02021R0092 — NL — 01.11.2021 — 003.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2021/92 VAN DE RAAD

van 28 januari 2021

tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn

(PB L 031 van 29.1.2021, blz. 31)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2021/406 VAN DE RAAD van 5 maart 2021

  L 81

1

9.3.2021

►M2

VERORDENING (EU) 2021/703 VAN DE RAAD van 26 april 2021

  L 146

1

29.4.2021

►M3

VERORDENING (EU) 2021/1069 VAN DE RAAD van 28 juni 2021

  L 230

5

30.6.2021

►M4

VERORDENING (EU) 2021/1239 VAN DE RAAD van 29 juli 2021

  L 276

1

31.7.2021

►M5

VERORDENING (EU) 2021/1888 VAN DE RAAD van 27 oktober 2021

  L 384

1

29.10.2021


Gerectificeerd bij:

 C1

Rectificatie, PB L 294, 17.8.2021, blz.  55 (2021/92)




▼B

VERORDENING (EU) 2021/92 VAN DE RAAD

van 28 januari 2021

tot vaststelling, voor 2021, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn



TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

1.  
Bij deze verordening worden de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie beschikbaar zijn.
2.  

De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:

a) 

de vangstbeperkingen voor 2021 en, waar zulks in deze verordening is bepaald, voor 2022;

b) 

de beperkingen van de visserijinspanning voor 2021, met uitzondering van de in bijlage II vermelde beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing zijn van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022;

c) 

de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.  

Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:

a) 

vissersvaartuigen van de Unie;

b) 

vaartuigen van derde landen in de wateren van de Unie.

2.  

Deze verordening is tevens van toepassing op:

a) 

de recreatievisserij indien daar in de desbetreffende bepalingen van deze verordening uitdrukkelijk naar wordt verwezen, en

b) 

op de commerciële visserij vanaf de kust.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Daarnaast wordt verstaan onder:

a) 

“vaartuig van een derde land”: een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;

b) 

“recreatievisserij”: niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de biologische rijkdommen van de zee worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden;

c) 

“internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;

d) 

“totaal toegestane vangst” (TAC):

i) 

in vormen van visserij die vallen onder de in artikel 15, leden 4 tot en met 7, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde vrijstelling van de aanlandingsverplichting: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;

ii) 

in de overige vormen van visserij: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;

e) 

“quotum”: een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;

f) 

“analytische evaluaties”: kwantitatieve evaluatie van trends in een bepaald bestand, op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van dat bestand, die blijkens wetenschappelijke toetsing van voldoende kwaliteit zijn om wetenschappelijke adviezen over opties voor toekomstige vangsten op te baseren;

g) 

“maaswijdte”: de maaswijdte van visnetten in de zin van artikel 6, punt 34, van Verordening (EU) 2019/1241;

h) 

“vissersvlootregister van de Unie”: het register dat door de Commissie is ingesteld overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

i) 

“visserijlogboek”: het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

j) 

“instrumentboei”: een boei die duidelijk is gemarkeerd met een uniek referentienummer waarmee de eigenaar kan worden geïdentificeerd en die is uitgerust met een satellietvolgsysteem om de positie ervan te monitoren;

k) 

“operationele boei”: een vooraf geactiveerde instrumentboei die is ingeschakeld en op een niet-verankerde visaantrekkende voorziening (fish aggregating device — FAD) of boomstam is uitgezet op zee, die posities of andere beschikbare informatie zoals echoloodpeilingen verstuurt.

Artikel 4

Visserijzones

Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

a) 

voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea – Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) gespecificeerde geografische gebieden;

b) 

voor het Skagerrak: het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;

c) 

voor het Kattegat: het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;

d) 

voor functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

— 
53°30' N.B. 15°00' W.L.,
— 
53°30' N.B. 11°00' W.L.,
— 
51°30' N.B. 11°00' W.L.,
— 
51°30' N.B. 13°00' W.L.,
— 
51°00' N.B. 13°00' W.L.,
— 
51°00' N.B. 15°00' W.L.;
e) 

voor functionele eenheid 25 van ICES-sector 8c: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

— 
43°00' N.B. 9°00' W.L.,
— 
43°00' N.B. 10°00' W.L.,
— 
43°30' N.B. 10°00' W.L.,
— 
43°30' N.B. 9°00' W.L.,
— 
44°00' N.B. 9°00' W.L.,
— 
44°00' N.B. 8°00' W.L.,
— 
43°30' N.B. 8°00' W.L.;
f) 

voor functionele eenheid 26 van ICES-sector 9a: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

— 
43°00' N.B. 8°00' W.L.,
— 
43°00' N.B. 10°00' W.L.,
— 
42°00' N.B. 10°00' W.L.,
— 
42°00' N.B. 8°00' W.L.;
g) 

voor functionele eenheid 27 van ICES-sector 9a: het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

— 
42°00' N.B. 8°00' W.L.,
— 
42°00' N.B. 10°00' W.L.,
— 
38°30' N.B. 10°00' W.L.,
— 
38°30' N.B. 9°00' W.L.,
— 
40°00' N.B. 9°00' W.L.,
— 
40°00' N.B. 8°00' W.L.;
h) 

voor functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a: het geografische gebied onder de jurisdictie van Spanje in de Golf van Cádiz en in de aangrenzende wateren van 9a;

i) 

voor functionele eenheid 31 van ICES-sector 8c: het geografische zeegebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:

— 
43°30' N.B. 6°00' W.L.,
— 
44°00' N.B. 6°00' W.L.,
— 
44°00' N.B. 2°00' W.L.,
— 
43°30' N.B. 2°00' W.L.;
j) 

voor de Golf van Cádiz: het geografische gebied van ICES-sector 9a ten oosten van 7° 23′ 48″ W.L.;

k) 

voor het CCAMLR-verdragsgebied: het geografische gebied als gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad ( 2 );

l) 

voor de Cecaf-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries – Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) gespecificeerde geografische gebieden;

m) 

voor het IATTC-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica ( 4 );

n) 

voor het ICCAT-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen ( 5 );

o) 

voor het IOTC-bevoegdheidsgebied: het geografische gebied als omschreven in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan ( 6 );

p) 

voor de NAFO-zones: de geografische gebieden als gespecificeerd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 );

q) 

voor het Seafo-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan ( 8 );

r) 

voor het SIOFA-overeenkomstgebied: het geografische gebied als omschreven in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan ( 9 );

s) 

voor het SPRFMO-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan ( 10 );

t) 

voor het WCPFC-verdragsgebied: het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan ( 11 );

u) 

voor de volle zee van de Beringzee: het geografische gebied van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijl van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zeeën van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;

v) 

voor het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC: het geografische gebied dat wordt begrensd door:

— 
lengtegraad 150° W.L.,
— 
lengtegraad 130° W.L.,
— 
breedtegraad 4° Z.B.,
— 
breedtegraad 50° Z.B.



TITEL II

VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN



HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 5

TAC's en toewijzingen

1.  
De TAC's voor Unievissersvaartuigen in de wateren van de Unie of bepaalde wateren buiten de Unie en de toewijzing van deze TAC's aan de lidstaten, alsmede eventuele voorwaarden die er functioneel verband mee houden, zijn vastgesteld in bijlage I.
2.  
Unievissersvaartuigen mogen, met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de voorschriften in artikel 22 van en bijlage V, deel A, bij deze verordening en in Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad ( 12 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserij-jurisdictie van de Faeröer, Groenland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.
3.  
Vissersvaartuigen van de Unie kunnen toestemming krijgen om, met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's, te vissen in de wateren die onder de visserij-jurisdictie van het Verenigd Koninkrijk vallen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 22 van deze verordening en Verordening (EU) 2017/2403 en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

Artikel 6

Door de lidstaten vast te stellen TAC's

1.  
Voor bepaalde visbestanden worden de TAC's door de betrokken lidstaat vastgesteld. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.
2.  

De door een lidstaat vast te stellen TAC's:

a) 

zijn consistent met de beginselen en voorschriften van het GVB, en met name met het beginsel van duurzame exploitatie van de bestanden, en

b) 

zijn zodanig gekozen dat:

i) 

indien er analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand met de hoogste waarschijnlijkheid overeenstemt met de MDO, of

ii) 

indien er geen of onvolledige analytische evaluaties beschikbaar zijn, de exploitatie van het bestand in lijn is met de voorzorgsbenadering voor het visserijbeheer.

3.  

Elke betrokken lidstaat verstrekt de Commissie uiterlijk op 15 maart 2021 de volgende gegevens:

a) 

de vastgestelde TAC's;

b) 

de door de lidstaat verzamelde en beoordeelde gegevens waarop de vastgestelde TAC's zijn gebaseerd;

c) 

nadere gegevens over hoe de vastgestelde TAC's aan lid 2 voldoen.

▼M4 —————

▼M2

Artikel 7 bis

Toepassing van vangstmogelijkheden in de Groenlandse wateren

Wanneer naar dit artikel wordt verwezen in een vangstmogelijkhedentabel in bijlage IB, zijn de vangstmogelijkheden in die tabel van toepassing vanaf de datum van voorlopige toepassing van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie, enerzijds, en de regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, tot en met 31 december 2021.

▼B

Artikel 8

Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

1.  

Vangsten waarvoor de aanlandingsverplichting van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 niet geldt, mogen slechts aan boord worden gehouden of worden aangeland mits:

a) 

de vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en dat quotum nog niet is opgebruikt, of

b) 

zij deel uitmaken van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota over de lidstaten is verdeeld, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.

2.  
De in artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde bestanden van niet-doelsoorten die zich binnen biologisch veilige grenzen bevinden, worden in bijlage I bij deze verordening vastgesteld met het oog op de in dat artikel vastgestelde afwijking van de verplichting om vangsten in mindering te brengen op de betrokken quota.

Artikel 9

Quotumruilmechanisme voor TAC's voor onvermijdelijke bijvangsten ten aanzien van de aanlandingsverplichting

1.  
Om rekening te houden met de invoering van de aanlandingsverplichting en om quota beschikbaar te stellen voor de lidstaten zonder quotum voor bepaalde bijvangsten, geldt het in de leden 2 tot en met 5 ingestelde quotumruilmechanisme voor de in bijlage IA vermelde TAC's.
2.  
6 % van elk quotum van de voorlopige TAC's voor kabeljauw in de Keltische Zee, kabeljauw in het gebied ten westen van Schotland, wijting in de Ierse Zee en schol in ICES-sectoren 7h, 7j en 7k, en 3 % van elk quotum van de voorlopige TAC voor wijting in het gebied ten westen van Schotland, die aan elke lidstaat zijn toegewezen, worden opgenomen in een quotumruilsysteem, dat opengesteld wordt op 1 januari 2021. De lidstaten zonder quota hebben exclusieve toegang tot het quotumruilsysteem tot en met ►M2  31 juli 2021 ◄ .
3.  
De hoeveelheden die uit het systeem worden gehaald, mogen niet worden geruild of overgedragen naar het volgende jaar. Na ►M2  31 juli 2021 ◄ worden ongebruikte hoeveelheden teruggegeven aan de lidstaten die in het begin aan het quotumruilsysteem hebben bijgedragen.
4.  
De quota die in ruil gegeven worden, komen bij voorkeur van een lijst met TAC's die iedere aan het systeem bijdragende lidstaat heeft vastgesteld, en die zijn opgenomen in het aanhangsel bij bijlage IA.
5.  
Er wordt, aan de hand van een marktkoers of een andere voor beide partijen aanvaardbare wisselkoers, voor gezorgd dat de in lid 4 bedoelde quota commercieel gelijkwaardig zijn. Bij ontstentenis van een alternatieve regeling wordt voor commerciële gelijkwaardigheid gezorgd op basis van de gemiddelde prijzen van de Unie van het voorgaande jaar, zoals bepaald door de Waarnemingspost voor de EU-markt voor visserij- en aquacultuurproducten.
6.  
Indien het voor de lidstaten niet mogelijk is om via het in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel beschreven quotumruilmechanisme hun onvermijdelijke bijvangsten in vergelijkbare mate te dekken, trachten de lidstaten het eens te worden over quota-uitwisselingen krachtens artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de geruilde quota commercieel gelijkwaardig zijn.

Artikel 10

Beperkingen van de visserij-inspanning in ICES-sector 7e

1.  
Voor de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde perioden zijn de technische aspecten van de rechten en verplichtingen in verband met bijlage II voor het beheer van het tongbestand in ICES-sector 7e vastgesteld in bijlage II.
2.  
De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen, aan een verzoekende lidstaat extra zeedagen toekennen bovenop de in bijlage II, punt 5, bedoelde zeedagen, gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in ICES-sector 7e aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van een verzoek van die lidstaat overeenkomstig die bijlage, punt 7.4. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
3.  
De Commissie kan, door middel van uitvoeringshandelingen, aan een verzoekende lidstaat maximaal drie extra dagen tussen 1 februari 2021 en 31 januari 2022 toekennen bovenop de in bijlage II, punt 5, bedoelde zeedagen, gedurende welke een vaartuig aanwezig mag zijn in ICES-sector 7e op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers als bedoeld die bijlage, punt 8.1. Een dergelijke toekenning geschiedt op basis van de door de lidstaat overeenkomstig bijlage II, punt 8.3, ingediende beschrijving en na raadpleging van het WTECV. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 11

Maatregelen inzake zeebaarsvisserij

1.  
Het is voor Unievissersvaartuigen en voor elke vorm van commerciële visserij vanaf de kust verboden om op zeebaars te vissen in ICES-sectoren 4b en 4c en in ICES-deelgebied 7. Het is tevens verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, te houden, over te laden, te verplaatsen of aan te landen.

▼M4

1 bis.  
Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op bijvangsten van zeebaars in de commerciële visserij vanaf de kust. Deze vrijstelling geldt voor historische aantallen strandnetten van vóór 2017. Commerciële visserij vanaf de kust mag niet op zeebaars gericht zijn en alleen onvermijdelijke bijvangsten van zeebaars mogen worden aangeland.

▼M2

2.  

In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen in januari 2021 en van 1 april tot en met 31 juli in ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h, vissen op zeebaars, en zeebaars die in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten is gevangen, houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:

▼B

a) 

bodemtrawls ( 13 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 520 kilogram per twee maanden en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen;

b) 

zegens ( 14 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 520 kilogram per twee maanden en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen.

▼M4 —————

▼M4

2 bis.  

In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen van 1 augustus tot en met 31 december in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h vissen op zeebaars, en de in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten gevangen zeebaars houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:

a) 

bodemtrawls ( 15 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 380 kilogram per maand en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen;

b) 

zegens ( 16 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 380 kilogram per maand en 5 % van het gewicht van de totale vangst mariene organismen aan boord die door dat vaartuig per visreis zijn gevangen.

2 ter.  
Niettegenstaande de leden 2 en 2 bis mogen de in de punten a) en b) van die leden bedoelde vangsten voor de periode van 1 juli tot en met 31 augustus niet meer bedragen van 760 kilogram.
2 quater.  

In afwijking van lid 1 mogen Unievissersvaartuigen in januari 2021 en van 1 april tot en met 31 december in de ICES-sectoren 4b, 4c, 7d, 7e, 7f en 7h vissen op zeebaars, en de in die gebieden met het volgende vistuig en binnen de volgende limieten gevangen zeebaars houden, overladen, verplaatsen of aanlanden:

a) 

haken en lijnen ( 17 ), maximaal 5,7 ton per vaartuig;

b) 

vaste kieuwnetten ( 18 ), voor onvermijdelijke bijvangsten van maximaal 1,4 ton per vaartuig.

De in de eerste alinea geformuleerde afwijkingen zijn van toepassing op Unievissersvaartuigen die vangsten van zeebaars hebben geregistreerd in de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 september 2016: in punt a) voor geregistreerde vangsten met haken en lijnen, en in punt b) voor geregistreerde vangsten met vaste kieuwnetten. Wanneer een Unievissersvaartuig wordt vervangen, kunnen de lidstaten toestaan dat de afwijking geldt voor een ander vissersvaartuig, op voorwaarde dat het aantal Unievissersvaartuigen waarvoor de afwijking geldt en de totale vangstcapaciteit ervan niet toenemen.

▼B

3.  
De vangstbeperkingen van lid 2 zijn niet overdraagbaar tussen vaartuigen en, indien een maandelijkse beperking van toepassing is, tussen maanden. Voor Unievissersvaartuigen die in één kalendermaand meer dan één vistuig gebruiken, geldt de laagste van de vangstbeperkingen die in lid 2 voor de betrokken vistuigen zijn vastgesteld.

De lidstaten melden uiterlijk 15 dagen na het einde van elke maand aan de Commissie hoeveel zeebaars per vistuigtype is gevangen.

4.  
Frankrijk en Spanje zorgen ervoor dat de visserijsterfte van zeebaars in ICES-sectoren 8a en 8b ten gevolge van hun commerciële en recreatievisserij niet hoger is dan de FMDO-puntwaarde die overeenkomt met een totale vangst van 3 108 ton, zoals voorgeschreven in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2019/472.
5.  

Bij recreatievisserij, inclusief vanaf de kust, in ICES-sectoren 4b, 4c, 6a en 7a tot en met 7k:

a) 

is, wat zeebaars betreft, ►M4  van 1 januari tot en met 28 februari en van 1 december tot en met 31 december 2021 ◄ alleen het vangen met hengel of handlijn en weer terugzetten toegestaan. Het is gedurende die periode verboden om zeebaars die in die gebieden is gevangen, te houden, te verplaatsen, over te laden of aan te landen;

b) 

mogen ►M4  van 1 maart tot en met 30 november ◄ maximaal twee zeebaarzen per visser per dag worden gevangen en gehouden; De minimummaat voor bijgehouden zeebaars bedraagt 42 cm.

Punt b) van de eerste alinea is niet van toepassing op vaste netten, aangezien gedurende de in dat punt genoemde periode geen zeebaars in vaste netten mag worden gevangen of gehouden.

6.  
Bij recreatievisserij in ICES-sectoren 8a en 8b, inclusief vanaf de kust, mogen per dag maximaal twee zeebaarzen per visser worden gevangen en gehouden. Dit lid is niet van toepassing op vaste netten, die niet mogen worden gebruikt om zeebaars te vangen of bij te houden.
7.  
De leden 5 en 6 laten strengere nationale maatregelen inzake recreatievisserij onverlet.

Artikel 12

Maatregelen inzake Europese-aalvisserij in wateren van de Unie van het ICES-gebied

Gerichte, incidentele en recreatievisserij op Europese aal is verboden in wateren van de Unie van het ICES-gebied en in brakke wateren zoals estuaria, kustlagunes en overgangswateren, gedurende een periode van drie opeenvolgende maanden, die elke betrokken lidstaat zelf moet bepalen en die tussen 1 augustus 2021 en 28 februari 2022 moet vallen. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 juni 2021 van de door hen bepaalde periode in kennis.

Artikel 13

Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

1.  

De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening over de lidstaten verdeeld zonder afbreuk te doen aan:

a) 

de uitwisseling van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

b) 

kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

c) 

nieuwe toewijzingen op grond van de artikelen 12 en 47 van Verordening (EU) 2017/2403 van de Raad;

d) 

het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

e) 

de overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingehouden hoeveelheden;

f) 

verlagingen en verminderingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

g) 

overdrachten en uitwisselingen van quota op grond van artikel 23 van deze verordening.

2.  
Bestanden waarvoor voorzorgs-TAC's of analytische TAC's zijn vastgesteld, zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening met het oog op het meerjarenbeheer van de TAC's en quota als bedoeld in Verordening (EG) nr. 847/96.
3.  
Tenzij anders vermeld in bijlage I bij deze verordening, is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor een voorzorgs-TAC is vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor een analytische TAC is vastgesteld.
4.  
De artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 zijn niet van toepassing wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de jaarflexibiliteit als vastgesteld in artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

▼M2

Artikel 14

Gesloten visseizoenen voor zandspieringen

De commerciële visserij op zandspieringen met bodemtrawls, zegens of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2021 en van 1 augustus tot en met 31 december 2021.

▼B

Artikel 15

Technische maatregelen voor kabeljauw en wijting in de Keltische Zee

1.  

De volgende maatregelen zijn van toepassing op ►M4  vaartuigen van de unie met bodemtrawls en zegens in wateren van de Unie van ICES-sector 7g ◄ , het deel van ICES-sector 7h ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en het deel van ICES-sector 7j ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en ten oosten van lengtegraad 11° westerlengte:

a) 

Vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens gebruiken vistuig met de volgende maaswijdten:

i) 

maaswijdte in de kuil van 110 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 120 mm;

ii) 

T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm;

iii) 

maaswijdte in de kuil van 120 mm;

iv) 

maaswijdte van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 160 mm;

b) 

Naast de in punt a) bedoelde maatregelen, gebruiken vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten gemeten vóór de teruggooi ten minste voor 20 % uit schelvis bestaan, het volgende:

i) 

vistuig met ten minste een meter afstand tussen de vislijn en grondpees, of

ii) 

een middel dat volgens een evaluatie van de ICES of het WTECV minstens even selectief is gebleken bij het vermijden van kabeljauw, en is goedgekeurd door de Commissie.

2.  
De lidstaten kunnen vaartuigen die vissen met bodemtrawls waarvan de vangsten, gemeten vóór de teruggooi, voor minder dan 1,5 % uit kabeljauw bestaan, vrijstellen van de toepassing van lid 1, onder b), op voorwaarde dat vanaf 1 juli 2021 de waarnemersdekking op zee geleidelijk toeneemt tot ten minste 20 % van al hun visreizen.
3.  
Vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens mogen niet vissen in de ICES-sectoren 7f tot en met 7k en in het gebied ten westen van 5°W.L. in ICES-sector 7e, tenzij zij vissen met een maaswijdte in de kuil van minstens 100 mm. De voorgeschreven minimale maaswijdte in de kuil is echter niet van toepassing op vaartuigen waarvan de bijvangst van kabeljauw volgens de evaluatie van het WTECV niet hoger is dan 1,5 %, wanneer zij buiten de in lid 1 bedoelde gebieden vissen.
4.  
De in lid 3 bedoelde maatregelen zijn met ingang van 1 juni 2021 van toepassing op vaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls en zegens in de ICES-sectoren 7b en 7c. Vaartuigen van de Unie die in die gebieden vissen, mogen ook ander vistuig gebruiken dat volgens de evaluatie van het WTECV in gemengde demersale visserijvormen selectiviteitsmaatregelen oplevert die identiek zijn aan of beter dan die met een minimummaaswijdte van ten minste 100 mm voor de kuil, en dat is goedgekeurd door de Commissie.
5.  

In afwijking van lid 1, in ICES-sectoren 7f, 7g, het deel van ICES-sector 7h ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en het deel van ICES-sector 7j ten noorden van 49° 30' noorderbreedte en ten oosten van 11° westerlengte:

a) 

vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustines bestaan, gebruiken een van de volgende vistuigopties:

i) 

een paneel met vierkante mazen van 300 mm. Vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen echter een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;

ii) 

een Seltra-paneel;

iii) 

een sorteerrooster met een maximumafstand van 35 mm tussen de staven als vermeld in deel B van bijlage VI bij Verordening (EU) 2019/1241 of een gelijkwaardige selectiviteitsvoorziening;

iv) 

maaswijdte in de kuil van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 100 mm;

v) 

een dubbele kuil waarbij de bovenste kuil uit T90-mazen van ten minste 90 mm bestaat en uitgerust is met een scheidingspaneel met een maximale maaswijdte van 300 mm;

b) 

vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten voor meer dan 55 % uit wijting bestaan of voor meer dan 55 % uit een combinatie van zeeduivel, heek en schartong, gebruiken een van de volgende vistuigopties:

i) 

maaswijdte in de kuil van 100 mm, met netpaneel met vierkante mazen van 100 mm;

ii) 

T-90-kuil met maaswijdte van 100 mm.

6.  
Overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241, worden de vangstpercentages berekend als het aandeel, per levend gewicht, van de totale hoeveelheid biologische rijkdommen van de zee die na elke visreis wordt aangeland.

Artikel 16

Technische maatregelen in de Ierse Zee

De volgende maatregelen zijn van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens in ICES-sector 7a (Ierse Zee):

a) 

vaartuigen die vissen met bodemtrawls of zegens met een maaswijdte in de kuil gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm en waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, gebruiken een van de volgende vistuigopties:

i) 

een paneel met vierkante mazen van 300 mm. Vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter mogen echter een paneel met vierkante mazen van 200 mm gebruiken;

ii) 

een Seltra-paneel;

iii) 

een sorteerrooster met een afstand tussen de staven van 35 mm;

iv) 

een Netgrid van het CEFAS (Centre for Environment, Fisheries and Aquaculture Science);

v) 

een flipflaptrawl;

b) 

vaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen meer dan 10 % uitmaken, gebruiken een kuil met een maaswijdte van 120 mm;

c) 

vaartuigen met een lengte over alles van 12 meter of meer die vissen met bodemtrawls of zegens waarvan de vangsten van schelvis, kabeljauw en roggen samen minder dan 10 % uitmaken, passen een maaswijdte in de kuil van 100 mm met een paneel met vierkante mazen van 100 mm toe.

Het eerste lid, onder c), is niet van toepassing op vaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine of voor meer dan 85 % uit wijde mantel (Aequipecten opercularis) bestaan.

Artikel 17

Technische maatregelen in het gebied ten westen van Schotland

De volgende maatregelen zijn van toepassing op vissersvaartuigen van de Unie die vissen met bodemtrawls of zegens in de ICES-sectoren 6a en 5b, in de wateren van de Unie, ten oosten van 12°WL (ten westen van Schotland) op langoustines (Nephrops norvegicus):

a) 

de vaartuigen gebruiken een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 300 mm voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte in de kuil van minder dan 100 mm. Voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 m of met een motorvermogen van 200 kW of minder mag de lengte van het paneel in totaal echter 2 m en de maaswijdte in het paneel 200 mm bedragen;

b) 

vaartuigen waarvan de vangsten voor meer dan 30 % uit langoustine bestaan, gebruiken voor vaartuigen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte van 100-119 mm een paneel met vierkante mazen (ongewijzigde positionering) van ten minste 160 mm.

Artikel 18

Herstelmaatregelen voor kabeljauw in de Noordzee

1.  
De voor visserij, met uitzondering van de visserij met pelagisch vistuig (ringzegens en trawls) gesloten gebieden, en de perioden tijdens welke de sluitingen van toepassing zijn, zijn vermeld in bijlage IV.
2.  
Vaartuigen die met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van ten minste 70 mm in ICES-sectoren 4a en 4b of ten minste 90 mm in ICES-sector 3a vissen, en beuglijnen ( 19 ), mogen niet vissen in de Uniewateren van ICES-sector 4a, ten noorden van 58° 30' 00" N.B. en ten zuiden van 61° 30' 00" N.B. en in de Uniewateren van ICES-sectoren 3a.20 (Skagerrak), 4a en 4b, ten noorden van 57° 00' 00" N.B. en ten oosten van 5 00' 00" O.L.
3.  

