02021R0092 — NL — 01.11.2021 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
|
VERORDENING (EU) 2021/92 VAN DE RAAD van 28 januari 2021 (PB L 031 van 29.1.2021, blz. 31) |
Gewijzigd bij:
|
|
|
Publicatieblad |
||
|
nr. |
blz. |
datum |
||
|
L 81 |
1 |
9.3.2021 |
||
|
L 146 |
1 |
29.4.2021 |
||
|
L 230 |
5 |
30.6.2021 |
||
|
L 276 |
1 |
31.7.2021 |
||
|
L 384 |
1 |
29.10.2021 |
||
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2021/92 VAN DE RAAD
van 28 januari 2021
tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:
de vangstbeperkingen voor 2021 en, waar zulks in deze verordening is bepaald, voor 2022;
de beperkingen van de visserijinspanning voor 2021, met uitzondering van de in bijlage II vermelde beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing zijn van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022;
de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:
vissersvaartuigen van de Unie;
vaartuigen van derde landen in de wateren van de Unie.
Deze verordening is tevens van toepassing op:
de recreatievisserij indien daar in de desbetreffende bepalingen van deze verordening uitdrukkelijk naar wordt verwezen, en
op de commerciële visserij vanaf de kust.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Daarnaast wordt verstaan onder:
“vaartuig van een derde land”: een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;
“recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de biologische rijkdommen van de zee worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden;
“internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;
“totaal toegestane vangst” (TAC):
in vormen van visserij die vallen onder de in artikel 15, leden 4 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde vrijstelling van de aanlandingsverplichting: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;
in de overige vormen van visserij: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;
“quotum”: een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;
“analytische evaluaties”: kwantitatieve evaluatie van trends in een bepaald bestand, op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van dat bestand, die blijkens wetenschappelijke toetsing van voldoende kwaliteit zijn om wetenschappelijke adviezen over opties voor toekomstige vangsten op te baseren;
“maaswijdte”: de maaswijdte van visnetten in de zin van artikel 6, punt 34, van Verordening (EU) 2019/1241;
“vissersvlootregister van de Unie”: het register dat door de Commissie is ingesteld overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
“visserijlogboek”: het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
“instrumentboei”: een boei die duidelijk is gemarkeerd met een uniek referentienummer waarmee de eigenaar kan worden geïdentificeerd en die is uitgerust met een satellietvolgsysteem om de positie ervan te monitoren;
“operationele boei”: een vooraf geactiveerde instrumentboei die is ingeschakeld en op een niet-verankerde visaantrekkende voorziening (fish aggregating device — FAD) of boomstam is uitgezet op zee, die posities of andere beschikbare informatie zoals echoloodpeilingen verstuurt.
Artikel 4
Visserijzones
Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:
voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea – Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) gespecificeerde geografische gebieden;
voor het Skagerrak: het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;
voor het Kattegat: het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;
voor functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
voor functionele eenheid 25 van ICES-sector 8c: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
voor functionele eenheid 26 van ICES-sector 9a: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
voor functionele eenheid 27 van ICES-sector 9a: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
voor functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a: het geografische gebied onder de jurisdictie van Spanje in de Golf van Cádiz en in de aangrenzende wateren van 9a;
voor functionele eenheid 31 van ICES-sector 8c: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
voor de Golf van Cádiz: het geografische gebied van ICES-sector 9a ten oosten van 7° 23′ 48″ W.L.;
voor het CCAMLR-verdragsgebied: het geografische gebied als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad ( 2 );
voor de Cecaf-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries – Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) gespecificeerde geografische gebieden;
voor het IATTC-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica ( 4 );
voor het ICCAT-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen ( 5 );
voor het IOTC-bevoegdheidsgebied: het geografische gebied als omschreven in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan ( 6 );
voor de NAFO-zones: de geografische gebieden als gespecificeerd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 );
voor het Seafo-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan ( 8 );
voor het SIOFA-overeenkomstgebied: het geografische gebied als omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan ( 9 );
voor het SPRFMO-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan ( 10 );
voor het WCPFC-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan ( 11 );
voor de volle zee van de Beringzee: het geografische gebied van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijl van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zeeën van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;
voor het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC: het geografische gebied dat wordt begrensd door:
TITEL II
VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
Artikel 5
TAC's en toewijzingen
Artikel 6
Door de lidstaten vast te stellen TAC's
De door een lidstaat vast te stellen TAC's:
zijn consistent met de beginselen en voorschriften van het GVB, en met name met het beginsel van duurzame exploitatie van de bestanden, en
zijn zodanig gekozen dat:
indien er analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand met de hoogste waarschijnlijkheid overeenstemt met de MDO, of
indien er geen of onvolledige analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand in lijn is met de voorzorgsbenadering voor het visserijbeheer.
Elke betrokken lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart 2021 de volgende gegevens:
de vastgestelde TAC's;
de door de lidstaat verzamelde en beoordeelde gegevens waarop de vastgestelde TAC's zijn gebaseerd;
nadere gegevens over hoe de vastgestelde TAC's aan lid 2 voldoen.
▼M4 —————
Artikel 7 bis
Toepassing van vangstmogelijkheden in de Groenlandse wateren
Wanneer naar dit artikel wordt verwezen in een vangstmogelijkhedentabel in bijlage IB, zijn de vangstmogelijkheden in die tabel van toepassing vanaf de datum van voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, tot en met 31 december 2021.
Artikel 8
Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten
Vangsten waarvoor de aanlandingsverplichting van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 niet geldt, mogen slechts aan boord worden gehouden of worden aangeland mits:
de vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en dat quotum nog niet is opgebruikt, of
zij deel uitmaken van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota over de lidstaten is verdeeld, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.
Artikel 9
Quotumruilmechanisme voor TAC's voor onvermijdelijke bijvangsten ten aanzien van de aanlandingsverplichting
Artikel 10
Beperkingen van de visserij-inspanning in ICES-sector 7e
Artikel 11
Maatregelen inzake zeebaarsvisserij
In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen in januari 2021 en van 1 april tot en met 31 juli in ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h, vissen op zeebaars, en zeebaars die in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten is gevangen, houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:
bodemtrawls ( 13 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 520 kilogram per twee maanden en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen;
zegens ( 14 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 520 kilogram per twee maanden en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen.
▼M4 —————
In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen van 1 augustus tot en met 31 december in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h vissen op zeebaars, en de in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten gevangen zeebaars houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:
bodemtrawls ( 15 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 380 kilogram per maand en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen;
zegens ( 16 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 380 kilogram per maand en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen.
In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen in januari 2021 en van 1 april tot en met 31 december in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h vissen op zeebaars, en de in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten gevangen zeebaars houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:
haken en lijnen ( 17 ), maximaal 5,7 ton per vaartuig;
vaste kieuwnetten ( 18 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 1,4 ton per vaartuig.
De in de eerste alinea geformuleerde afwijkingen zijn van toepassing op Unievissersvaartuigen die vangsten van zeebaars hebben geregistreerd in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2016: in punt a) voor geregistreerde vangsten met haken en lijnen, en in punt b) voor geregistreerde vangsten met vaste kieuwnetten. Wanneer een Unievissersvaartuig wordt vervangen, kunnen de lidstaten toestaan dat de afwijking geldt voor een ander vissersvaartuig, op voorwaarde dat het aantal Unievissersvaartuigen waarvoor de afwijking geldt en de totale vangstcapaciteit ervan niet toenemen.
De lidstaten melden uiterlijk 15 dagen na het einde van elke maand aan de Commissie hoeveel zeebaars per vistuigtype is gevangen.
Bij recreatievisserij, inclusief vanaf de kust, in ICES-sectoren 4b, 4c, 6a en 7a tot en met 7k:
is, wat zeebaars betreft, ►M4 van 1 januari tot en met 28 februari en van 1 december tot en met 31 december 2021 ◄ alleen het vangen met hengel of handlijn en weer terugzetten toegestaan. Het is gedurende die periode verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen;
mogen ►M4 van 1 maart tot en met 30 november ◄ maximaal twee zeebaarzen per visser per dag worden gevangen en gehouden; De minimummaat voor bijgehouden zeebaars bedraagt 42 cm.
Punt b) van de eerste alinea is niet van toepassing op vaste netten, aangezien gedurende de in dat punt genoemde periode geen zeebaars in vaste netten mag worden gevangen of gehouden.
Artikel 12
Maatregelen inzake Europese-aalvisserij in wateren van de Unie van het ICES-gebied
Gerichte, incidentele en recreatievisserij op Europese aal is verboden in wateren van de Unie van het ICES-gebied en in brakke wateren zoals estuaria, kustlagunes en overgangswateren, gedurende een periode van drie opeenvolgende maanden, die elke betrokken lidstaat zelf moet bepalen en die tussen 1 augustus 2021 en 28 februari 2022 moet vallen. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 juni 2021 van de door hen bepaalde periode in kennis.
Artikel 13
Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden
De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening over de lidstaten verdeeld zonder afbreuk te doen aan:
de uitwisseling van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
nieuwe toewijzingen op grond van de artikelen 12 en 47 van Verordening (EU) 2017/2403 van de Raad;
het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
de overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingehouden hoeveelheden;
verlagingen en verminderingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
overdrachten en uitwisselingen van quota op grond van artikel 23 van deze verordening.
Artikel 14
Gesloten visseizoenen voor zandspieringen
De commerciële visserij op zandspieringen met bodemtrawls, zegens of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2021 en van 1 augustus tot en met 31 december 2021.
Artikel 15
Technische maatregelen voor kabeljauw en wijting in de Keltische Zee
De volgende maatregelen zijn van toepassing op ►M4 vaartuigen van de unie met bodemtrawls en zegens in wateren van de Unie van ICES-sector 7g ◄ , het deel van ICES-sector 7h ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en het deel van ICES-sector 7j ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en ten oosten van lengtegraad 11° westerlengte:
Vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens gebruiken vistuig met de volgende maaswijdten:
maaswijdte in de kuil van 110 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 120 mm;
T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm;
maaswijdte in de kuil van 120 mm;
maaswijdte van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 160 mm;
Naast de in punt a) bedoelde maatregelen, gebruiken vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten gemeten vóór de teruggooi ten minste voor 20 % uit schelvis bestaan, het volgende:
vistuig met ten minste een meter afstand tussen de vislijn en grondpees, of
een middel dat volgens een evaluatie van de ICES of het WTECV minstens even selectief is gebleken bij het vermijden van kabeljauw, en is goedgekeurd door de Commissie.
In afwijking van lid 1, in ICES-sectoren 7f, 7g, het deel van ICES-sector 7h ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en het deel van ICES-sector 7j ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en ten oosten van 11° westerlengte:
vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustines bestaan, gebruiken een van de volgende vistuigopties:
een paneel met vierkante mazen van 300 mm. Vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen echter een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;
een Seltra-paneel;
een sorteerrooster met een maximumafstand van 35 mm tussen de staven als vermeld in deel B van bijlage VI bij Verordening (EU) 2019/1241 of een gelijkwaardige selectiviteitsvoorziening;
maaswijdte in de kuil van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 100 mm;
een dubbele kuil waarbij de bovenste kuil uit T90-mazen van ten minste 90 mm bestaat en uitgerust is met een scheidingspaneel met een maximale maaswijdte van 300 mm;
vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 55 % uit wijting bestaan of voor meer dan 55 % uit een combinatie van zeeduivel, heek en schartong, gebruiken een van de volgende vistuigopties:
maaswijdte in de kuil van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 100 mm;
T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm.
Artikel 16
Technische maatregelen in de Ierse Zee
De volgende maatregelen zijn van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens in ICES-sector 7a (Ierse Zee):
vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens met een maaswijdte in de kuil gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm en waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, gebruiken een van de volgende vistuigopties:
een paneel met vierkante mazen van 300 mm. Vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen echter een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;
een Seltra-paneel;
een sorteerrooster met een afstand tussen de staven van 35 mm;
een Netgrid van het CEFAS (Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science);
een flipflaptrawl;
vaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen meer dan 10 % uitmaken, gebruiken een kuil met een maaswijdte van 120 mm;
vaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen minder dan 10 % uitmaken, passen een maaswijdte in de kuil van 100 mm met een paneel met vierkante mazen van 100 mm toe.
Het eerste lid, onder c), is niet van toepassing op vaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine of voor meer dan 85 % uit wijde mantel (Aequipecten opercularis) bestaan.
Artikel 17
Technische maatregelen in het gebied ten westen van Schotland
De volgende maatregelen zijn van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens in de ICES-sectoren 6a en 5b, in de wateren van de Unie, ten oosten van 12°WL (ten westen van Schotland) op langoustines (Nephrops norvegicus):
de vaartuigen gebruiken een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 300 mm voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte in de kuil van minder dan 100 mm. Voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 m of met een motorvermogen van 200 kW of minder mag de lengte van het paneel in totaal echter 2 m en de maaswijdte in het paneel 200 mm bedragen;
vaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, gebruiken voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte van 100-119 mm een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 160 mm.
Artikel 18
Herstelmaatregelen voor kabeljauw in de Noordzee
In afwijking van lid 2 mogen de in lid 2 bedoelde vissersvaartuigen in dat lid bedoelde gebieden vissen mits zij aan ten minste een van de volgende criteria voldoen:
het percentage kabeljauwvangsten bedraagt niet meer dan 5 % van de totale vangsten per visreis; vaartuigen waarvan de kabeljauwvangsten in de periode 2017-2019 niet meer dan 5 % van hun totale vangsten hebben overschreden, worden geacht aan dit criterium te voldoen, mits zij hetzelfde vistuig blijven gebruiken als in die periode. Dit vermoeden kan worden weerlegd;
er wordt gebruikgemaakt van een gereguleerde en zeer selectieve bodemtrawl of zegen, hetgeen volgens een wetenschappelijke studie resulteert in een vermindering van de kabeljauwvangsten met ten minste 30 % in vergelijking met vaartuigen die vissen met gesleept vistuig waarvan de maaswijdte overeenkomt met de in bijlage V, deel B, punt 1.1, van Verordening (EU) 2019/1241 bepaalde basisnormen. Dergelijke studies kunnen door het WTECV worden geëvalueerd. Bij een negatieve evaluatie door het WTECV wordt dit vistuig niet meer aangemerkt als geldig voor gebruik in de in lid 2 van dit artikel bedoelde gebieden;
bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 100 mm en groter (TR1), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:
belly trawls met een maaswijdte van de buik van ten minste 600 mm;
horizontale vislijn (0,6 m);
horizontale zeeflap met een wijdmazig ontsnappingspaneel;
bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 70 mm en groter in ICES-sector 4a en 90 mm in ICES-sector 3a en minder dan 100 mm (TR2), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:
horizontaal sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;
Seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;
sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;
op de vaartuigen is een nationaal kabeljauwvermijdingsplan van toepassing om kabeljauwvangsten in stand te houden in lijn met de visserijsterfte die overeenkomt met de op wetenschappelijk advies gebaseerde vangstmogelijkheden door middel van ruimtelijke of technische maatregelen, of een combinatie daarvan. Dergelijke plannen worden uiterlijk twee maanden na de invoering ervan beoordeeld, in het geval van de lidstaten door het WTECV en in het geval van een derde land door de betrokken nationale wetenschappelijke instantie van dat derde land, en waar nodig herzien indien het doel van het nationaal kabeljauwvermijdingsplan volgens die beoordelingen niet wordt gehaald.
Artikel 19
Herstelmaatregelen voor kabeljauw in het Kattegat
Unievaartuigen die in het Kattegat met bodemtrawls (vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX en PTB) met een minimummaaswijdte van 70 mm vissen, gebruiken een van de volgende soorten selectief vistuig:
een sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;
een sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;
een Seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;
een gereglementeerd zeer selectief vistuig dat technische kenmerken heeft die er, volgens een door het WTECV geëvalueerde wetenschappelijke studie, voor zorgen dat minder dan 1,5 % van de vangsten uit kabeljauw bestaat, indien dit het enige vistuig aan boord is.
Artikel 20
Verboden soorten
Het is vissersvaartuigen van de Unie verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:
sterrog (Raja radiata) in wateren van de Unie van ICES-sectoren 2a, 3a en 7d en ICES-deelgebied 4;
roodbaars (Beryx splendens) in NAFO-deelgebied 6;
schubzwelghaai (Centrophorus squamosus) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;
Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;
zwarte haai (Dalatias licha) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;
spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;
vleet-soortencomplex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10;
grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) in de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;
ruwe haai (Galeorhinus galeus), wanneer wordt gevist met de beug in de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1, 5, 6, 7, 8, 12 en 14;
haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren;
stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector 3a;
golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 6 en 10;
walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;
gewone gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee;
doornhaai (Squalus acanthias) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, met uitzondering van de in bijlage IA vastgestelde vermijdingsprogramma's.
Artikel 21
Toezending van gegevens
Wanneer de lidstaten op grond van de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis en de visserijinspanning aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij deze verordening vermelde bestandscodes.
HOOFDSTUK II
Vismachtigingen in wateren van derde landen
Artikel 22
Vismachtigingen
HOOFDSTUK III
Vangstmogelijkheden in wateren van regionale organisaties voor visserijbeheer
Artikel 23
Overdrachten en uitwisselingen van quota
Artikel 24
Sluitingen voor roodbaars in de Irminger Zee
Alle visserijactiviteiten zijn verboden in het gebied dat wordt begrensd door de volgende coördinaten gemeten volgens het WGS84-systeem:
|
Breedtegraad |
Lengtegraad |
|
63 00' |
-30 00' |
|
61°30' |
-27°35' |
|
60°45' |
-28°45' |
|
62 00' |
-31°35' |
|
63 00' |
-30 00' |
Artikel 25
Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit
Artikel 26
Recreatievisserij
In voorkomend geval kennen de lidstaten een specifiek aandeel van de hun in bijlage ID toegekende quota toe aan de recreatievisserij.
Artikel 27
Haaien
Artikel 28
Kennisgevingen inzake experimentele visserij op Antarctische ijsheek
De lidstaten mogen in 2021 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die voornemens zijn om aan die experimentele visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat uiterlijk op 1 juni 2021 daarvan in kennis overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004.
Artikel 29
Beperkingen van de experimentele visserij op Antarctische ijsheek
Artikel 30
Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2020-2021
De lidstaten mogen toestaan dat andere vaartuigen dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 aan het secretariaat van de CCAMLR gemelde vaartuigen deelnemen aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die vorm van visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte en verstrekken daarbij:
alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;
een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.
Artikel 31
Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-bevoegdheidsgebied vissen
Artikel 32
Niet-verankerde FAD's en bevoorradingsvaartuigen
Artikel 33
Haaien
Artikel 34
Roggen van het geslacht Mobula
In afwijking van de eerste alinea mogen roggen van het geslacht Mobula die onopzettelijk worden gevangen in het kader van ambachtelijke visserij (andere visserij dan met de beug of op het oppervlak, d.w.z. vaartuigen met ringzegens, hengels, kieuwnetten, handlijn of sleeplijn, die zijn ingeschreven in het IOTC-register van gemachtigde vaartuigen), alleen worden aangeland voor lokale consumptie.
Artikel 35
Pelagische visserij
Artikel 36
Bodemvisserij
Artikel 37
Experimentele visserij
Artikel 38
Ringzegenvisserij
De visserij met ringzegenvaartuigen op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:
van 29 juli 2021 00.00 uur tot en met 8 oktober 2021 24.00 uur, of van 9 november 2021 00.00 uur tot en met 19 januari 2022 24.00 uur, in het gebied dat wordt begrensd door:
van 9 oktober 2021 00.00 uur tot en met 8 november 2021 24.00 uur in het gebied dat wordt begrensd door:
Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:
indien de vis anders dan vanwege de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of
indien er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.
Artikel 39
Niet-verankerde FAD's
Artikel 40
Vangstbeperkingen voor grootoogtonijn in de beugvisserij
De totale jaarlijkse vangsten grootoogtonijn door beugvisserijvaartuigen van elke lidstaat in het IATTC-verdragsgebied zijn vastgesteld in bijlage IL.
Artikel 41
Verbod op de visserij op oceanische witpunthaaien
De vaartuigexploitant:
registreert het aantal teruggezette exemplaren, met vermelding van de toestand (levend of dood);
deelt de onder a) vermelde informatie mee aan de lidstaat waarvan hij onderdaan is. De lidstaten dienen de tijdens het vorige jaar verzamelde informatie uiterlijk op 31 januari in bij de Commissie.
Artikel 42
Verbod op de visserij op roggen van het geslacht Mobula
Het is voor Unievissersvaartuigen verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op roggen van het geslacht Mobula (familie Mobulidae, waartoe de geslachten Manta en Mobula behoren) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen roggen van het geslacht Mobula aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen. Zodra vissersvaartuigen van de Unie vaststellen dat roggen van het geslacht Mobula zijn gevangen, zetten zij die, waar mogelijk, onmiddellijk levend en ongedeerd terug.
Artikel 43
Verbod op de visserij op diepzeehaaien
De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het Seafo-verdragsgebied is verboden:
spookkathaai (Apristurus manis),
gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),
kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),
grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),
gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),
roggen (Rajidae),
fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),
diepzeehaaien van de Selachimorpha-superorde,
doornhaai (Squalus acanthias).
Artikel 44
Voorwaarden voor de visserij op grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn
Artikel 45
Beheer van de visserij met FAD's
Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:
tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;
indien de vis anders dan vanwege de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of
wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.
Artikel 46
Beperking van het aantal Unievissersvaartuigen dat op zwaardvis mag vissen
Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat in de gebieden van het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, is vastgesteld in bijlage IX.
Artikel 47
Vangstbeperkingen voor zwaardvis in de beugvisserij ten zuiden van 20° Z.B.
De lidstaten zorgen ervoor dat vangsten van zwaardvis (Xiphias gladius) ten zuiden van 20° Z.B. door beugvisserijvaartuigen in 2021 de limiet in bijlage IG niet overschrijden. De lidstaten zien er tevens op toe dat de visserijinspanning voor zwaardvis niet als gevolg van die maatregel naar het gebied ten noorden van 20° Z.B. verschuift.
Artikel 48
Zijdehaaien en oceanische witpunthaaien
Het is verboden om delen of volledige karkassen van de volgende soorten in het WCPFC-verdragsgebied aan boord te houden, over te laden, aan te landen of op te slaan:
zijdehaaien (Carcharhinus falciformis),
oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).
Artikel 49
Het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied
Artikel 50
Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee
De visserij op Alaskapollak (Gadus chalcogrammus) in de volle zee van de Beringzee is verboden.
Artikel 51
Beperkingen op de bodemvisserij
De lidstaten zorgen ervoor dat de onder hun vlag varende vissersvaartuigen die in het Siofa-overeenkomstgebied vissen:
hun jaarlijkse visserijinspanning en vangsten in de bodemvisserij beperken tot hun gemiddelde jaarlijkse niveau voor de jaren waarin hun vaartuigen in het Siofa-overeenkomstgebied actief waren gedurende een representatieve periode waarvoor bij de Commissie ingediende gegevens beschikbaar zijn;
de ruimtelijke spreiding van hun bodemvisserijinspanning, uitgezonderd methoden met lijnen en vallen, niet uitbreiden tot buiten de in de recente jaren beviste gebieden;
niet gemachtigd worden om te vissen in de tussentijds beschermde gebieden Atlantis Bank, Coral, Fools Flat, Middle of What, Walter's Shoal, zoals bepaald in bijlage IK, behalve indien lijnen en vallen worden gebruikt en mits tijdens de visserij in die gebieden te allen tijde een wetenschappelijk waarnemer aan boord is.
