Veilige diervoeding waarborgen

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 2002/32/EG inzake ongewenste stoffen in diervoeding

SAMENVATTING

WAT DOET DEZE RICHTLIJN?

KERNPUNTEN

Toepassingsgebied

De richtlijn is van toepassing op alle producten bestemd voor diervoeding, met inbegrip van grondstoffen voor diervoeders, toevoegingsmiddelen en aanvullende diervoeders.

In de richtlijn staat een lijst van ongewenste stoffen en worden de grenswaarden bepaald waarboven de aanwezigheid van deze stoffen in diervoeders verboden is (Bijlage I).

De lijst bevat stoffen zoals bepaalde zware metalen (zoals lood en cadmium), dioxine en sommige soorten pesticiden. De lijst wordt in het licht van wetenschappelijke en technische kennis regelmatig geactualiseerd.

Onderzoek

Wanneer deze maximumgehalten worden overschreden, moeten de EU-landen, samen met de betrokken bedrijven, onderzoek uitvoeren om de bron van deze stoffen te identificeren. Ze moeten de Europese Commissie in kennis stellen over hun bevindingen en over eventuele maatregelen die genomen zijn om het niveau van deze stoffen te reduceren.

Mengsels

Om fraude te voorkomen verbiedt de richtlijn het mengen (met het oog op verdunning) van producten die de maximumgehalten overschrijden.

Voorlopige maatregelen

Wanneer een EU-land kan aantonen dat een maximumgehalte voor een stof een risico voor de gezondheid van mens of dier of het milieu vormt, kan het land voorlopig strengere grenswaarden instellen totdat ofwel de Raad ofwel de Commissie een besluit neemt. Het betreffende land moet ervoor zorgen dat dit besluit openbaar wordt gemaakt.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

Het verdrag is op 30 mei 2002 in werking getreden. EU-landen moesten de Richtlijn voor 1 mei 2003 omzetten naar hun nationale wetgeving.

ACHTERGROND

Diervoeder — ongewenste stoffen

KERNBEGRIP

* Ongewenste stoffen: alle stoffen en producten, met uitzondering van ziekteverwekkers, die aanwezig zijn in en/of op het product dat is bedoeld voor het voederen van dieren en die een potentieel gevaar opleveren voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu of die de dierlijke productie ongunstig kunnen beïnvloeden.

BESLUIT

Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PB L 140, 30.5.2002, blz. 10-22).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2002/32/EG en bijbehorende bijlagen werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165, 30.4.2004, blz. 1-141). Tekst geherpubliceerd in corrigendum (PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1-52)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 04.01.2016