02009R0810 — NL — 11.06.2024 — 008.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 810/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) Nr. 977/2011 VAN DE COMMISSIE van 3 oktober 2011 |
L 258 |
9 |
4.10.2011 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 154/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 februari 2012 |
L 58 |
3 |
29.2.2012 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 610/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD van 26 juni 2013 |
L 182 |
1 |
29.6.2013 |
|
VERORDENING (EU) 2016/399 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 2016 |
L 77 |
1 |
23.3.2016 |
|
VERORDENING (EU) 2019/1155 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 |
L 188 |
25 |
12.7.2019 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/1415 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 2024 |
L 1415 |
1 |
22.5.2024 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 810/2009 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 13 juli 2009
tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode
(Visumcode)
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Doelstelling en werkingssfeer
Deze verordening is van toepassing op onderdanen van derde landen die bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit dienen te zijn van een visum op grond van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld ( 1 ), zulks onverminderd:
de rechten van vrij verkeer die worden genoten door onderdanen van derde landen die gezinsleden van burgers van de Unie zijn;
de gelijkwaardige rechten die worden genoten door onderdanen van derde landen en hun gezinsleden die krachtens overeenkomsten tussen de Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en deze derde landen anderzijds rechten van vrij verkeer genieten die gelijkwaardig zijn aan de rechten van burgers van de Unie en hun gezinsleden.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
„onderdaan van een derde land”: een persoon die geen burger van de Unie is in de zin van artikel 17, lid 1, van het Verdrag;
„eenvormig visum”: een visum dat geldig is voor het gehele grondgebied van de lidstaten;
„visum met territoriaal beperkte geldigheid”: een visum dat geldig is voor het grondgebied van een of meer lidstaten, maar niet van alle lidstaten;
„luchthaventransitvisum”: een visum dat geldig is voor doorreis via de internationale transitzones van een of meer luchthavens van de lidstaten;
„visumsticker”: het uniforme visummodel in de zin van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel ( 2 );
„erkend reisdocument”: een reisdocument dat krachtens Besluit nr. 1105/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) door een of meer lidstaten wordt erkend voor het overschrijden van de buitengrenzen en het aanbrengen van visa;
„afzonderlijk blad waarop een visum kan worden aangebracht”: het uniforme model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van reisdocumenten die niet worden erkend door de lidstaat die het blad opstelt dat is bedoeld in Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad van 18 februari 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend ( 4 );
„consulaat”: een diplomatieke of consulaire post van een lidstaat die gemachtigd is tot het afgeven van visa, met aan het hoofd een beroepsconsulaire ambtenaar in de zin van het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 inzake consulaire betrekkingen;
„aanvraag”: een aanvraag voor een visum;
„commerciële bemiddelaar”: particulier administratiekantoor, vervoersonderneming of reisbureau (touroperator of wederverkoper);
„zeevarende”: een persoon die in enige hoedanigheid werkzaam is, is gecontracteerd of werkzaamheden verricht aan boord van een schip in de zeevaart of een schip dat internationale binnenwateren bevaart;
„elektronische handtekening”: een elektronische handtekening zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 10, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ).
TITEL II
LUCHTHAVENTRANSITVISUM
Artikel 3
Onderdanen van derde landen die in het bezit moeten zijn van een transitvisum voor luchthavens
De volgende categorieën personen zijn vrijgesteld van de in de leden 1 en 2 omschreven transitvisumplicht voor luchthavens:
houders van een door een lidstaat afgegeven geldig eenvormig visum, geldig nationaal visum voor lang verblijf of geldige verblijfsvergunning;
onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel die is afgegeven door een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening of door een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel zoals vermeld op de lijst in bijlage V, die is afgegeven door Andorra, Canada, Japan, San Marino of de Verenigde Staten van Amerika en de onvoorwaardelijke overname van de houder garandeert, of die in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel voor een of meer van de landen en gebieden overzee van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba);
onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een geldig visum voor een lidstaat die niet deelneemt aan de vaststelling van deze verordening, of voor een lidstaat die de bepalingen van het Schengenacquis nog niet volledig toepast, of voor Canada, Japan of de Verenigde Staten van Amerika, of houders van een geldig visum voor een of meer van de landen en gebieden overzee van het Koninkrijk der Nederlanden (Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba), wanneer zij reizen naar het land van afgifte of naar een ander derde land, of wanneer zij op terugreis zijn van het land van afgifte, na gebruik van het visum;
gezinsleden van burgers van de Unie, als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a);
houders van diplomatieke paspoorten;
vliegtuigbemanningsleden die onderdaan zijn van een staat die partij is bij het Verdrag van Chicago inzake de Internationale Burgerluchtvaart.
TITEL III
PROCEDURES EN VOORWAARDEN VOOR DE AFGIFTE VAN VISA
HOOFDSTUK I
Bij de aanvraagprocedures betrokken autoriteiten
Artikel 4
Autoriteiten die bij de visumaanvraagprocedures kunnen worden betrokken
Artikel 5
Voor het onderzoeken van en het nemen van een beslissing over aanvragen bevoegde lidstaat
De lidstaat die bevoegd is voor het onderzoeken van en het nemen van een beslissing over een aanvraag voor een eenvormig visum is:
de lidstaat op het grondgebied waarvan de enige bestemming van het (de) bezoek(en) is gelegen;
indien het bezoek meer dan één bestemming omvat of indien binnen een periode van twee maanden verschillende afzonderlijke bezoeken worden gebracht, de lidstaat op het grondgebied waarvan de hoofdbestemming van het bezoek of de bezoeken — wat de duur van het verblijf, gerekend in dagen, of het doel ervan betreft — is gelegen, of
indien geen hoofdbestemming kan worden vastgesteld, de lidstaat waarvan de aanvrager voornemens is de buitengrens te overschrijden om het grondgebied van de lidstaten binnen te komen.
De lidstaat die bevoegd is voor het onderzoeken van en het nemen van een beslissing over een aanvraag voor een eenvormig visum met het oog op doorreis is:
in geval van doorreis door slechts één lidstaat: de betrokken lidstaat, of
in geval van doorreis door meerdere lidstaten: de lidstaat waarvan de aanvrager voornemens is de buitengrens als eerste te overschrijden.
De lidstaat die bevoegd is voor het onderzoeken van en het nemen van een beslissing over een aanvraag voor een luchthaventransitvisum is:
in geval van doorreis via slechts één luchthaven: de lidstaat op het grondgebied waarvan de transitluchthaven is gelegen, of
in geval van doorreis via twee of meer luchthavens: de lidstaat op het grondgebied waarvan de eerste transitluchthaven is gelegen.
Artikel 6
Consulaire territoriale bevoegdheid
Artikel 7
Bevoegdheid tot afgifte van visa aan onderdanen van derde landen die zich legaal op het grondgebied van een lidstaat bevinden
Onderdanen van derde landen die zich legaal op het grondgebied van een lidstaat bevinden en in het bezit moeten zijn van een visum om het grondgebied van een of meer andere lidstaten binnen te komen, vragen een visum aan bij het consulaat van de lidstaat die overeenkomstig artikel 5, leden 1 of 2, bevoegd is.
Artikel 8
Vertegenwoordigingsregelingen
▼M5 —————
De vertegenwoordigende lidstaat en de vertegenwoordigde lidstaat sluiten een bilaterale regeling. In die regeling:
worden, indien van tijdelijke vertegenwoordiging sprake is, de termijn en de procedures voor beëindiging van de vertegenwoordiging bepaald;
kunnen, in het bijzonder wanneer de vertegenwoordigde lidstaat een consulaat in het betrokken derde land heeft, bepalingen worden vastgesteld betreffende de mogelijke beschikbaarstelling van ruimte, medewerkers en financiële middelen door de vertegenwoordigde lidstaat.
HOOFDSTUK II
Aanvraag
Artikel 9
Praktische voorschriften voor het indienen van een aanvraag
Aanvragen kunnen onverminderd artikel 13 worden ingediend door:
de aanvrager;
een erkende commerciële bemiddelaar;
een vereniging of instelling op beroeps-, cultuur-, sport- of onderwijsgebied, namens haar leden.
Artikel 10
Algemene voorschriften voor het indienen van een aanvraag
▼M5 —————
Bij het indienen van de aanvraag moet de aanvrager:
een aanvraagformulier als bedoeld in artikel 11 overleggen;
een reisdocument als bedoeld in artikel 12 overleggen;
een foto overleggen die beantwoordt aan de normen van Verordening (EG) nr. 1683/95 of, indien het VIS operationeel is overeenkomstig artikel 48 van de VIS-verordening, die beantwoordt aan de in artikel 13 van deze verordening vastgestelde normen;
de afname van zijn vingerafdrukken toestaan overeenkomstig artikel 13, voor zover van toepassing;
de visumleges betalen overeenkomstig artikel 16;
bewijsstukken overleggen als bedoeld in artikel 14 en bijlage II;
indien nodig aantonen dat hij een toereikende en geldige reisverzekering tot dekking van ziektekosten heeft afgesloten overeenkomstig artikel 15.
Artikel 11
Aanvraagformulier
Het formulier is ten minste in de volgende talen beschikbaar:
de officiële taal of talen van de lidstaat waarvoor een visum wordt aangevraagd of van de vertegenwoordigende lidstaat; en
de officiële taal of talen van het gastland.
Naast de onder a) bedoelde taal of talen kan het formulier ook beschikbaar worden gesteld in een of meer andere officiële taal of talen van de instellingen van de Unie.
Artikel 12
Reisdocument
De aanvrager legt een geldig reisdocument over dat aan de volgende criteria voldoet:
de geldigheid van het reisdocument verstrijkt niet eerder dan drie maanden na de voorgenomen datum van vertrek uit het grondgebied van de lidstaten of, in het geval van herhaalde bezoeken, na de voorgenomen datum van het laatste vertrek uit het grondgebied van de lidstaten. In gemotiveerde spoedeisende gevallen mag van deze verplichting worden afgezien;
het bevat ten minste twee blanco pagina’s;
het is afgegeven in de voorafgaande tien jaar.
Artikel 13
Biometrische kenmerken
Bij de indiening van de eerste aanvraag dient de aanvrager persoonlijk te verschijnen. Op dat ogenblik worden de volgende biometrische kenmerken van de aanvrager verzameld:
Bij gerede twijfel over de identiteit van de aanvrager, zal het consulaat evenwel binnen de in de eerste alinea vermelde periode vingerafdrukken nemen.
Voorts kan de aanvrager verlangen dat zijn vingerafdrukken worden genomen wanneer op het tijdstip van indiening van de aanvraag niet onmiddellijk kan worden bevestigd dat de vingerafdrukken werden genomen binnen de in de eerste alinea gespecificeerde termijn.
De technische voorschriften voor de foto moeten in overeenstemming zijn met de internationale normen die zijn vastgelegd in ICAO-DOC 9303, deel 1, zesde editie.
De volgende aanvragers worden vrijgesteld van de verplichte afgifte van vingerafdrukken:
kinderen jonger dan twaalf jaar;
personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is. Indien het mogelijk is vingerafdrukken te nemen, ook al zijn het er minder dan tien, dan moet het maximale aantal vingerafdrukken worden genomen. Gaat het evenwel om een tijdelijke onmogelijkheid, dan moeten van de aanvrager bij de volgende aanvraag vingerafdrukken worden genomen. De krachtens artikel 4, leden 1, 2 en 3, bevoegde autoriteiten mogen om nadere verduidelijking betreffende de redenen voor de tijdelijke onmogelijkheid verzoeken. De lidstaten zorgen ervoor dat er passende procedures zijn ter waarborging van de waardigheid van de aanvrager in het geval dat er moeilijkheden zijn bij het opnemen van de gegevens;
staatshoofden en regeringsleiders en leden van de nationale regering met begeleidende echtgenoten, alsmede de leden van hun officiële delegatie die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel;
vorsten en andere hooggeplaatste leden van een koninklijke familie, die door regeringen van de lidstaten of door internationale organisaties zijn uitgenodigd voor een officieel doel.
