„netspanning”: de elektriciteitsvoorziening van het elektriciteitsnet van 230 (± 10 %) volt wisselstroom bij 50 Hz;

„huishoudelijke afwasmachine”: een machine die tafelgerei reinigt en spoelt, en waarvan de fabrikant in de verklaring van overeenstemming opgeeft dat deze voldoet aan Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) of aan Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 2 );

„huishoudelijke inbouwafwasmachine”: een huishoudelijke afwasmachine die uitsluitend wordt ontworpen, getest en op de markt gebracht om:

„verkooppunt”: een locatie waar huishoudelijke afwasmachines worden uitgestald of te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden.

elke huishoudelijke afwasmachine in het verkooppunt, waaronder handelsbeurzen, is voorzien van het etiket dat door de leveranciers overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder a), is verstrekt, waarbij het etiket op huishoudelijke inbouwafwasmachines zodanig is weergegeven dat het duidelijk zichtbaar is, en het etiket op alle andere huishoudelijke afwasmachines zodanig is weergegeven dat het duidelijk zichtbaar is op de voor- of bovenzijde aan de buitenkant van de huishoudelijke afwasmachine;

in het geval van verkoop op afstand het etiket en het productinformatieblad worden verstrekt overeenkomstig de bijlagen VII en VIII;

in alle visuele advertenties voor een specifiek model huishoudelijke afwasmachine de energie-efficiëntieklasse van dat model en de reeks beschikbare energie-efficiëntieklassen op het etiket worden vermeld overeenkomstig bijlage VII;

in al het technische promotiemateriaal voor een specifiek model huishoudelijke afwasmachine, ook op internet, waarin de specifieke technische parameters voor dat model worden beschreven, de energie-efficiëntieklasse van dat model en de reeks beschikbare energie-efficiëntieklassen op het etiket worden vermeld overeenkomstig bijlage VII.

de verbeteringsmogelijkheden met betrekking tot energieverbruik, functionele en milieuprestaties van huishoudelijke afwasmachines;

de doeltreffendheid waarmee de bestaande maatregelen het gedrag van de eindgebruikers veranderen zodat zij energie- en hulpbronnenefficiëntere apparaten aankopen en energie- en hulpbronnenefficiëntere programma’s gebruiken;

of het mogelijk is om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de circulaire economie.

„energie-efficiëntie-index” (EEI): de verhouding tussen het energieverbruik van het ecoprogramma en het energieverbruik van het standaardprogramma;

„energieverbruik van het ecoprogramma” (EPEC): het energieverbruik van een huishoudelijke afwasmachine in het ecoprogramma, uitgedrukt in kilowattuur per cyclus;

„energieverbruik van het standaardprogramma” (SPEC): het als referentie gebruikte energieverbruik als functie van de nominale capaciteit van de huishoudelijke afwasmachine, uitgedrukt in kilowattuur per cyclus;

„programma”: een reeks vooraf bepaalde verrichtingen die door de leverancier geschikt zijn verklaard voor specifieke niveaus van bevuiling of soorten lading, of beide;

„cyclus”: een volledig reinigings-, spoel- en droogproces, zoals gedefinieerd voor het geselecteerde programma, bestaande uit een reeks verrichtingen totdat alle functies stoppen;

„quick response code” of „QR-code”: een tweedimensionale barcode op het energie-etiket van een productmodel die doorverwijst naar de informatie over dat model in het openbare gedeelte van de productendatabank;

„couvert” (ps): een set tafelgerei voor gebruik door één persoon, zonder serveergerei;

„serveergerei”: artikelen voor het bereiden en serveren van voedsel, waaronder potten, serveerkommen, serveerbestek en een dienblad;

„nominale capaciteit”: het maximale aantal couverts dat samen met het serveergerei in één cyclus kan worden gereinigd, gespoeld en gedroogd in een huishoudelijke afwasmachine die volgens de instructies van de leverancier is gevuld;

„waterverbruik van het ecoprogramma” (EPWC): het waterverbruik van een huishoudelijke afwasmachine in het ecoprogramma, uitgedrukt in liters per cyclus;

„reinigingsprestatie-index” (IC): de verhouding tussen de reinigingsprestatie van een huishoudelijke afwasmachine en de reinigingsprestatie van een huishoudelijke referentieafwasmachine;

