hoofdspiegels (klassen II en III) niet minder bedragen dan 1 200 mm;

3.4.3.

„bij buitenspiegels, zogenoemde breedtespiegels” (klasse IV) en trottoirspiegels (klasse V) niet minder bedragen dan 300 mm;

3.4.4.

bij vooruitkijkspiegels (klasse VI) niet minder bedragen dan 200 mm.

3.5.

De normale reflectiecoëfficiënt, gemeten volgens de methode van aanhangsel 1 van deze bijlage, mag niet minder dan 40 % bedragen.

Indien de reflectiegraad van het spiegeloppervlak kan worden gewijzigd, moet het in de dagstand mogelijk zijn de kleuren van de in het wegverkeer gebruikelijke tekens te onderkennen. De normale reflectiecoëfficiënt in de nachtstand mag niet minder dan 4 % bedragen.

3.6.

Het spiegeloppervlak moet bij normaal gebruik ook na langdurig aan ongunstige weersinvloeden te zijn blootgesteld, de in punt 3.5 voorgeschreven eigenschappen behouden.

4.   PROEVEN

4.1.

De spiegels worden aan de in de punt 4.2 beschreven proeven onderworpen.

4.1.1.

De in punt 4.2 beschreven proef is niet vereist voor buitenspiegels waarvan, ongeacht de gekozen stand, geen enkel deel zich op minder dan 2 m van de grond bevindt indien het voertuig tot zijn maximum toelaatbare massa is belast.

Bovenstaande uitzondering geldt eveneens wanneer de bevestigingsdelen van de spiegels (bevestigingsplaten, armen, scharnieren enz.) zich op minder dan 2 m van de grond bevinden en niet buiten de totale breedte van het voertuig uitsteken. Deze breedte wordt gemeten in het verticale dwarsvlak door de laagst geplaatste bevestigingsdelen van de spiegel of door een ander punt dat vóór dit vlak is gelegen, wanneer dit een grotere totale breedte geeft.

In deze gevallen moet de fabrikant een beschrijving verstrekken waarin wordt vermeld dat de spiegel zodanig moet worden gemonteerd dat de plaatsing van de bevestigingsdelen op het voertuig voldoet aan hetgeen hierboven is voorgeschreven.

Indien van deze uitzonderingsclausule gebruik wordt gemaakt, moet het volgende symbool onuitwisbaar op de spiegelarm worden aangebracht:

Formula

en moet dit tevens op het typegoedkeuringsformulier worden vermeld.

4.2.

Slagproef

De in punt 4.2 beschreven proef hoeft niet te worden uitgevoerd voor inrichtingen die in de carrosserie van het voertuig zijn opgenomen en aan de voorzijde een afketsend gedeelte hebben dat een hoek van niet meer dan 45° met het verticale vlak door de lengteas van het voertuig maakt en voor inrichtingen die volgens de definitie van Richtlijn 74/483/EEG niet meer dan 100 mm buiten de carrosserie van het voertuig uitsteken.

4.2.1.

Beschrijving van de beproevingsinrichting

4.2.1.1.

De beproevingsinrichting bestaat uit een slinger die om twee loodrecht op elkaar staande horizontale assen kan slingeren, waarvan één loodrecht staat op het vlak waarin de aanvangsbaan van de slinger ligt.

Het uiteinde omvat een hamerkop bestaande uit een harde bol met een diameter van 165 ± 1 mm, bekleed met een 5 mm dikke laag rubber met een Shore A-hardheid 50.

Er is een inrichting aangebracht met behulp waarvan de maximumhoek kan worden gemeten die door de arm in het vlak van de aanvangsbaan van de slingerbeweging wordt beschreven.

De spiegelmonsters worden met een stevig met het frame van de slingerinrichting verbonden steun vastgezet, overeenkomstig de in punt 4.2.2.6 beschreven beproevingsomstandigheden.

In onderstaande figuur 2 zijn de maten van de beproevingsinrichting en bijzonderheden van de constructie aangegeven:

Image

4.2.1.2.

Het middelpunt van percussie van de slinger ligt in het midden van de bol die als hamer dient. Het bevindt zich op een afstand „l”, die gelijk is aan 1 m ± 5 mm, van de slingeras in het vlak van de aanvangsbaan. De gereduceerde massa van de slinger is mo = 6,8 ± 0,05 kg. De verhouding tussen „mo”, de totale massa „m” van de slinger en de afstand „d” tussen het zwaartepunt van de slinger en de rotatieas daarvan, moet aan de volgende formule voldoen:

Formula

4.2.2.

Beschrijving van de proef

4.2.2.1.

De spiegel wordt op de door de fabrikant van de spiegel dan wel, indien van toepassing, door de fabrikant van het voertuig aanbevolen wijze op de steun bevestigd.

4.2.2.2.

Plaatsing van de spiegel voor de proef

4.2.2.2.1.

De spiegels worden zodanig op de beproevingsinrichting geplaatst dat de horizontale en verticale assen zich praktisch in dezelfde positie bevinden als bij een overeenkomstig de door de aanvrager verstrekte voorschriften op een voertuig gemonteerde spiegel.

4.2.2.2.2.

Indien een spiegel ten opzichte van de bevestigingssteun verstelbaar is, moet de proef, binnen de grenzen van de door de aanvrager mogelijk gemaakte instellingen, worden uitgevoerd in de voor het wegklappen meest ongunstige stand.

4.2.2.2.3.

Indien de afstand van de spiegel tot de steun verstelbaar is, moet de spiegel zodanig worden ingesteld dat de afstand tussen de behuizing en de steun zo klein mogelijk is.

4.2.2.2.4.

Indien het spiegeloppervlak in de behuizing kan bewegen, moet de instelling zodanig zijn dat de verst van het voertuig verwijderde bovenhoek zich ten opzichte van de behuizing in de meest uitstekende positie bevindt.

4.2.2.3.

Met uitzondering van proef 2 voor binnenspiegels (zie punt 4.2.2.6.1) moeten, indien de slinger zich in de verticale stand bevindt, het horizontale vlak en het verticale vlak in de lengterichting door het middelpunt van de hamerkop, tevens lopen door het midden van het spiegeloppervlak, zoals omschreven in punt 1.1.1.10 van bijlage I. De lengterichting van de slingerbeweging moet evenwijdig zijn aan het vlak door de lengteas van het voertuig.

V4.2.2.4.

Indien bij een instelling zoals bedoeld in de punten 4.2.2.1 en 4.2.2.2 bepaalde delen van de spiegel de opwaartse beweging van de hamer belemmeren, wordt het trefpunt verschoven in een richting die loodrecht staat op de beschouwde draaiings- of scharnieras.

Deze verplaatsing moet tot het strikt voor de proef noodzakelijke worden beperkt, en wel zodanig dat:

hetzij de bol die de hamerkop begrenst ten minste de in punt 1.4 beschreven cilinder blijft raken;

hetzij het eerste punt waar de hamer de spiegel raakt zich op een afstand van ten minste 10 mm van de omtrek van het spiegeloppervlak bevindt.

4.2.2.5.

Bij de beproeving laat men de hamer vallen van een hoogte die overeenkomt met een hoek van 60° van de slinger met de verticaal, en wel zodanig dat de hamer de spiegel treft op het ogenblik waarop de slinger zijn verticale stand bereikt.

4.2.2.6.

De spiegels worden onder de verschillende hieronder aangegeven omstandigheden beproefd:

4.2.2.6.1.

Binnenspiegels

Proef 1: het trefpunt moet overeenkomen met het bepaalde in punt 4.2.2.3. De slagproef wordt zodanig uitgevoerd dat de hamer de spiegel op het spiegeloppervlak treft.

Proef 2: aan de rand van de beschermende behuizing en wel zodanig dat de spiegel getroffen wordt onder een hoek van 45° ten opzichte van het spiegeloppervlak in een horizontaal vlak door het midden van het spiegeloppervlak. De slag is gericht op het spiegeloppervlak.

4.2.2.6.2.

Buitenspiegels

Proef 1: het trefpunt moet overeenkomen met het bepaalde in punt 4.2.2.3 of 4.2.2.4. De slagproef wordt zodanig uitgevoerd dat de hamer de spiegel op het spiegeloppervlak treft.

Proef 2: het trefpunt moet overeenkomen met het bepaalde in punt 4.2.2.3 of 4.2.2.4. De slagproef wordt zodanig uitgevoerd dat de hamer de spiegel aan de andere zijde dan het spiegeloppervlak treft.

Bij achteruitkijkspiegels van klasse II of III die op een gemeenschappelijke steun zijn gemonteerd met achteruitkijkspiegels van klasse IV, worden de hierboven omschreven proeven op de onderste spiegel uitgevoerd. De met de proeven belaste technische dienst mag echter een of meer van deze proeven tevens op de bovenste spiegel uitvoeren indien deze zich op minder dan 2 m van de grond bevindt.

5.   RESULTATEN VAN DE PROEVEN

5.1.

Bij de in punt 4.2 beschreven proeven moet de slinger na de slag zodanig opwaarts bewegen dat de projectie van de door de arm op de aanvangsbaan van de slinger ingenomen stand een hoek van ten minste 20° met de verticaal maakt. De hoek moet worden gemeten met een nauwkeurigheid van ± 1°.

5.1.1.

Dit voorschrift is niet van toepassing op spiegels die op de voorruit worden gekleefd; hierop moet, na de proef, het in punt 5.2 vastgestelde voorschrift worden toegepast.

5.1.2.

Bij alle [achteruitkijk]spiegels van klasse II en IV, en bij achteruitkijkspiegels van klasse III die op een gemeenschappelijke arm met spiegels van klasse IV zijn gemonteerd, wordt de hoek ten opzichte van de verticaal verminderd van 20° tot 10°.

5.2.

In geval van breuk van de steun van de spiegel tijdens de in punt 4.2 beschreven proeven met spiegels die op de voorruit zijn gekleefd, mag het overblijvende gedeelte niet meer dan 10 mm buiten de voet uitsteken en moet de na de proef overblijvende vorm aan de voorwaarden van punt 1.3 voldoen.

5.3.

Tijdens de in punt 4.2 genoemde proeven mag het spiegeloppervlak niet breken. Breuk van het spiegeloppervlak is echter toegestaan indien aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

5.3.1.

de stukken glas blijven aan de achterkant van de behuizing of aan een daarmee vast verbonden oppervlak vastzitten; een gedeeltelijk loskomen van glas van de achterkant is echter toelaatbaar op voorwaarde dat hierbij 2,5 mm aan weerszijden van het breukvlak niet wordt overschreden. Op het trefpunt mogen kleine splinters van het spiegeloppervlak loskomen;

5.3.2.

het spiegeloppervlak is van veiligheidsglas.

B.   ANDERE INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT DAN SPIEGELS

1.   ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

1.1.

Indien de inrichting voor indirect zicht door de gebruiker moet worden versteld, moet dit zonder gereedschap mogelijk zijn.

1.2.

Indien een inrichting voor indirect zicht uitsluitend het totale voorgeschreven gezichtsveld kan weergeven door het gezichtsveld te scannen, mag het totale proces van scannen, weergeven en in de oorspronkelijke positie terugbrengen niet langer dan 2 seconden duren.

2.   CAMERA-BEELDSCHERMINRICHTING VOOR INDIRECT ZICHT

2.1.

Algemene voorschriften

2.1.1.

Bij een op een vlak oppervlak gemonteerd camera-beeldscherminrichting voor indirect zicht moeten, ongeacht de stand van de inrichting, alle delen ervan die onder statische omstandigheden kunnen worden geraakt door een bolvormig lichaam met een diameter van 165 mm bij beeldschermen, of met een diameter van 100 mm bij camera's, een afrondingsstraal „c” van ten minste 2,5 mm hebben.

2.1.2.

Randen van bevestigingsgaten of uitsparingen met een diameter of grootste diagonaal van minder dan 12 mm behoeven niet aan de eisen van punt 2.1.1 te voldoen op voorwaarde dat zij afgerond zijn.

2.1.3.

Ingeval op een stijve steun delen van de camera en het beeldscherm zijn gemonteerd die vervaardigd zijn van een materiaal met een Shore A-hardheid van minder dan 60, gelden de voorschriften van punt 2.1.1 alleen voor deze steun.

2.2.

Functionele voorschriften

2.2.1.

De camera moet bij weinig zonlicht goed kunnen functioneren. De camera heeft een luminantiecontrast van ten minste 1:3 bij weinig zon buiten het deel van het beeld waar de lichtbron wordt weergegeven (omstandigheden als vastgelegd in EN 12368; 8.4). De lichtbron moet de camera verlichten met een verlichtingsterkte van 40.000 Lx. De hoek tussen de loodlijn van het sensorvlak en de lijn die het middelpunt van de sensor met de lichtbron verbindt, bedraagt 10o.

2.2.2.

Het beeldscherm moet onder verschillende lichtomstandigheden een minimumcontrast bieden als bepaald bij ontwerp-norm ISO/DIS 15008 [2].

2.2.3.

De gemiddelde luminantie van het beeldscherm moet handmatig of automatisch aan de omgevingsomstandigheden kunnen worden aangepast.

2.2.4.

De luminantiecontrastmetingen moeten worden uitgevoerd volgens norm ISO/DIS 15008 uitgevoerd.

3.   ANDERE INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT

Aangetoond moet worden dat de inrichting aan onderstaande voorschriften voldoet.

3.1.

De inrichting moet het zichtbare spectrum waarnemen en dit beeld altijd in het zichtbare spectrum weergeven zonder dat interpretatie nodig is.

3.2.

De werkzaamheid moet gewaarborgd zijn in de gebruiksomstandigheden waarin het systeem in het verkeer wordt gebracht. Afhankelijk van de technologie die wordt gebruikt om beelden te verkrijgen en weer te geven, is punt 2.2 geheel of gedeeltelijk van toepassing. In andere gevallen kan dit worden bereikt door analoog aan punt 2.2 vast te stellen en aan te tonen dat een systeemgevoeligheid wordt gewaarborgd die vergelijkbaar is met of beter is dan hetgeen vereist is en door aan te tonen dat een werkzaamheid wordt gewaarborgd die vergelijkbaar is met of beter is dan hetgeen voor spiegel- of camera-beeldschermsystemen voor indirect zicht vereist is.

Aanhangsel 1

Methode voor het bepalen van de kromtestraal „r” van het spiegeloppervlak

1.   METING

1.1.

Toestel

Er wordt gebruikgemaakt van een „sferometer”, zoals beschreven in figuur 3, met de aangegeven afstanden tussen de voeler van de meetklok en de vaste poten.

1.2.

Meetpunten

1.2.1.

De meting van de hoofdkromtestralen moet worden uitgevoerd op drie punten die zo dicht mogelijk gelegen zijn op een derde, een half en twee derde van de boog van het spiegeloppervlak gaande door het midden van dit oppervlak en evenwijdig aan lijnstuk b, of van de boog gaande door het midden van het spiegeloppervlak loodrecht daarop, indien deze laatste de langste is.

1.2.2.

Indien het echter door de afmetingen van het spiegeloppervlak onmogelijk is metingen te verrichten in de richtingen zoals omschreven in punt 1.1.1.5 van bijlage I, mogen de met de proeven belaste technische diensten metingen op dit punt verrichten in twee loodrecht op elkaar staande richtingen die de hierboven voorgeschreven richtingen zo dicht mogelijk benaderen.

2.   BEREKENING VAN DE KROMTESTRAAL „r”

„r”, uitgedrukt in mm, wordt berekend aan de hand van onderstaande formule:

Formula

waarin:

rp1

=

de kromtestraal op het eerste meetpunt,

rp2

=

de kromtestraal op het tweede meetpunt,

rp3

=

de kromtestraal op het derde meetpunt.

Image

Aanhangsel 2

Beproevingsmethode om de reflectiecoëfficiënt te bepalen

1.   DEFINITIES

1.1.

Standaardlichtsoort A van de CIE (1): colorimetrische lichtsoort, zwarte straler met T68 = 2 855,6 K.

1.2.

Standaardlichtbron A van de CIE (1): met gas gevulde wolfraamlamp met een kleurtemperatuur van T68 = 2 855,6 K.

1.3.

Colorimetrische standaardwaarnemer van de CIE 1931 (1): stralingsontvanger waarvan de colorimetrische kenmerken overeenstemmen met de spectrale trichromatische componenten-

Formula

,

Formula

,

Formula

(zie tabel).

1.4.

Spectrale trichromatische componenten van de CIE (1): trichromatische componenten in het CIEstelsel (XYZ) van de monochromatische elementen van een equi-energiespectrum.

1.5.

Fotopisch zien (1): gezichtsvermogen van een normaal oog dat zich heeft aangepast aan luminantieniveaus van ten minste enkele cd/m2.

2.   APPARATUUR

2.1.

Algemeen

De apparatuur moet een lichtbron, een steun voor het proefstuk, een ontvanger met fotoelektrische cel en een meetinstrument omvatten (zie figuur 4), alsmede de middelen die nodig zijn om het effect van niet van de lichtbron afkomstig licht uit te schakelen.

De ontvanger kan een bol van Ulbricht omvatten om de meting van de reflectiecoëfficiënt van niet-vlakke (convexe) spiegels te vergemakkelijken (zie figuur 5).

2.2.

Spectrumkenmerken van lichtbron en ontvanger

De lichtbron moet bestaan uit een standaardlichtbron A van de CIE verbonden met een optisch systeem waarmee een bundel nagenoeg evenwijdige lichtstralen kan worden verkregen. Aanbevolen wordt een spanningsstabilisator aan te brengen om zo lang het apparaat in werking is een vaste spanning aan de lamp te handhaven.

De ontvanger moet zijn uitgerust met een foto-elektrische cel waarvan de spectrale gevoeligheid evenredig is aan de functie voor de fotopische helderheid van de colorimetrische standaardwaarnemer van de CIE (1931) (zie tabel). Men kan ook een willekeurige andere combinatie van lichtbron-filter-ontvanger gebruiken die globaal een equivalent oplevert van de standaardlichtsoort A van de CIE en fotopisch zien. Indien de ontvanger een bol van Ulbricht omvat, moet het binnenvlak van de bol zijn voorzien van een laag niet-selectieve en (diffunderende) matte witte verf.

2.3.

Opstelling en maten

De bundel invallende stralen moet bij voorkeur een hoek (θ) van 0,44 ± 0,09 rad (25° ± 5°) vormen met de loodlijn op het beproevingsoppervlak; deze hoek mag de tolerantiegrens naar boven, d.w.z. 0,53 rad of 30°, niet overschrijden. De as van de ontvanger moet met deze loodlijn een hoek (θ) vormen die gelijk is aan die van de bundel invallende stralen met de loodlijn (zie figuur 4). De invallende bundel moet bij het bereiken van het beproevingsoppervlak een diameter van ten minste 13 mm hebben. De weerkaatste bundel mag niet breder zijn dan het gevoelige oppervlak van de foto-elektrische cel, mag niet minder dan 50 % van dit oppervlak bestrijken en moet, indien mogelijk, hetzelfde gedeelte van het oppervlak bestrijken als de voor het kalibreren van het instrument gebruikte bundel.

Indien de ontvanger een bol van Ulbricht omvat, moet de diameter van deze bol ten minste 127 mm bedragen. De openingen die in de wand van de bol zijn aangebracht voor het proefstuk en de invallende bundel moeten groot genoeg zijn om de invallende en weerkaatste lichtbundel volledig door te laten. De foto-elektrische cel moet zodanig zijn aangebracht dat deze niet rechtstreeks is blootgesteld aan het licht van de invallende of van de weerkaatste bundel.

2.4.

Elektrische kenmerken van de combinatie cel-meetinstrument

Het op het meetinstrument afgelezen vermogen van de foto-elektrische cel moet een lineaire functie zijn van de lichtsterkte van het lichtgevoelige oppervlak. Er moeten (elektrische en/of optische) middelen voor de nulstelling en de kalibrering zijn. Deze middelen mogen niet van invloed zijn op de lineariteit of de spectrumkenmerken van het instrument. De nauwkeurigheid van de combinatie ontvanger-meetinstrument moet, naargelang van wat de kleinste waarde vertegenwoordigt, ± 2 % van de volledige schaal of ± 10 % van de gemeten waarde bedragen.

2.5.

Steun van het proefstuk

Het moet mogelijk zijn het proefstuk zodanig te plaatsen dat de as van de arm van de lichtbron en die van de arm van de ontvanger elkaar ter hoogte van het spiegeloppervlak kruisen. Dit spiegeloppervlak kan zich binnen de proefspiegel bevinden of aan weerszijden hiervan, naargelang het een spiegel met één of twee vlakken of een prismatische spiegel van het „flip”-type betreft.

3.   METHODE

3.1.

Methode voor directe kalibrering

Bij de methode voor directe kalibrering wordt de lucht als referentienorm gebruikt. Deze methode is van toepassing op instrumenten die zodanig zijn vervaardigd dat een kalibrering tot 100 % van de schaal mogelijk is, waarbij de ontvanger rechtstreeks in de as van de lichtbron wordt geplaatst (zie figuur 4).

In bepaalde gevallen (bv. om oppervlakken met geringe reflectiecoëfficiënt te meten) kan het wenselijk zijn bij deze methode uit te gaan van een tussenliggend kalibreringspunt (tussen 0 en 100 % van de schaal). Dan moet in de optische baan een filter met neutrale dichtheid en bekende doorlatingsfactor worden geplaatst en moet het kalibreringssysteem zodanig worden ingesteld dat het meetinstrument het doorlatingspercentage aanwijst dat overeenkomt met de filter met neutrale dichtheid. Deze filter moet worden verwijderd alvorens tot de metingen van de reflectiecoëfficiënt over te gaan.

3.2.

Methode voor indirecte kalibrering

Deze kalibreringsmethode is van toepassing op instrumenten waarvan lichtbron en ontvanger een vaste geometrische vorm hebben. Hiervoor is een deugdelijk gekalibreerde en onderhouden reflectienorm vereist. Deze norm is bij voorkeur een vlakke achteruitkijkspiegel waarvan de reflectiecoëfficiënt zo dicht mogelijk die van de proefstukken benadert.

3.3.

Meting bij een vlakke spiegel

De reflectiecoëfficiënt van proefstukken van een vlakke spiegel kan worden gemeten met behulp van instrumenten die gebruikmaken van de directe of indirecte kalibreringsmethode. De waarde van de reflectiecoëfficiënt wordt rechtstreeks op de wijzerplaat van het meetinstrument afgelezen.

3.4.

Meting bij een niet-vlakke (convexe) spiegel

Voor meting van de reflectiecoëfficiënt van niet-vlakke (convexe) spiegels moeten instrumenten worden gebruikt waarvan de ontvanger is uitgerust met een bol van Ulbricht (zie figuur 5). Indien het afleesinstrument van de bol met een standaardspiegel met reflectiefactor E % ne eenheden oplevert, zullen bij een onbekende spiegel nx eenheden overeenstemmen met een reflectiecoëfficiënt van X %, die wordt verkregen met behulp van onderstaande formule:

Formula

Image

Image

Spectrale trichromatische componenten van de colorimetrische standaardwaarnemer van de CIE 1931 (2)

Deze tabel is overgenomen uit CIE-publicatie 50 (45) (1970)

λ

nm

Formula

Formula

Formula

380

0,001 4

0,000 0

0,006 5

390

0,004 2

0,000 1

0,020 1

400

0,014 3

0,000 4

0,067 9

410

0,043 5

0,001 2

0,207 4

420

0,134 4

0,004 0

0,645 6

430

0,283 9

0,011 6

1,385 6

440

0,348 3

0,023 0

1,747 1

450

0,336 2

0,038 0

1,772 1

460

0,290 8

0,060 0

1,669 2

470

0,195 4

0,091 0

1,287 6

480

0,095 6

0,139 0

0,813 0

490

0,032 0

0,208 0

0,465 2

500

0,004 9

0,323 0

0,272 0

510

0,009 3

0,503 0

0,158 2

520

0,063 3

0,710 0

0,078 2

530

0,165 5

0,862 0

0,042 2

540

0,290 4

0,954 0

0,020 3

550

0,433 4

0,995 0

0,008 7

560

0,594 5

0,995 0

0,003 9

570

0,762 1

0,952 0

0,002 1

580

0,916 3

0,870 0

0,001 7

590

1,026 3

0,757 0

0,001 1

600

1,062 2

0,631 0

0,000 8

610

1,002 6

0,503 0

0,000 3

620

0,854 4

0,381 0

0,000 2

630

0,642 4

0,265 0

0,000 0

640

0,447 9

0,175 0

0,000 0

650

0,283 5

0,107 0

0,000 0

660

0,164 9

0,061 0

0,000 0

670

0,087 4

0,032 0

0,000 0

680

0,046 8

0,017 0

0,000 0

690

0,022 7

0,008 2

0,000 0

700

0,011 4

0,004 1

0,000 0

710

0,005 8

0,002 1

0,000 0

720

0,002 9

0,001 0

0,000 0

730

0,001 4

0,000 5

0,000 0

740

0,000 7

0,000 2 (3)

0,000 0

750

0,000 3

0,000 1

0,000 0

760

0,000 2

0,000 1

0,000 0

770

0,000 1

0,000 0

0,000 0

780

0,000 0

0,000 0

0,000 0


(1)  Definities overgenomen uit CIE-publicatie 50 (45), International Electronical Vocabulary, Group 45: Lighting.

(2)  Verkorte tabel. De waarden van Formula zijn afgerond tot vier cijfers na de komma.

(3)  Gewijzigd in 1966 (van 3 tot 2)

BIJLAGE III

VOORSCHRIFTEN VOOR DE MONTAGE VAN SPIEGELS EN ANDERE INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT OP VOERTUIGEN

ALGEMEEN

1.1.

Spiegels en andere inrichtingen voor indirect zicht moeten zodanig zijn gemonteerd dat voorkomen wordt dat zij zozeer kunnen bewegen dat het gemeten gezichtsveld significant verandert of zozeer kunnen trillen dat de bestuurder het waargenomen beeld verkeerd zou kunnen interpreteren.

1.2.

Aan de voorwaarden van punt 1.1 moet ook worden voldaan indien het voertuig rijdt met snelheden tot 80 % van de door de constructie bepaalde maximumsnelheid zonder hierbij echter 150 km/h te overschrijden.

1.3.

De hieronder omschreven gezichtsvelden moeten worden vastgesteld bij ambinoculaire waarneming, waarbij de ogen worden geacht samen te vallen met de „oogpunten van de bestuurder”, zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.1.1.12. Bij de vaststelling van de gezichtsvelden moet het voertuig in rijklare toestand zijn, zoals gedefinieerd in Richtlijn 97/27/EG, bijlage I, punt 2.5. De gezichtsvelden moeten worden verkregen via ruiten met een totale lichtdoorlatingsfactor van ten minste 70 % gemeten loodrecht op het glasoppervlak.

SPIEGELS

2.

Aantal

2.1.

Minimumaantal spiegels dat verplicht is

2.1.1.

De in punt 5 voorgeschreven gezichtsvelden moeten worden verkregen met behulp van het minimumaantal spiegels dat volgens onderstaande tabel verplicht is. Indien de aanwezigheid van een spiegel niet verplicht is, kan geen enkele andere inrichting voor indirect zicht verplicht worden gesteld.

Voertuigcategorie

Binnenspiegel

Buitenspiegels

Binnenspiegel

Klasse I

Hoofdspiegel (groot)

Klasse II

Hoofdspiegel (klein)

Klasse III

Breedtespiegel

Klasse IV

Trottoirspiegel

Klasse V

Vooruitkijkspiegel

Klasse VI

M1

Verplicht

Tenzij een spiegel geen zicht naar achteren zou bieden

(zoals gedefinieerd in punt 5.1 van bijlage III)

Facultatief

Indien de spiegel geen zicht naar achteren biedt

Facultatief

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Als alternatief mogen spiegels van klasse II zijn gemonteerd

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en/of 1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Facultatief

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

M2

Facultatief

(geen voorschriften voor het gezichtsveld)

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Niet toegestaan

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en/of 1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Facultatief

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

M3

Facultatief

(geen voorschriften voor het gezichtsveld)

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Niet toegestaan

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en/of 1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Facultatief

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

N1

Verplicht

Tenzij een spiegel geen zicht naar achteren zou bieden

(zoals gedefinieerd in punt 5.1 van bijlage III)

Facultatief

Indien de spiegel geen zicht naar achteren biedt

Facultatief

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Als alternatief mogen spiegels van klasse II zijn gemonteerd

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en/of 1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Facultatief

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

N2 ≤ 7,5 t

Facultatief

(geen voorschriften voor het gezichtsveld)

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Niet toegestaan

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de passagierszijde en 1 aan de bestuurderszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Facultatief

1 vooruitkijkspiegel

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

N2 > 7,5 t

Facultatief

(geen voorschriften voor het gezichtsveld)

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Niet toegestaan

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Verplicht, zie bijlage III, punten 3.7 en 5.5.5

1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Verplicht, zie bijlage III, punt 2.1.2

1 vooruitkijkspiegel

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

N3

Facultatief

(geen voorschriften voor het gezichtsveld)

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Niet toegestaan

Verplicht

1 aan de bestuurderszijde en 1 aan de passagierszijde

Verplicht, zie bijlage III, punten 3.7 en 5.5.5

1 aan de passagierszijde

Facultatief

1 aan de bestuurderszijde

(beide moeten ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

Verplicht, zie bijlage III, punt 2.1.2

1 vooruitkijkspiegel

(moet ten minste 2 m boven de grond zijn gemonteerd)

2.1.2.

Indien het in punt 5.6 voorgeschreven gezichtsveld van een vooruitkijkspiegel kan worden verkregen met een overeenkomstig bijlage II, deel B, goedgekeurde en overeenkomstig deze bijlage geïnstalleerde andere inrichting voor indirect zicht, mag deze inrichting in plaats van een spiegel gebruikt worden.

Indien een camera-beeldscherminrichting wordt gebruikt, moet het beeldscherm uitsluitend het in punt 5.6 voorgeschreven gezichtsveld tonen wanneer het voertuig vooruitrijdt met een snelheid van maximaal 30 km/h. Bij een hogere snelheid of achteruitrijden kan het beeldscherm gebruikt worden om het gezichtsveld te tonen van de andere camera's die op het voertuig gemonteerd zijn.

2.2.

De bepalingen van deze richtlijn zijn niet van toepassing op hulpspiegels zoals gedefinieerd in punt 1.1.1.3 van bijlage I. Buitenhulpspiegels moeten echter wel op een hoogte van ten minste 2 meter van de grond zijn gemonteerd, gemeten wanneer het voertuig tot de maximale technisch toelaatbare massa is belast.

3.

Plaatsing

3.1.

De spiegels moeten zodanig geplaatst zijn dat de bestuurder, in normale houding achter het stuur, de situatie aan de achterzijde, de zijkant(en) en de voorzijde van het voertuig duidelijk kan overzien.

3.2.

De buitenspiegels moeten zichtbaar zijn door de zijruiten of door het gedeelte van de voorruit dat door de ruitenwisser wordt bestreken. Op grond van technische redenen is laatstgenoemde bepaling (de bepaling over het gedeelte van de voorruit dat door de ruitenwisser wordt bestreken) echter niet van toepassing op:

buitenspiegels aan de passagierszijde van voertuigen van de categorieën M2 en M3;

klasse VI-spiegels.

3.3.

Bij alle voertuigen waarbij het gezichtsveld wordt gemeten in de uitvoering chassis/cabine, moet de minimale en maximale carrosseriebreedte door de fabrikant worden opgegeven, en eventueel door middel van losse schotten worden gesimuleerd. Op het EG-typegoedkeuringsformulier voor een voertuig met betrekking tot de montage van spiegels moeten alle tijdens de proeven in aanmerking genomen voertuigen en spiegelconfiguraties worden vermeld (zie aanhangsel 4 van bijlage I).

3.4.

De voor de bestuurderszijde voorgeschreven buitenspiegel moet zodanig zijn gemonteerd dat de hoek tussen het verticale vlak door de lengteas van het voertuig en het verticale vlak door het midden van de spiegel en door het midden van het 65 mm lange lijnstuk dat de oogpunten van de bestuurder verbindt, niet groter is dan 55°.

3.5.

De spiegels mogen niet aanzienlijk verder buiten de externe carrosserie van het voertuig uitsteken dan noodzakelijk is om de in punt 5 voorgeschreven gezichtsvelden te verkrijgen.

3.6.

Indien de onderrand van een buitenspiegel zich bij een voertuig, waarvan de belasting overeenkomt met de maximale technisch toelaatbare massa, op minder dan 2 m boven de grond bevindt, mag deze spiegel niet verder dan 250 mm uitsteken buiten de uiterste breedte van het voertuig gemeten zonder spiegels.

3.7.

Spiegels van klasse V en VI moeten zodanig op de voertuigen zijn gemonteerd dat in elke stand geen enkel punt van deze spiegels of van de steunen waarop zij zijn gemonteerd zich op een hoogte van minder dan 2 m boven de grond bevindt bij een belasting die overeenkomt met de maximale technisch toelaatbare massa.

Deze spiegels zijn echter verboden op voertuigen met een zodanige cabinehoogte dat aan dit voorschrift niet kan worden voldaan; in dat geval zijn geen andere inrichtingen voor indirect zicht vereist.

3.8.

Onder de in de punten 3.5, 3.6 en 3.7 vermelde omstandigheden mogen de maximaal toegestane breedten van de voertuigen door de spiegels worden overschreden.

4.

Verstelbaarheid

4.1.

De binnenspiegel moet door de bestuurder in rijpositie kunnen worden versteld.

4.2.

De buitenspiegel aan de bestuurderszijde moet van binnenuit met gesloten portier kunnen worden versteld, terwijl het raam geopend mag zijn. De vergrendeling in een bepaalde stand mag echter van buitenaf geschieden.

4.3.

De voorschriften van punt 4.2 gelden niet voor buitenspiegels die, na door een duw te zijn omgeklapt, zonder verstelling in de oorspronkelijke stand kunnen worden teruggebracht.

5.

Gezichtsvelden

5.1.

Binnenspiegels (klasse I)

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 20 m kan overzien waarvan het midden in het verticale vlak door de lengteas van het voertuig ligt, en wel vanaf een afstand van 60 m achter de oogpunten van de bestuurder tot de horizon (figuur 6).

Image

5.2.

Buitenspiegels, zogenoemde hoofdspiegels van klasse II

5.2.1.

Buitenspiegel aan de bestuurderszijde

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 5 m kan overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig aan de bestuurderszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, en wel vanaf een afstand van 30 m achter de oogpunten van de bestuurder tot de horizon.

Bovendien moet de bestuurder vanaf een afstand van 4 m achter het verticale vlak door zijn oogpunten, het weggedeelte met een breedte van 1 m kunnen overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig (zie figuur 7).

5.2.2.

Buitenspiegel aan de passagierszijde

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 5 m kan overzien dat aan de passagierszijde wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig aan de passagierszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, en wel vanaf een afstand van 30 m achter de oogpunten van de bestuurder tot de horizon.

Bovendien moet de bestuurder vanaf een afstand van 4 m achter het verticale vlak door zijn oogpunten, het weggedeelte met een breedte van 1 m kunnen overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig (zie figuur 8).

Image

5.3.

Buitenspiegels, zogenoemde hoofdspiegels van klasse III

5.3.1

Buitenspiegel aan de bestuurderszijde

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 4 m kan overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig aan de bestuurderszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, en wel vanaf een afstand van 20 m achter de oogpunten van de bestuurder tot de horizon (zie figuur 8).

Bovendien moet de bestuurder vanaf een afstand van 4 m achter het verticale vlak door zijn oogpunten, het weggedeelte met een breedte van 1 m kunnen overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig.

5.3.2.

Buitenspiegel aan de passagierszijde

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 4 m kan overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig aan de passagierszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, en wel vanaf een afstand van 20 m achter de oogpunten van de bestuurder tot de horizon (zie figuur 8).

Bovendien moet de bestuurder vanaf een afstand van 4 m achter het verticale vlak door zijn oogpunten, het weggedeelte met een breedte van 1 m kunnen overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig.

Image

5.4.

Buitenspiegels, zogenoemde breedtespiegels (klasse IV)

5.4.1.

Breedtespiegel aan de bestuurderszijde

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 15 m kan overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig aan de bestuurderszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, en wel ten minste van 10 tot 25 m achter de oogpunten van de bestuurder.

Bovendien moet de bestuurder vanaf een afstand van 1,5 m achter het verticale vlak door zijn oogpunten, het weggedeelte met een breedte van 4,5 m kunnen overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig (zie figuur 9).

5.4.2.

Breedtespiegel aan de passagierszijde

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte met een breedte van 15 m kan overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig aan de passagierszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, en wel ten minste van 10 tot 25 m achter de oogpunten van de bestuurder.

Bovendien moet de bestuurder vanaf een afstand van 1,5 m achter het verticale vlak door zijn oogpunten, het weggedeelte met een breedte van 4,5 m kunnen overzien dat wordt begrensd door het vlak dat door het buitenste punt van het voertuig loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig (zie figuur 9).

Image

5.5.

Buitenspiegels, zogenoemde trottoirspiegels (klasse V)

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ter zijde van het voertuig een vlak en horizontaal weggedeelte kan overzien dat wordt begrensd door de volgende verticale vlakken (zie de figuren 10a en 10b):

5.5.1.

het vlak dat door het buitenste punt van de cabine van het voertuig aan de passagierszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig;

5.5.2.

het 2 m naar buiten gelegen vlak evenwijdig aan het in punt 5.5.1 genoemde vlak;

5.5.3.

aan de achterzijde: het 1,75 m naar achteren gelegen vlak evenwijdig aan het verticale vlak door de oogpunten van de bestuurder;

5.5.4.

aan de voorzijde: het 1 m naar voren gelegen vlak evenwijdig aan het verticale vlak door de oogpunten van de bestuurder. Indien het verticale dwarsvlak door het voorste punt van de bumper minder dan 1 m voor het verticale vlak door de oogpunten van de bestuurder ligt, blijft het gezichtsveld tot dit vlak beperkt.

5.5.5.

Indien het in figuur 11 beschreven gezichtsveld kan worden waargenomen door de combinatie van het gezichtsveld van een breedtespiegel (klasse IV) en een vooruitkijkspiegel (klasse VI), is de montage van een trottoirspiegel (klasse V) niet verplicht.

Image

5.6.

Vooruitkijkspiegels (klasse VI)

5.6.1.

Het gezichtsveld moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte kan overzien dat wordt begrensd door:

het verticale dwarsvlak door het voorste punt van de cabine van het voertuig;

het verticale dwarsvlak gelegen 2 000 mm voor het voertuig;

het verticale vlak in de lengterichting dat door het buitenste punt van het voertuig aan de bestuurderszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig;

het verticale vlak in de lengterichting dat door het punt 2 000 mm buiten het buitenste punt van het voertuig aan de passagierszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig.

De voorzijde van dit gezichtsveld mag aan de passagierszijde worden afgerond met een straal van 2 000 mm (zie figuur 11).

De bepalingen voor vooruitkijkspiegels zijn verplicht voor voertuigen van de categorieën N 2 ≥ 7.5 en N3 met bediening voorin (zoals gedefinieerd in Richtlijn 70/156/EEG, bijlage I(a), voetnoot (Z)).

Indien voertuigen van deze categorieën waarvan de carrosserieconstructie andere kenmerken heeft, met behulp van een vooruitkijkspiegel niet aan de voorschriften kunnen voldoen, moet een camerabeeldscherminrichting worden gebruikt. Indien geen van deze mogelijkheden het vereiste gezichtsveld biedt, moet een andere inrichting voor indirect zicht worden gebruikt. Die inrichting moet binnen het in figuur 11 beschreven gezichtsveld een object van 50 cm hoogte en met een diameter van 30 cm kunnen waarnemen.

Image

5.6.2.

Als de bestuurder echter, rekening houdend met de belemmeringen van de A-stijlen, een recht lijnstuk kan overzien dat 300 mm voor het voertuig op een hoogte van 1 200 mm boven het wegoppervlak loopt tussen een verticaal vlak in de lengterichting dat door het buitenste punt van het voertuig aan de bestuurderszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig en een verticaal vlak in de lengterichting dat door het punt 900 mm buiten het buitenste punt van het voertuig aan de passagierszijde loopt en evenwijdig is aan het verticale vlak door de lengteas van het voertuig, is een vooruitkijkspiegel van klasse VI niet verplicht.

5.7.

Bij spiegels bestaande uit verschillende spiegeloppervlakken met uiteenlopende kromtestralen of die niet in hetzelfde vlak liggen, moet met ten minste een van de spiegeloppervlakken het gezichtsveld worden verkregen en aan de afmetingen worden voldaan (zie punt 2.2.2 van bijlage II) die voor de desbetreffende klasse zijn voorgeschreven.

5.8.

Belemmeringen

5.8.1.

Binnenspiegels (klasse I)

Het gezichtsveld mag worden beperkt door de aanwezigheid van hoofdsteunen en inrichtingen zoals, met name, zonnekleppen, ruitenwissers op de achterruit, verwarmingselementen en een remlicht van de categorie S3 of door onderdelen van de carrosserie, zoals raamstijlen in geval van twee achterdeuren, mits al deze inrichtingen samen niet meer dan 15 % van het voorgeschreven gezichtsveld beslaan indien zij worden geprojecteerd op een verticaal vlak loodrecht op het verticale vlak door de lengteas van het voertuig. De mate van belemmering wordt gemeten met de hoofdsteunen in de laagste stand en met de zonnekleppen in weggeklapte positie.

5.8.2.

Buitenspiegels (klassen II, III, IV, V en VI)

Bij de hierboven omschreven gezichtsvelden wordt met belemmeringen door de carrosserie en bepaalde delen hiervan, zoals andere spiegels, portiergrepen, markeringslichten, richtingaanwijzers en achterbumpers, alsmede delen voor reiniging van de spiegeloppervlakken geen rekening gehouden indien deze belemmeringen samen minder dan 10 % van het gezichtsveld afschermen.

5.9.

Beproevingsmethode

Bij het bepalen van het gezichtsveld worden krachtige lichtbronnen in de oogpunten geplaatst en wordt het op een controlescherm weerkaatste licht gemeten. Ook andere, gelijkwaardige methoden kunnen worden toegepast.

ANDERE INRICHTINGEN VOOR INDIRECT ZICHT DAN SPIEGELS

6.

Inrichtingen voor indirect zicht moeten zodanige prestaties leveren dat het kritische object in het beschreven gezichtsveld met inachtneming van de kritische waarneming kan worden waargenomen.

7.

Het rechtstreekse zicht van de bestuurder moet door de montage van een inrichting voor indirect zicht zo min mogelijk worden belemmerd.

8.

Voor de vaststelling van de waarnemingsafstand in geval van een camera-beeldscherminrichting voor indirect zicht moet de methode van aanhangsel 1 van deze bijlage worden toegepast.

9.

Montagevoorschriften voor het beeldscherm

De kijkrichting voor het beeldscherm moet ongeveer overeenkomen met die voor de hoofdspiegel.

10.

Voertuigen van de categorieën M2 en M3 en volledige of voltooide voertuigen van de categorieën N2 > 7,5 t en N3 met een speciale carrosserie voor vuilophaling mogen aan de achterzijde van de carrosserie zijn uitgerust met een andere inrichting voor indirect zicht dan een spiegel, teneinde onderstaande gezichtsvelden te bestrijken:

10.1

Het gezichtsveld (zie figuur 12) moet zodanig zijn dat de bestuurder ten minste een vlak en horizontaal weggedeelte kan overzien dat wordt begrensd door:

een verticaal vlak door het achterste punt van het volledige voertuig en loodrecht op het verticale vlak door de lengteas van het voertuig;

een verticaal vlak evenwijdig aan het in het eerste streepje genoemde vlak en 2000 mm daarachter in achterwaartse richting van het voertuig;

twee verticale vlakken die het buitenste punt van de respectieve zijkanten van het voertuig raken en evenwijdig lopen met het verticale vlak door de lengteas van het voertuig.

10.2.

Indien voertuigen van deze categorieën niet kunnen voldoen aan de eisen van punt 10.1 of middels een camera-beeldscherminrichting, mogen andere inrichtingen voor indirect zicht worden gebruikt. In dat geval moet de inrichting binnen het in punt 10.1 beschreven gezichtsveld een object van 50 cm hoogte met een diameter van 30 cm kunnen waarnemen.

Image

Aanhangsel

Bepaling van de waarnemingsafstand

1.   CAMERA-BEELDSCHERMINRICHTING VOOR INDIRECT ZICHT

1.1.

Scheidend vermogen van een camera

Het scheidend vermogen van een camera is als volgt gedefinieerd:

Formula

waarin:

ωc= scheidend vermogen van de camera (boogminuten).

βc= gezichtshoek van de camera (°);

Nc= aantal beeldlijnen van de camera (#).

De fabrikant moet de waarden van βc en Nc opgeven.

1.2.

Bepaling van de kritische kijkafstand van het beeldscherm

Voor een beeldscherm van een bepaalde omvang en met bepaalde kenmerken kan een afstand tot het beeldscherm worden berekend waarbinnen de waarnemingsafstand uitsluitend van de prestaties van de camera afhangt. Deze kritische kijkafstand rm,c is als volgt gedefinieerd:

Formula

waarin:

rm,c= kritische kijkafstand (m);

Hm= hoogte van het beeld van het beeldscherm (m);

Nm= aantal beeldlijnen van het beeldscherm (-)

ωoog= scheidend vermogen van de waarnemer (boogminuten).

Het getal 60 betreft de omrekening van boogminuten naar booggraden.

De fabrikant moet de waarden van Hm en Nm opgeven.

ωoog = 1.

1.3.

Bepaling van de waarnemingsafstand

1.3.1.

Maximale waarnemingsafstand binnen de kritische kijkafstand. Indien het systeem zodanig is gemonteerd dat de afstand oog-beeldscherm kleiner is dan de kritische kijkafstand, is de maximale waarnemingsafstand als volgt gedefinieerd:

Formula

waarin:

rd= waarnemingsafstand (m);

Do= diameter van het object (m);

ƒ= vermenigvuldigingsfactor;

ωc , βc en Nc overeenkomstig punt 2.1;

D0 = 0,8 m;

ƒ = 8.

1.3.2.

Waarnemingsafstand groter dan de kritische kijkafstand. Indien het systeem zodanig is gemonteerd dat de afstand oog-beeldscherm groter is dan de kritische kijkafstand, is de maximale waarnemingsafstand als volgt gedefinieerd:

Formula

waarin:

rm= kijkafstand tot het beeldscherm; (m)

Dm= diagonaal van het beeldscherm; (inches)

Nm= aantal beeldlijnen van het beeldscherm; (-)

βc en Nc overeenkomstig punt 2.1;

Nm en ωoog overeenkomstig punt 2.2.

2.   SECUNDAIRE FUNCTIONELE VOORSCHRIFTEN

Op basis van de montageomstandigheden moet worden beoordeeld of de volledige inrichting nog aan de functionele voorschriften van bijlage II voldoet, in het bijzonder wat de correctie voor invallend licht en de maximale en minimale luminantie van het beeldscherm betreft. Ook moet worden beoordeeld in hoeverre correctie voor invallend licht plaatsvindt en onder welke hoek het zonlicht op een beeldscherm kan vallen; de uitkomsten moeten worden vergeleken met de resultaten van de metingen die op het systeem zijn uitgevoerd.

Dit kan gebeuren op basis van een CAD-model, een hoekbepaling van het licht bij een op het desbetreffende voertuig gemonteerde inrichting, of door metingen aan het desbetreffende voertuig, zoals beschreven in bijlage II, deel B, punt 3.2.

BIJLAGE IV

CONCORDANTIETABEL ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 6

Richtlijn 71/127/EEG zoals gewijzigd

Deze richtlijn

-

Artikel 1

-

Artikel 2

Artikel 1

-

Artikel 2

-

Artikel 3

-

Artikel 4

-

Artikel 5

-

Artikel 6

-

Artikel 7

Artikel 3

Artikel 8

-

-

Artikel 4

Artikel 9

-

Artikel 10

Artikel 5

-

Artikel 6

-

Artikel 7

Artikel 11

Artikel 8

Bijlage I

Bijlage I

Aanhangsel 1 van bijlage I

Aanhangsel 1 van bijlage II

 

Aanhangsel 1 van bijlage I

 

Aanhangsel 2 van bijlage I

 

Aanhangsel 3 van bijlage I

 

Aanhangsel 4 van bijlage I

 

Aanhangsel 5 van bijlage I

Aanhangsel 2 van bijlage I

Aanhangsel 6 van bijlage I

Bijlage II

Bijlage II, deel A

-

Bijlage II, deel B

Aanhangsel 1 van bijlage II

Aanhangsel 1 van bijlage II

-

Aanhangsel 2 van bijlage II

Aanhangsel 2 van bijlage II

 

Aanhangsel 3 van bijlage II

Bijlage I en aanhangsel 5 van bijlage I

Bijlage III

Aanhangsel 2 van bijlage I

-

Bijlage III

Aanhangsel van bijlage III

Aanhangsel 1 van bijlage III

-

Aanhangsel 4 van bijlage I

 

Bijlage IV


Woensdag, 2 juli 2003

24.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 74/97


NOTULEN

(2004/C 74 E/03)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: Pat COX

Voorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 9.00 uur geopend.

2.   Aan de standpunten en resoluties van het Parlement gegeven uitvoering

De mededeling van de Commissie betreffende de door haar aan de tijdens de vergaderperiode van april 2003 aangenomen standpunten en resoluties gegeven uitvoering, is rondgedeeld.

3.   Programma van het Italiaans voorzitterschap (verklaring gevolgd door een debat)

Verklaring van de fungerend voorzitter van de Raad — Programma van het Italiaans voorzitterschap

Silvio Berlusconi (fungerend voorzitter van de Raad) begint met de verklaring.

(Aangezien leden papieren met leuzen tonen, verzoekt de Voorzitter hun deze weg te nemen, verzoek waaraan zij gehoor geven.)

Silvio Berlusconi gaat voort met zijn verklaring.

Het woord wordt gevoerd door Romano Prodi (voorzitter van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Hans-Gert Poettering, namens de PPE-DE-Fractie, Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie, Graham R. Watson, namens de ELDR-Fractie, Francis Wurtz, namens de GUE/NGLFractie, Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie, Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie, Jens-Peter Bonde, namens de EDD-Fractie, Marco Pannella, niet-ingeschrevene, Antonio Tajani, Pasqualina Napoletano, Francesco Rutelli, Fausto Bertinotti, Nelly Maes, Francesco Enrico Speroni, Gerardo Galeote Quecedo, Johannes (Hannes) Swoboda, Antonio Di Pietro, Armando Cossutta, Camilo Nogueira Román, William Abitbol, Koenraad Dillen, Jonathan Evans, Martin Schulz, Luciana Sbarbati, Francesco Fiori, Gary Titley, Olle Schmidt, Margie Sudre, Pervenche Berès, Guido Bodrato, Robert Goebbels, Marielle De Sarnez, Anna Terrón i Cusí, Guido Podestà, Dagmar Roth-Behrendt, Charles Tannock, Proinsias De Rossa, Giuseppe Brienza, Manuel António dos Santos, Georg Jarzembowski, Giorgio Napolitano, Vitaliano Gemelli, Giorgio Lisi, Jas Gawronski, Renato Brunetta, Mario Mauro en Silvio Berlusconi.

Het woord wordt gevoerd door Enrique Barón Crespo, namens de PSE-Fractie die wenst dat Silvio Berlusconi terugkomt op zijn woorden aan het adres van Martin Schulz, Martin Schulz voor een persoonlijk feit naar aanleiding van de woorden van Silvio Berlusconi, en Silvio Berlusconi die weigert zijn woorden in te trekken.

De Voorzitter betreurt de toon die aan het einde van het debat gezet is en besluit, gezien het tijdstip en de zware stemming, niet het woord te verlenen aan leden die hierom verzocht hebben naar aanleiding van het voorafgaande.

Het woord wordt gevoerd door Romano Prodi.

De Voorzitter zegt de belediging aan het adres van Martin Schulz te betreuren.

Het debat wordt gesloten.

STEMMINGEN

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

VOORZITTER: Renzo IMBENI

Ondervoorzitter

4.   Publicatie prospectus effecten ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG [5390/4/2003 — C5-0143/2003 — 2001/0117(COD)] — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: Christopher Huhne (A5-0218/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0311)

Het woord wordt gevoerd door Joachim Wuermeling.

5.   Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten [11029/3/2002 — C5-0141/2003 — 2000/0115(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Stefano Zappalà (A5-0242/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0312)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Bent Hindrup Andersen om een mondeling amendement voor te stellen op amendementen 88 en 89, dat eveneens van toepassing was op amendementen 71 en 72 van de aanbeveling voor de tweede lezing A5-0245/2003.

Er werd geen bezwaar gemaakt tegen dit mondeling amendement.

Astrid Thors was van mening dat er gestemd moest worden over de oorspronkelijke tekst van artikel 52, lid 2 (de Voorzitter antwoordde dat de fractie een daartoe strekkend verzoek had moeten indienen).

6.   Plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten [12634/3/2002 — C5-0142/2003 — 2000/0117(COD)] — Commissie juridische zaken en interne markt — Rapporteur: Stefano Zappalà (A5-0245/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0313)

7.   Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders [5204/3/2003 — C5-0133/2003 — 2001/0173(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Karin Scheele (A5-0202/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0314)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Jillian Evans, namens de Verts/ALE-Fractie, om het verzoek om hoofdelijke stemming over amendementen 44 en 45 in te trekken.

De Voorzitter stelde voor amendementen 44 tot en met 48 en bloc in stemming te brengen. Bill Miller om erop aan te dringen dat de aparte stemming over amendement 44 gehandhaafd bleef.

8.   Genetisch gemodificeerde organismen (GGO) ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG [15798/1/2002 — C5-0131/2003 — 2001/0180(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Antonios Trakatellis (A5-0204/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0315)

9.   Vermelding van ingrediënten van levensmiddelen ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen [15514/2/2002 — C5-0080/2003 — 2001/0199(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Christa Klaß (A5-0191/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0316)

10.   Verbod op het gebruik van stoffen met hormonale werking en met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten in de veehouderij ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en van de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten [14502/1/2002 — C5-0079/2003 — 2000/0132(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Karl Erik Olsson (A5-0201/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0317)

11.   Verpakking en verpakkingsafval ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval [14843/1/2002 — C5-0082/2003 — 2001/0291(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Dorette Corbey (A5-0200/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0318)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Bernd Posselt over het verloop van de stemming.

12.   Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad [15792/1/2002 — C5-0135/2003 — 2001/0245(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: Jorge Moreira Da Silva (A5-0207/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 9)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0319)

*

* *

Gezien het tijdstip zullen de overige onder de stemming van vandaag ingeschreven punten tot de stemming van morgen worden uitgesteld.

13.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3 van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Aanbeveling voor de tweede lezing Stefano Zappalà — A5-0245/2003: Eija-Riitta Anneli Korhola

Aanbeveling voor de tweede lezing Karin Scheele — A5-0202/2003: Hiltrud Breyer

Aanbeveling voor de tweede lezing Jorge Moreira Da Silva — A5-0207/2003: Hiltrud Breyer

14.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Aanbeveling voor de tweede lezing Christopher Huhne — A5-0218/2003

bloc nr 1

voor: Ria G.H.C. Oomen-Ruijten, Piia-Noora Kauppi

onthouding: Efstratios Korakas

Aanbeveling voor de tweede lezing Stefano Zappalà — A5-0242/2003

amendement 75

voor: Marie-Françoise Garaud

amendementen 11 en 12 (eerste deel)

voor: Nelly Maes, Claude Turmes

tegen: Armonia Bordes, Marie-Hélène Gillig

amendementen 11 en 12 (tweede deel)

tegen: Marie Anne Isler Béguin, Claude Turmes, Glyn Ford

amendement 14

voor: Dana Rosemary Scallon

tegen: José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra

amendement 23 (eerste deel)

voor: Glyn Ford

tegen: Roy Perry

amendement 24

voor: Evelyne Gebhardt

tegen: Richard Corbett

amendement 38

tegen: Pervenche Berès

amendement 60

tegen: Francesco Fiori, Struan Stevenson

amendement 79

tegen: Françoise Grossetête

amendement 88

voor: Marie-Thérèse Hermange, Avril Doyle

amendement 81 (eerste deel) (tweede deel) (derde deel)

tegen: Chantal Cauquil

amendement 104

voor: Claude Turmes

amendement 92

voor: Lone Dybkjær

amendement 93

voor: Lone Dybkjær

amendement 70

voor: Marie-Thérèse Hermange

amendement 63

voor: Elspeth Attwooll

tegen: Armonia Bordes

amendement 5

onthouding: Chantal Cauquil

Aanbeveling voor de tweede lezing Stefano Zappalà — A5-0245/2003

amendement 57

voor: Marie-Françoise Garaud

tegen: Marianne L.P. Thyssen, Eija-Riitta Anneli Korhola

amendement 15

voor: Claude Turmes, Marie-Françoise Garaud

amendement 16 (eerste deel)

voor: Claude Turmes, Avril Doyle

amendement 16 (tweede deel)

tegen: Claude Turmes

amendement 48

tegen: Othmar Karas

amendement 71

voor: Eryl Margaret McNally, Marie Anne Isler Béguin

amendement 72

tegen: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou

amendement 61

voor: Marie-Thérèse Hermange

amendement 32

voor: Chantal Cauquil

amendement 74

voor: Claude Turmes

amendement 50

tegen: Othmar Karas

amendement 65

voor: Othmar Karas

amendement 62

tegen: Othmar Karas

amendement 47

tegen: Othmar Karas

amendement 63

tegen: Othmar Karas

amendement 66

voor: Mary Honeyball

tegen: Efstratios Korakas

Aanbeveling voor de tweede lezing Dorette Corbey — A5-0200/2003

amendement 18

tegen: Othmar Karas

onthoudingen: Linda McAvan, Michael Cashman, Robert J.E. Evans

amendement 26 (eerste deel)

tegen: Astrid Thors

amendement 26 (tweede deel) en (derde deel)

voor: Astrid Thors

EINDE VAN DE STEMMINGEN

(De vergadering wordt om 14.20 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Guido PODESTÀ

Ondervoorzitter

15.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Guido Bodrato heeft laten weten dat hij weliswaar aanwezig was, maar dat zijn naam niet op de presentielijst staat.

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

16.   Tsjetsjenië (verklaringen gevolgd door een debat)

Verklaringen van de Raad en de Commissie: Tsjetsjenië.

Franco Frattini (fungerend voorzitter van de Raad) en Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie) leggen verklaringen af.

Het woord wordt gevoerd door Arie M. Oostlander, namens de PPE-DE-Fractie, Reino Paasilinna, namens de PSE-Fractie, Paavo Väyrynen, namens de ELDR-Fractie, Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie, Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie, Olivier Dupuis, niet-ingeschrevene, Bernd Posselt, Giovanni Claudio Fava en Astrid Thors.

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

Arie M. Oostlander en Ilkka Suominen, namens de PPE-DE-Fractie, over Tsjetsjenië (B5-0326/2003),

Paavo Väyrynen, namens de ELDR-Fractie, over Tsjetsjenië (B5-0328/2003),

Charles Pasqua, namens de UEN-Fractie, over de situatie in Tsjetsjenië (B5-0329/2003),

Reino Paasilinna en Giovanni Claudio Fava, namens de PSE-Fractie, over Tsjetsjenië (B5-0339/2003),

Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, over Tsjetsjenië (B5-0341/2003),

Bart Staes, Elisabeth Schroedter, Daniel Marc Cohn-Bendit, Nelly Maes en Marie Anne Isler Béguin, namens de Verts/ALE-Fractie, over Tsjetsjenië (B5-0342/2003).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

(In afwachting van de komst van het lid van de Commissie wordt de vergadering om 15.45 uur onderbroken en om 15.55 uur hervat.)

17.   Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003) (verklaring gevolgd door een debat)

Verklaring van de Commissie: Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003)

Pascal Lamy (lid van de Commissie) legt een verklaring af.

VOORZITTER: Renzo IMBENI

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door W.G. van Velzen, namens de PPE-DE-Fractie, Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie, Nicholas Clegg, namens de ELDR-Fractie, Joaquim Miranda, namens de GUE/NGLFractie, Didier Rod, namens de Verts/ALE-Fractie, Seán Ó Neachtain, namens de UEN-Fractie, Jean-Louis Bernié, namens de EDD-Fractie, Benedetto Della Vedova, niet-ingeschrevene, Ilkka Suominen, Eryl Margaret McNally, Philippe A.R. Herzog, Danielle Auroi, Ulla Margrethe Sandbæk, Dominique F.C. Souchet, Konrad K. Schwaiger, Erika Mann, Yasmine Boudjenah, Bastiaan Belder, Concepció Ferrer, Georges Garot, Giles Bryan Chichester, Harlem Désir, Paul Rübig, Arlindo Cunha, Albert Jan Maat en Pascal Lamy (lid van de Commissie).

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement, tot besluit van het debat:

G. van Velzen en Konrad K. Schwaiger, namens de PPE-DE-Fractie, over de Vijfde ministersconferentie van de WTO (Cancun, 10/14 september 2003) (B5-0322/2003),

Seán Ó Neachtain, Sergio Berlato, Liam Hyland en Antonio Mussa, namens de UEN-Fractie, over de voorbereiding van de vijfde WTO-ministersconferentie (Cancun, Mexico, 10-14 september 2003) (B5-0323/2003),

Monica Frassoni, Caroline Lucas, Paul A.A.J.G. Lannoye, Jillian Evans, Jan Dhaene, Danielle Auroi en Didier Rod, namens de Verts/ALE-Fractie, over de voorbereiding van de 5e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10 t/m 14 september 2003) (B5-0324/2003),

Nicholas Clegg, Elly Plooij-van Gorsel, Colette Flesch en Willy C.E.H. De Clercq, namens de ELDRFractie, over de 5e Ministerconferentie van de WTO (B5-0330/2003),

Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie, over de voorbereiding van de 5e Ministerconferentie van de WTO te Cancun (B5-0332/2003),

Margrietus J. van den Berg, Eryl Margaret McNally en Erika Mann, namens de PSE-Fractie, over de voorbereiding van de 5e Ministerconferentie van de WTO te Cancun (B5-0334/2003).

Het debat wordt gesloten.

Stemming:donderdag, 12.00 uur

18.   Internationaal Strafhof (verklaringen gevolgd door een debat)

Verklaringen van de Raad en de Commissie: Internationaal Strafhof

Franco Frattini (fungerend voorzitter van de Raad) en Pascal Lamy (lid van de Commissie) leggen een verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Arie M. Oostlander, namens de PPE-DE-Fractie, Véronique De Keyser, namens de PSE-Fractie, Sarah Ludford, namens de ELDR-Fractie, Matti Wuori, namens de Verts/ALE-Fractie, Brian Crowley, namens de UEN-Fractie, Maj Britt Theorin en Pascal Lamy.

Het debat wordt gesloten.

(In afwachting van het vragenuur wordt de vergadering om 17.55 uur onderbroken en om 18.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

19.   Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 voor het begrotingsjaar 2003 (indieningstermijnen)

De termijn voor de indiening van ontwerpamendementen en wijzigingsvoorstellen op het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 voor het begrotingsjaar 2003 is vastgesteld op donderdag 3 juli, 12.00 uur.

20.   Verdediging van de immuniteit

Marco Cappato heeft de Voorzitter op 11 juni 2003 een schrijven doen toekomen waarin hij het Parlement verzoekt stappen te ondernemen bij de bevoegde Franse autoriteiten ter verdediging van zijn immuniteit in het kader van een bij de Franse justitie lopende zaak.

Dit verzoek wordt overeenkomstig artikel 6, lid 3 van het Reglement verwezen naar de bevoegde commissie, te weten de Commissie JURI.

21.   Vragenuur (vragen aan de Raad)

Het woord wordt gevoerd door Carlos Carnero González over de moord op Isabel Sánchez Torralba, een jonge Spaanse ontwikkelingssamenwerker, door soldaten van het leger in Equatoriaal-Guinea; hij wenst dat de Raad krachtig optreedt bij de autoriteiten van dat land. (De Voorzitter sluit zich aan bij deze woorden.)

*

* *

Het Parlement behandelt een reeks vragen aan de Raad (B5-0098/2003).

Vraag 1 van Alexandros Alavanos: Verbod op reizen Palestina-Europa Europese burgers.

Franco Frattini (fungerend voorzitter van de Raad) beantwoordt de vraag.

Het woord wordt gevoerd door Alexandros Alavanos.

Vraag 2 van Josu Ortuondo Larrea: Zelfmoordaanslagen in Casablanca tegen Europese doelen.

Vraag 3 van Camilo Nogueira Román: De EU en de terroristische aanslag in Marokko met 41 dodelijke slachtoffers.

Franco Frattini beantwoordt de vragen alsmede een aanvullende vraag van Josu Ortuondo Larrea. Josu Ortuondo Larrea stelt ter vervanging van Camilo Nogueira Román nog een aanvullende vraag.

Vraag 4 van Sarah Ludford: Vaststelling van daderprofielen van terroristen.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Sarah Ludford.

Vraag 5 van Patricia McKenna: Onwettige bezetting van Irak.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Patricia McKenna.

Het woord wordt gevoerd door Josu Ortuondo Larrea. Konstantinos Alyssandrakis stelt nog een vraag welke Franco Frattini beantwoordt.

Vraag 6 van John Joseph McCartin: Mensenrechten in Rusland.

Franco Frattini beantwoordt de vraag.

Het woord wordt gevoerd door John Joseph McCartin.

Vraag 7 van Malcolm Harbour: Stempelen van voorwerpen van edelmetaal.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Malcolm Harbour.

Vraag 8 van Lennart Sacrédeus: Verslag over vrijheid van geloof en godsdienst in de wereld.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Lennart Sacrédeus.

Vraag 9 van Bernd Posselt: Kloonverbod.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede de aanvullende vragen van Bernd Posselt en Peter Liese.

Het woord wordt gevoerd door Lennart Sacrédeus.

Vraag 10 van Linda McAvan: Mensenrechtenactivisten in Indonesië.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Linda McAvan.

Vraag 11 van María Izquierdo Rojo: Oorlogsslachtoffers Irak.

Franco Frattini beantwoordt de vraag.

Het woord wordt gevoerd door María Izquierdo Rojo over de wijze waarop Franco Frattini haar vraag heeft beantwoord.

Paul Rübig stelt een aanvullende vraag; Franco Frattini zegt deze schriftelijk te zullen beantwoorden. Efstratios Korakas stelt een aanvullende vraag die Franco Frattini beantwoordt.

Vraag 12 van Seán Ó Neachtain: Doelstelling-1 regio's en Structuur- en Cohesiefondsen.

Franco Frattini beantwoordt de vraag alsmede een aanvullende vraag van Seán Ó Neachtain.

Paul Rübig stelt een aanvullende vraag; Franco Frattini zegt deze schriftelijk te zullen beantwoorden.

De vragen die wegens tijdgebrek niet aan de orde zijn gekomen, zullen schriftelijk worden beantwoord.

Het vragenuur aan de Raad wordt gesloten.

(De vergadering wordt om 19.05 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Giorgos DIMITRAKOPOULOS

Ondervoorzitter

22.   Kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II — Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Luchtvaartnavigatiediensten/Luchtruim/Interoperabiliteit ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de kaderverordening”) [15851/3/2002 — C5-0138/2003 — 2001/0060(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Giovanni Claudio Fava (A5-0219/2003)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende

1.

de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de dienstverleningsverordening”)

[15853/2/2002 — C5-0137/2003 — 2001/0235(COD)]

2.

het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”)

[15852/3/2002 — C5-0139/2003 — 2001/0236(COD)]

3.

het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging („de interoperabiliteitsverordening”)

[15854/3/2002 — C5-0140/2003 — 2001/0237(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte (A5-0225/2003)

Giovanni Claudio Fava leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Ingo Schmitt, namens de PPE-DE-Fractie, Ulrich Stockmann, namens de PSE-Fractie, Kyösti Tapio Virrankoski, namens de ELDR-Fractie, Sylviane H. Ainardi, namens de GUE/NGLFractie, Konstantinos Hatzidakis, Gilles Savary, Joaquim Miranda, Georg Jarzembowski, Mark Francis Watts, Chantal Cauquil, Jacqueline Foster, Sérgio Marques en Loyola de Palacio.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

23.   Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 [6235/1/2003 — C5-0226/2003 — 2001/0310(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Luciano Caveri (A5-0213/2003)

Rijk van Dam leidt (ter vervanging van de rapporteur) de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio, vice-voorzitter van de Commissie.

Konstantinos Hatzidakis, namens de PPE-DE-Fractie, Giovanni Claudio Fava, namens de PSE-Fractie, Raina A. Mercedes Echerer, namens de Verts/ALE-Fractie, Daniela Raschhofer, niet-ingeschrevene, Markus Ferber en Johannes (Hannes) Swoboda.

VOORZITTER: David W. MARTIN

Ondervoorzitter

Het woord wordt gevoerd door Theodorus J.J. Bouwman, Giorgio Lisi, Hans-Peter Martin, Reinhard Rack, Georg Jarzembowski, Giacomo Santini, Marialiese Flemming, Loyola de Palacio en Johannes (Hannes) Swoboda.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

24.   Compensatie en bijstand aan luchtreizigers ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 [15855/1/2002 — C5-0136/2003 — 2001/0305(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Giorgio Lisi (A5-0221/2003)

Giorgio Lisi leidt de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie), Konstantinos Hatzidakis, namens de PPE-DE-Fractie, Ulrich Stockmann, namens de PSE-Fractie, Herman Vermeer, namens de ELDR-Fractie, Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie, Graham H. Booth, namens de EDDFractie, Markus Ferber, Mark Francis Watts en Frédérique Ries.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

Het debat wordt gesloten.

25.   MARCO POLO ***II (debat)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („het Marco Polo-programma”) [5327/1/2003 — C5-0225/2003 — 2002/0038(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Philip Charles Bradbourn (A5-0220/2003)

Den Dover leidt (ter vervanging van de rapporteur) de aanbeveling voor de tweede lezing in.

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie), Ulrich Stockmann, namens de PSE-Fractie, Samuli Pohjamo, namens de ELDR-Fractie, en Josu Ortuondo Larrea, namens de Verts/ALE-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

26.   Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***I (debat)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG [COM(2003) 67 — C5-0054/2003 — 2003/0033(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Herman Vermeer (A5-0223/2003)

Het woord wordt gevoerd door Loyola de Palacio (vice-voorzitter van de Commissie).

Herman Vermeer leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Malcolm Harbour (rapporteur voor advies van de Commissie JURI), Dieter-Lebrecht Koch, namens de PPE-DE-Fractie, Ewa Hedkvist Petersen, namens de PSE-Fractie, Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie, en Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: donderdag, 12.00 uur

27.   Agenda van de volgende vergadering

De agenda voor de vergadering van morgen is vastgesteld (332.957/OJJE).

28.   Sluiting van de vergadering

De vergadering wordt om 00.00 uur gesloten.

Julian Priestley

Secretaris-generaal

Ingo Friedrich

Ondervoorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Abitbol, Ahern, Ainardi, Alavanos, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andrews, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Atkins, Attwooll, Auroi, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bautista Ojeda, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Bernié, Berthu, Bertinotti, Beysen, Bigliardo, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, Borghezio, van den Bos, Boselli, Boudjenah, Boumediene-Thiery, Bouwman, Bowe, Bradbourn, Breyer, Brie, Brienza, Brok, Brunetta, Buitenweg, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Camisón Asensio, Campos, Camre, Cappato, Carlotti, Carnero González, Carraro, Carrilho, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Celli, Cercas, Cerdeira Morterero, Cesaro, Ceyhun, Chichester, Philip Claeys, Clegg, Cocilovo, Coelho, Cohn-Bendit, Collins, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Cornillet, Corrie, Cossutta, Paolo Costa, Raffaele Costa, Coûteaux, Cox, Crowley, Cunha, Cushnahan, van Dam, Daul, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Della Vedova, Dell'Utri, De Mita, Deprez, De Rossa, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Díez González, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Di Pietro, Doorn, Dover, Doyle, Duff, Duhamel, Duin, Dupuis, Dybkjær, Ebner, Echerer, Elles, Eriksson, Esclopé, Ettl, Jillian Evans, Jonathan Evans, Robert J.E. Evans, Färm, Farage, Fatuzzo, Fava, Ferber, Fernández Martín, Ferreira, Ferrer, Ferri, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Folias, Ford, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Galeote Quecedo, Garaud, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garot, Garriga Polledo, Gasòliba i Böhm, de Gaulle, Gawronski, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, González Álvarez, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Hoff, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, Hughes, Huhne, van Hulten, Hume, Hyland, Iivari, Ilgenfritz, Imbeni, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jean-Pierre, Jeggle, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Karamanou, Karas, Karlsson, Katiforis, Kaufmann, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Glenys Kinnock, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Krarup, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kronberger, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lagendijk, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, Lannoye, de La Perriere, Laschet, Lavarra, Lechner, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lipietz, Lisi, Lombardo, Lucas, Ludford, Lulling, Lund, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCarthy, McCartin, MacCormick, McKenna, McMillan-Scott, McNally, Maes, Maij-Weggen, Malliori, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marchiani, Marinho, Marini, Marinos, Markov, Marques, Marset Campos, Martelli, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martinez, Martínez Martínez, Mastella, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Méndez de Vigo, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennea, Mennitti, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Moreira Da Silva, Morgantini, Morillon, Emilia Franziska Müller, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Musotto, Mussa, Musumeci, Myller, Napolitano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, Nisticò, Nobilia, Nogueira Román, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Pannella, Papayannakis, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Roy Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Piétrasanta, Pirker, Piscarreta, Pittella, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Poli Bortone, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Procacci, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Queiró, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Raymond, Read, Redondo Jiménez, Ribeiro e Castro, Ridruejo, Ries, Riis-Jørgensen, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rocard, Rod, Rodríguez Ramos, de Roo, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Rovsing, Rübig, Rühle, Ruffolo, Rutelli, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandbæk, Sanders-ten Holte, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sbarbati, Scallon, Scapagnini, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schroedter, Schulz, Schwaiger, Segni, Seppänen, Simpson, Sjöstedt, Skinner, Smet, Soares, Sommer, Sornosa Martínez, Souchet, Souladakis, Speroni, Staes, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Swiebel, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Terrón i Cusí, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titford, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Tsatsos, Turchi, Turco, Turmes, Uca, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valdivielso de Cué, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Brempt, Van Hecke, Van Lancker, Van Orden, Varaut, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vattimo, Veltroni, van Velzen, Vermeer, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vinci, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wyn, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen.

Waarnemers

Bagó Zoltán, Balla Mihály, Balsai István, Bastys Mindaugas, Bekasovs Martijans, Beneš Miroslav, Biela Adam, Bielan Adam, Bobelis Kazys Jaunutis, Bonnici Josef, Brejc Mihael, Christodoulidis Doros, Chronowski Andrzej, Chrzanowski Zbigniew, Ciemniak Grażyna, Cilevičs Boriss, Cybulski Zygmunt, Czinege Imre, Demetriou Panayiotis, Didžiokas Gintaras, Drzęźla Bernard, Ékes József, Fajmon Hynek, Fazakas Szabolcs, Fenech Antonio, Filipek Krzysztof, Gadzinowski Piotr, Gałażewski Andrzej, Gawłowski Andrzej, Germič Ljubo, Giertych Maciej, Grabowska Genowefa, Gruber Attila, Grzebisz-Nowicka Zofia, Grzyb Andrzej, Gurmai Zita, Gyürk András, Hegyi Gyula, Holáň Vilém, Ilves Toomas Hendrik, Iwiński Tadeusz, Kamiński Michał Tomasz, Kāposts Andis, Kelemen András, Kiršteins Aleksandrs, Kļaviņš Paulis, Kłopotek Eugeniusz, Klukowski Wacław, Kolář Robert, Konečná Kateřina, Kósá Kovács Magda, Kowalska Bronisława, Kreitzberg Peeter, Kriščiūnas Kęstutis, Kroupa Daniel, Kuzmickas Kęstutis, Kvietkauskas Vytautas, Lachnit Petr, Landsbergis Vytautas, Laštůvka Vladimír, Lepper Andrzej, Lewandowski Janusz Antoni, Libicki Marcin, Liepina Liene, Lisak Janusz, Litwiniec Bogusław, Lydeka Arminas, Macierewicz Antoni, Maldeikis Eugenijus, Mallotová Helena, Manninger Jenő, Maštálka Jiří, Matsakis Marios, Mavrou Eleni, Oleksy Józef, Őry Csaba, Ouzký Miroslav, Palečková Alena, Pasternak Agnieszka, Pęczak Andrzej, Pieniążek Jerzy, Pīks Rihards, Plokšto Artur, Podgórski Bogdan, Podobnik Janez, Pospíšil Jiří, Protasiewicz Jacek, Pusz Sylwia, Reiljan Janno, Rouček Libor, Rutkowski Krzysztof, Savi Toomas, Sefzig Luděk, Smorawiński Jerzy, Surján László, Svoboda Pavel, Szabó Zoltán, Szájer József, Szczygło Aleksander, Szent-Iványi István, Tabajdi Csaba, Tomaka Jan, Tomczak Witold, Vaculík Josef, Valys Antanas, Vareikis Egidijus, Vastagh Pál, Vella George, Vėsaitė Birutė, Wenderlich Jerzy, Widuch Marek, Wikiński Marek, Winiarczyk-Kossakowska Małgorzata, Wiśniowska Genowefa, Wittbrodt Edmund, Wojciechowski Janusz, Zahradil Jan, Żenkiewicz Marian, Žiak Rudolf.


BIJLAGE 1

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (..., ..., ...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf/lid

art

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Publicatie prospectus effecten ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: HUHNE (A5-0218/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

tekst in zijn geheel

blok 1

ELDR + PPE-DE + PSE + EDD

HS

+

487, 12, 14

blok 2

commissie

 

 

art 1 en 2

(stemming in blok)

69-71

TURCHI ea

 

-

 

Blok 1 = 21 amendementen van 4 fracties (amendementen 48 t/m 68)

Blok 2 = 47 amendementen van de Commissie ECON (amendementen 1 t/m 47)

Verzoeken om hoofdelijke stemming

ELDR blok 1

2.   Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: ZAPPALÁ (A5-0242/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

voorstel tot verwerping

75

PPE-DE

HS

-

208, 337, 12

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

HS

+

399, 148, 4

2

commissie

as

-

 

3

commissie

as

-

 

4

commissie

as

-

 

6

commissie

as

-

 

7

commissie

as

+

 

8

commissie

as

+

 

9

commissie

as

+

 

11

+12

commissie

so/HS

 

 

1

-

289, 231, 12

2

-

26, 510, 10

13

commissie

as

-

 

14

commissie

HS

-

185, 347, 25

15

commissie

HS

+

439, 100, 19

16

commissie

as/ES

+

346, 193, 6

17

commissie

HS

-

188, 348, 15

19

commissie

as

-

 

20

commissie

as

+

 

22

commissie

HS

-

285, 271, 1

23

commissie

so/HS

 

 

1

+

377, 162, 5

2

-

217, 331, 5

24

commissie

HS

-

296, 259, 4

25

commissie

as/ES

+

364, 178, 3

26

commissie

as

+

 

27

commissie

HS

+

316, 228, 13

28

commissie

as/ES

-

265, 275, 2

31

commissie

as

+

 

32

commissie

as

-

 

33

commissie

as

+

 

35

commissie

as/ES

-

271, 265, 8

39

commissie

as

-

 

40

commissie

as

-

 

art 27, § 2

41

commissie

as

-

 

§

oorspronkelijke tekst

as/ES

+

320, 207, 10

42

commissie

as

-

 

43

commissie

as

-

 

44

commissie

as

+

 

45

commissie

as

-

 

46

commissie

as

-

 

47

commissie

as

+

 

48

commissie

as

-

 

49

commissie

as

-

 

50

commissie

as/ES

-

266, 278, 5

51

commissie

as

+

 

52

commissie

as

+

 

53

commissie

as

-

 

54

commissie

as

+

 

55

commissie

as

-

 

56

commissie

as

-

 

57

commissie

as

-

 

58

commissie

as

-

 

59

commissie

as

-

 

60

commissie

HS

-

294, 255, 1

62

commissie

HS

-

82, 457, 6

67

commissie

as

-

 

68

commissie

as

+

 

69

commissie

as

+

 

art 1

18 =

87 =

commissie

ELDR

ES

+

336, 187, 11

na art 6

21

commissie

 

-

 

79

PPE-DE

HS

-

213, 343, 6

na art 22

29

commissie

 

-

 

80

PPE-DE

 

Ing.

 

art 23, § 3

88

PSE + ELDR + Verts + EDD

HS

-

308, 224, 16

30

commissie

 

-

 

art 23, § 5

89

PSE + ELDR + Verts + EDD

HS

-

307, 238, 9

art 23, § 8

90

PSE + ELDR + Verts + EDD

ES

-

301, 230, 9

34

commissie

 

-

 

art 24

98

PSE

 

Ing.

 

99

PSE

 

Ing.

 

100

PSE

 

Ing.

 

art 25

71

ZIMERAY ea

 

-

 

81

PPE-DE

so/HS

 

 

1

-

199, 347, 12

2

-

242, 303, 14

3

-

167, 376, 16

36+37

commissie

so

 

 

1

-

 

2

-

 

3

-

 

4

-

 

art 26

38

commissie

HS

-

214, 343, 2

72

ZIMERAY ea

 

Ing.

 

101

PSE + GUE + Verts

HS

-

261, 294, 2

art 29

91

ELDR

 

+

 

na art 33

102

PSE

 

-

 

64

commissie

HS

-

81, 456, 18

65

commissie

HS

-

81, 454, 21

66

commissie

HS

-

264, 275, 21

na art 36

103

PSE + ELDR + Verts + EDD

 

-

 

art 45

104

PSE + ELDR + Verts + EDD

HS

-

252, 294, 13

art 48, § 2, alinea b)

61 dd

commissie

HS

-

224, 318, 6

92

PSE + ELDR + GUE + Verts + EDD

HS

-

298, 249, 8

art 48, § 2, alinea c)

61 dd =

93 =

commissie

PSE + ELDR + GUE + Verts + EDD

HS

-

299, 254, 7

art 48, § 2, alinea f)

94

PSE + ELDR + Verts + EDD

ES

-

304, 243, 9

art 53, § 1

74

ZIMERAY ea

so/HS

 

 

1

-

248, 302, 6

2

-

128, 430, 7

111 dd

PSE

 

-

 

70

UEN

HS

+

339, 218, 3

95

ELDR + GUE + Verts + EDD

so/HS

 

 

1

 

2

+

316, 237, 4

als toevoeging

108

PSE

 

 

63 dd =

82 =

commissie

PPE-DE

 

 

art 53, § 2

111 dd

PSE

 

-

 

96

ELDR + Verts + EDD

 

-

294, 234, 4

109

PSE

 

-

 

63 dd

commissie

HS

-

295, 247, 2

art 54, § 1

83

PPE-DE

HS

-

291, 249, 19

86

ZIMERAY ea

 

Ing.

 

art 55, § 2, alinea 2)

73 =

105 =

ZIMERAY ea

PSE + Verts

 

-

 

bijlage 3

84

PPE-DE

 

+

 

na bijlage 11

106

PSE + Verts

HS

-

310, 239, 1

overw 5

97

PSE + GUE + Verts

 

-

 

overw 9

76

PPE-DE

HS

-

220, 324, 9

na overw 9

77

PPE-DE

 

+

 

overw 13

85

ZIMERAY ea

 

Ing.

 

78

PPE-DE

HS

-

277, 254, 20

5

commissie

HS

-

124, 406, 16

overw 41

110

PSE

ES

-

304, 240, 6

overw 44

107

PSE

 

-

 

De amendementen 11 en 12 resp. 36 en 37 zijn samengevoegd

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE am 1, 5, 11, 12, 14, 15, 17, 22, 23, 24, 27, 38, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 70, 74, 75, 76, 78, 79, 81, 82, 83, 88, 89, 92, 93, 95, 101, 104, 106

ELDR am 75, 22, 24, 95

Verts/ALE am 70, 82, 88, 95

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 11/12

1ste deel: t/m „... kennis van hebben”

2de deel: rest

am 23

1ste deel: t/m „te eerbiedigen”

2de deel: rest

am 74

1ste deel: t/m „gelijkekansenbeleid van de inschrijver”

2de deel: rest

Verts/ALE

am 81

1ste deel: t/m „heeft aangewezen”

2de deel: deze mededeling ... onderaannemers

3de deel: rest

am 36+37

1ste deel: t/m „heeft aangewezen”

2de deel: deze mededeling ... onderaannemers

3de deel: rest

4de deel: rest

am 95

1ste deel: t/m „of uitvoering”

2de deel: rest

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE am 11+12, 13, 25, 28, 56, 57, 58

PSE am 1, 7, 8, 9, 15, 20, 25, 26, 33, 39, 44, 47, 51, 52, 54, 56, 57, 60, 68, 69 2, 3, 4, 6, 13, 14, 16, 17, 19, 27, 28, 31, 32, 35, 40, 41, 42, 43, 45, 46, 48, 49, 50, 53, 58, 55, 59, 62, 67, 22, 24, art 27 (§ 2), art 53

ELDR am 4, 6, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 28, 32, 40, 41, 42, 48, 51, 52, 55-57

Verts/ALE am 1, 2, 3, 4, 12, 14, 15, 23, 30, 32, 34, 40-50, 54, 63

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft amendement 80 ingetrokken.

De PSE-Fractie heeft haar amendementen 98, 99 en 100 ingetrokken.

Amendement 10 is verworpen in de commissie en is bijgevolg niet in stemming gebracht.

Mondeling amendement

Mondeling amendement op de amendementen 88 en 89: „Europese milieukeur” wordt vervangen door „milieukeur” (Dit amendement is eveneens van toepassing op de amendementen 71 en 72 van de aanbeveling voor de tweede lezing A5-0245/2003).

3.   Plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: ZAPPALÁ (A5-0245/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

voorstel tot verwerping

57

PPE-DE

HS

-

208, 334, 9

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

as

+

 

2

commissie

as/ES

-

238, 290, 9

3

commissie

as

-

 

4

commissie

HS

-

169, 368, 4

5

commissie

HS

-

231, 309, 4

7

commissie

as

+

 

8

commissie

as

-

 

9

commissie

as

-

 

10

commissie

as

-

 

11

commissie

HS

-

207, 331, 14

12

commissie

HS

+

432, 98, 15

13

commissie

as

+

 

14

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

15

commissie

HS

+

395, 147, 5

16

commissie

so/HS

 

 

1

+

459, 58, 9

2

-

227, 306, 11

17

commissie

as

-

 

18

commissie

as

+

 

19

commissie

so/HS

 

 

1

-

203, 341, 4

2

 

20

commissie

HS

-

248, 288, 5

21

commissie

HS

-

204, 332, 7

27

commissie

as/ES

-

304, 207, 3

28

commissie

as

+

 

29

commissie

as

+

 

31

commissie

as

-

 

33

commissie

as

-

 

34

commissie

as

-

 

36

commissie

HS

-

274, 270, 3

37

commissie

as

-

 

38

commissie

as

-

 

39

commissie

as

+

 

40

commissie

as

+

 

41

commissie

as

+

 

42

commissie

so

 

 

1

-

 

2

 

43

commissie

as

-

 

44

commissie

as

-

 

45

commissie

as

-

 

46

commissie

as

-

 

48

commissie

HS

-

256, 275, 11

49

commissie

HS

-

251, 291, 0

53

commissie

as

+

 

54

commissie

as

+

 

55

commissie

as

+

 

56

commissie

as

+

 

art 3

67

PSE

 

-

 

68

PSE

 

-

 

na art 10

59

PPE-DE

HS

-

213, 329, 2

art 23

22

commissie

HS

-

176, 356, 3

69

PSE + Verts/ALE

HS

-

257, 278, 4

art 30, § 3

70 dd

PSE

 

-

 

art 30, § 4

23

commissie

HS

-

190, 335, 11

70 dd

PSE

 

-

 

art 30, § 5

24

commissie

HS

-

194, 344, 9

70 dd

PSE

 

-

 

art 30, § 6

25

commissie

HS

-

187, 344, 8

70 dd

PSE

 

-

 

na art 33

26

commissie

 

-

 

60

PPE-DE

 

Ing.

 

art 34, § 3

71

PSE + Verts + ELDR + EDD

HS

-

295, 221, 11

art 34, § 5

72

PSE + Verts + ELDR + EDD

HS

-

313, 220, 10

art 36

73

PSE

 

-

 

art 37

30

commissie

 

-

 

61

PPE-DE

HS

-

161, 374, 10

art 38

32

commissie

HS

-

176, 354, 8

74

PSE + Verts

HS

-

244, 288, 3

art 40

75

PSE + Verts

 

-

 

35

commissie

 

+

 

art 55, § 1

50

commissie

HS

+

321, 225, 3

65

PSE

HS

 

62

PPE-DE

HS

 

art 55, § 2

51

commissie

ES

-

297, 219, 6

47

commissie

HS

-

298, 224, 15

art 56

63

PPE-DE

HS

-

236, 297, 10

52

commissie

 

-

 

overw 22

64

ZIMERAY ea

 

Ing.

 

58

PPE-DE

HS

-

225, 291, 15

6

commissie

HS

-

16, 502, 18

overw 44

66

PSE + Verts

HS

-

245, 278, 2

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE am 4, 5, 6, 11, 12, 15, 16, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 32, 36, 47, 48, 49, 50, 57, 58, 59, 61, 63, 66, 69, 71, 72, 74

ELDR am 57, 21

Verts/ALE: am 50, 71

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 19

1ste deel: tekst zonder de woorden „en openbare werken”

2de deel: deze woorden

am 42

1ste deel: t/m „uitvoering van werken”

2de deel: rest

PSE

am 14

1ste deel: eerste en laatste alinea

2de deel: tweede alinea

am 16

1ste deel: t/m „te eerbiedigen”

2de deel: deze woorden

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE am 9, 33, 42, 43, 44, 45, 46, 53, 56

PSE: 1, 7, 12, 15, 18, 28, 29, 33, 36, 39, 40, 41, 43, 46, 48, 49 (als toevoeging), 53, 55, 54, 56, 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10, 11, 13, 17, 19, 20, 27, 31, 34, 38, 42, 44, 45, 21

ELDR 17, 18, 19, 21, 34, 36, 37, 39, 40, 44, 45, 49, 52, 4, 5, 6

Verts/ALE am 3, 4, 5, 12, 14, 16, 17, 19, 31, 34, 48

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft amendement 60 ingetrokken.

4.   Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: SCHEELE (A5-0202/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

2-6

10

12-23

25-43

commissie

 

-

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

as

+

 

7

commissie

as

+

 

8

commissie

as

+

 

9

commissie

as

+

 

40

commissie

as

-

 

rest

44

PSE + PPE + ELDR + Verts + UEN

 

+

 

45-48

PSE + PPE + ELDR + Verts + UEN

 

+

 

11+24

commissie

 

 

Verzoeken om aparte stemming

PSE am 1, 7-9

ELDR am 1, 7, 9, 40, 44

Verts/ALE am 1, 7-9

UEN am 44

5.   Genetisch gemodificeerde organismen (GGO) ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: TRAKATELLIS (A5-0204/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

 

-

 

3

commissie

as

+

 

4

commissie

as

+

 

6

commissie

as

-

 

7

commissie

as

-

 

8

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

9

commissie

as

-

 

11

commissie

as

-

 

12

commissie

so

 

 

1

-

 

2

 

13

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

15

commissie

so

 

 

1

-

 

2

-

 

17

commissie

so

 

 

1

-

 

2

+

 

18

commissie

as

+

 

19

commissie

as

-

 

20

commissie

as

-

 

21

commissie

as

-

 

art 1

29

Verts/ALE

 

-

 

5

commissie

 

-

 

art 4

26

PPE-DE

 

-

 

10

commissie

 

-

 

art 5

27

PPE-DE

 

-

 

14

commissie

 

-

 

na art 26

16

commissie

 

-

 

22

ELDR

 

-

 

overw 10

24

PPE-DE

 

-

 

2

commissie

 

-

 

na overw 10

25

PPE-DE

 

-

 

23 =

28 =

ELDR

Verts/ALE

HS

-

285, 172, 16

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 28/23

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 8

1ste deel: tekst zonder de woorden „10 jaar”

2de deel: deze woorden

am 13

1ste deel: tekst zonder de woorden „10 jaar”

2de deel: deze woorden

am 17

1ste deel: de zinsdelen „Alvorens de artikelen 1 t/m 7 worden toegepast” en „volgens de in artikel 10, lid 2 bedoelde procedure”

2de deel: stelt de Commissie ... „Verordening(EG) nr. .../2003”

PSE

am 12

1ste deel: 1 ter: Tekst zonder de woorden „alsmede op het verkooprek en in de reclame voor het product”

2de deel: deze woorden

am 17

1ste deel: de zinsdelen „Alvorens de artikelen 1 t/m 7 worden toegepast” en „volgens de in artikel 10, lid 2 bedoelde procedure”

2de deel: stelt de Commissie ... „Verordening(EG) nr. .../2003”

Verts/ALE

am 15

1ste deel: t/m „schrappen”

2de deel: ... niet te voorkomen is

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 3, 4, 18

PSE: am 6, 7, 9, 11, 15, 16, 19, 20, 21

ELDR: am 18

6.   Vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: KLASS (A5-0191/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-2

commissie

 

-

 

art 6, § 11

4

PPE + PSE + ELDR + EDD + UEN

 

+

 

3

commissie

 

 

7.   Verbod op het gebruik van stoffen met hormonale werking en met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten in de veehouderij ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: OLSSON (A5-0201/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-3

5-8

10-13

15-16

commissie

 

-

 

tekst in zijn geheel

blok 1

ELDR + PPE + PSE + Verts

 

+

 

blok 2

commissie

 

 

Blok 1 = 3 amendementen van 4 fracties (amendementen 17 t/m 19)

Blok 2 = 3 amendementen van de Commissie ENVI (amendementen 4, 9 en 14)

8.   Verpakking en verpakkingsafval ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: CORBEY (A5-0200/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1

3

15

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

9

commissie

as

-

 

art 3

24

PSE + PPE + GUE + EDD

 

+

 

5

commissie

 

 

art 4

7

commissie

 

-

 

25

PSE + PPE + Verts + GUE

 

+

 

art 6, § 1

18

Verts/ALE

HS

-

193, 241, 20

8

commissie

HS

-

217, 214, 26

26

PSE + GUE + EDD

so/HS

 

 

1

-

270, 156, 24

2

-

268, 150, 28

3

-

154, 271, 29

art 6, § 3

10

commissie

HS

-

268, 179, 7

21/rev

EDD

HS

-

243, 202, 6

art 6, § 5

19

Verts/ALE

 

-

 

27

PSE + GUE + EDD

 

-

 

11

commissie

ES

-

256, 166, 2

art 6, § 7

12

commissie

 

-

 

20

Verts/ALE

 

-

 

28

PSE + PPE + GUE + EDD

 

+

 

art 6, na § 7

29

PSE + PPE + Verts + GUE + EDD

 

+

 

13

commissie

 

 

art 6, na § 8

30

PSE + PPE + Verts + GUE + EDD

 

+

 

6

commissie

 

 

14

commissie

 

 

art 20

23

PSE + PPE + GUE + EDD

ES

+

425, 3, 3

4

commissie

 

 

art 22

31/rev

PSE + PPE + GUE + EDD

 

+

 

16

commissie

 

 

bijlage 1

32

PSE + PPE + Verts + GUE + EDD

so

 

 

1

+

 

2

+

 

17

commissie

 

 

overw 6

22

PSE + PPE + Verts + GUE

 

+

 

2

commissie

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 18, 8, 26 (eerste deel), 10, 21

Mevrouw Jackson ea: am 18, 8, 26

Verzoeken om stemming in onderdelen

Verts/ALE

am 26

1ste deel: amendement met uitzondering van de woorden: de schrapping van de woorden „ten minste 55 en ten hoogste 80 gewichtsprocent” en „15 gewichtsprocent voor hout”

2de deel: de schrapping van de woorden „ten minste 55 en ten hoogste 80 gewichtsprocent”

3de deel: de schrapping van de woorden „v) 15 gewichtsprocent voor hout”

EDD

am 32

1ste deel: tekst zonder de woorden „inpakpapier en cadeaupapier ... wordt verkocht”

2de deel: deze woorden

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 6, 9

9.   Handel in broeikasgasuitstootrechten ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: MOREIRA DA SILVA (A5-0207/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

blok 1

commissie + PPE + PSE + ELDR + GUE + Verts + EDD + UEN

 

+

 

blok 2

 

 

 

2-4

12

14-15

18-22

24-27

commissie

bloc

 

5

commissie

as

 

6

commissie

as

 

andere amendementen van de bevoegde commissie

Blok 3

commissie

ES

-

4, 379, 7

art 12

44

LULLING ea

 

Ing.

 

bijlage 3

45

LANGEN ea

 

Ing.

 

bijlage 4

46

NASSAUER ea

 

Ing.

 

Blok 1 =1 amendement van de Commissie ENVI en 16 amendementen van 7 fracties (amendementen 17 en 28 t/m 43)

Blok 2 =17 amendementen van de Commissie ENVI (amendementen 2 t/m 6, 12, 14, 15, 18 t/m 22 en 24 t/m 27)

Blok 3 =9 amendementen van de Commissie ENVI (amendementen 1, 7 t/m 11, 13, 16 en 23)

Verzoeken om aparte stemming

PSE am 5, 6 (blok 2)

Diversen

De amendementen 44, 45 en 46 zijn ingetrokken


BIJLAGE II

UITSLAG HOOFDELIJKE STEMMINGEN

Aanbeveling Huhne A5-0218/2003

Blok 1

Voor: 487

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Papayannakis, Puerta, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Corrie, Costa, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Evans, Flautre, Frassoni, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 12

EDD: Booth, Farage, Titford

GUE/NGL: Bordes, Cauquil

PPE-DE: Kauppi, Vidal-Quadras Roca

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Hyland, Ó Neachtain

Onthoudingen: 14

GUE/NGL: Alyssandrakis, Krarup, Patakis, Vachetta

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gobbo, Gollnisch, Lang, Martinez, Speroni, Stirbois

UEN: Bigliardo

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 75

Voor: 208

EDD: Booth, Farage, Titford

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Piscarreta, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Hoff

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni, Turchi

Tegen: 337

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Camisón Asensio, Deprez, Doorn, Grosch, Hansenne, Hatzidakis, Karas, Kauppi, Maat, Martens, Matikainen-Kallström, Moreira Da Silva, Oomen-Ruijten, Pex, Pirker, Pronk, Rack, Rübig, Sacrédeus, Smet, Stenzel, Thyssen, van Velzen, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Bigliardo, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 12

EDD: Mathieu, Raymond

ELDR: André-Léonard, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Korakas, Patakis, Schmid, Wurtz

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 1

Voor: 399

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Papayannakis

NI: Berthu, Beysen, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Pasqua, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 148

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Puerta, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martinez, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Tannock, Van Orden, Villiers

UEN: Camre, Collins, Crowley, Hyland, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

EDD: Raymond

NI: Cappato

PSE: Dehousse, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendementen 11 en 12, 1ste deel

Voor: 289

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Esclopé

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Costa, Deprez, Flemming, Glase, Hansenne, Lechner, Méndez de Vigo, Mombaur, Müller, Niebler, Posselt, Radwan, Schleicher, Stauner, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 231

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Booth, Coûteaux, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pohjamo, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski

GUE/NGL: Cauquil, Laguiller, Schmid

NI: Beysen, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Mennitti, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Berès, Carlotti, Dehousse, Duhamel, Fruteau, Garot, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Patrie, Poignant, Roure, Savary

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Queiró, Segni

Onthoudingen: 12

EDD: Bernié, Butel, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Borghezio, Cappato, Gobbo, Speroni

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendementen 11 en 12, 2de deel

Voor: 26

ELDR: Procacci

NI: Berthu, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Andria, Berend, Deprez, Glase, Hieronymi, Jeggle, Lechner, Müller, Niebler, Posselt, Radwan, Schleicher, Schwaiger, Stauner, Wuermeling

PSE: Ceyhun, Ford, Paasilinna

UEN: Marchiani, Ribeiro e Castro

Tegen: 510

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, Coûteaux, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Pannella, Raschhofer, Stirbois, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jackson, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 10

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

NI: Borghezio, Gobbo, Speroni

PPE-DE: Hansenne

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 14

Voor: 185

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hansenne, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Tajani, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Katiforis

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 347

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Pannella, Turco

PPE-DE: Beazley, Bourlanges, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Fourtou, García-Orcoyen Tormo, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Martin, Matikainen-Kallström, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Scallon, Schaffner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Thyssen, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Bigliardo, Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 25

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller, Schmid

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Suominen

PSE: Hoff, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 15

Voor: 439

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Di Pietro, Lynne

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Pirker, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 100

EDD: Belder, Blokland, Booth, Coûteaux, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Di Lello Finuoli, Schmid

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Pannella, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Oreja Arburúa, Parish, Perry, Piscarreta, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Tsatsos

UEN: Camre

Onthoudingen: 19

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 17

Voor: 188

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 348

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bébéar, Bourlanges, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Fourtou, Goodwill, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Martin, Matikainen-Kallström, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Pirker, Provan, Rack, Rübig, Schaffner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Van Orden, de Veyrinas, Villiers, Vlasto

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 15

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Korakas, Laguiller

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 22

Voor: 285

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bullmann, Dehousse, Gebhardt, Glante, Goebbels, Gröner, Hänsch, Haug, Kuhne, Lund, Mendiluce Pereiro, Pérez Royo, Randzio-Plath, Sakellariou, Schmid, Stockmann, Terrón i Cusí, Walter, Weiler, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 271

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Beazley, Bébéar, Bourlanges, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Evans, Flemming, Foster, Fourtou, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Martin, Matikainen-Kallström, Méndez de Vigo, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Schaffner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Görlach, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Camre

Onthoudingen: 1

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 23, 1ste deel

Voor: 377

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Bodrato, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Poettering, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Pasqua, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 162

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Titford

ELDR: André-Léonard, Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Glase, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Lechner, Matikainen-Kallström, Müller, Nicholson, Niebler, Parish, Posselt, Provan, Purvis, Radwan, Schleicher, Stauner, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Wuermeling

PSE: Karlsson, Kuhne

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

PSE: Martin, Mendiluce Pereiro

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 23, 2de deel

Voor: 217

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Poettering, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Mussa, Musumeci, Nobilia, Pasqua, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 331

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Di Pietro, Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Glase, Goodwill, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Maij-Weggen, Matikainen-Kallström, Müller, Nicholson, Niebler, Parish, Perry, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Rübig, Schleicher, Schwaiger, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Garaud

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 24

Voor: 296

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, van den Bos, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Grosch, Hansenne, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Poettering, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bullmann, Corbett, Dehousse, Duin, Glante, Goebbels, Gröner, Hänsch, Haug, Izquierdo Collado, Jöns, Junker, Krehl, Kuhne, Lange, Leinen, Lund, Mendiluce Pereiro, Miranda de Lage, Pérez Royo, Piecyk, Randzio-Plath, Rothe, Rothley, Sakellariou, Schmid, Stockmann, Thorning-Schmidt, Walter, Weiler

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 259

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Beazley, Bébéar, Bourlanges, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Fourtou, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Martin, Matikainen-Kallström, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Schaffner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Görlach, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Rojo, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lavarra, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Roure, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró, Ribeiro e Castro

Onthoudingen: 4

NI: Borghezio, Gobbo, Speroni

PPE-DE: Goepel

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 27

Voor: 316

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Pannella, Turco, Varaut

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Ferri, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Herranz García, Méndez de Vigo, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Salafranca Sánchez-Neyra, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Wijkman, Zabell, Zappalà

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Marchiani, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 228

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Costa, Pesälä, Pohjamo, Sbarbati, Väyrynen, Virrankoski

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Raschhofer, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Banotti, Bastos, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lombardo, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Perry, Pex, Piscarreta, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Goebbels

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 13

EDD: Booth, Farage, Titford

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Korakas, Laguiller, Patakis

NI: Borghezio, Gobbo

PSE: Dehousse, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 60

Voor: 294

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Procacci, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Vallvé, Van Hecke, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Speroni, Turco

PPE-DE: Andria, Berend, Böge, von Boetticher, Costa, Doyle, Gawronski, Goepel, Hieronymi, Jeggle, Lechner, Müller, Niebler, Pack, Posselt, Radwan, Schleicher, Stauner, Stevenson, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lavarra, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 255

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: André-Léonard, Busk, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Mulder, Nicholson of Winterbourne, Nordmann, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sørensen, Väyrynen, Vermeer, Virrankoski

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Haug, Krehl, Lange, Leinen

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Bautista Ojeda, Dhaene

Onthoudingen: 1

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 62

Voor: 82

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller, Schmid

NI: Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Speroni, Stirbois, Turco

PPE-DE: Deprez, Fatuzzo

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Nogueira Román

Tegen: 457

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Farage, Titford

ELDR: van den Bos, Di Pietro, Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Souchet

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Muscardini, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Korakas

NI: Borghezio

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 79

Voor: 213

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Booth, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Titford

ELDR: André-Léonard, Nordmann, Vallvé

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Foster, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Méndez de Vigo, Mennea, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 343

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Cocilovo, Cornillet, Daul, Ebner, Fatuzzo, Flemming, Fourtou, Glase, Goepel, Hieronymi, Jeggle, Karas, Kauppi, Lechner, Lisi, Matikainen-Kallström, Mayer, Mayer, Mennitti, Menrad, Montfort, Müller, Niebler, Pack, Posselt, Rack, Radwan, Rübig, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schwaiger, Stauner, Stenzel, Sudre, Theato, Vatanen, de Veyrinas, Vlasto, Wijkman, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Speroni

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 88

Voor: 308

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nicholson of Winterbourne, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Figueiredo, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Banotti, Ebner, Gil-Robles Gil-Delgado, Grönfeldt Bergman, Hansenne, Korhola, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Sacrédeus, Schmitt, Smet, Stenmarck, Suominen, Vatanen, Wachtmeister, Wijkman, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 224

ELDR: Maaten, Manders, Mulder, Plooij-van Gorsel, Procacci, Sanders-ten Holte, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Goebbels, Lund

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 16

EDD: Booth, Butel, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Titford

ELDR: De Clercq, Nordmann

GUE/NGL: Fiebiger, Frahm

NI: Borghezio, Speroni

PSE: De Keyser, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 89

Voor: 307

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Nicholson of Winterbourne, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Deprez, Grosch, Kauppi, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Stenmarck, Suominen, Vatanen, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 238

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Plooij-van Gorsel, Sanders-ten Holte, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 9

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: De Clercq, Nordmann

GUE/NGL: Blak

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 81, 1ste deel

Voor: 199

EDD: Coûteaux

ELDR: André-Léonard, Nordmann, Ries

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, de La Perriere, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stockton, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Auroi

Tegen: 347

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bourlanges, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Costa, Deva, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Goodwill, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Suominen, Tannock, Van Orden, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 12

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 81, 2de deel

Voor: 242

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Cauquil

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Mendiluce Pereiro

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 303

EDD: Abitbol, Booth, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Mennitti, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Celli

Onthoudingen: 14

EDD: Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 81, 3de deel

Voor: 167

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bodrato, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Tajani, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 376

EDD: Abitbol, Booth, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Fourtou, Goepel, Goodwill, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Lechner, Martin, Matikainen-Kallström, Müller, Nicholson, Niebler, Pack, Parish, Perry, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Rübig, Schaffner, Schleicher, Schwaiger, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 16

EDD: Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Cauquil

NI: Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 38

Voor: 214

EDD: Booth, Farage

ELDR: Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Plooij-van Gorsel, Sanders-ten Holte, Vermeer

GUE/NGL: Vinci

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Nassauer, Nicholson, Niebler, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Berès

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Cohn-Bendit, Schroedter

Tegen: 343

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Bodrato, Camisón Asensio, Daul, De Sarnez, De Veyrac, Flemming, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Graça Moura, Grossetête, Herranz García, Karas, Kauppi, Matikainen-Kallström, Méndez de Vigo, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pérez Álvarez, Posselt, Purvis, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Schleicher, Stenzel, Sudre, Sumberg, Suominen, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Wijkman, Zabell

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Pasqua

Verts/ALE: Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 2

GUE/NGL: Vachetta

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 101

Voor: 261

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro, Lynne

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Turco

PPE-DE: Dimitrakopoulos, Sacrédeus, Smet, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 294

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Moraes

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Wyn

Onthoudingen: 2

GUE/NGL: Schmid

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 64

Voor: 81

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

NI: Borghezio, Garaud, de La Perriere, Speroni, Varaut

PPE-DE: Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Florenz, Goepel, Grosch, Hieronymi, Jeggle, Lechner, Mayer, Müller, Niebler, Pack, Posselt, Radwan, Schleicher, Schwaiger, Stauner, Theato, Wuermeling

PSE: Mendiluce Pereiro

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 456

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Fitzsimons, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 18

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 65

Voor: 81

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

NI: Garaud, de La Perriere, Varaut

PPE-DE: Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Ferber, Florenz, Friedrich, Goepel, Hieronymi, Jeggle, Lechner, Mayer, Müller, Nassauer, Niebler, Pack, Posselt, Radwan, Schleicher, Schwaiger, Stauner, Theato, Wuermeling

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 454

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 21

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Speroni, Stirbois

PSE: Martin, Mendiluce Pereiro

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 66

Voor: 264

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

NI: Berthu, Beysen, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Mendiluce Pereiro

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 275

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Flemming, Hernández Mollar, Karas, Kauppi, Lulling, Matikainen-Kallström, Rack, Rübig, Sartori, Stenzel, Sumberg, Suominen, Vatanen

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Segni

Onthoudingen: 21

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gobbo, Gollnisch, Lang, Martinez, Speroni, Stirbois

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 104

Voor: 252

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Dell'Utri, Musotto, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 294

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Gillig, Medina Ortega, Titley

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 13

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 61(b)

Voor: 224

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Speroni

PPE-DE: Dell'Utri, Musotto, Wieland

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Dhaene, Lannoye, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Schörling, Schroedter

Tegen: 318

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Titley

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Rod, de Roo, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

EDD: Farage, Titford

GUE/NGL: Frahm

PSE: Martin, Mendiluce Pereiro

Verts/ALE: Rühle

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 92

Voor: 298

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Flemming, Karas, Kauppi, Matikainen-Kallström, Rack, Rübig, Smet, Stenzel, Suominen, Vatanen

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 249

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Busk, Jensen, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Plooij-van Gorsel, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sørensen, Vermeer

GUE/NGL: Jové Peres

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Titley

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Mayol i Raynal, Voggenhuber

Onthoudingen: 8

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Dybkjær

NI: Borghezio, Gobbo, Speroni

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendementen 61 (c) en 93

Voor: 299

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Flesch, Gasòliba i Böhm, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Hansenne, Kauppi, Smet, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 254

EDD: Andersen, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Busk, Huhne, Jensen, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Plooij-van Gorsel, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sørensen, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: André-Léonard

GUE/NGL: Vachetta

PPE-DE: Stockton

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 74, 1ste deel

Voor: 248

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Costa, Di Pietro, Sbarbati

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Deprez, Florenz, Schleicher, Vatanen

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 302

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 6

EDD: Booth, Farage, Titford

GUE/NGL: Vachetta

NI: Speroni

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 74, 2de deel

Voor: 128

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Costa, Sbarbati

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Speroni

PPE-DE: Vatanen

PSE: van den Burg, Campos, Carlotti, Casaca, Dehousse, Désir, Duhamel, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Hoff, Lalumière, Lavarra, Martin, Mendiluce Pereiro, Miranda de Lage, Napolitano, Paciotti, Patrie, Roure, Sacconi, Savary, Thorning-Schmidt, Trentin, Tsatsos, Valenciano Martínez-Orozco, Volcic

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 430

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carnero González, Carrilho, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Díez González, Duin, Ettl, Evans, Färm, Ford, Gebhardt, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

EDD: Booth, Farage, Titford

GUE/NGL: Vachetta

NI: Gobbo

PPE-DE: Costa

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 70

Voor: 339

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Speroni, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: Brienza, Cocilovo, Kauppi, Lisi, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Montfort, Pronk, Sartori, Vatanen

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 218

ELDR: André-Léonard, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Plooij-van Gorsel, Sandersten Holte, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Hager, Souchet

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Marinos, Marques, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 3

EDD: Booth, Farage, Titford

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 95

Voor: 316

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Stirbois, Turco

PPE-DE: Banotti, Brienza, Cocilovo, Ebner, Grosch, Hatzidakis, Korhola, Liese, Lisi, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Sacrédeus, Sartori, Smet, Suominen, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Ó Neachtain

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 237

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, Jensen, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Plooij-van Gorsel, Riis-Jørgensen, Sørensen, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Marinos, Marques, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Savary

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 4

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 63

Voor: 295

EDD: Butel, Esclopé, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: García-Orcoyen Tormo, Heaton-Harris, Piscarreta

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Andrews, Crowley, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 247

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Busk, Gasòliba i Böhm, Jensen, Nordmann, Procacci, Riis-Jørgensen, Sørensen

GUE/NGL: Cauquil, Laguiller

NI: Beysen, Borghezio, Cappato, Gobbo, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Hoff, Swiebel, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Fitzsimons, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 2

EDD: Coûteaux, Mathieu

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 83

Voor: 291

EDD: Andersen, Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: van den Bos, Di Pietro, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stockton, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Colom i Naval, Dehousse, Schmid

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 249

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Van Hecke, Virrankoski, Watson

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Trakatellis, Van Orden, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Onthoudingen: 19

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Mendiluce Pereiro

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 106

Voor: 310

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Karas, Kauppi, Maat, Maij-Weggen, Matikainen-Kallström, Rack, Rübig, Scallon, Stenzel, Suominen, Vatanen, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 239

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Plooij-van Gorsel, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 1

NI: Gobbo

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 76

Voor: 220

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: André-Léonard, Duff, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 324

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Borghezio, Cappato, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Daul, Descamps, Flemming, Fourtou, García-Orcoyen Tormo, Goepel, Grossetête, Jeggle, Karas, Lechner, Martin, Mauro, Montfort, Müller, Niebler, Posselt, Rack, Radwan, Rübig, Schaffner, Stauner, Stenzel, Sudre, de Veyrinas, Vlasto

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 9

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 78

Voor: 277

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, van den Bos, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Garaud, de La Perriere, Souchet, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Dehousse, Rothley

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 254

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Langen, Lisi, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Onthoudingen: 20

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Martin, Mendiluce Pereiro

Aanbeveling Zappalà A5-0242/2003

Amendement 5

Voor: 124

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Deprez, Goepel, Hieronymi, Jeggle, Lechner, Mayer, Müller, Niebler, Pack, Radwan, Schwaiger, Stauner, Theato, Wuermeling

PSE: Dehousse, Martínez Martínez, Mendiluce Pereiro, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Pasqua, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 406

EDD: Andersen, Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Della Vedova, Dupuis, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gargani, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tajani, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Hoff, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 16

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Titford

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

PPE-DE: Costa

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 57

Voor: 208

EDD: Andersen, Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Nordmann

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Dell'Utri, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann, Marinos, Marques, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Piscarreta, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho

UEN: Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Fitzsimons, Mussa, Musumeci, Nobilia, Pasqua, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Segni

Tegen: 334

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Doorn, Grosch, Hansenne, Karas, Kauppi, Maat, Maij-Weggen, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pex, Pronk, Rack, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Smet, Stenzel, Suominen, van Velzen, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Queiró, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 9

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Korakas, Patakis, Schmid, Wurtz

NI: Garaud

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 4

Voor: 169

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Di Pietro

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cushnahan, Dell'Utri, Deprez, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Medina Ortega

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 368

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Farage, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Hager

PPE-DE: Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Cunha, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Fourtou, Goodwill, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Martin, Matikainen-Kallström, Montfort, Morillon, Müller, Nicholson, Niebler, Pack, Parish, Perry, Podestà, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Ridruejo, Rübig, Schaffner, Schwaiger, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Thyssen, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

NI: Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 5

Voor: 231

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: André-Léonard, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Tsatsos

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 309

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Pannella, Turco

PPE-DE: Karas, Kauppi, Matikainen-Kallström, Rack, Rübig, Stenzel, Suominen, Vatanen

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

NI: Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 11

Voor: 207

ELDR: Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 331

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Tannock, Van Orden, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 14

EDD: Bernié, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 12

Voor: 432

ELDR: André-Léonard, Di Pietro, Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Bigliardo, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 98

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Cossutta, Morgantini, Papayannakis

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Pannella, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

UEN: Camre

Onthoudingen: 15

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 15

Voor: 395

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bodrato, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Deprez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Herranz García, Jarzembowski, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Stenmarck, Stenzel, Suominen, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 147

EDD: Booth, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Stirbois, Turco, Varaut

PPE-DE: Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Evans, Foster, Fourtou, García-Orcoyen Tormo, Goepel, Goodwill, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Martin, Mayer, Montfort, Morillon, Nicholson, Niebler, Pack, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Rübig, Schaffner, Schleicher, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Theato, Van Orden, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wuermeling

PSE: Carrilho, Ceyhun, Soares

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 5

EDD: Coûteaux

NI: Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 16, 1ste deel

Voor: 459

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Sudre, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 58

EDD: Booth, Titford

ELDR: Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

NI: Claeys, Dillen, Lang, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Flemming, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Villiers

PSE: Tsatsos

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Onthoudingen: 9

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

Verts/ALE: Rod

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 16, 2de deel

Voor: 227

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Pannella, Souchet, Speroni, Turco, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Coelho, Cornillet, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Angelilli, Berlato, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 306

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Booth, Sandbæk, Titford

ELDR: Di Pietro, Pesälä, Pohjamo, Väyrynen

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Raschhofer, Stirbois

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 11

EDD: Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil

PPE-DE: Costa

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 19, 1ste deel

Voor: 203

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: González Álvarez, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois, Varaut

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Nogueira Román

Tegen: 341

EDD: Abitbol, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Raymond, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 4

EDD: Booth, Coûteaux, Titford

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 20

Voor: 248

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Varaut

PPE-DE: Costa, Fatuzzo, García-Margallo y Marfil, Hernández Mollar, Sartori

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Campos, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 288

EDD: Booth, Raymond, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Frahm

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Corbett, Guy-Quint, Lalumière, Marinho, Martin, Sornosa Martínez

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 5

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

PPE-DE: Schmitt

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 21

Voor: 204

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Souchet, Speroni, Varaut

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Deprez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller, Musotto, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bullmann, Ceyhun, Dehousse, Duin, Gebhardt, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hedkvist Petersen, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lange, Leinen, Lund, Marinho, Miranda de Lage, Moraes, Randzio-Plath, Rothe, Sakellariou, Stockmann, Swiebel, Walter, Weiler

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Bouwman

Tegen: 332

EDD: Abitbol, Bernié, Booth, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Beazley, Bébéar, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Ebner, Elles, Foster, Fourtou, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Inglewood, Jackson, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Martin, Matikainen-Kallström, Morillon, Naranjo Escobar, Nicholson, Parish, Perry, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Sacrédeus, Schaffner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gillig, Hänsch, Hazan, Honeyball, Howitt, Hume, Iivari, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Koukiadis, Lage, Lalumière, Lavarra, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothley, Roure, Sacconi, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 7

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 36

Voor: 274

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Cornillet, Descamps, Ferrer, Hernández Mollar, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 270

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Napoletano, Schulz

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 3

EDD: Coûteaux

NI: Della Vedova

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 48

Voor: 256

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Speroni

PPE-DE: Hernández Mollar, Schwaiger, Stauner, Vidal-Quadras Roca

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Collins, Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 275

EDD: Booth, Coûteaux, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni

Onthoudingen: 11

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Della Vedova

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 49

Voor: 251

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Fitzsimons

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 291

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 59

Voor: 213

EDD: Belder, Blokland, van Dam

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Foster, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse, Marinho

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Tegen: 329

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Bébéar, Bourlanges, Callanan, Cornillet, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Florenz, Fourtou, Grosch, Grossetête, Karas, Martin, Montfort, Morillon, Posselt, Rack, Rübig, Schaffner, Stenzel, Sudre, de Veyrinas, Vlasto

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 2

NI: Della Vedova

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 22

Voor: 176

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Vermeer, Virrankoski

NI: Berthu, Beysen, Souchet

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Berlato, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Tegen: 356

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Speroni, Stirbois, Turco

PPE-DE: Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Grosch, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rovsing, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 3

NI: Borghezio, Della Vedova

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 69

Voor: 257

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Wurtz

NI: Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Speroni

PPE-DE: Deprez, Flemming, Grosch, Karas, Maat, Oreja Arburúa, Rack, Rübig, Stenzel

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 278

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Dupuis, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Bowe, Moraes

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Auroi, Cohn-Bendit

Onthoudingen: 4

NI: Borghezio, Della Vedova

PSE: Martin, Poignant

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 23

Voor: 190

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: André-Léonard, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Gobbo, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ferreira, Haug, Jöns, Marinho

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone

Tegen: 335

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Ludford, Maaten, Manders, Martelli, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Onthoudingen: 11

NI: Borghezio, Claeys, Della Vedova, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Duin

UEN: Marchiani

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 24

Voor: 194

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Di Pietro, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Souchet

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Görlach, Soares

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni

Tegen: 344

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Speroni

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 9

ELDR: André-Léonard

NI: Claeys, Della Vedova, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Dehousse

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 25

Voor: 187

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Garaud, Gobbo, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Kuckelkorn

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni

Tegen: 344

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krarup, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Ebner, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Marchiani, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 8

NI: Claeys, Della Vedova, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Dehousse

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 71

Voor: 295

EDD: Andersen, Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Cappato, Dell'Alba, Dillen, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Banotti, Cushnahan, Doyle, Garriga Polledo, Gawronski, Grönfeldt Bergman, Hansenne, Korhola, Liese, McCartin, Matikainen-Kallström, Oomen-Ruijten, Sacrédeus, Scallon, Smet, Stenmarck, Suominen, Vatanen, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

Tegen: 221

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Plooij-van Gorsel, Sanders-ten Holte, Vermeer

NI: Beysen, Claeys, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Andria, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Inglewood, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: McNally

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 11

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu

ELDR: André-Léonard, Nordmann

NI: Borghezio

PPE-DE: Hieronymi

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 72

Voor: 313

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Speroni, Turco

PPE-DE: Arvidsson, Avilés Perea, Banotti, Cushnahan, Doyle, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hansenne, Kauppi, Korhola, Laschet, Liese, McCartin, Matikainen-Kallström, Moreira Da Silva, Sacrédeus, Scallon, Smet, Stenmarck, Suominen, Vatanen, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 220

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Gasòliba i Böhm, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Plooij-van Gorsel, Sanders-ten Holte, Vermeer

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Garaud, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Andria, Averoff, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Lamassoure, Langen, Lechner, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 10

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard, Nordmann

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 61

Voor: 161

EDD: Belder, Blokland, van Dam

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dell'Alba, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Berend, Böge, von Boetticher, Brienza, Brok, Brunetta, Cocilovo, Coelho, Costa, Cunha, Cushnahan, Deprez, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hansenne, Hatzidakis, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller, Musotto, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Rovsing, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Suominen, Theato, Thyssen, Trakatellis, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Berès, Sacconi

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Marchiani, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Breyer

Tegen: 374

EDD: Abitbol, Andersen, Bonde, Booth, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Della Vedova, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Avilés Perea, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cornillet, Corrie, Daul, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dover, Elles, Evans, Florenz, Foster, Fourtou, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Goodwill, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Lamassoure, Maat, Maij-Weggen, Martin, Matikainen-Kallström, Méndez de Vigo, Montfort, Morillon, Naranjo Escobar, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Parish, Pérez Álvarez, Perry, Provan, Purvis, Rack, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Tannock, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Zabell

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothley, Roure, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Terrón i Cusí, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 10

EDD: Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard, Nordmann

PSE: Dehousse, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 32

Voor: 176

GUE/NGL: Bordes

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Bodrato, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Jarzembowski, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oostlander, Pacheco Pereira, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schmitt, Schnellhardt, Smet, Sommer, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Kuhne, Terrón i Cusí

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Poli Bortone, Segni

Tegen: 354

EDD: Abitbol, Belder, Blokland, Booth, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Farage, Mathieu, Saint-Josse, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Ludford, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Liese, Matikainen-Kallström, Müller, Nicholson, Niebler, Pack, Parish, Perry, Posselt, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Rübig, Schleicher, Schwaiger, Stauner, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Villiers, Wuermeling

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 8

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

PSE: Dehousse

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 74

Voor: 244

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Cushnahan, Oomen-Ruijten, Poettering, Sacrédeus, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Bouwman, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 288

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Farage, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sturdy, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 3

PPE-DE: Martin

PSE: Carrilho, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 50

Voor: 321

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, Coûteaux, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Garaud, Pannella, Speroni, Turco

PPE-DE: Banotti, Brienza, Cocilovo, Cushnahan, Doyle, Ferrer, Gemelli, Hansenne, Kauppi, Korhola, Lisi, McCartin, Mantovani, Martens, Mauro, Moreira Da Silva, Sacrédeus, Santini, Sartori, Scallon, Smet, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 225

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Nordmann, Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller, Scarbonchi

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, Maij-Weggen, Mann, Marinos, Marques, Martin, Matikainen-Kallström, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 3

ELDR: André-Léonard

NI: Gobbo

PSE: Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 47

Voor: 298

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Plooij-van Gorsel, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Garaud, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Stirbois, Turco

PPE-DE: Sacrédeus, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 224

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: Pesälä, Pohjamo, Väyrynen, Virrankoski

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Gobbo, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Sudre, Sumberg, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Poignant, Savary

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 15

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Korakas, Laguiller, Patakis

PPE-DE: Costa

PSE: Duin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 63

Voor: 236

EDD: Booth, Farage, Titford

ELDR: André-Léonard, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Garaud, Gobbo, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Speroni, Stirbois

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Sudre, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 297

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Corrie, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Stenzel, Stevenson, Sumberg, Suominen, Tannock, Van Orden, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Muscardini

Onthoudingen: 10

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

PPE-DE: Costa

PSE: Dehousse, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 58

Voor: 225

ELDR: André-Léonard, Nordmann

GUE/NGL: Fraisse, Herzog, Modrow

NI: Berthu, Beysen, Garaud, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Brunetta, Camisón Asensio, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Doyle, Ebner, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Jarzembowski, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Sommer, Stenmarck, Stockton, Sudre, Suominen, Theato, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Varela Suanzes-Carpegna, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Mendiluce Pereiro

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 291

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Farage, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Della Vedova, Dillen, Gobbo, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Speroni, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Chichester, Corrie, De Sarnez, Descamps, Deva, Dover, Elles, Evans, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Karas, Khanbhai, Kirkhope, Matikainen-Kallström, Nicholson, Parish, Perry, Provan, Purvis, Rack, Rübig, Smet, Stenzel, Stevenson, Sumberg, Tannock, Thyssen, Van Orden, Vatanen, Villiers

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Onthoudingen: 15

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

NI: Claeys, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Costa

PSE: Dehousse, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 6

Voor: 16

NI: Borghezio, Garaud, Gobbo, de La Perriere, Speroni

PPE-DE: Wachtmeister

PSE: Marinho

UEN: Andrews, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain, Queiró, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Tegen: 502

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooijvan Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Van Hecke, Vermeer, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Caudron, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schmid, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gawronski, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Poli Bortone, Segni

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 18

EDD: Abitbol, Bernié, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Dehousse, Martin

Aanbeveling Zappalà A5-0245/2003

Amendement 66

Voor: 245

EDD: Abitbol, Andersen, Bernié, Bonde, Butel, Coûteaux, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Di Pietro

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Scarbonchi, Schröder, Seppänen, Sjöstedt, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

PPE-DE: Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, De Rossa, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Howitt, van Hulten, Hume, Iivari, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Hyland

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 278

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Titford

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Costa, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Lynne, Maaten, Manders, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Della Vedova, Dillen, Gobbo, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Speroni, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Brunetta, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Fernández Martín, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Foster, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gemelli, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ridruejo, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Scapagnini, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Sumberg, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Valdivielso de Cué, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Honeyball

UEN: Andrews, Angelilli, Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Muscardini, Mussa, Musumeci, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Queiró, Ribeiro e Castro, Segni, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 2

GUE/NGL: Schmid

PSE: Martin

Aanbeveling Trakatellis A5-0204/2003

Amendementen 23 en 28

Voor: 285

EDD: Abitbol, Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, Di Pietro, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Procacci, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alavanos, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Caudron, Cauquil, Cossutta, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Claeys, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, de La Perriere, Martinez, Raschhofer, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Bourlanges, Deprez, De Sarnez, De Veyrac, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Maij-Weggen, Scallon

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Haug, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Lavarra, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Marinho, Martin, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Collins, Crowley, Fitzsimons, Mussa, Musumeci, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lagendijk, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 172

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Di Lello Finuoli

NI: Beysen

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Camisón Asensio, Chichester, Coelho, Corrie, Cunha, Cushnahan, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Provan, Purvis, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Sommer, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, van Velzen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Berenguer Fuster, Goebbels, Hänsch, Mann, Murphy, Poos

UEN: Angelilli, Berlato, Camre

Onthoudingen: 16

ELDR: Mulder, Plooij-van Gorsel, Sanders-ten Holte, Vermeer

GUE/NGL: Alyssandrakis, Patakis

NI: Speroni

PPE-DE: Costa, Descamps, Hermange, Maat, Martin, de Veyrinas, Vlasto

PSE: Wynn

Verts/ALE: Celli

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 18

Voor: 193

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Gomolka, Lechner, Méndez de Vigo, Oomen-Ruijten

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Corbey, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gröner, Hänsch, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Moraes, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lambert, Lannoye, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 241

EDD: Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Mennea, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Ceyhun, Dehousse, Duin, Gebhardt, Glante, Goebbels, Görlach, Haug, Keßler, Kindermann, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Müller, Stockmann

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 20

PSE: Corbett, Ford, Honeyball, Howitt, McCarthy, McNally, Martin, Miller, Murphy, Myller, Poos, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Tsatsos, Watts, Whitehead, Wynn

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 8

Voor: 217

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Mulder, Paulsen, Sanders-ten Holte, Schmidt

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Florenz, Keppelhoff-Wiechert, Lechner, Mantovani, Martens, Müller, Oomen-Ruijten, Posselt, Sacrédeus, Scallon, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miranda de Lage, Müller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 214

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sbarbati, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Blak, Eriksson

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Gobbo, Kronberger, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jeggle, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Marinos, Marques, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Purvis, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Goebbels

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 26

PPE-DE: Liese

PSE: Cashman, Corbett, Evans, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, McAvan, McCarthy, McNally, Martin, Miller, Moraes, Murphy, Myller, Poos, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

UEN: Berlato

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 26, 1ste deel

Voor: 270

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger

PPE-DE: Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Deprez, De Veyrac, Doorn, Ferber, Flemming, Florenz, Gahler, Glase, Gomolka, Hatzidakis, Hieronymi, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Koch, Konrad, Langen, Lechner, Lehne, Lulling, Mayer, Müller, Nassauer, Niebler, Oomen-Ruijten, Pack, Posselt, Radwan, Santer, Scallon, Schleicher, Schnellhardt, Stenzel, Suominen, Theato, van Velzen, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carrilho, Casaca, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Mastorakis, Miguélez Ramos, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 156

ELDR: André-Léonard, Gasòliba i Böhm, Maaten, Ries, Watson

NI: Berthu, Beysen, Gobbo, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bourlanges, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, De Sarnez, Descamps, Deva, Dimitrakopoulos, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Knolle, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Laschet, Liese, Lisi, Maat, McCartin, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Purvis, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santini, Sartori, Schaffner, Schmitt, Schwaiger, Stauner, Stevenson, Stockton, Sudre, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Berenguer Fuster, Carnero González, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Dehousse, Díez González, Izquierdo Rojo, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Obiols i Germà, Pérez Royo, Rodríguez Ramos, Sauquillo Pérez del Arco, Sornosa Martínez, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 24

PSE: Cashman, Corbett, Evans, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, van Hulten, McAvan, McCarthy, McNally, Martin, Miller, Moraes, Murphy, Poos, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 26, 2de deel

Voor: 268

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, Busk, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Claeys, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger

PPE-DE: Berend, Böge, von Boetticher, Brok, Deprez, Doorn, Ferber, Flemming, Florenz, Gahler, Glase, Gomolka, Hieronymi, Jeggle, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lulling, Maat, Maij-Weggen, Martens, Mayer, Mayer, Menrad, Müller, Nassauer, Niebler, Oomen-Ruijten, Pack, Posselt, Radwan, Santer, Scallon, Schleicher, Schnellhardt, Stauner, Stenzel, Suominen, Theato, Thyssen, van Velzen, Wuermeling, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carrilho, Casaca, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Mastorakis, Miguélez Ramos, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Savary, Scheele, Schulz, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 150

ELDR: André-Léonard, Mulder, Nordmann, Ries, Sanders-ten Holte

NI: Berthu, Beysen, Gobbo, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Bourlanges, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Costa, Cunha, Cushnahan, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Inglewood, Jackson, Karas, Kauppi, Khanbhai, Kirkhope, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lisi, McCartin, Mantovani, Marinos, Marques, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Méndez de Vigo, Mennea, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Musotto, Naranjo Escobar, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Purvis, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Sartori, Schaffner, Schmitt, Schwaiger, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Tannock, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Zabell, Zacharakis, Zappalà

PSE: Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, Carnero González, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Dehousse, Díez González, Izquierdo Rojo, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Obiols i Germà, Pérez Royo, Rodríguez Ramos, Sauquillo Pérez del Arco, Sornosa Martínez, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 28

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

PSE: Cashman, Corbett, Evans, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, McAvan, McCarthy, McNally, Martin, Miller, Moraes, Murphy, Poos, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 26, 3de deel

Voor: 154

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Maaten, Martelli, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Seppänen, Sjöstedt

NI: Claeys

PPE-DE: Kauppi, Koch, Konrad, Korhola, Matikainen-Kallström, Suominen, Vatanen

PSE: Andersson, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carrilho, Casaca, Ceyhun, Corbey, De Keyser, Désir, Duhamel, Duin, Ettl, Färm, Fava, Ferreira, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, van Hulten, Iivari, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Mastorakis, Miguélez Ramos, Müller, Myller, Napoletano, Napolitano, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Scheele, Schulz, Soares, Souladakis, Sousa Pinto, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Weiler, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Wuori

Tegen: 271

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Mulder, Nordmann, Sanders-ten Holte, Thors

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Bordes, Boudjenah, Brie, Cauquil, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Souchet, Speroni

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Cunha, Cushnahan, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Flemming, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Stauner, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wijkman, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Berenguer Fuster, Carnero González, Cerdeira Morterero, Colom i Naval, Dehousse, Díez González, Izquierdo Rojo, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miranda de Lage, Obiols i Germà, Pérez Royo, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sornosa Martínez, Valenciano Martínez-Orozco

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lannoye, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wyn

Onthoudingen: 29

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

PPE-DE: Costa

PSE: Cashman, Corbett, Evans, Ford, Gill, Honeyball, Howitt, McCarthy, McNally, Martin, Miller, Moraes, Murphy, Poos, Read, Simpson, Skinner, Stihler, Titley, Watts, Whitehead, Wynn

UEN: Berlato

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 10

Voor: 268

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Lynne, Martelli, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, Raschhofer, Speroni

PPE-DE: Deprez, Flemming, Maat, Stenzel, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Rodríguez Ramos, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 179

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard, Nordmann

NI: Berthu, Beysen, Claeys, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Cunha, Cushnahan, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Florenz, Folias, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Maij-Weggen, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Montfort, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Berlato, Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Poli Bortone, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 7

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

PPE-DE: Costa, Oomen-Ruijten

PSE: Carrilho, Poos

Aanbeveling Corbey A5-0200/2003

Amendement 21/rev.

Voor: 243

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bertinotti, Blak, Boudjenah, Brie, Cossutta, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Patakis, Schmid, Seppänen, Sjöstedt, Sylla, Uca, Vachetta, Wurtz

NI: Claeys, Gobbo, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer, Souchet, Speroni

PPE-DE: Flemming, Florenz, Montfort, Sacrédeus, Stenzel, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cerdeira Morterero, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Díez González, Duhamel, Duin, Ettl, Evans, Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Hedkvist Petersen, Honeyball, Howitt, van Hulten, Iivari, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Katiforis, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kreissl-Dörfler, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McCarthy, McNally, Malliori, Mann, Marinho, Martin, Martin, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Moraes, Müller, Murphy, Myller, Napoletano, Napolitano, Obiols i Germà, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Pittella, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rocard, Roth-Behrendt, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Soares, Sornosa Martínez, Souladakis, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swiebel, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Valenciano Martínez-Orozco, Van Brempt, Van Lancker, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre, Collins, Crowley, Fitzsimons, Ó Neachtain, Ribeiro e Castro, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Buitenweg, Celli, Cohn-Bendit, Dhaene, Echerer, Evans, Flautre, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Isler Béguin, Lambert, Lucas, MacCormick, Maes, Mayol i Raynal, Nogueira Román, Onesta, Ortuondo Larrea, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 202

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Attwooll, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Clegg, Davies, De Clercq, Duff, Dybkjær, Flesch, Gasòliba i Böhm, Huhne, Jensen, Ludford, Martelli, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Riis-Jørgensen, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

NI: Berthu, Beysen

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Avilés Perea, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Coelho, Corrie, Cunha, Cushnahan, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Doyle, Ebner, Elles, Evans, Fatuzzo, Ferber, Ferrer, Ferri, Fiori, Folias, Fourtou, Gahler, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garriga Polledo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Herranz García, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jeggle, Karas, Kauppi, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Langen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer, Mayer, Méndez de Vigo, Mennea, Menrad, Moreira Da Silva, Morillon, Müller, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Purvis, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Salafranca Sánchez-Neyra, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schnellhardt, Schwaiger, Smet, Stauner, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Van Orden, Vatanen, van Velzen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vlasto, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wuermeling, Zabell, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Dehousse

UEN: Berlato, Poli Bortone

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

PPE-DE: Costa, Scallon

PSE: Poos


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2003)0311

Publicatie van effecten ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (5390/4/2003 — C5-0143/2003 — 2001/0117(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5390/4/2003 — C5-0143/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 280) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 460) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0218/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 21.

(2)  PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 524.

(3)  PB C 240 E van 28.8.2001, blz. 272.

(4)  PB C 20 E van 28.1.2003, blz. 122.

P5_TC2-COD(2001)0117

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op de artikelen 44 en 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 80/390/EEG van de Raad van 17 maart 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (5) en Richtlijn 89/298/EEG van de Raad van 17 april 1989 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat moet worden gepubliceerd bij een openbare aanbieding van effecten (6) zijn vele jaren geleden aangenomen en voorzagen in een onvolledig en complex stelsel van wederzijdse erkenning, dat niet in staat is gebleken de doelstelling van het ene paspoort van onderhavige richtlijn te verwezenlijken. Genoemde richtlijnen dienen dan ook te worden opgewaardeerd, geactualiseerd en samengevoegd tot één enkele tekst.

(2)

Inmiddels is Richtlijn 80/390/EEG geïntegreerd in Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd (7). Laatstgenoemde richtlijn behelst een codificatie van diverse richtlijnen inzake beursgenoteerde effecten.

(3)

Ter wille van de samenhang verdient het evenwel aanbeveling de bepalingen van Richtlijn 2001/34/EG die uit Richtlijn 80/390/EEG werden overgenomen, samen te voegen met Richtlijn 89/298/EEG en Richtlijn 2001/34/EG dienovereenkomstig te wijzigen.

(4)

Deze richtlijn is van wezenlijk belang voor de totstandkoming van de interne markt volgens het tijdschema in de mededelingen van de Commissie „Actieplan voor risicokapitaal” en „Tenuitvoerlegging van het kader voor financiële diensten: een actieplan”. Zij biedt een zo ruim mogelijke toegang tot investeringskapitaal op Gemeenschapsniveau, ook voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) en startende ondernemingen, door het „ene paspoort” voor uitgevende instellingen in te voeren.

(5)

Tijdens de zitting van 17 juli 2000 heeft de Raad het Comité van wijzen voor de regulering van de Europese effectenmarkten opgericht. In een eerste verslag van 9 november 2000 wijst het comité erop dat er geen algemeen aanvaarde definitie van een aanbieding van effecten aan het publiek bestaat, waardoor eenzelfde operatie in sommige lidstaten als een onderhandse plaatsing wordt beschouwd en in andere niet. De huidige regeling ontmoedigt ondernemingen om op communautair niveau kapitaal aan te trekken en ontzegt hun aldus in feite de toegang tot een grote, liquide en geïntegreerde financiële markt.

(6)

In zijn eindverslag van 15 februari 2001 stelt het Comité van wijzen voor om nieuwe wetgevingstechnieken in te voeren op basis van een aanpak op vier niveaus, te weten kaderbeginselen, uitvoeringsmaatregelen, samenwerking en toezicht op de naleving. Niveau 1, de richtlijn, dient beperkt te blijven tot globale, algemene kaderbeginselen, terwijl niveau 2 technische uitvoeringsmaatregelen dient te omvatten die door de Commissie moeten worden vastgesteld, hierin bijgestaan door een comité.

(7)

De Europese Raad heeft op 23-24 maart 2001 het eindverslag van het Comité van wijzen onderschreven, alsmede de voorgestelde aanpak op vier niveaus om het regelgevingsproces met betrekking tot de communautaire effectenwetgeving efficiënter en transparanter te maken.

(8)

Het Europees Parlement heeft in de resolutie van 5 februari 2002 over de tenuitvoerlegging van de financiële-dienstenwetgeving (8) het eindverslag van het Comité van wijzen onderschreven, en wel op basis van de formele verklaring die op diezelfde dag door de Commissie voor het Parlement is afgelegd en de brief van het voor de interne markt bevoegde Commissielid van 2 oktober 2001 aan de voorzitter van de Economische en Monetaire Commissie van het Parlement met betrekking tot de garanties die het Europees Parlement zullen worden geboden wat betreft zijn rol in deze procedure.

(9)

Volgens de Europese Raad van Stockholm moeten de uitvoeringsmaatregelen van niveau 2 vaker worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de technische bepalingen gelijke tred kunnen houden met de marktontwikkelingen en met de ontwikkelingen inzake toezicht, en moeten voor alle stadia van de werkzaamheden van niveau 2 uiterste termijnen worden vastgesteld.

(10)

Deze richtlijn en de maatregelen ter uitvoering ervan hebben ten doel de beleggers te beschermen en de efficiëntie van de markt te waarborgen, overeenkomstig de hoge standaarden die door de relevante internationale gremia zijn vastgesteld.

(11)

Effecten zonder aandelenkarakter, uitgegeven door een lidstaat of een van de regionale of plaatselijke overheden van een lidstaat, door een openbare internationale instelling waarbij één of meer lidstaten aangesloten zijn, door de Europese Centrale Bank of door de centrale banken van de lidstaten, vallen niet onder deze richtlijn en worden derhalve door deze richtlijn onverlet gelaten; uitgevende instellingen van dergelijke effecten mogen evenwel desgewenst een prospectus overeenkomstig deze richtlijn opstellen.

(12)

Ter bescherming van de beleggers dienen effecten met en zonder aandelenkarakter te worden bestreken, die worden aangeboden aan het publiek of zijn toegelaten tot de handel op gereglementeerde markten in de zin van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten (9), en niet uitsluitend effecten die tot de officiële notering aan een effectenbeurs zijn toegelaten. De ruime definitie van effecten in deze richtlijn, die ook warrants, covered warrants en certificaten omvat, is alleen geldig voor deze richtlijn en laat derhalve de diverse definities van financiële instrumenten die in de nationale wetgevingen voor andere, met name fiscale doeleinden gehanteerd worden, geheel onverlet. Sommige effecten zoals gedefinieerd in deze richtlijn geven de houder het recht verhandelbare effecten te verkrijgen of door middel van een afwikkeling in contanten een geldbedrag te ontvangen dat wordt bepaald middels een verwijzing naar andere instrumenten, met name verhandelbare effecten, valuta, rente of rendement, grondstoffen of andere indices of maatstaven. „Depositary receipts” en converteerbare effecten, dat wil zeggen effecten die naar believen van de belegger inwisselbaar zijn, vallen onder de in deze richtlijn opgenomen definitie van effecten zonder aandelenkarakter.

(13)

De uitgifte van effecten van gelijkaardige categorie en/of klasse in het geval van effecten zonder aandelenkarakter die worden uitgegeven in het kader van een aanbiedingsprogramma, met inbegrip van alle vormen van warrants en certificaten, alsmede in het geval van doorlopende of periodiek uitgegeven effecten dient te worden opgevat als niet alleen betrekking hebbende op identieke effecten, maar ook op effecten die doorgaans tot één categorie behoren. Deze effecten kunnen uiteenlopende producten omvatten, zoals obligaties, certificaten en warrants, of hetzelfde product uit hoofde van hetzelfde programma, en kunnen qua karakter verschillen, met name wat betreft rangorde, type van onderliggende waarden, basis ter bepaling van het bedrag van terugbetaling of couponbetaling.

(14)

De verlening aan de uitgevende instelling van het, in de gehele Gemeenschap geldige ene paspoort en de toepassing van het beginsel van de lidstaat van herkomst vergen dat de lidstaat van herkomst voor de toepassing van deze richtlijn wordt aangewezen als de lidstaat die in de beste positie verkeert om toezicht uit te oefenen op de uitgevende instelling.

(15)

Een van de doelstellingen van deze richtlijn is het beschermen van beleggers. Het verdient bijgevolg aanbeveling met de uiteenlopende behoefte aan bescherming van de diverse categorieën beleggers rekening te houden, alsmede met hun deskundigheid. Voor aanbiedingen die uitsluitend voor gekwalificeerde beleggers zijn bedoeld, behoeft geen informatie te worden verstrekt door middel van de publicatie van een prospectus. Elke doorverkoop van de effecten aan het publiek of openbare verhandeling van de effecten als gevolg van de toelating ervan tot de handel op een gereglementeerde markt vereist de publicatie van een prospectus.

(16)

De in deze richtlijn vervatte voorschriften inzake informatievoorziening beletten een lidstaat, een bevoegde autoriteit of een beurs niet via de interne regelgeving andere bijzondere eisen te stellen in de context van de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt (met name inzake goed ondernemingsbestuur). Dergelijke eisen mogen niet direct of indirect beperkingen inhouden voor de opstelling, de inhoud en de verspreiding van een door een bevoegde autoriteit goedgekeurd prospectus.

(17)

Uitgevende instellingen, aanbieders of aanvragers van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van effecten die van de verplichting een prospectus te publiceren zijn vrijgesteld, komen in aanmerking voor het ene paspoort mits zij aan deze richtlijn voldoen.

(18)

Samen met gedragsregels bevordert de verstrekking van passende en volledige informatie over effecten en de uitgevende instellingen ervan de bescherming van de beleggers. Deze informatie vormt tevens een doeltreffend middel om het vertrouwen in effecten te versterken en draagt aldus bij tot de goede werking en de ontwikkeling van de effectenmarkten. De informatie dient te worden verstrekt door middel van de publicatie van een prospectus.

(19)

Evenals alle andere beleggingsvormen brengen beleggingen in effecten risico's met zich mee. In alle lidstaten dienen waarborgen ter bescherming van de belangen van huidige en potentiële beleggers te worden geboden, zodat deze in staat worden gesteld deze risico's in te schatten en met volledige kennis van zaken beleggingsbeslissingen te nemen.

(20)

De verstrekte informatie, die adequaat en zo objectief mogelijk dient te zijn en in het bijzonder betrekking moet hebben op de financiële positie van de uitgevende instelling en op de aan de effecten verbonden rechten, moet worden verschaft in een opmaak welke het analyseren en het begrijpen ervan zo gemakkelijk mogelijk maakt. De harmonisatie van de in het prospectus te vermelden informatie moet resulteren in een bescherming van beleggers die overal in de Gemeenschap gelijkwaardig is.

(21)

Informatie is een wezenlijk element in de bescherming van de belegger: in het prospectus moet een samenvatting worden opgenomen waarin de essentiële kenmerken van en risico's verbonden aan de uitgevende instelling, de eventuele garant en de effecten worden beschreven. Om deze informatie gemakkelijk toegankelijk te maken, moet de samenvatting in niet-technische bewoordingen gesteld zijn en mag deze in de taal waarin het prospectus oorspronkelijk is gesteld normaliter niet meer dan 2500 woorden tellen.

(22)

Op internationaal niveau zijn optimale werkwijzen ontwikkeld om grensoverschrijdende aanbiedingen van aandelen mogelijk te maken op basis van één enkele reeks standaarden voor de informatievoorziening, die zijn vastgesteld door de International Organisation of Securities Commissions (IOSCO). Door de toepassing van deze IOSCO-standaarden voor de informatievoorziening (10) zullen de markten en beleggers over betere informatie kunnen beschikken en zal de procedure voor communautaire uitgevende instellingen die in derde landen kapitaal wensen aan te trekken eenvoudiger worden. De richtlijn voorziet tevens in de opstelling van standaarden voor de informatievoorziening die op andere categorieën effecten en uitgevende instellingen zijn toegesneden.

(23)

Om tot versnelde procedures te komen voor uitgevende instellingen wier effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en die veelvuldig op deze markten kapitaal aantrekken, is het nodig op communautair niveau een nieuw prospectusmodel voor aanbiedingsprogramma's en hypothecaire obligaties, alsook een nieuwe, op een registratiedocument berustende regeling in te voeren. Uitgevende instellingen kunnen er ook voor kiezen niet van deze modellen gebruik te maken en het prospectus in de vorm van één enkel document op te stellen.

(24)

De inhoud van een basisprospectus dient in het bijzonder rekening te houden met de behoefte aan flexibiliteit met betrekking tot de informatie die over de effecten moet worden verstrekt.

(25)

Teneinde schadelijke situaties voor een uitgevende instelling te vermijden, dient niet-vermelding van normaliter in een prospectus op te nemen gevoelige informatie in bepaalde omstandigheden te zijn toegestaan op grond van een door de bevoegde autoriteit toegestane afwijking.

(26)

Er dient een duidelijke tijdslimiet voor de geldigheidsduur van een prospectus te worden vastgesteld om te vermijden dat achterhaalde informatie wordt verstrekt.

(27)

Teneinde beleggers afdoende te beschermen, moet erop worden toegezien dat betrouwbare informatie wordt gepubliceerd. Uitgevende instellingen waarvan de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, zijn weliswaar verplicht doorlopend informatie te verstrekken, maar niet om periodiek geactualiseerde informatie te publiceren. Bovendien zouden uitgevende instellingen ten minste jaarlijks een lijst moeten opstellen van alle relevante informatie die gedurende de twaalf voorafgaande maanden is bekendgemaakt of ter beschikking gesteld van het publiek, met inbegrip van de informatie uit hoofde van in andere communautaire wetgeving vastgestelde verslagleggingsvereisten. Aldus zou de periodieke publicatie van consistente en makkelijk te begrijpen informatie worden gegarandeerd. Teneinde een overmatige belasting van sommige uitgevende instellingen te vermijden, zouden uitgevende instellingen van effecten zonder aandelenkarakter, met een hoge nominale waarde per eenheid niet aan deze verplichting behoeven te voldoen.

(28)

Het is nodig dat de lidstaten overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van het Gemeenschapsrecht en het nationale recht betreffende effecten, uitgevende instellingen van effecten en effectenmarkten, terdege toezicht houden op de jaarlijkse informatie die moet worden verstrekt door uitgevende instellingen van wie de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten.

(29)

Het feit dat uitgevende instellingen wordt toegestaan de in het prospectus te verstrekken informatie op te nemen door middel van verwijzing naar documenten die deze informatie bevatten, mits de door middel van verwijzing opgenomen documenten eerder bij de bevoegde autoriteit zijn gedeponeerd of door haar zijn goedgekeurd, zou de procedure voor het opstellen van een prospectus moeten vereenvoudigen en de kosten voor de uitgevende instellingen moeten verminderen, zonder dat aan de bescherming van de beleggers afbreuk wordt gedaan.

(30)

De verschillen in doelmatigheid, de methoden en het tijdstip van de verificatie van de informatie in een prospectus bemoeilijken niet alleen het aantrekken van kapitaal of de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt in verscheidene lidstaten voor ondernemingen, maar hinderen beleggers uit een gegeven lidstaat ook bij het verwerven van effecten die door een in een andere lidstaat gevestigde uitgevende instelling worden aangeboden of in een andere lidstaat worden verhandeld. Deze verschillen dienen te worden opgeheven door de desbetreffende voorschriften zodanig te harmoniseren dat voldoende gelijkwaardigheid wordt bereikt van de waarborgen die in de lidstaten worden geëist met het oog op een passende en zo objectief mogelijke voorlichting van de huidige en potentiële bezitters van effecten.

(31)

Om de verspreiding van de documenten die samen het prospectus vormen te vergemakkelijken, dient het gebruik van elektronische communicatiekanalen zoals internet te worden aangemoedigd. Het prospectus moet steeds kosteloos op papier worden verstrekt aan beleggers die daarom verzoeken.

(32)

Het prospectus moet worden gedeponeerd bij de bevoegde autoriteit en voor het publiek beschikbaar te worden gesteld door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel, met inachtneming van de EU-voorschriften betreffende gegevensbescherming.

(33)

Om te voorkomen dat lacunes in de Gemeenschapswetgeving het vertrouwen van het publiek ondermijnen en afbreuk doen aan de goede werking van de financiële markten, dient ook reclame te worden geharmoniseerd.

(34)

Elk nieuw feit dat van invloed kan zijn op de beoordeling van de belegging en zich voordoet na de publicatie van het prospectus maar vóór de sluiting van de aanbieding of de aanvang van de handel op een gereglementeerde markt, moet naar behoren door de beleggers kunnen worden geëvalueerd en vereist bijgevolg de goedkeuring en verspreiding van een aanvulling op het prospectus.

(35)

De verplichting voor een uitgevende instelling om het volledige prospectus in alle officiële talen te vertalen, ontmoedigt grensoverschrijdende aanbiedingen of handel in meerdere lidstaten. Om grensoverschrijdende aanbiedingen te vergemakkelijken, zou de lidstaat van ontvangst of van herkomst, wanneer het prospectus is opgesteld in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt, voortaan alleen nog het recht mogen hebben een samenvatting in één van zijn officiële talen te verlangen.

(36)

De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst moet het recht hebben van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst een verklaring te verlangen dat het prospectus conform deze richtlijn is opgesteld. Opdat de doelstellingen van deze richtlijn ten volle worden verwezenlijkt, moet de werkingssfeer ervan zich uitstrekken tot effecten die zijn uitgegeven door uitgevende instellingen die onder het recht van derde landen vallen.

(37)

Verschillende bevoegde autoriteiten met verschillende verantwoordelijkheden binnen één lidstaat, kan onnodige kosten en overlapping van verantwoordelijkheden met zich meebrengen zonder dat dit extra voordelen oplevert. Derhalve moet in elke lidstaat één bevoegde autoriteit worden aangewezen die de prospectussen goedkeurt en die het toezicht op de handhaving van deze richtlijn uitoefent. Onder strikte voorwaarden kan het een lidstaat worden toegestaan meer dan één administratieve autoriteit aan te wijzen, maar slechts één ervan mag de taken op het gebied van de internationale samenwerking vervullen. Deze autoriteit(en) moet(en) van administratieve aard zijn en zodanig zijn opgezet dat de onafhankelijkheid ervan ten opzichte van marktdeelnemers is gewaarborgd en belangenconflicten worden vermeden. De aanwijzing van één voor de goedkeuring van het prospectus bevoegde autoriteit moet geen beletsel vormen voor samenwerking met andere entiteiten om een efficiënte controle en goedkeuring van prospectussen in het belang van zowel uitgevende instellingen, beleggers, marktdeelnemers als markten te waarborgen. Elke delegatie van taken met betrekking tot de in deze richtlijn of in de maatregelen ter uitvoering ervan omschreven verplichtingen moet, overeenkomstig artikel 31 vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn worden herzien en moet, uitgezonderd de publicatie van goedgekeurde prospectussen op het internet, en de deponering van prospectussen als bedoeld in artikel 14, acht jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn eindigen.

(38)

Het toekennen van een gemeenschappelijk minimumpakket bevoegdheden aan de bevoegde autoriteiten zal de doeltreffendheid van het toezicht garanderen. De informatiestroom naar de markten welke bij Richtlijn 2001/34/EG is vereist, moet worden verzekerd en de bevoegde autoriteiten dienen actie te ondernemen tegen eventuele inbreuken.

(39)

De bevoegde autoriteiten dienen voor de uitoefening van hun taken samen te werken.

(40)

Om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen op de financiële markten kan het van tijd tot tijd nodig zijn om aan de in deze richtlijn vastgelegde voorschriften technische richtsnoeren en uitvoeringsmaatregelen toe te voegen. De Commissie dient derhalve de bevoegdheid te krijgen om uitvoeringsmaatregelen vast te stellen, met dien verstande dat deze geen wijziging van de essentiële onderdelen van deze richtlijn met zich mee mogen brengen en dat de Commissie conform de in deze richtlijn neergelegde beginselen dient op te treden na raadpleging van het bij Besluit 2001/528/EG van de Commissie van6 juni 2001 ingestelde Europees Comité voor het effectenbedrijf (11).

(41)

Bij de uitoefening van haar uitvoeringsbevoegdheden overeenkomstig deze richtlijn dient de Commissie de volgende beginselen in acht te nemen:

bij kleine beleggers en kleine en middelgrote ondernemingen moet voor vertrouwen in de financiële markten worden gezorgd door strenge normen ten aanzien van de transparantie op de financiële markten te bevorderen;

aan beleggers moeten een ruime keuze aan concurrerende beleggingsmogelijkheden en een op hun situatie toegesneden niveau van informatievoorziening en bescherming worden geboden;

er moet voor worden gezorgd dat onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten de voorschriften consequent handhaven, met name in de strijd tegen financieel-economische criminaliteit;

een hoge mate van transparantie alsmede uitgebreid overleg met alle marktdeelnemers en met het Europees Parlement en de Raad zijn nodig;

innovaties op de financiële markten moeten, ter wille van de dynamiek en doelmatigheid van die markten, worden gestimuleerd;

de stabiliteit van het financiële stelsel moet worden gewaarborgd door de financiële innovaties op de voet te volgen en erop in te spelen;

verlaging van de kosten van kapitaal en verbetering van de toegang tot kapitaal zijn van belang;

bij uitvoeringsmaatregelen moet een balans worden gevonden tussen kosten en baten op lange termijn voor de marktdeelnemers (met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen en kleine beleggers);

het internationale concurrentievermogen van de financiële markten van de Gemeenschap moet worden versterkt zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de hoognodige uitbreiding van de internationale samenwerking;

voor alle marktdeelnemers moeten gelijke concurrentievoorwaarden worden gecreëerd door telkens wanneer dit dienstig is regelgeving voor de hele Gemeenschap vast te stellen;

verschillen tussen de nationale financiële markten moeten worden geëerbiedigd wanneer deze de samenhang van de interne markt niet bovenmatig aantasten;

de samenhang met andere Gemeenschapswetgeving op dit gebied moet worden gewaarborgd, daar een onevenwichtige informatievoorziening en een gebrek aan transparantie de werking van de markten in gevaar kunnen brengen en vooral consumenten en kleine beleggers kunnen schaden.

(42)

Het Europees Parlement dient te beschikken over een termijn van drie maanden vanaf de eerste indiening van de ontwerpuitvoeringsmaatregelen om deze te onderzoeken en er advies over uit te brengen. In dringende en naar behoren gemotiveerde gevallen kan deze termijn worden ingekort. Indien het Europees Parlement binnen deze termijn een resolutie heeft aangenomen, zal de Commissie de ontwerpmaatregelen opnieuw onderzoeken.

(43)

De lidstaten dienen administratieve maatregelen of sancties vast te stellen op inbreuken tegen de bepalingen van deze richtlijn en toe te zien op handhaving. De administratieve maatregelen of sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(44)

Er dient beroep bij de rechter open te staan tegen besluiten van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het kader van deze richtlijn.

(45)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het voor de verwezenlijking van de basisdoelstelling om een eengemaakte effectenmarkt tot stand te brengen, noodzakelijk en dienstig voorschriften vast te stellen inzake het ene paspoort voor uitgevende instellingen. Overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(46)

De door de Commissie te verrichten evaluatie van de toepassing van deze richtlijn dient in het bijzonder te zijn toegespitst op het proces van goedkeuring van prospectussen door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, en meer in het algemeen op de toepassing van het beginsel van de lidstaat van herkomst, alsmede op de vraag of de toepassing van dit beginsel problemen met zich kan brengen op het gebied van de bescherming van de beleggers en de efficiëntie van de markt; de Commissie dient tevens de werking van artikel 10 te evalueren.

(47)

Voor de toekomstige ontwikkelingen van deze richtlijn dient te worden overwogen welk goedkeuringsmechanisme moet worden vastgesteld om de uniforme toepassing van de Gemeenschapswetgeving inzake prospectussen verder te verbeteren, met inbegrip van de eventuele oprichting van een Europese Effecten Eenheid.

(48)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

(49)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (12),

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Doel en werkingssfeer

1.   Doel van deze richtlijn is de harmonisatie van de eisen inzake opstelling, goedkeuring en verspreiding van het prospectus dat wordt gepubliceerd wanneer effecten worden aangeboden aan het publiek of toegelaten tot de handel op een in een lidstaat gelegen of functionerende gereglementeerde markt.

2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op:

a)

rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die niet van het closed-end-type zijn,

b)

effecten zonder aandelenkarakter, uitgegeven door een lidstaat of door een van de regionale of plaatselijke overheden van een lidstaat, door een openbare internationale instelling waarbij één of meer lidstaten aangesloten zijn, door de Europese Centrale Bank of door de centrale banken van de lidstaten,

c)

aandelen in het kapitaal van centrale banken van de lidstaten,

d)

effecten die onvoorwaardelijk en onherroepelijk gegarandeerd zijn door een lidstaat of door een van de regionale of plaatselijke overheden van een lidstaat,

e)

effecten die zijn uitgegeven door verenigingen met een wettelijke status of instellingen zonder winstoogmerk, die door een lidstaat zijn erkend, met het oog op het verwerven van de middelen die nodig zijn om hun niet-commerciële doelen te verwezenlijken,

f)

effecten zonder aandelenkarakter, die doorlopend of periodiek door kredietinstellingen worden uitgegeven, mits deze effecten:

i)

niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn;

ii)

geen recht geven tot het inschrijven op of verwerven van andere categorieën effecten en niet aan een derivaat gekoppeld zijn;

iii)

de ontvangst van terugbetaalbare deposito's belichamen;

iv)

gedekt zijn door een depositogarantiestelsel dat valt onder Richtlijn 94/19/EG, van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 inzake de depositogarantiestelsels (13),

g)

niet-fungibele kapitaalaandelen die in de eerste plaats bedoeld zijn om de houder een recht te verlenen om een appartement, onroerend goed of een gedeelte ervan te betrekken en die niet verkocht kunnen worden zonder van dit recht afstand te doen,

h)

effecten die deel uitmaken van een aanbieding waarbij de totale tegenwaarde van de aanbieding minder dan 2 500 000EUR bedraagt, welk grensbedrag wordt berekend over een periode van twaalf maanden,

i)

„bostadsobligationer” die periodiek worden uitgegeven door kredietinstellingen in Zweden en hoofdzakelijk bestemd zijn voor het verstrekken van hypothecaire leningen, op voorwaarde dat

i)

de uitgegeven „bostadsobligationer” tot dezelfde reeks behoren,

ii)

de „bostadsobligationer” doorlopend worden uitgegeven gedurende een gespecificeerde uitgifteperiode,

iii)

de voorwaarden van de „bostadsobligationer” gedurende de emissieperiode niet worden veranderd, en

iv)

de opbrengsten van de emissie van de bedoelde „bostadsobligationer” overeenkomstig de statuten van de uitgevende instelling worden belegd in activa die voldoende dekking vormen voor de verplichtingen die uit effecten voortvloeien,

j)

effecten zonder aandelenkarakter, die doorlopend of periodiek door kredietinstellingen worden uitgegeven waarbij de totale tegenwaarde van de aanbieding minder dan 50 000 000EUR bedraagt, welk grensbedrag wordt berekend over een periode van twaalf maanden, op voorwaarde dat die effecten

i)

niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn;

ii)

geen recht geven tot het inschrijven op of het verwerven van andere categorieën effecten en niet aan een derivaat gekoppeld zijn.

3.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 2, onder b), d), h), i) en j), beschikt een uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt over de mogelijkheid een prospectus overeenkomstig deze richtlijn op te stellen wanneer de effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten.

Artikel 2

Definities

1.   In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„effecten”: verhandelbare effecten in de zin van artikel 1, punt 4, van Richtlijn 93/22/EEG met uitzondering van geldmarktinstrumenten als bedoeld in artikel 1, punt 5, van Richtlijn 93/22/EEG die een looptijd hebben van minder dan twaalf maanden. Op deze instrumenten mag nationale wetgeving worden toegepast;

b)

„effecten met een aandelenkarakter”: aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen verhandelbare effecten, alsmede andere categorieën verhandelbare effecten die recht geven tot het verkrijgen van om het even welke van de eerstgenoemde effecten door middel van conversie of door uitoefening van de daaraan verbonden rechten, mits laatstgenoemde categorie effecten is uitgegeven door de uitgevende instelling die de onderliggende aandelen heeft uitgegeven of door een entiteit die tot de groep van die uitgevende instelling behoort;

c)

„effecten zonder aandelenkarakter”: alle effecten die geen effecten met een aandelenkarakter zijn;

d)

„aanbieding van effecten aan het publiek”: een in om het even welke vorm en met om het even welk middel tot personen gerichte mededeling waarin voldoende informatie over de voorwaarden van de aanbieding en de aangeboden effecten wordt verstrekt om een belegger in staat te stellen tot aankoop van of inschrijving op deze effecten te besluiten. Deze definitie is ook van toepassing op de plaatsing van effecten via financiële intermediairs;

e)

„gekwalificeerde beleggers”:

i)

juridische entiteiten die een vergunning hebben of gereglementeerd zijn om op de financiële markten actief te mogen zijn, met inbegrip van: kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, andere vergunninghoudende of gereglementeerde financiële instellingen, verzekeringsondernemingen, instellingen voor collectieve belegging en de beheermaatschappijen ervan, pensioenfondsen en de beheermaatschappijen ervan, grondstoffentermijnhandelaren, alsmede niet-vergunninghoudende of niet-gereglementeerde entiteiten waarvan het enige ondernemingsdoel het beleggen in effecten is;

ii)

nationale en regionale regeringen, centrale banken, internationale en supranationale instellingen zoals het Internationaal Monetair Fonds, de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank en andere soortgelijke internationale organisaties;

iii)

andere juridische entiteiten die niet voldoen aan twee van de drie onder f) vervatte criteria;

iv)

indien een lidstaat daarvoor kiest en onder voorbehoud van wederzijdse erkenning, natuurlijke personen die hun woonplaats in deze lidstaat hebben en die uitdrukkelijk verzoeken om als gekwalificeerde belegger te worden aangemerkt, mits deze personen aan ten minste twee van de in lid 2 vervatte criteria voldoen;

v)

indien een lidstaat daarvoor kiest en onder voorbehoud van wederzijdse erkenning, kleine en middelgrote ondernemingen die hun statutaire zetel in deze lidstaat hebben en die uitdrukkelijk verzoeken om als gekwalificeerde belegger te worden aangemerkt;

f)

„kleine en middelgrote onderneming”: een onderneming die volgens de meest recente jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening aan ten minste twee van de volgende drie criteria voldoet: een gemiddeld aantal werknemers gedurende het boekjaar van minder dan 250, een balanstotaal van ten hoogste 43.000.000 EUR en een jaarlijkse netto-omzet van ten hoogste 50 000 000EUR;

g)

„kredietinstelling”: een onderneming als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (14);

h)

„uitgevende instelling”: een juridische entiteit die effecten uitgeeft of voornemens is effecten uit te geven;

i)

„aanbieder”: een juridische entiteit of natuurlijke persoon die effecten aan het publiek aanbiedt;

j)

„gereglementeerde markt”: een markt in de zin van artikel 1, punt 13, van Richtlijn 93/22/EEG;

k)

„aanbiedingsprogramma”: programma dat de mogelijkheid zou openen voor het gedurende een gespecificeerde uitgifteperiode doorlopend of periodiek uitgeven van effecten zonder aandelenkarakter, alle vormen van warrants daaronder begrepen, van eenzelfde categorie en/of klasse;

l)

„doorlopend of periodiek uitgegeven effecten”: doorlopende emissies dan wel er sprake is van ten minste twee afzonderlijke emissies van effecten van eenzelfde categorie en/of klasse over een periode van twaalf maanden;

m)

„lidstaat van herkomst”:

i)

voor een Gemeenschapsuitgevende instelling van effecten die niet onder punt ii) vallen, de lidstaat waar de uitgevende instelling zijn statutaire zetel heeft;

ii)

ingeval het een emissie betreft van effecten zonder aandelenkarakter, met een nominale waarde per eenheid van ten minste 1 000 EUR en ingeval het de emissie betreft van effecten zonder aandelenkarakter die recht geven op het verkrijgen van ongeacht welke verhandelbare effecten of op het ontvangen van een geldbedrag, door middel van conversie of door uitoefening van de daaraan verbonden rechten, op voorwaarde dat de uitgevende instelling van de effecten zonder aandelenkarakter niet de uitgevende instelling is die de onderliggende effecten heeft uitgegeven of een entiteit die tot de groep van die uitgevende instelling behoort, de lidstaat waar de uitgevende instelling zijn statutaire zetel heeft, dan wel de door de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, al naar gelang het geval, gekozen lidstaat waar de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn of zullen worden toegelaten of waar de effecten aan het publiek worden aangeboden . Dezelfde regeling is van toepassing op effecten zonder aandelenkarakter in een andere valuta dan euro, mits de minimum nominale waarde nagenoeg gelijk is aan 1 000 EUR;

iii)

voor een uitgevende instelling van effecten die niet onder punt ii) vallen met statutaire zetel in een derde land, de door de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, al naar gelang het geval, gekozen lidstaat waar de effecten voor de eerste maal na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn aan het publiek zullen worden aangeboden of waar het eerst toelating tot de handel op een gereglementeerde markt wordt aangevraagd, onder voorbehoud dat de uitgevende instelling met statutaire zetel in een derde land, achteraf een keuze maakt indien de lidstaat van herkomst niet volgens zijn voorkeur is bepaald;

n)

„lidstaat van ontvangst”: de lidstaat waar een openbare aanbieding wordt gedaan of waar toelating tot de handel wordt aangevraagd wanneer dit een andere lidstaat is dan de lidstaat van herkomst;

o)

„instellingen voor collectieve belegging die niet van het closed-end-type zijn”: beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen:

i)

waarvan het doel de collectieve belegging is van bij het publiek aangetrokken kapitaal met toepassing van het beginsel van de risicospreiding, en

ii)

waarvan de rechten van deelneming, op verzoek van de houders, ten laste van de activa van deze instellingen direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;

p)

„rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging”: de door een instelling voor collectieve belegging uitgegeven effecten waarin de rechten van de deelnemers op het vermogen van deze instelling zijn belichaamd;

q)

„goedkeuring”: het positieve besluit bij het afronden van de controle van de volledigheid van het prospectus, met inbegrip van de consistentie en begrijpelijkheid van de verstrekte informatie, door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst;

r)

„basisprospectus”: een document dat alle in de artikelen 5 en 7 alsmede 16 ingeval van een supplement omschreven relevante informatie bevat met betrekking tot de uitgevende instelling en de effecten die aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten, alsmede — naar keuze van de uitgevende instelling — de definitieve voorwaarden van de aanbieding.

2.   Voor de toepassing van lid 1, onder e) iv), gelden de volgende criteria:

a)

de belegger heeft in de loop van de voorafgaande vier kwartalen tenminste 10 omvangrijke transacties per kwartaal op effectenmarkten verricht;

b)

de effectenportefeuille van de belegger heeft een omvang van meer dan 0,5 miljoen EUR;

c)

de belegger is ten minste een jaar werkzaam of werkzaam geweest in de financiële sector in het kader van een beroepsbezigheid die kennis van beleggingen in effecten vereist.

3.   Voor de toepassing van lid 1, onder e), iv) en v), gelden de volgende criteria: Elke bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat er passende mechanismen bestaan om een register van als gekwalificeerde beleggers beschouwde natuurlijke personen en kleine en middelgrote ondernemingen aan te leggen en houdt er daarbij rekening mee dat in een toereikend niveau van gegevensbescherming moet worden voorzien. Het register is beschikbaar voor alle uitgevende instellingen. Elke natuurlijke persoon of kleine of middelgrote onderneming die als gekwalificeerde belegger wenst te worden aangemerkt, laat zich registreren. De belegger kan te allen tijde van zijn status van gekwalificeerde belegger afzien.

4.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vast voor de in lid 1 vervatte definities; deze maatregelen behelzen onder meer een mogelijke aanpassing van de in de definitie van kleine of middelgrote onderneming gehanteerde cijfers in het licht van de Gemeenschapswetgeving en -aanbevelingen alsook van de ontwikkeling van de economische trends en maatregelen in verband met de openbaarmaking van de registratie van personen als gekwalificeerde belegger.

Artikel 3

Prospectusplicht

1.   De lidstaten staan aanbieding van effecten aan het publiek zonder voorafgaande publicatie van een prospectus op hun grondgebied niet toe.

2.   De prospectusplicht geldt niet voor de volgende categorieën aanbiedingen:

a)

een uitsluitend tot gekwalificeerde beleggers gerichte aanbieding van effecten; en/of

b)

een aanbieding van effecten aan minder dan 100 natuurlijke of rechtspersonen per lidstaat die geen gekwalificeerde beleggers zijn; en/of

c)

een aanbieding van effecten aan beleggers die bij elke afzonderlijke aanbieding effecten aankopen tegen een totale tegenwaarde van ten minste 50 000EUR per belegger; en/of

d)

een aanbieding van effecten met een nominale waarde per eenheid van ten minste 50 000EUR; en/of

e)

een aanbieding van effecten met een totale tegenwaarde van minder dan 100 000EUR. Bovengenoemd grensbedrag wordt berekend over een periode van twaalf maanden.

Elke doorverkoop van effecten die voorheen het voorwerp waren van een of meer soorten aanbiedingen als bedoeld in dit lid, wordt evenwel als een afzonderlijke aanbieding aangemerkt en moet aan de definitie van artikel 2, lid 1, onder d), worden getoetst om uit te maken of het een aanbieding van effecten aan het publiek betreft. De plaatsing van effecten via financiële intermediairs wordt afhankelijk gesteld van de publicatie van een prospectus indien voor de definitieve plaatsing aan geen enkele van de voorwaarden onder a) t/m e) is voldaan.

3.   De lidstaten dragen er zorg voor dat elke toelating van effecten tot de handel op een op hun grondgebied gelegen of functionerende gereglementeerde markt afhankelijk wordt gesteld van de publicatie van een prospectus.

Artikel 4

Vrijstellingen van de prospectusplicht

1.   De prospectusplicht geldt niet voor aanbieding aan het publiek van de volgende categorieën effecten:

a)

aandelen uitgegeven ter vervanging van aandelen van dezelfde klasse welke reeds zijn uitgegeven, zonder dat de emissie van deze nieuwe aandelen leidt tot een verhoging van het geplaatste kapitaal;

b)

effecten aangeboden bij een overname middels een openbaar aanbod tot ruil, mits een document beschikbaar is dat volgens de bevoegde autoriteit informatie bevat die gelijkwaardig is aan die in het prospectus, met inachtneming van de communautaire wetgeving;

c)

effecten die worden aangeboden of toegewezen dan wel toe te wijzen zijn bij een fusie, mits een document beschikbaar is dat volgens de bevoegde autoriteit informatie bevat die gelijkwaardig is aan die in het prospectus, met inachtneming van de communautaire wetgeving;

d)

aandelen die kosteloos worden aangeboden of toegewezen, dan wel toe te wijzen zijn aan de huidige aandeelhouders en dividenden die worden uitbetaald in de vorm van aandelen van dezelfde klasse als de aandelen uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, mits een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de aandelen en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding;

e)

effecten die door de werkgever wiens effecten reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten of door een verbonden onderneming worden aangeboden of toegewezen, dan wel toe te wijzen zijn aan huidige of voormalige bestuurders of werknemers, mits een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de effecten en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding.

2.   De prospectusplicht geldt niet voor de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van de volgende categorieën effecten:

a)

aandelen die over een periode van twaalf maanden minder dan 10 % vertegenwoordigen van het aantal aandelen van dezelfde klasse welke reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten;

b)

aandelen uitgegeven ter vervanging van aandelen van dezelfde klasse welke reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten, zonder dat de emissie van deze nieuwe aandelen leidt tot een verhoging van het geplaatste kapitaal;

c)

effecten aangeboden bij een overname middels een openbaar aanbod tot ruil, mits een document beschikbaar is dat volgens de bevoegde autoriteit informatie bevat die gelijkwaardig is aan die in het prospectus, met inachtneming van de communautaire wetgeving;

d)

effecten die worden aangeboden of toegewezen, dan wel toe te wijzen zijn bij een fusie, mits een document beschikbaar is dat volgens de bevoegde autoriteit informatie bevat die gelijkwaardig is aan die in het prospectus, met inachtneming van de communautaire wetgeving;

e)

aandelen die kosteloos worden aangeboden of toegewezen, dan wel toe te wijzen zijn aan de huidige aandeelhouders en dividenden die worden uitbetaald in de vorm van aandelen van dezelfde klasse als de aandelen uit hoofde waarvan dividenden worden betaald, mits die effecten tot dezelfde klasse behoren als de effecten die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten en een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de aandelen en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding;

f)

effecten die door de werkgever of een verbonden onderneming worden aangeboden of toegewezen, dan wel toe te wijzen zijn aan huidige of voormalige bestuurders of werknemers, mits die effecten tot dezelfde klasse behoren als de effecten die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten en een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de effecten en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding;

g)

aandelen voortgekomen uit de conversie of omruiling van andere effecten of uit de uitoefening van aan andere effecten verbonden rechten, mits die aandelen tot dezelfde klasse behoren als de aandelen die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten;

h)

effecten die reeds tot de handel op een andere gereglementeerde markt zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden:

i)

deze effecten, of effecten van dezelfde klasse, waren gedurende meer dan 18 maanden toegelaten tot de handel op die andere gereglementeerde markt;

ii)

voor effecten die voor het eerst tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn, is bij de toelating tot de handel op die andere gereglementeerde markt een goedgekeurd prospectus uitgebracht dat conform artikel 14 ter beschikking is gesteld van het publiek;

iii)

tenzij ii) van toepassing is, is voor effecten die na 30 juni 1983 voor het eerst tot de notering zijn toegelaten, het prospectus voor de toelating tot de notering conform het bepaalde in de Richtlijnen 80/390/EEG of 2001/34/EG goedgekeurd;

iv)

de geldende verplichtingen inzake handel op die andere gereglementeerde markt zijn vervuld;

v)

de persoon die in het kader van deze uitzonderingsregeling verzoekt om toelating van een effect tot de handel op een gereglementeerde markt stelt een samenvatting ter beschikking van het publiek in een taal die wordt aanvaard door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de gereglementeerde markt waarvoor de toelating wordt gevraagd;

vi)

de onder v) bedoelde samenvatting wordt op de in artikel 14, lid 2, bedoelde wijze ter beschikking gesteld van het publiek in de lidstaat van de gereglementeerde markt waarvoor de toelating tot de handel wordt gevraagd, en

vii)

de inhoud van de samenvatting beantwoordt aan het bepaalde in artikel 5, lid 2. Voorts wordt in het document vermeld waar het meest recente prospectus te verkrijgen is en waar de uitgevende instelling de financiële informatie op grond van zijn doorlopende informatieverplichtingen ter beschikking stelt.

3.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vast voor de leden 1, b) en c), 2, c) en d), met name wat betreft de betekenis van het begrip „gelijkwaardigheid”.

HOOFDSTUK II

OPSTELLING VAN HET PROSPECTUS

Artikel 5

Het prospectus

1.   Onverminderd artikel 8, lid 2, bevat het prospectus alle gegevens welke in het licht van de specifieke aard van de uitgevende instelling en van de aan het publiek aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten effecten de noodzakelijk informatie vormen om de beleggers in staat te stellen zich een verantwoord oordeel te vormen over het vermogen, de financiële positie, het resultaat en de vooruitzichten van de uitgevende instelling en de eventuele garant, en over de rechten welke aan deze effecten verbonden zijn. Deze gegevens worden gepresenteerd in een vorm die makkelijk te analyseren en te begrijpen is.

2.   Het prospectus bevat gegevens over de uitgevende instelling en de effecten die aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten. Het omvat ook een samenvatting. De samenvatting beschrijft op beknopte wijze en in niet-technische bewoordingen de belangrijkste kenmerken van en risico's verbonden aan de uitgevende instelling, de eventuele garant en de effecten, in de taal waarin het prospectus oorspronkelijk is gesteld. De samenvatting bevat ook de waarschuwing dat:

a)

de samenvatting gelezen moet worden als een inleiding op het prospectus, en

b)

iedere beslissing om in de effecten te beleggen gebaseerd moet zijn op de bestudering van het gehele prospectus door de belegger, en

c)

wanneer een vordering met betrekking tot de informatie in een prospectus bij een rechterlijke instantie aanhangig wordt gemaakt, de belegger die als eiser optreedt eventueel volgens de nationale wetgeving van de lidstaten de kosten voor de vertaling van het prospectus moet dragen voordat de rechtsvordering wordt ingesteld, en

d)

de personen die de samenvatting , met inbegrip van een vertaling ervan, hebben ingediend en om kennisgeving ervan hebben verzocht wettelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld, maar uitsluitend als de samenvatting misleidend, onjuist of inconsistent is wanneer zij samen met de andere delen van het prospectus wordt gelezen.

Wanneer het prospectus betrekking heeft op de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van effecten zonder aandelenkarakter die een nominale waarde per eenheid van ten minste 50 000EUR hebben, is het niet verplicht een samenvatting te verstrekken tenzij een lidstaat daar conform artikel 19, lid 4, om verzoekt.

3.   Onder voorbehoud van lid 4 kan de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt het prospectus opstellen in de vorm van één enkel document of in de vorm van afzonderlijke documenten. Het uit afzonderlijke documenten bestaande prospectus splitst de vereiste informatie op in een registratiedocument, een verrichtingsnota en een samenvatting. Het registratiedocument bevat de gegevens over de uitgevende instelling. De verrichtingsnota bevat de gegevens over de effecten die aan het publiek worden aangeboden of waarvoor een aanvraag tot toelating tot de handel op een gereglementeerde markt is ingediend.

4.   Voor de volgende categorieën effecten kan het prospectus , naar keuze van de uitgevende instelling, bestaan uit een basisprospectus met alle relevante informatie betreffende de uitgevende instelling en de effecten die aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten:

a)

effecten zonder aandelenkarakter, alle vormen van warrants daaronder begrepen, die zijn uitgegeven in het kader van een aanbiedingsprogramma;

b)

effecten zonder aandelenkarakter, die doorlopend of periodiek door kredietinstellingen worden uitgegeven:

i)

wanneer de opbrengsten van de emissie van de bedoelde effecten overeenkomstig de nationale wettelijke bepalingen worden belegd in activa die afdoende dekking vormen voor de verplichtingen die tot de vervaldag uit de bedoelde effecten voortvloeien, en

ii)

wanneer deze opbrengsten bij insolventie van de betrokken kredietinstelling bij voorrang worden gebruikt om het kapitaal en de verschuldigde rente terug te betalen, onverminderd het bepaalde in Richtlijn 2001/24/EG van het Europese Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen. (15)

Overeenkomstig artikel 16 wordt de in het basisprospectus verstrekte informatie indien nodig aangevuld met geactualiseerde gegevens over de uitgevende instelling en over de effecten die aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten.

Indien de definitieve voorwaarden van de aanbieding niet in het basisprospectus en evenmin in een document ter aanvulling van het prospectus worden vermeld, worden zij bij elke openbare aanbieding aan de beleggers medegedeeld en bij de bevoegde autoriteit gedeponeerd zodra dit doenlijk is, en indien mogelijk voor de aanvang van de aanbieding. In dit geval is artikel 8, lid 1, onder a), van toepassing.

5.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vast voor het model van het prospectus of basisprospectus en de documenten ter aanvulling van het prospectus.

Artikel 6

Verantwoordelijkheid voor het prospectus

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de verantwoordelijkheid voor de in een prospectus verstrekte informatie ten minste berust bij de uitgevende instelling of bij zijn leidinggevend, toezichthoudend of bestuursorgaan, de aanbieder, de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt of de garant, al naar gelang het geval. De verantwoordelijke personen worden duidelijk in het prospectus geïdentificeerd met vermelding van hun naam en functie, of, ingeval van rechtspersonen, naam en statutaire zetel, waarbij tevens een door deze personen afgelegde verklaring is opgenomen dat, voorzover hun bekend, de gegevens in het prospectus in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en dat geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het prospectus zou wijzigen.

2.   De lidstaten dragen er zorg voor dat hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake burgerrechtelijke aansprakelijkheid van toepassing zijn op de personen die verantwoordelijk zijn voor de in het prospectus verstrekte informatie.

De lidstaten dragen er evenwel ook zorg voor dat een persoon niet wettelijk aansprakelijk kan worden gesteld op basis van de samenvatting alleen, met inbegrip van enigerlei vertaling ervan, tenzij deze misleidend, onjuist of inconsistent is wanneer zij samen met de andere delen van het prospectus wordt gelezen.

Artikel 7

Minimuminformatie

1.   De Commissie stelt volgens de procedure van in artikel 24, lid 2, gedetailleerde uitvoeringsmaatregelen vast met betrekking tot de specifieke gegevens die in het prospectus moeten worden opgenomen en welke erop gericht zijn te vermijden dat tweemaal dezelfde informatie wordt verstrekt wanneer een prospectus uit afzonderlijke documenten bestaat. De eerste reeks uitvoeringsmaatregelen wordt vastgesteld uiterlijk op ... (16).

2.   Bij het opstellen van de verschillende prospectusmodellen wordt met name rekening gehouden met het volgende:

a)

de verschillen in door beleggers verlangde gegevens met betrekking tot effecten met een aandelenkarakter in vergelijking met effecten zonder aandelenkarakter, waarbij evenwel een consistente aanpak moet worden gevolgd ten aanzien van de in het prospectus te verstrekken gegevens over effecten met eenzelfde economische opzet, zoals met name derivaten;

b)

de verschillende categorieën en aard van de aanbiedingen en de toelatingen tot de handel op een gereglementeerde markt van effecten zonder aandelenkarakter. De in een prospectus te verstrekken gegevens dienen uit het oogpunt van de betrokken beleggers passend te zijn voor effecten zonder aandelenkarakter met een nominale waarde per eenheid van ten minste 50.000 EUR;

c)

het model en de gegevens die vereist zijn bij prospectussen met betrekking tot effecten zonder aandelenkarakter, alle vormen van warrants daaronder begrepen, die in het kader van een aanbiedingsprogramma worden uitgegeven;

d)

het model en de gegevens die vereist zijn bij prospectussen met betrekking tot effecten zonder aandelenkarakter, voorzover deze effecten niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn, geen recht geven tot het inschrijven op of verkrijgen van andere categorieën effecten of niet aan een derivaat gekoppeld zijn, en doorlopend of periodiek worden uitgegeven door entiteiten die een vergunning hebben of gereglementeerd zijn om op de financiële markten binnen de Europese Economische Ruimte actief te zijn;

e)

de verschillende activiteiten en de omvang van de uitgevende instelling, met name kleine en middelgrote ondernemingen. Voor dergelijke ondernemingen worden de vereiste gegevens aangepast aan hun omvang en, in voorkomend geval, hun kortere staat van dienst;

f)

indien van toepassing, het publieke karakter van de uitgevende instelling.

3.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsmaatregelen worden gebaseerd op de standaarden op het gebied van financiële en niet-financiële informatie die door de internationale effectentoezichthouders, en meer in het bijzonder door de International Organisation of Securities Commissions (IOSCO), zijn neergelegd, en op de indicatieve bijlagen bij deze richtlijn.

Artikel 8

Niet-vermelding van gegevens

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat wanneer de definitieve prijs waartegen de effecten zullen worden aangeboden en het totale aantal effecten dat aan het publiek zal worden aangeboden, niet in het prospectus kan worden vermeld:

a)

het prospectus de criteria en/of voorwaarden vermeldt waarvan bij de vaststelling van bovengenoemde gegevens zal worden uitgegaan of, in het geval van de prijs, de maximumprijs vermeldt; of

b)

de aanvaarding van de aankoop van of inschrijving op effecten gedurende ten minste twee werkdagen na de deponering van de definitieve prijs waartegen de effecten zullen worden aangeboden en van het totale aantal effecten dat aan het publiek zal worden aangeboden, kan worden ingetrokken.

De definitieve prijs waartegen de effecten zullen worden aangeboden en het definitieve aantal worden bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst gedeponeerd en gepubliceerd conform de in artikel 14, lid 2, vastgelegde regelingen.

2.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan toestaan dat bepaalde informatie waarvan de vermelding bij deze richtlijn of krachtens de in artikel 7, lid 1, bedoelde uitvoeringsmaatregelen wordt voorgeschreven, niet wordt vermeld indien zij van oordeel is dat:

a)

de openbaarmaking van die informatie in strijd is met het algemeen belang; of

b)

de openbaarmaking van die informatie de uitgevende instelling ernstig zou schaden, mits de nietvermelding het publiek niet zou kunnen misleiden in verband met de feiten en omstandigheden die van essentieel belang zijn om zich een verantwoord oordeel te kunnen vormen over de uitgevende instelling, de aanbieder of, in voorkomend geval, de garant, en over de rechten die verbonden zijn aan de effecten waarop het prospectus betrekking heeft, of

c)

dergelijke informatie van minder belang is, enkel voor een specifieke aanbieding of toelating tot de handel bedoeld is en niet van zodanige aard is dat zij een invloed heeft op de beoordeling van de financiële positie en vooruitzichten van de uitgevende instelling, de aanbieder of, in voorkomend geval, de garant.

3.   In de uitzonderlijke gevallen dat bepaalde gegevens die krachtens de in artikel 7, lid 1, bedoelde uitvoeringsmaatregelen in het prospectus moeten worden vermeld, niet aansluiten bij de activiteiten of de rechtsvorm van de uitgevende instelling of bij de effecten waarop het prospectus betrekking heeft, bevat het prospectus, zonder afbreuk te doen aan de adequate informatieverstrekking aan beleggers, gegevens die gelijkwaardig zijn aan de vereiste gegevens. Indien geen gelijkwaardige gegevens voorhanden zijn, is deze verplichting niet van toepassing.

4.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, worden er door de Commissie volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure uitvoeringsmaatregelen vastgesteld met betrekking tot lid 2 van dit artikel.

Artikel 9

Geldigheidsduur van een prospectus, basisprospectus en registratiedocument

1.   Een prospectus is gedurende twaalf maanden na de publicatie ervan geldig voor aanbiedingen aan het publiek of toelatingen van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt, mits het wordt aangevuld met overeenkomstig artikel 16 vereiste documenten ter aanvulling van het prospectus.

2.   Bij een aanbiedingsprogramma is het eerder ingediende basisprospectus geldig gedurende een periode van ten hoogste twaalf maanden.

3.   Wanneer het gaat om de in artikel 5, lid 4, onder b), bedoelde effecten zonder aandelenkarakter, is het prospectus geldig totdat de betrokken effecten niet langer doorlopend of periodiek worden uitgegeven.

4.   Een eerder gedeponeerd registratiedocument als bedoeld in artikel 5, lid 3, is geldig voor een periode van ten hoogste twaalf maanden, mits het overeenkomstig artikel 10, lid 1, is geactualiseerd. Het registratiedocument dat vergezeld gaat van de eventueel overeenkomstig artikel 12 geactualiseerde verrichtingsnota en de samenvatting, wordt als een geldig prospectus beschouwd.

Artikel 10

Informatieverstrekking

1.   Uitgevende instellingen wier effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, verstrekken ten minste jaarlijks een document dat alle gegevens bevat of naar alle gegevens verwijst die zij in de laatste twaalf maanden hebben gepubliceerd of voor het publiek beschikbaar hebben gesteld in één of meer lidstaten en in derde landen conform hun verplichtingen uit hoofde van communautaire en nationale wetgeving in verband met de reglementering van effecten, uitgevende instellingen en effectenmarkten. De uitgevende instellingen verwijzen ten minste naar de overeenkomstig de richtlijnen vennootschapsrecht, Richtlijn 2001/34/EG en Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen vereiste gegevens (17).

2.   Het document wordt na de publicatie van de jaarrekening bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst gedeponeerd. Wanneer het document naar informatie verwijst, wordt aangegeven waar die informatie kan worden verkregen.

3.   De in lid 1 neergelegde verplichting geldt niet voor uitgevende instellingen van effecten zonder aandelenkarakter met een nominale waarde per eenheid van ten minste 50 000EUR.

4.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, kan de Commissie volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure uitvoeringsmaatregelen vaststellen met betrekking tot lid 1. Deze maatregelen hebben alleen betrekking op de manier waarop de in lid 1 bedoelde verplichtingen inzake informatieverstrekking worden bekendgemaakt en bevatten geen nieuwe verplichtingen inzake informatieverstrekking. De eerste reeks uitvoeringsmaatregelen wordt vastgesteld uiterlijk op ... (18).

Artikel 11

Opneming van informatie door middel van verwijzing

1.   De lidstaten staan toe dat informatie in het prospectus wordt opgenomen door middel van verwijzing naar één of meer eerder of gelijktijdig gepubliceerde documenten die overeenkomstig deze richtlijn, en met name artikel 10, of de Titels IV en V van Richtlijn 2001/34/EG , door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst goedgekeurd of bij deze autoriteit gedeponeerd zijn. Deze informatie is de meest recente waarover de uitgevende instelling beschikt. In de samenvatting wordt geen informatie door middel van verwijzing opgenomen.

2.   Bij de opneming van informatie door middel van verwijzing wordt een lijst met de gebruikte verwijzingen verstrekt zodat beleggers specifieke gegevens gemakkelijk kunnen terugvinden.

3.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vast voor door middel van verwijzing op te nemen informatie. De eerste reeks uitvoeringsmaatregelen wordt vastgesteld uiterlijk op ... (19).

Artikel 12

Uit afzonderlijke documenten bestaand prospectus

1.   Van een uitgevende instelling die reeds in het bezit is van een registratiedocument dat door de bevoegde autoriteit is goedgekeurd, wordt enkel nog verlangd dat hij de verrichtingsnota en de samenvatting opstelt wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten.

2.   In dat geval bevat de verrichtingsnota de gegevens die normaliter in het registratiedocument worden vermeld wanneer er zich sedert de goedkeuring van het meest recentelijk geactualiseerde registratiedocument of van enig document ter aanvulling van het prospectus overeenkomstig artikel 16 een verandering of recente ontwikkeling van betekenis heeft voorgedaan die de beoordeling door de beleggers zou kunnen beïnvloeden. De verrichtingsnota en de samenvatting worden afzonderlijk goedgekeurd.

3.   Wanneer een uitgevende instelling een niet goedgekeurd registratiedocument alleen heeft gedeponeerd, moeten alle documenten met inbegrip van de geactualiseerde informatie worden goedgekeurd.

HOOFDSTUK III

REGELS VOOR DE GOEDKEURING EN PUBLICATIE VAN HET PROSPECTUS

Artikel 13

Goedkeuring van het prospectus

1.   Het prospectus mag pas na goedkeuring door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst worden gepubliceerd.

2.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst stelt de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, al naar gelang het geval, binnen een termijn van 10 werkdagen volgend op de indiening van het ontwerpprospectus van haar besluit over de goedkeuring van het prospectus in kennis.

Indien de bevoegde autoriteit binnen de in dit lid en lid 3 vastgestelde termijn geen besluit over het prospectus neemt, wordt dit niet als een goedkeuring van de aanvraag beschouwd.

3.   De in lid 2 bedoelde termijn wordt verlengd tot 20 werkdagen wanneer het gaat om een openbare aanbieding van effecten uitgegeven door een uitgevende instelling van wie nog geen effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en die nog geen effecten aan het publiek heeft aangeboden.

4.   Wanneer de bevoegde autoriteit op redelijke gronden oordeelt dat de ingediende documenten onvolledig zijn of dat aanvullende informatie nodig is, gaan de in de leden 2 en 3 bedoelde termijnen pas in op de datum waarop de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel deze aanvullende informatie heeft verstrekt.

In het in lid 2 bedoelde geval moet de bevoegde autoriteit de uitgevende instelling binnen 10 werkdagen na indiening van de aanvraag op de hoogte stellen als de documenten onvolledig zijn.

5.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de goedkeuring van een prospectus aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat overdragen, mits deze bevoegde autoriteit daarmee instemt. De uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel wordt voorts binnen de drie werkdagen te rekenen vanaf de datum van het besluit van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van deze overdracht in kennis gesteld. De in lid 2 vastgestelde termijn begint te lopen vanaf dezelfde datum.

6.   Deze richtlijn laat de aansprakelijkheid van de bevoegde autoriteit geheel onverlet; deze aansprakelijkheid blijft uitsluitend geregeld door het nationale recht.

De lidstaten dragen er zorg voor dat hun nationale bepalingen inzake de aansprakelijkheid van bevoegde autoriteiten enkel van toepassing zijn op de goedkeuring van prospectussen door hun bevoegde autoriteit of autoriteiten.

7.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vaststellen voor de voorwaarden waaronder termijnen mogen worden aangepast.

Artikel 14

Publicatie van het prospectus

1.   Na goedkeuring door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst wordt het prospectus gedeponeerd bij deze autoriteit en door de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel voor het publiek beschikbaar gesteld zodra dit doenlijk is en in elk geval op een redelijk tijdstip voorafgaand aan en uiterlijk bij de aanvang van de aanbieding of de toelating van de betrokken effecten tot de handel op een gereglementeerde markt. Daarenboven zal, in het geval van een eerste openbare aanbieding van een categorie van aandelen die nog niet tot de handel op een gereglementeerde markt is toegelaten en die voor de eerste keer tot de handel moet worden toegelaten, het prospectus ten minste zes werkdagen voor het einde van de aanbieding ter beschikking worden gesteld.

2.   Het prospectus wordt geacht beschikbaar voor het publiek te zijn wanneer het is gepubliceerd:

a)

hetzij door opneming in een of meer dagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid in de lidstaten waar de aanbieding wordt gedaan of waar de toelating tot de handel wordt aangevraagd,

b)

hetzij in de vorm van een drukwerk, dat kosteloos voor het publiek beschikbaar wordt gesteld bij de markt waar de effecten tot de handel worden toegelaten, of ter statutaire zetel van de uitgevende instelling en bij de financiële intermediairs die de effecten plaatsen of verkopen, met inbegrip van de instellingen die zorg dragen voor de financiële dienst van de uitgevende instelling,

c)

hetzij in elektronische vorm op de website van de uitgevende instelling en, in voorkomend geval, op de website van de financiële intermediairs die de effecten plaatsen of verkopen, met inbegrip van de instellingen die zorg dragen voor de financiële dienst van de uitgevende instelling, of

d)

hetzij in elektronische vorm op de website van de gereglementeerde markt waar om toelating tot de handel wordt verzocht, of

e)

hetzij in elektronische vorm op de website van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst indien die autoriteit besloten heeft die dienst aan te bieden.

De lidstaat van herkomst mag van uitgevende instellingen die hun prospectus overeenkomstig letter a), of letter b), publiceren, tevens eisen dat ze hun prospectus in elektronische vorm overeenkomstig letter c), publiceren.

3.   De lidstaat van herkomst mag daarenboven eisen dat een bericht wordt gepubliceerd waarin wordt vermeld op welke manier het prospectus beschikbaar is gesteld en waar het publiek het kan verkrijgen.

4.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst publiceert op haar website alle prospectussen of, naar keuze, ten minste de lijst met alle prospectussen die zij de afgelopen 12 maanden overeenkomstig artikel 13 heeft goedgekeurd, in voorkomend geval met een hyperlink naar het prospectus dat op de website van de uitgevende instelling wordt gepubliceerd of op de website van de gereglementeerde markt .

5.   Wanneer het prospectus de vorm van meerdere documenten aanneemt en/of wanneer er informatie door middel van verwijzing in het prospectus is opgenomen, mogen de documenten en informatie die het omvat afzonderlijk worden gepubliceerd en verspreid, mits al deze documenten kosteloos conform de in lid 2 vastgestelde regelingen voor het publiek beschikbaar worden gesteld. In elk document wordt aangegeven waar de andere samenstellende delen van het volledige prospectus kunnen worden verkregen.

6.   De vorm en inhoud van het prospectus en/of de documenten ter aanvulling van het prospectus die worden gepubliceerd of voor het publiek beschikbaar worden gesteld, stemmen steeds geheel overeen met de originele versie die door de bevoegde autoriteit is goedgekeurd.

7.   Ingeval het prospectus via publicatie in elektronische vorm beschikbaar wordt gesteld, wordt de belegger, indien hij daarom verzoekt, door de uitgevende instelling, de aanbieder, de aanvrager van de toelating tot de handel of de financiële intermediairs die de effecten plaatsen of verkopen, niettemin kosteloos een afschrift van het prospectus op papier verstrekt.

8.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vast voor de leden 1, 2, 3 en 4. De eerste reeks uitvoeringsmaatregelen wordt vastgesteld uiterlijk op ... (20).

Artikel 15

Reclame

1.   Elke soort reclame-uiting betreffende een openbare aanbieding van effecten of betreffende een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt voldoet aan de in de leden 2 tot en met 5 vervatte beginselen. De leden 2 tot en met 4 zijn alleen van toepassing wanneer de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel verplicht is een prospectus op te stellen.

2.   In alle reclame-uitingen wordt vermeld dat er een prospectus is of zal worden gepubliceerd en wordt tevens aangegeven waar beleggers het prospectus kunnen verkrijgen.

3.   Reclame-uitingen moeten duidelijk als zodanig herkenbaar zijn. De in een reclame-uiting vervatte informatie mag niet onjuist of misleidend zijn. Deze informatie dient eveneens in overeenstemming te zijn met de informatie die in het prospectus is vermeld indien het prospectus reeds is gepubliceerd, dan wel met de informatie die in het prospectus moet zijn opgenomen als dit op een later tijdstip wordt gepubliceerd .

4.   Mondeling of schriftelijk medegedeelde informatie betreffende de aanbieding van effecten of de toelating van effecten tot de handel moet, ook al is zij niet voor reclamedoeleinden verstrekt, steeds stroken met die welke in het prospectus is vermeld.

5.   Wanneer krachtens deze richtlijn geen prospectus vereist is, wordt door de uitgevende instelling of de aanbieder verstrekte en tot gekwalificeerde beleggers of speciale categorieën beleggers gerichte essentiële informatie, met inbegrip van in het kader van bijeenkomsten betreffende aanbiedingen van effecten verstrekte informatie, verstrekt aan alle gekwalificeerde beleggers of speciale categorieën beleggers tot wie het aanbod exclusief is gericht. Indien een prospectus moet worden gepubliceerd, wordt die informatie opgenomen in het prospectus of, overeenkomstig artikel 16, lid 1, in een document ter aanvulling van het prospectus.

6.   Aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst wordt de bevoegdheid toegekend te controleren of de reclameactiviteiten met betrekking tot een openbare aanbieding van effecten of een toelating van effecten tot de handel aan de in de leden 2 tot en met 5 vervatte beginselen voldoen.

7.   Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, uitvoeringsmaatregelen vast voor de verspreiding van advertenties waarin het voornemen om effecten aan het publiek aan te bieden of de toelating van effecten tot de handel wordt aangekondigd, met name voordat het prospectus voor het publiek beschikbaar is gesteld of de inschrijving is geopend, alsook met betrekking lid 4. De eerste reeks uitvoeringsmaatregelen wordt door de Commissie vastgesteld uiterlijk op ... (21).

Artikel 16

Document ter aanvulling van het prospectus

1.   Elke met de informatie in het prospectus verband houdende belangrijke nieuwe ontwikkeling, materiële vergissing of onjuistheid die van invloed kan zijn op de beoordeling van de effecten en zich voordoet of geconstateerd wordt tussen het tijdstip van goedkeuring van het prospectus en de definitieve afsluiting van de aanbieding of, in voorkomend geval, het tijdstip waarop de handel op een gereglementeerde markt aanvangt, wordt vermeld in een document ter aanvulling van het prospectus, dat op dezelfde wijze binnen ten hoogste 7 werkdagen wordt goedgekeurd en dat conform ten minste dezelfde regelingen als bij de verspreiding van het oorspronkelijke prospectus wordt gepubliceerd. Ook de samenvatting en eventuele vertalingen daarvan zullen zo nodig worden aangevuld, zodat rekening kan worden gehouden met nieuwe, in het aanvullend document opgenomen informatie.

2.   Beleggers die reeds aanvaard hebben de effecten te kopen of op de effecten in te schrijven voordat het document ter aanvulling is gepubliceerd, hebben het recht om gedurende ten minste twee werkdagen na de publicatie van het document ter aanvulling hun aanvaarding in te trekken.

HOOFDSTUK IV

GRENSOVERSCHRIJDENDE AANBIEDINGEN EN TOELATING TOT DE HANDEL

Artikel 17

Communautaire reikwijdte van een prospectusgoedkeuring

1.   Wanneer in één of meer lidstaten of in een lidstaat die niet de lidstaat van herkomst is, een aanbieding van effecten aan het publiek of een aanvraag voor de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt wordt gepland, zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 23, het door de lidstaat van herkomst goedgekeurde prospectus en alle documenten ter aanvulling van dat prospectus in een willekeurig aantal lidstaten van ontvangst geldig voor een openbare aanbieding of voor een toelating van de betrokken effecten tot de handel op een gereglementeerde markt, op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van iedere lidstaat van ontvangst overeenkomstig artikel 18 een kennisgeving ontvangt. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst starten geen administratieve of goedkeuringsprocedures voor prospectussen.

2.   Indien er zich sinds de goedkeuring van het prospectus belangrijke nieuwe ontwikkelingen hebben voorgedaan of belangrijke materiële vergissingen of onjuistheden aan het licht zijn gekomen als bedoeld in artikel 16, verlangt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de publicatie van een document ter aanvulling van het prospectus dat conform artikel 13, lid 1, moet worden goedgekeurd. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst mag de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst erop attenderen dat nieuwe informatie vereist is.

Artikel 18

Kennisgeving

1.   Op verzoek van de uitgevende instelling of van de met het opstellen van het prospectus belaste persoon verstrekt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst binnen drie werkdagen na het verzoek of, indien het verzoek samen met het ontwerpprospectus is ingediend, binnen één werkdag na goedkeuring van het prospectus, de bevoegde autoriteit van de lidstaten van ontvangst een goedkeuringsverklaring dat het prospectus in overeenstemming met deze richtlijn is opgesteld, alsook een kopie van dat prospectus. Deze kennisgeving gaat, in voorkomend geval, vergezeld van de onder de verantwoordelijkheid van de uitgevende instelling of van de met het opstellen van het prospectus belaste persoon gemaakte vertaling van de samenvatting. Voor eventuele documenten ter aanvulling van het prospectus wordt dezelfde procedure gevolgd.

2.   In de verklaring wordt vermeld of artikel 8, leden 2 en 3, zijn toegepast en zo ja, om welke redenen.

HOOFDSTUK V

TAALREGELING EN UITGEVENDE INSTELLINGEN MET STATUTAIRE ZETEL IN EEN DERDE LAND

Artikel 19

Taalregeling

1.   Wanneer alleen in de lidstaat van herkomst een aanbieding van effecten aan het publiek wordt gedaan of een toelating van effecten tot de handel wordt aangevraagd, wordt het prospectus opgesteld in een taal die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst wordt aanvaard.

