Europese coöperatieve vennootschap

SAMENVATTING VAN:

SAMENVATTING

WAT DOEN DEZE VERORDENING EN RICHTLIJN?

KERNPUNTEN

Formatie

Een SCE kan worden opgericht:

Een EU-land kan bepalen dat een onderneming die zijn hoofdbestuur niet in de EEA heeft, kan deelnemen aan de oprichting van een SCE, op voorwaarde dat deze:

Kapitaal

Het kapitaal van een SCE dat bestaat uit de aandelen van de leden, bedraagt ten minste 30 000 EUR. Een SCE mag een bepaald percentage „stille leden” tellen. Zij maken geen gebruik van de diensten van de coöperatie en hebben beperkt stemrecht.

Belasting

Een SCE heeft dezelfde fiscale status als elke andere multinational en moet daarom belasting betalen in die landen waar de vennootschap permanent is gevestigd.

Statutaire zetel

De statutaire zetel van de SCE kan naar een ander EU-land worden verplaatst zonder dat dit leidt tot ontbinding van de SCE of tot de vorming van een nieuwe onderneming. De statutaire zetel en het hoofdbestuur moeten op dezelfde plaats zijn gevestigd.

Ontbinding, vrijwillige of gedwongen liquidatie, insolventie of staking van betalingen

Een SCE kan worden ontbonden door:

In gevallen van vrijwillige of gedwongen liquidatie, insolventie of staking van de betalingen is de SCE onderworpen aan de wetgeving van het land waarin haar statutaire zetel is gevestigd.

Rol van de werknemers

De regelingen met betrekking tot de rol van de werknemers (informatie, raadpleging en medezeggenschap) moeten in iedere SCE zijn vastgesteld. Bij het vaststellen van deze regelingen zijn de nationale voorschriften van het land waar het hoofdbestuur is gevestigd van toepassing op SCE's die opgericht zijn door:

Verslag

Uit een verslag van de Commissie uit 2012 blijkt aan de hand van openbare raadpleging dat er betrekkelijk weinig SCE's waren opgericht. In het verslag werd beloofd dat belanghebbenden gevraagd zou worden hoe het statuut vereenvoudigd moest worden.

Tijdens een Conferentie van het EU-voorzitterschap in Cyprus in het Jaar van de coöperatie in 2012 werd besloten niet over te gaan tot wijziging van de verordening, maar om uit te zoeken waarom de SCE zo slecht werd toegepast door marktdeelnemers.

Werkgroep

In 2013 werd de Werkgroep coöperaties opgericht om de specifieke behoeften van coöperatieve ondernemingen te beoordelen met betrekking tot een hele reeks kwesties zoals een adequaat Europees regelgevend kader, de identificatie van belemmeringen op nationaal niveau en de internationalisering van coöperatieven. (Zie het verslag van de discussies van de werkgroep en de notulen van de vergaderingen.)

VANAF WANNEER ZIJN DE RICHTLIJN EN VERORDENING VAN TOEPASSING?

De richtlijn is geldig vanaf 18 augustus 2003. EU-landen moesten de richtlijn voor 18 augustus 2006 omzetten in hun nationale wetgeving.

De verordening is geldig vanaf 18 augustus 2006.

ACHTERGROND

Europese coöperatieve vennootschap

BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1-24)

Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1435/2003 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25-36)

Zie de geconsolideerde versie.

GERELATEERDE BESLUITEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: De toepassing van Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (COM(2012) 72 final van 23.2.2012)

Laatste bijwerking 16.03.2016