De beschikking heeft tot doel om de uitwisseling van informatie over nationale maatregelen op het gebied van asiel en immigratie tussen EU-landen te verbeteren.
Met de beschikking wordt een formele informatieprocedure tussen EU-landen en de Europese Commissie ingesteld met als doel het verbeteren van de coördinatie van immigratie- en asielbeleid tussen EU-landen.
Informatie-uitwisseling en -toezending
Met het mechanisme voor wederzijdse informatie kunnen de Commissie en EU-landen informatie uitwisselen over nationale wetgeving op het gebied van asiel en immigratie.
EU-landen zijn verplicht om de maatregelen die ze van plan zijn te nemen of die ze onlangs hebben genomen, toe te zenden:
Deze informatie moet zo snel mogelijk worden toegezonden en uiterlijk op het moment waarop deze algemeen beschikbaar wordt.
De EU-landen zijn alleen verplicht de Commissie en de andere EU-landen in kennis te stellen van maatregelen die waarschijnlijk aanzienlijke gevolgen hebben:
Ontwikkeling en beheer van het netwerk
De Commissie is verantwoordelijk voor het ontwikkelen en beheren van het netwerk. Bij het opzetten van het netwerk moest de Commissie gebruikmaken van het bestaande technisch platform van het trans-Europees telematicanetwerk voor de uitwisseling van informatie tussen de autoriteiten van EU-landen (bekend als CIRCA). Met het netwerk kunnen de Commissie en EU-landen bij een of meer landen om aanvullende informatie vragen over maatregelen waarover die landen hebben geïnformeerd.
Specifieke nationale maatregelen waarover op deze manier is geïnformeerd, kunnen aanleiding geven tot overleg tussen deskundigen van EU-landen en de Commissie.
Naast deze technische besprekingen moet de Commissie elk jaar een verslag opstellen waarin de belangrijkste informatie wordt samengevat die de EU-landen hebben toegezonden. Dit verslag wordt aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden om te worden gebruikt als basis voor besprekingen op ministerieel niveau over nationaal beleid op het gebied van asiel en immigratie.
Evaluatie
De Commissie publiceerde in 2009 een verslag waarin de werking van het mechanisme voor wederzijdse informatie werd geëvalueerd. Tussen april 2007 en 30 september 2009 hadden slechts 16 EU-landen informatie toegezonden via het mechanisme voor wederzijdse informatie over slechts 45 maatregelen. Er werd geen informatie toegezonden over financiële beslissingen van de hoogste rechterlijke instanties.
De indeling waarin de informatie was toegezonden, was zelden van dezelfde samenstelling en het rapportageformulier dat aan de beschikking is toegevoegd, was niet altijd gebruikt.
Soms waren alleen de Engelse titel en de tekst in de originele taal gegeven, wat leidde tot begripsproblemen. Er waren ook verschillen in de inhoud van de toegezonden rapportageformulieren: sommige waren redelijk uitgebreid, terwijl in andere alleen een oppervlakkige beschrijving stond en de aard van de maatregel niet was aangegeven.
De conclusie van het verslag was dat het doel van het mechanisme voor wederzijdse informatie niet was bereikt, aangezien de hoeveelheid toegezonden informatie niet noemenswaardig was. Aangezien het mechanisme nog maar een korte periode in gebruik was, achtte de Commissie het te vroeg om wijzigingen aan de beschikking voor te stellen.
Het mechanisme voor wederzijdse informatie over nationale maatregelen op het gebied van asiel en immigratie was niet geactiveerd door de Commissie of de EU-landen, zelfs niet tijdens de twee jaar met zeer grote toestromen van migranten naar Europa, 2015 en 2016. In plaats daarvan leken de EU-landen (voorzitterschappen van de Europese Unie) de voorkeur te geven aan het mechanisme voor crisisinformatie voor uitwisseling van gegevens over migratiestromen. Dit verzoek om informatie werd vervolgens geleidelijk overgenomen door de relevante agentschappen van de Europese Unie, EASO en FRONTEX, die vandaag de dag het merendeel van de migratiegegevens verstrekken die nodig zijn voor de huidige migratiestroom. Uitgebreidere informatie over belangrijke ontwikkelingen op het gebied van migratie in EU-landen wordt regelmatig bijgewerkt via de nieuwsbulletins van het Europees migratienetwerk, die regelmatig (elk kwartaal) worden geproduceerd.
Toch kan niet worden uitgesloten dat het mechanisme voor wederzijdse informatie nuttig blijkt te zijn in toekomstige uitwisseling van informatie over migratie tussen de EU-landen en de Europese Commissie. Daarom is het bestaan ervan nog steeds verdedigbaar.
De beschikking is sinds 3 november 2006 van toepassing.
Nationale maatregelen op het gebied van immigratie en asiel hebben waarschijnlijk gevolgen voor andere EU-landen. Dat komt door:
Voor meer informatie zie:
Beschikking 2006/688/EG van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de instelling van een mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie (PB L 283 van 14.10.2006, blz. 40-43)
Verslag van de Commissie overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van de beschikking van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de instelling van een mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie (COM(2009) 687 def. van 17 december 2009)
Laatste bijwerking 22.11.2018