02013R0149 — NL — 29.11.2022 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 149/2013 VAN DE COMMISSIE van 19 december 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten (PB L 052 van 23.2.2013, blz. 11) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2155 VAN DE COMMISSIE van 22 september 2017 |
L 304 |
13 |
21.11.2017 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2310 VAN DE COMMISSIE van 18 oktober 2022 |
L 307 |
29 |
28.11.2022 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 149/2013 VAN DE COMMISSIE
van 19 december 2012
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende indirecte clearingregelingen, de clearingverplichting, het openbaar register, toegang tot een handelsplatform, niet-financiële tegenpartijen, risico-inperkingstechnieken voor niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ALGEMEEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„indirecte cliënt” : de cliënt van een cliënt van een clearinglid; |
b) |
„indirecte clearingregelingen” : het geheel van contractuele relaties tussen aanbieders en ontvangers van indirecte clearingdiensten verleend door een cliënt, een indirecte cliënt of een tweede indirecte cliënt; |
c) |
„bevestiging” : de bewijsstukken van het akkoord van de tegenpartijen met alle voorwaarden van een over the counter (otc)-derivatencontract; |
d) |
„tweede indirecte cliënt” : een cliënt van een indirecte cliënt; |
e) |
„derde indirecte cliënt” : de cliënt van een tweede indirecte cliënt. |
HOOFDSTUK II
INDIRECTE CLEARINGREGELINGEN
(Artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 2
Vereisten voor het aanbieden van indirecte clearingdiensten door cliënten
Een cliënt kan indirecte cliënten alleen indirecte clearingdiensten aanbieden indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
de cliënt is een vergunninghoudende kredietinstelling of beleggingsonderneming of een in een derde land gevestigde entiteit die als kredietinstelling of beleggingsonderneming zou worden beschouwd indien de entiteit in de Unie was gevestigd;
de cliënt biedt indirecte clearingdiensten aan tegen redelijke commerciële voorwaarden en maakt de algemene voorwaarden openbaar waaronder hij deze diensten aanbiedt;
het clearinglid heeft ingestemd met de algemene voorwaarden als bedoeld in punt b) van dit lid.
De in lid 1 bedoelde cliënt en de indirecte cliënt sluiten schriftelijk een indirecte clearingregeling. De indirecte clearingregeling omvat ten minste de volgende contractuele voorwaarden:
de algemene voorwaarden als bedoeld in lid 1, onder b);
de toezegging van de cliënt om alle verplichtingen van de indirecte cliënt ten aanzien van het clearinglid met betrekking tot de door de indirecte clearingregeling gedekte transacties na te komen.
Alle aspecten van de indirecte clearingregeling worden duidelijk in het contract omschreven.
Artikel 3
Verplichtingen van CTP's
Artikel 4
Verplichtingen van clearingleden
De in de eerste alinea bedoelde algemene voorwaarden omvatten de minimale vereisten inzake financiële middelen en operationele capaciteit voor cliënten die indirecte clearingdiensten aanbieden.
Een clearinglid dat indirecte clearingdiensten aanbiedt, opent en handhaaft ten minste de volgende rekeningen overeenkomstig het verzoek van de cliënt:
een omnibusrekening met de activa en posities die deze cliënt aanhoudt voor rekening van zijn indirecte cliënten;
een omnibusrekening met de activa en posities die deze cliënt aanhoudt voor rekening van zijn indirecte cliënten, waarin het clearinglid ervoor zorgt dat de posities van een indirecte cliënt niet worden verrekend met de posities van een andere indirecte cliënt en dat de activa van een indirecte cliënt niet kunnen worden gebruikt om de posities van een andere indirecte cliënt te dekken.
Een clearinglid dat indirecte clearingdiensten aanbiedt, opent en handhaaft in de CTP ten minste de volgende rekeningen overeenkomstig het verzoek van de cliënt:
een afgescheiden rekening met als uitsluitend doel de activa en posities van indirecte cliënten aan te houden die door het clearinglid worden aangehouden in een rekening als bedoeld in lid 2, onder a);
een afgescheiden rekening met als uitsluitend doel de activa en posities van indirecte cliënten van elke cliënt aan te houden die door het clearinglid worden aangehouden in een rekening als bedoeld in lid 2, onder b).