TITEL III
VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN DE WATEREN VAN DE UNIE
Artikel 52
Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren en vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd
Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen in de wateren van de Unie vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de in deze verordening en in titel III van Verordening (EU) 2017/2403 vastgestelde voorwaarden.
Artikel 53
Vissersvaartuigen die onder de vlag van het Verenigd Koninkrijk varen, in het Verenigd Koninkrijk geregistreerd zijn en een vergunning hebben gekregen van een visserijautoriteit van het Verenigd Koninkrijk
Vissersvaartuigen die onder de vlag van het Verenigd Koninkrijk varen, in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd en een vergunning hebben gekregen van de visserijautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, kunnen toestemming krijgen om in de wateren van de Unie te vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en onder de in deze verordening en in Verordening (EU) 2017/2403 vastgestelde voorwaarden.
Artikel 53 bis
Quota-overdrachten aan en quota-uitwisselingen met het Verenigd Koninkrijk
Artikel 54
Vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren
Voor vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren, gelden de voorwaarden van deze verordening en die van titel III van Verordening (EU) 2017/2403.
Artikel 55
Vismachtigingen
Het maximale aantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in de wateren van de Unie vissen, is vastgesteld in bijlage V, deel B.
Artikel 56
Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten
De in artikel 8 gespecificeerde voorwaarden zijn van toepassing op vangsten en bijvangsten van vaartuigen van derde landen die met de in artikel 55 bedoelde machtigingen vissen.
Artikel 57
Verboden soorten
Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten, wanneer die in de wateren van de Unie worden aangetroffen, te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:
sterrog (Raja radiata) in wateren van de Unie van ICES-sectoren 2a, 3a en 7d en ICES-deelgebied 4;
vleet-soortencomplex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10;
ruwe haai (Galeorhinus galeus) wanneer wordt gevist met de beug in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 1, 4, 5, 6, 7, 8, 12 en 14;
zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea), schubzwelghaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) en Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 1, 4 en 14;
haringhaai (Lamna nasus) in wateren van de Unie;
stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector 3a;
golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 6, 9 en 10;
gewone gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee;
walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;
doornhaai (Squalus acanthias) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10.
TITEL IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 58
Comitéprocedure
Artikel 59
Overgangsbepaling
De artikelen 11, 19, 20, 27, 33, 34, 41, 42, 43, 48, 50 en 57 blijven in 2022 mutatis mutandis van toepassing tot de inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2022.
De artikelen 15, 16 en 17 zijn van toepassing tot de datum waarop een overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241 vastgestelde gedelegeerde handeling, waarbij bijlage VI bij die verordening door de invoering van overeenkomstige technische maatregelen voor de noordwestelijke wateren is gewijzigd, van toepassing wordt.
Artikel 60
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.
Artikel 11, leden 1, 2, 3 en 5, artikel 14 en artikel 18 zijn echter van toepassing van 1 januari tot en met ►M2 31 juli 2021 ◄ .
De in de artikelen 28, 29 en 30 en bijlage VII vastgestelde bepalingen inzake vangstmogelijkheden voor de in die bijlage vermelde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van 1 december 2020.
De bepalingen inzake beperkingen van de visserijinspanning in bijlage II zijn van toepassing van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
LIJST VAN BIJLAGEN
|
BIJLAGE I: |
Naar soort en gebied uitgesplitste TAC’s voor vissersvaartuigen van de Unie in gebieden waar TAC’s gelden |
|
BIJLAGE IA: |
Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14, wateren van de Unie van Cecaf en wateren van Frans-Guyana |
|
BIJLAGE IB: |
Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden 1, 2, 5, 12 en 14 en Groenlandse wateren van NAFO 1 |
|
BIJLAGE IC: |
Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan – NAFO-verdragsgebied |
|
BIJLAGE ID: |
ICCAT-verdragsgebied |
|
BIJLAGE IE: |
Zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan – Seafo-verdragsgebied |
|
BIJLAGE IF: |
Zuidelijke blauwvintonijn – verspreidingsgebieden |
|
BIJLAGE IG: |
WCPFC-verdragsgebied |
|
BIJLAGE IH: |
SPRFMO-verdragsgebied |
|
BIJLAGE IJ: |
IOTC-bevoegdheidsgebied |
|
BIJLAGE IK: |
SIOFA-overeenkomstgebied |
|
BIJLAGE IL |
IATTC-verdragsgebied |
|
BIJLAGE II: |
Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van de tongbestanden in het westelijke Kanaal in ICES-sector 7e |
|
BIJLAGE III: |
Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4 |
|
BIJLAGE IV: |
Seizoenssluitingen ter bescherming van paaiende kabeljauw |
|
BIJLAGE V: |
Vismachtigingen |
|
BIJLAGE VI: |
ICCAT-verdragsgebied |
|
BIJLAGE VII: |
CCAMLR-verdragsgebied |
|
BIJLAGE VIII: |
IOTC-bevoegdheidsgebied |
|
BIJLAGE IX: |
WCPFC-verdragsgebied |
BIJLAGE I
NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC’S VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN GEBIEDEN WAAR TAC’S GELDEN
De tabellen in de bijlagen bevatten de TAC’s en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden.
Alle in de bijlagen vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.
Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones in de bijlagen verwijzingen naar ICES-gebieden. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de wetenschappelijke naam van de vissoort. Voor regelgevingsdoeleinden worden de soorten uitsluitend middels hun wetenschappelijke naam geïdentificeerd; hun gewone namen worden alleen gemakshalve vermeld.
De bijlagen IA tot en met IL maken deel uit van bijlage I.
Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van wetenschappelijke en gewone namen van de vissoorten:
|
Wetenschappelijke naam |
Drielettercode |
Gewone naam |
|
Ammodytes spp. |
SAN |
Zandspieringen |
|
Argentina silus |
ARU |
Grote zilvervis |
|
Beryx spp. |
ALF |
Alfonsino’s |
|
Brosme brosme |
USK |
Lom |
|
Caproidae |
BOR |
Evervissen |
|
Centrophorus squamosus |
GUQ |
Schubzwelghaai |
|
Centroscymnus coelolepis |
CYO |
Portugese ijshaai |
|
Chaceon spp. |
GER |
Rode diepzeekrabben |
|
Chaenocephalus aceratus |
SSI |
Scotiazee-ijsvis |
|
Champsocephalus gunnari |
ANI |
IJsvis |
|
Channichthys rhinoceratus |
LIC |
Langsnuitijsvis |
|
Chionoecetes spp. |
PCR |
Pacifische sneeuwkrabben |
|
Clupea harengus |
HER |
Haring |
|
Coryphaenoides rupestris |
RNG |
Rondneusgrenadier |
|
Dalatias licha |
SCK |
Zwarte haai |
|
Deania calcea |
DCA |
Spitssnuitsnavelhaai |
|
Dicentrarchus labrax |
BSS |
Zeebaars |
|
Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) |
RJB |
Vleetsoorten-complex |
|
Dissostichus eleginoides |
TOP |
Zwarte Patagonische ijsheek |
|
Dissostichus mawsoni |
TOA |
Antarctische ijsheek |
|
Dissostichus spp. |
TOT |
IJsheken |
|
Engraulis encrasicolus |
ANE |
Ansjovis |
|
Etmopterus princeps |
ETR |
Grote lantaarnhaai |
|
Etmopterus pusillus |
ETP |
Gladde lantaarnhaai |
|
Euphausia superba |
KRI |
Antarctisch krill |
|
Gadus morhua |
COD |
Kabeljauw |
|
Galeorhinus galeus |
GAG |
Ruwe haai |
|
Glyptocephalus cynoglossus |
WIT |
Witje |
|
Hippoglossoides platessoides |
PLA |
Lange schar |
|
Hoplostethus atlanticus |
ORY |
Atlantische slijmkop |
|
Illex illecebrosus |
SQI |
Kortvinpijlinktvis |
|
Lamna nasus |
POR |
Haringhaai |
|
Lepidorhombus spp. |
LEZ |
Scharretongen |
|
Leucoraja naevus |
RJN |
Grootoogrog |
|
Limanda ferruginea |
YEL |
Geelstaartschar |
|
Lophiidae |
ANF |
Zeeduivel |
|
Macrourus spp. |
GRV |
Grenadiervissen |
|
Makaira nigricans |
BUM |
Blauwe marlijn |
|
Mallotus villosus |
CAP |
Lodde |
|
Manta birostris |
RMB |
Reuzenmanta |
|
Martialia hyadesi |
SQS |
Pijlinktvis |
|
Melanogrammus aeglefinus |
HAD |
Schelvis |
|
Merlangius merlangus |
WHG |
Wijting |
|
Merluccius merluccius |
HKE |
Heek |
|
Micromesistius poutassou |
WHB |
Blauwe wijting |
|
Microstomus kitt |
LEM |
Tongschar |
|
Molva dypterygia |
BLI |
Blauwe leng |
|
Molva molva |
LIN |
Leng |
|
Nephrops norvegicus |
NEP |
Langoustine |
|
Notothenia gibberifrons |
NOG |
Groene Zuidpoolkabeljauw |
|
Notothenia rossii |
NOR |
Gemarmerde ijsvis |
|
Notothenia squamifrons |
NOS |
Grijze Zuidpoolkabeljauw |
|
Pandalus borealis |
PRA |
Noordse garnaal |
|
Paralomis spp. |
PAI |
Krabben |
|
Penaeus spp. |
PEN |
Peneïdegarnalen |
|
Pleuronectes platessa |
PLE |
Schol |
|
Pleuronectiformes |
FLX |
Platvis |
|
Pollachius pollachius |
POL |
Witte koolvis |
|
Pollachius virens |
POK |
Zwarte koolvis |
|
Scophthalmus maximus |
TUR |
Tarbot |
|
Pseudochaenichthys georgianus |
SGI |
Georgia-ijsvis |
|
Pseudopentaceros spp. |
EDW |
Pseudopentaceros spp. |
|
Raja alba |
RJA |
Witte rog |
|
Raja brachyura |
RJH |
Blonde rog |
|
Raja circularis |
RJI |
Zandrog |
|
Raja clavata |
RJC |
Stekelrog |
|
Raja fullonica |
RJF |
Kaardrog |
|
Raja (Dipturus) nidarosiensis |
JAD |
Noorse rog |
|
Raja microocellata |
RJE |
Kleinoogrog |
|
Raja montagui |
RJM |
Gevlekte rog |
|
Raja radiata |
RJR |
Sterrog |
|
Raja undulata |
RJU |
Golfrog |
|
Rajiformes |
SRX |
Roggen |
|
Reinhardtius hippoglossoides |
GHL |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot |
|
Sardina pilchardus |
PIL |
Sardine |
|
Scomber scombrus |
MAC |
Makreel |
|
Scophthalmus rhombus |
BLL |
Griet |
|
Sebastes spp. |
RED |
Roodbaarzen |
|
Solea solea |
SOL |
Tong |
|
Solea spp. |
SOO |
Tongen |
|
Sprattus sprattus |
SPR |
Sprot |
|
Squalus acanthias |
DGS |
Doornhaai |
|
Tetrapturus albidus |
WHM |
Witte marlijn |
|
Thunnus alalunga |
ALB |
Witte tonijn |
|
Thunnus maccoyii |
SBF |
Zuidelijke blauwvintonijn |
|
Thunnus obesus |
BET |
Grootoogtonijn |
|
Thunnus thynnus |
BFT |
Blauwvintonijn |
|
Trachurus murphyi |
CJM |
Chileense horsmakreel |
|
Trachurus spp. |
JAX |
Horsmakrelen |
|
Trisopterus esmarkii |
NOP |
Kever |
|
Urophycis tenuis |
HKW |
Witte heek |
|
Xiphias gladius |
SWO |
Zwaardvis |
De onderstaande concordantietabel van gewone Nederlandse namen en wetenschappelijke namen van de vissoorten wordt uitsluitend ter verduidelijking gegeven:
|
Gewone naam |
Drielettercode |
Wetenschappelijke naam |
|
Alfonsino’s |
ALF |
Beryx spp. |
|
Ansjovis |
ANE |
Engraulis encrasicolus |
|
Antarctisch krill |
KRI |
Euphausia superba |
|
Antarctische ijsheek |
TOA |
Dissostichus mawsoni |
|
Atlantische slijmkop |
ORY |
Hoplostethus atlanticus |
|
Blauwe leng |
BLI |
Molva dypterygia |
|
Blauwe marlijn |
BUM |
Makaira nigricans |
|
Blauwe wijting |
WHB |
Micromesistius poutassou |
|
Blauwvintonijn |
BFT |
Thunnus thynnus |
|
Blonde rog |
RJH |
Raja brachyura |
|
Chileense horsmakreel |
CJM |
Trachurus murphyi |
|
Doornhaai |
DGS |
Squalus acanthias |
|
Evervissen |
BOR |
Caproidae |
|
Geelstaartschar |
YEL |
Limanda ferruginea |
|
Gemarmerde ijsvis |
NOR |
Notothenia rossii |
|
Georgia-ijsvis |
SGI |
Pseudochaenichthys georgianus |
|
Gevlekte rog |
RJM |
Raja montagui |
|
Gladde lantaarnhaai |
ETP |
Etmopterus pusillus |
|
Golfrog |
RJU |
Raja undulata |
|
Grenadiervissen |
GRV |
Macrourus spp. |
|
Griet |
BLL |
Scophthalmus rhombus |
|
Grijze Zuidpoolkabeljauw |
NOS |
Notothenia squamifrons |
|
Groene Zuidpoolkabeljauw |
NOG |
Notothenia gibberifrons |
|
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot |
GHL |
Reinhardtius hippoglossoides |
|
Grootoogrog |
RJN |
Leucoraja naevus |
|
Grootoogtonijn |
BET |
Thunnus obesus |
|
Grote lantaarnhaai |
ETR |
Etmopterus princeps |
|
Grote zilvervis |
ARU |
Argentina silus |
|
Haring |
HER |
Clupea harengus |
|
Haringhaai |
POR |
Lamna nasus |
|
Heek |
HKE |
Merluccius merluccius |
|
Horsmakrelen |
JAX |
Trachurus spp. |
|
IJsheken |
TOT |
Dissostichus spp. |
|
IJsvis |
ANI |
Champsocephalus gunnari |
|
Kaardrog |
RJF |
Raja fullonica |
|
Kabeljauw |
COD |
Gadus morhua |
|
Kever |
NOP |
Trisopterus esmarkii |
|
Kleinoogrog |
RJE |
Raja microocellata |
|
Kortvinpijlinktvis |
SQI |
Illex illecebrosus |
|
Krabben |
PAI |
Paralomis spp. |
|
Lange schar |
PLA |
Hippoglossoides platessoides |
|
Langoustine |
NEP |
Nephrops norvegicus |
|
Langsnuitijsvis |
LIC |
Channichthys rhinoceratus |
|
Leng |
LIN |
Molva molva |
|
Lodde |
CAP |
Mallotus villosus |
|
Lom |
USK |
Brosme brosme |
|
Makreel |
MAC |
Scomber scombrus |
|
Noordse garnaal |
PRA |
Pandalus borealis |
|
Noorse rog |
JAD |
Raja (Dipturus) nidarosiensis |
|
Pacifische sneeuwkrabben |
PCR |
Chionoecetes spp. |
|
Peneïdegarnalen |
PEN |
Penaeus spp. |
|
Pijlinktvis |
SQS |
Martialia hyadesi |
|
Platvis |
FLX |
Pleuronectiformes |
|
Portugese ijshaai |
CYO |
Centroscymnus coelolepis |
|
Pseudopentaceros spp. |
EDW |
Pseudopentaceros spp. |
|
Reuzenmanta |
RMB |
Manta birostris |
|
Rode diepzeekrabben |
GER |
Chaceon spp. |
|
Roggen |
SRX |
Rajiformes |
|
Rondneusgrenadier |
RNG |
Coryphaenoides rupestris |
|
Roodbaarzen |
RED |
Sebastes spp. |
|
Ruwe haai |
GAG |
Galeorhinus galeus |
|
Sardine |
PIL |
Sardina pilchardus |
|
Scharretongen |
LEZ |
Lepidorhombus spp. |
|
Schelvis |
HAD |
Melanogrammus aeglefinus |
|
Schol |
PLE |
Pleuronectes platessa |
|
Schubzwelghaai |
GUQ |
Centrophorus squamosus |
|
Scotiazee-ijsvis |
SSI |
Chaenocephalus aceratus |
|
Spitssnuitsnavelhaai |
DCA |
Deania calcea |
|
Sprot |
SPR |
Sprattus sprattus |
|
Stekelrog |
RJC |
Raja clavata |
|
Sterrog |
RJR |
Raja radiata |
|
Tarbot |
TUR |
Scophthalmus maximus |
|
Tong |
SOL |
Solea solea |
|
Tongen |
SOO |
Solea spp. |
|
Tongschar |
LEM |
Microstomus kitt |
|
Vleetsoorten-complex |
RJB |
Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) |
|
Wijting |
WHG |
Merlangius merlangus |
|
Witje |
WIT |
Glyptocephalus cynoglossus |
|
Witte heek |
HKW |
Urophycis tenuis |
|
Witte koolvis |
POL |
Pollachius pollachius |
|
Witte marlijn |
WHM |
Tetrapturus albidus |
|
Witte rog |
RJA |
Raja alba |
|
Witte tonijn |
ALB |
Thunnus alalunga |
|
Zandrog |
RJI |
Raja circularis |
|
Zandspieringen |
SAN |
Ammodytes spp. |
|
Zeebaars |
BSS |
Dicentrarchus labrax |
|
Zeeduivel |
ANF |
Lophiidae |
|
Zuidelijke blauwvintonijn |
SBF |
Thunnus maccoyii |
|
Zwaardvis |
SWO |
Xiphias gladius |
|
Zwarte haai |
SCK |
Dalatias licha |
|
Zwarte koolvis |
POK |
Pollachius virens |
|
Zwarte Patagonische ijsheek |
TOP |
Dissostichus eleginoides |
BIJLAGE IA
SKAGERRAK, KATTEGAT, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 EN 14, WATEREN VAN DE UNIE VAN CECAF EN WATEREN VAN FRANS-GUYANA
|
Soort: |
Zandspieringen en bijvangsten daarvan Ammodytes spp. |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3a(1) |
|
|
Denemarken |
86 652 |
(2) (3) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
132 |
(2) (3) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Zweden |
3 182 |
(2) (3) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
89 966 |
(2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
2 534 |
(2) |
|
|
|
TAC |
92 500 |
(2) |
|
|
|
(1) |
Exclusief wateren binnen zes zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula. |
|||
|
(2) |
In beheersgebieden 1r en 2r mag de TAC enkel worden gevangen als een monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij. |
|||
|
(3) |
Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4X). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
|||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen, als omschreven in bijlage III, niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
Gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie in de beheersgebieden voor zandspieringen
|
|
1r |
2r |
3r |
4 |
5r |
6 |
7r |
|
|
(SAN/234_1R) |
(SAN/234_2R) |
(SAN/234_3R) |
(SAN/234_4) |
(SAN/234_5R) |
(SAN/234_6) |
(SAN/234_7R) |
|
Denemarken |
5 118 |
4 684 |
12 091 |
64 627 |
0 |
131 |
0 |
|
Duitsland |
8 |
7 |
18 |
99 |
0 |
0 |
0 |
|
Zweden |
188 |
172 |
444 |
2 373 |
0 |
5 |
0 |
|
Unie |
5 314 |
4 863 |
12 553 |
67 099 |
0 |
136 |
0 |
|
Verenigd Koninkrijk |
150 |
137 |
354 |
1 889 |
0 |
4 |
0 |
|
Totaal |
5 464 |
5 000 |
12 907 |
68 989 |
0 |
140 |
0 |
|
Soort: |
Grote zilvervis Argentina silus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2 (ARU/1/2.) |
||
|
Duitsland |
|
16 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
5 |
|
|
|
|
Nederland |
|
13 |
|
|
|
|
Unie |
|
34 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
25 |
|
|
|
|
TAC |
|
59 |
|
|
|
|
Soort: |
Grote zilvervis Argentina silus |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van de Unie van 3a (ARU/3A4-C) |
||
|
Denemarken |
|
717 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
7 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
5 |
|
|
|
|
Ierland |
|
5 |
|
|
|
|
Nederland |
|
34 |
|
|
|
|
Zweden |
|
28 |
|
|
|
|
Unie |
|
796 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
13 |
|
|
|
|
TAC |
|
809 |
|
|
|
|
Soort: |
Grote zilvervis Argentina silus |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (ARU/567.) |
||
|
Duitsland |
|
283 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
6 |
|
|
|
|
Ierland |
|
262 |
|
|
|
|
Nederland |
|
2 958 |
|
|
|
|
Unie |
|
3 509 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
220 |
|
|
|
|
TAC |
|
3 729 |
|
|
|
|
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1, 2 en 14 (USK/1214EI) |
||
|
Duitsland |
|
6 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
6 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Andere |
|
3 |
(1) (2) |
|
|
|
Unie |
|
16 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
22 |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
||||
|
(2) |
Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/1214EI_AMS). |
||||
|
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/04-C.) |
||
|
Denemarken |
|
68 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
20 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
47 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
|
7 |
(1) |
|
|
|
Andere |
|
7 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
149 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
102 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
251 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (USK/*6AN58). |
||||
|
(2) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/04-C_AMS). |
||||
|
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (USK/567EI.) |
||
|
Duitsland |
|
60 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Spanje |
|
208 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
2 471 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
238 |
(1) |
|
|
|
Andere |
|
60 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
3 037 |
(1) |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(3) (4) (5) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 257 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
4 294 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/*04-C.). |
||||
|
(2) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/567EI_AMS). |
||||
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*5B67-). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %. 0 |
||||
|
(4) |
Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen: Leng (LIN/*5B67-) 0 Lom (USK/*5B67-) 0 |
||||
|
(5) |
De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: 0 |
||||
|
Soort: |
Lom Brosme brosme |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (USK/04-N.) |
|
|
België |
0 |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Denemarken |
75 |
|
||
|
Duitsland |
0 |
|
||
|
Frankrijk |
0 |
|
||
|
Nederland |
0 |
|
||
|
Unie |
75 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Evervissen Caproidae |
Gebied: |
6, 7 en 8 (BOR/678-) |
||
|
Denemarken |
|
4 700 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Ierland |
|
13 234 |
|
|
|
|
Unie |
|
17 934 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 218 |
|
|
|
|
TAC |
|
19 152 |
|
|
|
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
3 a (HER/03A.) |
||
|
Denemarken |
|
9 080 |
(2) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
145 |
(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Zweden |
|
9 498 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
18 723 |
(2) |
|
|
|
Noorwegen |
|
2 881 |
|
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
(3) |
|
|
|
TAC |
|
21 604 |
|
|
|
|
(1) |
Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C.). |
||||
|
(3) |
Mag alleen worden gevangen in het Skagerrak (HER/*03AN.). |
||||
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en Noorse wateren van 4 ten noorden van 53°30' N.B. (HER/4AB.) |
||
|
Denemarken |
|
49 993 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
33 852 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
18 838 |
|
|
|
|
Nederland |
|
46 381 |
|
|
|
|
Zweden |
|
3 449 |
|
|
|
|
Unie |
|
152 513 |
|
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
103 344 |
(2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
61 301 |
|
|
|
|
TAC |
|
356 357 |
|
|
|
|
(1) |
Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. |
||||
|
(2) |
Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. Binnen de limieten van dit quotum mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a en 4b (HER/*4AB-C): |
||||
|
|
3 000 |
|
|
||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag de Unie niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheden vangen in de Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B:
|
Unie |
3 000 |
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (HER/4N-S62) |
|
|
Zweden |
878 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
878 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
356 357 |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
3 a (HER/03A-BC) |
||
|
Denemarken |
|
5 692 |
(2) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
51 |
(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Zweden |
|
916 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
6 659 |
(2) |
|
|
|
TAC |
|
6 659 |
(2) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm. |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C-BC). |
||||
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
4, 7d en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (HER/2A47DX) |
||
|
België |
|
38 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
7 421 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
38 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
38 |
|
|
|
|
Nederland |
|
38 |
|
|
|
|
Zweden |
|
36 |
|
|
|
|
Unie |
|
7 609 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
141 |
|
|
|
|
TAC |
|
7 750 |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm. |
||||
|
Soort: |
Haring(1) Clupea harengus |
Gebied: |
4c, 7d(2) (HER/4CXB7D) |
||
|
België |
|
8 257 |
(3) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
668 |
(3) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
452 |
(3) |
|
|
|
Frankrijk |
|
9 274 |
(3) |
|
|
|
Nederland |
|
16 142 |
(3) |
|
|
|
Unie |
|
34 793 |
(3) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
|
TAC |
|
356 357 |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. |
||||
|
(2) |
Uitgezonderd het Blackwater-bestand: bedoeld is het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuidwaarts gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ N.B., 1° 19,1′ O.L.) tot 51° 33′ N.B. en vandaar rechtwijzend westwaarts naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk. |
||||
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in 4b (HER/*04B.). |
||||
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b(1) (HER/5B6ANB) |
||
|
Duitsland |
|
353 |
(2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
67 |
(2) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
478 |
(2) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
|
353 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
1 251 |
(2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 229 |
(2) |
|
|
|
TAC |
|
3 480 |
|
|
|
|
(1) |
Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-gebied 6a ten oosten van 7° W.L. en ten noorden van 55° N.B., of ten westen van 7° W.L. en ten noorden van 56° N.B. met uitzondering van de Clyde. |
||||
|
(2) |
Het is verboden gericht op haring te vissen in het deel van de onder deze TAC vallende ICES-gebieden dat tussen 56° N.B. en 57°30' N.B. ligt, met uitzondering van een gordel van zes zeemijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk. |
||||
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
6aS(1), 7b, 7c (HER/6AS7BC) |
||
|
Ierland |
|
1 236 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Nederland |
|
124 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
|
1 360 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
|
1 360 |
|
|
|
|
(1) |
Bedoeld is het haringbestand in 6a ten zuiden van 56°00′ N.B. en ten westen van 07°00′ W.L. |
||||
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
7a(1) (HER/07A/MM) |
||
|
Ierland |
|
808 |
|
Analytische TAC |
|
|
Unie |
|
808 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 533 |
|
|
|
|
TAC |
|
7 341 |
|
|
|
|
(1) |
Dit gebied wordt verminderd met de zone die als volgt is begrensd: — in het noorden door breedtegraad 52°30' N.B., — in het zuiden door breedtegraad 52°00' N.B., — in het westen door de kust van Ierland, — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk. |
||||
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
7e en 7f (HER/7EF.) |
||
|
Frankrijk |
|
465 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Unie |
|
465 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
465 |
|
|
|
|
TAC |
|
930 |
|
|
|
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
7a ten zuiden van 52°30′ N.B.; 7g(1), 7h(1), 7j(1) en 7k(1) (HER/7G-K.) |
||
|
Duitsland |
|
10 |
(2) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
54 |
(2) |
|
|
|
Ierland |
|
750 |
(2) |
|
|
|
Nederland |
|
54 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
868 |
(2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 |
(2) |
|
|
|
TAC |
|
869 |
(2) |
|
|
|
(1) |
Dit gebied wordt uitgebreid met de zone die als volgt is begrensd: — in het noorden door de breedtegraad 52°30' N.B., — in het zuiden door de breedtegraad 52°00' N.B., — in het westen door de kust van Ierland, — in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk. |
||||
|
(2) |
Dit quotum mag alleen worden toegewezen aan vaartuigen die overeenkomstig de beoordeling van de ICES deelnemen aan onderzoeksvisserij met het oog op het verzamelen van op de visserij gebaseerde gegevens voor dit bestand. Alvorens vangsten toe te staan, stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen). |
||||
|
Soort: |
Ansjovis Engraulis encrasicolus |
Gebied: |
8 (ANE/08.) |
|
|
Spanje |
29 700 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
3 300 |
|
||
|
Unie |
33 000 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
33 000 |
|
||
|
Soort: |
Ansjovis Engraulis encrasicolus |
Gebied: |
9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (ANE/9/3411) |
||
|
Spanje |
|
7 176 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Portugal |
|
7 829 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
15 005 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
15 005 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022. |
||||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
Skagerrak (COD/03AN.) |
||
|
België |
|
5 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
1 515 |
|
Artikel 3 van Verordening EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