Artikel 14
Bewijsstukken
Van aanvragers van een eenvormig visum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:
documenten waaruit het doel van de reis blijkt;
documenten met betrekking tot logies of het bewijs van voldoende middelen om in logies te voorzien;
documenten waaruit blijkt dat de aanvrager voldoende middelen van bestaan heeft zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor zijn terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar hij zeker zal worden toegelaten, of in de mogelijkheid verkeert deze middelen legaal te verkrijgen, overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder c), en lid 3, van de Schengengrenscode;
informatie die het mogelijk maakt het voornemen van de aanvrager om het grondgebied van de lidstaten vóór het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum te verlaten, te beoordelen.
Van aanvragers van een luchthaventransitvisum wordt verlangd dat zij het volgende verstrekken:
documenten met betrekking tot de doorreis naar de eindbestemming na de voorgenomen transit op de luchthaven;
documenten die het mogelijk maken het voornemen van de aanvrager om het grondgebied van de lidstaten niet binnen te komen, te beoordelen.
De lidstaten kunnen van de aanvragers verlangen dat zij een bewijs van garantstelling of van particuliere logiesverstrekking, of van beide overleggen door het invullen van een formulier dat door de lidstaat is opgesteld. Dit formulier bevat met name de volgende informatie:
of het bedoeld is als bewijs van garantstelling of van particuliere logiesverstrekking, of van beide;
of de garantsteller of uitnodigende persoon een particulier, een onderneming of een organisatie is;
de identiteit en contactgegevens van de garantsteller of uitnodigende persoon;
de identiteitsgegevens (voornaam en achternaam, geboortedatum, geboorteplaats en nationaliteit) van de aanvrager(s);
het verblijfadres;
de duur en het doel van het verblijf;
eventuele verwantschap met de garantsteller of uitnodigende persoon;
de op grond van artikel 37, lid 1, van de VIS-verordening te verstrekken informatie.
Het formulier wordt in de officiële taal of talen van de lidstaat opgesteld en daarnaast in ten minste één andere officiële taal van de instellingen van de Unie. Een model van het formulier wordt aan de Commissie toegestuurd.
Artikel 15
Medische reisverzekering
Daarnaast ondertekenen dergelijke aanvragers de in het aanvraagformulier opgenomen verklaring waarmee zij bevestigen dat het hun bekend is dat zij bij een volgend verblijf een medische reisverzekering dienen te hebben afgesloten.
Ten aanzien van een visum met territoriaal beperkte geldigheid voor het grondgebied van meer dan één lidstaat is de dekking ten minste in de betrokken lidstaten geldig.
Indien iemand anders een verzekering op naam van de aanvrager afsluit, zijn de voorwaarden van lid 3 van toepassing.
Artikel 16
Visumleges
▼M5 —————
Aanvragers die tot een van de volgende categorieën behoren zijn vrijgesteld van visumleges:
kinderen jonger dan zes jaar;
scholieren, studenten, postacademische studenten en begeleidende docenten als het doel van hun verblijf studie of beroepsopleiding is;
onderzoekers, zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 2, van Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad ( 8 ), die reizen om wetenschappelijk onderzoek te verrichten of om deel te nemen aan een wetenschappelijk seminar of een wetenschappelijke conferentie;
vertegenwoordigers van non-profitorganisaties die vijfentwintig jaar of jonger zijn en deelnemen aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen.
Van betaling van visumleges kunnen worden vrijgesteld:
kinderen van 6 tot en met 17 jaar;
houders van diplomatieke en dienstpaspoorten;
deelnemers tot en met 25 jaar aan door non-profitorganisaties georganiseerde studiebijeenkomsten, conferenties, sportieve, culturele of educatieve evenementen.
Indien de visumleges in een andere munt dan de euro worden geheven, wordt het bedrag ervan vastgesteld en regelmatig opnieuw bezien aan de hand van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde referentiewisselkoers. Het geheven bedrag mag worden afgerond en in het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking wordt ervoor gezorgd dat gelijke leges worden geheven.
Artikel 17
Dienstverleningskosten
▼M5 —————
HOOFDSTUK III
Onderzoeken van en nemen van beslissingen over aanvragen
Artikel 18
Vaststelling van de bevoegdheid van het consulaat
Artikel 19
Ontvankelijkheid
Het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat gaan na of:
Indien het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaat vaststellen dat aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, is de aanvraag ontvankelijk en zullen het consulaat of de centrale autoriteiten:
De gegevens mogen uitsluitend in het VIS worden ingevoerd door naar behoren bevoegde consulaire medewerkers overeenkomstig artikel 6, lid 1, artikel 7 en artikel 9, punten 5 en 6, van de VIS-verordening.
Indien het bevoegde consulaat of de centrale autoriteiten van de bevoegde lidstaten vaststellen dat niet aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, is de aanvraag onontvankelijk en zullen het consulaat of de centrale autoriteiten onverwijld:
Artikel 20
Stempel waaruit blijkt dat een aanvraag ontvankelijk is
Artikel 21
Controle van de voorwaarden voor binnenkomst en risicobeoordeling
Wanneer het consulaat of de centrale autoriteiten controleren of de aanvrager aan de inreisvoorwaarden voldoet, gaan het consulaat of de centrale autoriteiten na:
of het overgelegde reisdocument niet vals, nagemaakt of vervalst is;
of de aanvrager het doel van en de voorwaarden voor het voorgenomen verblijf heeft aangetoond, alsook of de aanvrager over de middelen van bestaan beschikt om in zijn levensonderhoud te voorzien, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor zijn terugreis naar het land van herkomst of voor doorreis naar een derde land waar hij met zekerheid zal worden toegelaten, of in de mogelijkheid verkeert deze middelen legaal te verkrijgen;
of de aanvrager gesignaleerd staat in het Schengeninformatiesysteem (SIS) met het oog op weigering van toegang;
of de aanvrager al dan niet wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid als omschreven in artikel 2, lid 19, van de Schengengrenscode, of de internationale betrekkingen van één van de lidstaten, en met name of hij om dezelfde redenen met het oog op weigering van toegang gesignaleerd staat in de nationale databanken van de lidstaten;
of de aanvrager in het bezit is van een toereikende en geldige medische reisverzekering, in voorkomend geval, voor de duur van het voorgenomen verblijf of, indien een meervoudig inreisvisum wordt aangevraagd, voor de duur van het eerste voorgenomen bezoek.
Bij het onderzoeken van een aanvraag voor een luchthaventransitvisum gaan het consulaat of de centrale autoriteiten met name na:
of het overgelegde reisdocument niet vals, nagemaakt of vervalst is;
welke de plaatsen van vertrek en bestemming van de betrokken onderdaan van een derde land zijn, en of deze stroken met de voorgenomen reisroute en luchthaventransit;
of het bewijs is geleverd van de doorreis naar de eindbestemming.
Artikel 22
Voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van andere lidstaten
▼M5 —————
Artikel 23
Beslissing over de aanvraag
▼M5 —————
Tenzij de aanvraag ingetrokken is, wordt beslist:
een eenvormig visum af te geven overeenkomstig artikel 24;
een visum met territoriaal beperkte geldigheid af te geven overeenkomstig artikel 25;
een luchthaventransitvisum af te geven overeenkomstig artikel 26, of
een visum weigeren overeenkomstig artikel 32.
▼M5 —————
Het feit dat het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is, overeenkomstig artikel 13, lid 7, onder b), mag geen invloed hebben op de afgifte of de weigering van een visum.
HOOFDSTUK IV
Visumafgifte
Artikel 24
Afgifte van een eenvormig visum
Een visum kan worden afgegeven voor één, twee of meer binnenkomsten. De geldigheidsduur is niet langer dan vijf jaar.
▼M5 —————
Onverminderd artikel 12, punt a), omvat de geldigheidsduur van een visum voor één binnenkomst een extra „marge” van 15 kalenderdagen.
De lidstaten kunnen beslissen deze extra marge niet toe te kennen om redenen van openbare orde of vanwege de internationale betrekkingen van één van de lidstaten.
Mits de aanvrager aan de inreisvoorwaarden van artikel 6, lid 1, punten a), c), d) en e), van Verordening (EU) 2016/399 voldoet, worden meervoudige inreisvisa met een lange geldigheidsduur afgegeven voor de volgende periodes, tenzij het visum langer geldig zou zijn dan het reisdocument:
voor een geldigheidsduur van één jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar drie visa heeft gekregen en rechtmatig heeft gebruikt;
voor een geldigheidsduur van twee jaar, mits de aanvrager in de voorgaande twee jaar een eerder afgegeven meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van één jaar heeft gekregen en rechtmatig heeft gebruikt;
voor een geldigheidsduur van vijf jaar, mits de aanvrager in de voorgaande drie jaar een eerder afgegeven meervoudig inreisvisum met een geldigheidsduur van twee jaar heeft gekregen en rechtmatig heeft gebruikt.
Overeenkomstig artikel 25, lid 1, afgegeven luchthaventransitvisa en visa met territoriaal beperkte geldigheid worden niet in aanmerking genomen voor de afgifte van meervoudige inreisvisa.
Artikel 25
Afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid
Een visum met territoriaal beperkte geldigheid wordt bij wijze van uitzondering in de volgende gevallen afgegeven:
wanneer de betrokken lidstaat het op humanitaire gronden, vanwege het nationale belang of gelet op internationale verplichtingen noodzakelijk acht
af te wijken van het beginsel dat dient te worden voldaan aan de inreisvoorwaarden als omschreven in artikel 5, lid 1, onder a), c), d) en e), van de Schengengrenscode, of
een visum af te geven hoewel de overeenkomstig artikel 22 geraadpleegde lidstaat bezwaar heeft tegen de afgifte van een eenvormig visum, of
een visum af te geven om spoedeisende redenen hoewel de voorafgaande raadpleging overeenkomstig artikel 22 niet heeft plaatsgevonden;
of
wanneer het consulaat, om redenen die het gerechtvaardigd acht, voor een verblijf gedurende dezelfde periode van 180 dagen een nieuw visum afgeeft aan een aanvrager die gedurende die periode van 180 dagen reeds een eenvormig visum of een visum met territoriaal beperkte geldigheid voor een verblijf van 90 dagen heeft gebruikt.
Artikel 25 bis
Samenwerking op het gebied van overname
De door een derde land verleende medewerking op het gebied van overname wordt regelmatig, ten minste eens per jaar, door de Commissie beoordeeld aan de hand van, met name, de volgende indicatoren:
het aantal terugkeerbesluiten dat is uitgevaardigd ten aanzien van personen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven en uit het betrokken derde land afkomstig zijn;
het aantal gevallen van daadwerkelijke gedwongen terugkeer van personen ten aanzien van wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd, uitgedrukt als een percentage van het aantal terugkeerbesluiten dat ten aanzien van onderdanen van het betrokken derde land is uitgevaardigd, met inbegrip van, in voorkomend geval, het aantal onderdanen van derde landen dat krachtens op Unie- of bilateraal niveau gesloten overnameovereenkomsten via het grondgebied van het betrokken derde land is doorgereisd;
het aantal door het betrokken derde land aanvaarde overnameverzoeken per lidstaat, uitgedrukt als een percentage van het totale aantal door dat land ontvangen overnameverzoeken;
het niveau van de praktische medewerking wat betreft de terugkeer in de verschillende fasen van de terugkeerprocedure, zoals:
bijstand bij het identificeren van personen die illegaal op het grondgebied van de lidstaten verblijven en bij de tijdige afgifte van reisdocumenten;
aanvaarding van het Europees reisdocument voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen of laissez-passer;
aanvaarding van de overname van personen die krachtens de geldende wetgeving naar hun land moeten worden teruggezonden;
aanvaarding van terugkeervluchten en -operaties.