2.   Wanneer in één of meer lidstaten die niet de lidstaat van herkomst zijn, een aanbieding van effecten aan het publiek wordt gedaan of een toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt wordt aangevraagd, wordt het prospectus naar keuze van de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, al naar gelang het geval, opgesteld hetzij in een taal die door de bevoegde autoriteiten van die lidstaat wordt aanvaard, hetzij in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt. De bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst mag alleen verlangen dat de samenvatting in de officiële ta(a)l(en) van de betrokken lidstaat wordt vertaald.

Met het oog op de controle door de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst wordt het prospectus naar keuze van de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, al naar gelang het geval, opgesteld hetzij in een taal die door die bevoegde autoriteit wordt aanvaard, hetzij in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt.

3.   Wanneer in meer dan één lidstaat, met inbegrip van de lidstaat van herkomst, een aanbieding van effecten aan het publiek wordt gedaan of een toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt wordt aangevraagd, wordt het prospectus opgesteld in een taal die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst wordt aanvaard en tevens, naar keuze van de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, al naar gelang het geval, beschikbaar gesteld hetzij in een taal die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst wordt aanvaard, hetzij in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt. De bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst mag alleen verlangen dat de in artikel 5, lid 2, bedoelde samenvatting in de officiële ta(a)l(en) van de betrokken lidstaat wordt vertaald.

4.   Wanneer voor effecten zonder aandelenkarakter met een nominale waarde per eenheid van ten minste 50 000EUR een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt wordt aangevraagd, wordt het prospectus naar keuze van de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, al naar gelang het geval, opgesteld hetzij in een taal die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en ontvangst wordt aanvaard, hetzij in een taal die in internationale financiële kringen pleegt te worden gebruikt. Lidstaten kunnen in hun nationale wetgeving bepalen dat een samenvatting moet worden opgesteld in hun officiële ta(a)l(en).

Artikel 20

Uitgevende instellingen met statutaire zetel in een derde land

1.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van uitgevende instellingen met statutaire zetel in een derde land kan een prospectus voor een aanbieding van effecten aan het publiek of een toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt dat in overeenstemming met de wetgeving van een derde land is opgesteld, goedkeuren op voorwaarde dat

a)

dit prospectus is opgesteld conform door internationale organisaties van effectentoezichthouders opgestelde internationale standaarden, met inbegrip van de IOSCO-standaarden voor de informatievoorziening; en

b)

de informatievereisten, met inbegrip van die betreffende informatie van financiële aard, gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van deze richtlijn.

2.   Ingeval in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten welke door een uitgevende instelling met statutaire zetel in een derde land zijn uitgegeven, is het bepaalde in de artikelen 17, 18 en 19 van toepassing.

3.   Teneinde een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, kan de Commissie volgens de procedure van artikel 24, lid 2, in uitvoeringsmaatregelen bepalen dat een derde land zorg draagt voor de gelijkwaardigheid van de aldaar opgestelde prospectussen met die welke conform deze richtlijn zijn opgesteld door middel van zijn binnenlands recht of doordat de aldaar gangbare praktijken of procedures gebaseerd zijn op door internationale organisaties opgestelde internationale standaarden, met inbegrip van de IOSCO-standaarden voor de informatievoorziening.

HOOFDSTUK VI

BEVOEGDE AUTORITEITEN

Artikel 21

Bevoegdheden

1.   Elke lidstaat wijst een centrale bevoegde administratieve autoriteit aan die verantwoordelijk is voor het vervullen van de in deze richtlijn omschreven verplichtingen en voor het zeker stellen dat de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen worden toegepast.

Indien dit krachtens de nationale wetgeving vereist is, kan een lidstaat evenwel andere administratieve autoriteiten aanwijzen om hoofdstuk III toe te passen.

Deze bevoegde autoriteiten zijn volledig onafhankelijk van alle marktdeelnemers.

Indien het een aanbieding van effecten aan het publiek of toelating tot de handel in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst betreft, is alleen de centrale bevoegde administratieve autoriteit die door elke lidstaat is aangewezen gemachtigd om het prospectus goed te keuren.

2.   De lidstaten kunnen hun bevoegde autoriteit of autoriteiten toestaan taken te delegeren. Met uitzondering van de delegatie van het publiceren van goedgekeurde prospectussen op het internet en de deponering van prospectussen zoals bedoeld in artikel 14, wordt elke delegatie van taken met betrekking tot de in deze richtlijn of in de maatregelen ter uitvoering ervan omschreven verplichtingen, overeenkomstig artikel 31 uitelijk op ... (22) herzien en eindigt uiterlijk op ... (23) . Wanneer taken worden toegewezen aan andere entiteiten dan de in lid 1 bedoelde autoriteiten, geschiedt dat op specifieke wijze, waarbij melding wordt gemaakt van de te vervullen taken en de voorwaarden waaronder deze taken dienen te worden uitgevoerd.

In deze voorwaarden is een bepaling opgenomen die de entiteit in kwestie ertoe verplicht zodanig op te treden en zich zodanig te organiseren dat belangenconflicten worden vermeden en dat in het kader van de uitoefening van de gedelegeerde taken verkregen informatie niet onrechtmatig wordt gebruikt, noch wordt aangewend om concurrentie te verhinderen. De eindverantwoordelijkheid voor het toezicht op de naleving van deze richtlijn en alle aangenomen uitvoeringsmaatregelen en voor het goedkeuren van het prospectus berust hoe dan ook bij de overeenkomstig lid 1 aangewezen bevoegde autoriteit(en).

De lidstaten stellen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.

3.   Aan een bevoegde autoriteit worden alle bevoegdheden verleend die nodig zijn voor de vervulling van haar taken. Een bevoegde autoriteit die een aanvraag tot goedkeuring van een prospectus heeft ontvangen, heeft ten minste het recht om:

a)

uitgevende instellingen, aanbieders of aanvragers van de toelating tot de handel te verplichten aanvullende informatie in het prospectus op te nemen indien zulks noodzakelijk is voor de bescherming van de beleggers;

b)

uitgevende instellingen, aanbieders of aanvragers van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt, alsook de personen onder wiens zeggenschap zij staan of over wie zij zeggenschap uitoefenen, te verplichten informatie en documenten te verstrekken;

c)

van accountants en bedrijfsleiding van de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel, alsook van de financiële intermediairs die met de aanbieding of de toelating tot de handel zijn belast, informatie te verlangen;

d)

een openbare aanbieding of toelating tot de handel telkens voor maximaal 10 opeenvolgende werkdagen op te schorten wanneer zij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat er inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn is gepleegd;

e)

het adverteren te verbieden of telkens voor maximaal 10 opeenvolgende werkdagen op te schorten wanneer zij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat er inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn is gepleegd;

f)

een openbare aanbieding te verbieden wanneer zij tot de bevinding komt dat inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn is gepleegd of gegronde redenen heeft om aan te nemen dat er inbreuk op deze bepalingen zou kunnen worden gepleegd;

g)

de handel op een gereglementeerde markt telkens voor maximaal 10 opeenvolgende werkdagen op te schorten, of de betrokken gereglementeerde markt te verzoeken dit te doen, wanneer zij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat er inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn is gepleegd;

h)

de handel op een gereglementeerde markt te verbieden wanneer zij tot de bevinding komt dat er inbreuk op de bepalingen van deze richtlijn is gepleegd;

i)

openbaar te maken dat een uitgevende instelling niet aan zijn verplichtingen voldoet.

Indien de nationale wetgeving dit vereist, kan de bevoegde autoriteit de bevoegde rechterlijke instantie verzoeken zich uit te spreken over het gebruik van de onder d) tot en met h) bedoelde bevoegdheden.

4.   Wanneer de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, heeft de bevoegde autoriteit ook het recht om:

a)

de uitgevende instelling te verplichten alle relevante informatie openbaar te maken die van invloed kan zijn op de beoordeling van de effecten die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, teneinde de bescherming van de beleggers en de goede werking van de markt te garanderen;

b)

de handel in de effecten op te schorten, of de betrokken gereglementeerde markt te verzoeken dit te doen, wanneer zij van oordeel is dat de uitgevende instelling in een zodanige situatie verkeert dat de voortzetting van de handel de belangen van de beleggers zou schaden;

c)

te garanderen dat een uitgevende instelling van wie effecten op een gereglementeerde markt worden verhandeld, aan de in de artikelen 102 en 103 van Richtlijn 2001/34/EG neergelegde verplichtingen voldoet en in alle lidstaten waar de aanbieding is gedaan of waar de effecten worden verhandeld, aan alle beleggers gelijkwaardige informatie verstrekt en alle houders van effecten die zich in eenzelfde positie bevinden, gelijk behandelt;

d)

op haar (hun) grondgebied overeenkomstig de nationale wetgeving inspecties ter plaatse uit te voeren om na te gaan of deze richtlijn en eventuele uitvoeringsmaatregelen worden nageleefd. Indien de nationale wetgeving dat vereist, kan (kunnen) de bevoegde autoriteit(en) gebruik maken van dit recht door middel van een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instantie en/of in samenwerking met andere autoriteiten.

5.   De leden 1 tot en met 4 laten de mogelijkheid onverlet voor een lidstaat om aparte juridische en administratieve regelingen te treffen voor overzeese Europese grondgebieden waarvan hij de buitenlandse betrekkingen behartigt.

Artikel 22

Beroepsgeheim en samenwerking tussen autoriteiten

1.   Het beroepsgeheim geldt voor alle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de bevoegde autoriteit en bij entiteiten waaraan de bevoegde autoriteit eventueel sommige taken heeft gedelegeerd. Onder het beroepsgeheim vallende informatie mag aan geen enkele andere persoon of autoriteit worden verstrekt, tenzij op grond van wettelijke bepalingen.

2.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten werken onderling samen wanneer dat voor de vervulling van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden nodig is. De bevoegde autoriteiten verlenen assistentie aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten. Meer in het bijzonder wisselen zij informatie uit en werken zij samen wanneer een uitgevende instelling in de lidstaat van herkomst onder meer dan één bevoegde autoriteit ressorteert omdat zij meerdere categorieën effecten uitgeeft of wanneer de goedkeuring van een prospectus is overgedragen aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat, overeenkomstig artikel 13, lid 5. Zij werken eveneens nauw samen wanneer zij verzoeken om opschorting van of een verbod op de handel in effecten die in diverse lidstaten worden verhandeld ter waarborging van gelijke mededingingsregels voor de diverse handelscentra en ter bescherming van beleggers. Indien nodig kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst vanaf het stadium waarin de zaak wordt onderzocht, de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst om assistentie verzoeken, met name wanneer het een nieuwe categorie of zeldzame vorm van effecten betreft. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst om informatie verzoeken over alle aspecten die eigen zijn aan de relevante markt.

Onverminderd het bepaalde in artikel 21 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zo nodig overleg plegen met de exploitanten van gereglementeerde markten, met name wanneer zij een besluit nemen over opschorting van of een verbod op de handel, dan wel een gereglementeerde markt verzoeken om opschorting van de handel of een verbod op de handel.

3.   Lid 1 belet niet dat tussen de bevoegde autoriteiten uitwisseling van vertrouwelijke informatie plaatsvindt. De aldus uitgewisselde informatie valt onder het beroepsgeheim waaraan alle personen gebonden zijn die werkzaam zijn of werkzaam zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen.

Artikel 23

Conservatoire maatregelen

1.   Wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst tot de bevinding komt dat de uitgevende instelling of de financiële instellingen die met de procedures voor de openbare aanbieding zijn belast, onregelmatigheden hebben begaan, dan wel dat de uitgevende instelling zijn verplichtingen niet is nagekomen die voortvloeien uit het feit dat zijn effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van deze bevindingen in kennis.

2.   Wanneer de uitgevende instelling of de financiële instelling die met de procedures voor de openbare aanbieding is belast, in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, inbreuk blijft plegen op de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, alle passende maatregelen ter bescherming van de beleggers. De Commissie wordt zo spoedig mogelijk van die maatregelen op de hoogte gesteld.

HOOFDSTUK VII

UITVOERINGSMAATREGELEN

Artikel 24

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 2001/528/EG ingestelde Europees Comité voor het effectenbedrijf, hierna het „Comité” genoemd.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit, met dien verstande dat de volgens deze procedure vastgestelde uitvoeringsmaatregelen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet mogen wijzigen.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

3.   Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

4.   Onverminderd de reeds vastgestelde uitvoeringsmaatregelen wordt na het verstrijken van een periode van vier jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze richtlijn, de toepassing van de in deze richtlijn vervatte bepalingen met betrekking tot de vaststelling van technische voorschriften en besluiten volgens de in lid 2 bedoelde procedure opgeschort. Op voorstel van de Commissie kunnen het Europees Parlement en de Raad besluiten de desbetreffende bepalingen te verlengen volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag, waartoe zij deze vóór het verstrijken van de periode van vier jaar aan een nieuw onderzoek onderwerpen.

Artikel 25

Sancties

1.   Onverminderd het recht van de lidstaten tot het opleggen van strafrechtelijke sancties of onverminderd hun wettelijke-aansprakelijkheidsregeling dragen de lidstaten er zorg voor dat overeenkomstig hun nationale wetgeving passende administratieve maatregelen of administratieve sancties kunnen worden opgelegd aan de verantwoordelijke personen indien de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde bepalingen niet worden nageleefd. De lidstaten zien erop toe dat deze maatregelen doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten bepalen dat de bevoegde autoriteit iedere maatregel of sanctie die is opgelegd voor schending van de krachtens deze richtlijn aangenomen bepalingen openbaar mag maken, tenzij deze openbaarmaking de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen of de betrokken partijen onevenredige schade zou berokkenen.

Artikel 26

Recht van beroep

De lidstaten dragen er zorg voor dat tegen besluiten die worden genomen uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die overeenkomstig deze richtlijn zijn vastgesteld, beroep open staat bij de rechter.

HOOFDSTUK VIII

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 27

Gewijzigde richtlijn

Met ingang van de in artikel 29 genoemde datum wordt Richtlijn 2001/34/EG als volgt gewijzigd:

1)

de artikelen 3, 20 tot en met 41, 98 tot en met 101, 104 en 108, lid 2, onder c), ii), worden geschrapt;

2)

in artikel 107, lid 3, wordt de eerste alinea geschrapt;

3)

in artikel 108, lid 2, onder a), wordt de zinsnede „de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat voor de toelating moet worden gepubliceerd,” geschrapt;

4)

bijlage I wordt geschrapt.

Artikel 28

Ingetrokken richtlijn

Met ingang van de in artikel 29 genoemde datum wordt richtlijn 89/298/EEG ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar deze richtlijn.

Artikel 29

Omzetting in nationaal recht

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... (24) aan deze richtlijn te voldoen. Zij zullen de Commissie hierover onmiddellijk informeren. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 30

Overgangsbepalingen

1.   Een uitgevende instelling met statutaire zetel in een derde land van wie de effecten reeds tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, kiest zijn bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder m), punt iii), en stelt de bevoegde autoriteit van de door hem gekozen lidstaat van herkomst uiterlijk op 31 december 2005 van zijn beslissing in kennis.

2.   In afwijking van artikel 3 kunnen lidstaten die gebruik hebben gemaakt van de ontheffing in artikel 5, onder a), van Richtlijn 89/298/EEG, kredietinstellingen of andere met kredietinstellingen gelijk te stellen financiële instellingen die niet onder artikel 1, lid 2, onder j), van deze richtlijn vallen, gedurende vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn blijven toestaan om op hun grondgebied obligaties of andere met obligaties gelijk te stellen verhandelbare effecten doorlopend of periodiek uit te geven.

3.   In afwijking van artikel 29 voldoet de Bondsrepubliek Duitsland uiterlijk op ... (25) aan artikel 21, lid 1.

Artikel 31

Toetsing

Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn verricht de Commissie een evaluatie van de toepassing van deze richtlijn en dient zij een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, dat in voorkomend geval vergezeld gaat van herzieningsvoorstellen.

Artikel 32

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 33

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 240 E van 28.8.2001, blz. 272 en PB C 20 E van 28.1.2003, blz. 122.

(2)  PB C 80 van 3.4.2002, blz. 52.

(3)  PB C 344 van 6.12.2001, blz. 4.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 14.3.2002(PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 524), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 24.3.2003 (PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 21) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003.

(5)  PB L 100 van 17.4.1980, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/18/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 135 van 31.5.1994, blz. 1).

(6)  PB L 124 van 5.5.1989, blz. 8.

(7)  PB L 184 van 6.7.2001, blz. 1.

(8)   PB C 284 E van 21.11.2002, blz. 115.

(9)  PB L 141 van 11.6.1993, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 290 van 17.11.2000, blz. 27).

(10)  International Disclosure Standards for cross-border offering and initial listings by foreign issuers, deel I, International Organisation of Securities Commissions, september 1998.

(11)  PB L 191 van 13.7.2001, blz. 45.

(12)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(13)  PB L 135 van 31.5.1994, blz. 5.

(14)  PB L 126 van 26.5.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/87/EG (PB L 35 van 11.2.2003, blz.1).

(15)  PB L 125 van 5.5.2001, blz. 15.

(16)  6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(17)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

(18)  6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(19)  6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(20)  6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(21)  6 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(22)  Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

(23)  Acht jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

(24)  18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

(25)  Vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn

BIJLAGE I

PROSPECTUS

I.   SAMENVATTING

De samenvatting geeft in een paar bladzijden een overzicht van de voornaamste informatie die in het prospectus is opgenomen. Deze informatie omvat ten minste de volgende punten:

1.

identiteit van bestuurders, bedrijfsleiding, adviseurs en accountants;

2.

inlichtingen over de aanbieding en verwacht tijdschema;

3.

kerngegevens over de voornaamste financiële gegevens; kapitalisatie en schuldenlast; redenen voor de aanbieding en bestemming van de opbrengsten; risicofactoren;

4.

gegevens over de uitgevende instelling:

geschiedenis en ontwikkeling van de uitgevende instelling;

overzicht van de bedrijfsactiviteiten;

5.

bedrijfsresultaten, financiële toestand en vooruitzichten:

onderzoek en ontwikkeling, octrooien en licenties enz.;

tendensen;

6.

bestuurders, bedrijfsleiding en werknemers;

7.

belangrijkste aandeelhouders en transacties met verbonden partijen;

8.

financiële informatie:

geconsolideerde jaarrekening en andere financiële informatie;

veranderingen van betekenis;

9.

nadere bijzonderheden over de aanbieding en de toelating tot de handel:

aanbieding en toelating tot de handel;

plan voor het op de markt brengen van de effecten;

markten;

verkopende aandeelhouders;

verwatering (alleen voor gewone aandelen);

kosten van de emissie;

10.

aanvullende inlichtingen:

aandelenkapitaal;

akte van oprichting en statuten;

ter inzage beschikbare documenten.

II.   IDENTITEIT VAN BESTUURDERS, BEDRIJFSLEIDING, ADVISEURS EN ACCOUNTANTS

Het is de bedoeling dat de vertegenwoordigers van de onderneming en andere personen betrokken bij de aanbieding van effecten door de onderneming of de toelating van effecten tot de handel, worden geïdentificeerd; het betreft de personen verantwoordelijk voor de opstelling van het bij artikel 5 van de richtlijn voorgeschreven prospectus en de personen verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening.

III.   INLICHTINGEN OVER DE AANBIEDING EN VERWACHT TIJDSCHEMA

Het is de bedoeling dat de voornaamste informatie over de aanbiedingsprocedure wordt verstrekt en dat de belangrijke data in verband met de aanbieding worden vermeld.

A.

Inlichtingen over de aanbieding

B.

Procedure en verwacht tijdschema

IV.   KERNINFORMATIE

Het is de bedoeling dat een beknopt overzicht wordt gegeven van de kerninformatie betreffende de financiële situatie, de kapitalisatie en de risicofactoren van de onderneming. Indien de in het document opgenomen jaarrekening aangepast is om met veranderingen van betekenis in de groepsstructuur of grondslagen van de administratieve verantwoording en verslaglegging van de onderneming rekening te houden, dan moeten ook de voornaamste financiële gegevens worden aangepast.

A.

Voornaamste financiële gegevens

B.

Kapitalisatie en schuldenlast

C.

Redenen voor de aanbieding en bestemming van de opbrengsten

D.

Risicofactoren

V.   INFORMATIE OVER DE ONDERNEMING

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, de producten die zij vervaardigt of de diensten die zij verleent, en over de factoren die op de bedrijfsactiviteiten van invloed zijn. Het is eveneens de bedoeling dat informatie wordt verschaft over de adequaatheid en geschiktheid van de onroerende goederen, technische installaties en uitrusting van de onderneming, alsmede over haar plannen voor toekomstige capaciteitsverhogingen of -verlagingen.

A.

Geschiedenis en ontwikkeling van de onderneming

B.

Overzicht van de bedrijfsactiviteiten

C.

Organisatiestructuur

D.

Onroerende goederen, technische installaties en uitrusting

VI.   BEDRIJFSRESULTATEN, FINANCIËLE TOESTAND EN VOORUITZICHTEN

Het is de bedoeling dat het management uitleg verstrekt over de factoren die van invloed zijn geweest op de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de onderneming in de tijdvakken die door de jaarrekeningen worden bestreken. Het management dient tevens zijn oordeel te geven over de factoren en tendensen waarvan wordt verwacht dat zij in de komende boekjaren een wezenlijk effect zullen sorteren op de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de onderneming.

A.

Bedrijfsresultaten

B.

Liquiditeit en kapitaalmiddelen

C.

Onderzoek en ontwikkeling, octrooien en licenties enz.

D.

Tendensen

VII.   BESTUURDERS, BEDRIJFSLEIDING EN WERKNEMERS

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de bestuurders en managers van de onderneming opdat beleggers zich een oordeel kunnen vormen over de ervaring, de beroepskwalificaties en de beloning van deze personen, alsook over hun band met de onderneming.

A.

Bestuurders en bedrijfsleiding

B.

Beloning

C.

Manier van werken van het bestuursorgaan

D.

Werknemers

E.

Aandeelhouderschap

VIII.   BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS EN TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de belangrijkste aandeelhouders en anderen die zeggenschap over de onderneming uitoefenen of kunnen uitoefenen. Tevens dient informatie te worden verschaft die betrekking heeft op eventuele transacties van de onderneming met personen die met de onderneming verbonden zijn, en waaruit blijkt of de voorwaarden van deze transacties billijk zijn voor de onderneming.

A.

Belangrijkste aandeelhouders

B.

Transacties met verbonden partijen

C.

Belangen van deskundigen en adviseurs

IX.   FINANCIËLE INFORMATIE

Het is de bedoeling dat nader wordt aangegeven welke jaarrekeningen in het document moeten worden opgenomen, welke perioden moeten worden bestreken, van wanneer de jaarrekeningen dateren en welke andere informatie van financiële aard dient te worden vermeld. De grondslagen voor de verslaglegging en de accountantscontrole waarvan bij de opstelling en de controle van de jaarrekening gebruik mag worden gemaakt, zullen worden vastgesteld overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen en accountantscontrole.

A.

Geconsolideerde jaarrekening en andere financiële informatie

B.

Veranderingen van betekenis

X.   NADERE BIJZONDERHEDEN OVER DE AANBIEDING EN DE TOELATING TOT DE HANDEL

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de aanbieding van effecten en de toelating van effecten tot de handel, het plan voor het op de markt brengen van de effecten en aanverwante zaken.

A.

Aanbieding en toelating tot de handel

B.

Plan voor het op de markt brengen van de effecten

C.

Markten

D.

Verkopende houders van effecten

E.

Verwatering (alleen voor gewone aandelen)

F.

Kosten van de emissie

XI.   AANVULLENDE INFORMATIE

Het is de bedoeling dat hier de — meestal wettelijk verplichte — informatie wordt verstrekt die niet elders in het prospectus is opgenomen.

A.

Aandelenkapitaal

B.

Akte van oprichting en statuten

C.

Belangrijke overeenkomsten

D.

Deviezencontroles

E.

Belastingen

F.

Dividenden en instellingen die zorg dragen voor de financiële dienst van de uitgevende instelling

G.

Deskundigenverklaring

H.

Ter inzage beschikbare documenten

I.

Bijkomende informatie

BIJLAGE II

REGISTRATIEDOCUMENT

I.   IDENTITEIT VAN BESTUURDERS, BEDRIJFSLEIDING, ADVISEURS EN ACCOUNTANTS

Het is de bedoeling dat de vertegenwoordigers van de onderneming en andere personen betrokken bij de aanbieding van effecten door de onderneming of de toelating van effecten tot de handel worden geïdentificeerd; het betreft de personen verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus en de personen verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening.

II.   KERNGEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING

Het is de bedoeling dat een beknopt overzicht wordt gegeven van de kerngegevens betreffende de financiële situatie, de kapitalisatie en de risicofactoren van de onderneming. Indien de in het document opgenomen jaarrekening aangepast is om met veranderingen van betekenis in de groepsstructuur of grondslagen van de administratieve verantwoording en verslaglegging van de onderneming rekening te houden, dan moeten ook de voornaamste financiële gegevens worden aangepast.

A.

Voornaamste financiële gegevens

B.

Kapitalisatie en schuldenlast

C.

Risicofactoren

III.   INFORMATIE OVER DE ONDERNEMING

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de bedrijfsactiviteiten van de onderneming, de producten die zij vervaardigt of de diensten die zij verleent, en over de factoren die op de bedrijfsactiviteiten van invloed zijn. Het is eveneens de bedoeling dat informatie wordt verschaft over de adequaatheid en geschiktheid van de onroerende goederen, technische installaties en uitrusting van de onderneming, alsmede over haar plannen voor toekomstige capaciteitsverhogingen of -verlagingen.

A.

Geschiedenis en ontwikkeling van de onderneming

B.

Overzicht van de bedrijfsactiviteiten

C.

Organisatiestructuur

D.

Onroerende goederen, technische installaties en uitrusting

IV.   BEDRIJFSRESULTATEN, FINANCIËLE TOESTAND EN VOORUITZICHTEN

Het is de bedoeling dat het management uitleg verstrekt over de factoren die van invloed zijn geweest op de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de onderneming in de tijdvakken die door de jaarrekeningen worden bestreken. Het management dient tevens zijn oordeel te geven over de factoren en tendensen waarvan wordt verwacht dat zij in de komende boekjaren een wezenlijk effect zullen sorteren op de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de onderneming.

A.

Bedrijfsresultaten

B.

Liquiditeit en kapitaalmiddelen

C.

Onderzoek en ontwikkeling, octrooien en licenties enz.

D.

Tendensen

V.   BESTUURDERS, BEDRIJFSLEIDING EN WERKNEMERS

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de bestuurders en managers van de onderneming opdat beleggers zich een oordeel kunnen vormen over de ervaring, de beroepskwalificaties en de beloning van deze personen, alsook over hun band met de onderneming.

A.

Bestuurders en bedrijfsleiding

B.

Beloning

C.

Manier van werken van het bestuursorgaan

D.

Werknemers

E.

Aandeelhouderschap

VI.   BELANGRIJKSTE AANDEELHOUDERS EN TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de belangrijkste aandeelhouders en anderen die zeggenschap over de onderneming uitoefenen of kunnen uitoefenen. Tevens dient informatie te worden verschaft die betrekking heeft op eventuele transacties van de onderneming met personen die met de onderneming verbonden zijn, en waaruit blijkt of de voorwaarden van deze transacties billijk zijn voor de onderneming.

A.

Belangrijkste aandeelhouders

B.

Transacties met verbonden partijen

C.

Belangen van deskundigen en adviseurs

VII.   FINANCIËLE INFORMATIE

Het is de bedoeling dat nader wordt aangegeven welke jaarrekeningen in het document moeten worden opgenomen, welke perioden moeten worden bestreken, van wanneer de jaarrekeningen dateren en welke andere informatie van financiële aard dient te worden vermeld. De grondslagen voor de verslaglegging en de accountantscontrole waarvan bij de opstelling en de controle van de jaarrekening gebruik mag worden gemaakt, zullen worden vastgesteld overeenkomstig de internationale standaarden voor jaarrekeningen en accountantscontrole.

A.

Geconsolideerde jaarrekening en andere financiële informatie

B.

Veranderingen van betekenis

VIII.   AANVULLENDE INFORMATIE

Het is de bedoeling dat hier de — meestal wettelijk verplichte — informatie wordt verstrekt die niet elders in het prospectus is opgenomen.

A.

Aandelenkapitaal

B.

Akte van oprichting en statuten

C.

Belangrijke overeenkomsten

D.

Deskundigenverklaring

E.

Ter inzage beschikbare documenten.

F.

Bijkomende informatie

BIJLAGE III

VERRICHTINGSNOTA

I.   IDENTITEIT VAN BESTUURDERS, BEDRIJFSLEIDING, ADVISEURS EN ACCOUNTANTS

Het is de bedoeling dat de vertegenwoordigers van de onderneming en andere personen betrokken bij de aanbieding van effecten door de onderneming of de toelating van effecten tot de handel worden geïdentificeerd; het betreft de personen verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus en de personen verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekening.

II.   INLICHTINGEN OVER DE AANBIEDING EN VERWACHT TIJDSCHEMA

Het is de bedoeling dat de voornaamste informatie over de aanbiedingsprocedure wordt verstrekt en dat de belangrijke data in verband met de aanbieding worden vermeld.

A.

Inlichtingen over de aanbieding

B.

Procedure en verwacht tijdschema

III.   KERNGEGEVENS OVER DE UITGEVENDE INSTELLING

Het is de bedoeling dat een beknopt overzicht wordt gegeven van de kerngegevens betreffende de financiële situatie, de kapitalisatie en de risicofactoren van de onderneming. Indien de in het document opgenomen jaarrekening aangepast is om met veranderingen van betekenis in de groepsstructuur of grondslagen van de administratieve verantwoording en verslaglegging van de onderneming rekening te houden, dan moeten ook de voornaamste financiële gegevens worden aangepast.

A.

Kapitalisatie en schuldenlast

B.

Redenen voor de aanbieding en bestemming van de opbrengsten

C.

Risicofactoren

IV.   BELANGEN VAN DESKUNDIGEN

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de transacties van de onderneming met deskundigen of adviseurs op wie voor bepaalde werkzaamheden een beroep wordt gedaan.

V.   NADERE BIJZONDERHEDEN OVER DE AANBIEDING EN DE TOELATING TOT DE HANDEL

Het is de bedoeling dat informatie wordt verstrekt over de aanbieding van effecten en de toelating van effecten tot de handel, het plan voor het op de markt brengen van de effecten en aanverwante zaken.

A.

Aanbieding en toelating tot de handel

B.

Plan voor het op de markt brengen van de effecten

C.

Markten

D.

Verkopende houders van effecten

E.

Verwatering (alleen voor gewone aandelen)

F.

Kosten van de emissie

VI.   AANVULLENDE INFORMATIE

Het is de bedoeling dat hier de — meestal wettelijk verplichte — informatie wordt verstrekt die niet elders in het prospectus is opgenomen.

A.

Deviezencontroles

B.

Belastingen

C.

Dividenden en instellingen die zorg dragen voor de financiële dienst van de uitgevende instelling

D.

Deskundigenverklaring

E.

Ter inzage beschikbare documenten.

BIJLAGE IV

SAMENVATTING

De samenvatting geeft in een paar bladzijden een overzicht van de voornaamste informatie die in het prospectus is opgenomen. Deze informatie omvat ten minste de volgende punten:

identiteit van bestuurders, bedrijfsleiding, adviseurs en accountants

inlichtingen over de aanbieding en verwacht tijdschema

kerngegevens over de voornaamste financiële gegevens; kapitalisatie en schuldenlast; redenen voor de aanbieding en bestemming van de opbrengsten risicofactoren

gegevens over de uitgevende instelling:

geschiedenis en ontwikkeling van de uitgevende instelling

overzicht van de bedrijfsactiviteiten

bedrijfsresultaten, financiële toestand en vooruitzichten

onderzoek en ontwikkeling, octrooien en licenties enz.

informatie over recente en verwachte tendensen

bestuurders, bedrijfsleiding en werknemers

belangrijkste aandeelhouders en transacties met verbonden partijen

financiële informatie:

geconsolideerde jaarrekening en andere financiële informatie

veranderingen van betekenis

nadere bijzonderheden over de aanbieding en de toelating tot de handel:

aanbieding en toelating tot de handel

plan voor het op de markt brengen van de effecten

markten

verkopende aandeelhouders

verwatering (alleen voor gewone aandelen)

kosten van de emissie

aanvullende inlichtingen

aandelenkapitaal

akte van oprichting en statuten

ter inzage beschikbare documenten.

P5_TA(2003)0312

Plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement ver het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (11029/3/2002 — C5-0141/2003 — 2000/0115(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (11029/3/2002 — C5-0141/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2000) 275) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 236) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0242/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 147 E van 24.6.2003, blz. 1.

(2)  PB C 271 E van 7.11.2002, blz. 176.

(3)  PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 11.

(4)  PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 210.

P5_TC2-COD(2000)0115

Standpunt van het Europees Parlement en de Raad in tweede lezing vastgesteld op 2 juli met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 47, lid 2, op artikel 55 en op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Naar aanleiding van de nieuwe wijzigingen van Richtlijn 92/50/EEG van de Raad van 18 juni 1992 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor dienstverlening (5), Richtlijn 93/36/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen (6), en Richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (7) die nodig zijn in antwoord op de vereenvoudigings- en moderniseringseisen, die zowel de aanbestedende diensten als de economische subject hebben gesteld in hun antwoorden op het door de Commissie op 27 november 1996 aangenomen Groenboek, dient ter wille van de duidelijkheid tot omwerking van deze richtlijnen in één tekst te worden overgegaan.

(2)

De totstandbrenging van het vrije verkeer van goederen op het gebied van overheidsopdrachten voor leveringen en de totstandbrenging van de vrijheid van vestiging en het vrij verlenen van diensten op het gebied van overheidsopdrachten voor werken en diensten, vereisen wat betreft de opdrachten die worden afgesloten in de lidstaten voor rekening van de staat, territoriale lichamen en andere publiekrechtelijke instellingen, naast de opheffing van beperkingen, ook de uitvoering van bepalingen inzake de coördinatie van de nationale procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten, zowel op grond van de voorschriften tot regeling van deze drie vrijheden en van de daaruit voortvloeiende beginselen, zoals de beginselen van gelijke behandeling, waarvan het discriminatieverbod slechts een bijzondere uitdrukking is, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie, als op grond van een daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten. Bijgevolg moeten deze coördinatiebepalingen overeenkomstig voornoemde regels en beginselen alsmede overeenkomstig de andere Verdragsregels worden uitgelegd. De aanbestedende diensten moeten deze beginselen bij alle opdrachten eerbiedigen, met inbegrip van die waarvan de waarde onder de in artikel 7 van deze richtlijn vastgestelde drempels liggen.

(3)

Deze coördinatiebepalingen moeten de in elk van de lidstaten geldende procedures en praktijken zoveel mogelijk eerbiedigen.

(4)

De lidstaten dienen erop toe te zien dat deelname van een publiekrechtelijke instelling als inschrijver op een overheidsopdracht geen concurrentieverstorende gevolgen heeft voor particuliere inschrijvers.

(5)

Overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag moeten de eisen inzake milieubescherming geïntegreerd worden in de omschrijving en uitvoering van het beleid en het optreden van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 3 van het Verdrag, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame ontwikkeling. Deze richtlijn verduidelijkt derhalve hoe de aanbestedende diensten kunnen bijdragen tot de bescherming van het milieu en de bevordering van duurzame ontwikkeling op een wijze die het mogelijk maakt voor hun opdrachten de beste prijs-kwaliteitverhouding te krijgen.

(6)

Geen enkele bepaling in deze richtlijn dient te beletten dat maatregelen worden voorgeschreven of toegepast die noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare zedelijkheid, orde of veiligheid of het leven of de gezondheid van mensen, dieren of planten, in het bijzonder met het oog op duurzame ontwikkeling, op voorwaarde dat deze maatregelen in overeenstemming zijn met het Verdrag.

(7)

De Raad heeft bij zijn Besluit 94/800/EG van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (8) onder meer zijn goedkeuring gehecht aan de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, hierna „Overeenkomst” genoemd, welke ten doel heeft een multilateraal kader van evenwichtige rechten en verplichtingen op het gebied van overheidsopdrachten tot stand te brengen met het oog op een verdere liberalisering en uitbreiding van de wereldhandel. Gezien de internationale rechten en verplichtingen die voor de Gemeenschap uit de aanvaarding van deze Overeenkomst voortvloeien, gelden voor de inschrijvers en producten uit derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, de regelingen van de Overeenkomst. Deze Overeenkomst is niet rechtstreeks toepasselijk. De in de Overeenkomst bedoelde aanbestedende diensten die zich aan de onderhavige richtlijn houden en die dezelfde bepalingen toepassen ten aanzien van de economische subjecten van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, leven op deze manier de Overeenkomst na. Deze coördinatiebepalingen dienen ook voor in de Gemeenschap gevestigde economische subjecten even gunstige voorwaarden voor deelneming aan overheidsopdrachten te waarborgen als die welke gelden voor de economische subjecten van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend.

(8)

Alvorens een procedure voor het plaatsen van een overheidsopdracht te starten, mogen de aanbestedende diensten, door gebruik te maken van een „technische dialoog”, advies vragen of aanvaarden dat bij het opstellen van het bestek kan worden gebruikt, op voorwaarde echter dat een dergelijk advies niet tot uitschakeling van de mededinging leidt.

(9)

Gezien de verscheidenheid aan overheidsopdrachten voor werken, moet de aanbestedende dienst kunnen kiezen tussen gescheiden en gemeenschappelijke gunning van opdrachten voor de uitvoering en het ontwerp van werken. Met deze richtlijn wordt niet beoogd om een gemeenschappelijke of een gescheiden gunning voor te schrijven. Het besluit of een gescheiden of een gemeenschappelijke gunning van de opdracht plaatsvindt, dient te worden gebaseerd op kwalitatieve en economische criteria, die in de nationale wetgevingen bepaald kunnen worden.

(10)

Een overeenkomst wordt alleen geacht een overheidsopdracht voor werken te zijn indien zij specifiek betrekking heeft op de in bijlage I bedoelde activiteiten, zelfs indien de overeenkomst andere voor die activiteiten benodigde diensten omvat. Overheidsopdrachten voor diensten, waaronder diensten inzake eigendomsbeheer, kunnen onder bepaalde omstandigheden ook werken omvatten. Indien dergelijke werken ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht van bijkomende aard zijn en daarvan een uitvloeisel zijn of daarop een aanvulling vormen, is het feit dat die werken deel uitmaken van de opdracht echter geen reden om de opdracht als een overheidsopdracht voor werken aan te merken.

(11)

Een communautaire definitie van raamovereenkomsten is nodig, samen met specifieke regels voor de raamovereenkomsten welke worden gesloten met betrekking tot opdrachten die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. Op grond van deze regels kan een aanbestedende dienst die overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn een raamovereenkomst sluit betreffende, met name, de bekendmaking, de termijnen en de voorwaarden voor de indiening van inschrijvingen, tijdens de looptijd van de raamovereenkomst daarop gebaseerde opdrachten plaatsen door ofwel de voorwaarden in de raamovereenkomst toe te passen, ofwel, indien niet alle voorwaarden vooraf in de raamovereenkomst zijn bepaald, door een nieuwe oproep tot mededinging te doen aan de partijen bij de raamovereenkomst met betrekking tot de nog niet bepaalde voorwaarden. De nieuwe oproep tot mededinging moet voldoen aan bepaalde regels die de vereiste flexibiliteit en de inachtneming van de algemene beginselen, waaronder het beginsel van gelijke behandeling, dienen te waarborgen. Om die redenen moet de looptijd van de raamovereenkomsten worden beperkt en mag hij niet langer zijn dan vier jaar, behalve in door de aanbestedende diensten naar behoren gemotiveerde gevallen.

(12)

Een aantal nieuwe elektronische aankooptechnieken is in voortdurende ontwikkeling. Deze technieken maken het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen, met name door de besparing van tijd en kosten die het gebruik van deze technieken met zich meebrengt. De aanbestedende diensten kunnen gebruikmaken van elektronische aankooptechnieken mits de bepalingen van deze richtlijn en de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie in acht worden genomen. Daartoe kan de indiening van een inschrijving, met name in geval van een nieuwe oproep tot mededinging in het kader van een raamovereenkomst of de toepassing van een dynamisch aankoopsysteem, de vorm aannemen van de elektronische catalogus van de inschrijver, wanneer deze de door de aanbestedende dienst gekozen communicatiemiddelen gebruikt overeenkomstig artikel 44.

(13)

Gezien de zich snel uitbreidende elektronische aankoopsystemen moeten nu reeds adequate voorschriften worden opgesteld zodat de aanbestedende diensten ten volle profijt kunnen trekken van de mogelijkheden die deze systemen bieden. Met het oog hierop moeten geheel elektronische dynamische aankoopsystemen voor aankopen van leveringen of diensten voor courant gebruik worden gedefinieerd, en moeten er specifieke voorschriften worden vastgesteld voor het opzetten en de werking van dergelijke systemen teneinde een eerlijke behandeling te garanderen van elk economisch subject dat eraan deel wenst te nemen. Elk economisch subject dat een indicatieve inschrijving indient die voldoet aan het bestek en zelf voldoet aan de selectiecriteria moet van een dergelijk systeem gebruik kunnen maken. Dankzij deze aankooptechniek kunnen de aanbestedende diensten een lijst van reeds geselecteerde inschrijvers opstellen en deze openstellen voor nieuwe inschrijvers, en zo beschikken over een buitengewoon groot scala van inschrijvingen — dankzij de gebruikte elektronische middelen — en er aldus voor zorgen dat de overheidsgelden op basis van een brede concurrentie optimaal benut worden.

(14)

Aangezien de techniek van de elektronische veilingen wellicht uitbreiding zal nemen, moet een communautaire definitie van deze veilingen worden gegeven en een specifiek regelgevend kader worden ingesteld om te waarborgen dat de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie volledig in acht worden genomen. Daartoe moet worden gestipuleerd dat elektronische veilingen slechts betrekking hebben op opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvoor nauwkeurige specificaties kunnen worden opgesteld. Met datzelfde doel kan worden bepaald dat de respectieve klassering van de inschrijvers op ieder moment van de elektronische veiling moet kunnen worden vastgesteld. Dankzij het gebruik van elektronische veilingen kunnen de aanbestedende diensten de inschrijvers vragen een nieuwe verlaagde prijs in te dienen en, wanneer de opdracht wordt gegund aan de economisch voordeligste inschrijving, ook andere elementen van de inschrijvingen dan de prijs te verbeteren. Niettemin mogen met het oog op de eerbiediging van het transparantiebeginsel alleen die elementen worden verbeterd die automatisch langs elektronische weg zonder betrokkenheid van de aanbestedende dienst kunnen worden beoordeeld. Daartoe moeten deze elementen kwantificeerbaar zijn in cijfers of in percentages.

(15)

In de lidstaten zijn bepaalde centrale aankooptechnieken ontwikkeld. Verscheidene aanbestedende diensten zijn belast met het verlenen van aankopen of het gunnen van overheidsopdrachten/het sluiten van raamovereenkomsten voor andere aanbestedende diensten. Door de omvang van de aankopen maken deze technieken het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen. Er moet dus worden voorzien in een communautaire definitie van voor aanbestedende diensten werkende aankoopcentrales. Tevens moeten de voorwaarden worden vastgesteld waaronder aanbestedende diensten die met eerbiediging van het beginsel van non-discriminatie en het gelijkheidsbeginsel via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten verwerven, kunnen worden geacht deze richtlijn te hebben nageleefd.

(16)

Teneinde rekening te houden met de bestaande verschillen in de lidstaten moeten zij zelf kunnen kiezen of zij bepalen dat de aanbestedende diensten gebruik kunnen maken van raamovereenkomsten, aankoopcentrales, dynamische aankoopsystemen, elektronische veilingen en concurrentiegerichte dialoog als omschreven en geregeld bij deze richtlijn.

(17)

Het bestaan van een groot aantal drempels voor de toepassing van de coördinatiebepalingen geeft aanleiding tot complicaties voor de aanbestedende diensten. Voorts is het, rekening gehouden met de monetaire unie, wenselijk drempels in euro's vast te stellen. Derhalve dienen de drempels in euro's op zodanige wijze te worden vastgesteld, dat de toepassing van deze bepalingen wordt vereenvoudigd en tegelijkertijd de in de Overeenkomst bepaalde drempels, die in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt, in acht worden genomen. In verband daarmee dient ook te worden voorzien in een periodieke herziening van de in euro uitgedrukte drempels, teneinde deze indien nodig aan te passen naar gelang van de eventuele schommelingen van de waarde van de euro ten opzichte van het bijzondere trekkingsrecht.

(18)

Zowel met het oog op de toepassing van de voorschriften van deze richtlijn als voor controledoeleinden wordt de dienstensector het beste omschreven door de diensten in te delen in categorieën die met bepaalde posten van een gemeenschappelijke nomenclatuur overeenkomen, en deze bijeen te brengen in twee bijlagen, II A en II B, naargelang de regeling die erop van toepassing is. Wat de in bijlage II B bedoelde diensten betreft, mogen de van toepassing zijnde bepalingen in deze richtlijn geen afbreuk doen aan de toepassing van specifieke communautaire voorschriften voor de desbetreffende diensten.

(19)

Wat overheidsopdrachten voor diensten betreft, moet gedurende een overgangsperiode de volledige toepassing van deze richtlijn worden beperkt tot opdrachten waarvoor de bepalingen van deze richtlijn de mogelijkheden tot uitbreiding van het verkeer over de grenzen heen ten volle garanderen. De opdrachten voor andere diensten moeten gedurende deze overgangsperiode worden gevolgd, alvorens wordt besloten deze richtlijn daarop volledig toe te passen. In dit verband dient het controlemechanisme te worden omschreven. Dit mechanisme dient terzelfder tijd de betrokkenen toegang tot de relevante informatie te verzekeren.

(20)

De overheidsopdrachten die door in de sectoren watervoorziening, energievoorziening, vervoer en postdiensten werkzame aanbestedende diensten worden geplaatst en in het kader van deze werkzaamheden passen, vallen onder Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van ... houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren wateren energievoorziening en vervoer en postdiensten (9). De overheidsopdrachten die door aanbestedende diensten in het kader van hun activiteiten voor de exploitatie van zee-, kust- of riviervervoerdiensten worden geplaatst, dienen echter onder het toepassingsgebied van de onderhavige richtlijn te vallen.

(21)

Gezien de effectieve mededinging op de telecommunicatiemarkt ingevolge de toepassing van de communautaire regelgeving tot liberalisering van deze sector, moeten de desbetreffende overheidsopdrachten van het toepassingsgebied van deze richtlijn worden uitgesloten voorzover zij hoofdzakelijk ten doel hebben de aanbestedende diensten in staat te stellen bepaalde activiteiten in de telecommunicatiesector uit te oefenen. Deze activiteiten worden in overeenstemming met de definities in de artikelen 1, 2 en 8 van Richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (10) omschreven, zodat deze richtlijn niet van toepassing is op opdrachten die uitgesloten zijn van de werkingssfeer van Richtlijn 93/38/EEG ingevolge artikel 8 daarvan.

(22)

Er dienen bepalingen te worden voorgesteld voor gevallen waarin de maatregelen tot coördinatie van de procedures niet kunnen worden toegepast om redenen die met de staatsveiligheid of staatsgeheimen verband houden of doordat specifieke aanbestedingsvoorschriften van toepassing zijn die uit internationale overeenkomsten voortvloeien en betrekking hebben op de legering van strijdkrachten of eigen zijn aan internationale organisaties.

(23)

Krachtens artikel 163 van het Verdrag is het stimuleren van onderzoek en technologische ontwikkeling één van de middelen om de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de industrie van de Gemeenschap te versterken, en het openstellen van overheidsopdrachten voor diensten draagt daartoe bij. Op de medefinanciering van onderzoeksprogramma's heeft deze richtlijn geen betrekking. Derhalve vallen buiten deze richtlijn andere opdrachten voor diensten voor onderzoek en ontwikkeling dan die waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende dienst toekomen voor het gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverlening volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond.

(24)

In het kader van diensten, vertonen de opdrachten betreffende de verwerving of de huur van onroerende goederen dan wel betreffende de rechten op deze goederen bijzondere kenmerken, waardoor toepassing van de aanbestedingsvoorschriften niet geschikt is.

(25)

Bij het plaatsen van overheidsopdrachten voor bepaalde audiovisuele diensten in de omroepsector moet rekening kunnen worden gehouden met overwegingen van cultureel en sociaal belang, waardoor toepassing van de aanbestedingsvoorschriften niet geschikt is. Om die redenen is het wenselijk te voorzien in een uitzondering voor overheidsopdrachten voor diensten die betrekking hebben op de aankoop, de ontwikkeling, de productie of de coproductie van gebruiksklaar programmamateriaal en van andere voorbereidende diensten, zoals die betreffende scenario's of de artistieke prestaties die nodig zijn voor de totstandbrenging van het programmamateriaal, alsmede voor opdrachten betreffende de zendtijd zendtijd. Onder uitzending moet worden verstaan het uitzenden en verspreiden via enig elektronisch netwerk. Deze uitzondering geldt evenwel niet voor de levering van het technisch materiaal dat nodig is voor de productie, de coproductie en de uitzending van dat programmamateriaal.

(26)

De diensten inzake arbitrage en bemiddeling worden meestal verleend door instanties of personen die worden aangewezen of gekozen op een wijze die niet door aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld.

(27)

Conform de Overeenkomst omvatten de in deze richtlijn bedoelde financiële diensten niet de instrumenten inzake monetair beleid, wisselkoersen, overheidsschuld en beheer van reserves of die van enig ander beleid dat verrichtingen met effecten of andere financiële instrumenten behelst, met name verrichtingen om de aanbestedende diensten van geld of kapitaal te voorzien. Derhalve vallen de opdrachten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop of de overdracht van effecten of van andere financiële instrumenten niet binnen het toepassingsgebied. De door centrale banken geleverde diensten zijn eveneens uitgesloten.

(28)

De door de aanbestedende diensten opgestelde technische specificaties moeten de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging mogelijk maken; daartoe moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit van de technische oplossingen tot uiting komt. Te dien einde moeten enerzijds de technische specificaties kunnen worden opgesteld in termen van prestaties en functionele eisen en moeten anderzijds, bij verwijzing naar de Europese — of bij ontstentenis daarvan naar de nationale — norm, op andere gelijkwaardige oplossingen gebaseerde inschrijvingen door de aanbestedende dienst in overweging worden genomen. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, moeten de inschrijvers elk bewijsmiddel kunnen gebruiken. Overheidsdiensten moeten iedere beslissing dat er geen sprake is van gelijkwaardigheid, kunnen motiveren. Aanbestedende diensten die in de technische specificatie van een bepaalde opdracht milieueisen wensen op te nemen, kunnen de milieukenmerken en/of het milieueffect van specifieke productgroepen of -diensten voorschrijven. Zij kunnen, zonder dat daartoe een verplichting bestaat, de passende specificaties gebruiken die zijn omschreven in milieukeuren, zoals de Europese milieukeur, (pluri-)nationale milieukeuren of een andere milieukeur indien de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld en aangenomen op grond van wetenschappelijke gegevens via een proces waaraan de betrokkenen, zoals regeringsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties, kunnen deelnemen en indien de keur toegankelijk en beschikbaar is voor alle betrokken partijen. Waar mogelijk dient de aanbestedende dienst rekening te houden met toegankelijkheidscriteria voor gehandicapten bij het algehele ontwerp en de vastlegging van specificaties. Deze technische specificaties dienen duidelijk te worden omschreven, zodat alle inschrijvers de door de aanbestedende dienst geformuleerde vereisten volledig begrijpen.

(29)

De nadere inlichtingen betreffende de opdracht moeten, zoals in de lidstaten gebruikelijk is, in het bestek voor elke opdracht of in een gelijkwaardig document zijn opgenomen.

(30)

Voor aanbestedende diensten die buitengewoon complexe projecten uitvoeren, kan het, zonder dat hen iets valt te verwijten, objectief onmogelijk zijn te bepalen welke middelen aan hun behoeften kunnen voldoen of te beoordelen wat de markt te bieden heeft op het stuk van technische en/of financiële/juridische oplossingen. Dat kan met name het geval zijn bij de uitvoering van omvangrijke geïntegreerde vervoersinfrastructuurprojecten, grote computernetwerken, of projecten met een complexe en gestructureerde financiering waarvan de financiële en juridische onderbouwing niet vooraf kan worden voorgeschreven. Voor zover de toepassing van openbare of niet-openbare procedures de gunning van dergelijke opdrachten niet mogelijk maakt, moet derhalve voorzien worden in een flexibele procedure die de mededinging tussen economische subjecten vrijwaart, en tevens rekening houdt met de behoefte van de aanbestedende diensten om met elke gegadigde een dialoog over alle aspecten van de opdracht aan te gaan. Deze procedure mag evenwel niet op zodanige wijze worden aangewend dat de concurrentie wordt beperkt of verstoord, met name door het wijzigen van basiselementen van de inschrijvingen, het opleggen van nieuwe inhoudelijke elementen aan de gekozen inschrijver of het betrekken van een andere, niet als economisch voordeligste aangewezen inschrijver in de procedure.

(31)

Om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten te bevorderen, moeten bepalingen over onderaanneming worden opgenomen.

(32)

De voorwaarden voor de uitvoering van een opdracht zijn verenigbaar met deze richtlijn voor zover zij niet rechtstreeks of indirect discriminerend zijn en zij in de aankondiging van opdracht of in het bestek worden vermeld. Zij kunnen met name ten doel hebben de beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het arbeidsproces te integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te bestrijden of het milieu te beschermen. Als voorbeeld kan onder andere worden verwezen naar de verplichtingen om voor de uitvoering van de opdracht langdurig werklozen aan te werven of in opleidingsacties voor werklozen of jongeren te voorzien, om inhoudelijk de belangrijkste verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) na te leven indien deze niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter dan het bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal gehandicapten aan te werven.

(33)

Tijdens de uitvoering van de overheidsopdracht zijn zowel de nationale als de communautaire wetten, regelingen en collectieve overeenkomsten inzake arbeidsvoorwaarden en veiligheid op het werk van kracht, op voorwaarde dat deze regels en hun toepassing in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht. Voor grensoverschrijdende situaties, waarbij werknemers van een lidstaat ter verwezenlijking van een overheidsopdracht in een andere lidstaat diensten verlenen, zijn in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers (11) met het oog op het verlenen van diensten de minimumvoorwaarden bepaald waaraan het land van ontvangst ten aanzien van deze ter beschikking gestelde werknemers moet voldoen. Indien het nationaal recht daartoe strekkende bepalingen bevat, kan niet-naleving van die verplichtingen beschouwd worden als een ernstige fout of een delict dat in strijd is met de beroepsgedragsregels van het economisch subject, hetgeen kan leiden tot uitsluiting van dit economisch subject van de aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht.

(34)

Gezien de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en de vereenvoudigingen die deze voor de bekendmaking van opdrachten en uit het oogpunt van doeltreffendheid en doorzichtigheid van de aanbestedingsprocedures kunnen meebrengen, dienen elektronische middelen te worden gelijkgesteld met de klassieke middelen voor communicatie en informatie-uitwisseling. Het middel en de technologie waarvoor wordt gekozen, moeten zoveel mogelijk met de in de andere lidstaten gebruikte technologieën verenigbaar zijn.

(35)

Voor de ontwikkeling van daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten is het noodzakelijk dat de door de aanbestedende diensten van de lidstaten opgestelde aankondigingen van opdrachten in de Gemeenschap worden bekend gemaakt. Het doel van de in deze aankondigingen gegeven inlichtingen is de economische subjecten van de Gemeenschap in staat te stellen uit te maken of de voorgenomen opdrachten hen interesseren. Te dien einde dienen zij afdoende te worden ingelicht over het voorwerp van de opdracht en de bijbehorende voorwaarden. Het is dus van belang te zorgen voor een betere zichtbaarheid van de bekendgemaakte aankondigingen door middel van geschikte instrumenten, zoals de standaardformulieren voor de aankondiging van een opdracht en de Gemeenschappelijke Woordenlijst Overheidsopdrachten (Common Procurement Vocabulary-CPV) vervat in Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002  (12), als referentienomenclatuur voor overheidsopdrachten. Bij nietopenbare procedures heeft de bekendmaking in het bijzonder ten doel de economische subjecten van de lidstaten de mogelijkheid te verschaffen hun belangstelling voor de opdrachten te tonen door de aanbestedende diensten te verzoeken hen voor een inschrijving onder de gestelde voorwaarden uit te nodigen.

(36)

Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (13) en Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (Richtlijn inzake elektronische handel) (14) moeten op de doorgifte van informatie langs elektronische weg in het raam van de onderhavige richtlijn van toepassing zijn. De procedures voor de plaatsing van overheidsopdrachten en de regels voor prijsvragen voor diensten vereisen een hoger niveau van veiligheid en vertrouwelijkheid dan het bij die richtlijnen vereiste niveau. Daarom moeten de middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen/verzoeken tot deelneming, alsmede van plannen en ontwerpen, voldoen aan specifieke aanvullende eisen. Voorts kan het bestaan van vrijwillige accreditatieregelingen een gunstig kader vormen voor de verbetering van het niveau van de voor deze middelen verrichte certificatiedienst.

(37)

Door het gebruik van elektronische middelen wordt tijd bespaard. Bijgevolg dienen de minimale termijnen bij gebruik van deze elektronische middelen te worden verkort, op voorwaarde echter dat deze met de op communautair niveau toegepaste wijzen van doorgifte verenigbaar zijn.

(38)

De beoordeling van de geschiktheid van de inschrijvers, in het geval van openbare procedures, en van de gegadigden, in het geval van niet-openbare procedures, procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht, en concurrentiegerichte dialoog, alsmede hun selectie, dienen op transparante wijze te geschieden. Daartoe dienen niet-discriminerende criteria te worden aangegeven die de aanbestedende diensten kunnen gebruiken om de mededingers te selecteren, alsmede de middelen die de economische subjecten kunnen gebruiken om aan te tonen dat zij aan deze criteria voldoen. Uit dit oogpunt van transparantie dient de aanbestedende dienst gehouden te zijn vanaf de oproep tot mededinging voor een opdracht de selectiecriteria aan te geven die hij voor de selectie zal hanteren, alsmede het niveau van specifieke bekwaamheden dat hij eventueel van economische subjecten eist opdat deze tot de aanbestedingsprocedure kunnen worden toegelaten.

(39)

Een aanbestedende dienst kan het aantal gegadigden in niet-openbare procedures, in procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht en in de concurrentiegerichte dialoog beperken. Een dergelijke vermindering van het aantal gegadigden moet geschieden op basis van objectieve criteria die in de aankondiging van de opdracht zijn vermeld. Aan die criteria hoeft niet per se een relatief gewicht te worden toegekend. Voor de criteria in verband met de persoonlijke situatie van het economisch subject kan een algemene verwijzing in de aankondiging van de opdracht naar de in artikel 48 opgenomen gevallen volstaan.

(40)

In het kader van de concurrentiegerichte dialoog en de procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht, en rekening houdend met de eventueel vereiste flexibiliteit en met de te hoog oplopende kosten die aan deze methodes voor de gunning van overheidsopdrachten verbonden zijn, moeten de aanbestedende diensten kunnen bepalen dat de procedure in opeenvolgende fasen verloopt teneinde geleidelijk, op basis van vooraf aangegeven gunningscriteria, het aantal inschrijvingen waarover zij verder zullen spreken of onderhandelen, te beperken. Voorzover het aantal oplossingen of geschikte gegadigden dat toelaat, moet deze beperking daadwerkelijke mededinging garanderen.

(41)

De communautaire voorschriften inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels zijn van toepassing wanneer voor deelneming aan een aanbestedingsprocedure of aan een prijsvraag een bepaalde beroepsbekwaamheid wordt geëist.

(42)

Voorkomen moet worden dat overheidsopdrachten worden gegund aan economische subjecten die hebben deelgenomen aan een criminele organisatie of die zich schuldig hebben gemaakt aan omkoping of fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, of aan het witwassen van geld. De aanbestedende diensten verzoeken in voorkomend geval de gegadigden/inschrijvers om passende documenten en kunnen, in geval van twijfel over de persoonlijke situatie van de gegadigden/inschrijvers, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat om medewerking verzoeken. Zulke economische subjecten moeten worden uitgesloten zodra de aanbestedende dienst kennis heeft van een overeenkomstig het nationale recht uitgesproken en in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing met betrekking tot dergelijke strafbare feiten. De nietnaleving van de milieuwetgeving of van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, ten aanzien waarvan een onherroepelijk vonnis of een beslissing met vergelijkbare werking wegens onwettige afspraken is uitgesproken, kan als een delict dat in strijd is met de beroepsgedragsregels van het economisch subject of als een ernstige fout worden beschouwd, indien het nationale recht daartoe strekkende bepalingen bevat.

(43)

In bepaalde gevallen waarin de aard van de werken en/of de diensten de toepassing van milieubeheermaatregelen of -systemen bij de uitvoering van de overheidsopdracht rechtvaardigt, kan de toepassing van dergelijke maatregelen of systemen verlangd worden. Ongeacht of deze milieubeheersystemen overeenkomstig de communautaire instrumenten, waaronder Verordening (EG) nr. 761/2002 (EMAS) (15) geregistreerd zijn, kunnen zij uitwijzen of het economisch subject over de technische capaciteit beschikt om de opdracht uit te voeren. Voorts dient een beschrijving van de maatregelen die het economisch subject toepast om hetzelfde milieubeschermingsniveau te waarborgen, als alternatief bewijs aanvaard te worden in plaats van de geregistreerde milieubeheersystemen.

(44)

Deze richtlijn bepaalt dat de lidstaten officiële lijsten van aannemers, leveranciers en dienstverleners of een erkenning door openbare of particuliere organen kunnen invoeren, en welke gevolgen de opneming op een dergelijke lijst of een dergelijke erkenning heeft in het kader van een aanbestedingsprocedure voor overheidsopdrachten in een andere lidstaat. Met betrekking tot de officiële lijsten van erkende economische subjecten is het van belang rekening te houden met de jurisprudentie van het Hof van Justitie wanneer het economisch subject dat deel uitmaakt van een groep zich in zijn verzoek tot inschrijving beroept op de economische, financiële of technische capaciteiten van andere ondernemingen van de groep. In dat geval moet het economisch subject bewijzen dat het gedurende de totale looptijd van zijn inschrijving daadwerkelijk over deze middelen beschikt. Met het oog op deze inschrijving kan een lidstaat in dat geval een aantal vereisten formuleren waaraan voldaan moet worden, met name bijvoorbeeld, wanneer dit economisch subject zich beroept op de financiële capaciteit van een andere onderneming van de groep, de — indien nodig solidaire — betrokkenheid van laatstgenoemde onderneming.

(45)

De gunning van de opdracht dient te geschieden op basis van objectieve criteria waarbij het discriminatieverbod en de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht worden genomen en de beoordeling van de inschrijvingen onder voorwaarden van daadwerkelijke mededinging wordt gewaarborgd. Derhalve mogen slechts twee gunningscriteria worden toegepast, namelijk het criterium van de „laagste prijs” en het criterium van de „economisch voordeligste inschrijving”. Teneinde de inachtneming van het beginsel van gelijke behandeling bij de gunning van opdrachten te waarborgen, moet worden voorzien in de door de jurisprudentie bevestigde verplichting om de nodige transparantie te garanderen teneinde iedere inschrijver de mogelijkheid te bieden redelijkerwijs kennis te nemen van de criteria en de nadere regelingen die zullen worden toegepast ter bepaling van de economisch voordeligste inschrijving. Daarom dienen de aanbestedende diensten tijdig de gunningscriteria en het relatieve gewicht van elk van deze criteria aan te geven zodat de economische subjecten er bij de opstelling van hun inschrijving kennis van hebben. De aanbestedende diensten kunnen in naar behoren gemotiveerde gevallen die zij moeten kunnen toelichten, afzien van de vermelding van het relatieve gewicht van de gunningscriteria, wanneer dat relatieve gewicht niet vooraf kan worden bepaald, met name wegens de complexiteit van de opdracht. In die gevallen moeten zij de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid vermelden. Wanneer de aanbestedende diensten besluiten om de opdracht te gunnen aan de economisch voordeligste inschrijving, gaan zij na welke inschrijving de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt. Daartoe stellen zij economische en kwalitatieve criteria vast, die het over het geheel genomen mogelijk maken om de voor de aanbestedende dienst economisch voordeligste inschrijving te bepalen. Bij de vaststelling van deze criteria wordt rekening gehouden met het voorwerp van de opdracht, aangezien de criteria het mogelijk moeten maken het prestatieniveau van iedere inschrijving in verhouding tot het in de technische specificaties omschreven voorwerp van de opdracht te beoordelen, en de prijs-kwaliteitverhouding van iedere inschrijving te bepalen. Met het oog op het waarborgen van een gelijke behandeling moeten de gunningscriteria de mogelijkheid bieden de inschrijvingen te vergelijken en op een objectieve manier te beoordelen. Indien deze voorwaarden zijn vervuld, bieden economische en kwalitatieve gunningscriteria, bijvoorbeeld criteria betreffende de vervulling van milieueisen, de aanbestedende diensten de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de in de specificaties voor de opdracht vermelde behoeften van het betrokken openbare lichaam. Onder dezelfde voorwaarden kan een aanbestedende dienst criteria gebruiken die ertoe strekken te voldoen aan sociale eisen, waardoor met name tegemoet wordt gekomen aan de — in de specificaties voor de opdracht vermelde — behoeften van bijzonder kansarme bevolkingsgroepen waartoe de begunstigden/gebruikers van de werken, leveringen of diensten welke het voorwerp van de opdracht zijn, behoren.

(46)

Bij overheidsopdrachten voor diensten mogen de gunningscriteria geen afbreuk doen aan de toepassing van nationale bepalingen betreffende de beloning van bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld de beloningen van architecten , ingenieurs of advocaten.

(47)

Bepaalde technische voorwaarden, met name die betreffende de aankondigingen en de statistische overzichten alsmede de gebruikte nomenclatuur en de voorwaarden voor verwijzing naar deze nomenclatuur, dienen in het licht van de ontwikkeling van de technische behoeften te worden vastgesteld en gewijzigd. De lijsten van de in de bijlagen bedoelde aanbestedende diensten moeten ook worden bijgewerkt. Het is dus wenselijk daarvoor een soepele en snelle vaststellingsprocedure vast te stellen.

(48)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (16).

(49)

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (17) dient van toepassing te zijn op de berekening van de in deze richtlijn bedoelde termijnen.

(50)

Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de verplichtingen van de lidstaten betreffende de in bijlage XI aangegeven termijnen voor de omzetting en de toepassing van Richtlijn 92/50/EEG, Richtlijn 93/36/EEG en Richtlijn 93/37/EEG,

INHOUD

TITEL I

Definities en algemene beginselen

Artikel 1

Definities

Artikel 2

Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten

Artikel 3

Toekenning van bijzondere of exclusieve rechten: non-discriminatieclausule

TITEL II

Op overheidsopdrachten toepasselijke voorschriften

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 4

Economische subjecten

Artikel 5

Voorwaarden in verband met in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten

Artikel 6

Vertrouwelijkheid

Artikel 7

Eerbiediging van de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht

HOOFDSTUK II

Toepassingsgebied

AFDELING 1

Drempels

Artikel 8

Drempelbedragen voor overheidsopdrachten

Artikel 9

Voor meer dan 50 % door aanbestedende diensten gesubsidieerde opdrachten

Artikel 10

Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van overheidsopdrachten, raamovereenkomsten en dynamische systemen

AFDELING 2

Specifieke situaties

Artikel 11

Opdrachten op het gebied van defensie

Artikel 12

Door aankoopcentrales geplaatste overheidsopdrachten en raamovereenkomsten

AFDELING 3

Uitgesloten opdrachten

Artikel 13

Opdrachten geplaatst in de sectoren watervoorziening, energievoorziening, vervoer en postdiensten

Artikel 14

Specifieke uitsluitingen op het gebied van telecommunicatie

Artikel 15

Geheime opdrachten of opdrachten die bijzondere veiligheidsmaatregelen vereisen

Artikel 16

Op grond van internationale voorschriften geplaatste opdrachten

Artikel 17

Specifieke uitsluitingen

Artikel 18

Concessieovereenkomsten voor diensten

Artikel 19

Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten voor diensten

Artikel 20

Opdrachten gegund aan door aanbestedende diensten in het leven geroepen instanties

AFDELING 4

Bijzondere regeling

Artikel 21

Voorbehouden opdrachten

HOOFDSTUK III

Op overheidsopdrachten voor diensten toepasselijke regelingen

Artikel 22

Opdrachten voor in bijlage II A vermelde diensten

Artikel 23

Opdrachten voor in bijlage II B vermelde diensten

Artikel 24

Gemengde opdrachten voor zowel in bijlage II A als in bijlage II B vermelde diensten

HOOFDSTUK IV

Bijzondere voorschriften betreffende het bestek en de aanbestedingsstukken

Artikel 25

Technische specificaties

Artikel 26

Varianten

Artikel 27

Onderaanneming

Artikel 28

Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd

Artikel 29

Verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

HOOFDSTUK V

Procedures

Artikel 30

Toepassing van openbare en niet-openbare procedures, van procedures van gunning door onderhandelingen en van de concurrentiegerichte dialoog

Artikel 31

Concurrentiegerichte dialoog

Artikel 32

Gevallen waarin de toepassing van de procedure van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van eenopdracht gerechtvaardigd is

Artikel 33

Gevallen waarin de toepassing van de procedure van gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking van een aankondiging van opdracht gerechtvaardigd is

Artikel 34

Raamovereenkomsten

Artikel 35

Dynamische aankoopsystemen

Artikel 36

Overheidsopdrachten voor werken: bijzondere voorschriften betreffende de bouw van sociale woningen

HOOFDSTUK VI

Regels voor bekendmaking en transparantie

AFDELING I

Bekendmaking van de aankondigingen

Artikel 37

Aankondigingen

Artikel 38

Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen

Artikel 39

Niet-verplichte bekendmaking

AFDELING 2

Termijnen

Artikel 40

Termijnen voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming en de ontvangst van de inschrijvingen

Artikel 41

Openbare procedures: bestek, stukken en nadere inlichtingen

AFDELING 3

Inhoud en verzendingswijze van de informatie

Artikel 42

Uitnodigingen tot inschrijving, tot deelneming aan de dialoog of tot onderhandelingen

Artikel 43

Informatieverstrekking aan gegadigden en inschrijvers

AFDELING 4

Communicatiemiddelen

Artikel 44

Regels betreffende de communicatiemiddelen

AFDELING 5

Processen-verbaal

Artikel 45

Inhoud van de processen-verbaal

HOOFDSTUK VII

Verloop van de procedure

AFDELING 1

Algemene bepalingen

Artikel 46

Controle van de geschiktheid en selectie van de deelnemers, en gunning van de opdrachten

Artikel 47

Erkenningsregelingen

AFDELING 2

Kwalitatieve selectiecriteria

Artikel 48

Persoonlijke situatie van de gegadigde of inschrijver

Artikel 49

Bevoegdheid de beroepsactiviteit uit te oefenen

Artikel 50

Economische en financiële draagkracht

Artikel 51

Technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid

Artikel 52

Kwaliteitsnormen

Artikel 53

Normen inzake milieubeheer

Artikel 54

Aanvullende documentatie en inlichtingen

Artikel 55

Officiële lijsten van erkende ondernemingen en certificering door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instellingen

AFDELING 3

Gunning van de opdracht

Artikel 56

Gunningscriteria

Artikel 57

Gebruik van elektronische veilingen

Artikel 58

Abnormaal lage inschrijvingen

TITEL III

Regels op het gebied van concessieovereenkomsten voor openbare werken

HOOFDSTUK I

Op concessieovereenkomsten voor openbare werken toepasselijke regels

Artikel 59

Toepassingsgebied

Artikel 60

Uitsluitingen van het toepassingsgebied

Artikel 61

Bekendmaking van de aankondiging betreffende concessieovereenkomsten voor openbare werken

Artikel 62

Termijn

Artikel 63

Onderaanneming

Artikel 64

Gunning van aanvullende werken aan de concessiehouder

HOOFDSTUK II

Regels voor de plaatsing van opdrachten door concessiehouders die zelf aanbestedende dienst zijn

Artikel 65

Regels

HOOFDSTUK III

Regels voor de plaatsing van opdrachten door concessiehouders die zelf geen aanbestedende dienst zijn

Artikel 66

Regels voor de bekendmaking: drempel en uitzonderingen

Artikel 67

Bekendmaking van de aankondiging

Artikel 68

Termijnen voor de ontvangst van verzoeken tot deelneming en de ontvangst van inschrijvingen

TITEL IV

Regels voor prijsvragen op het gebied van diensten

Artikel 69

Algemene bepalingen

Artikel 70

Toepassingsgebied

Artikel 71

Uitsluitingen van het toepassingsgebied

Artikel 72

Aankondigingen

Artikel 73

Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen betreffende prijsvragen

Artikel 74

Communicatiemiddelen

Artikel 75

Selectie van deelnemers

Artikel 76

Samenstelling van de jury

Artikel 77

Beslissingen van de jury

TITEL V

Statistische verplichtingen, uitvoeringsbevoegdheden en slotbepalingen

Artikel 78

Statistische verplichtingen

Artikel 79

Inhoud van het statistische overzicht

Artikel 80

Het Raadgevend Comité

Artikel 81

Herziening van de drempels

Artikel 82

Wijzigingen

Artikel 83

Uitvoering

Artikel 84

Controlemechanismen

Artikel 85

Intrekkingen

Artikel 86

Inwerkingtreding

Artikel 87

Adressaten

BIJLAGEN

Bijlage I

Lijst van werkzaamheden in de zin van artikel 1, lid 2, punt b)

Bijlage II

Diensten in de zin van artikel 1, lid 2, punt d)

Bijlage II A

Bijlage II B

Bijlage III

Lijst van instellingen en categorieën van publiekrechtelijke instellingen, bedoeld in artikel 1, lid 9, tweede alinea

Bijlage IV

Centrale overheidsinstanties

Bijlage V

Lijst van in artikel 8 bedoelde producten, wat betreft overheidsopdrachten van aanbestedende diensten op het gebied van de defensie

Bijlage VI

Definitie van enkele technische specificaties

Bijlage VII

Inlichtingen die in aankondigingen moeten worden opgenomen

Bijlage VII A

Inlichtingen die in aankondigingen van overheidsopdrachten moeten worden opgenomen

Bijlage VII B

Inlichtingen die in aankondigingen betreffende concessieovereenkomsten voor openbare werken moeten worden opgenomen

Bijlage VII C

Inlichtingen die moeten worden opgenomen in aankondigingen van opdrachten van de concessiehouder van werken die zelf geen aanbestedende dienst is

Bijlage VII D

Inlichtingen die in aankondigingen betreffende prijsvragen voor diensten moeten worden opgenomen

Bijlage VIII

Specificaties betreffende de bekendmaking

Bijlage IX

Registers

Bijlage IX A

Overheidsopdrachten voor werken

Bijlage IX B

Overheidsopdrachten voor leveringen

Bijlage IX C

Overheidsopdrachten voor diensten

Bijlage X

Eisen ten aanzien van middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen/verzoeken tot deelneming of plannen en ontwerpen bij prijsvragen

Bijlage XI

Termijnen voor omzetting en toepassing (artikel 83)

Bijlage XII

Concordantietabel

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

TITEL I

Definities en algemene beginselen

Artikel 1

Definities

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de definities in de leden 2 tot en met 16:

2.

a)

„Overheidsopdrachten” zijn schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen een of meer economische subjecten en een of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten in de zin van deze richtlijn.

b)

„Overheidsopdrachten voor werken” zijn overheidsopdrachten die betrekking hebben op hetzij de uitvoering, hetzij zowel het ontwerp als de uitvoering van werken in het kader van een van de in bijlage I vermelde werkzaamheden of van een werk, dan wel het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de aanbestedende dienst vastgestelde eisen voldoet. Een „werk” is het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

c)

„Overheidsopdrachten voor leveringen” zijn andere dan de onder b) bedoelde overheidsopdrachten die betrekking hebben op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten.

Een overheidsopdracht die betrekking heeft op de levering van producten en in bijkomende orde op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren wordt beschouwd als een „overheidsopdracht voor leveringen”.

d)

„Overheidsopdrachten voor diensten” zijn andere overheidsopdrachten dan overheidsopdrachten voor werken of leveringen, die betrekking hebben op het verrichten van de in bijlage II bedoelde diensten.

Een overheidsopdracht die zowel op producten als op diensten in de zin van bijlage II betrekking heeft, wordt als een „overheidsopdracht voor diensten” beschouwd indien de waarde van de desbetreffende diensten hoger is dan die van de in de opdracht opgenomen producten.

Een overheidsopdracht die op de in bijlage II bedoelde diensten betrekking heeft en slechts bijkomstig ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht werkzaamheden als bedoeld in bijlage I omvat, wordt als een overheidsopdracht voor diensten beschouwd.

3.   De „concessieovereenkomst voor openbare werken” is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht voor werken, met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de uit te voeren werken bestaat hetzij uit uitsluitend het recht het werk te exploiteren, hetzij uit dit recht, gepaard gaande met een prijs.

4.   De „concessieovereenkomst voor diensten” is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht voor diensten met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de te verlenen diensten bestaat hetzij uit uitsluitend het recht de dienst te exploiteren, hetzij uit dit recht, gepaard gaande met een prijs.

5.   Een „raamovereenkomst” is een overeenkomst tussen een of meer aanbestedende diensten en een of meer economische subjecten met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijs en, in voorkomend geval, de beoogde hoeveelheid.

6.   Een „dynamisch aankoopsysteem” is een geheel elektronisch proces voor aankopen voor courant gebruik, met algemeen op de markt beschikbare kenmerken die overeenkomen met de behoeften van de aanbestedende dienst, beperkt in de tijd en gedurende de gehele looptijd open voor elk economisch subject dat voldoet aan de selectiecriteria en die overeenkomstig de eisen van het bestek een indicatieve inschrijving heeft ingediend.

7.   Een „elektronische veiling” is een zich herhalend proces langs elektronische weg voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen, en/of van nieuwe waarden, dat hun klassering op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt. Deze procedure is geenszins geschikt voor de aanbesteding van werken of intellectuele en andere complexe diensten.

8.   De termen „aannemer”, „leverancier” of „dienstverlener” omvatten elke natuurlijke of rechtspersoon of elk openbaar lichaam of elke combinatie van deze personen en/of lichamen die respectievelijk de uitvoering van werken en/of werkzaamheden van producten of diensten op de markt aanbiedt.

De term „economisch subject” dekt zowel de termen „aannemer”, „leverancier” als „dienstverlener”. De term „economisch subject” wordt louter ter vereenvoudiging van de tekst gebruikt.

Het economisch subject dat een inschrijving heeft ingediend, wordt „inschrijver” genoemd. Degene die heeft verzocht om een uitnodiging tot deelneming aan een niet-openbare procedure of aan een procedure van gunning door onderhandelingen of aan een concurrentiegerichte dialoog, wordt „gegadigde” genoemd.

9.   Als „aanbestedende diensten” worden aangemerkt de staat, de territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen , alsmede door deze diensten met het oog op de gunning van overheidsopdrachten opgerichte aankoopcentrales .

Onder „publiekrechtelijke instelling” wordt iedere instelling verstaan

a)

die is opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn,

b)

die rechtspersoonlijkheid bezit, en

c)

waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht door deze laatste, ofwel de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen.

De niet-limitatieve lijsten van de publiekrechtelijke instellingen en van de categorieën publiekrechtelijke instellingen die aan de in de tweede alinea onder a), b) en c), genoemde criteria voldoen, zijn in bijlage III opgenomen. Daartoe stellen de lidstaten de Commissie op gezette tijden in kennis van de in hun lijsten opgetreden wijzigingen.

10.   Een „aankoopcentrale” is een aanbestedende dienst die:

voor aanbestedende diensten bestemde leveringen en/of diensten verwerft of

overheidsopdrachten gunt of raamovereenkomsten sluit met betrekking tot voor aanbestedende diensten bestemde werken, leveringen of diensten.

11.   „Openbare procedures” zijn de procedures waarbij alle belangstellende economische subjecten mogen inschrijven.

„Niet-openbare procedures” zijn de procedures waaraan alle economische subjecten mogen verzoeken deel te nemen, maar waarbij alleen de door de aanbestedende dienst aangezochte economische aspecten mogen inschrijven.

De „concurrentiegerichte dialoog” is een procedure waaraan alle economische subjecten mogen verzoeken deel te nemen en waarbij de aanbestedende dienst een dialoog voert met de tot de procedure toegelaten gegadigden, ten einde een of meer oplossingen te zoeken die aan de behoeften van de aanbestedende dienst beantwoorden en op grond waarvan de geselecteerde gegadigden zullen worden uitgenodigd om in te schrijven.

„Procedures van gunning door onderhandelingen” zijn de procedures waarbij de aanbestedende dienst met door hem gekozen economische subjecten overleg pleegt en door onderhandelingen met een of meer van hen de contractuele voorwaarden vaststelt.

„Prijsvragen” zijn de procedures die tot doel hebben de aanbestedende dienst, in het bijzonder op het gebied van ruimtelijke ordening, stadsplanning, architectuur en weg- en waterbouw, of op het gebied van automatische gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen dat op basis van mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen.

12.   De term „schriftelijk” staat voor elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld. Dit geheel kan met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie bevatten.

13.   Onder „elektronisch middel” wordt een middel verstaan waarbij gebruik wordt gemaakt van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking (met inbegrip van digitale compressie) en gegevensopslag, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen.

14.   De „Gemeenschappelijke Woordenlijst Overheidsopdrachten”, hierna CPV (Common Procurement Vocabulary) genoemd, verwijst naar de op overheidsopdrachten toepasselijke referentienomenclatuur als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2195/2002 en zorgt voor overeenstemming met de overige bestaande nomenclaturen.

In geval van uiteenlopende interpretaties betreffende het toepassingsgebied van deze richtlijn als gevolg van mogelijke discrepanties tussen de CPV-nomenclatuur en de in bijlage I bedoelde NACE-nomenclatuur, of tussen de CPV-nomenclatuur en de in bijlage II bedoelde nomenclatuur van de centrale productclassificatie (CPC) (voorlopige versie), zijn respectievelijk de NACE-nomenclatuur of de CPC-nomenclatuur van toepassing.

15.   Voor de toepassing van artikel 14, artikel 60, lid 1, onder a), en artikel 71, onder b), wordt verstaan onder:

a)

„openbaar telecommunicatienet”: de openbare telecommunicatie-infrastructuur waarmee signalen tussen bepaalde eindstations van het net kunnen worden overgebracht door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen;

b)

„eindstation van het net”: het geheel van materiële verbindingen en van technische toegangsspecificaties die deel uitmaken van het openbare telecommunicatienet en die nodig zijn om toegang tot dit openbare net te krijgen en met behulp daarvan doeltreffend te communiceren;

c)

„openbare telecommunicatiediensten”: telecommunicatiediensten waarvan de lidstaten het aanbod met name aan een of meer telecommunicatieorganisaties specifiek hebben opgedragen;

d)

„telecommunicatiediensten”: diensten die geheel of gedeeltelijk bestaan in het overbrengen en doorgeven van signalen op het openbare telecommunicatienet door middel van telecommunicatieprocédés, met uitzondering van radio-omroep en televisie.

16.     Van een „bijzonder complexe opdracht” is sprake wanneer de aanbestedende dienst noch door het organiseren van een prijsvraag, noch door een functionele aanbesteding in staat is de technische of andere middelen te bepalen waarmee aan zijn behoeften kan worden voldaan, of wat de markt aan technische of financiële oplossingen kan aanbieden.

Artikel 2

Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten

Aanbestedende diensten behandelen economische subjecten op gelijke en niet-discriminerende wijze en betrachten transparantie in hun handelen.

Artikel 3

Toekenning van bijzondere of exclusieve rechten: non-discriminatieclausule

Wanneer een aanbestedende dienst aan een lichaam dat zelf geen aanbestedende dienst is, bijzondere of uitsluitende rechten verleent om openbare diensten te verlenen, wordt in de akte waarbij deze rechten worden verleend, bepaald dat dit lichaam, bij de opdrachten voor leveringen die het in het kader van deze activiteit bij derden plaatst, het beginsel van niet-discriminatie op grond van de nationaliteit moet naleven.

TITEL II

Op overheidsopdrachten toepasselijke voorschriften

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 4

Economische subjecten

1.   Gegadigden of inschrijvers die krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de verrichting in kwestie uit te voeren, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin de opdracht wordt gegund, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon zouden moeten zijn.

Voor overheidsopdrachten voor diensten en werken alsmede voor overheidsopdrachten voor leveringen die bijkomende diensten en/of werkzaamheden voor aanbrengen en installeren inhouden, kan van rechtspersonen echter worden verlangd dat zij in de inschrijving of in het verzoek tot deelneming de namen en de beroepskwalificaties vermelden van de personen die met de uitvoering van de verrichting worden belast.

2.   Combinaties van economische subjecten mogen inschrijven of zich als gegadigde opgeven. Voor de indiening van een inschrijving of een verzoek tot deelneming kan de aanbestedende dienst van de combinaties van economische subjecten niet verlangen dat zij een bepaalde rechtsvorm zouden hebben, maar van de combinatie waaraan de opdracht wordt gegund kan wel worden geëist dat zij een bepaalde rechtsvorm zal aannemen, mits dit voor de goede uitvoering van de opdracht nodig is.

Artikel 5

Voorwaarden in verband met in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten

Bij het plaatsen van overheidsopdrachten door de aanbestedende diensten passen de lidstaten in hun onderlinge betrekkingen even gunstige voorwaarden toe als die welke zij bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, hierna „de Overeenkomst” genoemd, op economische subjecten van derde landen toepassen. Te dien einde raadplegen de lidstaten elkaar in het kader van het in artikel 80 bedoelde Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten over de uit hoofde van de Overeenkomst te treffen maatregelen.

Artikel 6

Vertrouwelijkheid

Onverminderd de in artikel 37, lid 4, respectievelijk artikel 43 vastgestelde verplichtingen inzake de bekendmaking van geplaatste opdrachten en informatieverstrekking aan de gegadigden en de inschrijvers, eerbiedigen de aanbestedende diensten tijdens en na de aanbestedingsprocedure het vertrouwelijke karakter van de door de economische subjecten verstrekte inlichtingen. Deze omvatten fabrieks- of bedrijfsgeheimen en het vertrouwelijke karakter van de offertes en de ontwerpoplossingen, alsmede van elke andere vertrouwelijke inlichting die door het economisch subject wordt verstrekt.

Artikel 7

Eerbiediging van de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht

De aanbestedende diensten eerbiedigen bij alle overheidsopdrachten, met inbegrip van die waarvan de waarde onder de in artikel 8 vastgestelde drempels ligt, de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht.

HOOFDSTUK II

Toepassingsgebied

AFDELING 1

Drempels

Artikel 8

Drempelbedragen voor overheidsopdrachten

Deze richtlijn is van toepassing op overheidsopdrachten die niet op grond van de in de artikelen 11 en 12 en de artikelen 13 tot en met 20 bepaalde uitzondering zijn uitgesloten en waarvan de geraamde waarde exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) gelijk is aan of groter dan de volgende drempelbedragen:

a)

162 000 EUR voor andere dan de onder punt b), derde streepje, bedoelde overheidsopdrachten voor leveringen en voor diensten geplaatst door aanbestedende diensten die centrale overheidsinstanties zijn zoals vermeld in bijlage IV; wat betreft overheidsopdrachten voor leveringen van deze aanbestedende diensten die op het gebied van de defensie werkzaam zijn, geldt dit alleen voor opdrachten betreffende producten die onder bijlage V vallen;

b)

249 000 EUR

voor overheidsopdrachten voor leveringen en voor diensten geplaatst door andere aanbestedende diensten dan die welke in bijlage IV zijn vermeld;

voor overheidsopdrachten voor leveringen geplaatst door de in bijlage IV vermelde aanbestedende diensten die op het gebied van de defensie werkzaam zijn, indien deze opdrachten betrekking hebben op producten die niet onder bijlage V vallen;

voor overheidsopdrachten voor diensten geplaatst door een aanbestedende dienst met het oog op diensten van categorie 8 van bijlage II A, telecommunicatiediensten van categorie 5 waarvan de CPV-posten overeenkomen met de CPC-indelingen 7524, 7525 en 7526, en/of diensten van bijlage II B;

c)

6 242 000 EUR voor overheidsopdrachten voor werken.

Artikel 9

Voor meer dan 50 % door aanbestedende diensten gesubsidieerde opdrachten

Deze richtlijn is van toepassing op de plaatsing van

a)

opdrachten die voor meer dan 50 % rechtstreeks door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd en waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste gelijk is aan 6 242 000 EUR,

wanneer deze opdrachten betrekking hebben op civieltechnische werkzaamheden in de zin van bijlage I;

wanneer deze opdrachten betrekking hebben op bouwwerken voor ziekenhuizen, inrichtingen voor sportbeoefening, recreatie en vrijetijdsbesteding, school- en universiteitsgebouwen en gebouwen met een administratieve bestemming;

b)

opdrachten voor diensten die voor meer dan 50 % rechtstreeks door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd en waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste gelijk is aan 249 000 EUR, wanneer deze opdrachten verband houden met een opdracht voor werken als bedoeld onder a).

De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de aanbestedende diensten die de subsidies toekennen deze richtlijn doen naleven wanneer deze opdrachten door een of meer andere instanties dan zij zelf worden geplaatst, dan wel zelf deze richtlijn naleven wanneer zij zelf deze opdrachten in naam en voor rekening van deze andere instanties plaatsen.

Artikel 10

Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van overheidsopdrachten, raamovereenkomsten en dynamische systemen

1.   De berekening van de geraamde waarde van een overheidsopdracht moet gebaseerd zijn op het totale bedrag, exclusief BTW, zoals geraamd door de aanbestedende dienst. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met het geraamde totaalbedrag, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele verlengingen van het contract.

Wanneer de aanbestedende dienst voorziet in prijzengeld of betalingen aan gegadigden of inschrijvers, berekent hij deze door in de geraamde waarde van de opdracht.

2.   Deze raming moet gelden op het tijdstip van verzending van de aankondiging van de opdracht overeenkomstig artikel 37, lid 2, of, wanneer deze aankondiging niet vereist is, op het tijdstip waarop de procedure voor de gunning van de opdracht door de aanbestedende dienst wordt ingeleid.

3.   Voorgenomen werken en voorgenomen aankopen ter verkrijging van bepaalde hoeveelheden leveringen en/of diensten mogen niet worden gesplitst om ze te onttrekken aan de toepassing van deze richtlijn.

4.   In het geval van overheidsopdrachten voor werken wordt bij de berekening van de geraamde waarde rekening gehouden met de waarde van de werken, alsmede met de geraamde totale waarde van de voor de uitvoering van het werk noodzakelijke goederen welke door de aanbestedende dienst ter beschikking van de aannemer zijn gesteld.

5.

a)

Wanneer een voorgenomen werk of een voorgenomen aankoop van diensten aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, wordt de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag genomen.

Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan of groter is dan het in artikel 8 bepaalde drempelbedrag, is deze richtlijn van toepassing op de plaatsing van elk perceel.

De aanbestedende diensten mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde totale waarde, exclusief BTW, minder dan 80.000 EUR bedraagt voor diensten en 1 miljoen EUR voor werken, mits het samengetelde bedrag van de percelen waarvoor is afgeweken niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt.

b)

Wanneer een voorgenomen verkrijging van homogene leveringen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, wordt de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag genomen voor de toepassing van artikel 8, onder a) en b).

Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan of groter is dan het in artikel 8 bepaalde drempelbedrag, is deze richtlijn van toepassing op de plaatsing van elk perceel.

De aanbestedende diensten mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, minder dan 80.000 EUR bedraagt, mits het samengetelde bedrag van de percelen in kwestie niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt.

6.   In het geval van overheidsopdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huur, of huurkoop van producten wordt de waarde van de opdracht op de volgende grondslag geraamd:

a)

bij overheidsopdrachten met een vaste looptijd, de totale geraamde waarde voor de gehele looptijd wanneer die ten hoogste twaalf maanden bedraagt, dan wel de totale waarde wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde;

b)

bij overheidsopdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd niet kan worden bepaald, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

7.   In het geval van overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten die met een zekere regelmaat worden verleend of die bestemd zijn om gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt voor de berekening van de geraamde waarde van de opdracht de volgende grondslag genomen:

a)

de totale reële waarde van de tijdens het voorafgaande boekjaar of tijdens de voorafgaande twaalf maanden geplaatste soortgelijke opeenvolgende opdrachten, indien mogelijk gecorrigeerd voor verwachte wijzigingen in hoeveelheid of waarde gedurende de twaalf maanden volgende op de eerste opdracht, of

b)

de geraamde totale waarde van de opeenvolgende opdrachten over de twaalf maanden volgende op de eerste levering of over het boekjaar, indien dit zich over meer dan twaalf maanden uitstrekt.

De wijze waarop de geraamde waarde van een overheidsopdracht wordt berekend mag niet bedoeld zijn om de opdracht aan de toepassing van de richtlijn te onttrekken.

8.   In het geval van overheidsopdrachten voor diensten wordt de waarde van de opdracht in voorkomend geval op de volgende grondslag geraamd:

a)

voor de onderstaande soorten diensten:

i)

verzekeringsdiensten: de te betalen premie en andere vormen van beloning;

ii)

bankdiensten en andere financiële diensten: honoraria, provisies en rente, alsmede andere vormen van beloning;

iii)

opdrachten betreffende een ontwerp: de te betalen honoraria, provisies en andere wijzen van bezoldiging;

b)

in het geval van opdrachten waarin geen totale prijs is vermeld:

i)

bij opdrachten met een vaste looptijd die gelijk is aan of korter is dan 48 maanden, de totale geraamde waarde voor de gehele looptijd;

ii)

bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd langer is dan 48 maanden, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

9.   Bij de berekening van de waarde van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem moet worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde, exclusief BTW, van alle voor de totale duur van de overeenkomst of van het dynamisch aankoopsysteem voorgenomen opdrachten.

AFDELING 2

Specifieke situaties

Artikel 11

Opdrachten op het gebied van defensie

Deze richtlijn is van toepassing op overheidsopdrachten die door aanbestedende diensten op het gebied van defensie worden geplaatst, onverminderd artikel 296 van het Verdrag.

Artikel 12

Door aankoopcentrales geplaatste overheidsopdrachten en raamovereenkomsten

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat aanbestedende diensten via aankoopcentrales werken, leveringen en/of diensten verwerven.

2.   De aanbestedende diensten die in de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 1, lid 10, via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten verwerven, worden geacht deze richtlijn te hebben nageleefd, voorzover de aankoopcentrale deze richtlijn zelf heeft nageleefd.

AFDELING 3

Uitgesloten opdrachten

Artikel 13

Opdrachten geplaatst in de sectoren watervoorziening, energievoorziening, vervoer en postdiensten

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten die in het kader van Richtlijn 2003/.../EG [houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten] worden geplaatst door aanbestedende diensten die een of meer van de in de artikelen 3 tot en met 7 van genoemde richtlijn bedoelde activiteiten uitoefenen en die voor deze activiteiten worden geplaatst, noch op overheidsopdrachten die op grond van de artikelen 5, lid 2, en artikel 20, 27 en 31 van die richtlijn van het toepassingsgebied ervan zijn uitgesloten.

Deze richtlijn blijft evenwel van toepassing op de overheidsopdrachten die worden geplaatst door aanbestedende diensten welke een of meer van de in artikel 6 van Richtlijn 2003/.../EG [houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten] bedoelde activiteiten uitoefenen en die voor deze activiteiten worden geplaatst, zolang de betrokken lidstaat gebruik maakt van de in artikel 72, lid 1, tweede alinea, van voornoemde richtlijn bedoelde mogelijkheid om de toepassing ervan uit te stellen.

Artikel 14

Specifieke uitsluitingen op het gebied van telecommunicatie

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten die in hoofdzaak tot doel hebben de aanbestedende diensten in staat te stellen openbare telecommunicatienetten beschikbaar te stellen of te exploiteren of aan het publiek een of meer telecommunicatiediensten te verlenen.

Artikel 15

Geheime opdrachten of opdrachten die bijzondere veiligheidsmaatregelen vereisen

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten die geheim zijn verklaard of waarvan de uitvoering overeenkomstig de in de betrokken lidstaat geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met bijzondere veiligheidsmaatregelen gepaard moet gaan of wanneer de bescherming van de wezenlijke belangen van die lidstaat zulks vereist.

Artikel 16

Op grond van internationale voorschriften geplaatste opdrachten

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die worden geplaatst:

a)

krachtens een tussen een lidstaat en een of meer derde landen overeenkomstig het Verdrag gesloten internationale overeenkomst betreffende leveringen of werken die bestemd zijn voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een werk door de ondertekenende staten, of betreffende diensten die bestemd zijn voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende staten. Elke overeenkomst wordt ter kennis van de Commissie gebracht, die het in artikel 80 bedoelde Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten kan raadplegen;

b)

krachtens een in verband met de legering van strijdkrachten gesloten internationale overeenkomst betreffende ondernemingen in een lidstaat of in een derde land;

c)

volgens de specifieke procedure van een internationale organisatie.

Artikel 17

Specifieke uitsluitingen

1.    Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten voor diensten:

a)

betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop; de overeenkomsten betreffende financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden gesloten, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze richtlijn onderworpen;

b)

betreffende de aankoop, de ontwikkeling, de productie of de coproductie van programma - en ander elektronisch materiaal bestemd voor transmissie en distributie via alle elektronische communicatienetwerken door radio-omroeporganisaties en overeenkomsten betreffende zendtijd;

c)

betreffende diensten van arbitrage en bemiddeling;

d)

inzake financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, met name verrichtingen om de aanbestedende diensten van geld of kapitaal te voorzien, en door de centrale banken verleende diensten;

e)

inzake arbeidsovereenkomsten;

f)

betreffende diensten voor onderzoek en ontwikkeling, met uitzondering van die waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende dienst toekomen voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverlening volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond.

2.     Deze richtlijn is voorts niet van toepassing op openbare aanbestedingen van schoolboeken waarvoor in de lidstaat waar de aankoop plaatsvindt een wettelijk bepaalde vaste verkoopprijs geldt.

Artikel 18

Concessieovereenkomsten voor diensten

Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 3, is deze richtlijn niet van toepassing op concessieovereenkomsten voor diensten als omschreven in artikel 1, lid 4.

Artikel 19

Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten voor diensten

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten voor diensten die door een aanbestedende dienst worden gegund aan een andere aanbestedende dienst of aan een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten op basis van een alleenrecht dat deze uit hoofde van bekendgemaakte wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen genieten, op voorwaarde dat deze bepalingen met het Verdrag verenigbaar zijn.

Artikel 20

Opdrachten gegund aan door aanbestedende diensten in het leven geroepen instanties

Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten die door een aanbestedende dienst worden geplaatst bij:

a)

een instantie met eigen rechtspersoonlijkheid, maar waarover de aanbestedende dienst een soortgelijke controle uitoefent als over zijn eigen diensten, en die haar werkzaamheden grotendeels verricht in samenwerking met deze aanbestedende dienst;

b)

een door de aanbestedende dienst samen met andere aanbestedende diensten gevormde joint venture, mits de aanbestedende dienst over de joint venture een soortgelijke controle uitoefent als over zijn eigen diensten en de joint venture haar werkzaamheden grotendeels verricht in samenwerking met de hierbij aangesloten aanbestedende diensten.

AFDELING 4

Bijzondere regeling

Artikel 21

Voorbehouden opdrachten

De lidstaten kunnen de deelneming aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten voorbehouden aan sociale werkplaatsen of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma's voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicaps geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen.

De aankondiging van opdracht moet deze bepaling vermelden.

HOOFDSTUK III

Op overheidsopdrachten voor diensten toepasselijke regelingen

Artikel 22

Opdrachten voor de in bijlage II A vermelde diensten

De opdrachten voor het verlenen van de in bijlage II A vermelde diensten worden overeenkomstig de artikelen 25-58.

Artikel 23

Opdrachten voor de in bijlage II B vermelde diensten

Voor de plaatsing van opdrachten voor het verlenen van in bijlage II B vermelde diensten zijn alleen artikel 25 en artikel 37, lid 4, van toepassing.

Artikel 24

Gemengde opdrachten voor zowel in bijlage II A als in bijlage II B vermelde diensten

De opdrachten die zowel op in bijlage II A als op in bijlage II B vermelde diensten betrekking hebben, worden overeenkomstig de artikelen 25 tot en met 58 geplaatst indien de waarde van de in bijlage II A vermelde diensten hoger is dan die van de in bijlage II B vermelde diensten en, zo niet, overeenkomstig artikel 25 en artikel 37, lid 4.

HOOFDSTUK IV

Bijzondere voorschriften betreffende het bestek en de aanbestedingsstukken

Artikel 25

Technische specificaties

1.   De technische specificaties zoals omschreven in punt 1 van bijlage VI maken deel uit van de aanbestedingsstukken, zoals de aankondiging van de opdracht, het bestek of aanvullende stukken.

2.   De technische specificaties moeten de inschrijvers gelijke toegang bieden en mogen niet tot gevolg hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen.

3.   Onverminderd verplichte nationale technische voorschriften, voorzover verenigbaar met het Gemeenschapsrecht, worden de technische specificaties als volgt aangegeven:

a)

hetzij door verwijzing naar de technische specificaties van bijlage VI en — in volgorde van voorkeur — naar de nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet, de Europese technische goedkeuringen, de gemeenschappelijke technische specificaties, internationale normen, andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen, of, bij ontstentenis daarvan, de nationale normen, de nationale technische goedkeuringen dan wel de nationale technische specificaties inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van werken en het gebruik van producten. Iedere referentie gaat vergezeld van de woorden „of gelijkwaardig”;

b)

hetzij in termen van prestatie-eisen en functionele eisen; deze kunnen milieukenmerken bevatten. Zij moeten echter zo nauwkeurig zijn dat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de aanbestedende diensten de opdracht kunnen gunnen;

c)

hetzij in de onder b) bedoelde termen van prestatie-eisen en functionele eisen, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze prestatie-eisen en functionele eisen wordt verwezen naar de onder a) bedoelde specificaties;

d)

hetzij door verwijzing naar de onder a) bedoelde specificaties voor bepaalde kenmerken, en naar de onder b) bedoelde prestatie-eisen en functionele eisen voor andere kenmerken.

4.   Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, onder a), bedoelde specificaties, kunnen zij echter geen inschrijving afwijzen met als reden dat de aangeboden producten en diensten niet beantwoorden aan de specificaties waarnaar zij hebben verwezen, indien de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend middel tot voldoening van de aanbestedende dienst aantoont dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de eisen die in de technische specificaties zijn bepaald.

Een passend middel kan bijvoorbeeld een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie.

De aanbestedende dienst die een inschrijving afwijst omdat deze niet op gelijkwaardige wijze aan zijn eisen voldoet, deelt de inschrijver desgevraagd zijn redenen mee.

5.   Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de in lid 3 geboden mogelijkheid prestatie-eisen of functionele eisen te stellen, mogen zij geen aanbod van werken, producten of diensten afwijzen die beantwoorden aan een nationale norm waarin een Europese norm is omgezet, aan een Europese technische goedkeuring, aan een gemeenschappelijke technische specificatie, aan een internationale norm, of aan een door een Europese normalisatie-instelling opgestelde technisch referentiesysteem, wanneer deze specificaties betrekking hebben op de prestaties of functionele eisen die zij hebben voorgeschreven.

In zijn inschrijving moet de inschrijver tot voldoening van de aanbestedende dienst met elk passend middel aantonen dat de aan de norm beantwoordende werken, producten of diensten aan de prestatie-eisen of functionele eisen van de aanbestedende dienst voldoen.

Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie.

6.   Aanbestedende diensten die milieukenmerken voorschrijven door verwijzing naar prestatie-eisen of functionele eisen, zoals bepaald in lid 3, onder b), kunnen gebruik maken van de gedetailleerde specificaties of, zo nodig, van gedeelten daarvan, zoals vastgesteld in Europese, (pluri)nationale milieukeuren of in een andere milieukeur, voorzover:

die geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van de leveringen of diensten waarop de opdracht betrekking heeft,

de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens,

de milieukeuren zijn aangenomen via een proces waaraan alle betrokkenen, zoals regeringsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties kunnen deelnemen,

en de keuren toegankelijk zijn voor alle betrokken partijen.

De aanbestedende diensten kunnen aangeven dat de van een milieukeur voorziene producten of diensten worden geacht te voldoen aan de technische specificaties van het bestek; zij dienen elk ander passend bewijsmiddel te aanvaarden, zoals een technisch dossier van de fabrikant of een testverslag van een erkende organisatie.

7.     Waar mogelijk houdt de aanbestedende dienst rekening met toegankelijkheidscriteria voor gehandicapten bij het algehele ontwerp en de vastlegging van specificaties. Deze technische specificaties worden duidelijk in de aanbestedingsstukken omschreven.

8.   „Erkende organisaties” in de zin van dit artikel zijn testlaboratoria, ijklaboratoria en inspectie- en certificatieorganisaties die voldoen aan de toepasselijke Europese normen.

De aanbestedende diensten aanvaarden certificaten van in andere lidstaten gevestigde erkende organisaties.

9.   Behalve indien dit door het voorwerp van de opdracht gerechtvaardigd is, mag in de technische specificaties geen melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een bijzondere werkwijze, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of geëlimineerd. Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering toegestaan wanneer een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de opdracht niet mogelijk is door toepassing van de leden 3 en 4; deze vermelding of verwijzing moet vergezeld gaan van de woorden „of gelijkwaardig”.

Artikel 26

Varianten

1.   Wanneer voor de gunning het criterium van de economisch voordeligste inschrijving wordt gehanteerd, mogen de aanbestedende diensten de inschrijvers toestaan varianten voor te stellen.

2.   De aanbestedende diensten vermelden in de aankondiging van de opdracht of zij al dan niet varianten toestaan; wanneer dat niet is vermeld, zijn geen varianten toegestaan.

3.   De aanbestedende diensten die varianten toestaan, vermelden in het bestek aan welke minimumeisen deze varianten ten minste moeten voldoen, alsmede hoe zij moeten worden ingediend.

4.   De aanbestedende diensten houden alleen rekening met de varianten die aan de gestelde minimumeisen voldoen.

Bij procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen of diensten mogen de aanbestedende diensten die varianten hebben toegestaan, een variant niet afwijzen uitsluitend omdat deze, indien deze werd gekozen, veeleer tot een opdracht voor diensten dan tot een overheidsopdracht voor leveringen, dan wel veeleer tot een opdracht voor leveringen dan tot een overheidsopdracht voor diensten zou leiden.

Artikel 27

Onderaanneming

In het bestek kan de aanbestedende dienst de inschrijver verzoeken, of door een lidstaat worden verplicht de inschrijver te verzoeken, om in zijn inschrijving aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is aan derden in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt.

Deze mededeling laat de aansprakelijkheid van de leidende economische subjecten onverlet.

Artikel 28

Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd

De aanbestedende diensten kunnen bijzondere voorwaarden bepalen waaronder de opdracht wordt uitgevoerd, mits deze verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht en in de aankondiging van de opdracht of in het bestek worden vermeld. De voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd, kunnen met name verband houden met sociale of milieuoverwegingen.

Artikel 29

Verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

1.   In het bestek kan de aanbestedende dienst aangeven, of door een lidstaat worden verplicht aan te geven, bij welk orgaan of welke organen de gegadigden of inschrijvers de ter zake dienende informatie kunnen verkrijgen over verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats waar verrichtingen moeten worden uitgevoerd, en die gedurende de uitvoering van de opdracht op die verrichtingen van toepassing zullen zijn.

2.   De aanbestedende dienst die de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt, verzoekt de inschrijvers of de gegadigden die aan een aanbestedingsprocedure deelnemen, aan te geven dat zij bij het opstellen van hun inschrijving rekening hebben gehouden met de verplichtingen uit hoofde van de bepalingen inzake de arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de verrichting moet worden uitgevoerd.

De eerste alinea vormt geen beletsel voor de toepassing van artikel 58 inzake het onderzoek van abnormaal lage inschrijvingen.

HOOFDSTUK V

Procedures

Artikel 30

Toepassing van openbare en niet-openbare procedures, van procedures van gunning door onderhandelingen en van de concurrentiegerichte dialoog

Bij het plaatsen van hun overheidsopdrachten maken de aanbestedende diensten gebruik van de nationale procedures die voor de toepassing van deze richtlijn zijn aangepast.

Zij maken voor het plaatsen van deze overheidsopdrachten gebruik van de openbare of de niet-openbare procedure. In de gevallen en de specifieke omstandigheden die uitdrukkelijk in artikel 31 zijn vermeld, kunnen de aanbestedende diensten hun overheidsopdrachten door middel van de concurrentiegerichte dialoog plaatsen. In de specifieke gevallen en omstandigheden zoals uitdrukkelijk bepaald in de artikelen 32 en 33, kunnen zij gebruikmaken van een procedure van gunning door onderhandelingen, met of zonder bekendmaking van de aankondiging van de opdracht.

Artikel 31

Concurrentiegerichte dialoog

1.   De lidstaten kunnen bepalen dat de aanbestedende diensten, voor zover deze van oordeel zijn dat de toepassing van openbare of niet-openbare procedures het niet mogelijk maken de opdracht te gunnen, gebruik kunnen maken van de concurrentiegerichte dialoog overeenkomstig dit artikel:

a)

wanneer zij objectief niet in staat zijn in overeenstemming met artikel 25, lid 3, punten b, c) of d), de technische middelen te bepalen die aan hun behoeften en hun doelstellingen kunnen voldoen en/of

b)

wanneer zij objectief niet in staat zijn de juridische en/of financiële onderbouwing van een project te specificeren.

De gunning van de overheidsopdracht geschiedt uitsluitend op basis van het criterium van de economisch meest voordelige inschrijving.

2.     Ingeval van bijzonder complexe opdrachten in de zin van artikel 1, lid 16, kan de aanbestedende dienst gebruik maken van de concurrentiegerichte dialoog in overeenstemming met dit artikel. Als criterium voor de gunning geldt de economisch meest voordelige inschrijving.

3.   De aanbestedende diensten maken een aankondiging van een opdracht bekend waarin zij hun behoeften en eisen vermelden, die door hen in die aankondiging en/of in een beschrijvend document worden omschreven.

4.   De aanbestedende diensten openen met de overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de artikelen 46 tot en met 55 geselecteerde gegadigden een dialoog met het doel na te gaan en te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan de behoeften van de aanbestedende dienst te voldoen. Tijdens deze dialoog kunnen zij met de geselecteerde gegadigden alle aspecten van de opdracht bespreken.

Tijdens de dialoog waarborgen de aanbestedende diensten de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Met name geven zij geen — discriminerende — informatie die sommige inschrijvers kan bevoordelen boven andere.

De aanbestedende diensten mogen de voorgestelde oplossingen of andere door een deelnemer aan de dialoog verstrekte vertrouwelijke inlichtingen niet aan de andere deelnemers bekendmaken zonder de instemming van eerstgenoemde deelnemer.

5.   De aanbestedende diensten kunnen bepalen dat de procedure in opeenvolgende fasen verloopt, zodat het aantal in de dialoogfase te bespreken oplossingen kan worden beperkt aan de hand van de gunningscriteria die in de aankondiging van de opdracht of in het beschrijvend document zijn vermeld. Deze mogelijkheid wordt vermeld in de aankondiging van de opdracht of in het beschrijvend document.

6.   De aanbestedende dienst zet de dialoog voort totdat hij, zo nodig na vergelijking, kan aangeven welke oplossing of oplossingen aan zijn behoeften kan of kunnen voldoen.

7.   Nadat de aanbestedende diensten de dialoog voor beëindigd hebben verklaard en de deelnemers daarvan op de hoogte hebben gesteld, verzoeken de aanbestedende diensten de deelnemers om hun definitieve inschrijvingen in te dienen op basis van de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen. Deze inschrijvingen moeten alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van het project bevatten.

De aanbestedende diensten kunnen verzoeken om de inschrijvingen toe te lichten , te preciseren en nauwkeurig te omschrijven . Die toelichtingen , preciseringen en nauwkeurige omschrijvingen mogen de basiselementen van de inschrijving of de aanbesteding evenwel niet wezenlijk wijzigen, aangezien zulks de mededinging kan verstoren of een discriminerend effect kan hebben.

8.   De aanbestedende diensten beoordelen de ontvangen inschrijvingen op basis van de in de aankondiging van de opdracht of in het beschrijvend document bepaalde gunningscriteria en kiezen de economisch voordeligste inschrijving overeenkomstig artikel 56.

Op verzoek van de aanbestedende dienst kan de inschrijver die is aangewezen als de economisch voordeligste verzocht worden aspecten van zijn inschrijving te verduidelijken of in de inschrijving vervatte verbintenissen te bevestigen, op voorwaarde dat dit de inhoudelijke aspecten van de inschrijving of van de oproep tot mededinging ongewijzigd laat en niet dreigt te leiden tot concurrentievervalsing of discriminatie.

9.   De aanbestedende diensten kunnen voorzien in prijzen of betalingen aan de deelnemers aan de dialoog.

Artikel 32

Gevallen waarin de toepassing van de procedure van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht gerechtvaardigd is

1.   De aanbestedende diensten kunnen in de volgende gevallen voor het plaatsen van hun overheidsopdrachten gebruik maken van een procedure van gunning door onderhandelingen na voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van een opdracht:

a)

indien in het kader van een openbare of niet-openbare procedure of een concurrentiegerichte dialoog inschrijvingen zijn gedaan die onregelmatig zijn of indien inschrijvingen zijn gedaan die onaanvaardbaar zijn volgens de met de artikelen 4, 26, 27 en 29 en titel VII overeenstemmende nationale bepalingen, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd.

De aanbestedende diensten kunnen van de bekendmaking van een aankondiging van een opdracht afzien, indien zij bij de procedure van gunning door onderhandelingen alle inschrijvers en alleen de inschrijvers betrekken die voldoen aan de criteria van de artikelen 48 tot en met 55 en die gedurende de voorafgaande openbare of niet-openbare procedure of concurrentiegerichte dialoog inschrijvingen hebben ingediend die aan de formele eisen van de procedure voor het plaatsen van opdrachten voldeden;

b)

in buitengewone gevallen, wanneer het werken, leveringen of diensten betreft waarvan de aard en de onzekere omstandigheden een vaststelling vooraf van de totale prijs niet mogelijk maken;

c)

wanneer, in het geval van diensten, met name in de zin van categorie 6 van bijlage II A, en voor intellectuele diensten, zoals het ontwerpen van bouwwerken, voorzover de aard van de te verlenen diensten de specificaties voor de opdracht niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld om de opdracht overeenkomstig de voorschriften inzake de openbare of de niet-openbare procedure door de keuze van de beste inschrijving te gunnen;

d)

in het geval van overheidsopdrachten voor werken, wanneer het werken betreft die uitsluitend worden uitgevoerd ten behoeve van onderzoek, proefneming of ontwikkeling, en niet met het doel winst te maken of de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken.

2.   In de in lid 1 bedoelde gevallen onderhandelen de aanbestedende diensten met de inschrijvers over de door de inschrijvers ingediende inschrijvingen, teneinde deze aan te passen aan de eisen die zij in de aankondiging van de opdracht, het bestek en de eventuele aanvullende documenten hebben gesteld, en teneinde het beste bod in de zin van artikel 56, lid 1, te zoeken.

3.   Tijdens de onderhandelingen waarborgen de aanbestedende diensten de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Met name geven zij geen — discriminerende — informatie die sommige inschrijvers kan bevoordelen boven andere.

4.   De aanbestedende diensten kunnen bepalen dat de procedure van gunning door onderhandelingen in opeenvolgende fasen verloopt, zodat het aantal inschrijvingen waarover onderhandeld moet worden, wordt verminderd door toepassing van de gunningscriteria die in de aankondiging van de opdracht of in het bestek zijn vermeld. Dat van deze mogelijkheid gebruik kan worden gemaakt, staat in de aankondiging van de opdracht of in het bestek vermeld.

Artikel 33

Gevallen waarin de toepassing van de procedure van gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking van een aankondiging van een opdracht gerechtvaardigd is

De aanbestedende diensten kunnen in de volgende gevallen voor het plaatsen van hun overheidsopdrachten gebruik maken van een procedure van gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van een opdracht:

1)

voor overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten:

a)

wanneer in het kader van een openbare of niet-openbare procedure geen of geen geschikte inschrijvingen of geen aanmeldingen zijn ingediend, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd en de Commissie op haar verzoek een verslag wordt overgelegd;

b)

wanneer de opdracht om technische of artistieke redenen of om redenen van bescherming van alleenrechten slechts aan een bepaald economisch subject kan worden toevertrouwd;

c)

voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen voor de openbare of de niet-openbare procedure dan wel voor de procedure van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht bedoeld in artikel 32 wegens dwingende spoed, als gevolg van gebeurtenissen die door de desbetreffende aanbestedende diensten niet konden worden voorzien, niet in acht kunnen worden genomen. De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen in geen geval aan de aanbestedende diensten te wijten zijn.

2)

voor overheidsopdrachten voor leveringen:

a)

wanneer het producten betreft die uitsluitend voor onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling worden vervaardigd. Deze bepaling geldt niet voor de productie in grote hoeveelheden met het doel de commerciële haalbaarheid van het product vast te stellen of de kosten van onderzoek en ontwikkeling te delgen;

b)

voor door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende leveringen die ofwel zijn bestemd voor gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties voor courant gebruik, ofwel voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, wanneer verandering van leverancier de aanbestedende dienst ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid ontstaat of zich bij gebruik en onderhoud onevenredige technische moeilijkheden voordoen. De looptijd van deze opdrachten en nabestellingen mag in de regel drie jaar niet overschrijden;

c)

voor op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen;

d)

voor de aankoop van leveringen tegen bijzonder gunstige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteit stopzet, hetzij bij curatoren of vereffenaars van een faillissement, een vonnis, of een in de nationale wetgeving of regelgeving bestaande procedure van dezelfde aard;

3)

voor overheidsopdrachten voor diensten, wanneer de opdracht voortvloeit uit een prijsvraag en volgens de toepasselijke voorschriften aan de winnaar of aan een van de winnaars van die prijsvraag moet worden gegund. In dit laatste geval moeten alle winnaars van de prijsvraag tot de onderhandelingen worden uitgenodigd;

4)

voor overheidsopdrachten voor werken en overheidsopdrachten voor diensten:

a)

voor aanvullende werken of diensten die noch in het aanvankelijk gegunde ontwerp noch in de oorspronkelijke overeenkomst waren opgenomen en die als gevolg van onvoorziene omstandigheden voor de uitvoering van het werk of het verlenen van de dienst zoals deze daarin zijn beschreven, noodzakelijk zijn geworden, mits zij worden gegund aan het economisch subject dat dit werk uitvoert of deze dienst verleent:

wanneer deze aanvullende werken of diensten uit technisch of economisch oogpunt niet los van de oorspronkelijke opdracht kunnen worden uitgevoerd zonder overwegende bezwaren voor de aanbestedende diensten,

of

wanneer deze werken of diensten, hoewel zij van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht kunnen worden gescheiden, voor de vervolmaking ervan strikt noodzakelijk zijn.

Het totale bedrag van de voor de aanvullende werken of diensten geplaatste opdrachten mag echter niet hoger zijn dan 50 % van het bedrag van de hoofdopdracht;

b)

in geval van nieuwe werken of diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken of diensten die door dezelfde aanbestedende diensten worden toevertrouwd aan het economisch subject waaraan een oorspronkelijke opdracht werd gegund, mits deze werken of deze diensten overeenstemmen met een basisproject dat het voorwerp vormde van de oorspronkelijke opdracht die overeenkomstig de openbare of niet-openbare procedures is geplaatst.

De mogelijkheid deze procedure toe te passen wordt reeds bij de uitschrijving van de aanbesteding van het eerste deel vermeld, en het totale voor de volgende werken of diensten geraamde bedrag wordt door de aanbestedende diensten voor de toepassing van artikel 8, in aanmerking genomen.

Van deze procedure kan slechts gedurende een periode van drie jaar volgende op de oorspronkelijke opdracht gebruik worden gemaakt.

Artikel 34

Raamovereenkomsten

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende diensten raamovereenkomsten sluiten.

2.   Met het oog op het sluiten van een raamovereenkomst volgen de aanbestedende diensten de in deze richtlijn bedoelde procedureregels in alle fasen tot de gunning van de opdrachten die op deze raamovereenkomst zijn gebaseerd. De partijen bij de raamovereenkomst worden gekozen met toepassing van de overeenkomstig artikel 56 opgestelde gunningscriteria.

Opdrachten die gebaseerd zijn op een raamovereenkomst, worden gegund volgens de in de leden 3 en 4 vermelde procedures. Die procedures zijn slechts van toepassing tussen de aanbestedende diensten en de economische subjecten die oorspronkelijk bij de raamovereenkomst partij waren.

Bij de gunning van opdrachten die op een raamovereenkomst zijn gebaseerd, mogen de partijen in geen geval substantiële wijzigingen aanbrengen in de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden, met name in het in lid 3 bedoelde geval.

De looptijd van een raamovereenkomst mag niet langer zijn dan vier jaar, behalve in uitzonderingsgevallen die deugdelijk gemotiveerd zijn, met name op grond van het voorwerp van de raamovereenkomst.

De aanbestedende diensten mogen geen oneigenlijk gebruik van raamovereenkomsten maken en deze evenmin gebruiken om de mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen.

3.   Als er een raamovereenkomst is gesloten met één enkel economisch subject, worden de op die raamovereenkomst gebaseerde opdrachten gegund volgens de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden.

Voor de plaatsing van dergelijke opdrachten kunnen de aanbestedende diensten het economisch subject dat partij is bij de raamovereenkomst, schriftelijk raadplegen en het indien nodig verzoeken zijn inschrijving aan te vullen.

4.   Als er een raamovereenkomst wordt gesloten met meerdere economische subjecten, dienen dat er minimaal drie te zijn, voorzover het aantal economische subjecten dat aan de selectiecriteria voldoet, en/of het aantal inschrijvingen dat aan de gunningscriteria voldoet, voldoende groot is.

Opdrachten op basis van raamovereenkomsten met meerdere economische subjecten kunnen worden gegund:

hetzij door toepassing van de in de raamovereenkomst bepaalde voorwaarden, zonder de partijen opnieuw tot mededinging op te roepen;

hetzij, wanneer niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald, door de partijen opnieuw tot mededinging op te roepen onder dezelfde voorwaarden, die indien nodig worden gepreciseerd, en, in voorkomend geval, onder andere, in het bestek van de raamovereenkomst bepaalde voorwaarden, volgens de onderstaande procedure:

a)

voor elke te plaatsen opdracht raadplegen de aanbestedende diensten schriftelijk de economische subjecten die in staat zijn de opdracht uit te voeren;

b)

de aanbestedende diensten stellen een voldoende lange termijn vast voor de indiening van inschrijvingen voor elke specifieke opdracht, rekening houdend met elementen zoals de complexiteit van het voorwerp van de opdracht en de benodigde tijd voor de toezending van de inschrijvingen;

c)

de inschrijvingen worden schriftelijk ingediend en de inhoud ervan moet vertrouwelijk blijven totdat de vastgestelde indieningstermijn is verstreken;

d)

de aanbestedende diensten gunnen elke opdracht aan de inschrijver die op grond van de in het bestek van de raamovereenkomst vastgestelde gunningscriteria de beste inschrijving heeft ingediend.

Artikel 35

Dynamische aankoopsystemen

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende diensten gebruik maken van dynamische aankoopsystemen.

2.   Voor de instelling van een dynamisch aankoopsysteem volgen de aanbestedende diensten de voorschriften van alle fasen van de openbare procedure tot aan de plaatsing van de opdrachten die in het kader van dit systeem worden gegund. Alle inschrijvers die aan de selectiecriteria voldoen en overeenkomstig het bestek en de eventuele aanvullende documenten een indicatieve inschrijving hebben ingediend, worden tot het systeem toegelaten; de indicatieve inschrijvingen kunnen te allen tijde worden verbeterd op voorwaarde dat zij niet afwijken van het bestek. Voor het opzetten van het systeem en voor de gunning van de opdrachten in het kader hiervan gebruiken de aanbestedende diensten uitsluitend elektronische middelen overeenkomstig artikel 44, leden 2 tot en met 5.

3.   Bij de instelling van het dynamisch aankoopsysteem gaan de aanbestedende diensten als volgt te werk:

a)

zij publiceren een aankondiging van de opdracht en geven daarbij aan dat het om een dynamisch aankoopsysteem gaat;

b)

in het bestek verstrekken zij nadere gegevens over onder andere de aard van de overwogen aankopen waarop dit systeem betrekking heeft, alle nodige informatie omtrent het aankoopsysteem, de gebruikte elektronische apparatuur en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding;

c)

tegelijk met de publicatie van de opdracht en tot aan het vervallen van het systeem bieden zij langs elektronische weg een vrije, rechtstreekse en volledige toegang tot het bestek en alle aanvullende documenten en geven zij in de aankondiging het internetadres aan waar deze documenten kunnen worden geraadpleegd.

4.   De aanbestedende diensten verlenen tijdens de gehele duur van het dynamische aankoopsysteem elk economisch subject de mogelijkheid een indicatieve inschrijving in te dienen om toegelaten te worden tot het systeem onder de voorwaarden van lid 2. Zij beëindigen de beoordeling binnen 15 dagen na de indiening van de indicatieve inschrijving. Zij kunnen de beoordelingsperiode echter verlengen, op voorwaarde dat er tussentijds geen oproep tot mededinging wordt uitgeschreven.

De aanbestedende dienst deelt de in de eerste alinea bedoelde inschrijver zo snel mogelijk mee dat hij is toegelaten tot het dynamische aankoopsysteem of dat zijn indicatieve inschrijving is afgewezen.

5.   Voor elke specifieke opdracht moet een oproep tot mededinging worden uitgeschreven. Alvorens deze oproep tot mededinging te plaatsen, publiceren de aanbestedende diensten een vereenvoudigde aankondiging van de opdracht waarin alle geïnteresseerde economische subjecten worden uitgenodigd om overeenkomstig lid 4 een indicatieve inschrijving in te dienen, binnen een termijn van ten minste 15 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de vereenvoudigde aankondiging van de opdracht. De aanbestedende diensten doen pas een oproep tot mededinging nadat de beoordeling van alle binnen deze termijn ingediende indicatieve inschrijvingen is afgerond.

6.   De aanbestedende diensten nodigen alle tot het systeem toegelaten economische subjecten uit om voor elke specifieke opdracht die binnen dat systeem wordt gegund een inschrijving in te dienen. Daartoe stellen zij een voldoende lange termijn vast voor de indiening van de inschrijvingen.

Zij gunnen de opdracht aan de inschrijver die de beste inschrijving heeft ingediend op grond van de gunningscriteria die zijn vermeld in de aankondiging van de opdracht waarbij het dynamische aankoopsysteem wordt ingesteld. In voorkomend geval kunnen deze criteria gepreciseerd worden in de in de eerste alinea bedoelde uitnodiging.

7.   De looptijd van een dynamisch aankoopsysteem mag niet meer dan vier jaar bedragen, behalve in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen.

De aanbestedende diensten mogen geen gebruik maken van dit systeem om de mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen.

Aan de betrokken economische subjecten of de partijen bij het systeem mogen geen administratiekosten in rekening worden gebracht.

Artikel 36

Overheidsopdrachten voor werken: bijzondere voorschriften betreffende de bouw van sociale woningen

In geval van overheidsopdrachten betreffende het ontwerpen en bouwen van een complex sociale woningen waarvoor, wegens de omvang, de complexiteit en de vermoedelijke duur van de desbetreffende werken, het plan van meet af aan moet worden opgesteld op grond van een nauwe samenwerking in een team, bestaande uit afgevaardigden van de aanbestedende diensten, deskundigen en de aannemer die met de uitvoering van de werken wordt belast, kan een bijzondere procedure voor de gunning worden toegepast teneinde die aannemer te kiezen die het meest geschikt is om in het team te worden opgenomen.

In het bijzonder geven de aanbestedende diensten in de aankondiging van de opdracht een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de werken, opdat de belangstellende aannemers zich een duidelijk beeld van het uit te voeren project kunnen vormen. Tevens vermelden de aanbestedende diensten in deze aankondiging, overeenkomstig de in de artikelen 48 tot en met 55 bedoelde kwalitatieve selectiecriteria, aan welke persoonlijke, technische, economische en financiële voorwaarden de gegadigden moeten voldoen.

Wanneer de aanbestedende diensten van een dergelijke procedure gebruikmaken, passen zij de artikelen 2, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 45 en de artikelen 48 tot en met 55 toe.

HOOFDSTUK VI

Regels voor bekendmaking en transparantie

AFDELING 1

Bekendmaking van de aankondigingen

Artikel 37

Aankondigingen

1.   De aanbestedende diensten maken in een vooraankondiging die door de Commissie of door de diensten zelf via hun in bijlage VIII, punt 2, onder b), bedoelde kopersprofiel wordt verspreid, het volgende bekend:

a)

voor leveringen, de geraamde totale waarde van de opdrachten of de raamovereenkomsten per productgroep die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde totale bedrag, de artikelen 8 en 10 in aanmerking genomen, 750 000 EUR of meer bedraagt.

De aanbestedende diensten stellen de productgroepen vast volgens de posten van de CPV;

b)

voor diensten, het totale bedrag van de opdrachten voor diensten of de raamovereenkomsten voor elk van de in bijlage II A vermelde dienstencategorieën die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, indien dit geraamde totale bedrag, de artikelen 8 en 10 in aanmerking genomen, 750 000 EUR of meer bedraagt;

c)

voor werken, de hoofdkenmerken van de opdrachten voor werken of de raamovereenkomsten die zij voornemens zijn te plaatsen en waarvan het geraamde bedrag gelijk is aan of meer bedraagt dan de in artikel 8 vermelde drempel, artikel 10 in aanmerking genomen.

De onder a) en b) bedoelde aankondigingen worden zo spoedig mogelijk na het begin van het begrotingsjaar toegezonden aan de Commissie of bekendgemaakt via het kopersprofiel.

De onder c) bedoelde aankondiging wordt zo spoedig mogelijk nadat het besluit is genomen tot goedkeuring van het programma voor de opdrachten voor werken of de raamovereenkomsten die de aanbestedende diensten voornemens zijn te plaatsen, toegezonden aan de Commissie of bekendgemaakt via het kopersprofiel.

De aanbestedende diensten die de vooraankondiging via hun kopersprofiel bekendmaken, zenden de Commissie langs elektronische weg overeenkomstig het formaat en de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3, een kennisgeving toe waarin de bekendmaking van de vooraankondiging in het kopersprofiel wordt meegedeeld.

Bekendmaking van onder a), b) en c) bedoelde aankondigingen van een opdracht is alleen verplicht wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid om de termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen overeenkomstig artikel 40, lid 4, in te korten.

Dit lid is niet van toepassing op procedures van gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van een opdracht.

2.   De aanbestedende diensten die een overheidsopdracht wensen te plaatsen volgens een openbare of een niet-openbare procedure dan wel, onder de in artikel 32 vastgestelde voorwaarden, volgens een procedure van gunning door onderhandelingen , geven hun voornemen hiertoe in een aankondiging van een opdracht te kennen, of, indien overeenkomstig artikel 47 een erkenningsregeling bestaat, door middel van een aankondiging betreffende het bestaan van een erkenningsregeling.

3.   De aanbestedende diensten die een dynamisch aankoopsysteem willen instellen, maken hun voornemen kenbaar via een aankondiging van een opdracht.

De aanbestedende diensten die een overheidsopdracht wensen te plaatsen op basis van een dynamisch aankoopsysteem maken hun voornemen via een vereenvoudigde aankondiging van een opdracht kenbaar.

4.   Aanbestedende diensten die een overheidsopdracht hebben geplaatst of een raamovereenkomst hebben gesloten, zenden uiterlijk 48 dagen na de gunning van de opdracht of de sluiting van de raamovereenkomst een aankondiging betreffende de resultaten van de procedure toe.

In het geval van overeenkomstig artikel 34 gesloten raamovereenkomsten zijn de aanbestedende diensten niet verplicht een aankondiging betreffende de resultaten van de gunning van elke op de overeenkomst gebaseerde opdracht toe te zenden.

De aanbestedende diensten zenden binnen 48 dagen na de plaatsing van elke afzonderlijke opdracht een bekendmaking toe van het resultaat van de plaatsing van de opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem. Deze resultaten kunnen echter per kwartaal gebundeld worden. In dat geval worden de gebundelde resultaten binnen 48 dagen na het einde van elk kwartaal toegezonden.

Met betrekking tot overheidsopdrachten voor de in bijlage II B opgenomen diensten vermelden de aanbestedende diensten in de aankondiging of zij met de bekendmaking ervan instemmen. Voor deze opdrachten voor diensten stelt de Commissie volgens de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure de regels vast inzake de opstelling van statistische verslagen op de grondslag van deze aankondigingen, alsmede inzake de bekendmaking van die verslagen.

Sommige gegevens betreffende de plaatsing van de opdracht of de sluiting van de raamovereenkomst behoeven niet te worden bekendgemaakt, indien de openbaarmaking van die gegevens de toepassing van de wet in de weg zou staan, met de openbare orde in strijd zou zijn, de rechtmatige commerciële belangen van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke economische subjecten zou kunnen schaden of afbreuk aan de eerlijke mededinging tussen hen zou kunnen doen.

Artikel 38

Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen

1.   De aankondigingen bevatten de in bijlage VII A genoemde inlichtingen en in voorkomend geval ook alle door de aanbestedende dienst nuttig geachte inlichtingen in de vorm van de standaardformulieren die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure zijn vastgesteld.

2.   Aankondigingen die door de aanbestedende diensten aan de Commissie worden gezonden, worden hetzij langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3, of langs andere weg verzonden. In het geval van de in artikel 40, lid 8, beschreven versnelde procedure moeten aankondigingen hetzij per fax, hetzij langs elektronische weg worden verzonden, in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3.

De aankondigingen worden bekendgemaakt overeenkomstig de in bijlage VIII, punt 1, onder a) en b), opgenomen technische kenmerken voor de bekendmaking.

3.   De aankondigingen die langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3, zijn opgesteld en verzonden, worden uiterlijk vijf dagen na verzending bekendgemaakt.

De aankondigingen die niet langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3, zijn verzonden, worden uiterlijk 12 dagen na verzending bekendgemaakt, of in geval van de in artikel 40, lid 8, genoemde versnelde procedure, uiterlijk vijf dagen na verzending.

4.   De aankondigingen van opdrachten worden onverkort in een door de aanbestedende dienst gekozen officiële taal van de Gemeenschap bekendgemaakt; alleen de tekst in de oorspronkelijke taal is authentiek. In de andere officiële talen wordt een samenvatting met de belangrijke gegevens van iedere aankondiging bekendgemaakt.

De kosten van de bekendmaking door de Commissie van dergelijke aankondigingen worden gedragen door de Gemeenschap.

5.   De aankondigingen en de inhoud ervan mogen niet op nationaal niveau worden bekendgemaakt vóór de datum waarop zij aan de Commissie worden toegezonden.

Aankondigingen die op nationaal niveau worden bekendgemaakt, mogen geen andere informatie bevatten dan de informatie in de aankondigingen die overeenkomstig artikel 37, lid 1, eerste alinea, aan de Commissie worden toegezonden of via een kopersprofiel worden bekendgemaakt, en moeten de datum van toezending aan de Commissie of van de bekendmaking via het kopersprofiel vermelden.

Vooraankondigingen mogen slechts via het kopersprofiel worden bekendgemaakt nadat de kennisgeving van de bekendmaking via het kopersprofiel aan de Commissie is verzonden, en moeten de datum van deze verzending vermelden.

6.   De inhoud van aankondigingen die niet langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3, worden verzonden, blijft beperkt tot ongeveer 650 woorden.

7.   De aanbestedende diensten moeten de verzenddatum van de aankondigingen kunnen aantonen.

8.   De Commissie verstrekt de aanbestedende dienst een bevestiging van de bekendmaking van de verzonden informatie, met vermelding van de datum van bekendmaking. Deze bevestiging vormt het bewijs van de bekendmaking.

Artikel 39

Niet-verplichte bekendmaking

De aanbestedende diensten mogen overeenkomstig artikel 38 aankondigingen van overheidsopdrachten bekendmaken waarvan bekendmaking krachtens deze richtlijn niet verplicht is.

AFDELING 2

Termijnen

Artikel 40

Termijnen voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming en de ontvangst van de inschrijvingen

1.   Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming moeten de aanbestedende diensten inzonderheid rekening houden met de complexiteit van de opdracht en met de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde tijd, onverminderd de in dit artikel vastgestelde minimumtermijnen.

2.   Voor openbare procedures bedraagt de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen minimaal 52 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging.

3.   Voor niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht, zoals bedoeld in artikel 32, en de concurrentiegerichte dialoog:

a)

bedraagt de termijn voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming minimaal 37 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht;

b)

voor niet-openbare procedures bedraagt de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen minimaal 40 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging.

4.   In de gevallen waarin de aanbestedende diensten een vooraankondiging hebben bekendgemaakt, kan de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen op grond van de leden 2 en 3, onder b), in de regel worden ingekort tot 36 dagen, maar in geen geval tot minder dan 22 dagen.

Deze termijn loopt bij openbare procedures vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht en bij niet-openbare procedures vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot indiening van een inschrijving.

De in de eerste alinea bedoelde kortere termijn is toegestaan mits de vooraankondiging alle informatie bevat die in de in bijlage VII A opgenomen aankondiging van de opdracht wordt verlangd, voor zover deze informatie beschikbaar is op het tijdstip dat de aankondiging wordt bekendgemaakt, en mits deze vooraankondiging minimaal 52 dagen en maximaal 12 maanden voor de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht ter bekendmaking is verzonden.

5.   Wanneer de aankondigingen langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage VIII, punt 3, worden opgesteld en verzonden, kunnen de in de leden 2 en 4, bedoelde termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures en de in lid 3, onder a), bedoelde termijn voor de ontvangst van de verzoeken bij niet-openbare procedures, procedures van gunning door onderhandelingen en de concurrentiegerichte dialoog, met zeven dagen worden verkort.

6.   De in de leden 2 en 3, onder b), genoemde termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen kunnen met vijf dagen worden verkort indien de aanbestedende dienst met elektronische middelen en vanaf de bekendmaking van de aankondiging vrije, rechtstreekse en volledige toegang biedt tot het bestek en alle aanvullende stukken, in overeenstemming met bijlage VIII, en met vermelding in de tekst van de aankondiging van het internetadres dat toegang biedt tot deze documenten.

Deze verkorting kan met de in lid 5 bedoelde verkorting worden gecumuleerd.

7.   Wanneer het bestek en de aanvullende stukken of nadere inlichtingen tijdig zijn aangevraagd, maar om enigerlei reden niet binnen de in de artikelen 41 en 42 gestelde termijnen zijn verstrekt, of wanneer de inschrijvingen slechts na een bezichtiging ter plaatse, of na inzage ter plaatse van de bij het bestek behorende stukken kunnen worden gedaan, moeten de termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen zodanig worden verlengd dat alle betrokken economische subjecten van alle nodige informatie voor de opstelling van de inschrijvingen kennis kunnen nemen.

8.   Wanneer het om dringende redenen niet haalbaar is de in dit artikel bepaalde minimumtermijnen in acht te nemen, kunnen de aanbestedende diensten bij niet-openbare procedures en de in artikel 32 bedoelde procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht de volgende termijnen vaststellen:

a)

een termijn voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming van minimaal vijftien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht, of tien dagen indien de aankondiging elektronisch is verzonden overeenkomstig het formaat en de wijze van verzending beschreven in bijlage VIII, punt 3;

b)

en in het geval van niet-openbare procedures, een termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen van minimaal tien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot indiening van een inschrijving.

Artikel 41

Openbare procedures: bestek, stukken en nadere inlichtingen

1.   Wanneer de aanbestedende diensten bij openbare procedures niet met elektronische middelen overeenkomstig artikel 40, lid 6, vrije, rechtstreekse en volledige toegang bieden tot het bestek en alle aanvullende stukken, worden het bestek en de aanvullende stukken binnen zes dagen na ontvangst van de aanvraag aan de economische subjecten toegezonden, mits deze aanvraag tijdig voor de uiterste datum voor de indiening van de inschrijvingen is gedaan.

2.   Nadere inlichtingen over het bestek en de aanvullende stukken worden, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen voor de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen door de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten verstrekt.

AFDELING 3

Inhoud en verzendingswijze van de informatie

Artikel 42

Uitnodigingen tot inschrijving, tot deelneming aan de dialoog of tot onderhandelingen

1.   Bij niet-openbare procedures, de concurrentiegerichte dialoog en procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht in de zin van artikel 32 nodigen de aanbestedende diensten de uitgekozen gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uit tot inschrijving, tot onderhandelingen of, in de concurrentiegerichte dialoog, tot deelneming aan de dialoog.

2.   De uitnodiging aan de gegadigden behelst:

hetzij een exemplaar van het bestek of van het beschrijvend document en van alle aanvullende stukken,

hetzij de vermelding van de toegang tot het bestek en tot de andere onder het eerste streepje vermelde stukken, wanneer deze rechtstreeks langs elektronische weg toegankelijk zijn overeenkomstig artikel 40, lid 6.

3.   Wanneer het bestek, het beschrijvend document, en/of de aanvullende stukken bij een andere instantie moeten worden aangevraagd dan de aanbestedende dienst die voor de gunningsprocedure verantwoordelijk is, vermeldt de uitnodiging het adres van deze instantie en, in voorkomend geval, de uiterste datum voor deze aanvraag, alsmede het bedrag dat verschuldigd is en de wijze van betaling om de stukken te verkrijgen. De bevoegde diensten zenden de documentatie onmiddellijk na ontvangst van de aanvraag aan de economische subjecten toe.

4.   Nadere inlichtingen over het bestek, het beschrijvend document of de aanvullende stukken worden, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen voor de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen door de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten verstrekt. In geval van versnelde niet-openbare procedures of van versnelde procedures van gunning door onderhandelingen bedraagt deze termijn vier dagen.

5.   De uitnodiging tot inschrijving, tot deelneming aan de dialoog of tot onderhandelingen moet bovendien ten minste de volgende elementen omvatten:

a)

een verwijzing naar de bekendgemaakte aankondiging van de opdracht;

b)

de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen, het adres waar deze moeten worden ingediend en de taal of talen waarin zij moeten worden gesteld;

c)

bij de concurrentiegerichte dialoog, de aanvangsdatum en het adres van de raadpleging, alsook de daarbij gebruikte taal of talen;

d)

opgave van de stukken die eventueel moeten worden bijgevoegd, hetzij ter staving van de door de gegadigde overeenkomstig artikel 46 verstrekte controleerbare verklaringen, hetzij ter aanvulling van de in dat artikel vermelde inlichtingen en zulks onder dezelfde voorwaarden als gesteld in de artikelen 50 en 51;

e)

het relatieve gewicht van de gunningscriteria van de opdracht of, in voorkomend geval, de afnemende volgorde van belangrijkheid van de criteria, indien deze niet in de aankondiging van de opdracht, het bestek of het beschrijvende document is vermeld.

Bij opdrachten waarvoor de regels van artikel 31 gelden, staan de in dit lid, onder b), bedoelde inlichtingen evenwel niet in de uitnodiging tot deelneming aan de dialoog, maar in de uitnodiging tot indiening van een inschrijving.

Artikel 43

Informatieverstrekking aan gegadigden en inschrijvers

1.   De aanbestedende diensten stellen de gegadigden en inschrijvers ten spoedigste in kennis van de besluiten die zijn genomen inzake de sluiting van een raamovereenkomst, de gunning van een opdracht of de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem, met inbegrip van de redenen waarom zij hebben besloten geen raamovereenkomst te sluiten, een opdracht waarvoor een oproep tot mededinging was gedaan niet te plaatsen en de procedure opnieuw te beginnen of een dynamisch aankoopsysteem in te stellen; deze informatie wordt desgevraagd schriftelijk verstrekt.

2.   De aanbestedende dienst deelt ten spoedigste aan iedere afgewezen gegadigde of inschrijver die daar om verzoekt, de redenen voor de afwijzing mee, en aan iedere inschrijver die een aan de eisen beantwoordende inschrijving heeft gedaan, de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving, alsmede de naam van de begunstigde of de partijen bij de raamovereenkomst. De termijnen mogen in geen geval langer lopen dan 15 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek ter zake.

3.   De aanbestedende diensten kunnen evenwel besluiten bepaalde, in lid 1 bedoelde gegevens betreffende de gunning van de opdrachten, de sluiting van raamovereenkomsten of de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem niet mee te delen indien openbaarmaking van die gegevens de toepassing van de wet in de weg zou staan, met het openbaar belang in strijd zou zijn, de rechtmatige commerciële belangen van publieke of particuliere economische subjecten zou kunnen schaden, of afbreuk aan de eerlijke mededinging tussen hen zou kunnen doen.

AFDELING 4

Communicatiemiddelen

Artikel 44

Regels betreffende de communicatiemiddelen

1.   Elke in deze titel bedoelde mededeling en uitwisseling van informatie kan, naar keuze van de aanbestedende dienst, geschieden via de post, per fax, langs elektronische weg overeenkomstig de leden 5, 6 en 7, per telefoon in de in lid 8 bedoelde gevallen en onder de in dat artikel bepaalde voorwaarden, of door een combinatie van deze middelen.

2.   De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen beschikbaar zijn en mogen de toegang van de economische subjecten tot de gunningsprocedure niet beperken.

3.     De aanbestedende diensten leggen inschrijvers desgewenst een verklaring voor van een geaccrediteerde derde partij waarin wordt verklaard dat zij adequate maatregelen hebben genomen om de vertrouwelijkheid van de informatie van inschrijvers bij doorzending en na ontvangst te waarborgen.

4.   De mededeling, uitwisseling en opslag van informatie vinden zodanig plaats dat de integriteit van de gegevens en de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen en van de verzoeken tot deelneming worden gewaarborgd en dat de aanbestedende diensten pas bij het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening kennisnemen van de inhoud van de inschrijvingen en van de verzoeken tot deelneming.

5.     Elektronische inschrijving is alleen mogelijk met gebruikmaking van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG en een betrouwbare codering van de inhoud van de inschrijving.

6.   De voor mededelingen langs elektronische weg te gebruiken middelen, en de technische kenmerken daarvan, moeten niet-discriminerend en algemeen beschikbaar zijn en in combinatie met algemeen gebruikte informatie- en communicatietechnologieproducten kunnen functioneren.

7.   De volgende regels zijn van toepassing op middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming:

a)

informatie betreffende de specificaties die nodig zijn voor de elektronische indiening van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming, inclusief de encryptie, moet voor belanghebbende partijen beschikbaar zijn. De middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming moeten bovendien voldoen aan de eisen van bijlage X;

b)

de lidstaten kunnen vrijwillige toelatingsregelingen ter verbetering van het niveau van de voor deze middelen verleende certificeringsdienst instellen of handhaven.

c)

inschrijvers of gegadigden moeten de in de artikelen 48 tot en met 53 en artikel 55 bedoelde documenten, certificaten, getuigschriften en verklaringen, indien deze niet in elektronische vorm beschikbaar zijn, indienen vóór het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening van inschrijvingen of verzoeken tot deelneming.

8.   De volgende regels zijn van toepassing op de verzending van verzoeken tot deelneming:

a)

De verzoeken tot deelneming aan een procedure voor de plaatsing van een overheidsopdracht kunnen schriftelijk of telefonisch gedaan worden.

b)

Wanneer verzoeken tot deelneming telefonisch worden gedaan, moet vóór het verstrijken van de ontvangsttermijn een schriftelijke bevestiging worden gezonden.

c)

De aanbestedende diensten kunnen eisen dat per fax ingediende verzoeken tot deelneming per post of langs elektronische weg worden bevestigd, wanneer dat nodig is om over een wettig bewijs te beschikken. Een dergelijke eis moet samen met de termijn voor de verzending van de bevestiging per post of langs elektronische weg, door de aanbestedende dienst in de aankondiging van de opdracht worden vermeld.

AFDELING 5

Processen-verbaal

Artikel 45

Inhoud van de processen-verbaal

Over elke opdracht, elke raamovereenkomst en elke instelling van een dynamisch aankoopsysteem stellen de aanbestedende diensten een proces-verbaal op, dat ten minste het volgende bevat:

a)

de naam en het adres van de aanbestedende dienst, het voorwerp en de waarde van de opdracht, de raamovereenkomst of het dynamisch aankoopsysteem;

b)

de namen van de uitgekozen gegadigden of inschrijvers met motivering van die keuze;

c)

de namen van de uitgesloten gegadigden of inschrijvers met motivering van die uitsluiting;

d)

de redenen voor de afwijzing van abnormaal laag bevonden inschrijvingen;

e)

de naam van de begunstigde en de motivering voor de keuze van zijn inschrijving, alsmede, indien bekend, het gedeelte van de opdracht of de raamovereenkomst dat de begunstigde voornemens is aan derden in onderaanneming te geven;

f)

voor procedures van gunning door onderhandelingen: de in de artikelen 32 en 33 genoemde omstandigheden die de toepassing van deze procedures rechtvaardigen;

g)

wat betreft de concurrentiegerichte dialoog, de omstandigheden als bedoeld in artikel 31, die de toepassing van deze procedure rechtvaardigen;

h)

in voorkomend geval, de redenen waarom de aanbestedende dienst besloten heeft een opdracht niet te plaatsen of een raamovereenkomst niet te sluiten, of geen dynamisch aankoopsysteem in te stellen.

De aanbestedende diensten nemen passende maatregelen om het verloop van de langs elektronische weg gevoerde gunningsprocedures te documenteren.

Dit proces-verbaal, of de hoofdpunten ervan, worden de Commissie op haar verzoek meegedeeld.

HOOFDSTUK VII

Verloop van de procedure

AFDELING 1

Algemene bepalingen

Artikel 46

Controle van de geschiktheid en selectie van de deelnemers, en gunning van de opdrachten

1.   Opdrachten worden gegund op basis van de in artikel 56 en 58 bepaalde criteria, rekening houdend met artikel 26, nadat de aanbestedende diensten de geschiktheid van de niet ingevolge de artikelen 48 en 49 uitgesloten economische subjecten hebben gecontroleerd op grond van de criteria van economische en financiële draagkracht, technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid, genoemd in de artikelen 50 tot en met 55, en, in voorkomend geval, de niet-discriminerende criteria als bedoeld in lid 3.

2.   De aanbestedende diensten kunnen minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheden overeenkomstig de artikelen 50 en 51 stellen waaraan de gegadigden en de inschrijvers moeten voldoen.

De in de artikelen 50 en 51 bedoelde inlichtingen en de minimumeisen inzake draagkracht en bekwaamheden moeten verband houden met en in verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht.

Deze minimumeisen worden vermeld in de aankondiging van de opdracht.

3.   Bij niet-openbare procedures, procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht en concurrentiegerichte dialoog, kunnen de aanbestedende diensten het aantal geschikte gegadigden dat zij zullen uitnodigen tot indiening van een inschrijving, onderhandelingen of dialoog, beperken op voorwaarde dat er een voldoende aantal geschikte kandidaten is. De aanbestedende diensten vermelden in de aankondiging van de opdracht de objectieve en nietdiscriminerende criteria of regels die zij voornemens zijn te gebruiken, het minimumaantal en, in voorkomend geval, het maximumaantal gegadigden dat zij voornemens zijn uit te nodigen.

Bij niet-openbare procedures bedraagt het minimumaantal vijf. Bij procedures van gunning door onderhandelingen met bekendmaking van een aankondiging van een opdracht bedraagt het minimumaantal drie. Het aantal uitgenodigde gegadigden moet in elk geval volstaan om daadwerkelijke mededinging te waarborgen.

De aanbestedende diensten nodigen een aantal gegadigden uit dat ten minste gelijk is aan het vooraf bepaalde minimumaantal gegadigden. Wanneer het aantal gegadigden die aan de selectiecriteria en de minimumniveaus voldoen lager is dan het minimumaantal, kan de aanbestedende dienst de procedure voortzetten door de gegadigde of de gegadigden met de vereiste bekwaamheden uit te nodigen. De aanbestedende dienst mag in deze procedure geen economische subjecten opnemen die niet om deelneming hebben verzocht, noch gegadigden die niet over de vereiste bekwaamheden beschikken.

4.   Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de in artikel 31, lid 4, en artikel 32, lid 4, bedoelde mogelijkheid tot vermindering van het aantal oplossingen dat besproken moet worden of het aantal inschrijvingen waarover moet worden onderhandeld, verminderen zij dat aantal door toepassing van de gunningscriteria die in de aankondiging van de opdracht, het bestek of in het beschrijvend document zijn vermeld. In de slotfase moet dit aantal zodanig zijn dat daadwerkelijke mededinging kan worden gegarandeerd, voor zover er een voldoende aantal geschikte oplossingen of gegadigden zijn.

Artikel 47

Erkenningsregelingen

1.     Desgewenst mogen de aanbestedende diensten een regeling voor de erkenning van economische subjecten invoeren en beheren.

De aanbestedende diensten die een erkenningsregeling invoeren of beheren, zorgen ervoor dat de economische subjecten te allen tijde een erkenning kunnen aanvragen.

2.     De in lid 1 bedoelde regeling kan verscheidene fasen van erkenning van geschiktheid omvatten.

De regeling moet worden beheerd op basis van door de aanbestedende dienst omschreven objectieve criteria en regels.

Wanneer deze criteria en regels technische specificaties bevatten, is artikel 25 van toepassing. Deze criteria en regels kunnen zo nodig worden bijgewerkt.

3.     De in lid 2 bedoelde criteria en regels worden de belangstellende economische subjecten desgevraagd ter beschikking gesteld. Wanneer deze criteria en regels worden bijgewerkt, wordt dit de belangstellende economische subjecten medegedeeld. Wanneer een aanbestedende dienst van oordeel is dat de erkenningsregeling van bepaalde derde diensten of lichamen aan de voorwaarden voldoet, deelt zij de belangstellende economische subjecten de namen van deze derde diensten of lichamen mede.

4.     Er wordt een lijst van de erkende economische subjecten bijgehouden, die volgens het type opdrachten waarvoor de erkenning geldt in categorieën kan worden ingedeeld.

5.     Wanneer overeenkomstig artikel 37, lid 2 een aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling is gepubliceerd, worden de inschrijvers bij een niet-openbare procedure of de deelnemers aan een procedure van gunning door onderhandelingen gekozen uit de volgens een dergelijke regeling in aanmerking komende gegadigden.

AFDELING 2

Kwalitatieve selectiecriteria

Artikel 48

Persoonlijke situatie van de gegadigde of inschrijver

1.   Van deelneming aan een overheidsopdracht wordt uitgesloten, iedere gegadigde of inschrijver jegens wie bij een onherroepelijk vonnis een veroordeling om een of meer van de hieronder opgegeven redenen is uitgesproken, waarvan de aanbestedende dienst kennis heeft:

a)

deelneming aan een criminele organisatie in de zin van artikel 2, lid 1, van Gemeenschappelijk Optreden 98/733/JBZ van de Raad van 21 december 1998  (18) ,

b)

omkoping in de zin van artikel 3, van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn  (19) , respectievelijk artikel 3, lid 1, van Gemeenschappelijk Optreden 98/742/JBZ van de Raad van 22 december 1998  (20),

c)

fraude in de zin van artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (21),

d)

witwassen van geld in de zin van artikel 1 van Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (22),

De lidstaten bepalen overeenkomstig hun nationaal recht en onder eerbiediging van het communautair recht de voorwaarden voor de toepassing van dit lid.

Zij kunnen bepalen dat om dwingende redenen van algemeen belang kan worden afgeweken van de in de eerste alinea bedoelde verplichting.

Met het oog op de toepassing van dit lid verzoeken de aanbestedende diensten de gegadigden of inschrijvers indien nodig om de in lid 3 bedoelde documenten te verstrekken en kunnen zij, indien zij twijfels over de persoonlijke situatie van die gegadigden/inschrijvers hebben, de bevoegde autoriteiten verzoeken om de inlichtingen die zij nodig achten over de persoonlijke situatie van die gegadigden of inschrijvers. Wanneer de inlichtingen betrekking hebben op een gegadigde of inschrijver die in een andere lidstaat dan de aanbestedende dienst gevestigd is, kan de aanbestedende dienst om de medewerking van de bevoegde autoriteiten verzoeken. Naar gelang van het nationale recht van de lidstaat waarin de gegadigde of de inschrijver gevestigd is, kunnen deze verzoeken betrekking hebben op rechtspersonen en/of natuurlijke personen, met inbegrip, in voorkomend geval, van de bedrijfsleider of van enig persoon met vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid bij de gegadigde of de inschrijver.

2.   Van deelneming aan een opdracht kan worden uitgesloten ieder economisch subject:

a)

dat in staat van faillissement of van liquidatie verkeert, wiens werkzaamheden zijn gestaakt, jegens wie een surséance van betaling of een akkoord geldt of die in een andere vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die voorkomt in de nationale wet- of regelgevingen;

b)

wiens faillissement of liquidatie is aangevraagd of tegen wie een procedure van surséance van betaling of akkoord dan wel een andere soortgelijke procedure die voorkomt in de nationale wet- of regelgevingen, aanhangig is gemaakt;

c)

jegens wie een rechterlijke uitspraak met kracht van gewijsde volgens de wetgeving van het land is gedaan, waarbij een delict is vastgesteld dat in strijd is met zijn beroepsgedragsregels;

d)

dat in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende diensten aannemelijk kunnen maken;

e)

dat niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van de socialezekerheidsbijdragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar het is gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst;

f)

dat niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar het is gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst;

g)

dat zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die ingevolge deze afdeling kunnen worden verlangd, of die inlichtingen niet heeft verstrekt.

De lidstaten bepalen overeenkomstig hun nationaal recht en onder eerbiediging van het communautair recht de voorwaarden voor de toepassing van dit lid.

3.   Als voldoende bewijs dat het economisch subject niet verkeert in een van de situaties bedoeld in lid 1 en in lid 2, onder a), b), c), e) en f) wordt door de aanbestedende diensten aanvaard:

a)

voor lid 1 en lid 2, onder a), b), en c), een uittreksel uit zijn strafregister of, bij gebreke daarvan, een gelijkwaardig document, afgegeven door een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie van het land van oorsprong of van herkomst, waaruit blijkt dat aan de betrokken eisen is voldaan;

b)

voor lid 2, onder e) en f), een door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat afgegeven getuigschrift.

Wanneer een document of getuigschrift niet door het betrokken land wordt afgegeven, of daarin niet alle in lid 1 en in lid 2, onder a), b) en c), bedoelde gevallen worden vermeld, kan dit worden vervangen door een verklaring onder ede — of, in de lidstaten waar niet in een eed is voorzien, door een plechtige verklaring — die door betrokkene ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst wordt afgelegd.

4.   De lidstaten wijzen de instanties en organisaties aan die voor de afgifte van de in lid 3 bedoelde documenten en getuigschriften bevoegd zijn en stellen de Commissie daarvan in kennis. Deze mededeling geschiedt onverminderd het toepasselijke recht inzake gegevensbescherming.

Artikel 49

Bevoegdheid de beroepsactiviteit uit te oefenen

Elk economisch subject dat aan een overheidsopdracht wenst deel te nemen, kan worden verzocht aan te tonen dat het volgens de voorschriften van de lidstaat waar het is gevestigd, in het beroepsregister of in het handelsregister is ingeschreven, of een verklaring onder ede of een attest te verstrekken als bedoeld in bijlage IX A voor overheidsopdrachten voor werken, in bijlage IX B voor overheidsopdrachten voor leveringen en in bijlage IX C voor overheidsopdrachten voor diensten.

Bij procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor diensten kan de aanbestedende dienst, indien de gegadigden of de inschrijvers over een bijzondere vergunning moeten beschikken of indien zij lid van een bepaalde organisatie moeten zijn om in hun land van herkomst de betrokken dienst te kunnen verlenen, verlangen dat zij aantonen dat zij over deze vergunning beschikken of lid van de bedoelde organisatie zijn.

Artikel 50

Economische en financiële draagkracht

1.   In het algemeen kan de financiële en economische draagkracht van het economisch subject worden aangetoond door een of meer van de volgende referenties:

a)

passende bankverklaringen of, in voorkomend geval, het bewijs van een verzekering tegen beroepsrisico's;

b)

overlegging van balansen of van balansuittreksels, indien de wetgeving van het land waar het economisch subject is gevestigd, de bekendmaking van balansen voorschrijft;

c)

een verklaring betreffende de totale omzet en, in voorkomend geval, de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de opdracht is, over ten hoogste de laatste drie beschikbare boekjaren, afhankelijk van de oprichtingsdatum of van de datum waarop het economisch subject met zijn bedrijvigheid is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers beschikbaar zijn.

2.   Het economisch subject kan zich in voorkomend geval en voor een welbepaalde opdracht beroepen op de draagkracht van andere lichamen, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die lichamen. In dat geval moet het bij de aanbestedende dienst aantonen dat het werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van die lichamen, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze lichamen.

3.   Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van economische subjecten zoals bedoeld in artikel 4, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere lichamen.

4.   De aanbestedende diensten geven in de aankondiging van de opdracht of in de uitnodiging tot inschrijving de in lid 1 bedoelde referentie of referenties aan die zij verlangen, evenals de andere bewijsstukken die ter inzage moeten worden overlegd.

5.   Wanneer het economisch subject om gegronde redenen niet in staat is de door de aanbestedende dienst gevraagde referenties over te leggen, kan het zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere bescheiden die de aanbestedende dienst geschikt acht.

Artikel 51

Technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid

1.   De technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid van de economische subjecten worden beoordeeld en gecontroleerd overeenkomstig de leden 2 en 3.

2.   De technische bekwaamheid van het economisch subject kan op een of meer van de volgende manieren worden aangetoond, afhankelijk van de aard, de hoeveelheid of omvang en het doel van de werken, leveringen of diensten:

a)

i)

aan de hand van een lijst van de werken die de afgelopen vijf jaar werden verricht, welke lijst vergezeld gaat van certificaten die bewijzen dat de belangrijkste werken naar behoren zijn uitgevoerd. In deze certificaten wordt het bedrag van de werken vermeld, alsmede de plaats en het tijdstip waarop ze werden uitgevoerd; voorts wordt aangegeven of de werken volgens de regels der kunst zijn uitgevoerd en tot een goed einde zijn gebracht; in voorkomend geval worden de certificaten door de bevoegde instantie rechtstreeks aan de aanbestedende dienst toegezonden;

ii)

aan de hand van een lijst van de voornaamste leveringen of diensten die gedurende de afgelopen drie jaar werden verricht, met vermelding van het bedrag en de datum en van de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren. De leveringen en diensten worden aangetoond:

in het geval van leveringen of diensten voor een aanbestedende dienst: door certificaten die de bevoegde autoriteit heeft afgegeven of medeondertekend;

in het geval van leveringen of diensten voor een particuliere afnemer: door certificaten van de afnemer of, bij ontstentenis daarvan, eenvoudigweg door een verklaring van het economisch subject;

b)

aan de hand van een opgave van de al dan niet tot de onderneming van het economisch subject behorende technici of technische organen, in het bijzonder van die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole en, in het geval van overheidsopdrachten voor werken, van die welke de aannemer ter beschikking zullen staan om de werken uit te voeren;

c)

aan de hand van een beschrijving van de technische uitrusting van de leverancier of de dienstverlener, van de maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen en de mogelijkheden die hij biedt ten aanzien van ontwerpen en onderzoek;

d)

in het geval van complexe producten of diensten of wanneer deze bij wijze van uitzondering aan een bijzonder doel moeten beantwoorden, aan de hand van een controle door de aanbestedende dienst of, in diens naam, door een bevoegd officieel orgaan van het land waar de leverancier of de dienstverlener gevestigd is, onder voorbehoud van instemming door dit orgaan; deze controle heeft betrekking op de productiecapaciteit van de leverancier of op de technische capaciteit van de dienstverlener en, zo nodig, op diens mogelijkheden inzake ontwerpen en onderzoek en de maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen;

e)

aan de hand van de studie- en beroepsdiploma's van de dienstverlener of de aannemer en/of het kaderpersoneel van de onderneming en in het bijzonder van degenen die met de dienstverlening of de leiding van de werken zijn belast;

f)

voor overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken of het verlenen van diensten, en uitsluitend in passende gevallen, de vermelding van de maatregelen inzake milieubeheer die het economisch subject kan toepassen in het kader van de uitvoering van de opdracht;

g)

aan de hand van een verklaring betreffende de gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting van de onderneming van de dienstverlener of de aannemer, en de omvang van het kaderpersoneel gedurende de laatste drie jaar;

h)

aan de hand van een verklaring welke de outillage, het materieel en de technische uitrusting vermeldt waarover de dienstverlener of de aannemer voor het verlenen van de opdracht beschikt;

i)

aan de hand van de omschrijving van het gedeelte van de opdracht dat de dienstverlener eventueel in onderaanneming wil geven;

j)

wat de te leveren producten betreft:

i)

aan de hand van monsters, beschrijvingen en/of foto's, waarvan op verzoek van de aanbestedende dienst de echtheid moet kunnen worden aangetoond;

ii)

aan de hand van certificaten die door als bevoegd erkende officiële instituten of diensten voor kwaliteitscontrole zijn opgesteld, waarin wordt verklaard dat duidelijk door referenties geïdentificeerde producten aan bepaalde specificaties of normen beantwoorden.

3.   Het economisch subject kan zich in voorkomend geval en voor welbepaalde opdrachten beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die entiteiten. In dat geval moet het de aanbestedende dienst aantonen dat het kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om het economisch subject de nodige middelen ter beschikking te stellen.

4.   Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van economische subjecten zoals bedoeld in artikel 3, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.

5.   Bij procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen waarvoor plaatsings- of installatiewerkzaamheden nodig zijn, voor het verlenen van diensten en/of de uitvoering van werken, kan de geschiktheid van economische subjecten om die diensten te verlenen of die installatiewerkzaamheden of werken uit te voeren, worden beoordeeld aan de hand van met name hun knowhow, efficiëntie, ervaring en betrouwbaarheid.

6.   De aanbestedende dienst geeft in de aankondiging of in de uitnodiging tot indiening van een inschrijving aan, welke van de in de lid 2 genoemde referenties hij verlangt.

Artikel 52

Kwaliteitsnormen

Ingeval de aanbestedende diensten de overlegging verlangen van door onafhankelijke instanties opgestelde verklaringen dat het economisch subject aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoet, dienen deze diensten te verwijzen naar kwaliteitsbewakingsregelingen die op de Europese normenreeksen op dit terrein zijn gebaseerd en die zijn gecertificeerd door instanties die voldoen aan de Europese normenreeks voor certificering. Zij erkennen gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde instellingen. Zij aanvaarden eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van de kwaliteitsbewaking van economische subjecten.

Artikel 53

Normen inzake milieubeheer

Ingeval de aanbestedende diensten in de in artikel 51, lid 2, punt f), bedoelde gevallen de overlegging verlangen van een door onafhankelijke instellingen opgestelde verklaring dat het economisch subject aan bepaalde normen inzake milieubeheer voldoet, verwijzen zij naar het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) of naar normen inzake milieubeheer die gebaseerd zijn op de desbetreffende Europese of internationale normen die gecertificeerd zijn door instellingen die beantwoorden aan het Gemeenschapsrecht of aan de toepasselijke Europese of internationale normen voor certificering. Zij erkennen gelijkwaardige certificaten van in andere lidstaten gevestigde instellingen. Zij aanvaarden tevens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van milieubeheer die de economische subjecten overleggen.

Artikel 54

Aanvullende documentatie en inlichtingen

De aanbestedende dienst kan verlangen dat de economische subjecten de uit hoofde van de artikelen 48 tot en met 53 overgelegde verklaringen en bescheiden aanvullen of nader toelichten.

Artikel 55

Officiële lijsten van erkende ondernemingen en certificering door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instellingen

1.   De lidstaten kunnen hetzij officiële lijsten van erkende aannemers, leveranciers of dienstverleners, hetzij een certificering door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke certificeringsinstellingen instellen.

De lidstaten passen de voorwaarden voor de inschrijving op die lijsten en de voorwaarden voor de afgifte van certificaten door de certificeringsinstellingen aan aan artikel 48, lid 1 en lid 2, onder a) tot en met d), en onder g), artikel 49, artikel 50, leden 1, 4 en 5, artikel 51, leden 1, 2, 5 en 6, artikel 52 en, in voorkomend geval, artikel 53.

De lidstaten passen deze voorwaarden tevens aan aan artikel 50, lid 2, en artikel 51, lid 3, voor verzoeken tot inschrijving van economische subjecten die deel uitmaken van een groep en die gebruik maken van middelen die hen door andere ondernemingen van de groep ter beschikking worden gesteld. In dat geval moeten deze economische subjecten voor de instantie die de officiële lijst opstelt bewijzen dat zij gedurende de volledige geldigheidsduur van het bewijs van inschrijving op de officiële lijst over deze middelen zullen beschikken, en dat deze ondernemingen voor diezelfde periode zullen blijven voldoen aan de eisen op het gebied van de kwalitatieve selectie als bepaald in de in de tweede alinea genoemde artikelen waarop deze economische subjecten zich voor hun inschrijving beroepen.

2.   De economische subjecten die op een officiële lijst zijn opgenomen of in het bezit zijn van een certificaat, kunnen bij elke opdracht een door de bevoegde autoriteit afgegeven bewijs van inschrijving of het door de bevoegde certificeringsinstelling afgegeven certificaat aan de aanbestedende dienst overleggen. Op dit bewijs of dit certificaat worden de referenties vermeld op grond waarvan de inschrijving op de lijst/de certificering mogelijk was, alsmede de classificatie op deze lijst.

3.   De door de bevoegde autoriteit bevestigde opneming op een officiële lijst of het door de certificeringsinstelling afgegeven certificaat vormt voor de aanbestedende diensten van de andere lidstaten slechts een vermoeden van geschiktheid met betrekking tot artikel 48, lid 1 en lid 2, onder a) tot en met d) en onder g), artikel 49, artikel 50, lid 1, onder b) en c), artikel 51, lid 2, punt a), onder i), en punten b), e), g) en h), voor aannemers, artikel 51, lid 2, punt a), onder ii), en punten b), c), d) en j), voor leveranciers, en lid 2, punt a), onder ii), en punten c) tot en met i), voor dienstverleners.

4.   De gegevens die uit de opneming op een officiële lijst of de certificering kunnen worden afgeleid, kunnen niet zonder verantwoording ter discussie worden gesteld. Met betrekking tot de betaling van socialezekerheidsbijdragen en belastingen en heffingen kan van elk ingeschreven economisch subject bij elke opdracht een aanvullende verklaring worden verlangd.

Lid 3 en de eerste alinea van het onderhavige lid worden door de aanbestedende diensten van de andere lidstaten alleen toegepast op leveranciers die zijn gevestigd in de lidstaat die de officiële lijst heeft opgesteld.

5.   Voor de opneming van economische subjecten uit andere lidstaten op een officiële lijst of voor de certificering van die economische subjecten door de in lid 1 bedoelde instellingen mogen geen andere bewijzen en verklaringen worden verlangd dan die van nationale economische subjecten en in geen geval andere dan die welke zijn vermeld in de artikelen 48 tot en met 52 en , in voorkomend geval, artikel 53.

De opneming op een lijst of certificering kan evenwel niet aan economische subjecten uit andere lidstaten worden voorgeschreven voor deelneming aan een overheidsopdracht. De aanbestedende diensten erkennen gelijkwaardige certificaten van de in andere lidstaten gevestigde instellingen. Zij aanvaarden ook andere gelijkwaardige bewijsmiddelen.

6.   Economische subjecten kunnen te allen tijde om de opneming op een officiële lijst of om de afgifte van een certificaat verzoeken. Zij moeten binnen een redelijk korte termijn in kennis worden gesteld van het besluit van de met de opstelling van de lijst belaste autoriteit of de bevoegde certificeringsinstelling.

7.   De in lid 1 bedoelde certificeringsinstellingen zijn instellingen die voldoen aan de Europese certificeringsnormen.

8.   De lidstaten die officiële lijsten of certificeringsinstellingen als bedoeld in lid 1 hebben, delen de andere lidstaten het adres van de instelling mee waaraan verzoeken tot opneming op de lijst kunnen worden gericht.

AFDELING 3

Gunning van de opdracht

Artikel 56

Gunningscriteria

1.   Onverminderd de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de vergoeding van bepaalde diensten, zijn de criteria aan de hand waarvan de aanbestedende diensten een overheidsopdracht gunnen:

a)

hetzij, indien de gunning aan de inschrijver met de economisch voordeligste inschrijving plaatsvindt, verschillende criteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht, zoals de kwaliteit, de prijs, de technische waarde, de esthetische en functionele kenmerken, de milieukenmerken , met inbegrip van zulke kenmerken die de productiemethoden betreffen , de gebruikskosten, de rentabiliteit, de klantenservice en de technische bijstand, de datum van levering en de termijn voor levering of uitvoering , alsmede het beleid van de inschrijver ten aanzien van gehandicapten en de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling door de inschrijver ;

b)

hetzij alleen de laagste prijs.

2.   Onverminderd de bepalingen van de derde alinea van dit lid, specificeert in het in lid 1, onder a), bedoelde geval de aanbestedende dienst in de aankondiging van de opdracht of in het bestek of, bij de concurrentiegerichte dialoog, in het beschrijvende document, het relatieve gewicht dat hij toekent aan elk van de door hem gekozen criteria voor de bepaling van de economisch voordeligste inschrijving.

Dit gewicht kan worden uitgedrukt in een marge met een passend verschil tussen minimum en maximum.

Wanneer volgens de aanbestedende dienst om aantoonbare redenen geen weging mogelijk is, vermeldt de aanbestedende dienst in de aankondiging van de opdracht of in het bestek of, bij de concurrentiegerichte dialoog, in het beschrijvende document, de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid.

Artikel 57

Gebruik van elektronische veilingen

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende diensten elektronische veilingen houden.

2.   Bij openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen en in het geval bedoeld in artikel 32, lid 1, onder a), kunnen de aanbestedende diensten beslissen dat de gunning van de overheidsopdracht zal worden voorafgegaan door een elektronische veiling, wanneer de nauwkeurige specificaties voor de opdracht kunnen worden opgesteld.

Onder dezelfde voorwaarden kan een elektronische veiling worden gebruikt bij het opnieuw tot mededinging oproepen van de partijen bij een raamovereenkomst, als bedoeld in artikel 34, lid 4, tweede alinea, tweede streepje, alsmede bij de oproep tot mededinging voor opdrachten die worden gegund in het kader van het dynamische aankoopsysteem als bedoeld in artikel 35.

De elektronische veiling heeft betrekking op:

hetzij alleen de prijzen wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de laagste prijs;

hetzij de prijzen en/of de waarden van de elementen van de inschrijvingen zoals aangegeven in het bestek wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de economisch voordeligste inschrijving.

3.   De aanbestedende diensten die beslissen gebruik te maken van een elektronische veiling, maken daarvan melding in de aankondiging van de opdracht.

Het bestek bevat onder andere de volgende informatie:

a)

de elementen waarvan de waarden vallen onder de elektronische veiling, voor zover deze elementen kwantificeerbaar zijn zodat ze kunnen worden uitgedrukt in cijfers of procenten;

b)

de eventuele limieten van de waarden die kunnen worden ingediend, zoals zij voortvloeien uit de specificaties van het voorwerp van de opdracht;

c)

de informatie die tijdens de elektronische veiling ter beschikking van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop die informatie in voorkomend geval ter beschikking zal worden gesteld;

d)

relevante informatie betreffende het verloop van de elektronische veiling;

e)

de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod kunnen doen en met name de vereiste minimumverschillen die in voorkomend geval voor de biedingen vereist zijn;

f)

relevante informatie betreffende het gebruikte elektronische systeem en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding.

4.   Alvorens over te gaan tot de elektronische veiling, verlenen de aanbestedende diensten een eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen aan de hand van het/de gunningscriterium/a en de weging daarvan zoals die zijn vastgesteld.

Alle inschrijvers die een aan de eisen beantwoordende inschrijving hebben gedaan, worden tegelijkertijd langs elektronische weg uitgenodigd om nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden in te dienen; het verzoek bevat alle relevante informatie voor de individuele verbinding met het gebruikte elektronische systeem en preciseert het tijdstip en het aanvangsuur van de elektronische veiling. De elektronische veiling kan in verschillende fasen verlopen. De elektronische veiling kan op zijn vroegst twee werkdagen na de datum van verzending van de uitnodigingen beginnen.

5.   Wanneer voor de gunning het criterium van de economisch voordeligste inschrijving wordt gehanteerd, gaat de uitnodiging vergezeld van het resultaat van de volledige beoordeling van de inschrijving van de betrokken inschrijver, uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 56, lid 2, eerste alinea, bepaalde wegingscriteria.

De uitnodiging vermeldt tevens de wiskundige formule die tijdens de elektronische veiling de automatische herklasseringen naar gelang van de ingediende nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden zal bepalen. In deze formule is het relatieve gewicht verwerkt dat aan alle vastgestelde criteria is toegekend om de economisch voordeligste inschrijving te bepalen, zoals dat in de aankondiging van de opdracht of het bestek is aangegeven; daartoe moeten eventuele marges evenwel vooraf in een bepaalde waarde worden uitgedrukt.

Wanneer variaties zijn toegestaan, moeten voor elke variatie afzonderlijke formules worden verstrekt.

6.   Tijdens elke fase van de elektronische veiling delen de aanbestedende diensten voortdurend en ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die de inschrijvers de mogelijkheid biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen. De aanbestedende diensten kunnen ook andere informatie betreffende andere ingediende prijzen of waarden meedelen indien dat in het bestek is vermeld. Zij kunnen tevens op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan de fase van de veiling deelnemen. Zij mogen tijdens het verloop van de fasen van de elektronische veiling evenwel in geen geval de identiteit van de inschrijvers bekendmaken.

7.   De aanbestedende diensten kunnen de elektronische veiling op een of meer van de onderstaande wijzen afsluiten:

a)

zij kunnen in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling een vooraf vastgestelde datum en een vooraf vastgesteld tijdstip voor de sluiting aangeven;

b)

zij kunnen de veiling afsluiten wanneer zij geen nieuwe prijzen meer ontvangen die beantwoorden aan de vereisten betreffende de minimumverschillen. In dit geval preciseren de aanbestedende diensten in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling de termijn die zij na ontvangst van de laatste aanbieding in acht zullen nemen alvorens de veiling te sluiten;

c)

zij kunnen de veiling afsluiten wanneer alle fasen van de veiling die in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling zijn vermeld, afgehandeld zijn.

Wanneer de aanbestedende diensten besloten hebben om de elektronische veiling overeenkomstig punt c) af te sluiten, in voorkomend geval in combinatie met de in punt b) bepaalde regelingen, vermeldt de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling het tijdschema voor elk van de fasen van de veiling.

8.   Na de sluiting van de elektronische veiling gunnen de aanbestedende diensten de opdracht overeenkomstig artikel 56, op basis van de resultaten van de elektronische veiling.

De aanbestedende diensten mogen geen misbruik maken van de methode van de elektronische veiling, noch mogen zij de methode gebruiken om concurrentie te beletten, te beperken of te vervalsen of om wijzigingen aan te brengen in het voorwerp van de opdracht zoals omschreven in de aankondiging van de opdracht en vastgelegd in het bestek.

Artikel 58

Abnormaal lage inschrijvingen

1.   Wanneer voor een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te verlenen dienst abnormaal laag lijken, verzoekt de aanbestedende dienst, voordat hij deze inschrijvingen kan afwijzen, schriftelijk om de door hem dienstig geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.

Deze preciseringen kunnen met name verband houden met:

a)

de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de producten of van de dienstverlening;

b)

de gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de uitvoering van de werken, de levering van de producten of het verlenen van de diensten kan profiteren;

c)

de originaliteit van het ontwerp van de inschrijver;

d)

de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;

e)

de eventuele ontvangst van staatssteun door de inschrijver.

2.   De aanbestedende dienst onderzoekt in overleg met de inschrijver de samenstelling aan de hand van de ontvangen toelichtingen.

3.   Wanneer een aanbestedende dienst constateert dat een inschrijving abnormaal laag is doordat de inschrijver overheidssteun heeft gekregen, kan de inschrijving alleen op uitsluitend die grond worden afgewezen wanneer de inschrijver desgevraagd niet binnen een door de aanbestedende dienst bepaalde voldoende lange termijn kan aantonen dat de betrokken steun rechtmatig is toegekend. Wanneer de aanbestedende dienst in een dergelijke situatie een inschrijving afwijst, stelt hij daarvan de Commissie in kennis.

TITEL III

Regels op het gebied van concessies voor openbare werken

HOOFDSTUK I

Op concessies voor openbare werken toepasselijke regels

Artikel 59

Toepassingsgebied

Dit hoofdstuk is van toepassing op alle door aanbestedende diensten gesloten concessieovereenkomsten voor openbare werken waarvan de waarde 6 242 000 EUR of meer bedraagt.

Deze waarde wordt berekend volgens de regels voor overheidsopdrachten voor openbare werken van artikel 10.

Artikel 60

Uitsluitingen van het toepassingsgebied

Deze titel is niet van toepassing op concessieovereenkomsten voor openbare werken die:

a)

gesloten zijn onder dezelfde voorwaarden als de in de artikelen 15, 16 en 17 bedoelde overheidsopdrachten voor diensten;

b)

gesloten zijn door aanbestedende diensten die een of meer activiteiten uitoefenen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 7 van Richtlijn 2003/.../EG[ houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten].

Deze richtlijn blijft evenwel van toepassing op de overheidsopdrachten die worden geplaatst door aanbestedende diensten welke een of meer van de in artikel 6 van Richtlijn 2003/.../EG [houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten] bedoelde activiteiten uitoefenen, wanneer die overheidsopdrachten betrekking hebben op die specifieke activiteiten, zolang de betrokken lidstaat gebruik maakt van de in artikel 72, lid 1, tweede alinea, van voornoemde richtlijn bedoelde mogelijkheid om de toepassing ervan uit te stellen.

Artikel 61

Bekendmaking van de aankondiging betreffende concessieovereenkomsten voor openbare werken

1.   De aanbestedende diensten die gebruik willen maken van een concessieovereenkomst voor openbare werken, geven hun voornemen hiertoe in een aankondiging te kennen.

2.   De aankondigingen betreffende concessieovereenkomsten voor openbare werken bevatten de in bijlage VII C bedoelde inlichtingen en in voorkomend geval ook alle door de aanbestedende dienst nuttig geachte inlichtingen in de vorm van de standaardformulieren die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure zijn vastgesteld.

3.   De aankondigingen worden overeenkomstig artikel 38, leden 2 tot en met 8, bekendgemaakt.

4.   Artikel 39 betreffende de bekendmaking van aankondigingen is ook op concessieovereenkomsten voor openbare werken van toepassing.

Artikel 62

Termijn

Aanbestedende diensten die gebruik willen maken van een concessieovereenkomst voor openbare werken, stellen voor de indiening van de inschrijvingen op de concessie een termijn vast van ten minste 52 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging behalve in het geval bedoeld in artikel 40, lid 5.

Artikel 40, lid 7 is van toepassing.

Artikel 63

Onderaanneming

De aanbestedende dienst kan:

a)

hetzij de houder van een concessie voor openbare werken verplichten opdrachten van ten minste 30 % van de totale waarde van de werken waarvoor een concessie wordt verleend, aan derden uit te besteden, met dien verstande dat de mogelijkheid wordt opengelaten dat de gegadigden dit percentage verhogen. Dit minimumpercentage dient in de concessieovereenkomst voor openbare werken te worden vermeld;

b)

hetzij de gegadigden voor de concessie verzoeken zelf in hun inschrijvingen aan te geven welk percentage van de totale waarde van de werken waarvoor de concessie wordt verleend, zij in voorkomend geval aan derden denken uit te besteden.

Artikel 64

Gunning van aanvullende werken aan de concessiehouder

Deze richtlijn is niet van toepassing op aanvullende werken die noch in het aanvankelijk overwogen ontwerp van de concessie, noch in het oorspronkelijke contract waren opgenomen en die als gevolg van onvoorziene omstandigheden voor de uitvoering van het werk zoals dat daarin is beschreven en dat door de aanbestedende dienst aan de concessiehouder wordt opgedragen, noodzakelijk zijn geworden, mits zij worden gegund aan het economisch subject die dit werk uitvoert:

wanneer deze aanvullende werken uit technisch of economisch oogpunt niet los van de oorspronkelijke opdracht kunnen worden uitgevoerd zonder de aanbestedende diensten grote ongemakken te bezorgen, of

wanneer deze werken, hoewel zij van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht kunnen worden gescheiden, voor de vervolmaking ervan strikt noodzakelijk zijn.

Het totale bedrag van de voor de aanvullende diensten of werken geplaatste opdrachten mag echter niet hoger zijn dan 50 % van het bedrag van het hoofdwerk waarvoor de concessie is verleend.

HOOFDSTUK II

Regels voor de plaatsing van opdrachten door concessiehouders die zelf aanbestedende dienst zijn

Artikel 65

Regels

Wanneer de concessiehouder een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 1, lid 9, is hij gehouden ten aanzien van de door derden uit te voeren werken de bepalingen van deze richtlijn voor de plaatsing van overheidsopdrachten voor werken in acht te nemen.

HOOFDSTUK III

Regels voor de plaatsing van opdrachten door concessiehouders die zelf geen aanbestedende dienst zijn

Artikel 66

Regels voor de bekendmaking: drempel en uitzonderingen

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de houders van een concessie voor openbare werken die zelf geen aanbestedende dienst zijn bij de plaatsing van opdrachten voor werken bij derden de in artikel 67 bepaalde regels voor de bekendmaking toepassen, wanneer de waarde van deze opdrachten 6.242.000 EUR of meer bedraagt.

Bekendmaking is echter niet vereist wanneer een opdracht voor werken aan de in artikel 33 genoemde voorwaarden voldoet.

De waarde van de opdrachten wordt berekend volgens de in artikel 10 bepaalde regels inzake overheidsopdrachten voor werken.

2.   Als derden worden niet beschouwd ondernemingen die een combinatie hebben gevormd om de concessie te verwerven, of met deze ondernemingen verbonden ondernemingen.

Onder „verbonden onderneming” wordt verstaan, elke onderneming waarop de concessiehouder direct of indirect een overheersende invloed kan uitoefenen, of elke onderneming die een overheersende invloed kan uitoefenen op de concessiehouder of die, tezamen met de concessiehouder, onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften. Het vermoeden van overheersende invloed bestaat wanneer een onderneming, direct of indirect, ten opzichte van een andere onderneming:

a)

de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezit, of

b)

beschikt over de meerderheid van de stemmen die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of

c)

meer dan de helft van de leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan van de onderneming kan benoemen.

Bij de inschrijving voor de concessie moet een limitatieve lijst van deze ondernemingen worden gevoegd. Deze lijst wordt bijgewerkt naar gelang van latere wijzigingen in de bindingen tussen de ondernemingen.

Artikel 67

Bekendmaking van de aankondiging

1.   Houders van concessies voor openbare werken die zelf geen aanbestedende dienst zijn en die een opdracht voor werken bij een derde wensen te plaatsen, geven hun voornemen hiertoe in een aankondiging te kennen.

2.   De aankondigingen bevatten de in bijlage VII C genoemde inlichtingen en in voorkomend geval ook alle door de houder van de concessie voor openbare werken nuttig geachte inlichtingen in de vorm van de standaardformulieren die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure zijn vastgesteld.

3.   De aankondiging wordt overeenkomstig artikel 38, leden 2 tot en met 8, bekendgemaakt.

4.   Artikel 39 betreffende de vrijwillige bekendmaking van aankondigingen is eveneens van toepassing.

Artikel 68

Termijnen voor de ontvangst van verzoeken tot deelneming en de ontvangst van inschrijvingen

Bij opdrachten voor werken die worden geplaatst door houders van concessies voor openbare werken die zelf geen aanbestedende dienst zijn, bedraagt de door de concessiehouder vast te stellen termijn voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming ten minste 37 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht, en de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen ten minste 40 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of van de uitnodiging tot inschrijving.

Artikel 40, leden 5, 6 en 7, is van toepassing.

TITEL IV

Regels voor prijsvragen op het gebied van diensten

Artikel 69

Algemene bepalingen

1.   De regels voor het uitschrijven van een prijsvraag worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 69 tot en met 77 en worden degenen die belangstellen in deelneming aan de prijsvraag ter beschikking gesteld.

2.   De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag niet worden beperkt:

a)

tot het grondgebied van een lidstaat of een deel daarvan;

b)

op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge de wetgeving van de lidstaat waar de prijsvraag wordt uitgeschreven, hetzij natuurlijke personen hetzij rechtspersonen moeten zijn.

Artikel 70

Toepassingsgebied

1.   De prijsvragen worden overeenkomstig deze titel georganiseerd door:

a)

de in bijlage IV genoemde aanbestedende diensten (centrale overheidsinstanties), vanaf een drempel van ten minste 162.000 EUR;

b)

andere dan de in bijlage IV genoemde aanbestedende diensten, vanaf een drempel van ten minste 249.000 EUR;

c)

alle aanbestedende diensten vanaf een drempel van ten minste 249.000 EUR wanneer de prijsvraag betrekking heeft op diensten van categorie 8 van bijlage II A, telecommunicatiediensten van categorie 5 waarvan de CPV-posten overeenkomen met de CPC-indelingen 7524, 7525 en 7526 en/of diensten van bijlage II B.

2.   Deze titel is van toepassing op:

a)

prijsvragen die in het kader van een procedure voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor diensten worden georganiseerd;

b)

prijsvragen met prijzengeld en/of betaling van de deelnemers.

In de onder a) bedoelde gevallen betreft de drempel de geraamde waarde van de overheidsopdracht voor diensten, exclusief BTW, met inbegrip van het eventuele prijzengeld en/of betaling van de deelnemers.

In de onder b) bedoelde gevallen betreft de drempel het totale bedrag van het prijzengeld en de betalingen, met inbegrip van de geraamde waarde exclusief BTW van de overheidsopdracht voor diensten die later kan worden gegund overeenkomstig artikel 33, lid 3 , indien de aanbestedende dienst een dergelijke gunning in de aankondiging van de prijsvraag niet uitsluit.

Artikel 71

Uitsluitingen van het toepassingsgebied

Deze titel is niet van toepassing op:

a)

prijsvragen voor diensten in de zin van Richtlijn 2003/.../EG[ houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten], die worden uitgeschreven door aanbestedende diensten die een of meer van de in de artikelen 3 tot en met 7 van de genoemde richtlijn bedoelde activiteiten uitoefenen, en die worden uitgeschreven om deze activiteiten voort te zetten, noch op prijsvragen die van het toepassingsgebied van genoemde richtlijn zijn uitgesloten;

Deze richtlijn blijft echter van toepassing op prijsvragen voor diensten die door aanbestedende diensten die één of meer van de in artikel 6 van Richtlijn 2003/.../EG bedoelde activiteiten uitoefenen en voor deze activiteiten zijn uitgeschreven zolang de betrokken lidstaat gebruik maakt van de in artikel 72, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2003/.../EG[ houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten] bedoelde mogelijkheid om de toepassing ervan uit te stellen.

b)

prijsvragen die worden uitgeschreven onder dezelfde voorwaarden als die in de artikelen 15, 16 en 17 van deze richtlijn voor overheidsopdrachten voor diensten.

Artikel 72

Aankondigingen

1.   De aanbestedende diensten die een prijsvraag willen uitschrijven, geven hun voornemen hiertoe in een aankondiging van een prijsvraag te kennen.

2.   De aanbestedende diensten die een prijsvraag hebben uitgeschreven, zenden overeenkomstig artikel 38 een aankondiging betreffende de resultaten van de prijsvraag toe en moeten de verzenddatum kunnen aantonen.

Indien openbaarmaking van de gegevens over de uitslag van de prijsvraag de toepassing van de wet in de weg zou staan, met het openbaar belang in strijd zou zijn, de rechtmatige commerciële belangen van een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke onderneming zou kunnen schaden of afbreuk aan de eerlijke mededinging tussen dienstverleners zou kunnen doen, behoeven deze gegevens niet te worden bekendgemaakt.

3.   Artikel 39 betreffende de bekendmaking van aankondigingen is ook op prijsvragen van toepassing.

Artikel 73

Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen betreffende prijsvragen

1.   De in artikel 72 bedoelde aankondigingen bevatten de in bijlage VII D genoemde inlichtingen in de vorm van de standaardformulieren die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure zijn vastgesteld.

2.   De aankondigingen worden overeenkomstig artikel 38, leden 2 tot en met 8, bekendgemaakt.

Artikel 74

Communicatiemiddelen

1.   Artikel 44, leden 1, 2 en 4, is van toepassing op alle mededelingen betreffende prijsvragen.

2.   De mededelingen, uitwisselingen en opslag van gegevens geschieden op zodanige wijze dat de integriteit en het vertrouwelijke karakter van alle door de deelnemers aan de prijsvraag ingezonden informatie gehandhaafd worden en dat de jury eerst na afloop van de voor de indiening van plannen en ontwerpen gestelde termijn kennisneemt van de inhoud daarvan.

3.   De onderstaande voorschriften zijn van toepassing op de middelen voor elektronische ontvangst van plannen en ontwerpen:

a)

de gegevens met betrekking tot de specificaties die nodig zijn voor de indiening van plannen en ontwerpen langs elektronische weg, met inbegrip van versleuteling, moeten ter beschikking van de belanghebbenden staan. Voorts moeten de middelen voor elektronische ontvangst van plannen en ontwerpen in overeenstemming zijn met de vereisten in bijlage X;

b)

de lidstaten kunnen vrijwillige toelatingsregelingen ter verbetering van het niveau van de voor deze middelen verleende certificeringsdienst instellen of handhaven.

Artikel 75

Selectie van deelnemers

Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers stellen de aanbestedende diensten duidelijke en nietdiscriminerende selectiecriteria vast. In alle gevallen moet het aantal gegadigden dat tot deelneming aan de prijsvraag wordt uitgenodigd, worden bepaald in het licht van de noodzaak een daadwerkelijke mededinging te waarborgen.

Artikel 76

Samenstelling van de jury

De jury bestaat uitsluitend uit natuurlijke personen die onafhankelijk van de deelnemers aan de prijsvraag zijn. Wanneer van de deelnemers aan een prijsvraag een bijzondere beroepskwalificatie wordt geëist, moet ten minste een derde van de juryleden deze kwalificatie of een gelijkwaardige kwalificatie bezitten.

Artikel 77

Beslissingen van de jury

1.   De jury is autonoom in haar beslissingen en adviezen.

2.   Zij onderzoekt de projecten op basis van door de gegadigden anoniem voorgelegde ontwerpen en uitsluitend op grond van de criteria die in de aankondiging van de prijsvraag zijn vermeld.

3.   Zij stelt een door haar leden ondertekend verslag op met de door haar op basis van de merites van elk project vastgestelde rangorde van de projecten, vergezeld van haar opmerkingen en eventuele punten die verduidelijking behoeven.

4.   De anonimiteit moet geëerbiedigd worden totdat het advies of de beslissing van de jury bekend is.

5.   Gegadigden kunnen zo nodig worden uitgenodigd om door de jury in haar notulen vermelde vragen te beantwoorden teneinde duidelijkheid te verschaffen omtrent bepaalde aspecten van de projecten.

6.   Van de dialoog tussen de leden van de jury en de gegadigden worden volledige notulen opgesteld.

TITEL V

Statistische verplichtingen, uitvoeringsbevoegdheden en slotbepalingen

Artikel 78

Statistische verplichtingen

Om de resultaten van de toepassing van deze richtlijn te kunnen beoordelen, zenden de lidstaten de Commissie uiterlijk op 31 oktober van ieder jaar een overeenkomstig artikel 79 opgesteld statistisch overzicht van de in het voorgaande jaar door de aanbestedende diensten geplaatste overheidsopdrachten, uitgesplitst naar opdrachten voor leveringen, opdrachten voor diensten en opdrachten voor werken.

Artikel 79

Inhoud van het statistische overzicht

1.   Voor iedere in bijlage IV genoemde aanbestedende dienst worden in het statistische overzicht ten minste vermeld:

a)

het aantal en de waarde van de geplaatste opdrachten die onder deze richtlijn vallen;

b)

het aantal en de totale waarde van de opdrachten geplaatst op grond van de afwijkingen van de Overeenkomst.

Voorzover mogelijk worden de in de eerste alinea, onder a), genoemde gegevens als volgt uitgesplitst:

a)

naar de toegepaste procedure voor het plaatsen van de opdrachten;

b)

binnen iedere procedure, de werken overeenkomstig bijlage I, de producten en diensten overeenkomstig bijlage II, aangeduid met de categorie van CPV-nomenclatuur.

c)

naar de nationaliteit van het economisch subject waaraan de opdracht is gegund.

Voor opdrachten die zijn geplaatst door middel van een procedure van gunning door onderhandelingen, worden de in de eerste alinea, onder a), bedoelde gegevens bovendien uitgesplitst naar de in de artikelen 32 en 33 genoemde omstandigheden en worden het aantal en de waarde van de opdrachten opgegeven die zijn gegund per lidstaat en per derde land van vestiging van degenen aan wie de opdrachten zijn gegund.

2.   Voor iedere categorie aanbestedende diensten die niet in bijlage IV voorkomen, worden in het statistische overzicht ten minste vermeld:

a)

het aantal en de waarde van de geplaatste opdrachten, uitgesplitst overeenkomstig lid 1, tweede alinea;

b)

de totale waarde van de geplaatste opdrachten op grond van de afwijkingen van de overeenkomst.

3.   In het statistische overzicht worden andere statistische gegevens vermeld die overeenkomstig de overeenkomst worden verlangd.

De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden bepaald volgens de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 80

Het Raadgevend Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 71/306/EEG van de Raad (23) ingestelde Comité inzake overheidsopdrachten, hierna „comité” genoemd.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 81

Herziening van de drempels

1.   De Commissie controleert iedere twee jaar vanaf de inwerkingtreding van deze richtlijn de in artikel 8 vastgestelde drempels en past ze zo nodig aan overeenkomstig de procedure van artikel 80, lid 2.

De waarde van deze drempels wordt berekend op basis van de gemiddelde dagwaarde van de euro uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van de maand augustus onmiddellijk voorafgaande aan de eerste januari waarop de herziening ingaat. De waarde van de aldus herziene drempels in euro wordt, zonodig, naar beneden afgerond op het duizendtal om ervoor te zorgen dat de in de overeenkomst gestipuleerde vigerende drempels, uitgedrukt in BTR, worden nageleefd.

2.   Bij de in lid 1 bedoelde herziening brengt de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 80, lid 2:

a)

de drempels die zijn vastgesteld in artikel 9, eerste alinea, onder a), artikel 59 en artikel 66, lid 1, eerste alinea, in overeenstemming met de herziene drempel voor overheidsopdrachten voor werken;

b)

de drempels die zijn vastgesteld in artikel 9, eerste alinea, onder b), en artikel 70, lid 1, onder a), in overeenstemming met de herziene drempel voor door de in bijlage IV bedoelde aanbestedende diensten geplaatste overheidsopdrachten voor diensten;

c)

de drempels die zijn vastgesteld in artikel 70, lid 1, onder b) en c), in overeenstemming met de herziene drempel voor door niet in bijlage IV bedoelde aanbestedende diensten geplaatste overheidsopdrachten voor diensten.

3.   De tegenwaarden van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde drempels in de nationale valuta's van de lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen, worden in beginsel met ingang van 1 januari 2004 iedere twee jaar herzien. Deze waarden worden berekend op grond van het gemiddelde van de in euro uitgedrukte dagelijkse waarde van de genoemde valuta's over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van augustus onmiddellijk voorafgaande aan de op 1 januari van kracht wordende herziening.

4.   De in lid 1 bedoelde drempels en hun tegenwaarde in de in lid 3 bedoelde nationale valuta's worden door de Commissie aan het begin van de maand november die volgt op de herziening in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt.

Artikel 82

Wijzigingen

De Commissie kan, volgens de in artikel 80, lid 2, bedoelde procedure overgaan tot wijziging van:

a)

de technische aspecten van de in artikel 81, lid 1, tweede alinea, en lid 3, vastgestelde berekeningswijzen;

b)

de regels voor het opstellen, het verzenden, de ontvangst, de vertaling, de bundeling en de verspreiding van de in de artikelen 37, 61, 67 en 72, eerste alinea, bedoelde aankondigingen, alsook voor de in artikel 37, lid 4, vierde alinea, en de artikelen 78 en 79 bedoelde statistische overzichten;

c)

de regels voor bijzondere verwijzingen naar specifieke posten van de CPV-nomenclatuur in de aankondigingen;

d)

de in bijlage III opgenomen lijsten van de instellingen en van de categorieën publiekrechtelijke instellingen, wanneer dit op basis van de kennisgevingen van de lidstaten noodzakelijk blijkt;

e)

de in bijlage IV opgenomen lijsten van centrale overheidsinstanties, indien aanpassing noodzakelijk is om gevolg te geven aan de overeenkomst;

f)

de in bijlage I opgenomen nomenclatuurindeling, voorzover hierdoor niet het materiële toepassingsgebied van deze richtlijn wordt gewijzigd, en de regels voor de verwijzing in de aankondigingen naar specifieke posten van die nomenclatuur;

g)

de in bijlage II opgenomen nomenclatuurindeling, voorzover hierdoor niet het materiële toepassingsgebied van deze richtlijn wordt gewijzigd, en de regels voor de verwijzing in de aankondigingen naar specifieke bepalingen van die nomenclatuur binnen de in de bijlage vermelde categorieën diensten;

h)

de wijzen van verzending en bekendmaking van gegevens als bedoeld in bijlage VIII, om redenen in verband met de technische vooruitgang of om administratieve redenen;

i)

de technische aspecten en kenmerken van de middelen voor elektronische ontvangst als bedoeld in van bijlage X, punten a), f) en g).

Artikel 83

Uitvoering

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... (24) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 84

Controlemechanismen

De lidstaten stellen doeltreffende, openbare en transparante mechanismen vast ter waarborging van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn door de aanbestedende diensten die onder hun jurisdictie vallen.

Deze mechanismen kunnen o.a. inhouden dat een onafhankelijke instantie voor overheidsopdrachten wordt opgericht die bevoegd is toe te zien op de aanbestedingsprocedures, te waarborgen dat alle stadia van de gunning van een opdracht goed worden afgewerkt en in voorkomende gevallen op te treden, wanneer de krachtens deze richtlijn vereiste procedures niet worden nageleefd. De onafhankelijke instantie dient de bevoegdheid te krijgen om naleving van de richtlijn af te dwingen, met inbegrip van o.a. de ongeldigverklaring van opdrachtgunningen of de heropening van een aanbestedingsprocedure. Deze bevoegdheden dienen onderworpen te zijn aan een onafhankelijke bezwaarprocedure die openstaat voor aanbestedende diensten en eventuele leveranciers en die het recht van aanbestedende diensten om juridische stappen te ondernemen onverlet laat.

Artikel 85

Intrekkingen

Richtlijn 92/50/EEG, met uitzondering van artikel 43, en de Richtlijnen 93/36/EEG en 93/37/EEG worden met ingang van de in artikel 83 genoemde datum ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten wat de in bijlage XI aangegeven termijnen voor omzetting en toepassing betreft.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar deze richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage XII.

Artikel 86

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 87

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 11 en PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 210.

(2)  PB C 193 van 10.7.2001, blz. 7.

(3)  PB C 144 van 16.5.2001, blz. 23.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 17 januari 2002 ( PB C 271 E van 7.11.2002, blz. 176 ), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 maart 2003 ( PB C 147 E van 24.6.2003, blz. 1 ) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003.

(5)  PB L 209 van 24.7.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie (PB L 285 van 29.10.2001, blz. 1).

(6)  PB L 199 van 9.8.1993, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG.

(7)  PB L 199 van 9.8.1993, blz. 54. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG.

(8)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1.

(9)  PB L ...

(10)  PB L 199 van 9.8.1993, blz. 84. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG.

(11)  PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

(12)   PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1.

(13)  PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

(14)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(15)  Verordening (EG) nr. 761/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) (PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1).

(16)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(17)  PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.

(18)  PB L 351 van 29.12.1998, blz. 1.

(19)  PB C 195 van 25.6.1997, blz. 1.

(20)  PB L 358 van 31.12.1998, blz. 2.

(21)  PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48.

(22)  PB L 166 van 28.6.1991, blz. 77 . Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2001/97/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 76).

(23)  PB L 185 van 16.8.71, blz. 15. Besluit gewijzigd bij Besluit 77/63/EEG (PB L 13 van 15.1.1977, blz. 15).

(24)  21 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE I

LIJST VAN WERKZAAMHEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER b) (1)

NACE (2)

 

Code CPV

SECTIE F

 

 

BOUWNIJVERHEID

 

 

Afdeling

Groep

Klasse

Omschrijving

Toelichting

 

45

 

 

Bouwnijverheid

Deze afdeling omvat:

nieuwbouw, restauratiewerk en gewone reparaties.

45000000

 

45.1

 

Het bouwrijp maken van terreinen

 

45100000

 

 

45.11

Slopen van gebouwen; grondverzet

Deze klasse omvat:

het slopen van gebouwen en andere bouwwerken;

het ruimen van bouwterreinen;

het grondverzet: graven, ophogen, egaliseren en nivelleren van bouwterreinen, graven van sleuven en geulen, verwijderen van rotsen, grondverzet met behulp van explosieven enz.;

het geschikt maken van terreinen voor mijnbouw:

verwijderen van deklagen en overige werkzaamheden in verband met de ontsluiting van delfstoffen en de voorbereiding van de ontginning.

Deze klasse omvat voorts:

de drainage van bouwterreinen;

de drainage van land- en bosbouwgrond.

45110000

 

 

45.12

Proefboren en boren

Deze klasse omvat:

het proefboren en het nemen van bodemmonsters ten behoeve van de bouw of voor geofysische, geologische of dergelijke doeleinden.

Deze klasse omvat niet:

het boren van putten voor de aardolie- of aardgaswinning, zie 11.20;

het boren van waterputten, zie 45.25;

het delven van mijnschachten, zie 45.25;

de aardolie- en aardgasexploratie en geofysisch, geologisch en seismisch onderzoek, zie 74.20.

45120000

 

45.2

 

Burgerlijke en utiliteitsbouw, weg- en waterbouw;

 

45200000

 

 

45.21

Algemene bouwkundige en civieltechnische werken

Deze klasse omvat:

de bouw van alle soorten gebouwen;

de uitvoering van civieltechnische werken:

bruggen (inclusief die voor verhoogde wegen), viaducten, tunnels en ondergrondse doorgangen,

pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen over lange afstand, pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen in de bebouwde kom, bijkomende werken;

het monteren en optrekken van geprefabriceerde constructies ter plaatse.

Deze klasse omvat niet:

diensten in verband met de aardolie- en de aardgaswinning, zie 11.20;

het optrekken van volledige geprefabriceerde constructies van zelf vervaardigde onderdelen, niet van beton, zie 20, 26, 28;

bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen, zie 45.23;

installatiewerkzaamheden, zie 45.3;

de afwerking van gebouwen, zie 45.4;

architecten en ingenieurs, zie 74.20;

projectbeheer voor de bouw, zie 74.20.

45210000

 

 

45.22

Dakbedekking en bouw van dakconstructies

Deze klasse omvat:

de bouw van daken;

dakbedekking;

het waterdicht maken.

45220000

 

 

45.23

Wegenbouw

Deze klasse omvat:

de bouw van autowegen, straten en andere wegen en paden voor voertuigen en voetgangers;

de bouw van spoorwegen;

de bouw van start- en landingsbanen;

bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen;

het schilderen van markeringen op wegen en parkeerplaatsen.