38 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing |
|
|
Nederland |
|
9 |
|
|
|
|
Zweden |
|
265 |
|
|
|
|
Unie |
|
1 832 |
|
|
|
|
TAC |
|
1 893 |
|
|
|
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
Kattegat (COD/03AS.) |
|
|
Denemarken |
75 |
(1) |
Voorzorgs-TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
2 |
(1) |
||
|
Zweden |
46 |
(1) |
||
|
Unie |
123 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
123 |
(1) |
||
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
|||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort (COD/2A3AX4) |
||
|
België |
|
347 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
1 993 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
1 263 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing |
|
|
Frankrijk |
|
428 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
1 126 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
|
13 |
|
|
|
|
Unie |
|
5 170 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
2 252 |
(2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
5 824 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
13 246 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/*07D.). |
||||
|
(2) |
Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. |
||||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Unie |
4 494 |
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (COD/4N-S62) |
|
|
Zweden |
382 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
382 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00' W.L. en van 12 en 14 (COD/5W6-14) |
||
|
België |
|
0 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
1 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
8 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
16 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
25 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
49 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
74 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00' W.L. (COD/5BE6A) |
||
|
België |
|
2 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
12 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
130 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
243 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
387 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
892 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
1 279 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
7a (COD/07A.) |
||
|
België |
|
3 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
7 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
104 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
1 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
115 |
(1) |
|
|
|
United Kingdom |
|
91 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
206 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (COD/7XAD34) |
||
|
België |
|
18 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
290 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
422 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
||
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|||||
|
Unie |
|
730 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
75 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
805 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
7d (COD/07D.) |
|
|
België |
33 |
( 1 ) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
649 |
( 1 ) |
||
|
Nederland |
19 |
( 1 ) |
||
|
Unie |
701 |
( 1 ) |
||
|
Verenigd Koninkrijk |
71 |
( 2 ) |
||
|
TAC |
772 |
|
||
|
( 1 ) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4). |
|||
|
( 2 ) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Europese Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4) |
|||
|
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (LEZ/2AC4-C) |
||
|
België |
|
8 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
7 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
7 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
42 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
33 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
97 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 490 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
2 587 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58). |
||||
|
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (LEZ/56-14) |
||
|
Spanje |
|
526 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
2 053 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
600 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
3 179 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 046 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
5 225 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (LEZ/*2AC4C). |
||||
|
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
7 (LEZ/07.) |
||
|
België |
|
464 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Spanje |
|
5 154 |
(2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
6 256 |
(2) |
|
|
|
Ierland |
|
2 844 |
(2) |
|
|
|
Unie |
|
14 718 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 421 |
(2) |
|
|
|
TAC |
|
18 365 |
|
|
|
|
(1) |
10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE) voor bijvangsten in de gerichte visserij op tong. |
||||
|
(2) |
35 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE). |
||||
|
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/8ABDE.) |
||
|
Spanje |
|
1 005 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
811 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
1 816 |
|
|
|
|
TAC |
|
1 816 |
|
|
|
|
Soort: |
Scharretongen Lepidorhombus spp. |
Gebied: |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (LEZ/8C3411) |
|
|
Spanje |
1 912 |
|
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
96 |
|
||
|
Portugal |
64 |
|
||
|
Unie |
2 072 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
2 158 |
|
||
|
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (ANF/2AC4-C) |
||
|
België |
|
312 |
(1) (2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
688 |
(1) (2) |
|
|
|
Duitsland |
|
336 |
(1) (2) |
|
|
|
Frankrijk |
|
64 |
(1) (2) |
|
|
|
Nederland |
|
236 |
(1) (2) |
|
|
|
Zweden |
|
8 |
(1) (2) |
|
|
|
Unie |
|
1 644 |
(1) (2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
10 328 |
(1) (2) |
|
|
|
TAC |
|
11 972 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (ANF/*6AN58). |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 6a ten zuiden van 58°30' N.B.; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (ANF/*56-14). |
||||
|
Soort: |
Zeeduivels Lophiidae |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (ANF/04-N.) |
|
|
België |
37 |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Denemarken |
935 |
|
||
|
Duitsland |
15 |
|
||
|
Nederland |
13 |
|
||
|
Unie |
1 000 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (ANF/56-14) |
||
|
België |
|
202 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
230 |
(1) |
|
|
|
Spanje |
|
216 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
2 485 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
562 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
194 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
3 889 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 488 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
6 377 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (ANF/*2AC4C). |
||||
|
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
7 (ANF/07.) |
||
|
België |
|
3 384 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
377 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Spanje |
|
1 345 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
21 714 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
2 775 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
438 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
30 033 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
8 090 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
38 123 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 8a, 8b, 8d en 8e (ANF/*8ABDE). |
||||
|
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (ANF/8ABDE.) |
||
|
Spanje |
|
1 556 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
8 659 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
10 215 |
|
|
|
|
TAC |
|
10 215 |
|
|
|
|
Soort: |
Zeeduivel Lophiidae |
Gebied: |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (ANF/8C3411) |
|
|
Spanje |
2 934 |
|
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
3 |
|
||
|
Portugal |
584 |
|
||
|
Unie |
3 521 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
3 672 |
|
||
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
3a (HAD/03A.) |
||
|
België |
|
12 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
2 120 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
135 |
|
|
|
|
Nederland |
|
2 |
|
|
|
|
Zweden |
|
250 |
|
|
|
|
Unie |
|
2 519 |
|
|
|
|
TAC |
|
2 630 |
|
|
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (HAD/2AC4.) |
||
|
België |
|
287 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
1 970 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
1 254 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
2 185 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
215 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
|
169 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
6 080 |
(1) |
|
|
|
Noorwegen |
|
9 841 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
26 865 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
42 785 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HAD/*6AN58). |
||||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Unie |
4 523 |
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (HAD/4N-S62) |
|
|
Zweden |
707 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
707 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6b; internationale wateren van 12 en 14 (HAD/6B1214) |
||
|
België |
|
16 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
19 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
799 |
|
|
|
|
Ierland |
|
570 |
|
|
|
|
Unie |
|
1 404 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 971 |
|
|
|
|
TAC |
|
8 375 |
|
|
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (HAD/5BC6A.) |
||
|
België |
|
6 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
6 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
264 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
648 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
924 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 843 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
4 767 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (HAD/*2AC4). |
||||
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (HAD/7X7A34) |
||
|
België |
|
148 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
8 876 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
2 959 |
|
|
|
|
Unie |
|
11 983 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 400 |
|
|
|
|
TAC |
|
15 000 |
|
|
|
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
7a (HAD/07A.) |
||
|
België |
|
49 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
221 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
1 322 |
|
|
|
|
Unie |
|
1 592 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 779 |
|
|
|
|
TAC |
|
3 371 |
|
|
|
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
3a (WHG/03A.) |
||
|
Denemarken |
|
649 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Nederland |
|
2 |
|
|
|
|
Zweden |
|
69 |
|
|
|
|
Unie |
|
720 |
|
|
|
|
TAC |
|
929 |
|
|
|
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (WHG/2AC4.) |
||
|
België |
|
413 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
1 785 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
464 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
2 682 |
|
|
|
|
Nederland |
|
1 032 |
|
|
|
|
Zweden |
|
3 |
|
|
|
|
Unie |
|
6 379 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
2 131 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
12 502 |
|
|
|
|
TAC |
|
21 306 |
|
|
|
|
(1) |
Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. |
||||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Unie |
4 518 |
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (WHG/56-14) |
||
|
Duitsland |
|
3 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
50 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
299 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
|
352 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
585 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
937 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
7a (WHG/07A.) |
||
|
België |
|
2 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
22 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
280 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
|
305 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
416 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
721 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
7b, 7c, 7d, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k (WHG/7X7A-C) |
||
|
België |
|
74 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
4 663 |
|
|
|
|
Ierland |
|
3 916 |
|
|
|
|
Nederland |
|
39 |
|
|
|
|
Unie |
|
8 692 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 134 |
|
|
|
|
TAC |
|
10 259 |
|
|
|
|
Soort: |
Wijting Merlangius merlangus |
Gebied: |
8 (WHG/08.) |
|
|
Spanje |
880 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
1 321 |
|
||
|
Unie |
2 201 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
2 276 |
|
||
|
Soort: |
Wijting en witte koolvis Merlangius merlangus en Pollachius pollachius |
Gebied: |
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (W/P/4N-S62) |
|
|
Zweden |
190 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Unie |
190 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
3a (HKE/03A.) |
||
|
Denemarken |
|
2 741 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Zweden |
|
233 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
2 974 |
|
|
|
|
TAC |
|
2 974 |
|
|
|
|
(1) |
Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld. |
||||
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (HKE/2AC4-C) |
||
|
België |
|
36 |
(1) (2) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
1 473 |
(1) (2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
169 |
(1) (2) |
|
|
|
Frankrijk |
|
326 |
(1) (2) |
|
|
|
Nederland |
|
85 |
(1) (2) |
|
|
|
Unie |
|
2 089 |
(1) (2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 354 |
(1) (2) |
|
|
|
TAC |
|
3 443 |
|
|
|
|
(1) |
Niet meer dan 10 % van dit quotum mag worden gebruikt voor bijvangsten in 3a (HKE/*03A.). |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 6 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HKE/*6AN58). |
||||
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (HKE/571214) |
||
|
België |
|
498 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Spanje |
|
15 974 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
24 669 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
2 989 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
321 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
44 451 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
10 884 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
55 335 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: 100 % mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel jaarlijks achteraf aan de andere Partij gemeld. De lidstaten stellen de Commissie vooraf in kennis. |
||||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
|
België |
66 |
|
|
Spanje |
2 632 |
|
|
Frankrijk |
2 632 |
|
|
Ierland |
329 |
|
|
Nederland |
33 |
|
|
Unie |
5 691 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
1 480 |
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (HKE/8ABDE.) |
||
|
België |
|
16 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Spanje |
|
11 356 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
25 501 |
|
|
|
|
Nederland |
|
33 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
36 906 |
|
|
|
|
TAC |
|
36 906 |
|
|
|
|
(1) |
Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld. |
||||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
|
België |
3 |
|
|
Spanje |
3 289 |
|
|
Frankrijk |
5 921 |
|
|
Nederland |
10 |
|
|
Unie |
9 223 |
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (HKE/8C3411) |
|
|
Spanje |
5 320 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
511 |
|
||
|
Portugal |
2 483 |
|
||
|
Unie |
8 314 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
8 517 |
|
||
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
Noorse wateren van 2 en 4 (WHB/24-N.) |
|
|
Denemarken |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Unie |
0 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/1X14) |
||
|
Denemarken |
|
45 680 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
17 761 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Spanje |
|
38 726 |
(1) (2) |
|
|
|
Frankrijk |
|
31 789 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
35 373 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
55 700 |
(1) |
|
|
|
Portugal |
|
3 598 |
(1) (2) |
|
|
|
Zweden |
|
11 300 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
239 927 |
(1) (3) |
|
|
|
Noorwegen |
|
37 500 |
|
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
71 670 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangslimiet van 37 500 ton voor de Unie mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 0 % |
||||
|
(2) |
Overdrachten van dit quotum naar 8c, 9 en 10 zijn toegestaan; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld. |
||||
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: van de Unie-quota in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2) mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: |
||||
|
|
141 648 |
|
|
||
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/8C3411) |
|
|
Spanje |
28 644 |
|
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Portugal |
7 161 |
|
||
|
Unie |
35 805 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: van de EU-quota in de wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen 141 648 |
|||
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2, 4a, 5, 6 ten noorden van 56°30′ N.B. en 7 ten westen van 12° W.L. (WHB/24A567) |
||
|
Noorwegen |
|
141 648 |
(1) (2) |
Analytische TAC |
|
|
Faeröer |
|
0 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
In mindering te brengen op het door Noorwegen vastgestelde quotum. |
||||
|
(2) |
Te vangen in de wateren van de Unie van ICES 4, 6 en 7. |
||||
|
Soort: |
Tongschar en witje Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (L/W/2AC4-C) |
||
|
België |
|
272 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
748 |
|
|
|
|
Duitsland |
|
96 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
205 |
|
|
|
|
Nederland |
|
623 |
|
|
|
|
Zweden |
|
8 |
|
|
|
|
Unie |
|
1 952 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 476 |
|
|
|
|
TAC |
|
5 428 |
|
|
|
|
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (BLI/5B67-) |
||
|
Duitsland |
|
116 |
|
Analytische TAC |
|
|
Estland |
|
18 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Spanje |
|
366 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
8 333 |
|
|
|
|
Ierland |
|
32 |
|
|
|
|
Litouwen |
|
7 |
|
|
|
|
Polen |
|
4 |
|
|
|
|
Andere |
|
32 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
8 908 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(2) |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
(3) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 614 |
|
|
|
|
TAC |
|
11 522 |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/5B67_AMS). |
||||
|
(2) |
Te vangen in de wateren van de Unie van 4, 6 en 7 (BLI/*24X7C). |
||||
|
(3) |
Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart worden op dit quotum in mindering gebracht. Te vangen in de wateren van de Unie van 6a ten noorden van 56°30′ N.B. en 6b. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting vallen. |
||||
|
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
internationale wateren van 12 (BLI/12INT-) |
||
|
Estland |
|
0 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Spanje |
|
92 |
(1) |
Artikel 7, lid 1, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
2 |
(1) |
|
|
|
Litouwen |
|
1 |
(1) |
|
|
|
Andere |
|
0 |
(1) (2) |
|
|
|
Unie |
|
95 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
96 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
||||
|
(2) |
Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/12INT_AMS). |
||||
|
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (BLI/24-) |
||
|
Denemarken |
|
2 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
2 |
|
|
|
|
Ierland |
|
2 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
12 |
|
|
|
|
Andere |
|
2 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
20 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
7 |
|
|
|
|
TAC |
|
27 |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/24_AMS). |
||||
|
Soort: |
Blauwe leng Molva dypterygia |
Gebied: |
wateren van de Unie van 3 a (BLI/03A-) |
||
|
Denemarken |
|
1,5 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
1 |
|
|
|
|
Zweden |
|
1,5 |
|
|
|
|
Unie |
|
4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
TAC |
|
4 |
|
|
|
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2 (LIN/1/2.) |
||
|
Denemarken |
|
9 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
9 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
9 |
|
|
|
|
Andere |
|
5 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
33 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
10 |
|
|
|
|
TAC |
|
43 |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (LIN/1/2_AMS). |
||||
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
Wateren van de Unie van 3 a (LIN/03A-C.) |
||
|
België |
|
13 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
97 |
|
|
|
|
Duitsland |
|
13 |
|
|
|
|
Zweden |
|
39 |
|
|
|
|
Unie |
|
162 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
13 |
|
|
|
|
TAC |
|
175 |
|
|
|
|
Soort: |
Ling Molva molva |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/04-C.) |
||
|
België |
|
23 |
(1) (2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
351 |
(1) (2) |
|
|
|
Duitsland |
|
217 |
(1) (2) |
|
|
|
Frankrijk |
|
195 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
8 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
|
15 |
(1) (2) |
|
|
|
Unie |
|
809 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 004 |
(1) (2) |
|
|
|
TAC |
|
3 813 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58). |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % maar niet meer dan 75 t worden gevangen in: de wateren van de Unie van 3a (LIN/*03A-C). |
||||
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5 (LIN/05EI.) |
||
|
België |
|
8 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
6 |
|
|
|
|
Duitsland |
|
6 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
6 |
|
|
|
|
Unie |
|
26 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 |
|
|
|
|
TAC |
|
32 |
|
|
|
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
6, 7, 8, 9 en 10; internationale wateren van 12 en 14 (LIN/6X14.) |
||
|
België |
|
66 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
12 |
(1) |
|
|
|
Duitsland |
|
241 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
1 301 |
(1) |
|
|
|
Spanje |
|
4 867 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
5 188 |
(1) |
|
|
|
Portugal |
|
12 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
11 687 |
(1) |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(2) (3) (4) |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
(5) (6) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 669 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
18 356 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 40 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/*04-C.). |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*6X14.). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %. |
||||
|
0 |
|
|
|
||
|
(3) |
Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen: |
||||
|
Leng (LIN/*5B67-) 0 |
|
|
|||
|
Lom (USK/*5B67-) 0 |
|
|
|||
|
(4) |
De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: |
||||
|
0 |
|
|
|
||
|
(5) |
Inclusief lom. Te vangen in 6b en 6a ten noorden van 56° 30′ N.B. (LIN/*6BAN.). |
||||
|
(6) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 20 % per vaartuig in 6a en 6b te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6a en 6b mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 0 |
||||
|
Soort: |
Leng Molva molva |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (LIN/04-N.) |
|
|
België |
7 |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Denemarken |
858 |
|
||
|
Duitsland |
24 |
|
||
|
Frankrijk |
10 |
|
||
|
Nederland |
1 |
|
||
|
Unie |
900 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
3a (NEP/03A.) |
|
|
Denemarken |
9 084 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
26 |
|
||
|
Zweden |
3 250 |
|
||
|
Unie |
12 360 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
12 360 |
|
||
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (NEP/2AC4-C) |
||
|
België |
|
997 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
997 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
15 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
29 |
|
|
|
|
Nederland |
|
514 |
|
|
|
|
Unie |
|
2 553 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
16 524 |
|
|
|
|
TAC |
|
19 077 |
|
|
|
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (NEP/04-N.) |
|
|
Denemarken |
200 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
0 |
|
||
|
Unie |
200 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (NEP/5BC6.) |
||
|
Spanje |
|
30 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
121 |
|
|
|
|
Ierland |
|
202 |
|
|
|
|
Unie |
|
353 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
14 592 |
|
|
|
|
TAC |
|
14 945 |
|
|
|
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
7 (NEP/07.) |
||
|
Spanje |
|
993 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
4 023 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
6 102 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
11 118 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 908 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
18 026 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden: |
||||
Functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7 (NEP/*07U16):
|
Spanje |
|
992 |
|
Frankrijk |
|
621 |
|
Ierland |
|
1 194 |
|
Unie |
|
2 807 |
|
Verenigd Koninkrijk |
|
483 |
|
TAC |
|
3 290 |
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (NEP/8ABDE.) |
|
|
Spanje |
239 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
3 745 |
|
||
|
Unie |
3 984 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
3 984 |
|
||
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
8c (NEP/08C.) |
|
|
Spanje |
2,4 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
0,0 |
(1) |
||
|
Unie |
2,4 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
2,4 |
(1) |
||
|
(1) |
Uitsluitend voor vangsten in het kader van onderzoeksvisserij voor het verzamelen van gegevens over de vangsten per inspanningseenheid (CPUE) door vaartuigen met waarnemers aan boord: – 1,7 ton in functionele eenheid 25 tijdens vijf reizen per maand in augustus en september; – 0,7 ton in functionele eenheid 31 tijdens zeven dagen in juli. |
|||
|
Soort: |
Langoustine Nephrops norvegicus |
Gebied: |
9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (NEP/9/3411) |
|
|
Spanje |
94 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Portugal |
280 |
(1) |
||
|
Unie |
374 |
(1) (2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
374 |
(1) (2) |
||
|
(1) |
