Europese Bestuursschool
SAMENVATTING VAN
Besluit 2005/118/EG tot oprichting van de Europese Bestuursschool
Besluit 2005/119/EG – organisatie en werking van de Europese Bestuursschool
WAT IS HET DOEL VAN DEZE BESLUITEN?
KERNPUNTEN
Doel
Deze interinstitutionele school organiseert opleidingen die de kennis en vaardigheden van mensen die werkzaam zijn bij de ondertekenende organisaties moeten verbeteren. Daarbij is het doel de gemeenschappelijke waarden van de communautaire instellingen door te geven. De school is verantwoordelijk voor:
- het ontwerpen, organiseren en evalueren van opleidingsactiviteiten;
- het vergemakkelijken van de deelname aan externe opleidingsactiviteiten;
- het vervullen van taken die met haar opdracht verband houden of die ondersteunen.
Opleidingen
- De school organiseert de volgende opleidingen:
- managementcursussen voor mensen die reeds een kaderfunctie vervullen (of deze in de toekomst mogelijk gaan vervullen);
- introductiecursussen voor nieuwe personeelsleden;
- verplichte opleiding voor mensen die overstappen naareen andere functiegroep, bijvoorbeeld voor wie van een administratieve of secretariële functie overstapt naar een kaderfunctie.
- Elke instelling kan naargelang haar specifieke behoeften eigen cursussen organiseren die deze cursussen aanvullen.
- De school kan daarnaast ook cursussen organiseren die door andere EU-organen en -agentschappen worden aangevraagd, op voorwaarde dat deze activiteit de organisatie van de cursussen voor de instellingen niet in het gedrang brengt.
Opleiders en cursuslocaties
- De ondertekenende instellingen stellen ambtenaren-sprekers ter beschikking van de school.
- Over het algemeen worden de cursussen in Brussel georganiseerd, maar opleidingen kunnen ook op een andere locatie plaatsvinden.
Organisatie van de activiteiten
- De raad van bestuur van de school ziet erop toe dat het personeel van de verschillende instellingen op evenwichtige wijze toegang tot de cursussen krijgt.
- De school ziet erop toe dat zij voldoende mogelijkheden tot deelname biedt wanneer een specifieke opleiding verplicht is of een voorwaarde vormt voor het vervullen van bepaalde functies, vooral managementfuncties.
- De school kan te maken krijgen met tijdelijke of specifieke situaties waarin zij meer deelnemers moet toelaten dan gebruikelijk. In dat geval moet de betreffende instelling de daarvoor benodigde begrotingsmiddelen overdragen aan de school.
- De school kan een samenwerking aangaan met andere scholen, instituten of universiteiten die op hetzelfde gebied werkzaam zijn.
Bestuur
- De school is gekoppeld aan het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO). Dit houdt in dat:
- de raad van bestuur van het Bureau de functies van de raad van bestuur van de school vervult;
- de directeur van het Bureau ook de directeur van de school is en verantwoordelijk is voor de aanstelling van personeel;
- het personeel van de school ambten bekleedt die voorkomen op de lijst van ambten van het Bureau;
- de inkomsten en uitgaven van de school opgenomen worden in de begroting van het Bureau.
- De raad van bestuur neemt beslissingen over:
- de werking van de school,
- de organisatiestructuur ,
- de begroting en het jaarverslag van de school,
- het werkprogramma,
- de vergoeding die de school voor haar diensten hanteert, en
- het aantal ambtenaren-sprekers dat door de diverse instellingen ter beschikking van de school moet worden gesteld.
VANAF WANNEER ZIJN DEZE BESLUITEN VAN TOEPASSING?
Zowel Besluit 2005/118/EG als Besluit 2005/119/EG is sinds 10 februari 2005 van toepassing.
ACHTERGROND
Kijk voor meer informatie op:
BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN
Besluit 2005/118/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de regio’s en de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 tot oprichting van de Europese Bestuursschool van (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 14–16)
Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad, van de Commissie, van het Hof van Justitie, van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de regio’s, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17–20)
Laatste bijwerking 07.11.2017