Minimumeisen voor hergebruik van water
SAMENVATTING VAN:
Verordening (EU) 2020/741 inzake minimumeisen voor hergebruik van water
WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?
- De verordening bevat geharmoniseerde parameters om te garanderen dat water veilig kan worden hergebruikt voor landbouwirrigatie, om hergebruik van water aan te moedigen en droogte en waterstress te helpen aanpakken.
- De verordening beoogt ook een bijdrage te leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de VN, met name doelstelling nr. 6 met betrekking tot de beschikbaarheid en het duurzame beheer van water en sanitaire voorzieningen voor iedereen, en doelstelling nr. 12 met betrekking tot duurzame consumptie en productie.
KERNPUNTEN
Bij deze verordening worden minimumeisen voor waterkwaliteit en monitoring vastgesteld, evenals regels inzake risicobeheer, met het oog op het veilige gebruik van teruggewonnen water voor landbouwirrigatie in het kader van geïntegreerd waterbeheer.
De verordening bouwt voort op twee mededelingen van de Europese Commissie:
Toepassingsgebied
- De verordening is van toepassing wanneer gezuiverd stedelijk afvalwater wordt hergebruikt, overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Richtlijn 91/271/EEG inzake stedelijk afvalwater, voor landbouwirrigatie (zie samenvatting).
- Een EU-lidstaat kan besluiten dat het in een of meer van zijn stroomgebiedsdistricten of delen daarvan niet passend is water voor landbouwirrigatie te hergebruiken, op basis van specifieke criteria:
- de geografische en klimatologische omstandigheden van het district of delen daarvan;
- de druk op en de toestand van andere watervoorraden;
- de druk op en de toestand van de oppervlaktewaterlichamen waarin gezuiverd stedelijk afvalwater wordt geloosd;
- de milieu- en hulpbronkosten van teruggewonnen water en andere watervoorraden.
- Een dergelijk besluit moet naar behoren worden gemotiveerd en regelmatig worden geëvalueerd om rekening te houden met veranderende omstandigheden, zoals de prognoses inzake klimaatverandering en de nationale strategieën voor de aanpassing aan de klimaatverandering, evenals met de stroomgebiedsbeheersplannen die zijn vastgesteld op grond van de kaderrichtlijn water (Richtlijn 2000/60/EG — zie samenvatting).
- De verordening voorziet onder bepaalde voorwaarden in tijdelijke vrijstellingen van de regels voor onderzoeks- of proefprojecten.
De kwaliteit van teruggewonnen water
Exploitanten van waterterugwinningsvoorzieningen moeten ervoor zorgen dat voor landbouwirrigatie bestemd teruggewonnen water voldoet aan:
- de in bijlage I bij de verordening aan waterkwaliteit gestelde minimumeisen — die microbiologische elementen (zoals het gehalte aan Escherichia coli-bacteriën) en monitoringeisen voor routinematige en validatiemonitoring omvatten;
- alle eventuele aanvullende voorwaarden ten aanzien van waterkwaliteit die door de relevante autoriteit in de betrokken vergunning worden gesteld.
Risicobeheer
- De relevante nationale autoriteit moet ervoor zorgen dat er een risicobeheerplan voor hergebruik van water voor de productie, de levering en het gebruik van teruggewonnen water wordt opgesteld.
- Het risicobeheerplan voor hergebruik van water kan worden opgesteld door de exploitant van de waterterugwinningsvoorziening, andere partijen in het waterhergebruikproject of de eindgebruikers, naargelang het geval. In het risicobeheerplan moeten de verantwoordelijkheden inzake risicobeheer van alle partijen in het waterhergebruikproject worden vermeld.
- Het risicobeheerplan moet met name eventuele aanvullende eisen met betrekking tot de waterkwaliteit bevatten, evenals passende preventieve en/of corrigerende maatregelen en eventuele aanvullende barrières of maatregelen om de veiligheid van het systeem te garanderen.
