Welzijn van dieren tijdens het vervoer

1) DOELSTELLING

Het vervoer van dieren regelen, ten einde hun welzijn te garanderen.

2) MAATREGEL

Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van Richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG [Publicatieblad L 340 van 11.12.1991].

Gewijzigd bij Richtlijn 95/29/EG van de Raad van 29 juni 1995 [Publicatieblad L 148 van 30.6.1995].

Deze richtlijn wordt met ingang van 5 januari 2007 ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1/2005 .

3) SAMENVATTING

Het Europees Verdrag inzake de bescherming van dieren stelt vast dat dieren moeten worden gehuisvest, gevoederd en verzorgd op een wijze die op hun behoeften is afgestemd.

Volgens ramingen worden er in de Europese Unie ongeveer 1 miljoen dieren per dag vervoerd (pluimvee uitgezonderd). De grensoverschrijdende handel (incl. import/export uit/naar derde landen) is goed voor ongeveer 20 miljoen dieren per jaar.

Deze richtlijn is van toepassing op het vervoer van:

Ze is niet van toepassing op het vervoer:

Voor elk van de onder de richtlijn vallende soorten en naar gelang de wijze van vervoer (over land, over zee, door de lucht) zijn in de bijlagen bijzondere bepalingen vastgesteld voor het vervoer. De basisvoorwaarden inzake het welzijn van de dieren hebben met name betrekking op:

Alleen dieren die fit genoeg zijn, mogen worden vervoerd, onder voorwaarden die elk onnodig lijden voorkomen. Dieren die tijdens het vervoer ziek worden of gewond raken moeten zo spoedig mogelijk eerste hulp krijgen en zo nodig moeten zij een noodslachting ondergaan ten einde onnodig lijden te voorkomen.

Iedere natuurlijke of rechtspersoon die dieren vervoert met winstoogmerk moet daarvoor toestemming krijgen van en geregistreerd zijn bij de bevoegde autoriteit van een lidstaat. De vervoerde dieren moeten tijdens hun reis vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat en (bij reizen langer dan 8 uur) een reisschema. Het reisschema, waarin de tijdstippen en plaatsten zijn vermeld waarop de vervoerde dieren tijdens de reis gevoederd en gedrenkt zijn, wordt na afloop van de reis aan de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong gestuurd.

Invoer, doorvoer en vervoer van levende dieren op en over het grondgebied van de Gemeenschap vanuit derde landen is slechts toegestaan indien de exporteur en/of de importeur zich er schriftelijk toe verbinden de bepalingen van de onderhavige richtlijn na te leven.

De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zien toe op de naleving van deze richtlijn. Zij controleren de vervoermiddelen en dieren bij hun aankomst op de plaatsen van bestemming alsmede op markten, vertrekplaatsen, halteplaatsen en overlaadplaatsen. De lidstaten leggen een gedetailleerd jaarverslag voor van de verrichte controles die betrekking moeten hebben op een geschikt monster van de vervoerde dieren, met onder meer nadere gegevens over de geconstateerde overtredingen. Bovendien kunnen er controles worden verricht tijdens het vervoer van dieren wanneer een overtreding wordt vermoed. Deskundigen van de Commissie kunnen in samenwerking met de bevoegde autoriteit controles ter plaatse verrichten ten einde een uniforme toepassing van de richtlijn te waarborgen.

De lidstaten stellen de vereiste specifieke maatregelen vast om elke overtreding van deze richtlijn te bestraffen. Zij verlenen elkaar wederzijdse bijstand overeenkomstig de bij Richtlijn 89/608/EEG vastgestelde bepalingen met het oog op de juiste toepassing van de veterinaire en zoötechnische wetgeving.

De Commissie dient een verslag in, eventueel vergezeld van voorstellen voor de vaststelling van de normen waaraan de vervoermiddelen moeten voldoen [Verordening (EG) nr. 411/98]. Bovendien stelt zij de communautaire criteria vast waaraan de halteplaatsen moeten voldoen waar de dieren gedurende ten minste 24 uur worden uitgeladen, gedrenkt en gevoederd [Verordening (EG) nr. 1255/97].

Drie jaar na de tenuitvoerlegging van deze richtlijn dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de ervaringen in de lidstaten, eventueel vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze bepalingen, waarover de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt.

De Richtlijnen 77/489/EEG en 81/389/EEG worden op 1 januari 1993 ingetrokken.

