02014R0411 — NL — 02.11.2014 — 001.002
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 411/2014 VAN DE COMMISSIE van 23 april 2014 (PB L 121 van 24.4.2014, blz. 27) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1164/2014 VAN DE COMMISSIE van 31 oktober 2014 |
L 314 |
1 |
31.10.2014 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 411/2014 VAN DE COMMISSIE
van 23 april 2014
betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent van de Unie voor de invoer van vers en bevroren rundvlees van oorsprong uit Oekraïne
Artikel 1
Opening en wijze van beheer van het tariefcontingent
1. Deze verordening is van toepassing op de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van de in bijlage I vermelde producten.
2. De producthoeveelheid waarvoor het in lid 1 bedoelde contingent geldt, het toepasselijke douanerecht en het volgnummer worden vastgesteld in bijlage I.
3. Het in lid 1 bedoelde invoertariefcontingent wordt beheerd door in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en in tweede instantie invoercertificaten af te geven.
4. De Verordeningen (EG) nr. 1301/2006, (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 382/2008 zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.
Artikel 2
Invoertariefcontingentperioden
1. Het in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingent is geopend van 25 april tot en met 31 december 2014 en van 1 januari tot en met 31 december 2015.
2. De voor 2015 vastgestelde hoeveelheid van het jaarlijkse invoertariefcontingent voor het in bijlage I opgenomen volgnummer, wordt als volgt opgesplitst over vier deelperioden:
25 % voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart;
25 % voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni;
25 % voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september;
25 % voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december.
Artikel 3
Aanvragen voor invoerrechten voor de contingentperiode 2014
1. Aanvragen voor invoerrechten worden uiterlijk op de vijftiende kalenderdag na de datum van inwerkingtreding van deze verordening, om 13.00 uur plaatselijke tijd Brussel, ingediend.
2. Bij het indienen van de aanvraag voor invoerrechten wordt een zekerheid van 6 EUR per 100 kg nettogewicht gesteld.
3. Aanvragers van invoerrechten tonen aan dat in de periode van twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan de invoertariefcontingentperiode een hoeveelheid rundvlees van GN-code 0201 of 0202 overeenkomstig de betrokken douanebepalingen door henzelf of voor hun rekening is ingevoerd (hierna „referentiehoeveelheid” genoemd). Een bedrijf dat is ontstaan uit een fusie tussen bedrijven die elk referentiehoeveelheden hebben ingevoerd, mag deze referentiehoeveelheden gebruiken als basis voor zijn aanvraag.
4. De totale hoeveelheid waarvoor in de invoercontingentperiode aanvragen voor invoerrechten worden ingediend, mag de referentiehoeveelheden van de aanvrager niet overschrijden. Aanvragen die niet aan deze bepaling voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.
5. Uiterlijk op de zevende werkdag na afloop van de in lid 1 bedoelde termijn voor indiening van de aanvragen melden de lidstaten aan de Commissie welke de totale hoeveelheden zijn waarvoor aanvragen zijn ingediend, uitgedrukt in kilogram productgewicht.
6. De invoerrechten worden toegekend van de zevende tot en met de twaalfde werkdag na afloop van de in lid 5 bedoelde meldingstermijn.
7. Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat minder invoerrechten kunnen worden toegewezen dan werden aangevraagd, wordt de krachtens lid 2 gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.
8. De invoerrechten zijn geldig met ingang van de dag waarop deze worden toegekend, tot en met ►M1 31 december 2014 ◄ . De invoerrechten zijn niet overdraagbaar.
Artikel 3 bis
Aanvragen voor invoerrechten voor de contingentperiode 2015
1. Aanvragen voor invoerrechten worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de maand vóór elke in artikel 2, lid 2, genoemde deelperiode.
2. Bij het indienen van de aanvraag voor invoerrechten wordt een zekerheid van 6 EUR per 100 kg nettogewicht gesteld.
3. Aanvragers van invoerrechten tonen bij het indienen van hun eerste aanvraag voor een bepaald contingentjaar aan dat in de periode van twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan hun eerste aanvraag een hoeveelheid rundvlees van GN-code 0201 of 0202 overeenkomstig de betrokken douanebepalingen door henzelf of voor hun rekening is ingevoerd (hierna „referentiehoeveelheid” genoemd). Een bedrijf dat is ontstaan uit een fusie tussen bedrijven die elk referentiehoeveelheden hebben ingevoerd, mag deze referentiehoeveelheden gebruiken als basis voor zijn aanvraag.
4. De totale hoeveelheid waarvoor in de deelperiode van het invoertariefcontingent een aanvraag voor invoerrechten wordt ingediend, mag niet groter zijn dan 25 % van de referentiehoeveelheid van de aanvrager. Aanvragen die niet aan deze bepaling voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.
5. De lidstaten melden uiterlijk op de veertiende dag van de maand waarin aanvragen zijn ingediend, aan de Commissie welke de totale in kilogram productgewicht uitgedrukte hoeveelheden zijn waarvoor aanvragen zijn ingediend, ook als deze hoeveelheden nul bedragen.
6. De invoerrechten worden toegekend met ingang van de drieëntwintigste dag van de maand waarin aanvragen zijn ingediend, tot en met de laatste dag van die maand.
7. Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat minder invoerrechten kunnen worden toegewezen dan werden aangevraagd, wordt de krachtens lid 2 gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.
8. De invoerrechten gelden met ingang van de eerste dag van de deelperiode waarvoor de aanvraag is ingediend, tot en met 31 december 2015. De invoerrechten zijn niet overdraagbaar.