Een clearinglid dat de activa en posities van indirecte cliënten aanhoudt in een rekening als bedoeld in lid 2, onder a):
zorgt ervoor dat de in lid 5 bedoelde procedures het mogelijk maken deze activa en posities na de wanbetaling van een cliënt onverwijld te liquideren, onder meer door deze activa en posities te liquideren op het niveau van de CTP, en gedetailleerde procedureregels omvatten om de indirecte cliënten in te lichten over de wanbetaling van de cliënt en de verwachte termijn voor de liquidatie van activa en posities van deze indirecte cliënten;
retourneert na afhandeling van de procedure voor het beheer van de wanbetaling van een cliënt onmiddellijk elk saldo dat uit de liquidatie van deze activa en posities verschuldigd is, aan deze cliënt, voor rekening van de indirecte cliënten.
Een clearinglid dat activa en posities van indirecte cliënten aanhoudt in een rekening als bedoeld in lid 2, onder b):
vermeldt in de in lid 5 bedoelde procedures:
de maatregelen om de door een in gebreke blijvende cliënt voor rekening van zijn indirecte cliënten aangehouden activa en posities over te boeken naar een andere cliënt of naar een clearinglid;
de maatregelen om elke indirecte cliënt te betalen uit de opbrengst van de liquidatie van de activa en posities van deze indirecte cliënt;
gedetailleerde procedureregels om de indirecte cliënten in te lichten over de wanbetaling van de cliënt en de verwachte termijn voor de liquidatie van de activa en posities van deze indirecte cliënten;
verbindt zich contractueel ertoe de procedures in te leiden voor de overboeking van de door een in gebreke blijvende cliënt voor rekening van zijn indirecte cliënten aangehouden activa en posities naar andere cliënten of clearingleden die door de betrokken indirecte cliënten of de in gebreke blijvende cliënt zijn aangewezen, op verzoek van deze indirecte cliënten en zonder de toestemming van de in gebreke blijvende cliënt te verkrijgen. Deze andere cliënten of clearingleden zijn verplicht deze activa en posities alleen te aanvaarden indien de andere cliënten of clearingleden vooraf met die bedoeling een contractuele relatie zijn aangegaan met deze betrokken indirecte cliënten;
zorgt ervoor dat de in lid 5 bedoelde procedures het mogelijk maken om deze activa en posities na de wanbetaling van een cliënt onverwijld te liquideren, onder meer door deze activa en posities op het niveau van de CTP te liquideren, ingeval de in punt b) bedoelde overboeking om enigerlei reden niet heeft plaatsgevonden binnen de in de indirecte clearingregeling omschreven voorafbepaalde overboekingstermijn;
verbindt zich contractueel ertoe na de liquidatie van deze activa en posities de procedures voor de betaling van de liquidatieopbrengsten aan elk van de indirecte cliënten in te leiden;
retourneert, wanneer het clearinglid niet in staat is geweest de indirecte cliënten te identificeren of de betaling van de liquidatieopbrengsten zoals bedoeld in punt d) aan elk van de indirecte cliënten af te handelen, de cliënt voor rekening van de indirecte cliënten onmiddellijk elk saldo dat uit de liquidatie van deze activa en posities verschuldigd is.
Artikel 5
Verplichtingen van cliënten
Artikel 5 bis
Vereisten voor het aanbieden van indirecte clearingdiensten door indirecte cliënten
Een indirecte cliënt kan indirecte clearingdiensten alleen aan tweede indirecte cliënten aanbieden indien de partijen bij de indirecte clearingregelingen voldoen aan een van de in lid 2 vastgestelde vereisten en aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
de indirecte cliënt is een vergunninghoudende kredietinstelling of beleggingsonderneming of een in een derde land gevestigde entiteit die als kredietinstelling of beleggingsonderneming zou worden beschouwd indien de entiteit in de Unie was gevestigd;
de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt sluiten schriftelijk een indirecte clearingregeling. De indirecte clearingregeling omvat ten minste de volgende contractuele voorwaarden:
de algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b);
de toezegging van de indirecte cliënt om alle verplichtingen van de tweede indirecte cliënt ten aanzien van de cliënt met betrekking tot de door de indirecte clearingregeling gedekte transacties na te komen;
de activa en posities van de tweede indirecte cliënt worden door het clearinglid aangehouden in een rekening als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a).