In afwijking van lid 2 mogen de in lid 2 bedoelde vissersvaartuigen in dat lid bedoelde gebieden vissen mits zij aan ten minste een van de volgende criteria voldoen:

a) 

het percentage kabeljauwvangsten bedraagt niet meer dan 5 % van de totale vangsten per visreis; vaartuigen waarvan de kabeljauwvangsten in de periode 2017-2019 niet meer dan 5 % van hun totale vangsten hebben overschreden, worden geacht aan dit criterium te voldoen, mits zij hetzelfde vistuig blijven gebruiken als in die periode. Dit vermoeden kan worden weerlegd;

b) 

er wordt gebruikgemaakt van een gereguleerde en zeer selectieve bodemtrawl of zegen, hetgeen volgens een wetenschappelijke studie resulteert in een vermindering van de kabeljauwvangsten met ten minste 30 % in vergelijking met vaartuigen die vissen met gesleept vistuig waarvan de maaswijdte overeenkomt met de in bijlage V, deel B, punt 1.1, van Verordening (EU) 2019/1241 bepaalde basisnormen. Dergelijke studies kunnen door het WTECV worden geëvalueerd. Bij een negatieve evaluatie door het WTECV wordt dit vistuig niet meer aangemerkt als geldig voor gebruik in de in lid 2 van dit artikel bedoelde gebieden;

c) 

bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 100 mm en groter (TR1), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:

i) 

belly trawls met een maaswijdte van de buik van ten minste 600 mm;

ii) 

horizontale vislijn (0,6 m);

iii) 

horizontale zeeflap met een wijdmazig ontsnappingspaneel;

d) 

bij vaartuigen die werken met bodemtrawls en zegens met een maaswijdte van 70 mm en groter in ICES-sector 4a en 90 mm in ICES-sector 3a en minder dan 100 mm (TR2), wordt het volgende zeer selectieve vistuig gebruikt:

i) 

horizontaal sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;

ii) 

Seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;

iii) 

sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;

e) 

op de vaartuigen is een nationaal kabeljauwvermijdingsplan van toepassing om kabeljauwvangsten in stand te houden in lijn met de visserijsterfte die overeenkomt met de op wetenschappelijk advies gebaseerde vangstmogelijkheden door middel van ruimtelijke of technische maatregelen, of een combinatie daarvan. Dergelijke plannen worden uiterlijk twee maanden na de invoering ervan beoordeeld, in het geval van de lidstaten door het WTECV en in het geval van een derde land door de betrokken nationale wetenschappelijke instantie van dat derde land, en waar nodig herzien indien het doel van het nationaal kabeljauwvermijdingsplan volgens die beoordelingen niet wordt gehaald.

4.  
De lidstaten intensiveren de monitoring, de controle en het toezicht ten aanzien van de in lid 2 bedoelde vaartuigen, teneinde de naleving van de voorwaarden van lid 3, onder a) tot en met e), te controleren.
5.  
De in dit artikel bedoelde maatregelen zijn niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de voorwaarden van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241.

Artikel 19

Herstelmaatregelen voor kabeljauw in het Kattegat

1.  

Unievaartuigen die in het Kattegat met bodemtrawls (vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX en PTB) met een minimummaaswijdte van 70 mm vissen, gebruiken een van de volgende soorten selectief vistuig:

a) 

een sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 35 mm tussen de staven, met een vrije uitlaat voor de vis;

b) 

een sorteerrooster met een afstand van ten hoogste 50 mm tussen de staven voor het scheiden van platvis en rondvis, met een vrije uitlaat voor rondvis;

c) 

een Seltra-paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 300 mm;

d) 

een gereglementeerd zeer selectief vistuig dat technische kenmerken heeft die er, volgens een door het WTECV geëvalueerde wetenschappelijke studie, voor zorgen dat minder dan 1,5 % van de vangsten uit kabeljauw bestaat, indien dit het enige vistuig aan boord is.

2.  
Als die vaartuigen van de Unie aan een project van een betrokken lidstaat deelnemen en over functionerende apparatuur voor volledig gedocumenteerde visserij beschikken, mogen zij gebruikmaken van vistuig overeenkomstig deel B van bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1241. De betrokken lidstaten delen de Commissie de lijst van die vaartuigen mee.
3.  
De in dit artikel bedoelde maatregelen zijn niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek worden verricht, mits dat onderzoek wordt uitgevoerd met volledige inachtneming van de voorwaarden van artikel 25 van Verordening (EU) 2019/1241.

Artikel 20

Verboden soorten

1.  

Het is vissersvaartuigen van de Unie verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

a) 

sterrog (Raja radiata) in wateren van de Unie van ICES-sectoren 2a, 3a en 7d en ICES-deelgebied 4;

b) 

roodbaars (Beryx splendens) in NAFO-deelgebied 6;

c) 

schubzwelghaai (Centrophorus squamosus) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

d) 

Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

e) 

zwarte haai (Dalatias licha) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

f) 

spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in de wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

g) 

vleet-soortencomplex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10;

h) 

grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) in de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1 en 14;

i) 

ruwe haai (Galeorhinus galeus), wanneer wordt gevist met de beug in de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebied 4 en in wateren van de Unie en internationale wateren van ICES-deelgebieden 1, 5, 6, 7, 8, 12 en 14;

j) 

haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren;

k) 

stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

l) 

golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 6 en 10;

m) 

walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;

n) 

gewone gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee;

o) 

doornhaai (Squalus acanthias) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, met uitzondering van de in bijlage IA vastgestelde vermijdingsprogramma's.

2.  
Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Artikel 21

Toezending van gegevens

Wanneer de lidstaten op grond van de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis en de visserijinspanning aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij deze verordening vermelde bestandscodes.



HOOFDSTUK II

Vismachtigingen in wateren van derde landen

Artikel 22

Vismachtigingen

1.  
Het maximale aantal vismachtigingen voor vissersvaartuigen van de Unie in wateren van derde landen, indien van toepassing, is vastgesteld in bijlage V, deel A.
2.  
Indien een lidstaat quota in de in bijlage V, deel A, bij deze verordening genoemde visserijzones overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 aan een andere lidstaat overdraagt (ruil of “swap”), worden daarbij ook de overeenkomstige vismachtigingen overgedragen en wordt de Commissie hiervan in kennis gesteld. Het in bijlage V, deel A, bij deze verordening vastgestelde totale aantal vismachtigingen per visserijzone wordt echter niet overschreden.



HOOFDSTUK III

Vangstmogelijkheden in wateren van regionale organisaties voor visserijbeheer



Afdeling 1

Algemene bepalingen

Artikel 23

Overdrachten en uitwisselingen van quota

1.  
Wanneer volgens de voorschriften van een regionale organisatie voor visserijbeheer (“ROVB”) overdrachten en uitwisselingen van quota tussen de verdragsluitende partijen bij een ROVB zijn toegestaan, kan een lidstaat (“de betrokken lidstaat”) met een verdragsluitende partij bij de ROVB besprekingen beginnen en, in voorkomend geval, aangeven volgens welke lijnen een geplande overdracht of uitwisseling van quota kan plaatsvinden.
2.  
De betrokken lidstaat brengt de mogelijke contouren van een geplande overdracht of uitwisseling van quota die hij met de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB heeft besproken, ter kennis van de Commissie, die daaraan haar goedkeuring kan hechten. Vervolgens maakt de Commissie aan de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door de overdracht of uitwisseling van quota. De Commissie brengt daarna de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota ter kennis van het secretariaat van de ROVB overeenkomstig de voorschriften van die organisatie.
3.  
De Commissie brengt de lidstaten op de hoogte van de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota.
4.  
De vangstmogelijkheden die in het kader van de overdracht of uitwisseling van quota worden ontvangen van of overgedragen aan de betreffende verdragsluitende partij bij de ROVB, worden beschouwd als quota die aan de betrokken lidstaat worden toegewezen dan wel in mindering worden gebracht op de toewijzing van de betreffende lidstaat, vanaf het tijdstip dat de overdracht of uitwisseling van quota in werking treedt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst die met de betrokken verdragsluitende partij bij de ROVB is gesloten, of, in voorkomend geval, overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ROVB. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten wijzigt een dergelijke toewijzing de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten niet.
5.  
Dit artikel is van toepassing tot en met 31 januari 2022 voor overdrachten van quota van een verdragsluitende partij bij een ROVB naar de Unie en de daaropvolgende toewijzing ervan aan de lidstaten.



Afdeling 2

NEAFC-verdragsgebied

Artikel 24

Sluitingen voor roodbaars in de Irminger Zee

Alle visserijactiviteiten zijn verboden in het gebied dat wordt begrensd door de volgende coördinaten gemeten volgens het WGS84-systeem:



Breedtegraad

Lengtegraad

63 00'

-30 00'

61°30'

-27°35'

60°45'

-28°45'

62 00'

-31°35'

63 00'

-30 00'



Afdeling 3

ICCAT-verdragsgebied

Artikel 25

Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit

1.  
Het aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 1.
2.  
Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 2.
3.  
Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 3.
4.  
Het aantal vissersvaartuigen dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee op blauwvintonijn mag vissen, deze aan boord mag houden en mag overladen, vervoeren of aanlanden, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 4.
5.  
Het aantal tonnara's dat wordt gebruikt voor de visserij op blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 5.
6.  
De totale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn en de maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die wordt toegewezen aan kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee, worden beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 6.
7.  
Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort mag vissen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad ( 20 ), wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 7, bij deze verordening.
8.  
Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 meter die vissen op grootoogtonijn in het ICCAT-verdragsgebied, wordt beperkt overeenkomstig bijlage VI, punt 8.

Artikel 26

Recreatievisserij

In voorkomend geval kennen de lidstaten een specifiek aandeel van de hun in bijlage ID toegekende quota toe aan de recreatievisserij.

Artikel 27

Haaien

1.  
In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus).
2.  
Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.
3.  
In visserij in het ICCAT-verdragsgebied geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo).
4.  
In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).
5.  
In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden van zijdehaaien (Carcharhinus falciformis).



Afdeling 4

CCAMLR-verdragsgebied

Artikel 28

Kennisgevingen inzake experimentele visserij op Antarctische ijsheek

De lidstaten mogen in 2021 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die voornemens zijn om aan die experimentele visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat uiterlijk op 1 juni 2021 daarvan in kennis overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004.

Artikel 29

Beperkingen van de experimentele visserij op Antarctische ijsheek

1.  
De visserij op Antarctische ijsheek tijdens het visseizoen 2020-2021 is beperkt tot de in bijlage VII, tabel A, vermelde lidstaten, deelgebieden en aantal vaartuigen, voor de in tabel B van die bijlage vastgestelde soorten, TAC's en bijvangstbeperkingen.
2.  
Gerichte visserij op haaiensoorten voor andere doeleinden dan wetenschappelijk onderzoek is verboden. Bijvangsten van haaien, met name jonge exemplaren en drachtige vrouwtjes, die incidenteel zijn gevangen in de visserij op Antarctische ijsheek, worden levend vrijgelaten.
3.  
Indien van toepassing wordt de visserij in een klein onderzoeksvak (Small Scale Research Unit – SSRU) stopgezet zodra de gemelde vangsten de geldende TAC hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het seizoen voor de visserij wordt gesloten.
4.  
De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zo veel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om overconcentratie van vangst- en visserij-inspanning te voorkomen. Visserijactiviteiten in FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a, voor zover toegestaan overeenkomstig artikel 28, zijn echter verboden op diepten van minder dan 550 meter.

Artikel 30

Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2020-2021

1.  
Lidstaten die voornemens zijn om in het visseizoen 2020-2021 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) te vissen, stellen de Commissie uiterlijk op 1 mei 2021 daarvan in kennis aan de hand van het in deel B van het aanhangsel van bijlage VII vastgestelde formulier. Op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie legt de Commissie deze kennisgevingen uiterlijk op 30 mei 2021 aan het CCAMLR-secretariaat voor.
2.  
De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving omvat de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie voor elk vaartuig dat van de lidstaat toestemming krijgt om aan de visserij op Antarctisch krill deel te nemen.
3.  
Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, geeft uitsluitend kennis van dit voornemen voor gemachtigde vaartuigen die ten tijde van de kennisgeving zijn vlag voeren of die de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren, maar naar verwachting ten tijde van de genoemde visserijactiviteit de vlag van de eerstbedoelde lidstaat zullen voeren.
4.  

De lidstaten mogen toestaan dat andere vaartuigen dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 aan het secretariaat van de CCAMLR gemelde vaartuigen deelnemen aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die vorm van visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte en verstrekken daarbij:

a) 

alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;

b) 

een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

5.  
De lidstaten staan niet toe dat een vaartuig dat is geplaatst op een door de CCAMLR vastgestelde lijst van vissersvaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), aan de visserij op Antarctisch krill deelneemt.



Afdeling 5

IOTC-bevoegdheidsgebied

Artikel 31

Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-bevoegdheidsgebied vissen

1.  
Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, zijn vastgesteld in bijlage VIII, punt 1.
2.  
Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) mag vissen, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, zijn vastgesteld in bijlage VIII, punt 2.
3.  
De lidstaten kunnen vaartuigen die zijn toegewezen aan een van de twee in de leden 1 en 2 bedoelde vormen van visserij, toewijzen aan de andere vorm, mits zij de Commissie kunnen aantonen dat deze wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de betrokken visbestanden leidt.
4.  
De lidstaten zorgen er bij een voorgestelde overdracht van capaciteit naar hun vloot voor dat de over te dragen vaartuigen voorkomen in het register van gemachtigde vaartuigen van de IOTC of in het register van andere ROVB’s voor tonijn. Voorts mogen vaartuigen die zijn geplaatst op de door een ROVB vastgestelde lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten, niet worden overgedragen.
5.  
De lidstaten mogen hun vangstcapaciteit slechts tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima verhogen als zij binnen de grenzen blijven die bepaald zijn in de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen.

Artikel 32

Niet-verankerde FAD's en bevoorradingsvaartuigen

1.  
Niet-verankerde FAD's worden uitgerust met instrumentboeien. Het gebruik van andere boeien, zoals radioboeien, is verboden.
2.  
Een ringzegenvaartuig mag op geen enkel moment meer dan 300 operationele boeien volgen.
3.  
Het maximale aantal instrumentboeien dat jaarlijks voor elk ringzegenvaartuig mag worden verworven is 500. Geen enkel ringzegenvaartuig beschikt op enig moment over meer dan 500 instrumentboeien (boeien in voorraad en operationele boeien).
4.  
Het maximale aantal bevoorradingsvaartuigen bedraagt twee bevoorradingsvaartuigen ter ondersteuning van niet minder dan vijf ringzegenvaartuigen, die alle de vlag van een lidstaat voeren. Deze bepaling is niet van toepassing op lidstaten met slechts één bevoorradingsvaartuig.
5.  
Eén ringzegenvaartuig wordt op geen enkel moment ondersteund door meer dan één bevoorradingsvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert.
6.  
De Unie registreert geen nieuwe of aanvullende bevoorradingsvaartuigen in het IOTC-register van gemachtigde vaartuigen.

Artikel 33

Haaien

1.  
In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van alle voshaaisoorten van de familie Alopiidae.
2.  
In elke vorm van visserij geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen of volledige karkassen van oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus), behalve voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 24 m die uitsluitend betrokken zijn bij visserijactiviteiten in de exclusieve economische zone (EEZ) van de lidstaat waarvan ze de vlag voeren, mits hun vangst uitsluitend voor plaatselijk verbruik is bestemd.
3.  
Incidenteel gevangen vissen van de in de leden 1 en 2 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Artikel 34

Roggen van het geslacht Mobula

1.  
Het is voor Unievissersvaartuigen verboden te vissen op roggen van het geslacht Mobula (familie Mobulidae, waartoe de geslachten Manta en Mobula behoren) en delen of volledige karkassen van roggen van het geslacht Mobula aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen, behalve voor vissersvaartuigen voor zelfvoorzieningsvisserij (waarbij de gevangen vis rechtstreeks door de families van de vissers wordt geconsumeerd).

In afwijking van de eerste alinea mogen roggen van het geslacht Mobula die onopzettelijk worden gevangen in het kader van ambachtelijke visserij (andere visserij dan met de beug of op het oppervlak, d.w.z. vaartuigen met ringzegens, hengels, kieuwnetten, handlijn of sleeplijn, die zijn ingeschreven in het IOTC-register van gemachtigde vaartuigen), alleen worden aangeland voor lokale consumptie.

2.  
Zodra vissersvaartuigen, met uitzondering van die voor zelfvoorzieningsvisserij, roggen van het geslacht Mobula waarnemen in het net, aan de haak of op het dek, zetten zij die, waar mogelijk, onmiddellijk levend en ongedeerd terug, en dit op zodanige wijze dat de gevangen exemplaren zo min mogelijk worden gedeerd.



Afdeling 6

SPRFMO-verdragsgebied

Artikel 35

Pelagische visserij

1.  
Alleen lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IH vastgestelde TAC's.
2.  
De in lid 1 bedoelde lidstaten beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2021 op pelagische bestanden vissen, tot de totale brutotonnage van de Unie van 78 600 in dat gebied.
3.  
De in bijlage IH vastgestelde vangstmogelijkheden mogen slechts worden benut op voorwaarde dat de lidstaten de Commissie de lijst sturen van vaartuigen die in het SPRFMO-verdragsgebied actief vissen of bij overlading zijn betrokken, alsmede gegevens van volgsystemen voor vissersvaartuigen, maandelijkse vangstaangiften en, indien voorhanden, gegevens over aanloophavens, uiterlijk op de vijfde dag van de maand na die waarop de gegevens betrekking hebben, met het doel die informatie aan het SPRFMO-secretariaat toe te zenden.

Artikel 36

Bodemvisserij

1.  
De lidstaten beperken hun bodemvisserijvangst of -inspanning in het SPRFMO-verdragsgebied in 2021 tot de delen van dat verdragsgebied waar in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 aan bodemvisserij is gedaan, maximaal tot de jaarlijkse gemiddelde vangsten of inspanningsparameters in die periode. Zij mogen alleen meer dan de in het kader van de geregistreerde activiteit gevangen hoeveelheid vissen als hun plan om meer dan de in het kader van de geregistreerde activiteit gevangen hoeveelheid te vissen wordt goedgekeurd door de SPRFMO.
2.  
Lidstaten zonder geregistreerde activiteit in het kader van de bodemvisserijvangst of -inspanning in het SPRFMO-verdragsgebied in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 mogen niet vissen, tenzij de SPRFMO hun plan om zonder geregistreerde activiteit te vissen goedkeurt.

Artikel 37

Experimentele visserij

1.  
De lidstaten mogen in 2021 alleen deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) in het SPRFMO-verdragsgebied indien de SPRFMO haar goedkeuring heeft gehecht aan hun aanvraag voor deze vorm van visserij, die onder meer een visserijoperatieplan bevat en de toezegging om een gegevensverzamelingsplan uit te voeren.
2.  
De visserijactiviteiten vinden uitsluitend plaats binnen de door de SPRFMO gespecificeerde onderzoeksonderdelen. Visserijactiviteiten zijn verboden op diepten van minder dan 750 en meer dan 2 000 meter.
3.  
De TAC is vastgesteld in bijlage IH. De visserijactiviteiten worden beperkt tot één reis met een maximumduur van 21 opeenvolgende dagen en tot ten hoogste 5 000 haken per beuglijn, met een maximum van 20 beuglijnen per onderzoeksonderdeel. De visserijactiviteiten worden stopgezet wanneer de TAC is bereikt of wanneer 100 lijnen zijn uitgezet en opgehaald, naargelang wat zich het eerst voordoet.



Afdeling 7

IATTC-verdragsgebied

Artikel 38

Ringzegenvisserij

1.  

De visserij met ringzegenvaartuigen op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:

a) 

van 29 juli 2021 00.00 uur tot en met 8 oktober 2021 24.00 uur, of van 9 november 2021 00.00 uur tot en met 19 januari 2022 24.00 uur, in het gebied dat wordt begrensd door:

— 
de kustlijnen van het Amerikaanse continent langs de Stille Oceaan,
— 
lengtegraad 150° W.L.,
— 
breedtegraad 40° N.B.,
— 
breedtegraad 40° Z.B.;
b) 

van 9 oktober 2021 00.00 uur tot en met 8 november 2021 24.00 uur in het gebied dat wordt begrensd door:

— 
lengtegraad 96° W.L.,
— 
lengtegraad 110° W.L.,
— 
breedtegraad 4° N.B.,
— 
breedtegraad 3° Z.B.
2.  
Voor elk van hun vaartuigen delen de betrokken lidstaten de Commissie vóór 1 april 2021 de in lid 1, onder a), bedoelde, door hen geselecteerde periode mee waarin de visserijactiviteiten worden stilgelegd. Alle ringzegenvaartuigen van de betrokken lidstaten zetten de visserij met de ringzegen in de in lid 1 omschreven gebieden gedurende de geselecteerde periode stop.
3.  
Ringzegenvaartuigen die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle gevangen geelvintonijnen, grootoogtonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.
4.  

Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:

a) 

indien de vis anders dan vanwege de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

b) 

indien er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.

Artikel 39

Niet-verankerde FAD's

1.  
Een ringzegenvaartuig zet op geen enkel ogenblik meer dan 450 FAD's actief in het IATTC-verdragsgebied in. Een FAD wordt als actief beschouwd als zij op zee wordt ingezet, haar locatie begint door te geven en wordt getraceerd door het vaartuig, de eigenaar of exploitant ervan. Een FAD wordt enkel aan boord van een ringzegenvaartuig geactiveerd.
2.  
Ringzegenvaartuigen mogen gedurende 15 dagen vóór de aanvang van de geselecteerde sluitingsperiode, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder a), geen FAD's inzetten en halen het oorspronkelijk ingezette aantal FAD's terug binnen 15 dagen vóór de aanvang van de sluitingsperiode.
3.  
De lidstaten rapporteren op maandelijkse basis aan de Commissie dagelijkse informatie over alle actieve FAD's zoals voorgeschreven door de IATTC. De rapporten worden ingediend met een vertraging van ten minste 60 dagen, maar niet meer dan 75 dagen. De Commissie zendt die informatie onverwijld door aan het IATTC-secretariaat.

Artikel 40

Vangstbeperkingen voor grootoogtonijn in de beugvisserij

De totale jaarlijkse vangsten grootoogtonijn door beugvisserijvaartuigen van elke lidstaat in het IATTC-verdragsgebied zijn vastgesteld in bijlage IL.

Artikel 41

Verbod op de visserij op oceanische witpunthaaien

1.  
Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen.
2.  
Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet door de vaartuigexploitant.
3.  

De vaartuigexploitant:

a) 

registreert het aantal teruggezette exemplaren, met vermelding van de toestand (levend of dood);

b) 

deelt de onder a) vermelde informatie mee aan de lidstaat waarvan hij onderdaan is. De lidstaten dienen de tijdens het vorige jaar verzamelde informatie uiterlijk op 31 januari in bij de Commissie.

Artikel 42

Verbod op de visserij op roggen van het geslacht Mobula

Het is voor Unievissersvaartuigen verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op roggen van het geslacht Mobula (familie Mobulidae, waartoe de geslachten Manta en Mobula behoren) en delen of volledige karkassen van in dat gebied gevangen roggen van het geslacht Mobula aan boord te houden, over te laden, aan te landen, op te slaan, voor verkoop aan te bieden of te verkopen. Zodra vissersvaartuigen van de Unie vaststellen dat roggen van het geslacht Mobula zijn gevangen, zetten zij die, waar mogelijk, onmiddellijk levend en ongedeerd terug.



Afdeling 8

Seafo-verdragsgebied

Artikel 43

Verbod op de visserij op diepzeehaaien

De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het Seafo-verdragsgebied is verboden:

a) 

spookkathaai (Apristurus manis),

b) 

gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),

c) 

kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),

d) 

grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),

e) 

gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),

f) 

roggen (Rajidae),

g) 

fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),

h) 

diepzeehaaien van de Selachimorpha-superorde,

i) 

doornhaai (Squalus acanthias).



Afdeling 9

WCPFC-verdragsgebied

Artikel 44

Voorwaarden voor de visserij op grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn

1.  
De lidstaten zorgen ervoor dat niet meer dan 403 visdagen worden toegekend aan ringzegenvaartuigen die in het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied dat op volle zee tussen 20° N.B. en 20° Z.B. is gelegen, vissen op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis).
2.  
Unievissersvaartuigen mogen niet gericht vissen op in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B.
3.  
De lidstaten zorgen ervoor dat de vangsten van grootoogtonijn (Thunnus obesus) door beugvisserijvaartuigen in 2021 niet meer bedragen dan de limieten die zijn vastgesteld in de tabel in bijlage IG.

Artikel 45

Beheer van de visserij met FAD's

1.  
In het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied tussen 20° N.B. en 20° Z.B. is het voor ringzegenvaartuigen verboden tussen 1 juli 2021 00.00 uur en 30 september 2021 24.00 uur FAD's te gebruiken, te bedienen of op te stellen.
2.  
Naast het in lid 1 bepaalde verbod, is het in het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied dat op volle zee tussen 20° NB en 20° ZB is gelegen, verboden FAD's op te stellen tijdens twee bijkomende maanden: tussen 1 april 2021 00.00 uur en 31 mei 2021 24.00 uur of tussen 1 november 2021 00.00 uur en 31 december 2021 24.00 uur.
3.  

Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:

a) 

tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;

b) 

indien de vis anders dan vanwege de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

c) 

wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.

4.  
De lidstaten zorgen ervoor dat geen enkel ringzegenvaartuig op ongeacht welk moment meer dan 350 FAD's met geactiveerde instrumentboeien op zee inzet. De boei wordt uitsluitend aan boord van een vaartuig geactiveerd.
5.  
Alle ringzegenvaartuigen die in het in lid 1 bedoelde gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied vissen, houden alle gevangen grootoogtonijnen, geelvintonijnen en gestreepte tonijnen aan boord, laden deze over en landen deze aan.

Artikel 46

Beperking van het aantal Unievissersvaartuigen dat op zwaardvis mag vissen

Het maximale aantal Unievissersvaartuigen dat in de gebieden van het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, is vastgesteld in bijlage IX.

Artikel 47

Vangstbeperkingen voor zwaardvis in de beugvisserij ten zuiden van 20° Z.B.

De lidstaten zorgen ervoor dat vangsten van zwaardvis (Xiphias gladius) ten zuiden van 20° Z.B. door beugvisserijvaartuigen in 2021 de limiet in bijlage IG niet overschrijden. De lidstaten zien er tevens op toe dat de visserijinspanning voor zwaardvis niet als gevolg van die maatregel naar het gebied ten noorden van 20° Z.B. verschuift.

Artikel 48

Zijdehaaien en oceanische witpunthaaien

1.  

Het is verboden om delen of volledige karkassen van de volgende soorten in het WCPFC-verdragsgebied aan boord te houden, over te laden, aan te landen of op te slaan:

a) 

zijdehaaien (Carcharhinus falciformis),

b) 

oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).

2.  
Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Artikel 49

Het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied

1.  
Vaartuigen die uitsluitend in het WCPFC-register zijn ingeschreven, passen de in deze afdeling vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC.
2.  
Vaartuigen die zowel in het WCPFC-register als in het IATTC-register zijn ingeschreven, en vaartuigen die uitsluitend in het IATTC-register zijn ingeschreven, passen de in artikel 38, lid 1, onder a), artikel 38, leden 2, 3 en 4, en de artikelen 39, 40 en 41 vervatte maatregelen toe wanneer zij vissen in het overlappende gebied tussen de IATTC en de WCPFC.



Afdeling 10

Beringzee

Artikel 50

Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee

De visserij op Alaskapollak (Gadus chalcogrammus) in de volle zee van de Beringzee is verboden.



Afdeling 11

Siofa-overeenkomstgebied

Artikel 51

Beperkingen op de bodemvisserij

De lidstaten zorgen ervoor dat de onder hun vlag varende vissersvaartuigen die in het Siofa-overeenkomstgebied vissen:

a) 

hun jaarlijkse visserijinspanning en vangsten in de bodemvisserij beperken tot hun gemiddelde jaarlijkse niveau voor de jaren waarin hun vaartuigen in het Siofa-overeenkomstgebied actief waren gedurende een representatieve periode waarvoor bij de Commissie ingediende gegevens beschikbaar zijn;

b) 

de ruimtelijke spreiding van hun bodemvisserijinspanning, uitgezonderd methoden met lijnen en vallen, niet uitbreiden tot buiten de in de recente jaren beviste gebieden;

c) 

niet gemachtigd worden om te vissen in de tussentijds beschermde gebieden Atlantis Bank, Coral, Fools Flat, Middle of What, Walter's Shoal, zoals bepaald in bijlage IK, behalve indien lijnen en vallen worden gebruikt en mits tijdens de visserij in die gebieden te allen tijde een wetenschappelijk waarnemer aan boord is.



