Overeenkomst van Bonn — bestrijden van door de scheepvaart veroorzaakte verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen, waaronder luchtvervuiling

 

SAMENVATTING VAN:

Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn)

Besluit 84/358/EEG — sluiting van de Overeenkomst van Bonn

Besluit (EU) 2021/176 — vaststelling van de wijzigingen van de Overeenkomst van Bonn, wat betreft de uitbreiding van het toepassingsgebied van die overeenkomst en betreffende de toetreding van Spanje tot die overeenkomst

WAT IS HET DOEL VAN DE OVEREENKOMST EN DE BESLUITEN?

KERNPUNTEN

Overeenkomstsluitende partijen

De partijen bij de Overeenkomst van Bonn, laatstelijk gewijzigd in 2021, zijn de regeringen van België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Noorwegen, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, en de Europese Unie.

Zeegebieden die onder de overeenkomst vallen

De overeenkomst beslaat de Noordzee in ruime zin en de toegangen — een van de meest drukbevaren zeegebieden ter wereld. Sinds de toetreding tot de overeenkomst door Spanje, omvat deze:

Toepassingsgebied

De Overeenkomst van Bonn van 1984 is gebaseerd op een in 1969 gesloten overeenkomst betreffende verontreiniging door lekkage van ruwe olie. In de Overeenkomst van Bonn wordt echter ook lekkage van andere schadelijke stoffen aangepakt die de zee in het Noordzeegebied vervuilen of bedreigen.

In 2019 besloten de overeenkomstsluitende partijen om de overeenkomst uit te breiden met toezicht met betrekking tot de voorschriften van bijlage VI van het MARPOL-verdrag. Met bijlage VI worden strengere grenzen gesteld aan zwavel in scheepsbrandstof in gebieden waar de emissie van zwaveloxiden wordt beheerst (waaronder de Noordzee). Richtlijn (EU) 2016/802 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen omvat de belangrijkste wijzigingen in internationaal recht betreffende vermindering van luchtvervuiling door schepen in de EU (zie samenvatting).

Werkgebieden

De overeenkomstsluitende partijen komen het volgende overeen:

Rapportage van incidenten en onderlinge hulpverlening

Uitvoering

De overeenkomstsluitende partijen leggen de overeenkomst ten uitvoer door:

Begroting en secretariaat

Elke overeenkomstsluitende partij levert een bijdrage van 2,5 % aan de jaarlijkse uitgaven ten behoeve van de overeenkomst. De balans van de uitgaven wordt verdeeld over de overeenkomstsluitende partijen (met uitzondering van de EU) in evenredigheid met de omvang van hun bruto nationaal product.

Het secretariaat van de overeenkomst is gezeteld in Londen.

DATUM VAN INWERKINGTREDING

De Overeenkomst van Bonn is op 28 juni 1984 in werking getreden.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn) (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 9-16)

Besluit 84/358/EEG van 28 juni 1984 van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7-8)

Besluit (EU) 2021/176 van de Raad van 5 februari 2021 betreffende de vaststelling van de wijzigingen van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (Overeenkomst van Bonn), wat betreft de uitbreiding van het toepassingsgebied van die overeenkomst en betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot die overeenkomst (PB L 54 van 16.2.2021, blz. 1-2)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn (EU) 2016/802 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 58-78)

Laatste bijwerking 26.04.2021