Alle aspecten van de indirecte clearingregeling bedoeld onder b) worden duidelijk in het contract omschreven.
Voor de toepassing van lid 1 voldoen de partijen bij de indirecte clearingregelingen aan een van de volgende voorschriften:
het clearinglid en de cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar de indirecte cliënt maakt geen deel uit van deze groep;
de cliënt en de indirecte cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar het clearinglid en de tweede indirecte cliënt maken geen deel uit van deze groep.
Voor indirecte clearingregelingen die zijn gesloten door partijen in de in lid 2, onder a), bedoelde situatie:
zijn artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 5, artikel 4, lid 6, en artikel 4, lid 8, van toepassing op de cliënt alsof deze cliënt een clearinglid was;
zijn artikel 2, lid 1, onder b), artikel 5, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 5, lid 8, en artikel 5, lid 9, van toepassing op de indirecte cliënt alsof deze indirecte cliënt een cliënt was.
Voor indirecte clearingregelingen die zijn gesloten door partijen in de in lid 2, onder b), bedoelde situatie:
zijn artikel 4, lid 5, en artikel 4, lid 6, van toepassing op de cliënt alsof deze cliënt een clearinglid was;
zijn artikel 2, lid 1, onder b), artikel 5, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 5, lid 8, en artikel 5, lid 9, van toepassing op de indirecte cliënt alsof deze indirecte cliënt een cliënt was.
Artikel 5 ter
Voorschriften voor het aanbieden van indirecte clearingdiensten door tweede indirecte cliënten
Een tweede indirecte cliënt kan alleen indirecte clearingdiensten aan derde indirecte cliënten aanbieden indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt zijn vergunninghoudende kredietinstellingen of beleggingsondernemingen of in een derde land gevestigde entiteiten die als kredietinstelling of beleggingsonderneming zouden worden beschouwd indien deze entiteit in de Unie was gevestigd;
het clearinglid en de cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar de indirecte cliënt maakt geen deel uit van deze groep;
de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar de derde indirecte cliënt maakt geen deel uit van deze groep;
de tweede indirecte cliënt en de derde indirecte cliënt sluiten schriftelijk een indirecte clearingregeling. De indirecte clearingregeling omvat ten minste de volgende contractuele voorwaarden:
de algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b);
de toezegging van de tweede indirecte cliënt om alle verplichtingen van de derde indirecte cliënt ten aanzien van de indirecte cliënt met betrekking tot de door de indirecte clearingregeling gedekte transacties na te komen;
de activa en posities van de derde indirecte cliënt worden door het clearinglid aangehouden in een rekening als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a).
Alle aspecten van de indirecte clearingregeling bedoeld onder d) worden duidelijk in het contract omschreven.
Wanneer tweede indirecte cliënten overeenkomstig lid 1 indirecte clearingdiensten aanbieden:
zijn artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 5, artikel 4, lid 6, en artikel 4, lid 8, van toepassing op de cliënt en de indirecte cliënt alsof zij clearingleden waren;
zijn artikel 2, lid 1, onder b), artikel 5, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 5, lid 8, en artikel 5, lid 9, van toepassing op de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt alsof zij cliënten waren.
HOOFDSTUK III
KENNISGEVING AAN DE ESMA VOOR DE TOEPASSING VAN DE CLEARINGVERPLICHTING
(Artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 6
In de kennisgeving op te nemen gegevens
De kennisgeving voor de toepassing van de clearingverplichting omvat de volgende informatie:
de identificatie van de klasse van otc-derivatencontracten;
de identificatie van de otc-derivatencontracten binnen de klasse van otc-derivatencontracten;
andere informatie die in het openbaar register moet worden opgenomen overeenkomstig artikel 8;
alle verdere kenmerken noodzakelijk om otc-derivatencontracten binnen de klasse van otc-derivatencontracten te onderscheiden van otc-derivatencontracten buiten die klasse;
bewijs van de mate van standaardisatie van de contractuele voorwaarden en operationele processen met betrekking tot de betrokken klasse van otc-derivaten;
gegevens over het volume van de klasse van otc-derivatencontracten;
gegevens over de liquiditeit van de klasse van otc-derivatencontracten;
bewijs van de beschikbaarheid voor de marktdeelnemers van eerlijke, betrouwbare en algemeen aanvaarde informatie over de prijsstelling voor contracten in de klasse van otc-derivatencontracten;
bewijs van de impact van de clearingverplichting op de beschikbaarheid voor de marktdeelnemers van prijsstellingsinformatie.