TITEL III

VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN DE WATEREN VAN DE UNIE

Artikel 52

Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren en vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd

Vissersvaartuigen die de vlag van Noorwegen voeren, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen in de wateren van de Unie vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de in deze verordening en in titel III van Verordening (EU) 2017/2403 vastgestelde voorwaarden.

Artikel 53

Vissersvaartuigen die onder de vlag van het Verenigd Koninkrijk varen, in het Verenigd Koninkrijk geregistreerd zijn en een vergunning hebben gekregen van een visserijautoriteit van het Verenigd Koninkrijk

Vissersvaartuigen die onder de vlag van het Verenigd Koninkrijk varen, in het Verenigd Koninkrijk zijn geregistreerd en een vergunning hebben gekregen van de visserijautoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, kunnen toestemming krijgen om in de wateren van de Unie te vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en onder de in deze verordening en in Verordening (EU) 2017/2403 vastgestelde voorwaarden.

▼M4

Artikel 53 bis

Quota-overdrachten aan en quota-uitwisselingen met het Verenigd Koninkrijk

1.  
Elke overdracht of uitwisseling van quota tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk vindt plaats overeenkomstig de leden 2, 3 en 4.
2.  
Een lidstaat die voornemens is quota over te dragen aan of uit te wisselen met het Verenigd Koninkrijk, kan met het Verenigd Koninkrijk de grote lijnen van de quotaoverdracht of -uitwisseling bespreken.
3.  
Wanneer de Commissie de grote lijnen van een door de betrokken lidstaat gemelde quota-overdracht of -uitwisseling als bedoeld in lid 2, bekrachtigt, maakt zij onverwijld kenbaar dat zij ermee instemt gebonden te zijn door de quotaoverdracht of -uitwisseling. De Commissie stelt het Verenigd Koninkrijk en de lidstaten in kennis van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling.
4.  
Quota die in het kader van de overeengekomen quotaoverdracht of -uitwisseling ontvangen zijn van of overgedragen zijn aan het Verenigd Koninkrijk, worden vanaf het moment waarop van de quotaoverdracht of -uitwisseling overeenkomstig lid 3 kennis is gegeven, beschouwd als quota die toegewezen zijn aan of in mindering zijn gebracht op de toewijzing van de betrokken lidstaat. Overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit van visserijactiviteiten leiden dergelijke uitwisselingen niet tot wijziging van de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan de lidstaten.

▼B

Artikel 54

Vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren

Voor vissersvaartuigen die de vlag van Venezuela voeren, gelden de voorwaarden van deze verordening en die van titel III van Verordening (EU) 2017/2403.

Artikel 55

Vismachtigingen

Het maximale aantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in de wateren van de Unie vissen, is vastgesteld in bijlage V, deel B.

Artikel 56

Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

De in artikel 8 gespecificeerde voorwaarden zijn van toepassing op vangsten en bijvangsten van vaartuigen van derde landen die met de in artikel 55 bedoelde machtigingen vissen.

Artikel 57

Verboden soorten

1.  

Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten, wanneer die in de wateren van de Unie worden aangetroffen, te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:

a) 

sterrog (Raja radiata) in wateren van de Unie van ICES-sectoren 2a, 3a en 7d en ICES-deelgebied 4;

b) 

vleet-soortencomplex (Dipturus batis) (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 10;

c) 

ruwe haai (Galeorhinus galeus) wanneer wordt gevist met de beug in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 1, 4, 5, 6, 7, 8, 12 en 14;

d) 

zwarte haai (Dalatias licha), spitssnuitsnavelhaai (Deania calcea), schubzwelghaai (Centrophorus squamosus), grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps) en Portugese ijshaai (Centroscymnus coelolepis) in wateren van de Unie van ICES-sector 2a en ICES-deelgebieden 1, 4 en 14;

e) 

haringhaai (Lamna nasus) in wateren van de Unie;

f) 

stekelrog (Raja clavata) in wateren van de Unie van ICES-sector 3a;

g) 

golfrog (Raja undulata) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 6, 9 en 10;

h) 

gewone gitaarrog (Rhinobatos rhinobatos) in de Middellandse Zee;

i) 

walvishaai (Rhincodon typus) in alle wateren;

j) 

doornhaai (Squalus acanthias) in wateren van de Unie van ICES-deelgebieden 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10.

2.  
Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 vermelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.



TITEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 58

Comitéprocedure

1.  
De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2.  
Indien naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 59

Overgangsbepaling

De artikelen 11, 19, 20, 27, 33, 34, 41, 42, 43, 48, 50 en 57 blijven in 2022 mutatis mutandis van toepassing tot de inwerkingtreding van de verordening tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor 2022.

De artikelen 15, 16 en 17 zijn van toepassing tot de datum waarop een overeenkomstig artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1241 vastgestelde gedelegeerde handeling, waarbij bijlage VI bij die verordening door de invoering van overeenkomstige technische maatregelen voor de noordwestelijke wateren is gewijzigd, van toepassing wordt.

Artikel 60

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 11, leden 1, 2, 3 en 5, artikel 14 en artikel 18 zijn echter van toepassing van 1 januari tot en met ►M2  31 juli 2021 ◄ .

De in de artikelen 28, 29 en 30 en bijlage VII vastgestelde bepalingen inzake vangstmogelijkheden voor de in die bijlage vermelde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van 1 december 2020.

De bepalingen inzake beperkingen van de visserijinspanning in bijlage II zijn van toepassing van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE

LIJST VAN BIJLAGEN



BIJLAGE I:

Naar soort en gebied uitgesplitste TAC’s voor vissersvaartuigen van de Unie in gebieden waar TAC’s gelden

BIJLAGE IA:

Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14, wateren van de Unie van Cecaf en wateren van Frans-Guyana

BIJLAGE IB:

Noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden 1, 2, 5, 12 en 14 en Groenlandse wateren van NAFO 1

BIJLAGE IC:

Noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan – NAFO-verdragsgebied

BIJLAGE ID:

ICCAT-verdragsgebied

BIJLAGE IE:

Zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan – Seafo-verdragsgebied

BIJLAGE IF:

Zuidelijke blauwvintonijn – verspreidingsgebieden

BIJLAGE IG:

WCPFC-verdragsgebied

BIJLAGE IH:

SPRFMO-verdragsgebied

BIJLAGE IJ:

IOTC-bevoegdheidsgebied

BIJLAGE IK:

SIOFA-overeenkomstgebied

BIJLAGE IL

IATTC-verdragsgebied

BIJLAGE II:

Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van de tongbestanden in het westelijke Kanaal in ICES-sector 7e

BIJLAGE III:

Beheersgebieden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4

BIJLAGE IV:

Seizoenssluitingen ter bescherming van paaiende kabeljauw

BIJLAGE V:

Vismachtigingen

BIJLAGE VI:

ICCAT-verdragsgebied

BIJLAGE VII:

CCAMLR-verdragsgebied

BIJLAGE VIII:

IOTC-bevoegdheidsgebied

BIJLAGE IX:

WCPFC-verdragsgebied




BIJLAGE I

NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC’S VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN GEBIEDEN WAAR TAC’S GELDEN

De tabellen in de bijlagen bevatten de TAC’s en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden.

Alle in de bijlagen vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34.

Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones in de bijlagen verwijzingen naar ICES-gebieden. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de wetenschappelijke naam van de vissoort. Voor regelgevingsdoeleinden worden de soorten uitsluitend middels hun wetenschappelijke naam geïdentificeerd; hun gewone namen worden alleen gemakshalve vermeld.

De bijlagen IA tot en met IL maken deel uit van bijlage I.

Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van wetenschappelijke en gewone namen van de vissoorten:



Wetenschappelijke naam

Drielettercode

Gewone naam

Ammodytes spp.

SAN

Zandspieringen

Argentina silus

ARU

Grote zilvervis

Beryx spp.

ALF

Alfonsino’s

Brosme brosme

USK

Lom

Caproidae

BOR

Evervissen

Centrophorus squamosus

GUQ

Schubzwelghaai

Centroscymnus coelolepis

CYO

Portugese ijshaai

Chaceon spp.

GER

Rode diepzeekrabben

Chaenocephalus aceratus

SSI

Scotiazee-ijsvis

Champsocephalus gunnari

ANI

IJsvis

Channichthys rhinoceratus

LIC

Langsnuitijsvis

Chionoecetes spp.

PCR

Pacifische sneeuwkrabben

Clupea harengus

HER

Haring

Coryphaenoides rupestris

RNG

Rondneusgrenadier

Dalatias licha

SCK

Zwarte haai

Deania calcea

DCA

Spitssnuitsnavelhaai

Dicentrarchus labrax

BSS

Zeebaars

Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

RJB

Vleetsoorten-complex

Dissostichus eleginoides

TOP

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus mawsoni

TOA

Antarctische ijsheek

Dissostichus spp.

TOT

IJsheken

Engraulis encrasicolus

ANE

Ansjovis

Etmopterus princeps

ETR

Grote lantaarnhaai

Etmopterus pusillus

ETP

Gladde lantaarnhaai

Euphausia superba

KRI

Antarctisch krill

Gadus morhua

COD

Kabeljauw

Galeorhinus galeus

GAG

Ruwe haai

Glyptocephalus cynoglossus

WIT

Witje

Hippoglossoides platessoides

PLA

Lange schar

Hoplostethus atlanticus

ORY

Atlantische slijmkop

Illex illecebrosus

SQI

Kortvinpijlinktvis

Lamna nasus

POR

Haringhaai

Lepidorhombus spp.

LEZ

Scharretongen

Leucoraja naevus

RJN

Grootoogrog

Limanda ferruginea

YEL

Geelstaartschar

Lophiidae

ANF

Zeeduivel

Macrourus spp.

GRV

Grenadiervissen

Makaira nigricans

BUM

Blauwe marlijn

Mallotus villosus

CAP

Lodde

Manta birostris

RMB

Reuzenmanta

Martialia hyadesi

SQS

Pijlinktvis

Melanogrammus aeglefinus

HAD

Schelvis

Merlangius merlangus

WHG

Wijting

Merluccius merluccius

HKE

Heek

Micromesistius poutassou

WHB

Blauwe wijting

Microstomus kitt

LEM

Tongschar

Molva dypterygia

BLI

Blauwe leng

Molva molva

LIN

Leng

Nephrops norvegicus

NEP

Langoustine

Notothenia gibberifrons

NOG

Groene Zuidpoolkabeljauw

Notothenia rossii

NOR

Gemarmerde ijsvis

Notothenia squamifrons

NOS

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Pandalus borealis

PRA

Noordse garnaal

Paralomis spp.

PAI

Krabben

Penaeus spp.

PEN

Peneïdegarnalen

Pleuronectes platessa

PLE

Schol

Pleuronectiformes

FLX

Platvis

Pollachius pollachius

POL

Witte koolvis

Pollachius virens

POK

Zwarte koolvis

Scophthalmus maximus

TUR

Tarbot

Pseudochaenichthys georgianus

SGI

Georgia-ijsvis

Pseudopentaceros spp.

EDW

Pseudopentaceros spp.

Raja alba

RJA

Witte rog

Raja brachyura

RJH

Blonde rog

Raja circularis

RJI

Zandrog

Raja clavata

RJC

Stekelrog

Raja fullonica

RJF

Kaardrog

Raja (Dipturus) nidarosiensis

JAD

Noorse rog

Raja microocellata

RJE

Kleinoogrog

Raja montagui

RJM

Gevlekte rog

Raja radiata

RJR

Sterrog

Raja undulata

RJU

Golfrog

Rajiformes

SRX

Roggen

Reinhardtius hippoglossoides

GHL

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Sardina pilchardus

PIL

Sardine

Scomber scombrus

MAC

Makreel

Scophthalmus rhombus

BLL

Griet

Sebastes spp.

RED

Roodbaarzen

Solea solea

SOL

Tong

Solea spp.

SOO

Tongen

Sprattus sprattus

SPR

Sprot

Squalus acanthias

DGS

Doornhaai

Tetrapturus albidus

WHM

Witte marlijn

Thunnus alalunga

ALB

Witte tonijn

Thunnus maccoyii

SBF

Zuidelijke blauwvintonijn

Thunnus obesus

BET

Grootoogtonijn

Thunnus thynnus

BFT

Blauwvintonijn

Trachurus murphyi

CJM

Chileense horsmakreel

Trachurus spp.

JAX

Horsmakrelen

Trisopterus esmarkii

NOP

Kever

Urophycis tenuis

HKW

Witte heek

Xiphias gladius

SWO

Zwaardvis

De onderstaande concordantietabel van gewone Nederlandse namen en wetenschappelijke namen van de vissoorten wordt uitsluitend ter verduidelijking gegeven:



Gewone naam

Drielettercode

Wetenschappelijke naam

Alfonsino’s

ALF

Beryx spp.

Ansjovis

ANE

Engraulis encrasicolus

Antarctisch krill

KRI

Euphausia superba

Antarctische ijsheek

TOA

Dissostichus mawsoni

Atlantische slijmkop

ORY

Hoplostethus atlanticus

Blauwe leng

BLI

Molva dypterygia

Blauwe marlijn

BUM

Makaira nigricans

Blauwe wijting

WHB

Micromesistius poutassou

Blauwvintonijn

BFT

Thunnus thynnus

Blonde rog

RJH

Raja brachyura

Chileense horsmakreel

CJM

Trachurus murphyi

Doornhaai

DGS

Squalus acanthias

Evervissen

BOR

Caproidae

Geelstaartschar

YEL

Limanda ferruginea

Gemarmerde ijsvis

NOR

Notothenia rossii

Georgia-ijsvis

SGI

Pseudochaenichthys georgianus

Gevlekte rog

RJM

Raja montagui

Gladde lantaarnhaai

ETP

Etmopterus pusillus

Golfrog

RJU

Raja undulata

Grenadiervissen

GRV

Macrourus spp.

Griet

BLL

Scophthalmus rhombus

Grijze Zuidpoolkabeljauw

NOS

Notothenia squamifrons

Groene Zuidpoolkabeljauw

NOG

Notothenia gibberifrons

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

GHL

Reinhardtius hippoglossoides

Grootoogrog

RJN

Leucoraja naevus

Grootoogtonijn

BET

Thunnus obesus

Grote lantaarnhaai

ETR

Etmopterus princeps

Grote zilvervis

ARU

Argentina silus

Haring

HER

Clupea harengus

Haringhaai

POR

Lamna nasus

Heek

HKE

Merluccius merluccius

Horsmakrelen

JAX

Trachurus spp.

IJsheken

TOT

Dissostichus spp.

IJsvis

ANI

Champsocephalus gunnari

Kaardrog

RJF

Raja fullonica

Kabeljauw

COD

Gadus morhua

Kever

NOP

Trisopterus esmarkii

Kleinoogrog

RJE

Raja microocellata

Kortvinpijlinktvis

SQI

Illex illecebrosus

Krabben

PAI

Paralomis spp.

Lange schar

PLA

Hippoglossoides platessoides

Langoustine

NEP

Nephrops norvegicus

Langsnuitijsvis

LIC

Channichthys rhinoceratus

Leng

LIN

Molva molva

Lodde

CAP

Mallotus villosus

Lom

USK

Brosme brosme

Makreel

MAC

Scomber scombrus

Noordse garnaal

PRA

Pandalus borealis

Noorse rog

JAD

Raja (Dipturus) nidarosiensis

Pacifische sneeuwkrabben

PCR

Chionoecetes spp.

Peneïdegarnalen

PEN

Penaeus spp.

Pijlinktvis

SQS

Martialia hyadesi

Platvis

FLX

Pleuronectiformes

Portugese ijshaai

CYO

Centroscymnus coelolepis

Pseudopentaceros spp.

EDW

Pseudopentaceros spp.

Reuzenmanta

RMB

Manta birostris

Rode diepzeekrabben

GER

Chaceon spp.

Roggen

SRX

Rajiformes

Rondneusgrenadier

RNG

Coryphaenoides rupestris

Roodbaarzen

RED

Sebastes spp.

Ruwe haai

GAG

Galeorhinus galeus

Sardine

PIL

Sardina pilchardus

Scharretongen

LEZ

Lepidorhombus spp.

Schelvis

HAD

Melanogrammus aeglefinus

Schol

PLE

Pleuronectes platessa

Schubzwelghaai

GUQ

Centrophorus squamosus

Scotiazee-ijsvis

SSI

Chaenocephalus aceratus

Spitssnuitsnavelhaai

DCA

Deania calcea

Sprot

SPR

Sprattus sprattus

Stekelrog

RJC

Raja clavata

Sterrog

RJR

Raja radiata

Tarbot

TUR

Scophthalmus maximus

Tong

SOL

Solea solea

Tongen

SOO

Solea spp.

Tongschar

LEM

Microstomus kitt

Vleetsoorten-complex

RJB

Dipturus batis (Dipturus cf. flossada en Dipturus cf. intermedia)

Wijting

WHG

Merlangius merlangus

Witje

WIT

Glyptocephalus cynoglossus

Witte heek

HKW

Urophycis tenuis

Witte koolvis

POL

Pollachius pollachius

Witte marlijn

WHM

Tetrapturus albidus

Witte rog

RJA

Raja alba

Witte tonijn

ALB

Thunnus alalunga

Zandrog

RJI

Raja circularis

Zandspieringen

SAN

Ammodytes spp.

Zeebaars

BSS

Dicentrarchus labrax

Zeeduivel

ANF

Lophiidae

Zuidelijke blauwvintonijn

SBF

Thunnus maccoyii

Zwaardvis

SWO

Xiphias gladius

Zwarte haai

SCK

Dalatias licha

Zwarte koolvis

POK

Pollachius virens

Zwarte Patagonische ijsheek

TOP

Dissostichus eleginoides




BIJLAGE IA

SKAGERRAK, KATTEGAT, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12 EN 14, WATEREN VAN DE UNIE VAN CECAF EN WATEREN VAN FRANS-GUYANA

▼M4



Soort:

Zandspieringen en bijvangsten daarvan

Ammodytes spp.

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie van 3a(1)

Denemarken

86 652

(2) (3)

Analytische TAC

Duitsland

132

(2) (3)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Zweden

3 182

(2) (3)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

89 966

(2)

 

Verenigd Koninkrijk

2 534

(2)

 

TAC

92 500

(2)

 

(1)

Exclusief wateren binnen zes zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.

(2)

In beheersgebieden 1r en 2r mag de TAC enkel worden gevangen als een monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij.

(3)

Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4X). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen, als omschreven in bijlage III, niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie in de beheersgebieden voor zandspieringen



 

1r

2r

3r

4

5r

6

7r

 

(SAN/234_1R)

(SAN/234_2R)

(SAN/234_3R)

(SAN/234_4)

(SAN/234_5R)

(SAN/234_6)

(SAN/234_7R)

Denemarken

5 118

4 684

12 091

64 627

0

131

0

Duitsland

8

7

18

99

0

0

0

Zweden

188

172

444

2 373

0

5

0

Unie

5 314

4 863

12 553

67 099

0

136

0

Verenigd Koninkrijk

150

137

354

1 889

0

4

0

Totaal

5 464

5 000

12 907

68 989

0

140

0



Soort:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2

(ARU/1/2.)

Duitsland

 

16

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

5

 

 

Nederland

 

13

 

 

Unie

 

34

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

25

 

 

TAC

 

59

 

 



Soort:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van de Unie van 3a

(ARU/3A4-C)

Denemarken

 

717

 

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

7

 

 

Frankrijk

 

5

 

 

Ierland

 

5

 

 

Nederland

 

34

 

 

Zweden

 

28

 

 

Unie

 

796

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

13

 

 

TAC

 

809

 

 



Soort:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied:

6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

(ARU/567.)

Duitsland

 

283

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

6

 

 

Ierland

 

262

 

 

Nederland

 

2 958

 

 

Unie

 

3 509

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

220

 

 

TAC

 

3 729

 

 



Soort:

Lom

Brosme brosme

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1, 2 en 14

(USK/1214EI)

Duitsland

 

6

(1)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

6

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Andere

 

3

(1) (2)

 

Unie

 

16

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

6

(1)

 

TAC

 

22

 

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(2)

Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/1214EI_AMS).



Soort:

Lom

Brosme brosme

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

(USK/04-C.)

Denemarken

 

68

 

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

20

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

47

(1)

 

Zweden

 

7

(1)

 

Andere

 

7

(2)

 

Unie

 

149

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

102

(1)

 

TAC

 

251

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (USK/*6AN58).

(2)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/04-C_AMS).



Soort:

Lom

Brosme brosme

Gebied:

6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

(USK/567EI.)

Duitsland

 

60

(1)

Voorzorgs-TAC

Spanje

 

208

(1)

 

Frankrijk

 

2 471

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

238

(1)

 

Andere

 

60

(2)

 

Unie

 

3 037

(1)

 

Noorwegen

 

0

(3) (4) (5)

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 257

(1)

 

TAC

 

4 294

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (USK/*04-C.).

(2)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (USK/567EI_AMS).

(3)

Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*5B67-). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.

0

(4)

Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen:

Leng (LIN/*5B67-) 0

Lom (USK/*5B67-) 0

(5)

De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton:

0

▼M2



Soort:

Lom

Brosme brosme

Gebied:

Noorse wateren van 4

(USK/04-N.)

België

0

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

75

 

Duitsland

0

 

Frankrijk

0

 

Nederland

0

 

Unie

75

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼M4



Soort:

Evervissen

Caproidae

Gebied:

6, 7 en 8

(BOR/678-)

Denemarken

 

4 700

 

Voorzorgs-TAC

Ierland

 

13 234

 

 

Unie

 

17 934

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 218

 

 

TAC

 

19 152

 

 



Soort:

Haring(1)

Clupea harengus

Gebied:

3 a

(HER/03A.)

Denemarken

 

9 080

(2)

Analytische TAC

Duitsland

 

145

(2)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Zweden

 

9 498

(2)

 

Unie

 

18 723

(2)

 

Noorwegen

 

2 881

 

 

Faeröer

 

0

(3)

 

TAC

 

21 604

 

 

(1)

Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

(2)

Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C.).

(3)

Mag alleen worden gevangen in het Skagerrak (HER/*03AN.).



Soort:

Haring(1)

Clupea harengus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en Noorse wateren van 4 ten noorden van 53°30' N.B.

(HER/4AB.)

Denemarken

 

49 993

 

Analytische TAC

Duitsland

 

33 852

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

18 838

 

 

Nederland

 

46 381

 

 

Zweden

 

3 449

 

 

Unie

 

152 513

 

 

Faeröer

 

0

 

 

Noorwegen

 

103 344

(2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

61 301

 

 

TAC

 

356 357

 

 

(1)

Vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

(2)

Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel. Binnen de limieten van dit quotum mag niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheid worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a en 4b (HER/*4AB-C):

 

3 000

 

 

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag de Unie niet meer dan de hieronder vermelde hoeveelheden vangen in de Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B. (HER/*4N-S62)



Unie

3 000

▼M2



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

(HER/4N-S62)

Zweden

878

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

878

 

 

TAC

356 357

 

(1)

Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

▼M4



Soort:

Haring(1)

Clupea harengus

Gebied:

3 a

(HER/03A-BC)

Denemarken

 

5 692

(2)

Analytische TAC

Duitsland

 

51

(2)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Zweden

 

916

(2)

 

Unie

 

6 659

(2)

 

TAC

 

6 659

(2)

 

(1)

Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.

(2)

Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (HER/*04-C-BC).



Soort:

Haring(1)

Clupea harengus

Gebied:

4, 7d en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(HER/2A47DX)

België

 

38

 

Analytische TAC

Denemarken

 

7 421

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

38

 

 

Frankrijk

 

38

 

 

Nederland

 

38

 

 

Zweden

 

36

 

 

Unie

 

7 609

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

141

 

 

TAC

 

7 750

 

 

(1)

Uitsluitend voor haring gevangen als bijvangst in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.



Soort:

Haring(1)

Clupea harengus

Gebied:

4c, 7d(2)

(HER/4CXB7D)

België

 

8 257

(3)

Analytische TAC

Denemarken

 

668

(3)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

452

(3)

 

Frankrijk

 

9 274

(3)

 

Nederland

 

16 142

(3)

 

Unie

 

34 793

(3)

 

Verenigd Koninkrijk

 

Niet van toepassing

 

 

TAC

 

356 357

 

 

(1)

Uitsluitend voor vangsten van haring in visserijen die gebruikmaken van vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.

(2)

Uitgezonderd het Blackwater-bestand: bedoeld is het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuidwaarts gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ N.B., 1° 19,1′ O.L.) tot 51° 33′ N.B. en vandaar rechtwijzend westwaarts naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.

(3)

Bijzondere voorwaarde: tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in 4b (HER/*04B.).



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b(1)

(HER/5B6ANB)

Duitsland

 

353

(2)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

67

(2)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

 

478

(2)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

 

353

(2)

 

Unie

 

1 251

(2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 229

(2)

 

TAC

 

3 480

 

 

(1)

Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-gebied 6a ten oosten van 7° W.L. en ten noorden van 55° N.B., of ten westen van 7° W.L. en ten noorden van 56° N.B. met uitzondering van de Clyde.

(2)

Het is verboden gericht op haring te vissen in het deel van de onder deze TAC vallende ICES-gebieden dat tussen 56° N.B. en 57°30' N.B. ligt, met uitzondering van een gordel van zes zeemijl gemeten vanaf de basislijn van de territoriale zee van het Verenigd Koninkrijk.



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

6aS(1), 7b, 7c

(HER/6AS7BC)

Ierland

 

1 236

 

Voorzorgs-TAC

Nederland

 

124

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

1 360

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

 

1 360

 

 

(1)

Bedoeld is het haringbestand in 6a ten zuiden van 56°00′ N.B. en ten westen van 07°00′ W.L.



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

7a(1)

(HER/07A/MM)

Ierland

 

808

 

Analytische TAC

Unie

 

808

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

 

6 533

 

 

TAC

 

7 341

 

 

(1)

Dit gebied wordt verminderd met de zone die als volgt is begrensd:

— in het noorden door breedtegraad 52°30' N.B.,

— in het zuiden door breedtegraad 52°00' N.B.,

— in het westen door de kust van Ierland,

— in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

7e en 7f

(HER/7EF.)

Frankrijk

 

465

 

Voorzorgs-TAC

Unie

 

465

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

465

 

 

TAC

 

930

 

 



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

7a ten zuiden van 52°30′ N.B.; 7g(1), 7h(1), 7j(1) en 7k(1)

(HER/7G-K.)

Duitsland

 

10

(2)

Analytische TAC

Frankrijk

 

54

(2)

 

Ierland

 

750

(2)

 

Nederland

 

54

(2)

 

Unie

 

868

(2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

1

(2)

 

TAC

 

869

(2)

 

(1)

Dit gebied wordt uitgebreid met de zone die als volgt is begrensd:

— in het noorden door de breedtegraad 52°30' N.B.,

— in het zuiden door de breedtegraad 52°00' N.B.,

— in het westen door de kust van Ierland,

— in het oosten door de kust van het Verenigd Koninkrijk.

(2)

Dit quotum mag alleen worden toegewezen aan vaartuigen die overeenkomstig de beoordeling van de ICES deelnemen aan onderzoeksvisserij met het oog op het verzamelen van op de visserij gebaseerde gegevens voor dit bestand. Alvorens vangsten toe te staan, stellen de betrokken lidstaten de Commissie in kennis van de naam (namen) van het vaartuig (de vaartuigen).

▼B



Soort:

Ansjovis

Engraulis encrasicolus

Gebied:

8

(ANE/08.)

Spanje

29 700

 

Analytische TAC

Frankrijk

3 300

 

Unie

33 000

 

 

TAC

33 000

 

▼M4



Soort:

Ansjovis

Engraulis encrasicolus

Gebied:

9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(ANE/9/3411)

Spanje

 

7 176

(1)

Voorzorgs-TAC

Portugal

 

7 829

(1)

 

Unie

 

15 005

(1)

 

TAC

 

15 005

(1)

 

(1)

Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Skagerrak

(COD/03AN.)

