02022D1982 — NL — 01.06.2025 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
|
BESLUIT (EU) 2022/1982 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 10 oktober 2022 (PB L 272 van 20.10.2022, blz. 29) |
Gewijzigd bij:
|
|
|
Publicatieblad |
||
|
nr. |
blz. |
datum |
||
|
BESLUIT (EU) 2023/2795 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 4 december 2023 |
L 2795 |
1 |
14.12.2023 |
|
|
BESLUIT (EU) 2025/874 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 24 april 2025 |
L 874 |
1 |
12.5.2025 |
|
BESLUIT (EU) 2022/1982 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 10 oktober 2022
betreffende het gebruik van diensten van het Europees Stelsel van centrale banken door bevoegde autoriteiten en door samenwerkende autoriteiten, en tot wijziging van Besluit ECB/2013/1 (ECB/2022/34)
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities:
“bevoegde autoriteit”: een nationale bevoegde autoriteit of de Europese Centrale Bank (ECB);
“nationale bevoegde autoriteit” (NBA): een nationale bevoegde autoriteit in de zin van artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013, waaronder, voor de toepassing van dit besluit, met betrekking tot de aan hen opgedragen toezichttaken, ook nationale centrale banken vallen waaraan bepaalde toezichttaken zijn opgedragen uit hoofde van het nationale recht en die niet zijn aangewezen als NBA’s;
“deelnemende bevoegde autoriteit”: een bevoegde autoriteit die gebruikmaakt van ESCB-diensten met het oog op samenwerking binnen het ESCB en met andere bevoegde autoriteiten, teneinde haar taken binnen het krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 ingestelde gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) uit te voeren;
“samenwerkende autoriteit”: een overheidsinstantie, niet zijnde een centrale bank binnen het ESCB of een bevoegde autoriteit, waarmee het ESCB of het GTM samenwerkt bij de uitvoering van de taken van het ESCB en de taken van de ECB uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013;
“ESCB-diensten”: een of meer van de in de bijlage I genoemde elektronische toepassingen, systemen, platforms, databases en diensten;
“verstrekkende centrale bank”: een bank die een ESCB-dienst ontwikkelt, exploiteert en onderhoudt;
“comité van systeemeigenaren”: een ESCB-comité dat een ESCB-dienst aanstuurt.
Artikel 2
Gebruik van ESCB-diensten door bevoegde autoriteiten
Artikel 3
Gebruik van ESCB-diensten door samenwerkende autoriteiten
Artikel 4
Financiële regelingen
Artikel 5
Wijziging van Besluit ECB/2013/1
Besluit ECB/2013/1 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 1 worden de volgende definities toegevoegd:
“bevoegde autoriteit”: een nationale bevoegde autoriteit of de ECB;
“nationale bevoegde autoriteit (NBA)”: een nationale bevoegde autoriteit in de zin van artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 ( *1 ) van de Raad, waaronder, voor de toepassing van dit besluit, met betrekking tot de aan hen opgedragen toezichttaken, ook nationale centrale banken vallen waaraan bepaalde toezichttaken zijn opgedragen uit hoofde van het nationale recht en die niet zijn aangewezen als NBA’s;
“samenwerkende autoriteit”: een overheidsinstantie, niet zijnde een centrale bank binnen het ESCB of een bevoegde autoriteit, waarmee het ESCB of het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) samenwerkt bij de uitvoering van de taken van het ESCB of van de ECB uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1024/2013;
“deelnemende bevoegde autoriteit”: een bevoegde autoriteit die gebruikmaakt van ESCB-diensten met het oog op samenwerking binnen het ESCB en met andere bevoegde autoriteiten, teneinde haar taken binnen het krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 ingestelde gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) uit te voeren;
Het volgende artikel 9 bis wordt ingevoegd:
“Artikel 9 bis
Gebruik van de ESCB-PKI-diensten door samenwerkende autoriteiten
Artikel 14 wordt vervangen door:
“Artikel 14
Financiële regelingen
Deelnemende centrale banken en de deelnemende bevoegde autoriteiten dragen de kosten voor het ontwikkelen en exploiteren van het ESCB-PKI-diensten volgens een vastgesteld vergoedingskader dat gebaseerd is op een verdeelsleutel, zoals nader gespecificeerd in de ESCB-PKI-financiële enveloppes volgens de toepasselijke vergoedingsregels. Samenwerkende autoriteiten dragen bij in de kosten overeenkomstig een specifiek vergoedingskader.”.