Deze klasse omvat niet:

voorafgaand grondverzet, zie 45.11.

45230000

 

 

45.24

Waterbouw

Deze klasse omvat:

de aanleg van:

waterwegen, haven- en rivierwerken, jachthavens, sluizen enz.;

dammen en dijken;

baggerwerk;

werkzaamheden onder water.

45240000

 

 

45.25

Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw

Deze klasse omvat:

gespecialiseerde bouwwerkzaamheden ten behoeve van diverse bouwwerken, waarvoor specifieke ervaring of een speciale uitrusting nodig is:

bouw van funderingen, inclusief heien;

boren en aanleggen van waterputten, delven van mijnschachten;

opbouw van niet zelf vervaardigde elementen van staal;

buigen van staal;

metselen, inclusief zetten van natuursteen;

optrekken en afbreken van steigers en werkplatforms, inclusief verhuur van steigers en werkplatforms;

bouw van schoorstenen en industriële ovens.

Deze klasse omvat niet:

de verhuur van steigers zonder optrekken en afbreken, zie 71.32.

45250000

 

45.3

 

Installatie

 

45300000

 

 

45.31

Elektrische installatie

Deze klasse omvat:

de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van:

elektrische bedrading en toebehoren;

telecommunicatiesystemen;

elektrische verwarmingssystemen;

antennes;

apparatuur voor brandalarm;

alarminstallaties tegen diefstal;

liften en roltrappen;

bliksemafleiders enz.

45310000

 

 

45.32

Isolatie

Deze klasse omvat:

het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van isolatiemateriaal (warmte, geluid, trillingen).

Deze klasse omvat niet:

het waterdicht maken, zie 45.22.

45320000

 

 

45.33

Loodgieterswerk

Deze klasse omvat:

de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van:

waterleidingen en artikelen voor sanitair gebruik;

gasaansluitingen;

apparatuur en leidingen voor verwarming, ventilatie, koeling en klimaatregeling;

sprinklerinstallaties.

Deze klasse omvat niet:

de installatie en reparatie van elektrische verwarmingsinstallaties, zie 45.31.

45330000

 

 

45.34

Overige bouwinstallatie

Deze klasse omvat:

de installatie van verlichtingsen signaleringssystemen voor wegen, spoorwegen, luchthavens en havens;

de installatie in en aan gebouwen en andere bouwwerken van toebehoren, niet elders geklasseerd.

45340000

 

45.4

 

Afwerking van gebouwen

 

45400000

 

 

45.41

Stukadoorswerk

Deze klasse omvat:

het aanbrengen van pleister- en stukadoorswerk (inclusief het aanbrengen van een hechtgrond) aan de binnen- of buitenzijde van gebouwen en andere bouwwerken.

45410000

 

 

45.42

Schrijnwerk

Deze klasse omvat:

het plaatsen van niet zelf vervaardigde deuren, vensters, kozijnen, inbouwkeukens, trappen, winkelinrichtingen en dergelijke, van hout of van ander materiaal;

de binnenafwerking, zoals plafonds, wandbekleding van hout, verplaatsbare tussenwanden enz.

Deze klasse omvat niet:

het leggen van parket of andere houten vloerbedekking, zie 45.43.

45420000

 

 

45.43

Vloerafwerking en behangen

Deze klasse omvat:

het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van:

vloer- of wandtegels van keramische stoffen, beton of gehouwen steen;

parket en andere houten vloerbedekking;

tapijt en vloerbedekking van linoleum, rubber of kunststof;

vloerbedekking en wandbekleding van terrazzo, marmer, graniet of lei;

behang.

45430000

 

 

45.44

Schilderen en glaszetten

Deze klasse omvat:

het schilderen van het binnenen buitenwerk van gebouwen;

het schilderen van wegen- en waterbouwkundige werken;

het aanbrengen van glas, spiegels enz.

Deze klasse omvat niet:

de installatie van vensters, zie 45.42.

45440000

 

 

45.45

Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen

Deze klasse omvat:

de installatie van particuliere zwembaden;

gevelreiniging met behulp van stoom, door middel van zandstralen enz.;

overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen, n.e.g.

Deze klasse omvat niet:

het reinigen van het interieur van gebouwen en andere bouwwerken, zie 74.70.

45450000

 

45.5

 

Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel

 

45500000

 

 

45.50

Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel

Deze klasse omvat niet:

de verhuur van bouw- en sloopmachines zonder bedieningspersoneel, zie 71.32.

 


(1)  Bij verschillen tussen CPV en NACE, is de NACE-nomenclatuur van toepassing.

(2)  Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1), verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van de Commissie ( PB L 6 van 10.1.2002, blz. 3 ).

BIJLAGE II

DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER d)

 

BIJLAGE II A (1)

Categorie

Benaming

CPC-indeling (2)

CPV-indeling

1

Onderhoud en reparatie

6112, 6122, 633, 886

50100000 tot en met 50982000 (met uitzondering van 50310000 tot en met 50324200 en 50116510-9, 50190000-3, 50229000-6, 50243000-0)

2

Vervoer te land (3), met inbegrip van vervoer per pantserwagen en koerier, met uitzondering van postvervoer

712 (m.u.v. 71235),

7512, 87304

60112000-6 tot en met 60129300-1 (met uitzondering van 60121000 tot en met 60121600, 60122200-1, 60122230-0), en

64120000-3 tot en met 64121200-2

3

Luchtvervoer van passagiers en vracht, met uitzondering van postvervoer

73 (m.u.v. 7321)

62100000-3 tot en met 62300000-5 (met uitzondering van 62121000-6, 62221000-7)

4

Postvervoer te land (3) en door de lucht

71235, 7321

60122200-1, 60122230-0

62121000-6, 62221000-7

5

Telecommunicatie

752

64200000-8 tot en met 64228200-2,

72318000-7, en

72530000-9 tot en met 72532000-3

6

Diensten van financiële instellingen:

a)

verzekeringsdiensten

b)

bankdiensten en diensten in verband met beleggingen (4)

Ex 81, 812, 814

66100000-1 tot en met 66430000-3 en

67110000-1 tot en met 67262000-1 (2)

7

Diensten in verband met computers

84

50300000-8 tot en met 50324200-4,

72100000-6 tot en met 72591000-4 (met uitzondering van 72318000-7 en 72530000- 9 tot en met 72532000-3)

8

Onderzoeks- en ontwikkelingswerk (5)

85

73000000-2 tot en met 73300000-5 (met uitzondering van 73200000-4, 73210000-7, 7322000-0)

9

Accountants en boekhouders

862

74121000-3 tot en met 74121250-0

10

Markt- en opinieonderzoek

864

74130000-9 tot en met 74133000-0, en

74423100-1, 74423110-4

11

Advies inzake bedrijfsvoering en beheer en aanverwante diensten (6)

865, 866

73200000-4 tot en met 73220000-0,

74140000-2 tot en met 74150000-5 (met uitzondering van 74142200-8), en

74420000-9, 74421000-6, 74423000-0, 74423200-2, 74423210-5, 74871000-5, 93620000-0

12

Diensten van architecten; diensten van ingenieurs en geïntegreerde diensten van ingenieurs bij kant-enklaar opgeleverde projecten; diensten in verband met stedenbouw en landschapsarchitectuur; diensten in verband met aanverwante wetenschappelijke en technische adviezen; diensten voor keuring en controle

867

74200000-1 tot en met 74276400-8, en

74310000-5 tot en met 74323100-0, en 74874000-6

13

Reclamewezen

871

74400000-3 tot en met 74422000-3 (met uitzondering van 74420000-9 en 74421000-6)

14

Reiniging van gebouwen en beheer van onroerend goed

874, 82201 t/m 82206

70300000-4 tot en met 70340000-6, en

74710000-9 tot en met 7476000-4

15

Uitgeven en drukken, voor een vast bedrag of op contractbasis

88442

78000000-7 tot en met 78400000-1

16

Straatreiniging en afvalverzameling; afvalwaterverzameling en -verwerking en aanverwante diensten

94

90100000-8 tot en met 90320000-6, en

50190000-3, 50229000-6, 50243000-0


(1)  In geval van verschillen tussen CPV en CPC, is de CPC-nomenclatuur van toepassing.

(2)  CPC-nomenclatuur (voorlopige versie), gebruikt om het toepassingsgebied van Richtlijn 92/50/EEG te bepalen.

(3)  Met uitzondering van vervoer per spoor, dat onder categorie 18 valt.

(4)  Met uitzondering van financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, en door de centrale banken verleende diensten.

Uitgesloten zijn tevens diensten betreffende de verwerving of de huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop; de overeenkomsten betreffende financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden verstrekt, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze richtlijn onderworpen.

(5)  Met uitzondering van onderzoeks- en ontwikkelingswerk anders dan dat waarvan de resultaten in hun geheel toebehoren aan de aanbestedende dienst voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, voorzover de dienstverlening volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond.

(6)  Met uitzondering van diensten voor arbitrage en bemiddeling.

BIJLAGE II B

Categorie

Benaming

CPC-indeling

CPV-indeling

17

Hotels en restaurants

64

55000000-0 tot en met 55524000-9, en

93400000-2 tot en met 93411000-2

18

Vervoer per spoor

711

60111000-9, en

60121000-2 tot en met 60121600-8

19

Vervoer over water

72

61000000-5 tot en met 61530000-9, en

63370000-3 tot en met 63372000-7

20

Vervoersondersteunende activiteiten

74

62400000-6, 62440000-8,

62441000-5, 62450000-1,

63000000-9 tot en met 63600000-5 (met uitzondering van 63370000-3, 63371000-0, 63372000-7), en 74322000-2, 93610000-7

21

Rechtskundige diensten

861

74110000-3 tot en met 74114000-1

22

Arbeidsbemiddeling (1)

872

74500000-4 tot en met 74540000-6 (met uitzondering van 74511000-4), en

95000000-2 tot en met 95140000-5

23

Opsporing en beveiliging, met uitzondering van vervoer per pantserwagen

873 (m.u.v. 87304)

74600000-5 tot en met 74620000-1

24

Onderwijs

92

80100000-5 tot en met 80430000-7

25

Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

93

74511000-4, en

85000000-9 tot en met 85323000-9 (met uitzondering van 85321000-5 en 85322000-2)

26

Cultuur, sport en recreatie

96

74875000-3 tot en met 74875200-5, en

92000000-1 tot en met 92622000-7 (met uitzondering van 92230000-2)

27

Overige diensten (2)

 

 


(1)  Met uitzondering van arbeidsovereenkomsten.

(2)  Met uitzondering van overeenkomsten voor de aankoop, ontwikkeling, productie of coproductie van programmamateriaal door radio-omroeporganisaties en overeenkomsten betreffende zendtijd.

BIJLAGE III

LIJST VAN DE PUBLIEKRECHTELIJKE INSTELLINGEN EN DE CATEGORIEËN PUBLIEKRECHTELIJKE INSTELLINGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1, LID 9, TWEEDE ALINEA

I.   BELGIË

Instellingen

A

Agence fédérale pour l'Accueil des demandeurs d'Asile — Federaal Agentschap voor Opvang van Asielzoekers

Agence fédérale pour la Sécurité de la Chaîne alimentaire — Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Agence fédérale de Contrôle nucléaire — Federaal Agentschap voor nucleaire Controle

Agence wallonne à l'Exportation

Agence wallonne des Télécommunications

Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées

Aquafin

Arbeitsambt der Deutschsprachigen Gemeinschaft

Archives générales du Royaume et Archives de l'État dans les Provinces — Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën

Astrid

B

Banque nationale de Belgique — Nationale Bank van België

Belgisches Rundfunk- und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft

Berlaymont 2000

Bibliothèque royale Albert Ier — Koninklijke Bibliotheek Albert I

Bruxelles-Propreté — Agence régionale pour la Propreté — Net Brussel — Gewestelijk Agentschap voor Netheid

Bureau d'Intervention et de Restitution belge — Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

Bureau fédéral du Plan — Federaal Planbureau

C

Caisse auxiliaire de Paiement des Allocations de Chômage — Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen

Caisse auxiliaire d'Assurance Maladie-Invalidité — Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekeringen

Caisse de Secours et de Prévoyance en Faveur des Marins — Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden

Caisse de Soins de Santé de la Société Nationale des Chemins de Fer Belges — Kas der geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

Caisse nationale des Calamités — Nationale Kas voor Rampenschade

Caisse spéciale de Compensation pour Allocations familiales en Faveur des Travailleurs occupés dans les Entreprises de Batellerie — Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten bate van de Arbeiders der Ondernemingen voor Binnenscheepvaart

Caisse spéciale de Compensation pour Allocations familiales en Faveur des Travailleurs occupés dans les Entreprises de Chargement, Déchargement et Manutention de Marchandises dans les Ports, Débarcadères, Entrepôts et Stations (appelée habituellement „Caisse spéciale de Compensation pour Allocations familiales des Régions maritimes”) — Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten bate van de Arbeiders gebezigd door Ladings- en Lossingsondernemingen en door de Stuwadoors in de Havens, Losplaatsen, Stapelplaatsen en Stations (gewoonlijk genoemd „Bijzondere Compensatiekas voor Kindertoeslagen van de Zeevaartgewesten”)

Centre d'Étude de l'Énergie nucléaire — Studiecentrum voor Kernenergie

Centre de recherches agronomiques de Gembloux

Centre hospitalier de Mons

Centre hospitalier de Tournai

Centre hospitalier universitaire de Liège

Centre informatique pour la Région de Bruxelles-Capitale — Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest

Centre pour l'Égalité des Chances et la Lutte contre le Racisme — Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding

Centre régional d'Aide aux Communes

Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudiën

Centrum voor landbouwkundig Onderzoek te Gent

Comité de Contrôle de l'Électricité et du Gaz — Controlecomité voor Elektriciteit en Gas

Comité national de l'Énergie — Nationaal Comité voor de Energie

Commissariat général aux Relations internationales

Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie

Commissariat général pour les Relations internationales de la Communauté française de Belgique

Conseil central de l'Économie — Centrale Raad voor het Bedrijfsleven

Conseil économique et social de la Région wallonne

Conseil national du Travail — Nationale Arbeidsraad

Conseil supérieur de la Justice — Hoge Raad voor de Justitie

Conseil supérieur des Indépendants et des petites et moyennes Entreprises — Hoge Raad voor Zelfstandigen en de kleine en middelgrote Ondernemingen

Conseil supérieur des Classes moyennes

Coopération technique belge — Belgische technische Coöperatie

D

Dienstelle der Deutschprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung

Dienst voor de Scheepvaart

Dienst voor Infrastructuurwerken van het gesubsidieerd Onderwijs

Domus Flandria

E

Entreprise publique des Technologies nouvelles de l'Information et de la Communication de la Communauté française

Export Vlaanderen

F

Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven

Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij- en Aquicultuursector

Fonds bijzondere Jeugdbijstand

Fonds communautaire de Garantie des Bâtiments scolaires

Fonds culturele Infrastructuur

Fonds de Participation

Fonds de Vieillissement — Zilverfonds

Fonds d'Aide médicale urgente — Fonds voor dringende geneeskundige Hulp

Fonds de Construction d'Institutions hospitalières et médico-sociales de la Communauté française

Fonds de Pension pour les Pensions de Retraite du Personnel statutaire de Belgacom — Pensioenfonds voor de Rustpensioenen van het statutair Personeel van Belgacom

Fonds des Accidents du Travail — Fonds voor Arbeidsongevallen

Fonds des Maladies professionnelles — Fonds voor Beroepsziekten

Fonds d'Indemnisation des Travailleurs licenciés en Cas de Fermeture d'Entreprises — Fonds tot Vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen Werknemers

Fonds du Logement des Familles nombreuses de la Région de Bruxelles-Capitale — Woningfonds van de grote Gezinnen van het Brusselse hoofdstedelijk Gewest

Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie

Fonds Film in Vlaanderen

Fonds national de Garantie des Bâtiments scolaires — Nationaal Waarborgfonds voor Schoolgebouwen

Fonds national de Garantie pour la Réparation des Dégâts houillers — Nationaal Waarborgfonds inzake Kolenmijnschade

Fonds piscicole de Wallonie

Fonds pour le Financement des Prêts à des États étrangers — Fonds voor Financiering van de Leningen aan Vreemde Staten

Fonds pour la Rémunération des Mousses — Fonds voor Scheepsjongens

Fonds régional bruxellois de Refinancement des Trésoreries communales — Brussels gewestelijk herfinancieringsfonds van de gemeentelijke thesaurieën

Fonds voor flankerend economisch Beleid

Fonds wallon d'Avances pour la Réparation des Dommages provoqués par des Pompages et des Prises d'Eau souterraine

G

Garantiefonds der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Schulbauten

Grindfonds

H

Herplaatsingfonds

Het Gemeenschapsonderwijs

Hulpfonds tot financieel Herstel van de Gemeenten

I

Institut belge de Normalisation — Belgisch Instituut voor Normalisatie

Institut belge des Services postaux et des Télécommunications — Belgisch Instituut voor Postdiensten en telecommunicatie

Institut bruxellois francophone pour la Formation professionnelle

Institut bruxellois pour la Gestion de l'Environnement — Brussels Instituut voor Milieubeheer

Institut d'Aéronomie spatiale — Instituut voor Ruimte-aëronomie

Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes Entreprises

Institut des Comptes nationaux — Instituut voor de nationale Rekeningen

Institut d'Expertise vétérinaire — Instituut voor veterinaire Keuring

Institut du Patrimoine wallon

Institut für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen

Institut géographique nationale — Nationaal geografisch Instituut

Institution pour le Développement de la Gazéification souterraine — Instelling voor de Ontwikkeling van ondergrondse Vergassing

Institution royale de Messine — Koninklijke Gesticht van Mesen

Institutions universitaires de droit public relevant de la Communauté flamande — Universitaire instellingen van publiek recht afhangende van de Vlaamse Gemeenschap

Institutions universitaires de droit public relevant de la Communauté française — Universitaire instellingen van publiek recht afhangende van de Franse Gemeenschap

Institut national d'Assurance Maladie-Invalidité — Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

Institut national d'Assurances sociales pour Travailleurs indépendants — Rijksinstituut voor de sociale Verzekeringen der Zelfstandigen

Institut national des Industries extractives — Nationaal Instituut voor de Extractiebedrijven

Institut national de Recherche sur les Conditions de Travail — Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden

Institut national des Invalides de Guerre, anciens Combattants et Victimes de Guerre — Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oudstrijders en Oorlogsslachtoffers

Institut national des Radioéléments — Nationaal Instituut voor Radio-elementen

Institut national pour la Criminalistique et la Criminologie — Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie

Institut pour l'Amélioration des Conditions de Travail — Instituut voor Verbetering van de Arbeidsvoorwaarden

Institut royal belge des Sciences naturelles — Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

Institut royal du Patrimoine culturel — Koninklijk Instituut voor het kunstpatrimonium

Institut royal météorologique de Belgique — Koninklijk meteorologisch Instituut van België

Institut scientifique de Service public en Région wallonne

Institut scientifique de la Santé publique — Louis Pasteur — Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid — Louis Pasteur

Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen

Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer

Instituut voor het archeologisch Patrimonium

Investeringsdienst voor de Vlaamse autonome Hogescholen

Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant

J

Jardin botanique national de Belgique — Nationale Plantentuin van België

K

Kind en Gezin

Koninklijk Museum voor schone Kunsten te Antwerpen

L

Loterie nationale — Nationale Loterij

M

Mémorial national du Fort de Breendonk — Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk

Musée royal de l'Afrique centrale — Koninklijk Museum voor Midden-Afrika

Musées royaux d'Art et d'Histoire — Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique — Koninklijke Musea voor schone Kunsten van België

O

Observatoire royal de Belgique — Koninklijke Sterrenwacht van België

Office central d'Action sociale et culturelle du Ministère de la Défense — Centrale Dienst voor sociale en culturele Actie van het Ministerie van Defensie

Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi

Office de Contrôle des Assurances — Controledienst voor de Verzekeringen

Office de Contrôle des Mutualités et des Unions nationales de Mutualités — Controledienst voor de Ziekenfondsen en de Landsbonden van Ziekenfondsen

Office de la Naissance et de l'Enfance

Office de Promotion du Tourisme

Office de Sécurité sociale d'Outre-Mer — Dienst voor de overzeese sociale Zekerheid

Office for foreign Investors in Wallonie

Office national d'Allocations familiales pour Travailleurs salariés — Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Office national de l'Emploi — Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

Office national de Sécurité sociale — Rijksdienst voor sociale Zekerheid

Office national de Sécurité sociale des Administrations provinciales et locales — Rijksdienst voor sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke Overheidsdiensten

Office national des Pensions — Rijksdienst voor Pensioenen

Office national des Vacances annuelles — Rijksdienst voor jaarlijkse Vakantie

Office national du Ducroire — Nationale Delcrederedienst

Office régional bruxellois de l'Emploi — Brusselse gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling

Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture

Office régional pour le Financement des Investissements communaux

Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi

Openbaar psychiatrisch Ziekenhuis-Geel

Openbaar psychiatrisch Ziekenhuis-Rekem

Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest

Orchestre national de Belgique — Nationaal Orkest van België

Organisme national des Déchets radioactifs et des Matières fissiles — Nationale Instelling voor radioactief Afval en Splijtstoffen

P

Palais des Beaux-Arts — Paleis voor Schone Kunsten

Participatiemaatschappij Vlaanderen

Pool des Marins de la Marine marchande — Pool van de Zeelieden der Koopvaardij

R

Radio et Télévision belge de la Communauté française

Régie des Bâtiments — Regie der Gebouwen

Reproductiefonds voor de Vlaamse Musea

S

Service d'Incendie et d'Aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale — Brusselse hoofdstedelijk Dienst voor Brandweer en dringende medische Hulp

Société belge d'Investissement pour les pays en développement — Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden

Société d'Assainissement et de Rénovation des Sites industriels dans l'Ouest du Brabant wallon

Société de Garantie régionale

Sociaal-economische Raad voor Vlaanderen

Société du Logement de la Région bruxelloise et sociétés agréées — Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij en erkende maatschappijen

Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement

Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires bruxellois

Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires du Brabant wallon

Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires du Hainaut

Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires de Namur

Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires de Liège

Société publique d'Administration des Bâtiments scolaires du Luxembourg

Société publique de Gestion de l'Eau

Société wallonne du Logement et sociétés agréées

Sofibail

Sofibru

Sofico

T

Théâtre national

Théâtre royal de la Monnaie — Koninklijke Muntschouwburg

Toerisme Vlaanderen

Tunnel Liefkenshoek

U

Universitair Ziekenhuis Gent

V

Vlaams Commissariaat voor de Media

Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Vlaams Egalisatierentefonds

Vlaamse Hogescholenraad

Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en erkende maatschappijen

Vlaamse Instelling voor technologisch Onderzoek

Vlaamse interuniversitaire Raad

Vlaamse Landmaatschappij

Vlaamse Milieuholding

Vlaamse Milieumaatschappij

Vlaamse Onderwijsraad

Vlaamse Opera

Vlaamse Radio- en Televisieomroep

Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteit- en Gasmarkt

Vlaamse Stichting voor Verkeerskunde

Vlaams Fonds voor de Lastendelging

Vlaams Fonds voor de Letteren

Vlaams Fonds voor de sociale Integratie van Personen met een Handicap

Vlaams Informatiecentrum over Land- en Tuinbouw

Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden

Vlaams Instituut voor de Bevordering van het wetenschappelijk en technologisch Onderzoek in de Industrie

Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie

Vlaams Instituut voor het Zelfstandig ondernemen

Vlaams Landbouwinvesteringsfonds

Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing

Vlaams Zorgfonds

Vlaams Woningfonds voor de grote Gezinnen

II.   DENEMARKEN

Instellingen

Danmarks Radio

Det landsdækkende TV2

Danmarks Nationalbank

Sund og Bælt Holding A/S

A/S Storebælt

A/S Øresund

Øresundskonsortiet

Ørestadsselskabet I/S

Byfornyelsesselskabet København

Hovedstadsområdets Sygehusfællesskab

Statens og Kommunernes Indkøbsservice

Post Danmark

Arbejdsmarkedets Tillægspension

Arbejdsmarkedets Feriefond

Lønmodtagernes Dyrtidsfond

Naviair

Categorieën

De Almene Boligorganisationer (socialehuisvestingsorganisaties),

Lokale kirkelige myndigheder (lokale kerkelijke besturen),

Andre forvaltningssubjekter (andere bestuurslichamen).

III.   DUITSLAND

1.   Categorieën

Lichamen, instellingen en stichtingen die zijn opgericht door de staat, de deelstaten of de gemeenten, met name op de volgende gebieden:

1.1.   Lichamen

Wissenschaftliche Hochschulen und verfasste Studentenschaften (wetenschappelijke hoge scholen en gereglementeerde studentenverenigingen),

berufsständische Vereinigungen (Rechtsanwalts-, Notar-, Steuerberater-, Wirtschaftsprüfer-, Architekten-, Ärzte- und Apothekerkammern) (Orden van advocaten, notarissen, belastingadviseurs, accountants, architecten, artsen en apothekers),

Wirtschaftsvereinigungen (Landwirtschafts-, Handwerks-, Industrie- und Handelskammern, Handwerksinnungen, Handwerkerschaften) [bedrijfsverenigingen (landbouwschappen, Kamer van Ambachten en Neringen, Kamer van Koophandel en Industrie, vakbonden en verenigingen van handwerkslieden)],

Sozialversicherungen (Krankenkassen, Unfall- und Rentenversicherungsträger) [sociale verzekeringen (ziekenfondsen, ongevallenverzekerings- en pensioenverzekeringsfondsen)],

kassenärztliche Vereinigungen (verenigingen van ziekenfondsartsen),

Genossenschaften und Verbände (coöperatieve verenigingen en verenigingen).

1.2.   Instellingen en stichtingen

Niet-commerciële, onder de controle van de staat vallende instellingen die in het algemeen belang werkzaam zijn, met name op de volgende gebieden:

Rechtsfähige Bundesanstalten (rijksinstituten met rechtspersoonlijkheid),

Versorgungsanstalten und Studentenwerke (verzorgingsinstellingen en studentenvoorzieningen),

Kultur-, Wohlfahrts- und Hilfsstiftungen (culturele, welzijns- en bijstandsstichtingen).

2.   Privaatrechtelijke rechtspersonen

Niet-commerciële, onder de controle van de staat vallende instellingen die in het algemeen belang werkzaam zijn, met inbegrip van de „Kommunale Versorgungsunternehmen” (gemeentelijke tehuizen), met name op de volgende gebieden:

Gesundheitswesen (Krankenhäuser, Kurmittelbetriebe, medizinische Forschungseinrichtungen, Untersuchungs- und Tierkörperbeseitigungsanstalten) [gezondheidszorg (ziekenhuizen, kuuroorden, geneesmiddelenonderzoekinstituten, onderzoekinstituten en destructiediensten)],

Kultur (öffentliche Bühnen, Orchester, Museen, Bibliotheken, Archive, zoologische und botanische Gärten) [cultuur (openbare theaters, orkesten, musea, bibliotheken, archieven, zoölogische en botanische tuinen)],

Soziales (Kindergärten, Kindertagesheime, Erholungseinrichtungen, Kinder- und Jugendheime, Freizeiteinrichtungen, Gemeinschafts- und Bürgerhäuser, Frauenhaeuser, Altersheime, Obdachlosenunterkünfte) [maatschappelijk werk (kleuterscholen, kinderdagverblijven, revalidatiecentra, kinder- en jeugdtehuizen, recreatie-instellingen, culturele centra en buurthuizen, vrouwenhuizen, bejaardentehuizen, opvangtehuizen voor daklozen)],

Sport (Schwimmbäder, Sportanlagen und -einrichtungen) [sport (zwembaden, sportinstituten en -voorzieningen)],

Sicherheit (Feuerwehren, Rettungsdienste) [veiligheid (brandweer, reddingsdiensten)],

Bildung (Umschulungs-, Aus-, Fort- und Weiterbildungseinrichtungen, Volkshochschulen) [vorming (omscholings-, opleidings-, bij- en nascholingsinstituten, volkshogescholen)],

Wissenschaft, Forschung und Entwicklung (Großforschungseinrichtungen, wissenschaftliche Gesellschaften und Vereine, Wissenschaftsförderung) [wetenschap, onderzoek en ontwikkeling (grote onderzoekinstituten, wetenschappelijke genootschappen en verenigingen, wetenschapsbevordering)],

Entsorgung (Straßenreinigung, Abfall- und Abwasserbeseitigung) [reinigingsdiensten (straatreiniging, huisvuil- en afvalwaterverwijdering)],

Bauwesen und Wohnungswirtschaft (Stadtplanung, Stadtentwicklung, Wohnungsunternehmen, soweit im Allgemeininteresse tätig, Wohnraumvermittlung) [bouwbedrijf en volkshuisvesting (stadsplanologie, stadsontwikkeling, coöperatieve woningbouwverenigingen, woningbureaus)],

Wirtschaft (Wirtschaftsförderungsgesellschaften) [economie (economiestimulerende organisaties)],

Friedhofs- und Bestattungswesen (begraafplaatsen en begrafenisondernemingen),

Zusammenarbeit mit den Entwicklungsländern (Finanzierung, technische Zusammenarbeit, Entwicklungshilfe, Ausbildung) [samenwerking met de ontwikkelingslanden (financiering, technische samenwerking, ontwikkelingshulp, opleiding)].

IV.   GRIEKENLAND

Categorieën

1.

Overheidsbedrijven en overheidsorganen

2.

Privaatrechtelijke rechtspersonen die het eigendom van de staat zijn of die volgens de toepasselijke bepalingen regelmatig worden gesubsidieerd uit staatsmiddelen ten belope van ten minste 50 % van hun jaarlijkse begroting, of die voor ten minste 51 % van het bedrijfskapitaal het eigendom van de staat zijn.

3.

Privaatrechtelijke rechtspersonen die het eigendom van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn, van lokale besturen van alle niveaus, met inbegrip van de centrale vereniging van het lokale Griekse bestuur (K.E.Δ.K.E.), lokale verenigingen van gemeenten, alsook overheidsbedrijven en -organen, en de onder b) genoemde rechtspersonen, of die volgens de toepasselijke bepalingen of hun eigen statuten regelmatig door hen worden gesubsidieerd ten belope van ten minste 50 % van hun jaarlijkse begroting, of de bovengenoemde rechtspersonen die ten minste 51 % van het bedrijfskapitaal van die publiekrechtelijke rechtspersonen bezitten.

V.   SPANJE

Categorieën

Andere organen en publiekrechtelijke entiteiten die onder de „Ley de Contratos de las Administraciones Públicas”, vallen dan die welke deel uitmaken van de Administración General del Estado (algemene staatsadministratie).

Andere organen en publiekrechtelijke entiteiten die onder de „Ley de Contratos de las Administraciones Públicas”, vallen dan die welke deel uitmaken van de Administración de las Comunidades Autónomas (administratie van de autonome gemeenten).

Andere organen en publiekrechtelijke entiteiten die onder de „Ley de Contratos de las Administraciones Públicas”, vallen dan die welke deel uitmaken van de „Corporaciones Locales” (lokale besturen).

„Entidades Gestoras y los Servicios Comunes de la Seguridad Social” (de beheersorganen en de gemeenschappelijke diensten van de sociale zekerheid).

VI.   FRANKRIJK

Instellingen

Collège de France

Conservatoire national des arts et métiers

Observatoire de Paris

Institut national d'histoire de l'art (INHA)

Centre national de la recherche scientifique (CNRS)

Institut national de la recherche agronomique (INRA)

Institut national de la santé et de la recherche médicale (INSERM)

Institut de recherche pour le développement (IRD)

Agence nationale pour l'emploi (ANPE)

Caisse nationale des allocations familiales (CNAF)

Caisse nationale d'assurance maladie des travailleurs salariés (CNAMTS)

Caisse nationale d'assurance vieillesse des travailleurs salariés (CNAVTS)

Compagnies et établissements consulaires : chambres de commerce et d'industrie (CCI), chambres des métiers et chambres d'agriculture

Office national des anciens combattants et victimes de guerre (ONAC)

Categorieën

1.

Nationale openbare instellingen

Agences de l'eau

Écoles d'architecture

Universités

Instituts universitaires de formation des maîtres (IUFM)

2.

Regionale, departementale of lokale openbare instellingen van bestuurlijke aard

collèges

lycées

établissements publics hospitaliers

offices publics d'habitations à loyer modéré (OPHLM)

3.

Groeperingen van territoriale lichamen

établissements publics de coopération intercommunale

institutions interdépartementales et interrégionales

VII.   IERLAND

Instellingen

Enterprise Ireland [Marketing, technology and enterprise development]

Forfás [Policy and advice for enterprise, trade, science, technology and innovation]

Industrial Development Authority

Enterprise Ireland

FÁS [Industrial and employment training]

Health and Safety Authority

Bord Fáilte Éireann [Tourism development]

CERT [Training in hotel, catering and tourism industries]

Irish Sports Council

National Roads Authority

Údarás na Gaeltachta [Authority for Gaelic speaking regions]

Teagasc [Agricultural research, training and development]

An Bord Bia [Food industry promotion]

An Bord Glas [Horticulture industry promotion]

Irish Horseracing Authority

Bord na gCon [Greyhound racing support and development]

Marine Institute

Bord Iascaigh Mhara [Fisheries Development]

Equality Authority

Legal Aid Board

Categorieën

Regional Health Boards (Regionale ziekenhuisraden)

Hospitals and similar institutions of a public character (Ziekenhuizen en soortgelijke openbare instellingen)

Vocational Education Committees (Comités voor beroepsopleiding)

Colleges and educational institutions of a public character (Colleges en instellingen van openbaar onderwijs)

Central and Regional Fisheries Boards (Centrale en regionale visserijraden)

Regional Tourism Organisations (Regionale toeristische organisaties)

National Regulatory and Appeals bodies [such as in the telecommunications, energy, planning etc. areas] (Nationale regelgevende en beroepsinstanties, bv. in de sector telecommunicatie, energie, stedenbouw, enz.)

Agencies established to carry out particular functions or meet needs in various public sectors [e.g. Healthcare Materials Management Board, Health Sector Employers Agency, Local Government Computer Services Board, Environmental Protection Agency, National Safety Council, Institute of Public Administration, Economic and Social Research Institute, National Standards Authority etc.] (organen die in het leven zijn geroepen om bijzondere functies te vervullen of om te voldoen aan de behoeften van de overheidssectoren: Healthcare Materials Management Board, Health Sector Employers Agency, Local Government Computer Services Board, Environmental Protection Agency, National Safety Council, Institute of Public Administration, Economic and Social Research Institute, National Standards Authority, enz.)

(Andere overheidsorganen die voldoen aan de definitie van publiekrechtelijke organen als bedoeld in artikel 1, lid 7, van deze richtlijn)

VIII.   ITALIË

Instellingen

Società „Stretto di Messina”

Ente autonomo mostra d'oltremare e del lavoro italiano nel mondo

Ente nazionale per l'aviazione civile — ENAC

Ente nazionale per l'assistenza al volo — ENAV

ANAS S.p.a

Categorieën

Enti portuali e aeroportuali (haven- en luchthavenentiteiten),

Consorzi per le opere idrauliche (consortia voor hydraulische werken),

Università statali, gli istituti universitari statali, i consorzi per i lavori interessanti le università (staatsuniversiteiten, universitaire instituten van de staat, consortia voor de aanpassingswerken van de universiteiten),

Istituzioni pubbliche di assistenza e di beneficenza (openbare bijstands en welzijnsinstellingen),

Istituti superiori scientifici e culturali, osservatori astronomici, astrofisici, geofisici o vulcanologici (hoge wetenschappelijke en culturele instituten, astronomische, astrofysische, geofysische en vulcanologische observatoria),

Enti di ricerca e sperimentazione (entiteiten voor onderzoek en experimenten),

Enti che gestiscono forme obbligatorie di previdenza e di assistenza (entiteiten die de verplichte systemen van sociale zekerheid en bijstand beheren),

Consorzi di bonifica (saneringsconsortia),

Enti di sviluppo e di irrigazione (ontwikkelings- en irrigatie-eenheden),

Consorzi per le aree industriali (consortia voor de industriezones),

Comunità montane (berggemeenschappen),

Enti preposti a servizi di pubblico interesse (entiteiten voor openbare-dienstverrichting),

Enti pubblici preposti ad attività di spettacolo, sportive, turistiche e del tempo libero (openbare entiteiten voor activiteiten m.b.t. voorstellingen, sport, toerisme en vrijetijd),

Enti culturali e di promozione artistica (culturele entiteiten en entiteiten voor de bevordering van de kunsten).

IX.   LUXEMBURG

Categorieën

Openbare staatsinstellingen onder het toezicht van een lid van de regering.

Openbare instellingen onder toezicht van de gemeenten.

Syndicaten van gemeenten opgericht krachtens de wet van 23 februari 2001 betreffende de syndicaten van gemeenten.

X.   NEDERLAND

Instellingen

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nederlands Instituut voor Brandweer en rampenbestrijding (NIBRA)

Nederlands Bureau Brandweer Examens (NBBE)

Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP)

25 afzonderlijke politieregio's

Stichting ICTU

Ministerie van Economische Zaken

Stichting Syntens

Van Swinden Laboratorium B.V.

Nederlands Meetinstituut B.V.

Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR)

Stichting Toerisme Recreatie Nederland (TRN)

Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN)

Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij (GOM)

Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij (OOM)

LIOF (Limburg Investment Development Company LIOF)

Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM)

Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM)

Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Ministerie van Financiën

De Nederlandsche Bank N.V.

Autoriteit Financiële Markten

Pensioen- & Verzekeringskamer

Ministerie van Justitie

Stichting Reclassering Nederland (SRN)

Stichting VEDIVO

Voogdij- en gezinsvoogdij-instellingen

Stichting Halt Nederland (SHN)

Particuliere Internaten

Particuliere Jeugdinrichtingen

Schadefonds Geweldsmisdrijven

Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA)

Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)

Landelijke organisaties slachtofferhulp

College Bescherming Persoongegevens

Stichting Studiecentrum Rechtspleging (SSR)

Raden voor de Rechtsbijstand

Stichting Rechtsbijstand Asiel

Stichtingen Rechtsbijstand

Landelijk Bureau Racismebestrijding (LBR)

Clara Wichmaninstituut

Tolkencentra

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Bureau Beheer Landbouwgronden

Faunafonds

Staatsbosbeheer

Stichting Voorlichtingsbureau voor de Voeding

Universiteit Wageningen

Stichting DLO

(Hoofd) productschappen

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

A.

Algemene omschrijvingen

de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere scholen voor basisonderwijs in de zin van de Wet op het primair onderwijs

de openbare of uit de openbare kas bekostigde scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, dan wel instellingen voor speciaal en voortgezet onderwijs in de zin van de Wet op de expertisecentra

de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere scholen of inrichtingen voor voortgezet onderwijs in de zin van de Wet op het Voortgezet Onderwijs

de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere instellingen in de zin van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs

de openbare of uit de openbare kas bekostigde bijzondere scholen in de zin van de Experimentenwet Onderwijs

de bekostigde universiteiten en hogescholen, de Open Universiteit, en de academische ziekenhuizen, bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, alsmede de instellingen voor internationaal onderwijs voorzover zij voor meer dan 50 % van overheidswege worden bekostigd Wetenschappelijk Onderzoek

schoolbegeleidingsdiensten in de zin van de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra

landelijke pedagogische centra in de zin van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten

omroepverenigingen als bedoeld in de Mediawet

fondsen als bedoeld in de Wet op het Specifiek Cultuurbeleid

landelijke organen voor het beroepsonderwijs

stichtingen als bedoeld in de Wet Verzelfstandiging Rijksmuseale Diensten

overige musea, die voor meer dan 50 % door OCenW worden bekostigd

overige organisaties en instellingen op het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschappen die voor meer dan 50 % door OcenW worden bekostigd

B.

Nominatieve opsomming

Informatie Beheer Groep

Stichting Participatiefonds voor het onderwijs

Stichting Uitvoering Kinderopvangregelingen/Kintent

Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF

Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen

Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs (Nuffic)

Stichting Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

College van Beroep voor het hoger Onderwijs

Vereniging van openbare bibliotheken NBLC

Koninklijke Bibliotheek

Stichting Muziek Centrum van de Omroep

Stichting Ether Reclame

Stichting Radio Nederland Wereldomroep

Nederlandse Programmastichting

Nederlandse Omroepstichting

Commissariaat voor de Media

Stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties

Stichting Lezen

Dienst Omroepbijdragen

Centrum voor innovatie en opleidingen

Bedrijfsfonds voor de Pers

Centrum voor innovatie van opleidingen

Instituut voor Toetsontwikkeling (Cito)

Instituut voor Leerplanontwikkeling

Landelijk Dienstverlenend Centrum voor studie- en beroepskeuzevoorlichting

Max Goote Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs

BVE-Raad

Colo, Vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven

Stichting kwaliteitscentrum examinering beroepsonderwijs

Vereniging Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs

Combo,Stichting Combinatie Onderwijsorganisatie

Stichting Financiering Struktureel Vakbondsverlof Onderwijs

Stichting Samenwerkende Centrales in het COPWO

Stichting SoFoKles

Europees Platform

Stichting mobiliteitsfonds HBO

Nederlands Audiovisueel Archiefcentrum

Stichting minderheden Televisie Nederland

Stichting omroep allochtonen

Stichting Multiculturele Activiteiten Utrecht

School der Poëzie

Nederlands Perscentrum

Nederlands Letterkundig Museum en documentatiecentrum

Bibliotheek voor varenden

Christelijke bibliotheek voor blinden en slechtzienden

Federatie van Nederlandse Blindenbibliotheken

Nederlandse luister- en braillebibliotheek

Federatie Slechtzienden- en Blindenbelang

Bibliotheek Le Sage Ten Broek

Doe Maar Dicht Maar

ElHizjra

Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten

Fund for Central and East European Bookprojects

Jongeren Onderwijs Media

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociale Verzekeringsbank

Arbeidsvoorzieningsorganisatie

Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers

Stichting Pensioen- & Verzekeringskamer

Sociaal Economische Raad (SER)

Raad voor Werk en Inkomen (RWI)

Centrale organisatie voor werk en inkomen

Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

RDW Voertuig informatie en toelating

Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie (LVB)

Nederlandse Loodsencorporatie (NLC)

Regionale Loodsencorporatie (RLC)

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

Kadaster

Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting

Stichting Bureau Architectenregister

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Commissie Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië (COAR)

College ter beoordeling van de Geneesmiddelen (CBG)

Commissies voor gebiedsaanwijzing

College sanering Ziekenhuisvoorzieningen

Zorgonderzoek Nederland (ZON)

Keuringsinstellingen Wet medische hulpmiddelen:

N.V. KEMA/Stichting TNO Certification

College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (CBZ)

College voor Zorgverzekeringen (CVZ)

Nationaal Comité 4 en 5 mei

Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)

College Tarieven Gezondheidszorg (CTG)

Stichting Uitvoering Omslagregeling Wet op de Toegang Ziektekostenverzekering (SUO)

Stichting tot bevordering van de Volksgezondheid en Milieuhygiëne (SVM)

Stichting Facilitair Bureau Gemachtigden Bouw VWS

Stichting Sanguin Bloedvoorziening

College van Toezicht op de Zorgverzekeringen organen ex artikel 14, lid 2c, Wet BIG

Ziekenfondsen

Nederlandse Transplantatiestichting (NTS)

Regionale Indicatieorganen (RIO's)

XI.   OOSTENRIJK

Alle organen die onderworpen zijn aan de begrotingscontrole van het „Rechnungshof” (Rekenkamer) en die van niet-industriële of commerciële aard zijn.

XII.   PORTUGAL

Categorieën

Institutos públicos sem carácter comercial ou industrial (openbare instellingen van niet-industriële of niet-commerciële aard),

Serviços públicos personalizados (Openbare diensten met rechtspersoonlijkheid)

Fundações públicas (openbare stichtingen),

Estabelecimentos públicos de ensino, investigação científica e saúde (openbare instellingen voor onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en gezondheidszorg),

XIII.   FINLAND

De organen of openbare ondernemingen of openbaar gecontroleerde ondernemingen van niet-industriële of niet-commerciële aard.

XIV.   ZWEDEN

Alle niet-commerciële organen waarvan de overheidsopdrachten onderworpen zijn aan de controle van de nationale dienst voor overheidsopdrachten.

XV.   VERENIGD KONINKRIJK

Instellingen

Design Council,

Health and Safety Executive,

National Research Development Corporation,

Public Health Laboratory Service Board,

Advisory, Conciliation and Arbitration Service,

Commission for the New Towns,

National Blood Authority,

National Rivers Authority,

Scottish Enterprise,

Scottish Homes,

Welsh Development Agency.

Categorieën

Maintained schools, (gesubsidieerde scholen)

Universities and Colleges financed for the most part by other contracting authorities, (universiteiten en colleges die voor het merendeel gefinancierd worden door andere gunningsorganen)

National Museums and Galleries, (nationale galerijen en musea)

Research Councils, (met de bevordering van het onderzoek belaste raden)

Fire Authorities (diensten van de brandweer)

National Health Service Strategic Health Authorities (de strategische instanties voor de gezondheid van de nationale gezondheidsdienst)

Police Authorities (politieautoriteiten)

New Town Development Corporations (verenigingen voor de ontwikkeling van nieuwe steden)

Urban Development Corporations (verenigingen voor stadsontwikkeling).

BIJLAGE IV

CENTRALE OVERHEIDSINSTANTIES (1)

BELGIË

l'État

de Staat

les communautés

gemeenschappen

les commissions communautaires

gemeenschapscommissies

les régions

gewesten

les provinces

provincies

les communes

gemeenten

les centres publics d'aide sociale

openbare centra voor maatschappelijk welzijn

les fabriques d'églises et les organismes chargés de la gestion du temporel des autres cultes reconnus

kerkfabrieken en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten

les sociétés de développement régional

gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen

les polders et wateringues

polders en wateringen

les comités de remembrement des biens ruraux

ruilverkavelingscomités

les zones de police

politiezones

les associations formées par plusieurs des pouvoirs adjudicateurs ci-dessus.

verenigingen gevormd door een of meer van de bovengenoemde aanbestedende overheden.

DENEMARKEN

1. Folketinget — het Deense Parlement

Rigsrevisionen — Nationale Rekenkamer

2.

Statsministeriet — Diensten van de Eerste Minister

 

3.

Udenrigsministeriet — Ministerie van Buitenlandse Zaken

 

4.

Beskæftigelsesministeriet — Ministerie van Werkgelegenheid

5 styrelser og institutioner — (5 diensten en instellingen)

5.

Domstolsstyrelsen — De beheersdiensten van hoven en rechtbanken

 

6. Finansministeriet — Ministerie van Financiën

5 styrelser og institutioner — (5 diensten en instellingen)

7. Forsvarsministeriet — Ministerie van Defensie

Adskillige institutioner — (verscheidene instellingen)

8.

Indenrigs- og Sundhedsministeriet — Ministerie van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid

Adskillige styrelser og institutioner, herunder Statens Serum Institut — (verscheidene diensten en instellingen, waaronder het Statens Serum Institut)

9. Justitsministeriet — Ministerie van Justitie

Rigspolitichefen, 2 direktorater samt et antal styrelser — (Hoofd van de Rijkspolitie; 2 directoraten en een aantal diensten)

10. Kirkeministeriet Ministerie van Eredienst

10 stiftsøvrigheder — (10 diocesane overheden)

11. Kulturministeriet — Ministerie van Cultuur

Departement samt et antal statsinstitutioner — (Bestuursdepartement en een aantal instellingen)

12.

Miljøministeriet — Ministerie van Milieubeheer

6 styrelser — (6 diensten)

13.

Ministeriet for Flygtninge, Invandrere og Integration — Ministerie van Vluchtelingen- en Immigrantenzaken en Integratie

1 styrelse — (1 dienst)

14.

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri — Ministerie van Voedselvoorziening, Landbouw en Visserij

9 direktorater og institutioner — (9 directoraten en instellingen)

15.

Ministeriet for Videnskab, Teknologi og herunder Udvikling — Ministerie van Wetenschap, Technologie en Ontwikkeling

Adskillige styrelser og institutioner, Forskningscenter Risø og Statens uddannelsesbygninger — (verscheidene diensten en instellingen waaronder het nationaal onderzoekscentrum Risoe en de nationale instituten voor onderzoek en opleiding)

16.

Skatteministeriet — Ministerie van de Schatkist

1 styrelse og institutioner — (1 dienst en/of instelling)

17.

Socialministeriet — Ministerie van Sociale Zaken

3 styreler og institutioner — (3 diensten en instellingen)

18. Trafikministeriet — Ministerie van Transport

12 styrelser og institutioner, herunder Øresundsbrokonsortiet — (12 diensten en instellingen, waaronder het Øresundsbrokonsortiet)

19.

Undervisningsministeriet — Ministerie van Onderwijs

3 styrelser, 4 undervisningsinstitutioner og 5 andre institutioner — (3 diensten, 4 onderwijsinstellingen, 5 andere instellingen)

20.

Økonomi- og Erhvervsministeriet — Ministerie van Economische en Bedrijfsleven

Adskillige styrelser og institutioner — (verscheidene diensten en instellingen)

DUITSLAND

Auswärtiges Amt

Bondsministerie van Buitenlandse Zaken

Bundesministerium des Innern (nur zivile Güter)

Bondsministerie van Binnenlandse Zaken (uitsluitend civiele goederen)

Bundesministerium der Justiz

Bondsministerie van Justitie

Bundesministerium der Finanzen

Bondsministerie van Financiën

Bundesministerium für Wirtschaft und Technologie

Bondsministerie van Economische Zaken en Technologie

Bundesministerium für Verbraucherschutz, Ernährung und Landwirtschaft

Bondsministerie van Consumentenbescherming, Voedselvoorziening en Landbouw

Bundesministerium für Arbeit und Sozialordnung

Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken

Bundesministerium der Verteidigung (keine militärischen Güter)

Bondsministerie van Defensie (geen militaire goederen)

Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend

Bondsministerie van Gezins-, Vrouwen- en Jeugdzaken en Bejaardenzorg

Bundesministerium für Gesundheit

Bondsministerie van Volksgezondheid

Bundesministerium für Verkehr, Bau- und Wohnungswesen

Bondsministerie van Verkeer en Bouw- en Woonbeleid

Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz und Reaktorsicherheit

Bondsministerie van Milieubeheer, Natuurbehoud en Reactorveiligheid

Bundesministerium für Bildung und Forschung

Bondsministerie van Onderwijs en Onderzoek

Bundesministerium für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung

Bondsministerie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling

GRIEKENLAND

1.

Υπουργείο Εσωτερικών, Δημόσιας Διοίκησης και Αποκέντρωσης

Ministerie van Binnenlandse Zaken, Ambtenarenzaken en Decentralisatie

2. Υπουργείο Εξωτερικών

Ministerie van Buitenlandse Zaken

3. Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών

Ministerie van Economie en Financiën

4. Υπουργείο Ανάπτυξης

Ministerie van Ontwikkeling

5. Υπουργείο Δικαιοσύνης

Ministerie van Justitie

6. Υπουργείο Εθνικής Παιδείας και Θρησκευμάτων

Ministerie van Onderwijs en Eredienst

7. Υπουργείο Πολιτισμού

Ministerie van Cultuur

8. Υπουργείο Υγείας — Πρόνοιας

Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zaken

9.

Υπουργείο Περιβάλλοντος, Χωροταξίας και Δημοσίων Έργων

Ministerie van Milieubeheer, Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken

10.

Υπουργείο Εργασίας και Κοινωνικών Ασφαλίσεων

Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid

11. Υπουργείο Μεταφορών και Επικοινωνιών

Ministerie van Verkeer

12. Υπουργείο Γεωργίας

Ministerie van Landbouw

13. Υπουργείο Εμπορικής Ναυτιλίας

Ministerie van Koopvaardij

14. Υπουργείο Μακεδονίας- Θράκης

Ministerie voor Macedonië en Thracië

15. Υπουργείο Αιγαίου

Ministerie voor de Egeïsche Zee

16.

Υπουργείο Τύπου και Μέσων Μαζικής Ενημέρωσης

Ministerie van Perszaken en Massamedia

17. Γενική Γραμματεία Νέας Γενιάς

Secretariaat-generaal voor de Jeugd

18. Γενική Γραμματεία Ισότητας

Secretariaat-generaal voor Gelijke Kansen

19. Γενική Γραμματεία Κοινωνικών Ασφαλίσεων

Secretariaat-generaal voor de Sociale Zekerheid

20. Γενική Γραμματεία Απόδημου Ελληνισμού

Secretariaat-generaal voor Grieken in het Buitenland

21. Γενική Γραμματεία Βιομηχανίας

Secretariaat-generaal voor de Industrie

22. Γενική Γραμματεία Έρευνας και Τεχνολογίας

Secretariaat-generaal voor Onderzoek en Ontwikkeling

23. Γενική Γραμματεία Αθλητισμού

Secretariaat-generaal voor de Sport

24. Γενική Γραμματεία Δημοσίων Έργων

Secretariaat-generaal voor Openbare Werken

25.

Γενική Γραμματεία Εθνικής Στατιστικής Υπηρεσίας Ελλάδος

Nationaal Bureau voor de Statistiek

26. Εθνικός Οργανισμός Κοινωνικής Φροντίδας

Nationale Welzijnsorganisatie

27. Οργανισμός Εργατικής Κατοικίας

Socialehuisvestingsorganisatie

28. Εθνικό Τυπογραφείο

Staatsdrukkerij

29. Γενικό Χημείο του Κράτους

Staatslaboratorium

30. Ταμείο Εθνικής Οδοποιίας

Grieks Snelwegenfonds

31. Εθνικό Καποδιστριακό Πανεπιστήμιο Αθηνών

Universiteit van Athene

32. Αριστοτέλειο Πανεπιστήμιο Θεσσαλονίκης

Universiteit van Thessaloniki

33. Δημοκρίτειο Πανεπιστήμιο Θράκης

Universiteit van Thracië

34. Πανεπιστήμιο Αιγαίου

Universiteit van de Egeïsche Eilanden

35. Πανεπιστήμιο Ιωαννίνων

Universiteit van Ioannina

36. Πανεπιστήμιο Πατρών

Universiteit van Patras

37. Πανεπιστήμιο Μακεδονίας

Universiteit van Macedonië

38. Πολυτεχνείο Κρήτης

Polytechnisch Instituut van Kreta

39.

Σιβιτανίδειος Δημόσια Σχολή Τεχνών και Επαγγελμάτων

Technisch Instituut Sivitanidios

40. Αιγινήτειο Νοσοκομείο

Medisch Centrum Eginitio

41. Αρεταίειο Νοσοκομείο

Medisch Centrum Areteio

42. Εθνικό Κέντρο Δημόσιας Διοίκησης

Nationaal Centrum van het Openbaar Bestuur

43. Οργανισμός Διαχείρισης Δημοσίου Υλικού Α.Ε.

Organisatie voor het beheer van Overheidsmaterieel

44. Οργανισμός Γεωργικών Ασφαλίσεων

Landbouwverzekeringsorganisatie

45. Οργανισμός Σχολικών Κτιρίων

Dienst Schoolgebouwen

46. Γενικό Επιτελείο Στρατού (2)

Generale Staf van de Landmacht

47. Γενικό Επιτελείο Ναυτικού (2)

Generale Staf van de Zeemacht

48. Γενικό Επιτελείο Αεροπορίας (2)

Generale Staf van de Luchtmacht

49. Ελληνική Επιτροπή Ατομικής Ενέργειας

Griekse Commissie Kernenergie

50. Γενική Γραμματεία Εκπαίδευσης Ενηλίκων

Secretariaat-generaal van het Voortgezet Onderwijs

SPANJE

Presidencia del Gobierno

Ministerie van Algemene Zaken

Ministerio de Asuntos Exteriores

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministerio de Justicia

Ministerie van Justitie

Ministerio de Defensa

Ministerie van Defensie

Ministerio de Hacienda

Ministerie van Financiën

Ministerio de Interior

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Ministerio de Fomento

Ministerie van Opbouw

Ministerio de Educación, Cultura y Deportes

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Sport

Ministerio de Trabajo y Asuntos Sociales

Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken

Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación

Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening

Ministerio de la Presidencia

Kabinet van de Eerste Minister

Ministerio de Administraciones Públicas

Ministerie van Ambtenarenzaken

Ministerio de Sanidad y Consumo

Ministerie van Volksgezondheid en Consumentenzaken

Ministerio de Economía

Ministerie van Economische Zaken

Ministerio de Medio Ambiente

Ministerie van Milieubeheer

Ministerio de Ciencia y Tecnología

Ministerie van Wetenschappen en Technologie

FRANKRIJK

1. Ministeries

 

Services du Premier ministre

Diensten van de Eerste Minister

Ministère des affaires étrangères

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ministère des affaires sociales, du travail et de la solidarité

Ministerie van Sociale Zaken, Arbeid en Solidariteit

Ministère de l'agriculture, de l'alimentation, de la pêche et des affaires rurales

Ministerie van Landbouw, Voedselzaken, Visserij en Plattelandszaken

Ministère de la culture et de la communication

Ministerie van Cultuur en Communicatie

Ministère de la défense (3)

Ministerie van Defensie

Ministère de l'écologie et du développement durable

Ministerie van Ecologie en Duurzame Ontwikkeling

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie

Ministerie van Economische Zaken, Financiën en Industrie

Ministère de l'équipement, des transports, du logement, du tourisme et de la mer

Ministerie van Infrastructuur, Verkeer, Huisvesting, Toerisme en Zeezaken

Ministère de la fonction publique, de la réforme de l'État et de l'aménagement du territoire

Ministerie van Ambtenarenzaken, Staatshervorming en Ruimtelijke Ordening

Ministère de l'intérieur, de la sécurité intérieure et des libertés locales

Ministerie van Binnenlandse Zaken, Binnenlandse Veiligheid en Locale Vrijheden

Ministère de la justice

Ministerie van Justitie

Ministère de la jeunesse, de l'éducation nationale et de la recherche

Ministerie van Jeugdzaken, Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek

Ministère de l'outre-mer

Ministerie van Overzeese Gebiedsdelen

Ministère de la santé, de la famille et des personnes handicapées

Ministerie van Gezondheid, Gezins- en Gehandicaptenarbeid

Ministère des sports

Ministerie van Sport

2. Nationale openbare instellingen

 

Académie de France à Rome

Vestiging van de Academie van Frankrijk te Rome

Académie de marine

Academie van Zeevaart

Académie des sciences d'outre-mer

Academie van Wetenschappen betreffende tropische gebieden

Agence centrale des organismes de sécurité sociale (ACOSS)

Centraal orgaan van de sociale verzekeringsinstanties

Agence nationale pour l'amélioration des conditions de travail (ANACT)

Nationaal orgaan voor de verbetering van de arbeidsomstandigheden

Agence nationale pour l'amélioration de l'habitat (ANAH)

Nationaal orgaan voor de verbetering van de huisvesting

Agence nationale pour l'indemnisation des français d'outre-mer (ANIFOM)

Nationaal orgaan voor de schadeloosstelling van Fransen uit de overzeese gebieden

Assemblée permanente des chambres d'agriculture (APCA)

Permanent overlegorgaan van de kamers van landbouw

Bibliothèque nationale de France

Nationale bibliotheek van Frankrijk

Bibliothèque nationale et universitaire de Strasbourg

Nationale universiteitsbibliotheek te Straatsburg

Bibliothèque publique d'information

Openbare cultuurinformatiebibliotheek

Caisse des dépôts et consignations

Bank voor overheidspensioenfondsen en overheidsinvesteringen

Caisse nationale des autoroutes (CNA)

Nationaal autosnelwegenfonds

Caisse nationale militaire de sécurité sociale (CNMSS)

Nationaal sociale-zekerheidsfonds voor militair personeel

Centre des monuments nationaux (CMN)

Centrum voor nationale monumenten

Caisse de garantie du logement locatif social

Garantiefonds sociale huurwoningen

Casa de Velasquez

Casa de Velasquez (Frans Instituut voor kunst en wetenschap in Madrid)

Centre d'enseignement zootechnique

Onderwijscentrum voor zoötechniek

Centre d'études du milieu et de pédagogie appliquée du ministère de l'agriculture

Studiecentrum van het Ministerie van Landbouw voor milieu en toegepaste pedagogie, landbouw en aquicultuur

Centre d'études supérieures de sécurité sociale

Studiecentrum voor de sociale zekerheid

Centres de formation professionnelle agricole

Centra voor de beroepsopleiding in de landbouw

Centre national d'art et de culture Georges Pompidou

Nationaal kunst- en cultuurcentrum Georges Pompidou

Centre national de la cinématographie

Nationaal centrum voor filmkunde

Centre national d'études et de formation pour l'enfance inadaptée

Nationaal onderzoeks- en opleidingscentrum inzake het onderwijs aan gehandicapte kinderen

Centre national d'études et d'expérimentation du machinisme agricole, du génie rural, des eaux et des forêts (CEMAGREF)

Nationaal onderzoeks- en proefcentrum voor apparatuur in civiele technieken voor landbouw, landinrichting, waterbeheer en bosbouw

Centre national des lettres

Nationaal centrum voor de letteren

Centre national de documentation pédagogique

Nationaal centrum voor onderwijsdocumentatie

Centre national des oeuvres universitaires et scolaires (CNOUS)

Nationaal centrum voor studentenvoorzieningen

Centre hospitalier des Quinze-Vingts

Medisch centrum „Les Quinze-Vingts”

Centre national de promotion rurale de Marmilhat

Nationaal centrum voor beroepsopleiding en bijscholing in de land- en tuinbouw en plattelandsontwikkeling te Marmilhat

Centres d'éducation populaire et de sport (CREPS)

Opleidings- en ondersteuningscentra voor opleiding en sport

Centres régionaux des oeuvres universitaires (CROUS)

Regionale centra voor studentenvoorzieningen

Centres régionaux de la propriété forestière

Regionale centra voor de particuliere bosbouw

Centre de sécurité sociale des travailleurs migrants

Centrum voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers

Commission des opérations de bourse

Controlecommissie voor de beurs

Conseil supérieur de la pêche

Hoge Raad voor de Visserij

Conservatoire de l'espace littoral et des rivages lacustres

Instantie voor het behoud van kust- en meerovergebieden

Conservatoire national supérieur de musique de Paris

Nationaal conservatorium te Parijs

Conservatoire national supérieur de musique de Lyon

Nationaal conservatorium te Lyon

Conservatoire national supérieur d'art dramatique

Nationale school voor de dramatische kunsten

École centrale — Lyon

Technische hogeschool en kenniscentrum, Lyon

École centrale des arts et manufactures

Nationale technische hogeschool, Parijs

École du Louvre

Hogeschool voor kunstwetenschappen, archeologie en restauratietechnieken (Louvre)

École française d'archéologie d'Athènes

Frans archeologisch instituut te Athene

École française d'Extrême-Orient

Frans instituut voor talen, kunst en archeologie van het Verre Oosten

École française de Rome

Frans instituut voor geschiedenis, archeologie en sociale wetenschappen betreffende Italië (Rome)

École des hautes études en sciences sociales

Onderzoeksschool voor de sociale wetenschappen

École nationale d'administration

Nationale bestuurshogeschool

École nationale de l'aviation civile (ENAC)

Nationale school voor de burgerluchtvaart

École nationale des Chartes

Nationale school voor archiefwetenschappen

École nationale d'équitation

Nationale school voor de rijkunst

École nationale du génie rural des eaux et des forêts (ENGREF)

Nationale hogeschool voor apparatuur en civiele technieken voor landbouw, landinrichting, waterbeheer en bosbouw

Écoles nationales d'ingénieurs

Nationale technische hogescholen

École nationale d'ingénieurs des techniques des industries agricoles et alimentaires

Nationale hogeschool voor landbouw- en voedseltechnologie

Écoles nationales d'ingénieurs des travaux agricoles

Nationale landbouwhogescholen

École nationale du génie de l'eau et de l'environnement de Strasbourg

Nationale hogeschool voor water- en milieubeheer Straatsburg

École nationale de la magistrature

Nationale opleiding voor de rechterlijke macht

Écoles nationales de la marine marchande

Nationale hogere zeevaartscholen

École nationale de la santé publique (ENSP)

Nationale school voor de volksgezondheid

École nationale de ski et d'alpinisme

Nationale school voor skiën en alpinisme

École nationale supérieure agronomique — Montpellier

Nationale hogeschool voor agronomie Montpellier

École nationale supérieure agronomique — Rennes

Nationale hogeschool voor agronomie Rennes

École nationale supérieure des arts décoratifs

Nationale hogeschool voor decoratieve kunst

École nationale supérieure des arts et industries — Strasbourg

Nationale technische hogeschool Straatsburg

École nationale supérieure des arts et industries textiles — Roubaix

Nationale hogeschool voor de textielindustrie

Écoles nationales supérieures d'arts et métiers

Nationale technische hogescholen ENSAM

École nationale supérieure des beaux-arts

Nationale hogeschool voor de schone kunsten

École nationale supérieure des bibliothécaires

Nationale hogeschool voor het bibliotheekwezen

École nationale supérieure de céramique industrielle

Nationale hogeschool voor materiaalkunde en keramische toepassingen

École nationale supérieure de l'électronique et de ses applications (ENSEA)

Nationale hogeschool voor elektronica en elektronische toepassingen

École nationale supérieure des industries agricoles alimentaires

Nationale hogeschool voor de agro-alimentaire industrie

École nationale supérieure du paysage

Nationale hogeschool voor landschapsarchitectuur

Écoles nationales vétérinaires

Nationale veterinaire scholen

École nationale de voile

Nationale zeilschool

Écoles normales nationales d'apprentissage

Nationale scholen voor lerarenopleiding beroepsonderwijs

Écoles normales supérieures

Nationale opleidingsinstituten voor academici

École polytechnique

Poly-technische school (school voor militaire ingenieurs)

École technique professionnelle agricole et forestière de Meymac (Corrèze)

School voor land- en bosbouw te Meymac (Corrèze)

École de sylviculture — Crogny (Aube)

Bosbouwschool te Crogny (Aube)

École de viticulture et d'oenologie de la Tour-Blanche (Gironde)

School voor wijnbouw en oenologie te la Tour-Blanche (Gironde)

École de viticulture — Avize (Marne)

Wijnbouwschool te Avize (Marne)

Hôpital national de Saint-Maurice

Nationaal medisch centrum te Saint-Maurice

Établissement national des invalides de la marine (ENIM)

Nationaal invalideninstituut van de marine

Établissement national de bienfaisance Koenigswarter

Nationale instelling voor gehandicapte kinderen en jongeren Koenigswarter

Établissement de maîtrise d'ouvrage des travaux culturels (EMOC)

Bureau dat optreedt als opdrachtgever voor bouw- en restauratiewerken van cultureel belang

Établissement public du musée et du domaine national de Versailles

 

Fondation Carnegie

Carnegiestichting

Fondation Singer-Polignac

Singer-Polignacstichting

Fonds d'action et de soutien pour l'intégration et la lutte contre les discriminations

Steun- en actiefonds voor integratie en discriminatiebestrijding

Institut de l'élevage et de médecine vétérinaire des pays tropicaux (IEMVPT)

Instituut voor tropische veeteelt en diergeneeskunde

Institut français d'archéologie orientale du Caire

Frans archeologisch instituut te Caïro

Institut français de l'environnement

Frans instituut voor het milieu

Institut géographique national

Nationaal instituut van de cartografie

Institut industriel du Nord

Technische hogeschool te Lille

Institut national agronomique de Paris-Grignon

Nationaal instituut voor landbouw- en levenswetenschappen te Parijs-Grignon

Institut national des appellations d'origine (INAO)

Nationaal instituut voor de oorsprongsbenamingen

Institut national d'astronomie et de géophysique (INAG)

Nationaal instituut voor astronomie en aardwetenschappen

Institut national de la consommation (INC)

Nationaal instituut voor consumentenvoorlichting

Institut national d'éducation populaire (INEP)

Nationale school voor volwasseneneducatie

Institut national d'études démographiques (INED)

Nationaal instituut voor demografisch onderzoek

Institut national des jeunes aveugles — Paris

Nationaal instiuut voor visueel gehandicapte kinderen en jongeren te Parijs

Institut national des jeunes sourds — Bordeaux

Nationaal instituut voor auditief gehandicapte kinderen en jongeren te Bordeaux

Institut national des jeunes sourds — Chambéry

Nationaal instituut voor auditief gehandicapte kinderen en jongeren te Chambéry

Institut national des jeunes sourds — Metz

Nationaal instituut voor auditief gehandicapte kinderen en jongeren te Metz

Institut national des jeunes sourds — Paris

Nationaal instituut voor auditief gehandicapte kinderen en jongeren te Parijs

Institut national du patrimoine

Nationaal opleidingsinstituut voor conservatoren en restauratoren

Institut national de physique nucléaire et de physique des particules (I.N2.P3)

Nationaal instituut voor kernfysica en deeltjesfysica

Institut national de la propriété industrielle

Nationaal instituut voor industriële eigendom

Institut national de recherches archéologiques préventives

Nationaal instituut voor preventief archeologisch onderzoek

Institut national de recherche pédagogique (INRP)

Nationaal instituut voor onderwijsonderzoek

Institut national des sports et de l'éducation physique

Nationaal instituut voor sport en lichamelijke opvoeding

Instituts nationaux polytechniques

Nationale technische hogescholen

Instituts nationaux des sciences appliquées

Nationale hogescholen voor onderzoek en toepassing van de techniek

Institut national supérieur de chimie industrielle de Rouen

Nationaal hoger instituut voor de industriële chemie te Rouen

Institut national de recherche en informatique et en automatique (INRIA)

Nationaal instituut voor informatiserings- en automatiseringsonderzoek

Institut national de recherche sur les transports et leur sécurité (INRETS)

Nationaal instituut voor onderzoek inzake vervoer en de vervoersveiligheid

Instituts régionaux d'administration

Regionale hogescholen voor bestuurswetenschappen

Institut supérieur des matériaux et de la construction mécanique de Saint-Ouen

Technische hogeschool te Saint-Ouen

Musée Auguste-Rodin

Museum Auguste Rodin

Musée de l'armée

Legermuseum

Musée Gustave-Moreau

Museum Gustave Moreau

Musée du Louvre

Museum het Louvre

Musée du quai Branly

Museum aan de Quai Branly

Musée national de la marine

Nationaal marinemuseum

Musée national J.-J.-Henner

Nationaal museum J.-J.-Henner

Musée national de la Légion d'honneur

Nationaal museum van het Legion van Eer

Muséum national d'histoire naturelle

Nationaal natuurhistorisch museum

Office de coopération et d'accueil universitaire

Centrum voor buitenlandse studenten

Office français de protection des réfugiés et apatrides

Bureau van Frankrijk voor de bescherming van vluchtelingen en statenloze personen

Office national de la chasse et de la faune sauvage

Nationaal bureau voor de jacht en de wilde fauna

Office national d'information sur les enseignements et les professions (ONISEP)

Nationaal voorlichtingsbureau van onderwijsrichtingen en beroepen

Office des migrations internationales (OMI)

Bureau voor internationale migratie

Office universitaire et culturel français pour l'Algérie

Frans bureau voor universitaire en culturele contacten met Algerije

Palais de la découverte

Natuurwetenschappelijk museum

Parcs nationaux

Nationale parken

Syndicat des transports parisiens d'Ile-de-France

Openbaarvervoersautoriteit Parijs en Ile-de-France

Thermes nationaux — Aix-les-Bains

Nationale thermaalbaden te Aix-les-Bains

3. Andere nationale openbare instelling:

 

Union des groupements d'achats publics (UGAP)

Gezamenlijk aankoop- en verkoopbureau voor de overheid

IERLAND

President's Establishment

Presidentiële staf

Houses of the Oireachtas [Parliament] and European Parliament

Kamers van het Oireachtas [Parlement]; Europees Parlement

Department of the Taoiseach [Prime Minister]

Ministerie van Algemene Zaken

Central Statistics Office

Centraal bureau voor de statistiek

Department of Finance

Ministerie van financiën

Office of the Comptroller and Auditor General

Algemene Rekenkamer

Office of the Revenue Commissioners

Belastingdienst

Office of Public Works

Dienst Openbare Werken

State Laboratory

Nationaal laboratorium

Office of the Attorney General

Bureau van de Attorney General (hoogste rechtsadvis van de regering)

Office of the Director of Public Prosecutions

Bureau van het landelijke openbaar ministerie

Valuation Office

Taxatiebureau van de overheid

Civil Service Commission

Centrale aanwervings- en bevorderingscommissie voor de overheidsdienst

Office of the Ombudsman

Bureau van de ombudsman

Chief State Solicitor's Office

Bureau van de juridisch adviseur en vertegenwoordiger, ook in rechte, van de overheid

Department of Justice, Equality and Law Reform

Ministerie van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht

Courts Service

Facilitaire dienst voor de rechtspleging

Prisons Service

Dienst gevangeniswezen

Office of the Commissioners of Charitable Donations and Bequests

Bureau van de commissie liefdadigheidsgiften en -legaten

Department of the Environment and Local Government

Ministerie van Milieubeheer en Plaatselijk Bestuur

Department of Education and Science

Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen

Department of Communications, Marine and Natural Resources

Ministerie van Communicatie en Mariene en Natuurlijke Hulpbronnen

Department of Agriculture and Food

Ministerie van Landbouw en Voedselvoorziening

Department of Transport

Ministerie van Vervoer

Department of Health and Children

Ministerie van Volksgezondheid en Kinderzaken

Department of Enterprise, Trade and Employment

Ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid

Department of Arts, Sports and Tourism

Ministerie van Kunstzaken, Sport en Toerisme

Department of Defence

Ministerie van Defensie

Department of Foreign Affairs

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Department of Social and Family Affairs

Ministerie van Sociale Zaken en Gezinszaken

Department of Community, Rural and Gaeltacht [Gaelic speaking regions] Affairs

Ministerie van Gemeenschapszaken, Plattelandszaken en het Gaelische Taalgebied

Arts Council

Raad voor de kunsten

National Gallery

National Gallery

ITALIË

1. Aankopende instanties

 

1. Presidenza del Consiglio dei Ministri

Voorzitterschap van de Ministerraad

2. Ministero degli Affari Esteri

Ministerie van Buitenlandse Zaken

3. Ministero dell'Interno

Ministerie van Binnenlandse Zaken

4. Ministero della Giustizia

Ministerie van Justitie

5. Ministero della Difesa (4)

Ministerie van Defensie

6. Ministero dell'Economia e delle Finanze

Ministerie van Economische Zaken en Financiën (vroeger Ministerie van de Schatkist en Ministerie van Financiën)

7. Ministero delle Attività Produttive

Ministerie van Productieve Activiteiten (vroeger Ministerie van Industrie, Handel, Ambachten, Toerisme en Ministerie van Buitenlandse Handel

8. Ministero delle Comunicazioni

Ministerie van Verkeer (vroeger Ministerie van Posterijen en Telecommunicatie)

9. Ministero delle Politiche agricole e forestali

Ministerie van Land- en Bosbouw (vroeger Ministerie van Landbouwrijkdommen)

10. Ministero dell'Ambiente e tutela del Territorio

Ministerie van Milieubeheer en Landschapsbeheer (vroeger Ministerie van Milieu)

11. Ministero delle Infrastrutture e Transporti

Ministerie van Infrastructuurvoorzieningen en Vervoer (Vroeger Ministerie van Vervoer en Ministerie van Openbare Werken)

12. Ministero del Lavoro e delle politiche sociali

Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken (vroeger Ministerie van Arbeid en Sociale Zekerheid)

13. Ministero della Salute

Ministerie van Volksgezondheid

14. Ministero dell'Istruzione, Università e Ricerca

Ministerie van Onderwijs, Universiteiten en Onderzoek

15. Ministero per i Beni e le attività culturali

Ministerie van Cultureel Erfgoed en Cultuur

2. Andere nationale openbare instelling:

 

CONSIP SPA (Concessiehouder Informaticadiensten Overheid)

CONSIP SPA (Concessionaria Servizi Informatici Pubblici) (5)

LUXEMBURG

1.

Ministère de l'Agriculture, de la Viticulture et du Développement rural: Administration des services techniques de l'agriculture.

Ministerie van Land- en Wijnbouw en Plattelandsontwikkeling: Directoraat technische diensten op het gebied van de landbouw (ASTA)

2.

Ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur, de la Coopération et de la Défense: Armée.

Ministerie van Buitenlandse Zaken, van Buitenlandse Handel, van Ontwikkelingssamenwerking en van Defensie: het leger

3.

Ministère de l'Education nationale, de la Formation professionnelle et des Sports: Lycées d'enseignement secondaire et d'enseignement secondaire technique.

Ministerie van Onderwijs, Beroepsopleiding en Sport: lycea voor secundair algemeen en technisch onderwijs

4.

Ministère de l'Environnement: Administration de l'environnement.

Ministerie van Milieu: hoofdafdeling voor milieuzaken

5.

Ministère d'État, département des Communications: Entreprise des P et T (Postes seulement).

Staatsministerie, Directoraat commununicatie: Onderneming voor post en telefonie (uitsluitend de posterijen)

6.

Ministère de la Famille, de la Solidarité sociale et de la Jeunesse: Maisons de retraite de l'État, Homes d'enfants.

Ministerie van Gezinszaken, Maatschappelijke Solidariteit en Jeugdzaken: bejaardenoorden van de staat, kindertehuizen

7.

Ministère de la Fonction publique et de la Réforme administrative: Centre informatique de l'État, Service central des imprimés et des fournitures de bureau de l'État.

Ministerie van Ambtenarenzaken en Bestuurlijke Hervormingen: centraal computercentrum van de overheid, de centrale dienst voor drukwerk en kantoorbenodigdheden van de centrale overheid

8.

Ministère de la Justice: Etablissements pénitentiaires.

Ministerie van Justitie: strafinrichtingen

9.

Ministère de l'Intérieur: Police grand-ducale, Service national de la protection civile.

Ministerie van Binnenlandse Zaken, nationale politie, nationale dienst civiele bescherming

10.

Ministère des Travaux publics: Administration des bâtiments publics; Administration des ponts et chaussées

Ministerie van Openbare Werken, dienst voor overheidsgebouwen, dienst bruggen en wegen

NEDERLAND

Ministerie van Algemene Zaken

Bestuursdepartement

Bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

Rijksvoorlichtingsdienst:

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Bestuursdepartement

Agentschap Informatievoorziening Overheidspersoneel (IVOP)

Centrale Archief Selectiedienst (CAS)

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)

Beheerorganisatie GBA

Informatie- en Communicatie Technologie Organisatie OOV (ITO)

Korps landelijke politiediensten

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Directoraat-Generaal Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC)

Directoraat-Generaal Politieke Zaken (DGPZ)

Directoraat-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS)

Directoraat-Generaal Europese Samenwerking (DGES)

Centrum tot Bevordering van de Import uit Ontwikkelingslanden (CBI)

Centrale diensten ressorterend onder P/PlvS

Buitenlandse Posten (ieder afzonderlijk)

Ministerie van Defensie

Bestuursdepartement

Staf Defensie Interservice Commando (DICO)

Defensie Telematica Organisatie (DTO)

Centrale directie van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen

De afzonderlijke regionale directies van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen

Directie Materieel Koninklijke Marine

Directie Materieel Koninklijke Landmacht

Directie Materieel Koninklijke Luchtmacht

Landelijk Bevoorradingsbedrijf Koninklijke Landmacht (LBBKL)

Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO)

Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht

Koninklijke Marine, Marinebedrijf

Ministerie van Economische Zaken

Bestuursdepartement

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

Centraal Planbureau (CPB)

Bureau voor de Industriële Eigendom (BIE)

Senter

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM)

Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)

Economische Voorlichtingsdienst (EVD)

Nederlandse Organisatie voor Energie en Milieu (Novem)

Agentschap Telecom

Ministerie van Financiën

Bestuursdepartement

Belastingdienst/Automatiseringscentrum

Belastingdienst

de afzonderlijke Directies der Rijksbelastingen

Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (incl. Economische Controledienst (ECD))

Belastingdienst/Opleidingen

Dienst Domeinen

Ministerie van Justitie

Bestuursdepartement

Dienst Justitiële Inrichtingen

Raad voor de Kinderbescherming

Centraal justitieel Incasso Bureau

Openbaar Ministerie

Immigratie- en Naturalisatiedienst

Nederlands Forensisch Instituut

Raad voor de Rechtspraak

Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Bestuursdepartement

Agentschap Landelijke Service bij Regelingen (LASER)

Agentschap Plantenziektenkundige Dienst (PD)

Algemene Inspectiedienst (AID)

De afzonderlijke regionale beleidsdirecties

Agentschap Bureau Heffingen

Dienst Landelijk Gebied (DLG)

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Bestuursdepartement

Inspectie van het Onderwijs

Inspectie Cultuurbezit

Centrale Financiën Instellingen

Nationaal archief

Rijksdienst voor archeologie

Rijksarchiefinspectie

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

Onderwijsraad

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie

Instituut Collectie Nederland

Raad voor Cultuur

Rijksdienst voor de Monumentenzorg

Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bestuursdepartement (Central policy and staff departments)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Bestuursdepartement

Directoraat-Generaal Luchtvaart

Directoraat-Generaal Goederenvervoer

Directoraat-Generaal Personenvervoer

Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

Hoofdkantoor Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat

De afzonderlijke regionale directies van Rijkswaterstaat

De afzonderlijke specialistische diensten van Rijkswaterstaat

Directoraat-Generaal Water

Inspecteur-Generaal, Inspectie Verkeer en Waterstaat

Divisie Luchtvaart van de Inspecteur-Generaal, Inspectie Verkeer en Waterstaat

Divisie Vervoer van de Inspecteur-Generaal, Inspectie Verkeer en Waterstaat

Divisie Scheepvaart van de Inspecteur-Generaal, Inspectie Verkeer en Waterstaat

Centrale diensten

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Bestuursdepartement

Directoraat-Generaal Wonen

Directoraat-Generaal Ruimte

Directoraat-Generaal Milieubeheer

Rijksgebouwendienst

VROM inspectie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Bestuursdepartement

Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en Veterinaire Zaken

Inspectie Gezondheidszorg

Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Sociaal en Cultureel Planbureau

Agentschap t.b.v. het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Raad van State

Algemene Rekenkamer

Nationale ombudsman

Kanselarij der Nederlandse Orden

Kabinet der Koningin

OOSTENRIJK

1. Bundeskanzleramt

Bondskanselarij

2.

Bundesministerium für auswärtige Angelegenheiten

Bondsministerie van Buitenlandse Zaken

3.

Bundesministerium für Bildung, Wissenschaft und Kultur

Bondsministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur

4. Bundesministerium für Finanzen

Bondsministerie van Financiën

5. Bundesministerium für Inneres

Bondsministerie van Binnenlandse Zaken

6. Bundesministerium für Justiz

Bondsministerie van Justitie

7. Bundesministerium für Landesverteidigung

Bondsministerie van Defensie

8.

Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Umweltschutz und Wasserwirtschaft

Bondsministerie van Land- en Bosbouw, Milieubeheer en Waterhuishouding

9.

Bundesministerium für öffentliche Leistung und Sport

Bondsministerie van Ambtenarenzaken en Sport

10.

Bundesministerium für soziale Sicherheit und Generationen

Bondsministerie van Sociale Zekerheid en Generaties

11.

Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Technologie

Bondsministerie van Verkeer, Innovatie en Technologie

12. Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit

Bondsministerie van Economische Zaken en Arbeid

13. Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen

Federale Metrologische Dienst

14.

Österreichische Forschungs- und Prüfzentrum Arsenal Gesellschaft m.b.H

Oostenrijks Onderzoeks- en Testcentrum „Arsenal Gesellschaft m.b.H”

15. Bundesprüfanstalt für Kraftfahrzeuge

Federaal Keuringsbureau Motorvoertuigen

16. Bundesbeschaffung GmbH

Federaal Aankoopbureau (GmbH)

17. Bundesrechenzentrum GmbH

Federaal Rekencentrum (GmbH)

PORTUGAL

— Presidência do Conselho de Ministros;

Voorzitterschap van de Ministerraad

— Ministério das Finanças;

Ministerie van Financiën

— Ministério da Defesa Nacional; (6)

Ministerie van Defensie

Ministério dos Negócios Estrangeiros e das Comunidades Portuguesas;

Ministerie van Buitenlandse Zaken en van de Portugese Gemeenschappen

— Ministério da Administração Interna;

Ministerie van Binnenlandse Zaken

— Ministério da Justiça;

Ministerie van Justitie

— Ministério da Economia;

Ministerie van Economische Zaken

Ministério da Agricultura, Desenvolvimento Rural e Pescas;

Ministerie van Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Visserij

— Ministério da Educação;

Ministerie van Onderwijs

— Ministério da Ciência e do Ensino Superior;

Ministerie van Wetenschappen en Hoger Onderwijs

— Ministério da Cultura;

Ministerie van Cultuur

— Ministério da Saúde;

Ministerie van Volksgezondheid

— Ministério da Segurança Social e do Trabalho;

Ministerie van Sociale Zekerheid en Arbeid

Ministério das Obras Públicas, Transportes e Habitação;

Ministerie van Openbare Werken, Verkeer en Woningbouw

Ministério das Cidades, Ordenamento do Território e Ambiente.

Ministerie van Stedenbouw, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

FINLAND

OIKEUSKANSLERINVIRASTO — JUSTITIEKANSLERSÄMBETET

DIENSTEN VAN HET MINISTERIE VAN JUSTITIE

KAUPPA- JA TEOLLISUUSMINISTERIÖ — HANDELS- OCH INDUSTRIMINISTERIET

MINISTERIE VAN HANDEL EN INDUSTRIE

Kuluttajavirasto — Konsumentverket

Finse Dienst Consumentenzaken

Kilpailuvirasto — Konkurrensverket

Finse Mededingingsautoritiet

Kuluttajavalituslautakunta — Konsumentklagonämnden

Commissie voor Consumentenklachten

Patentti- ja rekisterihallitus — Patent- och registerstyrelsen

Nationaal Octrooi- en Registratiebestuur

LIIKENNE- JA VIESTINTÄMINISTERIÖ — KOMMUNIKATIONSMINISTERIET

MINISTERIE VAN VERKEER EN COMMUNICATIE

Viestintävirasto — Kommunikationsverket

Finse Communicatieautoriteit

MAA- JA METSÄTALOUSMINISTERIÖ — JORDOCH SKOGSBRUKSMINISTERIET

MINISTERIE VAN LAND- EN BOSBOUW

Elintarvikevirasto — Livsmedelsverket

Nationaal Voedselagentschap

Maanmittauslaitos — Lantmäteriverket

Nationaal Kadaster van Finland

OIKEUSMINISTERIÖ — JUSTITIEMINISTERIET

MINISTERIE VAN JUSTITIE

Tietosuojavaltuutetun toimisto — Dataombudsmannens byrå

Diensten van de Ombudsman Gegevensbescherming

Tuomioistuimet — domstolar

hoven en rechtbanken

Korkein oikeus — Högsta domstolen

Hoogste Gerechtshof

Korkein hallinto-oikeus — Högsta förvaltningsdomstolen

Hoogste Administratieve rechtbank

Hovioikeudet — hovrätter

Hoven van Beroep

Käräjäoikeudet — tingsrätter

Rechtbanken van eerste aanleg

Hallinto-oikeudet —förvaltningsdomstolar

Administratieve rechtbanken

Markkinaoikeus — Marknadsdomstolen

Handelsrechtbank

Työtuomioistuin — Arbetsdomstolen

Arbeidsrechtbank

Vakuutusoikeus — Försäkringsdomstolen

Verzekeringsrechtbank

Vankeinhoitolaitos — Fångvårdsväsendet

Dienst Gevangeniswezen

OPETUSMINISTERIÖ — UNDERVISNINGSMINISTERIET

MINISTERIE VAN ONDERWIJS

Opetushallitus — Utbildningsstyrelsen

Nationale Onderwijsraad

Valtion elokuvatarkastamo — Statens filmgranskningsbyrå

Finse Filmkeuring

PUOLUSTUSMINISTERIÖ — FÖRSVARSMINISTERIET

MINISTERIE VAN DEFENSIE

Puolustusvoimat (7) — Försvarsmakten

Finse strijdkrachten

SISÄASIAINMINISTERIÖ — INRIKESMINISTERIET

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Väestörekisterikeskus — Befolkningsregistercentralen

Bevolkingsregister

Keskusrikospoliisi — Centralkriminalpolisen

Landelijke Gerechtelijke Politie

Liikkuva poliisi — Rörliga polisen

Landelijke Verkeerspolitie

Rajavartiolaitos (7) —Gränsbevakningsväsendet

Grenspolitie

SOSIAALI- JA TERVEYSMINISTERIÖ

MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID EN SOCIALE VOORZIENINGEN

Työttömyysturvalautakunta — Arbetslöshetsnämnden

Dienst Werkloosheidsuitkeringen

Tarkastuslautakunta — Prövningsnämnden

Instantie voor hoger beroep

Lääkelaitos — Läkemedelsverket

Nationaal Geneesmiddelenagentschap

Terveydenhuollon oikeusturvakeskus — Rättsskyddscentralen för hälsovården

Nationale Centrum voor Medisch-Juridische Aangelegenheden

Tapaturmavirasto — Olycksfallsverket

Dienst Ongevallen

Säteilyturvakeskus — Strålsäkerhetscentralen

Agentschap voor Stralingsbescherming en Nucleaire Veiligheid

TYÖMINISTERIÖ — ARBETSMINISTERIET

MINISTERIE VAN ARBEID

Valtakunnansovittelijain toimisto — Riksförlikningsmännens byrå

Diensten van de Nationale Bemiddelaar

Valtion turvapaikanhakijoiden vastaanottokeskukset — Statliga förläggningar för asylsökande

Landelijke Opvangcentra voor Asielzoekers

Työneuvosto — Arbetsrådet i Finland

Arbeidsraad

ULKOASIAINMINISTERIÖ — UTRIKESMINISTERIET

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

VALTIOVARAINMINISTERIÖ — FINANSMINISTERIET

MINISTERIE VAN FINANCIËN

Valtiontalouden tarkastusvirasto — Statens revisionsverk

Rekenkamer

Valtiokonttori — Statskontoret

Thesaurie

Valtion työmarkkinalaitos — Statens arbetsmarknadsverk

Landelijke Dienst Arbeidsmarkt

Verohallinto — Skatteförvaltningen

Belastingdienst

Tullilaitos — Tullverket

Douane

Valtion vakuusrahasto — Statsgarantifonden

Staatsgarantiefonds

YMPÄRISTÖMINISTERIÖ — MILJÖMINISTERIET

MINISTERIE VAN MILIEUBEHEER

ZWEDEN

A

Akademien för de fria konsterna

Koninklijke Kunstacademie

Alkoholinspektionen

Alcoholinspectie

Alkoholsortimentsnämnden

Commissie voor Alcoholhoudende Producten

Allmänna pensionsfonden

Algemeen Pensioenfonds

Allmänna reklamationsnämnd

Nationale Commissie voor Consumentenklachten

Ambassader

Ambassades

Arbetsdomstolen

Arbeidsrechtbank

Arbetsgivarverk, statens

Nationale Dienst van Overheidswerkgevers

Arbetslivsfonden

Arbeidsfonds

Arbetslivsinstitutet

Nationaal Instituut voor de Arbeid

Arbetsmarknadsstyrelsen

Dienst Arbeidsvoorziening

Arbetsmiljöfonden

Arbeidsmilieufonds

Arbetsmiljöinstitutet

Nationaal Instituut voor het Arbeidsmilieu

Arbetsmiljönämnd, statens

Commissie Arbeidsmilieu voor het Overheidspersoneel

Arbetsmiljöverket

Zweedse Arbeidsmilieu-autoriteit

Arkitekturmuseet

Architectuurmuseum

Arrendenämnder (12)

Commissie Pachtgeschillen (12)

B

Banverket

Nationaal Spoorwegbestuur

Barnombudsmannen

Kinderombudsman

Beredning för utvärdering av medicinsk metodik, statens

Nationale Raad Evaluatie Medische Methodiek

Besvärsnämnden för rättshjälp

Klachtencommissie Rechtsbijstand

Biografbyrå, statens

Filmkeuring

Biografiskt lexikon, svenskt

Zweeds biografisch Lexicon

Birgittaskolan

Birgittaskolan

Blekinge tekniska högskola

Technische Hogeschool Blekinge

Bokföringsnämnden

Zweedse Commissie voor de Jaarverslaggeving

Bostadskreditnämnd, statens (BKN)

Nationaal Waarborgfonds voor Hypothecair krediet

Boverket

Huisvestingsdienst

Brottsförebyggande rådet

Nationale Raad voor Misdaadpreventie

Brottsoffermyndigheten

Agentschap voor Slachtofferhulp

Brottsskadenämnden

Commissie Criminele Schade

Byggforskningsrådet

Raad Bouwonderzoek

C

Centrala försöksdjursnämnden

Centraal Comité voor Proefdieren

Centrala studiestödsnämnden

Centrale Commissie Studiesteun

Centralnämnden för fastighetsdata

Centrale Commissie Vastgoedgegevens

D

Danshögskolan

Dansacademie

Datainspektionen

Inspectoraat Computergegevens

Delegationen för utländska investeringar Sverige, ISA

Agentschap voor buitenlandse investeringen in Zweden

Departementen

Ministeries

Domstolsverket

Nationaal Bestuur van de Rechtbanken

Dramatiska institutet

Instituut voor Dramatische Kunsten

E

Ekeskolan

Ekeskolan

Ekobrottsmyndigheten

Bureau voor Economische Criminaliteit

Ekonomistyrningsverket

Nationale Autoriteit voor Financieel Management

Elsäkerhetsverket

Nationale Dienst voor Elektrische Veiligheid

Energimyndigheten, statens

Nationaal Energiebestuur

EU/FoU-rådet

Raad voor O&O in EU-kader

Exportkreditnämnden

Commissie voor Kredietverzekering bij Export

Exportråd, Sveriges

Zweedse Exportraad

F

Fastighetsmäklarnämnden

Toezichtscommissie voor Vastgoedmakelaars

Fastighetsverk, statens

Nationale Vastgoedraad

Fideikommissnämnden

Commissie Fideï-Commis

Finansinspektionen

Financiële Inspectie

Fiskeriverket

Nationaal Visserijbestuur

Flygmedicincentrum

Centrum voor Luchtvaartgeneeskunde

Flygtekniska försöksanstalten

Instituut voor Luchtvaartonderzoek

Folkhälsoinstitut,statens

Nationaal Instituut voor Volksgezondheid

Fonden för fukt- och mögelskador

Fonds voor Vocht- en Schimmelschade

Forskningsrådet för miljö, areella näringar och samhällsbyggande, Formas

Zweedse Onderzoeksraad voor Milieu, Landbouwwetenschappen en Ruimtelijke Ordening

Fortifikationsverket

Dienst Militaire Gebouwen

Förlikningsmannaexpedition, statens

Diensten van de Nationale Bemiddelaar

Försvarets forskningsanstalt

Nationaal Instituut voor Defensieonderzoek

Försvarets materielverk

Aankoopcentrale Defensiematerieel

Försvarets radioanstalt

Nationaal Radio-Instituut Defensie

Försvarshistoriska museer, statens

Nationaal Museum voor Militaire Geschiedenis

Försvarshögskolan

Militaire Hogeschool

Försvarsmakten

Zweedse Strijdkrachten

Försäkringskassorna (21)

Socialeverzekeringskassen (21)

G

Gentekniknämnden

Centrale Adviescommissie voor Gentechnologie

Geologiska undersökning, Sveriges

Geologisch Onderzoek van Zweden

Geotekniska institut, statens

Nationaal Geotechnisch Instituut

Giftinformationscentralen

Centraal Vergiftigingencentrum

Glesbygdsverket

Nationaal Agentschap voor Plattelandsontwikkeling

Grafiska institutet och institutet för högre kommunikation- och reklamutbildning

Grafisch Instituut en Hogeschool voor Communicatie en Reclame

Granskningsnämnden för radio och TV

Toezichtscommissie Radio en TV

Göteborgs universitet

Universiteit van Göteborg

H

Handelsflottans kultur- och fritidsråd

Raad voor Cultuur en Vrije Tijd van de Koopvaardij

Handelsflottans pensionsanstalt

Pensioeninstituut van de Koopvaardij

Handikappombudsmannen

Diensten van de Ombudsman Gehandicapten

Handikappråd, statens

Nationale Gehandicaptenraad

Haverikommission, statens

Nationale Averijcommissie

Historiska museer, statens

Nationale Historische Musea

Hjälpmedelsinstitutet

Instituut voor Hulpmiddelen voor gehandicapten

Hovrätterna (6)

Hoven van Beroep (6)

Hyresnämnder (12)

Huurcommissies (12)

Häktena (30)

Huizen van Bewaring (30)

Hälso- och sjukvårdens ansvarsnämnd

Commissie Medische Aansprakelijkheid

Högskolan Dalarna

Hogeschool van Dalarna

Högskolan i Borås

Hogeschool van Borås

Högskolan i Gävle

Hogeschool van Gävle

Högskolan i Halmstad

Hogeschool van Halmstad

Högskolan i Kalmar

Hogeschool van Kalmar

Högskolan i Karlskrona/Ronneby

Hogeschool van Karlskrona/Ronneby

Högskolan i Kristianstad

Hogeschool van Kristianstad

Högskolan i Skövde

Hogeschool van Skövde

Högskolan i Trollhättan/Uddevalla

Hogeschool van Trollhättan/Uddevalla

Högskolan på Gotland

Hogeschool van Gotland

Högskoleverket

Nationale Dienst voor het Hoger Onderwijs

Högsta domstolen

Hoogste Gerechtshof

I

Idrottshögskolan i Stockholm

Sporthogeschool van Stockholm

Inspektionen för strategiska produkter

Inspectoraat voor Strategische Goederen

Institut för byggnadsforskning, statens

Nationaal Instituut voor Bouwonderzoek

Institut för ekologisk hållbarhet, statens

Nationaal Instituut voor Ecologische Duurzaamheid

Institut för kommunikationsanalys, statens

Nationaal Instituut voor Communicatieonderzoek

Institut för psykosocial miljömedicin, statens

Nationaal Instituut voor psychosociale gezondheidszorg

Institut för särskilt utbildningsstöd

Instituut voor Bijzondere Opleidingssteun

Institutet för arbetsmarknadspolitisk utvärdering

Instituut voor Evaluatie van het Arbeidsmarktbeleid

Institutet för rymdfysik

Instituut voor Ruimtefysica

Institutionsstyrelse, Statens

Nationaal Bestuur van de Instellingen

Insättnigsgarantinämnden

Depositogarantiecommissie

Integrationsverket

Integratiedienst

Internationella adoptionsfrågor, Statens nämnd för

Nationale Commissie voor Internationale Adoptievraagstukken

Internationella programkontoret för utbildningsområdet

Internationaal Programmabureau voor Onderwijs en Opleiding

J

Jordbruksverk, statens

Nationale Landbouwdienst

Justitiekanslern

Diensten van het ministerie van Justitie

Jämställdhetsombudsmannen

Ombudsman Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen

K

Kammarkollegiet

Kroonraad voor het beheer van het onroerend goed van de Zweedse Staat

Kammarrätterna (4)

Beroepscolleges voor fiscale en administratieve zaken (4)

Karlstads universitet

Universiteit van Karlstad

Karolinska Institutet

Karolinska Instituut

Kemikalieinspektionen

Inspectoraat Chemicaliën

Kommerskollegium

Kamer van Koophandel

Koncessionsnämnden för miljöskydd

Commissie voor het toekennen van vergunningen in het kader van de Milieubescherming

Konjunkturinstitutet

Conjunctuurinstituut

Konkurrensverket

Zweedse Dienst voor de Mededinging

Konstfack

Konstfack (Kunstuniversiteit van Stockholm)

Konsthögskolan

Kunsthogeschool

Konstmuseer, statens

Nationale Kunstmusea

Konstnärsnämnden

Kunstenaarscommissie

Konstråd, statens

Nationale Kunstraad

Konsulat

Consulaten

Konsumentverket

Consumentendienst

Kriminaltekniska laboratorium, statens

Nationaal Forensisch Laboratorium

Kriminalvårdens regionkanslier (4)

Regionale Besturen Penitentiaire Instellingen (4)

Kriminalvårdsanstalterna (35)

Lokale penitentiaire instellingen (35)

Kriminalvårdsstyrelsen

Nationaal BestuurPenitentiaire Instellingen

Kristinaskolan

Kristinaskolan

Kronofogdemyndigheterna (10)

Diensten van gerechtsdeurwaarders (10)

Kulturråd, statens

Nationale Cultuurraad

Kungl. Biblioteket

Koninklijke Bibliotheek

Kungl. Konsthögskolan

Koninklijke Kunstacademie

Kungl. Musikhögskolan

Koninklijke Muziekacademie van Stockholm

Kungl. Tekniska högskolan

Koninklijke Technische Hogeschool

Kustbevakningen

Zweedse Kustwacht

Kvalitets- och kompetensråd, statens

Nationale Raad voor Kwaliteit en Vakbekwaamheid

Kärnkraftinspektion, statens

Nationaal Inspectoraat Kernenergie

L

Lagrådet

Wetgevingsraad

Lantbruksuniveritet, Sveriges

Zweedse Landbouwuniversiteit

Lantmäteriverket

Nationaal Kadaster

Linköpings universitet

Universiteit van Linköping

Livrustkammaren, Skoklosters slott och Hallwylska museet

Koninklijk Arsenaal

Livsmedelsverk, statens

Nationale Dienst Levensmiddelen

Ljud- och bildarkiv, statens

Nationaal Beeld- en Geluidsarchief

Lotteriinspektionen

Loterijinspectie

Luftfartsverket

Luchtvaartbestuur

Luleå tekniska universitet

Technische Universiteit van Luleå

Lunds universitet

Universiteit van Lunds

Läkemedelsverket

Geneesmiddelenagentschap

Länsarbetsnämnderna (20)

Districtscommissies Arbeid (20)

Länsrätterna (23)

Districtsrechtbanken(23)

Länsstyrelserna (21)

Districtsbesturen(21)

Lärarhögskolan i Stockholm

Hogeschool voor lerarenopleiding van Stockholm

M

Malmö högskola

Universiteit van Malmö

Manillaskolan

Manillaskolan (Bijzondere school voor dove en slechthorende kinderen)

Marknadsdomstolen

Handelsrechtbank

Medlingsinstitutet

Mediation Instituut

Meteorologiska och hydrologiska institut, Sveriges

Zweeds Meteorologisch en Hydrologisch Instituut

Migrationsverket

Zweedse Migratiedienst

Militärhögskolor

Militaire Academies

Mitthögskolan

Mitthögskolan-hogeschool

Moderna museet

Museum voor Moderne Kunst

Museer för världskultur, statens

Nationale Musea voor Wereldcultuur

Musiksamlingar, statens

Nationale Muziekcollectie

Myndigheten för kvalificerad yrkesutbildning

Dienst Gekwalificeerd Beroepsonderwijs

Myndigheten för Sveriges nätuniversitet

Dienst e-Universiteit Zweden

Mälardalens högskola

Hogeschool van Mälardalen

N

Nationalmuseum

Nationaal Museum

Nationellt centrum för flexibelt lärande

Nationaal Centrum voor Flexibel Leren

Naturhistoriska riksmuseet

Natuurhistorisch Rijksmuseum

Naturvårdsverket

Dienst Natuurzorg

Nordiska Afrikainstitutet

Instituut voor Noordelijk Afrika

Notarienämnden

Commissie Griffiers

Nämnden för offentlig upphandling

Nationale Raad voor Overheidsopdrachten

O

Ombudsmannen mot diskriminering på grundav sexuell läggning

Diensten van de Ombudsman voor discriminatie wegens sexuele geaardheid

Ombudsmannen mot etnisk diskriminering

Diensten van de Ombudsman voor discriminatie op grond van etnische afstamming

Operahögskolan i Stockholm

Hogeschool voor Opera van Stockholm

P

Patent- och registreringsverket

Octrooi- en Registratiebureau

Patentbesvärsrätten

Appelinstantie Octrooien

Pensionsverk, statens

Nationale Dienst voor Ambtenarenpensioenen

Person- och adressregisternämnd, statens

Landelijk Bevolkingsregister

Pliktverk, Totalförsvarets

Nationaal Agentschap voor de Dienstplicht

Polarforskningssekretariatet

Secretariaat voor Polair Onderzoek

Polismyndigheter (21)

Politieautoriteiten (21)

Post- och telestyrelsen

Bestuur Post- en Telecommunicatie

Premiepensionsmyndigheten

Autoriteit Premiereservepensioenen

Presstödsnämnden

Commissie Perssteun

R

Radio- och TV-verket

Dienst Radio en Televisie

Regeringskansliet

Ministeries en Kabinetten

Regeringsrätten

Hoogste juridische instantie voor bestuurszaken

Revisorsnämnden

Toezichtscommissie van Overheidsaccountants

Riksantikvarieämbetet

Rijksdienst Monumentenzorg en Historische Verzamelingen

Riksarkivet

Rijksarchief

Riksbanken

Zweedse Centrale Bank

Riksdagens förvaltningskontor

Administratieve diensten van het Zweedse parlement

Riksdagens ombudsmän

Parlementaire ombudsman

Riksdagens revisorer

Accountants van het Zweedse Parlement

Riksförsäkringsverket

Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid

Riksgäldskontoret

Dienst Staatsschuld

Rikspolisstyrelsen

Rijkspolitiebestuur

Riksrevisionsverket

Rekenkamer

Riksskatteverket

Rijksbelastingdienst

Rikstrafiken

Nationaal Bestuur Openbaar Vervoer

Riksutställningar, Stiftelsen

Stichting Nationale Tentoonstellingen

Riksåklagaren

Diensten van de Procureur-Generaal

Rymdstyrelsen

Nationaal Bestuur voor de Ruimtevaart

Råd för byggnadsforskning, statens

Nationale Raad Bouwonderzoek

Rådet för grundläggande högskoleutbildning

Raad voor het gewone hoger onderwijs

Räddningsverk, statens

Zweedse Reddingsdiensten

Rättshjälpsmyndigheten

Nationale Autoriteit Rechtsbijstand

Rättsmedicinalverket

Nationale Dienst voor Forensische Geneeskunde

S

Sameskolstyrelsen och sameskolor

Sami-onderwijsbestuur en Sami-scholen

Sametinget

Sami-Parlement

Sjöfartsverket

Dienst Zeevaart

Sjöhistoriska museer, statens

Nationale musea voor maritieme geschiedenis

Skattemyndigheterna (10)

Belastingdiensten (10)

Skogsstyrelsen

Nationaal Bosbestuur

Skolverk, statens

Rijksdienst voor het lager- en middelbaar onderwijs

Smittskyddsinstitutet

Zweeds Instituut voor de Bescherming tegen Infectieziekten

Socialstyrelsen

Nationale Gezondheids- en Welzijnsraad

Specialpedagogiska institutet

Zweeds instituut voor buitengewoon onderwijs

Specialskolemyndigheten

Nationaal Bestuur van de scholen voor kinderen met een handicap of leermoeilijkheden

Språk- och folkminnesinstitutet

Instituut voor Taal en Folklore

Sprängämnesinspektionen

Nationaal Inspectoraat Springstoffen

Statens personregisternämnd, SPAR-nämnden

Rijksdienst Bevolkingsregister

Statistiska centralbyrån

Centraal Bureau voor de Statistiek

Statskontoret

Bureau voor Overheidsmanagement

Stockholms universitet

Universiteit van Stockholm

Strålskyddsinstitut, statens

Zweeds Instituut voor Stralingsbescherming

Styrelsen för ackreditering och teknisk kontroll

Zweedse Dienst voor Erkenning en Overeenstemmingsbeoordeling

Styrelsen för internationell utvecklings- samarbete, SIDA

Zweeds Agentschap voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking

Styrelsen för psykologiskt försvar

Bestuur voor Psychologische Verdediging

Svenska institutet

Svenska institutet

Säkerhetspolisen

Zweedse Veiligheidsdienst

Södertörns högskola

Södertörns högskola

T

Talboks- och punktskriftsbiblioteket

Bibliotheek van gesproken boeken en publicaties in braille

Teaterhögskolan

Theaterhogeschool

Tekniska museet, stiftelsen

Stichting Technologiemuseum

Tingsrätterna (72)

Rechtbanken van eerste aanleg (72)

Tjänsteförslagsnämnden för domstolsväsendet

Commissie voor benoemingsvoordrachten in het rechtswezen

Totalförsvarets forskningsinstitut

Researchinstituut Defensie

Transportforskningsberedningen

Instantie voor Transportonderzoek

Transportrådet

Transportraad

Tullverket

Douaneadministratie

Turistdelegationen

Autoriteit voor Toerisme

U

Umeå universitet

Universiteit van Umeå

Ungdomsstyrelsen

Nationale Jeugdraad

Uppsala universitet

Universiteit van Uppsala

Utlänningsnämnden

Commissie Vreemdelingen

Utsädeskontroll, statens

Zweeds Insituut voor controle en certificering van zaden

V

Valmyndigheten

Kiesraad

Vatten- och avloppsnämnd, statens

Nationale Commissie Watervoorziening en rioleringen

Vattenöverdomstolen

Hogere juridische instantie voor watervraagstukken

Verket för högskoleservice (VHS)

Nationale Dienst voor het Hoger Onderwijs (VHS)

Verket för innovationssystem (VINNOVA)

Dienst Innovatiesystemen (VINNOVA)

Verket för näringslivsutveckling (NUTEK)

Dienst Ontwikkeling van het Bedrijfsleven (NUTEK)

Vetenskapsrådet

Zweedse Wetenschapsraad

Veterinärmedicinska anstalt, statens

Nationaal Veterinair Instituut

Vägverket

Bestuur der Wegen

Vänerskolan

Vänerskolan

Växjö universitet

Universiteit van Växjö

Växtsortnämnd, statens

Nationale Commissie) voor Plantenrassen

Å

Åklagarmyndigheterna

Regionale openbare ministeries (6)

Åsbackaskolan

Åsbackaskolan

Ö

Örebro universitet

Universiteit van Örebro

Östervångsskolan

Östervångsskolan

Överbefälhavaren

Opperbevelhebber van de Strijdkrachten

Överstyrelsen för civil beredskap

Hoger Bestuur voor civiele rampenplannen

VERENIGD KONINKRIJK

Cabinet Office

Algemene Zaken

Civil Service College

Dienst vorming hoger overheidspersoneel

Office of the Parliamentary Counsel

Juridische dienst van het Parlement

Central Office of Information

Centrale voorlichtingsdienst

Charity Commission

Commissie liefdadigheid

Crown Prosecution Service

Openbaar ministerie in strafzaken

Crown Estate Commissioners (Vote Expenditure Only)

Commissarissen staatsdomeinen (alleen de uitgaven in het kader van de goedgekeurde toelage)

HM Customs and Excise

Dienst douane en accijnzen

Department for Culture, Media and Sport

Ministerie van cultuur, media en sport

British Library

British Library

British Museum

British Museum

Historic Buildings and Monuments Commissionfor England (English Heritage)

Commissie historische gebouwen en monumenten in Engeland (Engels patrimonium)

Imperial War Museum

Oorlogsmuseum voor de 20e eeuw

Museums and Galleries Commission

Commissie musea en kunstcollecties

National Gallery

National Gallery

National Maritime Museum

Nationaal scheepvaartmuseum

National Portrait Gallery

National Portrait Gallery

Natural History Museum

Natuurhistorisch museum

Royal Commission on Historical Manuscripts

Koninklijke Commissie voor historische handschriften

Royal Commission on Historical Monuments of England

Koninlijke Commissie voor historische monumenten van Engeland

Royal Fine Art Commission (England)

Koninklijke kunstcommissie (Engeland)

Science Museum

Wetenschapsmuseum

Tate Gallery

Tate Gallery

Victoria and Albert Museum

Victoria and Albert Museum

Wallace Collection

Wallace Collection

Department for Education and Skills

Ministerie van onderwijs en vaardigheden

Higher Education Funding Council for England

Raad voor de financiering van het hoger onderwijs in Engeland

Department for Environment, Food and Rural Affairs

Ministerie van milieubeheer, voedselvoorziening en plattelandszaken

Agricultural Dwelling House Advisory Committees

Adviescomités voor dienstwoningen in de landbouw

Agricultural Land Tribunals

Rechtbanken voor pachtzaken en andere geschillen op landbouwgebied

Agricultural Wages Board and Committees

Looncommissies en -comités voor de landbouw

Cattle Breeding Centre

Centrum voor de veehouderij

Countryside Agency

Agentschap voor het platteland

Plant Variety Rights Office

Bureau voor kwekersrechten

Royal Botanic Gardens, Kew

Koninklijke plantentuin, Kew

Royal Commission on Environmental Pollution

Koninklijke Commissie milieuvervuiling

Department of Health

Ministerie van volksgezondheid

Central Council for Education and Training in Social Work

Centrale Raad voor educatie en opleiding in maatschappelijk werk

Dental Practice Board

Bureau tandheelkundige behandelingen

National Board for Nursing, Midwifery and Health Visiting for England

Nationale dienst voor verpleging, kraamzorg en huisbezoek voor Engeland

National Health Service Strategic Health Authorities and Trusts

Autoriteiten en trusts voor het gezondheidsbeleid van de NHS (Nationale gezondheidsdienst)

Prescription Pricing Authority

Autoriteit medische tarieven

Public Health Service Laboratory Board

Bureau voor de laboratoria van de openbare gezondheidsdienst

UK Central Council for Nursing, Midwifery and Health Visiting

Centrale Raad van het VK voor verpleging, kraamzorg en thuisverpleging

Department for International Development

Ministerie van internationale ontwikkeling

Department for National Savings

Instantie voor nationale spaargelden

Department for Transport

Ministerie van verkeer

Maritime and Coastguard Agency

Dienst maritieme veiligheid en kustwacht

Department for Work and Pensions

Ministerie van arbeid en pensioenen

Disability Living Allowance Advisory Board

Adviesraad onderhoudsuitkeringen voor gehandicapten

Independent Tribunal Service

Beroepsinstantie voor sociale zaken

Medical Boards and Examining Medical Officers (War Pensions)

Medische colleges en keuringsartsen (oorlogspensioenen)

Occupational Pensions Regulatory Authority

Regelgevende instantie voor bedrijfspensioenen

Regional Medical Service

Regionale geneeskundige dienst

Social Security Advisory Committee

Adviescommissie voor de sociale zekerheid

Department of the Procurator General and Treasury Solicitor

Bureau procureur-generaal en juridisch advies

Legal Secretariat to the Law Officers

Juridisch secretariaat voor het openbaar ministerie

Department of Trade and Industry

Ministerie van handel en industrie

Central Transport Consultative Committees

Centrale overlegcomités voor vervoer

Competition Commission

Commissie mededinging

Electricity Committees

Elektriciteitscomités

Employment Appeal Tribunal

Rechtbank van beroep voor arbeidsgeschillen

Employment Tribunals

Rechtbanken voor arbeidsgeschillen

Gas Consumers' Council

Consumentenraad voor de gassector

National Weights and Measures Laboratory

Nationaal laboratorium voor maten en gewichten

Office of Manpower Economics

Adviesbureau lonen

Patent Office

Octrooibureau

Export Credits Guarantee Department

Dienst exportkredietgarantie

Foreign and Commonwealth Office

Ministerie van buitenlandse zaken en Gemenebestzaken

Wilton Park Conference Centre

Wilton Park Conference Centre

Government Actuary's Department

Actuarieel regeringsdepartement

Government Communications Headquarters

Inlichtingendienst van de regering

Home Office

Ministerie van binnenlandse zaken

Boundary Commission for England

Commissie voor de vaststelling van de kiesdricten van Engeland

Gaming Board for Great Britain

Bureau voor kansspelen in Groot-Brittannië

Inspectors of Constabulary

Inspectiedienst politieorganisaties

Parole Board and Local Review Committees

Commissie en plaatselijke beoordelingscomités inzake voorlopige invrijheidstelling

House of Commons

Lagerhuis

House of Lords

Hogerhuis

Inland Revenue, Board of

Belastingdienst

Lord Chancellor's Department

Ministerie van justitie

Circuit Offices and Crown, County and Combined Courts (England and Wales)

Bureaus van de rechterlijke ressorten, rechtbanken voor strafzaken, arrondissementsrechtbanken en gecombineerde rechtbanken

Combined Tax Tribunal

Beroepsinstanties voor accijnzen, BTW en inkomstenbelasting

Council on Tribunals

Raad voor de rechtbanken

Court of Appeal — Criminal

Hof van beroep — strafzaken

Immigration Appellate Authorities

Instanties van beroep voor immigratiegeschillen

Immigration Adjudicators

Arbiters in immigratiegeschillen

Immigration Appeals Tribunal

Rechtbank van beroep voor immigratiegeschillen

Lands Tribunal

Rechtbank voor eigendomsgeschillen en pachtzaken

Law Commission

Juridische Commissie

Legal Aid Fund (England and Wales)

Fonds voor rechtsbijstand (Engeland en Wales)

Office of the Social Security Commissioners

Raad van beroep in sociale zaken

Pensions Appeal Tribunals

Rechtbanken van beroep voor geschillen in verband met oorlogspensioenen

Public Trust Office

Bureau voor financiële bescherming en sociale bijstand bij geestelijk onvermogen

Supreme Court Group (England and Wales)

Groep hogere rechtscolleges (Engeland en Wales)

Transport Tribunal

Rechtbank voor vervoerszaken

Ministry of Defence

Ministerie van defensie

Meteorological Office

Weerkundige dienst

Defence Procurement Agency

Dienst defensieaankopen

National Assembly for Wales

Nationale Assemblee van Wales

Higher Education Funding Council for Wales

Raad voor de financiering van het hoger onderwijs in Wales

Local Government Boundary Commission for Wales

Commissie voor de vaststelling van de kiesdricten voor het plaatselijk bestuur in Wales

Royal Commission for Ancient and Historical Monuments in Wales

Koninklijke Commissie voor historische monumenten in Wales

Valuation Tribunals (Wales)

Fiscale rechtbanken (Wales)

Welsh National Health Service Authorities and Trusts

Autoriteiten en trusts van de NHS (Nationale gezondheidsdienst) van Wales

Welsh Rent Assessment Panels

Huuradviescommissies voor Wales

Welsh National Board for Nursing, Midwifery and Health Visiting

Nationaal bureau voor verpleging, kraamzorg en thuiszorg van Wales

National Audit Office

Nationale rekenkamer

National Investment and Loans Office

Nationale dienst voor investeringen en leningen

Northern Ireland Assembly Commission

Commissie van de Assemblee van Noord-Ierland

Northern Ireland Court Service

Dienst voor de rechtbanken van Noord-Ierland

Coroners Courts

Rechtbanken voor onderzoek in geval van een gewelddadige, onnatuurlijke of plotselinge dood

County Courts

Arrondissementsrechtbanken

Court of Appeal and High Court of Justice in Northern Ireland

Hof van Beroep en hogere rechtbanken in Noord-Ierland

Crown Court

Rechtbank voor strafzaken

Enforcement of Judgements Office

Dienst tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen

Legal Aid Fund

Fonds voor rechtsbijstand

Magistrates Courts

Politierechtbanken

Pensions Appeals Tribunals

Rechtbanken van beroep voor geschillen in verband met oorlogspensioenen

Northern Ireland, Department for Employment and Learning

Noord-Ierland; Ministerie van werkgelegenheid en opleiding

Northern Ireland, Department for Regional Development

Noord-Ierland; Ministerie van regionale ontwikkeling

Northern Ireland, Department for Social Development

Noord-Ierland; Ministerie van sociale ontwikkeling

Northern Ireland, Department of Agriculture and Rural Development

Noord-Ierland; Ministerie van landbouw en plattelandsontwikkeling

Northern Ireland, Department of Culture, Arts and Leisure

Noord-Ierland; Ministerie van cultuur, kunst en vrijetijdsbesteding

Northern Ireland, Department of Education

Noord-Ierland; Ministerie van onderwijs

Northern Ireland, Department of Enterprise, Trade and Investment

Noord-Ierland; Ministerie van ondernemingen, handel en investeringen

Northern Ireland, Department of the Environment

Noord-Ierland; Ministerie van milieu

Northern Ireland, Department of Finance and Personnel

Noord-Ierland; Ministerie van financiën en ambtenarenzaken

Northern Ireland, Department of Health, Social Services and Public Safety

Noord-Ierland; Ministerie van volksgezondheid, sociale voorzieningen en openbare veiligheid

Northern Ireland, Department of Higher and Further Education, Training and Employment

Noord-Ierland; Ministerie van hoger en voortgezet onderwijs, opleiding en werkgelegenheid

Northern Ireland, Office of the First Minister and Deputy First Minister

Noord-Ierland; Diensten van de eerste minister en de vice-eerste minister

Northern Ireland Office

Bureau voor Noord-Ierland

Crown Solicitor's Office

Bureau van de juridisch adviseur en vertegenwoordiger, ook in rechte, van de overheid

Department of the Director of Public Prosecutions for Northern Ireland

Bureau van het openbaar ministerie voor Noord-Ierland

Forensic Science Agency of Northern Ireland

Forensisch instituut van Noord-Ierland

Office of Chief Electoral Officer for Northern Ireland

Bureau van het hoofd van de kiesraad voor Noord-Ierland

Police Service of Northern Ireland

Politiedienst van Noord-Ierland

Probation Board for Northern Ireland

Reclasseringsdienst van Noord-Ierland

State Pathologist Service

Staatsdienst voor pathologie-anatomie

Office of Fair Trading

Bureau voor eerlijke handel

Office for National Statistics

Nationaal bureau voor de statistiek

National Health Service Central Register

Centraal register van de nationale gezondheidsdienst

Office of the Parliamentary Commissioner for Administration and Health Service Commissioners

Bureau van de ombudsman voor de overheid en de NHS (nationale gezondheidsdienst)

Office of the Deputy Prime Minister

Bureau van de vice-eerste minister

Rent Assessment Panels

Huuradviescommissies

Paymaster General's Office

Bureau van de thesaurier-generaal

Postal Business of the Post Office

Postdiensten van the Post Office (geprivatiseerde posterijen)

Privy Council Office

Bureau van de Privy Council

Public Record Office

Nationaal en gerechtelijk archief

Royal Commission on Historical Manuscripts

Koninklijke Commissie voor historische handschriften

Royal Hospital, Chelsea

Koninklijk hospitaal, Chelsea

Royal Mint

Koninklijke Munt

Rural Payments Agency

Agentschap voor betalingen in de landbouwsector

Scotland, Auditor-General

Schotland, Rekenkamer

Scotland, Crown Office and Procurator Fiscal Service

Schotland, Openbaar ministerie, tevens belast met onderzoek naar plotselinge overlijdensgevallen en het toezicht op de politie

Scotland, General Register Office

Schotland, Centraal bevolkingsregister

Scotland, Queen's and Lord Treasurer's Remembrancer

Schotland, Dienst voor onbeheerde nalatenschappen, vondsten en andere zaken zonder bekende eigenaar

Scotland, Registers of Scotland

Schotland, Dienst voor de Schotse registers van eigendoms- en andere aktes

The Scotland Office

Departement voor Schotland

The Scottish Executive Corporate Services

Facilitaire en personeelsdiensten van de Schotse regering

The Scottish Executive Education Department

Ministerie van onderwijs van de Schotse regering

National Galleries of Scotland

Nationale kunstcollecties van Schotland

National Library of Scotland

Nationale bibliotheek van Schotland

National Museums of Scotland

Nationale musea van Schotland

Scottish Higher Education Funding Council

Raad voor de financiering van het hoger onderwijs in Schotland

The Scottish Executive Development Department

Ministerie van ontwikkeling van de Schotse regering

The Scottish Executive Enterprise and Lifelong Learning Department

Ministerie van ondernemen en levenslang leren van de Schotse regering

The Scottish Executive Finance

Ministerie van financiën van de Schotse regering

The Scottish Executive Health Department

Ministerie van volksgezondheid van de Schotse regering

Local Health Councils

Lokale volksgezondheidsraden

National Board for Nursing, Midwifery and Health Visiting for Scotland

Nationaal bureau voor verpleging, kraamzorg en thuiszorg voor Schotland

Scottish Council for Postgraduate Medical Education

Schotse Raad voor post-universitair medisch onderwijs

Scottish National Health Service Authorities and Trusts

Autoriteiten en trusts van de Schotse NHS (Nationale gezondheidsdienst)

The Scottish Executive Justice Department

Ministerie van justitie van de Schotse regering

Accountant of Court's Office

Dienst voor toezicht op en advies aan curatoren, voogden en bewindvoerders

High Court of Justiciary

Hoger gerechtshof voor criminele zaken

Court of Session

Hoger gerechtshof voor burgerlijke zaken

HM Inspectorate of Constabulary

Inspectiedienst politieorganisaties

Lands Tribunal for Scotland

Rechtbank voor eigendomsgeschillen en pachtzaken voor Schotland

Parole Board for Scotland and Local Review Committees

Commissie en plaatselijke beoordelingscomités inzake voorlopige invrijheidstelling voor Schotland

Pensions Appeal Tribunals

Rechtbanken van beroep voor geschillen in verband met oorlogspensioenen

Scottish Land Court

Schots hof voor pachtzaken en andere geschillen op landbouwgebied

Scottish Law Commission

Juridische commissie van Schotland

Sheriff Courts

Districtsrechtbanken

Scottish Criminal Record Office

Schots bureau voor strafrechtelijke registers

Scottish Crime Squad

Schotse recherchedienst

Scottish Fire Service Training Squad

Schotse dienst voor opleiding van de brandweer

Scottish Police College

Schotse politie-academie

Social Security Commissioners' Office

Bureau van de commissarissen van sociale zekerheid

The Scottish Executive Rural Affairs Department

Ministerie voor plattelandszaken van de Schotse regering

Crofters Commission

Commissie voor kleinschalige landbouw

Red Deer Commission

Commissie voor het edelhertenbestand

Rent Assessment Panel and Committees

Huuradviescommissie en huuradviescomités

Royal Botanic Garden, Edinburgh

Koninklijke plantentuin, Edinburgh

Royal Commission on the Ancient and Historical Monuments of Scotland

Koninklijke Commissie voor historische monumenten van Schotland

Royal Fine Art Commission for Scotland

Koninklijke kunstcommissie voor Schotland

The Scottish Executive Secretariat

Secretariaat van de Schotse regering

The Scottish Parliamentary Body Corporate

Dienst interne organisatie van het Schotse Parlement

Scottish Record Office

Schots archief

HM Treasury

Schatkist

Office of Government Commerce

Dienst overheidsaankopen

The Wales Office (Office of the Secretary of State for Wales)

Bureau voor Wales (bureau van de staatssecretaris voor Wales)


(1)  In deze richtlijn wordt onder „centrale overheidsinstanties” verstaan: de instanties die ter indicatie in deze bijlage vermeld zijn, alsmede de instanties die hen zijn opgevolgd voorzover op nationaal niveau rectificaties, wijzigingen of aanpassingen zijn aangebracht.

(2)  Niet voor oorlogsdoeleinden bestemd materiaal vermeld in bijlage V.

(3)  Niet voor oorlogsdoeleinden bestemd materiaal.

(4)  Niet voor oorlogsdoeleinden bestemd materieel.

(5)  Centraal aankoopbureau. Deze nationale openbare instelling treedt op als centraal aankoopbureau voor alle ministeries en, op verzoek, ook voor andere openbare instanties op basis van een concessie- of een kaderovereenkomst).

(6)  Niet voor oorlogsdoeleinden bestemd materiaal vermeld in bijlage V.

(7)  Niet voor oorlogsdoeleinden bestemd materiaal

BIJLAGE V

LIJST VAN PRODUCTEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8, BETREFFENDE HET PLAATSEN VAN OPDRACHTEN DOOR AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN DEFENSIE (1)

Hoofdstuk 25:

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement

Hoofdstuk 26:

Metaalertsen, slakken en assen

Hoofdstuk 27:

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was,

 

met uitzondering van:

 

ex 27.10: bijzondere motorbrandstoffen

Hoofdstuk 28:

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen,

 

met uitzondering van:

 

ex 28.09: explosieven

 

ex 28.13: explosieven

 

ex 28.14: traangas

 

ex 28.28: explosieven

 

ex 28.32: explosieven

 

ex 28.39: explosieven

 

ex 28.50: toxicologische producten

 

ex 28.51: toxicologische producten

 

ex 28.54: explosieven

Hoofdstuk 29:

Organische chemische producten,

 

met uitzondering van:

 

ex 29.03: explosieven

 

ex 29.04: explosieven

 

ex 29.07: explosieven

 

ex 29.08: explosieven

 

ex 29.11: explosieven

 

ex 29.12: explosieven

 

ex 29.13: toxicologische producten

 

ex 29.14: toxicologische producten

 

ex 29.15: toxicologische producten

 

ex 29.21: toxicologische producten

 

ex 29.22: toxicologische producten

 

ex 29.23: toxicologische producten

 

ex 29.26: explosieven

 

ex 29.27: toxicologische producten

 

ex 29.29: explosieven

Hoofdstuk 30:

Farmaceutische producten

Hoofdstuk 31:

Meststoffen

Hoofdstuk 32:

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; kleur- en verfstoffen, verf en vernis en verfmiddelen; mastiek; inkt

Hoofdstuk 33:

Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten

Hoofdstuk 34:

Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's en tandtechnische waspreparaten

Hoofdstuk 35:

Eiwitstoffen; lijm; enzymen

Hoofdstuk 37:

Producten voor fotografie en cinematografie

Hoofdstuk 38:

Diverse producten van de chemische industrie,

 

met uitzondering van:

 

ex 38.19: toxicologische producten

Hoofdstuk 39:

Kunstmatige plastische stoffen, ethers en esters van cellulose, kunstharsen en werken daarvan,

 

met uitzondering van:

 

ex 39.03: explosieven

Hoofdstuk 40:

Rubber (natuurlijke en synthetische rubber en factis) en werken van rubber,

 

met uitzondering van:

 

ex 40.11: kogelbestendige banden

Hoofdstuk 41:

Huiden, vellen en leder

Hoofdstuk 42:

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, dameshandtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

Hoofdstuk 43:

Pelterijen en bontwerk; namaakbont

Hoofdstuk 44:

Hout, houtskool en houtwaren

Hoofdstuk 45:

Kurk en kurkwaren

Hoofdstuk 46:

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

Hoofdstuk 47:

Stoffen voor het vervaardigen van papier

Hoofdstuk 48:

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren

Hoofdstuk 49:

Artikelen van de boekhandel en producten van de grafische kunst

Hoofdstuk 65:

Hoofddeksels en delen daarvan,

Hoofdstuk 66:

Paraplu's, parasols, wandelstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan

Hoofdstuk 67:

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

Hoofdstuk 68:

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen

Hoofdstuk 69:

Keramische producten

Hoofdstuk 70:

Glas en glaswerk

Hoofdstuk 71:

Echte parels, natuurlijke en andere edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancy-bijouterieën

Hoofdstuk 73:

Gietijzer, ijzer en staal

Hoofdstuk 74:

Koper

Hoofdstuk 75:

Nikkel

Hoofdstuk 76:

Aluminium

Hoofdstuk 77:

Magnesium, beryllium

Hoofdstuk 78:

Lood

Hoofdstuk 79:

Zink

Hoofdstuk 80:

Tin

Hoofdstuk 81:

Andere onedele metalen

Hoofdstuk 82:

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal,

 

met uitzondering van:

 

ex 82.05: gereedschap

 

ex 82.07: stukken gereedschap

Hoofdstuk 83:

Allerlei werken van onedele metalen

Hoofdstuk 84:

Stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen,

 

met uitzondering van:

 

ex 84.06: motoren

 

ex 84.08: andere voortstuwingsmiddelen

 

ex 84.45: machines

 

ex 84.53: automatische gegevensverwerkende machines

 

ex 84.55: delen van post 84.53

 

ex 84.59: kernreactoren

Hoofdstuk 85:

Elektrische machines, apparaten en toestellen; artikelen voor elektrotechnisch gebruik,

 

met uitzondering van:

 

ex 85.13: telecommunicatie

 

ex 85.15: zendtoestellen

Hoofdstuk 86:

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen; niet elektrische signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer,

 

met uitzondering van:

 

ex 86.02: gepantserde locomotieven

 

ex 86.03: andere gepantserde locomotieven

 

ex 86.05: gepantserde wagons

 

ex 86.06: rijdende werkplaatsen

 

ex 86.07: wagons

Hoofdstuk 87:

Automobielen, tractoren, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen, voor vervoer over land,

 

met uitzondering van:

 

ex 87.08: gevechtswagens en pantserauto's

 

ex 87.01: tractoren

 

ex 87.02: militaire voertuigen

 

ex 87.03: takelwagens

 

ex 87.09: motorrijwielen

 

ex 87.14: aanhangwagens

Hoofdstuk 89:

Scheepvaart,

 

met uitzondering van:

 

ex 89.01A: oorlogsschepen

Hoofdstuk 90:

Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen,

 

met uitzondering van:

 

ex 90.05: binocles

 

ex 90.13: diverse instrumenten, lasers

 

ex 90.14: telemeters

 

ex 90.28: elektrische of elektronische meetinstrumenten

 

ex 90.11: microscopen

 

ex 90.17: instrumenten voor de geneeskunde

 

ex 90.18: toestellen voor mechanische therapie

 

ex 90.19: orthopedische toestellen

 

ex 90.20: röntgentoestellen

Hoofdstuk 91:

Uurwerken

Hoofdstuk 92:

Muziekinstrumenten; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid en beelden voor televisie; delen en toebehoren van deze instrumenten en toestellen

Hoofdstuk 94:

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen,

 

met uitzondering van:

 

ex 94.01 A: zitmeubelen voor vliegtoestellen

Hoofdstuk 95:

Stoffen geschikt om te worden gesneden of te worden gevormd, in bewerkte staat (werken daaronder begrepen)

Hoofdstuk 96:

Borstelwerk, kwasten en penselen, bezems, poederkwastjes en zeven

Hoofdstuk 98:

Diverse werken


(1)  De enige toepasselijke tekst voor het doel van huidige richtlijn is degene gegeven in bijlage I, punt 3, van de overeenkomst.

BIJLAGE VI

DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

1)

a)

„technische specificaties”, in geval van overheidsopdrachten voor werken: alle technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in het bestek, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van een werk, een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan op objectieve wijze een werk, een materiaal, een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit beantwoordt aan het gebruik waarvoor het door de aanbestedende dienst is bestemd. Tot deze kenmerken behoren ook het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten), en de overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, veiligheid of afmetingen, met inbegrip van kwaliteitsborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering en productieprocessen en -methoden. Zij omvatten eveneens de voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, de voorwaarden voor proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de aanbestedende dienst bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld;

b)

„technische specificatie”, in geval van overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten: een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of dienst, zoals het niveau van kwaliteit, het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten) en de overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, gebruik, veiligheid of afmetingen van het product, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocessen en -methoden, en overeenstemmingsbeoorde-lingsprocedures;

2)

„norm”: een technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling voor herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming niet verplicht is en die tot een van de volgende categorieën behoort:

internationale norm: een norm die door een internationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;

Europese norm: een norm die door een Europese normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;

nationale norm: een norm die door een nationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek wordt gesteld;

3)

„Europese technische goedkeuring”: op de bevinding dat aan de essentiële eisen wordt voldaan gebaseerde, gunstig uitgevallen technische beoordeling waarbij een product, gezien zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik ervan vastgestelde voorwaarden, geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden. De Europese technische goedkeuring wordt afgegeven door de te dien einde door de lidstaat erkende instelling;

4)

„gemeenschappelijke technische specificaties”: technische specificaties die zijn opgesteld volgens een door de lidstaten erkende procedure die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen wordt bekendgemaakt;

5)

„technisch referentiekader”: ieder ander product dan de officiële normen, dat door de Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de ontwikkeling van de marktbehoeften zijn aangepast.

BIJLAGE VII

INLICHTINGEN DIE IN DE AANKONDIGINGEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

 

BIJLAGE VII A

INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

AANKONDIGING VAN BEKENDMAKING VAN EEN VOORAANKONDIGING VIA EEN KOPERSPROFIEL

1.

Land van de aanbestedende dienst

2.

Naam van de aanbestedende dienst

3.

Internetadres van het „kopersprofiel” (URL)

4.

CPV-indeling

VOORAANKONDIGING

1.

Naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de aanbestedende dienst en, indien het een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden verkregen , alsmede — bij opdrachten tot dienstverlening en werken — van de diensten waar informatie kan worden ingewonnen over de voorschriften die op de plaats van de verrichtingen gelden inzake belasting, milieubescherming, bescherming van de werknemers en arbeidsvoorwaarden .

2.

Indien van toepassing, de vermelding dat het gaat om een overheidsopdracht die is voorbehouden aan sociale werkplaatsen of waarvan de uitvoering is voorbehouden in het kader van programma's voor beschermde arbeid.

3.

Bij overheidsopdrachten voor werken: aard en omvang van de werken en plaats van uitvoering; indien het werk in verschillende percelen is verdeeld, belangrijkste kenmerken van deze percelen in verhouding tot het werk; indien beschikbaar, raming van de kostenmarge van de voorgenomen werken; nomenclatuurindeling.

Voor overheidsopdrachten voor leveringen: aard en hoeveelheid of waarde van de te leveren artikelen; nomenclatuurindeling; nomenclatuurindeling.

Bij overheidsopdrachten voor diensten: totaal geraamde bedrag van de aankopen in elke van de in bijlage II A genoemde categorieën diensten; nomenclatuurindeling.

4.

Beoogde data voor de aanvang van de procedure(s) voor het plaatsen van de opdracht(en), in geval van overheidsopdrachten voor diensten per categorie.

5.

Indien van toepassing, de vermelding dat het om een raamovereenkomst gaat.

6.

Eventueel andere informatie.

7.

Datum van verzending van de aankondiging of van de aankondiging van bekendmaking van deze vooraankondiging in het kopersprofiel.

8.

De vermelding of de opdracht onder de Overeenkomst valt.

AANKONDIGING VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN

Openbare, niet-openbare procedures, concurrentiegerichte dialogen, procedures van gunning door onderhandelingen

1.

Naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de aanbestedende dienst.

2.

Indien van toepassing, de vermelding dat het gaat om een overheidsopdracht die is voorbehouden aan sociale werkplaatsen of waarvan de uitvoering is voorbehouden in het kader van programma's voor beschermde arbeid.

3.

a)

Wijze van aanbesteding.

b)

Indien van toepassing, motivering van de toepassing van de versnelde procedure (in geval van een niet-openbare procedure of een procedure van gunning door onderhandelingen).

c)

Indien van toepassing, vermelden dat het om een raamovereenkomst gaat.

d)

Indien van toepassing, vermelden dat het een dynamisch aankoopsysteem betreft.

e)

Indien van toepassing, gebruikmaking van een elektronische veiling (in geval van een openbare, niet-openbare procedure of een procedure van gunning door onderhandelingen, in het in artikel 30, lid 1, onder a), bedoelde geval).

4.

Vorm van de opdracht.

5.

Plaats van uitvoering van de werken of plaats van levering van de producten of diensten.

6.

a)

Overheidsopdrachten voor werken:

aard, omvang en algemene kenmerken van de werken. Vermelding van met name de opties voor latere werken en, indien bekend, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Indien het werk of de opdracht in verschillende percelen is verdeeld, de orde van grootte van de percelen; nomenclatuurindeling,

gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen,

bij raamovereenkomsten: beoogde looptijd van de raamovereenkomst, de totale geraamde waarde van de werken voor de gehele looptijd van de raamovereenkomst en, voorzover mogelijk, de waarde en frequentie van de te plaatsen opdrachten.

b)

Overheidsopdrachten voor leveringen:

aard van de te leveren producten, met name met vermelding of de aanbesteding betrekking heeft op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan, nomenclatuurindeling. Hoeveelheid te leveren producten, met name onder vermelding van de opties voor latere aankopen en, indien bekend, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook het aantal eventuele verlengingen, nomenclatuurindeling,

in het geval van regelmatig dan wel binnen een bepaalde periode terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien bekend, van een tijdschema voor de beoogde vervolgopdrachten voor leveringen,

bij raamovereenkomsten: beoogde looptijd van de raamovereenkomst, de totale geraamde waarde van de leveringen voor de gehele looptijd van de raamovereenkomst en, voorzover mogelijk, de waarde en frequentie van de te plaatsen opdrachten.

c)

Overheidsopdrachten voor diensten:

categorie waartoe de dienst behoort, en beschrijving. Nomenclatuurindeling. Hoeveelheid van de te leveren diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien bekend, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. In het geval van binnen een bepaalde periode terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien bekend, van een tijdschema voor de beoogde vervolgopdrachten voor diensten.

Bij raamovereenkomsten: beoogde looptijd van de raamovereenkomst, de totale geraamde waarde van de diensten voor de gehele looptijd van de raamovereenkomst en, voorzover mogelijk, de waarde en frequentie van de te plaatsen opdrachten.

vermelding of het verlenen van de dienst ingevolge wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden.

Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling.

Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel dat met het verlenen van de dienst wordt belast, dienen op te geven.

7.

Wanneer de opdrachten in percelen zijn verdeeld, vermelding van de mogelijkheid voor de economische subjecten om voor één, meer en/of alle percelen in te schrijven.

8.

Uiterste datum voor de uitvoering van de werken/leveringen/diensten of looptijd van de opdracht voor werken/leveringen/diensten; voorzover mogelijk, uiterste datum voor de aanvang van de werken of uiterste datum voor aanvang van de levering van de producten of de verlening van de diensten.

9.

Toelating of verbod van varianten.

10.

Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht.

11.

In geval van een openbare procedure:

a)

naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar het bestek en aanvullende documentatie kunnen worden aangevraagd;

b)

indien van toepassing, de uiterste datum voor de indiening van deze aanvraag;

c)

indien van toepassing, het bedrag dat voor het verkrijgen van de genoemde documentatie moet worden betaald en wijze van betaling.

12.

a)

Uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen of van de indicatieve inschrijvingen indien het gaat om de instelling van een dynamisch aankoopsysteem (openbare procedures).

b)

Uiterste datum voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming (niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen).

c)

Adres waar zij moeten worden ingediend.

d)

Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld.

13.

In geval van een openbare procedure:

a)

personen die bij de opening van de inschrijvingen worden toegelaten;

b)

dag, uur en plaats van de opening.

14.

Indien van toepassing, verlangde borgsommen en waarborgen.

15.

Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waarin deze te vinden zijn.

16.

Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van de economische subjecten waaraan de opdracht wordt gegund.

17.

Selectiecriteria betreffende de persoonlijke situatie van de economische subjecten die tot hun uitsluiting kunnen leiden en de nodige informatie waaruit blijkt dat zij niet tot de gevallen behoren die uitsluiting rechtvaardigen. Selectiecriteria en gegevens over de persoonlijke situatie van het economisch subject, alsmede de nodige gegevens en bescheiden voor de beoordeling van de economische en technische minimumeisen waaraan het economisch subject moet voldoen. Eventueel vereiste specifieke minimumeisen ten aanzien van de bekwaamheid.

18.

Voor raamovereenkomsten: aantal economische subjecten dat zal deelnemen, in voorkomend geval het maximumaantal, looptijd van de beoogde raamovereenkomst, in voorkomend geval, onder vermelding van de redenen voor een looptijd van meer dan vier jaar,

19.

Voor de concurrentiegerichte dialoog en de procedures van gunning via onderhandelingen met bekendmaking van een overheidsopdracht, indien van toepassing, vermelding van de gebruikmaking van een procedure in achtereenvolgende fasen waarbij geleidelijk het aantal te bespreken oplossingen of ter onderhandeling openstaande inschrijvingen wordt beperkt.

20.

Voor de niet-openbare procedures, de concurrentiegerichte dialoog en de procedures van gunning via onderhandelingen met bekendmaking van een overheidsopdracht, wanneer gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot beperking van het aantal kandidaten voor het indienen van inschrijvingen, de dialoog of de onderhandelingen: minimumaantal en, in voorkomend geval, maximumaantal kandidaten en objectieve criteria voor de bepaling van dit aantal kandidaten.

21.

Termijn gedurende welke de inschrijver zijn inschrijving gestand moet doen (openbare procedure).

22.

Indien van toepassing, naam en adres van reeds door de aanbestedende dienst geselecteerde economische subjecten (procedures van gunning via onderhandelingen).

23.

In artikel 56 bedoelde gunningscriteria: „laagste prijs” of „economisch voordeligste inschrijving”. De criteria voor de vaststelling van de economisch voordeligste inschrijving en de weging ervan moeten worden vermeld wanneer zij niet in het bestek zijn opgenomen, of, in geval van een concurrentiegerichte dialoog, in het beschrijvende document.

24.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval, bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijnen voor het starten van beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

25.

Datum (data) van bekendmaking van de vooraankondiging overeenkomstig de technische specificaties voor de bekendmaking als vermeld in bijlage VIII of vermelding van de niet-bekendmaking ervan.

26.

Datum van verzending van de aankondiging.

27.

Vermelding of de opdracht onder de Overeenkomst valt.

VEREENVOUDIGDE AANKONDIGING VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT IN HET KADER VAN EEN DYNAMISCH AANKOOPSYSTEEM

1.

Land van de aanbestedende dienst.

2.

Naam en e-mailadres van de aanbestedende dienst.

3.

Verwijzing naar de bekendmaking van de aankondiging van een overheidsopdracht in het kader van het dynamische aankoopsysteem.

4.

E-mailadres waar het bestek en de aanvullende documenten betreffende het dynamische aankoopsysteem beschikbaar zijn.

5.

Voorwerp van de opdracht: beschrijving door middel van de CPV-nomenclatuurindeling en hoeveelheid of omvang van de te plaatsen opdracht.

6.

Termijn voor de indiening van de indicatieve inschrijvingen.

AANKONDIGING VAN GEPLAATSTE OPDRACHTEN

1.

Naam en adres van de aanbestedende dienst.

2.

Gevolgde aanbestedingsprocedure. In geval van een procedure van gunning via onderhandelingen zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van de opdracht (artikel 30), motivering van de keuze van de procedure.

3.

Overheidsopdrachten voor werken: aard en omvang van de werkzaamheden en algemene kenmerken van het werk.

Overheidsopdrachten voor leveringen: aard en hoeveelheid van de geleverde producten, indien van toepassing, uitgesplitst per leverancier; nomenclatuurindeling.

Overheidsopdrachten voor diensten: categorie waartoe de dienst behoort, en beschrijving van de dienst; nomenclatuurindeling; hoeveelheid afgenomen diensten.

4.

Datum van de plaatsing van de opdracht.

5.

Gunningscriteria.

6.

Aantal ontvangen inschrijvingen.

7.

Naam en adres van de begunstigde(n).

8.

Betaalde prijs of prijzen (minimum/maximum).

9.

Waarde van de geselecteerde inschrijving(en) of de hoogste en de laagste inschrijving die bij de gunning in aanmerking zijn genomen.

10.

Indien van toepassing, gedeelte van de opdracht dat aan derden in onderaanbesteding kan worden gegeven en de waarde daarvan.

11.

Datum van bekendmaking van de aankondiging van de opdracht overeenkomstig de technische specificaties voor de bekendmaking als vermeld in bijlage VIII.

12.

Datum van verzending van deze aankondiging.

13.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval, bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijnen voor het starten van beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

BIJLAGE VII B

INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN BETREFFENDE CONCESSIEOVEREENKOMSTEN VOOR OPENBARE WERKEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

1.

Naam, adres, faxnummer en e-mailadres van de aanbestedende dienst

2.

a)

Plaats van uitvoering

b)

Omschrijving van de concessieovereenkomst; aard en omvang van de werken

3.

a)

Uiterste datum voor de indiening van inschrijvingen

b)

Adres waar zij moeten worden ingediend

c)

Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld

4.

Persoonlijke, technische en financiële voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen

5.

Bij de gunning van het contract toe te passen criteria

6.

Indien van toepassing, minimumpercentage van de aan derden uitbestede werken

7.

Datum van verzending van de aankondiging

8.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en, in voorkomend geval, bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijnen voor het starten van beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

BIJLAGE VII C

INLICHTINGEN DIE MOETEN WORDEN OPGENOMEN IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN VAN DE CONCESSIEHOUDER VAN WERKEN DIE ZELF GEEN AANBESTEDENDE DIENST IS

1.

a)

Plaats van uitvoering

b)

Aard en omvang van de werken, algemene kenmerken van het werk

2.

Eventueel verplichte uitvoeringstermijn

3.

Naam en adres van de dienst waar het bestek en de aanvullende documentatie kunnen worden aangevraagd

4.

a)

Uiterste datum voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming en/of de ontvangst van de inschrijvingen

b)

Adres waar zij moeten worden ingediend

c)

Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld

5.

Indien van toepassing, verlangde borgsommen en waarborgen

6.

Voorwaarden van financiële en technische aard waaraan het economisch subject moet voldoen

7.

Bij de gunning van de opdracht te hanteren criteria

8.

Datum van verzending van de aankondiging

BIJLAGE VII D

INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN BETREFFENDE PRIJSVRAGEN VOOR DIENSTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

AANKONDIGINGEN BETREFFENDE PRIJSVRAGEN

1.

Naam, adres, faxnummer en e-mailadres van de aanbestedende dienst en van de dienst waar aanvullende documentatie kan worden aangevraagd.

2.

Omschrijving van het project.

3.

Type prijsvraag: openbaar of niet-openbaar.

4.

In geval van een openbare prijsvraag: uiterste datum voor de indiening van ontwerpen.

5.

In geval van een niet-openbare prijsvraag:

a)

beoogd aantal deelnemers;

b)

indien van toepassing, namen van reeds geselecteerde deelnemers;

c)

criteria voor selectie van de deelnemers;

d)

uiterste datum voor de verzoeken tot deelneming.

6.

Indien van toepassing, vermelding dat de deelneming voorbehouden is aan een specifieke beroepsgroep.

7.

Criteria die bij de beoordeling van de ontwerpen worden toegepast.

8.

Indien van toepassing, namen van geselecteerde juryleden.

9.

Vermelding of het besluit van de jury voor de aanbestedende dienst bindend is.

10.

Indien van toepassing, aantal en waarde van de prijzen.

11.

Indien van toepassing, aan alle deelnemers uit te betalen bedragen.

12.

Vermelding of de overheidsopdrachten naar aanleiding van de prijsvraag al dan niet zullen worden gegund aan de winnaar(s) van de prijsvraag.

13.

Datum van verzending van de aankondiging.

AANKONDIGING VAN DE RESULTATEN VAN EEN PRIJSVRAAG

1.

Naam, adres, faxnummer en e-mailadres van de aanbestedende dienst.

2.

Omschrijving van het project.

3.

Totaal aantal deelnemers.

4.

Aantal buitenlandse deelnemers.

5.

Winnaar(s) van de prijsvraag.

6.

Indien van toepassing, prijs- of prijzengeld.

7.

Referentienummer van de aankondiging van de prijsvraag.

8.

Datum van verzending van de aankondiging.

BIJLAGE VIII

SPECIFICATIES BETREFFENDE DE BEKENDMAKING

1.

Bekendmaking van de aankondigingen

a)

De in de artikelen 37, 61, 67 en 72 genoemde aankondigingen worden door de aanbestedende diensten aan het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen toegezonden in het formaat dat wordt voorgeschreven door Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie van 13 september 2001 over het gebruik van de standaardformulieren bij de bekendmaking van aankondigingen van overheidsopdrachten (1). In de in artikel 37, lid 1, eerste alinea, bedoelde vooraankondigingen die via een kopersprofiel zoals bedoeld in punt 2, onder b), worden bekendgemaakt alsmede in de aankondiging van deze bekendmaking, wordt ook dit formaat gebruikt.

b)

De in de artikelen 37, 61, 67 en 72 genoemde aankondigingen worden bekendgemaakt door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen of door de aanbestedende diensten in geval van vooraankondigingen via een kopersprofiel overeenkomstig artikel 37, lid 1, eerste alinea.

De aanbestedende diensten kunnen deze informatie bovendien in een „kopersprofiel” zoals bedoeld in punt 2, onder b), via het internet bekendmaken.

c)

Het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen zendt de aanbestedende dienst de bevestiging van de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 38, lid 8.

2.

Bekendmaking van aanvullende of bijkomende informatie

a)

De aanbestedende diensten wordt aangeraden het volledige bestek en de volledige aanvullende documentatie op het internet bekend te maken.

b)

Het kopersprofiel kan voor aankondigingen, als bedoeld in artikel 37, lid 1, eerste alinea, informatie bevatten over lopende aanbestedingsprocedures, voorgenomen aankopen, geplaatste opdrachten, geannuleerde procedures, alsmede alle nuttige algemene informatie, zoals het contactpunt, een telefoon- en faxnummer, een postadres en een e-mailadres.

3.

Formaat en wijze voor de elektronische verzending van aankondigingen

Het formaat en de wijze voor de elektronische verzending van aankondigingen zijn op te vragen op internenadres „http://simap.eu.int”.


(1)  PB L 285 van 29.10.2001, blz. 1.

BIJLAGE IX

REGISTERS (1)

 


(1)  Voor de toepassing van artikel 49 wordt onder „registers” verstaan de registers die in deze bijlage vermeld worden, alsmede de registers die in de plaats van deze registers gekomen zijn, voorzover hierin op nationaal niveau wijzigingen zijn aangebracht.

BIJLAGE IX A

OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR WERKEN

De beroepsregisters, verklaringen of attesten voor elke lidstaat zijn:

voor België: „Handelsregister — Registre du commerce”;

voor Denemarken: „Handelsregistren”, „Aktieselskabsregistren” en „Erhvervsregistren”;

voor Duitsland: „Handelsregister” en „Handwerksrolle”;

voor Griekenland: het Register van erkende ondernemingen („Μητρώο Εργοληπτικών Επιχειρήσεων” — MEEΠ) van het ministerie voor Milieu, Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken (YΠΕΧΩΔΕ);

voor Spanje: voor rechtspersonen: inschrijving in het „Registro Mercantil” of gelijkwaardig register naarlang de kenmerken van de betrokken entiteit;

voor Frankrijk: „Registre du commerce” en „Répertoire des métiers”;

voor Ierland: „Registrar of Companies” of „Registrar of Friendly Societies”. Een aannemer, die niet is ingeschreven, kan worden verzocht een attest over te leggen waaruit blijkt dat hij onder ede heeft verklaard het betrokken beroep uit te oefenen in het land waar hij zich op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam heeft gevestigd.

voor Italië: „Registro della Camera di commercio, industria, agricoltura e artigianato”;

voor Luxemburg: „Registre aux firmes” en „Rôle de la chambre des métiers”;

voor Nederland: „Handelsregister”;

voor Oostenrijk: „Firmenbuch”, „Gewerberegister”, „Mitgliederverzeichnisse der Landeskammern”;

voor Portugal: „Registo Nacional das Pessoas Colectivas”;

voor Finland: „Kaupparekisteri”, „Handelsregistren”;

voor Zweden: „aktiebolags-, handels- eller föreningsregistren”;

voor het Verenigd Koninkrijk: een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde aannemer wordt geacht te zijn ingeschreven in een handels- of beroepsregister wanneer uit een attest van de „Registrar of Companies” blijkt dat deze aannemer een bedrijf heeft opgericht of wanneer uit een attest blijkt dat de betrokkene onder ede heeft verklaard het betrokken beroep uit te oefenen op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam.

BIJLAGE IX B

OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR LEVERINGEN

De bedoelde beroeps- of handelsregisters, verklaringen of attesten zijn:

voor België: „Handelsregister — Registre du commerce”;

voor Denemarken: „Erhvervs- og selskabsstyrelsen”;

voor Duitsland: „Handelsregister” en „Handwerksrolle”;

voor Griekenland: „Βιοτεχνικό ή Βιομηχανικό ή Εμπορικό Επιμελητήριο”;

voor Spanje: voor rechtspersonen: inschrijving in het „Registro Mercantil” of gelijkwaardig register naarlang de kenmerken van de betrokken entiteit;

voor Frankrijk: „Registre du commerce” en „Répertoire des métiers”;

voor Ierland: „Registrar of Companies” of „Registrar of Friendly Societies”. Een leverancier, die niet is ingeschreven kan worden verzocht een attest over te leggen waaruit blijkt dat hij onder ede heeft verklaard het betrokken beroep uit te oefenen in het land waar hij zich op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam heeft gevestigd.

voor Italië: „Registro della Camera di commercio, industria, agricoltura e artigianato” en „Registro delle Commissioni provinciali per l'artigianato”;

voor Luxemburg: „Registre aux firmes” en „Rôle de la chambre des métiers”;

voor Nederland: „Handelsregister”;

voor Oostenrijk: „Firmenbuch”, „Gewerberegister”, „Mitgliederverzeichnisse der Landeskammern”;

voor Portugal: „Registo Nacional das Pessoas Colectivas”;

voor Finland: „Kaupparekisteri”, „Handelsregistren”;

voor Zweden: „aktiebolags-, handels- eller föreningsregistren”;

voor het Verenigd Koninkrijk: een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde leverancier wordt geacht te zijn ingeschreven in een handels- of beroepsregister wanneer uit een attest van de „Registrar of Companies” blijkt dat hij een bedrijf heeft opgericht of, wanneer uit een attest blijkt dat de betrokkene onder ede heeft verklaard het betrokken beroep uit te oefenen op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam.

BIJLAGE IX C

OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR DIENSTEN

De bedoelde beroeps- of handelsregisters, verklaringen of attesten zijn:

voor België: „Handelsregister — Registre du commerce” en „Beroepsorden — Ordres professionnels”;

voor Denemarken: „Erhvervs- og Selskabsstyrelsen”;

voor Duitsland: „Handelsregister”, „Handwerksrolle” en „Vereinsregister”;

voor Griekenland: de dienstverlener kan worden verzocht een onder ede en ten overstaan van een notaris afgelegde verklaring over te leggen betreffende de uitoefening van het betrokken beroep; in de in de geldende wettelijke regeling bepaalde gevallen, voor het verlenen van de in bijlage I A vermelde diensten voor onderzoek, het beroepsregister „Μητρώο Μελετητών”, alsmede „Μητρώο Γραφείων Μελετών”;

voor Spanje: voor rechtspersonen: inschrijving in het „Registro Mercantil” of gelijkwaardig register naarlang de kenmerken van de betrokken entiteit;

voor Frankrijk: „Registre du commerce” en „Répertoire des métiers”;

voor Ierland: „Registrar of Companies” of „Registrar of Friendly Societies”. Een dienstverlener, die niet is ingeschreven kan worden verzocht een attest over te leggen waaruit blijkt dat hij onder ede heeft verklaard het desbetreffende beroep uit te oefenen in het land waar hij zich heeft gevestigd op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam.

voor Italië: „Registro della Camera di commercio, industria, agricoltura e artigianato”, „Registro delle commissioni provinciali per l'artigianato” of „Consiglio nazionale degli ordini professionali”;

voor Luxemburg: „Registre aux firmes” en „Rôle de la chambre des métiers”;

voor Nederland: „Handelsregister”;

voor Oostenrijk: „Firmenbuch”, „Gewerberegister”, „Mitgliederverzeichnisse der Landeskammern”;

voor Portugal: „Registro Nacional das Pessoas Colectivas”;

voor Finland: „Kaupparekisteri/Handelsregistren”;

voor Zweden: „aktiebolags-, handels- eller föreningsregistren”;

voor het Verenigd Koninkrijk: een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde dienstverlener wordt geacht te zijn ingeschreven in een handels- of beroepsregister wanneer uit een attest van de „Registrar of Companies” blijkt dat hij een bedrijf heeft opgericht of wanneer uit een attest blijkt dat de betrokkene onder ede heeft verklaard het desbetreffende beroep uit te oefenen op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam.

BIJLAGE X

EISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN INSCHRIJVINGEN, VERZOEKEN TOT DEELNEMING OF PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN

De middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen, verzoeken tot deelneming en plannen en ontwerpen moeten door passende technische voorzieningen en procedures tenminste de waarborg bieden dat

a)

elektronische handtekeningen met betrekking tot inschrijvingen, verzoeken tot deelneming en toezending van plannen en ontwerpen met toepassing van Richtlijn 1999/93/EG aan de nationale wetgeving voldoen;

b)

het exacte tijdstip en de exacte datum van ontvangst van inschrijvingen, verzoeken tot deelneming en plannen en ontwerpen precies kunnen worden vastgesteld;

c)

redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de opgegeven uiterste data toegang kan hebben tot de op grond van onderhavige eisen verstrekte informatie;

d)

bij een inbreuk op dit toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk zonder problemen kan worden opgespoord;

e)

alleen de gemachtigde personen de data voor openbaarmaking van de ontvangen informatie kunnen vaststellen of wijzigen;

f)

tijdens de verschillende fasen van de gunningsprocedure of van de prijsvraag alleen een gelijktijdig optreden van de gemachtigde personen toegang kan geven tot het geheel of een gedeelte van de verstrekte informatie;

g)

het gelijktijdig optreden van de gemachtigde personen slechts na de opgegeven datum toegang tot de verstrekte informatie kan geven;

h)

de met toepassing van de onderhavige eisen ontvangen en openbaar gemaakte informatie enkel toegankelijk blijft voor de tot inzage gemachtigde personen.

BIJLAGE XI

TERMIJNEN VOOR OMZETTING EN TOEPASSING

(artikel 83)

Richtlijn

Termijnen voor omzetting en toepassing

92/50/EEG (PB L 209 van 24.7.1992, blz. 1)

1 juli 1993

Oostenrijk, Finland, Zweden (1)

1 januari 1995

93/36/EEG (PB L 199 van 9.8.1993, blz. 1)

13 juni 1994

Oostenrijk, Finland, Zweden (1)

1 januari 1995

93/37/EEG (PB L 199 van 9.8.1993, blz. 54)

 

codificatie van de Richtlijnen:

 

— 71/305/EEG (PB L 185 van 16.8.1971, blz. 5):

 

— EG — 6

30 juli 1972

— DK, IRL, UK

1 januari 1973

— Griekenland

1 januari 1981

— Spanje, Portugal

1 januari 1986

— Oostenrijk, Finland, Zweden (1)

1 januari 1995

— 89/440/EEG (PB L 210 van 21.7.1989, blz. 1):

 

— EG — 9

19 juli 1990

— Griekenland, Spanje, Portugal

1 maart 1992

— Oostenrijk, Finland, Zweden (1)

1 januari 1995

97/52/EG (PB L 328 van 28.11.1997, blz. 1)

13 oktober 1998


(1)  EER: 1 januari 1994

BIJLAGE XII

CONCORDANTIETABEL (1)

Onderhavige richtlijn

Richtlijn 93/37/EEG

Richtlijn 93/36/EEG

Richtlijn 92/50/EEG

Andere besluiten

 

Art. 1, lid 1

Art. 1, eerste regel, aangepast

Art. 1, eerste regel, aangepast

Art. 1, eerste regel, aangepast

 

 

Art. 1, lid 2, onder a)

Art. 1, onder a), eerste deel van de zin

Art. 1, onder a), eerste en laatste deel van de eerste zin

Art. 1, onder a)

 

Gewijzigd

Art. 1, lid 2, onder b)

Art. 1, onder a) en c), aangepast

 

 

Art. 1, lid 2, onder c), eerste alinea

Art. 1, onder a), tweede deel van de eerste zin en de tweede zin, aangepast

 

 

Art. 1, lid 2, onder c), tweede alinea

Art. 1, onder a), aangepast

 

 

Art. 1, lid 2, onder d), eerste alinea

 

Nieuw

Art. 1, lid 2, onder d), tweede alinea

Art. 2, aangepast

 

 

Art. 1, lid 2, onder d), derde alinea

16e overweging aangepast

 

 

Art. 1, lid 3

Art. 1, onder d)

 

 

Art. 1, lid 4

 

Nieuw

Art. 1, lid 5

 

Nieuw

Art. 1, lid 6

 

Nieuw

Art. 1, lid 7

 

Nieuw

Art. 1, lid 8, eerste alinea

Art. 1, onder c), eerste zin aangepast

 

 

Art. 1, lid 8, tweede alinea

 

Nieuw

Art. 1, lid 8, derde alinea

Art. 1, onder h)

Art. 1, onder c)

Art. 1, onder c), tweede zin

 

Gewijzigd

Art. 1, lid 9

Art. 1, onder b), aangepast

Art. 1, onder b), aangepast

Art. 1, onder b), aangepast

 

 

Art. 1, lid 10

 

Nieuw

Art. 1, lid 11, eerste alinea

Art. 1, onder e), aangepast

Art. 1, onder d), aangepast

Art. 1, onder d), aangepast

 

 

Art. 1, lid 11, tweede alinea

Art. 1, onder f), aangepast

Art. 1, onder e), aangepast

Art. 1, onder e), aangepast

 

 

Art. 1, lid 11, derde alinea

 

Nieuw

Art. 1, lid 11, vierde alinea

Art. 1, onder g), aangepast

Art. 1, onder f), aangepast

Art. 1, onder f), aangepast

 

 

Art. 1, lid 11, vijfde alinea

Art. 1, onder g), aangepast

 

 

Art. 1, lid 12

 

Nieuw

Art. 1, lid 13

 

Nieuw

Art. 1, lid 14

 

Nieuw

Art. 1, lid 15

 

Nieuw

Art. 2

Art. 6, lid 6

Art. 5, lid 7

Art. 3, lid 2

 

Gewijzigd

Art. 3

Art. 2, lid 2

 

 

Art. 4, lid 1

Nieuw

Nieuw

Art. 26, leden 2 en 3, aangepast

 

 

Art. 4, lid 2

Art. 21 gewijzigd

Art. 18, aangepast

Art. 26, lid 1 gewijzigd

 

 

Art. 5

Art. 33 bis aangepast

Art. 28 gewijzigd

Art. 38 bis aangepast

 

 

Art. 6

Art. 15, lid 2

 

Gewijzigd

Art. 7

 

 

 

 

Nieuw

Art. 8, onder a) en b)

Art. 5, lid 1, onder a), aangepast

Art. 7, lid 1, onder a), aangepast

 

 

Art. 8, onder c)

Art. 6, lid 1, onder a), aangepast

 

 

Art. 9

Art. 2 en art. 6, lid 1, onder b), aangepast

Art. 3, lid 3 en art. 7, lid 1, onder a), aangepast

 

 

Art. 10, lid 1, eerste alinea

Art. 5, lid 5

Art. 7, leden 2 en 7

 

Gewijzigd

Art. 10, lid 1, tweede alinea

 

Nieuw

Art. 10, lid 2

Art. 5, lid 1, onder b)

 

Gewijzigd

Art. 10, lid 3

Art. 6, lid 4

Art. 5, lid 6

Art. 7, lid 3, tweede zinsdeel

 

 

Art. 10, lid 4

Art. 6, lid 5, aangepast

 

 

 

 

Art. 10, lid 5, onder a)

Art. 6, lid 3, aangepast

Art. 7, lid 4, derde alinea, aangepast

 

 

Art. 10, lid 5, onder b)

Art. 5, lid 4

 

Gewijzigd

Art. 10, lid 6

Art. 5, lid 2

 

 

Art. 10, lid 7

Art. 5, lid 3

Art. 7, lid 6

 

 

Art. 10, lid 8, onder a)

Art. 7, lid 4

 

Gewijzigd

Art. 10, lid 8, onder b)

Art. 7, lid 5

 

Gewijzigd

Art. 10, lid 9

 

Nieuw

Art. 11

Nieuw

Art. 3 aangepast

Art. 4, lid 1, aangepast

 

 

Art. 12

 

Nieuw

Art. 13

Art. 4, onder a)

Art. 2, onder a)

Art. 1, onder a), punt ii)

 

Gewijzigd

Art. 14

 

Nieuw

Art. 15

Art. 4, onder b)

Art. 2, lid 1, onder b)

Art. 4, lid 2

 

 

Art. 16, onder a)

Art. 5, onder a) aangepast

Art. 4, onder a) aangepast

Art. 5, onder a) aangepast

 

 

Art. 16, onder b) en c)

Art. 5, onder b) en c)

Art. 4, onder b) en c)

Art. 5, onder b) en c)

 

 

Art. 17

Art. 1, onder a), punten iii) t/m ix) aangepast

 

 

Art. 18

 

Nieuw

Art. 19

Art. 6

 

Gewijzigd

Art. 20

 

 

 

 

Nieuw

Art. 21

 

 

 

 

Nieuw

Art. 22

Art. 8

 

 

Art. 23

 

 

Art. 9

 

 

Art. 24

Art. 10

 

 

Art. 25

Art. 10

Art. 8

Art. 14

 

Gewijzigd

Art. 26, leden 1 t/m 4, eerste alinea

Art. 19

Art. 16, lid 1

Art. 24, lid 1

 

Gewijzigd

Art. 26, lid 4, tweede alinea

Art. 16, lid 2, aangepast

Art. 24, lid 2, aangepast

 

 

Art. 27, eerste alinea

Art. 20, eerste alinea

Art. 17, eerste alinea

Art. 25, eerste alinea

 

Gewijzigd

Art. 27, tweede alinea

Art. 20, tweede alinea

Art. 17, tweede alinea

Art. 25, tweede alinea

 

 

Art. 28

 

Nieuw

Art. 29, eerste alinea

Art. 23, lid 1

Art. 28, lid 1

 

Gewijzigd

Art. 29, tweede en derde alinea

Art. 23, lid 2

Art. 28, lid 2

 

 

Art. 30, eerste alinea

Art. 7, lid 1 aangepast

Art. 6, lid 1 aangepast

Art. 11, lid 1 aangepast

 

 

Art. 30, tweede alinea

Art. 7, lid 4

Art. 6, lid 4

Art. 11, lid 4

 

Gewijzigd

Art. 31

 

Nieuw

Art. 32, lid 1, onder a)

Art. 7, lid 2, onder a)

Art. 6, lid 2

Art. 11, lid 2, onder a)

 

 

Art. 32, lid 1, onder b)

Art. 7, lid 2, onder c)

Nieuw

Art. 11, lid 2, onder b)

 

 

Art. 32, lid 1, onder c)

 

Art. 11, lid 2, onder c)

 

 

Art. 32, lid 1, onder d)

Art. 7, lid 2, onder b)

 

 

Art. 32, leden 2, 3 en 4

 

Nieuw

Art. 33, punt 1), onder a)

Art. 7, lid 3 onder a)

Art. 6, lid 3, onder a)

Art. 11, lid 3, onder a)

 

 

Art. 33, punt 1), onder b)

Art. 7, lid 3, onder b)

Art. 6, lid 3, onder c)

Art. 11, lid 3, onder b)

 

 

Art. 33, punt 1), onder c)

Art. 7, lid 3, onder c)

Art. 6, lid 3, onder d)

Art. 11, lid 3, onder d)

 

 

Art. 33, punt 2), onder a)

Art. 6, lid 3, onder b)

 

 

Art. 33, punt 2), onder b)

Art. 6, lid 3, onder e)

 

 

Art. 33, punt 2, onder c)

Nieuw

 

 

Art. 33, punt 2), onder d)

Nieuw

 

 

Art. 33, punt 3)

Art. 11, lid 3, onder c)

 

 

Art. 33, punt 4), onder a)

Art. 7, lid 3, onder d)

Art. 11, lid 3, onder e)

 

 

Art. 33, punt 4, onder b)

Art. 7, lid 3, onder e)

Art. 11, lid 3, onder f)

 

 

Art. 34

 

Nieuw

Art. 35

 

 

Nieuw

Art. 36, eerste en tweede alinea

Art. 9, eerste en tweede alinea

 

 

Art. 36, derde alinea

Art. 9, derde alinea

 

 

Gewijzigd

Art. 37, lid 1, eerste alinea, onder a), eerste alinea

Art. 9, lid 1, eerste alinea

 

 

Art. 37, lid 1, eerste alinea, onder a), tweede alinea

Art. 9, lid 1, tweede alinea, eerste zin

 

Gewijzigd

Art. 37, lid 1, eerste alinea, onder b)

Art. 15, lid 1

 

 

Art. 37, lid 1, eerste alinea, onder c)

Art. 11, lid 1

 

 

Art. 37, lid 1, tweede alinea

Art. 9, lid 5, tweede alinea

Art. 17, lid 2, tweede alinea

 

Gewijzigd

Art. 37, lid 1, derde alinea

Art. 11, lid 7, tweede alinea

 

Gewijzigd

Art. 37, lid 1, vierde, vijfde en zesde alinea

 

Nieuw

Art. 37, lid 2

Art. 11, lid 2

Art. 9, lid 2

Art. 15, lid 2

 

Gewijzigd

Art. 37, lid 3

 

Nieuw

Art. 37, lid 4, eerste alinea

Art. 11, lid 5, eerste zin

Art. 9, lid 3, eerste zin

Art. 16, lid 1

 

Gewijzigd

Art. 37, lid 4, tweede en derde alinea

 

Nieuw

Art. 37, lid 4, vierde alinea

Art. 16, lid 3 en 4

 

 

Art. 37, lid 4, vijfde alinea

Art. 11, lid 5, tweede zin

Art. 9, lid 3, tweede zin

Art. 16, lid 5

 

Gewijzigd

Art. 38, lid 1

Art. 11, lid 6, eerste alinea, aangepast

Art. 9, lid 4, eerste zin, aangepast

Art. 17, lid 1, eerste zin, aangepast

 

 

Art. 38, lid 2, eerste alinea

Art. 11, lid 7, eerste zin

Art. 9, lid 5, eerste alinea

Art. 17, lid 2, eerste alinea

 

Gewijzigd

Art. 38, lid 2, tweede alinea

 

Nieuw

Art. 38, lid 3

Art. 11, lid 10

Art. 9, lid 8

Art. 17, lid 5

 

Gewijzigd

Art. 38, lid 4

Art. 11, lid 8 en 13

Art. 9, lid 6 en 11

Art. 17, lid 4 en 8

 

Gewijzigd

Art. 38, lid 5

Art. 11, lid 11, aangepast

Art. 9, lid 9, aangepast

Art. 17, lid 6, aangepast

 

 

Art. 38, lid 6

Art. 11, lid 13, tweede zin

Art. 9, lid 11, tweede zin

Art. 17, lid 8, tweede zin

 

Gewijzigd

Art. 38, lid 7, eerste alinea

Art. 11, lid 12

Art. 9, lid 10

Art. 17, lid 7

 

 

Art. 38, lid 7, tweede alinea

 

Nieuw

Art. 39

Art. 17

Art. 13

Art. 21

 

Gewijzigd

Art. 40, lid 1

 

Nieuw

Art. 40, lid 2

Art. 12, lid 2, aangepast

Art. 10, lid 1, aangepast

Art. 18, lid 1, aangepast

 

 

Art. 40, lid 3

Art. 13, lid 1 en 3, aangepast

Art. 11, lid 1 en 3, aangepast

Art. 19, lid 1 en 3, aangepast

 

Gewijzigd

Art. 40, lid 4

Art. 12, lid 2 en art. 13, lid 4, aangepast

Art. 10, lid 1 bis en art. 11, lid 3 bis, aangepast

Art. 18, lid 2 en art. 19, lid 4, aangepast

 

 

Art. 40, lid 5 en 6

 

Nieuw

Art. 40, lid 7

Art. 12, lid 5

Art. 10, lid 4

Art. 18, lid 5

 

Gewijzigd

Art. 40, lid 8

Art. 14, lid 1

Art. 12, lid 1

Art. 20, lid 1

 

Gewijzigd

Art. 41

Art. 12, lid 3 en 4, art. 13, lid 6, en art. 14, lid 2 aangepast

Art. 10, lid 2 en 3, art. 11, lid 5, en art.12, lid 2 aangepast

Art. 18, lid 3 en 4, art. 19, lid 6 en art. 20, lid 2 aangepast

 

 

Art. 42

Art. 13, lid 2, en art. 14, lid 3

Art. 11, lid 2, en art. 12, lid 3

Art. 19, lid 2, en art. 20, lid 3

 

Gewijzigd

Art. 43, lid 1

Art. 8, lid 2, eerste zin, aangepast

Art. 7, lid2, eerste zin, aangepast

Art. 12, lid 2, eerste zin, aangepast

 

 

Art. 43, lid 2

Art. 8, lid 1, eerste alinea, aangepast

Art. 7, lid 1, eerste alinea, aangepast

Art. 12, lid 1, eerste alinea, aangepast

 

 

Art. 43, lid 3

Art. 8, lid 1, tweede alinea, aangepast

Art. 7, lid 1, tweede alinea, aangepast

Art. 12, lid 1, tweede alinea, aangepast

 

 

 

Art. 8, lid 2, laatste zin

Art. 7, lid 2, laatste zin

Art. 12, lid 2, laatste zin

 

Vervallen

Art. 44, lid 1, 3 en 6

Art. 13, lid 5, en art. 18, lid 2

Art. 11, lid 4, en art. 15, lid 3

Art. 19, lid 5, en art. 23, lid 2

 

Gewijzigd

Art. 44, lid 2, 4 en 5

 

Nieuw

Art. 45

Art. 8, lid 3

Art. 7, lid 3

Art.12, lid 3

 

Gewijzigd

Art. 46, lid 1

Art. 18, lid 1 aangepast

Art. 15, lid 1 aangepast

Art. 23, lid 1 aangepast

 

Gewijzigd

Art. 46, lid 2

 

Nieuw

Art. 46, lid 3

Art. 22

Art. 23, lid 3

Art. 32, lid 4

 

Gewijzigd

Art. 46, lid 4

 

Nieuw

Art. 47

 

 

 

 

Nieuw

Art. 48, lid 1

 

Nieuw

Art. 48, lid 2, eerste alinea

Art. 24, eerste alinea, aangepast

Art. 20, lid 1, aangepast

Art. 29, eerste alinea, aangepast

 

 

Art. 48, lid 2, tweede alinea

 

Nieuw

Art. 48, lid 3

Art. 24, tweede en derde alinea, aangepast

Art. 20, leden 2 en 3 aangepast

Art. 29, tweede en derde alinea, aangepast

 

 

Art. 48, lid 4

Art. 24, vierde alinea

Art. 20, lid 4

Art. 29, vierde alinea

 

Gewijzigd

Art. 49, lid 1

Art. 25, eerste zin gewijzigd

Art. 21, leden 1 en 2, eerste zin, aangepast

Art. 30, leden 1 en 3, eerste zin, aangepast

 

 

Art. 49, tweede alinea

Art. 30, lid 2

 

 

Art. 50, lid 1, onder a) en b)

Art. 26, lid 1, onder a) en b), aangepast

Art. 22, lid 1, onder a) en b), aangepast

Art. 31, lid 1, onder a) en b), aangepast

 

 

Art. 50, lid 1, onder c)

Art. 26, lid 1, onder c)

Art. 22, lid 1, onder c)

Art. 31, lid 1, onder c)

 

Gewijzigd

Art. 50, leden 2 en 3

 

Nieuw

Art. 50, leden 4 en 5

Art. 26, leden 2 en 3, aangepast

Art. 22, leden 2 en 3, aangepast

Art. 31, leden 2 en 3, aangepast

 

Gewijzigd

Art. 51, lid 1 en lid 2, onder a) t/m e) en g t/m j

Art. 27, lid 1, aangepast

Art. 23, lid 1, aangepast

Art. 32, lid 2, aangepast

 

 

Art. 51, lid 2, onder f)

 

 

Nieuw

Art. 51, leden 3 en 4

 

Nieuw

Art. 51, lid 5

Nieuw

Nieuw

Art. 32, lid 1, aangepast

 

 

Art. 51, lid 6

Art. 27, lid 2

Art. 23, lid 2

Art. 32, lid 3

 

 

Art. 52

Nieuw

Nieuw

Art. 33

 

Gewijzigd

Art. 53

 

Nieuw

Art. 54

Art. 28

Art. 24

Art. 34

 

 

Art. 55

Art. 29

Art. 25

Art. 35

 

Gewijzigd

Art. 56, lid 1

Art. 30, lid 1 aangepast

Art. 26, lid 1 aangepast

Art. 36, lid 1 aangepast

 

 

Art. 56, lid 2

Art. 30, lid 2

Art. 26, lid 2

Art. 36, lid 2

 

Gewijzigd

 

Art. 30, lid 3

 

Vervallen

Art. 57

 

Nieuw

Art. 58

Art. 30, lid 4, eerste en tweede alinea

Art. 27, eerste en tweede alinea

Art. 37, eerste en tweede alinea

 

Gewijzigd

Art. 30, lid 4, derde alinea

Art. 27, derde alinea

Art. 37, derde alinea

 

Vervallen

Art. 30, lid 4, vierde alinea

 

Vervallen

Art. 31

 

Vervallen

Art. 32

 

Vervallen

Art. 59

Art. 3, lid 1, aangepast

 

 

 

 

Art. 60

 

 

 

Nieuw

Art. 61

Art. 11 lid 3, lid 6 t/m 11 en lid 13

 

 

 

Gewijzigd

Art. 62

Art. 15

 

 

Art. 63

Art. 3, lid 2

 

 

Art. 64

Nieuw

 

 

Art. 65

Art. 3, lid 3

 

 

Art. 66

Art. 3, lid 4

 

 

 

Gewijzigd

Art. 67

Art. 11, lid 4, lid 6, eerste alinea, lid 7, eerste alinea, en lid 9

 

Gewijzigd

Art. 68

Art. 16

 

 

 

 

Art. 69

Art. 13, leden 3 en 4

 

 

Art. 70, lid 1

Art. 13, lid 1, eerste alinea en lid 2, eerste alinea

 

 

Art. 70, lid 2

 

 

Art. 13, lid 1, eerste t/m derde streepje en lid 2, eerste t/m derde streepje

 

Gewijzigd

Art. 71

Nieuw

 

 

Art. 72, lid 1

Art. 15, lid 3

 

 

Art. 72, lid 2, eerste alinea

Art. 16, lid 1 en lid 2, tweede streepje

 

Gewijzigd

Art. 72, lid 2, tweede alinea en lid 3

Nieuw

 

 

Art. 73

Art. 17, lid 1, lid 2, eerste en derde alinea, leden 3 t/m 6 en lid 8

 

Gewijzigd

Art. 74

Nieuw

 

 

Art. 75

Art. 13, lid 5

 

 

Art. 76

Art. 13, lid 6, eerste alinea

 

 

Art. 77

Art. 13, lid 6, tweede alinea

 

Gewijzigd

 

Art. 33

Art. 30

Art. 38

 

Vervallen

Art. 78

Art. 34, lid 1, aangepast

Art. 31, lid 1, aangepast

Art. 39, lid 1, aangepast

 

 

Art. 79

Art. 34, lid 2

Art. 31, lid 2

Art. 39, lid 2

 

Gewijzigd

 

 

 

 

Art. 39, lid 2, onder d), deuxième alinea

Vervallen

Art. 80, lid 1

Art. 32, lid 1

Art. 40, lid 1

 

 

Art. 80, lid 2

Art. 35, lid 3

Art. 32, lid 2

Art. 40, lid 3

 

Gewijzigd

 

Art. 40, lid 2

 

Vervallen

Art. 81, lid 3

Art. 32, lid 3

Art. 40, lid 4

 

Gewijzigd

Art. 81, leden 1 en 2

 

 

 

 

Nieuw

Art. 81, leden 3 en 4

Art. 6, lid 2, onder a),

Art. 5, lid 1, onder d)

Art. 7, lid 1, onder c)

 

Gewijzigd

Art. 82, onder a)

Art. 6, lid 1, onder b), aangepast

Art. 5, lid 1, onder c), deuxième alinea, aangepast

Art. 7, lid 1, onder b), deuxième alinea, aangepast

 

 

Art. 82, onder b)

Art. 35, lid 2

Art. 16, lid 4

 

Gewijzigd

Art. 82, onder c)

 

Nieuw

Art. 82, onder d)

Art. 35, lid 1, aangepast

 

 

Art. 82, onder e)

 

Art. 29, lid 3, aangepast

 

 

Art. 82, onder f)

Art. 35, lid 2 aangepast

 

Nieuw

Art. 82, onder g)

 

 

Art. 82, onder h) en I)

 

Nieuw

Art 83

 

 

 

 

 

Art. 84

 

 

 

 

Nieuw

Art 85

 

 

 

 

 

Art 86

 

 

 

 

 

Art. 87

 

 

 

 

 


Onderhavige richtlijn

Richtlijn 93/37/EEG

Richtlijn 93/36/EEG

Richtlijn 92/50/EEG

Andere besluiten

 

Bijlage I

Bijlage II

 

 

 

Gewijzigd

Bijlagen IIA en IIB

Bijlagen IA en IB

 

Gewijzigd

Bijlage III

Bijlage I

Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Aangepast

Bijlage IV

Bijlage I

Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Aangepast

Bijlage V

Bijlage II

 

Gewijzigd

Bijlage VI

Bijlage III

Bijlage III

Bijlage II

 

Gewijzigd

Bijlage VII A, B, C en D

Bijlagen IV, V en VI

Bijlage IV

Bijlagen III en IV

 

Gewijzigd

Bijlage VIII

 

Nieuw

Bijlage IX

 

 

 

 

Aangepast

Bijlage IX A

Art. 21, lid 2

Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Aangepast

Bijlage IX B

Art. 30, lid 3

Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Aangepast

Bijlage IX C

Art. 25, aangepast

Akte van toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden

Aangepast

Bijlage X

 

 

 

 

Nieuw

Bijlage XI

 

 

 

 

Nieuw

Bijlage XII

 

 

 

 

Nieuw


(1)  Met „aangepast” wordt bedoeld dat het gaat om een nieuwe formulering van de tekst zonder dat de tekst van de ingetrokken richtlijnen inhoudelijk is gewijzigd. Wijzigingen van de inhoud van de bepalingen van de ingetrokken richtlijnen worden aangegeven met de vermelding „gewijzigd”. Deze vermelding staat in de laatste kolom wanneer de wijziging betrekking heeft op de bepalingen van de drie ingetrokken richtlijnen. Wanneer de wijziging slechts op een of twee richtlijnen betrekking heeft, staat de vermelding „gewijzigd” in de kolom van de desbetreffende richtlijn of richtlijnen.

P5_TA(2003)0313

Procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vervastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (12634/3/2002 — C5-0142/2003 — 2000/0117(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (12634/3/2002 — C5-0142/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2000) 276) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 235) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0245/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 147 E van 24.6.2003, blz. 137.

(2)  PB C 271 E van 7.11.2002, blz. 293.

(3)  PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 112.

(4)  PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 183.

P5_TC2-COD(2000)0117

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van de Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sector water- en energievoorziening en vervoer en postdiensten (richtlijn nutsbedrijven)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 47, lid 2, en de artikelen 55 en 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Aangezien er nieuwe wijzigingen worden aangebracht in Richtlijn 93/38/EEG van de Raad van 14 juni 1993 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (5), welke wijzigingen nodig zijn in antwoord op de vereenvoudigings- en moderniseringseisen die zowel de aanbestedende dienstdiensten als de economische subjecten hebben gesteld in hun antwoorden op het op 27 november 1996 door de Commissie aangenomen Groenboek, dient ter wille van de duidelijkheid tot omwerking van deze richtlijn in één tekst te worden overgegaan.

(2)

Een belangrijke reden voor de invoering van regels houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in deze sectoren is het feit dat de nationale overheid op velerlei wijze invloed op het gedrag van deze dienstdiensten kan uitoefenen, met name door deelneming in het kapitaal of vertegenwoordiging in de directie of in de bestuurs- of toezichtsorganen.

(3)

Een andere belangrijke reden waarom een coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten door de in deze sectoren werkzame diensten noodzakelijk is, is gelegen in het gesloten karakter van de markten waarop zij werkzaam zijn als gevolg van het bestaan van door de nationale overheid verleende bijzondere of uitsluitende rechten voor de bevoorrading, de terbeschikkingstelling of de exploitatie van de netten die de betreffende dienst verrichten.

(4)

De Gemeenschapswetgeving en met name Verordening (EEG) nr. 3975/87 van de Raad van 14 december 1987 tot vastelling van de wijze van toepassing van de mededingingsregels op ondernemingen in de sector luchthavenvervoer (6) en Verordening (EEG) nr. 3976/87 van de Raad van 14 december 1987 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op bepaalde groepen overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de sector van het luchtvervoer (7), zijn erop gericht meer mededinging tot stand te brengen tussen de luchtvaartmaatschappijendienst. Bijgevolg behoeven deze dienstdiensten niet in deze richtlijn te worden opgenomen. Gezien de huidige mededinging in het communautaire zeevervoer zou het ook niet gepast zijn de regels van deze richtlijn ook voor de opdrachten in deze sector te doen gelden.

(5)

Het toepassingsgebied van Richtlijn 93/38/EEG omvat thans bepaalde opdrachten die door aanbestedende dienstdiensten in de telecommunicatiesector worden geplaatst. Met het oog op de openstelling van de telecommunicatiesector is een regelgevingskader vastgesteld, zoals bedoeld in het vierde verslag over de tenuitvoerlegging van het regelgevingspakket voor de telecommunicatiesector van 25 november 1998. Een van de gevolgen hiervan is de invoering van een daadwerkelijke mededinging in deze sector geweest, zowel rechtens als feitelijk. Ter informatie en rekening houdend met deze situatie, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 8 ervan een lijst (8) van telecommunicatiediensten bekendgemaakt die reeds van de werkingssfeer van de genoemde richtlijn kunnen worden uitgesloten. Nog meer vorderingen zijn bevestigd in het zevende verslag over de tenuitvoerlegging van het regelgevingspakket voor de telecommunicatiesector van 26 november 2001. Het is derhalve niet meer nodig de aankopen van de dienstdiensten die in deze sector werkzaam zijn te reglementeren.

(6)

Derhalve behoeft het speciale, bij Richtlijn 90/531/EEG van de Raad van 17 september 1990 betreffende de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie ingestelde Raadgevende comité voor overheidsopdrachten in de telecommunicatiesector niet meer in stand te worden gehouden. (9)

(7)

Het verdient echter aanbeveling de evolutie van de telecommunicatiemarkt te blijven volgen en de situatie opnieuw te bezien wanneer wordt vastgesteld dat een echte mededinging in deze sector niet meer aanwezig is.

(8)

Richtlijn 93/38/EEG sluit aankopen van spraaktelefonie-, telex-, mobiele radiotelefonie-, semafoondiensten en telecommunicatiediensten per satelliet van het toepassingsgebied uit. Deze uitzonderingen zijn ingevoerd om rekening te houden met het feit dat dergelijke diensten in een bepaalde geografische zone vaak slechts door één leverancier konden worden geleverd, aangezien er geen daadwerkelijke mededinging was en er bijzondere of uitsluitende rechten waren verleend. Door de invoering van een echte mededinging in de telecommunicatiesector is voor deze uitzonderingen geen grond meer. Dergelijke telecommunicatiediensten moeten derhalve in het toepassingsgebied van deze richtlijn worden opgenomen.

(9)

De procedures voor de plaatsing van opdrachten die door de in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten werkzame dienstdiensten worden gehanteerd, maken een coördinatie noodzakelijk die gebaseerd is op de doelstelling om een hoog niveau van betrouwbare diensten van algemeen belang tegen billijke prijzen te garanderen en de consequenties van de artikelen 14, 28 en 49 EG-Verdrag en artikel 97 Euratom-Verdrag, dat wil zeggen de beginselen van gelijke behandeling, waarvan het beginsel van niet-discriminatie een bijzondere uiting is, van het beginsel van wederzijdse erkenning, van het beginsel van evenredigheid en van het beginsel van doorzichtigheid, alsmede op een openstelling van de opdrachten voor mededinging. Deze coördinatie moet, met inachtneming van de hoofddoelstellingen als bepaald in de artikelen 2 en 6 van het EG-Verdrag , een kader voor loyale handelspraktijken scheppen en ruimte laten voor de grootst mogelijke soepelheid. een kader voor loyale handelspraktijken scheppen en ruimte laten voor de grootst mogelijke soepelheid.

(10)

Gezien de noodzaak te zorgen voor een werkelijke openstelling van de markt en voor een evenwichtige toepassing van de aanbestedingsvoorschriften in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, dienen de betreffende dienstdiensten op een andere wijze te worden omschreven dan door verwijzing naar hun rechtsvorm. Er moet derhalve voor worden gezorgd dat geen afbreuk wordt gedaan aan de gelijke behandeling van de aanbestedende dienstdiensten uit de overheidssector en die uit de particuliere sector. Bovendien moet er overeenkomstig met artikel 295 van het Verdrag ook voor worden gezorgd dat de regeling van het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet wordt gelaten.

(11)

De lidstaten dienen erop toe te zien dat deelname van een publiekrechtelijk lichaam als inschrijver op een overheidsopdracht geen concurrentieverstorende gevolgen heeft voor particuliere inschrijvers.

(12)

Overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap moeten de eisen inzake milieubescherming geïntegreerd worden in de omschrijving en uitvoering van het beleid en het optreden van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 3 van genoemd Verdrag, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame ontwikkeling. In deze richtlijn wordt derhalve aangegeven hoe de aanbestedende dienstdiensten aan de bescherming van het milieu en het bevorderen van duurzame ontwikkeling kunnen bijdragen, met de verzekering dat die diensten voor die opdrachten tegelijk de beste prijs-kwaliteitverhouding kunnen verkrijgen.

(13)

Geen enkele bepaling in deze richtlijn belet dat maatregelen worden voorgeschreven of toegepast die noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare zedelijkheid, orde of veiligheid, de volksgezondheid, het leven van mensen en dieren of de bescherming van planten, in het bijzonder met het oog op duurzame ontwikkeling, op voorwaarde dat deze maatregelen in overeenstemming zijn met het Verdrag.

(14)

De Raad heeft bij Besluit 94/800/EG van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, met betrekking tot de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (10), namens de Gemeenschap onder meer zijn goedkeuring gehecht aan de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, hierna „Overeenkomst” genoemd, welke ten doel heeft een multilateraal kader van evenwichtige rechten en verplichtingen op het gebied van overheidsopdrachten tot stand te brengen met het oog op een verdere liberalisering en uitbreiding van de wereldhandel. Gezien de internationale rechten en verplichtingen die voor de Gemeenschap uit de aanvaarding van deze Overeenkomst voortvloeien, gelden voor de inschrijvers en producten uit derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, de regelingen van de Overeenkomst. Deze Overeenkomst is niet rechtstreeks toepasselijk. Derhalve dienen de in de Overeenkomst bedoelde aanbestedende dienstdiensten die zich aan deze richtlijn houden en die dezelfde bepalingen toepassen ten aanzien van de economische subjecten van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend, aldus de Overeenkomst na te leven. Deze richtlijn dient de economische subjecten van de Gemeenschap ook even gunstige voorwaarden voor deelneming aan overheidsopdrachten te garanderen als die welke gelden voor de economische subjecten van derde landen die de Overeenkomst hebben ondertekend.

(15)

Voordat met de procedure voor het plaatsen van een opdracht wordt begonnen, mogen de aanbestedende diensten, met gebruikmaking van een „technische dialoog”, bij het opstellen van het bestek advies vragen of aanvaarden, op voorwaarde dat een dergelijk advies niet tot uitschakeling van de mededinging leidt.

(16)

Gezien de verscheidenheid aan overheidsopdrachten voor werken, moet de aanbestedende dienstdienst kunnen kiezen tussen gescheiden en gemeenschappelijke gunning van de uitvoering en de planning van de werken. Met de richtlijn wordt niet beoogd om een gemeenschappelijke of een afzonderlijke gunning voor te schrijven. Het besluit of een gescheiden of een gemeenschappelijke gunning van de opdracht plaatsvindt, zou moeten worden gebaseerd op kwalitatieve en economische criteria, die in de nationale wetgevingen bepaald kunnen worden. Een overeenkomst wordt alleen geacht een opdracht voor werken te zijn indien zij specifiek betrekking heeft op de in bijlage XII bedoelde activiteiten, zelfs indien de opdracht de verrichting van andere voor die activiteiten benodigde diensten omvat. Opdrachten voor diensten, waaronder diensten inzake eigendomsbeheer, kunnen onder bepaalde omstandigheden ook werken omvatten. Indien dergelijke werken ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de overeenkomst van bijkomende aard zijn en daarvan een mogelijk uitvloeisel zijn of daarop een aanvulling vormen, is het feit dat die werken deel uitmaken van de overeenkomst geen reden om de overeenkomst als een opdracht voor werken aan te merken. Om de waarde van een overheidsopdracht voor werken te ramen, is het dienstig om als basis te nemen de waarden van de werken zelf alsmede de geraamde waarde van de eventuele leveringen en diensten die de aanbestedende dienstdiensten ter beschikking stellen van de contractanten, voorzover deze diensten of leveringen nodig zijn voor de uitvoering van de werken in kwestie. In deze alinea wordt met „diensten” bedoeld: de diensten die door de aanbestedende dienstdiensten middels hun eigen personeel worden geleverd. Overigens gelden voor de berekening van de waarde van overheidsopdrachten voor diensten, die al dan niet ter beschikking zullen worden gesteld van een contractant met het oog op de uitvoering van werken, de op overheidsopdrachten voor diensten toepasselijke regels.

(17)

Zowel met het oog op de toepassing van de procedurevoorschriften van deze richtlijn als voor controledoeleinden wordt de dienstensector het best omschreven door deze diensten onder te verdelen in categorieën die met bepaalde posten van een gemeenschappelijke indeling overeenkomen en deze bijeen te brengen in twee bijlagen, XVII A en XVII B, naar gelang van de regeling waaraan zij onderworpen zijn. Wat de in bijlage XVII B bedoelde diensten betreft, mogen de relevante bepalingen in deze richtlijn geen afbreuk doen aan de toepassing van specifieke voorschriften voor de desbetreffende diensten.

(18)

Wat de opdrachten voor diensten betreft, moet gedurende een overgangsperiode de volledige toepassing van deze richtlijn worden beperkt tot de opdrachten waarvoor deze bepalingen de mogelijkheden tot uitbreiding van het verkeer over de grenzen heen ten volle garanderen. De opdrachten voor andere diensten moeten gedurende deze overgangsperiode worden gevolgd, alvorens wordt besloten deze richtlijn daarop volledig toe te passen. In dit verband dient het controlemechanisme te worden omschreven. Dit mechanisme dient terzelfder tijd de betrokkenen toegang tot de relevante informatie te verzekeren.

(19)

Het is noodzakelijk belemmeringen voor de vrije dienstverrichting te vermijden. Derhalve kunnen dienstverrichters natuurlijke personen of rechtspersonen zijn. Deze richtlijn laat evenwel de toepassing, op nationaal niveau, van de voorschriften inzake de voorwaarden voor de uitoefening van een werkzaamheid of van een beroep onverlet, voorzover deze voorschriften verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

(20)

Een aantal nieuwe elektronische aankooptechnieken is in voortdurende ontwikkeling. Deze technieken maken het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen, met name door de besparing van tijd en kosten die het gebruik van deze technieken met zich meebrengt. De aanbestedende diensten kunnen gebruikmaken van elektronische aankooptechnieken mits de bepalingen van deze richtlijn en de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie in acht worden genomen. Daartoe kan de indiening van een inschrijving, met name in het kader van een kaderovereenkomst of met het oog op de toepassing van een dynamisch aankoopsysteem, de vorm aannemen van de elektronische catalogus van de inschrijver, wanneer deze de door de aanbestedende dienst in overeenstemming met artikel 49 gekozen communicatiemiddelen gebruikt.

(21)

Gezien de zich snel uitbreidende elektronische aankoopsystemen moeten nu reeds adequate voorschriften worden opgesteld zodat de aanbestedende dienstdiensten ten volle profijt kunnen trekken van de mogelijkheden die deze systemen bieden. Met het oog hierop moeten geheel elektronische dynamische aankoopsystemen voor de aankoop van leveringen of diensten voor regelmatig gebruik worden gedefinieerd, en moeten er specifieke voorschriften worden vastgesteld voor het opzetten en de werking van dergelijke systemen teneinde een eerlijke behandeling te garanderen van elk economisch subject dat eraan deel wenst te nemen. Elk economisch subject dat een indicatieve inschrijving indient die voldoet aan het bestek en zelf voldoet aan de selectiecriteria, moet van een dergelijk systeem gebruik kunnen maken. Dankzij deze aankooptechniek kunnen de aanbestedende dienstdiensten een lijst van reeds geselecteerde inschrijvers opstellen en deze openstellen voor nieuwe inschrijvers, en zo beschikken over een buitengewoon groot scala van inschrijvingen — dankzij de gebruikte elektronische middelen — en er aldus voor zorgen dat de overheidsgelden op basis van een brede concurrentie optimaal benut worden.

(22)

Aangezien de techniek van de elektronische veilingen wellicht uitbreiding zal nemen, moet een communautaire definitie van deze veilingen worden gegeven en een specifiek regelgevend kader worden ingesteld om te waarborgen dat de beginselen van gelijke behandeling, non-discriminatie en transparantie volledig in acht worden genomen; daartoe moet worden gestipuleerd dat elektronische veilingen slechts betrekking hebben op opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvoor nauwkeurige specificaties kunnen worden opgesteld. Met datzelfde doel kan worden bepaald dat de respectieve klassering van de inschrijvers op ieder moment van de elektronische veiling moet kunnen worden vastgesteld. Dankzij het gebruik van elektronische veilingen kunnen de aanbestedende dienstdiensten de inschrijvers vragen een nieuwe verlaagde prijs in te dienen en, wanneer de opdracht wordt gegund aan de economisch voordeligste inschrijving, ook andere elementen van de inschrijvingen dan de prijs te verbeteren. Niettemin mogen met het oog op de eerbiediging van het transparantiebeginsel alleen die elementen worden verbeterd die automatisch langs elektronische weg zonder betrokkenheid van de aanbestedende dienstdienst kunnen worden beoordeeld. Daartoe moeten deze elementen kwantificeerbaar zijn in cijfers of in percentages.

(23)

In de lidstaten zijn bepaalde centrale aankooptechnieken ontwikkeld. Verscheidene aanbestedende dienstdiensten zijn belast met het verrichten van aankopen of het gunnen van overheidsopdrachten/het sluiten van raamovereenkomsten voor andere aanbestedende dienstdiensten. Door de omvang van de aankopen maken deze technieken het mogelijk de mededinging te verbreden en overheidsbestellingen efficiënter te plaatsen. Er moet dus worden voorzien in een communautaire definitie van voor aanbestedende dienstdiensten werkende aankoopcentrales. Tevens moeten de voorwaarden worden vastgesteld waaronder aanbestedende dienstdiensten die met eerbiediging van het beginsel van non-discriminatie en het gelijkheidsbeginsel via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten verwerven, kunnen worden geacht de bepalingen van deze richtlijn te hebben nageleefd.

(24)

Teneinde rekening te houden met de bestaande verschillen in de lidstaten moeten zij zelf kunnen kiezen of zij bepalen dat de aanbestedende dienstdiensten gebruik kunnen maken van aankoopcentrales, dynamische aankoopsystemen en elektronische veilingen als omschreven en geregeld bij deze richtlijn.

(25)

Er dient een passende definitie te worden opgesteld voor het begrip bijzondere en uitsluitende rechten. Deze definitie heeft tot gevolg dat het feit dat wanneer een dienstdienst voor de aanleg van netten of voor de installatie van haven- en luchthavenvoorzieningen gebruik kan maken van een onteigeningsprocedure, ofwel delen van het net op, in of boven de openbare weg kan aanbrengen, dit op zichzelf geen bijzonder of uitsluitend recht vormt in de zin van deze richtlijn. Het feit dat een dienstdienst die drinkwater, elektriciteit, gas of verwarming aan een net levert dat zelf door een dienstdienst wordt geëxploiteerd waaraan door een bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, vormt op zichzelf geen bijzonder of uitsluitend recht in de zin van deze richtlijn. Ook rechten die door een lidstaat aan een beperkt aantal ondernemingen zijn toegekend op basis van objectieve, evenredige en niet-discriminerende criteria die eenieder die daaraan voldoet de mogelijkheid bieden van deze rechten gebruik te maken, kunnen niet worden aangemerkt als bijzondere of uitsluitende rechten.

(26)

De aanbestedende dienstdiensten dienen gemeenschappelijke aanbestedingsvoorschriften voor hun werkzaamheden met betrekking tot water toe te passen en deze regels dienen eveneens van toepassing te zijn wanneer aanbestedende diensten in de zin van deze richtlijn aanbestedingen uitschrijven voor hun werkzaamheden in verband met projecten op het gebied van waterhuishouding, bevloeiing, drainage, alsmede verwijdering en behandeling van afvalwater. De voorschriften als die welke zijn voorgesteld voor opdrachten voor leveringen zijn echter ongeschikt voor de aankoop van water, gezien de noodzaak zich te bevoorraden bij bronnen in de nabijheid van de plaats van gebruik.

(27)

Bepaalde dienstdiensten die een openbare busdienst verzorgen waren reeds van het toepassingsgebied van Richtlijn 93/38/EEG uitgesloten; dergelijke dienstdiensten dienen ook van het toepassingsgebied van deze richtlijn te worden uitgesloten. Om te voorkomen dat er een groot aantal regelingen ontstaan die alleen voor bepaalde sectoren van toepassing zijn, dient de algemene procedure, bedoeld om rekening te houden met de gevolgen van de openstelling voor mededinging, ook van toepassing te zijn op alle dienstdiensten die andere busvervoerdiensten aanbieden dan die welke krachtens artikel 2, lid 4, van Richtlijn 93/38/EEG buiten het toepassingsgebied van die richtlijn vallen.

(28)

In verband met de voortschrijdende openstelling van de postdiensten van de Gemeenschap voor mededinging en het feit dat deze diensten zowel door aanbestedende diensten, overheidsbedrijven als andere ondernemingen via een netwerk worden geleverd, is het dienstig te bepalen dat opdrachten geplaatst door aanbestedende dienstdiensten die postdiensten aanbieden, onderworpen zijn aan de voorschriften van de onderhavige richtlijn, inclusief die van artikel 31, welke de toepassing van de in overweging 9 bedoelde beginselen vrijwaren en tegelijkertijd een kader voor loyale handelspraktijken scheppen en een grotere flexibiliteit verschaffen dan mogelijk is op grond van het bepaalde in Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van ... [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten]  (11). Voor de vaststelling van de beoogde activiteiten moeten de definities van Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst (12) in aanmerking worden genomen. Ongeacht hun rechtspositie zijn dienstdiensten die postdiensten leveren momenteel niet onderworpen aan de regels van Richtlijn 93/38/EEG. De aanpassing van de aanbestedingsprocedures aan deze richtlijn zou voor deze dienstdiensten dan ook meer tijd kunnen vergen dan voor dienstdiensten die reeds aan deze regels onderworpen zijn en hun procedures slechts hoeven aan te passen aan de bij deze richtlijn aangebrachte wijzigingen. Derhalve moet voorzien worden in de mogelijkheid om de toepassing van de richtlijn uit te stellen om de nodige aanpassingen te kunnen verrichten. Gezien de uiteenlopende situaties waarin bedoelde dienstdiensten zich bevinden, moeten de lidstaten de mogelijkheid hebben om voor de toepassing van deze richtlijn een overgangsperiode vast te stellen voor aanbestedende dienstdiensten die actief zijn op het gebied van postdiensten.

(29)

Opdrachten kunnen worden gegund om te voorzien in verscheidene noodzakelijke activiteiten waarvoor verschillende wettelijke regelingen kunnen gelden. Er dient duidelijk te worden gesteld dat de wettelijke regeling die van toepassing is op een enkele opdracht ter dekking van verschillende activiteiten, onderworpen is aan de regels voor de activiteit waarvoor ze in hoofdzaak bedoeld was. Voor welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bedoeld was, kan worden vastgesteld aan de hand van een analyse van de behoeften waarin de specifieke opdracht moet voorzien, uitgevoerd door de aanbestedende dienstdienst met de bedoeling de waarde van de opdracht te ramen en de aanbestedingsdocumenten op te stellen. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij aankoop van een enkel stuk uitrusting voor de voortzetting van activiteiten waarvoor gegevens zouden ontbreken om een raming van de respectieve gebruikspercentages te kunnen maken, kan het objectief onmogelijk zijn vast te stellen voor welke activiteit de opdracht in hoofdzaak bedoeld is. Er moet worden bepaald welke regels in dergelijke gevallen van toepassing zijn.