België

 

5

 

Analytische TAC

Denemarken

 

1 515

 

Artikel 3 van Verordening EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

 

38

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Nederland

 

9

 

 

Zweden

 

265

 

 

Unie

 

1 832

 

 

TAC

 

1 893

 

 

▼B



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Kattegat

(COD/03AS.)

Denemarken

75

(1)

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

2

(1)

Zweden

46

(1)

Unie

123

(1)

 

TAC

123

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

▼M4



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(COD/2A3AX4)

België

 

347

(1)

Analytische TAC

Denemarken

 

1 993

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

 

1 263

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Frankrijk

 

428

(1)

 

Nederland

 

1 126

(1)

 

Zweden

 

13

 

 

Unie

 

5 170

 

 

Noorwegen

 

2 252

(2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

5 824

(1)

 

TAC

 

13 246

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/*07D.).

(2)

Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Noorse wateren van 4 (COD/*04N-)



Unie

4 494

▼M2



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

(COD/4N-S62)

Zweden

382

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

382

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

▼M4



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00' W.L. en van 12 en 14

(COD/5W6-14)

België

 

0

(1)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

1

(1)

 

Frankrijk

 

8

(1)

 

Ierland

 

16

(1)

 

Unie

 

25

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

49

(1)

 

TAC

 

74

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00' W.L.

(COD/5BE6A)

België

 

2

(1)

Analytische TAC

Duitsland

 

12

(1)

 

Frankrijk

 

130

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

 

243

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

387

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

892

(1)

 

TAC

 

1 279

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7a

(COD/07A.)

België

 

3

(1)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

7

(1)

 

Ierland

 

104

(1)

 

Nederland

 

1

(1)

 

Unie

 

115

(1)

 

United Kingdom

 

91

(1)

 

TAC

 

206

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(COD/7XAD34)

België

 

18

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

290

(1)

Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

422

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

 

0

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

730

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

75

(1)

 

TAC

 

805

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.

▼M5



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7d

(COD/07D.)

België

33

( 1 )

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

649

( 1 )

Nederland

19

( 1 )

Unie

701

( 1 )

Verenigd Koninkrijk

71

( 2 )

TAC

772

 

( 1 )

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4).

( 2 )

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Europese Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/*2A3X4)

▼M4



Soort:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(LEZ/2AC4-C)

België

 

8

(1)

Analytische TAC

Denemarken

 

7

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

7

(1)

 

Frankrijk

 

42

(1)

 

Nederland

 

33

(1)

 

Unie

 

97

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 490

(1)

 

TAC

 

2 587

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58).



Soort:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(LEZ/56-14)

Spanje

 

526

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

2 053

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

600

(1)

 

Unie

 

3 179

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 046

(1)

 

TAC

 

5 225

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (LEZ/*2AC4C).



Soort:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied:

7

(LEZ/07.)

België

 

464

(1)

Analytische TAC

Spanje

 

5 154

(2)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

6 256

(2)

 

Ierland

 

2 844

(2)

 

Unie

 

14 718

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

3 421

(2)

 

TAC

 

18 365

 

 

(1)

10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE) voor bijvangsten in de gerichte visserij op tong.

(2)

35 % van dit quotum mag worden gevangen in 8a, 8b, 8d en 8e (LEZ/*8ABDE).



Soort:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied:

8a, 8b, 8d en 8e

(LEZ/8ABDE.)

Spanje

 

1 005

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

811

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

1 816

 

 

TAC

 

1 816

 

 

▼B



Soort:

Scharretongen

Lepidorhombus spp.

Gebied:

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(LEZ/8C3411)

Spanje

1 912

 

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

96

 

Portugal

64

 

Unie

2 072

 

 

TAC

2 158

 

▼M4



Soort:

Zeeduivel

Lophiidae

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(ANF/2AC4-C)

België

 

312

(1) (2)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

688

(1) (2)

 

Duitsland

 

336

(1) (2)

 

Frankrijk

 

64

(1) (2)

 

Nederland

 

236

(1) (2)

 

Zweden

 

8

(1) (2)

 

Unie

 

1 644

(1) (2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

10 328

(1) (2)

 

TAC

 

11 972

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (ANF/*6AN58).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 6a ten zuiden van 58°30' N.B.; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (ANF/*56-14).

▼M2



Soort:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied:

Noorse wateren van 4

(ANF/04-N.)

België

37

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

935

 

Duitsland

15

 

Nederland

13

 

Unie

1 000

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼M4



Soort:

Zeeduivel

Lophiidae

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(ANF/56-14)

België

 

202

(1)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

230

(1)

 

Spanje

 

216

(1)

 

Frankrijk

 

2 485

(1)

 

Ierland

 

562

(1)

 

Nederland

 

194

(1)

 

Unie

 

3 889

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 488

(1)

 

TAC

 

6 377

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (ANF/*2AC4C).



Soort:

Zeeduivel

Lophiidae

Gebied:

7

(ANF/07.)

België

 

3 384

(1)

Analytische TAC

Duitsland

 

377

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Spanje

 

1 345

(1)

 

Frankrijk

 

21 714

(1)

 

Ierland

 

2 775

(1)

 

Nederland

 

438

(1)

 

Unie

 

30 033

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

8 090

(1)

 

TAC

 

38 123

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 8a, 8b, 8d en 8e (ANF/*8ABDE).



Soort:

Zeeduivel

Lophiidae

Gebied:

8a, 8b, 8d en 8e

(ANF/8ABDE.)

Spanje

 

1 556

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

8 659

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

10 215

 

 

TAC

 

10 215

 

 

▼B



Soort:

Zeeduivel

Lophiidae

Gebied:

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(ANF/8C3411)

Spanje

2 934

 

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

3

 

Portugal

584

 

Unie

3 521

 

 

TAC

3 672

 

▼M4



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

3a

(HAD/03A.)

België

 

12

 

Analytische TAC

Denemarken

 

2 120

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

135

 

 

Nederland

 

2

 

 

Zweden

 

250

 

 

Unie

 

2 519

 

 

TAC

 

2 630

 

 



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(HAD/2AC4.)

België

 

287

(1)

Analytische TAC

Denemarken

 

1 970

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

1 254

(1)

 

Frankrijk

 

2 185

(1)

 

Nederland

 

215

(1)

 

Zweden

 

169

(1)

 

Unie

 

6 080

(1)

 

Noorwegen

 

9 841

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

26 865

(1)

 

TAC

 

42 785

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HAD/*6AN58).

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Noorse wateren van 4 (HAD/*04N-)



Unie

4 523

▼M2



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

(HAD/4N-S62)

Zweden

707

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

707

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

▼M4



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6b; internationale wateren van 12 en 14

(HAD/6B1214)

België

 

16

 

Analytische TAC

Duitsland

 

19

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

799

 

 

Ierland

 

570

 

 

Unie

 

1 404

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

6 971

 

 

TAC

 

8 375

 

 



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

6 a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

(HAD/5BC6A.)

België

 

6

(1)

Analytische TAC

Duitsland

 

6

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

264

(1)

 

Ierland

 

648

(1)

 

Unie

 

924

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

3 843

(1)

 

TAC

 

4 767

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (HAD/*2AC4).



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(HAD/7X7A34)

België

 

148

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

8 876

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

2 959

 

 

Unie

 

11 983

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 400

 

 

TAC

 

15 000

 

 



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

7a

(HAD/07A.)

België

 

49

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

221

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

1 322

 

 

Unie

 

1 592

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 779

 

 

TAC

 

3 371

 

 



Soort:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied:

3a

(WHG/03A.)

Denemarken

 

649

 

Voorzorgs-TAC

Nederland

 

2

 

 

Zweden

 

69

 

 

Unie

 

720

 

 

TAC

 

929

 

 



Soort:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied:

4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(WHG/2AC4.)

België

 

413

 

Analytische TAC

Denemarken

 

1 785

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

464

 

 

Frankrijk

 

2 682

 

 

Nederland

 

1 032

 

 

Zweden

 

3

 

 

Unie

 

6 379

 

 

Noorwegen

 

2 131

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

12 502

 

 

TAC

 

21 306

 

 

(1)

Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Noorse wateren van 4 (WHG/*04N-)



Unie

4 518



Soort:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(WHG/56-14)

Duitsland

 

3

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

50

(1)

Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

299

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

352

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

 

585

(1)

 

TAC

 

937

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan.



Soort:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied:

7a

(WHG/07A.)

België

 

2

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

22

(1)

Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

280

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

 

0

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

305

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

416

(1)

 

TAC

 

721

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van wijting in visserijen op andere soorten. Onder dit quotum is gerichte visserij op wijting niet toegestaan.



Soort:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied:

7b, 7c, 7d, 7e, 7f, 7g, 7h, 7j en 7k

(WHG/7X7A-C)

België

 

74

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

4 663

 

 

Ierland

 

3 916

 

 

Nederland

 

39

 

 

Unie

 

8 692

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 134

 

 

TAC

 

10 259

 

 

▼B



Soort:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied:

8

(WHG/08.)

Spanje

880

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

1 321

 

Unie

2 201

 

 

TAC

2 276

 

▼M2



Soort:

Wijting en witte koolvis

Merlangius merlangus en

Pollachius pollachius

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

(W/P/4N-S62)

Zweden

190

(1)

Voorzorgs-TAC

Unie

190

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

▼M4



Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

3a

(HKE/03A.)

Denemarken

 

2 741

(1)

Analytische TAC

Zweden

 

233

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

2 974

 

 

TAC

 

2 974

 

 

(1)

Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld.



Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(HKE/2AC4-C)

België

 

36

(1) (2)

Analytische TAC

Denemarken

 

1 473

(1) (2)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

169

(1) (2)

 

Frankrijk

 

326

(1) (2)

 

Nederland

 

85

(1) (2)

 

Unie

 

2 089

(1) (2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 354

(1) (2)

 

TAC

 

3 443

 

 

(1)

Niet meer dan 10 % van dit quotum mag worden gebruikt voor bijvangsten in 3a (HKE/*03A.).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 6 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (HKE/*6AN58).



Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(HKE/571214)

België

 

498

(1)

Analytische TAC

Spanje

 

15 974

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

24 669

(1)

 

Ierland

 

2 989

(1)

 

Nederland

 

321

(1)

 

Unie

 

44 451

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

10 884

(1)

 

TAC

 

55 335

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: 100 % mag worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel jaarlijks achteraf aan de andere Partij gemeld. De lidstaten stellen de Commissie vooraf in kennis.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

8a, 8b, 8d en 8e (HKE/*8ABDE)



 

België

66

 

Spanje

2 632

 

Frankrijk

2 632

 

Ierland

329

 

Nederland

33

 

Unie

5 691

 

Verenigd Koninkrijk

1 480



Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

8a, 8b, 8d en 8e

(HKE/8ABDE.)

België

 

16

(1)

Analytische TAC

Spanje

 

11 356

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

25 501

 

 

Nederland

 

33

(1)

 

Unie

 

36 906

 

 

TAC

 

36 906

 

 

(1)

Overdrachten van dit quotum naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 zijn toegestaan. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het VK gemeld.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (HKE/*57-14)



 

België

3

 

Spanje

3 289

 

Frankrijk

5 921

 

Nederland

10

 

Unie

9 223

▼B



Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(HKE/8C3411)

Spanje

5 320

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

511

 

Portugal

2 483

 

Unie

8 314

 

 

TAC

8 517

 

▼M2



Soort:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied:

Noorse wateren van 2 en 4

(WHB/24-N.)

Denemarken

0

 

Analytische TAC

Unie

0

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼M4



Soort:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14

(WHB/1X14)

Denemarken

 

45 680

(1)

Analytische TAC

Duitsland

 

17 761

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Spanje

 

38 726

(1) (2)

 

Frankrijk

 

31 789

(1)

 

Ierland

 

35 373

(1)

 

Nederland

 

55 700

(1)

 

Portugal

 

3 598

(1) (2)

 

Zweden

 

11 300

(1)

 

Unie

 

239 927

(1) (3)

 

Noorwegen

 

37 500

 

 

Faeröer

 

0

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

71 670

(1)

 

TAC

 

Niet van toepassing

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangslimiet van 37 500 ton voor de Unie mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 0 %

(2)

Overdrachten van dit quotum naar 8c, 9 en 10 zijn toegestaan; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.

(3)

Bijzondere voorwaarde: van de Unie-quota in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2) mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen:

 

141 648

 

 

▼M2



Soort:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied:

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(WHB/8C3411)

Spanje

28 644

 

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Portugal

7 161

 

Unie

35 805

(1)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: van de EU-quota in de wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen

141 648

▼M4



Soort:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2, 4a, 5, 6 ten noorden van 56°30′ N.B. en 7 ten westen van 12° W.L.

(WHB/24A567)

Noorwegen

 

141 648

(1) (2)

Analytische TAC

Faeröer

 

0

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

TAC

 

Niet van toepassing

 

 

(1)

In mindering te brengen op het door Noorwegen vastgestelde quotum.

(2)

Te vangen in de wateren van de Unie van ICES 4, 6 en 7.



Soort:

Tongschar en witje

Microstomus kitt en

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(L/W/2AC4-C)

België

 

272

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

748

 

 

Duitsland

 

96

 

 

Frankrijk

 

205

 

 

Nederland

 

623

 

 

Zweden

 

8

 

 

Unie

 

1 952

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

3 476

 

 

TAC

 

5 428

 

 



Soort:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied:

6 en 7; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

(BLI/5B67-)

Duitsland

 

116

 

Analytische TAC

Estland

 

18

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Spanje

 

366

 

 

Frankrijk

 

8 333

 

 

Ierland

 

32

 

 

Litouwen

 

7

 

 

Polen

 

4

 

 

Andere

 

32

(1)

 

Unie

 

8 908

 

 

Noorwegen

 

0

(2)

 

Faeröer

 

0

(3)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 614

 

 

TAC

 

11 522

 

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/5B67_AMS).

(2)

Te vangen in de wateren van de Unie van 4, 6 en 7 (BLI/*24X7C).

(3)

Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart worden op dit quotum in mindering gebracht. Te vangen in de wateren van de Unie van 6a ten noorden van 56°30′ N.B. en 6b. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting vallen.



Soort:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied:

internationale wateren van 12

(BLI/12INT-)

Estland

 

0

(1)

Voorzorgs-TAC

Spanje

 

92

(1)

Artikel 7, lid 1, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

 

2

(1)

 

Litouwen

 

1

(1)

 

Andere

 

0

(1) (2)

 

Unie

 

95

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

1

(1)

 

TAC

 

96

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

(2)

Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/12INT_AMS).



Soort:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

(BLI/24-)

Denemarken

 

2

 

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

2

 

 

Ierland

 

2

 

 

Frankrijk

 

12

 

 

Andere

 

2

(1)

 

Unie

 

20

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

7

 

 

TAC

 

27

 

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BLI/24_AMS).



Soort:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied:

wateren van de Unie van 3 a

(BLI/03A-)

Denemarken

 

1,5

 

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

1

 

 

Zweden

 

1,5

 

 

Unie

 

4

 

 

 

 

 

 

 

TAC

 

4

 

 



Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 1 en 2

(LIN/1/2.)

Denemarken

 

9

 

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

9

 

 

Frankrijk

 

9

 

 

Andere

 

5

(1)

 

Unie

 

33

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

10

 

 

TAC

 

43

 

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (LIN/1/2_AMS).



Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

Wateren van de Unie van 3 a

(LIN/03A-C.)

België

 

13

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

97

 

 

Duitsland

 

13

 

 

Zweden

 

39

 

 

Unie

 

162

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

13

 

 

TAC

 

175

 

 



Soort:

Ling

Molva molva

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

(LIN/04-C.)

België

 

23

(1) (2)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

351

(1) (2)

 

Duitsland

 

217

(1) (2)

 

Frankrijk

 

195

(1)

 

Nederland

 

8

(1)

 

Zweden

 

15

(1) (2)

 

Unie

 

809

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

3 004

(1) (2)

 

TAC

 

3 813

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 20 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (LEZ/*6AN58).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % maar niet meer dan 75 t worden gevangen in: de wateren van de Unie van 3a (LIN/*03A-C).



Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5

(LIN/05EI.)

België

 

8

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

6

 

 

Duitsland

 

6

 

 

Frankrijk

 

6

 

 

Unie

 

26

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

6

 

 

TAC

 

32

 

 



Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

6, 7, 8, 9 en 10; internationale wateren van 12 en 14

(LIN/6X14.)

België

 

66

(1)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

12

(1)

 

Duitsland

 

241

(1)

 

Ierland

 

1 301

(1)

 

Spanje

 

4 867

(1)

 

Frankrijk

 

5 188

(1)

 

Portugal

 

12

(1)

 

Unie

 

11 687

(1)

 

Noorwegen

 

0

(2) (3) (4)

 

Faeröer

 

0

(5) (6)

 

Verenigd Koninkrijk

 

6 669

(1)

 

TAC

 

18 356

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 40 % worden gevangen in: de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4 (LIN/*04-C.).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de hieronder vermelde hoeveelheid in ton (OTH/*6X14.). De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.

0

 

 

 

(3)

Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen:

Leng (LIN/*5B67-) 0

 

 

Lom (USK/*5B67-) 0

 

 

(4)

De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton:

0

 

 

 

(5)

Inclusief lom. Te vangen in 6b en 6a ten noorden van 56° 30′ N.B. (LIN/*6BAN.).

(6)

Bijzondere voorwaarde: hiervan is een incidentele vangst van andere soorten tot 20 % per vaartuig in 6a en 6b te allen tijde toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6a en 6b mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 0

▼M2



Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

Noorse wateren van 4

(LIN/04-N.)

België

7

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

858

 

Duitsland

24

 

Frankrijk

10

 

Nederland

1

 

Unie

900

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼B



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

3a

(NEP/03A.)

Denemarken

9 084

 

Analytische TAC

Duitsland

26

 

Zweden

3 250

 

Unie

12 360

 

 

TAC

12 360

 

▼M4



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(NEP/2AC4-C)

België

 

997

 

Analytische TAC

Denemarken

 

997

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

15

 

 

Frankrijk

 

29

 

 

Nederland

 

514

 

 

Unie

 

2 553

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

16 524

 

 

TAC

 

19 077

 

 

▼M2



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

Noorse wateren van 4

(NEP/04-N.)

Denemarken

200

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

 

Unie

200

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼M4



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

(NEP/5BC6.)

Spanje

 

30

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

121

 

 

Ierland

 

202

 

 

Unie

 

353

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

14 592

 

 

TAC

 

14 945

 

 



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

7

(NEP/07.)

Spanje

 

993

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

4 023

(1)

 

Ierland

 

6 102

(1)

 

Unie

 

11 118

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

6 908

(1)

 

TAC

 

18 026

(1)

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7 (NEP/*07U16):



Spanje

 

992

Frankrijk

 

621

Ierland

 

1 194

Unie

 

2 807

Verenigd Koninkrijk

 

483

TAC

 

3 290

▼B



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

8a, 8b, 8d en 8e

(NEP/8ABDE.)

Spanje

239

 

Analytische TAC

Frankrijk

3 745

 

Unie

3 984

 

 

TAC

3 984

 



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

8c

(NEP/08C.)

Spanje

2,4

(1)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

0,0

(1)

Unie

2,4

(1)

 

TAC

2,4

(1)

(1)

Uitsluitend voor vangsten in het kader van onderzoeksvisserij voor het verzamelen van gegevens over de vangsten per inspanningseenheid (CPUE) door vaartuigen met waarnemers aan boord:

– 1,7 ton in functionele eenheid 25 tijdens vijf reizen per maand in augustus en september;

– 0,7 ton in functionele eenheid 31 tijdens zeven dagen in juli.



Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(NEP/9/3411)

Spanje

94

(1)

Voorzorgs-TAC

Portugal

280

(1)

Unie

374

(1) (2)

 

TAC

374

(1) (2)

(1)

Waarvan niet meer dan 6 % mag worden gevangen in de functionele eenheden 26 en 27 van ICES-sector 9a (NEP/*9U267).

(2)

Binnen de limieten van de bovenstaande TAC mag in functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a (NEP/*9U30) niet meer worden gevangen dan de volgende hoeveelheid: 65

▼M4



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

3a

(PRA/03A.)

Denemarken

 

1 741

 

Analytische TAC

Zweden

 

938

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

2 679

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

 

5 016

 

 



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(PRA/2AC4-C)

Denemarken

 

490

 

Voorzorgs-TAC

Nederland

 

5

 

 

Zweden

 

20

 

 

Unie

 

515

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

145

 

 

TAC

 

660

 

 

▼M2



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

(PRA/4N-S62)

Denemarken

200

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Zweden

123

(1)

Unie

323

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

▼B



Soort:

Peneïdegarnalen

Penaeus spp.

Gebied:

wateren van Frans-Guyana

(PEN/FGU.)

Frankrijk

Nog vast te stellen

(1)

Voorzorgs-TAC

Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

Unie

Nog vast te stellen

(1) (2)

 

TAC

Nog vast te stellen

(1) (2)

(1)

Vissen op garnalen van de soorten Penaeus subtilis en Penaeus brasiliensis is verboden in wateren met een diepte van minder dan 30 m.

(2)

Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Frankrijk.

▼M4



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

Skagerrak

(PLE/03AN.)

België

 

96

 

Analytische TAC

Denemarken

 

12 453

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

64

 

 

Nederland

 

2 395

 

 

Zweden

 

667

 

 

Unie

 

15 675

 

 

TAC

 

19 188

 

 



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

Kattegat

(PLE/03AS.)

Denemarken

 

422

 

Analytische TAC

Duitsland

 

5

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Zweden

 

48

 

 

Unie

 

475

 

 

TAC

 

719

 

 



Soort:

Plaice

Pleuronectes platessa

Gebied:

4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(PLE/2A3AX4)

België

 

5 393

 

Analytische TAC

Denemarken

 

17 526

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

5 056

 

 

Frankrijk

 

1 011

 

 

Nederland

 

33 706

 

 

Unie

 

62 692

 

 

Noorwegen

 

10 039

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

37 963

 

 

TAC

 

143 419

 

 

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Noorse wateren van 4 (PLE/*04N-)



Unie

39 153



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(PLE/56-14)

Frankrijk

 

10

 

Voorzorgs-TAC

Ierland

 

248

 

 

Unie

 

258

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

400

 

 

TAC

 

658

 

 



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

7a

(PLE/07A.)

België

 

62

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

27

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

1 069

 

 

Nederland

 

19

 

 

Unie

 

1 177

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 455

 

 

TAC

 

2 846

 

 

▼B



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

7b en 7c

(PLE/7BC.)

Frankrijk

4

 

Voorzorgs-TAC

Ierland

15

 

Unie

19

 

 

TAC

19

 

▼M4



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

7d en 7e

(PLE/7DE.)

België

 

1 537

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

6 850

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

8 387

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

3 533

 

 

TAC

 

11 920

 

 



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

7f en 7g

(PLE/7FG.)

België

 

360

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

648

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

240

 

 

Unie

 

1 249

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

480

 

 

TAC

 

1 911

 

 



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

7h, 7j en 7k

(PLE/7HJK.)

België

 

4

(1)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

8

(1)

Artikel 9 van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

28

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

 

16

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

56

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

11

(1)

 

TAC

 

67

(1)

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. Onder deze TAC is gerichte visserij op schol niet toegestaan.

▼B



Soort:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied:

8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(PLE/8/3411)

Spanje

26

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

103

 

Portugal

26

 

Unie

155

 

 

TAC

155

 

▼M4



Soort:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(POL/56-14)

Spanje

 

3

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

88

 

 

Ierland

 

26

 

 

Unie

 

117

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

67

 

 

TAC

 

184

 

 



Soort:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied:

7

(POL/07.)

België

 

277

(1)

Voorzorgs-TAC

Spanje

 

17

(1)

 

Frankrijk

 

6 381

(1)

 

Ierland

 

680

(1)

 

Unie

 

7 355

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 071

(1)

 

TAC

 

9 426

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 2 % worden gevangen in: 8a, 8b, 8d en 8e (POL/*8ABDE).

▼B



Soort:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied:

8a, 8b, 8d en 8e

(POL/8ABDE.)

Spanje

252

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

1 230

 

Unie

1 482

 

 

TAC

1 482

 



Soort:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied:

8c

(POL/08C.)

Spanje

149

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

17

 

Unie

166

 

 

TAC

166

 



Soort:

Witte koolvis

Pollachius pollachius

Gebied:

9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(POL/9/3411)

Spanje

196

(1)

Voorzorgs-TAC

Portugal

7

(1) (2)

Unie

203

(1)

 

TAC

203

(2)

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van de Unie van 8c (POL/*08C.).

(2)

Boven op deze TAC mag Portugal een hoeveelheid witte koolvis van maximaal 98 ton vangen (POL/93411P).

▼M4



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

3a en 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(POK/2C3A4)

België

 

19

(1)

Analytische TAC

Denemarken

 

2 287

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

5 776

(1)

 

Frankrijk

 

13 594

(1)

 

Nederland

 

58

(1)

 

Zweden

 

314

(1)

 

Unie

 

22 048

(1)

 

Noorwegen

 

31 096

(2)

 

Verenigd Koninkrijk

 

6 367

(1)

 

TAC

 

59 511

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 15 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Unie en internationale wateren van 6a ten noorden van 58°30' N.B. (POK/*6AN58).

(2)

Mag alleen in de wateren van de Unie van 4 en in 3a worden gevangen (POK/*3A4-C). Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b, 12 en 14

(POK/56-14)

Duitsland

 

319

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

3 160

(1)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

369

(1)

 

Unie

 

3 848

(1)

 

Noorwegen

 

0

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 327

(1)

 

TAC

 

6 175

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 30 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (POK/*2AC4C).

▼M2



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° N.B.

(POK/4N-S62)

Zweden

880

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

880

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

▼M4



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

7, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(POK/7/3411)

België

 

5

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

1 196

 

 

Ierland

 

1 493

 

 

Unie

 

2 695

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

481

 

 

TAC

 

3 176

 

 



Soort:

Tarbot en griet

Scophthalmus maximus and

Scophthalmus rhombus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(T/B/2AC4-C)

België

 

396

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

846

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

216

 

 

Frankrijk

 

102

 

 

Nederland

 

3 001

 

 

Zweden

 

6

 

 

Unie

 

4 568

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 063

 

 

TAC

 

5 848

 

 



Soort:

Roggen

Rajiformes

Gebied:

wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(SRX/2AC4-C)

België

 

257

(1) (2) (3) (4)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

10

(1) (2) (3)

 

Duitsland

 

13

(1) (2) (3)

 

Frankrijk

 

40

(1) (2) (3) (4)

 

Nederland

 

220

(1) (2) (3) (4)

 

Unie

 

540

(1) (3)

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 110

(1) (2) (3) (4)

 

TAC

 

1 650

(3)

 

(1)

Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/2AC4-C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/2AC4-C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/2AC4-C) worden afzonderlijk gemeld.

(2)

Bijvangstquotum. Deze soorten mogen per visreis niet meer dan 25 % levend gewicht van de totale aan boord gehouden vangsten uitmaken. Deze voorwaarde geldt enkel voor vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter. Deze bepaling geldt niet voor vangsten die onder de aanlandingsverplichting van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en van de in het VK gehandhaafde Verordening (EU) nr. 1380/2013 vallen.

(3)

Is niet van toepassing op blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en kleinoogrog (Raja microocellata) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Als vissen van deze soorten incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten.

(4)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D2.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D2.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D2.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D2.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D2.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).



Soort:

Roggen

Rajiformes

Gebied:

wateren van de Unie van 3 a

(SRX/03A-C.)

Denemarken

 

35

(1)

Voorzorgs-TAC

Zweden

 

10

(1)

 

Unie

 

45

(1)

 

TAC

 

45

 

 

(1)

Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/03A-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/03A-C.) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/03A-C.) worden afzonderlijk gemeld.