Een dergelijke beoordeling wordt gebaseerd op betrouwbare, door de lidstaten en door de instellingen, organen, instanties en agentschappen van de Unie verstrekte gegevens. De Commissie doet regelmatig, ten minste eenmaal per jaar, verslag van haar beoordeling aan de Raad.
Wanneer de Commissie op basis van de in de leden 2 en 4 bedoelde analyse, en rekening houdend met de stappen die zij heeft ondernomen om het betrokken derde land op het gebied van overname beter te doen meewerken, en met de algemene betrekkingen van de Unie met dat derde land, ook inzake migratie, tot de conclusie komt dat een land onvoldoende medewerking verleent en er bijgevolg maatregelen moeten worden getroffen, of wanneer binnen twaalf maanden een gewone meerderheid van lidstaten de Commissie overeenkomstig lid 3 in kennis heeft gesteld, dient de Commissie, terwijl zij inspanningen blijft leveren om de samenwerking met het betrokken derde land te verbeteren, bij de Raad een voorstel in tot vaststelling van:
een uitvoeringsbesluit tot tijdelijke opschorting van de toepassing van een of meer van artikel 14, lid 6, artikel 16, lid 5, punt b), artikel 23, lid 1, of artikel 24, leden 2 en 2 quater, voor alle onderdanen van het betrokken derde land of voor bepaalde categorieën van hen;
een uitvoeringsbesluit tot geleidelijke toepassing van een van de in artikel 16, lid 2 bis, vastgestelde bedragen aan visumleges voor alle onderdanen van het betrokken derde land of voor bepaalde categorieën van hen, mits na een beoordeling door de Commissie de overeenkomstig het uitvoeringsbesluit toegepaste maatregelen bedoeld in punt a) van dit lid als ondoeltreffend worden beschouwd.
Indien de Commissie, op basis van de in lid 2 bedoelde analyse en rekening houdend met de algemene betrekkingen van de Unie met het betrokken derde land, met name op het gebied van overname, tot de conclusie komt dat dat derde land voldoende met de lidstaten aan de overname van irreguliere migranten meewerkt, kan zij bij de Raad een voorstel indienen tot vaststelling van een uitvoeringsbesluit waarbij ten aanzien van aanvragers of categorieën aanvragers die onderdanen van dat derde land zijn en op het grondgebied van dat derde land een visum aanvragen, een of meer van de volgende maatregelen worden vastgesteld:
vermindering van de in artikel 16, lid 1, vermelde visumleges tot 60 EUR;
vermindering van de in artikel 23, lid 1, vermelde termijn waarbinnen over een aanvraag moet worden beslist, tot 10 dagen;
verlenging van de geldigheidsduur van in artikel 24, lid 2, bedoelde meervoudige inreisvisa.;
Dat uitvoeringsbesluit is van toepassing gedurende ten hoogste één jaar. Het kan zo nodig worden verlengd.
Artikel 26
Afgifte van een luchthaventransitvisum
De lidstaten kunnen beslissen deze extra marge niet toe te kennen om redenen van openbare orde of vanwege de internationale betrekkingen van één van de lidstaten.
De volgende criteria zijn met name relevant voor beslissingen om meervoudige luchthaventransitvisa af te geven:
de noodzaak voor de aanvrager om veelvuldig en/of regelmatig te reizen, en
de integriteit en betrouwbaarheid van de aanvrager, waaronder met name het juiste gebruik van eerder afgegeven eenvormige visa, visa met territoriaal beperkte geldigheid of luchthaventransitvisa, zijn economische situatie in het land van herkomst en zijn werkelijke voornemen om zijn reis voort te zetten.
Artikel 27
Invullen van de visumsticker
Artikel 28
Ongeldig maken van een ingevulde visumsticker
Artikel 29
Aanbrengen van een visumsticker
Artikel 30
Aan een afgegeven visum verbonden rechten
Aan het bezit van een eenvormig visum of een visum met territoriaal beperkte geldigheid kan als zodanig geen automatisch recht op binnenkomst worden ontleend.
Artikel 31
Informatie aan de centrale autoriteiten van andere lidstaten
▼M5 —————
Artikel 32
Weigering van een visum
Onverminderd artikel 25, lid 1, wordt een visum geweigerd:
indien de aanvrager:
een vals, nagemaakt of vervalst reisdocument heeft overgelegd;
het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf niet heeft aangetoond;
het doel en de omstandigheden van de voorgenomen luchthaventransit niet heeft aangetoond;
niet heeft aangetoond over voldoende middelen van bestaan te beschikken, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor zijn terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar hij met zekerheid zal worden toegelaten, of in de mogelijkheid te verkeren deze middelen legaal te verkrijgen;
in de lopende periode van 180 dagen reeds 90 dagen op het grondgebied van de lidstaten heeft verbleven op grond van een eenvormig visum of een visum met territoriaal beperkte geldigheid;
ter fine van weigering van toegang in het SIS gesignaleerd staat;
wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid als omschreven in artikel 2, lid 19, van de Schengengrenscode, of de internationale betrekkingen van één van de lidstaten, en met name of hij om dezelfde redenen met het oog op weigering van toegang gesignaleerd staat in de nationale databanken van de lidstaten;
in voorkomend geval, niet heeft aangetoond te beschikken over een toereikende en geldige medische reisverzekering,
of
indien er redelijke twijfel bestaat over de echtheid van de door de aanvrager overgelegde bewijsstukken of over de geloofwaardigheid van de inhoud ervan, de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aanvrager of zijn voornemen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten vóór het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum.
▼M5 —————
HOOFDSTUK V
Wijziging van een afgegeven visum
Artikel 33
Verlenging
Artikel 34
Nietigverklaring en intrekking
HOOFDSTUK VI
Aan de buitengrenzen afgegeven visa
Artikel 35
Aan de buitengrenzen aangevraagde visa
In uitzonderlijke gevallen kan een visum aan een grensdoorlaatpost worden afgegeven indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
de aanvrager voldoet aan de voorwaarden als omschreven in artikel 5, lid 1, onder a), c), d), en e), van de Schengengrenscode;
de aanvrager is niet in de gelegenheid geweest om op voorhand een visum aan te vragen, en verstrekt, op verzoek, bewijsstukken ter staving van de onvoorziene en dringende redenen voor zijn binnenkomst, en
de terugkeer van de aanvrager naar zijn land van herkomst of verblijf, of zijn doorreis door andere landen dan lidstaten die het Schengenacquis volledig toepassen, wordt zeker geacht.
In bijzondere gevallen kan aan de buitengrens aan dergelijke personen overeenkomstig artikel 25, lid 1, onder a), echter een visum met territoriaal beperkte geldigheid voor het grondgebied van de lidstaat van afgifte worden afgegeven.
Artikel 36
Afgifte aan de buitengrenzen van visa aan transiterende zeevarenden
Aan een zeevarende die over een visum dient te beschikken voor overschrijding van de buitengrenzen van de lidstaten, kan aan de grens een visum met het oog op doorreis worden afgegeven indien hij:
voldoet aan de voorwaarden van artikel 35, lid 1, en
de desbetreffende grens overschrijdt teneinde in te schepen in, opnieuw in te schepen in of van boord te gaan van een schip waarop hij als zeevarende zal werken dan wel gewerkt heeft.
▼M5 —————
TITEL IV
ADMINISTRATIEF BEHEER EN ORGANISATIE
Artikel 37
Organisatie van de visumafdelingen
Om verminderde waakzaamheid te voorkomen en medewerkers te beschermen tegen druk op plaatselijk niveau, worden in voorkomend geval roulatieschema’s opgesteld voor de medewerkers die rechtstreeks contact hebben met aanvragers. Bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan een duidelijke organisatie van werkzaamheden en een goede toewijzing/scheiding van verantwoordelijkheden met betrekking tot de uiteindelijke beslissing over aanvragen. VIS, SIS en andere vertrouwelijke informatie kunnen uitsluitend worden geraadpleegd door een beperkt aantal naar behoren bevoegde medewerkers. Om ongeoorloofde toegang tot dergelijke databanken te voorkomen, dienen passende maatregelen te worden getroffen.
Individuele aanvraagdossiers worden ten minste één jaar bewaard, te rekenen vanaf de datum van de beslissing over de aanvraag als bedoeld in artikel 23, lid 1, of, indien dat later is, tot het einde van een eventuele beroepsprocedure. Individuele elektronische aanvraagdossiers, indien die er zijn, worden gedurende de geldigheid van de afgegeven visa bewaard.
Artikel 38
Middelen voor de behandeling van aanvragen en het toezicht op de visumprocedures
De lidstaten zorgen voor de invoering van een procedure die aanvragers toelaat klachten in te dienen met betrekking tot:
het gedrag van de medewerkers in de consulaten en, in voorkomend geval, van de externe dienstverleners; of
de aanvraagprocedure.
De consulaten of centrale autoriteiten houden een register bij van de klachten en van het gevolg dat daaraan wordt gegeven.
Lidstaten maken de informatie over de in dit lid opgenomen procedure openbaar.
Artikel 39
Gedrag van het personeel
Artikel 40
Consulaire organisatie en samenwerking
De lidstaten:
voorzien hun consulaten en hun autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van visa aan de grenzen, van de voor de verzameling van biometrische kenmerken vereiste benodigdheden, en voorzien de kantoren van hun honorair consuls van de daartoe vereiste benodigdheden indien zij van hun diensten gebruikmaken om biometrische kenmerken te verzamelen overeenkomstig artikel 42;
werken samen met een of meer andere lidstaten in het kader van een vertegenwoordigingsregeling of een andere vorm van consulaire samenwerking.
▼M5 —————
Artikel 42
Beroep op honorair consuls
Artikel 43
Samenwerking met externe dienstverleners
▼M5 —————
Aan een externe dienstverlener kunnen een of meer van de volgende taken worden toevertrouwd:
het verstrekken van algemene informatie over de visumvereisten, overeenkomstig artikel 47, lid 1, punten a), b) en c), en de visumaanvraagformulieren;
het informeren van de aanvrager, op basis van een checklist, over de verlangde bewijsstukken;
het verzamelen van gegevens en van aanvragen (met inbegrip van de biometrische kenmerken) en het doorzenden van de aanvraag aan het consulaat of de centrale autoriteiten;
het innen van de legesrechten;
het beheren van afspraken met de aanvrager, indien van toepassing, op het consulaat of bij de externe dienstverlener;
het verzamelen van de reisdocumenten, waaronder, indien van toepassing, een kennisgeving van weigering, van het consulaat of de centrale autoriteiten, en de terugzending daarvan aan de aanvrager.
