Strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de EU
Het beleid van de Europese Unie wordt gefinancierd uit de Gemeenschapsbegroting. Fraude tegen de financiële belangen van de Gemeenschap vormt een aanzienlijk risico. Een doeltreffende bescherming lijkt dan ook noodzakelijk. De Commissie stelt een richtlijn voor betreffende strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap om zo de nationale strafrechtelijke wetgevingen te harmoniseren.
MAATREGEL
Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap [COM(2001) 272 def. - Publicatieblad C 240 E van 28.08.2001].
Gewijzigd bij:
Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap [COM(2002) 577 def. - Publicatieblad C 71 E van 25.03.2003].
SAMENVATTING
De communautaire instellingen alsook de lidstaten erkennen het belang van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap. Om fraude en andere illegale activiteiten die deze belangen schade toebrengen, beter te kunnen bestrijden, hebben de lidstaten de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen van 26 juli 1995 ondertekend, naast verschillende aanvullende protocollen die voorzien in maatregelen die met name bedoeld zijn voor het harmoniseren van de nationale strafrechtelijke wetgevingen. Daar deze instrumenten nog altijd niet door alle lidstaten zijn geratificeerd, heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn ingediend dat gebaseerd is op het nieuwe artikel 280 van het EG-Verdrag dat door het Verdrag van Amsterdam werd ingevoerd, en waarin een groot deel van de bepalingen ervan is overgenomen.
Na een aantal kernbegrippen zoals communautair ambtenaar, nationaal ambtenaar en rechtspersoon te hebben gedefinieerd, voorziet dit voorstel erin de lidstaten ertoe te verplichten in hun nationaal recht fraude, corruptie en witwassen van geld strafbaar te stellen die de financiële belangen van de Gemeenschap schade toebrengen.
Fraude vermijden zowel bij ontvangsten als bij uitgaven
Fraude ten nadele van de financiële belangen van de Gemeenschap kan plaatsvinden op het gebied van zowel uitgaven als ontvangsten. Fraude kan bestaan in elke opzettelijke handeling of elk opzettelijk nalaten waarbij:
Elke handeling in kwestie moet een vermindering van de middelen van de algemene communautaire begroting of een wederrechtelijke vermindering van de door of voor de Gemeenschap beheerde begrotingen teweegbrengen. De lidstaten moeten het minimumbedrag vaststellen ten einde ernstige fraude te kunnen bepalen. In elk geval mag bedoeld bedrag niet meer dan 50 000 EUR bedragen.
Actieve en passieve corruptie bestrijden
Passieve corruptie bestaat in het feit dat een ambtenaar opzettelijk voordelen, ongeacht de aard daarvan, aanneemt of vraagt, dan wel ingaat op een dergelijke toezegging, teneinde in strijd met zijn ambtsplicht een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden of kunnen worden geschaad. Actieve omkoping bestaat in het feit dat iemand opzettelijk een ambtenaar een voordeel, ongeacht de aard daarvan, belooft of verstrekt om, in strijd met zijn ambtsplicht, een ambtshandeling of een handeling in de uitoefening van zijn ambt te verrichten of na te laten waardoor de financiële belangen van de Gemeenschap worden of kunnen worden geschaad.
Krachtens het assimilatiebeginsel moeten de lidstaten garanderen dat de door de communautaire ambtenaren gepleegde handelingen inzake fraude en corruptie op dezelfde wijze behandeld worden als die welke door hun nationale ambtenaren zijn gepleegd.
Witwaspraktijken uitroeien
Onder witwassen van geld worden met name de daden verstaan die opzettelijk zijn begaan om:
Het opzettelijke karakter van de ongeoorloofde gedragingen moet worden vastgesteld op grond van objectieve feitelijke omstandigheden.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid en sancties binnen de Unie verzekeren
De lidstaten dienen de nodige maatregelen te treffen opdat personen die binnen een onderneming beslissings- of controlebevoegdheid hebben, strafrechtelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. Bovendien moeten zij de voorwaarden voor de aansprakelijkheid van de rechtspersoon vaststellen zonder de strafrechtelijke aansprakelijkheid uit te sluiten van natuurlijke personen die daders, uitlokkers of medeplichtigen van de ongeoorloofde handeling zijn. De lidstaten zullen sancties tegen rechtspersonen moeten voorzien zoals het onder juridisch toezicht plaatsen of de uitoefening van een commerciële functie verbieden.
De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat op alle hierboven bedoelde gedragingen (fraude, corruptie, witwassen van geld) alsmede medeplichtigheid, uitlokking en, met uitzondering van corruptie, poging strafrechtelijke sancties worden gesteld. In geval van ernstige fraude moeten zij vrijheidsstraffen toepassen. Bovendien kunnen zij, in geval van geringe fraude (waarbij het totaal bedrag minder dan 4 000 EUR bedraagt), andere dan strafrechtelijke sancties opleggen.
De lidstaten moeten het eveneens mogelijk maken om de instrumenten, de goederen en de opbrengst van de door dit voorstel ongeoorloofde gedragingen in beslag te nemen en te confisqueren. De inbeslagname en confiscatie verlopen volgens de procedures van het nationale recht van de lidstaat.
Slotbepalingen
De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat de Commissie alle nodige technische en operationele bijstand kan verlenen om de coördinatie van het door de bevoegde nationale autoriteiten ingestelde onderzoek te vergemakkelijken.
Het staat de lidstaten vrij strengere nationale maatregelen te treffen of te handhaven om een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap te waarborgen.
Referenties en procedure
Voorstel |
Publicatieblad |
Procedure |
C 71 E van 25.03.2003 |
||
C 240 E van 28.08.2001 |
Laatste wijziging: 09.03.2005