Soort:

Roggen

Rajiformes

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k

(SRX/67AKXD)

België

 

837

(1) (2) (3) (4)

Voorzorgs-TAC

Estland

 

5

(1) (2) (3) (4)

 

Frankrijk

 

3 757

(1) (2) (3) (4)

 

Duitsland

 

11

(1) (2) (3) (4)

 

Ierland

 

1 210

(1) (2) (3) (4)

 

Litouwen

 

19

(1) (2) (3) (4)

 

Nederland

 

4

(1) (2) (3) (4)

 

Portugal

 

21

(1) (2) (3) (4)

 

Spanje

 

1 011

(1) (2) (3) (4)

 

Unie

 

6 875

(1) (2) (3) (4)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 800

(1) (2) (3) (4)

 

TAC

 

9 675

(3)(4)

 

(1)

Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/67AKXD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/67AKXD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/67AKXD), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/67AKXD), zandrog (Raja circularis) (RJI/67AKXD) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/67AKXD) worden afzonderlijk gemeld.

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in de wateren van 7d (SRX/*07D.), onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*07D.), zandrog (Raja circularis) (RJI/*07D.) en kaardrog (Raja fullonica) (RJF/*07D.) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

(3)

Is niet van toepassing op kleinoogrog (Raja microocellata), behalve in 7f en 7g. Als vissen van deze soort incidenteel worden gevangen, worden zij ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet. De vissers worden aangemoedigd technieken en apparatuur te ontwikkelen en te gebruiken voor een snelle en behouden terugzetting van deze soorten. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de gebieden 7f en 7g (RJE/7FG.) niet meer kleinoogrog worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

 

Soort:

Kleinoogrog

Raja microocellata

Gebied:

7f en 7g

(RJE/7FG.)

 

België

 

8

Voorzorgs-TAC

 

Estland

 

0

 

 

Frankrijk

 

39

 

 

Duitsland

 

0

 

 

Ierland

 

12

 

 

Litouwen

 

0

 

 

Nederland

 

0

 

 

Portugal

 

0

 

 

Spanje

 

10

 

 

Unie

 

69

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

54

 

 

TAC

 

123

 

 

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 7d; deze hoeveelheid wordt gemeld onder de volgende code: (RJE/*07D.). Deze bijzondere voorwaarde geldt onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening en de betreffende verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden.

(4)

Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata).



Soort:

Roggen

Rajiformes

Gebied:

7d

(SRX/07D.)

België

 

125

(1) (2) (3) (4)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

1 051

(1) (2) (3) (4)

 

Nederland

 

7

(1) (2) (3) (4)

 

Unie

 

1 183

(1) (2) (3) (4)

 

Verenigd Koninkrijk

 

217

(1) (2) (3) (4)

 

TAC

 

1 400

(4)

 

(1)

Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/07D.), stekelrog (Raja clavata) (RJC/07D.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/07D.), gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/07D.) en kleinoogrog (Raja microocellata) (RJE/07D.) worden afzonderlijk gemeld.

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k (SRX/*67AKD). Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*67AKD), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*67AKD), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/*67AKD) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*67AKD) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata) en golfrog (Raja undulata).

(3)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 10 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4 (SRX/*2AC4C). Vangsten van blonde rog (Raja brachyura) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en de Unie van 4 (RJH/04-C.), grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/*2AC4C), stekelrog (Raja clavata) (RJC/*2AC4C) en gevlekte rog (Raja montagui) (RJM/*2AC4C) worden afzonderlijk gemeld. Deze bijzondere voorwaarde geldt niet voor kleinoogrog (Raja microocellata).

(4)

Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata).

▼M2



Soort:

Roggen

Rajiformes

Gebied:

Wateren van de Unie van 8 en 9

(SRX/89-C.)

België

10

(1) (2)

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

1 949

(1) (2)

Portugal

1 580

(1) (2)

Spanje

1 590

(1) (2)

Unie

5 129

(1) (2)

Verenigd Koninkrijk

pm

(1) (2)

 

TAC

pm

(2)

(1)

Vangsten van grootoogrog (Leucoraja naevus) (RJN/89-C.), blonde rog (Raja brachyura) (RJH/89-C.) en stekelrog (Raja clavata) (RJC/89-C.) worden afzonderlijk gemeld.

(2)

Niet van toepassing op golfrog (Raja undulata). Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. In gevallen waarin de aanlandingsverplichting niet geldt, mag bijvangst van golfrog in de deelgebieden 8 en 9 alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. De vangsten overschrijden de quota in de onderstaande tabel niet. De bovenstaande bepalingen gelden onverminderd de verbodsbepalingen die in de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden zijn vastgesteld. De bijvangst van golfrog wordt afzonderlijk gerapporteerd onder de in onderstaande tabellen vermelde codes. Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer golfrog worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

Soort:

Golfrog

Raja undulata

Gebied:

Wateren van de Unie van 8

(RJU/8-C.)

België

0

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

13

Portugal

10

Spanje

10

Unie

33

Verenigd Koninkrijk

pm

 

TAC

pm

Soort:

Golfrog

Raja undulata

Gebied:

Wateren van de Unie van 9

(RJU/9-C.)

België

0

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

20

Portugal

15

Spanje

15

Unie

50

Verenigd Koninkrijk

pm

 

TAC

pm

▼M4



Soort:

Golfrog

Raja undulata

Gebied:

7d en 7e

(RJU/7DE.)

België

 

19

(1)

Voorzorgs-TAC

Estland

 

0

(1)

 

Frankrijk

 

97

(1)

 

Duitsland

 

0

(1)

 

Ierland

 

25

(1)

 

Litouwen

 

0

(1)

 

Nederland

 

0

(1)

 

Portugal

 

0

(1)

 

Spanje

 

21

(1)

 

Unie

 

162

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

72

(1)

 

TAC

 

234

(1)

 

(1)

Op deze soort wordt niet gericht gevist in de gebieden waarvoor deze TAC geldt. Deze soort mag alleen worden aangeland in gehele staat of van de ingewanden ontdaan. Voor vaartuigen van de Unie geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van de artikelen 20 en 57 van deze verordening voor de daarin vermelde gebieden. Voor vaartuigen van het Verenigd Koninkrijk geldt dit onverminderd de verbodsbepalingen van relevante verbodsbepalingen van het VK-recht voor de daarin vermelde gebieden.



Soort:

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

(GHL/2A-C46)

Denemarken

 

29

 

Analytische TAC

Duitsland

 

51

 

 

Estland

 

29

 

 

Spanje

 

29

 

 

Frankrijk

 

478

 

 

Ierland

 

29

 

 

Litouwen

 

29

 

 

Polen

 

29

 

 

Unie

 

703

 

 

Noorwegen

 

0

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 868

 

 

TAC

 

2 571

 

 

▼M5



Soort:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a, 3 en 4

(MAC/2A34.)

België

544

( 1 )( 2 )

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Denemarken

18 666

( 1 )( 2 )

Duitsland

567

( 1 )( 2 )

Frankrijk

1 713

( 1 )( 2 )

Nederland

1 724

( 1 )( 2 )

Zweden

5 108

( 1 )( 2 )( 3 )

Unie

28 322

( 1 )( 2 )

Noorwegen

Niet relevant

( 4 )

Verenigd Koninkrijk

Niet relevant

( 1 )( 2 )( 3 )

TAC

852 284

 

( 1 )

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 60 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14 (MAC/*2AX14.).

( 2 )

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag ook in de twee onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

 

Noorse wateren van 2a (MAC/*02AN-)

Wateren van de Faeröer (MAC/*FRO1)

België

0

0

Denemarken

0

0

Duitsland

0

0

Frankrijk

0

0

Nederland

0

0

Zweden

0

0

Unie

0

0

( 3 )

Bijzondere voorwaarde: inclusief de volgende hoeveelheid in ton in de Noorse wateren van 2a en 4a (MAC/*2A4AN):

 

251

Indien overeenkomstig deze bijzondere voorwaarde wordt gevist, worden bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

( 4 )

In mindering te brengen op het Noorse TAC-aandeel (toegangsquotum). Deze hoeveelheid omvat het volgende Noorse aandeel van de Noordzee-TAC:

 

0

Dit quotum mag uitsluitend in 4a worden gevangen (MAC/*04A.), behalve de volgende hoeveelheid (in ton), die mag worden gevangen in 3a (MAC/*03A.):

 

0

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de volgende gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



 

3a

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 3a en 4bc

4b

4c

wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2a, 5b, 6, 7, 8d, 8e, 12 en 14

 

(MAC/*03A.)

(MAC/*3A4BC)

(MAC/*04B.)

(MAC/*04C.)

(MAC/*2A6.)

België

0

0

0

0

326

Denemarken

0

4 130

0

0

11 200

Duitsland

0

0

0

0

340

Frankrijk

0

490

0

0

1 028

Nederland

0

490

0

0

1 034

Zweden

0

0

390

10

3 065

Unie

0

5 110

390

10

16 993

Verenigd Koninkrijk

0

Niet relevant

0

0

Niet relevant

Noorwegen

0

0

0

0

0

▼M4



Soort:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied:

6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14

(MAC/2CX14-)

Duitsland

 

18 254

(1) (2)

Analytische TAC

Spanje

 

19

(1) (2)

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Estland

 

152

(1) (2)

 

Frankrijk

 

12 171

(1) (2)

 

Ierland

 

60 847

(1) (2)

 

Letland

 

112

(1) (2)

 

Litouwen

 

112

(1) (2)

 

Nederland

 

26 620

(1) (2)

 

Polen

 

1 285

(1) (2)

 

Unie

 

119 573

(1) (2)

 

Noorwegen

 

0

(3)(4)

 

Faeröer

 

0

(5)

 

Verenigd Koninkrijk

 

Niet van toepassing

(1) (2)

 

TAC

 

852 284

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: tot 100 % mag uitsluitend in de perioden 1 januari tot en met 14 februari en 1 augustus tot en met 31 december worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a (MAC/*4A-UK).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % beschikbaar worden gemaakt voor uitwisselingen die kunnen worden gevangen door Spanje, Frankrijk en Portugal in 8c, 9 en 10 en de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (MAC/*8C910).

(3)

Mag worden gevangen in 2a, 6a ten noorden van 56°30′ N.B., 4a, 7d, 7e, 7f en 7h (MAC/*AX7H).

(4)

Noorwegen mag de volgende hoeveelheid (in ton) aan extra toegangsquotum vangen ten noorden van 56°30′ N.B.; deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van Noorwegen (MAC/*N5630):

 

 

0

 

 

(5)

Deze hoeveelheid wordt in mindering gebracht op de vangstbeperking van de Faeröer (toegangsquotum). Mag alleen worden gevangen in 6a ten noorden van 56°30′ N.B. (MAC/*6AN56). Van 1 januari tot en met 15 februari en van 1 oktober tot en met 31 december mag dit quotum echter ook worden gevangen in 2a en in 4a ten noorden van 59° N.B. (MAC/*24N59).

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:



 

wateren van het Verenigd Koninkrijk van 4a; Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 14 februari en van 1 augustus tot en met 31 december

Noorse wateren van 2a

Wateren van de Faeröer

 

 

(MAC/*4A-UK)

(MAC/*2AN-)

(MAC/*FRO2)

 

Duitsland

18 254

 

0

0

 

Spanje

19

 

0

0

 

Estland

152

 

0

0

 

Frankrijk

12 171

 

0

0

 

Ierland

60 847

 

0

0

 

Letland

112

 

0

0

 

Litouwen

112

 

0

0

 

Nederland

26 620

 

0

0

 

Polen

1 285

 

0

0

 

Unie

119 573

 

0

0

 

Verenigd Koninkrijk

Niet van toepassing

 

0

0

 

▼M2



Soort:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied:

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(MAC/8C3411)

Spanje

32 081

(1)

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

213

(1)

Portugal

6 631

(1)

Unie

38 925

 

 

TAC

852 284

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in 8a, 8b en 8d worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in 8a, 8b en 8d worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

8b (MAC/*08B.)



Spanje

2 694

Frankrijk

18

Portugal

557

▼M5



Soort:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied:

Noorse wateren van 2a en 4a

(MAC/2A4A-N)

Denemarken

 

13 359

( 1 )

Analytische TAC

Unie

 

13 359

( 1 )

TAC

 

Niet relevant

 

( 1 )

In 2021 mag dit quotum alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a, 3a en 4 (MAC/*2A34X).

▼B



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

3a; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-24

(SOL/3ABC24)

Denemarken

500

 

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

29

(1)

Nederland

48

(1)

Zweden

19

 

Unie

596

 

 

TAC

596

 

(1)

Dit quotum mag alleen in de wateren van de Unie van 3a en van de deelsectoren 22-24 worden gevangen.

▼M4



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(SOL/24-C.)

België

 

1 613

 

Analytische TAC

Denemarken

 

738

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Duitsland

 

1 291

 

 

Frankrijk

 

323

 

 

Nederland

 

14 566

 

 

Unie

 

18 531

 

 

Noorwegen

 

10

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

2 544

 

 

TAC

 

21 361

 

 

(1)

Mag alleen worden gevangen in de wateren van de Unie van 4 (SOL/*04-C.).



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

6; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(SOL/56-14)

Ierland

 

46

 

Voorzorgs-TAC

Unie

 

46

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

11

 

 

TAC

 

57

 

 



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

7a

(SOL/07A.)

België

 

356

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

5

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

 

104

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

 

113

 

 

Unie

 

578

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

176

 

 

TAC

 

768

 

 

▼M1



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

7b en 7c

(SOL/7BC.)

Frankrijk

6

 

Voorzorgs-TAC

Ierland

28

 

Unie

34

 

 

TAC

34

 

▼M4



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

7d

(SOL/07D.)

België

 

830

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

1 659

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

2 489

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

640

 

 

TAC

 

3 248

 

 



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

7e

(SOL/07E.)

België

 

63

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

671

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Unie

 

733

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 175

 

 

TAC

 

1 925

 

 



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

7f en 7g

(SOL/7FG.)

België

 

830

 

Analytische TAC

Frankrijk

 

83

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

42

 

 

Unie

 

955

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

433

 

 

TAC

 

1 413

 

 



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

7h, 7j en 7k

(SOL/7HJK.)

België

 

23

 

Voorzorgs-TAC

Frankrijk

 

47

 

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Ierland

 

126

 

 

Nederland

 

37

 

 

Unie

 

233

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

47

 

 

TAC

 

280

 

 

▼B



Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

8a en 8b

(SOL/8AB.)

België

42

 

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Spanje

8

 

Frankrijk

3 116

 

Nederland

233

 

Unie

3 399

 

 

TAC

3 483

 



Soort:

Tongen

Solea spp.

Gebied:

8c, 8d, 8e, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(SOO/8CDE34)

Spanje

258

 

Voorzorgs-TAC

Portugal

428

 

Unie

686

 

 

TAC

686

 

▼M3



Soort:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied:

3a

(SPR/03A.)

Denemarken

13 086

 (1) (2)

Analytische TAC

Duitsland

27

 (1) (2)

Zweden

4 951

 (1) (2)

Unie

18 064

 (1) (2)

 

TAC

19 529

 (2)

(1)   

Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en schelvis (OTH/*03A.). Uit hoofde van deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en schelvis en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

(2)   

Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022. Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie en het Verenigd Koninkrijk gemeld.



Soort:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

SPR/2Ac4-C

België

993

 (1) (2)

Analytische TAC

Denemarken

78 553

 (1) (2)

Duitsland

993

 (1) (2)

Frankrijk

993

 (1) (2)

Nederland

993

 (1) (2)

Zweden

1 330

 (1) (2) (3)

Unie

83 855

 (1) (2)

Noorwegen

0

 (1)

Faeröer

0

 (1) (4)

Verenigd Koningrijk

3 331

 (1)

 

TAC

87 186

 (1)

(1)   

Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.

(2)   

Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting (OTH/*2AC4C). Uit hoofde van deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

(3)   

Inclusief zandspieringen.

(4)   

Mag tot 4 % bijvangsten van haring bevatten.

▼M4



Soort:

Sprot

Sprattus sprattus

Gebied:

7d en 7e

(SPR/7DE.)

België

 

4

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

284

 

 

Duitsland

 

4

 

 

Frankrijk

 

61

 

 

Nederland

 

61

 

 

Unie

 

414

 

 

Verenigd Koninkrijk

 

1 032

 

 

TAC

 

1 446

 

 



Soort:

Picked dogfish

Squalus acanthias

Gebied:

6, 7 en 8; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5; internationale wateren van 1, 12 en 14

(DGS/15X14)

België

 

18

(1)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

4

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

 

9

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

76

(1)

 

Ierland

 

48

(1)

 

Nederland

 

0

(1)

 

Portugal

 

0

(1)

 

Unie

 

155

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

 

115

(1)

 

TAC

 

270

(1)

 

(1)

In de gebieden waarvoor deze toegestane bijvangst geldt, mag niet gericht op doornhaai worden gevist. Alleen vaartuigen die deelnemen aan beheersregelingen voor bijvangst, mogen onder dit quotum per vaartuig per maand niet meer dan 2 ton doornhaai aanlanden die al dood is bij het aan boord hijsen van het vistuig. Elke Partij bepaalt zelf hoe haar quotum wordt toegewezen aan de vaartuigen die aan haar beheersregelingen voor bijvangst deelnemen. Elke partij zorgt ervoor dat de totale hoeveelheid doornhaai die jaarlijks wordt aangeland op basis van de toegestane bijvangst, niet hoger is dan de hierboven vermelde hoeveelheden. De Partijen moeten de lijst van deelnemende vaartuigen uitwisselen voordat zij aanlandingen toestaan.



Soort:

Horsmakrelen en bijvangsten daarvan

Trachurus spp.

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d

(JAX/4BC7D)

België

 

12

(1)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

 

5 249

(1)

 

Duitsland

 

464

(1) (2)

 

Spanje

 

97

(1)

 

Frankrijk

 

435

(1) (2)

 

Ierland

 

330

(1)

 

Nederland

 

3 160

(1) (2)

 

Portugal

 

11

(1)

 

Zweden

 

75

(1)

 

Unie

 

9 835

 

 

Noorwegen

 

0

(3)

 

Verenigd Koninkrijk

 

4 000

(1) (2)

 

TAC

 

14 014

 

 

(1)

Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*4BC7D). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

(2)

Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector 7d wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor het volgende gebied: wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8ab, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/*7D-EU).

(3)

Mag worden gevangen in de wateren van de Unie van 4a, maar mag niet worden gevangen in de wateren van de Unie van 7d (JAX/*04-C.).



Soort:

Horsmakrelen en bijvangsten daarvan

Trachurus spp.

Gebied:

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4a; 6, 7a-c, e-k; 8a-b, d-e; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14

(JAX/2A-14)

Denemarken

 

6 758

(1) (3)

Analytische TAC

Duitsland

 

5 273

(1) (2) (3)

 

Spanje

 

7 192

(3) (5)

 

Frankrijk

 

2 714

(1) (2) (3) (5)

 

Ierland

 

17 561

(1) (3)

 

Nederland

 

21 158

(1) (2) (3)

 

Portugal

 

693

(3) (5)

 

Zweden

 

675

(1) (3)

 

Unie

 

62 024

(3)

 

Faeröer

 

0

(4)

 

Verenigd Koninkrijk

 

6 597

(1) (2) (3)

 

TAC

 

70 254

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat onder dit quotum vóór 30 juni in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 2a of 4a wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4b, 4c en 7d (JAX/*2A4AC).

(2)

Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in 7d (JAX/*07D.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*07D.).

(3)

Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*2A-14). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

(4)

Beperkt tot 4a, 6a (uitsluitend ten noorden van 56°30′ N.B.), 7e, 7f en 7h.

(5)

Bijzondere voorwaarde: tot 80 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C2.). Onder deze bijzondere voorwaarde en overeenkomstig voetnoot (3) worden bijvangsten van evervis en wijting apart gerapporteerd onder de volgende code: (OTH/*08C2).



Soort:

Horsmakreel

Trachurus spp.

Gebied:

8c

(JAX/08C.)

Spanje

 

9 963

(1)

Analytische TAC

Frankrijk

 

173

 

 

Portugal

 

985

(1)

 

Unie

 

11 121

 

 

TAC

 

11 121

 

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 9 (JAX/*09.).

▼B



Soort:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied:

9

(JAX/09.)

Spanje

31 834

(1)

Analytische TAC

Artikel 8, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

Portugal

91 211

(1)

Unie

123 045

 

 

TAC

128 627

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C.).



Soort:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied:

10; wateren van de Unie van Cecaf(1)

(JAX/X34PRT)

Portugal

Nog vast te stellen

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

Unie

Nog vast te stellen

(2)

 

TAC

Nog vast te stellen

(2)

(1)

Wateren grenzend aan de Azoren.

(2)

Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal.



Soort:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied:

wateren van de Unie van Cecaf(1)

(JAX/341PRT)

Portugal

Nog vast te stellen

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

Unie

Nog vast te stellen

(2)

 

TAC

Nog vast te stellen

(2)

(1)

Wateren grenzend aan Madeira.

(2)

Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Portugal.



Soort:

Horsmakrelen

Trachurus spp.

Gebied:

wateren van de Unie van Cecaf(1)

(JAX/341SPN)

Spanje

Nog vast te stellen

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 6 van deze verordening is van toepassing.

Unie

Nog vast te stellen

(2)

 

TAC

Nog vast te stellen

(2)

(1)

Wateren grenzend aan de Canarische eilanden.

(2)

Wordt vastgesteld op dezelfde hoeveelheid als het quotum van Spanje.

▼M5



Soort:

Kever en geassocieerde bijvangsten

Trisopterus esmarkii

Gebied:

3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

(NOP/2A3A4.)

Jaar

2021

2022

 

Denemarken

116 447

( 1 )( 3 )

24 727

( 1 )( 6 )

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

22

( 1 )( 2 )( 3 )

5

( 1 )( 2 ) ( 6 )

Nederland

86

( 1 )( 2 )( 3 )

18

( 1 )( 2 ) ( 6 )

Unie

116 555

( 1 )( 3 )

24 750

( 1 )( 6 )

Verenigd Koninkrijk

11 745

( 2 )( 3 )

5 250

( 2 )( 6 )

Noorwegen

0

( 4 )

0

( 4 )

Faeröer

0

( 5 )

0

( 5 )

TAC

Niet relevant

 

Niet relevant

 

( 1 )

Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van schelvis en wijting (OT2/*2A3A4). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van schelvis en wijting en overeenkomstig artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

( 2 )

Het quotum mag alleen worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van de ICES-gebieden 2a, 3a en 4.

( 3 )

Mag alleen worden gevangen van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021.

( 4 )

Er moet een sorteerrooster worden gebruikt.

( 5 )

Er moet een sorteerrooster worden gebruikt. Met inbegrip van maximaal 15 % onvermijdelijke bijvangsten (NOP/*2A3A4), die op dit quotum in mindering moeten worden gebracht.

( 6 )

Mag alleen worden gevangen van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021.

▼M2



Soort:

Industriële vis

Gebied:

Noorse wateren van 4

(I/F/04-N.)

Zweden

800

(1) (2)

Voorzorgs-TAC

Unie

800

 

 

TAC

Niet relevant

(1)

Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor die soorten.

(2)

Bijzondere voorwaarde: waarvan niet meer dan de volgende hoeveelheid horsmakrelen (JAX/*04-N.):

400

▼M4



Soort:

Andere soorten

Gebied:

wateren van de Unie van 6 en 7

(OTH/5B67-C)

Unie

 

Niet van toepassing

 

Voorzorgs-TAC

Noorwegen

 

0

(1)

 

TAC

 

Niet van toepassing

 

 

(1)

Uitsluitend vangsten met beuglijnen.

▼M2



Soort:

Andere soorten

Gebied:

Noorse wateren van 4

(OTH/04-N.)

België

23

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

2 081

 

Duitsland

234

 

Frankrijk

96

 

Nederland

166

 

Zweden

Niet relevant

(1)

Unie

2 600

(2)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor “andere soorten”.

(2)

Soorten waarvoor geen andere TAC's gelden.

▼M5



Soort:

Andere soorten

Gebied:

Wateren van de Unie van 4 en 6a ten noorden van 56° 30′ N.B.

(OTH/2A46AN)

Unie

Niet relevant

 

Voorzorgs-TAC

Noorwegen

1 000

( 1 )( 2 )

Faeröer

0

 

TAC

Niet relevant

 

( 1 )

Beperkt tot 4 (OTH/*2A4-C).

( 2 )

Soorten waarvoor geen andere TAC’s gelden.

▼M2



Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

Noorse wateren van 4

(HKE/04-N.)

België

17

 

Voorzorgs-TAC

Denemarken

1 601

 

Duitsland

180

 

Frankrijk

74

 

Nederland

128

 

Zweden

Niet relevant

 

Unie

2 000

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼B




Aanhangsel

De in artikel 9, lid 4, genoemde TAC's zijn de volgende:

Voor België: tong in 7a; tong in 7f en 7g; tong in 7e; tong in 8a en 8b; scharretongen in 7; schelvis in 7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1; langoustine in 7; kabeljauw in 7a; schol in 7f en 7g; schol in 7h, 7j en 7k; roggen in 6a, 6b, 7a-c en 7e-k.
Voor Frankrijk: makreel in 3a en 4; wateren van de Unie van 2a, 3b, 3c en de deelsectoren 22-32; haring in 4, 7d en wateren van de Unie van 2a; horsmakrelen in wateren van de Unie van 4b, 4c en 7d; wijting in 7b-k; schelvis in 7b-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1; tong in 7f en 7g; wijting in 8; zeebrasem in wateren van de Unie en internationale wateren van 6, 7 en 8; evervissen in wateren van de Unie en internationale wateren van 6, 7 en 8; makreel in 6, 7, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van de Unie en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 2a, 12 en 14; roggen in wateren van de Unie van 6a, 6b, 7a-c en 7e-k; roggen in wateren van de Unie van 7d, roggen in wateren van de Unie van 8 en 9; golfrog in wateren van de Unie van 7d en 7e.
Voor Ierland: zeeduivel in 6; wateren van de Unie en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14; zeeduivel in 7; langoustine in functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7.




BIJLAGE IB

NOORDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND, ICES-DEELGEBIEDEN 1, 2, 5, 12 EN 14 EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1

▼M4



Soort:

Haring

Clupea harengus

Gebied:

wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Faeröer en van Noorwegen, en internationale wateren van 1 en 2

(HER/1/2-)

België

13

(1)

Analytische TAC

Denemarken

13 015

(1)

 

Duitsland

2 279

(1)

 

Spanje

43

(1)

 

Frankrijk

562

(1)

 

Ierland

3 370

(1)

 

Nederland

4 658

(1)

 

Polen

659

(1)

 

Portugal

43

(1)

 

Finland

202

(1)

 

Zweden

4 823

(1)

 

Unie

29 667

(1)

 

Verenigd Koninkrijk

12 715

(1)

 

Faeröer

0

(2)

 

Noorwegen

0

(3)

 

België

651 033

 

 

(1)

Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC en de wateren van de Unie.

(2)

Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer.

(3)

Te verrekenen met de vangstbeperkingen van Noorwegen.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheden:

Noorse wateren ten noorden van 62° N.B. en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)



 

29 667

2, 5b ten noorden van 62° N.B. (wateren van de Faeröer) (HER/*25B-F)



België

0

Denemarken

0

Duitsland

0

Spanje

0

Frankrijk

0

Ierland

0

Nederland

0

Polen

0

Portugal

0

Finland

0

Zweden

0

 

 

▼M2



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(COD/1N2AB.)