De betrokken lidstaat/lidstaten houdt/houden de uitvoering van het in lid 2 bedoelde rechtsinstrument nauwlettend in het oog, onder meer:
de algemene informatie over de criteria, voorwaarden en procedures voor het aanvragen van een visum, zoals vermeld in artikel 47, lid 1, punten a) tot en met c), en de inhoud van de aanvraagformulieren die de externe dienstverlener aan de aanvragers verstrekt;
alle nodige technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen onopzettelijke of onrechtmatige vernietiging, onopzettelijk verlies, vervalsing, niet-toegelaten verspreiding of toegang, met name wanneer de samenwerking mede inhoudt dat dossiers en gegevens aan het consulaat of de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaat/lidstaten worden doorgezonden, en tegen enige andere vorm van onrechtmatige verwerking van de persoonsgegevens;
het verzamelen en doorzenden van biometrische kenmerken;
de maatregelen ter waarborging van de naleving van bepalingen inzake gegevensbescherming.
De consulaten of de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaat/lidstaten voeren daartoe regelmatig en ten minste om de negen maanden steekproefsgewijze controles uit in het gebouw van de externe dienstverlener. De lidstaten kunnen afspraken maken over het delen van de lasten van dit regelmatige toezicht.
Artikel 44
Versleuteling en beveiligde doorgifte van gegevens
In dat geval zorgt de betrokken lidstaat ervoor dat de elektronische gegevens volledig worden versleuteld en fysiek op een elektronische gegevensdrager worden doorgegeven door een consulair ambtenaar van een lidstaat of, indien voor deze doorgifte buitensporige of onredelijke maatregelen moeten worden genomen, op een andere veilige en beveiligde manier, bijvoorbeeld door in het betrokken derde land gebruik te maken van erkende dienstverleners die ervaring hebben met het vervoer van gevoelige documenten en gegevens.
Artikel 45
Samenwerking van de lidstaten met commerciële bemiddelaars
Deze samenwerking is gebaseerd op het verlenen van een erkenning door de betrokken autoriteiten van de lidstaten. De erkenning is met name gebaseerd op de verificatie van de volgende aspecten:
de huidige status van de commerciële bemiddelaar: huidige vergunning, handelsregister, overeenkomsten met banken;
bestaande overeenkomsten met in de lidstaten gevestigde commerciële partners die logies en andere pakketreizen aanbieden;
overeenkomsten met vervoersondernemingen, die moeten bestaan uit een heenreis en een gegarandeerde terugreis op een vaste datum.
Elk consulaat en de centrale autoriteiten zorgen ervoor dat het publiek wordt geïnformeerd over de lijst van erkende commerciële bemiddelaars waarmee ze samenwerken, indien van toepassing.
Artikel 46
Opstelling van statistieken
De lidstaten stellen volgens de tabel in bijlage XII jaarlijkse statistieken over visa op. Deze statistieken worden voor het voorafgaande kalenderjaar uiterlijk op 1 maart ingediend.
Artikel 47
Publieksvoorlichting
De centrale autoriteiten en consulaten van de lidstaten verstrekken het publiek alle relevante informatie met betrekking tot het aanvragen van een visum en in het bijzonder:
de criteria, voorwaarden en procedures voor het aanvragen van een visum;
de criteria op grond waarvan een aanvraag als ontvankelijk wordt beschouwd, zoals vastgesteld in artikel 19, lid 1;
dat biometrische gegevens in beginsel om de 59 maanden moeten worden verzameld, met ingang van de datum waarop deze voor het eerst zijn verzameld;
de wijze waarop in voorkomende gevallen een afspraak kan worden gemaakt;
de plaats waar de aanvraag kan worden ingediend (bevoegd consulaat of externe dienstverlener);
erkende commerciële bemiddelaars;
het feit dat het stempel als bedoeld in artikel 20 geen juridische gevolgen heeft;
de termijnen voor de behandeling van aanvragen in artikel 23, leden 1, 2 en 3;
de derde landen waarvan over de onderdanen of specifieke categorieën onderdanen voorafgaande raadpleging of kennisgeving dient plaats te vinden;
het feit dat van afwijzende beslissingen op aanvragen kennis moet worden gegeven aan de aanvrager, dat in die beslissing de daaraan ten grondslag liggende redenen moeten worden vermeld en dat afgewezen aanvragers het recht hebben beroep aan te tekenen, alsmede informatie over de beroepsprocedure met inbegrip van de bevoegde autoriteit en de termijn voor het instellen van beroep;
het feit dat louter het bezit van een visum niet automatisch recht geeft op binnenkomst en dat van visumhouders het bewijs wordt verlangd dat zij voldoen aan de inreisvoorwaarden aan de buitengrenzen, als bepaald in artikel 5 van de Schengengrenscode;
informatie over de in artikel 38, lid 5, vastgestelde klachtenprocedure.
TITEL V
PLAATSELIJKE SCHENGENSAMENWERKING
Artikel 48
Plaatselijke Schengensamenwerking tussen de consulaten van de lidstaten
Daartoe verstrekt de Commissie overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Besluit 2010/427/EU van de Raad ( 10 ) instructies aan de delegaties van de Unie inzake de uitvoering van de in dit artikel bedoelde coördinatietaken.
Wanneer centrale autoriteiten als bedoeld in artikel 4, lid 1 bis, in het betrokken ambtsgebied aanvragen onderzoeken en erover beslissen, zorgen de lidstaten ervoor dat die centrale autoriteiten actief betrokken worden bij de plaatselijke Schengensamenwerking. De medewerkers die bijdragen aan de plaatselijke Schengensamenwerking worden naar behoren opgeleid en betrokken bij de behandeling van aanvragen in het betrokken ambtsgebied.
De lidstaten en de Commissie werken met name samen om:
een geharmoniseerde lijst op te stellen van bewijsstukken die door aanvragers moeten worden verstrekt, rekening houdend met artikel 14;
de plaatselijke uitvoering van artikel 24, lid 2, inzake de afgifte van meervoudige inreisvisa, voor te bereiden;
te zorgen voor een gemeenschappelijke vertaling van het aanvraagformulier, indien van toepassing;
de lijst van door het gastland afgegeven reisdocumenten op te stellen en regelmatig te actualiseren;
een gemeenschappelijk informatieblad op te stellen waarop de in artikel 47, lid 1, bedoelde informatie wordt vermeld;
in voorkomend geval toezicht te houden op de toepassing van artikel 25 bis, leden 5 en 6.
▼M5 —————
In het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking wisselen de lidstaten de volgende informatie uit:
kwartaalstatistieken over aangevraagde, afgegeven en geweigerde eenvormige visa, visa met territoriaal beperkte geldigheid en luchthaventransitvisa;
informatie in verband met de beoordeling van risico's op het gebied van migratie en veiligheid, met name over:
de sociaal-economische structuur van het gastland;
plaatselijke informatiebronnen, mede op het gebied van sociale zekerheid, ziektekostenverzekering, fiscale registers, en in- en uitreisregistraties;
het gebruik van valse, nagemaakte of vervalste documenten;
routes voor irreguliere immigratie;
tendensen op het gebied van frauduleus gedrag;
tendensen op het gebied van weigeringen;
informatie over de samenwerking met externe dienstverleners en met vervoersondernemingen;
informatie over verzekeringsmaatschappijen die een adequate medische reisverzekering aanbieden, inclusief verificatie van het soort dekking en het eventuele eigen risico.
Er kunnen thematische bijeenkomsten worden georganiseerd en subgroepen ingesteld om specifieke onderwerpen te bestuderen in het kader van de plaatselijke Schengensamenwerking.
▼M5 —————
TITEL VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 49
Bepalingen betreffende de Olympische en Paralympische Spelen
Lidstaten die optreden als gastland voor de Olympische of de Paralympische Spelen passen de bijzondere procedures en voorwaarden van bijlage XI toe, die de afgifte van visa vergemakkelijken.
▼M5 —————
Artikel 51
Instructies voor de praktische toepassing van deze verordening
De Commissie stelt middels uitvoeringshandelingen instructies vast betreffende de praktische toepassing van de bepalingen van deze verordening. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 52, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 51 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 52
Comitéprocedure
Indien het comité geen advies uitbrengt, neemt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Artikel 53
Kennisgeving
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van:
vertegenwoordigingsregelingen als bedoeld in artikel 8;
de derde landen waarvan de onderdanen in het bezit moeten zijn van een luchthaventransitvisum wanneer zij door de internationale transitzones van luchthavens op hun grondgebied reizen, als bedoeld in artikel 3;
in voorkomend geval, het in artikel 14, lid 4, bedoelde bewijs van garantstelling en/of particuliere huisvesting;
de lijst van derde landen waarvoor voorafgaande raadpleging als bedoeld in artikel 22, lid 1, vereist is;
de lijst van derde landen waarvoor kennisgeving als bedoeld in artikel 31, lid 1, vereist is;
de aanvullende nationale vermeldingen in de rubriek „opmerkingen” van de visumsticker als bedoeld in artikel 27, lid 2;
de autoriteiten die bevoegd zijn tot verlenging van de geldigheidsduur van visa als bedoeld in artikel 33, lid 5;
de gekozen vormen van samenwerking als bedoeld in artikel 40;
de overeenkomstig artikel 46 en bijlage XII opgestelde statistieken.
Artikel 54
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 767/2008
Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
punt a) wordt vervangen door:
„eenvormig visum” in de zin van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een communautaire visumcode („de Visumcode”) ( *1 );
punt b) wordt geschrapt;
punt c) wordt vervangen door:
„luchthaventransitvisum” in de zin van artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 810/2009;”;
punt d) wordt vervangen door:
„visum met territoriaal beperkte geldigheid” in de zin van artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 810 /2009;”;
punt e) wordt geschrapt.
In artikel 8, lid 1, worden de woorden „Bij ontvangst van een aanvraag” vervangen door:
„Indien de aanvraag ontvankelijk is overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 810/2009.”.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
de titel wordt vervangen door:
„Gegevens die moeten worden opgenomen bij de indiening van de aanvraag”;
punt 4 wordt als volgt gewijzigd:
punt a) wordt vervangen door:
achternaam (familienaam), achternaam bij de geboorte (vroegere familienaam/-namen), voornaam/-namen; geboortedatum, geboorteplaats, geboorteland, geslacht;”;
punt e) wordt geschrapt;
punt g) wordt vervangen door:
lidstaat/lidstaten van bestemming en duur van het voorgenomen verblijf of van de doorreis;”;
punt h) wordt vervangen door:
het/de hoofddoel(en) van de reis;”;
punt i) wordt vervangen door:
voorgenomen datum van aankomst in het Schengengebied en voorgenomen datum van vertrek uit het Schengengebied;”;
punt j) wordt vervangen door:
de lidstaat van eerste binnenkomst;”;
punt k) wordt vervangen door:
huisadres van de aanvrager;”;
in punt l) wordt het woord „school” vervangen door: „onderwijsinstelling”;
in punt m) worden de woorden „de vader en de moeder” vervangen door „de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of de wettelijke voogd”.
Aan artikel 10, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:
in voorkomend geval, de vermelding dat de visumsticker met de hand is ingevuld.”.
In artikel 11 wordt de aanhef vervangen door:
„Indien de visumautoriteit die een andere lidstaat vertegenwoordigt het onderzoek van de aanvraag afbreekt, voegt zij de volgende gegevens toe aan het aanvraagdossier:”.
