52004DC0772

Verslag van de Commissie aan de Raad over de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel /* COM/2004/0772 def. */


Brussel, 06.12.2004

COM(2004) 772 definitief

2004/0269 (CNS)

.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1868/94 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

.

(door de Commissie ingediend)

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

over de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

1. Inleiding : NOODZAAK VAN DIT VERSLAG

In artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel[1] is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 30 september 2004 bij de Raad een verslag moet indienen over de verdeling van de contingenten in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. In dat verslag wordt rekening gehouden met mogelijke veranderingen in de betalingen aan de aardappeltelers en met de ontwikkeling van de markt voor aardappelzetmeel en de markt voor graanzetmeel.

In artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 is bepaald dat de Raad, op basis van het in het vorige lid bedoelde verslag, volgens de procedure van artikel 37 van het Verdrag, uiterlijk op 31 december 2004 een beslissing neemt over de verdeling van de contingenten over de lidstaten voor de volgende drie verkoopseizoenen.

De huidige contingenten zijn tot en met het verkoopseizoen 2004/2005 (deze periode loopt af op 30 juni 2005) vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1868/94.

2. Hervorming van het GLB

Op 26 juni 2003 heeft de Raad een grondige hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) goedgekeurd, waardoor de steunregelingen voor de communautaire landbouwsector ingrijpend worden gewijzigd. De betalingen worden voortaan grotendeels ontkoppeld van de geproduceerde hoeveelheden. Deze nieuwe bedrijfstoeslagregeling vereist met name de inachtneming van milieunormen. Doordat de band tussen subsidie en productie wordt verbroken, zal het concurrentievermogen van de landbouwers van de Unie toenemen en zullen zij hun activiteiten beter kunnen afstemmen op de markt, zonder dat de noodzakelijke stabiliteit van hun inkomen daardoor in het gedrang komt.

Om de zetmeelproductie in de traditionele gebieden in stand te houden en rekening te houden met de rol van de aardappelproductie in het wisselbouwsysteem, is voor deze sector gekozen voor een gedeeltelijke ontkoppeling. Een deel (40%) van de huidige steun[2] wordt ontkoppeld en opgenomen in de bedrijfstoeslagregeling op basis van de historische leveranties aan de zetmeelindustrie. De resterende 60% wordt gehandhaafd als steun voor landbouwers die voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen produceren, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 93 en 94 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad[3]. Indien een lidstaat besluit de bedrijfstoeslagregeling toe te passen na een facultatieve overgangsperiode[4], blijft het op dat ogenblik geldende steunbedrag van toepassing.

De steun wordt slechts uitbetaald voor een hoeveelheid aardappelen waarvoor tussen de aardappelproducent en de zetmeelfabrikant een teeltcontract is gesloten, binnen de grenzen van het aan deze laatste toegewezen contingent als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1868/94.

In de nieuwe aardappelzetmeelproducerende lidstaten geldt een vereenvoudigde regeling inzake een enkele areaalbetaling, eventueel vergezeld van nationale rechtstreekse betalingen (top-ups).

3. De uitbreiding

Sedert het verkoopseizoen 2004/2005 nemen zes nieuwe landen deel aan de contingenteringsregeling voor aardappelzetmeel; voor 2004/2005 is het onder die zes landen te verdelen contingent vastgesteld op 186 613 ton, waarvan 78% voor Polen en 18% voor Tsjechië, terwijl de resterende 4% wordt verdeeld onder Estland, Letland, Litouwen en Slowakije.

Het EU-contingent neemt derhalve toe met 11%, namelijk van 1,762 miljoen ton (EU-15) tot 1,949 miljoen ton (EU-25).

4. DE CONTINGENTERINGSREGELING

Aardappelzetmeel concurreert met graanzetmeel. In verband met de productiebeperkingen in de graansector, met name in de vorm van braaklegging, en de grotere zetmeelproductie in het begin van de jaren negentig, heeft de Raad de productie van aardappelzetmeel met ingang van 1995/1996 aan banden gelegd door de invoering van een contingenteringsregeling (Verordening (EG) nr. 1868/94), die met name in de volgende bepalingen voorziet:

- er wordt een contingent vastgesteld per lidstaat, dat vervolgens verder wordt verdeeld in subcontingenten per aardappelzetmeelfabrikant;

- de aardappeltelers ontvangen een betaling als bedoeld in punt 2, per ton zetmeel verkregen uit de aan de zetmeelfabrikant geleverde hoeveelheid aardappelen, binnen de grenzen van de subcontingenten;

- de aardappelzetmeelfabrikanten ontvangen een premie binnen de grenzen van hun subcontingent ter compensatie van bepaalde structurele nadelen in vergelijking met de graanzetmeelfabrikanten (minder bijproducten die voor extra inkomsten kunnen zorgen, kortere productieperiode, hogere kosten voor de verwerking van afvalstoffen); de premie wordt uitgekeerd op voorwaarde dat de fabrikant aan de telers de minimumprijs heeft betaald voor de voor verwerking tot zetmeel bestemde aardappelen.