Duitsland

2 336

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Griekenland

290

 

Spanje

2 607

 

Ierland

290

 

Frankrijk

2 144

 

Portugal

2 607

 

Unie

10 274

 

 

TAC

Niet relevant

 



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

(COD/N1GL14)

Duitsland

1 950

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

Unie

1 950

(1)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Mag niet worden gevangen van 1 maart tot en met 31 mei in het beheersgebied Kleine Bank binnen de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

65° 00' N

38° 00' W

2

65° 00' N

35° 15' W

3

64° 00' N

35° 15' W

4

64° 00' N

38° 00' W



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

1 en 2b

(COD/1/2B.)

Duitsland

5 626

(3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

11 331

(3)

Frankrijk

2 658

(3)

Polen

2 335

(3)

Portugal

2 274

(3)

Andere lidstaten

421

(1) (3)

Unie

24 645

(2) (3)

Verenigd Koninkrijk

pm

(3)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (COD/1/2B_AMS).

(2)

De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.

(3)

Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen boven op het quotum voor kabeljauw.

▼M4



Soort:

Kabeljauw en schelvis

Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

wateren van de Faeröer van 5b

(C/H/05B-F.)

Duitsland

0

 

Analytische TAC

Frankrijk

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet van toepassing

 

 

▼M2



Soort:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied:

Groenlandse wateren van 5 en 14

(GRV/514GRN)

Unie

75

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

 

TAC

Niet relevant

(2)

(1)

Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

(2)

De hoeveelheid hieronder, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

25



Soort:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(GRV/N1GRN.)

Unie

60

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

 

TAC

Niet relevant

(2)

(1)

Bijzondere voorwaarde: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

(2)

De hoeveelheid hieronder, uitgedrukt in ton, wordt toegewezen aan Noorwegen. Bijzondere voorwaarde voor deze hoeveelheid: rondneusgrenadier (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadier (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN) mogen niet gericht worden bevist. Zij mogen alleen als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gerapporteerd.

40

▼B



Soort:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied:

2b

(CAP/02B.)

Unie

0

 

Analytische TAC

 

 

 

TAC

0

 

▼M5



Soort:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied:

Groenlandse wateren van 5 en 14

(CAP/514GRN)

Denemarken

51 088

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

2 224

 

Zweden

3 666

 

Alle lidstaten

2 645

( 1 )

Unie

59 623

( 2 )

Noorwegen

10 000

( 2 )

TAC

Niet relevant

 

( 1 )

Denemarken, Duitsland en Zweden mogen pas gebruikmaken van het quotum voor “alle lidstaten” wanneer zij hun eigen quotum hebben opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het quotum van de Unie is toegewezen, mogen het quotum voor “alle lidstaten” evenwel niet gebruiken. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (CAP/514GRN_AMS).

( 2 )

Voor een vangstperiode van 15 oktober 2021 tot en met 15 april 2022.

▼M2



Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(HAD/1N2AB.)

Germany

312

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

France

188

 

Union

500

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼M4



Soort:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied:

Wateren van de Faeröer

(WHB/2A4AXF)

Denemarken

0

 

Analytische TAC

Duitsland

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

0

 

 

Unie

0

(1)

 

TAC

Niet van toepassing

 

 

(1)

Vangsten van blauwe wijting mogen onvermijdelijke bijvangsten van grote zilvervis bevatten.



Soort:

Leng en blauwe leng

Molva molva en molva dypterygia

Gebied:

wateren van de Faeröer van 5b

(B/L/05B-F.)

Duitsland

0

 

Analytische TAC

Frankrijk

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0

(1)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet van toepassing

 

 

(1)

Bijvangsten van rondneusgrenadier en zwarte haarstaart mogen tot maximaal de volgende hoeveelheid op dit quotum in mindering worden gebracht (OTH/*05B-F): 0



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

Groenlandse wateren van 5 en 14

(PRA/514GRN)

Denemarken

1 925

 

Analytische TAC

Frankrijk

1 925

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

3 850

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Noorwegen

1 000

 

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

Faeröer

0

 

 

TAC

Niet van toepassing

 

 

▼M2



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(PRA/N1GRN.)

Denemarken

1 300

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

1 300

 

Unie

2 600

 

 

TAC

Niet relevant

 



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(POK/1N2AB.)

Duitsland

663

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

107

 

Unie

770

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼B



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

internationale wateren van 1 en 2

(POK/1/2INT)

Unie

0

 

Analytische TAC

 

 

 

TAC

Niet van toepassing

 

▼M4



Soort:

Zwarte koolvis

Pollachius virens

Gebied:

wateren van de Faeröer van 5b

(POK/05B-F.)

België

0

 

Analytische TAC

Duitsland

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

0

 

 

Unie

0

 

 

TAC

Niet van toepassing

 

 

▼M2



Soort:

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(GHL/1N2AB.)

Duitsland

50

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

50

(1)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

▼B



Soort:

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

internationale wateren van 1 en 2

(GHL/1/2INT)

Unie

1 800

(1)

Voorzorgs-TAC

 

TAC

Niet van toepassing

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

▼M2



Soort:

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(GHL/N1G-S68)

Duitsland

1 700

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

Unie

1 700

(1)

Noorwegen

550

(1)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Moet worden gevangen ten zuiden van 68° N.B.

▼M4



Soort:

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

(GHL/5-14GL)

Duitsland

4 300

 

Analytische TAC

Unie

4 300

(1)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Noorwegen

650

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Faeröer

0

 

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

TAC

Niet van toepassing

 

 

(1)

Mag met niet meer dan 6 vaartuigen tegelijkertijd worden gevangen.

▼B



Soort:

Roodbaarzen (ondiep pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied:

wateren van de Unie en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 en 14

(RED/51214S)

Estland

0

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

 

Spanje

0

 

Frankrijk

0

 

Ierland

0

 

Letland

0

 

Nederland

0

 

Polen

0

 

Portugal

0

 

Unie

0

 

 

 

 

TAC

0

 



Soort:

Roodbaarzen (diep pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied:

wateren van de Unie en internationale wateren van 5; internationale wateren van 12 en 14

(RED/51214D)

Estland

0

(1) (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

(1) (2)

Spanje

0

(1) (2)

Frankrijk

0

(1) (2)

Ierland

0

(1) (2)

Letland

0

(1) (2)

Nederland

0

(1) (2)

Polen

0

(1) (2)

Portugal

0

(1) (2)

Unie

0

(1) (2)

 

 

 

TAC

0

(1) (2)

(1)

Mag alleen worden gevangen binnen het gebied dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

 

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

 

 

1

64°45' N.B.

28° 30' W.L.

 

 

2

62°50' N.B.

25°45' W.L.

 

 

3

61°55' N.B.

26° 45' W.L.

 

 

4

61°00' N.B.

26° 30' W.L.

 

 

5

59°00' N.B.

30° 00' W.L.

 

 

6

59°00' N.B.

34° 00' W.L.

 

 

7

61°30' N.B.

34° 00' W.L.

 

 

8

62°50' N.B.

36° 00 O.L.

 

 

9

64°45' N.B.

28° 30' W.L.

 

(2)

Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.

▼M2



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes mentella

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(REB/1N2AB.)

Duitsland

851

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

106

 

Frankrijk

93

 

Portugal

450

 

Unie

1 500

 

 

TAC

Niet relevant

 

▼B



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

internationale wateren van 1 en 2

(RED/1/2INT)

Unie

Nog vast te stellen

(1) (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

TAC

16 540

(3)

(1)

De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen van de NEAFC. Vanaf de sluitingsdatum wordt door de lidstaten het gericht vissen op roodbaarzen door vaartuigen die hun vlag voeren, verboden.

(2)

De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaarzen in andere visserijen tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.

(3)

Voorlopige vangstbeperking om de vangsten van alle verdragsluitende partijen van de NEAFC te dekken.

▼M4



Soort:

Roodbaarzen (pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

(RED/N1G14P)

Duitsland

0

(1) (2) (3)

Analytische TAC

Frankrijk

0

(1) (2) (3)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0

(1) (2) (3)

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Noorwegen

0

(1) (2)

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

Faeröer

0

(1) (2) (4)

 

TAC

Niet van toepassing

 

 

(1)

Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.

(2)

Mag alleen worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

 

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

 

1

64°45'N

28°30'W

 

2

62°50'N

25°45'W

 

3

61°55'N

26°45'W

 

4

61°00'N

26°30'W

 

5

59°00'N

30°00'W

 

6

59°00'N

34°00'W

 

7

61°30'N

34°00'W

 

8

62°50'N

36°00'W

 

9

64°45'N

28°30'W

(3)

Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).

(4)

Mag alleen worden gevangen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN).

▼M2



Soort:

Roodbaarzen (demersaal)

Sebastes spp.

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5 en 14

(RED/N1G14D)

Duitsland

1 831

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

Frankrijk

9

(1)

Unie

1 840

(1)

 

TAC

Niet relevant

(1)

Mag alleen met trawls worden gevangen, en alleen ten noorden en ten westen van de lijn die door de volgende coördinaten wordt bepaald:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

59°15'N

54°26'W

2

59°15'N

44°00'W

3

59°30'N

42°45'W

4

60°00'N

42°00'W

5

62°00'N

40°30'W

6

62°00'N

40°00'W

7

62°40'N

40°15'W

8

63°09'N

39°40'W

9

63°30'N

37°15'W

10

64°20'N

35°00'W

11

65°15'N

32°30'W

12

65°15'N

29°50'W

▼M4



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

wateren van de Faeröer van 5b

(RED/05B-F.)

België

0

 

Analytische TAC

Duitsland

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0

 

 

TAC

Niet van toepassing

 

 

▼M2



Soort:

Andere soorten

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(OTH/1N2AB.)

Duitsland

71

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

29

(1)

Unie

100

(1)

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

▼M4



Soort:

Andere soorten

(1)

Gebied:

wateren van de Faeröer van 5b

(OTH/05B-F.)

Duitsland

0

 

Analytische TAC

Frankrijk

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet van toepassing

 

 

(1)

Exclusief soorten zonder handelswaarde.



Soort:

Platvis

Pleuronectiformes

Gebied:

wateren van de Faeröer van 5b

(FLX/05B-F.)

Duitsland

0

 

Analytische TAC

Frankrijk

0

 

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0

 

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet van toepassing

 

 

▼M2



Soort:

Bijvangsten(1)

Gebied:

Groenlandse wateren

(B-C/GRL)

Unie

600

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 7 bis van deze verordening is van toepassing.

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van grenadiervissen (Macrourus spp.) worden gerapporteerd overeenkomstig de volgende vangstmogelijkhedentabellen: grenadiervissen in de Groenlandse wateren van 5 en 14 (GRV/514GRN) en grenadiervissen in de Groenlandse wateren van NAFO 1 (GRV/N1GRN.)

▼B




BIJLAGE IC

NOORDWESTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN — NAFO-VERDRAGSGEBIED



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 2J3KL

(COD/N2J3KL)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 3NO

(COD/N3NO.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.



Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 3M

(COD/N3M.)

Estland

17

(1) (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

70

(1) (2)

Letland

17

(1) (2)

Litouwen

17

(1) (2)

Polen

57

(1) (2)

Spanje

215

(1) (2)

Frankrijk

30

(1) (2)

Portugal

293

(1) (2)

Unie

716

(1) (2)

 

 

 

TAC

1 500

(1) (2)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 31 december 2020 24.00 uur UTC en 31 maart 2021 24.00 UTC.

(2)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan tussen 1 januari en 31 maart 2021. Tijdens deze periode mag dit bestand uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of 5%, indien dit meer is, berekend overeenkomstig artikel 7, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2019/833.



Soort:

Witje

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied:

NAFO 3L

(WIT/N3L.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Witje

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied:

NAFO 3NO

(WIT/N3NO.)

Estland

52

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Letland

52

 

Litouwen

52

 

Unie

156

 

 

 

 

TAC

1 175

 



Soort:

Lange schar

Hippoglossoides platessoides

Gebied:

NAFO 3M

(PLA/N3M.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Lange schar

Hippoglossoides platessoides

Gebied:

NAFO 3LNO

(PLA/N3LNO.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Kortvinpijlinktvis

Illex illecebrosus

Gebied:

NAFO-deelgebieden 3 en 4

(SQI/N34.)

Estland

128

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Letland

128

(1)

Litouwen

128

(1)

Polen

227

(1)

Andere lidstaten

29 467

(1) (2)

Unie

30 078

(1) (3)

TAC

34 000

 

(1)

Tussen 00.01 uur UTC op 1 januari en 24.00 uur UTC op 30 juni mag geen enkel vaartuig op pijlinktvis vissen.

(2)

Deze hoeveelheid is beschikbaar voor Canada en de lidstaten met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (SQI/N34_AMS).

(3)

Komt overeen met de som van de quota voor Estland, Letland, Litouwen en Polen en het niet-gespecificeerde aandeel van de Unie dat beschikbaar is voor Canada en, met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen, voor de lidstaten.



Soort:

Geelstaartschar

Limanda ferruginea

Gebied:

NAFO 3LNO

(YEL/N3LNO.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

17 000

 

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 2 500 kg of van 10 % indien dat meer is. Indien de Unie evenwel een quotum voor “andere” toegewezen krijgt, bedragen de bijvangstbeperkingen zodra het quotum voor “andere” is opgebruikt, maximaal 1 250 kg of 5 %, indien dat meer is.



Soort:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied:

NAFO 3NO

(CAP/N3NO.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

NAFO 3LNO(1)(2)

(PRA/N3LNOX)

Estland

0

(3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Letland

0

(3)

Litouwen

0

(3)

Polen

0

(3)

Spanje

0

(3)

Portugal

0

(3)

Unie

0

(3)

 

 

 

TAC

0

(3)

(1)

Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

 

1

47° 20' 0"

46° 40' 0"

 

2

47° 20' 0"

46° 30' 0"

 

3

46° 00' 0"

46° 30' 0"

 

4

46° 00' 0"

46° 40' 0"

 

(2)

De visserij in wateren met een diepte van minder dan 200 m is verboden in het gebied ten westen van een lijn die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbindt:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

 

1

46° 00' 0"

47° 49' 0"

 

2

46° 25' 0"

47° 27' 0"

 

3

46 °42' 0"

47° 25' 0"

 

4

46° 48' 0"

47° 25' 50"

 

5

47° 16' 50"

47° 43' 50"

 

(3)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Noordse garnaal

Pandalus borealis

Gebied:

NAFO 3M(1)

(PRA/*N3M.)

TAC

Niet van toepassing

(2)

Analytische TAC

(1)

De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

 

1

47° 20' 0"

46° 40' 0"

 

2

47° 20' 0"

46° 30' 0"

 

3

46° 00' 0"

46° 30' 0"

 

4

46° 00' 0"

46° 40' 0"

 

Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december verboden in het gebied dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

Punt

Noorderbreedte

Westerlengte

 

1

47° 55' 0"

45° 00' 0"

 

2

47° 30' 0"

44° 15' 0"

 

3

46° 55' 0"

44° 15' 0"

 

4

46° 35' 0"

44° 30' 0"

 

5

46° 35' 0"

45° 40' 0"

 

6

47° 30' 0"

45° 40' 0"

 

7

47° 55' 0"

45° 00' 0"

 

(2)

Niet van toepassing. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserij-inspanning (EFF/*N3M.). De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Lidstaat

Maximaal aantal visdagen

 

 

Denemarken

33

 

Estland

391

*

Spanje

64

 

Letland

123

 

Litouwen

145

 

Polen

25

 

Portugal

17

 

 

*  Tijdens de jaarvergadering van de Visserijcommissie van de NAFO in 2020 is overeengekomen dat de Unie (Estland) 25 visdagen uit haar voor 2021 toegewezen visdagen aan Frankrijk zal overdragen in verband met Saint-Pierre en Miquelon. Die 25 visdagen zijn in mindering gebracht op het aantal visdagen van Estland – dat anders 416 dagen zou zijn geweest – en deze interimregeling voor 2020 creëert geen vangstgeschiedenis.



Soort:

Groenlandse heilbot/zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

NAFO 3LMNO

(GHL/N3LMNO)

Estland

331

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

338

 

Letland

47

 

Litouwen

24

 

Spanje

4 533

 

Portugal

1 895

 

Unie

7 168

 

 

 

 

TAC

12 225

 



Soort:

Roggen

Rajidae

Gebied:

NAFO 3LNO

(SKA/N3LNO.)

Estland

283

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Litouwen

62

 

Spanje

3 403

 

Portugal

660

 

Unie

4 408

 

 

 

 

TAC

7 000

 



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

NAFO 3LN

(RED/N3LN.)

Estland

895

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

615

 

Letland

895

 

Litouwen

895

 

Unie

3 300

 

 

 

 

TAC

18 100

 

▼M2



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

NAFO 3M

(RED/N3M.)

Estland

1 571

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

513

(1)

Letland

1 571

(1)

Litouwen

1 571

(1)

Spanje

233

(1)

Portugal

2 354

(1)

Unie

7 813

(1)

 

TAC

8 448

(1)

(1)

Op voorwaarde dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC, zoals aangegeven, wordt nageleefd. Binnen die TAC mag vóór 1 juli 2021 niet meer dan de volgende tussentijdse hoeveelheid worden gevangen: 4 224 .

▼B



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

NAFO 3O

(RED/N3O.)

Spanje

1 771

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

5 229

 

Unie

7 000

 

 

 

 

TAC

20 000

 



Soort:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied:

NAFO-deelgebied 2, sectoren 1F en 3K

(RED/N1F3K.)

Letland

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Litouwen

0

(1)

Unie

0

(1)

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.



Soort:

Witte heek

Urophycis tenuis

Gebied:

NAFO 3NO

(HKW/N3NO.)

Spanje

255

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

333

 

Unie

588

(1)

 

 

 

TAC

1 000

 

(1)

Indien overeenkomstig bijlage IA bij de instandhoudings- en nalevingsmaatregelen van de NAFO een TAC van 2 000 ton door de verdragsluitende partijen met een positieve stemming wordt bekrachtigd, zullen de overeenkomstige quota van de Unie en de verschillende lidstaten als volgt zijn:

Spanje

509

 

 

Portugal

667

 

 

Unie

1 176

 

 




BIJLAGE ID

ICCAT-VERDRAGSGEBIED

▼M2



Soort:

Blauwvintonijn

Thunnus thynnus

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° W.L., en Middellandse Zee

(BFT/AE45WM)

Cyprus

168,95

(4)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Griekenland

314,03

(7)

Spanje

6 093,28

(2)(4)(7)

Frankrijk

6 012,47

(2)(3)(4)

Kroatië

950,30

(6)

Italië

4 745,34

(4)(5)

Malta

389,32

(4)

Portugal

572,97

(7)

Andere lidstaten

64,95

(1)

Unie

19 311,6

(2)(3)(4)(5)

Bijzondere extra toewijzing

100

(7)

TAC

36 000

 

(1)

Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (BFT/AE45WM_AMS).

(2)

Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):

Spanje

925,33

Frankrijk

429,87

Unie

1 355,20

(3)

Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage VI, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*641):

Frankrijk

100,00

Unie

100,00

(4)

Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):

Spanje

122,15

Frankrijk

120,53

Italië

95,13

Cyprus

3,39

Malta

7,80

Unie

349,01

(5)

Bijzondere voorwaarde: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643):

Italië

95,13

Unie

95,13

(6)

Bijzondere voorwaarden: in het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm voor kweekdoeleinden van de in bijlage VI, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8303F):

Kroatië

857,28

Unie

857,28

(7)

In 2021 krijgt de Europese Unie bij de toegewezen quota van 19 360 ton, een extra toewijzing van 100 ton, uitsluitend voor vaartuigen voor ambachtelijke visserij van specifieke archipels in Griekenland (Ionische Eilanden), Spanje (Canarische Eilanden) en Portugal (Azoren en Madeira). De specifieke toewijzing van deze extra hoeveelheid aan de betrokken lidstaten is als volgt (BFT/AVARCH):

Griekenland

4,5

Spanje

87,3

Portugal

8,2

Unie

100



Soort

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

(SWO/AN05N)

Spanje

6 535,04

(2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

1 010,29

(2)

Andere lidstaten

139,70

(1)(2)

Unie

7 685,03

(3)

TAC

13 200

 

(1)

Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/AN05N_AMS).

(2)

Bijzondere voorwaarde: tot 2,39 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B. worden gevangen (SWO/*AS05N). Vangsten in het kader van deze bijzondere voorwaarde die op het gedeelde quotum in mindering moeten worden gebracht, worden afzonderlijk gerapporteerd (SWO/* AS05N_AMS).

(3)

Na overdracht van 40 ton aan Saint-Pierre en Miquelon (ICCAT Rec. 17-02).

▼B



Soort:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

(SWO/AS05N)

Spanje

4 945,07

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

298,12

(1)

Unie

5 243,19

 

TAC

14 000,00

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: tot 3,51 % van deze hoeveelheid mag in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B. worden gevangen (SWO/*AN05N).



Soort

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied:

Middellandse Zee

(SWO/MED)

Kroatië

14,16

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing

Cyprus

52,23

(1)

Spanje

1 613,44

(1)

Frankrijk

112,45

(1)

Griekenland

1 068,06

(1)

Italië

3 307,68

(1)

Malta

392,41

(1)

Unie

6 560,44

(1)

TAC

8 808,66

 

(1)

Dit quotum mag alleen worden gevangen van 1 april tot en met 31 december.

▼M2



Soort:

Noord-Atlantische witte tonijn

Thunnus alalunga

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

(ALB/AN05N)

Ierland

3 115,11

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

17 557,88

 

Frankrijk

5 522,24

 

Portugal

1 925,70

 

Unie

28 120,92

(1)

TAC

37 801

 

(1)

Het aantal vissersvaartuigen van de Unie dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 vastgesteld op:

1 253 .

▼B



Soort:

Zuid-Atlantische witte tonijn

Thunnus alalunga

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

(ALB/AS05N)

Spanje

905,86

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

297,70

 

Portugal

633,94

 

Unie

1 837,50

 

TAC

24 000,00

 



Soort:

Grootoogtonijn

Thunnus obesus

Gebied:

Atlantische Oceaan

(BET/ATLANT)

Spanje

7 604,35

(1) (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

3 230,00

(1) (2)

Portugal

3 133,93

(1) (2)

Unie

13 968,28

(1) (2) (3)

TAC

61 500,00

(1) (2)

(1)

Vangsten van grootoogtonijn door ringzegenvaartuigen (BET/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (BET/*ATLLL) worden afzonderlijk gerapporteerd.

(2)

Met ingang van juni 2021 moeten de lidstaten, wanneer 80 % van het vangstquotum bereikt is, de vangsten van die vaartuigen wekelijks doorgeven.

(3)

Na overdracht van 300 ton uit Japan.



Soort:

Blauwe marlijn

Makaira nigricans

Gebied:

Atlantische Oceaan

(BUM/ATLANT)

Spanje

23,24

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

380,36

 

Portugal

46,21

 

Unie

449,80

(1)

TAC

1 670,00

 

(1)

Na overdracht van twee ton aan Trinidad en Tobago (ICCAT Rec. 19-05).

▼M2



Soort:

Witte marlijn

Tetrapturus albidus

Gebied:

Atlantische Oceaan

(WHM/ATLANT)

Spanje

32,94

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

21,06

 

Andere

1,00

(1)

Unie

55,00

 

TAC

355,00

 

(1)

Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (WHM/ATLANT_AMS).

▼B



Soort:

Geelvintonijn

Thunnus albacares

Gebied:

Atlantische Oceaan

(YFT/ATLANT)

TAC

110 000

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

(1)

Vangsten van geelvintonijn door ringzegenvaartuigen (YFT/*ATLPS) en beugvisserijvaartuigen met een lengte over alles van 20 m of meer (YFT/*ATLLL) worden afzonderlijk gerapporteerd.



Soort:

Atlantische zeilvis

Istiophorus albicans

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° W.L.

(SAI/AE45W)

TAC

p.m.

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.



Soort:

Atlantische zeilvis

Istiophorus albicans

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten westen van 45° W.L.

(SAI/AW45W)

TAC

1 030

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

▼M2



Soort:

Blauwe haai

Prionace glauca

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

(BSH/AN05N)

Ierland

0,96

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

27 035,09

 

Frankrijk

151,70

 

Portugal

5 357,67

(1)

Unie

32 545,42

 

TAC

39 102

 

(1)

De duur en de berekeningsmethode van de Iccat voor de vangstbeperking voor blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan loopt niet vooruit op de duur en de berekeningsmethode voor het bepalen van een toekomstige verdeelsleutel op het niveau van de Unie.

▼B



Soort:

Blauwe haai

Prionace glauca

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° N.B.

(BSH/AS05N)

TAC

28 923

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

(1)

De duur en de berekeningsmethode van de ICCAT voor de vangstbeperking voor blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan loopt niet vooruit op de duur en de berekeningsmethode voor het bepalen van een toekomstige verdeelsleutel op het niveau van de Unie.

De vangsten van makreelhaai door vaartuigen van de Unie mogen niet hoger zijn dan de in deze bijlage vastgestelde vangstbeperkingen.



Soort:

Makreelhaai

Isurus oxyrinchus

Gebied:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° N.B.

(SMA/AN05N)

Unie

288,537

(1) (2)

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

Niet van toepassing

 

(1)

In het kader van deze vangstbeperking mogen alleen vissen die al dood zijn wanneer zij langszij het vaartuig worden gebracht, aan boord worden gehouden.

(2)

Alleen vaartuigen met een waarnemer of een functionerend elektronisch volgsysteem aan boord waarmee kan worden vastgesteld of de vis dood of levend is, mogen makreelhaai aan boord houden.




BIJLAGE IE

ZUIDOOSTELIJK DEEL VAN DE ATLANTISCHE OCEAAN — SEAFO-VERDRAGSGEBIED

De in deze bijlage opgenomen TAC’s worden niet aan de Seafo-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de Seafo, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij moet worden stopgezet omdat de TAC is opgebruikt.



Soort:

Alfonsino’s

Beryx spp.

Gebied:

Seafo

(ALF/SEAFO)

TAC

200

(1)

Voorzorgs-TAC

(1)  In deelsector B1 (ALF/*F47NA) mag niet meer dan 132 ton worden gevangen.



Soort:

Rode diepzeekrabben

Chaceon spp.

Gebied:

Seafo-deelsector B1(1)

(GER/F47NAM)

TAC

171

(1)

Voorzorgs-TAC

(1)  In het kader van deze TAC mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd:

— ten westen door de lengtegraad 0° O.L.,

— ten noorden door de breedtegraad 20° Z.B.,

— ten zuiden door de breedtegraad 28° Z.B., en

— ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.



Soort:

Rode diepzeekrabben

Chaceon spp.

Gebied:

Seafo, met uitzondering van deelsector B1

(GER/F47X)

TAC

200

 

Voorzorgs-TAC



Soort:

Zwarte Patagonische ijsheek Dissostichus eleginoides

Gebied:

Seafo, deelgebied D

(TOP/F47D)

TAC

275

 

Voorzorgs-TAC



Soort:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied:

Seafo, met uitzondering van deelgebied D

(TOP/F47-D)

TAC

0

 

Voorzorgs-TAC



Soort:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied:

Seafo-deelsector B1(1)

(ORY/F47NAM)

TAC

0

(2)

Voorzorgs-TAC

(1)  In het kader van deze bijlage mag worden gevist in het gebied dat wordt begrensd:

— ten westen door de lengtegraad 0° O.L.,

— ten noorden door de breedtegraad 20° Z.B.,

— ten zuiden door de breedtegraad 28° Z.B., en

— ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

(2)  Met uitzondering van een toegestane bijvangst van vier ton (ORY/*F47NA).



Soort:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied:

Seafo, met uitzondering van deelsector B1

(ORY/F47X)

TAC

50

 

Voorzorgs-TAC



Soort:

Pseudopentaceros spp.

Pseudopentaceros spp.

Gebied:

Seafo

(EDW/SEAFO)

TAC

135

 

Voorzorgs-TAC




BIJLAGE IF

ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — VERSPREIDINGSGEBIEDEN



Soort:

Zuidelijke blauwvintonijn

Thunnus maccoyii

Gebied:

alle verspreidingsgebieden (SBF/F41-81)

Unie

11

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

17 647

 

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.




