Europees Vluchtelingenfonds
De Europese Unie heeft het Europees Vluchtelingenfonds opgericht om te beschikken over één instrument waaronder alle maatregelen vallen op het gebied van integratie, opvang en vrijwillige terugkeer in geval van massale toestroom van vluchtelingen en ontheemden. Het Fonds is opgericht voor een periode van vijf jaar (2000-2004) en werd verlengd voor de periode 2005-2010.
BESLUIT
Beschikking 2000/596/EG van de Raad van 28 september 2000 tot instelling van een Europees Vluchtelingenfonds (EVF).
SAMENVATTING
1. Sedert 1997 financiert de Commissie proefprojecten voor vluchtelingen en ontheemden. Op basis van de opgedane ervaring heeft de Commissie een Europees Vluchtelingenfonds ingesteld dat de maatregelen op het gebied van integratie, opvang en vrijwillige repatriëring, die het voorwerp uitmaakten van het gemeenschappelijk optreden van 26 april 1999, in een enkel instrument groepeert. De Raad heeft zich bij de opstelling van een meerjarenproject gebaseerd op het Verdrag van Amsterdam om ten gunste van de vluchtelingen en ontheemden maatregelen op lange termijn te nemen en in te spelen op de verzoeken van de Europese Raad van Tampere van oktober 1999 betreffende de invoering van een kader voor noodsituaties.
Herstel van het financieel evenwicht
2. De instelling van het Europees Vluchtelingenfonds is de eerste stap naar een gemeenschappelijke regeling op het gebied van het asielbeleid. Het Fonds wordt opgericht voor een periode van vijf jaar (2000-2004) en voorziet in een systeem voor de financiële herverdeling (es de en fr) van de middelen teneinde een evenwicht tot stand te brengen tussen de lasten die elke lidstaat draagt. Er moet een oplossing worden gevonden voor de verschillen in de opvangstructuren voor vluchtelingen en ontheemden aangezien deze in de Unie leiden tot een verstoorde balans op het gebied van financiële en organisatorische belasting: de ontheemden begeven zich naar landen die, naar hun mening, de gunstigste opvangregeling hebben en verplaatsen zich hiertoe vaak van de ene lidstaat naar de andere zodat de lasten van bepaalde lidstaten nog worden vergroot. Deze financiële steun van de Gemeenschap is erop gericht de lidstaten die hun opvangregeling moeten verbeteren ertoe te bewegen hun achterstand in te lopen en billijke en doeltreffende asielprocedures in te voeren. Met deze communautaire steun wordt eveneens beoogd de aanpassing van de opvangstructuren te vergemakkelijken in landen waar zich aanzienlijke variaties voordoen in de omvang of de aard van de vluchtelingenstroom.
Door het Fonds gesubsidieerde projecten
3. De door het Fonds gefinancierde maatregelen zijn bestemd voor de personen die de vluchtelingenstatus hebben verkregen, of een andere vorm van internationale bescherming genieten, de ontheemden die onder een regeling inzake tijdelijke bescherming vallen en, naar gelang van de aard van de maatregelen, de personen die deze status of bescherming hebben aangevraagd.
4. De acties die via het Europees Vluchtelingenfonds kunnen worden gesteund, hebben betrekking op:
5. Het referentiebedrag voor de financiering van het Fonds is voor de periode van vijf jaar vastgesteld op 216 miljoen EUR. 5% van de jaarlijkse begroting van het Fonds kan worden gebruikt voor de financiering van innoverende of transnationale communautaire acties (studies, proefprojecten, uitwisseling van ervaringen en evaluatie van de wijze waarop de maatregelen zijn uitgevoerd...).
6. De Raad kan in een eerste fase op voorstel van de Commissie en vervolgens overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn betreffende tijdelijke bescherming besluiten om een deel van het Fonds te gebruiken voor noodmaatregelen bij massale toevloed van vluchtelingen of ontheemden (huisvesting, voedsel, kleding, verzorging, administratieve en logistieke uitgaven).
Tenuitvoerlegging van de acties
7. De verantwoordelijkheid voor de in het kader van het EVF ten uitvoer gelegde acties ligt hoofdzakelijk bij de lidstaten en zij organiseren zelf de coördinatie van de acties op nationaal niveau. Elke lidstaat dient jaarlijks een verzoek om medefinanciering in. De Commissie onderzoekt deze aanvragen en keurt de medefinancieringsbesluiten goed. De lidstaten zorgen voor het beheer en de selectie van de individuele projecten overeenkomstig vooraf vastgestelde criteria (behoeften, verhouding kosten/baten, profiel van de aanvragende organisatie, complementariteit met de andere acties).