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
lid 1, onder a) wordt vervangen door:
statusinformatie waaruit blijkt dat het visum geweigerd is en of deze autoriteit het visum geweigerd heeft namens een andere lidstaat.”;
lid 2 wordt vervangen door:
In het aanvraagdossier moeten ook de redenen voor de weigering van het visum worden vermeld. Het moet daarbij gaan om een of meer van de volgende redenen:
de aanvrager:
heeft een vals, nagemaakt of vervalst reisdocument overgelegd;
heeft het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf niet aangetoond;
heeft niet aangetoond over voldoende middelen van bestaan te beschikken, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor zijn terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar hij met zekerheid zal worden toegelaten, of in de mogelijkheid te verkeren deze middelen legaal te verkrijgen;
heeft in de lopende periode van zes maanden reeds drie maanden op het grondgebied van de lidstaten verbleven op grond van een eenvormig visum of een visum met territoriaal beperkte geldigheid;
staat ter fine van weigering van toegang in het SIS gesignaleerd;
wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid als omschreven in artikel 2, punt 19, van de Schengengrenscode, of de internationale betrekkingen van één van de lidstaten, en staat met name om dezelfde redenen met het oog op weigering van toegang gesignaleerd in de nationale databanken van de lidstaten;
heeft, in voorkomend geval, niet aangetoond te beschikken over een toereikende en geldige reisziektekostenverzekering;
de informatie die is verstrekt met betrekking tot het doel en de omstandigheden van het beoogde verblijf is niet betrouwbaar;
de aanvrager heeft zijn voornemen om het grondgebied van de lidstaten vóór het verstrijken van de geldigheid van het visum te verlaten, niet kunnen hardmaken;
er is niet voldoende aangetoond dat de aanvrager niet in de gelegenheid is geweest om vooraf een visum aan te vragen, hetgeen een visumaanvraag aan de grens zou rechtvaardigen.”.
Artikel 13 wordt vervangen door:
„Artikel 13
Bij nietigverklaring of intrekking van een visum toe te voegen gegevens
Ingeval van een beslissing tot nietigverklaring of intrekking van een visum, voegt de visumautoriteit die deze beslissing heeft genomen, de volgende gegevens toe aan het aanvraagdossier:
statusinformatie waaruit blijkt dat een visum nietig verklaard of ingetrokken is;
de autoriteit die het visum nietig heeft verklaard of heeft ingetrokken;
plaats en datum van de beslissing.
In het aanvraagdossier worden ook de redenen voor de nietigverklaring of de intrekking van het visum vermeld. Het moet daarbij gaan om:
één of meer van de in artikel 12, lid 2, genoemde redenen;
een verzoek van de visumhouder tot intrekking van het visum.”.
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
De aanhef wordt vervangen door:
punt d) wordt vervangen door:
het nummer van de visumsticker van het verlengde visum”;
punt g) wordt vervangen door:
het grondgebied waarop de houder van het visum zich mag ophouden, indien het verlengde visum een andere territoriale geldigheid heeft dan het oorspronkelijke visum”;
in lid 2, wordt punt c) geschrapt.
In artikel 15, lid 1, worden de woorden „verlenging of verkorting van de geldigheidsduur van het visum” vervangen door „of verlenging van het visum”.
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
punt 4 wordt vervangen door:
de lidstaat van eerste binnenkomst;”;
punt 6 wordt vervangen door:
het type visum dat is afgegeven;”;
punt 11 wordt vervangen door:
het/de hoofddoel(en) van de reis;”.
In artikel 18, lid 4, onder c), artikel 19, lid 2, onder c), artikel 20, lid 2, onder d), en in artikel 22, lid 2, onder d), worden de woorden „of verkort” geschrapt.
In artikel 23, lid 1, onder d), worden de woorden „dat de geldigheidsduur ervan is verkort” geschrapt.
▼M4 —————
Artikel 56
Intrekkingen
De volgende teksten worden ingetrokken:
besluit van het Comité van Schengen van 28 april 1999 betreffende de definitieve versies van het gemeenschappelijk handboek en de gemeenschappelijke visuminstructies (SCH/Com-ex (99) 13 — de Gemeenschappelijke Visuminstructies, met inbegrip van de bijlagen);
de besluiten van het uitvoerend comité van Schengen van 14 december 1993 betreffende de verlenging van het eenvormige visum (SCH/Com-ex (93) 21), en betreffende de gemeenschappelijke beginselen van annulering, intrekking en beperking van het eenvormige visum (SCH/Com-ex (93) 24), Besluit van het Uitvoerend Comité van 22 december 1994 betreffende de uitwisseling van statistische gegevens betreffende visumafgifte (SCH/Com-ex (94) 25), Besluit van het Uitvoerend Comité van 21 april 1998 betreffende de uitwisseling van statistische gegevens inzake visa-afgite (SCH/Com-ex (98) 12) en Besluit van het Uitvoerend Comité van 16 december 1998 betreffende de invoering van een geharmoniseerd formulier ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring (SCH/Com-ex (98) 57);
Gemeenschappelijk Optreden 96/197/JBZ van 4 maart 1996 met betrekking tot de luchthaventransitregeling ( 13 );
Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen ( 14 );
Verordening (EG) nr. 1091/2001 van de Raad van 28 mei 2001 inzake vrij verkeer met een visum voor verblijf van langere duur ( 15 );
Verordening (EG) nr. 415/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende de afgifte van visa aan de grens, inclusief aan transiterende zeelieden ( 16 );
artikel 2 van Verordening (EG) nr. 390/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen ( 17 ).
Artikel 57
Monitoring en evaluatie
Artikel 58
Inwerkingtreding
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
BIJLAGE I
Geharmoniseerd aanvraagformulier
AANVRAAG SCHENGENVISUM
Dit aanvraagformulier is gratis
(
18
)
Familieleden van EU-, EER- of CH-burgers hoeven de velden 21, 22, 30, 31 en 32 (met een *) niet in te vullen.
De velden 1-3 moeten worden ingevuld overeenkomstig de gegevens in het reisdocument.
1. Achternaam (familienaam): |
DOOR DE DIENST IN TE VULLEN VAK Datum indiening: Nummer van de aanvraag: |
|||
2. Achternaam bij de geboorte (vroegere familienaam): |
||||
3. Voornaam/voornamen: |
||||
4. Geboortedatum (dag-maand-jaar): |
5. Geboorteplaats: 6. Geboorteland: |
7. Huidige nationaliteit: Nationaliteit bij geboorte, indien anders: Andere nationaliteiten: |
Plaats indiening aanvraag □ ambassade/consulaat □ dienstverlener □ commerciële bemiddelaar |
|
8. Geslacht: □man □vrouw |
9. Burgerlijke staat: □alleenstaand □gehuwd □geregistreerd partnerschap □gescheiden levend □gescheiden □weduwe/weduwnaar □overige (gelieve te specificeren): |
□ grens (naam): … … □ andere: |
||
10. Persoon die het ouderlijk gezag uitoefent (voor minderjarigen)/voogd (achternaam, voornaam, adres, indien dat verschilt van dat van de aanvrager), telefoonnummer, e-mailadres en nationaliteit: |
Behandeld door: |
|||
11. Nationaal identiteitsnummer, indien van toepassing: |
Bewijsstukken: □ reisdocumenten □ middelen van bestaan □ uitnodiging |
|||
12. Type reisdocument: □gewoon paspoort □diplomatiek paspoort □dienstpaspoort □officieel paspoort □speciaal paspoort □ander reisdocument (gelieve te specificeren): |
||||
13. Nummer reisdocument: |
14. Datum van afgifte: |
15. Geldig tot: |
16. Afgegeven door (land): |
□ medische reisverzekering □ vervoermiddel □ andere: Besluit inzake het visum: □ geweigerd □ afgegeven: □ A □ C □ VTBG □ geldig: van: tot: |
17. Persoonsgegevens van het gezinslid dat een EU-, EER- of CH-burger is, indien van toepassing |
||||
Achternaam (Familienaam): |
Voornaam/voornamen: |
|||
Geboortedatum (dag-maand-jaar): |
Nationaliteit: |
Nummer reisdocument of identiteitskaart: |
||
18. Familieband met een EU-, EER- of CH-burger, indien van toepassing: □echtgeno(o)t(e) □kind □kleinkind □afhankelijke verwant in opgaande lijn □geregistreerd partnerschap □andere: |
||||
19. Thuisadres en e-mailadres van aanvrager: |
Telefoonnummer(s): |
|||
20. Verblijf in een ander land dan het land van de huidige nationaliteit: □Neen □Ja. Verblijfsvergunning of soortgelijk document … nr. … geldig tot … |
||||
*21. Huidig beroep: |
Aantal binnenkomsten: □1 □2 □Meerdere Aantal dagen: |
|||
*22. Werkgever en adres en telefoonnummer van de werkgever. Voor studenten, naam en adres van de onderwijsinstelling: |
||||
23. Doel(en) van de reis: □toerisme □zaken □bezoek aan familie of vrienden.□cultuur □sport □officieel □medische redenen □studie □luchthaventransit □overige (gelieve te specificeren): |
||||
24. Aanvullende informatie over het doel van het verblijf: |
||||
25. Lidstaat waar de hoofdbestemming van de reis ligt (en andere lidstaten van bestemming, indien van toepassing): |
26. Lidstaat van eerste binnenkomst: |
|||
27. Aantal verlangde binnenkomsten: □één binnenkomst □twee binnenkomsten □meerdere binnenkomsten Voorgenomen datum van aankomst van het eerste voorgenomen verblijf in het Schengengebied: Voorgenomen datum van vertrek uit het Schengengebied na afloop van het eerste voorgenomen verblijf: |
||||
28. Vingerafdrukken al eerder afgenomen voor de aanvraag van een Schengenvisum: □ Neen □ Ja. Datum, indien bekend … Nummer visumsticker, indien bekend … |
||||
29. Eventuele inreisvergunning voor het land dat het einddoel van de reis is: afgegeven door … geldig van … tot … |
||||
*30. Naam en voornaam van de uitnodigende persoon/personen in de lidstaat/lidstaten. Indien niet van toepassing: naam van hotel(s) of tijdelijk(e) onderkomen(s) in de lidstaat/lidstaten: |
||||
Adres en e-mailadres van uitnodigende persoon of personen/hotel(s)/tijdelijk(e) onderkomen(s): |
Telefoonnummer: |
|||
*31. Naam en adres van uitnodigend bedrijf/uitnodigende organisatie: |
||||
Naam/voornaam, adres, telefoonnummer en e-mailadres van contactpersoon bij bedrijf/organisatie: |
Telefoonnummer van bedrijf/organisatie: |
|||
*32. Reiskosten en kosten van levensonderhoud worden tijdens het verblijf van de aanvrager gedragen: |
||||
□ door de aanvrager zelf Middelen van bestaan □ contant geld □ travellercheques □ kredietkaarten □ vooruitbetaalde huisvesting □ vooruitbetaald vervoer □ overige (gelieve te specificeren): |
□ door een garantsteller (uitnodigende persoon, bedrijf, organisatie), gelieve te specificeren: … □ bedoeld in veld 30 of 31 … □ overige (gelieve te specificeren) Middelen van bestaan □ contant geld □ huisvesting ter beschikking gesteld □ alle kosten tijdens het verblijf zijn gedekt □ vooruitbetaald vervoer □ overige (gelieve te specificeren): |
|||
|
||||
Ik neem er kennis van dat de visumleges niet worden terugbetaald indien het visum wordt geweigerd. |
||||
|
||||