BIJLAGE IG

WCPFC-VERDRAGSGEBIED



Soort:

Grootoogtonijn

Thunnus obesus

Gebied:

WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B.

(BET/F7120S)

Portugal

2 000

(1)

Voorzorgs-TAC

Spanje

2 000

(1)

 

Unie

4 000

(1)

 

TAC

Niet van toepassing

(1)

 

(1)  Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken.



Soort:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied:

WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B.

(SWO/F7120S)

Unie

3 170,36

 

Voorzorgs-TAC

TAC

Niet van toepassing

 

▼M2




BIJLAGE IH

SPRFMO-VERDRAGSGEBIED



Soort:

Chileense horsmakreel

Trachurus murphyi

Gebied:

SPRFMO-verdragsgebied

(CJM/SPRFMO)

Duitsland

12 013,90

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

13 021,83

 

Litouwen

8 359,58

 

Polen

14 373,69

 

Unie

47 769,00

 

TAC

Niet relevant

 



Soort:

IJsheken

Dissostichus spp.

Gebied:

SPRFMO-verdragsgebied

(TOT/SPR-AE)

TAC

75

(1)

Voorzorgs-TAC

(1)

Deze jaarlijkse TAC geldt alleen voor experimentele visserij. De visserijactiviteiten vinden uitsluitend plaats binnen het volgende onderzoeksonderdeel:

– NW

50° 30' Z.B., 136° O.L.

– NO

50° 30' Z.B., 140° 30' O.L.

– oostelijke inkeping

52° 45' Z.B., 140° 30' O.L.

– oostelijke hoek

52° 45' Z.B., 145° 30' O.L.

– ZO

54° 50' Z.B., 145° O.L.

– ZW

54° 50' Z.B., 136° O.L.

▼B




BIJLAGE IJ

IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED

De vangsten van geelvintonijn (Thunnus albacares) door ringzegenvaartuigen van de Unie mogen niet hoger zijn dan de in deze bijlage vastgestelde vangstbeperkingen.



Soort:

Geelvintonijn

Thunnus albacares

Gebied:

IOTC-bevoegdheidsgebied

(YFT/IOTC)

Frankrijk

29 501

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Italië

2 515

Spanje

45 682

 

 

Unie

77 698

 

 

TAC

Niet van toepassing




BIJLAGE IK

SIOFA-OVEREENKOMSTGEBIED



Soort

IJsheken

Dissostichus spp.

Gebied:

Del Cano-gebied(1)

(TOT/F517DC)

Unie

18,33

(2)

Voorzorgs-TAC

TAC

55

(2)

(1)  De internationale wateren in FAO-deelgebied 51.7 begrensd tussen 44° Z.B. en 45° Z.B. en de aangrenzende exclusieve economische zones ten oosten en ten westen.

(2)  Mag alleen worden gevangen door vaartuigen met waarnemers aan boord en met beuglijnen in het visseizoen van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021. Het maximumaantal toegestane haken per lijn bedraagt 3 000 en de lijnen worden ten minste drie zeemijl van elkaar uitgezet.

Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in het Del Cano-gebied.



Soort:

IJsheken

Dissostichus spp.

Gebied:

Williams Ridge(1)

(TOT/F574WR)

TAC

140

(2)

Voorzorgs-TAC

(1)

Gebied van FAO-deelgebied 57.4 dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

52°30'00" Z.B.

80°00'00" O.L.

2

55°00'00" Z.B.

80°00'00" O.L.

3

55°00'00" Z.B.

85°00'00" O.L.

4

52°30'00" Z.B.

85°00'00" O.L.

(2)

De onderstaande TAC’s worden niet aan de Siafo-partijen toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. Zij mogen alleen worden gevangen door vaartuigen met waarnemers aan boord in het visseizoen van 1 december 2020 tot en met 30 november 2021. Per elke door Siofa vastgestelde rastercel worden niet meer dan twee beuglijnen met ten hoogste 6 250 haken uitgezet en tussen de visreizen wordt een tijdsinterval van ten minste 30 dagen ingelast overeenkomstig de door Siofa vastgestelde toegangsvoorwaarden. Vangsten door vaartuigen die niet gericht op deze soort vissen, mogen niet meer dan 0,5 ton Dissostichus spp. per visseizoen bedragen. Zodra een vaartuig die grenswaarde bereikt, mag het niet langer vissen in Williams Ridge.

Tussentijds beschermde gebieden

Atlantis Bank



Punt

Breedtegraad (Z.B.)

Lengtegraad (O.L.)

1

32°00'

57°00'

2

32°50'

57°00'

3

32°50'

58°00'

4

32°00'

58°00'

Coral



Punt

Breedtegraad (Z.B.)

Lengtegraad (O.L.)

1

41°00'

42°00'

2

41° 40'

42°00'

3

41° 40'

44°00'

4

41°00'

44°00'

Fools Flat



Punt

Breedtegraad (Z.B.)

Lengtegraad (O.L.)

1

31° 30'

94° 40'

2

31° 40'

94° 40'

3

31° 40'

95°00'

4

31° 30'

95°00'

Middle of What



Punt

Breedtegraad (Z.B.)

Lengtegraad (O.L.)

1

37° 54'

50° 23'

2

37° 56,5'

50° 23'

3

37° 56,5'

50° 27'

4

37° 54'

50° 27'

Walter's Shoal



Punt

Breedtegraad (Z.B.)

Lengtegraad (O.L.)

1

33°00'

43° 10'

2

33° 20'

43° 10'

3

33° 20'

44° 10'

4

33°00'

44° 10'




BIJLAGE IL

IATTC-VERDRAGSGEBIED



Soort:

Grootoogtonijn

Thunnus obesus

Gebied:

IATTC-verdragsgebied

(BET/IATTC)

Unie

500

(1)

Voorzorgs-TAC

TAC

Niet van toepassing

 

(1)

Dit quotum mag alleen worden gevangen door vaartuigen die beuglijnen gebruiken.




BIJLAGE II

VISSERIJ-INSPANNING VOOR VAARTUIGEN IN HET KADER VAN HET BEHEER VAN DE TONGBESTANDEN IN HET WESTELIJKE KANAAL IN ICES-SECTOR 7e

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

1.   TOEPASSINGSGEBIED

1.1. Deze bijlage is van toepassing op Unievissersvaartuigen met een lengte over alles van 10 meter of meer die overeenkomstig Verordening (EU) nr. 2019/472 boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer en staande netten, met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm aan boord hebben of gebruiken en die aanwezig zijn in ICES-sector 7e.

1.2. Vaartuigen die vissen met staande netten met een maaswijdte van 120 mm of meer en die in het kader van hun geregistreerde visserijactiviteit in de drie voorgaande jaren minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong per jaar hebben gevangen, zijn vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage, mits:

a) 

die vaartuigen tijdens de beheersperiode 2019 minder dan 300 kg, in levend gewicht, tong hebben gevangen;

b) 

die vaartuigen op zee geen vis overladen op een ander vaartuig;

c) 

elke betrokken lidstaat uiterlijk op 31 juli 2021 en 31 januari 2022 bij de Commissie een verslag indient over de geregistreerde tongvangsten van die vaartuigen in de laatste drie jaar en over de tongvangst in 2021.

Indien aan een van die voorwaarden niet is voldaan, zijn de betrokken vaartuigen met onmiddellijke ingang niet meer vrijgesteld van de toepassing van deze bijlage.

2.   DEFINITIES

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

a) 

“vistuiggroep”: de groep die bestaat uit de volgende twee vistuigcategorieën:

i) 

boomkorren met een maaswijdte van 80 mm of meer, en

ii) 

staande netten met inbegrip van kieuwnetten, schakelnetten en warrelnetten, met een maaswijdte van maximaal 220 mm;

b) 

“gereglementeerd vistuig”: tuig van de twee vistuigcategorieën die tot de vistuiggroep behoren;

c) 

“het gebied”: ICES-sector 7e;

d) 

“huidige beheersperiode”: de periode van 1 februari 2021 tot en met 31 januari 2022.

3.   ACTIVITEITSBEPERKINGEN

Onverminderd artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 zorgen de lidstaten ervoor dat vissersvaartuigen van de Unie die hun vlag voeren en in de Unie zijn geregistreerd, niet langer dan het in hoofdstuk III van deze bijlage bepaalde aantal dagen aanwezig zijn in het gebied wanneer zij gereglementeerd vistuig aan boord hebben.

HOOFDSTUK II

Machtigingen

4.   GEMACHTIGDE VAARTUIGEN

4.1 Een lidstaat verleent vaartuigen die zijn vlag voeren, geen toestemming voor visserijactiviteiten in het betrokken gebied met gereglementeerd vistuig, als deze vaartuigen in de periode 2002-2018 nog niet eerder dergelijke gereglementeerde visserijactiviteiten – behalve als resultaat van een overdracht van dagen tussen vissersvaartuigen – in het betrokken gebied hebben verricht, tenzij hij ervoor zorgt dat een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij in het gebied wordt onttrokken.

4.2 Aan vaartuigen die wel met gereglementeerd vistuig hebben gevist, kan evenwel toestemming worden verleend om ander vistuig te gebruiken, mits het aantal dagen dat voor het laatstgenoemde vistuigtype is toegewezen, gelijk is aan of groter is dan het aantal voor het gereglementeerde vistuig toegewezen dagen.

4.3 Een vaartuig dat de vlag voert van een lidstaat die geen quota heeft in het gebied, wordt niet gemachtigd om in dat gebied met gereglementeerd vistuig te vissen, tenzij het vaartuig na een overdracht een quotum krijgt toegewezen uit hoofde van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en zeedagen krijgt toegewezen overeenkomstig punt 10 of punt 11 van deze bijlage.

HOOFDSTUK III

Aan Unievissersvaartuigen toegewezen aantal dagen aanwezigheid in het gebied

▼M4

5.   MAXIMAAL AANTAL DAGEN

Het maximale aantal zeedagen waarvoor een lidstaat van 1 januari tot en met 31 december 2021 een onder zijn vlag varend vaartuig kan toestaan om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, wordt weergegeven in tabel I.



Tabel I

Maximaal aantal dagen waarop een vaartuig in het gebied aanwezig mag zijn per categorie gereglementeerd vistuig van 1 januari tot en met 31 december 2021

Gereglementeerd vistuig

Maximaal aantal dagen

Boomkorren met een maaswijdte ≥ 80 mm

België

176

Frankrijk

188

Staande netten met een maaswijdte ≤ 220 mm

België

176

Frankrijk

191

▼B

6.   KILOWATTDAGENSYSTEEM

6.1. De lidstaten kunnen de hun toegewezen visserij-inspanningen tijdens de huidige beheersperiode beheren aan de hand van een kilowattdagensysteem. Op grond van dat systeem kunnen zij een vaartuig waarop de in tabel I vermelde soorten gereglementeerd vistuig van toepassing zijn, toestaan om gedurende een maximaal aantal dagen dat verschilt van het in die tabel vastgestelde aantal, aanwezig te zijn in het gebied, mits het totale aantal kilowattdagen dat met het gereglementeerde vistuig overeenstemt, in acht wordt genomen.

6.2. Het totale aantal kilowattdagen is de som van alle individuele visserij-inspanningen die zijn toegewezen aan de vaartuigen die de vlag van de betrokken lidstaat voeren en voldoen aan de voorwaarden betreffende het gereglementeerde vistuig. Deze individuele visserij-inspanningen worden berekend in kilowattdagen door het motorvermogen van elk vaartuig te vermenigvuldigen met het aantal zeedagen waarover het betrokken vaartuig overeenkomstig tabel I zou beschikken als punt 6.1 niet werd toegepast.

6.3. Lidstaten die gebruik wensen te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem, dienen bij de Commissie een verzoek voor het in tabel I bedoelde gereglementeerde vistuig in, vergezeld van elektronische verslagen waarin de uitvoerige berekening wordt vermeld op basis van:

a) 

de lijst van vaartuigen die mogen vissen, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

b) 

het aantal zeedagen dat elk vaartuig overeenkomstig tabel I oorspronkelijk had mogen vissen en het aantal zeedagen waarover elk vaartuig bij toepassing van punt 6.1 zou beschikken.

6.4. Op basis van dat verzoek gaat de Commissie na of aan de in punt 6 bedoelde voorwaarden is voldaan en kan zij, indien van toepassing, de betrokken lidstaat toestemming verlenen om gebruik te maken van het in punt 6.1 bedoelde systeem.

7.   TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR DE DEFINITIEVE BEËINDIGING VAN VISSERIJACTIVITEITEN

7.1. De Commissie kan een lidstaat extra zeedagen toewijzen gedurende welke een vaartuig toestemming van zijn vlaggenlidstaat kan krijgen om in het gebied aanwezig te zijn met gereglementeerd vistuig aan boord, en wel op basis van de definitieve beëindiging van tijdens de vorige beheersperiode verrichte visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 21 ) of Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad ( 22 ). Definitieve beëindigingen ingevolge andere omstandigheden kunnen door de Commissie per geval in overweging worden genomen na een schriftelijk en naar behoren gemotiveerd verzoek van de betrokken lidstaat. In dat schriftelijke verzoek wordt vermeld om welke vaartuigen het gaat en wordt voor elk daarvan bevestigd dat het niet opnieuw visserijactiviteiten zal beginnen.

7.2. De in kilowattdagen gemeten visserij-inspanning die vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, in 2003 met de betrokken vistuiggroep hebben geleverd, wordt gedeeld door de inspanning die alle vaartuigen in 2003 met die vistuiggroep hebben geleverd. Het aantal extra zeedagen wordt vervolgens berekend door de aldus verkregen ratio te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat overeenkomstig tabel I zou zijn toegewezen. Het resultaat van die berekening wordt afgerond op de meest nabije hele dag.

7.3. De punten 7.1 en 7.2 zijn niet van toepassing wanneer een vaartuig overeenkomstig punt 4.2 is vervangen of wanneer de onttrekking reeds in de voorgaande jaren is benut om extra zeedagen te krijgen.

7.4. Lidstaten die gebruik wensen te maken van de in punt 7.1 vastgestelde toewijzingen, dienen uiterlijk op 15 juni van de huidige beheersperiode bij de Commissie een verzoek in met elektronische verslagen waarin voor de in tabel I vermelde vistuiggroep de gegevens worden vermeld voor de berekening op basis van:

a) 

de lijst van vaartuigen waarvan de activiteiten zijn beëindigd, met vermelding van hun nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR) en hun motorvermogen;

b) 

de in 2003 door die vaartuigen verrichte visserijactiviteit, berekend in zeedagen per betrokken vistuiggroep.

7.5. Tijdens de huidige beheersperiode mag een lidstaat extra toegekende zeedagen herverdelen tussen alle of sommige vaartuigen die nog steeds deel uitmaken van de vloot en die voldoen aan de voorwaarde betreffende het gereglementeerde vistuig.

7.6. Als de Commissie extra zeedagen toewijst wegens de definitieve beëindiging van visserijactiviteiten in de vorige beheersperiode, wordt het in tabel I vermelde maximale aantal dagen per lidstaat en vistuig dienovereenkomstig aangepast voor de huidige beheersperiode.

8.   TOEWIJZING VAN EXTRA DAGEN VOOR VERSTERKTE AANWEZIGHEID VAN WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMERS

8.1. De Commissie kan, op basis van een programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in het kader van een partnerschap tussen wetenschappers en de visserijsector, een lidstaat tussen 1 februari 2021 en 31 januari 2022 drie extra dagen van aanwezigheid in het gebied toewijzen voor vaartuigen met gereglementeerd vistuig aan boord. Dergelijke programma’s zijn met name gericht op teruggooiniveaus en vangstsamenstelling en gaan inzake gegevensverzameling verder dan de vereisten voor nationale programma’s die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad ( 23 ) en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

8.2. De wetenschappelijke waarnemers zijn onafhankelijk van de eigenaar, van de kapitein en van de bemanning van het vaartuig.

8.3. Een lidstaat die gebruik wenst te maken van de in punt 8.1 bedoelde toewijzingen, dient bij de Commissie ter goedkeuring een beschrijving van zijn programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers in.

8.4. Indien een door een lidstaat ingediend programma voor versterkte aanwezigheid van wetenschappelijke waarnemers reeds in het verleden door de Commissie werd goedgekeurd en de betrokken lidstaat dit programma ongewijzigd wil blijven toepassen, stelt deze lidstaat de Commissie vier weken vóór het begin van de periode waarvoor dit programma van toepassing is, in kennis van de voortzetting ervan.

HOOFDSTUK IV

Beheer

9.   ALGEMENE VERPLICHTING

De lidstaten beheren de maximale toegestane visserij-inspanning overeenkomstig de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

10.   BEHEERSPERIODEN

10.1. Een lidstaat kan het in tabel I vermelde aantal dagen van aanwezigheid in het gebied verdelen over beheersperioden met een duur van een of meer kalendermaanden.

10.2. Het aantal dagen of uren gedurende welke een vaartuig tijdens een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, wordt door de betrokken lidstaat vastgesteld.

10.3. Lidstaten die de aanwezigheid in een gebied van vaartuigen die hun vlag voeren, per uur vaststellen, blijven de benutting van de dagen meten overeenkomstig punt 9. Op verzoek van de Commissie toont de betrokken lidstaat aan welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van een excessieve benutting van dagen in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.

HOOFDSTUK V

Uitwisseling van toegewezen visserij-inspanningen

11.   OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN DEZELFDE LIDSTAAT VOEREN

11.1. Een lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen tijdens welke zij in het gebied aanwezig mogen zijn, voor hetzelfde gebied over te dragen aan een ander vaartuig dat zijn vlag voert, mits het product van het door een vaartuig ontvangen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig (kilowattdagen) gelijk is aan of kleiner is dan het product van het door het overdragende vaartuig overgedragen aantal dagen en het motorvermogen in kilowatt ervan. Als motorvermogen in kilowatt van een vaartuig geldt het voor dat vaartuig in het vissersvlootregister van de Unie geregistreerde vermogen.

11.2. Het product van het overeenkomstig punt 11.1 overgedragen totale aantal dagen van aanwezigheid in het gebied en het motorvermogen in kilowatt van het overdragende vaartuig is niet groter dan het product van het geregistreerde gemiddelde aantal dagen per jaar dat het overdragende vaartuig in 2001, 2002, 2003, 2004 en 2005 in het gebied heeft doorgebracht, zoals bevestigd in het visserijlogboek, en het motorvermogen in kilowatt van dat vaartuig.

11.3. Het overdragen van dagen overeenkomstig punt 11.1 is toegestaan tussen vaartuigen die werken met gereglementeerd vistuig en gedurende dezelfde beheersperiode.

11.4. Op verzoek van de Commissie verstrekken de lidstaten informatie over de overdrachten die hebben plaatsgevonden. Spreadsheetformaten voor het verzamelen en doorsturen van die informatie kunnen door de Commissie middels uitvoeringshandelingen worden opgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 58, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

12.   OVERDRACHT VAN DAGEN TUSSEN VISSERSVAARTUIGEN DIE ELK DE VLAG VAN EEN ANDERE LIDSTAAT VOEREN

Elke lidstaat kan vissersvaartuigen die zijn vlag voeren, toestaan om dagen van aanwezigheid in het gebied binnen dezelfde beheersperiode en binnen hetzelfde gebied over te dragen aan een vissersvaartuig dat de vlag van een andere lidstaat voert, mits de punten 4.1, 4.3, 5, 6 en 10 van toepassing zijn. Wanneer een lidstaat besluit toestemming voor een dergelijke overdracht te verlenen, stelt hij de Commissie, voordat de overdracht plaatsvindt, in kennis van gedetailleerde gegevens over de overdracht, waaronder het aantal over te dragen dagen, de visserij-inspanning en, in voorkomend geval, de quota waarop de overdracht betrekking heeft.

HOOFDSTUK VI

Rapportageverplichtingen

13.   VISSERIJ-INSPANNINGSVERSLAG

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is van toepassing op vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied wordt begrepen als het in punt 2 van deze bijlage omschreven gebied.

14.   VERZAMELING VAN RELEVANTE GEGEVENS

Op basis van gegevens die worden gebruikt voor het beheer van de dagen van aanwezigheid in het gebied overeenkomstig deze bijlage, verzamelen de lidstaten voor elk kwartaal gegevens betreffende de totale visserij-inspanning in het gebied voor vaartuigen gesleept vistuig en staand vistuig gebruiken, de inspanning in het gebied van vaartuigen die verschillende soorten tuig gebruiken, en het motorvermogen van deze vaartuigen in kilowattdagen.

15.   MEDEDELING VAN RELEVANTE GEGEVENS

Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten de in punt 14 vermelde gegevens in het in de tabellen II en III gespecificeerde format aan de Commissie mee door toezending van een spreadsheet aan het juiste e-mailadres, dat door de Commissie aan de lidstaten wordt meegedeeld. Op verzoek van de Commissie doen de lidstaten de Commissie gedetailleerde gegevens toekomen over de toegewezen en verrichte visserij-inspanning voor het geheel of voor gedeelten van de beheersperioden 2019 en 2020, in het in de tabellen IV en V bedoelde gegevensformat.



Tabel II

Rapportageformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

Lidstaat

Vistuig

Beheersperiode

Aangifte van de cumulatieve inspanning

(1)

(2)

(3)

(4)



Tabel III

Gegevensformat voor informatie betreffende de kW-dagen, per beheersperiode

Naam van het veld

Maximaal aantal tekens/cijfers

Uitlijning (1)

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)  Lidstaat

3

 

Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

(2)  Vistuig

2

 

Eén van de volgende vistuigtypes:

BT = boomkorren ≥ 80 mm

GN = kieuwnetten < 220 mm

TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

(3)  Beheersperiode

4

 

Een jaar in de periode vanaf de beheersperiode 2006 tot de huidige beheersperiode

(4)  Aangifte van de cumulatieve inspanning

7

R

Cumulatieve visserij-inspanning in kilowattdagen vanaf 1 februari tot en met 31 januari van de betrokken beheersperiode

(1)   

Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.



Tabel IV

Rapportageformat voor vaartuiggerelateerde informatie

Lidstaat

CFR

Uitwendige kentekens

Duur van de beheersperiode

Aangegeven vistuig

Toegewezen aantal dagen per aangegeven vistuig

Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

Overgedragen dagen

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

Nr. 1

Nr. 2

Nr. 3

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(5)

(5)

(5)

(6)

(6)

(6)

(6)

(7)

(7)

(7)

(7)

(8)



Tabel V

Gegevensformat voor vaartuiggerelateerde informatie

Naam van het veld

Maximaal aantal tekens/cijfers

Uitlijning (1)

L(inks)/R(echts)

Definitie en opmerkingen

(1)  Lidstaat

3

 

Lidstaat (ISO-drielettercode) waar het vaartuig is geregistreerd

(2)  CFR

12

 

Nummer in het vissersvlootregister van de Unie (CFR)

Uniek identificatienummer van het vissersvaartuig

Lidstaat (ISO-drielettercode) gevolgd door een identificatiereeks (negen tekens). Indien een reeks minder dan negen tekens telt, moeten aan de linkerkant nullen worden toegevoegd

(3)  Uitwendige kentekens

14

L

Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie (2)

(4)  Duur van de beheersperiode

2

L

Duur van de beheersperiode in maanden

(5)  Aangegeven vistuig

2

L

Eén van de volgende vistuigtypes:

BT = boomkorren ≥ 80 mm

GN = kieuwnetten < 220 mm

TN = schakelnetten of warrelnetten < 220 mm

(6)  Bijzondere voorwaarde voor het aangegeven vistuig

3

L

Aantal dagen dat overeenkomstig bijlage II aan het vaartuig is toegewezen voor het aangegeven vistuig en de aangegeven beheersperiode

(7)  Aantal dagen waarop het aangegeven vistuig is gebruikt

3

L

Aantal dagen dat het vaartuig daadwerkelijk in het gebied heeft doorgebracht met gebruikmaking van het aangegeven vistuig gedurende de aangegeven beheersperiode

(8)  Overgedragen dagen

4

L

Vermeld voor overgedragen dagen “– aantal overgedragen dagen” en voor ontvangen dagen “+ aantal overgedragen dagen”.

(1)   

Relevante informatie voor de verstrekking van gegevens volgens een format met vaste lengte.

(2)   

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).




BIJLAGE III

BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN IN DE ICES-SECTOREN 2a EN 3a EN IN ICES-DEELGEBIED 4

Ten behoeve van het beheer van de vangstmogelijkheden voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en in ICES-deelgebied 4, zoals vastgesteld in bijlage IA, worden de beheersgebieden waarbinnen specifieke vangstbeperkingen van toepassing zijn, omschreven overeenkomstig deze bijlage en het aanhangsel daarbij:



Beheersgebied voor zandspieringen

Statistische ICES-vakken

1r

31–33 E9–F4; 33 F5; 34–37 E9–F6; 38–40 F0–F5; 41 F4–F5

2r

35 F7–F8; 36 F7–F9; 37 F7–F8; 38-41 F6–F8; 42 F6–F9; 43 F7–F9; 44 F9–G0; 45 G0–G1; 46 G1

3r

41–46 F1–F3; 42–46 F4–F5; 43–46 F6; 44–46 F7–F8; 45–46 F9; 46–47 G0; 47 G1 en 48 G0

4

38–40 E7–E9 en 41–46 E6–F0

5r

47–52 F1–F5

6

41–43 G0–G3; 44 G1

7r

47–52 E6–F0




Aanhangsel

image Beheersgebieden voor zandspieringen




BIJLAGE IV

SEIZOENSSLUITINGEN TER BESCHERMING VAN PAAIENDE KABELJAUW

De gebieden in de onderstaande tabel worden tijdens de vastgestelde periode gesloten voor alle vistuig, met uitzondering van pelagisch vistuig (ringzegens en trawls):



Tijdgebonden sluitingen

Nr.

Benaming gebied

Coördinaten

Periode

Opmerkingen

1

Stanhope

60o 10' N.B. - 01o 45' O.L.

60o 10' N.B. - 02o 00' O.L.

60o 25' N.B. - 01o 45' O.L.

60o 25' N.B. - 02o 00' O.L.

1 januari tot en met 30 april

 

2

Long Hole

59o 07,35' N.B. - 0o 31,04' W.L.

59o 03,60' N.B. - 0o 22,25' W.L.

58o 59,35' N.B. - 0o 17,85' W.L.

58o 56,00' N.B. - 0o 11,01' W.L.

58o 56,60' N.B. - 0o 08,85' W.L.

58o 59,86' N.B. - 0o 15,65' W.L.

59o 03,50' N.B. - 0o 20,00' W.L.

59o 08,15' N.B. - 0o 29,07' W.L.

1 januari tot en met 31 maart

 

3

Coral Edge

58o 51,70' N.B. - 03o 26,70' O.L.

58o 40,66' N.B. - 03o 34,60' O.L.

58o 24,00' N.B. - 03o 12,40' O.L.

58o 24,00' N.B. - 02o 55,00' O.L.

58o 35,65' N.B. - 02o 56,30' O.L.

1 januari tot en met 28 februari

 

4

Papa Bank

59o 56' N.B. - 03o 08' W.L.

59o 56' N.B. - 02o 45' W.L.

59o 35' N.B. - 03o 15' W.L.

59o 35' N.B. - 03o 35' W.L.

1 januari tot en met 15 maart

 

5

Foula Deeps

60o 17,50' N.B. - 01o 45' W.L.

60o 11,00' N.B. - 01o 45' W.L.

60o 11,00' N.B. - 02o 10' W.L.

60o 20,00' N.B. - 02o 00' W.L.

60o 20,00' N.B. - 01o 50' W.L.

1 november tot en met 31 december

 

6

Egersund Bank

58o 07,40' N.B. - 04o 33,00' O.L.

57o 53,00' N.B. - 05o 12,00' O.L.

