Het voorzorgsbeginsel

 

SUMMARY OF:

Mededeling (COM(2000) 1definitief) over het voorzorgsbeginsel

WAT IS HET DOEL VAN DE MEDEDELING?

KERNPUNTEN

Het voorzorgsbeginsel wordt vermeld in artikel 191 van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het beoogt een degelijke milieubescherming met dank aan de preventieve besluiten in geval van risico. In de praktijk echter is het toepassingsgebied van het beginsel veel ruimer en strekt het zich tevens uit tot het consumentenbeleid en het beleid van de Europese Unie (EU) inzake voedingsmiddelen, de gezondheid van mensen, dieren en planten.

De definitie van het voorzorgsbeginsel zal ook een positieve impact hebben op internationaal niveau teneinde een gepast milieubeschermings- en gezondheidsniveau te garanderen in de internationale onderhandelingen. Het beginsel werd immers in verschillende internationale verdragen erkend en komt met name voor in de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) die is gesloten in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

De factoren die tot toepassing van het voorzorgsbeginsel nopen

Volgens de Europese Commissie mag het voorzorgsbeginsel worden toegepast wanneer een verschijnsel, een product of een procédé schadelijke gevolgen kan hebben, vastgesteld door middel van een objectieve, wetenschappelijke evaluatie, en indien deze evaluatie niet met voldoende zekerheid kan worden bepaald.

De toepassing van het beginsel past dus in het algemene kader van de risicoanalyse (die behalve de risico-evaluatie ook het risicobeheer en de risicomelding omvat), en meer in het bijzonder in het kader van het beheer van het risico waarop de besluitfase betrekking heeft.

De Commissie onderstreept dat het voorzorgsbeginsel slechts mag worden toegepast bij een vermoeden van potentieel risico en nooit een willekeurig besluit kan rechtvaardigen.

De toepassing van het voorzorgsbeginsel is dus alleen gerechtvaardigd wanneer aan de drie noodzakelijke voorwaarden is voldaan:

Voorzorgsmaatregelen

De autoriteiten belast met risicobeheer kunnen beslissen al dan niet op te treden in functie van het risiconiveau. Bij een hoog risico kunnen diverse categorieën maatregelen genomen worden. Het kan hier gaan om proportionele rechtshandelingen, financiering van een onderzoekprogramma, voorlichting van het publiek enz.

Gemeenschappelijke richtsnoeren

Aan de beslissing tot toepassing van het voorzorgsbeginsel moeten drie specifieke beginselen ten grondslag liggen:

Naast deze specifieke beginselen blijven de algemene beginselen van risicobeheer van toepassing wanneer het voorzorgsbeginsel wordt toegepast. Dat zijn de volgende vijf beginselen:

De bewijslast

In de meeste gevallen is het aan de Europese gebruiker of aan de consumentenverenigingen die hem vertegenwoordigen om het risico van een procédé of een product op de markt aan te tonen, met uitzondering van geneesmiddelen, pesticiden of levensmiddelenadditieven.

In het geval van maatregelen op grond van het voorzorgsbeginsel kan evenwel van de producent, de fabrikant of de importeur gevraagd worden de veiligheid aan te tonen. Deze mogelijkheid moet geval per geval bekeken worden. Ze kan niet uitgebreid worden naar een algemene maatregel voor alle producten en processen op de markt.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie over het voorzorgsbeginsel (COM(2000) 1 definitief van 2 februari 2000)

Laatste bijwerking 30.11.2016