Waarvan niet meer dan 6 % mag worden gevangen in de functionele eenheden 26 en 27 van ICES-sector 9a (NEP/*9U267). |
|||
|
(2) |
Binnen de limieten van de bovenstaande TAC mag in functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a (NEP/*9U30) niet meer worden gevangen dan de volgende hoeveelheid: 65 |
|||
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
3a (PRA/03A.) |
||
|
Denemarken |
|
1 741 |
|
Analytische TAC |
|
|
Zweden |
|
938 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
|
2 679 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
|
5 016 |
|
|
|
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (PRA/2AC4-C) |
||
|
Denemarken |
|
490 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Nederland |
|
5 |
|
|
|
|
Zweden |
|
20 |
|
|
|
|
Unie |
|
515 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
145 |
|
|
|
|
TAC |
|
660 |
|
|
|
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (PRA/4N-S62) |
|
|
Denemarken |
200 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Zweden |
123 |
(1) |
||
|
Unie |
323 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
Soort: |
Peneïdegarnalen Penaeus spp. |
Gebied: |
wateren van Frans-Guyana (PEN/FGU.) |
|
|
Frankrijk |
Nog vast te stellen |
(1) |
Voorzorgs-TAC Artikel 6 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
Nog vast te stellen |
(1) (2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Nog vast te stellen |
(1) (2) |
||
|
(1) |
Vissen op garnalen van de soorten Penaeus subtilis en Penaeus brasiliensis is verboden in wateren met een diepte van minder dan 30 m. |
|||
|
(2) |
Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Frankrijk. |
|||
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
Skagerrak (PLE/03AN.) |
||
|
België |
|
96 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
12 453 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
64 |
|
|
|
|
Nederland |
|
2 395 |
|
|
|
|
Zweden |
|
667 |
|
|
|
|
Unie |
|
15 675 |
|
|
|
|
TAC |
|
19 188 |
|
|
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
Kattegat (PLE/03AS.) |
||
|
Denemarken |
|
422 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
5 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Zweden |
|
48 |
|
|
|
|
Unie |
|
475 |
|
|
|
|
TAC |
|
719 |
|
|
|
|
Soort: |
Plaice Pleuronectes platessa |
Gebied: |
4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort (PLE/2A3AX4) |
||
|
België |
|
5 393 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
17 526 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
5 056 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
1 011 |
|
|
|
|
Nederland |
|
33 706 |
|
|
|
|
Unie |
|
62 692 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
10 039 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
37 963 |
|
|
|
|
TAC |
|
143 419 |
|
|
|
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
Unie |
39 153 |
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (PLE/56-14) |
||
|
Frankrijk |
|
10 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Ierland |
|
248 |
|
|
|
|
Unie |
|
258 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
400 |
|
|
|
|
TAC |
|
658 |
|
|
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7a (PLE/07A.) |
||
|
België |
|
62 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
27 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
1 069 |
|
|
|
|
Nederland |
|
19 |
|
|
|
|
Unie |
|
1 177 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 455 |
|
|
|
|
TAC |
|
2 846 |
|
|
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7b en 7c (PLE/7BC.) |
|
|
Frankrijk |
4 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Ierland |
15 |
|
||
|
Unie |
19 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
19 |
|
||
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7d en 7e (PLE/7DE.) |
||
|
België |
|
1 537 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
6 850 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
8 387 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
3 533 |
|
|
|
|
TAC |
|
11 920 |
|
|
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7f en 7g (PLE/7FG.) |
||
|
België |
|
360 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
648 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
240 |
|
|
|
|
Unie |
|
1 249 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
480 |
|
|
|
|
TAC |
|
1 911 |
|
|
|
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
7h, 7j en 7k (PLE/7HJK.) |
||
|
België |
|
4 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
8 |
(1) |
Artikel 9 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
28 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
|
16 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
|
56 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
11 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
67 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op schol niet toegestaan. |
||||
|
Soort: |
Schol Pleuronectes platessa |
Gebied: |
8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (PLE/8/3411) |
|
|
Spanje |
26 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
103 |
|
||
|
Portugal |
26 |
|
||
|
Unie |
155 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
155 |
|
||
|
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (POL/56-14) |
||
|
Spanje |
|
3 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
88 |
|
|
|
|
Ierland |
|
26 |
|
|
|
|
Unie |
|
117 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
67 |
|
|
|
|
TAC |
|
184 |
|
|
|
|
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
7 (POL/07.) |
||
|
België |
|
277 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Spanje |
|
17 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
6 381 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
680 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
7 355 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 071 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
9 426 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevangen in: 8a, 8b, 8d en 8e (POL/*8ABDE). |
||||
|
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
8a, 8b, 8d en 8e (POL/8ABDE.) |
|
|
Spanje |
252 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
1 230 |
|
||
|
Unie |
1 482 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
1 482 |
|
||
|
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
8c (POL/08C.) |
|
|
Spanje |
149 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
17 |
|
||
|
Unie |
166 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
166 |
|
||
|
Soort: |
Witte koolvis Pollachius pollachius |
Gebied: |
9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (POL/9/3411) |
|
|
Spanje |
196 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Portugal |
7 |
(1) (2) |
||
|
Unie |
203 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
203 |
(2) |
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van de Unie van 8c (POL/*08C.). |
|||
|
(2) |
Boven op deze TAC mag Portugal een hoeveelheid witte koolvis van maximaal 98 ton vangen (POL/93411P). |
|||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (POK/2C3A4) |
||
|
België |
|
19 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
2 287 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
5 776 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
13 594 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
58 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
|
314 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
22 048 |
(1) |
|
|
|
Noorwegen |
|
31 096 |
(2) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 367 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
59 511 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 15 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (POK/*6AN58). |
||||
|
(2) |
Mag alleen in de wateren van de Unie van 4 en in 3a worden gevangen (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. |
||||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, 12 en 14 (POK/56-14) |
||
|
Duitsland |
|
319 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
3 160 |
(1) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
369 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
3 848 |
(1) |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 327 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
6 175 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (POK/*2AC4C). |
||||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (POK/4N-S62) |
|
|
Zweden |
880 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
880 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
7, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (POK/7/3411) |
||
|
België |
|
5 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
1 196 |
|
|
|
|
Ierland |
|
1 493 |
|
|
|
|
Unie |
|
2 695 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
481 |
|
|
|
|
TAC |
|
3 176 |
|
|
|
|
Soort: |
Tarbot en griet Scophthalmus maximus and Scophthalmus rhombus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (T/B/2AC4-C) |
||
|
België |
|
396 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
846 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
216 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
102 |
|
|
|
|
Nederland |
|
3 001 |
|
|
|
|
Zweden |
|
6 |
|
|
|
|
Unie |
|
4 568 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 063 |
|
|
|
|
TAC |
|
5 848 |
|
|
|
|
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (SRX/2AC4-C) |
||
|
België |
|
257 |
(1) (2) (3) (4) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
10 |
(1) (2) (3) |
|
|
|
Duitsland |
|
13 |
(1) (2) (3) |
|
|
|
Frankrijk |
|
40 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Nederland |
|
220 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Unie |
|
540 |
(1) (3) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 110 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
TAC |
|
1 650 |
(3) |
|
|
|
(1) |
Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
|
(2) |
Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en van de in het VK gehandhaafde Verordening (EU) nr. 1380/2013 vallen. |
||||
|
(3) |
Is niet van toepassing op blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en kleinoogrog (Raja microocellata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten. |
||||
|
(4) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D2.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D2.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D2.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D2.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D2.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata). |
||||
|
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
wateren van de Unie van 3 a (SRX/03A-C.) |
||
|
Denemarken |
|
35 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Zweden |
|
10 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
45 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
45 |
|
|
|
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
|
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/67AKXD) |
||
|
België |
|
837 |
(1) (2) (3) (4) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Estland |
|
5 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Frankrijk |
|
3 757 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Duitsland |
|
11 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Ierland |
|
1 210 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Litouwen |
|
19 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Nederland |
|
4 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Portugal |
|
21 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Spanje |
|
1 011 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Unie |
|
6 875 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 800 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
TAC |
|
9 675 |
(3)(4) |
|
|
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata). |
||||
|
(3) |
Is niet van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata), behalve in 7f en 7g. Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de gebieden 7f en 7g (RJE/7FG.) niet meer kleinoogrog worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden: |
||||
|
|
Soort: |
Kleinoogrog Raja microocellata |
Gebied: |
7f en 7g (RJE/7FG.) |
|
|
|
België |
|
8 |
Voorzorgs-TAC |
|
|
|
Estland |
|
0 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
39 |
|
|
|
|
Duitsland |
|
0 |
|
|
|
|
Ierland |
|
12 |
|
|
|
|
Litouwen |
|
0 |
|
|
|
|
Nederland |
|
0 |
|
|
|
|
Portugal |
|
0 |
|
|
|
|
Spanje |
|
10 |
|
|
|
|
Unie |
|
69 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
54 |
|
|
|
|
TAC |
|
123 |
|
|
|
|
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 7d; deze hoeveelheid wordt gemeld onder de volgende code: (RJE/*07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en de betreffende verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. |
||||
|
(4) |
Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). |
||||
|
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
7d (SRX/07D.) |
||
|
België |
|
125 |
(1) (2) (3) (4) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
1 051 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Nederland |
|
7 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Unie |
|
1 183 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
217 |
(1) (2) (3) (4) |
|
|
|
TAC |
|
1 400 |
(4) |
|
|
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) worden afzonderlijk gemeld. |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata). |
||||
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (SRX/*2AC4C). Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*2AC4C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*2AC4C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*2AC4C) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata). |
||||
|
(4) |
Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). |
||||
|
Soort: |
Roggen Rajiformes |
Gebied: |
Wateren van de Unie van 8 en 9 (SRX/89-C.) |
|
|
België |
10 |
(1) (2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
1 949 |
(1) (2) |
||
|
Portugal |
1 580 |
(1) (2) |
||
|
Spanje |
1 590 |
(1) (2) |
||
|
Unie |
5 129 |
(1) (2) |
||
|
Verenigd Koninkrijk |
pm |
(1) (2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
pm |
(2) |
||
|
(1) |
Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/89-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/89-C.) en stekelrog (Raja clavata) (RJC/89-C.) worden afzonderlijk gemeld. |
|||
|
(2) |
Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. In gevallen waarin de aanlandingsverplichting niet geldt, mag bijvangst van golfrog in de deelgebieden 8 en 9 alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De bovenstaande bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen die in de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden zijn vastgesteld. De bijvangst van golfrog wordt afzonderlijk gerapporteerd onder de in onderstaande tabellen vermelde codes. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden: |
|||
|
Soort: |
Golfrog Raja undulata |
Gebied: |
Wateren van de Unie van 8 (RJU/8-C.) |
|
|
België |
0 |
Voorzorgs-TAC |
||
|
Frankrijk |
13 |
|||
|
Portugal |
10 |
|||
|
Spanje |
10 |
|||
|
Unie |
33 |
|||
|
Verenigd Koninkrijk |
pm |
|||
|
|
||||
|
TAC |
pm |
|||
|
Soort: |
Golfrog Raja undulata |
Gebied: |
Wateren van de Unie van 9 (RJU/9-C.) |
|
|
België |
0 |
Voorzorgs-TAC |
||
|
Frankrijk |
20 |
|||
|
Portugal |
15 |
|||
|
Spanje |
15 |
|||
|
Unie |
50 |
|||
|
Verenigd Koninkrijk |
pm |
|||
|
|
||||
|
TAC |
pm |
|||
|
Soort: |
Golfrog Raja undulata |
Gebied: |
7d en 7e (RJU/7DE.) |
||
|
België |
|
19 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Estland |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
97 |
(1) |
|
|
|
Duitsland |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
25 |
(1) |
|
|
|
Litouwen |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Portugal |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Spanje |
|
21 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
162 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
72 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
234 |
(1) |
|
|
|
(1) |
Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. Deze soort mag alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. Voor vaartuigen van de Unie geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Voor vaartuigen van het Verenigd Koninkrijk geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van relevante verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. |
||||
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b (GHL/2A-C46) |
||
|
Denemarken |
|
29 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
51 |
|
|
|
|
Estland |
|
29 |
|
|
|
|
Spanje |
|
29 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
478 |
|
|
|
|
Ierland |
|
29 |
|
|
|
|
Litouwen |
|
29 |
|
|
|
|
Polen |
|
29 |
|
|
|
|
Unie |
|
703 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 868 |
|
|
|
|
TAC |
|
2 571 |
|
|
|
|
Soort: |
Makreel Scomber scombrus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a, 3 en 4 (MAC/2A34.) |
||
|
België |
544 |
( 1 )( 2 ) |
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
||
|
Denemarken |
18 666 |
( 1 )( 2 ) |
|||
|
Duitsland |
567 |
( 1 )( 2 ) |
|||
|
Frankrijk |
1 713 |
( 1 )( 2 ) |
|||
|
Nederland |
1 724 |
( 1 )( 2 ) |
|||
|
Zweden |
5 108 |
( 1 )( 2 )( 3 ) |
|||
|
Unie |
28 322 |
( 1 )( 2 ) |
|||
|
Noorwegen |
Niet relevant |
( 4 ) |
|||
|
Verenigd Koninkrijk |
Niet relevant |
( 1 )( 2 )( 3 ) |
|||
|
TAC |
852 284 |
|
|||
|
( 1 ) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 60 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14 (MAC/*2AX14.). |
||||
|
( 2 ) |
Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag ook in de twee onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden: |
||||
|
|
Noorse wateren van 2a (MAC/*02AN-) |
Wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1) |
|||
|
België |
0 |
0 |
|||
|
Denemarken |
0 |
0 |
|||
|
Duitsland |
0 |
0 |
|||
|
Frankrijk |
0 |
0 |
|||
|
Nederland |
0 |
0 |
|||
|
Zweden |
0 |
0 |
|||
|
Unie |
0 |
0 |
|||
|
( 3 ) |
Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in de Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*2A4AN): |
||||
|
|
251 |
||||
|
Indien overeenkomstig deze bijzondere voorwaarde wordt gevist, worden bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||||
|
( 4 ) |
In mindering te brengen op het Noorse TAC-aandeel (toegangsquotum). Deze hoeveelheid omvat het volgende Noorse aandeel van de Noordzee-TAC: |
||||
|
|
0 |
||||
|
Dit quotum mag uitsluitend in 4a worden gevangen (MAC/*04A.), behalve de volgende hoeveelheid (in ton), die mag worden gevangen in 3a (MAC/*03A.): |
|||||
|
|
0 |
||||
|
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden: |
|||||
|
|
3a |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 3a en 4bc |
4b |
4c |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14 |
|
|
(MAC/*03A.) |
(MAC/*3A4BC) |
(MAC/*04B.) |
(MAC/*04C.) |
(MAC/*2A6.) |
|
België |
0 |
0 |
0 |
0 |
326 |
|
Denemarken |
0 |
4 130 |
0 |
0 |
11 200 |
|
Duitsland |
0 |
0 |
0 |
0 |
340 |
|
Frankrijk |
0 |
490 |
0 |
0 |
1 028 |
|
Nederland |
0 |
490 |
0 |
0 |
1 034 |
|
Zweden |
0 |
0 |
390 |
10 |
3 065 |
|
Unie |
0 |
5 110 |
390 |
10 |
16 993 |
|
Verenigd Koninkrijk |
0 |
Niet relevant |
0 |
0 |
Niet relevant |
|
Noorwegen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Soort: |
Makreel Scomber scombrus |
Gebied: |
6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14 (MAC/2CX14-) |
||
|
Duitsland |
|
18 254 |
(1) (2) |
Analytische TAC |
|
|
Spanje |
|
19 |
(1) (2) |
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Estland |
|
152 |
(1) (2) |
|
|
|
Frankrijk |
|
12 171 |
(1) (2) |
|
|
|
Ierland |
|
60 847 |
(1) (2) |
|
|
|
Letland |
|
112 |
(1) (2) |
|
|
|
Litouwen |
|
112 |
(1) (2) |
|
|
|
Nederland |
|
26 620 |
(1) (2) |
|
|
|
Polen |
|
1 285 |
(1) (2) |
|
|
|
Unie |
|
119 573 |
(1) (2) |
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(3)(4) |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
(5) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
Niet van toepassing |
(1) (2) |
|
|
|
TAC |
|
852 284 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 100 % mag uitsluitend in de perioden 1 januari tot en met 14 februari en 1 augustus tot en met 31 december worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a (MAC/*4A-UK). |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % beschikbaar worden gemaakt voor uitwisselingen die kunnen worden gevangen door Spanje, Frankrijk en Portugal in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (MAC/*8C910). |
||||
|
(3) |
Mag worden gevangen in 2a, 6a ten noorden van 56°30′ N.B., 4a, 7d, 7e, 7f en 7h (MAC/*AX7H). |
||||
|
(4) |
Noorwegen mag de volgende hoeveelheid (in ton) aan extra toegangsquotum vangen ten noorden van 56°30′ N.B.; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen (MAC/*N5630): |
||||
|
|
|
0 |
|
|
|
|
(5) |
Deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van de Faeröer (toegangsquotum). Mag alleen worden gevangen in 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (MAC/*6AN56). Van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december mag dit quotum echter ook worden gevangen in 2a en in 4a ten noorden van 59° N.B. (MAC/*24N59). |
||||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:
|
|
wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a; Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 14 februari en van 1 augustus tot en met 31 december |
Noorse wateren van 2a |
Wateren van de Faeröer |
|
|
|
|
(MAC/*4A-UK) |
(MAC/*2AN-) |
(MAC/*FRO2) |
|
|
|
Duitsland |
18 254 |
|
0 |
0 |
|
|
Spanje |
19 |
|
0 |
0 |
|
|
Estland |
152 |
|
0 |
0 |
|
|
Frankrijk |
12 171 |
|
0 |
0 |
|
|
Ierland |
60 847 |
|
0 |
0 |
|
|
Letland |
112 |
|
0 |
0 |
|
|
Litouwen |
112 |
|
0 |
0 |
|
|
Nederland |
26 620 |
|
0 |
0 |
|
|
Polen |
1 285 |
|
0 |
0 |
|
|
Unie |
119 573 |
|
0 |
0 |
|
|
Verenigd Koninkrijk |
Niet van toepassing |
|
0 |
0 |
|
|
Soort: |
Makreel Scomber scombrus |
Gebied: |
8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (MAC/8C3411) |
|
|
Spanje |
32 081 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
213 |
(1) |
||
|
Portugal |
6 631 |
(1) |
||
|
Unie |
38 925 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
852 284 |
|
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in 8a, 8b en 8d worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in 8a, 8b en 8d worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen. |
|||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:
8b (MAC/*08B.)
|
Spanje |
2 694 |
|
Frankrijk |
18 |
|
Portugal |
557 |
|
Soort: |
Makreel Scomber scombrus |
Gebied: |
Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/2A4A-N) |
||
|
Denemarken |
|
13 359 |
( 1 ) |
Analytische TAC |
|
|
Unie |
|
13 359 |
( 1 ) |
||
|
TAC |
|
Niet relevant |
|
||
|
( 1 ) |
In 2021 mag dit quotum alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a, 3a en 4 (MAC/*2A34X). |
||||
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
3a; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-24 (SOL/3ABC24) |
|
|
Denemarken |
500 |
|
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
29 |
(1) |
||
|
Nederland |
48 |
(1) |
||
|
Zweden |
19 |
|
||
|
Unie |
596 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
596 |
|
||
|
(1) |
Dit quotum mag alleen in de wateren van de Unie van 3a en van de deelsectoren 22-24 worden gevangen. |
|||
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (SOL/24-C.) |
||
|
België |
|
1 613 |
|
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
|
738 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Duitsland |
|
1 291 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
323 |
|
|
|
|
Nederland |
|
14 566 |
|
|
|
|
Unie |
|
18 531 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
10 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
2 544 |
|
|
|
|
TAC |
|
21 361 |
|
|
|
|
(1) |
Mag alleen worden gevangen in de wateren van de Unie van 4 (SOL/*04-C.). |
||||
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (SOL/56-14) |
||
|
Ierland |
|
46 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Unie |
|
46 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
11 |
|
|
|
|
TAC |
|
57 |
|
|
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7a (SOL/07A.) |
||
|
België |
|
356 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
5 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
104 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
|
113 |
|
|
|
|
Unie |
|
578 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
176 |
|
|
|
|
TAC |
|
768 |
|
|
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7b en 7c (SOL/7BC.) |
|
|
Frankrijk |
6 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Ierland |
28 |
|
||
|
Unie |
34 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
34 |
|
||
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7d (SOL/07D.) |
||
|
België |
|
830 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
1 659 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
2 489 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
640 |
|
|
|
|
TAC |
|
3 248 |
|
|
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7e (SOL/07E.) |
||
|
België |
|
63 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
671 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
|
733 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 175 |
|
|
|
|
TAC |
|
1 925 |
|
|
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7f en 7g (SOL/7FG.) |
||
|
België |
|
830 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
83 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
42 |
|
|
|
|
Unie |
|
955 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
433 |
|
|
|
|
TAC |
|
1 413 |
|
|
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
7h, 7j en 7k (SOL/7HJK.) |
||
|
België |
|
23 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Frankrijk |
|
47 |
|
Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Ierland |
|
126 |
|
|
|
|
Nederland |
|
37 |
|
|
|
|
Unie |
|
233 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
47 |
|
|
|
|
TAC |
|
280 |
|
|
|
|
Soort: |
Tong Solea solea |
Gebied: |
8a en 8b (SOL/8AB.) |
|
|
België |
42 |
|
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Spanje |
8 |
|
||
|
Frankrijk |
3 116 |
|
||
|
Nederland |
233 |
|
||
|
Unie |
3 399 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
3 483 |
|
||
|
Soort: |
Tongen Solea spp. |
Gebied: |
8c, 8d, 8e, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (SOO/8CDE34) |
|
|
Spanje |
258 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Portugal |
428 |
|
||
|
Unie |
686 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
686 |
|
||
|
Soort: |
Sprot en bijvangsten Sprattus sprattus |
Gebied: |
3a (SPR/03A.) |
|
|
Denemarken |
13 086 |
Analytische TAC |
||
|
Duitsland |
27 |
|||
|
Zweden |
4 951 |
|||
|
Unie |
18 064 |
|||
|
|
||||
|
TAC |
19 529 |
|||
|
(1)
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en schelvis (OTH/*03A.). Uit hoofde van deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en schelvis en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.
(2)
Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022. Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het Verenigd Koninkrijk gemeld. |
||||
|
Soort: |
Sprot en bijvangsten Sprattus sprattus |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a SPR/2Ac4-C |
|
|
België |
993 |
Analytische TAC |
||
|
Denemarken |
78 553 |
|||
|
Duitsland |
993 |
|||
|
Frankrijk |
993 |
|||
|
Nederland |
993 |
|||
|
Zweden |
1 330 |
|||
|
Unie |
83 855 |
|||
|
Noorwegen |
0 |
|||
|
Faeröer |
0 |
|||
|
Verenigd Koningrijk |
3 331 |
|||
|
|
||||
|
TAC |
87 186 |
|||
|
(1)
Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.