57o 40,00' N.B. - 05o 10,90' O.L.

57o 57,90' N.B. - 04o 31,90' O.L.

1 januari tot en met 31 maart

(10 x 25 zeemijl)

7

East of Fair Isle

59o 40' N.B. - 01o 23' W.L.

59o 40' N.B. - 01o 13' W.L.

59o 30' N.B. - 01o 20' W.L.

59o 10' N.B. - 01o 20' W.L.

59o 30' N.B. - 01o 28' W.L.

59o 10' N.B. - 01o 28' W.L.

1 januari tot en met 15 maart

 

8

West Bank

57o 15' N.B. - 05o 01' O.L.

56o 56' N.B. - 05o 00' O.L.

56o 56' N.B. - 06o 20' O.L.

57o 15' N.B. - 06o 20' O.L.

1 februari tot en met 15 maart

(18 x 4 zeemijl)

9

Revet

57o 28,43' N.B. - 08o 05,66' O.L.

57o 27,44' N.B. - 08o 07,20' O.L.

57o 51,77' N.B. - 09o 26,33' O.L.

57o 52,88' N.B. - 09o 25,00' O.L.

1 februari tot en met 15 maart

(1,5 x 49 zeemijl)

10

Rabarberen

57o 47,00' N.B. - 11o 04,00' O.L.

57o 43,00' N.B. - 11o 04,00' O.L.

57o 43,00' N.B. - 11o 09,00' O.L.

57o 47,00' N.B. - 11o 09,00' O.L.

1 februari tot en met 15 maart

East of Skagen

(2,7 x 4 zeemijl)

▼M4




BIJLAGE V

VISMACHTIGINGEN

DEEL A

MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR UNIEVISSERSVAARTUIGEN IN WATEREN VAN DERDE LANDEN



Visgebied

Visserij

Aantal vismachtigingen

Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

Haring, ten noorden van 62°00′ N.B.

59

DK

25

51

DE

5

FR

1

IE

8

NL

9

PL

1

SE

10

 

Demersale soorten, ten noorden van 62°00′ N.B.

66

DE

16

41

IE

1

ES

20

FR

18

PT

9

Niet toegewezen

2

Industriële soorten, ten zuiden van 62°00′ N.B.

450

DK

450

141

1, 2b (1)

Visserij op sneeuwkrabben met korven

20

EE

1

Niet van toepassing

ES

1

LV

11

LT

4

PL

3

(1)   

De toewijzing van vangstmogelijkheden voor de Unie in de zone rond Svalbard laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Parijs van 1920 onverlet.

DEEL B

MAXIMAAL AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN



Vlaggenstaat

Visserij

Aantal vismachtigingen

Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn

Noorwegen

Haring, ten noorden van 62°00′ N.B.

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Venezuela (1) (2)

Snappers (wateren van Frans-Guyana)

45

45

(1)   

Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de vismachtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden bekrachtigd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de werkelijke capaciteit van het verwerkingsbedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren bekrachtigde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Indien bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, geven de Franse autoriteiten kennis van deze weigering en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.

►M5  (2)   

Visserijactiviteiten zijn toegestaan op jaarbasis. Een vissersvaartuig mag zijn visserijactiviteiten echter tot drie maanden na het verstrijken van zijn vismachtiging voortzetten op voorwaarde dat de marktdeelnemer:


— de procedure tot vernieuwing van zijn vismachtiging op gang heeft gebracht;

— heeft voldaan aan al zijn contractuele en informatie- en communicatieverplichtingen.


Deze verlenging verstrijkt zodra het besluit van de Commissie tot afgifte van een nieuwe vismachtiging of de kennisgeving van weigering van de nieuwe vismachtiging aan dat vaartuig in werking is getreden.

 ◄

▼B




BIJLAGE VI

ICCAT-VERDRAGSGEBIED ( 24 )

1. Maximaal aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



Spanje

60

Frankrijk

55

Unie

115

2. Maximaal aantal vaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen



Spanje

364

Frankrijk

1402

Italië

30

Cyprus

20 (1)

Malta

542

Unie

684

(1)   

Dit aantal kan toenemen indien een ringzegenvaartuig wordt vervangen door tien beugvisserijvaartuigen overeenkomstig punt 4, tabel A, van deze bijlage, zodra die tabel is vastgesteld.

3. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden



Kroatië

18

Italië

12

Unie

28

▼M2

4. Maximaal aantal vissersvaartuigen van elke lidstaat dat blauwvintonijn mag bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee



Tabel A

 

Aantal vissersvaartuigen (1)

 

Cyprus (2)

Griekenland (3)

Kroatië

Italië

Frankrijk

Spanje

Malta (4)

Portugal

Ringzegenvaartuigen (5)

1

0

18

21

22

6

2

0

Beugvisserijvaartuigen

27 (6)

0

0

40

23

44

63

0

Met de hengel vissende vaartuigen

0

0

0

0

8

68

0

76 (7)

Met de handlijn vissende vaartuigen

0

0

12

0

47 (8)

1

0

0

Trawlers

0

0

0

0

57

0

0

0

Kleine vaartuigen

0

39

0

0

140

650

117

0

Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (9)

0

74

0

0

0

0

0

0

(1)   

De in tabel A van punt 4 vermelde aantallen kunnen verder naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

(2)   

Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en maximaal drie beugvisserijvaartuigen.

(3)   

Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en drie andere vaartuigen voor ambachtelijke visserij.

(4)   

Eén middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen kan worden vervangen door maximaal tien vaartuigen voor de visserij met de beug.

(5)   

Het individuele aantal ringzegenvaartuigen in tabel A in punt 4 is het resultaat van overdrachten tussen lidstaten en is niet te beschouwen als historische rechten voor de toekomst.

(6)   

Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig.

(7)   

Met de hengel vissende vaartuigen van de ultraperifere gebieden van de Azoren en Madeira.

(8)   

Met de handlijn vissende vaartuigen die actief zijn in de Atlantische Oceaan.

(9)   

Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).

▼B

5. Maximaal aantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn ( 25 )



Lidstaat

Aantal tonnara's (1)

Spanje

5

Italië

6

Portugal

2

(1)   

Dit aantal kan naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

▼M3

6. Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee kan verdelen.



Tabel A

Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn

 

Aantal bedrijven

Capaciteit (in ton)

Spanje

10

11 852

Italië

13

9 564

Griekenland

2

2 100

Cyprus

3

3 000

Kroatië

7

7 880

Malta

6

14 511



Tabel B (1)

Maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

Spanje

6 850

Italië

1 739,5

Griekenland

785

Cyprus

2 195

Kroatië

2 947

Malta

10 260,5

Portugal

350

(1)   

De capaciteit van Portugal van 500 ton voor het kweken wordt gedekt door de onbenutte capaciteit van de Unie die is opgenomen in tabel A.

▼B

7. Het maximale aantal onder de vlag van een lidstaat varende vissersvaartuigen die overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort mogen vissen, wordt als volgt over de lidstaten verdeeld:



Lidstaat

Maximaal aantal vaartuigen

Ierland

50

Spanje

730

Frankrijk

151

Portugal

310

8. Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 m dat in het Iccat-verdragsgebied op grootoogtonijn vist, bedraagt:



Lidstaat

Maximaal aantal vaartuigen met ringzegens

Maximaal aantal vaartuigen met beugen

Spanje

23

190

Frankrijk

11

 

Portugal

 

79

Unie

34

269




BIJLAGE VII

CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

De experimentele visserij op ijsheek in het CCAMLR-verdragsgebied in 2020/2021 wordt beperkt tot:



Tabel A

Gemachtigde lidstaten, deelgebieden en maximaal aantal vaartuigen

Lidstaat

Gebied

Maximaal aantal vaartuigen

Spanje

48,6

1

Spanje

88,1

1



Tabel B

TAC's en bijvangstbeperkingen

De door de CCAMLR vastgestelde TAC's in onderstaande tabel worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, waardoor het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat aan de verdragsluitende partijen meedeelt wanneer de visserij wegens uitputting van de TAC moet worden stopgezet.

Deelgebied

Regio

Seizoen

SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1)

Vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni) (in ton)/SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1)

Vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni) (in ton)/geheel deelgebied

Bijvangstbeperking (in ton)/SSRU's (48.6) of onderzoeksonderdelen (88.1)

Roggen

(Rajiformes)

Grenadiervissen (Macrourus spp.) (1)

Andere soorten

48.6

Gehele deelgebied

1 december 2020 tot en met 30 november 2021

48.6_2

112

568

6

18

18

48.6_3

30

2

5

5

48.6_4

163

8

26

26

48.6_5

263

13

42

42

88.1.

Gehele deelgebied

1 december 2020 tot en met 31 augustus 2021

A, B, C, G (2)

597

3 140 (3)

30

96

30

G, H, I, J, K (4)

2 072

104

317

104

Bijzondere onderzoekszone in het beschermd marien gebied in de Rosszee

406

20

72

20

(1)   

In gebied 88.1: wanneer de vangst van Grenadiervissen (Macrourus spp.) door één vaartuig in een periode van 10 dagen (d.w.z. van dag 1 tot en met dag 10, van dag 11 tot en met dag 20, of van dag 21 tot en met de laatste dag van de maand) in een SSRU meer dan 1 500 kg per periode van 10 dagen en meer dan 16 % van de vangst van Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) door dat vaartuig in dat SSRU bedraagt, moet het vaartuig de visserij in dat SSRU staken.

(2)   

Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten noorden van 70° Z.B.

(3)   

De doelsoort is Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni). Alle vangsten van Antarctische diepzeeheek (Dissostichus eleginoides) worden meegeteld voor de totale vangstbeperking voor Antarctische ijsheek (Dissostichus mawsoni).

(4)   

Alle gebieden buiten het beschermd marien gebied in de Rosszee en ten zuiden van 70° Z.B.




Aanhangsel

DEEL A

Coördinaten van de onderzoeksonderdelen 48.6

Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_2

54°00' Z.B. 01°00' O.L.

55°00' Z.B. 01°00' O.L.

55°00' Z.B. 02°00' O.L.

55°30' Z.B. 02°00' O.L.

55°30' Z.B. 04°00' O.L.

56°30' Z.B. 04°00' O.L.

56°30' Z.B. 07°00' O.L.

56°00' Z.B. 07°00' O.L.

56°00' Z.B. 08°00' O.L.

54°00' Z.B. 08°00' O.L.

54°00' Z.B. 09°00' O.L.

53°00' Z.B. 09°00' O.L.

53°00' Z.B. 03°00' O.L.

53°30' Z.B. 03°00' O.L.

53°30' Z.B. 02°00' O.L.

54°00' Z.B. 02°00' O.L.

Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_3

64°30' Z.B. 01°00' O.L.

66°00' Z.B. 01°00' O.L.

66°00' Z.B. 04°00' O.L.

65°00' Z.B. 04°00' O.L.

65°00' Z.B. 07°00' O.L.

64°30' Z.B. 07°00' O.L.

Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_4

68°20' Z.B. 10°00' O.L.

68°20' Z.B. 13°00' O.L.

69°30' Z.B. 13°00' O.L.

69°30' Z.B. 10°00' O.L.

69°45' Z.B. 10°00' O.L.

69°45' Z.B. 06°00' O.L.

69°00' Z.B. 06°00' O.L.

69°00' Z.B. 10°00' O.L.

Coördinaten van onderzoeksonderdeel 48.6_5

71°00' Z.B. 15°00' W.L.

71°00' Z.B. 13°00' W.L.

70°30' Z.B. 13°00' W.L.

70°30' Z.B. 11°00' W.L.

70°30' Z.B. 10°00' W.L.

69°30' Z.B. 10°00' W.L.

69°30' Z.B. 09°00' W.L.

70°00' Z.B. 09°00' W.L.

70°00' Z.B. 08°00' W.L.

69°30' Z.B. 08°00' W.L.

69°30' Z.B. 07°00' W.L.

70°30' Z.B. 07°00' W.L.

70°30' Z.B. 10°00' W.L.

71°00' Z.B. 10°00' W.L.

71°00' Z.B. 11°00' W.L.

71°30' Z.B. 11°00' W.L.

71°30' Z.B. 15°00' W.L.



Lijst van SSRU's

Regio

SSRU

Grenslijn

88,1

A

Van 60° Z.B. 150° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 65° Z.B., pal west naar 150° O.L., pal noord naar 60° Z.B.

B

Van 60° Z.B. 170° O.L., pal oost naar 179° O.L., pal zuid naar 66° 40′ Z.B., pal west naar 170° O.L., pal noord naar 60° Z.B.

C

Van 60° Z.B. 179° O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 70° Z.B., pal west naar 178° W.L., pal noord naar 66°40′ Z.B., pal west naar 179° O.L., pal noord naar 60° Z.B.

D

Van 65° Z.B. 150° O.L., pal oost naar 160° O.L., pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° O.L., pal noord naar 65° Z.B.

E

Van 65° Z.B. 160° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 68° 30′ Z.B., pal west naar 160° O.L., pal noord naar 65° Z.B.

F

Van 68° 30′ Z.B. 160° O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° O.L., pal noord naar 68° 30′ Z.B.

G

Van 66°40′ Z.B. 170° O.L., pal oost naar 178° W.L., pal zuid naar 70° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 70°50′ Z.B., pal west naar 170° O.L., pal noord naar 66°40′ Z.B.

H

Van 70°50′ Z.B. 170° O.L., pal oost naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 73° Z.B., pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° O.L., pal noord naar 70°50′ Z.B.

I

Van 70° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 73° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 70° Z.B.

J

Van 73° Z.B. aan de kust nabij 170° O.L., pal oost naar 178°50′ O.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar 170° O.L., noordwaarts langs de kust tot 73° Z.B.

K

Van 73° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 76° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 73° Z.B.

L

Van 76° Z.B. 178°50′ O.L., pal oost naar 170° W.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar 178°50′ O.L., pal noord naar 76° Z.B.

M

Van 73° Z.B. aan de kust nabij 169°30′ O.L., pal oost naar 170° O.L., pal zuid naar 80° Z.B., pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° Z.B.

DEEL B

Kennisgeving van het voornemen om deel te nemen aan de visserij op antarctisch krill (euphausia superba)

Algemene informatie

Lid: …

Visseizoen: …

Naam van het vaartuig: …

Verwacht vangstniveau (ton): …

Dagelijkse verwerkingscapaciteit van het vaartuig (onverwerkt gewicht in ton): …

Deelgebieden en sectoren voor de voorgenomen visserij

Deze instandhoudingsmaatregel geldt voor kennisgevingen van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in de deelgebieden 48.1, 48.2, 48.3 en 48.4 en de sectoren 58.4.1 en 58.4.2. Van het voornemen om te vissen op Antarctisch krill in andere deelgebieden en sectoren moet kennis worden gegeven overeenkomstig CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 21-02 (2019).



Deelgebied/Sector

Kruis de passende vakjes aan

48.1

48.2

48.3

48.4

58.4.1

58.4.2



Vangsttechniek:

Kruis de passende vakjes aan

□Conventioneel sleepnet

□Continu vissysteem

□Pomptechniek om de kuil leeg te maken

□Andere methode: gelieve te specificeren

Productsoorten en methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill



Productsoort

Methode die wordt gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, indien van toepassing (zie bijlage 21-03/B) (1)

Heel – bevroren

 

Gekookt

 

Meel

 

Olie

 

Ander product (gelieve te specificeren)

 

(1)   

Geef een gedetailleerde beschrijving van de methode indien deze niet is vermeld in bijlage 21-03/B.

Netconfiguratie



Netafmetingen

Net 1

Net 2

Ander(e) net(ten)

Netopening (mond)

 

 

 

Maximale verticale opening (m)

 

 

 

Maximale horizontale opening (m)

 

 

 

Netomtrek aan de mond (1) (m)

 

 

 

Oppervlakte mond (m2)

 

 

 

Gemiddelde maaswijdte netpanelen (3) (mm)

Buitenzijde (2)

Binnenzijde (2)

Buitenzijde (2)

Binnenzijde (2)

Buitenzijde (2)

Binnenzijde (2)

1e paneel

 

 

 

 

 

 

2e paneel

 

 

 

 

 

 

3e paneel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eindpaneel (kuil)

 

 

 

 

 

 

(1)   

Naar verwachting in operationele omstandigheden.

(2)   

Wijdte van buitenmazen, en van binnenmazen wanneer een binnennet wordt gebruikt.

(3)   

Binnenmaat van gestrekte maas op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019).

Netdiagram(men): …

Voor elk gebruikt net of voor elke wijziging in de netconfiguratie, zie het betrokken netdiagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM (Working Group on Ecosystem Monitoring and Management). De netdiagrammen moeten de volgende informatie bevatten:

1. 

lengte en breedte van elk paneel van het sleepnet (voldoende gedetailleerd om de berekening van de hoek van elk paneel met de waterstroom mogelijk te maken);

2. 

de maaswijdte (binnenmaat van de gestrekte maas, op basis van de procedure in CCAMLR-instandhoudingsmaatregel 22-01 (2019)), vorm van de maas (bijvoorbeeld diamantvorm) en materiaal (bijvoorbeeld polypropyleen);

3. 

de constructie van de mazen (bijvoorbeeld geknoopt, gelast);

4. 

nadere gegevens over de linten (“streamers”) die in het sleepnet worden gebruikt (ontwerp, plaats op de panelen; vul “geen” in indien geen linten worden gebruikt); deze linten voorkomen dat Antarctisch krill de mazen verstopt of kan ontkomen.

Inrichting voor het weren van zeezoogdieren

Diagram(men) van de inrichting: …

Voor elk type inrichting dat wordt gebruikt of voor elke wijziging in de configuratie van de inrichting, zie het betrokken diagram in de vistuigbibliotheek van de CCAMLR, indien beschikbaar (www.ccamlr.org/node/74407), of dien een gedetailleerd diagram en een gedetailleerde beschrijving in vóór de volgende vergadering van de WG-EMM.

Verzamelen van akoestische gegevens

Verstrek informatie over de echolood- en sonartoestellen die door het vaartuig worden gebruikt.



Type (bijvoorbeeld echolood, sonar)

 

 

 

Fabrikant

 

 

 

Model

 

 

 

Transducerfrequenties (kHz)

 

 

 

Verzamelen van akoestische gegevens (gedetailleerde omschrijving):…

Beschrijf de maatregelen die zullen worden genomen voor het verzamelen van akoestische gegevens met het oog op het verstrekken van informatie over de verspreiding en de abundantie van het bestand van Antarctisch krill (Euphausia superba) en andere pelagische soorten, zoals die van de families Myctophidae en Salpidae (SC-CAMLR-XXX, punt 2.10).



RICHTSNOEREN VOOR DE RAMING VAN HET ONVERWERKTE GEWICHT AAN GEVANGEN ANTARCTISCH KRILL

Methode

Formule (kg)

Parameter

Beschrijving

Soort

Ramingsmethode

Eenheid

Volume opslagtank

W*L*H*ρ*1 000

W = breedte van de tank

Constante

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

L = lengte van de tank

Constante

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

Variabele

Omzetting volume naar massa

kg/l

H = hoogte van Antarctisch krill in tank

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

m

Doorstromingsmeter (1)

V*Fkrill*ρ

V = volume van Antarctisch krill en water samen

Specifiek voor de trek (1)

Directe waarneming

liter

Fkrill = fractie van Antarctisch krill in het monster

Specifiek voor de trek (1)

Volumecorrectie doorstromingsmeter

 

ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

Variabele

Omzetting volume naar massa

kg/l

Doorstromingsmeter (2)

(V*ρ)–M

V = volume krillpasta

Specifiek voor de trek (1)

Directe waarneming

liter

M = hoeveelheid aan het proces toegevoegd water, omgezet in massa

Specifiek voor de trek (1)

Directe waarneming

kg

ρ = dichtheid krillpasta

Variabele

Directe waarneming

kg/l

Bandweegschaal

M*(1–F)

M = massa van Antarctisch krill en water samen

Specifiek voor de trek (2)

Directe waarneming

kg

F = fractie van water in het monster

Variabele

Massacorrectie bandweegschaal

 

Opvangbak

(M–Mopvangbak)*N

Mopvangbak = massa van lege opvangbak

Constante

Directe waarneming vóór het vissen

kg

M = gemiddelde massa van Antarctisch krill en opvangbak samen

Variabele

Directe waarneming, vóór het invriezen, uitgelekt

kg

N = aantal opvangbakken

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

 

Omzetting in meel

Mmeel*MCF

Mmeel = massa geproduceerd meel

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

kg

MCF = meelomzettingsfactor

Variabele

Omzetting van meel naar volledig krill

 

Volume van de kuil

W*H*L*ρ*π/4*1 000

W = breedte van de kuil

Constante

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

H = hoogte van de kuil

Constante

Meting bij de aanvang van de visserijactiviteit

m

ρ = factor voor de omzetting van volume naar massa

Variabele

Omzetting volume naar massa

kg/l

L = lengte van de kuil

Specifiek voor de trek

Directe waarneming

m

Andere

Gelieve te specificeren

 

 

 

 

(1)   

Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.

(2)   

Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van twee uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.

Stappen van de waarneming en frequentie



Volume opslagtank

Bij de aanvang van de visserij

Meet de breedte en de lengte van de opslagtank (indien de tank niet rechthoekig is, kunnen extra metingen nodig zijn; nauwkeurigheid ± 0,05 m).

Elke maand (1)

Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de opslagtank is genomen.

Elke trek

Meet de hoogte van het Antarctisch krill in de tank (indien het Antarctisch krill tussen de trekken in de tank wordt bewaard, meet dan het verschil in hoogte: nauwkeurigheid ± 0,1 m).

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Doorstromingsmeter (1)

Voorafgaand aan de visserij

Verifieer of de doorstromingsmeter volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet.

Meer dan eens per maand (1)

Maak een raming van de omzetting van volume naar massa (ρ) op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de doorstromingsmeter is genomen.

Elke trek (2)

Neem een monster uit de doorstromingsmeter en:

— bepaal het volume (bijvoorbeeld 10 liter) van Antarctisch krill en water samen;

— maak een raming van de volumecorrectie van de doorstromingsmeter op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Doorstromingsmeter (2)

Voorafgaand aan de visserij

Verifieer of beide doorstromingsmeters (één voor het krillproduct en één voor het toegevoegde water) geijkt zijn (dat wil zeggen dat beide dezelfde correcte aflezing geven).

Elke week (1)

Maak een raming van de dichtheid (ρ) van het krillproduct (gemalen krillpasta) door de massa te meten van een bekend volume krillproduct (bijvoorbeeld 10 liter) afkomstig van de desbetreffende doorstromingsmeter.

Elke trek (2)

Lees beide doorstromingsmeters af, en bereken het totale volume van het krillproduct (gemalen krillpasta) en van het toegevoegde water; de dichtheid van water wordt geacht 1 kg/l te zijn.

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Bandweegschaal

Voorafgaand aan de visserij

Verifieer of de bandweegschaal volledig Antarctisch krill (d.w.z. vóór verwerking) meet.

Elke trek (2)

Neem een monster uit de bandweegschaal en:

— bepaal de massa van Antarctisch krill en water samen,

— maak een raming van de massacorrectie van de bandweegschaal op basis van het uitgelekt volume aan Antarctisch krill.

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Opvangbak

Voorafgaand aan de visserij

Bepaal de massa van de opvangbak (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet de massa van elk type worden bepaald; nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

Elke trek

Bepaal de massa van Antarctisch krill en opvangbak samen (nauwkeurigheid ± 0,1 kg).

Tel het aantal gebruikte opvangbakken (indien er verschillende types opvangbakken zijn, moet het aantal opvangbakken van elk type worden geteld).

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Omzetting in meel

Elke maand (1)

Maak een raming van de omzetting van meel naar volledig krill door 1 000 tot 5 000 kg aan (uitgelekt) volledig Antarctisch krill te verwerken.

Elke trek

Bepaal de massa geproduceerd meel.

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

Volume van de kuil

Bij de aanvang van de visserij

Meet de breedte en de hoogte van de kuil (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

Elke maand (1)

Maak een raming van de omzetting van volume naar massa op basis van de uitgelekte massa Antarctisch krill in een bekend volume (bijvoorbeeld 10 liter) dat uit de kuil is genomen.

Elke trek

Meet de lengte van het gedeelte van de kuil dat Antarctisch krill bevat (nauwkeurigheid ± 0,1 m).

Maak een raming van het onverwerkte gewicht van het gevangen Antarctisch krill (met gebruikmaking van de formule).

(1)   

Een nieuwe periode vangt aan wanneer het vaartuig zich naar een nieuw deelgebied of een nieuwe sector begeeft.

(2)   

Individuele trek wanneer wordt gebruikgemaakt van een conventioneel sleepnet, of geïntegreerd over een periode van zes uur wanneer wordt gebruikgemaakt van een continu vissysteem.




BIJLAGE VIII

IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED

1. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op tropische tonijn mag vissen



Lidstaat

Maximaal aantal vaartuigen

Capaciteit (brutotonnage)

Spanje

22

61 364

Frankrijk

27

45 383

Portugal

5

1 627

Italië

1

2 137

Unie

55

110 511

2. Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het IOTC-bevoegdheidsgebied op zwaardvis en witte tonijn mag vissen



Lidstaat

Maximaal aantal vaartuigen

Capaciteit (brutotonnage)

Spanje

27

11 590

Frankrijk

41 (1)

7 882

Portugal

15

6 925

Unie

83

26 397

(1)   

In dit aantal zijn geen in Mayotte geregistreerde vaartuigen begrepen; het aantal kan in de toekomst worden verhoogd in overeenstemming met het vlootontwikkelingsplan van Mayotte.

3. De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

4. De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-bevoegdheidsgebied tevens op tropische tonijn vissen.




BIJLAGE IX

WCPFC-VERDRAGSGEBIED

Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis mag vissen



Spanje

14

Unie

14

Maximaal aantal ringzegenvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op tropische tonijn mag vissen



Spanje

4

Unie

4



( 1 ) Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).

( 2 ) Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 3943/90, (EG) nr. 66/98 en (EG) nr. 1721/1999 (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).

( 3 ) Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).

( 4 ) Gesloten bij Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22).

( 5 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33).

( 6 ) De Unie is tot die overeenkomst toegetreden bij Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24).

( 7 ) Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).

( 8 ) Gesloten bij Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39).

( 9 ) De Unie is tot die overeenkomst toegetreden bij Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27).

( 10 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 2012/130/EU van de Raad van 3 oktober 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (PB L 67 van 6.3.2012, blz. 1).

( 11 ) De Unie is tot dat verdrag toegetreden bij Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1).

( 12 ) Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).

( 13 ) Alle types bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).

( 14 ) Alle types zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).

( 15 ) Alle typen bodemtrawls (OTB, OTT, PTB, TBB, TBN, TBS en TB).

( 16 ) Alle typen zegens (SSC, SDN, SPR, SV, SB en SX).

( 17 ) Alle beuglijnen en hengels (LHP, LHM, LLD, LL, LTL, LX en LLS).

( 18 ) Alle vaste kieuwnetten en vallen (GTR, GNS, GNC, FYK, FPN en FIX).

( 19 ) Vistuigcodes: OTB, OTT, OT, TBN, TBS, TB, TX, PTB, SDN, SSC, SX, LL, LLS.

( 20 ) Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 973/2001 (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).

( 21 ) Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1).

( 22 ) Verordening (EG) nr. 744/2008 van de Raad van 24 juli 2008 tot instelling van een tijdelijke specifieke actie ter bevordering van de herstructurering van de door de economische crisis getroffen vissersvloten van de Europese Gemeenschap (PB L 202 van 31.7.2008, blz. 1).

( 23 ) Richtlijn (EU) 2017/1004 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 betreffende de instelling van een Uniekader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad (PB L 157 van 20.6.2017, blz. 1).

( 24 ) De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.

( 25 ) De in punt 5 vermelde aantallen moeten worden aangepast in het licht van de visserijplannen die de lidstaten uiterlijk op 31 januari 2021 indienen met het oog op goedkeuring door Panel 2 van de Iccat.