Voor het beoordelen van de datum(s) met ingang waarvan de clearingverplichting in werking treedt, met inbegrip van een eventuele gefaseerde invoering en de categorieën van tegenpartijen waarvoor de verplichting geldt, omvat de kennisgeving voor de toepassing van de clearingverplichting:
gegevens die relevant zijn voor het beoordelen van het verwachte volume van de klasse van otc-derivatencontracten als deze onder de clearingverplichting komt te vallen;
bewijs van het vermogen van de CTP om het verwachte volume van de klasse van otc-derivatencontracten te behandelen als deze onder de clearingverplichting komt te vallen en om het risico van de clearing van de betrokken klasse van otc-derivatencontracten te beheren, inclusief middels directe of indirecte clearingregelingen;
het type en het aantal tegenpartijen dat actief is en verwacht wordt actief te zijn binnen de markt voor de klasse van otc-derivatencontracten als deze onder de clearingverplichting komt te vallen;
een overzicht van de verschillende taken die moeten worden verricht om met de CTP te beginnen clearen, alsook de bepaling van de tijd vereist om elke taak te vervullen;
informatie over het risicobeheer, de juridische en de operationele capaciteit van de scala van op de markt actieve tegenpartijen voor de klasse van otc-derivatencontracten als deze onder de clearingverplichting komt te vallen.
De gegevens over het volume en de liquiditeit bevatten voor de klasse van otc-derivatencontracten en voor elk derivatencontract binnen de klasse de betrokken marktinformatie, inclusief historische gegevens, actuele gegevens alsmede elke wijziging die intreedt als de klasse van otc-derivatencontracten onder de clearingverplichting komt te vallen, inclusief:
het aantal transacties;
het totale volume;
het totale aantal uitstaande contracten;
de diepte van orders, inclusief het gemiddelde aantal orders en verzoeken tot aanbod;
de nauwheid van de spreads;
de maatstaven voor liquiditeit onder gespannen marktomstandigheden;
de maatstaven voor liquiditeit voor de uitvoering van verzuimprocedures.
HOOFDSTUK IV
CRITERIA VOOR HET BEPALEN VAN DE KLASSEN VAN OTC-DERIVATENCONTRACTEN DIE AAN DE CLEARINGVERPLICHTING ONDERWORPEN ZIJN
(Artikel 5, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 7
Door de ESMA te hanteren criteria
Met betrekking tot de mate van standaardisatie van de contractuele voorwaarden en operationele processen van de betrokken klasse van otc-derivatencontracten neemt de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) in aanmerking:
of de contractuele voorwaarden van de betrokken klasse van otc-derivatencontracten gemeenschappelijke juridische documentatie omvatten, inclusief raamsalderingsovereenkomsten, definities, standaardvoorwaarden en standaardbevestigingen waarin door tegenpartijen vaak gebruikte contractbepalingen worden aangegeven;
of de operationele processen van die betrokken klasse van otc-derivatencontracten onderworpen zijn aan geautomatiseerde transactieverwerking en levenscyclusgebeurtenissen die op een gangbare wijze worden beheerd volgens een tijdschema waarover onder tegenpartijen op grote schaal overeenstemming bestaat.
Met betrekking tot het volume en de liquiditeit van de betrokken klasse van otc-derivatencontracten neemt de ESMA in aanmerking:
of de margins of de financiële vereisten van de CTP evenredig zijn met het risico dat de clearingverplichting tot doel heeft in te perken;
de stabiliteit van de marktgrootte en de marktdiepte met betrekking tot het product in de loop van de tijd;
de waarschijnlijkheid dat de marktspreiding voldoende blijft in geval van verzuim van een clearinglid;
het aantal en de waarde van de transacties.
