02008R1067 — NL — 07.05.2019 — 003.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EG) nr. 1067/2008 VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2008

betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

(Gecodificeerde versie)

(PB L 290 van 31.10.2008, blz. 3)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

 M1

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1253/2011 VAN DE COMMISSIE van 1 december 2011

  L 319

47

2.12.2011

►M2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1586 VAN DE COMMISSIE van 19 september 2017

  L 241

12

20.9.2017

►M3

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/675 VAN DE COMMISSIE van 29 april 2019

  L 114

10

30.4.2019




▼B

VERORDENING (EG) nr. 1067/2008 VAN DE COMMISSIE

van 30 oktober 2008

betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit uit derde landen en tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad

(Gecodificeerde versie)



▼M2

Artikel 1

1.  In afwijking van het gemeenschappelijk douanetarief wordt het invoerrecht voor zachte tarwe van GN-code 1001 99 00 van een andere dan van hoge kwaliteit, zoals omschreven in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 642/2010 van de Commissie ( 1 ), vastgesteld in het kader van de bij de onderhavige verordening geopende contingenten.

2.  Op de in deze verordening bedoelde producten die boven de in de artikelen 2 en 3 bepaalde hoeveelheden worden ingevoerd, wordt het gemeenschappelijk douanetarief toegepast.

▼B

Artikel 2

▼M2

1.  Ieder jaar wordt op 1 januari een tariefcontingent geopend voor de invoer van 3 073 177 ton zachte tarwe van GN-code 1001 99 00 van een andere dan van hoge kwaliteit.

Het invoerrecht binnen het contingent bedraagt 12 EUR per ton.

2.  Van 2017 tot en met 2023 wordt ieder jaar op 1 januari een tariefcontingent geopend voor de invoer uit Canada van 100 000 ton zachte tarwe van GN-code 1001 99 00 van een andere dan van hoge kwaliteit (volgnummer 09.4124).

Voor 2017 bedraagt de hoeveelheid van het tariefcontingent, in afwijking van de eerste alinea, 27 778 ton.

Invoer binnen het tariefcontingent is rechtenvrij.

▼B

3.  Tenzij anders is bepaald in de onderhavige verordening, zijn Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie ( 2 ) en de Verordeningen (EG) nr. 1342/2003 en (EG) nr. 1301/2006 van toepassing.

Artikel 3

▼M3

1.  Het in artikel 2, lid 1, bedoelde invoertariefcontingent bestaat uit drie deelcontingenten:

a) deelcontingent I (volgnummer 09.4123): 572 000  ton voor de Verenigde Staten van Amerika,

b) deelcontingent II (volgnummer 09.4125): 2 371 600  ton voor derde landen, met uitzondering van Canada en de Verenigde Staten van Amerika;

c) deelcontingent III (volgnummer 09.4133): 129 577  ton erga omnes.

▼M2

2.  Wanneer in de loop van het jaar een belangrijke onderbenutting van deelcontingent I geconstateerd wordt, kan de Commissie met instemming van de betrokken derde landen volgens de in artikel 229, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde procedure besluiten de niet-gebruikte hoeveelheden naar de overige deelcontingenten over te dragen.

▼M3

3.  Deelcontingent II omvat vier kwartaaltranches voor de volgende perioden en hoeveelheden:

a) tranche 1: 1 januari tot en met 31 maart: 592 900  ton;

b) tranche 2: 1 april tot en met 30 juni: 592 900  ton;

c) tranche 3: 1 juli tot en met 30 september: 592 900  ton;

d) tranche 4: 1 oktober tot en met 31 december: 592 900  ton.

▼B

4.  Wanneer de hoeveelheden voor de tranches 1 tot en met 3 zijn uitgeput, kan de Commissie overeenkomstig de in artikel 195, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde procedure de volgende tranche vervroegd openen.

Artikel 4

1.  In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 mag een aanvrager per volgnummer en per week slechts één certificaataanvraag indienen. Wanneer door dezelfde belanghebbende meer dan één aanvraag wordt ingediend, is geen van zijn aanvragen ontvankelijk, en worden de bij de indiening van de aanvragen gestelde zekerheden verbeurd ten gunste van de betrokken lidstaat.

De aanvragen voor een invoercertificaat worden iedere week uiterlijk op vrijdag om 13 uur Brusselse tijd bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend.