Tussen aardappeltelers en zetmeelfabrikanten dient jaarlijks een teeltcontract te worden gesloten, om overschrijding van het subcontingent te voorkomen; in deze contracten worden met name de geraamde hoeveelheid te leveren zetmeel en de door de zetmeelfabrikant te betalen minimumprijs vastgelegd; een zetmeelfabrikant mag geen aardappelen afnemen waarvoor geen teeltcontract is gesloten. Met uitzondering van de flexibiliteitsclausule ten belope van 5%, moet alle boven het subcontingent geproduceerde aardappelzetmeel vóór 1 januari volgend op het einde van het betrokken verkoopseizoen in ongewijzigde staat worden uitgevoerd zonder restitutie; voor de betrokken hoeveelheid moet de minimumprijs zijn betaald, maar worden de premie aan de zetmeelfabrikanten en de betaling aan de telers niet uitbetaald.

De bepalingen ter uitvoering van de contingenteringsregeling zijn vastgesteld in de Verordeningen (EG) nr. 2235/2003[5] en (EG) nr. 2236/2003[6] van de Commissie waarin diverse problemen worden behandeld, met name het sluiten van teeltcontracten, het minimumzetmeelgehalte van aardappelen, de bepaling van het gewicht en het zetmeelgehalte van aardappelen bij levering aan het aardappelmeelbedrijf, de voorschriften inzake de uitvoer zonder restitutie, de controlevoorschriften en de daarmee samenhangende sancties, de regels in geval van fusie, vervreemding (verandering van eigenaar) van een aardappelmeelbedrijf en aanvang of stopzetting van de commerciële activiteiten van een aardappelmeelbedrijf.

In hoofdstuk 6 van Verordening (EG) nr. 2237/2003[7] zijn uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot de steun voor zetmeelaardappelen voor het verkoopseizoen 2004/2005. Binnenkort wordt de nieuwe verordening bekendgemaakt voor de toepassing van de regeling na 2004/2005.

5. ONTWIKKELING VAN DE PRODUCTIE EN DE CONTINGENTEN VAN AARDAPPELZETMEEL

In de tabellen A en B van de bijlage wordt een overzicht gegeven van de aardappelzetmeelproductie in het kader van de contingenteringsregeling, alsmede van de verschillende per lidstaat vastgestelde contingenten.

Sedert de invoering in 1995 van de contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel zijn twee verslagen[8] bij de Raad en het Parlement ingediend, vergezeld van voorstellen voor verlenging van de contingenten. In het kader van Agenda 2000 heeft de Raad besloten de contingenten in 2000/2001 en 2001/2002 te verlagen, en terzelfder tijd de compensatie voor de prijsdaling voor zetmeelaardappelen vast te stellen op een hoger niveau dan die voor granen (75 % van de prijsdaling, tegenover 48,4% voor granen), zonder dat een en ander gevolgen heeft voor de begroting.

Tabel 1 bevat een overzicht voor EU-15 van de ontwikkeling van de aardappelzetmeelproductie ten opzichte van het contingent. Behalve in 1998/1999 en 2003/2004 (slechte weersomstandigheden) lag de productie van de EU in de buurt van het vastgestelde contingent.

In het verkoopseizoen 2003/2004 waren de omstandigheden zeer moeilijk (als gevolg van de droogte in de zomer in bepaalde gebieden); toch hebben sommige aardappelmeelbedrijven gebruik gemaakt van de maximale flexibiliteit van 5% (op grond van artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94).

Uit de eerste gegevens voor het verkoopseizoen 2004/2005 blijkt dat de oogst van zetmeelaardappelen weer is aangetrokken als gevolg van het betere weer.

