Genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven: opsporing en vervolging

SAMENVATTING VAN:

Besluit 2003/335/JBZ inzake opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven

WAT DOET DIT BESLUIT?

In dit besluit wordt een kader vastgesteld ter verbetering van de samenwerking tussen de EU-landen voor de opsporing en vervolging van plegers en verdachten van genocide*, misdrijven tegen de menselijkheid* en oorlogsmisdrijven*.

KERNPUNTEN

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

Het besluit is sinds 14 mei 2003 van toepassing.

ACHTERGROND

Na de genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven in Rwanda en voormalig Joegoslavië zijn de internationale strafrechtelijke tribunalen bezig geweest met het opsporen, vervolgen en het voor de rechter te brengen van de daders. Om opsporing en vervolging van dergelijke misdrijven tot een succesvol einde te brengen moet er wel op internationaal niveau worden samengewerkt.

KERNBEGRIPPEN

* Genocide: daden met het doel een nationale, etnische, raciale of religieuze groep, geheel of gedeeltelijk, te vernietigen.

* Misdaden tegen de menselijkheid: daden begaan als onderdeel van een grootschalige en systematische aanval gericht tegen burgerbevolking.

* Oorlogsmisdaden: daden waardoor het oorlogsrecht wordt geschonden (bijv. de Verdragen van Genève). Voorbeelden hiervan zijn onder andere mishandeling van krijgsgevangenen, het doden van gijzelaars, doelbewuste vernietiging van steden of dorpen.

BESLUIT

Besluit 2003/335/JHA van 8 mei 2003 inzake opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven (PB L 118 van 14.5.2003, blz. 12-14)

Laatste bijwerking 28.06.2016