Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan (2004-2010)

Het Europees Jaar van personen met een handicap 2003 heeft de Commissie de nodige impulsen gegeven voor het opzetten van een meerjarig actieplan. Het is de bedoeling om tussen nu en 2010 de gehandicaptenvraagstukken in het relevante Gemeenschapsbeleid op te nemen en op de belangrijkste gebieden concrete maatregelen te nemen om personen met een handicap beter in de economie en de samenleving te integreren.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 30 oktober 2003 aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Gelijke kansen voor personen met een handicap: een Europees actieplan [COM(2003) 650 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Het voorgestelde actieplan heeft betrekking op de periode 2004-2010 en is bedoeld om in het uitgebreide Europa tot een duurzame en uitvoerbare aanpak van de gehandicaptenvraagstukken te komen. Het is opgebouwd rond drie doelstellingen:

POLITIEKE CONTEXT

De integrale aanpak van de Europese Unie: doelstellingen en middelen

De communautaire actie is dan ook toegespitst op de erkenning en de bescherming van de rechten van personen met een handicap.

Ook het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie biedt specifieke bescherming voor de rechten van personen met een handicap en de opname van het handvest in het verdrag van Lissabon is een zeer grote stap voorwaarts.

Zoals de Commissie in haar mededeling "Naar een Europa zonder drempels voor mensen met een functiebeperking" van mei 2000 schreef, moeten de technische en wettelijke belemmeringen in de samenleving die een effectieve participatie van personen met een handicap in de kenniseconomie en -maatschappij in de weg staan, uit de weg worden geruimd.

Feiten en ontwikkelingen

De definities van een handicap en de daarbij gehanteerde criteria worden nu in de nationale wetgeving vastgesteld en variëren van lidstaat tot lidstaat.

Uit de onderzoeken die in 2001 op EU-niveau zijn uitgevoerd, blijkt dat 14,5% van de beroepsbevolking (in de leeftijd van 16 tot 64 jaar) van de EU-15 (Zweden uitgezonderd) een of andere vorm van handicap heeft. Voor de tien nieuwe lidstaten bedroeg dit percentage 25%.

Deze resultaten tonen ook aan dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen veroudering en handicaps. Door de vergrijzing van de bevolking en de verbetering van de gezondheidszorg neemt het aantal mensen met een handicap in de EU toe en dat aantal zal blijven toenemen.

Slechts 42% van de personen met een handicap is aan het werk (tegenover bijna 65% van de niet-gehandicapte bevolking) en 52% van de personen met een handicap behoort tot de niet-beroepsbevolking (tegenover 28% van de niet-gehandicapte bevolking).

Uit deze cijfers kan worden geconcludeerd dat personen met een handicap, hoewel ze moeilijkheden ondervinden om werk te vinden, een onbenut potentieel voor verdere economische groei vormen.

Wat de EU tot nu toe heeft bereikt

De Raad heeft in november 2000 zijn goedkeuring gehecht aan Richtlijn 2000/78/EG, die alle vormen van directe en indirecte discriminatie op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid bij de toegang tot arbeid verbiedt. Wat handicaps betreft, wordt in de richtlijn erkend dat het achterwege laten van redelijke aanpassingen op het werk een discriminatie kan vormen.

Het communautaire actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) beoogt de lidstaten bij hun strijd tegen discriminatie te steunen, met name bij discriminatie op grond van een handicap.

De Commissie ondersteunt de wereldwijde inspanningen voor de volledige en gelijke toepassing van de mensenrechten op personen met een handicap. Zo steunt ze de Conventie van de Verenigde Naties voor de bevordering en bescherming van de mensenrechten voor personen met een handicap.

Om de mobiliteit van personen met een handicap te vergemakkelijken, heeft de Commissie toegezegd dat ze het aantal tussen lidstaten niet-exporteerbare invaliditeitsuitkeringen zal verminderen (geplande wijziging van Verordening (EEG) nr. 883/2004 betreffende de sociale zekerheidsregelingen).