Tabel 1 Ontwikkeling van de productie en van het basiscontingent EU voor aardappelzetmeel

x 1 000 ton

1998/1999 | 1999/2000 | 2000/2001 | 2001/2002 | 2002/2003 | 2003/2004 |

PRODUCTIE | 1 660,5 | 1 804,8 | 1 849,7 | 1 601,1 | 1 684,8 | 1 461,9 |

CONTINGENT | 1 864,3 | 1 864,3 | 1 814,2 | 1 762,1 | 1 762,1 | 1 762,1 |

verhouding productie/contingent | 89 % | 97 % | 102 % | 91 % | 96 % | 83 % |

6. ONTWIKKELING VAN DE SECTOR ZETMEEL (GRAANZETMEEL EN AARDAPPELZETMEEL

6.1. Uitvoer van zetmeel

Een groot deel van de zetmeelproductie, inclusief de daarvan afgeleide producten, wordt afgezet op de wereldmarkt. Ongeveer 50% van de aardappelzetmeelproductie wordt uitgevoerd naar derde landen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitvoer voor de belangrijkste producten van de sector.

Tabel 2 is gebaseerd op de gegevens die de lidstaten hebben meegedeeld aan DG Landbouw (uitvoercertificaten voor de producten van bijlage I bij het Verdrag, met of zonder restitutie) en aan DG Ondernemingen (betaling van uitvoerrestituties voor producten die niet zijn opgenomen in bijlage I).

Tabel 2 Ontwikkeling van de uitvoer van graanzetmeel en van aardappelzetmeel

x 1 000 ton zetmeelequivalent

Omschrijving | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 |

Tarwezetmeel in ongewijzigde staat | 42 | 58 | 36 | 57 | 48 | 57 |

Maïszetmeel in ongewijzigde staat | 136 | 84 | 154 | 144 | 138 | 120 |

Aardappelzetmeel in ongewijzigde staat | 431 | 322 | 400 | 335 | 460 | 409 |

Subtotaal graanzetmeel –aardappelzetmeel in ongewijzigde staat | 609 | 464 | 590 | 536 | 646 | 586 |

Glucose | 212 | 222 | 279 | 265 | 269 | 252 |

Gemodificeerd zetmeel | 360 | 359 | 535 | 453 | 491 | 410 |

TOTAAL | 1 181 | 1 045 | 1 404 | 1 254 | 1 405 | 1 248 |

Bron: – voor aardappelzetmeel-graanzetmeel in ongewijzigde staat en glucose: DG Landbouw / lidstaten, aanvragen van uitvoercertificaten, – voor gemodificeerd zetmeel: DG Ondernemingen / lidstaten, maandelijkse mededelingen over betalingen. |

Uit tabel 2 blijkt dat de totale uitvoer in de periode 1998–2003 gemiddeld ongeveer 1,250 miljoen ton bedroeg, met uitschieters tot 1,4 miljoen ton in 2000 en 2002. De belangrijkste categorieën zijn graanzetmeel en aardappelzetmeel in ongewijzigde staat, waarvoor de uitvoer schommelt tussen 0,5 en 0,6 miljoen ton, en gemodificeerd zetmeel dat hoofdzakelijk wordt vervaardigd uit aardappelzetmeel en maïszetmeel, en waarvoor de uitvoer schommelt tussen 0,4 en 0,5 miljoen ton in dezelfde periode; de uitvoer van glucose, hoofdzakelijk vervaardigd uit maïszetmeel en tarwezetmeel, is gestegen tot 0,2 à 0,3 miljoen ton.

Voorts zijn bepaalde hoeveelheden graanzetmeel en aardappelzetmeel uitgevoerd in de vorm van producten die niet zijn opgenomen in bijlage I, met uitzondering van gemodificeerd zetmeel; aangezien het om zeer uiteenlopende producten gaat, zijn deze in tabel 2 buiten beschouwing gelaten.

6.2 Productie van zetmeel

Tabel 3 Ontwikkeling van de productie van graanzetmeel en aardappelzetmeel (ramingen EU-15)

x miljoen ton

Productie van zetmeel | 1998/1999 | 1999/2000 | 2000/2001 | 2001/2002 | 2002/2003 | 2003/2004 |