HOOFDSTUK V
OPENBAAR REGISTER
(Artikel 6, lid 4, van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 8
In het register van de ESMA op te nemen gegevens
Het openbaar register van de ESMA omvat voor elke klasse van aan de clearingverplichting onderworpen otc-derivatencontracten:
de activaklasse van de otc-derivatencontracten;
het type van otc-derivatencontracten binnen de klasse;
de onderliggende waarden van de otc-derivatencontracten binnen de klasse;
voor onderliggende waarden die financiële instrumenten zijn, een aanduiding of de onderliggende waarde één financieel instrument of emittent of een index of een portefeuille betreft;
voor andere onderliggende waarden een aanduiding van de categorie van de onderliggende waarde;
de valuta van het notionele bedrag en van de afwikkeling van de otc-derivatencontracten binnen de klasse;
de bandbreedte van de looptijden van de otc-derivatencontracten binnen de klasse;
de afwikkelingsvoorwaarden voor de otc-derivatencontracten binnen de klasse;
de bandbreedte van de betalingsfrequenties van de otc-derivatencontracten binnen de klasse;
de productidentificatiecode van de betrokken klasse van otc-derivatencontracten;
enig ander kenmerk dat vereist is om in de betrokken klasse van otc-derivatencontracten het ene contract van het andere te onderscheiden.
Met betrekking tot CTP’s die over een vergunning of erkenning voor de toepassing van de clearingverplichting beschikken, omvat het openbaar register van de ESMA voor elke CTP:
de identificatiecode, overeenkomstig artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012 van de Commissie ( 1 );
de volledige naam;
het land van vestiging;
de overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangewezen bevoegde autoriteit.
Ten aanzien van de datums vanaf welke de clearingverplichting in werking treedt, met inbegrip van een eventuele gefaseerde invoering, omvat het openbaar register van de ESMA:
de identificatie van de categorieën van tegenpartijen waarvoor elke infaseringsperiode geldt;
enige andere voorwaarde die gesteld wordt ingevolge de uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde technische reguleringsnormen opdat de infaseringsperiode van toepassing kan zijn.
Ten aanzien van de CTP waarvan door de bevoegde autoriteit aan de ESMA kennisgeving is gedaan, omvat het openbaar register van de ESMA ten minste:
de identificatie van de CTP;
de activaklasse van de otc-derivatencontracten waarvan wordt kennisgegeven;
het type van otc-derivatencontracten;
de datum van de kennisgeving;
de identificatie van de kennisgevende bevoegde autoriteit.
HOOFDSTUK VI
LIQUIDITEITSFRAGMENTATIE
(Artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Artikel 9
Bepaling van het begrip liquiditeitsfragmentatie
Toegang door een CTP tot een handelsplatform dat reeds door een andere CTP wordt bediend, wordt niet geacht tot liquiditeitsfragmentatie binnen het handelsplatform aanleiding te geven als, zonder dat clearingleden van de CTP die het verzoek om toegang ontvangt verplicht hoeven te worden clearinglid te worden van de CTP die het verzoek om toegang doet, alle deelnemers aan het handelsplatform rechtstreeks of onrechtstreeks via een van de volgende mogelijkheden kunnen clearen:
ten minste één gemeenschappelijke CTP;
door CTP’s ingestelde clearingregelingen.
HOOFDSTUK VII
NIET-FINANCIËLE TEGENPARTIJEN
Artikel 10
(Artikel 10, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Criteria om te bepalen van welke otc-derivatencontracten objectief kan worden vastgesteld dat zij risico’s verminderen
Een otc-derivatencontract kan objectief geacht worden de risico’s te verminderen die rechtstreeks verband houden met commerciële activiteiten of treasuryfinancieringsactiviteiten van de niet-financiële tegenpartij of van die groep wanneer het, als zodanig of in combinatie met andere derivatencontracten, rechtstreeks of via sterk gecorreleerde instrumenten, een van de volgende criteria vervult:
het dekt de risico’s die voortkomen uit de potentiële wijziging van de waarde van activa, diensten, inputs, producten, grondstoffen of passiva die de niet-financiële tegenpartij of haar eigen groep in de normale loop van haar bedrijfsuitoefening in eigendom heeft, produceert, vervaardigt, verwerkt, aanbiedt, aankoopt, verhandelt, least, verkoopt of oploopt of redelijkerwijs verwacht in eigendom te zullen hebben, te zullen produceren, te zullen vervaardigen, te zullen verwerken, te zullen aanbieden, te zullen aankopen, te zullen verhandelen, te zullen leasen, te zullen verkopen of te zullen oplopen;
het dekt de risico’s die voortkomen uit de potentiële indirecte impact op de waarde van activa, diensten, inputs, producten, grondstoffen of passiva als bedoeld in punt a), als gevolg van schommeling van rentevoeten, inflatiepercentages, wisselkoersen of kredietrisico;
het kwalificeert als een hedgingcontract ingevolge internationale standaarden voor jaarrekeningen (IFRS) die overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ) zijn goedgekeurd.