Van toepassing indien een meervoudig inreisvisum wordt aangevraagd: Het is mij bekend dat ik bij mijn eerste bezoek en alle volgende bezoeken aan het grondgebied van de lidstaten moet beschikken over een toereikende medische reisverzekering. |
||||
|
||||
Ik verklaar kennis te hebben genomen van het onderstaande en daarmee in te stemmen: Met het oog op het onderzoek van mijn aanvraag moeten de in dit aanvraagformulier verlangde gegevens worden verzameld, moet er een foto van mij worden gemaakt en moeten in voorkomende gevallen mijn vingerafdrukken worden genomen. Al mijn persoonsgegevens die op het aanvraagformulier worden vermeld, alsmede mijn vingerafdrukken en de foto die van mij is gemaakt, zullen worden verstrekt aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en door die autoriteiten worden verwerkt met het oog op een beslissing over mijn aanvraag. Deze gegevens en de gegevens betreffende de beslissing die over mijn aanvraag wordt genomen of een beslissing om een afgegeven visum nietig te verklaren, in te trekken of te verlengen, worden ingevoerd in het Visuminformatiesysteem (VIS) en daar gedurende maximaal vijf jaar opgeslagen. Tijdens die periode zijn zij toegankelijk voor de visumautoriteiten en de autoriteiten die bevoegd zijn tot het uitvoeren van visumcontroles aan de buitengrenzen en binnen de lidstaten, en voor immigratie- en asielautoriteiten in de lidstaten, zodat deze kunnen toetsen of is voldaan aan de voorwaarden voor legale binnenkomst en legaal verblijf op het grondgebied van de lidstaten, kunnen vaststellen welke personen niet of niet langer aan deze voorwaarden voldoen, een asielaanvraag kunnen onderzoeken en kunnen vaststellen wie belast is met dit onderzoek. Onder bepaalde voorwaarden zijn de gegevens ook beschikbaar voor de aangewezen autoriteiten van de lidstaten en voor Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten. De autoriteit van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de verwerking van de gegevens is: [(…)]. Het is mij bekend dat ik het recht heb om van een lidstaat te verlangen dat mij wordt meegedeeld welke gegevens over mij in het VIS zijn opgeslagen en welke lidstaat deze gegevens naar het VIS heeft verzonden, en dat ik het recht heb te verlangen dat onjuiste gegevens over mij worden gecorrigeerd en dat onrechtmatig verwerkte gegevens over mij worden vernietigd. Op mijn uitdrukkelijk verzoek zal de autoriteit die mijn aanvraag onderzoekt, mij in kennis stellen van de wijze waarop ik mijn recht tot controle van mijn persoonsgegevens kan uitoefenen en deze gegevens kan doen verbeteren of verwijderen, met inbegrip van de daarmee verband houdende maatregelen krachtens de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat. Bij de nationale toezichthoudende autoriteit van die lidstaat [contactgegevens: …] kan een verzoek worden ingediend met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Ik verklaar dat alle door mij verstrekte persoonsgegevens naar mijn beste weten juist en volledig zijn. Het is mij bekend dat onjuiste verklaringen er in alle gevallen toe leiden dat mijn aanvraag wordt afgewezen of dat een reeds afgegeven visum nietig wordt verklaard en dat bovendien vervolging tegen mij kan worden ingesteld op grond van de wetgeving van de lidstaat die de aanvraag behandelt. Ik verklaar het grondgebied van de lidstaat vóór het verstrijken van de geldigheid van het eventueel afgegeven visum te zullen verlaten. Mij is meegedeeld dat het bezit van een visum slechts een van de vereisten is voor binnenkomst op het Europese grondgebied van de lidstaten. Het bezit van een visum op zich houdt niet automatisch in dat ik gerechtigd ben tot schadevergoeding indien ik niet voldoe aan de toepasselijke bepalingen van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399 (Schengengrenscode) en mij op grond daarvan de toegang wordt geweigerd. Bij binnenkomst op het Europese grondgebied van de lidstaten zal opnieuw worden gecontroleerd of aan de vereisten is voldaan. |
||||
|
||||
Plaats en datum: |
Handtekening: (handtekening van de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent/voogd, indien van toepassing): |
BIJLAGE II
Niet-limitatieve lijst van bewijsstukken
De in artikel 14 bedoelde bewijsstukken die door visumaanvragers dienen te worden verstrekt, kunnen onder meer zijn:
DOCUMENTEN WAARUIT HET DOEL VAN DE REIS BLIJKT
bij zakenreizen:
een uitnodiging van een onderneming of een autoriteit om deel te nemen aan besprekingen, conferenties of evenementen van commerciële of bedrijfsmatige aard of die verband houden met het werk;
andere documenten die aantonen dat er sprake is van handelsbetrekkingen of betrekkingen voor professionele doeleinden;
eventuele toegangsbewijzen voor beurzen en congressen;
documenten waaruit de zakelijke activiteiten van de onderneming blijken;
documenten waaruit blijkt dat de aanvrager bij de onderneming in dienst is als (rang) (functie);
voor reizen in het kader van studie of een ander soort opleidingen:
bewijs van inschrijving bij een onderwijsinstelling voor deelname aan praktische of theoretische opleidings- of bijscholingscursussen;
een collegekaart of certificaten voor de bij te wonen colleges/cursussen;
voor reizen in het kader van toerisme of met een privékarakter:
documenten met betrekking tot huisvesting:
documenten met betrekking tot de reisroute:
voor reizen met het oog op politieke, wetenschappelijke, culturele, sportieve of religieuze evenementen of om andere redenen:
voor reizen van leden van officiële delegaties die op officiële uitnodiging, gericht aan de regering van het betrokken derde land deelnemen aan bijeenkomsten, overlegrondes, onderhandelingen of uitwisselingsprogramma’s of aan evenementen die door intergouvernementele organisaties op het grondgebied van een lidstaat worden gehouden:
voor reizen om medische redenen:
DOCUMENTEN AAN DE HAND WAARVAN HET VOORNEMEN VAN DE AANVRAGER OM HET GRONDGEBIED VAN DE LIDSTATEN TE VERLATEN KAN WORDEN GETOETST
reservering van een retour- of rondreisticket;
bewijs van financiële middelen in het land van verblijf;
bewijs van een dienstverband: bankafschriften;
eigendomsbewijzen van onroerend goed;
bewijs van integratie in het land van verblijf: familiebanden; beroepssituatie.
DOCUMENTEN MET BETREKKING TOT DE GEZINSSITUATIE VAN DE AANVRAGER
toestemming van ouders of voogd (indien een minderjarige zonder ouders of voogd reist);
bewijs van familiebanden met de uitnodigende persoon.
BIJLAGE III
UNIFORM MODEL EN GEBRUIK VAN HET STEMPEL WAARUIT BLIJKT DAT EEN VISUMAANVRAAG ONTVANKELIJK IS
… Visum … (1) |
|
xx/xx/xxxx (2) |
… (3) |
Voorbeeld: |
|
C-visum FR |
|
22.4.2009 |
Consulat de France |
Djibouti |
|
(1)
Code van de lidstaat die de aanvraag behandelt. De in bijlage VII, punt 1.1, vermelde codes worden gebruikt.
(2)
Datum van aanvraag (acht cijfers: xx dag, xx maand, xxxx jaar).
(3)
Autoriteit die de visumaanvraag behandelt. |
Het stempel wordt aangebracht op de eerste beschikbare pagina in het reisdocument waarop geen aantekeningen of stempels zijn aangebracht.
BIJLAGE IV
Gemeenschappelijke lijst van derde landen uit bijlage I van Verordening (EG) nr. 539/2001 waarvan de onderdanen in het bezit moeten zijn van een luchthaventransitvisum wanneer zij zich in de internationale transitzone van luchthavens op het grondgebied van de lidstaten bevinden
BIJLAGE V
LIJST VAN VERBLIJFSTITELS DIE DE HOUDER MACHTIGEN TOT DOORREIS VIA DE LUCHTHAVENS VAN LIDSTATEN ZONDER DAT EEN LUCHTHAVENTRANSITVISUM IS VEREIST
ANDORRA:
CANADA:
JAPAN:
SAN MARINO:
VERENIGDE STATEN:
BIJLAGE VI
(
19
)
STANDAARDFORMULIER VOOR KENNISGEVING VAN DE MOTIVERING VAN HET WEIGEREN, NIETIG VERKLAREN OF INTREKKEN VAN EEN VISUM
WEIGERING/NIETIGVERKLARING/INTREKKING VAN EEN VISUM
Geachte mevrouw/heer …,
□ De/Het … ambassade/consulaat-generaal/consulaat/[andere bevoegde autoriteit] in … [namens (naam van de vertegenwoordigde lidstaat)];
□ [Andere bevoegde autoriteit] van …;
□ De autoriteit(en) die verantwoordelijk is/zijn voor de personencontrole te …
heeft/hebben
□ uw aanvraag onderzocht;
□ uw visum onderzocht, nummer: …, afgegeven: … [dag/maand/jaar].
□ Het visum is geweigerd |
□ Het visum is nietig verklaard |
□ Het visum is ingetrokken |
Dit besluit is gebaseerd op de volgende reden(en):
er is een vals/vervalst/nagemaakt reisdocument overgelegd
het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf zijn onvoldoende aangetoond
u heeft niet aangetoond over voldoende middelen van bestaan te beschikken, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar u met zekerheid zal worden toegelaten
u heeft niet aangetoond in de mogelijkheid te verkeren op rechtmatige wijze voldoende middelen van bestaan te verkrijgen, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van herkomst of verblijf, of voor doorreis naar een derde land waar u met zekerheid zal worden toegelaten
u heeft in de lopende periode van 180 dagen reeds 90 dagen op het grondgebied van de lidstaten verbleven op grond van een eenvormig visum of een visum met territoriaal beperkte geldigheid
u bent door … (naam lidstaat) in het Schengeninformatiesysteem (SIS) gesignaleerd met het oog op weigering van toegang
u wordt door één of meer lidstaten beschouwd als een bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid
u wordt door één of meer lidstaten beschouwd als een gevaar voor de volksgezondheid als omschreven in artikel 2, punt 21, van Verordening (EU) 2016/399 (Schengengrenscode)
u wordt door één of meer lidstaten beschouwd als een bedreiging voor de internationale betrekkingen van die lidstaat/lidstaten
de informatie die is verstrekt met betrekking tot het doel en de omstandigheden van het voorgenomen verblijf is niet betrouwbaar
er bestaat redelijke twijfel over de betrouwbaarheid van de verklaringen met betrekking tot … (gelieve te specificeren)
er bestaat redelijke twijfel over de betrouwbaarheid en de echtheid van de overgelegde bewijsstukken of over de geloofwaardigheid van de inhoud ervan
er bestaat redelijke twijfel over uw voornemen het grondgebied van de lidstaten vóór het verstrijken van het visum te verlaten
er is niet voldoende aangetoond dat u niet in de gelegenheid bent geweest om op voorhand een visum aan te vragen, hetgeen een visumaanvraag aan de grens zou rechtvaardigen
het doel en de omstandigheden van de voorgenomen luchthaventransit zijn onvoldoende aangetoond
u heeft niet aangetoond dat u in het bezit bent van een toereikende en geldige medische reisverzekering
de houder van het visum heeft om intrekking van het visum verzocht ( 20 ).
Aanvullende opmerkingen:
…
…
…
…
…
U kunt beroep instellen tegen het besluit tot weigering/nietigverklaring/intrekking van een visum.