Eerste fase van het actieplan (2004-2005)

In de eerste fase van dit actieplan, die twee jaar loopt (2004-2005), zal vooral gewerkt worden aan de totstandbrenging van de nodige voorwaarden om de arbeidsparticipatie van personen met een handicap te bevorderen, terwijl erop wordt toegezien dat personen met een handicap in dit verband hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen (empowerment).

De prioritaire actiegebieden zijn gegroepeerd onder vier pijlers:

Richtlijn 2000/78/EG verplicht bepaalde lidstaten aanzienlijke wijzigingen aan te brengen in hun bestaande voorschriften. Ze heeft verregaande implicaties voor werkgevers, zowel in de publieke als de particuliere sector, en voor hun beleid ten aanzien van personen met een handicap. Om te garanderen dat deze richtlijn op doeltreffende wijze wordt toegepast, is de bewustmaking van alle betrokkenen van cruciaal belang. Daarom heeft de Commissie in juni 2003 in alle lidstaten een voorlichtingscampagne gelanceerd, waarmee werkgevers en werknemers geïnformeerd worden over hun nieuwe rechten op het werk.

Met de voornaamste programma's van het Europees Sociaal Fonds en het Gemeenschapsinitiatief EQUAL worden tal van maatregelen voor de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt gefinancierd en worden vernieuwende benaderingen ten aanzien van specifieke aspecten van de integratie op de arbeidsmarkt uitgetest.

De Commissie heeft ook inspanningen geleverd in het kader van het concurrentiebeleid: in november 2002 is een verordening over nationale overheidssteun voor de werkgelegenheid goedgekeurd, die lidstaten toestaat tot 60% van de jaarlijkse loonkosten en socialezekerheidsbijdragen voor hun rekening te nemen als een werkgever een werknemer met een handicap in dienst neemt. Ter compensatie van de lagere productiviteit en voor aanpassingen aan gebouwen kan eveneens steun worden verleend.

Inzake gezondheid en veiligheid op het werk bepaalt Richtlijn 89/654/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen het volgende: "Bij de inrichting van de arbeidsplaatsen moet in voorkomend geval met gehandicapte werknemers rekening worden gehouden".

Een van de mogelijkheden om de belemmeringen voor personen met een handicap op het gebied van onderwijs, scholing en levenslang leren uit de weg te ruimen ligt in het gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologie (ICT). In het voorstel van de Commissie voor een programma op het gebied van e-leren wordt dan ook uitdrukkelijk naar de behoeften van personen met een handicap verwezen, net als in het actieplan ter bevordering van het leren van talen en de taalverscheidenheid en in het actieplan voor vaardigheden en mobiliteit.

Op het gebied van onderwijs, scholing en jongeren moet de Commissie:

Inzake onderzoek zal de Commissie de resultaten verspreiden en gebruiken van in het kader van het Zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling uitgevoerde studies.

De activiteiten in verband met toegankelijkheid die in het kader van het actieplan eEurope 2002 zijn uitgevoerd, hebben goede resultaten opgeleverd waarmee verder gewerkt moet worden. Anderzijds hebben de lidstaten de in het kader van het W3C/WAI-initiatief uitgewerkte richtsnoeren voor de toegankelijkheid van websites van de overheid goedgekeurd. In december 2002 heeft de Raad bovendien zijn goedkeuring gegeven aan een resolutie over e-toegankelijkheid.

Het actieplan eEurope 2005 wil dat personen met een handicap en andere groepen kansarmen kunnen deelnemen aan en gelijke toegang hebben tot de grote nieuwigheden op het gebied van online-overheidsdiensten, e-overheid (e-government), e-leren (e-learning) en e-gezondheid (e-health); daarnaast zal worden gewerkt aan een dynamisch en toegankelijk klimaat voor elektronisch zakendoen (e-business).

Voor een betere en daadwerkelijke toegang tot het werk voor personen met een handicap moeten meer gebouwen worden ontworpen en gebouwd volgens het beginsel van "universal design" (of Design for All").