Zetmeelvan: | maïs | 3,7 | 3,7 | 3,9 | 4,0 | 4,0 | 4,0 |

% | 48 % | 46 % | 45 % | 46 % | 45 % | 46 % |

tarwe | 2,2 | 2,4 | 2,8 | 3,0 | 3,0 | 3,1 |

% | 29 % | 30 % | 32 % | 34 % | 34 % | 36 % |

aardappelen | 1,8 | 1,9 | 2,0 | 1,8 | 1,9 | 1,6 |

% | 23 % | 24 % | 23 % | 20 % | 21 % | 18 % |

TOTAAL | 7,7 | 8,0 | 8,7 | 8,8 | 8,9 | 8,7 |

% | 100 % | 100 % | 100 % | 100 % | 100 % | 100 % |

Jaarlijkse variatie | 1,3 % | 3,9 % | 8,7 % | 0,6 % | 1,1 % | –1,7 % |

Bron: – voor aardappelzetmeel-graanzetmeel in ongewijzigde staat en glucose: DG Landbouw / lidstaten, aanvragen van uitvoercertificaten, – voor aardappelzetmeel: mededelingen van de lidstaten overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 97/95, inclusief de productie buiten de contingenten, met name verliezen door producten van een mindere dan de bij Verordening (EG) nr. 97/95 vastgestelde kwaliteit. |

Sedert 1998/1999 is de productie van graanzetmeel en aardappelzetmeel in de Gemeenschap jaarlijks met gemiddeld ongeveer 2% gestegen, vooral voor tarwezetmeel; aangezien de productie van aardappelzetmeel wordt beperkt door de contingenteringsregeling, is het aandeel van aardappelzetmeel in de totale zetmeelproducten tot ongeveer 20% gedaald.

7. VOORSTEL

Sedert het laatste rapport van 2001 hebben zich belangrijke wijzigingen voorgedaan die niet zonder gevolgen zijn gebleven, met name:

- de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), en het effect van de ontkoppeling voor de diverse sectoren, met inachtneming van de wijze waarop die ontkoppeling wordt toegepast;

- de uitbreiding van de Europese Unie en de gevolgen daarvan voor de productie in het kader van de lopende regelingen.

Pas over een of twee jaar kunnen de eerste gevolgen worden gemeten.

In afwachting daarvan en in het licht van het onderhavige verslag, met name wat het marktevenwicht voor aardappelzetmeel enerzijds en graanzetmeel anderzijds betreft, stelt de Commissie voor de contingenten van 2004/2005 te verlengen voor een periode van twee jaar (verkoopseizoenen 2005/2006 en 2006/2007).

* *

*

Belangrijkste verordeningen EU

(met verwijzing naar de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie)

Rechtstreekse betalingen en ontkoppeling |

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad | (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1) |

Verordening (EG) nr. 2237/2003 van de Commissie | (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 52) |

Tot en met 30 juni 2004: |

Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad | (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21) |

Aardappelzetmeel |

Verordening (EEG) nr. 1868/94 van de Raad | (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4) |

Verordening (EG) nr. 2235/2003 van de Commissie | (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 36) |

Verordening (EG) nr. 2236/2003 van de Commissie | (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 45) |

Tot en met 30 juni 2004: |

Verordening (EEG) nr. 97/95 van de Commissie | (PB L 16 van 24.1.1995, blz. 3). |

BIJLAGE

Tabel A Ontwikkeling van de aardappelzetmeelproductie in het kader van de contingenteringsregeling (1)

x 1 000 ton

PRODUCTIE | 1998/1999 | 1999/2000 | 2000/2001 | 2001/2002 | 2002/2003 | 2003/2004 |

Denemarken | 173,6 | 177,0 | 180,2 | 168,8 | 166,8 | 161,4 |

Duitsland | 627,6 | 663,2 | 698,2 | 619,9 | 630,2 | 515,6 |

Spanje | – | – | – | – | – | – |

Frankrijk | 271,7 | 305,6 | 274,2 | 217,4 | 271,6 | 253,8 |

Nederland | 431,8 | 505,2 | 528,4 | 443,7 | 458,6 | 401,3 |

Oostenrijk | 45,5 | 44,0 | 48,1 | 43,6 | 40,1 | 31,9 |

Finland | 44,5 | 50,6 | 54,5 | 51,9 | 55,8 | 39,0 |

Zweden | 65,8 | 59,2 | 66,1 | 55,7 | 61,5 | 58,9 |

(1) als gedefinieerd in de Verordeningen (EG) nr. 1868/94 en (EG) nr. 97/95, inclusief de flexibiliteit van maximaal 5%, doch exclusief de zonder restitutie uitgevoerde hoeveelheden. Bron: mededelingen van de lidstaten overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 97/95. |

Tabel B Ontwikkeling van de vastgestelde contingenten voor de productie van aardappelzetmeel

x 1 000 ton

Wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 1868/94 | Verordening (EG) nr. 1284/98 | Agenda 2000 – Verordening (EG) nr. 1252/1999 | Verordening (EG) nr. 962/2002 | Toetredingsakte |

