Actieplan voor vaardigheden en mobiliteit

De Europese arbeidsmarkt kan slechts correct functioneren als de Europese burgers vrij zijn om te veranderen van baan, beroep, land of regio. Het is aan de Commissie ervoor te zorgen dat het vrije verkeer van werknemers tussen de lidstaten, zoals vastgelegd in de Verdragen, gegarandeerd is en in de praktijk werkt. Maatregelen ter bevordering van de vaardigheidsontwikkeling en ter bestrijding van tekorten aan vaardigheden en knelpunten op de arbeidsmarkt die remmend werken op de economie van de Europese Unie, zijn onlosmakelijk verbonden met arbeidsmobiliteit. Dit actieplan had tot doel ervoor te zorgen dat de Europese arbeidsmarkten tegen 2005 voor iedereen open en toegankelijk waren.

BESLUIT

Mededeling van 13 februari 2002 van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Actieplan van de Commissie voor vaardigheden en mobiliteit [COM(2002) 72 def - Niet verschenen in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Het actieplan komt tegemoet aan de noodzakelijke versterking van de arbeidsmobiliteit (m.a.w. het veranderen van baan) van werknemers uit armere regio's naar rijkere regio's van de Europese Unie. In 2000 had slechts 0,1 % van de Europese bevolking zijn officiële verblijfplaats in een ander land en in 1999 is slechts 1,2 % gaan wonen in een andere regio. Deze geringe geografische mobiliteit wordt een bijzonder ernstig probleem wanneer zij de beroepsmobiliteit in de achtergestelde regio's beperkt.

In het actieplan wordt niet alleen gewezen op de drie fundamentele uitdagingen, met name de onvoldoende arbeidsmobiliteit, de geringe geografische mobiliteit en de versnipperde informatie over de mobiliteit, maar worden ook een aantal dringende werkzaamheden omschreven.

Prioritaire acties

Met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, overweegt de Commissie om een aantal prioritaire acties uit te voeren die een antwoord bieden op de grote uitdagingen inzake beroepsmobiliteit, geografische mobiliteit en ontoereikende informatie.

Om de mobiliteit van de Europese werknemers tegen 2005 aanzienlijk te verbeteren, stelt de Commissie de volgende prioritaire acties voor:

Een versterking van de arbeidsmobiliteit en de vaardigheidsontwikkeling houdt in dat:

De bevordering van de geografische mobiliteit houdt in dat:

Meer informatie en transparantie over de arbeidsmogelijkheden houdt in dat:

De Commissie zal ter gelegenheid van de voorjaarsbijeenkomsten van de Europese Raad jaarlijks een evaluatie maken van de implementatie van dit actieplan.

Context

Om de in maart 2000 in Lissabon vastgelegde doelstellingen - méér en betere banen, een sterkere sociale samenhang, de oprichting van een Europese kennisruimte - te kunnen verwezenlijken, hebben wij een geschoolde beroepsbevolking nodig die over aanpassingsvermogen beschikt, en moeten de Europese arbeidsmarkten opener en toegankelijker worden. Dit actieplan roept de lidstaten, de ondernemingen en de werknemers zelf op om beter te voldoen aan de nieuwe eisen van de arbeidsmarkt en geeft de Europese regeringen ook een concrete doelstelling op korte termijn: de invoering van een Europese ziekteverzekeringskaart.

Na haar mededeling over de nieuwe Europese arbeidsmarkten, die de verdienste had dat zij tijdens de Europese Raad van Stockholm in maart 2001 het debat over de mobiliteit op gang heeft gebracht, heeft de Commissie een Task Force op hoog niveau gevraagd een verslag op te stellen, dat de basis van dit actieplan vormt.

Dit document put ook uit de nieuwe Europese initiatieven die erop gericht zijn een Europese ruimte voor levenslang leren te realiseren en bij te dragen tot de mobiliteit van de burgers (zie met name de aanbeveling (esdeenfr) van het Europees Parlement en de Raad over de mobiliteit en het daarbij behorende actieplan (esdeenfr), waaraan door de lidstaten goedkeuring is verleend).

Om tegen 2005 de doelstelling van opener en toegankelijker arbeidsmarkten in de EU te bereiken, zal de Commissie er zorg voor dragen dat het actieplan in aanmerking genomen wordt bij de komende herziening van de Europese werkgelegenheidsstrategie en bij alle initiatieven om een Europese ruimte voor een leven lang leren te realiseren.