(2)
Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting (OTH/*2AC4C). Uit hoofde van deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.
(3)
Inclusief zandspieringen.
(4)
Mag tot 4 % bijvangsten van haring bevatten. |
||||
|
Soort: |
Sprot Sprattus sprattus |
Gebied: |
7d en 7e (SPR/7DE.) |
||
|
België |
|
4 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
284 |
|
|
|
|
Duitsland |
|
4 |
|
|
|
|
Frankrijk |
|
61 |
|
|
|
|
Nederland |
|
61 |
|
|
|
|
Unie |
|
414 |
|
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
1 032 |
|
|
|
|
TAC |
|
1 446 |
|
|
|
|
Soort: |
Picked dogfish Squalus acanthias |
Gebied: |
6, 7 en 8; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 1, 12 en 14 (DGS/15X14) |
||
|
België |
|
18 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Duitsland |
|
4 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Spanje |
|
9 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
|
76 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
|
48 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Portugal |
|
0 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
155 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
115 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
270 |
(1) |
|
|
|
(1) |
In de gebieden waarvoor deze toegestane bijvangst geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Alleen vaartuigen die deelnemen aan beheersregelingen voor bijvangst, mogen onder dit quotum per vaartuig per maand niet meer dan 2 ton doornhaai aanlanden die al dood is bij het aan boord hijsen van het vistuig. Elke Partij bepaalt zelf hoe haar quotum wordt toegewezen aan de vaartuigen die aan haar beheersregelingen voor bijvangst deelnemen. Elke partij zorgt ervoor dat de totale hoeveelheid doornhaai die jaarlijks wordt aangeland op basis van de toegestane bijvangst, niet hoger is dan de hierboven vermelde hoeveelheden. De Partijen moeten de lijst van deelnemende vaartuigen uitwisselen voordat zij aanlandingen toestaan. |
||||
|
Soort: |
Horsmakrelen en bijvangsten daarvan Trachurus spp. |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/4BC7D) |
||
|
België |
|
12 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
|
5 249 |
(1) |
|
|
|
Duitsland |
|
464 |
(1) (2) |
|
|
|
Spanje |
|
97 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
|
435 |
(1) (2) |
|
|
|
Ierland |
|
330 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
|
3 160 |
(1) (2) |
|
|
|
Portugal |
|
11 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
|
75 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
9 835 |
|
|
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(3) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
4 000 |
(1) (2) |
|
|
|
TAC |
|
14 014 |
|
|
|
|
(1) |
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*4BC7D). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector 7d wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het volgende gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8ab, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/*7D-EU). |
||||
|
(3) |
Mag worden gevangen in de wateren van de Unie van 4a, maar mag niet worden gevangen in de wateren van de Unie van 7d (JAX/*04-C.). |
||||
|
Soort: |
Horsmakrelen en bijvangsten daarvan Trachurus spp. |
Gebied: |
Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8a-b, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/2A-14) |
||
|
Denemarken |
|
6 758 |
(1) (3) |
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
|
5 273 |
(1) (2) (3) |
|
|
|
Spanje |
|
7 192 |
(3) (5) |
|
|
|
Frankrijk |
|
2 714 |
(1) (2) (3) (5) |
|
|
|
Ierland |
|
17 561 |
(1) (3) |
|
|
|
Nederland |
|
21 158 |
(1) (2) (3) |
|
|
|
Portugal |
|
693 |
(3) (5) |
|
|
|
Zweden |
|
675 |
(1) (3) |
|
|
|
Unie |
|
62 024 |
(3) |
|
|
|
Faeröer |
|
0 |
(4) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
|
6 597 |
(1) (2) (3) |
|
|
|
TAC |
|
70 254 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat onder dit quotum vóór 30 juni in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a of 4a wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/*2A4AC). |
||||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in 7d (JAX/*07D.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*07D.). |
||||
|
(3) |
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*2A-14). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
||||
|
(4) |
Beperkt tot 4a, 6a (uitsluitend ten noorden van 56°30′ N.B.), 7e, 7f en 7h. |
||||
|
(5) |
Bijzondere voorwaarde: tot 80 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C2.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*08C2). |
||||
|
Soort: |
Horsmakreel Trachurus spp. |
Gebied: |
8c (JAX/08C.) |
||
|
Spanje |
|
9 963 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
|
173 |
|
|
|
|
Portugal |
|
985 |
(1) |
|
|
|
Unie |
|
11 121 |
|
|
|
|
TAC |
|
11 121 |
|
|
|
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 9 (JAX/*09.). |
||||
|
Soort: |
Horsmakrelen Trachurus spp. |
Gebied: |
9 (JAX/09.) |
|
|
Spanje |
31 834 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Portugal |
91 211 |
(1) |
||
|
Unie |
123 045 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
128 627 |
|
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C.). |
|||
|
Soort: |
Horsmakrelen Trachurus spp. |
Gebied: |
10; wateren van de Unie van Cecaf(1) (JAX/X34PRT) |
|
|
Portugal |
Nog vast te stellen |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 6 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
Nog vast te stellen |
(2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Nog vast te stellen |
(2) |
||
|
(1) |
Wateren grenzend aan de Azoren. |
|||
|
(2) |
Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal. |
|||
|
Soort: |
Horsmakrelen Trachurus spp. |
Gebied: |
wateren van de Unie van Cecaf(1) (JAX/341PRT) |
|
|
Portugal |
Nog vast te stellen |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 6 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
Nog vast te stellen |
(2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Nog vast te stellen |
(2) |
||
|
(1) |
Wateren grenzend aan Madeira. |
|||
|
(2) |
Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal. |
|||
|
Soort: |
Horsmakrelen Trachurus spp. |
Gebied: |
wateren van de Unie van Cecaf(1) (JAX/341SPN) |
|
|
Spanje |
Nog vast te stellen |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 6 van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
Nog vast te stellen |
(2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Nog vast te stellen |
(2) |
||
|
(1) |
Wateren grenzend aan de Canarische eilanden. |
|||
|
(2) |
Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Spanje. |
|||
|
Soort: |
Kever en geassocieerde bijvangsten Trisopterus esmarkii |
Gebied: |
3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (NOP/2A3A4.) |
|||
|
Jaar |
2021 |
2022 |
|
|||
|
Denemarken |
116 447 |
( 1 )( 3 ) |
24 727 |
( 1 )( 6 ) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
22 |
( 1 )( 2 )( 3 ) |
5 |
( 1 )( 2 ) ( 6 ) |
||
|
Nederland |
86 |
( 1 )( 2 )( 3 ) |
18 |
( 1 )( 2 ) ( 6 ) |
||
|
Unie |
116 555 |
( 1 )( 3 ) |
24 750 |
( 1 )( 6 ) |
||
|
Verenigd Koninkrijk |
11 745 |
( 2 )( 3 ) |
5 250 |
( 2 )( 6 ) |
||
|
Noorwegen |
0 |
( 4 ) |
0 |
( 4 ) |
||
|
Faeröer |
0 |
( 5 ) |
0 |
( 5 ) |
||
|
TAC |
Niet relevant |
|
Niet relevant |
|
||
|
( 1 ) |
Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van schelvis en wijting (OT2/*2A3A4). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van schelvis en wijting en overeenkomstig artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum. |
|||||
|
( 2 ) |
Het quotum mag alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van de ICES-gebieden 2a, 3a en 4. |
|||||
|
( 3 ) |
Mag alleen worden gevangen van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021. |
|||||
|
( 4 ) |
Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. |
|||||
|
( 5 ) |
Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. Met inbegrip van maximaal 15 % onvermijdelijke bijvangsten (NOP/*2A3A4), die op dit quotum in mindering moeten worden gebracht. |
|||||
|
( 6 ) |
Mag alleen worden gevangen van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021. |
|||||
|
Soort: |
Industriële vis |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (I/F/04-N.) |
|
|
Zweden |
800 |
(1) (2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Unie |
800 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|||
|
(1) |
Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten. |
|||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: waarvan niet meer dan de volgende hoeveelheid horsmakrelen (JAX/*04-N.): 400 |
|||
|
Soort: |
Andere soorten |
Gebied: |
wateren van de Unie van 6 en 7 (OTH/5B67-C) |
||
|
Unie |
|
Niet van toepassing |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Noorwegen |
|
0 |
(1) |
|
|
|
TAC |
|
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Uitsluitend vangsten met beuglijnen. |
||||
|
Soort: |
Andere soorten |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (OTH/04-N.) |
|
|
België |
23 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
2 081 |
|
||
|
Duitsland |
234 |
|
||
|
Frankrijk |
96 |
|
||
|
Nederland |
166 |
|
||
|
Zweden |
Niet relevant |
(1) |
||
|
Unie |
2 600 |
(2) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor “andere soorten”. |
|||
|
(2) |
Soorten waarvoor geen andere TAC's gelden. |
|||
|
Soort: |
Andere soorten |
Gebied: |
Wateren van de Unie van 4 en 6a ten noorden van 56° 30′ N.B. (OTH/2A46AN) |
|
|
Unie |
Niet relevant |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Noorwegen |
1 000 |
( 1 )( 2 ) |
||
|
Faeröer |
0 |
|
||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
( 1 ) |
Beperkt tot 4 (OTH/*2A4-C). |
|||
|
( 2 ) |
Soorten waarvoor geen andere TAC’s gelden. |
|||
|
Soort: |
Heek Merluccius merluccius |
Gebied: |
Noorse wateren van 4 (HKE/04-N.) |
|
|
België |
17 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Denemarken |
1 601 |
|
||
|
Duitsland |
180 |
|
||
|
Frankrijk |
74 |
|
||
|
Nederland |
128 |
|
||
|
Zweden |
Niet relevant |
|
||
|
Unie |
2 000 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
Aanhangsel
De in artikel 9, lid 4, genoemde TAC's zijn de volgende:
BIJLAGE IB
NOORDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 5, 12 EN 14 EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1
|
Soort: |
Haring Clupea harengus |
Gebied: |
wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Faeröer en van Noorwegen, en internationale wateren van 1 en 2 (HER/1/2-) |
|
|
België |
13 |
(1) |
Analytische TAC |
|
|
Denemarken |
13 015 |
(1) |
|
|
|
Duitsland |
2 279 |
(1) |
|
|
|
Spanje |
43 |
(1) |
|
|
|
Frankrijk |
562 |
(1) |
|
|
|
Ierland |
3 370 |
(1) |
|
|
|
Nederland |
4 658 |
(1) |
|
|
|
Polen |
659 |
(1) |
|
|
|
Portugal |
43 |
(1) |
|
|
|
Finland |
202 |
(1) |
|
|
|
Zweden |
4 823 |
(1) |
|
|
|
Unie |
29 667 |
(1) |
|
|
|
Verenigd Koninkrijk |
12 715 |
(1) |
|
|
|
Faeröer |
0 |
(2) |
|
|
|
Noorwegen |
0 |
(3) |
|
|
|
België |
651 033 |
|
|
|
|
(1) |
Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC en de wateren van de Unie. |
|||
|
(2) |
Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer. |
|||
|
(3) |
Te verrekenen met de vangstbeperkingen van Noorwegen. |
|||
Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:
|
|
29 667 |
2, 5b ten noorden van 62° N.B. (wateren van de Faeröer) (HER/*25B-F)
|
België |
0 |
|
Denemarken |
0 |
|
Duitsland |
0 |
|
Spanje |
0 |
|
Frankrijk |
0 |
|
Ierland |
0 |
|
Nederland |
0 |
|
Polen |
0 |
|
Portugal |
0 |
|
Finland |
0 |
|
Zweden |
0 |
|
|
|
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
Noorse wateren van 1 en 2 (COD/1N2AB.) |
|
|
Duitsland |
2 336 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Griekenland |
290 |
|
||
|
Spanje |
2 607 |
|
||
|
Ierland |
290 |
|
||
|
Frankrijk |
2 144 |
|
||
|
Portugal |
2 607 |
|
||
|
Unie |
10 274 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 (COD/N1GL14) |
|
|
Duitsland |
1 950 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
1 950 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Mag niet worden gevangen van 1 maart tot en met 31 mei in het beheersgebied Kleine Bank binnen de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden: |
|||
|
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
||
|
1 |
65° 00' N |
38° 00' W |
||
|
2 |
65° 00' N |
35° 15' W |
||
|
3 |
64° 00' N |
35° 15' W |
||
|
4 |
64° 00' N |
38° 00' W |
||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
1 en 2b (COD/1/2B.) |
|
|
Duitsland |
5 626 |
(3) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Spanje |
11 331 |
(3) |
||
|
Frankrijk |
2 658 |
(3) |
||
|
Polen |
2 335 |
(3) |
||
|
Portugal |
2 274 |
(3) |
||
|
Andere lidstaten |
421 |
(1) (3) |
||
|
Unie |
24 645 |
(2) (3) |
||
|
Verenigd Koninkrijk |
pm |
(3) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (COD/1/2B_AMS). |
|||
|
(2) |
De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet. |
|||
|
(3) |
Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen boven op het quotum voor kabeljauw. |
|||
|
Soort: |
Kabeljauw en schelvis Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (C/H/05B-F.) |
|
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
Soort: |
Grenadiervissen Macrourus spp. |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5 en 14 (GRV/514GRN) |
|
|
Unie |
75 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
(2) |
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. |
|||
|
(2) |
De hoeveelheid hieronder, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. 25 |
|||
|
Soort: |
Grenadiervissen Macrourus spp. |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.) |
|
|
Unie |
60 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
(2) |
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. |
|||
|
(2) |
De hoeveelheid hieronder, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd. 40 |
|||
|
Soort: |
Lodde Mallotus villosus |
Gebied: |
2b (CAP/02B.) |
|
|
Unie |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
|
||
|
Soort: |
Lodde Mallotus villosus |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5 en 14 (CAP/514GRN) |
|
|
Denemarken |
51 088 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
2 224 |
|
||
|
Zweden |
3 666 |
|
||
|
Alle lidstaten |
2 645 |
( 1 ) |
||
|
Unie |
59 623 |
( 2 ) |
||
|
Noorwegen |
10 000 |
( 2 ) |
||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
( 1 ) |
Denemarken, Duitsland en Zweden mogen pas gebruikmaken van het quotum voor “alle lidstaten” wanneer zij hun eigen quotum hebben opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het quotum van de Unie is toegewezen, mogen het quotum voor “alle lidstaten” evenwel niet gebruiken. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (CAP/514GRN_AMS). |
|||
|
( 2 ) |
Voor een vangstperiode van 15 oktober 2021 tot en met 15 april 2022. |
|||
|
Soort: |
Schelvis Melanogrammus aeglefinus |
Gebied: |
Noorse wateren van 1 en 2 (HAD/1N2AB.) |
|
|
Germany |
312 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
France |
188 |
|
||
|
Union |
500 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Blauwe wijting Micromesistius poutassou |
Gebied: |
Wateren van de Faeröer (WHB/2A4AXF) |
|
|
Denemarken |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
0 |
|
|
|
|
Unie |
0 |
(1) |
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Vangsten van blauwe wijting mogen onvermijdelijke bijvangsten van grote zilvervis bevatten. |
|||
|
Soort: |
Leng en blauwe leng Molva molva en molva dypterygia |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (B/L/05B-F.) |
|
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart mogen tot maximaal de volgende hoeveelheid op dit quotum in mindering worden gebracht (OTH/*05B-F): 0 |
|||
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5 en 14 (PRA/514GRN) |
|
|
Denemarken |
1 925 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
1 925 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
3 850 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Noorwegen |
1 000 |
|
Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Faeröer |
0 |
|
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1 (PRA/N1GRN.) |
|
|
Denemarken |
1 300 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
1 300 |
|
||
|
Unie |
2 600 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
Noorse wateren van 1 en 2 (POK/1N2AB.) |
|
|
Duitsland |
663 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
107 |
|
||
|
Unie |
770 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
internationale wateren van 1 en 2 (POK/1/2INT) |
|
|
Unie |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
||
|
Soort: |
Zwarte koolvis Pollachius virens |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (POK/05B-F.) |
|
|
België |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
0 |
|
|
|
|
Unie |
0 |
|
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
Noorse wateren van 1 en 2 (GHL/1N2AB.) |
|
|
Duitsland |
50 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
50 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
|||
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
internationale wateren van 1 en 2 (GHL/1/2INT) |
|
|
Unie |
1 800 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
|
||||
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
||
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
|||
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1 (GHL/N1G-S68) |
|
|
Duitsland |
1 700 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Unie |
1 700 |
(1) |
||
|
Noorwegen |
550 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Moet worden gevangen ten zuiden van 68° N.B. |
|||
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 (GHL/5-14GL) |
|
|
Duitsland |
4 300 |
|
Analytische TAC |
|
|
Unie |
4 300 |
(1) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Noorwegen |
650 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Faeröer |
0 |
|
Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Mag met niet meer dan 6 vaartuigen tegelijkertijd worden gevangen. |
|||
|
Soort: |
Roodbaarzen (ondiep pelagisch) Sebastes spp. |
Gebied: |
wateren van de Unie en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 en 14 (RED/51214S) |
|
|
Estland |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
0 |
|
||
|
Spanje |
0 |
|
||
|
Frankrijk |
0 |
|
||
|
Ierland |
0 |
|
||
|
Letland |
0 |
|
||
|
Nederland |
0 |
|
||
|
Polen |
0 |
|
||
|
Portugal |
0 |
|
||
|
Unie |
0 |
|
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
|
||
|
Soort: |
Roodbaarzen (diep pelagisch) Sebastes spp. |
Gebied: |
wateren van de Unie en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 en 14 (RED/51214D) |
|
|
Estland |
0 |
(1) (2) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
0 |
(1) (2) |
||
|
Spanje |
0 |
(1) (2) |
||
|
Frankrijk |
0 |
(1) (2) |
||
|
Ierland |
0 |
(1) (2) |
||
|
Letland |
0 |
(1) (2) |
||
|
Nederland |
0 |
(1) (2) |
||
|
Polen |
0 |
(1) (2) |
||
|
Portugal |
0 |
(1) (2) |
||
|
Unie |
0 |
(1) (2) |
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(1) (2) |
||
|
(1) |
Mag alleen worden gevangen binnen het gebied dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden: |
|||
|
|
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
|
|
|
1 |
64°45' N.B. |
28° 30' W.L. |
|
|
|
2 |
62°50' N.B. |
25°45' W.L. |
|
|
|
3 |
61°55' N.B. |
26° 45' W.L. |
|
|
|
4 |
61°00' N.B. |
26° 30' W.L. |
|
|
|
5 |
59°00' N.B. |
30° 00' W.L. |
|
|
|
6 |
59°00' N.B. |
34° 00' W.L. |
|
|
|
7 |
61°30' N.B. |
34° 00' W.L. |
|
|
|
8 |
62°50' N.B. |
36° 00 O.L. |
|
|
|
9 |
64°45' N.B. |
28° 30' W.L. |
|
|
(2) |
Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december. |
|||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes mentella |
Gebied: |
Noorse wateren van 1 en 2 (REB/1N2AB.) |
|
|
Duitsland |
851 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Spanje |
106 |
|
||
|
Frankrijk |
93 |
|
||
|
Portugal |
450 |
|
||
|
Unie |
1 500 |
|
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
internationale wateren van 1 en 2 (RED/1/2INT) |
|
|
Unie |
Nog vast te stellen |
(1) (2) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
||||
|
TAC |
16 540 |
(3) |
||
|
(1) |
De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen van de NEAFC. Vanaf de sluitingsdatum wordt door de lidstaten het gericht vissen op roodbaarzen door vaartuigen die hun vlag voeren, verboden. |
|||
|
(2) |
De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaarzen in andere visserijen tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst. |
|||
|
(3) |
Voorlopige vangstbeperking om de vangsten van alle verdragsluitende partijen van de NEAFC te dekken. |
|||
|
Soort: |
Roodbaarzen (pelagisch) Sebastes spp. |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 (RED/N1G14P) |
|
|
Duitsland |
0 |
(1) (2) (3) |
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
0 |
(1) (2) (3) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
0 |
(1) (2) (3) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Noorwegen |
0 |
(1) (2) |
Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Faeröer |
0 |
(1) (2) (4) |
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december. |
|||
|
(2) |
Mag alleen worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden: |
|||
|
|
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
|
|
|
1 |
64°45'N |
28°30'W |
|
|
|
2 |
62°50'N |
25°45'W |
|
|
|
3 |
61°55'N |
26°45'W |
|
|
|
4 |
61°00'N |
26°30'W |
|
|
|
5 |
59°00'N |
30°00'W |
|
|
|
6 |
59°00'N |
34°00'W |
|
|
|
7 |
61°30'N |
34°00'W |
|
|
|
8 |
62°50'N |
36°00'W |
|
|
|
9 |
64°45'N |
28°30'W |
|
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P). |
|||
|
(4) |
Mag alleen worden gevangen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN). |
|||
|
Soort: |
Roodbaarzen (demersaal) Sebastes spp. |
Gebied: |
Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/N1G14D) |
|
|
Duitsland |
1 831 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
9 |
(1) |
||
|
Unie |
1 840 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|||
|
(1) |
Mag alleen met trawls worden gevangen, en alleen ten noorden en ten westen van de lijn die door de volgende coördinaten wordt bepaald: |
|||
|
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
||
|
1 |
59°15'N |
54°26'W |
||
|
2 |
59°15'N |
44°00'W |
||
|
3 |
59°30'N |
42°45'W |
||
|
4 |
60°00'N |
42°00'W |
||
|
5 |
62°00'N |
40°30'W |
||
|
6 |
62°00'N |
40°00'W |
||
|
7 |
62°40'N |
40°15'W |
||
|
8 |
63°09'N |
39°40'W |
||
|
9 |
63°30'N |
37°15'W |
||
|
10 |
64°20'N |
35°00'W |
||
|
11 |
65°15'N |
32°30'W |
||
|
12 |
65°15'N |
29°50'W |
||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (RED/05B-F.) |
|
|
België |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Duitsland |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
0 |
|
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