Ook de beschikbaarheid van infrastructuur op het gebied van cultuur en vrijetijdsbesteding is essentieel voor de verbetering van de levenskwaliteit van personen met een handicap. Dat heeft de Raad erkend in zijn resolutie van 6 mei 2003 over de toegankelijkheid van de culturele infrastructuur en de culturele activiteiten voor personen met een handicap en eveneens in zijn resolutie van 21 mei 2002 over de toekomst van het Europese toerisme, waarin de Commissie, de lidstaten en de andere betrokkenen worden opgeroepen om zich nog meer in te spannen voor een betere toegankelijkheid van toeristische bezienswaardigheden voor personen met een handicap.

Tot slot wil de Commissie in haar witboek "Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen" het gebruik van toegankelijk vervoer bevorderen.

De Commissie moet aanvullende acties ondernemen op de volgende gebieden:

Tweede fase van het actieplan (2006-2007)

In de tweede fase van dit actieplan, die twee jaar loopt (2006-2007), zal vooral gewerkt worden aan de actieve integratie en het zelfstandig leven (personen met een handicap hebben recht op maatregelen die hun onafhankelijkheid, hun integratie in de samenleving en op de arbeidsmarkt en hun participatie aan het maatschappelijk leven waarborgen). De vier prioriteiten van deze fase zijn:

TOEZICHT EN FOLLOW-UP

Verbetering van de uitvoeringscapaciteit

De werkgroep Gehandicaptenvraagstukken van de diensten van de Commissie moet de uitvoering van het actieplan bevorderen en op de uitvoering van de geïntegreerde strategie door de verschillende diensten van de Commissie toezien. Hij moet ook verslag uitbrengen aan de groep Commissieleden die voor gelijke kansen bevoegd zijn.

De werkgroep op hoog niveau inzake gehandicapten, die wordt voorgezeten door de Commissie en uit Europese nationale overheidsdeskundigen bestaat, krijgt tot taak synergieën tussen het beleid in de lidstaten te ontwikkelen.

De EU zal uitgebreider samenwerken met organisaties zoals de Verenigde Naties, de Raad van Europa, het Europees Agentschap voor gezondheid en veiligheid op het werk, Europese normalisatie-organisaties zoals het CEN, het European Special Needs Education Agency en de Europese Stichting tot verbetering van de levensomstandigheden, zodat relaties ontstaan die voor iedereen lonend zijn en gebruik kan worden gemaakt van de deskundigheid van deze organisaties en hun werkzaamheden in reflectiegroepen.

Versterking van de governance

De Commissie stelt voor uitgebreider samen te werken met de vertegenwoordigers van verenigingen van personen met een handicap, met name met het European Disability Forum. Ze stelt ook voor dat de werkgroep op hoog niveau vaker met de maatschappelijke organisaties van gedachten wisselt. Ze verzoekt de sociale partners volledig mee te werken aan de bevordering van de gelijkheid van personen met een handicap.

De Commissie moedigt de interinstitutionele samenwerking tussen de instellingen en organen van de EU aan, in het bijzonder met de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken van het Parlement en met de werkgroep Gehandicapten.

Verslag van de Commissie over de situatie van personen met een handicap

In het verslag van de Commissie over personen met een handicap moet specifiek aandacht worden besteed aan de inspanningen die in het kader van het Gemeenschapsbeleid geleverd worden om de gelijke kansen van personen met een handicap te bevorderen. Daarnaast moeten in het verslag gerichte bijdragen van de lidstaten worden opgenomen, waarin hun verwezenlijkingen worden toegelicht, vooral in verband met de integratie van gehandicaptenvraagstukken in het relevante nationale beleid. De Commissie moet om de twee jaar een openbaar verslag opstellen aan de hand van een met de lidstaten en de vertegenwoordigers van personen met een handicap afgesproken structuur.

Laatste wijziging: 03.02.2011