„droogprestatie-index” (ID): de verhouding tussen de droogprestatie van een huishoudelijke afwasmachine en de droogprestatie van een huishoudelijke referentieafwasmachine;

„programmaduur” (Tt): de tijd tussen het moment waarop het geselecteerde programma start, zonder enige door de gebruiker geprogrammeerde vertraging, en het moment waarop het einde van het programma wordt aangegeven en de gebruiker toegang heeft tot de lading;

„eco”: de naam van het programma van een huishoudelijke afwasmachine dat door de fabrikant geschikt is verklaard voor het reinigen van normaal bevuild tafelgerei, en waarop de informatie op het energie-etiket en het productinformatieblad betrekking heeft;

„uitstand”: een toestand waarbij de huishoudelijke afwasmachine is ►C1  aangesloten op netspanning ◄ en geen enkele functie biedt; de volgende standen worden eveneens als uitstand beschouwd:

„stand-bystand”: een toestand waarin de huishoudelijke afwasmachine is ►C1  aangesloten op netspanning ◄ en gedurende onbepaalde tijd uitsluitend de volgende functies uitvoert:

„netwerk”: een communicatie-infrastructuur met een topologie van verbindingen, een architectuur, inclusief de fysieke componenten daarvan, organisatiebeginselen, communicatieprocedures en -formaten (protocols);

„startvertraging”: een toestand waarbij de gebruiker heeft gekozen voor een bepaald uitstel van de start van de cyclus van het geselecteerde programma;

„garantie”: iedere verbintenis door de kleinhandelaar of de leverancier aan de consument om:

„weergavemechanisme”: ieder scherm, aanraakscherm of andere visuele technologie om internetinhoud weer te geven voor gebruikers;

„geneste weergave”: visuele interface waarbij een beeld of gegevensreeks toegankelijk wordt door een muisklik, door er met de muis overheen te gaan (mouseover) of door uitvergroting op een aanraakscherm van een ander beeld of een andere gegevensreeks;

„aanraakscherm”: een scherm dat reageert op aanraking, zoals dat van tabletcomputers, slatecomputers of smartphones;

„alternatieve tekst”: tekst die wordt aangeboden als alternatief voor een grafische voorstelling, waardoor de informatie in een niet-grafische vorm kan worden weergegeven wanneer weergaveapparaten de betrokken voorstelling niet kunnen weergeven of ter ondersteuning van de toegankelijkheid, bijvoorbeeld als input voor spraaksynthesetoepassingen.

QR-code;

de naam van de producent of het handelsmerk;

de typeaanduiding van de leverancier;

de schaal van de energie-efficiëntieklassen van A tot en met G;

de energie-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig punt A van bijlage II;

het energieverbruik van het ecoprogramma (EPEC), uitgedrukt in kWh per 100 cycli, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal;

nominale capaciteit aan standaardcouverts, voor het ecoprogramma;

het waterverbruik van het ecoprogramma (EPWC), uitgedrukt in liters per cyclus, afgerond op één decimaal;

de duur van het ecoprogramma in u:min, afgerond op de dichtstbijzijnde minuut;

de emissie van akoestisch luchtgeluid, uitgedrukt in dB(A) re 1 pW en afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal, alsook de emissieklasse voor akoestisch luchtgeluid, bepaald overeenkomstig punt B van bijlage II;

het nummer van deze verordening, namelijk „2019/2017”.

Het etiket is minstens 96 mm breed en 192 mm hoog. Als het etiket op groter formaat wordt afgedrukt, moet de inhoud toch evenredig met bovenstaande specificaties blijven;

de achtergrond van het etiket is 100 % wit;

de lettertypes zijn Verdana en Calibri;

de elementen op het etiket worden weergegeven met de afmetingen en volgens de specificaties van het etiketontwerp voor huishoudelijke afwasmachines;

de gebruikte kleuren zijn cyaan, magenta, geel en zwart en worden volgens het volgende voorbeeld gebruikt: 0,70,100,0: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart;

het etiket voldoet aan de volgende eisen (de cijfers verwijzen naar de bovenstaande afbeelding):

De EEI wordt als volgt berekend en op één decimaal afgerond:

EEI = (EPEC/SPEC) × 100

waarbij:

EPEC staat voor het energieverbruik van het ecoprogramma van de huishoudelijke afwasmachine, gemeten in kWh/cyclus en afgerond op drie decimalen;

SPEC staat voor het energieverbruik van het standaardprogramma van de huishoudelijke afwasmachine.