(30)

Onverminderd de internationale rechten en verplichtingen van de Gemeenschap dient de tenuitvoerlegging van deze richtlijn te worden vereenvoudigd, met name door de drempels te vereenvoudigen en door de bepalingen inzake de aan de deelnemers te verstrekken informatie betreffende de beslissingen in verband met de procedures voor het plaatsen van de opdrachten en de resultaten daarvan, voor alle aanbestedende dienstdiensten te laten gelden, ongeacht de sector waarin zij werkzaam zijn. Voorts is het, rekening houdend met de monetaire unie, wenselijk drempels in EUR vast te stellen. Derhalve dienen de drempels in EUR op zodanige wijze te worden vastgesteld dat de toepassing van deze bepalingen wordt vereenvoudigd en tegelijkertijd de in de Overeenkomst bepaalde drempels, die in bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt, in acht worden genomen. In verband daarmee dient dus ook te worden voorzien in een periodieke herziening van de in EUR uitgedrukte drempels, teneinde deze indien nodig aan te passen naar gelang van de eventuele negatieve schommelingen van de waarde van de EUR ten opzichte van het bijzondere trekkingsrecht. De drempels voor de prijsvragen dienen gelijk te zijn aan die voor de opdrachten voor diensten.

(31)

Er moet een regeling komen voor gevallen waarin deze richtlijn niet noodzakelijk van toepassing dient te zijn om redenen van staatsveiligheid of vertrouwelijkheid of als gevolg van de toepasselijkheid van specifieke aanbestedingsregels, b.v. aanbestedingsregels uit hoofde van internationale overeenkomsten, aanbestedingsregels betreffende de legering van strijdkrachten, of regels die door internationale organisaties zijn vastgesteld.

(32)

Sommige opdrachten voor diensten, leveringen en werken, toegekend aan een verbonden onderneming waarvan de voornaamste activiteit erin bestaat deze diensten, leveringen of werken te verrichten voor de groep waarvan zij deel uitmaakt en niet op de markt te verhandelen, moeten worden uitgesloten. Ook bepaalde opdrachten voor diensten, leveringen en werken die een aanbestedende dienstdienst plaatst bij een gemeenschappelijke onderneming, bestaande uit verscheidene aanbestedende dienstdiensten, voor de uitoefening van de onder deze richtlijn vallende activiteiten, en waar zij zelf deel van uitmaakt, dienen van het toepassingsgebeid van deze richtlijn te worden uitgesloten. Er dient evenwel te worden voorkomen dat deze uitsluiting leidt tot verstoringen van de mededinging ten gunste van de ondernemingen of gemeenschappelijke onderneming die verbonden zijn met de aanbestedende dienstdiensten; er dient te worden voorzien in adequate regels, met name wat betreft de grenzen tot welke de ondernemingen een deel van hun omzet op de markt mogen halen en waarboven zij de mogelijkheid tot overheidsopdrachten zonder oproep tot mededinging verliezen, de samenstelling van de gemeenschappelijke ondernemingen en de stabiliteit van de betrekkingen tussen deze gemeenschappelijke ondernemingen en de aanbestedende dienstdiensten waaruit zij bestaan.

(33)

In de context van diensten vertonen overeenkomsten met betrekking tot de verwerving of huur van gronden, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken dan wel de rechten hierop bijzondere kenmerken, waardoor het niet passend is daarop aanbestedingsvoorschriften toe te passen.

(34)

Diensten van arbitrage en bemiddeling worden meestal verricht door instanties of personen die worden aangewezen of gekozen op een wijze die niet door aanbestedingsvoorschriften kan worden geregeld.

(35)

Conform de overeenkomst omvatten de in deze richtlijn bedoelde financiële diensten niet de opdrachten met betrekking tot de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, met name niet verrichtingen om de aanbestedende diensten van geld of kapitaal te voorzien.

(36)

Deze richtlijn dient slechts het verlenen van diensten te bestrijken voor zover deze op opdrachten berusten

(37)

Krachtens artikel 163 van het Verdrag is het stimuleren van onderzoek en technologische ontwikkeling een van de middelen om de wetenschappelijke en technologische grondslagen van de industrie in de Gemeenschap te versterken en het openstellen van overheidsopdrachten draagt tot de verwezenlijking van die doelstelling bij. Op de medefinanciering van onderzoeksprogramma's heeft deze richtlijn geen betrekking. Derhalve vallen buiten deze richtlijn andere opdrachten voor diensten voor onderzoek en ontwikkeling dan die waarvan de resultaten in hun geheel toekomen aan de aanbestedende dienstdienst voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, voor zover de dienstverrichting volledig door de aanbestedende dienstdienst wordt beloond.

(38)

 (13). Om te voorkomen dat er een groot aantal regelingen ontstaan die alleen voor bepaalde sectoren van toepassing zijn, verdient het aanbeveling de thans geldende speciale regelingen van artikel 3 van Richtlijn 93/38/EEG en artikel 12 van het Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruikmaken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (14) met betrekking tot dienstdiensten die een geografisch gebied exploiteren voor de prospectie of de winning van aardolie, gas, steenkool of andere vaste brandstoffen, te vervangen door een algemene procedure waarmee sectoren die rechtstreeks aan mededinging blootstaan worden vrijgesteld. Er moet echter voor worden gezorgd dat dit gebeurt zonder afbreuk te doen aan Beschikking 93/676/EG van de Commissie van 10 december 1993 (15), waarbij wordt vastgesteld dat de exploitatie van geografische gebieden met het oogmerk van prospectie of winning van aardolie of gas in Nederland niet een relevante activiteit vormt in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), punt i), van Richtlijn 90/531/EEG van de Raad en dat de dienstdiensten welke deze activiteit uitoefenen in Nederland niet geacht worden in aanmerking te komen voor bijzondere of uitsluitende rechten in de zin van artikel 2, lid 3, onder b), van deze richtlijn (16) en Beschikking 97/367/EG van de Commissie van 30 mei 1997 waarin wordt vastgesteld dat de exploitatie van geografische gebieden met het oogmerk van prospectie of winning van aardolie of gas in het Verenigd Koninkrijk geen activiteit is in de zin van artikel 2, lid 2, onder b), punt i), van Richtlijn 93/38/EEG en dat de dienstdiensten die een zodanige activiteit uitoefenen in het Verenigd Koninkrijk niet worden geacht bijzondere of uitsluitende rechten te genieten in de zin van artikel 2, lid 3, onder b), van deze richtlijn en Beschikking 2002/205/EG van de Commissie van 4 maart 2002 ingevolge het verzoek van Oostenrijk om gebruik te maken van de speciale regeling van artikel 3 van Richtlijn 93/38/EEG (17).

(39)

Deze richtlijn dient niet van toepassing te zijn op contracten betreffende in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten noch op prijsvragen georganiseerd om een dergelijke activiteit voort te zetten indien de activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend rechtstreeks blootstaat aan mededinging op markten waar de toegang niet beperkt is. Het verdient derhalve aanbeveling een procedure in te voeren die voor alle onder deze richtlijn vallende sectoren geldt, zodat met de gevolgen van de huidige of van een toekomstige openstelling voor mededinging rekening wordt gehouden. Een dergelijke procedure moet de betrokken diensten rechtszekerheid en een passende besluitvormingsprocedure bieden, die er op korte termijn voor zorgt dat het Gemeenschapsrecht op dit gebied op uniforme wijze wordt toegepast.

(40)

De rechtstreekse blootstelling aan de mededinging moet worden beoordeeld aan de hand van objectieve criteria waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke eigenschappen van de betrokken sector. De uitvoering en de toepassing van de passende communautaire wetgeving waarmee een bepaalde sector of een deel ervan wordt opengesteld, worden als voldoende beschouwd voor het vermoeden van vrije toegang tot de betreffende markt. Een dergelijke passende wetgeving dient te worden omschreven in een bijlage die door de Commissie kan worden bijgewerkt. Wanneer de vrije toegang tot een markt niet uit de implementatie van de passende communautaire wetgeving voortvloeit, moet worden aangetoond dat deze toegang rechtens en feitelijk vrij is. In dit verband geldt de toepassing door een lidstaat van een richtlijn, zoals Richtlijn 94/22/EG waarbij een sector voor mededing wordt opengesteld, op een andere sector, b.v. de kolensector, als een omstandigheid waarmee rekening moet worden gehouden voor de toepassing van artikel 31.

(41)

De door aankopers opgestelde technische specificaties moeten de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging mogelijk maken; daartoe moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit van de technische oplossingen tot uiting komt. Te dien einde moeten enerzijds de technische specificaties kunnen worden opgesteld in termen van prestaties en functionele eisen en moeten anderzijds, bij verwijzing naar de Europese — of bij ontstentenis daarvan naar de nationale — norm, inschrijvingen op basis van andere gelijkwaardige oplossingen die voldoen aan de voorschriften van de aanbestedende dienstdiensten en die qua veiligheid gelijkwaardig zijn, door de aanbestedende dienstdiensten in overweging worden genomen. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, moeten de inschrijvers elk bewijsmiddel kunnen gebruiken. De aanbestedende dienstdiensten moeten iedere beslissingdat er geen sprake is van gelijkwaardigheid, kunnen motiveren. Aanbestedende diensten die in de technische specificatie van een bepaalde opdracht milieueisen wensen op te nemen, kunnen de milieukenmerken en/of het milieueffect van specifieke productgroepen of diensten voorschrijven. Zij kunnen, zonder dat daartoe een verplichting bestaat, de passende specificaties gebruiken die zijn omschreven in milieukeuren, zoals de Europese milieukeur, (pluri-)nationale milieukeuren of een andere milieukeur indien de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld en aangenomen op grond van wetenschappelijke gegevens via een proces waaraan de betrokkenen, zoals regeringsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties, kunnen deelnemen en indien de keur toegankelijk en beschikbaar is voor alle betrokken partijen. Waar mogelijk dient de aanbestedende dienst rekening te houden met toegankelijkheidscriteria voor gehandicapten bij het algehele ontwerp en de vastlegging van specificaties. Deze technische specificaties dienen duidelijk te worden omschreven, zodat alle inschrijvers de door de aanbestedende dienst geformuleerde vereisten volledig begrijpen.

(42)

Om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot overheidsopdrachten te bevorderen, moeten bepalingen over onderaanneming worden opgenomen.

(43)

De uitvoeringsvoorwaarden van een opdracht zijn met de richtlijn verenigbaar indien zij niet direct of indirect discriminerend zijn en indien zij in de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt of in het bestek worden vermeld. Zij kunnen met name ten doel hebben de beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het arbeidsproces te integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te bestrijden of het milieu te beschermen. Als voorbeeld kan worden verwezen naar de verplichtingen om voor de uitvoering van de opdracht langdurig werkzoekenden aan te werven of in opleidingsacties voor werklozen of jongeren te voorzien, om inhoudelijk de belangrijkste verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) na te leven indien deze niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter dan het bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal gehandicapten aan te werven.

(44)

Tijdens de uitvoering van de opdracht zijn zowel de nationale als de communautaire wetten, regelingen en collectieve overeenkomsten inzake sociale zekerheid en veiligheid van kracht, op voorwaarde dat deze regels en hun toepassing in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht. Voor grensoverschrijdende situaties, waarbij werknemers van een lidstaat ter verwezenlijking van een opdracht in een andere lidstaat diensten verrichten, zijn in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (18) de minimumvoorwaarden bepaald waaraan het land van ontvangst ten aanzien van deze ter beschikking gestelde werknemers moet voldoen.Indien het nationaal recht daartoe strekkende bepalingen bevat, kan niet-naleving van die verplichtingen worden beschouwd als een ernstige fout of een delict dat in strijd is met de beroepsgedragsregels van het betrokken economisch subject, hetgeen kan leiden tot uitsluiting van dit economisch subject van de procedure voor de gunning van een opdracht.

(45)

Gezien de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën en de vereenvoudigingen die deze voor de bekendmaking van opdrachten en uit het oogpunt van doeltreffendheid en doorzichtigheid van de aanbestedingsprocedures kunnen meebrengen, dienen elektronische middelen te worden gelijkgesteld met de klassieke middelen voor communicatie en informatie-uitwisseling. Het middel en de technologie waarvoor wordt gekozen, moeten zoveel mogelijk met de in de andere lidstaten gebruikte technieken verenigbaar zijn.

(46)

Door het gebruik van elektronische middelen wordt tijd bespaard. Bijgevolg dienen de minimale termijnen bij gebruik van deze elektronische middelen te worden verkort, op voorwaarde echter dat deze met de op communautair niveau toegepaste wijzen van doorgifte verenigbaar zijn. Er moet echter op worden toegezien dat het gecumuleerde effect van het korter maken van de termijnen niet tot te korte termijnen leidt.

(47)

Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (19) en Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (20) dienen in het kader van deze richtlijn op de doorgifte van informatie door middel van elektronische middelen te worden toegepast. De procedures voor overheidsopdrachten en de regels voor prijsvragen voor diensten vereisen een hoger niveau van veiligheid en vertrouwelijkheid dan het bij die richtlijnen vereiste niveau. Middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen, verzoeken tot deelneming, verzoeken om erkenning, alsmede plannen en ontwerpen moeten daarom voldoen aan specifieke aanvullende eisen. Voorts kan het bestaan van vrijwillige accreditatieregelingen een gunstig kader vormen voor de verbetering van het niveau van de voor deze middelen verrichte certificatiedienst.

(48)

De deelnemers aan een procedure voor de gunning van opdrachten dienen in kennis te worden gesteld van besluiten om kaderovereenkomsten te sluiten of een overeenkomst te gunnen of van de procedure af te zien, binnen termijnen die kort genoeg zijn om de indiening van verzoeken om herziening niet onmogelijk te maken; deze informatie dient derhalve zo spoedig mogelijk te worden gegeven, in het algemeen binnen 15 dagen nadat het besluit is genomen.

(49)

Er moet worden gestipuleerd dat de aanbestedende dienstdiensten hun selectiecriteria in een openbare procedure en volgens objectieve regels en criteria moeten vaststellen, zoals ook de selectiecriteria bij de niet-openbare procedures en de procedures van gunning via onderhandelingen objectief moeten zijn. Aan deze objectieve regels en criteria hoeft niet per se een relatief gewicht te worden toegekend.

(50)

Het is van belang rekening te houden met de jurisprudentie van het Hof van Justitie wanneer een economisch subject zich in zijn verzoek tot inschrijving beroept op de economische, financiële of technische capaciteiten van andere dienstdiensten, ongeacht de juridische aard van de band tussen het economisch subject en die dienstdiensten, om aan de selectiecriteria te voldoen of, in de context van erkenningsregelingen, ter ondersteuning van zijn aanvraag tot erkenning. In het laatste geval moet het economisch subject bewijzen dat hij gedurende de totale looptijd van zijn inschrijving daadwerkelijk over deze middelen beschikt. Met het oog op deze erkenning kan een aanbestedende dienstdienst in dat geval een aantal vereisten formuleren waaraan voldaan moet worden, met name bijvoorbeeld, wanneer dit economisch subject zich beroept op de financiële capaciteit van een andere dienstdienst, de — indien nodig solidaire — betrokkenheid van laatstgenoemde dienstdienst. Erkenningsregelingen moeten werken volgens objectieve regels en criteria die, naar keuze van de aanbestedende dienstdiensten, de capaciteit van de ondernemingen kunnen betreffen en/of de kenmerken van de werken, leveringen of diensten waarop de regeling betrekking heeft. Met het oog op erkenning mogen aanbestedende diensten eigen tests doen om de kenmerken van de betrokken werken, leveringen en diensten te beoordelen, met name wat compatibiliteit en veiligheid betreft.

(51)

De communautaire voorschriften inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten of andere titels zijn van toepassing, wanneer voor deelneming aan een aanbestedingsprocedure of aan een prijsvraag voor diensten een bepaalde beroepsbekwaamheid wordt vereist.

(52)

In bepaalde gevallen waarin de aard van de werken en/of de diensten de toepassing van milieubeheermaatregelen of -systemen bij de uitvoering van de overheidsopdracht rechtvaardigt, kan de toepassing van dergelijke maatregelen of systemen verlangd worden. Ongeacht of deze milieubeheersystemen overeenkomstig de communautaire instrumenten zoals Verordening (EG) nr. 761/2001 (EMAS) (21) geregistreerd zijn, kunnen zij uitwijzen of een economisch subject over de technische capaciteit beschikt om de opdracht uit te voeren. Voorts dient een beschrijving van de maatregelen die het economisch subject toepast om hetzelfde milieubeschermingsniveau te waarborgen, als alternatief bewijs aanvaard te worden in plaats van de geregistreerde milieubeheersystemen.

(53)

Voorkomen moet worden dat overheidsopdrachten worden gegund aan economische subjecten die hebben deelgenomen aan een criminele organisatie of die zich schuldig hebben gemaakt aan omkoping, aan fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap, of aan het witwassen van geld. Echter, gegeven het feit dat overheidsdiensten die geen aanbestedende diensten zijn geen toegang hebben tot onweerlegbaar bewijsmateriaal ter zake, moeten deze aanbestedende dienstdiensten kunnen kiezen of zij de uitsluitingscriteria van artikel 48, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten] al dan niet toepassen. De verplichting artikel 48, lid 1, toe te passen, moet derhalve worden beperkt tot de aanbestedende dienstdiensten die aanbestedende diensten zijn. De aanbestedende diensten verzoeken in voorkomend geval de aanvragers van een erkenning, gegadigden of inschrijvers om passende documenten en kunnen, in geval van twijfel over de persoonlijke situatie van deze economische subjecten, de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat om medewerking verzoeken. Zulke economische subjecten moeten worden uitgesloten zodra de aanbestedende dienst kennis heeft van een overeenkomstig het nationale recht uitgesproken en in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing met betrekking tot dergelijke strafbare feiten. De niet-naleving van de milieuwetgeving of van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, ten aanzien waarvan een onherroepelijk vonnis of een beslissing met vergelijkbare werking wegens onwettige afspraken is uitgesproken, kan als een delict dat in strijd is met de beroepsgedragsregels van het economisch subject of als een ernstige fout worden beschouwd, indien het nationale recht daartoe strekkende bepalingen bevat.

(54)

De gunning van de opdracht dient te geschieden op basis van objectieve criteria waarbij het discriminatieverbod en de beginselen van transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling in acht worden genomen en de beoordeling van de inschrijvingen onder voorwaarden van daadwerkelijke mededinging wordt gegarandeerd. Derhalve mogen twee gunningscriteria worden toegepast, namelijk het criterium van de „laagste prijs” en het criterium van de „economisch voordeligste inschrijving”. Teneinde de inachtneming van het beginsel van gelijke behandeling bij de gunning van opdrachten te waarborgen, moet worden voorzien in de door de jurisprudentie bevestigde verplichting om de nodige transparantie te garanderen teneinde iedere inschrijver de mogelijkheid te bieden redelijkerwijs kennis te nemen van de criteria en de nadere regelingen die zullen worden toegepast ter bepaling van de economisch voordeligste inschrijving. Daarom dienen de aanbestedende diensten tijdig de gunningscriteria en het relatieve gewicht van elk van deze criteria aan te geven zodat de economische subjecten er bij de opstelling van hun inschrijving kennis van hebben. De aanbestedende dienstdiensten kunnen in naar behoren gemotiveerde gevallen, die zij moeten kunnen toelichten, afzien van de vermelding van het relatieve gewicht van de gunningscriteria, wanneer dat relatieve gewicht niet vooraf kan worden bepaald, met name wegens de complexiteit van de opdracht. In die gevallen moeten zij de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid vermelden. Wanneer de aanbestedende dienstdiensten besluiten om de opdracht te gunnen aan de economisch voordeligste inschrijving, gaan zij na welke inschrijving de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt. Daartoe stellen zij economische en kwalitatieve criteria vast, die het over het geheel genomen mogelijk maken om de voor de aanbestedende dienst economisch voordeligste inschrijving te bepalen. Bij de vaststelling van deze criteria wordt rekening gehouden met het voorwerp van de opdracht, aangezien de criteria het mogelijk moeten maken het prestatieniveau van iedere inschrijving in verhouding tot het in de technische specificaties omschreven voorwerp van de opdracht te beoordelen, en de prijskwaliteitverhouding van iedere inschrijving te bepalen. Met het oog op het waarborgen van een gelijke behandeling moeten de gunningscriteria de mogelijkheid bieden de inschrijvingen te vergelijken en op een objectieve manier te beoordelen. Indien deze voorwaarden zijn vervuld, bieden economische en kwalitatieve gunningscriteria, bijvoorbeeld criteria betreffende de vervulling van milieueisen, de aanbestedende dienstdienst de mogelijkheid om tegemoet te komen aan de in de specificaties voor de opdracht vermelde behoeften van het betrokken openbare lichaam. Onder dezelfde voorwaarden kan een aanbestedende dienstdienst criteria gebruiken die ertoe strekken te voldoen aan sociale eisen, waardoor met name tegemoet wordt gekomen aan de — in de specificaties voor de opdracht vermelde — behoeften van bijzonder kansarme bevolkingsgroepen waartoe de begunstigden/gebruikers van de werken, leveringen of diensten welke het voorwerp van de opdracht zijn, behoren.

(55)

De gunningscriteria mogen geen afbreuk doen aan de toepassing van nationale bepalingen betreffende de beloning van bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld de diensten van architecten, ingenieurs en advocaten.

(56)

Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (22) is van toepassing op de berekening van de termijnen in deze richtlijn.

(57)

Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de bestaande internationale verplichtingen van de Gemeenschap of van de lidstaten en laat de toepassing van andere verdragsbepalingen, met name van de artikelen 81 en 86 onverlet.

(58)

Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de in bijlage XXV genoemde termijnen binnen welke de lidstaten Richtlijn 93/38/EEG moeten omzetten en toepassen.

(59)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (23).

Inhoud

TITEL I

Op opdrachten en prijsvragen toepasselijke algemene bepalingen

Hoofdstuk I

Basisbegrippen

Artikel 1

Definities

Hoofdstuk II

Toepassingsgebied: definitie van dienstdiensten en activiteiten

Afdeling 1

Dienstdiensten

Artikel 2

Aanbestedende dienstdiensten

Afdeling 2

Activiteiten

Artikel 3

Bepalingen betreffende gas, warmte en elektriciteit

Artikel 4

Water

Artikel 5

Vervoerdiensten

Artikel 6

Postdiensten

Artikel 7

Bepalingen betreffende de exploratie en de winning van aardolie, gas, steenkool en andere vaste brandstoffen en betreffende havens en luchthavens

Artikel 8

Lijsten van aanbestedende dienstdiensten

Artikel 9

Opdrachten betreffende verscheidene activiteiten

Hoofdstuk III

Algemene beginselen

Artikel 10

Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten

Artikel 11

Eerbiediging van de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht

TITEL II

Op opdrachten toepasselijke bepalingen

Hoofdstuk I

Algemene bepalingen

Artikel 12

Economische subjecten

Artikel 13

Voorwaarden in verband met het in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten

Artikel 14

Vertrouwelijkheid

Artikel 15

Raamovereenkomsten

Artikel 16

Dynamische aankoopsystemen

Hoofdstuk II

Toepassingsgebied: Drempels en uitsluitingen

Afdeling 1

Drempels

Artikel 17

Drempelbedragen voor opdrachten

Artikel 18

Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van opdrachten, raamovereenkomsten en dynamische systemen

Afdeling 2

Opdrachten en concessieovereenkomsten alsmede onder een bijzondere regeling vallende opdrachten

Onderafdeling 1

Artikel 19

Concessieovereenkomsten voor werken of diensten

Onderafdeling 2

Voor alle aanbestedende dienstdiensten en alle soorten opdrachten toepasselijke uitsluitingsgevallen

Artikel 20

Opdrachten geplaatst voor wederverkoop of verhuur aan derden

Artikel 21

Opdrachten geplaatst voor andere doeleinden dan de uitoefening van in deze richtlijn bedoelde activiteiten of voor de uitoefening van dergelijke activiteiten in een derde land

Artikel 22

Geheime opdrachten of opdrachten die bijzondere veiligheidsmaatregelen vereisen

Artikel 23

Op grond van internationale voorschriften geplaatste opdrachten

Artikel 24

Opdrachten gegund aan een verbonden onderneming, een gemeenschappelijke onderneming of een aanbestedende dienstdienst die deel uitmaakt van een gemeenschappelijke onderneming

Onderafdeling 3

Op alle aanbestedende dienstdiensten maar alleen op de opdrachten voor diensten toepasselijke uitsluitingsgevallen

Artikel 25

Opdrachten voor bepaalde diensten die van het toepassingsgebied zijn uitgesloten

Artikel 26

Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten voor diensten

Onderafdeling 4

Alleen op bepaalde aanbestedende dienstdiensten toepasselijke uitsluitingsgevallen

Artikel 27

Door bepaalde aanbestedende dienstdiensten geplaatste opdrachten voor de aankoop van water en voor de levering van energie of brandstoffen, bestemd voor de opwerking van energie

Onderafdeling 5

Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten, bepalingen inzake aankoopcentrales en het algemeen mechanisme

Artikel 28

Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten

Artikel 29

Voorbehouden opdrachten

Artikel 30

Door aankoopcentrales gegunde opdrachten en raamovereenkomsten

Artikel 31

Procedure om te bepalen of een specifieke activiteit rechtstreeks aan mededinging blootgesteld is

Hoofdstuk III

Regelingen voor opdrachten voor diensten

Artikel 32

Opdrachten voor in bijlage XVII A vermelde diensten

Artikel 33

Opdrachten voor in bijlage XVII B vermelde diensten

Artikel 34

Gemengde opdrachten voor de in bijlage XVII A en XVII B vermelde diensten

Hoofdstuk IV

Bijzondere voorschriften betreffende het bestek en de aanbestedingsstukken

Artikel 35

Technische specificaties

Artikel 36

Mededeling van de technische specificaties

Artikel 37

Varianten

Artikel 38

Onderaanneming

Artikel 39

Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd

Artikel 40

Verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

Hoofdstuk V

Procedures

Artikel 41

Toepassing van openbare en niet-openbare procedures en van procedures van gunning door onderhandelingen

Hoofdstuk VI

Regels voor bekendmaking en voor doorzichtigheid

Afdeling 1

Bekendmaking van de aankondigingen

Artikel 42

Periodieke indicatieve aankondigingen en aankondigingen betreffende het bestaan van een erkenningsregeling

Artikel 43

Aankondigingen die als oproep tot mededinging gebruikt worden

Artikel 44

Aankondigingen van geplaatste opdrachten

Artikel 45

Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen

Afdeling 2

Termijnen

Artikel 46

Termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en de ontvangst van de inschrijvingen

Artikel 47

Openbare procedures: bestek, stukken en nadere inlichtingen

Artikel 48

Uitnodigingen tot het indienen van inschrijvingen of tot onderhandelingen

Afdeling 3

Communicatie en informatieverstrekking

Artikel 49

Regels betreffende de communicatiemiddelen

Artikel 50

Informatie voor verzoekers om erkenning, gegadigden en inschrijvers

Artikel 51

Over de geplaatste opdrachten te bewaren gegevens

Hoofdstuk VII

Verloop van de procedure

Artikel 52

Algemene bepalingen

Afdeling 1

Erkenning en kwalitatieve selectie

Artikel 53

Onderlinge erkenning op het gebied van administratieve, technische of financiële voorwaarden en inzake certificaten, proeven en bewijzen

Artikel 54

Erkenningsregelingen

Artikel 55

Kwalitatieve selectiecriteria

Afdeling 2

Gunning van de opdracht

Artikel 56

Gunningscriteria

Artikel 57

Gebruik van elektronische veilingen

Artikel 58

Abnormaal lage inschrijvingen

Afdeling 3

Inschrijvingen die producten uit derde landen bevatten en betrekkingen met deze landen

Artikel 59

Inschrijvingen die producten uit derde landen bevatten

Artikel 60

Betrekkingen met derde landen op het gebied van opdrachten voor diensten

TITEL III

Regels voor prijsvragen op het gebied van diensten

Artikel 61

Algemene bepalingen

Artikel 62

Drempels

Artikel 63

Uitgesloten prijsvragen

Artikel 64

Regels voor bekendmaking en voor transparantie

Artikel 65

Communicatiemiddelen

Artikel 66

De organisatie van prijsvragen, de selectie van deelnemers, de samenstelling en de jury

Artikel 67

Beslissingen van de jury

TITEL IV

Statistische verplichtingen, uitvoeringsbevoegdheden en slotbepalingen

Artikel 68

Statistische verplichtingen

Artikel 69

Raadgevend Comité

Artikel 70

Herziening van de drempels

Artikel 71

Wijzigingen

Artikel 72

Uitvoering

Artikel 73

Intrekkingen

Artikel 74

Inwerkingtreding

Artikel 75

Adressaten

Bijlage I

Aanbestedende diensten in de sectoren vervoer en distributie van gas of warmte

Bijlage II

Aanbestedende diensten in de sectoren productie, vervoer en distributie van elektriciteit

Bijlage III

Aanbestedende diensten in de sectoren productie, vervoer en distributie van drinkwater

Bijlage IV

Aanbestedende diensten in de sector vervoerdiensten per trein

Bijlage V

Aanbestedende diensten in de sector stadsspoorweg-, tram-, trolleybus- en busdiensten

Bijlage VI

Aanbestedende diensten in de postsector

Bijlage VII

Aanbestedende diensten in de sectoren exploratie en winning van aardolie en aardgas

Bijlage VIII

Aanbestedende diensten in de sectoren exploratie en winning van steenkool en andere vaste brandstoffen

Bijlage IX

Aanbestedende diensten in de sector zeehaven- en binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten

Bijlage X

Aanbestedende diensten in de sector luchthavenfaciliteiten

Bijlage XI

Lijst van de in artikel 31, lid 3, bedoelde wetgeving

Bijlage XII

Lijst van diensten in de zin van artikel 1, lid 2, onder b)

Bijlage XIII

Inlichtingen die in aankondigingen van opdrachten moeten worden opgenomen:

A.

Openbare procedures

B.

Niet-openbare procedures

C.

Procedures van gunning door onderhandelingen

D.

Vereenvoudigde aankondiging van een overheidsopdracht in het kader van een dynamisch aankoopsysteem

Bijlage XIV

Informatie die in mededelingen inzake het bestaan van een erkenningsregeling moet worden opgenomen

Bijlage XV A

Informatie die in periodieke indicatieve aankondigingen moet worden opgenomen

Bijlage XV B

Gegevens die vermeld moeten worden in de aankondiging in een kopersprofiel van een periodieke aankondiging die niet gebruikt wordt als een oproep tot mededinging

Bijlage XVI

Gegevens die in aankondigingen van geplaatste overheidsopdrachten moeten worden opgenomen

Bijlage XVII A

Diensten in de zin van artikel 32

Bijlage XVII B

Diensten in de zin van artikel 33

Bijlage XVIII

Informatie die in aankondigingen van prijsvragen moet worden opgenomen

Bijlage XIX

Informatie die in aankondigingen van uitslagen van prijsvragen moet worden opgenomen

Bijlage XX

Specificaties betreffende de bekendmaking

Bijlage XXI

Definitie van enkele technische specificaties

Bijlage XXII

Overzicht van de in artikel 46 bedoelde termijnen

Bijlage XXIII

Lijst van internationale basisarbeidsnormen in de zin van artikel 60, lid 3, onder d)

Bijlage XXIV

Eisen ten aanzien van middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen/aanvragen tot deelneming of erkenning en plannen en ontwerpen bij prijsvragen

Bijlage XXV

Uiterste termijnen voor omzetting en toepassing

Bijlage XXVI

Concordantietabel

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

TITEL I

OP OPDRACHTEN EN PRIJSVRAGEN TOEPASSELIJKE ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I

BASISBEGRIPPEN

Artikel 1

Definities

1.   Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de definities in dit artikel.

2.

a)

„Opdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor het verrichten van diensten” zijn schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel tussen één of meer van de in artikel 2, lid 2, bedoelde aanbestedende dienstdiensten en een of meer aannemers, leveranciers, of dienstverrichters:

b)

„Opdrachten voor werken” zijn opdrachten die betrekking hebben op de uitvoering dan wel op het ontwerp en de uitvoering van werken in het kader van een van de in bijlage XII vermelde werkzaamheden of van een werk, dan wel op het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat aan de door de aanbestedende dienstdienst vastgestelde eisen voldoet. Deze opdrachten kunnen daarnaast ook de voor uitvoering daarvan vereiste leveringen en diensten omvatten. Een „werk” is het product van een geheel van bouw- of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

c)

„Opdrachten voor leveringen” zijn andere dan de onder b) bedoelde opdrachten, welke betrekking hebben op het kopen, leasen, huren of huurkopen met of zonder koopoptie, van producten.

Een opdracht die betrekking heeft op de levering van producten en in bijkomende orde op de werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren, wordt als een „opdracht voor leveringen” beschouwd.

d)

„Opdrachten voor diensten” zijn andere opdrachten dan de opdrachten voor werken of leveringen die betrekking hebben op het verrichten van de in bijlage XVII vermelde diensten.

Een opdracht die zowel op producten als op diensten in de zin van bijlage XVI betrekking heeft, wordt als een „opdracht voor diensten” beschouwd indien de waarde van de desbetreffende diensten hoger is dan die van de in de opdracht opgenomen producten. Een opdracht die op in de bijlage XVI vermelde diensten betrekking heeft en slechts in bijkomende orde ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht in bijlage XI vermelde werkzaamheden omvat, wordt als een overheidsopdracht voor diensten beschouwd.

3.

a)

De „concessieovereenkomst voor werken” is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor werken, met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de uit te voeren werken bestaat hetzij in uitsluitend het recht het werk te exploiteren, hetzij in dit recht, gepaard gaande met een prijs.

b)

De „concessieovereenkomst voor diensten” is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor diensten met uitzondering van het feit dat de tegenprestatie voor de te verrichten diensten bestaat hetzij in uitsluitend het recht de dienst te exploiteren, hetzij in dit recht, gepaard gaande met een prijs.

4.   Een „raamovereenkomst” is een overeenkomst tussen een of meer van de in artikel 2, lid 2, bedoelde aanbestedende dienstdiensten en een of meer economische subjecten met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijs en eventueel de beoogde hoeveelheid.

5.   Een „dynamisch aankoopsysteem” is een geheel elektronisch proces voor aankopen voor regelmatig gebruik, met algemeen op de markt beschikbare kenmerken die overeenkomen met de behoeften van de aanbestedende dienstdienst, beperkt in de tijd en gedurende de gehele looptijd open voor Elk economisch subject dat voldoet aan de selectiecriteria en die overeenkomstig de eisen van het bestek een indicatieve inschrijving heeft ingediend.

6.   Een „elektronische veiling” is een zich telkens herhalend proces voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen langs elektronische weg, en/of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen die een klassering op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt. Deze procedure is geenszins geschikt voor de aanbesteding van werken of intellectuele en andere complexe diensten.

7.   Een „aannemer”, „leverancier” of „dienstverrichter” kan een natuurlijke of rechtspersoon of een aanbestedende dienstdienst in de zin van artikel 2, onder a) of b), of een combinatie van deze personen en/of dienstdiensten zijn, die respectievelijk de uitvoering van werken en/of werkzaamheden producten of diensten op de markt aanbiedt.

De term „economisch subject” dekt zowel de termen „aannemer”, „leverancier” als „dienstverrichter”. De term „economisch subject” wordt louter ter vereenvoudiging van de tekst gebruikt.

Een „inschrijver” is een economisch subject dat een inschrijving indient, en een „gegadigde” degene die om een uitnodiging tot deelneming aan een niet-openbare procedure of aan een procedure van gunning via onderhandelingen heeft verzocht.

8.   Een „aankoopcentrale” is een aanbestedende dienst in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), of een aanbestedende dienst in de zin van artikel 1, lid 9, van Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten] die:

leveringen en/of diensten verwerft welke bestemd zijn voor andere aanbestedende dienstdiensten, of

overheidsopdrachten gunt of raamovereenkomsten sluit met betrekking tot werken, leveringen of diensten welke bestemd zijn voor andere aanbestedende dienstdiensten.

9.   „Openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen” zijn de door de aanbestedende dienstdiensten gevolgde aanbestedingsprocedures, waarbij:

a)

in het geval van openbare procedures, alle belangstellende economische subjecten een inschrijving mogen indienen;

b)

in het geval van niet-openbare procedures, alle economische subjecten mogen verzoeken om deel te nemen en alleen de door de aanbestedende dienstdienst aangezochte gegadigden een inschrijving mogen indienen;

c)

in het geval van de procedures van gunning via onderhandelingen, de aanbestedende dienstdienst de door haar gekozen economische subjecten raadpleegt en via onderhandelingen met een of meer van hen de voorwaarden van de opdracht vaststelt.

d)

„Prijsvragen” zijn procedures welke tot doel hebben de aanbestedende dienstdienst, in het bijzonder op het gebied van ruimtelijke ordening, stadsplanning, architectuur, engineering of automatische gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen, dat na een oproep tot mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen.

10.   De term „schriftelijk” staat voor elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld. Dit geheel kan met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie bevatten.

11.   Een „elektronisch middel” is een middel waarbij van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking (met inbegrip van digitale compressie) en gegevensopslag gebruik wordt gemaakt, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst per draad, via straalverbinding, langs optische weg of met andere elektromagnetische middelen.

12.   De „Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten”, hierna CPV (Common Procurement Vocabulary) genoemd, verwijst naar de referentienomenclatuur voor overheidsopdrachten als vastgesteld bij Verordening (EG) nr 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 (24) , en zorgt voor overeenstemming met de overige bestaande nomenclaturen.

In geval van uiteenlopende interpretaties betreffende het toepassingsgebied van deze richtlijn als gevolg van mogelijke uiteenlopende interpretaties van de CPV-nomenclatuur en de in bijlage XII bedoelde NACE-nomenclatuur, of tussen de CPV-nomenclatuur en de in bijlage XVII, A en B, bedoelde nomenclatuur van de centrale productclassificatie (CPC) (voorlopige versie), primeren respectievelijk de NACE-nomenclatuur en de CPC-nomenclatuur.

HOOFDSTUK II

TOEPASSINGSGEBIED: DEFINITIE VAN DIENSTDIENSTEN EN ACTIVITEITEN

AFDELING 1

DIENSTDIENSTEN

Artikel 2

Aanbestedende dienstdiensten

1.   In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„aanbestedende diensten”: de Staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen bestaande uit een of meer van dergelijke lichamen of een of meer van dergelijke publiekrechtelijke instellingen , alsmede door deze diensten met het oog op de gunning van overheidsopdrachten opgerichte aankoopcentrales .

Als publiekrechtelijke instelling wordt iedere instelling aangemerkt

die is opgericht met het specifieke doel in andere behoeften van algemeen belang te voorzien dan die van industriële of commerciële aard,

die rechtspersoonlijkheid heeft, en

waarvan ofwel de activiteiten in hoofdzaak door de staat, door territoriale lichamen of door andere publiekrechtelijke instellingen worden gefinancierd, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van deze laatste, ofwel de leden van het bestuurs-, het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan voor meer dan de helft door de staat, de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen;

b)

„overheidsbedrijf”: bedrijf waarop aanbestedende diensten rechtstreeks of middellijk een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op het bedrijf van toepassing zijnde voorschriften.

Een overheersende invloed wordt vermoed aanwezig te zijn, wanneer de aanbestedende diensten, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van een bedrijf:

de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezitten, of

over de meerderheid van de stemmen beschikken die aan de door de onderneming uitgegeven aandelen zijn verbonden, of

meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen.

2.   Deze richtlijn geldt voor de aanbestedende dienstdiensten die:

a)

overheidsdiensten of overheidsbedrijven zijn en die een van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten uitoefenen;

b)

die, indien het geen aanbestedende diensten of overheidsbedrijven zijn, een van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten of meer van deze activiteiten uitoefenen en die bijzondere of uitsluitende rechten genieten welke hun door een bevoegde instantie van een lidstaat zijn verleend.

3.   Voor de toepassing van lid 2, onder b), worden onder bijzondere of uitsluitende rechten verstaan: rechten voortvloeiende uit een machtiging die door een bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat is gegeven door middel van elke wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van een in de artikelen 3 tot en met 7 omschreven activiteit voorbehouden blijft aan een of meer diensten.

Ook rechten die in enige vorm, ook via concessieovereenkomsten, door een lidstaat aan een beperkt aantal ondernemingen zijn toegekend op basis van objectieve, evenredige en niet-discriminerende criteria die eenieder die daaraan voldoet de mogelijkheid bieden van deze rechten gebruik te maken, kunnen niet worden aangemerkt als bijzondere of uitsluitende rechten .

AFDELING 2

ACTIVITEITEN

Artikel 3

Bepalingen betreffende gas, warmte en elektriciteit

1.   Met betrekking tot gas en warmte is deze richtlijn van toepassing op de volgende activiteiten:

a)

de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van gas of warmte, of

b)

de gas- of warmtetoevoer naar deze netten.

2.   De toevoer van gas of warmte naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende dienstdienst dan de aanbestedende diensten, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit beschouwd, wanneer:

a)

de productie van gas of warmte door de betrokken dienstdienst het onvermijdelijke resultaat is van de uitoefening van een andere dan de in de leden 1 en 3 van dit artikel of in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde activiteit, en

b)

de toevoer aan het openbare net uitsluitend tot doel heeft deze productie op economisch verantwoorde wijze te exploiteren en overeenstemt met ten hoogste 20 % van de omzet van de dienstdienst berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar.

3.   Met betrekking tot elektriciteit is deze richtlijn van toepassing op de volgende activiteiten:

a)

de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van elektriciteit of

b)

de elektriciteitstoevoer naar deze netten.

4.   De toevoer van elektriciteit naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende dienstdienst dan de aanbestedende diensten, wordt niet als een in lid 3 bedoelde activiteit beschouwd, wanneer:

a)

de elektriciteitsproductie door de betrokken dienstdienst geschiedt, omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere dan de in de leden 1 en 3 van dit artikel of in de artikelen 4 tot en met 7 bedoelde activiteit, en

b)

de toevoer aan het openbare net slechts van het eigen verbruik van de dienstdienst afhangt en niet meer heeft bedragen dan 30 % van de totale energieproductie van de dienstdienst berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar.

Artikel 4

Water

1.   Deze richtlijn is van toepassing op de volgende activiteiten:

a)

de beschikbaarstelling of exploitatie van vaste netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van de productie, het vervoer of de distributie van drinkwater of

b)

de drinkwatertoevoer naar deze netten.

2.   Deze richtlijn is eveneens van toepassing op de opdrachten of prijsvragen die worden geplaatst of georganiseerd door de dienstdiensten die een in lid 1 bedoelde activiteit uitoefenen en die:

a)

verband houden met waterbouwtechnische projecten, bevloeiing of drainage voor zover de voor drinkwatervoorziening bestemde hoeveelheid water groter is dan 20 % van de totale hoeveelheid water die door middel van deze projecten of deze bevloeiings- of drainage-installaties ter beschikking wordt gesteld, of

b)

verband houden met de afvoer of behandeling van afvalwater.

3.   De toevoer van drinkwater naar netten bestemd voor openbare dienstverlening door een andere aanbestedende dienstdienst dan de aanbestedende diensten, wordt niet als een in lid 1 bedoelde activiteit beschouwd, wanneer:

a)

de productie van drinkwater door de betrokken dienstdienst geschiedt omdat het verbruik ervan noodzakelijk is voor de uitoefening van een andere dan de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteit, en

b)

de toevoer naar het openbare net slechts van het eigen verbruik van de dienstdienst afhangt en niet meer heeft bedragen dan 30 % van de totale drinkwaterproductie van de dienstdienst berekend als het gemiddelde over de laatste drie jaren, met inbegrip van het lopende jaar.

Artikel 5

Vervoerdiensten

1.   Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten die het ter beschikking stellen of exploiteren van netten bestemd voor openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per trein, automatische systemen, tram, trolleybus of autobus of kabel beogen.

Ten aanzien van vervoerdiensten wordt ervan uitgegaan dat er een net bestaat, indien de dienst wordt verleend onder door een bevoegde instantie van een lidstaat gestelde voorwaarden, zoals de te volgen routes, de beschikbaar te stellen capaciteit of de frequentie van de dienst.

2.   Deze richtlijn is niet van toepassing op dienstdiensten die openbare busdienst verzorgen en die op grond van artikel 2, lid 4, van Richtlijn 93/38/EEG van het toepassingsgebied van die richtlijn zijn uitgesloten.

Artikel 6

Postdiensten

1.   Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten waarmee wordt beoogd voorbehouden postdiensten en , overeenkomstig lid 2, onder c), andere diensten te leveren.

2.   Voor de toepassing van deze richtlijn en onverminderd Richtlijn 97/67/EG wordt verstaan onder:

a)

„postzending”: geadresseerde zending in de definitieve vorm waarin zij moet worden verstuurd, ongeacht het gewicht. Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt: boeken, catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die goederen met of zonder handelswaarde bevatten, ongeacht het gewicht;

b)

„voorbehouden postdiensten”: diensten die bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen die op basis van artikel 7 van Richtlijn 97/67/EG zijn of kunnen worden voorbehouden;

c)

„andere diensten ”: diensten die op de volgende gebieden worden geleverd:

postdiensten welke bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen die niet zijn of kunnen worden voorbehouden overeenkomstig artikel 7 van Richtlijn 97/67/EG ; en

beheer van postdiensten (diensten die zowel vóór als na de zending worden geleverd, zoals mailroom management services); en

diensten met een meerwaarde die verband houden met elektronische post en die volledig langs elektronische weg plaatsvinden (met inbegrip van de beveiligde doorgifte van gecodeerde documenten langs elektronische weg, adresbeheersdiensten en doorzenden van geregistreerde elektronische post);

diensten die geen betrekking hebben op onder a) vallende postdiensten, zoals niet-geadresseerde direct mail;

financiële diensten als gedefinieerd in categorie 6 van bijlage XVI A en in artikel 25, onder c), met inbegrip van met name postwissels en girale overschrijvingen;

filateliediensten; en

logistieke diensten (diensten waarbij fysieke levering en/of opslag gecombineerd worden met nietpostale diensten),

op voorwaarde dat deze diensten worden geleverd door een dienstdienst die ook voorbehouden postdiensten in de zin van b) verstrekt, en dat met betrekking tot de diensten die onder dat punt vallen niet wordt voldaan aan de in artikel 31, lid 1, genoemde voorwaarden.

Artikel 7

Bepalingen betreffende de exploratie en de winning van aardolie, gas, steenkool en andere vaste brandstoffen en betreffende havens en luchthavens

Deze richtlijn is van toepassing op activiteiten die de exploitatie van een geografisch gebied beogen met het oogmerk op

a)

de prospectie of winning van aardolie, gas, steenkool of andere vaste brandstoffen, of

b)

de terbeschikkingstelling aan lucht-, zee- of riviervervoerders van luchthaven-, zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten.

Artikel 8

Lijsten van aanbestedende dienstdiensten

Niet-limitatieve lijsten van aanbestedende dienstdiensten in de zin van deze richtlijn zijn opgenomen in de bijlagen I tot en met X. De lidstaten stelle n de Commissie geregeld in kennis van de in hun lijsten opgetreden wijzigingen.

Artikel 9

Opdrachten betreffende verscheidene activiteiten

1.   Een opdracht voor meerdere activiteiten volgt de voorschriften die van toepassing zijn op de activiteit waarvoor de opdracht in de eerste plaats is bestemd.

De keuze tussen één opdracht voor meerdere activiteiten en verschillende afzonderlijke opdrachten mag echter niet ingegeven worden door de wens om de opdracht van het toepassingsgebied van deze richtlijn uit te sluiten, of, in voorkomend geval, van Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten].

2.   Wanneer een van de activiteiten waarvoor de opdracht is bestemd aan deze richtlijn is onderworpen en de andere activiteit aan Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten], en indien het objectief gezien onmogelijk is vast te stellen voor welke activiteit de opdracht in de eerste plaats bestemd is, wordt de opdracht gegund overeenkomstig Richtlijn 2003/.../EG.

3.   Wanneer een van de activiteiten waarvoor de opdracht is bestemd aan deze richtlijn is onderworpen, en de andere activiteit niet aan deze richtlijn of aan de bovengenoemde Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten] is onderworpen, en indien het objectief gezien onmogelijk is vast te stellen voor welke activiteit de opdracht in de eerste plaats bestemd is, wordt de opdracht overeenkomstig de bovengenoemde Richtlijn 2003/.../EG gegund.

HOOFDSTUK III

ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 10

Beginselen van het plaatsen van overheidsopdrachten

Aanbestedende dienstdiensten behandelen economische subjecten op gelijke en niet-discriminerende wijze en handelen op doorzichtige wijze.

Artikel 11

Eerbiediging van de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht

De aanbestedende diensten eerbiedigen bij alle overheidsopdrachten, met inbegrip van die waarvan de waarde onder de in artikel 17 vastgestelde drempels ligt, de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht.

TITEL II

OP OPDRACHTEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 12

Economische subjecten

1.   Gegadigden of inschrijvers die krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de desbetreffende verrichting uit te voeren, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin de opdracht wordt gegund, hetzij een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon zouden moeten zijn.

Voor opdrachten voor diensten en werken alsmede voor opdrachten voor leveringen die bijkomende diensten en/of werkzaamheden voor aanbrengen en installeren inhouden, kan van rechtspersonen echter worden verlangd dat zij in de inschrijving of in de aanvraag tot deelneming de namen en de beroepskwalificaties vermelden van de personen die met de uitvoering van de verrichting worden belast.

2.   Combinaties van economische subjecten mogen inschrijven of zich als gegadigde opgeven. Voor de indiening van een inschrijving of een verzoek tot deelneming mag de aanbestedende dienstdienst van de combinaties van economische subjecten niet verlangen dat zij een bepaalde rechtsvorm hebben, maar van de combinatie waaraan de opdracht wordt gegund kan wel worden geëist dat zij een bepaalde rechtsvorm aanneemt, mits dit voor de goede uitvoering van de opdracht nodig is.

Artikel 13

Voorwaarden in verband met in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten

Bij het plaatsen van opdrachten door de aanbestedende dienstdiensten passen de lidstaten in hun onderlinge betrekkingen even gunstige voorwaarden toe als die welke zij bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde gesloten overeenkomst op economische subjecten van derde landen toepassen. Te dien einde raadplegen de lidstaten elkaar in het kader van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 69 over de uit hoofde van de Overeenkomst te treffen maatregelen.

Artikel 14

Vertrouwelijkheid

1.   Bij het verstrekken van de technische specificaties aan de belangstellende economische subjecten, bij de kwalificatie en selectie van de economische subjecten en bij de toewijzing en bij de gunning van de opdrachten kunnen de aanbestedende dienstdiensten eisen stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de door hen verstrekte inlichtingen.

2.   Onverminderd de in de artikelen 44 en 50 vastgestelde verplichtingen inzake de bekendmaking van geplaatste opdrachten en informatieverstrekking aan de gegadigden en de inschrijvers, eerbiedigen de aanbestedende diensten tijdens en na de aanbestedingsprocedure het vertrouwelijke karakter van de door de economische subjecten verstrekte inlichtingen. Deze omvatten fabrieks- of bedrijfsgeheimen , het vertrouwelijke karakter van de offertes en de ontwerpoplossingen, alsmede van elke andere vertrouwelijke inlichting die door het economisch subject wordt verstrekt.

Artikel 15

Raamovereenkomsten

1.   De aanbestedende dienstdiensten kunnen een raamovereenkomst als een opdracht in de zin van artikel 1, lid 2, beschouwen en kunnen deze overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn gunnen.

2.   Wanneer de aanbestedende dienstdiensten een raamovereenkomst hebben gesloten overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn, kunnen zij bij het plaatsen van op deze overeenkomst gebaseerde opdrachten van artikel 41, lid 3, onder i), gebruik maken.

3.   Wanneer een raamovereenkomst niet overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn is gesloten, mogen de aanbestedende dienstdiensten geen gebruik maken van artikel 41, lid 3, onder i).

4.   De aanbestedende dienstdiensten mogen geen oneigenlijk gebruik maken van raamovereenkomsten, met als gevolg dat de mededinging zou worden verhinderd, beperkt of vervalst.

Artikel 16

Dynamische aankoopsystemen

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende dienstdiensten gebruik maken van dynamische aankoopsystemen.

2.   Voor de instelling van een dynamisch aankoopsysteem volgen de aanbestedende dienstdiensten de voorschriften van alle fasen van de openbare procedure tot aan de plaatsing van de opdrachten die in het kader van dit systeem worden gegund. Alle inschrijvers die aan de selectiecriteria voldoen en overeenkomstig het bestek en de eventuele aanvullende documenten een indicatieve inschrijving hebben ingediend, worden tot het systeem toegelaten; de indicatieve inschrijvingen kunnen te allen tijde worden verbeterd op voorwaarde dat zij niet afwijken van het bestek. Voor het opzetten van het systeem en voor de gunning van de opdrachten in het kader hiervan gebruiken de aanbestedende dienstdiensten uitsluitend elektronische middelen overeenkomstig de bepalingen van artikel 49, leden 2 tot en met 5.

3.   Bij de instelling van het dynamisch aankoopsysteem gaan de aanbestedende dienstdiensten als volgt te werk:

a)

zij publiceren een aankondiging van de opdracht en geven daarbij aan dat het om een dynamisch aankoopsysteem gaat;

b)

in het bestek verstrekken zij nadere gegevens over onder andere de aard van de overwogen aankopen waarop dit systeem betrekking heeft, alle nodige informatie omtrent het aankoopsysteem, de gebruikte elektronische apparatuur en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding;

c)

tegelijk met de publicatie van de aankondiging en tot aan het vervallen van het systeem bieden zij langs elektronische weg een vrije, rechtstreekse en volledige toegang tot het bestek en alle aanvullende documenten en geven zij in de aankondiging het internetadres aan waar deze documenten kunnen worden geraadpleegd.

4.   De aanbestedende dienstdiensten verlenen tijdens de gehele duur van het dynamische aankoopsysteem elk economisch subject de mogelijkheid een indicatieve inschrijving in te dienen en toegelaten te worden tot het systeem onder de voorwaarden van lid 2. Zij beëindigen de beoordeling binnen 15 dagen na de indiening van de indicatieve inschrijving. Zij kunnen de beoordeling echter verlengen, op voorwaarde dat er tussentijds geen oproep tot mededinging wordt uitgeschreven.

De aanbestedende dienstdiensten delen de in de eerste alinea bedoelde inschrijver zo snel mogelijk mee dat zij zijn toegelaten tot het dynamische aankoopsysteem of dat hun indicatieve inschrijving is afgewezen.

5.   Voor elke specifieke opdracht moet een oproep tot mededinging worden uitgeschreven. Alvorens deze oproep tot mededinging te plaatsen, publiceren de aanbestedende dienstdiensten een vereenvoudigde aankondiging waarin alle belangstellende economische subjecten worden uitgenodigd om overeenkomstig lid 4 een indicatieve inschrijving in te dienen, binnen een termijn van ten minste 15 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de vereenvoudigde aankondiging. De aanbestedende dienstdiensten gaan pas over tot het uitschrijven van een oproep tot mededinging nadat de beoordeling van alle binnen deze termijn ingediende indicatieve inschrijvingen is afgerond.

6.   De aanbestedende dienstdiensten nodigen alle tot het systeem toegelaten inschrijvers uit om voor elke specifieke opdracht die binnen dat systeem wordt gegund een inschrijving in te dienen. Daartoe stellen zij een voldoende lange termijn vast voor de indiening van de inschrijvingen.

Zij gunnen de opdracht aan de inschrijver die de beste inschrijving heeft ingediend op grond van de gunningcriteria die zijn vermeld in de aankondiging van de opdracht waarbij het dynamische aankoopsysteem wordt ingesteld. In voorkomend geval kunnen deze criteria gepreciseerd worden in de in eerste alinea bedoelde uitnodiging.

7.   Een dynamisch aankoopsysteem mag niet langer dan vier jaar duren, behalve in naar behoren gemotiveerde uitzonderlijke gevallen.

De aanbestedende dienstdiensten mogen geen gebruik maken van dit systeem om de mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen.

Aan de betrokken economische subjecten of de partijen bij het systeem mogen geen dossierkosten in rekening worden gebracht.

HOOFDSTUK II

TOEPASSINGSGEBIED: DREMPELS EN UITSLUITINGEN

Afdeling 1:

Drempels

Artikel 17

Drempelbedragen voor opdrachten

Deze richtlijn is van toepassing op opdrachten die niet op grond van de in de artikelen 20 tot en met 27 bedoelde uitsluitingen of een uit hoofde van artikel 31 genomen besluit zijn uitgesloten, en waarvan de geraamde waarde exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW) gelijk is aan of groter dan de volgende drempelbedragen:

a)

499 000 EUR voor opdrachten voor leveringen en voor diensten;

b)

6 242 000 EUR voor opdrachten voor de uitvoering van werken.

Artikel 18

Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van opdrachten, raamovereenkomsten en dynamische aankoopsystemen

1.   De berekening van de geraamde waarde van een opdracht is gebaseerd op het totale bedrag, exclusief BTW, zoals geraamd door de aanbestedende dienstdienst. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met het geraamde totaalbedrag, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele verlengingen van de overeenkomst.

Wanneer de aanbestedende dienstdienst voorziet in premies of uitkeringen aan gegadigden of inschrijvers, berekent zij deze door in de geraamde waarde van de opdracht.

2.   De aanbestedende dienstdiensten mogen de toepassing van deze richtlijn niet omzeilen door voorgenomen werken of voorgenomen aankopen ter verkrijging van bepaalde hoeveelheden leveringen en/of diensten te splitsen of bijzondere regels te gebruiken voor de berekening van de geraamde waarde van de opdrachten.

3.   Bij de berekening van de geraamde waarde van een raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem moet worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde, exclusief BTW, van alle voor de totale duur van de overeenkomst voorgenomen opdrachten.

4.   Voor de toepassing van artikel 17, houden de aanbestedende dienstdiensten bij de bepaling van de geraamde waarde van opdrachten voor de uitvoering van werken rekening met de waarde van het werk en van alle leveringen of diensten die voor de uitvoering van het werk noodzakelijk zijn en door de aanbestedende dienstdiensten ter beschikking van de aannemer worden gesteld.

5.   De waarde van leveringen of diensten die niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bepaalde opdracht voor de uitvoering van werken, mag niet bij de waarde van deze opdrachten worden opgeteld met als gevolg dat de verkrijging van deze leveringen of van deze diensten aan de toepassing van deze richtlijn wordt onttrokken.

6.

a)

Wanneer een voorgenomen werk of een voorgenomen aankoop van diensten aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, moet de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag worden genomen.

Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan of groter is dan het in artikel 17 vermelde drempelbedrag, is de richtlijn op de opdrachten voor alle percelen van toepassing.

De aanbestedende dienstdiensten mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, minder dan 80 000EUR bedraagt voor diensten en 1 miljoen EUR voor werken, mits het samengetelde bedrag van de percelen niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt.

b)

Wanneer een voorgenomen verkrijging van homogene leveringen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke percelen worden geplaatst, moet de geraamde totale waarde van deze percelen als grondslag worden genomen voor de toepassing van artikel 17.

Wanneer de samengetelde waarde van de percelen gelijk is aan of groter is dan het in artikel 17 bepaalde drempelbedrag, is de richtlijn van toepassing op de plaatsing van elk perceel.

De aanbestedende dienstdiensten mogen van de toepassing van de richtlijn afwijken voor percelen waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, minder dan 80 000EUR bedraagt, mits het samengetelde bedrag van de percelen in kwestie niet meer dan 20 % van de totale waarde van alle percelen beloopt.

7.   In het geval van opdrachten voor leveringen of diensten die met een zekere regelmaat worden verleend of die bestemd zijn om gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd, moet voor de berekening van de geraamde waarde van de opdracht de volgende grondslag worden genomen:

a)

de totale reële waarde van de tijdens het voorafgaande boekjaar of tijdens de voorafgaande twaalf maanden geplaatste soortgelijke opeenvolgende opdrachten, indien mogelijk gecorrigeerd voor verwachte wijzigingen in hoeveelheid of waarde gedurende de twaalf maanden volgende op de eerste opdracht, of

b)

de geraamde totale waarde van de opeenvolgende opdrachten over de twaalf maanden volgende op de eerste levering of over het boekjaar, indien dit zich over meer dan twaalf maanden uitstrekt.

8.   De waarde van een opdracht voor zowel het uitvoeren van diensten als leveringen moet worden geraamd op basis van de totale waarde van de diensten en de leveringen, ongeacht het respectieve aandeel ervan. Deze raming omvat de waarde van de plaatsing en installatie.

9.   In het geval van opdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huur, of huurkoop van producten wordt de waarde van de opdracht op de volgende grondslag geraamd:

a)

bij opdrachten met een vaste looptijd, de totale geraamde waarde voor de gehele looptijd wanneer die ten hoogste twaalf maanden bedraagt, dan wel de totale waarde wanneer de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde;

b)

bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd niet kan worden bepaald, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

10.   Voor de berekening van het geraamde bedrag van opdrachten voor diensten worden, indien van toepassing, de volgende bedragen in aanmerking genomen:

a)

voor verzekeringsdiensten, de te betalen premie, en andere vormen van beloning;

b)

voor bankdiensten en andere financiële diensten, de honoraria, de provisies en rente, alsmede andere vormen van beloning;

c)

voor opdrachten die een ontwerp inhouden, de te betalen honoraria of provisies, en andere vormen van beloning.

11.   In geval van opdrachten voor diensten zonder opgave van een totale prijs, wordt het geraamde bedrag van de opdracht op de volgende grondslag berekend:

a)

bij opdrachten met een vaste looptijd die gelijk is aan of korter dan 48 maanden, de totale waarde voor de gehele looptijd;

b)

bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd langer is dan 48 maanden, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

Afdeling 2

Opdrachten en concessieovereenkomsten alsmede onder een bijzondere regeling vallende opdrachten

Onderafdeling 1

Artikel 19

Concessieovereenkomsten voor werken of diensten

Deze richtlijn is niet van toepassing op concessieovereenkomsten voor werken of diensten die gesloten worden door aanbestedende dienstdiensten die één of meer van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten uitoefenen indien de concessieovereenkomsten met het oog op de uitoefening van die activiteiten gesloten worden.

Onderafdeling 2

Voor alle aanbestedende dienstdiensten en alle soorten opdrachten toepasselijke uitsluitingsgevallen

Artikel 20

Opdrachten geplaatst voor wederverkoop of verhuur aan derden

1.   Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten die zijn geplaatst voor wederverkoop of verhuur aan derden, indien de aanbestedende dienstdienst geen bijzondere of uitsluitende rechten bezit om het voorwerp van de opdracht te verkopen of te verhuren en het andere instanties vrijstaat dit voorwerp te verkopen of te verhuren op dezelfde voorwaarden als de aanbestedende dienstdienst.

2.   De aanbestedende dienstdiensten doen de Commissie op haar verzoek mededeling van alle categorieën producten en activiteiten die zij ingevolge lid 1 als uitgesloten beschouwen. De Commissie kan ter informatie periodiek in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijsten bekend maken van de categorieën producten en activiteiten die zij als uitgesloten beschouwt. Daarbij houdt de Commissie met alle gevoelige commerciële aspecten rekening waarop de aanbestedende dienstdiensten bij de verstrekking van de informatie wijzen.

Artikel 21

Opdrachten geplaatst voor andere doeleinden dan de uitoefening van in deze richtlijn bedoelde activiteiten of voor de uitoefening van dergelijke activiteiten in een derde land

1.   Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten die de aanbestedende dienstdiensten plaatsen voor andere doeleinden dan de uitoefening van hun in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten of voor de uitoefening van deze activiteiten in een derde land, in omstandigheden waarbij er geen fysieke exploitatie is van een net of van een geografisch gebied binnen de Gemeenschap.

2.   De aanbestedende dienstdiensten doen de Commissie op haar verzoek mededeling van elke activiteit die zij ingevolge lid 1 als uitgesloten beschouwen. De Commissie kan ter informatie periodiek in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijsten bekend maken van de categorieën activiteiten die zij als uitgesloten beschouwt. Daarbij houdt de Commissie met alle gevoelige commerciële aspecten rekening waarop de aanbestedende dienstdiensten bij de verstrekking van de informatie wijzen.

Artikel 22

Geheime opdrachten of opdrachten die bijzondere veiligheidsmaatregelen vereisen

Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten wanneer zij door de lidstaten geheim zijn verklaard of wanneer de uitvoering ervan overeenkomstig de in de betrokken lidstaten geldende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen of wanneer de bescherming van de fundamentele belangen van de staatsveiligheid van dat land zulks vereist.

Artikel 23

Op grond van internationale voorschriften geplaatste opdrachten

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die worden geplaatst:

a)

krachtens een tussen een lidstaat en een of meer derde landen overeenkomstig het Verdrag gesloten internationale overeenkomst betreffende leveringen, werken, diensten of prijsvragen die bestemd zijn voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende staten. Elke overeenkomst wordt ter kennis van de Commissie gebracht, die het in artikel 69 bedoelde Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten kan raadplegen;

b)

krachtens een in verband met de legering van strijdkrachten gesloten internationale overeenkomst betreffende ondernemingen in een lidstaat of in een derde land;

c)

volgens de specifieke procedure van een internationale organisatie.

Artikel 24

Opdrachten gegund aan een verbonden onderneming, een gemeenschappelijke onderneming of een aanbestedende dienstdienst die deel uitmaakt van een gemeenschappelijke onderneming

1.   Voor de toepassing van dit artikel wordt onder „verbonden onderneming” verstaan, elke onderneming waarvan de jaarrekening is geconsolideerd met die van de aanbestedende dienstdienst overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 betreffende de geconsolideerde jaarrekening (25) of, in het geval van aanbestedende dienstdiensten die niet onder deze richtlijn vallen, ondernemingen waarop de aanbestedende dienstdienst rechtstreeks of middellijk overheersende invloed kan uitoefenen in de zin van artikel 2, lid 1, onder b), of ondernemingen die een overheersende invloed op een aanbestedende dienstdienst kunnen uitoefenen of die, tezamen met de aanbestedende dienstdienst, onder overheersende invloed staan van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of van de voor deze laatste onderneming geldende voorschriften.

2.   Mits aan de in lid 3 vermelde voorwaarden is voldaan, is deze richtlijn niet van toepassing op opdrachten:

a)

die een aanbestedende dienstdienst bij een met hem verbonden onderneming plaatst;

b)

die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit verscheidene aanbestedende dienstdiensten, voor de uitoefening van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten bij een met een van deze aanbestedende dienstdiensten verbonden onderneming plaatst.

3.   Lid 2 is van toepassing:

a)

op opdrachten voor diensten mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is;

b)

op opdrachten voor leveringen mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is;

c)

op opdrachten voor werken mits ten minste 80 % van de gemiddelde omzet die deze onderneming de laatste drie jaar op het gebied van het verlenen van diensten heeft behaald, afkomstig is van de verstrekking van deze diensten aan de ondernemingen waarmee zij verbonden is.

Wanneer in verband met de datum van oprichting of aanvang van de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming de omzet over de afgelopen drie jaar niet beschikbaar is, kan deze onderneming ermee volstaan onder andere door het extrapoleren van activiteiten aan te tonen dat de in de punten a), b) of c), bedoelde omzet aannemelijk is.

Wanneer dezelfde of soortgelijke diensten, leveringen of werken door meer dan één met de aanbestedende dienst verbonden ondernemingen worden verricht, worden de bovengenoemde percentages berekend rekening houdend met de totale omzet die voortvloeit uit het verrichten van respectievelijk diensten, leveringen of werken door deze ondernemingen.

4.   Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten:

a)

die een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit verscheidene aanbestedende dienstdiensten, voor de uitoefening van de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten bij een van deze aanbestedende dienstdiensten plaatst, of

b)

die een aanbestedende dienstdienst plaatst bij een dergelijke gemeenschappelijke onderneming waar zijzelf deel van uitmaakt,

mits die gemeenschappelijke onderneming is opgericht om de betrokken activiteit uit te oefenen gedurende een periode van ten minste drie jaar en het instrument tot oprichting van die gemeenschappelijke onderneming bepaalt dat de aanbestedende dienstdiensten waaruit zij bestaat, daar voor ten minste dezelfde termijn deel van zullen uitmaken.

5.   De aanbestedende dienstdiensten verstrekken de Commissie desgevraagd de volgende gegevens betreffende de toepassing van de leden 2, 3 en 4:

a)

de namen van de betrokken ondernemingen of gemeenschappelijke ondernemingen,

b)

de aard en de waarde van de desbetreffende opdrachten,

c)

de gegevens die de Commissie noodzakelijk acht voor het bewijs dat de betrekkingen tussen de aanbestedende dienstdienst en de onderneming of de gemeenschappelijke onderneming waaraan de opdrachten worden gegund, aan de in dit artikel gestelde eisen voldoen.

Onderafdeling 3

Op alle aanbestedende diensten maar alleen op de opdrachten voor diensten toepasselijke uitsluitingsgevallen

Artikel 25

Opdrachten voor bepaalde diensten die van het toepassingsgebied van deze richtlijn zijn uitgesloten

Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten voor diensten:

a)

betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop; de overeenkomsten betreffende financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden afgesloten, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze richtlijn onderworpen;

b)

betreffende diensten van arbitrage en bemiddeling;

c)

op financieel gebied betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, met name verrichtingen van de aanbestedende diensten om geld of kapitaal aan te trekken;

d)

inzake arbeidsovereenkomsten;

e)

voor onderzoek en ontwikkeling, met uitzondering van die waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende dienst toekomen voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverrichting volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond.

Artikel 26

Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten voor diensten

Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten voor diensten die worden gegund aan een dienst die zelf een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), of aan een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten, op basis van een alleenrecht dat zij uit hoofde van bekendgemaakte wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen geniet, op voorwaarde dat deze bepalingen met het Verdrag verenigbaar zijn.

Onderafdeling 4

Alleen op bepaalde aanbestedende diensten toepasselijke uitsluitingsgevallen

Artikel 27

Door bepaalde aanbestedende diensten geplaatste opdrachten voor de aankoop van water en voor de levering van energie of brandstoffen, bestemd voor de opwekking van energie

Deze richtlijn is niet van toepassing op

a)

voor opdrachten voor de aankoop van water, geplaatst door aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 4, lid 1;

b)

voor opdrachten voor de levering van energie of brandstof voor energieopwekking, geplaatst door aanbestedende diensten die een in artikel 3, lid 1 of lid 3, of artikel 7, onder a), bedoelde activiteit uitoefenen.

Onderafdeling 5

Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten, bepalingen inzake aankoopcentrales en het algemeen mechanisme

Artikel 28  (26)

Onder een bijzondere regeling vallende opdrachten

Onverminderd artikel 31 zorgen het Koninkrijk der Nederlanden, het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Oostenrijk er door middel van de machtigingsvoorwaarden of andere passende maatregelen voor, dat elke dienst die in de in Beschikkingen 93/676/EG , 97/367/EG en 2002/205/EG genoemde sectoren werkzaam is:

a)

bij de gunning van opdrachten voor leveringen, voor werken en voor diensten, het discriminatieverbod en het beginsel van oproep tot mededinging in acht neemt, met name ten aanzien van de inlichtingen die deze dienst de ondernemingen verstrekt met betrekking tot zijn voornemens inzake het plaatsen van opdrachten;

b)

de Commissie, onder de in Beschikking 93/327/EEG van de Commissie (27) vastgestelde voorwaarden, inlichtingen over de toekenning van de opdrachten verstrekt.

Artikel 29

Voorbehouden opdrachten

De lidstaten kunnen de deelneming aan procedures voor de gunning van opdrachten voorbehouden aan sociale werkplaatsen of de uitvoering ervan voorbehouden in het kader van programma's voor beschutte arbeid waarbij de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen.

De aankondiging die als oproep tot mededinging wordt gebruikt, moet dit artikel vermelden.

Artikel 30

Door aankoopcentrales gegunde opdrachten en raamovereenkomsten

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat aanbestedende diensten via aankoopcentrales werken, leveringen en/of diensten verwerven.

2.   De aanbestedende diensten die in de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 1, lid 8, via een aankoopcentrale werken, leveringen en/of diensten verwerven, worden geacht de bepalingen van deze richtlijn te hebben nageleefd, voorzover de aankoopcentrale deze bepalingen of indien van toepassing, het bepaalde in Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten], zelf heeft nageleefd.

Artikel 31

Procedure om te bepalen of een specifieke activiteit rechtstreeks aan mededinging blootgesteld is

1.   De richtlijn is niet van toepassing op de opdrachten voor de in de artikelen 3 tot en met 7 bedoelde activiteiten indien de activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden tot welke de toegang niet beperkt is.

2.   Voor de toepassing van lid 1 dient, om na te gaan of een activiteit rechtstreeks aan mededinging blootstaat, te worden uitgegaan van criteria die in overeenstemming zijn met de mededingingsbepalingen van het Verdrag zoals de kenmerken van de desbetreffende goederen of diensten, het voorhanden zijn van alternatieve goederen of diensten, de prijzen en de werkelijke of mogelijke aanwezigheid van meer dan één leverancier van de betrokken goederen of diensten.

3.   Voor de toepassing van lid 1, wordt de toegang tot een markt als niet-beperkt beschouwd indien de lidstaat de bepalingen van de in bijlage XI vermelde communautaire wetgeving ten uitvoer heeft gelegd en heeft toegepast.

Wanneer op grond van de vorige alinea niet van vrije toegang tot een markt kan worden uitgegaan, dient te worden aangetoond dat de toegang tot de betrokken markt rechtens en feitelijk vrij is.

4.   Wanneer een lidstaat van mening is dat met naleving van de leden 2 en 3, lid 1 van toepassing is op een specifieke activiteit, stelt hij de Commissie in kennis van dat besluit en van alle terzake dienende feiten, en met name van elke wet, voorschrift of bestuursrechtelijke bepaling of overeenkomst betreffende de overeenstemming met de in lid 1 vermelde voorwaarden, in voorkomend geval samen met het standpunt van een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit.

De richtlijn is niet langer van toepassing op de opdrachten voor het uitvoeren van een bepaalde activiteit indien:

de Commissie overeenkomstig lid 6 en binnen de daarin bepaalde termijn een besluit heeft genomen dat bepaalt dat lid 1 van toepassing is, of

binnen genoemde termijn geen besluit over de toepassing heeft genomen.

Indien evenwel op basis van lid 3, eerste alinea, van vrije toegang tot een bepaalde markt wordt uitgegaan, en indien een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit, heeft bepaald dat lid 1 van toepassing is, is de richtlijn niet langer van toepassing op de opdrachten voor het uitvoeren van de bepaalde activiteit indien de Commissie niet overeenkomstig lid 6 en binnen de daarin bepaalde termijn een besluit heeft genomen dat bepaalt dat lid 1 niet van toepassing is.

5.   Wanneer de wetgeving van de betrokken lidstaat daarin voorziet kunnen de aanbestedende diensten de Commissie verzoeken te bepalen dat lid 1 van toepassing is overeenkomstig lid 6. In dat geval stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis.

De lidstaat stelt de Commissie, rekening houdende met de leden 2 en 3, in kennis van alle terzake dienende feiten, en met name van elke wet, voorschrift of bestuursrechtelijke bepaling of overeenkomst betreffende de overeenstemming met de in lid 1 vermelde voorwaarden, in voorkomend geval samen met het standpunt van een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit.

De Commissie kan ook besluiten de procedure voor het nemen van een besluit dat bepaalt dat artikel 1 van toepassing is, op eigen initiatief in te leiden. In dat geval stelt de Commissie de betrokken lidstaat daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Commissie na het verstrijken van de in lid 6 bepaalde termijn geen besluit betreffende de toepassing van lid 1 op een specifieke activiteit heeft genomen, wordt lid 1 geacht van toepassing te zijn.

6.   Voor het nemen van een besluit uit hoofde van dit artikel, volgens de procedure van artikel 69, lid 2, beschikt de Commissie over een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de eerste werkdag volgende op de dag waarop zij een kennisgeving of het verzoek ontvangt. Deze termijn kan in naar behoren gemotiveerde gevallen, eenmaal met maximaal drie maanden worden verlengd, met name wanneer de gegevens in de kennisgeving of het verzoek of in de bijbehorende documenten onvolledig of onjuist zijn of wanneer de vermelde feiten belangrijke wijzigingen ondergaan. Deze verlenging wordt beperkt tot een maand indien een onafhankelijke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit, heeft bepaald dat lid 1 van toepassing is, in de in lid 4, derde alinea, bedoelde gevallen.

Wanneer voor een activiteit in een bepaalde lidstaat reeds een procedure op grond van dit artikel loopt, worden latere verzoeken betreffende dezelfde activiteit in dezelfde lidstaat die worden ingediend vóór het verstrijken van de termijn die is geopend voor het eerste verzoek, niet beschouwd als nieuwe procedures, maar worden zij in het kader van het eerste verzoek behandeld.

De Commissie stelt de praktische regels voor de toepassing van de leden 4, 5 en 6 vast volgens de procedure van artikel 69, lid 2.

Deze praktische regels omvatten ten minste:

a)

de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie, ter informatie, van de datum waarop de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden begint te lopen, en wanneer deze termijn wordt verlengd, de datum en de duur van de verlenging;

b)

de bekendmaking van de eventuele toepassing van lid 1 overeenkomstig lid 4, tweede of derde alinea, of overeenkomstig lid 5, vierde alinea, en

c)

de regelingen voor de toezending van eventuele standpunten van een onafhankelijke instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit, over vraagstukken die ten aanzien van de leden 1 en 2 relevant zijn.

HOOFDSTUK III

REGELINGEN VOOR OPDRACHTEN VOOR DIENSTEN

Artikel 32

Opdrachten voor in bijlage XVII A vermelde diensten

De opdrachten voor het verrichten van de in bijlage XVII A vermelde diensten worden overeenkomstig de artikelen 35 tot en met 60 geplaatst.

Artikel 33

Opdrachten voor in bijlage XVII B vermelde diensten

Het plaatsen van opdrachten voor het verrichten van de in bijlage XVII B opgenomen diensten valt uitsluitend onder de artikelen 35 en 44.

Artikel 34

Gemengde opdrachten voor de in bijlagen XVII A en XVII B vermelde diensten

De opdrachten die zowel op in bijlage XVII A als op in bijlage XVII B vermelde diensten betrekking hebben, worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 35 tot en met 60 geplaatst indien de waarde van de in bijlage XVII A vermelde diensten hoger is dan die van de in bijlage XVII B vermelde diensten en, zo niet, overeenkomstig artikel 35 en artikel 44.

HOOFDSTUK IV

BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET BESTEK EN DE AANBESTEDINGSSTUKKEN

Artikel 35

Technische specificaties

1.   De technische specificaties zoals omschreven in punt 1 van bijlage XXI, maken deel uit van de aanbestedingsstukken, zoals de aankondigingen van de opdrachten, het bestek of de aanvullende documenten.

2.   De technische specificaties moeten de inschrijvers gelijke toegang bieden en mogen niet tot gevolg hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen.

3.   Onverminderd de — voor zover met het Gemeenschapsrecht verenigbare — juridisch bindende nationale technische voorschriften, worden de technische specificaties geformuleerd:

a)

hetzij door verwijzing naar de technische specificaties van bijlage XXI en — in volgorde van voorkeur — naar de nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet, de Europese technische goedkeuringen, de gemeenschappelijke technische specificaties, internationale normen, andere door de Europese normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen, of, bij ontstentenis daarvan, de nationale normen, de nationale technische goedkeuringen dan wel de nationale technische specificaties, andere technische referentiesystemen, inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van werken en het gebruik van producten. Elke verwijzing gaat vergezeld van de woorden „of gelijkwaardig”;

b)

hetzij in termen van prestatie-eisen en functionele eisen, die milieukenmerken kunnen omvatten. Zij moeten echter voldoende nauwkeurig zijn, opdat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de aanbestedende diensten de opdracht kunnen gunnen;

c)

hetzij in de onder b) bedoelde termen van prestatie-eisen en functionele eisen, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze prestaties en eisen wordt verwezen naar de onder a) bedoelde specificaties;

d)

hetzij door verwijzing naar de onder a) genoemde specificaties voor bepaalde kenmerken, en door verwijzing naar de onder b) genoemde prestatie-eisen en functionele eisen voor andere kenmerken.

4.   Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, onder a), genoemde specificaties, kunnen zij geen inschrijving afwijzen met als reden dat de aangeboden producten en diensten niet beantwoorden aan de betrokken specificaties wanneer de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend middel ten genoegen van de aanbestedende dienst kan aantonen dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de eisen die zijn omschreven in de technische specificaties.

Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie.

5.   Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de in lid 3 geboden mogelijkheid specificaties in termen van functionele prestaties of eisen vast te stellen, mogen zij geen aanbod van producten, diensten of werken afwijzen die beantwoorden aan een nationale norm waarin een Europese norm is omgezet, aan een Europese technische goedkeuring, aan een gemeenschappelijke technische specificatie, aan een internationale norm, aan een door een Europees normalisatieorgaan ingesteld technisch verwijzingssysteem, indien deze specificaties betrekking hebben op de door de aanbestedende dienst vastgestelde functionele prestatie of eisen.

De inschrijver dient in zijn inschrijving met elk passend middel ten genoegen van de aanbestedende dienst aan te tonen dat het product, de dienst of het werk in overeenstemming is met de norm en voldoet aan de functionele en prestatie-eisen van de aanbestedende dienst.

Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testverslag van een erkende organisatie.

6.   Wanneer de aanbestedende diensten milieukenmerken voorschrijven in de vorm van prestatie-eisen of functionele eisen, als bedoeld in lid 3, onder b), kunnen zij gedetailleerde specificaties of indien nodig gedeelten daarvan gebruiken zoals die omschreven worden door Europese, (multi)nationale milieukeuren of een andere milieukeur, voorzover:

die geschikt zijn voor de omschrijving van de kenmerken van de leveringen of diensten waarop de opdracht betrekking heeft,

de vereisten voor de keur zijn ontwikkeld op grond van wetenschappelijke gegevens,

de milieukeuren zijn aangenomen via een proces waaraan alle betrokkenen, zoals overheidsinstanties, consumenten, fabrikanten, kleinhandel en milieuorganisaties kunnen deelnemen, en

de keuren toegankelijk en beschikbaar zijn voor alle betrokken partijen.

De aanbestedende diensten kunnen aangeven dat de van een milieukeur voorziene producten of diensten geacht worden te voldoen aan de technische specificaties die omschreven zijn in het bestek; zij dienen elk ander passend bewijsmiddel te aanvaarden, zoals een technisch dossier van de fabrikant of een testverslag van een erkende organisatie.

7.     Waar mogelijk houdt de aanbestedende dienst rekening met toegankelijkheidscriteria voor gehandicapten bij het algehele ontwerp en de vastlegging van specificaties. Deze technische specificaties worden duidelijk in de aanbestedingsstukken omschreven.

8.   „Erkende organisaties” in de zin van dit artikel zijn testlaboratoria, ijklaboratoria en inspectie- en certificatieorganisaties die voldoen aan de toepasselijke Europese normen.

De aanbestedende diensten aanvaarden certificaten van in andere lidstaten gevestigde erkende organisaties.

9.   Behalve indien dit door het voorwerp van de opdracht gerechtvaardigd is, mag in de technische specificaties geen melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een volgens bijzondere werkwijzen verkregen fabrikaat, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde producent of leverancier, of een bepaalde productie. Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering toegestaan wanneer een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de opdracht niet mogelijk is door toepassing van de leden 3 en 4; deze vermelding of verwijzing moet de woorden „of gelijkwaardig” bevatten .

Artikel 36

Mededeling van de technische specificaties

1.   De aanbestedende diensten delen de belangstellende economische subjecten desgevraagd de technische specificaties mede die regelmatig in hun opdrachten voor leveringen, werken of diensten worden beoogd, of de technische specificaties die zij voornemens zijn toe te passen voor opdrachten waarover periodieke indicatieve aankondigingen in de zin van artikel 42, lid 1, worden gepubliceerd.

2.   Indien deze technische specificaties gebaseerd zijn op documenten waarover belangstellende economische subjecten kunnen beschikken, kan ermee worden volstaan een verwijzing naar deze documenten op te nemen.

Artikel 37

Varianten

1.   Wanneer de economisch voordeligste inschrijving als gunningcriterium wordt gehanteerd, kunnen de aanbestedende diensten door de inschrijvers voorgestelde varianten in aanmerking nemen indien deze aan de door die aanbestedende diensten gestelde minimumeisen voldoen.

Aanbestedende diensten vermelden in het bestek of zij varianten al dan niet toestaan, en zo ja, aan welke minimumeisen deze varianten moeten voldoen, alsmede hoe zij moeten worden ingediend.

2.   Bij procedures voor het plaatsen van opdrachten voor leveringen of diensten, kunnen aanbestedende diensten die op grond van lid 1 varianten hebben toegestaan, een variant niet afwijzen, uitsluitend omdat hij, indien hij werd gekozen, veeleer tot een van beide type opdrachten zou leiden dan tot het andere.

Artikel 38

Onderaanneming

In het bestek kan de aanbestedende dienst de inschrijver verzoeken (of kan zij daartoe door een lidstaat verplicht worden) in zijn inschrijving aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij eventueel voornemens is aan derden in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt. Deze mededeling laat de aansprakelijkheid van het leidende economische subject onverlet.

Artikel 39

Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd

Aanbestedende diensten kunnen speciale voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits dergelijke voorwaarden met het Gemeenschapsrecht verenigbaar zijn en in de oproep tot mededinging of het bestek vermeld zijn. De voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd, kunnen met name verband houden met sociale of milieuoverwegingen.

Artikel 40

Verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen, milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

1.   De aanbestedende dienst kan, al dan niet daartoe door een lidstaat verplicht, in het bestek aangeven bij welk orgaan of welke organen de gegadigden of inschrijvers de ter zake dienende informatie kunnen verkrijgen over belastingen, milieubescherming en de verplichtingen die ten aanzien van de bepalingen inzake de arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats waar de verrichtingen moeten worden uitgevoerd, en die gedurende de uitvoering van de opdracht op de op de arbeidsplaats verrichte werken of verleende diensten van toepassing zullen zijn.

2.   De aanbestedende dienst die de in lid 1 vermelde informatie verstrekt, verzoekt de inschrijvers of gegadigden voor een aanbestedingsprocedure aan te geven dat zij bij de voorbereiding van hun inschrijving rekening hebben gehouden met de verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en de arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar de verrichting moet worden uitgevoerd.

Het bepaalde in de eerste alinea vormt geen beletsel voor de toepassing van artikel 58 inzake het onderzoek van abnormaal lage inschrijvingen.

HOOFDSTUK V

PROCEDURES

Artikel 41

Toepassing van openbare en niet-openbare procedures en van procedures van gunning door onderhandelingen

1.   Bij het plaatsen van opdrachten voor leveringen, werken en diensten passen de aanbestedende diensten procedures toe die voor de toepassing van deze richtlijn zijn aangepast.

2.   De aanbestedende diensten kunnen een keuze maken uit de in artikel 1, lid 9, onder a), b) of c) genoemde procedures, mits, behoudens het in lid 3 bepaalde, een oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 43 is gedaan.

3.   De aanbestedende diensten kunnen in de volgende gevallen van een procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging gebruik maken:

a)

wanneer in het kader van een procedure met voorafgaande oproep tot mededinging geen of geen geschikte inschrijvingen of geen aanmeldingen zijn ingediend, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk zijn gewijzigd;

b)

wanneer een opdracht uitsluitend ten behoeve van onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling wordt geplaatst ;

c)

wanneer de uitvoering van de opdracht om technische of artistieke redenen of om redenen van bescherming van uitsluitende rechten slechts aan één bepaald economisch subjet kan worden toevertrouwd;

d)

in strikt noodzakelijke gevallen waarin dringende spoed, voortvloeiende uit gebeurtenissen die door de betrokken aanbestedende diensten niet konden worden voorzien, de inachtneming van de termijnen gesteld voor openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande bekendmaking onmogelijk maakt;

e)

in het geval van opdrachten voor leveringen ten behoeve van door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende leveringen die bestemd zijn hetzij voor de gedeeltelijke vernieuwing van veelvuldig gebruikte leveringen of installaties, hetzij voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, indien verandering van leverancier de aanbestedende dienst ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid ontstaat of zich onevenredige technische moeilijkheden bij het gebruik en het onderhoud voordoen;

f)

voor aanvullende werken of diensten die noch in het oorspronkelijk gegunde ontwerp, noch in de eerste gegunde opdracht waren opgenomen, maar die ten gevolge van een onvoorziene omstandigheid voor de uitvoering van deze opdracht noodzakelijk zijn geworden, mits de gunning geschiedt aan de aannemer of dienstverrichter die de eerste opdracht uitvoert:

wanneer deze aanvullende werken of diensten technisch of economisch niet los van de hoofdopdracht kunnen worden uitgevoerd zonder de aanbestedende diensten grote ongemakken te bezorgen, of

wanneer deze aanvullende werken of diensten, hoewel zij van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht kunnen worden gescheiden, strikt noodzakelijk zijn om deze te vervolmaken;

g)

in het geval van opdrachten voor werken, wanneer het gaat om nieuwe werken bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken die door dezelfde aanbestedende diensten opgedragen zijn aan de aannemer die belast is geweest met een eerdere opdracht, mits deze werken overeenstemmen met een basisproject en dit project het voorwerp vormde van een eerste opdracht die na een oproep tot mededinging werd geplaatst. De mogelijkheid deze procedure toe te passen, moet reeds in de oproep tot mededinging van de aanbesteding van het eerste project worden vermeld, en het totale voor de volgende werken geraamde bedrag dient door de aanbestedende diensten in aanmerking te worden genomen voor de toepassing van de artikelen 17 en 18;

h)

voor op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte goederen;

i)

voor opdrachten die op basis van een raamovereenkomst moeten worden geplaatst, voorzover aan de in artikel 15, lid 2, genoemde voorwaarde is voldaan;

j)

voor gelegenheidsaankopen, wanneer zich gedurende zeer korte tijd een bijzonder voordelige gelegenheid tot aankopen voordoet en de te betalen prijs aanzienlijk lager ligt dan normaal op de markt het geval is;

k)

voor de aankoop, onder bijzonder voordelige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die zijn handelsactiviteiten staakt, hetzij bij de curator of de vereffenaar in geval van een faillissement, een gerechtelijk akkoord of een soortgelijke procedure van het nationale recht;

l)

wanneer de opdracht voor diensten voortvloeit uit een overeenkomstig deze richtlijn georganiseerde prijsvraag en volgens de toepasselijke voorschriften aan de winnaar of aan één van de winnaars van die prijsvraag moet worden gegund. In het laatstgenoemde geval moeten alle winnaars van de prijsvraag tot deelneming aan de onderhandelingen worden uitgenodigd.

HOOFDSTUK VI

REGELS VOOR BEKENDMAKING EN VOOR DOORZICHTIGHEID

AFDELING 1

BEKENDMAKING VAN DE AANKONDIGINGEN

Artikel 42

Periodieke indicatieve aankondigingen en aankondigingen betreffende het bestaan van een erkenningsregeling

1.   De aanbestedende diensten maken ten minste eenmaal per jaar door middel van de in bijlage XV A bedoelde periodieke indicatieve aankondiging die door de Commissie of door de diensten zelf via hun in bijlage XX, punt 2, onder b), bedoelde kopersprofiel wordt verspreid, het volgende bekend:

a)

voor leveringen, het geraamde totale bedrag van de opdrachten of de raamovereenkomsten per productgroep die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde totale bedrag, de artikelen 17 en 18 in aanmerking genomen, 750 000 EUR of meer bedraagt.

De aanbestedende diensten stellen de productgroepen vast volgens de posten van de CPV;

b)

voor diensten, het geraamde totale bedrag van de opdrachten of de raamovereenkomsten voor elk van de in bijlage XVI A vermelde dienstencategorieën die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde totale bedrag, de artikelen 17 en 18 in aanmerking genomen, 750 000 EUR of meer bedraagt;

c)

voor werken, de hoofdkenmerken van de opdrachten of de raamovereenkomsten die zij voornemens zijn in de loop van de komende twaalf maanden te plaatsen, wanneer het geraamde bedrag, artikel 17 in aanmerking genomen, gelijk is aan of meer bedraagt dan de in artikel 18 vermelde drempel.

De onder a) en b) bedoelde aankondigingen worden zo spoedig mogelijk na het begin van het begrotingsjaar toegezonden aan de Commissie of bekendgemaakt via het kopersprofiel.

De onder c) bedoelde aankondiging wordt zo spoedig mogelijk nadat het besluit is genomen tot goedkeuring van het programma voor de opdrachten voor werken of de raamovereenkomsten die de aanbestedende diensten voornemens zijn te plaatsen, toegezonden aan de Commissie of bekendgemaakt via het kopersprofiel.

De aanbestedende diensten die de periodieke indicatieve aankondiging via hun kopersprofiel bekendmaken, zenden de Commissie langs elektronische weg overeenkomstig het formaat en de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, een kennisgeving toe waarin de bekendmaking van de periodieke indicatieve aankondiging op het kopersprofiel wordt meegedeeld.

Bekendmaking van onder a), b) en c) bedoelde aankondigingen is alleen verplicht wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid om de termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen overeenkomstig artikel 46, lid 4, in te korten.

Dit lid is niet van toepassing op procedures zonder voorafgaande bekendmaking van een aankondiging van een opdracht.

2.   De aanbestedende diensten kunnen met name periodieke indicatieve aankondigingen over belangrijke projecten bekend maken of door de Commissie bekend laten maken, zonder de reeds eerder in een periodieke indicatieve aankondiging vervatte inlichtingen te herhalen, mits duidelijk wordt vermeld dat deze aankondigingen een aanvulling zijn.

3.   Wanneer de aanbestedende diensten een erkenningsregeling overeenkomstig artikel 54 willen invoeren, moet aangaande deze regeling een aankondiging worden opgesteld als bedoeld in bijlage XIV, waarin het doel van de regeling en de wijze waarop inzage in de regeling kan worden verkregen, worden aangegeven. Wanneer de regeling een geldigheidsduur van langer dan drie jaar heeft, moet de aankondiging jaarlijks worden bekendgemaakt. Wanneer de regeling een kortere duur heeft, volstaat een eenmalige aankondiging.

Artikel 43

Aankondigingen die als oproep tot mededinging gebruikt worden

1.   Voor opdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken of voor het verrichten van diensten kan de oproep tot mededinging geschieden:

a)

door een indicatieve periodieke aankondiging als bedoeld in bijlage XV A, of

b)

door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling als bedoeld in bijlage XIV, of

c)

door een aankondiging van een opdracht als bedoeld in bijlage XIII, deel A, B of C.

2.   Bij dynamische aankoopsystemen geschiedt de oproep tot mededinging voor het systeem door een aankondiging van een opdracht als bedoeld in lid 1, onder c), terwijl de oproep tot mededinging voor opdrachten op grond van deze systemen geschiedt door een vereenvoudigde aankondiging van een opdracht als bedoeld in bijlage XII, deel D.

3.   Wanneer een oproep tot mededinging door middel van een indicatieve periodieke aankondiging geschiedt, moet de aankondiging

a)

specifiek verwijzen naar leveringen, werken of diensten waarop de te plaatsen opdracht betrekking heeft;

b)

vermelden dat deze opdracht zal worden geplaatst door middel van een niet-openbare procedure of een procedure van gunning door onderhandelingen, waarbij achteraf geen oproep tot mededinging wordt bekendgemaakt, en wordt de belangstellende economische subjecten verzocht hun belangstelling schriftelijk kenbaar te maken; en

c)

ten minste twaalf maanden voor de in artikel 48, lid 5, vermelde verzenddatum van de uitnodiging overeenkomstig bijlage XX worden bekendgemaakt. De aanbestedende dienst houdt zich voorts aan de in artikel 46 vastgestelde termijnen.

Artikel 44

Aankondigingen van geplaatste opdrachten

1.   De aanbestedende diensten die een overheidsopdracht of een raamovereenkomst hebben geplaatst, zenden een aankondiging van de geplaatste opdrachten als bedoeld in bijlage XVI. Die aankondiging wordt binnen twee maanden na de plaatsing van de opdracht of de raamovereenkomst onder door de Commissie volgens de procedure van artikel 69, lid 2, te bepalen voorwaarden verzonden.

In het geval van overeenkomstig artikel 15, lid 2, gesloten raamovereenkomsten zijn de aanbestedende diensten niet verplicht een aankondiging betreffende de resultaten van het plaatsen van elke op de overeenkomst gebaseerde opdracht toe te zenden.

De aanbestedende diensten zenden binnen twee maanden na de plaatsing van elke afzonderlijke opdracht een bekendmaking toe van het resultaat van de plaatsing van de opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem. Deze resultaten mogen echter per kwartaal gebundeld worden. In dat geval worden de gebundelde resultaten binnen twee maanden na het einde van elk kwartaal toegezonden.

2.   De overeenkomstig bijlage XVI verstrekte en voor bekendmaking bestemde gegevens, moeten overeenkomstig bijlage XX worden bekendgemaakt. In dit verband eerbiedigt de Commissie het gevoelige commerciële karakter, betreffende het aantal inschrijvingen, de identiteit van de economische subjecten en de prijzen, waarop de aanbestedende diensten bij de verstrekking van deze gegevens wijzen.

3.   Wanneer de aanbestedende diensten een opdracht voor onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten („O&O-opdracht”) plaatsen volgens een procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 41, lid 3, onder b), mogen zij de overeenkomstig bijlage XVI te verstrekken gegevens over de aard en de hoeveelheid van de verleende diensten beperken tot de vermelding „onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten”.

Wanneer de aanbestedende diensten een opdracht in verband met onderzoeks- en ontwikkelingsdiensten plaatsen die overeenkomstig artikel 41, lid 3, onder b), niet volgens een procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging kan worden geplaatst, mogen zij de overeenkomstig bijlage XVI te verstrekken gegevens over de aard en de hoeveelheid van de verleende diensten beperken indien de bescherming van het zakengeheim zulks noodzakelijk maakt.

In deze gevallen zien zij erop toe dat de in dit punt verstrekte informatie ten minste even gedetailleerd is als die in de overeenkomstig artikel 43, lid 1, bekendgemaakte oproep tot mededinging.

Wanneer zij van een erkenningsregeling gebruik maken moeten de aanbestedende diensten er in dit geval op toezien dat deze informatie ten minste even gedetailleerd is als die in de desbetreffende categorie van de overeenkomstig artikel 54, lid 7, opgestelde lijst van erkende dienstverrichters.

4.   In het geval van opdrachten voor de in bijlage XVI B opgesomde diensten, vermelden de aanbestedende diensten in de aankondiging of zij met de bekendmaking daarvan instemmen.

5.   De overeenkomstig bijlage XVI verstrekte gegevens die niet voor bekendmaking zijn bestemd, worden overeenkomstig bijlage XX om statistische redenen enkel in vereenvoudigde vorm bekendgemaakt.

Artikel 45

Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen

1.   De aankondigingen bevatten de in de bijlage XIII, XIV, XV A, XV B en XVI vermelde inlichtingen alsmede, in voorkomend geval, andere door de aanbestedende dienst nuttig geachte informatie in de vorm van standaardformulieren die door de Commissie overeenkomstig de in artikel 69, lid 2, genoemde procedure worden vastgesteld.

2.   Aankondigingen die door de aanbestedende diensten aan de Commissie worden gezonden, worden hetzij langs elektronische weg in het formaat en op de wijze als beschreven in bijlage XX, punt 3, of langs andere weg verzonden.

De in de artikelen 42, 43 en 44 bedoelde aankondigingen worden bekendgemaakt overeenkomstig de in bijlage XX, punt 1, onder a) en b), opgenomen technische kenmerken voor de bekendmaking.

3.   Aankondigingen die langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, zijn opgesteld en verzonden, worden uiterlijk vijf dagen na verzending bekendgemaakt.

Aankondigingen die niet langs elektronische weg in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, zijn verzonden, worden binnen twaalf dagen na hun verzending bekendgemaakt. In uitzonderlijke gevallen en in antwoord op een verzoek van de aanbestedende dienst en op voorwaarde dat de aankondiging per fax wordt verzonden, worden de in artikel 43, lid 1, onder c), bedoelde aankondigingen van een opdracht echter binnen een termijn van vijf dagen bekendgemaakt.

4.   De aankondigingen worden onverkort in een door de aanbestedende dienst gekozen officiële taal van de Gemeenschap bekendgemaakt; alleen de tekst in die oorspronkelijke taal is authentiek. In de andere officiële talen wordt een samenvatting met de belangrijke gegevens van alle aankondigingen bekendgemaakt.

De kosten van de bekendmaking van aankondigingen door de Commissie komen ten laste van de Gemeenschap.

5.   De aankondigingen en de inhoud ervan mogen niet openbaar worden gemaakt vóór de datum waarop zij aan de Commissie worden toegezonden.

Aankondigingen die op nationaal niveau worden bekendgemaakt, mogen geen andere informatie bevatten dan de informatie in de aankondigingen die overeenkomstig artikel 42, lid 1, eerste alinea, aan de Commissie worden toegezonden of via een kopersprofiel worden bekendgemaakt, en moeten de datum van toezending aan de Commissie of van de bekendmaking via het kopersprofiel vermelden.

Periodieke indicatieve aankondigingen mogen slechts via een kopersprofiel worden bekendgemaakt nadat de kennisgeving van de bekendmaking via het kopersprofiel aan de Commissie is verzonden, en moeten de datum van deze verzending vermelden.

6.   De aanbestedende diensten moeten de verzenddatum van de aankondigingen kunnen aantonen.

7.   De Commissie verstrekt de aanbestedende dienst een bevestiging van de bekendmaking van de verzonden informatie, met vermelding van de datum van bekendmaking. Deze bevestiging vormt het bewijs van de bekendmaking.

8.   De aanbestedende diensten mogen overeenkomstig de leden 1 tot en met 7 aankondigingen van opdrachten bekendmaken waarvan de bekendmaking krachtens de bepalingen van deze richtlijn niet verplicht is.

AFDELING 2

TERMIJNEN

Artikel 46

Termijnen voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming en de ontvangst van de inschrijvingen

1.   Bij de vaststelling van de termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen en aanvragen tot deelnemingen, moeten de aanbestedende diensten in het bijzonder rekening houden met de complexiteit van de opdracht en met de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde tijd, onverminderd de in dit artikel vastgestelde minimumtermijnen.

2.   Voor openbare procedures bedraagt de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen minimaal tweeënvijftig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht.

3.   Bij niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging, gelden de volgende regels:

a)

de termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming in antwoord op een uit hoofde van artikel 43, lid 1, onder c), bekendgemaakte aankondiging, of in antwoord op een uitnodiging van een aanbestedende dienst overeenkomstig artikel 48, lid 5, bedraagt in het algemeen ten minste zevenendertig dagen vanaf de datum van verzending van de aankondiging of van de uitnodiging, en bedraagt in geen geval minder dan tweeëntwintig dagen in geval de aankondiging met andere middelen dan elektronische middelen of per fax ter bekendmaking wordt verzonden, en niet minder dan vijftien dagen in geval de aankondiging wel met deze middelen wordt verzonden;

b)

de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen kan in onderling overleg tussen de aanbestedende dienst en de uitgekozen gegadigden worden vastgesteld, mits alle gegadigden evenveel tijd krijgen om hun inschrijvingen voor te bereiden en in te dienen;

c)

wanneer het niet mogelijk is overeenstemming te bereiken over de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen, stelt de aanbestedende dienst een termijn vast die in het algemeen ten minste vierentwintig dagen en in geen geval minder dan tien dagen bedraagt, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving.

4.   In de gevallen waarin de aanbestedende diensten overeenkomstig bijlage XX een in artikel 42, lid 1, bedoelde periodieke indicatieve aankondiging hebben bekendgemaakt, bedraagt de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures in het algemeen ten minste zesendertig dagen en in geen geval minder dan tweeëntwintig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging.

Deze kortere termijnen zijn toegestaan, mits de periodieke indicatieve aankondiging, naast de op grond van bijlage XV A, deel I, vereiste informatie, alle in bijlage XV A, deel II vereiste informatie bevat, voorzover laatstbedoelde informatie bij de bekendmaking van de aankondiging beschikbaar is, en de aankondiging minimaal tweeënvijftig dagen en maximaal twaalf maanden vóór de in artikel 43, lid 1, onder c), bedoelde verzenddatum van de aankondiging van de opdracht ter bekendmaking is verzonden.

5.   Wanneer de aankondigingen in het formaat en op de wijze beschreven in bijlage XX, punt 3, met elektronische middelen zijn opgesteld en verzonden, kan de termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming bij niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen en de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures met zeven dagen worden bekort.

6.   Behalve ingeval de termijn overeenkomstig lid 3, onder b), in onderling overleg is vastgesteld, kan de termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen bij openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met nog eens vijf dagen worden bekort indien de aanbestedende dienst het bestek en alle aanvullende stukken vanaf de verzenddatum van de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt, overeenkomstig bijlage XX met elektronische middelen vrij, rechtstreeks en volledig toegankelijk maakt. De aankondiging moet het internetadres vermelden dat toegang biedt tot de documenten.

7.   Bij openbare procedures mag het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen in geen geval leiden tot een termijn van minder dan vijftien dagen voor de ontvangst van de inschrijvingen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht.

Wanneer de aankondiging van de opdracht echter niet per fax of met een elektronisch middel wordt verzonden, mag het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen bij openbare procedures in geen geval leiden tot een termijn van minder dan tweeëntwintig dagen voor de ontvangst van de inschrijvingen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht.

8.   Het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen mag in geen geval leiden tot een termijn van minder dan vijftien dagen voor de ontvangst van aanvragen tot deelneming in antwoord op een uit hoofde van artikel 43, lid 1, onder c), bekendgemaakte aankondiging, of in antwoord op een uitnodiging van een aanbestedende dienst overeenkomstig artikel 48, lid 5, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of van de uitnodiging.

Bij niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen mag het gecumuleerde effect van de in de leden 4, 5 en 6 bedoelde termijnverkortingen in geen geval leiden tot een termijn van minder dan tien dagen voor de ontvangst van de inschrijvingen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving, behalve wanneer de termijn overeenkomstig lid 3, onder b), in onderling overleg wordt vastgesteld.

9.   Wanneer het bestek en de aanvullende stukken of nadere inlichtingen, hoewel tijdig aangevraagd, om enigerlei reden niet binnen de in de artikelen 47 en 48 gestelde termijnen zijn verstrekt, of wanneer de inschrijvingen slechts na een bezichtiging ter plaatse, of na inzage ter plaatse van de bij de aanbestedingsstukken behorende stukken kunnen worden gedaan, moeten de termijnen voor de ontvangst van de inschrijvingen zodanig worden verlengd dat alle betrokken economische subjecten op de hoogte kunnen zijn van alle informatie die voor de opstelling van de inschrijving nodig is, behalve wanneer de termijn overeenkomstig lid 3, onder b), in onderling overleg wordt vastgesteld.

10.   In bijlage XXII wordt een overzicht van de in dit artikel vastgestelde termijnen gegeven.

Artikel 47

Openbare procedures: bestek, stukken en nadere inlichtingen

1.   Wanneer de aanbestedende diensten bij openbare procedures niet met elektronische middelen overeenkomstig artikel 46, lid 6, vrije, rechtstreekse en volledige toegang bieden tot het bestek en alle aanvullende stukken, worden het bestek en de aanvullende stukken binnen zes dagen na ontvangst van de aanvraag aan de economische subjecten toegezonden, mits deze aanvraag tijdig voor de uiterste datum voor de indiening van de inschrijvingen is gedaan.

2.   Nadere inlichtingen over het bestek worden, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen voor het verstrijken van de uiterste termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen, door de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten verstrekt.

Artikel 48

Uitnodigingen tot het indienen van inschrijvingen of tot onderhandelingen

1.   Bij niet-openbare procedures en procedures voor gunning via onderhandelingen nodigen de aanbestedende diensten de daartoe uitgekozen gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uit tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelen. De uitnodiging aan de gegadigden bevat ten minste:

hetzij een exemplaar van het bestek en van alle aanvullende stukken,

hetzij de vermelding van de toegang tot het bestek en tot de (andere) onder het eerste streepje vermelde stukken, wanneer deze rechtstreeks langs elektronische weg toegankelijk zijn overeenkomstig artikel 46, lid 6.

2.   Wanneer het bestek en/of de aanvullende stukken bij een andere dienst moeten worden aangevraagd dan de aanbestedende dienst die voor de gunningprocedure verantwoordelijk is, vermeldt de uitnodiging het adres van de dienst waarbij dat bestek of die aanvullende stukken kunnen worden aangevraagd en, in voorkomend geval, de uiterste datum voor die aanvraag, alsmede het bedrag dat verschuldigd is en de wijze van betaling om de stukken te verkrijgen. De bevoegde diensten zenden de documentatie onmiddellijk na ontvangst van de aanvraag aan de economische subjecten toe.

3.   Nadere inlichtingen over het bestek of de aanvullende stukken worden, mits tijdig aangevraagd, uiterlijk zes dagen voor de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen door de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten verstrekt.

4.   De uitnodiging bevat daarnaast ten minste:

a)

de uiterste datum waarop de eventuele aanvullende stukken kunnen worden gevraagd alsook het eventueel voor het verkrijgen van deze stukken te betalen bedrag en de wijze waarop het moet worden betaald;

b)

de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen, het adres waar deze moeten worden ingediend en de taal of talen waarin zij moeten worden gesteld;

c)

een verwijzing naar elke bekendgemaakte aankondiging van de opdracht;

d)

de aanduiding van de eventueel bij te voegen stukken;

e)

de gunningcriteria indien deze niet vermeld worden in de aankondiging over een erkenningsregeling die als oproep tot mededinging wordt gebruikt;

f)

de relatieve weging van de gunningcriteria of, in voorkomend geval, de volgorde van die criteria naar belangrijkheid, indien die gegevens niet in de aankondiging van de opdracht, de aankondiging over de erkenningsregeling of het bestek vermeld worden.

5.   Wanneer er een oproep tot mededinging wordt gedaan aan de hand van een periodieke indicatieve aankondiging, verzoeken de aanbestedende diensten nadien alle gegadigden hun belangstelling te bevestigen aan de hand van nadere gegevens betreffende de betrokken opdracht, alvorens met de selectie van de inschrijvers of deelnemers aan de onderhandelingen te beginnen.

De uitnodiging omvat ten minste de volgende gegevens:

a)

de aard en de hoeveelheid, met inbegrip van eventuele opties voor latere opdrachten en, indien mogelijk, een schatting van de termijn voor de uitoefening van deze opties; in het geval van periodiek terugkerende opdrachten, de aard en de hoeveelheid en, indien mogelijk, een schatting van de termijnen waarop de latere oproepen tot mededinging voor werken, leveringen of diensten worden bekendgemaakt;

b)

type aanbestedingsprocedure: niet-openbaar of via onderhandelingen;

c)

in voorkomend geval, de begin- of einddatum van de levering, de werken of de diensten;

d)

het adres en de uiterste datum voor de indiening van aanvragen om te worden uitgenodigd tot het indienen van een inschrijving alsmede de taal of talen waarin deze moeten worden gesteld;

e)

het adres van de instantie die de opdracht moet plaatsen en de nodige informatie moet verstrekken voor het verkrijgen van specificaties en andere documenten;

f)

de economische en technische eisen, de financiële waarborgen en de inlichtingen die van de economische subjecten worden verlangd;

g)

het te betalen bedrag voor het verkrijgen van de aanbestedingsdocumenten en de wijze van betaling;

h)

de contractvorm van de opdracht waarvoor inschrijvingen worden gevraagd: aankoop, leasing, huur of huurkoop, of een combinatie van deze vormen; en

i)

de gunningcriteria en de weging ervan, of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria, indien dit niet in de indicatieve aankondiging, het bestek of de uitnodiging tot aanbesteding of onderhandelingen is vermeld.

AFDELING 3

COMMUNICATIE EN INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 49

Regels betreffende de communicatiemiddelen

1.   Elke in deze titel genoemde mededeling en uitwisseling van informatie kan naar keuze van de aanbestedende dienst, bij brief, per fax of met elektronische middelen overeenkomstig de leden 4 en 5, per telefoon in de gevallen en onder de omstandigheden genoemd in lid 6, of door een combinatie van deze middelen, geschieden.

2.   De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen beschikbaar zijn en mogen dus de toegang van de economische subjecten tot de gunningprocedure niet beperken.

3.   Mededelingen en uitwisseling van informatie geschieden op zodanige wijze dat de integriteit van de gegevens en de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen en van verzoeken om deel te nemen, gewaarborgd zijn en dat de aanbestedende diensten pas bij het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening kennisnemen van de inhoud van inschrijvingen en verzoeken om deel te nemen.

4.   De voor mededelingen langs elektronische weg te gebruiken middelen, en de technische kenmerken daarvan, moeten niet-discriminerend en algemeen voor het publiek beschikbaar zijn en in combinatie met algemeen gebruikte informatie- en communicatietechnologieproducten kunnen functioneren.

Elektronische inschrijving is alleen mogelijk met gebruikmaking van een geavanceerde elektronische handtekening in de zin van Richtlijn 1999/93/EG en een betrouwbare codering van de inhoud van de inschrijving.

5.   De volgende regels zijn van toepassing op middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming:

a)

informatie betreffende de specificaties die nodig zijn voor de elektronische indiening van inschrijvingen en verzoeken tot deelneming, inclusief de encryptie, moeten voor belanghebbende partijen beschikbaar zijn. De middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen moeten bovendien voldoen aan de eisen van bijlage XXIV;

b)

de lidstaten kunnen vrijwillige accreditatieregelingen invoeren of handhaven om te komen tot een hoger niveau van de dienst voor certificatie van deze middelen;

c)

inschrijvers of gegadigden moeten zich ertoe verbinden de in artikel 53, leden 2 en 3 en in de artikelen 54 en 55 genoemde documenten, certificaten, getuigschriften en verklaringen, indien deze niet in elektronische vorm beschikbaar zijn, in te dienen vóór het verstrijken van de uiterste termijn voor de indiening van inschrijvingen of van aanvragen tot deelneming.

6.   Regels inzake de verzending van aanvragen tot deelneming

a)

De aanvragen tot deelneming aan een procedure voor de plaatsing van een overheidsopdracht kunnen schriftelijk of telefonisch gedaan worden.

b)

Wanneer aanvragen tot deelneming telefonisch worden gedaan, moet vóór het verstrijken van de ontvangsttermijn een schriftelijke bevestiging worden gezonden.

c)

De aanbestedende diensten kunnen eisen dat per fax ingediende aanvragen tot deelneming per post of langs elektronische weg worden bevestigd, wanneer dat nodig is om over een wettig bewijs te beschikken. Een dergelijke eis moet samen met de termijn voor de bevestiging door de aanbestedende dienst in de aankondiging die als oproep tot mededinging wordt gebruikt of in de in artikel 48, lid 5, bedoelde uitnodiging worden vermeld.

7.     De aanbestedende diensten leggen inschrijvers desgewenst een verklaring voor van een geaccrediteerde derde partij waarin wordt verklaard dat zij adequate maatregelen hebben genomen om de vertrouwelijkheid van de informatie van inschrijvers bij doorzending en na ontvangst te waarborgen.

Artikel 50

Informatie voor verzoekers om erkenning, gegadigden en inschrijvers

1.   De aanbestedende diensten stellen de deelnemende economische subjecten ten spoedigste in kennis van de besluiten die zijn genomen inzake de sluiting van een raamovereenkomst, de gunning van een opdracht of de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem, met inbegrip van de redenen waarom zij hebben besloten geen raamovereenkomst te sluiten, een opdracht waarvoor een oproep tot mededinging was gedaan niet te plaatsen of de procedure niet opnieuw te beginnen of een dynamisch aankoopsysteem in te stellen; deze informatie wordt desgevraagd schriftelijk verstrekt indien de aanbestedende diensten daarom wordt verzocht.

2.   De aanbestedende diensten delen ten spoedigste iedere afgewezen gegadigde of inschrijver desgevraagd de redenen voor de afwijzing mee, en aan iedere inschrijver die een aan de eisen beantwoordende inschrijving heeft gedaan, de kenmerken en relatieve voordelen van de uitgekozen inschrijving, alsmede de naam van de begunstigde, of de partijen bij de raamovereenkomst. De termijnen mogen in geen geval langer lopen dan 15 dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het schriftelijk verzoek ter zake.

De aanbestedende diensten kunnen evenwel besluiten dat bepaalde, in lid 1 genoemde gegevens betreffende de gunning van de opdracht of de sluiting van een raamovereenkomst of de toelating tot een dynamisch aankoopsysteem, niet worden medegedeeld indien openbaarmaking van die gegevens de toepassing van de wet in de weg zou staan, met het openbaar belang in strijd zou zijn of aan de rechtmatige handelsbelangen van publieke of particuliere economische subjecten, met inbegrip van de belangen van het economisch subject waaraan de opdracht is gegund, schade zou kunnen toebrengen dan wel de eerlijke mededinging tussen de economische subjecten zou kunnen schaden.

3.   Aanbestedende diensten, die een erkenningsregeling invoeren en beheren, moeten de aanvragers binnen een termijn van ten hoogste twee maanden van het besluit inzake hun erkenning in kennis stellen.

Wanneer het erkenningsbesluit meer dan twee maanden vanaf de indiening van het verzoek om erkenning in beslag neemt, moet de aanbestedende dienst de verzoeker binnen een maand na deze indiening mededeling doen van de redenen waarom deze termijn langer moet zijn en van de datum waarop zijn verzoek zal worden aanvaard dan wel afgewezen.

4.   Wie een verzoek om erkenning afgewezen ziet, wordt ten spoedigste en in elk geval binnen vijftien dagen van dit besluit en van de redenen voor deze weigering in kennis gesteld. Deze redenen moeten gebaseerd zijn op de in artikel 54, lid 2, vermelde erkenningscriteria.

5.   Aanbestedende diensten die een erkenningsregeling invoeren en beheren, kunnen de erkenning van een economisch subject slechts beëindigen om redenen gegrond op de in artikel 54, lid 2, vermelde criteria. Het voornemen een erkenning te beëindigen, alsmede de redenen daartoe, moeten het economisch subject uiterlijk vijftien dagen vóór de datum waarop de erkenning zal worden beëindigd schriftelijk ter kennis worden gebracht.

Artikel 51

Over de geplaatste opdrachten te bewaren gegevens

1.   De aanbestedende diensten bewaren met betrekking tot alle opdrachten de nodige gegevens opdat zij later de besluiten kunnen motiveren betreffende:

a)

de erkenning en de selectie van de economische subjecten en de gunning van de opdrachten,

b)

het gebruik van procedures zonder voorafgaande oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 41, lid 3,

c)

de niet-toepassing van het bepaalde in de hoofdstukken III tot en met VI van deze titel krachtens de in hoofdstuk II van titel I en in hoofdstuk II van deze titel vervatte afwijkingen.

De aanbestedende diensten nemen passende maatregelen om het verloop te documenteren van de gunningsprocedures die elektronisch uitgevoerd worden.

2.   De gegevens worden gedurende ten minste vier jaar na de datum van gunning van de opdracht bewaard, opdat de aanbestedende dienst gedurende dat tijdvak aan de Commissie de noodzakelijke inlichtingen kan verstrekken, indien deze daarom verzoekt.

HOOFDSTUK VII

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Artikel 52

Algemene bepalingen

1.   Voor de selectie van deelnemers aan hun gunningsprocedures:

a)

sluiten aanbestedende diensten die regels en criteria hebben vastgesteld voor de uitsluiting van inschrijvers of gegadigden overeenkomstig artikel 55, leden 1, 2 of 4, economische subjecten die aan dergelijke regels en criteria voldoen, uit;

b)

selecteren zij inschrijvers en gegadigden overeenkomstig de objectieve regels en criteria die op grond van artikel 55 worden bepaald;

c)

beperken zij in niet-openbare procedures en in procedures van gunning door onderhandelingen met een oproep tot mededinging, in voorkomend geval, het aantal op grond van de punten a) en b) geselecteerde gegadigden, overeenkomstig artikel 55.

2.   Wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling en met het oog op selectie van deelnemers in gunningsprocedures voor de specifieke opdrachten waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft, worden door de aanbestedende diensten:

a)

economische subjecten erkend overeenkomstig artikel 54;

b)

de bepalingen van lid 1 die betrekking hebben op niet-openbare procedures of procedures van gunning door onderhandelingen, toegepast op die erkende economische subjecten.

3.   De aanbestedende diensten toetsen de door de aldus geselecteerde inschrijvers ingediende inschrijvingen aan de op de inschrijvingen toepasselijke regels en voorschriften, en gunnen de opdracht op basis van de in de artikelen 56 en 58 genoemde criteria.

AFDELING 1

ERKENNING EN KWALITATIEVE SELECTIE

Artikel 53

Onderlinge erkenning op het gebied van administratieve, technische of financiële voorwaarden en inzake certificaten, proeven en bewijzen

1.   De aanbestedende diensten mogen, wanneer zij de deelnemers aan een niet-openbare procedure of procedure van gunning via onderhandelingen kiezen, over erkenning een besluit nemen of de erkenningscriteria en erkenningsregels bijwerken:

a)

aan bepaalde economische subjecten geen administratieve, technische of financiële voorwaarden opleggen die niet aan andere zijn opgelegd,

b)

geen proeven of bewijzen eisen die een doublure zouden vormen met reeds beschikbare objectieve bewijzen.

2.   Ingeval zij de overlegging verlangen van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat het economisch subject aan bepaalde kwaliteitsnormen voldoet, dienen de aanbestedende diensten te verwijzen naar kwaliteitsbewakingsregelingen die op de Europese normenreeks op dit gebied zijn gebaseerd en die zijn gecertificeerd door instanties welke aan de Europese normenreeks voor certificering voldoen.

Zij erkennen gelijkwaardige verklaringen van in andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden eveneens andere bewijzen inzake gelijkwaardige kwaliteitsgaranties die door economische subjecten worden voorgelegd.

3.   Voor overheidsopdrachten voor het uitvoeren van werken of het verrichten van diensten, en uitsluitend in passende gevallen, kunnen de aanbestedende diensten, teneinde de technische bekwaamheid van het economisch subject te verifiëren, de vermelding eisen van de maatregelen inzake milieubeheer die het economisch subject kan toepassen in het kader van de uitvoering van de opdracht. Ingeval de aanbestedende diensten in deze gevallen de overlegging verlangen van een door onafhankelijke instanties opgestelde verklaring dat het economisch subject aan bepaalde normen inzake milieubeheer voldoet, dienen zij te verwijzen naar het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) of naar normen inzake milieubeheer die gebaseerd zijn op de desbetreffende Europese of internationale normen die gecertificeerd zijn door instanties die beantwoorden aan het Gemeenschapsrecht of aan de relevante Europese of internationale normen voor certificatie.

Zij erkennen gelijkwaardige verklaringen van in andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden tevens andere bewijzen inzake gelijkwaardige maatregelen op het gebied van milieubeheer die de economische subjecten overleggen.

Artikel 54

Erkenningsregelingen

1.   Desgewenst mogen de aanbestedende diensten een regeling voor de erkenning van economische subjecten invoeren en beheren.

De aanbestedende diensten die een erkenningsregeling invoeren of beheren, zorgen ervoor dat de economische subjecten te allen tijde een erkenning kunnen aanvragen.

2.   De in lid 1 bedoelde regeling kan verscheidene fasen van erkenning van geschiktheid omvatten.

De regeling moet worden beheerd op basis van door de aanbestedende dienst omschreven objectieve criteria en regels.

Wanneer deze criteria en regels technische specificaties bevatten, is artikel 35 van toepassing. Deze criteria en regels inzake erkenning kunnen zo nodig worden bijgewerkt.

3.   De in lid 2 bedoelde criteria en regels inzake erkenning kunnen de in artikel 48 van Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures van het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten] genoemde uitsluitingscriteria omvatten, onder de daarin genoemde voorwaarden.

Wanneer de aanbestedende dienst een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), omvatten deze criteria en regels de uitsluitingscriteria van artikel 48, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG.

4.   Wanneer de in lid 2 bedoelde criteria en regels inzake erkenning eisen omvatten betreffende de economische en financiële draagkracht van het economisch subject, kan deze zich in voorkomend geval beroepen op de draagkracht van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet het ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat het gedurende de volledige geldigheidsduur van de erkenningsregeling werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze diensten.

Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van economische subjecten zoals bedoeld in artikel 12, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of andere diensten.

5.   Wanneer de in lid 2 bedoelde criteria en regels inzake erkenning eisen omvatten betreffende de technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid van het economisch subject, kan dit economisch subject zich in voorkomend geval beroepen op de bekwaamheid van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet het ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat het gedurende de volledige geldigheidsduur van de erkenningsregeling werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen van die diensten, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze diensten.

Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van economische subjecten zoals bedoeld in artikel 12, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of aan andere diensten.

6.   De in lid 2 bedoelde criteria en regels worden de belangstellende economische subjecten desgevraagd ter beschikking gesteld. Wanneer deze criteria en regels worden bijgewerkt, wordt dit de belangstellende economische subjecten medegedeeld.

Wanneer een aanbestedende dienst van oordeel is dat de erkenningsregeling van bepaalde andere diensten of instanties aan de voorwaarden voldoet, deelt zij de belangstellende economische subjecten de namen van deze andere diensten of instanties mede.

7.   Er wordt een lijst van erkende economische subjecten bijgehouden, die volgens het type opdrachten waarvoor de erkenning geldt in categorieën kan worden ingedeeld.

8.   Wanneer een aanbestedende dienst een erkenningsregeling invoert en beheert, neemt zij in het bijzonder de voorschriften in acht van artikel 42, lid 3, betreffende de aankondiging van het bestaan van een erkenningsregeling, artikel 50, leden 3, 4 en 5, betreffende de informatie die moet worden verstrekt aan de economische subjecten die een aanvraag tot erkenning hebben ingediend, artikel 52, lid 2, betreffende de selectie van deelnemers wanneer een oproep tot mededinging geschiedt door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling, en van artikel 53, betreffende de onderlinge erkenning op het gebied van administratieve, technische of financiële voorwaarden en inzake certificaten, proeven en bewijzen.

9.   Wanneer een oproep tot mededinging plaatsvindt door een mededeling inzake het bestaan van een erkenningsregeling, worden de inschrijvers bij een niet-openbare procedure of de deelnemers aan een procedure van gunning door onderhandelingen gekozen uit de volgens een dergelijke regeling in aanmerking komende gegadigden.

Artikel 55

Kwalitatieve selectiecriteria

1.   De aanbestedende diensten die selectiecriteria bij een openbare procedure opstellen, doen dit volgens objectieve regels en criteria die aan de belangstellende economische subjecten ter beschikking worden gesteld.

2.   De aanbestedende diensten die de gegadigden selecteren voor een niet-openbare aanbestedingsprocedure of een procedure van gunning door onderhandelingen, doen dit in overeenstemming met de door hen omschreven objectieve regels en criteria, die aan de belangstellende economische subjecten ter beschikking worden gesteld.

3.   Bij een niet-openbare procedure of een procedure van gunning via onderhandelingen kunnen de criteria gebaseerd zijn op de objectieve noodzaak voor de aanbestedende dienst de gegadigden te beperken tot een aantal dat door het noodzakelijke evenwicht tussen enerzijds de specifieke kenmerken van de aanbestedingsprocedure en anderzijds de daarvoor vereiste middelen wordt gerechtvaardigd. Bij de vaststelling van het aantal gegadigden dient echter rekening te worden gehouden met de noodzaak voldoende concurrentie te waarborgen.

4.   De in de leden 1 en 2 bedoelde criteria kunnen de in artikel 48, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG [betreffende de coördinatie van de procedures van het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten] genoemde uitsluitingscriteria omvatten, onder de in dat artikel genoemde voorwaarden.

Wanneer de aanbestedende dienst een aanbestedende dienst is in de zin van artikel 2, lid 1, onder a), omvatten de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde criteria de uitsluitingscriteria van artikel 48, lid 1, van Richtlijn 2003/.../EG.

5.   Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde criteria eisen omvatten betreffende de economische en financiële draagkracht van het economisch subject, kan dit economisch subject zich in voorkomend geval en voor welbepaalde opdrachten beroepen op de draagkracht van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet het ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat het werkelijk kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijk middelen van die diensten, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis daartoe van deze diensten.

Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van economische subjecten zoals bedoeld in artikel 12, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of andere diensten.

6.   Wanneer de in de leden 1 en 2 bedoelde criteria eisen omvatten betreffende de technische bekwaamheid en/of beroepsbekwaamheid van het economisch subject, kan dit economisch subject zich in voorkomend geval en voor welbepaalde opdrachten beroepen op de bekwaamheid van andere diensten, ongeacht de juridische aard van zijn banden met die diensten. In dat geval moet het ten behoeve van de aanbestedende dienst aantonen dat het kan beschikken over de voor de uitvoering van de opdracht noodzakelijke middelen, bijvoorbeeld door overlegging van de verbintenis van deze diensten om het economisch subject de nodige middelen ter beschikking te stellen.

Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van economische subjecten zoals bedoeld in artikel 12, zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of andere diensten.

AFDELING 2

GUNNING VAN DE OPDRACHT

Artikel 56

Gunningcriteria

1.   Onverminderd de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de vergoeding van bepaalde diensten, zijn de criteria aan de hand waarvan de aanbestedende diensten een opdrachtgunnen:

a)

hetzij, indien de gunning aan de inschrijver met de economisch voordeligste inschrijving plaatsvindt, verschillende criteria die verband houden met het voorwerp van de opdracht, zoals de leveringstermijn, de uitvoeringstermijn, de gebruikskosten, de rentabiliteit, de kwaliteit, de esthetische en functionele kenmerken, de milieutechnische eigenschappen , met inbegrip van zulke kenmerken die de productiemethoden betreffen , de technische waarde, de klantenservice en technische bijstand, de verbintenissen met betrekking tot reserveonderdelen, de gewaarborgde materiaalvoorziening en de prijs , alsmede de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling door de inschrijver ;

b)

hetzij alleen de laagste prijs.

2.   Onverminderd het bepaalde in de derde alinea, specificeert de aanbestedende dienst in het in lid 1, onder a), bedoelde geval het relatieve gewicht dat zij voor de bepaling van de economisch voordeligste inschrijving aan ieder van de gekozen criteria toekent.

Dit gewicht kan worden uitgedrukt in een marge met een passend verschil tussen minimum en maximum.

Wanneer volgens de aanbestedende dienst om aantoonbare redenen geen weging mogelijk is, vermeldt de aanbestedende dienst de criteria in dalende volgorde van belangrijkheid.

Die weging of die volgorde van belangrijkheid worden voorzover nodig vermeld in de aankondiging die gebruikt wordt als oproep tot mededinging, in de in artikel 48, lid 5, bedoelde uitnodiging om de belangstelling te bevestigen, in de uitnodiging om een inschrijving in te dienen of te onderhandelen, of in het bestek.

Artikel 57

Gebruik van elektronische veilingen

1.   De lidstaten kunnen voorzien in de mogelijkheid dat de aanbestedende diensten elektronische veilingen houden.

2.   Bij openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging kunnen de aanbestedende diensten beslissen dat de gunning van de opdracht zal worden voorafgegaan door een elektronische veiling, wanneer de nauwkeurige specificaties voor de opdracht kunnen worden opgesteld.

Onder dezelfde voorwaarden kan een elektronische veiling worden gebruikt bij de oproep tot mededinging voor opdrachten die worden gegund in het kader van het dynamische aankoopsysteem als bedoeld in artikel 16.

De elektronische veiling heeft betrekking op:

a)

hetzij alleen de prijzen, wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de laagste prijs;

b)

hetzij de prijzen en/of de waarden van de elementen van de inschrijvingen zoals aangegeven in het bestek, wanneer de opdracht wordt gegund op basis van de economisch voordeligste inschrijving.

3.   De aanbestedende diensten die beslissen gebruik te maken van een elektronische veiling, maken daarvan melding in de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt.

Het bestek bevat onder andere de volgende informatie:

a)

de elementen waarvan de waarden vallen onder de elektronische veiling, voorzover deze elementen kwantificeerbaar zijn zodat ze kunnen worden uitgedrukt in cijfers of procenten;

b)

de eventuele limieten van de waarden die kunnen worden ingediend, zoals zij voortvloeien uit de specificaties van het voorwerp van de opdracht;

c)

de informatie die tijdens de elektronische veiling ter beschikking van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop die informatie in voorkomend geval ter beschikking zal worden gesteld;

d)

relevante informatie betreffende het verloop van de elektronische veiling;

e)

de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod kunnen doen en met name de vereiste minimumverschillen die in voorkomend geval voor de biedingen vereist zijn;

f)

relevante informatie betreffende het gebruikte elektronische systeem en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding.

4.   Alvorens over te gaan tot de elektronische veiling, verrichten de aanbestedende diensten een eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen aan de hand van het gunningscriterium/de gunningcriteria en de weging daarvan zoals die zijn vastgesteld.

Alle inschrijvers die een aan de eisen beantwoordende inschrijving hebben gedaan, worden tegelijkertijd langs elektronische weg uitgenodigd om nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden in te dienen; het verzoek bevat alle relevante informatie voor de individuele verbinding met het gebruikte elektronische systeem en preciseert het tijdstip en het aanvangsuur van de elektronische veiling. De elektronische veiling kan in verschillende fasen verlopen. De elektronische veiling kan op zijn vroegst twee werkdagen na de datum van verzending van de uitnodigingen beginnen.

5.   Wanneer voor de gunning het criterium van de economisch voordeligste inschrijving wordt gehanteerd, gaat de uitnodiging vergezeld van het resultaat van de volledige beoordeling van de inschrijving van de betrokken inschrijver, uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 56, lid 2, eerste alinea, bepaalde wegingscriteria.

De uitnodiging vermeldt tevens de wiskundige formule die tijdens de elektronische veiling de automatische herklasseringen naar gelang van de ingediende nieuwe prijzen en/of nieuwe waarden zal bepalen. In deze formule is het gewicht verwerkt dat aan alle vastgestelde criteria is toegekend om de economisch voordeligste inschrijving te bepalen, zoals dat in de aankondiging van de opdracht of het bestek is aangegeven; daartoe moeten eventuele marges evenwel vooraf in een bepaalde waarde worden uitgedrukt.

Wanneer variaties zijn toegestaan, moeten voor elke variatie afzonderlijke formules worden verstrekt.

6.   Tijdens elke fase van de elektronische veiling delen de aanbestedende diensten voortdurend en ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die de inschrijvers de mogelijkheid biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen; de aanbestedende diensten kunnen ook andere informatie betreffende andere ingediende prijzen of waarden meedelen indien dat in het bestek is vermeld; zij kunnen tevens op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan de fase van de veiling deelnemen; zij mogen tijdens het verloop van de fasen van de elektronische veiling evenwel in geen geval de identiteit van de inschrijvers bekendmaken.

7.   De aanbestedende diensten kunnen de elektronische veiling op een of meer van de onderstaande wijzen afsluiten:

a)

zij kunnen in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling een vooraf vastgestelde datum en een vooraf vastgesteld tijdstip voor de sluiting aangeven;

b)

zij kunnen de veiling afsluiten wanneer zij geen nieuwe prijzen meer ontvangen die beantwoorden aan de vereisten betreffende de minimumverschillen. In dit geval preciseren de aanbestedende diensten in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling de termijn die zij na ontvangst van de laatste aanbieding in acht zullen nemen alvorens de veiling te sluiten;

c)

zij kunnen de veiling afsluiten wanneer alle fasen van de veiling die in de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling zijn vermeld, afgehandeld zijn.

Wanneer de aanbestedende diensten besloten hebben om de elektronische veiling overeenkomstig punt c) af te sluiten, in voorkomend geval in combinatie met de in punt b) bepaalde regelingen, vermeldt de uitnodiging om deel te nemen aan de veiling het tijdschema voor elk van de fasen van de veiling.

8.   Na de sluiting van de elektronische veiling gunnen de aanbestedende diensten de opdracht overeenkomstig artikel 56, op basis van de resultaten van de elektronische veiling.

9.   De aanbestedende diensten mogen geen misbruik maken van de methode van de elektronische veiling, noch mogen zij de methode gebruiken om concurrentie te beletten, te beperken of te vervalsen of om wijzigingen aan te brengen in het voorwerp van de opdracht zoals omschreven in de aankondiging die als oproep tot mededinging gebruikt wordt en in het bestek.

Artikel 58

Abnormaal lage inschrijvingen

1.   Wanneer voor een bepaalde opdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te verrichten dienst abnormaal laag lijken, verzoekt de aanbestedende dienst, voordat zij deze inschrijvingen kan afwijzen, schriftelijk om de door haar dienstig geachte preciseringen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.

Deze preciseringen kunnen met name verband houden met:

a)

de doelmatigheid van het productieproces van de producten, van de dienstverrichting of van het bouwproces;

b)

de gekozen technische oplossingen en/of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de levering van de producten, het verrichten van de diensten of de uitvoering van de werken kan profiteren;

c)

de originaliteit van de door de inschrijver voorgestelde werken, leveringen of diensten;

d)

de naleving van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gelden op de plaats waar het werk, de dienst of de levering wordt uitgevoerd;

e)

de eventuele ontvangst van staatssteun door de inschrijver.

2.   De aanbestedende dienst onderzoekt in overleg met de inschrijver de samenstelling aan de hand van de ontvangen toelichtingen.

3.   Wanneer een aanbestedende dienst constateert dat een inschrijving abnormaal laag is doordat de inschrijver overheidssteun heeft gekregen, kan de inschrijving slechts op uitsluitend die grond worden afgewezen wanneer de inschrijver desgevraagd niet binnen een door de aanbestedende dienst bepaalde voldoende lange termijn kan aantonen dat de betrokken steun legaal is toegekend. Wanneer de aanbestedende dienst in een dergelijke situatie een inschrijving afwijst, stelt zij de Commissie daarvan in kennis.

AFDELING 3

INSCHRIJVINGEN DIE PRODUCTEN UIT DERDE LANDEN BEVATTEN EN BETREKKINGEN MET DEZE LANDEN

Artikel 59

Inschrijvingen die producten uit derde landen bevatten

1.   Dit artikel is van toepassing op inschrijvingen die producten bevatten uit derde landen waarmee de Gemeenschap niet in multilateraal of bilateraal kader een overeenkomst heeft gesloten die de communautaire ondernemingen op vergelijkbare wijze daadwerkelijk toegang verschaft tot de markten van deze derde landen. Dit artikel laat de verplichtingen van de Gemeenschap of haar lidstaten jegens derde landen onverlet.

2.   Iedere inschrijving die wordt ingediend met het oog op de gunning van een opdracht voor leveringen, kan worden afgewezen wanneer het aandeel van de uit derde landen afkomstige goederen, waarvan de oorsprong wordt vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (28), meer dan 50 % uitmaakt van de totale waarde van de goederen waarop deze inschrijving betrekking heeft. Voor de toepassing van dit artikel worden de programmatuurtoepassingen die in telecommunicatienetten worden gebruikt, als producten beschouwd.

3.   Behoudens de tweede alinea wordt, wanneer twee of meer inschrijvingen volgens de gunningcriteria van artikel 56 gelijkwaardig zijn, de voorkeur gegeven aan de inschrijving die niet krachtens lid 2 kan worden afgewezen. Voor de toepassing van dit artikel wordt het bedrag van de inschrijving als gelijkwaardig beschouwd, indien het prijsverschil niet meer dan 3 % bedraagt.

Aan een inschrijving zal echter niet op grond van de eerste alinea de voorkeur worden gegeven indien de aanbestedende dienst hierdoor genoodzaakt zou zijn apparatuur aan te schaffen met technische kenmerken die afwijken van de bestaande apparatuur, en dit tot onverenigbaarheid of tot technische moeilijkheden bij het gebruik of het onderhoud zou leiden of buitensporige kosten met zich mee zou brengen.

4.   Voor de toepassing van dit artikel worden voor de bepaling van het in lid 2 bedoelde aandeel van uit derde landen afkomstige goederen de derde landen buiten beschouwing gelaten ten gunste waarvan de toepassing van deze richtlijn bij een besluit van de Raad overeenkomstig lid 1 is uitgebreid.

5.   De Commissie brengt jaarlijks, en voor de eerste keer tijdens de tweede helft van het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn, aan de Raad verslag uit over de vooruitgang die is geboekt bij de multilaterale of bilaterale onderhandelingen over de toegang van de communautaire ondernemingen tot de markten van de derde landen op de onder deze richtlijn vallende gebieden, over alle ingevolge deze onderhandelingen bereikte resultaten, alsmede over de daadwerkelijke toepassing van alle gesloten overeenkomsten.

In het licht van deze ontwikkelingen kan de Raad, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, de bepalingen van dit artikel wijzigen.

Artikel 60

Betrekkingen met derde landen op het gebied van opdrachten voor diensten

1.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle moeilijkheden van algemene aard die hun ondernemingen feitelijk of rechtens ondervinden om in derde landen opdrachten voor diensten toegewezen te krijgen.

2.   De Commissie dient vóór 31 december ... en vervolgens periodiek, bij de Raad een verslag in betreffende de openstelling van opdrachten voor diensten in derde landen, alsook betreffende de stand van de onderhandelingen die daarover, met name in het kader van de WTO, met deze landen worden gevoerd.

3.   De Commissie beijvert zich ervoor bij het desbetreffende derde land een situatie te verhelpen, ten aanzien waarvan zij op grond van de in lid 2 bedoelde verslagen, of op basis van andere informatie, vaststelt dat met betrekking tot het plaatsen van overheidsopdrachten :

a)

een derde land de ondernemingen van de Gemeenschap geen toegang verleent die vergelijkbaar is met die welke de Gemeenschap toekent aan ondernemingen van dat derde land,

b)

de ondernemingen van de Gemeenschap in een derde land niet dezelfde behandeling of dezelfde concurrentiemogelijkheden krijgen als de binnenlandse ondernemingen,

c)

ondernemingen van andere derde landen een gunstiger behandeling krijgen dan de ondernemingen van de Gemeenschap, of

d)

een derde land de in bijlage XXIII bedoelde internationale arbeidsnormen niet in acht neemt .

4.   In de in lid 3 genoemde gevallen kan de Commissie te allen tijde de Raad voorstellen te besluiten dat het gunnen van opdrachten voor diensten gedurende een in het besluit te bepalen periode wordt geschorst of beperkt ten aanzien van:

a)

de economische subjecten waarop de wetgeving van het betrokken derde land van toepassing is;

b)

de ondernemingen die met de onder a) bedoelde ondernemingen zijn verbonden en die hun statutaire zetel in de Gemeenschap hebben, maar die geen daadwerkelijke en directe band met de economie van een lidstaat hebben;

c)

de ondernemingen die inschrijvingen indienen welke betrekking hebben op diensten die hun oorsprong hebben in het desbetreffende derde land.

De Raad neemt zijn besluit zo spoedig mogelijk met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

De Commissie kan deze maatregelen uit eigen beweging of op verzoek van een lidstaat voorstellen.

5.   Dit artikel laat de verplichtingen van de Gemeenschap ten aanzien van derde landen onverlet.

TITEL III

REGELS VOOR PRIJSVRAGEN OP HET GEBIED VAN DIENSTEN

Artikel 61

Algemene bepalingen

1.   De voorschriften voor het organiseren van een prijsvraag worden vastgesteld overeenkomstig lid 2 en de artikelen 62 en 64 tot en met 67 en worden ter beschikking gesteld van degenen die belang stellen in deelneming aan de prijsvraag.

2.   De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag niet worden beperkt:

a)

tot het grondgebied van een lidstaat of een deel daarvan;

b)

op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge de wetgeving van de lidstaat waar de prijsvraag wordt uitgeschreven, hetzij natuurlijke personen, hetzij rechtspersonen moeten zijn.

Artikel 62

Drempels

1.   Deze titel is van toepassing op de prijsvragen die worden georganiseerd in het kader van een procedure voor het plaatsen van opdrachten voor diensten waarvan de geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste 499 000 EUR bedraagt.

Voor de toepassing van dit lid wordt onder drempel de geraamde waarde, exclusief BTW, verstaan, met inbegrip van eventuele premies voor deelneming en/of betalingen aan deelnemers.

2.   Dit artikel is van toepassing op alle prijsvragen waarvan het totale bedrag aan prijzengeld en betalingen aan deelnemers ten minste gelijk is aan 499 000 EUR .

Voor de toepassing van dit lid wordt onder drempel het totaalbedrag aan premies en betalingen verstaan, met inbegrip van de geraamde waarde, exclusief BTW, van de opdracht voor diensten die later overeenkomstig artikel 41, lid 3, kan worden geplaatst indien de aanbestedende dienst een dergelijke opdracht in de aankondiging van een prijsvraag niet uitsluit.

Artikel 63

Uitgesloten prijsvragen

Deze titel is niet van toepassing op:

1)

prijsvragen die worden georganiseerd in dezelfde gevallen als die welke in de artikelen 21, 22 of 23 worden genoemd voor opdrachten voor diensten;

2)

prijsvragen die worden georganiseerd om in de betrokken lidstaat een activiteit te verrichten waarop de in artikel 31, lid 1, bedoelde vrijstelling uit hoofde van een besluit van de Commissie van toepassing is, dan wel overeenkomstig lid 4, tweede of derde alinea, of lid 5, vierde alinea, van toepassing wordt geacht.

Artikel 64

Regels voor bekendmaking en voor transparantie

1.   Aanbestedende diensten die een prijsvraag willen uitschrijven, doen daartoe in een mededeling betreffende een prijsvraag een oproep tot mededinging. Aanbestedende diensten die een prijsvraag uitgeschreven hebben, maken de resultaten daarvan in een aankondiging bekend. De oproep tot mededinging bevat de in bijlage XVIII bedoelde informatie en de mededeling betreffende de resultaten van een prijsvraag bevat de in bijlage XIX bedoelde informatie overeenkomstig het door de Commissie volgens de procedure van artikel 69, lid 2, vastgestelde formaat van standaardformulieren.

De mededeling betreffende de resultaten van de prijsvraag wordt binnen twee maanden na de sluiting van de prijsvraag en onder door de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 69, lid 2, vast te stellen voorwaarden, toegezonden aan de Commissie. In dit verband eerbiedigt de Commissie het gevoelige commerciële karakter betreffende het aantal ontvangen ontwerpen en plannen, de identiteit van de economische subjecten en de prijzen, waarop de aanbestedende diensten bij de verstrekking van deze gegevens kunnen wijzen.

2.   Artikel 45, leden 2 tot en met 8, is ook van toepassing op mededelingen betreffende prijsvragen.

Artikel 65

Communicatiemiddelen

1.   Artikel 49, leden 1, 2 en 4 is van toepassing op alle mededelingen betreffende prijsvragen.

2.   De mededelingen, uitwisselingen en opslag van gegevens geschieden op zodanige wijze dat de integriteit en het vertrouwelijke karakter van alle door de deelnemers aan de prijsvraag ingezonden informatie gevrijwaard worden en dat de jury eerst na afloop van de voor de indiening van plannen en ontwerpen gestelde termijn kennisneemt van de inhoud daarvan.

3.   De onderstaande voorschriften zijn van toepassing op de middelen voor elektronische ontvangst van plannen en ontwerpen:

a)

de gegevens met betrekking tot de specificaties die nodig zijn voor de indiening van plannen en ontwerpen langs elektronische weg, met inbegrip van encryptie, moeten ter beschikking van de belanghebbenden staan. Voorts moeten de middelen voor elektronische ontvangst van plannen en ontwerpen in overeenstemming zijn met de vereisten in bijlage XXIV;

b)

lidstaten kunnen vrijwillige accreditatieregelingen invoeren of handhaven om te komen tot een hoger niveau van de dienst voor certificatie van deze middelen.

Artikel 66

De organisatie van prijsvragen, de selectie van deelnemers, de samenstelling en de jury

1.   Voor het organiseren van hun prijsvragen passen de aanbestedende diensten procedures toe die aan de bepalingen van deze richtlijn zijn aangepast.

2.   Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers stellen de aanbestedende diensten duidelijke en niet-discriminerende selectiecriteria vast. In alle gevallen moet het aantal kandidaten dat wordt uitgenodigd om aan de prijsvraag deel te nemen een daadwerkelijke mededinging waarborgen.

3.   De jury bestaat uitsluitend uit natuurlijke personen die onafhankelijk van de deelnemers aan de prijsvraag zijn. Wanneer van de deelnemers aan een prijsvraag een bijzondere beroepskwalificatie wordt geëist, moet ten minste een derde van de juryleden dezelfde kwalificatie of een gelijkwaardige kwalificatie hebben.

Artikel 67

Beslissingen van de jury

1.   De jury is autonoom in haar beslissingen en adviezen.

2.   Zij onderzoekt de projecten op basis van door de gegadigden anoniem voorgelegde ontwerpen en uitsluitend op grond van de criteria die in de aankondiging van de prijsvraag zijn vermeld.

3.   Zij stelt een door haar leden ondertekend verslag op met de door haar op basis van de merites van elk project vastgestelde rangorde van de projecten, vergezeld van haar opmerkingen en eventuele punten die verduidelijking behoeven.

4.   De anonimiteit moet geëerbiedigd worden totdat het advies of de beslissing van de jury bekend is.

5.   Gegadigden kunnen zo nodig worden uitgenodigd om door de jury in haar notulen vermelde vragen te beantwoorden teneinde duidelijkheid te verschaffen omtrent bepaalde aspecten van de projecten.

6.   Van de dialoog tussen de leden van de jury en de gegadigden worden volledige notulen opgesteld.

TITEL IV

STATISTISCHE VERPLICHTINGEN, UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 68

Statistische verplichtingen

1.   De lidstaten zien erop toe, dat de Commissie ieder jaar op volgens de in artikel 69, lid 2, bedoelde procedure te bepalen wijze een statistisch overzicht krijgt betreffende de naar lidstaat en naar de in de bijlagen I tot en met X genoemde activiteitencategorieën uitgesplitste totale waarde van de beneden de in artikel 17 genoemde drempels blijvende geplaatste opdrachten die anders, afgezien van de drempels zelf, onder de toepassing van deze richtlijn zouden zijn gevallen.

2.   Met betrekking tot de in de bijlagen II, III, V, X en IX bedoelde activiteiten zien de lidstaten erop toe dat de Commissie op een volgens de in van artikel 69, lid 2, bedoelde procedure te bepalen wijze een statistisch overzicht van de geplaatste opdrachten krijgt, uiterlijk op 31 oktober ... over het voorafgaande jaar, en vervolgens elk jaar vóór 31 oktober. Dit overzicht bevat de gegevens die noodzakelijk zijn voor de controle op de juiste toepassing van de overeenkomst.

De in de eerste alinea bedoelde informatie heeft geen betrekking op de opdrachten in verband met O&Odiensten van categorie 8 van bijlage XVI A, telecommunicatiediensten van categorie 5 van bijlage XVIIA waarvan de posten in de CPV-nomenclatuur overeenkomen met de CPC-referentienummers 7524, 7525 en 7526, of diensten als genoemd in bijlage XVI B.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde uitvoeringsbepalingen worden zodanig vastgesteld dat:

a)

met het oog op administratieve vereenvoudiging de minder belangrijke opdrachten kunnen worden uitgesloten, voor zover de bruikbaarheid van de statistieken daardoor niet wordt aangetast;

b)

het vertrouwelijke karakter van de doorgegeven informatie wordt geëerbiedigd.

Artikel 69

Raadgevend Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 1 van Besluit 71/306/EEG van de Raad (29) ingestelde Raadgevende Comité inzake overheidsopdrachten, hierna „het Comité” genoemd.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 70

Herziening van de drempels

1.   De Commissie controleert iedere twee jaar vanaf ... (30) de in artikel 17 vastgestelde drempels en past ze zo nodig wat betreft de tweede alinea aan overeenkomstig de procedure van artikel 69, lid 2.

De waarde van deze drempels wordt berekend op basis van de gemiddelde dagwaarde van de EUR uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van de maand augustus onmiddellijk voorafgaande aan de eerste januari waarop de herziening ingaat. De waarde van de aldus herziene drempels wordt, indien nodig, naar beneden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van duizend euro teneinde te waarborgen dat de geldende drempels van de overeenkomst, uitgedrukt in BTR, worden nageleefd.

2.   Bij de in lid 1 bedoelde herziening past de Commissie, overeenkomstig de procedure van artikel 69, lid 2, ook de in artikel 62 (prijsvragen) genoemde drempels aan aan de herziene drempel die van toepassing is op opdrachten voor diensten.

De tegenwaarde van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde drempels in de nationale valuta van de lidstaten die niet aan de monetaire unie deelnemen, wordt in beginsel iedere twee jaar vanaf 1 januari 2004 herzien. Deze waarde wordt berekend op grond van het gemiddelde van de dagelijkse waarden van de genoemde valuta in euro's over de periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van augustus onmiddellijk voorafgaande aan de eerste januari waarop de herziening plaatsvindt.

3.   De in lid 1 bedoelde herziene drempels, hun tegenwaarde in de nationale valuta en de aangepaste drempels als bedoeld in lid 2, worden aan het begin van de maand november die volgt op de herziening door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Artikel 71

Wijzigingen

1.   De Commissie kan, volgens de in artikel 69, lid 2, bedoelde procedure overgaan tot wijziging van:

a)

de in de bijlagen I tot en met X opgenomen lijst van aanbestedende diensten zodat zij aan de in artikel 2 tot en met 7 vastgestelde criteria voldoen;

b)

de regels voor de opstelling, verzending, ontvangst, vertaling, bundeling en verspreiding van de in de artikelen 42, 43, 44 en 64 genoemde aankondigingen;

c)

de regels voor bijzondere verwijzingen naar specifieke posten van de CPV-nomenclatuur in de aankondigingen;

d)

de in de bijlagen XVIIA en XVIIB opgenomen nomenclatuurindeling, voor zover hierdoor niet het materiële toepassingsgebied van de richtlijn wordt gewijzigd, en de regels voor de verwijzing in de aankondigingen naar specifieke posten van die nomenclatuur binnen de in deze bijlagen vermelde categorieën diensten;

e)

de in bijlage XII vastgestelde nomenclatuurindeling, voor zover hierdoor niet het materiële toepassingsgebied van de richtlijn wordt gewijzigd en, de regels voor de verwijzing in de aankondigingen naar specifieke posten van die nomenclatuur;

f)

bijlage XI;

g)

de wijzen van verzending en bekendmaking van gegevens als bedoeld in bijlage XX, om redenen in verband met de technische vooruitgang of om administratieve redenen;

h)

de technische aspecten en kenmerken van de middelen voor elektronische ontvangst als bedoeld in de punten a), f) en g) van bijlage XXIV;

i)

met het oog op vereenvoudiging overeenkomstig artikel 68, lid 3, de regels voor de toepassing, opstelling, verzending, ontvangst, vertaling, bundeling en verspreiding; van de in artikel 68, leden 1 en 2, bedoelde statistische overzichten;

j)

de technische regels voor de in artikel 70, lid 1 en lid 2, tweede alinea, bedoelde berekeningsmethoden.

Artikel 72

Uitvoering

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... (31) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Voor de toepassing van de bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 6 van deze richtlijn kunnen de lidstaten beschikken over een aanvullende periode van ten hoogste ... (32) maanden na het verstrijken van de in de eerste alinea bepaalde termijn.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 31 is van toepassing met ingang van ... (33).

2.   De lidstaten delen aan de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 73

Intrekkingen

Richtlijn 93/38/EEG wordt bij deze ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten wat de in bijlage XXV aangegeven termijnen voor omzetting en toepassing betreft.

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage XXVI.

Artikel 74

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 75

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan

Voor het Europees Parlement

de Voorzitter

Voor de Raad

de Voorzitter


(1)  PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 112 en PB C 203 E van 27.8.2002, blz. 183.

(2)  PB C 193 van 10.7.2001, blz. 1.

(3)  PB C 144 van 16.5.2002, blz. 23.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 17 januari 2002(PB C 271 E van 7.11.2002, blz. 293), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 maart 2003 (PB C 147 E van 24.6.2003, blz. 137) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003.

(5)  PB L 199 van 9.8.1993, blz. 84. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie (PB L 285 van 29.10.2001, blz. 1).

(6)  PB L 374 van 31.12.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2003 (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(7)  PB L 374 van 31.12.1987, blz. 9. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1/2003.

(8)  PB C 156 van 3.6.1999, blz. 3.

(9)  PB L 297 van 29.10.1990, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3).

(10)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1.

(11)  PB L ...

(12)  PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/39/EG (PB L 176 van 5.7.2002, blz. 21).

(13)  Wordt bijgewerkt indien andere besluiten overeenkomstig artikel 3 worden vastgesteld alvorens de onderhavige richtlijn wordt vastgesteld.

(14)  PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3.

(15)  PB L 316 van 17.12.1993, blz. 41.

(16)  PB L 156 van 13.6.1997, blz. 55.

(17)  PB L 68 van 12.3.2002, blz. 31

(18)   PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

(19)  PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12.

(20)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(21)  Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer en milieuauditsysteem (EMAS) (PB L 114 van 24.4.2001, blz. 1).

(22)  PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1.

(23)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(24)  PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1.

(25)  PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28).

(26)  Wordt bijgewerkt indien andere besluiten overeenkomstig artikel 3 worden vastgesteld alvorens de onderhavige richtlijn wordt vastgesteld.

(27)  PB L 129 van 27.5.1993, blz. 25.

(28)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2700/2000 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 17).

(29)  PB L 185 van 16.8.1971, blz. 15. Besluit gewijzigd bij Besluit 77/63/EEG (PB L 13 van 15.1.1977, blz. 15).

(30)  Datum van de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(31)  21 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(32)  Het aantal maanden moet bij de inwerkingtreding van deze richtlijn worden berekend, en wel zodanig dat de periode ten einde loopt op 1.1.2009. Indien de richtlijn op 1.7.2003 zou worden aangenomen, dan zou de in de eerste alinea bedoelde termijn op 1.4.2005 verstrijken, en de aanvullende periode zou dan dus 45 maanden moeten bedragen.

(33)  Datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE I

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE

België

NV Distrigaz.

Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten.

Denemarken

Ondernemingen die de gas- en warmtevoorziening verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig artikel 4 van de lov om varmeforsyning, zie Gecoördineerde wet nr. 772 van 24 juli 2000.

Ondernemingen die het vervoer van aardgas verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig artikel 10 van lov nr. 449 om naturgasforsyning van 31 mei 2000.

Ondernemingen die het vervoer van gas verzorgen op basis van een vergunning overeenkomstig Gecoördineerde wet nr. 141 om rørledningsanlæg på dansk kontinentalsokkelområde til transport af kulbrinter van 13 maart 1974.

Duitsland

Territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen daarvan, of door de staat gecontroleerde ondernemingen, die de gas- of warmtevoorziening verzorgen, dan wel een netwerk voor algemene energievoorziening exploiteren, overeenkomstig artikel 2, lid 3 van de Gesetz über die Elektrizitäts- und Gasversorgung (Energiewirtschaftsgesetz) van 24 april 1998, laatstelijk gewijzigd op 10 november 2001.

Griekenland

„Δημόσια Επιχείρηση Αεπίοθ (Δ.ΕΠ.Α.) Α.Ε.”, die gas vervoert en distribueert op grond van Wet 2364/95, als gewijzigd bij de Wetten 2528/97, 2593/98 en 2773/99.

Spanje

Enagas, S.A.

Bahía de Bizkaia Gas, S.L.

Gasoducto Al Andalus, S.A.

Gasoducto de Extremadura, S.A.

Infraestructuras Gasistas de Navarra, S.A.

Regasificadora del Noroeste, S.A.

Sociedad de Gas de Euskadi, S.A

Transportista Regional de Gas, S.A.

Unión Fenosa de Gas, S.A.

Bilbogas, S.A.

Compañía Española de Gas, S.A.

Distribución y Comercialización de Gas de Extramadura, S.A.

Distribuidora Regional de Gas, S.A.

Donostigas, S.A.

Gas Alicante, S.A.

Gas Andalucía, S.A.

Gas Aragón, S.A.

Gas Asturias, S.A.

Gas Castilla — La Mancha, S.A.

Gas Directo, S.A.

Gas Figueres, S.A.

Gas Galicia SDG, S.A.

Gas Hernani, S.A.

Gas Natural de Cantabria, S.A.

Gas Natural de Castilla y León, S.A.

Gas Natural SDG, S.A.

Gas Natural de Alava, S.A.

Gas Natural de La Coruña, S.A.

Gas Natural de Murcia SDG, S.A.

Gas Navarra, S.A.

Gas Pasaia, S.A.

Gas Rioja, S.A.

Gas y Servicios Mérida, S.L.

Gesa Gas, S.A.

Meridional de Gas, S.A.U.

Sociedad del Gas Euskadi, S.A.

Tolosa Gas, S.A.

Frankrijk

Société nationale des gaz du Sud-Ouest, belast met het vervoer van gas.

Gaz de France, opgericht bij en werkzaam overeenkomstig de loi 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz van 8 april 1946, als gewijzigd.

Diensten voor de distributie van elektriciteit als genoemd in artikel 23 van de loi 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz van 8 april 1946, als gewijzigd.

Compagnie française du méthane, belast met het vervoer van gas.

Territoriale lichamen, of verenigingen daarvan, belast met de distributie van warmte.

Ierland

Bord Gáis Éireann.

Andere diensten die van de Commission for Energy Regulation een vergunning kunnen krijgen voor de distributie of het vervoer van aardgas krachtens de Gas Acts 1976 to 2002.

Diensten met een vergunning uit hoofde van de Electricity Regulation Act 1999 die zich als exploitanten van Combined Heat and Power Plants bezighouden met de distributie van warmte.

Italië

SNAM Rete Gas s.p.a., SGM en EDISON T. e S. voor het vervoer van gas.

Diensten voor de distributie van gas, geregeld bij de Testo unico delle leggi sull'assunzione dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province approvato con Regio Decreto van 15 oktober 1925, n. 2578, en het Decreto del P.R. n. 902 van 4 oktober 1986.

Diensten voor openbare warmtevoorziening als bedoeld in artikel 10 van Wet nr. 308 van 29 mei 1982, n. 308 — Norme sul contentimento dei consumi energetici, lo sviluppo delle fonti rinnovabili di energia, l'esercizio di centrali elettriche alimentate con combustibili diversi dagli idrocarburi.

Territoriale lichamen, of verenigingen daarvan, die die verwarming aan het publiek aanbieden.

Luxemburg

Société de transport de gaz SOTEG S.A.

Gaswirk Esch-Uelzecht S.A.

Service industriel de la Ville de Dudelange.

Service industriel de la Ville de Luxembourg.

Plaatselijke overheden, of verenigingen daarvan, belast met de distributie van warmte.

Nederland

Diensten op het gebied van vervoer of distributie van gas op basis van een door de plaatselijke overheden overeenkomstig de Gemeentewet verleende vergunning.

Plaatselijke en provinciale instanties voor het vervoer of de distributie van gas overeenkomstig de Gemeentewet en de Provinciewet.

Plaatselijke overheden, of verenigingen daarvan die verwarming aan het publiek aanbieden.

Oostenrijk

Diensten die krachtens de Energiewirtschaftsgesetz dRGBl I S 1451/1935, respectievelijk de Gaswirtschaftsgesetz, BGBl. I Nr. 121/2000, als gewijzigd, bevoegd zijn voor het vervoer of de distributie van gas.

Diensten die krachtens de Gewerbeordnung, BGBl. Nr. 194/1994, als gewijzigd, bevoegd zijn voor het vervoer of de distributie van warmte.

Portugal

Diensten die gas vervoeren of distribueren krachtens artikel 1 van Wetsbesluit nr 8/2000, van 8 februari, met uitzondering van de alinea's ii) en iii) en van alinea b) van punt 3 van dit artikel.

Finland

Openbare en andere diensten die een distributienetwerk voor het vervoer van gas exploiteren en gas vervoeren en distribueren op basis van een vergunning uit hoofde van hoofdstuk 3, eerste alinea, of hoofdstuk 6, eerste alinea, van de maakaasumarkkinalaki/naturgasmarknadslagen (508/2000) alsmede gemeentelijke diensten of overheidsbedrijven die warmte produceren, vervoeren of distribueren dan wel leveren aan netwerken.

Zweden

Diensten die gas of warmte vervoeren of distribueren krachtens een concessie overeenkomstig lagen (1978:160) om vissa rörledningar.

Verenigd Koninkrijk

Een openbaar gasvervoersbedrijf zoals omschreven in artikel 7, lid 1van de Gas Act 1986.

Een persoon die is aangeduid als economisch subject voor de gasvoorziening krachtens artikel 8 van de Gas (Northern Ireland) Order 1996.

Een territoriaal lichaam dat een vast netwerk verstrekt of exploiteert dat een dienst verleent of zal verlenen aan het publiek in verband met de productie, het vervoer of de distributie van warmte.

Een persoon met een vergunning krachtens artikel 6, lid 1, onder a) van de Electricity Act 1989 in wiens vergunning de in artikel 10, lid 3 van deze wet bedoelde bepalingen zijn opgenomen.

The Northern Ireland Housing Executive.

BIJLAGE II

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN PRODUCTIE, VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT

België

NV Electrabel.

Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten.

NV Elektriciteitsproductie Maatschappij.

Denemarken

Bedrijven die elektriciteit produceren op grond van een machtiging overeenkomstig artikel 10 van de lov om elforsyning, zie Gecoördineerde wet nr. 767 van 28 augustus 2001.

Bedrijven die elektriciteit vervoeren op grond van een machtiging overeenkomstig artikel 19 van de lov om elforsyning, zie Gecoördineerde wet nr. 767 van 28 augustus 2001.

Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het systeem op grond van een machtiging overeenkomstig artikel 27 van de lov om elforsyning, zie Gecoördineerde wet nr. 767 van 28 augustus 2001.

Duitsland

Territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen daarvan, of door de staat gecontroleerde ondernemingen, die de elektriciteitsvoorziening verzorgen, dan wel een netwerk voor algemene voorziening exploiteren, overeenkomstig artikel 2, lid 3 van de Gesetz über die Elektrizitätsund Gasversorgung (Energiewirtschaftsgesetz) van 24 april 1998, laatstelijk gewijzigd op 10 november 2001.

Griekenland

„Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού Α.Ε.”, opgericht bij Wet1468/1950 περί ιδρύσεως της ΔΕΗ en werkzaam overeenkomstig Wet 2773/1999 en Presidentieel decreet nr. 333/1999.

De vennootschap „ΔΙΑΧΕΙΡΙΣΤΗΣ ΕΛΛΗΝΙΚΟΥ ΣΥΣΤΗΜΑΤΟΣ ΜΕΤΑΦΟΡΑΣ ΗΛΕΚΤΡΙΚΗΣ ΕΝΕΡΓΕΙΑΣ Α.Ε.” aangeduid als „ΔΙΑΧΕΙΡΙΣΤΗΣ ΤΟΥ ΣΥΣΤΗΜΑΤΟΣ” of „ΔΕΣΜΗΕ”, opgericht bij artikel 14 van Wet nr. 2773/1999 en Presidentieel decreet nr. 328/2000 (Grieks Staatsblad 268).

Spanje

Red Eléctrica de España, S.A.

Endesa, S.A.

Iberdrola, S.A.

Unión Fenosa, S.A.

Hidroeléctrica del Cantábrico, S.A.

Electra del Viesgo, S.A.

Otras entidades encargadas de la producción, transporte y distribución de electricidad en virtud de la Ley 54/1997, de 27 de noviembre, del Sector eléctrico y su normativa de desarrollo.

Frankrijk

Électricité de France, opgericht bij en werkzaam op grond van de loi 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz van 8 april 1946, als gewijzigd.

Diensten voor de distributie van elektriciteit als bedoeld in artikel 23 van de loi no 46-628 sur la nationalisation de l'électricité et du gaz van 8 april 1946.

Compagnie nationale du Rhône.

Ierland

The Electricity Supply Board.

ESB Independent Energy (ESBIE) [elektriciteitsvoorziening].

Synergen Ltd. [elektriciteitsopwekking].

Viridian Energy Supply Ltd. [elektriciteitsvoorziening].

Huntstown Power Ltd. [elektriciteitsopwekking].

Bord Gáis Éireann [elektriciteitsvoorziening].

Leveranciers en producenten van elektriciteit met een vergunning krachtens de Electricity Regulation Act 1999.

Italië

Bedrijven van de Gruppo Enel die belast zijn met de productie, het vervoer en de distributie van elektriciteit op grond van het Decreto legislativo nr. 79 van 16 maart 1999 en achtereenvolgende wijzigingen en toevoegingen.

Andere bedrijven die werkzaam zijn op grond van een concessie uit hoofde van het Decreto legislativo nr. 79 van 16 maart 1999.

Luxemburg

Compagnie grand-ducale d'électricité de Luxembourg (CEGEDEL), die elektriciteit produceert of distribueert overeenkomstig de Convention concernant l'établissement et l'exploitation des réseaux de distribution d'énergie électrique dans le Grand-Duché du Luxembourg van 11 november 1927, goedgekeurd bij de wet van 4 januari 1928.

Territoriale lichamen die belast zijn met het vervoer of de distributie van elektriciteit.

Société électrique de l'Our (SEO).

Syndicat de communes SIDOR.

Nederland

Diensten op het gebied van de distributie van elektriciteit op basis van een vergunning van de provinciale overheid overeenkomstig de Provinciewet.

Oostenrijk

Diensten die overeenkomstig de Elektrizitätswirtschafts- und Organisationsgesetz, BGBl. I Nr. 143/1998, als gewijzigd, respectievelijk de Elektrizitätswirtschafts(wesen)gesetzen van de negen Länder, een vervoers- of distributienetwerk exploiteren.

Portugal

BASISTEKSTEN

Electricidade de Portugal (EDP), opgericht krachtens Wetsbesluit nr. 182/95, van 27 juli, als gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 56/97, van 14 maart.

Empresa Eléctrica dos Açores (EDA), die werkzaam is krachtens Regionaal Wetsbesluit nr. 15/96/A, van 1 augustus.

Empresa de Electricidade da Madeira (EEM), die werkzaam is krachtens Wetsbesluit nr. 99/91 en Wetsbesluit nr. 100/91, beide van 2 maart.

OPWEKKING VAN ELEKTRICITEIT

Diensten die elektriciteit opwekken krachtens Wetsbesluit nr. 183/95, van 27 juli, zoals bijgewerkt door Wetsbesluit nr. 56/97, van 14 maart, gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 198/2000, van 24 augustus.

Onafhankelijke elektriciteitsproducenten als krachtens Wetsbesluit nr. 189/88, van 27 mei, als gewijzigd bij Wetsbesluiten nr. 168/99, van 18 mei, nr. 313/95, van 24 november, nr. 312/2001, van 10 december, en nr. 339-C/2001, van 29 december 2001.

VERVOER VAN ELEKTRICITEIT

Diensten die elektriciteit vervoeren krachtens Wetsbesluit nr. 185/95, van 27 juli, zoals bijgewerkt door Wetsbesluit nr. 56/97, van 14 maart.

DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT

Diensten die elektriciteit distribueren krachtens Wetsbesluit nr. 184/95 van 27 juli, zoals bijgewerkt door Wetsbesluit nr. 56/97 van 14 maart en krachtens Wetsbesluit nr. 344-B/82 van 1 september, zoals gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 297/86 van 19 september, Wetsbesluit nr. 341/90 van 30 oktober en Wetsbesluit nr. 17/92 van 5 februari.

Finland

Gemeentelijke diensten en overheidsbedrijven die elektriciteit produceren en diensten die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de elektriciteitsvervoers- en distributienetwerken en voor het vervoer van elektriciteit of voor het elektriciteitssysteem op basis van een vergunning uit hoofde van afdeling 4 of 16 van de sähkömarkkinalaki/elmarknadslagen (386/1995).

Zweden

Diensten voor het vervoer of de distributie van elektriciteit krachtens een concessie overeenkomstig ellagen (1997:857).

Verenigd Koninkrijk

Een persoon met een vergunning uit hoofde van artikel 6 van de Electricity Act 1989.

Een persoon met een vergunning uit hoofde van artikel 10, lid 1 van de Electricity (Northern Ireland) Order 1992.

BIJLAGE III

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN PRODUCTIE, VERVOER EN DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER

België

Aquinter.

Gemeenten en intercommunales, voor dat gedeelte van hun activiteiten.

Société wallonne des Eaux.

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening.

Denemarken

Watervoorzieningsbedrijven als omschreven in artikel 3, lid 3, van Gecoördineerde wet nr. 130 om vandforsyning m.v. van 26 februari 1999.

Duitsland

Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig in de Eigenbetriebsverordnungen of Eigenbetriebsgesetze van de Länder (Gemeentelijke nutsbedrijven).

Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Gesetze über die Kommunale Gemeinschaftsarbeit oder Zusammenarbeit van de Länder.

Diensten voor de productie van water overeenkomstig de Gesetz über Wasser- und Bodenverbände van 12 februari 1991, laatstelijk gewijzigd op 15 mei 2002.

Overheidsbedrijven voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Kommunalgesetze, en in het bijzonder de Gemeindeverordnungen van de Länder.

Bedrijven opgericht overeenkomstig de Aktiengesetz van 6 september 1965, laatstelijk gewijzigd op 19 juli 2002, of de GmbH-Gesetz van 20 april 1892, laatstelijk gewijzigd op 19 juli 2002, of die de rechtsvorm hebben van een Kommanditgesellschaft (commanditaire vennootschap), voor de productie of distributie van water op grond van een speciale overeenkomst met de regionale of lokale overheden.

Griekenland

„Εταιρεία Υδρεύσεως και Αποχετεύσεως Πρωτευούσης Α.Ε.” („Ε.Υ.Δ.Α.Π.” of „Ε.Υ.Δ.Α.Π. Α.Ε.”). De juridische status van de vennootschap valt onder de bepalingen van Geconsolideerde Wet nr.2190/1920, Wet nr.2414/1996 en, aanvullend, door de bepalingen van Wet nr.1068/80 en Wet nr. 2744/1999.

„Εταιρεία Ύδρευσης και Αποχέτευσης Θεσσαλονίκης Α.Ε.” („Ε.Υ.Α.Θ. Α.Ε.”) die valt onder de bepalingen van Wet nr.2937/2001 (Grieks Staatsblad 169 Αα) en Wet nr. 2651/1998 (Grieks Staatsblad 248 Αα).

„Δημοτική Επιχείρηση Ύδρευσης και Αποχέτευσης Μείζονος Περιοχής Βόλου” („ΔΕΥΑΜΒ”), werkzaam overeenkomstig Wet nr. 890/1979.

„Δημοτικές Επιχειρήσεις Ύδρευσης — Αποχέτευσης,” die water produceren of distribueren overeenkomstig Wet nr. 1069/80 van 23 augustus 1980.

„Σύνδεσμοι Ύδρευσης”, die werkzaam zijn overeenkomstig Presidentieel decreet nr. 410/1995, ter uitvoering van de Κώδικα Δήμων και Κοινοτήτων.

„Δήμοι και Κοινότητες,” die werkzaam zijn overeenkomstig Presidentieel decreet nr. 410/1995, ter uitvoering van de Κώδικα Δήμων και Κοινοτήτων.

Spanje

Mancomunidad de Canales de Taibilla.

Otras entidades públicas integradas o dependientes de las Comunidades Autónomas y de las Corporaciones locales que actúan en el ámbito de la distribución de agua potable.

Otras entidades privadas que tienen concedidos derechos especiales o exclusivos por las Corporaciones locales en el ámbito de la distribución de agua potable.

Frankrijk

Territoriale lichamen en plaatselijke overheidsinstanties die drinkwater winnen of distribueren.

Ierland

Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Local Government [Sanitary Services] Act 1878 to 1964.

Italië

Organen belast met het beheer van de watervoorziening in de verschillende fasen, in de zin van de Testo unico delle leggi sull'assunzione dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province, goedgekeurd bij regio decreto nr. 2578 van 15 oktober 1925, D.P.R. nr. 902 van 4 oktober 1986 en decreto legislativo nr. 267 van 18 augustus 2000 recante il testo unico delle leggi sull'ordinamento degli enti locali, con particolare riferimento da 112 a 116.

Ente Autonomo Acquedotto Pugliese, opgericht bij R.D.L. nr. 2060 van 19 oktober 1919.

Ente Acquedotti Siciliani, opgericht bij regionale wetten nr. 2/2 van 4 september 1979 en nr. 81 van 9 augustus 1980.

Ente Sardo Acquedotti e Fognature, opgericht bij Wet nr. 9 van 5 juli 1963.

Luxemburg

Diensten van territoriale lichamen belast met de watervoorziening.

Syndicats de communes, belast met de productie of distributie van water, opgericht overeenkomstig de loi concernant la création des syndicats de communes van 23 februari 1900, als gewijzigd en aangevuld door de wet van 23 december 1958 en de wet van 29 juli 1981 en overeenkomstig de loi ayant pour objet le renforcement de l'alimentation en eau potable du Grand-Duché du Luxembourg à partir du réservoir d'Esch-sur-Sûre van 31 juli 1962.

Nederland

Diensten voor de productie of distributie van water overeenkomstig de Waterleidingwet.

Oostenrijk

Gemeentelijke en intergemeentelijke lichamen voor de productie, het vervoer en de distributie van drinkwater overeenkomstig de Wasserversorgungsgesetze van de negen Länder.

Portugal

INTERGEMEENTELIJKE STELSELS — Ondernemingen waarin de landelijke overheid of andere overheidsdiensten (met een meerderheidsbelang in het maatschappelijk kapitaal) en particuliere ondernemingen participeren, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 379/93, van 5 november. Rechtstreeks beheer van staatswege is toegestaan.

GEMEENTELIJKE STELSELS — Gemeenten, verenigingen van gemeenten, gemeentelijke bedrijven, ondernemingen met geheel of grotendeels overheidskapitaal, of particuliere ondernemingen, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 379/93, van 5 november, en Wet nr. 58/98, van 18 augustus.

Finland

Voor de watervoorziening verantwoordelijke instanties vallende onder afdeling 3 van de vesihuoltolaki/lagen om vattentjänster (119/2001)

Zweden

Territoriale lichamen en gemeentelijke bedrijven voor de productie, het vervoer of de distributie van drinkwater, overeenkomstig lagen (1970:244) om allmänna vatten- och avloppsanläggningar.

Verenigd Koninkrijk

Een onderneming die belast is met de watervoorziening of rioolwaterbeheer overeenkomstig de Water Industry Act 1991.

Een watervoorzienings- en rioolwaterautoriteit die is opgericht bij artikel 62 van de Local Government etc (Scotland) Act 1994.

Department for Regional Development (Noord-Ierland).

BIJLAGE IV

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR VERVOERDIENSTEN PER TREIN

België

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

Denemarken

Danske Statsbaner.

Ondernemingen uit hoofde van lov nr. 1317 om amtskommunernes overtagelse af de statslige ejerandele i privatbanerne van 20 december 2000.

Duitsland

Deutsche Bahn AG.

Andere ondernemingen die openbare vervoersdiensten per trein verrichten, overeenkomstig artikel 2, lid 1 van de Allgemeine Eisenbahngesetz van 27 december 1993, laatstelijk gewijzigd op 21 juni 2002.

Griekenland

„Oργανισμός Σιδηροδρόμων Ελλάδος Α.Ε.” („Ο.Σ.Ε. Α.Ε.”), overeenkomstig Wet nr. 2671/98.

„ΕΡΓΟΣΕ Α.Ε.” overeenkomstig Wet nr. 2366/95.

Spanje

Ente público Gestor de Infraestructuras Ferroviarias (GIF)

Red Nacional de los Ferrocarriles Españoles (RENFE).

Ferrocarriles de Vía Estrecha (FEVE).

Ferrocarrils de la Generalitat de Catalunya (FGC).

Eusko Trenbideak (Bilbao).

Ferrocarriles de la Generalitat Valenciana. (FGV).

Ferrocarriles de Mallorca.

Frankrijk

Société nationale des chemins de fer français (SNCF) en andere spoorwegnetten die opengesteld zijn voor het openbaar vervoer, als bedoeld in titel II, hoofdstuk 1, van de loi d'orientation des transports intérieurs no 82-1153 van 30 december 1982.

Réseau ferré de France, overheidsbedrijf opgericht bij Wet nr. 97-135 van 13 februari 1997.

Ierland

Iarnród Éireann [Irish Rail].

Railway Procurement Agency.

Italië

Ferrovie dello Stato S.p.a.

Trenitalia S. p. a.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die vervoersdiensten per trein leveren op grond van een concessie in de zin van artikel 10 van Koninklijk besluit nr. 1447 van 9 mei 1912 houdende goedkeuring van de Testo unico delle disposizioni di legge per le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili (streektrams).

Diensten, vennootschappen en bedrijven die werkzaam zijn op basis van een concessie van de staat in de zin van de speciale wetten die vereist zijn uit hoofde van titel XI, hoofdstuk II, afdeling 1 van Koninklijk besluit nr. 1447 van 9 mei 1912, houdende goedkeuring van de Testo unico delle disposizioni di legge per le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die vervoersdiensten per trein leveren op grond van een concessie in de zin van artikel 4 van Wet nr. 410 van 14 juni 1949 — Concorso dello Stato per la riattivazione dei pubblici servizi di trasporto in concessione.

Diensten, vennootschappen en bedrijven of plaatselijke overheden die vervoersdiensten per trein leveren op grond van een concessie in de zin van artikel 14 van Wet nr. 1221 van 2 augustus 1952, — Provvedimenti per l'esercizio ed il potenziamento di ferrovie e di altre linee di trasporto in regime di concessione.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van de artikelen 8 en 9 van Wetsbesluit nr. 422 van 19 november 1997, — Conferimento alle regioni ed agli enti locali di funzioni e compiti in materia di trasporto pubblico locale, a norma dell'articolo 4, comma 4, della L 15 maart 1997, n. 59 — gewijzigd bij decreto legislativo van 20 september 1999, n. 400, en bij art. 45 van Wet nr. 166 van 1 augustus 2002.

Luxemburg

Chemins de fer du Luxembourg (CFL).

Nederland

Aanbestedende diensten op het gebied van vervoersdiensten per trein.

Oostenrijk

Österreichische Bundesbahnen.

Schieneninfrastrukturfinanzierungs-Gesellschaft mbH.

Diensten die krachtens de Eisenbahngesetz, BGBl. Nr. 60/1957, als gewijzigd, bevoegd zijn tot het verrichten van verkeersdiensten.

Portugal

CP — Caminhos de Ferro de Portugal, E.P., krachtens Wetsbesluit nr. 109/77, van 23 maart.

REFER, E.P., krachtens Wetsbesluit nr. 104/97, van 29 april.

RAVE, S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 323-H/2000, van 19 december.

Fertagus, S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 189-B/99, van 2 juni.

Metro do Porto, S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 394-A/98, van 15 december, gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 261/2001, van 26 september.

Normetro, S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 394-A/98, van 15 december, gewijzigd bij Wetsbesluit nr. 261/2001, van 26 september.

Metropolitano Ligeiro de Mirandela, S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 15/95, van 8 februari.

Metro do Mondego,S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 10/2002, van 24 januari.

Metro Transportes do Sul, S.A, krachtens Wetsbesluit nr. 337/99, van 24 augustus.

Gemeenten en gemeentelijke bedrijven die vervoersdiensten verrichten krachtens Wet nr. 159/99, van 14 september 1999.

Overheidsinstanties en overheidsbedrijven die spoorwegvervoersdiensten verrichten krachtens Wet nr. 10/90, van 17 maart.

Particuliere ondernemingen die spoorwegvervoersdiensten verrichten krachtens Wet nr. 10/90, van 17 maart, voorzover zij daartoe bijzondere of uitsluitende rechten bezitten.

Finland

VR Osakeyhtiö/VR Aktiebolag.

Zweden

Openbare diensten die spoorwegdiensten verzorgen overeenkomstig förordningen (1996:734) om statens spåranläggningar en lagen (1990:1157) om järnvägssäkerhet.

Territoriale lichamen die regionale of plaatselijke spoorwegverbindingen verzorgen op grond van lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik.

Particuliere diensten die spoorwegdiensten verzorgen op grond van een vergunning overeenkomstig förordningen (1996:734) om statens spåranläggningar, indien deze vergunning voldoet aan artikel 2, lid 3, van de richtlijn.

Verenigd Koninkrijk

Railtrack plc.

Eurotunnel plc.

Northern Ireland Transport Holding company.

Northern Ireland Railways Company Limited.

BIJLAGE V

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- EN BUSDIENSTEN

België

Maatschappij voor intercommunaal Vervoer van Brussel.

Société régionale wallonne du Transport en haar exploitatiemaatschappijen (TEC Liège-Verviers, TEC Namur-Luxembourg, TEC Brabant wallon, TEC Charleroi, TEC Hainaut).

Vlaamse Vervoermaatschappij (De Lijn).

Privaatrechtelijke maatschappijen die bijzondere of uitsluitende rechten genieten.

Denemarken

Danske Statsbaner.

Bedrijven die vervoer per bus verzorgen (almindelige rutekørsel) op basis van een machtiging ingevolge lovbekendtgørelse nr. 738 om buskørsel van 22 december 1999.

Duitsland

Bedrijven die op basis van een verplichte vergunning vervoersdiensten in het openbare zonevervoer verzorgen in de zin van de Personenbeförderungsgesetz van 21 maart 1961, laatstelijk gewijzigd op 21 augustus 2002.

Griekenland

„Ηλεκτροκίνητα Λεωφορεία Περιοχής Αθηνών — Πειραιώς Α.Ε.” („Η.Λ.Π.Α.Π. Α.Ε.”), die zijn opgericht en werkzaam zijn uit hoofde van Wetsbesluit nr.768/1970 (Αα273), Wet 588/1977 (art. Αα148) en Wet 2669/1998 (art. 283).

„Ηλεκτρικοί Σιδηρόδρομοι Αθηνών — Πειραιώς” („Η.Σ.Α.Π. Α.Ε.”), die zijn opgericht en werkzaam zijn uit hoofde van Wet 352/1976 (art. 147) en Wet 2669/1998 (art. 283).

„Οργανισμός Αστικών Συγκοινωνιών Αθηνών Α.Ε.” („Ο.Α.ΣΑ. Α.Ε.”), die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van Wet 2175/1993 (art. 211) en Wet 2669/1998 (art. 283).

„Εταιρεία Θερμικών Λεωφορείων Α.Ε.” („Ε.Θ.Ε.Λ. Α.Ε.”), die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van Wet 2175/1993 (art. 211) en Wet 2669/1998 (art. 283).

„Αττικό Μετρό Α.Ε.”, die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van Wet 1955/1991.

„Οργανισμός Αστικών Συγκοινωνιών Θεσσαλονίκης” („Ο.Α.Σ.Θ.”), die is opgericht en werkzaam is uit hoofde van Decreet nr. 3721/1957, Wetsbesluit nr. 716/1970 en Wetten nrs. 866/79 en 2898/2001 (Αα71).

„Κοινό Ταμείο Είσπραξης Λεωφορείων” („κ.τ.ε.λ.”), die werkzaam is uit hoofde van Wet nr. 2963/2001 (Αα268).

„Δημοτικές Επιχειρήσεις Λεωφορείων Ρόδου και Κω”, respectievelijk genaamd „ΡΟΔΑ” en „ΔΕΑΣ ΚΩ”, die werkzaam zijn uit hoofde van Wet nr. 2963/2001 (Αα268).

Spanje

Entidades que prestan servicios públicos de transporte urbano con arreglo a la Ley 7/1985, de 2 de abril, Reguladora de las Bases de Régimen Local; Real Decreto legislativo 781/1986, de 18 de abril, por el que se aprueba el texto refundido de las disposiciones legales vigentes en materia de régimen local y correspondiente legislación autonómica en su caso.

Entidades que prestan servicios públicos de autobuses con arreglo a la disposición transitoria tercera de la Ley 16/1987, de 30 de julio, de Ordenación de los Transportes Terrestres.

Frankrijk

De aanbestedende diensten die het publiek vervoerdiensten aanbieden op grond van artikel 7-II van de loi d'orientation des transports intérieurs no 82-1153 van 30 december 1982.

De Régie autonome des transports parisiens, de Société nationale des chemins de fer français en andere diensten die vervoersdiensten verlenen op basis van een machtiging die hun verleend is door het Syndicat des transports d'Ile-de-France krachtens Ordonnantie nr.59-151 van 7 januari 1959, als gewijzigd, en de bijbehorende décrets d'application relatifs à l'organisation des transports de voyageurs dans la région Ile-de-France.

Réseau ferré de France, overheidsbedrijf opgericht bij Wet nr. 97-135 van 13 februari 1997.

Ierland

Iarnród Éireann [Irish Rail].

Railway Procurement Agency.

Luas [Dublin Light Rail].

Bus Éireann [Irish Bus].

Bus Átha Cliath [Dublin Bus].

Diensten die vervoersdiensten aan het publiek verstrekken ingevolge de gewijzigde Road Transport Act 1932.

Italië

Diensten, vennootschappen en bedrijven die diensten van openbaar vervoer per spoor, automatische systemen, tram, trolleybus en autobus verstrekken of de desbetreffende infrastructuur op nationaal, regionaal en lokaal niveau beheren.

Bijvoorbeeld:

Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten op basis van een concessie in de zin van Wet nr. 1822 van 28 september 1939 — Disciplina degli autoservizi di linea (autolinee per viaggiatori, bagagli e pacchi agricoli in regime di concessione all'industria privata) — artikel 1, als gewijzigd bij artikel 45 van Presidentieel decreet nr. 771 van 28 juni 1955.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van artikel 1, n. 4 of n. 15, van Regio Decreto n. 2578 van 15 oktober 1925 — Approvazione del Testo unico della legge sull'assunzione diretta dei pubblici servizi da parte dei comuni e delle province.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van Decreto Legislativo n. 422 van 19 november 1997 — Conferimento alle regioni ed agli enti locali di funzioni e compiti in materia di trasporto pubblico locale, a norma dell'articolo 4, comma 4, della L n. 59 van 15 maart 1997 — als gewijzigd bij Decreto Legislativo n. 400 van 20 september 1999 en art. 45 van Wet nr. 166 van 1 augustus 2002.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die openbare vervoersdiensten verrichten in de zin van artikel 113 van de Testo Unico delle leggi sull'ordinamento degli Enti Locali, goedgekeurd bij Wet nr. 267 van 18 augustus 2000 — als gewijzigd bij artikel 35 van Wet nr. 448 van 28 december 2001.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die werkzaam zijn op grond van een concessie uit hoofde van artikel 242 of 256 van Regio Decreto n. 1447 van 9 mei 1912, ter aanneming van de Testo unico delle disposizioni di legge per le ferrovie concesse all'industria privata, le tramvie a trazione meccanica e gli automobili.

Diensten, vennootschappen en bedrijven en plaatselijke overheden die werkzaam zijn op grond van een concessie in de zin van artikel 4 van Wet nr. 410 van 14 juni 1949, Concorso dello Stato per la riattivazione dei pubblici servizi di trasporto in concessione.

Diensten, vennootschappen en bedrijven die werkzaam zijn op grond van een concessie in de zin van artikel 14 van Wet nr. 1221 van 2 augustus 1952 — Provvedimenti per l'esercizio ed il potenziamento di ferrovie e di altre linee di trasporto in regime di concessione.

Luxemburg

Chemins de fer du Luxembourg (CFL).

Service communal des autobus municipaux de la ville de Luxembourg.

Transports intercommunaux du canton d'Esch-sur-Alzette (TICE).

Autobusondernemers werkzaam op grond van het Règlement grand-ducal concernant les conditions d'octroi des autorisations d'établissement et d'exploitation des services de transports routiers réguliers de personnes rémunérées van 3 februari 1978.

Nederland

Openbare vervoersdiensten overeenkomstig hoofdstuk II (Openbaar Vervoer) van de Wet Personenvervoer.

Oostenrijk

Diensten die overeenkomstig de Eisenbahngezets, BGB1. Nr. 60/1957, als gewijzigd, respectievelijk de Kraftfahrliniengesetz, BGB1. I Nr. 203/1999, als gewijzigd, bevoegd zijn voor het verrichten van vervoersdiensten.

Portugal

Metropolitano de Lisboa, EP, krachtens Wetsbesluit nr. 439/78, van 30 december 1978.

Gemeenten, gemeentediensten en gemeentebedrijven, overeenkomstig Wet nr. 58/98 van 18 augustus, die vervoersdiensten verlenen krachtens Wet nr. 159/99 van 14 september 1999.

Overheidsinstanties en -bedrijven die treinvervoersdiensten verrichten krachtens Wet nr. 10/90 van 17 maart 1990.

Particuliere bedrijven die treinvervoersdiensten verlenen overeenkomstig Wet nr. 10/90 van 17 maart 1990, in het geval van speciale of exclusieve rechten.

Diensten die openbare vervoersdiensten verrichten overeenkomstig artikel 98 van Regulamento de Transportes em Automóveis (Decreet nr. 37272 van 31 december 1948).

Diensten die openbare vervoersdiensten verrichten overeenkomstig Wet nr. 688/73 van 21 december 1973.

Diensten die openbare vervoersdiensten verrichten overeenkomstig Wetsbesluit nr. 38144 van 31 december 1950.

Finland

Diensten die regelmatige busvervoersdiensten verstrekken op grond van bijzondere of uitsluitende rechten krachtens de laki luvanvaraisesta henkilöliikenteestä tiellä/lagen om tillståndspliktig persontrafik på väg (343/1991) alsmede gemeentelijke vervoersinstanties en overheidsondernemingen die openbare vervoersdiensten per bus, over het spoor of per metro leveren dan wel een netwerk onderhouden ten behoeve van de verstrekking van deze vervoersdiensten.

Zweden

Diensten die openbare stadsspoorweg- of tramdiensten exploiteren op grond van lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik en lag (1990:1157) om järnvägssäkerhet.

Openbare of particuliere diensten die een trolleybus- of busdienst exploiteren overeenkomstig lagen (1997:734) om ansvar för viss kollektiv persontrafik en yrkestrafiklagen (1998:490).

Verenigd Koninkrijk

London Regional Transport.

London Underground Limited.

Transport for London.

Een dochtermaatschappij van Transport for London in de zin van artikel 424, lid 1, van de Greater London Authority Act 1999.

Strathclyde Passenger Transport Executive.

Greater Manchester Passenger Transport Executive.

Tyne and Wear Passenger Transport Executive.

Brighton Borough Council.

South Yorkshire Passenger Transport Executive.

South Yorkshire Supertram Limited.

Blackpool Transport Services Limited.

Conwy County Borough Council.

Een persoon die een Londense locale dienst verstrekt als omschreven in artikel 179, lid 1 van de Greater London Authority Act 1999 (een busdienst) krachtens een overeenkomst die Transport for London is aangegaan krachtens artikel 156, lid 1 van die wet of krachtens een overeenkomst met een dochtervervoersonderneming als omschreven in artikel 169 van die wet.

Northern Ireland Transport Holding Company.

Een persoon die een vergunning heeft voor het vervoer over de weg krachtens artikel 4, lid 1 van de Transport Act (Northern Ireland) 1967, die hem ertoe machtigt om in de zin van die vergunning een lijndienst te verzorgen.

BIJLAGE VI

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE POSTSECTOR

BELGIË

De Post

DENEMARKEN

Post Danmark, jf. Lov nr. 569 om Post Danmark A/S af 6. juni 2002

DUITSLAND

GRIEKENLAND

Ελληνικά Ταχυδρομεία ΕΛ.ΤΑ opgericht bij Wetsbesluit nr. 496/70 en werkzaam op grond van Wet 2668/98 (ELTA)

SPANJE

Correos y Telégrafos, S.A.

FRANKRIJK

La Poste

IERLAND

An Post plc

ITALIË

Poste Italiane s.p.a.

LUXEMBURG

Entreprise des Postes et Télécommunications Luxembourg

NEDERLAND

OOSTENRIJK

PORTUGAL

CTT — Correios de Portugal

FINLAND

ZWEDEN

Posten Sverige AB

Posten Logistik AB

BLSI-I AB

DPD Nordic AB

DPD Sverige AB

Falcon Air AB

Hultbergs Inrikes Transporter AB (HIT)

Posten Express AB

Posten Logistik AB

Poståkeriet Sverige AB

SwedeGiro AB

TAB

VERENIGD KONINKRIJK

BIJLAGE VII

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN EXPLORATIE EN WINNING VAN AARDOLIE EN AARDGAS

België

Denemarken

Diensten overeenkomstig

Lov om Danmarks undergrund, zie Gecoördineerde wet nr. 526 van 11 juni 2002.

Lov om kontinentalsoklen, zie Gecoördineerde wet nr. 182 van 1 mei 1979.

Duitsland

Ondernemingen overeenkomstig de Bundesberggesetz van 13 augustus 1980.

Griekenland

„Ελληνικά Πετρέλαια Α.Ε.”, overeenkomstig Wet nr. 2593/98 για την αναδιοργάνωση της Δ.Ε.Π. Α.Ε. και των θυγατρικών της εταιρειών, το καταστατικό αυτής και άλλες διατάξεις .

Spanje

BG International Limited Quanum, Asesores & Consultores, S.A.

Cambria EURpe, Inc.

CNWL oil (España), S.A.

Compañía de investigación y explotaciones petrolíferas, S.A.

Conoco limited.

Eastern España, S.A.

Enagas, S.A.

España Canadá resources Inc.

Fugro — Geoteam, S.A.

Galioil, S.A.

Hope petróleos, S.A.

Locs oil compay of Spain, S.A.

Medusa oil Ltd.

Muphy Spain oil company

Onempm España, S.A.

Petroleum oil & gas España, S.A.

Repsol Investigaciones petrolíferas, S.A.

Sociedad de hidrocarburos de Euskadi, S.A.

Taurus petroleum, AN.

Teredo oil limited

Unión Fenosa gas exploración y producción, S.A.

Wintersahll, AG

YCI España, L.C.

Otras entidades que operan en virtud de la Ley 34/1998, de 7 de octubre, del Sector de hidrocarburos y su normativa de desarrollo.

Frankrijk

Diensten die belast zijn met de prospectie en winning van aardolie en aardgas krachtens de code minier en bijbehorende uitvoeringsteksten, met name décret no 95-427 van 19 april 1995

Ierland

Diensten die een machtiging, vergunning, toestemming of concessie hebben voor de exploratie of winning van aardolie en aardgas overeenkomstig de volgende wettelijke bepalingen:

Continental Shelf Act 1968

Petroleum and Other Minerals Development Act 1960

Licensing Terms for Offshore Oil and Gas Exploration and Development 1992

Petroleum (Production) Act (NI) 1964.

Italië

Diensten die een machtiging, vergunning, toestemming of concessie hebben voor de prospectie of winning van aardolie en aardgas of voor onderaardse opslag van aardgas, krachtens de volgende besluiten:

Wet nr. 136 van 10 februari 1953.

Wet nr. 6 van 1 januari 1957, als gewijzigd bij Wet nr . 613 van 21 juli 1967.

Wet nr. 9 van 9 januari 1991.

Decreto Legislativo n. 625 van 25 november 1996.

Wet nr. 170 van 26 april 1974, als gewijzigd bij Decreto Legislativo n. 164 van 23 mei 2000.

Luxemburg

Nederland

Diensten overeenkomstig de Mijnbouwwet (per 1 januari 2003).

Oostenrijk

Diensten die overeenkomstig de Mineralrohstoffgesetz, BGB1. I Nr. 38/1999, als gewijzigd, bevoegd zijn tot exploratie en winning van aardolie of aardgas.

Portugal

Diensten overeenkomstig:

Wetsbesluit nr. 109/94 van 26 april en Ministeriële regeling nr. 790/94 van 5 september 1994.

Wetsbesluit nr. 82/94 van 24 augustus en Besluit nr. A-87/94 van 17 januari 1994.

Finland

Zweden

Diensten die aardolie of aardgas exploreren of winnen op grond van een concessie overeenkomstig minerallagen (1991:45) of waaraan een machtiging is verleend overeenkomstig lagen (1966:314) om kontinentalsockeln.

Verenigd Koninkrijk

Een persoon die op grond van een machtiging die hem is verleend, of die de werking heeft als was zij hem verleend, krachtens de Petroleum Act 1998

Een persoon die is gemachtigd krachtens de Petroleum (Production) Act (Northern Ireland) 1964.

BIJLAGE VIII

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOREN EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL EN ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN

België

Denemarken

Bedrijven op het gebied van de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig Gecoördineerde wet nr. 569 van 30 juni 1997.

Duitsland

Bedrijven op het gebied van de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig het Bundesberggesetz van 13 augustus 1980.

Griekenland

„Δημόσια Επιχείρηση Ηλεκτρισμού”, belast met de exploratie of winning van steenkool of andere vaste brandstoffen overeenkomstig de mijnwet van 1973, als gewijzigd bij de wet van 27 april 1976.

Spanje

Alto Bierzo, S.A.

Antracitas de Arlanza, S.A.

Antracitas de Gillon, S.A.

Antracitas de La Granja, S.A.

Antracitas de Tineo, S.A.

Campomanes Hermanos, S.A.

Carbones de Arlanza, S.A.

Carbones de Linares, S.A.

Carbones de Pedraforca, S.A.

Carbones del Puerto, S.A.

Carbones el Túnel, S.L.

Carbones San Isidro y María, S.A.

Carbonifera del Narcea, S.A.

Compañia Minera Jove, S.A.

Compañía General Minera de Teruel, S.A.

Coto minero del Narcea, S.A.

Coto minero del Sil, S.A.

Empresa Nacional Carbonífera del Sur, S.A.

Endesa, S.A.

Gonzalez y Diez, S.A.

Hijos de Baldomero García, S.A.

Hullas del Coto Cortés, S.A.

Hullera Vasco-leonesa, S.A.

Hulleras del Norte, S.A.

Industrial y Comercial Minera, S.A.

La Carbonífera del Ebro, S.A.

Lignitos de Meirama, S.A.

Malaba, S.A.

Mina Adelina, S.A.

Mina Escobal, S.A.

Mina La Camocha, S.A.

Mina La Sierra, S.A.

Mina Los Compadres, S.A.

Minas de Navaleo, S.A.

Minas del Principado, S.A.

Minas de Valdeloso, S.A.

Minas Escucha, S.A.

Mina Mora primera bis, S.A.

Minas y explotaciones industriales, S.A.

Minas y ferrocarriles de Utrillas, S.A.

Minera del Bajo Segre, S.A.

Minera Martín Aznar, S.A.

Minero Siderúrgica de Ponferrada, S.A.

Muñoz Sole hermanos, S.A.

Promotora de Minas de carbón, S.A.

Sociedad Anónima Minera Catalano-aragonesa.

Sociedad minera Santa Bárbara, S.A.

Unión Minera del Norte, S.A.

Union Minera Ebro Segre, S.A.

Viloria Hermanos, S.A.

Virgilio Riesco, S.A.

Otras entidades que operan en virtud de la Ley 22/1973, de 21 de julio, de Minas y su normativa de desarrollo.

Frankrijk

Diensten op het gebied van de exploratie en winning van steenkool of andere vaste brandstoffen vereenkomstig de code minier en de bijbehorende uitvoeringsteksten, met name Decreet nr. 95-427 van 19 april 1995

Ierland

Bord na Mona plc., opgericht en werkzaam overeenkomstig de Turf Development Act 1946 to 1998.

Italië

Carbosulcis s.p.a.

Luxemburg

Nederland

Oostenrijk

Diensten die overeenkomstig de Mineralrohstoffgesetz, BGBl. I Nr. 38/1999, als gewijzigd, bevoegd zijn tot het exploreren of winnen van steenkool of andere vaste brandstoffen.

Portugal

Empresa Nacional de Urânio.

Finland

Diensten die beschikken over een bijzondere vergunning voor de exploratie en winning van vaste brandstof krachtens de laki oikeudesta luovuttaa valtion kiinteistövarallisuutta/lagen om rätt att överlåta statlig fastighetsförmögenhet 973/2002.

Zweden

Diensten die kolen of andere vaste brandstoffen exploreren of winnen op grond van een concessie overeenkomstig minerallagen (1991:45) of lagen (1985:620) om vissa torvfyndigheter,of waaraan een machtiging is verleend overeenkomstig lagen (1966:314) om kontinentalsockeln.

Verenigd Koninkrijk

Elke gemachtigde exploitant (in de zin van de Coal Industry Act 1994).

The Department of Enterprise, Trade and Investment (Northern Ireland).

Een persoon die als exploitant optreedt krachtens een exploratievergunning, een mijnbouwconcessie, een mijnbouwlicentie of een mijnbouwvergunning als omschreven in artikel 57, lid 1, of the Mineral Development Act (Northern Ireland) 1969.

BIJLAGE IX

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN

België

Gemeentelijk Havenbedrijf van Antwerpen

Havenbedrijf van Gent

Maatschappij der Brugse Zeevaartinrichtigen

Port autonome de Charleroi

Port autonome de Namur

Port autonome de Liège

Port autonome du Centre et de l'Ouest

Société régionale du Port de Bruxelles/Gewestelijk Vennootschap van de Haven van Brussel

Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen

Denemarken

Havens als bedoeld in lid 1 van lov nr. 326 om havne van 28 mei 1999.

Duitsland

Zeehavens die geheel of gedeeltelijk onder territoriale overheden (Länder, Kreise, Gemeinden) ressorteren.

Binnenhavens die overeenkomstig de Wassergesetzen van de Länder ressorteren onder de Hafenordnung

Griekenland

”Οργανισμός Λιμένος Πειραιώς Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Π. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2688/99

”Οργανισμός Λιμένος Θεσσαλονίκης Aνώνυμη Εταιρία”; (”Ο.Λ.Θ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2688/99

”Οργανισμός Λιμένος Αλεξανδρούπολης Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Α. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Βόλου Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Β. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Ελευσίνας Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Ε. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Ηγουμενίτσας Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.ΗΓ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Ηρακλείου Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Η. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Καβάλας Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Κ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Κέρκυρας Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.ΚΕ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Λαυρίου Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Λ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Πατρών Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.ΠΑ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr.2932/01

”Οργανισμός Λιμένος Ραφήνας Ανώνυμη Εταιρεία”; (”Ο.Λ.Ρ. Α.Ε.”;), op grond van Wet nr. 2932/01

Andere havens, die geregeld worden bij Presidentieel decreet nr. 649/1977. (Toezicht, organisatie, werking en bestuurlijke controle op havens).

Spanje

Ente público Puertos del Estado

Autoridad Portuaria de Alicante

Autoridad Portuaria de Almería — Motril

Autoridad Portuaria de Avilés

Autoridad Portuaria de la Bahía de Algeciras

Autoridad Portuaria de la Bahía de Cádiz

Autoridad Portuaria de Baleares

Autoridad Portuaria de Barcelona

Autoridad Portuaria de Bilbao

Autoridad Portuaria de Cartagena

Autoridad Portuaria de Castellón

Autoridad Portuaria de Ceuta

Autoridad Portuaria de Ferrol — San Cibrao

Autoridad Portuaria de Gijón

Autoridad Portuaria de Huelva

Autoridad Portuaria de Las Palmas

Autoridad Portuaria de Málaga

Autoridad Portuaria de Marín y Ría de Pontevedra

Autoridad Portuaria de Melilla

Autoridad Portuaria de Pasajes

Autoridad Portuaria de Santa Cruz de Tenerife

Autoridad Portuaria de Santander

Autoridad Portuaria de Sevilla

Autoridad Portuaria de Tarragona

Autoridad Portuaria de Valencia

Autoridad Portuaria de Vigo

Autoridad Portuaria de Villagarcía de Arousa

Otras entidades Portuarias de las Comunidades Autónomas de Andalucía, Asturias, Baleares, Canarias, Cantabria, Cataluña, Galicia, Murcia, País Vasco y Valencia.

Frankrijk

Port autonome de Paris, opgericht bij de loi no 68-917 van 24 oktober 1968 relative au port autonome de Paris.

Port autonome de Strasbourg, opgericht bij de de convention du 20 mei 1923 entre l'État et la ville de Strasbourg relative à la construction du port rhénan de Strasbourg et à l'exécution de travaux d'extension de ce port, goedgekeurd bij de wet van 26 april 1924.

Ports autonomes geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen L. 111-1 en volgende van de code des ports maritimes.

