Integratie in de Europese Unie
Versterking van het stabilisatie- en associatiebeleid van de Europese Unie ten aanzien van de landen van Zuidoost-Europa en vastlegging van een programma voor de integratie van deze landen in de Unie.
MAATREGEL
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 21 mei 2003 "De westelijke Balkan en de Europese integratie" [COM(2003) 285 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].
SAMENVATTING
De integratie van de westelijke Balkanlanden in de Europese Unie is voor de Unie van prioritair belang geworden. Om dit doel te bereiken moet het stabilisatie- en associatieproces versterkt worden. Als voorbeeld voor de intensivering van het proces kan het proces van de uitbreiding van de Unie met de landen van Midden- en Oost-Europa aangehaald worden. De ervaringen die met dit uitbreidingsproces zijn opgedaan, moeten aan de landen van Zuidoost-Europa doorgegeven worden. Hoe het integratieproces evolueert zal in laatste instantie afhangen van de geschiktheid en de inspanningen van elk land.
Maatregelen ter versterking van het stabilisatie- en associatieproces
In de onderhavige mededeling wordt erop gewezen dat de mogelijkheid onderzocht moet worden van integratiepartnerschappen met de westelijke Balkanlanden. In het kader van deze partnerschappen wordt vastgelegd welke maatregelen de afzonderlijke landen moeten nemen om zich aan de Unie aan te passen. De lijst van de op korte- en op middellange termijn te nemen maatregelen dient als referentie om de vorderingen van de afzonderlijke kandidaatlanden te beoordelen. Ook kunnen zo de prioriteiten vastgesteld worden van de bijstand die in het kader van het CARDS-programma wordt verleend. De landen van de regio stellen van hun kant actieplannen op voor de verwezenlijking van de prioritaire doelstellingen van de integratiepartnerschappen. De vorderingen worden regelmatig door de Commissie beoordeeld, in het bijzonder in de jaarverslagen.
De "jumelage" (detachering van ambtenaren van de lidstaten bij de instellingen van de kandidaatlanden om hun ervaringen door te geven) is voor de landen van Midden- en Oost-Europa zeer nuttig gebleken en draagt in positieve zin bij tot de versterking van de instellingen van de kandidaatlanden. Sinds oktober 2002 wordt dit instrument in het kader van het CARDS-programma in enkele westelijke Balkanlanden ingezet. Om de instellingen te versterken moedigt de Commissie ook de oprichting aan van een instelling voor hoger onderwijs die zich vooral aan de hervorming van het openbaar bestuur zal wijden.
In de mededeling wordt ook een versterkte samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken aanbevolen. Er zal over dit thema een dialoog ingesteld worden met de landen van de regio. Thema's die voor de landen van Zuidoost-Europa zeer belangrijk zijn, zoals het visa- en migratiebeleid van de Unie, zullen uitvoerig besproken worden. Bovendien zouden de landen van de regio programma's moeten opstellen voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit.
De Commissie stelt voor de deelneming van de westelijke Balkanlanden aan bepaalde gemeenschapsprogramma's mogelijk te maken. Zo kunnen deze landen zich vertrouwd maken met de beleidsvormen en de werkmethoden van de Gemeenschap.
De Commissie gaat door met de ondersteuning van de economische ontwikkeling, de handel en de overgang naar een levensvatbare markteconomie. De westelijke Balkanlanden moeten het potentieel van alle in hun belang besloten handelspolitieke maatregelen benutten alsook de vrijhandelsovereenkomsten die zij onderling of met de Unie hebben gesloten. De Commissie zal de nodige maatregelen nemen om deze landen in staat te stellen de preferentiële handelsmaatregelen beter te benutten. Ook moeten de voorwaarden voor de ontwikkeling van kleine- en middelgrote ondernemingen verbeterd worden. In dit verband wordt aanbevolen de beginselen van het Europese Handvest voor kleine bedrijven toe te passen. De Commissie is voornemens een economische dialoog met deze landen in te stellen en zij zal voorstellen voorleggen voor een eventuele uitbreiding van de interne energiemarkt.
Het CARDS-programma is nog steeds het belangrijkste financieringsinstrument in het stabilisatie- en associatieproces. De Commissie stelt een verhoging van de middelen ervan voor. Zij is ook bereid om in samenwerking met de internationale financiële instellingen, de mogelijkheid te onderzoeken om de landen van de regio buitengewone macro-financiële hulp te verlenen.
In deze mededeling wordt de regionale samenwerking tussen de landen van de regio aangemoedigd alsook de grensoverschrijdende samenwerking met de lidstaten van de Unie.
Verder wordt de samenwerking van de parlementen door de versterking van de parlementen van de landen van de regio aanbevolen en de integratie daarvan in de parlementaire structuren op regionaal en internationaal niveau.
De politieke samenwerking moet eveneens uitgebouwd worden. De westelijke Balkanlanden zouden uitgenodigd moeten worden zich te scharen achter de gemeenschappelijke standpunten en de verklaringen van de Europese Unie in het kader van het Gemeenschappelijke Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. De politieke dialoog tussen de landen van de regio en de Unie zouden geïntensiveerd moeten worden en regelmatiger moeten plaatsvinden.
Laatste wijziging: 25.01.2011