De regeling inzake beroep tegen besluiten tot weigering/nietigverklaring/intrekking van een visum is te vinden in: (verwijzing naar het nationale recht):
…
Bevoegde autoriteit waarbij beroep kan worden ingesteld (contactgegevens):
…
Informatie over de procedure die u moet volgen, is te vinden bij (contactgegevens):
…
Een beroepsprocedure moet worden ingeleid binnen (indicatie van de termijn):
…
Datum en stempel van ambassade/consulaat-generaal/consulaat/instanties die verantwoordelijk zijn voor de personencontrole/andere bevoegde instanties:
Handtekening van de betrokkene ( 21 ): …
▼M5 —————
BIJLAGE X
LIJST VAN MINIMUMEISEN DIE MOETEN WORDEN OPGENOMEN IN HET RECHTSINSTRUMENT INDIEN MET EXTERNE DIENSTVERLENERS WORDT SAMENGEWERKT
In het rechtsinstrument zijn de volgende elementen vastgelegd:
de taken van de externe dienstverlener, als bedoeld in artikel 43, lid 6, van deze verordening;
de locaties waar de externe dienstverlener moet werken, en het consulaat waarmee het aanvraagcentrum samenwerkt;
de diensten die vallen onder de verplichte dienstverleningskosten;
de instructie dat de externe dienstverlener duidelijk aan het publiek moet melden dat voor optionele diensten andere vergoedingen gelden.
Bij het verrichten van zijn activiteiten neemt de externe dienstverlener de volgende punten in acht met betrekking tot de gegevensbescherming:
hij voorkomt te allen tijde het niet-toegelaten lezen, kopiëren, wijzigen of schrappen van gegevens, in het bijzonder bij het doorzenden aan het consulaat van de lidstaat/lidstaten die bevoegd is/zijn voor de behandeling van een aanvraag;
volgens de instructies van de betrokken lidstaat/lidstaten zendt hij de gegevens door:
hij zendt de gegevens zo snel mogelijk door:
hij zorgt voor passende middelen om individuele aanvraagdossiers van en naar het consulaat te traceren;
hij vernietigt de gegevens uiterlijk zeven dagen nadat ze zijn doorgezonden en zorgt ervoor dat alleen de naam en de contactgegevens van de aanvrager — voor het regelen van afspraken — en het paspoortnummer worden bewaard totdat het paspoort aan de aanvrager wordt terugbezorgd en dat deze gegevens uiterlijk vijf dagen later worden vernietigd;
hij zorgt voor de technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen onopzettelijke of onrechtmatige vernietiging, onopzettelijk verlies, vervalsing, niet-toegelaten verspreiding of toegang, met name wanneer de samenwerking doorzending van dossiers en gegevens aan het consulaat van de betrokken lidstaat/lidstaten omvat, en tegen enige andere vorm van onrechtmatige verwerking van de persoonsgegevens;
hij verwerkt de gegevens alleen in het kader van de verwerking van de persoonsgegevens van aanvragers namens de betrokken lidstaat/lidstaten;
hij hanteert gegevensbeschermingsnormen die ten minste gelijkwaardig zijn aan de normen van Verordening (EU) 2016/679;
hij verstrekt de aanvragers de krachtens artikel 37 van de VIS-verordening voorgeschreven informatie.
Bij het verrichten van zijn activiteiten neemt de externe dienstverlener de volgende punten in acht met betrekking tot het gedrag van het personeel:
hij zorgt voor een passende opleiding van het personeel;
hij zorgt ervoor dat zijn personeelsleden bij de uitvoering van hun taken:
hij zorgt ervoor dat de identiteit van de personeelsleden die voor de externe dienstverlener werken te allen tijde kan worden vastgesteld;
hij toont aan dat de personeelsleden een blanco strafregister en de vereiste deskundigheid hebben.
Bij de verificatie van de verrichting van zijn activiteiten neemt de externe dienstverlener de volgende punten in acht:
hij verleent de bevoegde personeelsleden van de betrokken lidstaat/lidstaten te allen tijde, zonder voorafgaande aankondiging toegang tot zijn gebouwen en terreinen, met name voor inspectiedoeleinden;
hij zorgt ervoor dat zijn afsprakensysteem op afstand toegankelijk is voor inspectiedoeleinden;
hij zorgt ervoor dat controlemethoden worden gebruikt (bv. proefaanvragers, webcam);
hij zorgt ervoor dat de voor gegevensbescherming bevoegde autoriteit van de lidstaat toegang heeft tot bewijs dat de gegevensbescherming in acht wordt genomen, onder meer in de vorm van verslaglegging, externe audits en regelmatige steekproefsgewijze controles;
hij brengt onverwijld schriftelijk verslag uit aan de betrokken lidstaat/lidstaten over eventuele inbreuken op de veiligheid of eventuele klachten van aanvragers over misbruik van gegevens of toegang zonder toestemming, en pleegt overleg met de betrokken lidstaat/lidstaten teneinde een oplossing te vinden en onverwijld uitleg te verstrekken aan de aanvragers die een klacht hebben ingediend.
Met betrekking tot de algemene eisen neemt de externe dienstverlener de volgende punten in acht:
hij handelt volgens de instructies van de lidstaat/lidstaten die bevoegd is/zijn voor de behandeling van de aanvraag;
hij neemt passende anticorruptiemaatregelen (bv. adequate bezoldiging van personeel, samenwerking bij de selectie van bij de taak betrokken medewerkers, toepassing van de „tweepersoonsregel”, rouleringsbeginsel);
hij neemt de bepalingen van het rechtsinstrument volledig in acht; het rechtsinstrument bevat een schorsings- of beëindigingsclausule in geval van inbreuk op de vastgestelde regels, alsook een herzieningsclausule om ervoor te zorgen dat het rechtsinstrument de beste praktijk weerspiegelt.
BIJLAGE XI
BIJZONDERE PROCEDURES EN VOORWAARDEN TER VEREENVOUDIGING VAN DE AFGIFTE VAN VISA AAN LEDEN VAN DE OLYMPISCHE FAMILIE DIE DEELNEMEN AAN DE OLYMPISCHE OF DE PARALYMPISCHE SPELEN
HOOFDSTUK I
Doel en definities
Artikel 1
Doel
Onderstaande bijzondere procedures en voorwaarden vergemakkelijken de aanvraag en de afgifte van visa aan leden van de Olympische familie voor de duur van de door een lidstaat georganiseerde Olympische en Paralympische Spelen.
Daarnaast zijn de relevante bepalingen van het Gemeenschapsacquis betreffende procedures voor de aanvraag en afgifte van het visum van toepassing.
Artikel 2
Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
„verantwoordelijke organisaties” voor maatregelen ter vereenvoudiging van de procedures voor aanvraag en afgifte van visa aan leden van de Olympische familie die deelnemen aan de Olympische en/of de Paralympische Spelen: de officiële organisaties, in de zin van het Olympisch handvest, die gerechtigd zijn lijsten van leden van de Olympische familie in te dienen bij het Organisatiecomité van de lidstaat die optreedt als gastland van de Olympische en Paralympische Spelen met het oog op de afgifte van accrediteringskaarten voor de Spelen;
„lid van de Olympische familie”: eenieder die lid is van het Internationaal Olympisch Comité, het Internationaal Paralympisch Comité, internationale federaties, de nationale Olympische en paralympische comités, de organisatiecomités van de Olympische Spelen en de nationale bonden, waaronder atleten, scheidsrechters, coaches en overig sportkader, medisch personeel verbonden aan teams of individuele sporters en geaccrediteerde journalisten van media, directeuren, donoren, sponsoren of andere officiële gasten die het Olympisch handvest onderschrijven en optreden onder toezicht en gezag van het Internationaal Olympisch Comité, vermeld staan op de lijsten van de verantwoordelijke organisaties en door het Organisatiecomité van de lidstaat die optreedt als gastland van de Olympische en Paralympische Spelen zijn geaccrediteerd als deelnemer van de Olympische en Paralympische Spelen van [jaar];
„Olympische accreditatiekaarten”, afgegeven door het Organisatiecomité van de lidstaat die optreedt als gastland van de Olympische en Paralympische Spelen in overeenstemming met zijn nationale wetgeving: een van de twee beveiligde documenten, een voor de Olympische Spelen en een voor de Paralympische Spelen, beide voorzien van een foto van de houder, waarop de identiteit wordt vastgesteld van het lid van de Olympische familie en waarmee dit lid toegang wordt verleend tot de inrichtingen waar wedstrijden worden gehouden en tot andere evenementen van het programma gedurende de Spelen;
„duur van de Olympische en Paralympische Spelen”: de periode tijdens welke de Olympische Spelen plaatsvinden en de periode tijdens welke de Paralympische Spelen plaatsvinden;
„Organisatiecomité van de lidstaat die optreedt als gastland van de Olympische en Paralympische Spelen”: het comité dat door de lidstaat die als gastland optreedt overeenkomstig zijn nationale wetgeving is opgericht om de Olympische en Paralympische Spelen te organiseren en dat besluit over accreditering van leden van de Olympische familie die aan die Spelen deelnemen;
„voor de afgifte van visa verantwoordelijke diensten”: de diensten die door de als gastland voor de Olympische en Paralympische Spelen optredende lidstaat zijn aangewezen voor het onderzoek van aanvragen en de afgifte van visa aan leden van de Olympische familie.
HOOFDSTUK II
Afgifte van visa
Artikel 3
Voorwaarden
Een visum kan uitsluitend op grond van deze verordening worden afgegeven indien betrokkene:
is aangewezen door een van de verantwoordelijke organisaties en door het Organisatiecomité van de lidstaat die optreedt als gastland van de Olympische en Paralympische Spelen is geaccrediteerd als deelnemer aan de Olympische en/of de Paralympische Spelen;
in het bezit is van een geldig reisdocument dat machtigt tot het overschrijden van de buitengrenzen, als bedoeld in artikel 5 van de Schengengrenscode;
niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staat;
niet wordt beschouwd als een bedreiging van de openbare orde, de binnenlandse veiligheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten.
Artikel 4
Indienen van de aanvraag
Artikel 5
Onderzoek van de gezamenlijke visumaanvraag en type afgegeven visum
Artikel 6
Vorm van het visum
Artikel 7
Ontheffing van visumleges
Voor het onderzoek van visumaanvragen en de afgifte van visa worden door de voor de afgifte van visa verantwoordelijke diensten geen visumleges in rekening gebracht.
HOOFDSTUK III
Algemene en slotbepalingen
Artikel 8
Annulering van een visum
Wanneer de lijst van personen die worden opgegeven als deelnemers aan de Olympische en/of Paralympische Spelen voor aanvang van de Spelen wordt gewijzigd, stellen de verantwoordelijke organisaties het organisatiecomité van de lidstaat die optreedt als gastland van de Olympische en Paralympische Spelen daarvan onverwijld in kennis, zodat de Olympische accreditatiekaarten van de van de lijst verwijderde personen kunnen worden ingetrokken. Het organisatiecomité stelt de voor de afgifte van visa verantwoordelijke diensten hiervan in kennis en deelt hun de desbetreffende visumnummers mee.
De voor de afgifte van visa verantwoordelijke diensten annuleren de visa van de betrokkenen. Zij geven hiervan onverwijld kennis aan de met de grenscontroles belaste autoriteiten, die deze informatie op hun beurt onverwijld doorzenden aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.
Artikel 9
Controles aan de buitengrenzen
Voor de duur van de Olympische en/of Paralympische Spelen:
worden in- en uitreisstempels aangebracht op de eerste blanco bladzijde van het reisdocument van de leden van de Olympische familie ten aanzien van wie dergelijke stempels moeten worden aangebracht op grond van artikel 1, lid 10, van de Schengengrenscode. Bij de eerste binnenkomst wordt op dezelfde bladzijde het visumnummer aangebracht;
wordt geacht aan de inreisvoorwaarden als omschreven in artikel 5, lid 1, onder c), van de Schengengrenscode te zijn voldaan wanneer een lid van de Olympische familie naar behoren is geaccrediteerd.