Artikel 6
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
BIJLAGE I
Aan de bevoegde autoriteiten en samenwerkende autoriteiten ter beschikking te stellen ESCB-diensten
BIJLAGE II
Vereisten voor het gebruik van ESCB-diensten door bevoegde autoriteiten
Bevoegde autoriteiten moeten de taken uitvoeren en de verantwoordelijkheden op zich nemen die overeenkomen met hun rol in de betrokken ESCB-dienst.
Bevoegde autoriteiten moeten hun interne systemen en interfaces aanpassen om naadloos met de ESCB-dienst te kunnen werken.
Bevoegde autoriteiten zijn aansprakelijk voor verlies of schade als gevolg van opzettelijk of nalatig handelen en/of nalaten bij het nakomen van hun verplichtingen. De aansprakelijkheidsbeperkingen die in de niveau-2-niveau-3-overeenkomst zijn vastgelegd, zijn dienovereenkomstig van toepassing.
Bevoegde autoriteiten dragen de bewijslast om aan te tonen dat zij bij de uitvoering van hun verplichtingen, met inbegrip van de exploitatie van de technische voorzieningen, hun zorgvuldigheidsplicht niet hebben geschonden.
Uitbesteding, delegatie of onderaanneming door een bevoegde autoriteit aan derden doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid van die bevoegde autoriteit.
De bevoegde autoriteiten mogen taken die een materiële impact hebben of kunnen hebben op de naleving van de vereisten van deze bijlage alleen uitbesteden, delegeren of in onderaanneming geven aan een derde partij, voor zover zij de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming (of impliciete toestemming zoals bedoeld in punt 6) hebben gekregen van de centrale banken van het Eurosysteem of de centrale banken van het ESCB, naargelang van het geval. Die toestemming is niet vereist indien de derde partij een gelieerde partij van de relevante bevoegde autoriteit is en de rechten en plichten van die bevoegde autoriteit materieel ongewijzigd blijven.
De bevoegde autoriteiten moeten een redelijke voorafgaande kennisgeving doen van elke geplande uitbesteding, delegatie of onderaanneming als bedoeld in punt 5 en nadere details verstrekken over de aan een dergelijke uitbesteding, delegatie of onderaanneming voorgestelde eisen.
Het bevoegde ESCB-comité reageert op elk verzoek om toestemming uit hoofde van punt 5 binnen twee maanden nadat het in kennis is gesteld van de voorgenomen uitbesteding, delegatie of onderaanneming. Elke weigering om toestemming te verlenen moet vergezeld gaan van de redenen voor die weigering. Indien de bevoegde autoriteit binnen de termijn van twee maanden geen reactie ontvangt, kan zij het bevoegde ESCB-comité opnieuw van haar verzoek in kennis stellen. De centrale banken van het Eurosysteem, of de centrale banken van het ESCB, naargelang van het geval, hebben nog één maand de tijd om op de tweede kennisgeving te reageren. Indien binnen die termijn geen antwoord wordt ontvangen, wordt de bevoegde autoriteit geacht toestemming te hebben gekregen om over te gaan tot uitbesteding, delegatie of onderaanneming.
De bevoegde autoriteiten moeten alle gevoelige, geheime of vertrouwelijke informatie en knowhow (ongeacht of het om commerciële, financiële, regelgevende, technische of andere informatie gaat) die als zodanig is aangemerkt en aan de verstrekkende centrale bank (en) en/of tot andere centrale banken van het ESCB/Eurosysteem toebehoort, vertrouwelijk behandelen en mogen deze informatie niet aan derden bekendmaken zonder de uitdrukkelijke, voorafgaande en schriftelijke toestemming van de betrokken centrale bank(en).
Bevoegde autoriteiten moeten de toegang tot de in punt 7 bedoelde informatie of knowhow beperken tot hun relevante technisch personeel, en deze toegang mag alleen worden verleend in geval van duidelijke operationele noodzaak.
Bevoegde autoriteiten moeten passende maatregelen treffen om te voorkomen dat andere personen dan het relevante technische personeel toegang hebben tot dergelijke vertrouwelijke informatie of knowhow.
In het geval dat het gebruik van de ESCB-dienst gepaard gaat met de verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteit, moet de bevoegde autoriteit voldoen aan de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming.
Toegang tot persoonsgegevens kan alleen worden verleend aan personen die deze gegevens nodig hebben om hun taken te kunnen uitvoeren en hun verantwoordelijkheden met betrekking tot de betreffende ESCB-dienst te kunnen nakomen.
( *1 ) Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63).”.