Rapportage van financiële toezichtinformatie

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2015/534 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Verordening (EU) 2015/534 bevat regels en procedures, alsook het formaat en de frequentie, voor de rapportage van financiële toezichtinformatie door onder toezicht staande banken en groepen onder toezicht staande banken aan de nationale bevoegde autoriteiten en aan de Europese Centrale Bank (ECB).

KERNPUNTEN

In de EU gelden voor onder toezicht staande banken (“entiteiten”) eisen inzake regelmatige rapportage. In Verordening (EU) 2015/534 zijn de eisen opgenomen voor de rapportage van financiële toezichtinformatie door onder toezicht staande entiteiten aan de nationale bevoegde autoriteiten en de ECB in het kader van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM), het systeem voor financieel toezicht dat bestaat uit de ECB en de nationale bevoegde autoriteiten van de deelnemende EU-landen.

De verordening is gericht tot:

• belangrijke onder toezicht staande entiteiten — banken en bankgroepen die, volgens de GTM-kaderverordening, aan ten minste een van de volgende criteria voldoen en onder direct toezicht van de ECB staan:
  • totale activa van meer dan 30 miljard euro,
  • van economisch belang voor hun land of de EU als geheel,
  • totale activa van meer dan 5 miljard euro en grensoverschrijdende activa en passiva hoger dan 20 %,
  • financiële bijstand gevraagd of ontvangen van het Europees Stabiliteitsmechanisme of zijn voorganger, de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit,
  • een van de drie belangrijkste banken van een land zijn;
• minder belangrijke entiteiten — banken en bankgroepen die aan geen van de criteria voldoen en onder toezicht staan van hun nationale autoriteiten, waarbij de ECB toezicht houdt.

Nationale bevoegde autoriteiten (NBA’s):

• bepalen wanneer onder toezicht staande entiteiten financiële informatie aan hen moeten rapporteren;
• bewaken en garanderen de kwaliteit en betrouwbaarheid van de informatie die zij in een uniform technisch format aan de ECB toezenden;
• mogen de op basis van deze verordening verzamelde gegevens ook gebruiken voor andere taken.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

Verordening (EU) 2015/534 is sinds 1 april 2015 van toepassing.

ACHTERGROND

De ECB is verantwoordelijk voor de doeltreffende en consistente werking van het hele Europese systeem voor bankentoezicht, dat bestaat uit de ECB en de nationale banktoezichthouders van de deelnemende landen. De belangrijkste doelstellingen van dit toezicht zijn:

• de veiligheid en de degelijkheid van het Europese banksysteem waarborgen;
• de financiële integratie en stabiliteit vergroten;
• zorgen voor consistent toezicht.

Het Europees bankentoezicht is een van de twee pijlers van de EU-bankenunie, naast het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme.

De ECB houdt toezicht op alle belangrijke en minder belangrijke banken in de deelnemende landen door direct of indirect toezicht.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2015/534 van de Europese Centrale Bank van 17 maart 2015 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2015/13) (PB L 86 van 31.3.2015, blz. 13-151)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2015/534 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2020/605 van de Europese Centrale Bank van 9 april 2020 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/534 betreffende rapportage van financiële toezichtinformatie (ECB/2020/22) (PB L 145 van 7.5.2020, blz. 1-334)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1-1861)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1-50)

Besluit 2014/477/EU van de Europese Centrale Bank van 2 juli 2014 betreffende de verstrekking aan de Europese Centrale Bank van toezichtgegevens die de onder toezicht staande entiteiten overeenkomstig de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie aan de nationale bevoegde autoriteiten gerapporteerd hebben (ECB/2014/29) (PB L 214 van 19.7.2014, blz. 34-37)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63-89)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338-436)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1-337)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1-4)

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 30.10.2020