BIJLAGE XII
JAARLIJKSE STATISTIEKEN OVER EENVORMIGE VISA, VISA MET TERRITORIAAL BEPERKTE GELDIGHEID EN LUCHTHAVENTRANSITVISA
Gegevens die binnen de in artikel 46 gestelde termijn aan de Commissie moeten worden ingediend voor iedere plaats waar afzonderlijke lidstaten visa afgeven:
Algemene regels voor het indienen van gegevens:
Indien gegevens beschikbaar noch van belang zijn voor een specifieke categorie en een derde land, laten de lidstaten het vak open (en vullen zij het niet aan met „0” (nul), nvt (niet van toepassing) of een andere vermelding).
BIJLAGE XIII
CONCORDANTIETABEL
Bepaling in deze verordening |
Vervangen bepaling van de Overeenkomst van Schengen (OS), de Gemeenschappelijke Visuminstructies (CCI) of van het Uitvoerend Comité van Schengen (SCH/Com-ex) |
TITEL I |
|
ALGEMENE BEPALINGEN |
|
Artikel 1 Doelstelling en werkingssfeer |
CCI, deel I, 1. Werkingssfeer (OS, artikelen 9 en 10) |
Artikel 2 Definities 1 t/m 4 |
CCI, deel I, 2. Visa: begripsomschrijving en soorten CCI, deel IV „Rechtsgrondslag” OS, artikel 11, lid 2, artikel 14, lid 1, artikelen 15 en 16 |
TITEL II |
|
LUCHTHAVENTRANSITVISUM |
|
Artikel 3 Onderdanen van derde landen die in het bezit moeten zijn van een transitvisum voor luchthavens |
Gemeenschappelijk Optreden 96/197/JBZ, CCI, deel I, 2.1.1 |
TITEL III |
|
PROCEDURES EN VOORWAARDEN VOOR DE AFGIFTE VAN VISA |
|
HOOFDSTUK I |
|
Bij de aanvraagprocedures betrokken autoriteiten |
|
Artikel 4 Autoriteiten die bij de visumaanvraagprocedures kunnen worden betrokken |
CCI, deel II, 4, OS, artikel 12, lid 1, Verordening (EG) nr. 415/2003 |
Artikel 5 Voor het onderzoeken van en het nemen van een beslissing over aanvragen bevoegde lidstaat |
CCI, deel II, 1.1, a) en b), OS, artikel 12, lid 2 |
Artikel 6 Consulaire territoriale bevoegdheid |
CCI, deel II, 1.1 en 3 |
Artikel 7 Bevoegdheid tot afgifte van visa aan onderdanen van derde landen die zich legaal op het grondgebied van een lidstaat bevinden |
— |
Artikel 8 Vertegenwoordigingsregelingen |
CCI, deel II, 1.2 |
HOOFDSTUK II |
|
Aanvraag |
|
Artikel 9 Praktische voorschriften voor het indienen van een aanvraag |
CCI, bijlage 13, noot (artikel 10, lid 1) |
Artikel 10 Algemene voorschriften voor het indienen van een aanvraag |
— |
Artikel 11 Aanvraagformulier |
CCI, deel III, 1.1 |
Artikel 12 Reisdocument |
CCI, deel III, 2, a) OS, artikel 13, leden 1 en 2 |
Artikel 13 Biometrische kenmerken |
CCI, deel III, 1.2, a) en b) |
Artikel 14 Bewijsstukken |
CCI, deel III, 2, b) en deel V, 1.4, Com-ex (98) 57 |
Artikel 15 Medische reisverzekering |
CCI, deel V, 1.4 |
Artikel 16 Visumleges |
CCI deel VII, 4 en bijlage 12 |
Artikel 17 Dienstverleningskosten |
CCI, deel VII, 1.7 |
HOOFDSTUK III |
|
Onderzoeken van en nemen van beslissingen over aanvragen |
|
Artikel 18 Vaststelling van de bevoegdheid van het consulaat |
— |
Artikel 19 Ontvankelijkheid |
— |
Artikel 20 Stempel waaruit blijkt dat een aanvraag ontvankelijk is |
CCI, deel VII, 2 |
Artikel 21 Controle van de voorwaarden voor binnenkomst en risicobeoordeling |
CCI, deel III, 4 en deel V, 1 |
Artikel 22 Voorafgaande raadpleging van de centrale autoriteiten van andere lidstaten |
CCI, deel II, 2.3 en deel V, 2.3, a) t/m d) |
Artikel 23 Beslissing over de aanvraag |
CCI, deel V, 2.1 (tweede streepje), en 2.2 |
HOOFDSTUK IV |
|
Visumafgifte |
|
Artikel 24 Afgifte van een eenvormig visum |
CCI, deel V, 2.1 |
Artikel 25 Afgifte van een visum met territoriaal beperkte geldigheid |
CCI, deel V, 3, bijlage 14, OS, artikel 11, lid 2, artikel 14, lid 1, en artikel 16 |
Artikel 26 Afgifte van een luchthaventransitvisum |
CCI, deel I, 2.1.1 — Gemeenschappelijk Optreden 96/197/JBZ. |
Artikel 27 Invullen van de visumsticker |
CCI, deel VI, 1, 2, 3 en 4 |
Artikel 28 Ongeldig maken van ingevulde visumstickers |
CCI, deel VI, 5.2 |
Artikel 29 Aanbrengen van de visumstickers |
CCI, deel VI, 5.3 |
Artikel 30 Aan een afgegeven visum verbonden rechten |
CCI, deel I, 2.1, laatste zin |
Artikel 31 Informatie aan de centrale autoriteiten van andere lidstaten |
— |
Artikel 32 Weigering van een visum |
— |
HOOFDSTUK V |
|
Wijziging van een afgegeven visum |
|
Artikel 33 Verlenging |
Com-ex (93) 21 |
Artikel 34 Nietigverklaring |
Com-ex (93) 24 en CCI, bijlage 14 |
HOOFDSTUK VI |
|
Aan de buitengrenzen afgegeven visa |
|
Artikel 35 Aan de buitengrenzen aangevraagde visa |
Verordening (EG) nr. 415/2003 |
Artikel 36 Afgifte aan de buitengrenzen van visa aan transiterende zeevarenden |
|
TITEL IV |
|
ADMINISTRATIEF BEHEER EN ORGANISATIE |
|
Artikel 37 Organisatie van de visumafdelingen |
CCI, deel VII, 1, 2 en 3 |
Artikel 38 Middelen voor de behandeling van aanvragen en het toezicht op consulaten |
— |
|
CCI, deel VII, 1A |
Artikel 39 Gedrag van het personeel |
CCI, deel III, 5 |
Artikel 40 Vormen van samenwerking |
CCI, deel VII, 1AA |
Artikel 41 Samenwerking tussen de lidstaten |
|
Artikel 42 Beroep op honorair consuls |
CCI, deel VII, AB |
Artikel 43 Samenwerking met externe dienstverleners |
CCI, deel VII, 1B |
Artikel 44 Versleuteling en beveiligde overdracht van gegevens |
CCI, deel II, 1.2, deel VII, 1.6, zesde tot en met negende alinea |
Artikel 45 Samenwerking van de lidstaten met commerciële bemiddelaars |
CCI, deel VIII, 5.2 |
Artikel 46 Opstelling van statistieken |
SCH/Com-ex (94) 25 en (98) 12 |
Artikel 47 Publieksvoorlichting |
— |
TITEL V |
|
PLAATSELIJKE SCHENGENSAMENWERKING |
|
Artikel 48 Plaatselijke Schengensamenwerking tussen de consulaten van de lidstaten |
CCI, deel VIII, 1, 3 en 4 |
TITEL VI |
|
SLOTBEPALINGEN |
|
Artikel 49 Bepalingen betreffende de Olympische en Paralympische Spelen |
— |
Artikel 50 Wijzigingen in de bijlagen |
— |
Artikel 51 Aanwijzingen voor de praktische toepassing van de visumcode |
— |
Artikel 52 Comité procedure |
— |
Artikel 53 Kennisgeving |
— |
Artikel 54 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 767/2008 |
— |
Artikel 55 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 562/2006 |
— |
Artikel 56 Intrekkingen |
— |
Artikel 57 Monitoring en evaluatie |
— |
Artikel 58 Inwerkingtreding |
— |
BIJLAGEN
Bijlage I Geharmoniseerd aanvraagformulier |
CCI, bijlage 16 |
Bijlage II Niet-limitatieve lijst van bewijsstukken |
Gedeeltelijk CCI, deel V, 1.4 |
Bijlage III Uniform model en gebruik van het stempel waaruit blijkt dat een visumaanvraag ontvankelijk is |
CCI, deel VIII, 2 |
Bijlage IV Gemeenschappelijke lijst van derde landen uit bijlage I van Verordening (EG) nr. 539/2001 waarvan de onderdanen in het bezit moeten zijn van een luchthaventransitvisum wanneer zij zich in de internationale transitzone van luchthavens op het grondgebied van de lidstaten bevinden |
CCI, bijlage 3, deel I |
Bijlage V Lijst van verblijfstitels die de houder machtigen tot doorreis via de luchthavens van lidstaten zonder dat een luchthaventransitvisum vereist is |
CCI, bijlage 3, deel III |
Bijlage VI Standaardformulier voor kennisgeving en motivering van het weigeren, nietig verklaren of intrekken van een visum |
— |
Bijlage VII Invullen van de visumsticker |
CCI, deel VI, t/m bijlage 10 |
Bijlage VIII Aanbrengen van de visumsticker |
CCI, deel VI, 5.3 |
Bijlage IX Voorschriften voor visumafgifte aan de grens aan transiterende visumplichtige zeevarenden |
Verordening (EG) nr. 415/2003, bijlagen I en II |
Bijlage X Lijst van minimumvoorschriften die moeten worden opgenomen in het rechtsinstrument indien met externe dienstverleners wordt samengewerkt |
— |
Bijlage XI Bijzondere procedures en voorwaarden ter vereenvoudiging van de afgifte van visa aan leden van de Olympische familie die deelnemen aan de Olympische of de Paralympische Spelen |
— |
Bijlage XII Jaarlijkse statistieken over eenvormige visa, visa met territoriaal beperkte geldigheid en luchthaventransitvisa |
— |
( 1 ) PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1.
( 2 ) PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1.
( 3 ) Besluit nr. 1105/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de lijst van reisdocumenten waarmee de houder de buitengrenzen kan overschrijden en waarin een visum kan worden aangebracht en betreffende de invoering van een mechanisme voor het opstellen van deze lijst (PB L 287 van 4.11.2011, blz. 9).
( 4 ) PB L 53 van 23.2.2002, blz. 4.
( 5 ) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
( 6 ) PB L 267 van 27.9.2006, blz. 41.
( 7 ) Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
( 8 ) Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 21).
( 9 ) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
( 10 ) Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).
( 11 ) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
( 12 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
( *1 ) PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1.”;
( 13 ) PB L 63 van 13.3.1996, blz. 8.
( 14 ) PB L 116 van 26.4.2001, blz. 2.
( 15 ) PB L 150 van 6.6.2001, blz. 4.
( 16 ) PB L 64 van 7.3.2003, blz. 1.
( 17 ) PB L 131 van 28.5.2009, blz. 1.
( 18 ) Voor Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland is geen logo vereist.
( 19 ) Voor Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland is geen logo vereist.
( 20 ) Tegen de intrekking van een visum om deze reden is geen beroep mogelijk.
( 21 ) Indien vereist door het nationale recht.
( 22 ) PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.
( 23 ) Verwijzing naar de ISO-code van de organiserende lidstaat.