Artikel 11
(Artikel 10, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Clearingdrempels
De clearingdrempelwaarden voor de toepassing van de clearingverplichting zijn:
1 miljard EUR in bruto notionele waarde voor otc-kredietderivatencontracten;
1 miljard EUR in bruto notionele waarde voor otc-aandelenderivatencontracten;
3 miljard EUR in bruto notionele waarde voor otc-rentederivatencontracten;
3 miljard EUR in bruto notionele waarde voor otc-valutaderivatencontracten;
4 miljard EUR in bruto notionele waarde voor otc-grondstoffenderivatencontracten en andere otc-derivatencontracten waarin onder de punten a) tot en met d) niet is voorzien.
HOOFDSTUK VIII
RISICO-INPERKINGSTECHNIEKEN VOOR NIET DOOR EEN CTP GECLEARDE OTC-DERIVATENCONTRACTEN
Artikel 12
(Artikel 11, lid 14, onder a), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Tijdige bevestiging
Een otc-derivatencontract dat wordt afgesloten tussen financiële tegenpartijen of niet-financiële tegenpartijen als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en dat niet door een CTP wordt gecleard, wordt, indien mogelijk op elektronische wijze, zo spoedig mogelijk bevestigd:
ten aanzien van tot en met 28 februari 2014 afgesloten credit default swaps en renteswaps, tegen het einde van de tweede werkdag volgend op de datum van uitvoering van het otc-derivatencontract;
ten aanzien van na 28 februari 2014 afgesloten credit default swaps en renteswaps, tegen het einde van de werkdag volgend op de datum van uitvoering van het otc-derivatencontract;
ten aanzien van tot en met 31 augustus 2013 afgesloten aandelenswaps, valutaswaps, grondstoffenswaps en alle andere derivaten waarin punt a) niet voorziet, tegen het einde van de derde werkdag volgend op de datum van uitvoering van het derivatencontract;
ten aanzien van na 31 augustus 2013 tot en met 31 augustus 2014 afgesloten aandelenswaps, valutaswaps, grondstoffenswaps en alle andere derivaten waarin punt a) niet voorziet, tegen het einde van de tweede werkdag volgend op de datum van uitvoering van het derivatencontract;
ten aanzien van na 31 augustus 2014 afgesloten aandelenswaps, valutaswaps, grondstoffenswaps en alle andere derivaten waarin punt a) niet voorziet, tegen het einde van de werkdag volgend op de datum van uitvoering van het derivatencontract.
Een otc-derivatencontract dat wordt afgesloten met een niet-financiële tegenpartij welke niet bedoeld wordt in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt, indien mogelijk op elektronische wijze, zo spoedig mogelijk bevestigd:
ten aanzien van tot en met 31 augustus 2013 afgesloten credit default swaps en renteswaps, tegen het einde van de vijfde werkdag volgend op de datum van uitvoering van het otc-derivatencontract;
ten aanzien van na 31 augustus 2013 tot en met 31 augustus 2014 afgesloten credit default swaps en renteswaps, tegen het einde van de derde werkdag volgend op de datum van uitvoering van het otc-derivatencontract;
ten aanzien van na 31 augustus 2014 afgesloten credit default swaps en renteswaps, tegen het einde van de tweede werkdag volgend op de datum van uitvoering van het otc-derivatencontract;
ten aanzien van tot en met 31 augustus 2013 afgesloten aandelenswaps, valutaswaps, grondstoffenswaps en alle andere derivaten waarin punt a) niet voorziet, tegen het einde van de zevende werkdag volgend op de datum van uitvoering van het derivatencontract;
ten aanzien van na 31 augustus 2013 tot en met 31 augustus 2014 afgesloten aandelenswaps, valutaswaps, grondstoffenswaps en alle andere derivaten waarin punt a) niet voorziet, tegen het einde van de vierde werkdag volgend op de datum van uitvoering van het derivatencontract;
ten aanzien van na 31 augustus 2014 afgesloten aandelenswaps, valutaswaps, grondstoffenswaps en alle andere derivaten waarin punt a) niet voorziet, tegen het einde van de tweede werkdag volgend op de datum van uitvoering.
