Uitwisseling van informatie over investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur in de Europese Unie
De wetgeving schrijft de regels voor waaronder EU-lidstaten gegevens en informatie aan de Commissie moeten rapporteren over investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur in de EU voor uiteenlopende energiesectoren.
BESLUIT
Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie, houdende vervanging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 736/96.
SAMENVATTING
Vanaf 1 januari 2015 en vervolgens om de twee jaar moeten EU-lidstaten investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur rapporteren aan de Europese Commissie in de volgende sectoren:
|
— |
aardolie;
|
|
— |
aardgas;
|
|
— |
elektriciteit (met inbegrip van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, elektriciteit uit steenkool en bruinkool en warmtekrachtkoppeling);
|
|
— |
productie van biobrandstoffen;
|
|
— |
de afvang, het vervoer en de opslag van door deze sectoren geproduceerde kooldioxide.
|
Verordening (EU) nr. 256/2014is van toepassing op de in een bijlage genoemde types investeringsprojecten waarvan de uitvoerings- of de buitenbedrijfstellingswerkzaamheden zijn gestart of waarvoor een definitieve investeringsbeslissing is genomen.
De gegevens zullen de Commissie helpen om een algemeen beeld te verkrijgen van de ontwikkeling van de investeringen in energie-infrastructuur in de Europese Unie. De beschikbaarheid van correcte en actuele gegevens en informatie moet het voor de Commissie mogelijk maken de nodige vergelijkingen en evaluaties te maken of relevante maatregelen voor te stellen.
Overeenkomstig artikel 5 zal de informatie die met de Commissie gedeeld wordt, het volgende bevatten:
|
— |
het volume van de geplande of momenteel in opbouw zijnde capaciteit;
|
|
— |
het type en de voornaamste kenmerken van de geplande of momenteel in opbouw zijnde infrastructuur of capaciteit, inclusief in voorkomend geval de locatie van grensoverschrijdende transmissieprojecten;
|
|
— |
het vermoedelijke jaar van indienstneming;
|
|
— |
het soort gebruikte energiebronnen;
|
|
— |
de installaties die een reactie mogelijk maken op crisissen bij de energievoorziening, zoals installaties die keerstromen of brandstofswitching mogelijk maken, en
|
|
— |
de uitrusting van koolstofafvangsystemen of retrofittingsmechanismen voor koolstofafvang en -opslag.
|
REFERENTIES
|
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
|
Verordening (EU) nr. 256/2014van het Europees Parlement en de Raad |
9.4.2014 |
- |
PB L 84 van 20.3.2014 |
Laatste wijziging: 08.08.2014