Soort: |
Andere soorten |
Gebied: |
Noorse wateren van 1 en 2 (OTH/1N2AB.) |
|
|
Duitsland |
71 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
29 |
(1) |
||
|
Unie |
100 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
|||
|
Soort: |
Andere soorten |
(1) |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (OTH/05B-F.) |
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
(1) |
Exclusief soorten zonder handelswaarde. |
|||
|
Soort: |
Platvis Pleuronectiformes |
Gebied: |
wateren van de Faeröer van 5b (FLX/05B-F.) |
|
|
Duitsland |
0 |
|
Analytische TAC |
|
|
Frankrijk |
0 |
|
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Unie |
0 |
|
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
|
|
|
Soort: |
Bijvangsten(1) |
Gebied: |
Groenlandse wateren (B-C/GRL) |
|
|
Unie |
600 |
|
Voorzorgs-TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing. |
|
|
|
||||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Bijvangsten van grenadiervissen (Macrourus spp.) worden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vangstmogelijkhedentabellen: grenadiervissen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (GRV/514GRN) en grenadiervissen in de Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.) |
|||
BIJLAGE IC
NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN — NAFO-VERDRAGSGEBIED
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
NAFO 2J3KL (COD/N2J3KL) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
NAFO 3NO (COD/N3NO.) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Kabeljauw Gadus morhua |
Gebied: |
NAFO 3M (COD/N3M.) |
|
|
Estland |
17 |
(1) (2) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
70 |
(1) (2) |
||
|
Letland |
17 |
(1) (2) |
||
|
Litouwen |
17 |
(1) (2) |
||
|
Polen |
57 |
(1) (2) |
||
|
Spanje |
215 |
(1) (2) |
||
|
Frankrijk |
30 |
(1) (2) |
||
|
Portugal |
293 |
(1) (2) |
||
|
Unie |
716 |
(1) (2) |
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
1 500 |
(1) (2) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 31 december 2020 24.00 uur UTC en 31 maart 2021 24.00 UTC. |
|||
|
(2) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 1 januari en 31 maart 2021. Tijdens deze periode mag dit bestand uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of 5%, indien dit meer is, berekend overeenkomstig artikel 7, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2019/833. |
|||
|
Soort: |
Witje Glyptocephalus cynoglossus |
Gebied: |
NAFO 3L (WIT/N3L.) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Witje Glyptocephalus cynoglossus |
Gebied: |
NAFO 3NO (WIT/N3NO.) |
|
|
Estland |
52 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Letland |
52 |
|
||
|
Litouwen |
52 |
|
||
|
Unie |
156 |
|
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
1 175 |
|
||
|
Soort: |
Lange schar Hippoglossoides platessoides |
Gebied: |
NAFO 3M (PLA/N3M.) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Lange schar Hippoglossoides platessoides |
Gebied: |
NAFO 3LNO (PLA/N3LNO.) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Kortvinpijlinktvis Illex illecebrosus |
Gebied: |
NAFO-deelgebieden 3 en 4 (SQI/N34.) |
|
|
Estland |
128 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Letland |
128 |
(1) |
||
|
Litouwen |
128 |
(1) |
||
|
Polen |
227 |
(1) |
||
|
Andere lidstaten |
29 467 |
(1) (2) |
||
|
Unie |
30 078 |
(1) (3) |
||
|
TAC |
34 000 |
|
||
|
(1) |
Tussen 00.01 uur UTC op 1 januari en 24.00 uur UTC op 30 juni mag geen enkel vaartuig op pijlinktvis vissen. |
|||
|
(2) |
Deze hoeveelheid is beschikbaar voor Canada en de lidstaten met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (SQI/N34_AMS). |
|||
|
(3) |
Komt overeen met de som van de quota voor Estland, Letland, Litouwen en Polen en het niet-gespecificeerde aandeel van de Unie dat beschikbaar is voor Canada en, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen, voor de lidstaten. |
|||
|
Soort: |
Geelstaartschar Limanda ferruginea |
Gebied: |
NAFO 3LNO (YEL/N3LNO.) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
17 000 |
|
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 2 500 kg of van 10 % indien dat meer is. Indien de Unie evenwel een quotum voor “andere” toegewezen krijgt, bedragen de bijvangstbeperkingen zodra het quotum voor “andere” is opgebruikt, maximaal 1 250 kg of 5 %, indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Lodde Mallotus villosus |
Gebied: |
NAFO 3NO (CAP/N3NO.) |
|
|
Unie |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
NAFO 3LNO(1)(2) (PRA/N3LNOX) |
|
|
Estland |
0 |
(3) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Letland |
0 |
(3) |
||
|
Litouwen |
0 |
(3) |
||
|
Polen |
0 |
(3) |
||
|
Spanje |
0 |
(3) |
||
|
Portugal |
0 |
(3) |
||
|
Unie |
0 |
(3) |
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(3) |
||
|
(1) |
Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten: |
|||
|
Punt |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
|
|
|
1 |
47° 20' 0" |
46° 40' 0" |
|
|
|
2 |
47° 20' 0" |
46° 30' 0" |
|
|
|
3 |
46° 00' 0" |
46° 30' 0" |
|
|
|
4 |
46° 00' 0" |
46° 40' 0" |
|
|
|
(2) |
De visserij in wateren met een diepte van minder dan 200 m is verboden in het gebied ten westen van een lijn die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbindt: |
|||
|
Punt |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
|
|
|
1 |
46° 00' 0" |
47° 49' 0" |
|
|
|
2 |
46° 25' 0" |
47° 27' 0" |
|
|
|
3 |
46 °42' 0" |
47° 25' 0" |
|
|
|
4 |
46° 48' 0" |
47° 25' 50" |
|
|
|
5 |
47° 16' 50" |
47° 43' 50" |
|
|
|
(3) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Noordse garnaal Pandalus borealis |
Gebied: |
NAFO 3M(1) (PRA/*N3M.) |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
(2) |
Analytische TAC |
|
|
(1) |
De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd: |
|||
|
Punt |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
|
|
|
1 |
47° 20' 0" |
46° 40' 0" |
|
|
|
2 |
47° 20' 0" |
46° 30' 0" |
|
|
|
3 |
46° 00' 0" |
46° 30' 0" |
|
|
|
4 |
46° 00' 0" |
46° 40' 0" |
|
|
|
Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december verboden in het gebied dat door de volgende coördinaten wordt begrensd: |
||||
|
Punt |
Noorderbreedte |
Westerlengte |
|
|
|
1 |
47° 55' 0" |
45° 00' 0" |
|
|
|
2 |
47° 30' 0" |
44° 15' 0" |
|
|
|
3 |
46° 55' 0" |
44° 15' 0" |
|
|
|
4 |
46° 35' 0" |
44° 30' 0" |
|
|
|
5 |
46° 35' 0" |
45° 40' 0" |
|
|
|
6 |
47° 30' 0" |
45° 40' 0" |
|
|
|
7 |
47° 55' 0" |
45° 00' 0" |
|
|
|
(2) |
Niet van toepassing. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserij-inspanning (EFF/*N3M.). De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009. |
|||
|
Lidstaat |
Maximaal aantal visdagen |
|
||
|
|
Denemarken |
33 |
|
|
|
Estland |
391 |
* |
||
|
Spanje |
64 |
|
||
|
Letland |
123 |
|
||
|
Litouwen |
145 |
|
||
|
Polen |
25 |
|
||
|
Portugal |
17 |
|
||
|
|
* Tijdens de jaarvergadering van de Visserijcommissie van de NAFO in 2020 is overeengekomen dat de Unie (Estland) 25 visdagen uit haar voor 2021 toegewezen visdagen aan Frankrijk zal overdragen in verband met Saint-Pierre en Miquelon. Die 25 visdagen zijn in mindering gebracht op het aantal visdagen van Estland – dat anders 416 dagen zou zijn geweest – en deze interimregeling voor 2020 creëert geen vangstgeschiedenis. |
|||
|
Soort: |
Groenlandse heilbot/zwarte heilbot Reinhardtius hippoglossoides |
Gebied: |
NAFO 3LMNO (GHL/N3LMNO) |
|
|
Estland |
331 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
338 |
|
||
|
Letland |
47 |
|
||
|
Litouwen |
24 |
|
||
|
Spanje |
4 533 |
|
||
|
Portugal |
1 895 |
|
||
|
Unie |
7 168 |
|
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
12 225 |
|
||
|
Soort: |
Roggen Rajidae |
Gebied: |
NAFO 3LNO (SKA/N3LNO.) |
|
|
Estland |
283 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Litouwen |
62 |
|
||
|
Spanje |
3 403 |
|
||
|
Portugal |
660 |
|
||
|
Unie |
4 408 |
|
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
7 000 |
|
||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
NAFO 3LN (RED/N3LN.) |
|
|
Estland |
895 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
615 |
|
||
|
Letland |
895 |
|
||
|
Litouwen |
895 |
|
||
|
Unie |
3 300 |
|
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
18 100 |
|
||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
NAFO 3M (RED/N3M.) |
|
|
Estland |
1 571 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
513 |
(1) |
||
|
Letland |
1 571 |
(1) |
||
|
Litouwen |
1 571 |
(1) |
||
|
Spanje |
233 |
(1) |
||
|
Portugal |
2 354 |
(1) |
||
|
Unie |
7 813 |
(1) |
||
|
|
||||
|
TAC |
8 448 |
(1) |
||
|
(1) |
Op voorwaarde dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC, zoals aangegeven, wordt nageleefd. Binnen die TAC mag vóór 1 juli 2021 niet meer dan de volgende tussentijdse hoeveelheid worden gevangen: 4 224 . |
|||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
NAFO 3O (RED/N3O.) |
|
|
Spanje |
1 771 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Portugal |
5 229 |
|
||
|
Unie |
7 000 |
|
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
20 000 |
|
||
|
Soort: |
Roodbaarzen Sebastes spp. |
Gebied: |
NAFO-deelgebied 2, sectoren 1F en 3K (RED/N1F3K.) |
|
|
Letland |
0 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Litouwen |
0 |
(1) |
||
|
Unie |
0 |
(1) |
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
0 |
(1) |
||
|
(1) |
In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is. |
|||
|
Soort: |
Witte heek Urophycis tenuis |
Gebied: |
NAFO 3NO (HKW/N3NO.) |
|
|
Spanje |
255 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Portugal |
333 |
|
||
|
Unie |
588 |
(1) |
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
1 000 |
|
||
|
(1) |
Indien overeenkomstig bijlage IA bij de instandhoudings- en nalevingsmaatregelen van de NAFO een TAC van 2 000 ton door de verdragsluitende partijen met een positieve stemming wordt bekrachtigd, zullen de overeenkomstige quota van de Unie en de verschillende lidstaten als volgt zijn: |
|||
|
Spanje |
509 |
|
|
|
|
Portugal |
667 |
|
|
|
|
Unie |
1 176 |
|
|
|
BIJLAGE ID
ICCAT-VERDRAGSGEBIED
|
Soort: |
Blauwvintonijn Thunnus thynnus |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° W.L., en Middellandse Zee (BFT/AE45WM) |
|
|
Cyprus |
168,95 |
(4) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Griekenland |
314,03 |
(7) |
||
|
Spanje |
6 093,28 |
(2)(4)(7) |
||
|
Frankrijk |
6 012,47 |
(2)(3)(4) |
||
|
Kroatië |
950,30 |
(6) |
||
|
Italië |
4 745,34 |
(4)(5) |
||
|
Malta |
389,32 |
(4) |
||
|
Portugal |
572,97 |
(7) |
||
|
Andere lidstaten |
64,95 |
(1) |
||
|
Unie |
19 311,6 |
(2)(3)(4)(5) |
||
|
Bijzondere extra toewijzing |
100 |
(7) |
||
|
TAC |
36 000 |
|
||
|
(1) |
Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BFT/AE45WM_AMS). |
|||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301): |
|||
|
Spanje |
925,33 |
|||
|
Frankrijk |
429,87 |
|||
|
Unie |
1 355,20 |
|||
|
(3) |
Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*641): |
|||
|
Frankrijk |
100,00 |
|||
|
Unie |
100,00 |
|||
|
(4) |
Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302): |
|||
|
Spanje |
122,15 |
|||
|
Frankrijk |
120,53 |
|||
|
Italië |
95,13 |
|||
|
Cyprus |
3,39 |
|||
|
Malta |
7,80 |
|||
|
Unie |
349,01 |
|||
|
(5) |
Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643): |
|||
|
Italië |
95,13 |
|||
|
Unie |
95,13 |
|||
|
(6) |
Bijzondere voorwaarden: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm voor kweekdoeleinden van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8303F): |
|||
|
Kroatië |
857,28 |
|||
|
Unie |
857,28 |
|||
|
(7) |
In 2021 krijgt de Europese Unie bij de toegewezen quota van 19 360 ton, een extra toewijzing van 100 ton, uitsluitend voor vaartuigen voor ambachtelijke visserij van specifieke archipels in Griekenland (Ionische Eilanden), Spanje (Canarische Eilanden) en Portugal (Azoren en Madeira). De specifieke toewijzing van deze extra hoeveelheid aan de betrokken lidstaten is als volgt (BFT/AVARCH): |
|||
|
Griekenland |
4,5 |
|||
|
Spanje |
87,3 |
|||
|
Portugal |
8,2 |
|||
|
Unie |
100 |
|||
|
Soort |
Zwaardvis Xiphias gladius |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. (SWO/AN05N) |
|
|
Spanje |
6 535,04 |
(2) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Portugal |
1 010,29 |
(2) |
||
|
Andere lidstaten |
139,70 |
(1)(2) |
||
|
Unie |
7 685,03 |
(3) |
||
|
TAC |
13 200 |
|
||
|
(1) |
Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/AN05N_AMS). |
|||
|
(2) |
Bijzondere voorwaarde: tot 2,39 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B. worden gevangen (SWO/*AS05N). Vangsten in het kader van deze bijzondere voorwaarde die op het gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/* AS05N_AMS). |
|||
|
(3) |
Na overdracht van 40 ton aan Saint-Pierre en Miquelon (ICCAT Rec. 17-02). |
|||
|
Soort: |
Zwaardvis Xiphias gladius |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B. (SWO/AS05N) |
|
|
Spanje |
4 945,07 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Portugal |
298,12 |
(1) |
||
|
Unie |
5 243,19 |
|
||
|
TAC |
14 000,00 |
|
||
|
(1) |
Bijzondere voorwaarde: tot 3,51 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. worden gevangen (SWO/*AN05N). |
|||
|
Soort |
Zwaardvis Xiphias gladius |
Gebied: |
Middellandse Zee (SWO/MED) |
|
|
Kroatië |
14,16 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing |
|
|
Cyprus |
52,23 |
(1) |
||
|
Spanje |
1 613,44 |
(1) |
||
|
Frankrijk |
112,45 |
(1) |
||
|
Griekenland |
1 068,06 |
(1) |
||
|
Italië |
3 307,68 |
(1) |
||
|
Malta |
392,41 |
(1) |
||
|
Unie |
6 560,44 |
(1) |
||
|
TAC |
8 808,66 |
|
||
|
(1) |
Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 april tot en met 31 december. |
|||
|
Soort: |
Noord-Atlantische witte tonijn Thunnus alalunga |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. (ALB/AN05N) |
|
|
Ierland |
3 115,11 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Spanje |
17 557,88 |
|
||
|
Frankrijk |
5 522,24 |
|
||
|
Portugal |
1 925,70 |
|
||
|
Unie |
28 120,92 |
(1) |
||
|
TAC |
37 801 |
|
||
|
(1) |
Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 vastgesteld op: 1 253 . |
|||
|
Soort: |
Zuid-Atlantische witte tonijn Thunnus alalunga |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B. (ALB/AS05N) |
|
|
Spanje |
905,86 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
297,70 |
|
||
|
Portugal |
633,94 |
|
||
|
Unie |
1 837,50 |
|
||
|
TAC |
24 000,00 |
|
||
|
Soort: |
Grootoogtonijn Thunnus obesus |
Gebied: |
Atlantische Oceaan (BET/ATLANT) |
|
|
Spanje |
7 604,35 |
(1) (2) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
3 230,00 |
(1) (2) |
||
|
Portugal |
3 133,93 |
(1) (2) |
||
|
Unie |
13 968,28 |
(1) (2) (3) |
||
|
TAC |
61 500,00 |
(1) (2) |
||
|
(1) |
Vangsten van grootoogtonijn door ringzegenvaartuigen (BET/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (BET/*ATLLL) worden afzonderlijk gerapporteerd. |
|||
|
(2) |
Met ingang van juni 2021 moeten de lidstaten, wanneer 80 % van het vangstquotum bereikt is, de vangsten van die vaartuigen wekelijks doorgeven. |
|||
|
(3) |
Na overdracht van 300 ton uit Japan. |
|||
|
Soort: |
Blauwe marlijn Makaira nigricans |
Gebied: |
Atlantische Oceaan (BUM/ATLANT) |
|
|
Spanje |
23,24 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Frankrijk |
380,36 |
|
||
|
Portugal |
46,21 |
|
||
|
Unie |
449,80 |
(1) |
||
|
TAC |
1 670,00 |
|
||
|
(1) |
Na overdracht van twee ton aan Trinidad en Tobago (ICCAT Rec. 19-05). |
|||
|
Soort: |
Witte marlijn Tetrapturus albidus |
Gebied: |
Atlantische Oceaan (WHM/ATLANT) |
|
|
Spanje |
32,94 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Portugal |
21,06 |
|
||
|
Andere |
1,00 |
(1) |
||
|
Unie |
55,00 |
|
||
|
TAC |
355,00 |
|
||
|
(1) |
Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (WHM/ATLANT_AMS). |
|||
|
Soort: |
Geelvintonijn Thunnus albacares |
Gebied: |
Atlantische Oceaan (YFT/ATLANT) |
|
|
TAC |
110 000 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
(1) |
Vangsten van geelvintonijn door ringzegenvaartuigen (YFT/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (YFT/*ATLLL) worden afzonderlijk gerapporteerd. |
|||
|
Soort: |
Atlantische zeilvis Istiophorus albicans |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° W.L. (SAI/AE45W) |
|
|
TAC |
p.m. |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Soort: |
Atlantische zeilvis Istiophorus albicans |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten westen van 45° W.L. (SAI/AW45W) |
|
|
TAC |
1 030 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Soort: |
Blauwe haai Prionace glauca |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. (BSH/AN05N) |
|
|
Ierland |
0,96 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Spanje |
27 035,09 |
|
||
|
Frankrijk |
151,70 |
|
||
|
Portugal |
5 357,67 |
(1) |
||
|
Unie |
32 545,42 |
|
||
|
TAC |
39 102 |
|
||
|
(1) |
De duur en de berekeningsmethode van de Iccat voor de vangstbeperking voor blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan loopt niet vooruit op de duur en de berekeningsmethode voor het bepalen van een toekomstige verdeelsleutel op het niveau van de Unie. |
|||
|
Soort: |
Blauwe haai Prionace glauca |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B. (BSH/AS05N) |
|
|
TAC |
28 923 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
(1) |
De duur en de berekeningsmethode van de ICCAT voor de vangstbeperking voor blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan loopt niet vooruit op de duur en de berekeningsmethode voor het bepalen van een toekomstige verdeelsleutel op het niveau van de Unie. |
|||
De vangsten van makreelhaai door vaartuigen van de Unie mogen niet hoger zijn dan de in deze bijlage vastgestelde vangstbeperkingen.
|
Soort: |
Makreelhaai Isurus oxyrinchus |
Gebied: |
Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. (SMA/AN05N) |
|
|
Unie |
288,537 |
(1) (2) |
Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
|
|
|
||
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
||
|
(1) |
In het kader van deze vangstbeperking mogen alleen vissen die al dood zijn wanneer zij langszij het vaartuig worden gebracht, aan boord worden gehouden. |
|||
|
(2) |
Alleen vaartuigen met een waarnemer of een functionerend elektronisch volgsysteem aan boord waarmee kan worden vastgesteld of de vis dood of levend is, mogen makreelhaai aan boord houden. |
|||
BIJLAGE IE
ZUIDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN — SEAFO-VERDRAGSGEBIED
De in deze bijlage opgenomen TAC’s worden niet aan de Seafo-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de Seafo, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is opgebruikt.
|
Soort: |
Alfonsino’s Beryx spp. |
Gebied: |
Seafo (ALF/SEAFO) |
|
|
TAC |
200 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
(1) In deelsector B1 (ALF/*F47NA) mag niet meer dan 132 ton worden gevangen. |
||||
|
Soort: |
Rode diepzeekrabben Chaceon spp. |
Gebied: |
Seafo-deelsector B1(1) (GER/F47NAM) |
|
|
TAC |
171 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
(1) In het kader van deze TAC mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd: — ten westen door de lengtegraad 0° O.L., — ten noorden door de breedtegraad 20° Z.B., — ten zuiden door de breedtegraad 28° Z.B., en — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië. |
||||
|
Soort: |
Rode diepzeekrabben Chaceon spp. |
Gebied: |
Seafo, met uitzondering van deelsector B1 (GER/F47X) |
|
|
TAC |
200 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Soort: |
Zwarte Patagonische ijsheek Dissostichus eleginoides |
Gebied: |
Seafo, deelgebied D (TOP/F47D) |
|
|
TAC |
275 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Soort: |
Zwarte Patagonische ijsheek Dissostichus eleginoides |
Gebied: |
Seafo, met uitzondering van deelgebied D (TOP/F47-D) |
|
|
TAC |
0 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Soort: |
Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus |
Gebied: |
Seafo-deelsector B1(1) (ORY/F47NAM) |
|
|
TAC |
0 |
(2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
(1) In het kader van deze bijlage mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd: — ten westen door de lengtegraad 0° O.L., — ten noorden door de breedtegraad 20° Z.B., — ten zuiden door de breedtegraad 28° Z.B., en — ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië. (2) Met uitzondering van een toegestane bijvangst van vier ton (ORY/*F47NA). |
||||
|
Soort: |
Atlantische slijmkop Hoplostethus atlanticus |
Gebied: |
Seafo, met uitzondering van deelsector B1 (ORY/F47X) |
|
|
TAC |
50 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
Soort: |
Pseudopentaceros spp. Pseudopentaceros spp. |
Gebied: |
Seafo (EDW/SEAFO) |
|
|
TAC |
135 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
BIJLAGE IF
ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — VERSPREIDINGSGEBIEDEN
|
Soort: |
Zuidelijke blauwvintonijn Thunnus maccoyii |
Gebied: |
alle verspreidingsgebieden (SBF/F41-81) |
|
|
Unie |
11 |
(1) |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
TAC |
17 647 |
|
||
|
(1) |
Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. |
|||
BIJLAGE IG
WCPFC-VERDRAGSGEBIED
|
Soort: |
Grootoogtonijn Thunnus obesus |
Gebied: |
WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. (BET/F7120S) |
|
|
Portugal |
2 000 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
Spanje |
2 000 |
(1) |
|
|
|
Unie |
4 000 |
(1) |
|
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
(1) |
|
|
|
(1) Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken. |
||||
|
Soort: |
Zwaardvis Xiphias gladius |
Gebied: |
WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. (SWO/F7120S) |
|
|
Unie |
3 170,36 |
|
Voorzorgs-TAC |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
||
BIJLAGE IH
SPRFMO-VERDRAGSGEBIED
|
Soort: |
Chileense horsmakreel Trachurus murphyi |
Gebied: |
SPRFMO-verdragsgebied (CJM/SPRFMO) |
|
|
Duitsland |
12 013,90 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Nederland |
13 021,83 |
|
||
|
Litouwen |
8 359,58 |
|
||
|
Polen |
14 373,69 |
|
||
|
Unie |
47 769,00 |
|
||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
Soort: |
IJsheken Dissostichus spp. |
Gebied: |
SPRFMO-verdragsgebied (TOT/SPR-AE) |
|
|
TAC |
75 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
(1) |
Deze jaarlijkse TAC geldt alleen voor experimentele visserij. De visserijactiviteiten vinden uitsluitend plaats binnen het volgende onderzoeksonderdeel: |
|||
|
– NW |
50° 30' Z.B., 136° O.L. |
|||
|
– NO |
50° 30' Z.B., 140° 30' O.L. |
|||
|
– oostelijke inkeping |
52° 45' Z.B., 140° 30' O.L. |
|||
|
– oostelijke hoek |
52° 45' Z.B., 145° 30' O.L. |
|||
|
– ZO |
54° 50' Z.B., 145° O.L. |
|||
|
– ZW |
54° 50' Z.B., 136° O.L. |
|||
BIJLAGE IJ
IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED
De vangsten van geelvintonijn (Thunnus albacares) door ringzegenvaartuigen van de Unie mogen niet hoger zijn dan de in deze bijlage vastgestelde vangstbeperkingen.