▼M2

2.  In elke certificaataanvraag wordt een hoeveelheid in kilogram, zonder decimalen, vermeld die niet meer mag bedragen dan:

 voor het in artikel 3, lid 1, bedoelde deelcontingent II, de totale hoeveelheid die voor de betrokken tranche is geopend,

 voor het in artikel 2, lid 2, bedoelde contingent en de in artikel 3, lid 1, bedoelde deelcontingenten I en III, de totale hoeveelheid die voor het jaar voor het betrokken contingent of deelcontingent is geopend.

Op de invoercertificaataanvraag en op het invoercertificaat wordt slechts één enkel land van oorsprong vermeld.

▼B

3.  Uiterlijk op de eerste maandag die volgt op de indiening van de certificaataanvragen, om 18.00 uur Brusselse tijd, zenden de bevoegde autoriteiten de Commissie elektronisch een mededeling toe, waarin elke aanvraag wordt vermeld met de gevraagde hoeveelheid, met inbegrip van de vermelding „geen” als geen aanvragen zijn ingediend.

4.  De certificaten worden afgegeven op de vierde werkdag volgende op de uiterste datum voor de in lid 3 bedoelde mededeling.

Op de datum van afgifte van de invoercertificaten delen de lidstaten de Commissie elektronisch de in artikel 11, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde gegevens betreffende de afgegeven certificaten mee, met de totale hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.

Artikel 5

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 gaat de geldigheidsduur van het certificaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

Artikel 6

In de invoercertificaataanvraag en in het certificaat wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld en wordt een kruis gezet in het vak „ja”. Het certificaat is slechts geldig voor producten van oorsprong uit het in vak 8 vermelde land.

Artikel 7

In afwijking van het bepaalde in artikel 12, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1342/2003 bedraagt de zekerheid voor de in deze verordening bedoelde invoercertificaten 30 EUR per ton.

Artikel 8

In het kader van het tariefcontingent mag zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit, van oorsprong uit een derde land, in de Gemeenschap slechts in het vrije verkeer worden gebracht nadat een door de bevoegde nationale autoriteiten van dat land afgegeven oorsprongscertificaat overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie ( 3 ) wordt overgelegd.

▼M2

In afwijking van de eerste alinea mag zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit, van oorsprong uit Canada, in de Unie slechts in het vrije verkeer worden gebracht nadat een oorsprongsverklaring is overgelegd. De oorsprongsverklaring wordt verstrekt op een factuur of ander handelsdocument, waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren. De tekst van de oorsprongsverklaring is die van bijlage 2 bij het Protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures bij de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds ( 4 ).

▼B

Artikel 9

Verordening (EG) nr. 2375/2002 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I



Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

Verordening (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie

(PB L 358 van 31.12.2002, blz. 88)

 

Verordening (EG) nr. 531/2003 van de Commissie

(PB L 79 van 26.3.2003, blz. 3)

 

Verordening (EG) nr. 1111/2003 van de Commissie

(PB L 158 van 27.6.2003, blz. 21)

 

Verordening (EG) nr. 777/2004 van de Commissie

(PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50)

uitsluitend artikel 12

Verordening (EG) nr. 491/2006 van de Commissie

(PB L 89 van 28.3.2006, blz. 3)

 

Verordening (EG) nr. 971/2006 van de Commissie

(PB L 176 van 30.6.2006, blz. 51)

 

Verordening (EG) nr. 2022/2006 van de Commissie

(PB L 384 van 29.12.2006, blz. 70)

uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 932/2007 van de Commissie

(PB L 204 van 4.8.2007, blz. 3)

uitsluitend artikel 1

Verordening (EG) nr. 1456/2007 van de Commissie

(PB L 325 van 11.12.2007, blz. 76)

uitsluitend artikel 2




BIJLAGE II



Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 2375/2002

De onderhavige verordening

Artikelen 1, 2 en 3

Artikelen 1, 2 en 3

Artikel 5

Artikel 4

Artikel 6

Artikel 5

Artikel 9

Artikel 6

Artikel 10

Artikel 7

Artikel 11

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 12, eerste alinea

Artikel 10

Artikel 12, tweede alinea

Bijlage I

Bijlage II



( 1 ) Verordening (EU) nr. 642/2010 van de Commissie van 20 juli 2010 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (PB L 187 van 21.7.2010, blz. 5).

( 2 ) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

( 3 ) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

( 4 ) PB L 11 van 14.1.2017, blz. 23.