Ports non autonomes geëxploiteerd overeenkomstig de artikelen R. 121-1 en volgende van de code des ports maritimes.

Havens die worden beheerd door regionale of departementale autoriteiten of die geëxploiteerd worden overeenkomstig een door de regionale of departementale autoriteiten overeenkomstig artikel 6 van de loi no 83-663 van 22 juli 1983 tot aanvulling van de loi no 83-8 relative à la répartition des compétences entre les communes, les départements et l'État van 7 januari 1983 verleende concessie.

Voies navigables de France, overheidsbedrijf dat valt onder de bepalingen van artikel 124 de Wet nr. 90-1168 van 29 december 1990, als gewijzigd

Ierland

Havens die overeenkomstig de Harbours Acts 1946 to 2000 worden geëxploiteerd.

Haven van Rosslare Harbour geëxploiteerd overeenkomstig de Fishguard and Rosslare Railways and Harbours Acts 1899.

Italië

Nationale havens en andere havens die overeenkomstig de Codice della navigazione, regio decreto n. 327 van 30 maart 1942 worden beheerd door de Capitaneria di Porto.

Autonome havens (enti portuali) die overeenkomstig artikel 19 van de Codice della navigazione, regio decreto n. 327 van 30 maart 1942, bij bijzondere wet zijn opgericht.

Luxemburg

Port de Mertert, opgericht en geëploiteerd overeenkomstig de loi relative à l'aménagement et à l'exploitation d'un port fluvial sur la Moselle van 22 juli 1963, als gewijzigd.

Nederland

Aanbestedende diensten op het gebied van zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten.

Oostenrijk

Binnenhavens die geheel of gedeeltelijk onder de Länder en/of Gemeinden ressorteren.

Portugal

APDL — Administração dos Portos do Douro e Leixões, S.A, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 335/98 van 3 november 1998.

APL — Administração do Porto de Lisboa, S.A, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 336/98 van 3 november 1998.

APS — Administração do Porto de Sines, S.A, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 337/98 van 3 november 1998.

APSS — Administração dos Portos de Setúbal e Sesimbra, S.A, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 338/98 van 3 november 1998.

APA — Administração do Porto de Aveiro, S.A, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 339/98 van 3 november 1998.

IPN — Instituto Portuário do Norte, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 242/99 van 28 juni 1999.

ICP — Instituto Portuário do Centro, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 243/99 van 28 juni 1999.

IPS — Instituto Portuário do Sul, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 244/99 van 28 juni 1999.

IDN — Instituto da Navegabilidade do Douro, overeenkomstig Wetsbesluit nr. 138-A/97 van 3 juni 1997.

Finland

Havens die opereren op basis van de laki kunnallisista satamajärjestyksistä ja liikennemaksuista/lagen om kommunala hamnanordningar och trafikavgifter (955/1976) en havens die vallen onder een vergunning krachtens afdeling 3 van de laki yksityisistä yleisistâ satamista/lagen om privata allmänna hamnar (1156/1994).

Saimaan kanavan hoitokunta/Förvaltningsnämnden för Saima kanal

Zweden

Havens en aanlandingsfaciliteiten overeenkomstig lagen (1983:293) om inrättande, utvidgning och avlysning av allmän farled och allmän hamn en förordningen (1983:744) om trafiken på Göta kanal.

Verenigd Koninkrijk

Een lokale overheid die een geografisch gebied exploiteert met het oog op het verlenen van zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten voor het vervoer over zee of via de binnenwateren.

Een havenautoriteit in de zin van artikel 57 of the Harbours Act 1964.

British Waterways Board.

Een havenautoriteit als gedefinieerd in artikel 38, lid 1 van de Harbours Act (Northern Ireland) 1970.

BIJLAGE X

AANBESTEDENDE DIENSTEN IN DE SECTOR LUCHTHAVENFACILITEITEN

België

Belgocontrol.

Brussels International Airport Company.

Luchthaven van Deurne.

Luchthaven van Oostende.

SA Brussels South Charleroi Airport.

SA Société de Développement et de Promotion de l'Aéroport de Bierset.

Denemarken

Luchthavens werkzaam op basis van een vergunning ingevolge artikel 55, lid 1, van de lov om luftfart, zie Gecoördineerde wet nr. 543 van 13 juni 2001.

Duitsland

Luchthavens in de zin van artikel 38, lid 2, punt 1, van de Luftverkehrs-Zulassungs-Ordnung van 19 maart 1964, laatstelijk gewijzigd op 21 augustus 2002.

Griekenland

De „Υπηρεσία Πολιτικής Αεροπορίας” („ΥΠΑ”), werkzaam op grond van Wetsbesluit nr. 714/70, als gewijzigd bij wet 1340/83, waarvan de organisatie wordt geregeld bij Presidentieel decreet nr. 56/89, als gewijzigd.

De vennootschap „Διεθνής Αερολιμένας Αθηνών” στα Σπάτα werkzaam op grond van Wet nr. 2338/95 „Κύρωση Σύμβασης Ανάπτυξης του Νέου Διεθνούς Αεροδρομίου της Αθήνας στα Σπάτα, ίδρυση της εταιρείας Διεθνής Αερολιμένας Αθηνών Α.Ε. έγκριση περιβαλλοντικών όρων και άλλες διατάξεις”).

De „Φορείς Διαχείρισης”, overeenkomstig Presidentieel decreet nr. 158/02 „Ίδρυση, κατασκευή, εξοπλισμός, οργάνωση, διοίκηση, λειτουργία και εκμετάλλευση πολιτικών αερολιμένων απόφυσικά πρόσωπα, νομικά πρόσωπα ιδιωτικού δικαίου και Οργανισμούς Τοπικής Αυτοδιοίκησης” (Grieks Staatsblad Α 137)

Spanje

Ente público Aeropuertos Españoles y Navegación Aérea (AENA).

Frankrijk

Luchthavens die worden geëxploiteerd door overheidsbedrijven krachtens de artikelen L.251-1, L.260-1 en L.270-1 van de code de l'aviation civile.

Luchthavens die worden geëxploiteerd in het kader van een door de staat, krachtens artikel R.223-2 van de code de l'aviation civile, verleende concessie.

Luchthavens die worden geëxploiteerd krachtens een arrêté préfectoral portant autorisation d'occupation temporaire.

Luchthavens die zijn opgericht door een overheidslichaam en waarvoor een overeenkomst geldt als bedoeld in artikel L.221-1 van de code de l'aviation civile.

Ierland

Luchthavens van Dublin, Cork en Shannon, onder beheer van Aer Rianta — Irish Airports.

Luchthavens die werkzaam zijn op grond van een public use licence die is verleend overeenkomstig de Irish Aviation Authority Act 1993, als gewijzigd bij de Air Navigation and Transport (Amendment) Act, 1998, en waar lijndiensten voor luchtvervoer worden uitgevoerd door luchtvaarttuigen voor het openbaar vervoer van reizigers, post of vracht.

Italië

AAAVTAG.

Beheersdiensten die bij speciale wetten zijn ingesteld.

Diensten die luchthaveninstallaties beheren op basis van een concessie die is verleend op basis van artikel 694 van de codice della naviganzione., Regio decreto n. 327 van 30 maart 1942.

R.A.I. Registro Aeronautico Italiano.

Luxemburg

Aéroport du Findel.

Nederland

Burgerluchthavens die geëxploiteerd worden op basis van de artikelen 18 e.v. van de Luchtvaartwet.

Oostenrijk

Diensten die krachtens de Luftfahrgesetz, BGBl. Nr. 253/1957, als gewijzigd, bevoegd zijn voor de exploitatie van een luchthaven.

Portugal

ANA — Aeroportos de Portugal, S.A., opgericht overeenkomstig Wetsbesluit nr. 404/98, van 18 december 1998.

NAV — Empresa Pública de Navegação Aérea de Portugal, E. P., opgericht bij Wetsbesluit nr. 404/98 van 18 december 1998.

ANAM — Aeroportos e Navegação Aérea da Madeira, S. A., opgericht overeenkomstig Wetsbesluit nr. 453/91 van 11 december 1991.

Finland

Vliegvelden onder beheer van de Ilmailulaitos/Luftfartsverket, of door een gemeentelijk of overheidsbedrijf krachtens de Ilmailulaitos/luftfartslagen (281/1995).

Zweden

Publieke luchthavens die worden geëxploiteerd overeenkomstig luftfartslagen (1957:297).

Particuliere luchthavens die worden geëxploiteerd op grond van een wettelijke exploitatievergunning, indien deze vergunning voldoet aan de criteria van artikel 2, lid 3, van de richtlijn.

Verenigd Koninkrijk

Een territoriaal lichaam dat een geografisch gebied exploiteert teneinde luchtvaartmaatschappijen te voorzien van luchthaven- of andere terminalfaciliteiten.

Luchthavenexploitant in de zin van de Airports Act 1986, die een luchthaven beheert en onderworpen is aan economische bepalingen uit hoofde van Part IV van die Act.Luchthavenexploitant in de zin van Airports Act 1986 die een luchthaven beheert en onderworpen is aan economische bepalingen uit hoofde van Part IV van die Act.

Highland and Islands Airports Limited.

Een luchthavenexploitant in de zin van de Airports (Northern Ireland) Order 1994.

BIJLAGE XI

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 31, LID 3, BEDOELDE WETGEVING

A.   VERVOER, OPSLAG OF DISTRIBUTIE VAN GAS OF WARMTE

Richtlijn 98/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (1)

B.   PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT

Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (2)

C.   PRODUCTIE, VERVOER OF DISTRIBUTIE VAN DRINKWATER

D.   AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN VERVOERDIENSTEN PER TREIN

 (3)

Richtlijn 2001/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen (4)

Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (5)

E.   AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN STADSSPOORWEG-, TRAM-, TROLLEYBUS- OF BUSVERBINDINGEN

F.   AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN POSTDIENSTEN

Richtlijn 97/67/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst  (6)

G.   EXPLORATIE EN WINNING VAN AARDOLIE OF AARDGAS

Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (7)

H.   EXPLORATIE EN WINNING VAN STEENKOOL OF ANDERE VASTE BRANDSTOFFEN

Richtlijn 94/22/EG indien de voorwaarden die daarin vervat zijn op grond van de wettelijke voorschriften van de lidstaten ook voor steenkool en andere vaste brandstoffen gelden.

I.   AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN ZEEHAVEN-, BINNENHAVEN- OF ANDERE AANLANDINGSFACILITEITEN

J.   AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN LUCHTHAVENFACILITEITEN


(1)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 1.

(2)  PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20.

(3)   PB L 237 van 24.8.1991, blz. 25. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/12/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 75 van 15.3.2001, blz. 1)

(4)  PB L 75 van 15.3.2001, blz. 26.

(5)  PB L 75 van 15.3.2001, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/844/EG van de Commissie (PB L 289 van 26.10.2002, blz. 30).

(6)  PB L 15 van 21.1.1998, blz. 14. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/39/EG (PB L 176 van 5.7.2002, blz. 21).

(7)  PB L 164 van 30.6.1994, blz. 3.

BIJLAGE XII

LIJST VAN DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 1, LID 2, ONDER b) (1)

NACE (2)

 

 

 

 

CPV-code

Sectie F

 

 

BOUWNIJVERHEID

 

 

Afdeling

Groep

Klasse

Omschrijving

Toelichting

 

45

 

 

Bouwnijverheid

Deze afdeling omvat:

nieuwbouw, restauratiewerk en gewone reparaties.

45000000

 

45.1

 

Het bouwrijp maken van terreinen

 

45100000

 

 

45.11

Slopen van gebouwen; grondverzet

Deze klasse omvat:

het slopen van gebouwen en andere bouwwerken;

het ruimen van bouwterreinen;

het grondverzet: graven, ophogen, egaliseren en nivelleren van bouwterreinen, graven van sleuven en geulen, verwijderen van rotsen, grondverzet met behulp van explosieven enz.;

het geschikt maken van terreinen voor mijnbouw:

verwijderen van deklagen en overige werkzaamheden in verband met de ontsluiting van delfstoffen en de voorbereiding van de ontginning.

Deze klasse omvat voorts:

de drainage van bouwterreinen;

de drainage van land- en bosbouwgrond.

45110000

 

 

45.12

Proefboren en boren

Deze klasse omvat:

het proefboren en het nemen van bodemmonsters ten behoeve van de bouw of voor geofysische, geologische of dergelijke doeleinden.

Deze klasse omvat niet:

het boren van putten voor de aardolie- of aardgaswinning, zie 11.20;

het boren van waterputten, zie 45.25;

het delven van mijnschachten, zie 45.25;

de aardolie- en aardgasexploratie en geofysisch, geologisch en seismisch onderzoek, zie 74.20.

45120000

 

45.2

 

Burgerlijke en utiliteitsbouw; weg- en waterbouw

 

45200000

 

 

45.21

Algemene bouwkundige en civieltechnische werken

Deze klasse omvat:

de bouw van alle soorten gebouwen;

de uitvoering van civieltechnische werken:

bruggen, inclusief die voor verhoogde wegen, viaducten, tunnels en ondergrondse doorgangen,

pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen over lange afstand, pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen in de bebouwde kom, bijkomende werken;

het monteren en optrekken van geprefabriceerde constructies ter plaatse.

Deze klasse omvat niet:

diensten in verband met de aardolie- en de aardgaswinning, zie 11.20;

het optrekken van volledige geprefabriceerde constructies van zelf vervaardigde onderdelen, niet van beton, zie 20, 26, 28;

bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen, zie 45.23;

installatiewerkzaamheden, zie 45.3;

de afwerking van gebouwen, zie 45.4;

architecten en ingenieurs, zie 74.20;

projectbeheer voor de bouw, zie 74.20.

45210000

 

 

45.22

Dakbedekking en bouw van dakconstructies

Deze klasse omvat:

de bouw van daken;

dakbedekking

het waterdicht maken

45220000

 

 

45.23

Wegenbouw

Deze klasse omvat:

de bouw van autowegen, straten en andere wegen en paden voor voertuigen en voetgangers;

de bouw van spoorwegen;

de bouw van start- en landingsbanen;

bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen;

het schilderen van markeringen op wegen en parkeerplaatsen.

Deze klasse omvat niet:

voorafgaand grondverzet, zie 45.11.

45230000

 

 

45.24

Waterbouw

Deze klasse omvat:

de aanleg van:

waterwegen, haven- en rivierwerken, jachthavens, sluizen enz.;

dammen en dijken;

baggerwerk;

werkzaamheden onder water.

45240000

 

 

45.25

Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw

Deze klasse omvat:

gespecialiseerde bouwwerkzaamheden ten behoeve van diverse bouwwerken, waarvoor specifieke ervaring of een speciale uitrusting nodig is:

bouw van funderingen, inclusief heien;

boren en aanleggen van waterputten, delven van mijnschachten;

opbouw van niet zelf vervaardigde elementen van staal;

buigen van staal;

metselen, inclusief zetten van natuursteen;

optrekken en afbreken van steigers en werkplatforms, inclusief verhuur van steigers en werkplatforms;

bouw van schoorstenen en industriële ovens.

Deze klasse omvat niet:

de verhuur van steigers zonder optrekken en afbreken, zie 71.32.

45250000

 

45.3

 

Bouwinstallatie

 

45300000

 

 

45.31

Elektrische installatie

Deze klasse omvat:

de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van:

elektrische bedrading en toebehoren;

telecommunicatiesystemen;

elektrische verwarmingssystemen;

antennes;

apparatuur voor brandalarm;

alarminstallaties tegen diefstal;

liften en roltrappen;

bliksemafleiders enz.

45310000

 

 

45.32

Isolatie

Deze klasse omvat:

het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van isolatiemateriaal (warmte, geluid, trillingen).

Deze klasse omvat niet:

het waterdicht maken, zie 45.22.

45320000

 

 

45.33

Loodgieterswerk

Deze klasse omvat:

de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van:

waterleidingen en artikelen voor sanitair gebruik;

gasaansluitingen;

apparatuur en leidingen voor verwarming, ventilatie, koeling en klimaatregeling;

sprinklerinstallaties.

Deze klasse omvat niet:

de installatie en reparatie van elektrische verwarmingsinstallaties, zie 45.31.

45330000

 

 

45.34

Overige bouwinstallatie

Deze klasse omvat:

de installatie van verlichtingsen signaleringssystemen voor wegen, spoorwegen, luchthavens en havens;

de installatie in en aan gebouwen en andere bouwwerken van toebehoren, niet elders geklasseerd.

45340000

 

45.4

 

Afwerking van gebouwen

 

45400000

 

 

45.41

Stukadoorswerk

Deze klasse omvat:

het aanbrengen van pleister- en stukadoorswerk (incl. het aanbrengen van een hechtgrond) aan de binnen- of buitenzijde van gebouwen en andere bouwwerken.

45410000

 

 

45.42

Schrijnwerk

Deze klasse omvat:

het plaatsen van niet zelf vervaardigde deuren, vensters, kozijnen, inbouwkeukens, trappen, winkelinrichtingen en dergelijke, van hout of van ander materiaal;

de binnenafwerking, zoals plafonds, wandbekleding van hout, verplaatsbare tussenwanden enz.

Deze klasse omvat niet:

het leggen van parket of andere houten vloerbedekking, zie 45.43

45420000

 

 

45.43

Vloerafwerking en behangen

Deze klasse omvat:

het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van:

vloer- of wandtegels van keramische stoffen, beton of gehouwen steen;

parket en andere houten vloerbedekking;

tapijt en vloerbedekking van linoleum, rubber of kunststof;

vloerbedekking en wandbekleding van terrazzo, marmer, graniet of lei;

behang.

45430000

 

 

45.44

Schilderen en glaszetten

Deze klasse omvat:

het schilderen van het binnenen buitenwerk van gebouwen;

het schilderen van wegen- en waterbouwkundige werken;

het aanbrengen van glas, spiegels enz.

Deze klasse omvat niet:

de installatie van vensters, zie 45.42.

45440000

 

 

45.45

Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen

Deze klasse omvat:

de installatie van particuliere zwembaden;

gevelreiniging met behulp van stoom, door middel van zandstralen enz.;

overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen, n.e.g.

Deze klasse omvat niet:

het reinigen van het interieur van gebouwen en andere bouwwerken, zie 74.70

45450000

 

45.5

 

Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel

 

45500000

 

 

45.50

Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel

Deze klasse omvat niet:

de verhuur van bouw- en sloopmachines zonder bedieningspersoneel, zie 71.32.

45500000


(1)  In geval van verschillen tussen CPV en NACE, is de NACE-nomenclatuur van toepassing.

(2)  Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van de Commissie (PB L 6 van 10.1.2002, blz. 3).

BIJLAGE XIII

INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

A.   OPENBARE PROCEDURES

1.

Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst.

2.

Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt.

3.

Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat of om een dynamisch verkoopsysteem).

Categorie van de dienst in de zin van bijlage XVI A of XVI B en beschrijving ervan (referentienummer(s) van de nomenclatuur).

Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan.

4.

Plaats van levering, uitvoering of dienstverlening.

5.

Voor leveringen en werken:

a)

Aard en hoeveelheid van de te leveren producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste producten of de aard en omvang van de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur).

b)

Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te schrijven.

Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen in te schrijven.

c)

Bij opdrachten voor werken: gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen.

6.

Voor diensten:

a)

Aard en hoeveelheid van de te verlenen diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste diensten.

b)

Vermelding of het verrichten van de dienst ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden.

c)

Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

d)

Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel dat met het verlenen van de diensten wordt belast, dienen op te geven.

e)

Vermelding of de dienstverrichters een inschrijving voor een gedeelte van de diensten mogen indienen.

7.

Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten zijn toegestaan.

8.

Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang.

9.

a)

Adres waar het bestek en aanvullende documentatie kunnen worden aangevraagd.

b)

Indien van toepassing, het bedrag dat voor het verkrijgen van de genoemde documentatie moet worden betaald en wijze van betaling.

10.

a)

Uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen of van de indicatieve inschrijvingen indien het gaat om de instelling van een dynamisch aankoopsysteem.

b)

Adres waar zij moeten worden ingediend.

c)

Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld.

11.

a)

Indien van toepassing, personen die bij de opening van de inschrijvingen worden toegelaten.

b)

Dag, uur en plaats van de opening.

12.

Indien van toepassing, verlangde borgsommen en waarborgen.

13.

Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden zijn.

14.

Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van economische subjecten waaraan de opdracht wordt gegund.

15.

Minimumvereisten van economische en technische aard waaraan het economisch subject waaraan de opdracht wordt gegund, moet voldoen.

16.

Termijn gedurende welke de inschrijver zijn inschrijving gestand moet doen.

17.

Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht.

18.

In artikel 56 bedoelde gunningscriteria: „laagste prijs” of „economisch voordeligste inschrijving”. De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan.

19.

Indien van toepassing, verwijzing naar de bekendmaking van de periodieke aankondiging of de aankondiging van bekendmaking van deze aankondiging in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie.

20.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

21.

Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst.

22.

Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt).

23.

Andere relevante inlichtingen.

B.   NIET-OPENBARE PROCEDURES

1.

Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst.

2.

Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt.

3.

Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat).

Categorie van de dienst in de zin van bijlage XVI A of XVI B en beschrijving ervan (referentienummer(s) van de nomenclatuur).

Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan.

4.

Plaats van levering, uitvoering of dienstverrichting.

5.

Voor leveringen en werken:

a)

Aard en hoeveelheid van de te leveren producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste producten of de aard en omvang van de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur).

b)

Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te schrijven.

Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen in te schrijven.

c)

Bij opdrachten voor werken: gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen.

6.

Voor diensten:

a)

Aard en hoeveelheid van de te verrichten diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste diensten.

b)

Vermelding of het verrichten van de dienst ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden.

c)

Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

d)

Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel dat met het verrichten van de dienst wordt belast, dienen op te geven.

e)

Vermelding of de dienstverrichters een inschrijving voor een gedeelte van de diensten mogen indienen.

7.

Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten zijn toegestaan.

8.

Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang.

9.

Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van economische subjecten waaraan de opdracht wordt gegund.

10.

a)

Uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming.

b)

Adres waar zij moeten worden ingediend.

c)

Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld.

11.

Uiterste datum voor de verzending van de uitnodigingen tot inschrijving.

12.

Indien van toepassing, verlangde borgsommen en waarborgen.

13.

Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden zijn.

14.

Gegevens over de situatie van het economisch subject en minimumvereisten van economische en technische aard waaraan het moet voldoen.

15.

In artikel 56 bedoelde gunningscriteria: „laagste prijs” of „economisch voordeligste inschrijving”. De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot het indienen van een inschrijving.

16.

Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht.

17.

Indien van toepassing, verwijzing naar de bekendmaking van de periodieke aankondiging of de aankondiging van bekendmaking van deze aankondiging in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie.

18.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

19.

Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst.

20.

Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt).

21.

Andere relevante inlichtingen.

C.   PROCEDURES VAN GUNNING DOOR ONDERHANDELINGEN

1.

Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst.

2.

Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt.

3.

Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat).

Categorie van de dienst in de zin van bijlage XVI A of XVI B en beschrijving ervan (referentienummer(s) van de nomenclatuur).

Indien van toepassing, vermelding of de inschrijvingen worden gevraagd met het oog op aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan.

4.

Plaats van levering, uitvoering of dienstverrichting.

5.

Voor leveringen en werken:

a)

Aard en hoeveelheid van de te leveren producten (referentienummer(s) van de nomenclatuur). Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste producten of de aard en omvang van de prestaties en de algemene kenmerken van de werken (referentienummer(s) van de nomenclatuur).

b)

Vermelding of leveranciers de mogelijkheid hebben om voor delen en/of voor het geheel van de gevraagde leveringen in te schrijven. Indien, bij opdrachten voor werken, het werk of de opdracht in meerdere percelen is verdeeld, vermelding van de orde van grootte van de percelen en van de mogelijkheid om voor één, meerdere of alle percelen in te schrijven.

c)

Bij opdrachten voor werken: gegevens betreffende het doel van het werk of de opdracht wanneer deze ook betrekking heeft op de opstelling van ontwerpen.

6.

Voor diensten:

a)

Aard en hoeveelheid van de te verrichten diensten. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en, indien mogelijk, een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding, indien mogelijk, van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging voor de vereiste diensten.

b)

Vermelding of het verrichten van de dienst ingevolge wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden.

c)

Verwijzing naar de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.

d)

Vermelding of rechtspersonen de namen en beroepskwalificaties van het personeel dat met het verrichten van de diensten wordt belast, dienen op te geven.

e)

Vermelding of dienstverrichters voor een gedeelte van de diensten kunnen inschrijven.

7.

Indien bekend, aangeven of er al dan niet varianten zijn toegestaan.

8.

Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht voor diensten en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang.

9.

Indien van toepassing, de vereiste rechtsvorm van de combinatie van economische subjecten waaraan de opdracht wordt gegund.

10.

a)

Uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming.

b)

Adres waar zij moeten worden ingediend.

c)

Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld.

11.

Indien van toepassing, verlangde borgsommen of andere waarborgen.

12.

Belangrijkste financierings- en betalingsvoorwaarden en/of verwijzingen naar de teksten waar deze te vinden zijn.

13.

Gegevens over de situatie van het economisch subject en minimumvereisten van economische en technische aard waaraan het moet voldoen.

14.

In artikel 56 bedoelde gunningscriteria: „laagste prijs” of „economisch voordeligste inschrijving”. De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot onderhandelingen.

15.

Indien van toepassing, naam en adres van reeds door de aanbestedende dienst geselecteerde economische subjecten.

16.

Indien van toepassing, datum (data) van voorgaande bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie.

17.

Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht.

18.

Indien van toepassing, verwijzing naar de bekendmaking van de periodieke aankondiging of naar de verzending van de aankondiging van bekendmaking van deze aankondiging in het kopersprofiel waarop de opdracht betrekking heeft in het Publicatieblad van de Europese Unie.

19.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

20.

Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst.

21.

Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt).

22.

Andere inlichtingen.

D.   VEREENVOUDIGDE AANKONDIGING VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT IN HET KADER VAN EEN DYNAMISCH AANKOOPSYSTEEM (1)

1.

Land van de aanbestedende dienst

2.

Naam en adres van de aanbestedende dienst.

3.

Verwijzing naar de bekendmaking van de aankondiging van een overheidsopdracht met betrekking tot het dynamische aankoopsysteem.

4.

E-mailadres waar het bestek en de aanvullende documenten betreffende het dynamische aankoopsysteem beschikbaar zijn.

5.

Voorwerp van de opdracht: beschrijving door middel van referentienummer(s) van de CPV-nomenclatuur en hoeveelheid of omvang van de te plaatsen opdracht.

6.

Termijn voor de indiening van de indicatieve inschrijvingen.


(1)  Met het oog op de toelating tot het systeem, om later te kunnen deelnemen aan de oproep tot mededinging voor de specifieke opdracht.

BIJLAGE XIV

INFORMATIE DIE IN MEDEDELINGEN INZAKE HET BESTAAN VAN EEN ERKENNINGSREGELING MOET WORDEN OPGENOMEN

1.

Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst.

2.

Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt.

3.

Onderwerp van de erkenningsregeling (beschrijving van (categorieën van) producten, diensten of werken die door middel van deze regeling moeten worden aangekocht — referentienummer(s) van de nomenclatuur).

4.

Voorwaarden die door de economische subjecten moeten worden vervuld met het oog op hun erkenning overeenkomstig de regeling en methoden waarmee elk van deze voorwaarden zal worden gecontroleerd. Indien de beschrijving van die voorwaarden en toetsingsmethoden omvangrijk is en gebaseerd is op documenten die ter beschikking staan van de betrokken economische subjecten, kan met een samenvatting van de belangrijkste voorwaarden en methoden en met een verwijzing naar de betreffende documenten worden volstaan.

5.

Geldigheidsduur van de erkenningsregeling en formaliteiten voor de verlenging ervan.

6.

Vermelding van het feit dat de mededeling dient als oproep tot mededinging.

7.

Adres waar nadere inlichtingen en documentatie over de erkenningsregeling kunnen worden aangevraagd (indien dat adres afwijkt van het in punt 1 vermelde adres).

8.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

9.

In artikel 56 bedoelde gunningscriteria, indien bekend: „laagste prijs” of „economisch voordeligste inschrijving”. De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelingen.

10.

Indien van toepassing, andere inlichtingen.

BIJLAGE XV

A.   INFORMATIE DIE IN PERIODIEKE INDICATIEVE AANKONDIGINGEN MOET WORDEN OPGENOMEN

I.   RUBRIEKEN DIE IN ELK GEVAL MOETEN WORDEN INGEVULD

1.

Naam, adres, telegramadres, e-mailadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst of de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden verkregen.

2.

a)

Voor opdrachten voor leveringen: aard en hoeveelheid of waarde van de prestaties of de te leveren producten; referentienummer(s) van de nomenclatuur.

b)

Bij opdrachten voor werken: aard en omvang van de prestaties, algemene kenmerken van het werk of van de percelen die betrekking hebben op het werk; referentienummer(s) van de nomenclatuur.

c)

Voor opdrachten voor diensten: totaal van de voorgenomen aankopen voor elk van de in bijlage XVII A opgenomen categorieën van diensten; referentienummer(s) van de nomenclatuur.

3.

Datum van verzending van de aankondiging of van de aankondiging van bekendmaking van deze vooraankondiging in het kopersprofiel.

4.

Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen (moet door het Publicatiebureau worden verstrekt).

5.

Indien van toepassing, andere inlichtingen.

II.   INLICHTINGEN DIE MOETEN WORDEN VERSTREKT WANNEER DE AANKONDIGING DIENT ALS OPROEP TOT MEDEDINGING OF EEN GROND VORMT VOOR EEN VERKORTING VAN DE TERMIJNEN VOOR DE ONTVANGST VAN DE INSCHRIJVINGEN

6.

Vermelding van het feit dat belangstellende leveranciers de dienst op de hoogte moeten brengen van hun belangstelling voor de opdracht(en).

7.

Zo nodig vermelden of de aanbesteding bestemd is voor beschutte werkplaatsen dan wel of de uitvoering ervan in het kader van programma's voor dergelijke werkplaatsen plaatsvindt.

8.

Uiterste datum voor de ontvangst van de verzoeken om een uitnodiging tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelingen.

9.

Aard en hoeveelheid van de te leveren producten of algemene kenmerken van het werk of de categorie waartoe de dienst behoort, in de zin van bijlage XVI A, en beschrijving, vermelding of het om (een) raamovereenkomst(en) gaat. Vermelding van met name de opties voor latere aankopen en een voorlopig tijdschema voor de uitoefening van de opties, alsook van het aantal eventuele verlengingen. Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten voorts vermelding van het voorlopige tijdschema van de latere oproepen tot mededinging.

10.

Vermelding of het een aankoop, lease, huur, huurkoop of een combinatie hiervan betreft.

11.

Uitvoerings- of leveringstermijn of looptijd van de opdracht en, in de mate van het mogelijke, de datum van aanvang.

12.

Adres waar belangstellende ondernemingen schriftelijk blijk moeten geven van hun belangstelling.

Uiterste datum voor de ontvangst van de blijken van belangstelling.

Taal of talen waarin de aanvragen tot deelneming of inschrijvingen moeten worden ingediend.

13.

Vereisten van economische en technische aard, financiële en technische waarborgen die van de leveranciers worden verlangd.

14.

a)

Vermoedelijke datum van aanvang van de procedures voor het plaatsen van de opdracht(en) (indien bekend).

b)

Aard van de procedure voor het plaatsen (niet-openbaar of via onderhandelingen).

c)

Bedrag dat voor het verkrijgen van de documentatie betreffende de raadpleging moet worden betaald, en wijze van betaling.

15.

Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht(en).

16.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

17.

De in artikel 56 bedoelde criteria die, indien bekend, bij de toewijzing van de opdracht gehanteerd zullen worden: „laagste prijs” of „economisch voordeligste inschrijving”. De criteria die de economisch voordeligste inschrijving opleveren en de weging ervan of, in voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria worden vermeld wanneer zij niet in het bestek staan of niet aangegeven zullen worden in de uitnodiging tot bevestiging van de belangstelling als bedoeld in artikel 48, lid 3, tot het indienen van een inschrijving of tot onderhandelingen.

B.   GEGEVENS DIE VERMELD MOETEN WORDEN IN DE AANKONDIGING IN EEN KOPERSPROFIEL VAN EEN PERIODIEKE INDICATIEVE AANKONDIGING DIE NIET GEBRUIKT WORDT ALS EEN OPROEP TOT MEDEDINGING

1.

Land van de aanbestedende dienst

2.

Naam van de aanbestedende dienst

3.

Internetadres van het „kopersprofiel” (URL)

4.

Referentienummer(s) van de CPV-nomenclatuur

BIJLAGE XVI

GEGEVENS DIE IN AANKONDIGINGEN VAN GEPLAATSTE OVERHEIDSOPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN

I.   In het Publicatieblad van de Europese Unie te publiceren gegevens (1)

1.

Naam en adres van de aanbestedende dienst.

2.

Aard van de opdracht (leveringen, werken of diensten en referentienummer(s) van de nomenclatuur; indien van toepassing, vermelding of het om een raamovereenkomst gaat).

3.

Ten minste een beknopte beschrijving van de aard en hoeveelheid van de producten, werken of diensten.

4.

a)

Vorm van de oproep tot mededinging (mededeling betreffende de erkenningsregeling, periodieke aankondiging, aanbesteding).

b)

Verwijzing naar de bekendmaking van de aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie.

c)

In het geval van opdrachten die zonder oproep tot mededinging worden geplaatst, vermelding van de desbetreffende bepaling van artikel 41, lid 3, of van artikel 33.

5.

Gevolgde aanbestedingsprocedure (openbare procedure, niet-openbare procedure of gunning via onderhandelingen).

6.

Aantal ontvangen inschrijvingen.

7.

Datum van de plaatsing van de opdracht.

8.

Prijs die is betaald voor gelegenheidsaankopen uit hoofde van artikel 41, lid 3, onder j).

9.

Naam en adres van het economisch subject.

10.

Indien van toepassing, vermelding of de opdracht in onderaanbesteding kon of kan worden gegeven.

11.

Betaalde prijs, c.q. prijs van de hoogste en de laagste inschrijving die bij de gunning van de opdracht in aanmerking is genomen.

12.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

13.

Facultatieve gegevens:

waarde en deel van de opdracht die aan derden in onderaanbesteding kon of kan worden gegeven;

gunningscriteria.

II.   Niet voor publicatie bestemde gegevens

14.

Aantal geplaatste opdrachten (wanneer een opdracht over verscheidene leveranciers is verdeeld).

15.

Waarde van elke geplaatste opdracht.

16.

Land van oorsprong van het product of de dienst (uit de Gemeenschap of niet uit de Gemeenschap en in dit laatste geval uitgesplitst naar land).

17.

Gunningscriteria (economisch voordeligste aanbieding, laagste prijs).

18.

Is de opdracht gegund aan een inschrijver die een variant voorstelt op grond van artikel 37, lid 1?

19.

Zijn, overeenkomstig artikel 58, bepaalde inschrijvingen niet in aanmerking genomen omdat zij abnormaal laag waren?

20.

Datum van verzending van de aankondiging door de aanbestedende dienst.

21.

In het geval van opdrachten voor in bijlage XVII B opgenomen diensten, instemming van de aanbestedende dienst met de bekendmaking van de aankondiging (artikel 44, lid 4).


(1)  De in de punten 6, 9 en 11 bedoelde gegevens worden als niet voor publicatie bestemde gegevens beschouwd wanneer de aanbestedende dienst van oordeel is dat publicatie in strijd zou zijn met een gevoelig commercieel belang.

BIJLAGE XVII

A.   DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 32  (1)

Categorie

Benaming

CPC-indeling (2)

CPV-indeling

1

Onderhoud en reparatie

6112, 6122, 633, 886

50000000, 50100000, 50110000, 50111110, 50112000, 50112100, 50112110, 50112111, 50112120, 50112200, 50112300, 50113000, 50113100, 50113200, 50114000, 50114100, 50114200, 50115000, 50115100, 50115200, 50116000, 50116100, 50116200, 50116300, 50116400, 50116500, 50116510, 50116600, 50117000, 50117100, 50117200, 50117300, 50118000, 50118100, 50118110, 50118200, 50118300, 50118400, 50118500, 50200000, 50210000, 50211000, 50211100, 50211200, 50211210, 50211211, 50211212, 50211300, 50211310, 50212000, 50220000, 50221000, 50221100, 50221200, 50221300, 50221400, 50222000, 50222100, 50223000, 50224000, 50224100, 50224200, 50225000, 50230000, 50231000, 50231100, 50232000, 50232100, 50232200, 50240000, 50241000, 50241100, 50241200, 50242000, 50243000, 50244000, 50245000, 50246000, 50246100, 50246200, 50246300, 50246400, 50314000, 50315000, 50330000, 50331000, 50332000, 50333000, 50333100, 50333200, 50334000, 50334100, 50334110, 50334120, 50334130, 50334140, 50334200, 50334300, 50334400, 50340000, 50341000, 50341100, 50341200, 50342000, 50343000, 50344000, 50344100, 50344200, 50400000, 50410000, 50411000, 50411100, 50411200, 50411300, 50411400, 50411500, 50412000, 50413000, 50413100, 50413200, 50420000, 50421000, 50421100, 50421200, 50422000, 50430000, 50431000, 50432000, 50433000, 50510000, 50511000, 50511100, 50511200, 50512000, 50513000, 50514000, 50514100, 50514200, 50530000, 50531000, 50531100, 50531200, 50531300, 50531400, 50531600, 50532000, 50532100, 50532200, 50532300, 50532400, 50800000, 50810000, 50820000, 50821000, 50822000, 50830000, 50840000, 50841000, 50842000, 50850000, 50860000, 50870000, 50880000, 50881000, 50882000, 50883000, 50884000, 50911000, 50911100, 50911110, 50911120, 50911130, 50911200, 50911210, 50911220, 50912100, 50913100, 50913300, 50913310, 50913400, 50913500, 50913510, 50914000, 50914100, 50914200, 50914300, 50914400, 50914500, 50914600, 50920000, 50921000, 50921100, 50922000, 50923000, 50924000, 50930000, 50931000, 50931100, 50931200, 50931300, 50931400, 50932000, 50932100, 50932200, 50933000, 50934000, 50935000, 50940000, 50941000, 50942000, 50951000, 50952000, 50952100, 50952110, 50952200, 50952400, 50952500, 50960000, 50961000, 50961100, 50961110, 50961200, 50962000, 50970000, 50971000, 50971100, 50971200, 50972000, 50973000, 50973100, 50973200, 50973300, 50973400, 50974000, 50974100, 50974200, 50974300, 50975000, 50975100, 50975200, 50975300, 50976000, 50976100, 50976200, 74732000, 74732100, 74741000, 74742000, 74743000

2

Vervoer te land (3), met inbegrip van vervoer per pantserwagen en koerier, met uitzondering van postvervoer

712 (m.u.v. 71235), 7512, 87304

55521200, 60110000, 60112000, 60112100, 60112200, 60112300, 60113000, 60113100, 60113310, 60113400, 60114000, 60115000, 60115100, 60115110, 60116000, 60116100, 60116200, 60116300, 60122110, 60122120, 60122130, 60122140, 60122150, 60122160, 60122161, 60122170, 60123100, 60123200, 60123300, 60123400, 60123500, 60123600, 64120000, 64121000, 64122000, 74612000

3

Luchtvervoer van passagiers en vracht, met uitzondering van postvervoer

73 (sauf 7321)

62110000, 62122000, 62210000, 62230000, 62300000

4

Postvervoer te land (3) en door de lucht

71235, 7321

62121000

5

Telecommunicatie

752

64200000, 64210000, 64211000, 64212000, 64213000, 64214000, 64214200, 64216000, 64216100, 64216110, 64216120, 64216130, 64216140, 64216200, 64216210, 64216300, 64221000, 64222000, 64223000, 64224000, 64225000, 64226000, 72315000, 72318000, 72511100

6

Diensten van financiële instellingen:

a)

verzekeringsdiensten

b)

bankdiensten en diensten in verband met beleggingen (4)

Ex 81, 812, 814

66000000, 66100000, 66110000, 66120000, 66130000, 66140000, 66200000, 66300000, 66310000, 66311000, 66312000, 66313000, 66314000, 6315000, 66316000, 66317000, 66320000, 66321000, 66330000, 66331000, 66332000, 66333000, 66334000, 66335000, 66370000, 66371000, 66372000, 66373000, 66374000, 66380000, 66381000, 66382000, 66340000, 66341000, 66342000, 66343000, 66343100, 66343200, 66350000, 66360000, 66383000, 66384000, 67200000, 67210000, 67211000, 67212000, 67220000, 67221000, 67230000, 67240000, 67250000, 67251000, 67260000

7

Diensten in verband met computers

84

50310000, 50311000, 50311400, 50312000, 50312100, 50312110, 50312120, 50312200, 50312210, 50312220, 50312300, 50312310, 50312320, 50312400, 50312410, 50312420, 50312500, 50312510, 50312520, 50312600, 50312610, 50312620, 50313000, 50313100, 50313200, 50316000, 50317000, 50320000, 50321000, 50322000, 50323000, 50323100, 50323200, 50324000, 50324100, 50324200, 72000000, 72100000, 72110000, 72120000, 72130000, 72140000, 72150000, 72200000, 72210000, 72211000, 72212000, 72220000, 72221000, 72222000, 72222100, 72222200, 72222300, 72223000, 72224000, 72224100, 72224200, 72225000, 72226000, 72227000, 72228000, 72230000, 72231000, 72232000, 72240000, 72241000, 72243000, 72245000, 72246000, 72250000, 72251000, 72252000, 72253000, 72253100, 72253200, 72254000, 72254100, 72260000, 72261000, 72262000, 72263000, 72264000, 72265000, 72266000, 72267000, 72268000, 72300000, 72310000, 72311000, 72311100, 72311200, 72311300, 72312000, 72312100, 72312200, 72313000, 72314000, 72315100, 72316000, 72317000, 72319000, 72320000, 72321000, 72510000, 72511000, 72511110, 72512000, 72514000, 72514100, 72514200, 72514300, 72520000, 72521000, 72521100, 72540000, 72541000, 72541100, 72550000, 72560000, 72570000, 72580000, 72590000, 72591000

8

Onderzoeks- en ontwikkelingswerk (5)

85

63368000, 73000000, 73100000, 73110000, 73111000, 73112000

9

Accountants en boekhouders

862

74121000, 74121100, 74121110, 74121112, 74121113, 74121120, 74121200, 74121210, 74121220, 74121230, 74121240, 74121250, 74541000

10

Markt- en opinieonderzoek

864

74130000, 74131000, 74131100, 74131110, 74131120, 74131121, 74131130, 74131200, 74131300, 74131400, 74131500, 74131600, 74132000, 74133000, 74423100, 74423110

11

Advies inzake bedrijfsvoering en beheer en aanverwante diensten (6)

865, 866

73200000, 73210000, 73220000, 73300000, 74121111, 74141000, 74141100, 74141110, 74141200, 74141300, 74141400, 74141500, 74141510, 74141600, 74141610, 74141620 74141700, 74141800, 74141900, 74142200, 74150000, 74871000, 90311000, 93620000

12

Diensten van architecten; diensten van ingenieurs en geïntegreerde diensten van ingenieurs bij kant-enklaar opgeleverde projecten; Diensten in verband met stedenbouw en landschapsarchitectuur; diensten in verband met aanverwante wetenschappelijke en technische adviezen; diensten

867

72242000, 72244000, 74142300, 74142310, 74220000, 74221000, 74222000, 74223000, 74224000, 74225000, 74225100, 74230000, 74231100, 74231110, 74231120, 74231130, 74231200, 74231300, 74231310, 74231320, 74231400, 74231500, 74231510, 74231520, 74231521, 74231530, 74231540, 74231600, 74231700, 74231710, 74231720, 74231721, 74231800, 74231900, 74232000, 74232100, 74232110, 74232120, 74232200, 74232210, 74232220, 74232230, 74232240, 74232300, 74232310, 74232320, 74232400, 74232500, 74232600, 74233000, 74233100, 74233200, 74233300, 74233400, 74233500, 74233600, 74233700, 74240000, 74250000, 74251000, 74252000, 74252100, 74260000, 74261000, 74262000, 74262100, 74263000, 74270000, 74271000, 74271100, 74271200, 74271210, 74271220, 74271300, 74271400, 74271500, 74271700, 74271710, 74271720, 74271800, 74272000, 74272100, 74272110, 74272111, 74272112, 74272113, 74272300, 74273000, 74273100, 74273200, 74274000, 74274100, 74274200, 74274300, 74274400, 74274500, 74275000, 74275100, 74275200, 74276000, 74276100, 74276200, 74276300, 74276400, 74300000, 74310000, 74311000, 74312000, 74312100, 74313000, 74313100, 74313110, 74313120, 74313130, 74313140, 74313141, 74313142, 74313143, 74313144, 74313145, 74313146, 74313147, 74313200, 74313210, 74313220, 74874000

13

Reclamewezen

871

74410000, 74411000, 74412000, 78225000

14

Reiniging van gebouwen en beheer van onroerend goed

874, 82201 t/m 82206

70300000, 70310000, 70311000, 70320000, 70321000, 70322000, 70330000, 70331000, 70331100, 70332000, 70332100, 70332200, 70332300, 74710000, 74720000, 74721000, 74721100, 74721210, 74721300, 74722000, 74724000, 74730000, 74731000, 74744000, 74750000, 74760000, 93411200, 93411300, 93411400

15

Uitgeven en drukken, voor een vast bedrag of op contractbasis

88442

74831530, 78000000, 78100000, 78110000, 78111000, 78112000, 78113000, 78113100, 78114000, 78114100, 78114200, 78114300, 78114400, 78115000, 78115100, 78116000, 78117000, 78118000, 78119000, 78120000, 78121000, 78122000, 78122100, 78123000, 78124000, 78125000, 78130000, 78131000, 78132000, 78133000, 78134000, 78135000, 78135100, 78136000, 78140000, 78141000, 78142000, 78150000, 78151000, 78152000, 78153000, 78160000, 78170000, 78180000, 78200000, 78210000, 78220000, 78221000, 78222000, 78223000, 78224000, 78230000, 78240000, 78300000, 78310000, 78311000, 78312000

16

Straatreiniging en afvalverzameling; afvalwaterverzameling en -verwerking en aanverwante diensten

94

71221110, 74734000, 74735000, 85142200, 90000000, 90100000, 90110000, 90111000, 90111100, 90111200, 90111300, 90112000, 90112100, 90112200, 90112210, 90112300, 90113000, 90114000, 90120000, 90121000, 90121100, 90121110, 90121120, 90121130, 90121140, 90121200, 90121300, 90121310, 90121320, 90121330, 90121340, 90121400, 90122000, 90122100, 90122110, 90122111, 90122112, 90122113, 90122120, 90122121 90122122, 90122123, 90122124, 90122130, 90122131, 90122200, 90122210, 90122220, 90122230, 90122240, 90122300, 90122310, 90122320, 90122330, 90122340, 90200000, 90210000, 90211000, 90212000, 90213000, 90220000, 90221000, 90240000, 90300000, 90310000, 90312000, 90313000, 90313100, 90313110, 90313120, 90314000, 90315000, 90315100, 90315200, 90315300, 90320000


B.   DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 33

Categorie

Benaming

CPC-indeling

CPV-indeling

17

Hotels en restaurants

64

55000000, 55100000, 55200000, 55210000, 55220000, 55221000, 55240000, 55241000, 55242000, 55243000, 55250000, 55260000, 55270000, 55300000, 55310000, 55311000, 55312000, 55320000, 55321000, 55322000, 55330000, 55400000, 55410000, 55500000, 55510000, 55511000, 55512000, 55520000, 55521000, 55521100, 55522000, 55523000, 55523100, 55524000, 93410000, 93411000

18

Vervoer per spoor

711

60111000, 60121000, 60121100, 60121200, 60121300, 60121400, 60121500, 60121600

19

Vervoer over water

72

61000000, 61100000, 61110000, 61200000, 61210000, 61220000, 61230000, 61240000, 61250000, 61400000, 63370000, 63371000, 63372000, 71221120, 71221130

20

Vervoersondersteunende activiteiten

74

62224000, 62224100, 62226000, 63000000, 63100000, 63110000, 63111000, 63112000, 63112100, 63112110, 63120000, 63121000, 63121100, 63121110, 63122000, 63200000, 63210000, 63220000, 63221000, 63222000, 63222100, 63223000, 63223100, 63223110, 63223200, 63223210, 63224000, 63225000, 63226000, 63300000, 63310000, 63311000, 63313000, 63314000, 63315000, 63320000, 63330000, 63340000, 63341000, 63341100, 63342000, 63343000, 63343100, 63344000, 63350000, 63351000, 63352000, 63353000, 63360000, 63361000, 63362000, 63363000, 63364000, 63365000, 63366000, 63366100, 63369000, 63400000, 63410000, 63420000, 63430000, 63500000, 63510000, 63511000, 63512000, 63514000, 63515000, 63516000, 63520000, 63521000, 63522000, 63523000, 63524000, 63600000, 71221140, 74322000, 93600000

21

Rechtskundige diensten

861

74110000, 74111000, 74111100, 74111200, 74112000, 74112100, 74112110, 74113000, 74113100, 74113200, 74113210, 74114000

22

Arbeidsbemiddeling (7)

872

74512000, 74522000, 95100000, 95110000, 95120000, 95130000, 95131000, 95132000, 95133000

23

Opsporing en beveiliging, met uitzondering van vervoer per pantserwagen

873 (m.u.v. 87304)

74611000, 74613000, 74614000, 74614100, 74614110, 74615000, 74620000

24

Onderwijs

92

80000000, 80100000, 80110000, 80200000, 80210000, 80211000, 80212000, 80220000, 80300000, 80310000, 80320000, 80330000, 80340000, 80400000, 80411000, 80411100, 80411200, 80412000, 80421000, 80422000, 80422100, 80423000, 80423100, 80423110, 80423120, 80423200, 80423300, 80423320, 80424000, 80425000, 80426000, 80426100, 80426200, 80427000, 80428000, 80430000, 92312212, 92312213

25

Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening

93

60113300, 74511000, 85000000, 85100000, 85110000, 85111000, 85111100, 85111200, 85111300, 85111320, 85111400, 85111500, 85111600, 85111700, 85111800, 85112000, 85112100, 85120000, 85121000, 85121100, 85121200, 85121300, 85130000, 85131000, 85131100, 85131110, 85140000, 85141000, 85141100, 85141200, 85141210, 85141211, 85141212, 85141220, 85142000, 85142100, 85142200, 85142300, 85142400, 85143000, 85144000, 85144100, 85145000, 85146000, 85146100, 85146200, 85147000, 85148000, 85149000, 85200000, 85300000, 85310000, 85311000, 85311100, 85311200, 85311300, 85312000, 85312100, 85312200, 85312300, 85312310, 85312320, 85312330, 85312400, 85320000, 85323000

26

Cultuur, sport en recreatie

96

74875000, 74875100, 74875200, 77310000, 77311000, 77313000, 77400000, 80413000, 80414000, 80415000, 92000000, 92100000, 92110000, 92111000, 92111100, 92111200, 92111210, 92111220, 92111230, 92111240, 92111250, 92111260, 92111300, 92111310, 92111320, 92112000, 92120000, 92121000, 92122000, 92130000, 92140000, 92200000, 92210000, 92211000, 92220000, 92221000, 92300000, 92310000, 92311000, 92312000, 92312100, 92312110, 92312120, 92312130, 92312140, 92312200, 92312210, 92312220, 92312230, 92312240, 92312250, 92320000, 92330000, 92331000, 92331100, 92331200, 92332000, 92340000, 92341000, 92342000, 92342100, 92342200, 92350000, 92351000, 92351100, 92351200, 92352000, 92352100, 92352200, 92360000, 92400000, 92500000, 92510000, 92511000, 92512000, 92520000, 92521000, 92521100, 92521200, 92521210, 92521220, 92522000, 92522100, 92522200, 92530000, 92531000, 92532000, 92533000, 92534000, 92600000, 92610000, 92620000, 92621000, 92622000

27

Overige diensten

 

50111100, 50232110, 50246500, 50520000, 50521000, 50522000, 50523000, 50531500, 50531510, 50700000, 50710000, 50711000, 50712000, 50720000, 50730000, 50731000, 50732000, 50732100, 50740000, 50760000, 50761000, 50762000, 50911230, 50912200, 50913200, 50915000, 50915100, 50915200, 50952300, 50977000, 52000000, 52100000, 52200000, 52300000, 52400000, 52500000, 52600000, 52700000, 52800000, 52900000, 60113200, 60200000, 60210000, 60220000, 61300000, 62221000, 62222000, 62223000, 63367000, 64110000, 64111000, 64112000, 64113000, 64114000, 64115000, 64116000, 64214100, 64214400, 65000000, 65100000, 65110000, 65120000, 65130000, 65200000, 65210000, 65300000, 65310000, 65320000, 65400000, 65410000, 65500000, 67100000, 67110000, 67120000, 67121000, 67122000, 67130000, 67140000, 67300000, 70100000, 70110000, 70111000, 70112000, 70120000, 70121000, 70121100, 70121200, 70122000, 70122100, 70122110, 70122200, 70122210, 70123000, 70123100, 70123200, 70130000, 70311100, 70311200, 70333000, 71000000, 71100000, 71110000, 71120000, 71130000, 71140000, 71150000, 71160000, 71170000, 71180000, 71181000, 71211300, 71211310, 71211320, 71211400, 71211600, 71211900, 71300000, 71310000, 71311000, 71320000, 71321000, 71321100, 71321200, 71321300, 71321400, 71330000, 71331000, 71332000, 71332100, 71332200, 71333000, 71340000, 71350000, 71360000, 71380000, 74122000, 74122100, 74122200, 74271600, 74271900, 74321000, 74321100, 74420000, 74421000, 74422000, 74423000, 74423200, 74423210, 74542000, 74543000, 74731100, 74810000, 74811000, 74811100, 74811200, 74811300, 74811310, 74811320, 74811330, 74811340, 74812000, 74813000, 74820000, 74821000, 74830000, 74831000, 74831100, 74831110, 74831200, 74831210, 74831300, 74831400, 74831500, 74831510, 74831520, 74831600, 74832000, 74832100, 74841000, 74842000, 74844000, 74850000, 74851000, 74860000, 74861000, 74870000, 74872000, 74873100, 74876000, 74877000, 75000000, 75100000, 75110000, 75111000, 75111100, 75111200, 75112000, 75112100, 75120000, 75121000, 75122000, 75123000, 75124000, 75125000, 75130000, 75131000, 75131100, 75200000, 75210000, 75211000, 75211100, 75211110, 75211200, 75211300, 75220000, 75221000, 75222000, 75230000, 75231000, 75231100, 75231200, 75231210, 75231220, 75231230, 75231240, 75240000, 75241000, 75241100, 75242000, 75242100, 75242110, 75250000, 75251000, 75251100, 75251110, 75251120, 75252000, 75300000, 75310000, 75311000, 75312000, 75313000, 75313100, 75314000, 75320000, 75330000, 75340000, 76000000, 76100000, 76110000, 76111000, 76120000, 76200000, 76210000, 76211000, 76211100, 76211200, 76300000, 76310000, 76320000, 76330000, 76340000, 76400000, 76410000, 76411000, 76420000, 76430000, 76431000, 76440000, 76450000, 76460000, 76470000, 76480000, 76490000, 76491000, 76492000, 76500000, 76510000, 76520000, 76521000, 76522000, 76530000, 76531000, 77000000, 77100000, 77110000, 77120000, 77210000, 77211000, 77211100, 77211300, 77220000, 77230000, 77330000, 77500000, 77510000, 77600000, 77610000, 77700000, 78400000, 85321000, 85322000, 90114100, 90115000, 90122132, 90123000, 90123100, 90123200, 90123300, 90230000, 91000000, 91100000, 91110000, 91120000, 91130000, 91131000, 91200000, 91300000, 91310000, 91320000, 91330000, 91331000, 91331100, 92230000, 92312211, 93100000, 93110000, 93111000, 93112000, 93120000, 93121000, 93130000, 93140000, 93150000, 93160000, 93200000, 93210000, 93211000, 93220000, 93221000, 93221100, 93221200, 93221300, 93300000, 93310000, 93320000, 93330000, 93411100, 93500000, 93510000, 93511000, 93511100, 93621000, 93700000, 93710000, 93711000, 93711100, 93711110, 93711200, 93712000, 93910000, 93930000, 93940000, 93950000, 95000000, 99000000, 99100000


(1)  In geval van verschillen tussen CPV en CPC wordt de CPC-nomenclatuur toegepast.

(2)  CPC-nomenclatuur (voorlopige versie) die gebruikt wordt om het toepassingsgebied van Richtlijn 93/38/EEG te omschrijven met betrekking tot de opdrachten voor diensten.

(3)  Met uitzondering van vervoer per spoor, dat onder categorie 18 valt.

(4)  Met uitzondering van financiële diensten betreffende de uitgifte, aankoop, verkoop en overdracht van effecten of andere financiële instrumenten. Uitgesloten zijn tevens diensten betreffende de verwerving of de huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop; de overeenkomsten betreffende financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden verstrekt, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze richtlijn onderworpen.

(5)  Met uitzondering van O&O-werk anders dan dat waarvan de resultaten in hun geheel toekomen aan de aanbestedende dienst voor gebruik ervan in de uitoefening van haar eigen werkzaamheden, voorzover de dienstverrichting volledig door de aanbestedende dienst wordt beloond.

(6)  Met uitzondering van diensten voor arbitrage en bemiddeling.

(7)  Met uitzondering van arbeidsovereenkomsten.

BIJLAGE XVIII

INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN

1.

Naam, adres, e-mailadres, telegramadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst en van de dienst waar aanvullende documentatie kan worden verkregen.

2.

Beschrijving van het ontwerp (referentienummer(s) van de nomenclatuur) .

3.

Type prijsvraag: openbaar of niet-openbaar.

4.

In geval van een openbare prijsvraag: uiterste datum voor de ontvangst van de ontwerpen.

5.

In geval van een niet-openbare prijsvraag:

a)

beoogd aantal deelnemers, of minimum- en maximumaantal;

b)

indien van toepassing, namen van reeds geselecteerde deelnemers;

c)

criteria voor de selectie van de deelnemers;

d)

uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming.

6.

Indien van toepassing, vermelding of de deelneming aan een bepaalde beroepsgroep is voorbehouden.

7.

Criteria die bij de beoordeling van de ontwerpen zullen worden gehanteerd.

8.

Indien van toepassing, namen van de geselecteerde juryleden.

9.

Vermelding of de beslissing van de jury bindend is voor de aanbestedende dienst.

10.

Indien van toepassing, aantal prijzen en waarde ervan.

11.

Indien van toepassing, nadere gegevens over vergoedingen aan alle deelnemers.

12.

Vermelding of de winnaars recht hebben op eventuele vervolgopdrachten.

13.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

14.

Datum van verzending van de aankondiging

15.

Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen.

16.

Andere relevante inlichtingen.

BIJLAGE XIX

INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN UITSLAGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN

1.

Naam, adres, telegramadres, telefoon-, telex- en faxnummer van de aanbestedende dienst.

2.

Beschrijving van het ontwerp (referentienummer(s) van de nomenclatuur) .

3.

Totaal aantal deelnemers.

4.

Aantal buitenlandse deelnemers.

5.

Winnaar(s) van de prijsvraag.

6.

Indien van toepassing, toegekende prijs of prijzen.

7.

Andere inlichtingen.

8.

Verwijzing naar de aankondiging van de prijsvraag.

9.

Naam en adres van de instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor het instellen van een beroep, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer, faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden verkregen.

10.

Datum van verzending van de aankondiging.

11.

Datum van ontvangst van de aankondiging door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen.

BIJLAGE XX

SPECIFICATIES BETREFFENDE DE BEKENDMAKING

1.

Bekendmaking van de aankondigingen

a)

De in de artikelen 42, 43, 44 en 64 bedoelde aankondigingen worden door de aanbestedende diensten aan het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen toegezonden in het formaat dat is voorgeschreven bij Richtlijn 2001/78/EG van de Commissie van 13 september 2001 betreffende het gebruik van de standaardformulieren bij de bekendmaking van aankondigingen van overheidsopdrachten. In de in artikel 41, lid 1, eerste alinea, bedoelde vooraankondigingen via een kopersprofiel zoals bedoeld in punt 2, onder b), alsmede in de aankondiging van deze bekendmaking, wordt ook dit formaat gebruikt.

b)

De in de artikelen 42, 43, 44 en 64 bedoelde aankondigingen worden bekendgemaakt door het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen of door de aanbestedende diensten in geval van periodieke aankondigingen via een kopersprofiel overeenkomstig artikel 42, lid 1, eerste alinea.

De aanbestedende diensten kunnen deze informatie bovendien via een „kopersprofiel” zoals bedoeld in punt 2, onder b), op het internet bekendmaken.

c)

Het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen zendt de aanbestedende dienst de bevestiging van de bekendmaking zoals bedoeld in artikel 45, lid 7.

2.

Bekendmaking van aanvullende of bijkomende informatie

a)

De aanbestedende diensten wordt aangeraden het volledige bestek en de volledige aanvullende documentatie op het internet bekend te maken.

b)

Het kopersprofiel kan periodieke indicatieve aankondigingen, als bedoeld in artikel 42, lid 1, eerste alinea, bevatten alsmede informatie over lopende aanbestedingsprocedures, voorgenomen aankopen, geplaatste opdrachten, geannuleerde procedures, alsmede alle nuttige algemene informatie, zoals het contactpunt, een telefoon- en faxnummer, een postadres en een e-mailadres.

3.

Formaat en wijze voor de elektronische verzending van aankondigingen

Het formaat en de wijze voor de elektronische verzending van aankondigingen zijn op te vragen op internetadres „http://simap.eu.int”.

BIJLAGE XXI

DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES

In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1.

a)

„technische specificatie”, in geval van opdrachten voor leveringen of voor diensten: een specificatie die voorkomt in een document ter omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of een dienst, zoals het niveau van kwaliteit, het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten) en overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, gebruik, veiligheid, of afmetingen van het product, met inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake handelsbenaming, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocédés en -methoden, en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures;

b)

„technische specificaties”, in geval van opdrachten voor werken: alle technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in het bestek, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van een materiaal, een product of een levering en aan de hand waarvan een materiaal, een product of een levering zodanig kan worden omschreven dat dit beantwoordt aan het gebruik waarvoor het door de aanbestedende dienst is bestemd. Tot deze kenmerken behoren ook het niveau van milieuvriendelijkheid, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten), en de overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, veiligheid, of afmetingen, met inbegrip van kwaliteitsborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen en productieprocessen en -methoden. Zij omvatten eveneens de voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, de voorwaarden voor proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de aanbestedende dienst bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld;

2.

„norm”: een technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling voor herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming niet verplicht is en die tot een van de volgende categorieën behoort:

internationale normen, dat wil zeggen normen die door een internationale normalisatieinstelling worden aangenomen en ter beschikking van het publiek worden gesteld;

Europese normen, dat wil zeggen normen die door een Europese normalisatie-instelling worden aangenomen en ter beschikking van het publiek worden gesteld;

nationale normen, dat wil zeggen normen die door een nationale normalisatie-instelling worden aangenomen en ter beschikking van het publiek worden gesteld;

3.

„Europese technische goedkeuring”: op de bevinding dat aan de essentiële eisen wordt voldaan gebaseerde, gunstig uitgevallen technische beoordeling waarbij een product, gezien zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik ervan vastgestelde voorwaarden, geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor bouwdoeleinden. De Europese technische goedkeuring wordt afgegeven door de te dien einde door de lidstaat erkende instelling;

4.

„gemeenschappelijke technische specificaties”: technische specificaties die zijn opgesteld volgens een door de lidstaten erkende procedure die in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt;

5.

„technisch referentiekader”: ieder ander product dan de officiële normen, dat door de Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de ontwikkeling van de markt zijn aangepast.

BIJLAGE XXII

OVERZICHT VAN DE IN ARTIKEL 46 BEDOELDE TERMIJNEN

Openbare procedures

Termijn voor de ontvangst van inschrijvingen — zonder periodieke indicatieve aankondiging

Termijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 7, eerste alinea

Uitwerking lid 7, tweede alinea

52

45

47

40

geen

geen

Met bekendmaking van een periodieke indicatieve aankondiging

A:

Algemene termijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 7, eerste alinea

Uitwerking lid 7, tweede alinea

36

29

31

24

geen

geen

B:

Minimumtermijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 7, eerste alinea

Uitwerking lid 7, tweede alinea

22

15

17

10

De termijn van 10 dagen wordt weer vastgesteld op 15 dagen.

De termijn van 17 dagen wordt weer vastgesteld op 22 dagen.


Niet-openbare procedures en procedures van gunning via onderhandelingen

Termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming

Algemene termijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 8, eerste alinea

Uitwerking lid 8, tweede alinea

37

30

niet van toepassing (n.v.t.)

n.v.t.

geen

n.v.t.

Minimumtermijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 8, eerste alinea

Uitwerking lid 8, tweede alinea

22

15

n.v.t.

n.v.t.

geen

n.v.t.

Minimumtermijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 8, eerste alinea

Uitwerking lid 8, tweede alinea

15

8

n.v.t.

n.v.t.

De termijn van 8 dagen wordt weer vastgesteld op 15 dagen.

n.v.t.

Termijn voor de ontvangst van inschrijvingen

A:

Algemene termijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 8, eerste alinea

Uitwerking lid 8, tweede alinea

24

n.v.t.

19

n.v.t.

n.v.t.

geen

B:

Minimumtermijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 8, eerste alinea

Uitwerking lid 8, tweede alinea

10

n.v.t.

5

n.v.t.

n.v.t.

De termijn van 5 dagen wordt weer vastgesteld op 10 dagen.

C:

In overleg vastgestelde termijn

Elektronische verzending van de aankondiging

Bestek elektronisch beschikbaar

Elektronische verzending plus „elektronisch” bestek

Uitwerking lid 8, eerste alinea

Uitwerking lid 8, tweede alinea

 

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

BIJLAGE XXIII

LIJST VAN INTERNATIONALE ARBEIDSNORMEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 60, LID 3, ONDER D)

De belangrijkste internationale basisarbeidsnormen in de zin van artikel 60, lid 3, onder d) zijn in de volgende IAO-Verdragen opgenomen:

Verdrag 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht;

Verdrag 98 betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen;

Verdrag 29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid;

Verdrag 105 betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid;

Verdrag 138 betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces;

Verdrag 111 betreffende discriminatie in arbeid en beroep;

Verdrag 100 betreffende gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde;

Verdrag 182 over de ernstigste vormen van kinderarbeid .

BIJLAGE XXIV

EISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN INSCHRIJVINGEN/AANVRAGEN TOT DEELNEMING OF ERKENNING EN PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN

De middelen voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen/aanvragen tot deelneming of erkenning en plannen en ontwerpen bij prijsvragen moeten door passende technische voorzieningen en procedures tenminste de waarborg bieden dat

a)

elektronische handtekeningen met betrekking tot inschrijvingen/aanvragen tot deelneming of erkenning en toezending van plannen en ontwerpen met toepassing van Richtlijn 1999/93/EG aan de nationale wetgeving voldoen;

b)

het exacte tijdstip en de exacte datum van ontvangst van inschrijvingen, aanvragen tot deelneming of erkenning en plannen en ontwerpen precies kunnen worden vastgesteld;

c)

redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand vóór de opgegeven uiterste data toegang kan hebben tot de op grond van onderhavige eisen verstrekte informatie;

d)

in geval van een inbreuk op dit toegangsverbod redelijkerwijs kan worden verzekerd dat de inbreuk duidelijk opspoorbaar is;

e)

alleen de daartoe gemachtigde personen de data voor het openen van de ingediende informatie kunnen vaststellen of wijzigen;

f)

tijdens de verschillende fasen van de erkenningsprocedure, de gunningsprocedure of de prijsvraag alleen een gelijktijdig optreden van de daartoe gemachtigde personen toegang kan geven tot het geheel of een gedeelte van de verstrekte informatie;

g)

het gelijktijdig optreden van de gemachtigde personen slechts na de opgegeven datum toegang tot de verstrekte informatie kan geven;

h)

de met toepassing van de onderhavige eisen ontvangen en openbaar gemaakte informatie slechts toegankelijk blijft voor de tot inzage gemachtigde personen.

BIJLAGE XXV

UITERSTE TERMIJNEN VOOR OMZETTING EN TOEPASSING

Richtlijn

Uiterste termijn voor omzetting

Uiterste termijn voor toepassing

93/38/EEG (PB L 199 van 9.8.1993, blz. 84)

1.7.1994

Spanje: 1.1.1997; Griekenland en Portugal: 1.1.1998

98/4/EG (PB L 101 van 1.4.1998, blz. 1)

16.2.1999

Griekenland en Portugal: 16.2.2000

BIJLAGE XXVI

CONCORDANTIETABEL (1)

Deze richtlijn

Richtlijn 93/38/EEG

 

Artikel 1(1)

Artikel 1(1), 1e zin

 

Artikel 1(2)(a)

Artikel 1(4), 1e zin,

Aangepast

Artikel 1(2)(b), 1e zin

Artikel 1(4)(b), 1e zin

Gewijzigd

Artikel 1(2)(b), 2e zin

Artikel 14(10), 2e zin

Aangepast

Artikel 1(2)(c), 1e alinea

Artikel 1(4)(a)

Aangepast

Artikel 1(2)(c), 2e alinea

 

Nieuw

Artikel 1(2)(d), 1e alinea

Artikel 1(4)(c), 1e deel

Aangepast

Artikel 1(2)(d), 2e alinea

Artikel 1(4), 2e alinea

Aangepast

Artikel 1(2)(d), 3e alinea

 

Nieuw

Artikel 1(3)(a)

 

Nieuw

Artikel 1(3)(b)

 

Nieuw

Artikel 1(4)

Artikel 1(5)

Aangepast

Artikel 1(5)

 

Nieuw

Artikel 1(6)

 

Nieuw

Artikel 1(7), 1e alinea

Artikel 1(6), in fine

Gewijzigd

Artikel 1(7), 2e alinea

 

Nieuw

Artikel 1(7), 3e alinea

Artikel 1(6), 1e zin

Aangepast

Artikel 1(8)

 

Nieuw

Artikel 1(9),(a) tot (c)

Artikel 1(7)

Aangepast

Artikel 1(9),(d)

Artikel 1(16),

Aangepast

Artikel 1(10)

 

Nieuw

Artikel 1(11)

Nieuw

 

Artikel 1(12)

 

Nieuw

 

Artikel 1(14) en (15)

Geschrapt

Artikel 2(1)(a)

Artikel 1(1)

 

Artikel 2(1)(b)

Artikel 1(2)

 

Artikel 2(2)

Artikel 2(1)

Aangepast

Artikel 2(3)

Artikel 2(3)

Gewijzigd

Artikel 3(1)

Artikel 2(2)(a)(iii)

Aangepast

Artikel 3(2)

Artikel 2(5)(b)

Aangepast

Artikel 3(3)

Artikel 2(2)(a)(ii)

Aangepast

Artikel 3(4)

Artikel 2(5)(a)

Aangepast

Artikel 4(1)

Artikel 2(2)(a)(i)

Aangepast

Artikel 4(2)

Artikel 6(2)

Aangepast

Artikel 4(3)

Artikel 2(5)(a)

Aangepast

Artikel 5(1)

Artikel 2(2)(c)

Gewijzigd

Artikel 5(2)

Artikel 2(4)

Gewijzigd

Artikel 6

 

Nieuw

Artikel 7

Artikel 2(2)(b)

 

 

Artikel 2(2)(d)

Geschrapt

Artikel 8

Artikel 2(6)

Gewijzigd

Artikel 9

 

Nieuw

Artikel 10

Artikel 4(2)

Gewijzigd

Artikel 11

 

Nieuw

Artikel 12(1), 1e alinea

Artikel 33(2)

 

Artikel 12(1), 2e alinea

Artikel 33(3)

Gewijzigd

Artikel 12(2)

Artikel 33(1)

Gewijzigd

Artikel 13

Artikel 42a

 

Artikel 14(1)

Artikel 4(3)

 

Artikel 14(2)

Artikel 4(4)

Gewijzigd

Artikel 15

Artikel 5

 

Artikel 16

 

Nieuw

Artikel 17

Artikel 14, alinea 1

Gewijzigd

Artikel 18(1)

Artikel 14(2) en (6)

Gewijzigd

Artikel 18(2)

Artikel 14, alinea 13

Aangepast

Artikel 18(3)

Artikel 14, alinea 9

Gewijzigd

Artikel 18(4)

Artikel 14, alinea 11

Aangepast

Artikel 18(5)

Artikel 14, alinea 12

Aangepast

Artikel 18(6)(a), 1e alinea

Artikel 14(10), 3e zin

Gewijzigd

Artikel 18(6)(a), 2e alinea

Artikel 14, alinea 10, 2e alinea, 2e zin

Aangepast

Artikel 18(6)(a), 3e alinea

Artikel 14, alinea 10, 2e alinea, 3e zin

Gewijzigd

Artikel 18(6)(b), 1e alinea

Artikel 14(10), 2e alinea, 1e zin

Gewijzigd

Artikel 18(6)(b), 2e alinea

Artikel 14(10), 2e alinea, 2e zin

Aangepast

Artikel 18(6)(b), 3e alinea

 

Nieuw

Artikel 18(7)

Artikel 14, alinea 7

Gewijzigd

Artikel 18(8)

Artikel 14(8)

 

Artikel 18(9)

Artikel 14, alinea 4

Gewijzigd

Artikel 18(10)

Artikel 14, alinea 3

Gewijzigd

Artikel 18(11)

Artikel 14(5)

 

Artikel 19

 

Nieuw

Artikel 20

Artikel 7

 

Artikel 21

Artikel 6(1) en (3)

Aangepast

Artikel 22

Artikel 10

 

Artikel 23(a)

Artikel 12, 1

Gewijzigd

Artikel 23(b)

Artikel 12, 2

 

Artikel 23(c)

Artikel 12, 3

 

Artikel 24(1)

Artikel 1(3)

 

Artikel 24(2)

Artikel 13(1), 1e alinea, onder (a) en (b)

Gewijzigd

Artikel 24(3), 1e alinea, onder a

Artikel 13(1), 1e alinea in fine

Gewijzigd

Artikel 24, 1e alinea, onder b en c

 

Nieuw

Artikel 24(3), 2e alinea

 

Nieuw

Artikel 24(3), 3e alinea

Artikel 13(1), 2e alinea

Gewijzigd

Artikel 24(4)(a)

Artikel 13(1), 1e alinea, onder b

Gewijzigd

Artikel 24(4)(b)

 

Nieuw

Artikel 24(4) in fine

 

Nieuw

Artikel 24(5)

Artikel 13(2)

Gewijzigd

Artikel 25(a)

Artikel 1, alinea 4,c,i

 

Artikel 25(b)

Artikel 1, alinea 4,c,iii

 

Artikel 25(c)

Artikel 1, alinea 4,c,iv

Gewijzigd

Artikel 25(d)

Artikel 1, alinea 4,c,v

 

Artikel 25(e)

Artikel 1, alinea 4,c,vi

 

 

Artikel 1, alinea 4,c,ii en bijlage XVI A, voetnoot 2

Geschrapt

Artikel 26

Artikel 11

Gewijzigd

Artikel 27(a)

Artikel 9, alinea 1,a

Aangepast

Artikel 28(b)

Artikel 9, alinea 1,b

Aangepast

 

Artikel 9, alinea 2

Geschrapt

 

Artikel 3, alinea1

Geschrapt

Artikel 28

Artikel 3, alinea 2

Gewijzigd

 

Artikel 3, alinea 3 tot 5

Geschrapt

Artikel 29

 

Nieuw

Artikel 30

 

Nieuw

Artikel 31

 

Nieuw

 

Artikel 8

Geschrapt

Artikel 32

Artikel 15

Aangepast

Artikel 33

Artikel 16

 

Artikel 34

Artikel 17

 

Artikel 35

Artikel 18 en artikel 34(4)

Gewijzigd

Artikel 36

Artikel 19

Aangepast

Artikel 37 alinea 1

Artikel 34, alinea 3

Gewijzigd

Artikel 37(2)

 

Nieuw

Artikel 38

Artikel 27

Gewijzigd

Artikel 39

 

Nieuw

Artikel 40(1)

Artikel 29(1)

Gewijzigd

Artikel 40(2)

Artikel 29(2)

 

Artikel 41(1)

Artikel 4, alinea 1

 

Artikel 41(2) en (3)

Artikel 20, alinea 1 en 2

 

Artikel 42(1), 1e alinea

Artikel 22, alinea 1

Gewijzigd

Artikel 42(1), 2e tot 6e alinea

 

Nieuw

Artikel 42(2)

Artikel 22, alinea 4

 

Artikel 42(3)

Artikel 30, alinea 9

Aangepast

Artikel 43(1)

Artikel 21, alinea 1

 

Artikel 43(2)

 

Nieuw

Artikel 43(2)(a) en (b)

Artikel 21, alinea 2,a en b

Aangepast

Artikel 43(2)(c), 1e zin

Artikel 22, alinea 3, 1e zin

 

Artikel 43(2)(c), 2e zin

Artikel 22, alinea 3, 2e zin

 

Artikel 44(1)

Artikel 24, alinea 1

Gewijzigd

Artikel 44(2)

Artikel 24, alinea 2

Aangepast

Artikel 44(3)

Artikel 24, alinea 3, 1e to 3e zins

Aangepast

Artikel 44(4)

Artikel 24, alinea 3, 4e zin

Aangepast

Artikel 44(5)

Artikel 24, alinea 4

Aangepast

Artikel 45(1)

 

Nieuw

Artikel 45(2)

 

Nieuw

Artikel 45(3), 1e alinea

 

Nieuw

Artikel 45(3), 2e alinea, 1e zin

Artikel 25 (3), 1e zin

Gewijzigd

Artikel 45(3), 2e alinea, 2e zin

Artikel 25(3), 2e zin

Aangepast

Artikel 45(4), 1e alinea

Artikel 25(2)

Gewijzigd

Artikel 45(4), 2e alinea

Artikel 25(4)

 

Artikel 45(5)

Artikel 25(5)

Gewijzigd

Artikel 45(6)

Artikel 25(1)

 

Artikel 45(7)

 

Nieuw

Artikel 45(8)

 

Nieuw

 

Artikel 25, alinea 3, 3e zin

Geschrapt

Artikel 46(1)

 

Nieuw

Artikel 46(2)

Artikel 26(1), 1e alinea, 1e zin

 

Artikel 46(3)

Artikel 26, alinea 2

Aangepast

Artikel 46(4)

Artikel 26(1), 2e en 3e zin

Aangepast

Artikel 46(5) tot (8)

 

Nieuw

Artikel 46(9)

Artikel 28(3)

Gewijzigd

Artikel 46(10)

 

Nieuw

Artikel 47(1)

Artikel 28, alinea 1

Gewijzigd

Artikel 47(2)

Artikel 28, alinea 2

Gewijzigd

Artikel 48(1), 1e zin

Artikel 28(4), 1e zin

 

Artikel 48(1), 2e zin, 1e indent

 

Nieuw

Artikel 48(1), 2e zin, 2e indent

Artikel 28(4), 2e zin

Gewijzigd

Artikel 48(2)

 

Nieuw

Artikel 48(3)

Artikel 28(2)

Gewijzigd

Artikel 48(4), a tot d

Artikel 28(4), a tot d en f

Aangepast

 

Artikel 28(4)(f)

Geschrapt

Artikel 48(4)(e)

Artikel 28, alinea 4,e

Gewijzigd

Artikel 48(4)(f)

 

Nieuw

Artikel 48(5), a tot h

Artikel 21, alinea 2,c

Aangepast

Artikel 48(3), i

 

Nieuw

Artikel 49(1)

Artikel 28, alinea 6 1e en 2e zin en 1e indent

Gewijzigd

Artikel 49(2)

 

Nieuw

Artikel 49(3)

Artikel 28(6), 2e en 4e indent

Gewijzigd

Artikel 49(4)

 

Nieuw

Artikel 49(5)

 

Nieuw

Artikel 49(6)

Artikel 28(5)

Gewijzigd

Artikel 49(7)

 

Nieuw

Artikel 50(1)

Artikel 41(3)

Gewijzigd

Artikel 50(2), 1e alinea

Artikel 41(4), 1e alinea

Gewijzigd

Artikel 50(2), 2e alinea

Artikel 41(2), 2e alinea

Aangepast

Artikel 50(3)

Artikel 30(4)

 

Artikel 50(4)

Artikel 30(6)

Gewijzigd

Artikel 50(5)

Artikel 30(8)

Gewijzigd

Artikel 51(1)

Artikel 41(1)

Gewijzigd

Artikel 51(2)

Artikel 41(2)

 

Artikel 52

 

Nieuw

Artikel 53(1)

Artikel 30(5)

Gewijzigd

Artikel 53(2)

Artikel 32

Gewijzigd

Artikel 53(3)

 

Nieuw

Artikel 54(1)

Artikel 30(1)

 

Artikel 54(2)

Artikel 30(2)

Gewijzigd

Artikel 54(3)

 

Nieuw

Artikel 54(4)

 

Nieuw

Artikel 54(5)

 

Nieuw

Artikel 54(6)

Artikel 30(3)

 

Artikel 54(7)

Artikel 30(7)

 

Artikel 54(8)

 

Nieuw

Artikel 54(9)

Artikel 21, alinea 3

 

 

Artikel 21, alinea 5

Geschrapt

Artikel 55(1)

 

Nieuw

Artikel 55(2)

Artikel 31(1)

 

Artikel 55(3)

Artikel 31, alinea 3

Aangepast

Artikel 55(4), 1e alinea

Artikel 31, alinea 2

Aangepast

Artikel 55(4), 2e alinea

 

Nieuw

Artikel 55(5)

 

Nieuw

Artikel 55(6)

 

 

Artikel 56(1)

Artikel 34, alinea 1

 

Artikel 56(2)

Artikel 34, alinea 2

Gewijzigd

 

Artikel 35, alinea 1 en 2

Geschrapt

Artikel 57

 

Nieuw

Artikel 58(1) en (2)

Artikel 34(5), 1e en 2e alinea

Gewijzigd

Artikel 58(3)

Artikel 34(5), 3e alinea

Gewijzigd

Artikel 59(1) en (2)

Artikel 36(1) en (2)

 

Artikel 59(3)

Artikel 36(3) en (4)

Aangepast

Artikel 59(4) en (5)

Artikel 36(5) en (6)

 

Artikel 60

Artikel 37

Aangepast

Artikel 61(1)

Artikel 23(3)

 

Artikel 61(2)

Artikel 23(4)

 

Artikel 62(1) en (2)

Artikel 23(1) en (2)

Gewijzigd

Artikel 63(1)

Artikel 6(1), artikel 12

Gewijzigd

Artikel 63(2)

 

Nieuw

Artikel 64(1), 1e alinea

Artikel 21(4)

Gewijzigd

Artikel 64(1), 2e alinea

Artikel 24(1) en (2), 2e zin

Aangepast

Artikel 64(2)

Artikel 25

Gewijzigd

Artikel 65

 

Nieuw

Artikel 66(1)

Artikel 4(1)

Aangepast

Artikel 66(2)

Artikel 23(5)

 

Artikel 66(3)

Artikel 23(6), 1e alinea

 

Artikel 67

Artikel 23(6), 2e alinea

Gewijzigd

Artikel 68

Artikel 42

Gewijzigd

 

Artikel 39

Geschrapt

Artikel 69(1)

Artikel 40(5)

Gewijzigd

Artikel 69(2)

 

Nieuw

Artikel 69(3)

 

Nieuw

Artikel 70(1), 1e alinea

Artikel 14(15), 1e zin

Gewijzigd

Artikel 70(1), 2e alinea

Artikel 14(15), 2e zin

Gewijzigd

Artikel 70(2), 1e alinea

 

Nieuw

Artikel 70(2), 2e alinea

Artikel 14(14), 1e en 2e zin

Gewijzigd

Artikel 70(3)

Artikel 14(14), 3e zin en (15), 3e zin

Aangepast

Artikel 71(1), onder a

Artikel 40(1)

Gewijzigd

Artikel 71(1), onder b

Artikel 40(2)

Aangepast

Artikel 71(1), onder c

Artikel 40(3)

Gewijzigd

Artikel 71(1), onder d

Artikel 40(3)

Gewijzigd

Artikel 71(1), onder e

 

Nieuw

Artikel 71(1), onder f, g en h

 

Nieuw

Artikel 71(1), onder i

Artikel 40(2) en 42(2)

Aangepast

Artikel 71(1), onder j

Artikel 14(16)

Aangepast

 

Artikel 40 alinea 4

Geschrapt

 

Artikel 43 en artikel 44

Geschrapt

Bijlage I

Bijlage III

Aangepast

Bijlage II

Bijlage II

Aangepast

Bijlage III

Bijlage I

Aangepast

Bijlage IV

Bijlage VI

Aangepast

Bijlage V

Bijlage VII

Aangepast

Bijlage VI

 

Nieuw

Bijlage VII

Bijlage IV

Aangepast

Bijlage VIII

Bijlage V

Aangepast

Bijlage IX

Bijlage IX

Aangepast

Bijlage X

Bijlage VIII

Aangepast

Bijlage XI

 

Nieuw

Bijlage XII

Bijlage XI

Aangepast

Bijlage XIII, A tot C

Bijlage XII

Gewijzigd

Bijlage XIII, D

 

Nieuw

Bijlage XIV

Bijlage XIII

Gewijzigd

Bijlage XV, A

Bijlage XIV

Gewijzigd

Bijlage XV, B

 

Nieuw

Bijlage XVI

Bijlage XV

Gewijzigd

Bijlage XVII A

Bijlage XVI A

Gewijzigd

Bijlage XVII B

Bijlage XVI B

Aangepast

Bijlagen XVIII en XIX

Bijlagen XVII en XVIII

Gewijzigd

Bijlage XX, onder 1, a

 

Nieuw

Bijlage XX, onder 1.b

Artikel 25, alinea 2

Gewijzigd

Bijlage XX, onder 1.c

 

Nieuw

Bijlage XX, onder 2 en 3

 

Nieuw

Bijlage XXI, onder 1

Artikel 1, alinea 8

Gewijzigd

Bijlage XXI, onder 2, 1e zin

Artikel 1, alinea 9

Aangepast

Bijlage XXI, onder 2, 1e indent

 

Nieuw

Bijlage XXI, onder 2, 2e indent

Artikel 1, alinea 10

Gewijzigd

Bijlage XXI, onder 2, 3e indent

 

Nieuw

Bijlage XXI, onder 3

Artikel 1, alinea 12

Gewijzigd

Bijlage XXI, onder 4

Artikel 1, alinea 11

 

 

Artikel 1, alinea 13

Geschrapt

Bijlage XXII

 

Nieuw

Bijlage XXIII

 

Nieuw

Bijlage XXIV

 

Nieuw

Bijlage XXV

 

Nieuw

Bijlage XXVI

 

Nieuw


(1)  „Aangepast” betekent dat de tekst licht gewijzigd is, maar qua inhoud die van de ingetrokken richtlijn weerspiegelt. Ingeval van inhoudelijke wijzigingen wordt „gewijzigd” gebruikt.

P5_TA(2003)0314

Genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (5204/3/2003 — C5-0133/2003 — 2001/0173(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5204/3/2003 — C5-0133/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 425) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 559) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0202/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 113 E van 13.5.2003, blz. 31.

(2)  P5_TA(2002)0354.

(3)  PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 221.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC2-COD(2001)0173

STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 37 en 95 en artikel 152, lid 4, onder b),

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het vrije verkeer van veilige en gezonde levensmiddelen en diervoeders is een wezenlijk aspect van de interne markt, dat een aanzienlijke bijdrage levert tot de gezondheid en het welzijn van de burgers en hun sociale en economische belangen.

(2)

Bij de uitvoering van het beleid van de Gemeenschap dient een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens te worden gewaarborgd.

(3)

Ter bescherming van de gezondheid van mens en dier dienen levensmiddelen en diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit genetisch gemodificeerde organismen bestaan of daarmee zijn geproduceerd (hierna „genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders” genoemd), door middel van een communautaire procedure aan een veiligheidsbeoordeling te worden onderworpen alvorens zij in de Gemeenschap in de handel worden gebracht.

(4)

Verschillen tussen nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de beoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders kunnen een belemmering vormen voor het vrije verkeer van deze producten en daardoor de concurrentie vervalsen.

(5)

Bij Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten (5) is een vergunningsprocedure voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen ingesteld waarbij de lidstaten en de Commissie zijn betrokken. Deze procedure dient gestroomlijnd te zijn en transparanter gemaakt te worden.

(6)

Verordening (EG) nr. 258/97 voorziet tevens in een kennisgevingsprocedure voor nieuwe levensmiddelen die wezenlijk gelijkwaardig zijn aan bestaande levensmiddelen. Hoewel wezenlijke gelijkwaardigheid een belangrijk element van de veiligheidsbeoordeling van genetisch modificeerde levensmiddelen is, volstaat dit niet als veiligheidsbeoordeling op zich. Omwille van de duidelijkheid en transparantie en ter verkrijging van een geharmoniseerd kader voor de toelating van genetisch gemodificeerde levensmiddelen dient deze kennisgevingsprocedure voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen te worden afgeschaft.

(7)

Diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) bestaan, zijn tot dusverre onderworpen aan de vergunningsprocedures van de Richtlijn 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 (6) en 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu (7). Er bestaat geen vergunningsprocedure voor met GGO's geproduceerde diervoeders. Daarom dient er één doeltreffende, transparante communautaire vergunningsprocedure te komen voor diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan of daarmee zijn geproduceerd.

(8)

De bepalingen van deze verordening zijn ook van toepassing op voeders voor niet voor de voedselproductie bestemde dieren.

(9)

De nieuwe vergunningsprocedures voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders dienen te berusten op de nieuwe beginselen die zijn ingevoerd bij Richtlijn 2001/18/EG. Voorts dienen zij gebruik te maken van het nieuwe kader voor risicobeoordeling met het oog op de voedselveiligheid dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (8). Er mag dus pas vergunning worden verleend voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders nadat er een wetenschappelijke beoordeling van het hoogste niveau onder verantwoordelijkheid van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid heeft plaatsgevonden van de risico's die de bedoelde producten inhouden voor de gezondheid van mens en dier en in voorkomend geval voor het milieu. Bedoelde wetenschappelijke beoordeling dient te worden gevolgd door een risicomanagementbeslissing van de Gemeenschap volgens een regelgevingsprocedure waarbij de Commissie en de lidstaten nauw samenwerken.

(10)

De ervaring heeft geleerd dat wanneer een product waarschijnlijk zowel voor menselijke voeding als voor diervoeding zal worden gebruikt, er niet voor slechts één van deze twee toepassingen een vergunning dient te worden verleend. Daarom mag voor dergelijke producten pas een vergunning worden verleend wanneer zij aan de toelatingscriteria voor zowel levensmiddelen als diervoeders voldoen.

(11)

Krachtens deze verordening kan een vergunning worden verleend voor het gebruik van een GGO als grondstof voor de productie van menselijke voeding of diervoeding, voor producten voor gebruik voor menselijke voeding of diervoeding die geheel of gedeeltelijk uit dat GGO bestaan of ermee zijn geproduceerd, of voor levensmiddelen of diervoeders die met een GGO zijn geproduceerd. Dit betekent dat wanneer voor een GGO dat voor de productie van levensmiddelen of diervoeders wordt gebruikt, krachtens deze verordening een vergunning is verleend, geen vergunning krachtens deze verordening benodigd is voor levensmiddelen en/of diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit dat GGO bestaan of ermee zijn geproduceerd, maar dat die wel moeten voldoen aan de eisen die in de vergunning betreffende het betrokken GGO zijn vastgesteld. Verder zijn levensmiddelen waarvoor krachtens deze verordening een vergunning is verleend, vrijgesteld van de voorschriften van Verordening (EG) nr. 258/97, tenzij zij tot een of meer van de in artikel 1, lid 2, onder a), van die verordening vastgestelde categorieën behoren ten aanzien van een kenmerk dat bij de vergunningverlening krachtens deze verordening niet in beschouwing is genomen.

(12)

Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (9), voorziet in de toelating van additieven voor levensmiddelen. Naast deze toelatingsprocedure dienen levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk uit een GGO bestaan of daarmee zijn geproduceerd, tevens onder deze verordening te vallen wat betreft de veiligheidsbeoordeling van de genetische modificatie, terwijl de definitieve vergunning wordt verleend volgens de procedure van Richtlijn 89/107/EEG.

(13)

Aroma's die vallen onder Richtlijn 88/388/EEG van de Raad van 22 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake aroma's voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma's (10), en die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan of daarmee zijn geproduceerd dienen tevens onder deze verordening te vallen wat betreft de veiligheidsbeoordeling van de genetische modificatie.

(14)

Richtlijn 82/471/EEG van de Raad van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten (11), voorziet in een toelatingsprocedure voor voedermiddelen die worden geproduceerd met behulp van verschillende technologieën die een risico voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu kunnen inhouden. Wanneer deze voedermiddelen geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan of daarmee zijn geproduceerd, dienen zij onder deze verordening te vallen in plaats van onder genoemde richtlijn.

(15)

Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de diervoeding (12), voorziet in een vergunningsprocedure voor het in de handel brengen van toevoegingsmiddelen die in diervoeders worden gebruikt. Naast deze vergunningsprocedure dienen toevoegingsmiddelen voor diervoeding die geheel of gedeeltelijk uit een GGO bestaan of daarmee zijn geproduceerd, tevens onder deze verordening te vallen.

(16)

Deze verordening dient van toepassing te zijn op levensmiddelen en diervoeders die „met” een GGO zijn geproduceerd, maar niet op levensmiddelen en diervoeders die „met behulp van” een GGO zijn geproduceerd. Bepalend hiervoor is of er in het levensmiddel, respectievelijk diervoeder nog materiaal aanwezig is dat van het genetisch gemodificeerde uitgangsmateriaal is afgeleid. Technische hulpstoffen die alleen gedurende het productieproces van levensmiddelen of diervoeders worden gebruikt, vallen niet onder de definitie van levensmiddelen of diervoeders en zijn daarom van het toepassingsgebied van deze verordening uitgesloten. Hetzelfde geldt voor levensmiddelen en diervoeders die zijn vervaardigd met behulp van een genetisch gemodificeerde technische hulpstof die onder deze richtlijn valt. Dat betekent dat producten van dieren die met genetisch gemodificeerd diervoeder gevoerd zijn of met genetisch gemodificeerde geneesmiddelen zijn behandeld, niet onder de voorschriften inzake vergunningverlening en etikettering van dit voorstel vallen.

(17)

Overeenkomstig artikel 153 van het Verdrag draagt de Gemeenschap bij tot de bevordering van het recht op voorlichting van de consument. Naast andere bij deze verordening vastgestelde wijzen van informatieverstrekking aan het publiek is de etikettering van producten een middel dat de consument in staat stelt een goed gefundeerde keuze te maken en correcte transacties tussen verkoper en koper vergemakkelijkt.

(18)

Artikel 2 van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (13), bepaalt dat de etikettering de koper niet mag kunnen misleiden ten aanzien van de kenmerken van het levensmiddel en met name van, onder meer, de aard, identiteit, hoedanigheden, samenstelling en wijze van verkrijging en vervaardiging.

(19)

Nadere voorschriften voor de etikettering van GGO's zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 258/97 van de Raad, Verordening (EG) nr. 1139/98 van de Raad van 26 mei 1998 betreffende de verplichte opneming in de etikettering van bepaalde met GGO's geproduceerde levensmiddelen van andere gegevens dan die waarin Richtlijn 79/112/EEG voorziet (14), en Verordening (EG) nr. 50/2000 van de Raad van 10 januari 2000 inzake de etikettering van voedingsmiddelen en voedselingrediënten die genetisch gemodificeerde of met GGO's geproduceerde additieven en aroma's bevatten (15).

(20)

Er moeten geharmoniseerde etiketteringsvoorschriften worden vastgesteld voor genetisch gemodificeerde diervoeders, teneinde de eindgebruikers, met name de veehouders, nauwkeurige informatie te verstrekken over de samenstelling en de eigenschappen van diervoeders, zodat zij een goed gefundeerde keuze kunnen maken.

(21)

De etikettering dient objectief te vermelden dat een levensmiddel of diervoeder geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat of daarmee is geproduceerd. Duidelijke etikettering, ongeacht of in het eindproduct door genetische modificatie verkregen DNA of eiwit kan worden aangetoond, beantwoordt aan de wensen die een grote meerderheid van de consumenten in tal van enquêtes heeft uitgesproken, vergemakkelijkt een goed gefundeerde keuze en voorkomt eventuele misleiding van consumenten ten aanzien van de wijze van vervaardiging of verkrijging.

(22)

Verder dient de etikettering informatie te verstrekken over alle kenmerken of eigenschappen van een levensmiddel of diervoeder waardoor het zich van de conventionele tegenhanger onderscheidt inzake samenstelling, voedingswaarde of nutritieve effect, beoogde gebruik en de gevolgen voor de gezondheid van bepaalde bevolkingsgroepen, alsmede over alle kenmerken of eigenschappen die aanleiding geven tot ethische of religieuze bezwaren.

(23)

Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van GGO's en de traceerbaarheid van levensmiddelen en diervoeders die met GGO's zijn geproduceerd (16) waarborgt dat de relevante informatie betreffende de genetische modificatie in alle fasen van het in de handel brengen van GGO's en daarmee geproduceerde levensmiddelen en diervoeders beschikbaar is en zou daardoor een nauwkeurige etikettering moeten vergemakkelijken.

(24)

Hoewel sommige exploitanten vermijden om genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders te gebruiken, kan dergelijk materiaal toch in minieme hoeveelheden in conventionele levensmiddelen en diervoeders aanwezig zijn als gevolg van een onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid bij de zaadproductie, de verbouw, de oogst, het vervoer en de verwerking. In dat geval dienen de etiketteringsvoorschriften van deze verordening niet op dat levensmiddel of diervoeder van toepassing te zijn; om dat doel te bereiken dient er een drempelwaarde te worden vastgesteld voor de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van genetisch gemodificeerd materiaal in levensmiddelen of diervoeder, wanneer het in de handel brengen van dergelijk materiaal in de Gemeenschap is toegestaan en wanneer een dergelijke aanwezigheid krachtens onderhavige verordening is toegelaten.

(25)

Ook zou moeten worden bepaald dat, wanneer het gecombineerde niveau van de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van het bovengenoemde materiaal in een levensmiddel of diervoeder of in een van de bestanddelen ervan hoger is dan de vastgestelde drempelwaarde, deze aanwezigheid moet worden vermeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en dat nadere bepalingen ter uitvoering daarvan moeten worden aangenomen. Er moet de mogelijkheid worden geschapen om lagere drempelwaarden vast te stellen, met name voor levensmiddelen of diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit gemodificeerde organismen dan wel teneinde rekening te houden met de wetenschappelijke en technische vooruitgang.

(26)

Het is noodzakelijk dat marktexploitanten de onvoorziene aanwezigheid van krachtens de communautaire wetgeving niet toegelaten genetisch gemodificeerd materiaal in levensmiddelen of diervoeders trachten te voorkomen; met het oog op de praktische uitvoerbaarheid van deze verordening dient evenwel een specifieke drempelwaarde — met de mogelijkheid om lagere drempelwaarden vast te stellen voor met name GGO's die rechtstreeks aan de eindverbruiker worden verkocht — te worden vastgesteld, en wel als overgangsmaatregel wanneer in levensmiddelen en diervoeders minieme sporen van dit genetisch gemodificeerd materiaal worden aangetroffen en de aanwezigheid van dat materiaal onvoorzien of technisch niet te voorkomen is, mits aan alle specifieke voorschriften van deze verordening is voldaan; Richtlijn 2001/18/EG dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd. De toepassing van deze maatregel dient te worden geëvalueerd in het kader van de algemene evaluatie van de uitvoering van onderhavige verordening.

(27)

Om aan te tonen dat de aanwezigheid van dit materiaal onvoorzien of technisch niet te voorkomen is, moeten de exploitanten de bevoegde autoriteiten kunnen bewijzen dat zij passende maatregelen hebben genomen om de aanwezigheid van de genetisch gemodificeerde levensmiddelen of diervoeders te voorkomen.

(28)

Exploitanten dienen de niet doelbewuste aanwezigheid van GGO's in andere producten te voorkomen. De Commissie verzamelt informatie en werkt aan de hand daarvan richtsnoeren uit over het naast elkaar voorkomen van genetisch gemodificeerde, conventionele en organische gewassen. Bovendien wordt de Commissie gevraagd zo spoedig mogelijk alle eventuele verdere nodige voorstellen voor te leggen.

(29)

De traceerbaarheid en etikettering van GGO's in alle stadia van het op de markt brengen, met inbegrip van de aanduiding van de stadia waarin passende drempels moeten worden vastgesteld, is geregeld bij Richtlijn 2001/18/EG en Verordening (EG) nr..../2003.

(30)

Er dienen geharmoniseerde procedures voor de risicobeoordeling en de vergunningverlening te worden vastgesteld, die doelmatig, aan termijnen gebonden en transparant zijn, alsmede criteria voor de beoordeling van de eventuele risico's van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

(31)

Met het oog op een geharmoniseerde wetenschappelijke beoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders dient die beoordeling door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid te worden verricht. Aangezien specifieke handelingen of nalatigheden van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid overeenkomstig onderhavige verordening voor de aanvragers directe rechtsgevolgen kunnen hebben is het derhalve aanbevolen te voorzien in de mogelijkheid deze handelingen of nalatigheden te onderwerpen aan een bestuursrechtelijke toetsing.

(32)

Erkend wordt dat in sommige gevallen een wetenschappelijke risicobeoordeling alleen onvoldoende gegevens biedt om daarop een risicomanagementbeslissing te baseren en dat mogelijk ook andere ter zake dienende factoren in aanmerking moeten worden genomen.

(33)

Wanneer de aanvraag producten betreft die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan, dient de aanvrager de keuze te hebben tussen hetzij het overleggen van een reeds krachtens Deel C van Richtlijn 2001/18/EG afgegeven vergunning voor de doelbewuste introductie in het milieu — waarbij de voorschriften van die vergunning onverlet blijven — hetzij de indiening van een verzoek om de milieurisicobeoordeling tegelijk met de veiligheidsbeoordeling uit hoofde van onderhavige verordening te laten uitvoeren. In het laatste geval dienen bij de milieurisicobeoordeling de voorschriften van Richtlijn 2001/18/EG te worden nageleefd en dienen de daartoe door de lidstaten aangewezen bevoegde nationale instanties door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid te worden geraadpleegd. Voorts is het dienstig de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid de mogelijkheid te bieden een van deze bevoegde autoriteiten te verzoeken de milieurisicobeoordeling uit te voeren. Ook is dienstig dat in overeenstemming met artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2001/18/EG de in het kader van die richtlijn aangewezen bevoegde nationale autoriteiten voor alle gevallen betreffende GGO's en levensmiddelen en/of diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan, door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid worden geraadpleegd voordat zij de milieurisicobeoordeling voltooit.

(34)

Wanneer het GGO's betreft die bestemd zijn om te worden gebruikt als zaad of ander teeltmateriaal dat onder de toepassing van onderhavige verordening valt, dient de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid verplicht te zijn de milieurisicobeoordeling aan de bevoegde nationale instantie over te dragen. Krachtens onderhavige verordening afgegeven vergunningen laten echter de bepalingen van de Richtlijnen 68/193/EEG (17), 2002/53/EG (18) en 2002/55/EG (19) — die in het bijzonder voorzien in regels en criteria voor de toelating van een ras en de officiële toelating met het oog op opneming in gemeenschappelijke rassenlijsten — alsmede de bepalingen van de Richtlijnen 66/401/EEG (20), 66/402/EEG (21), 68/193/EEG, 92/33/EEG (22), 92/34/EEG (23), 2002/54/EG (24), 2002/55/EG, 2002/56/EG (25) en 2002/57/EG (26) — die in het bijzonder de certificering en het in de handel brengen van zaad en overig teeltmateriaal reguleren — onverlet.

(35)

Indien van toepassing en op basis van de conclusies van de risicobeoordeling moeten er voorschriften worden ingevoerd voor monitoring, na het in de handel brengen, van het gebruik van genetisch gemodificeerde levensmiddelen voor menselijke consumptie en het gebruik van genetisch gemodificeerde diervoeders voor dierlijke consumptie. Voor GGO's is een monitoringplan betreffende de milieu-effecten verplicht krachtens Richtlijn 2001/18/EG.

(36)

Om de controle op genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders te vergemakkelijken moeten de aanvragers van een vergunning geschikte methoden voor bemonstering, identificatie en detectie voorstellen en monsters van het genetisch gemodificeerde levensmiddel of diervoeder aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid verstrekken. Zo nodig moeten de bemonsterings- en detectiemethoden door het communautaire referentielaboratorium worden gevalideerd.

(37)

Bij de uitvoering van deze verordening moet rekening worden gehouden met de technologische vooruitgang en wetenschappelijke ontwikkelingen.

(38)

Levensmiddelen en diervoeders die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en vóór de datum van toepassing van deze verordening wettig in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht, mogen in de handel blijven, mits de exploitanten de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid binnen zes maanden na de toepassing van deze verordening informatie toezenden over de risicobeoordeling, de bemonsterings-, identificatie- en detectiemethoden voorzover van toepassing, alsmede monsters van het levensmiddel of diervoeder en bijbehorende controlemonsters.

(39)

Er dient een register van krachtens deze verordening toegelaten genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders te worden opgesteld, waarin productspecifieke informatie, onderzoeken waaruit de veiligheid van het product blijkt, met inbegrip van onafhankelijke, collegiaal getoetste onderzoeken, voorzover beschikbaar, en de bemonsterings-, identificatie- en detectiemethoden worden vermeld. Gegevens die niet vertrouwelijk zijn, moeten openbaar worden gemaakt.

(40)

Teneinde onderzoek en ontwikkeling op het gebied van GGO's voor gebruik in levensmiddelen en/of diervoeders te stimuleren moet de door innovatoren gedane investering voor het verzamelen van de informatie en gegevens ter ondersteuning van een aanvraag in het kader van deze verordening, worden beschermd. Die bescherming dient echter van beperkte duur te zijn om te vermijden dat onderzoeken en proeven onnodig worden herhaald, wat niet in het openbaar belang zou zijn.

(41)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen vastgesteld te worden overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (27).

(42)

Er moet worden voorzien in raadpleging van de bij besluit van 16 december 1997 opgerichte Europese groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën van de Commissie, dan wel van een ander passend, door de Commissie ingesteld orgaan, teneinde advies te verkrijgen over ethische kwesties in verband met het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders. Dergelijke raadplegingen laten de bevoegdheid van de lidstaten voor ethische kwesties onverlet.

(43)

Met het oog op een hoog niveau van bescherming van het menselijk leven en de menselijke gezondheid en de gezondheid en het welzijn van dieren, het milieu en het belang van de consument met betrekking tot genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders moeten de voorschriften van deze verordening zonder discriminatie gelden voor producten die uit de Gemeenschap afkomstig zijn en producten die uit derde landen worden ingevoerd, overeenkomstig de algemene beginselen van Verordening (EG) nr. 178/2002. In deze verordening wordt rekening gehouden met de internationale verbintenissen van de Europese Gemeenschappen inzake de handel en met de eisen die in het aan het Verdrag inzake biodiversiteit gehechte Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid aan de invoerder worden gesteld voor wat betreft bepaalde verplichtingen en kennisgeving.

(44)

Als gevolg van deze verordening dienen bepaalde instrumenten van gemeenschapsrecht te worden ingetrokken en andere te worden gewijzigd.

(45)

De uitvoering van deze verordening dient geëvalueerd te worden in het licht van de ervaring die op korte termijn is opgedaan en de Commissie dient toe te zien op de gevolgen van de toepassing van deze verordening voor de gezondheid van mens en dier, de bescherming van de consument, de voorlichting van de consument en de werking van de interne markt,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

DOELSTELLING EN DEFINITIES

Artikel 1

Doelstelling

Deze verordening heeft overeenkomstig de algemene beginselen van Verordening (EG) nr. 178/2002 tot doel:

a)

de basis te leggen voor het waarborgen van een hoog beschermingsniveau voor het leven en de gezondheid van de mens, de gezondheid en het welzijn van dieren, het milieu en de belangen van de consument met betrekking tot genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, waarbij de goede werking van de interne markt gewaarborgd is;

b)

communautaire procedures vast te stellen voor de toelating van en het toezicht op genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders;

c)

bepalingen vast te stellen voor de etikettering van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening:

1)

gelden voor „levensmiddel”, „diervoeder”, „eindverbruiker”, „levensmiddelenbedrijf” en „diervoederbedrijf” de definities van Verordening (EG) nr. 178/2002;

2)

geldt voor „traceerbaarheid” de definitie van Verordening (EG) nr..../2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van levensmiddelen en diervoeders die met genetisch gemodificeerde organismen zijn geproduceerd en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (28);

3)

wordt onder „exploitant” verstaan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de naleving van de in deze verordening vastgestelde voorschriften in het levensmiddelenbedrijf of diervoederbedrijf waarover hij de leiding heeft;

4)

gelden voor „organisme”, „doelbewuste introductie” en „milieurisicobeoordeling” de definities van Richtlijn 2001/18/EG;

5)

wordt onder „genetisch gemodificeerd organisme (GGO)” verstaan een genetisch gemodificeerd organisme zoals omschreven in artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2001/18/EG, met uitzondering van organismen die zijn verkregen door middel van de genetische modificatietechnieken opgesomd in bijlage I B van Richtlijn 2001/18/EG;

6)

wordt onder „genetisch gemodificeerde levensmiddelen” verstaan levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit GGO's of daarmee zijn geproduceerd;

7)

wordt onder „genetisch gemodificeerde diervoeders” verstaan diervoeders die geheel of gedeeltelijk bestaan uit GGO's of daarmee zijn geproduceerd;

8)

wordt onder „GGO's die voor voedingsdoeleinden worden gebruikt” verstaan GGO's die als levensmiddel of als grondstof voor de productie van levensmiddelen kunnen worden gebruikt;

9)

wordt onder „GGO's die in de diervoeding worden gebruikt” verstaan GGO's die als diervoeder of als grondstof voor de productie van diervoeders kunnen worden gebruikt;

10)

wordt onder „met GGO's geproduceerd” verstaan geheel of gedeeltelijk daarvan afgeleid, zonder geheel of gedeeltelijk te bestaan uit GGO's;

11)

wordt onder „controlemonster” verstaan het genetisch gemodificeerde organisme of het genetische materiaal daarvan (positief monster) en het oorspronkelijke organisme of het genetische materiaal daarvan dat voor de genetische modificatie is gebruikt (negatief monster);

12)

wordt onder „conventionele tegenhanger” verstaan een vergelijkbaar voedingsmiddel of diervoeder geproduceerd zonder hulp van genetische modificatie, waarvan het gebruik in de loop der tijd veilig is gebleken;

13)

geldt voor „ingrediënt” de definitie van artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2000/13/EG;

14)

wordt onder „in de handel brengen” verstaan het in bezit hebben van levensmiddelen of diervoeders voor verkoopsdoeleinden, met inbegrip van het te koop aanbieden, of enige andere vorm van al dan niet kosteloze overdracht alsmede de verkoop, distributie en andere vormen van overdracht zelf;

15)

wordt onder „voorverpakt” verstaan elk afzonderlijk als zodanig voor aanbieding bedoeld artikel dat bestaat uit een levensmiddel en de verpakking waarin het te koop wordt aangeboden, ongeacht of de verpakking het levensmiddel geheel of slechts gedeeltelijk omhult, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden gewijzigd zonder de verpakking te openen of te veranderen;

16)

wordt onder „instelling” verstaan een instelling als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 2000/13/EG.

HOOFDSTUK II

GENETISCH GEMODIFICEERDE LEVENSMIDDELEN

AFDELING 1

Toelating en monitoring

Artikel 3

Toepassingsgebied

1.   Deze afdeling is van toepassing op:

a)

GGO's die voor voedingsdoeleinden worden gebruikt;

b)

levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan;

c)

levensmiddelen die met GGO's zijn geproduceerd of ingrediënten bevatten die daarmee zijn geproduceerd.

2.   In voorkomend geval kan volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld of een bepaalde soort levensmiddel onder het toepassingsgebied van deze afdeling valt.

Artikel 4

Voorschriften

1.   Levensmiddelen die onder deze afdeling vallen:

a)

mogen geen negatieve effecten op de menselijke gezondheid, op de diergezondheid of op het milieu hebben;

b)

mogen de consument niet misleiden;

c)

mogen niet zodanig verschillen van de levensmiddelen ter vervanging waarvan zij zijn bedoeld, dat de normale consumptie ervan vanuit voedingsoogpunt voor de consument nadelig zou zijn.

2.   Niemand mag een genetisch gemodificeerd organisme dat voor voedingsdoeleinden wordt gebruikt of een onder deze afdeling vallend levensmiddel in de handel brengen, tenzij daarvoor overeenkomstig deze afdeling een vergunning is verleend en de bij die vergunning vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.

3.   Voor een genetisch gemodificeerd organisme dat voor voedingsdoeleinden wordt gebruikt of een onder deze afdeling vallend levensmiddel mag slechts een vergunning worden verleend indien de aanvrager van de vergunning afdoende en voldoende heeft aangetoond dat het aan de voorschriften van lid 1 van dit artikel voldoet.

4.   De in lid 2 bedoelde vergunning kan betrekking hebben op:

a)

een genetisch gemodificeerd organisme en levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk uit dat genetisch gemodificeerde organisme bestaan, dan wel levensmiddelen die met dat genetisch gemodificeerde organisme zijn geproduceerd of ingrediënten bevatten die daarmee zijn geproduceerd;

b)

een levensmiddel dat met een genetisch gemodificeerd organisme is geproduceerd, dan wel levensmiddelen die met dat levensmiddel zijn geproduceerd of dat levensmiddel bevatten;

c)

een ingrediënt dat met een genetisch gemodificeerd organisme is geproduceerd, dan wel levensmiddelen die dat ingrediënt bevatten.

5.   Een vergunning als bedoeld in lid 2 mag slechts worden verleend, geweigerd, verlengd, gewijzigd, geschorst of ingetrokken om de redenen en volgens de procedures die in deze verordening zijn vastgelegd.

6.   De aanvrager van een vergunning als bedoeld in lid 2 en, na verlening van de vergunning, de vergunninghouder of zijn vertegenwoordiger, moeten in de Gemeenschap gevestigd zijn.

7.   De vergunningverlening krachtens deze verordening laat de Richtlijnen 2002/53/EG, 2002/55/EG en 68/193/EEG onverlet.

Artikel 5

Aanvragen van een vergunning

1.   Om de in artikel 4, lid 2, bedoelde vergunning te verkrijgen wordt overeenkomstig onderstaande voorschriften een aanvraag ingediend.

2.   De aanvraag wordt toegezonden aan de bevoegde nationale instantie van een lidstaat.

a)

De bevoegde nationale instantie

i)

bevestigt de aanvrager binnen 14 dagen na ontvangst schriftelijk de ontvangst van de aanvraag. Op die bevestiging staat de datum van ontvangst van de aanvraag vermeld;

ii)

meldt de aanvraag onverwijld aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid, hierna de „EAV” te noemen; en

iii)

stelt de aanvraag en eventuele door de aanvrager verstrekte aanvullende informatie, ter beschikking van de EAV.

b)

De EAV

i)

meldt de aanvraag onverwijld aan de lidstaten en de Commissie en stelt de aanvraag en eventuele aanvullende informatie die de aanvrager verstrekt heeft, tot hun beschikking;

ii)

maakt de in lid 3, onder l), bedoelde samenvatting van het dossier openbaar.

3.   Bij de aanvraag dient het volgende te worden verstrekt:

a)

naam en adres van de aanvrager;

b)

de benaming van het levensmiddel en de specificatie ervan, met inbegrip van de gebruikte transformation event;

c)

waar van toepassing, de overeenkomstig bijlage II bij het aan het Verdrag inzake biodiversiteit gehechte Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid te verstrekken informatie („protocol van Cartagena”);

d)

waar van toepassing, een uitvoerige beschrijving van de wijze van vervaardiging en verkrijging;

e)

een kopie van de verrichte onderzoeken, met inbegrip van, indien beschikbaar, onafhankelijke door vakgenoten beoordeelde onderzoeken, en alle andere gegevens aan de hand waarvan kan worden aangetoond dat het levensmiddel aan de criteria van artikel 4, lid 1, voldoet;

f)

een met passende informatie en gegevens onderbouwde analyse waaruit blijkt dat de kenmerken van het levensmiddel niet van die van hun conventionele tegenhanger verschillen, gelet op de algemeen aanvaarde grenswaarden inzake natuurlijke variaties voor de betrokken kenmerken, alsmede op de in artikel 13, lid 2, onder a), genoemde criteria, dan wel een voorstel voor etikettering van het levensmiddel overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder a), en lid 3;

g)

een beargumenteerde verklaring dat het levensmiddel geen aanleiding geeft tot ethische of religieuze bezwaren, dan wel een voorstel voor etikettering van het levensmiddel overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder b);

h)

indien van toepassing, de voorwaarden waaraan het in de handel brengen van het levensmiddel of de daarmee geproduceerde levensmiddelen moet worden onderworpen, met inbegrip van specifieke voorwaarden voor gebruik en behandeling;

i)

een methode voor de detectie, de bemonstering (met inbegrip van verwijzingen naar bestaande officiële of genormaliseerde bemonsteringsmethoden) en de identificatie van de transformation event en, indien van toepassing, voor de detectie en identificatie van de transformation event in het levensmiddel en/of de daarmee geproduceerde levensmiddelen;

j)

monsters van het levensmiddel en bijbehorende controlemonsters, alsmede informatie over de plaats waar toegang tot het referentiemateriaal kan worden verkregen;

k)

indien van toepassing, een voorstel voor de monitoring, na het in de handel brengen, van het gebruik van het levensmiddel voor menselijke consumptie;

l)

een samenvatting van het dossier in gestandaardiseerde vorm.

4.   Betreft de aanvraag een genetisch gemodificeerd organisme dat voor voedingsdoeleinden wordt gebruikt, dan wordt met „levensmiddel” in lid 3 bedoeld een levensmiddel dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit of is geproduceerd met het genetisch gemodificeerde organisme waarvoor een aanvraag wordt ingediend.

5.   In geval van GGO's of levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan, gaat de aanvraag tevens vergezeld van:

a)

het volledige technisch dossier met de in de bijlagen III en IV bij Richtlijn 2001/18/EG omschreven gegevens en de gegevens en conclusies inzake de overeenkomstig de beginselen van bijlage II bij Richtlijn 2001/18/EG uitgevoerde risicobeoordeling, of, indien het in de handel brengen van het genetisch gemodificeerde organisme is toegestaan krachtens deel C van Richtlijn 2001/18/EG, een afschrift van het besluit waarbij de vergunning is verleend;

b)

een monitoringplan voor de milieueffecten overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 2001/18/EG, met inbegrip van een voorstel voor de duur van het monitoringplan; die duur kan verschillen van de voorgestelde geldigheidsduur van de toestemming;

In dat geval zijn de artikelen 13 tot en met 24 van Richtlijn 2001/18/EG niet van toepassing.

6.   Indien de aanvraag betrekking heeft op een stof waarvan het gebruik en het in de handel brengen ingevolge andere bepalingen van de communautaire wetgeving alleen is toegestaan indien die stof is opgenomen in een lijst van geregistreerde of toegelaten stoffen met uitsluiting van andere stoffen, moet dit in de aanvraag worden vermeld en moet de status van de bedoelde stof krachtens de toepasselijke wetgeving worden vermeld.

7.   De Commissie stelt, na raadpleging van de EAV, volgens de procedure van artikel 35, lid 2, bedoelde procedureregels voor de toepassing van dit artikel vast, waaronder regels voor het opstellen en indienen van de aanvraag.

8.   Voor de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, publiceert de EAV uitvoerige richtsnoeren teneinde de aanvrager bij te staan bij het opstellen en indienen van de aanvraag.

Artikel 6

Advies van de EAV

1.   De EAV streeft ernaar binnen zes maanden na ontvangst van een geldige aanvraag advies uit te brengen. Die termijn wordt verlengd wanneer de EAV overeenkomstig lid 2 om aanvullende informatie van de aanvrager verzoekt.

2.   Zo nodig kan de EAV of een bevoegde nationale instantie via de EAV de aanvrager verzoeken de bij de aanvraag verstrekte gegevens binnen een bepaalde termijn aan te vullen.

3.   Voor het opstellen van het advies van de EAV:

a)

gaat zij na of de door de aanvrager ingediende gegevens en documenten in overeenstemming zijn met artikel 6 en of het levensmiddel voldoet aan de criteria van artikel 4, lid 1;

b)

kan zij de relevante instantie van een lidstaat die bevoegd is voor de beoordeling van levensmiddelen, verzoeken een veiligheidsbeoordeling van het levensmiddel te verrichten overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 178/2002;

c)

kan zij een overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2001/18/EG aangewezen bevoegde instantie verzoeken een milieurisicobeoordeling te verrichten; wanneer de aanvraag evenwel betrekking heeft op GGO's die als zaden of ander teeltmateriaal zullen worden gebruikt, verzoekt zij een bevoegde nationale instantie de milieurisicobeoordeling uit te voeren;

d)

zendt zij de in artikel 5, lid 3, onder i) en j), bedoelde informatie en monsters aan het in artikel 32 bedoelde communautaire referentielaboratorium. Het communautair referentielaboratorium test en valideert de door de aanvrager voorgestelde detectie- en identificatiemethode;

e)

bestudeert zij met het oog op de toepassing van artikel 13, lid 2, onder a), de door de aanvrager verstrekte informatie en gegevens waaruit blijkt dat de kenmerken van het levensmiddel, rekening houdend met de aanvaarde limieten van de natuurlijke spreiding voor deze kenmerken, niet verschillen van de conventionele tegenhanger daarvan.

4.   Wanneer het gaat om GGO's of om levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan, zijn de bij Richtlijn 2001/18/EG vastgestelde veiligheidsvoorschriften met betrekking tot het milieu van toepassing op de beoordeling, zodat alle passende maatregelen worden genomen ter voorkoming van schadelijke gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en het milieu die kunnen optreden als gevolg van de doelbewuste introductie van GGO's. Tijdens de beoordeling van aanvragen voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit GGO's, wordt de bevoegde nationale instantie in de zin van Richtlijn 2001/18/EG die door elke lidstaat te dien einde is aangewezen, door de EAV geraadpleegd. De bevoegde autoriteiten maken hun advies binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek bekend.

5.   Ingeval het advies luidt dat het levensmiddel kan worden toegelaten, worden in het advies de volgende gegevens opgenomen:

a)

naam en adres van de aanvrager;

b)

de benaming van het levensmiddel, alsmede de specificatie ervan;

c)

indien van toepassing, de overeenkomstig bijlage II bij het aan het Verdrag inzake biodiversiteit gehechte Protocol van Cartagena te verstrekken informatie;

d)

het voorstel voor de etikettering van het levensmiddel en/of de daarmee geproduceerde levensmiddelen;

e)

indien van toepassing, de voorwaarden of beperkingen waaraan het in de handel brengen dient te worden verbonden, en/of specifieke voorwaarden of beperkingen inzake het gebruik en de behandeling, inclusief voorschriften voor monitoring na het in de handel brengen al naargelang de resultaten van de risicobeoordeling, en, in het geval van GGO's of van levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk bestaan uit GGO's, de voorwaarden voor de bescherming van bepaalde ecosystemen/het milieu en/of geografische gebieden;

f)

de door het communautaire referentielaboratorium gevalideerde methode voor de detectie, met inbegrip van de bemonstering, de identificatie van de transformation event en, indien van toepassing, voor de detectie en de identificatie van de transformation event in het levensmiddel en/of de daarmee geproduceerde levensmiddelen; vermelding van de plaats waar toegang kan worden verkregen tot passend referentiemateriaal;

g)

indien van toepassing, het in artikel 5, lid 5, onder b), bedoelde monitoringplan.

6.   De EAV zendt haar advies aan de Commissie, de lidstaten en de aanvrager, met daarbij een rapport waarin de beoordeling van het levensmiddel wordt beschreven en het advies wordt gemotiveerd alsmede de informatie waarop dit advies is gebaseerd, met inbegrip van het advies van de bevoegde autoriteiten, wanneer deze overeenkomstig lid 4 zijn geraadpleegd.

7.   De EAV maakt haar advies overeenkomstig artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 openbaar nadat de overeenkomstig artikel 30 van deze verordening als vertrouwelijk aangemerkte informatie daaruit is verwijderd. Het publiek kan gedurende 30 dagen na deze bekendmaking opmerkingen aan de Commissie doen toekomen.

Artikel 7

Vergunning

1.   Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de EAV legt de Commissie aan het in artikel 35 bedoelde comité een ontwerp-besluit inzake de aanvraag voor, rekening houdend met het advies van de EAV, eventuele relevante bepalingen van de communautaire wetgeving en andere ter zake dienende factoren. Indien het ontwerp-besluit niet in overeenstemming is met het advies van de EAV, licht de Commissie de redenen voor de verschillen toe.

2.   In het ontwerp-besluit ter verlening van een vergunning worden de volgende gegevens vermeld: de in artikel 6, lid 5, bedoelde gegevens, de naam van de vergunninghouder en, in voorkomend geval, het aan het genetisch gemodificeerde organisme toegekende eenduidige identificatienummer als bedoeld in Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van GGO's en de traceerbaarheid van levensmiddelen en diervoeders die met GGO's zijn geproduceerd (29).

3.   Het definitieve besluit over de aanvraag wordt genomen volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

4.   De Commissie stelt de aanvrager onverwijld van het besluit in kennis en maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie over die besluiten bekend.

5.   De volgens de procedure van deze verordening verleende vergunning is in de gehele Gemeenschap gedurende tien jaar geldig en kan overeenkomstig artikel 11 worden verlengd. Het toegelaten levensmiddel wordt opgenomen in het in artikel 28 bedoelde register. Bij elke opneming in het register worden de datum van de vergunning en de in lid 2 bedoelde gegevens vermeld.

6.   De krachtens deze afdeling verleende vergunning geldt onverminderd andere bepalingen van de communautaire wetgeving betreffende het gebruik en het in de handel brengen van stoffen die alleen mogen worden gebruikt indien de stof is opgenomen in een lijst van geregistreerde of toegelaten stoffen met uitsluiting van andere stoffen.

7.   De verlening van de vergunning laat de algemene wettelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van een exploitant van een levensmiddelenbedrijf met betrekking tot het betrokken levensmiddel onverlet.

8.   Verwijzingen in de delen A en D van Richtlijn 2001/18/EG naar krachtens deel C van die richtlijn toegelaten GGO's, worden geacht ook van toepassing te zijn op GGO's die krachtens deze verordening worden toegelaten.

Artikel 8

Status van bestaande producten

1.   In afwijking van artikel 4, lid 2, kunnen onder deze afdeling vallende producten die vóór de datum van toepassing van deze verordening wettig in de handel zijn gebracht in de Gemeenschap, verder in de handel gebracht, gebruikt en verwerkt worden, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

in geval van producten die uit hoofde van Richtlijn 90/220/EEG vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 258/97 of overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 258/97 in de handel zijn gebracht, delen de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de betrokken producten de Commissie binnen zes maanden na de datum van toepassing van onderhavige verordening mede op welke datum deze producten voor het eerst in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht;

b)

in geval van andere dan de onder het eerste streepje bedoelde producten die wettig in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht, delen de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de betrokken producten, de Commissie binnen zes maanden na de datum van toepassing van deze verordening mede dat de producten vóór de datum van toepassing van deze verordening in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht.

2.   Bij de in lid 1 bedoelde kennisgeving worden voorzover van toepassing de in artikel 5, leden 3 en 5, genoemde gegevens verstrekt, die de Commissie aan de EAV en aan de lidstaten doorstuurt. De EAV zendt de in artikel 5, lid 3, onder i) en j), bedoelde informatie en monsters aan het communautaire referentielaboratorium. Dit communautaire referentielaboratorium test en valideert de door de aanvrager voorgestelde detectie- en identificatiemethode.

3.   Binnen een jaar na de datum van toepassing van deze verordening en wanneer vaststaat dat alle vereiste informatie is ingediend en onderzocht, worden de betrokken producten in het register opgenomen. Bij elke opneming in het register worden de in artikel 7, lid 2, bedoelde gegevens vermeld en, in geval van de in lid 1, bedoelde producten, de datum waarop de betrokken producten voor het eerst in de handel zijn gebracht.

4.   Binnen negen jaar na de datum waarop de in lid 1, onder a), bedoelde producten voor het eerst in de handel zijn gebracht, maar in geen geval vroeger dan drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening, dient de exploitant die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van de producten een aanvraag in overeenkomstig artikel 11, dat van overeenkomstige toepassing is.

Binnen drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening dient de exploitant die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van de in lid 1, onder b), bedoelde producten, een aanvraag in overeenkomstig artikel 11, dat van overeenkomstige toepassing is.

5.   Op de in lid 1 bedoelde producten en levensmiddelen die deze producten bevatten of ermee zijn geproduceerd, is het bepaalde in deze verordening van toepassing, in het bijzonder de artikelen 9, 10 en 34, die van overeenkomstige toepassing zijn.

6.   Indien de in de leden 1 en 2 bedoelde kennisgeving en de bijbehorende gegevens niet binnen de gestelde termijn worden verstrekt of onjuist blijken, of indien binnen de gestelde termijn geen aanvraag overeenkomstig lid 4 wordt ingediend, stelt de Commissie volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure een maatregel vast waarin het uit de handel nemen van het betrokken product en alle daarvan afgeleide producten wordt gelast. In die maatregel kan worden bepaald dat de bestaande voorraden van het product gedurende een beperkte periode opgebruikt mogen worden.

7.   Ingeval vergunningen niet aan een specifieke vergunninghouder zijn verleend, dient de exploitant die de in dit artikel bedoelde producten invoert, produceert of vervaardigt, de informatie of de aanvraag bij de Commissie in.

8.   Nadere bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden vastgesteld volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 9

Toezicht

1.   Nadat overeenkomstig deze verordening een vergunning is verleend, nemen de vergunninghouder en de betrokken partijen alle voorwaarden en beperkingen die in de vergunning zijn vastgesteld in acht, en zien zij er in het bijzonder op toe dat producten die niet onder de vergunning vallen, niet als levensmiddelen of als diervoeder in de handel worden gebracht. Indien een plan voor monitoring na het in de handel brengen als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder k), en/of lid 5, onder b), is voorgeschreven, zorgt de vergunninghouder ervoor dat dit plan wordt uitgevoerd en brengt hij hierover aan de Commissie verslag uit overeenkomstig de vergunning. De genoemde monitoringverslagen worden met uitzondering van de vertrouwelijke informatie overeenkomstig artikel 30 beschikbaar gesteld voor het publiek.

2.   Indien de vergunninghouder voorstelt de voorwaarden van de vergunning te wijzigen, dient hij overeenkomstig artikel 5, lid 2, een aanvraag in. De artikelen 5, 6 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing.

3.   De vergunninghouder stelt de Commissie onverwijld in kennis van alle nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die van invloed zou kunnen zijn op de beoordeling van de veiligheid van het gebruik van het levensmiddel. In het bijzonder stelt de vergunninghouder de Commissie onverwijld in kennis van verboden of beperkingen die zijn opgelegd door de bevoegde instantie van een derde land waarin het levensmiddel in de handel wordt gebracht.

4.   De Commissie stelt de lidstaten en de EAV onverwijld in kennis van de informatie die de aanvrager verstrekt heeft.

Artikel 10

Wijziging, schorsing en intrekking van vergunningen

1.   Op eigen initiatief of naar aanleiding van een verzoek van een lidstaat of van de Commissie brengt de EAV advies uit over de vraag of een vergunning voor een onder deze afdeling vallend product nog steeds voldoet aan de voorwaarden van de onderhavige verordening. Zij zendt dit advies onverwijld toe aan de Commissie, de vergunninghouder en de lidstaten. De EAV stelt haar advies beschikbaar voor het publiek overeenkomstig artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002, na schrapping van alle informatie die als vertrouwelijk wordt beschouwd uit hoofde van artikel 30 van deze verordening. Het publiek kan binnen 30 dagen na die bekendmaking opmerkingen indienen bij de Commissie.

2.   De Commissie bestudeert het advies van de EAV zo spoedig mogelijk. Alle passende maatregelen overeenkomstig artikel 34 worden getroffen. Zo nodig wordt de vergunning volgens de procedure van artikel 7 gewijzigd, geschorst of ingetrokken.

3.   Artikel 5, lid 2 en de artikelen 6 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

Verlenging van vergunningen

1.   Krachtens deze verordening verleende vergunningen kunnen telkens voor tien jaar worden verlengd, indien de aanvrager hiertoe uiterlijk een jaar voor het verstrijken van de vergunning een aanvraag indient bij de Commissie.

2.   Bij de aanvraag dient het volgende te worden verstrekt:

a)

een afschrift van de vergunning voor het in de handel brengen van het levensmiddel;

b)

een verslag van de resultaten van de monitoring, indien die in de vergunning is voorgeschreven;

c)

alle overige nieuwe informatie die beschikbaar gekomen is over de beoordeling van de veiligheid van het gebruik van het levensmiddel en de risico's van het levensmiddel voor de consument of voor het milieu;

d)

zo nodig een voorstel tot wijziging of aanvulling van de voorwaarden van de oorspronkelijke vergunning, onder andere de voorwaarden die verband houden met de toekomstige monitoring.

3.   Artikel 5, lid 2, en de artikelen 6 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing.

4.   Indien er, om redenen die niet verwijtbaar zijn aan de vergunninghouder, geen besluit over het verzoek om verlenging wordt genomen vóór het verstrijken van de vergunning, wordt de geldigheidsduur van het product automatisch verlengd tot het moment waarop een besluit is genomen.

5.   De Commissie kan, na raadpleging van de EAV, volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure regels voor de toepassing van dit artikel vaststellen, waaronder regels voor het opstellen en indienen van de aanvraag.

6.   De EAV brengt uitvoerige richtsnoeren uit teneinde de aanvrager bij te staan bij het opstellen en indienen van zijn aanvraag.

AFDELING 2

Etikettering

Artikel 12

Toepassingsgebied

1.   Deze afdeling is van toepassing op levensmiddelen die als zodanig aan de eindverbruiker of instellingen in de Gemeenschap worden geleverd en die:

a)

hetzij geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan;

b)

hetzij met GGO's zijn geproduceerd of ingrediënten bevatten die daarmee zijn geproduceerd.

2.   Deze afdeling is niet van toepassing op levensmiddelen die materiaal bevatten dat geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat of daarmee is geproduceerd, in een verhouding van niet meer dan 0,9 % van ieder van de voedselingrediënten, noch op levensmiddelen die bestaan uit één ingrediënt, mits de aanwezigheid van dat materiaal onvoorzien of technisch niet te voorkomen is.

3.   Om aan te tonen dat de aanwezigheid van dit materiaal onvoorzien of technisch niet te voorkomen is, moeten de exploitanten bewijsmateriaal kunnen verstrekken om de bevoegde autoriteiten ervan te overtuigen dat zij passende maatregelen hebben genomen om de aanwezigheid van dergelijke materialen te voorkomen.

4.   Waar passend kunnen, overeenkomstig de procedure van artikel 35, lid 2, lagere drempelwaarden worden vastgesteld met name voor levensmiddelen die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan dan wel om rekening te houden met de wetenschappelijke en technische vooruitgang.

Artikel 13

Voorschriften

1.   Onverminderd de andere voorschriften van de communautaire wetgeving betreffende de etikettering van levensmiddelen gelden voor levensmiddelen die onder het toepassingsgebied van deze afdeling vallen de volgende specifieke etiketteringsvoorschriften:

a)

Wanneer het levensmiddel uit meer dan één ingrediënt bestaat, worden in de in artikel 6 van Richtlijn 2000/13/EG bedoelde lijst van ingrediënten de woorden „genetisch gemodificeerd” of „geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het ingrediënt]” tussen haakjes onmiddellijk na de naam van het betrokken ingrediënt aangebracht;

b)

Wanneer het ingrediënt door een naam van een categorie wordt aangegeven, worden de woorden „bevat genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]” of „bevat [naam van het ingrediënt] geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]” in de lijst van ingrediënten opgenomen;

c)

Bij ontbreken van een lijst van ingrediënten worden de woorden „genetisch gemodificeerd” of „geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]” duidelijk op de etikettering vermeld;

d)

De onder a) en b) bedoelde gegevens mogen ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van ingrediënten. In dat geval worden die gegevens afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van ingrediënten. Wanneer er geen lijst van ingrediënten wordt vermeld, worden die gegevens duidelijk op de etikettering aangebracht;

e)

Wanneer het levensmiddel aan de eindverbruiker te koop wordt aangeboden zonder voorverpakking of in kleine voorverpakkingsrecipiënten waarvan de grootste oppervlakte minder dan 10 cm2 groot is, wordt de krachtens dit lid voorgeschreven informatie permanent en zichtbaar op of onmiddellijk bij de verkoopstandaard van het levensmiddel aangebracht in een lettertype dat groot genoeg is om gemakkelijk te worden geïdentificeerd en gelezen.

2.   Afgezien van de in lid 1 vermelde etiketteringsvoorschriften worden op het etiket in de volgende gevallen ook alle kenmerken of eigenschappen zoals aangegeven in de vergunning vermeld:

a)

wanneer een levensmiddel verschilt van zijn conventionele tegenhanger wat betreft de volgende kenmerken of eigenschappen:

i)

de samenstelling,

ii)

de voedingswaarde of het nutritieve effect,

iii)

het beoogde gebruik van het levensmiddel,

iv)

gevolgen voor de gezondheid van bepaalde bevolkingscategorieën;

b)

wanneer een levensmiddel aanleiding kan geven tot ethische of religieuze bezwaren.

3.   Afgezien van de in lid 1 vermelde etiketteringsvoorschriften wordt in de etikettering van onder deze afdeling vallende levensmiddelen die geen conventionele tegenhanger hebben, passende informatie opgenomen over de aard en de kenmerken van de betrokken levensmiddelen, zoals aangegeven in de vergunning.

Artikel 14

Uitvoeringsmaatregelen

1.   Nadere bepalingen ter uitvoering van deze afdeling, onder andere betreffende de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de exploitanten voldoen aan de etiketteringsvoorschriften, kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

2.   Overeenkomstig de procedure van artikel 35, lid 2, kunnen specifieke regels worden vastgesteld betreffende de informatie die moet worden verstrekt door instellingen die de eindgebruiker levensmiddelen aanbieden. Om rekening te houden met de specifieke situatie van deze instellingen, kunnen deze regels voorzien in aanpassing van de voorschriften van artikel 13, lid 1, onder e).

HOOFDSTUK III

GENETISCH GEMODIFICEERDE DIERVOEDERS

AFDELING 1

Toelating en monitoring

Artikel 15

Toepassingsgebied

1.   Deze afdeling is van toepassing op:

a)

GGO's die in diervoeding worden gebruikt;

b)

diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan;

c)

met GGO's geproduceerde diervoeders.

2.   In voorkomend geval kan volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld of een bepaalde soort diervoeder onder het toepassingsgebied van deze afdeling valt.

Artikel 16

Voorschriften

1.   Diervoeders als bedoeld in artikel 15, lid 1:

a)

mogen geen negatieve effecten op de menselijke gezondheid, op de diergezondheid of op het milieu hebben;

b)

mogen de gebruiker niet misleiden;

c)

mogen de consument niet schaden of misleiden door afbreuk te doen aan de onderscheidende kenmerken van de dierlijke producten;

d)

mogen niet zodanig verschillen van de diervoeders ter vervanging waarvan zij zijn bedoeld, dat de normale consumptie ervan vanuit voedingsoogpunt voor dieren of mensen nadelig zou zijn.

2.   Niemand mag een product als bedoeld in artikel 15, lid 1, in de handel brengen, gebruiken of verwerken, tenzij daarvoor overeenkomstig deze afdeling een vergunning is verleend en de bij die vergunning vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.

3.   Voor een product als bedoeld in artikel 15, lid 1, mag slechts een vergunning worden verleend indien de aanvrager van de vergunning afdoende en voldoende heeft aangetoond dat het aan de voorschriften van lid 1 voldoet.

4.   De in lid 2 bedoelde vergunning kan betrekking hebben op:

a)

hetzij een genetisch gemodificeerd organisme en diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit dat genetisch gemodificeerde organisme bestaan, alsmede diervoeders die met dat genetisch gemodificeerde organisme zijn geproduceerd;

b)

hetzij een diervoeder dat met een genetisch gemodificeerd organisme is geproduceerd, alsmede diervoeders die met dat diervoeder zijn geproduceerd of het bevatten.

5.   Een vergunning als bedoeld in lid 2 mag slechts worden verleend, geweigerd, verlengd, gewijzigd, geschorst of ingetrokken om de redenen en volgens de procedures die in deze verordening zijn vastgelegd.

6.   De aanvrager van een vergunning als bedoeld in lid 2 en, na verlening van de vergunning, de vergunninghouder of zijn vertegenwoordiger, moeten in de Gemeenschap gevestigd zijn.

7.   De vergunningverlening krachtens deze verordening laat de Richtlijnen 2002/53/EG, 2002/55/EG en 68/193/EEG onverlet.

Artikel 17

Aanvragen van een vergunning

1.   Om de in artikel 16, lid 2, bedoelde vergunning te verkrijgen wordt overeenkomstig onderstaande voorschriften een aanvraag ingediend.

2.   De aanvraag wordt toegezonden aan de bevoegde nationale instantie van een lidstaat.

a)

De bevoegde nationale instantie

i)

bevestigt de aanvrager binnen 14 dagen na ontvangst schriftelijk de ontvangst van de aanvraag. Op die bevestiging staat de datum van ontvangst van de aanvraag vermeld;

ii)

stelt onverwijld de EAV op de hoogte; en

iii)

stelt de aanvraag en eventuele door de aanvrager verstrekte aanvullende informatie ter beschikking van de EAV.

b)

De EAV

i)

meldt de aanvraag onverwijld aan de andere lidstaten en de Commissie en stelt de aanvraag en eventuele door de aanvrager verstrekte informatie tot hun beschikking;

ii)

maakt de in lid 3, onder l), genoemde samenvatting van het dossier openbaar.

3.   Bij de aanvraag dienen de volgende nadere gegevens en documenten te worden verstrekt:

a)

naam en adres van de aanvrager;

b)

de benaming van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, en de specificatie ervan, met inbegrip van de gebruikte transformation event(s);

c)

indien van toepassing, de overeenkomstig bijlage II bij het aan het Verdrag inzake biodiversiteit gehechte Protocol van Cartagena te verstrekken informatie;

d)

indien van toepassing, een uitvoerige beschrijving van de wijze van verkrijging of vervaardiging en het beoogde gebruik van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1;

e)

een kopie van de verrichte onderzoeken met inbegrip van, indien beschikbaar, onafhankelijke door vakgenoten beoordeelde onderzoeken, en andere gegevens aan de hand waarvan kan worden aangetoond dat het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, aan de criteria van artikel 17, lid 1, voldoet, en in het bijzonder voor diervoeders die onder Richtlijn 82/471/EEG van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten (30) vallen, de informatie die is voorgeschreven in Richtlijn 83/228/EEG van de Raad van 18 april 1983 tot vaststelling van richtsnoeren voor de beoordeling van bepaalde producten die worden gebruikt in de diervoeding (31);

f)

een met passende informatie en gegevens ondersteunde analyse waaruit blijkt dat de kenmerken van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, niet van die van hun conventionele tegenhanger verschillen, gelet op de algemeen aanvaarde grenswaarden inzake natuurlijke variaties voor de betrokken kenmerken, alsmede op de in artikel 25, lid 2, onder c), genoemde criteria, dan wel een voorstel voor etikettering van het diervoeder overeenkomstig artikel 25, lid 2, onder c), en lid 3;

g)

een beargumenteerde verklaring dat het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, geen aanleiding geeft tot ethische of religieuze bezwaren, dan wel een voorstel voor etikettering van het diervoeder overeenkomstig artikel 25, lid 2, onder d);

h)

indien van toepassing, de voorwaarden voor het in de handel brengen van het diervoeder als bedoeld in artikel 16, lid 1, met inbegrip van specifieke voorwaarden voor gebruik en behandeling;

i)

een methode voor de detectie, de bemonstering (met inbegrip van verwijzingen naar bestaande officiële of genormaliseerde bemonsteringsmethoden) en de identificatie van de transformation event en, indien van toepassing, voor de detectie en identificatie van de transformation event in het diervoeder en/of het diervoeder dat daarmee wordt geproduceerd;

j)

monsters van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, en bijbehorende controlemonsters, alsmede informatie over de plaats waar toegang tot het referentiemateriaal kan worden verkregen;

k)

indien van toepassing een voorstel voor de monitoring. na het in de handel brengen, van het gebruik van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, voor dierlijke consumptie;

l)

een samenvatting van het dossier in een gestandaardiseerde vorm.

4.   Betreft de aanvraag een genetisch gemodificeerd organisme dat in de diervoeding wordt gebruikt, dan wordt met „diervoeder” in lid 3 bedoeld een diervoeder dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit of is geproduceerd met het genetisch gemodificeerde organisme waarvoor een aanvraag wordt ingediend.

5.   Voor GGO's en diervoeders als bedoeld in artikel 15, lid 1, onder b), gaat de aanvraag tevens vergezeld van:

a)

het volledige technisch dossier met de in de bijlagen III en IV bij Richtlijn 2001/18/EG omschreven gegevens en de gegevens en conclusies inzake de overeenkomstig de beginselen van bijlage II bij Richtlijn 2001/18/EG uitgevoerde milieurisicobeoordeling, of, indien het in de handel brengen van de GGO's is toegestaan krachtens deel C van Richtlijn 2001/18/EG, een afschrift van het besluit waarbij de vergunning is verleend;

b)

een monitoringplan voor de milieueffecten overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 2001/18/EG, met inbegrip van een voorstel voor de duur van het monitoringplan; die duur kan verschillen van de voorgestelde geldigheidsduur van de toestemming;

In dat geval zijn de artikelen 13 tot en met 24 van Richtlijn 2001/18/EG niet van toepassing.

6.   Indien de aanvraag betrekking heeft op een stof waarvan het gebruik en het in de handel brengen ingevolge andere bepalingen van de communautaire wetgeving alleen is toegestaan indien die stof is opgenomen in een lijst van toegelaten of geregistreerde stoffen met uitsluiting van andere stoffen, moet dit in de aanvraag worden vermeld en moet de status van de bedoelde stof krachtens de toepasselijke wetgeving worden vermeld.

7.   De Commissie stelt, na raadpleging van de EAV, volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure regels voor de toepassing van dit artikel vast, met inbegrip van regels voor het opstellen en indienen van de aanvraag.

8.   Vóór de datum waarop deze verordening van toepassing wordt, publiceert de EAV uitvoerige richtsnoeren om de aanvrager bij te staan bij het opstellen en indienen van de aanvraag.

Artikel 18

Advies van de EAV

1.   De EAV streeft ernaar binnen zes maanden na ontvangst van een geldige aanvraag advies uit te brengen. Die termijn wordt verlengd wanneer de EAV overeenkomstig lid 2 om aanvullende informatie van de aanvrager verzoekt.

2.   Zo nodig kan de EAV of een bevoegde nationale instantie via de EAV de aanvrager verzoeken de bij de aanvraag verstrekte gegevens binnen een bepaalde termijn aan te vullen.

3.   Voor het opstellen van haar advies:

a)

gaat de EAV na of de door de aanvrager ingediende gegevens en documenten in overeenstemming zijn met artikel 17 en of het diervoeder als bedoeld in artikel 16, lid 1, voldoet aan de criteria van artikel 16, lid 1;

b)

kan zij de relevante instantie van een lidstaat die bevoegd is voor de beoordeling van diervoeders verzoeken een veiligheidsbeoordeling van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, te verrichten overeenkomstig artikel 36 van Verordening (EG) nr. 178/2002;

c)

kan zij een overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2001/18/EG aangewezen bevoegde instantie verzoeken een milieurisicobeoordeling te verrichten; wanneer de aanvraag evenwel betrekking heeft op GGO's die als zaden of ander teeltmateriaal zullen worden gebruikt, verzoekt zij een bevoegde nationale instantie de milieurisicobeoordeling uit te voeren;

d)

zendt zij de in artikel 17, lid 3, onder i) en j), bedoelde informatie en monsters aan het communautaire referentielaboratorium. Het communautaire referentielaboratorium test en valideert de door de aanvrager voorgestelde detectie- en identificatiemethode;

e)

bestudeert zij met het oog op de toepassing van artikel 25, lid 2, onder c), de door de aanvrager verstrekte informatie en gegevens waaruit blijkt dat de kenmerken van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, niet verschillen van de conventionele tegenhanger daarvan, rekening houdend met de aanvaarde limieten van de natuurlijke spreiding voor deze kenmerken.

4.   Wanneer het gaat om GGO's en diervoeders als bedoeld in artikel 15, lid 1, onder b), zijn de bij Richtlijn 2001/18/EG vastgestelde veiligheidsvoorschriften met betrekking tot het milieu op de beoordeling van toepassing, zodat alle passende maatregelen worden genomen ter voorkoming van schadelijke effecten voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu die kunnen optreden als gevolg van de doelbewuste introductie van GGO's. Tijdens de beoordeling van aanvragen voor het in de handel brengen van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit GGO's, raadpleegt de EAV de bevoegde nationale instantie overeenkomstig Richtlijn 2001/18/EG die door elke lidstaat te dien einde is aangewezen. De bevoegde autoriteiten maken hun advies binnen drie maanden na de datum van ontvangst van het verzoek bekend.

5.   Ingeval het advies luidt dat het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, kan worden toegelaten, worden in het advies de volgende gegevens opgenomen:

a)

naam en adres van de aanvrager;

b)

de benaming van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, en de specificatie ervan;

c)

indien van toepassing, de overeenkomstig bijlage II bij het aan het Verdrag inzake biodiversiteit gehechte Protocol van Cartagena te verstrekken informatie;

d)

een voorstel voor de etikettering van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1;

e)

indien van toepassing, de voorwaarden of beperkingen waaraan het in de handel brengen van het diervoeder moet worden onderworpen, en/of specifieke voorwaarden voor gebruik en behandeling, inclusief voorschriften voor monitoring na het in de handel brengen al naargelang de resultaten van de risicobeoordeling, en, in het geval van genetische gemodificeerde organismen of diervoeders als bedoeld in artikel 15, lid 1, de voorwaarden voor de bescherming van bijzondere ecosystemen/het milieu en/of geografische gebieden;

f)

de door het communautaire referentielaboratorium gevalideerde methode voor de detectie, met inbegrip van bemonstering, identificatie van de transformation event en, indien van toepassing, voor de detectie en identificatie van de transformation event in het diervoeder en/of het diervoeder dat daarmee wordt geproduceerd; vermelding van de plaats waar toegang kan worden verkregen tot passend referentiemateriaal;

g)

indien van toepassing, het in artikel 17, lid 5, onder b), bedoelde monitoringplan.

6.   De EAV zendt haar advies aan de Commissie, de lidstaten en de aanvrager, met daarbij een rapport waarin de beoordeling van het diervoeder als bedoeld in artikel 16, lid 1, wordt beschreven en het advies wordt gemotiveerd alsmede de informatie waarop het advies is gebaseerd, met inbegrip van de adviezen van de bevoegde autoriteiten, wanneer deze overeenkomstig lid 4 zijn geraadpleegd.

7.   De EAV maakt haar advies overeenkomstig artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 openbaar nadat de overeenkomstig artikel 30 als vertrouwelijk aangemerkte informatie daaruit is verwijderd. Het publiek kan gedurende 30 dagen na deze bekendmaking opmerkingen aan de Commissie doen toekomen.

Artikel 19

Vergunning

1.   Binnen drie maanden na ontvangst van het advies van de EAV legt de Commissie aan het in artikel 36 bedoelde comité een ontwerp-besluit inzake de aanvraag voor, rekening houdend met het advies van de EAV, eventuele relevante bepalingen van de communautaire wetgeving en andere ter zake dienende factoren. Indien het ontwerp-besluit niet in overeenstemming is met het advies van de EAV, licht de Commissie de redenen voor de verschillen toe.

2.   In het ontwerp-besluit ter verlening van een vergunning worden de volgende gegevens vermeld: de in artikel 18, lid 5, bedoelde gegevens, de naam van de vergunninghouder en, in voorkomend geval, het aan het genetisch gemodificeerde organisme toegekende eenduidige identificatienummer als bedoeld in Verordening (EG) nr. .../2003 (32).

3.   Het definitieve besluit over de aanvraag wordt genomen volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

4.   De Commissie stelt de aanvrager onverwijld van het besluit in kennis en maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie over die besluiten bekend.

5.   De volgens de procedure van deze verordening verleende vergunning is in de gehele Gemeenschap gedurende tien jaar geldig en kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 23 worden verlengd. Het toegelaten diervoeder wordt opgenomen in het in artikel 28 bedoelde register. Bij elke opneming in het register worden de datum van de vergunning en de in lid 2 bedoelde gegevens vermeld.

6.   De krachtens deze afdeling verleende vergunning geldt onverminderd andere bepalingen van de communautaire wetgeving betreffende het gebruik en het in de handel brengen van stoffen die alleen mogen worden gebruikt indien de stof is opgenomen in een lijst van geregistreerde of toegelaten stoffen met uitsluiting van andere stoffen.

7.   De verlening van de vergunning laat de algemene wettelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van een exploitant van een diervoederbedrijf met betrekking tot het betrokken diervoeder onverlet.

8.   Verwijzingen in de delen A en D van Richtlijn 2001/18/EG naar krachtens deel C van die richtlijn toegelaten GGO's, worden geacht ook van toepassing te zijn op GGO's die krachtens deze verordening worden toegelaten.

Artikel 20

Status van bestaande producten

1.   In afwijking van artikel 16, lid 2, kunnen onder deze afdeling vallende producten die vóór de datum van toepassing van deze verordening wettig in de handel zijn gebracht in de Gemeenschap, verder in de handel gebracht, gebruikt en verwerkt worden, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

in geval van producten die uit hoofde van Richtlijn 90/220/EEG of Richtlijn 2001/18/EG zijn toegelaten, inclusief voor gebruik als diervoeder, uit hoofde van Richtlijn 82/471/EEG, wanneer die producten met GGO's geproduceerd zijn, of uit hoofde van Richtlijn 70/524/EEG, wanneer die producten geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan of daarmee geproduceerd zijn, delen de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de betrokken producten de Commissie binnen zes maanden na de datum van toepassing van onderhavige verordening mede op welke datum deze producten voor het eerst in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht,

b)

in geval van andere dan de onder het eerste streepje bedoelde producten die in de Gemeenschap wettig in de handel zijn gebracht, delen de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de betrokken producten in de Gemeenschap, de Commissie binnen zes maanden na de datum van toepassing van deze verordening mede dat de producten vóór de datum van toepassing van deze verordening in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht.

2.   Bij de in lid 1 bedoelde kennisgeving worden voorzover van toepassing de in artikel 17, leden 3 en 5, genoemde gegevens verstrekt, die de Commissie aan de EAV en de lidstaten doorstuurt. De EAV zendt de in artikel 17, lid 3, onder i) en j), bedoelde informatie en monsters aan het communautaire referentielaboratorium. Het communautaire referentielaboratorium test en valideert de door de aanvrager voorgestelde detectie- en identificatiemethode.

3.   Binnen een jaar na de datum van toepassing van deze verordening en wanneer vaststaat dat alle vereiste informatie is ingediend en onderzocht, worden de betrokken producten in het register opgenomen. Bij elke opneming in het register worden de in artikel 19, lid 2, bedoelde gegevens vermeld en, in geval van de in lid 1, onder a), bedoelde producten, de datum waarop de betrokken producten voor het eerst in de handel zijn gebracht.

4.   Binnen negen jaar na de datum waarop de in lid 1, onder a), bedoelde producten voor het eerst in de handel zijn gebracht, maar in geen geval vroeger dan drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening, dienen de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de producten een aanvraag in overeenkomstig artikel 23, dat van overeenkomstige toepassing is.

Binnen drie jaar na de datum van toepassing van deze verordening dienen de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor het in de handel brengen van de in lid 1, tweede streepje, bedoelde producten, een aanvraag in overeenkomstig artikel 25, dat van overeenkomstige toepassing is.

5.   Op de in lid 1 bedoelde producten en diervoeders die deze producten bevatten of ermee zijn geproduceerd, is het bepaalde in deze verordening van toepassing, in het bijzonder de artikelen 21, 22 en 34, die van overeenkomstige toepassing zijn.

6.   Indien de in de leden 1 en 2 bedoelde kennisgeving en de bijbehorende gegevens niet binnen de gestelde termijn worden verstrekt of onjuist blijken, of indien binnen de gestelde termijn geen aanvraag overeenkomstig lid 4 wordt ingediend, stelt de Commissie volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure een maatregel vast waarin het uit de handel nemen van het betrokken product en alle daarvan afgeleide producten wordt gelast. In die maatregel kan worden bepaald dat de bestaande voorraden van het product gedurende een beperkte periode opgebruikt mogen worden.

7.   Ingeval vergunningen niet aan een specifieke vergunninghouder zijn verleend, dient de exploitant die de in dit artikel bedoelde producten invoert, produceert of vervaardigt, de informatie of de aanvraag bij de Commissie in.

8.   Nadere bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 21

Toezicht

1.   Nadat overeenkomstig deze verordening een vergunning is verleend, nemen de vergunninghouder en alle betrokken partijen alle voorwaarden en beperkingen die in de vergunning zijn vastgesteld in acht, en zien zij er in het bijzonder op toe dat producten die niet onder de vergunning vallen, niet als levensmiddelen of als diervoeders in de handel worden gebracht. Indien een plan voor monitoring na het in de handel brengen als bedoeld in artikel 17, lid 3, onder k), en/of voor monitoring als bedoeld in artikel 17, lid 5, onder b), is voorgeschreven, zorgt de vergunninghouder ervoor dat dit plan wordt uitgevoerd en brengt hij hierover aan de Commissie verslag uit overeenkomstig de vergunning. De monitoringverslagen worden met uitzondering van vertrouwelijke informatie overeenkomstig artikel 30 ter beschikking gesteld van het publiek.

2.   Indien de vergunninghouder voorstelt de voorwaarden van de vergunning te wijzigen, dient hij hiertoe een aanvraag in overeenkomstig artikel 17, lid 2. De artikelen 17, 18 en 19 zijn van overeenkomstige toepassing.

3.   De vergunninghouder stelt de Commissie onverwijld in kennis van alle nieuwe wetenschappelijke en technische informatie die van invloed zou kunnen zijn op de beoordeling van de veiligheid van het gebruik van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1. In het bijzonder stelt de vergunninghouder de Commissie onverwijld in kennis van verboden of beperkingen die zijn opgelegd door de bevoegde instantie van een derde land waarin het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, in de handel wordt gebracht.

4.   De Commissie stelt de door de aanvrager verstrekte informatie onverwijld ter beschikking van de EAV en van de lidstaten.

Artikel 22

Wijziging, schorsing en intrekking van vergunningen

1.   Op eigen initiatief of naar aanleiding van een verzoek van een lidstaat of van de Commissie brengt de EAV advies uit over de vraag of een vergunning voor een product als bedoeld in artikel 15, lid 1, nog voldoet aan de voorwaarden van de onderhavige verordening. Zij zendt dit advies onverwijld toe aan de Commissie, de vergunninghouder en de lidstaten. De EAV stelt haar advies beschikbaar voor het publiek overeenkomstig artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002, na schrapping van alle informatie die als vertrouwelijk wordt beschouwd uit hoofde van artikel 30 van deze verordening. Het publiek kan binnen 30 dagen na die bekendmaking opmerkingen indienen bij de Commissie.

2.   De Commissie bestudeert het advies van de EAV zo spoedig mogelijk. Alle passende maatregelen overeenkomstig artikel 34 worden getroffen. Zo nodig, wordt de vergunning volgens de procedure van artikel 19 gewijzigd, geschorst of ingetrokken.

3.   Artikel 17, lid 2, en de artikelen 18 en 19 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 23

Verlenging van vergunningen

1.   Krachtens deze verordening verleende vergunningen kunnen telkens voor tien jaar worden verlengd, indien de aanvrager hiertoe uiterlijk een jaar voor het verstrijken van de vergunning een aanvraag indient bij de Commissie.

2.   Bij de aanvraag dient het volgende te worden verstrekt:

a)

een afschrift van de vergunning voor het in de handel brengen van het diervoeder;

b)

een verslag van de resultaten van de monitoring, indien dit in de vergunning is voorgeschreven;

c)

alle overige nieuwe informatie die beschikbaar gekomen is ten aanzien van de beoordeling van de veiligheid van het gebruik van het diervoeder en de risico's van het diervoeder voor mensen of dieren of voor het milieu;

d)

zo nodig een voorstel tot wijziging of aanvulling van de voorwaarden van de oorspronkelijke vergunning, onder andere de voorwaarden die verband houden met de toekomstige monitoring.

3.   Artikel 17, lid 2, en de artikelen 18 en 19 zijn van overeenkomstige toepassing.

4.   Indien er, om redenen die niet verwijtbaar zijn aan de vergunninghouder, geen besluit over het verzoek om verlenging wordt genomen vóór het verstrijken van de vergunning, wordt de geldigheidsduur van het product automatisch verlengd tot het moment waarop een besluit is genomen.

5.   De Commissie kan, na raadpleging van de EAV volgens in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure regels voor de toepassing van dit artikel vaststellen, waaronder regels voor het opstellen en indienen van de aanvraag.

6.   De EAV brengt uitvoerige richtsnoeren uit om de aanvrager bij te staan bij het opstellen en indienen van zijn aanvraag.

AFDELING 2

Etikettering

Artikel 24

Toepassingsgebied

1.   Deze afdeling is van toepassing op diervoeders als bedoeld in artikel 15, lid 1.

2.   Deze afdeling is niet van toepassing op diervoeders die materiaal bevatten dat geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat of daarmee is geproduceerd, in een verhouding van niet meer dan 0,9 % van het diervoeder en van elk diervoeder waaruit het is samengesteld, mits de aanwezigheid van dat materiaal onvoorzien of technisch niet te voorkomen is.

3.   Om aan te tonen dat de aanwezigheid van dit materiaal in het diervoeder onvoorzien of technisch niet te voorkomen is, moeten de exploitanten bewijsmateriaal kunnen verstrekken om de bevoegde autoriteiten ervan te overtuigen dat zij passende maatregelen hebben genomen om de aanwezigheid van dergelijke materialen te voorkomen.

4.   Waar passend kunnen, overeenkomstig de procedure van artikel 35, lid 2, lagere drempelwaarden worden vastgesteld met name voor diervoeders die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan dan wel om rekening te houden met de wetenschappelijke en technologische vooruitgang.

Artikel 25

Voorschriften

1.   Onverminderd de andere voorschriften van de communautaire wetgeving betreffende de etikettering van diervoeders gelden voor diervoeders als bedoeld in artikel 15, lid 1, de bij dit artikel bepaalde specifieke etiketteringsvoorschriften.

2.   Niemand mag een diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, in de handel brengen, tenzij de hieronder vermelde gegevens duidelijk zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar in een begeleidend document of, waar van toepassing, op de verpakking, op de recipiënt of op een daarop bevestigd etiket worden aangegeven.

Voor elk diervoeder waaruit een bepaald diervoeder is samengesteld, gelden de volgende regels:

a)

wat de in artikel 15, lid 1, onder a) en b), bedoelde diervoeders betreft, komen de woorden „genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]” tussen haken onmiddellijk na de benaming van het diervoeder;

Deze tekst mag ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van diervoeders. Deze voetnoot wordt afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van diervoeders.

b)

wat de artikel 15, lid 1, onder c), bedoelde diervoeders betreft, komen de woorden „geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]” tussen haken onmiddellijk na de benaming van het diervoeder;

Deze tekst mag ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van diervoeders. Deze voetnoot wordt afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van diervoeders.

c)

zoals vermeld in de vergunning, alle kenmerken van het diervoeder als bedoeld in artikel 15, lid 1, die verschillen van die van hun conventionele tegenhangers, zoals de hieronder genoemde:

i)

de samenstelling,

ii)

de voedingseigenschappen,

iii)

het beoogde gebruik,

iv)

gevolgen voor de gezondheid van bepaalde diersoorten of -categorieën.

d)

zoals vermeld in de vergunning, alle kenmerken of eigenschappen waardoor een diervoeder aanleiding kan geven tot ethische of religieuze bezwaren.

3.   Afgezien van de in lid 2, onder a) en b), vermelde etiketteringsvoorschriften wordt in de etikettering of de begeleidende documenten van onder deze afdeling vallende diervoeders die geen conventionele tegenhanger hebben, passende informatie opgenomen over de aard en de kenmerken van de betrokken diervoeders, zoals aangegeven in de vergunning.

Artikel 26

Uitvoeringsmaatregelen

Nadere bepalingen ter uitvoering van deze afdeling, onder andere betreffende de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de exploitanten voldoen aan de etiketteringsvoorschriften, kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

HOOFDSTUK IV

GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

Artikel 27

Producten die zowel voor de menselijke voeding als voor de diervoeding kunnen worden gebruikt

1.   Wanneer een product zowel voor de menselijke voeding als voor de diervoeding kan worden gebruikt, wordt daarvoor één aanvraag krachtens de artikelen 5 en 17 ingediend, waarover de EAV één advies uitbrengt en de Gemeenschap één besluit neemt.

2.   De EAV gaat na of de vergunningaanvraag zowel voor gebruik in de menselijke voeding als voor gebruik in de diervoeding moet worden ingediend.

Artikel 28

Communautair register

1.   De Commissie stelt een Communautair register van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders op, hierna „het register” te noemen, en werkt het register bij.

2.   Het register wordt openbaar gemaakt.

Artikel 29

Toegang van het publiek

1.   De vergunningaanvraag, aanvullende informatie van de aanvrager, adviezen van de bevoegde autoriteiten die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2001/18/EG, monitoringverslagen en informatie van de vergunninghouder, met uitzondering van vertrouwelijke informatie, worden voor het publiek toegankelijk gemaakt.

2.   De EAV past bij de behandeling van aanvragen om toegang tot door de EAV bewaarde documenten de beginselen toe van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot de documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (33).

3.   De lidstaten behandelen aanvragen om toegang tot ingevolge deze verordening ontvangen documenten overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

Artikel 30

Geheimhouding

1.   De aanvrager kan aangeven welke krachtens deze verordening ingediende informatie vertrouwelijk dient te worden behandeld, omdat openbaarmaking daarvan een aanzienlijke nadelige invloed kan hebben op zijn concurrentiepositie. In dat geval moeten verifieerbare redenen worden aangevoerd.

2.   Onverminderd het bepaalde in lid 3 stelt de Commissie na overleg met de aanvrager vast welke informatie vertrouwelijk moet worden behandeld en brengt zij de aanvrager op de hoogte van haar beslissing.

3.   Informatie met betrekking tot de volgende punten wordt niet als vertrouwelijk beschouwd:

a)

de naam en samenstelling van het genetisch gemodificeerde organisme, levensmiddel of diervoeder als bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 15, lid 1, en indien van toepassing de aanduiding van het substraat en het micro-organisme;

b)

de algemene beschrijving van het genetisch gemodificeerde organisme en de naam en het adres van de vergunninghouder;

c)

de fysisch-chemische en biologische eigenschappen van het genetisch gemodificeerde organisme, levensmiddel of diervoeder als bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 15, lid 1;

d)

de gevolgen van het genetisch gemodificeerde organisme, levensmiddel of diervoeder als bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 15, lid 1, voor de gezondheid van mensen en dieren en voor het milieu;

e)

de gevolgen van het genetisch gemodificeerde organisme, levensmiddel of diervoeder als bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 15, lid 1, voor de kenmerken en de voedingseigenschappen van de dierlijke producten;

f)

de methoden voor de detectie, met inbegrip van de bemonstering, en de identificatie van de transformation event en, indien van toepassing, voor de detectie en identificatie van de transformation event in het levensmiddel of diervoeder als bedoeld in artikel 3, lid 1, respectievelijk artikel 15, lid 1;

g)

informatie over afvalbehandeling en noodmaatregelen.

4.   Onverminderd het bepaalde in lid 2 verstrekt de EAV alle informatie waarover zij beschikt op verzoek aan de Commissie en de lidstaten.

5.   Het gebruik van detectiemethoden en het reproduceren van referentiematerialen als bedoeld in artikel 5, lid 3, en artikel 17, lid 3, voor de toepassing van deze verordening op GGO's, levensmiddelen of diervoeders waarop een aanvraag betrekking heeft, worden niet door de uitoefening van intellectuele eigendomsrechten of anderszins beperkt.

6.   De Commissie, de EAV en de lidstaten nemen de nodige maatregelen om een passende mate van vertrouwelijkheid van door hen ingevolge deze verordening ontvangen informatie te waarborgen, behalve indien het gaat om informatie die, als de omstandigheden dat vereisen, openbaar moet worden gemaakt ter bescherming van de gezondheid van mens of dier of van het milieu.

7.   Indien een aanvrager een aanvraag intrekt of heeft ingetrokken, respecteren de EAV, de Commissie en de lidstaten de vertrouwelijkheid van commerciële en industriële informatie, met inbegrip van informatie over onderzoek en ontwikkeling alsmede informatie over de vertrouwelijkheid waarvan de Commissie en de aanvrager van mening verschillen.

Artikel 31

Gegevensbescherming

De wetenschappelijke gegevens en de andere informatie vereist in het dossier van de aanvraag overeenkomstig artikel 5, leden 3 en 5, en artikel 17, leden 3 en 5, mogen gedurende tien jaar vanaf de datum van vergunningverlening niet ten behoeve van andere aanvragers worden gebruikt, tenzij die andere aanvrager met de vergunninghouder is overeengekomen dat die gegevens en informatie wel mogen worden gebruikt.

Na het verstrijken van de termijn van tien jaar mag de EAV de resultaten van de evaluatie aan de hand van de wetenschappelijke gegevens en de resultaten van de gehele evaluatie of delen ervan gebruiken ten behoeve van een andere aanvrager, indien die kan aantonen dat het levensmiddel of diervoeder waarvoor hij een vergunning aanvraagt, in wezen hetzelfde is als een al krachtens deze verordening toegelaten levensmiddel of diervoeder.

Artikel 32

Communautair referentielaboratorium

Het communautaire referentielaboratorium, alsmede de bevoegdheden en taken daarvan, zijn vastgesteld in de bijlage.

Volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure kunnen nationale referentielaboratoria worden ingesteld.

De aanvrager van een vergunning voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders draagt bij in de kosten van de in de bijlage vermelde taken van het communautair referentielaboratorium en van het Europees netwerk van GGO-laboratoria.

De van aanvragers verlangde bijdrage mag niet hoger zijn dan de kosten van het valideren van de detectiemethoden.

Nadere bepalingen ter uitvoering van dit artikel en de bijlage, alsmede wijzigingen daarin, kunnen worden vastgesteld volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 33

Raadpleging van de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën

1.   De Commissie kan op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën of een andere relevante door haar opgerichte instantie raadplegen teneinde haar advies over ethische kwesties in te winnen.

2.   De Commissie maakt die adviezen openbaar.

Artikel 34

Noodmaatregelen

Wanneer blijkt dat producten waarvoor krachtens of overeenkomstig deze verordening een vergunning is verleend, waarschijnlijk een ernstig risico voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu inhouden, of wanneer, naar aanleiding van een overeenkomstig de artikelen 10 en 22 door de EAV verstrekt advies, de dringende noodzaak ontstaat om een vergunning te schorsen of te wijzigen, worden er maatregelen genomen volgens de procedures van de artikelen 53 en 54 van Verordening (EG) nr. 178/2002.

Artikel 35

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 58 van Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid („het comité”).

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 36

Bestuursrechtelijke toetsing

Handelingen of nalatigheden op grond van de bij deze verordening aan de EAV verleende bevoegdheden kunnen op eigen initiatief, dan wel op verzoek van een lidstaat of van een persoon die rechtstreeks en individueel wordt geraakt, door de Commissie worden getoetst.

Daartoe dient de belanghebbende partij binnen twee maanden na de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de betrokken handeling of nalatigheid, een verzoek in bij de Commissie.

De Commissie neemt binnen twee maanden een besluit, waarbij de EAV, in voorkomend geval, wordt gelast haar besluit in te trekken of haar nalatigheid te verhelpen.

Artikel 37

Intrekking van verordeningen

De volgende verordeningen worden ingetrokken met ingang van de datum van toepassing van onderhavige verordening:

Verordening (EG) nr. 1139/98;

Verordening (EG) nr. 49/2000;

Verordening (EG) nr. 50/2000.

Artikel 38

Wijziging van Verordening (EG) nr. 258/97

Verordening (EG) nr. 258/97 wordt met ingang van de datum van toepassing van onderhavige verordening als volgt gewijzigd:

1)

de volgende bepalingen worden geschrapt:

artikel 1, lid 2, onder a) en b),

artikel 3, lid 2, tweede alinea, en lid 3,

artikel 8, lid 1, onder d),

artikel 9;

2)

in artikel 3 komt de eerste zin van lid 4 als volgt te luiden:

„4.   In afwijking van lid 2 is de procedure van artikel 5 van toepassing op de in artikel 1, lid 2, onder d) en e), bedoelde voedingsmiddelen of voedselingrediënten die volgens de beschikbare en algemeen erkende wetenschappelijke gegevens of volgens een advies van een van de krachtens artikel 4, lid 3, bevoegde autoriteiten, qua samenstelling, voedingswaarde, metabolisme, beoogd gebruik en gehalte aan ongewenste stoffen, wezenlijk gelijkwaardig zijn aan bestaande voedingsmiddelen of voedselingrediënten.”

Artikel 39

Wijziging van Richtlijn 82/471/EEG

Aan artikel 1 van Richtlijn 82/471/EEG wordt met ingang van de datum van toepassing van onderhavige verordening het volgende lid toegevoegd:

„3.   Deze richtlijn is niet van toepassing op producten die dienen voor directe of indirecte eiwitvoorziening en vallen onder Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad van... inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (34).

Artikel 40

Wijziging van Richtlijn 2002/53/EG

Richtlijn 2002/53/EG wordt met ingang van de datum van toepassing van onderhavige verordening als volgt gewijzigd:

1)

artikel 4, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   Indien voorts van een plantenras afgeleid materiaal bestemd is voor gebruik als levensmiddel dat valt onder artikel 3 van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad van... inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (35), of als diervoeder dat valt onder artikel 16 van die verordening, mag dat ras alleen worden toegelaten als het overeenkomstig die verordening is goedgekeurd.

2)

artikel 7, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   De lidstaten zien erop toe dat een ras dat bestemd is om te worden gebruikt als levensmiddel of diervoeder zoals omschreven in artikel 2, respectievelijk artikel 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (36), alleen wordt toegelaten indien het reeds is toegelaten krachtens de toepasselijke wetgeving.

Artikel 41

Wijziging van Richtlijn 2002/55/EG

Richtlijn 2002/55/EG wordt met ingang van de datum van toepassing van onderhavige verordening als volgt gewijzigd:

1)

artikel 4, lid 3, wordt vervangen door:

„3.   Indien voorts van een plantenras afgeleid materiaal bestemd is voor gebruik als levensmiddel dat valt onder artikel 3 van Verordening (EG) nr..../2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (37), of als diervoeder dat valt onder artikel 15 van die verordening, mag dat ras alleen worden toegelaten als het overeenkomstig die verordening is goedgekeurd.

2)

artikel 7, lid 5, wordt vervangen door:

„5.   De lidstaten zien erop toe dat een ras dat bestemd is om te worden gebruikt als levensmiddel of diervoeder zoals omschreven in artikel 2, respectievelijk artikel 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (38), alleen wordt toegelaten indien het reeds is toegelaten krachtens de toepasselijke wetgeving.

Artikel 42

Wijziging van Richtlijn 68/193/EEG

Artikel 5 ter bis, lid 3, van Richtlijn 68/193/EEG wordt als volgt en met ingang van de datum van toepassing van onderhavige verordening vervangen door de volgende tekst:

„3.

a)

Wanneer van teeltmateriaal voor wijnstokken afgeleide producten bestemd zijn om te worden gebruikt als of in levensmiddelen die onder artikel 3 vallen of als of in diervoeders die onder artikel 15 vallen van Verordening (EG) nr..../2003 van het Europees Parlement en de Raad van... inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (39), wordt het betrokken wijnstokras alleen aanvaard indien het uit hoofde van die verordening is toegelaten.

b)

De lidstaten zorgen ervoor dat een wijnstokras uit welks teeltmateriaal producten zijn afgeleid die bedoeld zijn om te worden gebruikt in levensmiddelen en diervoeders ingevolge de artikelen 2 en 3 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (40), alleen wordt aanvaard indien het is toegestaan uit hoofde van de toepasselijke wetgeving.

Artikel 43

Wijzigingen van Richtlijn 2001/18/EG

Richtlijn 2001/18/EG wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van onderhavige verordening als volgt gewijzigd:

1)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

Artikel 12 bis

Overgangsmaatregelen betreffende de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van GGO's waarvoor de risicobeoordeling tot een gunstig resultaat heeft geleid.

1.   Het in de handel brengen van sporen van een GGO of een combinatie van GGO's in producten die bedoeld zijn voor rechtstreeks gebruik als levensmiddel of diervoeder of voor verwerking, is vrijgesteld van de artikelen 13 tot en met 21, mits voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 47 van Verordening (EG) nr...../2003 van het Europees Parlement en de Raad van... inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (41).

2.   Dit artikel geldt voor een periode van 3 jaar na de datum waarop Verordening (EG) nr..../2003 van kracht wordt.

2)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

Artikel 26 bis

Maatregelen om niet-doelbewuste aanwezigheid van GGO's te voorkomen

1.   De lidstaten kunnen alle passende maatregelen nemen om de niet-doelbewuste aanwezigheid van GGO's in andere producten te voorkomen.

2.   De Commissie verzamelt en coördineert gegevens die zijn gebaseerd op onderzoeken op communautair en nationaal niveau en observeert de ontwikkelingen inzake het naast elkaar voorkomen in de lidstaten, en ontwikkelt op basis van deze gegevens en waarnemingen richtsnoeren over het naast elkaar voorkomen van genetisch gemodificeerde, conventionele en organische gewassen."”

Artikel 44

Overeenkomstig het Protocol van Cartagena te verstrekken informatie

1.   De Commissie stelt de partijen bij het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid overeenkomstig artikel 11, lid 1, of artikel 12, lid 1, van dat protocol, al naar gelang het geval, via het uitwisselingscentrum voor bioveiligheid in kennis van iedere verlening, verlenging, wijziging, schorsing of intrekking van een vergunning voor een genetisch gemodificeerd organisme, levensmiddel of diervoeder bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a) en b), en artikel 15, lid 1, onder a) en b).

De Commissie verstrekt schriftelijk een afschrift van deze informatie aan het nationale contactpunt van elke partij die het secretariaat vooraf meedeelt dat zij geen toegang heeft tot het uitwisselingcentrum voor bioveiligheid.

2.   Voorts neemt de Commissie de door een partij overeenkomstig artikel 10, lid 3, van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid gedane verzoeken om aanvullende informatie in behandeling en verstrekt zij afschriften van wetten, voorschriften en richtsnoeren overeenkomstig artikel 10, lid 5, van genoemd protocol.

Artikel 45

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle maatregelen om te bereiken dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening van die bepalingen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.

Artikel 46

Overgangsmaatregelen inzake verzoeken, etikettering en kennisgevingen

1.   Verzoeken krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 258/97 die vóór de datum van toepassing van deze verordening zijn ingediend, worden omgezet in aanvragen krachtens hoofdstuk II, afdeling 1 van deze verordening indien het verslag van de eerste beoordeling bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 258/97 nog niet aan de Commissie is toegezonden, alsmede ingeval een aanvullende beoordeling nodig is overeenkomstig artikel 6, lid 3 of lid 4, van Verordening (EG) nr. 258/97. Andere verzoeken krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 258/97 die vóór de datum van toepassing van onderhavige verordening zijn ingediend, worden behandeld volgens de bepalingen van Verordening (EG) nr. 258/97, onverminderd artikel 38 van onderhavige verordening.

2.   De etiketteringsvoorschriften van deze verordening gelden niet voor producten waarvoor het vervaardigingsproces al voor de datum van toepassing van deze verordening was aangevat, op voorwaarde dat die producten zijn geëtiketteerd overeenkomstig de vóór de datum van toepassing van deze verordening toepasselijke wetgeving.

3.   Kennisgevingen betreffende voor diervoeder bestemde producten die vóór de datum van toepassing van deze verordening krachtens artikel 13 van Richtlijn 2001/18/EG zijn ingediend, worden omgezet in aanvragen krachtens hoofdstuk III, afdeling 1, van deze verordening indien het in artikel 14 van Richtlijn 2001/18/EG bedoelde beoordelingsrapport nog niet aan de Commissie is toegezonden.

4.   Verzoeken krachtens artikel 7 van Richtlijn 82/471/EEG betreffende producten als bedoeld in artikel 15, lid 1, onder c, van deze verordening die vóór de datum van toepassing van deze verordening zijn ingediend, worden omgezet in aanvragen krachtens hoofdstuk III, afdeling 1, van deze verordening.

5.   Aanvragen krachtens artikel 4 van Richtlijn 70/524/EEG betreffende producten als bedoeld in artikel 15, lid 1, van deze verordening die vóór de datum van toepassing van deze verordening zijn ingediend, worden aangevuld met aanvragen krachtens hoofdstuk III, afdeling 1, van deze verordening.

Artikel 47

Overgangsmaatregelen voor onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van genetisch gemodificeerd materiaal waarvoor de risicobeoordeling tot een gunstig resultaat heeft geleid

1.   De aanwezigheid in levensmiddelen of diervoeders van materiaal dat gedeeltelijk of geheel bestaat of is geproduceerd uit GGO's in een verhouding die niet hoger ligt dan 0,5 %, wordt niet geacht in strijd te zijn met artikel 4, lid 2, of artikel 16, lid 2, indien

a)

die aanwezigheid onvoorzien of technisch niet te voorkomen is

b)

vóór de datum van toepassing van deze verordening een gunstig advies voor het genetisch gemodificeerde materiaal is uitgebracht door het/de wetenschappelijke comité(s) van de Gemeenschap of de EAV

c)

het verzoek om toelating overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving niet is verworpen, en

d)

de detectiemethoden beschikbaar zijn voor het publiek.

2.   Om vast te stellen dat de aanwezigheid van het materiaal onvoorzien of technisch niet te voorkomen is, moeten de exploitanten tegenover de bevoegde autoriteiten kunnen aantonen dat zij passende maatregelen hebben genomen om de aanwezigheid van dergelijk materiaal te voorkomen.

3.   De in lid 1 genoemde drempelwaarde kan, met name voor GGO's die rechtstreeks aan de eindverbruiker worden verkocht, worden verlaagd volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

4.   Nadere bepalingen ter uitvoering van dit artikel worden aangenomen volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

5.   Dit artikel geldt voor een periode van 3 jaar na de datum van toepassing van deze verordening.

Artikel 48

Evaluatie

1.   De Commissie zendt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk... (42) en in het licht van de opgedane ervaring een verslag toe over de uitvoering van de verordening, en in het bijzonder over artikel 47, dat in voorkomend geval vergezeld gaat van passende voorstellen. Het verslag en een eventueel voorstel worden beschikbaar gesteld voor het publiek.

2.   Onverminderd de bevoegdheden van de nationale autoriteiten houdt de Commissie toezicht op de uitvoering van deze verordening en de gevolgen ervan voor de gezondheid van mens en dier, de consumentenbescherming, de consumentenvoorlichting en de werking van de interne markt, en dient zij, indien nodig, zo spoedig mogelijk voorstellen in.

Artikel 49

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de datum van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van zes maanden na de datum van bekendmaking van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 221.

(2)  PB C 221 van 17.9.2002, blz. 114.

(3)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 31.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 17 maart 2003 (PB C 113 E van 13.5.2003, blz. 31), standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 juli 2003.

(5)  PB L 43 van 14.2.1997, blz. 1.

(6)  PB L 117 van 8.5.1990, blz. 15. Richtlijn ingetrokken bij Richtlijn 2001/18/EG.

(7)  PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking van de Raad 2002/811/EG (PB L 280 van 18.10.2002, blz. 27).

(8)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(9)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 237 van 10.9.1994, blz. 1).

(10)  PB L 184 van 15.7.1988, blz. 61. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 91/71/EEG van de Commissie (PB L 42 van 15.2.1991, blz. 25).

(11)  PB L 213 van 21.7.1982, blz. 8. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/20/EG (PB L 80 van 25.3.1999, blz. 20).

(12)  PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1756/2002 van de Raad (PB L 265 van 3.10.2002, blz. 1).

(13)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie (PB L 310 van 28.11.2001, blz. 19).

(14)  PB L 159 van 3.6.1998, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 49/2000 van de Commissie (PB L 6 van 11.1.2000, blz. 13).

(15)  PB L 6 van 11.1.2000, blz. 15.

(16)  PB L ...

(17)  PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/11/EG (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 20).

(18)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1.

(19)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33.

(20)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/64/EG (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 60).

(21)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/64/EG.

(22)  PB L 157 van 10.6.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/111/EG van de Commissie (PB L 41 van 13.2.2002, blz. 43).

(23)  PB L 157 van 10.6.1992, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/112/EG van de Commissie (PB L 41 van 13.2.2002, blz. 44).

(24)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12.

(25)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60. Richtlijn gewijzigd bij Beschikking 2003/66/EG van de Commissie (PB L 25 van 30.1.2003, blz. 42).

(26)  PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2002/68/EG (PB L 195 van 24.7.2002, blz. 32).

(27)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(28)  PB L...

(29)  Noot voor het PB: Verordening Traceerbaarheid

(30)  PB L 213 van 21.7.1982, blz. 8. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/20/EG (PB L 80 van 25.3.1999, blz. 20).

(31)  PB L 126 van 13.5.1983, blz. 23.

(32)  Noot voor het PB: Verordening Traceerbaarheid.

(33)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

(34)  PB L...”

(35)  PB L...”

(36)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.”

(37)  PB L...”

(38)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.”

(39)  PB L...

(40)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.”

(41)  PB L...”

(42)  Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

BIJLAGE

BEVOEGDHEDEN EN TAKEN VAN HET COMMUNAUTAIR REFERENTIELABORATORIUM

1.

Het in artikel 32 bedoelde communautair referentielaboratorium is het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie.

2.

Voor de in deze bijlage genoemde taken wordt het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek bijgestaan door een consortium van nationale referentielaboratoria, dat het „Europees netwerk van GGO-laboratoria” genoemd wordt.

3.

Het communautair referentielaboratorium is met name verantwoordelijk voor:

de ontvangst, voorbereiding, bewaring, instandhouding en verspreiding onder de nationale referentielaboratoria van de positieve en negatieve controlemonsters;

het testen en valideren van de methode voor de detectie, met inbegrip van de bemonstering, en de identificatie van de transformation event en, indien van toepassing, voor de detectie en identificatie van de transformation event in het levensmiddel of diervoeder;

de evaluatie van de gegevens die door de aanvrager van de vergunning voor het in de handel brengen van het levensmiddel of diervoeder zijn verstrekt met het oog op het testen en valideren van de bemonsterings- en detectiemethode;

het uitbrengen van uitvoerige evaluatieverslagen aan de EAV.

4.

Het communautair referentielaboratorium treedt op bij de regeling van geschillen tussen lidstaten in verband met de resultaten van de in deze bijlage genoemde taken.

P5_TA(2003)0315

Traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (15798/1/2002 — C5-0131/2003 — 2001/0180(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15798/1/2002 — C5-0131/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 182) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 515) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0204/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 113 E van 13.5.2003, blz. 21.

(2)  P5_TA(2002)0353.

(3)   PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 327.

(4)  PB C 331 E van 31.12.2002, blz. 308.

P5_TC2-COD(2001)0180

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu (5), schrijft voor dat de lidstaten maatregelen treffen om de traceerbaarheid en de etikettering van de toegestane genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) in alle fasen van het in de handel brengen daarvan te verzekeren.

(2)

Verschillen tussen de wettelijke, bestuursrechtelijke en administratiefrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de traceerbaarheid en etikettering van GGO's als product of in producten, alsook inzake de traceerbaarheid van met GGO's geproduceerde levensmiddelen en diervoeders, kunnen een belemmering vormen voor het vrije verkeer daarvan, doordat ongelijke en oneerlijke mededingingsvoorwaarden worden geschapen. Een geharmoniseerde communautaire kaderregeling voor de traceerbaarheid en etikettering van GGO's dient bij te dragen tot de doeltreffende werking van de interne markt. Richtlijn 2001/18/EG dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(3)

De traceerbaarheidsvoorschriften voor GGO's moeten het zowel gemakkelijker maken om producten uit de handel te nemen wanneer onverwachte schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid, de gezondheid van dieren of het milieu, met inbegrip van ecosystemen, worden vastgesteld, als om aan gerichte bewaking te doen, om de potentiële gevolgen voor met name het milieu na te gaan. De traceerbaarheid moet, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel ook de uitvoering van risicobeheersingsmaatregelen vergemakkelijken.

(4)

Er dienen traceerbaarheidsvoorschriften voor met GGO's geproduceerde voedingsmiddelen en diervoeders te worden vastgesteld, opdat de juiste etikettering van dergelijke producten overeenkomstig de eisen van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en van de Raad van ...... inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (6) wordt vergemakkelijkt, zodat voor exploitanten en consumenten juiste informatie beschikbaar is op grond waarvan zij hun keuzevrijheid daadwerkelijk kunnen uitoefenen, alsook controle op en verificatie van de beweringen op het etiket mogelijk te maken. De voorschriften betreffende met GGO's geproduceerde levensmiddelen respectievelijk diervoeders moeten gelijksoortig zijn om te vermijden dat er leemten in de voorlichting ontstaan wanneer een product een andere eindbestemming krijgt.

(5)

Het doorgeven en bijhouden van de mededeling dat een product geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat, alsmede van de eenduidige identificatiecodes van die GGO's, in alle fasen van het in de handel brengen, verschaffen de grondslag voor een passende traceerbaarheid en etikettering van GGO's. Deze codes kunnen worden gebruikt om toegang te verschaffen tot specifieke gegevens over de betrokken GGO's welke in een register zijn opgenomen, en vergemakkelijken de identificatie, opsporing en het toezicht waarin Richtlijn 2001/18/EG voorziet.

(6)

Het doorgeven en bijhouden van de mededeling dat een product met GGO's is geproduceerd, verschaft ook de grondslag voor een passende traceerbaarheid van met GGO's geproduceerde producten.

(7)

De communautaire wettelijke bepalingen inzake GGO's die als of in diervoeders worden gebruikt, dienen ook van toepassing te zijn op voeders voor niet voor de voedselproductie bestemde dieren.

(8)

Er dienen richtsnoeren inzake de bemonstering en opsporing te worden ontwikkeld teneinde een gecoördineerde benadering van controles en inspecties te bevorderen en de exploitanten rechtszekerheid te bieden. Er dient rekening te worden gehouden met de door de Commissie overeenkomstig artikel 31, lid 2, van Richtlijn 2001/18/EG en artikel 29 van Verordening (EG) nr. .../2003 [inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders] ingestelde registers met gegevens over de genetische modificatie van GGO's.

(9)

De lidstaten dienen regels vast te stellen voor de bestraffing van inbreuken op de bepalingen van deze verordening.

(10)

Bepaalde sporen van GGO's in producten kunnen onvoorzien zijn of technisch niet te voorkomen zijn. De aanwezigheid van dergelijke GGO's behoeft derhalve geen aanleiding te vormen voor de toepassing van etiketterings- en traceerbaarheidsvoorschriften. Daarom moeten drempelwaarden worden vastgesteld voor de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van materiaal dat geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat of daarmee geproduceerd is, wanneer het in de handel brengen van deze GGO's in de Gemeenschap is toegestaan en wanneer de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid ervan krachtens artikel 47 van Verordening (EG) nr. .../2003 [inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders]wordt toegelaten. Ook zou moeten worden bepaald dat, wanneer het gecombineerde niveau van de onvoorziene of technisch niet te voorkomen aanwezigheid van het bovengenoemde materiaal in een levensmiddel of diervoeder of in een van de bestanddelen ervan hoger is dan de bovengenoemde drempelwaarden voor etikettering, deze aanwezigheid moet worden vermeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en de nadere bepalingen ter uitvoering daarvan.

(11)

Er moet gezorgd worden voor een volledige en betrouwbare voorlichting van de consumenten omtrent GGO's en de daarmee geproduceerde producten, levensmiddelen en diervoeders, zodat dezen een product kunnen kiezen na zich tevoren daarover te hebben geïnformeerd.

(12)

De voor de uitvoering van de onderhavige verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7).

(13)

Er dienen systemen voor de ontwikkeling en de toekenning van eenduidige identificatienummers voor GGO's te worden vastgesteld, alvorens de maatregelen met betrekking tot de traceerbaarheid en de etikettering kunnen worden toegepast.

(14)

De Commissie dient aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen over de toepassing van deze verordening en in het bijzonder over de doelmatigheid van de voorschriften inzake traceerbaarheid en etikettering.

(15)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstellingen

Deze verordening omvat een kaderregeling voor de traceerbaarheid van producten die geheel of gedeeltelijk bestaan uit genetisch gemodificeerde organismen (GGO's) en van met GGO's geproduceerde levensmiddelen en diervoeders, en is gericht op het vergemakkelijken van een juiste etikettering, controle van de gevolgen voor milieu en, indien van toepassing, voor de gezondheid, alsmede de uitvoering van passende risicobeheersingsmaatregelen, zo nodig met inbegrip van het uit de handel nemen van producten.

Artikel 2

Werkingssfeer

1.   Deze verordening is in alle fasen van het in de handel brengen van toepassing op:

a)

geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaande producten die overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving in de handel worden gebracht;

b)

met GGO's geproduceerde levensmiddelen, die overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving in de handel worden gebracht;

c)

met GGO's geproduceerde diervoeders, die overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving in de handel worden gebracht.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik waarvan het gebruik krachtens Verordening (EEG) nr. 2309/93 (8) is toegestaan.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

1)

„genetisch gemodificeerd organisme (GGO)"”: organisme als omschreven in artikel 2, punt 2, van Richtlijn 2001/18/EG, met uitzondering van organismen die verkregen zijn met de in bijlage IB van die richtlijn vermelde technieken voor genetische modificatie;

2)

„met GGO's geproduceerd”: geheel of gedeeltelijk uit GGO's afgeleid, maar niet geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaand;

3)

„traceerbaarheid”: het vermogen GGO's en met GGO's geproduceerde producten in alle fasen van het in de handel brengen daarvan in de productie- en distributieketen te traceren;

4)

„eenduidig identificatienummer”: eenvoudige numerieke of alfanumerieke code met behulp waarvan een GGO identificeerbaar is aan de hand van de toegelaten modificatie die werd toegepast om het te ontwikkelen, en die het mogelijk maakt voor dat GGO specifieke gegevens op te vragen;

5)

„exploitant”: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een product in de handel brengt dan wel een in enig stadium van de productie- en distributieketen een in de Gemeenschap in de handel gebracht product afneemt, uit een lidstaat of uit een derde land, evenwel met uitsluiting van de eindverbruiker;

6)

„eindverbruiker”: uiteindelijke verbruiker die het product niet in het kader van een zakelijke transactie of activiteit gebruikt;

7)

„levensmiddel”: levensmiddel in de zin van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 (9);

8)

„ingrediënt”: ingrediënt als omschreven in artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2000/13/EG (10);

9)

„diervoeder”: diervoeder als omschreven in artikel 3, punt 4, van Verordening (EG) nr. 178/2002;

10)

„in de handel brengen”: handeling als omschreven in de specifieke communautaire regelgeving uit hoofde waarvan het betrokken product is toegelaten; in de overige gevallen als omschreven in artikel 2, punt 4, van Richtlijn 2001/18/EG;

11)

„de eerste fase van het in de handel brengen van een product”: de eerste transactie in de productie- en distributieketen waarbij een product ter beschikking van een derde wordt gesteld;

12)

„voorverpakt product”: artikel dat als zodanig ten verkoop wordt aangeboden en dat bestaat uit een product en de verpakking waarin dat product wordt verpakt alvorens het ten verkoop wordt aangeboden, ongeacht of deze verpakking het product geheel of slechts gedeeltelijk omgeeft, voorzover aan de inhoud niets kan worden gewijzigd zonder dat de verpakking wordt geopend of veranderd.

Artikel 4

Traceerbaarheids- en etiketteringsvoorschriften voor uit GGO's bestaande of GGO's bevattende producten

1.   In de eerste fase van het in de handel brengen van een product - ook als bulkgoed - dat geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat, zorgt de exploitant ervoor dat de volgende gegevens schriftelijk worden medegedeeld aan de exploitant die het product afneemt:

a)

dat het product geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat;

b)

de eenduidige identificatienummers die overeenkomstig artikel 8 aan de betrokken GGO's werden toegekend.

2.   In alle volgende fasen van het in de handel brengen van de in lid 1 bedoelde producten zorgt de exploitant ervoor dat de gegevens welke hij uit hoofde van lid 1 heeft ontvangen, schriftelijk worden medegedeeld aan de exploitanten die het product afnemen.

3.   Voor producten die geheel of gedeeltelijk uit mengsels van GGO's bestaan en bestemd zijn om uitsluitend en rechtstreeks als levensmiddel of als diervoeder of voor be- of verwerking te worden gebruikt, mag de in lid 1, onder b), bedoelde informatie vervangen worden door een gebruiksverklaring van de exploitant in combinatie met een lijst van de eenduidige identificatienummers van alle GGO's die voor die mengsels zijn gebruikt.

4.   Onverminderd artikel 6 passen de exploitanten systemen en gestandaardiseerde procedures toe die het mogelijk maken om de in de leden 1 tot en met 3 bedoelde gegevens te bewaren en gedurende een periode van vijf jaar na elke transactie na te gaan van welke exploitant de in lid 1 bedoelde producten zijn verkregen en aan welke exploitant die producten ter beschikking zijn gesteld.

5.   De leden 1 tot en met 4 laten andere specifieke bepalingen van de Gemeenschapswetgeving onverlet.

6.   Voor producten die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan zorgt de exploitant ervoor dat

a)

voor voorverpakte producten die geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaan, het etiket de vermelding „Dit product bevat genetisch gemodificeerde organismen” of „Dit product bevat genetisch gemodificeerd [naam van organisme(n)]” draagt;

b)

voor producten zonder voorverpakking die aan de eindverbruiker worden aangeboden, op of bij de verkoopstandaard van het product de mededeling „Dit product bevat genetisch gemodificeerde organismen” of „Dit product bevat genetisch gemodificeerd [naam van organisme(n)]” vermeld wordt.

Dit lid laat andere specifieke bepalingen van de Gemeenschapswetgeving onverlet.

7.   De leden 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing op sporen van GGO's in producten, voorzover deze sporen aanwezig zijn in een verhouding die niet hoger ligt dan de drempelwaarden zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 21, lid 2 of lid 3, van Richtlijn 2001/18/EG en in andere specifieke communautaire wetgeving, mits de aanwezigheid van deze sporen onvoorzien of technisch niet te voorkomen is.

8.   De leden 1 tot en met 6 zijn niet van toepassing op sporen van GGO's in producten die bestemd zijn om rechtstreeks als levensmiddel of als diervoeder of voor be- of verwerking te worden gebruikt, voorzover deze sporen aanwezig zijn in een verhouding die niet hoger ligt dan de drempelwaarden voor deze GGO's zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 12, artikel 24, of artikel 47 van Verordening (EG) nr. .../2003 [inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders], en mits de aanwezigheid van deze sporen onvoorzien of technisch niet te voorkomen is.

Artikel 5

Traceerbaarheidsvoorschriften voor met GGO's geproduceerde producten die in levensmiddelen of diervoeders worden gebruikt

1.   Wanneer een exploitant met GGO's geproduceerde producten in de handel brengt, zorgt hij ervoor dat de volgende gegevens schriftelijk worden meegedeeld aan de exploitant die het product afneemt:

a)

een opgave van elk van de voedselingrediënten die met GGO's zijn geproduceerd;

b)

een opgave van elk van de voedermiddelen of additieven die met GGO's zijn geproduceerd;

c)

in het geval van producten waarvoor geen lijst van ingrediënten bestaat, een mededeling dat het product met GGO's is geproduceerd.

2.   Onverminderd artikel 6 passen de exploitanten systemen en gestandaardiseerde procedures toe die het mogelijk maken de in lid 1 bedoelde gegevens te bewaren en gedurende een periode van vijf jaar na elke transactie na te gaan van welke exploitant de in lid 1 genoemde producten zijn verkregen en aan welke exploitant die producten ter beschikking zijn gesteld.

3.   De leden 1 en 2 laten andere specifieke bepalingen van de Gemeenschapswetgeving onverlet.

4.   De leden 1 tot en met 3 zijn niet van toepassing op sporen van GGO's in met GGO's geproduceerde producten die in levensmiddelen of diervoeders worden gebruikt, voorzover deze sporen aanwezig zijn in een verhouding die niet hoger ligt dan de drempelwaarden voor deze GGO's zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 12, artikel 24, of artikel 47 van Verordening (EG) nr. .../2003 [inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders], en mits de aanwezigheid van deze sporen onvoorzien of technisch niet te voorkomen is.

Artikel 6

Ontheffingen

1.   In gevallen waarin de communautaire wetgeving in specifieke identificatiesystemen voorziet, bijvoorbeeld de nummering van partijen voorverpakte producten, is de exploitant niet verplicht de in artikel 4, leden 1, 2, 3, en artikel 5, lid 1, vermelde gegevens bij te houden, mits die gegevens en het nummer van de partij duidelijk op de verpakking worden vermeld en de gegevens met betrekking tot de partijnummers gedurende de in artikel 4, lid 4, en artikel 5, lid 2, genoemde termijn worden bewaard.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op de eerste fase van het in de handel brengen van een product noch op de eerste vervaardiging of de herverpakking van een product.

Artikel 7

Wijziging van Richtlijn 2001/18/EG

Richtlijn 2001/18/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 4, lid 6, van Richtlijn 2001/18/EG wordt geschrapt;

2)

aan artikel 21 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Lid 1 is niet van toepassing op sporen van toegestane GGO's in producten die bestemd zijn voor rechtstreekse be- of verwerking, voor zover deze sporen aanwezig zijn in een verhouding van ten hoogste 0,9 % of een lagere drempelwaarde zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 30, lid 2, en mits de aanwezigheid van deze sporen onvoorzien of technisch niet te voorkomen is."”

Artikel 8

Eenduidige identificatienummers

Overeenkomstig de procedure van artikel 10, lid 2, dient de Commissie

a)

vóór de toepassing van de artikelen 1 tot en met 7, een systeem vast te stellen voor de ontwikkeling van eenduidige identificatienummers en de toekenning ervan aan GGO's;

b)

het onder a) bedoelde systeem in voorkomend geval aan te passen.

Daarbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen in de internationale fora.

Artikel 9

Inspectie- en controlemaatregelen

1.   De lidstaten zien erop toe dat passende inspecties en andere controlemaatregelen, met inbegrip van steekproeven en (kwalitatieve en kwantitatieve) tests, worden uitgevoerd om de naleving van de bepalingen van deze verordening te verzekeren. De inspectie- en controlemaatregelen kunnen ook inspectie en controle van het voorhanden hebben van een product inhouden.

2.   Alvorens de artikelen 1 tot en met 7 worden toegepast, stelt de Commissie volgens de in artikel 10, lid 3 bedoelde procedure, technische richtsnoeren voor de bemonstering en beproeving op en publiceert deze om te bevorderen dat een gecoördineerde benadering wordt gevolgd voor de toepassing van lid 1 van dit artikel. Bij de opstelling van bovenbedoelde technische richtsnoeren houdt de Commissie rekening met de werkzaamheden van de nationale bevoegde autoriteiten, het comité bedoeld in artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 en van het communautair referentielaboratorium bedoeld in Verordening (EG) nr. .../2003 [inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders].

3.     Om de lidstaten te helpen bij de in lid 1 en lid 2 bedoelde taken zorgt de Commissie op communautair niveau voor een centraal register, waarin alle beschikbare sequentiegegevens en referentiemateriaal worden opgenomen over GGO's die in de Gemeenschap in de handel mogen worden gebracht als omschreven in artikel 3, punt 10. Dit register is toegankelijk voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. In het register moeten, voor zover beschikbaar, ook gegevens over niet in de Gemeenschap toegelaten GGO's worden opgenomen.

Artikel 10

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 30 van Richtlijn 2001/18/EG ingestelde comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt op drie maanden vastgesteld.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

4.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 11

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening en treffen de nodige maatregelen om te garanderen dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk ... (11) in kennis van die bepalingen en delen de Commissie latere wijzigingen daarvan zo spoedig mogelijk mee.

Artikel 12

Toetsingsclausule

Uiterlijk ... (12) brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze verordening, in het bijzonder op het stuk van artikel 4, lid 3, en dient zij in voorkomend geval een voorstel in.

Artikel 13

Inwerkingtreding

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   De artikelen 1 tot en met 7 en artikel 9, lid 1 worden van toepassing op de negentigste dag volgende op die van de bekendmaking van de in artikel 8, onder a), bedoelde maatregel in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 304 E van 30.10.2001, blz. 327 enPB C 331 E van 31.12.2002, blz. 308.

(2)  PB C 125 van 27.5.2002, blz. 69.

(3)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 31.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 17 maart 2003(PB C 113 E van 13.5.2003, blz. 21) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003.

(5)  PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2002/811/EG van de Raad (PB L 280 van 18.10.2002, blz. 27).

(6)  PB L ...

(7)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(8)  Verordening (EEG) nr. 2309/93 van de Raad van 22 juli 1993 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen voor en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling (PB L 214 van 24.8.1993, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(9)  Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

(10)  Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie (PB L 310 van 28.11.2001, blz. 19).

(11)  180 dagen na de datum van bekendmaking van deze verordening.

(12)  2 jaar na de datum van bekendmaking van deze verordening.

P5_TA(2003)0316

Vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen (15514/2/2002 — C5-0080/2003 — 2001/0199(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15514/2/2002 — C5-0080/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 433) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 464) (4),

gelet op artikel 251, lid 2, van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0191/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 102 E van 29.4.2003, blz. 16.

(2)  P5_TA(2002)0294.

(3)  PB C 332 E van 27.11.2001, blz. 257.

(4)  PB C 331 E van 31.12.2002, blz. 188.

P5_TC2-COD(2001)0199

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/13/EG met betrekking tot de vermelding van de ingrediënten van levensmiddelen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van consumenten te bereiken en hun recht op voorlichting te waarborgen, moet ervoor worden gezorgd dat consumenten de nodige inlichtingen krijgen over levensmiddelen, onder meer door het vermelden van alle ingrediënten op de etikettering.

(2)

Krachtens artikel 6 van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen, alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (4), behoeven bepaalde ingrediënten niet in de lijst van ingrediënten te worden vermeld.

(3)

Wanneer sommige ingrediënten of andere stoffen bij de vervaardiging van levensmiddelen worden gebruikt en hierin nog aanwezig zijn, veroorzaken zij allergieën of intoleranties bij de consumenten, en sommige van deze allergieën of intoleranties vormen een gevaar voor de gezondheid van de mensen die eraan lijden.

(4)

Het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding, ingesteld bij artikel 1 van Besluit 97/579/EG van de Commissie (5) heeft verklaard dat voedselallergieën een weerslag hebben op het leven van vele mensen, doordat zij ziekten veroorzaken waarvan sommige goedaardig en andere potentieel dodelijk zijn.