|
Soort: |
Geelvintonijn Thunnus albacares |
Gebied: |
IOTC-bevoegdheidsgebied (YFT/IOTC) |
|
Frankrijk |
29 501 |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Italië |
2 515 |
||
|
Spanje |
45 682 |
||
|
|
|
||
|
Unie |
77 698 |
||
|
|
|
||
|
TAC |
Niet van toepassing |
||
BIJLAGE IK
SIOFA-OVEREENKOMSTGEBIED
|
Soort |
IJsheken Dissostichus spp. |
Gebied: |
Del Cano-gebied(1) (TOT/F517DC) |
|
|
Unie |
18,33 |
(2) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
TAC |
55 |
(2) |
||
|
(1) De internationale wateren in FAO-deelgebied 51.7 begrensd tussen 44° Z.B. en 45° Z.B. en de aangrenzende exclusieve economische zones ten oosten en ten westen. |
||||
|
(2) Mag alleen worden gevangen door vaartuigen met waarnemers aan boord en met beuglijnen in het visseizoen van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021. Het maximumaantal toegestane haken per lijn bedraagt 3 000 en de lijnen worden ten minste drie zeemijl van elkaar uitgezet. Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in het Del Cano-gebied. |
||||
|
Soort: |
IJsheken Dissostichus spp. |
Gebied: |
Williams Ridge(1) (TOT/F574WR) |
||
|
TAC |
140 |
(2) |
Voorzorgs-TAC |
||
|
(1) |
Gebied van FAO-deelgebied 57.4 dat wordt begrensd door de volgende coördinaten: |
||||
|
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
|||
|
1 |
52°30'00" Z.B. |
80°00'00" O.L. |
|||
|
2 |
55°00'00" Z.B. |
80°00'00" O.L. |
|||
|
3 |
55°00'00" Z.B. |
85°00'00" O.L. |
|||
|
4 |
52°30'00" Z.B. |
85°00'00" O.L. |
|||
|
(2) |
De onderstaande TAC’s worden niet aan de Siafo-partijen toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. Zij mogen alleen worden gevangen door vaartuigen met waarnemers aan boord in het visseizoen van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021. Per elke door Siofa vastgestelde rastercel worden niet meer dan twee beuglijnen met ten hoogste 6 250 haken uitgezet en tussen de visreizen wordt een tijdsinterval van ten minste 30 dagen ingelast overeenkomstig de door Siofa vastgestelde toegangsvoorwaarden. Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in Williams Ridge. |
||||
Tussentijds beschermde gebieden
Atlantis Bank
|
Punt |
Breedtegraad (Z.B.) |
Lengtegraad (O.L.) |
|
1 |
32°00' |
57°00' |
|
2 |
32°50' |
57°00' |
|
3 |
32°50' |
58°00' |
|
4 |
32°00' |
58°00' |
Coral
|
Punt |
Breedtegraad (Z.B.) |
Lengtegraad (O.L.) |
|
1 |
41°00' |
42°00' |
|
2 |
41° 40' |
42°00' |
|
3 |
41° 40' |
44°00' |
|
4 |
41°00' |
44°00' |
Fools Flat
|
Punt |
Breedtegraad (Z.B.) |
Lengtegraad (O.L.) |
|
1 |
31° 30' |
94° 40' |
|
2 |
31° 40' |
94° 40' |
|
3 |
31° 40' |
95°00' |
|
4 |
31° 30' |
95°00' |
Middle of What
|
Punt |
Breedtegraad (Z.B.) |
Lengtegraad (O.L.) |
|
1 |
37° 54' |
50° 23' |
|
2 |
37° 56,5' |
50° 23' |
|
3 |
37° 56,5' |
50° 27' |
|
4 |
37° 54' |
50° 27' |
Walter's Shoal
|
Punt |
Breedtegraad (Z.B.) |
Lengtegraad (O.L.) |
|
1 |
33°00' |
43° 10' |
|
2 |
33° 20' |
43° 10' |
|
3 |
33° 20' |
44° 10' |
|
4 |
33°00' |
44° 10' |
BIJLAGE IL
IATTC-VERDRAGSGEBIED
|
Soort: |
Grootoogtonijn Thunnus obesus |
Gebied: |
IATTC-verdragsgebied (BET/IATTC) |
|
|
Unie |
500 |
(1) |
Voorzorgs-TAC |
|
|
TAC |
Niet van toepassing |
|
||
|
(1) |
Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken. |
|||
BIJLAGE II
VISSERIJ-INSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN DE TONGBESTANDEN IN HET WESTELIJKE KANAAL IN ICES-SECTOR 7e
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
1. TOEPASSINGSGEBIED
1.1. Deze bijlage is van toepassing op Unievissersvaartuigen met een lengte over alles van 10 meter of meer die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 2019/472 boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer en staande netten, met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm aan boord hebben of gebruiken en die aanwezig zijn in ICES-sector 7e.
1.2. Vaartuigen die vissen met staande netten met een maaswijdte van 120 mm of meer en die in het kader van hun geregistreerde visserijactiviteit in de drie voorgaande jaren minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong per jaar hebben gevangen, zijn vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage, mits:
die vaartuigen tijdens de beheersperiode 2019 minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong hebben gevangen;
die vaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig;
elke betrokken lidstaat uiterlijk op 31 juli 2021 en 31 januari 2022 bij de Commissie een verslag indient over de geregistreerde tongvangsten van die vaartuigen in de laatste drie jaar en over de tongvangst in 2021.
Indien aan een van die voorwaarden niet is voldaan, zijn de betrokken vaartuigen met onmiddellijke ingang niet meer vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage.
2. DEFINITIES
Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:
“vistuiggroep”: de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:
boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer, en
staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm;
“gereglementeerd vistuig”: tuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;
“het gebied”: ICES-sector 7e;
“huidige beheersperiode”: de periode van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022.
3. ACTIVITEITSBEPERKINGEN
Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en in de Unie zijn geregistreerd, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.
HOOFDSTUK II
Machtigingen
4. GEMACHTIGDE VAARTUIGEN
4.1 Een lidstaat verleent vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming voor visserijactiviteiten in het betrokken gebied met gereglementeerd vistuig, als deze vaartuigen in de periode 2002-2018 nog niet eerder dergelijke gereglementeerde visserijactiviteiten – behalve als resultaat van een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen – in het betrokken gebied hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.
4.2 Aan vaartuigen die wel met gereglementeerd vistuig hebben gevist, kan evenwel toestemming worden verleend om ander vistuig te gebruiken, mits het aantal dagen dat voor het laatstgenoemde vistuigtype is toegewezen, gelijk is aan of groter is dan het aantal voor het gereglementeerde vistuig toegewezen dagen.
4.3 Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, wordt niet gemachtigd om in dat gebied met gereglementeerd vistuig te vissen, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en zeedagen krijgt toegewezen overeenkomstig punt 10 of punt 11 van deze bijlage.
HOOFDSTUK III
Aan Unievissersvaartuigen toegewezen aantal dagen aanwezigheid in het gebied
5. MAXIMAAL AANTAL DAGEN
Het maximale aantal zeedagen waarvoor een lidstaat van 1 januari tot en met 31 december 2021 een onder zijn vlag varend vaartuig kan toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, wordt weergegeven in tabel I.
Tabel I
Maximaal aantal dagen waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn per categorie gereglementeerd vistuig van 1 januari tot en met 31 december 2021
|
Gereglementeerd vistuig |
Maximaal aantal dagen |
|
|
Boomkorren met een maaswijdte ≥ 80 mm |
België |
176 |
|
Frankrijk |
188 |
|
|
Staande netten met een maaswijdte ≤ 220 mm |
België |
176 |
|
Frankrijk |
191 |
|
6. KILOWATTDAGENSYSTEEM
6.1. De lidstaten kunnen de hun toegewezen visserij-inspanningen tijdens de huidige beheersperiode beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem kunnen zij een vaartuig waarop de in tabel I vermelde soorten gereglementeerd vistuig van toepassing zijn, toestaan om gedurende een maximaal aantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig overeenstemt, in acht wordt genomen.
6.2. Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserij-inspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren en voldoen aan de voorwaarden betreffende het gereglementeerde vistuig. Deze individuele visserij-inspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken als punt 6.1 niet werd toegepast.
6.3. Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek voor het in tabel I bedoelde gereglementeerde vistuig in, vergezeld van elektronische verslagen waarin de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:
de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;
het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 6.1 zou beschikken.
6.4. Op basis van dat verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 6 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem.
7. TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR DE DEFINITIEVE BEËINDIGING VAN VISSERIJACTIVITEITEN
7.1. De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toewijzen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van tijdens de vorige beheersperiode verrichte visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 21 ) of Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad ( 22 ). Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijke verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat het niet opnieuw visserijactiviteiten zal beginnen.
7.2. De in kilowattdagen gemeten visserij-inspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met de betrokken vistuiggroep hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met die vistuiggroep hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.
7.3. De punten 7.1 en 7.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 4.2 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.
7.4. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 7.1 vastgestelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni van de huidige beheersperiode bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de gegevens worden vermeld voor de berekening op basis van:
de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;
de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen per betrokken vistuiggroep.
7.5. Tijdens de huidige beheersperiode mag een lidstaat extra toegekende zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig.
7.6. Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de vorige beheersperiode, wordt het in tabel I vermelde maximale aantal dagen per lidstaat en vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de huidige beheersperiode.
8. TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR VERSTERKTE AANWEZIGHEID VAN WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMERS
8.1. De Commissie kan, op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector, een lidstaat tussen 1 februari 2021 en 31 januari 2022 drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma’s zijn met name gericht op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten voor nationale programma’s die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad ( 23 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.
8.2. De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein en van de bemanning van het vaartuig.
8.3. Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.
8.4. Indien een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze lidstaat de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.
HOOFDSTUK IV
Beheer
9. ALGEMENE VERPLICHTING
De lidstaten beheren de maximale toegestane visserij-inspanning overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
10. BEHEERSPERIODEN
10.1. Een lidstaat kan het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van een of meer kalendermaanden.
10.2. Het aantal dagen of uren gedurende welke een vaartuig tijdens een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.
10.3. Lidstaten die de aanwezigheid in een gebied van vaartuigen die hun vlag voeren, per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 9. Op verzoek van de Commissie toont de betrokken lidstaat aan welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.
HOOFDSTUK V
Uitwisseling van toegewezen visserij-inspanningen
11. OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN DEZELFDE LIDSTAAT VOEREN
11.1. Een lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt ervan. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.
11.2. Het product van het overeenkomstig punt 11.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig is niet groter dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig in 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.
11.3. Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 11.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en gedurende dezelfde beheersperiode.
11.4. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformaten voor het verzamelen en doorsturen van die informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden opgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
12. OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE ELK DE VLAG VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VOEREN
Elke lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.1, 4.3, 5, 6 en 10 van toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, waaronder het aantal over te dragen dagen, de visserij-inspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.
HOOFDSTUK VI
Rapportageverplichtingen
13. VISSERIJ-INSPANNINGSVERSLAG
Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is van toepassing op vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied wordt begrepen als het in punt 2 van deze bijlage omschreven gebied.
14. VERZAMELING VAN RELEVANTE GEGEVENS
Op basis van gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor elk kwartaal gegevens betreffende de totale visserij-inspanning in het gebied voor vaartuigen gesleept vistuig en staand vistuig gebruiken, de inspanning in het gebied van vaartuigen die verschillende soorten tuig gebruiken, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.
15. MEDEDELING VAN RELEVANTE GEGEVENS
Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 14 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III gespecificeerde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserij-inspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2019 en 2020, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.
Tabel II
Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode
|
Lidstaat |
Vistuig |
Beheersperiode |
Aangifte van de cumulatieve inspanning |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
Tabel III
Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode
|
Naam van het veld |
Maximaal aantal tekens/cijfers |
Uitlijning (1) L(inks)/R(echts) |
Definitie en opmerkingen |
|
(1) Lidstaat |
3 |
|
Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd |
|
(2) Vistuig |
2 |
|
Eén van de volgende vistuigtypes: BT = boomkorren ≥ 80 mm GN = kieuwnetten < 220 mm TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm |
|
(3) Beheersperiode |
4 |
|
Een jaar in de periode vanaf de beheersperiode 2006 tot de huidige beheersperiode |
|
(4) Aangifte van de cumulatieve inspanning |
7 |
R |
Cumulatieve visserij-inspanning in kilowattdagen vanaf 1 februari tot en met 31 januari van de betrokken beheersperiode |
|
(1)
Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte. |
|||
Tabel IV
Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie
|
Lidstaat |
CFR |
Uitwendige kentekens |
Duur van de beheersperiode |
Aangegeven vistuig |
Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig |
Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt |
Overgedragen dagen |
|||||||||
|
Nr. 1 |
Nr. 2 |
Nr. 3 |
… |
Nr. 1 |
Nr. 2 |
Nr. 3 |
… |
Nr. 1 |
Nr. 2 |
Nr. 3 |
… |
|||||
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(5) |
(5) |
(5) |
(6) |
(6) |
(6) |
(6) |
(7) |
(7) |
(7) |
(7) |
(8) |
Tabel V
Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie
|
Naam van het veld |
Maximaal aantal tekens/cijfers |
Uitlijning (1) L(inks)/R(echts) |
Definitie en opmerkingen |
|
(1) Lidstaat |
3 |
|
Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd |
|
(2) CFR |
12 |
|
Nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (negen tekens). Indien een reeks minder dan negen tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd |
|
(3) Uitwendige kentekens |
14 |
L |
Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie (2) |
|
(4) Duur van de beheersperiode |
2 |
L |
Duur van de beheersperiode in maanden |
|
(5) Aangegeven vistuig |
2 |
L |
Eén van de volgende vistuigtypes: BT = boomkorren ≥ 80 mm GN = kieuwnetten < 220 mm TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm |
|
(6) Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig |
3 |
L |
Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage II aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode |
|
(7) Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt |
3 |
L |
Aantal dagen dat het vaartuig daadwerkelijk in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode |
|
(8) Overgedragen dagen |
4 |
L |
Vermeld voor overgedragen dagen “– aantal overgedragen dagen” en voor ontvangen dagen “+ aantal overgedragen dagen”. |
|
(1)
Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.
(2)
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1). |
|||
BIJLAGE III
BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN IN DE ICES-SECTOREN 2a EN 3a EN IN ICES-DEELGEBIED 4
Ten behoeve van het beheer van de vangstmogelijkheden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4, zoals vastgesteld in bijlage IA, worden de beheersgebieden waarbinnen specifieke vangstbeperkingen van toepassing zijn, omschreven overeenkomstig deze bijlage en het aanhangsel daarbij:
|
Beheersgebied voor zandspieringen |
Statistische ICES-vakken |
|
1r |
31–33 E9–F4; 33 F5; 34–37 E9–F6; 38–40 F0–F5; 41 F4–F5 |
|
2r |
35 F7–F8; 36 F7–F9; 37 F7–F8; 38-41 F6–F8; 42 F6–F9; 43 F7–F9; 44 F9–G0; 45 G0–G1; 46 G1 |
|
3r |
41–46 F1–F3; 42–46 F4–F5; 43–46 F6; 44–46 F7–F8; 45–46 F9; 46–47 G0; 47 G1 en 48 G0 |
|
4 |
38–40 E7–E9 en 41–46 E6–F0 |
|
5r |
47–52 F1–F5 |
|
6 |
41–43 G0–G3; 44 G1 |
|
7r |
47–52 E6–F0 |
Aanhangsel
Beheersgebieden voor zandspieringen
BIJLAGE IV
SEIZOENSSLUITINGEN TER BESCHERMING VAN PAAIENDE KABELJAUW
De gebieden in de onderstaande tabel worden tijdens de vastgestelde periode gesloten voor alle vistuig, met uitzondering van pelagisch vistuig (ringzegens en trawls):
|
Tijdgebonden sluitingen |
||||
|
Nr. |
Benaming gebied |
Coördinaten |
Periode |
Opmerkingen |
|
1 |
Stanhope |
60o 10' N.B. - 01o 45' O.L. 60o 10' N.B. - 02o 00' O.L. 60o 25' N.B. - 01o 45' O.L. 60o 25' N.B. - 02o 00' O.L. |
1 januari tot en met 30 april |
|
|
2 |
Long Hole |
59o 07,35' N.B. - 0o 31,04' W.L. 59o 03,60' N.B. - 0o 22,25' W.L. 58o 59,35' N.B. - 0o 17,85' W.L. 58o 56,00' N.B. - 0o 11,01' W.L. 58o 56,60' N.B. - 0o 08,85' W.L. 58o 59,86' N.B. - 0o 15,65' W.L. 59o 03,50' N.B. - 0o 20,00' W.L. 59o 08,15' N.B. - 0o 29,07' W.L. |
1 januari tot en met 31 maart |
|
|
3 |
Coral Edge |
58o 51,70' N.B. - 03o 26,70' O.L. 58o 40,66' N.B. - 03o 34,60' O.L. 58o 24,00' N.B. - 03o 12,40' O.L. 58o 24,00' N.B. - 02o 55,00' O.L. 58o 35,65' N.B. - 02o 56,30' O.L. |
1 januari tot en met 28 februari |
|
|
4 |
Papa Bank |
59o 56' N.B. - 03o 08' W.L. 59o 56' N.B. - 02o 45' W.L. 59o 35' N.B. - 03o 15' W.L. 59o 35' N.B. - 03o 35' W.L. |
1 januari tot en met 15 maart |
|
|
5 |
Foula Deeps |
60o 17,50' N.B. - 01o 45' W.L. 60o 11,00' N.B. - 01o 45' W.L. 60o 11,00' N.B. - 02o 10' W.L. 60o 20,00' N.B. - 02o 00' W.L. 60o 20,00' N.B. - 01o 50' W.L. |
1 november tot en met 31 december |
|
|
6 |
Egersund Bank |
58o 07,40' N.B. - 04o 33,00' O.L. 57o 53,00' N.B. - 05o 12,00' O.L. 57o 40,00' N.B. - 05o 10,90' O.L. 57o 57,90' N.B. - 04o 31,90' O.L. |
1 januari tot en met 31 maart |
(10 x 25 zeemijl) |
|
7 |
East of Fair Isle |
59o 40' N.B. - 01o 23' W.L. 59o 40' N.B. - 01o 13' W.L. 59o 30' N.B. - 01o 20' W.L. 59o 10' N.B. - 01o 20' W.L. 59o 30' N.B. - 01o 28' W.L. 59o 10' N.B. - 01o 28' W.L. |
1 januari tot en met 15 maart |
|
|
8 |
West Bank |
57o 15' N.B. - 05o 01' O.L. 56o 56' N.B. - 05o 00' O.L. 56o 56' N.B. - 06o 20' O.L. 57o 15' N.B. - 06o 20' O.L. |
1 februari tot en met 15 maart |
(18 x 4 zeemijl) |
|
9 |
Revet |
57o 28,43' N.B. - 08o 05,66' O.L. 57o 27,44' N.B. - 08o 07,20' O.L. 57o 51,77' N.B. - 09o 26,33' O.L. 57o 52,88' N.B. - 09o 25,00' O.L. |
1 februari tot en met 15 maart |
(1,5 x 49 zeemijl) |
|
10 |
Rabarberen |
57o 47,00' N.B. - 11o 04,00' O.L. 57o 43,00' N.B. - 11o 04,00' O.L. 57o 43,00' N.B. - 11o 09,00' O.L. 57o 47,00' N.B. - 11o 09,00' O.L. |
1 februari tot en met 15 maart |
East of Skagen (2,7 x 4 zeemijl) |
BIJLAGE V
VISMACHTIGINGEN
DEEL A
MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN
|
Visgebied |
Visserij |
Aantal vismachtigingen |
Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten |
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn |
|
|
Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen |
Haring, ten noorden van 62°00′ N.B. |
59 |
DK |
25 |
51 |
|
DE |
5 |
||||
|
FR |
1 |
||||
|
IE |
8 |
||||
|
NL |
9 |
||||
|
PL |
1 |
||||
|
SE |
10 |
||||
|
|
Demersale soorten, ten noorden van 62°00′ N.B. |
66 |
DE |
16 |
41 |
|
IE |
1 |
||||
|
ES |
20 |
||||
|
FR |
18 |
||||
|
PT |
9 |
||||
|
Niet toegewezen |
2 |
||||
|
Industriële soorten, ten zuiden van 62°00′ N.B. |
450 |
DK |
450 |
141 |
|
|
1, 2b (1) |
Visserij op sneeuwkrabben met korven |
20 |
EE |
1 |
Niet van toepassing |
|
ES |
1 |
||||
|
LV |
11 |
||||
|
LT |
4 |
||||
|
PL |
3 |
||||
|
(1)
De toewijzing van vangstmogelijkheden voor de Unie in de zone rond Svalbard laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Parijs van 1920 onverlet. |
|||||
DEEL B
MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN
|
Vlaggenstaat |
Visserij |
Aantal vismachtigingen |
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn |
|
Noorwegen |
Haring, ten noorden van 62°00′ N.B. |
Nog vast te stellen |
Nog vast te stellen |
|
Snappers (wateren van Frans-Guyana) |
45 |
45 |
|
|
(1)
Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de vismachtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden bekrachtigd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de werkelijke capaciteit van het verwerkingsbedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren bekrachtigde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Indien bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, geven de Franse autoriteiten kennis van deze weigering en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.
►M5
(2)
Visserijactiviteiten zijn toegestaan op jaarbasis. Een vissersvaartuig mag zijn visserijactiviteiten echter tot drie maanden na het verstrijken van zijn vismachtiging voortzetten op voorwaarde dat de marktdeelnemer: — de procedure tot vernieuwing van zijn vismachtiging op gang heeft gebracht; — heeft voldaan aan al zijn contractuele en informatie- en communicatieverplichtingen. Deze verlenging verstrijkt zodra het besluit van de Commissie tot afgifte van een nieuwe vismachtiging of de kennisgeving van weigering van de nieuwe vismachtiging aan dat vaartuig in werking is getreden. ◄ |
|||
BIJLAGE VI
ICCAT-VERDRAGSGEBIED ( 24 )
1. Maximaal aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen
|
Spanje |
60 |
|
Frankrijk |
55 |
|
Unie |
115 |
2. Maximaal aantal vaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen
|
Spanje |
364 |
|
Frankrijk |
1402 |
|
Italië |
30 |
|
Cyprus |
20 (1) |
|
Malta |
542 |
|
Unie |
684 |
|
(1)
Dit aantal kan toenemen indien een ringzegenvaartuig wordt vervangen door tien beugvisserijvaartuigen overeenkomstig punt 4, tabel A, van deze bijlage, zodra die tabel is vastgesteld. |
|
3. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden
|
Kroatië |
18 |
|
Italië |
12 |
|
Unie |
28 |
4. Maximaal aantal vissersvaartuigen van elke lidstaat dat blauwvintonijn mag bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee
Tabel A
|
|
Aantal vissersvaartuigen (1) |
|||||||
|
|
Cyprus (2) |
Griekenland (3) |
Kroatië |
Italië |
Frankrijk |
Spanje |
Malta (4) |
Portugal |
|
Ringzegenvaartuigen (5) |
1 |
0 |
18 |
21 |
22 |
6 |
2 |
0 |
|
Beugvisserijvaartuigen |
27 (6) |
0 |
0 |
40 |
23 |
44 |
63 |
0 |
|
Met de hengel vissende vaartuigen |
0 |
0 |
0 |
0 |
8 |
68 |
0 |
76 (7) |
|
Met de handlijn vissende vaartuigen |
0 |
0 |
12 |
0 |
47 (8) |
1 |
0 |
0 |
|
Trawlers |
0 |
0 |
0 |
0 |
57 |
0 |
0 |
0 |
|
Kleine vaartuigen |
0 |
39 |
0 |
0 |
140 |
650 |
117 |
0 |
|
Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (9) |
0 |
74 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
(1)
De in tabel A van punt 4 vermelde aantallen kunnen verder naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.