GERELATEERDE BESLUITEN

Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2007 - Eindverslag over de uitvoering van het actieplan van de Commissie voor vaardigheden en mobiliteit [COM(2007) 24 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. De Commissie evalueert de uitvoering van het actieplan met name in het licht van het verslag van 2004, waarvan bepaalde acties pas werden uitgevoerd, en van de nieuwe geïntegreerde economische en werkgelegenheidsrichtsnoeren 2005-2008.

Het actieplan draagt bij aan open en voor iedereen toegankelijke Europese arbeidsmarkten tegen de achtergrond van:

Toch moet voor een aantal uitdagingen een passende aanpak worden gevonden, zodat de uitvoering van het actieplan wordt versterkt en de Europeanen zich bewust worden van de professionele en geografische veranderingen en van hun rechten en mogelijkheden. Voorts hebben de belangrijkste uitdagingen betrekking op:

Aanbeveling (EG) nr. 2006/961 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 over transnationale mobiliteit in het onderwijs en de beroepsopleiding in de Europese Gemeenschap: Europees handvest voor kwaliteit bij mobiliteit (esdeenfr) [Publicatieblad L 394 van 30.12.2006].

Mededeling van de Commissie van 6 februari 2004 aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Verslag over de uitvoering van het actieplan van de Commissie voor vaardigheden en mobiliteit [COM(2004) 66 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. In de context van de economische groeivertraging (in 2002 was het groeipercentage van het Europees BBP rond 1 %, terwijl voor 2003 een groei van 0,8 % werd verwacht) met de daaruit voortvloeiende daling van het aantal vacatures, is men minder geneigd om van werk te veranderen, en dat heeft een negatief effect op de algemene mobiliteitsgraad. Zo was het aantal werknemers dat in 2002 minder dan 1 jaar bij hun werkgever in dienst was gebleven (16,4 %) gedaald ten opzichte van 2000 (17,5 %).

Maar bij het afwegen van de positieve en negatieve ontwikkelingen wordt er in het verslag op gewezen dat de beroepsmobiliteit geprofiteerd heeft van een reeks door de Raad vastgelegde benchmarks die tegen 2010 moeten zijn gehaald, en van het Europass-kader dat werd ingevoerd om de transparantie en overdraagbaarheid van kwalificaties te ondersteunen. Ondanks de achterstand voor wat de richtlijn over de harmonisatie van de erkenning van kwalificaties en die over de immigratie voor beroepsdoeleinden betreft, zijn er inzake de geografische mobiliteit toch goede vorderingen gemaakt door met name de invoering van de Europese ziekteverzekeringskaart (esdeenfr) en een betere coördinatie van de socialezekerheidsrechten. Bovendien zijn de transparantie en de informatie over vacatures bevorderd door een aantal positieve maatregelen zoals de opening van een Europees portaal (EN) voor beroepsmobiliteit, de lancering van de informatiecampagne over mobiliteit, en de modernisering van Eures.

Anderzijds onderstreept de Commissie dat aan deze kwesties almaar meer aandacht wordt besteed in de huidige werkgelegenheidsrichtsnoeren en in de aanverwante werkzaamheden in het kader van het programma 2010 betreffende het onderwijs en de beroepsopleiding. De nieuwe Europese Werkgelegenheidsstrategie die op 22 juli 2003 door de Raad werd aangenomen, spoort de lidstaten onder meer aan de erkenning en de transparantie van kwalificaties en vaardigheden alsook de overdracht van socialezekerheidsrechten en pensioenrechten te verbeteren, passende stimulansen te geven in de belasting- en uitkeringstelsels, en rekening te houden met de arbeidsmarktaspecten van immigratie. Er wordt ook als streefdoel gesteld dat de werkzoekenden in de hele EU tegen 2005 in staat moeten zijn alle via de nationale arbeidsbureaus bekendgemaakte vacatures te raadplegen. De lidstaten worden tevens aangemoedigd tot het toepassen van strategieën voor een leven lang leren die aansluiten bij de toekomstige doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels.

Tot slot wijst de Commissie enkele gebieden aan waarop nog nieuwe acties nodig zijn:

Ook moeten nog steeds hinderpalen voor de geografische en de beroepsmobiliteit worden weggeruimd.

Resolutie (esdeenfr) van de Raad van 3 juni 2002 inzake vaardigheden en mobiliteit [Publicatieblad C 162 van 6.7.2002]

Laatste wijziging: 28.06.2007