Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen tot confiscatie
SAMENVATTING VAN:
Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad — Toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie
WAT IS HET DOEL VAN DIT KADERBESLUIT?
Hiermee kan een rechterlijke autoriteit in een land in de Europese Unie (EU) rechtstreeks een beslissing tot bevriezing of confiscatie van voorwerpen versturen naar de rechterlijke autoriteiten in een ander EU-land waar de beslissing wordt erkend en ten uitvoer wordt gelegd zonder verdere formaliteiten.
KERNPUNTEN
Wat is een beslissing tot confiscatie?
Dit is een permanente maatregel om onwettig verkregen goederen af te nemen van criminelen of hun medeplichtigen.
Strafbare feiten
-
Voor een aantal ernstige strafbare feiten is het niet noodzakelijk dat het strafbare feit een misdrijf is in zowel het EU-land dat de beslissing oplegt (beslissingsland) als het land dat deze beslissing ten uitvoer legt (tenuitvoerleggingsland). Het strafbare feit moet echter wel strafbaar zijn gesteld in het beslissingsland met een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaar. De strafbare feiten zijn o.a.:
-
deelneming aan een criminele organisatie;
-
terrorisme;
-
corruptie en fraude;
-
mensenhandel;
-
racisme en vreemdelingenhaat;
-
verkrachting.
Toezending
-
Een beslissing tot confiscatie met betrekking tot geld of voorwerpen kan worden toegezonden aan het EU-land waar redelijke vermoedens bestaan dat de betrokken persoon of het betrokken bedrijf eigendom of inkomen heeft. Als er geen redelijke vermoedens zijn, mag de beslissing worden toegezonden aan het EU-land waar de persoon zijn gewone verblijfplaats heeft of het bedrijf zijn statutaire zetel heeft.
-
Een beslissing tot confiscatie die betrekking heeft op voorwerpen mag worden toegezonden aan meer dan één EU-land tegelijkertijd waar:
-
redelijke vermoedens bestaan dat de verschillende voorwerpen waarop de beslissing tot confiscatie betrekking heeft, zich bevinden in verschillende EU-landen;
-
de confiscatie van een specifiek voorwerp met zich meebrengt dat in meer dan één EU-land moet worden opgetreden, of
-
het betrokken voorwerp zich in één van twee of meer EU-landen bevindt.
-
Een beslissing tot confiscatie die betrekking heeft op geld mag worden toegezonden aan meer dan één EU-land tegelijkertijd waar:
-
het betrokken voorwerp niet is bevroren op grond van Kaderbesluit 2003/577/JBZ, of
-
de gezamenlijke waarde van de voorwerpen die moeten worden geconfisqueerd in het beslissingsland en in een tenuitvoerleggingsland, waarschijnlijk niet volstaat om het volledige bedrag te dekken dat in de beslissing tot confiscatie is bepaald.
Erkenning en tenuitvoerlegging
-
De rechterlijke autoriteit van het beslissingsland moet een certificaat toezenden, op grond van het modelformulier dat aan dit besluit is gehecht, aan de rechterlijke autoriteit van het tenuitvoerleggingsland om te verzoeken om de tenuitvoerlegging van de beslissing.
-
Het tenuitvoerleggingsland moet de beslissing erkennen zonder verdere formaliteiten en de nodige stappen ondernemen om de beslissing onmiddellijk ten uitvoer te leggen.
Weigering van erkenning en tenuitvoerlegging
De tenuitvoerlegging van een beslissing kan worden geweigerd indien het certificaat niet wordt overlegd, onvolledig is of kennelijk niet overeenstemt met de beslissing. Deze kan tevens worden geweigerd in een aantal andere situaties, bijvoorbeeld indien vaststaat dat:
-
de tenuitvoerlegging indruist tegen de regels ter bescherming van burgers tegen het tweemaal worden berecht voor hetzelfde strafbare feit;
-
de beslissing geen strafbaar feit is in het tenuitvoerleggingsland;
-
er naar het recht van het tenuitvoerleggingsland een immuniteit of voorrecht bestaat dat de tenuitvoerlegging van een beslissing tot confiscatie met betrekking tot voorwerpen in de weg zou staan;
-
naar het recht van het tenuitvoerleggingsland het strafbare feit geacht wordt geheel of ten dele te zijn gepleegd op zijn grondgebied;
-
het strafbare feit is gepleegd buiten het grondgebied van het beslissingsland en dit naar het recht van het tenuitvoerleggingsland geen reden voor strafrechtelijke vervolging is.
Opschorting van de tenuitvoerlegging
De tenuitvoerlegging kan worden opgeschort in verschillende gevallen waarin:
-
deze een lopend strafrechtelijk onderzoek kan schaden;
-
er met betrekking tot het voorwerp reeds een confiscatieprocedure in het tenuitvoerleggingsland loopt;
-
de beslissing of een gedeelte daarvan moet worden vertaald.
Belanghebbenden
EU-landen moeten ervoor zorgen dat alle belanghebbenden, met inbegrip van rechtmatige derden, rechtsmiddelen hebben tegen de erkenning en de tenuitvoerlegging van een beslissing tot confiscatie teneinde hun rechten te beschermen.
VANAF WANNEER IS HET KADERBESLUIT VAN TOEPASSING?
Het besluit is van toepassing vanaf 24 november 2006 en EU-landen moesten het voor 24 november 2008 omzetten in nationale wetgeving.
ACHTERGROND
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 59-78)
Achtereenvolgende wijzigingen in Kaderbesluit 2006/783/JBZ zijn in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft uitsluitend documentaire waarde.
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Kaderbesluit 2003/577/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 45-55)
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad op grond van artikel 22 van Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (COM(2010) 428 definitief, 23.8.2010)
Laatste bijwerking 07.12.2016