Groenboek over de continuïteit van de energievoorziening
De Commissie snijdt de belangrijkste problemen aan met betrekking tot de groeiende afhankelijkheid van Europa van energie: de klimaatverandering en de interne energiemarkt, beleid dat op de vraag dan wel op het aanbod is gericht, de rol van de hernieuwbare energie en van de kernenergie, enz.
BESLUIT
Groenboek van de Commissie van 29 november 2000 - Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening [COM(2000) 769 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].
SAMENVATTING
De afhankelijkheid van de Europese Unie (EU) van ingevoerde energie blijft toenemen. 50% van de energiebehoeften van de EU wordt gedekt door invoer en als niets wordt ondernomen zal dit cijfer in 2020 à 2030 zijn opgelopen tot 70%. Deze externe afhankelijkheid houdt economische, sociale, ecologische en fysieke risico's in voor de EU. De invoer van energieproducten is goed voor 6% van de totale EU-invoer. In geopolitieke termen is 45% van de ingevoerde aardolie afkomstig van het Midden-Oosten, terwijl 40% van het ingevoerde aardgas uit Rusland komt. De EU beschikt nog niet over alle middelen om de situatie op de internationale markt om te buigen. Deze zwakheid is recentelijk duidelijk gebleken bij de sterke verhoging van de aardolieprijzen op het einde van 2000.
De oplossing die hiervoor in het groenboek wordt aangereikt, is de uitwerking van een strategie die de continuïteit van de energievoorziening garandeert maar minder risico op afhankelijkheid van deze externe bronnen oplevert.
Nieuwe uitdagingen
Bij uitwerking van deze nieuwe strategie komt de EU voor verschillende problemen te staan waarmee rekening moet worden gehouden. De twee belangrijkste nieuwe problemen zijn:
Een Europese strategie
Vandaag de dag heeft het energiebeleid een Europese dimensie gekregen: de lidstaten zijn onderling afhankelijk, zowel in de strijd tegen de klimaatverandering als bij de verwezenlijking van de interne markt. Dit heeft evenwel niet geleid tot nieuwe bevoegdheden voor de Gemeenschap. De Gemeenschap kan evenwel optreden via haar bevoegdheden op verschillende gebieden, zoals de interne markt, de harmonisatie van de wetgeving, het milieu en de fiscaliteit.
Bij gebrek aan een politieke consensus over een communautair energiebeleid zijn de mogelijkheden om op te treden evenwel beperkt. De vraag die aan de orde is, is of de bevoegdheden van de Gemeenschap op energiegebied niet moeten worden uitgebreid zodat zij haar toekomst op dit vlak beter in de hand heeft. Het is niet de bedoeling om een "kant en klare" strategie voor de continuïteit van de energievoorziening te presenteren, maar veeleer om het debat over dit vraagstuk op gang te brengen.
Een energiestrategie op de langere termijn
Volgens het groenboek moet een energiestrategie in de eerste plaats waarborgen dat energieproducten tegen voor alle consumenten haalbare prijzen op de markt aanwezig zijn zodat het welzijn van de burger en de goede werking van de economie zijn gewaarborgd en moeten hierbij ook de zorg voor het milieu en de beginselen van duurzame ontwikkeling in aanmerking worden genomen. Het komt er niet op aan de energieautonomie te maximaliseren of de energieafhankelijkheid te minimaliseren, maar de met die afhankelijkheid verbonden risico's te beperken. In het debat moet rekening worden gehouden met de momenteel gebruikte energiebronnen. De EU steunt zeer sterk op fossiele brandstoffen zoals aardolie (de dominante bron). Er zijn maatregelen nodig om iets aan dit probleem te doen.
In het groenboek wordt een energiestrategie op lange termijn geschetst waarbij de EU:
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Mededeling van de Commissie aan de Europese Raad en het Europees Parlement van 10 januari 2007 - Een energiebeleid voor Europa [COM(2007) 1 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Dankzij een nieuw energiebeleid is de EU op weg naar een zuinig met energie omspringende economie die draait op continu leverbare, concurrerende en duurzame energie. Bij dit nieuwe energiebeleid ligt de nadruk vooral op die elementen die de continuïteit van de energievoorziening waarborgen.