(5)

Het genoemde comité heeft erkend dat koemelk, vruchten, peulvruchten (met name aardnoten en soja), eieren, schaaldieren, noten, vis, groenten (selderij en andere schermbloemigen), tarwe en andere granen tot de meest voorkomende voedselallergenen behoren.

(6)

De meest voorkomende voedselallergenen komen in een groot aantal bereide levensmiddelen voor.

(7)

Het genoemde comité heeft ook geconstateerd dat levensmiddelenadditieven ongewenste effecten kunnen hebben en niet gemakkelijk vermeden kunnen worden, omdat zij niet altijd op het etiket worden vermeld.

(8)

Additieven, technologische hulpstoffen en andere stoffen met een allergene werking die onder artikel 6, lid 4, onder a), van Richtlijn 2000/13/EG vallen, moeten aan etiketteringsvoorschriften onderworpen worden, zodat consumenten die aan een voedselallergie lijden de juiste informatie krijgen.

(9)

Hoewel de etikettering, die voor alle consumenten bedoeld is, niet als het enige voorlichtingsmiddel mag worden beschouwd en de rol van de medische wereld niet kan overnemen, moeten consumenten die aan allergieën of intoleranties lijden, zoveel mogelijk worden geholpen door hun een meer volledige voorlichting van de samenstelling van producten te verschaffen.

(10)

Op de lijst van stoffen met een allergene werking moeten de levensmiddelen, ingrediënten en andere stoffen vermeld worden waarvan erkend is dat zij overgevoeligheid veroorzaken.

(11)

Om alle consumenten beter in te lichten en de gezondheid van sommigen onder hen te beschermen, moeten alle ingrediënten en andere stoffen die in een levensmiddel aanwezig zijn, in de lijst van ingrediënten worden vermeld. Bij alcoholhoudende dranken moeten alle ingrediënten met een allergene werking die in de betrokken drank aanwezig zijn, op het etiket worden vermeld.

(12)

Om rekening te houden met de technische beperkingen bij de vervaardiging van levensmiddelen moet meer flexibiliteit worden toegestaan voor de vermelding van ingrediënten en andere stoffen die in zeer kleine hoeveelheden worden gebruikt.

(13)

Om gelijke tred te houden met de ontwikkeling van de wetenschappelijke kennis en met de vooruitgang inzake de technologische mogelijkheden om de allergene werking uit ingrediënten en andere stoffen te verwijderen en om de consument tegen nieuwe voedingsallergenen te beschermen en onnodige verplichtingen inzake etikettering te vermijden, moet de lijst van ingrediënten snel kunnen worden herzien, zo nodig door sommige ingrediënten of stoffen toe te voegen of te schrappen. De herziening moet gebaseerd zijn op wetenschappelijke criteria die door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — ingesteld bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (6) vastgesteld zijn en geschieden in de vorm van technische uitvoeringsmaatregelen, waarvan de vaststelling aan de Commissie moet worden toevertrouwd om de procedure eenvoudiger en sneller te laten verlopen. Voorzover nodig dient de Commissie tevens technische richtsnoeren op te stellen voor de interpretatie van bijlage III bis.

(14)

Richtlijn 2000/13/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 2000/13/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door het volgende:

„1.   De lijst van ingrediënten dient te worden vermeld overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en in de bijlagen I, II, III en III bis.”

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„3 bis.   Onverminderd de op grond van lid 3 vast te stellen voorschriften, moeten alle in bijlage III bis vermelde en in lid 4, onder a), omschreven ingrediënten in een drank als bedoeld in lid 3, op het etiket worden vermeld. Op de vermelding staat „bevat”, gevolgd door de naam van het (de) desbetreffende ingrediënt(en). Er is echter geen vermelding nodig wanneer het ingrediënt reeds onder de eigen naam wordt vermeld in de lijst van ingrediënten of in de benaming waaronder de drank wordt verkocht.

Zo nodig kunnen volgens de onderstaande procedures gedetailleerde bepalingen voor de presentatie van de in de eerste alinea bedoelde vermelding worden vastgesteld:

a)

voor de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der wijnmarkt (7) bedoelde producten, de in artikel 75 van die verordening bedoelde procedure;

b)

voor de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten (8) bedoelde producten, de in artikel 13 van die verordening bedoelde procedure;

c)

voor de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (9) bedoelde producten, de in artikel 14 van die verordening bedoelde procedure;

d)

voor andere producten, de in artikel 20, lid 2, van deze richtlijn bedoelde procedure.

c)

in lid 4, onder c) wordt het volgende punt ingevoegd:

„iv)

stoffen die geen additieven zijn, maar die op dezelfde wijze en voor hetzelfde doel als technologische hulpstoffen worden gebruikt en, zelfs in gewijzigde vorm, nog in het eindproduct aanwezig zijn.”

d)

lid 5, tweede alinea, wordt als volgt gewijzigd:

i)

het vierde streepje wordt vervangen door:

„—

wanneer vruchten, groenten of paddestoelen, waarvan geen enkele aanmerkelijk in gewicht overheerst en die worden gebruikt in verhoudingen die waarschijnlijk wisselen, in een mengsel als ingrediënten in een levensmiddel worden gebruikt, kunnen deze in de lijst van de ingrediënten worden opgenomen onder de benaming „vruchten”, „groenten” of „paddestoelen”, gevolgd door de woorden „in wisselende verhoudingen”, onmiddellijk gevolgd door de opsomming van de aanwezige vruchten, groenten of paddestoelen; in dergelijke gevallen wordt het mengsel overeenkomstig de eerste alinea volgens het gewicht van het geheel van de aanwezige vruchten, groenten of paddestoelen in de ingrediëntenlijst vermeld”

ii)

de volgende streepjes worden toegevoegd:

„—

ingrediënten die minder dan 2 % van het eindproduct uitmaken, mogen in een andere volgorde worden opgesomd, na de andere ingrediënten;

wanneer soortgelijke of onderling verwisselbare ingrediënten voor de vervaardiging of bereiding van een levensmiddel kunnen worden gebruikt zonder de samenstelling of gepercipieerde waarde ervan te wijzigen, en mits deze minder dan 2 % van het eindproduct uitmaken, mogen deze in de lijst van de ingrediënten worden opgenomen met de vermelding „bevat ... en/of ...” in het geval waarin ten minste één van ten hoogste twee ingrediënten in het eindproduct aanwezig is. Deze bepaling is niet van toepassing op additieven noch op de in bijlage III bis genoemde ingrediënten.”

e)

de tweede alinea van lid 8 wordt vervangen door:

„De lijst van ingrediënten van het samengestelde ingrediënt behoeft niet te worden vermeld:

a)

indien de samenstelling van het samengestelde ingrediënt door de geldende communautaire voorschriften is vastgesteld en mits het samengestelde ingrediënt minder dan 2 % van het eindproduct uitmaakt; deze bepaling is echter niet van toepassing op additieven, behoudens lid 4, onder c);

b)

voor uit mengsels van kruiden en/of aromatische planten samengestelde ingrediënten die minder dan 2 % van het eindproduct uitmaken, met uitzondering van de additieven, behoudens lid 4, onder c);

c)

indien het samengestelde ingrediënt een levensmiddel is waarvoor een lijst van ingrediënten door de communautaire voorschriften niet wordt vereist.”

f)

de volgende leden worden toegevoegd:

„10.   Onverminderd lid 2, lid 6, tweede alinea, en lid 8, tweede alinea, moeten alle ingrediënten die gebruikt worden bij de vervaardiging van een levensmiddel en die, zelfs in gewijzigde vorm, nog in het eindproduct aanwezig zijn en die in bijlage III bis vermeld worden of die afkomstig zijn van een in bijlage III bis opgenomen ingrediënt, op het etiket worden vermeld met een duidelijke verwijzing naar de naam van dat ingrediënt.

De in de eerste alinea bedoelde vermelding is niet vereist wanneer de verkoopbenaming van het levensmiddel duidelijk naar het betrokken ingrediënt verwijst.

Onverminderd het bepaalde in lid 4, onder c), ii), iii) en iv), worden alle stoffen die gebruikt worden bij de vervaardiging van een levensmiddel en die, zelfs in gewijzigde vorm, nog in het eindproduct aanwezig zijn en die afkomstig zijn van in bijlage III bis opgenomen ingrediënten, aangemerkt als ingrediënten en worden zij op het etiket vermeld met een duidelijke verwijzing naar de naam van het ingrediënt waarvan de stoffen afkomstig zijn.

11.   De lijst in bijlage III bis wordt systematisch geëvalueerd en, zo nodig, bijgewerkt op basis van de meest recente wetenschappelijke kennis. De eerste evaluatie vindt uiterlijk ... (10) plaats.

Die bijwerking kan ook betekenen dat ingrediënten waarvan wetenschappelijk is vastgesteld dat zij geen ongewenste effecten kunnen hebben, uit bijlage III bis geschrapt worden. Daartoe kan de Commissie uiterlijk op ... (11) in kennis worden gesteld van de studies die op dat moment worden verricht om vast te stellen of de in Bijlage III bis vermelde ingrediënten, of van ingrediënten afgeleide stoffen, onder bepaalde omstandigheden ongewenste reacties kunnen veroorzaken. De Commissie stelt, na raadpleging van de Europese Voedselautoriteit, niet later dan ... (12) een lijst vast van die ingrediënten of stoffen, die bijgevolg uit Bijlage III bis zullen worden geschrapt, in afwachting van de definitieve resultaten van de ter kennis gebrachte studies, of uiterlijk op ... (13) .

Onverminderd het bepaalde in de tweede alinea kan bijlage III bis worden gewijzigd volgens de procedure van artikel 20, lid 2, nadat advies ingewonnen is bij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EG) nr. 178/2002 (14).

Indien nodig worden er voor de interpretatie van de lijst in bijlage III bis volgens de procedure van artikel 20, lid 2, technische richtsnoeren opgesteld.

2)

in artikel 19, tweede alinea, wordt „Permanent Comité voor levensmiddelen ingesteld bij Besluit 69/414/EEG van de Raad” vervangen door „Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid ingesteld bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad”;

3)

Voetnoot„PB L 291 van 29.11.1969, blz. 9” wordt geschrapt.

4)

in artikel 20, lid 1, wordt „Permanent Comité voor levensmiddelen” vervangen door „Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid”;

5)

in bijlage I worden de vermeldingen „gekonfijte vruchten” en „groenten”, alsmede de desbetreffende definities, geschrapt;

6)

bijlage III bis, waarvan de tekst in de bijlage bij deze richtlijn is opgenomen, wordt ingevoegd.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen uiterlijk ... (15) de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om:

de verkoop van producten die aan deze richtlijn voldoen, vanaf ... (15) toe te staan,

producten die niet aan deze richtlijn voldoen, vanaf ... (16) te verbieden; producten die vóór deze datum op de markt zijn gebracht of zijn geëtiketteerd en niet aan deze richtlijn voldoen, mogen echter worden verkocht totdat de voorraden op zijn.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht die zij op het gebied van deze richtlijn vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 332 E van 27.11.2001, blz. 257 en PB C 331 E van 31.12.2002, blz. 188 .

(2)  PB C 80 van 3.4.2002, blz. 35.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 juni 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 februari 2003 (PB C 102 E van 29.4.2003, blz. 16) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003.

(4)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie (PB L 310 van 28.11.2001, blz. 19).

(5)  PB L 237 van 28.8.1997, blz. 18. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2000/443/EG (PB L 179 van 18.7.2000, blz. 13).

(6)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(7)  PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(8)  PB L 149 van 14.6.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2061/96 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 277 van 30.10.1996, blz. 1).

(9)  PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3378/94 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 366 van 31.12.1994, blz. 1).”

(10)  Twee jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn.

(11)  Negen maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(12)  Een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(13)  Vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(14)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.”

(15)  Een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(16)  Twee jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE

„BIJLAGE III bis

In artikel 6, leden 3 bis, 10 en 11 bedoelde ingrediënten

Glutenbevattende granen (d.w.z. tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut of de hybride soorten daarvan) en producten op basis van glutenbevattende granen

Schaaldieren en producten op basis van schaaldieren

Eieren en producten op basis van eieren

Vis en producten op basis van vis

Aardnoten en producten op basis van aardnoten

Soja en producten op basis van soja

Melk en producten op basis van melk (inclusief lactose)

Schaalvruchten, d.w.z. amandelen (Amygdalus communis L.), hazelnoten (Corylus avellana), walnoten (Juglans regia), cashewnoten (Anacardium occidentale), pecannoten (Carya illinoiesis (Wangenh.) K. Koch), paranoten (Bertholletia excelsa), pistachenoten (Pistacia vera), macadamianoten (Macadamia ternifolia) en producten op basis van schaalvruchten

Selderij en producten op basis van selderij

Mosterd en producten op basis van mosterd

Sesamzaad en producten op basis van sesamzaad

Zwaveldioxide en sulfieten in concentraties van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/liter uitgedrukt als SO2.”

P5_TA(2003)0317

Bepaalde stoffen met hormonale werking, stoffen met thyreostatische werking en beta-agonisten, in de veehouderij ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten (14502/1/2002 — C5-0079/2003 — 2000/0132(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (14502/1/2002 — C5-0079/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2000) 320) (3),

gezien het gewijzigd voorstel (COM(2001) 131) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0201/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 90 E van 15.4.2003, blz. 1.

(2)  PB C 267 van 21.9.2001, blz. 53.

(3)  PB C 337 E van 28.11.2000, blz. 163.

(4)  PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 190.

P5_TC2-COD(2000)0132

Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van 2 juli 2003 houdende wijziging van Richtlijn 96/22/EG van de Raad betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van beta-agonisten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 152, lid 4, onder b),

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 3, onder a), van Richtlijn 96/22/EG van de Raad (4) is bepaald dat de lidstaten de toediening aan landbouwhuisdieren van stoffen met onder andere oestrogene, androgene of gestagene werking verbieden. Toediening van deze stoffen aan landbouwhuisdieren is evenwel toegestaan voor uitsluitend therapeutische of zoötechnische doeleinden in overeenstemming met de artikelen 4, 5 en 7 van die richtlijn.

(2)

Luidens artikel 11, lid 2, van Richtlijn 96/22/EG verbieden de lidstaten de invoer uit derde landen van landbouwhuisdieren of aquacultuurdieren waaraan de in artikel 3, onder a), van die richtlijn bedoelde stoffen zijn toegediend, behalve indien hierbij de bepalingen en eisen van de artikelen 4, 5 en 7 van die richtlijn zijn nagekomen, alsmede van vlees of producten die zijn verkregen uit dieren waarvan de invoer verboden is.

(3)

In het licht van de uitkomst van een geschilprocedure die door de Verenigde Staten en Canada bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) was ingeleid (de Hormonenzaak) (5) en van de aanbevelingen die in dat verband door het Orgaan voor Geschillenbeslechting van de WTO op 13 februari 1998 zijn gedaan, heeft de Commissie voor de zes hormonale stoffen (17-β-oestradiol, testosteron, progesteron, trenbolonacetaat, zeranol en melengestrolacetaat) waarvan Richtlijn 96/22/EG het gebruik als groeibevorderaar voor dieren verbiedt, onmiddellijk het initiatief genomen voor een aanvullende risico-evaluatie overeenkomstig de WTO-Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (6), (WTO-GATT), zoals uitgelegd door de Beroepsinstantie in de Hormonenzaak.

(4)

Daarnaast heeft de Commissie betreffende elk van deze zes hormonen wetenschappelijke studies en onderzoeksprojecten opgezet en bekostigd om de leemten in de wetenschappelijke kennis die aan de hand van de verslagen in de hormonenzaak van het panel en van de Beroepsinstantie van de WTO zijn aangewezen, zoveel mogelijk op te vullen. Voorts heeft de Commissie specifieke verzoeken gericht tot de Verenigde Staten, Canada en andere derde landen die het gebruik van deze zes hormonen als groeibevorderaar voor dieren toestaan, en heeft zij een oproep (7) bekendgemaakt waarin zij alle belanghebbenden, met inbegrip van het bedrijfsleven, heeft verzocht om met het oog op de aanvullende risico-evaluatie alle relevante recente wetenschappelijke gegevens en studies te verstrekken die in hun bezit zijn.

(5)

Op 30 april 1999 heeft het Wetenschappelijk Comité voor veterinaire maatregelen in verband met de volksgezondheid (WCVMV) op verzoek van de Commissie advies uitgebracht over de evaluatie van de risico's voor de volksgezondheid van hormonenresiduen in rundvlees en rundvleesproducten. De hoofdconclusies waren, ten eerste, dat met een verschillende mate van zekerheid voor de zes geëvalueerde hormonen is vastgesteld dat de hoge doses hormoonresiduen en metabolieten ervan, gezien de intrinsieke eigenschappen van hormonen en gelet op de resultaten van epidemiologisch onderzoek, een risico voor de consument inhouden; ten tweede, dat voor elk van de zes hormonen endocriene, groei-, immunologische, neurobiologische, immunotoxische, genotoxische en carcinogene effecten en effecten op de ontwikkeling kunnen worden vastgesteld en dat kinderen in de prepuberteit de kwetsbaarste risicogroep vormen; en ten derde, dat, gezien de intrinsieke eigenschappen van hormonen en gelet op de resultaten van epidemiologisch onderzoek, voor geen van de zes geëvaleerde stoffen bij gebruik als groeibevorderaar voor dieren grenswaarden noch bijgevolg een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) kunnen worden vastgesteld.

(6)

In het bijzonder met betrekking tot het gebruik van 17β-oestradiol als groeibevorderaar oordeelt het WCVMV dat een geheel van recente gegevens sterke aanwijzingen bevat om deze stof als volstrekt kankerverwekkend aan te merken, daar zij zowel het ontstaan als de ontwikkeling van tumoren in de hand werkt, en dat aan de hand van de thans beschikbare gegevens geen kwantitatieve risicoschatting kan worden verricht.

(7)

Wat de overige vijf hormonen betreft (testosteron, progesteron, trenbolonacetaat, zeranol en melengestrolacetaat), is het WCVMV van mening dat, ondanks de voorhanden zijnde specifieke toxicologische en epidemiologische gegevens waarmee rekening is gehouden, het bij de huidige stand van de kennis niet mogelijk is het risico voor de consument kwantitatief in te schatten.

(8)

Na het advies van het WCVMV van 30 april 1999 heeft de Commissie voor bepaalde van de zes betrokken hormonen nieuwe en recentere wetenschappelijke gegevens ontvangen van het Veterinary Products Committee van het Verenigd Koninkrijk in oktober 1999, van het Comité voor producten voor diergeneeskundig gebruik (CMV) van de EU in december 1999 en van het Joint FAO/WHO Expert Committee on Food Additives (JECFA) in februari 2000. Het CMV heeft met name opgemerkt dat 17β-oestradiol alleen na langdurige blootstelling aan aanzienlijk hogere niveaus dan die welke voor een fysiologische(oestrogene) reactie zijn vereist, kankerverwekkend is. De recente wetenschappelijke gegevens zijn meegedeeld aan het WCVMV, dat deze informatie heeft onderzocht en op 3 mei 2000 heeft geconcludeerd dat zij geen overtuigende gegevens en argumenten bevat die een herziening van de conclusies van zijn advies van 30 april 1999 rechtvaardigen. Het WCVMV heeft in zijn advies van 10 april 2002 de geldigheid van zijn vorig advies, zoals herzien in het licht van de recentste wetenschappelijke gegevens, bevestigd.

(9)

Wat meer in het bijzonder 17β-oestradiol betreft, kan dit hormoon worden gebruikt voor alle landbouwdieren, waardoor de kwestie van inname van residuen voor alle delen van de menselijke bevolking en in het bijzonder voor de kwetsbaarste risicogroepen van bijzonder belang kan zijn. Ter bescherming van de volksgezondheid dient een dergelijke inname te worden voorkomen. Bovendien leidt het routinematig gebruik van bovengenoemde stoffen ter bevordering van de groei bij dieren waarschijnlijk tot een verhoogde concentratie van die stoffen in het milieu.

(10)

Rekening houdend met de resultaten van de risico-evaluatie en met alle andere relevante informatie, moet worden geconcludeerd dat het, voor het bereiken van het gekozen niveau van bescherming in de Gemeenschap tegen de gezondheidsrisico's die met name voor de mens voortkomen uit het routinematig gebruik van deze hormonen voor bevordering van de groei en uit de inname van residuen in vlees dat afkomstig is van dieren waaraan deze hormonen als groeibevorderaar zijn toegediend, noodzakelijk is het bij Richtlijn 96/22/EG voor 17β-oestradiol ingestelde permanente verbod te handhaven en het verbod op het gebruik van de overige vijf hormonen (testosteron, progesteron, trenbolonacetaat, zeranol en melengestrolacetaat) voorlopig te blijven toepassen. Voorts dient dit voorlopige verbod op die vijf hormonen krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (8) van toepassing te blijven zolang de Gemeenschap bezig is uit alle bronnen aanvullende wetenschappelijke informatie te verzamelen die de leemten in de huidige kennis met betrekking tot deze stoffen kan opvullen.

(11)

Het gebruik, waar nodig, van sommige van voornoemde stoffen voor therapeutische doeleinden of zoötechnische behandeling mag evenwel verder worden toegestaan, aangezien dit waarschijnlijk geen risico voor de volksgezondheid oplevert, vanwege de aard en de beperkte duur van de behandelingen, de geringe toegediende hoeveelheden en de, in Richtlijn 96/22/EG vastgestelde strikte voorwaarden ter voorkoming van eventueel misbruik.

(12)

In het licht van de beschikbare informatie is het evenwel passend de blootstelling aan 17β-oestradiol te beperken en slechts de behandelingen toe te staan waarvoor geen bruikbare doeltreffende alternatieven bestaan. In het algemeen bestaan er alternatieve behandelingen of strategieën ter vervanging van de meeste van de toepassingen van 17β-oestradiol voor therapeutische of zoötechnische doeleinden. Studies lijken evenwel aan te tonen dat er vooralsnog niet in alle lidstaten bruikbare doeltreffende alternatieven bestaan voor bepaalde thans toegestane behandelingen.. Teneinde de noodzakelijke aanpassingen — met name het toestaan van of de wederzijdse erkenning van de benodigde farmaceutische producten — mogelijk te maken, is het gewenst het gebruik van 17β-oestradiol voor opwekking van bronst in een bepaalde periode geleidelijk te beëindigen. Het is evenzeer gewenst dat de mogelijkheid van het toestaan wordt gehandhaafd voor bepaalde ziekten met mogelijke ernstige gevolgen voor de gezondheid en het welzijn van dieren (maceratie of mummificatie van foetussen bij runderen en pyometra bij runderen), en dit onder strikte en controleerbare voorwaarden waarmee misbruiken of onaanvaardbare risico's voor de volksgezondheid uitgesloten worden. Deze mogelijkheid moet binnen een bepaalde termijn opnieuw worden bezien.

(13)

De wijzigingen in Richtlijn 96/22/EG zijn noodzakelijk voor het bereiken van het gekozen niveau van bescherming van de volksgezondheid tegen de residuen van de betrokken hormonen in vlees van ter bevordering van de groei met deze hormonen behandelde landbouwhuisdieren, met inachtneming van de algemene beginselen van de levensmiddelenwetgeving die zijn neergelegd in Verordening (EG) nr. 178/2002 en de internationale verplichtingen van de Gemeenschap. Bovendien beschikt de Gemeenschap thans, rekening houdend met de technische en economische haalbaarheid, over geen ander voor de handel aanmerkelijk minder restrictief middel waarmee redelijkerwijze op even doeltreffende wijze het beoogde niveau van bescherming van de volksgezondheid kan worden bereikt. Daarnaast zijn tevens geringe redactionele wijzigingen noodzakelijk, met name met het oog op vervanging van een aantal richtlijnen door Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (9),

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 96/22/EG van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1)

de artikelen 2 en 3 worden vervangen door:

Artikel 2

De lidstaten zien erop toe dat het verboden wordt:

a)

de in lijst A van bijlage II vermelde stoffen in de handel te brengen om deze aan dieren van ongeacht welke soort toe te dienen;

b)

de in lijst B van bijlage II vermelde stoffen in de handel te brengen om deze voor andere dan de in artikel 4, punt 2, en artikel 5 bis, genoemde doeleinden toe te dienen aan dieren waarvan het vlees en de producten voor menselijke consumptie bestemd zijn.

Artikel 3

De lidstaten zien erop toe dat voor de in bijlage II van deze richtlijn genoemde stoffen een verbod en voor de in bijlage III genoemde stoffen een voorlopig verbod wordt ingesteld op:

a)

het op enigerlei wijze toedienen van deze stoffen aan landbouwhuisdieren of aquacultuurdieren;

b)

het houden, tenzij onder officieel toezicht, van de onder a) van dit artikel

bedoelde dieren op een bedrijf, het in de handel brengen of slachten voor menselijke consumptie

van landbouwhuisdieren waarin de in bijlage II en bijlage III genoemde stoffen aanwezig zijn of waarbij de aanwezigheid van deze stoffen is vastgesteld, behalve indien het bewijs kan worden geleverd dat de betrokken dieren overeenkomstig de voorschriften van de artikelen 4, 5 of 5 bis zijn behandeld;

c)

het voor menselijke consumptie in de handel brengen van aquacultuurdieren waaraan de bovenbedoelde stoffen zijn toegediend en van verwerkte producten die van dergelijke dieren zijn verkregen;

d)

het in de handel brengen van vlees van onder b) bedoelde dieren;

e)

het verwerken van het onder d) bedoelde vlees.”

2)

in artikel 4, punt 1, wordt het woord „17β-oestradiol” geschrapt;

3)

in artikel 5, eerste alinea, komt de eerste zin als volgt te luiden:

„In afwijking van artikel 3, onder a), en onverminderd artikel 2, kunnen de lidstaten toestaan dat — voor zoötechnische doeleinden — aan landbouwhuisdieren andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met oestrogene werking dan 17β-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan, of geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met androgene of gestagene werking worden toegediend die overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (10). zijn toegestaan.

4)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

Artikel 5 bis

1.   In afwijking van artikel 3, onder a), en onverminderd de artikelen 2 en 11 bis, kunnen de lidstaten toestaan dat geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die 17β-oestradiol of esterachtige derivaten daarvan bevatten, overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG, voor de volgende doeleinden aan landbouwhuisdieren worden toegediend:

de behandeling van maceratie of mummificatie van foetussen bij runderen,

de behandeling van pyometra bij runderen, of

2.   In afwijking van artikel 3, onder a), en onverminderd artikel 2, kunnen de lidstaten toestaan dat geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die 17β-oestradiol of esterachtige derivaten daarvan bevatten voor opwekking van bronst bij runderen, paarden, schapen of geiten tot (11), overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG worden toegediend.

3.   De behandeling wordt rechtstreeks door een dierenarts gegeven aan duidelijk geïdentificeerde landbouwhuisdieren. Deze behandeling wordt door de verantwoordelijke dierenarts geregistreerd. Deze neemt in een register, dat het bij Richtlijn 2001/82/EG voorgeschreven register mag zijn, ten minste de volgende gegevens op:

type toegediend product;

aard van de behandeling;

datum van de behandeling;

identiteit van de behandelde dieren;

datum waarop de wachttijd verstrijkt.

Op verzoek van de bevoegde autoriteit moet dit register ter beschikking worden gesteld.

Het is houders van landbouwhuisdieren verboden op hun bedrijven geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik te houden die 17β-oestradiol of esterachtige derivaten daarvan bevatten.

5)

artikel 6, lid 1,wordt vervangen door:

„1.   Hormonale producten en β-agonisten waarvan de toediening aan landbouwhuisdieren is toegestaan overeenkomstig de artikelen 4, 5 of 5 bis, moeten voldoen aan de vereisten van Richtlijn 2001/82/EG.”

6)

artikel 7, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:

„1.

Met het oog op het handelsverkeer kunnen de lidstaten toestemming verlenen voor het in de handel brengen van voor fokdoeleinden bestemde dieren of van voor de fokkerij afgeschreven fokdieren die in de periode waarin zij als fokdier werden gebruikt, een van de in artikelen 4, 5 of 5 bis bedoelde behandelingen hebben ondergaan, alsmede voor het gebruik van het communautaire stempel op vlees van deze dieren, indien aan de in de artikelen 4, 5 en 5 bis vervatte voorwaarden is voldaan en indien de in de toestemming voor het in de handel brengen genoemde wachttijden in acht zijn genomen.”

7)

artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 1 wordt vervangen door:

„1)

het houden van de in de artikelen 2 en 3 genoemde stoffen beperkt blijft tot die volgens de nationale wetgeving overeenkomstig artikel 68 van Richtlijn 2001/82/EG daar gemachtigd zijn in de stadia van invoer, bereiding, opslag, distributie, verkoop of gebruik van die stoffen;”

b)

in punt 2, onder a), wordt „artikel 2” vervangen door „de artikelen 2 en 3”;

c)

in punt 2, onder d), wordt „de artikelen 4 en 5” vervangen door „de artikelen 4, 5 en 5 bis”;

d)

voetnoot (2) wordt geschrapt en voetnoot (3) wordt voetnoot (2);

8)

artikel 11, lid 2, onder a), wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt i), wordt „in artikel 2, eerste streepje, bedoelde” vervangen door „in lijst A van bijlage II, vermelde”;

b)

punt ii), wordt vervangen door:

„ii)

waaraan in lijst B van bijlage II of in bijlage III genoemde stoffen zijn toegediend, behalve indien hierbij de bepalingen en eisen van de artikelen 4, 5, 5 bis en 7 zijn nagekomen en indien de in de internationale aanbevelingen toegestane wachttijden in acht worden genomen;”

9)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

Artikel 11bis

De Commissie dient binnen een termijn van twee jaar na ... (12) aan het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de beschikbaarheid van de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik die een alternatief vormen voor die welke 17â-oestradiol of esterachtige derivaten voor de behandeling van maceratie of mummificatie van foetussen bij runderen en pyometra bij runderen bevatten, en legt het daaropvolgende jaar aan die instellingen de nodige voorstellen voor ter vervanging van deze stoffen te gelegener tijd.

Voorts verzamelt de Commissie aanvullende informatie met betrekking tot de in bijlage III genoemde stoffen, waarbij zij recente wetenschappelijke gegevens uit alle beschikbare bronnen in aanmerking neemt, en evalueert zij de genomen maatregelen regelmatig, teneinde tijdig de eventuele nodige voorstellen bij het Europees Parlement en de Raad te kunnen indienen.

10)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

Artikel 14 bis

In afwijking van de artikelen 3 en 5 bis, en onverminderd artikel 2, gelden voor landbouwhuisdieren waarvoor het bewijs kan worden geleverd dat zij vóór ... (13) voor therapeutische of zoötechnische doeleinden 17â-oestradiol of esterachtige derivaten daarvan toegediend hebben gekregen, dezelfde bepalingen als voor de stoffen die zijn toegestaan overeenkomstig artikel 4, lid 1, wat het therapeutisch gebruik betreft, en artikel 5 wat het zoötechnisch gebruik betreft.

11)

alle verwijzingen naar „Richtlijn 81/851/EEG” of „Richtlijn 81/852/EEG” worden vervangen door verwijzingen naar „Richtlijn 2001/82/EG”;

12)

de bijlage bij Richtlijn 96/22/EG wordt „Bijlage I” en de in de bijlage bij de onderhavige richtlijn opgenomen tekst van de bijlagen II en III wordt toegevoegd.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op (14) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 337 E van 28.11.2000, blz. 163 en PB C 180 E van 26.6.2001, blz. 190.

(2)  PB C 14 van 16.1.2001, blz. 47.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 1 februari 2001 (PB C 267 van 21.9.2001, blz. 53), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 20 februari 2003 (PB C 90 E van 15.4.2003, blz. 1) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). Besluit van de Raad van 22 juli 2003.

(4)  PB L 125 van 23.5.1996, blz. 3.

(5)  WT/DS26/R/USA en WT/DS48/R/CAN (verslagen van het panel), en AB-1997-4 (verslag van de beroepsinstantie).

(6)  PB L 336 van 23.12.1994, blz. 40.

(7)  PB C 56 van 26.2.1999, blz. 17.

(8)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(9)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.

(10)  PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.”

(11)  3 jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.”

(12)  Datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.”

(13)  Datum vastgesteld in artikel 2, lid 1, eerste alinea.”

(14)  12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE

BIJLAGE II

Lijst van verboden stoffen

Lijst A

Thyreostatica,

Stilbenen, stilbeenderivaten, en zouten en esters daarvan

Lijst B

17â-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan

Beta-agonisten

BIJLAGE III

Lijst van stoffen waarvoor een voorlopig verbod geldt:

Andere stoffen met oestrogene werking dan 17â-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan, stoffen met androgene of gestagene werking.

P5_TA(2003)0318

Verpakking en verpakkingsafval ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval (14843/1/2002 — C5-0082/2003 — 2001/0291(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (14843/1/2002 — C5-0082/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 729) (3),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0200/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 107 E van 6.5.2003, blz. 17.

(2)  P5_TA(2002)0390.

(3)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 17.

P5_TC2-COD(2001)0291

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 2 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende tot wijziging van Richtlijn 94/62/EG betreffende verpakking en verpakkingsafval

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Richtlijn 94/62/EG (4) dient de Raad uiterlijk zes maanden voor het einde van de fase van vijf jaar die begint op de dag waarop die richtlijn in nationaal recht moet zijn omgezet, taakstellingen voor de volgende fase van vijf jaar vast te stellen.

(2)

De definitie van „verpakking” in Richtlijn 94/62/EG moet verder worden verduidelijkt door de toevoeging van een aantal criteria en een bijlage met voorbeelden ter illustratie. Voor het bereiken van de ambitieuze doelstellingen inzake recycling moet de ontwikkeling van innoverende , milieuhygienisch verantwoorde en uitvoerbare recyclingprocessen worden aangemoedigd.

(3)

In de doelstellingen voor recycling moet voor ieder specifiek afvalmateriaal rekening worden gehouden met levenscyclusanalyses en kosten-batenanalyses, die zowel wat de kosten als wat de baten van recycling betreft duidelijke verschillen tussen de diverse verpakkingsmaterialen hebben aangetoond. Dit dient de samenhang van de interne markt voor recycling te verbeteren.

(4)

De terugwinning en recycling van verpakkingsafval moeten verder worden opgevoerd teneinde de druk op het milieu ervan te verminderen.

(5)

Aan bepaalde lidstaten, die in verband met hun specifieke situatie het realiseren van de in Richtlijn 94/62/EG vastgestelde doelstellingen voor terugwinning en recycling tot een latere datum mochten uitstellen, dient een verdere, doch beperkte, mogelijkheid tot uitstel te worden geboden.

(6)

Het beheer van verpakkingen en verpakkingsafval vereist dat in de lidstaten terugname-, inzamelings- en terugwinningssystemen worden opgezet; dergelijke systemen moeten openstaan voor de deelneming van alle betrokken partijen en dienen dusdanig te zijn ontworpen dat discriminatie van ingevoerde producten en handelsbelemmeringen en concurrentieverstoringen worden voorkomen en een maximale opbrengst van terugbezorgd verpakkingsmateriaal en gerecycleerd verpakkingsafval kan worden gegarandeerd, overeenkomstig het Verdrag; discriminatie van materialen op grond van hun gewicht moet worden voorkomen; de bedrijven in de verpakkingsketen als geheel moeten zich kwijten van hun gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de milieugevolgen van verpakkingen en verpakkingsafval gedurende hun levenscyclus zoveel mogelijk worden beperkt.

(7)

Er is behoefte aan jaarlijks te verstrekken gegevens over verpakkingen en verpakkingsafval uit de gehele Gemeenschap, over verpakkingsafval dat met het oog op recycling en terugwinning uit de Gemeenschap wordt uitgevoerd, opdat beter kan worden nagegaan of de doelstellingen van de richtlijn worden verwezenlijkt; dit vergt een geharmoniseerde rapportagetechniek en duidelijke richtsnoeren voor de verstrekkers van gegevens.

(8)

De Commissie dient de toepassing en de gevolgen van deze richtlijn voor het milieu en de interne markt te bestuderen en hierover verslag uit te brengen. In dit verslag dienen ook de volgende punten aan bod te komen: de essentiële eisen, maatregelen ter voorkoming van afval, een eventuele verpakkingsindicator, afvalpreventieplannen, hergebruik, verantwoordelijkheid van de producent en zware metalen; het verslag dient waar passend vergezeld te gaan van herzieningsvoorstellen.

(9)

De lidstaten dienen ervoor zorg te dragen dat passende, op de consumenten gerichte informatie- en bewustmakingscampagnes worden gevoerd.

(10)

Afgezien van het nastreven van de doelstellingen betreffende het milieu en de interne markt van deze richtlijn, kan recycling ook arbeidsplaatsen scheppen die elders in de samenleving verdwenen zijn, en aldus bijdragen tot het voorkomen van uitsluiting.

(11)

Aangezien de doelstellingen van de voorgestelde maatregel, namelijk het harmoniseren van de nationale doelstellingen inzake recycling van verpakkingsafval, rekening houdend met de omstandigheden in de afzonderlijke lidstaten en het nader verduidelijken van de definities, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, en zij derhalve, gezien de draagwijdte van de maatregel, beter door de Gemeenschap kunnen worden gerealiseerd, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag, maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het beginsel van evenredigheid, dat in hetzelfde artikel 5 is opgenomen, gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen noodzakelijk is om de genoemde doelstellingen te bereiken.

(12)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (5).

(13)

Richtlijn 94/62/EG moet derhalve in die zin worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 94/62/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3, punt 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De definitie van „verpakking” is verder gebaseerd op de onderstaande criteria. De artikelen in bijlage I zijn voorbeelden ter illustratie van de toepassing van deze criteria.

i)

Artikelen worden als verpakking beschouwd, als zij aan de bovenstaande definitie voldoen, ongeacht andere functies die de verpakking ook kan vervullen, tenzij het artikel integraal deel uitmaakt van een duurzaam product en nodig is om dat product tijdens zijn levensduur, te ondersteunen of te bewaren en alle elementen bedoeld zijn om samen voor hun beoogde doel gebruikt of verwijderd te worden .

ii)

Artikelen die ontworpen en bedoeld zijn om op het verkooppunt te worden gevuld alsmede wegwerpartikelen die in gevulde toestand worden verkocht of die ontworpen en bedoeld zijn om op het verkooppunt te worden gevuld, worden als verpakking beschouwd, mits zij een verpakkingsfunctie hebben.

iii)

De componenten van een verpakking en de bijbehorende in de verpakking verwerkte elementen worden beschouwd als deel van de verpakking waarin ze verwerkt zijn. De bijbehorende elementen die aan een product hangen of bevestigd zijn en die een verpakkingsfunctie hebben, worden als verpakking beschouwd, tenzij zij integraal deel uitmaken van dit product en alle elementen bedoeld zijn om samen verbruikt of verwijderd te worden.

De Commissie bestudeert zo spoedig mogelijk, in overeenstemming met de procedure van artikel 21, de voorbeelden ter illustratie van de definitie van verpakking in bijlage I en herziet deze waar nodig.

2)

Artikel 4 wordt vervangen door de volgende tekst:

Artikel 4

Preventie

1.     In aanvulling op te maatregelen ter voorkoming van het ontstaan van verpakkingsafval die worden genomen overeenkomstig artikel 9, zorgen de lidstaten ervoor dat andere preventieve maatregelen worden getroffen.

Dergelijke maatregelen kunnen bestaan uit nationale programma's, projecten waarbij de producenten verantwoordelijk worden gesteld voor de beperking van de gevolgen voor het milieu van verpakkingen of soortgelijke acties, zo nodig in overleg met ondernemingen, die zijn opgezet om de vele initiatieven op het gebied van preventie in de lidstaten te bundelen en ten nutte te maken. Zij moeten stroken met de doelstellingen van deze richtlijn als omschreven in artikel 1, lid 1.

2.     De Commissie draagt bij tot bevordering van preventie door overeenkomstig artikel 10 de ontwikkeling van passende Europese normen te stimuleren. Het doel van deze normen is de beperking van de gevolgen voor het milieu van verpakkingen overeenkomstig de artikelen 9 en 10.

3.     De Commissie dient uiterlijk op 30 juni 2005 voorstellen in voor maatregelen ter versterking en aanvulling van de handhaving van de essentiële eisen en om ervoor te zorgen dat nieuw verpakkingsmateriaal alleen op de markt wordt gebracht wanneer de producent alle maatregelen heeft getroffen om de milieugevolgen te beperken zonder afbreuk te doen aan de essentiële functies van de verpakking.

3)

artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

Terugwinning en recycling

1.   Teneinde aan de doelstellingen van deze richtlijn te voldoen, nemen de lidstaten maatregelen zodat voor hun hele grondgebied de volgende doelstellingen kunnen worden bereikt:

a)

uiterlijk 30 juni 2001 wordt ten minste 50 en ten hoogste 65 gewichtsprocent van het verpakkingsafval teruggewonnen;

b)

uiterlijk 31 december 2008 wordt ten minste 60 gewichtsprocent van het verpakkingsafval teruggewonnen;

c)

uiterlijk 30 juni 2001 wordt ten minste 25 en ten hoogste 45 gewichtsprocent van het totale aandeel van verpakkingsmaterialen in verpakkingsafval gerecycleerd, met een minimum van 15 gewichtsprocent voor elk verpakkingsmateriaal;

d)

uiterlijk 31 december 2008 wordt ten minste 55 en ten hoogste 80 gewichtsprocent van het verpakkingsafval gerecycleerd;

e)

uiterlijk 31 december 2008 worden de volgende minimumdoelstellingen voor recycling van in verpakkingsafval aanwezige materialen bereikt:

i)

60 gewichtsprocent voor glas;

ii)

60 gewichtsprocent voor papier en karton;

iii)

50 gewichtsprocent voor metalen;

iv)

22,5 gewichtsprocent voor kunststoffen, waarbij uitsluitend materiaal wordt meegeteld dat tot kunststoffen wordt gerecycleerd;

v)

15 gewichtsprocent voor hout.

2.   Verpakkingsafval dat overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 259/93 (6), Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad (7) en Verordening (EG) nr. 1547/1999 van de Commissie (8) uit de Gemeenschap uitgevoerd wordt, kan alleen voor het bereiken van de in lid 1 bedoelde doelstellingen en streefcijfers worden meegerekend, als er harde bewijzen zijn dat de terugwinning en/of de recycling plaatsgevonden heeft in omstandigheden die bij benadering gelijkwaardig zijn aan de door de communautaire regelgeving hierover voorgeschreven omstandigheden.

3.   Waar passend, bevorderen de lidstaten de terugwinning van energie, voorzover dat, gelet op milieuoverwegingen en de kosten-baten-verhouding, de voorkeur verdient boven materiaalrecycling. Zij kunnen dit doen door een voldoende marge te handhaven tussen de nationale doelstellingen voor recycling en voor terugwinning.

4.   De lidstaten bevorderen, waar passend, dat bij de productie van verpakkingen en andere producten materialen verkregen uit gerecycleerd verpakkingsafval worden gebruikt door:

a)

verbetering van de marktvoorwaarden voor die materialen;

b)

bestaande voorschriften die het gebruik van die materialen verbieden, te herzien.

5.   Uiterlijk 31 december 2007 stellen het Europees Parlement en de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen doelstellingen vast voor de derde fase van vijf jaar (2009 tot 2014), op basis van de praktische ervaring die de lidstaten hebben opgedaan bij het verwezenlijken van de in lid 1 bepaalde doelstellingen en de bevindingen van wetenschappelijk onderzoek en evaluatietechnieken, zoals levenscyclusanalyses en kosten-batenanalyses.

Deze procedure zal daarna om de vijf jaar worden herhaald.

6.   De lidstaten maken de in lid 1 bedoelde maatregelen en doelstellingen bekend en zorgen dat daarover een voorlichtingscampagne voor het grote publiek en de ondernemingen worden georganiseerd.

7.   Griekenland, Ierland en Portugal kunnen in verband met hun specifieke situatie — te weten het grote aantal kleine eilanden, respectievelijk de aanwezigheid van plattelands- en berggebieden en het huidige lage consumptieniveau van verpakkingen — besluiten om:

a)

uiterlijk 30 juni 2001 lagere doelstellingen te bereiken dan die van lid 1, onder a) en c), maar zij moeten ten minste 25 % bereiken voor terugwinning;

b)

tegelijkertijd het bereiken van de doelstellingen van lid 1, onder a) en c), uit te stellen tot een latere datum, die evenwel niet na 31 december 2005 mag liggen;

c)

het bereiken van de doelstellingen van lid 1, onder b), d) en e), uit te stellen tot een datum naar eigen keuze, die echter niet na 30 juni 2010 mag liggen.

8.     De lidstaten die ingevolge het Toetredingsverdrag van 16 april 2003 tot de Europese Unie toetreden, kunnen het behalen van de in de paragrafen 1, onder b), d) en e) genoemde doelstellingen uitstellen tot een tijdstip van hun keuze dat niet later mag zijn dan een uiterlijk op ... (9) overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag vast te stellen datum.

9.   De Commissie legt zo spoedig mogelijk en uiterlijk 30 juni 2005 het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de vorderingen met de uitvoering van deze richtlijn en over de gevolgen ervan voor het milieu en de werking van de interne markt. In het verslag wordt rekening gehouden met de verschillende omstandigheden in elke lidstaat. In dit verslag worden de volgende kwesties behandeld:

a)

een evaluatie van de doeltreffendheid , de uitvoering en de naleving van de essentiële eisen;

b)

een evaluatie van de verschillende methoden voor recycling met het oog op het vaststellen van definities voor deze methoden;

c)

aanvullende preventieve maatregelen om de totale milieugevolgen van verpakking zoveel mogelijk te beperken, zonder de essentiële functies ervan in het gedrang te brengen;

d)

de mogelijke ontwikkeling van een verpakkingsmilieuindicator om verpakkingspreventie eenvoudiger en doeltreffender te maken;

e)

plannen voor verpakkingsafvalpreventie;

f)

hergebruik en met name vergelijking van de milieuvoordelen van hergebruik en die van recycling ;

g)

verantwoordelijkheid van de producent met inbegrip van de financiële aspecten;

h)

inspanningen om het gebruik van gevaarlijke stoffen in verpakkingen verder te verminderen en vóór 2010 volledig te beëindigen.

Het verslag dient, waar passend, te worden vergezeld van voorstellen tot herziening van de desbetreffende bepalingen van de richtlijn, tenzij dergelijke voorstellen op dat moment al zijn ingediend.

10.     In het verslag worden de in lid 9 genoemde kwesties behandeld, alsmede andere relevante kwesties in het kader van de verschillende elementen van het zesde Milieuactieprogramma, met name de thematische strategie voor recycling en de thematische strategie voor duurzaam gebruik van middelen.

Teneinde het verslag op praktijkervaringen te baseren, stimuleren de Commissie en de lidstaten het opzetten en evalueren van proefprojecten op de punten onder c), d), e) en g) van lid 9 en andere preventieve maatregelen, zoals stelsel voor controle door de consumenten en klachtenprocedures. De deelname van alle belanghebbenden wordt gegarandeerd.

11.   De lidstaten die programma's hebben vastgesteld of zullen vaststellen die verder gaan dan de in lid 1 genoemde maximumdoelstellingen, en die daartoe voorzien in passende capaciteiten voor recycling en terugwinning, mogen die doelstellingen blijven hanteren in het belang van een hoog milieubeschermingsniveau, op voorwaarde dat die maatregelen de interne markt niet verstoren en de naleving van de richtlijn door andere lidstaten niet bemoeilijken. De lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis. De Commissie bevestigt deze maatregelen, nadat zij zich in samenwerking met de lidstaten ervan heeft vergewist dat zij stroken met bovengenoemde overwegingen en geen willekeurig middel tot discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen lidstaten vormen.

4)

artikel 8, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Teneinde inzameling, hergebruik en terugwinning, met inbegrip van recycling, te vergemakkelijken, geeft de betrokken industrie op de verpakking ten behoeve van de identificatie en classificatie de aard van de gebruikte verpakkingsmaterialen aan op basis van Beschikking 97/129/EG van de Commissie (10).

5)

aan artikel 13 wordt het volgende toegevoegd:

„De lidstaten bevorderen ook consumentenvoorlichting en bewustmakingscampagnes.”

6)

artikel 19 wordt vervangen door:

„Artikel 19

Aanpassing aan de vooruitgang van wetenschap en techniek

De wijzigingen, nodig voor de aanpassing aan de vooruitgang van wetenschap en techniek van het in artikel 8, lid 2, en in artikel 10, tweede alinea, laatste streepje, bedoelde identificatiesysteem, de in artikel 12, lid 3, en de in bijlage III bedoelde vormvereisten met betrekking tot het systeem van databases alsmede de in bijlage IA ter illustratie opgenomen voorbeelden van de criteria voor de definitie van verpakking, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 21, lid 2.”

7)

Artikel 20, lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

1.     De Commissie stelt conform de procedure van artikel 21 de noodzakelijke technische maatregelen vast om eventuele problemen bij de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn op te vangen, met name voor verpakkingsmateriaal dat inert is en waarvan de hoeveelheden niet meer bedragen dan 0,1 % van alle verpakkingen die op de markt van de Europese Unie zijn gebracht, met name verpakking voor medische apparatuur en farmaceutische producten, kleine verpakkingen en luxe verpakkingen.

8)

artikel 21 wordt vervangen door:

„Artikel 21

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité („het comité”).

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt bepaald op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

(*)

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).”

9.

Aan artikel 22 wordt het volgende toegevoegd:

3 bis.     Mits het met artikel 6 beoogde resultaat wordt bereikt, kunnen de lidstaten de bepalingen van artikel 7 omzetten door middel van overeenkomsten tussen de bevoegde instanties en de betrokken bedrijfssectoren.

Die overeenkomsten voldoen aan de volgende voorschriften:

a)

de overeenkomsten zijn afdwingbaar;

b)

de overeenkomsten bevatten doelstellingen en termijnen om die te bereiken;

c)

de overeenkomsten worden bekendgemaakt in het staatsblad of een voor het publiek even toegankelijk officieel stuk, en worden aan de Commissie toegezonden;

d)

de met een overeenkomst bereikte resultaten worden onder de in die overeenkomst opgenomen voorwaarden geregeld gecontroleerd, aan de bevoegde instanties en de Commissie gemeld en ter beschikking van het publiek gesteld;

e)

de bevoegde instanties dragen er zorg voor dat nagegaan wordt in hoeverre met de overeenkomsten vooruitgang geboekt wordt;

f)

ingeval een overeenkomst niet wordt nagekomen, voeren de lidstaten de betrokken bepalingen van deze richtlijn door middel van wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen uit.

10)

bijlage I wordt vervangen door de aan deze richtlijn gehechte bijlage.

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op ... (11) aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 17.

(2)  PB C 221 van 17.9.2002, blz. 31.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 september 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 6 maart 2003 ( PB C 107 E van 6.5.2003, blz. 17 ) en standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003.

(4)  PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10.

(5)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(6)  Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1). Verordening gewijzigd door Verordening (EG) nr. 2557/2001 van de Commissie (PB L 349 van 31.12.2001, blz. 1).

(7)  Verordening (EG) nr. 1420/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften en procedures voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen naar een aantal niet OESO-landen (PB L 166 van 1.7.1999, blz. 6). Verordening gewijzigd door Verordening (EG) nr. 2243/2001 van de Commissie (PB L 303 van 20.11.2001, blz. 11).

(8)  Verordening (EG) nr. 1547/1999 van de Commissie van 12 juli 1999 tot vaststelling van de controleprocedures, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad, die moeten worden toegepast voor de overbrenging van bepaalde soorten afvalstoffen naar bepaalde landen waarvoor besluit C(92)39 definitief van de OESO niet geldt (PB L 185 van 17.7.1999, blz. 1 ). Verordening gewijzigd door Verordening (EG) nr. 2243/2001.

(9)  18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.”

(10)  Beschikking 97/129/EG van de Commissie van 28 januari 1997 tot vaststelling van het identificatiesysteem voor verpakkingsmaterialen overeenkomstig Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende verpakking en verpakkingsafval (PB L 50 van 20.2.1997, blz. 28).”

(11)  18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE

„BIJLAGE I

Voorbeelden ter illustratie van criterium i)

Verpakking

Bonbondozen

Plasticfolie om een cd-doosje

CD- en videodoosjes voor tijdelijk gebruik

Niet-verpakking

Bloempotten die voor een aanzienlijk deel van de levensduur van de plant zijn bedoeld

Gereedschapsdozen

Theezakjes

Waslagen (bijvoorbeeld rond kaas)

Velletjes rond worst

Buizen en rollen die met buigbaar materiaal omwikkeld zijn

Papier waarop zelfklevende etiketten zitten

Inpakpapier en cadeaupapier, dat als zelfstandig product wordt verkocht

Voorbeelden ter illustratie van criterium ii)

Verpakking, indien onderworpen en bedoeld om op het verkooppunt te worden gevuld

Draagtassen van papier of kunststof

Wegwerpborden en -bekers

Krimpfolie

Broodzakjes

Aluminiumfolie

Niet-verpakking

Roerstaafjes

Wegwerpbestek

Voorbeelden ter illustratie van criterium iii)

Verpakking

Labels die aan het product hangen of eraan bevestigd zijn.

Deel van de verpakking

Mascaraborstel die deel uitmaakt van de dop van een mascarahouder

Kleefetiketten die op een ander verpakkingsartikel bevestigd zijn

Nietjes

Kunststoffolie

Sluitdoppen van wasmiddelenverpakkingen die als doseringsdop dienen.”

P5_TA(2003)0319

Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (15792/1/2002 — C5-0135/2003 — 2001/0245(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15792/1/2002 — C5-0135/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 581) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 680) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0207/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 72.

(2)  P5_TA(2002)0461.

(3)  PB C 75 E van 26.3.2002, blz. 33.

(4)  Nog niet gepubliceerd in het PB.

P5_TC2-COD(2001)0245

Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad van tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 175, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het groenboek over de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie heeft in geheel Europa een discussie op gang gebracht over de geschiktheid en de eventuele werking van handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie. In het Europees Programma inzake klimaatverandering worden communautaire beleidslijnen en maatregelen overwogen die berusten op een proces waarbij veel belanghebbenden betrokken zijn, waaronder een regeling voor handel in broeikasgasemissierechten in de Gemeenschap („de Gemeenschapsregeling”), die op het groenboek gebaseerd is. In zijn conclusies van 8 maart 2001 erkent de Raad het bijzondere belang van het Programma inzake klimaatverandering en het werk dat op het groenboek gebaseerd is, en onderstreept hij de dringende noodzaak van concrete acties op communautair niveau.

(2)

In het zesde milieuactieprogramma van de Gemeenschap, vastgesteld bij Beschikking nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), wordt klimaatverandering aangemerkt als een prioriteit waarvoor maatregelen moeten worden genomen en wordt voorzien in de invoering van een voor de gehele Gemeenschap geldende regeling voor de handel in emissierechten voor 2005. In dit programma wordt erkend dat de Gemeenschap gehouden is in de periode van 2008 tot en met 2012 8 % minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990, en dat, op de langere termijn, de mondiale emissies van broeikasgassen ten opzichte van 1990 met circa 70 % moeten worden verminderd.

(3)

Het uiteindelijke doel van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, goedgekeurd bij Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende het sluiten van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (6), is het bewerkstelligen van een stabilisering van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer op een niveau waarop gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaatsysteem wordt voorkomen.

(4)

Het Protocol van Kyoto, goedgekeurd bij Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (7), zal, zodra het in werking is getreden, de Gemeenschap en haar lidstaten ertoe verplichten hun gezamenlijke antropogene emissies van de in bijlage A bij het protocol genoemde broeikasgassen in de periode van 2008 tot en met 2012 ten opzichte van 1990 met 8 % te verlagen.

(5)

De Gemeenschap en haar lidstaten zijn overeengekomen gezamenlijk aan hun verplichtingen uit hoofde van het Protocol van Kyoto betreffende de reductie van de antropogene broeikasgasemissies te voldoen, overeenkomstig Beschikking 2002/358/EG. De richtlijn draagt ertoe bij dat de Europese Gemeenschap en haar lidstaten door middel van een efficiënte Europese markt voor broeikasgasemissierechten doeltreffender en met een zo gering mogelijke teruggang van de economische ontwikkeling en de werkgelegenheid aan hun verplichtingen voldoen.

(6)

Beschikking 93/389/EEG van de Raad van 24 juni 1993 inzake een bewakingssysteem voor de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen (8) voorziet in een systeem voor de bewaking van de broeikasgasemissies en de evaluatie van de vorderingen die worden gemaakt met de nakoming van de met betrekking tot deze emissies aangegane verplichtingen. Met dit systeem zullen de lidstaten de totale hoeveelheid van toe te wijzen rechten kunnen vaststellen.

(7)

Gemeenschapsbepalingen inzake de toewijzing van emissierechten door de lidstaten zijn noodzakelijk om de eenheid van de interne markt te helpen bewaren en concurrentieverstoring te voorkomen.

(8)

Bij de toewijzing van rechten dienen de lidstaten rekening te houden met de mogelijkheden om de uitstoot als gevolg van industriële activiteiten te verminderen.

(9)

De lidstaten kunnen bepalen dat zij aan personen voor geannuleerde emissierechten slechts emissierechten voor een periode van vijf jaar — te beginnen in 2008 — toekennen die overeenkomen met de emissiereducties welke die personen op het nationale grondgebied hebben bereikt tijdens een periode van drie jaar, te beginnen in 2005.

(10)

Met ingang van de bedoelde periode van vijf jaar moet bij overdrachten van emissierechten naar een andere lidstaat een daarmee overeenstemmende aanpassing van de overeenkomstig het Protocol van Kyoto toegewezen hoeveelheid plaatsvinden.

(11)

De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat exploitanten van bepaalde activiteiten een vergunning voor broeikasgasemissies bezitten en hun emissies van in verband met deze activiteiten gespecificeerde broeikasgassen bewaken en rapporteren.

(12)

De lidstaten dienen regels vast te stellen inzake de sancties die van toepassing zijn op schendingen van de bepalingen van deze richtlijn en zorgen ervoor dat zij worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(13)

Ter wille van de transparantie heeft het publiek toegang tot informatie over de toewijzing van emissierechten en de resultaten van de emissiebewaking, slechts onder voorbehoud van de beperkingen opgenomen in Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 28 januari 2003 inzake de vrije toegang tot milieu-informatie (9).

(14)

De lidstaten behoren een verslag in te dienen over de uitvoering van deze richtlijn, dat wordt opgesteld op basis van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied (10).

(15)

Bij de opneming van verdere installaties in de Gemeenschapsregeling worden de bepalingen van deze richtlijn in acht genomen. Daarbij kan het toepassingsgebied van de Gemeenschapsregeling worden uitgebreid met emissies van andere broeikasgassen dan kooldioxide, o.a. van de aluminiumen de chemische sector.

(16)

De bepalingen van deze richtlijn beletten de lidstaten niet om nationale handelsregelingen te handhaven of in te voeren voor het reguleren van de emissie van broeikasgassen uit andere dan de in bijlage I genoemde of in de Gemeenschapsregeling opgenomen activiteiten, of van installaties die tijdelijk uitgesloten zijn van de Gemeenschapsregeling.

(17)

De lidstaten kunnen deelnemen aan internationale emissierechtenhandel als partijen bij het Protocol van Kyoto met iedere andere in bijlage B bij het protocol genoemde partij.

(18)

Een koppeling tussen de Gemeenschapsregeling en regelingen voor de handel in broeikasgasemissierechten in derde landen zal leiden tot een hogere kosteneffectiviteit van de verwezenlijking van de communautaire doelstelling van emissiereductie die is vastgelegd in Besluit 2002/358/EG over de gezamenlijke nakoming van de verplichtingen.

(19)

Op projecten gebaseerde mechanismen — waaronder gemeenschappelijke uitvoering (JI) en het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM) — zijn belangrijk om de doelstellingen van reductie van de wereldwijde broeikasgasemissies en verbetering van de kosteneffectieve werking van de Gemeenschapsregeling te bereiken. Overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Protocol van Kyoto en de Akkoorden van Marrakesj dient het gebruik van deze mechanismen een aanvulling te vormen op het binnenlandse optreden, zodat het binnenlandse optreden een aanzienlijk aandeel zal hebben in de geleverde inspanning.

(20)

Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (11) geeft een algemene kaderregeling inzake de preventie en bestrijding van verontreiniging, waarbinnen vergunningen voor broeikasgasemissies kunnen worden verleend. Richtlijn 96/61/EG dient aldus te worden gewijzigd, dat er geen emissiegrenswaarden worden vastgesteld voor de directe broeikasgasemissies van een installatie die onder deze richtlijn valt, en dat de lidstaten ervoor kunnen kiezen om geen voorschriften inzake energie-efficiëntie op te leggen voor verbrandingsinstallaties en andere installaties die ter plaatse kooldioxide uitstoten, onverminderd andere eisen uit hoofde van Richtlijn 96/61/EG.

(21)

Met deze richtlijn wordt beoogd het gebruik te bevorderen van energiezuiniger technologieën, waaronder warmtekrachtkoppeling, waarmee de uitstoot per eenheid output wordt verminderd, terwijl met Richtlijn 2003/.../EG van ... inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt (12) in het bijzonder de warmtekrachtkoppeling zal bevorderen.

(22)

Deze richtlijn is verenigbaar met het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en het Protocol van Kyoto. Zij zal worden geëvalueerd in het licht van de ontwikkelingen op dit gebied en om rekening te houden met de bij de uitvoering opgedane ervaring en de met de bewaking van de broeikasgasemissies gemaakte vorderingen.

(23)

De handel in emissierechten zou deel moeten uitmaken van een alomvattend, samenhangend pakket van beleidslijnen en maatregelen die door de lidstaten en op Gemeenschapsniveau worden uitgevoerd. Onverminderd de artikelen 87 en 88 van het Verdrag kunnen de lidstaten, wanneer activiteiten onder de Gemeenschapsregeling vallen, rekening houden met de gevolgen van regulerende, fiscale en andere beleidsmaatregelen waarmee dezelfde doelstellingen worden nagestreefd. Bij de evaluatie van de richtlijn, zal worden nagegaan in hoeverre deze doelstellingen zijn bereikt.

(24)

Belastingheffing kan een nationaal beleidsinstrument zijn om de emissies van tijdelijk uitgesloten installaties te beperken.

(25)

Er zouden door de lidstaten en op Gemeenschapsniveau beleidslijnen en maatregelen moeten worden uitgevoerd in alle economische sectoren, en niet alleen in de sectoren industrie en energie, teneinde substantiële emissiereducties te bewerkstelligen. De Commissie dient met name beleidslijnen en maatregelen op Gemeenschapsniveau in overweging te nemen die ervoor zorgen dat de vervoerssector er substantieel toe bijdraagt dat de Gemeenschap en haar lidstaten aan hun in het Protocol van Kyoto omschreven verplichtingen inzake klimaatverandering voldoen.

(26)

Ondanks de rijk geschakeerde mogelijkheden die marktgerichte mechanismen bieden, moet de EUstrategie voor het tegengaan van klimaatverandering berusten op een evenwicht tussen de regeling voor de handel in emissierechten en andere communautaire, nationale en internationale maatregelen.

(27)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend.

(28)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (13).

(29)

De Commissie mag de in bijlage III vermelde criteria (1), (5) en (7) niet via de comitologieprocedure wijzigen. Wijzigingen die betrekking hebben op perioden na 2012 mogen alleen overeenkomstig de medebeslissingsprocedure worden vastgesteld.

(30)

Aangezien de doelstelling van het voorgestelde optreden, namelijk de invoering van een Gemeenschapsregeling, niet voldoende kan worden verwezenlijkt door de individuele lidstaten, en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van het voorgestelde optreden beter op Gemeenschapsniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 5 van het EG-Verdrag, maatregelen vaststellen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel dat in dat artikel is opgenomen gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen noodzakelijk is om de genoemde doelstelling te bereiken,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze richtlijn wordt een Gemeenschapsregeling vastgesteld voor de handel in broeikasgasemissierechten, hierna „de Gemeenschapsregeling” genoemd, teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Deze richtlijn is van toepassing op emissies uit de in bijlage I genoemde activiteiten en de in bijlage II genoemde broeikasgassen.

2.   Deze richtlijn is van toepassing onverminderd eventuele uit Richtlijn 96/61/EG voortvloeiende voorschriften.

Artikel 3

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„emissierecht”: overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn overdraagbaar recht om, uitsluitend teneinde aan de eisen van deze richtlijn te voldoen, gedurende een bepaalde periode één ton kooldioxide-equivalent uit te stoten;

b)

„emissie”: emissie van broeikasgassen in de atmosfeer door in een installatie aanwezige bronnen;

c)

„broeikasgassen”: de in bijlage II genoemde gassen;

d)

„vergunning voor broeikasgasemissies”: overeenkomstig de artikelen 5 en 6 verleende vergunning;

e)

„installatie”: vaste technische eenheid waarin één of meer van de in bijlage I genoemde activiteiten plaatsvinden alsmede andere, daarmee rechtstreeks samenhangende activiteiten plaatsvinden, die technisch in verband staan met de op die plaats ten uitvoer gebrachte activiteiten en gevolgen kunnen hebben voor de emissies en de verontreiniging;

f)

„exploitant”: persoon die een installatie exploiteert of beheert, indien de nationale wetgeving daarin voorziet, aan wie de economische beschikkingsmacht over de technische werking is overgedragen;

g)

„persoon”: natuurlijke persoon of rechtspersoon;

h)

„nieuwkomer”: installatie waar een of meer van de in bijlage I genoemde activiteiten plaatsvinden, die een vergunning dan wel de bijstelling van een vergunning voor broeikasgasemissies wegens een verandering in de aard of de werking van de installatie of wegens een uitbreiding van de installatie heeft verkregen nadat het nationale toewijzingsplan aan de Commissie is meegedeeld;

i)

„het publiek”: een of meer personen en, overeenkomstig de nationale wetgeving of het gebruik, verenigingen, organisaties of groepen personen;

j)

„ton kooldioxide-equivalent”: een metrische ton kooldioxide (CO2) of een hoeveelheid van een van de andere in bijlage II genoemde broeikasgassen met een gelijkwaardig aardopwarmingsvermogen.

Artikel 4

Vergunningen voor broeikasgasemissies

De lidstaten dragen er zorg voor dat vanaf 1 januari 2005 geen installatie een in bijlage I genoemde activiteit verricht welke een voor die activiteit gespecificeerde emissie tot gevolg heeft, tenzij haar exploitant in het bezit is van een door een bevoegde autoriteit overeenkomstig de artikelen 5 en 6 verleende vergunning, of de installatie uit hoofde van artikel 27 tijdelijk is uitgesloten van de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap.

Artikel 5

Aanvragen van vergunningen voor broeikasgasemissies

Een tot de bevoegde autoriteit gerichte aanvraag van een vergunning voor broeikasgasemissies omvat een beschrijving van:

a)

de installatie en haar activiteiten, met inbegrip van de gebruikte technologie;

b)

de grondstoffen en hulpstoffen waarvan het gebruik waarschijnlijk tot emissies van in bijlage I genoemde gassen zal leiden;

c)

de bronnen van de in bijlage I genoemde emissies van gassen uit de installatie; en

d)

de maatregelen die zijn voorgenomen om de emissies van gassen in het milieu te bewaken en te rapporteren, in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 14 vastgestelde richtsnoeren.

De aanvraag omvat tevens een niet-technische samenvatting van de in de eerste alinea bedoelde gegevens.

Artikel 6

Voorwaarden voor en inhoud van de vergunning voor broeikasgasemissies

1.   De bevoegde autoriteit verleent een vergunning waarin toestemming wordt verleend broeikasgassen uit de gehele installatie of een deel daarvan uit te stoten, indien zij ervan overtuigd is dat de exploitant in staat is de emissies te bewaken en te rapporteren.

Een vergunning voor broeikasgasemissies kan betrekking hebben op een of meer installaties op dezelfde plaats die door dezelfde exploitant wordt geëxploiteerd.

2.   Vergunningen voor broeikasgasemissies bevatten:

a)

de naam en het adres van de exploitant;

b)

een beschrijving van de activiteiten en de emissies uit de installatie;

c)

de bewakingsvoorschriften, met vermelding van de bewakingsmethode en de frequentie;

d)

de rapportagevoorschriften, en

e)

de verplichting binnen vier maanden na het einde van elk kalenderjaar een hoeveelheid emissierechten in te leveren die gelijk is aan de totale emissies van de installatie voor dat jaar, als geverifieerd overeenkomstig artikel 15.

Artikel 7

Wijzigingen in installaties

De exploitant stelt de bevoegde autoriteit in kennis van voorgenomen wijzigingen in de aard of de werking, en van voorgenomen uitbreidingen van de installatie, waarvoor een aanpassing van de vergunning vereist kan zijn. Zo nodig stelt de bevoegde autoriteit de vergunning bij. Bij een verandering in de identiteit van de exploitant van de installatie past de bevoegde autoriteit de vergunning aan door vermelding van de naam en het adres van de nieuwe exploitant.

Artikel 8

Coördinatie met Richtlijn 96/61/EC

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat, wanneer installaties activiteiten verrichten die in bijlage I bij Richtlijn 96/61/EG zijn vermeld, de voorwaarden voor en de procedure voor het verlenen van een vergunning voor broeikasgasemissies worden gecoördineerd met die voor de in die richtlijn bepaalde vergunning. De in de artikelen 5, 6 en 7 vastgestelde eisen kunnen worden opgenomen in de in Richtlijn 96/61/EG vastgelegde procedure of procedures.

Artikel 9

Nationaal toewijzingsplan

1.   Voor elke in artikel 11, leden 1 en 2, bedoelde termijn stelt elke lidstaat een nationaal plan op, waarin de totale hoeveelheid emissierechten wordt vermeld die hij voornemens is voor die periode toe te wijzen, alsmede de manier waarop hij voornemens is deze rechten toe te wijzen. Het plan wordt gebaseerd op objectieve en transparante criteria, waaronder de in bijlage III genoemde, waarbij terdege rekening wordt gehouden met reacties vanuit het publiek. De Commissie geeft onverminderd het Verdrag uiterlijk 31 december 2003 richtsnoeren voor de toepassing van de in bijlag III genoemde criteria.

Voor de in artikel 11, lid 1, bedoelde periode wordt het plan uiterlijk op 31 maart 2004 gepubliceerd en aan de Commissie en de overige lidstaten meegedeeld. Voor latere perioden wordt het plan ten minste achttien maanden voor de aanvang van de betrokken periode gepubliceerd en aan de Commissie en de andere lidstaten meegedeeld.

2.   De nationale toewijzingsplannen worden bestudeerd door het in artikel 23, lid 1, bedoelde comité.

3.   Binnen drie maanden nadat een lidstaat uit hoofde van lid 1 een nationaal toewijzingsplan heeft meegedeeld, kan de Commissie het plan of een deel daarvan verwerpen als het niet met de in bijlage III genoemde criteria of met artikel 10 verenigbaar is. De lidstaten nemen pas een besluit krachtens artikel 11, lid 1, of lid 2, wanneer de voorgestelde wijzigingen door de Commissie zijn aanvaard. Een besluit tot verwerping wordt door de Commissie gemotiveerd.

Artikel 10

Toewijzingsmethode

Voor de periode van drie jaar die ingaat op 1 januari 2005 wijzen de lidstaten ten minste 95 % van de emissierechten kosteloos toe. Voor de periode van vijf jaar die ingaat op 1 januari 2008 wijzen de lidstaten ten minste 90 % van de emissierechten kosteloos toe.

Artikel 11

Toewijzing en verlening van emissierechten

1.   Voor de periode van drie jaar die ingaat op 1 januari 2005 neemt iedere lidstaat een besluit over de totale hoeveelheid emissierechten die hij voor die periode zal toewijzen en over de toewijzing van die emissierechten aan de exploitant van elke installatie. Dit besluit wordt ten minste drie maanden voor het begin van die periode genomen en is gebaseerd op het nationale toewijzingsplan dat is opgesteld ingevolge artikel 9 en in overeenstemming met artikel 10, met inachtneming van de opmerkingen van het publiek.

2.   Voor de periode van vijf jaar die ingaat op 1 januari 2008 en voor elke volgende periode van vijf jaar neemt iedere lidstaat een besluit over de totale hoeveelheid emissierechten die hij voor die periode zal toewijzen en leidt hij het proces van toewijzing van die emissierechten aan de exploitant van elke installatie in. Het besluit wordt ten minste twaalf maanden voor het begin van die periode genomen en is gebaseerd op het toewijzingsplan van de lidstaat dat is opgesteld ingevolge artikel 9 en in overeenstemming met artikel 10, met inachtneming van de opmerkingen van het publiek.

3.   Krachtens lid 1 of lid 2 genomen besluiten zijn in overeenstemming met de voorschriften van het Verdrag, in het bijzonder de artikelen 87 en 88. Bij hun besluit over de toewijzing houden de lidstaten rekening met de noodzaak emissierechten beschikbaar te houden voor nieuwkomers.

4.   De bevoegde autoriteit verleent elk jaar uiterlijk op 28 februari van dat jaar voor de in lid 1 of 2 bedoelde periode een percentage van de totale hoeveelheid emissierechten.

Artikel 12

Overdracht, inlevering en annulering van rechten

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat emissierechten kunnen worden overgedragen tussen

a)

personen binnen de Gemeenschap;

b)

personen in de Gemeenschap en personen in derde landen, waar zulke emissierechten worden erkend volgens de procedure van artikel 25, zonder andere beperkingen dan de bij of krachtens deze richtlijn vastgestelde beperkingen.

2.   De lidstaten dragen er zorg voor, dat de door een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat verleende rechten als geldig worden erkend voor de nakoming van de verplichtingen van een exploitant ingevolge lid 3.

3.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de exploitant van iedere installatie uiterlijk 30 april van ieder jaar een hoeveelheid emissierechten inlevert die gelijk is aan de totale emissies van die installatie gedurende het voorgaande kalenderjaar, als geverifieerd overeenkomstig artikel 15, en dat die rechten vervolgens worden geannuleerd.

4.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om er zorg voor te dragen dat emissierechten te allen tijde worden geannuleerd op verzoek van de persoon die de rechten in zijn bezit heeft.

Artikel 13

Geldigheid van emissierechten

1.   Emissierechten zijn geldig voor de emissies in de in artikel 11, lid 1 of lid 2, bedoelde periode waarvoor zij zijn verleend.

2.   Vier maanden na het begin van de eerste periode van vijf jaar, bedoeld in artikel 11, lid 2, worden emissierechten die niet meer geldig zijn en niet overeenkomstig artikel 12, lid 3, zijn ingeleverd en geannuleerd, door de bevoegde autoriteit geannuleerd.

De lidstaten kunnen personen emissierechten verlenen voor de lopende periode ter vervanging van emissierechten die zij bezaten en welke krachtens de eerste alinea zijn geannuleerd.

3.   Vier maanden na het begin van elke volgende periode van vijf jaar als bedoeld in artikel 11, lid 2, worden emissierechten die niet meer geldig zijn en niet overeenkomstig artikel 12, lid 3, zijn ingeleverd en geannuleerd, door de bevoegde autoriteit geannuleerd.

De lidstaten verlenen personen emissierechten voor de lopende termijn ter vervanging van emissierechten die zij bezaten en welke krachtens de eerste alinea zijn geannuleerd.

Artikel 14

Richtsnoeren voor emissiebewaking en -rapportage

1.   De Commissie stelt uiterlijk 30 september 2003 volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde procedure richtsnoeren vast voor de bewaking van en rapportage over emissies uit de in bijlage I genoemde activiteiten van voor die activiteiten gespecificeerde broeikasgassen. De richtsnoeren worden gebaseerd op de in bijlage IV vermelde beginselen voor de bewaking en rapportage.

2.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de emissies worden bewaakt volgens de richtsnoeren.

3.   De lidstaten dragen er zorg voor dat iedere exploitant van een installatie over de emissies van de installatie in elk kalenderjaar na afloop van dat jaar overeenkomstig de richtsnoeren verslag uitbrengt aan de bevoegde autoriteit.

Artikel 15

Verificatie

De lidstaten dragen er zorg voor dat de door de exploitanten overeenkomstig artikel 14, lid 3, ingediende verslagen worden geverifieerd volgens de in bijlage V vermelde criteria en dat de bevoegde autoriteit daarvan in kennis wordt gesteld.

De lidstaten dragen er zorg voor dat een exploitant wiens verslag over de emissies tijdens het voorgaande jaar uiterlijk 31 maart van het lopende jaar niet is geverifieerd als bevredigend overeenkomstig de in bijlage V genoemde criteria, geen emissierechten meer mag overdragen, totdat een verslag van die exploitant als bevredigend is geverifieerd.

Artikel 16

Sancties

1.   De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die van toepassing zijn op schendingen van de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen de nodige maatregelen om de toepassing van die sancties te verzekeren. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten delen die bepalingen uiterlijk 31 december 2003 aan de Commissie mede en melden onverwijld eventuele wijzigingen daarvan.

2.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de namen worden bekendgemaakt van de exploitanten die zich niet houden aan de voorschriften van artikel 12, lid 3, inzake het inleveren van voldoende emissierechten.

3.   De lidstaten dragen er zorg voor dat een boete wegens overmatige emissie wordt opgelegd aan elke exploitant die uiterlijk 30 april van elk jaar niet voldoende emissierechten heeft ingeleverd ter dekking van zijn emissies in het voorgaande jaar. De boete wegens overmatige emissie bedraagt 100 EUR voor elke ton door de installatie uitgestoten kooldioxide-equivalent waarvoor de exploitant geen emissierechten heeft ingeleverd. De betaling van de boete wegens overmatige emissie ontslaat de exploitant niet van de verplichting, bij de inlevering van emissierechten in verband met het volgende kalenderjaar een hoeveelheid emissierechten in te leveren die gelijk is aan die emissieoverschrijding.

4.   In de periode van drie jaar die ingaat op 1 januari 2005 leggen de lidstaten een lagere boete wegens overmatige emissie op; deze bedraagt 40 EUR voor elke ton door de installatie uitgestoten kooldioxideequivalent waarvoor de exploitant geen emissierechten heeft ingeleverd. De betaling van de boete wegens overmatige emissie ontslaat de exploitant niet van de verplichting, bij de inlevering van emissierechten in verband met het volgende kalenderjaar een hoeveelheid emissierechten in te leveren die gelijk is aan die emissieoverschrijding.

Artikel 17

Toegang tot informatie

De besluiten tot toewijzing van emissierechten en de krachtens de vergunning voor broeikasgasemissies vereiste emissieverslagen welke in het bezit zijn van de bevoegde autoriteit worden voor het publiek beschikbaar gesteld, behoudens de in artikel 3, lid 3, en artikel 4 van Richtlijn 2003/4/EG (14) vastgelegde beperkingen.

Artikel 18

Bevoegde autoriteit

De lidstaten zorgen voor de nodige administratieve regelingen, met inbegrip van de aanwijzing van de passende bevoegde autoriteit of autoriteiten, voor de uitvoering van deze richtlijn. Wanneer meer dan één bevoegde autoriteit wordt aangewezen, moet het werk van die autoriteiten uit hoofde van deze richtlijn worden gecoördineerd.

Artikel 19

Registers

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat een register wordt aangelegd en bijgehouden teneinde te zorgen voor de nauwkeurige registratie van de verlening, het bezit en de overdracht en annulering van emissierechten. De lidstaten kunnen hun registers in een geconsolideerd systeem samen met een of meer andere lidstaten bijhouden.

2.   Elke persoon kan emissierechten bezitten. De registers zijn toegankelijk voor het publiek en bevatten afzonderlijke rekeningen voor de registratie van de emissierechten die iedere persoon bezit aan wie of van wie emissierechten worden verleend of overgedragen.

3.   Voor de uitvoering van deze richtlijn stelt de Commissie volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde procedure een verordening vast inzake een gestandaardiseerd en beveiligd stelsel van registers in de vorm van elektronische gegevensbanken, die gemeenschappelijke gegevens bevatten om de verlening, het bezit, de overdracht en de annulering van emissierechten te volgen, om voor toegang van het publiek en de nodige geheimhouding te zorgen en om te waarborgen dat er geen overdrachten geschieden die met uit het Protocol van Kyoto voortvloeiende verplichtingen onverenigbaar zijn.

Artikel 20

Centrale administrateur

1.   De Commissie benoemt een centrale administrateur voor het bijhouden van een onafhankelijk transactielogboek waarin de verlening, het bezit, de overdracht en de annulering van emissierechten worden vastgelegd.

2.   De centrale administrateur oefent via het onafhankelijke transactielogboek een geautomatiseerde controle uit op elke transactie in de registers om te verzekeren dat er bij de verlening, de overdracht en de annulering van emissierechten geen onregelmatigheden geschieden.

3.   Wanneer bij de geautomatiseerde controle onregelmatigheden worden vastgesteld, stelt de centrale administrateur de betrokken lidstaat of lidstaten daarvan in kennis, welke de betrokken transactie en alle verdere transacties in verband met de betrokken emissierechten niet registreren voordat de onregelmatigheden zijn opgelost.

Artikel 21

Rapportage door de lidstaten

1.   De lidstaten brengen bij de Commissie elk jaar verslag uit over de toepassing van deze richtlijn. In dit verslag wordt bijzondere aandacht besteed aan de regelingen voor de toewijzing van emissierechten, het functioneren van de nationale registers, de toepassing van richtsnoeren voor bewaking en rapportage, de verificatie en aangelegenheden die verband houden met de naleving van de richtlijn en de fiscale behandeling van emissierechten, indien van toepassing. Het eerste verslag wordt uiterlijk 30 juni 2005 aan de Commissie toegezonden. Het verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een ontwerp dat door de Commissie is uitgewerkt volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG. De vragenlijst of het kader wordt ten minste zes maanden voor de uiterste termijn voor het inzenden van het eerste verslag aan de lidstaten toegezonden.

2.   De Commissie publiceert op basis van de in lid 1 bedoelde verslagen binnen drie maanden na ontvangst van de verslagen van de lidstaten een verslag over de toepassing van deze richtlijn.

3.   De Commissie organiseert tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten een uitwisseling van gegevens betreffende ontwikkelingen in verband met vraagstukken betreffende de toewijzing van emissierechten, het functioneren van de registers, de bewaking, de rapportage, de verificatie en de naleving.

Artikel 22

Wijzigingen van bijlage III

De Commissie kan bijlage III, met uitzondering van de criteria (1), (5) en (7), voor de periode van 2008 tot en met 2012 volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde procedure wijzigen op grond van de in artikel 21 bedoelde verslagen en de ervaring die met de toepassing van deze richtlijn is opgedaan.

Artikel 23

Comité

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 8 van Beschikking 93/389/EEG ingestelde comité.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt gesteld op drie maanden.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 24

Procedures voor de unilaterale opneming van verdere activiteiten en gassen

1.   Vanaf 2008 mogen de lidstaten handel in emissierechten overeenkomstig deze richtlijn toepassen op in bijlage I niet genoemde activiteiten, installaties en broeikasgassen, op voorwaarde dat de opneming van dergelijke activiteiten, installaties en broeikasgassen door de Commissie wordt goedgekeurd volgens de procedure van artikel 23, lid 2, met inachtneming van alle relevante criteria, in het bijzonder de effecten op de interne markt, mogelijke concurrentieverstoringen, de milieu-integriteit van de regeling en de betrouwbaarheid van het geplande bewakings- en rapportagesysteem.

Met ingang van 2005 kunnen de lidstaten emissierechtenhandel op dezelfde voorwaarden toestaan voor installaties die de in bijlage I genoemde activiteiten verrichten waarvan de capaciteit onder de aldaar genoemde drempelwaarden ligt.

2.   Toewijzingen aan installaties die dergelijke activiteiten verrichten worden gespecificeerd in het in artikel 9 bedoelde nationale toewijzingsplan.

3.   De Commissie kan volgens de procedure van artikel 23, lid 2, op eigen initiatief bewakings- en rapportagerichtsnoeren vaststellen, of doet zulks op verzoek van een lidstaat, voor in bijlage I niet genoemde emissies, installaties en broeikasgassen, indien de bewaking van en de rapportage over deze emissies met voldoende nauwkeurigheid kan geschieden.

4.   Indien zulke maatregelen worden ingevoerd, wordt bij evaluaties krachtens artikel 30 ook beoordeeld of bijlage I zodanig moet worden gewijzigd dat de emissies van die activiteiten in de gehele Gemeenschap onder een geharmoniseerde regeling vallen.

Artikel 25

Koppelingen met andere regelingen voor de handel in broeikasgasemissies

1.   Er zouden overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag overeenkomsten moeten worden gesloten met de in bijlage B bij het protocol van Kyoto genoemde derde landen die het protocol hebben bekrachtigd om te zorgen voor de wederzijdse erkenning van emissierechten op grond van de Gemeenschapsregeling en andere regelingen voor de handel in emissierechten voor broeikasgassen.

2.   Wanneer een overeenkomst als bedoeld in lid 1 is gesloten, stelt de Commissie volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde procedure de nodige bepalingen in verband met de wederzijdse erkenning van emissierechten op.

Artikel 26

Wijziging van Richtlijn 96/61/EG

Aan lid 3 van artikel 9 van Richtlijn 96/61/EG worden de volgende alinea's toegevoegd:

„Wanneer broeikasgasemissies uit een installatie in bijlage I bij Richtlijn 2003/ /EG van het Europees Parlement en de Raad van... tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (15) in verband met een in die installatie verrichte activiteit worden vermeld, omvat de vergunning geen emissiegrenswaarde voor directe emissies van dat gas, tenzij zulks noodzakelijk is om te verzekeren dat er geen significante plaatselijke verontreiniging wordt veroorzaakt.

Wat betreft de in bijlage I van Richtlijn 2003/ /EG genoemde activiteiten kunnen de lidstaten ervoor kiezen om geen voorschriften inzake energie-efficiëntie op te leggen voor verbrandingseenheden en andere eenheden die ter plaatse kooldioxide uitstoten.

Zo nodig wijzigen de bevoegde autoriteiten de vergunning op gepaste wijze.

De drie voorgaande alinea's zijn niet van toepassing op installaties die overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2003/ /EG tijdelijk zijn uitgesloten van de Gemeenschapsregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten.

Artikel 27

Tijdelijke uitsluiting van bepaalde installaties

1.   De lidstaten kunnen de Commissie verzoeken installaties tijdelijk buiten de Gemeenschapsregeling te houden tot en met uiterlijk 31 december 2007. Een dergelijk verzoek bevat een lijst van alle betrokken installaties en wordt bekendgemaakt.

2.   Als de Commissie, na eventuele reacties van het publiek op dit verzoek in overweging te hebben genomen, volgens de procedure van artikel 23, lid 2, besluit dat de betrokken installaties:

a)

als gevolg van nationale beleidsmaatregelen hun emissies evenveel zullen beperken als wanneer deze richtlijn op hen van toepassing zou zijn;

b)

onderworpen zijn aan voorschriften inzake bewaking, rapportage en verificatie die gelijkwaardig zijn aan die welke uit hoofde van de artikelen 14 en 15 worden opgelegd, en

c)

onderworpen zijn aan sancties die ten minste gelijkwaardig zijn aan de in artikel 16, leden 1 en 4, bedoelde sancties in geval van het niet voldoen aan de nationale voorschriften;

bepaalt zij dat die installaties tijdelijk buiten de Gemeenschapsregeling blijven.

Er dient te worden gewaarborgd dat er geen verstoring van de interne markt optreedt.

Artikel 28

Pooling

1.   De lidstaten kunnen de exploitanten van installaties die een van de in bijlage I genoemde activiteiten verrichten, toestaan voor de in artikel 11, lid 1, bedoelde periode en/of de in artikel 11, lid 2, bedoelde eerste periode van vijf jaar een pool van installaties van dezelfde activiteit te vormen overeenkomstig de leden 2 tot en met 6 van onderhavig artikel.

2.   Exploitanten die een in bijlage I genoemde activiteit verrichten en een pool wensen te vormen dienen daartoe bij de bevoegde autoriteit een verzoek in waarin zij vermelden met welke installaties en voor welke periode zij wensen te poolen, en aantonen dat een trustee in staat zal zijn de in de leden 3 en 4 bedoelde verplichtingen te vervullen.

3.   Exploitanten die een pool wensen te vormen, benoemen een trustee:

a)

aan wie, in afwijking van artikel 11 de totale hoeveelheid emissierechten, berekend per installatie van de betrokken exploitanten, wordt verleend;

b)

aan wie, in afwijking van artikel 6, lid 2, punt e), en artikel 12, lid 3, de verantwoordelijkheid wordt verleend een hoeveelheid emissierechten in te leveren die gelijk is aan de totale emissies van de installaties in de pool; en

c)

aan wie de bevoegdheid wordt ontzegd om nog langer emissierechten over te dragen, indien het verslag van een exploitant niet als bevredigend is geverifieerd overeenkomstig artikel 15, tweede alinea.

4.   In afwijking van artikel 16, leden 2, 3 en 4, zijn de sancties voor het schenden van het voorschrift om voldoende emissierechten in te leveren ter dekking van de totale emissie van de installaties in de pool van toepassing op de trustee.

5.   Een lidstaat die toestemming wil geven tot de vorming van een of meer pools, dient het in lid 2 bedoelde verzoek in bij de Commissie. Onverminderd het Verdrag kan de Commissie binnen drie maanden na ontvangst een verzoek afwijzen dat niet aan de bepalingen van deze richtlijn voldoet. Een besluit van die strekking wordt met redenen omkleed. Wordt een verzoek afgewezen, dan mag de lidstaat slechts toestemming tot de vorming van de pool verlenen indien de voorgestelde wijzigingen door de Commissie worden aanvaard.

6.   Indien de trustee de in lid 4 bedoelde sanctiebepalingen niet naleeft, is iedere exploitant van een installatie in de pool aansprakelijk krachtens artikel 12, lid 3, en artikel 16 voor de emissies van zijn eigen installatie.

Artikel 29

Overmacht

1.   Tijdens de in artikel 11, lid 1, bedoelde periode kunnen de lidstaten de Commissie verzoeken om toestemming voor het verlenen van extra rechten aan bepaalde installaties op grond van overmacht. De Commissie bepaalt of overmacht is aangetoond, en geeft, indien dat het geval is, toestemming voor het verlenen van extra, niet-overdraagbare rechten door die lidstaat aan de exploitanten van die installaties.

2.   Onverminderd het Verdrag stelt de Commissie uiterlijk op 31 december 2003 richtsnoeren op waarin zij omschrijft onder welke voorwaarden er van aangetoondeovermachtsprake is.

Artikel 30

Evaluatie en verdere ontwikkeling

1.   Uitgaande van de bij de bewaking van broeikasgasemissies gemaakte vorderingen kan de Commissie uiterlijk 31 december 2004 een voorstel aan het Europees Parlement en de Raad voorleggen om bijlage I aldus te wijzigen dat deze ook andere activiteiten en emissies van andere in bijlage II genoemde broeikasgassen omvat.

2.   Uitgaande van de ervaring met de toepassing van deze richtlijn en de bij de bewaking van broeikasgasemissies gemaakte vorderingen en in het licht van de ontwikkelingen in internationaal verband stelt de Commissie een verslag op over de toepassing van deze richtlijn, waarin zij het volgende beoordeelt:

a)

of en hoe bijlage I dient te worden gewijzigd om andere relevante sectoren, o.a. de chemische, de aluminium- en de vervoerssector, activiteiten en de emissies van andere in bijlage II vermelde broeikasgassen op te nemen, met het oogmerk de economische efficiëntie van de regeling verder te vergroten;

b)

de verhouding tussen de handel in emissierechten binnen de Gemeenschap en de in 2008 beginnende internationale handel in emissierechten;

c)

verdere harmonisatie van de toewijzingsmethode, met inbegrip van het veilen van rechten voor de periode na 2012, en van de criteria voor nationale toewijzingsplannen, bedoeld in bijlage III;

d)

of kredieten van projectmechanismen kunnen worden gebruikt;

e)

de verhouding van de handel in emissierechten tot andere beleidslijnen en -maatregelen die op nationaal en communautair vlak worden uitgevoerd, daaronder begrepen belastingmaatregelen die dezelfde doeleinden nastreven;

f)

of het passend is dat er één enkel communautair register is; en

g)

de hoogte van de boetes wegens overmatige emissie, waarbij zij onder meer rekening houdt met de inflatie, en

h)

de werking van de markt van de emissierechten, waarbij in het bijzonder alle mogelijke verstoringen van de markt worden behandeld;

i)

hoe de Gemeenschapsregeling moet worden aangepast aan de uitgebreide Europese Unie;

j)

pooling;

k)

of het praktisch uitvoerbaar is communautaire benchmarks te ontwikkelen als basis voor de toewijzing, rekening houdende met de beste beschikbare technieken en een kosten-batenanalyse.

De Commissie dient dat verslag uiterlijk 30 juni 2006 bij het Europees Parlement en de Raad in, zo nodig vergezeld van voorstellen.

3.   Het koppelen van de projectgebonden mechanismen, waaronder de gemeenschappelijke uitvoering (JI) en het mechanisme voor schone ontwikkeling (CDM), aan de Gemeenschapsregeling is wenselijk en belangrijk om de doelstellingen van reductie van de wereldwijde broeikasemissies en verbetering van de kosteneffectieve werking van de Gemeenschapsregeling te bereiken. Daarom zullen de emissiekredieten van de projectgebonden mechanismen worden erkend voor gebruik in deze regeling met inachtneming van de regels die door het Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie worden vastgesteld en die in 2005 van toepassing zouden moeten zijn naast de Gemeenschapsregeling. Het gebruik van deze mechanismen moet overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Protocol van Kyoto en de Akkoorden van Marrakesj een aanvulling vormen op het binnenlandse optreden.

Artikel 31

Uitvoering

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 31 december 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. De Commissie stelt de andere lidstaten van deze wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 32

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 33

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 75 E van 26.3.2002, blz. 33.

(2)  PB C 221 van 17.9.2002, blz. 27.

(3)  PB C 192 van 12.8.2002, blz. 59.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 10 oktober 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 maart 2003 (PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 72), standpunt van het Europees Parlement van 2 juli 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 juli 2003.

(5)  PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11.

(7)  PB 130 van 15.5.2002, blz 1.

(8)  PB L 167 van 9.7.1993, blz. 31. Beschikking als gewijzigd bij Beschikking 1999/296/EG (PB L 117 van 5.5.1999, blz. 35).

(9)  PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

(10)  PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48.

(11)  PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26.

(12)  PB L ...

(13)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(14)  PB L ...

(15)  PB L ... ”

BIJLAGE I

CATEGORIEËN ACTIVITEITEN, BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, DE ARTIKELEN 3 EN 4, ARTIKEL 14, LID 1, ARTIKEL 28 EN ARTIKEL 30

1.

Installaties of delen van installaties, gebruikt voor onderzoek, ontwikkeling en beproeving van nieuwe producten en processen, vallen niet onder deze richtlijn.

2.

De onderstaande grenswaarden hebben over het algemeen betrekking op productie of productiecapaciteit. Wanneer een exploitant verscheidene activiteiten verricht die in dezelfde installatie of op hetzelfde bedrijfsterrein onder dezelfde subrubriek vallen, worden de capaciteiten van dergelijke activiteiten bij elkaar opgeteld.

Activiteiten

Broeikasgassen

Energieactiviteiten

 

Verbrandingsinstallaties met een nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW (met uitzondering van installaties voor het verbranden van gevaarlijke afvalstoffen of stadsafval)

Kooldioxide

Aardolieraffinaderijen

Kooldioxide

Cokesfabrieken

Kooldioxide

Productie en verwerking van ferrometalen

 

Roost- of sinterinstallaties voor metaalerts (waaronder sulfide-erts)

Kooldioxide

Installaties voor de vervaardiging van ruwijzer of staal (primaire of secundaire smelting) inclusief continugieten, met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur

Kooldioxide

Delfstoffenindustrie

 

Installaties voor de vervaardiging van cementklinkers in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag of de bereiding van kalk in draaiovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag, dan wel in andere ovens met een productiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag.

Kooldioxide

Installaties voor de vervaardiging van glas, inclusief glasvezel, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag.

Kooldioxide

Installaties voor de vervaardiging van ceramische producten door vuren, in het bijzonder dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein, met een productiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag en/of met een ovencapaciteit van meer dan 4 m3 en met een zetdichtheid per oven van meer dan 300 kg/m3.

Kooldioxide

Overige activiteiten

 

Industriële installaties voor de vervaardiging van

 

a) pulp uit hout of andere vezelhoudende materialen

Kooldioxide

b) papier en karton met een productiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag

Kooldioxide

BIJLAGE II

BROEIKASGASSEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 3 EN 30

Kooldioxide (CO2)

Methaan (CH4)

Distikstofoxide (N2O)

Onvolledig gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen (HFK's)

Perfluorkoolwaterstoffen (PFK's)

Zwavelhexafluoride (SF6)

BIJLAGE III

CRITERIA VOOR NATIONALE TOEWIJZINGSPLANNEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 9, 22 EN 30

(1)

De totale hoeveelheid voor de betrokken periode toe te wijzen emissierechten moet enerzijds overeenstemmen met de verplichtingen van de lidstaat om de emissies te beperken overeenkomstig Beschikking 2002/358/EG en het Protocol van Kyoto, met inachtneming van het aandeel in de totale emissies dat deze vertegenwoordigen in vergelijking met de emissies uit bronnen die niet onder deze richtlijn en het nationale energiebeleid vallen en moeten anderzijds overeenstemmen met het nationaal programma inzake klimaatverandering. De totale hoeveelheid toe te wijzen emissierechten mag niet groter zijn dan de hoeveelheid die waarschijnlijk nodig is voor de strikte toepassing van de in deze bijlage vermelde criteria. Vóór 2008 moet de hoeveelheid in overeenstemming zijn met een ontwikkeling waarmee elke lidstaat zijn streefdoel uit hoofde van Beschikking 2002/358/EG en het Protocol van Kyoto kan halen of overtreffen.

(2)

De totale hoeveelheid toe te wijzen emissierechten moet overeenstemmen met evaluaties die overeenkomstig Beschikking 93/389/EEG zijn gemaakt van de feitelijke en de te verwachten vorderingen bij het realiseren van de bijdragen van de lidstaten aan de communautaire verplichtingen.

(3)

De hoeveelheden toe te wijzen emissierechten moeten overeenstemmen met de mogelijkheden, waaronder de technologische mogelijkheden, van de door deze regeling bestreken activiteiten om de emissies terug te dringen. De lidstaten kunnen hun verdeling van emissierechten baseren op de gemiddelde emissies van broeikasgassen per product bij elke activiteit en de haalbare vooruitgang bij elke activiteit.

(4)

Het plan moet in overeenstemming zijn met andere wetgevende instrumenten en beleidsinstrumenten van de Gemeenschap. Er moet rekening worden gehouden met de onvermijdelijke toename van emissies als gevolg van nieuwe wettelijke eisen.

(5)

Het plan mag geen zodanig onderscheid maken tussen ondernemingen of sectoren dat bepaalde ondernemingen of activiteiten onrechtmatig worden bevoordeeld, in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag, in het bijzonder de artikelen 87 en 88.

(6)

Het plan moet informatie bevatten over de manier waarop nieuwkomers aan de Gemeenschapsregeling in de betrokken lidstaat kunnen gaan deelnemen.

(7)

Het plan kan rekening houden met vroegtijdige maatregelen en bevat informatie over de manier waarop vroegtijdige maatregelen in aanmerking worden genomen. De lidstaten mogen bij de ontwikkeling van hun nationale toewijzingsplannen gebruik maken van aan referentiedocumenten over de beste beschikbare technieken ontleende benchmarks, en vroegtijdige maatregelen kunnen in die benchmarks worden verwerkt.

(8)

Het plan bevat informatie over de manier waarop rekening wordt gehouden met schone technologie, waaronder energie-efficiënte technologieën.

(9)

Het plan moet bepalingen bevatten inzake opmerkingen door het publiek, alsmede informatie over de regelingen die moeten waarborgen dat er terdege met die opmerkingen rekening wordt gehouden alvorens een besluit over de toewijzing van emissierechten wordt genomen.

(10)

Het plan moet een lijst bevatten van de installaties die in deze richtlijn worden opgenomen met de hoeveelheden emissierechten bestemd om te worden toegewezen aan ieder van hen.

(11)

Het plan kan informatie bevatten over de manier waarop rekening wordt gehouden met het bestaan van concurrentie uit derde landen of uit entiteiten buiten de Unie.

BIJLAGE IV

BEGINSELEN VOOR DE BEWAKING EN RAPPORTAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 14, LID 1

Bewaking van kooldioxide-emissies

De emissies moeten door middel van berekeningen of metingen worden bewaakt.

Berekeningen

De emissies worden met behulp van de volgende formule berekend:

Activiteitsgegevens × emissiefactor × oxidatiefactor

Activiteitsgegevens (gebruikte brandstof, productieomvang enz.) worden bewaakt op basis van toevoergegevens of metingen

Er worden geaccepteerde emissiefactoren gebruikt. Voor de activiteit specifieke emissiefactoren zijn voor alle brandstoffen aanvaardbaar. Default-factoren zijn aanvaardbaar voor alle brandstoffen, behalve niet-commerciële (afvalbrandstoffen zoals banden en industriële procesgassen). Laagspecifieke defaults voor steenkool, en voor de EU of het producentland specifieke defaults voor aardgas worden verder uitgewerkt. IPCC-defaults zijn voor raffinaderijproducten aanvaardbaar. De emissiefactor voor biomassa is nul.

Als de emissiefactor geen rekening houdt met het feit dat een deel van de koolstof niet wordt geoxideerd, wordt een oxidatiefactor gebruikt. Als voor de activiteit specifieke emissiefactoren zijn berekend die al rekening houden met oxidatie, behoeft geen oxidatiefactor te worden toegepast.

Er worden default-oxidatiefactoren overeenkomstig Richtlijn 96/61/EG gebruikt, tenzij de exploitant kan aantonen, dat voor de activiteit specifieke factoren nauwkeuriger zijn.

Voor elke activiteit, elke installatie en elke brandstof wordt een afzonderlijke berekening gemaakt.

Metingen

Bij de meting van de emissies wordt gebruik gemaakt van genormaliseerde of aanvaarde methoden en het resultaat moet worden bevestigd door een ondersteunende emissieberekening.

Bewaking van de emissies van andere broeikasgassen

Er moeten genormaliseerde of aanvaarde methoden worden gebruikt die door de Commissie in samenwerking met alle belanghebbenden worden ontwikkeld en volgens de in artikel 23, lid 2, bedoelde procedure worden goedgekeurd.

Emissierapportage

Elke exploitant neemt in zijn verslag over een installatie de onderstaande informatie op.

A.

Gegevens ter identificatie van de installatie, waaronder:

naam van de installatie;

adres van de installatie, met postcode en land;

soort en aantal van de activiteiten als bedoeld in bijlage I, die in de installatie worden verricht;

adres, telefoon-, fax- en e-mailgegevens van een contactpersoon, en

naam van de eigenaar van de installatie en van een eventuele moedermaatschappij.

B.

Voor elke in bijlage I genoemde activiteit die wordt verricht op het terrein waarvoor de emissies worden berekend:

activiteitsgegevens;

emissiefactoren;

oxidatiefactoren;

totale emissies; en

onzekerheid.

C.

Voor elke in bijlage I genoemde activiteit die wordt verricht op het terrein waarvoor de emissies worden gemeten:

totale emissies;

informatie over de betrouwbaarheid van de meetmethoden, en

onzekerheid.

D.

Voor de emissies als gevolg van verbranding ten behoeve van energieproductie wordt in het verslag ook de oxidatiefactor vermeld, tenzij bij de uitwerking van een voor de activiteit specifieke emissiefactor al met de oxidatie rekening is gehouden.

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om de rapportagevoorschriften te coördineren met eventuele reeds bestaande rapportagevoorschriften, teneinde het bedrijfsleven in dit opzicht zo veel mogelijk werk te besparen.

BIJLAGE V

CRITERIA VOOR DE VERIFICATIE, BEDOELD IN ARTIKEL 15

Algemene beginselen

(1)

De emissies van elke in bijlage I genoemde activiteit moeten aan een verificatie worden onderworpen.

(2)

Bij het verificatieproces moeten het verslag uit hoofde van artikel 14, lid 3, en de bewaking tijdens het voorafgaande jaar worden bezien. Hierbij wordt gekeken naar de betrouwbaarheid, de geloofwaardigheid en de nauwkeurigheid van de bewakingssystemen en de gerapporteerde gegevens, en naar informatie inzake de emissies, in het bijzonder:

a)

de gerapporteerde activiteitsgegevens en daarmee verband houdende metingen en berekeningen;

b)

de keuze en het gebruik van emissiefactoren;

c)

de berekeningen die leiden tot de bepaling van de totale emissies, en

d)

indien er metingen zijn gebruikt, de juistheid van de keuze en de wijze van toepassing van de meetmethoden.

(3)

De emissies waarover verslag is uitgebracht kunnen alleen worden gevalideerd als betrouwbare, geloofwaardige gegevens en informatie het mogelijk maken de emissies te bepalen met een hoge mate van zekerheid. Voor een hoge mate van zekerheid moet de exploitant aantonen dat:

a)

de gerapporteerde gegevens vrij zijn van inconsistenties;

b)

de gegevens zijn verzameld overeenkomstig de toepasselijke wetenschappelijke normen, en

c)

de desbetreffende documenten van de installatie volledig en consistent zijn.

(4)

De verificateur krijgt toegang tot alle bedrijfsterreinen en tot alle informatie in verband met het onderwerp van de verificatie.

(5)

De verificateur houdt rekening met de vraag of de installatie geregistreerd is in het kader van EMAS (het communautaire milieubeheer- en milieuauditsysteem).

Methode

Strategische analyse

(6)

De verificatie moet worden gebaseerd op een strategische analyse van alle in de installatie verrichte activiteiten. Hiertoe heeft de verificateur een overzicht nodig van alle activiteiten en hun betekenis voor het emissieniveau van de installatie.

Procesanalyse

(7)

De verificatie van de overgelegde informatie vindt zo nodig plaats op het terrein van de installatie. De verificateur neemt steekproeven om de betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens en informatie vast te stellen.

Risicoanalyse

(8)

De verificateur moet alle bronnen van emissies in de installatie evalueren met het oog op de betrouwbaarheid van de gegevens van elke bron die tot de totale emissies van de installatie bijdraagt.

(9)

Aan de hand van deze analyse identificeert de verificateur uitdrukkelijk de bronnen met een groot foutenpotentieel en andere aspecten van de bewakings- en rapportageprocedure die waarschijnlijk zullen bijdragen tot fouten bij de bepaling van de totale emissies. Het betreft hier met name de keuze van de emissiefactoren en de berekeningen die nodig zijn om de emissies van afzonderlijke emissiebronnen vast te stellen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan bronnen met een groot foutenpotentieel en aan de desbetreffende aspecten van de bewakingsprocedure.

(10)

De verificateur houdt rekening met alle risicobeheersingsmethoden die de exploitant toepast om de mate van onzekerheid zo klein mogelijk te houden.

Verslag

(11)

De verificateur stelt een verslag op over het valideringsproces, waarin wordt vermeld of het verslag bedoeld in artikel 14, lid 3, bevredigend is. In dit verslag komen alle onderwerpen aan de orde die voor het verrichte werk van belang zijn. Er kan worden verklaard dat het verslag bedoeld in artikel 14, lid 3, bevredigend is, als, naar de mening van de verificateur, de totale emissies niet wezenlijk verkeerd zijn weergegeven.

Aan de bevoegdheid van de verificateur te stellen minimumeisen

(12)

De verificateur is onafhankelijk van de exploitant, voert zijn werk serieus uit op een objectieve, professionele wijze en is vertrouwd met:

a)

de bepalingen van deze richtlijn, alsmede de door de Commissie conform artikel 14, lid 1, goedgekeurde normen en richtsnoeren;

b)

de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op te verifiëren activiteiten, en

c)

de totstandkoming van alle informatie over elke emissiebron in de installatie, met name wat de verzameling, meting, berekening en rapportage van gegevens betreft.


Donderdag, 3 juli 2003

24.3.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 74/662


NOTULEN

(2004/C 74 E/04)

VERLOOP VAN DE VERGADERING

VOORZITTER: James L.C. PROVAN

Ondervoorzitter

1.   Opening van de vergadering

De vergadering wordt om 10.05 uur geopend.

2.   Ingekomen stukken

De volgende stukken zijn ontvangen:

1)

Raad en Commissie:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden die zich binnen de Gemeenschap verplaatsten, en van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 ter harmonisatie van de rechten en vereenvoudiging van de procedures (COM(2003) 378 — C5-0290/2003 — 2003/0138(COD))

verwezen naar

ten principale

EMPL

 

advies

JURI, PETI

rechtsgrondslag

Artikel 42 EGV, Artikel 308 EGV

Voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van een Cohesiefonds (gecodificeerde versie) (COM(2003) 352 — C5-0291/2003 — 2003/0129(AVC))

verwezen naar

ten principale

JURI

 

advies

RETT

rechtsgrondslag

Artikel 161 EGV

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorkoming van het witwassen van geld door douanesamenwerking (COM(2003) 371 — C5-0301/2003 — 2002/0132(COD))

verwezen naar

ten principale

LIBE

 

advies

ECON, JURI

rechtsgrondslag

Artikel 135 EGV

Voorstel voor een besluit van de Raad waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen (het Verdrag van 's-Gravenhage van 1996) te bekrachtigen of tot dit verdrag toe te treden (COM(2003) 348 — C5-0302/2003 — 2003/0127(CNS))

verwezen naar

ten principale

LIBE

 

advies

JURI, FEMM

rechtsgrondslag

Artikel 61 EGV, Artikel 65 EGV, Artikel 67 EGV

2)

leden

2.1)

mondelinge vragen (artikel 42 van het Reglement):

Elmar Brok, namens de Commissie AFET, aan de Raad over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba (B5-0271/2003);

Elmar Brok, namens de Commissie AFET, aan de Commissie over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba (B5-0272/2003).

2.2)

ontwerpaanbevelingen (artikel 49 van het Reglement):

Françoise Grossetête, José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra en Ilkka Suominen, namens de PPE-DE-Fractie, betreffende de onderhandeling over een overeenkomst voor een politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten enerzijds en de Andesgemeenschap en haar lidstaten anderzijds (B5-0321/2003).

verwezen naar:

ten principale

ITRE

 

voor advies

AFET

Jorge Salvador Hernández Mollar, namens de PPE-DE-Fractie, betreffende het starten van een overlegprocedure over het stellen van gemeenschappelijke minimumregels aan alle lidstaten voor procesgaranties voor verdachten en aangeklaagden in strafprocessen in de Europese Unie (B5-0359/2003).

verwezen naar:

ten principale

LIBE

3.   Europese Centrale Bank 2002 (debat)

Verslag over het jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank [I5-0012/2003 — C5-0238/2003 — 2003/2102(INI)] — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: Johannes (Hans) Blokland (A5-0237/2003)

Johannes (Hans) Blokland (rapporteur) leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Wim Duisenberg (President van de ECB), president van de Europese Centrale Bank

Het woord wordt gevoerd door Generoso Andria, namens de PPE-DE-Fractie, Christa Randzio-Plath, voorzitter van de Commissie ECON, namens de PSE-Fractie, Olle Schmidt, namens de ELDR-Fractie, Benedetto Della Vedova, niet-ingeschrevene, Christoph Werner Konrad, Manuel António dos Santos, Othmar Karas, Werner Langen en Wim Duisenberg (President van de ECB).

VOORZITTER: Catherine LALUMIÈRE

Ondervoorzitter

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 23.

4.   Eurozone (debat)

Verslag over de internationale rol van de eurozone en de eerste evaluatie van de invoering van de chartale euro [COM(2002) 747 — 2002/2259(INI)] — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (A5-0169/2003)

Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (rapporteur) leidt zijn verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Othmar Karas, namens de PPE-DE-Fractie, Luis Berenguer Fuster, namens de PSE-Fractie, Olle Schmidt, namens de ELDR-Fractie, Philippe A.R. Herzog, namens de GUE/NGL-Fractie, Miquel Mayol i Raynal, namens de Verts/ALE-Fractie, Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie, Georges Berthu, niet-ingeschrevene, Rolf Berend, Helena Torres Marques, Herman Schmid en Göran Färm.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 24.

5.   Welkomstwoord

De Voorzitter verwelkomt namens het Parlement een door de vice-voorzitter, de heer Mukhambet Kopeyev, geleide delegatie van het Parlement van Kazachstan, die op de officiële tribune heeft plaatsgenomen.

6.   Opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (debat)

Verslag over gender budgeting — het opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief [2002/2198(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen — Rapporteur: Fiorella Ghilardotti (A5-0214/2003)

Fiorella Ghilardotti (rapporteur) leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Miet Smet, namens de PPE-DE-Fractie, Anna Karamanou, namens de PSEFractie, Marianne Eriksson, namens de GUE/NGL-Fractie, Rijk van Dam, namens de EDD-Fractie, Christa Prets, Geneviève Fraisse en Lissy Gröner.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 11.

VOORZITTER: David W. MARTIN

Ondervoorzitter

7.   Algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 (indieningstermijnen)

In overleg met de Begrotingscommissie zijn de termijnen voor de indiening van wijzigingsvoorstellen en ontwerpamendementen op de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2004 als volgt vastgesteld:

parlementaire commissies en individuele leden (32 handtekeningen): woensdag 10 september 2003, 12.00 uur;

fracties: woensdag 17 september 2003, 12.00 uur.

STEMMINGEN

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

Het woord wordt gevoerd door:

Brian Simpson die vaststelt dat de stemmingen deze week steeds te laat zijn begonnen; hij wenst dan ook dat in de toekomst het tijdstip van de stemmingen wordt aangehouden (de Voorzitter neemt kennis van dit verzoek);

Jorge Salvador Hernández Mollar die wenst dat de ontwerpresoluties over de Europese Raad in Thessaloniki als eerste in stemming worden gebracht, aangezien een delegatie van de Commissie LIBE zo spoedig mogelijk het Parlement moet verlaten om naar Rome te vertrekken (de Voorzitter stelt vast dat geen bezwaar wordt gemaakt tegen dit verzoek).

8.   Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki 19/20 juni 2003) (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0325, 0327, 0331, 0333, 0335 en 0340/2003

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 1)

ONTWERPRESOLUTIE B5-0325/2003

Verworpen

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0327/2003 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0327, 0333, 0335 en 0340/2003):

ingediend door de volgende leden:

Hans-Gert Poettering, Ilkka Suominen, Francesco Fiori, Elmar Brok, Arie M. Oostlander, Doris Pack, Karl von Wogau, Hubert Pirker, Othmar Karas en Gérard M.J. Deprez, namens de PPE-DE-Fractie,

Enrique Barón Crespo, Richard Corbett, Robert Goebbels, Jannis Sakellariou en Anna Terrón i Cusí, namens de PSE-Fractie,

Andrew Nicholas Duff, Sarah Ludford, Ole Andreasen en Bob van den Bos, namens de ELDR-Fractie,

Cristiana Muscardini, Gerard Collins en Roberta Angelilli, namens de UEN-Fractie.

Aangenomen (P5_TA(2003)0320)

(Ontwerpresolutie B5-0331/2003 komt te vervallen)

9.   MARCO POLO ***II (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („het Marco Polo-programma”) [5327/1/2003 — C5-0225/2003 — 2002/0038(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Philip Charles Bradbourn (A5-0220/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 2)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Goedgekeurd (P5_TA(2003)0321)

10.   Verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank * (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank [COM(2003) 114 — C5-0125/2003 — 2003/0050(CNS)] — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: Generoso Andria (A5-0215/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 3)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0322)

11.   Opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (artikel 110 bis van het Reglement) (stemming)

Verslag over gender budgeting — het opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief [2002/2198(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen — Rapporteur: Fiorella Ghilardotti (A5-0214/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 4)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen bij één enkele stemming (P5_TA(2003)0323)

12.   Kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de kaderverordening”) [15851/3/2002 — C5-0138/2003 — 2001/0060(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Giovanni Claudio Fava (A5-0219/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 5)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0324)

13.   Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Luchtvaartnavigatiediensten/Luchtruim/Interoperabiliteit ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende

1.

de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de dienstverleningsverordening”) [15853/2/2002 — C5-0137/2003 — 2001/0235(COD)]

2.

de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) [15852/3/2002 — C5-0139/2003 — 2001/0236(COD)]

3.

de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging („de interoperabiliteitsverordening”) [15854/3/2002 — C5-0140/2003 — 2001/0237(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte (A5-0225/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 6)

1. GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD 15853/2/2002 — C5-0137/2003 — 2001/0235(COD)

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0325)

2. GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD 15852/2/2002 — C5-0139/2003 — 2001/0236(COD)

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0326)

3. GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD 15854/2/2002 — C5-0140/2003 — 2001/0237(COD)

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0327)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte (rapporteur) om erop te wijzen dat het gemeenschappelijk standpunt diende te worden aangepast als gevolg van de aanneming van amendementen 16 en 31.

14.   Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 [6235/1/2003 — C5-0226/2003 — 2001/0310(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Luciano Caveri (A5-0213/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 7)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0328)

15.   Compensatie en bijstand aan luchtreizigers ***II (stemming)

Aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 [15855/1/2002 — C5-0136/2003 — 2001/0305(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Giorgio Lisi (A5-0221/2003)

(Gekwalificeerde meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 8)

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE RAAD

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0329)

16.   Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen [COM(2002) 662 — C5-0577/2002 — 2002/0274(COD)] — Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid — Rapporteur: María del Pilar Ayuso González (A5-0216/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0320)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0320)

17.   Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***I (stemming)

Verslag over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG [COM(2003) 67 — C5-0054/2003 — 2003/0033(COD)] — Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme — Rapporteur: Herman Vermeer (A5-0223/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 10)

VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Als geamendeerd goedgekeurd (P5_TA(2003)0331)

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0331)

18.   Overlegprocedure (begroting 2004) (stemming)

Verslag over de begroting voor 2004 met het oog op de overlegprocedure voorafgaand aan de eerste lezing door de Raad [2003/2027(BUD)] — Begrotingscommissie — Rapporteur: Jan Mulder (A5-0240/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 11)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0321)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

de rapporteur om een technisch mondeling amendement voor te stellen op amendement 3.

Er werd geen bezwaar gemaakt tegen dit mondeling amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

19.   Uitvoering van de begroting 2003 (stemming)

Verslag over de begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingen [2003/2026(BUD)] — Begrotingscommissie — Rapporteur: Göran Färm (A5-0233/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 12)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0322)

20.   Handel in kinderen en kindsoldaten (stemming)

Ontwerpresolutie over de handel in kinderen en kindsoldaten (B5-0320/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 13)

Aangenomen (P5_TA(2003)0334)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Mario Mauro om namens de PPE-DE-fractie een mondeling amendement op amendement 3 voor te stellen.

Er werd geen bezwaar gemaakt tegen dit mondeling amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

21.   Tsjetsjenië (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0326, 0328, 0329, 0339, 0341 en 0342/2003

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 14)

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0326/2003

(ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0326, 0328, 0329, 0339, 0341 en 0342/2003):

ingediend door de volgende leden:

Arie M. Oostlander en Ilkka Suominen, namens de PPE-DE-Fractie,

Reino Paasilinna, namens de PSE-Fractie,

Paavo Väyrynen, namens de ELDR-Fractie,

Helmuth Markov, namens de GUE/NGL-Fractie,

Charles Pasqua, namens de UEN-Fractie,

Bart Staes, Elisabeth Schroedter, Daniel Marc Cohn-Bendit, Nelly Maes, Marie Anne Isler Béguin, namens de Verts/ALE-Fractie.

Aangenomen (P5_TA(2003)0335)

22.   Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003) (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0322, 0323, 0324, 0330, 0332 en 0334/2003

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 15)

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-0322/2002

(ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0322, 0330 en 0334/2003):

ingediend door de volgende leden:

W.G. van Velzen en Konrad K. Schwaiger, namens de PPE-DE-Fractie,

Margrietus J. van den Berg, Erika Mann en Eryl Margaret McNally, namens de PSE-Fractie,

Nicholas Clegg, Elly Plooij-van Gorsel, Colette Flesch, Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte en Willy C.E.H. De Clercq, namens de ELDR-Fractie.

Aangenomen (P5_TA(2003)0336)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Joaquim Miranda om een mondeling amendement op amendement 5 voor te stellen.

Er werd geen bezwaar gemaakt tegen dit mondeling amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

(Ontwerpresoluties B5-0323, 0324 en 0332/2003 komen te vervallen.)

23.   Europese Centrale Bank 2002 (stemming)

Verslag over het jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank [I5-0012/2003 — C5-0238/2003 — 2003/2102(INI)] — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: Johannes (Hans) Blokland (A5-0237/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 16)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0337)

24.   Eurozone (stemming)

Verslag over de internationale rol van de eurozone en de eerste evaluatie van de invoering van de chartale euro [COM(2002) 747 — 2002/2259(INI)] — Economische en Monetaire Commissie — Rapporteur: Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (A5-0169/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 17)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0338)

Opmerkingen in het kader van de stemming:

Carles-Alfred Gasòliba i Böhm (rapporteur) om voor te stellen amendement 1 niet na paragraaf 15, maar na paragraaf 14 in te lassen, voorstel waarmee Ilda Figueiredo, indiener van het amendement namens de GUE/NGL-Fractie, akkoord ging.

25.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3, van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

Mondelinge stemverklaringen:

Verslag Johannes (Hans) Blokland — A5-0237/2003: Astrid Lulling

26.   Rectificaties stemgedrag

De volgende leden hebben hun stemgedrag als volgt gerectificeerd:

Gezamenlijke resolutie: Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki 19/20 juni 2003) — RC B5-0327/2003

amendement 2

tegen: Ilka Schröder

Aanbeveling voor de tweede lezing: Giovanni Claudio Fava — A5-0219/2003

amendement 15

tegen: Gilles Savary

Aanbeveling voor de tweede lezing: Maria Johanna (Marieke) Sanders-ten Holte — A5-0225/2003

amendement 15

voor: Marielle De Sarnez

tegen: Gilles Savary

amendement 26

tegen: Gilles Savary

Aanbeveling voor de tweede lezing: Luciano Caveri — A5-0213/2003

amendementen 18 en 19

voor: Mary Elizabeth Banotti

Aanbeveling voor de tweede lezing: Giorgio Lisi — A5-0221/2003

amendement 3

tegen: Claude Turmes

Verslag Göran Färm — A5-0233/2003

resolutie (geheel)

voor: Claude Turmes, Marie Anne Isler Béguin

Gezamenlijke resolutie: Tsjetsjenië — RC B5-0326/2003

amendement 7

voor: Carles-Alfred Gasòliba i Böhm

resolutie (geheel)

tegen: Francis Wurtz, Inger Schörling, Alima Boumediene-Thiery

onthouding: Koenraad Dillen

Gezamenlijke resolutie: Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003) — RC B5-0322/2003

amendement 5

voor: Georges Berthu

paragraaf 37

voor: Erika Mann

resolutie (geheel)

tegen: Roseline Vachetta

Arlette Laguiller, Armonia Bordes en Chantal Cauquil waren aanwezig maar hebben niet deelgenomen aan de stemming over het verslag A5-0223/2003.

EINDE VAN DE STEMMINGEN

(De vergadering wordt om 13.10 uur onderbroken en om 15.00 uur hervat.)

VOORZITTER: Ingo FRIEDRICH

Ondervoorzitter

27.   Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering

Het woord wordt gevoerd door María Izquierdo Rojo die zich erover beklaagt dat de fungerend voorzitter van de Raad gisteren geen antwoord heeft gegeven op vraag nr. 11 die zij in het kader van het vragenuur had gesteld over het aantal slachtoffers van de oorlog in Irak; zij dringt aan op meer respect voor de parlementsleden en wil weten wanneer zij een antwoord van de Raad mag verwachten (de Voorzitter neemt kennis van haar verzoek en zegt toe dat hij de Raad ervan in kennis zal stellen).

De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd.

28.   Situatie van vrouwen in plattelandsgebieden (debat)

Verslag over de situatie van vrouwen in plattelandsgebieden van de Unie in het licht van de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid [2002/2241(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen — Rapporteur: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou (A5-0230/2003)

Rodi Kratsa-Tsagaropoulou leidt haar verslag in.

Het woord wordt gevoerd door Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het woord wordt gevoerd door Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf (rapporteur voor advies van de Commissie AGRI), Astrid Lulling, namens de PPE-DE-Fractie, Lissy Gröner, namens de PSE-Fractie, Johanna L.A. Boogerd-Quaak, namens de ELDR-Fractie, Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie, Nelly Maes, namens de Verts/ALE-Fractie, Liam Hyland, namens de UEN-Fractie, Koldo Gorostiaga Atxalandabaso, nietingeschrevene, Cristina Gutiérrez-Cortines, María Izquierdo Rojo, Ioannis Patakis en Anna Karamanou.

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 37.

29.   Veiligheid van bussen (debat)

Mondelinge vraag aan de Commissie: Luciano Caveri namens de Commissie RETT: Veiligheid van bussen (B5-0100/2003)

Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie) beantwoordt de vraag.

Het woord wordt gevoerd door Dieter-Lebrecht Koch, Claude Turmes en Konstantinos Hatzidakis

VOORZITTER: Alonso José PUERTA

Ondervoorzitter

Ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 42, lid 5, van het Reglement, tot besluit van het debat:

Luciano Caveri, namens de ELDR-Fractie, over veiligheid van touringcars (B5-0338/2003).

Stemming: punt 38.

Het debat wordt gesloten.

30.   Distributiecircuit voor Frans rundvlees (verklaring gevolgd door een debat)

Verklaring van de Commissie: door de Commissie aan de FNSEA en andere Franse beroepsorganisaties opgelegde boete in verband met het distributiecircuit voor rundvlees

Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie) legt een verklaring af.

Het woord wordt gevoerd door Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, namens de Verts/ALE-Fractie, Jean-Louis Bernié, namens de EDD-Fractie, Dominique F.C. Souchet, niet-ingeschrevene, en Pedro Solbes Mira.

Het debat wordt gesloten.

DEBAT OVER GEVALLEN VAN SCHENDING VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

(Zie punt 2 van de notulen van 1 juli 2003 voor de titels en indieners van de ontwerpresoluties).

31.   Cambodja (debat)

Aan de orde is de gecombineerde behandeling van 6 ontwerpresoluties (B5-0337, 0343, 0346, 0349, 0353 en 0357/2003).

Bastiaan Belder, Karin Junker, Patricia McKenna, Hartmut Nassauer en Bob van den Bos lichten de ontwerpresoluties toe.

Het woord wordt gevoerd door Olivier Dupuis, niet-ingeschrevene, en Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 34.

32.   Laos (debat)

Aan de orde is de gecombineerde behandeling van 6 ontwerpresoluties (B5-0336, 0345, 0348, 0350, 0354 en 0356/2003).

Bastiaan Belder, Marie-Hélène Gillig, Patricia McKenna, Bernd Posselt en Anne André-Léonard lichten de ontwerpresoluties toe.

Het woord wordt gevoerd door Lennart Sacrédeus, namens de PPE-DE-Fractie, Véronique De Keyser, namens de PSE-Fractie, Olivier Dupuis, niet-ingeschrevene, en Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 35.

33.   Oeganda (debat)

Aan de orde is de gecombineerde behandeling van 6 ontwerpresoluties (B5-0344, 0347, 0351, 0352, 0355 en 0358/2003).

Catherine Stihler, Nelly Maes, Generoso Andria, Fodé Sylla en Bob van den Bos lichten de ontwerpresoluties toe.

Het woord wordt gevoerd door Bernd Posselt, Ulla Margrethe Sandbæk en Pedro Solbes Mira (lid van de Commissie).

Het debat wordt gesloten.

Stemming: punt 36.

EINDE VAN HET DEBAT OVER SCHENDINGEN VAN DE MENSENRECHTEN, DE DEMOCRATIE EN DE RECHTSSTAAT

STEMMINGEN

Nadere bijzonderheden betreffende de uitslagen van de stemmingen (amendementen, aparte stemmingen, stemmingen in onderdelen) zijn opgenomen in bijlage 1 bij de notulen.

34.   Cambodja (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0337, 0343, 0346, 0349, 0353 en 0357/2003

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 18)

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0337/2003 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0337, 0343, 0346, 0349, 0353 en 0357/2003):

ingediend door de volgende leden:

Hartmut Nassauer, Ari Vatanen, Charles Tannock, Bernd Posselt en Hanja Maij-Weggen, namens de PPE-DE-Fractie,

Karin Junker en Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie,

Graham R. Watson, Elly Plooij-van Gorsel, Anne André-Léonard en Jules Maaten, namens de ELDRFractie,

Patricia McKenna, Marie Anne Isler Béguin en Matti Wuori, namens de Verts/ALE-Fractie,

Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie,

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie,

Marco Pannella, Gianfranco Dell'Alba, Marco Cappato, Olivier Dupuis, Maurizio Turco, Benedetto Della Vedova en Emma Bonino.

Aangenomen (P5_TA(2003)0339)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Karin Junker om een mondeling amendement voor te stellen strekkende tot invoeging van een nieuwe overweging na overweging Q.

Er werd geen bezwaar gemaakt tegen dit mondeling amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

Olivier Dupuis om erop te wijzen dat in paragraaf 2 een correctie diende te worden aangebracht.

35.   Laos (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0336, 0345, 0348, 0350, 0354 en 0356/2003

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 19)

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0336/2003 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0336, 0345, 0348, 0350, 0354 en 0356/2003):

ingediend door de volgende leden:

Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie,

Pervenche Berès, Marie-Hélène Gillig en Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie,

Anne André-Léonard, namens de ELDR-Fractie,

Patricia McKenna, Matti Wuori, Jan Dhaene en Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie,

Pernille Frahm en Jonas Sjöstedt, namens de GUE/NGL-Fractie,

Isabelle Caullery, namens de UEN-Fractie,

Bastiaan Belder, namens de EDD-Fractie,

Olivier Dupuis, Marco Pannella, Gianfranco Dell'Alba, Marco Cappato, Maurizio Turco, Benedetto Della Vedova en Emma Bonino.

Aangenomen (P5_TA(2003)0340)

In het kader van de stemming werd het woord gevoerd door:

Marie-Hélène Gillig om een mondeling amendement voor te stellen op paragraaf 12 en om erop te wijzen dat in overweging A een correctie diende te worden aangebracht.

Er werd geen bezwaar gemaakt tegen dit mondeling amendement, dat bijgevolg in aanmerking werd genomen.

36.   Oeganda (stemming)

Ontwerpresoluties B5-0344, 0347, 0351, 0352, 0355 en 0358/2003

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 20)

GEZAMENLIJKE ONTWERPRESOLUTIE RC-B5-0344/2003 (ter vervanging van ontwerpresoluties B5-0344, 0347, 0351, 0352 en 0358/2003):

ingediend door de volgende leden:

Mario Mauro, Concepció Ferrer, Hanja Maij-Weggen, Charles Tannock en Bernd Posselt, namens de PPE-DE-Fractie,

Margrietus J. van den Berg, namens de PSE-Fractie,

Nelly Maes, Didier Rod, Marie Anne Isler Béguin en Bart Staes, namens de Verts/ALE-Fractie,

Yasmine Boudjenah en Luigi Vinci, namens de GUE/NGL-Fractie,

Cristiana Muscardini, namens de UEN-Fractie,

Ulla Margrethe Sandbæk, namens de EDD-Fractie.

Aangenomen (P5_TA(2003)0341)

(Ontwerpresolutie B5-0355/2003 komt te vervallen.)

Chantal Cauquil heeft laten weten dat zij niet heeft deelgenomen aan de stemming.

37.   Situatie van vrouwen in plattelandsgebieden (stemming)

Verslag over de situatie van vrouwen in plattelandsgebieden van de Unie in het licht van de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid [2002/2241(INI)] — Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen — Rapporteur: Rodi Kratsa-Tsagaropoulou (A5-0230/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 21)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0342)

38.   Veiligheid van autocars (stemming)

Ontwerpresolutie, ingediend door Luciano Caveri, namens de ELDR-Fractie, over veiligheid van touringcars (B5-0338/2003)

(Gewone meerderheid)

(Bijzonderheden stemming: bijlage 1, punt 22)

ONTWERPRESOLUTIE

Aangenomen (P5_TA(2003)0343)

39.   Stemverklaringen

Schriftelijke stemverklaringen:

De schriftelijke stemverklaringen in de zin van artikel 137, lid 3, van het Reglement zijn opgenomen in het volledig verslag van deze vergadering.

EINDE VAN DE STEMMINGEN

40.   Bekendmaking van gemeenschappelijke standpunten van de Raad

De Voorzitter deelt op grond van artikel 74, lid 1, van het Reglement mede de volgende gemeenschappelijke standpunten te hebben ontvangen, alsmede de redenen die de Raad hebben geleid tot het vaststellen van deze gemeenschappelijke standpunten, en de standpunten van de Commissie inzake:

een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de bewaking van bossen en milieuinteracties in de Gemeenschap (Forest Focus) (C5-0292/2003 — 2002/0164(COD) — 8243/1/2003 — 9867/1/2003 — SEC(2003)0725)

verwezen naar

ten principale:

ENVI

medeadviserende commissies in eerste lezing:

AGRI, BUDG, CONT

een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot goedkeuring van een meerjarenprogramma (2004-2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels in Europa (eLearning-programma) (C5-0293/2003 — 2002/0303(COD) — 8642/1/2003 — 10221/2003 — SEC(2003)0753)

verwezen naar

ten principale:

CULT

medeadviserende commissies in eerste lezing:

BUDG, FEMM, ITRE

een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (C5-0294/2003 — 2002/0165(COD) — 8644/1/2003 — 10222/2003 — SEC(2003)0752)

verwezen naar

ten principale:

CULT

medeadviserende commissies in eerste lezing:

AFET, BUDG, EMPL, FEMM

een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (C5-0295/2003 — 2002/0025(COD) — 8011/3/2003 — 10840/2003 — 10587/1/2003 — SEC(2003)0754)

verwezen naar

ten principale:

RETT

medeadviserende commissie in eerste lezing:

JURI

 

een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (C5-0296/2003 — 2002/0024(COD) — 8558/2/2003 — 10840/2003 — 10587/1/2003 — SEC(2003)0754)

verwezen naar

ten principale:

RETT

medeadviserende commissies in eerste lezing:

BUDG, CONT, ITRE, JURI

een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen en tot wijziging van Richtlijn 95/18/EG van de Raad betreffende de verlening van vergunningen aan spoorwegondernemingen, en van Richtlijn 2001/14/EG van de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (C5-0297/2003 — 2002/0022(COD) — 8557/2/2003 — 10840/2003 — 10587/1/2003 — SEC(2003)0754)

verwezen naar

ten principale:

RETT

medeadviserende commissie in eerste lezing:

JURI

 

een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 96/48/EG van de Raad betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van Richtlijn 2001/16/EG van de Raad en het Europees Parlement betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (C5-0298/2003 — 2002/0023(COD) — 8556/2/2003 — 10840/2003 — 10587/1/2003 — SEC(2003)0754)

verwezen naar

ten principale:

RETT

medeadviserende commissies in eerste lezing:

ITRE, JURI

een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 94/35/EG inzake zoetstoffen die in levensmiddelen mogen worden gebruikt (C5-0299/2003 — 2002/0152(COD) — 9714/1/2003 — 10422/2003 — SEC(2003)0783)

verwezen naar

ten principale:

ENVI

De termijn van drie maanden waarover het Parlement beschikt om zich uit te spreken gaat bijgevolg morgen, 4 juli 2003, in.

41.   Samenstelling Parlement

De Voorzitter deelt mede dat Carlos Bautista Ojeda hem schriftelijk in kennis heeft gesteld van zijn benoeming in de autonome regering van Andalusië.

Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van het Reglement eindigt zijn mandaat bij het Europees Parlement op 7 juli 2003.

42.   Samenstelling commissies en delegaties

Op verzoek van de PSE-Fractie en het secretariaat van de niet-ingeschrevenen bekrachtigt het Parlement de volgende benoemingen:

Commissie AFET: Philip Claeys,

Commissie LIBE: Koenraad Dillen,

Commissie ITRE: Ana Miranda de Lage,

Delegatie voor de betrekkingen met de Verenigde Staten: Pedro Aparicio Sánchez,

Delegatie voor de betrekkingen met de landen in Midden-Amerika en Mexico: Ana Miranda de Lage in de plaats van Pedro Aparicio Sánchez.

De PPE-DE en het secretariaat van de niet-ingeschrevenen stellen voor de volgende waarnemers te benoemen in de volgende parlementaire commissies:

Commissie CONT: Adam Biela,

Commissie ECON: Stanislaw Lyzwinzki,

Commissie ITRE: Marcin Libicki,

Commissie EMPL: Andrzej Lepper,

Commissie ENVI: Marciej Giertych,

Commissie RETT: Krzysztof Filipek,

Commissie CULT: Witold Tomczak,

Commissie AFCO: Genowefa Wisniowska.

*

* *

Het woord wordt gevoerd door Rainer Wieland die zich afvraagt of het Europees Parlement op de donderdagen wel in staat is zijn rol als medewetgever te vervullen, gezien het geringe aantal aanwezige leden, en die het Bureau verzoekt zich over deze kwestie te buigen.

43.   Machtiging tot het opstellen van initiatiefverslagen

Machtiging tot het opstellen van initiatiefverslagen, overeenkomstig artikel 163 van het Reglement

Commissie PECH:

Ultraperifere eilanden en visserij (2003/2112(INI)

(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 26 juni 2003)

Commissie DEVE:

Nieuw partnerschap voor de ontwikkeling van Afrika (NEPAD) (2003/2106(INI))

(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 26 juni 2003)

Commissie FEMM:

Impact van de seksindustrie in de Europese Unie (2003/2107(INI))

(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 26 juni 2003)

Verkiezingen 2004: hoe te komen tot een gelijkwaardige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen (2003/2108(INI))

(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 26 juni 2003)

Situatie van uit minderheidsgroeperingen afkomstige vrouwen in de Europese Unie (2003/2109(INI))

(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 26 juni 2003)

Schrapping van initiatiefverslagen waarvoor de Conferentie van voorzitters reeds machtiging had verleend

Commissie ECON:

Evaluatie van de voorschriften en praktijken op het gebied van overheidssteun, met name met het oog op de toetreding van de nieuwe lidstaten (2003/2083(INI))

(Aangekondigd in de notulen van 5 juni 2003)

Hervorming van het Internationaal Monetair Fonds (2003/2080(INI))

(Aangekondigd in de notulen van 5 juni 2003)

Commissie JURI:

Niet-eerbiediging van de rechtsstaat bij consensusregelingen (soft law) en soortgelijke instrumenten in de Europese Gemeenschap (2002/2115(INI))

(Aangekondigd in de notulen van 19 december 2002)

Machtiging tot het opstellen van initiatiefverslagen overeenkomstig artikel 47, lid 1, van het Reglement

Commissie PETI:

Verslag over het jaarverslag 2002 van de ombudsman

(I5-0011/2003 — C5-0271/2003 — 2003/2068(INI))

(Ingevolge het besluit van de Conferentie van voorzitters van 8 mei 2003)

44.   In het register ingeschreven schriftelijke verklaringen (artikel 51 van het Reglement)

Aantal handtekeningen onder de in het register ingeschreven verklaringen (artikel 51, lid 3, van het Reglement):

Document nr.

Auteur

Handtekeningen

6/2003

Mario Borghezio

21

7/2003

Catherine Guy-Quint, Colette Flesch, Freddy Blak, Brian Simpson en Terence Wynn

146

8/2003

Claude Moraes, Michael Cashman, Kathalijne Maria Buitenweg, Carmen Cerdeira Morterero en Ozan Ceyhun

98

9/2003

Kathalijne Maria Buitenweg, Andrew Nicholas Duff, Christopher Heaton-Harris, Michiel van Hulten en Helle Thorning-Schmidt

138

10/2003

Richard Corbett

51

11/2003

Bruno Gollnisch, Carl Lang, Jean-Claude Martinez en Marie-France Stirbois

8

12/2003

José Ribeiro e Castro, Ole Krarup, Per Gahrton, Martin Callanan en Patricia McKenna

10

13/2003

Jonathan Evans, John Bowis, Christopher Heaton-Harris, Philip Charles Bradbourn en Neil Parish

46

14/2003

Marco Cappato, Paulo Casaca, Carlo Fatuzzo, Ulla Margrethe Sandbæk en Michiel van Hulten

17

15/2003

Mario Borghezio

7

45.   Verzending van de tijdens deze vergadering aangenomen teksten

Overeenkomstig artikel 148, lid 2, van het Reglement zullen de notulen van de huidige vergadering aan het begin van de volgende vergadering aan het Parlement ter goedkeuring worden voorgelegd.

Met instemming van het Parlement zullen de aangenomen teksten reeds thans worden toegezonden aan degenen voor wie zij bestemd zijn.

46.   Rooster van de volgende vergaderingen

De volgende vergaderingen vinden plaats van 1 t/m 4 september 2003.

47.   Onderbreking van de zitting

De zitting van het Europees Parlement wordt onderbroken.

De vergadering wordt om 17.35 uur gesloten.

Julian PRIESTLEY

Secretaris-generaal

Pat COX

Voorzitter


PRESENTIELIJST

Ondertekend door:

Aaltonen, Ainardi, Almeida Garrett, Alyssandrakis, Andersen, Andersson, Andreasen, André-Léonard, Andria, Angelilli, Aparicio Sánchez, Arvidsson, Attwooll, Auroi, Avilés Perea, Ayuso González, Bakopoulos, Baltas, Banotti, Barón Crespo, Bartolozzi, Bastos, Bautista Ojeda, Bayona de Perogordo, Beazley, Bébéar, Belder, Berend, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Berlato, Bernié, Berthu, Beysen, Blak, Blokland, Bodrato, Böge, Bösch, von Boetticher, Bonde, Boogerd-Quaak, Booth, Bordes, Borghezio, van den Bos, Boselli, Boudjenah, Boumediene-Thiery, Bourlanges, Bouwman, Bowe, Bradbourn, Breyer, Brienza, Brok, Bullmann, van den Burg, Bushill-Matthews, Busk, Butel, Callanan, Camisón Asensio, Camre, Cappato, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Caudron, Caullery, Cauquil, Cederschiöld, Celli, Cerdeira Morterero, Cesaro, Ceyhun, Chichester, Philip Claeys, Cocilovo, Coelho, Collins, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Cornillet, Cossutta, Paolo Costa, Raffaele Costa, Cox, Crowley, Cunha, Cushnahan, van Dam, Dary, Daul, Davies, De Clercq, Dehousse, De Keyser, Dell'Alba, Della Vedova, Deprez, De Sarnez, Descamps, Désir, Deva, De Veyrac, Dhaene, Di Lello Finuoli, Dillen, Dimitrakopoulos, Di Pietro, Doorn, Dover, Duff, Duin, Dupuis, Ebner, Echerer, Elles, Eriksson, Esclopé, Ettl, Jillian Evans, Robert J.E. Evans, Färm, Fava, Ferber, Ferreira, Ferrer, Fiebiger, Figueiredo, Fiori, Fitzsimons, Flautre, Flemming, Flesch, Florenz, Formentini, Foster, Fourtou, Frahm, Fraisse, Frassoni, Friedrich, Fruteau, Gahler, Gahrton, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Garot, Garriga Polledo, Gasòliba i Böhm, Gebhardt, Gemelli, Ghilardotti, Gill, Gillig, Gil-Robles Gil-Delgado, Glante, Glase, Gobbo, Goebbels, Goepel, Görlach, Gollnisch, Gomolka, González Álvarez, Goodwill, Gorostiaga Atxalandabaso, Graefe zu Baringdorf, Graça Moura, Gröner, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Guy-Quint, Hänsch, Hager, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Haug, Hazan, Heaton-Harris, Hedkvist Petersen, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Herranz García, Herzog, Hieronymi, Honeyball, Hortefeux, Howitt, Hudghton, van Hulten, Hume, Hyland, Ilgenfritz, Imbeni, Inglewood, Isler Béguin, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jackson, Jarzembowski, Jensen, Jöns, Jonckheer, Jové Peres, Junker, Karamanou, Karas, Karlsson, Kaufmann, Keppelhoff-Wiechert, Keßler, Khanbhai, Kindermann, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korakas, Korhola, Koukiadis, Koulourianos, Kratsa-Tsagaropoulou, Krehl, Kreissl-Dörfler, Krivine, Kronberger, Kuckelkorn, Kuhne, Kuntz, Lage, Laguiller, Lalumière, Lamassoure, Lambert, Lang, Lange, Langen, Langenhagen, de La Perriere, Lechner, Lehne, Leinen, Liese, Linkohr, Lisi, Ludford, Lulling, Lund, Lynne, Maat, Maaten, McAvan, McCartin, MacCormick, McKenna, McNally, Maes, Maij-Weggen, Malliori, Manders, Manisco, Erika Mann, Thomas Mann, Mantovani, Marinho, Marinos, Markov, Marques, Marset Campos, Martens, David W. Martin, Hans-Peter Martin, Hugues Martin, Martinez, Martínez Martínez, Mastorakis, Mathieu, Matikainen-Kallström, Mauro, Hans-Peter Mayer, Xaver Mayer, Mayol i Raynal, Medina Ortega, Meijer, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Mennea, Mennitti, Menrad, Miguélez Ramos, Miller, Miranda, Miranda de Lage, Modrow, Mombaur, Monsonís Domingo, Montfort, Moraes, Moreira Da Silva, Morgantini, Emilia Franziska Müller, Müller, Mulder, Murphy, Muscardini, Musotto, Mussa, Myller, Napoletano, Naranjo Escobar, Nassauer, Newton Dunn, Nicholson, Nicholson of Winterbourne, Niebler, Nobilia, Nordmann, Obiols i Germà, Ojeda Sanz, Olsson, Ó Neachtain, Onesta, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Ortuondo Larrea, Paasilinna, Pacheco Pereira, Paciotti, Pack, Pannella, Papayannakis, Parish, Pasqua, Pastorelli, Patakis, Patrie, Paulsen, Pérez Álvarez, Pérez Royo, Roy Perry, Pesälä, Pex, Piecyk, Piétrasanta, Piscarreta, Pittella, Plooij-van Gorsel, Podestà, Poettering, Pohjamo, Poignant, Poli Bortone, Pomés Ruiz, Poos, Posselt, Prets, Pronk, Provan, Puerta, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Randzio-Plath, Rapkay, Raschhofer, Read, Ribeiro e Castro, Ries, Riis-Jørgensen, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rod, Rodríguez Ramos, de Roo, Rothe, Rothley, Roure, Rovsing, Rübig, Rühle, Rutelli, Sacconi, Sacrédeus, Saint-Josse, Sakellariou, Salafranca Sánchez-Neyra, Sandbæk, Sanders-ten Holte, Santer, Santini, dos Santos, Sartori, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Sbarbati, Scallon, Scarbonchi, Schaffner, Scheele, Schierhuber, Schleicher, Gerhard Schmid, Herman Schmid, Olle Schmidt, Schmitt, Schnellhardt, Schörling, Ilka Schröder, Jürgen Schröder, Schroedter, Schulz, Schwaiger, Seppänen, Sichrovsky, Simpson, Skinner, Smet, Soares, Sommer, Sornosa Martínez, Souchet, Sousa Pinto, Staes, Stenmarck, Stenzel, Sterckx, Stevenson, Stihler, Stirbois, Stockmann, Stockton, Sudre, Suominen, Swoboda, Sylla, Sørensen, Tajani, Tannock, Theato, Theorin, Thomas-Mauro, Thorning-Schmidt, Thors, Thyssen, Titley, Torres Marques, Trakatellis, Trentin, Tsatsos, Turchi, Turco, Turmes, Vachetta, Väyrynen, Vairinhos, Valdivielso de Cué, Valenciano Martínez-Orozco, Vallvé, Van Brempt, Van Orden, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vattimo, van Velzen, Vermeer, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Villiers, Vinci, Virrankoski, Vlasto, Voggenhuber, Volcic, Wachtmeister, Wallis, Walter, Watson, Watts, Weiler, Wenzel-Perillo, Whitehead, Wieland, Wiersma, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Wuori, Wurtz, Wyn, Wynn, Xarchakos, Zabell, Zacharakis, Zimmerling, Zissener, Zorba, Zrihen.

Waarnemers

Bagó Zoltán, Balsai István, Bekasovs Martijans, Biela Adam, Bielan Adam, Bonnici Josef, Brejc Mihael, Christodoulidis Doros, Chronowski Andrzej, Chrzanowski Zbigniew, Ciemniak Grażyna, Cilevičs Boriss, Cybulski Zygmunt, Czinege Imre, Demetriou Panayiotis, Didžiokas Gintaras, Drzęźla Bernard, Ékes József, Fazakas Szabolcs, Filipek Krzysztof, Gadzinowski Piotr, Gawłowski Andrzej, Giertych Maciej, Grabowska Genowefa, Gruber Attila, Grzebisz-Nowicka Zofia, Gurmai Zita, Hegyi Gyula, Ilves Toomas Hendrik, Kamiński Michał Tomasz, Kelemen András, Kiršteins Aleksandrs, Kłopotek Eugeniusz, Klukowski Wacław, Kolář Robert, Konečná Kateřina, Kowalska Bronisława, Kreitzberg Peeter, Kriščiūnas Kęstutis, Kroupa Daniel, Kvietkauskas Vytautas, Laar Mart, Lachnit Petr, Landsbergis Vytautas, Laštůvka Vladimír, Lepper Andrzej, Lewandowski Janusz Antoni, Libicki Marcin, Lisak Janusz, Litwiniec Bogusław, Lydeka Arminas, Macierewicz Antoni, Maldeikis Eugenijus, Mallotová Helena, Maštálka Jiří, Matsakis Marios, Mavrou Eleni, Őry Csaba, Palečková Alena, Pasternak Agnieszka, Pęczak Andrzej, Pieniążek Jerzy, Pīks Rihards, Plokšto Artur, Podgórski Bogdan, Pospíšil Jiří, Protasiewicz Jacek, Pusz Sylwia, Rutkowski Krzysztof, Savi Toomas, Sefzig Luděk, Smorawiński Jerzy, Surján László, Svoboda Pavel, Szabó Zoltán, Szájer József, Szczygło Aleksander, Tabajdi Csaba, Tomaka Jan, Tomczak Witold, Vaculík Josef, Vareikis Egidijus, Vastagh Pál, Vella George, Wenderlich Jerzy, Widuch Marek, Wikiński Marek, Winiarczyk-Kossakowska Małgorzata, Wiśniowska Genowefa, Wittbrodt Edmund, Wojciechowski Janusz, Żenkiewicz Marian, Žiak Rudolf.


BIJLAGE 1

STEMMINGSUITSLAGEN

Afkortingen en tekens

+

aangenomen

-

verworpen

vervallen

Ing.

ingetrokken

HS (..., ..., ...)

hoofdelijke stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

ES (...,...,...)

elektronische stemming (aantal stemmen vóór, aantal stemmen tegen, onthoudingen)

so

stemming in onderdelen

as

aparte stemming

am

amendement

CA

compromisamendement

DD

desbetreffend deel

S

amendement tot schrapping

=

gelijkluidende amendementen

§

paragraaf/lid

artikel

artikel

overw

overweging

OR

ontwerpresolutie

GOR

gezamenlijke ontwerpresolutie

Geh. S

geheime stemming

1.   Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki, 20/21 juni 2003)

Ontwerpresoluties: B5-0325, 0327, 0331, 0333, 0335, 0340/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS / ES — opmerkingen

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0325/2003

 

Verts/ALE

HS

-

43, 366, 34

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0327/2003 (PPE-DE, PSE, ELDR, UEN)

na § 9

5

PSE

ES

-

178, 219, 60

§ 10

3

Verts/ALE

 

-

 

na § 16

6

PSE + ELDR

 

+

 

7

PSE + ELDR

ES

+

243, 201, 18

8

Verts/ALE + PSE + ELDR

 

+

 

na § 17

4

Verts/ALE

ES

-

216, 228, 16

§ 22

9

PSE + ELDR + Verts/ALE

ES

+

252, 214, 2

na § 44

2

Verts/ALE

HS

+

260, 196, 13

§ 51

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

na § 57

1

UEN

 

Ing.

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

327, 92, 47

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0327/2003

 

PPE-DE

 

 

B5-0331/2003

 

GUE/NGL

 

 

B5-0333/2003

 

PSE

 

 

B5-0335/2003

 

ELDR

 

 

B5-0340/2003

 

UEN

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: PR B5-0325/2003, am 2, eindstemming GOR

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: § 51 van de GOR

2.   MARCO POLO ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: BRADBOURN (A5-0220/2003)

Betreft

 

goedkeuring zonder stemming

goedgekeurd

3.   Verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank *

Verslag: ANDRIA (A5-0215/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

 

+

 

4.   Opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief

Verslag: GHILARDOTTI (A5-0214/2003)

Betreft

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

één enkele stemming

HS

+

394, 40, 37

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: eindstemming

5.   Kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: FAVA (A5-0219/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

5

7-8

13

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

as

+

 

2

commissie

as

+

 

3

commissie

as

+

 

4

commissie

as

+

 

6

commissie

as

+

 

9

commissie

as

+

 

10

commissie

as

+

 

11

commissie

as

+

 

12

commissie

as

+

 

14

commissie

as

+

 

15

commissie

HS

+

408, 60, 5

16

commissie

as

+

 

17

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

18

commissie

as

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

GUE/NGL: am 15

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 2, 6, 10, 16, 18

ELDR: am 14

GUE/NGL: am 1, 3, 4, 6, 9, 10, 11, 12

UEN: am 6, 9, 10, 18

Verzoeken om stemming in onderdelen

GUE/NGL

am 17

1e deel: tekst zonder het woord „economische”

2e deel: dit woord

6.   Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Gemeenschappelijk Europees luchtruim: Luchtvaartnavigatiediensten/Luchtruim/Interoperabiliteit ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: SANDERS-TEN HOLTE (A5-0225/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gemeenschappelijk standpunt nr. 1 (luchtvaartnavigatiediensten)

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

5-7

9

11

13-14

16

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

2

commissie

as

+

 

3

commissie

as

+

 

4

commissie

as

+

 

8

commissie

as

+

 

10

commissie

as

+

 

12

commissie

as

+

 

15

commissie

HS

+

376, 85, 13

overw 12

33 S

PSE

ES

-

210, 232, 7

gemeenschappelijk standpunt nr. 2 (luchtruim)

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

17

commissie

as

+

 

18

commissie

as

+

 

19

commissie

as

+

 

20

commissie

as

+

 

21

commissie

as

+

 

22

commissie

as

+

 

23

commissie

as

+

 

24

commissie

as

+

 

25

commissie

as

+

 

26

commissie

HS

+

352, 113, 7

27

commissie

as

+

 

28

commissie

as

+

 

29

commissie

as

+

 

30

commissie

as

+

 

31

commissie

as

+

 

gemeenschappelijk standpunt nr. 3 (interoperabiliteit)

tekst in zijn geheel

32

commissie

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

GUE/NGL: am 15, 26

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 3, 10, 12, 21, 23, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 32, 33

GUE/NGL: am 2, 4, 8, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 27, 28, 29, 31

UEN: am 21, 29

Verzoeken om stemming in onderdelen

GUE/NGL

am 1

1e deel: t/m „te erkennen”

2e deel: rest

Diversen

De rapporteur heeft erop gewezen dat goedkeuring van amendement 16 inhoudt dat artikel 6, lid 9, van het gemeenschappelijk standpunt moet worden aangepast, en dat goedkeuring van amendement 31 een aanpassing in artikel 1, lid 3, tot gevolg heeft.

7.   Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: CAVERI (A5-0213/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-13

15-17

commissie

 

+

 

art 3

18 =

19 =

PSE

RACK e.a.

HS

-

191, 231, 50

14

commissie

ES

+

346, 102, 19

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: am 18

8.   Compensatie en bijstand aan luchtreizigers ***II

Aanbeveling voor de tweede lezing: LISI (A5-0221/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

2

4-8

11-14

16

19-20

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

1

commissie

as / ES

-

224, 229, 5

3

commissie

HS

-

207, 246, 6

9

commissie

as

-

 

15

commissie

as

+

 

17

commissie

so

 

 

1

+

 

2 / VE

-

256, 213, 4

18

commissie

as

-

 

art 5

21

ELDR

HS

-

57, 406, 5

10

commissie

HS

-

277, 164, 28

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PSE: am 10, 21

ELDR: am 21

GUE/NGL: am 3

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 1, 3, 9, 15, 17, 18

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE

am 17

1e deel:„De lidstaten dragen ... derde partijen” plus „kunnen worden ingediend en afgedwongen”

2e deel: d.w.z. zelfs ten opzichte van ... autonome bevoegdheden

9.   Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***I

Verslag: AYUSO GONZÁLEZ (A5-0216/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1, 3, 5, 6, 9, 11-14

commissie

 

-

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

2, 15, 16, 18

commissie

 

+

 

4

commissie

so

 

 

1

+

 

2

-

 

tekst in zijn geheel

(en bloc)

19-32

PPE + ELDR + PSE

 

+

 

7+8+17

commissie

 

 

bijlage, punt 3

33

Verts/ALE

 

-

 

bijlage, punt 6, alinea d)

34

Verts/ALE

 

-

 

10

commissie

 

+

 

bijlage, punt 6, na punt d)

35

Verts/ALE

 

-

 

Stemming: gewijzigd voorstel

 

+

 

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Verzoeken om stemming in onderdelen

PPE-DE, PSE

am 4

1e deel: t/m „zo spoedig mogelijk te worden verleend”

2e deel: rest

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: am 2, 15, 16, 18

PSE: am 1, 3, 5, 6, 9, 11, 12, 13, 14 (blok)

10.   Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***I

Verslag: VERMEER (A5-0223/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

amendementen van de bevoegde commissie — stemming en bloc

1-3

5

7

11

commissie

 

+

 

amendementen van de bevoegde commissie — afzonderlijke stemming

6

commissie

so

 

 

1

+

 

2

+

 

 

9

commissie

as

+

 

10

commissie

as

+

 

art 1

17

Verts/ALE

HS

-

92, 371, 3

art 5

18

Verts/ALE

so/HS

 

 

1

-

86, 367, 9

2

 

8

commissie

 

+

 

na overw 3

12

EDD

 

-

 

15

Verts/ALE

 

-

 

4

commissie

 

+

 

overw 4

16

Verts/ALE

 

-

 

na overw 4 en 5

13

EDD

 

-

 

 

14

EDD

 

-

 

Stemming: gewijzigd voorstel

HS

+

426, 1, 40

Stemming: wetgevingsresolutie

 

+

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

ELDR: gewijzigd voorstel

Verts/ALE: am 17, 18

Verzoeken om aparte stemming

Verts/ALE: am 9, 10

Verzoeken om stemming in onderdelen

Verts/ALE

am 6

1e deel: tekst zonder de woorden „aangepast of”

2e deel: deze woorden

am 18

1e deel: tekst zonder de woorden „in welk kader actieve maatregelen... beschermingsniveau bijdragen”

2e deel: deze woorden

11.   Overlegprocedure (begroting 2004)

Verslag: MULDER (A5-0240/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 10

3

HERRANZ e.a.

ES

+

mondeling gewijzigd

268, 168, 17

§ 20

2

PPE-DE

ES

-

206, 237, 6

na § 31

1

UEN + DELL'ALBA

ES

+

257, 188, 6

§ 33

4

NARANJO ESCOBAR e.a.

ES

+

246, 185, 15

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Diversen

De rapporteur heeft een technische wijziging voorgesteld in amendement 3 op paragraaf 10, dat als volgt komt te luiden:

stelt vast dat het percentage van de totale uitgaven van het GLB dat als verplichte uitgaven wordt aangemerkt , is gedaald van 40,2 % in de begroting 2003 naar 36,8 % in het VOB 2004 voor de Unie van 25, en dat het aandeel van de niet-verplichte uitgaven is gestegen van 4,7 % in 2003 tot 5,8 % in 2004.

12.   Uitvoering van de begroting 2003

Verslag: FÄRM (A5-0233/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 6

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 20

1

PSE

ES

+

240, 194, 18

na § 21

2

PPE-DE

so

 

 

1

+

 

2 / VE

+

229, 214, 4

§ 23

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 49

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

407, 10, 34

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 2

1e deel: stelt vast dat de Raad... begroting 2003

2e deel: is bereid... hebben ingediend

UEN

§ 6

1e deel: stelt met tevredenheid... mogelijk maakt

2e deel: betreurt dat... voor te leggen

Verzoeken om aparte stemming

GUE/NGL: § 23

UEN: § 20, 49

13.   Handel in kinderen en kindsoldaten

Ontwerpresolutie: B5-0320/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

Ontwerpresolutie (B5-0320/2003)

na § 21

3

ELDR

 

+

mondeling gewijzigd

overw F

1

ELDR

 

+

 

na overw G

2

ELDR

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Diversen

De heer Mauro heeft namens de PPE-DE-Fractie een mondeling amendement op amendement 3 voorgesteld: „veroordeelt ten stelligste regeringen en de gewapende oppositie die nog steeds kindsoldaten recruteren (...)”

14.   Tsjetsjenië

Ontwerpresoluties: B5-0326, 0328, 0329, 0339, 0341, 0342/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0326/2003

(PPE-DE, PSE, ELDR, GUE/NGL, UEN)

nieuwe § vóór § 1

5

Verts/ALE

HS

+

388, 26, 34

na § 2

6

Verts/ALE

 

-

 

§ 3

7

Verts/ALE

HS

-

113, 325, 14

§ 11

 

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

§ 12

8

Verts/ALE

ES

+

242, 200, 3

overw B

1

Verts/ALE

 

+

 

na overw I

2

Verts/ALE

HS

+

259, 170, 18

3

Verts/ALE

 

-

 

4

Verts/ALE

 

-

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

357, 46, 42

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0326/2003

 

PPE-DE

 

 

B5-0328/2003

 

ELDR

 

 

B5-0329/2003

 

UEN

 

 

B5-0339/2003

 

PSE

 

 

B5-0341/2003

 

GUE/NGL

 

 

B5-0342/2003

 

Verts/ALE

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

Verts/ALE: am 2, 5 en 7 en eindstemming over de GOR

Verzoeken om stemming in onderdelen

GUE/NGL

§ 11

1e deel: eerste zin

2e deel: tweede zin

15.   Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, 10/14 september 2003)

Ontwerpresoluties: B5-0322, 0323, 0324, 0330, 0332, 0334/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0322/2003

(PPE-DE + PSE + ELDR)

na § 1

1

Verts/ALE

so

 

 

1 / VE

+

238, 173, 13

2

-

 

§ 2

5

GUE/NGL

HS

+

206, 202, 6

mondeling gewijzigd

na § 4

4

PSE

 

+

 

6

GUE/NGL

 

+

 

na § 6

7

GUE/NGL

ES

+

236, 168, 4

§ 7

§

oorspronkelijke tekst

so

 

 

1

+

 

2

+

 

na § 9

2

Verts/ALE

 

-

 

8

GUE/NGL

 

+

 

na § 10

9

GUE/NGL

ES

-

200, 205, 5

na § 13

10

GUE/NGL

 

-

 

na § 17

3

Verts/ALE

 

-

 

na § 18

11

GUE/NGL

ES

-

119, 207, 89

§ 19

§

oorspronkelijke tekst

so/HS

 

 

1

+

311, 90, 9

2

+

210, 116, 86

na § 26

12

GUE/NGL

 

-

 

§ 29

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

na § 31

13

GUE/NGL

 

-

 

14

GUE/NGL

 

-

 

§ 37

§

oorspronkelijke tekst

HS

+

372, 25, 15

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

297, 93, 18

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0322/2003

 

PPE-DE

 

 

B5-0323/2003

 

UEN

 

 

B5-0324/2003

 

Verts/ALE

 

 

B5-0330/2003

 

ELDR

 

 

B5-0332/2003

 

GUE/NGL

 

 

B5-0340/2003

 

PSE

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: § 19, eindstemming

Verts/ALE: § 37

GUE/NGL: am 5

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: § 29

Verzoeken om stemming in onderdelen

PSE

am 1

1e deel: verzoekt de Commissie ... worden gevoerd

2e deel: en de omvangrijke ... is verlopen

Verts/ALE

§ 19

1e deel: onderkent het ... en overheidsaankopen

2e deel: en steunt het officiële ... voor alle WTO-leden

GUE/NGL

§ 7

1e deel: gelooft in de ... van de uitvoersubsidies

2e deel: en de interne steun ... van de EU

Diversen

De leden Van Velzen en Schwaiger hebben namens de PPE-DE de GOR medeondertekend.

De heer Miranda heeft een mondeling amendement voorgesteld op amendement 5 strekkende tot invoeging van het woord „geleidelijke” na het woord „afschaffing”.

16.   Europese Centrale Bank 2002

Verslag: BLOKLAND (A5-0237/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 2

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 3

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 5

3

PPE-DE

 

+

 

§ 9

4

PPE-DE

ES

-

155, 184, 31

§

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 10

5

PPE-DE

 

Ing.

 

§

oorspronkelijke tekst

as

-

 

§ 11

11

ELDR

 

+

 

§ 12

6

PPE-DE

 

+

 

§ 15

7

PPE-DE

ES

+

179, 176, 19

§ 16

12

ELDR

 

+

 

8

PPE-DE

 

+

 

§ 17

9

PPE-DE

ES

-

158, 206, 8

§ 24

1

PSE

ES

-

178, 192, 7

§ 25

10

PPE-DE

 

+

 

visum 8

2

PPE-DE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om aparte stemming

PPE-DE: § 9, 10

PSE: § 9, 10

Verts/ALE: § 2, 3, 9

Diversen

De PPE-DE-Fractie heeft amendement 5 ingetrokken.

17.   Eurozone

Verslag: GASÒLIBA I BÖHM (A5-0169/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

na § 15

1

GUE/NGL

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Diversen

Op voorstel van de rapporteur wordt amendement 1 na paragraaf 14 ingevoegd en niet na paragraaf 15.

18.   Cambodja

Ontwerpresoluties: B5-0337/2003, 0343/2003, 0346/2003, 0349/2003, 0353/2003, 0357/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0337/2003

(PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, EDD, e.a.)

overw Q

1

PSE

 

Ing.

 

na overw Q

 

 

 

+

mondeling amendement na overw Q

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0337/2003

 

EDD

 

 

B5-0343/2003

 

PSE

 

 

B5-0346/2003

 

Verts/ALE

 

 

B5-0349/2003

 

PPE-DE

 

 

B5-0353/2003

 

GUE/NGL

 

 

B5-0357/2003

 

ELDR

 

 

Diversen

De PSE-Fractie heeft amendement 1 ingetrokken.

Mevrouw Junker die namens de PSE-Fractie het volgende mondelinge amendement na overweging Q heeft voorgesteld:

bovendien de aandacht vestigend op het feit dat ten minste 28 buitenlandese islamitische leraren uit Cambodja zijn uitgewezen

De heer Dupuis heeft voorgesteld in paragraaf 2 „voor, tijdens en na” te vervangen door „tijdens en na”.

19.   Laos

Ontwerpresoluties: B5-0336/2003, 0345/2003, 0348/2003, 0350/2003, 0354/2003, 0356/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0336/2003

PPE-DE, PSE, ELDR, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN, EDD, e.a.

 

 

 

 

 

mondeling amendement

overw A

 

 

 

+

mondeling gewijzigd

overw B

 

oorspronkelijke tekst

as / ES

+

59, 31, 0

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0336/2003

 

EDD

 

 

B5-0345/2003

 

PSE

 

 

B5-0348/2003

 

Verts/ALE

 

 

B5-0350/2003

 

PPE-DE

 

 

B5-0354/2003

 

GUE/NGL

 

 

B5-0356/2003

 

ELDR

 

 

Verzoeken om aparte stemming

PSE: overw B van de GOR

Mondelinge amendementen

De PSE-Fractie heeft de volgende mondelinge amendementen voorgesteld:

in paragraaf 12, „ASEAN-Conferentie” i.p.v. „topconferentie Azië-Europa”

in overweging A, „journalist” vervangen door „tolk”

20.   Oeganda

Ontwerpresoluties: B5-0344/2003, 0347/2003, 0351/2003, 0352/2003, 0355/2003, 0358/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

gezamenlijke ontwerpresolutie — RC5-0344/2003

PPE-DE, PSE, Verts/ALE, GUE/NGL, UEN, EDD

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

78, 0, 10

ontwerpresoluties van de fracties

B5-0344/2003

 

PSE

 

 

B5-0347/2003

 

Verts/ALE

 

 

B5-0351/2003

 

PPE-DE

 

 

B5-0352/2003

 

GUE/NGL

 

 

B5-0355/2003

 

ELDR

 

 

B5-0358/2003

 

UEN

 

 

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

21.   Situatie van vrouwen in plattelandsgebieden

Verslag: KRATSA-TSAGAROPOULOU (A5-0230/2003)

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

§ 3

2

PSE

 

+

 

§ 14

3

PSE

 

+

 

overw B

1

PSE

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

HS

+

74, 8, 1

Verzoeken om hoofdelijke stemming

PPE-DE: eindstemming

22.   Veiligheid van bussen

Ontwerpresolutie: B5-0338/2003

Betreft

Am. nr.

van

HS, enz.

Stemming

HS/ES — opmerkingen

ontwerpresolutie B5-0338/2003

(commissie regionaal beleid)

§ 2

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

na § 3

1

PSE

ES

-

38, 45, 0

§ 5

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 7

 

oorspronkelijke tekst

as

+

 

§ 8

3

ELDR

 

+

 

na § 8

4

ELDR

 

-

 

overw E

2

ELDR

 

+

 

Stemming: resolutie (geheel)

 

+

 

Verzoeken om aparte stemming

EVANS Jonathan e.a.: § 2, 5, 7


BIJLAGE II

UITSLAG HOOFDELIJKE STEMMINGEN

B5-0325/2003 — RC — Europese Raad van Thessaloniki

Resolutie

Voor: 43

ELDR: Andreasen, van den Bos, Davies, De Clercq, Gasòliba i Böhm, Monsonís Domingo, Olsson

GUE/NGL: Bakopoulos, Frahm, González Álvarez, Jové Peres, Koulourianos

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Wijkman

PSE: Marinho, Wiersma

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Echerer, Evans Jillian, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, MacCormick, McKenna, Maes, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wyn

Tegen: 366

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Costa Paolo, Flesch, Formentini, Jensen, Ludford, Lynne, Mulder, Newton Dunn, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Blak, Bordes, Cauquil, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Korakas, Laguiller, Meijer, Patakis

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Dillen, Hager, de La Perriere, Sichrovsky, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Colom i Naval, Corbett, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Camre, Caullery, Crowley, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 34

GUE/NGL: Ainardi, Boudjenah, Caudron, Cossutta, Dary, Figueiredo, Fraisse, Herzog, Kaufmann, Krivine, Manisco, Markov, Miranda, Modrow, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Della Vedova, Dupuis, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Raschhofer, Turco

PSE: Dehousse

Verts/ALE: Gahrton

B5-0327/2003 — RC — Europese Raad van Thessaloniki

Amendement 2

Voor: 260

EDD: Andersen, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Blak, Boudjenah, Caudron, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: Ferrer, Maij-Weggen, Sacrédeus, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 196

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 13

EDD: Kuntz

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Thyssen

PSE: Hänsch

B5-0327/2003 — RC — Europese Raad van Thessaloniki

Resolutie

Voor: 327

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Koulourianos

NI: Beysen, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hernández Mollar, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berenguer Fuster, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 92

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Booth, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Alyssandrakis, Blak, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Korakas, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Vachetta, Vinci

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Callanan, Goodwill, Graça Moura, Hannan, Helmer, Nicholson, Pacheco Pereira

PSE: Dehousse, Martin Hans-Peter, Mendiluce Pereiro, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, MacCormick, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 47

ELDR: Paulsen, Schmidt

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Caudron, Cossutta, Dary, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Papayannakis, Puerta, Wurtz

NI: Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Pannella, Turco

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Chichester, Deva, Dover, Foster, Harbour, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Montfort, Parish, Perry, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock

PSE: Lund, Schmid Gerhard, Theorin

UEN: Camre, Pasqua

Verslag Ghilardotti A5-0214/2003

Resolutie

Voor: 394

EDD: Andersen, Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Ludford, Lynne, Monsonís Domingo, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Thors, Väyrynen, Vallvé, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Blak, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Sichrovsky

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Crowley, Hyland, Nobilia, Ó Neachtain, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 40

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam

ELDR: Andreasen, Busk, Jensen, Sørensen

NI: Borghezio, Ilgenfritz, Kronberger

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Lehne, Montfort, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Radwan, Stevenson, Stockton, Tannock, Wuermeling

UEN: Poli Bortone

Onthoudingen: 37

EDD: Kuntz

ELDR: Manders, Mulder, Plooij-van Gorsel, Sanders-ten Holte, Vermeer

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Berthu, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Koch, Posselt, Scallon, Schmitt

PSE: Colom i Naval, Schmid Gerhard, Wynn

UEN: Camre, Caullery, Collins, Muscardini, Pasqua, Thomas-Mauro

Aanbeveling Fava A5-0219/2003

Amendement 15

Voor: 408

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak, Cossutta, Markov, Miranda

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Sichrovsky, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carnero González, Casaca, Cashman, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Miranda de Lage, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 60

ELDR: Väyrynen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Bushill-Matthews, Grossetête, Korhola, Marques

PSE: Berès, Carlotti, Dehousse, De Keyser, Désir, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Patrie, Poignant, Roure, Savary, Zrihen

Onthoudingen: 5

EDD: Booth

GUE/NGL: Puerta

NI: Borghezio

PPE-DE: Pacheco Pereira

PSE: Lage

Aanbeveling Sanders-ten Holte A5-0225/2003

Amendement 15

Voor: 376

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Watson

GUE/NGL: Blak

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Sichrovsky, Souchet, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, Deva, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carnero González, Carrilho, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Trentin, Tsatsos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 85

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere

PPE-DE: Coelho, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Graça Moura, Grossetête, Hermange, Konrad, Marques, Martin Hugues, Montfort, Piscarreta, Schaffner, Sudre, de Veyrinas

PSE: Berès, Carlotti, Casaca, Dehousse, De Keyser, Désir, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Lalumière, Patrie, Poignant, Roure, dos Santos, Savary, Sousa Pinto, Torres Marques, Vairinhos, Zrihen

UEN: Pasqua

Onthoudingen: 13

EDD: Andersen, Booth, Sandbæk

GUE/NGL: Cossutta

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Pacheco Pereira

PSE: Lage

Aanbeveling Sanders-ten Holte A5-0225/2003

Amendement 26

Voor: 352

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Ludford, Lynne, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Sanders-ten Holte, Sbarbati, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Vallvé, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak, Markov, Puerta

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, Martinez, Pannella, Raschhofer, Sichrovsky, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Cornillet, Costa Raffaele, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Deva, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Grönfeldt Bergman, Grosch, Hannan, Hansenne, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Martens, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Suominen, Tannock, Theato, Thyssen, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carnero González, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karlsson, Keßler, Kindermann, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Trentin, Tsatsos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 113

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Väyrynen, Virrankoski

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Manisco, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere

PPE-DE: Almeida Garrett, Averoff, Bastos, Coelho, Cunha, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Graça Moura, Grossetête, Hermange, Kratsa-Tsagaropoulou, Marinos, Marques, Martin Hugues, Montfort, Moreira Da Silva, Piscarreta, Schaffner, Sudre, Trakatellis, de Veyrinas, Xarchakos, Zacharakis

PSE: Baltas, Berès, Carlotti, Carrilho, Casaca, Dehousse, De Keyser, Désir, Ferreira, Fruteau, Garot, Gillig, Guy-Quint, Hazan, Karamanou, Koukiadis, Lalumière, Malliori, Mastorakis, Patrie, Poignant, Roure, dos Santos, Savary, Sousa Pinto, Torres Marques, Vairinhos, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 7

EDD: Andersen, Booth, Sandbæk

GUE/NGL: Cossutta

NI: Borghezio

PPE-DE: Pacheco Pereira

PSE: Lage

Aanbeveling Caveri A5-0213/2003

Amendementen 18 en 19

Voor: 191

EDD: Andersen

ELDR: Flesch

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Caudron, Cossutta, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Manisco, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Hager, Ilgenfritz, Kronberger, Raschhofer, Sichrovsky

PPE-DE: Bastos, Coelho, Cunha, Daul, Ebner, Ferrer, Flemming, Florenz, Jackson, Karas, Korhola, Liese, Lulling, McCartin, Mann Thomas, Marques, Matikainen-Kallström, Moreira Da Silva, Piscarreta, Pronk, Rack, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Scallon, Schleicher, Stenzel, Suominen, Wenzel-Perillo, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karlsson, Keßler, Kindermann, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn

UEN: Caullery, Collins, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain, Pasqua, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Bouwman

Tegen: 231

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bakopoulos, Blak, Koulourianos

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, Bourlanges, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cederschiöld, Cocilovo, Cornillet, Costa Raffaele, Cushnahan, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Doorn, Elles, Ferber, Fiori, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lisi, Maat, Maij-Weggen, Mantovani, Marinos, Martens, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Santini, Sartori, Schaffner, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Wachtmeister, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Baltas, Fava, Ghilardotti, Imbeni, Karamanou, Koukiadis, Malliori, Mastorakis, Napoletano, Paciotti, Pittella, Sacconi, Vattimo, Volcic, Zorba

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Crowley, Muscardini, Nobilia, Poli Bortone, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 50

EDD: Bernié, Booth, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Krivine, Laguiller, Vachetta

NI: Borghezio, Claeys

PPE-DE: Beazley, Bodrato, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dimitrakopoulos, Dover, Foster, Glase, Goodwill, Grossetête, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Khanbhai, Kirkhope, Martin Hugues, Nicholson, Parish, Perry, Posselt, Purvis, Stevenson, Stockton, Tannock

PSE: Duin, Haug, Krehl, Lange, Mendiluce Pereiro, Piecyk, Schmid Gerhard, Zrihen

Aanbeveling Lisi A5-0221/2003

Amendement 3

Voor: 207

EDD: Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak, Cossutta, Markov, Puerta

NI: Claeys, Dillen, Ilgenfritz, Lang, de La Perriere, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Lehne, Nicholson, Parish, Perry, Purvis, Rack, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Tegen: 246

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Souchet, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cederschiöld, Coelho, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Ferber, Ferrer, Fiori, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

UEN: Angelilli, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 6

EDD: Booth

NI: Borghezio, Gollnisch, Kronberger

PSE: Mendiluce Pereiro

UEN: Berlato

Aanbeveling Lisi A5-0221/2003

Amendement 21

Voor: 57

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Cossutta, Miranda

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Stirbois

PPE-DE: Cornillet, Jackson

PSE: Carrilho, Dehousse, Poignant, Savary

Tegen: 406

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Caudron, Dary, Di Lello Finuoli, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bastos, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 5

EDD: Booth

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Borghezio

Aanbeveling Lisi A5-0221/2003

Amendement 10

Voor: 277

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Cossutta, Eriksson, Frahm, Laguiller, Schmid Herman, Seppänen

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Gollnisch, Ilgenfritz, Kronberger, Lang, de La Perriere, Martinez, Pannella, Raschhofer, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bastos, Bayona de Perogordo, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brienza, Brok, Camisón Asensio, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Ebner, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Sudre, Suominen, Tajani, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Marinho, Martin David W.

UEN: Angelilli, Berlato, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 164

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Caudron, Dary, Di Lello Finuoli, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schröder Ilka, Sylla, Vachetta, Vinci, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Lehne, Matikainen-Kallström

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Schulz, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Stockmann, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Wynn, Zorba, Zrihen

Onthoudingen: 28

EDD: Booth

PPE-DE: Beazley, Bradbourn, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Dover, Elles, Foster, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Khanbhai, Kirkhope, Parish, Perry, Purvis, Scallon, Stevenson, Stockton, Tannock

PSE: Dehousse

UEN: Camre

Verslag Vermeer A5-0223/2003

Amendement 17

Voor: 92

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer

PPE-DE: Florenz, Korhola, Pronk

PSE: Cercas, Marinho, Van Brempt

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 371

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Claeys, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, Martinez, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Vairinhos, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 3

EDD: Booth

NI: Borghezio

PSE: Mendiluce Pereiro

Verslag Vermeer A5-0223/2003

Amendement 18, 1e deel

Voor: 86

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer

PPE-DE: Korhola

PSE: Marinho, Van Brempt

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 367

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak

NI: Berthu, Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Pannella, Souchet, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 9

EDD: Booth

NI: Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Mendiluce Pereiro

Verslag Vermeer A5-0223/2003

Commissievoorstel

Voor: 426

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Butel, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Dary, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Papayannakis, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Schröder Ilka, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, de La Perriere, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Bodrato, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Bradbourn, Brienza, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Musotto, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Santini, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Thyssen, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zappalà, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Angelilli, Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Tegen: 1

EDD: Booth

Onthoudingen: 40

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Stirbois

PSE: Mendiluce Pereiro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Verslag Färm A5-0233/2003

Resolutie

Voor: 407

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak, Eriksson, Frahm, Markov, Meijer, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla

NI: Beysen, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Ilgenfritz, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Souchet, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stenzel, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Hazan, Honeyball, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuckelkorn, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Murphy, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Pittella, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Roure, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Swoboda, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 10

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis, Schröder Ilka

NI: Claeys, Dillen, Gollnisch, Martinez, Stirbois

PSE: Martin Hans-Peter

Onthoudingen: 34

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Booth, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Boudjenah, Caudron, Dary, Fiebiger, Figueiredo, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Marset Campos, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Vachetta, Wurtz

NI: Berthu, de La Perriere

PPE-DE: Khanbhai

Verts/ALE: Gahrton

B5-0326/2003 — RC — Tsjetsjenië

Amendement 5

Voor: 388

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Blak, Caudron, Dary, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Vachetta

NI: Beysen, Gorostiaga Atxalandabaso

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Mastella, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Camre

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 26

EDD: Booth, Kuntz

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Boudjenah, Korakas, Wurtz

NI: Claeys, Dillen, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Gil-Robles Gil-Delgado, Montfort, Pronk, Schleicher

PSE: Dehousse, Honeyball

UEN: Berlato, Caullery, Collins, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 34

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Berthu, Borghezio, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gollnisch, Kronberger, Pannella, Raschhofer, Turco

PPE-DE: von Wogau

PSE: De Keyser, Désir, Ferreira, Guy-Quint, Hazan, Roure

UEN: Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Turchi

B5-0326/2003 — RC — Tsjetsjenië

Amendement 7

Voor: 113

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Boogerd-Quaak, van den Bos, Ries, Sørensen, Thors, Vallvé

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Blak, Boudjenah, Caudron, Dary, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Turco

PPE-DE: Costa Raffaele, Ferrer, Hannan, Hieronymi, Korhola, Mann Thomas, Martens, Niebler, Posselt, Rack, Radwan

PSE: Carlotti, De Keyser, Désir, Fava, Ferreira, Ghilardotti, Guy-Quint, Hazan, Imbeni, Leinen, Lund, Marinho, Napoletano, Paciotti, Poos, Roure, Sacconi, Savary, Thorning-Schmidt, Trentin, Vairinhos, Vattimo, Volcic

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 325

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Kuntz

ELDR: Andreasen, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Väyrynen, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Berthu, Beysen, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mantovani, Marinos, Marques, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Linkohr, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Theorin, Titley, Torres Marques, Van Brempt, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 14

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: André-Léonard

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Borghezio, Kronberger

PPE-DE: Rübig

PSE: Bullmann, Mendiluce Pereiro

B5-0326/2003 — RC — Tsjetsjenië

Amendement 2

Voor: 259

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Blak, Boudjenah, Caudron, Dary, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Morgantini, Papayannakis, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dupuis, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Camisón Asensio, Cederschiöld, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Ebner, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Glase, Goepel, Gomolka, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hansenne, Hatzidakis, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lisi, Lulling, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Niebler, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Pastorelli, Pérez Álvarez, Piscarreta, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Sudre, Tajani, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, Xarchakos, Zacharakis, Zimmerling

PSE: Carlotti, Casaca, De Keyser, Désir, Fava, Ferreira, Ghilardotti, Guy-Quint, Hazan, Imbeni, Lund, Martin Hans-Peter, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Napoletano, Paciotti, Poos, Roure, Sacconi, Trentin, Vattimo, Volcic

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Dhaene, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Hudghton, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori

Tegen: 170

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Kuntz

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Banotti, Beazley, Bushill-Matthews, Callanan, Chichester, Deva, Doorn, Dover, Elles, Foster, Gil-Robles Gil-Delgado, Goodwill, Hannan, Harbour, Heaton-Harris, Helmer, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Khanbhai, Kirkhope, Lehne, Maat, Montfort, Nicholson, Oomen-Ruijten, Oostlander, Parish, Perry, Pex, Pronk, Purvis, Smet, Stevenson, Stockton, Suominen, Tannock

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carnero González, Carrilho, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Dehousse, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Savary, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 18

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Bakopoulos, Bordes, Cauquil, Laguiller

NI: Berthu, Borghezio

PPE-DE: Podestà, Scallon, von Wogau, Zissener

PSE: Bullmann

UEN: Nobilia

Verts/ALE: Lipietz

B5-0326/2003 — RC — Tsjetsjenië

Resolutie

Voor: 357

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, van Dam, Sandbæk

ELDR: Andreasen, André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Caudron, Dary, Fiebiger, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Markov, Marset Campos, Morgantini, Seppänen, Sylla

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Bushill-Matthews, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Helmer, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Rack, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Xarchakos, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Duin, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Fava, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gillig, Glante, Goebbels, Görlach, Gröner, Hänsch, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Miller, Müller Rosemarie, Myller, Napoletano, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Piecyk, Poignant, Poos, Prets, Randzio-Plath, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Rothley, Sacconi, Sakellariou, Sandberg-Fries, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Theorin, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Volcic, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Verts/ALE: Boumediene-Thiery, Dhaene, Schörling

Tegen: 46

EDD: Booth

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Blak, Bordes, Boudjenah, Cauquil, Eriksson, Frahm, Fraisse, Korakas, Krivine, Laguiller, Meijer, Patakis, Vachetta

NI: Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Dillen, Dupuis, Gollnisch, Lang, Martinez, Pannella, Souchet, Stirbois, Turco

PSE: Casaca, Dehousse, Désir, Marinho

Verts/ALE: Auroi, Bautista Ojeda, Bouwman, Breyer, Celli, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lipietz, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rühle, Voggenhuber

Onthoudingen: 42

EDD: Bernié, Butel, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: González Álvarez, Herzog, Modrow, Papayannakis, Wurtz

NI: Berthu, Beysen, Borghezio, Claeys, Gorostiaga Atxalandabaso, Kronberger, de La Perriere, Raschhofer

PPE-DE: Lehne, Posselt

PSE: Guy-Quint, Hazan, Martin Hans-Peter, Roure

Verts/ALE: Aaltonen, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Hudghton, Jonckheer, Lambert, McKenna, Maes, Rod, de Roo, Schroedter, Staes, Turmes, Wuori, Wyn

B5-0322/2003 — RC — OMC

Amendement 5

Voor: 206

EDD: Andersen, Belder, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Sandbæk

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Ries, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Boudjenah, Caudron, Eriksson, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Gorostiaga Atxalandabaso, de La Perriere, Souchet

PPE-DE: Ferrer, Korhola, Pomés Ruiz, Wachtmeister, Wijkman

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Corbett, Corbey, Dehousse, De Keyser, Désir, Ettl, Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Gröner, Guy-Quint, Haug, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Prets, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Piétrasanta, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 202

EDD: Bernié, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse

ELDR: Nordmann

GUE/NGL: Alyssandrakis, Korakas, Patakis

NI: Beysen, Cappato, Claeys, Della Vedova, Dillen, Gollnisch, Lang, Martinez, Pannella, Stirbois, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Fiori, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Mennitti, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Niebler, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pacheco Pereira, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tajani, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wenzel-Perillo, Wieland, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Colom i Naval, Evans Robert J.E., Goebbels, Hänsch, Mann Erika, Poos, Schmid Gerhard

UEN: Berlato, Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro, Turchi

Onthoudingen: 6

GUE/NGL: Bordes, Cauquil, Fiebiger, Laguiller

NI: Berthu, Borghezio

B5-0322/2003 — RC — OMC

Paragraaf 19, 1e deel

Voor: 311

EDD: Belder, Blokland, van Dam, Kuntz

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Herzog

NI: Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Pannella, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba

UEN: Camre, Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro

Tegen: 90

EDD: Bernié, Booth, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Berthu, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Souchet, Stirbois

PSE: Berès, Carlotti, De Keyser, Désir, Ferreira, Fruteau, Garot, Guy-Quint, Martin Hans-Peter, Patrie, Poignant, Roure, Vairinhos, Van Brempt, Zrihen

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Breyer, Celli, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 9

EDD: Andersen, Bonde, Sandbæk

NI: Borghezio, Martinez

PSE: Bullmann, Dehousse, Mendiluce Pereiro

UEN: Berlato

B5-0322/2003 — RC — OMC

Paragraaf 19, 2e deel

Voor: 210

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Virrankoski, Wallis, Watson

GUE/NGL: Herzog

NI: Beysen, Cappato, Dell'Alba, Della Vedova, Pannella, Turco

PPE-DE: Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Fiori, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Menrad, Mombaur, Montfort, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Goebbels, Imbeni, Lund, Mann Erika, Marinho, Rapkay

UEN: Camre

Tegen: 116

EDD: Andersen, Belder, Bernié, Blokland, Bonde, Booth, van Dam, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Patakis, Puerta, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Pomés Ruiz

PSE: Berès, Bösch, Carlotti, Dehousse, De Keyser, Désir, Ferreira, Fruteau, Garot, Guy-Quint, Lalumière, Martin Hans-Peter, Mendiluce Pereiro, Patrie, Poignant, Roure, Trentin, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Zrihen

UEN: Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Celli, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 86

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, van den Berg, Berger, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lange, Leinen, Linkohr, McAvan, McNally, Malliori, Martin David W., Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Poos, Prets, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sousa Pinto, Stihler, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Tsatsos, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba

B5-0322/2003 — RC — OMC

Paragraaf 37

Voor: 372

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Formentini, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Ainardi, Bakopoulos, Boudjenah, Caudron, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Herzog, Jové Peres, Kaufmann, Koulourianos, Krivine, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Vachetta, Wurtz

NI: Beysen, Cappato, Della Vedova, Gorostiaga Atxalandabaso, Pannella, Turco

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Friedrich, Gahler, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Goepel, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hieronymi, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Laschet, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, Maat, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Stockton, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, Bullmann, van den Burg, Carlotti, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Désir, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ferreira, Ford, Fruteau, Garot, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Gröner, Guy-Quint, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lage, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Marinho, Martin David W., Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Mendiluce Pereiro, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Patrie, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Vairinhos, Van Brempt, Vattimo, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba, Zrihen

UEN: Berlato, Camre, Muscardini, Nobilia, Poli Bortone

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Breyer, Celli, Echerer, Evans Jillian, Frassoni, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Jonckheer, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Tegen: 25

EDD: Belder, Blokland, Booth, van Dam, Kuntz

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PSE: Goebbels, Mann Erika

UEN: Caullery, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Ó Neachtain, Pasqua, Thomas-Mauro

Onthoudingen: 15

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Esclopé, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Alyssandrakis, Bordes, Cauquil, Korakas, Laguiller, Patakis

PPE-DE: Fiori

PSE: Dehousse

B5-0322/2003 — RC — OMC

Resolutie

Voor: 297

EDD: Belder, Blokland, van Dam

ELDR: André-Léonard, Boogerd-Quaak, van den Bos, Busk, Costa Paolo, Davies, De Clercq, Di Pietro, Flesch, Gasòliba i Böhm, Jensen, Lynne, Maaten, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn, Nordmann, Olsson, Paulsen, Pesälä, Plooij-van Gorsel, Pohjamo, Rutelli, Sanders-ten Holte, Schmidt, Sterckx, Sørensen, Thors, Väyrynen, Vallvé, Vermeer, Wallis, Watson

GUE/NGL: Herzog, Vachetta

NI: Beysen

PPE-DE: Almeida Garrett, Andria, Arvidsson, Averoff, Ayuso González, Banotti, Bartolozzi, Bayona de Perogordo, Beazley, Berend, Böge, von Boetticher, Bourlanges, Brok, Callanan, Camisón Asensio, Cederschiöld, Chichester, Cocilovo, Coelho, Cornillet, Costa Raffaele, Cunha, Cushnahan, Daul, Deprez, De Sarnez, Descamps, Deva, De Veyrac, Dimitrakopoulos, Doorn, Dover, Ebner, Elles, Ferber, Ferrer, Flemming, Florenz, Foster, Fourtou, Galeote Quecedo, García-Margallo y Marfil, García-Orcoyen Tormo, Gil-Robles Gil-Delgado, Glase, Gomolka, Goodwill, Graça Moura, Grönfeldt Bergman, Grosch, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hannan, Hansenne, Harbour, Hatzidakis, Heaton-Harris, Hermange, Hieronymi, Hortefeux, Inglewood, Jackson, Jarzembowski, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Khanbhai, Kirkhope, Klamt, Klaß, Knolle, Koch, Konrad, Korhola, Kratsa-Tsagaropoulou, Lamassoure, Langenhagen, Lechner, Lehne, Liese, Lisi, Lulling, McCartin, Maij-Weggen, Mann Thomas, Mantovani, Marinos, Marques, Martens, Martin Hugues, Matikainen-Kallström, Mauro, Mayer Hans-Peter, Mayer Xaver, Mennea, Menrad, Mombaur, Moreira Da Silva, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oomen-Ruijten, Oostlander, Oreja Arburúa, Pack, Parish, Pastorelli, Pérez Álvarez, Perry, Pex, Piscarreta, Podestà, Poettering, Pomés Ruiz, Posselt, Pronk, Purvis, Quisthoudt-Rowohl, Radwan, Ripoll y Martínez de Bedoya, Rovsing, Rübig, Sacrédeus, Santer, Sartori, Scallon, Schaffner, Schleicher, Schmitt, Schröder Jürgen, Schwaiger, Smet, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Sudre, Suominen, Tannock, Theato, Trakatellis, Varela Suanzes-Carpegna, Vatanen, de Veyrinas, Vidal-Quadras Roca, Wachtmeister, Wenzel-Perillo, Wieland, Wijkman, von Wogau, Wuermeling, Zacharakis, Zimmerling, Zissener

PSE: Andersson, Aparicio Sánchez, Baltas, Barón Crespo, Berès, van den Berg, Berger, Bösch, Bowe, van den Burg, Carnero González, Carrilho, Casaca, Cashman, Cercas, Ceyhun, Colom i Naval, Corbett, Corbey, De Keyser, Ettl, Evans Robert J.E., Färm, Ford, Gebhardt, Ghilardotti, Gill, Glante, Goebbels, Gröner, Hänsch, Haug, Honeyball, Howitt, van Hulten, Imbeni, Izquierdo Collado, Izquierdo Rojo, Jöns, Junker, Karamanou, Karlsson, Keßler, Kindermann, Koukiadis, Krehl, Kuhne, Lalumière, Lange, Leinen, Linkohr, Lund, McAvan, McNally, Malliori, Mann Erika, Marinho, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Menéndez del Valle, Miguélez Ramos, Müller Rosemarie, Myller, Obiols i Germà, Paasilinna, Paciotti, Pérez Royo, Poignant, Poos, Prets, Rapkay, Read, Rodríguez Ramos, Rothe, Roure, Sacconi, Sakellariou, dos Santos, Sauquillo Pérez del Arco, Scheele, Schmid Gerhard, Simpson, Skinner, Sornosa Martínez, Sousa Pinto, Stihler, Thorning-Schmidt, Titley, Torres Marques, Trentin, Tsatsos, Van Brempt, Vattimo, Walter, Watts, Weiler, Whitehead, Wiersma, Zorba

UEN: Camre, Caullery

Tegen: 93

EDD: Andersen, Bernié, Bonde, Booth, Esclopé, Kuntz, Mathieu, Saint-Josse, Sandbæk

GUE/NGL: Ainardi, Alyssandrakis, Bakopoulos, Bordes, Boudjenah, Caudron, Cauquil, Eriksson, Fiebiger, Figueiredo, Frahm, Fraisse, González Álvarez, Jové Peres, Kaufmann, Korakas, Koulourianos, Krivine, Laguiller, Markov, Marset Campos, Meijer, Miranda, Modrow, Patakis, Puerta, Schmid Herman, Seppänen, Sylla, Wurtz

NI: Berthu, Borghezio, Claeys, Dillen, Gollnisch, Gorostiaga Atxalandabaso, Lang, de La Perriere, Martinez, Souchet, Stirbois

PPE-DE: Maat

PSE: Dehousse, Fruteau, Zrihen

UEN: Berlato, Collins, Crowley, Fitzsimons, Hyland, Muscardini, Nobilia, Ó Neachtain, Pasqua, Poli Bortone, Thomas-Mauro

Verts/ALE: Aaltonen, Auroi, Bautista Ojeda, Boumediene-Thiery, Bouwman, Celli, Echerer, Evans Jillian, Gahrton, Graefe zu Baringdorf, Isler Béguin, Lambert, Lipietz, McKenna, Maes, Mayol i Raynal, Onesta, Piétrasanta, Rod, de Roo, Rühle, Schörling, Schroedter, Staes, Turmes, Voggenhuber, Wuori, Wyn

Onthoudingen: 18

NI: Cappato, Dell'Alba, Pannella, Turco

PPE-DE: Fiori, Goepel, Montfort

PSE: Carlotti, Désir, Ferreira, Garot, Guy-Quint, Lage, Martin Hans-Peter, Mendiluce Pereiro, Patrie, Vairinhos

Verts/ALE: Frassoni

B5-0344/2003 — RC — Oeganda

Resolutie

Voor: 78

EDD: Sandbæk

ELDR: Monsonís Domingo

GUE/NGL: Bakopoulos, González Álvarez, Koulourianos, Meijer, Puerta, Sylla

NI: Beysen

PPE-DE: Andria, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Cushnahan, Daul, Descamps, Elles, Fiori, Flemming, Glase, Goepel, Gomolka, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Heaton-Harris, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Knolle, Kratsa-Tsagaropoulou, Lisi, McCartin, Mann Thomas, Mayer Xaver, Menrad, Mombaur, Müller Emilia Franziska, Naranjo Escobar, Nassauer, Nicholson, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Posselt, Purvis, Sacrédeus, Schröder Jürgen, Schwaiger, Sommer, Stenmarck, Stevenson, Tannock, Thyssen, Trakatellis, Wieland, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, De Keyser, Désir, Ettl, Evans Robert J.E., Ferreira, Gillig, Imbeni, Izquierdon Collado, Junker, Keßler, Kindermann, McNally, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Rodríguez Ramos, Stihler

UEN: Collins

Verts/ALE: Maes

Onthoudingen: 10

EDD: Belder, van Dam

ELDR: André-Léonard, van den Bos, Busk, Jensen, Lynne, Manders, Mulder, Newton Dunn

Verslag Kratsa-Tsagaropoulou A5-0230/2003

Resolutie

Voor: 74

EDD: Sandbæk

ELDR: André-Léonard, van den Bos, Busk, Jensen, Lynne, Manders, Monsonís Domingo, Mulder, Newton Dunn

GUE/NGL: Bakopoulos, Cauquil, González Álvarez, Koulourianos, Meijer, Puerta, Sylla

NI: Beysen

PPE-DE: Andria, Ayuso González, Bayona de Perogordo, Camisón Asensio, Cushnahan, Daul, Descamps, Fiori, Flemming, Glase, Goepel, Gomolka, Grossetête, Gutiérrez-Cortines, Hatzidakis, Karas, Keppelhoff-Wiechert, Knolle, Kratsa-Tsagaropoulou, Lisi, McCartin, Mann Thomas, Mayer Xaver, Menrad, Naranjo Escobar, Nassauer, Ojeda Sanz, Oreja Arburúa, Posselt, Sacrédeus, Sommer, Stenmarck, Thyssen, Trakatellis, Wieland, Zissener

PSE: Aparicio Sánchez, Baltas, De Keyser, Ettl, Evans Robert J.E., Ferreira, Gillig, Izquierdo Collado, Keßler, Kindermann, McNally, Martin Hans-Peter, Martínez Martínez, Mastorakis, Medina Ortega, Miguélez Ramos, Rodríguez Ramos, Stihler

UEN: Collins

Verts/ALE: Maes

Tegen: 8

EDD: Belder, van Dam

PPE-DE: Elles, Heaton-Harris, Nicholson, Purvis, Stevenson, Tannock

Onthoudingen: 1

GUE/NGL: Patakis


AANGENOMEN TEKSTEN

 

P5_TA(2003)0320

Bijeenkomst van de Europese Raad (Thessaloniki, 19 en 20 juni 2003)

Resolutie van het Europees Parlement over de resultaten van de Europese Raad van Thessaloniki

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resoluties over de Europese Conventie en zijn resolutie van 5 juni 2003 over de bijeenkomst van de Trojka en de landen die deelnemen aan het Stabiliteitspact voor Zuid-Oost-Europa (1), 19 juni 2003 over het Transatlantisch partnerschap (2) en 19 juni 2003 over een open coördinatiemethode voor het communautaire immigratiebeleid en over de integratie van migratievraagstukken in de betrekkingen van de Europese Unie met ontwikkelingslanden (3),

gelet op de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki van 19 en 20 juni 2003,

gezien de verklaringen van het voorzitterschap van de Raad en van de Commissie over de resultaten van de Europese Raad van Thessaloniki,

Conventie — IGC

1.

is voldaan over de conclusies van de Europese Raad en zijn besluit inzake het ontwerpverdrag voor een Europese grondwet en is van mening dat dit ontwerp de enige basis moet vormen voor de werkzaamheden van de Intergouvernementele Conferentie (IGC); stelt dan ook vast dat de „conventiemethode” doelmatig blijkt met het oog op meer democratie en doorzichtigheid;

2.

waarschuwt voor het tornen aan de essentiële elementen van het door de Conventie — die grotendeels uit parlementsleden was samengesteld — tot stand gebrachte pakket;

3.

benadrukt dat de Conventie nog geen overeenstemming heeft bereikt over de delen III en IV; beklemtoont het belang van herziening van deel III teneinde een groot aantal procedurele en beleidshervormingen te bewerkstelligen overeenkomstig deel I, in het bijzonder met het oog op het uitbreiden van de stemming met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en de medebeslissingsbevoegdheid van het Parlement; onderstreept het belang van amendering van deel IV teneinde te zorgen voor de inwerkingtreding en toekomstige herziening van de grondwet;

4.

verzoekt het Italiaanse voorzitterschap de Intergouvernementele Conferentie (waaraan de toetredende staten ten volle en op voet van gelijkheid zullen deelnemen) zo spoedig mogelijk op hoog niveau bijeen te roepen, zodat die vóór het einde van 2003 kan worden afgesloten;

5.

wijst er andermaal op dat het gebruikelijk is geworden dat de Commissie en het Parlement aan intergouvernementele conferenties deelnemen, waarbij het Parlement leden als vertegenwoordigers naar de IGC stuurt en de Voorzitter van het Parlement eveneens deelneemt aan bijeenkomsten op het niveau van de regeringsleiders;

6.

onderstreept het belang dat de open, pluralistische en op het bereiken van consensus gerichte geest van de Conventie — onder meer doordat de voorzitter van de Conventie de leden steeds informeerde — in de IGC wordt voortgezet; vraagt dat aan het Parlement in zijn maandelijkse plenaire vergaderingen en in de Commissie constitutionele zaken, zo mogelijk in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de nationale parlementen, verslag wordt uitgebracht over de vorderingen bij de werkzaamheden van de IGC;

Immigratie, grenzen en asiel

7.

stelt vast dat tijdens de Europese Top van Thessaloniki is bevestigd dat de tenuitvoerlegging van de conclusies van Sevilla problematisch verloopt en een gebrek aan voortgang vertoont, spreekt er dan ook zijn waardering voor uit dat de Europese Top erkent dat de snelheid waarmee alle aspecten van het programma van Tampere worden uitgevoerd, moet worden verhoogd en bevestigt nogmaals dat een gemeenschappelijk Europees asiel- en migratiebeleid op algemene en samenhangende wijze moet worden benaderd;

8.

beklemtoont dat de Europese Unie een samenhangend gemeenschappelijk beleid en procedures voor legale immigratie nodig heeft en vraagt de Europese Top dan ook na te gaan op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat staatburgers van derde landen de Unie legaal kunnen binnenkomen, rekening houdend met het opvangvermogen, terwijl in versterkte mate wordt samengewerkt met de landen van herkomst; verzoekt de Raad dan ook een richtlijn aan te nemen inzake de voorwaarden voor toegang tot de EU met het oog op toegang tot de arbeidsmarkt;

9.

is ontzet over de dood van tal van immigranten door schipbreuken in de Middellandse Zee; veroordeelt de criminele activiteit van al diegenen die voordeel halen bij de mensenhandel en acht het noodzakelijk dat de strijd tegen deze vaak grensoverschrijdende criminele netwerken wordt opgevoerd;

10.

is ingenomen met de bereidheid van de Raad om te komen tot geharmoniseerde oplossingen voor documenten ten behoeve van onderdanen van derde landen, paspoorten voor EU-burgers, en voor informatiesystemen (SIS II en VIS — het Schengeninformatiesysteem en het visainformatiesysteem);

11.

verzoekt de Commissie met het oog op deze harmonisatie zo spoedig mogelijk voorstellen voor te leggen voor wetgevingsinstrumenten met behulp waarvan Europese wetten kunnen worden ingevoerd op het gebied van paspoorten en visa, overeenkomstig artikel 18, lid 3 van het EG-Verdrag;

12.

stelt vast dat de Europese Raad van oordeel is dat richtsnoeren moeten worden vastgesteld voor de ontwikkeling van een gecomputeriseerd systeem voor de herkenning van visa en dat in dit kader geharmoniseerde „biometrische” gegevens in visa moeten worden opgenomen; verzoekt de Raad en de Commissie op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkeling van dergelijke voorstellen;

13.

onderstreept dat een doeltreffend beheer van de buitengrenzen van de EU-lidstaten moet stoelen op een samenhangend en gestructureerd EU-kader met passende werkmethoden, rekening houdend met de bijzondere behoeften van de nieuwe lidstaten;

14.

juicht het toe dat de Commissie zal onderzoeken of er een operationele structuur in het kader van de EU moet worden opgericht met een uit EU-middelen gefinancierde grenswacht om de operationele samenwerking bij de bewaking van de externe en maritieme grenzen te versterken; wijst met klem op de rol die de Commissie moet spelen en op de noodzaak het Europees Parlement ten volle bij deze zaken te betrekken;

15.

is van plan zo spoedig mogelijk het Griekse voorstel te bestuderen tot oprichting in derde landen van een netwerk van immigratieverbindingsofficieren (ILO's);

16.

neemt kennis van de door de Europese Raad uitgedrukte wil om de solidariteit te consolideren in de ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid; stemt in met het voornemen van de Raad ervoor te zorgen dat deze politieke prioriteit van de Gemeenschap tot uitdrukking komt in de financiële vooruitzichten voor de periode na 2006; steunt de Raad in zijn verlangen om intussen aanvullende middelen vrij te maken om aan de meest dringende structurele behoeften te voldoen, met name:

het beheer van de buitengrenzen

de uitvoering van het actieprogramma inzake terugkeer

de ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (VIS);

verklaart dat deze aanvullende middelen in geen geval gecreëerd mogen worden door verlagingen van de huidige uitgaven van rubriek 3;

17.

wenst een gedachtewisseling op basis van de door de Commissie in haar Groenboek inzake een communautair terugkeerbeleid (COM(2002)175) gedane voorstellen;

18.

stelt vast dat een EU-beleid ten aanzien van de terugkeer van illegaal op het grondgebied verblijvende personen momenteel ontbreekt en beklemtoont dat in de eerste plaats prioriteit moet worden gegeven aan vrijwillige terugkeer, maar onderstreept dat elk beleid dat wordt uitgestippeld, het beginsel van niet-uitwijzing en het recht om asiel aan te vragen ten volle moet eerbiedigen;

19.

is van mening dat het vluchtelingenfonds (rubriek 3) niet mag worden gekort en niet voor programma's voor gedwongen terugkeer mag worden gebruikt en dat programma's voor vrijwillige terugkeer moeten worden gefinancierd uit de begrotingslijn voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie (rubriek 4), zolang een deugdelijke rechtsgrondslag voor terugkeerprogramma's ontbreekt; onderstreept dat er momenteel geen basis voorhanden is voor EU-middelen voor het financieren van uitzettingen en dat alle maatregelen derhalve op grond van het subsidiariteitsbeginsel uit de nationale begrotingen moeten worden gefinancierd;

20.

wijst de Raad er, gelet op het door de Europese Raad bevestigde gebrek aan voortgang bij het opzetten van het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel, nogmaals op dat hij in 2003 de basiswetgeving moet aannemen die door de Commissie reeds is voorgesteld, en dringt erop aan dat de ontwikkeling van een gezamenlijk Europees asielbeleid op basis van hoge beschermingseisen door de aanneming van deze wetgeving een verdere impuls krijgt;

21.

neemt er akte van dat de medebeslissingsprocedure en stemming bij gekwalificeerde meerderheid zullen worden toegepast, zodra de Raad deze nieuwe gemeenschappelijke regels inzake asielbeleid zoals bedoeld in het Verdrag van Nice zal hebben vastgesteld;

22.

onderschrijft de verontrusting en twijfel die de Commissie kenbaar maakt in haar mededeling „Naar toegankelijker, rechtvaardiger en beter beheerde asielstelsels” en wacht het nieuwe verslag af dat de Commissie in juni 2004 uitbrengt over de manier om het vermogen vluchtelingen te beschermen te verbeteren;

23.

is derhalve verheugd over het besluit van de Europese Raad om in de Europese Unie een alomvattend multidimensioneel integratiebeleid tot stand te brengen, dat een antwoord biedt op de nieuwe demografische en economische uitdagingen en tevens bijdraagt tot sociale cohesie en economische welvaart;

24.

onderstreept dat het integratiebeleid van de EU voor een evenwicht moet zorgen tussen rechten en bijbehorende plichten van legaal verblijvende burgers van derde landen en de gastlanden, wat voor deze laatste ook de verantwoordelijkheid inhoudt om rekening met de nieuwkomers te houden door hun identiteit (binnen de wet) te respecteren en gelijke behandeling zonder discriminatie te waarborgen;

25.

verzoekt de Raad de door de Commissie voorgestelde en door het Parlement gewijzigde richtlijnen inzake gezinshereniging en de status van langdurig ingezetene aan te nemen, daar dit wezenlijke wettelijke instrumenten zijn voor de integratie van burgers van derde landen; beklemtoont dat burgers van derde landen dezelfde rechten en plichten als EU-burgers moeten kunnen genieten, met inbegrip van het politieke recht om te stemmen bij plaatselijke en Europese verkiezingen;

26.

is van mening dat de opneming van de migratieproblematiek in de betrekkingen van de EU met derde landen een belangrijk deel vormt van een evenwichtige sturing van de migratiestromen, maar verzoekt de Raad de gezamenlijke ontwikkeling in de betrekkingen met derde landen te bevorderen;

27.

staat positief ten opzichte van het voorstel van de Europese Raad om het Europees netwerk voor migratie een permanente structuur te geven, maar wenst dat dit in overleg met het Europees Parlement gebeurt;

28.

juicht het toe dat de Commissie jaarlijks een verslag over migratie en integratie in Europa zal overleggen met gegevens over migratie voor de hele Europese Unie en verzoekt de Commissie daarbij de beste voorbeelden van door de lidstaten gevoerd immigratie- en integratiebeleid voor het voetlicht te brengen;

Bestrijding van het terrorisme

29.

is ingenomen met het in Bijlage I van de conclusies van het voorzitterschap opgenomen verslag aan de Europese Raad, in het bijzonder de aanbevelingen inzake de bestrijding van de financiering van het terrorisme en de samenwerking met derde landen, met name de Verenigde Staten;

30.

dringt aan op verbetering van de samenwerking „tussen pijlers” door de maatregelen in het kader van Justitie en Binnenlandse zaken, zoals het Europees Arrestatiebevel en de ter bestrijding van het terrorisme aan Europol toegekende bevoegdheden, en de maatregelen in het kader van het EVDB te coördineren;

31.

acht het noodzakelijk de bestrijding van de financiering van het terrorisme te koppelen aan de bestrijding van het witwassen van geld en de drugshandel;

Uitbreiding, Cyprus, Westelijke Balkan en groter Europa

Uitbreiding

32.

verwelkomt het perspectief voor het lidmaatschap van Bulgarije en Roemenië; steunt de Turkse regering in haar programma van radicale binnenlandse hervormingen en verzoekt de Commissie met klem het Europees Parlement naar behoren te raadplegen voordat zij haar aanbevelingen ter voorbereiding van de Europese Top van december 2004 definitief vorm geeft;

Cyprus

33.

geeft de diepe overtuiging te kennen dat de toetreding van Cyprus tot de Unie een gunstig klimaat schept om beide gemeenschappen op het eiland nader tot elkaar te brengen en een oplossing te vinden die volledig aansluit op de VN-resoluties; verzoekt Turkije en de Turks-Cypriotische leiders met klem positief te reageren op de acties van de secretaris-generaal van de VN;

Westelijke Balkan

34.

ziet in dat het toetredingsproces van elk van de landen van de Westelijke Balkan onomkeerbaar is, maar dringt tegelijkertijd aan op het principe dat elk land op zijn eigen merites beoordeeld moet worden en is van mening dat deze gedifferentieerde aanpak moet worden afgewogen tegen de wenselijkheid van een regionale aanpak;

35.

verzoekt de Raad en de Commissie aan het Parlement een uitvoerbaar financieel kader voor te stellen voor voortgezette steun aan het Stabilisatie- en associatieproces overeenkomstig de geherstructureerde categorie VII;

36.

is ook van mening dat bij het tempo van verdere uitbreidingen rekening moet worden gehouden met de capaciteit van de EU-instellingen om doeltreffend te blijven functioneren;

Groter Europa en Middellandse-Zeegebied

37.

ziet met grote belangstelling de kansen die worden geboden door het op gang brengen van een initiatief inzake de betrekkingen van een uitgebreid Europa met zijn buren in het Oosten en Zuiden; is van mening dat een solidair proces moet worden ontwikkeld om een systeem van nuttige wederzijdse betrekkingen tot stand te brengen ter bevordering van een gezamenlijke benadering van democratie, eerbiediging van de mensenrechten en sociale vooruitgang;

38.

spreekt zijn waardering uit voor de conclusies van het voorzitterschap na de tussentijdse Euromediterrane Conferentie die op 26 en 27 mei 2003 is gehouden op Kreta, en spreekt de wens uit dat de EU en de partnerlanden een vastberadener en stelselmatiger toezegging doen het proces van Barcelona handen en voeten te geven in een geest van gezamenlijke ontwikkeling;

39.

wijst nogmaals op de noodzaak om alle doelstellingen van de Verklaring van Barcelona te verwerkelijken;

40.

herhaalt zijn voorstel een Euromediterrane Parlementaire Vergadering op te richten, waardoor de parlementaire dimensie van het proces van Barcelona wordt versterkt middels een sterkere institutionalisering en een grotere politieke zichtbaarheid en waardoor wordt gezorgd voor parlementaire controle op en follow-up van de Euromediterrane associatieovereenkomsten en verzoekt de ministersconferentie van Napels de rechtsgrondslag te bepalen om het mogelijk te maken dat het Euromediterraan Parlementair Forum wordt omgezet in een Parlementaire Vergadering;

Follow-up van de voorjaarstop van de Europese Raad van 2003

41.

benadrukt dat de Europese Raad meer moet doen dan herhalen en de stand van zaken weergeven en duidelijker het voortouw moet nemen bij de tenuitvoerlegging van de strategie van Lissabon op Europees en nationaal niveau; kijkt in dit verband uit naar het initiatief van de Commissie om in samenwerking met de Europese Investeringsbank de totale investeringen en de betrokkenheid van de particuliere sector bij de trans-Europese netwerken en belangrijke O&O-projecten op te voeren;

42.

betreurt dat de Raad de richtsnoeren voor de werkgelegenheid en de globale richtnoeren voor het economisch beleid heeft vastgesteld zonder terdege rekening te houden met de belangrijkste voorstellen van het Europees Parlement; wijst er daarom nogmaals op dat de EU duurzame ontwikkeling in algemene zin moet benaderen en betreurt derhalve het ontbreken van een verwijzing naar de toezeggingen van Göteborg;

43.

stelt vast dat de heer Jean-Claude Trichet als kandidaat is voorgedragen voor benoeming tot president van de ECB en belooft zijn advies overeenkomstig artikel 112 van het EG-Verdrag en artikel 36 van zijn Reglement kenbaar te zullen maken;

Internationaal strafhof

44.

beschouwt de oprichting van het Internationaal Strafhof als een grote stap vooruit voor de ontwikkeling van het internationaal recht en benadrukt dat het Statuut van Rome een essentieel onderdeel is van de waarden die ten grondslag liggen aan het democratische model van de Europese Unie;

45.

spreekt zijn waardering uit voor het gemeenschappelijk standpunt 2003/444/GBVB van de Raad van 16 juni 2003 over het Internationaal Strafhof (4) uit hoofde waarvan de Unie en haar lidstaten voor zover nodig de aandacht van derde landen zullen blijven richten op de conclusies van de Raad van 30 september 2002 over het Internationaal Strafhof en op de daaraan gehechte basisbeginselen van de EU met betrekking tot de voorstellen voor akkoorden of regelingen inzake de voorwaarden waaronder personen aan het Hof worden uitgeleverd en gaat ervan uit dat de lidstaten het gemeenschappelijk standpunt eerbiedigen;

46.

is voorts verheugd over de sterke steun van het voorzitterschap voor het Internationaal Strafhof, zijn actieve ondersteuning van het universele karakter van het Hof en zijn bijdrage aan een effectieve werking ervan;

47.

verzoekt en stimuleert de regeringen en parlementen van de lidstaten van de EU, de toetredende landen en de landen die met de EU geassocieerd zijn in het kader van het Euromediterrane partnerschap, Mercosur, het Andespact en de landen van het proces van San José, de landen die betrokken zijn in het Stabilisatie- en associatieproces, de ACS-landen en de ASEAN-landen af te zien van het sluiten of ratificeren van bilaterale overeenkomsten inzake niet-bestraffing of andere soortgelijke overeenkomsten;

48.

betreurt dan ook dat de huidige regering van de Verenigde Staten van Amerika zich nog altijd blijft verzetten tegen het Internationaal Strafhof en dat zij wereldwijd haar politieke en financiële druk opvoert en verdragsluitende en ondertekenende staten van het Statuut van Rome en ook staten die dat niet hebben gedaan, probeert over te halen om bilaterale niet-uitleveringsovereenkomsten te sluiten door ermee te dreigen militaire en economische steun en andere vormen van steun op te schorten;

49.

verwelkomt de verklaring van de tien toetredende landen, Bulgarije, Roemenië, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland, volgens welke zij het eens zijn met de doelstellingen van het bovengenoemde gemeenschappelijk standpunt van de EU over het Internationaal Strafhof en ervoor zullen zorgen dat hun nationale beleid strookt met dit gemeenschappelijk standpunt;

50.

verzoekt het Italiaanse voorzitterschap het actieprogramma dat afgelopen mei is aangenomen aan te passen en bij te werken overeenkomstig het nieuwe gemeenschappelijk standpunt; moedigt het voorzitterschap met name aan in het actieprogramma de oprichting op te nemen van een permanent convergentiepunt in het secretariaat van de Raad dat de werkzaamheden van het voorzitterschap steunt en vergemakkelijkt;

51.

verzoekt de Raad en de Commissie met klem een dialoog met de regering van de VS op gang te brengen over alle aangelegenheden die verband houden met het ISH; betreurt dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties resolutie 1487 voor een jaar heeft verlengd en vraagt de Raad en de Commissie alles in het werk te stellen om te verhinderen dat de resolutie, die de eigen VN-vredehandhavers immuniteit verleent, nogmaals wordt verlengd;

Externe betrekkingen, GBVB, EVDB

GBVB en EVDB

52.

is ingenomen met de door de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB gedane aanbevelingen voor een Europese veiligheidsstrategie; verlangt te worden betrokken bij de formulering en tenuitvoerlegging van de veiligheidsstrategie van de Europese Unie; herinnert nogmaals aan de voorstellen die tijdens deze zittingsperiode zijn gedaan over alle aspecten van een werkelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid, met inbegrip van de aspecten die de instellingen betreffen;

53.

stelt met voldoening vast dat de EU thans beschikt over het operationele vermogen voor het gehele gamma van de Petersbergtaken, hetgeen is onderstreept door de lancering van de eerste EVDBoperaties, namelijk de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina, CONCORDIA in de FYROM en ARTEMIS in Bunia in de Democratische Republiek Congo; betreurt echter dat dit operationele vermogen nog steeds beperkt is en afgezwakt wordt door tekortkomingen; verzoekt de Raad derhalve de militaire capaciteit van de EU te blijven ontwikkelen, o.a. door de oprichting van ECAP-projectgroepen;

54.

wijst nogmaals op de overeenkomst die is bereikt tijdens de begrotingsprocedure voor 2003 inzake vroegtijdige informatieverstrekking aan en raadpleging van het Parlement over het GBVB en het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB); betreurt dat de Raad zich niet aan deze overeenkomst heeft gehouden in verband met het EVDB-optreden in FYROM (de Concordia-missie);

55.

verwelkomt het besluit om in 2004 een agentschap op het gebied van de ontwikkeling van militaire vermogens, onderzoek, aankopen en bewapening op te richten, teneinde het vermogen van de Europese defensie-industrie om aan strategische eisen tegemoet te komen, te verhogen;

Arabische wereld

56.

deelt de mening dat het partnerschap met de Arabische wereld versterkt moet worden door middel van het intensiveren van de politieke dialoog en het bevorderen van het pluralisme, democratische hervormingen en de economische en sociale ontwikkeling;

Midden-Oosten

57.

bevestigt andermaal het wezenlijke belang van eerbiediging van de voorstellen van de aangenomen Routekaart en van onmiddellijke tenuitvoerlegging daarvan; verzoekt alle partijen hun oprechte en vastbesloten inzet te betonen, daar terrorisme en geweld deze gelegenheid om het geschil bij te leggen alleen maar teniet kunnendoen;

Irak

58.

ziet in de aanneming van resolutie nr. 1483 van de VN-Veiligheidsraad een duidelijk teken van de wens om weer tot constructieve samenwerking binnen de VN te komen en koestert hoge verwachtingen over de bijdrage van de VN, en met name van de Speciale VN-afgezant, aan de vorming van een representatieve Irakese regering;

59.

is verheugd over de vastbeslotenheid van de Raad om de Europese Unie te betrekken bij de humanitaire hulpverlening en verzoekt de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger om onverwijld voorstellen voor te leggen voor de EU-bijdrage;

60.

wijst nogmaals op zijn toezegging deel te nemen aan de wederopbouw van Irak in het kader van resolutie 1483 van de VN-Veiligheidsraad en stelt nogmaals dat de zo spoedig mogelijke installatie van een Irakese regering een waarborg te meer zou betekenen dat de natuurlijke rijkdommen van Irak uiteindelijk ten goede komen aan het Irakese volk;

Cuba

61.

spreekt zijn krachtige veroordeling uit van het huidige beleid van de Cubaanse autoriteiten, dat geleid heeft tot een toename van de repressie jegens oppositieleiders; bevestigt nogmaals zijn resolutie van 10 april 2003 (5) en verzoekt de Cubaanse instanties met klem de gevangenen vrij te laten en de pesterijen te beëindigen waarvan mensen die zich inzetten voor mensenrechten en democratie het slachtoffer zijn;

Iran

62.

wijst er nogmaals op dat het de IAEA-opdracht steunt het kernprogramma van Iran te onderzoeken en verzoekt Iran zich in te zetten voor volledige transparantie en samenwerking met het IAEA, onder meer door de ondertekening van het aanvullend protocol;

63.

is ernstig verontrust over de wijze waarop de instanties en bepaalde burgermilities de oppositie, met name studenten, behandelen en laakt dit optreden; wijst nogmaals op zijn oproepen om de situatie van de mensenrechten in het land te verbeteren en verzoekt de Commissie en de Raad het Parlement regelmatig op de hoogte houden van de politieke dialoog;

Groene diplomatie

64.

is verheugd over het feit dat de Europese Raad heeft herhaald zich te willen inzetten voor de integratie van milieuoverwegingen in de externe betrekkingen door middel van de bevordering van een Europese diplomatie inzake milieu en duurzame ontwikkeling, hetgeen de woorden van het Parlement in daden omzet en volledig in lijn is met de verklaringen van het Parlement op alle internationale fora;

65.

wijst erop dat het in de context van de mundialisering van milieukwesties zoals klimaatverandering, beheer van waterbronnen en duurzame ontwikkeling in het algemeen, van bijzonder groot belang is om de milieudimensie in alle beleidsmaatregelen op wereldniveau te integreren, zoals op Europees niveau het geval is;

*

* *

66.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Raad, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten en de toetredende staten, en de Europese Conventie.


