Verordening (EG) nr. 141/2000 inzake weesgeneesmiddelen
De verordening is sinds 22 januari 2000 van toepassing.
Sommige medische aandoeningen zijn zo zeldzaam dat onder normale marktvoorwaarden farmaceutische bedrijven niet bereid zouden zijn te investeren in onderzoek. Producten om deze aandoeningen te behandelen worden weesgeneesmiddelen genoemd en hebben een impuls nodig voor een succesvolle ontwikkeling.
Kijk voor meer informatie op:
* Weesgeneesmiddel: middel voor de behandeling van zeldzame ziekten. Ze worden zo genoemd omdat de farmaceutische industrie weinig financieel belang heeft bij de ontwikkeling en het in de handel brengen van producten die bedoeld zijn voor een klein aantal patiënten met heel zeldzame aandoeningen.
Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1-5)
Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EG) nr. 141/2000 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Verordening (EG) nr. 847/2000 van de Commissie van 27 april 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de criteria voor de aanwijzing van een geneesmiddel als weesgeneesmiddel en de definities van de begrippen „gelijkwaardig geneesmiddel” en „klinische superioriteit” (PB L 103 van 28.4.2000, blz. 5-8)
Mededeling van de Commissie over Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad inzake weesgeneesmiddelen (PB C 178 van 29.7.2003, blz. 2-8)
Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1-33) Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4-7)
Verordening (EG) nr. 507/2006 van de Commissie van 29 maart 2006 betreffende voorwaardelijke vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad vallen (PB L 92 van 30.3.2006, blz. 6-9)
Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1-19)
Richtsnoer inzake aspecten van de toepassing van artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad: herbeoordeling van de exclusiviteitsperiode voor weesgeneesmiddelen (PB C 242 van 23.9.2008, blz. 8-11)
Richtsnoer inzake aspecten van de toepassing van artikel 8, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 141/2000: beoordeling van de vergelijkbaarheid van geneesmiddelen ten opzichte van toegelaten weesgeneesmiddelen die marktexclusiviteit genieten en toepassing van afwijkingen van marktexclusiviteit (PB C 242 van 23.9.2008, blz. 12-16)
Laatste bijwerking 24.05.2016