Richtlijn 2006/67/EG van de Raad van 24 juli 2006 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (Gecodificeerde versie) [Publicatieblad L 217 van 8.8.2006]. De lidstaten zijn verplicht een minimumhoeveelheid aardolie in voorraad te nemen en te houden. Deze hoeveelheid moet overeenstemmen met de hoeveelheid die in het vorige kalenderjaar nodig was voor 90 dagen van gemiddeld binnenlands verbruik.
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2002 - De interne energiemarkt: Gecoördineerde maatregelen met betrekking tot de continuïteit van de energievoorziening [COM(2002) 488 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. De Commissie vestigt er de aandacht op dat de lidstaten door de oprichting van een geïntegreerde energiemarkt naar een steeds grotere onderlinge afhankelijkheid evolueren en dat deze oprichting gepaard moet gaan met gecoördineerde maatregelen die de gas- en aardolievoorziening veilig stellen. Deze maatregelen moeten met name gericht zijn op een harmonisatie van de planning en een bevordering van het gecoördineerde gebruik van de aardolievoorraden (nationale voorraadsystemen, veiligheidsvoorraden, interventiecriteria), op een harmonisatie van de minimummaatregelen om de gasvoorziening veilig te stellen (minimumnormen, crisismaatregelen, bevoorradingscontracten) en op de organisatie van een energiedialoog tussen producerende en verbruikende landen.
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 26 juni 2002 - Eindverslag over het Groenboek "Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening" [COM(2002) 321 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen]. Het in november 2000 gepubliceerde groenboek heeft aanleiding gegeven tot een groot debat binnen de EU over de veiligheid van de energievoorziening. In dit verslag worden de te berde gebrachte problemen besproken. De meeste partijen die zich over de voorstellen van het groenboek hebben uitgesproken, zoals de lidstaten en de NGO's, hebben zich in positieve zin uitgelaten over het centrale element van de voorgestelde strategie, met name de beheersing van de vraag door bijvoorbeeld, de bevordering van een grotere energie-efficiëntie.
Aangezien deze aanpak de quasi unanieme goedkeuring wegdroeg, heeft de Commissie reeds maatregelen in die zin genomen, met name:
Hoewel de EU al maatregelen heeft getroffen om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen zijn de resultaten en inspanningen op dit gebied tot dusverre nog te zwak.
Voor haar aardolievoorraden is de EU in zekere mate afhankelijk van invoer uit derde landen. De Commissie acht een versterkte dialoog tussen de EU en de producerende landen noodzakelijk met het oog op een grotere transparantie van de markt en bevredigende overeenkomsten op het gebied van energievoorziening. Wat het aanhouden van olievoorraden (esdeenfr) betreft buigt de Commissie zich momenteel over een nieuwe aanpak die meer stabiliteit tussen de lidstaten van de EU garandeert. Ook de aanleg van strategische aardgasvoorraden mag niet over het hoofd worden gezien.
Kernenergie blijft het hete hangijzer in het debat over de veiligheid van de energievoorziening want de uitstootbesparing die dankzij kernenergie mogelijk is, is gelijk aan de helft van de uitstoot van het wagenpark van de EU. De meningen over deze energiebron blijven verdeeld, maar de nucleaire optie blijft open. Het probleem dat bij de kernenergie de grootste zorgen baart, is de behandeling en het vervoer van radioactieve afvalstoffen (es de en fr). Om dit probleem aan te pakken heeft de EU van het aspect kernveiligheid een belangrijk agendapunt gemaakt bij de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten. Op lange termijn is zij voornemens nieuwe maatregelen voor de gehele Unie in te voeren.
De harmonisatie van de belastings- en heffingsregelingen (es de en fr) blijft op weerstand stuiten. Toch heeft de Europese Raad van Barcelona het verzoek geuit om uiterlijk eind 2002 de richtlijn betreffende energieheffingen aan te nemen. Bedoelde richtlijn is in 2003 aangenomen.
De interne energiemarkt speelt een belangrijke rol in de veiligheid van de energievoorziening aangezien de wetgeving met het oog op de totstandbrenging van deze markt niet alleen de doelstelling van meer concurrerende prijzen omvat, maar ook openbaredienstverplichtingen om de continuïteit van de energievoorziening te waarborgen. De markt moet echter verder worden opengegooid en de intracommunautaire handel moet worden versterkt.
De Commissie wijst op de vooruitgang die is geboekt op het gebied van de veiligheid van de energievoorziening maar oordeelt dat ter zake een globaal concept noodzakelijk is dat de volgende elementen in aanmerking neemt:
Laatste wijziging: 02.10.2007