Artikel 13
(Artikel 11, lid 14, onder a), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Reconciliëren van portefeuilles
Om in een vroeg stadium enige discrepantie in een materiële voorwaarde van het otc-derivatencontract, inclusief de waardering ervan, te identificeren, wordt het reconciliëren van portefeuilles uitgevoerd:
ten aanzien van een in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde financiële tegenpartij of een niet-financiële tegenpartij:
elke werkdag waarop tegenpartijen 500 of meer otc-derivatencontracten op elkaar hebben uitstaan;
eenmaal per week wanneer tegenpartijen op enig tijdstip gedurende de week 51 tot 499 otc-derivatencontracten op elkaar hebben uitstaan;
eenmaal per kwartaal wanneer tegenpartijen op enig tijdstip gedurende het kwartaal 50 of minder otc-derivatencontracten op elkaar hebben uitstaan;
ten aanzien van een niet in artikel 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde niet-financiële tegenpartij:
eenmaal per kwartaal wanneer tegenpartijen op enig tijdstip gedurende het kwartaal meer dan 100 otc-derivatencontracten op elkaar hebben uitstaan;
eenmaal per jaar wanneer tegenpartijen 100 of minder otc-derivatencontracten op elkaar hebben uitstaan.
Artikel 14
(Artikel 11, lid 14, onder a), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Comprimeren van portefeuilles
Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die op een tegenpartij 500 of meer otc-derivatencontracten hebben uitstaan welke niet centraal worden gecleard, beschikken over operationele procedures om regelmatig, en ten minste tweemaal per jaar, de mogelijkheid te analyseren om een oefening op het gebied van comprimeren van portefeuilles te houden teneinde hun tegenpartijkredietrisico te verminderen en gaan tot zulk een oefening op het gebied van comprimeren van portefeuilles over.
Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen zorgen ervoor dat zij in staat zijn aan de betrokken autoriteit een redelijke en geldige verklaring te verstrekken voor de conclusie dat een oefening op het gebied van comprimeren van portefeuilles niet passend is.
Artikel 15
(Artikel 11, lid 14, onder a), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Geschillenoplossing
Wanneer financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen otc-derivatencontracten met elkaar afsluiten, zijn zij gedetailleerde procedures en processen overeengekomen met betrekking tot:
de identificatie, registratie en monitoring van geschillen betreffende de erkenning of de waardering van het contract en de uitwisseling van zekerheid tussen tegenpartijen. In het kader van die procedures worden ten minste de duur van het onopgeloste geschil, de tegenpartij en het betwiste bedrag geregistreerd;
de tijdige oplossing van geschillen, met een specifiek proces voor die geschillen welke niet binnen vijf werkdagen opgelost zijn.
Artikel 16
(Artikel 11, lid 14, onder b), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Marktomstandigheden die waardering tegen marktwaarde beletten
Markomstandigheden die waardering tegen marktwaarde van een otc-derivatencontract beletten worden geacht in beide volgende situaties op te treden:
wanneer de markt inactief is;
wanneer de bandbreedte van redelijke schattingen van de reële waarde significant is en de waarschijnlijkheid van de verschillende schattingen redelijkerwijs niet kan worden ingeschat.
