Raadpleging - Uitbreiding van de EU-bescherming van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten

Dit document schetst de argumenten voor en tegen de uitbreiding van de bescherming van geografische aanduidingen tot niet-landbouwproducten (geldt nu al op EU-niveau voor landbouwproducten met bepaalde eigenschappen die verband houden met de geografische herkomst ervan). Dit doet een aantal vragen rijzen met betrekking tot verschillende aspecten van dit onderwerp. Er werd aan belanghebbenden gevraagd hierop te antwoorden om zo te kunnen helpen beslissen welke maatregelen de EU dient te treffen.

BESLUIT

Groenboek - Optimale benutting van Europa’s traditionele kennis: een mogelijke uitbreiding van de bescherming van geografische aanduidingen tot niet-landbouwproducten (COM(2014) 469 final van 15.7.2014).

SAMENVATTING

WAT HOUDT DEZE MEDEDELING IN?

Het doel van dit raadplegingsdocument is om belanghebbende groepen te vragen of er al dan niet een EU-brede geografische aanduiding moet zijn voor niet-landbouwproducten. De 45 vragen variëren van welke tekens beschermd moeten worden tot wat de mogelijke gevolgen zijn van een beschermingssysteem op EU-niveau. De Commissie zal de vragen gebruiken om te beslissen over verdere maatregelen.

KERNPUNTEN

• Bescherming van geografische aanduidingen uitbreiden tot niet-landbouwproducten kan economisch voordelig zijn. Het kan de publiciteit verhogen van de plaats van herkomst, arbeidsplaatsen in de regio helpen handhaven en producenten beter helpen samenwerken. Het kan ook misbruik, zoals nagemaakte artikelen, verminderen.
• Een uniform systeem kan handel in producten met een bescherming van de geografische aanduiding bevorderen met landen buiten de EU.
• De huidige nationale systemen ter bescherming van niet-landbouwproducten zorgen voor uiteenlopende niveaus van bescherming van geografische aanduidingen in heel Europa. Er bestaat momenteel geen overkoepelend EU-systeem dat de bescherming van geografische aanduidingen garandeert.
• Wanneer een geografische aanduiding volgens de consumenten sterk staat, kunnen navolgers hieruit profijt halen. Dit kan resulteren in economische verliezen voor de producent.
• Aangezien momenteel een wettelijke bescherming geldt op EU-niveau voor landbouwproducten en voedingswaren, zou een gestandaardiseerde bescherming voor andere producten compatibel moeten zijn met het bestaande kader.

ACHTERGROND

De kwestie van geografische bescherming voor niet-landbouwproducten werd geïdentificeerd door de Europese Commissie in een mededeling van 2011. Dit werd gevold door een Studie over geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten op de interne markt, waarvan de auteurs pleitten voor het invoeren van de bescherming van geografische aanduidingen op EU-niveau. In 2013 werd een openbare hoorzitting gehouden die deze positie verder versterkte. Dat leidde vervolgens tot de publicatie van dit document door de Commissie om de mening van alle belanghebbenden te verzamelen.

KERNBEGRIPPEN

Geografische aanduidingen zijn tekens die worden gebruikt op goederen met een specifieke geografische herkomst en die bepaalde eigenschappen hebben die hiermee verband houden. Met behulp van een geografische aanduiding kunnen producenten genieten van eerlijkere concurrentie en krijgen consumenten meer betrouwbare informatie met betrekking tot de producten die ze kopen.

Nadere informatie is beschikbaar op de website van de Europese Commissie: directoraat-generaal Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Kmo's.

Laatste bijwerking 08.12.2014