Het subsidiariteitsbeginsel

INLEIDING

Het subsidiariteitsbeginsel is fundamenteel voor de werking van de Europese Unie (EU), en meer bepaald voor de Europese besluitvormingsprocedures. Dit beginsel bepaalt of de EU bevoegd is om besluiten te nemen en zorgt ervoor dat de besluiten zo dicht mogelijk bij de burgers worden genomen.

Het subsidiariteitsbeginsel werd bekrachtigd door artikel 5 van het Verdrag betreffende de EU. In dat artikel werden nog twee andere beginselen opgenomen die ook als essentieel beschouwd worden voor de Europese besluitvorming: de beginselen van bevoegdheidstoedeling en evenredigheid.

Het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid legt de inwerkingstelling van het subsidiariteitsbeginsel vast. Bovendien heeft het Verdrag van Lissabon het beginsel kracht bijgezet door meerdere controlemechanismen in te voeren met het oog op een correcte toepassing ervan.

DEFINITIE

Het subsidiariteitsbeginsel beoogt het bepalen van het meest geschikte interventieniveau op vlak van gedeelde bevoegdheden tussen de EU en de EU-landen. Dit kan gaan om Europese, nationale of lokale zaken. In al deze gevallen mag de EU slechts tussenkomen als zij in staat is doeltreffender op te treden dan EU-landen op hun respectievelijke nationale of lokale niveau. Het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid houdt drie criteria in die de mogelijkheid tot een tussenkomst op EU-niveau moeten bevestigen of ontkrachten:

Het subsidiariteitsbeginsel heeft ook als doel de EU en haar burgers dichter bij elkaar te brengen door, als dat nodig wordt geacht, op lokaal niveau op te treden. Het subsidiariteitsbeginsel betekent echter niet dat er altijd een zo dicht mogelijk bij de burgers aanleunende actie moet worden ondernomen.

COMPLEMENTARITEIT MET DE BEGINSELEN VAN BEVOEGDHEIDSTOEDELING EN EVENREDIGHEID

Artikel 5 van het verdrag betreffende de EU begrenst de bevoegdheden tussen het EU-niveau en het niveau van de EU-landen. Dit artikel beroept zich eerst en vooral op het beginsel van bevoegdheidstoedeling dat verklaart dat de EU slechts over de bevoegdheden beschikt die haar werden toegewezen door de Verdragen.

De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn een logisch gevolg van het beginsel van bevoegdheidstoedeling. Ze bepalen in welke mate de EU de haar door de Verdragen toegewezen bevoegdheden mag gebruiken. Op grond van het beginsel van evenredigheid, mag de EU slechts de noodzakelijke middelen inzetten om de door de Verdragen vastgelegde doelstellingen te bereiken.

Zo mag de EU slechts optreden in een beleidsdomein als:

TOEZICHT OP HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL

De mechanismen voor toezicht op het subsidiariteitsbeginsel worden door het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid georganiseerd. Het Verdrag van Lissabon heeft dit protocol hervormd om dit toezicht te verbeteren en versterken.

Het protocol, ingeleid door het Verdrag van Amsterdam, houdt al enkele verplichtingen in bij de uitwerking van wetgevingsvoorstellen. Zo moet de Europese Commissie, vooraleer een wetgevingsvoorstel te doen, een Groenboek opstellen. Deze Groenboeken bestaan uit uitgebreide beraadslagingen. De Commissie kan op deze manier peilen naar de mening van de nationale en lokale instellingen en de burgerlijke bevolking over een wetsvoorstel, meer bepaald wat het subsidiariteitsbeginsel betreft.

Het protocol legt de Commissie bovendien de verplichting op om bij de wetgevingsvoorstellen een formulier te voegen dat de naleving van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid aantoont.

Het Verdrag van Lissabon is vernieuwend door de nationale parlementen volop te betrekken bij het toezicht op het subsidiariteitsbeginsel. De nationale parlementen voeren een dubbele controle uit:

Het Verdrag van Lissabon betrekt het Comité van de Regio’s ook bij het toezicht op het subsidiariteitsbeginsel. Naar het voorbeeld van de nationale parlementen kan het Comité ook een wetsbesluit aanvechten voor het Hof van Justitie van de EU als het Comité vindt dat het subsidiariteitsbeginsel niet wordt nageleefd.

Als onderdeel van de invoering van het initiatief Betere regelgeving, publiceert de Europese Commissie jaarlijkse verslagen over subsidiariteit en evenredigheid.

Laatste bijwerking 03.09.2015