Maatregel

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum van omzetting in de lidstaten

Richtlijn 91/628/EEG

01.01.1993

01.01.1993

Richtlijn 95/29/EG

30.06.1995

31.12.199631.12.1997 (Hoofdstuk VII, punt 3)

4) toepassingsmaatregelen

VERSLAGEN

Mededeling van de Commissie aan de Raad overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Richtlijn 91/628/EEG [COM(93) 330 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de ervaringen van de lidstaten sinds de tenuitvoerlegging van Richtlijn 95/29/EG van de Raad tot wijziging van Richtlijn 91/628/EEG inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer [COM(2000) 809 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de toepassing van de verschillende ventilatiesystemen voor wegvoertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van dieren bij reizen van meer dan acht uur [COM(2001) 197 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 16 juli 2003 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer [COM(2003) 425 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad].

REIZEN VAN MEER DAN ACHT UUR

Verordening (EG) nr. 411/98 van de Raad van 16 februari 1998 tot vaststelling van aanvullende normen betreffende de bescherming van dieren voor wegvoertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van dieren bij reizen van meer dan acht uur [Publicatieblad L 52 van 21.02.1998].

Wanneer de reistijd acht uur overschrijdt, moeten de wegvoertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens in de Gemeenschap, voldoen aan aanvullende eisen. Deze eisen betreffen het strooisel, het voeder, de drenkvoorzieningen, de toegang tot de voertuigen, de ventilatie, de schotten.

HALTEPLAATSEN

Verordening (EG) nr. 1255/97 betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema [Publicatieblad L 174 van 02.07.1997].

Deze verordening geldt uitsluitend voor halteplaatsen in de Europese Gemeenschap waar gedurende ten minste vierentwintig uur als huisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens worden opgevangen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VII van de bijlage van Richtlijn 91/628/EEG en onverminderd de bepalingen van de Richtlijnen 64/432/EEG, 80/213/EEG, 85/511/EEG, 89/608/EEG, 90/425/EEG, 90/426/EEG, 91/68/EEG, 91/496/EEG, 92/102/EEG en 93/119/EG.

Gewijzigd bij:

Verordening (EG) nr. 1040/2003 van de Raad van 11 juni 2003 [Publicatieblad L 151 van 19.06.2003]. Halteplaatsen mogen uitsluitend worden gebruikt om dieren onderweg op te vangen, te voederen, te drenken, te laten rusten, onder te brengen, te verzorgen en verder te zenden. Op halteplaatsen mogen tegelijkertijd alleen dieren aanwezig zijn die dezelfde gecertificeerde gezondheidsstatus hebben. Een nieuwe procedure maakt een snelle wijziging mogelijk van Verordening (EG) nr. 1255/97, afhankelijk van de veterinairrechtelijke situatie in de Gemeenschap.

SPECIALE VOORSCHRIFTEN VOOR BEPAALDE GEOGRAFISCHE ZONES

Beschikking 94/96/EG van de Commissie van 3 februari 1994 [Publicatieblad L 50 van 22.02.1994]. Beschikking van de Commissie van 3 februari 1994 tot vaststelling, op grond van artikel 16 van Richtlijn 91/628/EEG van de Raad, van speciale voorschriften voor het welzijn van dieren tijdens het vervoer in bepaalde delen van Griekenland.

5) verdere werkzaamheden

Beschikking 2001/298/EG van de Commissie van 30 maart 2001 tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 64/432/EEG, 90/426/EEG, 91/68/EEG en 92/65/EEG van de Raad en bij Beschikking 94/273/EG van de Commissie, ten aanzien van de bescherming van dieren tijdens het vervoer (Voor de EER relevante tekst) [Publicatieblad L 102 van 12.04.2001].

Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 21 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 [Publicatieblad L 3 van 05.01.2005].

Deze verordening bevat een grondige herziening van de communautaire regels voor dierentransporten. Er worden strengere regels vastgesteld voor transporten van meer dan 9 uur, zowel voor nationale als voor internationale transporten. Ook krijgen de dieren meer ruimte naar gelang van de diersoort en de reisduur. Verder wordt de verantwoordelijkheid van alle bij het vervoer van dieren betrokken personen vastgesteld en komt er een verplichte opleiding voor chauffeurs en personeel dat tijdens het vervoer met dieren omgaat. Bij deze verordening wordt Richtlijn 91/628/EEG met ingang van 5 januari 2007 ingetrokken en vervangen.

Laatste wijziging: 30.03.2005