Maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid

KERNPUNTEN

De belangrijkste pijlers van de richtlijn:

1. Toegang tot bestaande fysieke infrastructuur
   • De EU-landen moeten ervoor zorgen dat netwerkexploitanten¹ (telecommunicatie, energie, vervoer en water) telecommunicatiebedrijven toegang geven tot hun fysieke infrastructuur.
   • Netwerkexploitanten moeten toegang verschaffen tot hun fysieke infrastructuur tegen redelijke voorwaarden, met inbegrip van prijs.
2. Coördinatie van civiele werken
   • De EU-landen moeten ervoor zorgen dat netwerkexploitanten met telecommunicatiebedrijven onderhandelen over overeenkomsten om civiele werken te coördineren.
   • Wanneer deze werkzaamheden met overheidsgeld worden gefinancierd, moeten netwerkexploitanten aan elk redelijk en tijdig verzoek om coördinatie voldoen zolang dit geen extra kosten met zich meebrengt en geen belemmering vormt voor de controle over de coördinatie. Dit betekent dat bijkomende kosten in verband met gemeenschappelijke uitrol moeten worden terugverdiend, anders kan het verzoek worden afgewezen.
   • Met het oog op onderhandelingen over overeenkomsten met betrekking tot de coördinatie van civiele werken, eisen de EU-landen dat de netwerkexploitanten op verzoek van een aanbieder van openbare communicatienetwerken bepaalde minimuminformatie beschikbaar stellen over lopende of geplande civiele werken: a) de locatie en het type werkzaamheden; b) de hierbij betrokken netwerkelementen; c) de geraamde datum voor de aanvang van de werkzaamheden en de duur; en d) een contactpunt.
3. Transparantie

   Om het uitrolproces te verbeteren moeten de EU-landen ervoor zorgen dat ondernemingen die ECN uitrollen, toegang hebben tot een minimale hoeveelheid informatie over de bestaande fysieke infrastructuur, zoals:

   • locatie en route;
   • aard/gebruik van de infrastructuur;
   • een contactpunt.

Door dit soort informatie te verschaffen wordt ervoor gezorgd dat de kosten van deze projecten tot een minimum worden beperkt (bijvoorbeeld door toegang tot een bestaande fysieke infrastructuur en door technische werken te coördineren). De toegang tot deze minimuminformatie kan om de volgende redenen worden beperkt:

• de veiligheid en integriteit van de netwerken;
• de nationale veiligheid;
• de volksgezondheid of de openbare veiligheid; en
• de vertrouwelijkheid en de bescherming van handels- en bedrijfsgeheimen.

Vergunningverlening

• De EU-landen moeten ervoor zorgen dat alle relevante informatie met betrekking tot de voorwaarden en procedures voor het verlenen van vergunningen voor civiele werken die nodig zijn voor de uitrol van ECN, beschikbaar is via een centraal informatiepunt.
• De EU-landen kunnen toestaan dat vergunningsaanvragen elektronisch worden ingediend.
• Vergunningsbesluiten moeten binnen vier maanden worden genomen en elke weigering van een vergunning moet volledig worden gerechtvaardigd.

Gebouwen klaar voor de uitrol van netwerken met hoge snelheid

• Nieuwe gebouwen en gebouwen die ingrijpend worden gerenoveerd, moeten worden uitgerust met fysieke infrastructuur (zoals minikabelgoten) die ECN met hoge snelheid kunnen herbergen. Bouwwerken moeten een toegangspunt hebben en gemakkelijk bereikbaar zijn voor aanbieders van openbare communicatienetwerken. Dit moet op technologisch neutrale wijze gebeuren (d.w.z. dat de infrastructuur geen specifieke technologie nodig heeft of uitgaat van een bepaalde technologie). Uitzonderingen zijn mogelijk (bijvoorbeeld voor monumenten of vakantiewoningen).
• De aanbieders hebben het recht het toegangspunt onder eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden te bereiken.

Buitengerechtelijke procedures

De EU-landen moeten buitengerechtelijke procedures instellen om geschillen die voortvloeien uit de toepassing van deze richtlijn tijdig te kunnen oplossen.

Sancties

De EU-landen moeten voorschriften vaststellen inzake sancties in geval van niet-naleving van de nationale maatregelen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn. De sancties moeten passend, doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

Aanbeveling over een toolbox ter ondersteuning van het economisch herstel na de COVID-19-crisis

In september 2020 heeft de Europese Commissie een aanbeveling vastgesteld met richtsnoeren voor de EU-landen om vóór 30 maart 2021 een toolbox van gemeenschappelijke beste praktijken te ontwikkelen en overeen te komen, teneinde de uitrol van vaste en draadloze netwerken met zeer hoge capaciteit te vergemakkelijken door onnodige administratieve belemmeringen weg te nemen en door de gecoördineerde toekenning van radiospectrum aan netwerken van de vijfde generatie (5G) onder investeringsvriendelijke voorwaarden, met name voor industriële grensoverschrijdende gevallen. Bijgevolg moeten de EU-landen de Commissie een stappenplan meedelen voor de uitvoering van de toolbox (uiterlijk op 30 april 2021) en verslag uitbrengen over de uitvoering van de toolbox (uiterlijk op 30 april 2022).