CONTINGENTEN | 1998/1999, 1999/2000, (en 2000/2001) | 2000/2001 | 2001/2002 | 2002/2003, 2003/2004 en 2004/2005 | 2004/2005 |

Denemarken | 178,5 | 173,4 | 168,2 | 168,2 |

Duitsland | 696,3 | 676,7 | 656,3 | 656,3 |

Spanje | 2,0 | 2,0 | 1,9 | 1,9 |

Frankrijk | 281,5 | 273,6 | 265,4 | 265,4 |

Nederland | 538,3 | 523,2 | 507,4 | 507,4 |

Oostenrijk | 49,1 | 48,4 | 47,7 | 47,7 |

Finland | 54,8 | 54,0 | 53,2 | 53,2 |

Zweden | 63,9 | 63,0 | 62,1 | 62,1 |

Totaal EU-15 | 1 864,304 | 1 814,237 | 1 762,148 | 1 762,148 |

Tsjechië | 33,7 |

Estland | 0,3 |

Letland | 5,8 |

Litouwen | 1,2 |

Polen | 145,0 |

Slowakije | 0,7 |

Totaal EU-10 | 186,613 |

Totaal contingenten EU-25 in 2004/2005: 1 948 761 ton. Referentie: Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad, zoals gewijzigd bij de Toetredingsakte. |

2004/0269 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1868/94 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie[9],

Gezien het advies van het Europees Parlement[10],

Gezien van het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[11],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad[12] zijn de contingenten voor aardappelzetmeel vastgesteld voor de producerende lidstaten voor de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2004/2005.

(2) Krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 moet, op basis van het verslag van de Commissie aan de Raad, het contingent over de producerende lidstaten worden verdeeld voor de drie volgende verkoopseizoenen. Daarbij moet rekening worden gehouden met de recente ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en met de productie in de lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Gemeenschap zijn toegetreden, en moeten, in afwachting van de eerste effecten voor de sector, de voor het verkoopseizoen 2004/2005 toe te passen contingenten worden gehandhaafd voor een periode van twee jaar.

(3) De producerende lidstaten moeten hun contingent voor de betrokken periode van twee jaar verdelen over alle aardappelzetmeelfabrikanten, op basis van de voor het verkoopseizoen 2004/2005 vastgestelde contingenten.

(4) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 moeten de hoeveelheden die door de zetmeelfabrikanten worden gebruikt boven de voor het verkoopseizoen 2004/2005 beschikbare subcontingenten, in mindering worden gebracht op het betrokken contingent voor het verkoopseizoen 2005/2006 .

(5) Verordening (EG) nr. 1868/94 moet derhalve worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De artikelen 2 en 3 van Verordening (EG) nr. 1868/94 worden vervangen door:

" Artikel 2

1. De voor de verkoopseizoenen 2005/2006 en 2006/2007 aan de aardappelzetmeelproducerende lidstaten toe te wijzen contingenten worden vastgesteld in de bijlage.

2. Elke in de bijlage bedoelde producerende lidstaat verdeelt het hem toegewezen contingent over de aardappelzetmeelfabrikanten, voor gebruik in de verkoopseizoenen 2005/2006 en 2006/2007, op basis van het voor elke aardappelzetmeelfabrikant in 2004/2005 beschikbare contingent, onder voorbehoud van het bepaalde in de tweede alinea.

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, wordt de hoeveelheid die is gebruikt boven het contingent voor het verkoopseizoen 2004/2005 in mindering gebracht op het voor elke aardappelzetmeelfabrikant beschikbare subcontingent voor het verkoopseizoen 2005/2006.

Artikel 3

1. Uiterlijk op 30 september 2006 dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de verdeling van het contingent in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. In dit verslag wordt rekening gehouden met mogelijke veranderingen in de betalingen aan de aardappeltelers en met de ontwikkeling van de markt voor aardappelzetmeel en de markt voor graanzetmeel.

2. Uiterlijk op 31 december 2006 neemt de Raad, op basis van het in lid 1 bedoelde verslag, een besluit over de door de Commissie gedane voorstellen volgens de procedure van artikel 37 van het Verdrag.