(2)
Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en maximaal drie beugvisserijvaartuigen.
(3)
Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en drie andere vaartuigen voor ambachtelijke visserij.
(4)
Eén middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen kan worden vervangen door maximaal tien vaartuigen voor de visserij met de beug.
(5)
Het individuele aantal ringzegenvaartuigen in tabel A in punt 4 is het resultaat van overdrachten tussen lidstaten en is niet te beschouwen als historische rechten voor de toekomst.
(6)
Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig.
(7)
Met de hengel vissende vaartuigen van de ultraperifere gebieden van de Azoren en Madeira.
(8)
Met de handlijn vissende vaartuigen die actief zijn in de Atlantische Oceaan.
(9)
Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn). |
||||||||
5. Maximaal aantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn ( 25 )
|
Lidstaat |
Aantal tonnara's (1) |
|
Spanje |
5 |
|
Italië |
6 |
|
Portugal |
2 |
|
(1)
Dit aantal kan naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan. |
|
6. Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee kan verdelen.
Tabel A
|
Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn |
||
|
|
Aantal bedrijven |
Capaciteit (in ton) |
|
Spanje |
10 |
11 852 |
|
Italië |
13 |
9 564 |
|
Griekenland |
2 |
2 100 |
|
Cyprus |
3 |
3 000 |
|
Kroatië |
7 |
7 880 |
|
Malta |
6 |
14 511 |
Tabel B (1)
|
Maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton) |
|
|
Spanje |
6 850 |
|
Italië |
1 739,5 |
|
Griekenland |
785 |
|
Cyprus |
2 195 |
|
Kroatië |
2 947 |
|
Malta |
10 260,5 |
|
Portugal |
350 |
|
(1)
De capaciteit van Portugal van 500 ton voor het kweken wordt gedekt door de onbenutte capaciteit van de Unie die is opgenomen in tabel A. |
|
7. Het maximale aantal onder de vlag van een lidstaat varende vissersvaartuigen die overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort mogen vissen, wordt als volgt over de lidstaten verdeeld:
|
Lidstaat |
Maximaal aantal vaartuigen |
|
Ierland |
50 |
|
Spanje |
730 |
|
Frankrijk |
151 |
|
Portugal |
310 |
8. Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 m dat in het Iccat-verdragsgebied op grootoogtonijn vist, bedraagt:
|
Lidstaat |
Maximaal aantal vaartuigen met ringzegens |
Maximaal aantal vaartuigen met beugen |
|
Spanje |
23 |
190 |
|
Frankrijk |
11 |
|
|
Portugal |
|
79 |
|
Unie |
34 |
269 |
BIJLAGE VII
CCAMLR-VERDRAGSGEBIED
De experimentele visserij op ijsheek in het CCAMLR-verdragsgebied in 2020/2021 wordt beperkt tot:
Tabel A
Gemachtigde lidstaten, deelgebieden en maximaal aantal vaartuigen
|
Lidstaat |
Gebied |
Maximaal aantal vaartuigen |
|
Spanje |
48,6 |
1 |
|
Spanje |
88,1 |
1 |
Tabel B
TAC's en bijvangstbeperkingen
De door de CCAMLR vastgestelde TAC's in onderstaande tabel worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij wegens uitputting van de TAC moet worden stopgezet.
|
Deelgebied |
Regio |
Seizoen |
SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1) |
Vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni) (in ton)/SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1) |
Vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni) (in ton)/geheel deelgebied |
Bijvangstbeperking (in ton)/SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1) |
||
|
Roggen (Rajiformes) |
Grenadiervissen (Macrourus spp.) (1) |
Andere soorten |
||||||
|
48.6 |
Gehele deelgebied |
1 december 2020 tot en met 30 november 2021 |
48.6_2 |
112 |
568 |
6 |
18 |
18 |
|
48.6_3 |
30 |
2 |
5 |
5 |
||||
|
48.6_4 |
163 |
8 |
26 |
26 |
||||
|
48.6_5 |
263 |
13 |
42 |
42 |
||||
|
88.1. |
Gehele deelgebied |
1 december 2020 tot en met 31 augustus 2021 |
A, B, C, G (2) |
597 |
3 140 (3) |
30 |
96 |
30 |
|
G, H, I, J, K (4) |
2 072 |
104 |
317 |
104 |
||||
|
Bijzondere onderzoekszone in het beschermd marien gebied in de Rosszee |
406 |
20 |
72 |
20 |
||||
|
(1)
In gebied 88.1: wanneer de vangst van Grenadiervissen (Macrourus spp.) door één vaartuig in een periode van 10 dagen (d.w.z. van dag 1 tot en met dag 10, van dag 11 tot en met dag 20, of van dag 21 tot en met de laatste dag van de maand) in een SSRU meer dan 1 500 kg per periode van 10 dagen en meer dan 16 % van de vangst van Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) door dat vaartuig in dat SSRU bedraagt, moet het vaartuig de visserij in dat SSRU staken.
(2)
Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten noorden van 70° Z.B.
(3)
De doelsoort is Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni). Alle vangsten van Antarctische diepzeeheek (Dissostichus eleginoides) worden meegeteld voor de totale vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni).
(4)
Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten zuiden van 70° Z.B. |
||||||||
Aanhangsel
DEEL A
Coördinaten van de onderzoeksonderdelen 48.6
Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_2
54°00' Z.B. 01°00' O.L.
55°00' Z.B. 01°00' O.L.
55°00' Z.B. 02°00' O.L.
55°30' Z.B. 02°00' O.L.
55°30' Z.B. 04°00' O.L.
56°30' Z.B. 04°00' O.L.
56°30' Z.B. 07°00' O.L.
56°00' Z.B. 07°00' O.L.
56°00' Z.B. 08°00' O.L.
54°00' Z.B. 08°00' O.L.
54°00' Z.B. 09°00' O.L.
53°00' Z.B. 09°00' O.L.
53°00' Z.B. 03°00' O.L.
53°30' Z.B. 03°00' O.L.
53°30' Z.B. 02°00' O.L.
54°00' Z.B. 02°00' O.L.
Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_3
64°30' Z.B. 01°00' O.L.
66°00' Z.B. 01°00' O.L.
66°00' Z.B. 04°00' O.L.
65°00' Z.B. 04°00' O.L.
65°00' Z.B. 07°00' O.L.
64°30' Z.B. 07°00' O.L.
Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_4
68°20' Z.B. 10°00' O.L.
68°20' Z.B. 13°00' O.L.
69°30' Z.B. 13°00' O.L.
69°30' Z.B. 10°00' O.L.
69°45' Z.B. 10°00' O.L.
69°45' Z.B. 06°00' O.L.
69°00' Z.B. 06°00' O.L.
69°00' Z.B. 10°00' O.L.
Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_5
71°00' Z.B. 15°00' W.L.
71°00' Z.B. 13°00' W.L.
70°30' Z.B. 13°00' W.L.
70°30' Z.B. 11°00' W.L.
70°30' Z.B. 10°00' W.L.
69°30' Z.B. 10°00' W.L.
69°30' Z.B. 09°00' W.L.
70°00' Z.B. 09°00' W.L.
70°00' Z.B. 08°00' W.L.
69°30' Z.B. 08°00' W.L.
69°30' Z.B. 07°00' W.L.
70°30' Z.B. 07°00' W.L.
70°30' Z.B. 10°00' W.L.
71°00' Z.B. 10°00' W.L.
71°00' Z.B. 11°00' W.L.
71°30' Z.B. 11°00' W.L.
71°30' Z.B. 15°00' W.L.
Lijst van SSRU's
|
Regio |
SSRU |
Grenslijn |
|
88,1 |
A |
Van 60° Z.B. 150° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 65° Z.B., pal west naar 150° O.L., pal noord naar 60° Z.B. |
|
B |
Van 60° Z.B. 170° O.L., pal oost naar 179° O.L., pal zuid naar 66° 40′ Z.B., pal west naar 170° O.L., pal noord naar 60° Z.B. |
|
|
C |
Van 60° Z.B. 179° O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 70° Z.B., pal west naar 178° W.L., pal noord naar 66°40′ Z.B., pal west naar 179° O.L., pal noord naar 60° Z.B. |
|
|
D |
Van 65° Z.B. 150° O.L., pal oost naar 160° O.L., pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° O.L., pal noord naar 65° Z.B. |
|
|
E |
Van 65° Z.B. 160° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 68° 30′ Z.B., pal west naar 160° O.L., pal noord naar 65° Z.B. |
|
|
F |
Van 68° 30′ Z.B. 160° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° O.L., pal noord naar 68° 30′ Z.B. |
|
|
G |
Van 66°40′ Z.B. 170° O.L., pal oost naar 178° W.L., pal zuid naar 70° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 70°50′ Z.B., pal west naar 170° O.L., pal noord naar 66°40′ Z.B. |
|
|
H |
Van 70°50′ Z.B. 170° O.L., pal oost naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 73° Z.B., pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° O.L., pal noord naar 70°50′ Z.B. |
|
|
I |
Van 70° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 73° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 70° Z.B. |
|
|
J |
Van 73° Z.B. aan de kust nabij 170° O.L., pal oost naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar 170° O.L., noordwaarts langs de kust tot 73° Z.B. |
|
|
K |
Van 73° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 76° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 73° Z.B. |
|
|
L |
Van 76° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 76° Z.B. |
|
|
M |
Van 73° Z.B. aan de kust nabij 169°30′ O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° Z.B. |
DEEL B
Kennisgeving van het voornemen om deel te nemen aan de visserij op antarctisch krill (euphausia superba)
Algemene informatie
Lid: …
Visseizoen: …
Naam van het vaartuig: …
Verwacht vangstniveau (ton): …
Dagelijkse verwerkingscapaciteit van het vaartuig (onverwerkt gewicht in ton): …
Deelgebieden en sectoren voor de voorgenomen visserij
Deze instandhoudingsmaatregel geldt voor kennisgevingen van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in de deelgebieden 48.1, 48.2, 48.3 en 48.4 en de sectoren 58.4.1 en 58.4.2. Van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in andere deelgebieden en sectoren moet kennis worden gegeven overeenkomstig CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 21-02 (2019).
|
Deelgebied/Sector |
Kruis de passende vakjes aan |
|
48.1 |
□ |
|
48.2 |
□ |
|
48.3 |
□ |
|
48.4 |
□ |
|
58.4.1 |
□ |
|
58.4.2 |
□ |
|
Vangsttechniek: |
Kruis de passende vakjes aan |
|
□Conventioneel sleepnet |
|
|
□Continu vissysteem |
|
|
□Pomptechniek om de kuil leeg te maken |
|
|
□Andere methode: gelieve te specificeren |
Productsoorten en methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill
|
Productsoort |
Methode die wordt gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, indien van toepassing (zie bijlage 21-03/B) (1) |
|
Heel – bevroren |
|
|
Gekookt |
|
|
Meel |
|
|
Olie |
|
|
Ander product (gelieve te specificeren) |
|
|
(1)
Geef een gedetailleerde beschrijving van de methode indien deze niet is vermeld in bijlage 21-03/B. |
|
Netconfiguratie
|
Netafmetingen |
Net 1 |
Net 2 |
Ander(e) net(ten) |
|||
|
Netopening (mond) |
|
|
|
|||
|
Maximale verticale opening (m) |
|
|
|
|||
|
Maximale horizontale opening (m) |
|
|
|
|||
|
Netomtrek aan de mond (1) (m) |
|
|
|
|||
|
Oppervlakte mond (m2) |
|
|
|
|||
|
Gemiddelde maaswijdte netpanelen (3) (mm) |
Buitenzijde (2) |
Binnenzijde (2) |
Buitenzijde (2) |
Binnenzijde (2) |
Buitenzijde (2) |
Binnenzijde (2) |
|
1e paneel |
|
|
|
|
|
|
|
2e paneel |
|
|
|
|
|
|
|
3e paneel |
|
|
|
|
|
|
|
… |
|
|
|
|
|
|
|
Eindpaneel (kuil) |
|
|
|
|
|
|
|
(1)
Naar verwachting in operationele omstandigheden.
(2)
Wijdte van buitenmazen, en van binnenmazen wanneer een binnennet wordt gebruikt.
(3)
Binnenmaat van gestrekte maas op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019). |
||||||
Netdiagram(men): …
Voor elk gebruikt net of voor elke wijziging in de netconfiguratie, zie het betrokken netdiagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM (Working Group on Ecosystem Monitoring and Management). De netdiagrammen moeten de volgende informatie bevatten:
lengte en breedte van elk paneel van het sleepnet (voldoende gedetailleerd om de berekening van de hoek van elk paneel met de waterstroom mogelijk te maken);
de maaswijdte (binnenmaat van de gestrekte maas, op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019)), vorm van de maas (bijvoorbeeld diamantvorm) en materiaal (bijvoorbeeld polypropyleen);
de constructie van de mazen (bijvoorbeeld geknoopt, gelast);
nadere gegevens over de linten (“streamers”) die in het sleepnet worden gebruikt (ontwerp, plaats op de panelen; vul “geen” in indien geen linten worden gebruikt); deze linten voorkomen dat Antarctisch krill de mazen verstopt of kan ontkomen.
Inrichting voor het weren van zeezoogdieren
Diagram(men) van de inrichting: …
Voor elk type inrichting dat wordt gebruikt of voor elke wijziging in de configuratie van de inrichting, zie het betrokken diagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM.
Verzamelen van akoestische gegevens
Verstrek informatie over de echolood- en sonartoestellen die door het vaartuig worden gebruikt.
|
Type (bijvoorbeeld echolood, sonar) |
|
|
|
|
Fabrikant |
|
|
|
|
Model |
|
|
|
|
Transducerfrequenties (kHz) |
|
|
|
Verzamelen van akoestische gegevens (gedetailleerde omschrijving):…
Beschrijf de maatregelen die zullen worden genomen voor het verzamelen van akoestische gegevens met het oog op het verstrekken van informatie over de verspreiding en de abundantie van het bestand van Antarctisch krill (Euphausia superba) en andere pelagische soorten, zoals die van de families Myctophidae en Salpidae (SC-CAMLR-XXX, punt 2.10).
RICHTSNOEREN VOOR DE RAMING VAN HET ONVERWERKTE GEWICHT AAN GEVANGEN ANTARCTISCH KRILL
|
Methode |
Formule (kg) |
Parameter |
|||
|
Beschrijving |
Soort |
Ramingsmethode |
Eenheid |
||
|
Volume opslagtank |
W*L*H*ρ*1 000 |
W = breedte van de tank |
Constante |
Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit |
m |
|
L = lengte van de tank |
Constante |
Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit |
m |
||
|
ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa |
Variabele |
Omzetting volume naar massa |
kg/l |
||
|
H = hoogte van Antarctisch krill in tank |
Specifiek voor de trek |
Directe waarneming |
m |
||
|
Doorstromingsmeter (1) |
V*Fkrill*ρ |
V = volume van Antarctisch krill en water samen |
Specifiek voor de trek (1) |
Directe waarneming |
liter |
|
Fkrill = fractie van Antarctisch krill in het monster |
Specifiek voor de trek (1) |
Volumecorrectie doorstromingsmeter |
|
||
|
ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa |
Variabele |
Omzetting volume naar massa |
kg/l |
||
|
Doorstromingsmeter (2) |
(V*ρ)–M |
V = volume krillpasta |
Specifiek voor de trek (1) |
Directe waarneming |
liter |
|
M = hoeveelheid aan het proces toegevoegd water, omgezet in massa |
Specifiek voor de trek (1) |
Directe waarneming |
kg |
||
|
ρ = dichtheid krillpasta |
Variabele |
Directe waarneming |
kg/l |
||
|
Bandweegschaal |
M*(1–F) |
M = massa van Antarctisch krill en water samen |
Specifiek voor de trek (2) |
Directe waarneming |
kg |
|
F = fractie van water in het monster |
Variabele |
Massacorrectie bandweegschaal |
|
||
|
Opvangbak |
(M–Mopvangbak)*N |
Mopvangbak = massa van lege opvangbak |
Constante |
Directe waarneming vóór het vissen |
kg |
|
M = gemiddelde massa van Antarctisch krill en opvangbak samen |
Variabele |
Directe waarneming, vóór het invriezen, uitgelekt |
kg |
||
|
N = aantal opvangbakken |
Specifiek voor de trek |
Directe waarneming |
|
||
|
Omzetting in meel |
Mmeel*MCF |
Mmeel = massa geproduceerd meel |
Specifiek voor de trek |
Directe waarneming |
kg |
|
MCF = meelomzettingsfactor |
Variabele |
Omzetting van meel naar volledig krill |
|
||
|
Volume van de kuil |
W*H*L*ρ*π/4*1 000 |
W = breedte van de kuil |
Constante |
Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit |
m |
|
H = hoogte van de kuil |
Constante |
Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit |
m |
||
|
ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa |
Variabele |
Omzetting volume naar massa |
kg/l |
||
|
L = lengte van de kuil |
Specifiek voor de trek |
Directe waarneming |
m |
||
|
Andere |
Gelieve te specificeren |
|
|
|
|
|
(1)
Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.
(2)
Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van twee uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem. |
|||||
Stappen van de waarneming en frequentie
|
Volume opslagtank |
|
|
Bij de aanvang van de visserij |
Meet de breedte en de lengte van de opslagtank (indien de tank niet rechthoekig is, kunnen extra metingen nodig zijn; nauwkeurigheid ± 0,05 m). |
|
Elke maand (1) |
Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen. |
|
Elke trek |
Meet de hoogte van het Antarctisch krill in de tank (indien het Antarctisch krill tussen de trekken in de tank wordt bewaard, meet dan het verschil in hoogte: nauwkeurigheid ± 0,1 m). |
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
Doorstromingsmeter (1) |
|
|
Voorafgaand aan de visserij |
Verifieer of de doorstromingsmeter volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet. |
|
Meer dan eens per maand (1) |
Maak een raming van de omzetting van volume naar massa (ρ) op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de doorstromingsmeter is genomen. |
|
Elke trek (2) |
Neem een monster uit de doorstromingsmeter en: |
|
— bepaal het volume (bijvoorbeeld 10 liter) van Antarctisch krill en water samen; |
|
|
— maak een raming van de volumecorrectie van de doorstromingsmeter op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill. |
|
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
Doorstromingsmeter (2) |
|
|
Voorafgaand aan de visserij |
Verifieer of beide doorstromingsmeters (één voor het krillproduct en één voor het toegevoegde water) geijkt zijn (dat wil zeggen dat beide dezelfde correcte aflezing geven). |
|
Elke week (1) |
Maak een raming van de dichtheid (ρ) van het krillproduct (gemalen krillpasta) door de massa te meten van een bekend volume krillproduct (bijvoorbeeld 10 liter) afkomstig van de desbetreffende doorstromingsmeter. |
|
Elke trek (2) |
Lees beide doorstromingsmeters af, en bereken het totale volume van het krillproduct (gemalen krillpasta) en van het toegevoegde water; de dichtheid van water wordt geacht 1 kg/l te zijn. |
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
Bandweegschaal |
|
|
Voorafgaand aan de visserij |
Verifieer of de bandweegschaal volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet. |
|
Elke trek (2) |
Neem een monster uit de bandweegschaal en: |
|
— bepaal de massa van Antarctisch krill en water samen, |
|
|
— maak een raming van de massacorrectie van de bandweegschaal op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill. |
|
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
Opvangbak |
|
|
Voorafgaand aan de visserij |
Bepaal de massa van de opvangbak (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet de massa van elk type worden bepaald; nauwkeurigheid ± 0,1 kg). |
|
Elke trek |
Bepaal de massa van Antarctisch krill en opvangbak samen (nauwkeurigheid ± 0,1 kg). |
|
Tel het aantal gebruikte opvangbakken (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet het aantal opvangbakken van elk type worden geteld). |
|
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
Omzetting in meel |
|
|
Elke maand (1) |
Maak een raming van de omzetting van meel naar volledig krill door 1 000 tot 5 000 kg aan (uitgelekt) volledig Antarctisch krill te verwerken. |
|
Elke trek |
Bepaal de massa geproduceerd meel. |
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
Volume van de kuil |
|
|
Bij de aanvang van de visserij |
Meet de breedte en de hoogte van de kuil (nauwkeurigheid ± 0,1 m). |
|
Elke maand (1) |
Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de kuil is genomen. |
|
Elke trek |
Meet de lengte van het gedeelte van de kuil dat Antarctisch krill bevat (nauwkeurigheid ± 0,1 m). |
|
Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule). |
|
|
(1)
Een nieuwe periode vangt aan wanneer het vaartuig zich naar een nieuw deelgebied of een nieuwe sector begeeft.
(2)
Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem. |
|
BIJLAGE VIII
IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED
1. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen
|
Lidstaat |
Maximaal aantal vaartuigen |
Capaciteit (brutotonnage) |
|
Spanje |
22 |
61 364 |
|
Frankrijk |
27 |
45 383 |
|
Portugal |
5 |
1 627 |
|
Italië |
1 |
2 137 |
|
Unie |
55 |
110 511 |
2. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis en witte tonijn mag vissen
|
Lidstaat |
Maximaal aantal vaartuigen |
Capaciteit (brutotonnage) |
|
Spanje |
27 |
11 590 |
|
Frankrijk |
41 (1) |
7 882 |
|
Portugal |
15 |
6 925 |
|
Unie |
83 |
26 397 |
|
(1)
In dit aantal zijn geen in Mayotte geregistreerde vaartuigen begrepen; het aantal kan in de toekomst worden verhoogd in overeenstemming met het vlootontwikkelingsplan van Mayotte. |
||
3. De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.
4. De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op tropische tonijn vissen.
BIJLAGE IX
WCPFC-VERDRAGSGEBIED
Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis mag vissen
|
Spanje |
14 |
|
Unie |
14 |
Maximaal aantal ringzegenvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op tropische tonijn mag vissen
|
Spanje |
4 |
|
Unie |
4 |
( 1 ) Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).
( 2 ) Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).
( 3 ) Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).
( 4 ) Gesloten bij Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).
( 5 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).
( 6 ) De Unie is tot die overeenkomst toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).
( 7 ) Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).
( 8 ) Gesloten bij Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).
( 9 ) De Unie is tot die overeenkomst toegetreden bij Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).
( 10 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1).
( 11 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).
( 12 ) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).
( 13 ) Alle types bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).
( 14 ) Alle types zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).
( 15 ) Alle typen bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).
( 16 ) Alle typen zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).
( 17 ) Alle beuglijnen en hengels (LHP, LHM, LLD, LL, LTL, LX en LLS).
( 18 ) Alle vaste kieuwnetten en vallen (GTR, GNS, GNC, FYK, FPN en FIX).
( 19 ) Vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX, PTB, SDN, SSC, SX, LL, LLS.
( 20 ) Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 973/2001 (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).
( 21 ) Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).
( 22 ) Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap (PB L 202 van 31.7.2008, blz. 1).
( 23 ) Richtlijn (EU) 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende de instelling van een Uniekader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad (PB L 157 van 20.6.2017, blz. 1).
( 24 ) De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.
( 25 ) De in punt 5 vermelde aantallen moeten worden aangepast in het licht van de visserijplannen die de lidstaten uiterlijk op 31 januari 2021 indienen met het oog op goedkeuring door Panel 2 van de Iccat.