Meerjarenplan voor visbestanden in de westelijke wateren en daaraan grenzende wateren

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2019/472 tot vaststelling van een meerjarenplan voor bestanden die worden gevangen in de westelijke wateren en daaraan grenzende wateren en voor de visserijen die deze bestanden exploiteren

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Het doel van de verordening is, in overeenstemming met de EU-strategie voor het mariene milieu en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982, om:

De betrokken EU-vissersvloot bestaat hoofdzakelijk uit vaartuigen uit België, Duitsland, Ierland, Spanje, Frankrijk, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk (1).

KERNPUNTEN

Met de verordening wordt een meerjarenplan* ingesteld voor de onderstaande visbestanden, met inbegrip van diepzeebestanden, in bepaalde gebieden van de westelijke wateren en daaraan grenzende wateren:

De verordening is ook van toepassing op bijvangsten* die in de westelijke wateren worden gevangen bij de visserij op de hierboven vermelde bestanden.

Het plan draagt bij aan:

Met het plan wordt een ecosysteemgerichte benadering* toegepast op het visserijbeheer om de negatieve gevolgen van visserijactiviteiten voor het mariene ecosysteem tot een minimum te beperken.

Streefdoel voor de visserijsterfte *

Het streefdoel voor de visserijsterfte, dat voor elke soort en elk gebied waarop de verordening betrekking heeft, is vastgesteld, moet zo spoedig mogelijk en, geleidelijk toenemend, uiterlijk in 2020, worden bereikt en vanaf dan worden gehandhaafd. De bandbreedtes, gebaseerd op wetenschappelijk advies en onderhavig aan herziening door de Europese Commissie om rekening te houden met veranderende omstandigheden, maken het mogelijk om flexibel te reageren op situaties die verband houden met gemengde visserij en om bij te dragen aan de aanlandingsverplichting.

Vrijwaringsmaatregelen

Vangstmogelijkheden zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de kans dat het paaibestand onder de referentiegrens daalt, kleiner blijft dan 5%, en er worden specifieke instandhoudingsmaatregelen genomen wanneer het wetenschappelijk advies luidt dat een bestand wordt bedreigd.

Beheer van bijvangsten

Bij het beheer van bijvangstenbestanden, met inbegrip van, in voorkomend geval, de vangstmogelijkheden, wordt rekening gehouden met het beste beschikbare wetenschappelijke advies en met de uitdagingen die voortvloeien uit de gelijktijdige bevissing van alle bestanden op MDO-niveau, met name in situaties waarin dit ertoe leidt dat de autoriteiten de visserij voortijdig sluiten om de bestanden in stand te houden.

Technische maatregelen

De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van deze verordening met betrekking tot de volgende technische maatregelen:

De Raad stelt elk jaar de technische maatregelen vast voor de controle op de tongvisserij in het westelijk Kanaal.

Overige bepalingen

Wanneer uit wetenschappelijk advies blijkt dat recreatievisserij een aanzienlijk effect heeft op de visserijsterfte van een bestand, kan de Raad niet-discriminerende beperkingen vaststellen voor recreatievisserij op basis van transparante en objectieve criteria, met inbegrip van ecologische, sociale en economische aspecten.

Voor elke zone van de westelijke wateren geeft elk EU-land vismachtigingen af overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 voor vaartuigen die zijn vlag voeren en die in dat gebied activiteiten uitvoeren. De EU-landen kunnen ook de totale capaciteit beperken van dergelijke vaartuigen die gebruikmaken van een specifiek vistuig. De Commissie kan beperkingen vaststellen van de totale capaciteit van de vloot van het betrokken land.

Wanneer bestanden ook door derde landen worden bevist, zal de EU zich inzetten voor een duurzaam beheer van de bestanden en kan zij vangstmogelijkheden uitwisselen.

De Commissie evalueert het plan om de vijf jaar en brengt verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de resultaten en de effecten van het plan op de bestanden waarop deze verordening van toepassing is en op de visserijen die deze bestanden exploiteren.

VANAF WANNEER IS DEZE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is vanaf 26 maart 2019 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie ook:

KERNBEGRIPPEN

Maximale duurzame opbrengst (MDO): de hoogste theoretische hoeveelheid („evenwichtige opbrengst”) die onder de bestaande gemiddelde milieuomstandigheden continu gemiddeld uit een bestand kan worden gehaald zonder het voortplantingsproces significant te beïnvloeden.
Meerjarenplan: beheersplan voor de visserij met als doel ervoor te zorgen dat de visbestanden binnen biologisch veilige grenzen worden geëxploiteerd.
Bijvangst: ongewenste vissoorten en mariene soorten die per ongeluk worden gevangen.
Ecosysteemgerichte benadering: een geïntegreerde benadering van visserijbeheer waarmee ernaar wordt gestreefd natuurlijke reserves te beheren met behoud van zowel de biologische rijkdom als de biologische processen die nodig zijn om de samenstelling, de structuur en het functioneren van de betrokken habitats van het ecosysteem te waarborgen.
Visserijsterfte: vangsten over een bepaalde periode in verhouding tot het gemiddelde bestand dat in die periode beschikbaar is voor de visserij.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2019/472 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot vaststelling van een meerjarenplan voor bestanden die worden gevangen in de westelijke wateren en daaraan grenzende wateren en voor de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordeningen (EU) 2016/1139 en (EU) 2018/973, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007 en (EG) nr. 1300/2008 van de Raad (PB L 83 van 25.3.2019, blz. 1-17)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2019/472 zijn opgenomen in het oorspronkelijke document. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2018/973 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot vaststelling van een meerjarenplan voor demersale bestanden in de Noordzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot vastlegging van nadere bepalingen ter uitvoering van de aanlandingsverplichting in de Noordzee en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 676/2007 en (EG) nr. 1342/2008 van de Raad (PB L 179 van 16.7.2018, blz. 1-13)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EU) 2016/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2187/2005 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1098/2007 van de Raad (PB L 191 van 15.7.2016, blz. 1-15)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1-50)

Zie geconsolideerde versie.

Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19-40)

Zie geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 28.10.2019



(1) Vanaf 1 februari 2020 is het Verenigd Koninkrijk geen EU-lid meer.