3. Uiterlijk op 31 januari 2007 stellen de lidstaten de betrokkenen in kennis van de voor de sector vastgestelde voorschriften."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, op […]

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

Contingenten voor de verkoopseizoenen 2005/2006 en 2006/2007

(in ton) |

Tsjechië | 33 660 |

Denemarken | 168 215 |

Duitsland | 656 298 |

Estland | 250 |

Spanje | 1 943 |

Frankrijk | 265 354 |

Letland | 5 778 |

Litouwen | 1 211 |

Nederland | 507 403 |

Oostenrijk | 47 691 |

Polen | 144 985 |

Slowakije | 729 |

Finland | 53 178 |

Zweden | 62 066 |

Totaal | 1 948 761 |

FICHE FINANCIÈRE |

1. | LIGNES BUDGÉTAIRES: 05 02 01 03 05 02 03 15 05 02 12 02 | CRÉDITS APB 2005: 47 Mio EUR 195 Mio EUR 1 394 Mio EUR |

2. | INTITULÉ DE LA MESURE: Règlement du Conseil modifiant le règlement (CE) n° 1868/94 instituant un régime de contingentement pour la production de fécule de pomme de terre. |

3. | BASE JURIDIQUE: Articles 36 et 37 du traité |

4. | OBJECTIFS DE LA MESURE: Répartir le contingent entre les Etats membres producteurs de fécule de pomme de terre pour les campagnes 2005/06 et 2006/07. |

5. | INCIDENCES FINANCIÈRES | PÉRIODE DE 12 MOIS (Mio EUR) | EXERCICE EN COURS 2004 (Mio EUR) | EXERCICE SUIVANT 2005 (Mio EUR) |

5.0 | DÉPENSES A LA CHARGE – DU BUDGET DES CE (RESTITUTIONS/INTERVENTIONS) – DES BUDGETS NATIONAUX – D'AUTRES SECTEURS | – | – |

5.1 | RECETTES – RESSOURCES PROPRES DES CE (PRÉLÈVEMENTS / DROITS DE DOUANE) – SUR LE PLAN NATIONAL |

2006 | 2007 | 2008 | 2009 |

5.0.1 | PRÉVISIONS DES DÉPENSES | 203,1 | 167,5 | – | – |

5.1.1 | PRÉVISIONS DES RECETTES |

5.2 | MODE DE CALCUL: |

en Mio € | 2006 | 2007 | explications |

Prime féculière | 43,4 | 43,4 |

UE 25 | 43,4 | 43,4 | =1 948 761 t x 22,25 €/t |

Aide aux pommes de terre | 159,7 | 124,1 |

UE 15 | 153,5 | 116,9 | voir observations |

UE 10 | 6,2 | 7,2 | = taux de phasing-in x 186 613 t x 110,54 €/t |

TOTAL | 203,1 | 167,5 |

6.0 | FINANCEMENT POSSIBLE PAR CRÉDITS INSCRITS AU CHAPITRE CONCERNÉ DU BUDGET EN COURS D'EXÉCUTION | OUI / NON |

6.1 | FINANCEMENT POSSIBLE PAR VIREMENT ENTRE CHAPITRES DU BUDGET EN COURS D'EXÉCUTION | OUI / NON |

6.2 | NÉCESSITÉ D'UN BUDGET SUPPLÉMENTAIRE | OUI / NON |

6.3 | CRÉDITS A INSCRIRE DANS LES BUDGETS FUTURS | OUI / NON |

OBSERVATIONS: Dès qu’un Etat membre appliquera le paiement unique (cf. déclaration des Etats), 40 % de l’aide aux pommes de terre féculières sera découplée, seuls les 60 % restants couplés ont un impact financier. Pour l’UE 10, il est fait l’hypothèse que le régime de paiement unique à la surface, calculé une fois par an, est maintenu jusqu’en 2008. |

[1] PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

[2] Zie artikel 43 en bijlage VII van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

[3] Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

[4] Overeenkomstig artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

[5] Verordening (EG) nr. 2235/2003 van de Commissie van 23 december 2003 houdende gemeenschappelijke bepalingen voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1868/94 van de Raad wat aardappelzetmeel betreft (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 36).

[6] Verordening (EG) nr. 2236/2003 van de Commissie van 23 december 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 45).

[7] Verordening (EG) nr. 2237/2003 van de Commissie van 23 december 2003 houdende uitvoeringsbepalingen voor bepaalde steunregelingen die zijn ingesteld bij titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 52).

[8] – COM(1997) 576 def. van 11.11.1997, contingenten 1998/1999, 1999/2000 en 2000/2001,– COM(2001) 677 def. van 16.11.2001, contingenten 2002/2003, 2003/2004 en 2004/2005.

[9] PB C […] van […], blz. […].

[10] PB C […] van […], blz. […].

[11] PB C […] van […], blz. […].

[12] PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.