Internationaal Strafhof
De Europese Unie wil ertoe bijdragen dat het Internationaal Strafhof (ICC) doeltreffend functioneert en universele steun geniet, door een zo breed mogelijke deelname aan het Statuut van Rome te stimuleren.
BESLUIT
Gemeenschappelijk standpunt 2003/444/GBVB van de Raad van 16 juni 2003 betreffende het Internationaal Strafhof [Publicatieblad L 150 van 18.6.2003]
SAMENVATTING
De consolidering van de rechtsstaat, de eerbiediging van de mensenrechten en het internationale humanitaire recht, de handhaving van de vrede en de versterking van de internationale veiligheid vallen onder de prioriteiten van de buitenlandse betrekkingen van de Europese Unie (EU). De Unie had er zich toe verbonden de inwerkingtreding van het Internationaal Strafhof (EN)(FR) en het Statuut van Rome te bevorderen, aangezien het een essentiële stap is om deze prioriteiten te bereiken.
Het Statuut van Rome is op 1 juli 2002 in werking getreden en het Hof is sedertdien operationeel (ofschoon zijn organen pas in juni 2003 definitief verkozen zijn).
Met dit gemeenschappelijk standpunt wenst de Unie de goede werking van het Hof te bevorderen en ervoor te zorgen dat het Hof universele steun geniet. Dit gemeenschappelijk standpunt vervangt Gemeenschappelijk Standpunt 2001/443/GBVB dat afgeschaft wordt.
Dit gemeenschappelijk standpunt legt de Unie en haar lidstaten op al het mogelijke te doen om een zo groot mogelijk aantal staten aan het Internationaal Strafhof te doen deelnemen. Zij dienen met deze doelstelling rekening te houden bij onderhandelingen (bilateraal of multilateraal) en in het kader van de politieke dialoog met derde landen en regionale organisaties. Zij dienen tevens initiatieven te nemen om de waarden, de beginselen en de bepalingen van het statuut van Rome te bevorderen, en samen te werken met staten, internationale organisaties, niet-gouvernementele organisaties en vertegenwoordigers van de betrokken civiele samenleving.
De lidstaten delen hun eigen ervaringen met betrekking tot de uitvoering van het Statuut van Rome met alle belanghebbende landen. Zij dragen met technische en financiële middelen bij aan de voorbereidingen op de deelneming aan en de uitvoering van het Statuut in derde landen.
Om de onafhankelijkheid van het Hof te steunen, stellen de Unie en de lidstaten het volgende in het werk:
De Unie en de lidstaten attenderen derde landen op de conclusies van de Raad van 30 september 2002. In deze conclusies wordt vastgesteld dat de Verenigde Staten met bepaalde landen die partij zijn bilaterale overeenkomsten hebben gesloten betreffende de voorwaarden voor overlevering van een persoon aan het Hof. De Raad heeft leidende beginselen vastgesteld voor de lidstaten die overwegen dergelijke akkoorden of regelingen met de Verenigde Staten te sluiten:
De Raad stelt tevens voor dat met de Verenigde Staten een diepgaande politieke dialoog worden gevoerd, en met name over:
In februari 2004 heeft de Raad een actieplan aangenomen overeenkomstig dit gemeenschappelijk standpunt. Dit plan heeft drie luiken (coördinatie van de activiteiten van de Unie; universaliteit en integriteit van het Statuut van Rome; onafhankelijkheid en goed functioneren van het Hof) en legt het kader vast van de activiteiten van de Unie ter ondersteuning van het Internationaal Strafhof.
Referenties
Besluit |
Inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad |
Gemeenschappelijk standpunt2003/444/GBVB |
18.6.2003 |
- |
L 150 van 18.6.2003 |
GERELATEERDE BESLUITEN
Overeenkomst tussen het Internationaal Strafhof en de Europese Unie inzake samenwerking en bijstand [Publicatieblad L 115 van 28.4.2006]. Deze overeenkomst legt de nadere regelingen inzake samenwerking en bijstand tussen de EU en het Hof vast door middel van - onder andere - raadpleging over kwesties van wederzijds belang en de regelmatige uitwisseling van informatie en documenten van wederzijds belang. Deze overeenkomst is aangenomen bij Besluit 2006/313/GBVB van de Raad van 10 april 2006 [Publicatieblad L 115 van 28.4.2006].
Laatste wijziging: 21.08.2007