Medische hulpverlening aan boord van schepen
Zeeschepen zijn werkplaatsen die o.a. omwille van de geografisch geïsoleerde situatie een verhoogd risico stellen voor de veiligheid en gezondheid van werknemers aan boord. Schepen moeten toereikende faciliteiten hebben, die regelmatig worden gecontroleerd, zodat werknemers op zee de nodige medische hulpverlening kunnen krijgen.
BESLUIT
Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen
SAMENVATTING
Zeeschepen zijn werkplaatsen die o.a. omwille van de geografisch geïsoleerde situatie een verhoogd risico stellen voor de veiligheid en gezondheid van werknemers aan boord. Schepen moeten toereikende faciliteiten hebben, die regelmatig worden gecontroleerd, zodat werknemers op zee de nodige medische hulpverlening kunnen krijgen.
WAT DOET DEZE RICHTLIJN?
Deze richtlijn moet verzekeren dat minimale veiligheids- en gezondheidssystemen voorhanden zijn om de medische hulpverlening aan boord van schepen te verbeteren.
KERNPUNTEN
Ieder EU-land moet verzekeren dat schepen die in dat land zijn geregistreerd, of die de vlag van dat land voeren, medische uitrusting aan boord hebben. De specifieke vereisten hangen af van de categorie van het schip en de details vermeld in de bijlagen bij deze richtlijn. Bovendien moet:
Elk schip dat gevaarlijke stoffen vervoert, moet de geschikte antidota aan boord hebben. Veerboten moeten altijd beschikken over een minimum aan antidota (zoals genoemd in bijlage II), aangezien de aard van de vervoerde gevaarlijke stoffen niet altijd tijdig van tevoren bekend kan zijn. Bij overtochten op een lijnverbinding met een duur van minder dan twee uur mag evenwel worden volstaan met antidota die in zeer dringende gevallen moeten worden toegediend. Alle beschikbare antidota moeten worden opgenomen in een checklist.
De eigenaar is verantwoordelijk voor het leveren van de medische uitrusting. De kapitein, of een gedelegeerde vertegenwoordiger, is verantwoordelijk voor het beheer van de medische uitrusting, die in goede staat moet worden gehouden en systematisch moet worden aangevuld en/of vernieuwd op kosten van de eigenaar.
De medische uitrusting moet vergezeld gaan van gebruiksaanwijzingen, met inbegrip van informatie over het gebruik van de vereiste antidota.
Zeevaartopleidingen moeten een basisopleiding omvatten inzake medische hulpverleningsmaatregelen en levensreddende maatregelen die bij een ongeval of een ernstig medisch spoedgeval moeten worden genomen. De kapitein, of de gedelegeerde werknemer die verantwoordelijk is voor de medische uitrusting, moet minstens om de vijf jaar een speciale opleiding krijgen.
Er moeten centra worden aangewezen om de werknemers gratis medisch advies via de radio te verstrekken, o.a. door artsen die vertrouwd zijn met de bijzondere omstandigheden aan boord van een schip.
EU-landen moeten ervoor zorgen dat jaarlijkse controles worden uitgevoerd om te verifiëren of de medische uitrusting in overeenstemming is met de richtlijn.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn werd van kracht op 10 april 1992.
ACHTERGROND
Na de uitbraak van COVID-19 en de introductie van maatregelen om met de gevolgen van de crisis om te gaan, heeft de Europese Commissie het volgende aangenomen:
REFERENTIES
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Richtlijn 92/29/EEG |
10.4.1994 |
31.12.1994 |
Wijzigingsbesluit(en) |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Verordening (EG) nr. 1882/2003 |
20.11.2003 |
- |
|
Richtlijn 2007/30/EG |
28.6.2007 |
31.12.2012 |
|
Verordening (EG) nr. 1137/2008 |
11.12.2008 |
- |
De opeenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 92/29/EEG zijn opgenomen in de originele tekst. Deze geconsolideerde versie is alleen van documentaire waarde.
Laatste bijwerking 08.05.2020