(1)  P5_TA(2003)0264.

(2)  P5_TA(2003)0291.

(3)  P5_TA(2003)0292.

(4)  PB L 150 van 18.6.2003, blz. 67.

(5)  P5_TA(2003)0191.

P5_TA(2003)0321

Marco Polo ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („Marco Polo-programma”) (5327/1/2003 — C5-0225/2003 — 2002/0038(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (5327/1/2003 — C5-0225/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 54 (3)),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 78 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0220/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het gemeenschappelijk standpunt;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen;

4.

verzoekt zijn secretaris-generaal in het kader van zijn bevoegdheden het besluit te ondertekenen en samen met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB verschenen.

(2)  P5_TA(2002)0440.

(3)  PB C 126 E van 28.5.2002, blz. 354.

P5_TA(2003)0322

Inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank *

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt voor de aanpassing van de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (COM(2003) 114 — C5-0125/2003 — 2003/0050(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2003) 114) (1),

gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

gelet op artikel 29 van het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en van de Europese Centrale Bank (ECB),

gelet op artikel 107, lid 6 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C5-0125/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0215/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Commissie;

2.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

3.

wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  PB C 102 van 29.4.2003, blz. 11.

P5_TA(2003)0323

Gender budgeting

Ontwerpresolutie van het Europees Parlement over gender budgeting — het opstellen van overheidsbegrotingen vanuit een genderperspectief (2002/2198(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op het EG-Verdrag, met name artikel 2, artikel 3, lid 2, artikel 13 en artikel 141, lid 4,

gelet op artikel 23, lid 1 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (1),

gezien het VN-Verdrag van 18 december 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDAW) (2),

gezien de Verklaring van Wenen en het Actieprogramma, als aangenomen door de wereldconferentie over mensenrechten op 25 juni 1993 (3),

gezien de internationale VN-conferentie over bevolking en ontwikkeling in Caïro in 1994,

gezien het Actieplan over gender en ontwikkeling voor het Gemenebest uit 1995 en de geactualiseerde versie voor 2000-2005 (4),

gezien het Actieplatform dat op de vierde wereldconferentie over vrouwen op 15 september 1995 in Beijing werd aangenomen (5),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 mei 2000 over de follow-up van het Actieplatform van Beijing (6),

gezien de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's van 7 juni 2000: Naar een communautaire raamstrategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen (2001-2005) (COM(2000) 335) en onder verwijzing naar zijn resolutie van 3 juli 2001 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Raamstrategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen: Werkprogramma voor 2001 (7),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 8 april 2003 met opmerkingen bij het besluit waarbij de Commissie kwijting wordt verleend voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2001, in het bijzonder de paragrafen 1 en 5 (8),

onder verwijzing naar de hoorzitting over gender budgeting in het Europees Parlement, die de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen op 23 januari 2003 in Brussel heeft gehouden,

gelet op artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen (A5-0214/2003),

A.

overwegende dat de gelijkheid van mannen en vrouwen overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag een fundamenteel beginsel van het Gemeenschapsrecht is en dus deel van het communautair acquis, en overwegende dat gelijkheid van mannen en vrouwen is neergelegd in artikel 23 van het Handvest van de grondrechten,

B.

overwegende dat in artikel 3, lid 2 van het Verdrag wordt gesteld dat de Gemeenschap ernaar streeft bij elk EU-optreden de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen en ongelijkheden op te heffen,

C.

overwegende dat de Verklaring van Wenen over de mensenrechten ondubbelzinnig de verplichting oplegt op nationaal, regionaal en internationaal niveau de volledige en gelijkwaardige deelname van vrouwen in het politieke, burgerlijke, economische, sociale en culturele leven te bevorderen en de uitbanning van alle vormen van discriminatie op basis van geslacht tot een prioriteit van de internationale gemeenschap verklaart (artikel 18),

D.

overwegende dat het Actieplatform van Beijing de horizontale integratie van genderaspecten steunde als een doeltreffende strategie om gelijkheid te bevorderen en verklaarde dat regeringen en andere maatschappelijke actoren actief en zichtbaar moeten streven naar horizontale integratie van genderaspecten op alle beleidsterreinen en in alle programma's, zodat voorafgaande aan de besluitvorming een analyse wordt gemaakt van de gevolgen ervan voor mannen én vrouwen,

E.

overwegende dat horizontale integratie van genderaspecten betekent dat op alle beleidsterreinen en bij alle activiteiten van de Gemeenschap aandacht moet worden besteed aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen, en dat deze integratie in die zin ten uitvoer is gelegd in achtereenvolgende werkzaamheden van de Commissie, zoals de Europese werkgelegenheidsstrategie, de Europese strategie voor sociale integratie, het onderzoeksbeleid, de Europese structuurfondsen, het beleid voor samenwerking en ontwikkeling en de externe betrekkingen,

F.

overwegende dat de Commissie sinds 1996 een beleid van horizontale integratie van genderaspecten en integratie van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in alle activiteiten en beleidsterreinen van de Gemeenschap voert,

G.

overwegende dat gender budgeting kan worden gedefinieerd als de toepassing van horizontale integratie van genderaspecten in de begrotingsprocedure, en als zodanig de effectbeoordeling van het overheidsbeleid inzake mannen en vrouwen accentueert, het genderperspectief in alle fasen van de begrotingsprocedure integreert en de inkomsten en uitgaven beoogt te herstructureren met het oog op grotere gelijkheid van mannen en vrouwen,

H.

overwegende dat de Commissie haar engagement heeft laten blijken door binnen het kader van haar Raadgevend Comité voor gelijke kansen een werkgroep op te zetten, die onderzoek zal doen in de lidstaten en de tenuitvoerlegging van gender budgeting in de EU-begroting en de nationale begrotingen zal bevorderen,

I.

overwegende dat de Commissie haar engagement tot uitdrukking heeft gebracht in de verklaring van commissaris Schreyer tijdens de openbare hoorzitting over gender budgeting in de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen,

J.

overwegende dat ook de Raad van Europa een werkgroep van deskundigen over gender budgeting heeft opgericht, die een voorlopig achtergronddocument heeft opgesteld,

K.

overwegende dat het Belgische voorzitterschap van de Raad in oktober 2001 samen met de OESO, de UNIFEM, het Gemenebest en de Noordse Raad van ministers een seminar over dit thema heeft gehouden,

L.

overwegende dat in een aantal lidstaten op nationaal en regionaal niveau al initiatieven op het gebied van gender budgeting zijn genomen (bijvoorbeeld in Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje), of op lokaal niveau (zoals in enkele gemeenten in Italië); dat deze initiatieven in andere delen van de wereld al een lange staat van dienst hebben (bijvoorbeeld in Australië, Canada en Zuid-Afrika) en dat in een aantal landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika in specifieke sectoren met gender budgeting wordt geëxperimenteerd,

Definitie, doelstellingen en toepassingsgebied van gender budgeting

1.

onderschrijft de definitie van gender budgeting die is voorgesteld door het informele netwerk over gender budgeting dat de Raad van Europa heeft opgezet, namelijk de toepassing van horizontale integratie van genderaspecten in de begrotingsprocedure; dit betekent dat begrotingen vanuit het oogpunt van gender moeten worden geëvalueerd, waarbij het genderperspectief op alle niveaus van de begrotingsprocedure wordt geïntegreerd en inkomsten en uitgaven worden geherstructureerd om gelijke kansen te bevorderen;

2.

onderstreept dat het niet de bedoeling van gender budgeting is om aparte begrotingen voor mannen en vrouwen op te stellen, dan wel om greep te krijgen op de overheidsbegrotingen, omdat deze niet genderneutraal zijn en zij een verschillende impact hebben op mannen en vrouwen, zowel aan de inkomsten- als aan de uitgavenzijde; zo bezien, impliceert gender budgeting dat inkomsten en uitgaven in het kader van programma's en acties en het begrotingsbeleid moeten worden geëvalueerd en geherstructureerd om ervoor te zorgen dat de prioriteiten en behoeften van vrouwen op dezelfde voet als die van mannen in aanmerking worden genomen, met als uiteindelijk doel gelijkheid van mannen en vrouwen;

3.

benadrukt dat overheden door begrotingsbeleid vast te stellen en uit te voeren specifieke politieke beslissingen nemen die de samenleving en de economie raken; overheidsbegrotingen zijn niet alleen maar financiële en economische instrumenten, ze zijn het basiskader waarbinnen het model van sociaaleconomische ontwikkeling wordt gevormd, criteria voor inkomensherverdeling worden vastgesteld en politieke prioriteiten worden gesteld;

4.

herinnert eraan dat gender budgeting-strategieën in een bredere macro-economische context ten uitvoer moeten worden gelegd, die de ontwikkeling van mensen en menselijk kapitaal versterkt; volgens de beginselen en doelstellingen die tijdens de Europese Raad van Lissabon in 2000 zijn vastgelegd, moeten sociale ontwikkeling en zelfontplooiing worden bevorderd als langetermijninvesteringen in het kader van het Europese beleid voor werkgelegenheid en economische groei, teneinde een concurrerende Europese kenniseconomie te creëren;

5.

onderstreept dat een succesvolle invoering van gender budgeting politiek engagement voor gelijkheid van mannen en vrouwen vereist; dat betekent dat alle instellingen die zich met beleidsvorming bezighouden, politieke en institutionele vertegenwoordiging van vrouwen op alle niveaus moeten bevorderen, een ruimere inbreng van vrouwen in alle besluitvormingsprocedures moeten steunen, zowel in de publieke als in de particuliere sector en het bewustzijn en de betrokkenheid van het publiek bij gelijke kansen en de ontwikkeling van menselijk potentieel moeten ontwikkelen;

6.

benadrukt dat macro-economisch beleid kan bijdragen tot het verkleinen of vergroten van de kloof tussen de geslachten in termen van economische middelen en macht, onderwijs, beroepsopleiding en gezondheid; door gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen en beleid in het kader van gender budgeting uit te voeren, verwezenlijken overheidsbegrotingen tevens belangrijke beleidsdoelstellingen, zoals:

gelijkheid: een billijk en evenwichtig begrotingsbeleid gericht op het terugdringen van ongelijkheden en het bevorderen van gelijke kansen volgens de verschillende rollen van mannen en vrouwen in economie en samenleving,

efficiëntie: een efficiënter gebruik van middelen, doeltreffender overheidsdiensten van hogere kwaliteit met oog voor de uiteenlopende behoeften van mannen en vrouwen,

transparantie: een beter inzicht in overheidsinkomsten en -uitgaven door de burgers en dus grotere transparantie en betere verantwoording door nationale en plaatselijke overheden;

Instrumenten en methoden voor gender budgeting

7.

pleit nogmaals voor grotere efficiëntie bij overheidsuitgaven, zowel op het niveau van de EU als van de lidstaten, en voor een betere werking van de interne markt; wijst nogmaals op de noodzaak om de werkgelegenheid te bevorderen, als bedongen tijdens de Europese Raad van Lissabon, om het genderaspect in alle beleidsmaatregelen meer aandacht te schenken en om de deelname van vrouwen aan de besluitvorming te vergroten; in dit opzicht kan gender budgeting het instrument zijn om deze doelstellingen beter te bereiken en tegelijkertijd de financiële baten en lasten voor de burgers evenwichtiger te verdelen;

8.

preciseert dat het opstellen van een overheidsbegroting vanuit een genderperspectief het volgende betekent:

vaststellen hoe de verschillende burgers profijt hebben van overheidsuitgaven en bijdragen aan overheidsinkomsten; de nadruk leggen op het verschil tussen mannen en vrouwen door kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en maatstaven te gebruiken,

de uiteenlopende gevolgen van het begrotingsbeleid en van de herverdeling van middelen voor mannen en vrouwen (in termen van geld, diensten, tijd, sociale activiteiten en gezinszorg/sociale reproductie) evalueren,

de genderimpact van publieke interventies in alle sectoren analyseren en stap voor stap gender budgeting invoeren op alle beleidsterreinen, zoals onderwijs, welzijn en sociale diensten, gezondheidszorg, acties en maatregelen ten behoeve van werkgelegenheid, vervoer, huisvesting enz.,

een begrotingsprocedure ten uitvoer leggen die van onderaf wordt opgebouwd en bevorderen dat alle burgers (mannen en vrouwen) en andere actoren (verenigingen en NGO's) daarbij betrokken zijn en eraan deelnemen, met het doel uiteenlopende specifieke behoeften te identificeren en daar met passend beleid en maatregelen op te reageren,

nagaan of de toewijzing van middelen op passende en rechtvaardige wijze aansluit op de verschillende behoeften en verlangens van mannen en vrouwen,

erop toezien dat genderanalyses en de evaluatie van genderimpact serieus in aanmerking worden genomen in alle fasen van de begrotingsprocedure, zoals planning, vaststelling, uitvoering, toezicht en evaluatie,

overheidsbegrotingen benutten om zinvolle politieke prioriteiten vast te stellen en specifieke instrumenten, mechanismen en acties te identificeren om gelijkheid tussen mannen en vrouwen door overheidsbeleid te realiseren,

prioriteiten opnieuw definiëren en overheidsmiddelen opnieuw toewijzen zonder automatisch het totaalbedrag van een overheidsbegroting te verhogen,

de doeltreffendheid en doelmatigheid van overheidsuitgaven nagaan en daarvan verantwoording afleggen ten opzichte van de vastgestelde prioriteiten en toezeggingen, in algemene termen, en meer specifiek de inachtneming van gelijke kansen voor mannen en vrouwen bij de herverdeling van openbare middelen en diensten;

9.

benadrukt dat strategieën voor gender budgeting een interdepartementale coördinatie vergen tussen de ministeries voor de begroting, van economische zaken en van financiën enerzijds en de ministeries en/of departementen en organisaties voor gelijke kansen anderzijds, waarbij alle sectoriële bestuurders en ambtenaren moeten worden betrokken die deelnemen aan de opstelling van de begroting, om te bereiken dat het genderperspectief wordt meegenomen bij het bepalen van de inkomsten en uitgaven voor alle beleidsterreinen waarin de begroting voorziet;

10.

benadrukt dat gender budgeting-strategieën gebaseerd zijn op complexe en gediversifieerde methoden die doelen, instrumenten, acties en maatregelen omvatten die genderspecifiek zijn en samenhangen met de tenuitvoerleggingscontext; dat betekent dat gender budgeting-methodologie sociaal-economische ongelijkheden tussen mannen en vrouwen moet aanpakken naar gelang de verschillende situaties op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau, om passende maatregelen te kunnen nemen en gelijkheid tussen de seksen te verwezenlijken;

11.

verzoekt de Commissie en de lidstaten om voor alle beleidsterreinen genderspecifieke gegevens uit te werken en verder te verfijnen;

Doelstellingen

12.

verzoekt de lidstaten de impact van macro-economische en economische hervormingen op mannen en vrouwen en de tenuitvoerlegging van strategieën, mechanismen en maatregelen ter correctie van genderongelijkheden op sleutelgebieden in het oog te houden en te analyseren, met het doel om een breder economisch en sociaal kader te creëren waarin gender budgeting daadwerkelijk kan worden ingevoerd;

13.

vraagt de Commissie behulpzaam te zijn bij de oprichting van een Europees netwerk van instellingen die zich met gender budgeting bezighouden en van deskundigen/managers op dit gebied, met name vrouwen, dat aansluiting kan krijgen met het netwerk van parlementscommissies voor gelijke kansen; dat net kan bijdragen aan de ontwikkeling en verbreiding van kennis inzake methoden, processen en mechanismen rond gender budgeting, aan de uitwisseling van beste praktijken en positieve ervaringen, en aan het verschaffen aan regeringen, parlementen en begrotingsautoriteiten van een kader van beproefde acties en strategieën, door middel waarvan de nagestreefde gelijkheid tussen mannen en vrouwen kan worden geïntegreerd in alle beleidsterreinen, programma's en acties op de begroting;

14.

vraagt de Commissie, de lidstaten en de plaatselijke en regionale overheden om gender budgeting tot toepassing te brengen; wijst nogmaals op de noodzaak dat de strategie voor gender budgeting een „geparlementeerde” procedure wordt binnen het Europees Parlement en de nationale, regionale en plaatselijke parlementen of raden, met name in de toetredende landen; onderstreept in dit verband dat aan de parlementscommissies voor de vrouwenrechten hierbij een centrale rol toekomt;

15.

verzoekt de Commissie de bevindingen en beginselen in het advies van de werkgroep van het Raadgevend Comité op de EU-begroting toe te passen;

16.

verzoekt de Commissie de kennis over strategieën en methoden voor gender budgeting in alle instellingen op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau te verbreiden, door een brochure over gender budgeting uit te brengen en op ruime schaal te verspreiden, die alle potentiële betrokkenen bij begrotingsprocedures en -beleid — d.w.z. instellingen, regeringen, overheidsdiensten en bestuursinstellingen, verenigingen en NGO's — een handleiding verschaft met gegevens over doelen, strategieën, mechanismen en instrumenten voor gender budgeting;

17.

vraagt de lidstaten om de toepassing en het gebruik van instrumenten en methoden voor gender budgeting te bevorderen (met genderspecifieke statistieken opgesplitst naar geslacht, indicatoren en maatstaven voor gendergelijkheid) zodat het begrotingsbeleid voor het verwerven en uitgeven van middelen de gelijkheid tussen de seksen bevordert;

18.

verzoekt de Commissie een brede voorlichtingscampagne over gender budgeting te houden voor het grote publiek, de regeringen en nationale, regionale en plaatselijke parlementen of raden, waarbij de uit te brengen brochure over gender budgeting wordt verspreid en ervaringen met de ontwikkeling en toepassing van gender budgeting worden gepubliceerd aan de hand van de resultaten van de door de Commissie ingestelde werkgroep over gender budgeting;

19.

verzoekt de Commissie binnen twee jaar een mededeling over gender budgeting te publiceren en indicatoren of maatstaven te formuleren, waarin de resultaten van de werkgroep van deskundigen over gender budgeting in aanmerking worden genomen, om een overzicht van het proces te geven en een actiestrategie op te stellen voor de EU en de lidstaten; verzoekt daarnaast bij de tenuitvoerlegging van het tweede deel van het vijfde programma voor gelijke kansen genderbudgetbeleid op te nemen onder de doelstellingen, instrumenten en mechanismen voor de kaderstrategie voor gelijkheid, na de evaluatie halverwege de looptijd die is gepland voor december 2003;

20.

gelast zijn Begrotingscommissie gender budgeting in te voeren in de procedure voor de vaststelling van de EU-begroting met het doel in de EU een begrotingsbeleid te ontwikkelen dat rekening houdt met de genderproblematiek; gelast zijn ter zake bevoegde commissie met de taak de toepassing van gender budgeting in de EU-begroting te bevorderen en in het oog te houden met betrekking tot de vaststelling, uitwerking, tenuitvoerlegging en evaluatie van alle budgettaire beleidsmaatregelen van de EU;

*

* *

21.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie en de regeringen van de lidstaten.


(1)  PB C 364 van 18.12.2000.

(2)  http://www.unifem.org

(3)  http://www.unhchr.ch/huridocda/huridoca.nsf

(4)  http://www.thecommonwealth.org/gender

(5)  http://www.un.org/womenwatch

(6)  PB C 59 van 23.2.2001, blz. 258.

(7)  PB C 65 E van 14.3.2002, blz. 43.

(8)  P5_TA(2003)0150.

P5_TA(2003)0324

Gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de kaderverordening”) (15851/3/2002 — C5-0138/2003 — 2001/0060(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15851/3/2002 — C5-0138/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 123 (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 658 (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0219/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 1.

(2)  P5_TA(2002)0391.

(3)  PB C 103 van 30.4.2002, blz. 1.)

(4)  Nog niet in PB gepubliceerd.)

P5_TC2-COD(2001)0060

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de kaderverordening”)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verwezenlijking van het gemeenschappelijk vervoersbeleid vergt een efficiënt luchtvervoersysteem dat een veilige en reguliere uitvoering van luchtvervoersdiensten mogelijk maakt, waardoor het vrije verkeer van goederen, personen en diensten wordt bevorderd.

(2)

Tijdens de buitengewone bijeenkomst van 23 en 24 maart 2000 te Lissabon heeft de Europese Raad de Commissie verzocht voorstellen in te dienen over het beheer van het luchtruim, de luchtverkeersleiding en de regeling van de luchtverkeersstromen op basis van het werk inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim dat de door de Commissie ingestelde Groep op hoog niveau heeft verricht. Deze groep, bestaande hoofdzakelijk uit de civiele en militaire luchtvaartnavigatieautoriteiten van de lidstaten, heeft in november 2000 verslag uitgebracht.

(3)

Het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten is een taak waarmee wordt beoogd zowel de gebruikers van het luchtvervoer als de bevolking die met overvliegende vliegtuigen wordt geconfronteerd, te beschermen; derhalve moeten aan de te leveren diensten de hoogste eisen ten aanzien van verantwoordelijkheidsbesef en competentie worden gesteld.

(4)

Het initiatief om het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot stand te brengen moet worden ontwikkeld in overeenstemming met de verplichtingen die voortvloeien uit het Eurocontrollidmaatschap van de Gemeenschap en haar lidstaten alsmede met de beginselen die zijn vastgelegd in het op 7 december 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart.

(5)

Het nemen van besluiten met betrekking tot de inhoud en de reikwijdte, of uitvoering van militaire operaties en trainingen behoren niet tot de bevoegdheid van de Gemeenschap.

(6)

Het luchtruim is een beperkte hulpbron die alleen optimaal en efficiënt kan worden gebruikt als rekening wordt gehouden met de behoeften van alle gebruikers. De lidstaten moeten de civielmilitaire samenwerking versterken en, indien en voorzover dat door alle betrokken lidstaten noodzakelijk wordt geacht, de samenwerking tussen hun strijdkrachten in alle aangelegenheden op het gebied van luchtverkeersbeveiliging bevorderen.

(7)

Derhalve, en met het oog op de uitbreiding van het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot een groter aantal Europese staten, moet de Gemeenschap gemeenschappelijke doelstellingen en een actieprogramma vaststellen, waarmee de inspanningen van de Gemeenschap, de lidstaten en de verschillende economische actoren worden gebundeld om een meer geïntegreerd operationeel luchtruim, te weten het gemeenschappelijk Europees luchtruim, tot stand te brengen, waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen in Eurocontrol.

(8)

Ingeval lidstaten interveniëren om naleving van de communautaire voorschriften te verzekeren, moeten de instanties die de naleving controleren voldoende onafhankelijk zijn van de verlenersvan luchtvaartnavigatiediensten.

(9)

De luchtvaartnavigatiediensten (luchtverkeersleiding, communicatie, navigatie en plaatsbepaling) zijn vergelijkbaar met openbaar gezag, hetgeen een functionele of structurele scheiding vereist. In de diverse lidstaten zijn er grote verschillen in de rechtsvorm van de organisatie ervan.

(10)

Ingeval een onafhankelijke audit met betrekking tot de verleners van luchtvaartnavigatiediensten wordt verlangd, worden als zodanig erkend de inspecties van de Rekenkamers van de lidstaten waar deze diensten worden verleend door de overheid, of door een openbaar lichaam dat aan het toezicht van de Rekenkamer onderworpen is, ongeacht of de opgestelde verslagen al dan niet openbaar worden gemaakt.

(11)

Het is wenselijk het gemeenschappelijk Europees luchtruim uit te breiden naar derde landen in Europa, hetzij in het kader van de deelneming van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van Eurocontrol, na toetreding van de Gemeenschap tot Eurocontrol, hetzij door middel van overeenkomsten tussen de Gemeenschap en die landen.

(12)

De toetreding van de Gemeenschap tot Eurocontrol vormt een belangrijk onderdeel van de totstandbrenging van een pan-Europees luchtruim.

(13)

Bij de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim dient de Gemeenschap, waar nodig, zo nauw mogelijk samen te werken met Eurocontrol om synergie op regelgevingsgebied en een consistente aanpak te waarborgen en om duplicering tussen beide partijen te voorkomen.

(14)

Overeenkomstig de conclusies van de Groep op hoog niveau is Eurocontrol de organisatie die beschikt over de nodige deskundigheid om de Gemeenschap te ondersteunen in haar rol als regelgever. Voor onderwerpen die op het werkterrein van Eurocontrol liggen moeten daarom de uitvoeringsmaatregelen worden ontwikkeld op basis van een mandaat aan die organisatie, met inachtneming van de in een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en Eurocontrol op te nemen voorwaarden.

(15)

Voor het opstellen van de maatregelen die nodig zijn voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim is brede raadpleging van de economische en sociale belanghebbende partijen vereist.

(16)

De sociale partners moeten naar behoren worden geïnformeerd en geraadpleegd over alle maatregelen met belangrijke sociale gevolgen. Voorts dient het Comité voor de sectoriële dialoog, ingesteld bij Beschikking 98/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van comités voor de sectoriële dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau (5), te worden geraadpleegd.

(17)

Naast het Comité voor het gemeenschappelijk luchtruim dient een „Raadgevend orgaan voor de luchtvaart” te worden ingesteld dat de Commissie adviseert met betrekking tot de technische aspecten van de verwezenlijking van het gemeenschappelijk luchtruim; hiervan dienen de verenigingen van gebruikers van het luchtruim, de organisaties voor veiligheid van de luchtvaart en de producerende industrie deel uit te maken.

(18)

De prestaties op Europees niveau van het systeem van luchtvaartnavigatiediensten als geheel moeten regelmatig worden getoetst, onder handhaving van een hoog veiligheidsniveau, teneinde de doeltreffendheid van de genomen maatregelen te beoordelen en aanvullende maatregelen voor te stellen.

(19)

Er moet gezorgd worden voor een stelsel van sancties, die de veiligheid niet in gevaar mogen brengen, voor goed toezicht op de naleving en voor doeltreffende sancties tegen luchtvaartmaatschappijen en dienstverleners die de bepalingen van deze verordening overtreden.

(20)

De effecten van de ter uitvoering van deze verordening genomen maatregelen dienen te worden beoordeeld in het licht van de verslagen die de Commissie regelmatig moet indienen.

(21)

Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om bepalingen vast te stellen betreffende de organisatie van hun strijdkrachten . Derhalve moet worden voorzien in een vrijwaringsclausule om de uitoefening van deze bevoegdheid mogelijk te maken.

(22)

Op 2 december 1987 hebben het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk in Londen regelingen getroffen voor grotere samenwerking inzake het gebruik van de luchthaven van Gibraltar, in de vorm van een gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen. Deze regelingen zijn nog niet in werking getreden.

(23)

Aangezien de doelstelling van deze verordening, te weten de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, wegens het transnationale karakter ervan niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter op communautair niveau tot stand kan worden gebracht, met evenwel gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften die rekening houden met specifieke plaatselijke omstandigheden, kan de Gemeenschap overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(24)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (6),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel en werkingssfeer

1.   Het initiatief inzake de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim heeft tot doel de huidige veiligheidsnormen aan te scherpen en de algehele doeltreffendheid voor het algemeen luchtverkeer in Europa te vergroten, de capaciteit te optimaliseren, opdat wordt voorzien in de behoeften van alle gebruikers van het luchtruim en de vertragingen tot een minimum worden teruggebracht. Ter verwezenlijking van deze doelstelling beoogt deze verordening een geharmoniseerd regelgevend kader vast te stellen voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim tegen 31 december 2004.

2.    Deze verordening legt de algemene richtsnoeren voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim vast en geeft aan op welke gebieden de Gemeenschap kan optreden en welke middelen nodig zijn, wat betreft structuren, procedures en hulpbronnen, om het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot stand te brengen, daarbij rekening houdend met de defensiebehoeften van de lidstaten, alsmede met de taak van Eurocontrol die erin bestaat een pan-Europees luchtruim tot stand te brengen.

3.   De toepassing van deze verordening en van de in artikel 3 bedoelde maatregelen laat onverlet de rechten en plichten van de lidstaten voortvloeiend uit het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944.

4.   De toepassing van deze verordening en van de overeenkomstig artikel 3 te nemen maatregelen op de luchthaven van Gibraltar laat onverlet het juridisch standpunt van respectievelijk het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen.

5.   De toepassing van deze verordening en van de overeenkomstig artikel 3 te nemen maatregelen op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de regelingen neergelegd in de gezamenlijke verklaring van de ministers van buitenlandse zaken van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 in werking treden. De regeringen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk zullen de Raad van die datum van inwerkingtreding in kennis stellen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening en van de in artikel 3 bedoelde maatregelen gelden de volgende definities:

1)

luchtverkeersleidingsdienst: dienst die wordt verricht teneinde:

a)

botsingen te voorkomen:

tussen luchtvaartuigen en

tussen luchtvaartuigen en hindernissen op dat deel van het luchtvaartterrein dat is bedoeld voor het opstijgen, landen en taxiën met luchtvaartuigen, en

b)

een geordende luchtverkeersstroom tot stand te brengen en te handhaven;

2)

plaatselijke verkeersleiding: luchtverkeersleidingsdienst voor luchtvaartterreinverkeer;

3)

luchtvaartinlichtingendienst: binnen het vastgestelde bestreken gebied opgerichte dienst die verantwoordelijk is voor het verstrekken van luchtvaartinformatie en gegevens die nodig zijn voor de veiligheid, regelmaat en efficiency van luchtvaartnavigatie;

4)

luchtvaartnavigatiediensten: luchtverkeersleidingsdiensten; communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten; meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie; en luchtvaartinlichtingendiensten;

5)

„verleners van luchtvaartnavigatiediensten”: de openbare of particuliere lichamen , naar keuze van de lidstaat, die luchtvaartnavigatiediensten voor het algemeen luchtverkeer verlenen;

6)

luchtruimblok: luchtruim van vastgestelde afmetingen, in ruimte en tijd, waarbinnen luchtvaartnavigatiediensten worden verleend;

7)

luchtruimbeheer: een planningsfunctie met als belangrijkste doel een maximale benutting van beschikbaar luchtruim door dynamische time-sharing en, bij gelegenheid, scheiding van luchtruim tussen verschillende categorieën luchtruimgebruikers op basis van kortetermijnbehoeften;

8)

luchtruimgebruikers: alle luchtvaartuigen die als algemeen luchtverkeer opereren;

9)

„regeling van luchtverkeersstromen”: functie die tot doel heeft bij te dragen aan een veilige, ordelijke en vlotte doorstroming van het luchtverkeer door ervoor te zorgen dat de luchtverkeersleidingscapaciteit op veilige en efficiënte wijze wordt benut en dat het verkeersvolume verenigbaar is met de door de betrokken luchtverkeersdienstverleners afgegeven capaciteit;

10)

luchtverkeersbeveiliging: de verzameling van functies in de lucht en functies op de grond (luchtverkeersdiensten, luchtruimbeheer en regeling van luchtverkeersstromen) die nodig zijn om de veiligheid en de doeltreffendheid van de vliegtuigbewegingen in alle fasen te waarborgen;

11)

luchtverkeersdiensten: vluchtinlichtingendiensten, alarmeringsdiensten, adviesdiensten voor het luchtverkeer en luchtverkeersleiding (algemene luchtverkeersleiding, naderingsluchtverkeersleiding en plaatselijke luchtverkeersleiding);

12)

algemene luchtverkeersleiding: luchtverkeersleiding voor gecontroleerde vluchten in een luchtruimblok;

13)

naderingsluchtverkeersleiding: luchtverkeersleiding voor aankomende of vertrekkende gecontroleerde vluchten;

14)

pakket van diensten: twee of meer luchtnavigatiediensten;

15)

certificaat: door een lidstaat overeenkomstig het nationale recht afgegeven document, ongeacht de vorm, waarmee wordt bevestigd dat een verlener van luchtvaartnavigatiediensten voldoet aan de eisen voor het verlenen van een specifieke dienst;

16)

communicatiediensten: vaste en mobiele diensten ten behoeve van de luchtvaart voor grond/grond-, lucht/grond- en lucht/lucht-communicatie voor luchtverkeersleidingsdoeleinden;

17)

Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging: de verzameling van systemen, genoemd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in de Gemeenschap (de „interoperabiliteitsverordening”) (7), met inbegrip van de interfaces aan grenzen met derde landen;

18)

operationeel concept: de criteria voor het operationele gebruik van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging of een deel daarvan;

19)

onderdelen: materiële objecten, zoals apparatuur, en immateriële objecten, zoals programmatuur, waarvan de interoperabiliteit van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging afhangt;

20)

Eurocontrol: de Europese organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart, opgericht bij het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart van 13 december 1960 (8);

21)

de beginselen van Eurocontrol voor het vaststellen van de kostengrondslag voor de heffingen voor het gebruik van „en route”-faciliteiten en de berekening van de tarieven per eenheid: de in document nr. 99.60.01/01 van 1 augustus 1999 van Eurocontrol gespecificeerde beginselen;

22)

flexibel gebruik van het luchtruim: een concept van luchtruimbeheer dat wordt toegepast op het gebied van de European Civil Aviation Conference (ECAC), zoals gespecificeerd in de eerste editie van 5 februari 1996 van het door Eurocontrol uitgegeven „Airspace Management Handbook for the application of the Concept of the Flexible Use of Airspace”;

23)

vluchtinformatiegebied: een luchtruim van gegeven afmetingen waarbinnen vluchtinlichtingendiensten en alarmeringsdiensten worden verleend;

24)

vliegniveau: een vlak van constante atmosferische druk in relatie tot het referentiedrukvlak van 1013,2 hectopascals en dat van soortgelijke vlakken is gescheiden door bepaalde drukintervallen;

25)

functioneel luchtruimblok: een luchtruimblok dat berust op operationele behoeften en een afspiegeling is van de noodzaak een meer geïntegreerd beheer van het luchtruim te verzekeren, ongeacht de bestaande grenzen;

26)

algemeen luchtverkeer: alle bewegingen van burgerluchtvaartuigen, alsmede alle bewegingen van staatsluchtvaartuigen (met inbegrip van militaire, douane- en politieluchtvaartuigen), voorzover deze bewegingen worden uitgevoerd in overeenstemming met de procedures van de ICAO;

27)

ICAO: de internationale burgerluchtvaartorganisatie, opgericht bij het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944;

28)

interoperabiliteit: een geheel van functionele, technische en operationele eigenschappen die worden vereist van de systemen en onderdelen van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging en van de procedures voor de werking van het netwerk, teneinde de veilige, naadloze en efficiënte werking van het netwerk te verzekeren. Interoperabiliteit wordt bereikt door er zorg voor te dragen dat de systemen en onderdelen voldoen aan de essentiële eisen;

29)

meteorologische diensten: de faciliteiten en diensten die luchtvaartuigen voorzien van weersvoorspellingen, instructies en waarnemingen, alsmede andere door lidstaten aangeleverde meteorologische informatie en gegevens voor gebruik in de luchtvaart;

30)

navigatiediensten: de faciliteiten en diensten die luchtvaartuigen voorzien van informatie op het gebied van positionering en timing;

31)

operationele gegevens: informatie over alle vluchtfasen die nodig is voor het nemen van operationele beslissingen door verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers, exploitanten van luchthavens en andere betrokken actoren;

32)

procedure, zoals gebruikt in de context van de interoperabiliteitsverordening: een standaardmethode voor het technische of het operationele gebruik van systemen in de context van overeengekomen, gevalideerde operationele concepten die op een uniforme wijze in het gehele Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging moeten worden toegepast;

33)

ingebruikneming: eerste operationele gebruik na de initiële installatie of upgrade van een systeem;

34)

routenetwerk: een netwerk van gespecificeerde routes voor de afhandeling van de verkeersstromen van het algemeen luchtverkeer, nodig voor het verlenen van luchtverkeersleiding;

35)

routering: de gekozen route die een luchtvaartuig tijdens de vlucht moet volgen;

36)

naadloze werking: een zodanige werking van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging dat het, vanuit de optiek van de gebruiker, functioneert als ware het één systeem;

37)

„sector”: onderverdeling van het geheel van het luchtruimblok in beheersbare luchtruimdelen;

38)

plaatsbepalingsdiensten: de faciliteiten en diensten voor het bepalen van de respectieve posities van luchtvaartuigen waarmee voor een veilige separatie wordt gezorgd;

39)

systeem: het geheel van op de grond gestationeerde en zich in de lucht bevindende onderdelen, alsmede in de ruimte gestationeerde apparatuur, dat ondersteuning geeft aan luchtvaartnavigatiediensten voor alle vluchtfasen;

40)

upgrade: elke wijziging in de operationele kenmerken van een systeem.

Artikel 3

Gebieden waarop de Gemeenschap maatregelen treft

1.   Deze verordening stelt een geharmoniseerd kader vast voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim in combinatie met:

a)

Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (luchtruimverordening)  (9);

b)

Verordening (EG) nr. ..../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (luchtvaartnavigatiedienstenverordening)  (10); en

c)

Interoperabiliteitsverordening,

en met uitvoeringsbepalingen die de Commissie op basis van deze verordening en de bovenbedoelde maatregelen vaststelt.

2.   De in lid 1 bedoelde verordeningen zijn van toepassing met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 4

Nationale toezichthoudende instanties

1.   De lidstaten gaan over tot aanwijzing of instelling van een of meer organen als nationale toezichthoudende instantie belast met de taken welke krachtens deze verordening en de in artikel 3 bedoelde verordeningen aan een dergelijke instantie toekomen.

2.   De nationale toezichthoudende instanties moeten onafhankelijk zijn van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten. Deze onafhankelijkheid wordt bereikt door middel van een adequate scheiding, ten minste op functioneel niveau, tussen de nationale toezichthoudende instantie en dergelijke dienstverleners. Lidstaten zien erop toe dat de nationale toezichthoudende instanties hun bevoegdheden onpartijdig en op transparante wijze uitoefenen.

3.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de namen en adressen van de nationale toezichthoudende instanties, alsmede de veranderingen daarin, en van de maatregelen die zijn genomen om aan lid 2 te voldoen.

Artikel 5

Comité procedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité, hierna te noemen het „Single Sky Comité”, bestaande uit twee vertegenwoordigers van elke lidstaat en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. Dit comité tracht met name een evenwicht te vinden tussen de belangen van de civiele en de militaire gebruikers.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

4.   Het Single Sky Comité stelt zijn reglement van orde vast.

5.     Eurocontrol neemt met de status van waarnemer deel aan de werkzaamheden van het Comité.

Artikel 6

Raadgevend orgaan voor de luchtvaart

Naast het comité wordt een „Raadgevend orgaan voor de luchtvaart” ingesteld dat de Commissie adviseert met betrekking tot de technische aspecten van de verwezenlijking van het gemeenschappelijk luchtruim; hiervan maken de verenigingen van gebruikers van het luchtruim, de organisaties van de veiligheid van de luchtvaart en de producerende industrie deel uit.

Artikel 7

Betrekkingen met derde landen in Europa

Bij het uitwerken van de maatregelen ter uitvoering van deze verordening zet de Commissie zich er consequent voor in het gemeenschappelijk Europees luchtruim uit te breiden tot aangrenzende staten die geen lid zijn van de Gemeenschap, hetzij in het kader van bilaterale overeenkomsten met derde landen, hetzij in het kader van Eurocontrol.

Artikel 8

Uitvoeringsbepalingen

1.   Voor de uitwerking van de in artikel 3 bedoelde uitvoeringsmaatregelen die op het werkterrein van Eurocontrol liggen, verstrekt de Commissie een mandaat aan Eurocontrol, waarin de uit te voeren taken en het tijdschema daarvoor worden vastgelegd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de werkprocedures van deze organisatie, met name wat de samenwerking met en raadpleging van de betrokken partijen betreft, met inbegrip van de militaire autoriteiten. De Commissie handelt volgens de procedure van artikel 5, lid 2.

2.   Op basis van het ingevolge lid 1 verrichte werk worden besluiten over de toepassing van de resultaten van dat werk in de Gemeenschap en over de termijn voor de uitvoering daarvan genomen volgens de procedure van artikel 5, lid 3. Die besluiten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.   Onverminderd lid 2 kan de Commissie, indien Eurocontrol een krachtens lid 1 verstrekt mandaat niet kan aanvaarden, of indien de Commissie in overleg met het Comité van mening is:

a)

dat het werk gedaan op basis van zo'n mandaat, gelet op de gestelde datum, niet voldoende vooruitgang boekt, of

b)

dat de resultaten van het verrichte werk onvoldoende zijn,

volgens de procedure van artikel 5, lid 3, andere maatregelen nemen om de doelstellingen van het betreffende mandaat te verwezenlijken.

4.   Voor de opstelling van de in artikel 3 bedoelde uitvoeringsmaatregelen die buiten het werkterrein van Eurocontrol vallen, handelt de Commissie volgens de procedure van artikel 5, lid 3.

Artikel 9

Sancties

De lidstaten stellen een stelsel van sancties vast voor schendingen van de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te verzekeren dat deze sancties worden toegepast. De aldus vastgestelde sancties dienen doeltreffend en proportioneel te zijn en een ontmoedigende werking te hebben. De lidstaten houden eventueel rekening met de status van de overtreder.

Artikel 10

Raadpleging van belanghebbende partijen

De lidstaten, handelend in overeenstemming met hun nationaal recht, en de Commissie zetten raadplegingsmechanismen op om belanghebbende partijen op passende wijze te betrekken bij de realisering van het gemeenschappelijk Europees luchtruim.

Tot de belanghebbende partijen kunnen behoren:

verleners van luchtvaartnavigatiediensten;

luchtruimgebruikers;

luchthavens;

de industrie; en

belangenorganisaties van beroepspersoneel.

Raadpleging van de belanghebbende partijen heeft in het bijzonder betrekking op de ontwikkeling en de invoering van nieuwe concepten en technologieën in het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging.

Artikel 11

Prestatiebeoordeling

1.   De Commissie draagt zorg voor de bestudering en evaluatie van de prestaties van de luchtvaartnavigatie, waarbij zij gebruik maakt van de bestaande deskundigheid van Eurocontrol.

2.   Het analyseren van de ten behoeve van lid 1 verzamelde informatie heeft tot doel:

a)

de verlening van luchtvaartnavigatiediensten te kunnen vergelijken en verbeteren;

b)

de verleners van luchtvaartnavigatiediensten te ondersteunen om de vereiste diensten te verlenen;

c)

het raadplegingsproces tussen luchtruimgebruikers, verleners van luchtvaartnavigatiediensten en luchthavens te verbeteren;

d)

best practice in kaart te brengen en te bevorderen , met name door een reeks veiligheidsindicatoren vast te stellen .

3.   Onverminderd het recht van het publiek op toegang tot documenten van de Commissie, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (11), stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 5, lid 3, maatregelen vast voor de verspreiding van de in lid 2 bedoelde informatie onder de belanghebbende partijen.

Artikel 12

Toezicht, controle en methoden voor effectbeoordeling

1.   Het toezicht, de controle en de methoden voor effectbeoordeling worden gebaseerd op de regelmatige indiening door de lidstaten van verslagen over de uitvoering van de ingevolge deze verordening ondernomen acties.

2.   De Commissie evalueert geregeld de toepassing van deze verordening en de overeenkomstig artikel 3 te nemen maatregelen en brengt verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad, de eerste maal uiterlijk op ... (12). Zij kan de lidstaten daartoe om aanvullende informatie verzoeken naast de informatie uit de overeenkomstig lid 1 ingediende verslagen.

3.   Bij het opstellen van de in lid 2 bedoelde verslagen wint de Commissie het advies in van het Comité.

4.   De verslagen bevatten een beoordeling van de resultaten die zijn bereikt met de ingevolge deze verordening ondernomen acties, met inbegrip van adequate informatie over ontwikkelingen in de sector, met name betreffende economische, sociale, werkgelegenheids- en technologische aspecten, alsmede over de kwaliteit van de dienstverlening, een en ander in het licht van de oorspronkelijke doelstellingen en met het oog op toekomstige behoeften.

Artikel 13

Vrijwaringsbepalingen

Deze verordening belet een lidstaat niet de maatregelen te nemen die nodig zijn om essentiële belangen op het gebied van het veiligheidsbeleid of het defensiebeleid te beschermen. Dat zijn met name maatregelen die noodzakelijk zijn:

voor de bewaking van het luchtruim dat onder zijn verantwoordelijkheid valt, overeenkomstig regionale luchtvaartnavigatie-overeenkomsten van de ICAO, met inbegrip van het vermogen om alle luchtvaartuigen die dat luchtruim gebruiken op te sporen, te identificeren en te evalueren, in het streven om de veiligheid van de vluchten te waarborgen en actie te ondernemen om te voorzien in de behoeften inzake veiligheid en defensie;

in geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord;

in geval van oorlog of ernstige internationale spanningen die oorlogsgevaar inhouden;

om te voldoen aan internationale verplichtingen die een lidstaat is aangegaan voor het behoud van de vrede en de internationale veiligheid;

ten behoeve van militaire operaties.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 1.

(2)  PB C 241 van 7.10.2002, blz. 24.

(3)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 13.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 september 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 maart 2003(PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 1) en standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(5)  PB L 225 van 12.8.1998, blz. 27.

(6)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(7)  Zie bladzijde ... van dit Publicatieblad.

(8)  Verdrag als gewijzigd bij het Protocol van 12 februari 1981 en herzien bij het protocol van 27 juni 1997.

(9)  Zie bladzijde ... van dit Publicatieblad.

(10)  Zie bladzijde ... van dit Publicatieblad.

(11)  PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

(12)  Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

P5_TA(2003)0325

Verlening van luchtvaartnavigatiediensten ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de dienstverleningsverordening”) (15853/2/2002 — C5-0137/2003 — 2001/0235(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15853/2/2002 — C5-0137/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 564) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 658) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0225/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 16.

(2)  P5_TA(2002)0392.

(3)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 26.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC2-COD(2001)0235

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2002 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de dienstverleningsverordening”)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De lidstaten hebben, zij het elk in verschillende mate, hun nationale verleners van luchtvaartnavigatiediensten gereorganiseerd door hun een grotere mate van autonomie en meer vrijheid te schenken om diensten te verlenen. Deze nieuwe omgeving kenmerkt zich door een toenemende noodzaak om ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan minimumeisen van het algemeen belang.

(2)

Het verslag van de Groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim van november 2002 heeft bevestigd dat regels op communautair niveau nodig zijn om onderscheid te maken tussen regelgeving en dienstverlening en om een certificeringsstelsel in te voeren ter bescherming van het algemeen belang, met name op het gebied van veiligheid, en om het heffingenstelsel te verbeteren.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... („de kaderverordening”) (5) is het kader vastgesteld voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees luchtruim.

(4)

Om het gemeenschappelijk Europees luchtruim tot stand te brengen, dienen maatregelen te worden vastgesteld die een veilige en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten garanderen die strookt met de organisatie en het gebruik van het luchtruim als geregeld bij Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de organisatie en gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) (6). De totstandbrenging van een geharmoniseerde organisatie van de verlening van dergelijke diensten is van belang om op adequate wijze te kunnen voldoen aan de vraag van luchtruimgebruikers en om op een veilige en efficiënte wijze het luchtverkeer te kunnen regelen.

(5)

Het verlenen van luchtverkeersdiensten als bedoeld in deze verordening, hangt samen met het uitoefenen van overheidsbevoegdheden die geen economisch karakter hebben dat de toepassing van de mededingingsregels van het Verdrag zou kunnen rechtvaardigen.

(6)

Lidstaten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op een veilige en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten en voor de controle op naleving door verleners van luchtvaartnavigatiediensten van de op communautair niveau vastgestelde gemeenschappelijke eisen.

(7)

Lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om erkende organisaties, die technische ervaring hebben, te belasten met de controle op naleving door verleners van luchtvaartnavigatiediensten van de op communautair niveau vastgestelde gemeenschappelijke eisen.

(8)

Voor een soepele werking van het luchtvervoerssysteem zijn ook uniforme strenge veiligheidsnormen voor verleners van luchtvaartnavigatiediensten vereist.

(9)

Er moeten regelingen worden voorgesteld om het tekort aan luchtverkeersleiders te verhelpen door de procedures voor selectie, opleiding, machtigingen, evaluatie en vergunningen te verbeteren en te harmoniseren en door vergunningen wederzijds te erkennen. De Commissie dient toezicht te houden op en, waar van toepassing, steun te verlenen aan de aanwervingsprogramma's van de lidstaten.

(10)

Er moet een gemeenschappelijk stelsel tot stand worden gebracht voor het certificeren van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten, als middel om de rechten en plichten van deze dienstverleners vast te leggen, zonder daarbij afbreuk te doen aan de continuïteit van de dienstverlening. Certificaten dienen voor een periode van ten hoogste tien jaar te worden verstrekt.

(11)

De aan certificaten verbonden voorwaarden moeten objectief gerechtvaardigd zijn en niet-discriminatoir, evenredig en transparant zijn en verenigbaar zijn met de betreffende internationale normen.

(12)

De certificaten dienen wederzijds te worden erkend door alle lidstaten, zodat verleners van luchtvaartnavigatiediensten diensten kunnen verlenen in een andere lidstaat dan in die waarin zij hun certificaat hebben verkregen, zulks binnen de grenzen van de veiligheidseisen.

(13)

De verlening van communicatie-, navigatie- en plaatsbepalingsdiensten en van luchtvaartinlichtingendiensten dient te worden georganiseerd onder marktvoorwaarden, met inachtneming van de bijzondere kenmerken van deze diensten en onder handhaving van een hoog veiligheidsniveau.

(14)

Ter bevordering van de veilige afwikkeling van het luchtverkeer over de grenzen van de lidstaten heen, ten behoeve van de luchtruimgebruikers en hun passagiers, dient het certificeringsstelsel te voorzien in een kader dat lidstaten in staat stelt om verleners voor luchtverkeersdiensten aan te wijzen, ongeacht waar zij hun certificaat hebben verkregen.

(15)

Lidstaten moeten voor het gehele luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt of voor een deel daarvan, aan de hand van hun analyse van veiligheidsoverwegingen, een of meer verleners van meteorologische diensten kunnen aanwijzen, zonder dat een openbare aanbesteding moet worden georganiseerd.

(16)

Verleners van luchtvaartnavigatiediensten dienen door middel van geschikte regelingen een nauwe samenwerking tot stand te brengen en onderhouden met militaire autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor activiteiten die van invloed kunnen zijn op het algemeen luchtverkeer.

(17)

De rekeningen van alle verleners van luchtvaartnavigatiediensten dienen zo transparant mogelijk te zijn.

(18)

De invoering van geharmoniseerde beginselen en voorwaarden voor toegang tot operationele gegevens dient de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en de werkzaamheden van luchtruimgebruikers en luchthavens in een nieuwe omgeving te vergemakkelijken.

(19)

Voorwaarden gesteld aan heffingen die luchtruimgebruikers worden opgelegd dienen billijk en transparant te zijn.

(20)

Gebruikersheffingen moeten compensatie bieden voor de door verleners van luchtvaartnavigatiediensten en lidstaten geleverde faciliteiten en diensten. De hoogte van de gebruikersheffingen moet in verhouding staan tot de kosten, met inachtneming van de doelstellingen voor veiligheid en economische efficiëntie.

(21)

Bij de verlening van gelijkwaardige luchtvaartnavigatiediensten mag geen onderscheid worden gemaakt tussen luchtruimgebruikers.

(22)

Verleners van luchtvaartnavigatiediensten bieden bepaalde faciliteiten en diensten aan die rechtstreeks betrekking hebben op de bediening van vliegtuigen, en waarvan zij de kosten moeten kunnen terugverdienen krachtens het beginsel dat de gebruiker betaalt, hetgeen wil zeggen dat luchtruimgebruikers moeten betalen voor de kosten die zij op, of zo dicht mogelijk bij, het punt van gebruik veroorzaken.

(23)

Het is van belang dat de transparantie van de kosten welke dergelijke faciliteiten of diensten met zich brengen, gewaarborgd is. Alle wijzigingen in het stelsel of in de hoogte van de heffingen dienen dus aan de luchtruimgebruikers te worden uitgelegd. Dergelijke wijzigingen of investeringen die door de verleners van luchtvaartnavigatiediensten worden voorgesteld, moeten worden toegelicht als onderdeel van een informatie-uitwisseling tussen hun managementinstanties en de luchtruimgebruikers.

(24)

Er moet ruimte zijn voor een differentiatie in de heffingen die bijdraagt aan het maximaliseren van de capaciteit van het hele systeem. Financiële stimulansen kunnen een nuttige manier zijn om de invoering te versnellen van grond- of boordapparatuur die de capaciteit vergroot, om hoge prestaties te belonen of een compensatie te bieden voor het ongemak dat gepaard gaat met de keuze voor minder aantrekkelijke routes.

(25)

In het kader van het genereren van inkomsten met het oog op een redelijk rendement van het kapitaal en in direct verband met besparingen dankzij de verbetering van de efficiëntie moet het tevens mogelijk zijn een reserve op te bouwen om een plotselinge verhoging van heffingen ten laste van luchtruimgebruikers te voorkomen op tijdstippen van minder luchtverkeer.

(26)

De Commissie dient de haalbaarheid te onderzoeken van tijdelijke financiële steun voor maatregelen om de capaciteit van het Europese luchtverkeersleidingssysteem als geheel te vergroten.

(27)

De Commissie moet regelmatig, in samenwerking met Eurocontrol en met de nationale toezichthoudende instanties en luchtruimgebruikers, de wijze beoordelen waarop heffingen ten laste van luchtruimgebruikers worden vastgesteld en opgelegd.

(28)

Gezien de bijzonder gevoelige aard van informatie inzake verleners van luchtvaartnavigatiediensten, mogen de nationale toezichthoudende instanties geen informatie openbaar maken die onder het beroepsgeheim valt, ongeacht de wijze waarop een systeem voor de beoordeling en publicatie van de prestaties van die dienstverleners is georganiseerd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Doel en werkingssfeer

1.   Binnen de werkingssfeer van de kaderverordening, regelt deze verordening de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim. Het doel van deze verordening is gemeenschappelijke eisen vast te stellen voor de veilige en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten in de Gemeenschap.

2.   Deze verordening is van toepassing op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten voor algemeen luchtverkeer, in overeenstemming met en binnen de werkingssfeer van de kaderverordening.

Artikel 2

Taken van de nationale toezichthoudende instanties

1.   De in artikel 4 van de kaderverordening genoemde nationale toezichthoudende instanties zorgen voor passend toezicht op de toepassing van deze verordening, met name met betrekking tot de veilige en efficiënte dienstuitvoering door verleners van luchtvaartnavigatiediensten die diensten verlenen met betrekking tot het luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid valt van de lidstaat die de betrokken instantie heeft aangewezen of ingesteld.

2.   Daartoe organiseert elke nationale toezichthoudende instantie passende inspecties en onderzoeken om na te gaan of aan de eisen van deze verordening is voldaan. De betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten verleent hieraan zijn medewerking.

3.   Voor functionele luchtruimblokken die zich uitstrekken over het luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van meer dan één lidstaat valt, sluiten de betrokken lidstaten een overeenkomst inzake het bij dit artikel voorgeschreven toezicht op de verleners van luchtvaartnavigatiediensten die diensten verlenen met betrekking tot die functionele luchtruimblokken. Lidstaten kunnen een overeenkomst sluiten inzake het bij dit artikel voorgeschreven toezicht op de verleners van luchtvaartnavigatiediensten die diensten verlenen in een andere lidstaat dan die waar de verlener zijn belangrijkste plaats van vestiging heeft.

4.   Nationale toezichthoudende instanties treffen passende regelingen voor een nauwe onderlinge samenwerking om een adequaat toezicht te waarborgen op de verleners van luchtvaartnavigatiediensten die in het bezit zijn van een geldig certificaat van een lidstaat en die ook diensten verlenen met betrekking tot het luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van een andere lidstaat valt. Deze samenwerking omvat ook regelingen voor de behandeling van gevallen waarin niet voldaan wordt aan de geldende gemeenschappelijke eisen van artikel 6 of aan de voorwaarden van bijlage II.

Artikel 3

Erkende organisaties

1.   Nationale toezichthoudende instanties kunnen besluiten om de in artikel 2, lid 2, bedoelde inspecties en onderzoeken volledig of ten dele te delegeren aan erkende organisaties die aan de in bijlage I genoemde eisen voldoen.

2.   Een door een nationale toezichthoudende instantie verleende erkenning is binnen de Gemeenschap geldig gedurende een periode van drie jaar die kan worden hernieuwd. Nationale toezichthoudende instanties kunnen elke erkende organisatie die in de Gemeenschap is gevestigd met de uitvoering van deze inspecties en onderzoeken belasten.

Artikel 4

Veiligheidseisen

De Eurocontrol Safety Regulatory Requirements, hierna genoemd „ESARR's”, en latere wijzigingen op deze ESARR's in het kader van deze verordening, worden door de Commissie volgens de in artikel 5, lid 3, van de kaderverordening vermelde procedure vastgesteld en goedgekeurd en krachtens communautaire wetgeving verplicht gesteld. De ESARR's worden in de vorm van verwijzingen bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Vergunningverlening en opleiding van verkeersleiders

Op basis van een voorstel van de Commissie waarmee door het Europees Parlement en de Raad moet worden ingestemd, worden regelingen getroffen om het tekort aan luchtverkeersleiders en personeel voor luchtverkeersbeheer (ATM-personeel) te verhelpen door de verbetering en harmonisatie op communautair niveau van de procedures voor selectie, opleiding, machtigingen, evaluatie en vergunningen voor luchtverkeersleiders en ATM-personeel, en om de wederzijdse erkenning van vergunningen in te voeren.

HOOFDSTUK II

VOORSCHRIFTEN INZAKE DE VERLENING VAN DIENSTEN

Artikel 6

Gemeenschappelijke eisen

Er worden volgens de in artikel 5, lid 3, van de kaderverordening bedoelde procedure gemeenschappelijke eisen vastgesteld voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten. De gemeenschappelijke eisen moeten ten minste betrekking hebben op:

technische en operationele bekwaamheid en geschiktheid;

systemen en processen voor veiligheids- en kwaliteitsbeheer;

rapportages;

kwaliteit van de diensten;

financiële draagkracht;

aansprakelijkheid en verzekering;

eigendom en organisatiestructuur , met inbegrip van het vermijden van belangenconflicten ;

personeel , met inbegrip van adequate personeelsplanning voor alle categorieën personeel voor luchtverkeersbeheer ;

de niet-discriminerende toegang tot diensten van luchtruimgebruikers en het vereiste prestatieniveau van dergelijke diensten, met inbegrip van het veiligheids- en interoperabiliteitsniveau;

beveiliging.

Artikel 7

Certificering van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten

1.   De verlening van alle luchtvaartnavigatiediensten in de Gemeenschap wordt door de lidstaten gecertificeerd.

2.   Aanvragen voor certificering worden ingediend bij de nationale toezichthoudende instantie van de lidstaat waarin de aanvrager zijn belangrijkste plaats van vestiging heeft en in voorkomend geval statutair is gevestigd.

3.   Nationale toezichthoudende instanties geven certificaten af aan de verleners van luchtvaartnavigatiediensten indien deze aan de in artikel 6 bedoelde gemeenschappelijke eisen voldoen. Certificaten kunnen worden verleend voor elke in artikel 2 van de kaderverordening genoemde afzonderlijke luchtvaartnavigatiedienst of voor een bundel van dergelijke diensten, inclusief in de situatie waarin een verlener van luchtvaartnavigatiediensten, ongeacht diens juridische status, zijn eigen communicatie-, navigatie- en begeleidingssystemen bedient en in stand houdt. Certificaten voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten worden voor een periode van ten minste vijf en ten hoogste tien jaar afgegeven.

4.   In de certificaten worden de rechten en plichten van de verleners van luchtvaartnavigatiediensten aangegeven , met speciale aandacht voor de veiligheid . Aan certificering mogen alleen de voorwaarden van bijlage II verbonden zijn. Deze voorwaarden moeten

a)

objectief gerechtvaardigd, niet-discriminatoir, evenredig en transparant zijn ,

b)

het openbaar belang van luchtvaartnavigatiediensten weerspiegelen en geharmoniseerd worden,

c)

verenigbaar zijn met de toepasselijke internationale normen,

d)

samenwerking tussen dienstverleners mogelijk maken,

e)

voldoen aan de door de gebruikers verlangde kwaliteitsnormen.

5.   Niettegenstaande het bepaalde in lid 1, kunnen lidstaten toestaan dat in het onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim of een deel daarvan luchtvaartnavigatiediensten worden verleend zonder certificaat, in gevallen waarin de verlener van deze diensten de diensten hoofdzakelijk aanbiedt aan andere bewegingen van luchtvaartuigen dan aan het algemeen luchtverkeer. In deze gevallen stelt de betrokken lidstaat de Commissie en de andere lidstaten in kennis van zijn besluit en van de maatregelen die zijn genomen om maximale overeenstemming met de vastgestelde gemeenschappelijke eisen te waarborgen.

6.   Onverminderd het bepaalde in artikel 8 en afhankelijk van het bepaalde in artikel 9, verkrijgen verleners van luchtvaartnavigatiediensten met de verlening van een certificaat de mogelijkheid om hun diensten aan te bieden aan andere verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers en luchthavens in de Gemeenschap.

7.   Nationale toezichthoudende instanties zien toe op de naleving van de gemeenschappelijke eisen en van de aan de certificaten verbonden voorwaarden. Als een nationale toezichthoudende instantie vaststelt dat de houder van een certificaat niet langer aan deze eisen of voorwaarden voldoet, treft hij passende maatregelen, waarbij tegelijkertijd de continuïteit van de diensten wordt gewaarborgd. Deze maatregelen kunnen de intrekking van het certificaat omvatten.

8.   Een lidstaat erkent elk certificaat dat in een andere lidstaat is afgegeven in overeenstemming met dit artikel .

Artikel 8

Aanwijzing van verleners van luchtverkeersdiensten

1.   Lidstaten zorgen ervoor dat in het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt binnen bepaalde luchtruimblokken op exclusieve basis luchtverkeersdiensten worden verleend. Daartoe wijzen lidstaten een verlener van luchtverkeersdiensten aan die in het bezit is van een binnen de Gemeenschap geldig certificaat.

2.   Lidstaten definiëren de rechten en plichten waaraan de aangewezen dienstverleners moeten voldoen. Deze plichten kunnen voorwaarden bevatten voor het tijdig verstrekken van relevante informatie, waarmee alle bewegingen van luchtvaartuigen in het onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim kunnen worden geïdentificeerd.

3.   Lidstaten hebben de bevoegdheid om zelf een dienstverlener te kiezen, mits deze voldoet aan de eisen en voorwaarden van artikel 6 en artikel 7.

4.   Voor functionele luchtruimblokken die overeenkomstig artikel 7 van de luchtruimverordening zijn vastgesteld en die zich uitstrekken over het luchtruim waarvoor meer dan één lidstaat verantwoordelijk is, wijzen de betrokken lidstaten gezamenlijk binnen een maand na vaststelling van het luchtruimblok één of meer verleners van luchtverkeersdiensten aan.

5.   Lidstaten stellen de Commissie en de overige lidstaten onmiddellijk in kennis van alle in het kader van dit artikel genomen besluiten over de aanwijzing van verleners van luchtverkeersdiensten in specifieke luchtruimblokken binnen het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt.

Artikel 9

Aanwijzing van verleners van meteorologische diensten

1.   Lidstaten kunnen een verlener van meteorologische diensten aanwijzen om op exclusieve basis met betrekking tot het gehele onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim of een deel daarvan alle meteorologische gegevens of een deel daarvan te verstrekken; daarbij dienen zij rekening te houden met overwegingen op het gebied van de veiligheid.

2.   Lidstaten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van elk besluit in het kader van dit artikel inzake de aanwijzing van een verlener van meteorologische diensten.

Artikel 10

Betrekkingen tussen dienstverleners

1.   Verleners van luchtvaartnavigatiediensten kunnen gebruik maken van de diensten van andere dienstverleners die in de Gemeenschap gecertificeerd zijn.

2.   Verleners van luchtvaartnavigatiediensten leggen hun werkafspraken formeel vast door middel van schriftelijke overeenkomsten of daaraan gelijkwaardige juridische regelingen, waarin de specifieke verplichtingen en taken van de verschillende dienstverleners worden vastgelegd. Deze regelingen worden gemeld aan de betrokken nationale toezichthoudende instantie(s).

3.   Waar het gaat om het verlenen van luchtverkeersdiensten, is de goedkeuring van de betrokken lidstaten vereist. Waar het gaat om het verlenen van meteorologische diensten, is de goedkeuring van de betrokken lidstaten vereist indien zij overeenkomstig artikel 9, lid 1, op exclusieve basis een verlener van deze diensten hebben aangewezen.

Artikel 11

Betrekkingen met de militaire autoriteiten

1.    Lidstaten nemen in het kader van het gemeenschappelijk vervoersbeleid de noodzakelijke stappen om ervoor te zorgen dat er voor het beheer van specifieke luchtruimblokken schriftelijke overeenkomsten tussen de bevoegde civiele en militaire autoriteiten of gelijkwaardige juridische regelingen worden aangegaan.

2.     Zolang lidstaten voor de verlening van luchtverkeersdiensten voor civiel en militair luchtverkeer van verschillende entiteiten gebruik maken, houden zij de Commissie op de hoogte van de wijze waarop de samenwerking tussen die entiteiten is georganiseerd en van de maatregelen die zijn genomen om deze samenwerking te bevorderen of, indien mogelijk, deze entiteiten met elkaar te integreren.

Artikel 12

Transparantie van rekeningen

1.   Verleners van luchtvaartnavigatiediensten moeten, ongeacht hun eigendomsstructuur of rechtsvorm, hun jaarrekeningen opstellen, aan een onafhankelijke accountantscontrole onderwerpen en publiceren. Deze jaarrekeningen moeten voldoen aan de door de Gemeenschap goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen. Wanneer deze rekeningen wegens de juridische status van de dienstverlener niet volledig aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen kunnen beantwoorden, streeft de betrokken verlener ernaar om zoveel mogelijk aan deze standaarden te voldoen.

2.   In ieder geval moeten de verleners van luchtvaartnavigatiediensten een jaarverslag publiceren en worden zij regelmatig onderworpen aan een onafhankelijke accountantscontrole.

3.   Wanneer verleners van luchtvaartnavigatiediensten een bundel van diensten aanbieden, doen zij in hun interne boekhouding voor de door hen verleende luchtvaartnavigatiediensten opgave van de betrokken kosten en opbrengsten, gespecificeerd overeenkomstig de beginselen van Eurocontrol voor het vaststellen van de kostengrondslag voor de „en route”-heffingen en de berekening van de tarieven per eenheid, en houden er, waar toepasselijk, geconsolideerde rekeningen op na voor andere diensten die niet de luchtvaartnavigatie betreffen, op dezelfde wijze als verplicht zou zijn wanneer de betrokken diensten zouden zijn uitgevoerd door aparte ondernemingen.

4.   Lidstaten wijzen de bevoegde instanties aan die recht op inzage hebben in de boekhouding van dienstverleners die diensten verlenen in het onder hun verantwoordelijkheid vallende luchtruim.

5.   Lidstaten kunnen de overgangsbepalingen van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (7) toepassen op de onder de werkingssfeer van deze verordening vallende verleners van luchtvaartnavigatiediensten.

Artikel 13

Toegang tot en bescherming van gegevens

1.   Relevante operationele gegevens worden in real time uitgewisseld tussen verleners van luchtvaartnavigatiediensten onderling en tussen die dienstverleners, luchtruimgebruikers en luchthavens teneinde aan hun operationele behoeften tegemoet te komen. De gegevens worden alleen voor operationele doeleinden gebruikt.

2.   Toegang tot relevante operationele gegevens wordt op niet-discriminatoire basis verleend aan bevoegde instanties, gecertificeerde verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers en luchthavens. De aanvragers betalen zelf de kosten die hierdoor ontstaan.

3.   Gecertificeerde dienstverleners, luchtruimgebruikers en luchthavens stellen standaardvoorwaarden op voor de toegang tot hun andere relevante operationele gegevens dan de in lid 1 bedoelde. Deze standaardvoorwaarden worden goedgekeurd door de nationale toezichthoudende instanties. Waar nodig, worden gedetailleerde regels met betrekking tot dergelijke voorwaarden vastgesteld volgens de in artikel 5, lid 3, van de kaderverordening bedoelde procedure.

HOOFDSTUK III

HEFFINGENSTELSELS

Artikel 14

Algemeen

Overeenkomstig de in de artikelen 15 en 16 vermelde eisen, wordt een heffingenstelsel voor luchtvaartnavigatiediensten ontwikkeld dat bijdraagt tot meer transparantie in het vaststellen, opleggen en innen van heffingen ten laste van luchtruimgebruikers. Dit heffingenstelsel moet ook stroken met artikel 15 van het Verdrag van Chicago van 1944 inzake de internationale burgerluchtvaart en met het heffingensysteem van Eurocontrol voor „en route”-heffingen.

Artikel 15

Algemene beginselen

1.   Het heffingenstelsel is gebaseerd op de berekening van de kosten die de verleners van luchtvaartnavigatiediensten ten behoeve van luchtruimgebruikers moeten maken. Het stelsel wijst deze kosten toe aan categorieën gebruikers.

2.   De volgende beginselen worden toegepast bij het vaststellen van de kostenbasis voor de heffingen:

a)

de onder luchtruimgebruikers te verdelen kosten zijn de volledige kosten van de verlening van luchtvaartnavigatiediensten, met inbegrip van passende bedragen voor rente op kapitaalinvesteringen en afschrijving van activa, alsmede van de kosten van onderhoud, exploitatie, beheer en administratie;

b)

de kosten die in dit verband moeten worden meegenomen, zijn die welke geraamd zijn voor de faciliteiten en diensten die zijn voorzien en worden uitgevoerd in het kader van het ICAO Regional Air Navigation Plan, Europese regio. Hieronder kunnen ook de kosten vallen van de nationale toezichthoudende instanties en/of erkende organisaties, alsmede andere kosten die door de betrokken lidstaat en dienstverlener zijn gemaakt voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten;

c)

de kosten van de verschillende luchtvaartnavigatiediensten moeten apart worden aangeduid, zoals bepaald in artikel 12, lid 3;

d)

kruissubsidiëring tussen verschillende luchtvaartnavigatiediensten is toegestaan, mits het duidelijk kenbaar wordt gemaakt;

e)

de transparantie van de kostenbasis voor de heffingen moet worden gegarandeerd . Uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld voor de verstrekking door de dienstverleners van informatie, met behulp waarvan de prognoses, werkelijke kosten en inkomsten van een dienstverlener kunnen worden beoordeeld. Er moet regelmatig informatie worden uitgewisseld tussen de nationale toezichthoudende instanties, dienstverleners, luchtruimgebruikers, de Commissie en Eurocontrol.

3.   Onverminderd de Eurocontrolregeling inzake „en route”-heffingen, voldoen lidstaten bij de vaststelling van heffingen overeenkomstig lid 2 aan de volgende beginselen:

a)

heffingen voor de beschikbaarheid van luchtvaartnavigatiediensten worden vastgesteld onder nietdiscriminatoire voorwaarden. Bij het opleggen van heffingen aan de verschillende luchtruimgebruikers voor het gebruik van dezelfde dienst mag geen onderscheid worden gemaakt op grond van nationaliteit of categorie luchtruimgebruiker;

b)

vrijstelling van bepaalde gebruikers, met name lichte luchtvaartuigen en staatsluchtvaartuigen, kan worden toegestaan, mits de kosten van een dergelijke vrijstelling niet op andere gebruikers worden afgewenteld;

c)

luchtvaartnavigatiediensten mogen voldoende inkomsten genereren die alle directe en indirecte bedrijfskosten te boven gaan en die voorzien in een redelijk rendement van het kapitaal, zodat kan worden bijgedragen aan noodzakelijke verbeteringen van kapitaal;

d)

heffingen geven de kosten weer die zijn verbonden aan de luchtvaartnavigatiediensten en aan faciliteiten die aan de luchtruimgebruikers ter beschikking worden gesteld, rekening houdend met het draagkrachtprincipe dat voor de verschillende betrokken types luchtvaartuigen geldt;

e)

heffingen moeten de veilige , doeltreffende en efficiënte verlening van luchtvaartnavigatiediensten tegen de laagst mogelijke kosten en een geïntegreerde dienstverlening bevorderen . Zij kunnen voorzien in prikkels in de vorm van financiële voor- en nadelen voor verleners van luchtvaartnavigatiediensten en/of luchtruimgebruikers. Zij kunnen ook voorzien in inkomsten voor projecten die beogen specifieke categorieën gebruikers en/of verleners van luchtvaartnavigatiediensten bij te staan teneinde collectieve luchtvaartnavigatie-infrastructuren, de verlening van de luchtvaartnavigatiediensten en het gebruik van het luchtruim te verbeteren. Kruissubsidiëring tussen verschillende luchtvaartnavigatiediensten is alleen in uitzonderingsgevallen toegestaan en moet dan duidelijk kenbaar worden gemaakt.

4.   De uitvoeringsmaatregelen op de onder de leden 1, 2 en 3 vallende gebieden worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.

Artikel 16

Beoordeling van de heffingen

1.   De Commissie draagt zorg voor een voortdurende beoordeling van de mate waarin de heffingen aan de in de artikelen 14 en 15 genoemde beginselen en voorschriften voldoen, een en ander in samenwerking met de lidstaten. De Commissie tracht de nodige mechanismen vast te stellen om gebruik te kunnen maken van de deskundigheid bij Eurocontrol.

2.   Op verzoek van één of meer lidstaten die van mening is/zijn dat de beginselen en voorschriften niet naar behoren zijn toegepast, dan wel op eigen initiatief, onderzoekt de Commissie elke bewering dat deze beginselen en/of voorschriften niet worden nageleefd of toegepast. Binnen twee maanden na ontvangst van een verzoek neemt de Commissie, na de betrokken lidstaat gehoord te hebben en na raadpleging van het Single Sky Comité volgens de in artikel 5, lid 2, van de kaderverordening bedoelde procedure, een besluit over de wijze waarop de artikelen 14 en 15 zijn toegepast en beslist zij of de praktijk in kwestie mag worden voortgezet.

3.   De Commissie richt haar besluit tot de betrokken lidstaten en stelt de dienstverlener daarvan in kennis, voorzover deze wettelijk betrokken partij is. Elke lidstaat kan het besluit van de Commissie binnen één maand aan de Raad voorleggen. De Raad kan binnen één maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 17

Aanpassing aan technische vooruitgang

1.   Om de maatregelen in overeenstemming te brengen met technische ontwikkelingen, kunnen volgens de in artikel 5, lid 3, van de kaderverordening bedoelde procedure de bijlagen worden aangepast.

2.   De Commissie maakt de op basis van deze verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregelen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 18

Vertrouwelijkheid

1.   Nationale toezichthoudende instanties, handelend conform hun nationale wetgeving, noch de Commissie maken vertrouwelijke informatie bekend, in het bijzonder informatie over de dienstverleners, hun zakelijke relaties of hun kostencomponenten.

2.   Lid 1 laat onverlet het recht van openbaarmaking van nationale toezichthoudende instanties, indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak, in welk geval de openbaarmaking van informatie evenredig moet zijn en rekening moet houden met de gewettigde belangen van verleners van luchtvaartnavigatiediensten inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

3.   Bovendien staat lid 1 niet in de weg aan openbaarmaking van informatie die geen informatie van vertrouwelijke aard bevat over de voorwaarden en prestaties van de dienstverlening.

Artikel 19

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 26 .

(2)  PB C 241 van 7.10.2002, blz. 24.

(3)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 13.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 september 2002(nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 maart 2003(PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 16) en standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(5)  Zie blz. ... van dit Publicatieblad.

(6)  Zie blz. .... van dit Publicatieblad.

(7)  PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.

BIJLAGE I

EISEN VOOR ERKENDE ORGANISATIES

De erkende organisatie:

moet met documenten kunnen onderbouwen een ruime ervaring te hebben in de beoordeling van publieke en private entiteiten in de luchtvervoerssectoren, met name van verleners van luchtvaartnavigatiediensten, en in andere vergelijkbare sectoren op één of meer van de onder deze verordening vallende gebieden;

moet beschikken over uitgebreide regels en voorschriften voor de periodieke beoordeling van de bovengenoemde entiteiten, die worden gepubliceerd en voortdurend worden aangepast en verbeterd door middel van research en development programma's ;

mag niet worden gecontroleerd door verleners van luchtvaartnavigatiediensten, beheersinstanties van luchthavens of anderen die commercieel zijn betrokken bij de verlening van luchtvaartnavigatiediensten of bij luchtvervoersdiensten;

moet beschikken over het nodige technische, leidinggevende, ondersteunende en onderzoekpersoneel dat in overeenstemming is met de uit te voeren taken;

moet op zodanige wijze worden beheerd en bestuurd dat de vertrouwelijkheid van de voor het bestuur vereiste informatie gewaarborgd is;

moet bereid zijn de betrokken nationale toezichthoudende instantie relevante informatie te verstrekken;

moet zijn beleid en doelstellingen inzake kwaliteit en betrokkenheid daarbij hebben gedefinieerd en met documenten hebben onderbouwd en ervoor gezorgd hebben dat dit beleid op alle niveaus van de organisatie begrepen wordt, wordt uitgevoerd en wordt nageleefd;

moet een doelmatig intern kwaliteitssysteem hebben ontwikkeld, geïmplementeerd en naleven, dat gebaseerd is op toepasselijke onderdelen van internationaal erkende kwaliteitsnormen en dat in overeenstemming is met EN 45004 (keuringsinstanties) en EN 29001, als vertolkt door de IACS Quality System Certification Scheme Requirements;

moet zijn kwaliteitssysteem laten certificeren door een onafhankelijke auditinstantie die erkend wordt door de autoriteiten van de lidstaat waar deze gevestigd is.

BIJLAGE II

VOORWAARDEN DIE AAN CERTIFICATEN MOETEN WORDEN VERBONDEN

1.

Op de certificaten wordt vermeld:

a)

de nationale toezichthoudende instantie die het certificaat afgeeft;

b)

de aanvrager (naam en adres);

c)

de gecertificeerde diensten;

d)

een verklaring ertoe strekkende dat de aanvrager voldoet aan de in artikel 6 bedoelde gemeenschappelijke eisen;

e)

de datum van afgifte en de geldigheidsduur van het certificaat.

2.

Aanvullende voorwaarden die aan de certificaten verbonden zijn kunnen in voorkomend geval betrekking hebben op:

a)

de operationele specificaties voor de afzonderlijke diensten;

b)

de datum waarop de diensten moeten worden verleend;

c)

de verschillende bedieningsapparatuur die in de specifieke dienst(en) moet worden gebruikt;

d)

scheiding van of beperking in het uitvoeren van een dienst of van diensten die geen betrekking heeft of hebben op de verlening van luchtvaartnavigatiediensten;

e)

met de dienst(en) verband houdende overeenkomsten, akkoorden of andere regelingen tussen de dienstverlener(s) en een derde partij;

f)

verstrekking van informatie die redelijkerwijs vereist is voor het toezicht op het voldoen van de dienst(en) aan de gemeenschappelijke eisen, inclusief plannen, financiële en operationele gegevens, en belangrijke wijzigingen in het soort en/of de reikwijdte van de aangeboden luchtvaartnavigatiediensten;

g)

andere wettelijke voorwaarden die niet specifiek zijn voor luchtvaartnavigatiediensten, zoals voorwaarden voor de opschorting of intrekking van het certificaat.

P5_TA(2003)0326

Gemeenschappelijk Europees luchtruim ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”) (15852/3/2002 — C5-0139/2003 — 2001/0236(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15852/3/2002 — C5-0139/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 564) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 658) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0225/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 11.

(2)  P5_TA(2002)0393.

(3)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 35.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC2-COD(2001) 0236

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2002 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de luchtruimverordening”)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim vergt een geharmoniseerde aanpak van de regelgeving voor de organisatie en het gebruik van het luchtruim.

(2)

Het verslag van de Groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim van november 2000 bevestigt dat het nodig is om op communautair niveau regels te ontwikkelen om het luchtruim op Europese basis in te richten, te reguleren en strategisch te beheren en om de regeling van luchtverkeersstromen te verbeteren.

(3)

In de mededeling van de Commissie van 30 november 2001 over de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim wordt aangedrongen op een structurele hervorming waardoor de totstandkoming van het gemeenschappelijk Europees luchtruim mogelijk wordt, door een geïntegreerd beheer van het luchtruim en de ontwikkeling van nieuwe concepten en procedures voor luchtverkeersbeveiliging.

(4)

Bij Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... („de kaderverordening”) (5) is het kader vastgesteld voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees luchtruim.

(5)

In artikel 1 van het in 1944 te Chicago ondertekende Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart erkennen de verdragsluitende Staten dat „elke staat de volledige en uitsluitende soevereiniteit heeft over het luchtruim boven zijn grondgebied”. De lidstaten van de Gemeenschap oefenen in het kader van die soevereiniteit hun publieke bevoegdheden uit bij het geven van luchtverkeersleiding, conform de geldende internationale verdragen.

(6)

Het luchtruim is een gemeenschappelijke hulpbron waarvan op flexibele wijze gebruik moet worden gemaakt door alle gebruikers, met zekerstelling van billijkheid en transparantie, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van de lidstaten inzake beveiliging en defensie en met hun verplichtingen binnen internationale organisaties.

(7)

Een efficiënt beheer van het luchtruim is van fundamenteel belang voor verhoging van de capaciteit van het luchtverkeersdienstensysteem, om optimaal tegemoet te kunnen komen aan de behoeften van de verschillende gebruikers en om het hoogst mogelijke flexibel gebruik van het luchtruim te kunnen realiseren.

(8)

Uit de activiteiten van Eurocontrol blijkt dat het niet realistisch is om het routenetwerk en de luchtruimstructuur geïsoleerd te willen ontwikkelen, aangezien elke afzonderlijke staat integraal deel uitmaakt van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, zowel binnen als buiten de Gemeenschap.

(9)

Er moet een gemeenschappelijk luchtruim tot stand worden gebracht voor algemeen en-route luchtverkeer in het hoger luchtruim; de interface tussen het hoger luchtruim en het lager luchtruim moet dienovereenkomstig worden bepaald.

(10)

Een Europees vluchtinformatiegebied voor het hoger luchtruim, dat onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten valt binnen de werkingssfeer van deze verordening, moet gezamenlijke planning en publicatie van luchtvaartinlichtingen bevorderen, zodat regionale knelpunten worden weggenomen.

(11)

Luchtruimgebruikers worden geconfronteerd met uiteenlopende voorwaarden van toegang tot en van bewegingsvrijheid binnen het communautaire luchtruim. Dit is te wijten aan het gebrek aan harmonisatie in de classificatie van het luchtruim.

(12)

De herindeling van het luchtruim moet uitgaan van operationele behoeften, ongeacht de bestaande grenzen. Het concept voor de instelling van uniforme, functionele luchtruimblokken dient door Eurocontrol te worden uitgewerkt.

(13)

Het is van wezenlijk belang dat een gemeenschappelijk, geharmoniseerde luchtruimstructuur van routes en sectoren tot stand komt, dat de huidige en toekomstige organisatie van het luchtruim wordt gebaseerd op gemeenschappelijke beginselen, en dat het luchtruim wordt ingericht en beheerd overeenkomstig geharmoniseerde regels.

(14)

Het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim moet effectief worden toegepast; het gebruik van luchtruimsectoren moet worden geoptimaliseerd, met name in piektijden voor het algemeen luchtvaartverkeer en in de gedeelten van het luchtruim met een grote verkeersdichtheid, door samenwerking tussen lidstaten met betrekking tot het gebruik van die sectoren voor militaire operaties en trainingen. Daarom moeten de nodige middelen worden vrijgemaakt voor een doeltreffende implementatie van het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim, rekening houdend met zowel de civiele als de militaire behoeften.

(15)

Verschillen in de organisatie van de civiel-militaire samenwerking in de Gemeenschap beperken een uniform en efficiënt beheer van het luchtruim en het doorvoeren van veranderingen. Het welslagen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim hangt af van een effectieve samenwerking tussen de civiele en militaire autoriteiten, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de lidstaten op defensiegebied.

(16)

Garanties voor militaire operaties en trainingen moeten worden gesteld voorzover de toepassing van gemeenschappelijke beginselen en criteria afbreuk doet aan de veilige en efficiënte uitvoering ervan.

(17)

Er moeten adequate maatregelen worden genomen om de effectiviteit van de regeling van luchtverkeersstromen te verbeteren, met als doel om bestaande operationele eenheden, waaronder de Central Flow Management Unit van Eurocontrol, te ondersteunen, teneinde efficiënte vluchtoperaties te garanderen.

(18)

Er moet worden nagedacht over de uitbreiding van de concepten voor het hoger luchtruim naar het lager luchtruim,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMEEN

Artikel 1

Doel en werkingssfeer

1.   Binnen de werkingssfeer van de kaderverordening, regelt deze verordening de organisatie en het gebruik van het luchtruim in het Gemeenschappelijk Europees Luchtruim. Deze verordening heeft ten doel het concept van een gemeenschappelijk operationeel luchtruim in het kader van het gemeenschappelijk vervoersbeleid te ondersteunen en gemeenschappelijke procedures vast te stellen voor inrichting, planning en beheer, opdat een efficiënte en veilige werking van de luchtverkeersbeveiliging kan worden verzekerd.

2.   Het luchtruim moet op zodanige wijze worden gebruikt dat de exploitatie van luchtvaartnavigatiediensten als samenhangend en consistent geheel wordt ondersteund overeenkomstig Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten binnen het gemeenschappelijk Europees luchtruim („de dienstverleningsverordening”) (6).

3.   Deze verordening is van toepassing op het luchtruim in de EUR- en AFI-gebieden van ICAO waar lidstaten verantwoordelijk zijn voor de verlening van luchtverkeersdiensten overeenkomstig de dienstverleningsverordening. De lidstaten kunnen deze verordening ook toepassen op het luchtruim dat in andere ICAO-gebieden onder hun verantwoordelijkheid valt, mits zij de Commissie en de overige lidstaten daarvan in kennis stellen.

4.   De vluchtinformatiegebieden die vallen binnen het luchtruim waarop deze verordening van toepassing is, worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

HOOFDSTUK II

LUCHTRUIMARCHITECTUUR

Artikel 2

Scheidingsniveau

De scheiding tussen het hoger en het lager luchtruim wordt vastgesteld op vliegniveau 285.

Tot afwijkingen in het scheidingsniveau die gerechtvaardigd zijn op grond van operationele eisen kan worden besloten in overeenstemming met de betrokken lidstaten volgens de procedure van artikel 5, lid 3, van de kaderverordening.

Artikel 3

Europees vluchtinformatiegebied voor het hoger luchtruim (EUIR)

1.   De Gemeenschap en haar lidstaten zorgen uiterlijk ... (7) voor de instelling en erkenning door ICAO van een Europees vluchtinformatiegebied voor het hoger luchtruim. Daartoe legt de Commissie, voor de aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen, overeenkomstig artikel 300 van het Verdrag een aanbeveling voor aan de Raad.

2.   Het Europees vluchtinformatiegebied voor het hoger luchtruim wordt op zodanige wijze ingericht dat het het luchtruim bestrijkt dat overeenkomstig artikel 1, lid 3, onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten valt en kan ook luchtruim omvatten van derde landen in Europa.

3.   De instelling van het EUIR laat onverlet de verantwoordelijkheid van lidstaten om overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de dienstverleningsverordening verleners van luchtverkeersdiensten aan te wijzen voor het luchtruim dat onder hun verantwoordelijkheid valt.

4.   Lidstaten behouden hun verantwoordelijkheden tegenover ICAO binnen de geografische grenzen van de vluchtinformatiegebieden voor het hoger luchtruim en vluchtinformatiegebieden die door ICAO aan hen zijn toegewezen op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

5.   Onverminderd de publicatie van luchtvaartinlichtingen door de lidstaten en op een wijze die consistent is met het publiceren hiervan coördineert de Commissie in nauwe samenwerking met Eurocontrol de ontwikkeling van één enkele publicatie van luchtvaartinlichtingen met betrekking tot het EUIR, met inachtneming van de ICAO-eisen ter zake.

Artikel 4

Europees vluchtinformatiegebied voor het lager luchtruim

Binnen vijf jaar na de totstandbrenging van het EUIR breiden het Europees Parlement en de Raad, op voorstel van de Commissie, het in artikel 3, lid 1 bedoelde concept uit met de totstandbrenging van een Europees vluchtinformatiegebied voor het lager luchtruim.

Artikel 5

Luchtruimclassificatie

De Commissie en de lidstaten wijzen het EUIR aan in overeenstemming met een geharmoniseerde luchtruimclassificatie, met het oog op zekerstelling van een naadloze verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het kader van het gemeenschappelijk Europees luchtruim , waarbij één enkele omgevingscategorie wordt ingesteld waarin alle luchtverkeer bekend is bij de verrichters van luchtverkeersdiensten, zowel wat betreft positie als vluchtintentie . Deze gemeenschappelijke aanpak is gebaseerd op een vereenvoudigde toepassing van de luchtruimclassificatie, zoals deze overeenkomstig de ICAO-normen is gedefinieerd in de luchtruimstrategie van Eurocontrol voor de staten van de European Civil Aviation Conference.

De nodige uitvoeringsmaatregelen op dit gebied worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.

Artikel 6

Herindeling van het hoger luchtruim

1.   Om een zo groot mogelijke capaciteit van en doeltreffendheid in het netwerk voor luchtverkeersbeveiliging binnen het gemeenschappelijk Europees luchtruim te realiseren, en met het oog op handhaving van een hoog veiligheidsniveau, vindt een herindeling van het hoger luchtruim plaats in functionele luchtruimblokken.

2.   Voor de functionele luchtruimblokken geldt onder meer:

a)

dat zij worden onderbouwd vanuit veiligheidsoverwegingen;

b)

dat zij een optimaal gebruik van het luchtruim mogelijk maken, waarbij rekening wordt gehouden met luchtverkeersstromen;

c)

dat zij hun rechtvaardiging vinden in een toegevoegde waarde over de gehele linie, met inbegrip van een optimaal gebruik van technische en personele middelen, op basis van kosten-batenanalyses;

d)

dat zij een vlotte en flexibele overdracht garanderen van verantwoordelijkheid voor de luchtverkeersleiding tussen luchtverkeersleidingscentra;

e)

dat zij garanderen dat de configuratie van het hoger luchtruim aansluit op die van het lager luchtruim;

f)

dat zij voldoen aan voorwaarden die voortvloeien uit regionale overeenkomsten die binnen ICAO zijn gesloten, en

g)

dat zij regionale overeenkomsten eerbiedigen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening van kracht zijn, in het bijzonder de overeenkomsten waarbij derde landen in Europa zijn betrokken.

3.   Gemeenschappelijke algemene beginselen voor de instelling en wijziging van functionele luchtruimblokken worden ontwikkeld volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.

4.   Een functioneel luchtruimblok wordt uitsluitend ingesteld bij onderlinge overeenstemming tussen alle lidstaten die verantwoordelijk zijn voor een deel van het luchtruim in het blok, dan wel bij een verklaring van één lidstaat indien het luchtruim in het blok volledig onder zijn verantwoordelijkheid valt. De lidstaat (lidstaten) in kwestie handelt (handelen) uitsluitend na raadpleging van belanghebbende partijen, met inbegrip van de Commissie en de andere lidstaten.

5.   Indien een functioneel luchtruimblok luchtruim betreft dat volledig of gedeeltelijk onder de verantwoordelijkheid van twee of meer lidstaten valt, bevat de overeenkomst waarbij het blok wordt ingesteld de nodige bepalingen over de wijze waarop het blok kan worden gewijzigd en de wijze waarop een lidstaat zich uit het blok kan terugtrekken, met inbegrip van overgangsregelingen.

6.     Bij geschillen tussen twee of meer lidstaten ten aanzien van de vaststelling van een grensoverschrijdend functioneel luchtruimblok wordt overeenkomstig de procedure van artikel 5, lid 3 van de dienstverleningsverordening en op basis van de in lid 2 genoemde criteria en de in lid 3 genoemde gemeenschappelijke algemene beginselen een definitief besluit genomen.

7.   De in de leden 4 en 5 bedoelde besluiten worden aan de Commissie meegedeeld met het oog op bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. In die bekendmaking wordt de datum vermeld waarop het besluit in kwestie van kracht wordt.

Artikel 7

Uniform ontwerp van het luchtruim

De structurering, indeling en categorisering van het luchtruim alsmede de routeplanning zijn gebaseerd op een uniform, efficiënt en doeltreffend ontwerpproces in het kader van het overeengekomen operationele concept en vinden centraal plaats.

Artikel 8

Geoptimaliseerd route- en sectorontwerp in het hoger luchtruim

1.   Er worden gemeenschappelijke beginselen en criteria voor route- en sectorontwerp vastgesteld om te zorgen voor een veilig, economisch doeltreffend en milieuvriendelijk gebruik van het luchtruim. Sectorontwerp moet coherent zijn onder meer met routeontwerp.

2.   De uitvoeringsmaatregelen op de door lid 1 bestreken gebieden worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.

3.   Voor besluiten over de instelling of wijziging van routes en sectoren is de goedkeuring vereist van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het luchtruim waarop dergelijke besluiten van toepassing zijn.

Artikel 9

Samenhang met het ontwerp van het lagere luchtruim

Op basis van de in artikel 6, lid 2, genoemde criteria inzake het concept van de functionele luchtruimblokken worden de planning en het ontwerp van het lagere luchtruim zodanig geharmoniseerd dat dit samenhang vertoont met het hogere luchtruim, zulks volgens de procedure van artikel 8 van de dienstverleningsverordening. Het concept wordt uitgebreid door soortgelijke blokken tot stand te brengen in het lagere luchtruim, in het bijzonder om grensoverschrijdende problemen voor korte tot middellange vluchten te kunnen aanpakken.

HOOFDSTUK III

FLEXIBEL GEBRUIK VAN HET LUCHTRUIM IN HET GEMEENSCHAPPELIJK EUROPEES LUCHTRUIM

Artikel 10

Civiel/militaire samenwerking

1.   Rekening houdend met de organisatie van de militaire aspecten die onder hun verantwoordelijkheid vallen, zorgen lidstaten voor de uniforme toepassing in het gemeenschappelijk Europees luchtruim van het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim, zoals dat door de ICAO is omschreven en door Eurocontrol is ontwikkeld, opdat het beheer van het luchtruim en de luchtverkeersbeveiliging binnen het kader van het gemeenschappelijk vervoersbeleid wordt bevorderd.

2.    De lidstaten werken aan de volledige integratie van het civiele en militaire luchtruim- en verkeersstromenbeheer. Civiele en militaire verrichters van luchtvaartnavigatiediensten wisselen gegevens uit in het kader van de in artikel 10 van de dienstverleningsverordening bedoelde overeenkomsten.

3.    Behoudens de algemene voorwaarden voor het luchtverkeersstromenbeheer, zoals omschreven in artikel 12, worden volgens de procedure van artikel 8 van de dienstverleningsverordening criteria vastgesteld voor:

a)

het gebruik van gescheiden luchtruim, met inbegrip van factoren voor de vaststelling van horizontale en verticale uitbreidingen, de locatie van dat luchtruim, en de onderverdeling ervan in functionele elementen die op verzoek kunnen worden geactiveerd;

b)

de toepassing van het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim.

4.     De lidstaten zorgen voor de volledige integratie van de luchtdefensie in het luchtruimbeheer, teneinde een volledige benutting van het luchtruim mogelijk te maken in het kader van bepaalde overeengekomen voorwaarden en regelingen, rekening houdend met de vereisten van de nationale veiligheid.

5.     Onverminderd internationale overeenkomsten en verdragen waarbij de Gemeenschap partij is, kunnen de lidstaten, teneinde te zorgen voor de veiligheid in de burgerluchtvaart, de indiening van een vluchtplan verlangen voor alle militaire vluchten die het luchtruim betreden waarvoor zij verleners van luchtverkeersdiensten hebben aangewezen overeenkomstig artikel 8 van de dienstverleningsverordening, ongeacht de herkomst of de bestemming van de vlucht.

Artikel 11

Tijdelijke opschorting

1.   In gevallen waarin de toepassing van artikel 10 tot aanzienlijke operationele moeilijkheden leidt, kunnen de lidstaten de toepassing daarvan tijdelijk opschorten, mits zij de Commissie en de overige lidstaten daarvan onverwijld in kennis stellen.

2.     Overeenkomstig artikel 12 van de dienstverleningsverordening dienen de lidstaten de nodige informatie over de vraag naar en het daadwerkelijk gebruik van luchtruim dat om militaire redenen tot verboden gebied is verklaard, is gesloten of is beperkt, bij de Commissie in voor verdere analyse en publicatie.

3.   Na de instelling van een tijdelijke opschorting kunnen voor het luchtruim dat onder de verantwoordelijkheid van de betrokken lidstaat of lidstaten valt, aanpassingen worden uitgewerkt in de krachtens de toepassing van artikel 10, lid 3, vastgestelde maatregelen volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.

Artikel 12

Regeling van luchtverkeersstromen

1.   Er worden volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening, uitvoeringsmaatregelen vastgesteld voor de regeling van luchtverkeersstromen, teneinde de beschikbare capaciteit voor het gebruik van het luchtruim te optimaliseren en de processen rondom de regeling van luchtverkeersstromen te verbeteren. Deze maatregelen moeten als uitgangspunt hebben transparantie en efficiency, opdat capaciteit op flexibele en efficiënte wijze beschikbaar wordt gesteld in lijn met de aanbevelingen van het ICAO Regional Air Navigation Plan, European Region.

2.   De uitvoeringsbepalingen ondersteunen de operationele besluitvorming van verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchthavenexploitanten en luchtruimgebruikers en bestrijken de volgende gebieden:

a)

vluchtplanning;

b)

gebruik van beschikbare luchtruimcapaciteit tijdens alle fasen van de vlucht, met inbegrip van de slottoewijzing; en

c)

routegebruik door het algemeen luchtverkeer, met inbegrip van

de ontwikkeling van één enkele publicatie voor routes en verkeersoriëntering,

opties voor de omleiding van het algemeen luchtverkeer weg van gebieden waar congestie optreedt, en

voorrangsregels voor toegang tot het luchtruim voor het algemeen luchtverkeer, met name in tijden van congestie en crisis.

HOOFDSTUK IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 35.

(2)  PB C 241 van 7.10.2002, blz. 24.

(3)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 13.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 september 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 maart 2003(PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 11) en standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(5)  Zie blz. ... van dit Publicatieblad.

(6)  Zie blz. ...van dit Publicatieblad.

(7)  Vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

P5_TA(2003)0327

Luchtverkeersbeveiliging ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging („de interoperabiliteitsverordening”) (15854/3/2002 — C5-0140/2003 — 2001/0237(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15854/3/2002 — C5-0140/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 564) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 658) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0225/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 26.

(2)  P5_TA(2002)0394.

(3)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 41.

(4)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC2-COD(2001)0237

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (de interoperabiliteitsverordening)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, moeten maatregelen worden goedgekeurd met betrekking tot systemen, onderdelen en bijbehorende procedures, met als doel om te zorgen voor de interoperabiliteit van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, in lijn met de levering van luchtvaartnavigatiediensten zoals bepaald in Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de dienstverleningsverordening) (5) en met de organisatie en gebruik van het luchtruim zoals bepaald in Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (de luchtruimverordening) (6).

(2)

Het verslag van de groep op hoog niveau inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim bevestigt de behoefte om een technische verordening tot stand te brengen op basis van de „nieuwe aanpak”, overeenkomstig de resolutie van de Raad van 7 mei 1985 inzake een nieuwe aanpak van technische harmonisatie en normen  (7), waarin essentiële eisen, regels en normen complementair en samenhangend zijn.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad van ... („de kaderverordening”) (8) is het kader vastgesteld voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijk Europees luchtruim.

(4)

Het verslag van de groep op hoog niveau heeft bevestigd dat de laatste jaren weliswaar vooruitgang is geboekt op weg naar een naadloze werking van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, maar dat de situatie nog steeds onbevredigend is, met een laag niveau van integratie tussen nationale luchtverkeersleidingssystemen en een trage invoering van nieuwe operationele en technologische concepten die nodig zijn om de nodige extra capaciteit te leveren.

(5)

Verhoging van het niveau van integratie op communautair niveau zou leiden tot grotere efficiency en lagere kosten voor aankopen en onderhoud, en tot een betere operationele coördinatie.

(6)

Het feit dat bij aankopen voornamelijk nationale technische specificaties worden gehanteerd, heeft geleid tot een versnippering van de markt voor systemen en heeft de industriële samenwerking op communautair niveau niet bevorderd. Tengevolge daarvan is met name de industrie getroffen, aangezien zij haar producten voor elke nationale markt aanzienlijk moet aanpassen. Deze praktijken maken de ontwikkeling en invoering van nieuwe technologie onnodig moeilijk en vertragen de invoering van nieuwe operationele concepten die nodig zijn om de capaciteit te vergroten.

(7)

Het is daarom in het belang van allen die betrokkenen zijn bij de luchtverkeersbeveiliging om een nieuwe, op deelgenootschap berustende aanpak te ontwikkelen, die een evenwichtige betrokkenheid van alle partijen mogelijk maakt en creativiteit en het delen van kennis, ervaringen en risico's stimuleert; dit deelgenootschap moet erop gericht zijn om in samenwerking met de industrie een samenhangende verzameling van communautaire specificaties vast te stellen die kan voldoen aan de grootst mogelijke scala van behoeften.

(8)

De interne markt is een doelstelling van de Gemeenschap en derhalve moeten maatregelen die krachtens deze verordening worden genomen bijdragen aan de toenemende ontwikkeling van de markt in die sector.

(9)

Het is daarom wenselijk om essentiële eisen vast te stellen die van toepassing zijn op het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging en op de systemen, onderdelen en bijbehorende procedures daarvan.

(10)

Er moeten implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit vastgesteld worden voor systemen, wanneer dat nodig is ter aanvulling op en ter verfijning van de essentiële eisen. Die maatregelen moeten worden vastgesteld wanneer dat nodig is om de gecoördineerde invoering van nieuwe, overeengekomen en goedgekeurde operationele en technologische concepten te bevorderen; naleving van die maatregelen moet permanent gewaarborgd zijn. Deze maatregelen moeten gebaseerd zijn op door internationale organisaties zoals Eurocontrol of ICAO ontwikkelde regels en normen.

(11)

De ontwikkeling en aanneming van communautaire specificaties betreffende het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging en de systemen, onderdelen en bijbehorende procedures daarvan is een geschikt middel om de technische en operationele voorwaarden te omschrijven die nodig zijn om aan de essentiële eisen en de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit te voldoen; naleving van bekendgemaakte communautaire specificaties, hetgeen vrijwillig blijft, schept een vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen en de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit.

(12)

Communautaire specificaties moeten worden opgesteld door de Europese normalisatie-instellingen, in samenwerking met de Europese organisatie voor burgerluchtvaartapparatuur (Eurocae) en door Eurocontrol, overeenkomstig algemene communautaire normalisatieprocedures.

(13)

De procedures voor de beoordeling van de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik van de onderdelen moeten gebaseerd zijn op het gebruik van de modules die zijn opgenomen in Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de conformiteitsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van conformiteit, die bedoeld zijn voor gebruik in de technische-harmonisatierichtlijnen (9). Voorzover nodig, kunnen deze modules zo worden uitgebreid zodat zij specifieke eisen van de betrokken industrie omvatten.

(14)

De betrokken markt is klein en bestaat uit systemen en onderdelen die vrijwel uitsluitend worden gebruikt voor luchtverkeersbeveiliging en die niet zijn bestemd voor het brede publiek. Het zou daarom te ver gaan de CE-markering aan te brengen op onderdelen, aangezien de verklaring van conformiteit van de fabrikant op basis van de beoordeling van conformiteit en/of geschiktheid voor gebruik voldoende is. Dit laat de verplichting van fabrikanten onverlet om op bepaalde onderdelen de CE-markering aan te brengen om te certificeren dat zij voldoen aan andere toepasselijke communautaire wettelijke regelingen.

(15)

Een voorwaarde voor het in dienst stellen van luchtverkeersbeveiligingssystemen is dat moet worden geverifieerd of is voldaan aan de essentiële eisen en de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit; het gebruik van communautaire specificaties schept een vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen en met relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit.

(16)

De volledige toepassing van deze verordening moet plaatsvinden overeenkomstig een overgangsstrategie waarbij ernaar moet worden gestreefd om de doelstelling van deze verordening te bereiken, zonder daarbij ongerechtvaardigde kosten-baten belemmeringen te scheppen voor het behoud van de bestaande infrastructuur.

(17)

In het kader van de relevante communautaire wettelijke regels moet rekening worden gehouden met de noodzaak om

geharmoniseerde voorwaarden te waarborgen met betrekking tot de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van het radiospectrum dat nodig is voor de implementatie van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, met inbegrip van aspecten van elektromagnetische compatibiliteit;

de „Safety of Life”-diensten te beschermen tegen schadelijke hinder;

te zorgen voor een efficiënt en passend gebruik van frequenties die zijn toegewezen aan en uitsluitend worden beheerd door de luchtvaartsector.

(18)

Richtlijn 93/65/EEG van de Raad van 19 juli 1993 betreffende de vaststelling en het gebruik van compatibele technische specificaties voor de aanschaf van apparatuur en van systemen voor luchtverkeersafhandeling (10) is beperkt tot verplichtingen van aanbestedende diensten. De onderhavige verordening is ruimer in die zin dat het ziet op verplichtingen van alle betrokkenen, met inbegrip van verleners van luchtvaartnavigatiediensten, luchtruimgebruikers, de industrie en luchthavens, en het mogelijk maakt om regels op te stellen die op iedereen van toepassing zijn, alsook om communautaire specificaties vast te stellen die, hoewel zij op vrijwillige basis worden toegepast, een vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen scheppen. Derhalve moeten Richtlijn 93/65/EEG, Richtlijn 97/15/EG van de Commissie van 25 maart 1997 tot bekrachtiging van Eurocontrol- normen en tot wijziging van Richtlijn 93/65/EEG van de Raad betreffende de vaststelling en het gebruik van compatibele technische normen en specificaties voor de aanschaf van apparatuur en van systemen voor luchtverkeersafhandeling (11) , Verordening (EG) nr. 2082/2000 van de Commissie van 6 september 2000 tot bekrachtiging van Eurocontrol-normen en tot wijziging van Richtlijn 97/15/EG (12) en Verordening (EG) nr. 980/2002 van de Commissie van 4 juni 2002 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2082/2000 van de Commissie na een overgangsperiode worden ingetrokken.

(19)

Om redenen van rechtszekerheid moet ervoor gezorgd worden dat de inhoud van bepaalde voorschriften in communautaire wettelijke voorschriften die op basis van Richtlijn 93/65/EEG aangenomen zijn, onverminderd van kracht blijft. De aanneming, krachtens deze verordening, van uitvoeringsregels die met dergelijke voorschriften overeenkomen, zal enige tijd vergen,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 1

Doel en werkingssfeer

1.   Binnen de werkingssfeer van de kaderverordening, heeft deze verordening betrekking op de interoperabiliteit van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging.

2.   Deze verordening is van toepassing op de in bijlage I vermelde systemen, de onderdelen ervan en bijbehorende procedures.

3.   Het doel van deze verordening is de interoperabiliteit tot stand te brengen tussen de verschillende systemen, onderdelen en bijbehorende procedures van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, met passende inachtneming van de relevante internationale regels. Deze verordening beoogt ook te zorgen voor een snelle, gecoördineerde invoering van nieuwe overeengekomen en goedgekeurde operationele en technologische concepten in luchtverkeersbeveiliging.

HOOFDSTUK II

Essentiële eisen, implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit en communautaire specificaties

Artikel 2

Essentiële eisen

Het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, de systemen, de onderdelen ervan en bijbehorende procedures moeten voldoen aan toepasselijke essentiële eisen. De essentiële eisen staan vermeld in bijlage II.

Artikel 3

Implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit

1.   Er worden implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit vastgesteld wanneer dat nodig is om de doelstellingen van deze verordening op een samenhangende wijze te bereiken.

2.   De systemen, onderdelen en bijbehorende procedures moeten gedurende de gehele gebruikscyclus aan de toepasselijke implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit voldoen.

3.   Implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit moeten met name

a)

specifieke eisen bevatten ter aanvulling op of verfijning van de essentiële eisen, met name op het gebied van veiligheid, naadloze werking en prestaties, en/of

b)

voorzover nodig, specifieke eisen omschrijven ter aanvulling op of verfijning van de essentiële eisen, met name met betrekking tot de gecoördineerde invoering van nieuwe overeengekomen en goedgekeurde operationele concepten, of technologische ontwikkelingen, en/of

c)

de onderdelen van systemen bepalen, en/of

d)

de procedures voor de beoordeling van specifieke conformiteit omschrijven, met inschakeling, voorzover nodig, van de in artikel 8 bedoelde aangemelde instanties, gebaseerd op de in Besluit 93/465/EEG gedefinieerde modules die moeten worden gebruikt voor de beoordeling van de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik van onderdelen, en van de verificatie van systemen, en/of

e)

de implementatievoorwaarden vermelden, inclusief, voorzover nodig, de datum waarop de belanghebbende partijen daaraan moeten voldoen.

4.   Bij het opstellen, goedkeuren en herzien van implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit wordt rekening gehouden met de geschatte kosten en baten van technische oplossingen waarmee aan die maatregelen kan worden voldaan, teneinde de best haalbare oplossing te kunnen vaststellen, met passende aandacht voor de handhaving van een hoog veiligheidsniveau. Een raming van de kosten en baten van die oplossingen voor alle belanghebbende partijen wordt aan elke concept implementatiemaatregel voor interoperabiliteit gehecht.

5.   Implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 8 van de kaderverordening.

Artikel 4

Communautaire specificaties

1.   Om het doel van deze verordening te bereiken, kunnen communautaire specificaties worden vastgesteld. Dergelijke specificaties kunnen

a)

Europese normen zijn voor systemen of onderdelen, samen met de relevante procedures, die zijn opgesteld door de Europese normalisatie-instellingen in samenwerking met Eurocae, in opdracht van de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (13) en krachtens de op 13 november 1984 ondertekende algemene richtsnoeren voor samenwerking tussen de Commissie en de normalisatie-instellingen,

of

b)

specificaties zijn die door Eurocontrol in reactie op het verzoek van de Commissie zijn opgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 5, lid 2 van de kader verordening voor kwesties inzake operationele coördinatie tussen verleners van luchtvaartnavigatiediensten.

2.   Voldoen aan de essentiële eisen en/of de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit wordt aangenomen voor systemen en de bijbehorende procedures, of voor onderdelen die voldoen aan de relevante communautaire specificaties en waarvan de referentienummers bekendgemaakt zijn in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.   De Commissie maakt de referentienummers van de in lid 1, onder a, bedoelde Europese normen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

4.   De Commissie maakt de referentienummers van de in lid 1, onder b, bedoelde specificaties van EUROCONTROL bekend in het Publicatieblad overeenkomstig de procedure van artikel 5, lid 2, van de kaderverordening.

5.   Wanneer een lidstaat of de Commissie van mening is dat conformiteit met een bekendgemaakte communautaire specificatie niet garandeert dat voldaan wordt aan de essentiële eisen en/of implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit waarop de betrokken communautaire specificatie bedoelt betrekking te hebben, is de procedure van artikel 5, lid 2, van de kaderverordening van toepassing.

6.   In geval van tekortkomingen in bekendgemaakte Europese normen, kan overeenkomstig de procedure van artikel 5, lid 2, van de kaderverordening, na consultatie van het krachtens artikel 5 van Richtlijn 98/34/EG opgerichte comité, worden besloten die normen geheel of gedeeltelijk te verwijderen uit de publicaties die deze bevatten of tot wijziging ervan.

7.   In geval van tekortkomingen in bekendgemaakte specificaties van Eurocontrol, kan volgens de procedure van artikel 5, lid 2, van de kaderverordening worden besloten die normen geheel of gedeeltelijk te verwijderen uit de publicaties die deze bevatten of tot wijziging ervan.

HOOFDSTUK III

Verificatie van nakoming

Artikel 5

EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik van onderdelen

1.   Onderdelen gaan vergezeld van een EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik. De elementen van die verklaring staan in bijlage III.

2.   De fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigd vertegenwoordiger, garandeert en verklaart aan de hand van de EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik, dat hij de bepalingen van de essentiële eisen en van de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit heeft toegepast.

3.   Het voldoen aan de essentiële eisen en de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit wordt aangenomen met betrekking tot díe onderdelen die vergezeld gaan van de EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik.

4.   In de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit wordt, voorzover nodig, vermeld welke taken met betrekking tot de beoordeling van conformiteit of geschiktheid voor gebruik van onderdelen uitgevoerd moeten worden door de in artikel 8 bedoelde aangemelde instanties.

Artikel 6

EG-verklaring van verificatie van systemen

1.   De verlener van luchtvaartnavigatiediensten geeft voor systemen een EG-verificatie af, overeenkomstig de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit, om ervoor te zorgen dat deze aan de essentiële eisen van deze verordening en de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit voldoen wanneer zij in het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging worden geïntegreerd.

2.   Voordat een systeem in dienst wordt gesteld, stelt de betrokken verlener van luchtvaartnavigatiediensten een EG-verklaring van verificatie op waarin nakoming bevestigd wordt en dient hij die, met een technisch dossier, in bij de nationale toezichthoudende autoriteit. De elementen van die verklaring en van het technisch dossier staan in bijlage IV. De nationale toezichthoudende autoriteit kan eventueel aanvullende informatie eisen die nodig is om op de nakoming toe te zien

3.   In de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit wordt, voorzover nodig, vermeld welke taken met betrekking tot de verificatie van systemen uitgevoerd moeten worden door de in artikel 8 bedoelde aangemelde instanties.

4.   De EG-verklaring van verificatie laat onverlet dat de nationale toezichthoudende autoriteit om andere redenen dan interoperabiliteit beoordelingen kan uitvoeren.

Artikel 7

Vrijwaringsbepalingen

1.   Wanneer de nationale toezichthoudende instantie constateert dat

a)

een onderdeel dat vergezeld gaat van een EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik, of

b)

een systeem dat vergezeld gaat van een EG-verklaring van verificatie,

niet voldoet aan de essentiële eisen en/of de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit, treft hij alle nodige maatregelen, met passende aandacht voor de noodzaak om de veiligheid en continuïteit van de operaties te garanderen, om het toepassingsgebied van het betrokken onderdeel of systeem te beperken, of om het gebruik ervan door de onder de verantwoordelijkheid van de instantie vallende eenheden te verbieden.

2.   De betrokken lidstaat stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van dergelijke maatregelen, onder opgaven van zijn redenen, met name of naar zijn mening het niet voldoen aan de essentiële eisen te wijten is aan:

a)

het niet naleven van de essentiële eisen;

b)

een onjuiste toepassing van de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit en/of de communautaire specificaties, en/of

c)

tekortkomingen in de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit en/of de communautaire specificaties.

3.   De Commissie raadpleegt de betrokken partijen zo spoedig mogelijk. Na die raadpleging stelt de Commissie de lidstaten van haar bevindingen in kennis en deelt zij mee of de maatregelen die door de nationale toezichthoudende instantie zijn genomen naar haar oordeel gerechtvaardigd zijn.

4.   Indien de Commissie vaststelt dat de maatregelen die door de nationale toezichthoudende autoriteit zijn genomen niet gerechtvaardigd zijn, verzoekt zij de betrokken lidstaat er voor zorg te dragen dat deze onmiddellijk worden ingetrokken. Zij stelt de fabrikant of diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigd vertegenwoordiger daarvan onmiddellijk in kennis.

5.   Indien de Commissie vaststelt dat het niet voldoen aan de essentiële eisen te wijten is aan een onjuiste toepassing van de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit en/of de communautaire specificaties, neemt de betrokken lidstaat passende maatregelen tegen degene die de verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik of de EG-verklaring van verificatie heeft opgesteld, en stelt de Commissie en de overige lidstaten daarvan in kennis.

6.   Indien de Commissie vaststelt dat het niet voldoen aan de essentiële eisen te wijten is aan tekortkomingen in de communautaire specificaties, zijn de procedures van artikel 4, lid 6, of lid 7, van toepassing.

Artikel 8

Aangemelde instanties

1.   Lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van de instanties die zij aangewezen hebben voor de uitvoering van taken met betrekking tot de beoordeling van in artikel 5 bedoelde conformiteit of geschiktheid voor gebruik en/of de in artikel 6 bedoelde verificatie, waarbij zij voor elke instantie het gebied aangeven waarvoor deze verantwoordelijk is, alsmede de identificatienummers meedelen die de Commissie heeft verstrekt. De Commissie maakt de lijst van deze instanties met hun respectieve identificatienummers en de onder hun verantwoordelijkheid vallende gebieden bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en draagt zorg voor het bijhouden van deze lijst.

2.   Lidstaten passen voor de beoordeling van de aan te melden instanties de criteria toe van bijlage V. De instanties die voldoen aan de beoordelingscriteria die in de relevante Europese normen zijn opgenomen, worden geacht aan de genoemde criteria te voldoen.

3.   Indien een aangemelde instantie niet meer voldoet aan de criteria van bijlage V, trekken lidstaten de aanmelding van die instantie in. Zij brengen de Commissie en de overige lidstaten daarvan onverwijld op de hoogte.

4.   Onverminderd het bepaalde in de leden 1, 2 en 3, mogen lidstaten besluiten om de organisatie(s) die is (zijn) erkend overeenkomstig artikel 3 van de dienstverleningsverordening als aangemelde instantie(s) aan te wijzen.

HOOFDSTUK IV

Slotbepalingen

Artikel 9

Herziening van de bijlagen

In geval van technische of operationele ontwikkelingen mogen aanpassingen worden aangebracht in de bijlagen I en II volgens de procedure van artikel 5, lid 3, van de kaderverordening.

Artikel 10

Overgangsbepalingen

1.   Met ingang van ... (14) zijn de essentiële eisen van toepassing op het in dienst stellen van systemen en onderdelen van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, tenzij in de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit anders is bepaald.

2.   Voldoen aan de essentiële eisen is uiterlijk op ... (15) verplicht voor alle systemen en onderdelen van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging die thans in gebruik zijn, tenzij in de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit anders is bepaald.

3.   Indien er,

vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening, of, voorzover van toepassing,

vóór de datum van inwerkingtreding van één of meer relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit,

systemen voor het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging zijn besteld of daarvoor contracten zijn ondertekend, als gevolg waarvan geen garantie kan worden gegeven dat zij binnen de in lid 1 vermelde termijn voldoen aan de essentiële eisen en/of de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit, zendt de betrokken lidstaat aan de Commissie gedetailleerde informatie over de essentiële eisen en/of de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit , daar waar onzekerheid over nakoming is geconstateerd.

De Commissie raadpleegt de betrokken partijen alvorens overeenkomstig de procedure van artikel 5, lid 3, van de kaderverordening een besluit te nemen.

Artikel 11

Intrekking

Richtlijn 93/65/EEG, Richtlijn 97/15/EG, Verordening (EG) nr. 2082/2000 en Verordening (EG) nr. 980/2002 worden op ... (16) ingetrokken.

Artikel 12

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 41.

(2)  PB C 241 van 7.10.2002, blz. 24.

(3)  PB C 278 van 14.11.2002, blz. 13.

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 september 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 maart 2003 (PB C 129 E van 3.6.2003, blz. 26) en standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(5)  Zie blz. ... van dit Publicatieblad.

(6)  Zie blz. ... van dit Publicatieblad.

(7)  PB C 136 van 4.6.1985, blz. 1.

(8)  Zie blz. ... van dit Publicatieblad.

(9)  PB L 220 van 30.8.1993, blz. 23.

(10)  PB L 187 van 29.7.1993, blz. 52 . Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn van de Commissie 97/15/EG (PB L 95 van 10.4.1997, blz. 16).

(11)  PB L 95 van 10.4.1997, blz. 16. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2082/2000 (PB L 254 van 9.10.2000, blz. 1).

(12)  PB L 254 van 9.10.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 980/2002 (PB L 150 van 8.6.2002, blz. 38).

(13)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

(14)   Datum van inwerkingtreding van deze verordening..

(15)   Vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

(16)  18 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening.

BIJLAGE I

LIJST VAN SYSTEMEN VOOR LUCHTVAARTNAVIGATIEDIENSTEN

Ten behoeve van deze verordening wordt het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging onderverdeeld in acht systemen.

1.

Systemen en procedures voor het luchtruimbeheer.

2.

Systemen en procedures voor de regeling van luchtverkeersstromen.

3.

Systemen en procedures voor luchtverkeersdiensten, met name vluchtgegevensverwerkingssystemen, plaatsbepalingsgegevensverwerkingssystemen en mens/machine-interfacesystemen.

4.

Communicatiesystemen en -procedures voor communicatie van grond-tot-grond, lucht-tot-grond en lucht-tot-lucht.

5.

Navigatiesystemen en -procedures.

6.

Plaatsbepalingssystemen en -procedures.

7.

Systemen en procedures voor luchtvaartinlichtingendiensten.

8.

Systemen en procedures voor het gebruik van meteorologische informatie.

BIJLAGE II

ESSENTIËLE EISEN

Deel A: ALGEMENE EISEN

Eisen voor het gehele netwerk die algemeen van toepassing zijn op alle in bijlage I genoemde systemen.

1.   Naadloze werking

Luchtverkeersbeveiligingssystemen en de onderdelen daarvan worden, met inachtneming van de toepasselijke en goedgekeurde procedures, op zodanige wijze ontworpen, gebouwd, onderhouden en geëxploiteerd dat te allen tijde en voor alle vluchtfasen kan worden gezorgd voor de naadloze werking van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging. Naadloze werking kan met name worden uitgedrukt in termen van het delen van informatie, waaronder relevante informatie over de operationele status, een gemeenschappelijke interpretatie van informatie, vergelijkbare verwerkingsprestaties en de bijbehorende procedures, die gemeenschappelijke operationele prestaties mogelijk maken die zijn overeengekomen voor het geheel of voor delen van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging.

2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

Het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging en de systemen en de onderdelen daarvan bieden op gecoördineerde wijze ondersteuning aan nieuwe overeengekomen en goedgekeurde operationele concepten die de kwaliteit en de doeltreffendheid van luchtvaartnavigatiediensten verbeteren, met name wat betreft veiligheid en capaciteit.

Het potentieel van nieuwe concepten, zoals besluitvorming in samenwerkingsverband, toenemende automatisering en alternatieve methoden voor het delegeren van de verantwoordelijkheid inzake separatie, wordt bestudeerd, waarbij op passende wijze rekening wordt gehouden met de technologische ontwikkeling en met de veilige implementatie van die nieuwe concepten, nadat ze zijn goedgekeurd.

3.   Veiligheid

De systemen en operaties van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging moeten overeengekomen hoge veiligheidsniveaus bereiken. Daartoe worden overeengekomen veiligheidsbeheers- en rapportagemethoden tot stand gebracht.

Met betrekking tot geschikte grondsystemen of delen daarvan worden deze hoge veiligheidsniveaus verbeterd door veiligheidsnetwerken waarvoor overeengekomen, gemeenschappelijke prestatiekenmerken zijn vastgesteld.

Er wordt een geharmoniseerde samenstel van veiligheidseisen vastgesteld voor ontwerp, implementatie, onderhoud en gebruik van systemen en de onderdelen daarvan, zowel onder normale als onder gedegradeerde operationele omstandigheden, teneinde de overeengekomen hoge veiligheidsniveaus voor alle vluchtfasen en voor het gehele Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging te kunnen bereiken.

Systemen worden zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de taken die aan de verkeersleiders worden opgedragen, compatibel zijn met de menselijke capaciteiten, zowel onder normale als onder gedegradeerde operationele omstandigheden, en consistent zijn met de vereiste veiligheidsniveaus.

Systemen worden, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat schadelijke hinder in een normale operationele omgeving uitgesloten is.

4.   Civiel-militaire coördinatie

Voorzover dat nodig is voor een efficiënt beheer van het luchtruim en de regeling van luchtverkeersstromen en het veilig en efficiënt gebruik van het luchtruim door alle gebruikers, ondersteunen het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging en de systemen en onderdelen daarvan de toenemende invoering van civiel-militaire coördinatie, door toepassing van het concept van het flexibel gebruik van het luchtruim.

Om die doelen te bereiken moet het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging en de systemen en onderdelen de tijdige uitwisseling van correcte en consistente informatie, in alle vluchtfasen, tussen de civiele en de militaire partijen ondersteunen.

Er moet rekening gehouden worden met nationale beveiligingseisen.

5.   Milieuvoorwaarden

Bij systemen en operaties in het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging wordt rekening gehouden met de noodzaak om in overeenstemming met het communautaire wettelijke voorschriften de milieu-effecten zoveel mogelijk te beperken.

6.   Beginselen inzake the logische architectuur voor systemen

Systemen worden ontworpen en in toenemende mate geïntegreerd om binnen het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging een coherente en steeds beter geharmoniseerde, evolutionaire en goedgekeurde logische architectuur te creëren.

7.   Beginselen inzake de bouw van systemen

Systemen worden ontworpen, gebouwd en onderhouden op basis van gezonde engineeringbeginselen, met name die welke betrekking hebben op modulariteit, waardoor onderdelen kunnen worden uitgewisseld en een grote beschikbaarheid en redundantie en foutentolerantie van kritieke onderdelen mogelijk wordt.

Deel B: SPECIFIEKE EISEN

Dit zijn eisen die specifiek zijn voor elk systeem en die een aanvulling op of verfijning van de algemene eisen vormen

1.   Systemen en procedures voor het luchtruimbeheer

1.1.   Naadloze werking

Informatie met betrekking tot pre-tactische en tactische aspecten van de beschikbaarheid van luchtruim wordt op een correcte wijze, tijdig, aan alle betrokken partijen verstrekt, teneinde te zorgen voor een efficiënte toewijzing en gebruik van het luchtruim door alle luchtruimgebruikers. Hierbij wordt rekening gehouden met nationale beveiligingseisen.

2.   Systemen en procedures voor de regeling van de luchtverkeersstromen.

2.1.   Naadloze werking

Systemen en procedures voor de regeling van de luchtverkeersstromen ondersteunen de uitwisseling van correcte, samenhangende en relevante strategische, pre-tactische en, voorzover van toepassing, tactische vluchtinformatie met betrekking tot alle vluchtfasen en bieden dialoog- mogelijkheden met het oog op een optimaal gebruik van het luchtruim.

3.   Systemen en procedures voor de luchtverkeersdiensten

3.1.   Vluchtgegevensverwerkingssystemen

3.1.1.   Naadloze werking

Vluchtgegevensverwerkingssystemen zijn interoperabel wat betreft de tijdige uitwisseling van correcte en consistente informatie, en een gemeenschappelijke operationele interpretatie van die informatie, teneinde te zorgen voor een samenhangend en consistent planningsproces en voor een efficiënt gebruik van hulpbronnen bij de tactische coördinatie in het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging gedurende alle vluchtfasen.

Teneinde te zorgen voor een veilige, vloeiend verlopende en snelle verwerking in het gehele Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging, zijn de prestaties van de verwerking van de vluchtgegevens equivalent en geschikt voor een bepaalde omgeving (grond, naderings-luchtverkeersleidingsgebied, en-route), die bekende verkeerskenmerken heeft en gebruikt wordt binnen een overeengekomen en goedgekeurd operationeel concept, met name wat betreft de nauwkeurigheid en foutentolerantie van de verwerkingsresultaten.

3.1.2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

Vluchtgegevensverwerkingssystemen moeten geschikt zijn voor de toenemende implementatie van geavanceerde, overeengekomen en goedgekeurde operationele concepten voor alle vluchtfasen.

De kenmerken van de intensief van automatisering gebruik makende hulpmiddelen moeten zodanig zijn dat zij een samenhangende en efficiënte pre-tactische en tactische verwerking van de vluchtinformatie in delen van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging mogelijk maken.

Systemen op de grond en in de lucht en de onderdelen daarvan die nieuwe, overeengekomen en goedgekeurde operationele concepten ondersteunen, worden zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat zij, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, interoperabel zijn wat betreft de tijdige uitwisseling van correcte en consistente informatie en beschikken over een gemeenschappelijke interpretatie van de actuele en de voorspelde operationele situatie.

3.2.   Systemen voor de verwerking van plaatsbepalingsgegevens

3.2.1.   Naadloze werking

Systemen voor de verwerking van plaatsbepalingsgegevens worden zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, wordt voorzien in de vereiste prestaties en kwaliteit van de dienstverlening binnen een bepaalde omgeving (grond, naderingsluchtverkeersleidingsgebied, en-route) met bekende verkeerskenmerken, met name wat betreft de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de berekende resultaten, en de juistheid, integriteit, beschikbaarheid, continuïteit en tijdige beschikbaarheid van de informatie op de werkplaats van de verkeersleider.

Systemen voor de verwerking van plaatsbepalingsgegevens voorzien in de tijdige onderlinge uitwisseling van relevante, accurate, consistente en samenhangende informatie teneinde te zorgen voor een optimaal verloop van de operaties in de verschillende delen van het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging.

3.2.2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

Systemen voor de verwerking van plaatsbepalingsgegevens voorzien in de toenemende beschikbaarheid van nieuwe bronnen van plaatsbepalingsinformatie, op zodanige wijze dat de algemene kwaliteit van de dienstverlening wordt verbeterd.

3.3.   Mens/machine-interface systemen

3.3.1.   Naadloze werking

Mens/machine-interfaces van grond luchtverkeersbeveiligingssystemen worden, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat zij alle verkeersleiders een steeds beter geharmoniseerde werkomgeving bieden, ook wat betreft de functies en de ergonomie, waarbij wordt voorzien in de vereiste prestaties binnen een bepaalde omgeving (grond, naderingsluchtverkeersleidingsgebied en-route) met bekende verkeerskenmerken.

3.3.2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

Mens/machine-interfacesystemen voorzien in de toenemende invoering van nieuwe, overeengekomen en goedgekeurde operationele concepten en een toenemende automatisering, op zodanige wijze dat de taken die aan de verkeersleiders zijn opgedragen, compatibel blijven met de menselijke capaciteiten, zowel onder normale als onder gedegradeerde operationele omstandigheden.

4.   Communicatiesystemen en -procedures voor grond-tot-grond, van lucht-tot-grond en lucht-tot-lucht communicatie.

4.1.   Naadloze werking

Communicatiesystemen worden, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de vereiste prestaties worden geleverd binnen een bepaald volume luchtruim of voor een specifieke toepassing, met name wat betreft de verwerkingstijd van de communicatie, de integriteit, de beschikbaarheid en de functionele continuïteit.

Het communicatienetwerk in het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging moet zodanig zijn dat wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening, het werkingsgebied en redundantie.

4.2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

Communicatiesystemen ondersteunen de implementatie van geavanceerde, overeengekomen en goedgekeurde operationele concepten voor alle vluchtfasen.

5.   Navigatiesystemen en -procedures

5.1.   Naadloze werking

Navigatiesystemen worden, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat de vereiste horizontale en verticale prestaties van de navigatie worden geleverd, met name wat betreft nauwkeurigheid en functionele capaciteit, voor een bepaalde omgeving (grond, naderingsluchtverkeersleidingsgebied, en-route), die bekende verkeerskenmerken heeft en wordt gebruikt onder een overeengekomen en goedgekeurd operationeel concept.

6.   Plaatsbepalingssystemen en -procedures

6.1.   Naadloze werking

Plaatsbepalingssystemen worden, met inachtneming van de juiste en goedgekeurde procedures, op zodanige wijze ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat daarmee de vereiste prestatie wordt geleverd die van toepassing is voor een gegeven omgeving (grond, naderingsluchtverkeersleidingsgebied, en -route) die bekende verkeerskenmerken heeft en wordt gebruikt onder een overeengekomen en goedgekeurd operationeel concept, met name wat betreft nauwkeurigheid, werkingsgebied, reikwijdte en kwaliteit van dienstverlening.

Het plaatsbepalingsnetwerk in het Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging voldoet aan de eisen met betrekking tot nauwkeurigheid, actualiteit, werkingsgebied en redundantie. Het plaatsbepalingsnetwerk zorgt ervoor dat plaatsbepalingsgegevens uitgewisseld kunnen worden teneinde de operaties in het gehele Europees netwerk voor luchtverkeersbeveiliging te verbeteren.

7.   Systemen en procedures voor luchtvaart inlichtingendiensten

7.1.   Naadloze werking

Nauwkeurige, tijdige en consistente luchtvaart inlichtingen wordt in geleidelijk toenemende mate geleverd in elektronische vorm, op basis van een gemeenschappelijk overeengekomen en genormaliseerde samenstel van gegevens.

Nauwkeurige en consistente luchtvaart inlichtingen, met name met betrekking tot onderdelen of systemen op de grond en in de lucht, wordt tijdig beschikbaar gesteld.

7.2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

In toenemende mate wordt nauwkeurige, volledige en actuele luchtvaart inlichtingen tijdig beschikbaar gesteld en gebruikt ter ondersteuning van de voortdurende verbetering in de efficiency van het gebruik van het luchtruim en de luchthavens.

8.   Systemen en procedures voor het gebruik van meteorologische informatie

8.1.   Naadloze werking

Systemen en procedures voor het gebruik van meteorologische informatie zorgen voor een verbetering van consistentie in en actualiteit van de dienstverlening en de kwaliteit van de presentatie ervan, onder gebruikmaking van een overeengekomen samenstel van gegevens.

8.2.   Ondersteuning aan nieuwe operationele concepten

Systemen en procedures voor het gebruik van meteorologische informatie zorgen ervoor dat die informatie sneller beschikbaar komt en kan worden gebruikt, zulks ter ondersteuning van de voortdurende verbetering in de efficiency van het gebruik van het luchtruim en de luchthavens.

BIJLAGE III

ONDERDELEN

EG-verklaring van conformiteit

EG-verklaring van geschiktheid voor gebruik

1.   Onderdelen

De onderdelen worden omschreven in de implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit, overeenkomstig de bepalingen van artikel 3 van deze verordening.

2.   Werkingssfeer

De EG-verklaring bevat:

hetzij de beoordeling van de intrinsieke conformiteit van een onderdeel, apart beschouwd, met de communautaire specificaties, waaraan moet worden voldaan

hetzij de beoordeling van/een oordeel over de geschiktheid voor gebruik van een onderdeel, beschouwd binnen de luchtverkeersbeveiligingsomgeving ervan.

De beoordelingsprocedures die worden toegepast door de aangemelde instanties in de ontwerp- en productiefasen, worden gebaseerd op de modules die zijn gedefinieerd in Besluit 93/465/EEG, overeenkomstig de voorwaarden die vermeld staan in de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit.

3.   Inhoud van de EG-verklaring

De EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik en de bijgaande documenten moeten worden gedateerd en ondertekend.

De verklaring moet worden geschreven in dezelfde taal als de instructies en moet het volgende bevatten:

verwijzingen naar de verordening;

naam en adres van de fabrikant of van zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigd vertegenwoordiger (geef de handelsnaam en het volledige adres op en, in het geval van een gemachtigd vertegenwoordiger, tevens de handelsnaam van de fabrikant);

beschrijving van het onderdeel;

beschrijving van de procedure die is gevolgd om de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik vast te stellen (artikel 5 van deze verordening);

alle relevante bepalingen waaraan het onderdeel voldoet en met name de gebruiksvoorwaarden;

indien van toepassing, naam en adres van de aangemelde instantie of instanties die betrokken zijn bij de procedure voor het vaststellen van de conformiteit of geschiktheid voor gebruik, alsmede de datum van het beproevingscertificaat, voorzover van toepassing, samen met de geldigheidsduur en -voorwaarden van het certificaat;

voorzover van toepassing, verwijzing naar de gevolgde communautaire specificaties;

aanwijzing van een tot ondertekening gemachtigd persoon die namens de fabrikant of namens diens in de Gemeenschap gevestigde gemachtigd vertegenwoordiger verplichtingen mag aangaan.

BIJLAGE IV

SYSTEMEN

EG-verklaring van verificatie van systemen

Verificatieprocedure voor systemen

1.   Inhoud van de EG-verklaring van verificatie van systemen

De EG-verklaring van verificatie en de bijgaande documenten moeten worden gedateerd en ondertekend. De verklaring moet worden geschreven in dezelfde taal als het technisch dossier en moet het volgende bevatten:

verwijzingen naar de verordening;

naam en adres van de verlener van luchtvaartnavigatiediensten (handelsnaam en volledig adres);

een korte beschrijving van het systeem;

beschrijving van de procedure die is gevolgd om de conformiteit vast te stellen (artikel 6 van deze verordening);

indien van toepassing, naam en adres van de aangemelde instantie die de bij de verificatieprocedure behorende taken heeft uitgevoerd;

de referenties van de documenten die in het technisch dossier zijn opgenomen;

voorzover van toepassing, verwijzing naar de communautaire specificaties;

alle relevante tijdelijke of definitieve bepalingen waaraan de systemen moeten voldoen en met name, voorzover van toepassing, alle eventuele operationele beperkingen of voorwaarden;

indien tijdelijk: geldigheidsduur van de EG-verklaring;

naam van de ondertekenaar.

2.   Verificatieprocedure voor systemen

Verificatie van systemen is de procedure waarmee een verlener van luchtvaartnavigatiediensten controleert en verklaart dat een systeem voldoet aan deze verordening, en op grond van deze verordening in gebruik mag worden gesteld.

Het systeem wordt gecontroleerd op elk van de volgende aspecten:

algeheel ontwerp,

ontwikkeling en integratie van het systeem, inclusief met name de assemblage van onderdelen en algehele aanpassingen,

operationele systeemintegratie,

indien van toepassing, de specifieke bepalingen betreffende het onderhoud van het systeem.

Voorzover volgens de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit betrokkenheid van een aangemelde instantie vereist is, stelt deze, na de ingevolge de maatregel voorgeschreven taken uitgevoerd te hebben, een certificaat van conformiteit op met betrekking tot de uitgevoerde taken. Dat certificaat is bestemd voor de verlener van luchtvaartnavigatiediensten.

Deze stelt dan de EG-verklaring van verificatie op ten behoeve van de nationale toezichthoudende instantie.

3.   Technisch dossier

Het technisch dossier dat de verklaring van verificatie vergezelt, moet alle noodzakelijke documenten bevatten met betrekking tot de kenmerken van het systeem, met inbegrip van de gebruiksvoorwaarden en -beperkingen, alsmede, voorzover van toepassing, de documenten die de conformiteit van onderdelen verzekeren.

De volgende documenten moeten er ten minste in worden opgenomen:

een opgave van de relevante onderdelen van de technische specificaties die bij de aankoop werden gebruikt en die zorgen voor nakoming van de van toepassing zijnde implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit, en, voorzover van toepassing, van de communautaire specificaties,

een lijst van onderdelen bedoeld in artikel 3 van deze verordening,

afschriften van de EG-verklaringen van conformiteit of geschiktheid voor gebruik die in overeenstemming met artikel 5 van de verordening bij de hierboven genoemde onderdelen moeten worden geleverd, vergezeld, indien van toepassing, van een afschrift van de verslagen van de tests en proeven die door de aangemelde instanties zijn uitgevoerd,

in geval een aangemelde instantie betrokken is geweest bij de verificatie van het systeem (of systemen), een door die instantie mede ondertekend certificaat dat verklaart dat het systeem voldoet aan deze verordening en waarin alle punten van voorbehoud worden vermeld die tijdens de uitvoering van de activiteiten zijn opgetekend en niet zijn ingetrokken,

in geval geen aangemelde instantie betrokken is geweest, een verslag over de tests en installatieconfiguraties waarvan gebruik is gemaakt om zeker te stellen dat sprake is van nakoming van de essentiële eisen en alle eventuele bijzondere eisen uit de relevante implementatiemaatregelen voor interoperabiliteit.

4.   Indiening

Het technisch dossier moet bij de EG-verklaring van verificatie worden gevoegd die de verlener voor luchtvaartnavigatiediensten bij de nationale toezichthoudende autoriteit indient.

Een afschrift van het technisch dossier moet worden bewaard door de dienstverlener gedurende de gehele gebruikscyclus van het systeem. Dit moet naar elke andere lidstaat worden gezonden die daarom vraagt.

BIJLAGE V

AANGEMELDE INSTANTIES

1.

De instantie, de directeur daarvan en het met de controles belaste personeel mogen noch rechtstreeks, noch als gemachtigden betrokken zijn bij het ontwerp, de fabricage, de marketing of het onderhoud van de onderdelen of systemen of bij het gebruik ervan. Dit sluit niet uit dat technische informatie tussen de fabrikant of de bouwer en die instantie kan worden uitgewisseld.

2.

De instantie en het personeel dat met de controles is belast, moeten de controles met de grootst mogelijke beroepsintegriteit en technische bekwaamheid uitvoeren; zij moeten vrij zijn van elke druk en beïnvloeding , met name van financiële aard, die hun oordeel of de uitkomst van hun inspectie kan beïnvloeden, met name door personen of groepen die belang hebben bij de resultaten van de controles.

3.

De instantie moet beschikken over het personeel en de middelen om de aan de controles verbonden technische en administratieve taken op adequate wijze te kunnen vervullen; tevens moet de instantie toegang hebben tot het nodige materiaal voor bijzondere controles.

4.

Het personeel dat met de inspectie is belast, moet beschikken over:

een gedegen technische en beroepsopleiding,

voldoende kennis van de eisen die aan de door hen uit te voeren inspecties worden gesteld en voldoende ervaring met dergelijke opdrachten,

de vereiste vaardigheid om de verklaringen, testrapporten en verslagen waarmee wordt aangetoond dat de inspecties werden uitgevoerd, op te stellen.

5.

De onpartijdigheid van het personeel dat met de inspectie is belast moet gewaarborgd zijn. Hun bezoldiging mag niet afhangen van het aantal gehouden inspecties, noch van de resultaten van die inspecties.

6.

De instantie moet beschikken over een aansprakelijkheidsverzekering, tenzij de aansprakelijkheid ervan krachtens nationaal recht door de lidstaat wordt overgenomen, of wanneer de lidstaat zelf rechtstreeks verantwoordelijk is voor de inspecties.

7.

Het personeel van de instantie is uit hoofde van zijn beroep verplicht tot geheimhouding met betrekking tot alle informatie die het verkrijgt bij de uitvoering van zijn taken ingevolge deze verordening.

P5_TA(2003)0328

Tijdelijk transitosysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor 2004 ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een tijdelijk transitosysteem van toepassing op vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor 2004 (6235/1/2003 — C5-0226/2003 — 2001/0310(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (6235/1/2003 — C5-0226/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 807) (3),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0213/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

(2)  P5_TA(2003)0048.

(3)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 230.

P5_TC2-COD(2001)0310

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad tot invoering van een overgangspuntensysteem voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor het jaar 2004 in het kader van een duurzaam vervoersbeleid in het kwetsbare Alpengebied

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 71, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de regio's (3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (4),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 11, lid 2, onder a), van Protocol nr. 9 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Oostenrijk tot de Europese Unie (5) wordt bepaald dat het ecopuntensysteem op 31 december 2003 afloopt.

(2)

De Europese Raad van 14 en 15 december 2001 te Laken heeft in punt 58 van de conclusies gevraagd om verlenging van het ecopuntensysteem bij wijze van tussentijdse oplossing. Deze verlenging sluit aan bij het beleid inzake de bescherming van het milieu in kwetsbare gebieden zoals het Alpengebied. In punt 35 van de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van 12 en 13 december 2002 werd de Raad verzocht om vóór eind 2002 een verordening aan te nemen betreffende de tijdelijke oplossing voor zware vrachtwagens in transito door Oostenrijk voor de periode 2004-2006.

(3)

Deze maatregel is nodig in afwachting van de aanneming van het kadervoorstel inzake de tarifering van het gebruik van infrastructuren, als vervat in het Witboek inzake het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010, dat de Commissie voornemens is in 2003 in te dienen.

(4)

Deze maatregel is eveneens gerechtvaardigd door de noodzaak het milieu en dus ook de bevolking te beschermen tegen de zeer ernstige gevolgen van luchtverontreiniging en geluidsoverlast die te wijten zijn aan de doortocht van een zeer groot aantal vrachtwagens.

(5)

Het Europees Milieuagentschap constateert dat als gevolg van de uitbreiding van de Europese Unie een aanzienlijke toename van het transitovervoer te verwachten valt; met het oog daarop moet deze verordening derhalve ook van toepassing zijn op de kandidaat-lidstaten.

(6)

De Verenigde Naties hadden 2002 tot Internationaal Jaar van de bergen uitgeroepen en zich uitgesproken voor de bescherming en het duurzaam beheer van berggebieden om het welzijn van bergbewoners evenzeer te beschermen als dat van laaglandbewoners.

(7)

De door de Gemeenschap goedgekeurde en ondertekende Overeenkomst inzake de bescherming van de Alpen (de zgn. Alpenovereenkomst) (6) stelt een aantal regels vast ter beperking van de doortocht van vrachtwagens door de Alpenlanden. Met name is daarin bepaald dat de verkeersoverlast en de risico's in het interalpiene en transalpiene verkeer moeten worden teruggebracht tot een voor mens, dier en plant en voor hun leefmilieu en hun habitats draaglijk niveau.

(8)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (7).

(9)

Er moet worden gestreefd naar niet-discriminerende oplossingen, die zowel voldoen aan de uit het Verdrag (artikel 6, artikel 51, lid 1 en artikel 71) voortvloeiende verplichtingen, zoals vrij goederen- en dienstenverkeer, bescherming van het milieu en van de plaatselijke bevolking, als aan andere internationale overeenkomsten en verdragen, zoals de Alpenovereenkomst, met name het bijbehorende vervoersprotocol — dat dringend door de Europese Unie moet worden geratificeerd — en het Verdrag van Kyoto.

(10)

Er dient derhalve een overgangspuntensysteem voor het jaar 2004 te worden ingevoerd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze verordening zijn de volgende definities van toepassing:

a)

„voertuig”: een voertuig als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad van 26 maart 1992 betreffende de toegang tot de markt van het goederenvervoer over de weg in de Gemeenschap van of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van een of meer lidstaten (8) ,

b)

„internationaal vervoer”: internationaal vervoer als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 881/92,

c)

„transitovervoer door de Oostenrijkse Alpen ”: vervoer door de Oostenrijkse Alpen van en naar een plaats buiten Oostenrijk;

d)

„vrachtwagen”: een in een lidstaat geregistreerd motorvoertuig met een maximaal toegestaan gewicht van meer dan 7,5 ton, bestemd voor het vervoer van goederen of het trekken van aanhangwagens, met inbegrip van trekkers van opleggers, en trekkers met een maximaal toegestaan gewicht van meer dan 7,5 ton, getrokken door een in een lidstaat geregistreerd motorvoertuig met een maximaal toegelaten gewicht van ten hoogste 7,5 ton;

e)

„transitogoederenvervoer over de weg door de Oostenrijkse Alpen ”: transitovervoer door de Oostenrijkse Alpen met vrachtwagens, ongeacht of zij met of zonder lading rijden;

f)

„bilaterale rit”: een internationale vervoersrit met een voertuig waarbij het begin- of eindpunt in Oostenrijk en het eind- of beginpunt respectievelijk in een andere lidstaat is gelegen, alsmede vervoersritten zonder lading in verband met voornoemde ritten.

g)

„kwetsbaar Alpengebied”, het in de Alpenovereenkomst geografisch omschreven grensoverschrijdende gebied van de gehele Alpenboog.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op goederenvervoer over de weg door middel van ritten op het grondgebied van de Gemeenschap. Het overgangspuntensysteem houdt geen rechtstreekse beperking van het aantal transitoritten door de Oostenrijkse Alpen in.

Artikel 3

1.   Op ritten waarbij transitogoederenvervoer over de weg door de Oostenrijkse Alpen is betrokken, is de regeling van toepassing die is vastgesteld bij de eerste richtlijn van de Raad inzake de vaststelling van bepaalde gemeenschappelijke regels voor het internationale vervoer (goederenvervoer over de weg tegen vergoeding) (9) van 23 juli 1962 en Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad voor ritten voor eigen rekening en voor ritten met gehuurde voertuigen of tegen betaling, behoudens het bepaalde in dit artikel.

2.    Gedurende de periode waarin het overgangspuntensysteem geldt, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

a)

Het transitoverkeer van EURO 4-vrachtwagens valt niet onder het overgangspuntensysteem .

b)

Het transitoverkeer van EURO 0-vrachtwagens is verboden, behalve in 2004.

c)

De totale NOx-uitstoot van vrachtwagens in transito door de Oostenrijkse Alpen wordt vastgesteld overeenkomstig de waarden die voor het betrokken jaar zijn opgegeven in bijlage I.

d)

De vaststelling van de totale NOx-uitstoot van vrachtwagens is gebaseerd op het oude ecopuntensysteem zoals vastgesteld bij protocol nr. 9 bij de Akte van toetreding van Oostenrijk tot de Europese Unie . Volgens dit systeem moet elke vrachtwagen , in transito door de Oostenrijkse Alpen, een aantal punten hebben dat overeenstemt met het niveau van de NOx-uitstoot van dat type vrachtwagen (ingeschreven op grond van zijn conformity of production (COP)-niveau, of afgeleid van de typegoedkeuring). De berekening en het beheer van de punten worden in bijlage II beschreven.

e)

Oostenrijk stelt de punten vast en stelt deze tijdig ter beschikking voor vrachtwagens in transito door de Oostenrijkse Alpen met het oog op het beheer van het overgangspuntensysteem overeenkomstig bijlage II.

f)

Het totale quotum voor de in 2004 toegelaten NOx-uitstoot stemt overeen met het krachtens het ecopuntensysteem in 2003 toegelaten totale quotum en wordt door de Commissie van de Europese Gemeenschappen beheerd en over de lidstaten verdeeld volgens de beginselen die van toepassing zijn op het ecopuntensysteem in 2003, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3298/94 (10).

g)

De nieuwe toewijzing van punten van de communautaire reserve wordt gewogen aan de hand van de criteria van artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3298/94, meer bepaald overeenkomstig het aantal aan de lidstaten toegewezen punten dat werkelijk door hen wordt gebruikt .

3.   In het geval dat de regeling voor de tarifering van het infrastructuurgebruik niet vóór eind 2004 van kracht wordt, dient het gebruik van milieuvriendelijke vrachtwagens bij transitovervoer door de Oostenrijkse Alpen en met name via de Brenner, de Tauern en de Pyhrn als volgt te worden bevorderd:

in 2004:

contingentering (11) voor EURO 0-, 1- en 2-vrachtwagens (12)

vrije doortocht voor EURO 3-vrachtwagens

in 2005 en 2006:

geen doortocht voor EURO 0- en 1-vrachtwagens

contingentering voor EURO 2-vrachtwagens

vrije doortocht voor EURO 3- en 4-vrachtwagens

Na 2006 wordt geen enkel contingenteringssysteem toegepast.

4.    De Commissie zal overeenkomstig de procedure van artikel 5:

het aantal punten vaststellen overeenkomstig artikel 3, lid 2, onder d);

gedetailleerde maatregelen nemen betreffende de procedures inzake het overgangspuntensysteem, de verdeling van de punten en de technische vraagstukken in verband met de toepassing van dit artikel;

met het oog op de toetreding van de landen van Midden- en Oost-Europa in 2004 per nieuwe lidstaat en per jaar de contingenten, vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en de bijlagen, naar rato uitbreiden.

Artikel 4

1.   Zolang het bepaalde in artikel 3, lid 2, en in voorkomend geval artikel 3, lid 3, van toepassing is, treffen de lidstaten in het kader van hun onderlinge samenwerking, indien nodig, met het EG-Verdrag verenigbare maatregelen tegen misbruik van het overgangspuntensysteem .

2.     De door Commissie en door het in artikel 5 bedoelde comité te nemen besluiten moeten passen in een duurzaam vervoersbeleid voor het gehele Alpengebied en met name voor gevoelige regio's zoals het Brennergebied, de Mont Blanc, de Tauern, de Pyhrn, de doorgangsroute Lyon-Turijn (Fréjus) en andere. Dit beleid moet enerzijds zijn gebaseerd op de feitelijke verplichtingen waaraan de Europese Unie en de lidstaten moeten voldoen uit hoofde van de bepalingen van het Verdrag, de Alpenovereenkomst en andere bindende instrumenten, maar ook — voorzover de wetgeving daartoe ruimte laat — op de door de Commissie in haar Witboek inzake het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010 voor gevoelige berggebieden geformuleerde beginselen, zoals duurzaamheid, vrije dienstverlening, bescherming van burger en milieu, bevordering van het intermodaal vervoer en kruisfinanciering.

Dit beleid moet resulteren in een systeem voor de reglementering van verkeersstromen dat uitsluitend van toepassing is op de doorgangsroutes door de Alpen en andere ecologisch gevoelige gebieden die gelegen zijn langs de trans-europese corridors, en volledig in overeenstemming zijn met het bepaalde in artikel 3, lid 3.

3.   Vervoerders met een Gemeenschapsvergunning, afgegeven door de bevoegde instanties in Oostenrijk, mogen geen internationaal goederenvervoer verrichten op ritten waarbij in Oostenrijk geladen noch gelost wordt. Al deze ritten waarbij transitovervoer door de Oostenrijkse Alpen is betrokken, zijn evenwel onderworpen aan artikel 3.

4.   Voor zover nodig worden alle controlemethoden, met inbegrip van elektronische systemen, met het oog op de toepassing van artikel 3 vastgesteld volgens de procedure van artikel 5.

5.     De landen waarop deze verordening van toepassing is, worden verzocht in het kader van het bestaande systeem controles in te voeren om na te gaan of de reële NOx-uitstoot van vrachtwagens daadwerkelijk overeenkomt met de op grond van hun conformiteit van de productie (COP) toegestane dan wel van de typegoedkeuring afgeleide waarde.

Artikel 5

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2.   Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 230.

(2)  PB C 221 van 17.9.2002, blz. 84.

(3)  PB C ...

(4)  Standpunt van het Europees Parlement van 12 februari 2003 (nog niet bekendgemaakt in het PB), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 28 maart 2003 (nog niet bekendgemaakt in het PB) en standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(5)  PB C 241 van 29.8.1994, blz. 361.

(6)  Besluit 96/191/EG van de Raad van 26 februari 1996 (PB L 61 van 12.3.1996, blz. 31).

(7)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(8)  PB L 95, 9.4.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 484/2002 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 76, 19.3.2002, blz. 1).

(9)  PB L 70, 6.8.1962, blz. 2005. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 881/92.

(10)  Verordening (EG) nr. 3298/94 van de Commissie van 21 december 1994 tot vaststelling van gedetailleerde maatregelen betreffende procedures inzake het ecopuntensysteem, de verdeling van de ecopunten (PB L 341 van 30.12.1994, blz. 20). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2012/2000 van de Raad (PB L 241 van 26.9.2000, blz. 18 ).

(11)  De quota zijn gebaseerd op de ecopuntenregeling voor 2002.

(12)  Vrachtwagens die beantwoorden aan de emissienormen in de zin van Richtlijn 91/542/EEG van de Raad van 1 oktober 1991 tot wijziging van Richtlijn 88/77/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de emissie van gasvormige verontreinigingen door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen (PB L 295 van 25.10.1991, blz. 1) en Richtlijn 1999/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking en tot wijziging van Richtlijn 88/77/EEG van de Raad (PB L 44 van 16.2.2000, blz. 1).

BIJLAGE I

Marges

Jaar

Punten voor EU-15

1991

23 556 220 (100 %)

 

Marge

Maximum

Minimum

2004

9 422 488 (40 %)

9 422 488 (40 %)

2005

9 422 488 (40 %)

9 186 926 (39 %) —

8 951 364 (38 %)

2006

9 422 488 (40 %)

8 951 364 (38 %) —

8 221 121 (34,9 %)

BIJLAGE II

BEREKENING EN BEHEER VAN HET OVERGANGSPUNTENSYSTEEM

1.

Voor elke vrachtwagen die in transito door de Oostenrijkse Alpen rijdt (in beide richtingen), moeten bij het passeren van de grens telkens de volgende documenten worden overgelegd:

a)

een document waaruit het COP-niveau voor de NOx-uitstoot van de vrachtwagen blijkt;

b)

een door de bevoegde autoriteiten afgegeven geldige puntenkaart .

Ad a)

Voor na 1 oktober 1990 voor het eerst ingeschreven EURO O-, EURO 1-, EURO 2- en EURO 3- vrachtwagens moet het document waaruit het COP-niveau blijkt een door de bevoegde autoriteiten afgegeven certificaat zijn, waarin het officieel bevestigde COP-niveau voor de NOx-uitstoot is vermeld, of het typegoedkeuringscertificaat waarin de goedkeuringsdatum en het bij de goedkeuring gemeten niveau zijn vermeld. Voor laatstgenoemd document kan het COP-niveau worden berekend door verhoging van het voor de typegoedkeuring vastgestelde niveau met 10 %. Het eenmaal voor een voertuig vastgestelde niveau kan gedurende de gehele levensduur van het voertuig niet meer worden gewijzigd.

Het COP-niveau vóór 1 oktober 1990 voor het eerst ingeschreven vrachtwagens en voor vrachtwagens waarvoor geen certificaat wordt overgelegd, wordt op 15,8 g/kWh vastgesteld.

Ad b)

De puntenkaart telt een aantal punten, en wordt op basis van het COP-niveau van het gebruikte voertuig als volgt ontwaard:

1)

Per g/kWh NOx-uitstoot overeenkomstig punt 1 onder a) wordt één punt afgeboekt;

2)

Decimalen worden naar boven afgerond, wanneer zij 0,5 of meer bedragen, en anders naar beneden.

2.

De Commissie berekent overeenkomstig de procedures van artikel 5 om de drie maanden het aantal ritten en het gemiddelde NOx-niveau van de vrachtwagens, en houdt statistieken bij die zijn gespecificeerd naar nationaliteit.

P5_TA(2003)0329

Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91 (15855/1/2002 — C5-0136/2003 — 2001/0305(COD))

(Medebeslissingsprocedure: tweede lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het gemeenschappelijk standpunt van de Raad (15855/1/2002 — C5-0136/2003) (1),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2001) 784) (3),

gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2002) 717) (4),

gelet op artikel 251, lid 2 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 80 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme (A5-0221/2003),

1.

wijzigt het gemeenschappelijk standpunt als volgt;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 63.

(2)  P5_TA(2002)0514.

(3)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 225.

(4)  PB C 71 E van 25.3.2003, blz. 188.

P5_TC2-COD(2001)0305

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Verordening (EG) nr. .../2003 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Na raadpleging van het Comité van de regio's,

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het optreden van de Gemeenschap moet onder meer gericht zijn op de waarborging van een hoog niveau van bescherming van de passagiers, met volledige inachtneming van de eisen op het gebied van consumentenbescherming in het algemeen.

(2)

Instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten brengen voor passagiers ernstige moeilijkheden en ongemak met zich mee.

(3)

Hoewel Verordening (EEG) nr. 295/91 van de Raad van 4 februari 1991 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor compensatie bij instapweigering in het geregeld luchtvervoer (4) een minimum aan bescherming voor de passagiers heeft gecreëerd, blijft het aantal passagiers aan wie tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd te hoog, evenals het aantal passagiers dat wordt getroffen door annuleringen zonder voorafgaande waarschuwing en door langdurige vertragingen.

(4)

De Gemeenschap dient derhalve de bij die verordening vastgestelde beschermingsnormen te verhogen, teneinde de rechten van de passagier uit te breiden en ervoor te zorgen dat de luchtvaartmaatschappijen onder geharmoniseerde voorwaarden hun bedrijf uitoefenen op een geliberaliseerde markt.

(5)

Aangezien het onderscheid tussen geregeld en ongeregeld luchtvervoer steeds meer vervaagt, dient de bescherming van de passagiers niet alleen te gelden voor geregelde vluchten maar ook voor ongeregelde vluchten, met inbegrip van vluchten in het kader van pakketreizen.

(6)

De bescherming die wordt geboden aan passagiers die van een in een lidstaat gelegen luchthaven vertrekken, dient te worden uitgebreid tot passagiers die van een in een derde land gelegen luchthaven naar een in een lidstaat gelegen luchthaven vertrekken wanneer een communautaire luchtvaartonderneming de vlucht uitvoert.

(7)

Om de effectieve toepassing van deze verordening te waarborgen, dienen de bij de verordening gecreëerde verplichtingen te rusten op de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of voornemens is de vlucht uit te voeren, met eigen dan wel inclusief of zonder bemanning geleaste vliegtuigen, of in enige andere vorm.

(8)

Deze verordening mag geen beperking inhouden van het recht van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert om volgens het toepasselijk recht compensatie te verlangen van enig persoon, inclusief derden.

(9)

Het aantal passagiers aan wie de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, dient omlaag te worden gebracht door de luchtvaartmaatschappijen te verplichten de mensen te vragen vrijwillig hun boekingen op te geven in ruil voor voordelen in plaats van passagiers de toegang tot een vlucht te weigeren, en door volledige compensatie voor degenen aan wie uiteindelijk tegen hun wil de toegang tot de vlucht wordt geweigerd.

(10)

Passagiers aan wie tegen hun wil de toegang tot een vlucht is geweigerd, moeten hun reis kunnen annuleren onder terugbetaling van hun ticket, dan wel onder bevredigende voorwaarden kunnen voortzetten, en moeten tijdens het wachten op een latere vlucht voldoende worden verzorgd.

(11)

Ook vrijwilligers moeten hun vlucht kunnen annuleren onder terugbetaling van hun ticket, dan wel onder bevredigende voorwaarden kunnen voortzetten, aangezien zij met soortgelijke reisproblemen worden geconfronteerd als de passagiers aan wie tegen hun wil de toegang tot de vlucht is geweigerd.

(12)

De overlast en het ongemak voor de passagiers als gevolg van het annuleren van vluchten dienen eveneens te worden verminderd. Dit dient te worden verwezenlijkt door de luchtvaartmaatschappijen ertoe te bewegen passagiers voor de voorziene vertrektijd van annuleringen in kennis te stellen en hen bovendien een redelijk alternatief vervoer aan te bieden, zodat de passagiers andere regelingen kunnen treffen. De luchtvaartmaatschappijen die nalaten dat te doen, dienen de passagiers een compensatie te betalen, en tevens passende verzorging te bieden, tenzij de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden die zelfs door het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.

(13)

Passagiers van wie de vlucht geannuleerd wordt, moeten hun tickets terugbetaald kunnen krijgen of onder bevredigende voorwaarden een andere vlucht naar hun bestemming krijgen, en moeten tijdens het wachten op een latere vlucht voldoende worden verzorgd, tenzij de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden die zelfs door het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.

(14)

Alle passagiers die van de bestaande wijzen van vervoer gebruikmaken, moeten gelijk worden behandeld en concurrentie tussen verschillende wijzen van vervoer moet worden voorkomen.

(15)

Evenals in het kader van het Verdrag van Montreal dienen de verplichtingen die worden opgelegd aan de luchtvaartmaatschappijen die de vluchten uitvoeren, te worden beperkt of uitgesloten in gevallen waarin een gebeurtenis het gevolg is van buitengewone omstandigheden die zelfs door het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden. Dergelijke omstandigheden kunnen zich met name voordoen in gevallen van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.

(16)

Er is sprake van buitengewone omstandigheden wanneer een besluit van de luchtverkeersleiding voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen of annuleringen te voorkomen.

(17)

Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis geannuleerd wordt om andere redenen dan het annuleren van de vlucht.

(18)

Ook passagiers van wie de vlucht voor een bepaalde tijd is vertraagd uitgesteld moeten hun vlucht kunnen annuleren onder terugbetaling van hun tickets, dan wel hun reis onder bevredigende voorwaarden kunnen voortzetten, en moeten tijdens het wachten op een latere vlucht voldoende worden verzorgd, tenzij de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die zelfs door het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden.

(19)

De verzorging van passagiers die op een alternatieve of uitgestelde vlucht wachten, kan beperkt of geweigerd worden als het verlenen daarvan extra oponthoud meebrengt.

(20)

De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, moet voorzien in de speciale behoeften van personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders.

(21)

Passagiers moeten bij instapweigering of annulering dan wel langdurige vertraging van hun vlucht volledig over hun rechten worden geïnformeerd, zodat zij op een doeltreffende wijze hun rechten kunnen uitoefenen.

(22)

De lidstaten dienen de regels vast te stellen inzake de sancties op overtredingen van de bepalingen deze verordening, en ervoor te zorgen dat deze regels worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(23)

De lidstaten moeten ervoor zorgen en erop toezien dat hun luchtvaartmaatschappijen deze verordening naleven en een passende instantie voor de uitvoering van die handhavingstaken aanwijzen. Dit toezicht mag geen afbreuk doen aan de rechten van passagiers en luchtvaartmaatschappijen om overeenkomstig het nationale procesrecht langs juridische weg schadevergoeding te eisen bij een rechtbank.

(24)

De Commissie dient de toepassing van deze verordening te analyseren en met name te beoordelen of het wenselijk is de werkingssfeer ervan uit te breiden tot alle passagiers die een contract met een touroperator of met een communautaire luchtvaartmaatschappij hebben, wanneer zij van een luchthaven in een derde land naar een luchthaven in een lidstaat vertrekken.

(25)

Het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn op 2 december 1987 te Londen, in een gezamenlijke verklaring van hun ministers van Buitenlandse Zaken, regelingen overeengekomen inzake meer samenwerking bij het gebruik van de luchthaven van Gibraltar, welke regelingen echter nog niet worden toegepast.

(26)

Verordening (EEG) nr. 295/91 dient derhalve te worden ingetrokken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

1.   Deze verordening stelt onder de erin genoemde voorwaarden de minimumrechten vast die luchtreizigers hebben bij:

a)

instapweigering tegen hun wil;

b)

annulering van hun vlucht;

c)

vertraging van hun vlucht.

2.   De toepassing van deze verordening op de luchthaven van Gibraltar laat de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven is gelegen, onverlet.

3.   De toepassing van deze verordening op de luchthaven van Gibraltar wordt opgeschort totdat de regelingen van de gezamenlijke verklaring van de ministers van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van 2 december 1987 van toepassing worden. De regeringen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk zullen de Raad van die datum in kennis stellen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„luchtvaartmaatschappij”: een luchtvervoersonderneming met een geldige exploitatievergunning;

b)

„luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert”: een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert of voornemens is een vlucht uit te voeren in het kader van een overeenkomst met een passagier of namens een andere natuurlijke of rechtspersoon die een overeenkomst heeft met die passagier;

c)

„communautaire luchtvaartmaatschappij”: een luchtvaartmaatschappij met een geldige exploitatievergunning die door een lidstaat is verleend overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (5);

d)

„touroperator”: een organisator als bedoeld in artikel 2, punt 2 van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad van 13 juni 1990 betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten (6), met uitzondering van een luchtvaartmaatschappij;

e)

„pakket”: de diensten als gedefinieerd in artikel 2, punt 1 van Richtlijn 90/314/EEG;

f)

„ticket”: een geldig document dat recht geeft op vervoer of een gelijkwaardig document in immateriële, inclusief elektronische, vorm dat door de luchtvaartmaatschappij of door een door haar erkende agent is uitgegeven of toegestaan;

g)

„boeking”: het feit dat de passagier een ticket heeft of een ander bewijs dat de boeking is aanvaard en geregistreerd door de luchtvaartmaatschappij of de touroperator;

h)

„eindbestemming”: de bestemming die vermeld staat op het bij de incheckbalie aangeboden ticket of, in geval van rechtstreeks aansluitende vluchten, de bestemming van de laatste vlucht. Er wordt geen rekening gehouden met aansluitende vluchten die zonder moeilijkheden kunnen worden uitgevoerd, ook al ontstond er vertraging door instapweigering;

i)

„persoon met beperkte mobiliteit”: een persoon wiens mobiliteit bij het gebruik van vervoer beperkt is ten gevolge van een lichamelijke (zintuiglijke of motorische, tijdelijke of blijvende) handicap, een verstandelijke handicap, leeftijd of enige andere oorzaak die een handicap oplevert, en wiens situatie vereist dat hij bijzondere aandacht krijgt en dat de aan alle passagiers verstrekte diensten aan hem worden aangepast;

j)

„instapweigering”: weigering om passagiers op een vlucht te vervoeren, hoewel zij zich voor instappen hebben gemeld volgens de voorwaarden van artikel 3, lid 2, zonder dat de instapweigering is gebaseerd op redelijke gronden zoals redenen die te maken hebben met gezondheid, veiligheid of beveiliging, of ontoereikende reisdocumenten;

k)

„vrijwilliger”: een persoon die zich onder de in artikel 3, lid 2, vastgestelde voorwaarden voor instappen heeft aangemeld en ingaat op het verzoek van de luchtvaartmaatschappij om zijn boeking tegen bepaalde voordelen af te staan.

l)

„annulering”, annulering van een vlucht die zeven dagen voor het geplande vertrek was opgenomen in het computerreserveringssysteem en niet wordt uitgevoerd.

Artikel 3

Werkingssfeer

1.   Deze verordening is van toepassing

a)

op passagiers die vertrekken vanaf een luchthaven die gelegen is op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is,

b)

op passagiers die vertrekken vanaf een in een derde land gelegen luchthaven naar een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat waarop het Verdrag van toepassing is, tenzij zij bepaalde voordelen of compensatie hebben ontvangen en bijstand hebben gekregen in dat derde land, indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht in kwestie uitvoert, een communautaire luchtvaartmaatschappij is.

2.   Lid 1 is van toepassing op voorwaarde dat de passagiers:

a)

een bevestigde boeking voor een vlucht hebben en zich bij de incheckbalie melden, hetzij zoals bepaald en op de tijd die van tevoren door de luchtvaartmaatschappij, de touroperator of een erkend reisbureau is aangegeven, hetzij , indien er geen tijd wordt aangegeven, uiterlijk 60 minuten voor de gepubliceerde vertrektijd; of

b)

door een luchtvaartmaatschappij of touroperator van de vlucht waarvoor zij een boeking hadden zijn overgeplaatst naar een andere vlucht, ongeacht de reden.

3.   Deze verordening geldt niet voor passagiers die gratis reizen of tegen een gereduceerd tarief dat niet rechtstreeks of indirect voor het publiek toegankelijk is. Passagiers die in het bezit zijn van tickets die door een luchtvaartmaatschappij of touroperator zijn verstrekt in het kader van een Frequent Flyer-programma of een ander commercieel programma vallen echter wel onder deze verordening.

4.   Deze verordening is van toepassing op elke luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert en vervoer aanbiedt aan passagiers als bedoeld in de leden 1 en 2. Indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert geen overeenkomst heeft met de passagier, doch activiteiten uitvoert die onder deze verordening vallen, wordt zij geacht dit te doen namens de persoon die een overeenkomst heeft met die passagier.

5.   Deze verordening is niet van invloed op de rechten van de passagiers volgens Richtlijn 90/314/EEG. Deze verordening is niet van toepassing in gevallen waarin een pakketreis geannuleerd wordt om andere redenen dan het annuleren van de vlucht.

Artikel 4

Instapweigering

1.   Wanneer een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs instapweigering voor een vlucht kan verwachten, vraagt zij eerst of er vrijwilligers zijn die hun boekingen willen opgeven in ruil voor bepaalde voordelen, onder voorwaarden die moeten worden overeengekomen tussen de betrokken passagier en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Vrijwilligers krijgen bijstand overeenkomstig artikel 8, en deze is aanvullend op bij de in dit lid bedoelde voordelen.

2.   Indien het aantal vrijwilligers dat zich aanbiedt niet voldoende is om de resterende passagiers met boeking te laten meevliegen op de vlucht, kan de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert passagiers tegen hun wil de toegang tot de vlucht weigeren.

3.   Indien passagiers tegen hun wil de toegang tot een vlucht wordt geweigerd, compenseert de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert hen onmiddellijk overeenkomstig artikel 7, en biedt zij hun bijstand overeenkomstig de artikelen 8 en 9.

Artikel 5

Annulering

1.   In geval van annulering van een vlucht:

a)

wordt de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert bijstand geboden als bedoeld in artikel 8; en

b)

wordt de betrokken passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert bijstand geboden als bedoeld in artikel 9, tenzij de luchtvaartmaatschappij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden; en

c)

hebben de betrokken passagiers recht op de in artikel 7 bedoelde compensatie door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, tenzij

i)

de annulering hun tenminste twee weken voor de geplande vertrektijd wordt meegedeeld; of

ii)

de annulering hun tussen twee weken en zeven dagen voor de geplande vertrektijd wordt meegedeeld en hun een andere vlucht naar hun bestemming wordt aangeboden die niet eerder dan twee uur voor de geplande vertrektijd vertrekt en hen minder dan vier uur later dan de geplande aankomsttijd op de eindbestemming brengt; of

iii)

de annulering hun minder dan zeven dagen voor de geplande vertrektijd wordt meegedeeld en hun een andere vlucht naar hun bestemming wordt aangeboden die niet eerder dan één uur voor de geplande vertrektijd vertrekt en hen minder dan twee uur later dan de geplande aankomsttijd op de eindbestemming brengt.

2.   Wanneer de passagiers wordt meegedeeld dat de vlucht is geannuleerd, wordt uitgelegd welk alternatief vervoer er voorhanden is.

3.   Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert is niet verplicht compensatie te betalen als bedoeld in artikel 7 indien zij kan aantonen dat de annulering het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden.

4.   De bewijslast inzake het al of niet melden van de annulering van de vlucht aan de passagier en het tijdstip waarop dat geschiedt ligt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert.

Artikel 6

Vertraging

1.   Wanneer een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs kan verwachten dat een vlucht een vertraging tot na de geplande vertrektijd oploopt, en wel

a)

twee uur of meer voor vluchten van 1.500 km of minder, of

b)

drie uur of meer voor alle vluchten binnen de Gemeenschap van meer dan 1.500 km en van alle andere vluchten tussen de 1.500 en 3.500 km; of

c)

vier uur of meer voor alle vluchten die niet vallen onder a) of b),

wordt de passagiers door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de in artikel 9 bedoelde bijstand geboden .

2.   In ieder geval volgt de aanbieding van de bijstand binnen de in dit artikel voor iedere vluchtafstand bepaalde tijdspanne.

Artikel 7

Recht op compensatie

1.   Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers compensatie ten belope van:

a)

250 euro voor alle vluchten tot en met 1500 km;

b)

400 euro voor alle intracommunautaire vluchten van meer dan 1500 km, en voor alle andere vluchten tussen 1500 en 3500 km;

c)

600 euro voor alle niet onder a) of b) vallende vluchten.

Bij de bepaling van de afstand wordt gekeken naar de laatste bestemming waar de passagier als gevolg van de instapweigering of annulering na de geplande tijd zal aankomen.

2.   Indien de passagiers een andere vlucht naar hun eindbestemming wordt aangeboden overeenkomstig artikel 8, en de aankomsttijd niet meer dan hieronder vermeld afwijkt van de geplande aankomsttijd van de oorspronkelijk geboekte vlucht:

a)

twee uur later voor alle vluchten van 1.500 km of minder, of

b)

drie uur later voor alle vluchten binnen de Gemeenschap van meer dan 1.500 km en voor alle andere vluchten tussen de 1.500 en 3.500 km; of,

c)

vier uur later voor alle vluchten die niet onder a) of b) vallen,

kan de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de compensatiebedragen vermeld in lid 1 met 50 % verlagen.

3.   De in lid 1 bedoelde compensatie wordt in contant geld uitbetaald, middels een elektronische overmaking aan de bank, per bankoverschrijving, bankcheque of, met de schriftelijke toestemming van de passagier, in de vorm van reisbonnen en/of andere diensten.

4.   De in de leden 1 en 2 vermelde afstanden worden gemeten volgens de groot-cirkelmethode (ortodromische lijn).

Artikel 8

Recht op terugbetaling of een andere vlucht

1.   Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers de keuze tussen:

a)

volledige terugbetaling van het ticket binnen zeven dagen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3, tegen de prijs waarvoor het gekocht was, voor het gedeelte of de gedeelten van de reis die niet zijn gemaakt en voor het gedeelte en de gedeelten die reeds zijn gemaakt indien verder reizen in het licht van het oorspronkelijke reisplan van de passagier geen zin meer heeft, alsmede in voorkomend geval:

een retourvlucht naar het eerste vertrekpunt bij de eerste gelegenheid;

b)

een andere vlucht onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden naar hun eindbestemming bij de eerste gelegenheid; of

c)

een andere vlucht onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden en binnen de geldigheid van het biljet naar hun eindbestemming, op een latere datum naar keuze van de passagier, en afhankelijk van de dienstregeling .

2.   Lid 1, punt a), is ook van toepassing op passagiers wier vlucht onderdeel is van een pakket, behalve wat het recht op terugbetaling betreft indien dit recht bestaat krachtens Richtlijn 90/314/EEG.

3.   Wanneer, in het geval waarin een stad of regio wordt bediend door meerdere luchthavens, de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een passagier een vlucht aanbiedt naar een andere luchthaven dan die waarvoor was geboekt, draagt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de kosten van de reis van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt of naar een andere met de passagier overeengekomen nabijgelegen bestemming.

Artikel 9

Recht op verzorging

1.   Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers gratis:

a)

maaltijden en verfrissingen, in redelijke verhouding tot de wachttijd;

b)

hotelaccommodatie in gevallen

waarin een verblijf van één of meer nachten noodzakelijk wordt, of

waarin een langer verblijf noodzakelijk wordt dan het door de passagier geplande verblijf;

c)

vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de accommodatie (hotel of andere accommodatie).

2.   Bovendien kunnen de passagiers twee gratis telefoongesprekken of telex-, fax- of emailberichten verzenden.

3.   Bij het toepassen van dit artikel schenkt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert bijzondere aandacht aan de behoeften van personen met beperkte mobiliteit en kunnen eventuele begeleiders, alsook aan de behoeften van alleenreizende kinderen.

Artikel 10

Plaatsen in een hogere of lagere klasse

1.   Indien een passagier door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert in een hogere klasse wordt geplaatst dan die waarvoor een ticket is gekocht, mag geen bijbetaling worden gevraagd.

2.   Indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een passagier in een lagere klasse plaatst dan die waarvoor een ticket is gekocht, vindt er, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3, binnen zeven dagen terugbetaling plaats, van

a)

30 % van de prijs van het ticket van de passagier voor alle vluchten van 1.500 km of minder, of

b)

50 % van de prijs van het ticket van de passagier voor alle vluchten binnen de Gemeenschap van meer dan 1.500 km en voor alle andere vluchten tussen de 1.500 en 3.500 km, of

c)

75 % van de prijs van het ticket van de passagier voor alle vluchten die niet onder a) of b) vallen en voor vluchten van en naar de Franse overzeese departementen.

Artikel 11

Personen met beperkte mobiliteit of met bijzondere behoeften

1.   Luchtvaartmaatschappijen die een vlucht uitvoeren geven voorrang aan personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders of officiële geleidehonden, alsmede aan alleenreizende kinderen.

2.   In geval van instapweigering, annulering of enigerlei vertraging hebben personen met beperkte mobiliteit en hun eventuele begeleiders, alsmede alleen reizende kinderen, er recht op dat de in artikel 9 bedoelde bijstand hun zo spoedig mogelijk wordt geboden.

Artikel 12

Verdere compensatie

1.   Deze verordening is van toepassing onverminderd de rechten van een passagier op verdere compensatie.

2.    Onverminderd de toepasselijke beginselen en voorschriften van nationaal recht, met inbegrip van de jurisprudentie, is lid 1 niet van toepassing op passagiers die vrijwillig een boeking hebben ingeleverd uit hoofde van artikel 4, lid 1, van deze verordening.

Artikel 13

Recht op schadevergoeding

1.   In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of aan de overige verplichtingen voldoet die krachtens deze verordening op haar rusten, mag geen enkele bepaling van deze verordening worden uitgelegd als een beperking van het recht om volgens het geldend recht compensatie te verlangen van enige persoon, inclusief derden. Deze verordening beperkt met name geenszins het recht van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert om terugbetaling te eisen van een touroperator of enige andere persoon waarmee de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een overeenkomst heeft. Ook kunnen touroperators of derden die door toedoen van de luchtvaartmaatschappij welke de vlucht uitvoert kosten hebben moeten maken of schade hebben geleden, conform deze verordening aanspraak maken op terugbetaling of vergoeding daarvan.

2.    De lidstaten dragen er via de in lid 1 omschreven toezeggingen zorg voor dat alle aanspraken op vergoeding op basis van het beginsel dat het verantwoordelijke agentschap moet betalen, ten opzichte van alle derde partijen, kunnen worden ingediend en afgedwongen.

Artikel 14

Verplichting om de passagiers over hun rechten te informeren

1.   De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, zorgt ervoor dat bij het inchecken een goed leesbaar bericht duidelijk zichtbaar voor de passagiers is uitgehangen waarvan de tekst als volgt luidt: „Indien u niet tot uw vlucht wordt toegelaten, of indien deze is geannuleerd of voor minstens twee uur is vertraagd, vraagt u dan bij de incheckbalie of bij de boarding gate om de tekst waarin uw rechten vermeld staan, met name met betrekking tot compensatie en bijstand”.

2.   Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert die overgaat tot instapweigering of annulering van een vlucht bezorgt iedere daardoor getroffen passagier een schriftelijke mededeling waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening zijn uiteengezet. Ook passagiers wier vlucht minstens twee uur vertraging heeft krijgen een soortgelijke mededeling. Tevens worden de passagiers in schriftelijke vorm gegevens verstrekt die nodig zijn om contact op te nemen met de nationale instantie als bedoeld in artikel 16.

3.   Ten behoeve van blinden en visueel gehandicapten wordt het bepaalde van dit artikel met behulp van alternatieve passende middelen toegepast.

Artikel 15

Uitsluiting van ontheffing

1.   De uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de passagier kunnen niet worden beperkt of teniet worden gedaan door middel van bijvoorbeeld een beperkings- of ontheffingsclausule in de vervoerovereenkomst.

2.   Indien een dergelijke beperkende of ontheffingsclausule niettemin wordt aangevoerd tegen een passagier, of indien de passagier niet juist is ingelicht omtrent zijn rechten en daardoor een lagere compensatie heeft aanvaard dan die waarin is voorzien in deze verordening, heeft de passagier het recht alsnog de nodige stappen te ondernemen bij de bevoegde rechtbanken of instanties voor het verkrijgen van een aanvullende compensatie.

Artikel 16

Overtredingen

1.   Elke lidstaat wijst een instantie aan die verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening met betrekking tot de vluchten vanuit de zich op het grondgebied van de lidstaat bevindende luchthavens en met betrekking tot de vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens. In voorkomend geval neemt deze instantie de maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de rechten van de passagiers worden geëerbiedigd. De lidstaten delen de Commissie mee welke instantie overeenkomstig dit lid is aangewezen.

2.   Onverminderd artikel 12 kan een passagier een klacht indienen bij elke overeenkomstig lid 1 aangewezen instantie of iedere andere door en lidstaat aangewezen bevoegde instantie over een vermeende overtreding van deze verordening op een op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven of betreffende een vlucht vanuit een derde land naar een op dat grondgebied gelegen luchthaven.

3.   De door de lidstaten vastgestelde sancties voor overtreding van deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Artikel 17

Verslag

De Commissie brengt uiterlijk 1 januari 2007 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening, met name wat betreft:

de frequentie van instapweigering en annulering van vluchten;

de eventuele uitbreiding van de werkingssfeer van deze verordening tot passagiers die een overeenkomst met een communautaire luchtvaartmaatschappij hebben, dan wel een boeking voor een vlucht die onderdeel is van een pakketreis waarop Richtlijn 90/314/EEG van toepassing is, en die van een luchthaven in een derde land naar een luchthaven in een lidstaat vertrekken op vluchten die niet door communautaire luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd;

de eventuele herziening van de in artikel 7, lid 1, genoemde compensatiebedragen.

Dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen.

Artikel 18

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 295/91 wordt ingetrokken.

Artikel 19

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op ... (7).

Deze verordening is bindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C 103 E van 30.4.2002, blz. 225.

(2)  PB C 241 van 7.10.2002, blz. 29.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 24 oktober 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 18 maart 2003 ( PB C 125 E van 27.5.2003, blz. 63) en standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(4)  PB L 36 van 8.2.1991, blz. 5.

(5)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.

(6)  PB L 158 van 23.6.1990, blz. 59.

(7)   Twaalf maanden na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

P5_TA(2003)0330

Levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (COM(2002) 662 — C5-0577/2002 — 2002/0274(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2002) 662) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0577/2002),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0216/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Europees Parlement indien zij voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2002)0274

Standpunt van het Europees Parlement in tweede lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Levensmiddelenadditieven kunnen alleen voor gebruik in levensmiddelen worden goedgekeurd als zij voldoen aan bijlage II bij Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (4).

(2)

Bij Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (5) is een lijst van levensmiddelenadditieven vastgesteld die in de Gemeenschap mogen worden gebruikt, alsmede de voorwaarden voor het gebruik daarvan.

(3)

Sedert de vaststelling van Richtlijn 95/2/EG hebben zich technische ontwikkelingen op het gebied van levensmiddelenadditieven voorgedaan. Die richtlijn moet aan deze ontwikkelingen worden aangepast.

(4)

Richtlijn 88/388/EEG van de Raad van 22 juni 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake aroma's voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma's (6) bepaalt dat er een lijst wordt opgesteld van additieven die noodzakelijk zijn voor de opslag en het gebruik van aroma's en dat alle bijzondere voorwaarden met betrekking tot het gebruik van dergelijke additieven moeten worden vastgesteld die ter bescherming van de volksgezondheid of het handelsverkeer noodzakelijk kunnen zijn.

(5)

Het is wenselijk in Richtlijn 95/2/EG die maatregelen op te nemen betreffende additieven die nodig zijn voor de opslag en het gebruik van aroma's, om zo bij te dragen tot de transparantie en consistentie van de communautaire wetgeving en om de naleving van de communautaire wetgeving inzake levensmiddelenadditieven door levensmiddelenproducenten, met name in het midden- en kleinbedrijf, te vergemakkelijken. Bovendien vallen aroma's onder de definitie van „levensmiddel” van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (7).

(6)

Additieven die nodig zijn om de veiligheid en kwaliteit van aroma's te waarborgen en de opslag en het gebruik ervan te vergemakkelijken moeten worden toegestaan, maar de concentratie in die aroma's voorkomende additieven moet worden beperkt tot het minimum dat nodig is om het beoogde doel te bereiken. Voorts wordt gewaarborgd dat de consumenten op juiste, volledige en niet-misleidende wijze worden voorgelicht omtrent het gebruik van additieven.

(7)

De concentratie van een additief in een levensmiddel als gevolg van het gebruik van een aroma is doorgaans laag en het additief heeft geen technologische functie in het levensmiddel. Indien echter het additief onder bepaalde omstandigheden wel een technologische functie in het samengestelde levensmiddel heeft, dient het te worden beschouwd als additief van het samengestelde levensmiddel en niet als additief van het aroma en moeten de voor het additief in het betrokken levensmiddel geldende voorschriften van toepassing zijn, met inbegrip van de etiketteringsvoorschriften van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (8).

(8)

De levensmiddelenproducenten moeten worden ingelicht over de concentraties van alle additieven in aroma's zodat zij zich aan de communautaire wetgeving kunnen houden. Dit is in overeenstemming met Richtlijn 88/388/EEG, die voorschrijft dat van elk bestanddeel waarvoor een kwantitatieve beperking in een levensmiddel geldt, de hoeveelheid op het etiket wordt vermeld. Een kwantitatieve beperking wordt hetzij in getallen uitgedrukt hetzij door het „quantum satis”-beginsel.

(9)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het ter verwezenlijking van de fundamentele doelstelling, het waarborgen van de eenheid van de markt en van een hoog niveau van consumentenbescherming, noodzakelijk en passend voorschriften vast te stellen inzake het gebruik van additieven in aroma's. Deze richtlijn gaat overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag niet verder dan nodig is om de nagestreefde doelstellingen te verwezenlijken.

(10)

Ingevolge een verzoek van een lidstaat en het advies van het bij Besluit 97/579/EG van de Commissie van 23 juli 1997 houdende de instelling van wetenschappelijke comités op het gebied van de gezondheid van de consumenten en de voedselveiligheid (9) ingestelde Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding moet gehydrogeneerd poly-1-deceen, dat overeenkomstig Richtlijn 89/107/EEG op nationaal niveau is toegelaten, op communautair niveau goedgekeurd worden.

(11)

Bifenyl (E 230), orthofenylfenol (E 231) en natriumorthofenylfenol (E 232) zijn in Richtlijn 95/2/EG opgenomen als conserveermiddelen op en in citrusvruchten. Deze stoffen vallen echter onder de definitie van gewasbeschermingsmiddelen van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (10). Daarom dienen zij niet langer onder de werkingssfeer van Richtlijn 95/2/EG te vallen. De lidstaten en de Commissie zorgen ervoor dat er geen wettelijke leemte bestaat wat deze stoffen betreft; de toestemmingen om deze stoffen als fytosanitaire producten te gebruiken dienen zo spoedig mogelijk te worden verleend.

(12)

Op 4 april 2003 heeft het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding verklaard dat de tijdelijke aanvaardbare dagelijkse opname van E 214 tot E 219 alkylesters van p-hydroxybenzoëzuur en de natriumzouten ervan moet worden ingetrokken, indien geen nieuwe gegevens over hun opname en toxiciteit beschikbaar worden gemaakt.

(13)

Richtlijn 95/2/EG moet dus worden gewijzigd.

(14)

In Richtlijn 67/427/EEG (11) zijn de controlemaatregelen vastgesteld voor conserveermiddelen in en op citrusvruchten. Aangezien deze conserveermiddelen niet langer toegestaan zijn voor gebruik in citrusvruchten uit hoofde van Richtlijn 95/2/EG, moet Richtlijn 67/427/EEG worden ingetrokken.

(15)

Overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 89/107/EEG is het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding geraadpleegd over de vaststelling van bepalingen die gevolgen voor de volksgezondheid kunnen hebben,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 95/2/EG wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Artikel 1, lid 3, onder v), wordt gelezen:

„v)

stabilisatoren: stoffen die het mogelijk maken de fysisch-chemische toestand van een levensmiddel te handhaven. Stabilisatoren omvatten stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van twee of meer onmengbare stoffen in een levensmiddel te handhaven, stoffen die een bestaande kleur van een levensmiddel stabiliseren, fixeren of intensifiëren en stoffen die het bindend vermogen van het levensmiddel verhogen, onder meer door de vorming van crosslinks tussen eiwitten waardoor afzonderlijke deeltjes tot een gereconstitueerd levensmiddel worden samengebonden."”

(2)

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 1 luidt als volgt:

„1.   De aanwezigheid van een levensmiddelenadditief is toegestaan:

a)

in een niet in artikel 2, lid 3, vermeld samengesteld levensmiddel, voorzover het levensmiddelenadditief in een van de ingrediënten van het samengestelde levensmiddel is toegestaan;

b)

in een levensmiddel waaraan een aroma is toegevoegd voorzover het levensmiddelenadditief in dat aroma overeenkomstig deze richtlijn is toegestaan en via het aroma in het levensmiddel terechtgekomen is, mits het levensmiddelenadditief in het uiteindelijke levensmiddel geen technologische functie heeft, of

c)

als het levensmiddel uitsluitend bestemd is voor gebruik bij de bereiding van een samengesteld levensmiddel, voorzover het samengestelde levensmiddel beantwoordt aan de bepalingen van deze richtlijn."”

b)

het volgende lid wordt ingelast

„3.   3. Het niveau van in aroma's aanwezige additieven dient te worden beperkt tot het minimum dat noodzakelijk is om de veiligheid en de kwaliteit van de aroma's te garanderen en de opslag ervan te vergemakkelijken. Het gebruik van additieven in aroma's mag de consument bovendien niet misleiden en mag geen risico vormen voor de gezondheid van de consument. Indien het voorkomen van een additief in een levensmiddel, ten gevolge van het toevoegen van aroma's, een technologische functie in het levensmiddel heeft, wordt het beschouwd als een additief van het levensmiddel en niet als een additief van het aroma."”