Het SPEC, uitgedrukt in kWh/cyclus, wordt als volgt berekend en op drie decimalen afgerond:

de informatie zoals uiteengezet in bijlage V;

de informatie zoals uiteengezet in tabel 4; voor de toepassing van de in bijlage IX vastgestelde controleprocedure worden deze waarden als de opgegeven waarden beschouwd;

in voorkomend geval de referenties van de toegepaste geharmoniseerde normen;

in voorkomend geval de overige gebruikte technische normen en specificaties;

de details en resultaten van de berekeningen, uitgevoerd overeenkomstig bijlage IV;

een lijst van alle equivalente modellen, met inbegrip van de typeaanduiding.

een pijl met daarin de letter van de energie-efficiëntieklasse, weergegeven in 100 % wit, in Calibri Bold en in een lettergrootte die minstens even groot is als die van de prijs, wanneer die wordt weergegeven;

de pijl en de energie-efficiëntieklasse in dezelfde kleur;

de reeks beschikbare energie-efficiëntieklassen in 100 % zwart, en

de afmetingen zijn zodanig dat de pijl duidelijk zichtbaar en leesbaar is. De letter in de pijl van de energie-efficiëntieklasse wordt centraal in het rechthoekige gedeelte van de pijl geplaatst, waarbij een 100 % zwarte rand met lijndikte 0,5 rond de pijl en de letter van de energie-efficiëntieklasse wordt geplaatst.

is een pijl in de kleur die overeenkomt met de energie-efficiëntieklasse van het product op het etiket;

geeft op de pijl de energie-efficiëntieklasse van het betrokken product weer in 100 % wit, in Calibri Bold en in een lettergrootte die even groot is als die van de prijs;

geeft in 100 % zwart de reeks beschikbare energie-efficiëntieklassen weer; en

heeft één van de volgende twee formaten, en de afmetingen zijn zodanig dat de pijl duidelijk zichtbaar en leesbaar is. De letter in de pijl van de energie-efficiëntieklasse wordt centraal in het rechthoekige gedeelte van de pijl geplaatst, waarbij een 100 % zwarte, zichtbare rand rond de pijl en de letter van de energie-efficiëntieklasse wordt geplaatst:

Afbeelding 2
Gekleurde pijl (links/rechts) waarop de reeks energie-efficiëntieklassen is aangegeven

het in punt 2 van deze bijlage bedoelde beeld wordt op het weergavemechanisme getoond in de nabijheid van de prijs van het product;

het beeld vormt een link naar het in bijlage III vastgestelde etiket;

het etiket wordt weergegeven na een muisklik, mouseover of uitvergroting van het beeld op het aanraakscherm;

het etiket wordt getoond in een pop-up, een nieuwe tab of pagina, of in een ingezette weergave op het beeldscherm;

voor de uitvergroting van het etiket op aanraakschermen gelden de apparatuurconventies voor uitvergroting op aanraakschermen;

de weergave van het etiket wordt beëindigd door middel van een optie „sluiten” of door een ander standaardafsluitingsmechanisme;

de alternatieve tekst voor de grafische weergave, die moet worden weergegeven wanneer het etiket niet kan worden weergegeven, is de energie-efficiëntieklasse van het product in een lettergrootte die even groot is als die van de prijs.

De autoriteiten van de lidstaten controleren één exemplaar van het model.

Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als:

Indien de in punt 2, onder a) of b), bedoelde resultaten niet worden behaald, worden het model en alle equivalente modellen geacht niet aan deze verordening te voldoen.

Als het in punt 2, onder c), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen exemplaren van hetzelfde model. Als alternatief mogen de drie aanvullende geselecteerde exemplaren één of meer equivalente modellen zijn.

Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als voor deze drie exemplaren het rekenkundig gemiddelde van de vastgestelde waarden aan de in tabel 5 vastgestelde respectieve toleranties voldoet.

Indien de onder punt 5 bedoelde resultaten niet worden behaald, worden het model en alle equivalente modellen geacht niet aan deze verordening te voldoen.

Zodra een besluit van niet-overeenstemming van het model overeenkomstig de punten 3 en 6 is genomen, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat zo snel mogelijk alle relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.