02018D0907 — NL — 21.02.2022 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
| BESLUIT (GBVB) 2018/907 VAN DE RAAD van 25 juni 2018 (PB L 161 van 26.6.2018, blz. 27) | 
Gewijzigd bij:
| 
 | 
 | Publicatieblad | ||
| nr. | blz. | datum | ||
| L 54I | 11 | 26.2.2020 | ||
| L 62 | 51 | 23.2.2021 | ||
| L 41 | 31 | 22.2.2022 | ||
      
   
      
   
BESLUIT (GBVB) 2018/907 VAN DE RAAD
van 25 juni 2018
tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië
      
      
   
Artikel 1
Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie
Het mandaat van de heer Toivo KLAAR als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (zuidelijke Kaukasus) wordt verlengd tot en met 31 augustus 2022. De Raad kan, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), besluiten dat het mandaat van de SVEU eerder wordt beëindigd.
Artikel 2
Beleidsdoelstellingen
Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie voor de zuidelijke Kaukasus, waaronder de doelstellingen die zijn vastgesteld in de conclusies van de buitengewone Europese Raad van Brussel van 1 september 2008 en de conclusies van de Raad van 15 september 2008, alsmede die van 27 februari 2012. Deze doelstellingen omvatten:
overeenkomstig de bestaande mechanismen, met inbegrip van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en haar Minsk-groep, conflicten in de regio voorkomen, bijdragen tot een vreedzame oplossing van conflicten in de regio, waaronder de crisis in Georgië en het conflict in Nagorno-Karabach, door de terugkeer van vluchtelingen en intern ontheemden te bevorderen en door andere passende middelen, en de uitvoering van die oplossing overeenkomstig de beginselen van het internationale recht steunen;
met de belangrijkste betrokken partijen constructieve gesprekken voeren betreffende de regio;
verdere samenwerking tussen Armenië, Azerbeidzjan en Georgië, alsook, voor zover passend, met hun buurlanden, aanmoedigen en steunen;
de doeltreffendheid en de zichtbaarheid van de Unie in de regio vergroten.
Artikel 3
Het mandaat
Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:
contacten ontwikkelen met de regeringen, de parlementen, andere belangrijke politieke actoren, de rechterlijke macht en het maatschappelijk middenveld van de regio;
de landen in de regio aanmoedigen om samen te werken en zulke samenwerking te faciliteren inzake regionale thema’s van gemeenschappelijk belang, zoals gemeenschappelijke bedreigingen voor de veiligheid, de bestrijding van terrorisme, illegale handel en georganiseerde criminaliteit; waar mogelijk grens- en gebiedsoverschrijdende samenwerking aanmoedigen en faciliteren om aan lokale behoeften tegemoet te komen en te werken aan vertrouwen en verzoening;
bijdragen tot de vreedzame oplossing van conflicten, overeenkomstig de beginselen van het internationaal recht, en de uitvoering van die oplossingen faciliteren in nauwe samenwerking met de Verenigde Naties en de OVSE; en ter ondersteuning van de Minsk-groep van de OVSE en de gezamenlijke voorzitters ervan;
met betrekking tot de crisis in Georgië:
meewerken aan de voorbereiding van het internationale overleg overeenkomstig punt 6 van het akkoord van 12 augustus 2008, het internationaal overleg van Genève, en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen van 8 september 2008, onder meer betreffende de wijze waarop vorm moet worden gegeven aan de veiligheid en de stabiliteit in de regio, de problematiek van vluchtelingen en intern ontheemden, op basis van internationaal erkende beginselen, en elk ander onderwerp dat in onderlinge overeenstemming door de partijen wordt vastgelegd;
het standpunt van de Unie helpen bepalen en dit op het niveau van de SVEU tijdens het onder i) bedoelde overleg verwoorden, en
de uitvoering van het akkoord van 12 augustus 2008 en de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen van 8 september 2008 faciliteren;
de ontwikkeling en de toepassing van vertrouwenwekkende maatregelen faciliteren, waarbij, zo dit passend is, op een gecoördineerde wijze gebruik wordt gemaakt van de eventueel beschikbare expertise van de lidstaten;
bijdragen aan en faciliteren van inclusieve vredesopbouw binnen samenlevingen om de conflicten te boven te komen en vrede te consolideren;
waar nodig meewerken aan de voorbereiding van bijdragen van de Unie aan mogelijke beslechting van het conflict;
de dialoog van de Unie met de belangrijkste betrokkenen over de regio intensiveren;
de Unie helpen bij de verdere ontwikkeling van een alomvattend beleid voor de zuidelijke Kaukasus;
in het kader van de in dit artikel bedoelde activiteiten bijdragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie voor de mensenrechten, met name ten aanzien van kinderen en vrouwen in door conflicten getroffen gebieden, vooral door de ontwikkelingen op dit gebied te volgen en te behandelen.
Artikel 4
Uitvoering van het mandaat
Artikel 5
Financiering
Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2020 tot en met 28 februari 2021 bedraagt 2 900 000 EUR.
Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2021 tot en met 28 februari 2022 beloopt 2 940 000 EUR.
Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 augustus 2022 beloopt 1 462 000 EUR.
Artikel 6
Vorming en samenstelling van het team
Artikel 7
Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en het personeel van de SVEU
De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en de personeelsleden van de SVEU, worden naargelang het geval met de ontvangende landen overeengekomen. De lidstaten en de EDEO verlenen daartoe alle nodige steun.
Artikel 8
Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie
De SVEU en de leden van het team van de SVEU leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad ( 1 ).
Artikel 9
Toegang tot informatie en logistieke steun
Artikel 10
Veiligheid
Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, overeenkomstig zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, met name door:
op basis van richtsnoeren van de EDEO een specifiek veiligheidsplan opstellen dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen bevat voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is en het beheer van veiligheidsincidenten, en dat voorziet in een nood- en evacuatieplan;
ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door verzekering tegen grote risico's die is afgestemd op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is;
ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie in te zetten leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied door de EDEO is ingedeeld;
ervoor te zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden uitgevoerd, en aan de Raad, de HV en de Commissie schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van het mandaat.
Artikel 11
Rapportage
De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. De SVEU kan aan de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.
Artikel 12
Coördinatie
Artikel 13
Ondersteuning bij vorderingen
De SVEU en het personeel van de SVEU bieden ondersteuning bij het verschaffen van gegevens in reactie op alle vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit de mandaten van de vorige SVEU's voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië, en zij bieden administratieve ondersteuning alsmede toegang tot de dossiers die voor die doeleinden relevant zijn.
Artikel 14
Evaluatie
De uitvoering van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. ►M3 De SVEU legt de Raad, de HV en de Commissie periodieke voortgangsverslagen voor, en uiterlijk op 31 mei 2022 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat. ◄
Het uitvoerige eindverslag over de uitvoering van het mandaat van de SVEU wordt uiterlijk op 30 november 2020 ingediend.
Artikel 15
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
      
   
( 1 ) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).