Verplichtingen met betrekking tot vergunningen
- Voor productie of levering van teruggewonnen water voor landbouwirrigatie is een vergunning vereist.
- De betrokken partijen moeten een aanvraag indienen bij de relevante nationale autoriteit.
- In de vergunning staan de verplichtingen van de exploitant van de waterterugwinningsvoorziening en in voorkomend geval van de overige bij het waterhergebruiksysteem betrokken partijen. De verplichtingen vloeien voort uit het risicobeheerplan. Bij de verplichtingen moet een aantal elementen worden vermeld, waaronder:
- de kwaliteitsklasse(n) van het teruggewonnen water en het agrarisch gebruik waarvoor het teruggewonnen water is vergund, de plaats van gebruik, de waterterugwinningsvoorzieningen en het geraamde jaarlijkse volume teruggewonnen water dat zal worden geproduceerd;
- de voorwaarden met betrekking tot de minimumeisen voor waterkwaliteit en monitoring;
- de voorwaarden met betrekking tot aanvullende eisen voor de exploitant van de waterterugwinningsvoorziening, zoals vermeld in het risicobeheerplan voor hergebruik van water;
- eventuele andere voorwaarden die nodig zijn om onaanvaardbare risico’s voor het milieu en de gezondheid van mens en dier weg te nemen;
- de geldigheidsperiode van de vergunning;
- het nalevingspunt.
- Vergunningen moeten regelmatig worden getoetst en zo nodig worden geactualiseerd, ten minste als er sprake is van grote veranderingen in de behandelingsprocessen of de omgevingsomstandigheden.
Nalevingscontroles
- De relevante nationale autoriteit moet controleren of er wordt voldaan aan de voorwaarden van de vergunning. Dit kan als volgt geschieden:
- door controles ter plaatse;
- door verkregen gegevens te monitoren, met name die welke op grond van deze verordening zijn verkregen;
- alle andere passend geachte middelen.
- In de verordening staat ook welke maatregelen moeten worden genomen in geval van niet-naleving.
- Daarnaast moet de relevante nationale autoriteit regelmatig controleren of het risicobeheerplan voor hergebruik van water wordt nageleefd.
Transparantie en informatie-uitwisseling
- Er moeten nationale contactpunten worden aangewezen om indien nodig grensoverschrijdende samenwerking te vergemakkelijken.
- Om transparantie te waarborgen bevat de verordening ook regels met betrekking tot:
- bewustmaking;
- informatie die aan het publiek moet worden verstrekt;
- informatie over de monitoring van de uitvoering.
- De Commissie voert uiterlijk op 26 juni 2028 een evaluatie van de verordening uit.
Richtsnoeren
De Commissie heeft richtsnoeren gepubliceerd om de lidstaten en belanghebbenden te helpen de regels inzake hergebruik van water toe te passen. Bij de richtsnoeren zijn verschillende praktische voorbeelden gevoegd om de toepassing van de regels te vergemakkelijken.
VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?
Deze is van toepassing vanaf 26 juni 2023.
ACHTERGROND
Zie voor meer informatie:
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Verordening (EU) 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water (PB L 177 van 5.6.2020, blz. 32-55)
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Mededeling van de Commissie: Richtsnoeren ter ondersteuning van de toepassing van Verordening (EU) 2020/741 inzake minimumeisen voor hergebruik van water 2022/C 298/01 (PB L 298 van 5.8.2022, blz. 1-55)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Maak de cirkel rond — Een EU-actieplan voor de circulaire economie (COM(2015) 614 final van 2.12.2015)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Een blauwdruk voor het behoud van de Europese wateren (COM(2012) 673 final van 14.11.2012)
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — De aanpak van waterschaarste en droogte in de Europese Unie (COM(2007) 414 definitief van 18.7.2007)
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1-54) Tekst geherpubliceerd in corrigendum (PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3-21).
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 852/2004 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1-73)
Zie de geconsolideerde versie.
Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32-54)
Zie de geconsolideerde versie.
Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PB L 135 van 30.5.1991, blz. 40-52)
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 30.08.2022