Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF)

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit 2013/103/EU over de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius uit 1999

Overeenkomst betreffende de toetreding van de EU tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), zoals gewijzigd bij het protocol van Vilnius van 1999

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN HET BESLUIT?

Met het besluit wordt namens de EU de overeenkomst gesloten om toe te treden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), zoals gewijzigd bij het protocol van Vilnius van 1999.

Met het besluit krijgt de EU de exclusieve bevoegdheid om wetgeving uit te vaardigen voor verschillende spoorwegkwesties die onder het COTIF vallen.

KERNPUNTEN

De Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) is op 1 mei 1985 opgericht naar aanleiding van het Verdrag van 1980 betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF 1980). COTIF 1980 is vervolgens gewijzigd bij het protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (nu COTIF 1999).

Het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) is de basistekst van de OTIF. Het regelt het beheer van de organisatie, de doelstellingen, de bevoegdheden, de betrekkingen met de lidstaten ervan en de activiteiten ervan in het algemeen.

Het doel van de OTIF is het bevorderen, verbeteren en faciliteren van het internationale spoorwegvervoer, met name door:

In lijn met artikel 3, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft de EU de exclusieve bevoegdheid om wetgeving uit te vaardigen voor diverse spoorwegaangelegenheden die onder het COTIF vallen. De toetreding van de EU tot het COTIF is daarom van essentieel belang om de EU in staat te stellen haar bevoegdheid op het gebied van internationale spoorwegbetrekkingen uit te oefenen indien deze interne bevoegdheid is vastgesteld. Daarom komen de EU-landen die in de Raad bijeenkomen voorafgaand aan de deelname van de EU aan de COTIF-vergaderingen een EU-standpunt overeen. De toetreding van de EU tot het COTIF waarborgt ook de rechtszekerheid voor andere OTIF-leden die spoorwegbetrekkingen aangaan met EU-landen, aangezien deze landen mogelijk niet meer profiteren van rechten of mogelijk individueel verplichtingen op zich nemen ten aanzien van niet-EU-landen over zaken waarvoor de EU als geheel bevoegd is.

De toetreding van de EU tot het COTIF maakt het mogelijk om een uniform rechtsstelsel te ontwikkelen dat van toepassing is op het internationale spoorwegvervoer van passagiers en goederen in alle landen die lid zijn van de OTIF. Toetreding is niet alleen een wettelijke verplichting voor de EU, het is ook in het belang van de bevordering van het spoorvervoer wereldwijd.

Het hoofdkantoor van de OTIF is gevestigd in Bern, Zwitserland. De organisatie wordt beheerd door:

De OTIF heeft momenteel 49 lidstaten uit Europa, het Midden-Oosten, Azië en Noord-Afrika, en 1 geassocieerde lidstaat (Jordanië).

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De overeenkomst is op 1 juli 2011 in werking getreden. De EU is tot dit verdrag toegetreden als regionale organisatie voor economische integratie.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Besluit van de Raad van 2013/103/EU 16 juni 2011 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (PB L 51 van 23.2.2013, blz. 1-7)

Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer betreffende de toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (PB L 51 van 23.2.2013, blz. 8-10)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Besluit (EU) 2018/768 van de Raad van 22 mei 2018 tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen op de 55e zitting van de commissie van deskundigen betreffende het spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer met betrekking tot bepaalde wijzigingen in aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (PB L 129 van 25.5.2018, blz. 77-79)

Besluit (EU) 2018/319 van de Raad van 27 februari 2018 tot vaststelling van het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 26e zitting van de Herzieningscommissie van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer ten aanzien van bepaalde amendementen op het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer en op de aanhangsels daarvan (PB L 62 van 5.3.2018, blz. 10-17)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Eerste deel — De beginselen — Titel I — Categorieën en gebieden van bevoegdheden van de Unie — Artikel 3 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 51)

Besluit (EU) 2016/833 van de Raad van 17 mei 2016 tot vaststelling van het standpunt dat door de Europese Unie moet worden ingenomen op de 54e zitting van de commissie van deskundigen betreffende het spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen, opgericht door de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF), voor wat betreft bepaalde wijzigingen in aanhangsel C van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (PB L 140 van 27.5.2016, blz. 12-14)

Standpunt (EU) nr. 13/2015 van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en van Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad — Door de raad vastgesteld op 18 september 2015 (PB C 360 van 30.10.2015, blz. 1-36)

Besluit (EU) 2015/1734 van de Raad van 18 september 2015 tot vaststelling van het namens de Unie in te nemen standpunt tijdens de 12e algemene vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) ten aanzien van bepaalde wijzigingen van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (Cotif) en de aanhangsels daarbij (PB L 252 van 29.9.2015, blz. 43-48)

Informatie over de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (PB L 183 van 13.7.2011, blz. 1)

Laatste bijwerking 19.12.2018