Artikel 17
(Artikel 11, lid 14, onder b), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Criteria voor modelmatige waardering
Voor modelmatige waardering beschikken financiële en niet-financiële tegenpartijen over een model dat:
alle factoren omvat die tegenpartijen in aanmerking zouden nemen bij de vaststelling van een prijs, inclusief gebruik van zoveel mogelijk aan waardering tegen marktwaarde ontleende informatie;
consistent is met aanvaarde economische methoden voor het waarderen van financiële instrumenten;
wordt aangepast en getoetst op zijn werking aan de hand van prijzen uit alle waarneembare actuele markttransacties in hetzelfde financieel instrument of op basis van alle beschikbare waarneembare marktgegevens;
door een andere afdeling dan de afdeling die het risico neemt, wordt gevalideerd en gemonitord;
behoorlijk gedocumenteerd is en, volgend op enige materiële wijziging, door de raad van bestuur zo vaak als noodzakelijk en ten minste jaarlijks wordt goedgekeurd. Deze goedkeuring mag aan een comité worden gedelegeerd.
Artikel 18
(Artikel 11, lid 14, onder c), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Gegevens inzake de kennisgeving van de intragroeptransactie aan de bevoegde autoriteit
De aanvraag bij of de kennisgeving aan de bevoegde autoriteit van de gegevens van de intragroeptransactie vindt schriftelijk plaats en bevat:
gegevens over de juridische tegenpartijen bij de transacties inclusief de betrokken identificatiecodes overeenkomstig artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012;
gegevens betreffende de bedrijfsmatige relatie tussen de tegenpartijen;
gegevens betreffende de ondersteunende contractuele relaties tussen de partijen;
gegevens betreffende de categorie van intragroeptransactie als bepaald in artikel 3, lid 1 en lid 2, onder a) tot en met d), van Verordening (EU) nr. 648/2012;
gegevens betreffende de transacties waarvoor de tegenpartij vrijstelling vraagt, inclusief:
de activaklasse van de otc-derivatencontracten;
het type van otc-derivatencontracten;
het type van onderliggende waarden;
de valuta van het notionele bedrag en de afwikkeling;
de bandbreedte van de overeengekomen duur van de contracten;
het type van afwikkeling;
de verwachte omvang, volumes en frequentie van otc-derivatencontracten per jaar.
Artikel 19
(Artikel 11, lid 14, onder d), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Gegevens inzake de kennisgeving van de intragroeptransactie aan de ESMA
De kennisgeving door een bevoegde autoriteit van de gegevens van de intragroeptransactie wordt schriftelijk aan de ESMA gedaan:
binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving ten aanzien van een kennisgeving op grond van artikel 11, lid 7, of artikel 11, lid 9, van Verordening (EU) nr. 648/2012;
binnen één maand na het aan de tegenpartij voorgelegde besluit ten aanzien van een besluit van de bevoegde autoriteit op grond van artikel 11, leden 6, 8 of 10, van Verordening (EU) nr. 648/2012.
De kennisgeving aan de ESMA bevat:
de in artikel 18 bedoelde informatie;
vermelding of het besluit positief dan wel negatief is;
ingeval van een positief besluit:
een samenvatting van de reden om aan te nemen dat de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 11, leden 6, 7, 8, 9 of 10, van Verordening (EU) nr. 648/2012, als van toepassing, zijn vervuld;
vermelding of het om een volledige dan wel een gedeeltelijke vrijstelling gaat ten aanzien van een kennisgeving betreffende artikel 11, leden 6, 8 of 10 van Verordening (EU) nr. 648/2012;
ingeval van een negatief besluit:
de identificatie van de voorwaarden van artikel 11, leden 6, 7, 8, 9 of 10, van Verordening (EU) nr. 648/2012, als van toepassing, die niet zijn vervuld;
een samenvatting van de reden om aan te nemen dat die voorwaarden niet zijn vervuld.
Artikel 20
(Artikel 11, lid 14, onder d), van Verordening (EU) nr. 648/2012)
Informatie over de openbaar te maken intragroepvrijstelling
De informatie over een openbaar te maken intragroepvrijstelling omvat:
gegevens over de juridische tegenpartijen bij de transacties inclusief de betrokken identificatiecodes overeenkomstig artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1247/2012;
gegevens betreffende de relatie tussen de tegenpartijen;
vermelding of het om een volledige dan wel een gedeeltelijke vrijstelling gaat;
vermelding van het notionele totaalbedrag van de otc-derivatencontracten waarvoor de intragroepvrijstelling geldt.
Artikel 21
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De artikelen 13, 14 en 15 zijn van toepassing zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
( 1 ) PB L 352 van 21.12.2012, blz. 20.
( 2 ) PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1.
( 3 ) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.