Artikel 4
Afgifte van invoercertificaten voor de contingentperiode 2014
1. De hoeveelheden waarvoor in het kader van het in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingent invoerrechten zijn toegewezen, mogen pas na het overleggen van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.
2. De invoercertificaataanvragen hebben betrekking op de totale hoeveelheid waarvoor invoerrechten zijn toegewezen. Deze verplichting geldt als een primaire eis in de zin van artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 282/2012.
3. Certificaataanvragen mogen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager invoerrechten in het kader van het in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingent heeft gevraagd en gekregen.
Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de gekregen invoerrechten overeenkomstig verlaagd en wordt de krachtens artikel 3, lid 2, gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.
4. Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de invoerrechten heeft gekregen.
5. Op de certificaataanvraag wordt slechts één volgnummer vermeld. De aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval worden alle GN-codes in vak 15 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat vermeld.
6. De certificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende gegevens:
in vak 8, de naam „Oekraïne” als land van oorsprong, en een kruisje bij het vak „ja”;
in vak 20, één van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.
7. Op elk certificaat wordt de hoeveelheid per GN-code vermeld.
8. In afwijking van artikel 5, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 382/2008 zijn de invoercertificaten dertig dagen geldig met ingang van de in artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde datum waarop deze feitelijk zijn afgegeven. De geldigheidsduur van de invoercertificaten verloopt evenwel uiterlijk op ►M1 31 december 2014 ◄ .
Artikel 4 bis
Afgifte van invoercertificaten voor de contingentperiode 2015
1. De hoeveelheden waarvoor in het kader van het in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingent invoerrechten zijn toegewezen, mogen pas na het overleggen van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.
2. De invoercertificaataanvragen hebben betrekking op de totale hoeveelheid waarvoor invoerrechten zijn toegewezen. De in artikel 23, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie ( 1 ) bedoelde verplichting wordt in acht genomen.
3. Certificaataanvragen mogen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager invoerrechten in het kader van het in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingent heeft gevraagd en gekregen.
4. Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de gekregen invoerrechten naar evenredigheid verlaagd en wordt de krachtens artikel 3 bis, lid 2, gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.
5. Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de invoerrechten heeft gekregen.
6. Op de certificaataanvraag wordt slechts één volgnummer vermeld. De aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval worden alle GN-codes in vak 15 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat vermeld.
7. De certificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende gegevens:
in vak 8, de naam „Oekraïne” als land van oorsprong, en een kruisje bij het vak „ja”;
in vak 20, één van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.
8. Op elk certificaat wordt de hoeveelheid per GN-code vermeld.
9. In afwijking van artikel 5, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 382/2008 zijn de invoercertificaten dertig dagen geldig met ingang van de in artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 bedoelde datum waarop deze feitelijk zijn afgegeven. De geldigheidsduur van de invoercertificaten verloopt evenwel uiterlijk op 31 december 2015.
Artikel 5
Meldingen aan de Commissie voor de contingentperiode 2014
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 melden de lidstaten de volgende gegevens aan de Commissie:
uiterlijk op 10 januari 2015, de producthoeveelheden, ook als deze nul bedragen, waarvoor tijdens de contingentperiode invoercertificaten zijn afgegeven;
uiterlijk op 30 april 2015, de producthoeveelheden, ook als deze nul bedragen, waarvoor de betrokken invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten zijn afgegeven.
2. Uiterlijk op 30 april 2015 melden de lidstaten aan de Commissie welke producthoeveelheden daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht gedurende de invoertariefcontingentperiode 2014.
3. De op grond van de leden 1 en 2 gemelde hoeveelheid wordt uitgedrukt in kilogram.
Artikel 5 bis
Meldingen aan de Commissie voor de contingentperiode 2015
1. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 melden de lidstaten uiterlijk op de tiende dag van de maand na de laatste dag van elke deelperiode aan de Commissie voor welke hoeveelheden, ook als deze nul bedragen, zij tijdens die deelperiode certificaten hebben afgegeven.
2. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 delen de lidstaten aan de Commissie de hoeveelheden mee, ook als deze nul bedragen, waarvoor de betrokken invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten zijn afgegeven:
samen met de in artikel 3 bis, lid 5, van deze verordening bedoelde meldingen inzake de certificaataanvragen die zijn ingediend voor de laatste deelperiode van de invoertariefcontingentperiode 2015;
uiterlijk op 30 april 2016, voor hoeveelheden die ten tijde van de eerste, onder a), bedoelde melding nog niet zijn meegedeeld.
3. Uiterlijk op 30 april 2016 melden de lidstaten aan de Commissie welke producthoeveelheden daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht gedurende die invoertariefcontingentperiode.
4. De op grond van de leden 1, 2 en 3 gemelde hoeveelheid wordt uitgedrukt in kilogram productgewicht.
Artikel 6
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Onverminderd de bepalingen voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts als indicatief beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes het preferentiestelsel bepalen.
Volgnummer |
GN-code |
Omschrijving |
Invoerperiode |
Hoeveelheid (in ton nettogewicht) |
Geldend recht (EUR/t) |
09.4270 |
0201 10 00 0201 20 20 0201 20 30 0201 20 50 0201 20 90 0201 30 00 0202 10 00 0202 20 10 0202 20 30 0202 20 50 0202 20 90 0202 30 10 0202 30 50 0202 30 90 |
Vlees van runderen, vers, gekoeld of bevroren |
Jaar 2014 Jaar 2015 |
12 000 12 000 |
0 |
BIJLAGE II
In artikel 4, lid 6, onder b), bedoelde vermeldingen
( 1 ) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).