8. Aangezien de tenuitvoerlegging van de acties op lange termijn gedecentraliseerd is, dienen de lidstaten de nodige garanties te bieden wat betreft de wijze van uitvoering en de kwaliteit van de maatregelen, de resultaten en de evaluatie van die resultaten, het goede financieel beheer en de controle op het beheer. Zij zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de financiële controle van de maatregelen alsmede voor de voorkoming en de correctie van onregelmatigheden. De Commissie vergewist zich van het bestaan en de goede werking van nationale beheer- en controlesystemen. Zij kan ter plaatse de nodige verificaties verrichten en in bepaalde gevallen de betalingen aan de lidstaat beperken of overgaan tot financiële correcties (verlaging van de betaling, gehele of gedeeltelijke intrekking van de financiering uit het Fonds ten behoeve van de betreffende maatregel).
Noodmaatregelen in geval van massale toestroom van personen
9. Wat de noodmaatregelen bij massale toevloed van personen betreft, verdeelt de Commissie de beschikbare middelen naar gelang van het aantal personen dat in elke betrokken lidstaat is opgevangen en op basis van voorstellen van deze lidstaten.
Voor de financiering van de andere maatregelen wordt jaarlijks aan elke lidstaat een minimumbedrag toegekend (dit bedrag wordt geleidelijk aan teruggebracht van 500.000 EUR in 2000 tot 100.000 EUR in 2004). De resterende middelen worden onder de lidstaten verdeeld overeenkomstig de statistieken van het Europees Bureau voor de Statistiek der Europese Gemeenschappen van de drie afgelopen jaren: 65% van de middelen naar rato van het gemiddeld aantal aanvragers van internationale bescherming, 35% van de middelen naar rato van het aantal personen dat de vluchtelingenstatus of tijdelijke bescherming heeft verkregen. Wat de financiering van de projecten betreft, bedraagt de communautaire bijdrage niet meer dan 50% van de totale kosten van elke maatregel (75% voor de lidstaten die onder het Cohesiefonds vallen). Voor noodmaatregelen gelden andere procedures: de financiële steun kan tot 80% van de kosten van elke maatregel dekken, maar is beperkt tot zes maanden. De beschikbare middelen worden onder de lidstaten verdeeld volgens het aantal ontheemden dat zij opvangen.
Follow-up en organisatorische maatregelen
10. Wat de follow-up en de evaluatie van de projecten betreft, doet elke lidstaat jaarlijks, op basis van gedetailleerde verslagen die door de met de uitvoering van de maatregelen belaste instanties zijn opgesteld, aan de Commissie financiële rekeningen en een activiteitenverslag toekomen. Bovendien laat zij een onafhankelijke evaluatie verrichten over de uitvoering en het effect van de maatregelen. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad twee syntheseverslagen in over de ondernomen acties, d.w.z. een tussentijds verslag uiterlijk 31 december 2002 en een eindverslag vóór 1 juni 2005.
11. De Commissie wordt bijgestaan door een raadgevend comité dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.
12. Voor de jaren 2000 en 2001 zijn overgangsmaatregelen van toepassing wat betreft de vaststelling van de aan de lidstaten toe te wijzen bedragen, de procedure voor de goedkeuring van de verzoeken om medefinanciering en de criteria om in aanmerking te komen voor financiële steun uit het Fonds.
Referenties
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten |
Publicatieblad |
Besluit 2000/596/EG [aanpassing: raadpleging CNS/2004/0032] |
28.09.2000 |
- |
L 252 van 06.10.2000 |
GERELATEERDE BESLUITEN
Beschikking van de Raad van 2 december 2004 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2005-2010 [Publicatieblad L 381 van 28.12.2004]. Bij deze beschikking wordt een Vluchtelingenfonds ingesteld voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2010. Het Fonds is bedoeld om de inspanningen van de lidstaten op het gebied van opvang van vluchtelingen en ontheemden te ondersteunen door bij te dragen in de financiering van opvangvoorzieningen en asielprocedures, de integratie van personen wier verblijf in de lidstaten een duurzaam en stabiel karakter draagt, de vrijwillige terugkeer van personen, mits deze personen geen nieuwe nationaliteit hebben verworven en het grondgebied van de lidstaat niet hebben verlaten. De acties in de lidstaten worden uitgevoerd in twee meerjarenprogrammeringsperiodes (2005-2007 en 2008-2010). Voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2006 wordt een bedrag van 114 miljoen EUR uitgetrokken.
Beschikking 2002/307/EG van de Commissie van 18 december 2001 houdende bepalingen voor de toepassing van Beschikking 2000/596/EG van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen alsmede met betrekking tot de procedures inzake financiële correcties in het kader van door het Europees Vluchtelingenfonds medegefinancierde acties [Publicatieblad L 106 van 23.4.2002].
Beschikking 2001/275/EG van de Commissie van 20 maart 2001 houdende bepalingen voor de toepassing van Beschikking 2000/596/EG van de Raad wat betreft de subsidiabiliteit van de uitgaven en de uitvoeringsverslagen in het kader van door het Europees Vluchtelingenfonds medegefinancierde acties [Publicatieblad L 95 van 5.4.2001].
Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen [Publicatieblad L 212 van 7.8.2001].
Laatste wijziging: 01.08.2007