(3)

De bijlagen worden gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   Uiterlijk op 1 juli 2004 herzien de Commissie en het Europees Agentschap voor de voedselveiligheid de voorwaarden voor het gebruik van de additieven E 214 tot E 219.

2.   Uiterlijk op ... (12) legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor over de stand van de herevaluatie van additieven. Deze herevaluatie zal vooral betrekking hebben op E 432 tot en met E 436 (polysorbaten) en E 251 en E 252 (nitraten) en E 249 en E 250 (nitrieten).

Artikel 3

Richtlijn 67/427/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 4

1.   De lidstaten dragen zorg voor de inwerkingtreding van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen ten einde:

de handel in en het gebruik van producten die aan deze richtlijn voldoen uiterlijk op ... (13) toe te staan,

de handel in en het gebruik van producten die niet aan deze richtlijn voldoen uiterlijk op ... (12) te verbieden. Producten die vóór die datum op de markt zijn gebracht of geëtiketteerd en die niet aan deze richtlijn voldoen, mogen echter worden verkocht zolang de vooraad strekt.

Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

2.   Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 5

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C ... van ..., blz. ...

(2)  PB C ... van ..., blz. ...

(3)  Standpunt van het Parlement van 3 juli 2003.

(4)  PB L 40 van 11.2.1989, blz. 27. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 94/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 237 van 10.9.1994, blz. 1).

(5)  PB L 61 van 18.3.1995, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/5/EG (PB L 55 van 24.2.2001, blz. 59).

(6)  PB L 184 van 15.7.1988, blz. 61. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 91/71/EEG van de Commissie (PB L 47 van 15.2.1991, blz. 25).

(7)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(8)  PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2001/101/EG van de Commissie (PB L 310 van 28.11.2001, blz. 19).

(9)  PB L 237 van 28.8.1997, blz. 18. Besluit gewijzigd bij Besluit 2000/443/EG (PB L 179 van 18.7.2000, blz. 13).

(10)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(11)  Richtlijn 67/427/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende het gebruik van bepaalde conserveermiddelen voor de oppervlaktebehandeling van citrusvruchten alsmede betreffende de controlemaatregelen voor de opsporing en de kwantitatieve bepaling van conserveermiddelen in en op citrusvruchten (PB L 148 van 11.7.1967, blz. 1).

(12)   24 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

(13)  18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

BIJLAGE

De bijlagen bij Richtlijn 95/2/EG worden als volgt gewijzigd:

(1)

In bijlage I:

a)

komt noot 2 te luiden:

„2.

De onder de nummers E 407, E 407a en E 440 vermelde stoffen mogen met suikers worden gestandaardiseerd onder de voorwaarde dat dit samen met hun nummer en aanduiding vermeld wordt."”

b)

wordt in de lijst van additieven

de vermelding E 170 vervangen door „E 170 calciumcarbonaat”

wordt voor E 466 „Cellulose gom” toegevoegd

wordt voor E469 „Enzymatisch gehydroliseerde cellulose gom” toegevoegd

(2)

In bijlage II:

a)

wordt in de gehele tekst wordt „E 170 calciumcarbonaten” vervangen door „E 170 calciumcarbonaat”

b)

wordt aan de lijst van additieven en maximumconcentraties betreffende „Cacao- en chocoladeproducten als omschreven in Richtlijn 2000/36/EG” het volgende toegevoegd:

 

„E 472c Mono- en diglyceriden van vetzuren veresterd met citroenzuur

quantum satis”

c)

wordt in de lijst van additieven en de maximumconcentratie voor „Bevroren of diepgevroren onbewerkte groenten en vruchten; gebruiksklare voorverpakte gekoelde onbewerkte groenten en vruchten; voorverpakte onbewerkte en geschilde aardappelen” het volgende toegevoegd:

 

„E 296 Appelzuur

quantum satis (uitsluitend voor geschilde aardappelen)”

d)

wordt in de lijst van additieven en de maximumconcentratie voor „Vruchtencompote” het volgende toegevoegd:

 

„E 440 Pectinen

E 509 Calciumchloride

quantum satis (uitsluitend voor vruchtencompote met uitzondering van appelcompote)"”

e)

wordt in de lijst van additieven en de maximumconcentratie voor „Mozzarella- en weikaas” het volgende toegevoegd:

 

„E 460 ii) Cellulose in poedervorm

quantum satis (uitsluitend voor geraspte en gesneden kaas)"”

f)

wordt in fine het volgende toegevoegd:

„UHT-geitenmelk

E 331 Natriumcitraten

4 g/l

Kastanjes in opgietvloeistof

E 410 Johannesbroodpitmeel

E 412 Guarpitmeel

E 415 Xanthaangom

Quantum satis”

(3)

Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

(A)

In deel A

a)

wordt de aanduiding „Gedeeltelijk gebakken, voorverpakte bakkerijproducten voor verkoop in de kleinhandel” vervangen door „Gedeeltelijk gebakken, voorverpakte bakkerijproducten, bedoeld voor de kleinhandel, en brood met verminderde verbrandingswaarde, bedoeld voor de kleinhandel”;

b)

wordt in fine het volgende toegevoegd:

„Rivierkreeftstaarten, gekookte en voorverpakte gemarineerde gekookte weekdieren

2000

 

 

 

 

 

Aroma's

 

 

 

1500

 

(B)

In deel C:

a)

worden de volgende vermeldingen geschrapt:

„E 230

Bifenyl, difenyl

Oppervlaktebehandeling van citrusvruchten

70 mg/kg

E 231

E 232

Orthofenylfenol (1)

Natriumorthofenylfenol (1)

Oppervlaktebehandeling van citrusvruchten

12 mg/kg

alleen of in combinatie,

uitgedrukt als orthofenylfenol

b)

wordt bij E 1105 het volgende levensmiddel toegevoegd:

 

 

„Wijn in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1493/1999 (2) en de uitvoeringsverordening (EG) nr. 1622/2000 (3)

pro memorie

(C)

In deel D:

a)

worden bij E 310, E 311, E 312 en E 320 de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:

„E 310

E 311

E 312

E 320

Propylgallaat

Octylgallaat

Dodecylgallaat

Butylhydroxyanisool (BHA)

Etherische oliën

1000 mg/kg (gallaten en BHA, alleen of in combinatie)

Andere aroma's dan etherische oliën

100 mg/kg (gallaten, alleen of in combinatie) of 200 mg/kg (BHA)"”

b)

wordt in de lijst van levensmiddelen bij E 315 en E 316 de aanduiding „Halfverduurzaamde en verduurzaamde vleesproducten” vervangen door „Gepekelde vleesproducten en verduurzaamde vleesproducten”.

(4)

In bijlage IV:

a)

worden bij E 338 tot en met E 452 het volgende levensmiddel en de volgende maximumconcentratie toegevoegd:

 

 

„Smaakstoffen

40 g/kg"”

b)

worden bij E 338 tot en met E 452 het volgende levensmiddel en de volgende maximumconcentratie geschrapt:

 

 

„Cider en perencider

2 g/l"”

c)

worden bij E 416 het volgende levensmiddel en de volgende maximumconcentratie toegevoegd:

 

 

„Aroma's

50 g/kg”

d)

worden bij E 432 tot en met E 436 de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:

 

 

„Aroma's, met uitzondering van vloeibare rookaroma's en aroma's op basis van oleoharsen van specerijen

10 g/kg

 

Levensmiddelen die vloeibare rookaroma's en aroma's op basis van oleoharsen van specerijen (4) bevatten

1 g/kg

e)

worden bij E 444 het volgende levensmiddel en de volgende maximumconcentratie toegevoegd:

 

 

„Gearomatiseerde niet-transparante alcoholhoudende dranken met een alcoholvolume-gehalte van minder dan 15 %

300 mg/l”

f)

worden bij E 551 tot en met E 559 het volgende levensmiddel en de volgende maximumconcentratie toegevoegd:

„E 310

 

Aroma's

50 g/kg (uitsluitend E 551)”

g)

worden bij E 900 het volgende levensmiddel en de volgende maximumconcentratie toegevoegd:

 

 

„Aroma's

10 mg/kg”

h)

worden bij E 903 de maximumconcentraties als volgt vervangen:

„E 903

Carnaubawas

Als glansmiddel uitsluitend voor:

 

suikerwerk (met inbegrip van chocolade)

500 mg/kg

1 200 mg/kg (uitsluitend in kauwgom)

kleine banketbakkerswaren met chocoladecoating

200 mg/kg

snacks

200 mg/kg

noten

200 mg/kg

koffiebonen

200 mg/kg

voedingssupplementen

200 mg/kg

verse citrusvruchten, meloenen, appelen, peren, perziken en ananassen (uitsluitend oppervlaktebehandeling)

200 mg/kg”

i)

worden bij E 459 de volgende levensmiddelen en maximumconcentraties toegevoegd:

„E 459

Bèta-cyclodextrine

Ingekapselde aroma's in

 

gearomatiseerde thee en gearomatiseerde instantpoeders voor dranken

500 mg/l

gearomatiseerde snacks

1 g/kg

in levensmiddelen zoals deze worden verbruikt of zoals gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant”

j)

wordt in fine het volgende toegevoegd:

„E 907

Gehydrogeneerd poly-1-deceen

Als glansmiddel voor:

 

— suikerwerk

2 g/kg

— gedroogde vruchten

2 g/kg

E 1505

E 1517

E 1518

E 1520

Triethylcitraat

Diacetine

Glyceroltriacetaat (triacetine)

Propaan-1,2-diol (propyleenglycol)

Aroma's

3 g/kg uit alle bronnen in levensmiddelen zoals deze worden verbruikt of zoals gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant; afzonderlijk of in combinatie). In het geval van drank bedraagt het maximumgehalte van E 1520 1 g/l.

E 1519

Benzylalcohol

Aroma's voor

 

likeuren, gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn, gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten

100 mg/l

suikerwerk, met inbegrip van chocolade, en banketbakkerswaren

250 mg/kg

uit alle bronnen in levensmiddelen zoals deze worden verbruikt of zoals gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant"”

(5)

In bijlage V:

a)

wordt het volgende toegevoegd:

„E 555

Kaliumaluminiumsilicaat

In E 171 Titaandioxide en E 172 IJzeroxiden en -hydroxiden (maximaal 90 %)”

b)

voor E 468 wordt de naam „Vernet cellulose gom” toegevoegd.

(6)

In bijlage VI:

a)

wordt bij de opmerkingen na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

„Zuigelingenvoeding en bijvoedingsmiddelen bij de overgang op vast voedsel voor zuigelingen en peuters mogen E 1450 (zetmeelnatriumoctenylsuccinaat) bevatten afkomstig van de toevoeging van vitaminepreparaten of preparaten van meervoudig onverzadigde vetzuren. De hoeveelheid E 1450 in het gebruiksklare product mag niet meer bedragen dan 100 mg/kg afkomstig van vitaminepreparaten en 1000 mg/kg afkomstig van preparaten van meervoudig onverzadigde vetzuren.”

b)

In deel 4

komt de titel te luiden:

wordt het volgende toegevoegd:

„E 472c

Mono- en diglyceriden van vetzuren veresterd met citroenzuur

7,5 g/l voor producten in poedervorm

9 g/l voor vloeibare producten

Vanaf de geboorte”


(1)  Voor E 231 orthofenylfenol en E232 orthonatriufenylfenol wordt dit van kracht zodra de vereisten voor de etikettering van levensmiddelen die met deze stof(fen) zijn behandeld, toepasselijk worden krachtens de communautaire wetgeving inzake de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen.”

(2)  Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz.1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1622/2000 van de Commissie van 24 juli 2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt en tot instelling van een communautaire regeling inzake oenologische procédés en behandelingen (PB L 194 van 31.7.2000, blz.1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2244/2002 (PB L 341 van 17.12.2002, blz.27).”

(4)  Oleoharsen van specerijen worden gedefinieerd als extracten van specerijen waaruit het extractiemiddel verdampt is, zodat een mengsel van de vluchtige olie en harsachtig materiaal van de specerij overblijft."”

(5)  Richtlijn 1999/21/EG van de Commissie van 25 maart 1999 betreffende dieetvoeding voor medisch gebruik (PB L 91 van 7.4.1999, blz. 29).”

P5_TA(2003)0331

Bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig ***I

Wetgevingsresolutie van het Europese Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG (COM(2003) 67 — C5-0054/2003 — 2003/0033(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003) 67) (1),

gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 95 van het EG—Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5—0054/2003),

gelet op artikel 67 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme en de adviezen van de Commissie juridische zaken en interne markt en de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid (A5-0223/2003),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Nog niet in het PB gepubliceerd.

P5_TC1-COD(2003)0033

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 3 juli 2003 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2003/.../EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en met name op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie  (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag  (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Teneinde het aantal slachtoffers van verkeersongevallen in de Gemeenschap te verminderen, is het noodzakelijk maatregelen in te voeren om de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers tegen letsel bij een botsing met de voorzijde van motorvoertuigen te verbeteren.

(2)

Een pakket actieve en passieve maatregelen ter verhoging van de veiligheid (voorkoming van ongevallen en vermindering van secundaire gevolgen door beperking van het verkeersaanbod, verbeteringen in de infrastructuur) voor kwetsbare weggebruikers, zoals voetgangers, fietsers en motorrijders, is dringend nodig in het kader van het aanstaande actieprogramma verkeersveiligheid.

(3)

De interne markt bestaat uit een gebied zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal moet worden gewaarborgd. Te dien einde is een communautair typegoedkeuringssysteem voor motorvoertuigen ingesteld. De technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot voetgangerbescherming moeten worden geharmoniseerd om te vermijden dat de lidstaten verschillende voorschriften hanteren en om de behoorlijke werking van de interne markt te waarborgen.

(4)

De doelstellingen inzake de bescherming van voetgangers kunnen met een combinatie van actieve en passieve veiligheidsmaatregelen worden bereikt. De desbetreffende aanbevelingen van het European Enhanced Vehicle-safety Committee (EEVC) van juni 1999 worden breed gedragen . In deze aanbevelingen worden prestatie-eisen voor de frontconstructies van bepaalde categorieën motorvoertuigen voorgesteld om de agressiviteit ervan te verminderen. Deze richtlijn presenteert tests en grenswaarden die op de aanbevelingen van het EEVC zijn gebaseerd.

(5)

De Commissie dient na te gaan of het haalbaar is het toepassingsgebied van deze richtlijn uit te breiden met voertuigen met een totaal toelaatbare massa tot 3,5 ton, en van haar bevindingen verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad.

(6)

Deze richtlijn dient te worden beschouwd als een onderdeel van een breder pakket maatregelen die de Gemeenschap, de bedrijfstak en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ten aanzien van weggebruikers, voertuigen en infrastructuur moeten nemen via uitwisseling van de beste praktijken ten behoeve van de veiligheid van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers vóór een botsing (actief), tijdens een botsing (passief) en na een botsing.

(7)

Gezien de snelle technologische ontwikkeling op dit gebied kunnen door de industrie alternatieve maatregelen — hetzij passieve maatregelen, hetzij een combinatie van actieve en passieve maatregelen — worden voorgesteld die feitelijk ten minste evenveel effect sorteren als de eisen van deze richtlijn en die vóór 1 juli 2004 door onafhankelijke deskundigen op hun haalbaarheid zullen worden onderzocht. De invoering van alternatieve maatregelen die feitelijk ten minste evenveel effect sorteren , zou impliceren dat deze richtlijn moet worden aangepast of gewijzigd.

(8)

Gezien het continue onderzoek en de aanhoudende technische vooruitgang op het gebied van voetgangerbescherming is het aangewezen om op dit gebied een zekere flexibiliteit te hanteren. Vandaar dat deze richtlijn de fundamentele bepalingen inzake voetgangerbescherming vaststelt in de vorm van tests die nieuwe voertuigtypes en nieuwe voertuigen moeten doorstaan. De technische voorschriften voor de uitvoering van deze tests zullen bij beschikking van de Commissie worden vastgesteld.

(9)

De snelle vooruitgang van de technologie op het gebied van actieve veiligheid houdt in dat systemen ter verzachting en voorkoming van botsingen meer veiligheid kunnen opleveren, bijvoorbeeld door een beperking van de botssnelheid en een aanpassing van de botsrichting; de ontwikkeling van deze technologieën dient door deze richtlijn te worden aangemoedigd.

(10)

De federaties die de Europese, Japanse en Koreaanse autoproducenten vertegenwoordigen, hebben verbintenissen aangegaan om de aanbevelingen van het EEVC met betrekking tot de grenswaarden en tests of de overeengekomen alternatieve maatregelen die ten minste hetzelfde effect sorteren, met ingang van 2010 en een eerste reeks grenswaarden en tests met ingang van 2005 op nieuwe voertuigtypes toe te passen en de eerste reeks tests met ingang van 1 juli 2010 op 80 % van alle nieuwe voertuigen, met ingang van 1 juli 2011 op 90 % van alle nieuwe voertuigen en met ingang van 31 december 2012 op alle nieuwe voertuigen toe te passen.

(11)

De voorschriften in deze richtlijn zullen ook bijdragen tot de vaststelling van een hoog beschermingsniveau in het kader van de internationale harmonisatie van de wetgeving op dit gebied sinds de in 1998 gesloten Overeenkomst van de VN/ECE betreffende de vaststelling van mondiale technische reglementen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen.

(12)

Deze richtlijn is een van de bijzondere richtlijnen die moet worden nageleefd om te voldoen aan de eisen van de EG-typegoedkeuringsprocedure die is vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (3) .

(13)

Richtlijn 70/156/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Deze richtlijn is van toepassing op het frontoppervlak van voertuigen. Onder „voertuig” wordt in deze richtlijn verstaan ieder motorvoertuig volgens de definitie in artikel 2 van en bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG, van categorie M1, met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton, en van categorie N1 dat van een voertuig van categorie M1 is afgeleid, met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton.

2.   Deze richtlijn heeft ten doel de verwondingen bij voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers die door het frontoppervlak van de in lid 1 gedefinieerde voertuigen worden geraakt, te beperken.

Artikel 2

1.   Met ingang van 1 januari 2004 is het de lidstaten, om redenen die verband houden met de bescherming van voetgangers, niet toegestaan:

voor een type motorvoertuig de EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te weigeren,

noch de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van voertuigen te verbieden,

mits de voertuigen voldoen aan de technische voorschriften van punt 3.1 of 3.2 van bijlage I.

2.   Met ingang van 1 oktober 2005 verlenen de lidstaten niet langer:

de EG-typegoedkeuring of

de nationale typegoedkeuring,

behalve wanneer een beroep wordt gedaan op artikel 8, lid 2, van Richtlijn 70/156/EEG, voor een type voertuig om redenen die verband houden met de bescherming van voetgangers, indien niet is voldaan aan de technische voorschriften van punt 3.1 of 3.2 van bijlage I.

3.   Lid 2 is niet van toepassing op voertuigen die, wat hun essentiële aspecten van carrosseriebouw en ontwerp vóór de A-stijlen betreft, niet verschillen van voertuigtypes waarvoor vóór 1 oktober 2005 EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring is verleend en die nog niet overeenkomstig deze richtlijn zijn goedgekeurd.

4.   Met ingang van 1 september 2010 verlenen de lidstaten niet langer:

de EG-typegoedkeuring of

de nationale typegoedkeuring,

behalve wanneer een beroep wordt gedaan op artikel 8, lid 2, van Richtlijn 70/156/EEG, voor een type voertuig om redenen die verband houden met de bescherming van voetgangers, indien niet is voldaan aan de technische voorschriften van punt 3.2 van bijlage I bij deze richtlijn.

5.   Met ingang van 31 december 2012:

beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming waarvan nieuwe voertuigen overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG vergezeld gaan, als niet langer geldig voor de doeleinden van artikel 7, lid 1, van die richtlijn, en

weigeren de lidstaten de registratie, de verkoop en het in het verkeer brengen van nieuwe voertuigen waarvoor geen certificaat van overeenstemming overeenkomstig Richtlijn 70/156/EEG is afgegeven,

om redenen die verband houden met de bescherming van voetgangers, indien niet is voldaan aan de technische voorschriften van punt 3.1 of 3.2 van bijlage I.

6.   Vijf jaar na de datum vermeld in lid 4:

beschouwen de lidstaten certificaten van overeenstemming waarvan nieuwe voertuigen overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG vergezeld gaan, als niet langer geldig voor de doeleinden van artikel 7, lid 1, van die richtlijn, en

weigeren de lidstaten de registratie, de verkoop en het in het verkeer brengen van nieuwe voertuigen waarvoor geen certificaat van overeenstemming overeenkomstig Richtlijn 70/156/EEG is afgegeven,

om redenen die verband houden met de bescherming van voetgangers, indien niet is voldaan aan de technische voorschriften van punt 3.2 van bijlage I.

Artikel 3

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 zien de lidstaten erop toe dat de in punt 3.1 of 3.2 van bijlage I vastgestelde tests worden uitgevoerd overeenkomstig de technische voorschriften die de Commissie bij beschikking zal specificeren.

Artikel 4

De goedkeuringsinstanties van elke lidstaat sturen de Commissie maandelijks een exemplaar van het typegoedkeuringsformulier volgens het model in aanhangsel 2 van bijlage II toe voor elk voertuig dat zij in die maand overeenkomstig deze richtlijn hebben goedgekeurd.

Artikel 5

1.   Op basis van door de goedkeuringsinstanties en de betrokken partijen verstrekte relevante informatie en van onafhankelijke studies controleert de Commissie de vooruitgang die door de industrie op het gebied van voetgangerbescherming is gemaakt en voert zij vóór 1 juli 2004 een onafhankelijk onderzoek uit naar de haalbaarheid van de voorschriften in bijlage I, punt 3.2, en met name van alternatieve maatregelen — hetzij passieve, hetzij een combinatie van actieve en passieve maatregelen — die feitelijk ten minste evenveel effect sorteren. Het haalbaarheidsonderzoek berust o.a. op praktische tests en onafhankelijke wetenschappelijke studies.

2.     Als het naar aanleiding van het in lid 1 bedoelde haalbaarheidsonderzoek nodig wordt geacht de voorschriften in bijlage I, punt 3.2 aan te passen en uit te breiden met een combinatie van actieve en passieve maatregelen die ten minste hetzelfde beschermingsniveau bieden als de bestaande voorschriften in bijlage I, punt 3.2, legt de Commissie een voorstel tot wijziging van deze richtlijn ter goedkeuring voor aan het Europees Parlement en de Raad.

3.     Zolang aanpassingen van deze richtlijn beperkt blijven tot de opneming van alternatieve passieve maatregelen die ten minste hetzelfde beschermingsniveau bieden als de bestaande voorschriften in bijlage I, punt 3.2, kunnen die aanpassingen worden vastgesteld door het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang volgens de in artikel 13 van richtlijn 70/156/EEG omschreven procedure.

4.   De Commissie brengt voor 1 april 2006 en vervolgens om de twee jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de resultaten van de in lid 1 bedoelde controle.

Artikel 6

Richtlijn 70/156/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1.

In bijlage I worden de punten 9.[23] en 9.[23].1 ingevoegd:

„9.[23]

Bescherming van voetgangers

9.[23].1.

Een gedetailleerde beschrijving, inclusief foto's en/of tekeningen, van het voertuig met betrekking tot de constructie, de afmetingen, de relevante referentielijnen en de samenstellende materialen van het frontgedeelte van het voertuig (binnen- en buitenkant). Deze beschrijving dient in voorkomend geval nadere gegevens te bevatten over elk geïnstalleerd systeem voor actieve bescherming.”

2.

In bijlage III, sectie A, worden de punten 9.[23] en 9.[23].1 ingevoegd:

„9.[23]

Bescherming van voetgangers

9.[23].1.

Een gedetailleerde beschrijving, inclusief foto's en/of tekeningen, van het voertuig met betrekking tot de constructie, de afmetingen, de relevante referentielijnen en de samenstellende materialen van het frontgedeelte van het voertuig (binnen- en buitenkant). Deze beschrijving dient in voorkomend geval nadere gegevens te bevatten over elk geïnstalleerd systeem voor actieve bescherming.”

3.

In bijlage IV, deel I, wordt nummer [58] met voetnoten toegevoegd als volgt:

Onderwerp

Richtlijn

Publicatieblad

Van toepassing op

M1

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

„[58].

Bescherming van voetgangers

[.../.../EG]

L ... van ..., blz. ...

X (4)

 

 

X(6, 7)

 

 

 

 

 

 

4.

In bijlage XI, aanhangsel 1, wordt nummer [58] toegevoegd als volgt:

Nr.

Onderwerp

Richtlijn

M1 ≤ 2 500 (1) kg

M1 > 2 500 (1) kg

M2

M3

„[58]

Bescherming van voetgangers

[.../.../EG]

X”

 

 

 

5.

In bijlage XI, aanhangsel 2, wordt nummer [58] toegevoegd als volgt:

Nr.

Onderwerp

Richtlijn

M1

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

„[58]

Bescherming van voetgangers

[.../.../EG]”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.

In bijlage XI, aanhangsel 3, wordt nummer [58] toegevoegd als volgt:

Nr.

Onderwerp

Richtlijn

M2

M3

N1

N2

N3

O1

O2

O3

O4

„[58]

Bescherming van voetgangers

[.../.../EG]”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 7

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Zij passen deze bepalingen met ingang van 1 januari 2004 toe.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 8

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

Voor de Raad

De Voorzitter


(1)  PB C...

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 juli 2003.

(3)  PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(4)  met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton.

(5)  afgeleid van voertuigen van categorie M1.”

BIJLAGE I

TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze richtlijn is van toepassing op het frontoppervlak van voertuigen. Onder „voertuig” wordt in deze richtlijn verstaan ieder motorvoertuig volgens de definitie in artikel 2 van en bijlage II bij Richtlijn 70/156/EEG, van categorie M1, met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton, en van categorie N1 dat van een voertuig van categorie M1 is afgeleid, met een toelaatbare totale massa van niet meer dan 2,5 ton.

2.   DEFINITIES

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

2.1.

„A-stijl”: de voorste en buitenste daksteun, vanaf het chassis tot het dak van het voertuig.

2.2.

„Bumper”: het onderste deel van de frontconstructie aan de buitenkant van een voertuig. Hieronder worden alle constructies begrepen die bedoeld zijn om een voertuig te beschermen wanneer het betrokken raakt bij een frontale botsing bij lage snelheid met een ander voertuig, alsmede eventuele toebehoren bij deze constructie.

2.3.

„Voorkant motorkap”: de bovenkant van de frontconstructie aan de buitenzijde inclusief de motorkap en spatschermen, de bovenkant en zijkanten van de koplichtomkasting en eventuele andere toebehoren.

2.4.

„Bovenkant motorkap”: de buitenconstructie die het bovenoppervlak omvat van alle buitenconstructies met uitzondering van de voorruit, de A-stijlen en de constructies achter de A-stijlen. De bovenkant motorkap omvat dan ook, maar is niet beperkt tot, de motorkap, spatschermen, schutbord, ruitenwisseras en de onderzijde van de voorruitlijst. „Prestatiecriterium voor het hoofd (HPC)” is een berekening, over een gespecificeerde tijdsperiode, van de maximale, tijdens de botsing ondergane resulterende versnelling.

2.5.

„Voorruit”: de voorste beglazing van het voertuig, die voldoet aan alle relevante eisen van bijlage I bij Richtlijn 77/649/EEG (1).

2.6.

„Voertuigtype”: een categorie voertuigen die, vóór de A-stijlen, onderling niet verschillen op essentiële punten zoals:

de constructie,

de belangrijkste afmetingen,

de materialen van de buitenoppervlakken van het voertuig,

de ordening van de samenstellende delen (aan de binnen- of buitenkant),

voorzover deze kunnen worden geacht een negatief effect te hebben op de resultaten van de in deze richtlijn voorgeschreven botsproeven.

3.   TESTVOORSCHRIFTEN

3.1.

De volgende tests moeten worden uitgevoerd; de in de punten 3.1.3 en 3.1.4 gespecificeerde grenswaarden zijn echter alleen voor controledoeleinden vereist.

3.1.1.

Been-botslichaam tegen bumper:

Eén van de volgende twee been-botslichaamtests moet worden uitgevoerd:

3.1.1.1.

Onderbeen-botslichaam tegen bumper: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 21,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 6,0 mm en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling niet hoger dan 200 g.

3.1.1.2.

Bovenbeen-botslichaam tegen bumper: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan 7,5 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment niet groter dan 510 Nm.

3.1.2.

Botslichaam in de vorm van het hoofd van een kind/kleine volwassene tegen bovenkant motorkap: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 35 km/h en een botslichaam van 3,5 kg. Het HPC-criterium mag niet hoger zijn dan 1000 over 2/3 van het testoppervlak van de motorkap en 2000 voor het resterende 1/3 van het testoppervlak.

3.1.3.

Bovenbeen-botslichaam tegen voorkant motorkap: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid tot 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan een potentiële richtwaarde van 5,0 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment moet worden geregistreerd en vergeleken met de potentiële richtwaarde van 300 Nm.

3.1.4.

Botslichaam in de vorm van het hoofd van een volwassene tegen voorruit: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 35 km/h en een botslichaam van 4,8 kg. Het HPC-criterium moet worden geregistreerd en vergeleken met de potentiële richtwaarde 1000.

3.2.

De volgende tests moeten worden uitgevoerd:

3.2.1.

Been-botslichaam tegen bumper:

Eén van de volgende twee been-botslichaamtests moet worden uitgevoerd:

3.2.1.1.

Onderbeen-botslichaam tegen bumper: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De maximale dynamische kniebuigingshoek mag niet groter zijn dan 15,0°, de maximale dynamische knieafschuiving niet groter dan 6,0 mm en de aan de bovenkant van het scheenbeen gemeten versnelling niet hoger dan 150 g.

3.2.1.2.

Bovenbeen-botslichaam tegen bumper: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan 5,0 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment niet groter dan 300 Nm.

3.2.2.

Kinderhoofd-botslichaam tegen bovenkant motorkap: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h en een botslichaam van 2,5 kg. Het HPC-criterium mag niet hoger zijn dan 1000 voor het volledige testoppervlak van de motorkap.

3.2.3.

Bovenbeen-botslichaam tegen voorkant motorkap: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h. De ogenblikkelijke som van de botskrachten in relatie tot de tijd mag niet hoger zijn dan 5,0 kN en het op het botslichaam uitgeoefende buigmoment niet groter dan 300 Nm.

3.2.4.

Botslichaam in de vorm van het hoofd van een volwassene tegen bovenkant motorkap: De test wordt uitgevoerd met een botssnelheid van 40 km/h en een botslichaam van 4,8 kg. Het HPC-criterium mag niet hoger zijn dan 1000 voor het volledige testoppervlak van de motorkap.


(1)  Richtlijn 77/649/EEG van de Raad van 27 september 1977 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het zichtveld van de bestuurder van motorvoertuigen (PB L 267 van 19.10.1977, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/630/EEG van de Commissie (PB L 341 van 6.12.1990, blz. 20).

BIJLAGE II

BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN INZAKE DE TYPEGOEDKEURING

1.   AANVRAAG OM EG-TYPEGOEDKEURING

1.1.

Krachtens artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG moet de aanvraag om EG-typegoedkeuring van een type voertuig met betrekking tot de voetgangerbescherming worden ingediend door de fabrikant van het voertuig.

1.2.

In aanhangsel 1 wordt een model van het inlichtingenformulier gegeven.

1.3.

Aan de met de typegoedkeuringstests belaste technische dienst moet een voor het goed te keuren voertuigtype representatief voertuig ter beschikking worden gesteld.

2.   EG-TYPEGOEDKEURING

2.1.

Indien de in bijlage I bedoelde tests overeenkomstig de daarin vastgestelde specificaties en de in artikel 3 bedoelde technische voorschriften worden uitgevoerd, wordt de EG-typegoedkeuring verleend overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, indien van toepassing artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG.

2.2.

In aanhangsel 2 wordt een model van het EG-typegoedkeuringsformulier gegeven.

2.3.

Er wordt een goedkeuringsnummer overeenkomstig bijlage VII van Richtlijn 70/156/EEG voor elk goedgekeurd type voertuig toegekend. Een lidstaat kent een nummer slechts aan één type voertuig toe.

2.4.

Wanneer wordt nagegaan of aan de testprocedures is voldaan, moeten in geval van twijfel alle door de fabrikant verstrekte gegevens en testresultaten waarmee bij de validering van de door de keuringsinstantie uitgevoerde goedkeuringstest rekening kan worden gehouden, in aanmerking worden genomen.

3.   WIJZIGING VAN HET TYPE EN VAN DE GOEDKEURINGEN

3.1.

In geval van een wijziging van het voertuig die van invloed is op de algemene vorm van de frontconstructie van het voertuig en die naar het oordeel van de technische dienst een significant effect heeft op de testresultaten, moet de test worden herhaald.

3.2.

Bij wijziging van een overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurd type voertuig zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.

4.   OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUCTIE

4.1.

Maatregelen om de overeenstemming van de productie te waarborgen, worden genomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG.

Aanhangsel 1 bij bijlage II

Image

Image

Aanhangsel 2 bij bijlage II

MODEL

(maximumformaat: A4 (210 x 297 mm)

Image

Image

Addendum

Image

Image

Image

P5_TA(2003)0332

Begroting 2004: overlegprocedure

Resolutie van het Europees Parlement over de begroting voor 2004 met het oog op de overlegprocedure voorafgaand aan de eerste lezing door de Raad (2003/2027(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op artikel 272 van het EG-Verdrag en artikel 177 van het Euratom-Verdrag,

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (1), in het bijzonder bijlage III,

gezien het voorontwerp van begroting van de Commissie voor 2004,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 11 maart 2003 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2004 — Afdeling III — Commissie (2),

gelet op artikel 92 en Bijlage IV van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid, de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en de Commissie visserij (A5-0240/2003),

A.

overwegende dat het overleg tussen het Parlement en de Raad voorafgaand aan de eerste lezing tot doel heeft de behoeften te beoordelen die de Commissie in het VOB heeft geraamd en ervoor te zorgen dat overeenstemming wordt bereikt over het peil van de landbouwuitgaven, internationale visserijakkoorden en het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, en tevens een gelegenheid biedt om een overeenkomst voor te bereiden over de prioriteiten van het Parlement, inclusief proefprojecten en voorbereidende acties, en over een adequaat niveau van de betalingen,

B.

overwegende dat de begroting 2004 van essentieel belang is voor de geslaagde integratie van 10 nieuwe lidstaten in het financieel stelsel van de Europese Unie en op deze wijze moet bijdragen aan de politieke doelstelling van Europese eenmaking; dat de begroting 2004 economische, sociale en territoriale cohesie, duurzame ontwikkeling, ondernemerschap en mededinging moet bevorderen en het bedrijfsklimaat en de voorwaarden voor het creëren van werkgelegenheidskansen op de lange termijn en duurzame economische groei moet helpen verbeteren, alsook de band tussen onderwijs en ondernemerschap moet versterken,

C.

overwegende dat de financiële vooruitzichten bij Besluit 2003/429/EG: van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2003 over de aanpassing van de financiële vooruitzichten in verband met de uitbreiding (3) zijn herzien en aangepast om de toetreding van 10 nieuwe lidstaten op te vangen,

D.

overwegende dat de Commissie het eerste voorontwerp van begroting (VOB) meteen heeft ingediend als een begroting voor 25 lidstaten, waarmee zij het standpunt van het Parlement heeft gevolgd,

E.

overwegende dat het VOB 2004 is vastgesteld op 112,2 miljard EUR aan vastleggingskredieten en 100,7 miljard EUR aan betalingskredieten, wat neerkomt op een stijging van 12,6 % voor de vastleggingen en 3,3 % voor de betalingen ten opzichte van de begroting 2003 die werd aangenomen voor een Europese Unie met 15 lidstaten; overwegende dat de stijging van de nietverplichte uitgaven 16,8 % bedraagt voor de vastleggingen en slechts 0,8 % voor de betalingen, terwijl de stijging van de verplichte uitgaven 6,6 % bedraagt voor de vastleggingen en 6,5 % voor de betalingen,

F.

overwegende dat de geraamde cijfers voor de huidige 15 lidstaten in het VOB 2004 neerkomen op 100,4 miljard EUR aan vastleggingen en 95,6 miljard EUR aan betalingen, wat een stijging van 0,7 % betekent voor de vastleggingen en een daling van 2,0 % voor de betalingen, die nog een stuk onder het correctiepercentage van 1,7 % liggen dat de Commissie hanteert voor de jaarlijkse technische aanpassing van de financiële vooruitzichten voor het begrotingsjaar 2004; dat de nietverplichte uitgaven voor de EU-15 dalen met 0,5 % voor de vastleggingen en met maar liefst 5,1 % voor de betalingen, terwijl de kredieten voor verplichte uitgaven stijgen met 2,4 % voor de vastleggingen en met 2,3 % voor de betalingen,

G.

overwegende dat de betalingskredieten 0,99 % bedragen van het bruto binnenlands inkomen (BBI) van de 25 lidstaten, ten opzichte van 1,04 % van het BBI van de 15 lidstaten in de begroting 2003, en dat dit het laagste percentage is sinds 1987 (0,96 % van het BNP),

H.

overwegende dat het maximumstijgingspercentage (MSP) voor niet-verplichte uitgaven, dat is vastgesteld op grond van artikel 272, lid 9 van het EG-Verdrag, 8,0 % bedraagt, wat een combinatie is van een MSP van 2,7 % voor de huidige lidstaten en van 5,3 % ten gevolge van de stijging van het BBI van de EU door de toetreding van 10 nieuwe lidstaten in 2004,

Algemeen kader

1.

is verheugd over het feit dat de Commissie het VOB heeft ingediend voor 25 lidstaten overeenkomstig de begrotingsbeginselen die uit het Verdrag voortvloeien, met name het eenheidsbeginsel zoals bepaald in artikel 4 van het Financieel Reglement, dat stelt dat de begroting alle nodige ontvangsten en uitgaven voor de Europese Unie moet ramen en goedkeuren; benadrukt dat er in de begroting geen discriminatie mag bestaan tussen de huidige 15 lidstaten en de 10 landen die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toetreden;

2.

is van oordeel dat de huidige 15 lidstaten tussen januari en april 2004 enkel de eigen middelen naar de EU-begroting mogen overhevelen die overeenkomen met een begroting voor 15 lidstaten; is van plan in december 2003 met de Raad een politiek akkoord te bereiken over een begroting voor 25 lidstaten die de beginselen van eenheid, jaarlijkse begroting en transparantie eerbiedigt, wat niet belet dat de Voorzitter van het Parlement enkel een begroting voor 15 lidstaten kan ondertekenen die de juridische situatie op 1 januari 2004 eerbiedigt; wijst erop dat het toetredingsverdrag bepaalt dat er vóór 1 mei 2004 een aanvullende begroting moet worden ingediend om de begroting aan 25 lidstaten aan te passen; benadrukt dat de procedure moet worden geschraagd door een oprechte toezegging van de beide takken van de begrotingsautoriteit om de in de begrotingsprocedure 2004 voor 25 lidstaten overeengekomen bedragen te eerbiedigen;

3.

benadrukt dat parallel met de begrotingsprocedure de financiële meerjarenkaders van de medebeslissingsprogramma's in rubriek 3 moeten worden herzien om vanaf 1 mei 2004 ook de behoeften van de nieuwe lidstaten te dekken, zoals overeengekomen in de verklaring van april 2003 betreffende artikel 32 en bijlage XV bij het toetredingsverdrag, en dat het alles in het werk zal stellen om tijdens het overleg met de Raad in juli hierover overeenstemming te bereiken;

4.

is verheugd over de invoering van ABB (Activity Based Budgeting) in de nomenclatuur van de begroting 2004, samen met de inwerkingtreding van het nieuwe Financieel Reglement; betreurt dat de Commissie de personele middelen niet onder elk beleidsterrein heeft opgenomen en dat de huishoudelijke uitgaven in het VOB niet de reële kosten per beleidsterrein weerspiegelen; is van plan op basis van het ABB de kosten van de verschillende beleidsterreinen te beoordelen en aan zijn politieke prioriteiten te toetsen;

5.

zal de verhouding tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven onderzoeken en herhaalt zijn standpunt dat de „uitgaven voor administratief beheer” (vroegere BA-lijnen) maximaal moeten worden beperkt om de beleidsuitgaven in de begroting op peil te kunnen houden, zonder evenwel het niveau van de RAL uit het oog te verliezen;

6.

is van plan het niveau van de betalingen verder te onderzoeken, daar er een groot onevenwicht is tussen de stijging van de vastleggingen en de betalingen voor de EU-25, terwijl de betalingskredieten voor niet-verplichte uitgaven voor de EU-15 met 2,9 miljard EUR dalen ten opzichte van de begroting 2003;

7.

wijst erop dat de marge voor betalingskredieten in het VOB 2004 10,9 miljard EUR bedraagt;

Landbouw

8.

wijst erop dat het totale bedrag van rubriek 1 voor de EU-25 (47,9 miljard EUR) stijgt met 6,9 % ten opzichte van de begroting 2003, wat overeenkomt met een stijging van 39,1 % of 1,8 miljard EUR voor rubriek 1b (plattelandsontwikkeling) en slechts 3,1 % (1,3 miljard EUR) voor rubriek 1a (gemeenschappelijk landbouwbeleid zonder plattelandsontwikkeling), omdat rechtstreekse inkomensbetalingen pas vanaf 2005 een invloed op de begroting zullen hebben;

9.

wijst erop dat de marge in het VOB 2004 voor rubriek 1a 1,4 miljard EUR bedraagt, terwijl er in rubriek 1b géén marge is, en dat de raming van de landbouwbegroting is gebaseerd op een wisselkoers EUR-US dollar van 1:1,07;

10.

stelt vast dat het percentage van de totale uitgaven van het GLB dat als van het gemeenschappelijk landbouwbeleid verplichte uitgaven wordt aangemerkt, is gedaald van 40,2 % in de begroting 2003 naar 36,8 % in het VOB 2004, en dat het aandeel van de niet-verplichte uitgaven is gestegen van 4,7 % in 2003 tot 5,8 % in 2004;

11.

vraagt opheldering over de opname van het Commissievoorstel over de tussentijdse herziening in het VOB gezien het feit dat de Raad nog geen besluit heeft genomen, en verzoekt de Commissie hierover nadere details te verstrekken en indien mogelijk de begrotingsimpact ervan in haar nota van wijzigingen aan te passen, waarbij rekening wordt gehouden met het standpunt van het Parlement;

12.

is verheugd over de aanzienlijke stijging met 31 % van de kredieten ten behoeve van de volksgezondheid en de consument in rubriek 1a (voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en fytosanitaire maatregelen, artikel 17 04 01 t/m 17 04 05, voormalig hoofdstuk B1-33), waarmee voldoende middelen moeten kunnen worden uitgetrokken voor de ontwikkeling van betere vaccins en testmethodes, alsook voor gezondheidscontroles aan de grenzen van de uitgebreide Unie;

13.

overweegt een speciale post te creëren voor verzekeringsregelingen voor boeren die het slachtoffer zijn van noodsituaties en rampen zoals mond- en klauwzeer, varkenspest, vogelpest en andere gelijkaardige ziektes;

14.

overweegt extra middelen ter beschikking te stellen voor de verdere ontwikkeling en toepassing van milieu-indicatoren en voor de bevordering van kwaliteitsprogramma's in de landbouw;

15.

drukt zijn bezorgdheid uit over de besnoeiingen in het VOB 2004 met 8,3 % voor afzetbevordering (05 08 05 01) en met 6,4 % voor audit van de landbouwuitgaven (hoofdstuk 05 07);

16.

benadrukt dat de globale stijging van 29 % van de kredieten voor plattelandsontwikkeling (in het ABB hoofdstuk 05 04; rubriek 1b en EOGFL, afdeling oriëntatie onder rubriek 2) tegemoetkomt aan een van de verzoeken van het Parlement in zijn richtsnoeren voor de begroting 2004; wijst erop dat de stijging voor rubriek 1b hoofdzakelijk te danken is aan de impact van de uitbreiding, en dat de stijging voor de EU-15 voor dit hoofdstuk 8,8 % bedraagt;

Visserij

17.

wijst erop dat de Commissie in de ABB-nomenclatuur een beleidsterrein heeft gecreëerd dat alle uitgaven met betrekking tot het visserijbeleid van de EU omvat (beleidsterrein 11 — visserij), zoals visserijmarkten (rubriek 1a), structurele maatregelen voor de visserij (rubriek 2), controlemaatregelen, instandhouding, gegevensverzameling en onderzoek (rubriek 3), internationale visserijovereenkomsten en -organisaties (rubriek 4) en — zoals voor elk beleidsterrein — administratieve uitgaven onder rubriek 5 (intern en extern personeel, beheersuitgaven en gebouwen) en uitgaven voor administratief beheer (rubriek 2, 3 en 4);

18.

wijst erop dat de Commissie voor het beleidsterrein visserij voor 2004 voorziet in 972,1 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 983,3 miljoen EUR aan betalingskredieten, wat neerkomt op een stijging van 46,9 miljoen EUR (5,1 %) voor de vastleggingen en een daling van 15,2 miljoen EUR (1,5 %) voor de betalingen, waarbij van het beleidsterrein visserij 73,0 miljoen EUR aan vastleggingen en 34,7 miljoen EUR aan betalingen bestemd zijn voor de nieuwe lidstaten;

19.

is van plan de aanzienlijke besnoeiingen die de Commissie voor het visserijbeleid onder rubriek 3 invoert, met name voor onderzoek en in het kader van de structuurfondsen, aan een nader onderzoek te onderwerpen; is van oordeel dat de monitoring en de controle op het gebruik van quota moeten worden verbeterd en dat een betere samenwerking terzake tussen de Commissie en de lidstaten een prioriteit is;

20.

is van plan te onderzoeken of er wel betalingskredieten voor het „sloopfonds” (artikel 11 06 10) moeten worden opgevoerd, daar de Raad nog niet heeft ingestemd met de financiering van het sloopfonds uit hoofde van de begroting 2003; verzoekt de Raad met klem zijn standpunt over de financiering van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid vast te stellen;

21.

wijst erop dat de kredieten voor internationale visserijovereenkomsten (artikel 11 03 01) licht zijn gestegen, met 1,6 miljoen EUR (0,9 %) voor de vastleggingen en 1,9 miljoen EUR (1,0 %) voor de betalingen; merkt op dat het vóór de eerste lezing van het Parlement meer details moet krijgen over de huidige onderhandelingen ter hernieuwing van overeenkomsten en protocollen, om de nodige middelen te kunnen toewijzen; verzoekt de Raad met het Parlement overeen te komen in dit artikel een onderscheid te maken tussen het deel dat betrekking heeft op de ontwikkeling van de visserijindustrie van derde landen (de zogenaamde gerichte maatregelen) en de financiële vergoeding van de Gemeenschap in ruil voor visserijrechten, om de transparantie van en de controle op de uitvoering van de EU-begroting te verbeteren;

22.

stelt vast dat de Commissie in het VOB 2004 geen kredieten heeft opgevoerd voor nieuwe visserijovereenkomsten waarover nog wordt onderhandeld, zonder dat duidelijk is of ze in 2003 of 2004 zullen worden gesloten;

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid

23.

herinnert aan de tijdens de begrotingsprocedure 2003 bereikte overeenkomst over het verstrekken van informatie aan en het raadplegen van het Europees Parlement in verband met het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), met inbegrip van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB); betreurt dat de Raad deze overeenkomst niet heeft nageleefd voor het verstrekken van financiële informatie en raadpleging van het Parlement met betrekking tot de EVDB-actie in de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië („Missie Concordia”); verzoekt de Raad bijgevolg met klem deze informatie te verstrekken en voortaan de overeenkomst te eerbiedigen;

24.

wijst op het voorstel in het VOB om de kredieten voor het GBVB opnieuw met 4 miljoen EUR (8,4 %) aan vastleggingen te verhogen ten opzichte van de begroting 2003;

25.

verwacht een duidelijke motivering van de behoefte om de GBVB-uitgaven in 2004 opnieuw te verhogen na de stijging met 17,5 miljoen EUR (58,3 %) in de begroting 2003, op basis van de politieke dialoog en met onmiddellijke en gedetailleerde informatie over de financiering en de uitvoering om de reële behoeften voor gezamenlijke GBVB-acties te identificeren, waarbij rekening moet worden gehouden met de beperkte financieringsmogelijkheden voor externe acties; zal intussen nog geen definitief besluit nemen over de GBVB-uitgaven voor 2004;

26.

is zich ervan bewust dat de politiemissie van de EU (EUPM) in Bosnië-Herzegovina blijkbaar efficiënt werkt, ondanks haar late start; vestigt niettemin de aandacht op vertragingen bij de terbeschikkingstelling van essentiële uitrusting;

Externe acties

27.

merkt op dat de verdieping van de betrekkingen met de buurlanden van de uitgebreide Unie, waarover de discussie op dit ogenblik aan de gang is (Ruimer Europa / Initiatief „Nieuwe buren”), bijkomende budgettaire behoeften als gevolg zal hebben; wijst erop dat moet worden gezorgd voor toereikende middelen in de programma's TACIS, CARDS en MEDA en mogelijk ook in een nieuw nabuurschapsinstrument; verzoekt de Commissie na te gaan of het mogelijk is hiervoor kredieten te gebruiken in de categorie externe acties, aangevuld met kredieten van de herziene categorie pretoetredingsstrategie, als en wanneer dit wenselijk is;

28.

verzoekt om een verduidelijking van de aankondiging inzake financiering voor Zuidoost-Europa voor 2004-2006 die de Commissie op de vierde parlementaire conferentie over het stabiliteitspact in het Europees Parlement op 21-22 mei 2003 heeft gedaan;

29.

benadrukt in het licht van de geplande besnoeiingen zijn steun aan maatregelen voor conflictpreventie en -oplossing alsook aan acties met betrekking tot antipersonenmijnen;

Proefprojecten en voorbereidende acties

30.

wijst erop dat de marge van 82,5 miljoen EUR die de Commissie in rubriek 3 laat voor een EU met 25 lidstaten, niet beduidend hoger is dan de marge van de afgelopen jaren voor een Unie met 15 lidstaten; benadrukt het feit dat de stijging voor andere acties, met inbegrip van medebeslissingsprogramma's, voldoende ruimte moet laten voor nieuwe programma's, proefprojecten en voorbereidende acties;

31.

herhaalt dat de voortzetting van bestaande proefprojecten en voorbereidende acties moet worden beoordeeld op grond van hun uitvoering; herinnert de Raad en de Commissie in deze fase van de procedure aan zijn intentie om de invoering te onderzoeken van nieuwe acties inzake landbouw in rubriek 1a met betrekking tot een verzekeringsregeling voor boeren, de toepassing van milieu-indicatoren en kwaliteitsprogramma's voor de voedselproductie; verzoekt de Raad terzake een standpunt in te nemen; overweegt de eventuele invoering van nieuwe acties op andere beleidsterreinen tijdens zijn eerste lezing;

32.

is gezien de recente aanpassing van de financiële vooruitzichten en de komst van de nieuwe lidstaten van mening dat het jaarlijkse bedrag voor proefprojecten en voorbereidende acties dient te worden verhoogd;

Structurele acties

33.

maakt zich zorgen over het feit dat de betalingskredieten voor de structuurfondsen voor de huidige 15 lidstaten met 4,2 miljard EUR (13,9 %) dalen ten opzichte van de begroting 2003; wijst er in dat verband op dat bij de evaluatie van dat bedrag rekening moet worden gehouden met enerzijds de ramingen van de lidstaten en anderzijds het bedrag aan vroegere vastleggingen dat nog moet worden geliquideerd en de betalingen van het lopende begrotingsjaar, en dat in dit opzicht de afsluiting van de programma's van de voorgaande periode 1994-1999 geen enkele vermindering van de kredieten rechtvaardigt; neemt er kennis van dat de betalingskredieten voor de structuurfondsen en het cohesiefonds voor de nieuwe lidstaten 1,8 miljard EUR bedragen, en de vastleggingskredieten 6,7 miljard EUR;

34.

verzoekt de Commissie een evaluatie te presenteren van de toepassing van de N+2-regel en de concrete effecten ervan, met inbegrip van een analyse van de geplande vrijmaking van middelen en de gevolgen hiervan in de loop van het jaar;

35.

verzoekt de Commissie het Parlement in te lichten over de raming van de lidstaten inzake de betalingen van de structuurfondsen voor 2004, om het gepaste niveau van de betalingskredieten te kunnen beoordelen;

Midden- en kleinbedrijf

36.

benadrukt dat het belangrijk is het MKB ook op EU-niveau te bevorderen; betreurt dat, ondanks het feit dat bevordering van het ondernemerschap en de uitdagingen van de uitbreiding een prioriteit zijn, de vastleggingskredieten in het VOB 2004 voor bepaalde begrotingslijnen voor het MKB op het peil van 2003 blijven (bijv. artikel 01 04 05 — verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf) of zelfs dalen (bijv. hoofdstuk 02 02 — bevorderen van ondernemerschap — daalt met 21,7 % ten opzichte van de begroting 2003); is voornemens aanvullende middelen beschikbaar te stellen voor de totstandbrenging van een ambitieus MKB-beleid in de uitgebreide Unie; is van oordeel dat meer aandacht moet worden besteed aan de sociale dimensie, de werkgelegenheid en de beroepsopleiding;

Subsidies

37.

neemt kennis van de mededeling van de Commissie (COM(2003) 274) die de verschillende rechtsgrondslagen bevat voor de activiteiten die voorheen onder hoofdstuk A-30 werden gefinancierd en die als gevolg van de ABB-nomenclatuur thans een rechtsgrondslag behoeven; verzoekt de Raad met klem nauw met het Europees Parlement samen te werken om de rechtsgrondslagen vóór het einde van de begrotingsprocedure 2004 vast te stellen; herinnert eraan dat de voorkeur van het Parlement uitging naar een kaderverordening om te vermijden dat specifieke eisen opgelegd door verschillende rechtsgrondslagen uit hoofde van het desbetreffende artikel van het Verdrag, niet flexibel genoeg zouden zijn; herinnert de Commissie eraan dat juridische aspecten de beginselen niet mogen ondermijnen die zijn vastgesteld in artikel 107 van het Financieel Reglement en betrekking hebben op de uitvoering van de prioriteiten van het Europees Parlement; zal erop toezien dat na de wijziging van het subsidiestelsel geen enkele politieke prioriteit van het Europees Parlement wegvalt; is van plan alle voorstellen samen te onderzoeken om, overeenkomstig het nieuwe Financieel Reglement, een coherent wetgevend kader voor alle activiteiten van het voormalige hoofdstuk A-30 te waarborgen;

Agentschappen

38.

wijst erop dat in het VOB 2004 aan de agentschappen 212 miljoen EUR onder rubriek 3 is toegewezen, dit als gevolg van de aanzienlijke stijging voor de pas opgerichte agentschappen na de goedkeuring van hun respectieve rechtsgrond, de oprichting van twee nieuwe agentschappen en ten slotte de behoeften voor alle agentschappen met het oog op de uitbreiding; is van oordeel dat, met name in de context van de toenemende decentralisatie van de EU-activiteiten, de discipline die aan de instellingen wordt opgelegd, ook voor de agentschappen moet gelden; wijst erop dat, overeenkomstig de gezamenlijke verklaring die in het kader van de herziening van de oprichtingsbepalingen van de agentschappen werd overeengekomen, de bevoegde organen moeten proberen de kwestie van de definitieve vestigingsplaats van de agentschappen zo spoedig mogelijk te regelen;

*

* *

39.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de agentschappen van de EU.


(1)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(2)  P5_TA(2003)0079.

(3)  PB L 147 van 14.6.2003, blz. 25.

P5_TA(2003)0333

Begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingen

Resolutie van het Europees Parlement over de begroting 2003: uitvoeringsprofiel, kredietoverschrijvingen en gewijzigde en aanvullende begrotingen (2003/2026(BUD))

Het Europees Parlement,

gelet op de artikelen 272 en 274 van het EG-Verdrag,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (3),

gelet op artikel 92 en Bijlage IV van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A5-0233/2003),

A.

overwegende dat het Parlement als tak van de begrotingsautoriteit de algemene begroting van de Europese Unie vaststelt, in overeenstemming met artikel 272 van het Verdrag,

B.

overwegende dat de Commissie de door de begrotingsautoriteit goedgekeurde begroting op eigen verantwoordelijkheid uitvoert binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, in overeenstemming met artikel 274 van het Verdrag,

C.

overwegende dat het Parlement in het kader van de begrotingsprocedures 2001 en 2002 zijn controle op de uitvoering van de begroting in de loop van het begrotingsjaar reeds heeft versterkt,

D.

overwegende dat op interinstitutioneel niveau nieuwe instrumenten ter verbetering van de follow-up zijn opgezet, zoals wekelijkse uitvoeringstabellen en het uitvoeringsplan, dat het geplande uitvoeringsprofiel bevat voor diverse programma's,

E.

overwegende dat de algehele administratieve hervorming van de Commissie, gestart in 2000, van grote invloed kan zijn op de uitvoering van de begroting en veranderingen omvat zoals de invoering van Activity Based Management (ABM), Activity Based Budgeting (ABB), deconcentratie van externe delegaties en een betere onderlinge afstemming van de taken en middelen waarover de Commissie beschikt,

F.

overwegende dat zowel kwalitatieve als kwantitatieve analyses van de uitvoering belangrijke instrumenten zijn om te waarborgen dat de middelen (geld van de belastingbetalers) effectief worden ingezet voor het behalen van de gestelde doelen en om een verband te leggen met de begroting voor het volgend jaar bij de toewijzing van schaarse middelen,

G.

overwegende dat punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord de mogelijkheid biedt zonder rechtsgrond kredieten voor proefprojecten en voorbereidende acties vrij te maken,

H.

overwegende dat het nieuwe Financieel Reglement op 1 januari 2003 in werking is getreden,

RAL en uitvoeringsplan

1.

stelt vast dat op 30 april 2003 het totaal aan nog betaalbaar te stellen bedragen (RAL) was gestegen tot 126,1 miljard EUR, van 110,7 miljard EUR op dezelfde datum in 2002; stelt vast dat de nog te betalen verplichtingen als volgt kunnen worden onderverdeeld:

(€ miljoen)

Rubriek

RAL 30 april 2002

RAL 30 april 2003

Verschil

%

Structuurfondsen (2)

82 898

93 906

11 008

+ 13 %

Intern beleid (3)

8 838

10 761

1 923

+ 22 %

Externe maatregelen (4)

12 370

12 916

546

+ 4 %

Pretoetreding (7)

6 562

8 496

1 934

+ 29 %

TOTAAL

110 668

126 079

15 411

+ 14 %

2.

is bezorgd over deze algemene verhoging, hoewel het definitieve standpunt pas kan worden vastgesteld zodra nieuwe informatie beschikbaar is over het abnormale deel van deze RAL;

3.

herinnert aan de toezegging van de Commissie om met het VOB 2004 een actieplan voor te leggen waarin alle mogelijk abnormale RAL worden behandeld, alsook een tijdschema voor het wegwerken ervan vóór eind 2003; herinnert er tevens aan dat deze documenten gegevens moeten bevatten, onderverdeeld per lidstaat, over de onderwerpen die onder de N+2-regel vallen, alsmede informatie over de te nemen maatregelen;

4.

herinnert eraan dat in het uitvoeringsplan 2003 de politieke prioriteiten van het Europees Parlement, zoals neergelegd in de goedgekeurde begroting 2003, in aanmerking dienen te worden genomen en te worden weerspiegeld;

5.

is van mening dat er sprake is van een probleem bij het algemene debat over de RAL (buiten de puur budgettaire kringen), daar de totaalcijfers te vaak worden verward met het „abnormale” deel, zelfs binnen de instellingen zelf om maar niet te spreken van het grote publiek; is van mening dat het abnormale deel van de RAL beter zichtbaar gemaakt moet worden en dat het, als een eerste stap, afzonderlijk en regelmatig moet worden gepubliceerd in door de Commissie opgestelde documenten; is van mening dat op de middellange termijn een nieuwe terminologie en nieuwe wijzen van presentatie moeten worden ontwikkeld om het onderwerp toegankelijker te maken;

6.

stelt met tevredenheid vast dat het uitvoeringsplan voor 2003 verder zal worden uitgesplitst, zoals overeengekomen in de gezamenlijke verklaring van 25 november 2002 over mogelijke abnormale nog betaalbaar te stellen bedragen (4), hetgeen de controle van specifieke programma's in plaats van de totale begrotingslijnen mogelijk maakt; betreurt dat het uitvoeringsplan niet gelijktijdig met het VOB 2004 beschikbaar was, zoals was overeengekomen, en roept de Commissie ertoe op het plan zo spoedig mogelijk voor te leggen;

7.

verzoekt de Commissie een overzicht te verstrekken van de vastleggingskredieten die sinds 1999 niet zijn uitgevoerd, geannuleerd, vrijgemaakt of vervallen (maar dat kan verwijzen naar vastleggingen uit de vorige programmaperiode), teneinde te bepalen welk percentage van de begroting niet slechts vertraging heeft opgelopen, maar feitelijk niet is uitgegeven;

Voorbereiding op de uitbreiding

8.

is ingenomen met het feit dat de selectieprocedures voor de 500 met de uitbreiding verband houdende posten voor 2003 op schema zijn en dat het personeel volgens de planning kan worden aangeworven;

9.

roept in herinnering dat de Commissie ook in 2001 (400 posten) en 2002 (317 posten) extra posten heeft gekregen en verzoekt haar gedetailleerd aan te geven waar deze posten zijn toegewezen; is voornemens speciaal aandacht te besteden aan de vraag of bij de toewijzing van deze posten rekening is gehouden met de prioriteiten van het Parlement;

10.

verzoekt de Commissie de toekomstplannen voor het Directoraat-generaal uitbreiding te verduidelijken, met name ten aanzien van de personele middelen (rekening houdend met de behoeften voor Bulgarije, Roemenië, Kroatië, enz.), zodra de huidige uitbreiding heeft plaatsgevonden en toe te lichten in welke mate en waar personeel opnieuw zou kunnen worden ingezet;

Overschot 2002

11.

betreurt dat het overschot over 2002, dat de Commissie zal presenteren in gewijzigde begroting nr. 3/2003, 7,4 miljard EUR bedraagt;

12.

herinnert de Commissie eraan dat zij rekening dient te houden met zowel de politieke prioriteiten van het Europees Parlement als de uitvoeringspercentages wanneer zij overschrijvingen voorstelt om een doelmatiger begrotingsbeleid te voeren;

13.

wijst erop dat dit bedrag is opgebouwd uit circa 9 miljard EUR aan onderbestedingen bij de communautaire programma's in 2002, minus 1,3 miljard EUR vanwege lager dan verwachte ontvangsten en minus 0,3 miljard EUR vanwege wisselkoersschommelingen;

14.

is van mening dat het overschot over 2002 een stap voorwaarts is, gezien het feit dat het overschot over 2001, dat vorig jaar werd teruggegeven aan de lidstaten, meer dan het dubbele bedroeg, te weten 15 miljard EUR; is evenwel van mening dat een onderbesteding van 9 miljard EUR een onaanvaardbaar hoog bedrag is; vestigt met name de aandacht op de structuurfondsen, interne beleidsmaatregelen en pretoetredingssteun, waar de uitvoering achterblijft bij de verwachtingen;

Gevolgen van het nieuwe Financieel Reglement

15.

stelt met grote bezorgdheid vast dat de uitvoering over het geheel genomen in de eerste vier maanden van 2003 op een lager niveau ligt dan in dezelfde periode in 2002 en dat de Commissie hiervoor als verklaring geeft dat de nieuwe procedures (Financieel Reglement) vertragingen met zich meebrengen;

16.

vraagt zich af of er voldoende training en voorlichting is gegeven aan de diensten van de Commissie die deze ontwikkeling hadden kunnen voorkomen;

17.

is uiterst bezorgd dat ontoereikende voorlichting aan partnerlanden in de externe programma's en aan ordonnateurs in de externe delegaties een negatief effect zou kunnen hebben op de uitvoering en op de efficiëntiewinst die van het hervormingsproces en de deconcentratie wordt verwacht; vreest dat een gebrek aan tijdige informatie aan de partnerlanden een aanzienlijk aantal lopende programma's in gevaar kan brengen, in het bijzonder in verband met artikel 77 van het Financieel Reglement;

18.

verzoekt de Commissie alle noodzakelijke stappen te ondernemen om deze situatie recht te zetten, zodat de nieuwe bepalingen bijdragen tot een betere uitvoering in plaats van deze te vertragen;

Diverse rubrieken

19.

stelt met grote bezorgdheid vast dat op 25 april 2003 het uitvoeringsniveau van de vastleggingen in de rubrieken 3 en 4 aanzienlijk lager was dan op dezelfde datum in 2002; stelt echter met tevredenheid vast dat voor rubriek 7 het tegenovergestelde geldt:

€ miljoen (VK)

Rubriek

Uitvoering 30 april 2003

%

Uitvoering 30 april 2002

%

Verschil

Structuurfondsen (2)

31 022,8

91 %

30 462,2

90 %

560,6

Interne beleidsmaatregelen (3)

688,9

10 %

2 403,1

24 %

-1 714,2

Externe maatregelen (4)

1 071,1

21 %

1 477,2

28 %

-406,1

Pretoetredingssteun (7)

472,3

14 %

277,3

8 %

195

Landbouw en visserij

20.

blijft kritisch over het huidige systeem van exportsubsidies voor het vervoer van levende dieren; geeft uiting aan zijn ontevredenheid over de weigering van de Raad om de wijziging van de nomenclatuur voor de desbetreffende begrotingslijnen over te nemen, hetgeen het systeem in ieder geval transparanter zou hebben gemaakt; is voornemens de voorgestelde wijziging in toekomstige begrotingen opnieuw in te dienen;

21.

wijst erop dat volgens het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad over de ontwikkeling van de uitgaven van het EOGFL-Garantie — Alarmsysteem nr. 4/2003 (5), de uitvoering van kredieten van subrubriek 1a (marktondersteuning) in april 2003 op het peil lagen van de indicator; is verheugd dat de uitvoering van subrubriek 1b (plattelandsontwikkeling) 216 miljoen EUR boven de indicator lag;

22.

stelt vast dat de Raad geen standpunt heeft ingenomen met betrekking tot de financiering van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid en met name nog geen besluit heeft genomen tot financiering van het sloopfonds in de begroting 2003; is bereid middelen beschikbaar te stellen voor de sloop van vissersschepen in de context van de algemene evaluatie van de uitvoering van de begroting, nog voor de overschrijvingsprocedures van het einde van het jaar, zodra de lidstaten hun aanvragen hebben ingediend;

Structurele maatregelen

23.

stelt met bezorgdheid vast dat het uitvoeringspercentage van de betalingen in de eerste maanden van het jaar is verslechterd en op 30 april 2003 op 10 % (3,77 miljard EUR) lag, tegenover 14 % (4,28 miljard EUR) op dezelfde datum in 2002; is verontrust over de stijging van de uitstaande verplichtingen tot een totaalbedrag van 93,9 miljard EUR op 30 april 2003, hetgeen een stijging inhoudt van 11 miljard EUR ten opzichte van dezelfde datum in 2002;

24.

dringt er bij de Commissie op aan artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (6) daadwerkelijk toe te passen (N+2-regel) en af te zien van elke inschikkelijke aanpak met betrekking tot de toepassing van de N+2-regel; dringt er voorts bij de Commissie op aan in de toekomst te zorgen voor volledige toepassing van de regel, voor gedetailleerde en regelmatige (elk kwartaal) informatie over het risico van vrijmaking en voor een beoordeling van de effecten ervan;

25.

verzoekt de Commissie in dit verband ook toe te lichten hoe zij artikel 77 van het Financieel Reglement denkt toe te passen en in hoeverre dit verschilt van de N+2- en N+3-regel;

26.

juicht het vereenvoudigingsproces dat door de Commissie tijdens de interministeriële bijeenkomst van 7 oktober 2002 op gang is gebracht, toe; spoort de Commissie ertoe aan dit proces voort te zetten volgens een duidelijk vastgelegd plan met tijdschema, teneinde een betere uitvoering te waarborgen; is in de eerste plaats van mening dat ambitieuzere voorstellen in het kader van de huidige verordening absoluut noodzakelijk zijn; staat in de tweede plaats op het standpunt dat de voorbereidingen voor een herziening van de regels met het oog op de toekomstige verordening nu reeds moeten worden gestart, zodat het nieuwe Parlement dat volgend jaar gekozen wordt zo spoedig mogelijk nadat het is geïnstalleerd, kan beginnen met de werkzaamheden in verband met deze verordening; roept de lidstaten en de Commissie ertoe op zich hiervoor maximaal in te spannen;

Interne beleidsmaatregelen

27.

stelt met grote bezorgdheid vast dat de uitvoering van de vastleggingen in het kader van rubriek 3 op 30 april 2003 was gedaald tot 10 % (688,9 miljoen EUR) in vergelijking met 24 % (2 403 miljoen EUR) op dezelfde datum in 2002;

28.

stelt vast dat de uitvoering van de betalingen voor de eerste vier maanden op 16 % staat, vergeleken met 15 % vorig jaar;

29.

benadrukt dat een belangrijke oorzaak van deze dalende trend is gelegen in de gebrekkige uitvoering tot dusver van titel B6 (onderzoek en technologische ontwikkeling), verreweg het grootste onderdeel van rubriek 3, waarvan het uitvoeringspercentage voor de vastleggingen (eind april) is gedaald van 29 % in 2002 tot 8 % in 2003;

30.

geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de dalende trend bij de titels B3-1 (Onderwijs en jeugd), B3-3 (Voorlichting en communicatie) en B3-4 (Sociale dimensie en werkgelegenheid), waarvan de uitvoering van de vastleggingen in de eerste vier maanden is gedaald met bijna de helft in vergelijking met 2002;

31.

stelt echter vast dat de uitvoering van de betalingen voor dezelfde titels aanzienlijk beter verloopt dan vorig jaar;

32.

neemt met voldoening kennis van de door de Commissie verstrekte informatie over de uitvoering van de begrotingslijnen voor het ondernemingsbeleid, met name de start van bepaalde initiatieven ten behoeve van de ambachtssector en kleine en micro-ondernemingen, waar door het Europees Parlement om was gevraagd;

Proefprojecten en voorbereidende acties

33.

is verheugd dat proefprojecten en voorbereidende acties zullen worden opgenomen in het uitvoeringsplan voor 2003, zoals overeengekomen in de gezamenlijke verklaring van 25 november 2002 betreffende het uitvoeringsprofiel voor de begroting van 2003 (7); is voornemens de uitvoering hiervan nauwgezet te volgen;

34.

is bezorgd over het uitvoeringspercentage per eind april 2003, dat in het merendeel van de gevallen uiterst laag was; herinnert aan de positieve dialoog met de Commissie over de „uitvoerbaarheid” van projecten en wijst erop dat na de eerste lezing bepaalde wijzigingen zijn aangebracht om een betere uitvoering te waarborgen;

35.

verzoekt de Commissie:

het initiatief te nemen tot het aanwijzen van uitvoeringsproblemen die de bestedingsdoelen in gevaar zouden kunnen brengen en het Parlement hiervan in kennis te stellen door middel van een „procedure voor vroege waarschuwing” en op basis van het uitvoeringsplan;

een schriftelijke evaluatie voor te leggen van de proefprojecten en voorbereidende acties voordat er besluiten worden genomen over het al of niet opnemen ervan in toekomstige rechtsgronden, dan wel over het schrappen ervan;

aan te geven welke dienst verantwoordelijk is voor elk van de proefprojecten/voorbereidende acties en informatie te verschaffen over de stand van de voorbereidingen/uitvoering aan de hand van bijvoorbeeld oproepen tot inschrijving, selectieprocedures, enz.;

36.

is ingenomen met de constructieve antwoorden van de Commissie met betrekking tot de proefprojecten voor het MKB, waaronder lijn B5-514 (Uitbreidingsprogramma voor KMO's); stelt echter met bezorgdheid vast dat onduidelijk is hoe coördinatie en synergie (vermijden van dubbel werk) met de bestaande programma's kan worden bewerkstelligd (CARDS, MEDA, PHARE en TACIS) en hoe werkelijke grensoverschrijdende zichtbaarheid kan worden gewaarborgd; verzoekt de Commissie duidelijkheid te verschaffen over de vraag of cofinanciering van deze externe programma's slechts een probleem is van intern beheer, dan wel of het juridische/budgettaire problemen oplevert bij de uitvoering en, indien het laatste het geval is, welke maatregelen genomen kunnen worden om alsnog te zorgen voor een goed niveau van coördinatie en grensoverschrijdende zichtbaarheid;

Externe maatregelen

37.

is uiterst bezorgd dat de uitvoering voor een aanzienlijk aantal van zowel geografische als sectorale samenwerkingsprogramma's in de eerste vier maanden van 2003 aanzienlijk lager was dan in dezelfde periode in 2002;

38.

acht de situatie met name zorgelijk voor:

de programma's voor Azië en Latijns-Amerika, die per 30 april 2003 uitvoeringspercentages voor de vastleggingen kenden van respectievelijk 2 % en 3 %, tegenover 28 % en 40 % in het voorgaande jaar; verzoekt de Commissie dan ook te zorgen voor een efficiënte uitvoering, waarbij de continuïteit van de projecten in deze twee regio's wordt gewaarborgd;

de uitvoering van het GBVB, die op 30 april 2003 slechts 4 % bedroeg, vergeleken met 56 % vorig jaar, ondanks het feit dat aanvullende kredieten noodzakelijk werden geacht en uiteindelijk door de begrotingsautoriteit zijn toegewezen in de begroting 2003;

39.

vestigt de aandacht op het probleem van de juridische status van de GBVB-operaties, ook in verband met de uitvoering van de begroting; acht het onaanvaardbaar dat oproepen tot inschrijving en contracten, waarmee middelen van de EU-begroting zijn gemoeid, worden verstrekt aan individuele hoofden van missies als GBVB-partij; verzoekt de Commissie te onderzoeken of er een speciale bepaling in het Financieel Reglement moet worden opgenomen om dit probleem op te lossen;

40.

is verheugd over de snelle overeenstemming over het vrijgeven van 79 miljoen EUR uit de reserve voor noodhulp als belangrijkste onderdeel van het steunpakket ten bedrage van 100 miljoen EUR van de Gemeenschap voor Irak; blijft benadrukken dat de situatie in Irak en de mogelijke gevolgen voor de begroting 2003 een element van onzekerheid vormen en dat de aanpak hiervan in geen geval ten koste mag gaan van de bestaande beleidslijnen in het kader van rubriek 4;

41.

herhaalt zijn standpunt dat de begrotingsautoriteit stappen moet ondernemen, met gebruikmaking van de meest geschikte instrumenten van het Interinstitutioneel Akkoord, om de begrotingslijnen voor voedselhulp en humanitaire hulp te versterken als zulks na een beoordeling en een voorstel van de Commissie noodzakelijk wordt geacht; wijst erop dat dit zou geschieden in het licht van de korting die, als onderdeel van het definitieve pakket voor rubriek 4, op deze lijnen is uitgevoerd bij het begrotingsoverleg van 25 november 2002;

42.

uit kritiek over het feit dat de Commissie een bedrag van 6,48 miljoen EUR aan kredieten, dat was overgedragen van 2002, heeft moeten schrappen omdat de uitvoeringstermijn van 31 maart niet is gehaald; is met name teleurgesteld dat deze termijn voor een aantal projecten, waaronder 2,7 miljoen EUR voor ontheemden in Colombia, op slechts één dag na niet werd gehaald; verzoekt de Commissie begrotingscontrole te onderzoeken hoe de Commissie de overschrijvingen heeft beheerd en waarom de termijn in een aantal gevallen niet is gehaald;

43.

is ingenomen met het feit dat de uitvoering van de vastleggingen voor hoofdstuk B7-54 (Westelijke Balkan) in de eerste vier maanden van het jaar is verbeterd in vergelijking met 2002 (22 % vergeleken met 6 %); is echter tegelijkertijd bezorgd dat de uitvoering van de betalingen achterloopt (8 % vergeleken met 19 %);

44.

neemt kennis van het tweede jaarverslag over het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa (COM(2003) 139); is ten diepste bezorgd over het oordeel dat het tempo van hervorming laag is en dat de interne capaciteit van de landen om het voortouw te nemen in het hervormingsproces en bij het „eigenaarschap” van programma's beperkt is; benadrukt derhalve het belang van capaciteitsopbouw en institutionele versterking in het kader van het CARDS-programma;

45.

staat in het licht van de huidige situatie op het standpunt dat een bepaald niveau van conditionaliteit gehandhaafd moet blijven, teneinde de uitbetaling van communautaire middelen te kunnen koppelen aan voldoende vooruitgang en werkelijke betrokkenheid van de landen in de Balkan zelf;

46.

verzoekt de Commissie een reflectieproces/debat te starten over de begrotingsaspecten van de situatie op de Balkan na afloop van CARDS, gezien het feit dat het „terugschroeven” van CARDS reeds is gestart en er andere vormen van steun, inclusief associatieprocessen met de EU, zullen komen;

47.

is verheugd dat de Commissie voornemens is haar huidige programma voor rechtstreekse begrotingssteun aan de Palestijnse Autoriteit te vervangen door meer doelgerichte steun voor de particuliere sector en sociale voorzieningen, alsmede steun voor specifieke projecten; verzoekt zijn Werkgroep inzake rechtstreekse begrotingssteun aan Palestina deze nieuwe strategie nader te bestuderen en de gevolgen ervan voor de begroting 2003 te evalueren;

Administratieve uitgaven

48.

spreekt zijn voldoening uit over het feit dat met behulp van de vroegtijdige-financieringsoperatie (front-loading) in de begrotingsprocedure 2003, tussen en binnen de instellingen, de voorbereidingen voor de uitbreiding zijn veiliggesteld; is evenwel van mening dat het instrument van vroegtijdige financiering van administratieve uitgaven uitsluitend mag worden gebruikt als er geen andere keuzes zijn en het niet leidt tot een excessieve administratieve en procedurele belasting of juridische problemen in verband met het annualiteitsbeginsel;

49.

is verheugd dat, dankzij de vroegtijdige-financieringsoperatie, rubriek 5 in 2003 een afdoende marge kent in plaats van een tekort van 66 miljoen EUR, zoals het geval was toen het VOB 2003 werd gepresenteerd;

50.

is van mening dat een optimaal gebruik van kredieten niet mag worden belemmerd door een buitensporige rigiditeit van het begrotingsstelsel of administratieve problemen tussen instellingen; is nog immer van opvatting dat voorstellen tot vermindering van de rigiditeit van de begroting noodzakelijk zijn; is voorts van mening dat het, als gevolg van de starheid van het huidige stelsel, ook in de toekomst noodzakelijk zou kunnen zijn vroegtijdige-financieringsoperaties uit te voeren;

*

* *

51.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  PB L 54 van 28.2.2003.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002.

(3)  PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.

(4)  P5_TA(2002)0624.

(5)  SEC(2003) 542.

(6)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

(7)  P5_TA(2002)0624.

P5_TA(2003)0334

Handel in kinderen en kindsoldaten

Resolutie van het Europees Parlement over kinderhandel en kindsoldaten

Het Europees Parlement,

gezien het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, dat in 1989 is aangenomen en in 1990 in werking is getreden en dat door alle lidstaten en nieuw toe te treden landen is geratificeerd,

gezien de conclusies van de Raad van 10 december 2002 waarin deze zich aansluit bij het verslag van de Werkgroep mensenrechten van de Raad (COHOM) over „Tenuitvoerlegging van de follow-up van de conclusies van de Raad algemene zaken van 25 juni 2001”,

gezien de resoluties 1379 van 20 november 2001 en 1460 van 30 januari 2003 van de VN-Veiligheidsraad over kinderen en over gewapende conflicten,

gezien de nieuwe internationale normen en instrumenten die kinderen meer bescherming bieden, zoals het Verdrag inzake de rechten van het kind en de protocollen daarbij, het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op antipersonenmijnen, het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof en het ILO-verdrag 182 inzake het verbod op en spoedmaatregelen ter afschaffing van de ergste vormen van kinderarbeid,

gezien de VN-Millenniumverklaring (2000) en de door alle VN-lidstaten onderschreven Ontwikkelingsdoelstellingen voor het millennium,

gezien het Wereldonderwijsforum in Dakar en het afsluitende stuk daarvan ’Onderwijs voor allen: Onze collectieve toezeggingen gestand doen’ (2000),

gezien zijn voorgaande resoluties over de rechten van het kind en over kindsoldaten, met name de resolutie van 17 december 1998 over kindsoldaten (1), de resolutie van 28 januari 1999 over de bescherming van gezinnen en kinderen (2), de resolutie van 18 november 1999 over de tiende verjaardag van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind (3), de resolutie van 6 juli 2000 over kindsoldaten in Oeganda (4), de resolutie van 17 mei 2001 over kinderhandel in Afrika (5), de resolutie van 6 september 2001 over de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over kinderen (6) en de resolutie van 11 april 2002 over het EU-standpunt tijdens de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over kinderen (7),

gezien de resoluties van de Paritaire Parlementaire Vergadering EU/ACS van 1 april 1999 (8) en 23 maart 2000 (9) over kindsoldaten en van 21 maart 2002 (10) over gezondheidsaangelegenheden,

A.

gezien de toenemende omvang van de handel in kinderen en het opnemen van kinderen als soldaat in gevechtstroepen alsook het feit dat bepaalde categorieën kinderen bijzonder kwetsbaar zijn, met name niet-schoolgaande kinderen, meisjes, etnische minderheden, straatkinderen en AIDS-wezen,

B.

overwegende dat in de wereld jaarlijks meer dan 1,2 miljoen kinderen verhandeld worden, tien maal zoveel als op het hoogtepunt van de slavenhandel met de Verenigde Staten,

C.

overwegende dat er een verband bestaat tussen armoede en kinderhandel en de nadruk moet liggen op bestrijding van de armoede om de kinderhandel te doen verdwijnen,

D.

overwegende dat deze schandelijke handel vooral op massale schaal wordt bedreven in West-Afrika, waar volgens UNICEF jaarlijks 200.000 kinderen verhandeld worden,

E.

overwegende dat met kinderhandel wordt aangeduid het rekruteren, vervoeren, onderbrengen of opvangen van een kind met het oogmerk het seksueel te gebruiken, zijn arbeidskracht uit te buiten, het tot arbeid te dwingen of tot slaaf te maken,

F.

overwegende dat op dit moment meer dan 300.000 kinderen onder de 18 jaar, jongens zowel als meisjes, zijn opgenomen in gevechtseenheden van de regeringsstrijdkrachten en/of van de gewapende oppositie in meer dan 30 landen, waaronder het noorden van Oeganda, Liberia, de Democratische Republiek Kongo, Boeroendi, Angola, Irak, Afghanistan en Tsjetsjenië,

G.

gezien de toenemende internationale mobilisatie rond deze kwestie, met name de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de VN over kinderen en het slotdocument daarvan ’Een wereld die geschikt is voor kinderen’ (10 mei 2002), de vankrachtwording op 18 januari 2002 van het facultatief protocol inzake kinderen in gewapende conflicten bij het Verdrag inzake de rechten van het kind over het verkopen van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie, de vankrachtwording op 12 februari 2002 van het facultatief protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind over kinderen in gewapende conflicten,

H.

overwegende dat sommige van de ernstigste vormen van misbruik van kindsoldaten plaatsvinden in het gebied van de Grote Meren, dat meer dan 20.000 kinderen zijn gekidnapt en door het Verzetsleger van de Heer in Noord-Oeganda in de strijd worden geworpen en naar schatting 17.000 kinderen vechten in het Ituri-gebied in Oost-Congo;

I.

overwegende dat 21 Afrikaanse landen in 2002 de „Verklaring van Libreville” hebben aangenomen, waaruit blijkt dat de landen die het meest door de handel zijn getroffen zich bewust zijn van de ernst van het probleem en vastbesloten zijn het te bestrijden,

J.

overwegende dat het optreden van de Europese Unie volledig tekortschiet en in de begroting geen prioriteit meer krijgt, zoals blijkt uit het dalende aantal projecten op dit gebied waarvoor middelen worden uitgetrokken (10 in 1999 en 2 in 2002),

1.

roept alle lidstaten op om de internationale rechtsmiddelen ter bescherming van de rechten van kinderen onverwijld te ondertekenen, te ratificeren en uit te voeren, zoals het VN-verdrag inzake de rechten van het kind en de protocollen daarbij, het Verdrag van Ottawa inzake het verbod op antipersonenmijnen, de Statuten van het Internationaal Strafhof, het ILO-verdrag 182 en het aanvullend protocol van het VN-verdrag ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, ten einde de handel in mensen en in het bijzonder van vrouwen en kinderen te voorkomen, te onderdrukken en te bestraffen;

2.

verzoekt de Commissie en de Raad om zich te beijveren voor de wereldwijde ratificatie van deze instrumenten — en de tenuitvoerlegging van het VN-verdrag inzake de rechten van het kind — in het kader van hun politieke dialoog met derde landen en met name de ACS-partners in het kader van het akkoord van Cotonou; dringt erop aan dat in alle partnerschapsovereenkomsten die de Europese Unie in de toekomst zal sluiten de situatie van kinderen expliciet deel uitmaakt van de politieke overeenkomst, net zoals de ontwikkeling van democratische instellingen;

3.

verlangt dat de Europese Commissie een strategie uitwerkt voor de bestrijding van armoede om de handel in kinderen tegen te gaan;

4.

onderstreept dat de bestrijding van kinderhandel en het inzetten van kindsoldaten voor de Europese Unie een politieke prioriteit moet vormen, wat bij de budgettaire onderhandelingen tot uiting moet komen in passende begrotingsmiddelen op een specifieke nieuwe lijn die het optreden van de Unie op dit gebied efficiënter en duidelijker maakt, en ook in het kader van het EOF en de regionale toewijzingen daarvoor gestalte krijgt;

5.

dringt er bij de Commissie en de Raad op aan hun toezegging om de rechten van het kind te integreren in de instrumenten van ontwikkelingssamenwerking gestand te doen door het hanteren van een twee-sporenbenadering van zowel hoofdpunten als acties die speciaal op kinderrechten zijn gericht; en voorts onverwijld strategische uitvoeringsrichtsnoeren te publiceren en het Europees Parlement op de hoogte te stellen van de vooruitgang op dit terrein;

6.

dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat alle communautaire wetgeving en al het beleid van de Unie verenigbaar is met het Verdrag inzake de rechten van het kind en dat alle nieuwe desbetreffende richtlijnen, beleidslijnen en programma's van de Unie worden getoetst op hun effect voor kinderen zodat inzicht wordt verkregen in hun mogelijke gevolgen voor kinderen;

7.

verzoekt de Europese Unie en haar lidstaten om de ontwikkelingshulp te richten op gratis, goed en voor alle kinderen toegankelijk basisonderwijs; wenst dat met steun van de EU op school en in de lokale gemeenschappen wordt gewezen op de gevaren van kinderhandel en het geweld tegen kinderen;

8.

verzoekt de Commissie en de Raad om een uitgebreid partnerschap met de internationale en regionale organisaties, onder meer de Afrikaanse Unie, te sluiten om de verhandeling en slavernij van kinderen en hun opneming in gevechtseenheden doeltreffend te kunnen bestrijden;

9.

wenst dat uitgaande van dit partnerschap overwogen wordt gratis bevolkingsregisters te scheppen in alle betrokken landen, zodat kinderen worden beschermd tegen de gevaren van verhandeling, dwangarbeid of gedwongen dienstneming in strijdkrachten, zij beter toegang krijgen tot medische zorg, sociale voorzieningen en onderwijs en er meer doorzichtigheid en democratie zou zijn met name als verkiezingen worden gehouden;

10.

is verheugd dat de West-Afrikaanse landen actief optreden en overleggen in het kader van de „Verklaring van Libreville” en spoort hen aan om in deze geest in regionaal verband nauw samen te werken om te komen tot een regionaal verdrag ter bestrijding van kinderhandel dat een protocol bevat dat voorziet in de terugkeer, repatriëring en reïntegratie van kinderen die het slachtoffer van kinderhandel zijn geworden en in samenwerking tussen de landen van herkomst, van bestemming en van doorvoer, met lokale NGO's en met multilaterale organisaties als UNICEF en de ILO;

11.

benadrukt nogmaals dat de EU meer aandacht moet geven aan onderwijs en schoolgang van kinderen, daar dit het doeltreffendste middel is om kinderhandel en -rekrutering te bestrijden, en dringt er in dit verband met name op aan om meer nadruk te leggen op de onderwijs- en opleidingsmogelijkheden voor de meest kwetsbare groepen: meisjes, weeskinderen en kinderen met AIDS; dringt er voorts op aan dat bij het afsluiten van stelsels van algemene preferenties (SAP) met derde landen een apart hoofdstuk over de situatie van kinderen wordt opgenomen, dat een rol speelt bij het evalueren van de naleving van dergelijke overeenkomsten;

12.

verlangt dat de Commissie een gemeenschappelijk EU-beleid uitwerkt met betrekking tot kinderhandel, gericht op scheppen van juridische kaders, uitvoering van wetgeving, preventieve werking, strafrechtelijke vervolging en bestraffing van de daders en bescherming en steun voor de slachtoffers;

13.

verzoekt de Commissie en de Raad op hoog niveau een vertegenwoordiger voor de rechten van het kind te benoemen in de Commissie en de Raad om te zorgen voor algehele coördinatie van, controle op en speciale aandacht voor de rechten van het kind, en op alle communautaire beleidsgebieden de belangen van het kind zwaarder te laten wegen; stelt de regeringen van de Afrikaanse landen voor dat ook zij een dergelijke post op hoog niveau in het leven roepen;

14.

verzoekt de Europese Unie en haar lidstaten maatregelen te nemen om de slachtoffers van kinderhandel te beschermen, met name door visa voor een kort verblijf af te geven en hun de nodige bijstand te verlenen;

15.

verzoekt de Commissie na te gaan of de procedures voor toegang tot Europese subsidies voor lokale NGO's die zich bezig houden met ontwikkeling en verdediging van de mensenrechten vereenvoudigd kunnen worden, binnen een kader van doorzichtigheid en aansprakelijkheid;

16.

verzoekt de Commissie en de Raad om de verklaring van Brussel over voorkoming en bestrijding van mensenhandel, die door de Raad op 8 mei 2003 is aangenomen, ten volle uit te voeren als onderdeel van hun streven om een algemeen Europees beleid ten aanzien van de mensenhandel te ontwikkelen; begroet de recente instelling van een EU-deskundigengroep inzake mensenhandel door de Commissie en wenst dat deze groep zich vooral richt op het ontwikkelen van efficiënte oplossingen voor alle aspecten van dit misdrijf;

17.

spreekt nogmaals de wens uit dat internationale arrestatiebevelen worden uitgevaardigd tegen personen die in kinderhandel gespecialiseerde netwerken organiseren en daarin deelnemen;

18.

wenst dat in het Europees Parlement tussen de desbetreffende commissies een nauwere coördinatie plaatsvindt inzake de kwestie van de kinderhandel, het verschijnsel in al zijn onderdelen wordt geïnventariseerd en aanbevelingen worden gedaan om het efficiënt te bestrijden;

19.

verzoekt de Commissie om preventieprogramma's op te stellen of te ondersteunen die met name voorzien in voorlichtingscampagnes voor communautaire en religieuze ontwikkelingswerkers en personeel dat voor en met kinderen werkt en voor de kinderen zelf;

20.

verzoekt de Commissie om activiteiten en hulpprogramma's te steunen en te bevorderen die door met voormalige kindsoldaten werkende NGO's met het oog op psychische en fysieke begeleiding en sociale en educatieve herintegratie worden ontwikkeld en uitgevoerd;

21.

dringt er bij de Raad op aan onverwijld een gemeenschappelijke strategie over kinderen in gewapende conflicten op te stellen, waarvan het uitgangspunt is goedgekeurd door de Raad op 10 december 2002 en verzoekt de Raad het Parlement formeel te raadplegen bij het vaststellen van deze gemeenschappelijke strategie en regelmatig op de hoogte te houden van de op dit terrein geboekte vooruitgang;

22.

veroordeelt ten stelligste regeringen en de gewapende oppositie die nog steeds kindsoldaten recruteren of wapens en militaire hulp leveren aan rebellenbewegingen welke kindsoldaten recruteren, met name in de regio van de Grote Meren en roept de Commissie, de Raad en de lidstaten van de Europese Unie ertoe op de recrutering en het inzetten van kindsoldaten aan te merken als ernstige schendingen van essentiële onderdelen van het Akkoord van Cotonou;

23.

verzoekt de delegaties van de Commissie om in hun documenten over de strategie per land in het kader van het deconcentratieproces rekening te houden met de rechten van kinderen en een specifiek hoofdstuk aan kinderen te wijden;

24.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten en de verschillende VN-instanties die bij deze kwestie betrokken zijn.


(1)  PB C 98 van 9.4.1999, blz. 297.

(2)  PB C 128 van 7.5.1999, blz. 79.

(3)  PB C 189 van 7.7.2000, blz. 241.

(4)  PB C 121 van 24.4.2001, blz. 401.

(5)  PB C 34 E van 7.2.2002, blz. 383.

(6)  PB C 72 E van 21.3.2002, blz. 360.

(7)  PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 691.

(8)  PB C 271 van 24.9.1999, blz. 46.

(9)  PB C 263 van 13.9.2000, blz. 42.

(10)  PB C 231 van 27.9.2002, blz. 55 en 57.

P5_TA(2003)0335

Tsjetsjenië

Resolutie van het Europees Parlement over Tsjetsjenië

Het Europees Parlement,

gezien de bevindingen van zijn ad hoc-delegatie naar Tsjetsjenië van 15-17 juni 2003,

onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over Rusland,

gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Rusland die op 1 december 1997 in werking trad,

gezien de gemeenschappelijke strategie van de EU ten aanzien van Rusland van juni 1999, die geldt voor een periode van vier jaar,

onder verwijzing naar zijn resoluties van 10 april 2002 (1) en 16 januari 2003 (2) over Tsjetsjenië,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 21 november 2002 over de resultaten van de top EURusland op 11 november 2002 (3),

gezien de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement „De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden” (COM(2003) 104),

gezien de zesde bijeenkomst van de samenwerkingsraad EU-Rusland op 15 april 2003,

gezien de feestelijkheden ter gelegenheid van de driehonderdste verjaardag van Sint-Petersburg in 2003 en de vertegenwoordiging van de EU,

A.

overwegende dat de Republiek Tsjetsjenië al langer dan een decennium te maken heeft met een situatie van gewapende conflicten, onveiligheid en instabiliteit op alle terreinen van het leven,

B.

overwegende dat er in Tsjetsjenië op 23 maart 2003 een referendum werd gehouden, dat door de Russische autoriteiten beschouwd wordt als een belangrijke stap in de richting van stabilisatie van de situatie, maar dat dit referendum door ernstige onregelmatigheden werd gekenmerkt en niet heeft bijgedragen tot de pacificatie van de Tsjetsjeense samenleving,

C.

overwegende dat de Tsjetsjeense bevolking ongeacht haar etnische origine lijdt onder de dagelijkse gevolgen van dit conflict,

D.

overwegende dat als in alle gewapende conflicten het kwetsbare deel van de bevolking het meeste lijdt en de langetermijngevolgen zal dragen,

E.

overwegende dat de levensomstandigheden in Tsjetsjenië, met name in Grozny, rampzalig zijn en dat de watervoorziening, de riolering en het elektriciteitsnet ernstig zijn beschadigd; overwegende dat de werkgelegenheidssituatie blijkbaar erg bar is en de veiligheidsomstandigheden vanzelfsprekend erg slecht,

F.

uitermate bezorgd over het lijden van de ruim 110 000 Tsjetsjeense vluchtelingen, die onderdak hebben gevonden in de kampen in de aangrenzende republieken,

G.

overwegende dat de humanitaire organisaties bij hun werk worden gehinderd door de beperkte toegang tot Tsjetsjenië en het ontbreken van steun van Russische kant, met name wat de toestemming betreft om het nodige technische en veiligheidsmateriaal te importeren,

H.

overwegende dat de Europese Unie samen met andere internationale donors meermaals steun heeft aangeboden om de humanitaire situatie te verlichten,

I.

overwegende dat het oorspronkelijke mandaat van 1995 van de OVSE-missie in Tsjetsjenië betrekking had op vermeende schendingen van de mensenrechten, noodhulp, hulp aan vluchtelingen, conflictoplossing en ondersteunende mechanismen voor de handhaving van de openbare orde,

J.

overwegende dat een werkelijk partnerschap tussen de EU en Rusland gebaseerd moet zijn op gedeelde gemeenschappelijke waarden en dat de huidige erbarmelijke mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië een hindernis vormt voor de volledige ontplooiing van dit partnerschap,

1.

ondersteunt de conclusies van zijn ad hoc delegatie naar Tsjetsjenië;

2.

is ingenomen met de uitnodiging van de Russische Doema aan de ad hoc-delegatie naar Tsjetsjenië en dankt de Russische autoriteiten voor de organisatie van het bezoek; beschouwt dit als een teken van openheid;

3.

is ervan overtuigd dat de EU dit afgelegen deel van het continent niet mag veronachtzamen, aangezien de waarden die de EU na aan het hart liggen, ook hier op het spel staan;

4.

is van mening dat deze oorlog diverse oorzaken heeft: de onafhankelijkheidsstrijd, een verzwakking van de rechtsstaat, met als gevolg een toename van de criminaliteit, de totstandkoming van een „mislukte staat”, duistere economische activiteiten, terrorisme en gewelddadige onderdrukking;

5.

merkt op dat alle politieke, diplomatieke, veiligheids- en civiele middelen moeten worden aangewend om het vertrouwen van de bevolkíng terug te winnen; merkt op dat er geen militaire oplossing kan zijn van het conflict;

6.

neemt nota van het feit dat de regering van de Russische Federatie al enkele maanden opschuift in de richting van een politieke oplossing, en nodigt beide partijen uit deze kans met twee handen aan te grijpen, in het bijzonder in de fase voorafgaand aan de verkiezingen van december 2003 en maart 2004; verzoekt alle partijen te werken in de richting van een staakt-het-vuren;

7.

is in dit verband tevreden met de start van de werkzaamheden in verband met een akkoord inzake autonomie tussen Tsjetsjeense functionarissen en vertegenwoordigers van de Russische regering op 30 juni, waardoor Tsjetsjenië maximale autonomie krijgt, maar volwaardig deel blijft uitmaken van de Russische Federatie;

8.

roept de Russische regering op de ’rules of engagement’ in het gebied te herzien, rekening houdend met de noodzaak de betrekkingen met de Tsjetsjeense bevolking te verbeteren;

9.

roept de Russische Federatie op zoveel mogelijke Tsjetsjeense leiders bij het vredesproces te betrekken, hetgeen zou kunnen leiden tot de oprichting van een autonome republiek binnen de Russische Federatie, waar een rechtstaat aanwezig is;

10.

herinnert eraan dat het ontbreken van een volledige verzoening en materiële wederopbouw na de eerste oorlog in Tsjetsjenië de vijandelijkheden tussen Tsjetsjenen en Russen in stand heeft gehouden en de ideale voedingsbodem was voor een breed scala van criminele activiteiten; spoort de Russische centrale regering derhalve aan de inspanningen gericht op de wederopbouw van Grozny en andere delen van Tsjetsjenië voort te zetten en op te voeren, teneinde de fundamentele voorwaarden voor politieke en sociale verzoening te scheppen; wijst erop dat het tijdens zijn bezoek getuige is geweest van de eerste tekenen van wederopbouw in Grozny;

11.

verzoekt de Commissie en de Raad hun diensten aan te bieden en elke andere diplomatieke activiteit tot beëindiging van het geweld te steunen;

12.

veroordeelt alle terroristische aanslagen in Tsjetsjenië; is van mening dat de totale uitroeiing van het terrorisme in deze provincie deel uitmaken van de internationale bestrijding van het terrorisme;

13.

herhaalt zijn bezorgdheid over en krachtige veroordeling van de voortdurende massale schendingen van het humanitaire recht en de mensenrechten, die door Russische strijdkrachten tegen de burgerbevolking worden begaan, welke oorlogsmisdaden en de misdaden tegen de mensheid vormen, die het onderwerp zouden moeten vormen van gerechtelijke onderzoeken en vervolgingen, evenals dat het geval zou moeten zijn met de aanvallen, schendingen en kidnappingen die door paramilitaire groeperingen en guerrillabenden worden gepleegd;

14.

dringt er bij de Russische Federatie op aan het volledige OVSE-mandaat te vernieuwen, in die zin dat het niet beperkt mag zijn tot alleen het coördineren van humanitaire bijstand in de regio, maar ook alle voormalige taken van de OVSE-missies moet omvatten;

15.

roept de Russische regering op de toegang van internationale humanitaire organisaties zoals ECHO, UNICEF, het personeel van de Raad van Europa, de OVSE, de VN, NGO's en in het bijzonder humanitaire gezondheidsorganisaties tot de regio mogelijk te maken, en voor hun veiligheid te zorgen en toestemming te geven voor de invoer van de noodzakelijke technische en veiligheidsapparatuur;

16.

verzoekt de Russische autoriteiten hun inspanningen op te voeren om Arjan Erkel, hoofd van de MsF-delegatie in Dagestan, ontvoerd in augustus 2002, in vrijheid terug te vinden;

17.

onderstreept dat de terugkeer van ontheemden een doelstelling moet zijn, maar dat deze terugkeer vrijwillig moet zijn en gebaseerd moet zijn op een reële verbetering van de levensomstandigheden in Tsjetsjenië, in het bijzonder wat de veiligheid betreft;

18.

herinnert eraan dat de wederopbouw van Tsjetsjenië afhankelijk is van de totstandbrenging van een langdurige vrede in de regio en van het op gang brengen van een volledige verzoening; benadrukt dat, hoewel Rusland in de eerste plaats verantwoordelijk is, de EU bereid is de Russische regering en de Tsjetsjeense autoriteiten in dit proces bij te staan;

19.

is tevreden met het besluit van de Commissie meer middelen uit te trekken voor humanitaire hulp aan de Tsjetsjeense vluchtelingen;

20.

beschouwt het referendum als een eerste stap in de richting van normalisatie in de regio, maar dringt aan op een permanent politiek proces waarbij alle delen van de Tsjetsjeense maatschappij zijn betrokken, met het oog op het houden van werkelijk democratische en volledig representatieve verkiezingen tegen het eind van het jaar;

21.

verzoekt de Commissie nu al een mogelijk programma voor rehabilitatie in Tsjetsjenië voor te bereiden; is van mening dat met name onderwijsprogramma's, zoals steun voor beroepsopleiding en voor hogere opleidingsprogramma's, dringend nodig zullen zijn voor de rehabilitatie van een hele generatie jongeren, die ernstig gevaar lopen door het decenniumlange gewapende conflict;

22.

verzoekt de Raad een langetermijnproject voor toezicht op de verkiezingen op te starten, om de voorbereiding te ondersteunen van vrije en eerlijke verkiezingen;

23.

verzoekt de Raad en de lidstaten Tsjetsjenië in hun vergaderingen met de Russische Federatie ter sprake te brengen, opdat deze kwestie niet aan de internationale aandacht en zorgen ontsnapt;

24.

verzoekt de Raad en de lidstaten de Russische leiders te herinneren aan de universele waarden die Rusland als lid van de Raad van Europa en de Verenigde Naties heeft onderschreven en zich te onthouden van pogingen om onderlinge kritiek op dit niveau te vermijden;

25.

verzoekt de Raad om in samenwerking met het Europees Parlement een conferentie over Tsjetsjenië voor te bereiden, waarvoor de Russische autoriteiten, vertegenwoordigers van alle delen van de Tsjetsjeense maatschappij, de OVSE en de Raad van Europa worden uitgenodigd;

26.

dringt nogmaals bij de Raad aan op de benoeming van een speciale afgevaardigde voor het Kaukasus-gebied, teneinde het profiel van de EU in de regio aan te scherpen en een effectievere bijdrage te kunnen leveren tot oplossing van de actuele problemen aldaar;

27.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regering en het parlement van Rusland.


(1)  PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 585.

(2)  P5_TA(2003)0025.

(3)  P5_TA(2002)0563.

P5_TA(2003)0336

Voorbereiding van de bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie

Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereiding van de Vijfde ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (Cancun, Mexico, 10-14 september 2003)

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 18 november 1999 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Parlement over de benadering van de WTO-millenniumronde door de Europese Unie (1), zijn resolutie van 15 december 1999 over de Derde ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie in Seattle (2) en zijn resolutie van 13 maart 2001 met de aanbevelingen van het Parlement aan de Commissie over de onderhandelingen in het kader van de ’built-in’-agenda (3),

onder verwijzing naar de resultaten van de Vierde ministersconferentie van de WTO van 14 november 2001 in Doha en naar zijn resolutie over de Vierde ministersconferentie van de WTO (4) en zijn resolutie van 25 oktober 2001 over de vierde ministersconferentie van de WTO,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 maart 2003 over de Algemene Overeenkomst betreffende Handel en Diensten (GATS) in het kader van de WTO, met inbegrip van de culturele verscheidenheid (5), zijn resolutie van 12 februari 2003 over de WTO-onderhandelingen over de handel in landbouwproducten (6), zijn resolutie van 4 juli 2002 over fundamentele arbeidsnormen (7) en zijn resolutie van 25 oktober 2001 over openheid en democratie in de internationale handel (8),

1.

beklemtoont dat het welslagen van de Doha-ontwikkelingsronde een belangrijke impuls blijft voor een wereldwijde economische groei en voor de versterking van multilateralisme en ’global governance’; herhaalt dat het zich inzet voor hervorming van het wereldhandelsstelsel in het belang van eerlijkheid, democratie, duurzame ontwikkeling en de bestrijding van armoede; betuigt zijn instemming met de algemene onderhandelingsaanpak zoals neergelegd in het mandaat van de Raad voor de Derde ministersconferentie van de WTO in Seattle en doet een beroep op alle WTO-leden om de nodige concrete besluiten te nemen in Cancun ten einde binnen de overeengekomen termijnen tot een ’single undertaking’ (alles-of-niets-akkoord) te komen;

2.

verzoekt de Commissie derhalve ertoe bij te dragen dat ervoor wordt gezorgd dat de onderhandelingen die voorafgaand aan en in Cancun plaatsvinden alomvattend en transparant zijn en zo eerlijk mogelijk, rekening houdend met alle partijen worden gevoerd;

Ontwikkeling

3.

is van mening dat de ontwikkelingsronde van Doha de ultieme test is voor het vermogen van de WTO om de onevenwichtigheden in het mondiale handelssysteem te corrigeren, te zorgen voor een billijker verdeling van de voordelen van handel en duurzame ontwikkeling te bevorderen; acht het met het oog hierop van wezenlijk belang dat de geïndustrialiseerde landen aan de ontwikkelingslanden zeer omvangrijke aanbiedingen doen inzake de geleidelijke opheffing van alle subsidies voor de uitvoer van landbouwproducten, in de sectoren toegang tot de markt van industrie- en landbouwproducten en tenuitvoerleggingskwesties, met inbegrip van een zo volledig mogelijke en doelmatige bijzondere en gedifferentieerde behandeling, in het kader waarvan aan de meest kwetsbare ontwikkelingslanden doeltreffende preferenties worden toegekend en zij de mogelijkheid krijgen hun binnenlandse markt te beschermen en hun gegarandeerde voedselvoorziening te waarborgen totdat zij een voldoende hoog ontwikkelingsniveau hebben bereikt;

4.

herinnert eraan dat de WTO-onderhandelingen bedoeld zijn voor het bevorderen van de economische groei van alle handelspartners en voor het ontwikkelen van de ontwikkelings- en minst ontwikkelde landen, en dat het succes van de WTO-onderhandelingen moet worden afgemeten aan de verwezenlijking van deze prioritaire doelstelling;

5.

is nog altijd bezorgd dat een groot aantal ontwikkelingslanden niet volledig heeft meegeprofiteerd van hetgeen tijdens de vorige ronde is bereikt en vaak niet in staat is de nodige middelen te mobiliseren om volledig aan de WTO-onderhandelingen deel te nemen en hun eigen rechten binnen te WTO te verdedigen;

6.

steunt, gezien de inzet voor de Ontwikkelingsagenda van Doha, het verzoek van de Afrikaanse landen om een evenwichtig en eerlijk resultaat van de onderhandelingen, dat eveneens met name de nodige maatregelen dient te omvatten met het oog op toepassing van de beginselen van vrije en eerlijke handel in grondstoffen;

7.

is van oordeel dat de Europese Unie een krachtiger alliantie met de ontwikkelingslanden moet sluiten en hun recht moet verdedigen op niet gelijke betrekkingen met de EU in het kader van regionale akkoorden, zoals het partnerschapsakkoord ACS-EU, die van wezenlijke betekenis zijn voor de ontwikkeling van deze landen;

8.

wijst met nadruk op de noodzaak om het vermogen tot capaciteitsopbouw te versterken door middel van de nodige technische bijstand die niet alleen moet worden gericht op een verbetering van de kennis van de vigerende regels in de betrokken landen, maar deze landen vooral ook moet helpen om hun commerciële en exportcapaciteit te ontwikkelen, hun productiebases te diversifiëren en hun inkomstenbronnen uit douanerechten te vervangen door andere fiscale bronnen;

9.

dringt erop aan dat met spoed een oplossing voor het vraagstuk van de toegang tot geneesmiddelen wordt gevonden, waardoor de mogelijkheden van WTO-leden om hun volksgezondheid te beschermen niet worden beperkt; herinnert eraan dat het opleggen van nieuwe beperkingen voor hetzij de categorieën van problemen op het gebied van de volksgezondheid hetzij de categorieën van landen waarop het mechanisme van de dwanglicentie inzake import van toepassing is, evenals elk initiatief dat erop gericht zou zijn om het al dan niet toereikend zijn van plaatselijke productiecapaciteit te kwantificeren en tot een uitspraak daarover te komen, een schending zou betekenen van de geest van de verklaring van Doha; beklemtoont dat alle noodzakelijke maatregelen moeten worden genomen om de wederexport van goedkope geneesmiddelen naar Europa te voorkomen;

10.

herinnert eraan dat het het feit veroordeelt dat de Verenigde Staten een akkoord blokkeren over TRIP's en geneesmiddelen dat door alle andere leden van de WTO is aanvaard en dat aansluit op de toezeggingen die zij in Doha hebben gedaan; verwerpt de druk die onlangs door de Verenigde Staten op een aantal ontwikkelingslanden is uitgeoefend opdat deze afzien van hun recht generieke geneesmiddelen in te voeren;

Markttoegang voor landbouwproducten

11.

gelooft in de noodzaak van een substantiële verlaging, met het oog op de afschaffing ervan, van de uitvoersubsidies en de interne steun van alle WTO-leden, met uitzondering van aan niet-handelsoverwegingen gekoppelde interne steun; verzoekt alle geïndustrialiseerde landen, en met name de VS, om zich met het oog op de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid aan te sluiten bij de toezeggingen van de EU;

12.

dringt aan op een uitgebreidere erkenning van de niet-handelsaspecten van het landbouwbeleid door intensivering van steunmaatregelen ten behoeve van de landbouw die geen handelsdistorsies met zich meebrengen via de „green box”, om te waarborgen dat juist gerichte en doorzichtige steunmaatregelen ter bevordering van milieu- en plattelandsontwikkeling, werkgelegenheid en dierenwelzijn worden uitgezonderd van toezeggingen tot beperking, en op verduidelijking van de indeling in „green, blue en amber boxes”;

13.

onderstreept dat een succesvolle afsluiting van de onderhandelingen over de markttoegang voor landbouwproducten een van de meest belangrijke onderdelen van de ’single undertaking’ is; dringt er bij alle belangrijke partners, inclusief de VS en de Cairnsgroep, op aan om blijk te geven van grotere flexibiliteit; is van mening dat alle geïndustrialiseerde landen akkoord moeten gaan met een aanzienlijke en vervroegde verlaging van de landbouwtarieven en met minder kwantitatieve beperkingen voor de import van landbouwproducten uit ontwikkelingslanden en uit de minst ontwikkelde landen, en de ontwikkelingslanden en minst ontwikkelde landen de soepelheid moeten gunnen waaraan zij behoefte hebben met betrekking tot toegang tot de markt en binnenlandse steuntoezeggingen in het belang van hun boeren die voor eigen gebruik produceren en van hun behoeften op het gebied van landbouw voor eigen gebruik en ontwikkeling en gegarandeerde voedselproductie; spreekt zijn waardering uit voor het voorstel een zogeheten gegarandeerde voedselproductiebox in te voeren;

14.

maakt zich ongerust over de ineenstorting van de prijzen van voor de ontwikkeling essentiële producten, zoals koffie; is van oordeel dat de EU het recht moet verdedigen op de invoering van mechanismen van garantieprijzen voor producten die van essentiële betekenis zijn voor de ontwikkeling;

15.

is van mening dat de EU en alle ontwikkelde landen aanvullende maatregelen moeten nemen om het inkomen van de armste ontwikkelingslanden te verbeteren door hen te steunen bij het diversifiëren van de productie en het opvoeren van de export van ter plaatse verwerkte hoogwaardige producten naar hun markten;

Voorzorgbeginsel

16.

wijst met nadruk op de noodzaak om in de GATT duidelijkheid te scheppen over de inhoud van het ’voorzorgbeginsel’ teneinde misverstanden of verschillen in interpretatie te voorkomen; pleit voor de formule die werd overeengekomen op de Conferentie over milieu en ontwikkeling in Rio en dringt erop aan dat deze definitie in de WTO wordt erkend; is van mening dat er niet meer ruimte voor protectionistische maatregelen moet komen, maar dat er meer duidelijkheid moet worden geschapen over wat wel en wat niet WTO-compatibel is;

Toegang tot de industriële markt

17.

wijst met nadruk op de noodzaak dat overeenstemming wordt bereikt over de modaliteiten voor de toegang tot de markt voor industriegoederen die de grote ambities van het mandaat van Doha weerspiegelen; is van mening dat tariefpieken, hoge tarieven en tariefescalatie moeten worden teruggedrongen of uitgebannen en dat tariefverlagingen moeten worden doorgevoerd in alle sectoren zonder beschermingsconstructies voor specifieke sectoren; verzoekt de WTO-leden het in Doha overeengekomen niet-wederkerigheidsbeginsel in acht te nemen;

18.

onderstreept dat de industrie blijft kampen met wijdverbreide handelsbelemmeringen nadat de grens gepasseerd is, zodat geen betere toegang tot de markt kan worden verkregen; verlangt dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen legitieme regelgeving en maatregelen die leiden tot ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen; stelt voor een WTO-register aan te leggen met alle importregelingen van WTO-leden, gekoppeld aan de verplichting om wijzigingen daarin door te geven aan de WTO teneinde de export door kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken;

19.

wijst er nogmaals op dat de EU-tarieven voor textiel en kleding reeds aanzienlijk zijn verlaagd; verzoekt alle WTO-leden de voorwaarden voor de markttoegang voor deze sector te verbeteren door middel van tariefharmonisatie en opheffing van alle non-tarifaire belemmeringen; verzoekt de Commissie om maatregelen te ontwikkelen en faciliteiten te creëren die het gebruik van preferenties door de minstontwikkelde landen moeten vergemakkelijken;

TRIP's

20.

onderstreept, in het kader van de TRIP's, het belang voor producenten en consumenten van de tenuitvoerlegging, binnen de overeengekomen termijn, van de regels inzake handelsmerken; dringt aan op de aanscherping van deze regels en verlangt dat speciale aandacht wordt besteed aan de problemen in verband met ontwerpen en modellen en de internationale uitputting van handelsmerkrechten alsmede aan maatregelen tegen namaak en piraterij;

21.

is van oordeel dat de toepassing van geografische aanduidingen om kwalitatief hoogstaande voedingsmiddelen uit de regio's van de EU te beschermen, aanzienlijk zal bijdragen tot plattelandsontwikkeling, en dringt er bij de Commissie op aan om zich intensief te blijven inzetten voor de instelling van een systeem van kennisgeving en registratie voor dergelijke producten naast die voor wijn en sterke dranken;

22.

neemt nota van het feit dat in het bijzonder het laatste voorstel veel steun krijgt van ontwikkelingslanden, die constateren dat namen die traditioneel met hun producten worden geassocieerd door westerse producenten worden ’gestolen’; verwelkomt ook dat de EU het voortouw neemt bij het opstellen van nuttige voorstellen voor het verduidelijken van de band tussen TRIP's en het Verdrag inzake biodiversiteit, traditionele kennis en folklore, en voor het versterken van de rechten van landbouwers, en betreurt dat de gesprekken over al deze onderwerpen in een impasse zijn terechtgekomen;

23.

betreurt dat er nauwelijks uitzicht bestaat op een algemenere studie naar de impact van TRIP's op ontwikkelingslanden, hetgeen het voornaamste doel zou moeten zijn van de continustudie naar de implementatie van TRIP's krachtens artikel 71, lid 1; dringt er met klem op aan dat dit bredere vraagstuk in Cancun een centralere plaats in de ontwikkelingsagenda van Doha krijgt, omdat het anders geen daadwerkelijke ontwikkelingsronde is;

Singapore-thema's

24.

onderkent het economische belang voor EU-marktdeelnemers, alsmede de mogelijke ontwikkelingsvoordelen van multilaterale overeenkomsten op terreinen als mededinging, investeringen, handelsbevordering en overheidsaankopen, en steunt het officiële van start gaan van onderhandelingen over de zogenaamde Singapore-kwesties, uitsluitend op basis van de expliciete consensus van alle WTO-leden;

25.

is echter van mening dat, willen deze voordelen zich concretiseren, dringend iets moet worden gedaan aan de legitieme zorgen van ontwikkelingslanden ten aanzien van de complexiteit en de reikwijdte van de onderhandelingen; is van mening dat hierbij ook de verzekering moet worden gegeven dat ontwikkelingslanden redelijke beperkingen en voorwaarden kunnen opleggen, wanneer duidelijk is dat hun nationale economische belangen in het geding zijn; is van mening dat ook aanzienlijke technische bijstand gewaarborgd moet zijn om de onderhandelaars van de ontwikkelingslanden in staat te stellen volledig en doeltreffend aan deze onderhandelingen deel te nemen;

Regelgeving

26.

onderstreept dat een bevredigende oplossing voor de handelsbeschermingsinstrumenten een absolute voorwaarde is voor de succesvolle beëindiging van de ronde en verwacht zowel van de geïndustrialiseerde landen als van de ontwikkelingslanden dat zij kiezen voor een aanpak die meer op regelgeving is gebaseerd; is van oordeel dat de procedurele regels, de regels inzake transparantie en de regels inzake ontwijking moeten worden verbeterd en dat er een sneller mechanisme voor de instelling van panels moet komen;

27.

dringt aan op grotere transparantie met betrekking tot algemene subsidies door de verplichting tot kennisgeving te handhaven en ook regelingen als verborgen O&O-subsidies, door de overheid gecontroleerde entiteiten en ’local content’-subsidies in aanmerking te nemen;

28.

wijst met betrekking tot subsidies voor de visserij met nadruk op het belang van het herstel van een duurzame visserij; is van mening dat subsidies ter verlichting van de sociale gevolgen van capaciteitsreductie of als bijdrage tot capaciteitsreductie derhalve moeten worden toegestaan; is van mening dat subsidies die de productie aanmoedigen moeten worden verboden;

Milieu

29.

stelt zich op het standpunt dat het einddoel onder andere de opname van bepalingen met garanties betreffende milieuduurzaamheid moet zijn: volledige integratie van het voorzorgbeginsel in de WTO-regels; bescherming van de MMA's tegen ongerechtvaardigde aanvallen binnen de WTO; een nauwere band tussen de WTO en internationale milieu-organen, in het bijzonder UNEP; versterking van de MMA's en ontwikkeling van speciale MMA-geschillenregelingen; en nadere bestudering van de manier waarop WTO-regels van toepassing zijn op verwerkings- en productiemethoden, alsook van de manier waarop de bewijslast bij milieu- en openbare-veiligheidskwesties op de importerende landen rust;

30.

is van mening dat de WTO-regels en -besluiten steun moeten geven aan, en niet belemmerend mogen werken voor, de doelstellingen en de efficiëntie van de MMA's; vindt het toepassingsgebied van de onderhandelingen krachtens paragraaf 31, onder i), van de ministersverklaring van Doha te beperkt en te gedetailleerd gedefinieerd; geeft derhalve steun aan een onafhankelijk initiatief voor het bespreken van de band tussen de WTO en de MMA's;

GATS

31.

stelt vast dat de onderhandelingen betreffende de eerste aanbiedingen in het kader van de GATS-besprekingen nog steeds gaande zijn en dat het niet de bedoeling is dat daarover in Cancun besluiten worden genomen; dringt er desalniettemin op aan dat substantiële overeenstemming wordt bereikt over het opstarten van een volledige evaluatie van de handel in diensten, zoals die is voorzien in artikel XIX van de GATS, maar waaraan nog geen uitvoering is gegeven;

32.

herbevestigt de beginselen zoals die uiteengezet zijn in zijn bovengenoemde resolutie van 12 maart 2003; juicht het toe dat de Europese Unie geen voorstellen heeft gedaan voor de gezondheidssector, de onderwijssector en de audiovisuele sector, en verzoekt de Commissie om deze positie tijdens de GATS-onderhandelingen te handhaven en erop toe te zien dat dit recht niet kan worden omzeild; maar onderstreept dat dit niet mag worden gebruikt als een precedent om nog meer sectoren van GATS uit te sluiten;

Fundamentele arbeidsnormen

33.

herinnert eraan dat de ministeriële toezeggingen van Singapore betreffende arbeidsrechten in Doha bekrachtigd zijn; is echter van mening dat verdere vooruitgang van wezenlijk belang is; dringt er derhalve bij de Conferentie van Cancun op aan blijk te geven van haar engagement met betrekking tot de fundamentele arbeidsnormen en overeenstemming te bereiken over de opneming van fundamentele arbeidsnormen bij de herziening van het WTO-handelsbeleid;

34.

roept de Commissie op om in en na Cancun te blijven streven naar een situatie waarin het handelssysteem ondersteunend werkt voor de fundamentele arbeidsnormen, in het bijzonder door middel van het aandringen op het nemen van de volgende stappen:

organisatie van een eerste vergadering van de ministers van Handel en Arbeid, met deelname van de sociale partners;

oprichting door de WTO, met de volledige en gelijkwaardige participatie van de IAO, van een formele structuur voor de bespreking van handels- en fundamentele arbeidsnormen teneinde een alomvattende studie mogelijk te maken van de band tussen handel en fundamentele arbeidsnormen;

ernstige overweging door de Algemene Raad van de WTO van de aanbevelingen van de mondiale commissie voor de sociale dimensie van de globalisering van de IAO, zodra deze worden gepubliceerd;

opstelling van een verduidelijkende verklaring door de WTO die duidelijk maakt dat verzwakking van internationaal erkende fundamentele arbeidsnormen met het oog op verhoging van de export, zoals in gebieden voor de verwerking van exportproducten, een handelsverstorende exportprikkel is die niet is toegestaan onder de WTO-regels;

Akkoord geschillenregeling

35.

pleit voor de instelling van een permanent panel; is van mening dat gemakkelijker compenserende maatregelen moeten kunnen worden getroffen als de beslissing van het orgaan voor geschillenregeling niet wordt nageleefd, dat transparantie en openheid moeten worden bevorderd zonder afbreuk te doen aan de noodzakelijke vertrouwelijkheid en dat ontwikkelingslanden nu goedkoper en gemakkelijker toegang tot het geschillenregelingssysteem moeten hebben;

Democratie en global governance

36.

is daarnaast van mening dat het vertrouwen van het publiek afhangt van het vermogen van de WTO om duidelijk te maken dat het handelsysteem in dienst staat van, en niet belangrijker is dan de aspiraties van onze burgers met betrekking tot vooruitgang op milieu- en sociaal vlak, mensenrechten, voedselveiligheid, goede publieke diensten, fundamentele arbeidsnormen en een breed scala aan publieke, niet-handelsgoederen;

37.

denkt dat dergelijke thema's alleen op adequate wijze kunnen worden aangepakt middels een meer algemene hervorming van global governance, de totstandbrenging van een evenwichtiger en gedetailleerdere invulling van de betrekkingen tussen de WTO en andere internationale organisaties en overeenkomsten zoals de Wereldbank, het IMF, de IAO en de MMA-secretariaten; roept de Commissie in dit verband dan ook op er in Cancun met klem op aan te dringen dat de vraagstukken in verband met democratie, transparantie en openheid duidelijk weer op de onderhandelingsagenda van de WTO worden geplaatst;

38.

verzoekt de ministersconferentie de democratische verantwoording en de openheid van de WTO te vergroten, zowel op het niveau van de WTO-leden als door middel van de oprichting van een Parlementaire WTO-Assemblee;

39.

herhaalt zijn pleidooi voor een raadgevende Parlementaire WTO-Assemblee, bestaande uit vertegenwoordigers van de parlementen van de WTO-leden, die bevoegd is voor handelskwesties; doet een beroep op alle parlementsleden die elkaar zullen treffen op de vijfde ministersconferentie om voort te gaan met het werk waarmee in Seattle is begonnen en dat sindsdien dankzij de gezamenlijke inzet van de parlementen van de WTO-leden is voortgezet;

40.

verzoekt de WTO-leden en de WTO om hun parlementsleden voldoende steun te geven, zodat zij kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de parlementaire dimensie van de WTO; dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan zich in te zetten voor opneming van dit voorstel in de ministeriële verklaring;

Interne institutionele aspecten

41.

roept de Commissie op het Parlement zowel voor en tijdens de ministerconferentie in Cancun, als gedurende de onderhandelingen volledig op de hoogte te houden, en geregeld, op basis van de door het Parlement aangenomen resoluties, met het Parlement te spreken over de wezenlijke elementen van de onderhandelingsstrategie van de EU; herinnert aan het bij de afsluiting van de Uruguay-ronde in de wacht gesleepte recht om de resultaten van de nieuwe ronde in het kader van de instemmingsprocedure in stemming te brengen;

42.

juicht het in dit verband toe dat de ontwerpgrondwet zoals die is uitgewerkt door de Europese Conventie het Europees Parlement instemmingsbevoegdheid verleent met betrekking tot alle internationale handelsovereenkomsten, maar betreurt dat geen voorstellen worden gedaan voor een officiële rol van het Parlement bij de opening van de onderhandelingen; verzoekt de IGC de instemmingsbevoegdheid te bekrachtigen en het Parlement te betrekken bij de uitwerking van onderhandelingsrichtsnoeren in de ontwerpgrondwet;

*

* *

43.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de regeringen en parlementen van de lidstaten en aan de directeur-generaal van de WTO.


(1)  PB C 189 van 7.7.2000, blz. 213.

(2)  PB C 296 van 18.10.2000, blz. 121.

(3)  PB C 343 van 5.12.2001, blz. 96.

(4)  PB C 112 E van 9.5.2002, blz. 321.

(5)  P5_TA(2003)0087.

(6)  P5_TA(2003)0053.

(7)  P5_TA(2002)0374.

(8)  PB C 112 E van 9.5.2002, blz. 326.

P5_TA(2003)0337

Jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank

Resolutie van het Europees Parlement over het jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank (I5-0012/2003 — C5-0238/2003 — 2003/2102(INI))

Het Europees Parlement,

gezien het jaarverslag 2002 van de Europese Centrale Bank (I5-0012/2003 — C5-0238/2003),

gelet op artikel 113 van het EG-Verdrag,

gelet op artikel 15 van de statuten van het Europese Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 2 april 1998 over de democratische verantwoording in de derde fase van de EMU (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 3 juli 2002 over het jaarverslag 2001 van de Europese Centrale Bank (2),

gezien zijn resolutie van 12 maart 2003 over de toestand van de Europese economie — voorbereidend verslag met het oog op de aanbeveling van de Commissie over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (3)

gezien zijn standpunt van 13 maart 2003 over de aanbeveling van de Europese Centrale Bank voor een beschikking van de Raad inzake een wijziging van artikel 10.2 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (6163/2003 — C5-0038/2003 — 2003/0803(CNS)) (4),

gezien zijn resolutie van de 15 mei 2003 over de aanbeveling van de Commissie betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Gemeenschap (voor de periode 2003-2005) (5),

gezien het verslag van de Rekenkamer van 12 september 2002 over de doelmatigheidscontrole bij de Europese Centrale Bank voor het begrotingsjaar 2001 (6), vergezeld van de antwoorden van de Europese Centrale Bank,

gezien het Jaarverslag over de werkzaamheden van het Comité fraudebestrijding van de Europese Centrale Bank voor de periode maart 2002 tot januari 2003 (7),

gezien de economische verwachtingen van de Commissie voor het voorjaar 2003,

gelet op de artikelen 40 en 47, lid 1 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A5-0237/2003),

A.

overwegende dat de Europese Centrale Bank (ECB) en het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB), overeenkomstig de Verdragen, tot taak hebben de prijsstabiliteit te handhaven, zonder afbreuk te doen aan het algemeen economisch beleid van de Europese Unie (EU),

B.

overwegende dat 2002 werd gekenmerkt door een vluchtig algeheel economisch en politiek klimaat, met aan de horizon de dreiging van een wereldwijde recessie,

C.

overwegende dat in 2002 de feitelijke invoering in het eurogebied van euromunten en bankbiljetten plaatsvond, het laatstgenoemde onder de verantwoordelijkheid van de ECB; overwegende dat het effect van de overschakeling op de gemiddelde inflatie werd geschat op 0,2 %,

D.

overwegende dat het besluit om de EU uit te breiden met tien nieuwe landen een belangrijke uitdaging betekent voor de EMU en voor de structuur en de werking van de ECB, wat in het nieuwe Constitutionele Verdrag zal moeten worden geregeld,

E.

overwegende dat in 2002 de belangrijkste economische indicatoren voor de eurozone waren: 2,2 % gemiddelde inflatie (2,4 % in 2001), waarbij het streefcijfer van de ECB 2 % bedroeg; 7 % voor de gemiddelde groei van M3 (5,5 % in 2001), waarbij de referentiewaarde van de ECB 4,5 % was; 0,8 % reële groei van het BBP (1,4 % in 2001); 2,2 % van het BBP voor het gemiddelde begrotingstekort (1,6 % in 2001); 6,5 % opwaardering van de nominale effectieve wisselkoers van de euro,

F.

overwegende dat krachtens artikel 10 van het Protocol betreffende het Statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank de Raad van Bestuur stemt en besluiten neemt bij gewone meerderheid,

G.

overwegende dat 2002 werd gekenmerkt door: een sterke monetaire groei die voor overmatige liquiditeit zorgde; sterke onbestendigheid op de financiële markten; lagere gemiddelde inflatie vanwege de sterke positie van de euro maar ook blijvende sterke inflatieverschillen tussen de lidstaten, met een hoog inflatiepeil in sommige lidstaten; matige groei van het krediet en een sterke toename van de reële lonen; overwegende dat de ECB het basisherfinancieringstarief eind 2002 met 0,5 % en in 2003 met 0,25 % en 0,5 % heeft verlaagd, waardoor de huidige rentevoet 2 % bedraagt,

H.

overwegende dat volgens de jongste voorjaarsprognoses van de Commissie de inflatie in 2003 op 2,1 % en voor 2004 op 1,7 % wordt geschat en het reële BBP op 1 % in 2003 en 2,3 % in 2004,

Beoordeling van de voornaamste ontwikkelingen in 2002

1.

complimenteert de ECB nogmaals met de geslaagde invoering van eurobankbiljetten en euromunten maar betreurt de enkele begeleidende inflatoire gevolgen vooral in de dienstensector, en wenst onderzoek naar eventueel misbruik en naar het voorkomen van soortgelijke problemen voor toekomstige leden van de eurozone; is echter van oordeel dat de chartale euro zal helpen om op de middellange termijn de prijzen laag te houden; merkt met voldoening op dat de overschakeling de vervalsing van bankbiljetten heeft verminderd, maar spreekt zijn bezorgdheid uit over recente gevallen van vervalste 200-eurobiljetten; spreekt zijn twijfel uit over het uitgeven van de 500-eurobiljetten en het verband met het witwassen van geld; verzoekt om een werkgroep inzake het gebruik van de euro, die is opgezet door de Commissie en de ECB, om de noodzaak van een 1-eurobiljet te bestuderen; meent dat de lidstaten moeten vasthouden aan de vrijheid om munten van 1 eurocent in omloop te brengen, die volgens consumenten en winkeliers in sommige gebieden alleen maar lastig zijn;

2.

meent dat de ECB correct heeft gereageerd op economische en financiële ontwikkelingen maar dat zij waakzaam moet zijn vanwege de snelheid waarmee de markten reageren en vooruitlopen op de monetaire beleidsbeslissingen van de Bank;

3.

betreurt dat enkele lidstaten in 2002 het Stabiliteits- en groeipact (SGP) hebben geschonden, waardoor het gevaar bestaat dat de geloofwaardigheid van de eurozone en daarmee de doeltreffendheid van het monetaire beleid wordt ondermijnd; verzoekt de Commissie het SGP op een intelligente en flexibele wijze te blijven toepassen;

4.

is verheugd over de opwaardering van de euro ten opzichte van de US dollar in 2002 maar waarschuwt dat een verdere versterking de export niet in gevaar mag brengen; verzoekt de ECB een breed onderzoek te doen naar de oorzaken van het waardeverloop van de euro sinds 1999 omdat tot dusver geen geloofwaardige en wetenschappelijke verklaring is voorgesteld;

5.

beklemtoont de noodzaak om de onafhankelijke status van de ECB en het Europees Stelsel van Centrale Banken niet ter discussie te stellen;

Uitdagingen in 2003 en daarna

6.

verzoekt de ECB waakzaam te blijven als het gaat om de prijzen in 2003 maar ook de betekenis van een ECB-strategie voor duurzame groei en meer werkgelegenheid in de eurozone niet uit het oog te verliezen;

7.

complimenteert de Centrale Bank met hetgeen zij tot stand heeft gebracht; beklemtoont het belang van prijsstabiliteit voor duurzame groei en herinnert aan de koppeling op lange termijn tussen de geldtoename en de ontwikkeling van de prijzen; is verheugd over de evaluatie van haar monetair beleid in het licht van de tot dusver opgedane ervaring en de getrokken conclusies; meent dat de verduidelijkingen de toepasselijkheid van de beleidsstrategie in de komende jaren zal vergroten;

8.

steunt het herhaalde verzoek van de ECB aan de lidstaten om een versneld tempo van de structurele hervormingen, die zorgen voor een grotere mate van flexibiliteit van de goederen- en arbeidsmarkt en aldus een niet inflatoire groei bevorderen; verzoekt de ECB om in haar publicaties wat dit betreft de zwakke punten te beklemtonen;

9.

beklemtoont de noodzaak voor de ECB om waakzaam te blijven voor geopolitieke onzekerheid; wenst dat in een haalbaarheidsstudie wordt nagegaan of het factureren van goederen- en energieleveringen in euro — om de dubbele onbestendigheid van de wisselkoersen en prijzen te voorkomen — van voordeel is voor de eurozone en, zo ja, dat er maatregelen worden genomen om dit te stimuleren;

10.

verzoekt de ECB om vaker economische prognoses op te stellen en haar statistische instrumenten aan te passen om rekening te houden met de structurele veranderingen van de mondiale economie in de afgelopen tien jaar;

11.

blijft de ECB steunen bij haar waakzaamheid ten aanzien van de slechte tenuitvoerlegging door de lidstaten van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid en de gevolgen daarvan voor het monetair beleid;

12.

is verheugd dat het eerste structurele macro-economische model voor de eurozone, area-wide model (AWM) genaamd, in gebruik is genomen en verzoekt om meer openheid over het gebruik van het model en eventuele ontwikkelingen bij de toepassing ervan;

13.

steunt de invoering van de euro door de toekomstige nieuwe lidstaten maar beklemtoont dat voor deze invoering een succesvolle deelneming aan het wisselkoersmechanisme en strikte naleving van de convergentiecriteria vereist is; beklemtoont het belang van de onafhankelijkheid van de centrale bank in de toetredende landen, de westelijke Balkanlanden, Turkije, Rusland en de zuidelijke mediterrane landen, omdat deze landen in toenemende mate afhankelijk worden van het monetair beleid van de ECB en de waarde van de euro; verzoekt de ECB dit thema in haar jaarverslag te behandelen;

14.

betreurt de onlangs goedgekeurde hervorming van het stemstelsel van de ECB; verzoekt daarom de Commissie en alle geïnteresseerde lidstaten, aan de Intergouvernementele Conferentie nieuwe voorstellen voor te leggen die gericht zijn op een beter evenwicht tussen billijkheid en doelmatigheid ; hekelt het totaal negeren door de Raad van het besluit van het Parlement om de ECB-aanbeveling te verwerpen; dringt er bij de Conventie op aan de Raad van bestuur van de ECB uit te breiden van 6 tot 9 leden en de dagelijkse besluitvorming, d.w.z. besluiten over rentevoeten, aan deze uitgebreide Raad van bestuur te delegeren om zo de stemprocedures te vereenvoudigen alsmede de transparantie en voorspelbaarheid van monetaire besluiten te vergroten;

15.

verzoekt de Raad van Bestuur om zijn besluiten bij stemming te nemen, zoals vervat in artikel 10 van het protocol, omdat dit bij gelegenheid de reactie van de ECB op economische ontwikkelingen zowel van inflatoire als deflatoire aard kan versnellen en herhaalt de reeds lang door het Parlement gehuldigde mening dat de ECB samenvattingen van alle vergaderingen van de Raad van Bestuur moet publiceren; stelt voor om in een dergelijke samenvatting zowel het meerderheids- als het minderheidsstandpunt op te nemen, met inbegrip van de uitslag van de stemming en het minderheidsstandpunt;

16.

herhaalt zijn verzoek om een soortgelijke jaarlijkse publicatie van trends, niet alleen per land maar ook regionaal en grensoverschrijdend, als het „beige boek” van de Federal Reserve van de VS, wat de ECB de kans zou geven om invloed uit te oefenen op de discussie over productiviteitstrends en prijs- en loonverwachtingen;

17.

verzoekt de ECB regelmatig officiële verslagen uit te brengen over de financiële stabiliteit en om haar oordeel te geven over huidige of potentiële ernstige bedreigingen daarvan;

18.

verzoekt de ECB haar standpunt kenbaar te maken over het financiële bedrijfseconomische toezicht in Europa en over mogelijk één enkele autoriteit; meent dat er een tweeledige toezichtsregeling moet komen met het juiste evenwicht tussen binnenlands toezicht en toezicht als gastheer, waarbij kleinere, binnenlands gevestigde financiële instellingen op nationaal niveau worden gecontroleerd en grote paneuropese instellingen rechtstreeks door de ECB;

19.

steunt een versterkte internationale rol en vertegenwoordiging van de eurozone en de valuta in internationale financiële instellingen;

20.

betreurt de nog altijd hoge kosten van kleine grensoverschrijdende betalingen in euro en verzoekt de ECB om aan te dringen op volledige tenuitvoerlegging van de desbetreffende regelgeving; steunt het instellen van één enkel Europees betalingsgebied ter vervanging van de huidige twaalf verschillende nationale systemen;

21.

is van mening dat de ECB haar begroting op de juiste wijze en doeltreffend heeft beheerd — met name gezien de uitdaging van de omschakeling — en steunt de conclusies van de Rekenkamer in de boekhoudkundige controle van het jaar 2001;

22.

herinnert aan zijn wens van meer inspraak in de benoeming van de leden van de Directie van de ECB en verzoekt om in het nieuwe Verdrag de bevoegdheid tot bevestiging van de benoeming op te nemen; acht het voorts belangrijk dat wordt gezorgd voor diversiteit bij deze benoemingen;

*

* *

23.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de voorzitter van de Europese Conventie en de Europese Centrale Bank.


(1)  PB C 138 van 4.5.1998, blz. 177.

(2)  P5_TA(2002)0358.

(3)  P5_TA(2003)0089.

(4)  P5_TA(2003)0094.

(5)  P5_TA(2003)0222.

(6)  PB C 259 van 25.10.2002, blz. 1.

(7)  Gepubliceerd.in mei 2003.

P5_TA(2003)0338

De invoering van eurobiljetten en munten

Resolutie van het Europees Parlement over de internationale rol van de eurozone en de eerste evaluatie van de invoering van de chartale euro (COM(2002) 332 — 2002/2259(INI))

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie over de eurozone in de wereldeconomie — ontwikkelingen in de eerste drie jaar (COM(2002) 332),

gezien de mededeling van de Commissie over de invoering van eurobiljetten en -munten: een jaar later (1),

onder verwijzing naar de ontwerpresolutie van Ilda Figueiredo over de gevolgen van de invoering van de euro (B5-0640/2002),

onder verwijzing naar de ontwerpresolutie van Franz Turchi over de bankbiljetten van 1 en 2 euro (B5-0016/2003),

gezien het verslag Review of the international role of the euro van de Europese Centrale Bank (december 2002) (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 4 juli 2001 over de mogelijkheden en middelen om het bedrijfsleven bij te staan bij de omschakeling op de euro (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 maart 2003 over de toestand van de Europese economie voorbereidend verslag met het oog op de aanbeveling van de Commissie over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (4),

gezien het eindverslag van Werkgroep VI — economisch bestuur van de Conventie over de toekomst van Europa (5) van 21 oktober 2002,

gelet op artikel 47, lid 2 en artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie (A5-0169/2003),

A.

overwegende dat de creatie van de euro een zeer succesvolle stap in de Europese integratie is op weg naar grotere welvaart en een Europese identiteit; overwegende dat de voordelen van de gemeenschappelijke munt duidelijk opwegen tegen de nadelen,

B.

overwegende dat de eurozone slechts langzaam herstelt van de economische terugval en de vooruitzichten voor groei nog steeds onduidelijk zijn in een klimaat van geopolitieke onzekerheid,

C.

overwegende dat de geloofwaardigheid van het eurogebied gebaseerd is op een degelijk institutioneel kader bestaande uit een onafhankelijke monetaire autoriteit die een op prijsstabiliteit gericht beleid voert en coördinatie van macro-economisch beleid door de deelnemende lidstaten; overwegende echter dat de groeiende onderlinge afhankelijkheid van het eurogebied en de mondiale problemen waarmee zijn economie wordt geconfronteerd, de tekortkomingen van de huidige coördinatiemechanismen aan het licht hebben gebracht,

D.

overwegende dat de huidige internationale vertegenwoordiging van de eurozone en de vertegenwoordiging in de internationale beleidsvormende instellingen, gelet op zijn positie als op één na grootste economie ter wereld, onvoldoende is,

E.

overwegende dat de aantrekkingskracht van de eurozone voor investeerders aanzienlijk zal stijgen door de volledige tenuitvoerlegging van het Actieplan voor financiële diensten en de tenuitvoerlegging van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid door de lidstaten; overwegende dat dit effect op de middellange termijn zal worden versterkt wanneer nieuwe lidstaten tot de EU toetreden en hopelijk de euro invoeren,

F.

overwegende dat twee factoren van doorslaggevende betekenis zijn geweest voor het vertrouwen van burgers en bedrijfsleven in de nieuwe munteenheid, namelijk het feit dat de ECB haar stabiliteitsdoelstelling in verregaande mate heeft verwezenlijkt en dat de invoering van de chartale euro in 2002 succesvol is verlopen,

G.

overwegende dat de overgang op de euro werd aangegrepen voor een beperkte verhoging van de prijzen van dagelijks benodigde goederen en diensten, die echter lager was dan de psychologische prijsstijging waargenomen door de consument, en versterkt werd door andere factoren die zich gelijktijdig voordeden; overwegende dat consumenten ook over andere punten hebben geklaagd, namelijk excessieve prijsstijgingen van sommige eerste levensbehoeften, de kwestie van de munten van één eurocent en de behoefte aan bankbiljetten in kleinere coupures,

De internationale rol van de eurozone

1.

dringt aan op een versterkte vertegenwoordiging van de eurozone in de internationale beleidsvormende instellingen, in overeenstemming met het belang van de eurozone in de wereld, zijn positie als de belangrijkste verstrekker van ontwikkelingshulp en de betrokkenheid van de EU bij internationale financiële en economische initiatieven;

2.

dringt aan op de aanstelling van één vertegenwoordiger van de eurozone die ervoor zorgt dat de Eurogroep op een efficiënte manier kan werken aan een betere coördinatie van economisch en werkgelegenheidsbeleid; dringt aan op een voorstel over de beste invulling van deze institutionele rol, bijvoorbeeld door een vice-voorzitter van de Commissie die tevens verantwoordelijk is voor economische en monetaire zaken en de bevoegdheid krijgt op te treden als vertegenwoordiger van de eurozone; meent dat een daartoe strekkende bepaling in het toekomstige Constitutioneel Verdrag moet worden opgenomen;

3.

meent dat deze vertegenwoordiging een krachtig mandaat dient te hebben om namens de landen van de eurozone te spreken en te handelen in alle belangrijke multilaterale financiële en economische fora, met name in de G7-groep van ministers van Financiën, de IMF en de Wereldbank; verzoekt deze instellingen deze vertegenwoordiger uiteindelijk passende besluitvormingsbevoegdheden te verlenen; meent dat de belangen van de al vertegenwoordigde lidstaten van de eurozone in dit geval beter gediend zijn door één vertegenwoordiger;

4.

legt de nadruk op het belang van een aanhoudende dialoog over de wisselkoersen tussen economische vertegenwoordigers van het valutagebied in multilaterale fora; gelooft dat de vertegenwoordiger op een geloofwaardige wijze kan fungeren als de noodzakelijke link tussen de standpunten van de Raad en richtsnoeren voor multilateraal economisch beleid, en tegelijkertijd met één stem kan spreken namens de economieën van de eurozone, in overeenstemming met de gemeenschappelijke koers van de landen van de eurozone in het Europees Financieel Comité;

5.

meent dat de ECB ondanks haar neutraliteitsbeleid ten opzichte van het internationaal gebruik van de euro de ontwikkelingen op dit terrein nauwlettend in de gaten zou moeten houden en de noodzakelijke maatregelen dient te nemen als de financiële en monetaire stabiliteit van de eurozone in gevaar komt; gelooft met name dat aandacht dient te worden geschonken aan het officiële gebruik van de euro door de collectieve en financiële sectoren van landen buiten de eurozone;

6.

dringt erop aan dat wordt onderzocht of het factureren van grondstoffen en energieleveringen in euro's — om het dubbele prijs/wisselkoersvolatiliteitsrisico te vermijden — voordelig is voor de eurozone, en zo ja, dat maatregelen worden genomen om dit te bevorderen; dringt daarom ook aan op actieve maatregelen gericht op een toename van facturering in euro's in de internationale handel, wat de exporteurs en importeurs in de eurozone ten goede zou komen, doordat commerciële transacties veiliger en administratieve procedures eenvoudiger zouden worden;

7.

legt de nadruk op de noodzaak van toezicht op het gebruik van de chartale euro als een parallelvaluta in sommige derde landen en regio's; gelooft dat dit noodzakelijk is, aangezien het gebruik van euro's buiten de eurozone de waarde kan beïnvloeden en misleidende statistische signalen in termen van groei van monetaire aggregaten kan produceren;

8.

verzoekt de nieuwe lidstaten hun toezeggingen inzake de eurozone gestand te doen en hun inspanningen voort te zetten om hun economie te hervormen en te voldoen aan de criteria van Kopenhagen;

De economie van de eurozone

9.

dringt er bij de lidstaten op aan hun economisch beleid steeds meer als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang te beschouwen, als bepaald in het Verdrag, en te beseffen dat in een uitgebreide eurozone meer nadruk moet komen te liggen op de coördinatie van economisch beleid en op een consistente tenuitvoerlegging van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid; is verheugd over het door de Commissie opgezette stroomlijningsproces met het oog op consolidatie en synchronisatie van de termijnen voor de richtsnoeren voor het economisch en werkgelegenheidsbeleid;

10.

verzoekt de lidstaten begrotingssituaties te handhaven die over de gehele conjunctuurcyclus vrijwel in evenwicht zijn of een overschot vertonen en, zolang dit niet is bereikt, alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de voor de conjunctuur gecorrigeerde begrotingssituatie jaarlijks met minstens 0,5 % van het BBP verbetert; wenst dat de begrotingssituaties op flexibele wijze worden geëvalueerd, in overeenstemming met de richtsnoeren van de Commissie in haar mededeling aan de Raad en het Europees Parlement van 27 november 2002 over de verbetering van de coördinatie van het begrotingsbeleid (COM(2002) 668);

11.

dringt erop aan dat eerdere toezeggingen gedaan tijdens de voorjaarsbijeenkomsten van de Raad gestand worden gedaan om te benadrukken dat de concurrentiedoelstellingen van de strategie van Lissabon gehaald moeten worden; dringt erop aan dat een ondernemerscultuur gestimuleerd wordt, waarbij het belang van het MKB als schepper van werkgelegenheid voor de economie van de eurozone in aanmerking wordt genomen; dringt aan op meer openbare en particuliere investeringen met het oog op hogere productiviteitsniveaus door technologische ontdekkingen vroeg over te nemen, met name op terreinen als personeel en O&O; gelooft dat dit zal leiden tot gelijke concurrentievoorwaarden, waardoor de ECB sneller op schokken kan reageren;

12.

dringt aan op het stimuleren van arbeidsmobiliteit, zowel geografisch als tussen beroepen, door het Actieplan voor vaardigheden en mobiliteit ten uitvoer te leggen, de erkenning van kwalificaties en de overdracht van socialezekerheids- en pensioenrechten te bevorderen, fiscale obstakels voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen weg te nemen, de bureaucratie terug te dringen, belemmeringen voor mobiliteit weg te nemen en levenslang leren en bijscholing op de werkplek, met name van talen, te bevorderen;

13.

verwacht dat de algehele herziening van het beleid van de ECB in haar vijfde bedrijfsjaar met succes tegemoet zal komen aan de bezorgdheid over de eerste pijler van haar strategie en het beheer van het monetair beleid daardoor doeltreffender zal worden; meent dat liberalisering van markten en structurele hervormingen de inflatiedruk zal verlagen als, en alleen als, deze gepaard gaan met andere maatregelen; dringt aan op een debat over de redenen voor de aanzienlijke verschillen tussen de inflatiecijfers van de lidstaten van de eurozone;

14.

dringt aan op de tenuitvoerlegging van zowel het Actieplan voor financiële diensten als het Actieplan risicokapitaal; merkt op dat er nog steeds afwijkende kosten zijn voor grensoverschrijdende banktransacties in de eurozone — ondanks de stappen die zijn genomen — waardoor het beeld van de gemeenschappelijke markt bij de burgers wordt verstoord;

15.

toont zich bezorgd over de ontwikkeling van de betalingen voor diensten en commissies van banken in de eurozone en over de toepassing van de regeling voor de grensoverschrijdende betalingen; verzoekt de Commissie een volledige beoordeling te maken van de ontwikkeling van de bankcommissies en -vergoedingen, om vast te stellen of er buitensporige verhogingen, met name bij de binnenlandse betalingen, en illegale heffingen bij de grensoverschrijdende betalingen voorkomen;

Eerste evaluatie van de invoering van de eurobiljetten en -munten

16.

wenst de lidstaten geluk met de succesvolle invoering van de eurobankbiljetten en euromunten; is echter teleurgesteld over de inflatiedruk en de overlast voor consumenten in de eurozone (met name in de dienstensector) die de overgang heeft veroorzaakt; dringt aan op een onderzoek naar deze misstanden via onafhankelijke studies en op passende juridische stappen mocht misbruik worden bewezen; dringt aan op een onderzoek naar mogelijkheden om deze problemen voor toekomstige lidstaten van de eurozone te voorkomen;

17.

meent dat geldautomaten meer bankbiljetten in kleine coupures (5 en 10 euro) zouden moeten afgeven; heeft zijn twijfels over het bankbiljet van 500 euro en de link met het witwassen van geld; dringt erop aan dat de Commissie en de ECB een werkgroep inzake het gebruik van de euro oprichten, die zich buigt de noodzaak van biljetten van 1 euro; meent dat lidstaten de vrijheid moeten behouden zelf te beslissen of zij munten van 1 eurocent in omloop brengen, nu consumenten en detailhandel in sommige regio's het erover eens lijken dat zij lastig zijn; dringt er tot slot op aan zo snel mogelijk te beginnen met het geleidelijk afschaffen van dubbele prijzen, zodat de burgers sneller mentaal overschakelen op de euro;

*

* *

18.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.


(1)  PB C 36 van 15.2.2003, blz. 2.

(2)  ISSN 1725-2210.

(3)  PB C 65 E van 14.3.2002, blz. 162.

(4)  P5_TA(2003)89.

(5)  CONV 357/2002.

P5_TA(2003)0339

Cambodja

Resolutie van het Europees Parlement over Cambodja

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Cambodja, met name zijn resolutie van 13 maart 2003 (1),

gelet op de kaderovereenkomst EG-Cambodja inzake samenwerking van 1 november 1999,

gezien de mededeling van de Commissie over verkiezingsondersteuning en verkiezingswaarneming door de EU (COM(2000) 191),

gezien het EG-strategiedocument voor Cambodja voor 2000-2003,

gezien het verslag van de speciaal vertegenwoordiger van de VN-secretaris-generaal voor de mensenrechten in Cambodja,

gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU over het Cambodja-tribunaal,

gelet op de goedkeuring op 13 mei door de Algemene Vergadering van de VN van het plan tot instelling van een speciaal tribunaal voor in Cambodja begane oorlogsmisdaden teneinde de daders van misdaden tegen de menselijkheid tijdens het bewind van de Khmer Rouge in de periode 1975-1979 voor de rechter te brengen, dat nog goedgekeurd moet worden door het Cambodjaanse parlement na de verkiezingen van 27 juni,

gezien de op 27 mei 2003 door het Cambodjaanse Nationale Verkiezingscomité (NVC) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken gepubliceerde gemeenschappelijke richtsnoer,

A.

overwegende dat aan de algemene verkiezingen op 27 juli 2003 23 politieke partijen zullen meedoen, waarmee opnieuw een belangrijke stap wordt gezet op de weg naar democratisering van het land,

B.

zijn waardering uitsprekend over de door het NVC in verband met de verkiezingen op 27 juli vastgestelde regels en normen, die — indien zij door de autoriteiten op coherente wijze ten uitvoer worden gelegd — ervoor kunnen zorgen dat er vrije en democratische verkiezingen plaatsvinden,

C.

gezien de gewelddadigheden die de vorige verkiezingen overschaduwden,

D.

verontrust over het aanhoudend geweld tegen diegenen die in politieke partijen werken, waardoor twee leden van de oppositie in de eerste week van juni 2003 zijn vermoord,

E.

verontrust over de inzameling van persoonsbewijzen en vingerafdrukken van de kiezers door dorpshoofden, gemeentelijke ambtenaren en plaatselijke politieke activisten die als plaatselijke steunpunten van de Cambodjaanse Volkspartij (CVP) fungeren,

F.

overwegende dat het bureau van de hoge commissaris voor de mensenrechten in Cambodja de situatie omschrijft als „aanzienlijk minder ernstig dan in het verleden“, en dat ANFREL (Asian Network for Free Elections) „een forse afname van geweld vergeleken bij de vorige verkiezingen“ meldde,

G.

overwegende dat de almacht van de CVP voor de onpartijdigheid van instellingen een probleem is,

H.

overwegende dat de meeste overtredingen van de kieswet naar verluidt begaan zijn door dorpshoofden en gemeentelijke ambtenaren,

I.

overwegende dat de autoriteiten tegen diegenen waarvan beweerd wordt dat zij de kieswet en kiesregels hebben overtreden, vervolging kunnen instellen, maar dat tegen niemand een dergelijke strafmaatregel is genomen, en dat deze overtredingen een belangrijk element in het verkiezingsproces zijn geworden,

J.

overwegende dat mensenrechtenactivisten, journalisten die tot de oppositie behoren en de onafhankelijke media het afgelopen jaar de dupe zijn geworden van intimidatie, arrestaties en moorden, waarvan de daders nooit voor de rechter zijn gebracht,

K.

overwegende dat de elektronische media onder controle blijven van personen en maatschappijen die zijn aangesloten bij de Cambodjaanse Volkspartij van premier-minister Hun Sen,

L.

overwegende dat de nieuwe verkiezingsregelingen de mogelijkheid van politieke partijen om bijeen te komen, beknotten, terwijl de Cambodjaanse kiezers de toegang tot informatie die een echte keuze bij het stemmen mogelijk maakt ook verder wordt ontzegd als rechtstreeks gevolg van de hardnekkige weigering van de regering partijen die niet op één lijn liggen met de heersende Cambodjaanse Volkspartij toegang te geven tot de media,

M.

overwegende dat behoorlijk bestuur en ondersteuning van een versterking van de rechtsstaat en van eerbiediging van de mensenrechten belangrijke elementen zijn in het EG-strategiedocument voor Cambodja en in het EG-Nationaal Indicatief Programma voor 2002-2004,

N.

overwegende dat maatregelen ter versterking van de nationale eenheid echte plannen voor het voeren van processen tegen ex-leiders van de Khmer Rouge moeten omvatten,

O.

overwegende dat Cambodja het statuut van het Internationaal Strafhof heeft geratificeerd en de overeenkomst met de Verenigde Naties inzake strafvervolging van tijdens het Democratisch Kampuchea begane misdaden heeft ondertekend,

P.

overwegende dat na het voor het speciaal tribunaal bereikte compromis op basis van gemengde bevoegdheid van een meerderheid van Cambodjaanse rechters die worden bijgestaan door internationale rechters de verwachtingen dat de Cambodjaanse rechtsspraak de internationale strafvervolgingsnormen zal naleven, hooggespannen zijn,

Q.

verontrust over het in januari 2003 door de regering genomen besluit om christelijke groeperingen te verbieden religieuze literatuur publiekelijk te verspreiden, en nota nemende van de problemen die boeddhistische monnikken bij het registreren ondervinden,

R.

bovendien de aandacht vestigend op het feit dat ten minste 28 buitenlandese islamitische leraren uit Cambodja zijn uitgewezen,

S.

overwegende dat de Vietnamese Montagnard-vluchtelingen gewoonlijk nog steeds naar Vietnam worden teruggestuurd en geconfronteerd worden met slechte behandeling en oneerlijke processen,

1.

spreekt zijn veroordeling uit over het aanhoudend geweld tegen en de intimidatie van kiezers tijdens de verkiezingsperiode, en dringt er bij de regering van Cambodja op aan vrije en eerlijke verkiezingen te garanderen zonder intimidatie en chicanes;

2.

doet een beroep op de Cambodjaanse autoriteiten het recht op vrijheid van vergadering, vereniging en meningsuiting in de periode voor en na de verkiezingen ten volle te eerbiedigen;

3.

doet een beroep op de Cambodjaanse politie, openbare aanklagers en overheidsinstanties elke verdachte, met inbegrip van overheidsambtenaren en dorpshoofden, die de kieswet overtreden, te vervolgen en hen van verder geweld te weerhouden;

4.

verzoekt de regering van Cambodja ervoor te zorgen dat de verkiezingscampagne en de verkiezingen zelf in een vreedzaam klimaat plaatsvinden;

5.

verzoekt de openbare en particuliere omroeporganisaties alle aan de verkiezingen deelnemende politieke partijen eerlijke en gelijke toegang tot de media te verlenen;

6.

is van oordeel dat de nauwgezette naleving door het NVC van zijn eigen regels tijdens de dertig dagen durende verkiezingscampagne een cruciaal criterium is om de geloofwaardigheid van het verkiezingsproces en de verkiezingsuitslag te verzekeren;

7.

verzoekt de autoriteiten toe te zien op nauwgezette naleving van de door het NVC gepubliceerde „gedragscode voor de strijdkrachten en de nationale politie“ alsmede van de richtlijn van de regering waarin herinnerd wordt aan de neutraliteitsverplichting voor ambtenaren;

8.

verzoekt de Cambodjaanse overheidsinstanties ten volle met de plaatselijke en internationale verkiezingswaarnemers samen te werken en hun veiligheid te garanderen; verzoekt de EU-verkiezingswaarnemers een volledig en gedetailleerd verslag van de bevindingen uit te brengen en aanbevelingen voor eventuele verbetering te formuleren;

9.

dringt er met name bij het NVC op aan een echte neutrale rol te spelen en sterke druk uit te oefenen om elke vorm van discriminatie tegen te gaan en te bestraffen;

10.

verzoekt de Cambodjaanse regering het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het NVC op te dragen onverwijld onderzoek te doen naar, vervolging in te stellen wegens en een halt toe te roepen aan alle politieke gewelddadigheden en andere overtredingen tijdens de verkiezingen, overeenkomstig artikel 124 van de kieswet van de Nationale Vergadering en het Cambodjaans strafrecht;

11.

verzoekt de Cambodjaanse autoriteiten de gezamenlijke richtsnoer van het NVC en het Ministerie van Binnenlandse Zaken van 27 mei in te trekken die willekeurige en onnodige beperkingen voor bijeenkomsten van politieke partijen inhoudt;

12.

verzoekt de secretaris-generaal van de VN en de regering van Cambodja ervoor te zorgen dat de overeenkomst tussen de VN en Cambodja inzake het instellen van strafvervolging wegens misdaden die tijdens het Democratisch Kampuchea zijn begaan zo spoedig mogelijk ten uitvoer te leggen;

13.

verzoekt het toekomstige Cambodjaanse parlement ervoor te zorgen dat de internationale normen van eerlijkheid bij processen tegen hoge leden van de Khmer Rouge voor het toekomstige tribunaal worden toegepast en dat aan dit project van nationale verzoening geen afbreuk wordt gedaan door ernstige tekortkomingen in de Cambodjaanse rechtspraak;

14.

verzoekt de Cambodjaanse regering de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst te eerbiedigen en het decreet van 14 januari 2003 af te schaffen om conflicten tussen afzonderlijke religieuze groeperingen te voorkomen;

15.

is er vast van overtuigd dat tijdens en na de verkiezingscampagne alle partijen de wettelijke regels voor hun activiteiten moeten eerbiedigen en moeten afzien van geweld, racistische retoriek en geronsel van stemmen;

16.

verzoekt de Cambodjaanse autoriteiten onmiddellijk en met de grootste spoed een eind te maken aan de uitwijzing van Montagnard-asielzoekers;

17.

herinnert de Cambodjaanse autoriteiten eraan dat vrije en eerlijke verkiezingen en volledige eerbiediging van de rechten van de oppositie een essentieel element zijn voor verdere volledige samenwerking tussen de EU en Cambodja;

18.

betreurt dat, ondanks de grote bedragen voor Europese hulpverlening aan Cambodja, de leefomstandigheden in dat land verslechterd zijn;

19.

dringt er bij de Commissie op aan haar hulpverlening te richten op de civil society en plaatselijke NGO's en deze hulpverlening te laten verlopen via de regering en overheidsinstellingen en afhankelijk te maken van eerbiediging van pluralisme en mensenrechten;

20.

verzoekt de EU en de vertegenwoordigers van de lidstaten in Phnom Penh de noodzaak te onderstrepen van

garanties voor vrije, eerlijke en democratische verkiezingen;

een onpartijdig comité binnen het NVC dat tot taak heeft kennis te nemen van klachten en oplossingen te vinden;

een duidelijke, door de gemeentelijke verkiezingscomités toe te passen richtsnoer voordat door politieke partijen of verkiezingswaarnemers naar voren gebrachte klachten worden afgewezen;

21.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de secretaris-generaal van de VN, de regeringen van de lidstaten van de ASEAN en aan de regering en het parlement van Cambodja.


(1)  P5_TA(2003)0103.

P5_TA(2003)0340

Laos

Resolutie van het Europees Parlement over de arrestatie van Europese journalisten, een Amerikaanse vertaler, en hun Laotiaanse begeleiders

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resoluties van 15 februari 2001 over de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Laos (1) en van 15 november 2001 over willekeurige arrestaties en de politieke situatie in Laos (2),

gezien de kaderovereenkomst van 29 april 1997 voor samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Laos,

gezien de verklaring van 22 december 2000 van het voorzitterschap van de Europese Unie over Laos,

gezien de strategische nota EG-Laos 2002-2006,

A.

gezien de arrestatie van de Europese journalisten Vincent Reynaud en Thierry Falise, de Amerikaanse tolk Naw Karl Mua en hun Laotiaanse begeleiders en hun gevangenhouding sinds 4 juni 2003,

B.

overwegende dat de groep een reportage over de Hmong aan het maken was, een volk dat tijdens de Vietnamese oorlog een bondgenoot van de Verenigde Staten geweest is en een lange geschiedenis van onafhankelijkheidsstreven en verzet tegen de Laotiaanse regering heeft,

C.

overwegende dat de journalisten en de Amerikaanse geestelijke meer dan tien dagen lang geen bezoek van diplomaten hebben mogen krijgen en meer dan een week vastgehouden zijn op een plaats die geheim gehouden is,

D.

ernstig bezorgd over het lichamelijke en geestelijk welzijn van de vastgehouden journalisten, de geestelijke en de vier Laotiaanse staatsburgers, waarvan de namen niet bekend gemaakt zijn, noch de plaats waar ze zich bevinden,

E.

overwegende dat de betrokkenen op maandag 30 juni 2003 tot vijftien jaar opsluiting veroordeeld zijn, onder miskenning van de rechten van de verdediging, wegens het hinderen van een ambtenaar in de uitoefening van zijn functie,

F.

ernstig bezorgd over de algemene politieke en sociale toestand en de toestand van de rechten van de mens in Laos onder de regerende eenheidspartij, de Laotiaanse revolutionaire volkspartij en de weinig benijdenswaardige situatie van de Laotiaanse bevolking, waarvan de politieke en burgerrechten niet geëerbiedigd worden,

G.

met genoegen overwegende dat de Commissie, „als de toestand van de politieke rechten en de rechten van de mens zo sterk achteruitgaat dat de permanente samenwerking van de Gemeenschap met Laos opnieuw in het gedrag komt ... bereid is om de nodige initiatieven te nemen om een akkoord over maatregelen ad hoc te bereiken”,

1.

vraagt de onmiddellijke vrijlating van de Europese journalisten en hun begeleiders;

2.

vraagt de Raad en de regeringen van de lidstaten om alle middelen aan te wensen waar ze over beschikken om de vrijlating van de journalisten te verkrijgen die ten onrechte in de gevangenis zitten;

3.

vraagt de leiding van de Laotiaanse revolutionaire volkspartij om op staande voet een einde te maken aan de schendingen van de politieke, burger- en mensenrechten van het Laotiaanse volk en zonder verder uitstel de ingrijpende hervormingen door te voeren die de grondrechten en vrijheden van alle Laotiaanse burgers waarborgen, in een geest van verdraagzaamheid en nationale verzoening;

4.

roept de Laotiaanse regering op om de veranderingen door te voeren die nodig zijn voor een ontwikkeling in democratische richting en toe te laten dat politieke meningsverschillen tot uitdrukking gebracht worden;

5.

roept de Laotiaanse regering op om de vrijheid van drukpers en de vrijheid van meningsuiting te eerbiedigen en onafhankelijke journalisten vrij hun werk te laten doen in het land;

6.

vraagt de permanente vertegenwoordigers van de Europese Unie in Vietnam om druk uit te oefenen voor een democratische ontwikkeling en verbetering van de toestand van de rechten van de mens in Laos;

7.

vraagt de Laotiaanse autoriteiten om de Laotiaanse grondwet te laten naleven, die de vrijheid van godsdienst en godsdienstbeoefening waarborgt;

8.

vraagt de Laotiaanse autoriteiten om op staande voet een einde te maken aan alle vormen van beleid tot onderdrukking en repressie van de Hmong-bevolking, de andere minderheden van Laos en de christelijke bevolking;

9.

roept de Laotiaanse autoriteiten op om alle groepen Hmong-strijders toegang te verlenen tot de gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties om ze te voorzien van de medische hulp, voldoende voedsel en andere vormen van elementaire dienstverlening die ze hard nodig hebben, in overeenstemming met de verplichtingen van Laos volgens het internationaal humanitair recht;

10.

vraagt de Laotiaanse autoriteiten om het Rode Kruis de politieke gevangenen te laten bezoeken en zich te vergewissen van hun fysieke integriteit;

11.

meent dat de Commissie moet nagaan of het aangewezen is om de permanente samenwerking met de Laotiaanse autoriteiten voort te zetten en verslag moet uitbrengen bij het Europees Parlement;

12.

vraagt om de aanhouding van de journalisten op de dagorde voor de volgende ASEAN-conferentie te plaatsen als ze tegen die tijd niet vrijgelaten zijn;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Laotiaanse regering en alle lidstaten van de ASEAN.


(1)  PB C 276 van 1.10.2001, blz. 281.

(2)  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 577.

P5_TA(2003)0341

Oeganda

Resolutie van het Europees Parlement over schendingen van de mensenrechten in noordelijk Oeganda

Het Europees Parlement,

gezien zijn voorgaande resoluties over schendingen van de mensenrechten en met name het ontvoeren van kinderen en het onder dwang ronselen van kindsoldaten in Noord-Oeganda,

in het bijzonder gelet op zijn resolutie van 6 juli 2000 over de ontvoering van kinderen door het Lord's Resistance Army (1) en het verslag van het bezoek van de Paritaire Parlementaire Vergadering aan Soedan in juni-juli 2001,

gezien de VN-verdragen inzake de bescherming van de rechten van kinderen,

gezien eerdere vredesinitiatieven in Noord-Oeganda door de Acholi Religious Leaders Peace Initiative (ARLPI) en anderen,

gezien het feit dat naar schatting 26 000 kinderen door het Lord's Resistance Army (LRA) zijn ontvoerd om ze tot soldaten of seksuele slaven te maken, waarvan 5 000 in een jaar tijd, en dat ten minste 10 000 nog steeds door de rebellen worden vastgehouden,

A.

overwegende dat het door Joseph Kony geleide LRA in het begin van de jaren negentig ontstaan is na een reeks gewapende opstanden in het noorden van Oeganda die zijn uitgegroeid tot een langdurig oproer met een complex politiek programma dat worden nagestreefd met bruut geweld tegen burgers,

B.

ernstig bezorgd over de rampzalige gevolgen van dit conflict, waarbij meer dan 20 000 kinderen zijn ontvoerd en immens menselijk lijden is aangericht, met name onder burgers, terwijl de mensenrechten op grote schaal worden geschonden, volksgroepen massaal op de vlucht zijn geslagen en de maatschappij en de economie zijn ontwricht,

C.

overwegende dat de vijandelijkheden, die aanvankelijk beperkt bleven tot de noordelijke districten Gulu, Kitgum en Pader, zich nu naar het zuiden hebben uitgebreid over een breed grondgebied in de districten Lira, Apac en Katakwi waarbij een ongekend aantal mensen van hun woonstede zijn verdreven,

D.

overwegende dat het geweld naar schatting 800 000 mensen uit hun woongebied heeft verdreven die nu in vluchtelingenkampen leven, en dat tienduizenden kinderen 's nachts in de stadscentra slapen om zich te beschermen,

E.

overwegende dat de hoofdschuldige voor de grove schendingen van de mensenrechten in noordelijk Oeganda het LRA is, maar dat deze opstand ook een regionale dimensie heeft omdat het LRA jarenlang vanuit Zuid-Soedan opereerde en militaire en logistieke steun kreeg van de regering van dat land,

F.

overwegende dat Joseph Kony zich, volgens een verslag van de Acholi Religious Leaders, nog steeds verborgen houdt in Zuid-Soedan en dat het LRA nog in maart 2003 nieuw militair materieel heeft gekregen van elementen van de Soedanese strijdkrachten,

G.

overwegende dat ook het Oegandese leger kindersoldaten ronselt vanaf de leeftijd van 12 jaar,

H.

overwegende dat de Oegandese regering diverse malen heeft getracht het conflict langs militaire weg te beëindigen — recentelijk nog met de operatie „Iron Fist” in maart 2002 nadat de regeringen van Soedan en Oeganda tot overeenstemming waren gekomen — met als gevolg een verergering van de humanitaire crisis, terwijl de burgerbevolking in Noord-Oeganda grotendeels onbeschermd blijft en er nauwelijks vredesonderhandelingen worden gevoerd,

I.

overwegende dat de defensiebegroting dit jaar als gevolg van het voortduren van de oorlog met 23 % is gestegen, wat ten koste gaat van de begrotingen voor onderwijs en volksgezondheid, en dat de wet terrorismebestrijding, die de vrijheid van vereniging en van meningsuiting beperkt, nog steeds geldt,

J.

erop wijzende dat een internationaal antwoord op de verslechterende humanitaire situatie in Noord-Oeganda dringend geboden is omdat er een gebrek aan voedsel en medicijnen is ondanks de bijstand die missionarissen verlenen aan eenieder die hulp en bescherming nodig heeft,

K.

overwegende dat een project gericht op de reïntegratie van geredde kindsoldaten met 460.000 euro wordt gesteund door ECHO,

L.

overwegende dat de gezondheidsindicatoren in noordelijk Oeganda tot de slechtste van heel Afrika behoren en dat de humanitaire en sanitaire crisis in dit deel van het land steeds nijpender wordt met een toename van malaria en infecties van de luchtwegen en het maagdarmkanaal,

M.

overwegende dat ECHO zijn hulp voor Oeganda in 2003 heeft verdubbeld tot 4 miljoen euro,

N.

het betreurende dat de laatste weken negen katholieke missieposten zijn aangevallen en één is platgebrand en zijn afschuw uitsprekend over het bevel dat de leider van het LRA zijn mannen onlangs heeft gegeven om „katholieke missies te vernietigen, priesters en missionarissen in koelen bloede te doden en nonnen bont en blauw te slaan”,

1.

veroordeelt de voortdurende ernstige schendingen van de mensenrechten door alle partijen in het conflict in Oeganda ten scherpste en dringt er bij alle partijen op aan om onmiddellijk een eind te maken aan wreedheden als het maken van slaven, foltering, verkrachting, moorden en andere misdrijven en constructief deel te nemen aan de lopende vredesinitiatieven;

2.

veroordeelt met name het optreden van het LRA scherp vanwege zijn voortdurende gewelddaden tegen de burgerbevolking van Noord-Oeganda en het ontvoeren van kinderen om ze tot soldaat te maken of seksueel te misbruiken; roept beide kampen op om een eind te maken aan hun gewelddaden en aan het misbruiken van kinderen voor militaire of seksuele doeleinden;

3.

veroordeelt tevens het toenemende geweld tegen katholieke missieposten en het recente bevel van de LRA-leider om katholieke missies te vernietigen en alle priesters en missionarissen te doden;

4.

moedigt de Oegandese regering en militairen aan om onmiddellijk maatregelen te nemen om de burgerbevolking en humanitaire helpers te beschermen tegen ontvoering en andere schendingen van de mensenrechten en te zorgen voor een veilige omgeving waarin humanitaire organisaties hulp kunnen verlenen om levens te redden;

5.

verzoekt de regering van Oeganda om te zorgen voor een goed bestuur en voor politiek pluralisme zodat er geen aanleiding meer is voor gewapende strijd; verzoekt haar tevens om wandaden van haar strijdkrachten te bestraffen, met name de gewelddaden die onlangs door de Eenheid misdaadbestrijding (VCCU) zijn begaan tegen burgers;

6.

roept de Oegandese regering op om zich te blijven beijveren voor de publicatie en tenuitvoerlegging van de amnestiewet;

7.

neemt nota van de toezegging van de Soedanese regering om geen hulp aan het LRA meer te geven en verzoekt haar deze toezegging gestand te doen en op haar grondgebied te doen nakomen;

8.

verzoekt de Afrikaanse Unie om al het mogelijke te doen om bij te dragen tot de bescherming van de burgerbevolking in Noord-Oeganda, onder meer door maatregelen te nemen tegen Afrikaanse landen die wapens leveren aan het LRA;

9.

dringt aan op een snelle reactie van de internationale gemeenschap en in het bijzonder ECHO om de dreigende humanitaire crisis af te wenden door meer noodhulp voor ontheemden te geven, met name medische en voedselhulp, en steun te verlenen aan de programma's voor bevrijde krijgsgevangenen om hun reïntegratie in de maatschappij te doen slagen;

10.

verzoekt de VN-Veiligheidsraad te onderzoeken of de internationale gemeenschap kan ingrijpen om de burgerbevolking in Noord-Oeganda te beschermen, eventueel met gebruikmaking van hoofdstuk VII van het VN-Handvest op verzoek van de secretaris-generaal Kofi Annan;

11.

verzoekt de Raad van de EU om te bekijken of een Europese interventie in het kader van het GBVB mogelijk is om te waken over de veiligheid van bevolkingen die in aanmerking komen voor humanitaire ECHO-hulp;

12.

roept de EU tevens op om een speciale vertegenwoordiger te benoemen die bijdraagt aan de pogingen om vrede te brengen, zoals het Acholi Religious Leaders Peace Initiative (ARLPI), en nauw toe te zien op de situatie van kinderen die worden bedreigd door het gewapende conflict in deze regio;

13.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de ACS-EU-Raad en de Paritaire Parlementaire Vergadering, de Commissie, de secretarissen-generaal van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie, de regering van Oeganda en de regering van Soedan.


(1)  PB C 121 van 24.4.2001, blz. 401.

P5_TA(2003)0342

Vrouwen in plattelandsgebieden

Resolutie van het Europees Parlement over de situatie van vrouwen in plattelandsgebieden van de Unie in het licht van de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2002/2241(INI))

Het Europees Parlement,

gelet op de artikelen 2, 3, lid 2, en 141, lid 4, van het EG-verdrag,

gelet op artikel 13 van het EG-verdrag,

gelet op de artikelen 33, lid 1, eerste en tweede alinea, 33, lid 2, eerste alinea, en 35, eerste alinea, van het EG-verdrag,

gezien de conclusies van de Europese Raad te Berlijn van 24 en 25 maart 1999 (Agenda 2000),

gelet op het actieplatform dat op 15 september 1995 werd goedgekeurd op de Vierde VN-Wereldvrouwenconferentie te Peking,

gezien de conclusies van de Raad van ministers van Landbouw van 27 mei 2002 (8959/02),

gezien de conclusies van de derde wereldconferentie over vrouwelijke landbouwers, die op 2-4 oktober 2002 in Madrid heeft plaatsgehad,

gelet op Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (1),

gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2),

gelet op Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (3),

gelet op Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (4) ,

gelet op Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (5) ,

gelet op Verordening (EG) nr. 1750/1999van de Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (6),

gelet op Verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie van 9 december 1999 tot vaststelling van overgangsbepalingen inzake de in Verordening (EG) nr. 1257/1999 voorziene steun voor plattelandsontwikkeling (7),

gelet op Verordening (EG) nr. 445/2002 van de Commissie van 26 februari 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1257/1999 (8) ,

gelet op Richtlijn 86/613/EEG van de Raad van 11 december 1986 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen, de landbouwsector daarbij inbegrepen, en tot bescherming van het moederschap (9) ,

gelet op Richtlijn 86/378/EEG van de Raad van 24 juli 1986 betreffende de tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen in ondernemings- en sectoriële regelingen inzake sociale zekerheid (10),

gezien het verslag van de Commissie over de uitvoering van bovengenoemde Richtlijn 86/613/EEG (COM (1994) 163),

gezien de richtsnoeren voor de evaluatie van de Leader+-programma's van de Commissie (januari 2002) (11) ,

gezien de mededeling van de Commissie van 10 juli 2002 aan de Raad en het Europees Parlement Tussenbalans van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (COM (2002) 394),

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van steunregelingen voor producenten van bepaalde gewassen (COM(2003) 23),

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1257/1999 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2826/2000 (COM(2003) 23),

gezien de mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader +) (12),

gelet op de resolutie van de Raad van 2 december 1996 betreffende de integratie van gelijke kansen voor mannen en vrouwen „mainstreaming” in de Europese Structuurfondsen (13),

gelet op beschikking 2001/51/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen (2001-2005) (14),

gezien de technische nota 3: „Mainstreaming van gelijke kansen voor vrouwen en mannen in de programma's en projecten van de Structuurfondsen”, Commissie, maart 2000,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 13 maart 2003 over de doelstellingen van de structuurfondsen wat betreft gelijke kansen voor vrouwen en mannen (15) ,

onder verwijzing naar zijn standpunt van 5 juni 2003 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van steunregelingen voor producenten van bepaalde gewassen (16),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 7 november 2002 over de tussenbalans van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (17),

onder verwijzing naar zijn standpunt van 5 juni 2003 over het voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1257/1999 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2826/2000 (18),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 6 september 2001 over 25 jaar toepassing van de communautaire regeling voor de landbouw in berggebieden (19),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 30 mei 2002 over een tussentijdse balans van de hervorming van de GMO's in het kader van de Agenda 2000 (20),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 30 mei 2002 over de plattelandsontwikkeling in het kader van Agenda 2000 — voorlopige balans in de EU en de kandidaat-landen (21) ,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 januari 2001 over de situatie en de vooruitzichten van jonge landbouwers in de Europese Unie (22),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 februari 2000 over de ontwerpmededeling van de Commissie aan de lidstaten tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (LEADER +) (23),

onder verwijzing naar zijn standpunt van 15 november 2000 over het voorstel van de Raad inzake het programma ter ondersteuning van de kaderstrategie van de Gemeenschap voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen (2001-2005) (24) en zijn resolutie van 3 juli 2001 over het werkprogramma voor 2001, en overwegende dat het beginsel van de gender mainstreaming in het landbouwbeleid consequent moet worden toegepast (25),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 21 februari 1997 over de situatie van medewerkende echtgenoten van zelfstandig werkenden (26),

gelet op artikel 163 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie rechten van de vrouw en gelijke kansen en het advies van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling (A5-0230/2003),

A.

erop wijzend dat de Raad van ministers van Landbouw op 27 mei 2002 heeft verklaard dat het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de plattelandsgebieden een onverbrekelijk element vormt van het communautair landbouwbeleid,

B.

overwegende dat de verbetering van de kansengelijkheid voor vrouwen in de landbouw- en visserijsector en plattelandsgebieden niet ernstig aan bod is gekomen in de voorstellen tot hervorming van het GLB en van het GVB, noch wat betreft de steunregelingen, noch wat betreft de steun aan de plattelandsontwikkeling,

C.

overwegende dat bij de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de opdrachten van de agenda 2000 tot versterking van de tweede pijler (plattelandsontwikkeling) nog urgenter worden terwijl de rol daarbij van de vrouwelijke plattelandsbevolking als uitzonderlijk belangrijk moet worden aangemerkt voor de bevordering van het Europese plattelandsmodel en het algemene beleid voor ontwikkeling van de Europese Unie;

D.

overwegende dat de kansengelijkheid voor de vrouwen op het platteland een noodzakelijke voorwaarde is voor de volledige ontplooiing van het bestaande potentieel voor duurzame ontwikkeling in de plattelandsgebieden van Europa; dat het welslagen en de multifunctionaliteit van het GLB, de diversificatie van de landbouw en het succes van de plattelandsontwikkeling rechtstreeks afhankelijk zijn van het door vrouwen verrichte werk,

E.

overwegende dat in het kader van de verordening over de structuurfondsen en met name het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) het wegwerken van de ongelijkheden en de bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen de belangrijkste doelstelling is,

F.

overwegende dat met het initiatief Leader+ steun wordt verleend aan de vrouwen in landbouwgebieden via strategieën die beogen hun kansen voor werkgelegenheid of hun werkzaamheden te verbeteren en dat de tussentijdse evaluatie van dit programma eind 2003 zal plaatshebben,

G.

overwegende dat strikt juridisch gezien de lidstaten kennelijk uitvoering geven aan richtlijn 86/613/EEG, maar dat de praktische resultaten in vergelijking met de wezenlijke doelstellingen van de richtlijn niet bevredigend zijn, mede gezien het feit dat de formulering ervan zeer vaag is en dat inzake sociale zekerheid de lidstaten zelf kunnen beslissen of zij aan de medewerkende echtgenoot eigen dan wel afgeleide rechten toekennen,

H.

erop wijzend dat, ofschoon vrouwen 37 % uitmaken van het landbouwerspotentieel in de Europese Unie, een grote bijdrage leveren aan de totale landbouwproductie en de plattelandsontwikkeling en een belangrijke schakel vormen tussen productie en consumptie, a) de vrouwelijke landbouwbevolking vergrijst, b) één op de twee vrouwelijke landbouwers onder het stelsel van de meewerkende partner valt, wat bijzonder nadelig uitvalt voor haar bezoldiging, sociale zekerheid, gezondheidszorg, pensioen en verdere beroepsontwikkeling, c) het percentage vrouwelijke landbouwers dat een landbouwbedrijf runt bijzonder laag ligt, d) de opleiding en bijscholing van de vrouwelijke landbouwers op een zeer laag niveau blijft, e) de participatie van de vrouwen aan landbouwcoöperaties en —organisaties niet bevredigend is, f) het analfabetisme en de werkloosheid in de landbouwgebieden vooral de vrouwen treft (in bepaalde gebieden ligt dit percentage voor vrouwen twee keer zo hoog als bij mannen),

I.

verwijzend naar richtlijn 2002/73/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van richtlijn 76/207/EEG van de Raad inzake de praktische tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen met betrekking tot de toegang tot werkgelegenheid, beroepsopleiding, bevordering en arbeidsvoorwaarden (27),

J.

overwegende dat met de toetreding van de nieuwe lidstaten het aantal vrouwelijke landbouwers aanzienlijk zal toenemen gezien het vrij hoog percentage van vrouwelijke actieve landbouwbevolking,

1.

is ingenomen met de conclusies van de Raad van ministers van Landbouw van 27 mei 2002 die tot doel had het genderperspectief te integreren en het mainstreamingsbeginsel consequent toe te passen, en met name concrete prioriteiten en doelstellingen vast te leggen die moeten worden verwezenlijkt om de gelijke kansen voor mannen en vrouwen in praktijk om te zetten in het landbouwbeleid en het beleid voor plattelandsontwikkeling;

2.

vraagt de lidstaten dat zij de noodzakelijke beleidsmaatregelen uitvoeren voor steun aan de vrouwelijke landbouwers, op basis met name van de richtsnoeren van de laatste Raad van ministers van Landbouw, door overname van het genderperspectief in het algemeen en uitvoering van het beginsel van gender mainstreaming in het bijzonder, en deze te bevorderen in het kader van de tweede pijler, de plattelandsontwikkeling; verzoekt de lidstaten om uiterlijk eind van 2004 aan de Commissie en het Europees Parlement verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang;

3.

onderstreept dat zowel in de verordeningen over de werking van de structuurfondsen als in de programma's en initiatieven inzake plattelandsontwikkeling, het wegwerken van de ongelijkheden en de bevordering van de gelijke kansen tot de hoofddoelstellingen behoren; stelt evenwel vast dat de vrouwelijke landbouwers en vrouwen die in plattelandsgebieden actief zijn in de visserijsector in de praktijk een zeer gering aandeel hebben in de planning en uitwerking van de geboden mogelijkheden; verzoekt de Commissie erop toe te zien dat bij de procedures tot goedkeuring van de desbetreffende Structuurfondsprojecten voldoende aandacht wordt geschonken aan een sterkere rol voor de vrouwelijke landbouwers en vrouwen die in plattelandsgebieden actief zijn in de visserijsector;

4.

meent dat de logica van de plafonnering en verdeling van de steun uit hoofde van de tweede pijler alleen doelmatig kan zijn, wanneer bij alle programma's en bij het vaststellen van de financiële steun ook rekening wordt gehouden met het aantal personen dat op een bedrijf werkt; verzoekt de lidstaten daarom om aanpassing van de huidige berekeningswijze, die alleen rekent met bedrijven en niet met het aantal werkzame personen, hetgeen tot ernstige benadeling leidt van alle vrouwen die als echtgenote in een gezinsbedrijf werkzaam zijn;

5.

vraagt de Commissie om in het licht van de tussentijdse herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met het oog op een belangrijkere rol voor vrouwen in de strategie voor de plattelandsontwikkeling, een correcte analyse te maken van het vermoedelijke effect van de toekomstige programma's voor de kansengelijkheid tussen mannen en vrouwen vóór de uitvoering daarvan, uitgaande van een verdeling van middelen die in overeenstemming is met het beginsel van gender mainstreaming en die aan de behoeften van plattelandsvrouwen beantwoordt, en om er bij voorrang voor te zorgen dat de bedragen die vrijkomen door ombuiging van rechtstreekse steun, worden toegewezen voor programma's met maatregelen ten gunste van de sociale groepen die de grootste behoeften maar ook een ontwikkelingspotentieel hebben, bijvoorbeeld vrouwen in plattelandsgebieden in de huidige en de nieuwe lidstaten;

6.

spoort de Commissie in het kader van de versterking van de programma's en acties van de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de plattelandsontwikkeling, ertoe aan te bevorderen dat

acties voor het creëren en versterken van een sociale infrastructuur voor de vrouwelijke landbouwers en meer in het algemeen voor de bewoners van de plattelandsgebieden, met name voor gezondheid, opleiding en nascholing en cultuur,

geïntegreerde initiatieven voor de ontwikkeling van ondernemerschap, innovatie, beroepsopleiding, waaronder kennisverwerving, management van het landbouwbedrijf, agrotoerisme, biologisch boeren, nieuwe technologieën (met name Internet) nieuwe energievormen, werking van coöperatieven, bestrijding van analfabetisme en levenslang leren;

7.

dringt er bij de Commissie en de Raad op aan om in de huidige voorstellen tot hervorming van het GLB ook effectieve maatregelen op te nemen die de kansengelijkheid voor vrouwen op het platteland verbeteren en voor hen vooruitzichten op vooruitgang te openen; onderstreept in het bijzonder dat de tussentijdse hervorming van het GLB alleen een positief effect op de kansengelijkheid voor mannen en vrouwen kan hebben indien de doelstellingen ervan grondig worden gewijzigd in dier voege dat bijzondere betekenis wordt gehecht aan het gezinsbedrijf in de landbouw en aan de steun voor kleine en middelgrote landbouwers;

8.

verzoekt de Commissie om, gelet op het beperkte effect dat de programma's en initiatieven op het gebied van de plattelandsontwikkeling hebben op de kansengelijkheid, een specifiek „vrouwenproject” op te nemen in het toekomstige programma voor de structuurfondsen en de plattelandsontwikkeling (2007-2012);

9.

vraagt de lidstaten, overwegende dat de werkloosheid op het platteland in de eerste plaats de vrouwen treft, in het kader van de activiteiten van de structuurfondsen de gekwalificeerde arbeid en bij vrouwen het ondernemerschap en de coöperatieve cultuur te bevorderen; bovendien moeten de lidstaten overgaan tot het creëren, of ondersteunen wanneer deze reeds bestaan, van betrouwbare en gecertificeerde onderwijssystemen, landbouwopleidingen alsook geïntegreerde opleidingen voor vrouwelijke landbouwers, en structuren voor levenslang leren;

10.

spoort de lidstaten aan om in samenwerking met het lokale overheden en met het doel de sociale uitsluiting in plattelandsgebieden geleidelijk te doen verdwijnen, incentieven in te voeren voor participatie van vrouwen in de arbeid en de landbouwproductie, met het oog op een evenwichtiger participatie, maatregelen te nemen om de algemene levensomstandigheden van de vrouwen in de plattelandsgebieden te verbeteren en een adequaat netwerk voor dienstverlening op het platteland (postkantoren, bibliotheken) op te zetten, te zorgen voor aanwezigheid of verbetering van openbaar vervoer en scholen, (permanente en seizoensgebonden) kinderopvang, bejaarden- en gehandicaptenzorg en gezondheids- en gezinsadviesdiensten;

11.

dringt er bij de lidstaten op aan om, in samenwerking met de lokale overheden, een kredietverleningsbeleid op het platteland te voeren, dat synergieën tussen openbare en particuliere middelen mobiliseert door toegang te verlenen tot microkrediet en zachte kredieten ter bevordering van ondernemersactiviteiten van vrouwen;

12.

roept de lidstaten op om indicatoren te ontwikkelen, die het de lidstaten mogelijk maken om vergelijkbare data te verkrijgen om in de tussentijdse evaluatie van de programma's Leader+, die zij voor eind 2003 moeten voorleggen, ook cijfers op te nemen inzake de kwantitatieve en kwalitatieve deelname van de vrouwelijke landbouwers in deze programma's en de effecten van deze acties op het leven van de vrouwen;

13.

vraagt de lidstaten in het kader van het initiatief Leader+ en met name bij de werkzaamheden van de lokale actiegroepen, enerzijds de genderdimensie als prioritair thema vast te leggen en anderzijds een minimale participatie van vrouwen als partners in de lokale actiegroepen te garanderen; in dit kader moet worden gezorgd voor meer financiële ondersteuning van en advies aan vrouwen inzake hun participatie in programma's voor duurzame plattelandsontwikkeling, of zij nu deelnemen als individuele personen dan wel in het kader van coöperatieve verenigingen;

14.

betreurt dat de nietszeggende formulering van richtlijn 86/613/EEG betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen, de landbouwsector en de visserijsector daarbij inbegrepen, als resultaat heeft gehad dat er maar beperkte vooruitgang is geboekt op het gebied van de erkenning van de arbeid en de adequate bescherming van de meewerkende partners van de personen die in de lidstaten zelfstandig werk of een landbouwactiviteit verrichten of actief zijn in de visserijsector;

15.

betreurt dat de Commissie geen enkel concreet vervolg heeft gegeven aan eerdere resoluties van het Europees Parlement over de situatie van meehelpende partners van zelfstandigen, waarin onder andere werd gevraagd:

verplichte registratie van meehelpende partners, zodat ze geen onzichtbare werknemers blijven,

verplichting voor de lidstaten ervoor te zorgen dat de meehelpende partners zijn verzekerd uit hoofde van ziekte, ouderdomspensioen, moederschapsuitkeringen en vervangingsdiensten, alsmede invaliditeit;

16.

vraagt de Commissie om van vrouwelijke landbouwer een volwaardig beroep te maken door middel van een Europees stelsel voor de meewerkende partner/vrouwelijke landbouwer „die van rechtswege deelneemt” in het bedrijf, welk stelsel wordt opgezet op een elementair sociaal fundament dat de elementaire sociale rechten omvat, en met deze hervorming te beginnen door voorbereiding van een nieuwe, herziene richtlijn, en daarbij met name artikel 6 te versterken zodat voor de meewerkende partner/vrouwelijke landbouwer alle risico's kunnen worden gedekt, met name wat betreft de sociale zekerheid, de gezondheidszorg, het ouderdomspensioen, de moederschapsuitkeringen en vervangingsdiensten, invaliditeit en uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid; de richtlijn moet in alle opzichten meer bindend zijn voor de lidstaten aangezien dit de enige manier is om te verzekeren dat de meewerkende vrouwen in landbouwbedrijven een professioneel statuut krijgen waarmee zij zowel afgeleide als volledig eigen sociale rechten kunnen krijgen; roept de Commissie op om de huidige situatie in de huidige en de toekomstige lidstaten te evalueren en een herziene richtlijn voor te leggen tegen het einde van 2004;

17.

roept de lidstaten die zulks nog niet hebben gedaan op de nodige maatregelen te nemen voor de erkenning van de arbeid van meewerkende vrouwen in landbouwbedrijven zodat de arbeid die zij presteren erkend en bekrachtigd wordt op het niveau van sociale zekerheid en pensioenrechten met vergelijkbare bijdragen voor de gezinsbedrijven in de landbouw;

18.

verzoekt de Commissie hierbij met name de gelijke behandeling van en de gelijke kansen voor vrouwen en mannen te waarborgen, inclusief de volledige toepassing in de landbouwsector van het beginsel van gelijk loon voor gelijk werk;

19.

vraagt de lidstaten een evenwichtige vertegenwoordiging van de vrouwelijke landbouwers (op plaatselijk en op Europees niveau) in de diverse besluitvormingsorganen en -diensten te bevorderen, zowel op professioneel vlak als op overheidsniveau (landbouworganisaties en sectoriële organisaties, landbouwcoöperatieven, agrarische vrouwen-NGO's, landbouwkamers, vakbondsorganisaties, landbouwministeries, enz.) en samen te werken met plaatselijke overheden om het cultureel en sociaal leven van de vrouwen op het platteland te stimuleren en te versterken (stichten van verenigingen — stimuleren van initiatieven);

20.

verzoekt de lidstaten om de status van dit beroep te verhogen, waartoe ook een erkenning van beroepsverworvenheden en de op het bedrijf noodzakelijke vaardigheden vereist is; de werkelijke erkenning van gelijkwaardigheid van een generalistische vorming en landbouwopleidingen zou ook de opleidingsloopbaan van vrouwelijke landbouwers vergemakkelijken, vooral voor vrouwen die dit beroep pas op wat latere leeftijd beginnen na eerst een ander beroep te hebben uitgeoefend; daarom is het van belang dat de door de uitoefening van een beroepsactiviteit in de landbouw verworven kwalificaties door de bevoegde autoriteiten worden erkend;

21.

verzoekt de Commissie om binnen haar directoraat-generaal voor landbouw een eenheid op te richten die voor gender- en landbouwbeleid verantwoordelijk is en die in de eerste plaats tot taak heeft te zorgen voor gender mainstreaming in alle relevante wetgeving en beleidsmaatregelen;

22.

dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om door aanvullende maatregelen in het bestaande DAPHNE-programma effectieve maatregelen te nemen tegen het geweld in de huiselijke kring, dat vooral op het platteland wijd verbreid is;

23.

vraagt de huidige en de nieuwe lidstaten dat zij een diepgaand onderzoek uitvoeren naar de situatie van de vrouwelijke landbouwers en de vrouwen op het platteland in het algemeen voor de planning van de noodzakelijke maatregelen, de desbetreffende regelgeving en de ontwikkelingsstrategie, die beantwoorden aan hun reële behoeften, zoals de stelselmatige registratie en publicatie van gegevens, kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren en statistieken over de vrouwelijke landbouwers; vraagt de Commissie om het kader voor dat onderzoek te aan te geven en te coördineren en ervoor te zorgen dat dat onderzoek tegen het einde van 2004 aan het Parlement wordt voorgelegd;

24.

verwelkomt de belangrijke werkzaamheden van het Europees waarnemingscentrum voor Leader op het gebied van voorlichting, het verzamelen van gegevens en de beoordeling ervan voor de plattelandsgebieden; dringt er bij de Commissie op aan spoed te zetten achter het operationeel worden van de Waarnemingspost van Leader+ en bepleit dat de gegevens, de kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren en de statistische cijfers die betrekking hebben op plattelandsvrouwen met steun van Eurostat systematisch worden vastgelegd, gebruikt en gepubliceerd:

a)

wegwerken van de ernstige tekortkomingen in de landbouwstatistieken ten aanzien van de verschillen in de situatie van mannen en vrouwen en toezien op de verwijdering van discriminerende distorsies bij het verzamelen van gegevens en indicatoren,

b)

verzamelen, codificeren en verspreiden van per geslacht uitgesplitste statistieken, indicatoren en informatie (demografische kwesties, kwesties betreffende het gezin, het combineren van meerdere banen, het inkomenspeil, onderwijs en opleiding, gezondheid, politiek, geweld, sociale uitsluiting) alsook over de communautaire beleidsvormen en programma's en de resultaten ervan op het gebied van plattelandsontwikkeling,

c)

verzamelen en verspreiden van goede praktijken en voorbeelden (benchmarks) voor de integratie en participatie van vrouwelijke landbouwers in de lokale ontwikkeling en de landbouweconomie en -maatschappij,

d)

opstellen van verslagen over de toepassing en de evolutie van het Leader+ initiatief, met follow-up en beoordeling van de resultaten ervan voor het leven van vrouwen in plattelandsgebieden;

25.

vraagt de Commissie in het licht van de herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en van de uitbreiding rekening te houden met de specifieke situatie van de kandidaat-landen (grote structurele verschillen met de EU-lidstaten) en uiteraard ook met de situatie van de vrouwen in de plattelandseconomie van de toetredingslanden en de rol die zij kunnen spelen bij plattelandsontwikkeling, en Leader+uit te breiden en aan te passen aan de nieuwe situatie;

26.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de regeringen en parlementen van de huidige en nieuwe lidstaten.


(1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(2)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(3)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113.

(4)  PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1.

(5)  PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1.

(6)  PB L 214 van 13.8.1999, blz. 31.

(7)  PB L 316 van 10.12.1999, blz..26

(8)  PB L 74 van 15.3.2002, blz. 1.

(9)  PB L 359 van 19.12.1986, blz. 56.

(10)  PB L 225 van 12.8.1986, blz. 40.

(11)  Doc Star VI/43503/02-REV.I.

(12)  PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5.

(13)  PB C 386 van 20.12.1996, blz. 1.

(14)  PB L 17 van 19.1.2001, blz. 22.

(15)  P5_TA (2003) 0093.

(16)  P5_TA (2003) 0256.

(17)  P5_TA (2002) 0532.

(18)  P5_TA (2003) 0257.

(19)  PB C 72 van 21.3.2002, blz. 354.

(20)  P5_TA(2002) 0274.

(21)  P5_TA(2002) 0275.

(22)  PB C 262 van 18.9.2001, blz. 153.

(23)  PB C 339 van 29.11.2000, blz. 52.

(24)  PB C 223 van 8.8.2001, blz. 153.

(25)  PB C 65 E van 14.3.2002, blz. 43.

(26)  PB C 85 van 17.3.1997, blz. 186.

(27)  PB L 269 van 5.10.2002, blz. 15.

P5_TA(2003)0343

Veiligheid van touringcars

Resolutie van het Europees Parlement over veiligheid van touringcars

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn standpunt van 14 januari 2003 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de harmonisering van bepaalde sociale wetgeving in verband met het wegvoer (1),

gezien Verordening (EG) nr. 2135/98 van de Raad van 24 september 1998 (2) over de invoering van de digitale tachografen,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 februari 2003 over het Witboek van de Commissie over het Europees vervoerbeleid voor 2010: tijd om te besluiten (3),

gezien de mededeling van de Commissie over het Europese verkeersveiligheidsactieprogramma — Halvering van het aantal slachtoffers in het verkeer in de Europese Unie voor 2010: De gedeelde verantwoordelijkheid (COM(2003) 311),

A.

overwegende dat volgens de statistieken elk jaar meer dan 42.000 mensen dodelijk verongelukken op de wegen van de EU,

B.

overwegende dat er een alomvattende verkeersveiligheidsstrategie nodig is, onderbouwd door getalsmatige targets, om iets te doen aan dit belangrijke probleem van volksgezondheid en veiligheid; overwegende dat een belangrijk onderdeel hiervan is dat het aantal verwondingen wordt teruggebracht dat een gevolg is van zwakte, vooral oververmoeidheid, van de chauffeur,

C.

gelet op de tragische busongelukken in respectievelijk Siofok, Hongarije, op 8 mei 2003 waarbij 33 toeristen omkwamen, en in Frankrijk in de buurt van Lyon op 18 mei 2003 waarbij 28 toeristen omkwamen, alsook andere recente ongevallen die laten zien dat de menselijke factor van aanzienlijke invloed is op de verkeersveiligheid,

D.

overwegende dat de Commissie een algehele herziening heeft voorgesteld van Verordening (EEG) nr. 3820/85 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (reistijden) (4) door deze te vervangen door een nieuwe verordening; overwegende dat het Parlement, mits ingrijpend geamendeerd, bereid was hiermee akkoord te gaan en zijn eerste lezing heeft afgerond op 14 januari 2003; overwegende dat de Raad nog geen gemeenschappelijk standpunt over dit onderwerp heeft goedgekeurd,

E.

overwegende dat door het gebruik van de digitale tachograaf de controle op de rijtijden en rusttijden van de chauffeur zal worden verbeterd,

F.

betreurend dat op heden het aanbrengen van veiligheidsgordels nog niet in alle nieuwe touringcars verplicht is gesteld en dat het verplicht dragen van veiligheidsgordels in daarmee uitgeruste touringcars nog niet algemeen gebruik is in de EU,

G.

overwegende dat er geen communautaire richtlijnen bestaan die terreinen bestrijken zoals spoorwegovergangen bij hoofdwegen en meer in het algemeen adequate wegaanleg en onderhoud,

1.

verklaart zich solidair met de slachtoffers van deze ongevallen en hamert op de noodzaak zo snel mogelijk effectieve maatregelen te nemen opdat dergelijke tragische gebeurtenissen zich in de toekomst zich niet opnieuw kunnen voordoen;

2.

wil dat de Raad volledig rekening houdt met het standpunt van het Parlement in eerste lezing bij het goedkeuren van zijn gemeenschappelijk standpunt over de rijtijdenverordening;

3.

verzoekt de Raad om in het kader van de ontwerprijtijdenverordening het verzoek van het Parlement in te willigen ten aanzien van het invoeren van een minimaal aantal controles langs de weg in de lidstaten (2 % van het totaal aantal werkdagen);

4.

verzoekt de lidstaten vaart te zetten achter het omzetten van de bepalingen van de Richtlijn 2002/85/EG (5) over snelheidsbeperkingsinstrumenten in hun nationale wetgeving, gezien het belang van dergelijke maatregelen voor de verkeersveiligheid;

5.

verzoekt de Commissie met een wetgevingsvoorstel te komen over het verplicht dragen van veiligheidsgordels door touringcarpassagiers en meer in het algemeen een adequate constructie van touringcars en wel zo snel mogelijk;

6.

verzoekt de Commissie om met wetsvoorstellen te komen tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad over veiligheidsgordels en snelheidsbeperkers op motorvoertuigen (6), Richtlijn 74/408/EEG van de Raad over het interieur van motorvoertuigen (hoe sterk de stoelen moeten zijn en waar zij aan moeten worden vastgemaakt) (7), Richtlijn 76/115/EEG van de Raad over het vastmaken van veiligheidsgordels in motorvoertuigen zodat het aanbrengen van veiligheidsgordels in nieuwe touringcars verplicht wordt gesteld (8);

7.

verzoekt de Commissie vaart te zetten achter omzetting van Richtlijn 2003/20/EG van 8 april 2003 over de harmonisering van de wetten van de lidstaten over verplicht gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton (9), waarbij het verplicht dragen van veiligheidsgordels in touringcars die daarmee zijn uitgerust, verplicht wordt voor passagiers wanneer zij zitten;

8.

wijst op het belang van een correcte uitvoering van het recente Commissievoorstel voor de opleiding van beroepschauffeurs (10) als een belangrijke bijdrage tot de rijvaardigheid van professionele touringcarchauffeurs in de gehele Europese Unie;

9.

verzoekt de Commissie met voorstellen te komen ter vergemakkelijking van de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten op terreinen zoals spoorwegovergangen bij hoofdwegen en meer in het algemeen adequate wegaanleg en onderhoud;

10.

is verheugd over het actieprogramma van de Commissie over de Europese verkeersveiligheid en verzoekt de Commissie het verzoek te ondersteunen om speciaal de aandacht te richten op intensieve spoedmaatregelen voor een grotere veiligheid van touringcars;

11.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad en de regeringen van de lidstaten.


(1)  P5_TA(2003)0008.

(2)  PB L 274 van 9.10.1998, blz. 1.

(3)  P5_TA(2003)0054.

(4)  PB L 370 van 31.12.1985, blz. 1.

(5)  PB L 327 van 4.12.2002, blz. 8.

(6)  PB L 220 van 29.8.1977, blz. 95.

(7)  PB L 221 van 12.8.1974, blz. 1.

(8)  PB L 24 van 30.1.1976, blz. 6.

(9)  PB L 115 van 9.5.2003, blz. 63.

(10)  PB C 154 E van 29.5.2001, blz. 258.