Het doel van de richtlijn omgevingslawaai (END) is:
een gemeenschappelijke aanpak te bepalen om de schadelijke gevolgen van blootstelling aan omgevingslawaai1 te bestrijden in de gehele Unie;
het geleidelijk invoeren van maatregelen waarmee
geluidsbelastingsindicatoren2 worden vastgesteld voor het meten van de langdurige blootstelling van de mens aan omgevingslawaai gedurende de hele dag, alsmede slaapverstoringen
het verplichten van EU-landen tot het opstellen van strategische geluidsbelastingkaarten3 te dienen als grondslag voor actieplannen4 voor het voorkomen en verminderen van lawaai
het uitvoeren van de nationale actieplannen
het voorlichten van het publiek, in het bijzonder over de nationale actieplannen.
KERNPUNTEN
Deze richtlijn heeft als doel het beheersen van lawaai in:
bebouwde gebieden;
openbare parken en andere stille gebieden in agglomeraties;
stille gebieden op het platteland;
nabij scholen, ziekenhuizen en andere voor lawaai gevoelige gebouwen en gebieden.
Deze richtlijn is niet van toepassing op lawaai:
dat door de eraan blootgestelde persoon zelf, of door buren wordt veroorzaakt;
van huishoudelijke activiteiten;
op de arbeidsplaats;
binnen vervoermiddelen; en
door militaire activiteiten in militaire terreinen.
Geluidsbelastingsindicatoren en hun bepalingsmethoden
Er worden twee indicatoren gebruikt voor het opstellen van strategische geluidsbelastingkaarten:
Lden is een indicator voor het totale niveau van lawaai overdag, ’s avonds en ’s nachts die gebruikt wordt om de hinder ten gevolge van de blootstelling aan lawaai te kwantificeren;
Lnight is een indicator voor het geluidsniveau ’s nachts die gebruikt wordt ter kwantificatie van slaapstoornissen door lawaai.
De betreffende waarden worden vastgesteld met behulp van de gemeenschappelijke bepalingsmethoden, omschreven in bijlage II bij de richtlijn.
Deze gemeenschappelijke bepalingsmethoden dienden door de Europese Commissie te worden vastgesteld. Zolang die methoden niet waren vastgesteld, konden EU-landen hun eigen methoden gebruiken, op voorwaarde dat deze voldeden aan bijlage II.
Voor akoestische planning en geluidszonering kunnen andere geluidsbelastingsindicatoren worden gebruikt, evenals voor de in bijlage I genoemde specifieke gevallen.
Er zullen dosis/effectrelaties5 in bijlage III worden opgenomen in het kader van toekomstige herzieningen van de richtlijn om het effect van lawaai op de bevolking te schatten.
Uiterlijk moesten de EU-landen de Commissie informatie verstrekken over relevante geldende of geplande grenswaarden, uitgedrukt in Lden en Lnight, en eventueel Lday (indicator voor lawaai overdag) en Levening (indicator voor lawaai ’s avonds) voor:
wegverkeerslawaai;
vliegtuiglawaai;
spoorweglawaai; en
industrielawaai.
Strategische geluidsbelastingkaarten
De strategische geluidsbelastingkaarten moeten voldoen aan de minimumeisen van bijlage IV.
De EU-landen moesten:
het publiek uiterlijk op informeren over de bevoegde instanties die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en goedkeuren van strategische geluidsbelastingkaarten;
de Commissie uiterlijk op informeren over
de belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren
spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren
de belangrijke luchthavens en
de agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners;
uiterlijk op strategische geluidsbelastingkaarten over de situatie in het voorgaande kalenderjaar in de omgeving van deze infrastructuren en agglomeraties opstellen en goedkeuren;
de Commissie uiterlijk op mededeling doen van alle op hun grondgebied gelegen agglomeraties van meer dan 100 000 inwoners, alsmede van alle belangrijke wegen en belangrijke spoorwegen;
uiterlijk op voor deze agglomeraties, wegen en spoorwegen, strategische geluidsbelastingkaarten over de situatie in het voorgaande kalenderjaar opstellen en goedkeuren.
De geluidsbelastingkaarten moeten om de vijf jaar opnieuw worden bekeken en zo nodig herzien.
Actieplannen
De actieplannen moeten voldoen aan de in bijlage V uiteengezette minimumeisen.
De in deze plannen vervatte maatregelen moeten:
gericht zijn op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of andere door de EU-landen gekozen criteria; en
moeten in de eerste plaats van toepassing zijn op de belangrijkste zones zoals die zijn vastgesteld door middel van de strategische geluidsbelastingkaarten.
De EU-landen moesten:
het publiek uiterlijk op informeren over de bevoegde instanties die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en goedkeuren van de actieplannen;
actieplannen opstellen:
uiterlijk op , voor
belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren
spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren
belangrijke luchthavens en
agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners;
uiterlijk op voor alle belangrijke agglomeraties, luchthavens, wegen en spoorwegen.
De actieplannen worden in geval van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de geluidshindersituatie en daarnaast ten minste om de vijf jaar na de datum van goedkeuring opnieuw bezien, overeenkomstig Wijzigingsverordening (EU) 2019/1010.
Informatie voor het publiek
EU-landen dragen er zorg voor dat:
het publiek wordt geraadpleegd en dat er rekening wordt gehouden met het resultaat van die raadpleging, voordat de actieplannen worden goedgekeurd;
strategische geluidsbelastingkaarten en actieplannen aan het publiek beschikbaar worden gesteld en onder het publiek worden verspreid in overeenstemming met bijlagen IV en V en de toepasselijke EU-wetgeving inzake de vrije toegang tot milieu-informatie;
de in de strategische geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens en de samenvattingen van de actieplannen binnen zes maanden na de in artikel 7 (Strategische geluidsbelastingkaarten) en artikel 8 (Actieplannen) genoemde data, als bedoeld in bijlage VI, aan de Commissie worden toegezonden. De Commissie, bijgestaan door het Europees Milieuagentschap, moet door middel van uitvoeringshandelingen een mechanisme voor de uitwisseling van digitale informatie ontwikkelen.
De geluidsbelastingkaarten en actieplannen van de EU-landen kunnen ook worden geraadpleegd in het ReportNet-systeem van het Europees Milieuagentschap. Volgens Wijzigingsverordening (EU) 2019/1010 is ReportNet een „bewaarplaats van gegevens”, een informatiesysteem dat informatie over omgevingslawaai bevat, alsmede door de EU-landen beschikbaar gestelde gegevens.
Omgevingslawaai: ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en locaties van industriële activiteiten als beschreven in Richtlijn 96/61/EG.
Geluidsbelastingsindicator: natuurkundige grootheid voor de beschrijving van het omgevingslawaai, die een verband met een schadelijk gevolg heeft.
Strategische geluidsbelastingkaart: een kaart die bedoeld is voor de algemene evaluatie van de geluidsbelastingssituatie in een bepaald gebied ten gevolge van verschillende lawaaibronnen of voor de algemene prognoses voor dat gebied.
Actieplannen: plannen bedoeld voor de beheersing van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering.
Dosis/effectrelatie: relatie tussen de waarde van een geluidsbelastingsindicator en een schadelijk effect.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PB L 189 van , blz. 12-25)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn 2002/49/EC werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van de richtlijn omgevingslawaai overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2002/49/EG (COM(2017) 151 final van )
Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van inzake het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (Gecodificeerde versie) (PB L 126 van , blz. 13-22)
Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PB L 41 van , blz. 26-32)